COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
VERSLAG VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN bouwplannen WOENSDAG 9 januari 2013 EPII, kamer 7.22 , 7e etage– Galvanistraat 15 - Rotterdam
AANWEZIGHEID: Commissie: Steenhuis, Bloks, Bakker, Berns, Galema, Stuhlmacher, Winkel (alle leden aanwezig) Secretariaat: Pronk, Schut (commissiesecretaris) Adviseurs: Haaring (ged.)
1
OPENING (en vaststellen van de agenda)
13:00
2
VOORBESPREKING
13:00
3
BOUWPLANNEN (zie overzicht volgende pagina) Openbare toetsing van plannen aan de Welstandsnota Rotterdam
Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4894808, e-mail adres:
[email protected]
14:30 – 16:50
COMMISSIE 3.
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
BOUWPLANNEN
14:30 – 17:00
3.1 Pilotstudie Vreewijk omschrijving: ontwerp: dossier:
14:30
presentatie van de pilotstudie voor 3 pilotprojecten in Vreewijk Arie Verheij, Bouwhulpgroep Eindhoven collegiaal overleg, geen plan
Aanwezig bij de bespreking zijn Mireille van Loosbroek van Havensteder, Daniëlle Timmer van PMB Rotterdam en Trevor James namens de bewoners van Vreewijk Mireille van Loosbroek vertelt dat de opdracht aan de Bouwhulpgroep is geweest om een pilotstudie uit te werken voor een drietal locaties met het uitgangspunt “behoud tenzij”. Aanvankelijk was de gedachte dat de woningen aan het Reigerpad niet behouden zouden kunnen worden en er ook bij de bewoners bereidheid was om een nieuwe woning te betrekken. Nader onderzoek heeft echter laten zien dat ook hier de woningen niet zodanig zijn verzakt, of de fundering zo slecht is dat de woningen niet behouden kunnen blijven. “Ketenintegratie”, een procesvorm waarbij alle betrokken partijen van het begin af aan betrokken worden in de planontwikkeling, is door Havensteder gekozen om het proces te optimaliseren en de kosten te controleren. Vreewijk leent zich daar goed voor vertelt Van Loosbroek vanwege de hoge repetitiefactor. In december is er een overleg geweest met een aantal betrokken instanties en daarin is naar voren gekomen dat er een overkoepelende visie nodig om de samenhang in Vreewijk te bewaken en behouden. Daar is een supervisor voor nodig en die is er nog niet maar die komt er wel. De pilotstudie die nu gepresenteerd wordt, moet worden gezien als een haalbaarheidsonderzoek. Arie Verheij vertelt dat de Bouwhulpgroep, adviseurs en architecten, al 35 jaar bestaat en voornamelijk werkt in de bestaande voorraad. Daarom sluit deze opdracht ook goed aan bij de expertise van de Bouwhulpgroep. De bedoeling van de pilotstudie is om uit te vinden of de uitgangspunten van het Verbeterprogramma realistisch zijn, waar het proces wringt, en of uitgangspunten zo nodig moeten worden bijgesteld. De uitgangspunten waarmee de Bouwhulpgroep aan de slag zijn gegaan zijn de aanwijzing van Vreewijk als Beschermd stadsgezicht, het Verbeterprogramma Tuindorp Vreewijk 2011, het ontwerp bestemmingsplan, de financiële randvoorwaarden van Havensteder, en de bewonerswensen van de zittende en toekomstige bewoners. Verheij vertelt dat er een potentieel conflict zit tussen de historische ontwerpprincipes en wat in de jaren Tachtig is bereikt voor de bewoners. Het grootste conflict komt tot uitdrukking bij de reductie van de dakkapellen omdat het Verbeterprogramma stelt dat de dakkapellen zodanig gereduceerd moeten worden dat er voldoende dakvlak over blijft, en de bewoners een zo groot mogelijk woonoppervlak op de verdieping willen. Uit het bestemmingsplan volgt dat de dakkapellen tot tweederde van de woningbreedte groot mogen worden, wat kleiner is dan wat op veel woningen nu voorkomt maar groter is dan wat in het Verbeterprogramma wordt voorgesteld. De Bouwhulpgroep heeft vier typen uitgewerkt waarvan Verheij er twee aan de commissie presenteert. Als eerste type O, een brede ondiepe woning aan de Weimansweg met de status van Rijksmonument. Deze worden hersteld naar vrijwel het oorspronkelijke beeld en ook de indeling van de begane grond blijft vrijwel gelijk. Alleen op de verdieping verdwijnt er een kamer waardoor het van een vier- een driekamerwoning wordt. De bewoners willen dat verlies van vloeroppervlak niet vertelt Verheij, maar het is wel een mooie driekamerwoning merkt hij op. De andere woning die Verheij laat zien is Type D3 aan het Reigerpad, een type dat op meerdere plaatsen in Vreewijk voorkomt. Kenmerkend voor dit type is de lage goot aan de voorzijde en een Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4894808, e-mail adres:
[email protected]
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
wat hoger opgetrokken gevel aan de achterzijde. Aan voor- en achterzijde hebben deze woningen nu een aangekapte (uit het dakvlak voorkomend en met pannen bedekt) en doorlopende dakkapel over de volledige lengte van het dakvak. Dit type wordt gekenmerkt als beeldondersteunend. Het voorstel is om de voor- en zijgevel in vrijwel oorspronkelijke toestand te herstellen, de aangekapte dakkapellen te verwijderen en er weliswaar brede maar losse dakkapellen voor terug te plaatsen. Dit leidt tot het genoemde conflict omdat de dakkapel die hoger in het dakvlak komt en smaller is, tot een behoorlijk verlies aan vloeroppervlak op de verdieping leidt. De vraag die de bewonersorganisatie dan ook stelt of het niet mogelijk is om bij het toepassen van de ontwerpregels van het Verbeterprogramma uit te gaan van de bestaande situatie bij de renovatie. Voor type D3 betekent dat bijvoorbeeld dat er ofwel moet worden uit gegaan van het historische ontwerp of van het huidige bouwvolume. En als er moet worden uit gegaan van het oorspronkelijke ontwerp, geldt dat dan voor voor-, achter- en zijgevel vraagt Verheij? Mireille van Loosbroek voegt daar aan toe dat het voor Havensteder uiteindelijk ook van belang is of het goed verhuurbare woningen oplevert. Arie Verheij vertelt nog dat er nog veel bewoners zijn die destijds hebben gestreden voor het vergroten van de woning en dat die zich dat goed weten te herinneren. Dat historisch besef maakt het voor hen moeilijk afstand te doen van hetgeen ze nu hebben. reactie van de commissie De commissie wijst er op dat het Verbeterprogramma, de leidraad en handvat voor het herstel van Tuindorp Vreewijk, een bestuurlijk vastgesteld document is dat de commissie niet gemakkelijk terzijde kan schuiven. Het Verbeterprogramma is bovendien het vervolg en de uitwerking van de uitgebreide Cultuurhistorische Verkenning die in 2009 is gemaakt waarin wordt beschreven hoe Vreewijk tot stand is gekomen en wat Vreewijk zo bijzonder maakt, tegelijk de reden dat Vreewijk inmiddels is aangewezen als Beschermd Stadsgezicht. In zowel de Cultuurhistorische Verkenning als in het Verbeterprogramma staat dat de samenhang in een straat (gevelwanden, daken, beplanting, inrichting) nog belangrijker is dan de samenhang binnen een buurt. De commissie kan daarom niet met zekerheid zeggen wat de voorgestelde benadering die is gepresenteerd betekent omdat de woningen steeds afzonderlijk zijn gepresenteerd, maar niet in hun onderlinge samenhang, als onderdeel van het straatbeeld. De panden en de Rijksmonumenten aan weerszijde van de straat is weliswaar cultuurhistorisch interessant, maar doet geen recht aan de richting die in het Verbeterprogramma is gekozen, namelijk om de samenhang binnen de verschillende straten terug te brengen. Dat kan betekenen dat rijksmonumenten niet precies volgens het authentieke beeld worden hersteld, en dat bij de beeldondersteunende panden meer kenmerken worden teruggebracht van het oorspronkelijke beeld. Tegelijk zijn juist de geringe verschillen tussen de verschillende blokken van belang, niet alleen in detail maar ook in kleur. Voor wat betreft de vraag of er bij de renovatie van de woningen niet ook uit gegaan zou kunnen worden van de huidige situatie stelt de commissie dat deze vraag op het verkeerde moment wordt gesteld. Juist het pilotprogramma zou inzicht moeten geven in de gevolgen en daarmee de nieuwe mogelijkheden en beperkingen van de benadering die nauwkeurig wordt beschreven in het Verbeterprogramma. Dus eerst kijken wat het uitvoeren van het pilotprogramma uit het Verbeterprogramma oplevert zodat er met alle betrokken partijen kan worden bekeken en benoemd wat de uitvoering volgens het Verbeterprogramma werkelijk, in elk opzicht, zou opleveren: financieel, in woonkwaliteit en cultuurhistorisch. Daar moet niet op vooruit worden gelopen. Overigens zou het interessant zijn om te onderzoeken of er voldoende zogenoemde “weigerwoningen’ uit de vorige renovatieronde (die in meer of meer oorspronkelijke staat verkeren) zijn die als “pilotwoning” (aanvullend) gebruikt kunnen worden. Een dergelijke voorbeeldwoning kan ook de verbeteringen ten aanzien van de bestaande situatie inzichtelijk maken
3
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
De commissie merkt op dat er met zichtbaar veel energie aan de pilots wordt gewerkt. Zij denkt wel dat deze bespreking ook het belang van een supervisor duidelijk maakt en hoopt met de opdrachtgever dat de aanstelling van een supervisor op korte termijn kan bijdragen tot goede start van de renovatie van tuindorp Vreewijk.
4
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
3.2 Van Vollenhovenstraat 33 omschrijving: ontwerp: dossier:
15:10
plaatsen van een woning/dakopbouw op garage United Architects conceptaanvraag 637224
Bij de bespreking aanwezig is Bas de Boer Luuk de Boer laat aan de hand van een grote maquette zien dat zich tussen het pand Van Vollenhovenstraat 33 en het buurpand een steeg bevindt die toegang geeft tot de tuin. Deze steeg behoort tot het kavel van Van Vollenhovestraat 33. Deze betrekkelijk unieke situatie maakt het mogelijk dat er overeenkomstig de wens van de eigenaar van het pand wordt onderzocht of het mogelijk is een zelfstandige woning achter in de tuin te maken. Bovendien is er een tweede toegang vanaf het Westplein. Het gebied achter de panden aan de Van Vollenhovenstraat en het Westplein is nu een rommeltje stelt De Boer, hoewel er op het terrein van het buurpand wel een mooie boom staat. Tot aan 1943 is de plek achter het huis gebruikt als tuin. In de oorlog is er een grote bunker gebouwd als commandocentrum voor de bezetters. Deze bunker is uiteindelijk pas in de jaren Negentig gesloopt. Het voorstel gaat uit van de idee om de daar eens aanwezige bunker in de vorm van een gesloten wand terug te laten komen met daarboven, net zwevend, een volume met aan drie zijden glas. In de plint bevinden zich utilitaire functies als slaapkamers, badkamer, een dubbele garage en een berging. De slaapkamers krijgen hun licht via een klein hofje dat grenst aan de tuin van het monument en via de opening tussen onderbouw en bovenbouw. De verblijfsruimten daarboven zijn rondom voorzien van glas waarbij de transparantie kan worden geregeld door middel van -bijvoorbeeld- gordijnen. reactie van de commissie De commissie spreekt van een mooi voorstel dat een positieve bijdrage kan leveren aan de wat desolate en versteende omgeving. Toch zijn er ook vragen die beantwoord moeten worden in de uitwerking wil het tot een positief advies komen: 1. Niet alleen de voorgevel van het pand Van Vollenhoven 33 is beschermd als monument maar ook de achterzijde (en het interieur): hoe verhoudt de nieuwbouw zich tot deze monumentale achtergevel. Daarbij moet ook in aanmerking worden genomen dat de gebiedsgerichte criteria vragen dat bijgebouwen ondergeschikt blijven aan het hoofdvolume. Een wat kleiner volume lijkt de verhouding tussen de nieuwbouw als bijzonder object en het monumentale pand zeker goed te doen. 2. Er is onduidelijkheid over het materiaal voor de gevel van het plintvolume. Gezien de hoogte en lengte van deze wand is staat of valt de acceptatie en mogelijk zelfs waardering van de nieuwbouw bij het materiaalgebruik en detaillering van de alom aanwezige wand. De commissie ziet met belangstelling uit naar een aangepast en verder uitgewerkt ontwerp.
Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4894808, e-mail adres:
[email protected]
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
3.3 Calandstraat omschrijving: ontwerp: dossier:
15:30 wijziging interieur en gevels Weeda van der Weijden conceptaanvraag 598444
Paul van der Weijden neemt de commissie mee in een toelichting op de geschiedenis van het complex Calandstraat 5, 7 en 9. Opgezet als een kantoor met aan weerszijde een woonhuis is het nu een ad-hoc samenstel van ruimten die in elkaar overlopen. In het midden van het hoofdvolume bevindt zich een centrale ingang die voorheen toegang gaf tot een royale hal met links en rechts een zone die werd verlicht door een lichtstraat die het voor- en achtergedeelte van elkaar scheidde. In de tachtiger jaren is er door Van den Broek en Bakema veel verwijderd uit het interieur en is er ook veel aan toegevoegd in een geheel afwijkende (‘ludieke’) vormentaal. Al met al is het nu een hybride gebouw geworden en eigenlijk ook wel altijd geweest stelt Van der Weijden. De voorgevel is van grote kwaliteit, zowel in materiaal als in ordening. De mooie, vrijwel nog geheel oorspronkelijk kozijnen zijn nog in goede staat. Alleen de later toegevoegde hellingbaan die de gave ordening verstoort, zal worden verwijderd. Het geheel gewijzigde voorstel dat nu wordt voorgelegd blijft binnen de gevels van het huidige volume en de drie delen (5,7,9) worden afzonderlijk ontwikkeld en ontsloten. Binnen de gevels van het pand worden woningen aan de voor- en achtergevel gemaakt die worden ontsloten vanaf een middengang, overeenkomstig de oorspronkelijke ruimtelijke opbouw van het kantoor. Ook de centrale hal en een vide komen terug, hoewel de vide kleiner is dan destijds en de gang wat verschoven is. Vanuit de centrale gemeenschappelijke hal is er toegang tot een lift en trappen aan de beide uiteinden van de middengang. Om in de woning op de tweede verdieping aan de achterzijde een insteekverdieping te kunnen maken is het voorstel om het dak, maar niet tot aan de achtergevel, met anderhalve meter te verhogen. In de achtergevel worden enkele deuren toegevoegd en blijft verder vrijwel ongewijzigd. Er komt een gebalanceerd ventilatiesysteem in het pand, maar de bewoners krijgen wel de mogelijkheid een raam te openen. De installatiekanalen verlopen via de wanden langs de middenzone en komen bovendaks uit. reactie van de commissie De commissie is gelukkig met de wending die het plan heeft genomen en meent dat er op passende wijze gevolg is gegeven aan de oproep om uit te gaan van de historische structuur van het pand. De commissie maakt voor wat betreft de vervolgfase de volgende opmerkingen: - het welslagen van het project staat of valt met de uitwerking in detail en materiaal; - de voormalige woonhuizen worden nu in het plan losgemaakt van het voormalige kantoorgedeelte, maar het pand is als een geheel aangewezen als monument. Er moet voor worden gewaakt dat het pand na oplevering uiteenvalt. Daarom moeten er garanties worden ingebouwd door middel van voorwaarden in de monumentenvergunning; - er moet beter inzichtelijk worden gemaakt wat er nog aan historisch materiaal aanwezig is; er mag beslist niets aan historisch materiaal worden verwijderd uit het pand voordat er een vergunning is afgegeven voor het nieuwe plan. Voor een nauwkeurige planvorming en een heldere beoordeling door de commissie voor welstand en monumenten is het beslist noodzakelijk dat er een cultuurhistorische verkenning wordt gemaakt die inzicht geeft in wat nog oorspronkelijk is, wat nu aanwezig is, en wat de waarde is van de nog aanwezige onderdelen. Dat maakt het ook mogelijk een overkoepelende visie te ontwikkelen voor het pand als geheel. De commissie ziet een verder uitgewerkt schetsontwerp met belangstelling tegemoet.
Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4894808, e-mail adres:
[email protected]
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
3.4 Motorstraat (5e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
MONUMENTEN ROTTERDAM 16:00
oprichten van een zorghotel HD Projectrealisatie OMV.12.03.00427-01
Martijn Verhaar vertelt dat hij de commissie zal bijpraten over de gewijzigde materialen voor het revalidatiehotel. Er is een wat strakkere, zakelijker steen gevonden, een strengperssteen, maar wel met een warme tint en een klein reliëfje. Het raster dat over de gevels loopt dat voorheen was opgebouwd uit een plaatmateriaal met “betonlook” is nu, met verwijzing naar de Wederopbouwarchitectuur uit de omgeving, gemaakt van vierzijdig omgezette aluminium beplating in een lichtgrijze kleur. De aluminium zonweringslamellen zijn op de begane grond en de dakverdieping uitgevoerd in wit in tegenstelling tot de aluminium vinnen van de serre die in een champagnekleur worden geanodiseerd. Een meer natuurgetrouwe oplossing dan de houtprint van het vorige voorstel stelt Verhaar. Toegevoegd aan de serre zijn horizontale aluminium regels ter hoogte van plafond en bovenzijde vloer, die in een net afwijkende tint zijn geanodiseerd als de verticale vinnen. Hierdoor ontstaat er wat meer gelaagdheid in de gevel en komt ook het raster terug uit de gevel van het hoofdvolume. reactie van de commissie Het huidige voorstel sluit beter aan op wat in deze omgeving verwacht wordt en zoals dit vertaald is in de criteria uit de welstandsparagraaf Motorstraatgebied. Desondanks zal er op een tweetal onderdelen nog een slag moeten worden gemaakt. De commissie heeft er geen vertrouwen in dat het kader (grid) van gezet aluminium dat over de gevel loopt de stoere uitstraling heeft die het beoogd en niet op een vervelende manier verouderd. Verzocht wordt te zoeken naar een materiaal dat dichter ligt bij de meer natuurlijke materialen zoals het baksteen waarmee het grid is ingevuld. Deze opmerking heeft de commissie bij de vorige behandeling ook al aan de architect meegegeven. Voor wat betreft de ‘serre’ denkt de commissie dat het toevoegen van de horizontale regels een verrijking zou kunnen zijn wanneer deze, in beeld, een eenheid vormen met de verticale aluminium vinnen. Dat is nu nog niet het geval. Door kleur en positie blijven het afzonderlijke delen terwijl je verwacht dat ze onderdeel zijn van dezelfde gevelstructuur. Ook het gekleurde glas dat in belangrijke mate het beeld van deze gevel bepaald, zou deel moeten uitmaken van de kleurtoon en karakter van het aluminium grid dat er voor hangt. Het donkergrijze glas dat nu wordt voorgesteld is te koel en te kantoorachtig voor een complex met een zorgfunctie meent de commissie. De architect kan contact opnemen met het secretariaat voor overleg; een nieuw openbare behandeling lijkt niet nodig.
7
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
3.5 Jaffa Zuid (3e behandeling) omschrijving: ontwerp: status: dossier:
16:20
oprichten 52 woningen Jaffa Blok E Richard van Tiggele, Venster Architecten conceptplan OLO 397565
Aanwezig bij de bespreking is Jeroen Rooijers van Woonstad. Richard van Tiggele vertelt dat het al weer 7 maanden geleden is dat hij het conceptplan presenteerde aan de commissie en dat ze nu bijna de omgevingsvergunning gaan indienen en het project aanbesteden. Hij neemt de punten door die de commissie bij de vorige behandeling, in juni 2012, naar voren bracht. Voor wat betreft het gevraagde onderscheid tussen de gevels van de woningen in de ‘dienststraten’ en de gevelwand aan de Sophiakade merkt Van Tiggele op dat zij daar wel enig verschil in hebben aangebracht (“een onsje”) maar niet veel: ook in de dienststraten moet de Kralingse ‘chique’ ervaren worden. Op de hoek van de Fuikstraat en de Ommoordseweg werd door de commissie een bij de stedenbouwkundige ruimte passend volume gevraagd. Daar is deels aan tegemoet gekomen met een fors pand waarbij er bij oplevering dakkapellen op het voordakvlak worden aangebracht. Aan het hofje, de Sophiastraat, werd gevraagd om meer openheid. Daaraan wordt met de standaardwoning waarbij een keukenraam wordt geplaatst aan de straatzijde niet tegemoet gekomen. Als optie kunnen de bewoners wel een volledige deur laten aanbrengen in deze gevel die op het zuiden is gericht. Door standaard een wit kader aan te brengen rond de gevelopening vallen verschillen weg stelt Van Tiggele. Richard van Tiggele laat aan de hand van een meegebracht referentiebeeld nog zien op welke wijze hij een zijlicht naast een gesloten voordeur kan inpassen. Voor wat betreft de raamverhoudingen legt de architect uit dat hij de gevelopeningen van een diepe negge heeft voorzien en er ook nog een sprong zit tussen beneden- en bovenraam. Tenslotte toont hij de commissie een reeks opties waaruit de bewoners kunnen kiezen. reactie van de commissie Op hoofdlijnen komt het plan tegemoet aan de welstandscriteria uit de welstandsparagraaf die voor dit gebied van toepassing zijn. Op onderdelen schiet het nog te kort of ziet de commissie afwijkingen ten opzichte van de criteria. In de gebiedsontwikkeling, onderschreven door bestuur en opdrachtgever, wordt gestreefd naar het beeld van een afzonderlijke kleine series of losse panden die steeds van elkaar verschillen. Omdat er is ingezet op wat grotere verschillen dan historisch aanwezig, in het bijzonder in de dienststraten, mag verwacht worden dat dit wordt ondersteund door een verschil in raamtypen en voordeuren. Het verschil in raamtypen is beperkt maar kan nog ontstaan bij voldoende koperskeuzes voor andere typen raamopeningen, de voordeuren zijn echter allen gelijk. Daar moet een zichtbaar grotere variatie in worden aangebracht. Over het geheel kan gesteld worden dat een bepaalde hoeveelheid koperskeuzes in dit plan noodzakelijk zijn om de vereiste variatie te kunnen bereiken. Het is de vraag of/hoe dit wordt bereikt. De tuinmuur aan de zijde van de Fuikstraat, behorend bij de hoekwoning van de Sophiakade is in vormgeving en detaillering niet goed te begrijpen als zelfstandige tuinmuur, noch als voortzetting van de zijgevel van de woning. Een duidelijker keuze, leidend tot een heldere vormgeving, is noodzakelijk. De dakkapellen die zijn getekend als optie zijn hoger dan het gemeentelijk beleid toelaat (max. 1.50 meter). Dit zal moeten worden aangepast.
Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4894808, e-mail adres:
[email protected]
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
De optie tot een buitenruimte in het dakvlak is mogelijk maar in de getekende variant te groot; er moet voldoende dakvlak resteren. Aan beide voorgaande punten zou tegemoet gekomen kunnen worden door het gevelvlak tot boven de laatste verdiepingvloer op te trekken. Hierdoor wordt de zichtbaarheid van het dakvlak beperkt, winnen de panden aan gebruikoppervlak op de bovenste verdieping en wordt de zichtbaarheid van de opgaande zijgevels van de hogere types beperkt. Tegelijk kan daarmee de hoogte van de enorme kroonlijst van het hogere type wat gereduceerd worden. Rijzige verhoudingen, zeker aan de Sophiakade, zouden de essentie moeten zijn van de nieuwe Kralingse chique meent de commissie. Voor de Sophiakade, gesterkt door de welstandscriteria, verwacht de commissie dan ook een gewijzigd voorstel. De commissie is met de architect voorstander van een blauw gesmoorde keramische dakpan. De commissie ziet een aangepast indieningsplan met vertrouwen tegemoet.
9
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
Commissieplan
3.6 Nieuwe Crooswijkseweg 123 (4e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
16:40
steenkeuze uitbreiding aula Ineke Hulshof, Hulshof Architecten OMV.12.03.00388-02
Ineke Hulshof, de architect, heeft een drietal monsterborden meegenomen voor de uitbreiding van de aula van de begraafplaats St. Laurentius. Haar voorkeur gaat uit naar een palet van rood genuanceerde vormbakstenen waarvan een deel gesinterd is. De voegen worden verdiept, glad, aangebracht. De commissie is nog niet overtuigd van het voorstel. Naar het zich laat aanzien is de steen in zijn basis te rood en mogelijk ook te weinig strak en hedendaags. Dit was immers de richting die de architect heeft gekozen. Het is noodzakelijk dat de architect meer onderzoek verricht en samen met een van de leden van de commissie op locatie een afweging maakt.
Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4894808, e-mail adres:
[email protected]