Verslag van de openbare avondvergadering van de raadscommissie Stad en Ruimte, gehouden op 08 februari 2011 in de raadzaal te Utrecht. Aanwezig:
de voorzitter, dhr. N.J. Verschuure, de wethouder Duurzaamheid, Economische Zaken, Groen, Milieu, Openbare Ruimte, Water, mw. M. de Rijk, de leden, dhr. M.E.J. Eggermont (SP), dhr. V. Oldenborg (SLU), mw. M.W. Haage (PvdA), mw. G.W. Nalis (PvdA), dhr. A. van Waveren (CDA), dhr. J.A. Kleuver (D66), dhr. A.G. van Schie (VVD), dhr. S. de Vries (GroenLinks), dhr. P.H. van Corler (GroenLinks), dhr. P.E.J. Werensteijn (Trots), mw. M.H. Bikker (ChristenUnie), de commissiesecretaris, dhr. H. Peters en de commissiegriffier, mw. A. Berghuizen. Voorts aanwezig enkele medewerkers.
Afwezig:
er zijn geen afwezigen gemeld.
Verslag:
mw. I.B. Koren (Notuleerservice Nederland)
5
10
15
20
25
30
35
INHOUD VAN DIT VERSLAG pagina 1. Opening en mededelingen .......................................................................................................... 1 2. Werkafspraken tussen commissie en griffie ............................................................................ 1 3. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten........................................ 1 4. Verslag van de openbare vergadering van de commissie Stad en Ruimte van 11/13 en 18 januari 2011 ............................................................................................................................. 1 5. Ingekomen stukken ..................................................................................................................... 2 6. Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten aan portefeuillehouder De Rijk ............. 2 15. Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014 .................................................................................. 2 16. Geuroverlast Zuilen ................................................................................................................... 11 17. Windenergie ............................................................................................................................... 13 18. Beantwoording rondvraagpunten wethouder De Rijk, opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit de gemeenschappelijke regelingen......................................................... 19
1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet iedereen van harte welkom. Hij geeft aan dat A-punten uit deze vergadering naar de raadsvergadering van 17 februari gaan en dat B-punten uit deze vergadering naar de raadsvergadering van 10 maart gaan. 2. Werkafspraken tussen commissie en griffie De voorzitter constateert dat niemand hier iets over wil zeggen.
40 3. Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten De voorzitter loopt de agenda door. 4. 45
50
Verslag van de openbare vergadering van de commissie Stad en Ruimte van 11/13 en 18 januari 2011 De voorzitter constateert dat de verslagen met onderstaande wijzigingen zijn vastgesteld.
Ontvangen tekstuele opmerkingen van de heer C. Rottier (GroenLinks) t.a.v. verslag 11 januari 2011 (avond): • Bladzijde 2, regel 53 Na: … definitief ontwerp … tussenvoegen: Waarover besluiten wij dan eigenlijk nog als raad? Na: … moment …zin wijzigen in: onze suggesties voor het SPVE mee te geven, zodat de invloed van omwonenden en de raad nihil geworden is. Dit terwijl wij participatienota's en planprocessen als leidraad hebben!
55 Ontvangen tekstuele opmerkingen van wethouder M. de Rijk t.a.v. verslag 13 januari 2011 (middag): • Pagina 8, regel 54, eerste woord: ‘geconstateerd’ vervangen door ‘gemeend’. • Pagina 8, regel 55: ‘hierin ... aanbrengen’ vervangen door ‘extra maatregelen kan nemen’. • Pagina 8, regel 58: ‘handen’ vervangen door ‘hangen, waarom de beelden weg zijn’.
•
5
10
15
Pagina 9, regel 5: de volzin aanvullen met de volgende bijzin: ‘, althans niet op problematische wijze’.
Ontvangen tekstuele opmerkingen van de heer R. Post (PvdA) t.a.v. verslag 13 januari 2011 (middag): • Pagina 10, regel 25/26: "Wethouder Lintmeijer zegt toe dat de raad de meetgegevens zal ontvangen. toevoegen: Voor het trekken van conclusies wil het college het einde van de convenantperiode afwachten." • Pagina 19, regel 51-53: "De wethouder zal voor 1 februari schriftelijk laten weten wat er gebeurd is met de conclusies en aanbevelingen uit de KEMA-rapportage en zal daarbij ook ingaan op de opmerking van de PvdA met betrekking tot … tussenvoegen: de kritiek van het RIVM op de kwaliteit van … de invoergegevens. Ontvangen tekstuele opmerking van de heer S. van Waveren (CDA) t.a.v. verslag 18 januari 2011 (middag): • Pagina 15, regel 56: "Er moet beter uitgelegd worden hoe het gemeentelijke beleid in elkaar steekt" wijzigen in: "Alleen beter uitleggen hoe het gemeentelijk beleid in elkaar steekt, zoals het college voorstelt, is niet voldoende." 5. Ingekomen stukken De voorzitter meldt dat er geen ingekomen stukken zijn.
20 6.
25
30
35
40
45
50
55
60
Mogelijkheid tot het stellen van rondvraagpunten aan portefeuillehouder De Rijk • Liesbospark Mevrouw Haage (PvdA) geeft aan deze rondvraag namens meerdere fracties te stellen die aanwezig waren bij het werkbezoek raad in de wijk Zuid. In oktober is in het Liesbospark asbest geconstateerd. Hierna werd het stil. Het park is nog steeds afgesloten. Graag informatie over de stand van zaken. • Korte Minrebroedersstraat De heer Kleuver (D66) zegt dat bekend is dat D66 er een voorstander van is dat de Korte Minrebroedersstraat Stadhuisplein wordt. Niet alleen qua naamgeving maar vooral ook qua invulling van het plein. Nu heeft de fractie begrepen dat er ondernemers zijn die graag meer terrasruimte willen en meer gezelligheid op het plein willen creëren. De partij hoopt dat het college bereidwillig deze ondernemers te woord wil staan. • Einde Burgemeester Norbuislaan bij Maarssen De heer Werensteijn (Trots) zegt dat nu al gedurende vier, vijf jaar de zijde bij de voetbalvelden wordt gebruikt voor de opslag van grond en puin. Dit stuk groen is de toegangspoort tot Zuilen en eigenlijk ziet deze er al jaren niet uit. Trots hoort graag hoelang deze situatie nog voortduurt, waarom deze situatie al zolang voortduurt en wat het college hieraan wil doen. • Lichtgevende Limesmarkeringen Domplein De heer Van Schie (VVD) zegt dat er al bijna een jaar roodwitte blokken staan. De fractie vindt deze niet mooi. Graag informatie over de stand van zaken hieromtrent. 15. Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014 De heer De Vries (GroenLinks) vertelt dat Utrecht het in de benchmark voor bronscheidingprestatie beter doet dan andere vergelijkbare steden. GroenLinks complimenteert de wethouder daarmee. Ook het feit dat maar liefst 80% van de bevolkingen positief is over de afvalinzameling is een groot compliment waard. Deze successen zijn echter geen reden om stil te gaan zitten en de fractie is daarom blij dat het afvalbeleid ambitieus is en blijft. Allereerst het oud papier. GroenLinks is benieuwd of nog van elkaar geleerd kan worden. In sommige wijken, bijvoorbeeld de binnenstad, wordt het oud papier thans aan huis opgehaald. In andere wijken niet. Zijn hier lessen of ‘quick wins’ uit te halen? Als het gaat om de inzameling van textiel dan kan Utrecht nog veel succes boeken. Is de wethouder het met de fractie eens dat het aantal inzamelpunten omhoog moet? Verder mag de stad trots zijn op haar goede resultaten als het gaat om de inzameling van klein gevaarlijk afval. Deze resultaten zijn echter geboekt voor het schrappen van de chemokar door het vorige college. GroenLinks is akkoord met de nieuwe inzet van de wethouder maar de partij wil wel een vinger aan de pols houden. Als de resultaten omlaaggaan dan moet de chemokar terugkomen in het straatbeeld. Deelt de wethouder deze mening? Het beleidplan is erg kort over bedrijfsafval. Dit is jammer. Ziet de wethouder hier geen taak voor de gemeente? Vervolgens wil de fractie een belangrijk punt maken van plastic afval. Bewoners die plastic afval inzamelen geven globaal twee dingen aan. Het eerste punt dat zij aanbrengen, is hun eigen
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
2
5
10
15
verbazing. Door plastic thuis te scheiden van het overige afval verminderen zij het restafval in de vuilniszak zodanig dat deze soms maar eens per twee weken vervangen hoeft te worden. Daarnaast geven bewoners aan dat zij erg vaak naar de inzamelpunten lopen. GroenLinks zou graag zien dat het plastic afval aan huis wordt ingezameld. Hier zou ook op ingespeeld moeten worden bij de containerisatie van Leidsche Rijn. Dan de eigen organisatie. De partij mist aandacht hiervoor. Werkt de gemeente zelf al volgens de ladder van Lansink? Ook is de fractie niet erg content met de mate van afvalscheiding op het stadhuis. Is de wethouder in de gelegenheid de commissie een keer, wellicht separaat, te informeren over de prestaties van de gemeentelijke organisatie zelf? Vervolgens het wagenpark. Inmiddels voldoen bijna alle inzamelvoertuigen aan de hoogste Europese emissienormen. Dat is mooi maar GroenLinks hoopt dat inmiddels ook vooral mogelijkheden voor elektrisch en aardgas aangedreven voertuigen bekeken worden. Tot slot de financiële onderbouwing. De partij steunt de keuze voor differentiatie in tarieven voor eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. In het verlengde hiervan ligt de algehele differentiatie van de afvalstoffenheffing oftewel ‘diftar’. GroenLinks is een voorstander van een dergelijk systeem. Kan de mogelijkheid in de toekomst voor een dergelijk systeem opengehouden worden? Graag een toezegging hierop. De heer Eggermont (SP) heeft begrepen dat bij diftar de problemen vooral liggen bij de kosten en de fraudegevoeligheid ervan. De SP vraagt hoe GroenLinks hiertegen aankijkt.
20
25
De heer De Vries (GroenLinks) antwoordt dat de fractie zich ervan bewust is dat de aanloopkosten hoog zijn. Deze zouden gefaseerd ingevoerd moeten worden. Daarnaast is fraudegevoeligheid een belangrijk punt. GroenLinks maakt zich hier ook zorgen over. Tot slot nog twee kleine puntjes. In de paragraaf voor de afvalpreventie mist de fractie concrete maatregelen. Verder zijn er in sommige gemeenten mogelijkheden voor het inzamelen van luiers, melkpakken en blik. Is er de komende jaren een inzet van de wethouder hierop te verwachten? De heer Eggermont (SP) begrijpt uit het stuk dat een en ander vooral kostenneutraal moet. Hoe ziet GroenLinks dit voor zich?
30
35
De heer De Vries (GroenLinks) antwoordt dat kostenneutraliteit een mooi uitgangspunt is. Dit is voor GroenLinks ook het uitgangspunt. De fractie formuleert een wensenlijstje maar weet niet zo goed of daar ook in financieel opzicht bij geleverd moet worden. Maar de partij kan zich voorstellen dat ervoor gekozen wordt het aantal inzameldagen voor restafval terug te schroeven en daarvoor in de plaats meer plastic afval in te zamelen. Dit levert een enorm milieurendement op. Er moet niet alleen gekeken worden naar het economische verhaal. De heer Werensteijn (Trots) vraagt wat de meerwaarde voor GroenLinks is om blik apart in te zamelen. Blik kan namelijk met magneten uit afval gehaald worden.
40
45
De heer De Vries (GroenLinks) zegt dat als Trots zegt dat dit zo simpel is, GroenLinks dit graag wil geloven. Probleem is alleen dat er ook veel machines zijn die zogenaamd plastic uit afval kunnen halen maar dat dit niet afdoende werkt. Ten eerste wordt hier het gedrag van mensen niet mee beïnvloed en ten tweede is het rendement groter als bepaalde materialen apart opgestookt worden. De verbrandingsovens kunnen dan gerichter afgesteld worden. De heer Van Schie (VVD) merkt op dat de heer De Vries onrecht doet aan het nascheidingssysteem. Hierbij wordt een enorm rendement gehaald op het nascheiden van plastic afval. Verder is het gedrag van mensen geen doel maar een middel.
50 De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de literatuur zich nog tegenspreekt. Er wordt niet gezegd dat nascheiden de beste weg is. Uit de literatuur blijkt wel dat bronscheiding meer effect heeft op gedragsverandering dan nascheiding. Deze winst wordt meegepakt als gekozen wordt voor bronscheiding. 55 De heer Van Schie (VVD) pleit er niet voor nog meer afvalstromen te creëren, alleen maar om mensen te leren dat afval scheiden belangrijk is. Mocht het op termijn mogelijk zijn al het afval in één bak te doen en met behulp van nascheiding alles keurig separaat te verwerken, dan geniet dit de voorkeur van de VVD. 60
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
3
De heer De Vries (GroenLinks) zegt dat GroenLinks graag wil dat de burger zich intelligenter gaat gedragen.
5
10
15
Mevrouw Haage (PvdA) zegt dat de fractie dit een prima nota vindt. De fractie mist alleen het politieke aspect. Wat is nu de ambitie van de wethouder voor de komende paar jaar? De PvdA roept de wethouder op meer te appelleren aan het idealisme van de Utrechters. Verder is de fractie altijd erg voor diftar geweest en is daarom blij met het onderzoek dat gedaan is voor een- of meerpersoonshuishoudens. Maar hoe zat het nu met onderzoek naar andere vormen van diftar? De heer Eggermont (SP) vraagt waarop de PvdA zich baseert als de partij aangeeft dat een- en meerpersoonshuishoudens iets te maken hebben met in de richting gaan van diftar of het verschijnsel van ‘de vervuiler betaalt’. Mevrouw Haage (PvdA) zegt dat het een beetje diftar-light is. Het tarief wordt gedifferentieerd en twee mensen vervuilen meer dan een. De heer Eggermont (SP) vraagt welke prikkel hierin zit. De prikkel is namelijk niet dat minder afval gemaakt wordt.
20
25
30
Mevrouw Haage (PvdA) zegt het daarom Diftar-light te noemen want die prikkel zit er dus niet in. En daarom vraagt de PvdA de wethouder of ook nog gekeken is naar de dure zak. Dan even terug naar de raadsinformatieavond. Daar werd een oproep gedaan om de ondergrondse gft-inzameling te behouden. Met 80% vervuiling snapt de fractie best dat dit niet haalbaar is. Maar kunnen bewoners die dit wensen een extra groenbak krijgen? Dan de containerisatie in Leidsche Rijn. Waarom worden er geen ondergrondse containers ingezet voor plastic? Uit de tekst begreep de PvdA ook dat de EU eist dat vanaf 2015 metaal gescheiden ingezameld moet worden. Waarom is hier niet op teruggekomen? Vervolgens vraagt de partij wanneer de nieuwe visie op containerisatie komt. Het draagvlak onder het scheiden van plastic valt weg en de partij merkt op dat de voorkeur uitgaat naar nascheiding. Verder hoort de fractie graag wanneer het aangekondigde onderzoek verwacht kan worden naar het inzamelen van bedrijfsafval op de afvalscheidingstations. En wanneer komt de evaluatie van de AVU? Daarbij hoort de fractie graag of alleen het financiële argument gebruikt wordt bij de evaluatie of dat er ook nog andere argumenten zijn om al dan niet aan deze gemeenschappelijke regelingen te blijven deelnemen. Vervolgens heeft de PvdA dezelfde vraag als GroenLinks over de inzamelvoertuigen. Is de euro 5-norm van 2007 nog steeds de norm waar de gemeente zich anno 2011 aan wil spiegelen?
35
40
45
50
De heer Kleuver (D66) merkt op dat de fractie nog een aantal vragen heeft. D66 schrok ervan dat 80% van het gft-afval kennelijk zodanig vervuild is dat het niet als gft-afval verwerkt kan worden. Het is zaak te kijken hoe het gft-afval zo zuiver mogelijk gehouden kan worden. Daarbij moet het mogelijk zijn, als iemand een grote tuin heeft, een extra kliko te krijgen, desnoods tegen betaling. Verder denkt D66 dat het goed is te laten zien wat er met afval gedaan wordt. Van autobumpers worden bijvoorbeeld paaltjes gemaakt. Vervolgens de discussie over voor- en nascheiding. D66 is zeker geen principieel tegenstander van nascheiding. Op dit moment complimenteert de partij de wethouder met de goede resultaten die Utrecht boekt met bronscheiding. De heer De Vries (GroenLinks) vraagt wat volgens D66 de prikkel is voor bewoners van deze stad, om hun afvalgedrag middels hun aankoopgedrag te verminderen. De heer Kleuver (D66) beaamt dat deze prikkel niet ontstaat bij nascheiding maar dit betekent niet dat mensen hierdoor enorm milieuonbewust gedrag gaan vertonen. Het moet uiteindelijk gaan om de milieuwinst. De heer Van Waveren (CDA) stelt voor bij deze beleidsnota een onderzoek op te starten om te kijken wat er mogelijk is.
55
De heer Kleuver (D66) merkt op dat onderzoeken doorgaans geld kosten. D66 vindt wel dat de ontwikkeling met betrekking tot nascheiding goed gevolgd moeten worden. Ook is de partij benieuwd wat nu de waarheid is in de discussie tussen de VVD en GroenLinks. Verder vraagt de fractie of het plastic op een goede manier gerecycled kan worden.
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
4
5
10
15
20
De heer Eggermont (SP) merkt op dat als een kaderstellende nota wordt vastgesteld, het belangrijk is dat helder is wat de doelstellingen zijn. Verder merkt de fractie op niet goed te zien uit welke maatregelen vandaan komt dat 17% meer gft-afval per inwoners opgehaald gaat worden, behalve dan dat de containerisatie in Leidsche Rijn afgeschaft gaat worden zodat hier voortaan schoon gft-afval is. Daarnaast wordt in de nascheiding kennelijk al 28 kg afval per inwoner binnengehaald. Waaruit bestaat dit? Uit plastic of metalen? Vervolgens worden een aantal maatregelen genoemd. Met deze maatregelen kan de fractie het grotendeels eens zijn. Het is slim op een andere manier in Leidsche Rijn het gft-afval op te halen. De SP heeft eerder gewezen op hergebruik zoals dat in Veenendaal geregeld is. In deze nota is gekeken naar Veenendaal. Is daarmee ook gekeken of het innemen van spullen niet beter overgelaten kan worden aan de gemeentelijke dienst? Tegelijkertijd kunnen bepaalde stichtingen die een en ander weer aan de man proberen te krijgen, hier spullen ophalen. Kan met dit in ogenschouw nog eens naar het Veenendaalse model gekeken worden? Tot slot de heffing. Het idee dat de vervuiler betaalt bij een- en meerpersoonshuishoudens is volgens de SP nonsens. Er zijn alleenstaanden die meer vuil produceren dan meerpersoonshuishoudens. De enige manier om het eerlijker te maken is simpelweg het tarief naar beneden te brengen. De kostendekkendheid dient daarbij losgelaten te worden. Afvalverwerking moet uit de algemene middelen betaald worden. De heer Van Schie (VVD) merkt op dat het gratis maken van de afvalverwerking niet stimuleert dat mensen minder afval gaan produceren. Als dit gezien wordt als een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen dan rijmt dit niet met elkaar. De heer Eggermont (SP) zegt dat het erom gaat dat de SP geen geloof heeft in de prikkels.
25
30
De heer Van Schie (VVD) merkt op dat als mensen bewuster met hun afval omgaan, de kosten voor de afvalinzameling en -verwerking lager worden en dit merken mensen dan in hun lasten. Als die kosten omhooggaan dan worden ook de tarieven hoger. De heer Werensteijn (Trots) concludeert dat de SP er een voorstander van is dat per huishouden gekeken wordt naar het aantal bewoners. De heer Eggermont (SP) zegt dat het bij de afvalverwerking voor de SP hetzelfde werkt als bij de straatverlichting, het onderhoud van wegen of het onderhoud van bruggen. De inwoners betalen hier niets voor.
35
40
De heer Oldenborg (SLU) heeft een paar vragen over pagina 12. Onder d staat het grofvuil dat niet gescheiden wordt. Het betreft hier grofvuil dat opgehaald is tijdens de huis-aan-huisroute en ongesorteerd is ingeleverd bij afvalscheidingstations. De fractie vraagt of het grofvuil dat aan huis wordt opgehaald helemaal niet gescheiden wordt. Zo nee, is dit alsnog mogelijk? Verder valt bij de realisatie 2003-2008 op dat de totale afvalstroom behoorlijk verminderd is per persoon in een periode van vijf jaar. Over de volgende periode wordt maar een reductie van 24 kg per inwoner verwacht. Dit vindt de SLU wat vreemd. Dit is namelijk relatief weinig als gekeken wordt naar de vijf jaar hiervoor. Is dit alleen een kwestie van het verdisconteren van de groei zoals het RIVM die voorziet? Of de economische groei?
45 De heer Eggermont (SP) vraagt of die 484 eigenlijk 464 is en of de vraag van de heer Oldenborg hiermee vervalt.
55
De heer Oldenborg (SLU) zegt dat het dan wel hetzelfde blijft maar dat dan nog niet gezakt wordt. Verder vraagt de fractie of het sowieso niet een trend wordt dat het gft-afval minder wordt. De supermarkten houden tegenwoordig bijvoorbeeld bij het verpakken van hun producten meer rekening met eenpersoonshuishoudens. Dan de differentiatie van het tarief. Bij het weegsysteem staan de nodige vraagtekens. Verder kan de SLU zich iets voorstellen bij de differentiatie met betrekking tot één- en tweepersoonshuishoudens. Het is alleen jammer dat het voordeel dat er dit jaar was niet meteen is ingezet om hier maatregelen op te nemen.
60
De heer Werensteijn (Trots) merkt op dat pasgeleden een doorlichting van het inkoopbeleid is gedaan. Hier stond in dat er 0% besparingsmogelijkheid is op het gebied van afvalverwijdering. Trots vraagt zich hierbij af waarom de ophaaldiensten niet samengevoegd worden met de diensten in omliggende gemeenten. Verder staat in de nota nergens iets over zwerfafval. Maar wat wil de
50
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
5
wethouder hiertegen doen? Misschien zou er ook een boete moeten komen voor mensen die de straat vervuilen. Dan de differentiatie met betrekking tot eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Dit heeft de voorkeur van Trots want een eenpersoonshuishouden vervuilt nu eenmaal minder dan een meerpersoonshuishouden. 5 De heer Eggermont (SP) vraagt of Trots ervoor is dat het tarief voor meerpersoonshuishoudens omhooggaat.
10
15
20
25
De heer Werensteijn (Trots) antwoordt bevestigend. Verder merkt Trots op ten aanzien van het plastic, haast te maken met de containerisatie in Leidsche Rijn. Over het scheiden op zich wil de fractie een opmerking maken. De heer De Vries heeft een punt wanneer hij zegt dat bronscheiding effectiever is. Veel materialen zitten aan elkaar verweven en het is effectiever als de consument zelf de materialen scheidt. Daarnaast vindt bewustwording daadwerkelijk plaats. Vervolgens geeft de fractie aan dat op dit moment in Spakenburg van vissenkoppen en ander voedselafval, biogas wordt gemaakt. Nu kan dat ook met slib gedaan worden. Uit de Utrechtse grachten wordt veel slib gehaald. Kan gekeken worden wat hiermee mogelijk is? Hetzelfde geldt voor papierpulp. Tot slot zegt Trots in te stemmen met het voorstel dat voorligt. De heer Van Schie (VVD) vraagt of in Leidsche Rijn al tussentijds geëvalueerd is met betrekking tot de containerisatie. Dan het inzamelen van plastic. Bij de vorige behandeling was de VVD hier niet voor maar de partij heeft de proef afgewacht. Deze gaat nog door in 2012. De wethouder heeft toentertijd aangegeven onderzoek te gaan doen naar de werkelijke hergebruikcijfers van dat plasticafval. Zijn hier al resultaten van? De heer De Vries (GroenLinks) vindt het jammer dat de VVD alleen kijkt naar de economische baten hiervan want de maatschappelijke baten zijn zeer hoog. De heer Van Schie (VVD) antwoordt dat de VVD voor nascheiding is. Dit vergt minder inspanning van mensen.
30 De heer Werensteijn (Trots) vraagt wat de VVD vindt van de opmerking dat sommige producten niet na te scheiden zijn omdat verschillende materialen daarin gecombineerd zijn, waardoor een effectievere milieuwinst behaald kan worden als de consument deze materialen zelf scheidt. 35
De heer Van Schie (VVD) zegt dat de industrie hier een rol in heeft om ervoor te zorgen dat het combineren van verschillende materialen zo min mogelijk voorkomt. De heer Werensteijn (Trots) vraagt of de VVD het eigen kabinet hierop zal aanspreken, zodat hierop beleid gemaakt gaat worden.
40 De heer Van Schie (VVD) ziet hier een rol voor de markt. Hij vervolgt zijn betoog. De fractie heeft een vraag over het inzamelen van bedrijfsafval. Wettelijk gezien is dit geen taak van de gemeente. Kan hier eens een analyse van gemaakt worden zodat bekeken kan worden hoe de bedrijfsinzameling zich verhoudt tot de markt en de afvalstoffenheffing? 45 De heer Eggermont (SP) vraagt of de VVD het met de SP eens is dat als een en ander onderzocht wordt, ook gekeken wordt naar de hoeveelheid ritten die bespaard kan worden.
50
De heer Van Schie (VVD) zegt dat als de markt iets kan doen, de markt dit ook moet doen. Verder is de VVD een voorstander van diftar. De heer Kleuver (D66) vraagt of de VVD ook voor diftar in een andere vorm is. D66 is namelijk ideologisch voor maar praktisch tegen.
55
60
De heer Van Schie (VVD) sluit zich aan bij de woorden van D66. Uiteindelijk moet het principe ‘de vervuiler betaalt’ zoveel mogelijk worden doorgevoerd. Maar de invoeringskosten voor diftar, 43 miljoen euro, wegen in geen manier op tegen het voordeel. De heer Eggermont (SP) is benieuwd hoe de VVD denkt over het invoeren van Nijmeegse systeem, met een duurdere zak maar met een lagere vaste heffing.
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
6
5
10
15
20
25
30
35
40
45
De heer Van Schie (VVD) merkt op dat de situatie in Nijmegen, een aparte situatie is. Hier wordt vanuit de algemene middelen, conform het model van de SP, heel veel bijgedragen aan de afvalstoffeninzameling. En hier is de VVD geen voorstander van. Daarbij is een nadeel van het systeem dat het erg verantwoordelijk consumentengedrag vraagt. Maar dat er doorgegaan wordt met het eerlijker verdelen van de kosten, daar is de fractie niet tegen. De heer Van Waveren (CDA) sluit aan bij de heer De Vries die zegt dat het goed gaat in Utrecht. Het is goed dit te constateren. De fractie constateert dat op hoofdlijnen eigenlijk doorgegaan wordt met waar de gemeente mee bezig was. Misschien dat alleen de percentages net iets ambitieuzer zijn. Verder zit er geen financiële paragraaf bij. Het CDA neemt aan dat verder gegaan wordt met hetzelfde plaatje. Vervolgens begrijpt de fractie dat de gemeente voor zichzelf geen rol ziet bij de preventie, de eerste stap op de ladder van Lansink. Dan de verfroute. Verf wordt inmiddels goed gescheiden. Hoe groot is het probleem? Is de verfroute nog wel nodig en zo ja, hoeveel gaat deze dan kosten? Het nascheiden van plastic wordt in 2012 pas geëvalueerd. Het CDA voelt het meest voor nascheiden vooral vanwege de effectiviteit. De partij laat zich echter graag overtuigen van het tegendeel. Misschien kan daarom het onderzoeksgedeelte van de evaluatie naar voren gehaald worden. Hetzelfde geldt voor de samenwerking in de AVU. Vervolgens nog een punt met betrekking tot de kringloop. Dat het kringloopcircuit opengesteld wordt voor andere partijen, lijkt het CDA prima. Maar er moet wel zorgvuldig omgegaan worden met partijen die nu al kringlooppunten in Utrecht beheren. Dan vraagt de partij de wethouder in te gaan op wat gedaan wordt met ingezameld afval. Waar wordt het naartoe gebracht en wat wordt ervan gemaakt? Het is goed aan mensen te laten zien wat met het Utrechtse afval wordt gedaan. Tot slot mist de fractie een handhavingparagraaf. Wethouder De Rijk wil allereerst de complimenten doorgeven. Zij complimenteert de Utrechtse bevolking voor het scheiden van het afval en Stadswerken voor het ophalen van het afval. Vervolgens gaat zij in op het papier. De gemeente wil scholen en verenigingen gaan stimuleren om oud papier op te gaan halen. Tegenwoordig wordt er weer een redelijke prijs voor betaald. De gemeente zelf heeft op dit moment geen capaciteit om meer mensen te zetten op het ophalen van oud papier. Dan de chemokar. GroenLinks vroeg hier een toezegging op. Zij merkt op dat als het puur om de chemokar gaat, zij niet direct een toezegging wil doen. De ervaring was namelijk dat het overgrote deel van het afval al via de afvalscheidingstations werd opgehaald. Het college wil liever niet terug naar een chemokar. Er kan, op het moment dat een en ander minder wordt, beter gezocht worden naar een manier van inzamelen dat een beter niveau heeft dan een chemokar. Verder is een reden voor de verfroute, dat op deze manier meer punten gestimuleerd worden om verf in te gaan zamelen. De heer Van Waveren (CDA) constateert op basis van de cijfers dat 96% van klein gevaarlijk afval goed ingezameld wordt. Dit wordt naar de milieupunten gebracht. Het risico is dat als de verfroute wordt ingesteld, mensen dit afval naar de verfwinkel om de hoek brengen. Als deze mogelijkheid later weer wegvalt dan kan het zijn dat mensen de moeite niet meer nemen om het afval weg te brengen. Als het inzamelen nu zo goed werkt, waarom moet dit dan nu anders georganiseerd worden? Wethouder De Rijk antwoordt dat als bij klein gevaarlijk afval 4% achterblijft, dit een hoog percentage is. Deze 4% vervuilt de rest van het afval dusdanig, dat het de moeite waard is hierop in te blijven zetten. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat het bereiken van 100% bijna onmogelijk is. Waar baseert de wethouder op dat dit een goede maatregel is?
50
De heer De Vries (GroenLinks) zegt dat het vorige college de chemokar heeft geschrapt. De verfroute is slechts een klein alternatief hiervoor. GroenLinks vraagt wat het CDA wil. Die partij schrapt eerst de chemokar en vervolgens is de verfroute ook al te veel. De heer Van Waveren (CDA) wil dat mensen hun spullen netjes naar een milieupunt brengen.
55
60
Wethouder De Rijk zegt dat als de verfroute te weinig oplevert, het college hierop terugkomt. Dan het plastic. De evaluatie zal verlopen in twee tranches. Op dit moment is de gemeente bezig met de evaluatie van het huidige inzamelsysteem. In maart komt het college hier bij de commissie op terug. Een bredere evaluatie over hoe na 2012 verder wordt gegaan, die staat in de planning voor in de loop van volgend jaar. Er kan dan op tijd gekeken worden naar de containerisatie. De huidige
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
7
5
containers zijn hier overigens niet automatisch geschikt voor. Er moeten aanpassingen aan verricht worden. Over hoe het straks gaat met het overheidbeleid op het gebied van plastic en de vergoedingen daarvoor en dergelijke bredere aspecten, daar komt zij graag in het volgende jaar op terug. Maar redelijke eenvoudige kwesties als het openen van meer punten, worden in maart al besproken. De heer Eggermont (SP) vraagt wat het beleid nu precies is. Stel dat Utrecht geen vergoeding meer krijgt, dan kan de gemeente het inzamelen van plastic nog steeds belangrijk vinden. Maar is het college dan bereid hier geld vanuit de algemene middelen in te steken?
10 Wethouder De Rijk beaamt dat het niet alleen maar gaat om de vergoeding die Utrecht ervoor krijgt. De gemeente krijgt de vergoeding op dit moment nog wel. De contracten lopen. In de loop van volgend jaar komt het college hierop terug. Het zou kunnen dat het college dan voorstelt door te gaan met het inzamelen van plastic. 15 De heer De Vries (GroenLinks) vindt het prettig te horen dat hier op een later tijdstip nog over gesproken gaat worden. De fractie vraagt het college in de discussie mee te nemen, hetgeen de literatuur hierover zegt. 20
25
30
35
Wethouder De Rijk gaat in op bron- en nascheiding van plastic. Juist bij het inzamelen van plastic is gebleken dat in de Utrechtse situatie bewustwording optreedt. Er is nog niet bewezen dat mensen ook daadwerkelijk minder plastic verpakkingen gaan kopen maar het is niet uitgesloten dat mensen ander gedrag gaan vertonen na het optreden van bewustwording. Verder merkt zij op dat als afval opnieuw wordt gebruikt, de toepassing vaak van lagere waarde is dan op het moment dat aan preventie wordt gedaan. Dit is de reden dat geprobeerd wordt zoveel mogelijk aan preventie te doen. Dan de eigen organisatie. Zij zegt toe de commissie op de hoogte te brengen van hetgeen de eigen organisatie doet. Verder merkt zij op dat de grootste afvalstroom die de gemeente teweegbrengt, namelijk het oud papier, behoorlijk goed gescheiden wordt. Zij brengt de commissie hier schriftelijk van op de hoogte. Vervolgens de verschillende vragen en opmerkingen over diftar. Zij geeft aan nu niet in te gaan op diftar-light. De gemeente houdt de mogelijkheden open maar op dit moment kiest het college hier niet voor. Dit heeft te maken met de fraudegevoeligheid, met de kosten die ermee gemoeid zijn en met nog iets anders. Zij legt uit dat de meest milieuonvriendelijke afvalstromen het minst wegen. Het is daarom maar de vraag of via diftar op de belangrijkste afvalstromen wel een prikkel wordt gezet. Het college houdt de ontwikkelingen in de gaten en de mogelijkheden open. De heer Eggermont (SP) vraagt of hij goed begrijpt dat het college zegt dat de raad moet uitkijken met het uitventen van financiële prikkels.
40
45
50
Mevrouw Haage (PvdA) zegt dat dit de reden is dat het differentiatietarief alleen voor het restafval zou moeten gelden. Mensen worden dan gestimuleerd het restafval zo klein mogelijk te houden. Wethouder De Rijk antwoordt dat het tarief alleen op restafval zit. Het probleem is juist dat een hele berg plastic maar 1 kg weegt. Het restafval wordt dan nauwelijks duurder als er een berg plastic bij zit en ditzelfde geldt voor klein gevaarlijk afval. Mensen zullen dus niet erg gemotiveerd worden minder plastic te gaan gebruiken. Dan de luiers, de melkpakken en het blik. Blik wordt al gescheiden in de nascheiding. Verder merkt zij op een voorstander te zijn van het kijken naar de grote stromen en de meest milieuonvriendelijke stromen. Het gaat dan niet zozeer om de luiers en de melkpakken. De heer Werensteijn (Trots) vraagt of in ziekenhuizen, crèches en ouderenzorginstellingen, waar veel luiers gebruikt worden, de luierstroom wel geregeld kan worden. Wethouder De Rijk wilde al toezeggen bij de afvalinzamelaars van bedrijfsafval na te gaan in hoeverre daar scheiding plaatsvindt. De vraag van Trots is hier wellicht bij mee te nemen.
55 De heer De Vries (GroenLinks) vraagt welke stimulerende rol de gemeente kan spelen als het gaat om het scheiden van bedrijfsafval. Hier staat niets over in de nota.
60
Wethouder De Rijk wil graag de vraag van GroenLinks opsparen totdat de inventarisatie er is. Dan gaat zij in de op de vragen en opmerkingen van de PvdA. Allereerst de ambitie. Het college heeft
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
8
5
10
15
de ambitie om de percentages omhoog te brengen. Daarnaast is ook gekeken naar realistische maatregelen. De percentages zijn dus gerelateerd aan wat het college denkt dat haalbaar is. Vervolgens de preventie. Daar waar het kan, is het goed hier iets aan te doen. Dan de discussie over het alleen wonen of samenwonen, de diftar-light. Het college wil mensen op grond van het mogelijk straks gedifferentieerde tarief niet aanraden om alleen te gaan wonen want één en één is in dit geval wel meer dan twee. Het is straks dus nog steeds financieel voordeliger om samen te blijven wonen. Vervolgens de extra groenbakken. Zij zegt toe dat bij mensen die veel gft-afval, in dit geval tuinafval, produceren, maatwerk geleverd zal worden. Dan de inzamelvoertuigen. Zij geeft aan dat de gemeente bezig is met elektrische voertuigen, al zijn vrachtwagens niet de makkelijkste soort om elektrisch aan te schaffen. Er wordt gezocht naar evenwicht tussen enerzijds soms vervroegd afschrijven en anderzijds het maatschappelijk rendement. De heer De Vries (GroenLinks) is blij dat de wethouder zich focust op elektrische voertuigen. Maar als dit niet haalbaar is voor vrachtwagens, kan ook gekeken worden naar aardgasoplossingen. Wordt hier naar gekeken? Wethouder De Rijk antwoordt dat breder gekeken wordt dan alleen elektrisch. Verder wordt metaal al voldoende nagescheiden. Dan de evaluatie van de AVU. In het kader van de kerntakendiscussie en de evaluatie van de AVU, zal het college zijn eigen deelname aan de AVU evalueren.
20 De heer Van Waveren (CDA) vraagt of hier een termijn aan verbonden kan worden.
25
30
35
40
45
50
55
Wethouder De Rijk antwoordt dat hetgeen relevant is in de kerntakendiscussie, in het eerste helft van dit jaar besproken zal worden. Voor het overige is de gemeente gebonden aan contracten die lopen. Daarnaast is de gemeente in psychologisch bestuurlijk opzicht gebonden omdat zij al zo lang meedoet. Dit wordt in het eerste half jaar meegenomen in de kerntakendiscussie. Vervolgens gaat zij in op de vragen en opmerkingen van D66. Die partij vroeg het college te laten zien wat van afval gemaakt wordt. Er wordt gezocht naar concrete toepassingen. Het is alleen soms moeilijk na te gaan wat precies van het Utrechtse afval wordt gemaakt. Het college staat open voor suggesties. Het is goed helder te maken wat nu precies met het afval gebeurt. Er zal bij plastic inzamelaars nagegaan worden wat zij hier precies mee doen. Dan de vragen van de SP. Zij heeft het al gehad over de verhouding tussen de doelstellingen en maatregelen. Volgens de SP is er eerst een doelstelling waarna maatregelen genomen worden maar het college geeft aan dat ook gekeken wordt of bepaalde doelstellingen te halen zijn. Er is getracht een evenwicht te vinden. Dan de 28 kg. Dit betreft de nascheiding. Het is 7% van het totaal aantal kilo’s en dit bestaat vooral uit metaal. Tegelijkertijd beantwoordt zij een vraag van de heer Oldenborg over wat er met het grof vuil gebeurt dat langs de straat komt. Dit wordt wel degelijk ook nagescheiden. De heer Eggermont (SP) heeft een vraag over de maatregelen en doelstellingen. De fractie vraagt of de doelstellingen gebaseerd zijn op waar de grootste winst te behalen is. Wethouder De Rijk zegt dat een en ander gebaseerd is op de verwachting met betrekking tot de nieuwe vorm van inzamelen van gft-afval in grote delen van Leidsche Rijn. Dan de Veenendaalse methode. Deze wordt bekeken. Dan de vragen van Stadspartij Leefbaar Utrecht. De vragen over het grofvuil heeft zij beantwoord. Verder heeft de SLU gelijk dat er een tendens is naar minder gft-afval. Er is komt wel steeds meer plasticafval. Vervolgens de vragen van Trots. Allereerst de inkoop. De huidige afvalophaaldienst wordt geen ‘inkoop’ genoemd. Dus in het rapport over inkoop is de huidige afvalophaaldienst niet meegenomen. Deze is straks terug te vinden in de doorlichting van Stadswerken. Verder valt het zwerfafval meer onder het schoonhouden van de stad dan onder het afval ophalen. De suggesties die Trots doet vindt het college wel interessant. Vervolgens de containerisatie van Leidsche Rijn. Daar waar nu containers staan gaan deze beter gebruikt worden. Op lange termijn zou wellicht gekozen kunnen worden voor een veel grotere containerisatie maar dit vergt een breed gesprek. Hier komt het college liever in de toekomst op terug. Verder merkt het college op dat van afval nu ook al voor een deel energie wordt gemaakt. Dan de vragen van de VVD. Met betrekking tot de bedrijfsinzameling, komt het college terug bij de commissie om helder te maken hoe een en ander zit op het moment dat de gemeente bedrijfsafval inzamelt. En of niet per ongeluk kruisbestuiving plaatsvindt. De heer Eggermont (SP) vraagt of het college dan ook in kan gaan op het aantal ritten.
60
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
9
5
Wethouder De Rijk zegt dat hierop ingegaan zal worden. Vervolgens de duurdere zak. Zij zegt dat zij opeens dacht dat Nijmegen dit wellicht kan doen dankzij het feit dat er geld vanuit de algemene middelen bij gestopt wordt maar dit heeft zij gezegd vanuit het achterhoofd. Dan de vragen van het CDA. De meeste vragen zijn beantwoord. Ten aanzien van de kringloopwinkels merkt zij op dat hierop teruggekomen wordt. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de wethouder bereid is, indien nodig, het aantal kringlooppunten uit te breiden.
10
Wethouder De Rijk reageert voorzichtig omdat zij vermoedt dat dit extra kosten met zich meebrengt. Er zal gezocht worden naar een systeem dat zoveel mogelijk kringloopwinkels de kans geeft een ‘graantje mee te pikken’. Hier komt zij op terug. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of zij hierop terug kan komen voor raadsbehandeling.
15 Wethouder De Rijk geeft aan dit te gaan proberen. Dan de handhavingparagraaf. De commissie ontvangt binnenkort een brief die integraal over alle handhaving gaat. De voorzitter geeft aan dat de tweede termijn ingaat. 20 De heer Werensteijn (Trots) had specifiek gevraagd naar samenwerking met omliggende gemeenten. En met betrekking tot de preventieve aanpak heeft de fractie gevraagd of op de jeugd ingezet kan worden. Kan de wethouder dit met onderwijswethouder Kreijkamp bespreken? 25
De heer Eggermont (SP) heeft nog een vraag over de AVU. Hij vraagt in hoeverre investeringen nodig zijn voor de nascheiding. Wordt dit meegenomen in verband met het delen van de evaluatie van de AVU voor de herijking, in verband met de takendiscussie? Tot slot geeft de SP aan dat als beslispunt 2 geschrapt wordt of als beloofd wordt dat het meerpersoonshuishoudenstarief niet omhooggaat, dit punt dan een A-punt mag worden.
30
35
De heer De Vries (GroenLinks) heeft de wethouder horen toezeggen dat zij terugkomt op de containerisatie, het bedrijfsafval en de eigen organisatie. GroenLinks vraagt wanneer zij hierop terugkomt. Verder is de fractie blij met de toezegging ten aanzien van het klein gevaarlijk afval. Wordt hier over een jaar op teruggekomen? Als de wethouder antwoordt geeft op deze vragen dan kan dit punt wat GroenLinks betreft een A-punt worden. De heer Van Waveren (CDA) geeft aan dat het CDA dit punt voorlopig als B-punt aanhoudt. Na overleg met de fractie kan het wellicht nog een A-punt worden.
40
De voorzitter concludeert dat dit punt een B-punt wordt. De heer Van Schie (VVD) heeft een vraag over de communicatiecampagne. De VVD wil graag kunnen afwegen of de fractie hier in financieel opzicht voor is of niet. Kan het college daarom aangeven wat een dergelijke campagne gaat kosten?
45 De heer Kleuver (D66) vraagt of het klopt dat de commissie nog inzicht krijgt in wat er nu precies gebeurt met het plastic dat in Utrecht gescheiden ingezameld wordt.
50
55
60
Wethouder De Rijk geeft aan dat de gemeentelijke samenwerking zeker meegenomen zal worden. Verder worden nu al allerlei projecten gedaan met kinderen. Maar zij zal contact opnemen met wethouder Kreijkamp om te kijken of nog meer gedaan kan worden. Met betrekking tot de investeringen die nodig zouden zijn bij de huidige inzamel- en scheidingspunten, merkt zij op dat deze meegenomen worden in kerntakendiscussie en de evaluatie van de AVU. Verder merkt zij op dat beslispunt 2 wat het college betreft, niet geschrapt wordt. Dan zegt zij dat voor de zomer informatie naar de commissie komt over de eigen organisatie. Met betrekking tot het klein gevaarlijk afval merkt zij op hier liever iets langer voor te nemen dan een jaar. Een en ander moet op gang komen. Zij stelt voor hier over twee jaar op terug te komen. Informatie over het bedrijfsafval komt binnen een maand of drie naar de commissie. Op de containerisatie zal voor een deel worden teruggekomen. Namelijk op de plasticinzameling. Dit is wat anders dan de volledige containerisatie. Hier wil zij nog geen termijn aan verbinden. Vervolgens wil de VVD meer helderheid over de kosten voor
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
10
communicatie. Hier komt zij voor volgende week op terug. Tot slot merkt zij op dat inzicht gegeven zal worden in wat met het plastic gebeurt maar dit kan alleen als er nieuw plastic van wordt gemaakt. Als het in bijvoorbeeld bruggen terechtkomt dan is dit niet na te gaan. 5
10
15
20
25
30
35
De voorzitter herhaalt de toezeggingen. Wethouder De Rijk informeert de commissie, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, voor de zomer, over afvalinzameling binnen de gemeentelijke organisatie. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, bij bedrijfsafvalinzamelaars na hoe daar gescheiden ingezameld wordt, bijvoorbeeld met betrekking tot de luiers. Ook kijkt zij of het college ten aanzien van de bemoediging nog een rol zou kunnen spelen. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, maatwerk leveren aan mensen die in specifieke gevallen behoefte hebben aan bijvoorbeeld meer klikobakken. Daarbij kan het zijn dat statiegeld ingevoerd wordt. Wethouder De Rijk evalueert, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 20112014, de AVU in relatie tot de kerntakendiscussie. Dit zal, in zoverre dat kan, op korte termijn gebeuren. Het bredere perspectief zal daarna volgen. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, bij bedrijfsinzameling na in hoeverre sprake is van kruisbestuiving. Ook kijkt zij of de een niet per ongeluk voor de ander betaalt. Wethouder De Rijk komt, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, terug op het punt van de kringloopwinkels. Zij kijkt ook naar het Veenendaalse model. Wethouder De Rijk komt, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, terug op de containerisatie voor volgend jaar, in het kader van de plasticinzameling. Wethouder De Rijk informeert, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 20112014, de commissie over klein gevaarlijk afval in het kader van de verfroute. Wethouder De Rijk informeert, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 20112014, de commissie over wat er gebeurt met het ingezamelde plastic in algemene termen. Op deze wijze kan helder gemaakt worden wat hiervan gemaakt wordt. Wethouder De Rijk zoekt, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, voor raadsbehandeling uit, wat de kosten voor communicatie zijn. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, in overleg met wethouder Kreijkamp. De voorzitter concludeert dat dit punt als B-punt naar de raadsvergadering van 10 maart gaat. 16. Geuroverlast Zuilen De voorzitter attendeert de commissie erop dat de wethouder maandag nog een brief over dit punt heeft gestuurd.
40
45
50
De heer De Vries (GroenLinks) vertelt dat al tien jaar wordt gesproken over de geuroverlast in Zuilen. Dat hier al zo lang over gesproken wordt maar niets aan gedaan wordt, is voor GroenLinks haast onacceptabel. Nadat veevoederbedrijf De Heus tot 2008 jarenlang zonder vergunning heeft geopereerd, heeft de provincie Utrecht afgelopen maand een ontwerpvergunning gepubliceerd die het bedrijf toestaat de geuremissie met meer dan 25% te laten toenemen. Dit ondanks de klachten van bewoners. Tijdens de raadsinformatieavond bleek dat diezelfde provincie maar zeer sporadisch metingen verricht. Wat vindt de wethouder van de opstelling van de provincie? En heeft het college een zienswijze ingediend naar aanleiding van de ontwerpvergunning? GroenLinks wil dat de gemeente hoe dan ook naast de bewoners gaat staan en met hen de problemen helder vaststelt en mogelijkheden gaat bekijken voor het aanpakken van de problemen. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat de gemeente zich hier misschien niet tegenaan moet bemoeien. Het is immers duidelijk dat bewoners bij de provincie moeten zijn.
55
60
De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat het de afgelopen jaren zeer onhelder is geweest waar mensen met hun klachten moesten zijn. De gemeente heeft weliswaar geen formele rol in dezen maar heeft wel een taak in het beschermen en bijstaan van inwoners. GroenLinks roept de gemeente daarom op naast de inwoners van Zuilen te gaan staan. De partij hoort graag van de wethouder welke formele en informele stappen zij gaat ondernemen om de belangen van de inwoners van Zuilen te dienen en dit zich voortslepende dossier tot een goed einde te brengen.
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
11
5
De heer Werensteijn (Trots) heeft in september vragen gesteld. Hij geeft aan zelf in Zuilen te wonen. Hij vertelt dat de geur die af en toe langskomt niet te harden is. Verder weten mensen niet waar zij moeten zijn om te klagen. En de mensen die klagen hebben het gevoel dat dit geen zin heeft. Trots vindt dat de gemeente samen met de provincie moet optrekken om een oplossing te vinden. De heer Oldenborg (SLU) wijst erop dat de bewoners van Zuilen het vertrouwen verliezen in de overheid omdat zij het idee krijgen dat zij in de maling worden genomen. Hier moet iets tegen gedaan worden.
10 Mevrouw Nalis (PvdA) geeft aan dat bedrijventerrein Lage Weide dicht tegen een woonwijk aan ligt. Dit betekent dat zij in feite buren van elkaar zijn. En buren moeten op een fatsoenlijke manier met elkaar omgaan. De fractie vindt dat gekeken moet worden naar een totaalaanpak. 15
20
25
De heer Werensteijn (Trots) vraagt of de PvdA suggereert dat procedures middels het burgerlijk recht mogelijk zijn. Mevrouw Nalis (PvdA) zegt het hier niet meteen over te hebben. De fractie heeft de indruk dat veel naar incidentele bedrijven en klachten gekeken wordt. Er is een aanpak die sterk vanuit vergunningverlening en handhaving werkt. Dit moet ook maar daarnaast kan ook vanuit een meer analytisch, structurele blik gekeken worden naar wat er precies gebeurt. Hoe gaat de gemeente om met klachten? Wat doet de provincie aan klachtenbehandeling? De partij pleit dus voor een totaalaanpak voor het hele gebied. De heer Kleuver (D66) denkt dat het mooi zou zijn als de gemeente een bemiddelende rol zou kunnen spelen. Maar voor iets betalen is wel een tweede, want de verantwoordelijkheid ligt niet bij de gemeente.
30
De heer Van Waveren (CDA) zegt dat de bemiddelende rol van de gemeente er in eerste instantie uit moet bestaan dat gezorgd wordt dat klachten bij de provincie terechtkomen.
35
De heer Van Schie (VVD) kan zich aansluiten bij veel van wat al gezegd is. De fractie concludeert dat of te weinig gemeten wordt, of dat de normen niet kloppen. Er is hierin eigenlijk geen rol voor de gemeente weggelegd maar wellicht kan zij bij de provincie aansturen op aanscherping van normen of het verbeteren van de meetmomenten. De heer Eggermont (SP) merkt op dat het orgaan dat hierover gaat, hier eigenlijk te weinig last van heeft. Er moet georganiseerd worden dat de provincie de urgentie gaat voelen.
40
De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de SP in de campagne, voor de verkiezing van de leden voor de Provinciale Staten op 2 maart, ook naar de kiezers duidelijk gaat maken dat het om dit soort dingen gaat. De heer Eggermont (SP) neemt aan dat hier vol op ingezet wordt.
45
50
55
Wethouder De Rijk zegt dat de klachten van omwonenden zeer serieus genomen worden. Verder dient onderscheid gemaakt te worden tussen wat puur juridisch mogelijk is en wat daarnaast nog gedaan kan worden. Bij de provincie heeft zij inmiddels aangedrongen op het doen van metingen. Deze zijn toegezegd. Dit jaar worden deze gedaan. Men moet het namelijk eerst eens zijn over de feiten voordat verder gepraat kan worden. Verder is ook toegezegd dat bewoners en bedrijven gehoord gaan worden over hoe de metingen moeten gebeuren, zodat niet alsnog discussie ontstaat over hoe de metingen hebben plaatsgevonden. De heer Werensteijn (Trots) merkt op dat de wethouder zelf al aangeeft dat er voorwaarden verbonden zijn aan het doen van de metingen. De fractie zou het op prijs stellen als het gemeentebestuur zou aangeven dat gemeten moet worden bij zuidwesten-, noordwesten- of westenwind.
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
12
De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat gemeten moet worden wat de uitstoot is. Dit kan dan vervolgens in een klimaatmodel gestopt worden waarbij alle windrichtingen meegenomen kunnen worden. 5
10
15
20
25
30
De heer Werensteijn (Trots) geeft aan dat op zaken geanticipeerd moet worden. De stankoverlast vindt namelijk alleen plaats bij bepaalde meteorologische omstandigheden. De heer De Vries (GroenLinks) was juist zo blij met de toezegging van de wethouder en met de overeenkomst die zij gesloten heeft met de provincie. Verder is het belangrijk dat in overeenstemming met bewoners vastgesteld wordt hoe de metingen verricht worden. Als alles gemeten wordt volgens gangbare modellen dan wordt alles weggeredeneerd. Wethouder De Rijk merkt op dat een combinatie van ervaringsdeskundigheid van bewoners en technische deskundigheid van techneuten beoogd wordt. Daarnaast heeft zij er bij de provincie op aangedrongen alsnog tot een negatief oordeel te komen over de vergunningsaanvraag. De provincie heeft toen aangegeven dat dit niet kon. Het college concludeert wel dat als het bedrijf de uitbreiding doet, er vervolgens natuurlijk wel gemeten wordt. (Dit is toegezegd) Vervolgens moet dan bewezen worden dat binnen de normen gebleven wordt. De heer De Vries (GroenLinks) vraagt de wethouder te reageren op het feit dat de ontwerpvergunning een geuremissietoename toestaat van meer dan 25%. Is de wethouder van plan hier een zienswijze op in te dienen? Wethouder De Rijk zegt dat de gemeente geen zienswijze heeft ingediend. Puur psychologisch kan dit gedaan worden maar dit ligt soms gevoelig tussen verschillende bestuurslagen. Zeker op het moment dat het idee er is dat wel degelijk gehoor gevonden wordt voor de basis van de vraag. Namelijk of er iets tegen de geuroverlast gedaan kan worden. Als alle deuren dicht zouden gaan dan zou een zienswijze ingediend kunnen worden als daad van protest maar in dit geval is dat dus niet gedaan. Daarbij merkt zij ook op dat bij een zienswijze wel een weigeringgrond gezien moet worden. En dit geval lijkt het er niet op dat deze er is. Vervolgens vertelt zij dat de provincie vorig jaar 32 klachten binnen heeft gekregen. Dat is ongeveer driemaal zoveel als de gemeente heeft binnengekregen. Deze klachten zijn overigens alleen beoordeeld op validiteit. Zij wil erop aan gaan dringen de klachten meer inhoudelijk te gaan bekijken en te gaan kijken wat hieraan gedaan kan worden. De klachten die bij de gemeente binnenkomen zullen aan de provincie doorgegeven worden.
35 De heer De Vries (GroenLinks) vraagt of dit betekent dat de wethouder zich gaat inspannen om ervoor te zorgen dat klachten niet langer op procedurele gronden afgewezen worden.
40
Wethouder De Rijk merkt op dat de klachten grotendeels valide bevonden worden. Dit is dus het punt niet. Het is belangrijk wat met de klacht zelf gedaan wordt. Hierop zal zij de provincie gaan bevragen. Mevrouw Nalis (PvdA) merkt op dat de klachtenregistratie ook bedoeld moet zijn om een analyse van de situatie te maken.
45
Wethouder De Rijk merkt op dat dit precies de reden is om in gesprek te gaan met de provincie over wat er gedaan wordt met de klachten. Daarnaast merkt zij op dat Lage Weide inderdaad een buur is van de bevolking. Zij heeft daarom een proces in gang gezet om een gezelschap bij elkaar te krijgen dat met elkaar gaat praten over hetgeen ervaren wordt. Zij verwacht dat de ondernemer de problemen dan automatisch serieuzer zal gaan nemen.
50 De heer Kleuver (D66) complimenteert de wethouder. In Zuilen heeft een vergelijkbare handelswijze ertoe geleid dat de bomen aan het Vliegeniersmonument bleven staan. De voorzitter constateert dat dit punt voldoende besproken is. 55
60
17. Windenergie Mevrouw Bikker (ChristenUnie) zegt dat windenergie een kans is voor Utrecht. Het proces is alleen tot nu toe enigszins traag verlopen. Voor het vervolg heeft de fractie twee kernwoorden: vaart en zorgvuldig. Op deze elementen komt het aan, wil windenergie een succes worden. De ChristenUnie heeft een aantal vragen bij de brief die de commissie uiteindelijk heeft gekregen. Allereerst wil de partij
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
13
5
10
15
20
25
30
35
40
45
weten wat er gaat gebeuren met het stappenplan dat het college in juli 2009 aan de commissie heeft voorgelegd en toegezegd. In dat stappenplan werd gezegd dat er een visie moest zijn op grootschalige opwekking van windenergie. Komt deze visie nog? En welke stap kan hierna verwacht worden? Dan specifiek over de windturbines. Als er een reden is waarom het in veel plaatsen misgaat, is het wel omdat draagvlak ontbreekt. Afgelopen week bevatte het blad Intermediair toevallig een goed artikel over het succes van windenergie in Duitsland. Hier worden burgers betrokken en merken zij in hun portemonnee wat voor voordeel het heeft als energie opgewekt wordt via wind. In Nederland is het echter niet mogelijk dit voordeel direct terug te laten vloeien in de portemonnee van de burger vanwege regelgeving. De fractie vraagt of dit echt zo is. Verder wil de ChristenUnie weten hoe het college verder wil werken aan het creëren van draagvlak. Vervolgens hoort de partij graag wat er gaat gebeuren met de andere locaties die in het haalbaarheidsonderzoek gemeld stonden. Zijn deze helemaal uit beeld? Het tweede punt betreft de financiën. Het college trekt nu 70.000 euro uit om zaken verder door te denken en neer te zetten. Eigenlijk is windenergie op dit moment in de markt financieel haalbaar. De fractie zou het jammer vinden als de gemeente geld van de gemeenschap steekt in dingen die de markt financieel haalbaar kan realiseren. Het is dan heel belangrijk dat de gemeente de plaatsen realiseert en dat draagvlak gecreëerd wordt. Wat is de visie van het college hierop? De heer De Vries (GroenLinks) is blij met de voortvarendheid waarmee het college werk maakt van windenergie. Daarnaast sluit de fractie zich aan bij de vragen die mevrouw Bikker heeft gesteld. Verder maakt de brief duidelijk dat twee locaties in aanmerking komen voor windenergie: Lage Weide en Rijnenburg. In hoeverre gaan beide locaties tegelijkertijd ontwikkeld worden? Zou de wethouder kunnen aangeven in hoeverre de ambitie voor de locatie Rijnenburg afhankelijk is van de woningbouwopgave aldaar? Sinds enige tijd zijn meer dan honderd actieve en geïnteresseerde inwoners verzameld in het platform Energie U. Een initiatief waar GroenLinks erg blij van wordt. Hoe gaat de wethouder dit platform bij de verdere concretisering van de plannen betrekken? En heeft de wethouder er vertrouwen in dat deze jonge vereniging in staat zal zijn een dergelijk grootschalig windproject te realiseren? Zo ja, op welke wijze kan de gemeente dit initiatief versterken? Het was goed te lezen dat dit bewonersinitiatief genoemd werd in de commissiebrief. Voor GroenLinks is het wel belangrijk dat Energie U niet alleen ingezet gaat worden om de participatie vorm te geven. De partij ziet liever dat Energie U daadwerkelijk een serieus alternatief is voor grote ‘energiereuzen’ in het veld. Hopelijk maakt het college een heldere keuze. Kiest u voor het bewonersinitiatief of toch voor de grote energiereuzen uit de markt? Verder is het mooi dat Lage Weide is aangewezen als locatie voor windenergie. De fractie ontvangt alleen verontrustende berichten over het feit dat dit onderdeel niet is meegenomen in de procedure voor de totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan voor dat gebied. Kan de wethouder hier duidelijkheid over geven? En hoe wordt gezorgd dat dit geen vertraging oplevert? Tot slot vraagt GroenLinks of de gemeente ook bereid is eigen grondposities beschikbaar te stellen voor de realisatie van windmolens. De heer Van Waveren (CDA) merkt op inmiddels een jaar verder te zijn maar dat nog niet veel gebeurd is. De fractie vindt dat de gemeente naast de regierol ook meer de voortrekkersrol moet gaan innemen. Verder heeft de partij geen moeite met de 70.000 euro die het college wil reserveren. Het CDA denkt dat dit geld wel weer terug te verdienen is. De voorinvesteringen zijn echter wel onzeker. De gemeente moet proberen deze later ook weer terug te verdienen. Dan Rijnenburg. Een en ander zou samen met de ontwikkeling van de structuurvisie plaatsvinden maar het kan nog wel even duren voordat Rijnenburg gebouwd wordt. Een windturbine heeft een levensduur van een jaar of vijftien. Misschien is het goed deze snel neer te zetten zodat deze weg kunnen tegen de tijd dat Rijnenburg gebouwd wordt. Dit klinkt grappig maar het CDA bedoelt dit serieus. Dus graag tempo maken bij Lage Weide en bij Rijnenburg een stapje erbij.
50
55
De heer Van Schie (VVD) merkt op dat als nu geld gehaald wordt uit een duurzaamheidfonds om private initiatieven te steunen, het college dan ook zijn best moet doen om dit geld bij de grondexploitatie weer terug te verdienen. Verder denkt de fractie dat het vooral een ruimtelijke afweging is waar de windmolens uiteindelijk toegestaan worden. Het is dan belangrijk te weten of er ruimtelijke bezwaren zijn op die plaatsen. De VVD denkt dat het gebied in Lage Weide een kanslocatie is voor windenergie maar de partij waarschuwt voor consequenties die buurtbewoners kunnen vinden om bezwaar te maken. Vervolgens merkt de fractie op in te zullen stemmen met het bedrag uit het duurzaamheidfonds. De VVD vraagt wel de plankosten in de gaten te houden en hoe een en ander zich verhoudt tot de bouwleges en de hoogbouwvisie.
60
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
14
Mevrouw Bikker (ChristenUnie) vraagt of de VVD ook vindt dat er een visie moet komen op de grootschalige opwekking van windenergie.
5
De heer Van Schie (VVD) vindt dit niet zo nodig omdat deze visie er al is. Dat is namelijk de hoogbouwvisie. Mevrouw Nalis (PvdA) vindt wel dat er een visie moet komen omdat hoe hoger de windturbines worden, hoe hoger het rendement is. Als onder een bepaald niveau gebleven moet worden en het blijkt dat hierdoor onvoldoende rendement wordt behaald, dan moet een afweging gemaakt worden.
10 Mevrouw Bikker (ChristenUnie) merkt op dat windmolens iets anders zijn dan hoogbouw of een Belle van Zuijlen.
15
20
25
De heer Van Schie (VVD) zegt dat het gaat om horizonvervuiling. Bij de Belle van Zuijlen is dit geen andere afweging dan bij een windturbine. Mevrouw Bikker (ChristenUnie) merkt op dat in de haalbaarheidstudie al gekeken wordt naar zichtlijnen en naar wat past in het landschap. In die zin is de haalbaarheidstudie een goede voorloper van de visie. Het betoog van de heer Van Schie kan het idee oproepen dat er nergens hoge windmolens kunnen komen omdat niet hoger gegaan mag worden dan de Dom. De ChristenUnie vindt dat zeker aan de overkant van het kanaal nieuwe geschiedenis geschreven kan worden. Mevrouw Nalis (PvdA) zegt dat het niet alleen gaat om rendement voor de overheid. Voor de windturbines moet straks een exploitant komen en voor deze exploitant moet een en ander rendabel zijn. De heer Van Schie (VVD) ziet hierin geen rol voor de overheid. De exploitatiemodellen liggen bij de markt.
30
35
De heer Werensteijn (Trots) geeft aan een groot voorstander te zijn van windmolens. Hij wil het graag hebben over de kleur van de windmolens. Hier is namelijk onderzoek naar gedaan. De kleur van windmolens blijkt van belang te zijn in verband met vogel- en vleermuissterfte. Trots roept op hier een goede afweging in te maken. Verder vindt de fractie dat het college moet bepalen waar Utrecht over vijf jaar moet zijn ten aanzien van windenergie. In het stuk wordt ook gesproken over kleine turbines. Kijk of de thermiek in (spoor)tunnels gebruikt kan worden om energie op te wekken. De heer Oldenborg (SLU) zegt zich voor een groot deel aan te sluiten bij het betoog van de heer De Vries. Verder benadrukt de fractie dat het belangrijk is dat lokale initiatieven een kans krijgen.
40
De heer Eggermont (SP) heeft een vraag over de financiën. De SP vraagt of de 70.000 euro wordt uitgegeven vooruitlopend op een raadsbesluit. Wat zijn de gevolgen hiervan op het moment dat het raadsbesluit geamendeerd wordt? Verder is de fractie blij met het tempo waarin de heer Van Waveren wil dat bij Rijnenburg windmolens worden gerealiseerd. Het is een goed idee een en ander niet mee te laten lopen met de structuurvisie.
45
50
55
60
Mevrouw Nalis (PvdA) zegt dat de fractie een voorstander is van het stimuleren van windenergie binnen de gemeentegrenzen op locaties waar dit goed mogelijk is. Verder is het belangrijk draagvlak te creëren bij omwonenden en samen te werken met de bedrijven van bedrijventerrein Lage Weide. Voor het draagvlak is het belangrijk samen te werken met burgerinitiatieven. Daarnaast is tempo maken belangrijk. De heer Kleuver (D66) wil graag toelichting op de brief. Verder moet gewerkt worden aan het draagvlak maar dit blijkt niet uit dit stuk. Dan Energie U. Een sympathiek initiatief en als een en ander daarmee gerealiseerd kan worden, graag. Maar tegelijkertijd gaat het er vooral om dat de windmolens die er komen vooral goed zijn, goed worden neergezet en goed geëxploiteerd. D66 ziet hier graag een onderbouwing voor. Vervolgens merkt de partij op dat het nu 70.000 euro kost maar wat kost het als met een andere partij in zee wordt gegaan? De heer De Vries (GroenLinks) vraagt of D66 soms bang is dat de leden van Energie U zelf de windmolens in elkaar gaan knutselen.
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
15
De heer Kleuver (D66) antwoordt dat D66 hier niet bang voor is maar wel graag onderbouwd ziet waarom 70.000 euro op deze manier wordt uitgegeven en waarom niet op een andere manier minder kosten gemaakt zouden kunnen worden. 5
10
15
20
Wethouder De Rijk merkt brede steun op voor windenergie. De ChristenUnie heeft gelijk dat er niet heel veel meer informatie bij is gekomen. Aan de andere kant heeft het trage tempo wel een meerwaarde gehad omdat er inmiddels initiatieven liggen, onder andere van Energie U. ‘Vaart’ en ‘zorgvuldigheid’ zijn inderdaad twee belangrijke uitgangspunten. Juist daarom weet zij niet of het waar is dat ‘als er geen visie is, het volk verwildert’. Het is fantastisch dat er initiatieven vanuit de samenleving komen. Deze kunnen namelijk op draagvlak rekenen. Het college omarmt daarom ook de initiatieven die er nu zijn. In eerste plaats het initiatief van Energie U. Als de gemeente windmolens initieert op een bepaalde plek kan het zijn dat er veel weerstand komt. Mevrouw Bikker (ChristenUnie) merkt op dat een visie voor de ChristenUnie geen plan van aanpak is. Een visie geeft kaders aan en maakt helder waar naartoe wordt gegaan. Waar wil de wethouder nu naartoe? Nu ligt er een briefje met twee concrete plannen maar de fractie heeft niet de indruk dat het college ergens naartoe wil. Het college verwijst de fractie vervolgens naar het duurzaamheidsplan. Maar hierin staan twee of drie regels die ingaan op een visie. Dit vindt de ChristenUnie te summier. Het geeft de indruk dat werkende weg aan de slag wordt gegaan. Op zich is dat geen probleem, de partij wil er alleen wel een routekaart bij. De heer Van Waveren (CDA) is het helemaal eens met hetgeen mevrouw Bikker zegt. Het college stelt zich erg terughoudend op. Tot slot is het CDA benieuwd welke initiatieven er nog meer zijn.
25
30
Wethouder De Rijk merkt op dat Eneco mogelijk ook belangstelling heeft om windmolens te gaan bouwen. Verder zegt zij dat de routekaart heel simpel is: zoveel mogelijk windenergie maar binnen wat landschappelijk verantwoord wordt geacht. Zij zou het mooi vinden als acht à tien molens gerealiseerd zouden kunnen worden op Lage Weide. Hiernaast zouden er nog een of twee plekken met windmolens in de stad gerealiseerd mogen worden. Het gaat hier overigens niet alleen om de locatie Rijnenburg en Lage Weide. Dit zijn wel de twee locaties die het college het meest kansrijk acht. Verder wil zij het gesprek met Rijkswaterstaat aangaan omdat die voor een aantal van de locaties een belangrijke speler is. Er kan dan geïnventariseerd worden hoe Rijkswaterstaat tegenover windmolens staat op bepaalde locaties.
35 Mevrouw Bikker (ChristenUnie) gaat eerst even terug naar de visie. Eerder heeft het college, een vorig college weliswaar, geschreven dat de hoogbouwvisie onvoldoende is toegesneden op deze ruimtelijke ontwikkeling. Het is hierom dat een andere visie nodig zou zijn. 40
45
Wethouder De Rijk zegt dat de hoogbouwvisie officieel over bedrijven en gebouwen gaat. Het college is van plan naar aanleiding van de initiatieven visualisaties te maken en hier een oordeel over te vellen. Vervolgens merkt zij meer in het algemeen op dat het eerst ontwikkelen van een visie of het ingaan op initiatieven, een verschillende manier van werken is. Omdat zich nu initiatieven aandienen is het college een voorstander van werkende weg aan de slag gaan. Als de commissie van tevoren bijvoorbeeld wil weten of niet boven een bepaald aantal meters qua hoogte wordt gekomen, dan kan het college hierop terugkomen. Mevrouw Bikker (ChristenUnie) begrijpt dat de wethouder vaart wil maken maar er kan toch wel een kader gemaakt worden? Dit hoeft niet lang te duren.
50 De heer Van Waveren (CDA) heeft de brief van het college voor zich. Hij vraagt of het college er zelf echt voor gaat. Of wil het college alleen het proces faciliteren?
55
Wethouder De Rijk zegt dat het college ervoor gaat. Het draagvlak is alleen sterk afhankelijk van de eigendomsituatie. Of mensen zich verbonden weten met het initiatief. Dit is een meteen een antwoord op de vraag of algemene kaders gesteld kunnen worden. Het is lastig van tevoren een kader te stellen. Een dergelijk kader kan zelfs beperkend werken. Maar wil de commissie van tevoren bepaalde concrete zaken vastleggen dan zal het college hierop ingaan.
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
16
De heer Oldenborg (SLU) merkt op dat de gemeente op Lage Weide een aantal grondposities heeft. Een aantal hiervan zou aangemerkt kunnen worden als mogelijke locatie voor windmolens. Als zich dan een initiatief voordoet, kan hier meteen op in gesprongen worden. 5
Mevrouw Bikker (ChristenUnie) hoopt dat het college het als een kans ziet om mensen met bepaalde kaders enthousiast te krijgen. Verder wil de ChristenUnie wijzen op de brief van juli 2009 waarin het college zelf heeft aangegeven dat de huidige hoogbouwvisie onvoldoende is. De voorzitter constateert dat gevraagd wordt of het college een kader gaat stellen of niet.
10
15
20
25
Wethouder De Rijk merkt op dat de ChristenUnie het in elkaars verlengde ziet, de kaders stellen en de kansen grijpen. Zij zelf heeft het als twee verschillende dingen geïnterpreteerd. Iets heel anders is of de gemeente alle rollen pakt die zij kan nemen. Het college wil alle rollen nemen die zij kan nemen. Het gaat dan om grondposities en om het faciliteren en versnellen van het hele planproces. Op een aantal aspecten hiervan wil zij nu ingaan. Allereerst de grondposities. Het bureau die deze in kaart heeft gebracht gaat uit van zeven grondposities. In de praktijk zijn dat soms ook groenstroken en recreatieterreinen. Uiteindelijk blijven er dan ongeveer drie over. De gemeente staat er niet onwelwillend tegenover om ook eigen grondposities in te brengen maar zij komt er niet mee. Dan het faciliteren van het planproces en het bestemmingsplan. Hier is dus eigenlijk het geld voor bedoeld. Ook is het de bedoeling te helpen bouwen aan het draagvlak. Vervolgens gaat zij in op vraag die gesteld was met betrekking tot dit bestemmingsplan. Het college had ook graag een en ander meteen meegenomen in het bestemmingsplan maar dit zou het bestemmingsplan vertragen. Er is daarom voor gekozen wel een en ander te zeggen over windenergie, met name in de toelichting, maar tegelijkertijd een en ander nog niet heel precies op te nemen. Ondertussen kan dan de MER opgestart worden. Er volgt dan een aanvulling op het bestemmingsplan. De heer Eggermont (SP) vraagt of het mogelijk is een vrijstelling in het bestemmingsplan op te nemen. Of moet dan ook de MER gedaan worden?
30
Wethouder De Rijk merkt op dat zover haar informatie reikt, een dergelijke MER noodzakelijk is. Dan Energie U en de vragen van GroenLinks. Het college is heel blij met het initiatief van Energie U. Dit zou een coproductie moeten worden. Tegelijkertijd wil het college niet zover gaan om anderen uit te sluiten.
35
De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de fractie een beetje bang is voor de situatie die zich in Houten heeft voorgedaan. Hier was ook een leuk bewonersinitiatief. Het bewonersinitiatief heeft vervolgens geholpen om de participatie vorm te geven en de windmolens zijn vervolgens neergezet door een grote ‘energiereus’. Deze kant moet het niet op gaan.
40
Wethouder De Rijk begrijpt uit de lichaamstaal van de heer Van Schie dat de VVD hier niet tegen zou zijn.
45
De heer Van Schie (VVD) denkt dat een van de doelstellingen van Energie U is om windenergie te realiseren. Dit willen ze natuurlijk zelf doen maar als dit niet lukt dan hoopt de VVD dat zij een commerciële partij de ruimte geven. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat er misschien wel kans is op een coproductie tussen Energie U en een grote energiemaatschappij.
50
De heer Kleuver (D66) zegt dat het moet gaan om windenergie en niet om windenergie via Energie U.
55
De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat GroenLinks een lichte voorkeur heeft voor bewonersinitiatieven als deze. Maar uiteindelijk moet het beste en snelst te realiseren initiatief uitgevoerd worden. Het moet alleen niet zo zijn dat bij de uiteindelijke realisatie het bewonersinitiatief aan de kant wordt gezet. Dat is in Houten gebeurd. Mevrouw Nalis (PvdA) merkt op dat bewonersinitiatieven belangrijk zijn om draagvlak te vergroten.
60
Wethouder De Rijk gaat in op de vraag over Rijnenburg. Is windenergie in Rijnenburg afhankelijk van woningbouw? Die is daar niet van afhankelijk. Vervolgens vroeg het CDA of niet eerst windmolens
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
17
geplaatst kunnen worden. Zij geeft aan dat een windmolen langer meegaat dan vijftien jaar en het duurt ook nog even om deze te bouwen. Als de inventarisatie gemaakt is komt het college hierop terug. 5
10
15
De heer Van Waveren (CDA) vraagt of het bouwen van de huizen en het plaatsen van windmolens losgekoppeld kan worden. Misschien kan het college dan eerst de inventarisatie doen om te zien waar de mogelijkheden liggen? En kan de wethouder hier een tijdpad aan verbinden? De heer Eggermont (SP) vraagt of een en ander al ontwikkeld kan worden, zonder dat aan de structuurvisie voldaan wordt. Wethouder De Rijk zegt dat de inventarisatie gepland staat voor de komende maanden. Zij gaat er van uit dat de commissie hier voor de zomer van op de hoogte wordt gesteld. Verder merkt zij op dat als duidelijk wordt dat de windmolens de woningbouw niet onmogelijk maken, een en ander sowieso losgekoppeld kan worden. Dan de vraag hoeveel vanuit het duurzaamheidplan geïnvesteerd wordt. In de commissiebrief staat 70.000 euro. Inmiddels is geconstateerd dat waarschijnlijk meer geld nodig is. Zij vertelt dat het college in het energieplan 200.000 euro op wil nemen voor het faciliteren van het planproces in de komende anderhalf tot twee jaar. Dan de vraag of dit geld terug te verdienen is. Voor een deel misschien wel maar het college is er geen voorstander van dit als eis te stellen.
20 Mevrouw Bikker (ChristenUnie) herhaalt dat in het duurzaamheidplan weinig gezegd wordt over windenergie. De fractie neemt aan dat de wethouder de informatie hierover uitbreidt. En neemt zij hier een visie in mee? 25
De heer Van Schie (VVD) geeft aan dat de VVD niets tegen het af en toe bijleggen op een grondexploitatie heeft maar de fractie pleit er wel voor een en ander goed bij te houden en zoveel mogelijk uit de grondexploitatie te trekken. Wethouder De Rijk zegt dat waar dit kan, dit prima is.
30 De heer Kleuver (D66) merkt op dat wat D66 betreft duurzaamheid geld mag kosten. Daar is het belangrijk genoeg voor. Tegelijkertijd kan windenergie geld besparen. Het is daarom raar als de gemeente 70.000 of 200.000 euro in de realisatie van windmolens stopt zodat iemand anders lagere energierekeningen kan betalen. 35 De voorzitter constateert dat nu geen nieuw debat wordt gevoerd. Hij vraagt de wethouder af te ronden.
40
45
Wethouder De Rijk gaat in op de kleur van windmolens. Zij was niet bekend met deze informatie. Het college zal hiernaar kijken. Vervolgens merkt zij op dat wat het geld betreft de verhoudingen wel enigszins in de gaten gehouden moeten worden. Eén windmolen kost 10 miljoen euro. Stel dat er tien komen, dan gaat het om een investering van 100 miljoen euro. Een voorinvestering van 200.000 euro is dan niet zoveel. De heer Werensteijn (Trots) had nog een vraag gesteld over het gebruik van thermiek in tunnels. De heer Van Schie (VVD) merkt op dat de hoogbouwvisie wel degelijk van toepassing is op windmolens. De hoogbouwvisie is op alles van toepassing wat niet ook laag kan. De fractie roept het college op de hoogbouwvisie aan te passen of een andere visie te maken.
50 Wethouder De Rijk vindt het gebruik van thermiek in tunnels een interessant idee. Zij neemt dit idee mee. Verder geeft zij aan terug te komen op de hoogbouwvisie, gezien het aantal vragen.
55
De heer Oldenborg (SLU) zegt dat de hoogbouwvisie in dezen helemaal geen probleem is. Deze heeft namelijk alleen vastgesteld dat in het centrum de hoogte van de Dom de limiet is en dat aan de randen van de stad de ‘sky the limit’ is. Mevrouw Bikker (ChristenUnie) wijst de wethouder op de visie die het college hier eerder op heeft gegeven en dat is dat de hoogbouwvisie onvoldoende is toegesneden. Dit blijkt ook uit deze discussie.
60
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
18
5
10
De voorzitter herhaalt de toezegging. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 17, Windenergie, met Rijkswaterstaat in gesprek over locatie en windenergie. Wethouder De Rijk inventariseert, met betrekking tot punt 17, Windenergie, welke initiatieven er zijn en informeert de commissie hierover. Wethouder De Rijk bekijkt, met betrekking tot punt 17, Windenergie, het onderzoek naar de kleur van windmolens en informeert de commissie over wat hiermee gedaan kan worden. Wethouder De Rijk bekijkt, met betrekking tot punt 17, Windenergie, of de thermiek in tunnels meegenomen kan worden in de visie. Wethouder De Rijk komt, met betrekking tot punt 17. Windenergie, terug op een visie rondom hoogbouw met betrekking tot de windmolens. Mevrouw Nalis (PvdA) merkt op dat de wethouder ook iets heeft gezegd over de planprocedure, over het afstemmen met het bestemmingsplan.
15 Wethouder De Rijk zegt dat in de toelichting op het bestemmingsplan een en ander gezegd zal worden over windenergie. 18.
20
Beantwoording rondvraagpunten wethouder De Rijk, opmerkingen toezeggingenlijst, terugkoppeling uit de gemeenschappelijke regelingen • Lichtgevende Limesmarkeringen Domplein Wethouder De Rijk komt hier schriftelijk op terug.
25
• Beantwoording van schriftelijke vragen met nummer 131: Behoud couleur locale Wethouder De Rijk zegt dat de leden uiterlijk volgende week woensdag de antwoorden kunnen verwachten.
30
• Hoop zand en stenen aan het einde van de Burgemeester Norbuislaan bij Maarssen Wethouder De Rijk merkt op dat dit officieel een tijdelijke opslagplaats is. Daarnaast merkt zij op dat deze plek ook regelmatig het illegaal dumpen van afval aantrekt. Er wordt geprobeerd hierop te handhaven maar dit lukt niet altijd. Waarschijnlijk houdt het dumpen van illegaal afval pas op, op het moment dat de aannemer daar ook geen toestemming meer voor heeft. Er zal geïnformeerd worden bij de aannemer of een en ander spoedig opgeruimd kan worden.
35
De voorzitter herhaalt de toezegging. Wethouder De Rijk informeert, met betrekking tot de rondvraag over de hoop zand en stenen aan het einde van de Burgemeester Norbuislaan bij Maarssen, bij de aannemer over wanneer hij een en ander gaat opruimen.
40
• Korte Minrebroedersstraat Wethouder De Rijk zegt dat de kwestie in behandeling is. Er wordt gekeken wat hiermee gedaan kan worden los van nieuwe regels en kaders. Daarnaast is het ontwikkelingskader Horeca in ontwikkeling. Ze hoopt dat voor de zomer de bredere kaders van de horeca aan de commissie voorgelegd kunnen worden. Verder is er ook nog een ander initiatief, een aanvraag voor een restaurant/kledingwinkel/hotel in het oude brandweerpand. Het college staat hier niet onwelwillend tegenover. Het lijkt erop dat dit ook in het huidige horecakader inpasbaar zou kunnen zijn.
45
50
• Liesbospark Wethouder De Rijk zegt dat het college binnenkort een integraal voorstel ontvangt over wat hiermee gedaan moet worden. Wat het ingewikkeld maakt is dat er allerlei plannen voor dat gebied zijn en dat afhankelijk van wat in de ondergrond gedaan moet worden, mogelijk een betreffende sanering opportuun is. Na het februarireces komt zij hierop terug. De voorzitter schorst de vergadering om 23.40 uur tot donderdag 14.00 uur.
55
60
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
19
Toezeggingenlijst behorend bij de openbare vergadering van de raadscommissie Stad en Ruimte, gehouden op 8 februari 2011
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wethouder Bosch Wethouder Bosch stuurt, met betrekking tot punt 11 Actualisering bestemmingsplannen, informatie naar de commissie over of een vorm van summiere formele inspraak mogelijk is bij de beheersverordening. Wethouder Bosch stuurt, met betrekking tot punt 11 Actualisering bestemmingsplannen, een gewijzigd raadsvoorstel naar de commissie in verband met het planologische aspect en de wenselijkheid van een inspraakperiode rondom de beheersverordeningen. Wethouder Bosch gaat, met betrekking tot punt 13: Bouw en sloophinder, in Hoograven na of vanuit zijn publieke rol iets aan tegemoetkoming kan worden gedaan.
Wethouder De Rijk Wethouder De Rijk informeert de commissie, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, voor de zomer, over afvalinzameling binnen de gemeentelijke organisatie. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, bij bedrijfsafvalinzamelaars na, of en zo ja hoe daar gescheiden ingezameld wordt, bijvoorbeeld met betrekking tot de luiers. Ook kijkt zij of het college daarin nog een stimulerende rol zou kunnen spelen. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, maatwerk leveren aan mensen die in specifieke gevallen behoefte hebben aan bijvoorbeeld meer kliko's. Daarbij kan het zijn dat statiegeld ingevoerd wordt. Wethouder De Rijk evalueert, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, de AVU. In relatie tot de kerntakendiscussie vindt dat het eerste halfjaar plaats. Het bredere perspectief zal daarna volgen. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 15. Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, na of bedrijfsinzameling en reguliere inzameling financieel gescheiden zijn; of het een niet het ander financiert. Wethouder De Rijk komt, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, terug op het punt van de kringloopwinkels. Zij kijkt ook naar het Veenendaalse model. Wethouder De Rijk komt, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, terug op de containerisatie voor een deel volgend jaar in het kader van de evaluatie plasticinzameling. Wethouder De Rijk informeert, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, de commissie over klein gevaarlijk afval en de verfroute over 2 jaar. Wethouder De Rijk informeert, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, de commissie over wat er gebeurt met het ingezamelde plastic in algemene termen. Op deze wijze kan helder gemaakt worden wat hiervan gemaakt wordt. Wethouder De Rijk zoekt, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, voor raadsbehandeling uit, wat de kosten voor communicatie zijn. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 15, Afvalbeleid gemeente Utrecht 2011-2014, in overleg met wethouder Kreijkamp t.a.v. het betrekken van jongeren/jeugd. Wethouder De Rijk gaat, met betrekking tot punt 17, Windenergie, met Rijkswaterstaat in gesprek over de mogelijkheden van windenergie op de locaties waar RWS grondeigenaar is of een ander groot belang heeft (Galecop en Knooppunt Oudenrijn). Wethouder De Rijk inventariseert, met betrekking tot punt 17, Windenergie, welke initiatiefnemers er zijn en informeert de commissie hierover. Wethouder De Rijk zegt toe, met betrekking tot punt 17. Windenergie, het onderzoek naar de kleur van windmolens te betrekken bij de verdere uitwerking. Wethouder De Rijk bekijkt, met betrekking tot punt 17, Windenergie, of de ideeën voor het benutten van thermiek in tunnels meegenomen kunnen worden in de visie. Wethouder De Rijk komt, met betrekking tot punt 17. Windenergie, terug op het punt van een windenergievisie in relatie tot de hoogbouwvisie.
55
Raadscommissie Stad en Ruimte openbare vergadering d.d. 8 februari 2011
20