Voorstel Gemeenteraad VII- C Onderwerp
Actualisatie 2014 Gemeentelijk Rioleringsplan
Portefeuillehouder
Hans van Agteren agendaletter (C)
Programma Stuknummer
LO
Aangeboden aan Raad Corsanummer
30 september 2014 1400250895
(invulling door Griffie)
__________________________________________________________________________________________ Wij stellen u voor te besluiten om: 1. De kosten van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente voor het innen van de rioolheffing ten laste te brengen van het product riolering; 2. De actualisatie 2014 van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2015 "Scherper op koers” vast te stellen.
Inleiding Een k orte terugblik In 2011 heeft uw Raad het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2012-2015 vastgesteld. Dit nieuwe GRP kwam voort uit een tussentijdse koerswijziging ten aanzien van ons rioolbeheer. Door veranderde financiële kaders en minder reserves ten behoeve van de riolering waren de doelstellingen van het oude GRP 2009-2013 niet langer haalbaar, zonder een flinke en ongewenste stijging van de rioolheffing. Door al in 2011 een breed pakket aan maatregelen in de vorm van een nieuw GRP in te voeren, is effectief bijgestuurd. GRP: doel en uitgangspunten In een GRP leggen we vast hoe we omgaan met de wettelijke zorgplicht voor afval-, hemel- en grondwater. Het plan omvat de hoofdlijnen van ons rioleringsbeleid op deze vlakken, de doelstellingen die hierbij gehanteerd worden én de financiële inspanningen die daarvoor nodig zijn. Het dempen van de stijging van de heffing is de afgelopen jaren van groot belang geweest. Tegelijkertijd moet het rioolbeleid natuurlijk wel verantwoord te zijn: (grond)wateroverlast moet beperkt blijven en de riolering en watersystemen moeten blijven functioneren. Huidige insteek GRP op hoofdlijnen Het huidige GRP gaat uit van risicogestuurd rioolbeheer. Hierdoor kunnen we de doelmatigheid van het stedelijk waterbeheer vergroten en een kostenbesparing realiseren, binnen de afgesproken kwaliteitskaders voor de openbare ruimte. De stijging van de rioolheffing wordt zo beperkt. Hiervoor hebben we het beheer en onderhoud van de riolering versoberd. We voeren minder preventief en meer correctief onderhoud uit. Herstelwerk vindt plaats zonder kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Het riool wordt enkel indien hoogst noodzakelijk vervangen. De geplande aanleg van een bergbezinkbassin in de Twekkelerzoom is losgelaten. In plaats daarvan werken we het idee van een Stadsbeek uit. Bij dit alles zoeken we de samenwerking met partners zoals het waterschap nadrukkelijk op. Ook op financieel vlak hebben we wijzigingen doorgevoerd. De financiële afschrijvingstermijn van de riolering is verlengd van 40 naar 50 jaar. Kosten worden zo zuiver mogelijk toegerekend: de bijdrage vanuit de riolering aan het onderhoud van wegen en aan de veegkosten is sterk teruggebracht. Ontwik k eling van de heffing en het coalitieak k oord In 2011 is besloten tot een jaarlijkse toegestane stijging van 4% voor de toenmalige coalitieperiode (4,3% incl. BTW stijging van 19% naar 21%). De afgelopen jaren hebben we de heffing binnen het afgesproken stijgingspercentage weten te houden. Voor 2015 gingen we bij de vaststelling van het GRP nog uit van een benodigde stijging van de heffing van circa 8%. Bij de actualisatie van 2012 hebben we dit naar 6,5% weten terug te brengen en vorig jaar naar 6%. Bij deze actualisatie kunnen we de stijging van de heffing verder verlagen tot 5, 9%. Op basis van het coalitieakkoord mogen de lasten in de huidige coalitieperiode niet verder stijgen dan de reguliere inflatiecorrectie. Lastenverzwaringen als gevolg van het vigerende gemeentelijk rioleringsplan vallen hier echter buiten. Uiteraard richten we ons op een zo minimaal mogelijke stijging, waarbij we tegelijkertijd het rioolstelsel op voldoende niveau willen houden. LO-Strategie & Beleid LO-. K.S. van van Osch Telefoon: (053) 481 56 86
Jaarlijk se actualisatie Bij de vaststelling van het GRP in 2011 is afgesproken dat het plan jaarlijks wordt geactualiseerd. Hierbij kijken we naar de voornaamste ontwikkelingen en naar eventuele aanscherpingen van het beleid. Ook wordt er een geactualiseerde prognose van de ontwikkeling van de rioolheffing voorgelegd. Beoogd resultaat Via het GRP geven wij invulling aan onze gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van afvalwater, de hemelwaterzorgplicht en de grondwaterzorgplicht, naast het waarborgen van de volksgezondheid. Dit doen wij op basis van verantwoord rioolbeleid, waarbij de riolering en de watersystemen moeten blijven functioneren en het geheel veilig moet blijven. De actualisatie biedt inzicht in de huidige stand van zaken en de ontwikkeling van de heffing. Argumenten 1.1 Hierdoor ontstaat een zuiverder k ostentoerek ening Vanuit het GRP wordt momenteel circa 225.000 euro bijgedragen aan de kosten van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT), voor de werkzaamheden rondom het innen van de rioolheffing. Uit een analyse van de werkzaamheden van het GBT (o.a. voor riolering, afval, WOZ) blijkt dat er meer ti jd dan gedacht wordt besteed aan het product riolering. Het gaat om meerkosten voor de riolering van 350.000 euro per jaar. Het is zuiverder om deze kosten te dekken vanuit het eindproduct Riolering en dit niet ten laste te laten komen van de algemene middelen. Hierdoor worden AD middelen vrijgespeeld. 1.2 Het toerek enen van extra k osten leidt niet tot een toename van de voorgenomen stijging van de rioolheffing Onlangs is besloten dat de rente op de boekwaarde wordt verlaagd. Door het verlagen van deze rente nemen de kosten van het product riolering af. Dit weegt op tegen de extra kosten van het GBT, waardoor de rioolheffing niet extra hoeft te stijgen. 1.3 Het toerek enen van extra k osten van het GBT is toegestaan Deze kosten houden rechtstreeks verband met de riolering en mogen op basis van de regelgeving aan de riolering worden toegerekend en met de rioolheffing worden afgedekt. 2.1 Het risicogestuurd beheer pak t in de prak tijk goed uit en k an voortgezet worden In 2011 is het huidige GRP vastgesteld. Dit plan gaat uit van risicogestuurd rioleringsbeheer. Rioolvervangingen en andere maatregelen vinden enkel plaats wanneer dit technisch noodzakelijk is. Hierbij zoeken we meer dan voorheen de grens op. Op basis van de ervaringen van de voorgaande jaren blijkt het risicogestuurd beheer goed te werken. Wel moeten we nog nader vaststellen wat de precieze grenzen van het risicogestuurd beheer zijn. Het verkennen en beschrijven van die grenzen doen we in een zogenaamde “Proeftuin”. Hierin werken we samen met het waterschap en Rioned. Volgens planning wordt de proeftuin dit jaar afgerond. De resultaten betrekken we bij het GRP voor de periode 2016-2020, dat volgend jaar wordt opgesteld. 2.2 Het negatieve effect op de openbare ruimte is beperk t Door risicogestuurd rioleringsbeheer ontstaat er een versobering van de inrichtingskwaliteit van de openbare ruimte en wegen. We voeren vaker reparatiewerkzaamheden uit in plaats van het riool te vervangen, waardoor vervanging van de bovengelegen weg ook achterwege blijft. Tot nu toe zien we nauwelijks negatieve gevolgen. Op enkele plekken waren wel extra ingrepen nodig, zie hiervoor kanttekening 1.2. Wanneer we uiteindelijk wel overgaan tot het vervangen van de riolering, brengen we de bovenliggende straat in de oorspronkelijke staat terug, zonder extra investering in de kwaliteit van de openbare ruimte plaats . Ook dit heeft tot nu toe niet geleid tot achteruitgang van de kwaliteit van de openbare ruimte. 2.3 De Proeftuin risicogestuurd rioleringsbeheer levert nuttige inzicht en op Zoals hierboven bij 1.1 is aangegeven, werkt het risicogestuurd beheer goed. Voor nog meer inzicht in de meest optimale werkwijze is de “Proeftuin risicogestuurd rioleringsbeheer” opgericht. Hierbij wordt samengewerkt met kennisinstituten zoals Rioned en STOWA en het waterschap. Doel van de proeftuin is het vergroten van de doelmatigheid van het rioleringsbeheer (kostenbesparing met behoud van een acceptabele kwaliteit) en inzicht in welke keuzes hierbij het beste passen. Hiernaast biedt de Proeftuin informatie over het prioritering van maatregelen ten opzichte van el kaar. Deze maatregelen zijn gericht op vier thema‟s: grondwateroverlast, wateroverlast, rioolvervanging en waterkwaliteit. Inmiddels hebben we een kader waarmee we een prioritering kunnen aanbrengen in de aan te pakken knelpunten met betrekking tot wateroverlast in Enschede. Voor de volledigheid sturen we dit, net als vorig jaar, als bijlage (1 en 2) bij dit voorstel mee. Alle uitkomsten van de Proeftuin nemen we volgend jaar mee bij het opstellen van het nieuwe GRP voor 2016-2020. LO-Strategie & Beleid LO-. K.S. van van Osch Telefoon: (053) 481 56 86
2.4 De stijging van de rioolheffing blijft binnen de afgesprok en financiële k aders Ook dit jaar konden we de stijging van de rioolheffing nog iets afvlakken, ondanks dat we extra maatregelen hebben getroffen gericht op afkoppelen, de aanpak van (grond)wateroverlast en extra uitgaven voor rioolvervanging/ reparatie. Deze afvlakking was mogelijk door de uitvoering van maatregelen nog iets meer te temporiseren, door een beperktere inflatie en door het verlagen van de rente op de boekwaarde. Hierdoor komt de heffing voor 2015 uit op 5,9% wat leidt tot een heffing à 197,64 euro. De meerjarige doorkijk tot 2022 vindt u hieronder in de paragraaf “Kosten, opbrengsten, dekking” 2.5 We werk en aan innovatieve en duurzame maatregelen zoals de Stadsbeek Bij de vaststelling van het GRP in 2011 is de optie van een Stadsbeek naar voren gebracht en op 27 mei 2013 e heeft uw Raad ingestemd met de gefaseerde ontwikkeling van een stadsbeek en met de voorbereiding van de 1 fase van de Stadsbeek “Enschede-Zuid“, tussen de Usselerstroom en Pathmos. De Stadsbeek is een totaalconcept om waterproblemen (hemelwater, grondwater en waterkwaliteit) op te lossen en tevens andere doelen (o.a. op het gebied van duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit) te realiseren. De aanpak van de grondwaterproblematiek in Pathmos-Stadsveld maakt ook deel uit van dit project. Momenteel wordt gewerkt aan de voorbereiding van deze 1e fase van de Stadsbeek. Eind 2014 volgt een raadsvoorstel waarin wordt ingegaan op zaken als: financiering, grondverwerving, bestemmingplanprocedures, ontwikkelprojecten en veiligheid. Bij een positief besluit zou aanleg in 2015 kunnen starten. In het derde kwartaal 2014 start het participatieproces met bewoners en instellingen die te maken krijgen met de stadsbeek. De betrokkenheid, waardering én acceptatie van de stadsbeek is van groot belang voor het vervolg. Daar zetten we specifiek op in. Verder speelt de verwerving van cofinanciering en subsidie een belangrijke rol in dit project. 2.6 De samenwerk ing met partners en andere gemeenten heeft meerwaarde Door een nauwe samenwerking met het waterschap krijgen we met elkaar beter inzicht in het functioneren van de gehele (afval)waterk eten. Daardoor is het mogelijk effectievere en efficiëntere maatregelen te treffen, die het functioneren van het gehele systeem verbetert. Daarnaast werken we met andere Twentse gemeenten samen in „werkplaatsen‟. Eén van die werkplaatsen is “Rioolvervanging”, waarin we met elkaar onderzoek doen naar mogelijkheden, risico‟s en consequenties van uitstel van rioolvervanging en alternatieve methoden. 2.7 Vaststelling van de heffing gebeurt via de Programmabegroting 2015-2018 Door het vaststellen van de actualisatie 2014 van het GRP stelt u het tarief van de rioolheffing voor 2015 nog niet vast. Het tarief van de heffing wordt opgenomen in de Programmabegroting 2015-2018 en vervolgens verwerkt in de Belastingverordening 2015. Kanttekeningen 1.1 Door toerek ening van extra GBT k osten k an de stijging van de rioolheffing minder worden afgevlak t dan voorzien De toerekening van extra kosten moet worden afgedekt uit de rioolheffing. Daardoor kan de stijging van de rioolheffing minder worden afgevlakt. Dat scheelt per aanslag ca. 5,50 euro. 2.1 Risicogestuurd beheer leidt tot mogelijk e overlast binnen de gestelde k aders Het GRP 2012-2015 gaat uit van doelmatig en risicogestuurd rioolbeheer. Hierbij worden vervangings maatregelen enkel uitgevoerd als dit technisch noodzakelijk is en vinden er meer reparaties aan het riool plaats. Hierbij baseren we ons op inspecties van het rioolsysteem. De keuze voor risicogestuurd beheer kan soms tot overlast op straat leiden, met klachten van burgers en beperkte schade (binnen de kaders) tot gevolg. Tegelijkertijd monitoren wij de staat van de riolering via periodieke controles. Bij acute problemen kunnen we zo effectief ingrijpen. 2.2 Risicogestuurd beheer k an leiden tot na-ijleffecten Door een situatie pas aan te pakken als er echt een probleem is, kan er “onderhuids” langzamerhand een situatie ontstaan die steeds minder gewenst is, totdat het uiteindelijk wel een probleem is. Dit probleem kan zich dan plotseling op grote schaal voordoen (bijvoorbeeld in geval van rioolvervanging) en in sommige gevallen, kan het probleem dan alleen nog maar worden opgelost met ingrijpende en kostbare maatregelen (bijvoorbeeld bij waterkwaliteit). Nu grijpen we pas in als het echt een probleem is. Om te voorkomen dat langzamerhand dit soort ongewenste situaties, of ongewenste achterstanden ontstaan (het zogenaamde na-ijleffect) en om hierin meer inzicht te krijgen, gaan we de periodieke controles die al hierboven al zijn genoemd, uitbreiden. Ook doen we samen met het waterschap onderzoek naar de (beïnvloeding van) waterkwaliteit. LO-Strategie & Beleid LO-. K.S. van van Osch Telefoon: (053) 481 56 86
2.3 We moeten wel rek ening houden met extra middelen voor rioolvervanging Het risicogestuurd beheer functioneert in algemene zin goed. Tegelijkertijd zien we dat op een aantal plekken wegverzakkingen zijn ontstaan als gevolg van de slechte staat van het riool. Dit heeft ertoe geleid dat er extra middelen voor rioolvervanging en reparatie zijn opgenomen in het kostendekkingsplan behorende bij het GRP. Deze extra middelen zijn meegenomen in de financiële afweging die onder argument 1.4 nader is omschreven. 2.4 De effecten van maatregelen zoals relinen zijn nu nog niet allemaal bek end In sommige gevallen is het mogelijk om riolering die aan het eind van haar levensduur is niet te vervangen, maar te voorzien van een “kous” aan de binnenzijde van de riolering; het zogenaamde „relinen‟. Omdat deze methode nog maar enkele tientallen jaren bestaat, is nog niet alles bekend over de levensduur. Bovendien weten we het effect van relinen op de algehele onderhoudstoestand van de wegen nog onvoldoende (bij rioolvervanging herstraten we de bovengelegen weg, bij relinen niet; wat betekent dit voor de benodigde middelen voor wegonderhoud?). Bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen Voor de bijdrage vanuit het GRP aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen moeten we het hele (afval)watersysteem beschouwen. In het GRP 2012-2015 zijn de belangrijkste sporen benoemd: samenwerken met andere overheden, met partners, bedrijven en met burgers. Dit moet leiden tot nieuwe en innovatieve technieken. Daarnaast hebben we ingezet op het waterkwaliteitspoor en kiezen we voor verdere scheiding van afvalwater en hemelwater. Door deze benadering: gaan we op duurzame wijze om met water. Schoon regenwater blijft schoon. In tegenstelling tot de huidige situatie waarin veel schoon regenwater via het gemengde riool wordt afgevoerd richting de zuivering; verbetert de klimaatbestendigheid van onze stad, bij afvoer van dit schone regenwater via een stadsbeek vermindert wateroverlast, hittestress en verdroging en draagt dit daarnaast bij aan verbetering van de luchtkwaliteit en de biodiversiteit; bieden we afvoermogelijkheden voor (toekomstige) afkoppelprojecten; verbetert de kwaliteit van het oppervlakte water omdat er minder vies (riool) water in het oppervlaktewater overstort. Kosten, opbrengsten, dekking Voor 2015 geldt een stijging van de heffing van 5,9%. De heffing van 197,64 euro wordt opgenomen in de Programmabegroting 2015-2018 en wordt via de Belastingverordening 2015 vastgesteld. De stijging van de rioolheffing hebben we iets kunnen afvlakken ten opzichte van eerdere prognoses . Dit was mogelijk door de uitvoering van maatregelen nog iets meer te temporiseren, door beperktere kosten van het GBT, door een beperktere inflatie en door het verlagen van de rente op de boekwaarde. Dit ondanks dat we extra maatregelen hebben getroffen gericht op afkoppelen, de aanpak van (grond)wateroverlast en extra uitgaven voor rioolvervanging/ reparatie. Financieel gezien betekent deze actualisatie van het GRP het volgende: we kunnen de stijging van de rioolheffing nog weer iets afvlakken; we zetten meer in op het oplossen van (toekomstig) water- en grondwateroverlast / knelpunten; we verschuiven kosten van kapitaallasten naar de exploitatie, zodat uiteindelijk de kosten dalen; we doen toevoegingen aan de egalisatiereserve indien de opbrengsten hoger zijn dan de kosten (zie onderstaande tabel). Zo kunnen toekomstige tegenvallers worden opgevangen en kan de stijging van de rioolheffing over een langere periode worden afgevlakt. De effecten van deze wijziging zijn verwerkt in onderstaande meerjarige doorkijk van de ont wikkeling van de heffing, kosten en opbrengsten. De prognose 2011 is gebaseerd op een BTW percentage van 19%. Vanaf 2012 is rekening gehouden met 21%.
2015 2016 Prognose 2011, 8% 8% stijging rioolheffing Prognose 2012, 6,5% 6,5% stijging rioolheffing Prognose 2013, 6,0% 6,0% stijging rioolheffing Actualisatie 2014, 5,9% 5,9% stijging rioolheffing Tarief rioolheffing, bij € 197,64 € 209,23 actualisatie 2014
2017
2018
2019
2020
2021
2022
8%
8%
8%
6%
-
-
6,5%
6,5%
6,5%
6,5%
-
-
6,0%
6,5%
6,5%
6,5%
7,0%
-
5,9%
6,5%
6,5%
6,5%
6,5%
6,5%
€ 221,49
€ 235,80
€ 251,09
€ 267,37
€ 284,70
€ 303,16
LO-Strategie & Beleid LO-. K.S. van van Osch Telefoon: (053) 481 56 86
X 1000 €: Opbrengsten Kapitaallasten Exploitatielasten Toegerekende kosten Totale kosten Mutatie eg. reserve
Saldo reserve
12.435
13.010
13.620
14.348
15.036
15.748
16.513
17.295
7.866 4.362
8.884 3.906
9.286 3.906
9.785 3.906
10.680 3.967
11.649 4.003
11.832 3.943
12.749 3.943
400 12.277
400 12.841
400 13.242
400 13.741
400 14.697
1.100 16.402
1.200 16.625
1.300 17.642
-193
-181
+27
+257
-11
-1.004
-461
-697
7.896
7.834
7.979
8.355
8.470
7.593
7.245
6.657
Communicatie n.v.t. Vervolg - De nieuwe rioolheffing 2015 à 197,64 euro wordt opgenomen en vastgesteld in de Programmabegroting 20152018 en verwerkt in de Belastingverordening 2015. - In 2015 zal een nieuw GRP voor de periode 2016-2020 worden opgesteld. Bijlagen 1. 2.
Overzicht knelpunten wateroverlast Prioritering knelpunten wateroverlast
Burgemeester en Wethouders van Enschede, _______________ De Secretaris,
de Burgemeester,
M.J.M. Meijs
P.E.J. den Oudsten
Besluit Van de Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Vastgesteld in de vergadering van _______________ De Griffier,
de Voorzitter
R.M. Jongedijk
P.E.J. den Oudsten
LO-Strategie & Beleid LO-. K.S. van van Osch Telefoon: (053) 481 56 86