Welzijn Nieuwe Stijl & de 3D’s “Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl („Amaryllis‟)en de daarmee samenhangende aanpak van de drie grote decentralisaties op het terrein van Werk & Inkomen, de Maatschappelijke ondersteuning en de Zorg voor de jeugd”
Gemeente Leeuwarden Vastgesteld in college van B&W van Leeuwarden op 11 oktober 2011
Opstellers Oebele Herder Frans Vos Annette Geurden Andre van der Bij Simeon Bruinsma
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl (‘Amaryllis’)en de daarmee samenhangende aanpak van de drie grote decentralisaties op het terrein van Werk & Inkomen, de Maatschappelijke ondersteuning en de Zorg voor de jeugd. 1.
Inleiding.
In het najaar 2010 hebben wij u de eerste voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl, met als werktitel „Amaryllis‟, toegezonden en met u besproken in de vergadering van de commissie Welzijn op 17 november 2010. Zoals afgesproken zenden wij u in vervolg daarop thans de Tweede voortgangsrapportage. Na een korte samenvatting van Welzijn Nieuwe Stijl informeren wij u allereerst over de samenhangende aanpak van Welzijn Nieuwe Stijl en de drie grote decentralisaties op het terrein van Werk & Inkomen, de Maatschappelijke ondersteuning en de Zorg voor de jeugd. Wij schetsen daarin onze visie, opdracht en aanpak voor de komende jaren. Daarna volgt de rapportage over de voortgang van Welzijn Nieuwe Stijl en de doorontwikkeling daarvan mede in het licht van de voorgenomen decentralisaties van het rijk. 2.
Korte samenvatting van Welzijn Nieuwe Stijl.
In het Collegeprogramma 2010-2014 „Doorpakken in nieuwe tijden‟ hebben wij Welzijn Nieuwe Stijl, met als werktitel „Amaryllis‟, opgenomen als leidraad voor ons beleid op het terrein van zorg en welzijn. Het meest pregnant is het concept “Amaryllis‟ samengevat in de volgende 10 uitgangspunten: 1. Eigen regie en eigen verantwoordelijkheid staan voorop 2. Ondersteuning wordt eerst gezocht in het eigen netwerk 3. Bij gevaar of (ernstige) bedreiging van ontwikkeling snel ingrijpen (er-op-af) 4. Preventie en facilitering gaan vóór hulpverlenen 5. Overheidsvoorzieningen waar mogelijk collectief aanbieden 6. Vertrouwen waar mogelijk, procedures waar noodzakelijk 7. Sluitende financieringssystemen 8. Waar nodig gebiedsgebonden en vindplaatsgericht 9. Afstemmen van hulp op de vraag: van eenvoudig naar complex 10. Eén Huishouden, Eén Plan, Eén Hulpverlener voor individuele problematiek op alle leefgebieden. Met deze uitgangspunten richten wij ons op de minder of niet zelfredzame burgers, dat betreft 15 à 20% van de bevolking. Voor nadere informatie over de uitgangspunten verwijzen wij u naar de uitgave „Amaryllis: Welzijn Nieuwe Stijl in Fryslân‟ van mei 2010 en de eerste voortgangsrapportage van oktober 2010. Terzijde zij opgemerkt dat er landelijk erg veel belangstelling is voor de Leeuwarder aanpak. Onze aanpak wordt als één van de voorbeeldmodellen Gemeente Leeuwarden
Pagina 2
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
gepresenteerd in de vorig jaar door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gestarte landelijke campagne voor Welzijn Nieuwe Stijl. In „Burgerkracht‟, een uitgave van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) van april van dit jaar, wordt Leeuwarden één van de koplopers genoemd bij de vormgeving van sociaal werk voor de toekomst. 3.
Samenhangende aanpak Welzijn nieuwe stijl, invoering Wet werken naar vermogen, overname Begeleiding uit de AWBZ en de Zorg voor de jeugd.
De gemeenten staan aan de vooravond van een operatie die zijn weerga niet kent. Drie grote decentralisaties of transities staan in het sociaal domein op het programma: de invoering van de Wet werken naar vermogen (Wwnv), de overgang van Begeleiding (individueel en in groepsverband: dagbesteding) uit de AWBZ naar de Wmo en de overname van de gehele Zorg voor de jeugd. Hiermee en met de huidige taken uit de Wwb en Wmo wordt de gemeente verantwoordelijk voor vrijwel de gehele (niet-medische) ondersteuning aan de burger. Er is niet alleen een sterke samenhang maar ook overeenkomst in doelstellingen – ondersteuning voor de minder redzame burger en bevordering participatie - en er is veel overlap in doelgroepen. De gemeente krijgt hiermee de kans een ontkokerd lokaal stelsel van maatschappelijke ondersteuning in te richten voor alle leefgebieden van de burger. Waarom decentralisatie? De drie transities zijn ingegeven vanuit de algemeen politiek en bestuurlijke onderkenning van een financierings- en beleidsmatig vraagstuk. Het financieringsvraagstuk betreft de noodzaak om de groei in de uitgaven van de AWBZ, Jeugdzorg en de sociale zekerheid te doorbreken. Dat is ook noodzakelijk om ook op langere termijn de financiering te kunnen waarborgen. Het beleidsmatige vraagstuk betreft de onderkenning, dat belangrijke winst in de doelmatigheid in de jeugdzorg, AWBZ/Wmo en een deel van de sociale zekerheid te realiseren is door een inhoudelijke en bestuurlijke concentratie bij de lokale overheid. Dat leidt voor de gemeente Leeuwarden tot de opgave “het goedkoper en beter” te doen. Versterking 0e lijn , 1e lijn, terugdringen inzet 2e lijn . Een belangrijk uitgangspunt voor de realisering van deze ambitieuze doelstelling is de visie dat het zelf oplossend vermogen in de samenleving veel meer benut kan worden. Het betekent een minder beroep op veelal dure 2elijns voorzieningen en een grotere verantwoordelijkheid voor mensen zelf én voor de 1elijn (scholen, huisarts, welzijn). Onder 2elijns voorzieningen in de zorg verstaan we specialistische voorzieningen, waarbij vanuit doorverwijzing van de 1elijn of indicering een beroep op kan worden gedaan. In het geval van de Wet werken naar vermogen zouden alle re-integratie trajecten, incl. de Sociale Werkvoorziening (SW) als 2elijn gezien kunnen worden. De 1elijn is dan de directe bemiddeling naar een reguliere baan. Het doorbreken van de groei in de 2elijn, de specialistische dienstverlening is een ingrijpende wijziging, omdat deze ontwikkeling samenhangt met de steeds Gemeente Leeuwarden
Pagina 3
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
verdergaande professionalisering en specialisering. Dat heeft zowel geleid tot de groei van de 2elijn als tot steeds meer fragmentering in de 1elijn. Die ontwikkeling willen we keren door de versterking van het zelf oplossend vermogen van mensen zelf en van de 1elijn. (Minder doorverwijzen en meer samenwerken) De gangbare aanpak voor het terugdringen van de 2elijn is veelal het aanscherpen van wet- en regelgeving en toezicht. Dat vertaalt zich dan in strengere vormen van indicering of zelfs het schrappen van voorzieningen. De pakketmaatregelen in de AWBZ in 2009 zijn hiervan een voorbeeld. Ook de aanpassing van de IQ grens van 85 naar 70 in de AWBZ en het meetellen (inkomen en vermogen) van alle gezinsleden bij het vaststellen van de hoogte van de bijstand in plaats van alleen van de partner zijn hiervan voorbeelden. Een andere aanpak gericht op hetzelfde doel is het versterken van de basis: de zogenaamde 0e- en 1elijn. In de uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl zien we dat terug bij de eerste twee uitgangspunten: • Eigen regie en eigen verantwoordelijkheid staan voorop, en • ondersteuning wordt eerst gezocht in het eigen netwerk. Ook de andere uitgangspunten van Amaryllis, met name één huishouden-één plan-één hulpverlener, sluiten aan op de beoogde ontwikkeling om de basis te versterken en het beroep op de 2elijn terug te dringen. Zorg voor de jeugd. In de discussie over een betere werking van de jeugdzorg wordt grote betekenis gehecht aan de versterking van de pedagogische infrastructuur. Daarmee wordt bedoeld de versterking en ondersteuning van de opvoeding van ouders en het erkennen van de opvoedkundige verantwoordelijkheden van maatschappelijke organisaties, zoals scholen, die direct met jongeren werken. Het uitgangspunt uit Welzijn Nieuwe Stijl om zo nodig gebiedsgebonden en vindplaatsgericht te werken sluit hier direct op aan. De doelstelling is het doorbreken van het te snel opschalen van een vraag of probleem door ouders en door 1e lijns medewerkers naar de specialistische zorg (2e lijn). Deze opgave heeft naast een cultuurdimensie ook een systeemdimensie. Het systeem bevat onvoldoende prikkels voor oplossingen in de 0e en 1e lijn. AWBZ/Wmo/ begeleiding. De Wmo wordt met ingang van 2013 uitgebreid met de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van kwetsbare mensen. In essentie is dat een begeleiding voor mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn en onvoldoende regie over hun leven kunnen voeren. De doelgroep bestaat vooral uit mensen met psychiatrische problematiek, mensen met verstandelijke beperkingen, ouderen met een somatische of psychogeriatrische problematiek en jongeren met een psychiatrische problematiek in combinatie met opgroeiproblemen. Het bestaande aanbod vanuit verschillende zorgaanbieders voor de begeleiding wordt gevormd door 2e lijns voorzieningen. Het zijn vormen van specialistische dienstverlening. De uitdaging op dit terrein is te verkennen voor welke cliënten en op welke wijze die specialistische dienstverlening verminderd kan worden ten gunste van algemene voorzieningen en beter kan aansluiten op het zelf organiserend vermogen van cliënten en van mensen in hun directe omgeving. We noemen dat ook wel „ontzorgen‟. De mogelijkheden hiervoor zullen van mens Gemeente Leeuwarden
Pagina 4
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
tot mens sterk verschillen. Ook op landelijk niveau wordt de opgave verbonden met Welzijn Nieuwe Stijl. De wettelijke vormgeving van de nieuwe verantwoordelijkheid door de uitbreiding van de compensatieplicht geeft ook de ruimte voor een eigen gemeentelijke aanpak. Wet werken naar vermogen. Met de Wwnv wordt een cluster van verschillende wijzigingen rond de Wwb, de Wajong en de SW ingezet. De rode draad hierin is dat mensen op basis van hun loonwaarde (productiviteit) aan het reguliere arbeidsproces moeten kunnen deelnemen. Daarnaast bestaat er voor mensen voor wie dit niet mogelijk is, „beschut‟ werken in SW-verband. Voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn bestaat het recht op een Wajong uitkering. Ook in de aanpak van de Wwnv is een ontwikkeling van de 2elijn, de specialistische dienstverlening, naar de 0e- en 1elijn te onderkennen. Het zelfstandig vinden van een baan op basis van de vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zouden we de 0elijn kunnen noemen. De gemeente heeft hiervoor een faciliterende taak; bv een vacatureoverzicht. De directe bemiddeling en de begeleiding van mensen naar een reguliere arbeidsplaats op basis van de loondispensatie-regeling vormen 1elijns dienstverlening. Het organiseren van beschut werk en andere mogelijke activiteiten voor mensen die laag op de participatieladder scoren kan ook gezien worden als specialistische dienstverlening. In het visiedocument „dienstverlening werkplein‟ is met de prioritering van doelgroepen hiertoe al een aanzet gegeven. Gemeenschappelijke doelstelling. In termen van de transities betekent dit dat het de ankers voor het beleid zijn, dat mensen zelf primair verantwoordelijk zijn voor: • Het vinden van een baan (Wwnv) • Het opvoeden van kinderen (Jeugdzorg) • De zelfredzaamheid en regie ( AWBZ/Wmo/ begeleiding) Het terug dringen van de 2elijn en het versterken van het zelf oplossend vermogen van mensen en van de 1elijn vormen daarmee de gemeenschappelijke doelstelling van de drie transities. Deze gemeenschappelijke doelstelling helpt bij het bepalen van de aanpak van afzonderlijke transities; wat is gemeenschappelijk en wat is specifiek? Welke mensen hebben met meerdere transities tegelijk te maken? Ook omdat de transities de komende jaren een verschillende fasering kennen en daarmee verschillende momenten van besluitvorming kennen, biedt een gemeenschappelijk kader houvast voor de noodzakelijke samenhang. Daarnaast zal voor de transities nog nader gezocht worden naar een mogelijke compartimentering in de besluitvorming. Daarmee wordt bedoeld welke afzonderlijke onderdelen binnen de transities kunnen zodanig onderscheiden worden dat daarover aparte besluitvorming mogelijk is. Hierbij is zeker ook één van de vragen wat de sociale wijkteams voor de vormgeving van de drie transities al dan niet kunnen betekenen. Sturing. Specifieke aandacht zullen we geven aan het sturingsvraagstuk. Het is belangrijk om inzicht te hebben in de bereikte resultaten met de ingezette middelen. Gemeente Leeuwarden
Pagina 5
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
Op dit moment is productfinanciering nog het meest gangbaar. Deze vorm van financiering brengt met zich mee, dat aanbieders een prikkel hebben om zich eenzijdig te richten op het zo goedkoop mogelijk aanbieden van de gevraagde producten. Cliënten hebben in de huidige financieringssystematiek een prikkel hun recht (indicatie) op bepaalde vormen van dienstverlening te maximeren. De overheid is hiermee gedwongen met regelgeving en toezicht de aanspraken en daarmee de kostenbeheersing te reguleren. Het zoeken is daarom gericht op vormen van resultaatfinanciering, waarbij een prikkel aanwezig is het zelf oplossend vermogen maximaal in te zetten. Verdere aanpak. De vertaling van de gemeenschappelijke doelstelling naar de afzonderlijke transities, de fasering en compartimentering in de besluitvorming zal uitgewerkt worden in een samenhangende visie op de drie transities en in drie afzonderlijke projectplannen. De ambtelijke projectorganisatie ter voorbereiding hebben wij hierop ingericht. Zodra meer duidelijkheid is over de wijzigingen in wet- en regelgeving leggen wij u op basis van de hier geschetste gemeenschappelijke visie de keuzes voor die gemaakt moeten worden voor een goede invoering van de onderscheiden transities. Voor de overname van de Begeleiding uit de AWBZ verwachten wij u in mei 2012 de keuzes ter besluitvorming voor te kunnen leggen. Voor ons blijft hierbij de samenloop van verschillende bezuinigingen een groot punt van zorg. Niet alleen gaan de genoemde decentralisaties gepaard met soms forse financiële taakstellingen, ook het wegvallen van de Montfransgelden is van invloed op ons sociaal beleid. Onze beleidsplannen Wmo en Gezondheidsbeleid hebben een looptijd van 2008 t/m 2011. Vanaf 2013 wordt met de genoemde decentralisaties de gemeentelijke verantwoordelijkheid op deze terreinen aanmerkelijk groter. Wij vinden het dan ook weinig zinvol om voor 2012 nog nieuwe beleidsplannen te schrijven en aan u voor te leggen. Wij blijven voor 2012 dezelfde uitgangspunten hanteren als beschreven in de bestaande beleidsnota‟s en formuleren voor 2013 ev. nieuw integraal beleid. Wel zullen wij u voor het terrein van de Maatschappelijke opvang ca. een nieuw Stedelijk Kompas aanbieden. 4.
Welzijn nieuwe stijl in de praktijk gebracht.
Samenwerkingsovereenkomst. Op 21 maart jl. hebben de directeuren/bestuurders van Sinne Welzijn, Welzijn Leeuwarden, het Vrijwilligersservicepunt, MEE-Friesland, Fier Fryslân, Zienn, Limor, het Leger des Heils, Verslavingszorg Noord-Nederland, GGZ Friesland en de gemeente Leeuwarden een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met als doel het Amaryllisconcept in de praktijk vorm te geven. Partijen zijn daarin o.a. overeengekomen (een deel van) hun werknemers beschikbaar te stellen voor de teams. In een overlegplatform worden zaken besproken om de samenwerking verder vorm te geven. Sociale wijkteams. Vanaf begin 2011 zijn de volgende sociale wijkteams operationeel: 1. Het al enkele jaren bestaande frontlijnteam voor Heechterp/Schieringen; Gemeente Leeuwarden
Pagina 6
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
2. 3. 4.
Een team (toegevoegd aan het frontlijnteam, vanaf 2013 samen wijkteam Nieuw Oost) voor de Schepenbuurt en Wielenpôlle; Een team Oud Oost voor de Vlietzone, Cambuursterhoek, Tjerk Hiddes, Bloemenbuurt en Oldegalileen; Een team Noord voor de Mondriaanbuurt en de Vrijheidswijk.
De teams worden gevormd, met inbreng en behoud van eigen specialisme en andere competenties, uit breed inzetbare professionals (sociale werkers). De teams bestaan uit jongerenwerkers, opbouwwerkers, ouderenwerkers, maatschappelijk werkers, sociale raadslieden, MEE-consulenten, woonbegeleiders, consulenten inkomen, consulenten werk en financiële deskundigen (schuldhulpverlening en schuldsanering). Vooraf zijn geen blauwdrukken gemaakt voor de werkwijze. Wel is in de afgelopen jaren ervaring opgebouwd in het frontlijnteam en in de Mondriaanbuurt. Effectieve werkwijzen worden overgedragen aan de sociale wijkteams. Al doende werken en leren is het parool. Langzamerhand ontwikkelt zich een profiel van een allround sociaal werker als een soort „sociale huisarts‟ die op alle leefgebieden ondersteuning kan bieden. Het frontlijnteam in Heechterp/Schieringen wordt tenminste tot eind 2012 nog apart gefinancierd uit de „Vogelaargelden‟ en heeft een specifieke opdracht. Na afronding daarvan wordt dit team omgezet in een sociaal wijkteam net als alle andere uit de bestaande formaties van de deelnemende organisaties. Wijkactieplannen, sociale index en sociale kaart/stadsgids. De inzet van de sociale wijkteams wordt ingekaderd door de sociale index van de sociale problematieken van wijken en de daarop gebaseerde wijkactieplannen van sociaal en fysiek. De wijkactieplannen voor de 6 ISV-wijken zijn door de raad vastgesteld in de vergadering van 27 juni 2011. De actieplannen Wielenpôlle, Mondriaanbuurt en Vrijheidswijk zijn gemaakt in samenspraak met de bewoners en instellingen. De sociale index hebben wij u gepresenteerd op 5 juli jl.. Voor burgers en organisaties is sinds juni 2011 een sociale kaart/stadsgids via de website van de gemeente beschikbaar. (Buurt-)Servicepunten en vrijwilligerswerk/Maatschappelijk nuttig werk. Samen met verschillende vrijwilligersorganisaties en instellingen zijn in Noord (in de Mozaïek) en Oud Oost (in de Verbinding) buurtservicepunten ingericht voor informatie en advies aan wijkbewoners. In Heechterp-Schieringen fungeerde het frontlijnteam in nauwe samenwerking met vrijwilligersorganisaties al als een soort informatiepunt. Deze buurtservicepunten worden ondersteund door de stedelijk functionerende sociale winkel van Sinne Welzijn, het Vrijwilligersservicepunt en het informatiecentrum van MEE. Deze infrastructuur voor informatie en advies wordt in de toekomst verder gestroomlijnd met als wenkend perspectief één stedelijk servicepunt en buurtservicepunten in wijken waar wijkbewoners behoefte hebben aan persoonlijke informatie „om de hoek‟. Interventieteams. Voor burgers met zeer complexe problemen zijn begin 2011 „interventieteams‟ ingericht. Interventieteams bestaan uit zeer ervaren beroepskrachten die overwegend afkomstig zijn van Zienn, Limor, Leger des Heils, Fier Fryslân, Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en GGZ Friesland. Gemeente Leeuwarden
Pagina 7
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
In eerste instantie gaat het om twee teams: een team dat zich richt op de overlast gevende, veelal verslaafde en psychisch gestoorde alleenstaande daklozen in en rond Leeuwarden. In dit team concentreren zich activiteiten van VNN, GGZ en opvangsector. Het tweede team richt zich op huishoudens of „systemen‟ (bijvoorbeeld families) uit Leeuwarden en de provincie Fryslân met zeer complexe problemen. Voor beide teams geldt dat zij enerzijds nauwe relaties onderhouden met de sociale wijkteams (in Leeuwarden) en de sociale teams (vooral in de provincie). Dit om te zorgen dat de cliënten snel kunnen worden toegeleid naar de interventieteams, maar na verloop van tijd ook weer terug kunnen naar de basisteams. Anderzijds onderhouden de interventieteams ook een goede relatie met het Veiligheidshuis. In situaties dat sprake is van geweld en wetsovertreding kan in samenwerking met het Veiligheidshuis worden opgetreden. De interventieteams werken met de zelfde basisfilosofie als de wijkteams: gemeenschappelijk verantwoordelijk voor de casussen, maar één hulpverlener die het contact met de cliënt onderhoudt. Alle deelnemende organisaties hebben ook een „behandelaanbod‟, zowel ambulant als binnen de omgeving van een woonvoorziening. Dit aanbod wordt gefinancierd op basis van de Zorgverzekeringswet, de AWBZ of door Justitie. Met de instellingen zijn afspraken gemaakt over een snelle doorstroming van de interventieteams naar het behandelaanbod. In de nog relatief korte periode van bestaan van de interventieteams zijn al positieve ervaringen opgedaan door snelle en directe interventie in crisissituaties en het kunnen uitoefenen van doorzettingsmacht. Bij de aanpak van dakloosheid blijft de snelle beschikbaarheid van geschikte huisvesting een probleem. 5.
Doorontwikkeling in 2011 en 2012
Fusie Welzijnsinstellingen. Deze zomer hebben de raden van toezicht van Sinne Welzijn en Welzijn Leeuwarden en het bestuur van het Vrijwilligersservicepunt besloten te fuseren tot één brede welzijnsinstelling. Deze fusie heeft op 5 oktober 2011 zijn beslag gekregen. De instellingen bundelen hun dienstenpakket onder de naam Welzijn Centraal. Financieel kader. Met Welzijn Centraal zullen meerjarenafspraken worden gemaakt zoals deze ook al zijn gemaakt met de maatschappelijke opvang instellingen Zienn en Limor. In die meerjarenafspraken is de omvangrijke bezuiniging op de maatschappelijk opvang verwerkt. Door de vorming van sociale wijkteams en een stedelijk team van sociaal werkers door de gezamenlijke welzijnsinstellingen, de sector Sociale Zaken, MEE-Friesland en de Kredietbank Nederland (KBN) wordt op de personeelsformatie van Welzijn Centraal bezuinigd. In de verleningsbeschikking over 2012 en 2013 wordt dit verwerkt. Daarmee wordt de bezuinigingstaakstelling van € 221.000,- in 2012 en voor een zelfde bedrag in 2013 gerealiseerd op de „loketfunctie‟(verzamelterm voor verschillende vormen Gemeente Leeuwarden
Pagina 8
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
van toegang tot ondersteuning) zoals deze is opgenomen in de gemeentebegroting. Vorming van stedelijk team(s). Nog dit jaar zullen één of meerdere stadsteams worden gevormd met eenzelfde samenstelling als de sociale wijkteams. Deze sociale werkers zullen op dezelfde wijze aan de slag gaan voor de rest van de stad, waaronder de twee ander ISVgebieden Nylân en Valeriuskwartier. Voor alle teams worden nadere samenwerkingsafspraken gemaakt met andere instellingen en organisaties zoals woningcorporaties, buurtbeheer, politie en het Veiligheidshuis. Wij verwachten dat hiermee de oude overlegstructuur in sociale teams in Leeuwarden overbodig wordt. Schuldhulpverlening. Op dit moment neemt de Kredietbank Nederland (KBN) al deel aan het frontlijnteam en vanaf het najaar ook aan de andere sociale wijkteams. Preventie en integrale hulpverlening worden hiermee nadrukkelijk belegd in het welzijnsterrein. De KBN beperkt zich op deze wijze tot de corebusiness van „schulddienstverlener‟ voor het regelen/saneren van schulden en het technische budgetbeheer. Mede vanwege gewijzigde wetgeving komen wij hierop terug in een aparte nota over de herijking van het schuldhulpverleningsbeleid. Methodiekontwikkeling. Zoals gezegd ontwikkelt zich zo langzamerhand een profiel van een allround sociaal werker met verschillende methodieken voor ondersteuning. Cruciaal is het vinden van het juiste evenwicht tussen de inzet van eigen kracht/ de sociale steunstructuur, de integrale ondersteuning („de sociale huisarts‟) en de specialistische ondersteuning. Samen met de hogescholen in onze stad werken de welzijnsorganisaties aan de verdere ontwikkeling van methodieken, beschrijven ze dit nieuwe profiel van de sociaal werker en ontwerpen ze opleidings- en trainingsprogramma‟s. Facilitaire ondersteuning. Voor een goed efficiënt functioneren van het samenwerkingsverband is ICTondersteuning onontbeerlijk. Nader onderzocht wordt welke systemen deze integrale werkwijze het beste kunnen faciliteren. Ook onderzoeken wij of de digitale informatievoorziening en toegankelijkheid van voorzieningen verbeterd kan worden. De in Almere ontwikkelde „EigenKrachtWijzer‟ (www.eigenkrachtwijzer.nl) is daarvoor in beeld. De privacyaspecten vormen een apart aandachtspunt. Doel is een juist evenwicht tussen eerbiediging van de privé sfeer en het voorkomen van maatschappelijk ongewenste situaties. Opdrachtverlening en resultaatmeting. In het collegeprogramma hebben wij de volgende opdracht verwoord: “De invoering van vernieuwend welzijnsbeleid vereist een krachtige sturing van de gemeente. Daarvoor zullen wij het relatiebeheer concentreren bij een beperkt aantal ambtenaren en zorgdragen voor een helder omschreven opdrachtgeverschap op hoofdlijnen, zoveel mogelijk in termen van reële en haalbare resultaten in meerjarenplannen. Wij maken langlopende afspraken met welzijnsinstellingen en bieden ruimte voor professionals”.
Gemeente Leeuwarden
Pagina 9
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
De ambtelijke organisatie is hierop aangepast. Voor 2012 e.v. worden meerjarenafspraken gemaakt met de welzijnsinstellingen zoals deze al eerder zijn gemaakt met Zienn en Limor. Wij beschouwen de sociale index als een mooi instrument om de inzet van ons sociaal beleid te monitoren. De medio dit jaar gepresenteerde sociale index kan gezien worden als een nulmeting. Over 2 jaar worden de eerste resultaten zichtbaar in een volgende meting. Daarnaast onderzoeken wij in HeechterpSchieringen of de door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontwikkelde methode van Maatschappelijke Kosten Baten analyse een goede manier is om de resultaten zichtbaar te maken. In het collegeprogramma spreken wij over „reële en haalbare resultaten” omdat wij ons bij het monitoren en meten er terdege van bewust zijn dat er grenzen zijn aan de maakbaarheid van de samenleving en dat ondanks een effectieve inzet van sociale ondersteuning er altijd sociale problemen zullen blijven. 6.
Verkenning van aansluiting op 1e lijn gezondheidszorg en 1e lijn verzorging/verpleging.
De sociaal werker in de wijkteams en stedelijke teams kan gezien worden als een 1elijnswerker op het terrein van welzijn en maatschappelijke ondersteuning, al eerder in deze rapportage en ook in „Burgerkracht‟ van de RMO getypeerd als een „sociale huisarts‟. Gezondheid, zorg, welzijn, ondersteuning zijn voor de burger onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Het ligt dan ook in de rede om deze 1elijnswerker op het sociale terrein te verbinden met de 1elijnswerkers op het terrein van gezondheid en zorg: de huisarts en de wijkverpleegkundige. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Door de hybride publiek-private structuur van ons zorgstelsel acteren veel partijen op dit terrein, soms in samenwerkende verbanden maar ook veel in elkaar concurrerende posities. Daarom zijn wij verkenningen gestart om de beste wijze van verbinding te zoeken ten einde onze burgers met onlosmakelijke problematiek op al deze terreinen ook een zo integraal mogelijk aanbod te kunnen doen. Aansluiting bij 1e lijn zorg. Experiment wijkverpleegkundige. De huidige wijkverpleegkundigen van de verschillende zorgaanbieders in onze stad worden gefinancierd uit de AWBZ op basis van productie. Dit betekent dat de zorgaanbieders onderling concurreren om de zorg te leveren en dat in de wijken verschillende wijkverpleegkundigen hun werk verrichten. Vanuit de sociale wijkteams zijn er in concrete gevallen wel contacten met deze wijkverpleegkundigen maar van afstemming van integraal aanbod in de wijk is op deze wijze geen sprake. De Stichting Palet heeft van het ministerie van VWS via Zon MW subsidie ontvangen om te experimenteren met productie onafhankelijke wijkverpleegkundigen. Deze zijn werkzaam in Westeinde, in het Noorden van de stad en in Heechterp/Schieringen. Op basis van de opgedane ervaringen kan daarna bekeken worden op welke wijze het beste in de toekomst afstemming tussen zorg en ondersteuning kan worden geregeld.
Gemeente Leeuwarden
Pagina 10
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
Onderzoek „wijkthuiszorgteam‟. Het Frieslab heeft vorig jaar met het uitbrengen van het rapport „Keten of Kartel‟ in kaart gebracht op welke wijze zorgaanbieders in de ogen van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) wel en niet mogen samenwerken. In vervolg daarop heeft wederom de Stichting Palet van VWS een subsidie ontvangen om samen met het Frieslab nader te onderzoeken op welke wijze concreet in het Westen van onze stad vorm gegeven kan worden aan samenwerking tussen zorgaanbieders. Onze gemeente is hier ook bij betrokken omdat het niet alleen gaat om het aanbod van verzorging/verpleging uit de AWBZ maar ook om ondersteuning uit de Wmo en het welzijnswerk nieuwe stijl. Daarbij zal zo mogelijk ook gebruik gemaakt worden van de recent door VWS geboden mogelijkheid van „regelarme instellingen‟. Wij verwachten in het najaar van 2011 duidelijkheid of en in welke vorm de zorgaanbieders met ons in dit stadsdeel mogen experimenteren met een integrale dienstverlening op het terrein van zorg en ondersteuning. Ketenzorg dementie. De zorgaanbieders werken in Friesland op het terrein van zorgverlening aan dementerenden samen in Tinz. Op basis van een tijdelijke beleidsregel in de AWBZ hebben zorgaanbieders via het Zorgkantoor middelen ontvangen om casemanagers dementie aan te stellen. Op ambtelijk niveau vertegenwoordigt onze gemeente de Friese gemeenten in de stuurgroep Ketenzorg dementie om de juiste aansluiting te zoeken tussen de gemeentelijke taak van informatie, advies en cliëntondersteuning en de ketenzorg dementie door de casemanagers. Het rapport „Casemanagement: van idee naar model‟ van het Frieslab biedt een goed uitgangspunt voor vormgeving van deze aansluiting tussen gemeenten en zorgaanbieders op het specifieke terrein van dementie. Met name door de verwachte grote stijging van het aantal dementerenden in de toekomst (in Leeuwarden van ruim 1500 nu naar 2100 in 2030) is het van groot belang de ondersteuning en zorg goed af te stemmen en in te richten. Aansluiting bij 1elijn gezondheidszorg. De sociaal werkers hebben in individuele situaties wel contacten met huisartsen en/of praktijkondersteuners in huisartsenpraktijken. Van een vaste structuur is nog geen sprake. Met een enkele huisartsenpraktijk wordt wel eens overleg gevoerd hoe hieraan het beste vorm gegeven kan worden. Dit is echter niet eenvoudig door de vrije keus voor de huisarts en de verschillende invulling van de functie van huisarts. De zorgverzekeraar „De Friesland‟ heeft de huisartsen recent de mogelijkheid geboden extra aandacht te bieden aan de kwetsbare oudere. Tevens ziet de zorgverzekeraar het belang in van sport en beweging voor het behoud van een goede gezondheid. Wij zien hierin aanknopingspunten voor het gemeentelijk sociaal beleid en zijn met de zorgverzekeraar aan het verkennen op welke wijze wij hier concreet inhoud en vorm aan samenwerking kunnen geven. Naast de incidentele contacten met huisartsenpraktijken vanuit de sociale wijkteams kan wellicht via de zorgverzekeraar daar meer structuur aan gegeven worden. Daarbij wordt ook gekeken naar uitbreidingsmogelijkheden van de collectieve ziektekostenverzekering AV Frieso tot een „gemeentepolis‟ voor minima op het terrein van armoede, zorg en re-integratie.
Gemeente Leeuwarden
Pagina 11
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
7.
In het kader van Welzijn Nieuwe Stijl opgezette experimenten vooruitlopend op de decentralisaties.
A
In relatie tot de nieuwe Wet werken naar vermogen:
Dienstverlening werkplein. Onlangs hebben wij het Visiedocument dienstverlening Werkplein vastgesteld. In het visiedocument is gekozen voor een heldere prioritering in klantgroepen waarbij alle inzet gericht is op werk of maatschappelijke nuttig werk met behoud van uitkering, met daarbij zelfredzaamheid als sleutelwoord. Werken is het doel, participeren de norm. Hierbij wordt zo nodig handhaving als instrument ingezet. De inzet is gericht op het verhogen van het zelf organiserend vermogen van de werkzoekende. Het actuele perspectief op werk en de mate van motivatie zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Actief wordt de verbinding gezocht met zorg, de wijkaanpak en bijvoorbeeld een terrein als schuldhulpverlening. Er wordt daarnaast actief partnerschap gezocht met partijen rondom de arbeidsmarkt. Het Werkplein zal toegroeien naar een netWerkplein. Dit net kan alleen goed sluiten als er een goede interactie tussen Werkplein en de wijkaanpak tot stand komt. Het Werkplein diagnosticeert (multi-)problematiek en draagt deze over aan de sociale wijkteams. Andersom worden de thema‟s werk en participatie als prominente domeinen in de wijkaanpak ingebed. De Participatieladder zal ook in de wijkaanpak overgenomen worden. Maatschappelijk nuttig werk. In april jl. hebt u de beleidsnota „Maatschappelijk nuttig werk‟ vastgesteld. De daarin genoemde acties hebben wij in uitvoering genomen. Op grond van het door ons op 19 juli 2011 vastgestelde Visiedocument dienstverlening Werkplein is een prioriteitsstelling gemaakt van (Wwb)klantgroepen waaraan we dienstverlening bieden. Voor de toeleiding naar maatschappelijk nuttig werk komen vooral in aanmerking: Mensen met en zonder ontheffing van de arbeidsplicht en weinig actueel perspectief op werk. Dit moet nader uitgewerkt worden op de aspecten van wettelijke verplichtingen waaraan wel voldaan moet worden; Inburgeringsbehoeftigen met weinig kans op slagen voor het inburgeringsexamen. Zij zullen geen traject meer krijgen aangeboden maar richting werk of maatschappelijk nuttig werk geleid worden. De (vrijwilligers)-organisaties leggen hiervoor verbindingen aan met het werkplein, aansluitend aan de al eerder genoemde infrastructuur voor informatie en advies in buurtservicepunten en een stedelijke servicepunt. Daarnaast is in onderzoek genomen op welke wijze premies en ervaringscertificaten de vrijwillige inzet kunnen versterken. Vanaf 2012 stellen wij ook een faciliteringsbudget beschikbaar aan de nieuwe welzijnsorganisatie. We willen hiermee op algemeen niveau een bepaalde vorm van ondersteuning bieden aan vrijwilligersorganisaties. Deze organisaties kunnen zonder bureaucratische procedures een beroep op dit budget doen als het gaat om het wegnemen van kleine financiële belemmeringen bij de inzet van vrijwilligers,
Gemeente Leeuwarden
Pagina 12
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
zoals onkostenvergoedingen, kosten verklaring omtrent gedrag en specifieke cursussen. Start experiment „Buurtonderneming‟. In onze eerste voortgangsrapportage hebben wij u gemeld met Caparis een onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een „buurtonderneming‟ voor de uitvoering van dienstverlening in en aan huis van burgers. In juni van dit jaar is in Bilgaard en de Vrijheidswijk de „buurtonderneming‟ van start gegaan. In eerste instantie wordt begonnen met de uitvoering van eenvoudige onderdelen uit de individuele hulp bij het huishouden uit de Wmo. De „buurtonderneming‟ biedt deze hulp aan als een algemene voorliggende voorziening in die huishoudens waar dit mogelijk en verantwoord is. Met de zorgaanbieders wordt door de „buurtonderneming‟ nauw overleg gevoerd voor een juiste afstemming met de hulp van deze organisaties. In vervolg op deze dienstverlening kan de „buurtonderneming‟ ook de uitvoering van andere werkzaamheden aanbieden zoals: Particulier huishoudelijk werk Extra periodieke schoonmaak, grote schoonmaak Tuinklussen Kleine klussen aan huis zoals dakgoten reinigen Kleine reparaties in en aan huis en tuin Hulp bij boodschappen doen.
B
In relatie tot de overname van Begeleiding uit de AWBZ in de Wmo:
Optimaal indiceren. Voor het verkrijgen van overheidsvoorzieningen is vaak een indicatiestelling noodzakelijk. Wij kennen in Nederland een grote hoeveelheid en verscheidenheid aan indicatiestellingen. De burger zet de bureaucratie rondom indicatiestelling sinds jaar en dag bijna altijd bovenaan in de top tien van ergernissen op het gebied van administratieve lasten. Vooral voor burgers met beperkingen die aangewezen zijn op meer dan één voorziening vormen indicatiestellingen een grote (en tijdrovende) bron van ergernis. Al in ons beleidsplan Wmo hebben wij ons uitgesproken voor vereenvoudiging van en differentiatie in indicatiestelling. Wij willen de procedures ontdoen van onnodig wantrouwen. Daarom zijn wij in 2007 al gestart met ons zogenaamde APK-model voor Wmo-voorzieningen. In vervolg hierop heeft de gemeente Leeuwarden in 2008 en 2009 meegedaan aan de pilot „Gezamenlijke beoordeling indicatieprocessen in zorg en sociale zekerheid”. Uit de evaluatie bleek deze werkwijze voor burgers een aanmerkelijke verbetering. De gegevensuitwisseling – uiteraard met toestemming van de cliënt – tussen het Uitvoeringsorgaan Werknemers Verzekeringen (UWV),Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ), Bureau Wmo, MEEFriesland en de sector Sociale Zaken voorkwam het veelvuldig beantwoorden van dezelfde vragen op verschillende formulieren bij verschillende loketten. Wel bleek de gezamenlijke beoordeling door de indicatiestellers van de samenwerkende organisaties een tijdrovende bezigheid, vooral ook omdat iedere organisatie de eigen besluitvormingsprocedures moest blijven hanteren na de gegevensverzameling.
Gemeente Leeuwarden
Pagina 13
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
Op grond van de alom beoordeelde bewezen meerwaarde van deze gezamenlijke aanpak van indicatiestelling heeft het ministerie van VWS wederom (relatief beperkte) middelen beschikbaar gesteld voor vervolgpilots. Samen met het bureau Wmo-voorzieningen van MO-zaak en MEE-Friesland heeft de gemeente Leeuwarden een nieuw project opgezet om de indicatiestelling te verbeteren voor de verschillende voorzieningen. In het project „Optimaal Indiceren‟ wordt in enkele sociale wijkteams geëxperimenteerd met nieuwe vormen van indiceren in aansluiting op de ervaringen in de eerdere pilots en met toepassing van de principes van Welzijn nieuwe stijl. Kort samengevat behelst de pilot: Verbetering van de vraagverheldering bij de aanvraag van voorzieningen Bij relatief eenvoudige aanvragen zonder onderzoek en/of met mandatering aan professionals zo snel mogelijk en met zo weinig mogelijk bureaucratie de noodzakelijke voorziening toekennen In complexe gevallen integraal indiceren in één keer voor meerdere voorzieningen uit verschillende wetten en regelingen. De ervaringen die met deze pilot worden opgedaan kunnen ook gebruikt worden bij de drie decentralisaties. De toegang tot voorzieningen uit de over te dragen taken wordt nu geregeld door verschillende indicatieorganen, met name UWV, CIZ en bureau Jeugdzorg. Nu al deze taken in gemeentelijke handen komen, ligt hier een grote kans voor vereenvoudiging en onderlinge afstemming. Waar mogelijk gezamenlijke Friese aanpak. Het ministerie van VWS en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben voor de overname van Begeleiding in de Wmo een transitiebureau ingericht. Dit bureau heeft op 4 juli jl. in de Harmonie in Leeuwarden de regeringsplannen gepresenteerd aan de Friese gemeenten en zorgaanbieders. Vanwege de grote kwetsbaarheid van de burgers die thans Begeleiding ontvangen, dient de overname uiterst zorgvuldig te geschieden en in goed overleg met de huidige AWBZ-aanbieders. Deze opereren lokaal, regionaal, provinciaal en soms landelijk. Waar mogelijk zullen wij dan ook de overname op provinciaal niveau met andere gemeenten afstemmen. Op ambtelijk niveau onderhouden wij nauwe contacten met het transitiebureau. Nieuwe vormen van dagbesteding. Vanwege de invoering van de zogenaamde pakketmaatregel AWBZ per 2009 krijgen mensen met lichte beperkingen minder of helemaal geen begeleiding of dagbesteding meer. Zoals gemeld in de met u in de commissie Welzijn in juli 2011 besproken voortgangsrapportage Wmo 2010 bieden wij zorgaanbieders en welzijnsinstellingen de gelegenheid nieuwe vormen van dagbesteding te ontwikkelen om te voorkomen dat sommige mensen tussen wal en schip vallen.
C
In relatie tot de overname van de gehele Zorg voor de Jeugd:
Ook waar mogelijk gezamenlijke Friese aanpak. Grote delen van de Zorg voor de jeugd vallen nu nog onder de verantwoordelijkheid van de provincie. Daarom hebben de gemeenten en de provincie op 1 juli jl. een eerste werkconferentie georganiseerd om zicht te krijgen op de omvangrijke operatie. Ook hier is voor een goede regeling van de overdracht afstemming op provinciaal niveau noodzakelijk; zowel inhoudelijk als bestuurlijk. Gemeente Leeuwarden
Pagina 14
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
Afstemming zorg voor de jeugd en sociale wijkteams. Eén van de belangrijkste uitgangspunten van ons concept Welzijn Nieuwe Stijl is de integrale aanpak door één hulpverlener. Het ligt dan ook voor de hand dat wij bij de verdere vormgeving van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) samenwerking en afstemming zoeken met de sociaal werkers van de wijkteams(en straks ook van het stedelijke team) en met de 2elijszorg voor jeugdigen zoals jeugdzorg en jeugd-GGZ. In enkele wijken experimenteren wij hiermee zoals het project Kind in Fryslân in Heechterp/Schieringen. In dit project vindt de voorbereiding plaats om ouders/kinderen die 2elijnszorg nodig hebben te faciliteren met een gezamenlijk diagnostisch kader vanuit jeugdzorgaanbieders. De 2elijns zorgaanbieders stemmen hun programma‟s hierop af. Resultaat van deze samenwerking is dat ouders/kinderen vroegtijdig toegang hebben tot snelle en brede diagnostiek. Wanneer specialistisch hulp nodig is hoeven zij slechts op 1 plek hun verhaal te vertellen en werken de aanbieders niet naast elkaar maar met elkaar. Doelstelling ook hier is 1 kind, 1 dienstverlener, 1 plan. Hulp waar nodig, thuis waar mogelijk. Resultaten worden gepresenteerd in juni 2012.In een volgende rapportage komen wij hier uitgebreid op terug. Ook worden contacten gelegd met de (brede) scholen in de wijken om de ondersteuning en hulpverlening aan schoolkinderen beter af te stemmen met de ondersteuning en hulpverlening aan de huishoudens. Via de Stichting Tjallingahiem wordt in wijkteam Nieuw Oost orthopedagogische expertise ingezet om zonder bureaucratische procedures en indicatiestelling(-en) snel te kunnen vaststellen wat met een kind in een gezin aan de hand is en welke hulp of ondersteuning daarbij onmiddellijk kan worden geboden. School als werkplaats. Eind vorig jaar zijn we samen met het Friesland College en de provincie Fryslân het project „ School als werkplaats‟ gestart. Doel van „School als werkplaats‟(SAW) is het terugdringen van het schoolverzuim en/of vroegtijdige schooluitval ten gevolge van maatschappelijke problemen door: • het efficiënter en integraler organiseren van zorg- en hulpverlening met als uitgangspunt één jongere/huishouden, één plan, één hulpverlener o door inzet van specialisten ter ondersteuning van de eerstelijnswerkers; o door een vereenvoudigde indicatie; o door eerdere signalering o door inzet zorg op school • ontwikkeling en verbetering van de pedagogische taken van de docenten(coaches) waardoor eerdere en betere signalering van problemen plaatsvindt door deskundigheidsbevordering docenten en/of door vernieuwing lerarenopleidingen. Gemeente Leeuwarden werkt er samen met het ROC Friesland College en de Provincie Friesland aan dat meer cursisten met een startkwalificatie de MBO afronden. Het project SAW werkt met hulpverleners die als generalisten ingezet worden op de school en aansluiten bij het pedagogisch handelen van de docent (coach). Hij heeft een coachende functie en is de brug naar eventuele specialistische vormen van hulp. Schooluitval kan betekenen maatschappelijke Gemeente Leeuwarden
Pagina 15
Voortgangsrapportage Welzijn Nieuwe Stijl en de drie Decentralisaties
uitval en daarom zet het traject SAW in op aansluiting van specialisten die generalist zijn op school. Het traject SAW moet handvatten opleveren om deze manier van werken ook op de andere Mbo‟s en het Voortgezet onderwijs te introduceren. Tevens wordt het gezien als opmaat voor de nieuwe manier waarop jeugdzorg in de toekomst georganiseerd gaat worden. Ook hier komen wij in een volgende rapportage uitgebreid op terug.
Gemeente Leeuwarden
Pagina 16