VLAAMSE OVERHEID Beleidsdomein Financiën en Begroting Agentschap Vlaamse Belastingdienst
Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking
Overheidsopdracht voor aanneming van diensten
Juridische bijstand en vertegenwoordiging voor rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting
Bestek nr. 2013/FB/VLABEL/advocaten
1
INHOUDSTABEL I.
ALGEMENE CONTEXT EN OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT ......... 2 1. De administratieve entiteit ................................................................................................. 2 2. Het voorwerp van de opdracht ........................................................................................... 3 II. ALGEMENE BEPALINGEN ......................................................................... 8 I. 1. OPDRACHTGEVENDE OVERHEID .......................................................................... 8 I. 2. VOORWERP EN CLASSIFICATIE OPDRACHT ....................................................... 8 I. 3. GUNNINGSWIJZE ........................................................................................................ 9 I. 4. INDIENING OFFERTES ............................................................................................... 9 I. 5. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN....................................................... 9 I. 6. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN .................................... 10 III. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN ................................................... 10 A. WET OVERHEIDSOPDRACHTEN EN BEPAALDE OPDRACHTEN VOOR WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN VAN 15 JUNI 2006 EN KONINKLIJK BESLUIT VAN 15 JULI 2011 PLAATSING OVERHEIDSOPDRACHTEN KLASSIEKE SECTOREN. ............................................................................................. 10 LOOPTIJD VAN DE OVEREENKOMST ..................................................................... 10 VARIANTEN .................................................................................................................. 11 PRIJSVASTSTELLING .................................................................................................. 11 TAALGEBRUIK ............................................................................................................. 11 VERBINTENISTERMIJN............................................................................................... 11 KWALITATIEVE SELECTIE ........................................................................................ 12 VORM EN INHOUD OFFERTE .................................................................................... 13 SLUITING ....................................................................................................................... 14 B. UITVOERINGSREGELS ........................................................................................... 15 Artikel 1 : UITVOERINGSTERMIJN VAN DE OPDRACHT ...................................... 15 Artikel 2 : PERIODICITEIT VAN DE OPDRACHTEN – AANTAL TE VERWACHTEN OPDRACHTEN – AANSTELLING VAN DE ADVOCAAT ........... 15 Artikel 3 : DEONTOLOGISCHE VERPLICHTING VAN DE ADVOCAAT ............... 16 Artikel 4 : GEEN EXCLUSIEF RECHT VOOR DE DIENSTVERLENER .................. 16 Artikel 5 : VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER .................................. 17 Artikel 6 : VERPLICHTINGEN VAN DE ADVOCAAT .............................................. 17 Artikel 7 : ERELONEN, KOSTENVERGOEDING EN GERECHTSKOSTEN ............ 20 Artikel 8 : INDEXERINGSCLAUSULE ........................................................................ 23 Artikel 9 : DERDENGELDEN ........................................................................................ 23 Artikel 9bis : RECHTSPLEGINGSVERGOEDING ....................................................... 23 Artikel 10 : VERZEKERING VOOR BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID ................. 24 Artikel 11 : TOEZICHT OP UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST ................. 24 Artikel 12 : VOORTIJDIGE BEËINDIGING VAN DE OPDRACHT – VERHINDERING – CONTINUÏTEIT VAN DE DIENSTVERLENING..................... 26 Artikel 13 : CONFIDENTIALITEIT ............................................................................... 26 Artikel 14 : RECHTSVORDERINGEN .......................................................................... 26
IV. OFFERTEFORMULIER ............................................................................. 27
I. ALGEMENE CONTEXT EN OMSCHRIJVING VAN DE OPDRACHT ________________________________________ ______________
1. De administratieve entiteit Het agentschap Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) werd opgericht op 11 juni 2004, als deel van het Beleidsdomein Financiën en Begroting. VLABEL heeft als hoofdtaak de uitvoering van het beleid inzake Vlaamse Fiscaliteit. VLABEL zorgt in eigen beheer voor de inning en de bezwaarafhandeling van volgende heffingen:
2
de heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten;
de verkrottingsheffing woningen;
de onroerende voorheffing;
de verkeersbelasting (de jaarlijkse verkeersbelasting, de belasting op inverkeerstelling en het eurovignet).
De planbatenheffing
Naast deze heffingen wordt momenteel een beperkt aantal taken inzake registratierechten en successierechten door VLABEL uitgevoerd. Daarnaast maakt ook de centrale invorderingscel (CIC) deel uit van VLABEL. De centrale invorderingscel zorgt voor de inning van de niet-fiscale schuldvorderingen van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap.
2. Het voorwerp van de opdracht Deze opdracht voor diensten heeft betrekking op de bijstand en de vertegenwoordiging in rechte van het Vlaamse Gewest (of de Vlaamse Gemeenschap) inzake juridische geschillen (als eiser of als verweerder) voor de rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting met betrekking tot geschillen waarbij de belangen van het Vlaamse Gewest (of de Vlaamse Gemeenschap) worden behartigd door VLABEL. De opdracht omvat 9 percelen. Algemene omschrijving van de percelen De heffingsgerelateerde percelen (Perceel 1 tot en met Perceel 6) betreffen in de eerste plaats fiscale procedures voor de rechtbank van eerste aanleg en het hof van beroep omtrent de grond van de zaak. Binnen deze percelen behoren telkens ook de zaken die bij de beslagrechter worden ingeleid doch die een duidelijk en objectieve band vertonen met een geschil omtrent de grond van de zaak (vb. zelfde belastingplichtige, zelfde kohierartikel, zelfde perceel of pand,…) Daarnaast kunnen uitzonderlijk ook dossiers die door een belastingplichtige voor andere instanties zijn ingeleid worden toegewezen binnen deze percelen (bv. zaak die per vergissing voor de raad van state wordt ingeleid, zaak die per vergissing bij een territoriaal of materieel onbevoegde rechtbank wordt ingeleid, behandeling van zaken voor de arrondissementsrechtbank, etc…) De percelen 7 t.e.m. 9 betreffen allerhande betwistingen i.v.m. de inning en invordering. Omschrijving van de specifieke percelen Perceel 1: onroerende voorheffing Dit perceel betreft de betwistingen inzake de onroerende voorheffing die tot op heden meestal gevoerd worden voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent. De onroerende voorheffing is onder meer geregeld in het WIB 92 en het KB WIB zoals van toepassing op de onroerende voorheffing. 3
Voor perceel 1 ‘onroerende voorheffing’ worden acht advocaten aangesteld. Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2011 138 nieuwe rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden. In 2012 waren dit er 214.
Perceel 2: leegstandsheffing bedrijfsruimten Dit perceel betreft de betwistingen inzake de leegstandsheffing bedrijfsruimten die tot op heden meestal gevoerd worden voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Deze heffing is geregeld in het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en in het besluit van 1 juli 1997 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. Voor perceel 2 ‘leegstandsheffing bedrijfsruimten’ worden vijf advocaten aangesteld. Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2011 39 nieuwe rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden. In 2012 waren dit er 46.
Perceel 3: verkrottingsheffing woningen Dit perceel betreft de betwistingen inzake de verkrottingsheffing woningen die tot op heden meestal gevoerd worden voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Deze heffing is geregeld in het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid hoofdstuk VIII, afdeling 2 en het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen. Voor perceel 3 ‘verkrottingsheffing woningen’ worden acht advocaten aangesteld. Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2011 63 nieuwe rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden. In 2012 waren dit er 83.
Perceel 4: planbatenheffing Dit perceel betreft de betwistingen inzake de planbatenheffing die meestal gevoerd zullen worden voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel (hoewel dit een vrij recente heffing is en er dus mogelijks ook zaken bij andere rechtbanken kunnen worden ingeleid). Deze heffing is geregeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende sommige aspecten van de planbatenheffing. Voor perceel 4 ‘planbatenheffing’ worden vijf advocaten aangesteld. 4
Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2012 6 nieuwe rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden. Het is evenwel nog afwachten hoeveel betwistingen in de toekomst voor deze vrij nieuwe heffing zullen worden ingeleid. Wellicht zal dit aantal nog toenemen.
Perceel 5: verkeersbelastingen (GV, NGV, EUV) Dit perceel betreft de betwistingen inzake de cluster van de verkeersbelastingen die voor nieuwe dossiers meestal zal gevoerd worden voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent. Deze heffing is onder meer geregeld in het WIGB, het KB WIGB, de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 en het koninklijk besluit van 9 januari 1995 ter uitvoering van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993. Voor perceel 5 ‘verkeersbelastingen’ worden vijf advocaten aangesteld. Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2011 16 nieuwe rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden (GV 9, NGV 1, EUV 6). In 2012 waren dit er 59 (GV 45, NGV 1, EUV 13).
Perceel 6: registratie- en successierechten Dit perceel betreft de betwistingen inzake de hiernavolgende regelgeving die meestal zal gevoerd worden voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent. Gelet op de bevoegdheidsproblematiek kan dit evenwel ook in andere rechtbanken het geval zijn.
- artikel 60 bis. W. Succ. (Opgeheven bij art. 80 Decr.Vl. 23 december 2011 (BS 30 december 2011 (ed. 4)), voor overlijdens vanaf 1 januari 2012 ) (familiale ondernemingen (oude regeling)) -het besluit van de Vlaamse Regering van 18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen, laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 22 september 2008;
- artikel 140bis t.e.m. 140 octies Vl.W.Reg. en 60/1 t.e.m. 60/7 Vl.W.Succ. (familiale ondernemingen (nieuwe regeling)) 5
- het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2012 tot uitvoering van de artikelen 140quinquies en 140sexies van het Wetboek der registratie, hypotheek- en griffierechten en de artikelen 60/4 en 60/5 van het Wetboek der Successierechten;
- artikel 55ter en 55quater van het wetboek der successierechten (bos en VEN gebied) - het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2005 tot uitvoering van artikel 55ter en 55quater van het wetboek der successierechten, inzonderheid artikel 6 en artikel 6bis en 6ter, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2006; Voor perceel 6 ‘registratie en successierechten’ worden drie advocaten aangesteld. Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2011 9 nieuwe rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden. Perceel 7: zaken inning en invordering ingeleid bij een rechtbank in de provincies Oost- en West-Vlaanderen
Dit perceel betreft volgende zaken (voor zover deze niet onder perceel 1-6 vallen, dus voor zover deze geen duidelijke en objectieve band vertonen met een geschil omtrent de grond van de zaak): - onroerend beslag: verzoek tot aanstelling notaris - dagvaarding faillissement of betwistingen i.v.m. faillissementen (vb. opname in het bevoorrecht passief, betwisting van de omvang van de schuldvordering, schuld van of in de massa,…) - betwistingen rangregelingen of evenredige verdeling - verzet tegen aanmaning, dwangbevel, bevel tot betaling of beslag en revindicatieprocedures - aanstelling curator onbeheerde nalatenschap - vertegenwoordiging en verdediging van VLABEL in dossiers omtrent de wet continuïteit op de ondernemingen - weigering handlichting notificatie of wettelijke hypotheek - andere zaken i.v.m. inning en invordering Voor perceel 7 ‘zaken inning en invordering ingeleid bij een rechtbank in de provincies Oost- en West-Vlaanderen’ worden twee advocaten aangesteld. Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2012 14 nieuwe rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden.
Perceel 8: zaken inning en invordering ingeleid bij een rechtbank in de provincies Antwerpen en Limburg Voor de omschrijving van de zaken inning en invordering: zie perceel 7. Voor perceel 8 ‘zaken inning en invordering ingeleid bij een rechtbank in de provincies Antwerpen en Limburg’ worden twee advocaten aangesteld. Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2012 12 nieuwe rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden. 6
Perceel 9: zaken inning en invordering ingeleid bij een rechtbank in de provincies Vlaams Brabant, Brussel of in de Waalse provincies Voor de omschrijving van de zaken inning en invordering: zie perceel 7. Voor perceel 9 ‘zaken inning en invordering ingeleid bij een rechtbank in de provincies Vlaams-Brabant of Brussel of in de Waalse provincies’ worden twee advocaten aangesteld. Als richtlijn kan meegegeven worden dat, met betrekking tot dit perceel in 2012 8 rechtszaken met aanstelling van een advocaat plaatsvonden. VLABEL kan evenwel in uitzonderlijke, gemotiveerde, gevallen, een advocaat die aangesteld is voor een bepaalde provincie, voor een rechtsinstantie in een andere provincie laten optreden, zowel in eigen naam als loco de advocaat aangesteld voor die provincie. Zulke uitzondering op de geografische aanstelling kan gerechtvaardigd zijn wegens samenhang van zaken zoals de beroepsprocedure na een cassatiearrest voor een ander Hof van Beroep, onbeschikbaarheid of verhindering van de voor die provincie aangestelde advocaat, efficiëntiewinst, e.d.
Het voorwerp van deze opdracht is de raamovereenkomst tussen de opdrachtgevende overheid en de advocaten, waardoor de opdrachtgevende overheid, gedurende de looptijd van de overeenkomst, één van de advocaten waarmee de opdracht wordt gesloten, ermee kan belasten om haar in een welbepaald geschil voor de gerechtelijke instanties of andere instanties van geschillenbeslechting te vertegenwoordigen. Deze raamovereenkomst betreft dus enkel de algemene aanstelling van de advocaten en staat – onder andere wat betreft de duur – evenwel los van de afzonderlijke opdrachten (de vertegenwoordiging in rechte inzake een welbepaald geschil) die op basis ervan worden gegeven.
7
II. ALGEMENE BEPALINGEN _________________________
I. 1. OPDRACHTGEVENDE OVERHEID 1. Deze opdracht is een opdracht van het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bij delegatie, in de persoon van: de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting 2. Volgende administratieve entiteit is belast met de opvolging van deze opdracht:
Agentschap Vlaamse Belastingdienst Koning Albert II laan 35, bus 62 1030 BRUSSEL
Alle briefwisseling m.b.t. deze opdracht moet naar die entiteit worden gestuurd, behoudens toepassing van punt 3 hierna en behoudens de briefwisseling in concrete dossiers die tijdens de uitvoering van de overeenkomst dient gericht te worden aan de dossierbehandelaars van VLABEL. 3. Ieder deurwaardersexploot bestemd voor de opdrachtgevende overheid moet worden betekend aan de Kanselarij van de Voorzitter van de Vlaamse Regering, Koolstraat 35 in 1000 Brussel. Het is daarbij onverschillig of het gaat om de betekening van een dagvaarding, gerechtelijke uitspraak, overdracht van schuldvordering of een ander exploot. Hetzelfde adres geldt ook voor de aangetekende brief waarbij een schuldvordering wordt overgedragen of in pand gegeven.
I. 2. VOORWERP EN CLASSIFICATIE OPDRACHT Het voorwerp van de opdracht betreft de juridische bijstand en vertegenwoordiging in rechte van de opdrachtgever, als eiser of als verweerder, voor de rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting. De gedetailleerde beschrijving is terug te vinden in punt IV “Technische Voorschriften”. Deze opdracht is een opdracht voor diensten in de zin van de artikelen 3, 4°, en 33, §2, van de Wet van 15 juni 2006, en van artikel 146 van het KB van 15 juli 2011. De diensten behoren tot de categorie 21 “juridische diensten” van Bijlage II B bij de Wet van 15 juni 2006, en de CPV klasse 79112000-2 (Juridische vertegenwoordiging).
8
I. 3. GUNNINGSWIJZE De gunning van deze opdracht gebeurt via onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking op basis van artikel 146 van het KB van 15 juli 2011.
I. 4. INDIENING OFFERTES
De offertes kunnen enkel in papieren vorm ingediend worden. De papieren offertes moeten gestuurd worden naar of ingediend worden op volgend adres: Agentschap Vlaamse Belastingdienst Koning Albert II laan 35, bus 62 1030 BRUSSEL t.a.v. de heer Björn De Backer (toren B, vierde verdieping) De inschrijver moet de offerte in een definitief gesloten envelop steken en daarop in grote drukletters vermelden: OFFERTE – NIET OPENEN.
De uiterste indieningsdatum van de offertes is 23-8-2013 om 9 uur. (Er dient geen openingszitting gehouden te worden bij een onderhandelingsprocedure.)
I. 5. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN Op deze opdracht zijn onder meer toepasselijk : -
Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006.
-
Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011.
Overeenkomstig artikel 6, §1, 3° van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, is dit besluit – ongeacht het geraamde bedrag - niet van toepassing op de in artikel 33 §2 van de Wet van 15-6-2006 bedoelde juridische diensten, d.w.z. de juridische diensten inzake geschillen die beperkt zijn tot raadpleging en vertegenwoordiging voor rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting.
9
I. 6. OVERIGE ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN 1. Deze opdracht is een raamovereenkomst overeenkomstig artikel 3, 15° van de Wet van 15-6-2006 en de artikelen 136 en 138 van het KB van 15-7-2011, tussen de in punt I.1. genoemde opdrachtgevende overheid en meerdere advocaten, waarvan de uitvoering slechts invulling krijgt via afzonderlijke bestellingen van de overheid volgens en naarmate de behoeften. In deze raamovereenkomst worden de voorwaarden inzake de te plaatsen opdrachten vastgelegd. De advocaten worden aangeduid in functie van het voldoen aan die voorwaarden en overeenkomstig de bepalingen van dit bestek. 2. Voor de toepassing van de uitvoeringsregels zal elke bestelling als een afzonderlijke opdracht worden aanzien. 3. De informatie die de opdrachtgevende overheid in het raam van de gunning van deze opdracht ter beschikking stelt, mag niet voor andere doeleinden worden aangewend, noch aan derden worden meegedeeld. Eenieder die toegang heeft tot deze informatie dient alle maatregelen te treffen om het confidentiële karakter ervan te doen bewaren. 4. Omwille van de specifieke aard van de dienstverlening, wordt geen borgtocht gevraagd. III. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN ___________________________________ A. WET OVERHEIDSOPDRACHTEN EN BEPAALDE OPDRACHTEN VOOR WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN VAN 15 JUNI 2006 EN KONINKLIJK BESLUIT VAN 15 JULI 2011 PLAATSING OVERHEIDSOPDRACHTEN KLASSIEKE SECTOREN.
ART. 32 WET 15-6-2006 LOOPTIJD VAN DE OVEREENKOMST De opdracht heeft een looptijd van vier jaar vanaf het sluiten van de overeenkomst. Het betreft hier de raamovereenkomst met de advocaten ingevolge welke de opdrachtgevende overheid de mogelijkheid heeft om de vertegenwoordiging in rechte in een welbepaald geschil aan een van hen toe te vertrouwen. Deze looptijd staat los van de looptijd van de bestellingen (de opdrachten tot vertegenwoordiging in een welbepaald geschil) die in het kader van deze opdracht worden gedaan, en die in principe de duurtijd omvat van de gehele procedure totdat het geschil is beëindigd (elke beroeps- of cassatiemogelijkheid inbegrepen, alsook alle daden van uitvoering) en waarbij er dienaangaande geen enkele proces- of uitvoeringsdaad meer kan of dient gesteld te worden.
ART. 36 WET 15-6-2006 ART. 11 KB 15-7-2011 ART. 54 §2, tweede lid KB 15-7-2011 PERCELEN 10
De opdracht bestaat uit de 9 percelen die hierboven vermeld zijn onder ‘het voorwerp van de opdracht’. De inschrijver mag voor meerdere percelen inschrijven, voor zover hij in elk van deze materies een grondige ervaring en deskundigheid kan aantonen. De opdrachtgevende overheid heeft het recht om de opdracht of één perceel niet te gunnen en eventueel een nieuwe gunningsprocedure te starten.
ART. 9 KB 15-7-2011 VARIANTEN Er zijn geen varianten toegelaten.
ART. 13, §1 KB 15-7-2011 PRIJSVASTSTELLING Deze opdracht is een opdracht tegen prijslijst (art. 2, 5°).
ART. 53. KB 15-7-2011 TAALGEBRUIK De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met de opdrachtgevende overheid. De taal waarin de gerechtelijke procedures dienen gevoerd te worden zal in hoofdzaak het Nederlands zijn. In uitzonderlijke gevallen evenwel maar zeker bij perceel 9 kan het mogelijk zijn dat een gerechtelijke procedure gevoerd wordt voor een rechtscollege in een ander landsgedeelte en de proceduretaal de taal van het betrokken rechtscollege is.
ART. 57. KB 15-7-2011 VERBINTENISTERMIJN De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderd twintig kalenderdagen, ingaand de dag na de uiterste indieningsdatum van de offertes.
ART. 60 tot en met 63 KB 15-7-2011 UITSLUITING, SOCIALE ZEKERHEIDS- EN FISCALE BIJDRAGEN Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in art. 61. Voor de inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan het Belgische RSZ-stelsel, vraagt de opdrachtgevende overheid het RSZ-attest via elektronische weg op conform art. 60, §1. Voor de inschrijver die onderworpen is aan het Belgische fiscale stelsel, vraagt de opdrachtgevende overheid het fiscaal attest, dat aantoont dat de inschrijver heeft voldaan aan zijn beroepsmatige fiscale verplichtingen, eveneens op via elektronische weg conform art. 60, §1.
11
Dit geldt eveneens voor het attest van niet-faillissement en soortgelijke toestanden.
ART. 67, 72 en 73 KB 15-7-2011 KWALITATIEVE SELECTIE De advocaten die ten individuele titel voor deze opdracht inschrijven dienen hun stage beëindigd te hebben en gedurende minstens vijf jaar ingeschreven te zijn op het Tableau van de Orde van Advocaten. Zij tonen dit aan door middel van het bewijs van inschrijving op het Tableau van de Orde van Advocaten. Indien voor deze opdracht ingeschreven wordt onder de vorm van een associatie van advocaten, dient opgegeven te worden welke advocaat (advocaten) de associatie zal (zullen) verbinden. Deze advocaten dienen elk hun stage beëindigd te hebben en gedurende minstens vijf jaar ingeschreven te zijn op het Tableau van de Orde van Advocaten. Zij tonen dit aan door middel van het bewijs van inschrijving op het Tableau van de Orde van Advocaten. Voor de percelen 1, 2, 3 en 5, dient de inschrijver aan te tonen dat hij tijdens de laatste drie jaar met betrekking tot die percelen behorende materie minstens 3 rechtszaken heeft behandeld met goede bekwaamheid (ook een in die periode reeds lopende zaak mag worden meegeteld). Voor de percelen 7, 8 en 9 dient de inschrijver aan te tonen dat hij tijdens de laatste drie jaar met betrekking tot die percelen behorende materie minstens 3 rechtszaken heeft behandeld met goede bekwaamheid (ook een in die periode reeds lopende zaak mag worden meegeteld). De plaats waar deze zaken behandeld werden speelt daarbij geen rol. Voor de percelen 4 en 6 dient de inschrijver aan te tonen dat hij tijdens de laatste drie jaar minstens 3 rechtszaken inzake fiscaliteit heeft behandeld met goede bekwaamheid (ook een in die periode reeds lopende zaak mag worden meegeteld). De inschrijver toont dit aan de hand van de lijst van referenties van de laatste drie jaar waaruit een grondige ervaring en deskundigheid blijkt m.b.t. de percelen waarvoor ingeschreven wordt. Per referentie moeten volgende gegevens worden meegedeeld : beschrijving referentie, opdrachtgever, periode van uitvoering en relevantie voor deze opdracht. De referentie wordt aangetoond door attesten van goede uitvoering die de bevoegde autoriteit afgeeft of medeondertekent, of in het geval van diensten voor een particuliere afnemer, door attesten van goede uitvoering afgegeven door de afnemer of, bij ontstentenis, eenvoudigweg door een verklaring van de dienstverlener. Het attest van goede uitvoering dat betrekking heeft op een opdracht die een inschrijver in het verleden heeft uitgevoerd voor VLABEL en dat door VLABEL op vraag van de inschrijver wordt uitgereikt, dient niet aan VLABEL te worden voorgelegd bij de inschrijving. Het dient wel te worden aangevraagd en correcte en vereiste vermeldingen inzake die opdracht dienen wel verstrekt te worden bij die aanvraag en bij de inschrijving.
12
Bij een tweestapsprocedure start de procedure met de bekendmaking, die enkel een oproep omvat tot de kandidaten om een kandidatuur in te dienen tegen een bepaalde datum. Daarna selecteert de opdrachtgevende overheid de ‘geselecteerden’ uit de binnengekomen kandidaatstellingen en nodigt deze uit om een offerte in te dienen. De selectie van de kandidaten en de keuze van de offerte gebeurt bij de tweestapsprocedure dus in twee bewegingen. Dit heeft als voordeel dat er bij een tweestapsprocedure bij de opdrachtgevende overheid minder offertes zullen toekomen, vermits de kandidaten die niet aan de kwalitatieve selectiecriteria voldoen, geen offerte meer kunnen indienen, en de opdrachtgevende overheid bijgevolg ook minder offertes dient te onderzoeken.
ART. 80 en 82, §1. KB 15-7-2011 VORM EN INHOUD OFFERTE Art. 80. De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij zijn offerte moet invullen op het bij dit bestek behorende formulier. Op elke offerte die op een ander document is opgemaakt, moet de inschrijver bovenaan ieder document de volgende verklaring vermelden: “Ik, ondergetekende ....., verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens volstrekt overeenstemmen met de vermeldingen van het bij het bestek behorende formulier en neem daarvoor de volledige verantwoordelijkheid op.“
ART. 81. KB 15-7-2011 PRIJSOPGAVE De prijzen worden door de opdrachtgevende overheid bepaald. Door het indienen van zijn offerte, aanvaardt de inschrijver de door de opdrachtgevende overheid voorgestelde prijzen.
ART. 107. KB 15-7-2011 ONDERHANDELINGSPROCEDURE – GUNNINGSCRITERIA Het enige gunningscriterium (100 %) is : de kwaliteit van de juridische dienstverlening. Dit criterium zal worden geëvalueerd aan de hand van de volgende subcriteria: - het cv van de advocaat die de opdrachtgevende overheid voor de rechtscolleges zal vertegenwoordigen waaruit een grondige ervaring en deskundigheid blijkt m.b.t. de materie(s) (het perceel) waarvoor ingeschreven wordt; in het geval van een offerte door een advocatenassociatie, dienen de cv’s van al de advocaten (het team van advocaten) die desgevallend de opdrachtgevende overheid voor de rechtsinstanties zullen vertegenwoordigen, voorgelegd te worden. (gewicht 40%).
13
- een eerste conclusie die dient opgesteld te worden op basis van een bij dit bestek gevoegd (fictief) voorbeelddossier, waaruit moet blijken dat de advocaat of de advocaten die de opdrachtgevende overheid voor de rechtscolleges zal (zullen) vertegenwoordigen, beschikt (beschikken) over een verregaande expertise inzake de materie (het perceel) waarvoor ingeschreven wordt; (gewicht 60%). Wie zich voor meerdere percelen kandidaat stelt dient dus voor elk perceel een conclusie op te stellen.
ART. 110. KB 15-7-2011 SLUITING De opdracht wordt met toepassing van artikel 110, 2° gesloten door de betekening aan de opdrachtnemer van de goedkeuring van zijn offerte zoals eventueel gewijzigd na onderhandelingen.
14
B. UITVOERINGSREGELS Overeenkomstig artikel 6, §1, 3° van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, is dit besluit – ongeacht het geraamde bedrag - niet van toepassing op de in artikel 33 §2 van de Wet van 15-6-2006 bedoelde juridische diensten, d.w.z. de juridische diensten inzake geschillen die beperkt zijn tot raadpleging en vertegenwoordiging voor rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting. Artikel 1 : UITVOERINGSTERMIJN VAN DE OPDRACHT De opdracht tot vertegenwoordiging in rechte in een welbepaald geschil, die tijdens de looptijd van de raamovereenkomst (zie supra looptijd van de overeenkomst) werd toevertrouwd aan de advocaat, omvat in principe de totale afhandeling van het geschil (elke beroepsmogelijkheid inbegrepen, alsook alle daden van uitvoering) waarbij er dienaangaande geen enkele proces- of uitvoeringsdaad meer kan of dient gesteld te worden. Zij zal afgewerkt worden tegen de voorwaarden bepaald in deze overeenkomst.
Artikel 2 : PERIODICITEIT VAN DE OPDRACHTEN – AANTAL TE VERWACHTEN OPDRACHTEN – AANSTELLING VAN DE ADVOCAAT Het aantal te behandelen rechtszaken kan niet op voorhand worden ingeschat. De in dit bestek opgegeven vermoedelijke hoeveelheden zijn indicatieve hoeveelheden van het aantal malen dat de prestatie zal moeten worden verstrekt. De vermoedelijke hoeveelheden worden louter gebruikt om het bedrag van de offerte te bepalen in het kader van de gunning van de overeenkomst. De opdrachtgevende overheid gaat echter geen enkele verbintenis aan om de prestaties te verwerven voor de geraamde hoeveelheden. De nieuwe rechtszaken zullen per beurtrol aan de advocaten worden toevertrouwd (in alfabetische volgorde). De dossierbehandelaar van VLABEL kan echter beslissen af te wijken van deze beurtrol in de volgende gevallen: - dossier van dezelfde belastingplichtige - dossier omtrent hetzelfde kohierartikel - dossier omtrent hetzelfde perceel of pand - betwisting rond een feitelijke of juridische kwestie die reeds in een ander dossier wordt betwist - een nieuwe procedure voor een ander Hof van Beroep na een cassatiearrest - een schorsingsberoep en een annulatieberoep bij de Raad van State, In die gevallen kan de zaak in afwijking van de beurtrol worden toegewezen aan de advocaat die reeds belast is met de gerelateerde zaak. VLABEL kan evenwel in uitzonderlijke, gemotiveerde, gevallen, voor de percelen 7, 8 en 9 een advocaat die aangesteld is voor een bepaalde provincie, voor een rechtsinstantie in een andere provincie laten optreden, zowel in eigen naam als loco de advocaat aangesteld voor die provincie. Zulke uitzondering op de geografische aanstelling kan gerechtvaardigd zijn wegens samenhang 15
van zaken zoals de beroepsprocedure na een cassatiearrest voor een ander Hof van Beroep, onbeschikbaarheid of verhindering van de voor die provincie aangestelde advocaat, efficiëntiewinst, e.d. In geen geval zal een advocaat aanspraak kunnen maken op een minimaal aantal te behandelen dossiers. Gelet op de aard van deze overeenkomst – raamovereenkomst – zal VLABEL aan de advocaat per zaak een schriftelijke opdracht geven. De advocaat bevestigt steeds binnen de vijf kalenderdagen de ontvangst en aanvaarding van zijn opdracht en vermeldt daarbij dan zijn referte van het dossier. Indien de advocaat van oordeel is dat hij om deontologische reden of een andere gegronde reden (bv. overbelasting) in een bepaalde zaak niet kan optreden voor de opdrachtgevende overheid, dient hij de overheid daarvan zo spoedig mogelijk in te lichten en de hem reeds bezorgde processtukken onmiddellijk terug over te maken, zonder aanrekening van kosten.
Artikel 3 : DEONTOLOGISCHE VERPLICHTING VAN DE ADVOCAAT De advocaat verbindt zich ertoe zich stipt te houden aan de wettelijke en deontologische verplichtingen die zijn beroep meebrengt, en welke voortvloeien uit de Deontologische Code van de Orde van de Vlaamse Balies, en inzonderheid aan de principes van waardigheid, rechtschapenheid, kiesheid en geheimhouding. De advocaat wijst spontaan en onverwijld het beheer af van iedere zaak die rechtstreeks of onrechtstreeks op een van zijn cliënten betrekking mocht hebben, of wanneer een belangenconflict voorligt. Een belangenconflict ligt voor : -wanneer er een risico bestaat dat de advocaat zijn tussenkomst voor de opdrachtgevende overheid door de belangen van andere cliënten, van gewezen cliënten of van derden, dan wel door zijn strijdige persoonlijke belangen zou kunnen laten beïnvloeden ; -wanneer een beïnvloeding zoals hiervoor omschreven op objectief aantoonbare wijze waarschijnlijk is. Een belangenconflict belet, behoudens met instemming van de opdrachtgevende overheid, de advocaat in een zaak op te treden, dan wel verder op te treden. De advocaat dient zijn onafhankelijkheid te garanderen. Dit houdt in dat de advocaat aan de opdrachtgevende overheid de garantie biedt dat haar belangen onbeperkt worden verdedigd en dat de advocaat in de opbouw van de verdediging van de opdrachtgevende overheid of de analyse van een dossier, niet wordt beïnvloed door de belangen van andere cliënten of gewezen cliënten of persoonlijke belangen.
Artikel 4 : GEEN EXCLUSIEF RECHT VOOR DE DIENSTVERLENER De advocaten met wie deze opdracht wordt gesloten beschikken hierdoor niet over een exclusief recht voor de behandeling van alle dossiers van de opdrachtgevende entiteit. 16
De opdrachtgevende entiteit kan, indien zij dit wenselijk acht, een zaak toewijzen aan een ander advocaat. De advocaat kan in deze gevallen geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Artikel 5 : VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER De administratieve entiteit verbindt zich er toe het dossier en de procedurestukken tijdig aan de advocaat te bezorgen. Zowel bij de aanvang van de procedure als tijdens het verloop ervan, bezorgt de administratieve entiteit aan de advocaat stipt alle nodige informatie met betrekking tot de zaak.
Artikel 6 : VERPLICHTINGEN VAN DE ADVOCAAT De advocaat garandeert een degelijke juridische behandeling van de rechtszaak. Hij stelt alles in het werk om de belangen van de opdrachtgevende overheid zo goed mogelijk te verdedigen. Meer concreet houdt dit in : 1. Beginfase van het dossier De advocaat maakt spoedig een eerste analyse van de zaak, vraagt tijdig ontbrekende informatie (gelet op het feit dat VLABEL soms zelf informatie bij andere instanties dient op te vragen) en doet suggesties om de belangen van de opdrachtgevende overheid optimaal te behartigen (bv. het in vrijwaring of in tussenkomst roepen van derden, het uitwerken van een regelingsvoorstel, wijzen op knelpunten in het dossier, …)
2. Behandeling van het dossier De advocaat informeert de administratieve entiteit stipt over het verloop van de behandeling van de zaak. Zo communiceert hij op eigen initiatief over : - het gevolg dat op de inleidende en elke andere zitting aan de zaak is gegeven; - de conclusiekalender (of tussen de respectievelijke raadslieden afgesproken wijzigingen ervan); - de door de partijen ingediende conclusies of verzoekschriften (dus zowel deze voor het Vlaamse Gewest als deze van de tegenpartij; - elke beschikking, vonnis, arrest of afschrift van het zittingsblad; - het verzet, hoger beroep of cassatieberoep of de berusting in een gerechtelijke uitspraak; - vragen die door de tegenpartij worden gesteld tijdens de procedure; - de uitvoering (met inbegrip van informatie over het ontvangen en doorstorten van de RPV). Wat betreft de communicatie dient de advocaat vlot te bereiken zijn per e-mail, fax en telefoon. De advocaat dient in zijn communicatie steeds zijn referte en die van de administratieve entiteit te vermelden. 17
De advocaat argumenteert steeds ad rem, haalt relevante rechtspraak aan en houdt in voorkomend geval rekening met strijdnota’s of opmerkingen van de opdrachtgevende entiteit. Hij past geen niet ter zake dienende ‘copy paste’ toe uit andere conclusies. De advocaat vermijdt ook typfouten en taalfouten. De advocaat respecteert de termijnen voor het indienen van conclusies of het uitputten van beroepsmogelijkheden en maakt steeds tijdig (d.w.z. met een marge van minstens 10 kalenderdagen) een ontwerp van zijn in te dienen conclusies of verzoekschrift aan de administratieve entiteit mee, teneinde deze toe te laten ze na te lezen en haar opmerkingen te geven alvorens de advocaat de definitieve versie neerlegt. Indien de advocaat niet gebonden is door enige termijn om beroep in te stellen doet hij hiervoor het nodige binnen de 30 dagen nadat hij hiertoe is verzocht. Indien hij hiertoe verzocht wordt maakt de advocaat binnen de week zijn volledige bundel over aan de advocaat die belast wordt met het onderzoek naar de cassatiemogelijkheden. De advocaat past zijn conclusies desgevallend aan aan de opmerkingen van de administratieve entiteit. Indien hij meent dat er toch redenen zijn om dit niet te doen, neemt hij contact op met de dossierbehandelaar van de administratieve enititeit. De advocaat maakt bij het opstellen van het ontwerp gebruik van zogenaamde ‘track changes’ (wijzigingen bijhouden) zodat de dossierbehandelaar van de administratieve entiteit op efficiënte wijze kan nagaan welke passages zijn toegevoegd of welke passages zijn verwijderd (in vergelijking met een eerdere conclusie of dagvaarding). De advocaat dient ook op de conclusies van de tegenpartij aan te duiden welke passages nieuw zijn of ontbreken in vergelijking met een eerdere conclusie, verzoekschrift of dagvaarding zodat de dossierbehandelaar van de administratieve entiteit op efficiënte wijze kan nagaan welke bijkomende argumentatie door de advocaat dient te worden beantwoord. Het uitgangspunt blijft daarbij wel dat de advocaat zelfstandig zijn vordering of verweer ontwikkelt (ook indien de dossierbehandelaars van de administratieve entiteit niet in de mogelijkheid zijn hun commentaren omtrent een conclusie van de tegenpartij te bezorgen). In het kader van de behartiging van de belangen van de opdrachtgevende entiteit streeft de advocaat, zowel bij de aanvang van een rechtszaak als tijdens het verloop van de gerechtelijke procedure, in de mate van het mogelijke naar een minnelijke regeling met de tegenpartij wanneer een vordering niet ernstig (meer) wordt betwist en in het geval waar de te maken verdere kosten niet opwegen tegen de baten. Ook in dit geval zal de advocaat het Vlaamse Gewest vertegenwoordigen bij het uitwerken van voorstellen en het beoordelen van voorstellen van de tegenpartij, zij het in nauw overleg met de dossierbehandelaars van de administratieve entiteit. Hij zal de akkoordconclusies opstellen en zal deze op eenvoudig verzoek van de dossierbehandelaar van de administratieve entiteit ondertekenen. De advocaat waakt erover dat een dossier actief blijft, o.a. door het (gemeenschappelijk, desgevallend eenzijdig) laten vaststellen van conclusietermijnen. Ook al is het Vlaamse Gewest verwerende partij en is het 18
de belastingplichtige die bepaalde eisen naar voor brengt, toch is het alleen al vanuit het oogpunt van administratieve organisatie en om de financiële belangen van het Vlaamse Gewest te vrijwaren van belang dat de advocaat al het mogelijke doet om een zaak te activeren, behoudens wanneer bijzondere omstandigheden dit verhinderen. In dat geval dient de dossierbehandelaar van de administratieve entiteit op de hoogte te worden gebracht. De advocaat dient ook steeds de eigen briefwisseling die beantwoord dient te worden door de tegenpartij of door de griffie of administratieve entiteit op te volgen en tijdig een rappel te sturen indien deze onbeantwoord blijft zodat het dossier actief blijft. Indien een dossier om welke reden dan ook niet meer actief is zal de advocaat op eigen initiatief of op eenvoudig verzoek van de dossierbehandelaar de nodige stappen zetten om het dossier alsnog te activeren. De advocaat dient ten allen tijde op eenvoudig verzoek van de dossierbehandelaar van de administratieve entiteit binnen de week een stand van zaken te kunnen geven in een concreet dossier (tenzij de omstandigheden van de zaak een snellere behandeling vereisen). Hetzelfde geldt voor andere vragen en opmerkingen van de dossierbehandelaar van de administratieve entiteit. De advocaat dient op eenvoudig verzoek van de dossierbehandelaar van de administratieve entiteit binnen de 14 dagen in staat te zijn een overzicht te geven van de status van de dossiers die hij in behandeling heeft (dossiernaam, referte van de advocaat, referte VLABEL, rolnummers, status, …). 3. Uitspraak in het dossier De advocaat deelt steeds binnen de week nadat hij deze heeft ontvangen, de gerechtelijke uitspraken mee. In geval van een doorhaling bestelt de advocaat (desgevallend op zijn kosten) een afschrift van het zittingsblad. Hij beperkt zich er niet toe de gerechtelijke uitspraken zonder meer aan de administratieve entiteit mee te delen, maar geeft zijn oordeel over de uitspraak en adviseert inzake de beroepsmogelijkheid of de berusting. In geval van een gunstige uitspraak, probeert hij zo vlug mogelijk uitsluitsel te bekomen omtrent de intenties van de tegenpartij. Hij streeft de vrijwillige uitvoering van het vonnis of arrest na. Indien de tegenpartij niet formeel berust in de zaak, maar zonder voorbehoud (via een apart schrijven of via de mededeling bij de overschrijving) de RPV betaalt dient de advocaat de gunstige uitspraak niet te laten betekenen. Indien de advocaat geen betaling van de RPV ontvangt of geen reacties krijgt op zijn vraag naar de intenties van tegenpartij en ook een herinnering onbeantwoord blijft dient de advocaat binnen de twee maand na de datum van de uitspraak de opdracht te geven aan een gerechtsdeurwaarder naar keuze om de gunstige uitspraak te laten betekenen. Indien na betekening van de uitspraak deze in kracht van gewijsde treedt dient de advocaat via een gerechtsdeurwaarder naar keuze over te laten gaan tot gedwongen invordering van de rechtsplegingsvergoeding en de kosten van betekening en gedwongen invordering. Voor onroerend beslag is de toestemming van de dossierbehandelaar van VLABEL vereist. Eventuele 19
openstaande belastingschulden, intresten, boeten en dergelijke worden door de administratieve entiteit zelf ingevorderd. Desgevallend staat de advocaat ook in voor de coördinatie van de betekening en de uitvoering in het buitenland. In geval de administratieve entiteit berust in een ongunstige uitspraak, vraagt de advocaat onmiddellijk aan de tegenpartij het rekeningnummer op waarop de RPV kan worden gestort samen met het KBO nummer waaraan het rekeningnummer is gekoppeld en maakt hij melding van de berusting zodat onnodige betekeningen worden vermeden. Nadat een uitspraak definitief is geworden zal door VLABEL een afrekening worden opgesteld. De advocaat zelf mag, behoudens andersluidende instructie geen afrekeningen opstellen. Indien de advocaat een afrekening van de tegenpartij ontvangt bezorgt hij deze onmiddellijk aan de administratieve entiteit. De advocaat respecteert de tariefregeling en de regels rond het doorstorten van betalingen. In de uitzonderlijke situatie waar de advocaat geen instructie zou hebben van de administratieve entiteit dient hij die handelingen te stellen waarbij de belangen van het Vlaamse Gewest en de administratieve entiteit maximaal worden gewaarborgd. Artikel 7 : ERELONEN, KOSTENVERGOEDING EN GERECHTSKOSTEN a) erelonen De hierna volgende tariefregeling geldt enkel voor aanstellingen die plaatsvinden in het kader van dit raamcontract. De basisregeling is een forfaitaire vergoeding die hierna bepaald wordt. Voor erelonen gelden volgende bedragen voor dossiers ingeleid bij de rechtbanken (burgerlijke rechtbank, beslagrechter, rechtbank van koophandel,…) of hoven van beroep) - eerste aanleg: 1.100 euro - beroep: 550 euro De gevallen waarin een afwijking van de door de administratieve entiteit opgelegde tarieven wordt toegestaan zijn limitiatief bepaald. In uitzonderlijke gevallen kan een afwijking toegestaan worden wanneer dit door de advocaat voorafgaandelijk aangevraagd wordt (dus mits voorafgaand akkoord van de administratieve entiteit). De volgende situaties komen in aanmerking voor een verhoging: - Indien het een principekwestie betreft die voor het eerst voor een bepaalde rechtbank dient gepleit te worden (plafond X 2). Onder een ‘principekwestie’ wordt verstaan: een eerste zaak m.b.t. een interpretatieprobleem inzake het decreet, het uitvoeringsbesluit of omzendbrief, waarin nog geen gevestigde rechtsspraak bestaat. 20
- Indien drie of meer conclusies en syntheseconclusies dienen opgesteld te worden (plafond + 1/3): * indien de gedinginleidende akte wordt opgesteld door het Vlaamse Gewest dan geldt deze als conclusie, idem voor een verzoekschrift in hoger beroep. * Deze verhoging kan slechts één maal toegepast worden per zaak, dus niet per extra conclusie. - indien er herhaaldelijk moet gepleit worden al dan niet met verwijzing naar een andere rechtbank en/of tussenvonnis (plafond + 1/3), * Deze verhoging kan slechts één maal toegepast worden per zaak, dus niet per verwijzing of per zitting. - indien het verzoekschrift voor de rechtbank over meerdere kohierartikelen handelt (plafond + 1/3), * Deze verhoging geldt ongeacht het aantal kohierartikels De verschillende verhogingen kunnen niet worden gecombineerd. In geval verschillende verhogingen zouden kunnen toegepast worden wordt de meest voordelige toegepast. Wanneer er meerdere verzoekschriften van éénzelfde belastingplichtige zijn maar die in wezen identiek zijn wat de argumentatie betreft, wordt voor 1 zaak het plafond toegekend en voor de andere identieke zaken 1/2 van het plafond. Indien een rechtszaak wordt ingeleid bij de Raad van State zal gewerkt worden met een uurtarief van 100 euro/uur. In dat geval, zal het uurloon vermenigvuldigd worden met het aantal aangerekende uren waarvan de advocaat een gedetailleerde prestatiestaat bezorgt aan de administratieve entiteit. Indien een notaris dient te worden aangesteld door de rechtbank in het kader van een onroerend beslag dat VLABEL wenst te leggen bedraagt het forfait € 300 in eerste aanleg, € 150 in hoger beroep. Indien het gaat om de aanstelling van een curator voor een onbeheerde nalatenschap bedraagt het forfait € 150. Het ereloon is nog niet opeisbaar op het ogenblik waarop er een eindvonnis of eindarrest of doorhaling is. Nadat de procedure in voormelde zin is beëindigd dient de advocaat in te staan voor eventuele uit de procedure voortvloeiende en bijhorende handelingen, zoals briefwisseling, aanmaningen, betwistingen m.b.t. de afrekening, betekeningen, e.d. Een eindvonnis of een eindarrest geeft in principe dus geen aanleiding tot het betalen van een ereloon. Het ereloon is opeisbaar en de advocaat kan zijn vordering indienen : -zodra hij de aan de opdrachtgevende entiteit toekomende bedragen (rechtsplegingsvergoeding en de eventueel voorgeschoten kosten van gedwongen invordering van de rechtsplegingsvergoeding) heeft doorgestort, zodra de gerechtsdeurwaarder heeft bevestigd dat geen gedwongen invordering mogelijk is of zodra de tegenpartij hoger beroep heeft aangekondigd ; -zodra de administratieve entiteit in een uitspraak berust heeft of zodra de administratieve entiteit opdracht tot hoger beroep/cassatie heeft gegeven. 21
Aan de advocaat kan een betaling in mindering op zijn ereloon worden gedaan na het neerleggen van een eerste inhoudelijke conclusie of memorie, alsook na een dagvaarding of het neerleggen van een verzoekschrift. Deze betaling in mindering bedraagt de helft van het ereloon dat geldt voor de gehele procedure. Bij het beëindigen van de procedure (onder de hierboven vermelde voorwaarden) zal dan het saldo vereffend worden. Ereloonstaten dienen te worden opgesteld in één exemplaar. Deze bevatten minstens volgende vermeldingen: - naam advocaat - naam dossier - rolnummer - referte advocaat - referte administratieve entiteit - reeds betaald bedrag in die zaak - verschuldigd bedrag - rekeningnummer advocaat+ gewenste mededeling - handtekening advocaat De RPV die door de administratieve entiteit dient terugbetaald te worden aan de advocaat dient apart vermeld te worden op de ereloonstaten. Indien zich tijdens de uitvoering van de opdracht buiten de wil van de partijen feiten of omstandigheden voordoen (bv. een extreme complexiteit van de opdracht of bijkomende juridische verwikkelingen) die tot gevolg hebben dat de advocaat de prestaties die hij ingevolge deze overeenkomst dient te leveren, niet meer zoals vereist en op een behoorlijke wijze kan uitvoeren tegen het overeengekomen ereloon, dient hij de opdrachtgevende entiteit daarvan zo spoedig mogelijk, schriftelijk, in kennis te stellen, en kan hij verzoeken om een herziening wat betreft het ereloon. Zijn verzoek dient behoorlijk gestaafd te zijn. In geval van akkoord kan de opdrachtgevende entiteit een herziening toestaan, door bijvoorbeeld de toepassing van een veelvoud van het forfaitaire ereloon of een (aanvullende) vergoeding per uur. Deze afwijking van het forfaitaire ereloon dient voorafgaand aan de facturering het voorwerp uit te maken van een schriftelijk akkoord tussen de partijen.
b) kantoorkosten Er wordt bovenop de erelonen geen kostenvergoeding toegekend voor kantoorkosten (verplaatsingskosten, telefoon, e-mail en/of faxkosten, briefwisseling, kopie’s, secretariaatskosten, …). Indien vertalingen dienen te gebeuren dient aan de administratieve entiteit te worden gevraagd of zij kan in staan voor de vertaling. Indien de advocaat op aangeven van de administratieve entiteit beroep dient te doen op een vertaalbureau worden de vertaalkosten integraal ten laste genomen van het Vlaamse Gewest.
c) gerechtskosten Alle gerechtskosten, onder andere rolrechten, gerechtsdeurwaarderskosten, betekeningskosten, dagvaardingskosten, erelonen en kosten van 22
gerechtsdeskundigen, rechtsplegingsvergoedingen, enz… worden op verzoek van de advocaat rechtstreeks door de opdrachtgevende entiteit aan de gerechtigde vereffend. Slechts wanneer zulke kosten onmiddellijk dienen betaald te worden, zal de advocaat ze voorschieten en zullen ze nadien door de opdrachtgevende entiteit terugbetaald worden, na voorlegging door de advocaat van een gedateerde en ondertekende vorderingsstaat, alsmede het verantwoordingstuk. Deze kosten dienen door de advocaat bij wijze van een aparte factuur gevorderd te worden. Zij mogen dus niet opgenomen worden in de ereloon- of kostenstaat. De ondertekende ereloonstaten, alsmede de verzoeken tot vergoeding van gerechtskosten, worden gericht aan de betrokken dossierbehandelaars van VLABEL. De betalingen van de erelonen en kosten van deze overeenkomst dienen te geschieden binnen de dertig kalenderdagen vanaf de datum van de ontvangst van het betalingsverzoek.
Artikel 8 : INDEXERINGSCLAUSULE De in dit bestek voorziene tarieven kunnen niet worden geïndexeerd. Deze werkwijze is ingegeven door volgende motieven: - bij de vaststelling van de huidige tarieven werd reeds een belangrijke verhoging doorgevoerd t.o.v. van de voorheen geldende tarieven; - de eenduidigheid van de tarieven; Artikel 9 : DERDENGELDEN In principe dient de advocaat de gelden die bestemd zijn voor de opdrachtgevende entiteit (met uitzondering van de RPV) rechtstreeks door de tegenpartij aan de opdrachtgevende entiteit te laten storten op het door de opdrachtgevende entiteit opgegeven rekeningnummer met vermelding van haar kenmerk. Momenteel is dit rekeningnummer voor alle heffingen BE02 3751 1109 9940. (met uitzondering van de VHW heffing (BE27 3751 1110 3273) en de RPV’s en kosten (zie hierna)) Indien de advocaat toch gelden voor de opdrachtgevende entiteit ontvangt, stort hij deze binnen de kortst mogelijke tijd en maximaal binnen de veertien dagen door aan de entiteit. De advocaat mag in dat geval op de bedragen die hij ontvangt voor rekening van de entiteit geen sommen inhouden tot dekking van voorschotten of staten van ereloon. Het is m.a.w. niet toegestaan compensatie door te voeren tussen de openstaande ereloonstaat en de van de tegenpartij ontvangen rechtsplegingsvergoedingen of andere bedragen. Indien de opdrachtgevende entiteit bedragen verschuldigd is aan de tegenpartij, bezorgt de advocaat haar het rekeningsnummer waarop de storting dient te gebeuren. De entiteit staat dan zelf in voor de betaling. In het geval de entiteit de door haar aan de tegenpartij verschuldigde bedragen toch via de advocaat betaalt, dan dient deze de gelden onmiddellijk door te storten aan deze derden.
Artikel 9bis : RECHTSPLEGINGSVERGOEDING
23
Indien het Vlaamse Gewest ten laste van een tegenpartij recht heeft op een rechtsplegingsvergoeding dient deze betaald te worden op de derdenrekening van de advocaat van het Vlaamse Gewest. De advocaat van het Vlaamse Gewest dient deze vervolgens integraal door te storten aan VLABEL. Deze RPV kan niet bij wijze van provisie en schuldvergelijking in mindering worden gebracht op zijn erelonen die hem nog verschuldigd zijn. Ongeacht het perceel dienen de RPV’s gestort te worden op volgend rekeningnummer: BE60 3751 1110 2970. Als referentie dient steeds meegegeven te worden “ RPV-heffing-dossiernummer.” Voor de heffingen kunnen volgende afkortingen worden gebruikt: -onroerende voorheffing: OV -verkrottingsheffing woningen: VHW -leegstandsheffing bedrijfsruimten: LSB -successie- en registratierechten: SUCC/REG -verkeerbelastingen (incl. Eurovignet): VKB -planbatenheffing: PBH -indien het een dossier betreft dat verschillende van voormelde heffingen betreft: ALLE Concreet vb.: RPV – OV – 002538974561 RPV-VHW-G040787 Dit rekeningnummer kan ook worden aangewend om kosten die werden voorgeschoten door VLABEL en die werden gerecupereerd door te storten aan VLABEL. In de mate dat een dossier wordt afgesloten met een gunstig resultaat zal VLABEL bovenop de erelonen de ontvangen rechtsplegingsvergoeding terugstorten aan de advocaat (dit ten belope van een maximum van 1000 euro.) voor zover dit bedrag wordt vermeld op de ereloonstaat.1
Artikel 10 : VERZEKERING VOOR BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID Indien de zaak waarvoor de advocaat is aangesteld een waarde betreft die het bedrag waarvoor hij door zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekering via de baliebijdrage gedekt is overtreft, zal de advocaat voor die zaak een gepaste bijkomende verzekering aangaan. Hij legt hiervan het bewijs voor aan de administratieve entiteit.
Artikel 11 : TOEZICHT OP UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST De leiding en het toezicht op de uitvoering van deze overeenkomst wordt uitgeoefend door de heer Marc de Kort, afdelingshoofd van de afdeling Coördinatie inning en invordering en dossierbehandeling.
1
Om fiscaal-technische redenen is een onmiddelijke inhouding door de advocaat niet mogelijk. 24
Telkens wanneer de administratieve entiteit het nodig acht, kan de advocaat geëvalueerd worden en uitgenodigd worden op een opvolgingsgesprek waarbij het functioneren van de advocaat kan bijgestuurd worden. Die bijsturing kan vanzelfsprekend ook gebeuren via bemerkingen die de dossierbehandelaars in het kader van een concreet dossier doorgeven. Omgekeerd kan een advocaat die niet tevreden is over zijn contacten met en ondersteuning door de dossierbehandelaar van de administratieve entiteit contact opnemen met de coördinator van het team geschillen en advies. Indien desondanks de advocaat ondermaats presteert en zijn verplichtingen ingevolge de overeenkomst (inz. het artikel 6) niet nakomt, stelt de administratieve entiteit de tekortkomingen vast in een proces-verbaal waarvan een afschrift onmiddellijk bij ter post aangetekende brief aan de advocaat wordt gezonden. De advocaat dient zonder verwijl zijn tekortkomingen te herstellen. Hij kan bij ter post aangetekende brief aan de administratieve entiteit, te verzenden binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de postdatum van het toezenden van het proces-verbaal, zijn verweermiddelen doen gelden. Zijn stilzwijgen na die termijn geldt als een erkenning van de vastgestelde feiten. Wanneer de tekortkomingen van de advocaat blijven aanhouden, stelt de advocaat zich bloot aan sancties. Meer bepaald heeft de administratieve entiteit het recht om de overeenkomst ten aanzien van de betrokken advocaat voortijdig te beëindigen en de rechtszaak(zaken) die hij behandelt hem te ontnemen en aan een andere advocaat toe te vertrouwen. Op het eerste verzoek, zal de advocaat aan de entiteit de stukken van het dossier terugbezorgen. Er zullen hem dan ook geen nieuwe zaken meer toevertrouwd worden. Dergelijke vroegtijdige opzegging van de overeenkomst door de administratieve entiteit is zonder schadevergoeding, maar eventueel nog verschuldigde erelonen voor geleverde prestaties en gemaakte kostenbedragen worden hem nog wel uitbetaald. Elke inbreuk waarvoor geen speciale straf is voorzien en waarvoor – na een voorafgaande ingebrekestelling - geen enkele rechtvaardiging werd aanvaard of binnen de vereiste termijn werd verstrekt, wordt van rechtswege bestraft, hetzij met een enige straf van 250 euro, hetzij zo de overtreding onmiddellijk behoort te worden hersteld, met een straf van 125 euro per dag in gebreke zijn. De administratieve entiteit is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd. De administratieve entiteit is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de dienstverlener niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven bepaald, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze inbreuk werd vastgesteld. Deze straffen kunnen worden ingehouden op het verschuldigde ereloon.
25
Artikel 12 : VOORTIJDIGE BEËINDIGING VAN DE OPDRACHT – VERHINDERING – CONTINUÏTEIT VAN DE DIENSTVERLENING a)Indien de advocaat tijdens de looptijd van de hem toevertrouwde dossiers zijn werkzaamheden als advocaat zou stopzetten of door onvoorziene omstandigheden zijn opdracht niet verder zou kunnen uitoefenen, zal hij hiervan ten spoedigste de administratieve entiteit in kennis stellen. In dat geval wordt de zaak door de administratieve entiteit overgedragen aan een andere advocaat (desgevallend behorende tot de advocaten met wie de raamovereenkomst werd gesloten). De ontslagnemende advocaat bezorgt op verzoek van de administratieve entiteit onverwijld het dossier aan de nieuwe advocaat. Hetzelfde geldt wanneer de advocaat die de zaak van de entiteit niet langer kan of wil behartigen, behoort tot een associatie van advocaten. In het geval de zaak behandeld wordt door een team van advocaten behorend tot een associatie, wordt de zaak verder behandeld door de overige leden van het team. b) De advocaat dient te allen tijde de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren. In geval van afwezigheid van de dienstverlener (ziekte, vakantie, …) zal hij telkens de naam opgeven van diegene die tijdens zijn afwezigheid, onder zijn verantwoordelijkheid, de dossiers zal behandelen en met wie de administratieve entiteit desgevallend contact zal kunnen opnemen. Het kantoor dient tijdens de werkdagen tijdens de kantooruren van 9u tot 12u en van 14u tot 17.30 u steeds bereikbaar te zijn.
Artikel 13 : CONFIDENTIALITEIT Onverminderd zijn deontologische verplichtingen voortvloeiend uit zijn inschrijving op het Tableau van de Orde van Advocaten, garandeert de advocaat dat hij het beroepsgeheim zal respecteren en dat hij de informatie waarvan hij kennis krijgt bij het behandelen van het dossier van de opdrachtgevende overheid, vertrouwelijk zal behandelen.
Artikel 14 : RECHTSVORDERINGEN Elke rechtsvordering van de dienstverlener tegen de opdrachtgevende overheid, wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank.
26
IV. OFFERTEFORMULIER (u vermeldt hier het besteknr., ev. het perceelnr. of de perceelnummers waarvoor een offerte wordt ingediend)
Opdracht voor diensten : juridische bijstand en vertegenwoordiging voor rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting
Bestek nr. 2013/FB/VLABEL/advocaten Deze offerte heeft betrekking op het volgende perceel of op de volgende percelen (nummers invullen): ………………………………………………………………………………… A. ALGEMENE VERBINTENIS OFWEL (* doorhalen wat niet van toepassing is) De ondergetekende (naam en voornaam, hoedanigheid of beroep, nationaliteit, adres):
OFWEL (* doorhalen wat niet van toepassing is) De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel):
vertegenwoordigd door de ondergetekende(n)
verbindt zich op zijn, resp. verbinden zich hoofdelijk op hun, roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek beschreven opdracht.
B. ALGEMENE INLICHTINGEN - Ondernemingsnummer:
- BTW-nummer:
- RSZ-nummer:
27
C. BETALINGEN De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnr. ......................................... van de financiële instelling ................................... geopend op naam van ....................................................
D. RSZ - VERPLICHTINGEN De Belgische inschrijver die bij de RSZ een bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 euro in de zin van art. 62, §1, van het KB van 15 juli 2011, voegt bij deze offerte alle inlichtingen over de in dezelfde bepaling bedoelde schuldvorderingen die hij zou bezitten. De buitenlandse inschrijver voegt bij deze offerte desgevallend een attest of een verklaring in de zin van art. 62, § 2, van het KB van 15 juli 2011.
E. FISCALE VERPLICHTINGEN De inschrijver die een beroepsmatige fiscale schuld heeft van meer dan 3.000 euro in de zin van artikel 63 van het KB van 15 juli 2011, voegt bij deze offerte alle inlichtingen over de in deze bepaling bedoelde schuldvorderingen die hij zou bezitten.
F. BIJLAGEN Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: de curriculum vitae en de in het bestek voorziene conclusie(s)
Gedaan te .................................................. op .......................................
De inschrijver(s),
______________________________________________________________ H. VAK BESTEMD VOOR GOEDKEURING DOOR OVERHEID
28