verslag van de openbare vergadering van de raad

verslag van de openbare vergadering van de raad Vergaderdatum Vergaderlocatie Vergaderduur Voorzitter Griffier Verslag

4 september 2014 Zalencentrum De Buitenpoort te Huissen 16.00 tot 17.35 uur mw. M.H.F. Schuurmans-Wijdeven (burgemeester) Th.G.L. Greep Buro Service Overasselt

Aanwezig waren: dhr. C.G.A. Cornielje, Commissaris van de Koning in de provincie Gelderland dhr. mr. H.J. Tromp, Chef Kabinet van de Commissaris van de Koning in de provincie Gelderland Aanwezig waren de raadsleden: dhr. R.T.H.M. Derksen (fvz), mw. M.J. Bouwmeister-Bremer, dhr. W.J. de Bruin, dhr. H. Minkhorst en dhr. J.H.M. van der Welk (allen Lokaal Belang Lingewaard - LBL) mw. C.B.P. Claassen (fvz), dhr. T. Anema, dhr. B.J.A. Claassen en dhr. A.A.A. Houtzager (allen SP) dhr. ing. H.J.J. Arends (fvz), dhr. H.G. Gertsen, mw. mr. J.J.A.M. Leenders-van Heck en mw. B.H.L. Raes (allen CDA) dhr. F.M. Schut (fvz), dhr. P.B.H. Geurtz en dhr. P.A.T.W. Hegeman (allen B06-L2000) dhr. J.G.T. Janssen (fvz) en dhr. F.H. den Houting (beiden lingewaard.NU - L.NU) dhr. drs. M.M. van de Woerdt (fvz), dhr. T.B.M. Aaldering en dhr. B.L. de Pauw (allen VVD) dhr. S.J.H.G. Wannet (fvz), dhr. drs. P.M. Cuypers en dhr. A.H. Nijboer (allen D66) mw. L.G. Duiven (fvz GroenLinks - GL) Afwezig waren de raadsleden: dhr. mr. J.A. Wenneker (B06-L2000), mw. mr. M.J.A. van Aalten-Janssen en dhr. B.J.W.G. van Ottele (beiden L.NU) en dhr. dr. M.J.A. van den Bos (fvz PvdA) Aanwezig waren voorts dhr. Th. Janssen, dhr. T.W.M. Peren, dhr. J.H.A.P. Sluiter en mw. drs. H.W.M. Witjes (allen wethouder), dhr. drs. J. Wijnia (gemeentesecretaris) 1. Opening De voorzitter: Dames en heren, ik open deze bijzondere raadsvergadering van 4 september 2014, gemeente Lingewaard. Ik wil starten met van harte welkom heten de Commissaris van de Koning, de heer Cornielje en naast hem de nieuwe Kabinetschef, de heer Tromp. Mevrouw Pronk, ook van het Kabinet, is eveneens aangeschoven. Welkom. 2. Mededelingen De voorzitter: Voordat ik begin met de vergadering heb ik een trieste mededeling die ik graag met u wil delen. Mevrouw Van Aalten is niet aanwezig. Dat is omdat vanochtend vroeg, na een lang ziekbed, haar man Wily, Wilhelmus Hermanus Maria, is overleden in de leeftijd van 64 jaar. Hij heeft ondanks de vele tegen-slagen in zijn gezondheidstoestand steeds volgehouden, experimentele kuren met beide handen aangepakt en steeds zijn grenzen verlegd als het gaat over kwaliteit van leven. Daarvoor ons respect, maar vooral ook voor Marijke die het grootste deel van de zorg rondom Wily op zich heeft genomen. Een hele belasting, maar na 40 jaar samen, aanstaande 13 september zou die mijlpaal bereikt zijn, was dat voor haar niet meer dan vanzelfsprekend. Zodra er meer bekend is over de afscheidsbijeenkomst zullen wij u daarover berichten, maar ik vond het goed om bij zijn verscheiden even stil te staan met u allen en vanaf deze plaats Marijke zeer veel sterkte te wensen. Verslag bijzondere raadsvergadering 04-09-2014

1

Met uw goedvinden sturen we Marijke een bloemetje toe om te laten weten dat wij met haar meeleven. Kunt u daarmee akkoord gaan? Ja, dan zullen wij dat namens u allen verzorgen. Ik ga verder met de agenda, zoals die aan u voorligt. Ik kijk of er nog mededelingen zijn behoudens deze. Nee? 3. Vaststelling van de agenda De voorzitter: Dan vraag ik of u akkoord kunt gaan met de agenda zoals die aan u is voorgelegd. Ja, akkoord. 4. Gedachtewisseling over diverse gespreksonderwerpen De voorzitter: Er is een gedachtewisseling voorzien, maar misschien is het goed om heel even de Commissaris te vragen, we hebben net even kunnen proeven aan onze gemeente en wellicht dat u even wil laten weten wat uw eerste indrukken zijn voordat ik de raadsleden de gelegenheid geef om de vragen te stellen die zij hebben voorbereid. De heer Cornielje: Dank u wel, voorzitter. Dank dat ik in uw midden aanwezig mag zijn. Zoals gebruikelijk, zoals u weet, breng ik periodiek bezoeken aan een gemeente en dan spreek ik met het college van burgemeester en wethouders en natuurlijk ook met de raad. Een onderdeel van het bezoek is een bezoek aan bijvoorbeeld het bedrijfsleven of maatschappelijke organisaties. Wij hebben net al even kennis gemaakt met een actiegroep hier voor de deur, die overigens op buitengewoon correcte wijze hun bezoek hadden aangekondigd en ons op buitengewoon correcte wijze hebben ontvangen. Zo kan het ook, kun je zeggen. Daaraan voorafgaand heb ik met het college een bezoek gebracht aan een aantal ondernemers op Bergerden. Het onderwerp staat ook nog op de agenda, dus daar zullen wij dadelijk iets meer over zeggen. Maar laat ik beginnen te zeggen dat ik buitengewoon onder de indruk ben van de ondernemers die op Bergerden zitten; jonge ondernemers veelal, die - en dat was toch wel treffend - zeiden dat een crisis ook kansen biedt. Dat zijn de mensen waar we het in dit land, in deze provincie en in deze gemeente van moeten hebben. Daaraan voorafgaand hebben we een kort historisch rondje gemaakt in Huissen. Jan Zweers van de Historische Kring heeft een en ander verteld over Huissen. Nu moet ik u zeggen, een aantal dingen wist ik natuurlijk al omdat ik bij de viering van 700 jaar Huissen aanwezig was, maar het is toch wel erg interessant om zo'n Historische Kring hier te hebben, zo'n actieve Historische Kring te hebben, die ook kan duiden waar wat was en wat ook toekomstige generaties weer kunnen opmerken. Tussendoor zijn we met de bus door de gemeente gereden en de verschillende wethouders hebben over hun beleidsterrein nog wat verteld. Met name de herstructurering die ook hier en daar plaatsvindt, revitalisering van het bedrijventerrein in Angeren. Er gebeurt veel in deze gemeente. Maar dan vertel ik u niet veel nieuws. Dat weet u natuurlijk allemaal al. Maar er is ook wel het een en ander te doen. Dat vindt u, denk ik, ook. Waar er oud glas staat, waar de ruimte verrommelt, daar ben je toch als gemeente als eerste aan zet om de kwaliteit van die omgeving aan te pakken en op te knappen, samen met de inwoners en ondernemers. En het gebeurt ook. Ik heb er een mooie indruk van gekregen. Tot dusverre is het bezoek positief verlopen en ik hoop en verwacht dat we het laatste onderdeel op dezelfde wijze kunnen voortzetten, voorzitter. Dank u wel. De voorzitter: Daar twijfel ik niet aan. Om dat op een goede wijze te doen ga ik u zeggen dat wij tot half zes de tijd hebben. Dan is er een persconferentie en daarna is er de mogelijkheid om op informele wijze met elkaar van gedachten te wisselen. Omdat wij veel agendapunten hebben en de Commissaris ook heeft aangegeven met de raad van gedachten te willen wisselen over het Sterk Bestuur en het Sociaal Domein zal ik streng doch rechtvaardig deze raad door deze vergadering gaan leiden, zodat we die tijden kunnen halen. Ik wil u dan ook verzoeken om te gaan kijken naar de onderwerpen die geprogrammeerd staan. Namens de raad spreekt de heer Janssen, fractievoorzitter van lingewaard.NU over DE MULTIFUNCTIONELE EN SOCIAAL CULTURELE CENTRA. De heer Janssen: Dank u wel, voorzitter. Wij heten de Commissaris van de Koning natuurlijk ook van harte welkom. U zult begrijpen dat het voor ons wel een hele rare gewaarwording is, deze raadsvergadering, vanwege onze gemengde gevoelens in verband met het overlijden van de man van Marijke. De multifunctionele en sociaal culturele centra. De inwoners van de kernen in Lingewaard, voorzitter, zijn van oudsher al zeer actief in het verenigings- en clubleven. Velen van hen dragen zelf zorg voor hun accommodaties, onderhouden ze en sommigen zijn zelfs eigenaar van de panden en onderhouden die. Verslag bijzondere raadsvergadering 04-09-2014

2

De gemeente levert ook altijd een bijdrage aan deze accommodaties. Het Kulturhus in Angeren is daarvan een mooi voorbeeld. In andere kernen worden initiatieven ontplooid om ook een multifunctioneel centrum of een sociaal cultureel centrum te ontwikkelen. Deze worden actief ondersteund en opgezet door burgerinitiatieven. In Gendt bijvoorbeeld met de Providentia en in Bemmel met de Kinkel en/of kerk, dat moeten we dan nog even in het midden laten. In Huissen is het oude gemeentehuis nog steeds onderwerp van gesprek. Wij als gemeenteraad zijn erg benieuwd of de provincie mee blijft participeren in deze initiatieven, in ondersteunende en geldelijke zin. Wij vernemen daarom ook graag de mening van de Commissaris van de Koning over het voorgaande en tevens zijn wij erg benieuwd naar het toekomstbeeld voor deze centra en hoe de provincie daar naar kijkt. Verder zouden wij graag vernemen of er nog meer mogelijkheden zijn vanuit de provincie om burgerinitiatieven te ondersteunen en natuurlijk begrijpen wij als gemeenteraad dat wij ook daar een bijdrage aan dienen te leveren. De voorzitter: Dank u wel. Voor de beantwoording de Commissaris graag. De heer Cornielje: Voorzitter, ik had het voornemen te beginnen met een algemene opmerking. Dat doe ik bij ieder bezoek. Dat is namelijk dat ik nooit geld meeneem. Als je dat doet dan denken ze dat Sinterklaas komt. Als ik in de ene gemeente geld meeneem, dan moet ik bij het volgende gemeentebezoek ook weer geld meenemen, want anders is dat een niet geslaagd bezoek. Dus dat heb ik nu 9 jaar volgehouden. Lingewaard zal niet de eerste gemeente zijn waarin ik daarvan af ga wijken. Dat is meteen misschien een teleurstelling maar volgens mij lag het wel een beetje in de lijn der verwachting; dat vraagt u ook eigenlijk niet echt van mij. De volgende sprekers zullen dat volgens mij ook niet doen. Wij hebben natuurlijk wel een bijdrage geleverd aan het Kulturhus Angeren. Daar was toen een subsidieregeling voor. Wij zijn ooit begonnen met 20 Kulturhusen in Gelderland en dat werden er later 40 en het werden er uiteindelijk 60. Die regeling is afgesloten. Wij hebben er hier in Angeren € 300.000,- aan besteed. Die regeling bestaat niet meer. Dat wil niet zeggen dat er geen andere programma's zijn waar je ook op in kunt spelen. Bijvoorbeeld het kloostercomplex in Huissen, dat is een monument en daar zoek je weer een nieuwe bestemming voor. Wat betreft het religieus erfgoed, dat willen wij ook in het Gelderse in stand houden. Ik zeg er alleen bij dat we de komende 10 jaar 150 van dergelijke complexen vrij krijgen, kerken en kloosters, en die zullen wij niet allemaal in stand kunnen houden. Daar zullen wij niet altijd een bestemming voor kunnen vinden. Dat geldt natuurlijk ook voor dit soort voorzieningen in Lingewaard. Aan de andere kant hebben we ook met het college besproken dat wanneer het een nieuwe bestemming krijgt, welke ook past in andere programma's voor zorg, voor sociaal werk, dan raden we u aan om het gesprek daarover in ieder geval met de provincie te voeren. Op het moment dat wij weer nieuwe tenders openstellen - en die komen ook wel weer, verwacht ik - op het gebied van leefbaarheid en gemeenschapsvoorzieningen - in 2015 is daar voor de hele provincie weer een miljoen voor beschikbaar - en als je in die tender goed meedoet, dan kun je zomaar daar ook weer een behoorlijke bijdrage uit krijgen. Ik heb van het college begrepen dat het een heel mooi initiatief is, omdat het ook echt gedragen wordt door de bevolking. Je zou kunnen zeggen de participatiesamenleving avant la lettre, dat is een kwaliteitskenmerk; ik zou dat ook zeker inbrengen. Ik ga hier geen beloftes doen wat de uitkomst daarvan zal zijn, want tenders zijn er namelijk voor dat de best presterende projecten het geld krijgen. Niet wie het eerst komt, wie het eerst maalt, maar de middelen naar de beste projecten. Dit is een uitnodiging om met goede voorstellen te komen. Mag ik het hier in eerste instantie bij laten, burgemeester? De voorzitter: Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn? Iemand van de gemeenteraad die hier nog op in wil gaan? Nee, duidelijk. Wij gaan naar het punt GLASTUINBOUWCONCENTRATIEGEBIEDEN. U heeft zojuist een bezoek gebracht aan Bergerden, dus u kunt het ook plaatsen. U was er, begreep ik, zelfs al eerder geweest, dus u kent de omgeving goed. Ik wil graag uitnodigen fractievoorzitter van het CDA, de heer Arends, om hierover het woord te voeren. De heer Arends: Dank u wel, voorzitter. Meneer Cornielje, geachte aanwezigen. Het glastuinbouwconcentratiegebied Bergerden heeft het moeilijk. Het aantrekken van nieuwe tuinders loopt bepaald niet goed. U gaf al aan, de kunst is te zoeken naar nieuwe kansen.

Verslag bijzondere raadsvergadering 04-09-2014

3

Zo zijn betrokken bestuurders en ambtenaren heel druk met de ontwikkeling van de nieuwe impuls volgens het concept 'we love the city', maar glastuinbouwbedrijven hebben het momenteel bijzonder lastig als gevolg van verplaatsingen van glastuinbouwbedrijven buiten de twee glastuinbouwconcentratiegebieden Bergerden en Bommelerwaard. Naar verluidt worden verplaatsingen soms oogluikend toegestaan, bijvoorbeeld in de Liemers, en als gevolg van het dreigende ontstaan van nieuwe glastuinbouwgebieden elders, zoals recent aan de orde was in Ede, kunnen de financiële gevolgen voor Bergerden en daarmee voor de gemeenten Nijmegen en Lingewaard groot zijn. Zowel de door ons gewenste ontwikkelingen binnen Bergerden als ook de ongewenste ontwikkelingen elders in de provincie kunnen enkel met toestemming van de provincie, de planologische afweging van de provincie, plaatsvinden. Dat brengt mij tot de volgende vraag. Deelt u onze zorg als het gaat om het maar niet gerealiseerd krijgen van nieuwe vestigingen binnen glastuinbouwgebied Bergerden op basis van de nu beschikbare planologische en economische beleidsinstrumenten en financiële middelen? Deelt u onze mening dat om die reden alle mogelijkheden moeten worden aangegrepen om enerzijds ontwikkelingen elders te beteugelen, voor zover die de voortgang in Bergerden tegenwerken en anderzijds om alle thans nog niet benutte of om nog te ontwikkelen beleidsinstrumenten en uitvoeringsmaatregelen in te zetten om een tuinder extra te stimuleren tot het starten van een glastuinbouwbedrijf op Bergerden? Zo ja, kan de provincie dan met ons meedenken welke extra maatregelen daarvoor zouden kunnen worden ingezet? De voorzitter: Dank u wel meneer Arends. Ik ga voor de beantwoording naar de Commissaris. De heer Cornielje: Ja, voorzitter, ik moet zeggen dit was niet het eerste bezoek dat ik heb gebracht aan Bergerden, ook niet aan het bedrijf wat we toevallig zojuist bezocht hebben, maar het heeft nu wel een nieuwe eigenaar. Een jonge ondernemer die er op zit en die ook alle kansen ziet, met name ook de kenmerken van dit gebied aanwijst waarom het ook voor hem interessant is als ondernemer om ook daar juist te zitten. Omdat zijn afzetgebied West-Europa is en hij straks ook met de aanleg van de A15 heel snel in het Ruhrgebied zit en ook graag duurzaam wil ondernemen. Dit is helemaal aangelegd om duurzaam te ondernemen. Dat is toch de toekomst voor onze tuinbouw. We lopen daar wereldwijd voorop. Ik was toevallig afgelopen dinsdag in Wageningen bij Food Valley en bij de Wageningen Universiteit. In tuinbouw zijn wij de top in de wereld op kennisgebied. Dat kun je alleen maar blijven als je ook topondernemers houdt die de nieuwe technologische ontwikkelingen gebruiken, benutten, om producten te maken. Die hebt u hier en u hebt ook nog ruimte beschikbaar voor dit soort ondernemers. Ik moet zeggen dat is ook een kans. Nu de economie wat aantrekt, verwacht ik ook dat juist op dit soort interessante terreinen, waar we ook iets aan energie doen, waar we ook iets aan schoon water doen, waar alles modern is, de beste ondernemers willen zitten. Natuurlijk moet je daar wel enig werk voor doen, maar ik hoop en verwacht dat het ook in dit gebied zal plaatsvinden. Wij als provincie hebben in ieder geval in onze omgevingsvisie die de Staten begin juli hebben vastgesteld, twee gebieden in de provincie aangewezen, twee concentratiegebieden; dat is Bergerden en dat is de Bommelerwaard en dat betekent niet - en dat is meteen een antwoord op uw vraag dat er dus grootschalige glastuinbouw zal plaatsvinden in de Liemers of in Ede-Wageningen. Wat in Wageningen wel zal moeten gebeuren is in de nabijheid van de universiteit een mogelijkheid om proefopstellingen te kunnen maken en daar hebben ze ook nog glas voor nodig. Dat is geen productieglas, dat is voor onderzoek. Daar gaan we ze natuurlijk ook geen strobreed in de weg leggen. Voor wat betreft ontwikkelingen die u misschien heeft geconstateerd in de Liemers of op andere plekken het volgende. Ik heb vandaag ook gehoord, dat er ook in de gemeente ondernemers zitten die op enig moment met een verouderde kas zitten en die wel willen vernieuwen, maar waarvoor het een te grote investering is om naar Bergerden te gaan. Die krijgen ook de ruimte om in uw gemeente weer nieuw glas neer te zetten op de plek waar ze zaten en misschien toch ook wel iets te groeien. We moeten die ondernemers niet op slot zetten en ik hoor u dat ook niet zeggen. Dat betekent dus ook voor ondernemers in die andere gemeenten die met zo'n ontwikkeling te maken hebben, dat we die ook wel ruimte moeten geven. Wat betreft de grote ontwikkeling, willen wij als provincie ook graag echt ondernemers die willen groeien, zoals we nu de jonge ondernemers hebben gezien, die geloven in de toekomst, die geloven in de kracht van een bedrijf; daar heeft de provincie een verplaatsingsregeling voor en dat is alleen maar bedoeld om te verplaatsen naar die twee gebieden: Bergerden en de Bommelerwaard. Ik hoop dat ik u daarmee toch wel heel goed bediend heb. U had nog een vraag gesteld, ik heb hem even niet meer paraat, maar of alle middelen aangewend moesten worden. Dat ga ik niet toezeggen. Als ik u dat toezeg, dan komen er in één keer apen uit mouwen die we er liever in laten. Ik hoop dat ik daarmee uw vraag goed beantwoord heb. Verslag bijzondere raadsvergadering 04-09-2014

4

De heer Arends: Dank u wel. Ja, het is natuurlijk altijd te proberen, toch. Maar als u mij toestaat wil ik nog wel een aanvullende vraag stellen. In mijn inleidende woord heb ik het fenomeen 'we love the city' genoemd. Ik weet niet of u daar een beeld bij heeft, anders wil ik u dat even schetsen. Ik heb het ook maar opgezocht. 'We love the city' concentreert zich op complexe projecten in de bestaande stad. In ons geval zou het gaan om complexe projecten in een glazen stad. Wordt in de stad gewerkt in atelier-verband aan wijken en processen die een nieuw perspectief behoeven waarbij per opgave zorgvuldig wordt bekeken wat de beste ontwerpoplossing is, naar analogie zou in onderhavig geval op basis van interactie tussen de projecten, c.q. de projectbureaus Bergerden, Agropark en glasreconstructie Huissen-Angeren gezocht kunnen worden naar een nieuwe strategisch georiënteerde aanpak om de gezamenlijke doelen te bereiken. Uiteindelijk hebben ze een gemeenschappelijk doel. Qua benadering dus vergelijkbaar met die stadse aanpak die ondermeer in Het Dorp in Arnhem, centrum Winterswijk en de kanaalzone in Apeldoorn in ontwikkeling is. Mijn concrete vraag is: zou dat een extra trigger voor onze glazen stad in Bergerden kunnen opleveren? De heer Cornielje: Dat kan ik u niet zeggen. Omdat ik nog steeds heel erg geloof in het concept van Bergerden. U hebt nog niet zo lang geleden dat met elkaar vastgesteld. Sterker, er was toen een voorstel om x-hectare glastuinbouw te maken en toen hebben verschillende partijen gezegd, nee, het moet meer glas worden omdat er zo'n grote behoefte is. Nu hebben we vrij langdurig crisis gehad, maar we komen nu wel uit de crisis, het vertrouwen van de consumenten trekt aan en natuurlijk, sommige zaken gaan nog niet snel genoeg, we zouden het allemaal sneller willen, maar we zitten wel in de goede beweging. Als ik die ondernemers dan nu hoor en die zeggen een crisis is ook een kans, die ondernemers hebben die kans gegrepen, want ze hebben allemaal nieuwe bedrijven gekocht of erbij gekocht. Het zou zo maar kunnen zijn dat we die grond dadelijk heel hard nodig hebben. Laat onverlet dat je altijd na kunt denken met andere partijen over vernieuwingen, nieuwe ontwikkelingen en daar willen wij als provincie ook graag in meedoen. Maar ik zou toch nog wel graag het vertrouwen uit willen spreken, nogmaals omdat wij twee concentratiegebieden hebben in deze provincie, dat het daar zal moeten gebeuren. Dat moeten we ook helder maken aan ondernemers: dat is de plek to be. De voorzitter: Dank u wel. Gezien de tijd ga ik kijken naar het DOORTREKKEN VAN DE A15, belangrijk thema in deze gemeente. Namens de raad zal de fractievoorzitter van B06-L2000 over de inpassing van de A15 het woord voeren. Meneer Schut gaat uw gang. De heer Schut: Dank u, voorzitter. Meneer Cornielje, inpassing A15, een heel bewogen punt de laatste 10 jaar kunnen we wel zeggen. Die wordt binnenkort doorgetrokken. Om even aan uw woorden te herinneren over dat Sinterklaasgebeuren, in die zin hebben wij ons als gemeente Lingewaard wel een beetje als Sinterklaas opgesteld: we zijn coöperatief geweest in de aanleg van deze A15. Een groot gedeelte van deze doortrekking vindt plaats op Lingewaards grondgebied. Hij splijt onze gemeente door midden. In die zin hebben we al, zoals ik net zei, voor Sinterklaas gespeeld. In tegenstelling tot de Betuwelijn vindt de doortrekking middels een brug plaats en de A15 gaat niet meer weg en zal ons landschap en leefmilieu zoals geluidstoename, luchtverontreiniging en fijnstof, erg aantasten. Dat is punt één. Punt twee: daarnaast hechten wij waarde aan de veiligheid van onze inwoners. Daartoe is een speciale evacuatieroute voorzien. Dat is bijzonder positief. Maar voor onze inwoners is het ook van belang dat ambulances op tijd komen en dat is ondanks al de grote inspanningen tot op de dag van vandaag nog steeds moeilijk te realiseren. Een evacuatieroute die tevens ingericht wordt als calamiteitenroute kan hierin mogelijk verbetering brengen. Na deze inleiding heb ik twee vragen. Is de Commissaris ook van mening dat het van belang is voor het landschap, de leefbaarheid, de inwoners en het toerisme, wanneer er een goede inpassing is van de A15 waardoor er zorg wordt gedragen voor het behoud van een goed leefmilieu, een goede leefbaarheid voor alle inwoners met maatregelen ten gunste van minder geluid, minder CO2 en minder fijnstof? Vraag twee: kan of wil de Commissaris zich inspannen om de geplande evacuatieroute tevens in te laten richten ten behoeve van calamiteitenvoertuigen zodat goede opkomsttijden voor ambulances in dit gebied eindelijk wel gerealiseerd kunnen worden? De voorzitter: Dank u wel. Ik ga voor de beantwoording naar de heer Cornielje. De heer Cornielje: Voorzitter, die eerste vraag, stel je toch voor dat ik zou zeggen 'nee'.


5

De heer Schut: Zo is die ook geformuleerd. De heer Cornielje: Dan zou ik hier toch niet meer het pand makkelijk kunnen verlaten, denk ik. Het antwoord is natuurlijk: 'ja'. Je moet natuurlijk als je zo'n grote voorziening aanlegt, zo'n belangrijke voorziening aanlegt, hem ten behoeve van de inwoners goed inpassen. Vanzelfsprekend betekent dat dat je maatregelen neemt tegen geluidsoverlast. Vanzelfsprekend moet je hem landschappelijk goed inpassen. Uw burgemeester heeft dat al met de hoofdingenieur-directeur besproken en gezegd: "Wij willen daar wel over meedenken." Ik moet zeggen, daar wil ik de burgemeester graag in steunen. Ik voel mij ook als provinciaal bestuurder verantwoordelijk om de kwaliteit van het landschap verder te verbeteren. Daar staan wij voor aan de lat. Ruimtelijke ordening is onze core business. Als het dan toch moet gebeuren, die grote voorzieningen, laten we het dan in ieder geval ook mooi en goed doen. In dat opzicht wil ik me daar ook zeker voor inspannen. We hebben nogal wat inpassingsmaatregelen getroffen, ook op wens van de gemeente. De brug op pijlers, fietsvoorziening er bij. Dan komt ook de vluchtroute. Mij is in ieder geval gebleken, want de vraag was al vooruit gesneld dus ik heb mijn huiswerk gemaakt en ook daarover nog gesproken met de hoofdingenieurdirecteur die uiteindelijk verantwoordelijk is voor de uitvoering van dit project van RWS, dat er sprake is geweest van een communicatiestoornis. In ieder geval is ook zij van mening dat wij, als wij zo'n voorziening aanleggen, daar naar moeten kijken, want daar moet je iets voor interpreteren zeg maar, maar het is goed als we dan ook meteen twee vliegen in één klap kunnen slaan. Ik denk dat het heel belangrijk is voor de inwoners van deze gemeente dat als zo'n snelweg er komt, zo'n snelweg ook snel gebruikt moet kunnen worden door ambulances, politie en andere hulpdiensten. Dus het antwoord is volmondig: 'ja'; inspanningsverplichting: 'ja'. Ik kan u ook zeggen dat de houding bij RWS in dezen ook al positief is. Daarmee is het allemaal nog niet geregeld, want dit soort projecten duurt allemaal veel te lang. Dat zeg ik ook met name voor al die mensen die lang in onzekerheid leven. We gaan de algemene discussie over de A15 niet meer overdoen, die beslissingen zijn genomen. Maar dan willen de mensen ook wel graag zekerheid hebben over wanneer die schop nu in de grond gaat. Mensen die hun huis niet kunnen verkopen omdat het op het tracé ligt, die mensen willen op een gegeven moment verder met hun leven. Ik hoop ook dat het nu snel gaat. Het is één van de onderwerpen. Toen ik in 2006 die overeenkomst tekende met de minister en met RWS was de afspraak dat ik er in 2015 over zou kunnen rijden. Nu hopen we maar dat in 2015 of uiterlijk 2016 de schop in de grond gaat. Dan kunnen we er nog niet over rijden, maar laten we hopen dat met de tijd die het geduurd heeft, het project in ieder geval aan kwaliteit gewonnen heeft, want daar hebben de inwoners, ook van deze gemeente, recht op. De heer Schut: Meneer Cornielje, ik ben u erg dankbaar voor het eerste antwoord waar u nu duidelijk uw steun betuigt. Ik denk dat wethouder Peren daar wel bij u of bij de gedeputeerde op terug zal komen. En ook dat u zich nu al warm maakt; laat ik me zo maar uitdrukken: u speelt niet voor Sinterklaas, dat moeten we ook niet, maar u maakt zich warm, u stelt zich achter de calamiteitenroute, heel dankbaar. Dank u. De heer Cornielje: Ter toelichting nog, dat is dus niet iets wat extra geld hoeft te kosten. Het is een voorziening die je maakt, maar dan moet je hem zodanig maken dat deze ook door dit soort voertuigen in normale tijden, wanneer er geen evacuatie hoeft plaats te vinden, gebruikt kan worden. Maar alleen voor die voertuigen natuurlijk, niet voor de rest. Ik zeg bewust: het hoeft geen extra geld te kosten. Daarom moet je dit in de scope meenemen. We kunnen niet hebben dat we in deze fase, dat zeg ik ook maar even en dan kijk ik ook even over het kanaal, weer met nieuwe eisen komen en vragen om nieuwe aanpassingen. Dat moment is nu gepasseerd. Het betekent, dat als je iets wilt wijzigen, het budget staat immers klaar en wij stoppen al heel veel eigen geld in deze Rijksweg, dan zul je het uit een andere post in het project weg moeten halen. Volgens mij is op het allerlaatste moment de weg nog iets verlegd in Groessen, op wens van de gemeente Duiven. Zo is het en zo gaan we het doen. De heer Schut: Dank u wel. Ik denk dat er dan eventueel meer geld overblijft voor een eventuele inpassing. De heer Cornielje: Wie weet. De voorzitter: Ik dank u wel. Namens de raad gaat de fractievoorzitter van de SP, mevrouw Claassen het woord voeren over HET STIMULEREN VAN TOERISME. Mevrouw Claassen.


6

Mevrouw Claassen: Dank u wel, voorzitter. Geachte Commissaris, geachte aanwezigen. Recreatie en toerisme zijn economisch gezien van grote betekenis voor de provincie Gelderland. Ongeveer 1 op de 17 Gelderse arbeidsplaatsen hangt samen met de sector Toerisme en Recreatie. Gelderland is daarmee de belangrijkste binnenlandse vakantiebestemming. Logisch, want Gelderland heeft veel te bieden als het gaat om natuur, maar daarnaast heeft de provincie veel cultuurhistorie, musea en andere bezienswaardigheden. Niet voor niets gebruiken de vier Gelderse Regionale bureaus voor Toerisme de marketingslogan 'Gelderland levert je mooie streken'. Lingewaard is centraal gelegen in één van die streken. Ook Lingewaard zet uitdrukkelijk in op een versterking van recreatie en toerisme. Daarbij worden alle in de gemeente aanwezigen potenties aangesproken om in de lijn van het provinciale actieplan vrijetijdseconomie in te zetten op een optimalisering van de ruimtelijke ontwikkeling in de infrastructuur, het organiseren van interessante evenementen en activiteiten alsmede het uitbreiden van het toeristische voorzieningenniveau. We kunnen hier diverse voorbeelden van noemen. De aanleg van een recreantenhaven in Huissen, opstappunt Sterrenschans aan het Pannerdensch Kanaal, Fort Pannerden, Kasteel den Doornenburg, de natuurontwikkeling in de uiterwaarden etcetera, etcetera. De volgende vragen hebben wij als raad voor u: Welke mogelijkheden heeft de provincie om dit soort toeristische en recreatieve initiatieven met vaak een groot draagvlak onder de inwoners van Lingewaard te stimuleren en te ondersteunen? Is de provincie ook bereid om de recreatie en het toerisme een extra boost te geven? De voorzitter: Dank u wel. De heer Cornielje. De heer Cornielje: Voorzitter, ik zal mevrouw Claassen niet tegenspreken als zij zegt dat Gelderland de mooiste provincie van Nederland is. Ik zeg dat ook altijd tegen mijn collega's. Van de 20 nationale landschappen die Nederland rijk is, liggen er 7 in Gelderland. Ik geloof niet in de gemeente Lingewaard, maar goed, u profiteert ook van het feit dat u heel dicht bij de Veluwe ligt en straks nog dichter bij de Veluwe ligt, maar u ligt wel aan de Waal, met prachtige uiterwaarden die ook tot zo'n landschap gerekend kunnen worden. En de Gelderse Poort, ja, dat is waar. Die loopt ook in uw gemeente en dat is een fantastisch mooi gebied. Ik kom er vandaan. Dat betekent dus dat wij een heleboel doen voor het toerisme, wat misschien niet meteen gelabeld is als: dit is voor toerisme. U noemde zelf natuurontwikkeling. Dat gebeurt ook in de uiterwaarden. Fort Pannerden, dat is toch ook met forse subsidies van de provincie helemaal opgeknapt en dat wordt ook een trekpleister voor toeristen. Zo kun je een heleboel onderwerpen noemen. Specifieke regelingen op het gebied van toerisme, dan richten wij ons op de partners als het Regionaal Bureau voor Toerisme en niet zozeer op gemeenten. Wij denken ook dat je dat ook aan dat soort professionals moet overlaten. Die hebben ook de slogan bedacht van 'Gelderland levert je mooie streken'. Dat is iets wat blijft hangen. Wij hebben niet een specifieke regeling om kleinschalige, toeristische projecten te ondersteunen. Daar is de eerste overheid dan voor, misschien ook meer in de randvoorwaardelijke sfeer, om te zorgen dat men ook in de buurt van de uiterwaarden of in de buurt van Fort Pannerden of in de buurt van Kasteel den Doornenburg op recreatief toeristisch gebied iets kan ondernemen. Uiteindelijk kan een overheid dat nooit zelf doen, dan ben je toch echt afhankelijk van ondernemers die daar het vertrouwen in moeten hebben om te investeren en daar ook een markt zien om een bedrijf te beginnen. Misschien is mijn antwoord daarmee wat teleurstellend, maar het gaat dan niet zozeer rechtstreeks naar de gemeente Lingewaard maar het daalt wel neer in deze gemeente. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Claassen. Mevrouw Claassen: Dan zou ik nog graag een aanvullende vraag willen stellen, meer naar aanleiding ook van de mensen die zo net, toen wij hier allemaal aankwamen, buiten stonden. Die mensen wonen in een rustgebied, een gebied waar veel gerecreëerd wordt, er wordt veel gefietst en gewandeld. Er zijn daar ook twee visvijvers in de buurt. Nu ligt er het plan dat daar een megastal gaat komen. Mijn vraag is hoe de provincie daar tegenaan kijkt dat zo'n stal in zo'n rustgebied komt, waardoor dus eigenlijk de rust verdwijnt en er minder gerecreëerd zal kunnen worden. De heer Cornielje: Voorzitter, ik vind mevrouw Claassen heel creatief dat zij onder dit agendapunt de actievoerders heeft weten binnen te brengen. Met uw toestemming wil ik daar wel op reageren. Ik zei net al aan het begin dat ik het een buitengewoon correcte actiegroep vind.


7

Ze hebben van te voren aangekondigd dat zij er zouden zijn. Zij hebben mij ook stukken toegestuurd. Die heb ik ook bestudeerd en ik heb ook tegen één van de actievoerders gezegd, hier ligt een aanvraag voor een stal en onze verantwoordelijkheid is om een milieuvergunning af te geven, natuurbeschermingswetvergunning, die hebben wij moeten afgeven. Ook de gemeente heeft besloten om dit daar toe te staan in het kader van het bestemmingsplan. Er is geprocedeerd. Zo werkt het in de rechtstaat, als individuele mensen het niet eens zijn met zo'n besluit, kunnen ze bezwaar en beroep aantekenen. Dat hebben de mensen gedaan, er is een uitspraak gedaan door de bezwarencommissie, is teruggekomen in de raad en die heeft er weer een uitspraak over gedaan. Men gaat tot aan de hoogste rechter die we hebben, de Raad van State, en de Raad van State heeft de gemeente in het gelijk gesteld. U in het gelijk gesteld. Zo heeft het recht zijn beloop gehad. Ik heb ook tegen die mevrouw net gezegd die zei van kunt u niets doen: nee, dan kan ik niets doen. Zo werkt dat in een rechtsstaat. Gelukkig maar dat je dan niet aan de willekeur van politici overgeleverd bent, als individuele burgers. U bent voor het beleid, het beleid moet toegepast worden, daar is discussie over ontstaan. Dan beslist uiteindelijk de rechter daarover. Dat is niet het gewenste antwoord wat mensen willen horen, maar als je het anders wilt, dan zullen er ook schadeclaims van een andere kant komen en die moet u dan ook afwegen. Als u bereid bent die schadeclaim te betalen en tot een andere afweging te komen, dan kan dat natuurlijk altijd, maar dat zijn wel de regels van het spel. Daar ga ik niet in treden, dat is uw verantwoordelijkheid. Op dit moment is het wat het is. De voorzitter: Ik dank u wel voor de reactie. Ik ga voor het laatste punt wat bij de raad op de agenda staat, want daarna waren er nog twee punten die de Commissaris heel graag met de raad wilde bespreken. De raad heeft verzocht om ook nog te praten over GLASVEZEL BUITENGEBIED en namens de raad spreekt de fractievoorzitter van Lokaal Belang Lingewaard, de heer Derksen. De heer Derksen: Dank u wel, voorzitter. Geachte heer Cornielje, aanwezigen. Net als in heel veel andere gebieden in Nederland is ook in de kernen van onze gemeente glasvezel aangelegd. Hiermee krijgen de inwoners van de woonkernen net als andere inwoners elders, steeds meer mogelijkheden. Kopen, werken via snelle internetverbindingen, telefonie, uitgebreide sociale media, etcetera. Daarnaast zijn er ook allerlei vormen van domotica mogelijk en domotica wil zeggen dat je integratie hebt van techniek en diensten waardoor er veel meer mogelijk is en dus ook op afstand bijvoorbeeld de zorg besteed kan worden, op afstand het huis bediend kan worden, mogelijkheden die er langzamerhand inzitten en die zeker gelet op de kanteling in de gedachte over ouder worden en langer thuis blijven wonen wel heel interessant kunnen zijn. Echter, de bewoners van de buitengebieden blijven hiervan verstoken, tenzij zij hoge kosten maken om dergelijke voorzieningen te gaan realiseren. Soms is het mogelijk om met meerdere bewoners samen een dergelijke aanleg in het buitengebied enigszins betaalbaar te maken, maar ze ondervinden aanzienlijk meer belemmeringen dan bewoners in de woonkernen. De provincie is recent in de Achterhoek gestart met het aangaan van een samenwerkingsverband, een soort van pilot met een private investeerder om daar het buitengebied te voorzien van glasvezel. Ik heb daarop twee vragen, voorzitter. Deelt de Commissaris onze mening dat glasvezel voor bewoners van ons buitengebied ook tegen zo laag mogelijke kosten bereikbaar zou moeten zijn? Ziet de Commissaris mogelijkheden gelijk aan het samenwerkingsverband in de Achterkant, voor een dergelijk project in Lingewaard met de ondersteuning van de provincie? De voorzitter: Dank u wel. Meneer Cornielje. De heer Cornielje: Ja, voorzitter, ik onderschrijf natuurlijk het betoog van de heer Derksen over het belang van glasvezel, ook omdat het mogelijkheden biedt, kansen biedt, voor de toekomst om bijvoorbeeld zorgkosten omlaag te brengen. Dan kan bij wijze van spreken via het internet zorg geleverd worden aan huis, sterker, dichtbij de patiënt of degene die om zorg vraagt. Maar het bijzondere in dit land is, wij hebben vrije ondernemers die de glasvezel aanleggen en die leggen die kabel alleen maar waar ze veel geld kunnen verdienen. Dat is niet zo raar; deze gemeente kent veel ondernemers en die gaan natuurlijk niet investeren op plekken waar ze geen geld kunnen verdienen. Maar de keerzijde is wel dat ze dus niet investeren in wat minder rendabele gebieden. Dan is het wel raar dat dan meteen naar de overheid gekeken wordt, dat de overheid dan maar dat gat opvult. Ik heb wel eens gezegd toen ik in Winterswijk was, waarom hebben jullie dat laten gebeuren? Waarom hebben jullie laten gebeuren dat wel al die hoofdkernen mooi ontsloten zijn en het buitengebied niet, waardoor de mensen in die hoofdkernen met lage kosten zitten en de mensen in het buitengebied met hoge kosten. Verslag bijzondere raadsvergadering 04-09-2014

8

Had je niet met elkaar het gesprek aan moeten gaan met die ondernemer of ondernemers en kunnen kijken wie het mooiste aanbod heeft voor de hele gemeenschap. Voor het dikbevolkt en dunbevolkt deel. Dat is niet gebeurd. Dat gebeurt nergens. Het is de open markt, iedereen mag dat gaan doen, zo'n kabel aanleggen. Ik vind dat men daarin te weinig creatief is geweest. Als we hier in dit stedelijk gebied, Arnhem Nijmegen, waarbij de hoofdkernen ontsloten zijn in deze gemeenten, dan wil het er bij mij niet in dat je toch niet tegen misschien iets hogere kosten, niet veel hogere kosten, ook in staat moet zijn om die breedband ook voor die mensen bereikbaar te maken. Dan zou je kunnen denken ook aan initiatieven - ik was net op Bergerden en ik heb aan die ondernemers gevraagd van hebt u breedband? Ja, natuurlijk hebben ze breedband. Dat hebben ze nodig. Dat hebben ze samen opgehoest, die paar ondernemers. Hetzelfde geldt hier natuurlijk ook voor. Ik weet niet precies waar die ontsluiting nog niet aanwezig is, maar je zou burgerinitiatieven daarin wel moeten ondersteunen als overheid, als gemeente, als gemeenschap. Help ze. Ook Oost NV, dat is ons uitvoeringsorgaan die het economisch beleid uitvoert van de provincie, zou met kennis dit soort burgerinitiatieven kunnen helpen als die mensen niet zelf in staat zijn om die breedband gerealiseerd te krijgen. Wij hebben als provincie een bedrag van ik meen € 35 miljoen beschikbaar gesteld voor de regio Achterhoek. Waarom voor de regio Achterhoek? Omdat we daar te maken hebben met krimp de komende jaren, een krimpende bevolking. Dat hebben we hier dus nog echt niet. Hier is nog groei, maar daar is krimp en daar komen de problemen: de bevolking wordt sneller ouder, de jongeren trekken weg en de behoefte, de noodzaak om tot die snelle zorgvoorzieningen, domotica u noemt het zelf, te komen is daar ook vele malen groter. Dus we hebben gezegd: laten we daar nu ons in eerste instantie op richten, daar ook het geld op richten en daar ook op projecten inzetten om met zo min mogelijk middelen toch zoveel mogelijk mensen een aansluiting te geven. Ook daar kunnen we van leren, denk ik. Ook van verschillende financieringsvormen. Daar staan wij natuurlijk voor open, om dat gesprek met u aan te gaan of initiatieven aan te gaan. Maar we moeten het de glasvezelindustrie niet te gemakkelijk maken dat zij eerst de krenten uit de pap hebben gehaald en vervolgens zeggen: de overheid plust vervolgens de rest wel bij. Ik denk dat we dan toch echt verkeerd bezig zijn. Ik ben wel benieuwd naar uw reactie daarop, of u dat ook vindt of dat u zelf ook graag de portemonnee trekt om die gaten te vullen. De voorzitter: Meneer Derksen. De heer Derksen: Dank u wel, Commissaris, voor het antwoord. Bewust hebben we in de vragen niet direct geldelijke middelen aangegeven omdat ondersteuning, bewust het woord ondersteuning, kan middels geld, maar ook door middel van kennis en ook door middel van deskundigheid die binnen de provincie aanwezig is. De provincie heeft ten slotte zicht over de hele provincie en weet welke projecten er overal zijn. Door die kennis in te zetten, denk ik dat gebruik wordt gemaakt van de kracht van de provincie. Ik ondersteun het wel. Daarom ook de vraag van in hoeverre dit bij de provincie ligt en in hoeverre de gemeente daar dan ook voldoende uit kan gaan putten en de steun daarvoor krijgen. De heer Cornielje: Fijn dat u het nog even nuanceert, dat met die ondersteuning geen financiële ondersteuning bedoeld was, dan zijn we het daar over eens. Over uitputting, dan hebben we het ook niet over financiële uitputting. Kennis kun je altijd delen en het mooie is als je kennis deelt, dan vermenigvuldig je kennis en ik denk dat daar geen bezwaar tegen is. Ik noemde het al, Oost NV. Wij zelf natuurlijk ook, wij zijn nu bezig om een PPS-constructie te maken in de Achterhoek, een publiek private samenwerking. Wij merken ook dat het nu voor een aantal van die ondernemingen interessanter wordt, want ze willen eigenlijk ook wel meedoen. Dat moment heb je echt nodig, dat meerdere aanbieders het interessant beginnen te vinden om daar te investeren. Ik ben ervan overtuigd en dat zullen die ondernemers ook moeten zijn, dat het een enorme toekomst heeft als ze straks aangesloten zijn op glasvezel, zodat snel informatie kan worden overgedragen en dat het hele interessante toepassingen heeft voor iedereen. Als dan iedere ondernemer zegt van dan wil ik ook wel zelf die kabel leggen en als daar een beetje concurrentie komt, dan moeten dat kunnen bereiken. Maar graag het aanbod om de kennis te ondersteunen. De voorzitter: Dank u wel. De heer Schut heeft nog een aanvullende vraag of reactie. De heer Schut: Ja, meneer de Commissaris, ik begrijp uw reactie heel goed. Alleen vraag ik me af, had de gemeente toentertijd in het overleg met de maatschappij die de glasvezel aanlegde, dwangmaatregelen om te zeggen: 'nee'? Hoe had de gemeente op kunnen treden? Verslag bijzondere raadsvergadering 04-09-2014

9

De heer Cornielje: Men had geen dwangmaatregelen, maar ik vind het ook iets te gemakkelijk om te zeggen we laten eerst de marktpartijen de krenten eruit pikken en dan blijft er een landelijk gebied over en dan kijken we naar de overheid die het verschil maar moet bijbetalen. Dan zijn de aansluitingen in die dichtbevolkte gebieden relatief goedkoop en dan moet de overheid een behoorlijk stuk bijbetalen. Als dat meer uitonderhandeld was geweest, had dat voordelen gehad. Daar had je het gesprek met elkaar over moeten aangaan. Het is natuurlijk wel eens gebeurd, maar onvoldoende of onvoldoende samen. In de Achterhoek, want daar speelde het heel sterk, waren al die gemeenten blij dat ze ontsloten werden en die hebben de marktpartijen geen strobreed in de weg gelegd. Sterker, die zijn dat gesprek helemaal niet aangegaan, maar vonden het al lang goed dat hun centra ontsloten werden, klaar. Niet beseffend dat je daarmee een heel belangrijk stuk braak laat liggen. Waar we anders altijd zo ontzettend veel praten en proberen om publieke en private partijen bij elkaar te brengen had dat in deze sector ook eerder, denk ik, kunnen gebeuren. Maar we doen het nu en collega Jan Jacob van Dijk voert nu de gesprekken in de Achterhoek. Daar komen interessante publiek private samenwerkingen uit voort. Wat je ook ziet is dat met name kleine kernen van groepen van mensen, als daar voldoende mensen meedoen, het op een heel acceptabel bedrag neerkomt om aansluiting te vinden; nauwelijks hoger dus dan in zo'n grote kern. Het kan dus wel, maar je moet de vraag bij elkaar brengen. Dat kan een overheid dus wel doen. Je kunt wel eens even kijken of er voldoende mensen in deze gemeenschap zijn die een aansluiting willen. Als er voldoende mensen zijn, wordt het ook weer interessant om dat te communiceren met zo'n private partij. De voorzitter: Kort, meneer Schut. De heer Schut: Prima. Nogmaals, ik ben het eens met uw basisgedachte dat je maar niet de overheid overal voor kunt vragen. Maar laten we uw opmerking in het achterhoofd meenemen bij ons overleg over de aanleg van die glasvezelkabel. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Cuypers als laatste, daarna ga ik over naar de discussie die de Commissaris graag met u wil voeren over Sterk Bestuur. Meneer Cuypers namens D66. De heer Cuypers: Dank u wel, voorzitter. In 2003 hebben de Gelderse Staten een reis gemaakt naar Comunidad de Valencia. Die reis was een studiereis en had tot doel om kennis te maken met een voorbeeldregio voor ICT. De toenmalige Staten waren van mening dat ICT de toekomst was en dat je de digitale snelweg, net als de gewone snelweg, juist niet aan de laagste overheden moet overlaten, maar dat je daar een zekere regie op moet voeren. De situatie heeft zich snel anders ontwikkeld en de Commissaris heeft natuurlijk volstrekt gelijk, voorzitter, als hij zegt, dat hadden jullie als gemeente beter moeten regelen. Dat is natuurlijk zo. Uiteindelijk zijn wij als burgers zowel ingezetenen van het landsbestuur, als van het provinciale bestuur, als van het gemeentebestuur. Dus als het gaat om de afrekening, komt die altijd bij ons op het bord. Dat is natuurlijk volkomen terecht. Maar de vraag is eigenlijk, had de provincie hier nu eigenlijk niet een beetje regie moeten voeren, net zoals het dat doet met de ruimtelijke ordening. Gemeenten hebben natuurlijk de neiging om voor het vlugge geld te gaan en dingen fijn te regelen voor grote groepen. Ja, nu zit het buitengebied er een beetje naast. Ware het niet beter geweest als de provincie had gezegd of daarvoor had gewaarschuwd of daarin begeleid had, om te zeggen mensen, wees daarin terughoudend, pas op, wij hebben een regelende hand. De heer Cornielje: Op welke titel, meneer Cuypers? Mevrouw de voorzitter natuurlijk via u, ik ben het niet zo gewend om via de voorzitter te spreken. Voorzitter, zou meneer Cuypers kunnen uitleggen op welke titel de provincie dat dan had kunnen doen? De heer Cuypers: Voorzitter, de provincie heeft natuurlijk sowieso een adviserende rol. Ik zou allerlei juridische strijkages kunnen bedenken, maar een adviserende rol heeft de provincie sowieso. Om de zoveel tijd komt de Commissaris des Konings bij ons op bezoek en kan zeggen - en dat zal hij straks bij het volgende punt zeker doen - mensen let daar en daar en daar op. Dat zijn prima adviezen. Ik denk dat dat in het verleden misschien, dat is een mening van mij, te weinig gebeurt is en misschien ligt er dus wel - dat is een vraag aan de Commissaris, voorzitter - een soort morele verplichting bij de provincie om naar behoren, dat wat men misschien wel enigszins beter had kunnen doen, toch nog naar vermogen te herstellen.


10

De heer Cornielje: Allereerst denk ik dat het goed is om altijd hand in eigen boezem te steken, zowel voor de gemeenteraad als voor de provincie: hadden we dit niet beter kunnen doen. Misschien hadden we het beter moeten doen. Maar ik vroeg ook even naar de titel. Als je het op basis van economisch beleid doet, dan lag het voortouw natuurlijk niet bij de provincie; in dit gebied in ieder geval niet. Dat lag bij de gemeente zelf in het samenwerkingsverband van de stadsregio. Dat is nu wat veranderd. Regionale economie is speerpunt van provinciaal beleid, ruimtelijke ordening, regionale economie, infrastructuur wordt dat ook. Mobiliteit, infrastructuur, moderne infrastructuur gaat allemaal zijn beslag krijgen als de plus van de WGR af is. Daarop anticiperend hebben we nu de proeftuin in de Achterhoek, breedband, waar we het nu ook al doen. Maar ik verwijt het mezelf ook. We hadden dit beter moeten coördineren. De les die wij er nu uit trekken is dat wij in de Achterhoek daar nu mee bezig zijn omdat daar de noodzaak, de maatschappelijke noodzaak het grootst is. Nogmaals, als we het over krimp hebben, gaan de problemen daar ook het eerste spelen. Hier hebben we nog te maken met groei. Dat is echt een hele andere situatie, onvergelijkbaar met de Achterhoek. Wat dat betreft bevindt u zich in een zeer bevoorrechte positie. De voorzitter: Ik stel voor daarmee de discussie te sluiten en inderdaad te beamen dat wij in een bijzondere positie zitten als het gaat om 2014 en nog kunnen zeggen dat we in een omgeving zitten waar sprake is van zowel economische groei als groei van woonopgaven. De voorzitter: Commissaris, toen wij dit hebben voorbereid is aangegeven dat de raad een aantal vragen had. Maar ook u heeft aangegeven heel graag in discussie te willen met de raad van Lingewaard omdat u het belangrijk vindt om samen van gedachte te wisselen over STERK BESTUUR en de transities als het gaat over het SOCIAAL DOMEIN, een belangrijke opgave. Ik zou u graag het woord willen geven om daarover met de raad van gedachte te wisselen. De heer Cornielje: Dank u wel, voorzitter. Ik wil ook graag die twee onderwerpen samen nemen. Sterk Bestuur en de transities is wat mij betreft één onderwerp. In het bestuursakkoord dat een aantal jaren geleden is afgesproken tussen rijk, provincies, gemeenten en waterschappen is afgesproken dat bijvoorbeeld de jeugdzorg van de provincies naar de gemeenten gaat, dat regionale economie en natuur naar de provincies gaat. Zo is er een soort van taakverdeling gekomen en dat geldt ook voor AWBZvoorzieningen en arbeidsmarkt gaat ook naar de gemeente. Gemeenten krijgen er gigantisch veel taken bij. Misschien in aantallen niet, maar in omvang van het bedrag dat naar de gemeenten gaat, dat is misschien wel een derde van uw begroting dat u omhoog gaat. Het betekent dat de verantwoordelijkheden enorm toenemen. Voor een deel is dat natuurlijk uitvoering van landelijk beleid waar gemeenten voor komen te staan. Overigens ook de wens van de gemeenten en ik denk ook een terechte wens van gemeenten, dat je probeert als eerste overheid dit soort zaken waar mensen direct mee te maken hebben, zelf te regelen en in samenhang te regelen. Maar zoals dat altijd gaat, gaat het ook gepaard met een bezuiniging; het moet altijd efficiënter. Dat staat ook in het bestuursakkoord, die korting en daar is ook voor getekend. Ik maak me nu toch wel wat zorgen. We zijn er nu een paar jaar mee bezig, met die overdracht van die taken, dat is dus de jeugdzorg van provincie naar gemeenten, maar ook de AWBZ-voorziening van het rijk, arbeidsmarkt van het rijk naar gemeenten. Wij hebben als provincie Gelderland, samen met de VNG afdeling Gelderland, dus de belangenclub van alle gemeenten, gezegd: laten we nu eens samen gaan kijken hoe het staat, even de thermometer steken in de samenleving bij al die gemeenten, om te kijken of men klaar is voor deze grote operaties. 1 januari 2015 is dat het geval. Daar tussendoor hebben we verkiezingen gehad, nieuwe raden traden aan, voordat iedereen weer op gang is, we zitten nu na de zomer, hebben we nog een paar maanden, op 1 januari bent u verantwoordelijk. We gaan het toch niet meemaken in Gelderland dat er dadelijk jongeren zijn die behoefte hebben aan jeugdzorg die ze niet krijgen. Of dat die arbeidsmarktgerelateerde maatregelen haperen als je mensen wil bemiddelen, arbeidsbemiddelen. Zo kun je doorgaan. Mensen die zorg behoeven die ze niet krijgen. We lezen allemaal in de krant dat die grote zorginstellingen veel mensen ontslaan, ze weten niet zeker of de contracten wel worden afgesloten. Ja, zouden ze dat nu al niet hebben moeten weten, denk ik dan. Hadden de gemeenten die contracten niet allemaal al moeten hebben afgesloten zodat er helderheid is op 1 januari. Dus ik heb daar zorg over. Zijn we daar wel klaar voor. In dat project Sterk Bestuur werkt de provincie samen met de VNG afdeling Gelderland. Ik ben zo benieuwd in hoeverre u ook meegenomen wordt in dat proces door uw college en dat u ook weet waar uw mogelijkheden straks ook nog liggen. Het is veel landelijke wetgeving, die ruimte is beperkt. Dan worden er op regionaal niveau met een aantal gemeenten afspraken gemaakt. Verslag bijzondere raadsvergadering 04-09-2014

11

Die ruimte wordt nog iets meer beperkt. Dan zegt de gemeente, binnen onze begroting hebben wij eigenlijk geen extra middelen meer, dus dan is die ruimte om iets anders te doen nog kleiner. Dan komt er een moment waarop u 'ja' moet zeggen tegen iets en bent u het daar dan wel mee eens. Dus ik ben zo benieuwd of u daarin meegenomen bent. Ik zal afronden, voorzitter, met te zeggen dat de commissie De Graaf, die voor ons, VNG en provincie, trekt, regionaal opnamen maakt en eind van deze maand zal publiceren wat haar bevindingen zijn voor de regio Arnhem, waar ook Lingewaard toe behoort. Ik nodig u ook uit, ik ben ook benieuwd of u daarover ook met elkaar dat gesprek aangaat. Ik wil eens even horen in hoeverre u daarmee bezig bent en daarvan weet. De voorzitter: Wie van u kan ik uitnodigen hierop te reageren? Mevrouw Bouwmeister, namens Lokaal Belang Lingewaard. Mevrouw Bouwmeister: Dank u wel, voorzitter. Wij maken ons net zoveel zorgen als de Commissaris. Er komt natuurlijk heel veel op ons af. Zijn wij in alles meegenomen? Ja, er is een aantal goede voorlichtingsbijeenkomsten voor de raad geweest en er staat nog een groot aantal gepland. We hebben ook een lange termijn agenda van het college ontvangen waarin duidelijk staat wanneer en op welk moment de raad beslissingen moet nemen. Natuurlijk zullen wij het college en de betreffende portefeuillehouders over een aantal zaken goed bevragen. Of alles goed geregeld is, laat ik uit mijn hart spreken, dat hopen we. Ook ik moet er niet aan denken dat er straks een krantenartikel is of dat NOS of SBS6 in Lingewaard staat omdat er in de jeugdzorg iets fout is gegaan. Want oh, wat is dat een kwetsbare groep. W aar ik me het minst zorgen over maak is de arbeidsparticipatie en de AWBZ. Natuurlijk is dat een verbreding van taken maar het zijn al wel taken die bij ons als gemeente bekend zijn. Alleen, ze worden omvangrijker. Jeugdzorg is onze allergrootste zorg en daar moeten wij met elkaar flink de vinger aan de pols houden en eerlijk gezegd spijt het mij een beetje dat het bij de provincie weg gaat want het was daar zo mooi ingebed en nu moeten wij allemaal met elkaar het wiel opnieuw uitvinden, maar dat is uit mijn hart gesproken, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Anderen van de raad die willen reageren? Meneer De Pauw van de VVD, gaat uw gang. De heer De Pauw: Ook ik kan de woorden onderschrijven die zojuist door mevrouw Bouwmeister zijn uitgesproken met betrekking tot informatievoorziening vanuit de gemeente. Ik denk dat de gemeente al een hele tijd alles in het werk stelt om te proberen ons te voorzien van informatie met betrekking tot de transities. Het is niet alleen decentraliseren, ik denk dat u ook in uw bewoording heel zorgvuldig en voorzichtig was met betrekking tot: we moeten gaan transformeren. De inkt onder de wetswijzigingen is nog niet droog, dat betekent ook dat de gemeente ook tijd moet hebben om te repatriëren en te kijken wat zijn de taken en hoe kunnen we uiteindelijk die nieuwe taken op ons nemen en die verantwoordelijkheid dragen. Ik heb er vertrouwen in dat wij door ons college worden meegenomen om die taken goed te vervullen. Daarnaast kunnen we ook leunen op een gemeente die over een bijzondere, lovenswaardige sociale cohesie beschikt. Dat betekent dat wij met het organiseren van kennis en kunde, samen met compassie op elkaar zijn overgeleverd. Dat is een groot goed, dat moeten we vasthouden met elkaar. Daar heb ik veel vertrouwen in. De voorzitter: Dank u wel. Anderen? Mevrouw Duiven van GroenLinks. Mevrouw Duiven: Dank u wel, voorzitter. Ik moet heel eerlijk zeggen, het heeft even geduurd tijdens de collegewisseling, voordat wij weer meegenomen konden worden in het hele dossier. Mogelijk heeft dat ermee te maken dat, helaas, ons college heeft besloten om twee mensen voor de transitie te zetten terwijl eigenlijk in veel adviezen is gezegd van doe dat op één plek. Het zou kunnen dat het een van de redenen is geweest. Nu denken wij echt dat de gemeente op de goede weg is en dat we veel voorlichting krijgen. Soms hebben wij er behoefte aan om toch iets meer overzicht te hebben en dat is ook bij de voorlichtingsbijeenkomsten besproken en ook toegezegd door de wethouders. Met betrekking tot jeugd, ik heb er vanuit mijn werk eveneens mee te maken en dat is inderdaad een groot dossier en veel mensen worden op het moment bedreigd met ontslag, zeker een kwart van de mensen die daar nu zit. Voor ons is ook wel een beetje de vraag van hoe had dat misschien toch iets soepeler kunnen gaan lopen. Je verliest een aantal mensen met hele goede kennis en kunde op het gebied van jeugdzorg en waar komen zij terecht? Verslag bijzondere raadsvergadering 04-09-2014

12

Vervolgens betekent het dat de kinderen die ermee te maken hebben en de jeugd, in de knel kunnen komen. Dan is het ook een vraag aan de heer Cornielje: hoe had dat anders kunnen zijn of hoe kunnen we daar nog maar aandacht aan besteden? Uiteindelijk is de provincie de instantie die hierover tot nu toe de regie heeft gevoerd. De voorzitter: Dank u wel. De heer Schut, B06-L2000. De heer Schut: Dank u wel, voorzitter. Commissaris, wij moeten zeggen - en dat komt niet omdat wij een oppositiepartij zijn - wij zijn ontevreden. Dat ligt niet aan het college. Dat ligt ook niet aan de organisatie. Ik denk dat we nu pas bezig kunnen zijn, althans het college en de organisatie, met het invoeren van alle veranderingen in de voorwaarden die gesteld zijn. We gaan pas vanaf volgend jaar werken aan die transities, wat er nu werkelijk gaat veranderen. Wij hebben een aantal goede informatieavonden gehad, in zoverre wij te informeren waren. Maar ook het college wist nog niet wat ze ons aan informatie konden brengen. Wel al heel veel, maar bijvoorbeeld over cijfers etcetera konden wij nog niet debatteren. Daarnaast, dat wil ik dus zeggen over de transities, maar nogmaals, dat ligt niet aan een politieke strijd tussen oppositie en coalitie, dat ligt er gewoon aan dat wij door de rijksoverheid dit gat in geduwd worden. Dat is onze mening. Naast die transitie, en dat is net genoemd, speelt transformatie daarin een hele belangrijke rol. Gelukkig is een voorgaand college hier al 4 jaar geleden aan begonnen om het beroep doen op middelen en het gebruik maken van middelen en het omgaan met gezondheidszorg, dat is een transformatie van bewoners, maar ook van gemeentelijke organisatie, van patiënten en dat is nog veel belangrijker waardoor mogelijk het beroep doen op middelen op den duur zal gaan veranderen en op den duur mogelijkerwijze die bezuiniging zal gaan opleveren die men toch wil bereiken. Dus we zijn nog helemaal niet toe aan die transformatie. Die transformatie is heel erg belangrijk, nogmaals, dat is ingezet via sociale gebiedsteams, wat een initiatief is van de gemeente zelf, dat is heel goed, dat loopt daarop vooruit en moet dat ook op den duur gaan verwezenlijken, maar daar kunnen we verder nog weinig mee. Ik dank u. De voorzitter: Ik denk dat ik de eerste termijn even afrond voor een reactie van de Commissaris. De heer Cornielje: Voorzitter, ik heb dit onderwerp met name geagendeerd omdat ik bijna aanvoelde dat de heer Cuypers zou vragen om een advies van de provincie op dit onderwerp. Daar heb ik nu ook mooi de gelegenheid voor natuurlijk. De onderwerpen zijn zo groot dat ze de reikwijdte van de gemeente ook allemaal overstijgen. Niet alleen deze gemeente, maar alle gemeenten in Gelderland. Ook Nijmegen, Arnhem, Apeldoorn, de 100.000+ gemeenten. Het betekent dus dat de gemeenten moeten samenwerken op deze dossiers. Ik schudde net al toen de heer Schut zei dat de gemeente door het rijk in een gat werd geduwd. Nee, zo mag je het niet zeggen. Er is een bestuursakkoord gesloten en heel nadrukkelijk heeft de VNG gevraagd dit onderwerp naar zich toe te trekken. Wij waren er niet voor als provincies. Hans Esmeijer, de gedeputeerde jeugdzorg, heeft zich met hand en tand verzet ertegen. Maar we hebben het verloren. U hebt het gewonnen. Wij hebben als provincie gezegd, oké, er is een besluit genomen en dan gaan we dat ook netjes doen. Een warme overdracht heet dat dan. We zijn er al jaren mee bezig. Ik vind ook niet dat mensen moeten zeggen we gaan nu pas transformeren of dat is nu pas aan de orde. Nee, daar zijn we al jaren mee bezig. Iedereen weet dat het op een andere manier georganiseerd moet worden, zeker ook als gemeenten het gaan doen, ook om die bezuiniging omdat het efficiënter moet, omdat het appél op die zorg omlaag moet. Dat weet iedereen al 4 jaar. Het is geen verwijt, aan niemand, want de bestuurders die 4 jaar hier voor hebben gezeten, hebben ook hun best gedaan, maar ik stel vast dat ondanks dat, we er nu nog niet zijn en ik me daar zorgen over maak. En precies, wat mevrouw Bouwmeister zojuist zegt, ik voorspel u 100% zeker dat na 1 januari de NOS of SBS6 met bepaalde gevallen zal komen waar het niet goed gaat. Dat is nu ook al zo. Er zijn nu ook al gevallen die goed gaan. Maar dan zullen ze naar voren gebracht worden in het teken van: u bent er niet klaar voor. In dat opzicht zul je te maken krijgen met dat soort incidentele fouten en daar moet men niet zenuwachtig van worden. Waar we wel zenuwachtig van moeten worden is dat we het stelsel wel goed op orde moeten hebben. Waar in individuele gevallen fouten worden gemaakt, moeten deze zoveel mogelijk worden voorkomen, maar we moeten wel zorgen dat die afspraken gemaakt zijn. Dat betekent dus in regionaal verband met Arnhem, met de Liemers, met Rheden en andere gemeenten waarin u samenwerkt op dit soort dossiers.


13

Ik vind het zelf helemaal niet erg dat er meerdere portefeuillehouders zijn op dit soort grote terreinen. Als je één wethouder zou belasten met al die drie grote decentralisaties, dan leg je wel een hele grote verantwoordelijkheid bij één persoon. Het is toch collegiaal bestuur, je moet toch samenwerken. Dus in dat opzicht zie ik ook in andere gemeenten, in de meeste andere gemeenten waar ik op bezoek kom, dat men daar een zekere spreiding in portefeuilles ook heeft. Dus dat hoeft niet tot een probleem te leiden. Je moet natuurlijk wel altijd goede afspraken maken wie wanneer de gemeente vertegenwoordigt in de regio. Ik heb dit onderwerp ook aangemeld omdat ik ook de vrees weg wil nemen, want dat is bij sommige gemeenten, niet hier hoor, want ik heb het hier niet horen noemen, maar even over uw hoofden heen, dat sommige gemeenten bang zijn dat dit bedoeld is als een opmaak voor herindeling. Dat is niet het geval. Zeker niet in dit gebied. Waar het wel om gaat is dat we wel bestuurskrachtige eenheden moeten krijgen die dit aankunnen. Je moet ook je partijtje mee kunnen spelen in de regio. Als je dat niet kunt, dan betekent het dat je wel verantwoordelijk bent voor de uitvoering van dit soort grote onderwerpen, terwijl je zeggenschap nul is. Dat kan dus ook niet. Daar hebben we specifiek ook de commissie De Graaf voor in het leven geroepen om te kijken of iedereen, al die gemeenten, het op orde hebben en dat er niet ergens gemeenten overblijven, muurbloempjes, die buiten de boot vallen, die het niet aan kunnen waardoor dan zo'n hele gemeenschap onvoldoende zorg krijgt. Dat gesprek zal in eerste instantie worden gevoerd met het college. Ik ben blij, dat zeg ik u ook, dat u zoveel voorlichtingsbijeenkomsten belegt als college, het vorige college en het huidige college, dat u meegenomen wordt in dit soort trajecten. En ook dat u bekend bent met wanneer er beslissingen genomen worden. Ook de beperktheid van de ruimte die u heeft. Als je in gemeenschappelijkheid een beslissing neemt, in een Gemeenschappelijke Regeling een beslissing neemt, dan is zo'n regeling niet meer te amenderen. Dan kan niet iedereen nog weer een wijziging aanbrengen. Dan moet je er 'ja' of 'ja' tegen zeggen. Dat is toch een beetje waar het op neerkomt. Daarom is het voortraject wel van groot belang. Ik heb de heer De Pauw heel goed beluisterd en ik denk dat hij gelijk heeft. Ik denk dat deze gemeente gekenmerkt wordt door veel sociale cohesie, dat de participatiesamenleving hier al functioneert. Waar die elders misschien nog moet worden uitgevonden, hier functioneert die al. Soms zelfs zo goed dat iedereen weet of die nu wel bij het dorp hoort of niet bij het dorp hoort. De heer Peren heeft mij in de bus ook precies aangegeven de achtergronden waar je wel of niet bij hoort. Mensen weten dat allemaal heel precies. Maar het betekent wel dat je ergens bij hoort. Dat je je ook verantwoordelijk voelt voor de mensen in je omgeving. Hadden we het anders moeten doen, vraagt mevrouw Duiven. Bij ons staat iedere maand de jeugdzorg op de agenda. Annemieke Traag heeft iedere maand overleg met de Staten. We hebben heel regelmatig met alle verantwoordelijke wethouders overleg. Ik maak me wel zorgen, ook omdat er contracten gesloten moeten worden met partijen en die willen daar natuurlijk gunstig uitkomen. Hoe langer het duurt, des te spannender het wordt. Er moeten wel knopen worden doorgehakt, met name door de mensen die dadelijk ook verantwoordelijk zijn. Vanaf 1 januari bent u dat. Die korting is niet iets wat pas van latere zorg is; die korting gaat vanaf 1 januari gewoon in. Dat betekent dat je dan ook toch wel een zekere mate van urgentie hebt om ook aanpassingen, transformaties door te voeren. Als je niets verandert in de aanpak, dan komt er niet zomaar in één keer geld uit. Dat is allang geprobeerd. Het is een welgemeend advies. Ik hoop ook dat u ook in regionaal verband een partijtje meeblaast. U bent een belangrijke gemeente in deze regio, een grote gemeente. Er zijn ook nog een aantal kleinere gemeenten die ook meegenomen moeten worden in dit proces. Ook dan kijk ik naar Lingewaard, dat die ook die verantwoordelijkheid voelt voor de partners in de regio. Ik ben nog bereid meerdere vragen te beantwoorden als daar ruimte voor is, maar hier wilde ik het in eerste instantie bij laten, voorzitter. De voorzitter: Met uw welnemen wilde ik toch eigenlijk naar een afronding omdat voorzien is dat wij ten eerste een persmoment hebben, maar ten tweede dat u op informele wijze, en ik denk dat dit zich heel erg leent om juist met een drankje te bespreken. Dan kunt u met alle raadsleden hierover van gedachten wisselen. 5. Wat verder ter tafel komt De voorzitter: Ik wilde komen tot een afronding van deze vergadering, tenzij iemand echt vindt dat er nog iets besproken had moeten worden. Ik kijk rond. Nee, u kunt dat allemaal zeer aangenaam zo meteen bij de borrel doen.


14

6. Afsluiting De voorzitter: Ik wil graag afronden door te zeggen dat wij bijzonder blij waren met het bezoek wat u vandaag aan ons heeft gebracht. Ik hoop dat wij in staat zijn om in ieder geval te hebben kunnen laten zien dat Lingewaard de lente is ingegaan, zowel bestuurlijk als inhoudelijk hele grote stappen heeft gezet om te komen naar een omgeving waar het aangenaam wonen en werken is. Ik noem dat heel specifiek omdat aan vertrekkende raadsleden iets wordt meegegeven wat heel specifiek voor hen gemaakt is en ik ga dus nu wel buiten het boekje door dat ook aan u aan te bieden, maar daar is een reden voor. Ik weet de Commissaris integriteit hoog op zijn agenda heeft staan, dus ik weet dat hij geen cadeaus aanvaard. Maar dit Commissaris, is geen cadeau voor u, maar ik wil zo graag, als ik antichambreer bij u, in die glazen vitrine iets hebben staan van die prachtige gemeente Lingewaard, één van die mooie gemeenten in uw mooie provincie. Vandaar dat ik voor u heb meegenomen, ik kijk even naar de bode om dat aan te reiken, een kunstwerk gemaakt door een kunstenaar uit Doornenburg. Het is de vlinder die - als logo - symbool staat voor onze gemeente; we hebben gezien dat hij ook om uw hals zit. Het bijzondere aan deze vlinder is dat die de vorm heeft van transformatie lichtheid, zoals de kunstenaar dat omschrijft. Ik hoop dat hij in uw glazen vitrine, waar al die gemeenten staan, ook een plekje krijgt zodat als ik daar kom mijn eigen gemeente ook zie. Dus dank, nogmaals. En ik heb nog een aardigheidje, dat mag ik uitreiken. Wij hebben vandaag moeten kiezen uit dingen die wij graag aan u hadden willen laten zien. Wij konden niet kiezen, want er zijn zoveel andere dingen die de moeite waard zijn. Toen dachten wij hoe gaan wij dat doen, want wij hadden u natuurlijk ook heel graag mee willen nemen, hoewel dat niet geheel onbekend terrein is, naar Kasteel den Doornenburg. We hadden u ook heel graag Fort Pannerden willen laten zien, want het is echt geweldig wat daar gebeurt. Dat gaat ons niet lukken. Toen dachten we, weet u wat, ik weet dat u ongelofelijk graag in deze omgeving fietst en wandelt en komt, laten we er dan voor zorgen dat als u er bent, u daar kunt kijken zodat u op eigen gelegenheid kunt genieten van de mooi dingen die onze gemeente biedt. Vandaar dat ik u graag en ook de heer Tromp en mevrouw Pronk, wil aanbieden een mogelijkheid om een keer daar op bezoek te gaan. Ik stel voor dat wij deze vergadering afronden en dat wij op informele wijze een voortzetting zullen hebben van het gesprek. Ik dank u voor uw aanwezigheid en ik sluit de vergadering. Raadsvergadering d.d. 2 oktober 2014, besluitnummer 65 / 2014 De besluitenlijst van de raadsvergadering van 4 september 2014 is vastgesteld. De raad van de gemeente Lingewaard de griffier, de voorzitter, w,g, Th.G.L. Greep

w.g. M.H.F. Schuurmans-Wijdeven


15

verslag van de openbare vergadering van de raad

Recommend Documents