Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 Aanwezig: dhr. J.J. Ramekers (voorzitter), dhr. E.W.H. de Kievit, mw. C. Warmerdam-van der Ende, mw. A.S. van Kuijen-Cornelis de heer S.H. Visser, W.A. Reitsma (secretaris), mw. Y.Bink-Winterkamp, mevr. J.F. Wieringa, mevr. C.C.M. Koning, mevr. Th. Waterkamp, de heer A.T.M. Hijdra, dhr. J.E. Bogaers mw. A.J. B. Luiten, dhr. C. Dekker , Genodigden: mevrouw M. Kummer en mevrouw F. van der Jagt, beleidsmedewerksters Wmo bij de afdeling Werk Zorg en Inkomen van de gemeente Zoetermeer Voorts aanwezig: aantal belangstellenden (vert. ZVRZ, OSO, NVBS en platform Wmo Den Haag) Agenda: 1. Opening en vaststelling agenda 2. Verslag van de openbare vergadering van 29 januari jl. 3. Mededelingen 4. Adviesaanvraag Verordening Wmo 2013, beleidsregels en besluit Wmo 5. Rondvraag en sluiting
1. Opening en vaststelling agenda Bijzonder welkom beleidsambtenaren gemeente Zoetermeer en belangstellenden op de tribune. Agenda akkoord. 2. Verslag van de vergadering van 29 januari jl. Behandeling en vaststelling wordt doorgeschoven naar de volgende vergadering. 3. Mededelingen 14 mei staat er een reguliere vergadering van de Wmo-raad gepland. Besluit nemen over wel/niet doorgaan. 16 mei is er overleg met de Wmo-consulenten. Na afloop van deze vergadering bespreken welke punten aan de orde moeten komen. 4.
Adviesaanvraag Verordening Wmo 2013
Martine Kummer en Francine van der Jagt lichten stand van zaken toe. N.a.v. de ambtelijke afstemming is aantal kleine wijzigingen in het voorstel aangebracht ten opzichte van de versie die de Wmo-raad heeft ontvangen, bijv. over de vraagverheldering. De Wmo-raad wordt verzocht met spoed advies uit te brengen. Mevrouw Wieringa vraagt hoe deze verordening zich verhoudt tot de plannen van het rijk t.a.v. de AWBZ. Is daar al rekening mee gehouden? Mw. Van der Jagt: Nee, dat kan nog niet omdat de plannen nog niet concreet zijn. Zij zullen naar verwachting 1/1/2015 in werking treden. De verordening zal dan opnieuw moeten worden aangepast. De heer De Kievit vraagt wat is veranderd aan de vraagverheldering. Wat is toegevoegd? Mw Kummer: Vraagverheldering is nu wel gedefinieerd. Na aanmelding volgt een inventarisatie van de situatie, eventueel uitmondend in een aanvraag van een individuele Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 1
Wmo-voorziening. De aanpak is anders. Voorheen was de gang van zaken: ik vraag een scootmobiel aan, wordt beoordeeld op basis van criteria en kom ik volgens de criteria daarvoor in aanmerking, dan krijg ik de scootmobiel. Nu zal veel meer de vraag aan de orde komen wat de aanleiding is om zo’n voorziening aan te vragen (vraag achter de aanvraag). En ook of er op andere manieren in de vastgestelde belemmeringen kan worden voorzien. De aanpak is als volg: • Cliënt meldt zich met vraag of probleem. Vragen om advies of informatie worden afgehandeld door het Wmo-loket. De overige vragen worden doorgeleid naar de consulenten. • De consulent gaat op huisbezoek om een vraagverhelderingsgesprek te voeren. Consulent inventariseert samen met de cliënt (en eventueel mantelzorger etc.) wat de vraag precies is, wat cliëntsysteem zelf kan, toetst wat algemeen gebruikelijk is in de zorg die nodig is, beoordeelt op basis van de verzamelde informatie of andere dan individuele Wmo-voorzieningen de belemmeringen kunnen compenseren en beoordeelt uiteindelijk of de aanvraag van de individuele Wmo-voorzieningen moet worden ingediend/doorgezet. Hiervan maakt de consulent een verslag (van gemaakte afspraken) dat nadien aan de cliënt wordt overhandigd/toegestuurd. Als er sprake is van een individuele Wmo-voorziening dan wordt ter plekke een aanvraagformulier ondertekend. Dan begint ook de afhandelingtermijn. Mw Bink vraagt of de gemeente nadat een voorziening is toegekend contact houdt met de cliënt om te volgen hoe ’t loopt. Is goede voorziening op tijd door leverancier geleverd, is voorziening effectief, is men tevreden of niet. Mw. Kummer antwoordt dat al eerder is afgesproken om leveranciers (bv. van HH) meer te monitoren en gebruikerspanels in het leven te roepen waarin met leveranciers wordt gesproken over de gang van zaken, algemene klachten, e.d. De Wmo-raad zal als zo’n panel fungeren. Mw. Luiten stelt dat de gekantelde werkwijze als effect heeft dat niet altijd een individuele voorziening nodig zal zijn maar een arrangement met ondersteuning van anderen. Gaat de gemeente daarbij ook een bemiddelende rol vervullen om het zover te krijgen dat het beoogde arrangement in de praktijk ook gaat werken. Mw. Kummer antwoordt dat de Wmo cliëntondersteunende organisaties bij de totstandkoming van zo’n arrangement wil betrekken, ook om te kijken of ’t werkt en naar de Wmo-consulent terug te koppelen als het niet werkt. Mw. Van Kuijen vindt dat dit wel in het voorstel moet staan. Mw. Wieringa vraagt zich af hoe de ICF-lijst bij de vraagverheldering zal worden betrokken. Wordt alles nagelopen? Mw. Kummer geeft aan dat dit niet nieuw is voor de consulenten. Zij werken al langere met bv. een checklist om overbelasting bij mantelzorg te kunnen achterhalen, om gebruikelijke zorg te kunnen aangeven, om normen toe te passen. De checklisten vormen een leidraad voor de consulenten. Als het gaat om de ICF-lijst dan zal het niet zo werken dat standaard alle vragen aan de orde moeten komen. In algemene zin geldt dat het toepassen van normen en criteria zich eigenlijk niet goed verhoudt met het uitgangspunt van een maatwerkoplossing voor die cliënt. Mw. Wieringa stelt dat hiermee slimme onderhandelaars de kans krijgen om er meer uit te slepen dan iemand die minder gehaaid is.
Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 2
Mw. Kummer antwoordt dat aanvragen niet via een geprogrammeerde instructie en standaard beslisboom zullen worden afgehandeld. Zij noemt hier het voorbeeld van aanvraagformulieren van de Belastingdienst waarbij je door kruisjes te zetten bij de (gestandaardiseerde) door het formulier wordt heen geleid om aan het einde ervan te zien waar je aanspraak op kan maken. Deze werkwijze is geen maatwerk. Mevrouw Waterkamp heeft bij de stukken een aantal documenten gemist. Bijv. de publieksversie van de verordening Deze publieksversie is nog in uitwerking. Daarin worden burgers voorgelicht over de werkwijze van de gemeente. Vraagverheldering wordt daar ook in toegelicht. Mevrouw Van Kuijen onderstreept de noodzaak van begrijpelijke en herhaalde communicatie richting de burgers. Ook aan de kant van de burgers zullen verwachtingen ten aanzien van de gemeente moeten wijzigen. Mw. Van der Jagt licht de voorlichtingscampagne toe die de gemeente gaat starten. Binnenkort gaat een grote voorlichtingscampagne is diverse media van start om burgers te informeren over de wijzigingen in de Wmo en het uitgangspunt van eigen kracht. Vóór 1 juli a.s. zal er in de lokale media gerichte informatie komen over eigen kracht, vraagverheldering en de verordening. Daarnaast zal ook de sociale kaart op de gemeentelijke website gemoderniseerd en toegankelijker worden zodat mensen via de website al op een spoor van een oplossing kunnen worden gezet. Mw. Wieringa vraagt of ook rekening wordt gehouden met het feit dat een aanzienlijke groep burgers analfabeet is of de taal niet beheerst. Hoe ga je die mensen bereiken? Mw. Kummer geeft aan dat er voorlichting gegeven wordt aan allerlei intermediairen die op hun beurt in contact komen of staan met burgers. Bijv. woningbouwverenigingen, wijkposten.Voorlichting gaat ook via de sociale wijkteams. Mw. Waterkamp adviseert om ook de eerstelijn voor te lichten. Mw. Kummer geeft aan dat er ook nieuwe folders in de maak zijn die breed zullen worden verspreid. Dhr. Ramekers vraagt aandacht voor de vraag in hoeverre de gemeenteambtenaren zijn toegerust om deze gekantelde werkwijze toe te passen. Zij kennen de “oude” werkwijze goed, zijn daar ook in geschoold. De nieuwe werkwijze vraagt een andere kijk, andere vaardigheden, duidelijke communicatie en goed kunnen luisteren. Mw. van der Jagt antwoordt dat de consulenten worden opgeleid en getraind, onderlinge casuïstiek bespreken en ook collegiale toetsing hebben georganiseerd. Mw. Van der Zwan (toehoorder) merkt op dat de komende decentralisaties de gemeente met een ander publiek zullen confronteren. Zij adviseert om de domeincheck te gaan gebruiken in het contact met de cliënt. Mw. Kummer zegt dat consulenten zoiets al wel gebruiken. De exacte naam van de methode is haar ontschoten. Vraagwijzer of zo. Er zijn er ook meerdere op de markt. De gemeente moet daarin nog een keuze maken. Mw. Wieringa vindt dit essentieel. Als niet duidelijk is hoe men naar iemand kijkt of moet kijken, dan zal de indicatie ook vaag en onduidelijk blijven. Zij pleit er voor om de gebruikte methodiek ook op te nemen in verordening. Dan is elke cliënt verzekerd van het gebruik ervan en wordt de werkwijze ook toetsbaar en meetbaar. Hoe objectief kun je een vraaggerichte werkwijze maken? Dhr. De Kievit merkt op dat als je naar een individuele oplossing/arrangement wilt, dat het niet zo kan zijn dat je bij iedereen uitkomt bij dezelfde voorziening. Dat kan in meerdere of mindere mate uiteen gaan lopen. Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 3
Mw. Waterkamp vraagt of altijd eerst moet melden alvorens een aanvraag kan worden ingediend? Mw. Kummer: Nee, dat is niet zo. De cliënt heeft altijd het recht om een aanvraag in te dienen. Wel staan de uitgangspunten voor de Wmo in de verordening. De verordening is op dat punt toekomstproof. Dhr. Hijdra vraagt naar hoe de bedragen tot stand zijn gekomen die in het Besluit MO staan. Mw. Kummer geeft aan dat dit normbedragen zijn die jaarlijks worden geïndexeerd. Daarnaast vloeien zij voort uit de besluiten van de gemeenteraad om te besparen op de Wmovoorzieningen. Mw. Waterkamp vraagt of je vooraf moet afspreken om langs het spreekuur van de Wmoconsulenten te gaan. De werkwijze is dat iemand naar het algemene nummer 14079 belt, daar wordt in enkele vragen een schifting gemaakt van wel/niet Wmo. Voor Wmo-vragen worden klanten doorverbonden met het loket ( voor algemene vragen om advies of informatie) of met hun consulent ( tijdens het telefonische spreekuur tussen 9.00 en 10.00 uur). Opgemerkt wordt dat de ervaringen met 14079 niet onverdeeld gunstig zijn. Je wordt er soms niet goed behandeld/bejegend. De deskundigheid van de medewerk(st)ers achter 14079 moet echt omhoog. Wmo-verordening De compensatieplicht in de verordening is anders geformuleerd dan in het B&W-voorstel. Bijvoorbeeld: contact aangaan is totaal iets anders dan mensen ontmoeten zoals in de Wmo staat. Mw. Kummer zegt dat het geenszins de bedoeling is dit anders te gaan doen dan in de wet bedoeld. Ontmoeten valt er gewoon onder. De omschrijving is ontleend aan een VNGuitwerking van de compensatieplicht. Geadviseerd wordt begrippen eenduidig te omschrijven en te hanteren. Mw. Waterkamp vindt het voortraject niet erg duidelijk. Er zijn 4 manieren om contact op te nemen met de gemeente maar dat heeft dan niet de status van een aanvraag. Niet duidelijk is ook wat de cliënt alvast kan doen om de oplossing voor zijn vraag te versnellen. De cliënt wordt in dit voortraject geconfronteerd met de vraag hoe gaat het nu precies verder in mijn geval. Op welke manier zoek ik contact met de gemeente, op welke termijn kan ik iets verwachten van de gemeente (nader contact, afspraak, huisbezoek e.d.). Wanneer begint de afhandelingtermijn van mijn vraag? Mw. Kummer geeft aan dat de cliënt niet vooraf hoeft te bepalen welke voorziening hij wil aanvragen. De volgorde is: eerste contact/melding, dan gesprek voor vraagverheldering(meestal huisbezoek). Als daaruit naar voren komt dat een individuele Wmo-voorziening nodig is dan wordt de aanvraag in behandeling genomen en volgt een beoordeling door de consulent. Mw. Kummer geeft aan dat er vooralsnog niet voor gekozen is om het verslag van de vraagverheldering te laten ondertekenen door de cliënt. De consulent stelt dit op en tekent. Een handtekening van de cliënt heeft h.i. geen echter meerwaarde en zal in de praktijk de afhandeling in tijd vertragen. Verschillende leden van de Wmo-raad stellen dat een handtekening van de cliënt duidelijk maakt dat ook de cliënt instemt met hetgeen is opgeschreven. Dit is belangrijk, ook voor het vervolg. Desgevraagd geeft mw. Kummer aan dat deze gang van zaken per situatie ook kan verschillen. Een aanvullende aanvraag op een verleende voorziening behoeft niet altijd met Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 4
een huisbezoek te worden afgehandeld of nog weer te worden verhelderd door een apart gesprek. Soms kan de telefoon toereikend zijn. Dhr. Visser vindt dat ook bij een vervolgaanvraag vraagverheldering nodig kan zijn. Dhr. De Kievit vraagt of de gemeente in beeld blijft als de aanmelding niet uitmondt in een aanvraag van een individuele voorziening maar in een of ander arrangement. Mw. Kummer zegt dat dit een aandachtspunt voor de gemeente is. Het is een nieuw aspect. Hoe kan de gemeente dit gaan volgen? Mw. Luiten is blij dat de gemeente daarvoor openstaat. Zij vindt dat de gemeente moet blijven monitoren hoe het loopt. Mw. Kummer kan zich voorstellen dat hierover een afspraak wordt opgenomen in het verslag van het vraagverhelderingsgesprek. Art. 12 lid 6: geadviseerd wordt hier op te nemen 1500 km met een maximum van 2000 km. Mw. Kummer licht toe dat dit nu een voorbeeld is hoe normen contraproductief kunnen zijn voor benodigd maatwerk. Suggestie: verplaatsingen beperkt tot een max. van 2000 km per jaar. Scootmobiel en stalling: als er geen stalling is of deze niet verantwoord is te maken, dan is de verstrekking van een scootmobiel thuis geen adequate voorziening. De gemeente gaat hier tot nu toe ver in door te onderzoeken van alternatieve stallingmogelijkheden en zelfs om deze te realiseren. In de gemeenteraad is een motie aangenomen om dit probleem nader te onderzoeken. Hoofdstuk 6, advisering. Medische adviseurs verrichten hun werk op basis van een contract met de gemeente. Dit waarborgt een onafhankelijke en zo objectief mogelijke beoordeling. Hoofdstuk 7: slotbepalingen. De indexering wordt algemeen gepubliceerd. PGB-houders krijgen een brief daarover. Hoe zit het proces in elkaar als je een dure aanpassing van je eigen woning aanvraagt en vervolgens op basis van het primaat verhuizen gezocht moet worden naar een andere geschikte (koop)woning. In 999 van de 1000 gevallen is zo’n woning er niet, ook na 6 maanden wachttijd niet. Zoiets is frustrerend voor de cliënt. Mw. Kummer adviseert deze vraag mee te nemen naar het overleg met de Wmo-consulenten. Besluit MO 2013 Regiotaxi, hoe werkt dit? Cliënten krijgen een pas met het toegekende aantal zones. Per keer wordt afgeschreven als de pas langs de scan wordt gehaald. De cliënt betaalt daarnaast 0,65 eurocent per verreden zone. Wie krijgt de scootmobiel die na 8 jaren is afgeschreven? De scootmobiel wordt in bruikleen aan de cliënt verstrekt. De gemeente is eigenaar. Na 8 jaren gaat het apparaat terug naar de leverancier. Met de leverancier zijn afspraken gemaakt over de verdere afhandeling. Vanuit de Wmo-raad worden daarbij vragen gesteld. Zou het niet redelijker zijn om de scootmobiel aan de cliënt over te dragen. Hij heeft gedurende deze jaren een forse eigen bijdrage betaald, gebaseerd op de kostprijs van de voorziening. De gemeente zou de cliënt de keuze kunnen geven. Het zal goedkoper zijn dan weer een nieuwe middel te verstrekken. Beleidsregels De mantelzorger is geen aanvrager in het Wmo-traject. De mantelzorg is wel van wezenlijk belang bij de vraagverheldering. Hoe wordt daar nu naar gekeken? Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 5
Mw. Kummer: mantelzorger wordt betrokken bij het gesprek. Om een besluit van de gemeente te krijgen is het nodig een aanvraag van een individuele voorziening in te dienen. Eerst na een besluit van de gemeente is bezwaar en beroep mogelijk. Het is noodzakelijk de mantelzorger bij de vraagverheldering te betrekken om de rol helder te krijgen en ook de grens daarvan. Het bevragen van de mantelzorger tijdens de vraagverheldering met de cliënt kan soms sociaal wenselijke antwoorden opleveren. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij het zinvol is om de mantelzorg apart te spreken over de feitelijke rol of de afspraken tussen cliënt en mantelzorger. Hoofdstuk 2 en 3 beleidsregels Hier zou de domeincheck of een vergelijkbaar methodische instrument vermeld moeten worden. Gebruikelijke zorg Kun en mag je van een studerend thuiswonend kind verwachten dat hij/zij het huishouden volledig runt als de ouder(s) dat zelf niet meer kunnen? De opbouw van het eigen leven (studie, werk) wordt dan wel erg onder druk gezet als huishouden voeren een dagelijkse taak wordt. Mw. Kummer zegt dat altijd de situatie in ogenschouw wordt genomen om te kijken wat redelijkerwijs wel en wat niet kan. Dhr. De Kievit noemt een voorbeeld uit zijn naaste omgeving waar dit juist niet is gebeurd. Toen het (studerende, thuiswonende) kind 18 jaar werd, is de huishoudelijke zorg meteen stopgezet zonder enig onderzoek of gesprek. Dhr. Dekker vindt het vreemd dat aanpassingen aan een auto wel verstrekt kunnen worden maar aan een brommobiel niet omdat een brommobiel niet verstrekt wordt. Stel als iemand zo’n brommobiel zelf heeft aangeschaft en er aanpassingen nodig zijn vanwege de veranderingen in zijn situatie. De situatie is overeenkomstig de auto-aanpassing die wel verstrekt kan worden. Mw. Kummer zal dit natrekken. Dreigende overbelasting mantelzorg: geadviseerd wordt te spreken over belastbaarheid van de mantelzorger. PGB Enkele leden zijn er voorstander van dat een PGB per kwartaal wordt verantwoord in plaats van 1 x per jaar. Mw. Kummer antwoordt dat de gemeente eerder heeft besloten om de halfjaarlijkse verantwoording om te zetten naar een verantwoording 1 x per jaar. Dit om de zgn. regeldruk naar de burger toe te verminderen. Daarbij is wel de verplichting opgelegd dat de cliënt moet melden als er langere tijd geen gebruik wordt gemaakt van het PGB. Naar aanleiding hiervan wordt geadviseerd de verantwoording per jaar te evalueren. Als de uitkomsten daartoe aanleiding zouden geven, kan de beleidsregel worden aangepast. Bijlagen: Deze checklisten zijn hulpmiddelen voor de consulent. Zij worden gebruikt als de situatie aanleiding geeft om ze toe te passen. Het is zeker niet de bedoeling om ze standaard bij elke aanvraag te gebruiken. Mw. Van Kuijen vindt dat de cliënt moet tekenen voor het verslag van de vraagverheldering. Verder vraagt zij zich af of met de hogere eigen bijdrage HH niet het effect zal ontstaan dat mensen HH zwart gaan inhuren.
Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 6
Mw. Luiten zegt dat de Wmo tot doel heeft het bevorderen van de eigen kracht en het zelf regie voeren door de cliënt. Hoe gaat de gemeente dat nu bevorderen? Het staat nergens in de verordening terwijl het één van de pijlers van het Wmo-beleid is. Mw. Kummer antwoordt dat de eigen kracht gemeten, bevorderd en tot uitdrukking moet komen in het voortraject, voorafgaande aan een eventuele aanvraag. De verordening kan het sluitstuk van het voortraject zijn. Mw. Luiten zegt dat juist ook in het voortraject van essentieel belang is dat mensen zelf de regie nemen en voeren. Dan kan de intentie er wel zijn, maar gebeurt dat dan ook? Eigen kracht moet ontwikkeld, gestimuleerd en versterkt worden. Als die er op enig moment niet is, komt de eigen kracht nadien niet vanzelf. Dhr. De Kievit zegt dat de rol en kunde van de Wmo-consulenten cruciaal is voor de manier waarop de kanteling wordt uitgevoerd. Dat valt niet in regels te omschrijven maar het zou wel een aandachtspunt in de beleidsnota moeten zijn. Afspraak: Het secretariaat concipieert een advies en stuurt dat voor het weekend aan de leden. De leden reageren uiterlijk maandag na het weekend. Al dan niet aangepast kan het advies in digitale vorm maandag in de namiddag aan B&W worden aangeboden. 5. Rondvraag De geplande vergadering van de Wmo-raad op 14 mei gaat door. De heer Visser en de secretaris gaan naar de bijeenkomst van de Koepel Wmo-raden op 15 mei a.s. over de drie decentralisaties. Mevrouw Warmerdam gaar naar de bijeenkomst van Zorgbelang (zorgtafels) op 23 mei a.s. in Delft. Leden melden zichzelf aan en stemmen vervoer af. Niets meer aan de orde zijn sluit de voorzitter de vergadering onder dankzegging voor ieders aanwezigheid en inbreng. Actiepuntenlijst na vergadering donderdag 2 mei 2013 Datum Actiepunt Wie opvoering 1. 13/11/2012 Wmo-raad spreekt vanaf 2013 Mevr. eenmaal per jaar met uitvoerders Kummer/beleid van de HH in Zoetermeer B&I WZI 1. 13/11/2012 Beleggen van bijeenkomst met Secretaris en 18/12/12 beleidsambtenaren over c.q. Regeerakkoord en gevolgen daarvan Analyseren Regeerakkoord alle leden 2. 18/12/2012 Beantwoorden vraag over al dan niet De heren Dekker, deelname aan Omnibusenquête 2013 Bogaers en Reitsma 7. 18/12/2012 Taakverdeling uitwerken allen 4. 29/1/13 Beleggen gesprek Secretaris/leden beleidsambtenaren over rapport Basiszorg 1. 2/5/2013 Opstellen concept advies Secretaris Verordening, commentaar leden en en leden aanbieden aan B&W
Datum gereed n.t.b.
Volgende vergadering
6 mei 2013
Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 7
Volgende vergadering Wmo-raad: dinsdag 14 mei a.s. om 20.00 uur in de raadzaal van het stadhuis van Zoetermeer, ingang Markt 10
Verslag van de openbare vergadering van de Wmo-raad van 2 mei 2013 8