Verslag van de openbare vergadering van de commissie voor Sociale Zaken, Doelgroepenbeleid c.a. gehouden op: 20 juni 2001 om 20:00 uur. Aanwezige leden
de heer A.G.M. Keijzer de heer B.E. Godthelp mevr. M.H.R. Landsbergen-van Leeuwen de heer J. Luijendijk de heer J.F. Scheerstra mevr. B.C.P. Out mevr. L.G. van Duyn-Camfferman de heer Y. Vural
Afwezige leden
de heer B. Sio de heer P.C. Stamperius de heer A. van der Knijff
Tevens aanwezig
de heer B.J.M Hakkenbroek de heer M. Stoutjesdijk
Aantal publiek bij aanvang Aantal insprekers Aantal personen vragenhalfuur Einde vergadering om
voorzitter secretaris
ROG notulist
: 7 : : 1 : 23.40 uur
Dit verslag is door de commissie aldus vastgesteld in de openbare vergadering, gehouden op De secretaris
De voorzitter
B.E. Godthelp
A.G.M. Keijzer
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid jni.doc
1
1. Opening van de vergadering. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij deelt mee, dat de leden van de commissie een uitnodiging hebben ontvangen voor een bijeenkomst van het RIO op 26 juni 2001. Tevens brengt hij de uitnodiging voor de sociale structuurschets op 3 juli 2001 onder de aandacht. De voorzitter deelt mee dat hij van de vertegenwoordigers van de Socialistische Partij (SP) een exemplaar van een onderzoek over de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) heeft ontvangen. Hij deelt mee dat de vertegenwoordigers van de SP de raadsleden een exemplaar van dit onderzoek zullen doen toekomen. 2. Vragenhalfuur. Mevrouw Blenk maakt gebruik van het vragenhalfuur en stelt het volgende aan de orde: Zij vertelt het niet eens te zijn met de vakantiespelregels van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zij heeft grote bezwaren bij het moeten overleggen van reistickets. Zij deelt mee dat zij dit ook in het cliëntenplatform aan de orde heeft gesteld en vraagt de leden van de commissie Sociale Zaken ca. eens kritisch naar de vakantiespelregels te kijken. Hiernaast wijst mevrouw Blenk op een brief van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarin gesteld wordt dat inkomstenbriefjes alleen in de brievenbus mogen worden ingeleverd. Zij geeft aan dat deze brievenbus te klein is. De voorzitter zegt dat de vakantiespelregels zijn volledige aandacht hebben en dat hij een advies van het cliëntenplatform over de vakantiespelregels afwacht. Tevens geeft de voorzitter aan dat er een brief naar de leden van het cliëntenplatform en alle bijstandsgerechtigden zal worden gestuurd over het inleveren van Inkomstenverklaringen. Hij zegt toe dat er een grotere brievenbus bij de afdeling Sociale Zaken komt en maatregelen worden genomen over de wijze waarop inkomstenverklaringen mogen worden ingeleverd. Mevrouw Van Duijn-Camfferman deelt mee dat zij de vakantiespelregels bureaucratisch vindt overkomen en wil de reden weten waarom er reistickets moeten worden overlegd. De voorzitter zegt toe hierop terug te komen. Hij zegt de leden van de commissie toe dat zij een exemplaar van de vakantieregels voor bijstandsgerechtigden krijgen toegezonden. 3a. Vaststelling van het verslag van 2 mei 2000: Tekstueel: Geen op- of aanmerkingen. Het verslag wordt tekstueel vastgesteld. Naar aanleiding van: agendapunt 3 -pagina 2-
Mevrouw Landsbergen-Van Leeuwen vraagt of er al iets bekend is over het verstrekken van reiskosten van Maassluise burgers naar het CWI te Schiedam. De voorzitter wijst de leden van de commissie op een collegebesluit van 11 juni 2001, waarin is besloten een reiskostenvergoeding van fl. 12,50 te verstrekken. Hij wijst hiervoor naar de ter kennisnemingslijst. agendapunt 4 -pagina 5-
Mevrouw Landsbergen-Van Leeuwen is van mening dat het aantal locaties waar de woonkrant aanwezig moet zijn te weinig is. De voorzitter wijst naar een brief van 6 juni 2001 van de WSM (over de locaties) waarin vermeld staat dat er ruim voldoende woonkranten aanwezig zullen zijn binnen een straal van 500 meter. De heer Luijendijk geeft aan dat de loopafstand met name in de Westwijk een probleem is. De voorzitter geeft aan dat in de brief van 6 juni 2001 staat dat ook op de locatie wijkgebouw 'de Flat' de woonkrant aanwezig zal zijn. Tevens staat in de brief dat na de maanden juli en september de locaties geëvalueerd zullen worden en er mogelijk verbeteringen - over ondermeer de verspreiding- zullen worden aangebracht. Mevrouw Landsbergen- van Leeuwen vraagt of er een achterstand is in het uitbetalen van de actiefpremie. De voorzitter geeft aan dat er geen achterstand is in de betalingen van de actiefpremie.
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
2
De voorzitter stelt voor, naar aanleiding van eerdere vragen van mevrouw Out, om haar ambtelijk te informeren over haar vragen over de actiefpremie. 3b. Vaststelling van het verslag van 7 mei 2000: Tekstueel: Geen op- of aanmerkingen. Het verslag wordt tekstueel vastgesteld. Naar aanleiding van: agendapunt 2 -pagina 5-
De heer Scheerstra vraagt of de wethouder Welzijn inmiddels jeugdbeleid in zijn portefeuille heeft. De voorzitter geeft aan dat het college op 8 mei 2001 heeft besloten dat de wethouder Welzijn het jeugdbeleid in zijn portefeuille krijgt. De voorzitter merkt op dat de leden hierover zullen worden geïnformeerd in de volgende commissievergadering ABZ. De voorzitter verteld over de wijze van vervulling van de vacature voor een beleidsmedewerker Jeugdbeleid. Deze medewerkster heeft na enkele dagen ontslag genomen. De voorzitter deelt mee dat hij ondanks personele problemen in het derde kwartaal met een startnotitie jeugdbeleid zal komen. 3c. Vaststelling van het verslag van 14 mei 2000: Tekstueel: pagina 1
Mevrouw Out wijst erop dat de heer J. Lenselink niet van de ASP is, maar van D66. Het verslag wordt zowel tekstueel als inhoudelijk vastgesteld. 4. Informatie van bestuurders en raadsleden over commissies en instellingen waarin zij namens de gemeente zitting in hebben. - Koningshof De voorzitter geeft aan dat hij het jaarverslag van de Koningshof onlangs in ontvangst heeft mogen nemen. Hij geeft aan dat dit verslag de volgende vergadering op de agenda komt. De heer Scheerstra merkt op dat hij het lang vindt duren en hij zou graag willen dat er besluiten werden genomen over de Koningshof. Hij vraagt of er op korte termijn voorstellen zullen worden gedaan. De voorzitter geeft aan dat hij nieuwe informatie schriftelijk aan de raadsleden zal doen toekomen. -R.O.G.: De voorzitter verwijst hiervoor naar agendapunt 7. - Dukdalfbedrijven: De voorzitter heeft geen mededingen. - Overleggroep “de zeventien”/Platform Arbeidsmarkt Rijnmond (PAR): De voorzitter geeft aan dat hij op korte termijn een brief verwacht dat de nieuwe CWI-locatie naast het station Schiedam zal komen. Hiernaast deelt hij mede dat Rotterdam deel uit gaat maken van de G17. Mevrouw Van Duijn-Camfferman vraagt of er al zicht is op ontwikkelingen van het PAR. De voorzitter deelt mee dat momenteel de ambtelijke staf wordt ingesteld. Als voorbeeld van een ontwikkeling van het PAR geeft hij aan dat er al een discussie op het Albeda-college (met het PAR en werkgevers) heeft plaatsgevonden. 10. herziening convenant volkhuisvesting 1997. De voorzitter stelt voor dat vragen en opmerkingen over dit convenant worden gebundeld en worden meegenomen met een voorstel aan het college van burgemeester en wethouders. Hij stelt voor om na de zomer een herziend ‘convenant wonen’ aan de commissieleden aan te bieden. De leden stemmen hiermee in.
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
3
De VVD-fractie is van mening dat de wens van de 'woonconsument' centraal moet staan. Hij pleit ervoor met alle woonwensen van de burgers van Maassluis rekening te houden. De heer Scheerstra wijst op de scheefstand waarbij te veel goedkope woningen en te weinig dure koopwoningen in Maassluis aanwezig zijn. De duurdere woningen mogen ook best beter gedifferentieerd worden in de sociale wijken. Zijn fractie is van mening dat er geen nieuwe huizen moeten worden gebouwd voor de wachtlijsten. Nieuwe woningen moeten worden gebouwd voor de doorstroming van de huidige bewoners, waarbij rekening moet worden gehouden met de toenemende welvaart. De heer Scheerstra geeft aan dat de kernvoorraad van woningen voor de primaire doelgroep voldoende is. Deze kernvoorraad wordt gestaafd door de inhoud van de notitie 'convenant wonen 2001'. De VVD fractie vraagt bijzondere aandacht voor de starters, het streven om 25% van de woningen te verhuren aan starters mag worden verhoogd naar 30%. Met name door de toenemende vergrijzing moet er extra aandacht zijn voor jonge starters. De heer Scheerstra constateert dat er stagnatie is in de doorstroming van bewoners. Hij is van mening dat dit vraagt om herstructurering van de woonvoorraad. Hij vraagt of hierbij de doelgroep voor duurdere woningen wordt bereikt. De VVD fractie vindt dat de gemeente een inspanningsverplichting heeft voor duurzaam gebruik van de woningen. Voorzieningen moeten op een redelijke afstand bereikbaar zijn. De VVD fractie is een voorstander van het eigen woningbezit. Tot slot vraagt de heer Scheerstra namens de VVD-fractie om meer differentiatie in de woningen aan te brengen, er zijn nauwelijks twee-onder-een-kap woningen of vijf-onder-eenkap woningen. Hij verwijst hiervoor naar de nota wonen 2000+. De voorzitter dankt de heer Scheerstra voor zijn inbreng. De voorzitter wijst voor wat betreft de duurdere woningen naar de nieuwbouw op het Balkon. De PVDA-fractie geeft aan blij te zijn dat de WSM aangeeft dat er een probleem is voor starters. De heer Luijendijk geeft een voorbeeld van een aangepaste woning waarin een gehandicapte medemens wilde gaan wonen en deze woning werd in oorspronkelijke staat teruggebracht. Hij vraagt of dit niet anders kan. Zijn fractie is van mening dat de doorstroming nog niet op gang gekomen. De heer Luijendijk geeft aan dat er veel gesloopt is, maar er te weinig woningen zijn opgeleverd. De doorstroming komt wellicht op gang als de Parkhof of de Componistenbuurt Noord wordt opgeleverd. Van deze complexen zijn 50 woningen aan huurders verkocht, hij geeft aan dat er dus 50 huurwoningen leegkomen. Gezien het grote aantal reacties op deze woningen (soms wel 100 reacties per woning), lossen de 50 leegkomende woningen het probleem niet op. De heer Luijendijk merkt op het jammer te vinden dat er in de Bloemenbuurt geen huurappartamenten komen. De heer Luijendijk vraagt of er geen ander systeem mogelijk is om te komen tot woonruimteverdeling. Hij stelt hierbij voor om een combinatie te maken van huidige duur van bewoning en de inschrijvingsduur. Hij is van mening dat het huidige systeem niet transparant is. De PVDA-fractie is van mening dat er meer woningen moeten worden gelabeld voor starters. Het huidige streven van 25% voor starters is te weinig. De heer Luijendijk wil weten hoeveel keer iemand een woning mag weigeren, jongeren schrijven zich vaak al jong in zonder echt een woning te willen. Er wordt dan door ingeschrevenen soms tot 6 of 7 keer toe een woning geweigerd. De SGP/GPV-fractie benadrukt dat de 25% starters minimaal moeten worden gehaald, in verband met de grote nood onder de starters. De heer Van Hoeven merkt op dat lokale afspraken belangrijk zijn omdat elke gemeente zijn eigen specifieke problemen kent. Hij is van mening dat de doelgroep met een minimuminkomen blijvende aandacht moet krijgen. Naar aanleiding van de kernvoorraad vraagt hij of er nog steeds woningen worden gebouwd. De
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
4
SGP/GPV-fractie pleit ervoor dat ten behoeve van de kernvoorraad nog steeds moet worden gebouwd. De heer Van Hoeven vraagt hoe starters gelabeld worden en hoe controle hierop plaatsvindt. Zijn fractie vraagt blijvende aandacht voor de stagnerende doorstroom als gevolg van de te weinig opgeleverde nieuwbouw. De heer Van Hoeven vraagt of een verruiming van de huursubsidie mogelijk is. Hij vraagt welk orgaan de toewijzingscriteria van 5% bepaalt. Hiernaast wil hij weten of er belangstelling van kopers is voor verkoop van de 500 huurwoningen. De SGP/GPV-fractie vraagt of een organisatie de ontwikkelingen van de bestaande wooncomplexen tot woonzorg complexen op zich neemt en vraagt tevens of dit ook uitvoerbaar is. De heer Van Hoeven vraagt of autochtone ouderen, in het kader van de integratie, wel bij elkaar moeten gaan wonen in één complex. Namens de fractie van D66 deelt Mevrouw Van Duijn-Camfferman dat zij in plaats van een convenant liever een startnotitie met uitgangspunten had gehad. Zij vraagt zich af in hoeverre een convenant zich beperkt tot de zorg voor de doelgroep en het zorgen voor voldoende huurwoningen. Mevrouw Van Duijn-Camfferman vraagt of er niet teveel afspraken in het convenant komen. De voorzitter zegt dat er een wet is, er bepalingen van de Stadsregio zijn en afspraken in het Nieuw Waterweg-Noord gebied. De wet laat toe dat er lokaal afspraken kunnen worden gemaakt. Bovendien moet er, als gevolg van wettelijke bepalingen, een prestatie worden geleverd. De voorzitter geeft aan dat het convenant geen boekwerk wordt , maar dat er wel heldere en korte afspraken in het convenant komen. De fractie van D66 gaat met de meeste punten van de notitie accoord. Mevrouw Camfferman-van Duijn vraagt naar de samenstelling van de groep die gebruik moeten maken van de kernvoorraad en vraagt ook aandacht voor de woonomgeving. De voorzitter geeft aan het hier mee eens te zijn, maar merkt op voor wat betreft de woonomgeving een ander convenant met de WSM afgesloten. De heer Luijendijk vindt de notitie een vorm van interactief beleid en vindt dit een goede vorm. Hij brengt hiervoor zijn complimenten uit naar de samenstellers van de notitie. Hij wijst op de notitie ‘herijking 2000’ van de stadsregio, waarin gesteld wordt dat Maassluis als voorbeeld wordt genoemd van een gemeente die goed bezig is. De PVDA-fractie is van mening dat er meer aandacht moet zijn voor volkshuisvesting. Tevens is hij van menig dat bij de keuze om te komen tot een regionale woonruimteverdeling een verkeerde keuze is gemaakt, omdat de doelgroep hiervan niet kan profiteren. De voorzitter geeft aan dat er een regeling moet komen, die ook ruimte schept voor duurdere woningen van de doelgroep. In de visie van de voorzitter is dit een verruiming om mensen uit de stad sneller te kunnen laten doorstromen. Vanwege stagnatie in de stad moet voor mensen uit de doelgroep doorstroming worden gerealiseerd. De keuze hiervan heeft te maken met de stagnatie in de nieuwbouw, het ontbreken van doorstroming en herstructurering. De heer Luijendijk is van mening doordat woningen uit Maassluis ook worden aangeboden in Vlaardingen en Schiedam, er kans bestaat dat mensen uit genoemde steden -naast Maassluisers- ook reageren op deze woningen. Hij vraagt of de 100 woningen voor starters geen druppels op een gloeiende plaat zijn. De heer Luijendijk wil weten hoeveel starters er staan ingeschreven bij de Woningstichting. De heer Luijendijk is van mening dat het aantal urgenten wordt beperkt. Hij vraagt of deze doelgroep niet in de knel komt.
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
5
De PVDA-fractie is van mening dat er een paragraaf over geschillencommissie wordt gemist in het woonconvenant. De heer Luijendijk vraagt extra aandacht voor de gehandicapten. Hij is van mening dat keuringen sneller moeten kunnen. Woningen die voor gehandicapten aangepast zijn, moeten door gehandicapten worden blijven gebruikt. Hij vraagt tot slot of de kwetsbare complexen zijn te sturen. Het gaat hierbij om de sturing van vier woningen per maand. De voorzitter zegt toe met een korte analyse te komen over het sturen van kwetsbare woningen en dat deze kwetsbare woningen duidelijker in het convenant naar voren zullen komen. De heer Luijendijk vraagt of de huursubsidiegrens moet worden opgetrokken, omdat uit het aanbod van de woningen onduidelijk is hoe de regeling in elkaar steekt. Hij vraagt of erbij het convenant rekening is gehouden met eerder opgelegde boetes door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De heer Luijendijk vraagt of er als gevolg van het nieuwe convenant niet meer geld aan huursubsidie wordt uitgegeven en hij vraagt hoe het dan zit met mogelijke toekomstige boetes. Hij wijst erop dat de gemeente hier ook voor aangeslagen kan worden. Hij constateert dat de woningen in Maassluis duurder zijn dan in de gemeenten Vlaardingen en Schiedam. De fractie van de PVDA is van mening dat als men de doelgroep en het aantal beschikbare woningen tegen elkaar afweegt dat er scheefgroei ontstaat van ongeveer 40%. Uit onderzoek blijkt dat 40% eigenlijk niet tot de doelgroep behoort. Dit betekent dat als de doelgroep 4000 groot is er 6000 woningen nodig zijn. De heer Scheerstra is het met deze stelling eens, hij vindt dat je dan als gemeente voorwaardenscheppend bezig bent. De heer Luijendijk vindt dat de doorstroming nog niet op gang gekomen is en denkt dat dit te maken heeft met het kleine aanbod van goedkopere woningen. Hij wil graag dat de gevolgen van de stagnatie in de economie wordt meegenomen in het convenant. De heer Luijendijk juicht van harte toe dat de leeftijdsgrens van 55 naar 60 is opgetrokken. Hij vraagt aandacht voor het woonzorgcomplex en vraagt of hierover nadere informatie te geven is. Hij vindt het van realiteit getuigen dat er meer aandacht wordt geschonken aan allochtone ouderen. De heer Luijendijk vraagt of de leden van de commissie regelmatig kunnen worden geïnformeerd over het overleg tussen de WSM, de VVBM en de gemeente. De PVDA-fractie dringt bij het college aan om aan het ‘woningbehoefte onderzoek 2002’ deel te nemen. De heer Luijendijk merkt op dat er een overschot aan woningen in de gemeente Rotterdam is en woningtekort in de omliggende gemeenten. In 2005 zijn er volgens de provincie 6000 woningen over, een landelijk onderzoek geeft aan dat er een overschot zou kunnen zijn van 14.500 woningen in heel Zuid-Holland. Aantrekkelijke woningen in de ene stad is leegstand in de andere stad, hij geeft aan dat dit een waarschuwing is voor de stadsregio. Hij meent dat dit zou kunnen betekenen dat Maasluis geen woningen meer krijgt omdat er bijvoorbeeld in de gemeente Vlaardingen leegstand is. Mevrouw Landsbergen- van Leeuwen vraagt of het niet mogelijk is om mensen van allochtone afkomst te betrekken bij de toewijzingen van woningen in Maasluis. Mevrouw Van Duijn-Camfferman geeft aan dat er bij de kernvooraad ook gekeken moet worden naar de behoefte van ouderen en de gebruikers zelf. De voorzitter stelt voor dat een analyse van dit bestand voor de kernvoorraad zal worden gemaakt en gebruikt zal worden als oplegstuk bij het convenant. De heer Vural vraagt wat er precies bedoeld wordt met een starter of urgente starter en vraagt of het hierbij ook om gezinnen gaat.
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
6
Voor de bereikbaarheidsgrenzen voor Maasluissers vindt hij het jammer als de huursubsidiegrens omhoog zou gaan. De heer Vural haalt hierbij het voorbeeld van bewoners van Componistenbuurt aan. Hier werden mensen gedwongen om een hogere huur te betalen maar kregen vervolgens geen huursubsidie. De CDA-fractie is van mening dat door de kwetsbare complexen starters in de problemen komen. Dit heeft volgens zijn fractie met de criteria van leeftijd en inkomen te maken. De heer Vural is van mening dat het verspreiden van allochtonen ouderen de integratie ten goede komt, maar wijst op de vestigingsvrijheid voor ouderen. Hij is wel van mening dat het bereiken van allochtonen een probleem is en vraagt hier aandacht voor. De heer Van hoeven benadrukt dat zijn eerdere vraag niet met vestigingsvrijheid heeft te maken maar of het verstandig is om voor allochtone ouderen een speciaal complex te bouwen. Mevrouw Out sluit zich bij het standpunt Partij van de Arbeid aan, woningen voor gehandicapten moeten niet in oorspronkelijke staat worden teruggebracht. Zij wil graag weten of verschillen in de huursubsidie plaatselijk, regionaal of landelijk zijn. De fractie van de ASP is blij met de ouderenadviseur omdat deze onafhankelijk opereert. Haar fractie vraagt of woonzorgcomplexen in de Bloemenbuurt of Burgemeesterswijk mogelijk zijn. Mevrouw Out vraagt wat met ‘vormen van maatschappelijk gebonden eigendom’ wordt bedoeld. De voorzitter geeft aan dat huursubsidie in het hele land hetzelfde is (de gemeente heeft hier geen invloed op), maar er kunnen regionaal afspraken over de bereikbaarheid worden gemaakt. Dan kunnen bepaalde woningen uitgesloten worden van het recht op huursubsidie, maar dit is een tijdelijke maatregel. Met 'maatschappelijk gebonden eigendom' wordt de verkoop van goedkopere woningen aan mensen met een lager inkomen bedoeld. De voorzitter merkt op dat het convenant al een aantal jaren oud is, maar nog altijd actueel en bruikbaar is geweest. Omdat de stadsregio-indeling veranderd is, is dit een goed moment om het convenant opnieuw te bekijken. Hij stelt voor dat er jaarlijks een bijlage bij het convenant komt, met een duidelijke structuur en een heldere visie. De voorzitter zegt toe om per half jaar met een terugkoppeling te komen. 5. Advies B en W 320 Besteding subsidie-overschotten Dukdalf. De heer Vural vraagt, namens de CDA-fractie, op welke termijn de bestemmingsreserve voor de cv- installatie, de montage-unit pootframes en de ponsunit worden gebruikt. Hiernaast vraagt hij of het mogelijk is om iets aan de taalachterstand van de allochtone medewerkers binnen de Dukdalf te doen. Mevrouw Van Duijn-Camfferman steunt de vraag om iets aan de taalachterstand van allochtone medewerkers binnen Dukdalf te doen. De fractie van de VDD vindt het opmerkelijk dat de subsidie-overschotten worden toegevoegd aan de reserve. De heer Scheerstra vraagt waarom de subsidie niet in eerste instantie is gebruikt voor nieuwe investeringen. Hij vraagt of er bij de investeringen rekening is gehouden met de afschrijvingen en rente en of dit in de exploitatie van het jaarplan 2001 tot uitdrukking gekomen is. De commissieleden stemmen in met het advies Besteding subsidie-overschotten Dukdalf. 7. Advies B en W 420 jaarrekening ROG NWN 2000. De PVDA-fractie brengt haar complimenten uit over de volledigheid van de rapportages. Mevrouw Landsbergen-Van Leeuwen merkt op dat zij een klachtenregeling in de rapportage mist en vraagt wanneer de evaluatie komt. Hiernaast wil zij weten wanneer de
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
7
evaluatie van het contract met Eurotax komt. Mevrouw Landsbergen-Van Leeuwen vraagt wat redenen zijn van de afname van het gebruik van vervoersvoorzieningen. Mevrouw Landsbergen-Van Leeuwen constateert dat er een toename is van het aantal bezwaarschriften en wil weten hoe dit komt. Zij wil iets meer weten over de personele voortgang en de personele wisselingen binnen het ROG. Zij wil aandacht voor de algemene toegankelijkheid van de binnenstad en haar winkels. Mevrouw Landsbergen-Van Leeuwen vraagt of er iets verteld kan worden over de indicatiestelling van het RIO. De heer Vural deelt namens de CDA-fractie mee dat de jaarrekening duidelijk is. Hij vraagt wat de beslissingen op de bezwaarschriften zijn. Hiernaast wil hij weten hoe de declaraties van de vervoersvoorzieningen zijn afgehandeld. De heer Vural wil weten hoe de collectieve voorzieningen tot stand zijn gekomen. Mevrouw Out deelt mee blij te zijn dat de teletaxi's op tijd rijden. Zij kan zich vinden in de herverstrekking van rolhulpmiddellen. Zij deelt mee klachten uit de wijk te hebben vernomen dat in sommige rolmiddellen te weinig vering zit. De ASP-fractie vraagt of het ROG te weinig personeel heeft en zij wil weten waarom het verloop binnen het ROG zo groot is. Mevrouw Out vraagt wie beoordeelt hoe voorzieningen tot stand komen. Zij vraagt hoeveel gebruik er wordt gemaakt van aanvullend vervoer en deelt mee de aanvraagprocedure ingewikkeld te vinden. Mevrouw Out wil weten wanneer er iets aan de bovenverlichting in de flats wordt gedaan. Mevrouw Van Duijn-Camfferman deelt namens de D66-fractie complimenten uit over het jaarverslag. Zij vraagt of de gemeente, naast haar eigen accountant, ook andere accountants naar het jaarverslag heeft laten kijken. Mevrouw Van Duijn-Camfferman vraagt wat de inhoud van de bezwaarschriften is. Tevens vraagt zij of alle groepen van de bevolking op de hoogte zijn van de regelingen van de WVG. De heer Scheerstra brengt namens de VVD-fractie zijn complimenten over voor het jaarverslag. Hij merkt op dat een post van medische adviseringen onderschreden is. Hij vraagt welke verklaring hiervoor kan worden gegeven. De heer Scheerstra vraagt hoe de declaraties voor de vervoerszieningen tot stand komen. Hij vraagt of er nog suggesties van de accountant zijn om het ROG beter te kunnen laten functioneren. De heer Van Hoeven brengt namens de SGP-fractie zijn complimenten voor de jaarrekening. Hij vraagt of het mogelijk is om bij de nieuwbouw of bij de herstructurering rekening te houden met de toegankelijkheid. Hij vraagt of de achterstallige aanvragen van het ROG niet op één of andere manier zijn in te lopen. De voorzitter brengt de complimenten van de commissie over aan het ROG. Hij verwijst voor de opmerkingen over het RIO naar de bijeenkomst van 26 juni 2001. Inzake de bekendheid van het ROG geeft hij aan hier extra aandacht aan te willen besteden. De voorzitter deelt mee dat het huidige declaratiesysteem een politieke keuze van drie deelnemende gemeenten is. Hij deelt mee dat het declaratiesysteem in de komende jaren zal worden geëvalueerd. De heer Hakkenbroek deelt mee dat er in november van het jaar 2000 een mailing naar alle gebruikers van het vervoerssysteem is gezonden. Hieruit bleek dat een aantal gebruikers onjuist gebruik heeft gemaakt van het vervoerssysteem. Hij geeft aan dat als mensen kunnen aantonen gebruik te maken van de teletaxi, het restant van 50% krijgen uitgekeerd. De heer Hakkenbroek deelt mee dat de kosten voor de teletaxi stijgen, dit komt door een tweetal oorzaken: 1. stijging van de kosten Connexxion.
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
8
2. stijging van het aantal cliënten dat gebruik maakt van Connexxion. De heer Hakkenbroek deelt mee dat het een landelijke trend is dat burgers bij een negatieve beslissing bezwaar aantekenen en door een stijging van het aantal cliënten worden ook meer bezwaren ingediend. De heer Hakkenbroek vertelt over de wisselingen van het personeel dat deze wisselingen te maken hebben met een krappe arbeidsmarkt. In verband met een toename van het aantal cliënten en de personele wisselingen is de werkdruk bij het ROG erg hoog. Hiernaast wordt er door de medewerkers ook een extra inhaalslag in de kwaliteit gedaan. Hij wijst erop dat de commissie stapsgewijs over de ontwikkelingen zal worden geïnformeerd. De heer Hakkenbroek deelt mee dat in de afgelopen jaren soms te hoog is begroot en dat dit een bijstelling vraagt voor de huidige begroting. De commissieleden stemmen in met het advies over de jaarrekening ROG NWN 2000. 8. Advies B en W 420 begrotingswijziging 2001 ROG NWN. De heer Scheerstra vraagt of de gemeente nog steeds over een buffer voor de ROG/NWN kan beschikken als er nieuwe tekorten in de toekomst ontstaan. Hiernaast wil hij weten of de verlaging van de begroting niet te laag is. De heer Scheerstra vraagt om een verklaring voor de verhoging van fl. 370.900,-- aan rolhulpmiddelen en patiëntenliften. Mevrouw Landsbergen-Van Leeuwen blijft van mening dat bedragen ten behoeve van het ROG een doeluitkering zijn en de begroting hierdoor -in het verleden- hoger uitviel. De begroting was destijds hoger om ook een groeiende doelgroep in de toekomst te kunnen bedienen. De voorzitter deelt mee dat in de gemeentebegroting voor de gezamenlijke regeling een buffer is gesteld van fl. 200.000,-- in het jaar 2001. De fl. 200.000 is hoger dan de uiteindelijke fl. 151.000,-- Dit bedrag is bovendien vastgesteld in de raad. De behandeling van deze begroting zal in de commissie financiën plaatsvinden. De heer Hakkenbroek wijst erop dat de verschillen voor de gemeenten Vlaardingen en Schiedam groter zijn dan voor de gemeente Maassluis. Hij wijst erop dat er wel verschillen zijn tussen individuele aanvragen van de burgers tussen de verschillende gemeenten. De voorzitter stelt voor om de vragen van de heer Scheerstra inzake de overschrijdingen en de tekorten nader te informeren. De commissieleden stemmen in met de begrotingswijziging 2001 ROG NWN. 9. Advies B en W 400 ontwerp-begroting 2002 ROG NWN De heer Van Hoeven merkt op dat het plezierig is dat de ontwerp-begroting vòòr de gemeentebegroting behandeld wordt. Mevrouw Landsbergen-Van Leeuwen merkt op de ontwerp-begroting erg overzichtelijk te vinden. De heer Vural stemt in met het voorstel, maar vraagt wat er met de fl. 600.000,-- gebeurd is en of de bijstelling van dit bedrag nadelige gevolgen heeft voor cliënten. De voorzitter merkt op dat voor wat betreft de collectieve voorzieningen er altijd naar de individuele omstandigheden wordt gekeken. Binnen de huidige nieuwbouw wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de toegankelijkheid van gebouwen en woningen. De commissieleden stemmen in ontwerp-begroting 2002 ROG NWN.
6. Advies B en W 340 Jaarverslagen 2000. Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
9
De heer Van Hoeven vraagt hoe vaak bijstandsgerechtigden een aanvraag voor de regeling duurzame gebruiksgoederen kunnen indienen. De voorzitter deelt desgevraagd mee dat burgers éénmaal per drie jaar een aanvraag duurzame gebruiksgoederen kunnen indienen. De heer Van Hoeven vraagt of alle aangeschreven bijstandsgerechtigden op de afspraken in verband met het nieuwe belastingsstelsel zijn gekomen. De voorzitter deelt mee dat alle bijstandsgerechtigden zijn verschenen op deze afspraken. De heer Van Hoeven vraagt wanneer de afdeling met een meer groepsgerichte aanpak voor de sociaal actieven zal komen. Hiernaast vraagt hij om een toelichting op het project 'de Brug'. De heer Scheerstra deelt een compliment met de accountant over de wijze van bedrijfsvoering van de Dukdalf. Hij vraagt of er op een later tijdstip kan worden terugkomen op de strategische samenwerking tussen de Dukdalf en Patijnenburg. De heer Scheerstra vraagt waarom de uitvoering van de huursubsidie nog niet is overgeheveld naar de sector Welzijn. Tevens wil hij weten wat het beleid is inzake de nietinbare vorderingen van de sector Welzijn. Hij vraagt wat de financiële gevolgen van de stijging voor de duurzame gebruiksgoederen zijn. De heer Scheerstra deelt zijn complimenten uit dat de wachtlijst van maatschappelijke dienstverlening is ingelopen. Mevrouw Van Duijn-Camfferman vraagt waarom deze commissie de managementletter niet heeft toegezonden gekregen. De voorzitter zegt toe dat hij zal onderzoeken of voortaan de managementletter naar de leden kan worden gestuurd. Mevrouw Landsbergen- van Leeuwen vraagt wanneer de commissie de evaluatie van de belastingherziening tegemoet kan zien komen. Zij vraagt ook wanneer de evaluatie van het cliëntenplatform in de commissie komt. Mevrouw Landsbergen- van Leeuwen vraagt met betrekking tot het jeugdbeleid of er relaties met de Wet op de Jeugdhulpverlening zijn. Zij merkt op dit graag een keer op de agenda te willen zien. De voorzitter geeft aan dat de relatie tussen het jeugdbeleid en de Wet op de Jeugdhulpverlening mogelijk in de startnotitie wordt meegenomen. Mevrouw Landsbergen- van Leeuwen deelt mee dat er een grote groep bijstandsgerechtigden niet op vakantie kan. Zij vraagt of er voor deze groep bijstandsgerechtigden mogelijkheden zijn om goedkoop op vakantie te kunnen. De heer Vural vraagt hoe het komt dat de kosten voor de fraudebestrijding gehalveerd zijn. Hij merkt op dat de caseload bijstandsgerechtigden is afgenomen, maar de kosten voor bijstandsverlening zijn gestegen. De heer Vural wil weten hoe dit komt. De heer Vural vraagt of er door de SSM nog initiatieven zijn ondernomen om te komen tot een platform culturele minderheden. Tevens wil hij weten of de ondersteuning van SONOR bij het Jongerenwerk van de SSJM nog steeds aanwezig is. De voorzitter deelt mee dat voorstellen voor de uitvoering van sociale activering in de commissie zullen komen. Tevens deelt hij mee dat ontwikkelingen ten aanzien van 'de Brug' in het jaarverslag van Vluchtelingenwerk tot uitdrukking komen. De voorzitter deelt mee zorgvuldig te willen handelen om de huursubsidie en de vangnetregeling onder te brengen binnen de sector Welzijn, omdat hij te maken heeft met de overdracht van personeel. De streefdatum om de huursubsidie en de vangnetregeling onder te brengen bij de Sector Welzijn is 1 juli 2001. De voorzitter geeft aan dat de gevolgen van de duurzame gebruiksgoederen worden meegenomen in het beleidsverslag Abw 2000. Hij merkt op dat een evaluatie van de belastingherziening op de ter kennisnemingslijst staat.
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
10
De voorzitter deelt mee dat de evaluatie van de cliëntenraad nog niet in het college behandeld is, maar zodra dit gebeurt de leden van de commissie hier kennis van kunnen nemen. Hij deelt mee dat op verzoek van de commissie extra geld voor Sonor beschikbaar gesteld is ter ondersteuning van de SSM en SSJM. Voor de goedkope vakanties voor bijstandsgerechtigden wijst de voorzitter op de mogelijkheden van de bijzondere bijstand, waaronder maatschappelijke deelname en uitkeringen voor kinderen. Hij deelt mee dat er geen aparte regeling is voor een goedkope vakantie voor bijstandsgerechtigden. De heer Godthelp deelt mee onlangs overeenstemming te hebben gevonden met de accountant over de single audit. Deze overeenstemming zal binnenkort worden aangeboden aan het college. Hij geeft aan dat hierbij gebruik is gemaakt van richtlijnen van DIVOSA. Aangaande verhaal en terugvordering, vertelt de heer Godthelp dat geprobeerd wordt om vorderingen binnen drie jaar te verhalen. Na drie jaar wordt de kantonrechter ingeschakeld. Als de kantonrechter wordt ingeschakeld, zullen bedrijfseconomische afwegingen worden gemaakt. Er wordt dan ondermeer gekeken naar de hoogte van de vordering (Bij een vordering van fl. 25,-- zal er niet zo snel naar de rechtbank worden gestapt). De heer Godthelp geeft als redenen dat de fraude-onderzoeken zijn gehalveerd, de daling van het cliëntenbestand en sneller binnenkomende signalen van de Belastingdienst. Hij wijst ook op de vorming van een speciaal landelijk inlichtingenbureau ter bestrijding van de fraude. De voorzitter deelt tot slot mee op de vraag van de heer Vural, over het platform culturele minderheden, dat hij dit onder de aandacht zal brengen bij de SSM. De commissieleden stemmen in Jaarverslagen 2000. 10. Ter Kennisnemingslijst (zie bijlage). Mevrouw Landsbergen- van Leeuwen vraagt of de herinrichting van de Vloot op de agenda mag komen. De voorzitter deelt mee dat de herinrichting van de Vloot een volgende keer op de repeterende actielijst zal komen. Mevrouw Van Duijn-Camfferman deelt mee niet per definitie akkoord te gaan met uitbreiding van personeel voor de belastingherziening. Zij wil hierover nader discussiëren. De voorzitter stelt voor hierover op een later tijdstip terug te komen. Mevrouw Van Duijn-Camfferman deelt mee dat het Maascollege het geld niet heeft gebruikt voor de spelletjesavond. De voorzitter deelt mee dat ten aanzien van subsidies nieuw beleid ontwikkeld wordt.
12. Verder voorkomende zaken/Rondvraag Mevrouw Landsbergen- van Leeuwen vraagt of de scholen benaderd kunnen worden over het gedrag van leerlingen naar veiligheidsassistenten toe. Ook beveelt zij bij een ieder de expositie in Rotterdam aan. Deze expositie gaat over het bouwen van sociale woningbouw. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 23.40.
Verslag commissie Sociale Zaken en Doelgroepenbeleid
11