Verslag van de BESLUITRONDE POLITIEKE AVOND van de gemeenteraad van Nijmegen d.d. 23 mei 2012 Aanwezig zijn: de leden: mw. S. Akdemir, mw. I. Aksakal, mw. A. Arzbach, mw. H. Baedts-El Karouni, dhr. P.H.J. Boekhorst, dhr. J.A.R. Brom, mw. R.M.G. Brouwer, dhr. L.J.F.P. Busschops, dhr. T.F.A. van Elferen, dhr. M. Groothuizen, dhr. H.B.W. van Hees, mw. R. HelmerEnglebert, mw. J.M. Hendrix, dhr. F. Heukelom, dhr. A.H.W. Hillen, dhr. J.W.H. van Hooft, dhr. P. Huliselan, dhr. M.J.I. Hulskorte, dhr. J.L.J. Janssen, dhr. M. Janssen, dhr. R.A.A. Jetten, dhr. R.A.P. Klein Hemmink, mw. C.B.M. Lamers, dhr. M.J.M. van Nijnatten, dhr. M.L.H.J. Nooijen, dhr. P.R. Oomen, dhr. F.A.J. Peters, mw. A.M. van Putten, dhr. J.F. Reinhoudt, mw. C.B.A. Teunissen, dhr. H.S. Veldman, dhr. B.J.H.M. Velthuis, dhr. S. Verbruggen, dhr. N.P. Vergunst, mw. S.Y.R. Witsenhuijsen, dhr. K.W.A. Wools, dhr. M.F. Zouay, dhr. R.S. Zwart Voorzitter:
dhr. H.M.F. Bruls
Griffier:
mw. T. Mientjes
Wethouder:
dhr. H.A.M. Beerten, dhr. L.C.M. Frings, dhr. B. Jeene, mw. J.G. Kunst, dhr. J.W.M. van der Meer en dhr. T. Tankir
Bericht van verhindering van: dhr. C. van Norel Notulist:
1.
dhr. J.P.P.A. Wijnen (Notuleerservice Nederland)
Opening en mededelingen
De voorzitter: De vergadering van de raad is geopend (21.30 uur). Welkom, hier vanavond. Ik heb een afmelding ontvangen van de heer Van Norel. Ik meld u ook dat aan het eind van de vergadering een nieuwe groepsfoto van u wordt gemaakt. Het verzoek is om niet onmiddellijk de raadzaal te verlaten, want dan is het een beetje lastig om die groepsfoto te maken. Ik zal straks nog iets zeggen over de spreektijden.
2.
Agendavaststelling inclusief de orde van de vergadering
De voorzitter: Op tafel zijn de volgende stukken verspreid: - de lijst van nagekomen ingekomen stukken; - een brief over mijn nevenfuncties; - een aangepaste brief met wensen en bedenkingen ten aanzien van de zienswijze op de conceptjaarrekening 2011 en de conceptprogrammabegroting 2013 van de stadsregio Arnhem-Nijmegen.
1 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Wat de orde van de vergadering betreft: De volgende punten zijn niet in de raadskamer behandeld en er wordt voorgesteld om deze als hamerstuk te behandelen: 3, 4, 17, 18, 19, 20, 21 en 22. Stemt u daarmee in? Dat is het geval.
5.
Besluitvorming behandeladviezen van de raadskamers
De voorzitter: 11. Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan Nijmegen Vossenpels Zuid: dit wordt een stemstuk op 6 juni. 12. Raadsvoorstel vaststelling beeldkwaliteitplan Handelskade Waalfront: dit wordt een stemstuk vanavond. 13. Raadsvoorstel legestarieven bestemmingsplannen, projectafwijkingsbesluiten en hogere grenswaarden geluid: dit wordt eveneens een stemstuk vanavond. 14. Raadsvoorstel gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Nijmegen Ooyse Schependom en gewijzigde vaststelling beeldkwaliteitplan: dit wordt een debatstuk op 6 juni. 15. Raadsvoorstel wijzigingen maatregelen toeslagenverordening Wet werk en bijstand: dit wordt een stemstuk vanavond. 16. Brief van het college van B en W van 15 mei 2012 over 'Wensen en bedenkingen ten aanzien van zienswijze op programmabegroting en rekening SAN': dit wordt een hamerstuk vanavond. - Brief van het college van B en W van 15 mei 2012 over 'Evaluatie inkoop/aanbesteding parkeerautomaten': dit wordt een debatstuk op 6 juni. - Antwoord op schriftelijke vragen van college van B en W van 6 maart over 'Gevolgen invoering wietpas': dit wordt een debatstuk vanavond. Hierover is een motie aangekondigd en dit wordt het laatste agendapunt van deze avond. Stemt u hiermee in? Dat is het geval.
6.
Vaststellen van de voorstellen waarover geen spreektijd is gevraagd
De voorzitter: Over de punten 3, 4, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 22 is geen spreektijd gevraagd en daarmee is ingestemd met de voorstellen.
7.
Vragen van raadsleden aan het college
De voorzitter: Er zijn geen vragen binnengekomen.
8.
Beslissing over het in behandeling nemen van het burgerinitiatief ‘Cultuurhuis van de stad’ van 7 mei 2012
De voorzitter: De griffier heeft mij verzocht om toch nog even kort toe te lichten waarom dit hier op deze manier voorgesteld staat in het raadsvoorstel, namelijk om het te beschouwen als een subsidieverzoek aan het college. Het heeft ermee te maken dat het burgerinitiatief op grond van artikel lid 3 van de verordening een aangelegenheid betreft die niet onder de competentie van de raad valt. Formeel kun je het dan niet als burgerinitiatief behandelen. Omdat het een duidelijk verzoek betreft, is het voorstel om het te beschouwen als een subsidieverzoek aan het college en het college te verzoeken om het als zodanig in behandeling te nemen. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval.
2 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
9.a 9.b
Stadsrekening 2011 inclusief voortgangsrapportage Grote Projecten Brief en raadsvoorstel Auditcommissie ‘Advies van de Auditcommissie inzake vaststelling van de Jaarrekening 2011 en het Jaarverslag 2011’
De voorzitter: Mijn voorstel is om 9.a en 9.b gevoegd te behandelen en ik ga ervan uit dat u hiermee kunt instemmen. U hebt nog een toezegging tegoed over de spreektijden. Ik heb in nauw overleg met de griffier bedacht om vanavond geen spreektijden te hanteren, erop vertrouwend – gezien de omvang van de agenda – dat dit goed moet kunnen gaan. Er zijn mensen die dit beschouwen als een worst voorhouden voor goed gedrag. Het is allemaal aan u. Ik geef het woord aan mevrouw Helmer van de fractie van de SP. Mevr. Helmer: Dank u, voorzitter. De stadsrekening werd trots gepresenteerd, maar hoe kun je trots zijn op een stadsrekening die een voortvloeisel is van een begroting die volstond met asociale bezuinigingen? Het is een begroting die volgens de SP er heel anders uit had kunnen zien. Hoe trots kun je zijn op het afschaffen van gesubsidieerde banen waardoor mensen die het al lastig hebben op de arbeidsmarkt, in een uitkering terechtkomen? Dat dit gebeurt, is gebleken want het aantal uitkeringen steeg met 7,7%. Een forste stijging die Nijmegen een plaats geeft in de top 5. Een maatregel die zorgt voor een tekort van 8,4 miljoen euro en zorgt voor een overschrijding van 10%. Deze cijfers worden mede veroorzaakt door de keuze van deze raad voor het afschaffen van de gesubsidieerde arbeid. Het is niet iets waar je als raad trots op zou moeten zijn. En dan staat het college nog maar aan het begin van de uitvoering van deze maatregel, want de meeste banen moeten nog worden wegbezuinigd. Het college rekent zich dan ook – financieel gezien – rijk met deze maatregel, want de ingeboekte winst zal van korte duur zijn en op de lange termijn des te harder worden uitgegeven aan de uitkeringen. De SP wil dat het college helder inzicht geeft in wat het afschaffen van de gesubsidieerde arbeid ons nu eigenlijk gaat kosten. Hoeveel mensen hadden een gesubsidieerde baan en hoeveel mensen zitten nu in het bestand van de sociale dienst? Dat zijn kosten die nooit meegenomen zijn door het college, maar die wel voor tegenvallers gaan zorgen en dus voor nog meer nieuwe bezuinigingen. Maatschappelijk gezien rekent men zich rijk, want veel van deze banen dienen het maatschappelijk nut. Denk alleen maar aan het beheer van speeltuinen, aan conciërges en medewerkers van naschoolse activiteiten op scholen. Last but not least gedijen mensen – sociaal gezien – niet in een uitkering. Mensen die gedwongen thuis komen te zitten verpieteren en hebben meer kans op vereenzaming en gezondheidsklachten, helemaal wanneer ze ook nog eens niet binnen afzienbare tijd het vooruitzicht hebben op een baan. Dat is voor deze groepen vele malen lastiger. Een laatste punt waarmee het college zich rijk rekent, betreft de grondexploitaties. Er wordt ingezien dat hierin een risico van tenminste 68 miljoen euro zit. Niet voor niets wordt er gesproken en geschreven over een zwart scenario. De SP denkt dat dit scenario zeer realistisch is. Wat niet realistisch is, is dat het college het zwarte scenario vooral een papieren verhaal laat zijn, maar verder geen actie onderneemt. Deze stadsrekening mag dan wel financieel positief uitpakken en laten zien dat de maatregelen uit de begroting als het ware daadwerkelijk zijn uitgevoerd, maar het zijn geen maatregelen die de SP zou nemen. We hebben de begroting niet gesteund en we zullen daarom de stadsrekening ook niet steunen. De voorzitter: Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Witsenhuijsen van de fractie van GroenLinks. Mw. Witsenhuijsen: Dank u wel, voorzitter. Ik wil eerst beginnen met het uitspreken van de complimenten voor de wethouder en vooral de ambtelijke organisatie voor het wederom verkrijgen van een goedkeurende verklaring van de accountant. Daarnaast wil ik ook de waardering uitspreken voor het werk van de auditcommissie die ons ieder jaar bij de jaarrekening voorziet van een uitgebreide brief die een goede leidraad is voor de bespreking van de jaarrekening. De accountant stelt in zijn rapport dat er voldoende aandacht is voor de risico's die we als gemeente lopen en voor de risicobeheersing op die terreinen en dat deze goed worden gemonitord. Wel wordt geadviseerd om nader onderzoek te doen naar de grondexploitaties. In het raadsvoorstel van de auditcommissie komt dit ook terug. Wij vinden het belangrijk dat we zicht hebben op deze risico's, maar we willen ook benoemen dat het onderzoeken van deze risico's op zich, deze risico's niet kleiner maakt. We zullen instemmen met het 3 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
onderzoek, maar we willen er voor waken dat we niet steeds hetzelfde blijven onderzoeken, dus dat het aanvullend moet zijn op wat we tot nu toe al hebben gedaan en waarover we nu bijvoorbeeld met het zwarte scenario zijn geïnformeerd. We moeten dus niet blijven steken in onderzoeken, maar we moeten iets doen met de uitkomsten van deze onderzoeken om bijvoorbeeld die risico's verder te verkleinen of beheersingsmaatregelen voor te stellen. Ook in het VGP wordt momenteel terecht veel aandacht gevraagd voor de financiële risico's. We hebben inzicht in de omvang en de benodigde reserves voor het grondbedrijf, maar we zijn als raad nog te weinig in staat om te sturen op deze risico's omdat we te weinig zicht hebben op de activiteiten die de gemeente kan uitvoeren om deze risico’s te verminderen. Hebben we genoeg informatie over de gevolgen van de risico's, over bijvoorbeeld projecten die niet door dreigen te gaan of het aantal woningen dat terugloopt? Of krijgen we alleen nog maar koopwoningen of huurwoningen in bepaalde delen van de stad? Dat zijn allemaal vragen waarop wij als gemeenteraad duidelijk antwoord willen krijgen. We moeten dus niet alleen kijken naar de financiële risico's, maar ook naar de kwalitatieve risico's zodat we ook daarin een weging kunnen maken. Binnenkort krijgen we van het college de crisismonitor waarin dit ook aan de orde komt en we wachten af of we daarin alle informatie krijgen. We denken dat het goed is om als raad op dat moment nog eens goed te bekijken of we daarmee nu de benodigde informatie hebben of dat we wellicht iets anders willen en of we op dat moment met voorstellen komen om dat op een andere manier te doen. Wij zullen dat in ieder geval doen als we denken dat dit nodig is. Dat is het in eerste instantie, dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Witsenhuijsen. Ik kijk naar de PvdA-fractie. De heer Heukelom voelt zich geroepen. Aan u het woord. Dhr. Heukelom: Dank u wel, voorzitter. Met de aankomende Kunduz-bezuinigingen en de steeds verder verslechterende vastgoedmarkt komen er opnieuw zware financiële problemen op Nijmegen af. In dat verband is het goed om te zien dat, met alle problemen die we al hebben, de gemeentelijke organisatie toch goed in elkaar zit. Ook deze jaarrekening is qua leesbaarheid een verbetering ten opzichte van vorig jaar. Het verschil tussen de najaarsnota en de jaarrekening is ook iets kleiner geworden. Ik zou het college nadrukkelijk willen aanmoedigen om dat verschil ook volgend jaar weer kleiner te maken. Tijdens de kamerronde vorige keer is het nodige al gezegd. Ik wil nog een punt naar voren halen. In het antwoord op de technische vragen met betrekking tot de uitstaande leningen van de gemeente aan andere partijen, gaf het college aan dat daarnaar een risicoanalyse is gedaan waar verder niets bijzonders uitkwam. Ik begrijp dat. Het is een standaardrisicoanalyse die ieder jaar wordt gedaan. Ik maak me toch enigszins zorgen over de leningen van 77 miljoen euro aan de woningbouwcorporaties. Ik zou het college willen vragen of het daarover nog iets meer kan zeggen. Waarom is het risico daar nul? Hoe moet ik dat precies interpreteren? Wat gebeurt er als een woningbouwcorporatie een keer in grote financiële problemen komt? Misschien kan het college daar nu niet direct op reageren, maar dan misschien op een later tijdstip. Dat voor de eerste termijn. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De fractie van D66, de heer Jetten. Dhr. Jetten: Voorzitter, dank u wel. Ik wil graag beginnen met het maken van complimenten aan de wethouder en de ambtelijke organisatie, want Nijmegen is er wederom in geslaagd om goedkeuring te krijgen van de accountant. Die goedkeuring wordt ieder jaar positiever. Natuurlijk zijn er nog verbeterpunten, aandachtspunten en die worden door de accountant en door de auditcommissie aangegeven, maar de jaarrekening is ieder jaar beter leesbaar. Fouten die er vaak in zaten, gaan er steeds vaker uit. De heer Heukelom gaf ook al aan dat het verschil tussen de najaarsnota en de jaarrekening steeds kleiner wordt. Al met al helpt dit ons als raad om onze controlerende taak ten aanzien van het college verder te verbeteren en beter uit te voeren. Twee zaken vallen op in de jaarrekening en dat zijn eigenlijk waarschuwingen. Over enkele weken praten we over de perspectiefnota. Als we de jaarrekening lezen, dan zien we dat er een grote toename is van het bijstandsvolume. Dat is niet gek en het heeft ook niet een-op-een te maken met het afschaffen van subsidiebanen. In heel Nederland hebben we te maken met een economische crisis, een recessie. Dat leidt tot meer werkloosheid. Dat leidt ook tot meer aanspraken op de bijstand. De gemeente kan daar actief op sturen en dat zal de gemeente ook moeten doen om op de lange termijn problemen te voorkomen. De jaarrekening is wat ons betreft een stevig signaal aan het college. Ik ga 4 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
ervan uit dat we bij de behandeling van de perspectiefnota – en ook richting de begroting – meer actie zullen zien over hoe we als gemeente Nijmegen moeten reageren op dat bijstandsvolume. 2011 was een jaar waarin we als raad een aantal belangrijke hervormingen op het gebied van zorg en welzijn hebben vastgesteld. Het waren hervormingen waaraan een lange voorbereiding voorafging. Wat ons betreft, hebben we de Wmo-beleidsnota, maar ook de verordening toen betrekkelijk laat vastgesteld. Dat is jammer, omdat we daardoor de mensen in onze stad te laat hebben geïnformeerd over onder andere de hoogte van de eigen bijdrage. We zien dat ook in de jaarrekening weer terug en daarom wederom een oproep aan het college om ervoor te zorgen dat die vaart er nu ook goed in blijft bij zorg en welzijn. De perspectiefnota doet weer een aantal volgende stappen in de hervorming op dat terrein. Ik wil echt benadrukken dat we dat hoge tempo moeten vasthouden. Voorzitter, Twitter wordt steeds belangrijker en iedereen die Twitter volgt, heeft zojuist kunnen zien dat de fractievoorzitter van de VVD een nieuwe mooie blog heeft geschreven. De laatste blog gaat over de Jaarrekening 2011 met als titel 'Athene aan de Waal'. De VVD grijpt daarbij terug naar de kamerbehandeling van de jaarrekening en zegt daarbij dat Nijmegen op korte termijn meer leent omdat wij mogen lenen. De blog impliceert dat wij hier met Griekse toestanden te maken hebben. Volgens mij moeten we dat allemaal niet gaan overdrijven, want dat creëert echt onnodige onrust. Wij hebben allemaal nog technische informatie gekregen naar aanleiding van de kamerbespreking en daarin is heel duidelijk geworden dat die overschrijding van de korte termijn niet waar is. We moeten ernaar kijken hoeveel wij lenen als gemiddelde, over een kwartaal heen. Dan blijft Nijmegen prima binnen de normen. Was dat niet het geval geweest, dan had de provincie ingegrepen. Het lijkt mij verstandig dat wij ook als raadsleden zorgvuldig omgaan met dit soort belangrijke zaken als de jaarrekening. Tot slot, voorzitter, nog een vraag over het voorstel van de auditcommissie. Wij kunnen ons prima vinden in alle aanbevelingen die de auditcommissie doet. Ik zie alleen bij punt 4.a staan "… het college opdracht te geven de gemeenteraad uiterlijk bij de aanbieding van de Stadsbegroting 2013–2016 de voornoemde onderzoeken voor te leggen.” We hebben natuurlijk graag zo veel mogelijk informatie bij die stadsbegroting, maar ik heb ook begrepen dat een aantal zaken – zoals de onderzoeken naar de onderwijshuisvesting, maar ook de onderzoeken naar de vraag op de woningmarkt – eigenlijk gepland staat voor andere termijnen. Mijn vraag aan het college is: lukt het u om dit voor de stadsbegroting al aan ons voor te leggen en zo nee, wanneer dan wel? Dat was het voor de eerste termijn. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De fractie van de VVD en gelukkig in vivo en niet per blog. De heer Peters. Dhr. Peters: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, de gemeente staat er financieel niet goed voor. De stad is in 2011 geconfronteerd geweest met een negatieve liquiditeit, wat zo veel wil zeggen als dat we in een situatie terecht zijn gekomen waarin we als gemeente de ene creditcard met de andere creditcard gaan aflossen. Daarmee is een historisch en financieel dieptepunt voor de stad bereikt. In de afgelopen jaren is een soortgelijke situatie in Nijmegen nog niet voorgekomen. Zorgwekkende berichten zijn er te melden over de toestand van onze reserves. De algemene bedrijfsreserve is onder niveau en dat betekent dat we onvoldoende geld over hebben om tegenvallers in de grote projecten op te vangen. Ons laatste redmiddel, de saldireserve, moet dan worden aangesproken en ook deze buffer is onvoldoende gevuld om deze klappen daadwerkelijk op te vangen. Kortom, onze lopende begroting loopt direct gevaar. Overigens wordt het beeld geschetst dat de saldireserve op niveau is, maar schijn bedriegt. Risico's tot 100.000 euro worden teruggeduwd in de programma's. Het college stelt dat deze risico's worden opgevangen binnen die lopende programma's. Dat is opvallend, want het zijn juist deze programma's die al geconfronteerd worden met extra bezuinigingen. Dhr. Jetten: Voorzitter, mag ik een vraag stellen? De voorzitter: Uiteraard, bij interruptie. Dhr. Jetten: Ik ken de heer Peters als een medestander als het gaat om het naleven van de zalmnorm hier in de gemeente Nijmegen. Wij bepleiten dat al sinds 2010 samen. Die zalmnorm houdt onder andere in dat tegenvallers binnen de eigen programma's worden opgelost. Laat u dat nu los?
5 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Dhr. Peters: Ik wil daar wel kort op ingaan, voorzitter. Het gaat er natuurlijk om dat je de risico's die je loopt in beeld brengt, dat je die realistisch weergeeft. Op het moment dat die met de saldireserves moeten worden opgevangen omdat die simpelweg niet binnen de programma's kunnen worden opgevangen, dan moet je dat in beeld brengen. Door het terugduwen van de risico's tot 100.000 euro – let wel in totaal gaat het om 1,2 miljoen euro – vegen we eigenlijk de risico's onder het tapijt en doen we alsof het allemaal in orde is. Dhr. Jetten: Voorzitter, ik kan dus concluderen dat de VVD-fractie het beter vindt om dan maar geld uit de saldireserve te halen om die tekorten op te lossen, in plaats van bij de perspectiefnota en ook nu vanavond het college te vragen om die problemen binnen die programma's op te lossen. Dhr. Peters: Nee, voorzitter, het gaat om een realistische weergave van de stand van zaken. Dat betekent dat de risico's die nu eenmaal redelijkerwijze niet kunnen worden opgevangen in de programma's, inzichtelijk worden gemaakt en dat voorzieningen worden getroffen in de saldireserves. Dat is echt iets anders dan het onder het tapijt vegen van risico's zoals D66 blijkbaar voorstelt. Dhr. Jetten: U bent er tevreden mee dat we de saldireserve ophogen naar minimaal 45 miljoen euro, zodat we die klappen kunnen opvangen? Dhr. Peters: Voorzitter, ik ben er tevreden mee als de saldireserves worden opgehoogd tot het niveau dat wenselijk is en dat daarmee de risico's echt inzichtelijk worden gemaakt en dat we voorzieningen treffen voor de risico's waar we nu eenmaal mee te kampen hebben. Voorzitter, ik ga verder. Ik heb het zojuist al aangegeven, het is dus opvallend want die programma's worden al geconfronteerd met bezuinigingen. Hoe kunnen dan in die programma’s nog eens extra tegenvallers worden opgevangen? Zoals gezegd, bij elkaar opgeteld, lopen we voor 1,2 miljoen euro extra risico's zonder dat we hiervoor voorzieningen hebben. Hoe geloofwaardig is het in dit licht te stellen, meneer Jetten, dat de reserves momenteel een solide buffer vormen als er tegenvallers zijn? Een groot punt van zorg is het inzichtelijk maken en doorrekenen van risico's. De opmerking van de accountant dat de risico's in de grondexploitaties onvoldoende in beeld en doorgerekend zijn, baart de VVD grote zorgen. Een financieel solide beleid begint toch bij het realistisch inschatten en doorrekenen van de risico's? Het is dus maar de vraag of we slechts een tekort hebben van 8 miljoen euro in de ABA of dat we eigenlijk een veelvoud hiervan nodig hebben. Voorzitter, de financiële dijken van Nijmegen lekken en we weten dat er nog een stormvloed aan bezuinigingen en tegenvallers aan zit te komen. Als we willen dat Nijmegen de komende jaren financieel het hoofd boven water blijft houden, dan is het de hoogste tijd voor een Nijmeegs financieel deltaplan en een daadkrachtige wethouder Financiën die hieraan uitvoering geeft. Dhr. Jetten: Voorzitter. De voorzitter: De heer Jetten. Dhr. Jetten: Voorzitter, ik ben het natuurlijk met de heer Peters erover eens dat we risico's lopen in de grondexploitaties. Ik lees ook in de brief van de accountant en van de auditcommissie dat daarop meer actie nodig is. We kunnen daarover nu een heel dramatisch verhaal gaan houden en net doen alsof deze stad de komende tijd gaat verzuipen, maar u weet ook dat er een zwart scenario ligt. U weet ook dat we over twee weken bij de perspectiefnota over die risico's praten. Ik zou het heel prettig vinden en ook eerlijk als u dat ook meeneemt in uw verhaal en niet net doet alsof wij hier een of ander dramatisch Grieks eiland zijn dat gaat verzinken in de Waal. Dhr. Peters: Voorzitter, een korte reactie daarop en dan ga ik meteen in op de opmerking die de heer Jetten al eerder maakte over de kasgeldlimiet. D66 bagatelliseert de situatie. We zitten in een stevige crisis en de stormvloed aan bezuinigingen vanuit het Rijk zal komen onder andere, gelukkig, met uw landelijke steun in Den Haag. Daar zijn we blij mee en ik hoop dat u die lijn in Nijmegen ook wilt voortzetten. Dan over de kasgeldlimiet waar de heer Jetten het kort over had. Meneer Jetten, we hebben de kasgeldlimiet overschreden met 34% en we mogen blij zijn en in onze handjes knijpen dat Jan 6 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Markink, onze gedeputeerde, nog coulant is naar Nijmegen en dat we het uit mogen middelen naar kwartaalbasis. We waren er royaal overheen. Dhr. Jetten: Voorzitter. De voorzitter: Meneer Jetten, nog een heel korte reactie, want ik heb het idee dat u vanavond op dit punt niet het bondgenootschap zult sluiten met de liberale familie. Dhr. Jetten: Voorzitter, ik zou het prettig vinden als de heer Peters mij zou uitleggen hoe de regels over kasgeldlimieten dan werken. We hebben daar met ons allen ambtelijke antwoorden op gekregen en daarin staat dat er voor ieder kwartaal een gemiddelde wordt gemaakt. Als u daar andere informatie over hebt, deelt u die dan alstublieft met deze raad, want wij doen het nu met ons allen met de antwoorden die wij ambtelijk hebben gekregen naar aanleiding van uw vraag in de kamerronde. De voorzitter: Het lijkt me helder. Ik geef de heer Heukelom nog even kort het woord voor een reactie, neem ik aan, op de spreker en niet op de interruptie. Dhr. Heukelom: Exact. Het gaat over de kasgeldlimiet. Ik begrijp dat de VVD de regeltjes vreselijk belangrijk vindt. De regel over de kasgeldlimiet is ook een belangrijke regel, dat ben ik met u eens. Maar wat is nu het inhoudelijke punt? We hebben een aantal miljoenen korter dan een jaar gefinancierd. Goed, dan doen we de helft daarvan in een lening van twee jaar en dan is het probleem opgelost. Wat is hier nu het inhoudelijke probleem voor de VVD? Dhr. Peters: Voorzitter, een korte reactie. Wij vinden het belangrijk dat we regels handhaven die we met elkaar hebben gesteld om ervoor te zorgen dat er een financieel deugdelijk beleid wordt gevoerd en dat we ons aan die regels houden. Nogmaals, we mogen in onze handjes knijpen dat vanuit de Provincie Gelderland de norm wordt gehanteerd dat we mogen uitmiddelen. De wet – en ik wijs de heer Jetten erop dat hij dat zelf na kan lezen – zegt duidelijk dat er een norm is en die norm mag niet worden overschreden en dat hebben we wel gedaan. Dhr. Heukelom: Dan moet u ook echt even aangeven waarom het verhaal van het college – dat we er wel onder zitten – niet klopt. Dhr. Peters: Voorzitter, heel kort. We hebben de wet overtreden en we mogen in onze handjes knijpen dat de toezichthouder coulant is. De voorzitter: Ik dank de heer Peters en ik geef het woord aan de heer Van Hees van de Stadspartij Nijmegen Nu!. Dhr. Van Hees: Voorzitter, zo te horen hebben wij zo links en rechts behoorlijk wat vrienden zitten in Arnhem, in Den Haag en daar mogen we dan blij mee zijn. Ik heb die vrienden niet, ik doe het gewoon met Nijmegen. Ik ben het niet eens met mijn rechterbuurman van de VVD die hier een doemscenario schetst alsof de stad bijna verzopen is. We staan er redelijk voor. Bijna alle steden in Nederland hebben het moeilijk. Ik vind dat we er redelijk voorstaan, soms beter dan andere steden en daar hebben we ons best voor gedaan. Wij vinden natuurlijk ook plus- en minpunten bij het college, maar we hoeven niet te doen alsof we nu echt zijn verzopen. Het gaat hier om de stadsrekening en om het verhaal van de auditcommissie. We kunnen volledig achter het verhaal van de auditcommissie staan. Over de stadsrekening hebben we in de kamers heel veel discussies gehad en toen bleek al dat het een moeilijk fenomeen is. De stadsrekening gaat erover wat je het afgelopen jaar met je geld hebt gedaan. Heb je het goed uitgegeven aan waarvoor je het hebt bedoeld? Bijna de helft tot driekwart van de raadsleden en de leden die in de kamer zaten – ik moest ook mezelf tegenhouden om het niet te doen – begonnen al te praten over de perspectiefnota, over de toekomst, terwijl we hier toch even terugkijken naar het verleden. Ik zag trouwens vanavond een motie langskomen die volgens mij ook bij de perspectiefnota thuishoort en niet hier. Dhr. Hulskorte: Dat klopt. 7 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Dhr. Van Hees: Ik ben dus niet helemaal dom. Maar nu even terug naar het verhaal. Er zijn inderdaad grote risico's, onder andere in de grondexploitaties en dat weten we. We zijn daar al een jaar of anderhalf jaar mee bezig. Het college is daar behoorlijk voor gewaarschuwd en ik moet zeggen dat het college langzaamaan op stoom komt om dat ook op te pakken. In het stuk staat ook dat onzekerheden nog onvoldoende zijn gekwantificeerd, maar we hebben vanavond een besloten vergadering gehad om te bekijken hoe we dat gaan aanpakken. Het kan rampspoed worden, maar ik denk dat in veel steden in Nederland die rampspoed nog groter is. We moeten dat onderzoeken en we moeten bekijken hoe we daarmee aan de slag gaan. Daarnaast komt de meicirculaire nog en er werd hier ook gesproken over het Kunduz-akkoord. Laat ik dit het Lenteakkoord noemen of misschien straks het Herfstakkoord, want je weet dat ook niet met een nieuw kabinet. Het is in ieder geval zo dat er erg veel rampspoed over de gemeenten – niet alleen Nijmegen – heen is gekomen in het afgelopen jaar. Wij hebben daarvoor maatregelen moeten nemen bij de gesubsidieerde banen, bij de Wmo, bij zorg en welzijn. Ik weet dat de SP – die er iedere keer weer over begint – het wil terugdraaien, want de SP heeft ergens 20 miljoen euro gevonden. Wij hebben dat geld niet en ik vind dan ook dat wij toch met dit beleid door moeten gaan, ondanks het feit dat daar veel minpunten en slechte punten aan zitten. In de herfst moeten we dan bekijken wat er allemaal niet doorgaat vanuit het rijksbeleid en hoe wij dat misschien hier en daar kunnen verzachten, maar voorlopig steunen we het college in het doorzetten van deze zaken. Ook ik praat nu weer toekomstgericht in plaats van vanuit het verleden. Ik wil er nog het volgende over zeggen. Zoals meerdere mensen hebben gemerkt, heb ik het hierover uitgebreid gehad met de heer Hillen. Hij weet financieel veel meer dan ik – dat geef ik gewoon toe – en de heer Hillen zal het stuk over het financieel verhaal ook namens mij houden. Dank u. De voorzitter: Kijk aan. U bent aangekondigd. De heer Hillen, namens het CDA. Dhr. Hillen: Dank u wel, voorzitter. Namens het CDA en financieel-technisch ook namens de Stadspartij Nijmegen Nu!, zoals u hoorde. Het college heeft weer een goedkeurende accountantsverklaring gekregen. Ook ambtelijk geeft dit natuurlijk aan dat een aantal problemen die er in het verleden waren, nu in ieder geval beter op de rails staat. Een decharge is terecht, maar tegelijkertijd zeg ik daarbij dat het CDA, en ook de Stadspartij Nijmegen Nu!, altijd hebben gezegd dat wij de VGP voor kennisgeving aannemen en dat blijft ook zo, zeker nu de accountant ons gelijk geeft wat de grondexploitaties betreft. Er zijn zo veel onzekerheden die nog onvoldoende gekwantificeerd zijn, dat daardoor nog geen volledige relatie gelegd kan worden tussen de financiële effecten van de risico's en onze risicoreserve en dat is zeer zorgelijk. Dat betekent ook dat dit een bevestiging is van onze positie die we daarover in het verleden hebben ingenomen en het is zeker ook een bevestiging van wat we de afgelopen maanden hebben gezegd. Ook mijn collega Busschops heeft meerdere keren aangegeven dat er marktanalyses nodig zijn, dat er voortdurende monitoring nodig is, consequent en liefst per kwartaal en niet per halfjaar. We zien dat als we dat om het halfjaar doen, we dan een jaar verder zijn. De risico's en de crisis nemen nu zo snel vormen aan die we allemaal niet hebben gewild, dat we gewoon achter de feiten aan lopen. Door de accountant is nog een aantal andere opmerkingen gemaakt. Ik sluit me helemaal aan bij de opmerking van de heer Heukelom van de fractie van de PvdA, die heel duidelijk aangeeft dat bij onze gewaarborgde geldleningen, geldleningen aan de woningcorporaties zitten en dat daar wel degelijk een risico in zit. Ik verwijs dan ook naar mijn opmerkingen die ik regelmatig heb gemaakt dat u voortdurend zegt: Nee, risico's komen niet simultaan op ons af. Juist bij zoiets als geldleningen en tegelijkertijd corporaties gaat het over woningbouw, dan gaat het ineens over de Waalsprong en dan komen er ineens een heleboel risico's simultaan op ons af en dat zou ons wel eens ernstig in de problemen kunnen brengen. Ik vraag u nogmaals om voorzichtiger te zijn met te roepen dat het niet simultaan optreedt, want juist nu gaat het wel simultaan optreden. De accountant heeft ons er ook op gewezen dat ons eigen vermogen wel heel erg laag is ten opzichte van het vreemd vermogen. Dat is een risico. Dat betekent namelijk dat we in de financiering van ons vreemd vermogen uiteindelijk heel erg renteafhankelijk zijn. Als die rente toevallig een keer weer gaat stijgen, dan hebben we daar uiteindelijk wel een probleem. Misschien niet op de korte termijn, maar wel op de middellange termijn krijgen we dan problemen. De accountant heeft ook gewezen op iets wat ook samenhangt met onze grondexploitaties, namelijk dat onze dossiervorming nog steeds niet op orde is. Juist bij dossiervorming bij de grondexploitaties is het ernstig dat de dossiervorming niet op orde is. Ik ga met veel angst en beven in het rekenkamerrapport bekijken wat er allemaal nog boven 8 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
tafel komt. Ik vermoed dat de dossiervorming daar weer bij zit. Wethouder, zorg er nu voor dat die dossiervorming beter op orde komt. Ernst & Young heeft ons er ook op gewezen dat u veel meer aandacht moet besteden aan een onafhankelijke controle bij de grondexploitaties. Ik lees het zo dat concerncontrol dieper bij ons in het grondbedrijf moet bekijken waar de risico's zitten. Ook daar hebben we regelmatig op gewezen, dus dat concerncontrol veel meer macht in ons ambtelijk apparaat moet krijgen om dieper te kijken in onze financiële positie. Tot slot onze vermogenspositie, waar de accountant ook op heeft gewezen. Ik heb niet voor niets in de technische voorronde gevraagd om een uitdraai van onze reservepositie over een periode van vier of vijf jaar – dank dat u dat netjes hebt gedaan – en dan ziet iedereen dat onze vermogenspositie in 2011 drastisch is verlaagd van 210 miljoen euro naar opeens 130 miljoen euro en dat is wel heel drastisch. Ik ben het met de VVD erover eens dat we ook in de algemene bedrijfsreserve omlaag zijn gegaan, van 25 miljoen euro naar 20 miljoen euro en dat betekent dat we daar echt heel zwak zitten. Bij de saldireserve zijn we van 54 miljoen euro naar 48 miljoen euro gegaan. Dat betekent dat er echt wel alarmbellen moeten rinkelen, wethouder, ook bij u. Dit soort cijfers kunnen we ons misschien eenmalig permitteren in 2011, maar die kunnen we ons in de komende jaren echt niet meer permitteren. Dat alles gezegd hebbend, heb ik eigenlijk ook al een stemverklaring gegeven namens onze twee partijen als het gaat om de VGP en daarom hoef ik dat straks niet meer te doen. Dank u wel, voorzitter. De voorzitter: Ik ben u dankbaar voor deze voeging. Het woord is aan de VSP, de heer Brom. Dhr. Brom: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, de VSP wil het college en de ambtenaren complimenteren met een heldere jaarrekening, die ook nog eens de goedkeuring draagt van de accountant. We zien wel een financieel verschil in de loop van de najaarsnota en de jaarrekening van ca. 6,5 miljoen euro. Hoewel dit een groot bedrag is, valt dit nog mee ten opzichte van de balanstotalen. Het geeft echter naar onze mening wel aan dat dit college wat de financiën betreft de vinger niet helemaal aan de pols heeft. Juist daar gaan onze zorgen naar uit. Dit college heeft enkele jaren van onze reserves kunnen genieten en zo een bestuurlijke rust gecreëerd. De VSP is van mening dat dit college heeft gedacht: we zitten de storm wel uit. Voorzitter, ik heb u voorgerekend dat we over het jaar 2000 94 miljoen euro hebben ingeteerd om de financiën afgedekt te krijgen. Nu kunnen we lezen dat we over 2011 ca. 80 miljoen euro hebben ingeteerd, namelijk 58 miljoen euro uit de Nuon-reserves en 22 miljoen euro uit de saldireserve. We vragen ons af of het inzetten van de Nuon-reserves wel zo verstandig was, want we wisten dat onze grondexploitaties onder druk staan. We krijgen dan wel als toetje 3,2 miljoen euro terug als winstuitkering. Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar we neppen onszelf. Aan het begin van het jaar haal je geld van je spaarrekening af en als er nog geld in de knip zit, zeg je aan het eind van het jaar: dit heb ik verdiend. We zijn nu zo ver dat er geen grepen meer gedaan kunnen worden uit de reserves en dat met de vooruitzichten voor de grondexploitatie, bijstandsontwikkeling, onderwijshuisvesting, openeinde-Wmo-voorzieningen etc. etc. Voorzitter, de tijd van overleven op reserves is voorbij. Er volgt nu een tijd van bezuinigingen, moeilijke keuzes en snijden in eigen vlees. We zijn dan ook benieuwd of het college nu zijn eigen stormen zal kunnen trotseren. Deze jaarrekening – en daarmee de verantwoording – klopt zoals opgedragen door de coalitiepartijen. Wij als seniorenpartij zullen dus afwegen of het college heeft gedaan wat het was opgedragen. Verder kan ik meegaan in de zienswijze van de auditcommissie. Daar laat ik het even bij. Ik wil nog even melden dat we de motie die door ons is ingediend over de wijkcentra, meenemen in de behandeling van de perspectiefnota. Dank u wel, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de heer Janssen van Gewoon Nijmegen. Dhr. Janssen: Dank u, voorzitter. Ik hou het in ieder geval kort. In de raadskamers is dit accountantsrapport al veel besproken. Nu is er weer een aantal zaken aangegeven door de fracties. Wij hebben hierop geen verdere aanvullingen op dit moment. Dat was het, heel kort. De voorzitter: Dank u, meneer Janssen. Ik geef voor de reactie van het college allereerst het woord aan wethouder Jeene.
9 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Wethouder Jeene: Voorzitter, dank u wel. Allereerst is het college buitengewoon blij met de goedkeurende verklaring van de accountant en de waarderende woorden van de raad richting de ambtelijke organisatie en ik geef dat graag aan haar door. Niet alleen goedkeurend, maar ook weer binnen strengere normen, strengere grenswaarden, dan vorig jaar. Ik loop een aantal vragen en opmerkingen van u langs. Allereerst richting de VVD, de heer Peters. Wat zijn de overeenkomsten tussen Griekenland en Nijmegen? Vandaag: het is warm en dat is het ook. Inhoudelijk denkt de accountant daar gelukkig anders over. De accountant heeft een goedkeurende verklaring gegeven en zegt dat er een goede risicoattitude is en een goede balanspositie, vermogenspositie en een goed weerstandsvermogen. Tegelijkertijd – en alle fracties vragen daar eigenlijk aandacht voor – geeft de accountant weer: let op, vooral op de grondexploitaties. Daarbij zijn de risico's sterk toegenomen. Dan even een zijstapje, niet alleen naar de stadsrekening, maar we hebben vanavond ook een bespreking gehad over het zwarte scenario. Dat is ook publiek natuurlijk. Er zit een ultiem risico in van ongeveer 68 miljoen euro. De tijd wijzigt en dat betekent dat je daar heel erg bovenop moet zitten en dan niet alleen als er een vraagvertraging optreedt, maar ook of die vraag überhaupt aan de orde is. Daar meteen op doorpakkend richting het advies van de auditcommissie en daarvoor ook het advies van de accountant, we nemen die adviezen graag over om met name te bekijken wat de effecten zijn van die grondexploitaties. Vooral de onderzoeken op bijvoorbeeld Bergerden en ik kan er meer bijpakken zoals De Grift, Ressen etc. We nemen die adviezen dus graag over. Dan meteen het antwoord op de vraag van de heer Jetten, want de auditcommissie scherpt nog een beetje aan wat de accountant heeft gezegd. De auditcommissie zegt: kunt u dat al bij de begroting van 2013 meenemen? Dat gaat voor bijvoorbeeld Bergerden, maar ook voor Ressen en voor De Grift wel, maar voor twee zaken is dat iets ingewikkelder. Dat betreft het woononderzoek dat laat in het najaar op stadsregionaal niveau wordt uitgevoerd en dat een lopend onderzoek is dat we eigenlijk niet kunnen versnellen. De tweede zaak is de doorcentralisatie van het onderwijs. Daarover zijn afspraken gemaakt met de onderwijsinstellingen en dat komt in het voorjaar van 2013 op tafel. Als we de aanbevelingen van de auditcommissie zo mogen interpreteren en we er zo mee mogen omgaan, dan zullen wij zo veel mogelijk onderzoeken en consequenties daarvan bij de begroting meenemen. Vanmiddag en ook vanavond is gezegd dat ook de risiconota – met de meest recente inzichten – in oktober a.s. komt. Daarin staat zo veel mogelijk een update van hoe we ervoor staan en wat de verwachtingen zijn over economische groei, daling en krimp en hoe we dat vertalen in planexploitaties. Dhr. Jetten: Voorzitter, nog een verhelderende vraag. De wethouder noemt het onderzoek onderwijshuisvesting dat in het voorjaar van 2013 wordt afgerond. Is dat op tijd zodat het mee kan in de perspectiefnota die we dan dat voorjaar bespreken, of wordt het dan bij de begroting van volgend jaar? Wethouder Jeene: Nee, we streven naar de perspectiefnota omdat het toch dermate grote getallen kunnen zijn dat ze de begroting van 2014 ernstig kunnen beïnvloeden. Mevr. Helmer: Voorzitter. De voorzitter: Mevrouw Helmer. Mevr. Helmer: Even praktisch voor mij. Als het gaat om die planexploitaties, die onderzoeken, ligt er een zwart scenario. Wat gaat er nu gebeuren om dat zwarte scenario geen werkelijkheid te laten worden? Wethouder Jeene: Een aantal zaken, zoals ik zojuist aangaf. We gaan marktonderzoek doen om te laten zien of er een vraaguitval is of een vraagvertraging. Er zijn het afgelopen jaar, bijvoorbeeld bij de Waalsprong, al inhoudelijke maatregelen genomen voor tientallen miljoenen. Op het moment dat je bij de risiconota gaat bekijken wat de stand van zaken is en welke maatregelen we moeten nemen, dan komt de vertaling daarvan. Waar we nu staan met dat zwarte scenario is dat we een doorrekening hebben gemaakt van de parameters die de raad heeft aangegeven waarmee we moeten werken en dat levert dat bedrag op. Daarop komen we in de verdere uitwerking terug, onder andere bij de risiconota maar ook later bij de begroting en de perspectiefnota. De voorzitter: Mevrouw Helmer. 10 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Mevr. Helmer: Toch nog even voor mijn eigen conclusie. Er vinden onderzoeken plaats, de tijd gaat verder en het zwarte scenario wordt werkelijkheid. Wethouder Jeene: De parameters die in het zwarte scenario staan, gaan ervan uit dat de Nederlandse economie, om dat maar zo te zeggen, pas in 2015 aantrekt en daarmee de vastgoedmarkt in 2016. Dat soort effecten op nationaal niveau kunnen wij als stad Nijmegen niet beïnvloeden. Wat we wel kunnen doen, is onze plannen daarop aanpassen en bekijken of we daar moeten afboeken of extra moeten bijstorten en hoe we dat moeten doen. Het zou dus kunnen zijn, dat zeg ik dan maar hier, dat als die getallen heel erg groot zijn, we dat niet uit de bestaande saldireserves of de ABR kunnen halen. Ik heb dat ook aangegeven in de brief die wij hebben gestuurd naar aanleiding van het zwarte scenario. Het zou dan betekenen dat je tot extra bezuinigingen zou moeten overgaan. Dat is voor de bespreking van de stadsrekening nu natuurlijk nog niet aan de orde, maar het zou het geval kunnen zijn op het moment dat het zwarte scenario zich inderdaad voltrekt. Ik heb vanavond ook gezegd dat als je kijkt naar waar we nu staan, dat aanzienlijk anders is dan onder andere in Griekenland, meneer Peters, en aanzienlijk anders dan hoe we met ons allen denk ik in Europa aankeken tegen de economische ontwikkeling. Je moet dan eigenlijk zeggen dat het pessimistische scenario waar we nu mee werken en dat in november vorig jaar is vastgesteld, eigenlijk al een beetje achterhaald is. In die zin is het inderdaad van groot belang dat over de saldireserves bij de vaststelling van de begroting door de raad al een eerste stap is gemaakt in december, omdat daar de ondergrens is verhoogd en ook een extra bedrag van 10 miljoen euro is ingebouwd. Of dat voldoende is, gezien waar we nu staan, is hoogst onzeker en daar komen we bij de verdere uitwerking op terug. Van de daling van de reserves van 210 miljoen euro naar 130 miljoen euro is een kleine 60 miljoen euro inderdaad door het anders inzetten, anders omgaan, met de Nuon-reserves. Dhr. Hillen: Voorzitter, dat is maar eenmalig. Ik zeg nu juist tegen u dat dit niet nog een keer mag gebeuren. Dat kan niet nog een keer. Wethouder Jeene: Dat kan niet nog een keer, dat is evident, maar dat is een andere – een gedeeltelijk boekhoudkundige – inzet daarvan waartoe de raad in december 2010 heeft besloten. Dan over de risico's kleiner dan 100.000 euro – de heer Peters duidde daarop – voor een totaal bedrag van 1,2 miljoen euro, wat inderdaad ook was aangegeven in de technische vragen. Toch gaan we ervan uit dat die in principe bij de programma's horen die vele malen groter zijn dan 100.000 euro en het totaalbedrag is dan 1,2 miljoen euro. Gezien het totaal is dat, denk ik, een te overkomen iets. De Wet fido en een aardige VVD-gedeputeerde in Arnhem. We hebben daar een en andermaal op gereageerd. Ik verwijs nogmaals naar de pagina's waar het staat. Het is echt conform de regels en niet alleen ik vind dat, maar ook de accountant vindt dat. Een verdere technische discussie hierover is, denk ik, nu niet aan de orde. De heer Heukelom vroeg: hoe hebt u nu de risico's rondom woningbouwcorporaties beoordeeld? Het is inderdaad een standaardanalyse geweest. Dat doe je dan op basis van de vragen of er een normaal verloop zit in rentebetaling en in aflossing of dat we signalen krijgen dat het er buitengewoon raar uitziet. Dat soort analyses hebben plaatsgevonden. We gaan niet ieder jaar bijvoorbeeld de jaarrekeningen en alles wat erbij zit van al die verschillende woningcorporaties analyseren. Dat zouden we natuurlijk wel moeten doen op het moment dat we echt – laten we dan het voorbeeld Portaal nemen – signalen krijgen dat het ernstige vormen gaat aannemen. Meneer Hillen, u hebt gelijk, dat het zo zou kunnen zijn dat vooral als dingen slecht gaan, ze dan tegelijkertijd slecht gaan. Vandaar dat we in een eerdere fase al een risicodemping van twintig naar tien hebben uitgevoerd, maar dat vergt opnieuw heroverweging en dat ben ik helemaal met u eens. Als de balletjes gaan rollen, dan kunnen ze tegelijkertijd gaan rollen en dan elkaar versterken. Het vergt echt een nieuwe heroverweging. Ik bekijk even welke vragen ik nog niet heb beantwoord. Het gaat dan over de jaarrekening. Daarin wordt verslag gedaan over wat er het afgelopen jaar inhoudelijk en financieel is gebeurd. U vraagt om een inzicht in wat het inhoudelijk betekent voor mensen die uit een gesubsidieerde baan komen en in de bijstand terechtkomen. Dat was uw concrete vraag, begrijp ik. Mevr. Helmer: De vraag is wat de afschaffing van de gesubsidieerde banen ons kost. Mensen verdienen nu iets, hebben daar ook nog een maatschappelijk nut. Ze doen dus ook nog iets goeds voor het 11 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
geld dat ze krijgen. Nu komen ze in de uitkering. Wat kost dat nu? Hoeveel meer van de uitkeringsgerechtigden komen uit die gesubsidieerde banen? Wethouder Jeene: U neemt het mij niet kwalijk dat ik dat getal nu niet paraat heb, maar natuurlijk is dat uit te zoeken. Mevr. Helmer: Dat is dus een toezegging dat wij die cijfers krijgen? De voorzitter: Bij dezen. Wethouder Jeene: Dat waren, dacht ik, de vragen uit de raad. De voorzitter: Mocht er nog iets overblijven, we gaan nu over naar de tweede termijn. Ik neem aan dat die redelijk compact en overzichtelijk en dus wellicht snel kan zijn. Mevrouw Helmer van de fractie van de SP, hebt u nog behoefte aan een tweede termijn? Mevr. Helmer: Graag. Dank voor de toezegging van een beeld wat de afschaffing van gesubsidieerde banen gaat kosten, want dat is uiteindelijk nog nooit meegenomen in alle plannen en er komen wel weer bezuinigingen aan. Wat het zwarte scenario betreft, hoor ik meerdere fracties nu zeggen dat dit verder onderzocht moet worden en dat er rekening mee moet worden gehouden. De SP heeft afgelopen oktober een plan gelanceerd waarin al gesteld wordt dat als we nu beginnen te bouwen, de kosten minder zullen oplopen. Ik zou dus zeggen: onderzoek het, maar ga vooral iets doen. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Witsenhuijsen? Geen behoefte aan een tweede termijn. De heer Heukelom? Geen behoefte aan een tweede termijn. De heer Jetten? Ook niet. De heer Peters van de fractie van de VVD. Dhr. Peters: Dank u wel, voorzitter. Deze wethouder lijkt zich nogal te bedienen van het credo ‘Als de accountant het zegt, dan zal het wel goed zijn.’ Maar de accountant checkt alleen op rechtmatigheid en dat zegt vervolgens helemaal niets over of iets daadwerkelijk verstandig is om te doen, want dat is een afweging die de wethouder en het college moeten maken. Voorzitter, de kasgeldlimiet is overschreden en op pagina 342 staat het zelfs in grafiekvorm. Nogmaals, we mogen blij zijn dat de toezichthouder daar royaal mee omgaat. Dhr. Heukelom: Voorzitter. De voorzitter: De heer Heukelom. Dhr. Heukelom: Klaarblijkelijk heeft de heer Peters informatie over wat de toezichthouder vindt en dat hij hier coulant mee omgaat. Zou u die informatie door kunnen sturen? Dhr. Peters: Voorzitter, het staat in de stukken. Het is gewoon te zien hoe de provincie hiermee omgaat. Het betekent dat in de provincie Gelderland gemiddeld mag worden op kwartaalbasis, maar de wet is heel duidelijk: de norm is de norm. Dhr. Heukelom: Ik heb geen bericht van het college gezien dat de gemeente Nijmegen de regels overtreedt, zich daar niet aan houdt, maar dat de provincie coulant zou zijn. Dus als u die informatie door zou willen sturen, dan erg graag. Dhr. Peters: Voorzitter, ik verwijs alleen naar de jaarrekening. Dhr. Jetten: Voorzitter, als de accountant toetst op rechtmatigheid, dan had de accountant geen goedkeuring gegeven als de gemeente deze wettelijke regelgeving had overtreden. Dhr. Peters: Voorzitter, dat zou hij wel doen omdat hij ook kijkt hoe de toezichthouder daarmee omgaat en de toezichthouder is coulant. Voorzitter, het grote probleem is dat we blijven lenen. We heb12 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
ben een jaar lang zelfs een negatieve liquiditeit gekend: creditcard met creditcard betalen. Het grote probleem is dat het verdienvermogen niet op orde is. Hoe gaan we die leningen uiteindelijk weer terugbetalen? We hebben 68 miljoen euro risico in het zwarte scenario en er zijn geluiden dat het misschien nog zwarter is. Kortom, hoe gaan we dat geld terugverdienen? Er zal een einde komen aan de leencapaciteit die de gemeente heeft en de vraag is daarom nu: wanneer wordt er begonnen met het financiële deltaplan? De voorzitter: Er is nog een interruptie van de heer Heukelom. Dhr. Heukelom: Nog een vraag. Ik begrijp de heer Peters niet helemaal. Heeft hij het nu over de liquiditeitspositie of over de solvabiliteitspositie? Als we liquiditeitsproblemen hebben, dan houdt het snel op. Dhr. Peters: Voorzitter, in het geval van een faillissement waar de heer Heukelom blijkbaar op doelt, is het altijd een combinatie van liquiditeitsproblemen en solvabiliteitsproblemen. Momenteel hebben we een ernstig liquiditeitsprobleem en hebben we nog even lucht om een financieel deltaplan op te stellen. De voorzitter: De heer Van Hees, geen behoefte meer? De heer Hillen. Dhr. Hillen: Dank u wel, voorzitter. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Heukelom van de PvdA en ondergetekende over het simultaan optreden van mogelijke risico's, heeft de wethouder me toch wel heel erg bezorgd gemaakt omdat hij een corporatie noemt die in deze stad heel belangrijk is. Ik verwacht van hem dat hij bij de risiconota in oktober dit soort analyses met ons gaat maken. Daar kan een heel groot probleem onder schuilgaan. Ik ga niet zover om met de VVD mee te gaan om alle renterisico's te benoemen, maar de financiering van ons vreemd vermogen levert uiteindelijk in de toekomst wel problemen op als we niet oppassen. Zeker als de rente gaat stijgen, hebben we echt een probleem en dan in tijden waarin we sowieso al krap zullen zitten. Ook daar zult u toch wat meer moeten doen dan alleen maar uw standaardrisicoanalyses maken, om zeker te weten dat u niet op de een of andere manier op middellange termijn al in de problemen komt. Dat wilde ik u toch nog meegeven. Wij gaan bij de risiconota extra bekijken wat u daarvan gaat maken. De voorzitter: De heer Brom geen behoefte meer? De heer Janssen ook niet. Dan is ten slotte nog het woord aan de wethouder. Wethouder Jeene: Een heel korte reactie op de relatie tussen bijvoorbeeld eigen vermogen en vreemd vermogen en de relatieve termen naar andere gemeenten. Het college komt daar graag op terug bij de stresstest. Daarover is een informatieavond gepland en daar wordt inzicht gegeven in hoe wij als stad staan ten opzichte van die verhoudingen. Mag ik hier alvast zeggen dat wij er goed voorstaan? Ik leg dan meteen een relatie met het geld dat wij zouden moeten lenen en of wij Griekse toestanden hebben. Het is AAA mag ik u zeggen. Wij lenen kort geld op 0,8% en lang geld over tien jaar op 3,2% en dat is extreem laag. Als er in de bancaire sector al aarzelingen zouden zijn bij de vermogenspositie van de stad Nijmegen, dan denk ik dat dit soort getallen dit gewoon logenstraffen. Dat is dus mijn eerste opmerking en ik kom er graag op terug bij de informatie rondom de stresstest. De voorzitter: Dank u zeer. Ik denk dat we over kunnen gaan tot besluitvorming en dat is het geval. U doet dat hier elektronisch. Ik vind dat persoonlijk wel jammer, want ik had zo graag de handen de lucht in zien gaan. Maar we doen het zoals het is. Ik pas me aan de moderne tijden aan. Allereerst het raadsvoorstel over de Stadsrekening 2011. Mag ik u verzoeken te stemmen. Het voorstel is aanvaard met 34 stemmen voor en 4 stemmen tegen. Ik begrijp dat het ook per fractie zichtbaar wordt. Dat is helder. Dan breng ik het raadsvoorstel auditcommissie aanbeveling Stadsrekening 2011 in stemming. U mag wederom stemmen. Het raadsvoorstel is unaniem aanvaard. Dank u wel. Beide voorstellen zijn aangenomen. Dhr. Van Hooft: Voorzitter. 13 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
De voorzitter: De heer Van Hooft. Dhr. Van Hooft: Ik ben eigenlijk heel benieuwd naar een stemverklaring van de VVD, want als we hier Griekse toestanden in Nijmegen hebben volgens deze jaarrekening … De voorzitter: De stemming is gesloten, meneer Van Hooft. Dhr. Van Hooft: Een stemverklaring kan toch wel achteraf? De voorzitter: Nee, dan had die van te voren aangekondigd moeten worden. Dhr. Van Hooft: Dat snap ik. De voorzitter: Erom vragen, is zelfs heel curieus. Dhr. Van Hooft: Dat snap ik, maar dit tart wel bijna elke logica, moet ik eerlijkheidshalve zeggen. De voorzitter: Dit is Aristotelische logica. Dat delen we met de Grieken. (Hilariteit in de zaal.) Althans ik begrijp het wel met 2500 jaar beschaving achter ons.
10.
Raadsvoorstel inspraakreactie over concept Regionale Huisvestingverordening 2013
De voorzitter: Er is een amendement van de heer Verbruggen van de fractie van de Partij van de Arbeid. Het woord is aan de heer Verbruggen. Dhr. Verbruggen: We hebben het in deze raad al uitgebreid gehad over de woonruimteverdeling. Het gaat overigens over het standpunt van de gemeenteraad dat wij inbrengen in de stadsregio en het wordt nog een hele zit totdat we zien wat daar daadwerkelijk van terechtkomt. We hebben de vorige keer een groot aantal amendementen aangenomen en die amendementen komen eigenlijk allemaal terug in de brief die nu voorligt. Daar ben ik heel tevreden over, alleen kaartte de wethouder aan het eind van het debat over de stemming van de amendementen een probleem aan dat te maken had met het schrappen van woonduur. We hebben namelijk besloten dat wij vinden dat woonduur als criterium geschrapt moet worden. Dat staat ook goed in de brief. De wethouder hoopte eigenlijk dat we dat niet zouden doen, omdat hij aandacht vroeg voor de groepen die met name daardoor benadeeld zouden worden. Dat zijn er eigenlijk twee ten opzichte van de huidige situatie en dan vooral de mensen van buiten de regio die redelijk onverwachts in deze regio terecht willen komen en die zich dus niet tijdig hebben kunnen inschrijven en het zijn mensen die uit een koopwoning ook redelijk onverwacht naar een huurwoning willen en die zich ook niet tijdig hebben kunnen inschrijven. Die groepen zouden relatief zwaar benadeeld worden door het schrappen van woonduur. Ik heb daarover nagedacht en ik vind dat de wethouder daar wel een punt had, maar ik was het niet eens met zijn oplossing dat je dan die woonduur moet handhaven. Ik vind dat de mensen die onverwacht moeten, willen en kunnen reageren op een huurwoning, de spoedzoekers zijn waarvoor we de spoedzoekerregeling – of de snelzoekerregeling, hoe je haar ook wilt noemen – hebben ingevoerd. Maar 10% is wel mager als je deze groep eraan toevoegt. Met dat snelzoeksysteem wilden we starters helpen, maar ook mensen die om wat voor reden dan ook onverwachts op de huurwoningmarkt in deze regio terecht willen komen. Vandaar het voorstel om die 10% te verhogen tot 20% en dat voorstel doe ik met het amendement dat inmiddels is rondgedeeld. Volgens mij hebben we daarmee het Nijmeegse standpunt compleet en doordacht vastgesteld en ik hoop dus op steun voor het amendement.
14 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Amendement: Meer loten 1e indiener: S. Verbruggen (PvdA) De raad van de gemeente Nijmegen, in vergadering bijeen op 23 mei 2012, besluit: a) In het tweede beslispunt de woorden 'met bijlage' te schrappen. b) Aan het eerste en tweede beslispunt van het raadsvoorstel 'Inspraakreactie concept Regionale Huisvestingsverordening 2013' (61/2012) toe te voegen de zinsnede: Met dien verstande, dat: In de brief met de inspraakreactie na punt a. een punt wordt toegevoegd (waarbij de overige punten doorschuiven: b. wordt c., c. wordt d., etc.) met de titel 'Het percentage te verloten woningen' en na ad a. de volgende toelichting wordt toegevoegd: In de verordening wordt voorgesteld om jaarlijks circa 10% van het totale vrijkomende woningaanbod volgens het lotingmodel aan te bieden. Onder punt a. is door ons voorgesteld om het criterium woonduur te schrappen. Mensen die, zonder inschrijftijd, van buiten de regio of uit de koopsector over willen stappen naar een huurwoning in deze regio, kunnen in dat geval niet meer dankzij hun woonduur vooraan instromen in de rij van wachtende woningzoekenden. Via het lotingmodel behouden zij wel toegang tot de huurwoningmarkt in deze regio. Dat betekent dat de vraag naar te verloten woningen toeneemt. Daarom pleiten we ervoor het percentage te verloten woningen te verhogen tot 20% - 25%. Mensen die van buiten de regio of uit een koopwoning komen en zich niet tijdig hebben ingeschreven, hebben dan dezelfde positie als andere snelzoekers. Toelichting: Eerder heeft de gemeenteraad het Standpunt Woonruimteverdeling vastgesteld. Bij de vaststelling daarvan was er de nodige discussie over de mogelijke nadelen van het schrappen van het criterium woonduur. Dit amendement heeft mede ten doel om die nadelen te ondervangen. Wanneer dit amendement wordt aangenomen, pleit de Nijmeegse gemeenteraad in de inspraakreactie voor een hoger percentage te verloten woningen. Dat stond echter nog niet in het Standpunt Woonruimteverdeling. Het schept in dat geval verwarring bij de stadsregio als de brief en de bijlage inhoudelijk van elkaar verschillen. Het meesturen van het Standpunt Woonruimteverdeling als bijlage voegt ook niets toe aan de inspraakreactie: de brief met de inspraakreactie bevat alle relevante elementen uit het Standpunt Woonruimteverdeling. Vandaar dat onder punt a) van dit amendement wordt voorgesteld geen bijlage mee te sturen met de brief met de inspraakreactie. De zin die hiernaar verwijst in de brief aan de stadsregio vervalt daarmee uiteraard ook. De mogelijke nadelen van het schrappen van het criterium woonduur raken met name twee groepen: mensen van buiten de stadsregio die hier snel een huurwoning zoeken (en zich dus niet tijdig hebben kunnen inschrijven) en mensen die onverwachts (dus zonder zich tijdig in te kunnen schrijven) vanuit een koopwoning naar een huurwoning willen verhuizen. Op basis van het criterium woonduur konden zij, als ze lang in hun vorige woning woonden, vooraan in de rij met woningzoekenden instromen. De redenering in dit amendement is dat zij ook 'gewone' snelzoekers zijn en dus via loting toegang behouden tot de regionale woningmarkt. Maar dan wel met dezelfde uitgangspositie als andere snelzoekers. Wanneer het percentage te verloten woningen verhoogd wordt, blijft de toegang tot deze regio voor buitenstaanders altijd mogelijk. Er is nog een reden om te pleiten voor een hoger percentage te verloten woningen. De stadsregio kent ongeveer 33.000 woningzoekenden. De helft is starter, de andere helft is doorstromer. Van de doorstromers is ongeveer 20% min of meer dringend aan verhuizing toe, de andere 80% kijkt 'of er een keer wat interessants voorbij komt'. De 16.500 starters zijn allemaal dringend aan een woning toe. Hun positie verdient daarom meer aandacht. De stadsregio geeft zelf aan dat naar verwachting de helft van de te verloten woningen bij starters terecht zal komen en de andere helft bij doorstromers. Bij 10% verloting is er daarom slechts een heel klein effect op de positie van starters op de woningmarkt. Bij een hoger percentage te verloten woningen wordt dat effect groter en dus merkbaar. De voorzitter: Dank u wel. Het amendement is rondgedeeld en maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer Van Hooft van de fractie van de SP.
15 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Dhr. Van Hooft: Wij zullen dit amendement van de heer Verbruggen van harte steunen. Het zal er uiteindelijk toe leiden dat Nijmeegse starters, jongeren, meer kans krijgen op de woningmarkt omdat ze namelijk niet de concurrentie hoeven aan te gaan met, systeemtechnisch gesproken, starters van elders. Dat kunnen mensen zijn die van een koopwoning naar een sociale huurwoning gaan, die voor het systeem eigenlijk ook starters zijn want ze komen van buiten het systeem in het systeem. Ze hoeven ook de concurrentie niet aan te gaan met starters die van buiten de regio komen, ongeacht of ze uit een koopwoning of een huurwoning komen. Dat betekent dat starters hiermee netto echt beter af zijn. Aan de andere kant is het ook terecht dat wij voor mensen die van buiten komen niet de deur op slot willen doen. Dat willen we ook niet doen voor mensen die uit een koopwoning komen. We willen ze een redelijke kans geven, inderdaad dezelfde kans als spoedzoekers en daarom moet dat percentage inderdaad omhoog. Dat wordt met dit voorstel gedaan. Al die uren nadenken door de heer Verbruggen hebben uiteindelijk toch wel tot enig resultaat geleid en daar wil ik hem mee feliciteren. De voorzitter: Dan de heer Boekhorst van de fractie van GroenLinks. Dhr. Boekhorst: Dank u wel, voorzitter. We begonnen de discussie over woonruimteverdeling, ik denk een half jaar geleden, met het credo ‘Met woonruimteverdeling los je de woningnood niet op’. Het gaat er alleen om hoe je de schaarse woningen zo eerlijk mogelijk verdeelt. We hebben al een aantal uitzonderingsposities voor urgenten, voor bijzondere doelgroepen en we voegen daar nu eigenlijk een groep aan toe, namelijk de spoedzoekers. GroenLinks is daar erg blij mee want dat zijn in de praktijk mensen die heel hard op zoek zijn naar een woning en die ook actief op zoek zijn naar een woning. In het huidige systeem reageren die bijna op iedere woning die vrijkomt en dan eindigen ze op plaats 82 en de week daarna op 93 en dat schiet dus niet op voor die mensen. Daarom vinden wij het voorstel van de heer Verbruggen sympathiek om voor de groep die daarop aanspraak kan maken, de spoedzoekers, op dat deel de loting te vergroten. Wij steunen dus het amendement. We zijn ervan overtuigd dat er een prima voorstel vanuit Nijmegen ligt dat in de stadsregio kan worden besproken. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van Putten van de fractie van D66. Mw. Van Putten: Dank u wel, voorzitter. We hebben in deze raad, in de kamers en ook in de besluitronde, al meerdere malen gesproken over nieuwe huisvestingvorming van de stadsregio. D66 kan u melden dat wij tevreden zijn met de inspraakreactie die het college heeft voorbereid naar aanleiding van deze eerdere gesprekken. We zijn vooral tevreden over de mogelijkheid om een deel van de vrijkomende woningen voortaan te verloten voor de spoedzoekers die zojuist al zijn genoemd. Dat is een grote verandering ten opzichte van het oude systeem. Ook zijn we tevreden met de extra aandacht voor de zorg- en de nultredenwoningen. Waar we wel wat extra druk van het college zouden willen zien – en misschien kan de wethouder dat mondeling aandragen bij de stadsregio of de Stadsregiodelegatie bij de behandeling – is dat de evaluatie wat ons betreft nog een beetje naar voren mag komen. Zo kan er sneller bijgestuurd worden en kan het lotinggedeelte op termijn worden vergroot. D66 is er op dit moment geen voorstander van om dit nu al op voorhand te vergroten. Laten we vooral gaan beginnen. Dank u. De voorzitter: Dank u wel. De heer Huliselan van de fractie van de VVD. Dhr. Huliselan: Voorzitter, dank u wel. We hebben hierover al een paar maal uitvoerig gesproken. Ik heb een aantal amendementen ingediend om een alternatief plan neer te leggen. Ik zal dat niet herhalen. Met dit amendement van de Partij van de Arbeid wordt de doelgroep die van buiten naar deze regio komt, benadrukt. Die 10% of 15% verhoging voor die spoedzoekers gaat ten koste van de reguliere woningzoekenden. Het lijkt erop alsof we die uit het oog zijn verloren. Wat gebeurt er dan in onze optiek? Dan worden gewilde woningen weggekaapt voor de gewone woningzoekende. Dat is naar ons idee een slecht plan. Helaas heeft dat amendement het de vorige keer niet gehaald. Dit amendement gaat in tegen ons idee op dat punt en vandaar dat we het niet zullen steunen. We zullen ook het standpunt van het college niet steunen in lijn met de amendementen die wij de vorige keer hebben ingediend op dit punt. Dank u wel.
16 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
De voorzitter: Dank u wel. De heer Van Hees geen behoefte? De CDA-fractie ook niet, zie ik. Dan de heer Brom van de VSP-fractie. Dhr. Brom: Dank u wel, voorzitter. We hebben binnen de fractie enkele overwegingen met elkaar gedeeld, want we zijn niet helemaal gelukkig met het stuk dat er ligt. Zo staat onder punt A het voorstel om de woonduur als meettijd voor doorstromers op termijn helemaal af te schaffen en iedereen tot 1 juli 2013 de gelegenheid te geven om de woonduur te laten inzetten als inschrijfduur. Het bezwaar daartegen is dat niet iedereen daarvan tijdig op de hoogte zal zijn. Diverse woningzoekenden kunnen hierdoor benadeeld worden en vooral ouderen. We zouden er wel mee kunnen instemmen als de huidige woonduur automatisch wordt omgezet in inschrijfduur voor onze Nijmeegse burgers. Onze burgers moeten hierover dan wel schriftelijke geïnformeerd worden en niet digitaal. Daar wordt over gelachen – en ik hoor dat ook achter mij – maar het is nog steeds zo dat heel veel mensen – en vooral zij met lage inkomens – slecht toegang hebben tot het digitale systeem. Daar mogen de dames en heren hier achter mij ook wel rekening mee houden. Onder punt B wordt de invoering van het passendheidscriterium bepleit. We vinden het natuurlijk goed dat woningen met meerdere slaapkamers aan meerpersoonshuishoudens worden toebedeeld. Het lijkt me eigenlijk ook heel logisch, maar dan moet er wel een goede definitie komen van woon- en slaapkamers. Als ik terugkijk naar Hezeveld, dan zie ik daar slaapkamers die eigenlijk die benaming niet mogen hebben. Er zijn nog veel gedateerde huizen die piepkleine woon- of slaapkamers hebben met een vloeroppervlak dat niet voldoet aan de normen van deze tijd, terwijl andere woningen met hetzelfde aantal slaapkamers soms een dubbel zo groot vloeroppervlak hebben. Dit moet dus eerlijker gedefinieerd worden en daarom kunnen we niet instemmen met deze inspraakreactie. Omtrent het gestelde onder punt E vinden we het mooi om de liefde te belonen als mensen gaan samenwonen, maar het optellen van de meettijden gaat ons net iets te ver. Dat zou een voordeel kunnen zijn, want dan gaat iedereen even gedurende zes maanden samenwonen en daarna hebben ze dan weer een huis. Tot slot zijn wij het natuurlijk ermee eens dat maatwerk voor ouderen nodig is bij woningtoewijzing en dat zij voorrang krijgen. Velen van hen zijn immers in de laatste fase van een hardwerkend leven terechtgekomen. Alleen al daarom moet maatwerk worden geleverd voor deze doelgroep, met aandacht voor hun specifieke wensen. Dit heeft ook voordelen. Als ik bijvoorbeeld bekijk dat we gelijkvloers kunnen werken, dan hoeven we als stad Nijmegen geen Wmo-voorzieningen te bekostigen. Er kleeft een groot onrecht aan het huidige voorstel. Hierin wordt alleen over maatwerk gesproken en over voorrang voor ouderen die een eengezinswoning achterlaten. Hiermee wordt een grote groep ouderen gepasseerd die ook graag maatwerk en voorrang wil hebben, maar die helaas geen gezinswoning achterlaat. Hierbij doel ik ook op de groep ouderen die toch nog op kamers zitten. Deze ernstige vorm van discriminatie is voor de VSP vanzelfsprekend onacceptabel en daarom zullen we ook tegen dit onderdeel stemmen. We verzoeken dan ook om gescheiden stemming. Dank u wel. De voorzitter: Prima. De heer Janssen nog? Nee, geen behoefte meer. Dan geef ik het woord aan wethouder Van der Meer. Wethouder Van der Meer: Dank u wel. We hebben het hier al heel vaak over gehad, het is al een paar keer gezegd. Hopelijk kunnen we nu een discussie sluiten die volgens mij al twee jaar hier in Nijmegen wordt gevoerd. De standpunten van de raad hebben we netjes verwoord in een inspraakreactie. Er komt nu nog een nieuwe wens bij, dat betreft het verhogen van het loten van 10% naar 20% tot 25%. Ik heb in de kamer aangegeven dat ik daar geen voorstander van ben en ik had daar argumenten voor, maar ik zie ook het draagvlak voor het amendement en laat ik mij maar eens overtuigen. Ik heb geen zin in een nederlaag. Het argument van mensen van buiten de stadsregio die ook graag in de stadsregio willen wonen is ook prima en dat is ook goed. We zijn niet voor niets de zesde meest aantrekkelijke stad van Nederland. Mensen willen dus graag in deze stad, in deze stadsregio, wonen. Ik dacht dat het een belemmering was als we de woonduur zouden afschaffen, maar je kunt hen natuurlijk doorverwijzen naar het lotingsysteem, maar dan moet dat aantal wel hoger zijn want anders dring je anderen uit de kans. Dus, prima, wij kunnen dit amendement steunen. Dhr. Van Hooft: Ik denk ook dat er weinig anders opzit, als er een meerderheid voor is. 17 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
Wethouder Van der Meer: Ik wens de Stadsregioraad wel veel succes, want wij sturen morgen de inspraakreactie op met mogelijk dit amendement erbij, maar het is aan de Stadsregiodelegatie om dat vervolgens voor elkaar te boksen. Als de stadsregio een nieuw voorstel maakt, dan gaat dat rechtstreeks naar de Stadsregioraad. Daar moet het worden verworven indien de stadsregio het niet overneemt. D66 had het over de evaluatie en zei: haal die naar voren. Dat zou kunnen en dat zal ik inbrengen bij mijn collega's. Ik denk dat we na een jaar of twee goed kunnen zien of het goed werkt en of het te weinig is of dat het te veel is, want dat kan natuurlijk ook. De VSP heeft een heel duidelijk punt dat ouderen erop moeten worden gewezen dat ze in de overgangssituatie hun woonduur snel moeten omzetten in inschrijftijd. Dat is een aandachtspunt en dat zal ik meegeven aan mijn collega's. Natuurlijk is het ook aan u, Stadsregiodelegatie, om dat in te brengen bij de Stadsregioraad. Het is inderdaad van belang dat die ouderen in ieder geval hun woonduur behouden en omzetten in inschrijftijd, zeker in die overgangsperiode. Dat was het, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Ik kan me voorstellen dat we naar de stemming overgaan of zijn er nog mensen die in de tweede termijn hierop nog willen ingaan? Als dat niet zo is, dan heb ik nog een vraag aan de heer Brom. U had het over een gescheiden stemming. Waarop doelde u? Het voorstel kent slechts twee beslispunten. Of bedoelt u het amendement? Ik begrijp dat het niet gescheiden in stemming hoeft te worden gebracht. Allereerst het amendement dat is ingediend door de heer Verbruggen. U kunt nu stemmen. Het amendement is aanvaard met 28 stemmen voor en 10 stemmen tegen. Ik verzoek u nu te stemmen over het raadsvoorstel. Het raadsvoorstel is aangenomen met 34 stemmen voor en 4 stemmen tegen. Dank u wel.
12.
Raadsvoorstel vaststelling beeldkwaliteitsplan Handelskade Waalfront
De voorzitter: Hier kunnen we meteen over stemmen. Mag ik u verzoeken te stemmen? Het voorstel is aangenomen met 32 stemmen voor en 6 stemmen tegen, waarvoor dank.
13.
Raadsvoorstel legestarieven bestemmingsplannen, projectafwijkingsbesluiten en hogere grenswaarden geluid
De voorzitter: Mag ik u verzoeken te stemmen? Het voorstel is aangenomen met 36 stemmen voor en 2 stemmen tegen, waarvoor dank.
15.
Raadsvoorstel wijzigingen maatregelen toeslagenverordening Wet werk en bijstand
De voorzitter: Mag ik u verzoeken te stemmen? Het voorstel is aangenomen met 34 stemmen voor en 4 stemmen tegen, waarvoor dank.
23.
Antwoord op schriftelijke vragen van het college van B en W d.d. 6 maart 2012 over ‘Gevolgen invoering wietpas’
De voorzitter: Ik geef de heer Groothuizen van de fractie van D66, als indiener van de motie Wietpas, als eerste het woord. Ik wil voorstellen dat iedere fractie daarna even kort aangeeft hoe men staat tegenover de motie en dat men vervolgens een korte reactie geeft. Ik ga ervan uit dat we dan tot stemming over kunnen gaan, tenzij het debat heel hoog gaat oplopen. We zullen zien. Ik neem aan dat het eerder in de kamer uitgebreid is besproken en dat we het nu redelijk beperkt kunnen houden. Allereerst nu het woord aan de heer Groothuizen. Dhr. Groothuizen: Dank u wel, voorzitter. Ik ga proberen om het inderdaad kort te houden. Per 1 mei 2012 is de zogenaamde wietpas – het ligt technisch allemaal wat ingewikkeld maar laten we het maar 18 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
de wietpas noemen – ingevoerd in de drie zuidelijke provincies van Nederland. Het voornemen is om dat per 1 januari 2013 in de rest van het land te doen. Wat we op dit moment zien gebeuren, voorzitter, zijn twee verschijnselen en die wil ik goed onderscheiden, want in het raadskamerdebat eerder deze avond liepen die verschijnselen nog wel eens door elkaar heen. We zien een waterbedeffect. We zien dat coffeeshophouders in Nijmegen aangeven dat mensen vanuit Brabant en Limburg die zich niet willen inschrijven in de coffeeshops daar, nu hier hun wiet komen kopen. Hetzelfde geldt voor mensen uit België en Duitsland die ook niet meer in die coffeeshops in Brabant en Limburg terechtkunnen. Ten tweede, en dat is een belangrijker punt, zien we in die zuidelijke provincies de overlast toenemen. Let wel, ik heb het over overlast in die zuidelijke provincies. Door een aantal fracties werd daarover geringschattend gedaan, maar ik kan u melden – en dat kunt u ook in alle berichtgevingen nakijken – dat onderhand de Koninklijke Marechaussee hard aan het werk is in Helmond en in Eindhoven om straatdealers op te pakken die zich soms heel brutaal posteren voor de deur van coffeeshops aldaar. Er is wel degelijk sprake van een toegenomen drugsoverlast en straathandel. Dat is onder andere ook door de burgemeester van Eindhoven, de heer Van Gijzel, ronduit bevestigd. Dat baart zorgen. Die overlast en die straathandel baren zorgen, voorzitter. Dit willen we niet in Nijmegen. Misschien hebben we die nog niet zo veel, maar die kunnen we wel krijgen per 1 januari 2013 en regeren is vooruitzien. Er zitten namelijk veel negatieve effecten aan die straathandel. Behalve de overlast is het ook nog eens een keer zo dat het vaak jongeren zijn die de wiet kopen en dat die sneller worden blootgesteld aan criminaliteit en harddrugs als ze op straat hun drugs kopen. Coffeeshops zijn gereguleerd en moeten voldoen aan strenge voorwaarden. Dat geldt uiteraard niet voor die straathandel. Bovendien – een derde argument tegen de wietpas – wat lost dat ding nu eigenlijk op? Het grote probleem van het Nederlandse coffeeshopbeleid is de achterdeur van de coffeeshop die niet gereguleerd is. Aan de aanvoer van de voorraad doet deze wietpas helemaal niets. Om die reden, voorzitter, zijn wij van mening – en die mening delen wij met GroenLinks en de Partij van de Arbeid – dat de wietpas een slecht plan is en daarom dienen wij een motie in waarin we het college oproepen een brief daarover te schrijven aan de minister van Justitie om daarmee op te houden. Waarom een brief aan de minister van Justitie? Om de doodeenvoudige reden dat het hier niet gaat om regelgeving, maar om een aanwijzing van het College van procureurs-generaal waarin gedoogcriteria zijn opgenomen en uiteraard valt dat onder de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie. Dank u wel. Motie Wietpas e M. Groothuizen (D66) 1 indiener: De raad van de gemeente Nijmegen, in vergadering bijeen op 23 mei 2012, overwegende dat: de invoering van de wietpas in Limburg en Noord-Brabant heeft geleid tot een toename van drugstoeristen uit deze provincies en het buitenland naar Nijmegen; de invoering van de wietpas in Limburg en Noord-Brabant in steden in die provincies heeft geleid tot een toename van straathandel en drugsoverlast; de invoering van de wietpas geen enkel probleem oplost. Spreekt uit dat: de invoering van de wietpas onverstandig is, omdat deze maatregel meer problemen veroorzaakt dan hij oplost; het onwenselijk is dat, na de invoering van de wietpas in de rest van Nederland, ook Nijmegen te maken kan krijgen met drugsoverlast en straathandel; de gefaseerde invoering van de wietpas nu al zorgt voor drugstoerisme naar Nijmegen. Roept het college op: bij de minister van Justitie schriftelijk aan te dringen op onmiddellijke afschaffing van de wietpas. En gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: Ik maak weer een rondje. Wie wenst hierover het woord. De SP-fractie? Mevrouw Helmer. Mevr. Helmer: De SP steunt deze motie omdat wij sowieso al tegen de invoering van de wietpas zijn en ieder signaal daarover terecht moet komen bij de landelijke politiek. Wij hopen dat hiermee ook een 19 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
signaal wordt afgegeven aan alle partijen die nu in de verkiezingsstrijd zijn en die straks een regering gaan vormen, en die dit mee kunnen nemen om deze regel weer af te schaffen. De voorzitter: Dank u wel. De heer Zouay namens de fractie van GroenLinks. Dhr. Zouay: Dank u wel, voorzitter. Naast de woorden van de heer Groothuizen hebt u zelf vanavond nog bevestigd dat ingezetenen in het zuiden van het land zich niet graag laten registreren voor die wietpas. Invoering van de wietpas leidt tot nog meer straathandel en overlast, wat ook een onwenselijke situatie zal zijn voor Nijmegen. Daarom het verzoek aan het college om dit geluid in Den Haag te laten klinken en wij dienen vanavond graag de motie in samen met D66, de Partij van de Arbeid en de SP. De voorzitter: De heer Verbruggen van de fractie van de PvdA. Dhr. Verbruggen: Het kan volgens mij kort. Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. We hebben het in de raadskamer gehad over de bredere problematiek en die komt later nog een keer terug. Wij steunen deze motie. De voorzitter: Dat is helder. De heer Veldman van de fractie van de VVD. Dhr. Veldman: Dank u wel, voorzitter. In de raadskamer was u zelf als portefeuillehouder vanavond heel helder. In het zuiden moest er iets gebeuren en wat er is gebeurd, is de invoering van een wietpas. Dat dit hier in Nijmegen vervolgens gehypet wordt richting overlast die er nog niet is, is ernstig te noemen. Misschien is het nog wel veel ernstiger dat de hype die de Partij van de Arbeid probeert te creëren, wordt overgenomen door D66 om nu met deze motie te komen, terwijl toen wij de vorige keer als raad over coffeeshops gesproken hebben – in 2009 – de D66-fractie het niet de moeite waard vond om aan het debat deel te nemen. D66 was toen niet aanwezig. Dat is eigenlijk nog ernstiger. De vraag die wordt gesteld, is om nu aan de minister aan te geven om onmiddellijk te stoppen. Dat is wel een opmerkelijke vraag als ik naar enkele indieners kijk. We hebben niet zolang geleden hier een discussie gehad over lokale regels over de vrije schoolkeuze. Toen was er een evaluatie na een jaar en toen waren er een paar fracties die zeiden: dat jaar is eigenlijk te kort; we hebben meer tijd nodig om te evalueren om echt te bekijken wat er gebeurt. Om nu een motie in te dienen, 23 dagen na invoering van een wietpas, lijkt mij wat kort door de bocht. Mijn fractie zal deze motie niet steunen. De voorzitter: Dank u wel. De heer Van Hees. Dhr. Van Hees: Voorzitter, ik steun deze motie wel, gezien de negatieve effecten die optreden. Er was misschien al overlast. Ik heb het vanavond al gezegd dat ik geen overlast heb ondervonden, maar voor de eerste keer van mijn leven werd ik voor mijn deur twee keer in een week gevraagd: where is the coffeeshop? Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Dat is geen overlast, maar het geeft wel aan dat het een aanzuigende werking heeft en ik vind dat dit negatieve effecten zijn. Ik ben tegen de wietpas. Eigenlijk – maar dat staat hier niet ter discussie – zou het gewoon vrijgegeven moeten worden, want dan kunnen we precies de sterkte bepalen en dan kunnen we dat helemaal in de hand houden, criminaliteit tegengaan en honderden miljoenen aan belastinggeld innen. Helaas, dat zit er niet in, in Europees verband. Ik ben in ieder geval wel tegen deze wietpas omdat die een aanzuigende werking heeft, zeker vanuit het buitenland. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Teunissen van de fractie van het CDA. Mw. Teunissen: Dank u wel, voorzitter. De VVD heeft het zojuist al aangegeven, maar de PvdA veroorzaakt met haar continue focus op de overlast door de invoering van die wietpas angst en onzekerheid bij onze Nijmeegse inwoners. Als iemand zou moeten weten dat beeldvorming ontzettend belangrijk is binnen het veiligheidsbeleid, dan zou dat de heer Verbruggen moeten zijn. De vorige burgemeester heb ik zelfs tweemaal een appel horen doen op u, meneer Verbruggen, om alsjeblieft, en ik citeer "het niet groter te maken dan het is". Er wordt meer verkocht, maar er is niet meer overlast. Wij 20 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
zijn in ieder geval erg tevreden met de toezeggingen van beide burgemeesters en zien het verdere proces met heel veel vertrouwen tegemoet. De motie zullen we zeker niet steunen. Er is meer dan voldoende werk te doen in Nijmegen en daar houden we ons heel graag mee bezig, getuige ook wat we hier vanavond weer te berde hebben gebracht. We zijn het echt wel een beetje beu om telkens weer met een verzoek te worden geconfronteerd om een brief naar Den Haag te sturen. Laten we eerst de dingen die we hier moeten doen heel goed doen en ons vervolgens bezig gaan houden met zaken waar we niet over gaan. Dank u wel. De voorzitter: Dank u zeer. De heer Hulskorte namens de VSP. Dhr. Hulskorte: Dank u, voorzitter. Ik vind ook dat we niet moeten overdrijven. Een paar weken en we zeggen al dat er overlast is. Wij constateren dat er praktisch geen overlast is en daarom zullen we tegen deze motie stemmen. De voorzitter: Tot slot de heer Janssen van Gewoon Nijmegen. Dhr. Janssen: Dank u, voorzitter. Het probleem van drugs is geen nieuw probleem in Nijmegen. Overlast ook niet. Ik woon in de binnenstad en ik kan er dus iets van weten. Dit heeft niets met de invoering van de wietpas te maken. Al jaren weet ik uit ervaring dat er overal gehandeld wordt, in het centrum en daarbuiten. Of je moet met oogkleppen op lopen. In elke grote stad gebeurt dat. Ik denk dat de burgemeester dat ook wel weet. Het is daarom zaak om de al bestaande overlast aan te pakken. De heer Bruls weet hier waarschijnlijk alles van als ervaren burgemeester van Venlo. Dus: de overlast inventariseren en dan aanpakken. Dat was het, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Bij het laatste wil ik me zeker aansluiten. Dames en heren, ik zou iets kunnen zeggen over de Tweede Kamer en de minister, maar dan raak ik in een existentiële rolkwestie en dat zal ik maar niet doen. Ik proef dat een meerderheid een signaal wil geven aan de minister en dat signaal willen we als college zeker doorgeven. Ik wijs u er wel op dat wij er niet over gaan, want ook al is het een aanwijzing van de PG, die wordt rechtstreeks gegeven – en ik weet hoe het gegaan is – door de minister zelf. Als we iemand moeten aanspreken, is het de minister. Eigenlijk moeten uw lotgenoten in Den Haag dat doen en die hebben er de afgelopen jaren al vaak over gedebatteerd. De meerderheden waren ook duidelijk. Ook dat is democratie. Nogmaals, er is geen enkel probleem om dit signaal door te geven in een brief met de motie erbij, mocht die worden aangenomen. Als burgemeester zeg ik u wel dat ik me natuurlijk moet voorbereiden op wat nu staand beleid is. Als we één ding van de zuidelijke provincies kunnen leren, dan is dit dat je niet een paar maanden van tevoren voorbereidingen moet treffen. We kunnen natuurlijk profiteren van de ervaringen – en ik heb daar zelf ook een deel van mogen meemaken – die in het zuiden zijn opgedaan. Ik vind zelf ook dat het verhaal genuanceerder is, maar daarover moeten we op een ander moment wellicht maar eens uitgebreider discussiëren. Ik wil dat even als opvatting van het college meegeven. Ik veronderstel vervolgens – tenzij iemand nog behoefte heeft aan een tweede termijn – dat we tot stemming kunnen overgaan over deze motie die inmiddels is rondgedeeld. Ik verzoek u te stemmen. De motie is aangenomen met 27 stemmen voor en 11 stemmen tegen.
21 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012
24.
Sluiting
De voorzitter: Ik wijs u nog op de groepsfoto die we gaan maken. Ik heb nog een andere mededeling voor u. Ik sluit namelijk niet alleen de vergadering, maar ik moet zeggen dat onze maandelijkse borrel – die hebt u schijnbaar en ik dus ook – niet vanavond plaatsvindt, maar op 6 juni. Ik weet niet of dat een grote teleurstelling voor u is. Ik heb mijn best gedaan met uw medewerking om dit voor 23.00 uur af te ronden en nu moeten we gewoon naar huis. Ik sluit de vergadering en we gaan hier een foto nemen. Dank u wel. De vergadering is gesloten (23.00 uur).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente Nijmegen d.d. 6 juni 2012.
De voorzitter,
De raadsgriffier,
drs. H.M.F. Bruls
drs. M.M.V. Mientjes
22 Verslag raadsvergadering gemeente Nijmegen d.d. 23 mei 2012