Voorstel Gemeenteraad VII- E Onderwerp
Actualisatie Cultuurplan
Portefeuillehouder
Jeroen Hatenboer agendaletter (E)
Programma Stuknummer
SO
Aangeboden aan Raad Corsanummer
27 mei 2015 1500061709
(invulling door Griffie)
_________________________________________________________________________________________ Wij stellen u voor om in te stemmen met: 1. Een eenmalige verlichting van de bezuinigingslast in het culturele domein in 2016 met 600.000 euro; 2. De eenmalige verlichting in 2016 te dekken uit het budget Flankerend Beleid; 3. Een structurele bezuiniging op de subsidie aan TwentseWelle met 600.000 euro per 1 januari 2017; 4. Een structurele bezuiniging op de subsidie aan de Openbare Bibliotheek Enschede met 600.000 euro per 1 januari 2017.
Dit raadsvoorstel heeft betrekking op drie transities in het culturele domein en een bezuinigingsopgave van 1,2 miljoen euro structureel per 1 januari 2017. Het college stelt voor de bezuiniging te realiseren via twee richtingen: een transitie van de exploitatieopzet van de Openbare Bibliotheek Enschede en een transitie van de exploitatieopzet van TwentseWelle in combinatie met een versterking van Roombeek Cultuurpark. Om ruimte te geven aan de transities in de exploitatieopzet kan een deel van de bezuinigingen pas in 2017 ingaan. Het gaat om een eenmalige verlaging van de bezuinigingslast in 2016 met een bedrag van 600.000 euro. Een derde transitie betreft de samenwerking tussen de grote podia voor theater en pop in Hengelo en Enschede. De opdracht die deze podia krijgen is om te komen tot een goed en divers aanbod en een groter publieksbereik in Twente, en daarnaast de inhoudelijke en financiële meerwaarde van verdergaande samenwerking te onderzoeken. Het huidige Cultuurplan “Enschede culturele hotspot van het Oosten” is leidend in de voorliggende keuzen. Inleiding In 2013 is het Cultuurplan “Enschede culturele hotspot van het Oosten” door de gemeenteraad vastgesteld. Het plan geeft richting aan de twee culturele pijlers: Enschede Muziekstad en Roombeek Cultuurpark, en legt in de uitvoering een nadruk op talentontwikkeling en ondernemerschap; het plan is ter informatie als bijlage 1 aan dit raadsvoorstel toegevoegd. Enschede heeft op de terreinen van muziek en beeldende kunst een volledige keten van voorzieningen, van productie tot programmering en educatie en van basisniveau tot topkwaliteit. De culturele infrastructuur speelt een belangrijke rol in de aantrekkingskracht van Enschede als Ondernemende Kennisstad; ook meer algemeen is er een aanzienlijk effect van culturele voorzieningen op de economie en op de rol als centrumstad (Cultuurkaart Enschede, 2012; deze is als bijlage 2 toegevoegd). Door de omvang en het bovenlokaal belang van haar infrastructuur maakt Enschede onderdeel uit van de G9, de 9 culturele kernpunten van Nederland. In het verlengde van de uitvoering van het Cultuurplan is een eerste bezuinigingsopgave van 2,2 miljoen euro ingevuld. Deze opgave liep parallel met een rijksbezuiniging op de nationale culturele basisinfrastructuur (BIS). Deze rijksbezuiniging had in Enschede met name gevolgen voor HET Symfonieorkest, de Nederlandse Reisopera, Rijksmuseum Twenthe en Theater Sonnevanck. In voorliggend voorstel wordt invulling gegeven aan een resterende gemeentelijke bezuinigingsopgave van afgerond 1,2 miljoen euro. Het gaat om: een nog niet ingevuld deel van de bezuinigingsopgave van 1,8 miljoen euro op het culturele domein uit de Programmabegroting 2014-2017 (600.000 euro), een bezuiniging op cultuur uit het Coalitieakkoord (440.000 euro), een ombuiging binnen de cultuurbegroting om de incidentele subsidie aan het Rijksmuseum Twenthe structureel te maken (70.000 euro) – vaststelling van het structurele karakter van deze subsidie vindt dan plaats bij de Programmabegroting 2016 – 2019, en een “uitname uit het gemeentefonds” die betrekking heeft op de bibliotheek, met name voor E-boeken (oplopend naar 115.000 euro in 2018).
1
De voorliggende bezuiniging van 1,2 miljoen euro leidt opgeteld bij de al ingevulde bezuiniging van 2,2 miljoen euro tot een geactualiseerd financieel kader waarin per 1 januari 2017 een begrotingsbedrag van circa 16 miljoen euro voor cultuur beschikbaar is. Bezuinigen is slechts mogelijk op het beïnvloedbare deel van de begroting van de instellingen (organisatiekosten, programmakosten, marketingkosten). Niet beïnvloedbaar zijn bijvoorbeeld de vastgoedlasten van rond 4 miljoen euro. Voor de bezuiniging van 1,2 miljoen euro zijn op hoofdlijnen vier scenario’s denkbaar: 1. Een scenario waarin de bezuiniging gelijk wordt verdeeld over de zes culturele instellingen die een subsidie boven 500.000 euro ontvangen (twee varianten: een gelijk bedrag van 200.000 euro of een gelijk percentage van het beïnvloedbare deel van de begroting); 2. Een scenario waarin de bezuiniging zoveel mogelijk wordt opgelegd aan één van de zes instellingen; 3. Een scenario waarin de kleinere subsidieontvangers worden betrokken – in dat scenario wordt de subsidierelatie met die instellingen beëindigt; 4. Een scenario waarin transitie van enkele instellingen de bezuiniging mogelijk maken – met name de Openbare Bibliotheek Enschede (OBE) en TwentseWelle in combinatie met een versterking van Roombeek Cultuurpark. Hieronder een financiële vertaling van de vier scenario’s. Vervolgens een beeld van de context en de criteria waarop de afweging plaatsvindt. Tabel 1: Financiële weergave van de scenario’s Instelling *
TwentseWelle OBE Wilminktheater ATAK Kaliber Concordia Totaal
Subsidie 2017**
Niet-beïnvloedbaar (Vastgoed)***
2.059.559 3.246.588 5.199.098 1.775.819 1.698.674 854.108 14.833.846
380.443 65.907 2.114.559 997.406 464.732 142.672 4.165.719
Scenario 1: Verdelen gelijk 200.000 200.000 200.000 200.000 200.000 200.000 1.200.000
%**** 189.000 358.000 347.000 87.000 139.000 80.000 1.200.000
Kleine podia (De Tor, Vestzaktheater) Kleine tentoonstellingsruimten (Villa de Bank, Objectief, Dynamo, Planet Art) Amateurkunst (rond 70 verenigingen: onder meer zang, dans, toneel en muziek) Verordening (Beeldende Kunst, Culturele activiteiten, Studentenzaken) Atelierpanden (huurcompensatie aan kunstenaars in 4 atelierpanden) TETEM Kunstruimte / Medialab Totaal
Scenario 2: Bezuinigen op één instelling 1.200.000 1.200.000 1.200.000 775.000 1.050.000 650.000
Scenario 4: Transitie en bezuinigen 600.000 600.000
1.200.000 Scenario 3: Bezuinigen op kleinere subsidieontvangers 78.000 75.000 290.000 175.000 160.000 290.000 1.068.000
Tabelinhoud op basis van jaarrekeningen 2013 (jaarrekeningen over 2014 worden voor 1 juni ontvangen); alle bedragen zijn in euro. ** In de subsidies voor 2017 zijn de reeds ingeboekte bezuinigingen verrekend; de nieuwe bezuinigingen uit dit voorstel moeten nog worden toegevoegd. De bedragen zijn afgerond; indexeringen t/m 2017 zijn niet verrekend. *** Voor het Muziekkwartier geldt dat de jaarlijkse indexering van de huur vanaf 2014 voor een periode van 5 jaar is stil gezet. Vanaf 2019 – of zoveel eerder als mogelijk – vraagt dit indexeringsvraagstuk hernieuwd om een oplossing. **** Om tot een bezuinigingsbedrag van 1,2 miljoen euro te kunnen komen, bedraagt het percentage van de bezuiniging 10,6% van het beïnvloedbare deel van de subsidie. Anders gezegd: de vastgoedlasten zijn eerst van de subsidie afgetrokken.
2
Voor de voorgestelde eenmalige verlichting van de bezuinigingslast in 2016 – te dekken uit het budget voor flankerend beleid (beslispunten 1 en 2 in het dictum) ziet het college slechts één alternatief scenario: eenmalige verdeling van de bezuiniging van 600.000 euro over de zes grote instellingen in 2016. Die verdeling is opgenomen in tabel 2 hieronder en komt overeen met scenario 1 in tabel 1. Tabel 2: Verdeling van de bezuinigingslast van 600.000 in 2016 Instelling TwentseWelle OBE Wilminktheater ATAK Kaliber Concordia Totaal
Scenario: Verdelen gelijk % 100.000 90.000 100.000 175.000 100.000 165.000 100.000 40.000 100.000 90.000 100.000 40.000 600.000 600.000
Om u inzicht te geven in het voorstel van het college worden de bezuinigingsscenario’s hierna van context voorzien: 1. Ontwikkelingen in het cultuurbeleid op rijksniveau; 2. Huidige stand van het culturele veld; 3. Visie: transities in het culturele veld 4. Bezuinigingsvoorstel Ontwikkelingen in het cultuurbeleid op rijksniveau Op landelijk niveau spelen in het cultuurbeleid meerdere ontwikkelingen. Twee daarvan zijn relevant voor Enschede: 1. Een groeiende nadruk op het belang van steden voor het nationale cultuurbeleid: In het recente advies van de Raad voor Cultuur “Agenda Cultuur 2017-2020 (en verder)”, wordt het belang van steden voor het cultuurbeleid centraal gesteld. Steden zijn de brandpunten in het culture aanbod, en daarmee van grote waarde voor de identiteit en aantrekkingskracht van de stad en omliggende regio. Het streven is gericht op samenhang in het (regionale) aanbod, daaronder ook tussen BIS-instellingen en de meer lokaal gefinancierde cultuurinstellingen. Er is een kans dat komende periode gestuurd wordt op proeftuinen/experimenteergebieden voor nieuwe wijzen van samenwerking. 2. Een blijvende nadruk op het belang van talentontwikkeling: De aandacht voor talentontwikkeling waaronder cultuureducatie blijft hoog op de agenda staan. Op dit punt wordt het belang van creativiteit als competentie in een wereld die steeds complexer wordt, herhaald. Cultuureducatie draagt daaraan bij, zowel binnenschools als buitenschools. Komende periode is het noodzakelijk dat cultuureducatie meer in het primair onderwijs wordt geïntegreerd, en dat vraag en aanbod meer op elkaar worden afgestemd. Specifieke vormen van cultuureducatie waar ook aandacht voor wordt gevraagd zijn: mediawijsheid, waaronder digitale vaardigheden en de omgang met “beeldtaal”, en daarnaast leeseducatie, leesbevordering en de bestrijding van laaggeletterdheid. De ontwikkelingen in het rijksbeleid passen goed bij de beleidsrichting die Enschede in haar cultuurplan heeft vastgelegd. Denk bij het eerste punt aan de samenwerking tussen cultuurpartners in Roombeek en in het Muziekkwartier, en denk bij het tweede punt aan de samenwerking tussen cultuurinstellingen en het primair onderwijs en aan de rol van de OBE op het punt van mediawijsheid en laaggeletterdheid. In Enschede dragen alle culturele instellingen, waaronder ook TwentseWelle, TETEM Kunstruimte en de BIS-instellingen, bij aan talentontwikkeling/cultuureducatie. Daaronder het vernieuwende programma “Culturage”, dat ingegeven door de rijkssubsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit, inzet op een vernieuwende samenwerking met het primair onderwijs, om in coproductie tot doorlopende leerlijnen op het gebied van cultuureducatie te komen, en deze waar mogelijk te integreren in de andere vakken. Huidige stand van het culturele veld De uitvoering van het cultuurplan en de eerdere gemeentelijke bezuinigingen, kortingen en lastenverzwaringen hebben veel gevolgen voor vrijwel alle cultuurinstellingen met een grote gemeentelijke subsidie. Ze hebben gezorgd voor aanscherping van de doelen, krimp van de organisaties, meer samenwerking met een groter bereik (denk onder veel meer aan de landelijke advertenties van Roombeek Cultuurpark), samenwerking in de backoffices en een zoektocht naar nieuwe inkomsten en verdienmodellen. Op dit moment is het weerstandsvermogen van alle instellingen laag, waardoor grotere risico’s en tegenslagen niet meer vanuit de eigen middelen opgevangen kunnen worden. Hieronder een samengevat overzicht van recente bezuinigingen en de ontwikkelingen in de culturele instellingen in een tabel.
3
Instelling ATAK Subsidie 2017: 1.775.819 euro
Wilminktheater Subsidie 2017: 5.199.098 euro
Kaliber Subsidie 2017: 1.698.674 euro Concordia Subsidie 2017: 854.108 euro
OBE Subsidie 2017: 3.246.588 euro
TwentseWelle Subsidie 2017: 2.059.559 euro
Bezuinigingen / kortingen (euro) 30.000 (2012) 50.000 (2009-2013 niet geïndexeerde lastenverzwaring) Per 2014 is de subsidie van ATAK met 100.000 euro verhoogd
50.000 (2012) 325.000 (2009-2013 niet-geïndexeerde lastenverzwaring)
20.000 (2012) 200.000 (2014) 500.000 (2015-2017)
50.000 (2012) 200.000 (2014) 400.000 (2015-2017)
50.000 (2012) 300.000 (2015-2017)
Resultaten/veranderingen Verkleinen programma-aanbod; Vergaande samenwerking met het Wilminktheater: zowel in backoffice als gezamenlijke programmering in het Muziekcentrum; De afgelopen jaren laten zien dat de bezoekersaantallen van ATAK teruglopen; Datzelfde geldt voor de eigen inkomsten, met name als gevolg van een lagere horeca-omzet; Bezoekersaantal 2013: 48.000. Reorganisatie inclusief krimp in personeelsbestand; Verkleinen programma-aanbod; Nieuwe marketingmethode (landelijke prijs); De bezoekersaantallen van het Wilminktheater vertonen een stijgende lijn; Samenwerking ATAK (zie hierboven); Bezoekersaantal 2013: 118.000. Reorganisatie inclusief krimp in personeelsbestand; Andere invulling muziekonderwijs, van individueel naar meer groepsgewijs; Meer verbinding met de stad door een aanpak via stadsdelen en wijken. Door de andere aanpak vergroot het bereik van Kaliber. Reorganisatie inclusief krimp in personeelsbestand; Concentratie in de binnenstad – sluiting 21rozendaal in Roombeek; Andere wijze van financieren van onder meer de theaterprogrammering; Aanbod van film is toegevoegd aan de theaterzaal; Programmering van beeldende kunst is aan de Langestraat gebleven; Meer samenwerking met partners in de binnenstad; Concordia speelt nog een belangrijke coördinerende rol in de cultuureducatie en richt zich nog; Aantal bezoekers 2013: 72.000. Krimp in personeelsbestand en grotere inzet van vrijwilligers; Inzet van mensen met een beperking; OBE organiseert een groot aantal activiteiten: van voorlezen tot tentoonstellingen en van rondleidingen tot lezingen, debatten en literaire activiteiten; Ontwikkeling naar een Kennishuis door de opzet van kennisknooppunten Aantal leden 2013: 30.000; Aantal bezoeken 2013: 340.000. Het museum wijzigt deze periode haar profiel naar het museum van de menselijke vindingrijkheid; Het museum werkt samen met de Roombeekpartners in het verband van Roombeek Cultuurpark; Op onder meer het terrein van cultuureducatie is er een sterke samenwerkingsrelatie met TETEM Kunstruimte; Aantal bezoekers 2013: 47.000.
Visie: transities in het culturele veld Het college neemt het huidige cultuurplan – waarvan de uitvoering is opgenomen in het coalitieakkoord, onder het hoofdstuk “ Duurzame Economie” – als uitgangspunt voor de bezuinigingen. De doelen in het plan en het coalitieakkoord zijn leidend: vergroten van de aantrekkingskracht van de stad, bruisende (binnen)stad, vergroten van het bereik van cultuur, kansen bieden voor talentontwikkeling en innovatie, ondernemerschap en werkgelegenheid. Deze doelen kunnen alleen met een toekomstbestendige culturele infrastructuur bereikt worden.
4
Met deze doelen als uitgangspunt voor de bezuinigingen ontraadt het college de scenario’s 1, 2 en 3. Enerzijds geven de scenario’s invulling aan de bezuinigingen, anderzijds leiden ze naar het oordeel van het college alle drie tot een onwenselijke aantasting van de culturele infrastructuur, waardoor het huidige cultuurbeleid en de doelstellingen daarvan om aanpassing vragen. 1. Scenario 1, waarin de bezuinigingslast wordt verdeeld over de instellingen (de “kaasschaaf”), brengt alle instellingen in financiële problemen. Als gezegd is het jaarlijkse rekeningresultaat en daardoor het weerstandsvermogen te laag om een forse structurele bezuiniging op te kunnen vangen. Dat geldt helemaal voor de instellingen die als gevolg van eerdere bezuinigingen nog volop in ontwikkeling zijn. Ditzelfde geldt voor het alternatieve scenario in tabel 2 voor de eenmalige verlichting van de bezuinigingslast in 2016. Ook daarvoor geldt dat de instellingen een te laag weerstandsvermogen hebben om de eenmalige bezuinigingslast van 600.000 euro gezamenlijk binnen de eigen middelen op te kunnen vangen. Vanwege de risico’s daarvan raadt het college ook dit scenario af. 2. Scenario 2, waarin de bezuiniging bij één instelling wordt gelegd, leidt ertoe dat een instelling uit de culturele infrastructuur verdwijnt. Voor iedere instelling noodzaakt dit tot bijstelling van de beleidsdoelstellingen uit het huidige cultuurplan. 3. Scenario 3, waarin wordt bezuinigd op de kleinere subsidies, leidt tot een vergaande aantasting van het culturele klimaat in de stad. Juist de kleine subsidies bieden kans aan een veelheid van verschillende activiteiten, van amateurkunst tot kleine festivals en van tentoonstellingsruimten tot aan de kleinere podia. Ze zijn van groot belang voor de talentontwikkeling en voor de bruisende binnenstad. Wordt hierop fors bezuinigd – in tabel 1 worden die subsidies volledig afgebouwd – dan leidt dat tot een kaalslag in de stad. Dit geldt ook voor de atelierpanden, die een rol hebben in het beeldende kunst klimaat in de stad. En nog veel meer voor TETEM Kunstruimte die een centrale schakel is in de educatie, talentontwikkeling en ondernemerschap op het terrein van de beeldende kunst. Een optelling van alle budgetten die hiervoor beschikbaar zijn (1.0680.000 euro), is onvoldoende om de bezuinigingsopgave van 1,2 miljoen euro in te kunnen vullen. De visie achter scenario 4 is de volgende: het college ziet drie transities voor zich die de culturele infrastructuur versterken en tegelijk invulling geven aan de bezuinigingsopgave. Het gaat om een transitie van TwentseWelle in combinatie met Roombeek Cultuurpark, een transitie van de Openbare Bibliotheek Enschede en een transitie in de podiuminfrastructuur gericht op samenwerking op Twentse schaal. Transitie TwentseWelle en Roombeek Cultuurpark Voor Roombeek Cultuurpark ziet het college een toekomst waarin kunst, technologie, innovatie, talentontwikkeling en ondernemerschap centraal staan. Rijksmuseum Twenthe, TwentseWelle en TETEM Kunstruimte zijn bepalend voor de aantrekkingskracht van Roombeek op bezoekers. Afgelopen jaar lag het bezoekersaantal rond de 180.000, waarmee het beweegt in de richting van de doelstelling uit het cultuurplan van 200.000 bezoekers. De culturele instellingen werken ook samen in het aanbod van een cultuureducatief programma, met een groeiend bereik in Twente. Tegelijk liggen er kansen om het profiel van Roombeek te versterken, met name met de recente oprichting van de Academie van Verbeelding door Rijksmuseum Twenthe (RMT). Het RMT zet zich in voor samenwerking met kennisinstellingen (AKI ArtEZ, UT en Saxion), het innovatieve bedrijfsleven en de Roombeekpartners om kunst, creativiteit, technologie, innovatie en ondernemerschap meer met elkaar te verbinden. Deze ontwikkeling heeft goede culturele en economische kansen, en versterkt het profiel van Enschede als Ondernemende Kennisstad en Twente als Innovatieve Kennisregio. Ook past het naadloos in de inzet om BIS-instellingen gebiedsgericht te verbinden met culturele- en andere instellingen. Om deze ontwikkeling te versnellen investeert het college komende jaren een deel van het nog resterende budget uit de Culturele pijler van Roombeek; deze inzet past bij de doelstellingen die aan het budget zijn verbonden. Deze ontwikkeling gaat samen met een bezuiniging van 600.000 euro op TwentseWelle. Het college ziet kansen voor een transitie van de exploitatieopzet van TwentseWelle, gericht op een compacter museum, qua organisatie, gebouw en programmering. De compactheid zal bijdragen aan een sterkere focus op de programmering en het profiel van Roombeek Cultuurpark waarin kunst, technologie en ondernemerschap centraal staan. TwentseWelle is een samenvoeging van drie musea: het Natuurmuseum, het Textielmuseum en het Van Deinse Instituut. Vanaf de opening in 2008 bleek de exploitatie op basis van de oorspronkelijke subsidie onhaalbaar. Daarop is de subsidie vanaf 2010 met 700.000 euro verhoogd – naar 2 miljoen euro per jaar, onder meer om een bezoekersaantal van 60.000 per jaar mogelijk te maken. Het museum wijzigt deze periode haar profiel naar het museum van de menselijke vindingrijkheid, waarin verbindingen worden gelegd tussen cultuur en technologie, en tussen verleden, heden en toekomst. Het museum draagt met haar hoofdtentoonstelling en de tijdelijke tentoonstellingen bij aan de bekendheid en aantrekkingskracht van Enschede. Het heeft ook een belangrijke educatieve functie, waaronder voor het primair onderwijs. Het museum werkt samen met de Roombeekpartners in het verband van Roombeek Cultuurpark.
5
TwentseWelle is goed in staat om externe fondsen te verwerven, zo is het museum onder meer al enige jaren beneficiënt van de Bankgiroloterij (200.000 euro per jaar). Het museum trekt tussen 40.000 en 50.000 bezoekers per jaar. De opgave om 600.000 euro te bezuinigen vraagt een fundamentele verandering van de exploitatieopzet. Het is aan TwentseWelle om deze opgave verder uit te werken. Transitie van de Openbare Bibliotheek Enschede De OBE is een partner in het culturele en educatieve veld. Met een hoofdvestiging, 5 nevenvestigingen en een boekenbus is de bereikbaarheid van de bibliotheek groot. De OBE heeft rond 30.000 leden waarvan de helft onder de 18 jaar, het aantal bezoeken ligt jaarlijks rond 340.000 en het aantal uitleningen ligt rond de 1,4 miljoen boeken. Buiten het uitlenen van boeken verzorgt de OBE een groot aantal activiteiten: van voorlezen tot tentoonstellingen en van rondleidingen tot lezingen, debatten en literaire activiteiten. Daarnaast heeft de OBE in het kader van de ontwikkeling van een Kennishuis afgelopen jaren verschillende kennisknooppunten geïntegreerd, onder meer op het gebied van Zorg en Technologie, Onderwijsinnovatie, Muziek en Maatschappelijke Participatie. De landelijke trend is dat het aantal leden en het aantal uitleningen fors afneemt. In Enschede is tot op heden alleen een mild dalende trend zichtbaar. Met het oog op de veranderingen in het bibliotheek landschap, waaronder digitalisering, is per 1 januari een nieuwe bibliotheekwet (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen) in werking getreden. In de wet zijn vijf functies van de bibliotheek verankerd: 1. Ter beschikking stellen van kennis en informatie – hier neemt het belang van de “gidsfunctie” toe ten opzichte van de functie van “warenhuis” van kennis en informatie; 2. Bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie – onder andere leesbevordering, voorkomen van laaggeletterdheid en mediawijsheid; 3. Bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur – dit ligt in het verlengde van het onderwijs waar de techniek van taal en lezen centraal staat; hier gaat het meer om het ontwikkelen van leesplezier; 4. Organiseren van ontmoeting en debat – hier liggen veel mogelijkheden voor de samenwerking met partners van onderwijs tot organisaties in het sociale domein; 5. Laten kennis maken met kunst en cultuur – ook hier ligt samenwerking met culturele partners voor de hand. Invulling geven aan deze functies ondersteunt inwoners in hun mogelijkheden te participeren in en bij te dragen aan de moderne kennissamenleving. Daarmee kan de bibliotheek worden gezien als een fundamentele hulpstructuur voor de participatiesamenleving. Het college ziet meerdere mogelijkheden voor een transitie van de exploitatieopzet van de OBE. De OBE heeft meer dan 30.000 leden en meer dan 340.000 bezoeken per jaar. Voor de hoofdvestiging van de OBE geldt dat deze kan worden verbonden met de aanstaande ontwikkeling van de Zuidmolen. Er liggen kansen voor een compactere hoofdvestiging en de verbinding met partners die belang hebben bij de aantrekkingskracht die een bibliotheekfunctie heeft. Een compactere hoofdvestiging schept ook ruimte voor verhuur aan en mede-gebruik van commerciële en niet-commerciële partners die bijvoorbeeld passen bij de thema’s in de kennisknooppunten, en waarmee diensten uitgeruild kunnen worden. Denk hierbij aan thema’s als sport, gezondheid, voeding, nieuwe media, muziek, koken, reizen, etc. Vernieuwing van de hoofdvestiging inclusief een uitnodigende ingang naar de (binnen)stad kan de aantrekkingskracht van de OBE verder vergroten. Voor de nevenvestigingen liggen mogelijkheden voor een sterkere verbinding met andere voorzieningen in de wijken, waaronder bijvoorbeeld de Integrale Kindcentra. Bijvoorbeeld op het gebied van vastgoed – de bibliotheekfunctie moet vooral zichtbaar en bereikbaar zijn in de wijken en stadsdelen; daarvoor is geen “eigen” vastgoed nodig. Daarnaast kan verbinding met bijvoorbeeld Integrale Kindcentra de invulling van de bibliotheekfuncties zelf ondersteunen; denk aan: kennis en informatie, educatie, leesplezier, en de ontmoetingsfunctie (functies 1, 2, 3 en 4). Zo leent een ander deel van de bibliotheek-activiteiten zich voor meer samenwerking met onder meer de cultuurpartners en de Volksuniversiteit Enschede – denk aan onderdelen van de educatiefunctie, debat, en kennis maken met kunst en cultuur (functies 2, 4 en 5). Tot slot liggen er mogelijkheden voor (meer) prijsdifferentiatie – ook hogere inkomensgroepen zijn lid van de bibliotheek en soms veellezer. Alles bijeen is er ook na een subsidiekorting voldoende mogelijkheid een volwaardige bibliotheekfunctie voor Enschede te behouden, waaronder de doorgaande ontwikkeling tot een kennishuis. Een subsidie korting van 600.000 euro vraagt daarbij wel een fundamentele vernieuwing van de exploitatieopzet, met als centrale vraag: “hoe richt je op basis van een subsidie van 2,6 miljoen euro een bibliotheekfunctie voor Enschede (opnieuw) in? Het is aan de OBE om deze opgave uit te werken. Daarbij vraagt het college wel een nadruk op de eerste drie functies van de bibliotheek zoals die hiervoor zijn genoemd: (1) de gidsfunctie in kennis en informatie, (2)
6
ontwikkeling en educatie, waaronder leesbevordering, voorkomen van laaggeletterdheid en mediawijsheid, en (3) ontwikkelen van leesplezier, te beginnen bij de jeugd. Samenwerking tussen de grote podia in Hengelo en Enschede Het college zet in het cultuurbeleid in op de versterking van de samenwerking in Twents verband. De grootste podia zijn in Hengelo en Enschede gevestigd. Het zijn podia met een centrumfunctie voor heel Twente. Doel is om die centrumfunctie voor Twente te versterken, en met het oog daarop een passende wijze van samenwerking te realiseren. Met het oog hierop hebben de portefeuillehouders cultuur van Hengelo en Enschede eind 2014 opdracht gegeven aan het Wilminktheater, ATAK, Rabotheater en Metropool (afgekort WARM) om de mogelijkheden van samenwerking te onderzoeken. Centrale vraag van de opdracht: “Wat is er nodig voor een goed en divers podiumaanbod voor Twente (625.000 inwoners), waaronder het verzorgingsgebied van Enschede en Hengelo samen (250.000 inwoners)”? Vervolgvragen hebben betrekking op een beter bereik van doelgroepen, een hogere gemiddelde zaalbezetting en de inhoudelijke en financiële meerwaarde van verdergaande samenwerking. De opdracht maakt ook onderdeel uit van de Ontwikkelagenda die in het verband van de Netwerkstad is opgesteld. Het onderzoek wordt in deze periode uitgewerkt en uitkomsten worden na de zomer verwacht. Deze zullen ook met de gemeenteraad worden gedeeld. Bezuinigingsvoorstel Hiervoor zijn drie transities geschetst, waarvan de eerste twee ook een bezuinigingsopgave in zich hebben. Samengevat stelt het college voor de opgelegde bezuiniging te realiseren door een transitie van twee culturele instellingen naar een nieuwe exploitatieopzet: TwentseWelle en de Openbare Bibliotheek Enschede. Aan beide instellingen wordt per 1 januari 2017 een subsidiekorting van 600.000 euro opgelegd (beslispunten 3 en 4 uit het dictum). Het college heeft de instellingen recent bericht dat dit voorstel aan de gemeenteraad wordt aangeboden. Naar het oordeel van het college zijn dit de enige instellingen waar mogelijkheden liggen om de exploitatieopzet nog fundamenteel te wijzigen, en tegelijk een betekenisvolle meerwaarde voor de stad te behouden. Een randvoorwaarde is wel dat de instellingen voldoende tijd krijgen om de transitie door te maken. Om hun maatschappelijke betekenis te kunnen houden, is het nodig de instellingen voldoende ruimte te bieden om tot een nieuwe voor de stad relevante exploitatieopzet te kunnen komen, en deze in te voeren. Om die reden wordt voorgesteld de subsidieverlaging pas per 1 januari 2017 in te voeren. Als gevolg wordt voorgesteld de bezuinigingslast op de cultuurbegroting in 2016 met 600.000 euro te verminderen (beslispunten 1 en 2 uit het dictum) – zie verder onder “kosten, opbrengsten, dekking”. Beoogde resultaten Duidelijkheid geven over de opgelegde bezuinigingen aan de culturele infrastructuur. Het realiseren van een bezuinigingsopgave van 1,2 miljoen euro op de cultuurbegroting per 1 januari 2017, ter invulling van het geactualiseerde financiële kader voor het gemeentelijk cultuurbeleid. Eenmalig uitstel van een deel van de bezuinigingslast op de cultuurbegroting in 2016. Het gaat om een bedrag van 600.000 euro (beslispunt 1), en dit bedrag te dekken uit het budget voor Flankerend beleid (beslispunt 2). Opleggen van een transitie van de exploitatieopzet aan TwentseWelle en de OBE. De transities gaan gepaard met een structurele bezuiniging van 600.000 euro per instelling (beslispunt 3 en 4). De bezuiniging wordt gerealiseerd per 1 januari 2017. Ook na de bezuinigingen houdt de culturele infrastructuur in Enschede zijn kracht en vitaliteit. Succesvolle samenwerking tussen de vier grote podia in Hengelo en Enschede (Wilminktheater, ATAK, Rabotheater en Metropool), met een groter publieksbereik in Twente, een gemiddeld hogere gemiddelde zaalbezetting per voorstelling met 10% en inhoudelijke en financiële meerwaarde door verdergaande samenwerking. Argumenten 1.1 Bij TwentseWelle en de OBE bestaat de mogelijkheid van een transitie van de exploitatieopzet. Inzet op die transities is de enige mogelijkheid de huidige doelen van het cultuurbeleid in beeld te kunnen houden. De OBE is de afgelopen jaren vooral efficiënter gaan werken binnen de gekozen exploitatieopzet; dat doet zij goed. Tegelijk heeft de OBE zich ontwikkeld in de richting van een Kennishuis, door in de bibliotheek aan verschillende kennisknooppunten een plek te bieden; de exploitatie is hierdoor echter niet veranderd. TwentseWelle richt zich vanuit de gekozen exploitatieopzet vooral op kansrijke samenwerkingsverbanden – onder meer met TETEM Kunstruimte – en op het aantrekken van externe geldbronnen, met name voor de
7
financiering van tijdelijke tentoonstellingen. De bezuinigingsopgave leidt nu als gezegd tot scherpe keuzen, waarvoor wij kansen zien bij TwentseWelle en de OBE. Deze kansen luiden een noodzaak in tot een fundamentele vernieuwing van beide instellingen. Voor de andere grote instellingen geldt dat deze al een transitie van de exploitatieopzet hebben doorgemaakt, of daar midden in zitten. 1.2 Vernieuwing van de exploitatieopzet van TwentseWelle biedt ook kansen voor Roombeek Cultuurpark Een subsidiekorting van 600.000 euro op TwentseWelle leidt tot een afname van de subsidie per 1 januari 2017 van 2,06 miljoen euro naar 1,46 miljoen euro. Het college ziet kansen om TwentseWelle compacter te maken, qua organisatie, gebouw en programmering. Die compactheid zal bijdragen aan een sterkere focus op de programmering en het profiel van Roombeek Cultuurpark waarin kunst, technologie en ondernemerschap centraal staan. 1.3 Versterken van Roombeek Cultuurpark biedt economische kansen Een compacter museum schept ruimte voor verhuur aan partners binnen het profiel van Roombeek. De mogelijkheid daartoe wordt vergroot door de recente oprichting van de Academie van Verbeelding door Rijksmuseum Twenthe (RMT). Het RMT zet zich in voor samenwerking met kennisinstellingen, het innovatieve bedrijfsleven en de Roombeekpartners om kunst, creativiteit, technologie en ondernemerschap meer met elkaar te verbinden. Deze ontwikkeling heeft goede economische kansen, en versterkt het profiel van Enschede als Ondernemende Kennisstad en Twente als Ondernemende Kennisregio. Ook past het naadloos in de inzet om BIS-instellingen gebiedsgericht te verbinden met culturele- en andere instellingen. Om deze ontwikkeling te versnellen investeert het college komende jaren een deel van het nog resterende budget uit de Culturele pijler van Roombeek; deze inzet past bij de doelstellingen die aan dat budget zijn verbonden. 1.4 Een andere exploitatieopzet van de OBE staat een volwaardige bibliotheekfunctie niet in de weg Een subsidiekorting van 600.000 euro op de OBE leidt tot een afname van de subsidie per 1 januari 2017 van 3,2 miljoen euro naar 2,6 miljoen euro. Dit is nog steeds een substantieel bedrag voor de bibliotheekvoorziening in Enschede. Maar daar is wel een nieuwe exploitatieopzet voor nodig. Dit betekent niet als vanzelf de sluiting van alle nevenvestigingen, wel is de vraag aan de orde of er verbindingen mogelijk zijn met al bestaande voorzieningen in de wijken, bijvoorbeeld de Integrale Kindcentra. Over de hoofdvestiging kan de vraag worden gesteld of deze compacter kan, waardoor ruimte voor bijvoorbeeld commerciële verhuur ontstaat. Een andere mogelijkheid – die alleen deze periode kansen biedt – ligt in de verbinding met de Zuidmolen, die de komende jaren in ontwikkeling wordt gebracht. Een deel van de bibliotheekactiviteiten leent zich voor meer samenwerking met onder meer de cultuurpartners, en er liggen mogelijkheden voor prijsdifferentiatie – ook hogere inkomensgroepen zijn lid van de bibliotheek en soms veellezer. Verder liggen samenwerkingsverbanden voor de hand op het terrein van educatie, waaronder cultuureducatie, met onder andere de Volksuniversiteit Enschede en Concordia. Tot slot kunnen voor de ondersteuning van de partcipatiekracht van de samenleving mogelijk ook andere budgetten worden aangetrokken. Alles bijeen is er ook na de subsidiekorting voldoende mogelijkheid een volwaardige bibliotheekfunctie voor Enschede te behouden, waaronder de doorgaande ontwikkeling tot een kennishuis. Het is evenwel aan de OBE zelf om invulling te geven aan de herziening van haar functie in de stad. Daarbij vraagt het college wel een nadruk op de eerste drie functies van de bibliotheek zoals die hiervoor zijn genoemd: (1) de gidsfunctie in kennis en informatie, (2) ontwikkeling en educatie, waaronder leesbevordering, voorkomen van laaggeletterdheid en mediawijsheid, en (3) ontwikkelen van leesplezier. 1.5 Andere scenario’s om invulling te geven aan de bezuinigingsopgave leiden tot een onwenselijke aantasting van de culturele infrastructuur, waardoor het huidige cultuurbeleid en de doelstellingen daarvan om aanpassing vragen. De drie alternatieve scenario’s van de kaasschaaf (1), het toedelen van de bezuinigingslast aan één instelling (2) en bezuinigen op de kleine subsidies (3), worden alle drie door het college afgeraden. Scenario 1 leidt tot te grote risico’s bij de instellingen. Door het lage weerstandsvermogen zijn zij niet in staat grotere tegenslagen en kortingen op te vangen. De verschillende opties in scenario 2 vergen alle een aanpassing van de beleidsdoelstellingen: Voor het Wilminktheater geldt dat de invloed van de podiumprogrammering op de aantrekkingskracht van de stad, zowel voor bezoekers als voor bewoners, te groot is om daarop te bezuinigen. Een bruisend theater is een voorwaarde voor een bruisende (binnen)stad. Voor TwentseWelle en de OBE geldt dat een exploitatie bij een subsidiekorting van 1,2 miljoen euro niet meer haalbaar wordt geacht. Voor Kaliber Kunstenschool geldt dat het aanbod een belangrijke schakel is in de talentontwikkeling op het terrein van de muziekeducatie.
8
Intrekken van de subsidie van ATAK leidt tot een aantasting van de popcultuur in Enschede en de participatie van bijna 200 vrijwilligers. Daarnaast is het kapitaalvernietiging voor de popzalen in het Muziekkwartier dat in 2008 is geopend. Zowel voor ATAK als voor Concordia – met film, theater en beeldende kunst – geldt dat ze een belangrijke bijdrage leveren aan de bruisende (binnen)stad.
En voor scenario 3 geldt dat het schrappen van een groot deel van de kleinere subsidies leidt tot een vergaande aantasting van het culturele klimaat in de stad. 1.6 Samenwerking tussen de grote podia in Hengelo en Enschede biedt kansen voor een groter publieksbereik in Twente en een hogere zaalbezetting De samenwerking tussen de grote podia biedt kansen voor een afgestemde programmering en effectievere marketing: doelgroepen kunnen in een keer worden bereikt met een op maat gesneden programma-aanbod van de vier podia. Een groter bereik biedt ook kansen voor een hogere zaalbezetting, een toename van de inkomsten, en daarmee een verbetering van de exploitatie. Kanttekeningen 1.1 Om ruimte te geven aan de transities van de exploitatieopzet van TwentseWelle en de OBE kan een deel van de bezuinigingen pas in 2017 ingaan. Het gaat om een bedrag van 600.000 euro. Het is van belang dat de instellingen hun maatschappelijke betekenis behouden, en met het oog daarop voldoende tijd krijgen om tot een nieuwe voor de stad relevante exploitatieopzet te kunnen komen, en deze in te voeren. Dit noodzaakt ertoe dat de bezuinigingslast in 2016 met 600.000 euro wordt verlicht. Voor deze verlichting wordt voorgesteld uit het budget voor Flankerend Beleid 600.000 euro in te zetten. 1.2 De gemeente is niet bepalend voor het eindresultaat. TwentseWelle en de OBE zullen opdracht krijgen een plan te maken voor een nieuwe exploitatieopzet, rekening houdend met de subsidiekorting van 600.000 euro. De inhoud van dat plan is aan de instellingen zelf: het zijn zelfstandige stichtingen met een eigen Raad van Toezicht. Op basis van de ingediende plannen kan een beeld gevormd worden van de precieze gevolgen van de huidige bezuinigingsopgave. Voor TwentseWelle is de kans groot dat de Bankgiroloterij haar bijdrage op termijn zal intrekken. Consequentie daarvan zal zijn dat de tijdelijke tentoonstellingen van TwentseWelle die nu vaak landelijke aandacht hebben, niet meer haalbaar zullen zijn. Daarnaast: wanneer het museum besluit een kleiner vloeroppervlak in te nemen, dan blijft de gemeente, met name het programma Stedelijke Ontwikkeling, verantwoordelijk voor de huur; met de Woonplaats is een huurcontract van 35 jaar overeengekomen. 1.3 De voorbereidende gesprekken met TwentseWelle en de OBE verlopen wisselend In de gesprekken met TwentseWelle ontstaat een beeld waarin de noodzaak en de mogelijkheid tot verandering worden onderkend. In de gesprekken met de OBE ontstaat een beeld dat de bezuinigingsopgave niet realiseerbaar is in de gestelde termijn, en dat de bezuiniging zal leiden tot sluiting van (delen van) de bibliotheek. Vanzelfsprekend is dat niet het doel van de bezuiniging, en wordt aan de OBE ondersteuning aangeboden om te komen tot een vernieuwende exploitatieopzet waarin het goede van de bibliotheekfunctie, waaronder bereik in de stadsdelen, behouden blijft. Bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen De voorgestelde bezuinigingsrichtingen dragen gegeven het financiële kader bij aan de duurzame vernieuwing van de culturele infrastructuur in Enschede. Alle huidige culturele functies behouden toekomstperspectief. Kosten, opbrengsten, dekking Het voorstel richt zich op een structurele bezuinigingsopgave op de cultuurbegroting. Instemming met het voorliggende voorstel leidt tot een sluitende cultuurbegroting per 1 januari 2017. Onderdeel van het voorstel is om de bezuinigingsopgave op de cultuurbegroting in 2016 eenmalig te verlichten met 600.000 euro om daarmee de structurele bezuinigingen mogelijk te maken. Met het oog hierop wordt voorgesteld om 600.000 euro in te zetten uit het budget Flankerend Beleid. Dit budget is bij de programmabegroting 2013 gevormd en is beschikbaar voor personeel, IT en remweg. Jaarlijks wordt bij de begroting ingeschat hoeveel er benodigd is voor de betreffende onderdelen. Afhankelijk van de inschatting hoeveel er benodigd is voor het jaar 2016 zal de incidentele opgave voor de programmabegroting 2016 aangepast worden.
9
Communicatie Met TwentseWelle en de OBE worden gesprekken gevoerd over de voorgestelde bezuinigingen en de wijze waarop daar invulling aan kan worden gegeven. Ook is naar beide instellingen een brief gestuurd waarin is aangekondigd dat het college het voorliggende bezuinigingsvoorstel aan de raad zal doen. Naar het algemene publiek vindt communicatie plaats via een afzonderlijk persgesprek, en via een gemeentelijke pagina in Huis aan Huis. Vervolg Aan TwentseWelle en de OBE wordt opdracht gegeven een plan op te stellen voor een nieuwe exploitatieopzet, rekening houdend met een subsidiekorting van 600.000 euro. Dit plan zal 1 december 2015 gereed moeten zijn. Vervolgens worden de uitkomsten met de raad gedeeld. Voor de samenwerking tussen de grote podia wordt het onderzoek wordt in deze periode uitgewerkt. Uitkomsten worden na de zomer verwacht. Deze zullen ook met de gemeenteraad worden gedeeld. Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2:
Cultuurplan: Enschede, culturele hoofdstad van het Oosten Cultuurkaart Enschede (Atlas voor Gemeenten)
Burgemeester en Wethouders van Enschede, _______________ De Secretaris,
de loco-Burgemeester,
M.J.M. Meijs
E. Eerenberg
Besluit Van de Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Vastgesteld in de vergadering van _______________ De Griffier,
de Voorzitter
R.M. Jongedijk
G.J. de Graaf
10