Verslag van de 76e vergadering van de Wmo-Adviesraad Datum: 28 november 2013 Plaats: Gemeentehuis Ermelo
Tijd: 16.00 uur tot 18.00 uur
Aanwezig: Arno Goessen (voorzitter), Martin Slager, Klaas van Diermen, Jacqueline Koole, Willemijn van Ledden, Thom Pielage, Susan Oosterveld, Jetty ten Napel, Marinus van den Brink Afwezig met kennisgeving: -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1.
Opening en vaststelling van de agenda
2. • •
Mededelingen Deze week zijn de Basisteams Jeugd van start gegaan, een onderdeel van de Transitie Jeugd. Er is contact met de huisartsen gelegd. Begin 2014 zullen (een vertegenwoordiging van) de huisartsen een keer met de Wmo-adviesraad in gesprek gaan over alle Wmo-ontwikkelingen waarop ook de huisartsen zich voorbereiden. De huisartsen staan open voor deze uitwisseling. Arno is onlangs naar de Hannie van Leeuwen lezing/ algemene ledenvergadering van de Wmo-koepel geweest. De Wmo-koepel ontvangt subsidie van het ministerie van VWS voor haar activiteiten. In de ledenvergadering is verslag van het afgelopen jaar gedaan en zijn de voorgenomen activiteiten voor komend jaar toegelicht. In de Hannie van Leeuwen lezing heeft de staatssecretaris Van Rijn het gehad over burgerparticipatie en de Wmo, de mens en zijn/haar omgeving. Ook heeft hij geschetst welke visie hij heeft op de langdurige zorg en het huidige systeem en waarom op het laatste moment besloten is om de taak persoonlijke verzorging uit de nieuwe Wmo te halen en er een verwachting is dat dit beter door zorgverzekeraars behartigd kan worden. Pijlers voor het beleid: kwaliteit, financiële haalbaarheid en houdbaarheid. Is de samenleving zo betrokken als we willen? Er komt een forse bezuiniging op het AWBZ-budget wat t.o.v. budget 2015 niet mag stijgen. De aanpassingen van het systeem in relatie tot de Zorgverzekeringswet; er is een samenhang tussen de gemeentelijke taken en taken voor de zorgverzekeraars en die zorg moet op elkaar aansluiten. Op dit moment is nog veel onduidelijk, welke taken in welke omvang en wat de financiële kaders zijn, is nog steeds niet duidelijk. De oplossingen worden gezocht in het verbinden van de formele en de informele zorg en het versterken van sociale verbanden. Hannie van Leeuwen plaatste kanttekeningen bij dit verhaal van de staatssecretaris: de burger voelt een grote kloof tussen burger en overheid, weet de overheid wel wat er leeft onder burgers? De overheveling van persoonlijke verzorging naar zorgverzekeraars is prima, maar de gemeenten hebben dan wel een tegemoetkoming nodig om de rest van de bezuiniging te kunnen realiseren. Hoe kunnen we eigentijdse solidariteit vormgeven? Vandaag is er een bijeenkomst voor zorgaanbieders in Nunspeet over de AWBZ-veranderingen en zijn praten over de toegang, samenwerking met gemeente, etc. Doel van de bijeenkomst is om ideeën te verzamelen die bouwstenen leveren voor de toegang naar ondersteuning en oplossingen van de burger. De stelling van Zorgaanbieders is dat er een systeem ontwikkeld is en zij vragen om dat te blijven toepassen. Deels hebben ze een punt, maar deels praten ze ook vooral uit eigenbelang om zo hun eigen financiering en werkwijzen in stand te houden terwijl er echt anders en gekanteld gewerkt moet gaan worden omdat er meer mensen met minder geld ondersteund moeten worden.
•
•
3.
Verslag van de vergadering van 7 november Naar aanleiding van punt 2 mededelingen Zorgzwaartepakketten 1 t/m/4 naar ZVW of Wmo; gaat dat in zijn geheel veranderen? Ja, het wordt allemaal extramurale zorg waarbij de persoonlijke verzorging die nodig is, via de zorgverzekeringswet gefinancierd wordt en de extramurale begeleiding en dagbesteding etc onder de Wmo gebracht worden. Intramuraal wonende mensen mogen wel intramuraal blijven wonen, maar nieuwe cliënten moeten extramuraal begeleid en ondersteund worden. Voor de intramurale bewoners wordt er wel een scheiding aangebracht tussen wonen en zorg; dus daar komt eenzelfde knip tussen de wettelijke regimes en financieringsstroom als voor extramuraal wonenden. Naar aanleiding van het Factteam Ermelo vertelt Jacqueline dat de teamleider daarvan naar Indigo gaat als hoofd bedrijfsvoering. Indigo wordt een organisatie voor de Basis-GGZ. Het verslag zal tekstueel en redactioneel gecorrigeerd worden.
1
Het verslag is hierbij vastgesteld. 4. Transitie Jeugd. Toelichting door Pieneke Koops: De regio Noord-Veluwe heeft het arrangement jeugd als eerste ingediend bij het ministerie en het is als een van de beste 5 beoordeeld. De laatste keer dat de transitie Jeugd besproken is met de Wmo-adviesraad was ongeveer 1 jaar geleden; er is veel gebeurd en ook nu wisselt er nog steeds veel in dit transitietraject. Op 26 januari 2014 zal de concept jeugdwet in de Eerste kamer behandeld worden, de Tweede kamer is akkoord. De verwachting is dat de wet aangenomen wordt, maar niets is zeker. Los van deze wettelijke besluitvorming gaan de gemeenten in de regio door met de ingezette verandering: ontschotting, meer integraal, jeugdwet of wordt het nog breder jeugdbeleid of zelfs binnen het brede Wmo-beleid? Voor de gemeente moet maatschappelijke ondersteuning en een gezinsaanpak centraal staan? Wettelijk loopt de jeugdwet tot 18 jaar, maar in de praktijk zitten er aansluitingsproblemen voor jongeren tot 23 jaar. De ambitie in aansluiting jeugdzorg is dat we allemaal opvoeders zijn en de civil society moeten versterken, de school en de buurt centraal stellen en daar meer ondersteuning en stimulans uithalen. In het transitiearrangement dat gemeenten met aanbieders hebben gesloten over de inzet van de aanbieders staat dat de specialistische hulp zal verminderen met 5% in 2015 naar 20% in 2017 en meer ingezet wordt op preventieve ondersteuning en algemene voorzieningen. Het aantal intramurale plekken zal echt flink inkrimpen, bijvoorbeeld Emaus, is een voorziening die onderdeel van het landelijke arrangement is, dit is een hele specialistische voorziening. Als deze capaciteit krimpt, moeten die kinderen in hun eigen regio opgevangen worden. Er is een risico dat die gaan zwerven en elders weer opkomen. Of die krimp van de intramurale plekken een groot probleem vormt is nog onvoldoende te zeggen; er wordt daarom nu zo goed mogelijk op ingezet, maar de effecten zullen niet in 1 of 2 jaar te zien zijn. Pleegzorg is uit het Jeugdkader gehaald; de indicatie voor pleegzorg loopt door in 2015 dus de financiering hiervan zal ook anders moeten lopen. Dit wordt op provinciaal niveau bekeken, hetzelfde geldt voor jeugdbescherming en jeugdreclassering. Deze voorzieningen moeten door gecertificeerde instellingen uitgevoerd worden. De verwachting op dit moment is dat dit provinciaal blijft? Vragen en opmerkingen vanuit de Wmo-adviesraad: Zijn we goed op weg, ten opzichte van het oude systeem? Ja, maar het levert ook veel onzekerheid op, qua baangarantie bijvoorbeeld voor medewerkers, tegelijk zien zowel organisaties als medewerkers kansen om het beter te organiseren voor burgers. Gaan we voorkomen dat bijvoorbeeld er geschoven blijft worden met pleegkinderen? Wordt de aansluiting beter en het vangnet sluitend? Gaan we nu die structuur verbeteren? De goede ondersteuning bieden? We proberen dit zo goed mogelijk te regelen, maar ook in de toekomst zal dit niet altijd lukken, de persoonlijke inzet en verbinding blijven cruciaal. Wordt er over gedacht om medewerkers van de basisteams Jeugd in dienst van de gemeente te nemen? Waar legt Ermelo de regie? Nee, de verantwoordelijkheid moet bij de eigen organisaties blijven liggen, dus medewerkers blijven in dienst van hun eigen organisaties, maar er is wel een gemeentelijk projectleider om e.e.a. op systeemniveau te regisseren. De gemeente wil experimenteren met wat werkt in de praktijk, wie beslist, relatie ouderprofessional of in samenhang of toch een stempel via BJZ-indicatie? Dat zijn vragen om in de praktijk mee te oefenen en dat wordt nauwlettend gevolgd. Focus moet blijven: 1 kind, 1 gezin, 1 plan; dat moeten we werkelijk zien te realiseren. Experimenteren is prima, maar het moet ook duidelijk zijn waar de verantwoordelijkheid ligt in deze fase. De inhoudelijke verantwoordelijkheid ligt bij de instellingen in deze experimenteerfase; de eindverantwoordelijkheid bij de provincie, dit is in vertrouwen overgedragen aan de gemeenten voor de periode 2014. Dus vanuit BJZ wordt nu nog
2
-
-
-
-
meegekeken en er is een orthopedagoog als achtervang op betrokken. De eerste keukentafelgesprekken lopen via de CJG-loketconsulent. Voor de periode erna is het nog niet afgesproken. Er is via de Basisteams Jeugd een convenant afgesloten, maar je kunt uiteindelijk niet echt gezamenlijk verantwoordelijk zijn, als je dat gezamenlijk doet kun je blijven afschuiven. Er zijn heel veel jeugdzorgaanbieders, misschien wel 200 in Ermelo/ de regio, maar er kan een beperkt aantal deelnemen aan het Basisteam, dus waar gaan kinderen heen als de aanbieder niet in het basisteam zit? De JGZ kan nu nog niet aansluiten want het gaat in 2014 nog om provinciale aanbieders, ook qua financiering, dus ook de zelfstandigen of andere bureaus sluiten nog niet aan bij het basisteam. Worden in de gedachtevorming voor de toekomst wel meegenomen. Komt er een evaluatiemoment halverwege om bij te stellen of hoe gaat dat? Rond de zomer 2014 wordt de tussenevaluatie gehouden door een onafhankelijk bureau en aan het eind van het jaar. Vanaf 2015 wordt dan bijgesteld. Eigen kracht van de burger is goed, maar zorg dat je die dan ook niet inperkt, gebruik juist die ervaring en vertrouw niet alleen op professionals. Hoe kun je straks iemand als zorgverlener inschakelen als die niet in het basisteam zit? Naast het basisteam is er een specialistische schil, bijvoorbeeld van psychologen, daar zijn ook contacten/communicatie- en afsprakenlijnen mee en dat blijft zo.
De notitie positief jeugdbeleid is in een eerder stadium aan de Wmo-adviesraad voorgelegd en er is een regionaal advies over uitgebracht door de Wmo-raden. Op dit moment is de Wmo-adviesraad bijgepraat over het Basisteam Jeugd en de experimenteerfase. Over ongeveer een half jaar zal Pieneke een volgende stand van zaken komen geven. 5. Transitie AWBZ Toelichting door Roel Verhagen: Het concept beleidsplan AWBZ wordt op hoofdlijnen doorgenomen. In de eerste vier hoofdstukken staan geen bijzonderheden. De punten die de vorige vergadering aangegeven zijn door de Wmoadviesraad zijn door Roel verwerkt en meegenomen in de advisering naar de regio en naar het college. De uitwerking van bijvoorbeeld de inrichting is nog in ontwikkeling; dat komt nu niet aan de orde. Met name hoofdstuk 5 over de ondersteuningsstructuur is nu interessant voor de Wmoadviesraad. Inhoudelijke vragen en aanbevelingen: Op diverse plekken wordt gesproken over het investeren in eigen kracht. Wordt in 2014 ook aandacht besteed aan bewustwording van burgers hierop, worden daar activiteiten op uitgevoerd? Ja, via een project partnerschap binnen het programma sociaal domein worden burgers en organisaties geïnformeerd en meegenomen in de verandering van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Aan de invulling van dit project wordt nu gewerkt door het programmateam. In relatie tot publiciteit: veel informatie die je geeft, landt niet bij burgers, alleen bij diegenen die het nodig hebben, er dus al op gespitst zijn. Verwerk dat gegeven in de vorm van de publiciteit/communicatiecampagne in welke en hoe je de boodschap communiceert en wie je doelgroep is. Communiceer ook zoveel mogelijk wijkgericht. De wijkgerichte aanpak: er zouden wijkteams komen en meer via wijken gebeuren, maar nu zijn er alleen nog maar buurtverenigingen in Horst en Telgt en in Speuld. Dat is inderdaad zo; er is sinds september een wijkteam voor heel Ermelo die in eerste instantie in de wijken Horst en Telgt en in Oost activiteiten heeft ondernomen, samen met bewoners. Het kan niet in alle wijken in een keer. Het is wel de bedoeling dat in alle wijken buurtverenigingen actief worden die vooral voor hun eigen wijken en buurtbewoners activiteiten opstarten waar in die wijk behoefte aan is. De Eigen kracht van burgers staat bovenaan, daar wil je uitkomen, maar de basis is dan wel heel belangrijk, daarop moet je eerst investeren. En als iemand al ondersteund wordt vanuit de tweede lijn; al in een traject zit, hoe kom je daar weer uit en terug bij je eigen kracht? Als je alleen een individu benadert, dan lukt het niet, je moet het netwerk, het gezin erbij betrekken. Je zult steeds een stapje daarin moeten zetten om verder te komen.
3
-
-
-
-
-
-
-
Terug uit de tweede lijn naar eigen regie en burgerparticipatie, dat punt zit niet alleen in de cliënt die een omslag moet maken, maar zeker ook bij de eerste lijn, bij de professionals. De hulpverlening moet ook durven loslaten en cliënten weer terug begeleiden naar de eerste lijn, bijvoorbeeld de huisarts moet vragen ook durven oppakken en niet snel cliënten naar de tweede lijn doorsturen. Wat wordt bedoeld met nieuwe welzijnsorganisatie? Daar gaat het over de gebundelde welzijnspartijen in Ermelo. Er wordt gesproken over het samenvoegen van groepen, hoe wordt dat bedoeld? Bijvoorbeeld Leonardo da Vinci is een goed voorbeeld van een organisatie waar diverse groepen bij elkaar activiteiten gebaseerd op interesse ondernemen en niet op achtergrond/beperking. Dit gebeurt weliswaar op beperkte schaal, maar het kan nog op veel meer plekken. Dat betekent wat voor de begeleiding en dus voor de kwaliteitseisen die de gemeente aan de aanbieders stelt t.a.v. deskundigheid van de medewerkers en certificering van de organisatie. Voor sommige situaties zullen regionale voorzieningen nodig zijn, wordt in de beleidsnota gesteld. Dat betekent wel dat de cliënten uit verschillende plaatsen komen, kan iemand uit een andere woonplaats aan specifieke dagbesteding in een andere plaats deelnemen? Ja, dat kan bij niet-ingekochte zorg, op vraag van de cliënt. Die behoefte moet blijken uit de keukentafelgesprekken en dan kan bijvoorbeeld via een PGB die zorg/ vraag geregeld worden. Een aandachtspunt – en mogelijk een knelpunt qua financiering- zijn dan het –regionale- vervoer en de bekostiging van de vervoerskosten. De tendens is dat burgers steeds langer thuis –moeten- wonen. Ontmoeting en gezamenlijke activiteiten en signalering van verminderde zelfredzaamheid verlopen dan minder vanzelfsprekend. Er ontstaat een groter risico op eenzaamheid. Hoe kun je de mensen vanuit de wijken weer bij elkaar krijgen en gezamenlijk activiteiten of betrokkenheid bij elkaar stimuleren. Daar heeft de Wmo-adviesraad wel zorgen over. Mantelzorgondersteuning is een speerpunt van het college, wat betekent dat? Het is nu in het collegeprogramma opgenomen, maar hoe blijft die aandacht er en hoe ondersteunen we mantelzorgers op de goede manier en structureel? Dit is ook een project dat binnen het programma sociaal domein opgepakt gaat worden in 2014. In de wettekst voor de nieuwe Wmo 2015 wordt over het persoonsgebonden budget gesproken als ‘het Budget’; moeten we deze term ook in onze lokale beleidsnota overnemen. Voor het PGB worden specifieke bepalingen in de Wmo-wet opgenomen. Let op als je dagbesteding wilt koppelen aan sociaal werk; de relatie met Participatiewet. Er worden veel Wajongers door UWV herkeurd. Bij een bepaald % goedkeuren moet er een tegenprestatie geleverd gaan worden voor de uitkering, maar hier zitten veel haken en ogen aan. Er moet aandacht zijn voor samenhang met o.a. de Participatiewet omdat er knelpunten optreden die niet zomaar oplosbaar zijn.
Arno: deze concept beleidsnota is in lijn met de eerdere besprekingen en eerdere adviezen van de Wmo-adviesraad zijn goed verwerkt. In de raadsbrief kan opgenomen worden dat de Wmo-adviesraad geraadpleegd is en de aanbevelingen uit het regionale Wmo-advies verwerkt zijn in deze nota en daarmee in orde het advies voldoende beantwoord is. Zodra de nota in het college behandeld is en naar de gemeenteraad gaat, ontvangt de Wmo-adviesraad graag een kopie van de raadsbrief. Roel: deze nota wordt aan de gemeenteraad voorgelegd en de intentie is om dit kader als mandaat van de raad goedgekeurd krijgen zodat het verder uitgewerkt kan worden. In de loop van 2014 zal een volgende fase van uitwerking met de Wmo-adviesraad besproken worden. 6.
Vergaderdata 2014
De aangepaste vergaderdata worden vastgesteld. Alleen september wordt nog verschoven naar 25 september.
7. Rondvraag Afgesproken wordt om vragen voor de rondvraag vooraf te stellen zodat het voorbereid kan worden.
4
-
-
Stand van zaken Krachtenbundeling welzijn: Er wordt tussen de drie partijen gesproken over hoe de krachtenbundeling een juridische vorm kan krijgen, maar vooral hoe inhoudelijke samenwerking tot stand kan komen. Er is een plan van aanpak opgesteld en door alledrie geaccordeerd. Het is natuurlijk een gevoelig proces waarin de drie partijen met verschillende aspecten voor hun dienstverlening, hun vrijwilligers en hun beroepskrachten rekening moeten houden. Tegelijk staat er tijdsdruk op omdat per 2015 de krachtenbundeling gerealiseerd moet zijn. Op de website van de Wmo-adviesraad Ermelo staan verouderde gegevens; dit wordt aan de redactie doorgegeven om aan te passen en aan te vullen. Er wordt dit jaar geen Wmo-krant uitgegeven; er zijn ook teveel onzekerheden op dit moment om goede informatie via een bewaarkrant te geven. Terugkoppeling Klaas/ Susan over de scholing jeugd die zij hebben gevolgd, komt via een schriftelijk verslag van Klaas
Volgende vergadering: 19 december 2013 Aandachtspunten en actiepunten: Redactionele opmerkingen en verhelderende vragen t.a.v. conceptverslag tussentijds naar Sophie doorgeven. Verbeteringen website doorgeven (Sophie) Afschrift gezonden aan: dossier
5