Verslag van de BESLUITRONDE POLITIEKE AVOND van de gemeenteraad van Nijmegen d.d. 23 september 2015
Aanwezig zijn: de leden: dhr. B.K. van Berkel, dhr. P.H.J. Boekhorst, dhr. J.A.R. Brom, mw. R.M.G. Brouwer, dhr. M.T. Buck, mw. C.M.H Daemen, dhr. J.V.J. van Deurzen, mw. I.M. van Dijk, dhr. P.A. Eigenhuijsen, dhr. T.F.A. van Elferen, dhr. B.G. Friesen, dhr. M. Groothuizen, mw. W. Grutters, dhr. R. El Hafi, dhr. J.W.H. van Hooft, dhr. P. Huliselan, dhr. M.J.I. Hulskorte, dhr. M. van Hunnik, dhr. J.L.J. Janssen, dhr. R.A.A. Jetten, dhr. R.A.P. Klein Hemmink, mw. M.F. Kossen, mw. C.B.M. Lamers, mw. P.J. Molenaar, dhr. M.J.M. van Nijnatten, dhr. C. van Norel, dhr. P.R. Oomen, mw. A.B. Ranshuijsen, dhr. .F. Reinhoudt, mw. J.M. Rotink, mw. G.M.M. Schellekens. dhr. A. Selman, dhr. M.A.L. Sweep, dhr. S. Vat, dhr. N.P. Vergunst, mw. G. Visser, mw. E.M. Westerveld en dhr. R.S. Zwart Voorzitter:
dhr. H.M.F. Bruls
Griffier:
mw. M. Heffels
Wethouder:
dhr. L.C.M. Frings, dhr. H.B.W. van Hees, mw. R.D. Helmer-Englebert, dhr. T. Tankir en dhr. B.J.H.M. Velthuis
Bericht van verhindering van: mw. A van den Berg en wethouder H. Tiemens Notulist:
1.
dhr. J.P.P.A. Wijnen
Opening en mededelingen
De voorzitter: De vergadering van de raad is geopend (21.30 uur). Ik heb een afmelding ontvangen van mevrouw Van den Berg. Wethouder Tiemens laat zich verontschuldigen wegens griep. Zijn er verder nog afmeldingen? Dat is niet het geval. Namens de heer Hulskorte ligt er een traktatie op uw tafels omdat hij onlangs zijn 50-jarig huwelijk heeft gevierd. Dhr. Van Hooft: Dat is wel een echte prestatie. Leeftijd is geen prestatie, maar een 50-jarig huwelijk wel. Dhr. Hulskorte: Voor mij niet. De voorzitter: Meneer Van Hooft, ik ben zo blij dat u dat zegt, want dat ben ik helemaal met u eens. In onze stad zijn er dermate veel dat ik ze niet allemaal persoonlijk kan bezoeken, dan moet het cijfer 6 er al in voorkomen, maar desalniettemin is 50 jaar ook een prestatie. Als je dat uit liefde doet, is het mooi, toch? Dhr. Hulskorte: Ik vind prestatie niet het juiste woord, voorzitter. Ik denk dat je dat anders moet formuleren. 1 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
De voorzitter: Desalniettemin welgemeend, meneer Hulskorte. Dhr. Van Hooft: Ik bedoel dan ook meer van uw vrouw, meneer Hulskorte. De voorzitter: We gaan verder voordat dit te veel tijd in beslag gaat nemen. Er zijn verder geen mededelingen.
2.
Agendavaststelling inclusief de orde van de vergadering
De voorzitter: U hebt via de vergadermappen van de raadsapplicatie het volgende stuk gezien: − Het overzicht van de nagekomen ingekomen stukken. De fractie van Gewoon Nijmegen heeft verzocht agendapunt 27 ‘Raadsvoorstel Toepassen coördinatieregeling (voormalig Smid Draad terrein)’ te agenderen voor een volgende kamerronde. De fractie van de PvdA heeft verzocht brief D19 inzake Voortgang herijking overeenkomst doordecentralisatie DCC in een volgende kamerronde te bespreken. Wat de orde van de vergadering betreft, het volgende. − Toegevoegd is agendapunt 8a inzake Besluit tot toelating gemeenteraadslid de heer B.G. Friesen. − Toegevoegd is agendapunt 31 inzake brieven vluchtelingen. Het voorstel is dit agendapunt na agendapunt 10 te behandelen. Gezien het aantal debatten wordt vanavond gewerkt met spreektijd. Er wordt met spreektijd gewerkt vanaf agendapunt 11, dus na het debatstuk over de brieven inzake vluchtelingen. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. De volgende punten zijn niet in de raadskamers behandeld en voorgesteld wordt om deze als hamerstuk te behandelen: 3, 4, 18 tot en met 26 en 28 tot en met 30. Stemt u daarmee in? Dat is het geval.
5.
Besluitvorming behandeladviezen van de raadskamers
De voorzitter: Behandeladviezen Politieke Avond 9 september 2015: − Raadsvoorstel Verordening Klantenparticipatiewet 2015: dit wordt een debatstuk op 23 september. − Raadsvoorstel Oprichting Gemeenschappelijk orgaan regio Arnhem Nijmegen en Participatie in Stichting Economic Board City Regio Arnhem Nijmegen: dat is een debatstuk op 23 september. − Raadsvoorstel Uitgangspuntennotitie voor de aanbesteding van het doelgroepenvervoer: dat is een hamerstuk op 23 september. − Raadsvoorstel Binnenstad van de toekomst: dat is een debatstuk op 23 september. − Wensen en bedenkingen bij verkoop van Het Arsenaal: dat is een stemstuk op 23 september. Behandeladviezen Politieke Avond 23 september 2015: − Raadsvoorstel Gewijzigd bestemmingsplan Nijmegen Brakkenstein – 4 (Kloostertuin – voormalige drukkerij): dat is een hamerstuk op 23 september. − Briefuitvoering motie Onderzoek naar Workfast: dat is een debatstuk op 21 oktober. − Raadsvoorstel Gewijzigd bestemmingsplan Nijmegen Ooyse Schependom – 2 (Ooyse Sluispad 24): dat is een debatstuk op 7 oktober. Het laatste raadsvoorstel zou het enige debatstuk zijn op 7 oktober. Ik heb wethouder Velthuis laten navragen of het een probleem is om dit stuk twee weken later – op 21 oktober – te behandelen. Dat 2 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
zou kunnen. Ik stel voor om dat te doen. Dan hebben we op 7 oktober wel kamerbehandelingen maar geen raadsvergadering. Ik begrijp dat hiertoe is besloten. Meneer Van Nijnatten, ik voel aan dat u het er ook mee eens bent. Dhr. Van Nijnatten: Ik ben het er helemaal mee eens. Ik vroeg me alleen af of het de moeite waard is om daarvoor in de plaats iets anders te doen. De raad komt op die avond bij elkaar en wellicht is het een idee om een onderwerp te agenderen. De voorzitter: Ideeën kunnen later door u worden ingediend. Dat lijkt me een mooie klus voor de Agendacommissie. Bent u het verder eens met alle adviezen? Dat is het geval.
6.
Vaststellen van de voorstellen waarover geen spreektijd gevraagd is
De voorzitter: Over de punten 3, 4, 13, 15, 17, 18 tot en met 26 en 28 tot en met 30 is geen spreektijd gevraagd en daarmee is ingestemd met de voorstellen.
7.
Vragen van raadsleden aan het college
De voorzitter: Er zijn geen vragen ingediend.
8.
Besluit tot toelating gemeenteraadslid de heer J.A.R. Brom
De voorzitter: Voorgesteld wordt om de heer Brom de tijdelijke vacature van de heer Hillen te laten innemen. Voordat we overgaan tot het besluit nodig ik de voorzitter van de Commissie voor de Geloofsbrieven uit om verslag uit te brengen van het onderzoek. De heer Van Elferen. Dhr. Van Elferen: Dank u wel, voorzitter. Aangezien er een groot pakket voor mijn neus ligt, zal ik alle verslagen een beetje inkorten. U weet bij wie u terechtkunt voor de uitgebreide versies ende toelichting. Allereerst het verslag van de vergadering van de Commissie voor de Geloofsbrieven op woensdag 23 september ten aanzien van de heer Brom. De heer J.A.R. Brom is op 29 april 2015 benoemd tot tijdelijk lid van de raad van de gemeente Nijmegen tot 19 augustus 2015. De benoeming is te verlengen met zestien weken en derhalve tot 9 december 2015. De commissie rapporteert de raad dat de bescheiden zijn onderzocht en in orde bevonden. Het is gebleken dat de benoemde voldoet aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen. De voorzitter: Is er nog iemand die over het voorstel het woord wil voeren? Dat is het geval. Mw. Grutters: U hebt het over 9 december. Is dat zestien weken? Dhr. Van Elferen: De benoeming is te verlengen met zestien weken en derhalve tot 9 december. Waarschijnlijk is dat omdat met terugwerkende kracht vanaf 19 augustus is gerekend. Mw. Grutters: Dat klopt niet. De voorzitter: Dit is te herstellen op een nader te bepalen moment. Niet op de volgende raadsvergadering, want zojuist is bepaald dat er dan geen besluitronde is. Dit is te herstellen, mevrouw Grutters. Geen nood. De benoeming kan altijd nog worden aangevuld. U hebt het vermoeden dat de termijn te kort is berekend. Mw. Grutters: Ja. De gedachte was om de termijn van zestien weken vanaf nu te laten ingaan.
3 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Dhr. Van Elferen: Voorzitter, zoals gebruikelijk heeft de commissie daar geen mening over. Ik laat het verder aan u over. De voorzitter: Ik ben even overvraagd. Het kan natuurlijk wel. Dan zou de termijn vanaf vandaag moeten ingaan. Ik stel voor om dit te doen als dat kan. We kunnen er ook de volgende keer op terugkomen, want dan is het nog lang geen december. Dan kunnen we het formeel behandelen op de raadsvergadering. Misschien zijn er wel juridische bezwaren om het te doen zoals ik a l’improviste probeer te doen. Ik wil de heer Brom niet langer in spanning laten. Ik verzoek hem om de eed af te leggen zoals hij heeft aangegeven. Welkom, meneer Brom. U hebt ervoor gekozen om de eed af te leggen. Ik zal de eed voorlezen en dan bent u aan zet. Ik zweer dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of onder welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in het ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. Dhr. Brom: Dat zweer ik, zo waarlijk helpe mij God almachtig. De voorzitter: Dank u wel, dan bent u bij dezen opnieuw geïnstalleerd. Dat zal zeker voor meerdere maanden zijn, heb ik begrepen. (Applaus.)
8a.
Besluit tot toelating gemeenteraadslid de heer B.G. Friesen
De voorzitter: Dit betreft een benoeming voor een definitieve opvolging – geen tijdelijke – van mevrouw Anne Jaspers. Ik wil er iets over zeggen. Zij is namelijk in maart 2014 als enige van de acht raadsleden van GroenLinks geïnstalleerd. Ik weet dat zij heel mooie voornemens, een heel brede interesse en heel veel onderwerpen had, bijvoorbeeld thema’s zoals duurzaamheid, klimaat en groen. Zij heeft helaas door gezondheidsproblemen niet al te lang kunnen werken aan deze thema’s en dat is erg jammer, dat zullen we allemaal betreuren. Zij is een aantal malen zeer goed vervangen door de heer Friesen, maar zij heeft nu toch ervoor moeten kiezen om niet terug te keren. Vanaf deze plaats wens ik haar een heel goede en mooie toekomst toe. Zij was maar kort in ons midden, maar wij zullen haar zeker niet vergeten. Dank je wel, Anne. (Applaus.) Meneer Friesen, u mag nog niet deze kant op komen, want uiteraard – u kent de procedure – nodig ik ook nu weer de voorzitter van de Commissie voor de Geloofsbrieven uit om verslag uit te brengen van het onderzoek. Meneer Van Elferen, ik nodig u wederom uit, Dhr. Van Elferen: Voorzitter, de Commissie voorde Geloofsbrieven van de gemeente Nijmegen, in wier handen de geloofsbrieven en de verder bij de Kieswet gevorderde stukken werden gesteld die werden ingezonden door de heer B.G. Friesen, op 23 september 2015 benoemd tot lid van de raad van de gemeente Nijmegen wegens ontslag van mevrouw A. Jaspers, rapporteert de raad van de gemeente Nijmegen dat zij de bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde heeft bevonden. Gebleken is dat de benoemde voldoet aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen. De commissie adviseert tot zijn toelating als lid van de raad van de gemeente Nijmegen. Ook wij wensen mevrouw Jaspers het allerbeste. De voorzitter: Dank u wel. Dat leidt ertoe dat ik de heer Friesen zou willen uitnodigen, tenzij iemand anders nog het woord wil. Daar ga ik niet van uit want u hebt nu al zo vaak de kans gehad om het woord te voeren bij de benoeming van de heer Friesen, dat dit nu echt niet meer geloofwaardig zou zijn. Meneer Friesen, ik nodig u uit om hier te komen om de verklaringen en belofte af te leggen. Ik zei tegen de heer Friesen dat dit wel de laatste keer zal zijn, in ieder geval in deze raadsperiode. Ik lees de tekst van de verklaring en belofte voor en dan is het antwoord aan u. 4 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of onder welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in het ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. Dhr. Friesen: Dat verklaar en beloof ik. De voorzitter: Dan dank ik u en feliciteer ik u wederom met veel genoegen. Omdat dit nu definitief is, krijgt u een bos bloemen. (Applaus.)
9.
Benoeming tot fractievolgers op voordracht van D66, de VVD en het CDA
De voorzitter: Meneer Van Elferen, ik wil u als voorzitter van de Commissie voor de Geloofsbrieven het woord geven. Als u zegt dat het allemaal in orde is, geloven we u op uw woord. Dhr. Van Elferen: Kort van stof heeft nog nooit iemand mij genoemd. Voorzitter, ik heb geen geloofsbrieven in handen gehad van een fractievolger van de VVD. Het zou kunnen dat wij die al op een eerder moment hebben goedgekeurd en dat wij daar op dat moment verslag van hebben gedaan. Hebt u een naam voor mij? De voorzitter: U weet de naam niet? Dat is de heer E. van Zanten. Dhr. Van Elferen: Volgens mij hebben we die nog niet gezien. Ik ben bang dat de heer Van Zanten dan nog even zal moeten wachten. De voorzitter: Dat is vervelend, maar als de Commissie voor de Geloofsbrieven de stukken niet heeft kunnen inzien, rest mij niets anders dan dit niet voor hem te laten gelden. Ik vind het heel vervelend, maar ik hoop dat daarvoor begrip bestaat. Dan geldt het dus voor drie leden van de fractie van D66, mevrouw L. Boumans, de heer D. Oud en de heer A. Thijssen en voor twee leden van de fractie van het CDA, de heer D. van Luik en de heer J. de Vos. Ik hoop dat dit wel klopt. Dhr. Van Elferen: Dat is goed gegaan. De Commissie voor de Geloofsbrieven heeft de geloofsbrieven onderzocht van de personen die door de fracties van het CDA en D66 zijn voorgedragen als lid, niet zijnde raadslid van een raadscommissie. Ook zijn de geloofsbrieven onderzocht waarin het ontslag van twee fractievolgers van D66 is gemeld. De commissie heeft het onderzoek beperkt tot de zaken waarover mevrouw Rotink u meer kan vertellen en dat betreft in ieder geval de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet. Alle bijbehorende stukken hebben wij kunnen onderzoeken en dat hebben wij gedaan voor de heer J.T.P.G. de Vos van de fractie van het CDA, de heer D.A.N. van Luik van de fractie van het CDA, de heer D. Oud van de fractie van D66, mevrouw L.A.C.M. Bouwmans van de fractie van D66 en de heer A. Thijssen van de fractie van D66. Daarnaast hebben wij de ontslagbrieven in ontvangst genomen van mevrouw I. Roeks en de heer B. van de Oetelaar. Daarmee hebben wij alles bekeken. Wij hebben alles in orde bevonden en wij bevelen aan om hen als fractievolgers aan te stellen. De voorzitter: Het komt allemaal goed. Nogmaals, het is vervelend voor de voordracht van de heer Van Zanten. Is er iemand die stemming wil over het voorstel? Zo nee, dan is het voorstel aangenomen. Ik feliciteer hen met hun benoeming. (Applaus.)
5 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
10.
Benoeming van de heer J.T.P.G. de Vos als lid van de raadscommissie Grondexploitatie Waalsprong en Waalfront
De voorzitter: Ik kan me niet voorstellen dat iemand hierover stemming wenst. Kunnen we hiermee instemmen? Dat is het geval. Het voorstel is aangenomen. Felicitaties voor de heer De Vos.
11.
Raadsbrieven inzake Opvang vluchtelingen
De voorzitter: Ik zou mevrouw Lamers willen vragen om de voorzittershamer voor dit agendapunt over te nemen. De vicevoorzitter: Dank u wel voor de hamer. We gaan bij dit agendapunt spreken over twee raadsbrieven, namelijk over de brieven Opvang vluchtelingen en Een noodopvang Heumensoord Nijmegen. We hebben vanavond als raad gezamenlijk besproken dat we graag een debat wilden hebben over dit thema. Het zijn brieven en over de stukken zal niet gestemd worden. Er zijn moties aangekondigd en uiteraard wordt daar wel over gestemd. Ik kijk rond wie ik als eerste het woord kan geven. De heer Van Norel van de SP. Dhr. Van Norel: Dank u wel, voorzitter. Enkele weken geleden hebben we raadsbreed, met alle fracties, een verklaring aangeboden waarin is gezegd dat wij als stad Nijmegen vooral ook ruimhartig moeten zijn en niet weg moeten kijken van de problemen die zich voordoen rondom de vluchtelingen. Die verklaring is zoals gezegd raadsbreed aangenomen. We hadden ons natuurlijk niet kunnen realiseren dat in een zo korte tijd daarna er echt een beroep op de stad zou worden gedaan, een uitdaging voor een opvanglocatie voor drieduizend mensen zoals het idee is. Wat daarbij vooral opviel, althans zoals ik de raadsbrieven lees, is dat al redelijk snel op deze korte termijn veel wel duidelijk was en natuurlijk ook heel veel niet. Vanavond waren er bij de presentatie natuurlijk ook vragen bij de SPfractie en ook zorgen, maar die zijn op basis van die presentatie voor het grootste gedeelte weggenomen. Laten we ons echter niets wijsmaken, er zijn allerlei moties met allerlei oproepen voor als er iets gebeurt. Ik garandeer u dat er wel iets gaat gebeuren. De opvanglocatie is vergelijkbaar met een wijk. Je kunt ook niet zeggen dat er in een wijk niets gebeurt, dat daar bijvoorbeeld geen huiselijk geweld zal plaatsvinden, dat er geen overtredingen zullen plaatsvinden. Dus ook daar zal wat gebeuren. Laten we elkaar niet wijsmaken dat dit specifiek voor de opvanglocatie moet gelden. In die zin is de fractie ook heel erg gerustgesteld door de antwoorden die we vanavond hebben gehoord. Ik ben trots op Nijmegen dat we dit – zo ziet het er in ieder geval naar uit – in zo’n korte tijd toch voor elkaar kunnen krijgen. Ik heb begrepen dat we op schema liggen als het gaat om de opvang van deze grote groep. Natuurlijk hebben we zorgen over hoe zich dit gaat ontwikkelen met zo’n grote groep. Hoe zal de samenstelling van die groep zijn naarmate de doorstroom in de opvanglocatie gaat plaatsvinden? Je kunt op voorhand niet alle risico’s weghalen. Over de risico’s die er mogelijk kunnen zijn, of het nu gaat om gezondheidsredenen, bestedingen die we proberen aan te bieden en activiteiten, kortom het hele scala, denk ik we daar goede antwoorden op zullen hebben. We zijn daarin in ieder geval dermate gerustgesteld dat ook wij als fractie de indruk hebben dat we ze kunnen laten komen, want we zijn er klaar voor. De vicevoorzitter: Ik geef het woord aan de heer Boekhorst van GroenLinks. Dhr. Boekhorst: Dank u wel, voorzitter. Je bent een vader of moeder van twee kinderen. Ze zijn zeven en drie jaar oud. Tot de geboorte van je jongste kind woonde je in betrekkelijke rust en rijkdom. Het was lastig om niet te kunnen zeggen wat je wilde, dankzij een dictator die aan de macht is, maar dat bezwaar viel in het niet toen er een paar jaar geleden een vliegtuig met bommen over je stad scheerde. Die bommen vielen en ze bleven vallen. Je kon niet meer tegen je kinderen zeggen dat het goed zou komen. Kies je dan voor de gemakkelijke weg? Blijf je zitten waar je zit en richt je jezelf tot iets of iemand om te overleven? Of maak je de moeilijke keuze om je huis te verkopen en te vluchten 6 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
naar een veilig en stabiel land dat alleen te bereiken is langs een levensgevaarlijke route, dwars over diep water, hoge golven, grensovergangen, hekken en boze burgers? Wat zou jij doen? Je bent een burgemeester van een welvarende gemeente en je was van plan om samen met je team van wethouders opvang te bieden aan een aantal vluchtelingen in je stad. Je dacht daarbij aan enkele tientallen of honderden mensen. Op tv zag je die vluchtelingenstroom naar Europa steeds maar toenemen en op de dag dat je jouw plannen openbaar wilde maken, belde het COA met de vraag om drieduizend vluchtelingen in jouw gemeente te huisvesten in paviljoens. Een vraag die je snapt, maar toch, dat betekent nogal wat. Kies je dan voor de gemakkelijke weg? Zeg je nee omdat er beren op de weg komen, omdat je bang bent voor wat komen gaat? Of maak je de moeilijke keuze om ja te zeggen tegen een plan dat haalbaar lijkt en waarvan je ook weet dat er weerstand tegen komt, maar hopelijk ook bijval? Wat zou jij doen? Je bent bewoner van Brakkenstein en je woont daar al jaren naar tevredenheid vanwege de rust en het groen. Dan verneem je dat in dat groene natuurgebied, waar je zo graag komt, tijdelijk drieduizend mensen komen te wonen in paviljoens voor een periode van maanden. Dat is echt wel even anders dan die week van de Vierdaagse. Kies je dan voor de gemakkelijke weg en zeg je nee omdat je de verhalen nog kent van de vorige opvang daar, jaren terug? Zeg je nee omdat het onbekende mensen zijn die de taal niet spreken? Of maak je de moeilijke keuze om welkom te zeggen, de komst van deze mensen te accepteren en er samen met je buurtgenoten, scholen en ondernemers iets goeds van te maken? Wat zou jij doen? Voorzitter, GroenLinks is trots, trots op mensen die moeilijke keuzes maken omdat het moedige keuzes zijn over vluchtelingen die hun eigen leven en dat van hun kinderen willen redden. Trots op burgemeesters die vanuit hun hart en met hun hoofd ja zeggen tegen het plan en trots op buurtbewoners die met elkaar plannen maken om de periode waarin vluchtelingen hier zijn zo aangenaam mogelijk te maken. We horen vandaag dat er al 650 initiatiefnemers in onze stad zijn en daar zijn we apetrots op. We zijn dankbaar voor al die hartverwarmende reacties in onze stad. Donderdag was ik samen met heel veel andere raadsleden op de informatieavond voor onze stad. We hoorden veel positieve reacties tijdens die avond. Er was een groep mensen waar je misschien wat minder trots op bent. Het is onbegrijpelijk hoe haatdragend en kil sommige mensen kunnen zijn. Dat is het enige dat ik erover zeg vandaag. Om eerlijk te zijn was ik ook trots op mensen die vanuit betrokkenheid serieus hun zorgen met ons deelden. Natuurlijk snap ik dat je zorgen kunt hebben over zoiets ingrijpends. Ook ik vond sommige antwoorden op die avond niet allemaal even concreet, even scherp en even duidelijk. Inmiddels zijn we vanavond als raad heel uitvoerig bijgepraat. Wij hebben al onze vragen kunnen stellen. Ik wil u laten weten dat onze fractie zeer overtuigd is van het werk dat hier geleverd wordt door alle instanties. We hebben er echt vertrouwen in dat we dat met elkaar aankunnen als stad. Dank aan al die mensen die zo hard werken om dat mogelijk te maken. We moeten die lijn wel zien vast te houden. Er is nu goed overleg met de wijk, goed overleg met iedereen die hierbij betrokken is. Dat moeten we blijven doen. Laten we met elkaar in gesprek blijven zodat we serieuze bewoners met serieuze zorgen echt serieus nemen. Zo maken we waar dat Nijmegen een stad is die sociaal is. Dan maken we echt waar dat de verklaring die we als raad vorige week indienden echt wat waard is. Wij zijn blij met deze moeilijke en moedige keuze, een keuze die GroenLinks overtuigend maakt vanuit het hart en vanuit ons hoofd. De vicevoorzitter: Ik zag de heer Klein Hemmink zojuist het woord vragen. Dhr. Klein Hemmink: Dank u wel, voorzitster. De vicevoorzitter: Het blijft gewoon voorzitter, ook al ben ik een meisje. Dhr. Klein Hemmink: Wij van Gewoon Nijmegen sluiten ons aan bij de woorden die door de SP en ook door GroenLinks gezegd zijn dat zij er vertrouwen in hebben dat de opvang op Heumensoord best goed geregeld wordt. We hebben er ervaring mee met de Vierdaagsefeesten en we hebben ook wel het vertrouwen dat het goed geregeld gaat worden en dat ook calamiteiten goed worden opgepakt. 7 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Wij vinden echter ook dat het een tijdelijk karakter heeft. Als je in een oorlogsgebied woont en je krijgt bommen op je dak, dan vlucht je. Ik maak even een vergelijking met de Tweede Wereldoorlog toen wij als Nederlanders blij waren dat de Engelandvaarders in Engeland met open armen werden ontvangen en daar als gasten mochten blijven om ervoor te zorgen dat ze konden meevechten zodat ons land weer bevrijd werd. Zo zien wij ook deze oorlogsvluchtelingen. We moeten ze als gasten opvangen en ervoor zorgen dat ze een goed dak boven hun hoofd hebben en dat ze eten en drinken krijgen. Ik wil echter mijn ogen niet sluiten voor een aantal opmerkingen dat ook hiermee te maken heeft, namelijk dat er een groot tekort dreigt voor sociale huurwoningen. Dat is ook een item dat bij de bevolking leeft want dan moet men nog langer wachten op de toewijzing van een sociale huurwoning in onze stad en die tijd is al lang. Ik heb ook geprobeerd om de discussie hierover aan te zwengelen. We moeten niet achterover leunen en denken dat het alleen maar gaat om Heumensoord in te richten. We moeten onze ogen er niet voor sluiten om toekomstgericht te zeggen dat we nu al adequaat gaan werken om sociale huurwoningen te creëren en doorstroming te creëren, zodat we ook de taak die vanuit het Rijk naar ons toekomt om een gedeelte van de vluchtelingen op te vangen en een huurwoning te wijzen, gaan uitvoeren. Ik heb daarover de afgelopen dagen verschillende stukken rondgestuurd en ik heb daarover ook een motie gemaakt, namelijk Onder nooddruk wordt alles vloeibaar en bespreekbaar! De inhoud van de motie is voor mij in principe ook een verhaal over hoe je het gaat aanzwengelen dat er daadwerkelijk meer sociale huurwoningen gebouwd gaan worden en dat het niet alleen bij woorden blijft. In het coalitieakkoord staat ook een aantal zaken dat men graag meer sociale huurwoningen wil bouwen. Ik heb vandaag nog in de commissie Waalsprong gehoord dat de heer Van Hooft zei: Er gebeurt niets. Er moet dus wat gebeuren op dat punt. Ik kon toen mijn lachen bijna niet inhouden, want eigenlijk wordt hij nu op zijn wenken bediend met deze motie. Het doel ervan is een pot te creëren zodat de woningbouwverenigingen geld krijgen om te investeren. Ik heb dat uitvoerig uitgelegd in deze motie. Ik heb ook een oproep gedaan aan alle fracties toen ik de motie rondstuurde. Fracties, het is een motie en misschien is het hier niet de juiste methode op dit moment, maar ik vind het een punt dat de aandacht erop vestigt dat het een groot probleem wordt dat samenhangt met de opvang van de grote groep vluchtelingen. Ik heb de fracties ook gevraagd om mee te denken en om met ideeën te komen over hoe we dat potje met meer geld kunnen vullen zodat we een groot kapitaal krijgen om te kunnen investeren in sociale woningbouw. Ik heb in die motie ook aangegeven waar behoefte aan is, namelijk het bouwen van een- en tweepersoonshuishoudens voor oudere bewoners zodat je een doorstroming creëert in de eengezinswoningen van de sociale huurwoningen. Dit zit allemaal in deze motie. Ik wil graag een beetje aftasten hoe jullie daartegenover staan om in ieder geval het vervolg op deze grote stroom vluchtelingen ook in de toekomst op te kunnen vangen. Dan moeten we niet stil gaan zitten, maar dan moeten we aan de slag gaan. Het houdt nu in dat we besluiten moeten nemen. Dat houdt de motie dus in en daarom heb ik haar ingediend. Dank u wel. Motie Onder nooddruk wordt alles vloeibaar en bespreekbaar! e 1 indiener: R. Klein Hemmink (Gewoon Nijmegen) De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in openbare vergadering op 23 september 2015, constaterende dat: • Nijmegen als gemeente tijdelijk een noodopvang realiseert voor de opvang van circa drieduizend oorlogsvluchtelingen op Heumensoord; • Nijmegen een taak krijgt toegewezen vanuit Den Haag om in een latere fase zorg te dragen voor huisvesting etc. van deze – op dit moment – oorlogsvluchtelingen en later asielzoekers met een tijdelijke status; • de invulling van deze opgaven erg moeilijk is en dat om creatieve oplossingen vraagt van de gemeente en gemeenteraad; • oplossingen gezocht moeten worden die haalbaar zijn en waarbij de huidige woningzoekenden niet achter in de rij hoeven aan te sluiten en nog langer op de toewijzing van een sociale huurwoning moeten wachten.
8 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Overwegende dat: • de oplossing van deze vraagstukken niet eenvoudig is; door deze complexiteit dienen we de samenhang te zien en te leggen tussen oorlogsvluchtelingen, tijdelijke statushouders, sociale huurwoningen, opvang, financiën etc. etc. • we als gemeenteraad hierin duidelijk het voortouw moeten nemen en met creatieve oplossingen moeten komen en de koe bij de horens moeten vatten; • deze motie ingediend wordt om een groot aantal problemen in samenhang op te lossen; de toelichting op deze notie een wezenlijk en belangrijk onderdeel van deze motie is. Roept het college van B en W op om: 1. de in de bijlage omschreven plannen (toelichting) op korte termijn uit te werken en uit te voeren; 2. hiertoe in de belastingverordening de afvalstoffenheffing weer terug te leggen van eigenaren naar ook huurders van onroerend goed (de vervuiler betaalt); 3. de woningcorporaties te verplichten de hierdoor vrijgekomen gelden in te zetten voor investeringen in de sociale woningbouw en deze verplichting voor minimaal 5 jaar vast te leggen. (Dit bedrag van circa 2 tot 2,5 miljoen vertegenwoordigt ca 50 miljoen investeringsvermogen voor de woningcorporaties op jaarbasis); 4. bij deze investeringen in de sociale sector voorrang te verlenen aan sociale huurwoningen en met name aan een- en tweepersoonshuishoudens; 5. tevens de bouwgrond tegen het rentetarief in (tijdelijke) erfpacht uit te geven indien nodig voor de realisatie van de beoogde woningen aan de woningcorporaties. En gaat over tot de orde van de dag. Toelichting. Gewoon Nijmegen zal proberen in een korte toelichting haar plan voor de realisatie van sociale huurwoningen voor ca. 250 miljoen euro in 5 jaar uiteen te zetten. Waarbij tevens de opgaven voor het huisvesten van statushouders in de gemeente Nijmegen opgelost kan worden. De wachtlijsten voor een sociale huurwoningen zullen voor iedereen korter worden, ook diegene die hier nu al op staan. In Nijmegen wordt sinds kort de afvalstoffenheffing niet meer bij de huurders (ook zij zijn immers vervuiler en dienen daarvoor te betalen) in rekening gebracht, maar bij de woningeigenaren. Uit een recent onderzoek blijkt dat deze verschuiving weinig effect heeft, dus kan het ook terug verschoven worden. Een groot deel van deze eigenaren zijn woningcorporaties. Zij betalen op dit moment ca 4 tot 5 miljoen euro gezamenlijk aan de heffing. Deze kosten zijn in hun toekomstige begrotingen opgenomen en gereserveerd. Door deze kosten ook weer bij de huurders onder te brengen spelen wij in de begrotingen van deze woningcorporaties ca 2 tot 2,5 miljoen euro vrij. Dit bedrag is de basis voor hun investeringskapitaal. Deze 2 tot 2,5 miljoen betekent voor deze verenigingen dat zij daarvoor voor ca 50 miljoen per jaar in sociale huurwoningen extra kunnen investeren. *) Als deze belasting/heffing verordening op dit punt wordt aangepast dient de gemeente vooraf schriftelijk met de woningcorporaties te zijn overeengekomen dat deze gelden die vrij komen in hun begrotingen gedurende minimaal 5 jaar worden aangewend voor dit doel. Omdat in Nijmegen relatief veel een- en tweepersoonshuishouden zijn (een deel daarvan zijn ouderen) is voor deze groep duidelijk een tekort aan sociale woningen voor een- en tweepersoonshuishouden. Een grote groep ouderen blokkeren daardoor het vrijkomen van sociale eengezinshuurwoningen. Dit dient doorbroken te worden en dat kan op deze manier Immers, er wordt een groot investeringsbedrag mogelijk gemaakt met deze opzet. Daarnaast is het wenselijk dat de gemeente de grond onder deze nieuwbouw uit gaat geven in erfpacht (eventueel gemeentelijke woningcorporaties). Dit kan een tijdelijk karakter hebben van ca. 5 tot 10 jaar. Het erfpachtcanon dat opgebracht moet worden kan gelijk zijn aan de door de gemeente te betalen rente op deze grondlasten. Met deze constructie worden de verliezen in de Waalsprong en Waalfront duidelijk beperkt en snijdt dit mes aan twee kanten. Minder verliezen in de grexen en meer sociale huurwoningen die hierdoor gebouwd kunnen worden.
9 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Wel dienen er duidelijke afspraken gemaakt te worden met de woningcorporaties wanneer en tegen welke prijzen en voorwaarden de erfpacht afgekocht gaat worden Daarnaast is het verstandig om de te bouwen woningen vooral aan lokale c.q. regionale aannemingsbedrijven te gunnen. Dit betekent een grote impuls in de woningbouw (eventueel gemeentelijke woningbouwvereniging), de werkgelegenheid, aansluitingen warmtenet, etc. Immers duurzaam betekent niet alleen duurzaam bouwen maar ook voorkomen dat vanuit heel Nederland dagelijks de bouwvakkers grote afstanden afleggen om te bouwen in Nijmegen. Extra impuls Om een extra impuls te genereren moet onderzocht worden of het mogelijk is om jaarlijks 2 tot 2,5 miljoen vrij te maken uit het budget voor de werkeloosheidsbestrijding de aankomende 5 jaar, waarbij de gemeente deel zal nemen in de deze opzet (mede-eigenaar zal worden van deze woningen) en hierdoor het bedrag verhoogd tot maximamal 5 miljoen (hetgeen een jaarlijks investeringskapitaal van ca 100 miljoen per jaar zal kunnen betekenen). Dit zal dan eventueel vertaald moeten worden in een zesde beslispunt in deze motie. Door ook vooral in te zetten op grotendeels bouwen voor een- en tweepersoonshuishoudens krijgen we een versnelling in het beschikbaar krijgen van sociale huurwoningen, worden er bestaande sociale eengezinswoningen door ouderen vrij gemaakt, waardoor de wachtlijsten inclusief toe te wijzen woningen aan statushouders verminderen. Door dit te doen toont Nijmegen dat zij creatief omgaat met de problemen die ontstaan zijn en ontstaan door de grote toevlucht van oorlogsvluchtelingen. En creëert zij hiermee een duidelijke winwinsituatie voor velen van oorlogsvluchtelingen, jongeren tot ouderen. Het vraagt moed en ook water bij de wijn doen van diverse politieke partijen bij hun stokpaardjes. Echter het creëert grote kansen om ook nog niet gerealiseerde plannen in het coalitieakkoord betreffende huisvesting, betaalbare woningen en duurzame woningen, zorg, economische impuls en werkgelegenheid te scheppen. Om dit te kunnen bereiken zijn er een aantal beslis punten aangegeven in de motie die niet van elkaar los te zien zijn Immers het is een totaal plaatje dat zonder elkaar mank zal gaan. *) Investeringskapitaal: 2 tot 2, 5 miljoen is het bedrag dat de rente en de afschrijving, die men op een lening moet betalen. Net als bij een hypotheek heb je een rente en aflossing last. Stel de rente is 3% en de aflossing is 2% totaal is dat 5%. Dit zijn reële percentages op dit moment. Dan is er voor rente en aflossing beschikbaar 2 tot 2,5 miljoen. Dit is 5% van je mogelijk te lenen kapitaal waarvan je de lasten kunt dragen. 100% is dan ca. 50 miljoen investeringskapitaal voor de woningcorporaties. Op dit moment is de rente lager dan 3%. De vicevoorzitter: Wie wil het woord? Mevrouw Van Dijk van de VVD. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. De enorme toestroom van vluchtelingen heeft ons allen hier in dit huis en daarbuiten versteld doen staan. Vele honderden en zelfs duizenden vluchtelingen bereiken dagelijks de Nederlandse grens en zoeken een dak boven hun hoofd, een bed om in te slapen en een maaltijd om weer op krachten te komen. Europa en Nederland staan voor een grote humanitaire uitdaging waarvoor momenteel in Den Haag en in Brussel naar een langetermijnoplossing wordt gezocht. Dat neemt niet weg dat nu duizenden vluchtelingen om onze hulp vragen. Zij staan nu aan onze grens. Nijmegen neemt haar verantwoordelijkheid en staat welwillend ten opzichte van de opvang van drieduizend vluchtelingen in Heumensoord. Ook de VVD-fractie moet verantwoordelijkheid nemen voor deze opvang. We kunnen deze mensen niet op straat laten leven. We mogen en kunnen onze ogen niet sluiten voor de mensen die nu om onze hulp vragen. Dat we hulp willen bieden, wil niet zeggen dat we deze hulp zonder meer moeten aanbieden. Daarom pleit de VVD-fractie om én hart én hoofd – ik heb de term al vaker horen langskomen – te gebruiken in deze tijden van crisis. Het is naïef om te denken dat de opvang van drieduizend asielzoekers voor 10 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
geen enkel probleem gaat zorgen in de stad. Ik zou willen dat het niet zo was, maar ik voorspel u dat het wel problemen gaat opleven. Er komt een klein dorp met alle problemen van dien en ook dat is al eerder aangehaald. Laten we onze ogen daar niet voor sluiten. We kunnen niet alles garanderen en we kunnen niet alles voorkomen, maar om zo veel mogelijk problemen te voorkomen, pleiten we er als VVD voor dat we enkele randvoorwaarden stellen ten aanzien van de opvang van drieduizend vluchtelingen. Daarvoor dienen we dan ook een motie in. Onzes inziens draagt Nijmegen met de opvang van drieduizend vluchtelingen heel ruimhartig bij aan het vinden van een oplossing voor dit humanitaire probleem. Er is inderdaad landelijk een verdeelsleutel afgesproken met betrekking tot hoeveel statushouders elke gemeente aan een woning moet helpen, maar de VVD is van mening dat zolang Nijmegen opvang biedt aan zo’n enorm grote groep asielzoekers, wij een meer dan voldoende bijdrage leveren. Je voegt immers niet elke dag 1,8% van je totale bevolking toe aan een stad. Ook het eventueel openen van een tweede asielzoekerscentrum in Nijmegen zou wat ons betreft op de lange baan moeten worden geschoven. Daarnaast maken we ons zorgen over veiligheid. De veiligheid in en de veiligheid rondom de opvang en de veiligheid in de omliggende wijken Brakkenstein en Grootstal. We zijn niet de enigen die ons zorgen maken. Afgelopen week waren er bewonersbijeenkomsten en inloopuren en daar hoorden we veel mensen zeggen dat zij zich ook zorgen maken over veiligheid. We hoorden ook heel veel positieve geluiden. Dat is goed om te horen en dat is mooi om te horen. Mensen die hulp aanbieden, mensen die hun handen uit de mouwen willen steken en ervoor willen zorgen dat deze vluchtelingen een warm welkom krijgen. We zagen ook dat er vraagtekens waren en we hoorden de zorgen met betrekking tot veiligheid en illegaliteit. We hoorden diverse malen de oproep van omwonenden om deze veiligheid goed in acht te nemen en ervoor te zorgen dat iedereen met een gerust hart over straat kan lopen. Wat de VVD betreft, is de inzet van extra wijkagenten daarvoor onvoldoende. Extra surveillance, extra blauw op straat; de bewoners van Nijmegen verdienen het dat hun zorgen serieus worden genomen. Geschat wordt dat 15% van de vluchtelingen die nu asiel aanvraagt in Nederland geen voorlopige verblijfsvergunning zal krijgen. Met een opvang van drieduizend vluchtelingen betekent dit dat minimaal 450 mensen die zijn gestationeerd op Heumensoord te horen zullen krijgen dat zij terug moeten keren naar hun land van herkomst. De VVD vindt het absoluut noodzakelijk dat er strikt op wordt toegezien dat deze mensen ook daadwerkelijk Nijmegen en Nederland verlaten. Het is onacceptabel dat deze mensen in de illegaliteit verdwijnen en dat moeten we dan ook voorkomen. Niet alleen voor die mensen, omdat er op die manier eenvoudig misbruik van hen kan worden gemaakt, maar ook voor de Nijmegenaren en Nijmegen als stad want die hoeven niet extra belast te worden met sores die illegaliteit met zich meebrengt. De VVD roept het college dan ook op om voor eind oktober met een plan van aanpak te komen als het gaat om het tegengaan van deze illegaliteit. Laten we daarop voorbereid zijn. In een brief van het college, gedateerd 18 september 2015, lezen we dat er met het COA afspraken zijn gemaakt over de medische zorg en de medische keuring. Ook in de technische vragenronde hebben we daaromtrent gehoord dat de GGD en het COA daar hard aan werken. Dat is goed om te lezen en goed om te horen want de volksgezondheid mag natuurlijk op geen enkele manier in het geding komen. Toch wil de VVD, zeker met de recente gebeurtenissen in bijvoorbeeld Weert in ons achterhoofd, het college nogmaals op het hart drukken hoe belangrijk het is om toe te zien op de gezondheid van eenieder. Het woord ‘tijdelijk’ hebben we vanavond en in de technische vragenronde ook al een aantal keren gehoord. De opvang in Heumensoord is tijdelijk van aard. De VVD roept wederom het college op om hier daadwerkelijk op toe te zien. Er wordt nu al tijdelijkheid toegezegd, ook aan omwonenden. Zij kunnen leven met tijdelijke opvang en tijdelijke eventuele overlast. Laat hen volgend jaar dan ook niet in de kou staan. Als laatste een opmerking over de communicatie. Afgelopen week zijn er bij de VVD-fractie en naar ik aanneem bij allerlei andere fracties, heel veel berichten, telefoontjes en e-mails binnengekomen van bezorgde bewoners van onder andere Brakkenstein en Grootstal. Naast de eerder genoemde punten spraken deze bewoners over hun behoefte aan een fysiek aanspreekpunt. Een e-mailadres alleen is wat hen betreft onvoldoende wanneer zij met vragen en opmerkingen zitten. We hebben inmiddels begrepen dat er een overlegorgaan komt en een buurtbeheersplan waarin ook buurtbewoners actief gaan participeren. Toch willen wij hier oproepen om te komen tot een communicatielijn, een telefoonnummer of in elk geval een spreekuur – dat gebeurt al, hebben we gehoord – in de wijk waar bewoners met vragen en opmerkingen terechtkunnen. 11 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Het hart en het hoofd. De VVD pleit voor het gebruiken van het hart en het hoofd. We moeten deze mensen opvangen en een veilige plek bieden, maar laten we dat doen onder voorwaarden waarbij inwoners van Nijmegen zich gehoord voelen. Laten we dit doen onder voorwaarden dat de inwoners van Brakkenstein en Grootstal en eigenlijk heel Nijmegen gewoon ’s avonds over straat kunnen lopen. Laten we dit doen door goed na te denken over mogelijke risico’s en onze ogen hiervoor vooraf niet te sluiten. Zoals we onze ogen niet sluiten voor de ellendige situatie waaruit deze mensen hier in Nijmegen terechtkomen, sluiten we onze ogen ook niet voor de eventuele gevolgen die het kan hebben wanneer drieduizend asielzoekers tijdelijk in Nijmegen worden opgevangen. Dank u wel. Motie Hart en Hoofd e 1 indiener: I.M. van Dijk (VVD) De gemeenteraad van Nijmegen, in openbare vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, constaterende dat: • het aantal vluchtelingen dat dagelijks Nederland bereikt boven de capaciteit van Ter Apel uit stijgt; • het COA en het kabinet actief op zoek zijn naar noodopvanglocaties om deze vluchtelingen bedbad-brood en begeleiding te bieden; • Nijmegen derhalve een noodopvanglocatie op Heumensoord krijgt waar aan drieduizend vluchtelingen onderdak wordt geboden; • deze noodopvanglocatie de grootste van heel Nederland wordt; • er naast hartverwarmende reacties ook veel vragen en zorgen leven bij buurtbewoners en ondernemers; • deze vragen en zorgen begrijpelijk zijn en zich met name richten op het grote aantal vluchtelingen dat wordt opgevangen, de veiligheid, illegaliteit, tijdelijkheid, gezondheid en communicatie. Overwegende dat: • in tijden van crisis eenieder zijn verantwoordelijkheid moet nemen; • de vragen en zorgen die door buurtbewoners en ondernemers worden geuit gegrond zijn en wij deze zeer serieus moeten nemen; • Nijmegen reeds een AZC-locatie huisvest waarvan de capaciteit 325 is en waarvan wordt onderzocht of deze kan worden vergroot met 75 plaatsen; • Nijmegen reeds heeft toegezegd opvang te bieden aan 300 Eritrese statushouders en voornemens is deze te huisvesten in Nijmegen Lent; • Nijmegen met de opvang van nog eens drieduizend vluchtelingen op Heumensoord ruimhartig bijdraagt aan het vinden van een oplossing voor dit humanitaire probleem; • volgens de meest recente cijfers waarschijnlijk slechts 85% van de vluchtelingen een voorlopige verblijfsvergunning krijgt. Dat betekent dat 15% (450) van de drieduizend vluchtelingen die Nijmegen gaat opvangen uiteindelijk geen verblijfsvergunning zal krijgen en moet terugkeren naar het land van herkomst; Roept het college op: Aangaande de realisatie van de noodopvanglocatie in Heumensoord aan een aantal voorwaarden te voldoen, te weten: 1) Nijmegen meer dan voldoende bijdraagt aan een oplossing voor het humanitaire probleem waarmee Europa en Nederland te maken hebben en derhalve af ziet van verder opvang van huisvesting van statushouders, het openen van een tweede AZC in Nijmegen en het opvangen van nog meer vluchtelingen in een noodopvanglocatie; 2) de veiligheid in en rondom het kamp gegarandeerd wordt door extra politie-inzet in de wijk en dat deze extra politie-inzet niet ten koste mag gaan van de bestrijding van misdaad (woninginbraken, huiselijk geweld, autodiefstal etc.) in Nijmegen; 3) dat alle vluchtelingen die in Heumensoord worden opgevangen een medische keuring ondergaan om zeker te stellen dat de volksgezondheid niet in het geding komt; 4) dat het college voor eind oktober 2015 met een plan van aanpak komt om illegaliteit tegen te gaan en daarbij een actief uitzetbeleid voorstaat; 5) dat de tijdelijkheid van de opvang in Heumensoord zoals deze nu wordt beschreven (tot 1 juni 2016) ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd; 6) dat er voor bewoners van de wijken Brakkenstein, Grootstal en Hatert een direct en fysiek aanspreekpunt komt waar men met vragen en opmerkingen terechtkan. 12 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
En gaat over tot de orde van de dag. Dhr. Jetten: Voorzitter? De vicevoorzitter: Een interruptie van de heer Jetten. Dhr. Jetten: Ter interruptie, voorzitter, want er zit volgens mij een heel groot verschil tussen voorwaarden die je stelt aan een noodopvang of zorgen die je hebt over de noodopvang die je met elkaar wilt delen en waar je aandacht voor vraagt. De zorgen die mevrouw Van Dijk zojuist heeft genoemd, kennen we. We hebben daar volgens mij vanavond in een technische ronde zeer uitgebreid over gesproken. Ik lees toch in uw motie dat we moeten voldoen aan allerlei voorwaarden. Betekent dit dat dan dat, als niet aan de voorwaarden in deze motie wordt voldaan, de VVD-fractie de noodopvang op Heumensoord ook niet zal steunen? Mw. Van Dijk: Dat is correct. Dhr. Jetten: Voorzitter, als ik dan toch nog een vervolgvraag mag stellen? De vicevoorzitter: Gaat uw gang. Dhr. Jetten: Ook de VVD-fractie heeft volgens mij twee weken geleden de raadsbrede uitspraak onderschreven dat wij als Nijmegen een gastvrije stad willen zijn en dat we als Nijmegen onze verantwoordelijkheid willen nemen. We hebben vanavond de burgemeester, de wethouder, het COA en verschillende instanties uit Nijmegen gehoord die op dit moment alles op alles zetten om een goede opvang te realiseren, daarbij de buurtbewoners goed mee te nemen en ervoor te zorgen dat aan alle randvoorwaarden voor een veilige en gezonde opvang in Nijmegen wordt voldaan. Is die technische ronde en de toelichting die u hebt gekregen voldoende om dan nu te zeggen: wij als VVD steunen die noodopvang op Heumensoord; er zijn zorgen en die zullen we blijven volgen maar we steunen nu gewoon onvoorwaardelijk de koers van het college en het COA om drieduizend mensen in een moeilijke situatie, op Heumensoord op te vangen? Mw. Van Dijk: Wat ons betreft was de beantwoording in de technische ronde heel hoopgevend, maar we willen graag dat er op een aantal punten – die voorwaarden zijn opgesteld – echt een plan van aanpak komt en dat we ons voorbereiden op wat er gaat komen. Als daar niet mee akkoord kan worden gegaan, dan zullen wij dus ook de opvang niet steunen. De vicevoorzitter: Meneer Buck, hebt u een interruptie? Dhr. Buck: Ja. De vicevoorzitter: Gaat uw gang. Dhr. Buck: Voorzitter, ik probeer het populisme op zo’n avond een beetje te ontduiken, maar wat mij echt zorgen baart is het vierde dictum van de motie. De gemeente moet een actief uitzetbeleid voeren. Wat betekent dit? Zetten we ze naar Groesbeek uit of naar Heumen? Daar zijn ze namelijk al. De tweede vraag die ik daarbij heb is: in hoeverre draagt dat actieve uitzetbeleid – dat overigens geen taak is van de gemeente – bij aan en correleert dat met het goedkeuren van het plan voor een noodopvang in Heumensoord? De vicevoorzitter: Mevrouw Van Dijk. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. Zoals ik zojuist al zei is het wat ons betreft heel belangrijk om illegaliteit tegen te gaan. We moeten onze ogen niet sluiten voor het feit dat er zo meteen minimaal 450 mensen geen verblijfsvergunning krijgen. Dat betekent dat die mensen terug moeten keren naar hun land van herkomst en wij moeten daar een rol in spelen. We hebben eerder gehoord dat de burgemeester aangaf dat zich bij het huidige asielzoekerscentrum nauwelijks problemen hebben voorge13 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
daan met betrekking tot mensen die terug moesten keren naar hun land van herkomst, maar daarbij ging het om een zeer gering aantal mensen. We huisvesten daar 325 mensen en 15% daarvan is een heel ander aantal dan 15% van 3000. Wij maken ons daar dus zorgen over en wij willen dat daar ook actie op wordt ondernomen. Dhr. Van Norel: Voorzitter? De vicevoorzitter: Ik zie dat er meerdere raadsleden willen interrumperen en ik begin bij de heer Hulskorte, want hij stak al eerder zijn hand op. De heer Hulskorte. Dhr. Hulskorte: Mijn vraag heeft de heer Buck zojuist ook al naar voren gebracht, maar u zegt … De vicevoorzitter: Dit is toch een vraag aan mevrouw Van Dijk? U kunt nu een vraag stellen aan mevrouw Van Dijk. Dhr. Hulskorte: Ja, het is een vraag aan mevrouw Van Dijk. De vicevoorzitter: Keurig. Dhr. Hulskorte: Het gaat over het terugkeerbeleid. 450 mensen moeten terug. Hoe ziet u dat? Die moeten terug. Gaat u die droppen boven Syrië? Op welke manier denkt u dat die mensen terug moeten? De vicevoorzitter: Mevrouw Van Dijk. Mw. Van Dijk: Volgens mij heb ik antwoorden gegeven op de vragen. De mensen uit Syrië, meneer Hulskorte, krijgen over het algemeen een voorlopige verblijfsvergunning en daar gaat het hier dus niet om. De vicevoorzitter: Ik zie de heer Boekhorst en daarna de heer Van Norel. Meneer Boekhorst, u hebt het woord. Dhr. Boekhorst: Dank u wel, voorzitter. Ik vertelde in mijn bijdrage dat we als raad uitvoerig zijn geïnformeerd vanavond en ik zat naast u, mevrouw Van Dijk, en ik zag dat u oplette. U hebt ook de verhalen gehoord van het Rode Kruis, het COA, de wijkagent, de gemeente. Volgens mij moeten we echt constateren dat de motie die u deze week heel braaf hebt voorbereid op dit moment al is achterhaald. Er komen namelijk twee extra wijkagenten. De mensen hoeven niet ingeënt te worden voor tbc, want 80% van de mensen die komen heeft dat niet eens. Eigenlijk komt het er gewoon op neer dat het enige dat u wilt regelen is, dat wij illegale mensen uitzetten. Eigenlijk zegt u daarmee: ik weet nu al dat de gemeenteraad en dit gemeentebestuur daar niet mee akkoord gaan. Dus zegt u eigenlijk: wij zijn tegen deze opvanglocatie. Klopt mijn redenering? De vicevoorzitter: Mevrouw Van Dijk. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. Nee, die klopt niet. Ten eerste: u zegt dat 80% uit Syrië komt en die mensen hoeven niet te worden ingeënt. 20% komt niet uit Syrië. Zojuist werd ook in de toelichting gezegd dat we gaan bekijken – het COA doet dat samen met de GGD – of die mensen inderdaad geen medische keuring moeten ondergaan en wellicht zullen ze die wel ondergaan. Ik wil gewoon dat we de volksgezondheid goed in acht nemen en dat we daar heel goed op letten. Laten we voorbereid te werk gaan en laten we deze afspraken met elkaar maken zodat we daar ook een goed gevoel bij hebben en ook onze burgers daarin heel serieus nemen. Met betrekking tot de veiligheid en de wijkagenten. Er zijn twee extra wijkagenten toegezegd en er is extra surveillance toegezegd, maar wat ons betreft is dat niet voldoende als dat inderdaad betekent dat de veiligheid elders in Nijmegen daaronder moet lijden. Met betrekking tot illegaliteit heb ik volgens mij zojuist toegelicht waarom wij dat een groot probleem vinden en waarom wij vinden dat daar ook actief mee moet worden omgegaan. 14 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
De vicevoorzitter: Is het een vervolgvraag, meneer Boekhorst? Dhr. Boekhorst: Een laatste keer. De vicevoorzitter: Oké. Dhr. Boekhorst: Ik vind dat u echt eerlijk moet zijn, mevrouw Van Dijk. U mag echt vinden dat dit geen goed plan is, want daarvoor hebben we een democratie en een vrijheid van meningsuiting, maar u moet dat dan wel eerlijk durven zeggen. U draait er nu gewoon heel erg omheen. U stelt onmogelijke randvoorwaarden en eisen aan dit plan en dat komt gewoon neer op een niet van de VVD en dat betreur ik ten zeerste. De vicevoorzitter: Wilt u nog reageren, mevrouw Van Dijk? Mw. Van Dijk: Ik vind het heel jammer dat de heer Boekhorst dat zo opvat. Wij zijn absoluut niet tegen de opvang van deze drieduizend vluchtelingen, maar wij pleiten ervoor om naast ons hart ook ons hoofd te gebruiken. Laten we ons voorbereiden op wat komen gaat, laten we daar onze ogen niet voor sluiten. Daarvoor dient de motie. De vicevoorzitter: Voordat ik het woord aan de heer Van Norel geef, wil ik de fractie van Gewoon Nijmegen vragen om het overleg hier niet onder elkaar te voeren maar met de rest van de raad, want dat is wat minder rumoerig. De heer Van Norel. U had een interruptie. Dhr. Van Norel: Ja, ik was eigenlijk van plan om niet op de moties te reageren, maar soms word je uitgedaagd en dit is zo’n moment. Laat ik beginnen met een opmerking en dan komt de vraag. Geen mens is illegaal. Dat zou benadrukken alsof je mensen gaat criminaliseren. De politie-inzet was volgens u niet voldoende. We hebben het gehoord bij de presentatie: er komen twee extra wijkagenten. Mijn vraag aan u is: wat is voldoende politie-inzet? Is dat patrouilleren rond het hek? Is dat met honden rond het hek? Wat is voldoende politie-inzet? De vicevoorzitter: Mevrouw Van Dijk. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. Wat is voldoende politie-inzet? Daar moet samen met het COA naar gekeken worden. Daarvoor moet een goed plan van aanpak worden gemaakt. Er is inmiddels ook al gezegd dat er twee wijkagenten bij komen en extra surveillance, maar daarnaast horen we nog steeds heel veel geluiden uit de buurt van mensen die zeggen: we zouden graag meer aanspreekpunten hebben, meer blauw op straat. Dat is waar wij voor pleiten. Dhr. Van Norel: De geluiden die u hebt gehoord, waren er voordat bekend was dat er nog twee extra wijkagenten kwamen, dat er extra werd gesurveilleerd, tenzij die mensen u allemaal hebben getwitterd na 19.00 uur, na de presentatie. Weet u wat mij niet bevalt aan uw hele betoog? U maakt twee keer een punt als politieke partij over de rug van vluchtelingen. Een paar weken geleden om vooraan te kunnen staan bij het uitgeven van de verklaring. Oeps, twee weken later komt het wel erg dichtbij en komt het helemaal niet zo goed uit. Nu moeten we proberen om het tegen te houden. Ik wilde het probleem niet politiek maken, maar u maakt het politiek. Mw. Van Dijk: Voorzitter, ik wil toch nog even reageren op de brief waaraan gerefereerd wordt en die we met de hele raad hebben ondertekend. Als VVD hebben we die ondertekend omdat duidelijk in de brief werd geschreven dat het om statushouders ging. Daar waren wij absoluut niet op tegen. Die moet je gewoon ruimte bieden en die wilden wij heel hartelijk welkom heten. Vervolgens werden het drieduizend vluchtelingen en ook daarvoor willen wij ruimte bieden, maar dan wel onder de voorwaarden zoals die in de motie zijn opgesteld. De vicevoorzitter: Ik neem aan dat dit het einde is van uw betoog, mevrouw Van Dijk. Welke fractie kan ik vervolgens het woord geven? De heer Hulskorte. Gaat uw gang. 15 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Dhr. Hulskorte: Dank u wel, voorzitter. Ik zal proberen zo duidelijk mogelijk te zijn. Vluchtelingen komen in grote getalen Europa binnen. Tot nu toe was het een chaotisch gebeuren. Niemand kon er een touw aan vastknopen en elke dag werden er andere aantallen genoemd. Bij mevrouw Merkel stond de deur wagenwijd open. “Het mes snijdt aan twee kanten” moet ze gedacht hebben. In de toekomst heeft Duitsland een kleinere bevolkingsgroei en dus komt dat voor een deel goed uit. Voor een deel, want niemand weet hoeveel vluchtelingen in de toekomst nog opgevangen moeten worden. Er wordt nu gesproken over 120.000 mensen die verdeeld moeten worden over 28 lidstaten van Europa. Er wordt echter ook al gesproken over 1 miljoen mensen in de toekomst. Van die 28 lidstaten zijn er 5 Oost-Europese landen die grote moeite hebben om vluchtelingen op te nemen. Voorzitter, dit komt allemaal doordat de afspraken die door de EU gemaakt zijn in het Schengenakkoord niet zijn nagekomen. Gisterenavond is er nog eens aan gememoreerd in het programma Nieuwsuur, waar dit onderwerp aan de orde kwam, om de buitengrenzen af te sluiten om met name dit soort problemen te voorkomen. Wat is in het verleden gebeurd? De EU stond erbij en keek ernaar. Voorzitter, natuurlijk moeten wij vluchtelingen opvangen en dat wil de VSP ook, maar geen drieduizend. Nijmegen neemt veruit de meeste vluchtelingen op. De grotere steden zitten ver onder de duizend. Dit is nooit onze bedoeling geweest. Wij vinden dit aantal onverantwoord, want dit vraagt om problemen. Ik hoor het u al zeggen, voorzitter: dit is van tijdelijke aard. Er zullen veel mensen doorverwezen worden naar de AZC’s, ook in Nederland. Als er echter vijfhonderd bedden vrijkomen in Heumensoord, zal het COA opnieuw voorstellen om zo vlug mogelijk die bedden weer te bezetten, want er komen nog genoeg vluchtelingen ons land binnen. We hebben de afgelopen dagen een enquête gehouden onder onze achterban. 85% van onze mensen was het met onze visie eens. Wel vinden we het een goede zaak om de huisvesting van statushouders verder uit te breiden, waarvan wij er al 325 gehuisvest hebben. drieduizend vluchtelingen op Heumensoord opnemen, gaat voor ons echt te ver. Mede namens onze achterban vinden wij zes punten erg belangrijk. Die punten zijn voor een groot deel al besproken en ik zal ze dus niet herhalen. Ik wil nog één ding naar voren brengen, namelijk dat er goed naar gekeken moet worden dat er geen criminele en IS-mensen binnenkomen en dat de juiste mensen erop gezet worden – niet de wijkagenten – om deze mensen uit te distilleren. We maken ons grote zorgen over de drieduizend asielzoekers. Nogmaals, we vinden het aantal onverantwoord. Met zo’n groot aantal zijn spanningen onvermijdelijk. Graag had ik ja gezegd, maar naar ons gevoel gaat dit uit de hand lopen in Nijmegen. Dat hebben andere steden ook gezien en daarom nemen zij veel minder mensen op dan Nijmegen. Ik vind het knap dat jullie allemaal ja zeggen, maar helaas moeten wij nee zeggen omdat wij het onverantwoord vinden. Dank u wel. De vicevoorzitter: Meneer Boekhorst, u hebt een vraag. Dhr. Boekhorst: Ik heb een vraag aan de heer Hulskorte. Met alle respect voor zijn gevoel, maar vanavond zijn wij bijgepraat door heel veel professionele instellingen. Ik heb die allemaal horen zeggen, stuk voor stuk: we zijn in goed overleg met elkaar; we liggen op koers en het gaat ons lukken en er is nu geen enkele reden om te denken dat we dit niet aan kunnen. Waarom baseert u zich niet op die verhalen van de professionals? Dhr. Hulskorte: Omdat die zo’n groot aantal bij elkaar ook nog nooit hebben meegemaakt en ze kunnen dit ook niet overzien. Zij kunnen ja zeggen; zij denken het aan te kunnen. Wij denken dat er grote problemen komen ongeacht alle goede bedoelingen die zij hebben. De vicevoorzitter: U wilt interrumperen, meneer Buck? U wilt uw eigen betoog houden. Gaat uw gang. De heer Buck van het CDA. Dhr. Buck: De discussie vandaag gaat over barmhartigheid en solidariteit. Hoewel het in deze tijden soms niet zo lijkt, moeten we constateren dat Nijmegen zich de afgelopen week heel erg barmhartig en solidair heeft getoond. Waarom? Omdat we vorige week het enig mogelijke humane antwoord hebben gegeven op het verzoek van het COA. Naar mijn stelligste overtuiging is het besluit dat we nemen vooral pragmatisch en niet ideologisch. We doen dit omdat we onze ogen niet kunnen sluiten 16 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
voor de ellende die zich in de wereld afspeelt – dat kunnen we simpelweg niet – en we doen het niet om een andere reden. Wat voor ons als gemeenteraad rest, is om duidelijke randvoorwaarden te stellen. Voor het CDA zijn dit er drie. Een goede communicatie met bewoners, voor de mensen die zorgen en klachten hebben en voor de mensen die een steentje willen bijdragen. Veiligheid in en om de vluchtelingenopvang. Een zo goed mogelijke bescherming van Heumensoord als natuurgebied. Als we de raadsbrief goed lezen en vanavond de technische vragen goed hebben beluisterd, dan wordt aan die voorwaarden voldaan. We zijn daar blij om zoals we blij zijn met heel veel van het harde werk dat afgelopen week verzet is door heel veel mensen. Voorzitter, het past ons vanavond hier niet, naar onze mening, om rijkstaken te willen overnemen als gemeente, om specialiteit op het gebied van vreemdelingenproblematiek te claimen terwijl we die eerder nooit hebben gehad of zelfs te pleiten voor een hard uitzetbeleid als gemeente. Een goede raad kent zijn verantwoordelijkheid. We weten heel goed welke verantwoordelijkheid we vanavond moeten nemen. Ik zou willen afsluiten met iets dat ik normaal niet doe, voorzitter, maar ik wil een stuk voorlezen. Het is een tekst die me zeer geraakt heeft. Afgelopen week sprak rector Rik Torfs van de Katholieke Universiteit van Leuven zijn openingsrede voor het academisch jaar uit. Ik zou daar kort iets van willen herhalen. “Vandaag past solidariteit en hulp. Ik zeg dit alles met een zekere gêne, want solidariteit is een daad. Ze houdt niet op met retoriek zoals ze er evenmin mee hoeft te beginnen. We mogen bovendien in geen geval vluchtelingvriendelijke retoriek aanwenden om bewust of onbewust aan zelfverheerlijking te doen door via een verbale keuze voor de zwakken onze eigen goedheid in de verf te zetten. Opkomen voor de vluchtelingen is geen kwestie van goedheid, zij is een morele plicht. Ook minder goede mensen vervullen die. Daar is dus niets bijzonders aan.” Voorzitter, we gaan de komende maanden iets goeds doen. Niet per se omdat we goede mensen zijn, maar omdat we niet anders kunnen. Misschien is dat een realiteit die vaker zou moeten gelden. De vicevoorzitter: Welke fractie mag ik het woord geven? De Partij van de Arbeid, de heer Van Nijnatten. Dhr. Van Nijnatten: Dank u wel, voorzitter. Er is al heel veel gezegd, maar ik wil toch een aantal dingen terughalen. Ik denk dat iedereen in deze stad vorige week enorm overrompeld was door het nieuws dat wij zo’n grote opvanglocatie zouden krijgen, zo veel mensen in onze stad als gasten konden gaan ontvangen. O, wat waren wij blij dat wij de week daarvoor als raad unaniem een verklaring hadden getekend en dat we al wisten wat ons te doen stond, namelijk gewoon aan de slag gaan want we hadden met ons allen uitgesproken dat we dit gingen doen als stad. Een gastvrije stad. We hebben de naam Shelter City en die naam kunnen we nu ook waarmaken. Niet een paar gasten per jaar, maar de mensen die hulp en veiligheid nodig hebben. Wij leven zeventig jaar in vrijheid en bieden gastvrijheid aan mensen die bedreigd worden en die niet in veiligheid en niet in vrijheid leven. Laten we daarvoor gaan en dan inderdaad zoals de heer Buck zegt, met daden en niet zo veel woorden. We doen het, we handelen snel. Ik ben er erg trots op dat de gemeente en alle organisaties zo snel de zaak oppakken en dat bewoners zelfs sneller zijn dan wij hier in deze raad. Het is niet bij te benen welke initiatieven er allemaal komen en ik vind dat we daar niemand voor moeten uitsluiten en iedereen erbij moeten betrekken. Ik ben inderdaad vorige week ook overrompeld in de spoedbijeenkomst die wij hadden met de burgemeester en ik was blij verrast dat wij letterlijk in enkele minuten er eensgezind over waren. Het zou mij een heel lief ding waard zijn als we die eensgezindheid hier in deze raad konden bewaren. Ik betreur het dan ook dat enkele fracties toch blijkbaar een andere mening hebben over hoe wij opvang doen. Het gaat hier over een periode van een aantal maanden waarin mensen komen. Ze komen hier door een sluis en moeten nog naar die veilige haven. Dat is echt iets anders, meneer Hulskorte. Zij komen hier, we begeleiden ze tijdelijk en daar zetten we alle mensen en middelen op in. Alles wordt geregeld. Ik ben echt verbaasd en aangenaam verrast over hoe goed de zaken zijn voorbereid en over de antwoorden die wij vanavond gehad hebben. De vicevoorzitter: Sorry, meneer Van Nijnatten, ik zie dat er een interruptie is van de heer Hulskorte. Dhr. Hulskorte: U noemt mijn naam. Ik heb al eerder gezegd en dat vorige week dinsdagavond aangegeven, dat er in Nederland een evenwichtige verdeling moet komen over alle steden. Dat is niet 17 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
gebeurd. De grotere steden hebben allemaal vierhonderd tot zeshonderd mensen aangenomen, dus onder de duizend. Het gaat er niet om dat wij niet willen, maar wij vinden drieduizend buiten elke proportie. De vicevoorzitter: Meneer Hulskorte, dit was geen vraag. U hebt uw betoog al gehouden. De volgende keer graag interrumperen met een vraag. We gaan nu weer naar de heer Van Nijnatten. Dhr. Van Nijnatten: Ik geloof dat we allemaal dan nog maar een keer deze vraag moeten beantwoorden. De mensen die hier komen, blijven hier niet. Wij nemen een heel beperkt aantal mensen in onze stad op en dat zouden er zelfs nog meer kunnen zijn. Een van de redenen dat ik daarvoor een motie indien vanuit de PvdA is juist omdat naast dit vraagstuk over de capaciteit voor drieduizend mensen waar we het over hebben en die tijdelijk van aard is, we hier in de zomer met veel meer mensen dan drieduizend zitten. Dan hebben we er 1,5 miljoen op bezoek die uit dezelfde locatie komen en die onze stad platlopen in vrolijkheid. Het kroonjaar volgend jaar mag voor mij een shelter jaar zijn om ervoor te zorgen dat we de vluchtelingen opvangen die vervolgens een veilige haven krijgen, verdeeld over heel Nederland. Meneer Hulskorte, die mensen krijgen allemaal een plaats en dan krijgen we een rechtvaardige verdeling waarin Nijmegen haar eigen aandeel ook zou moeten nemen. Dat is precies de vraag uit de motie: gaan we behalve de tijdelijke opvang onze taakstelling waarmaken waar we eerder over zijn begonnen? Dat is een vraag aan de wethouder. Graag daar een reactie op. Ik hoop dat de twee fracties straks toch nog positief zullen zijn. Motie Tijdelijke opvang asielzoekers in Gemeente Nijmegen e 1 indiener: M. van Nijnatten (PvdA) De gemeenteraad van Nijmegen, in openbare vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, overwegende dat: • er steeds meer mensen vanwege oorlog of politieke vervolging hun eigen land ontvluchten en in Nederland een veilig heenkomen zoeken; • er momenteel in Nederland onvoldoende opvang is voor deze mensen; • Nijmegen met de tijdelijke noodopvang voor drieduizend vluchtelingen op Heumensoord een hele grote inspanning levert; • Heumensoord, ondanks het grote aantal vluchtelingen, een noodopvang is voor de korte termijn; • de problemen voor de langere termijn hiermee niet zijn opgelost omdat de druk op de opvang de komende tijd niet minder zal worden. Voorts constaterende dat: • inzet van gemeenten al heeft aangetoond dat binnen beperkte tijd geschikte opvanglocaties gevonden kunnen worden; • gemeenten samen hun maatschappelijke en humanitaire verantwoordelijkheid moeten nemen en daarmee een verschil kunnen maken met betrekking tot de opvang van asielzoekers; • de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een dringende oproep heeft gedaan aan alle gemeenten om tijdelijke opvang te bieden voor deze groep asielzoekers. Verzoekt het college: Om in nader in contact te treden met het COA en te onderzoeken of er elders binnen de gemeente vastgoed beschikbaar is, dat met inzet van acceptabele financiële middelen geschikt gemaakt kan worden voor de opvang van asielzoekers. En gaat over tot de orde van de dag. De vicevoorzitter: Mevrouw Grutters van De Nijmeegse Fractie. Mw. Grutters: Voorzitter, dank u wel. Vorige week deed het COA een beroep op Nijmegen voor noodopvang van 3000 vluchtelingen en nu staan al de eerste paviljoens op de locatie. Complimenten. Complimenten aan het college en de ambtenaren en alle organisaties die zo ver zijn zoals ze vandaag zijn. Ook naar aanleiding van de vragen die we zojuist hebben kunnen stellen, kun je horen dat er heel veel is gebeurd. Er hebben zich 650 mensen aangemeld als vrijwilliger; er zijn veel initiatieven, ook van organisaties en ook van ondernemers die willen helpen. Wij boden als raad aan de burgemeester op 9 september het stuk aan. Dat onze stad hier zo snel gehoor aan kon geven, getuigt van daad18 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
kracht en medemenselijkheid. Juist een stad als Nijmegen die, laten we dat niet vergeten, zelf ruim 70 jaar geleden zo zwaar werd getroffen door oorlogsgeweld. Dat maakt ons als stadspartij De Nijmeegse Fractie trots op Nijmegen. Barmhartigheid en zorg voor elkaar en daarvoor verantwoordelijkheid nemen, staat centraal, ook hier in Nijmegen. Er is intussen een groot aantal vragen al beantwoord, in het bijzonder in het uur dat we hiervoor hebben gehad, maar toch willen wij als stadspartij nogmaals benadrukken dat wij het belangrijk vinden dat die opvang er is, tijdelijk tot 1 juni 2016. Niet alleen omdat wij als De Nijmeegse Fractie het belangrijk vinden dat die Special Olympics en die Vierdaagse ook een plek hebben in Heumen in 2016, maar ook omdat de paviljoens niet de meest ideale oplossing zijn voor vluchtelingen. Wij vinden dat er uiteindelijk betere, humanitaire oplossingen voor deze vluchtelingen zullen moeten worden gevonden. Een harde deadline van 1 juni is hierin ook een goede stok achter de deur. Wij zouden graag van de burgemeester horen of dat ook echt hard is, die 1 juni. Ik wil daar graag nog een uitspraak over horen. De Nederlandse en daarmee ook onze Nijmeegse maatschappij is ook verdeeld. Er zijn namelijk ook andere geluiden in de stad. Wij begrijpen ook deze gevoelens, want het is waar dat drieduizend mensen erg veel zijn. Toch hebben wij daar wel vertrouwen in. Noodopvang is bedoeld voor mensen die we nog niet kennen, die onbekend zijn. Voor sommige mensen is het de angst voor dat onbekende dat overheerst. Dat overheerst het gevoel van barmhartigheid dat er eigenlijk zou moeten zijn. Ik zou willen benadrukken dat we met elkaar de ogen niet moeten sluiten voor die andere meningen. Ik ben geschrokken van de felheid van sommige reacties, bijvoorbeeld op onze eigen Facebookpagina. Die hebben we verwijderd omdat ze echt niet konden. Laten we niet uit trots of koppigheid in de valkuil trappen door deze opmerkingen te negeren, maar juist ervoor zorgen dat we als gemeente met elkaar in gesprek blijven, juist ook met deze groep. Ik kom dan toch weer terug op het stuk communicatie tussen de inwoners van Nijmegen en de gemeente. Wij vinden dat die communicatie nadrukkelijk een primaire taak is voor de gemeente, zeker met de buurt. We hebben een motie gemaakt omdat in artikel 8.1 van de bestuursovereenkomst letterlijk staat dat na ingebruikname van het noodcentrum de communicatie primair uitgaat van het COA. Dit is onze stad, dit zijn onze burgers. Het is aan ons als gemeente om hier de regie over de communicatie en de informatievoorziening met onze eigen inwoners van de stad te hebben en te nemen, reactief en proactief, zodat die inwoners ook het gevoel hebben en weten dat ze gehoord worden door hun eigen gemeente. In de motie hebben we ook opgenomen dat wij de voorkeur eraan geven dat er een telefonisch meldpunt, een vraagpunt voor deze bewoners, komt en het opstellen van een buurtbeheergroep. Tot mijn grote vreugde kan ik vertellen dat we zojuist van de wethouder hebben gehoord dat dit al geregeld is of wordt opgezet. Voorzitter, wij zijn trots op Nijmegen. We staan nog steeds voor 100% achter deze opvang en wij hebben er alle vertrouwen in. Dank u wel. Motie Gedeelde zorg is halve zorg e 1 indiener: W. Grutters (De Nijmeegse Fractie) De Nijmeegse gemeenteraad, in vergadering bijeen op woensdag 23 september, constaterende dat: • Nijmegen als gemeente tijdelijke opvang realiseert met circa drieduizend opvangplekken voor vluchtelingen op Heumensoord; • de opvangplek dichtbij een woonwijk ligt; • communicatie primair zou moeten plaatsvinden vanuit de gemeente; • in de bestuursovereenkomst artikel 8.1 staat beschreven dat de primaire verantwoordelijkheid voor de communicatie naar inwoners en gemeenten na vestiging van de opvangplekken in handen van het COA ligt. Overwegende dat: • er blijvende zorg is bij buurtbewoners over mogelijke overlast en dat voortdurende communicatie daarbij cruciaal is; • het daarom wenselijk is dat de primaire communicatie met omwonenden via de gemeente verloopt, ook ná vestiging van de tijdelijk opvang. Roept het college op:
19 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
•
te zorgen dat de gemeente de regie neemt over de communicatie met de buurtbewoners, ook ná vestiging van de tijdelijke opvangplekken en deze ook behoudt; • op basis hiervan artikel 8.1 uit de bestuursovereenkomst aan te passen; • een 24 uurs telefonisch meldpunt/vraagpunt voor bewoners open te stellen; • een buurtbeheergroep in te stellen (conform de goede ervaringen van de inzet van dit communicatie instrument). En gaat over tot de orde van de dag. Dhr. Boekhorst: Voorzitter, ik heb nog een vraag, als het mag? De vicevoorzitter: Dat mag. De heer Boekhorst Dhr. Boekhorst: Ik heb een vraag aan mevrouw Grutters over de motie. Ik ben blij dat ze de bestuursovereenkomst noemt, want die hebben we allemaal gekregen. Daarin staat dat 1 juni, 1 juni is. Zo staat het er, zwart op wit. Hoe stelliger wilt u het hebben? Dat is mijn eerste vraag aan u. Mijn tweede vraag. U hebt vandaag gehoord dat er een buurtbeheergroep komt. Waarom moet dat dan nog in de motie? Mw. Grutters: Zoals alles snel gaat rondom dit traject, is ook dit heel snel gegaan. De motie was al gemaakt voordat we het antwoord van de wethouder hadden vernomen. Daarom staat het er nog in. Dhr. Boekhorst: Het lijkt me goed om dan te bekijken of dat dan misschien aangepast kan worden, of ingetrokken kan worden of wie weet. Mw. Grutters: Ik ben heel blij dat ik mag constateren dat het sowieso gaat gebeuren. De vicevoorzitter: Ik geef het woord aan de heer Eigenhuijsen van Liberaal Nijmegen. Dhr. Eigenhuijsen: Dan ben ik geloof ik de laatste. 3000 vluchtelingen. 3000 vluchtelingen komen in de noodopvang op Heumensoord. Dat is veel, heel veel. Het is net iets minder dan het aantal inwoners van Brakkenstein. Tegelijkertijd slapen er tijdens de Vierdaagse 5000 militairen op hetzelfde terrein en maken we het geschikt als slaapplek voor 2700 atleten en begeleiders tijdens de Special Olympics. Toch zijn er verschillen. De vluchtelingen komen niet in de zomermaanden, maar a.s. vrijdag al en ze blijven zeker tot 1 juni 2016. De opvang van 3000 mensen gedurende de wintermaanden in tenten is verre van ideaal en kan een behoorlijke belasting voor de wijk betekenen. Moeten we het dan maar niet doen? Dat is een keuze. Die kun je maken. De consequentie van die keuze is dan dat je het opvangprobleem over de schutting gooit bij andere gemeenten of bij het Rijk. Wat mij betreft moet je het net even anders bekijken. We hebben deze locatie, we hebben deze kennis en we kunnen hier heel snel schakelen. Dus is het een logische vraag van het COA en het is logisch dat we deze vraag beantwoorden. We moeten echter niet wegkijken van de problemen. De Special Olympics en de Vierdaagse zijn tijdelijke evenementen waarbij er tijdelijke slaapplaatsen worden gecreëerd. Ik wil dan ook een motie indienen dat de opvang van deze 3000 vluchtelingen ook echt tijdelijk is en dat er dus na 1 juni 2016 geen opvang meer is voor vluchtelingen op Heumensoord. Daarnaast wil ik de motie ‘Pas op de plaats’ indienen. Nijmegen neemt haar verantwoordelijkheid, heel ruim. Met de opvang van 3000 vluchtelingen op Heumensoord hebben we de grootste opvanglocatie in Nederland, groter dan die in Ter Apel. Dat legt een druk op onze stad, dat legt een druk op de GGD, dat legt een druk op de huisartsenpost en dat legt een druk op het COA. In de brief van het college staat: ´Het opvangen van een grote groep vluchtelingen op Heumensoord heeft daarom geen direct gevolg voor de omvang van de taakstelling voor de gemeente Nijmegen en Heumen.´ Met mijn motie roep ik op om tijdelijk een pas op de plaats te maken en om niet meer tijdelijke opvanglocaties voor statushouders of vluchtelingen aan te wijzen of om nog een AZC te openen tot de opvang Heumensoord is gesloten.
20 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Het zal een druk op de stad leggen. Het enige wat ik wil met mijn motie is om te bekijken of we die druk aan kunnen. Als we nu nog nieuwe posities gaan toewijzen, dan leggen we nog meer druk op onze stad. Dank u wel, voorzitter. Motie Tijdelijk is echt tijdelijk e 1 indiener: P. Eigenhuijsen (Liberaal Nijmegen) De gemeenteraad van Nijmegen, in openbare vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, Overwegende dat: • de instroom van vluchtelingen in Nederland de laatste tijd fors is toegenomen; • door deze toename het voor het COA niet mogelijk is de mensen humaan in de bestaande opvang locaties op te vangen; • Nijmegen uiteraard haar verantwoordelijkheid hierin pakt door drieduizend vluchtelingen op te vangen op Heumensoord; • deze opvang niet ideaal is en tijdelijk is; • deze opvang voor overlast kan zorgen in de stad, buurt en wijk. Roept het college op: om zwart op wit vast te leggen dat nood-opvang-locatie Heumensoord op 1 juni 2016 leeg opgeleverd wordt door het COA. En gaat over tot de orde van de dag. Motie e 1 indiener: P. Eigenhuijsen (Liberaal Nijmegen) De gemeenteraad van Nijmegen, in openbare vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, overwegende dat: • Nijmegen met de noodopvang van drieduizend vluchtelingen de grootste opvanglocatie van Nederland krijgt; • dit hoort bij verantwoordelijkheid nemen in tijd van crisis; • dit volgens de brief van het college d.d. 18.09.2015 geen direct gevolg heeft voor de taakstelling van de gemeente Nijmegen; • er een grens zit aan het aantal opvangplekken die een stad kan hebben. Roept het college op: om geen nieuwe opvanglocaties voor statushouders, vluchtelingen of locaties voor asielzoekerscentra in Nijmegen aan te wijzen totdat de noodopvanglocatie Heumensoord leeg is opgeleverd. En gaat over tot de orde van de dag. Dhr. Van Nijnatten: Voorzitter? De vicevoorzitter: Ik zie een interruptie van de heer Van Nijnatten en van de heer Van Norel en ook van de heer Boekhorst. Ik ga dan gewoon het rijtje af zoals ik dat zojuist opnoemde. Ik begin dus met de heer Van Nijnatten. Dhr. Van Nijnatten: Dank u wel, voorzitter. Ik hoor de heer Eigenhuijsen over een datum spreken die we allemaal kennen en waar we het allemaal mee eens zijn en die we allemaal in de overeenkomsten zien staan, namelijk de datum 1 juni. Er ligt een afspraak. Wat wilt u nog meer op papier hebben dan die afspraak met een handtekening van alle partijen eronder? De vicevoorzitter: De heer Eigenhuijsen. Dhr. Eigenhuijsen: Meneer Van Nijnatten, ik herhaal even de woorden van mevrouw Grutters. De motie was gemaakt en ik wacht het antwoord van de burgemeester af. Ik kan de motie altijd nog intrekken. De vicevoorzitter: Er waren nog meer interrupties. Was het dezelfde vraag of een andere vraag? Een andere vraag. De heer Van Norel. 21 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Dhr. Van Norel: Het was eigenlijk dezelfde vraag die ik had. U zegt dat de motie klaar is. Dit is echter het enige punt waartoe u het college oproept. U had die motie dan toch kunnen intrekken? Wat is dit nu? Is dit nu iets van: kijk eens even, wij zijn ook wel streng; we moeten het wel zwart op wit? Stel je voor dat we als Nederland mee gaan bombarderen, ook in Syrië. Dan komen er nog meer deze kant op. Misschien hebben we locaties nodig. We hebben het afgesproken, die datum van 1 juni, maar wie kan nu garanderen dat het niet zo is? Wat wilt u nu eigenlijk? De vicevoorzitter: De heer Eigenhuijsen. Dhr. Eigenhuijsen: Meneer Van Norel, ik wil dat het tijdelijk is. Ik wil dat de datum 1 juni is, ook voor deze mensen. Dhr. Van Norel: Dat hebt u toch gezien op papier? Dhr. Eigenhuijsen: Zou ik misschien even mogen uitpraten? Hebt u wel eens in de wintermaanden in Heumensoord gelopen? Wilt u daar uw kinderen in de wintermaanden laten lopen en laten slapen, meneer Van Norel? Ik wil dat het tijdelijk is. Ik wil dat het voor die mensen ook humaan is. Dat is wat ik wil. Ik zou zeggen, meneer van Norel, dat u dat als Socialistische Partij met mij eens moet zijn. Dhr. Van Norel: Dan bent u misschien met de seizoenen in de war, want we krijgen eerst de winter voor juni. De vicevoorzitter: Ik ga nu over naar andere interrupties. Hebt u nog een interruptie, meneer Boekhorst? Nee. De heer Hulskorte wil nog wat over de motie vragen. Dat sta ik toe. De heer Hulskorte met een vraag over de motie. Dhr. Hulskorte: Dank u wel, voorzitter. Meneer Eigenhuijsen, het is jammer dat u in een zin noemt: geen opvanglocaties voor statushouders en vluchtelingen. Had u dat maar apart gezegd. Wij zijn wel voor statushouders, maar niet voor verdere vluchtelingen. Het is jammer dat u dat in een zin genoemd hebt. We vinden het een prima tweede motie van u. Waarom? U legt vast dat het tot 1 juni is en dat vind ik een goede zaak. Als die motie aangenomen wordt door de raad, dan ligt dit ten minste vast. De vicevoorzitter: Wilt u nog reageren, meneer Eigenhuijsen? Mag ik verzoeken voor wat meer rust en stilte in de raad, ook al lopen de emoties nogal hoog op? Begrijp ik goed, meneer Eigenhuijsen, dat u niet meer wilt reageren op de heer Hulskorte? Goed. U was niet de laatste, want er is nog een fractie en dat is de fractie van D66, de heer Jetten. Dhr. Jetten: Dank u wel, voorzitter. Er zijn in deze raad ook liberalen die meer op de koers van Neelie Kroes zitten. De fractie van D66 steunt de komst van de noodopvang voor drieduizend mensen op Heumensoord namelijk wel volwaardig. Het COA kan met deze opvanglocatie namelijk voldoen aan een acute behoefte om vluchtelingen die ons land binnenkomen te voorzien van een dak boven hun hoofd, een bed en een warme maaltijd. Daarmee kunnen we als Nederland voorkomen dat we mensonterende toestanden krijgen zoals elders in Europa. U kent allemaal de beelden uit Hongarije en de grensovergangen daar in Centraal en Oost-Europa. Natuurlijk is een opvang voor drieduizend mensen in een opvangkamp midden in een natuurgebied niet ideaal. De mensen van het COA hadden dat ook graag anders gezien, maar dit is nu een acute oplossing voor een acuut probleem. Natuurlijk begrijpen we de vragen die leven bij mensen in de stad. Welke druk legt die noodopvang op Heumensoord op aanliggende wijken, wat betekent het voor de veiligheid in de stad, voor de volksgezondheid en hoe zorgen we ervoor dat drieduizend mannen, vrouwen en kinderen fatsoenlijk de dag kunnen doorkomen in de ongeveer veertien weken dat ze allen daar zullen doorbrengen? Het gaat telkens om nieuwe groepen mensen die binnenkomen, die daar veertien weken zitten en daarna hopelijk naar een andere locatie in Nederland kunnen gaan. We hebben vanavond de technische ronde gehad met het college, de burgemeester, de politie, het COA en zorginstellingen uit Nijmegen. Die hebben allemaal voldoende vertrouwen aan de raad gegeven dat zij goed zijn voorbereid op de eerste groep Syriërs die maandag naar Nijmegen komt. Natuurlijk gaan we de komende tijd tegen problemen en akkefietjes aan lopen, maar ik heb er alle vertrou22 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
wen in dat met deze samenwerking die uitdagingen ook snel zullen worden opgepakt en problemen zullen worden opgelost. Voor D66 blijven de komende tijd drie zaken van belang waar we extra op zullen letten. Ten eerste een eerlijke, heldere en transparante communicatie naar de inwoners van onze stad en omwonenden in de buurten. Het college, de gemeente Heumen en het COA hebben de afgelopen twee weken al laten zien dat ze daar goed mee van start zijn gegaan. We moeten dat ook echt goed vasthouden zodat, als dadelijk die opvang daadwerkelijk draait, we ook dan toegankelijk blijven voor burgers met vragen, klachten, problemen of wat dan ook. Ik woon zelf vlak bij het AZC dat we in Nijmegen-Oost hebben en ik moet zeggen dat ik nooit problemen heb gehad met het COA. Elke vraag of klacht die vanuit de buurt daar binnen komt, wordt altijd direct opgepakt. Ik ga ervan uit dat dit bij deze noodopvang ook zal gebeuren. Ten tweede is het van belang dat we de initiatieven vanuit onze stad blijven bundelen. We hebben vanavond gehoord dat er al 650 initiatieven zijn vanuit de stad om vluchtelingen een warm welkom te bieden, om ze te helpen in de dagbesteding etc. Het is natuurlijk geweldig dat in zo’n korte tijd al zo veel mensen met goede ideeën zijn gekomen. Die noodopvang komt niet alleen de komende weken breed in het nieuws, ook landelijk, maar die noodopvang is daar bijna een jaar. We moeten dus ervoor blijven zorgen dat al die mensen die een bijdrage willen leveren bij Stip terechtkunnen, dat we dat op een goede manier faciliteren, dat we daar ook maximaal van kunnen profiteren en dat de mensen op dat kamp er ook echt maximaal van kunnen genieten dat er zo veel Nijmegenaren zijn die daar een bijdrage aan willen leveren. Ik kom dan wat mij betreft op het allerbelangrijkste punt en dat is een goede dagbesteding voor de vluchtelingen op Heumensoord. Als er drieduizend mensen daar op een kluitje zitten, kan het wel eens ongezellig, vervelend of saai worden. Als we een goede dagopvang aanbieden, dan voorkomen we dat mensen daar op het kamp elkaar gek maken, maar dan voorkomen we ook dat mensen in de buurt of in de stad gaan rondzwerven en daar eventueel voor andere problemen zorgen. Vanavond hebben we van verschillende partijen gehoord dat er al hard wordt gewerkt aan die dagbesteding. Ik wil het college vragen om daar nog een extra schepje bovenop te doen. We hebben namelijk vanavond ook gehoord dat van de eerste groep die gaat komen, 80% bestaat uit Syriërs. Syrische vluchtelingen zijn vaker gezinnen of volwassenen met kinderen dan andere vluchtelingengroepen. We kunnen er dus van uitgaan dat er komende tijd ook veel kinderen op Heumensoord gaan verblijven en die zijn extra kwetsbaar. Kinderen die op de vlucht zijn geweest, die verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. Ook al zijn ze maar veertien weken in Nijmegen, als we ervoor kunnen zorgen dat ze enige vorm van sport en spel kunnen krijgen, dat ze enige vorm van onderwijs kunnen krijgen op het kamp of in de stad, dan is dat geweldig voor die kinderen en erg belangrijk. Ik wil vragen of de wethouder als voorman van de regionale stuurgroep zijn best wil doen om het onderwijsveld van Nijmegen bij elkaar te brengen om dat ook goed voor elkaar te krijgen. Voorzitter, vanavond ging het in het debat ook een aantal keren over statushouders en opvang na 1 juni. Allerlei dingen liepen door elkaar. Ik wilde daar eigenlijk, net zoals de heer Van Norel, in eerste instantie helemaal niets over zeggen, maar door het debat doe ik het toch. Wij moeten die discussies uit elkaar houden. De noodopvang op Heumensoord is een acuut probleem. Het COA kan gewoon niet anders; het is de enige manier om te voorkomen dat in Nederland mensen op straat moeten leven. Het is tijdelijk; het is tot 1 juni 2016. De opgave die we als land hebben om statushouders een definitieve huisvesting te bieden, gaat vele jaren duren. Nu zeggen we: we moeten niet meer nadenken over hoe we als Nijmegen een bijdrage willen leveren aan die taakstelling of nu stoppen met het nadenken over de definitieve huisvesting voor statushouders, dat is de kop in het zand steken. Ik ben ook erg blij dat het college daarom al een aantal maanden en volgens mij zelfs al ruim een jaar, bezig is om na te denken over opvang voor statushouders. We blijven die koers van het college ook steunen, ook als er drieduizend mensen in een noodopvang in Heumensoord komen. Voorzitter, dat was het namens D66. De vicevoorzitter: Dank u wel. Er is nog een interruptie op de heer Jetten? Gaat uw gang. Dhr. Hulskorte: Hebt u omtrent die drieduizend mensen erover nagedacht dat het ook had gekund om dat aantal te verdelen over andere steden die even groot zijn als Nijmegen – dat zijn er velen in Nederland – zodat het een evenwichtige verdeling is? 23 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Dhr. Jetten: Voorzitter, volgens mij hebben we vanavond ook van het COA gehoord dat het de afgelopen tijd alles op alles heeft gezet om mensen zo veel mogelijk op te vangen, maar de stroom van vluchtelingen naar Nederland is op dit moment zo groot dat zo’n groot noodopvangkamp de beste oplossing is. Het is niet ideaal, maar het is wel de beste oplossing. Ik werk zelf in Zwolle, meneer Hulskorte. De gemeente Zwolle heeft ook haar verantwoordelijkheid genomen en daar zijn mensen opgevangen in een sporthal. Ik kan u zeggen dat de paviljoens die nu worden gebouwd op Heumensoord niet ideaal zijn, maar het is wel een manier van het COA om mensen nog enigszins fatsoenlijk te huisvesten. In een sporthal, meneer Hulskorte, ligt dan een aantal honderd mensen te slapen en als er helemaal links in de hoek iemand snurkt, dan kunnen mensen rechts in de hoek niet slapen. Dhr. Hulskorte: Ik heb vaker in een sporthal geslapen. Het is een prima zaak in Zwolle, maar er zijn andere steden zoals Eindhoven, Tilburg en Enschede. Dat had moeten gebeuren; dan geef je leiding in een land, dan geef je leiding aan opvang voor vluchtelingen. Deze manier, drieduizend in Nijmegen en in Eindhoven en Tilburg vijfhonderd, zeshonderd mensen, dat kan wat ons betreft niet. Dhr. Jetten: Voorzitter, laat ik dan afsluiten met de hoop dat het lef van dit college en de gemeente Heumen om met het COA samen te werken voor deze noodopvang, een inspiratie is voor het kabinet, voor Europa en voor al die andere gemeenten in Nederland om ook hun verantwoordelijkheid te nemen zodat we vluchtelingen die naar Nederland komen, die huis en haard hebben verlaten omdat het niet meer veilig was in eigen land, in Nederland een menswaardig bestaan kunnen opbouwen. De vicevoorzitter: Dan hebben we nu alle fracties van de raad gehad. Ik kijk dan naar de portefeuillehouders en dat zijn er twee. Wie mag ik het eerst het woord geven? De burgemeester? De heer Bruls. Burgemeester Bruls: We zullen de moties – het zijn er zes dacht ik, voorzitter – keurig en spits beantwoorden, maar misschien toch een paar algemene zinnen ook in antwoord op enkele vragen en opmerkingen die gemaakt zijn. Allereerst dank voor de steun die hier wordt uitgesproken, ook al klinkt het bij sommigen wellicht als kritiek, maar dat heb ik toch wel anders beluisterd en dat zal ik u zo meteen ook wel uitleggen. Dank daarvoor. Leiding nemen, meneer Hulskorte, is niet te gaan miezemauzen over de precieze getallen, maar het is de vraag die gesteld wordt op haar merites beantwoorden en niet naar de ander te wijzen. Dat heb ik geleerd op de burgemeestersschool. Ik denk dat de reacties die ik, de wethouder en iedereen krijgt bijvoorbeeld van het Ministerie van V&J onder leiding van twee VVD-bewindspersonen, daarin tekenend is. Dat heeft aangegeven dat wat wij goed doen, naast misschien een heleboel dingen die wij fout doen, is dat wij eerst bekijken of de vraag reëel is. Ik denk dat de heer Eigenhuijsen nog het best heeft uitgelegd waarom die vraag reëel is en waarom het in andere plaatsen niet op die manier kan. Wij hebben een terrein waarop het kan, met een organisatie die daarop is voorbereid. Het is niet ideaal. Wie wil er nu mensen quasi onvrijwillig in de natuur huisvesten? Het biedt wel een humane en sobere opvang. Wij kunnen dat organiseren. Het ministerie geeft aan dat het wel een goede zet is. Daardoor hebben wij de afgelopen week de mogelijkheid gehad om in een goed gesprek met het COA de punten die ook u hier vandaag neerlegt uit te spreken. Er zijn steden in dit land die misschien wel minder mensen opvangen, maar meer problemen hebben. Het zou mij niet verbazen als dat de komende maanden bewaarheid wordt. De burgemeester van Weert – ik ken hem heel goed – heeft ook bewilligd in duizend mensen in de kazerne en vervolgens heeft hij een dag lang iedereen op de kazerne moeten vasthouden, echt letterlijk vasthouden, omdat het niet geregeld was met die gezondheidschecks zoals het bij ons wel geregeld is. Er zijn situaties geweest, ook in onze gevierde zusterstad Arnhem, waar het telefoontje kwam en de vluchtelingen al voor de deur stonden. Laten we eens naar het buitenland kijken. Ik ga niet met u mee naar Hongarije en zo, maar kijkt u eens naar Brussel. België is een land dat heeft gezegd: wij vangen er maar 250 per dag op in het hele land. U kunt in Brussel zien wat dat betekent. Voor de poorten van Brussel, de mooiste stad ten zuiden van Nederland, liggen allemaal mensen op straat. Er is geen opvang geregeld. De keuze, dames en heren, voor degenen die nog twijfelen, is niet zozeer of wij drieduizend mensen opvangen, maar de keuze is of wij accepteren dat duizenden mensen op straat of op stations rondlopen. 24 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Op donderdagavond, toen we met een aantal, ook van u, met vele honderden mensen in het Montessori College waren, kreeg ik de mededeling later die avond dat er een groep vluchtelingen op ons station rondliep. Niet omdat ze gehoord hadden van Heumensoord maar omdat ze letterlijk verdwaald in ons land en in de nacht ergens uitkomen. Dat zijn berichten die niet allemaal de media halen. Dat zijn de berichten die op dit moment rondgaan. Ik denk dat we trots moeten zijn op een land waar we geen limiet hebben gesteld, hoe pijnlijk de keuzes ook zijn, want niemand van ons vraagt om deze vluchtelingenstroom. De vluchtelingen zeker niet, maar wij natuurlijk ook niet. Ik ben er wel trots op en tevreden dat we een land hebben waarin we zeggen: we accepteren de consequenties van die enorme vluchtelingenstroom en we gaan die opvang realiseren. Dat heeft wel een zomer geduurd, permitteer ik me als apolitiek bestuurder in uw midden, maar dat is wel gebeurd. Uw moties en uw vragen. De motie van de VVD, hart en hoofd. Ik ben blij dat mijn oneliners verdergaan. Om u goed te begrijpen het volgende. De punten onder 2, 3, 5 en 6 voeren wij uit. Dat doen wij nu. Dat hebben we eerder op de avond al toegelicht; dat doen wij dus. Dat doen we door de veiligheid in en rond de opvanglocatie te organiseren. Ik zeg u nog een keer daarbij dat we dit juist doen om tegemoet te komen aan vragen en gevoelens van mensen. Ook die neem ik zeer serieus. Ik zeg er wel bij dat ik objectief gezien op dit moment geen enkele reden heb, echt geen enkele reden, om aan te nemen dat wij een probleem met de openbare orde in Malden, in het geliefde Brakkenstein of aan de overkant van de spoorlijn Heilig Landstichting of in Grootstal verwachten. Die reden hebben we niet. We hebben daarentegen afspraken gemaakt – om u helemaal gerust te stellen – dat, mocht het toch niet voldoende zijn wat ik u al heb medegedeeld, wij dan natuurlijk gelijk opschalen zoals we dat in elke wijk van deze stad zullen doen. Daarop zal het hier echt geen uitzondering zijn. Over de medische keuring is al uitvoerig gesproken. Dat ligt vast in de overeenkomst die eerder deze avond is toegelicht. De datum van 1 juni. Sommigen van u zeggen het al: die ligt vast. Daar hebben we ook aan gehecht richting het COA met: geef ons een helder perspectief. We leggen een datum vast. Niet omdat er wellicht nog andere verzoeken komen of andere dingen staan te gebeuren waar we als Nijmegen wellicht ook nog te zijner tijd op moeten reageren – daar zal de wethouder zo op ingaan – maar we leggen dat vast. We leggen het ook vast – daarmee kom ik ook degenen tegemoet die misschien wat bezwaren hebben tegen de omvang van het aantal mensen dat we daar laten huisvesten – om aan te geven dat Nijmegen hiermee inderdaad een fors aandeel neemt in de uitdaging die heel Europa op dit moment op zich neemt. Niet alleen ons land maar heel Europa heeft natuurlijk die uitdaging. Daarom hebben we die datum vastgelegd en daar is ook geen misverstand over. Juridisch helderder dan dit, kan ik het u niet zeggen op dit moment. Wat mij betreft, hoeft dat dus niet nog een keer in een motie. Het staat u uiteraard vrij, maar het ligt vast en dat kan ik alleen maar met u eens zijn. Dan over de communicatie. Daar heeft ieder van u natuurlijk van alles over gezegd en het staat ook in het dictum nummer 6. Daar zijn we vorige week al heel gezwind mee aan de slag gegaan en zoals dat dan gaat, leidt dat natuurlijk ook ertoe dat je mensen uitnodigt die kritisch zijn en die ronduit tegen zijn. Dat is prima. Wij merken echter – dat houden we nauwgezet bij – dat we nu echt in de fase komen waarin mensen informatie willen hebben over wat er nu werkelijk gaat gebeuren, maar ook hoe ze kunnen deelnemen aan een groep. Met andere woorden: ik heb niet het idee dat wij met wat we nu aan communicatielijnen hebben uitgezet, niet goed uit de voeten kunnen. Uiteraard zijn we altijd geïnteresseerd in nieuwe manieren om mensen erbij te betrekken, maar volgens mij is dat heel erg goed opgezet. Het was ook best wel een reuze klus, want we doen het echt met veel partners. Niet alleen met de gemeente Heumen maar deels ook met de gemeente Groesbeek want nogmaals, een aantal mensen aan de andere kant van de spoorlijn woont in de gemeente Groesbeek. Het dictum onder 1. Daar zal de wethouder zo meteen op ingaan. Het dictum onder 4, een actief uitzetbeleid, begrijp ik niet zo heel erg goed. Dit heeft ten eerste niets te maken met de vraag die aan ons gesteld was. Die was heel eenvoudig in zekere zin: hebben jullie zin om mee te werken aan een oplossing om drieduizend mensen tijdelijk in een noodopvang te huisvesten op een terrein waartoe we in staat zijn om dat in te richten? Daar hebben we ervaring mee. We gaan er ook niet over en we doen nu ook niet aan actief uitzetbeleid, want dat is echt een expliciete verantwoordelijkheid van het Rijk. Ik weet dat daar divers over gedacht wordt. Ook in deze raad is het zo divers als politieke partijen in dit land erover denken, maar om dat nu hieraan te verbinden, is denk ik niet helemaal juist, mevrouw Van Dijk. Het heeft niets te maken met de vraag. Uw vraag kan ik u, 25 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
dat zeg ik in alle openheid, ook niet beantwoorden. We zullen als college die vraag dus ook niet gaan beantwoorden, want dan gaan wij iets doen waar we echt niet over gaan. Dat zou een debat uitlokken dat nergens over gaat en dat enorm afleidt van de kwestie waar we voor staan, namelijk: werken we mee om deze mensen in nood op te vangen en helpen we de rijksoverheid uit de brand. U kent mij genoeg als overtuigd gemeentebestuurder dat ik het ook wel fijn vind om de rijksoverheid af en toe eens te helpen. Ik kijk naar de motie Gedeelde zorg is halve zorg, de motie van De Nijmeegse Fractie. De punten die er staan, organiseren wij. Wij willen niet artikel 8.1 uit de bestuursovereenkomst aanpassen, mevrouw Grutters, omdat de bestuursovereenkomst de relatie met het COA regardeert die wij juridisch vastleggen. Dat moeten we vastleggen. Het is ook in ons belang, niet in de laatste plaats het financieel belang, om wel even de bal bij het COA te leggen. Het COA is verantwoordelijk, zoals u en ik ook verantwoordelijk zijn over hoe we over onze eigen huisvesting communiceren. Ik wil het bij hen laten, dat zij communiceren wat er gebeurt. Anders gaat u ons verantwoordelijk maken voor alles wat daar gebeurt. Dat moet u niet willen en dat heeft ook nog een financiële kant. Echter, de punten die u noemt, worden georganiseerd. Het ontslaat ons natuurlijk nooit van de plicht om met onze eigen burgers te communiceren. Wij hebben daarin ook in deze eerste fase zelf de regie genomen. Een aantal punten zoals de buurtbeheergroep en de bereikbaarheid is al genoemd. Los daarvan zou ik u erop willen wijzen dat we een 24-uurs telefonisch meldpunt hebben, namelijk 112. Ik ga er niet van uit dat iemand om 03.00 uur de vraag zal stellen hoe laat de buurtbeheergroep morgen vergadert. Nee, dan is er echt sprake van een acute noodsituatie en dat hebben we goed geregeld in dit land. Wat u vraagt, zou de verwarring alleen nog maar groter maken. Met andere woorden: die motie kunnen wij gewoon uitvoeren, maar we gaan niet artikel 8.1 aanpassen. De vicevoorzitter: Een korte vraag hierover, mevrouw Grutters. Mw. Grutters: Dank u wel, voorzitter. 112 is een stuk meer hoogdrempelig, denk ik, dan een 24-uurs lijn die je met vragen kunt bellen, die hier betrekking op hebben. Wat dat betreft, vind ik dat wel wat anders. Mag ik concluderen dat, zoals u het stelt, het genoemde onder artikel 8.1 niet zo zwaar is als wij hebben opgepakt? Het is niet zo dat de hele regie van de communicatie bij het COA ligt. Die blijft wel degelijk bestaan vanuit de gemeente Nijmegen. De gemeente Nijmegen blijft ook aanspreekpunt voor de buurtbewoners. Het is dus meer een juridisch stuk dan dat we daar een echt proactieve regie kunnen zien van het COA in plaats van de gemeente Nijmegen. Burgemeester Bruls: Ik hoop eerlijk gezegd dat er ook een proactieve communicatiestrategie van het COA is, voor de goede orde. Nogmaals, laten we wel de verantwoordelijkheid leggen waar die hoort. Wij bouwen daar niet een opvang. Wij staan toe en werken van harte mee dat die opvang er komt. We hebben er uiteraard alle belang bij dat we met onze eigen bewoners daar ook de communicatielijnen goed openzetten en ook wat specifieke lijnen maken – want daar vraagt u om – om dat nog verder te verbeteren. Maar het gaat hier in dit stuk erover – daar hebt u gelijk in en daarmee kan ik afsluiten – dat het COA wel verantwoordelijk is voor de communicatie over zijn eigen opvang. Want anders moeten wij gaan communiceren over alles wat daar gebeurt. U begrijpt wel dat dit niet gaat werken. Mw. Grutters: Kunt u bevestigen dat de Nijmegenaar die in de buurt woont en iets wilt bespreken, gewoon contact op kan nemen met de gemeente Nijmegen? Burgemeester Bruls: Zonder meer. Mw. Grutters: Dank u wel. Burgemeester Bruls: Dat zal niet veranderen, vergeleken met wat we de afgelopen week hebben gedaan en uiteraard in de jaren ervoor. Een laatste reactie. Die heb ik eigenlijk al gegeven. Dat gaat over de motie van de heer Eigenhuijsen, Tijdelijk is echt tijdelijk. Ik heb daar al op geantwoord. Die datum van 1 juni ligt gewoon vast in de overeenkomst en dat is een contract. Ik stel voor dat de wethouder de andere punten beantwoordt 26 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
De vicevoorzitter: Uiteraard. Het woord is aan de heer Frings. Wethouder Frings: Dank u wel, voorzitter. Ik loop de moties na. De motie van Gewoon Nijmegen. Ik vind het wel een stukje goed huiswerk moet ik u eerlijk zeggen, omdat het een poging is – zoals u zelf zei en zo vat ik het ook op – om een discussie over een structurele aanpak vorm te geven. Het agendapunt is echter de noodopvang. Wat mij betreft is ons voorstel over de punten die u aanvoert – namelijk om eens na te denken over hoe je het probleem van statushouders oplost – om te komen tot extra huizenbouw waardoor je dat probleem meteen integraal meeneemt. U kent het coalitieakkoord en de afweging om daarin de afvalstoffenheffing anders vorm te geven. Die komt nog terug in deze raad. Mag ik deze motie als volgt interpreteren? We krijgen na 1 november een aanbod van de coöperaties op hun taak huisvesting wat betreft én de aantallen én de huisvesting voor bijzondere doelgroepen en daar vallen de statushouders onder. Als ik uw motie zodanig interpreteer dat we dat meenemen in die afspraken, dan zou mijn voorstel zijn om deze motie bij de behandeling van de woonvisie daadwerkelijk mee te nemen in de structurele aanpak en haar dan ook te laten terugkomen. Dat doet ook meer recht aan de motie dan dat ik nu moet zeggen dat die niet over de noodopvang gaat. De vicevoorzitter: Een reactie van de heer Klein Hemmink. Dhr. Klein Hemmink: Ik was me daarvan ook bewust, want ik heb ik die tweestrijd gezeten. Ik vond echter wel dat we de discussie moesten aanzwengelen over hoe we dat gaan aanpakken. Ik wil best in uw gedachtegang meegaan, de motie in principe intrekken – dat doe ik dan ook bij dezen – en er een initiatiefvoorstel van maken waarbij ik dit op een gegeven moment kan meenemen bij de behandeling van de woonvisie. Ik vraag alle fracties om daarin actief mee te denken zodat we dat potje goed kunnen vullen en in die zin ook de taakstelling daar te doen. Ik heb begrepen, zoals ik dat zojuist hoorde, dat er best veel fracties heel positief in dit verhaal mee willen denken. Ik nodig die fracties er graag voor uit om dat te doen. Bij dezen. U zegt het ook en ik kan me daarbij aansluiten. Wethouder Frings: Dank u wel. Ik kan u nog melden dat ik afgelopen maandag met de voorzitter van het platform van de woningbouwcorporaties in diezelfde richting een overleg gevoerd heb. Dit zal terugkomen, maar dan wat later in de tijd en niet nu acuut. Dan met betrekking tot de motie van de VVD over hart en hoofd, punt 1. U roept op dat wij verder moeten ophouden met nadenken over andere voorzieningen. Dit college heeft naar aanleiding van uw brief beraad gehad en had een brief klaar liggen waarbij we eigenlijk probeerden te schetsen wat de gang van zaken is voor een vluchteling als die in Nederland komt. Dat start inderdaad met de opvangprocedure met een uitkomst van ja of nee. Is het ja, dan is die statushouder en dan moeten we er meer gaan huisvesten. Is het nee, dan is de vraag of je dan rechtmatig mag verblijven in verband met een mogelijke kans via een andere procedure of je mag hier niet meer rechtmatig verblijven met de bed-bad-en-broodregeling. Al die vier fases hadden wij als college voorbereid om daar beleid op te gaan uitvoeren of te intensiveren. Wat ons betreft, heeft de vraag over die drieduizend mensen in de noodopvang alleen betrekking op die eerste fase. Dat ontslaat ons niet van de plicht om na te denken over de volgende fases. Alleen, en dan geef ik hetzelfde antwoord als bij de eerste motie, niet op dit moment acuut, want we hebben de handen meer dan vol om op dit moment de noodopvang goed aan het draaien te krijgen. Dat wil niet zeggen dat, als wij volgend jaar een wettelijke taak krijgen om in plaats van 287 statushouders er 500 te huisvesten, we dan niet nu al moeten nadenken over hoe we dat gaan doen. Ik heb zojuist ook al aan de heer Klein Hemmink uitgelegd dat we dat ook nog voor het einde van het jaar gaan doen. We zitten dan al in fase 3 van het traject. Fase 4 is een overhedenoverleg tussen Rijk en gemeenten wat betreft de bed-bad-en-broodregeling. Ook daarin draaien wij gewoon mee, samen met onze buurgemeente Arnhem. Er is op dit moment een patstelling tussen Rijk en gemeenten en daar kan ik op dit moment dus niets over zeggen. In die zin denk ik dan ook dat we dit punt niet ter zake vinden bij het agendapunt noodopvang. We gaan gewoon door met nadenken. Wat de motie van de PvdA betreft over de tijdelijke opvang en om te onderzoeken in hoeverre er samen met het COA elders gemeentelijk vastgoed beschikbaar is, daarvoor geldt feitelijk hetzelfde antwoord. We gaan dat op dit moment niet doen. We bieden in de eerste fase van die noodopvang vol27 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
doende aan. De andere stappen in de keten komen wel aan bod, maar niet op dit moment. Dat ontslaat ons niet van de plicht om daarover te blijven nadenken. We komen daar dus bij u op terug. De motie Pas op de plaats. In feite val ik nu in herhaling. Wat betreft het college is dit niet aan de orde. De vicevoorzitter: Dat was de reactie van het college. Is er nog behoefte aan vervolgvragen? Ik kijk de raad even rond. Mevrouw Grutters. Mw. Grutters: Voorzitter, dank u wel. Als ik kijk naar onze motie en de antwoorden die door het college zijn gegeven, was een vraag al beantwoord in het vragenhalfuurtje. De 24-uurs lijn gaan we toch wel in de gaten houden en als er bij ons signalen komen dat er behoefte aan is, zullen we aan de bel trekken. Wat punt 8.1 betreft, is ons helder hoe u dat op gaat pakken en daar hebben we alle vertrouwen in. We trekken de motie in. De vicevoorzitter: Dat is genoteerd. De heer Van Nijnatten. Dhr. Van Nijnatten: Dank u wel, voorzitter. Ik ben blij met het antwoord van de wethouder als het gaat over onze motie. Het is duidelijk dat Nijmegen haar taakstelling op zich neemt en niet de tijdelijke opvang als een excuus gebruikt om dat niet te doen. Ik ben blij om te horen dat we dit serieus oppakken. Ook onze motie kan dus worden ingetrokken. De vicevoorzitter: De heer Boekhorst. Dhr. Boekhorst: Ik vond de beantwoording van de wethouder richting de motie van Gewoon Nijmegen eigenlijk wel heel goed. Ik wil aan de indiener van de motie, de heer Klein Hemmink, vragen of we die motie kunnen aanhouden. U hebt dat al gedaan? Pardon. Dat heb ik even gemist. Dat is fijn, want het zou jammer zijn als die vanavond … Dhr. Klein Hemmink: U wordt bij dezen uitgenodigd om heel goed mee te denken in dit verhaal en er een initiatiefvoorstel van te maken. Bij dezen bent u uitgenodigd. De vicevoorzitter: Bij dezen heb ik dat ook gehoord, meneer Klein Hemmink en u houdt de motie aan. Het woord is dan aan mevrouw Van Dijk. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. Ik ben in mijn eerste termijn vergeten te melden dat mevrouw Kossen in dezen niet zal meestemmen met de moties. De vicevoorzitter: U haalt me de woorden uit de mond, want dat wilde ik gaan zeggen bij de stemmingen. Tot zover de vragen en dan gaan we inderdaad over tot de stemmingen, waarbij ik twee dingen wil mededelen. Op de eerste plaats dat mevrouw Kossen inderdaad niet meestemt. Op de tweede plaats dat we zullen stemmen door middel van handopsteken aangezien dit onderdeel van de raad op deze plek zit en niet kan stemmen. We beginnen met de motie van de VVD Hart en hoofd. Wie is voor deze motie? Dat is de fractie van de VVD. Ik kijk de raad rond en ik kijk ook even naar de griffie, want ik had beloofd om iedereen op te noemen maar met deze stemming gaat het best lukken. De motie is verworpen. De volgende motie die we dan in stemming gaan brengen is de motie van Liberaal Nijmegen, de motie Tijdelijk is echt tijdelijk. Wie stemt voor deze motie? Dat zijn de fracties van Liberaal Nijmegen, de VVD en de VSP. De motie is verworpen. De laatste motie waarover wij vanavond gaan stemmen tijdens dit debat is Pas op de plaats. Wie is voor deze motie? Dat zijn de fracties van Liberaal Nijmegen en de VVD. De motie is verworpen. Ik beëindig hiermee dit agendapunt en ik geef het woord weer aan de voorzitter van de raad. 28 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
De voorzitter: Dank u wel. Dames en heren, we gaan dan verder met het volgende agendapunt. Ik heb wel nog een punt vergeten te zeggen zojuist en dat is de dank uitspreken aan iedereen van onze projectorganisatie die de afgelopen week ontzettend veel werk heeft verricht. Bij wijze van uitzondering wil ik dat hier toch eens gezegd hebben.
12.
Raadsvoorstel Verordening Klantenparticipatiewet 2015
De voorzitter: Wie mag ik het woord geven? We gaan nu dus met spreektijden werken voordat u zich afvraagt waar dit gaat eindigen. De heer Sweep heeft de microfoon, zie ik. De heer Sweep van de SP. Dhr. Sweep: Dank u wel, voorzitter. Qua zwaarte een heel ander onderwerp dan we zojuist bij de kop gehad hebben, maar ook dit moet aandacht hebben. Vlak voor de vakantie stond de Verordening Klantenparticipatie 2015 op de agenda. Gelukkig is die als hamerstuk afgevoerd van de agenda, waardoor we die twee weken geleden in de kamerronde hebben kunnen bespreken. Ik heb toen aangekondigd dat mijn fractie een amendement zou gaan indienen over die verordening. Dat amendement kan uitgedeeld worden evenals de motie die ik naar aanleiding van dit agendapunt ook wil indienen. Heel kort over het amendement. Wat willen we? Het eerste punt dat in het amendement staat, is het belangrijkste. We willen artikel 3.1 van deze verordening wijzigen. Artikel 3.1 is de samenstelling van het Klantgroepoverleg. Die groep bestaat nu uit acht mensen. Dat zijn acht vertegenwoordigers van acht organisaties en dat is het. Wij vinden dat onverstandig. Er worden aan die mensen geen eisen gesteld dat ze feitelijk belanghebbenden zijn. Wij vinden dat de belanghebbenden in dit kader een forse stem moeten hebben in dat overleggremium. Vandaar dat wij gekomen zijn tot deze suggestie. Het betekent dat er bovenop die acht mensen die in dat Klantgroepoverleg zitten vanuit die organisaties, we zeven belanghebbenden – dus mensen die een uitkering genieten – toe willen voegen aan dat Klantgroepoverleg. In het laatste voorstel van het amendement willen we de naam omdopen in Cliëntenraad omdat dit feitelijk een raad is van de mensen die er belang bij hebben. In de regel gebruiken andere steden ook die benaming, dus die vinden we het meest logisch. Dat is waar het ons om gaat. De andere punten zijn stukken minder belangrijk. Artikel 3.4 willen wij schrappen. Dat is de bevoegdheid van de voorzitter om af te wijken van een vertegenwoordiger per organisatie. We willen dat artikel schrappen omdat we bang zijn dat anders organisaties bepaalde spelletjes kunnen spelen in die cliëntenraad. Daarom vinden het geen verstandige vertaling. Artikel 5.2 regelt in het voorstel van het college de ontheffing van de overlegverplichting van het college. Wij willen dat artikel schrappen. Wij vinden dat daar waar overleg gevoerd moet worden, dat gevoerd moet worden en dat moet niet in zo’n verordening vastgesteld worden. Waar dat overleg wettelijk niet nodig is of niet toegestaan is, hoeft het college dat uiteraard ook niet te voeren. De punten 4 en 5 zijn suggesties die we vanuit het Klantgroepoverleg gekregen hebben. We willen de adviezen meer gewicht geven. We willen dat doen door middel van de verplichting in de verordening om feitelijk in te gaan op de adviezen van de Cliëntenraad op een moment dat daarvan afgeweken wordt. Dus alleen gemotiveerd daarvan afwijken. Punt 5 heb ik genoemd, dat betreft dat alle adviezen van de Cliëntenraad integraal naar de gemeenteraad gaan. In gesprekken met het Klantgroepoverleg heb ik gemerkt dat daar nog al wat schuchterheid in bestaat en dat niet alles wat in dat Klantgroepoverleg komt naar de gemeenteraad komt. Dat vinden wij niet wenselijk. Tot slot de naamswijziging die ik zojuist al betoogd heb. Wij hopen dat we op deze manier het beste van twee werelden combineren. Enerzijds de kennis en de ervaring die in dat Klantgroepoverleg al opgebouwd zijn. Die laten we intact. We voegen daaraan toe de stem van de belanghebbenden. Wij denken dat wij op die manier de mensen die een uitkering genieten, de eigen stem geven die hun toekomt. Ik wil het daar even bij laten. Amendement Een eigen stem in een sociale stad, ook voor uitkeringsgerechtigden e 1 indiener: M. Sweep (SP) 29 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
De gemeenteraad van Nijmegen, in vergadering bijeen op 23 september 2015, overwegende dat: • in 2014 grote veranderingen opgetreden zijn in een aantal uitkeringsvormen; WWB, WSW, IOAW en Wajong zijn gevoegd in de Participatiewet; • een en ander grote gevolgen kan hebben voor de cliënten die gebruikmaken van één van deze uitkeringenvormen; • er voor gemeenten beleidsvrijheid is om de veranderingen op grond van de Participatiewet te implementeren; • het wenselijk is cliëntparticipatie op een zo optimaal mogelijke wijze te regelen in de Verordening klantenparticipatie; • het in de regel sjieker is te praten met mensen dan over mensen. Constaterende dat: • er nu een voorstel Verordening klantenparticipatie 2015 voorligt waarin geen garanties opgenomen zijn dat feitelijke klanten van de gemeente Nijmegen, in het kader van een uitkeringsverstrekking, in de overlegvorm betrokken worden; • vele andere gemeenten in hun Verordening klantenparticipatie 2015 wel de keuze gemaakt hebben de feitelijke klanten gebaseerd op de toepasselijke verordening, in de overlegvorm te betrekken, Besluit: aan beslispunt 1 van het raadsvoorstel ‘Verordening Participatiewet’ toe te voegen met dien verstande dat de Verordening klantenparticipatie Participatiewet 2015 als volgt gewijzigd wordt: 1. Aan artikel 3, lid 1 toe te voegen: ‘en 7 vertegenwoordigers die feitelijk belanghebbende zijn volgens artikel 1 lid 2 van deze verordening; tevens dient het klantgroepenoverleg steeds te bestaan uit een meerderheid van belanghebbenden’. 2. Artikel 3, lid 4 te schrappen. 3. Artikel 5, lid 2 te schrappen. 4. Aan artikel 5, lid 3 toe te voegen: ‘en indien de adviezen niet opgevolgd worden dient dit gemotiveerd te gebeuren.’ 5. Aan artikel 5 toe te voegen: ‘Lid 4; de adviezen van de cliëntenraad dienen integraal aan de gemeenteraad toegestuurd te worden.’ 6. In de volledige Verordening klantenparticipatie Participatiewet 2015 daar waar ‘Klantgroepoverleg’ staat dit vervangen door ‘Cliëntenraad’. Toelichting: Deze verordening is bedoeld om de uitkeringsgerechtigden een stem te geven. Naar de mening van de SP-fractie wordt aan die bedoeling met deze wijzingen beter gevolg gegeven. Motie Geef de uitkeringsgerechtigden hun stem e 1 indiener: M. Sweep (SP) De gemeenteraad van Nijmegen, in vergadering bijeen op 23 september 2015, overwegende dat: • er in 2015 door invoering van de Participatiewet grote veranderingen opgetreden zijn voor de clienten van de gemeente in het kader van het gebruik van een van de uitkeringsvormen; • inspraak van de cliënten zelf zowel voor betrokkenen als voor college en gemeenteraad van groot belang kunnen zijn; • de Participatiewet ook aangeeft dat gemeenten verplicht zijn invulling te geven aan die cliëntenparticipatie. Constaterende dat: • zowel in de nieuwe als in de vorige Verordening klantenparticipatie sprake is van klantenpanels; • er in 2014 geen invulling gegeven is aan die bepaling; • er in 2015 ook tot op heden geen invulling gegeven is aan die bepaling, noch een voornemen bestaat dit alsnog te doen. Roept het college op: om vanaf nu serieus invulling te geven aan het instrument klantenpanels zoals beschreven in de Verordening klantenparticipatie. 30 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
De voorzitter: Dank u wel. Zijn er verder nog woordmeldingen? De heer Brom namens De Nijmeegse Fractie. Dhr. Brom: Dank u wel, voorzitter. Ik houd het kort, want we zitten met spreektijd. Onze fractie gaat met de motie en het amendement mee, omdat we vinden dat participatie belangrijk is en dat mensen van onderuit gevoed moeten worden om door te groeien en sterker te kunnen worden. Dat kan bijvoorbeeld met een Cliëntenraad of een Klantgroepoverleg. Dat was het. De voorzitter: Zijn er nog andere woordmeldingen? Mevrouw Kossen, VVD. Mw. Kossen: Dank u wel. Ik houd het om dezelfde reden ook kort. Ik heb al tijdens de kamerronde het een en ander toegelicht. Wij zullen het amendement en de motie niet steunen omdat wij op dit moment niet de meerwaarde zien en wij van mening zijn dat de inspraak voldoende wordt gewaarborgd op de manier waarop dit al is vastgelegd. Dank u wel. De voorzitter: Dank u. Ik kijk of er nog andere woordmeldingen zijn. De heer Zwart, PvdA. Dhr. Zwart: Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie vindt het goed dat de SP zich inzet voor optimale cliëntenparticipatie. We vinden het belangrijk dat cliënten zo veel mogelijk betrokken worden bij het beleid rond werk en inkomen. We zijn dan ook blij met de motie die de SP heeft ingediend over de klantenpanels. Die klantenpanels functioneren nu niet goed. Het is belangrijk dat het college goed invulling gaat geven aan die wettelijke plicht om die klantenpanels wel goed te laten functioneren. Wij steunen de motie dus van harte. Het amendement over het Klantgroepoverleg vinden wij iets ingewikkelder. Wij vinden namelijk dat het Klantgroepoverleg juist heel goed functioneert, anders dan de klantenpanels. Wij hebben veel waardering voor het werk van het Klantgroepoverleg. Daar komen goede adviezen uit die we altijd goed lezen. Ook over de samenstelling van het Klantgroepoverleg zijn we zeer tevreden. We hebben ook niet de indruk dat de vertegenwoordigers van die organisaties geen contact hebben met hun achterban. Wij denken dat de achterban op zich juist heel goed aan bod komt via die organisaties. Desondanks vinden we het een goed streven van de SP om de cliënten er nog meer bij te betrekken naast de mogelijkheid via de klantenpanels. Er bestaan meerdere opties voor hoe je dit kunt doen. De SP stelt nu voor om het Klantgroepoverleg uit te breiden en er een soort cliëntenraad van te maken, een groot gezelschap. De SNV heeft voorgesteld om naast het Klantgroepoverleg een aparte cliëntenraad te organiseren. Voor ons zijn beide opties bespreekbaar. Wat de raad ook vanavond besluit, we willen aan het college vragen om na een jaar te bekijken hoe het loopt. We hebben nu een goed Klantgroepoverleg en we moeten dat niet weggooien. We willen dus in ieder geval aan het college vragen om een evaluatie na een jaar. Daar wil ik het nu bij laten. De voorzitter: Zijn er nog andere woordmeldingen? De heer Groothuizen, D66. Dhr. Groothuizen: Dank u wel, voorzitter. Mijn fractie steunt het amendement. De basale logica van de SP kan ik goed volgen. We hebben een Klantgroepoverleg en stop daar dan ook de klanten in. Dat is precies wat het amendement doet. Een aantal kleinere aanpassingen zijn volgens mij niet onlogisch. Ook de motie kunnen wij steunen. In de verordening wordt dat klantenpanel genoemd en dan is het ook logisch dat je er ook daadwerkelijk iets mee doet. De oproep aan het college om daar invulling aan te geven, lijkt mij helder. Ik denk dat het beleidsterrein belangrijk en groot genoeg is om daar ook zinvol iets mee te kunnen doen. Dank u wel. De voorzitter: Zijn er nog andere woordmeldingen? Zo niet, dan geef ik wethouder Tankir het woord namens het college.
31 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Wethouder Tankir: Voorzitter, dank u wel. Wij hebben ook in de kamerronde uitvoerig hierover gesproken. De motie en het amendement van de SP zijn heel sympathiek en je kunt daar niet tegen zijn. Wij hebben vanuit het college uit de ervaring van het afgelopen jaar gereageerd dat onze ervaring met het Klantgroepoverleg goed is. Wij snappen zeker de wens van de raad om – ondanks de moeilijke bereikbaarheid – die doelgroep daar een stem in te geven. Gezien deze motie en dit amendement had ik liever gezien dat wij als college deze wens mee zouden nemen en dan met een aangepast voorstel zouden komen dat goed in evenwicht is. Daarbij kunnen we ook de wensen en gevoelens van de raad volop meenemen. Er zitten hier en daar toch wel dingen in, die knellen. Om een voorbeeld te geven: de cliëntenraad, of hoe u dat ook wilt noemen, heeft toch veel tijd nodig om tot een advies te komen. Als college heb je soms ook zaken waarin je snel moet beslissen. Onlangs bijvoorbeeld hebben wij over de statushouders een oplossing moeten vinden. Daar kwam ook een stuk beleid uit. Dan is het bijna onmogelijk om een cliëntenraad te raadplegen. Als je hier helemaal inbedt dat ieder collegestuk de cliëntenraad per se moet passeren, dan zijn het wellicht kleine dingen maar het zijn wel dingen die elkaar soms kunnen belemmeren. Natuurlijk gaan we uitvoeren wat de raad beslist, maar het college stelt voor om het weer bij ons neer te leggen en gezien de wensen die geuit zijn, komen we dan met een nieuw voorstel dat tegemoet komt aan de verwachtingen van de raad. De voorzitter: De heer Sweep in tweede termijn. Dhr. Sweep: Voorzitter, dank u wel. Wij vinden toch dat het wijs is om het amendement te handhaven. Er lag een verordening voor die als hamerstuk geagendeerd was. Die is naar nu verplaatst. Er ligt dus een verordening voor en daar schrijven we een amendement op. We zijn zeer benieuwd naar die evaluatie. Het zit voor de toekomst absoluut niet in beton gegoten. We gaan graag in op de suggestie die zojuist door iemand is gedaan voor een evaluatie, maar we stellen wel voor om het amendement nu zo te handhaven. De voorzitter: Zijn er nog anderen voor de tweede termijn, want anders ga ik nog even terug naar de wethouder. Dat is niet het geval. Wethouder Tankir. Wethouder Tankir: Voorzitter, ik heb vergeten om daarop te reageren. Een evaluatie lijkt mij ook een prima middel om het terug te laten komen en indien nodig aanpassingen te doen. De voorzitter: Goed. Dan stel ik voor om te gaan stemmen. Allereerst komt dan de motie aan de orde, daarna het amendement en vervolgens punt 1 van het voorstel, want we hadden de andere drie punten al de vorige keer besloten. Het gaat dus om punt 1, de verordening; dat is nu aan de orde. Dhr. Zwart: Voorzitter, de heer Selman zal zich van stemming onthouden. De voorzitter: Dat is genoteerd. Zijn er nog mensen die een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet het geval. Dan breng ik in stemming de motie Geef de uitkeringsgerechtigden hun stem, ingediend door de SP. Uw stemmen graag. Met 32 stemmen voor en 5 stemmen tegen is die motie aanvaard. Dan het amendement Een eigen stem in een sociale stad, ook voor uitkeringsgerechtigden. Het amendement is ingediend door de SP, GroenLinks en de VSP, die mijn exemplaar hebben ondertekend. Uw stemmen graag. Met 32 stemmen voor en 5 stemmen tegen is het amendement aanvaard. Dan hebben we nog het raadsvoorstel Verordening klantenparticipatie 2015. Uw stemmen graag. Met 37 stemmen voor en 0 stemmen tegen is het voorstel unaniem aanvaard. Dank u wel.
32 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
13.
Raadsvoorstel Oprichting Gemeenschappelijk orgaan regio Arnhem Nijmegen en Participatie in Stichting Economic Board City Regio Arnhem Nijmegen
De voorzitter: Ik moet mevrouw Lamers wederom verzoeken. Voor haar is het niet de gang naar Canossa maar voor haar is het misschien wel de gang naar de berg. Wie zal het zeggen? De vicevoorzitter: Ik ervaar het altijd als een bijzondere eer om deze raad te mogen voorzitten, dus zo voelt het een beetje. We zijn aangekomen bij het raadsvoorstel Oprichting Gemeenschappelijk orgaan regio Arnhem Nijmegen en Participatie in Stichting Economic Board City Regio Arnhem Nijmegen. Wie mag ik over dit agendapunt het eerst het woord geven? De heer Oomen, GroenLinks. Dhr. Oomen: Dank u wel, voorzitter. Twee weken geleden in de kamerronde maakte ik mij al druk over hoe we als raad de portefeuillehoudersoverleggen (PO’s) kunnen aansturen, hoe we kaders kunnen stellen naast de controle achteraf die we dan krijgen via verslagen. Over de PO’s is in dit voorstel nog niets concreet geregeld. Uit ambtelijke navraag begreep ik dat ze intern gericht zullen zijn en niet openbaar en dat alleen de vergaderingen van het ab openbaar zullen zijn, want dat is wettelijk vereist. Van de PO’s krijgen we dan achteraf de verslagen. Mijn fractie wil graag het college via een motie oproepen om te bepleiten om deze vergaderingen van de PO’s ook openbaar toegankelijk te laten zijn, zodat bewoners en raadsleden niet alleen achteraf kennis hoeven te nemen van een discussie. Ook zien we grote meerwaarde in de mogelijkheid om in te spreken in zo’n overleg. De ervaring uit de stadsregio heeft mij namelijk geleerd dat het voor deelnemers aan zo’n overleg van grote meerwaarde is om ook geluiden uit andere gemeenten rechtstreeks te kunnen vernemen. Ook dat staat daarom in deze motie. Dank u wel. Motie: Met de stad goan we er voor e 1 indiener: P. Oomen (GroenLinks) De raad van de gemeente Nijmegen, in vergadering bijeen op 23 september 2015, constaterende dat: • in artikel 6 lid 2 van de ‘Regeling Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen City region’ het volgende staat: ‘Het gemeenschappelijk orgaan stelt voor zijn vergaderingen en die van de in artikel 4 genoemde portefeuillehoudersoverleggen een reglement van orde vast’; • in de toelichting de volgende tekst staat: ‘Bij het bepalen van de wijze van vergaderen in het reglement van orde moet in ieder geval aandacht worden besteed aan de wijze van agenderen, het aanleveren van stukken voor een overleg, de handelwijze in het geval de stemmen staken, de taken van de voorzitter, de taken van de ambtelijk secretaris, het beantwoorden van vragen van een raadslid en de verhouding/afstemming tussen het overleg binnen het GO en de portefeuillehoudersoverleggen.’ Overwegende dat: • in dit reglement van orde dus zaken als inspraak, verspreiding van stukken, informatieverstrekking aan de raadsleden, enzovoorts worden geregeld; • het Gemeenschappelijk Orgaan het reglement van orde vaststelt; Voorts constaterende dat: • de portefeuillehoudersoverleggen in feite de plaats van de Stadsregioraadscommissies in gaan nemen. Voorts overwegende dat: • raadsleden, burgers en maatschappelijke organisaties de gelegenheid hadden de Stadsregioraadscommissies bij te wonen en de mogelijkheid hadden om in te spreken; • openbaarheid van vergaderingen goed is voor maximale transparantie van de (inter)gemeentelijke besluitvorming. Verzoekt het college van B en W: 1. om te bepleiten dat de portefeuillehoudersoverleggen openbaar toegankelijk zijn; 2. om te bepleiten dat burgers en maatschappelijke organisaties in het Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen mogelijkheden krijgen om in te spreken; 33 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
3. aan de raad over het resultaat terug te rapporteren. En gaat over tot de orde van de dag. De vicevoorzitter: Wie volgt? Mevrouw Van Dijk, VVD. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. De oprichting van het Gemeenschappelijk orgaan en daarmee ook de triple helix en de Economic Board dat hier voorligt, is hard nodig en daar moeten we wat mij betreft ook heel snel mee instemmen. Regionale samenwerking is hard nodig en het Gemeenschappelijk orgaan is de minimale vorm daarvan, maar daar gaan we het mee doen. Bij monde van burgemeester Bruls is heel erg veel werk verzet om dit voor elkaar krijgen, ook met betrekking tot de triple helix en de Economic Board waarin we gaan samenwerken met onderwijs, ondernemingen en overheid in de regio Arnhem Nijmegen en zelfs Wageningen. De VVD dient een motie in om er in elk geval voor te zorgen dat met betrekking tot de Economic Board en de triple helix alle deelnemende partijen die daar nu aan meedoen ook het commitment daarvoor blijven houden, nu en in de toekomst. De Economic Board is voornemens om burgemeester Bruls te benoemen als voorzitter. Wij vinden dat een fantastisch idee, maar om het commitment te vergroten en ervoor te zorgen dat onderwijs en ondernemingen net zo goed blijven participeren, stellen we voor om de voorzittershamer te rouleren en daartoe dienen wij een motie in. Motie Commitment voor de Economic Board e 1 indiener: I.M. van Dijk (VVD) De gemeenteraad van Nijmegen, in openbare vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, constaterende dat: • de samenwerking tussen onderwijs, ondernemingen en overheid in de Triple Helix/Economic Board erg veel kansen biedt voor de regio; • het goed en hoog tijd is dat deze samenwerking vaste vorm gaat aannemen; • de overheid een belangrijke faciliterende rol heeft, maar dat van de drie participerende partijen (onderwijs, ondernemingen en overheid) het onderwijs en ondernemingen de feitelijke motoren van de economie zijn; • onderwijs, ondernemingen en overheid gediend zijn bij een sterke regionale samenwerking om gezamenlijke doelen te realiseren. Overwegende dat: • de Triple Helix/Economic Board zelf gaat over de benoeming van haar voorzitter; • de Triple Helix/Economic Board voornemens is burgemeester Bruls voor te dragen als voorzitter; • om commitment bij alle verschillende partijen die participeren in de Triple Helix/Economic Board te versterken het goed is dat het voorzitterschap van dit nieuw te vormen orgaan tussen de verschillende deelnemende partijen wisselt. Roept het college op: een verzoek te doen aan de Triple Helix/Economic Board om zorg te dragen voor een wisselend voorzitterschap tussen de verschillenden deelnemende partijen (onderwijs, ondernemingen en overheid) zodat alle partijen vertegenwoordigd in de Triple Helix/Economic Board zich optimaal betrokken voelen bij de Triple Helix/Economic Board. En gaat over tot de orde van de dag. De vicevoorzitter: Die motie wordt nu uitgedeeld. Het woord is aan de heer Buck, CDA. Dhr. Buck: Dank u wel, voorzitter. Alleen al om de titel zou ik bijna voor de motie van de heer Oomen willen stemmen, al was het maar omdat hij voor de titel het typische Nijmeegse ‘ao’ speciaal vervangen heeft door het echt Kerkraadse ‘oa’ om het maar kloppend te maken. Dat vind ik heel mooi om te zien. Zonder gekkigheid. Ik heb de heer Oomen ook al aangegeven dat ik wil verzoeken de twee dicta gescheiden in stemming te brengen. Ik ben zeer voor transparantie, maar ik heb de heer Oomen eerder ook al aangegeven waarom ik inspraak zoals die hier wordt genoemd best wel belangrijk vind maar niet op deze manier georganiseerd. De motie van de VVD zullen we overigens niet steunen omdat wij vinden dat dergelijke organen vooral zelf moeten gaan over hoe ze hun vergaderingen organiseren en zeker ook wie die voorzit. 34 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
De vicevoorzitter: Ik kijk gelijk ook even naar de heer Oomen, want die wilde volgens mij reageren op de vraag over de gescheiden stemming. Dhr. Oomen: Dank u wel, voorzitter. Ik wil ook even onderstrepen dat ik niet het Kerkraadse ‘goan’ bedoelde, maar het Gemeenschappelijk Orgaan (GO) Arnhem Nijmegen. Daarin heb je ook een ‘gaan’. Ik vind het prima om de punten gescheiden in stemming te brengen. De vicevoorzitter: Dat is genoteerd. Wie mag ik vervolgens het woord geven? De heer El Hafi, D66. Dhr. El Hafi: Dank u wel, voorzitter. De fractie van D66 ziet dit als een hernieuwde start van de regionale samenwerking. Wij vinden het ook goed dat niet alleen Arnhem erbij wordt betrokken, maar ook Wageningen en eigenlijk ook alle tussenliggende gemeenten. Dit kwam al redelijk snel tot uiting bij het doelgroepenvervoer, dat mede door mevrouw Tiemens die nu afwezig is, is geregeld. Ook dank daarvoor. Wij zien deze vruchtbare samenwerking met voldoende vertrouwen tegemoet en we zien het met nog meer met vertrouwen tegemoet als wij als raad iets meer inspraak vooraf hebben. Vandaar dat we in ieder geval de motie van GroenLinks steunen. De vicevoorzitter: Wie volgt? De heer Van Hooft, SP. Dhr. Van Hooft: Heel kort. De motie van GroenLinks zullen wij steunen. Wij zijn erg gecharmeerd van transparantie hoewel dit niet zo bij het portefeuillehoudersoverleg past. Omdat het charmant is, gaan we het toch steunen, meneer Bruls. U zult het vast niet leuk vinden. Wat u wel leuk vindt van wat de SP gaat doen, is de motie van de VVD niet steunen want wij vinden dat de burgemeester dat boegbeeld nu wel kan zijn. Als ze genoeg van hem hebben, dan zijn ze mans en vrouws genoeg om hem weg te jagen en daar ben ik dus ook niet bang voor. De vicevoorzitter: Een interruptie van mevrouw Van Dijk. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. Het gaat niet om de aanstelling van de burgemeester. Daar gaat het hier helemaal niet om. Zoals ik zojuist al zei, vinden wij het een uitstekend voorstel. Het gaat erom dat er commitment gecreëerd wordt door een wisselend voorzitterschap en daartoe roepen wij hier op. Dhr. Van Hooft: Ik heb uw motie goed gelezen, mevrouw Van Dijk. De vicevoorzitter: De heer Van Nijnatten, PvdA. Dhr. Van Nijnatten: Dank u wel, voorzitter. Ook heel kort. De motie van GroenLinks. Wij waren natuurlijk voor een agendacommissie die hierbij zou horen en die in dit geheel volgens mij nog steeds een open zenuw is die daar ligt en waar nog nader op wordt teruggekomen. Transparantie, akkoord. Punt 1 steunen we dus. Dan punt 2. Ik vraag letterlijk aan onze burgemeester: is dit in dit orgaan wel de gepaste wijze om te doen? Ik denk dat inspraak daar feitelijk niet op deze manier thuishoort, want er wordt geen besluit genomen. Waar spreek je dan op in? Ik ben benieuwd of het verzoek dat door de VVD is gedaan, ook daadwerkelijk zo besproken is in de Economic Board. Heeft men alleen voor een voorzitter gekozen, of is deze variant ook ter sprake geweest en is het een optie? Dan lijkt het me prima, maar ik hoor graag de burgemeester er zelf over. De vicevoorzitter: Zijn er nog andere fracties die het woord willen voeren over dit agendapunt? Ik kijk even rond. Dat is niet het geval. Dat betekent dat de portefeuillehouder, burgemeester Bruls, het woord van mij krijgt. Burgemeester Bruls: Dank u wel. Zeker, meneer El Hafi, er is al een vruchtbare samenwerking nu het vooruitzicht er is dat deze plannen ook aanvaard zullen worden. Het kan dus alleen nog maar beter worden als ze ook daadwerkelijk in praktijk gebracht worden. Zoals met alles geldt, zullen we het altijd e zelf moeten doen. Kerkvader Augustinus zei al in de 5 eeuw na Christus: Wij zijn de tijden, zoals wij zijn, zo zijn de tijden. Die krijgt u er gratis bij. 35 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
De betreffende moties. Allereerst de motie Met de stad goan we er voor. Ik begrijp dat ik eigenlijk ´gowan´ moet zeggen. Dat wordt nog ingewikkeld. Dan wordt het een soort Fries. De heer Van Nijnatten duidde het eigenlijk al aan. Laat ik eerst zeggen dat ik in de kamer al gezegd heb dat ik omtrent uw verzoek – dat heel breed was – voor een agendacommissie om daarmee de positie van gemeenteraden wat sterker te maken dan uitsluitend de sterke positie die u uiteraard hier in huis hebt en andere gemeenteraden in hun huis, het graag op me neem om te bekijken of we daar een alternatief voor kunnen bedenken. Waar we nu voor hebben gekozen, is een construct dat slechts – ik denk dat hier in ieder geval namens een meerderheid spreek – een overlegplatform is. We moeten dan wel accepteren dat het dat is, met hoeveel leedwezen we dat ook doen. Ik weet niet of wat hier nu voorligt tegemoetkomt aan de wens om als raad meer betrokken te zijn, want dan zou ik zeggen dat we beter hier in huis onze structuur wat kunnen aanpassen om deze overleggen beter te volgen. Hoe gescheiden de punten ook in stemming komen, wat hier wordt voorgesteld past niet zo bij het construct waarvoor we hebben gekozen. Om u een voorbeeld te geven: we hebben nu ook portefeuillehoudersoverleggen. Daar hebben we helemaal geen GO voor nodig. Het kan toch niet zo zijn dat we elk portefeuillehoudersoverleg openbaar maken waarbij andere mensen kunnen aanschuiven? Als u een overleg hebt als raad met een aantal mensen, dan is dat bedoeld voor raadsleden. Portefeuillehoudersoverleg is bedoeld voor portefeuillehouders en niemand anders. Zo zit de wereld in elkaar. Ook een transparante democratie functioneert alleen maar als af en toe eens wat mensen bij elkaar kunnen komen om daar een aantal zaken voor te bereiden en af te stemmen en meer is het niet. Laten we eerlijk zijn. De heer Van Hooft zegt: heel goed dat het zo is. We hadden meer gewild; we hadden het anders gewild, meneer Oomen, maar dat is niet zo. Ik houd het dus even bij de toezegging die ik in de kamer heb gedaan. Daar mag u mij ook op aanspreken. Ik wil met alle plezier eens bekijken hoe we dit erin verwerken, maar dit is wel van een heel andere orde dan de wens waarmee u mij vanuit de kamer op pad hebt gestuurd, omdat je nu een heel hybride vorm gaat maken. Ik weet echt niet wie daar gelukkiger van wordt. De motie van mevrouw Van Dijk, Commitment voor de Economic Board annex de vraag van de heer Van Nijnatten. In de statuten staat dat het bestuur zijn eigen voorzitter kiest. In die zin, als de motie probeert uit te drukken dat het rouleren is bedoeld zodat er ook anderen dan een overheidsvertegenwoordiger kunnen voorzitten, kan ik het daar alleen maar mee eens zijn want dat is ook zo. Ik kan u verklappen dat er niet een heel grote en brede competitie is geweest. Anders moet ik wethouder Tankir maar vragen om iets te zeggen omdat ik het dan over mezelf moet hebben en dat vind ik allemaal wel iets. Het heeft er natuurlijk ook heel veel mee te maken dat we nu een start maken en dat het natuurlijk ook geen geheim is dat dit fenomeen van de Economic Board vooral erg getrokken is door de twee steden Arnhem en Nijmegen. Het bedrijfsleven en onderwijs en onderzoek doen geweldig mee en sturen daarvoor ook hun topmensen. We zullen over een paar weken ook de gehele samenstelling bekendmaken en dat ziet er echt goed uit. Iedereen snapt ook wel dat die steden nu de kar gaan trekken bij dat GO en bij de Economic Board. Dat maakt het ook wel wat voor de hand liggend dat daaruit in ieder geval de eerste voorzitter voortkomt. Ik heb geen probleem met wat in de motie wordt uitgedrukt, maar het is aan het bestuur. Ook over een aantal jaren, op het moment dat ze me zat zijn – om de heer Van Hooft te citeren – of om andere meer constructieve redenen, meneer Van Hooft, dat ik daar geen voorzitter meer zal zijn, is het aan het dan zittende bestuur om te bepalen wie er voorzitter is. We kunnen de wens dus meegeven, maar het bestuur aldaar bepaalt. Dank u wel, voorzitter. De vicevoorzitter: Ik kijk de raad rond of er behoefte is aan een tweede termijn. Dat is het geval. De heer El Hafi. Dhr. El Hafi: Voorzitter, ik heb nog een vraag. Misschien is het voor mij nog te onduidelijk. De burgemeester heeft inderdaad een toezegging gedaan in de kamerronde. Hij raadt de motie van GroenLinks af als ik zijn woorden goed begrijp. Kan hij er dan iets specifieker over zijn hoe wij als raad vooraf worden betrokken? Dat is mij nu nog iets te onduidelijk. De vicevoorzitter: Ik kijk even of er nog andere vragen zijn, want dan verzamelen we die even. De heer Oomen.
36 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Dhr. Oomen: Voorzitter, nogmaals ik ben heel dankbaar voor de klip-en-klare toezegging die we twee weken gelden hebben gekregen om een agendacommissie in te stellen op regionaal niveau en dat de heer Bruls zich daar hard voor maakt en zich daarvoor hard blijft maken. Daarom heb ik die ook niet in deze motie opgenomen, want die toezegging hadden we al heel duidelijk binnen. Ik blijf echter van mening dat een optimale transparantie echt goed is voor het functioneren van onze interregionale democratie. De vicevoorzitter: Nog anderen? De heer Van Nijnatten. Dhr. Van Nijnatten: Ik wil toch even kort reageren. Ik begrijp de uitleg van de burgemeester inzake de motie van GroenLinks. De reden dat wij toch voor transparantie van de openbaarheid zouden willen kiezen, is omdat wij volgens mij deze constructie ook nog gaan evalueren. Ik zou het zeer prettig vinden als, voordat wij als raad over een of anderhalf jaar de evaluatie van dit orgaan krijgen, wij tot die tijd ook hebben kunnen volgen hoe het gegaan is. Het is prettig om daar even een kijkje te kunnen nemen, het te volgen en te kunnen zeggen: we moeten nog een stapje verder gaan of niet. Dat is de wens die toch nog leeft. De vicevoorzitter: Dat waren de opmerkingen. Is er nog een reactie van het college? Burgemeester Bruls: Zeker. Om er kort op in te gaan, want anders loop ik al vooruit op wat ik zojuist zei. Ik heb de toezegging gedaan, maar over hoe je het als raad kunt volgen, bent u zelf aan zet. U zult het dus per raad moeten organiseren. Je kunt natuurlijk zeggen dat we een drietal grote thema’s hebben die we gaan onderbrengen in een nieuw gemeenschappelijk orgaan. Die thema’s kun je natuurlijk ook vooraf agenderen. U hoeft niet alleen maar af te wachten of er een voorstel komt. Houdt echter wel in de gaten – dan stap ik over op het punt dat daarna door uw collega’s gemaakt wordt – dat dit een afstemmingsorgaan is. Ik kan me niet voorstellen dat wethouders in een portefeuillehoudersoverleg beter gaan functioneren, dat er een beter beraad zal zijn, als we die vergaderingen openbaar maken. Je kunt zeggen dat wat daar wordt afgesproken ook wordt gedeeld met de raden. Je kunt het er zelfs over hebben dat, als je een agenda maakt en er komen thema’s aan de orde, je het daar vooraf nog met de raden over hebt, maar het zou echt een uniek fenomeen zijn in de Nederlandse bestuurlijke geschiedenis als dat tijdens het overleg zou gebeuren. Ik ben niet tegen allerlei experimenten, maar ik geloof niet dat dit gaat werken. Echt, ik geloof oprecht niet dat het ons bestel beter doet functioneren als je overleggen van wethouders in de regio, buiten een officieel verband – en een portefeuillehoudersoverleg heeft geen enkele status want er kan niets besloten worden – openbaar maakt. Mag ik ook zeggen dat je als bestuurders soms ook echt wel eens met gesloten moet kunnen praten? We hebben vandaag al een aantal thema’s aan de orde gehad waaruit blijkt dat dit heel nuttig en heel heilzaam is voor het democratisch functioneren. Een portefeuillehoudersoverleg is geen gemeenteraad. Een college van B en W trouwens ook niet, dat is ook besloten en volgens mij functioneert dat uitstekend. De vicevoorzitter: Dat was de tweede termijn van het college. Dan gaan we over tot stemming. We gaan dat bij dit onderwerp wederom met handopsteken doen. We gaan beginnen met de motie Met de stad goan we er voor. U maakt het ons inderdaad wel moeilijk, meneer Oomen. We gaan die gescheiden in stemming brengen. We gaan bij deze motie eerst stemmen voor beslispunt 1. Welke fracties zijn hier voor? Dat zijn de fracties van Liberaal Nijmegen, het CDA, de VVD, D66, GroenLinks, de SP, de Partij van de Arbeid, De Nijmeegse Fractie en de VSP. Dit beslispunt is aanvaard. Dan gaan we nu stemmen voor beslispunt 2 van deze motie. Wie is voor beslispunt 2? Dat is de heer Klein Hemmink van Gewoon Nijmegen en de fracties van Liberaal Nijmegen, de VVD, D66, GroenLinks, de SP, De Nijmeegse Fractie en de VSP. Dit beslispunt is aanvaard. Dan gaan we nu naar de tweede motie die voorligt, Commitment voor de Economic Board. Mijn vraag is wederom: wie is voor deze motie? Voor deze motie zijn de fracties van Liberaal Nijmegen, de VVD, D66, GroenLinks en De Nijmeegse Fractie. De motie is aanvaard. 37 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Tot slot de stemming over het raadsvoorstel Wie is er voor het raadsvoorstel? Ik kijk even rond of het unaniem is en dat is het geval. Dan sluit ik hiermee het agendapunt en geef ik het woord wederom terug aan de voorzitter van de raad. De voorzitter: Dat was het laatste changement, althans voor vanavond.
14.
Raadsvoorstel Binnenstad van de toekomst
De voorzitter: Wie kan ik hierover het woord geven? Mevrouw Schellekens, PvdA. Mw. Schellekens: Dank u wel, voorzitter. Allereerst willen wij als fractie graag, net zoals het college, dat onze binnenstad een place to be is en dat we inzetten voor diversiteit. We hebben er alleen zorgen over dat de flexibiliteit niet alleen moet leiden tot meer horeca. Wij willen dus juist ervoor zorgen dat die diversiteit in stand wordt gehouden. Enkele jaren geleden hebben we accentgebieden afgesproken met ons allen. We hebben toen afgesproken dat lichte horeca daar niet onder valt, dus dat lunchhoreca daar niet onder valt. We vragen ons af of dit niet ook daaronder moet vallen en of de accentgebieden nog wel relevant zijn op dit moment. Wij zouden dus, om diversiteit te realiseren en ook om oneerlijke concurrentie uit te sluiten, willen vragen om een reflectie hierop van de wethouder en de vraag of hij overweegt om de horeca eventueel nog een keer te evalueren aangezien dit sinds 2007 niet meer is gebeurd. Wellicht dat hij dan de invloed van de accentgebieden hierin mee kan nemen, want wij zijn benieuwd wat hierin de trends en de bewegingen zijn. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog andere woordmeldingen? Mevrouw Westerveld, GroenLinks. Mw. Westerveld: Dank u wel, voorzitter. In het raadsvoorstel Binnenstad van de toekomst, worden keuzes gemaakt over welke kant we op willen met de binnenstad. Dat schept duidelijkheid voor ondernemers en bewoners. GroenLinks is daarnaast ook blij met de aandacht die er is voor vergroening. Een groene binnenstad is niet alleen mooier, maar het is gezonder voor de leefomgeving en het zorgt voor verkoeling in hete zomers. Een slimme aanpak van vergroening kan er ook voor zorgen dat we beter in staat zijn om wateroverlast tegen te gaan. Afgelopen zomer hebben we kunnen zien hoe hard dat nodig is. In de inspraakronde liet daarnaast ook de heer Hendriks van het Huis van de Binnenstad weten dat ondernemers graag aan de slag willen met vergroening, maar dat er wel een integraal plan van aanpak moet liggen. Graag willen we van de wethouder horen of daarmee haast gemaakt kan worden. We zijn verder erg benieuwd naar wat er uit het onderzoek komt naar het autoluw maken van een aantal straten. Het is geen geheim dat GroenLinks het liefst ziet dat er geen auto’s meer in de ringstraten rijden. Wat ons betreft wordt er ook prioriteit gegeven aan dit onderzoek. Misschien kunnen we ook wat meer meenemen over de leefbaarheid van de binnenstad en bijvoorbeeld eens kijken naar de laad- en lostijden van de verschillende vervoerders. Misschien zouden we schoon vrachtvervoer wat meer ruimte kunnen geven dan ander vervoer. Toch missen we ook een aantal zaken in het document en daarom dienen we graag een motie en een amendement in. Ik begin met het amendement. In 2013 is een motie van GroenLinks door de voltallige raad aangenomen waarin wordt voorgesteld om te kijken naar mogelijkheden voor een markthal. In het voorstel dat nu voor ons ligt, lezen we daar niets over terug. In het amendement dat ik nu in wil dienen, stellen we daarom voor om een extra passage toe te voegen over de markthal zodat het genoemd wordt in het beleid. Het is een ander amendement dan het amendement dat eerder door ons aan u werd toegestuurd omdat ik op het laatste moment, voordat deze vergadering begon, een aantal zaken heb gewijzigd. Voor de duidelijkheid: het vraagt het dus niet om een extra onderzoek, maar het vraagt om de mogelijkheid van een markthal mee te nemen in het raadsvoorstel dat voor ons ligt. De motie die wij indienen, vraagt om een aanvullende brief met daarin een concrete planning, dus ook een aanvulling op het plan dat voor ons ligt. Ondanks dat we blij zijn met het raadsvoorstel dat erg concreet is, missen wij toch een planning en missen we daarin ook de prioriteiten die het college 38 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
heeft. Wij, maar zeker ook de ondernemers en de bewoners, willen heel graag weten wanneer welke straat of welk gebied wordt aangepakt en welke prioriteit het college stelt. Samengevat, er ligt een duidelijk plan voor en wij stemmen graag in, maar heel graag willen we dus een planning zodat we echt op korte termijn aan de slag kunnen gaan met onze binnenstad. Amendement Er is een markt voor een markthal e 1 indiener: E.M. Westerveld (GroenLinks) De raad van de gemeente Nijmegen, in vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, overwegende dat: • op 2 oktober 2013 de motie: ‘Een markthal voor Nijmegen’ werd gesteund door de voltallige gemeenteraad; • in deze motie wordt opgeroepen in gesprek te gaan met de stakeholders in de binnenstad over de mogelijkheid een markthal in Nijmegen te realiseren en de raad op de hoogte te houden van de voortgang; • de afgelopen jaren veel middenstanders hun deuren moesten sluiten en voor nieuwe ondernemers de drempel om een zaak te openen hoog is; • er een groeiende belangstelling is voor kleine, onafhankelijke aanbieders en lokale producten. • de binnenstad momenteel nauwelijks mogelijkheden kent voor kleine handelaren, startende winkeliers en zzp'ers om een grotere ruimte te delen en in gezamenlijkheid handel te bedrijven. • een markthal kansen biedt om aan de binnenstad een nieuwe economische waarde toe te voegen. • in het coalitieakkoord 2014-2018 staat: ‘We onderzoeken of een overdekte markthal in de binnenstad tot de mogelijkheden behoort.’ Constaterende dat: • in het raadsvoorstel 'Binnenstad van de toekomst' het woord 'markthal' in het geheel niet voorkomt; • het niet duidelijk is welke opties al zijn onderzocht en wat de stand van zaken is; • een markthal kansen biedt aan startende ondernemers om producten uit de regio te verkopen; • in andere steden een markthal een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van het bestaande aanbod en nieuwe bezoekers aantrekt. Besluit een tweede beslispunt toe te voegen: We onderzoeken of een overdekte markthal in de binnenstad tot de mogelijkheden behoort. In gesprekken met eigenaren en ondernemers brengen we dit idee actief onder de aandacht. En gaat over tot de orde van de dag. Motie Geen tijd te verliezen voor de binnenstad e 1 indiener: E.M. Westerveld (GroenLinks) De raad van de gemeente Nijmegen, in vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, overwegende dat: • in het raadsvoorstel 'Binnenstad van de toekomst' de visie van het college staat beschreven op verschillende deelgebieden van het centrum; • het voor bewoners, ondernemers en raadsleden wenselijk is te weten wanneer de diverse plannen worden uitgevoerd; Constaterende dat: • in het raadsvoorstel 'Binnenstad van de toekomst' geen planning staat opgenomen; Verzoekt het college: • via een aanvullende brief de raad te informeren over de termijnen waarop de plannen worden uitgevoerd; • de raad op de hoogte te brengen wanneer zich wijzigingen of grote vertragingen voordoen. En gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog andere woordmeldingen, deze avond? De heer Eigenhuijsen, Liberaal Nijmegen. Dhr. Eigenhuijsen: Dank u wel, voorzitter. Ik denk niet dat ik de volle drie minuten nodig heb, maar ik ga het toch proberen. In de kamerbehandeling heb ik een schriftelijke vraag gesteld over de uitbrei39 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
ding van horeca-accentgebieden. Ik heb daarin gezegd dat ik graag wil weten wat een nieuw concept is, waar eventueel nog beschikbare ruimte is en wanneer de situatie dit toelaat. Het antwoord dat ik kreeg – ik lees niet het hele antwoord voor maar met name de eerste zin – was: ‘Met een nieuw concept wordt bedoeld dat het gaat om een concept dat nog niet aanwezig is in de binnenstad en zich graag wil vestigen.’ Die snap ik. Ik was toch eigenlijk benieuwd naar wat de wethouder dan ziet als een nieuw concept. Voor zover ik weet, maar ik kom niet in elke binnenstad, zijn er al heel veel concepten in de binnenstad van Nijmegen aanwezig. Wat is dan een nieuw concept? Tot zover. De voorzitter: Dank u wel. De heer Klein Hemmink, Gewoon Nijmegen. Dhr. Klein Hemmink: Dank u wel, voorzitter. Ik heb dit stuk gelezen en halverwege ben ik in slaap gevallen. Waarom ben ik in slaap gevallen? Ik was teleurgesteld in het verhaal. Het wemelt van uitspraken als: wij doen onderzoeken, wij maken concepten. In mijn opinie ontbrak in dit stuk volledig dat daadwerkelijk wordt gezegd: jongens wij pakken het concreet aan, dit is mijn idee daarover, dit gaan we doen. Ik vind dat jammer. We hebben hier anderhalf jaar op gewacht en het wemelt van uitspraken als: wij doen onderzoeken, wij doen dit en we doen dat. Een voorbeeld is de Molenpoort. Ik had verwacht dat deze wethouder, gelet op zijn achtergrond, zou zeggen: jongen, ik heb een goed idee over die Molenpoort; kom maar. Om een voorbeeld te noemen – ik opper dat idee dan maar even – wij maken van de Molenpoort, waar veel leegstand is, een centrum voor witgoed, voor computers en al dat soort dingen. Voor die andere winkels is dan het idee om daar een nieuw winkelverhaal van te maken met internetwinkels. Dat had ik verwacht van de visie die hier ligt. Dat de wethouder zou zeggen: ik heb een visie op de binnenstad. Het enige wat ik zie is dat hij verwijst naar het verleden wat al gedaan is, wat al gebeurd is en wat al in werking is gesteld. Voor de rest is deze visie – sorry wethouder want ik vind het jammer – een gemiste kans. We hebben hier dus anderhalf jaar op gewacht en ik kan hier niet zo veel mee. Nogmaals, onderneem wat. Pak de koe bij de horens. Het enige wat hierin staat gaat over leegstand, daar wordt heel veel tijd aan gespendeerd. Er is ook een kaart over leegstand, maar die is geantidateerd. Om maar een voorbeeld te noemen: leegstandpanden in de Lange Hezelstraat die al anderhalf jaar gevuld zijn, staan hier nog als leegstand. Ik denk dan bij mezelf: wat voor stuk ligt hier? Een stuk waar ik niets mee kan. Ik denk dan bij mezelf: jammer, jammer; een gemiste kans, wethouder. Ik zou de wethouder willen oproepen om al die zaken aan te pakken waarvan u zegt dat u een onderzoek doet. Kom met een verhaal van: dit gaan we ermee doen. Dat mis ik in het hele verhaal. Jammer. Het is een gemiste kans, wethouder. De voorzitter: Een interruptie. Mevrouw Westerveld. Mw. Westerveld: Dank u wel. Ik had op sommige punten de indruk dat de heer Klein Hemmink een ander stuk heeft gelezen dan ik. Volgens mij ligt hier een stuk voor ons waarin over verschillende deelgebieden duidelijke keuzes worden gemaakt. Ik wil de heer Klein Hemmink graag vragen: wat verwacht u nu van het college? Vindt u dat het college zelf maar winkels moet gaan openen? Dat haal ik namelijk uit uw vragen. Dhr. Klein Hemmink: Nee, hoor, dat is niet wat ik zeg. Wat ik zeg is, dat ik hier duidelijk een visie mis over wat we gaan doen. Wat hierin staat, zoals u aangeeft, dat het zaken zijn waarin een keuze is gemaakt, daarvan waren de meeste keuzes – maar ik weet niet of u dat weet – al gemaakt. Ik zie daar dus niets nieuws in. Dat stuk heb ik gelezen en daarin zit niets nieuws. Ik roep het college niet op om winkels te openen. Waartoe ik het wel oproep is: heb daar een visie over. Gelet op de achtergrond van de wethouder zou hij naar mijn mening veel meer een beeld kunnen vormen over: ik zie de toekomst over twintig jaar van het centrum zo en zo, gelet de ontwikkelingen die er zijn. De voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Hulskorte, VSP. Dhr. Hulskorte: Dank u wel, voorzitter. Leegstand is geen gemakkelijk onderwerp. Toch zijn wij blij dat de wethouder de moties van de VSP uitvoert, meneer Klein Hemmink. Het is wel concreet betreffende het groen dat we gevraagd hebben in de Burchtstraat. 40 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Dan de leegstand van de etalages, er staan veel panden leeg. Daarmee is de wethouder ook bezig, zo heeft hij mij gezegd. Het zijn toch een paar concrete dingen en er gebeurt daar in ieder geval iets. Dan over de opmerking van GroenLinks om de binnenstad autoluw te maken. Wij vinden dat natuurlijk prachtig als je allemaal jongelui bent die allemaal een fiets hebben, maar die moeten toch enig respect kunnen opbrengen voor mensen die met een auto in de stad willen komen. Het moet mogelijk zijn om ook met de auto in de binnenstad te kunnen komen. Dan heb ik nog een vraag van de achterban of het college wil bekijken of bij de invalideplaatsen eventueel nog meer plaatsen gesitueerd moeten worden. We hebben van onze achterban gehoord dat dit toch een probleempje kan zijn. Dank u wel. De voorzitter: De heer Vat, SP. Dhr. Vat: Dank u wel, voorzitter. Ik hoor de heer Klein Hemmink zeggen dat er veel aandacht is voor leegstand in het stuk. Volgens mij was dat ook exact de bedoeling. Wij zijn er in ieder geval enthousiast over. Volgens ons ligt hier een goede mix van maatregelen om die leegstand tegen te gaan. Dat is inderdaad niet in een vloek en een zucht geregeld, helaas. We gaan dit niettemin van harte steunen. Verder ondersteunen wij het amendement en de motie van GroenLinks. De motie van D66 gaat wat ons betreft net iets te ver en die steunen wij dus niet. De moties van de VVD steunen we om een andere reden niet, namelijk omdat we het er principieel niet mee eens zijn. De voorzitter: Die moties komen er nog aan. De heer Klein Hemmink heeft nog een vraag aan u. Dhr. Klein Hemmink: Ik heb een vraag aan de heer Vat. Hij vindt het een goed stuk over leegstand, maar om een voorbeeld te noemen: er wordt aangegeven dat grote winkelruimtes niet meer in zijn, daar moet je iets anders mee doen. Wat wordt er gedaan om leegstand tegen te gaan? Dat kom ik later tegen, namelijk: we gaan kleinere winkels samenvoegen tot grotere oppervlaktes. Ik weet niet wat dat is, hoor. Ik weet niet of u dat gelezen hebt. Vindt u dat een goed verhaal om leegstand tegen te gaan? Ik denk het niet. Dhr. Vat: Volgens mij staat er juist in, meneer Klein Hemmink, dat kleine ondernemers het moeilijk hebben en het daarom zinvol is om winkelplanden samen te voegen. Zo heb ik het gelezen, maar ik weet niet wat u daarvan maakt. Dhr. Klein Hemmink: Een verhaal van een winkel is wat anders dan het verhaal van de ondernemer. U haalt twee dingen door elkaar, meneer Vat. De voorzitter: Daarmee is uw tijd op. Ik kijk naar de volgende spreker. Mevrouw Lamers, D66. Mw. Lamers: Dank u wel, voorzitter. Het stuk over de binnenstad hebben we twee weken geleden behandeld in de kamer. Zoals altijd begin ik dan met het stuk aandachtig te lezen en D66 denkt graag constructief mee over wat er allemaal kan en mogelijk is in deze stad. Toen ik het stuk begon te lezen, zag ik heel veel goede ideeën. Heel veel ideeën die ik las, waren ideeën die ikzelf eerder had opschreven in het stuk ‘Binnenstad024’, dat afgelopen voorjaar samen met de VVD is gemaakt. Onze binnenstad – dat ben ik helemaal met de wethouder eens – verdient actie. D66 haalt niet voor niets allerlei creatieve ideeën bij Nijmegenaren op om te bekijken hoe je samen, als geheel, die binnenstad weer mooi op de kaart kunt zetten. Wij vinden drie dingen heel erg belangrijk. Op de eerste plaats willen we een transitiefonds om bijvoorbeeld straten als de Hertogstraat en de Bloemerstraat een impuls te geven en een kans te geven om daadwerkelijk te veranderen. Op de tweede plaats willen we een binnenstad met minder auto’s en dat zorgt ervoor dat het fijner is voor mensen in de stad en we geven ruim baan aan groen, aan ondernemers en terrasjes. Ten derde vonden en vinden wij het heel belangrijk dat we voor de Molenpoort en die omgeving echt een nieuw plan gaan maken, want dit gebied heeft heel veel leegstand en schreeuwt om actie. Aanvankelijk hadden we een motie ingediend, want dit zijn allemaal punten die we in een motie tijdens de Zomernota 2015 al hebben ingediend die ook allemaal met een mooie meerderheid zijn aangeno41 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
men. Ook ik wil graag dat dit concreet wordt en daarom wilde ik een motie indienen. Ik vind echter de motie van GroenLinks ‘Geen tijd te verliezen voor de binnenstad’ die voorligt heel goed. Als de wethouder ook deze onderwerpen mee kan nemen om op die manier de raad te blijven informeren, zodat we op de hoogte blijven van de veranderingen, dan zou ik daar zeer tevreden mee zijn. Eerlijk is eerlijk, ik ben behoorlijk tevreden over het stuk. Het is natuurlijk jammer dat het zo lang heeft moeten duren, want na anderhalf jaar praten heb ik behoefte aan actie. Wat ik wel heel jammer vond en ik vind het toch belangrijk om dat te zeggen, want ik maak me daar oprecht zorgen over, is het volgende. Tijdens de kamerronde was de wethouder, ondanks dat iedereen best tevreden was over het stuk, behoorlijk inspiratieloos. Dat baart me echt zorgen. De antwoorden die vervolgens uit die raad kwamen, stelden mij teleur omdat het stuk weer op verschillende manieren uitgelegd leek te worden. Wat ik echt vervelend vond, is dat, als het over financiën ging, er geen heldere en duidelijke antwoorden kwamen. Ik wil wel dat, als er een stuk wordt uitgevoerd, er vervolgens een krachtige wethouder staat die ook weet wat hij gaat doen. In die kamerronde kwam dat helaas, ondanks dat het onderliggende stuk prima was, niet helemaal aan het licht. Tot slot. D66 is blij dat de ideeën die wij eerder hebben ingebracht zijn opgehaald en we vinden het een stap in de goede richting. Het gaat dus nu om die uitvoering. Als de wethouder mij nu kan geruststellen dat de thema’s die wij hebben ingebracht concreet behandeld worden, dan kunnen wij voor dit stuk stemmen. De voorzitter: Mevrouw Van Dijk, VVD. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. Het woord actie is al een paar keer gevallen en ook in de inspraak vandaag heb ik dat woord gehoord. Het was namelijk Huis van de Binnenstad die aan tafel zat en een aantal opmerkingen plaatste bij het stuk dat voorlag. Ook het Huis van de Binnenstad riep op tot actie. Men gaf aan dat ondernemers misschien wat ongeduldig zijn, maar ondernemers hoorden anderhalf jaar geleden dat we voor het eerst in de Nijmeegse geschiedenis een wethouder voor de binnenstad kregen. Er ging een zucht van verlichting, zo zou ik bijna willen zeggen, door de stad. Er was hoop; men was heel erg hoopvol gestemd, maar anderhalf jaar verder zien we nog weinig actie. Ik snap dus het ongeduld van de ondernemers en ik wil dan ook oproepen tot actie inderdaad. Ga aan de slag met het plan dat er ligt en laat het niet nog een keer anderhalf jaar duren voordat er ook daadwerkelijk iets gebeurt in de stad. Aangaande het transformatiefonds wil de VVD twee moties indienen. De eerste motie die we willen indienen heeft als titel ‘Daad bij het woord’. Ik moet mijn excuses aanbieden aan degene die dezelfde titel voor de zomer ook heeft gebruikt; daarvan was ik mij niet bewust. Die motie over de daad bij het woord voegen gaat erover dat er in het centrum in Nijmegen, in de binnenstad, vastgoed is dat wij in de toekomst wellicht gaan verkopen. Het lijkt ons een goed idee om met de opbrengsten uit dat vastgoed dat we in de binnenstad eventueel gaan verkopen, het transformatiefonds te vullen. We weten dat het geld moeilijk te vinden is. Laten we dus wat uit de binnenstad komt, ook investeren in de binnenstad. Ten tweede stellen wij met onze andere motie voor dat het transitiefonds gelijk wordt gesteld aan het investeringsfonds als het gaat om de straten die er toegang toe moeten krijgen. Daarbij wil ik het laten. Dank u wel. Motie Daad bij het woord e 1 indiener: I.M. van Dijk (VVD) De gemeenteraad van Nijmegen, in openbare vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, constaterende dat: • het college in 2016 een nieuw investeringsfonds openstelt voor de binnenstad en daarnaast de mogelijkheden onderzoekt voor het vormen van een transformatiefonds; • het college voornemens is vastgoed in de binnenstad voor verkoop aan te bieden. Overwegende dat: • de Nijmeegse binnenstad in zwaar weer verkeert; • een extra impuls voor de binnenstad gewenst is; • het college de mogelijkheid onderzoekt voor een te vormen transformatiefonds; • dit transformatiefonds o.a. is bedoeld om vastgoed in de binnenstad een andere functie te geven en voor ondernemers om eventueel van locatie te kunnen wisselen. 42 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Roept het college op: de opbrengsten van te verkopen vastgoed in de binnenstad beschikbaar te stellen voor het eventueel te vormen transformatiefonds, zodat de opbrengsten vanuit vastgoed in de binnenstad ook rechtstreeks worden besteed aan de binnenstad. En gaat over tot de orde van de dag. Motie Breed transformatiefonds e 1 indiener: I.M. van Dijk (VVD) De gemeenteraad van Nijmegen, in openbare vergadering bijeen op woensdag 23 september 2015, constaterende dat: • het college in 2016 een nieuw investeringsfonds open stelt voor de binnenstad en daarnaast de mogelijkheden onderzoekt voor het vormen van een transformatiefonds; • het investeringsfonds wordt opengesteld voor de volgende straten: Houtstraat, Stikke Hezelstraat en Lange Hezelstraat, Augustijnenstraat, St. Jorisstraat, Kelfkensbos, Hertogstraat, Bloemerstraat, Smetiusstraat, In de Betouwstraat, Van Welderenstraat en Van Broeckhuysenstraat; • het college voornemens is het te vormen transformatiefonds in eerste instantie slechts open te stellen voor de vier benoemde aandachtsgebieden, te weten de Molenpoortpassage, KelfkensbosHertogstraat, Bloemerstraat-Smetiusstraat en Waalkade. Overwegende dat: • de Nijmeegse binnenstad in zwaar weer verkeert; • een extra impuls voor de binnenstad gewenst is; • het college de mogelijkheid onderzoekt voor een te vormen transformatiefonds; • dit transformatiefonds het mogelijk maakt om de binnenstad compacter te maken en functieverandering in straten te bevorderen. Roept het college op: het te vormen transformatiefonds open te stellen voor dezelfde straten als waarvoor het college het investeringsfonds open stelt, zodat de binnenstad compacter kan worden en functieverandering van straten in gang kan worden gezet. En gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog andere woordmeldingen? De heer Buck, CDA. Dhr. Buck: Dank u wel, voorzitter. Het is inderdaad al gezegd. Het stuk is een beetje uit de categorie ‘lang gedacht, stil gezwegen, nooit gedacht, toch gekregen’. Het stuk dat voorligt is – dat moet ik samen met het merendeel van de collega’s zeggen – geen slecht stuk, bepaald niet. Het is, zoals dat dan heet, geladen door al die mensen met wie het college en de ambtenaren in gesprek zijn geweest in de binnenstad en dat maakt het ook een vrij compleet stuk. Het enige dat wordt gemist en mevrouw Westerveld heeft dat al zeer juist aangegeven, is een concrete agenda. Waar gaan we mee aan de slag en hoe gaan we dat doen? Dat is eigenlijk wel een beetje verbazingwekkend, want we hebben al eerder om een agenda gevraagd als het ging om een aantal deelonderwerpen over de binnenstad. Toen is dat ook toegezegd en toen hebben we die ook gekregen. Het is eigenlijk niet zo’n grote verrassing dat de raad daar vandaag weer om vraagt. Ik kan me ook goed aansluiten bij wat mevrouw Lamers heeft gezegd. Als we allerlei moties aannemen over de binnenstad en we zijn gezegend met een wethouder die alles in integraliteit behandelt, dan moeten ook de moties over de binnenstad die zijn aangenomen in die agenda komen. Op die manier weten we ook waar de wethouder mee bezig is en kunnen wij als raad ook op een goede manier sturen op wat er gebeurt in de binnenstad. Graag wil ik de uitgangspunten van het CDA over de binnenstad – die heb ik eerder al genoemd – meegeven. Naar ons idee moet de binnenstad compact, modern en innovatief zijn. Het stuk geeft daar voldoende aanknopingspunten voor, maar we zijn er nog lang niet. Dat betekent: handen uit de mouwen en aan de slag. Wie weet staat er dan in 2018 wel een sterkere binnenstad. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even rond. Mevrouw Grutters, De Nijmeegse Fractie.
43 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Mw. Grutters: Voorzitter, dank u wel. Binnenstad van de toekomst. Wij zijn zeer content met dit stuk. Het is een prima stuk over de aanpak van leegstand in een dynamische uitvoering, zoals u het zelf al omschrijft. Het plan is gericht op meerdere facetten en is daarmee breed ingezet, maar het heeft ook focus en maakt keuzes in primaire gebieden die een eerste aanpak vragen. Nogmaals, we zijn heel positief en, kijkend naar de komende jaren, denken wij dat het belangrijk is dat we met elkaar hierin blijven monitoren en blijven bijsturen. Hebben we leegstand – ik zeg het steeds weer – of hebben we gebrek aan bezoekers? We hebben beide. Een aanpak naast leegstand moet ook gericht zijn op meer traffic en ook daarin voorziet dit stuk. Ik hoor u allen zeggen dat er een actieagenda achter moet zitten, maar het is een volledig stuk. Op het moment dat de wethouder nu al een in beton gegoten actieagenda hierachter gaat hangen, loopt u ook het risico dat dit ten koste gaat van de dynamiek en de interactie met de ondernemers. Het is belangrijk dat de wethouder kan inspelen op actualiteiten. Enerzijds denk ik dat een lichte agenda erbij positief zou zijn, maar aan de andere kant heeft de wethouder ook in de raadskamer toegezegd om in de raad elk halfjaar met een evaluatie- en informatiemoment te komen en daar kunnen wij ons in vinden. Ik hoor u ook allen praten over de autoluwe situatie rondom de ringstraten. Ik wil u graag herinneren aan een motie van De Nijmeegse Fractie uit 2013 die is aangenomen over het tot 30 km-gebied maken van diezelfde straten. Ik zou het college willen oproepen om in ieder geval dat het eerst te doen alvorens te gaan kijken of die straten autoluw moeten worden. Dan over de moties. Dhr. Buck: Voorzitter? De voorzitter: Een vraag van de heer Buck. Dhr. Buck: Ik wilde bij het vorige punt al interrumperen. Mevrouw Grutters praat heel snel; dat begrijp ik wel, maar daardoor lukte het mij niet. Het gaat over de agenda. Ik denk dat we een gulden middenweg kunnen vinden. U bent heel erg bang dat het een gesloten agenda wordt, maar u hebt zo veel vertrouwen in die wethouder Binnenstad dat, als er iets leuks en actueels op zijn pad komt en hij heeft die agenda, hij daar vast ook wel omheen kan gaan en dat hij toch zijn eigen dingen en zijn eigen input uit die stad alsnog kan meenemen. Het is dan toch niet zo bezwaarlijk om alsnog, ook als raad, een beetje duidelijkheid te krijgen over wanneer we nu wat gaan doen? Mw. Grutters: Ik heb er alle vertrouwen in dat, als de wethouder aangeeft dat hij na een halfjaar terugkomt met een evaluatie en de punten die hij benoemd heeft, dit goed gaat komen. Ik ga nog even door over de moties, want daar was ik gebleven. Ik heb voor mij liggen de motie Breed Transformatiefonds van de VVD. Ik snap wat u wilt zeggen, maar de visie stelt voor een transformatiefonds te gaan onderzoeken. Je weet op voorhand niet wat daar uitkomt. Als je er nu al voor kiest om al die gebieden samen te voegen, dan zou je ook het risico kunnen lopen dat daar die financiën niet voor aanwezig zijn. Op dit moment zouden wij dit nog niet willen. Dat kan altijd nog. De voorzitter: Een vraag van mevrouw Van Dijk. Mw. Van Dijk: Dank u wel, voorzitter. In de beantwoording van de vragen die wij nog extra hebben gesteld aan de wethouder kon u terugvinden dat er een beperking komt op het aantal straten, namelijk alleen de aandachtsgebieden. Uw opmerking is in die zin dus eigenlijk al achterhaald door de beantwoording van de wethouder. Mw. Grutters: Ik sluit af, want ik ben heel erg aan het racen in verband met de tijd. De voorzitter: Dat gezegd zijnde, geef ik het woord aan wethouder Van Hees namens het college. Wethouder Van Hees: Voorzitter, de binnenstad leeft, dat blijkt wel, zeker onder de raadsleden, ook gezien de kamerbehandeling die meer dan een uur duurde en toen waren nog niet alle vragen beantwoord. Je kunt dan zeggen dat ik niet duidelijk ben geweest. Je kunt ook zeggen dat de raadsleden 44 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
heel veel vragen hebben omdat ze zo betrokken zijn bij die binnenstad. Daarnaast is er een aantal vragen schriftelijk beantwoord. Ik dank de raadsleden voor die totale inzet. Vanavond blijkt weer dat de raad haast wil maken. Nu is het echt niet zo dat er het laatste anderhalf jaar niets gebeurd is. We hebben al eerder een stuk voorgelegd als aanzet naar dit stuk. Dit is dan ook eigenlijk het grote stuk dat gaat over transformatie en leegstand. Ik zou er heel veel over willen vertellen, maar ik denk dat de voorzitter mij dan aftikt gezien de tijd en ik ga dus maar even een paar opmerkingen van de raadsleden af en dan pak ik meteen de moties en amendementen mee. De PvdA, mevrouw Schellekens. We hebben het er de laatste tijd ook al over gehad, uw angst over te veel broodjeszaken, laten we het daarover hebben. U stelt een vraag over de accentgebieden en dat betreft dan met name de horeca-accentgebieden. Die hebben wij in 2008 al vastgesteld. Daar zou best naar gekeken kunnen worden, maar wij hebben in 2013 de detailhandel ondersteunende horeca vastgesteld waar die broodjeszaken gedeeltelijk uit voortkomen. We hebben in 2013 gezegd: dat gaan we over twee jaar evalueren. Ik kan u toezeggen dat we daarover voor het einde van het jaar een evaluatie maken en in het bijzonder over de detailhandel ondersteunende horeca, want daar gaat het grotendeels om. Het zijn een stuk of vijftien zaken van de laatste twee jaar, niet de echte horeca. Het horeca-accentgebied is aangegeven en dat blijft ook zo. Dat gaan we dus niet vergroten. Mevrouw Westerveld van GroenLinks heeft zich ook zeer ingespannen en is ook zeer betrokken bij de binnenstad. Groen verbindt, dat heb ik de vorige keer al gezegd en dat heb ik met wethouder Tiemens afgesproken. Er zijn projecten geweest. Er is geld, want ik moet als wethouder Binnenstad wel toezien dat alles betaald wordt. Ik zit wel op allerlei terreinen, maar het geld moet er ook komen. Met wethouder Tiemens heb ik afgesproken dat het eerste project dat groen verbindt en dat we gaan aanpakken, in de binnenstad komt. Dat staat ook in het stuk. We gaan kijken naar de Burchtstraat, we gaan kijken naar met name het Valkhof en het plein voor de Jorisstraat. Daar gaan we naar kijken en dat gaan we ook aanpakken. Ik heb het de vorige keer al gezegd en ook in de kamer, dat we natuurlijk kijken naar groen in de binnenstad, maar het is nu eenmaal grotendeels een gebied voor detailhandel en horeca en het is ook een verblijfgebied. Je kunt het daar dus niet te gek maken, maar ook het groen – de bankjes, het verblijfgebied – zullen we bekijken. Dan over autoluw. Ik kom daar straks nog even bij uw motie op terug. Ik heb het twee weken geleden al toegezegd en ik kan u nu toezeggen dat u binnen twee weken een uitnodiging krijgt. U krijgt een brief waarin het proces beschreven staat hoe wij de motie die de raad ingediend heeft met de Zomernota 2015 gaan aanpakken en uitvoeren. Er wordt nu al uitvoerig over gesproken met de mensen van Mobiliteit en van EZ. De raad wordt uitgenodigd om mee te praten, dat is al gezegd, maar het wordt, denk ik, wel een lang proces. Als je het namelijk even in kaart brengt en ziet wat het betekent als je bijvoorbeeld het verkeer uit een paar straten gaat halen, dan heeft dat een complete impact voor de hele binnenstad, voor de hele verkeersregulering, zelfs tot aan de Waalkade toe. Binnen twee weken krijgt u dus vanuit het college het verzoek om mee te doen met gesprekken en mee te denken over hoe we dat gaan aanpakken. De heer Eigenhuijsen had het over uitbreiding van de horeca-accentgebieden. Dat gaat dus niet gebeuren. Dan over nieuwe concepten. Er komt bijvoorbeeld nu een concept-horeca-instelling aan het einde van de Hezelstraat. Een bar voor mannen met stevige baarden en ook voor vrouwen, u kent het nieuwe type wel met hoedjes en baarden. Daar wordt dan alcoholvrij bier gedronken door echte mannen. Ik laat mij daar niet over uit, maar dat is dus een nieuw concept dat hier landt. Er zijn zo veel nieuwe concepten, ook in de detailhandel. Dhr. Eigenhuijsen: Voorzitter? De voorzitter: Ik dacht even dat het ging over vrouwen met baarden; dat had ik echt vernieuwend gevonden. Een vraag van de heer Eigenhuijsen. Dhr. Eigenhuijsen: Zo ga ik mijn tijd toch wel vol krijgen. Ik snap dat dit een mooi nieuw concept is, maar volgens mij ging het hier over nieuwe concepten waar wel alcohol geschonken wordt. Laat ik een heel concreet voorbeeld noemen. Stel dat de stadswinkel verdwijnt, komt daar dan horeca? Wethouder Van Hees: Dan gaan we bekijken hoe dit ligt binnen het horeca-accentgebied dat daar ligt. We gaan dan bekijken of dat daarbinnen past. Als het daarbinnen past, dan zou het kunnen, maar 45 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
daar moeten we naar kijken. Net zoals op Plein 44 dat aangewezen is als horeca-accentgebied en waar een percentage is aangegeven voor horeca. Als daar nog een nieuw horecabedrijf bij wil, dan gaan we bekijken of dat past binnen de regels die we zelf hebben vastgesteld. Dhr. Eigenhuijsen: Voorzitter, mag ik nog een aanvullende vraag stellen? Stel nu dat het allemaal past, kan het dan een gewoon restaurant zijn? Wethouder Van Hees: Dan moet u ook bekijken wat de regels zijn voor de horeca-accentgebieden. Je hebt daar A1 en B. Dat zijn uiteraard ook restaurants; die vallen daaronder. Gewoon Nijmegen gaf in de raad al aan: onderzoek concepten voor Molenpoort en witgoed. Ik kom zo nog terug op de Molenpoort, maar ik moet u er wel op wijzen dat de Molenpoort geen gemeentelijk bezit is. Ik hoor van de voorzitter dat ik moet opschieten. De invalideparkeerplaatsen: daar werken we aan. Ik ga nu maar verder met de moties en amendementen, want anders krijg ik ruzie met mijn voorzitter. De voorzitter: Helemaal niet. Dan is de tijd op. Wethouder Van Hees: De motie ‘Breed Transformatiefonds’ van de VVD. We sluiten geen straten uit in het centrum, maar we beginnen met de vier aandachtsgebieden. Als er zich iets goeds voordoet in de andere straten, dan pakken we dat natuurlijk op; we sluiten dat niet uit. De motie ‘Daad bij het woord’, ook van de VVD. Ik zou dat misschien wel graag willen, maar wat u wilt kan toch echt niet. Als we een pand verkopen, als we al een pand zouden hebben in de binnenstad, dan gaat dat geld terug in de algemene middelen. Dat is de algemene regel en daar mag ik niet van afwijken; dat zouden mijn collega’s niet leuk vinden. De motie ‘Geen tijd te verliezen voor de binnenstad’ van GroenLinks. Ik heb al gezegd dat wij binnen een halfjaar – en daarna ieder halfjaar – met een uitgebreid verhaal komen over wat de stand van zaken is. Daar wil ik niet op vooruitlopen. U vraagt ook: wat ga je nu aanpakken? Dat wordt ook links en rechts gevraagd. Voor het eind van het jaar zijn we gereed met een aantal instrumenten dat wordt uitgewerkt. Dat betreft de vereniging van eigenaren, de pandenbank, het bidbook, het transformatieteam, het aanjaagteam etc. Het zijn heel concrete zaken waar we al mee bezig zijn. Er wordt ook links en rechts gevraagd: hoe zit het dan met de gebieden? Daar gaan we hard aan werken. Er zijn projectleiders aangesteld voor de gebieden en zodra daar wat meer informatie over is, krijgt u dat te horen. Ik kan echter niet zeggen: oké, over drie maanden staan we daar en daar. ik heb steeds gezegd en dat moet u ook geloven, dat dit hele verhaal transformatie in de binnenstad betekent dat, als je de straten aanpakt, het jaren duurt voor je ergens bent. Mw. Schellekens: Voorzitter? De voorzitter: Ik kijk nog heel even naar de wethouder. Was dat de laatste motie? De tijd is inmiddels om en u hebt nog een amendement liggen. Vindt u het goed dat de wethouder in ieder geval even op twee moties reageert? Dan hebben we dat afgerond, want anders krijgt het zo’n abrupt einde. Nog even een korte reactie op beide moties ter afronding. Wethouder Van Hees: D66 had de motie dus niet ingediend. Het amendement over de markthal. Dat heb ik onderzocht, maar ik zie geen plaats in de binnenstad voor een markthal. Ik wil u daar ook verder over informeren, maar vertel mij waar een groot pand ligt – het gaat om een groot pand – dat leeg is. Dan komt er nog bij dat het ook nog commercieel haalbaar moet zijn. Uiteraard heb ik een paar keer gepraat met de ondernemers in de Molenpoort, maar die zien er niets in. Ze vinden geen potentiele huurders. Ze hebben nu langlopende huurcontracten. Het is onvoldoende rendabel. Die willen niet naar een markthal toe. Ik kan het dan wel willen en u kunt het willen, maar dan zijn we natuurlijk wel uitgepraat. De voorzitter: Ik kijk of degenen die nog tijd hebben, nog behoefte hebben aan een tweede termijn. Volgens mij zijn op zich alle vragen en argumenten wel gewisseld op dit moment en dan gaan we naar de stemming toe. Mevrouw Westerveld. 46 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
Mw. Westerveld: Ik zou toch graag een vraag willen stellen over de markthal. Wij hebben nog geen onderzoek gelezen waarin staat wat er is gebeurd rondom die markthal. Ook in het coalitieakkoord staat dat er een onderzoek komt. Dit amendement doet eigenlijk niets anders dan dat we dit in het voorstel laten staan. We hebben nu de indruk dat de markthal een beetje stilzwijgend uit het beleid verdwijnt. Het is uitdrukkelijk de bedoeling van het amendement om het erin te houden en ook om ondernemers en eigenaren te blijven wijzen op die markthal. Dan wil ik nog iets rechtzetten over de motie. Ik hoorde zojuist mevrouw Grutters van De Nijmeegse Fractie zeggen dat het geen in beton gegoten actieagenda moet worden. Dat is ook uitdrukkelijk niet de bedoeling. De bedoeling is dat wij een langetermijnplanning krijgen en dat wij actief geïnformeerd worden op het moment dat daarvan wordt afgeweken. Dat is dus iets heel anders dan een in beton gegoten agenda die precies van maand tot maand of van week tot week vastlegt wat er moet gebeuren. De voorzitter: Ik kijk of er nog andere woordmeldingen zijn, want anders gaan we echt naar de stemming en afronding van dit agendapunt. Dhr. Klein Hemmink: Voorzitter, we willen een stemverklaring afleggen over het raadsvoorstel. De voorzitter: Daartoe geef ik u dadelijk de gelegenheid. Ik kijk nog even of er nog iemand in de tweede termijn het woord wenst te nemen. Als dat niet zo is, dan concludeer ik, beseffende dat de tijd van het college op is, dat ik inderdaad bij de stemming kom. De heer Klein Hemmink wil in ieder geval namens zijn fractie een stemverklaring afleggen. Zijn er nog meerderen die dat wensen? Neen, dat is niet het geval. Meneer Klein Hemmink, dit lijkt me het gepaste moment om die stemverklaring te geven. Dhr. Klein Hemmink: Voorzitter, het is aan u wanneer u mij het woord geeft, want ik heb geen tijd meer. Wij zullen voor het raadsvoorstel stemmen en dat doen wij omdat wij de wethouder de gelegenheid en ook de ondersteuning willen geven dat, als hij een onderzoek doet op korte termijn, hij daadwerkelijk een resultaat kan boeken. Daarom zullen wij voorstemmen. De voorzitter: Goed zo. Dan hebben wij een drietal moties, een amendement en uiteraard het voorstel in stemming, in die volgorde. De eerste motie, ook het eerst ingediend, was de motie van GroenLinks en meerdere fracties ‘Geen tijd te verliezen voor de binnenstad’. Die motie is in stemming. Uw stemmen graag. Met 36 stemmen voor en 2 stemmen tegen is die motie aanvaard. Dank u wel. De tweede motie is ingediend door de VVD-fractie, ‘Daad bij het woord’ geheten. Die motie is nu in stemming. Uw stemmen graag. Met 4 stemmen voor en 34 stemmen tegen is die motie verworpen. Dan de motie ‘Breed Transformatiefonds’, eerste indiener VVD. Die motie is nu in stemming. Uw stemmen graag. Met 15 stemmen voor en 23 stemmen tegen is die motie verworpen. Dan het amendement van de fractie van GroenLinks, ‘Er is een markt voor een markthal’. Het amendement is nu in stemming. Uw stemmen graag. Met 27 stemmen voor en 11 stemmen tegen is het amendement aanvaard. Dat brengt ons bij het raadsvoorstel Binnenstad van de toekomst. Uw stemmen graag over het raadsvoorstel. Met 38 stemmen voor en 0 stemmen tegen is dat unaniem aanvaard, waarvoor dank.
47 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015
15.
Wensen en bedenkingen bij de verkoop van Het Arsenaal
De voorzitter: Zoals gebruikelijk stemmen we daar alleen over. U mag stemmen over de wensen en bedenkingen die uitgebracht zijn naar aanleiding van het voorstel Verkoop van Het Arsenaal. Uw stemmen graag. Met 38 stemmen voor en 0 stemmen tegen is dat voorstel unaniem aanvaard. Dank u wel.
16.
Sluiting
De voorzitter: Ik sluit de vergadering. Er is geen borrel kan ik u tot mijn leedwezen melden. Ik meen dat het de eerste keer is sinds ik voorzitter ben dat we de 00.00 uur zijn gepasseerd. Dat wordt geen traditie. De vergadering is gesloten (00.15 uur).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijmegen d.d. 21 oktober 2015
De voorzitter,
De raadsgriffier,
drs. H.M.F. Bruls
drs. M.A.H. Heffels
48 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 september 2015