Vergaderstukken Commissie Samenleving 28 mei 2013 Orgaan: Commissie Samenleving Datum: dinsdag 28 mei 2013 Aanvang: 19:30 uur Locatie: De raadszaal van het stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel.
Concept agenda 1.
Opening (19.30 uur tot 19.31 uur)
2.
Agenda d.d. 28 mei 2013 (vaststellen) (19.31 uur tot 19.32 uur)
3.
Mededelingen en ingekomen stukken (19.32 uur tot 19.35 uur)
4.
Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht (19.35 uur tot 19.40 uur)
5.
Concept beknopt verslag vergadering d.d. 24 april 2013 (vaststellen) (19.40 uur tot 19.45 uur)
6.
Afsprakenlijst van de commissie (bespreken) (19.45 uur tot 19.50 uur)
7.
Rondvraag (19.45 uur tot 20.00 uur)
PROGRAMMA ONDERWIJS / PROGRAMMA MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN 8.
Speerpunten/doelenbomen programma's 7 -onderwijs- en 8 -maatschappelijke voorzieningen- (bespreken) (20.00 uur tot 20.20 uur) Aan u wordt gevraagd uit programma 7 twee onderwerpen en uit programma 8 vier onderwerpen te kiezen die worden uitgewerkt tot een doelenboom voor de begroting 2014
PROGRAMMA ECONOMISCHE ONTWIKKELING 9.
Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden -Lander- (bespreken) (20.20 uur tot 21.00 uur) In bijgevoegde bijlage bij de oplegnotitie staan een aantal aandachtspunten voor de bespreking van het jaarverslag 2012, de jaarrekening 2012 de concept begroting 2014 het het concept vermogensbeleid van Lander. De vraag is of u zich kunt vinden in deze aandachtspunten en of u eventueel nog andere aandachtspunten heeft om mee te geven aan de leden van het AB van Lander.
10. Industrieschap Medel, jaarrekening 2012 en programmabegroting 2014 (om advies) (21.00 uur tot 21.30 uur) 11. Sluiting openbare vergadering (21.30 uur) Pauze (21.30uur tot 21.35 uur) De voorzitter sluit de deuren De commissie dient te beslissen of agendapunt 12 in beslotenheid wordt behandeld. Als in beslotenheid wordt vergaderd, dient de commissie een besluit te nemen over het al dan niet opleggen van geheimhouding omtrent de beraadslagingen tijdens de besloten vergadering 12. Industrieschap Medel grondexploitaties (om advies) (21.35 uur tot 22.05 uur) Ten aanzien van het raadsvoorstel en de grondexploitaties is door het College van Burgemeester en Wethouders geheimhouding opgelegd op grond van artikel 10 lid 2 Wob. De stukken worden dan ook onder geheimhouding in een aparte envelop naar u toegestuurd. 13. Sluiting (22.05 uur)
BEKNOPT VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE SAMENLEVING VAN 28 MEI 2013
Aanwezig: T. Zuidema (voorzitter), S. de Boer, N. Budak, J.G. Buijk, P. van den Burg, H.A. Groenendaal, R. Manuhutu, M.J.J. Melissen (vanaf agendapunt 12), L.H.K. Metiary, N.E. Özunal, P. Schoots, J.L. Sewalt-Wijbrandts, I.C.M. Son-Stolk, J.H. de Wild, P.G. van Wijk (vanaf agendapunt 10) (leden commissie Samenleving), F.A.G. Henning, D. de Klerk, W. Kooijman (leden commissie Ruimte) en H. Pullen (commissiegriffier) Afwezig met kennisgeving: H.A. Driessen (wethouder), G.J.R. Spekman, A.E.L. Duquesnoy-van den Heuvel, J.D. StoetenFlach (leden resp. commissie Ruimte en Samenleving) Eveneens aanwezig: L. Verspuij, C.R. Vermeulen, C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld (wethouders) G. van Buuren, H.A.J. Bevers (gemeentelijke adviseurs), J. Eerens (projectdirecteur industrieschap Medel) 1.
Opening De voorzitter heet een ieder welkom en opent de vergadering.
2.
Agenda d.d. 28 mei 2013 (vaststellen) Er heeft zich een inspreker gemeld voor agendapunt 6 (memo 06c). De heer P.G.J. de Wolf (plv. voorzitter), namens de Cliëntenraad WWB. De heer De Wolf krijgt de gelegenheid om in te spreken bij agendapunt 6. De agenda wordt verder ongewijzigd vastgesteld.
3.
Mededelingen en ingekomen stukken Mevrouw Özunal heeft verzocht om ingekomen stuk 03.2a (richtlijnen Appelpop Fruitcorsoweekeind) te agenderen voor bespreking. Zij wil een discussie over de prijs die wordt gehanteerd voor het vervoer. De overige commissieleden hebben geen behoefte aan bespreking. Mevrouw Groenendaal heeft nog een vraag over ingekomen stuk nummer 03.2a. Het betreft de veiligheid. De heer Verspuij geeft aan dat hij daar geen problemen verwacht. Mevrouw Groenendaal heeft ook nog een vraag over ingekomen stuk nummer 03.1 (vaststelling subsidie 2011 aan STMR). Zij vraagt zich af waarom dit nu pas aan de commissie wordt voorgelegd en wanneer de commissie 2012 kan verwachten. Deze vraag wordt op de afsprakenlijst geplaatst. De heer De Wild merkt op dat het niet juist is dat tijdens de vergadering vragen worden gesteld over ingekomen stukken. Dit kan schriftelijk.
4.
Informatie van het college in het kader van de actuele informatieplicht C.R. Vermeulen De heer Vermeulen geeft de stand van zaken m.b.t. het MFC Passewaaij weer. D.d. 31 mei 2013 krijgt de projectontwikkelaar duidelijkheid of de belegger met de projectontwikkelaar verder wil. Afhankelijk van het resultaat zal het college zich beraden over de vervolgstappen. In een volgende commissie wil de heer Vermeulen dit bespreken met de commissie.
5.
Concept – beknopt – verslag vergadering d.d. 24 april 2014 (vaststellen) Redactioneel Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van N.v.t. Pagina 1 van 3
6.
Afsprakenlijst Inspreker De inbreng van de heer De Wolf staat op papier en is als bijlage bij het verslag gevoegd. Er zijn geen vragen aan de heer De Wolf. De heer De Wolf wordt bedankt voor zijn komst en inbreng. Na een korte discussie wordt besloten om dit onderwerp een volgende vergadering te agenderen. De commissie wil graag de gegevens in de inspraakreactie van de heer De Wolf verifiëren en bespreken. Daarnaast wil de heer Schoots antwoord op de volgende vragen: de tekst op pagina 18 van de jaarrekening verschilt van de beantwoording in de brief aan de cliëntenraad. Wat is de juiste tekst? tijdpad en beantwoording vanaf 3 april. Had het college de commissie niet eerder kunnen informeren. Gezien de tekst in de jaarrekening kon de wethouder d.d. 03-042013 op de hoogte zijn van de problematiek en de oplossing. Afsprakenlijst De voorzitter merkt op dat punt 5 kan vervallen, nu er per mail een link is doorgegeven voor het ontsluiten van de monitor vrijetijdseconomie Rivierenland.
7.
Rondvraag N. Budak Mevrouw Budak heeft vernomen dat het Veiligheidshuis gaat verhuizen. De vraag is of het Veiligheidshuis in Tiel blijft. Zij acht dit van belang voor jeugd, gezin, zorg en welzijn. De heer Vermeulen geeft aan dat alles in het werk wordt gesteld om de activiteiten/werkwijze van het Veiligheidshuis voort te zetten. Hij weet nog niet waar het Veiligheidshuis wordt gehuisvest.
8.
Speerpunten/doelenbomen programma's 7 (onderwijs) en 8 (maatschappelijke voorzieningen) (bespreken) Aan de commissieleden wordt gevraagd om uit programma 7 twee onderwerpen en uit programma 8 vier onderwerpen te kiezen die worden uitgewerkt tot een doelenboom voor de begroting 2014. Na een eerste telling worden gekozen: uit programma 7 Onderwijshuisvesting (7 stemmen) en Plantage (4 stemmen); uit programma 8 Sport (6 stemmen), Prestatievelden WMO (5 stemmen), Jeugd (3 stemmen) en Ouderen en gehandicapten (3 stemmen) Na de kanttekening van de heer Verspuij dat uitwerking van de prestatievelden WMO naar verwachting bij de begroting 2014 nog niet klaar zal zijn (betreft nieuw beleid) wordt na een korte schorsing door de commissie besloten om laatstgenoemd onderwerp in te wisselen voor lokaal stimuleringsbeleid uit programma 7. Conclusie bespreking Uit programma 7 zijn de volgende onderwerpen gekozen voor uitwerking: Onderwijshuisvesting, Plantage en Lokaal stimuleringsbeleid. Uit programma 8 zijn de volgende onderwerpen gekozen voor uitwerking: Sport, Jeugd en Ouderen en gehandicapten.
9.
Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden – Lander – (bespreken) De vraag aan de commissieleden is of zij zich kunnen vinden in de aandachtspunten voor de bespreking van het jaarverslag 2012, de jaarrekening 2012, de concept begroting 2014 en het concept vermogensbeleid van Lander zoals geformuleerd in de bijlage bij de bijgevoegde oplegnotitie. N.a.v dit onderwerp zijn er vragen gesteld aan het college waar antwoord op is gegeven. Beursplein vormt onderdeel van gemeentebreed onderzoek naar huisvesting (Metiary); Pagina 2 van 3
het betreft hier de uitvoering van een wet waarbij gekozen is voor een gemeenschappelijke regeling (i.v.m. reductie kosten). De mogelijkheden om aan knoppen te draaien zijn beperkt (Groenendaal) Conclusie bespreking De commissieleden kunnen zich vinden in de aandachtspunten. De zorgen worden geuit over de ontwikkelingen die op de gemeente afkomen en de (ontoereikende) financiën. De volgende extra aandachtspunten zijn geformuleerd: pluim voor Lander i.v.m. de resultaten van Secunda; zorgen i.v.m. ziekteverzuim (Schoots, Groenendaal); nadere toelichting op de zinsnede in het jaarverslag "de deelnemende gemeenten moeten bereid zijn om de begeleiding van de doelgroep toe te vertrouwen aan Lander". Wat zit achter deze opmerking (Schoots)? wat is de meerwaarde van het te koop staande object in Zaltbommel (Vermogensbeleid/stille reserve) (Schoots); in het vermogensbeleid wordt als normatief minimum 10 % van de exploitatiekosten voorgesteld (was 71/2 %). Welke gevolgen heeft dit en waarom niet 71/2 % gehandhaafd (Buijk); commerciële karakter van Lander verbeteren (Metiary). 10.
Industrieschap Medel, jaarrekening 2012 en programmabegroting 2014 (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in het beslispunt en geven het Presidium in overweging om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken.
11.
Sluiting openbare vergadering De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit de openbare vergadering.
12.
Industrieschap Medel, grondexploitaties (om advies) T.a.v. de stukken is door het college geheimhouding opgelegd. De commissie besluit vervolgens om dit onderwerp in beslotenheid te behandelen. T.a.v. de beraadslagingen wordt ook geheimhouding opgelegd. Geheimhouding is o.g.v. artikel 10 lid 2 Wet openbaarheid van bestuur. Geheimhouding is opgelegd in ieder geval tot het college de geheimhouding t.a.v. de stukken opheft dan wel de raad de geheimhouding opheft. Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. Complimenten zijn gegeven i.v.m. de duidelijkheid van de stukken. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in het beslispunt en geven het Presidium in overweging om het voorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken.
13.
Sluiting besloten vergadering De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit om 21.50 uur de vergadering
Pagina 3 van 3
Lijst van ingekomen stukken behorende bij de commissievergadering Samenleving d.d. 28 mei 2013 agendapunt 3.
Onderwerp
Status
1
B&W besluit d.d. 9 april 2013 betreffende vaststelling subsidie 2011 aan STMR voor Algemeen Maatschappelijk werk
ter kennis
2
Oplegnotitie B&W-besluit d.d. 24 april 2013 betreffende richtlijnen Appelpop/Fruitcorsoweekend 2013
ter kennis
3
Oplegnotitie B&W-besluit d.d. 1 mei 2013 betreffende de rapportage geregistreerde discriminatieklachten
ter kennis
4
Memo d.d. 1 mei 2013 betreffende de integrale herziening Standplaatsenbeleid
Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel
Oplegnotitie voor de commissies
Telefoon: (0344) 637 111 Telefax:
(0344) 637 299
E-mail:
gemeente@tiel.nl
Internet: www.tiel.nl
Algemeen Commissie: Onderwerp: Geheimhouding: ja / nee
Commissie Samenleving en commissie Bestuur Richtlijnen Appelpop/Fruitcorsoweekend 2013 Nee
College Portefeuillehouder Datum collegebesluit Collegebesluit:
Inhoudelijke toelichting:
Burgemeester Beenakker en wethouder Verspuij 24 april 2013 De commissie Samenleving en de commissie Bestuur in kennis stellen van de vastgestelde richtlijnen met betrekking tot de richtlijnen voor het Appelpop/Fruitcorsoweekend in 2013. Het succesvolle evenementenweekend in september 2012 is integraal geëvalueerd. Hieruit zijn aandachtspunten voortgekomen die voor de volgende editie verbeterd moeten worden en geld kosten. Daarnaast heeft de stichting 4Stromenland een nieuwe opzet van het Fruitcorso gepresenteerd. Tenslotte hebben we een interne besparingsopdracht uitgevoerd zodat binnen de begroting wordt gebleven.
Vraag aan commissie: Ter kennisname
Het college heeft besloten het Appelpop/Fruitcorsoweekend voor te bereiden op dezelfde wijze als in 2012. Dit houdt in dat er wederom sprake is van transferia (Wamel en KerkAvezaarh) en een autoluw gebied. Ook heeft het college besloten te werken binnen de begroting voor het Appelpop/Fruitcorsoweekend. Er heeft een besparingsopdracht plaatsgevonden waarbij dit ook gerealiseerd kan worden. Om dit verder te bewerkstelligen zijn de volgende beslissingen genomen: 1. Er wordt geen extra advies met betrekking tot de programmering gevraagd; 2. De stichting muziekstad wordt verzocht het weer te monitoren (voorheen werd dit dubbel gedaan); 3. Er wordt gezocht naar een goedkoper alternatief voor de flipjessticker; 4. Er wordt een gratis alternatief gezocht voor de overlegruimte van het VO; 5. Er wordt een goedkoper alternatief gezocht voor de inzet van extra ambulances; 6. De bedragen voor het vervoer met de pendelbus en de veerpont worden vastgesteld op €6,- per volwassene en €3,- per kind.
Verder heeft het college enkele inhoudelijke beslissingen genomen met betrekking tot de vergunningen aan de organisaties en de integrale voorbereiding op het evenementenweekend. Dit betreft het besluit om het aantal beveiligers en event-support voor de stichting muziekstad vast te stellen op 93 respectievelijk 80. Hiervoor dient het evenement wel ongewijzigd te blijven ten opzichte van 2012. Ook is benadrukt dat de stichting 4-stromenland alle kanttekeningen die het college reeds kenbaar heeft gemaakt, dient uit te werken om zo risico's tot een minimum te beperken. Tenslotte is uitgesproken dat er voor de zomer van 2013 een multidisciplinaire risico-analyse opgesteld dient te worden ten behoeve van de lokale driehoek en dat er nauwer samengewerkt dient te worden op het gebied van crowdmanagement op en buiten de evenemententerreinen. Met bovengenoemde beslissingen heeft het college verder richting gegeven in de voorbereidingen op het Appelpop/Fruitcorsoweekend 2013. Daarbij onderkent het college nog wel twee risico's, te weten: 1. Er is in financiële zin geen rekening gehouden met slecht weer. Indien hier sprake van is, kunnen de kosten hoger uitvallen en mogelijk de begroting overschrijden. 2. Mogelijk is er sprake van een tegenvallend aantal gebruikers van het vervoer met de pendelbus en veerpont. Oorzaak zou kunnen zijn gelegen in de nieuwe opzet van het Fruitcorso dat minder bezoekers trekt en/of in de prijsverhoging van de kaartjes. Het college heeft om hierbij het volgende overwogen: Het evenementenweekend is veilig De wijze waarop het evenementenweekend is georganiseerd in 2012 geeft voldoende waarborgen voor een veilig verloop. Het transferium en het autoluwe gebied dragen daar substantieel aan bij. Er is zo'n €45.000,- bespaard Er is een besparing van zo'n €45.000,- verwerkt in de begroting van 2013. De meeste kosten zijn bespaard door samen te werken met de organisatoren. Daarnaast worden enkele concrete gevolgen benoemd onder a tot en met f. De rest van de besparing wordt tenslotte opgevangen met een verhoging van een retourkaartje voor het vervoer met pendelbus en veerpont. Het aantal beveiligers is in overeenstemming met huidige maatstaven In samenwerking met een extern expertisebureau is het aantal beveiligers en event-support vastgesteld door de organisator, politie en gemeente. Het aantal voldoet daarmee aan de huidige maatstaven. Een multidisciplinaire risicoanalyse is de basis voor veiligheidsmaatregelen Door een gezamenlijke risicoanalyse worden de risico's van de evenementen individueel en in samenhang beoordeeld. Door in
gezamenlijkheid de analyse te doen staan de neuzen van de betrokken partijen dezelfde kant op. De analyse biedt vervolgens basis voor een gedragen voorstel van veiligheidsmaatregelen. Samenwerken is efficiënter Tot op heden werd nauwelijks samengewerkt op het gebied van het crowdmanagement op de evenemententerreinen en daarbuiten. Samenwerken is echter efficiënter, omdat daardoor geen overlap van taken meer zal plaatsvinden. Dit levert tevens een kostenbesparing op. De nieuwe opzet van het Fruitcorso vergt de nodige inspanning Doordat het Fruitcorso wijzigt in opzet veranderen er ook veel veiligheidsaspecten. Meer activiteiten en een afgesloten terrein alleen al vraagt om aanpassingen in bestaande planvorming en werkwijzen. Om dit zo veilig mogelijk te laten verlopen, dienen de reeds geplaatste kanttekeningen te worden meegenomen. De kanttekeningen moeten leiden tot concrete maatregelen om de veiligheidsrisico's tot een minimum te beperken. Het evenementenbeleid is transparant Het evenementenbeleid is transparant en continu afgestemd met de gemeenteraad. Het evenementenweekend neemt een belangrijke positie in binnen dit evenementenbeleid. Het is daarom raadzaam om de afwegingen met de gemeenteraad te delen. Risico's blijven bestaan De gedegen voorbereiding van het evenementenweekend heeft tot doel om risico's zoveel als mogelijk te beperken. Het is echter niet mogelijk om alle risico's volledig af te dekken.
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Programmabureau Veiligheid David Volmer 0344-637269 dvolmer@tiel.nl
Bijlagen: Stand van zaken evaluatiepunten evenementenweekend 2012 Begroting (Vertrouwelijk in verband met lopend proces van aanbesteding)
Stand van zaken evaluatiepunten Appelpop/Fruitcorso 2012 Naar aanleiding van de evaluatie van het Appelpop/Fruitcorso-weekend in 2012 zijn de aandachtspunten vertaald naar een aantal acties. Hieronder is de stand van zaken weergegeven. Nr. 1.
Wat Veiligheidsoverleg met organisatoren Appelpop en Fruitcorso eerder plannen Overleg met OV-bedrijven eerder opstarten. Arriva is een nieuwe partner. De capaciteit voor de uitstroom is een gespreksonderwerp.
Verantwoordelijk Veiligheidsoverleg
3.
Het proces om te komen tot een risicobeoordeling en risicoanalyse eerder inzetten
Veiligheidsoverleg
4.
Het college heeft gefundeerd vastgesteld dat voor 2013 en verder een aantal beveiligers en event-support wordt opgenomen in de evenementenvergunning van Appelpop van 93 respectievelijk 80. Er is vooralsnog geen aanleiding om dit wijzigen De (technische) samenwerking op het gebied van crowdmanagement moet nader bekeken worden
Gemeente Tiel
2.
5.
versie 2-5-2013
Programmabureau veiligheid
Programmabureau veiligheid (in samenwerking met politie en organisatie Appelpop)
Stand van zaken Het eerste veiligheidsoverleg is gehouden op 19 maart 2013. Dit is 2 maanden eerder dan in 2012. Op 12 februari en 27 maart 2013 heeft er overleg plaatsgevonden met de OV-bedrijven. Er is gevraagd naar hun visie op het evenementenweekend en vooralsnog is die gelijk aan 2012. Complicerend is de uitval van de lijn Utrecht-Arnhem tijdens het evenementenweekend. De OV-bedrijven is gevraagd om met een oplossing te komen. 15 mei 2013 is een vervolgafspraak gepland. Tevens vind er nog een bestuurlijk gesprek plaats met Arriva. Er is een nieuwe opzet gemaakt van het veiligheidsoverleg waarin het proces tot het komen van een risicobeoordeling en risico-analyse in een vroeg stadium is geborgd. Het proces is wel afhankelijk van inbreng van de partners. Op 3 mei wordt er gestart met een multidisciplinaire risicoanalyse. Geen voortgangsbericht
Appelpop heeft de technische samenwerking op het gebied van crowdmangement bekeken. De uitkomst daarvan was aanleiding om afspraken te maken tussen politie, gemeente en organisator over crowdmanagement en het gebruik van camera's en lichtkranten. Dit heeft op 11 april plaatsgevonden. Er zullen diverse marktpartijen benaderd worden.
1
6.
Voor 2013 wordt opnieuw het aanbestedingsproces voor mobiliteit en facilitaire zaken bekeken
Afdeling stadsbeheer
7.
De oefening voorafgaand aan het Appelpop/Fruitcorsoweekend van 2012 wordt geëvalueerd
Programmabureau veiligheid
8.
Het gebruik van lichtkranten moet veel beter. Ondanks de kostenbesparing was de kwaliteit onvoldoende Aandachtsituaties: - De publiekstromen op en rond het station moeten beter worden begeleid - De uitstroom, veiligheidssituatie en voorzieningenniveau op de Veerweg te Wamel verdient nadere aandacht - Situatie op de Molenstraat De politie is voornemens de inzet (voorbereiding en tijdens het weekend) voor 2013 kritisch te bezien. De mogelijkheid zelf en de gevolgen hiervan moeten nader worden bekeken. De uitvoering van de taken van de beveiliging aan de toegangspoorten verdient de aandacht. Dit moet te allen tijde functioneren.
Programmabureau veiligheid (in samenwerking met politie) Veiligheidsoverleg
9.
10.
11.
versie 2-5-2013
Politie (in samenwerking met de gemeente Tiel) Organisatie Appelpop
Er is een besparingsopdracht van zo'n €45.000,gerealiseerd. Er zal meervoudig onderhands worden aanbesteed conform aanbestedingswet en lokaal inkoopbeleid. In formele zin is de oefening niet geëvalueerd, omdat maar één externe partner heeft gereageerd. Wel is de oefening besproken in een evenementencommissie en die input zal worden gebruikt voor het vormgeven van de oefening in 2013. Zie punt 5. Deze aandachtsituaties krijgen aandacht in de aanloop naar het evenementenweekend. In de begroting is rekening gehouden met fysieke maatregelen voor de eerste twee aandachtsituaties.
De politie is in gesprek met de burgemeester over de evenementenadvisering. Er zijn nog geen concrete uitspraken gedaan over de inzet. Dit wordt specifiek meegegeven aan de organisatie van Appelpop. Indien blijkt dat hierdoor meer opstoppingen ontstaan dient mogelijk het aantal toegangspoorten of aantal beveiligingsmedewerkers te worden verhoogd.
2
12.
De programmering moet eerder met elkaar worden gedeeld, om sturing hierop mogelijk te maken.
Organisatie Appelpop (in samenwerking met de gemeente Tiel)
13.
Meer aandacht voor (de informatie over) de bereikbaarheid voor minder validen Een aantal veiligheidsaspecten in de VIP-area, zoals de bereikbaarheid van tribunes en de doorgangen, verdient aandacht. Communicatie en aanwezigheid bij overleggen dient te worden verbeterd
Organisatie Appelpop
14.
15.
16. 17.
18.
Uitvoering van handhaving dient tegen het licht gehouden te worden Er wordt onderzoek gedaan naar de omzetdaling bij ondernemers rondom het evenementenweekend
Ideeën aandragen om promotioneel/economisch meer voordeel uit het weekend te halen
versie 2-5-2013
26 november 2012 is er gesproken met de organisatoren van Appelpop over de programmering. Er is aangegeven dat de gemeente en haar partners meer willen sturen op de programmering en dat de denkrichting is om op zaterdag vóór 18:00 uur en na 23:00 uur geen hoofdact neer te zetten. De organisatie heeft uitgelegd dat ze qua programmering op zaterdag standaard aanhouden dat ze starten voor een gezinspubliek, dat dit overgaat in een aanbod voor festivalgangers en willen afsluiten met een gezellig feest. We hebben afgesproken dat zij de mogelijkheid bekijken om in 2013 op zaterdag een afsluiting te verzorgen op het 2e podium, voorafgegaan door een internationale act op het hoofdpodium. Ook hebben we afgesproken dat we elkaar direct op de hoogte houden bij ontwikkelingen met betrekking tot de programmering. Geen voortgangsbericht
Organisatie Appelpop (in Geen voortgangsbericht samenwerking met de brandweer) Organisatie Fruitcorso (in Vooralsnog verloopt de communicatie met de samenwerking met de gemeente organisatie van het Fruitcorso goed en zijn zij Tiel) vertegenwoordigd in overleggen Bureau Toezicht en Handhaving Geen voortgangsbericht Ondernemersvereniging Hart van Tiel
De centrummanager deelt mee dat er geen onderzoek is gedaan en ook geen onderzoek zal worden gedaan naar de omzetdaling. Deze geluiden waren van een klein aantal ondernemers afkomstig.
Wethoudersoverleg
(Nog) niet ter sprake geweest in het wethoudersoverleg. De aanwezigheid vanuit de partijen tijdens dit overleg is erg laag. 3
19.
Gelet op de besparingsopdracht (€35.000,-) zullen diverse denkrichtingen worden uitgewerkt om deze besparing te realiseren. Er zijn al wel zorgen geuit over het vervallen van het transferium.
Stadsbeheer/Programmabureau veiligheid (in samenwerking met partners)
20.
Schoonmaak van de stad moet beter worden georganiseerd
Stadsbeheer
21.
Bereikbaarheidsproblemen en communicatiemiddelen moeten voor het Veiligheidsoverleg op orde zijn
22.
Het budget voor het Appelpop/Fruitcorso-weekend betreft in 2013 €80.000,-. Er moet binnen de begroting gewerkt worden De crisisorganisatie moet in 2013, in het bijzonder tijdens het Appelpop/Fruitcorso-weekend op orde zijn
Programmabureau veiligheid (in samenwerking met organisatie Appelpop) Programmabureau veiligheid
23.
versie 2-5-2013
Programmabureau veiligheid
De besparingsopdracht is gerealiseerd met behoud van het transferium en het autoluw maken van de stad. Daarbij is nog zo'n €10.000,- extra bespaard om verbeteringen naar aanleiding van de evaluatie van 2012 mogelijk te maken. De wijze waarop dit dient te gebeuren wordt nader uitgewerkt en heeft een plaats gekregen binnen de besparingsopdracht. Geen voortgangsbericht
Door middel van de besparingsopdracht en prijsverhoging wordt hieraan voldaan. Geen voortgangsbericht
4
Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel
Oplegnotitie voor de commissies
Telefoon: (0344) 637 111 Telefax:
(0344) 637 299
E-mail:
gemeente@tiel.nl
Internet: www.tiel.nl
Algemeen Commissie: Onderwerp: Geheimhouding: ja / nee
Samenleving Rapportage van geregistreerde discriminatieklachten 2012 Nee
College Portefeuillehouder Datum collegebesluit Collegebesluit:
R. Vermeulen 1.
De rapportage van geregistreerde discriminatieklachten 2012 voor kennisgeving laten aannemen. 2. De Raadscommissie Samenleving kennis laten nemen van de rapportage.
Inhoudelijke toelichting: Hierbij bied ik u een overzicht aan van de klachten en meldingen over discriminatie die in 2012 zijn geregistreerd door Bureau Gelijke Behandeling Gelderland Zuid. Achtergrondinformatie De Eerste Kamer heeft op 25 juni 2009 ingestemd met een wetsvoorstel dat de verplichting voor alle gemeentes bevat om burgers een antidiscriminatievoorziening te bieden. Een dergelijke voorziening dient klachten te registreren en burgers bijstand te verlenen in geval van discriminatie. Bureau Gelijke Behandeling Gelderland Zuid Op 22 september 2008 heeft u besloten om in te stemmen met de vorming van een regionale antidiscriminatievoorziening in de Veiligheidsregio Gelderland. Door de vorming van deze regionale voorziening willen de 18 gemeenten van de Veiligheidsregio invulling geven aan de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. Verordening Op 17 februari 2010 heeft de gemeenteraad de Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening vastgesteld. Gemeenten dienen in de verordening regels vast te stellen omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening en de uitvoering.
Kanttekening: Bureau Gelijke Behandeling heeft in de rapportage” Registratie gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen 22 gevallen in Tiel geregisterd, waarvan 2 met specifieke achtergronden: ‘Weigering toegang tot discotheek’ en ‘Gelijke toegang tot arbeid’. Bureau Gelijke Behandeling heeft acties ondernomen in de vorm van advisering en waarschuwing. We zullen in overleg met Bureau Gelijke Behandeling de voortgang volgen en indien noodzakelijk acties ondernemen.
Vraag aan commissie: Ter kennisname Bespreken
Ter kennisname
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Onderwijs & Welzijn H.Hamiddane 0344-637445 hhamiddane@tiel.nl
Bijlagen: Bijlage 1
Registratie gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Gemeente Tiel 2012
Bijlage 2
Overzicht discriminatieklachten 2012 Veiligheidsregio GelderlandZuid
Bijlage 3
Brief Bureau Ieder1 Gelijk
Overzicht discriminatieklachten 2012 veiligheidsregio Gelderland-Zuid Inleiding Voor u ligt het totaaloverzicht van discriminatieklachten in 2012 in de veiligheidsregio Gelderland Zuid. Elke gemeente is verplicht haar ingezetenen toegang te verschaffen tot een antidiscriminatievoorziening. Deze heeft onder andere de taak om discriminatieklachten op een gestandaardiseerde wijze te registreren en er jaarlijks verslag over uit te brengen aan de gemeente. Dit is het derde jaar dat Ieder1Gelijk een rapport uitbrengt over de discriminatiecijfers van de Gelderland-Zuid. In dit overzicht vindt u het totaal aantal klachten in 2012. Daarnaast is het aantal klachten per discriminatiegrond, maatschappelijk terrein, aard en klachtbehandeling weergegeven. Verder zijn de klachten vergeleken met 2011.
Tabel 1:
Totaal aantal discriminatieklachten 2012 Klacht van ingezetene
Klachten 2012
Over voorval in regio Gelderland Zuid
Over voorval in andere regio's dan Gelderland Zuid
Totaal
241
39
280
Klacht van nietingezetene over voorval in regio Gelderland Zuid
Totaal
14
2941
Vergelijking met 2011 Klacht van ingezetene Over voorval in Over voorval in regio andere regio's dan Gelderland Zuid Gelderland Zuid Klachten 20112
180
52
Totaal 232
Klacht van nietingezetene over voorval in regio Gelderland Zuid 9
Totaal
241
Hiervan zijn 2 meldingen via het College voor de Rechten van de Mens (voorheen CGB) en 23 via de politie Gelderland-Zuid binnengekomen. 2 In verband met invoering van een nieuw registratieprogramma wijkt de indeling van tabel 1 af van rapportages van voorgaande jaren. De in de vergelijking genoemde aantallen over 2011 zijn aangepast aan de nieuwe indeling 1
Tabel 2:
Totaaloverzicht van aantal klachten per gemeente
Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Groesbeek Heumen Lingewaal Maasdriel Millingen aan de Rijn Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel Ubbergen West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel Totaal
2010 4 3 15 2 8 3 6 3 3
2011 13 8 21 0 11 4 2 0 8
2012 5 4 5 5 10 223 6 4 2
2
0
3
1 4 131 10 0
3 2 141 22 0
5 9 168 22 2
2
4
4
6 8 211
3 14 256
5 13 294
Het aantal meldingen in 2012 is in vergelijking met 2011 wederom met ruim 15% gestegen.
Het aantal meldingen in Nijmegen is in 2012 met bijna 20% toegenomen.
De toename van het aantal meldingen duidt niet automatisch op een stijging van het aantal discriminatie-uitingen. Het heeft mogelijk te maken met de groeiende bekendheid van Ieder1Gelijk. Ieder1Gelijk stelt zich pro-actief op en zet een steeds breder wordend netwerk in.
Het hoge aantal meldingen in Groesbeek in 2012 is te verklaren uit het feit dat een inwoner uit Groesbeek diverse vormen van discriminatie op grond van nationaliteit signaleerde en daarover klachten indiende. 3
Tabel 3: Uitsplitsing klachten 2012 per gemeente
Vanaf 01-01-2012 tm 31-12-2012
Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Groesbeek Heumen Lingewaal Maasdriel Millingen aan de Rijn Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Tiel Ubbergen West Maas en Waal Wijchen Zaltbommel
0 2 1 3 2 4 2 0 0
Klacht van ingezetene over voorval in een andere gemeente 1 1 1 1 1 14 0 1 0
1 3 2 4 3 18 2 1 0
Klacht van ingezetene over voorval in deze gemeente 4 1 3 1 7 4 4 3 2
2
1
3
0
3
2 4 79 9 0
2 4 23 5 1
4 8 102 14 1
1 1 66 8 1
5 9 168 22 2
1
2
3
1
4
0 6
2 3
2 9
3 4
5 13
Klacht van ingezetene over voorval in deze gemeente
Totaal
Totaal
5 4 5 5 10 22 6 4 2
Tabel 4:
Verdeling klachten naar discriminatiegrond
2010
2011
2012
109
105
113
Godsdienst
7
8
13
Levensovertuiging
0
0
1
Politieke gezindheid
1
1
1
Geslacht
26
24
31
Seksuele gerichtheid
14
20
21
Leeftijd
15
56
63
Handicap/chronische ziekte
22
19
17
Burgerlijke staat
1
1
0
0
1
0
1
1
0
Nationaliteit
2
4
274
Niet-wettelijke gronden5
21
15
22
Antisemitisme6
2
1
0
Onbekend
0
2
0
221
258
309
Ras
Arbeidsduur (fulltime/parttime) Arbeidscontract (bepaalde/onbepaalde tijd)
Totaal7
Verreweg de meeste meldingen in Gelderland Zuid betreffen wederom de grond ras. De meldingen over de gronden Ras, Leeftijd, Geslacht en Godsdienst vertonen een stijgende lijn. De toename bij de grond Leeftijd houdt naar ons idee verband met de situatie op de arbeidsmarkt.
De meldingen over de gronden Handicap/Chronische ziekte en Seksuele gerichtheid blijven nagenoeg gelijk.
Het hoge aantal meldingen over de grond Nationaliteit in 2012 is te verklaren uit het feit dat één melder diverse vormen van discriminatie op grond van nationaliteit signaleerde en daarover meerdere klachten indiende. 5 Niet wettelijke gronden betreft klachten over discriminatie op een grond die niet in de wet wordt genoemd. Bijvoorbeeld iemand voelt zich gediscrimineerd omdat hij tatoeages heeft of omdat hij ex-gedetineerde is. Er kan bij een niet wettelijke grond wel sprake zijn van indirecte discriminatie. Bijvoorbeeld iemand afwijzen voor werk omdat hij te dik is zou discriminatie op grond van handicap/chronische ziekte kunnen zijn. 6 In het nieuwe registratieprogramma is Antisemitisme niet meer als aparte wettelijke grond opgenomen. 7 Het totale aantal in deze tabel kan afwijken van het totale aantal klachten. Een klacht kan namelijk over discriminatie op meerdere gronden gaan, waardoor er verschil ontstaat in de totalen. 4
Tabel 5: Verdeling van klachten naar maatschappelijk terrein 2010
2011
2012
Arbeidsmarkt
58
101
102
Buurt/wijk
25
12
18
Commerciële dienstverlening
13
23
16
Collectieve voorziening
20
16
30
Horeca
17
19
27
Huisvesting
9
4
9
Media en reclame
7
5
5
Onderwijs
16
13
10
Politie8
6
12
4
Justitie/justitiële inrichtingen
0
0
0
Vreemdelingendienst/OM
0
0
0
Publieke en politieke opinie
3
10
16
Sport en recreatie
12
9
21
Openbare ruimte
14
23
18
Privé-sfeer
1
6
6
Overig
6
11
12
Totaal
207
264
294
Van de maatschappelijke terreinen waarop de incidenten betrekking hebben, vormen de klachten op de arbeidsmarkt ruim een derde van het aantal meldingen. Het terrein Collectieve voorzieningen, zoals overheden, zorg- en welzijnsinstellingen en uitkeringsinstanties, laat een forse toename van het aantal meldingen zien.
Een stijgende lijn zien we bij de terreinen horeca, sport en recreatie, huisvesting en publieke en politieke opinie.
8
Het aantal klachten over de politie is afgenomen.
In het nieuwe registratieprogramma is het terrein politie, OM/vreemdelingendienst opgesplitst in twee terreinen.
Tabel 6:
Verdeling van klachten naar aard
Vijandige bejegening Omstreden behandeling Bedreiging Mishandeling Gewelddadige groepsconfrontatie Vernieling Brandstichting Doelbekladding Overige gewelddadige uitingen Overig Totaal9
Tabel 7:
2011
2012
79
83
80
131
177
210
6 0
0 0
5 5
8
3
1
0 0 0
0 0 0
1 0 2
0
0
4
4 228
2 265
4 312
Wijze van Klachtbehandeling
Registratie Advies/informatie Beïnvloeding beleid Bemiddeling Bijstaan in procedures Doorverwijzing Eigen onderzoek adv/praktijktest Overig Totaal11
2010
2010
2011
2012
205 112
241 123
28910 179
23
17
69
11
1
8
19
26
35
29
13
21
3
2
1
6 408
1 424
3 604
Eind 2012 waren 11 klachtbehandelingen nog niet afgerond.
Een klacht kan over discriminatie over meerdere vormen (aard) gaan, daardoor kan het totaal aantal klachten in deze tabel afwijken van het totaal aantal klachten uit tabel 1. 10 Dit getal wijkt af van het totale aantal meldingen in verband met verschillen in wijze van registreren tussen ADV’s. 11 Per klacht kunnen er meerdere manieren van klachtbehandeling worden toegepast en geregistreerd. 9
Registratie gemeentelijke antidiscriminatievoorziening Gemeente Tiel 2012
Naam antidiscriminatievoorziening Rapportage voor gemeente
Tiel
Jaar van registratie
2012
Inleiding Voor u ligt de registratie van discriminatieklachten van 2012 in uw gemeente. Elke gemeente is verplicht haar ingezetenen toegang te verschaffen tot een antidiscriminatievoorziening. Deze heeft onder andere de taak om discriminatieklachten op een gestandaardiseerde wijze te registreren en er verslag over uit te brengen aan de gemeente. Dit is het derde jaar dat Ieder1Gelijk een rapport uitbrengt over de discriminatiecijfers van de Gelderland-Zuid. In deze registratie vindt u het totaal aantal klachten in 2012. Daarnaast is het aantal klachten per discriminatiegrond, maatschappelijk terrein, aard en klachtbehandeling weergegeven. Verder zijn de klachten vergeleken met 2011. Ook hebben we discriminatie een ‘gezicht’ gegeven door een aantal klachten uit de gemeente uit te lichten.
1. Totaal aantal klachten1 Klacht van ingezetene Klacht van nietOver voorval in ingezetene over Totaal Over voorval in andere voorval in gemeente Totaal gemeente Tiel gemeenten dan Tiel Tiel Aantal geregistreerde klachten vanaf 01-01-2012 t/m 31-12-2012
1
9
5
14
8
22
Hiervan zijn twee meldingen binnen gekomen via de politie Gelderland-Zuid.
Tiel
2
2. Discriminatiegrond2
Ras Godsdienst Levensovertuiging Politieke gezindheid Geslacht Seksuele gerichtheid Leeftijd Handicap/chronische ziekte Burgerlijke staat Arbeidsduur (fulltime/parttime) Arbeidscontract (bepaalde/onbepaalde tijd) Nationaliteit Niet-wettelijke gronden
Klacht van ingezetene Klacht van nietOver voorval ingezetene over Over voorval Totaal in andere voorval in in gemeente Totaal gemeenten dan gemeente Tiel Tiel Tiel 3 3 6 1 7 0 0 0 3 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 2 1 3 0 0 0 0 0 2 2 4 1 5 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 2 9
0 0 5
0 2 14
0 1 8
0 3 22
Geen toegang tot de discotheek Inwoners van Tiel maken melding van discriminatie bij een horecagelegenheid. Tielenaren van Marokkaanse afkomst wordt de toegang geweigerd. De discotheek gaat niet goed met de klachten om en is daarvoor ook al eerder op de vingers getikt. Ieder1Gelijk adviseert aangifte te doen.
Niet wettelijke gronden Soms krijgt Ieder1Gelijk klachten over discriminatie op een grond die niet in de wet wordt genoemd. Bijvoorbeeld van iemand die zich gediscrimineerd voelt omdat hij tatoeages heeft of omdat hij ex-gedetineerde is. Toch kan er in dit soort gevallen sprake zijn van indirecte discriminatie. Bijvoorbeeld als iemand wordt afgewezen voor werk omdat hij te dik is. Dit zou discriminatie op grond van handicap/chronische ziekte kunnen zijn. Het totale aantal in deze tabel kan afwijken van het totale aantal klachten. Een klacht kan namelijk over discriminatie op meerdere gronden gaan, waardoor er verschil ontstaat in de twee totalen. 2
Tiel
3
3. Maatschappelijk terrein
Arbeidsmarkt Buurt/wijk Commerciële dienstverlening Collectieve voorziening Horeca Huisvesting Media en reclame Onderwijs Politie Justitie/justitiële inrichtingen Vreemdelingendienst/OM Publieke en politieke opinie Sport en recreatie Openbare ruimte Privé-sfeer Overig
Klacht van ingezetene Klacht van nietOver voorval in ingezetene over Over voorval Totaal andere voorval in in gemeente Totaal gemeenten dan gemeente Tiel Tiel Tiel 4 2 6 4 10 1 0 1 0 1 0
0
0
1
1
1 0 0 0 1 0
0 2 0 0 0 0
1 2 0 0 1 0
1 1 0 0 0 0
2 3 0 0 1 0
0
0
0
0
0
0 0 0 0 0 2 9
0 0 0 0 0 1 5
0 0 0 0 0 3 14
0 0 0 1 0 0 8
0 0 0 1 0 3 22
Arbeidsmarktdiscriminatie Ook in de gemeente Tiel zijn er werkgevers die bij werving en selectie van personeel leeftijdseisen stellen of onderscheid maken op grond van geslacht. In veel gevallen is dat niet toegestaan. Ieder1Gelijk stuurt hen een brief met informatie over de gelijkebehandelingswetgeving en gratis advies. Werkgevers worden verzocht personeel te selecteren op grond van relevante criteria.
Tiel
4
4. Aard3 Klacht van ingezetene Over voorval in Over voorval in andere Totaal gemeente Tiel gemeenten dan Tiel Vijandige bejegening 2 1 3 Omstreden behandeling 8 4 12 Bedreiging 0 0 0 Mishandeling 0 0 0 Gewelddadige 0 0 0 groepsconfrontatie Vernieling 0 0 0 Brandstichting 0 0 0 Doelbekladding 0 0 0 Overige gewelddadige 0 0 0 uitingen Overig 0 0 0 10 5 15
Klacht van nietingezetene over voorval in gemeente Tiel
Totaal
2 6 1 1
5 18 1 1
0
0
0 0 0
0 0 0
0
0
0 10
0 25
Klacht van nietingezetene over voorval in gemeente Tiel
Totaal
8 4 3 0 1 1
22 12 4 0 2 3
5. Klachtbehandeling4
Registratie Advies/informatie Beïnvloeding beleid Bemiddeling Bijstaan in procedures Doorverwijzing Eigen onderzoek adv/praktijktest Overig
Klacht van ingezetene Over voorval in Over voorval in andere Totaal gemeente Tiel gemeenten dan Tiel 9 5 14 6 2 8 1 0 1 0 0 0 1 0 1 2 0 2 0
0
0
0
0
0 19
0 7
0 26
1 18
1 44
Het totale aantal in deze tabel kan afwijken van het totale aantal klachten. Een klacht kan namelijk over meerdere uitingen van discriminatie gaan, waardoor er verschil ontstaat in de twee totalen. 4 Per klacht kunnen meerdere wijzen van klachtbehandeling worden toegepast en geregistreerd. Daarbij kan de wijze van klachtbehandeling niet of niet volledig zijn ingevuld zijn voor de op het moment nog lopende klachten. Het totale aantal geregistreerde werkwijzen van klachtbehandeling kan om die redenen dan ook afwijken van het totale aantal klachten. 3
Tiel
5
Vergelijking gemeente Tiel met 2011: Gemeente Tiel
Aantal klachten 2011 22
Aantal klachten 2012 22
2011 10 0 1 3 8 0 1 0
2012 7 0 0 1 5 0 3 0
0
0
0 1 0 0 0 0
0 3 0 0 3 0
Discriminatiegronden Klacht Tiel Ras Antisemitisme5 Nationaliteit Handicap / Chronische ziekte Leeftijd Seksuele gerichtheid Geslacht Arbeidsduur Arbeidscontract Vast/tijdelijk Burgerlijke staat Godsdienst Levensovertuiging Politieke gezindheid Overige (niet-wettelijke) gronden Onbekend
5
In het nieuwe registratieprogramma is Antisemitisme niet meer als aparte wettelijke grond opgenomen.
Tiel
6
Maatschappelijk terrein Klacht Tiel Arbeidsmarkt Buurt/wijk Collectieve voorzieningen Commerciële dienstverlening Horeca/amusement Huisvesting Media en reclame Onderwijs Politie6 Privésfeer Publieke / politieke opinie Sport / recreatie Openbare ruimte / publieke domein Overig OM / Vreemdelingendienst
2011 12 0 2 1 2 1 0 1 1 1 0 1
2012 10 1 2 1 3 0 0 1 0 0 0 0
0
1
1 0
3 0
2011 18 4 0 0 0 0 0
2012 18 5 0 1 0 0 1
Aard Klacht Tiel Omstreden behandeling Vijandige bejegening Geweld Bedreiging Overig Onbekend Mishandeling
In het nieuwe registratieprogramma is het terrein politie, OM/vreemdelingendienst opgesplitst in twee terreinen. 6
Tiel
7
Wijze klachtbehandeling Klacht Tiel Registratie Advies/informatie Beïnvloeding beleid Bemiddeling Bijstaan in procedures Doorverwijzing Eigen onderzoek ADV Overig 7
2011 22 8 0 0 1 0 0 0
2012 22 12 4 0 2 3 0 1
De werkwijze ‘registratie’ betekent dat de klachtbehandeling heeft bestaan uit het registreren van de klacht of melding en uit het geven van een korte reactie (telefonisch of per e-mail). 7
Tiel
8
Aan : College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Tiel t.a.v. dhr. H. Hammidane
Kenmerk
Ieder1Gelijkgp201302
Datum
25 februari 2013
Betreft
Jaarlijkse Rapportage van geregistreerde discriminatieklachten Conform eisen WGA
Geachte leden van het College van Burgemeester en Wethouders,
Ieder1Gelijk is de organisatie die door de 18 gemeenten in de regio Gelderland-Zuid is aangewezen als antidiscriminatievoorziening voor die regio, volgens afspraken gemaakt in het Veiligheidscollege. Voor de derde maal presenteren wij u het aantal gemelde klachten in 2012 in uw gemeente en in de regio. Geheel volgens de eisen van de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (WGA) via het Registratieformulier zoals dat is vastgesteld volgens de Regeling BZK van 10 november 2010 (nr 2010-0000711007). Wanneer u deze rapportage vóór 1 april 2013 opstuurt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voldoet u aan de verplichting van de WGA om jaarlijks voor 1 april gegevens te verstrekken over het voorkomen van incidenten op het gebied van ervaren discriminatie en ongelijke behandeling. Wij wijzen u er nadrukkelijk op dat u zélf als gemeente verantwoordelijk bent voor toezending van de gegevens vóór 1 april 2013 aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
1
Analyse van de gegevens Discriminatie die de melder ervaart, is het uitgangpunt bij de registratie van klachten. Dit kunnen zowel situaties zijn waarbij in juridische zin sprake is van discriminatie als situaties die gevoelsmatig discriminatie zijn. Meldingen worden zowel door slachtoffers zelf gedaan als door belangenbehartigers, hulpverleners en getuigen van een voorval. Ook kunnen ze voortkomen uit eigen onderzoek door Ieder1Gelijk. We willen een zo volledig mogelijk beeld genereren van wat zich voordoet op het gebied van discriminatie en ongelijke behandeling in deze regio. Daarom hebben we in de cijfers naast de meldingen die rechtstreeks bij Ieder1Gelijk binnenkomen, ook twee zaken opgenomen van het College voor de Rechten van de Mens (voorheen CGB) die betrekking hebben op gemeenten in Gelderland Zuid. Daarnaast hebben we 23 discriminatie-incidenten opgenomen, die voorkomen op het zaaksoverzicht van de politie Gelderland Zuid dat ingebracht wordt op de Regionale Discriminatieoverleggen van OM, politie en Ieder1Gelijk.
Analyse van de inhoud van de meldingen
Verreweg de meeste meldingen in Gelderland Zuid gaan weer over de grond ras. De meldingen over de gronden Ras, Leeftijd, Geslacht en Godsdienst vertonen een stijgende lijn. De toename bij de grond Leeftijd houdt naar ons idee verband met de situatie op de arbeidsmarkt.
2
Ruim een derde van de klachten heeft betrekking op de arbeidsmarkt. Het terrein Collectieve voorzieningen, zoals overheden, zorg- en welzijnsinstellingen en uitkeringsinstanties, laat een forse toename van het aantal meldingen zien. Een stijgende lijn zien we verder bij de terreinen horeca, sport en recreatie, huisvesting en publieke en politieke opinie. Het aantal klachten over de politie is afgenomen Over het algemeen zijn de aantallen klachten te laag om tot een valide analyse over achtergronden en oorzaken te komen. De aantallen zullen wel verwerkt worden in landelijke analyses. Wijze van klachtbehandeling Bij de keuze van de wijze van klachtbehandeling spelen drie zaken een rol: de aard van de klacht, de wens en verwachting van de melder en de juridische mogelijkheden. Soms wil een melder enkel het verhaal kwijt (“luisterend oor” functie). Vaak geeft Ieder1Gelijk advies op maat hoe de melder het probleem zelf op kan lossen. Op verzoek van cliënten geven we een (juridische) inschatting van het incident. Waar gewenst ondersteunt Ieder1Gelijk bij (het in gang zetten van) procedures en het doen van aangifte. In de praktijk blijkt vaak dat melders gedurende het traject om diverse redenen afzien van het zetten van verdere stappen: uit angst voor represailles, om het incident zo snel mogelijk te vergeten, door een gebrek aan motivatie om een (langdurige) procedure te voeren of door de gedachte dat verdere stappen ondernemen toch geen zin heeft. Zonder toestemming van de melder onderneemt Ieder1Gelijk geen verdere acties.
3
Analyse van de aantallen meldingen Het aantal meldingen in onze regio blijft stijgen. In 2012 een toename met 15%. Een vergelijking met cijfers uit voorgaande jaren laat zien dat het aantal meldingen over het algemeen genomen een stijgende lijn blijft vertonen: van 211 in 2010, 256 in 2011, naar 294 in 2012. De toename van het aantal meldingen duidt niet automatisch op een stijging van het aantal discriminatie-uitingen. Het heeft mogelijk te maken met de groeiende bekendheid van Ieder1Gelijk. Bovendien stelt Ieder1Gelijk zich pro-actief op en zet een steeds breder wordend netwerk in. Meldingen komen niet alleen binnen van slachtoffers van discriminatie, maar worden ook gedaan door belangenbehartigers en hulpverleners. De meldingsbereidheid van slachtoffers zelf blijkt niet zo groot. Belangrijkste redenen die daarvoor aangevoerd zijn, is dat men denkt dat melden toch geen zin heeft, dat men het probleem voor zichzelf niet groter wil maken door er een zaak van te maken of omdat iemand vooral geen slachtoffer wil zijn (vergelijk de slachtoffers van huiselijk geweld). Er is dus nog steeds sprake van onderregistratie. Het maatschappelijk veld heeft een belangrijke rol in het signaleren van discriminatie-incidenten om die onderregistratie tegen te gaan. Ook het aantal meldingen in de stad Nijmegen blijft een stijgende lijn vertonen. In 2012 een toename van bijna 20% De toename van het aantal meldingen die in 2011 zichtbaar was in de grotere gemeenten in Gelderland Zuid, met meer dan 24.000 inwoners (Tiel, Culemborg, Geldermalsen, Zaltbommel, Buren, Maasdriel, Beuningen, Wijchen), heeft zich niet voortgezet in 2012. Opvallend is de afname van het aantal meldingen in Culemborg. Het aantal meldingen van en over gemeenten in de regio met minder dan 24.000 inwoners is in 2012 juist wel toegenomen. Veel meldingen betekent eerder dat burgers bekend zijn met de mogelijkheid om te melden, dan dat er meer discriminatie plaatsvindt. Een gemeente heeft er belang bij te weten of en op welke terreinen discriminatie-incidenten spelen. Dus hoe meer meldingen, hoe beter een gemeente zicht krijgt op wat er speelt in haar samenleving.
4
Ieder1Gelijk is bekender in Nijmegen dan in de regio. Dat heeft ermee te maken dat Ieder1Gelijk in de regio Gelderland Zuid alleen voor de gemeente Nijmegen naast de wettelijke taken ook opdrachten uitvoert op het gebied van bewustwording (voorlichting, onderzoek, beleidsadvies) en daarmee beter gepositioneerd is in het maatschappelijk veld.
Evaluatie Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (WGA) Uit de evaluatie van de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (december 2012) is gebleken dat vrijwel alle gemeenten in Nederland invulling geven aan de twee wettelijke taken registratie en bijstand bij discriminatie-incidenten en dat gemeenten tevreden zijn over de samenwerking met en deskundigheid van de antidiscriminatievoorziening die de taken uitvoert. Een aandachtspunt dat uit de wetsevaluatie naar voren komt is dat de wet nauwelijks heeft bijgedragen aan het tegengaan van onderregistratie van discriminatie én dat gemeenten nauwelijks zelf of in regionaal verband een discriminatiebeleid voeren.
Regionale ontwikkeling In vrijwel elke gemeente in de regio is een ambassadeur van Ieder1Gelijk vertegenwoordigd in de gemeenteraad. De ambassadeur is de oren en de ogen voor Ieder1Gelijk voor de gemeente en houdt het onderwerp discriminatiebestrijding op de agenda. In 2012 heeft ieder1Gelijk, samen met de drie andere antidiscriminatievoorzieningen uit de nieuwe politie-eenheid Oost, een belevingsonderzoek laten verrichten naar ervaren discriminatie, waaruit blijkt dat slechts 15-20% van de mensen die discriminatie ervaren daarvan ook melding doet. Deze conclusie is aanleiding voor het ministerie om dit onderzoek in 2013 ook landelijk uit te gaan voeren. Andere opmerkelijk resultaten uit het onderzoek naar het discriminatieklimaat in onze regio zijn : -1 op de 6 ondervraagden had het jaar voorafgaande aan het onderzoek zelf een discriminatieervaring; -1 op de 3 ondervraagden had waargenomen dat het een ander overkwam, -meer dan de helft van de mensen met een discriminatie-ervaring gaf aan dat dit een negatieve impact op zijn/haar leven had. De uitkomsten van dit onderzoek zijn gepresenteerd aan de gemeenten. Ieder1Gelijk heeft inmiddels in de meeste gemeenten binnen haar werkgebied een presentatie verzorgd aan (een deel van) de gemeenteraad. Dit deden we om beter onder de aandacht te brengen wat de rol van een antidiscriminatievoorziening is ten opzichte van de gemeente en om de regierol van de gemeente te benadrukken.
5
Actuele ontwikkelingen In de Voortgangsbrief Discriminatie 2012 van de ministeries SZW, VenJ, BZK en OCW, staat dat het kabinet veel belang hecht aan een goede lokale bestrijding van discriminatie, door “het vergroten van de weerbaarheid van burgers tegen uitsluiting en discriminatie, de betekenis van burgerschap in de publieke ruimte en het verbeteren van de lokale samenwerking tegen discriminatie”. Mede op grond van de uitkomsten van de evaluatie van de WGA en de gesprekken met gemeenten, VNG en verschillende veldpartijen, zal het kabinet bezien of en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om de aanpak van discriminatie effectiever te maken. Ook het huidige kabinet hecht groot belang aan het tegengaan van discriminatie en zal zich onverminderd blijven inzetten om gelijke kansen voor alle individuen in de samenleving te waarborgen. Om tot verbeteringen te kunnen komen in de aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt heeft de voormalig minister van SZW de Tweede Kamer op de hoogte gesteld nader onderzoek te doen naar discriminatie op de arbeidsmarkt. Een aandachtspunt betreft discriminatie bij de wervings- en selectiefase. Ieder1Gelijk zal in 2013 ook extra aandacht besteden aan discriminatie op de arbeidsmarkt in de regio. Om de lokale aanpak van discriminatie in de woonomgeving te ondersteunen is de opdracht van het Landelijk Platform Woonoverlast verbreed naar (op alle gronden) discriminatoir wegpesten van bewoners. Voorjaar 2013 zal een voorbeeld aanpak discriminatie in de buurt gereed zijn. Pesten is en blijft helaas een actueel onderwerp. Zowel in buurten als in het onderwijs. Op al deze terreinen kan Ieder1Gelijk, als regionaal expertisecentrum discriminatie, voor u een partner zijn.
Tot slot Wij hebben ons best gedaan de meldingen niet alleen voor u op een rij te zetten, maar ze ook in de actuele en maatschappelijke context te plaatsen. Heeft u vragen of opmerkingen, neemt u dan contact met ons op.
Met vriendelijke groet,
Gina Plaggenborg, directeur Ieder1Gelijk
6
Bijlagen
In de bijlagen vindt u:
Een overzicht van de gegevens van de totale regio Gelderland Zuid
Het Registratieformulier ingevuld met gegevens van uw gemeente Het Registratieformulier met gegevens van uw gemeente biedt informatie in tabellen via drie kolommen: Primair is dat wij u inzicht geven over de klachten van ingezetenen van uw gemeente, zowel over voorvallen in de eigen gemeente als over voorvallen elders. Daartoe dienen de eerste en tweede kolom. In de derde kolom staan de klachten van niet-ingezetenen over een voorval dat heeft plaatsgevonden in uw gemeente. Tabel 1 geeft het aantal ontvangen en in behandeling genomen klachten weer; Tabel 2 biedt zicht op het aantal klachten uitgesplitst over de verschillende discriminatiegronden; Tabel 3 toont op welke maatschappelijke terreinen deze klachten betrekking hebben; Tabel 4 geeft aan wat de aard van het voorval was; Tabel 5 is een weergave van de wijze waarop de klacht in behandeling is genomen. De cijfers geven aan dat bepaalde situaties zich voordoen waarbij discriminatie is beleefd, maar tonen niet aan hoe vaak dergelijke situaties in de samenleving voorkomen. Een klacht kan meer dan één grond betreffen, meer dan één aard hebben en er kunnen meerdere vormen van klachtbehandeling hebben plaatsgevonden. De optelling van de totalen kan daardoor dus gelijk aan maar ook groter zijn dan het totale aantal klachten.
7
GemeenteTiel Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 111 Telefax: (0344) 637 299
Doorkiesnummer: (0344)
MEMO BERICHT aan:
Commissie Samenleving (t.k.n.)
van:
C. van Rhee-Oud Ammerveld
datum:
1 mei 2013
onderwerp:
Integrale herziening Standplaatsenbeleid
Aanleiding Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening is het verboden om zonder vergunning van het college standplaats (zoals een visboer) in te nemen. In 2005 is het Tielse standplaatsenbeleid vastgesteld. Hierin zijn nadere regels opgenomen. Het standplaatsenbeleid maakt daarbij onderscheid in drie gebieden: - Het centrum - Winkelcentra - Overige gebieden Ten aanzien van het centrum en de winkelcentra is in nauw overleg met winkeliers een aantal locaties aangewezen. Voor het centrum gaat het over drie locaties. Bovendien is het winkeliers toegestaan op de uitstalstrook standplaats in te nemen. Rond winkelcentra worden maximaal twee standplaatsen toegestaan. Ten aanzien van de overige gebieden worden aanvragen voor standplaatsen op de weg (verkeersbestemming) verleend mits de locatie verkeersveilig is en voldoet aan de eisen op grond van de Wabo (Activiteitenbesluit) en de Algemene plaatselijke verordening. Omdat er binnen de overige gebieden geen locaties zijn aangewezen, kan/wordt in de praktijk op een groot aantal plekken standplaats worden ingenomen, ook in de directe nabijheid van woningen. De afgelopen jaren nemen de klachten tegen ervaren overlast van standplaatsen in de overige gebieden toe. Vooral standplaatsen in de nabijheid van woningen geven veel klachten. Omdat het beleid voor overige gebieden en de Wabo-regelgeving voor wat betreft de locatie geen handvatten biedt, is het momenteel niet mogelijk om dergelijke vergunningen te weigeren. Ook niet als er voor die vergunningen geen enkel draagvlak bestaat bij omwonenden. Doel Om een nieuw evenwicht te vinden tussen (onder meer) de belangen van standplaatshouders aan de ene kant en de belangen van omwonenden aan de andere kant wordt het standplaatsenbeleid aangepast. Onderzocht wordt of het mogelijk is om ook ten aanzien van de overige gebieden beleid te ontwikkelen waarmee gestuurd kan worden op de locaties van standplaatsen. Dit vereist een integrale herziening van het beleid. Daarbij zal het beleid zich niet langer beperken tot de vergunningplicht op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, maar zullen ook economische belangen – voor zover juridisch mogelijk – worden betrokken. Bovendien zal – waar nodig – een brug worden geslagen naar ruimtelijke ordening.
Beleidswijziging Onlangs heeft er een tussentijdse wijziging van het standplaatsenbeleid plaatsgevonden. Dit betrof een tussentijdse reparatie naar aanleiding van een advies van de bezwarencommissie. Met de wijziging werd geen koerswijziging beoogd. Tijdpad besluitvorming Oktober/November 2013: vaststelling standplaatsenbeleid door college van burgemeester en wethouders. December 2013: indien een aanvulling moet worden gemaakt op de Detailhandelsnota 20122017 zal een voorstel worden voorbereidt dat in december in de raad kan worden behandeld.
CONCEPT – BEKNOPT – VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE SAMENLEVING VAN 24 APRIL 2013
Aanwezig: C.M. de Heus (voorzitter), J. Beijer, S. de Boer, A.E.L. Duquesnoy-van den Heuvel, H.A. Groenendaal, J.M. de Jong, L.H.K. Metiary, H.J. van der Munnik, P. Schoots, J.L. SewaltWijbrandts, I.C.M. Son-Stolk, J.D. Stoeten-Flach, J.H. de Wild (leden commissie Samenleving), C.J. Kreuk-Wildeman, M.E.C. Rijckenberg (leden commissie Bestuur) en H. Pullen (commissiegriffier) Afwezig met kennisgeving: W.G. van Rooijen, R. Manuhutu, en T. Zuidema (commissieleden) Eveneens aanwezig: C.R. Vermeulen, L. Verspuij, H.A. Driessen, C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld (wethouders), G. van Buuren, A. Faber, F. Swanenberg, K. Eetgerink en J. den Biggelaar (gemeentelijke adviseurs) 1.
Opening De voorzitter heet een ieder welkom en opent de vergadering. Zij deelt mee dat dit haar laatste vergadering is als voorzitter. Zij stopt als raadslid i.v.m. haar nieuwe baan als griffier in de gemeente Mook en Middelaar. De nieuwe werkzaamheden zijn niet te combineren met het raadslidmaatschap in Tiel. Mevrouw Duquesnoy dankt de voorzitter namens de commissie voor haar inzet (zie bijlage bij verslag voor foto).
2.
Agenda d.d. 24 april 2013 (vaststellen) Op verzoek van leden van de commissie Bestuur wordt agendapunt 12 (Joppenplan) behandeld na agendapunt 7. De agenda wordt verder ongewijzigd vastgesteld.
3.
Mededelingen en ingekomen stukken Er is niet verzocht om ingekomen stukken te agenderen voor bespreking.
4.
Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht C.R. Vermeulen De heer Vermeulen deelt mee dat het faillissement van de aannemer (renovatie van de Regenboog) geen extra kosten voor de gemeente heeft meegebracht. H.A. Driessen De heer Driessen verwijst naar bijgevoegde memo over het Wmo proces. Hier zijn verder geen vragen over.
5.
Concept – beknopt – verslag commissie Samenleving d.d. 3 april 2013 (vaststellen) Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
6.
Afsprakenlijst (bespreken) Nummer 7 (vraag van mevrouw Duquesnoy over de monitor vrijetijdseconomie Rivierenland 2011). Mevrouw Duquesnoy merkt op dat via de aangegeven link de monitor niet te vinden is. De heer Driessen zegt toe de juiste link te verstrekken.
7.
Rondvraag J. Beijer De heer Beijer verwijst naar een rapportage van Brandpunt over een aantal Bulgaren die o.a. in Tiel een aantal uitkeringen wisten los te peuteren enz. Hoe heeft de gemeente hierop gereageerd. De heer Driessen geeft aan dat het in Tiel alleen de fiscus betrof. Pagina 1 van 3
Niet de gemeentelijke organisatie. Dit antwoord bevreemdt de leden gezien de communicatie die hierover is geweest (De Wild, Duquesnoy/controle bevolkingsregister). De heer Driessen zegt toe hier schriftelijk op terug te komen. 8.
Joppenplan (bespreken) Het Joppenplan is een nadere uitwerking van het speelbeleid, het jeugdbeleid en het veiligheidsbeleid. Het geeft inzicht in de huidige situatie en de knelpunten die in de praktijk worden ervaren. Aan de commissieleden wordt gevraagd of zij zich kunnen vinden in de geschetste oplossingsrichting. Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. N.a.v. vragen wordt van de zijde van het college als volgt gereageerd: de Jop in Passewaaij laat op zich wachten omdat de Rijksdienst problemen heeft met een Jop op die locatie i.v.m. archeologie (Van der Munnik); de mobiele Jop is niet de enige oplossing voor overlastgevende jeugd. Het moet gezien worden als een onderdeel in een reeks van maatregelen (integrale aanpak). Het is een verwijsplek (Groenendaal); de jeugd en omwonenden worden betrokken bij de (nieuwe) Joppen (Metiary, Groenendaal, De Boer, Rijckenberg); De volgende opmerkingen/kanttekeningen zijn gemaakt: €100.000,-- voor een Jop in Passewaaij is erg veel geld. Kan het voor minder? Bij voorbeeld financiering van mobiele Jop van geld voor Jop Passewaaij (Sewalt, Groenendaal, De Boer, Rijckenberg) lange termijn visie wordt gemist (Metiary, De Wild); voorstander van meer passieve Joppen (De Wild) voorstander van meer actieve Joppen (Rijckenberg); kanttekeningen bij plaatsing mobiele Jop bij MVT. Te dicht bij ouders (Rijckenberg); N.a.v. de discussie zegt de heer Vermeulen toe om de mogelijkheid te onderzoeken om de Jop in Passewaaij en de aan te schaffen mobiele Jop te betalen uit het budget van de Jop Passewaaij (€100.000,--). Hij neemt het punt van de heer De Wild m.b.t. de passieve Joppen mee. Conclusie bespreking Met inachtneming van de door de wethouder gedane toezeggingen kunnen de commissieleden zich vinden in de geschetste oplossingsrichting.
9.
Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Wet werk en bijstand Tiel 2013 (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in het beslispunt en geven het presidium in overweging het raadsvoorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken.
10.
Intrekken verordening wet kinderopvang Tiel 2005 (om advies) De commissieleden merken op dat de bijlagen (09c en 09d) moeilijk te begrijpen zijn. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in het beslispunt en geven het presidium in overweging het raadsvoorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken.
11.
Bezuiniging leerlingenvervoer (bespreken) Aan de commissieleden wordt gevraagd of zij zich kunnen vinden in de conclusies van de notitie bezuiniging leerlingenvervoer en of zij kunnen instemmen met de door het college genomen besluiten. Pagina 2 van 3
Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop antwoord is gegeven. N.a.v. vragen die zijn gesteld over het reistijdcriterium en de Rehobothschool in relatie tot veiligheid (20 minuten lopen met gevaarlijke oversteekplaatsen) geeft de heer Vermeulen aan dit te onderzoeken. De heer Beijer doet de suggestie dat de school zelf een busje regelt van het station naar de school v.v. (Stoeten, Beijer, Schoots, De Wild, Sewalt). De heer Vermeulen merkt op dat men extra alert is op kwetsbare kinderen (Beijer). Conclusie bespreking Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen kunnen de commissieleden zich vinden in de conclusies van de notitie en kunnen zij instemmen met de door het college genomen besluiten. 12.
Burgerparticipatie bij kunst (bespreken) In de raadsvergadering van 14 november 2012 is de motie "burgerparticipatie bij kunst" aangenomen door de raad (met uitzondering van de PvdA hebben de fracties voor deze motie gestemd). Gezien de inhoud van deze motie is deze geagendeerd voor bespreking. De volgende opmerkingen/kanttekeningen zijn gemaakt: luister naar burgers (jongeren in bijzonder), omarm initiatieven, zie kansen, combineer bedrijfsleven en onderwijs, kijk naar mogelijkheden leerwerkprojecten en stageopdrachten, varieer met, voor en door inwoners van Tiel. Als voorbeeld wordt de Berenkuil genoemd (Schoots, Stoeten, De Boer, Duquesnoy, Son); burgers geen worst voorhouden als er geen middelen zijn (Beijer, De Wild). De heer Verspuij geeft aan dat er geen budget is. Er kunnen zich echter wel kansen voordoen. Een kans is nu het opknappen van de rotonde bij het zwembad. Er is een ontwerp door een kunstenaar gemaakt voor de rotonde waarbij gebruik is gemaakt van de basaltblokken die afkomstig zijn van het waterelement op het Plein. Enkele bedrijven zijn door de gemeente benaderd voor sponsoring. De toegezegde bijdragen (in natura en via sponsorgelden) kunnen eventueel worden aangevuld met het wijkbudget Tiel Noord.
13.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Er heeft geen terugkoppeling plaatsgevonden.
14.
Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit om 22.00 uur de vergadering.
Pagina 3 van 3
Afsprakenlijst van de commissie Samenleving NR.
Onderwerp
Afspraak/toezegging
Datum afspraak
Planning
1.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
b) nieuw WMO-beleid
29-05-2012 04-09-2012
b) vóór zomerreces 2013
2.
Brief d.d. 04-02-1013 van A. de Haan aan de raadsleden betreffende een tillift voor een bewoonster van de Herbergier. Er had zich een inspreker gemeld voor dit punt. (lijst ingekomen stukken Raad d.d. 13-02-2013 categorie VI)
Raad heeft voorzitter in overweging gegeven te handelen conform de verordening op dit punt nu is gebleken dat een bezwaarschrift is ingediend en het bezwaarschrift nog in behandeling is (ter info: art. 17 Verordening raadscommissies: het woord kan niet gevoerd worden over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan)
raadsvergadering d.d. 13-02-2013
Eventuele agendering na behandeling van het bezwaarschrift.
29-05-2012
April 2013 Wordt juli 2013 (een update van de bestaande nota inclusief een evaluatie van de lopende projecten)
vragen commissieleden 3. L.H.K. Metiary Mevrouw Metiary vraagt naar de evaluatie van het integratiebeleid in november 2012
4.
N.E.Özunal Heeft gevraagd naar analfabetisme in Tiel
- schriftelijke mededeling van tijdstip van evaluatie beleid (wordt in afsprakenlijst opgenomen (Metiary) -schriftelijke beantwoording vragen. Hoeveel analfabeten zijn er inTiel? Hoe pakken wij dit in Tiel aan? Wat is het budget voor de gem. Tiel (Özunal)
04-10-2011 01-11-2011 29-11-2011 02-10-2012 30-10-2012 05-03-2013 03-04-2013
Zie bijlage
5.
A.E.L. Duquesnoy-van den Heuvel Is de monitor vrijetijdseconomie Rivierenland 2011 al beschikbaar?
De juiste link wordt doorgegeven
04-12-2012 05-03-2013 24-04-2013
Mei 2013
Gemaakt op 08-05-2013
1
6.
P. Schoots Vraagt naar de reactie van het college op het advies van de cliëntenraad Wwb (overschrijding wettelijke termijn aanvragen bijzondere bijstand)
Schriftelijke reactie van het college aan cliëntenraad Wwb
03-04-2013
Zie bijlage
7.
J. Beijer Vraagt naar de reactie van het college n.a.v. reportage Brandpunt over Bulgaren
Schriftelijke reactie
24-04-2013
Mei 2013
NB:
indien de commissie geen opmerkingen heeft over de punten 4 en 6 dan worden de betreffende punten bij de volgende uitdraai verwijderd.
Gemaakt op 08-05-2013
2
Achterweg 2, 4001 MV Tiel
Memo beantwoording raads- en commissie vragen
Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 445 Telefax:
(0344) 637 299
E-mail:
gemeente@tiel.nl
Internet: www.tiel.nl
Vraag: Onderwerp: Van wie: Datum: Planning: Raad / commissie: Afspraak / toezegging:
Laaggeletterdheid Mevrouw L. Metiary Mevrouw E. Özunal 3 april 2013 Samenleving 1. Mevrouw Metiary vraagt zich af of een project Maasdriel gaat werken in Tiel. Zij zou graag de evaluatie van het beleid op de afsprakenlijst plaatsen. 2. Mevrouw Özunal geeft aan dat zij nog steeds geen antwoord heeft op haar vragen. Hoeveel analfabeten zijn er in Tiel? Hoe pakken wij dit in Tiel aan? Wat betekent dit budget voor de gemeente Tiel?
Antwoord: Portefeuillehouder: Datum Collegebehandeling: Antwoord:
C.R. Vermeulen n.v.t.
1. Evaluatie Project Leerpunt Alle deelprojecten “Werving, Jonge Ouders en Werkenden” worden na afloop van de projecten in 2015 geëvalueerd. We gaan via een voortgangsrapportage u periodiek (jaarlijks) informeren over alle deelprojecten.
2. Analfabetisme Het memo ‘Laaggeletterdheid’ dat op 5 april 2013 ter kennisname aan de raadscommissie Samenleving was aangeboden, gaat over laaggeletterdheid en analfabetisme. In onze aanpak maken we geen onderscheid tussen laaggeletterdheid en analfabetisme. We sluiten hierbij aan bij de landelijke definities en aanpak van laaggeletterdheid. Het begrip analfabetisme is vernieuwd. Tot nu toe heeft het accent in Nederland vooral gelegen op lezen en schrijven. De eisen om maatschappelijk volwaardig te kunnen functioneren worden steeds hoger. Geletterdheid omvat luisteren, spreken, lezen, schrijven, gecijferdheid en in dat kader het gebruiken van alledaagse technologie om te communiceren en om te gaan met informatie
3. Budget Vanuit het regiocontract is € 125.000 beschikbaar gesteld. De de aanvraag voor de 2 tranche (€ 225.000) is nog in behandeling bij de provincie.
Als cofinanciering vanuit de gemeenten mag gebruik worden gemaakt van de reguliere Rijksmiddelen voor volwasseneneducatie. Met de bijdrage van de deelnemende gemeenten is de cofinanciering daarmee geregeld.
4. Aanpak analfabeten Het rapport van CINOP (reeds in uw bezit) spreekt over 10% analfabeten en laaggeletterden. In Tiel betekent dat zo’n 4.000 analfabeten en laaggeletterden; 85% is laaggeletterd en 15% is analfabeet. In Tiel hebben we veel ervaring met de analfabeten. In de periode 2000 tot en met 2012 hebben ruim 400 analfabeten een alfabetiseringsprogramma gevolgd. Ongeveer 75% van de deelnemers stroomde door naar educatie- of inburgeringstrajecten, nam deel aan een andere activiteit buitenshuis of bleek voldoende redzaam. Voor meer informatie verwijs ik u naar de bijlage ‘Alfagroepen NT2’. Het college van B&W beseft dat het bestrijden van laaggeletterdheid geen eenvoudige of vanzelfsprekende opgave is. Als verantwoordelijke portefeuillehouder blijf ik mij stevig inzetten op het bestrijden van laaggeletterdheid (inclusief analfabetisme).
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail: Datum:
Onderwijs en Welzijn H.Hamiddane 0344-637445 hhamiddane@tiel.nl
Bijlagen: Bijlage
Alfagroepen NT2
Alfagroepen NT2 1.1 Doelgroep Voor de alfa NT2 zijn er drie niveaus te onderscheiden. -Cursisten die niet zijn gealfabetiseerd in het Latijnse schrift, geen onderwijs hebben gehad in hun eigen land en weinig taalvaardig zijn. Zij zijn volledig analfabeet Cursisten die onderwijs hebben gehad in hun eigen land, studievaardig zijn, nauwelijks aanspreekbaar in het Nederlands en onbekend met het Latijnse schrift. Cursisten die al enkele jaren in Nederland wonen redelijk aanspreekbaar zijn maar niet goed kunnen schrijven en lezen.
1.2 Doel Cursisten zodanig te alfabetiseren dat zij indien mogelijk kunnen doorstromen naar een inburgeringtraject of als dat niet mogelijk is, cursisten zover brengen dat zij ondanks hun beperkingen zich staande kunnen houden in de maatschappij. 1.3 Procedure van plaatsing Nieuwe cursisten worden aangemeld via gemeente, vluchtelingenwerk, toeleiders, (soc, dienst, huisarts enz.) of zijn zelfmelders. De cursist krijgt een intakegesprek evt met tolk . De cursist wordt indien mogelijk direct getoetst. Daarna wordt de cursist zo snel mogelijk geplaatst in de alfagroep. Na een periode van een maand wordt een trajectplan opgesteld door de SLBer. Dit traject wordt met de cursist besproken, eventueel met een tolk erbij, en ondertekend. 2.1 Het onderwijs Het onderwijs wordt flexibel aangeboden In Tiel werken we met heterogene groepen. Er wordt gedifferentieerd gewerkt. De methodes zijn gericht op zelfstandig werken, op eigen niveau en in eigen tempo. Daarvoor werken we met de passende methodes die dit als uitgangspunt hebben. Voor het spreken worden de cursisten gestimuleerd om buiten de school ook Nederlands te spreken. Buitenschoolse opdrachten en taalstage gekoppeld aan spreekopdrachten en thema’s, is een stimulans om buiten de school Nederlands te spreken maar niet genoeg. Spreken gebeurt op niveau in verschillende subgroepen. Leerlingen leggen een portfolio aan van de buitenschoolse opdrachten. De cursisten worden getraind in technisch en begrijpend lezen zodat zij beter voorbereid zijn om een inburgeringtraject te kunnen volgen. We werken met leesgroepen op niveau. 2.2 Manier van werken: Via het sandwichmodel: 25% wordt gewerkt aan spreek-, luistervaardigheden en uitbreiding woordenschat 60% wordt zelfstandig gewerkt met flexibel lesmateriaal gericht op lezen en schrijven. 15% wordt gewerkt aan extra lezen. De computer wordt ingezet bij de lesmethode voor auditieve- en leesopdrachten en woordenschat oefeningen.
2.3 Didactische aanpak via het VUT model Vooruitkijken: Wat gaat de cursist leren, klein gesprekje hierover. Uitvoeren: Cursist maakt de opdrachten. Terugkijken: Wat heeft de cursist gedaan. Wat zijn de toetsresultaten. De docent is meer coach en begeleider dan lesgever. In het begin zal dat nog sterk sturen zijn dit zal gedurende het leerproces geleidelijk afnemen. De docent is meer gericht op het leerproces: de cursist wordt gestimuleerd om eigen antwoorden en oplossingen te zoeken en vraagt ook hulp aan andere cursisten of bij het
huiswerk thuis Wanneer er in subgroepen wordt gesproken of gelezen zal de docent meer lesgever zijn. Bij de stage is de docent een individuele stagebegeleider Vorderingen worden bijgehouden op de modulekaart en de cursist kan via de studiekaart bijhouden waar hij/zij gebleven is. Bewijzen worden bewaard in het portfolio. Halfjaarlijks zijn er toetsen om de voortgang bij te houden. De toetsen zijn de intake- en de voortgangstoetsen van CINOP voor alfabetisering. 5.1Toetsen en eindbeoordeling: a. Methodegebonden toetsen bij lezen en schrijven . b. Voortgangstoetsen Na het afsluiten van een niveau wordt er getoetst met de CITO voortgangstoets De toets bestaat uit functionele opdrachten, die worden vooraf geoefend met het alfaportfolio lezen schrijven. Spreken Voor spreken is er de taalmarkt. 2 keer per jaar wordt deze afgenomen. Wie doen mee: Cursisten die voldoende spreekniveau A1 hebben. Voor cursisten waarbij het nodig is voor dossiervorming Bij niveauverhoging Resultaat wordt genoteerd op de modulekaart. 6.1Einde van het hele traject -Volgens afspraken in het trajectplan met de gemeentes. -Na een periode waarin is aangetoond dat de cursist stagneert in leren. Hiervoor wordt een dossier aangelegd. Zie bijlage 3 -Na een periode van 3 jaar.
Vanaf 2000 hebben 428 leerlingen deelgenomen aan een alfabetiseringstraject. Vooral in de periode 2008, 2009 , 2010 en 2011 hebben veel cursisten deelgenomen aan de alfacursussen vanwege de inburgeringswet.
GemeenteTiel Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 111 Telefax: (0344) 637 299
Doorkiesnummer: (0344)
MEMO BERICHT aan:
commissie Samenleving
afdeling:
O&W
datum:
2-5-2013
onderwerp:
Speerpunten/Doelenboom programma 7 & 8
notities:
--
Gemaakte afspraken In 2010 heeft de rekenkamer onderzoek gedaan naar de programmabegroting als sturingsinstrument. Een van de aanbevelingen had betrekking op het vaststellen van speerpunten per programma door de raad. In de klankbordgroep "implementatieplan programmabegroting" is afgesproken dat gedurende deze raadsperiode voor alle programma's speerpunten worden vastgesteld, die daarna worden uitgewerkt in doelenbomen en indicatoren. In de begroting 2014 zijn de programma's 5 (ruimtelijke ontwikkeling), 6 (openbare ruimte), 7 (onderwijs), 8 (maatschappelijke voorzieningen) en 9 (besturen van de stad) aan de beurt. Deze memo handelt over de programma's 7 en 8. Voorgesteld wordt eerst een keus te maken welke programma's uitgewerkt worden. Ontwikkelingen sociaal domein Om een goede keuze te maken, welke onderdelen uit de begroting voor een uitwerking in een doelenboom in aanmerking komen, volgt eerst een schets van de context waarbinnen de keuze zich afspeelt. Deze is intussen namelijk grondig gewijzigd. En dan praten we over de participatiewet, de AWBZ, de Jeugdwet en de wet Passend Onderwijs. Elke doelenboom die je op dit moment opstelt wordt onderdeel van de dynamiek en de veranderingen binnen deze transities. WMO beleidskader Wel kan houvast worden gezocht bij het WMO beleidsplan in ontwikkeling. Vanuit dit kader gaan we van "zorgen voor" naar "zorgen dat". Dit principe wordt losgelaten op 4 groepen van inwoners met als betekenis: (1) actieve inwoners (faciliteren), (2) inwoners met een ondersteuningsvraag (organiseren passende toegang), (3) kwetsbare inwoners (garanderen vangnet) en (4) jeugd (faciliteren, organiseren passende toegang, garanderen vangnet). In het WMO beleidsplan – vaststelling in juli – wordt zichtbaar wat we hoe gaan doen. Daarop volgend wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin zichtbaar wordt wat we precies gaan doen.
1
Aanwijzing speerpunten Met inachtneming van bovenstaande context stellen we voor uit programma 7 twee onderwerpen te kiezen en voor programma 8 vier onderwerpen. Die worden vervolgens uitgewerkt tot een doelenboom voor de begroting 2014. Programma 7 (7.1) Onderwijshuisvesting, (7.3) financieel toezicht , (7.4) gemeenschappelijke lasten onderwijs , (7.5) lokaal stimuleringsbeleid, (7.6) plantage Programma 8 (8.1) Maatschappelijke Ondersteuning, (8.2) prestatievelden WMO, (8.3) verstrekkingen WMO, (8.4) Ouderen en gehandicapten, (8.5) allochtonen, (8.6) jeugd, (8.7) sociaal cultureel werk, (8.9) lokaal gezondheidsbeleid, (8.10) OGGZ/maatschappelijke opvang, (8.11) sport, (8.12) spelen, (8.13) Cultuurbeleid, (8.14) Bibliotheek, (8.16) Museum, (8.17) Schouwburg Agnietenhof, (8.18) stads- en regionaal archief, (8.19) evenementen en volksfeesten.
.-.-.-.-.-.-.-.-.
2
Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel
Oplegnotitie voor de commissies
Telefoon: (0344) 637 111 Telefax:
(0344) 637 299
E-mail:
gemeente@tiel.nl
Internet: www.tiel.nl
Algemeen Commissie: Onderwerp: Geheimhouding: ja / nee
Samenleving Jaarverslag 2012, Jaarrekening 2012, Begroting 2014, Vermogensbeleid Lander nee
College Portefeuillehouder Datum collegebesluit Collegebesluit: Inhoudelijke toelichting:
C. van Rhee – Oud Ammerveld nvt nvt Op 17 juni a.s. vind een Algemeen Bestuur van Lander plaats. Daarin worden de jaarstukken 2012/2014 behandeld. In het AB van Lander hebben de leden van de raad mw. Y. Son – Stolk en mw. LHK Metiary zitting. De vergadering van de commissie samenleving Tiel op 28 mei is de gelegenheid om met beide AB leden de aandachtspunten betreffende deze jaarstukken van Lander af te stemmen.
Vraag aan commissie: Ter kennisname Bespreken
De genoemde jaarstukken van Lander Kunt u zich vinden in de aandachtspunten bij de jaarstukken zoals opgenomen in de bijlage bij deze oplegnotitie. Welke andere aandachtspunten of adviezen wilt u beide AB leden meegeven?
Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
WIZ Gerrit van Buuren 656 605 gvbuuren@tiel.nl
FPJZ (financiën) Marco vos 637 414 mvos@tiel.nl
Bijlagen: Aandachtspunten bij jaarstukken Lander
BIJLAGE bij Oplegnotitie Jaarstukken Lander 2012 en 2014 tbv. bespreking AB leden Tiel met commissie samenleving Tiel.
Jaarverslag 2012; Blz 6 en 27. Nieuw beleidsplan 2014 ev. Komt dat er nog wel of niet meer? Wat kan de impact daarvan zijn? Blz 8. Tabel. Bij derden werkt 33.2% . Dit is te verdelen in BW (begeleid werken) 8.3% en 24.9% detachering. In het toekomstperspectief is BW de meest wenselijke optie (dan is men in dienst bij een reguliere werkgever). Kan het resultaat met BW worden verhoogd? "Binnen" is 43%. Dit is te zien als beschutte werkplaats. In het perspectief van de Participatiewet is dit het deel dat veel aandacht zal vragen in het toekomstperspectief. Blz 27. Vooruitblik. Lander is klaar voor de toekomst. Er zit een risico aan deze stelling. De tijd is te hectisch! Van wWnv naar Participatiewet; is nu het Sociaal Accoord bepalend. Niemand is klaar! Daarbij past het ook niet zo om van gemeenten te vragen randvoorwaarden in te vullen. Lander zal samen met de gemeenten nog vol aan de slag moeten blijven de komende tijd.
Jaarrekening 2012. Blz 10. Het bedrijfsresultaat € 849.000 negatief is beter dan de begroting, maar slechter dan rekening 2011. Het zit vooral in de verminderde omzet. Er staan wel minder kosten tegenover. Bedragen in € 1.000.
Rekening Begroting Rekening 2012 2012 2011 -1.325 -164 -849 392 -25 -944
Bedrijfsresultaat (baten - lasten) Incidentele baten / lasten Resultaat gewone bedrijfsuitvoering -457 -1.350 -1.108 Mutaties reserves 393 190 194 Resultaat na bestemming -64 -1.160 -914 Het resultaat na bestemming is aanzienlijk voordeliger dan begroot. Waardoor wordt dit veroorzaakt? Welke effecten zijn hiervan incidenteel en welke hebben een structurele doorwerking naar 2013 en verder (het begroot resultaat 2013 is vooralsnog € 1.655 mln negatief). Blz. 21 Is de stijging van dubieuze debiteuren een punt om zorg over te hebben ?
Conceptbegroting 2014 e.v. blz 5. Ook hier de vraag rond het nieuwe Beleidsplan 2014 ev. Blz 7 + 13. Blz. 13 Resultaten van de begroting 2014 - 2017 Lander geeft het onderstaande beeld: 2013 2014 2015 2016 (in € 1.000) -1.655 -885 -1.205 -1.865 Resultaat na bestemmingsreserves
2017 -1.795
De ontwikkeling van het bedrijfsresultaat is sterk wisselend over de jaren heen. Is dat beter te beheersen? Of zijn externe factoren te wisselend? Voor 2014 zitten de mutaties vooral in Wwb vergoedingen gemeenten, stijging opbrengsten!, stijgende lonen (1,4 mln stijging door normale ontwikkeling?), minder subsidies aan doelgroepen. Blz 11/12 Te lezen is dat er 2 commerciele activiteiten zijn gestopt (post en containercleaning). Kunnen er andere commerciële activiteiten worden gevonden? In het branchecode onderzoek wordt aandacht gevraagd voor de prestaties met commerciële activiteiten. Het vermogensbeleid; hierover is een aparte notitie en voorstel.
Blz 19. In deze begroting –zie tabel- is het nieuwe nog vast te stellen vermogensbeleid verwerkt. In paragraaf 5 wordt verloop van het weerstandsvermogen geschetst waarbij de negatieve resultaten volledig ten laste van dit resultaat worden gebracht. Dit leidt vanaf 2017 tot een vermogen van nihil. Op grond van dit overzicht komt een aanvullende gemeentelijke bijdrage vanaf 2016 in beeld. Vraagpunten: - Welke beleidsvrijheden zitten er nog in deze begroting ofwel waar kunnen keuzes worden gemaakt om e.e.a. financieel meer houdbaar te maken. - Hoe gaan we hier als gemeente mee om? Zie hierna onder Vermogensbeleid. Blz 23. Risicoparagraaf. Het klopt dat de risico's van de Participatiewet en Sociaal Accoord nog niet goed zijn te duiden. Dat is zo. Wel is er iets van te zeggen. Er komt één budget dat minder is dan nu voor reintegratie, wsw en wajong. Risico dat gemeenten tekort komen. Daar komt bij een centrale landelijke indicatie stelling. Daardoor kun je minder sturen op de instroom!? In het sociaal accoord is beschreven dat werkgevers kunnen gaan meefinancieren. Gaat dat gebeuren en in welke vorm en mate? De ontwerp- Participatiewet kende een relatie met de AWBZ decentralisatie. Samenhang en efficiencymogelijkheden kunnen in die overlap worden gezocht. Door het sociaal accoord is dat onduidelijk geworden.
Concept-vermogensbeleid. Het vermogensbeleid nu is dat minimaal 7,5% en maximaal 15% van de exploitatielasten aan vermogen aanwezig moet zijn. Met het voorstel wordt het begrip vrij vermogen verruimd. Er valt dus meer onder. Vervolgens wordt wel voorgesteld om de minimumgrens te verhogen van 7,5 naar 10%. Een vertaling: met 7,5% kun je 3 jaar lang 2,5% van de tegenvallende bedrijfskosten opvangen, Met 10% kun je dat gedurende 4 jaar. Vraag; - hoe verhoudt een hoger minimum vermogenspercentage zich ten opzichte van vraagstukken over de gemeentelijke financiele positie? - wat is de concrete motivering van de verhoging van 7,5 naar 10%? (waarom geen 8,5 of ….?) - Vindt onze gemeente het nodig dat een GR, naast bestemmingsreserves, ook zelf een algemene weerstandsreserve heeft of ligt het meer voor de hand om dit te doen bij de deelnemers in de GR (de gemeenten)? Tot nu toe is de eerste optie het lopende beleid bij de GR Lander. Nb.) Gezien de ontwikkeling in het kader van vorming RIW per ….? ligt het meer voor de hand om de tekorten van Lander voor de komende jaren op te vangen vanuit het vrije vermogen, de ondergrens van het vrije vermogen te stellen op nihil en bij de vorming van de RIW nogmaals te kijken naar de noodzaak voor het hebben van eigen vermogen met daarbij behorende normen.
DB20130502-6a-1
Versie 19 april 2013
(concept) JAARVERSLAG 2012 (tevens dienend als Sociaal Jaarverslag)
2 LANDER werk & participatie 2012
INHOUDSOPGAVE
MET VERTROUWEN DE TOEKOMST IN....................................................................... 5 MISSIE EN BELEID ......................................................................................................... 6 SAMENWERKING ......................................................................................................... 13 ORGANISATIE .............................................................................................................. 15 FINANCIËN ................................................................................................................... 23 TOEZICHT..................................................................................................................... 25 VOORUITBLIK .............................................................................................................. 27
3 LANDER werk & participatie 2012
SAMENSTELLING ALGEMEEN EN DAGELIJKS BESTUUR op 31 december 2012 Buren Mevrouw G. van der Donk – van Andel (DB) De heer M. Hofman De heer J. van Rijswijk Culemborg De heer J. Marringa De heer H.C. van Oorschot (DB) De heer J.P. Roefs Geldermalsen Mevrouw H. Boer Rookhuiszen-de Joode Mevrouw K. de Heus-van Wijk De heer W. Hompe (DB) Maasdriel Mevrouw J.C.G.L. van de Braak-van Hooft De heer J.J.T.M. Leijdekkers (DB) De heer C.J.A.M. Tijssen Neder-Betuwe De heer H. Dorenbos Mevrouw S.A. Mathijssen De heer V.M. van Neerbos (DB) Neerijnen De heer J. Krook (DB) De heer L.D. van Lith De heer C. Nijhoff Tiel Mevrouw L.H.K. Metiary Mevrouw C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld (DB - voorzitter) Mevrouw I.C.M. Son – Stolk Zaltbommel Mevrouw B. Rachak De heer G.B. van ’t Zelfde De heer C.A.H. Zondag (DB) Adviserende DB-leden Mevrouw M.D. van Ouden De heer R.J.M. Matser
4 LANDER werk & participatie 2012
MET VERTROUWEN DE TOEKOMST IN Het valt niet mee om terug te kijken op het jaar 2012, met zo veel in het verschiet voor 2013! Alles lijkt samen te komen in dat komende jaar: - (inmiddels zekerheid over) verdere zware bezuinigingen WSW - helderheid over de nieuwe Participatiewet - besluitvorming over de toekomst van WSW-Nieuw Beschut - en als laatste – maar niet minste – de koers inzake de regionale samenwerking op werk & inkomen Maar zo’n snelle stap zou niet terecht zijn. Het jaar 2012 was een heel bijzonder jaar in de geschiedenis van LANDER. De organisatie vormde zich om naar “Participatiewet voorbereid”. Gepaard gaande met grote inspanningen en onzekerheid voor alle personele lagen, inclusief de medezeggenschap. Met een vermindering van de (semi-) ambtelijke bezetting met circa een derde, in combinatie met een kwaliteitsslag in de vorm van selectie en ontwikkelplannen. Begrijpelijkerwijze vergezeld door de nodige stress, onzekerheid en onrust. Hetgeen ook aan de doelgroepen van LANDER absoluut niet ongemerkt voorbij ging. Het stemt tot grote tevredenheid dat de organisatie, beter gezegd: de mensen in de organisatie, dit goed heeft verwerkt en de winkel goed open heeft gehouden, en dan ook nog eens ruim binnen de begrotingsdoelstellingen is gebleven. Dit geeft groot vertrouwen voor de verwerking van de komende forse veranderingen.
Namens het algemeen bestuur, Mevrouw C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld Voorzitter
5 LANDER werk & participatie 2012
MISSIE EN BELEID Reeds begin 2011 stelde het bestuur van LANDER het (aanvullende) beleidsplan ‘Tijd voor Prioriteit’, vast, voor de periode 2012-2013. Met als bijzondere focus de forse korting op de SW-rijkssubsidie en de sterke terugloop van het aantal WWB-trajecten. De uitvoering van het beleidsplan heeft inmiddels geleid tot zodanige stroomlijning van de organisatie, qua volume en opzet, dat deze “wetswijziging voorbereid” en “laag kostenniveau” combineert! De nieuwe – de WWNV opvolgende Participatie-wet levert nieuwe uitdagingen op, die in het nieuwe beleidsplan voor 2014 e.v. een plaats zullen moeten vinden. Voor een korte vooruitblik zij verwezen naar de betreffende paragraaf in dit jaarverslag. De missie van LANDER bleef onveranderd van kracht: LANDER biedt werk aan mensen die niet op eigen kracht een baan kunnen vinden of begeleidt hen naar een plek op de reguliere arbeidsmarkt. Iedereen komt zo aan het werk, bij voorkeur op een werkplek bij een werkgever of anders bij een van de onderdelen van LANDER. LANDER als ontwikkelaar Er wordt in de ontwikkelorganisatie als het ware gewerkt met één standaard aanpak: - Diagnose in de vorm van self-assessment (doel: achterhalen van de echte drijfveren van cliënten). - Assessment in een ‘echte werksituatie’, via de instrumenten die LANDER daarvoor heeft, zoals het Werkportaal. Het gaat om het doen van waarnemingen in een echte werksituatie om te beoordelen welke kansen een kandidaat heeft. - Beschut werk kan het eindresultaat zijn indien uit het assessment blijkt dat (verticale) arbeidsontwikkeling niet meer mogelijk is. Verticale arbeidsontwikkeling is hier dan in feite niet meer nodig en mag van de kandidaat dan ook niet gevraagd worden. Verhoging van loonwaarde blijft wel een doel. - Een kandidaat kan (tijdelijk) terecht komen bij onderdelen van LANDER zelf omdat er nog aan werknemersvaardigheden of vakvaardigheden gewerkt moet worden wil iemand op termijn bij een werkgever aan de slag kunnen. LANDER Werken/Leren is hier de ‘specialistische werkgever’ die arbeidsontwikkeling biedt zodat plaatsing bij reguliere werkgevers binnen 2 jaar wel mogelijk is. Bovenliggend doel is immers uitstroom. - Een kandidaat kan rechtstreeks naar een werkgever als direct na het doorlopen van het Werkportaal plaatsing bij een werkgever mogelijk is. Dit kan bijvoorbeeld bij een indicatie begeleid werken, waar duidelijk is dat plaatsing bij een werkgever binnen drie maanden haalbaar is. Voor LANDER zijn belangrijk de Wet sociale werkvoorziening (WSW), de Wet werk & bijstand (WWB), de voormalige Instroom- en Doorstroomregeling (I/D), de voormalige Wet inschakeling werkzoekenden (WIW), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG) en de algemene Wet bijzondere ziektekosten (AWBZ). In de praktijk van alledag doet de regeling er niet zo veel toe. In principe kan voor iedere cliënt of medewerker hetzelfde instrumentarium worden gebruikt. Afhankelijk van de individuele wensen en behoeften van (aspirant-)werknemers en werkgevers probeert LANDER-regelingen zo flexibel mogelijk toe te passen. Bovendien werkt LANDER waar nodig met andere partijen samen om uitplaatsing te realiseren.
6 LANDER werk & participatie 2012
Met keurmerk! LANDER heeft de toekenning voor het keurmerk Blik op Werk. Dit keurmerk wordt uitgegeven door de stichting Blik op Werk en is een hoogwaardig en onafhankelijk betrouwbaarheidskeurmerk, dat basisgarantie biedt voor kwaliteit. Het Blik op Werk-keurmerk is ontwikkeld voor dienstverleners die bijdragen aan de inzetbaarheid en inburgering van werkenden en niet-werkenden in Nederland. Het keurmerk maakt de markt transparant en borgt de kwaliteit van werkzaamheden. Centraal in het keurmerk staat de cliënt die gebruik maakt van de dienstverlening. Dienstverleners komen alleen in aanmerking voor het keurmerk als hun cliënten tevreden zijn over de geleverde dienstverlening en als ze hun afspraken zijn nagekomen. Ook de tevredenheid van opdrachtgevers en hun mening over het nakomen van afspraken, weegt zwaar mee in de beoordeling. Voor cliënten van LANDER biedt het keurmerk de garantie dat zij haar afspraken nakomt. Voor inkopers en casemanagers van gemeenten, UWV en verzekeraars of werkgevers is het keurmerk een duidelijk selectie- en gunningscriterium. Met goed instrumentarium LANDER werkt op gestructureerde wijze aan arbeidsontwikkeling. Daarbij hoort een systematische inzet van diagnose, assessment en meting van loonwaarde. Natuurlijk met Dariuz® Wegwijs in waardering. Het Dariuz-instrumentarium is volledig in de interne begeleidingsprocessen van LANDER geïmplementeerd. Uitvoerders op jobcoachniveau zijn daarvoor op maat gecertificeerd. Dariuz® is een samenhangend pakket. Het is samengesteld uit het beste van het Diagnose Methode Activeringspotentieel (DMA), de Vragenlijst Prestatiemogelijkheden (VPM) en de ATLANDER-norm®. Het systeem is heel gebruiksvriendelijk, met de cliënt of (SW-)medewerker als uitgangspunt. Het is opgezet volgens de criteria van het keurmerk Gewone Taal. Bovendien is Dariuz® breed inzetbaar door de combinatie van wetenschappelijke onderbouwing en de praktijkkennis van professionals. Nu én in de toekomst. De kwaliteit van de methode blijft gewaarborgd en up-to-date door unieke training en certificering voor professionals. Het bijzondere van Dariuz® is het integrale karakter. Door de integrale opzet wordt informatie over de cliënt of (SW-)medewerker direct in concrete vervolgstappen vertaald, terwijl de professional zelf de regie over het traject houdt. Door de web based applicatie wordt alles in een uniek normbestand vastgelegd. Efficiënt benchmarken noemen we dat. Zie www.dariuz.nl
7 LANDER werk & participatie 2012
Zat men op de goede plaats? Natuurlijk blijft regulier werk, zo nodig met een loonkostensubsidie, het hoogste doel. In lijn echter met de doelstelling van brancheorganisatie CEDRIS beschouwt LANDER het ‘buiten’ de muren van de LANDER-vestigingen werken en het gedetacheerd werken van SW-ers bij werkgevers (‘derden’), als waardevolle (en soms maximaal haalbare) stappen in de arbeidsontwikkeling. Waarbij uitdrukkelijk wordt ingezet op maximalisering van de gerealiseerde loonwaarde! Voor 31 december van het verslagjaar stond de doelstelling dat minimaal 33% van de doelgroep bij derden zit (in detachering en begeleid werken). LANDER haalde deze doelstelling: zij kwam uit op 33,2%, een verbetering met circa 2 procentpunten ten opzichte van de situatie per ultimo 2011. Voorts was het doel om per 31 december 2012 op maximaal 38% binnen uit te komen (in de industrie). Per ultimo 2012 realiseerde LANDER deze doelstelling, met de behaalde 43,0%, niet. Figuur: Verdeling binnen / buiten / derden 2012
33,20%
43,00%
23,80%
8 LANDER werk & participatie 2012
Binnen Buiten Derden
DE BUITENWERELD Zelden is de opdracht van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) zo in beweging geweest als nu en in de nabije toekomst. Wet sociale werkvoorziening (WSW) De laatste wijziging van de WSW is van 2008. Deze kostte veel energie, maar is in de regio zonder problemen verwerkt. In 2010 werd de SW-sector geconfronteerd met een per 1 januari 2011 ingaande zware korting op de rijkssubsidie per SE. Een korting die LANDER vanaf het jaar 2011 ruim € 1,5 mln per jaar kost. Bij het aantreden van het kabinet Rutte I werd duidelijk dat vanaf het jaar 2013 de rijkssubsidie in stappen verder verlaagd zal worden naar € 22.050 per SE in 2015.Bij het aantreden van Rutte II werd de pijn niet verzacht, maar over meerdere jaren gespreid. Vanaf 2019 moet met ruim € 5.000 minder subsidie per SE worden gewerkt dan het niveau van 2010. De bestaande dienstverband verplichtingen blijven bestaan, evenals de CAO. Voor (de deelnemende gemeenten in) LANDER is dit een structurele daling van de subsidie met ruim € 5 mln per jaar waartegenover per WSW-er gelijkblijvende (WSW –dienstbetrekkingen) verplichtingen blijven staan. Dit alles legt een grote negatieve druk op het zogenaamde ”subsidieresultaat”. Vanwege de stop op de WSW instroom zal het volume aan WSW-ers vanaf 1 januari 2014 teruglopen (zie hierna bij Participatie-wet) Wet werk & bijstand (WWB) en het Participatiebudget Met het participatiebudget (PB) hebben gemeenten meer ruimte eigen beleidsafwegingen te maken, toegesneden op de lokale en regionale praktijk. Gemeenten hebben meer mogelijkheden om maatwerk aan de burger te bieden en zijn vrij in de keuze van instrumenten. Ook participatie budgetten ontkomen niet aan financiële ingrepen van de rijksoverheid. Huidige beeld voor het jaar 2013 is dat – na eerdere inkrimping – sprake is van enige stabilisatie van de daling van de gelden in het participatiefonds (althans het deel dat bestemd is voor re integratie). Maar verdere aanzienlijke daling ligt met de komst van de PW in het verschiet. Het feit dat gemeenten structureel minder geld hebben resp. terughoudend zijn met opdrachten was bij LANDER zeer goed merkbaar. De WWB opdrachten droogden nagenoeg op. De Participatiewet Alhoewel de Participatiewet (PW) veel overeenkomsten heeft met de eerder verwachte Wet Werken naar Vermogen (WWV) zijn een aantal essentiële wijzigingen te melden. Anders dan in de WWV hebben gemeenten niet meer de verplichting vrijgevallen plaatsen in de werkvoorziening op te vullen, voor wat betreft het zogenaamde “nieuw beschut”. Daarnaast kan voor iedereen die onder de PW valt het systeem van loondispensatie (betaling onder minimumloon) worden toegepast. Tenslotte, en dat is wellicht de grootste verandering ten opzicht van de WWV, komt er voor middelgrote en grote bedrijven vanaf 2015 de verplichting arbeidsgehandicapten aan te nemen op straffe van een boete van € 5.000 per niet ingevulde plek. Hier liggen grote kansen voor een organisatie als LANDER. Wat ongewijzigd blijft ten opzichte van de WWNV is de instroomstop van de WSW oude stijl, per 1 januari 2014. Regionaal Sociaal Akkoord Rivierenland In november 2011 is een akkoord getekend over het plaatsen van 200 werkzoekenden met een achterstand op de arbeidsmarkt. Dit akkoord moet een stimulans geven aan een nog hechtere samenwerking tussen werkgevers en de bemiddelaars. Het akkoord is getekend door de partijen: VNO-NCW Rivierenland, LANDER werk & participatie, Programmaraad Participerend Rivierenland (namens de gemeenten), 9 LANDER werk & participatie 2012
Provincie Gelderland, UWV WERKbedrijf en de vakbonden ABVAKABO FNV en CNV Publieke Zaak. Voor het concretiseren van het akkoord is het MVO Platform Rivierenland opgericht. Dit is een platform van, voor en door werkgevers dat duurzaam blijft investeren in werk- en stageplekken voor groepen die het niet zonder steun redden op de arbeidsmarkt. Dit platform ontwikkelt activiteiten om de doelstelling van 200 banen/werkervaringsplaatsen te behalen voor deze doelgroep. Natuurlijk zijn al veel mensen uit de doelgroep werkzaam bij werkgevers. Met deze afspraken wordt een begin gemaakt met structurele samenwerking tussen werkgevers en gemeenten en uitvoerders om in de toekomst duurzame plaatsen te realiseren. Dit sluit naadloos aan op de komende PW. Het is zeer verheugend te kunnen melden dat per eind verslagjaar reeds zo’n 150 plaatsingen waren gerealiseerd, waarvan een groot deel via het betrokkenheid van accountmanagement van LANDER. Two ticks to match LANDER neemt deel aan de pilot “het stimuleren van de omslag van SW-bedrijven naar arbeidsontwikkelbedrijven” van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met daarin specifiek aandacht voor de ontwikkeling van de dienstverlening aan werkgevers. LANDER wil hierdoor meer en goede matches met werkgevers tot stand brengen door gebruik te maken van de (verzamelde) vraag naar competenties van werkgevers en de (verzamelde) beschikbare competenties van werknemers. LANDER ontwikkelde daartoe met partners een geautomatiseerd uitvraagsysteem bij werkgevers “two ticks to match”, dat deze vraag vervolgens verbindt aan de competenties van werknemers. Deze functionaliteit is in 2011 als module toegevoegd aan Dariuz. Zij wordt onder meer gebruikt in enkele pilots “jobcarving”. In het afgelopen verslagjaar hebben diverse bedrijven In Nederland de module gekocht en is eind 2012 de doorontwikkeling van de module gestart.
10 LANDER werk & participatie 2012
Sociaal ondernemen In zijn algemeenheid kan worden geconstateerd dat de omgeving van LANDER steeds meer openstaat voor “maatschappelijk ondernemen”, onder andere door inzet van doelgroepen van LANDER. LANDER stimuleert en ondersteunt dit, en profiteert graag, voor haar doelgroepen. In 2011 is LANDER met 6 andere SW-bedrijven, 6 grote bedrijven (waaronder Heijmans en van Gansewinkel), en TNO, begonnen met de bouw van de “prestatieladder socialer ondernemen” (PSO). Met de PSO kan objectief worden vastgesteld in welke mate een bedrijf bijdraagt aan de werkgelegenheid van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Juni 2012 is een web based tool operationeel geworden waarmee werkgevers direct kunnen meten of ze in aanmerking komen voor een certificaat. In het voetspoor van enkele grote gemeenten past LANDER haar inkoopbeleid begin 2013 aan en worden voor het leveren van goederen en diensten bedrijven uitgenodigd die een PSO-certificaat hebben. Eind 2012 waren 22 bedrijven gecertificeerd (waaronder 2 bedrijven met meer dan 5.000 medewerkers) en liepen nog 21 aanvragen en audits. De certificering van bedrijven is eind 2012 functioneel ondergebracht bij Blik op werk. Marktbewerking Met de nieuwe organisatie van LANDER is de marktbewerking breder in de organisatie neergelegd. Naast het vaste accountmanagersteam zijn de jobcoaches en praktijkbegeleiders, die dagelijks over de vloer komen bij werkgevers, nog veel meer gespitst op baan- en werkopeningen. Dat betekent naast de aandacht voor begeleiding van de cliënt/medewerker ook het gesprek met de werkgever over ontwikkelingen en bedrijfsvoering. Hierin stelt LANDER zich op als partner van de werkgever in de personeelsvoorziening. Naast de individuele plaatsingen is er meer aandacht gekomen voor groepsplaatsingen. In deze vorm wordt een groep medewerkers van LANDER bij een werkgever geplaatst, bijvoorbeeld door de volledige bemensing van een productielijn. Hiermee ontzorgen we de werkgever. Daarnaast kunnen wij met onze ervaring met in-/verpakken en montage de werkgever adviseren in het slimmer inrichten van het proces. Groepsplaatsingen bieden de mogelijkheid om ook medewerkers te detacheren, die het in een individuele plaatsing (nog) niet zouden redden. Bij circa 12 bedrijven heeft LANDER inmiddels een dergelijke groepsplaatsing. Een mooi voorbeeld is onze samenwerking met Itho Daalderop, waar circa 35 LANDERmedewerkers zijn geplaatst. De accountmanagers van LANDER zijn getraind in het toepassen van functiecreatie. Functiecreatie is een methode waarbij werkprocessen worden herontworpen en taken herschikt. Hiermee worden eenvoudige taken gebundeld en komen functies beschikbaar voor de doelgroep van LANDER. De hoger opgeleide medewerker kan zich nog meer richten op taken op zijn niveau en expertise. Met name in sectoren waar, op termijn, personeelstekort wordt verwacht, is dit een interessante optie. Momenteel loopt een pilot bij een grote zorginstelling. Al onze inspanningen hebben geleid tot zodanige nieuwe uitplaatsingen, dat daarmee onze doelstelling van een netto-groei van de detacheringen en loonkostensubsidieplaatsingen met 55, bijna is behaald. Deze groei past bij onze ambities, ook in deze economische laagconjunctuur.
11 LANDER werk & participatie 2012
12 LANDER werk & participatie 2012
SAMENWERKING Partners in dienstverlening Het past in de strategie van LANDER om de dienstverlening te versterken door deze over te hevelen naar reguliere marktpartijen. Hierdoor stelt LANDER zich steeds meer op als intermediair en begeleider. Met AVRI is een pilot gestart. Met deze pilot is het complete Groen team in de gemeente Buren onder aansturing gekomen van AVRI. Door de samenwerking met AVRI ontstaat meer efficiency in het onderhouden van de openbare ruimte en daarom kunnen onze medewerkers ook andere taken gaan uitvoeren. In 2013 wordt deze pilot geëvalueerd en wordt bepaald of deze aanpak breder in de regio kan worden toegepast. Voor de schoonmaak wordt samengewerkt met een aantal regionale schoonmaakbedrijven. Zowel door onderling uitwisselen van werk, als door inbreng van schoonmaakexpertise. Werkgeversadviespunt Rivierenland In de werkgevers-marktbenadering wordt intensief samengewerkt met de adviseurs van het Werkgeversadviespunt Rivierenland (WAPR). Door deze samenwerking en afstemming vormen we voor werkgevers zoveel als mogelijk een gezamenlijk loket voor de vraag om personeel. Daarnaast vergroten we door de uitwisseling van vacatures en baanopeningen de kansen voor alle doelgroepen in de regio. De accountmanagers van LANDER vormen koppels met de WAPR-adviseurs in de sub-regio’s. Daarnaast draaien zij mee in overleggen en trainingen. Het voornemen blijft bestaan om op termijn het accountmanagement van LANDER te integreren in het WAPR. Dit hangt mede samen met de besluiten die worden genomen in het proces Regionale Infrastructuur Werk (RIW). Locus LANDER is sinds 2011 aangesloten bij Locus. Locus is een stichting van CEDRIS en Divosa, die als doel heeft het verbeteren en afstemmen van de dienstverlening vanuit regionale/lokale uitvoering naar landelijk opererende werkgevers. Voorbeelden zijn de samenwerking met de NS en Jumbo Supermarkten. Voor LANDER heeft dit nog niet geleid tot concrete plaatsingen. Locus is ook platform voor kennisdeling en in die zin van toegevoegde waarde. Dariuz Dariuz, een minderheidsdochter van LANDER, biedt – in eerste instantie aan de SW-sector, maar vanaf 2012 steeds meer ook aan gemeenten – een volledig samenhangend en uitgebalanceerd systeem van cliëntdiagnose, assessment en loonwaardebepaling, door middel van een via internet toegankelijke web applicatie gecombineerd met trainings- en certificeringsomgeving van gebruikers. Ook in het verslagjaar is er weer fors in het systeem geïnvesteerd. Zo is op verzoek van gemeenten gestart met het bouwen van Dariuz WegWijzer. Doel van deze module van Dariuz is een snelle eerste indeling van de (Participatiewet) populatie naar cliëntstromen: direct werk, loondispensatie, leer/werk traject en beschut werk. In de loop van 2012 konden gemeenten het systeem gaan gebruiken voor de eerste indeling van klanten. In 2012 werd het ook mogelijk om een volledige bestandsanalyse uit te voeren met de data die via Dariuz verzameld zijn. Zo kunnen Dariuz gebruikers uitspraken doen (op bestandsniveau) van de afstand tot de arbeidsmarkt, obstakels bij het zoeken en vinden van werk, kwalificaties, attitude en motivatie van klanten. LANDER heeft hier weer de nodige kennis voor ingebracht. De verkoopvooruitzichten van Dariuz lijken gunstig. Zeker nu in de komende participatiewet loondispensatie naar verwachting over de volle breedte kan worden toegepast. Daarbij moet altijd een loonwaardemeting worden uitgevoerd. Dit is een belangrijk product van Dariuz.
13 LANDER werk & participatie 2012
TNO LANDER en TNO hebben een samenwerkingovereenkomst, met als doel wetenschappelijk onderbouwde systemen op het vlak van arbeidsontwikkeling in de praktijk te testen. Beide partijen wisselen, op voorhand, informatie uit over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van kennisontwikkeling ten aanzien van re-integratiemarkt en kwaliteitsverbetering. Ook kunnen gezamenlijk projecten worden opgestart. In 2012 hebben we, samen met TNO en anderen, twee projecten uitgevoerd. Het project socialer ondernemen PSO – samen met 6 reguliere bedrijven – is uitgevoerd en opgeleverd in dat jaar. In 2012 is ook het project prestaties en presentaties (resultaten in beeld brengen van SW bedrijven) opgestart, uitgevoerd en opgeleverd aan SBCM. Beide projecten van zijn van cruciaal belang voor het verbinden van werkgevers aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het transparant maken van prestaties van SW bedrijven. Containercleaning Samen met regionale zuster AVRI heeft LANDER in 2009 een bedrijf voor het reinigen van (huishoudelijke) vuilcontainers opgezet. In het verslagjaar bediende een speciaal reinigingsvoertuig ruim 500 huishoudens. Helaas moesten we eind 2012 constateren dat het concept onvoldoende afnemers trekt, ondanks intensieve marktbewerking. De samenwerking zal dan ook in de loop van 2013 worden beëindigd. Secunda Kringloopwinkel Secunda, een gezamenlijke dochter van LANDER en AVRI, deed het ook in 2012 bijzonder goed: maar liefst zo’n 907 ton (stijging met ruim 20% ten opzichte van 2011) aan goederen werd van de afvalhoop gered en hergebruikt! En daarbij werd ook nog behoorlijk winst gemaakt! In het verslagjaar werden de verkoop- en opslagruimte fors uitgebreid. RIW De gemeenten Tiel, Neerijnen, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Maasdriel, Zaltbommel, Culemborg en Geldermalsen, het UWV en Lander hebben de handen in één geslagen. Zij werken samen aan één regionale infrastructuur voor werk en inkomen (RIW), als logische uitwerking van de regionale visie op het sociaal domein. Deze samenwerking heeft eind december 2012 haar eerste vruchten afgeworpen. De betrokken partijen hebben ambtelijk hun akkoord gegeven aan het inhoudelijk model en eind van het verslagjaar besloten dit voor te leggen aan de colleges (en het dagelijks bestuur van Lander) en gemeenteraden (en het algemeen bestuur van Lander). Dit goedkeuringsproces loopt nog, en is bij een aantal van de genoemde gemeenten reeds positief afgesloten. Het Algemeen Bestuur van LANDER heeft voor wat betreft dit inhoudelijk model geen eigen besluitvorming nodig geacht, gelet op het karakter van het model, en “lift mee” met de besluitvorming bij de deelnemende gemeenten. Onderdeel van het aan gemeenteraden voorgelegde besluit was om de volgende opdrachten aan een ambtelijke projectgroep RIW (waarin ook LANDER is vertegenwoordigd) te geven: - Gebruik dit inhoudelijk model als kader voor de verdere uitwerking van een samenwerkingsmodel (organisatie), waarin de structuur, sturing en financiële effecten worden verwerkt. - Gebruik bij het uitwerken de financiële uitgangspunten uit het inhoudelijke model als randvoorwaardelijk kader. Inmiddels is de verkenning naar een optimaal organisatorisch model in volle gang.
14 LANDER werk & participatie 2012
ORGANISATIE Inleiding LANDER is als organisatie vooral naar buiten gericht. De interne organisatie volgt de behoeften van die omgeving. In het verslagjaar is de organisatie – langs de lijnen van Tijd voor priotriteit” – aangepast op de komende wetswijziging. Dit heeft geleid tot een organisatiewijziging, geeffectueerd in het voorjaar van 2012, die uitgaat van het leidende principe dat LANDER als kerntaak heeft om alle groepen die niet volledig in staat zijn om het wettelijk minimumloon te verdienen en die onder de Participatie-wet vallen een aanbod te doen. Uitgangspunt van de organisatiewijziging is ‘extern werken tenzij……’. Met optimale kwaliteit, zo laag mogelijke kosten en zo effectief mogelijk. Samen met andere partijen in de regio willen we komen tot een zo ‘lean en mean’ mogelijke uitvoering, opdat de beschikbare budgetten vooral kunnen worden ingezet voor het maatschappelijke doel. Om deze missie en doelstelling optimaal te dienen en de gewijzigde omstandigheden zo goed mogelijk het hoofd te bieden, is de organisatie vormgegeven rond een primair proces (zie het schema bij het hoofdstuk Missie en beleid”)”dat zich richt op de optimale route van cliënten richting de plek die bij hen past. Dit volgens het leidende principe van ‘extern, tenzij..’ Figuur: organigram (vanaf voorjaar 2012) ORGANIGRAM LANDER 2012 Directie Arbeidsmarkt & Productontwikkeling
MT-ondersteuning
P&O/HRM (Social control)
F&I (Financial Control)
Werkbedrijf
Accountmanagement / werkgeversbenadering Op termijn naar WAPR
Werkportaal
Bedrijfsbureau
Team Werken & Leren
Team Extern werken
Team Beschut werken WMO/AWBZ
1 adviseur onderzoek 2 medew. onderzoek 3 psycholoog 4 administratief medewerker
1 jobcoach 2 praktijkbe geleider
jobcoach praktijkbegeleider voorman
jobcoach
15 LANDER werk & participatie 2012
praktijkbegeleider Beschut voorman
SMART resultaatgericht In 2012 is het Resultaatgericht Werken verder uitgerold in de organisatie. Bij deze methode worden medewerkers aangestuurd door concrete doelstellingen en resultaten te formuleren. De missie, visie, en strategische doelstellingen van onze organisatie vormen hierbij uitgangspunt. In 2013 zal dat verder worden uitgebouwd door de introductie van een scorecard. Werkbedrijf bijgesteld Met de organisatie-aanpassingen conform ‘Tijd voor Prioriteit’ zijn nieuwe teams ontstaan en zijn nieuwe functies benoemd. Tijdens de ‘verbouwing’ bleef de ‘winkel’ uiteraard gewoon open. Dit heeft wel voor een flinke (in)spanning gezorgd bij zowel het staf- en kaderpersoneel en regelmatig ook bij de WSW-medewerkers. Iedereen heeft zijn weg moeten vinden in nieuwe werkprocessen en nieuwe samenwerkingsverbanden. Hiermee staat er nu een organisatie die sterk gericht is op de doorstroom van medewerkers naar externe werkgevers. Voor de groep met de grootste afstand tot de reguliere arbeidsmarkt is een beschutte werkomgeving beschikbaar. Het laatste kwartaal van het jaar moest ook een forse inspanning worden geleverd om de uitbreiding van de WSW-taakstelling te organiseren. Daarom is binnen het team Werken & Leren aan het einde van het verslagjaar een aparte diagnoseafdeling ingericht, die de ruimte heeft om nieuwe medewerkers goed op te vangen en in beeld te brengen. Dit is een tijdelijke aanvulling op het Werkportaal voor nieuwe instroom. Eind 2012 heeft de afdeling Business Post zijn deuren gesloten. Alleen de koeriersactiviteiten blijft LANDER uitvoeren. Voor de meeste postmedewerkers was het een moeilijk afscheid. Met hun inzet en loyaliteit hebben medewerkers en begeleiders tot het einde toe kwaliteit geleverd voor onze klanten, waarvoor grote waardering op zijn plaats is!. Het grootste deel van de opdrachten kwam van de gemeenten in de regio.. Deze gemeenten hebben het postwerk aanbesteed, waarna het postwerk bij Post NL terecht is gekomen, helaas zonder sociale paragraaf. De doorstroom van onze postmedewerkers naar Post NL is – ondanks een landelijk convenant – nog niet op gang gekomen, omdat Post NL zich zelf regionaal nog oriënteert op het anders organiseren van zijn werk. Met de regionale postbezorger Gerto Streekpost heeft LANDER een samenwerkingsovereenkomst voor de bezorging van post in Tiel en Culemborg. De oude Businesspost-medewerkers hebben inmiddels allen een nieuwe werkplek gevonden.
16 LANDER werk & participatie 2012
PERSONEEL EN CLIËNTEN 2012
2011
1.011 893 77 195
996 880 73 295
Trajecten naar Werk WWB-medewerkers (personen per ultimo) WWB-loonkostensubsidie (personen per ultimo) WWB-trajecten zonder dienstverband (gemiddeld)
2 3 56
33 9 71
WIW-medewerkers (personen per ultimo)
10
18
I/D (personen per ultimo)
14
22
(Semi-)ambtelijke medewerkers (fte per ultimo)
80
91
WSW- medewerkers Aantal se (gemiddeld) Aantal fte in dienst (gemiddeld)) Aantal fte begeleid werken (gemiddeld) Wachtlijst WSW (per ultimo)
Reorganisatie In het eerste kwartaal van 2012 heeft het grootste deel van de personele herinrichting als gevolg van Tijd voor Prioriteit plaats gevonden. Vanwege de forse krimp en de keuze voor kwaliteit van staf en kaderpersoneel bij de werving & selectie, was op voorhand al duidelijk dat gedwongen ontslagen niet waren uit te sluiten. Dertien (semi)ambtenaren zijn per 1 april 2012 niet benoemd in een nieuwe functie. Vanuit het Mobiliteitsbureau werd/wordt samen met hen gezocht naar een passende functie binnen of buiten LANDER en wordt indien dit niet lukt de ontslagprocedure opgestart. Twee medewerkers zijn inmiddels geplaatst binnen de organisatie. In 2012 is inmiddels aan 6 medewerkers eervol ontslag verleend. Begin 2013 volgt nog voor drie andere medewerkers eervol ontslag. Van twee medewerkers loopt de re-integratiefase nog tot in 2014. Uiteraard zijn de inspanningen erop gericht ook deze twee medewerkers zo snel mogelijk te plaatsen in een passende functie binnen of buiten de organisatie. Huisvesting Inmiddels is in het kader ‘Tijd voor Prioriteit’ de huisvesting van de afdeling Business Post te Tiel op 31 december 2012 gesloten. Het pand aan de Morsestraat te Tiel van team Werkportaal wordt per 1 april 2013 verruild voor een beter toegesneden pand (eveneens gehuurd) aan de Stephensonstraat te Tiel. Hier is tevens extra kantoorruimte beschikbaar, waardoor in oktober 2013 ook het Beursplein Tiel op 2 kantoortjes na zullen zijn verlaten. LANDER blijft daar uitdrukkelijk wel als ketenpartner aanwezig! Tot slot: staat de vestiging aan de Unieweg te Zaltbommel in de openbare verkoop. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage 2012 onder de SW-doelgroep is ten opzichte van 2011 gestegen van 11,0 naar 11,7%. LANDER heeft in 2012 een onrustig jaar achter de rug. Door de reorganisatie zijn leidinggevenden vertrokken of van afdeling of team gewisseld. Overdracht naar een nieuwe leidinggevende heeft geleid tot onrust en spanningen bij de doelgroep. Daarnaast maken doelgroepmedewerkers zich zorgen over hun toekomst. Welke consequenties heeft de Participatiewet (daarvoor de WWNV) voor hun baan? Worden tijdelijke dienstverbanden van SW-medewerkers op termijn nog omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd? Deze ontwikkelingen hebben een negatief effect op het ziekteverzuim gehad. 17 LANDER werk & participatie 2012
Bij de (semi-)ambtenaren is het verzuimpercentage met 4,6 procentpunt gestegen tot 7,8%. Een groot deel van dit verzuim bestaat uit medewerkers met langdurig verzuim (langer dan 42 weken). Een klein aantal is arbeidsongeschikt met werkgerelateerde klachten c.q. als (in)direct gevolg van de reorganisatie. De grootste groep heeft klachten die daar los van staan. Om ziekteverzuim aan te pakken kiest LANDER voor focus op datgene wat medewerkers nog wél kunnen, niet op wat ze niet (meer) kunnen. Dat betekent snelle interventies, een persoonlijke aanpak en duidelijke directe communicatie. Hierin bieden o.a. de bedrijfsarts en bedrijfsverpleegkundigen een goede ondersteuning. Tabel: Ziekteverzuim
SW WWB/WIW Doelstelling Landelijk verzuimpercentage SW Ambtenaren
2011 Incl. zwangerschap 11,2% 14,7%
4,1%
Excl. zwangerschap 11,0% 14,1% 11,5% 13,0% 3,2%
2012 Incl. zwangerschap 11,8% 13,1%
8,0%
Excl. zwangerschap 11,7% 13,1% 11,0%
7,8%
ARBO-jaarverslag Bedrijfshulpverlening/EHBO In 2012 is er in overleg met de OR een nieuwe BHV-regeling tot stand gekomen die de continuïteit van de BHV-taken waarborgt. Komend jaar ligt de nadruk binnen de BHV op het opleiden en oefenen. 18 medewerkers hebben in het achterliggende jaar EHBO-herhalingslessen gevolgd. 60 medewerkers hebben de herhalingslessen voor HGA (hulpverlening geïsoleerde arbeid) gevolgd. Ongevallen Het aantal ongevalmeldingen bedroeg in 2012 in totaal 32. De oorzaken van de incidenten zijn grotendeels te herleiden tot gedrag dat vermijdbaar is. Op organisatorische gebied worden ‘onjuiste werkmethode’(3) en ‘onvoldoende afstemming’ (5) als mogelijke oorzaken gemeld. Kijkend naar de handelingen bij het uitvoeren van de taken, wordt ‘onveilige houding/plaats’ (8) als vaakst voorkomende oorzaak gemeld. Ook wordt onwel worden 8 keer als oorzaak gemeld. In totaal hebben ongevallen geleid tot 226 dagen verzuim. In 2012 heeft LANDER van de inspectie SZW een boete (€ 6.750) opgelegd gekregen in verband met een bedrijfsongeval dat in 2011 heeft plaats gevonden. De inspectie constateerde dat LANDER beter had moeten toezien op het juist gebruik van beschermingsmiddelen. Werkplekonderzoeken Op verschillende werkplekken zijn in 2012 werkplekonderzoeken uitgevoerd. Klachten over de werkomgeving en/of lichamelijke klachten waren veelal de aanleiding. De oplossing ligt meestal op het vlak van ergonomische verbeteringen op de werkplek.
18 LANDER werk & participatie 2012
Opleidingen Het jaar 2012 was een jaar vol van bezuinigingen en veranderingen. Toch heeft LANDER als vanouds scholing en ontwikkeling ingezet als instrument om de stap naar de arbeidsmarkt te ondersteunen. Door leren en werken te combineren, speelt LANDER in op de vraag van de arbeidsmarkt naar geschoold personeel met werkervaring. Veel van onze medewerkers zijn laag opgeleid en hebben slechts beperkte werkervaring. Dit vraagt om investering in beroepsopleidingen en de ontwikkeling van competenties en vaardigheden waar werkgevers behoefte aan hebben. Er is veel inspanning verricht om het scholings- en trainingsaanbod hierop af te stemmen. Open leercentrum Een groot deel van het opleidingsaanbod voor de doelgroep wordt ontwikkeld en aangeboden vanuit het Open leercentrum (OLC) van LANDER. Ieder jaar wordt het aanbod bijgesteld en aangevuld met trainingen die op actuele vragen inspelen. Alle OLC-activiteiten worden waar mogelijk dicht bij de werkvloer georganiseerd. Dit verbetert de koppeling tussen leren en werken. De cursussen in het OLC zijn in de loop van de jaren steeds sterker op doorstroom en uitstroom gericht. Op verschillende OLC-locaties worden sollicitatietrainingen gegeven en in de daaraan gekoppelde sollicitatieclubs kunnen de deelnemers hun sollicitatie-ervaringen bespreken. Zij kunnen er ook vacatures zoeken, sollicitatiegesprekken oefenen of hun CV uitwerken. Tijdens de trainingen in werknemersvaardigheden en sociale vaardigheden wordt aan de ontwikkeling en verbetering van beroepscompetenties gewerkt. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld flexibiliteit, samenwerken en zich aan regels houden Wekelijks maken circa 220 personen gebruik van de drie OLC-computerruimten om aan hun digitale vaardigheden of taalen rekenvaardigheden te werken. E-learning krijgt steeds meer aandacht binnen het OLC. Er is een breed aanbod van laagdrempelige programma’s die de ontwikkeling van basisvaardigheden ondersteunen. VCA Een VCA-certificaat wordt veel gevraagd op de arbeidsmarkt. VCA staat voor Veiligheidschecklist Aannemers. Voor Bedrijven die VCA gecertificeerd zijn is het verplicht dat al hun medewerkers een VCA-basis certificaat hebben. Vaak zijn dit bedrijven in de sectoren bouw, logistiek en groen. Het is niet eenvoudig een VCA-certificaat te behalen. De theorie is uitgebreid en de exameneisen streng. Het behalen van een VCA-certificaat vergroot de uitstroomkans op een externe werkplek. LANDER heeft daarom dit jaar wederom forst ingezet op het behalen van VCA-certificaten. Hiervoor is een aangepaste opleiding aangeboden. Het resultaat van deze investering mag er zijn: maar liefst 44 medewerkers behaalden een VCA-basiscertificaat! In 2013 wordt dit voortgezet. Aan de slag met een BBL-opleiding Naast alle trainingen in het Open leercentrum van LANDER volgt een aantal medewerkers van LANDER een BBL opleiding op niveau 1 of 2. BBL staat voor Beroeps Begeleidende Leerweg. Bij een BBL-opleiding werkt de medewerker minimaal 24 uur per week op een erkende werkplek binnen of buiten LANDER. Zij/hij volgt daarnaast één keer per week een beroepsopleiding. BBL-opleidingen zijn competentiegericht en worden afgesloten met een Proeve van Bekwaamheid, waarin de medewerker laat zien dat hij zijn beroepscompetenties en vakvaardigheden in de praktijk beheerst. Het MBO-niveau 1 of 2 diploma dat daarmee wordt behaald is een waardevolle toevoeging voor het cv. In 2012 zijn er BBL-opleidingen richting horeca, groen en AKA met de uitstroomprofielen techniek, logistiek, schoonmaak, receptie en post gevolgd.
19 LANDER werk & participatie 2012
Tabel: Kwantitatieve resultaten Open Leercentrum 2012 Beroepsopleiding Basiscursus groen BBL-assistent-medewerker groen BBL-medewerker groen BBL-horeca AKA Specifieke bekwaamheden Rijbewijs E (aanhanger) Heftruck- en reachtruckcertificaat VCA-basiscertificaat Sollicitatietraining Werknemersvaardigheden Sociale vaardigheden Kaderopleiding Basiscursus leidinggeven niveau 1 Communicatie training voorlieden
Niveau 1 2 2 1
Aantal deelnemers 8 deelnemers 7 diploma’s 6 diploma’s 11 diploma’s 25 diploma’s 3 45 certificaten 44 certificaten 66 deelnemers 25 certificaten 12 certificaten deelnemers
LANDERwijs: opleidingen voor staf en kader De herinrichting van de organisatie vraagt andere competenties en ander gedrag van staf en kadermedewerkers. Daarom zijn in het najaar voor een aantal gemeenschappelijk te ontwikkelen competenties de volgende praktijkgerichte trainingen en coaching ingezet: Een Management Developmenttraject voor MT-leden, teammanagers en coördinatoren. Een training voor de gemeenschappelijk te ontwikkelen competenties voor de overige functies, zoals commercieel handelen voor jobcoaches, plannen en organiseren en ontwikkelingsgericht leidinggeven voor praktijkbegeleiders. Deze trajecten worden voor het merendeel begin 2013 afgerond. Daarna wordt geëvalueerd hoe de verkregen kennis en vaardigheden in de organisatie kunnen worden geborgd. Daarnaast hebben alle jobcoaches en praktijkbegeleiders intern een training methodisch begeleiden gevolgd. In 2013 wordt dit voortgezet in de vorm van supervisie. Jaarverslag Ondernemingsraad 2012 De Ondernemingsraad (OR) kan terugkijken op een jaar waarin op constructieve wijze overleg is gevoerd met directie en MT. De OR heeft zich indien nodig laten bijstaan door extern adviseurs, of de vakbond. In November heeft de OR haar jaarlijkse training gevolgd. In het jaar 2012 is de OR 5 keer om instemming gevraagd en 1 keer om advies: Instemming: Organisatiewijziging: als antwoord op de economische crisis en de voorgenomen implementatie van de Wet werken naar vermogen (WWNV) stemt de OR in met het reorganisatieplan. Stoppen Business Post: OR heeft ingezien dat deze werksoort niet langer rendabel kon worden geëxploiteerd binnen LANDER. Nadat is zorg gedragen voor een billijk sociaal plan heeft de OR ingestemd. BHV-reglement: vanwege veranderingen in de organisatie heeft de OR ingestemd. Procedure werving en selectie. Privacy reglement ritregistratie: De OR stemt in, omdat op deze wijze betrokken chauffeurs eenvoudiger kunnen voldoen aan geldende fiscaliteit. Advies:
20 LANDER werk & participatie 2012
-
Aanstelling interim-algemeen directeur: De OR heeft positief geadviseerd.
Voor 2013 staan in ieder geval het huishoudelijk reglement op de planning en de tussentijdse verkiezen. Daarnaast zal de OR zich in samenwerking met de personeelsvertegenwoordigers van gemeenten en UWV voorbereiden op de veranderingen die de RIW met zich meebrengt.
21 LANDER werk & participatie 2012
22 LANDER werk & participatie 2012
FINANCIËN Verslechtering t.o.v. 2011, beter dan begroot Het bedrijfsresultaat over 2012, het saldo van de normale baten en lasten, verslechterde ten opzichte van 2011 met circa € 0,7 miljoen naar circa € 0,85 miljoen negatief. Deze verslechtering is voor een deel toe te schrijven aan lagere subsidie inkomsten van € 1,1 mln. Daarnaast blijft de netto omzet € 1,7 mln achter op 2011. Daarbij wordt opgemerkt dat in de netto omzet van 2011 nog € 1,2 mln werd verantwoord aan omzet rond het – inmiddels gestopte - werkcentrum Tiel (WCT). Indien deze omzet buiten beschouwing wordt gelaten verslechterde de netto omzet met € 0,5 mln. Als positieve invloeden kunnen worden aangemerkt de lagere kosten doelgroepen met circa € 1,0 mln. en de lagere organisatiekosten van circa € 1,0 mln (gecorrigeerd voor aandeel WCT € 0,3 mln). Vergeleken met de begroting kwam het gerealiseerde bedrijfsresultaat zo’n € 0,5 miljoen gunstiger uit. Onder aan de streep blijft circa € 0,06 mln over als nog te bestemmen negatief resultaat. Nog steeds een goede balans De algemene reserve komt na verwerking van het resultaat over 2011 en voorafgaande aan de bestemming van het resultaat over 2012 op een bedrag van circa € 3 mln uit. Dit is 8,8% van het totaal van de programmarekening over 2012. Het door het algemeen bestuur in 2008 vastgestelde vermogensbeleid gaf hier een minimum van 7,5% aan. Het totale eigen vermogen van LANDER, voor bestemming van het resultaat over 2012, inclusief de bestemmingsreserves, komt op circa € 10 mln uit. Dit is ongeveer 63% van het balanstotaal. Dit is in onze sector goed te noemen. Wel moet daarbij worden bedacht dat een bedrag van bijna € 2,6 mln bedoeld is voor afdekking van toekomstige huisvestingslasten. Tabel: In het kort de cijfers: (x € 1.000) Subsidieresultaat(= (rijks)subsidie-/-directe kosten doelgroepen)
+
2012 247
+
2011 285
Netto-omzet derden (incl. inleen- en begeleidingsvergoedingen)
+
6.582
+
8.249
Organisatiekosten (= ambtelijk personeel en overige)
-
7.678
-
8.698
Bedrijfsresultaat vóór diverse baten/lasten
-
849
-
164
Saldo diverse baten/lasten ( incl. mutaties bestemmings reserves)
+
785
-
750
Resultaat (na bestemming reserves)
-
64
-
914
Eigen vermogen (per ultimo) incl. bestemmingsreserves, excl. resultaat lopend jaar
9.979
11.256
Algemene reserve (per ultimo, vóór bestemming resultaat)
3.023
3.937
116
304
369
220
0
0
Investeringen Saldo leningen
1
Gemeentelijke bijdrage
1
bovenstaand leningbedrag betreft een als zekerheidsstelling ontvangen financiering van een afnemer
23 LANDER werk & participatie 2012
24 LANDER werk & participatie 2012
TOEZICHT LANDER als publieke organisatie probeert voorbeeldgedrag te vertonen, met een optimale transparantie. Het bestuur De GR LANDER wordt door een directeur dagelijks geleid. Zijn bevoegdheden zijn onder meer via een ‘Instructie aan de algemeen directeur’ vastgesteld. De gemeenten die in de GR deelnemen, oefenen democratische controle uit via het algemeen bestuur en een daaruit samengesteld dagelijks bestuur (één lid per gemeente). Het dagelijks bestuur heeft twee adviserende leden zonder stemrecht (vertegenwoordiging van het regionale bedrijfsleven en van werknemersbelangen). Het algemeen bestuur stelt in iedere geval het beleidsplan, de jaarrekening en de begroting vast en wijst de externe accountant aan. Auditcommissie De auditcommissie, in het verslagjaar voorgezeten door het lid van het dagelijks bestuur, de heer C.A.H .Zondag, heeft als taak om periodiek afstemmingsoverleg met de externe accountant te hebben over onder meer risicobeheersing, informatieverschaffing en controle. Deze commissie buigt zich onder andere over de verwerking van auditbevindingen van zowel de interne als de externe auditor. Interne audits Interne audits worden op basis van een jaarlijks door de auditcommissie vastgesteld jaarplan door een verbijzonderde interne auditor uitgevoerd. Inmiddels is (via ‘Tijd voor Prioriteit’) besloten de interne auditfunctie af te bouwen, en dit te vervangen door een meer lijngerichte controle-aanpak. Relatie en communicatie met de externe accountant De externe accountant woont de vergaderingen van de auditcommissie bij en rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening en zijn interim-controle aan het algemeen bestuur. Verslaglegging LANDER kent een uitgebreid stelsel van interne (tussentijdse) managementrapportages en periodieke rapportages naar gemeenten en naar het dagelijks en algemeen bestuur. Bovendien is sprake van het structureel agenderen van een actieve risico-inventarisatie in het managementteam. De belangrijkste risico’s van LANDER betreffen: onverwachte wijzigingen in landelijke subsidieregelingen, zoals de WSW loonontwikkeling doelgroepen, zonder dat daar een subsidie aanpassing mee gepaard gaat onverwachte beëindiging van opdrachten van klanten. Voorts houdt LANDER een “voortschrijdende” risico-inventarisatie bij, die periodiek wordt besproken in het MT (ook voor wat betreft potentiele antwoorden/reacties) Het beleid ten aanzien van de weerstandscapaciteit en risico’s wordt neergelegd in het door het AB vast te stellen “Vermogensbeleid”. Dit vermogensbeleid geldt voor een periode van steeds vier jaren. Voorjaar 2013 wordt nieuw beleid voor de komende beleidsperiode aan het AB voorgelegd.
25 LANDER werk & participatie 2012
Ten aanzien van de kapitaalgoederen gebouwen kan worden gemeld dat LANDER nog drie panden in eigendom heeft, waarvan één: Unieweg te Zaltbommel momenteel te koop staat. Bij gelukte verkoop zal mogelijk terug huur van een kleinere locatie nodig zijn. Voor wat betreft het Pand Unieweg wordt alleen nog conservatief onderhoud uitgevoerd. De netto-effecten van verkoop op de exploitatie/begroting van LANDER zijn zeer beperkt; hier is slechts sprake van een te verwachten forse boekwinst bij verkoop. Voor de overige panden (Poppenbouwing en De Panoven in Geldermalsen) bestaan geen vervreemdingsplannen. Onderhoud vindt planmatig plaats. Betrouwbaarheid Uit de interim controle is komen vast te staan dat de minimaal benodigde AO/IB-maatregelen aanwezig zijn om de betrouwbaarheid en rechtmatigheid van de financiële gegevens en de toelichtingen die in de jaarrekening 2012 worden opgenomen te waarborgen.
26 LANDER werk & participatie 2012
VOORUITBLIK LANDER is inmiddels klaar met haar positionering voor haar toekomstige rol, als PW brede – ontschotte – organisatie voor cliënten met slechts een gedeeltelijke loonwaarde (20-80%) en een structurele begeleidingsbehoefte. Dit is een goede startpositie, maar ook niet meer dan dat. Want: - allereerst moeten de deelnemende gemeenten absoluut een oplossing vinden voor de inmiddels wel zekere forse en structurele bezuinigingen op de WSW-rijkssubsidie. LANDER kan deze op termijn niet zelfstandig verwerken; zij heeft weliswaar een fors (bezuinigings)aandeel geleverd, maar dat is eindig. - en tevens moeten de deelnemende gemeenten bereid zijn LANDER ook daadwerkelijk de begeleiding van de in de aanhef genoemde doelgroep toe te vertrouwen - waarvoor het absoluut noodzakelijk is dat er een realistisch en realiseerbaar “verdienmodel” komt voor de niet-WSW cliëntengroepen binnen de PW. Waarbij begeleidingsinspanningen op een afdoende niveau worden gefinancierd. Hiervoor is een model dat rekening houdt met bespaarde uitkeringen onvermijdelijk Belangrijkste uitdaging is echter de geest van de PW. Wat de nu voorliggende concept Wet gemeen heeft met de eerder beoogde WNV en het mede daaraan ten grondslag liggende eerdere rapport van de commissie de Vries is het grote geloof in de reguliere markt, als (financieel aantrekkelijke) oplossing voor mensen met een arbeidshandicap. Dit ondanks de weerbarstige (landelijke) praktijkervaringen en waarschuwende geluiden van bijvoorbeeld het CPB, en de inmiddels zeer sterk oplopende werkloosheid. Hier ligt een immense uitdaging, aangezien dat uiteindelijk inderdaad de enige breed begaanbare weg is richting arbeidsparticipatie van onze doelgroepen. Inmiddels is deze weg ook vastgelegd in het zogenaamde “Inhoudelijk model” voor de toekomstige RIW, dat momenteel ter goedkeuring bij gemeenteraden in de regio voorligt. Het zal niet verrassen dat LANDER, als ervaren regionale speler, veel voordelen verwacht van een nog aan de Programmaraad Participerend voor te leggen opvolgend advies (“Organisatorisch model”) tot een verregaande vorm van regionalisering van cliëntbehandeling en werkgeversbenadering! In ieder geval blijft LANDER nadrukkelijk investeren in de relatie met werkgevers. Van hen wordt de komende jaren – zoals gezegd – bijzonder veel verwacht als het gaat om het bieden van kansen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hier ligt een enorme kans, omdat het instrumentarium om reguliere werkgevers op een zodanige schaal in beweging te krijgen als het kabinet zich dat in haar plannen voorstelt, op een uitdagende wijze wordt uitgebreid met een zogenaamd arbeidsquotum voor werkgevers. Hier is absoluut garen bij te spinnen. Voor de korte termijn mogen we echter niet vergeten dat 2013 gewoonweg een heftig jaar wordt, simpelweg door het feit dat de nieuwe PW in een bijzonder kort tijdsbestek zal moeten worden geïmplementeerd, terwijl tegelijkertijd zal moeten worden gewerkt aan de verregaande regionale samenwerking, die potentieel diep gaat ingrijpen op personeel en organisatie! Het in 2013 op te leveren beleidsplan voor 2014 e.v. zal dan ook een groot aantal bewegingen moeten verbinden.
27 LANDER werk & participatie 2012
28 LANDER werk & participatie 2012
DB20130502-6a-2
Versie 16 april 2013
(concept) JAARREKENING 2012
LANDER werk & participatie 2012
2
INHOUDSOPGAVE
Inleiding ........................................................................................................................... 5 1. Rechtmatigheid............................................................................................................ 6 2. Bestemming resultaat 2012 ......................................................................................... 7 3. Balans.......................................................................................................................... 8 4. Programmarekening .................................................................................................. 10 5. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling .................................................. 12 6. Toelichting op de balans ............................................................................................ 20 7. Toelichting op de programmarekening ...................................................................... 29 8. Verslaglegging AWBZ-activiteiten van de GR LANDER over het jaar 2012 .............. 38 9. SISa-bijlage: realisatie WSW ..................................................................................... 41 10. Controleverklaring ................................................................................................... 43 Afkortingenlijst ............................................................................................................... 45
LANDER werk & participatie 2012
3
LANDER werk & participatie Postbus 128 4190 CC GELDERMALSEN 0345 – 686 222
Opgemaakt te Geldermalsen, 11 mei 2013
Vastgesteld te Geldermalsen, 17 juni 2013
Manager Financiën & Informatie a.i. R.B.M Suijker
Voorzitter C.A.A. van Rhee -Oude Ammerveld
Directeur J.D. van de Sluis
LANDER werk & participatie 2012
4
Inleiding Voor SW-organisaties in Gemeenschappelijke Regeling (GR) vorm geldt het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) onverkort. In dit Besluit zijn onder meer eisen gesteld waaraan de jaarrekening moet voldoen. In lijn met de handelwijze over de afgelopen jaren, is in deze jaarrekening over 2012 en het gelijktijdig daarmee verschenen jaarverslag over dat jaar, met inachtneming van het BBV, een verantwoording gepresenteerd die eveneens rekening houdt met de specifieke kenmerken van een (voor een belangrijk deel) SW-organisatie als LANDER. Waar nodig en toegestaan door het BBV zijn ook elementen van BW-boek 2, titel 9 meegenomen in deze jaarrekening. Het beleid van de GR LANDER wordt, door het uit vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten samengestelde algemeen bestuur (AB), vastgelegd in de begroting en de meerjarenraming. De begroting vormt de grondslag voor het door het dagelijks bestuur (DB) en de directeur te voeren beheer. De inrichting van de jaarrekening dient derhalve die van de begroting te volgen. Ook de begroting dient te voldoen aan de eisen van het BBV. De inrichting van de begroting is bepalend voor de verslaggeving. In alle gevallen is de jaarrekening dus terug te herleiden naar de begroting en de daaropvolgende begrotingswijziging voor 2012. Waar dit anders is, wordt dat expliciet vermeld in de toelichting op de betreffende post(en). In het BBV is een onderscheid gemaakt tussen programma’s en producten. Het AB van LANDER heeft er voor gekozen om te werken met het programmabegrip, waarbij LANDER slechts één programma uitvoert, namelijk ‘gesubsidieerde arbeid’, in welke vorm dan ook. Hieronder valt ook de uitvoering van AWBZ-taken. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het BBV. Het BBV kent een strak voorgeschreven indeling voor de balans. Deze wordt volledig toegepast en daarbinnen op maat gesneden voor LANDER. LANDER voert sinds enkele jaren ook AWBZ-activiteiten uit, alhoewel deze in het verslagjaar geheel stil lagen De hiermee gepaard gaande exploitatieposten zijn integraal onderdeel van de jaarrekening van de GR, maar daarnaast separaat weergegeven in een bijlage bij deze jaarrekening, waarbij rekening is gehouden met de voorschriften van de WTZi. De programmarekening is, op een aantal voorgeschreven onderdelen na, vrij. LANDER heeft hier dan ook een eigen invulling aan gegeven, die zoveel mogelijk aansluit bij het karakter van een SW-organisatie.
LANDER werk & participatie 2012
5
1. Rechtmatigheid Extra aandacht voor rechtmatigheid is een uitdaging voor LANDER, zeker in tijden van grote inen externe veranderingen zoals nu gaande zijn, omdat zowel de eigen regels en voorschriften tegen het licht moeten worden gehouden, als de feitelijke uitvoeringsorganisatie onder de loep moet worden genomen resp. moet worden voorbereid op de toekomst onder een ander wettelijk regime. Een voortdurende afweging van de rechtmatigheidsaspecten zoals deze in de loop der jaren in de eigen verordeningen en besluiten, maar ook in de uitvoeringsorganisatie, zijn opgebouwd, biedt kansen om een en ander doelmatiger, maar wellicht ook doeltreffender, in te richten. De feitelijke stand van zaken komt jaarlijks in beknopte vorm tot uitdrukking in de controleverklaring inzake de rechtmatige totstandkoming van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties, alsmede in het verslag van bevindingen van de accountant. Het vigerende normenkader ten behoeve van de financiële rechtmatigheid is vastgesteld door het AB. Wetten in formele zin worden van buiten opgelegd en zijn daardoor niet beïnvloedbaar door het AB. Deze vallen dus te allen tijde onder het normenkader. Onderstaand worden deze genoemd: Grondwet Gemeentewet Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) Burgerlijk Wetboek Wet sociale werkvoorziening (WSW) en daarbij behorende regelingen/protocollen Wet werk en bijstand (WWB) Besluit begroting en verantwoording (BBV) de regelgeving Algemene Wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) en Wet toelating zorginstellingen (WTZI) (beide voor de nieuwe begeleidingsactiviteiten in het kader van de AWBZ, voor zover betreffende cliënten ook daadwerkelijk begeleid zullen worden) Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) Fiscale en sociale wetgeving Regels omtrent Europese aanbesteding Algemene Wet bestuursrecht (AWB) Ambtenarenwet Daarnaast laat het AB expliciet de volgende (interne) regelgeving onder het normenkader van de Financiële Rechtmatigheid vallen: Financiële verordening GR LANDER (212) Controleverordening GR LANDER (213) Verordening LANDER-loonkostensubsidies Verordening Begeleid Werken (BW) Arbeidsvoorwaardenregeling LANDER Arbeidsvoorwaarden staf- en kaderpersoneel Stichting LANDER-Plus Treasury statuut Instructie inzake de bevoegdheden en taak van de algemeen directeur van LANDER Inkoopreglement AB- en DB-besluiten
LANDER werk & participatie 2012
6
2. Bestemming resultaat 2012 Het bedrijfsresultaat, oftewel het saldo van normale baten en lasten, over 2012 komt uit op € 848.576 negatief tegenover circa € 1,3 mln negatief begroot. Ten opzichte van de begroting is dus in 2012 een voordeel gerealiseerd van afgerond € 0,5 mln. Dit is vooral te verklaren door: Een lagere opbrengst aan producten/diensten (circa € 1,7 mln) Lagere kosten voor doelgroepen (circa € 1,1 mln) Per saldo lagere organisatiekosten van circa € 0,9 mln; vooral door lagere lasten van (semi)ambtelijk personeel, onderhoud, huren en algemene kosten. Hierbij is het van belang dat LANDER per 1 januari van het verslagjaar is gestopt met de exploitatie voor de gemeente Tiel van het zogenaamde werkcentrum Tiel. Dit leidt tot circa 1,4 mln minder lasten en baten ten opzichte van de begroting. Voor een nadere specificatie hiervan, alsmede voor een vergelijking met de cijfers over 2012, zie de Toelichting op de programmarekening. Rekening houdend met incidentele baten en lasten, alsmede reeds door het AB goedgekeurde mutaties in de reserves, komt het resultaat na bestemming (verslaggevingstechnisch eindresultaat) over het boekjaar 2012 uit op € 64.055 negatief. Onderstaand wordt een samenvattende analyse gegeven van het verschil tussen het bedrijfsresultaat 2012 van € 848.576 negatief en het uiteindelijke resultaat na bestemming van negatief € 64.055. (Bedragen * € 1) Post Saldo Incidentele baten/lasten
Saldo in Programmarekening + 391.538
Saldo Mutaties Bestemmingsreserves
+ 392.982
Totaal
+ 784.520
Toelichting * Punt 1) * Punt 2)
In totaal resteert er derhalve een positief effect van € 784.520 waardoor het resultaat na bestemming uitkomt op € 64.055 negatief. De belangrijkste effecten zijn: 1) Per saldo € 391.538 aan incidentele “normale” baten/lasten die niet afgedekt worden vanuit een bestaande bestemmingsreserve. Voor een specificatie zie de toelichting op de programmarekening. 2) Het conform bestaand beleid per saldo verlagen van de bestemmingsreserves met € 392.982. Dit op basis van geactualiseerde gegevens per 31 december 2012. Voorgesteld wordt het resultaat van € 64.055 negatief conform het vigerende door het AB vastgestelde vermogensbeleid te onttrekken aan de Algemene reserve.
LANDER werk & participatie 2012
7
3. Balans bedragen in euro 's
31-12-2012
31-12-2011
3.911.757
4.286.731
ACTIVA Vaste activa Materiële activa Investeringen met een economisch nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen Leningen Waarborsommen
3.911.757
4.286.731 116.803
3.420 84.928 28.455
125.553 3.420 93.678 28.455
Vlottende activa Voorraden Grond-en hulpstoffen Onderhanden werken Gereed Produkt
Uitzettingen Vorderingen openbare lichamen Overige vorderingen
458.720 424.554 0 34.165
371.095 331.791 0 39.304
1.644.717 729.145 915.572
2.076.370 1.144.164 932.206
Liquide middelen
9.093.975 9.093.975
9.742.647 9.742.647
Overlopende activa
525.551 525.551
1.022.936 1.022.936
TOTAAL
15.751.522
LANDER werk & participatie 2012
8
17.625.332
bedragen in euro's
31-12-2012
31-12-2011
9.885.013
10.342.050
PASSIVA Vaste Passiva Eigen vermogen Algemene reserve
3.022.933
3.936.704
Bestemmingsreserves
6.926.135
7.319.117
-64.055
-913.770
Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen Voorzieningen
2.779.043 2.779.043
Vaste schulden Onderhandse leningen Garantstellingen/Waarborgsommen
3.878.012 3.878.012
369.000
220.000
369.000
220.000
0
0
Vlottende passiva netto-vlottende schulden overige schulden
1.342.434 1.342.434
Overlopende passiva Overlopende passiva
1.376.033 1.376.033
TOTAAL
LANDER werk & participatie 2012
1.805.863 1.805.863
1.379.406
15.751.522
9
1.379.406
17.625.332
4. Programmarekening bedragen in euro's
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
25.744.135 1.096.843 6.582.359 0
25.480.000 1.200.000 8.295.000 0
25.842.308 2.008.816 8.248.611 0
33.423.338
34.975.000
36.099.734
24.018.180 1.574.202 1.000.619
24.030.000 2.325.000 1.335.000
24.791.164 1.771.076 1.003.402
26.593.002
27.690.000
27.565.642
5.732.993 310.218 551.228 211.531 281.972 126.499 464.470
5.895.000 370.000 755.000 350.000 330.000 145.000 765.000
6.376.719 347.955 628.622 323.492 326.464 137.092 558.089
7.678.912
8.610.000
8.698.434
34.271.914
36.300.000
36.264.077
Baten Rijksvergoeding WSW (Rijks)vergoedingen via Gemeenten Netto opbrengsten producten/diensten Gemeentelijke bijdragen
Totaal b aten
Lasten Lonen & soc. lasten doelgroepen Overige kosten doelgroepen Verstrekte subsidies doelgroepen Totaal directe kosten doelgroepen
Kosten ambtelijk personeel Kapitaallasten Onderhoudskosten Huren Energie Belastingen en verzekeringen Algemene kosten Totaal organisatielasten
Totaal lasten
Bedrijfsresultaat (baten - lasten)
848.576-
LANDER werk & participatie 2012
10
1.325.000-
164.342-
bedragen in euro's
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
Incidentele baten
683.690
75.000
693.878
Incidentele lasten
-292.152
-100.000
-1.637.504
-457.037
-1.350.000
-1.107.967
Toevoegingen aan reserves
0
-30.000
-169.000
Onttrekkingen aan reserves
362.982
220.000
198.197
30.000
0
165.000
-64.055
-1.160.000
-913.770
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór bestemming reserves
Vrijval (bestemmings)reserves Resultaat na bestemming reserves
Voor een toelichting op de individuele posten van de programmarekening zie de Toelichting in de programmarekening.
LANDER werk & participatie 2012
11
5. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De volgende grondslagen, waarop de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd, zijn bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De jaarrekening is opgesteld volgens de voorschriften van het BBV. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Voor zover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
LANDER werk & participatie 2012
12
LANDER werk & participatie 2012
13
BALANS
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa De waardering van de materiële vaste activa is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. Bij de waardering van de materiële vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde indien deze naar verwachting duurzaam is. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Een uitzondering wordt gemaakt voor eventuele verbeteringen aan terreinen (bijvoorbeeld: hekwerk en bestrating). Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van de historische aanschafprijs volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het actief. De afschrijvingstermijnen, toegepast met inachtneming van de lineaire methode bedragen in jaren : Gronden en terreinen (tenzij bestrating, dan in 15 jaar, of korter afhankelijk van resterende levensduur van het betreffende gebouw) Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa, w.o. inventarissen Automatisering
n.v.t.
40 4 10 5 3
Deze termijnen zijn indicatief voor de situatie bij LANDER. De werkelijke levensduur kan per individueel actief afwijken, op grond van bijzondere omstandigheden. Financiële vaste activa Waardering vindt, voor zover van toepassing, plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen en aflossingen. VLOTTENDE ACTIVA Voorraden De grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen, gebaseerd op de gemiddeld betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen standaard verrekenprijs en feitelijke inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord. Incourante voorraden worden afgewaardeerd tot marktwaarde of hiervoor wordt een voorziening voor incourante voorraden gevormd. De onderhanden werken alsmede de halffabricaten worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, verminderd met op de balansdatum reeds voorzienbare verliezen. De vervaardigingsprijs omvat de verrekenprijzen van de grond- en hulpstoffen, de loon- en machinekosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
LANDER werk & participatie 2012
14
De gerede producten worden gewaardeerd tegen de fabricagekostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de fabricagekostprijs. De fabricagekostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen, de loon- en machinekosten en overige kosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Incourante voorraden worden afgewaardeerd tot marktwaarde. Uitzettingen en overlopende activa De uitzettingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor mogelijk oninbare vorderingen is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. Liquide middelen De liquide middelen worden tegen nominale waarde opgenomen en omvatten bank-, giro- en kassaldi. EIGEN VERMOGEN Het eigen vermogen bestaat uit: Algemene reserve De algemene reserve dient onder andere als buffer om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen. Het AB van LANDER heeft haar beleid met betrekking tot deze reserve neergelegd in een notitie “Vermogenspositie LANDER” van 9 april 2008. Bestemmingsreserves Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waaraan door het bestuur een bepaalde bestemming is gegeven. Het gehele bedrag van de bestemmingsreserves ultimo het jaar dient onderbouwd te zijn met bestuursbesluiten van het AB dan wel opgenomen te zijn in het voorliggende voorstel tot resultaatbestemming. Resultaat na bestemming Het resultaat na bestemming is het resterende resultaat na reeds bestemde mutaties in de reserves. Het resultaat na bestemming wordt ter besluitvorming voorgelegd aan het AB. VOORZIENINGEN Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten. b. bestaande risico’s op balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is. c. kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar hun oorsprong hebben in het verslagjaar of een eerder jaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie. Onttrekkingen geschieden – conform het BBV – rechtstreeks aan de voorziening, buiten de programmarekening om.
LANDER werk & participatie 2012
15
VASTE SCHULDEN De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. VLOTTENDE PASSIVA De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Borg- en garantstellingen Buiten de balanstelling wordt – voor zover van toepassing – het bedrag genoemd waarvoor de GR borg- of garantstellingen heeft afgegeven.
LANDER werk & participatie 2012
16
LANDER werk & participatie 2012
17
PROGRAMMAREKENING Algemene opmerking In de programmarekening zijn drie kolommen opgenomen: verslagjaar, begroting en voorgaand jaar. Daar waar gesproken wordt over begroting wordt bedoelt de primaire begroting, inclusief begrotingswijzigingen. Indien van toepassing wordt in de toelichting de begrotingswijziging ten opzichte van de primaire begroting weergegeven. Bedrijfsopbrengsten Netto-omzet De netto-omzet betreft de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten, exclusief de over de omzet geheven belastingen en onder aftrek van kortingen. Grond- en hulpstoffenverbruik en kosten van derden en uitbesteed werk De kosten van grond- en hulpstoffen worden berekend op basis van standaard verrekenprijzen. Resultaten (prijsverschillen) op deze post worden onder de omzet in het jaarverslag verantwoord. Rijksvergoeding De rijksvergoeding betreft de door de gemeenten aan de GR LANDER verstrekte subsidie van het rijk zoals bedoeld in de Wet sociale werkvoorziening. (Rijks)vergoedingen via gemeenten De (rijks)vergoeding via gemeenten betreft de ontvangsten uit – met name – aan de WWB gerelateerde opdrachten aan LANDER, veelal afkomstig van gemeenten. Ook van instanties als het UWV ontvangen vergoedingen worden hier onder gerubriceerd. Het betreft met name bijdragen in loonkosten/te verstrekken loonkostensubsidies. Afschrijvingen Afschrijvingen betreffen de afschrijvingskosten van de vaste activa. De afschrijvingstermijn is maximaal de economische levensduur. Gemeentelijke bijdrage De gemeentelijke bijdrage omvat de in de GR of anderszins overeengekomen bijdrage in het exploitatieresultaat. Lonen doelgroepen Hieronder worden de loonkosten van de WSW-, WIW-, en WWB-medewerkers verantwoord. Onder loonkosten wordt verstaan het bruto bedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen lonen en toelagen, vermeerderd met de uitbetaalde vakantiegeldrechten. Lonen (semi-)ambtelijke staf Hierop worden de salariskosten van de (semi-)ambtelijke medewerkers verantwoord. Onder loon- en salariskosten wordt verstaan het bruto bedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen salarissen en toelagen, vermeerderd met de uitbetaalde vakantiegeldrechten. De lasten van de via Stichting LANDER-Plus te werk gestelde semi-ambtenaren worden eveneens onder deze post verantwoord.
LANDER werk & participatie 2012
18
Sociale lasten De sociale lasten betreffen de ter zake van de werknemersverzekeringen verschuldigde werkgeverslasten, alsmede het werkgeversaandeel in de pensioenvoorziening. Hieronder worden tevens de aan het boekjaar toe te rekenen ziekengelden verantwoord. Rente Eventuele rentelasten bestaan in ieder geval uit de rentelast van vaste schulden en rekeningcourantrente over debetsaldi, met daarnaast eventuele andersoortige renteopbrengsten. Rentebaten betreffen opbrengsten uit creditarrangement, deposito’s en andere uitzettingen.
LANDER werk & participatie 2012
19
6. Toelichting op de balans ACTIVA Materiële vaste activa Een overzicht van de materiële vaste activa is onderstaand opgenomen. Het betreft uitsluitend activa met een economisch nut. Gronden en terreinen
Bedrijfsgebouwen
Vervoermiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
1.170.492
2.588.726
151.928
69.634
305.952
4.286.731
0 0 11.013
0 0 180.257
57.216 0 77.176
7.300 0 41.005
51.959 40.236 141.762
116.475 40.236 451.213
1.159.479
2.408.468
131.968
35.929
175.913
3.911.757
Boekwaarde 31-12-2011 Aanschaffingen Desinvesteringen Afschrijvingen
Boekwaarde 31-12-2012
De rubriek Overige materiële vaste activa betreft voornamelijk inventarissen, incl. ICTapparatuur.
Financiële vaste activa De post Kapitaalverstrekking betreft een door LANDER in 2008 verworven minderheidsaandeel in de in het verslagjaar mede door LANDER opgerichte Dariuz BV (leverancier van een systeem c.s. voor diagnose, assessment en loonwaardebepaling voor – met name – re-integratie doelgroepen). LANDER neemt – via door haar aan te wijzen bestuursleden – deel in de Stichting Kringloop Rivierenland (SKR) en de Stichting ThedinghsLANDER (broodbakkerij met een AWBZ zorgoogmerk). Deze laatste deelneming is reeds in 2007 vervroegd afgeschreven. De liquidatie van deze deelneming wacht op voltooiing, hetgeen overigens naar verwachting geen financiële nadelen met zich zal brengen, gelet op de binnen de stichting nog aanwezige liquiditeiten. Vanaf 2005 neemt LANDER deel in de Coöperatieve Vereniging “Zakelijke post Nederland”. Het betreft een vereniging met Uitgesloten Aansprakelijkheid. Alhoewel de CV nog over een deel van de ingelegde gelden beschikt, is reeds in 2006 de gehele deelneming afgeboekt. De post Leningen betreft de aanloopfinanciering van de Stichting Kringloop Rivierenland en van Dariuz BV. Op eerstgenoemde lening wordt door SKR vanaf 2011 in 10 gelijke termijnen afgelost. De post Waarborgsommen betreft een depotbedrag bij TNT alsmede de betaalde waarborgsommen in verband met de huur van twee bedrijfspanden.
LANDER werk & participatie 2012
20
Voorraad 2012
2011
Grond- en hulpstoffen Onderhanden werken Gereed product en handelsgoederen Vooruitbetalingen op voorraden AF: voorziening incourante voorraden
425.714 0 34.165 0 -1.160
332.664 0 39.304 0 -873
Totaal
458.720
371.095
De voorraad Gereed product betreft voornamelijk vervaardigde apparaten voor één klant. Het overgrote deel van de rubriek Grond- en hulpstoffen wordt aangehouden ten behoeve van de productie voor dezelfde klant. Hiervoor is vanaf eind 2011 deels een zekerheidsstelling in de vorm van een lening aan LANDER verstrekt. Uitzettingen 2012 Vorderingen op openbare lichamen Deelnemende gemeenten Overige vorderingen op openbare lichamen
Overige vorderingen Handelsdebiteuren Overige vorderingen AF: voorziening dubieuze debiteuren Pensioenfondsen
2011
729.145
1.144.164
627.950
1.062.746
101.195
81.418
915.572 1.135.748 4.299 -224.475 0
Totaal
932.206 1.095.034 3.459 -166.524 237
1.644.717
2.076.370
De voorziening ‘Dubieuze debiteuren’ dient ter dekking van een aantal risico’s in de betaling door debiteuren. Per ultimo 2012 is deze voorziening opgehoogd vanwege nieuwe concrete dubieuze vorderingen, in totaal een bedrag van € 57.951.
LANDER werk & participatie 2012
21
Liquide middelen
2012
2011
Kasgelden Banken
9.227 9.084.747
7.780 9.734.867
Totaal
9.093.975
9.742.647
Ten aanzien van de liquide middelen gelden geen opnamebeperkingen. Evenmin worden er ten aanzien van liquide middelen valutarisico’s gelopen. De terugloop in liquiditeit in het verslagjaar is met name het gevolg van het negatieve bedrijfsresultaat. Per ultimo van het verslagjaar was de basisliquiditeit ondergebracht bij huisbankier BNG. Gedurende 2012 heeft LANDER zich beperkt tot stalling van een deel van haar liquiditeiten op bedrijfsspaarrekeningen bij ABN/AMRO en RABO, geheel passend binnen het vigerende risicomijdend en –spreidend beleggingsbeleid. LANDER had ook in 2012 geen enkele belegging. Overlopende activa
Nog te ontvangen voorschotten uitkeringen (subsidies) Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen
2012
2011
248.839
654.597
276.712
368.339
525.551
1.022.936
In de post Nog te ontvangen voorschotten wordt nog een bonus over 2010 verwacht van 170k. Daarnaast nog een aantal subsidies van een viertal gemeenten. In de post overige zijn met name vooruitbetalingen opgenomen t.b.v. verschillende langlopende contracten.
LANDER werk & participatie 2012
22
PASSIVA
Eigen vermogen Verloopoverzicht reserves Stand per Bestemming 1-1-2012 resultaat 2011
Algemene Reserve
Toevoeging 2012
Onttrekking 2012
Stand per 31-12-2012
3.936.704
-913.770
0
0
3.022.933
Herinrichting LANDER Huisvesting LANDER Vakantiegelden Verlofsaldi Jubilea Aanpak Wachtlijst WSW 62+ regeling
325.934 2.867.926 1.250.000 1.560.000 706.000 449.257 160.000
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 191.200 50.000 114.782 7.000 0 30.000
325.934 2.676.726 1.200.000 1.445.218 699.000 449.257 130.000
Totaal bestemmingsreserves
7.319.117
0
0
392.982
6.926.135
Bestemmingsreserverves
Vanaf 2008 voert LANDER zelfstandig AWBZ-gefinancierde activiteiten uit, echter in 2012 waren er geen activiteiten. De wettelijk verplichte Reserve Aanvaardbare kosten wordt wel aangehouden. Deze reserve, heeft per ultimo 2012 een debetsaldo ter hoogte van circa € 408.000 kent. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de bijlage “Verslaglegging AWBZ-activiteiten” bij deze jaarrekening. In het kader van het BBV is het niet toegestaan om voor jaarlijks ongeveer gelijkblijvende employee benefits-voorzieningen of -verplichtingen op te nemen. Binnen het kader van de nota “vermogenspositie LANDER” zijn voor dergelijke verplichtingen afzonderlijke bestemmingsreserves gevormd; deze worden als zodanig niet betrokken bij de beschouwing van het weerstandsvermogen (norm algemene reserve). De overige toevoegingen en onttrekkingen in de bestemmingsreserves over 2012 betreffen reguliere mutaties vanuit bestaand beleid. Deze zijn dan ook als zodanig afzonderlijk opgenomen in de programmarekening.
LANDER werk & participatie 2012
23
Hierna volgt een korte toelichting op aard en verloop van de bestemmingsreserves. Herinrichting LANDER Deze bestemmingsreserve is bedoeld voor dekking van éénmalige kosten die te maken hebben met de optimalisatie van de LANDER-organisatie op het gebied van onder andere automatisering en herinrichting van processen. Huisvesting LANDER Deze bestemmingsreserve dient ter toekomstige dekking van huisvestingslasten van LANDER. De reserve valt in 20 jaren gelijkmatig vrij ten gunste van de programmarekening. Vakantiegelden Deze bestemmingsreserve representeert de per ultimo het verslagjaar opgebouwde schuld van LANDER inzake de in mei van het jaar 2013 uit te betalen vakantiegelden. Verlofsaldi Deze bestemmingsreserve representeert de waarde voor de per ultimo het verslagjaar door het LANDER-personeel opgebouwde verlofsaldi. LANDER heeft de afgelopen jaren een aanzienlijke inspanning geleverd om de zich sinds 2005 voordoende trend tot oplopende verlofsaldi om te buigen, onder meer door de invoering van een aangepaste verlofopnameregeling. In 2012 is dit beleid verder doorgezet en de daling blijft zich voortzetten. Jubilea Deze bestemmingsreserve representeert de op basis van CAO-afspraken verschuldigde jubileumuitkeringen. Aanpak wachtlijsten Deze reserve is bedoeld voor de financiering van activerende maatregelen, zoals pre-SW dienstverbanden, voor personen op de SW-wachtlijst, alsmede ter dekking van overrealisatieen vergelijkbare risico’s die voortvloeien uit de nieuwe (en komende) financieringswijze van de SW. De Reserve aanpak Wachtlijst is in het verslagjaar niet ingezet, De in het verslagjaar door de GR ten behoeve van voor een aantal gemeenten afgedekte overrealisatie (dit deed zich in beperkte mate “onwillekeurig” voor bij vier gemeenten) wordt binnen de programmarekening gedekt. De reserve is verder in stand gelaten gelet op het feit dat de betreffende bestemmingsreserve naar verwachting hard nodig is in de aanloop naar de nieuwe Participatiewet (PW), waar zich mogelijk overgangsproblemen met de taakstelling zullen voordoen. WSW 62+ regeling Hiervoor wordt verwezen naar het gestelde onder de gelijknamige voorziening.
LANDER werk & participatie 2012
24
Voorzieningen Verloopoverzicht voorzieningen Stand per 1-1-2012
Groot onderhoud BTW oude jaren Bodemsanering Deelnemingen FPU-ambtenaren WSW 62+ regeling Personele knelpunten
918 913 924 911-912 914 921 922
Dotaties Onttrekkingen 2012 2012
Vrijval 2012
Stand per 31-12-2012
468.473 120.000 27.074 249.750 105.385 123.278 2.784.052
15.469 43.298 0 0 0 30.000 0
0 0 0 0 49.330 73.849 756.724
0 0 27.074 8.750 9.039 0 262.970
483.942 163.298 0 241.000 47.016 79.429 1.764.358
3.878.012
88.767
879.903
307.833
2.779.043
De voorziening 'Groot onderhoud' betreft groot onderhoud aan LANDER-gebouwen, gebaseerd op onderhoudsrapporten. Reguliere onderhoudskosten komen ten laste van de exploitatie. Voor 2012 was in dit kader een dotatie noodzakelijk van € 15.469. De voorziening ‘BTW oude jaren’ betreft de mogelijke consequenties van de afrekening met de fiscus over voorgaande jaren resp. de wijze van toepassing van relevante wet- en regelgeving. De geraamde nabetaling over het verslagjaar is als kortlopende schuld opgenomen. De voorziening “Bodemsanering” diende ter dekking van de kosten van bodemsanering van de LANDER locatie aan de Unieweg te Zaltbommel. Echter de grond is schoon verklaard en daarmee is de voorziening vrijgevallen. De voorziening ‘Deelnemingen’ is bedoeld ter dekking van eventueel ongedekt blijvende verliezen van deelnemingen. De stand per ultimo 2012 betrof de dekking van eventueel ongedekt blijvende verliezen van de Stichting Kringloop Rivierenland alsmede de dekking van de verwachte aanloopverliezen van de in 2009 samen met AVRI opgestarte samenwerking in “containercleaning”. De voorziening ‘FPU-ambtenaren’ ziet op de – eindige – betalingsverplichtingen aan ABP van LANDER inzake het “(vroeg)pensioen” van (semi-)ambtenaren conform de actuele regelgeving, waarbij vervroegde uittrede nog slecht voor een afgebakende groep ambtenaren mogelijk is. Het BBV schrijft dan voor dat de betreffende verplichtingen – vanwege de genoemde eindigheid – onder de voorzieningen worden opgenomen. De onttrekking over het verslagjaar betreft de daadwerkelijk door LANDER betaalde bijdragen, alsmede een vrijval van € 9.000 als gevolg van een herberekening van de nog resterende verplichtingen. De voorziening “WSW 62+-regeling” is bedoeld voor de opvang van de tijdelijke extra kosten van vervroegd vertrek van seniore werknemers met een WSW-dienstverband. In 2010 is een bedrag aan deze voorziening toegevoegd op basis van de op dat moment bestaande potentiële doelgroep. De voorziening “Personele knelpunten” dient ter afdekking van een aantal te verwachten lasten op personeel vlak. Dit betreft onder meer salariëring boven waarderingsniveau als gevolg van eerdere organisatieaanpassingen. Per saldo kon € 263.000 euro vrijvallen in het verslagjaar.
LANDER werk & participatie 2012
25
Vaste Schulden Onderhandse leningen Het hier opgenomen bedrag betreft een lening van opdrachtgever Animo aan LANDER, ter dekking van de risico’s die LANDER loopt over haar voorraadpositie met betrekking tot de voor de productie van koffiezetters aangehouden voorraden onderdelen e.d. De rentelast over 2012 bedroeg € 12.788.
Onderhandse leningen Garantstellingen/Waarborgsommen
2012
2011
369.000 0
220.000 0
369.000
220.000
Vlottende passiva Netto vlottende schulden
Overige schulden Crediteuren Rek.crt. verhouding Lander-Plus Belastingdienst Pensioenfondsen Overige schulden
Totaal
2012
2011
341.024 63.868 863.351 74.191 0
757.291 63.868 904.030 75.671 5.003
1.342.434
1.805.863
De post Belastingdienst betreft met name de (in januari 2013) over de salarismaand december 2012 af te dragen inhoudingen/heffingen. Overlopende passiva
Personeel Nog te betalen / vooruitontvangen bedragen Transitorische rente Overige overlopende passiva
2012
2011
211.272
125.695
716.011 448.749
814.934 438.777
1.376.033
1.379.406
In het jaar 2012 is in de post Personeel de voorziening voor de verwachte 1% hogere pensioenpremie vrijgevallen. In deze post is tevens rekening gehouden met de in het voorjaar 2013 uit te betalen eenmalige uitkering van € 200.000.
LANDER werk & participatie 2012
26
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen LANDER streeft er naar om in haar contracten met leveranciers zo min mogelijk langdurige verplichtingen dan een jaar op te nemen. Een aantal contracten in de ICT-omgeving (basissystemen, printers/copiers, licenties voor software en onderhoudscontracten voor hardware hebben langere looptijden. Binnen deelname aan een collectief CEDRIS inkoopcontract geeft LANDER bedrijfsauto’s in onderhoud tegen een vaste maandelijkse onderhoudsvergoeding. Tabel: contracten / onderhoud Jaarlijkse kosten Hardware (AS400) Overige Hardware
Looptijd
3.250 5.800
2013 2014
Kantoor software (Microsoft) Financieel pakket (FIS2000) Productie sofware (Eniac) Personele software (Compas) Systeem software (AS400) Overig Software
45.500 13.000 24.000 13.000 3.000 12.600
2014 doorlopend doorlopend doorlopend 2013 2014
Printers /copiers (Rico)
19.944
2014
Onderhoud wagenpark
12.140
2013-2017
Ingevolge een besluit van het AB kon LANDER tot een bedrag van € 110.000 aanloopkrediet verlenen aan de, samen met AVRI opgerichte, SKR die vanaf voorjaar 2004 kringloopactiviteiten uitvoert. Per ultimo 2012 was hiervan € 87.000 daadwerkelijk verstrekt. Ingevolge een besluit van het AB van december 2010 en het bestuur van SKR is met de terugbetaling van deze lening aangevangen in 2011. Binnen minderheidsdeelneming Dariuz is in 2009 afgesproken dat LANDER – zodra resultaten, solvabiliteit en liquiditeit van Dariuz dit toelaten – een eenmalige vergoeding van € 152.000 krijgt voor ingebrachte kennis; deze is nog niet verwerkt in de jaarrekeningen tot op heden, maar zal pas als bate worden genomen zodra deze betaling plaats vindt. LANDER heeft van het Ministerie van SZW een subsidietoezegging verkregen van € 10.728 voor haar project “2 Ticks 2 Match”). Een deel van subsidiebaten en projectkosten is in 2010 en 2011 al geëffectueerd. Naar verwachting zullen na balansdatum de verwachte opbrengsten de resterende verplichtingen afdekken.
LANDER werk & participatie 2012
27
7. Toelichting op de programmarekening ALGEMEEN Het bedrijfsresultaat van LANDER kwam over het verslagjaar circa € 0,7 mln lager uit dan over 2011, en afgerond € 0,5 mln hoger dan begroot. Ten opzichte van de begroting, primair vastgesteld in het voorjaar van 2011 en aangepast voor onder meer volume en subsidieniveau WSW aan het eind van 2011, was deze verbetering met name toe te schrijven aan de volgende posten: Een lagere opbrengst aan producten/diensten (circa € 1,7 mln) Lagere kosten voor doelgroeperen (circa € 1,1 mln) Per saldo lagere organisatiekosten van circa € 0,9 mln; vooral door lagere lasten van (semi)-ambtelijk personeel, onderhoud, huren en algemene kosten. Een belangrijk deel van voornoemde afwijkingen vloeit voort uit het per 1 januari van het verslagjaar stoppen van de exploitatie van het zogenaamde Werkcentrum Tiel. Het verschil tussen de primaire begroting de definitieve begroting bedroeg de volgende posten: Minder rijksvergoeding WSW, 0,25 mln, als gevolg van het wegvallen bonus begeleid werken Minder omzet producten/diensten, 0,55 mln, als gevolg van de daling in de WWB volumes , alsmede het wegvallen van een grote klant (NS) en de algehele marktsituatie. Minder kosten ambtelijk personeel 0,28 mln, als gevolg van temporisering in aanpassing van de bezetting in het kader van “Tijd voor Prioritijd”en een daling het WWB-client volume. Alsmede een eenmalige extra voorziening in de kosten voor personele uitstroom.
LANDER werk & participatie 2012
29
LASTEN
Lonen en sociale lasten Doelgroepen
Rekening 2012
Bruto lonen Sociale lasten Fiscale verminderingen
19.142.830 5.003.245 -127.895
Totaal
24.018.180
Begroting 2012
Rekening 2011 19.913.411 5.063.934 -186.181
24.030.000
24.791.164
Het gemiddeld aantal fte aan WSW'ers gemiddeld in dienst van LANDER is licht gedaald (circa 0,2%). Het gemiddeld aantal WIW- en WWB’ers in dienst van LANDER liep terug met circa de helft tot een 24 tal personen. Dit leidde uiteraard tot lagere loonkosten. De WSWlonen bleven in het verslagjaar op grond van CAO-afspraken ongewijzigd, afgezien van een afgesproken eenmalige uitkering van € 170 per fte in maart 2013. Deze is conform vigerend beleid reeds verwerkt in de kosten over het verslagjaar. De WIW en WWB-lonen volgden de ontwikkeling van het Wettelijk Minimum Loon.
Overige kosten Doelgroepen
Rekening 2012
Indicatiekosten Arbokosten/medische kosten Opleidingen en activering Vervoer/reizen Werkkleding Bijzondere voorzieningen Diverse kosten
3.885 126.176 114.565 1.183.660 59.744 33.190 52.982
Totaal
1.574.202
Begroting 2012
Rekening 2011 19.810 113.988 242.562 1.175.817 48.026 45.749 125.124
2.325.000
1.771.076
De daling van de kosten ligt op het vlak van opleiding en activering, voor het merendeel toe te schrijven aan het Werkcentrum Tiel dat in 2011 nog € 90.000 voor haar rekening nam. Daarnaast is ook de diverse kosten behoorlijk minder als gevolg van het wegvallen van WTC. Verstrekte subsidies Doelgroepen I/D Ander Werk Begeleid Werken Totaal
Rekening 2012
Begroting 2012
151.656 12.147 836.816 1.000.619
Rekening 2011 150.792 29.173 823.436
1.335.000
1.003.401
De sterke afname van de verstrekte ID-subsidies wordt veroorzaakt door de verdere afbouw van de ID-regeling. Het gelijkblijvende niveau van de verstrekte subsidies bij Begeleid Werken weerspiegelt ongeveer het gelijkblijvende niveau van het volume van deze werkvorm, op circa 80 personen.
LANDER werk & participatie 2012
30
Kosten (semi)ambtelijk personeel
Rekening 2012
Bruto salarissen Sociale lasten Diverse kosten Inhuur via uitzend org.
4.037.972 1.005.742 266.876 422.403
Totaal
5.732.993
Begroting 2012
Rekening 2011 4.442.748 1.075.114 306.078 552.778
5.895.000
6.376.719
Het (semi-)ambtelijk personeel heeft een kleine cao wijziging gehad. De gemiddelde bezetting (incl. semiambtelijk) personeel per ultimo jaar daalde, als gevolg van de uitvoering van het beleidsplan “Tijd voor Prioriteit” in 2012. Echter de daling heeft minder snel het beoogd resultaat gehad dan gedacht, vanwege de soms langlopende beëindigingsprocedures. In de cijfers van 2011 is € 470.000 opgenomen aan kosten Werkcentrum Tiel (WCT). Indien deze worden geëlimineerd uit de cijfers, resteert € 5,9 mln, dit impliceert voor 2012 een gerealiseerde reductie op de kosten (semi-)ambtelijk van ca 0,2 mln ten opzichte van 2011. Ten laste van de Voorziening “Personele knelpunten” is rechtstreeks een bedrag van € 757.000 aan – met name – overmatige salariskosten/sociale lasten en afvloeiingsregelingen geboekt. Vanaf 2004 zet LANDER de Stichting LANDER Plus in als basis voor bij de GR te detacheren personeel. Kapitaallasten
Rente lasten Rente baten Afschrijvingen / desinv. Totaal
Rekening 2012
Begroting 2012
12.788 -153.783 451.213 310.218
Rekening 2011 0 -186.958 534.913
370.000
347.955
De ontvangen rente is, als gevolg van het teruglopen van de liquiditeit, gedaald. Het niveau blijft laag vanwege het nog steeds zeer lage renteniveau op de financiële markten in combinatie met het risicomijdende beleggingsbeleid. Gezien de positieve resultaten van de afgelopen jaren konden investeringen tot nu toe uit eigen liquiditeiten worden betaald, zo ook in het verslagjaar. De hoogte van de Afschrijvingen daalde licht. Enerzijds ingegeven doordat in de cijfers 2011 € 54.000 aan kapitaallasten in het kader van de WTC is opgenomen. Anderzijds vanwege afstoten van activa in het kader de post. Het investeringsniveau in 2012 lag overigens relatief laag.
LANDER werk & participatie 2012
31
Onderhoudskosten
Rekening 2012
Terreinen/Gebouwen Installaties/Machines Inventarissen Vervoermiddelen Software
38.815 70.341 44.556 86.096 311.420
Totaal
551.228
Begroting 2012
Rekening 2011 131.941 78.405 71.251 88.939 258.086
755.000
628.622
Voor groot onderhoud aan gebouwen is een Voorziening onderhoud op de balans opgenomen. De daling in onderhoudskosten terreinen/gebouwen is vooral terug te voeren op het lage – slechts conserverende - onderhoud aan het te koop staande gebouw aan de Unieweg in Zaltbommel. Daarnaast was er voor € 55.000 aan onderhoud voor het WTC in 2011 en voor € 80.000 in de begroting. Voor het overige vloeien de mutaties in het niveau van het onderhoud van Inventarissen voort uit de onvoorspelbare aard van het onderhoud aan bepaalde activa. Dat laatste geldt deels ook voor de onder software begrepen kosten van licenties. Huren
Rekening 2012
Begroting 2012
Huren
211.531
Totaal
211.531
Rekening 2011 323.492
350.000
323.492
De huur van gebouwen betreft met name de volgende (in)huurcontracten met betrekking tot huisvesting: de huisvesting in het BVG ‘Beursplein Rivierenland’ te Tiel. hal aan de Morsestraat te Tiel “postruimte” aan de Ampèrestraat te Tiel, deze is eind december in zijn geheel verlaten. gedeelte UWV Werkbedrijf te Zaltbommel (beperkte) ruimte in het stadhuis te Culemborg De daling van de huurkosten ten opzichte van 2011 betreft voornamelijk het wegvallen van de huur (€ 148.000) van een hal aan de Stephensonstraat te Tiel ten behoeve van het WCT. In de begroting was hier € 130.000 in voorzien.
LANDER werk & participatie 2012
32
Energie
Rekening 2012
Elektriciteit/Gas/Water Autobrandstof
171.142 110.090
Totaal
281.232
Begroting 2012
Rekening 2011 191.490 134.974
330.000
326.464
De daling van de energie is voor € 23.000 toe te schrijven aan het wegvallen van de bedrijfshal van de WTC. De autobrandstof kosten zijn gedaald als gevolg van een kleiner wagenpark.
Belastingen en verzekeringen Belastingen Verzekeringen Totaal
Rekening 2012
Begroting 2012
49.126 77.373 126.499
Rekening 2011 57.447 79.645
145.000
137.092
De daling van belastingen is voor € 7.000 toe te schrijven aan het wegvallen van de kosten van de WTC. In de begroting was hier € 5.000 voor voorzien. Algemene kosten
Rekening 2012
Accountant Overige diensten derden Telefoon/Porto Representatie Kantoorbenodigdheden Abonnementen/Contributies Arbo algemeen Product(ie)ontwikkeling Diverse kosten
39.275 196.714 56.783 24.336 18.260 44.822 15.589 15.826 52.865
Totaal
464.470
Begroting 2012
Rekening 2011
50.000 194.667 100.456 10.303 32.927 41.715 22.821 33.270 71.930 765.000
558.089
LANDER besteedt veel aandacht aan kostenbeheersing. Dit wordt weerspiegeld in de lagere kosten op vrijwel alle categorieën van algemene kosten. Daarbij wordt verder opgemerkt dat in de rekening 2011 voor € 26.000 aan WTC kosten was opgenomen en in de begroting € 70.000.
LANDER werk & participatie 2012
33
Incidentele lasten
Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
M.b.t. dotaties aan voorzieningen Personele knelpunten BTW FPU Ambtenaren Groot Onderhoud voorz. WSW-Plus
0 43.298 0 15.469 30.000
1.331.431 35.000 13.000 0 0
0 15.000
28.500 20.000 80.000 6.997 841 27.361 59.097 0 0 17.590 17.687 0 0 0
Overig Vaste activa Personele vorderingen Verhuizingen Kosten herinrichting BTW oud jaar Pensioenpremie oude jaren Debiteuren afboeking Ondeclarabele bedragen Afloop WIW 2008 Voetpad Poppenbouwing Diversen Boete ARBO/UWV Energieafrek. oude jaren Zilveren Kruis
Totaal
33.400 0 0 75.662 10.168 6.280 0 14.897 7.219 11.299 29.460
292.152
100.000
1.637.504
Voor een beschrijving van de grotere posten betreffende de voorzieningen zie de toelichting op de balans.
LANDER werk & participatie 2012
34
BATEN Rijksvergoeding WSW
Rijksvergoeding
Rekening 2012
Begroting 2012
25.744.135
Rekening 2011 25.842.308
25.744.135
25.480.000
25.842.308
De daling van de subsidie ten opzichte van 2011 vloeit allereerst voort uit de verlaging van de subsidie per se met bijna 5% tot € 25.939. Het aantal gemiddeld gerealiseerde SE met circa 0,2%. Helaas was 2011 het laatste jaar waarin nog sprake was van de zogenaamde Bonus Begeleid Werken; dit leidde tot circa 0,2 mln minder subsidie. De afrekening WSW over oude jaren kwam op € x voordelig uit.
(Rijks)vergoedingen via Gemeenten Rekening 2012 WIW 378.892 I/D 196.100 Overige 521.851 Netto omzet
Begroting 2012
1.096.843
Rekening 2011 424.656 280.749 1.303.411
1.200.000
2.008.816
De ontwikkeling in deze posten weerspiegelt de daling van het aantal deelnemers als gevolg van de afbouw van WIW en ID-regeling en de opgedroogde opdrachten voor WWB-trajecten. Het aantal gemiddelde WIW/ID/WWB-deelnemers lag gemiddeld zo’n 51% lager dan over 2011. Onder de post WIW zijn ook de voor UVI’s uitgevoerde WIW trajecten opgenomen.
Netto opbrengsten producten/diensten
Rekening 2012
Inleenvergoedingen Diensten/producten Kosten grondstoffen Kosten uitbesteed werk
2.596.316 4.874.132 -544.127 -343.961
Netto omzet
6.582.359
Begroting 2012
Rekening 2011 2.064.304 7.151.918 -693.499 -274.112
8.295.000
8.248.611
De stijging op de inleenvergoeding van € 0,5 mio weerspiegelt het gegeven dat de forse inspanningen om tot meer plaatsing bij externe werkgevers te komen succesvol is, alhoewel de marges zeer beperkt zijn. Voorts is dit een gevolg van de forse afname van WWBtrajecten. De totale netto-opbrengst aan overige producten en diensten, gecorrigeerd voor de exploitatie van het WCT, daalde met bijna € 0,5 mln. ten opzichte van 2011. Dit is met name toe te schrijven aan een hoger leeglooppercentage, alsmede een bijzonder slechte economische markt.
LANDER werk & participatie 2012
35
Incidentele baten Rekening 2012
Begroting 2012
Rekening 2011
M.b.t. vrijval voorzieningen Dubieuze debiteuren Incourante voorraden Deelnemingen Personele knelpunten WSW 62+ regeling Groot onderhoud Grondsanering FPU ambtenaren
0 873 8.750 262.970 0 0 27.074 9.039
1.148 1.210 8.750 0 160.000 403.310 0 0
9.036 0 0 0 15.470 7.000 77.070 4.500 41.567 5.200 19.518 150.000 28.500 6.561 39.063
27.763 17.499 23.623 23.100 18.669 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8.805
Overig Diverse schadevergoedingen Verkoop activa Verhuizingen Arrekening accountant Energie afrekeningen Bijdrage SZW 2010 Verkoop Activa voetpad Poppenbouwing Afloop Begeleid Werken 2011 Afloop WIW 2011 Belastingen pensioenvoorz. WSW vaste activa Post Eniac Diversen
683.690
LANDER werk & participatie 2012
36
75.000
693.877
LANDER werk & participatie 2012
37
8. Verslaglegging AWBZ-activiteiten van de GR LANDER over het jaar 2012 Algemeen LANDER is een Sociale Werkvoorziening (SW)-organisatie in de vorm van een GR, een samenwerkingsverband van een aantal gemeenten, op grond van de Wet GR. Algemene gegevens: AGB-nr KvK nr.
: : :
E-mailadres Internet
: :
LANDER 508 n.v.t. (i.v.m. type rechtspersoonlijkheid) info@landergroep.nl www.landergroep.nl
LANDER voert taken uit binnen de Wet sociale werkvoorziening en de Wet werk en bijstand. Sinds 2008 is LANDER ook zelfstandig binnen het domein van de AWBZ actief. LANDER heeft hiervoor binnen een separate organisatorische uitvoerende afdeling ingesteld. Indirecte functies worden binnen de GR gecombineerd uitgevoerd voor WSW-, WWB- en AWBZ-taken! Gedurende de opstartfase was het belang van de nieuwe “AWBZ-poot” nog relatief gering. Het opstarten van de AWBZ, met name het op gang krijgen van een cliëntenstroom, is lastig en kost tijd en geld. Voor 2012 zijn geen activiteiten ontplooit. n afwachting van de ontwikkelingen rond de participatiewet, houdt LANDER haar toelating wel aan; in een latere fase kan een integratie van beschutte participatiewet cliënten en AWBZ cliënten opportuun zijn. Qua positionering binnen de AWBZ is LANDER – in lijn met de voorgaande alinea – te kenmerken als een zorgaanbieder “aan de bovenkant” van de AWBZ, met een duidelijke focus op arbeidsmatige dagbesteding. Verslaglegging Als GR valt LANDER qua verslaglegging onder het regime van het BBV. Aangezien LANDER ook haar AWBZ-activiteiten uitvoert binnen haar GR-rechtsvorm is de primaire jaarrekening van LANDER, waar deze bijlage een onderdeel van is, dus binnen de regels van het BBV opgesteld. LANDER publiceert jaarlijks separaat (maar uiteraard wel onderling consistent) een (Directie) Jaarverslag, een Sociaal Jaarverslag en een Jaarrekening. Voor wat betreft Structuur van het concern, Kerngegevens, Belanghebbenden, Toezicht, Bedrijfsvoering, Verbonden Partijen en Prestaties zij daarnaar kortheidshalve verwezen. De verantwoording van de AWBZ-activiteiten is in deze separate bijlage bij de jaarrekening van de GR opgenomen. Waarbij, gelet op de hierboven geschetste situatie, in deze bijlage geen volledige balans is opgenomen. Slechts de direct voor de AWBZ-verslaglegging relevante balansposten worden weergegeven en toegelicht. Voor het totaal van de balans van de GR LANDER zij verwezen naar de primaire jaarrekening van de GR. Afgezien is van het opnemen van een kasstroomoverzicht gelet op het zeer beperkte belang van de AWBZ-cijfers in het totaal van LANDER. \ LANDER werk & participatie 2012
38
Grondslagen van de financiële verslaggeving Algemeen De in deze bijlage opgenomen resultatenrekening alsmede de weergegeven balansposten zijn opgemaakt in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en met titel 9 BW 2 (inclusief RJ 655) De toegepast grondslagen zijn slechts weergegeven voor zover ze voor de AWBZverslaglegging van LANDER relevant zijn resp. voor zover ze afwijken van de bepalingen van het BBV. Bijdragen AWBZ Dit betreft de realisatie van het aantal eenheden productie vermenigvuldigd met het met het zorgkantoor overeengekomen tarief per eenheid. Financieringstekort/-overschot (AWBZ) Dit betreft het per ultimo van een jaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (subsidie) en de daadwerkelijk ontvangen voorschotten plus de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van dat budget. De per balansdatum over diverse jaren bestaande financieringstekorten en –overschotten worden gesaldeerd opgenomen. Reserve aanvaardbare kosten (AWBZ) In deze reserve worde de binnen de toelating van de instelling gerealiseerde gecumuleerde resultaten uit zorggebonden, subsidiabele dan wel collectief gefinancierde activiteiten opgenomen.
LANDER werk & participatie 2012
39
Resultatenrekening (x€ 1.000) Resultatenrekening (x€ 1.000) 2012 Baten Bijdragen AWBZ Bijdragen derden Totaal opbrengsten
2011 -
40 9 49
Personeelskosten Overige bedrijfskosten Totaal kosten
-
57 108 165
Bedrijfsresultaat
-
116-
Overige baten/lasten
-
Exploitatieresultaat
-
Lasten
116-
Reserve aanvaardbare kosten (x € 1.000)
Stand per 31-12-2012
LANDER werk & participatie 2012
- 408
40
9. SISa-bijlage: realisatie WSW Overzicht WSW-rapportage LANDER per gemeente 2012
LANDER werk & participatie 2012
41
LANDER werk & participatie 2012
42
10. Controleverklaring
LANDER werk & participatie 2012
43
LANDER werk & participatie 2012
44
Afkortingenlijst AB ABP AVRI AWB AWBZ BADO BBV BNG BTW BVG BW BW CAO CV DB FPU FTE GR I/D ICT mln PSO PW RIW SE SKR SW SZW UVI UWV WCT Wet fido WGR WIW WSW WTZi WWB WWNV
Algemeen bestuur Algemeen burgerlijk pensioenfonds Afvalverwijdering Rivierenland Algemene Wet Bestuursrecht Algemene Wet bijzondere ziektekosten Besluit accountantscontrole decentrale overheden Besluit begroting en verantwoording Bank Nederlandse Gemeenten Belasting toegevoegde waarde Bedrijfsverzamelgebouw Begeleid werken Burgerlijk Wetboek Collectieve arbeidsovereenkomst Coöperatieve vereniging Dagelijks bestuur Flexibele pensioenuitkering Fulltime equivalent (voltijdbaan) Gemeenschappelijke Regeling In- en doorstroom Informatie en Computertechnologie miljoen Prestatieladder socialer ondernemen Participatiewet Regionale Infrastructuur Werk en Inkomen Standaardeenhe(i)d(en) Stichting Kringloop Rivierenland Sociale werkvoorziening Sociale zaken en werkgelegenheid Uitvoeringsinstellingen voor sociale zekerheid Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen Werkcentrum Tiel Wet financiering decentrale overheden Wet gemeenschappelijke regeling Wet inschakeling werkzoekenden Wet sociale werkvoorziening Wet toelating zorginstellingen Wet werk en bijstand Wet werken naar vermogen
LANDER werk & participatie Postbus 128 4190 CC Geldermalsen 0345 686 222 LANDER werk & participatie 2012
45
www.landergroep.nl / info@landergroep.nl
LANDER werk & participatie 2012
46
DB20130502–6b
CONCEPTBEGROTING 2014 Mede dienend als werkprogramma 2014 inclusief een meerjarenraming 2015-2017
‘begroting voor 2014 met de uitgangspunten van 2013’
2
INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING ........................................................................................................... 5 2. TOELICHTING OP DE ACTIVITEITEN................................................................ 9 3. BEGROTING 2014/MEERJARENRAMING 2015-2017 ..................................... 13 4. TOELICHTING BEGROTING 2014 / MEERJARENRAMING 2015 - 2017 ........ 15 5. FINANCIERING ................................................................................................. 19 6. TREASURY ....................................................................................................... 21 7. RISICOPARAGRAAF......................................................................................... 23 AFKORTINGENLIJST .............................................................................................. 25
3
LANDER werk & participatie Postbus 128 4190 CC GELDERMALSEN 0345 – 686 222
4
1. INLEIDING Voor U ligt een beleidsarme begroting voor 2014. Voor dit beleidsarme karakter zijn meerdere redenen. Ten eerste is er nog geen nieuw strategisch beleidsplan voor de jaren vanaf 2014. Het huidige beleidsplan “Tijd voor prioriteit” loopt tot en met 2013. Normaal gesproken wordt i in december 2013 aan het AB een nieuw beleidsplan 2014 e.v. aangelegd, inclusief een financiële vertaling. Effectuering daarvan is grotendeels afhankelijk van de voortgang van het zogenaamde “RIW-proces”(tot stand koming van een Regionale Infrastructuur voor Werk en Inkomen). Inmiddels vordert de behandeling van het zogenaamde “Inhoudelijk model” daarvoor voorspoedig, en is een “Organisatie model” in voorbereiding. Gelet op de ambitieuze planning ter zake wordt in de loop van 2013 bekeken of een nieuw (separaat) LANDER beleidsplan nog opportuun is.
Daarnaast zijn de consequenties van de komende Participatiewet nog verre van helder. Weliswaar zijn de hoofdlijnen bekend, maar de – financieel vaak zeer bepalende – details in de vorm van uitvoeringsregelingen alsmede de door deelnemende gemeenten nog te maken keuzes (voorbeeld: instroom “nieuw beschut”) zijn nog niet bekend.
Het voorgaande punt wordt ook nog eens ingehaald door het zeer recent gepresenteerde Sociaal Akkoord. Dat laat weer eens zien hoe afhankelijk de sector is van landelijke beleidsmakers.
Sociaal Akkoord Het akkoord gaat uitgebreid in op de doelgroep van LANDER. Het mag zonder meer als positief worden gezien, dat de sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) veel belang hechten aan de rol die SW-bedrijven spelen in de bemiddeling van mensen met een beperking. Een toelichting op enkele hoofdpunten. Positie LANDER Belangrijk is dat er volgens het akkoord 35 regionale Werkbedrijven komen die zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking bij reguliere werkgevers aan het werk gaan. Deze Werkbedrijven - waarin gemeenten en sociale partners samenwerken - worden de nieuwe schakel tussen werkgevers en mensen met een arbeidsbeperking (WSW en WaJong). De Werkbedrijven zorgen voor beschut werk, detachering en dienstverbanden bij reguliere werkgevers, en zorgen voor begeleiding op de werkplek. Zij bepalen, in samenspraak met de betrokken werkgevers, de loonwaarde van werknemers. Dit basisidee roept natuurlijk al veel vragen op. Allereerst natuurlijk: wat is de positie van de huidige (90) SW-bedrijven, zoals LANDER, in die nieuwe regionale werkbedrijven? Maar ook: waar worden werkzoekenden zonder beperking straks geholpen? 5
Daarop is nu nog geen antwoord te geven. In de ‘Werkkamer’ van de Stichting van de Arbeid zullen sociale partners met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten binnen drie maanden na de presentatie van het Sociaal Akkoord begin april 2013 het ontwerp ontwikkelen voor de regionale arbeidsmarkt infrastructuur. Kortom: de vaart wordt er in gezet! Bekeken moet nog worden in hoeverre dit akkoord gevolgen heeft voor het lopende proces om te komen tot de nieuwe Regionale Infrastructuur voor Werk & Inkomen (RIW)? Dat is nu nog niet goed te zeggen. Toevallig lijkt het gebied van de RIW “Rivierenland” aardig overeen te komen met één van de toekomstige regionale Werkbedrijven uit het akkoord. De ambtelijke projectgroep RIW gaat voorlopig dan ook gewoon verder met haar voorbereidingen op de RIW. Participatie-Wet Belangrijk nieuws is dat de invoering van de Participatiewet met een jaar wordt uitgesteld naar 2015. De instroom voor de WSW stopt dus nog niet per 1 januari 2014, maar pas per 1 januari 2015. Er blijft één budget voor Bijstand, Wajong en WSW dat naar gemeenten gaat. Met ‘een belangrijk deel van het budget’ (sociaal akkoord) financieren gemeenten hun aandeel in de activiteiten van het hierboven genoemde regionale Werkbedrijf. De voorgenomen forse korting op het WSW Rijkssubsidie (volgens eerder plan oplopend over de periode 2014-2019) blijft helaas overeind, maar wordt met een jaar uitgesteld (eerste korting: 2015). Quotum Het arbeidsquotum (verplichting voor werkgevers om dienstverbanden aan te bieden aan mensen met een arbeidsbeperking) lijkt van de baan. In plaats daarvan stellen werkgevers zich vanaf 2014 garant voor een toenemend aantal extra banen voor mensen met een beperking. De groei neemt geleidelijk toe. Hoe nu verder? Duidelijk mag zijn dat het een akkoord op hoofdlijnen is! Politiek heeft het voorstel volgens waarnemers grote kans van slagen. Het kabinet heeft – in navolging van werkgevers en werknemers - het akkoord omhelsd en aangegeven dat het ‘op hoofdlijnen in beton’ gegoten is. Dat het veel vragen oproept, en dat er nog veel ontwikkeld, uitgewerkt en gepland moet worden, is ook helder.
Voorts is de raming van de activiteiten met betrekking tot niet –WSW doelgroepen (groep 3) nog steeds niet goed te maken. Weliswaar lopen er met diverse gemeenten over inzet van LANDER op deze groep, maar dit heeft nog niet tot structurele opdrachten geleid. De dreiging van krimpende budgetten en onzekere wetsontwikkelingen speelt hier duidelijk parten.
Het voorgaande complex van factoren leidt tot de keuze voor een beleidsarme begroting 2014. Waarbij wordt uitgegaan van met name WSW activiteiten, op basis van “business as usual”, vanwege het een jaar uitgestelde stopzetten van de instroom in de WSW.
6
Deze keuze betekent absoluut niet dat LANDER stil zit. Zij blijft onverdroten voortgaan op de weg van het verder commercialiseren, via scherpere focus op loonwaarde, inzet op groepsdetacheringen, realiseren van partnerships met reguliere werkgevers en functionele partners, optimalisering werkgeversbenadering in samenwerking met WAPR.. Alles gericht op een nog betere koppeling van werknemers aan werkgevers. Tegelijkertijd zoekt LANDER werkende modellen voor investeringsbeslissingen met betrekking tot groep 3 clienten. Daarnaast evalueert LANDER in 2013 de resultaten/werking van de reorganisatie in het kader van Tijd voor prioriteit, teneinde – indien en waar nodig – de organisatie nog scherper af te stellen.. Ontwikkeling (bedrijfs)resultaat Voor 2014 wordt een bedrijfsresultaat (saldo van normale baten en lasten) begroot van
-
€ 1,160
miljoen
Ter vergelijking: * begroot voor 2013
- € 1,930
miljoen
- € 0,85
miljoen
* werkelijk 2012
In de jaren na 2014 wordt het bedrijfsresultaat jaarlijks slechter, omdat – na de eerste verlaging in 2012 - vanaf 2015 het Rijkssubsidie WSW in een 6-tal stappen met in totaal zo’ n 3.200 euro per SE verder wordt verlaagd. Dit is puur een kwestie van “subsidieresultaat”, en heeft niets te maken met bedrijfsvoering!
7
8
2. TOELICHTING OP DE ACTIVITEITEN De GR LANDER voert in het westelijk rivierengebied met name uit: 1.
De Wet sociale werkvoorziening (WSW) Doelstelling van die wet is nog steeds: ‘Het bevorderen dat ten behoeve van personen die tot arbeid in staat zijn, doch voor wie, in belangrijke mate ten gevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of voorshands niet aanwezig is, gelegenheid bestaat tot het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden welke zoveel mogelijk gericht is op het behoud, het herstel of de bevordering van hun arbeidsgeschiktheid’. LANDER heeft daartoe de verplichtingen en bevoegdheden van de deelnemende gemeenten voor wat betreft de nWSW – in het kader van verlengd lokaal bestuur – overgedragen gekregen.
2.
De Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) Deze regeling is inmiddels aflopend; sinds begin 2004 worden hier geen aanstellingen meer gerealiseerd. Doelstelling van deze regeling was: ‘om de gemeenten de mogelijkheid te bieden een samenhangend instrumentarium te ontwikkelen en in te zetten, dat de afstand tot de arbeidsmarkt voor langdurig werklozen, uitkeringsgerechtigden en werkloze jongeren, waar mogelijk, verkleint. En dat, waar dit niet mogelijk is, voorkomt dat de afstand tot de arbeidsmarkt toeneemt. De instrumenten die daartoe kunnen worden benut, bestrijken het gehele terrein van sociale activering tot gesubsidieerde arbeid in de vorm van werkervaringsplaatsen en detacheringen, zoals voorheen via de banenpools en de Jeugdwerkgarantiewet’.
3.
De regeling In- en Doorstroombanen (I/D) Deze regeling is inmiddels eveneens aflopend. Doelstelling van deze regeling was: ‘het verstrekken van subsidie voor het scheppen van arbeidsplaatsen door gemeenten in de collectieve en non-profit sector voor langdurig werklozen gericht op instroom in het arbeidsproces en doorstroom naar andere functies in het arbeidsproces’.
4.
WWB Ook nadat in 2004 een deel van de gesubsidieerde arbeid was afgeschaft, bleef een sluitende aanpak voor de onderkant van de arbeidsmarkt opgedragen aan de gemeenten. Er bleef een aanbod nodig voor doelgroepen die niet via marktpartijen richting werk kunnen worden begeleid. Om deze reden biedt LANDER sinds 2004 nieuwe werkgelegenheidsinstrumenten aan binnen het domein van de Wet werk en bijstand. Hiervan wordt ook door partijen als het UWV gebruik gemaakt. Deze instrumenten bieden aan opdrachtgevers flexibiliteit om aan de onderkant van de arbeidsmarkt werk/leertrajecten en (tijdelijke) dienstverbanden te creëren, met name voor cliëntgroepen die anders geen kans zouden krijgen.
9
Activiteiten 2014 (m.b.t. cliënten) Voor de volumeontwikkeling WSW voor 2014 is uitgegaan van de huidige doelstelling voor het jaar 2013, deze is gesteld op 1.033 SE.
(Semi-)ambtenaren Gelet op de gewenste flexibiliteit in de organisatie worden nieuwe medewerkers in eerste instantie tijdelijk – maar daarna in voorkomende gevallen ook voor onbepaalde tijd – aangesteld via de stichting LANDER-Plus. Voor het jaar 2014 is uitgegaan van een bezettingsniveau per het einde van dat jaar van het (semi-) ambtelijk personeelsbestand dat – in lijn met de ingrepen in ‘Tijd voor prioriteit’ en de latere aanpassingen vanwege gestegen taakstelling – op circa 80 FTE. Organisatie De organisatie wijziging uit ‘Tijd voor Prioriteit’ is in 2012 doorgevoerd en voorjaar 2013 staat de evaluatie gepland. Uit deze evaluatie moet blijken of de organisatie verandering de gewenste effecten heeft gehad, onder andere om de uitgangspunten “extern werken, tenzij …” tegen maximale loonwarde, voldoende tot haar recht te laten komen. Systemen LANDER heeft er voor gekozen om in ieder geval op middellange termijn door te werken met de huidige basissystemen op personeel/cliënteel, financieel en logistiek gebied. Voor wat betreft het logistieke systeem zal eind 2de kwartaal 2013 worden onderzocht of het – vrij complexe – systeem ENIAC kan worden vervangen door een eenvoudiger systeem. Voor wat betreft het cliëntvolgsysteem COMPAS is de toekomst vooral afhankelijk van de voor een brede Participatiewet-uitvoering benodigde functionaliteiten. Begin 2013 heeft LANDER een eerste module (factuurafhandeling) van het zogenaamde Workflow- en Archiveringssysteem ingevoerd. Verdere modules zullen volgen. Onderhoudsbeleid LANDER stelt geen meerjarig onderhoudsbeleid op. Dit gezien het buitengewoon grote verloop in werksoorten en klanten, waardoor het onderhoudsbeleid grotendeels – noodgedwongen – situationeel van aard moet zijn. Voorts is het machine- en installatiepark van LANDER de afgelopen jaren sterk in omvang teruggelopen als gevolg van de inkrimping op interne werksoorten. Waar relevant, maakt LANDER gebruik van door leveranciers aangereikte onderhoudsschema’s (vervoermiddelen, verpakkingsmachines, ICT-netwerk etc.). En waar mogelijk werkt LANDER op reactieve basis. Met betrekking tot het onderhoud van de gebouwen heeft eind 2006 een zeer gedetailleerde inventarisatie plaatsgevonden, die per ultimo 2010 op hoofdlijnen is geactualiseerd. De bevindingen zijn vertaald naar de betreffende voorziening. Hetzelfde geldt voor de beoogde verkoop van het pand aan de Unieweg te Zaltbommel. Voor de begrotings-/ramingsperiode is dan ook geen rekening gehouden met substantiële incidentele exploitatiekosten ter zake. Huisvesting Qua kapitaalslasten is in deze begroting geen rekening gehouden met substantiële (her)investeringen voor de begrotingsperiode. Wel is rekening gehouden met de consequenties van het pand te Zaltbommel. Vanuit de netto boekwinst op de verkoop van het pand aan de Hertog Reinaldlaan 2a te Tiel is in 2006 een bestemmingsreserve gevormd die over een periode van 20 jaar met jaarlijkse vaste bedragen vrijvalt ten gunste van de programmarekening. 10
Markten Markten In de eerste maanden van 2013 blijkt de recessie, en de daarmee gepaard gaande zeer sterk oplopende werkloosheid, behoorlijke druk uit te oefenen op de groei van het aantal externe plaatsingen. Daarnaast blijft het lastig om te komen tot een realisatie van een goede order/werkportefeuille voor de industriële en dienstverlenende sectoren van LANDER, tegen aanvaardbare prijzen.. Nog steeds zagen we prijsdruk optreden, en aanhouden. Dit laatste geldt ook voor de detacheringsvergoedingen. De afgelopen jaren waren hier forse dalingen van de gemiddelde vergoeding te zien, vanwege grote druk vanuit zelf ook met de markt worstelende werkgevers. Desalniettemin is waar mogelijk met indexering van de door LANDER in rekening te brengen vergoedingen/prijzen gerekend. Verbonden partijen LANDER-Plus LANDER beschikt sinds haar ontstaan over de nevenstichting LANDER-Plus (voorheen WWG-plus), waarvan het bestuur statutair een personele unie vormt met het dagelijks bestuur (DB) van de GR LANDER. LANDER benut LANDER-Plus voor het aanstellen van ‘semiambtenaren’ met een contract voor tijdelijke of voor onbepaalde tijd. De personele kosten worden geheel doorberekend aan de GR, waarmee de financiële positie van LANDER-Plus een ‘neutrale’ is. Dit heeft derhalve geen effect op de begroting. Stichting Kringloop Rivierenland ’Secunda’ De doelstellingen van de stichting, inmiddels getooid met de handelsnaam ‘Secunda’, zijn hergebruik van gebruikte goederen, gecombineerd met het bieden van sociale werkgelegenheid. LANDER ziet Secunda – ook voor de toekomst – als een belangrijke groepsdetachering voor de ontwikkeling van logistieke en commerciële vaardigheden bij haar cliënten. LANDER heeft zich garant verklaard voor een lening van € 110.000 ter financiering van aanloopverliezen, evenals AVRI. Hiervan is door LANDER € 87.500 gestort. Verwacht wordt dat Secunda structureel de ‘financiële nullijn’ realiseert. Inmiddels is – gelet op de goede resultaten van Secunda’ – tevens besloten tot een terugbetaling (in termijnen) op de betreffende lening. De eerste terugbetaling heeft in 2011 plaatsgevonden. Met verdere verliezen is dan ook geen rekening gehouden, alhoewel Secunda zich vanwege haar sterke groei momenteel wel oriënteert op herhuisvesting, hetgeen aanloopverliezen met zich zou kunnen brengen, waartegenover overigens bij LANDER nog een voorziening staat. Coöperatieve Vereniging Business Post De afdeling Businesspost is per 31 december 2012 gesloten.
11
Dariuz Dit betreft een door LANDER in 2008 verworven minderheidsaandeel in een BV (‘Dariuz’) die optreedt als leverancier van een systeem c.s. voor diagnose, assessment en loonwaardebepaling voor – met name – re-integratiedoelgroepen. In deze begroting is geen rekening gehouden met verdere financiering van deze BV, alsmede met eventuele (dividend) baten ter zake. Containercleaning Dit betreft een samenwerking met AVRI ter zake de reiniging van afvalcontainers. LANDER heeft in 2009 een voorziening gevormd ter opvang van aanloopverliezen. Inmiddels is besloten deze activiteit te beëindigen. Ondanks de forse commerciële inspanningen bleek een break even volume aan klanten niet realiseerbaar.. Vermogensbeleid In 2008 heeft het AB van LANDER ‘vermogensbeleid’ vastgesteld. Dit hield in: dat er een ‘bandbreedte’ wordt gehanteerd voor het na te streven vrije eigen vermogen (de algemene reserve). Thans ligt bestuurlijk - gelijktijdig met deze begroting - licht aangepast vermogensbeleid ter besluitvorming voor. Vooruitlopend op de besluitvorming ter zake is dit voorgestelde beleid verwerkt in de paragraaf “Financiering”. . Als normatieve, regulier na te streven, maximale hoogte van de algemene reserve bij LANDER geldt daarbij een percentage van de exploitatielasten van 15%. Als minimumhoogte voor het zogenaamde vrije eigen vermogen (verhoogd met eventuele bedrijfseconomische “stille “reserves) geldt: 10% van de exploitatiekosten. Investeringen Aan reguliere investeringen is de laatste jaren beduidend minder uitgegeven dan het geraamde bedrag dat zich veelal rond driekwart miljoen euro bevond. Dit is te verklaren uit het terughoudende, kostenbewuste, investeringsbeleid, maar vooral uit de terugloop van het aantal interne werksoorten, verschuiving in klantenpakket, en terughoudendheid vanwege de nog komende herhuisvestingbewegingen. LANDER stelt normaliter geen meerjarige investeringsraming op. Dit om dezelfde redenen als genoemd bij ‘Onderhoudsbeleid’, in het kader van meerjarige onderhoudsplannen. Voorts streeft LANDER er naar om investeringen in machinerie etc. zo veel mogelijk ten laste van klanten te laten komen.
12
3. BEGROTING 2014/MEERJARENRAMING 2015-2017 Rekening 2012¹
Vastgestelde begroting 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
25.744
27.015
26.810
24.770
22.790
20.950
(Rijks)vergoedingen via gemeenten
1.097
640
250
175
100
50
Netto-opbrengsten producten/diensten
6.582
6.620
7.430
7.150
6.850
6.600
0
0
0
0
0
0
33.423
34.275
34.490
32.095
29.740
27.600
24.018
25.480
25.470
23.910
22.340
20.890
Overige kosten doelgroepen
1.574
1.770
1.785
1.705
1.615
1.535
Verstrekte subsidies doelgroepen
1.001
1.175
785
715
640
590
26.593
28.425
28.040
26.330
24.595
23.015
5.733
5.630
5.665
5.300
5.220
4.930
Kapitaallasten
310
280
235
235
240
275
Onderhoudskosten
551
550
515
470
405
305
Huren
212
325
265
265
275
65
Energie
282
315
315
315
315
290
Belastingen en verzekeringen
126
130
130
130
130
120
Algemene kosten
464
550
485
455
425
395
7.678
7.780
7.610
7.170
7.010
6.380
34.271
36.205
35.650
33.500
31.605
29.395
Bedrijfsresultaat (baten - lasten)
-848
-1.930
-1.160
-1.405
-1.865
-1.795
Incidentele baten
683
75
75
0
0
0
-292
-100
-100
0
0
0
-457
-1.955
-1.185
-1.405
-1.865
-1.795
30
0
0
0
0
0
363
300
300
200
0
0
0
0
0
0
-885
-1.205
-1.865
-1.795
(in € 1.000)
Baten Rijksvergoeding WSW
Gemeentelijke bijdragen Totaal baten Lasten Lonen & soc. lasten doelgroepen
totaal directe kosten doelgroepen Kosten ambtelijk personeel
Totaal organisatielasten Totaal lasten
Incidentele lasten
-
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering vóór bestemming reserves Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves Vrijval (bestemmings) reserves Resultaat na bestemmingsreserves (beleidsarm)
-
0 -64
-1.655
1 op basis van de nog niet door het AB vastgestelde jaarrekening 2012
13
14
4. TOELICHTING BEGROTING 2014 / MEERJARENRAMING 2015 - 2017 Algemene uitgangspunten Deze begroting is opgesteld conform het format dat sinds de gewijzigde GR van 2001 gebruik wordt. Op grond van een besluit van het AB van LANDER van december 2004 stelt LANDER begroting en jaarrekening op met inachtneming van slechts één uit te voeren programma: 'gesubsidieerde arbeid'. Primair is de begroting opgebouwd vanuit de door de organisatie uit te voeren regelingen (incl. Ander Werk/Trajecten naar Werk). De uiteindelijke begroting is ingedeeld naar categorale baten- en lastenelementen. De werkelijke cijfers van het jaar 2012, alsmede de begroting(swijzigingen) voor 2013, vormen het vertrekpunt van de voorliggende begroting 2014. Mogelijke uitgaven, die ten laste van bestemmingsreserves kunnen komen, zijn apart in deze begroting verantwoord. Gelet op de voorschriften van het BBV worden onttrekkingen aan voorzieningen rechtstreeks ten laste van de betreffende balansposten gebracht; deze lopen dus niet via de programmarekening. Waar relevant, is rekening gehouden met een veranderend kostenpatroon als gevolg van de zich wijzigende doelgroep (verslechterende instroom). Lasten Lonen en sociale lasten doelgroepen
WSW In de brutolonen is rekening gehouden met het CAO-niveau per ultimo 2012. De eenmalige uitkering in maart 2013 is buiten beschouwing gebleven, daar deze was voorzien in de jaarrekening 2012.
WIW/WWB Voor deze groepen is de ontwikkeling van het minimumloonniveau relevant. Het niveau van ultimo 2012 is aangehouden.
Overige kosten doelgroepen Rekening is - evenals in 2012 - gehouden met een – vrijwel kostenneutrale – verschuiving van brutolooncomponenten naar reiskosten, als gevolg van de in de WSW-CAO afgesproken ‘maximale fiscalisering’.
Verstrekte subsidies doelgroepen Voor Begeleid Werken is hier gerekend met ongeveer het subsidieniveau van 2012, maar met een aanzienlijk hoger niveau voor nieuwe gevallen. Voorts is slechts verandering in aantallen verwerkt in de begroting. Voor LANDER-loonkostensubsidie wordt structureel gewerkt met een subsidie op basis van ‘aftrek van resterende loonwaarde’.
15
Kosten (semi-)ambtelijk personeel Hierbij is rekening gehouden met de laatste CAO-afspraken van januari 2011. Uiteraard zijn onder deze post de bezuinigingen vanwege de in ‘Tijd voor prioriteit’ voorziene inkrimping op het (semi-) ambtelijk personeelsbestand begrepen. Gelet op de verwachte netto uitstroom van WSW-ers na invoering van de PW per 1 januari 2015, loopt ook de (semi-)ambtelijke bezetting vanaf die datum terug.
Kapitaallasten Dit betreft rente en afschrijvingen. De post rente betreft sinds een aantal jaren (op een beperkte voorraadfinanciering door een afnemer na) nog slechts ontvangen rente, sinds de volledige aflossing op de leningen o.g. per begin 2004. De post is ingeschat op basis van de verwachte liquiditeitsontwikkeling, en met een op een laag niveau gehouden rente op creditgelden (1%). Voor de periode 2015 – 2017 is, door het invoeren van het schatkostbankieren, rekening gehouden met een 0%. Reguliere investeringen kunnen dan ook in 2014 zonder meer uit eigen liquiditeiten worden betaald. De investeringen voor 2014 e.v. (exclusief eventuele investeringen in herhuisvesting) zijn ingeschat op basis van de verwachtingen vanuit de divisies en staven. Deze bedragen naar verwachting ca. € 0,75 miljoen, exclusief eventuele aanpassing van voorzieningen als gevolg van de zogenaamde Trajectenorganisatie. In de Afschrijvingen zijn verwerkt: het over geheel 2014 afschrijven over in de loop van 2013 aan te schaffen activa de in de loop van 2014 te effectueren investeringen in bedrijfsmiddelen het wegvallen van afschrijvingen op geheel afgeschreven activa.
Onderhoudskosten Voor bijzonder onderhoud aan Gebouwen is een – in 2011 geactualiseerde – voorziening onderhoud op de balans opgenomen. Dergelijke kosten zijn dan ook niet in de begroting opgenomen. De onderhoudskosten voor de diverse soorten bedrijfsmiddelen zijn ingeschat op basis van het historische niveau. Waar nodig, is rekening gehouden met inflatie.
Huren De te betalen huur van gebouwen betreft met name: de huisvesting in het BVG 'Beursplein Rivierenland' te Tiel. de huisvesting voor het team ‘Werkportaaal’ aan de Stephensonstraat te Tiel enkele kleine decentrale steunpunten in de regio. Er is voor de jaren vanaf 2013 voorlopig geen post opgenomen voor verhuur van huisvestingsruimte.
Incidentele lasten Hier zijn geen verdere dotaties aan voorzieningen voorzien.
16
Baten
Rijksvergoeding WSW Hier is rekening gehouden met het bekende kortingsscenario voor de Rijkssubsidie WSW (-Zittend). Deze afloop ziet er als volgt uit: Jaar 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Subsidie 25.939 25.939 25.399 24.859 24.320 23.780 23.240 22.700
Voor deze begroting is in eerste instantie – voor het jaar 2014 - uitgegaan van een bevriezing van het subsidie op het niveau van 2013. Daarnaast is voor de daaropvolgende ramingsjaren rekening gehouden met de aankondiging dat de afbouw naar € 22.050 per FTE met drie jaar is verlengd. In de begroting is geen rekening gehouden met invoer van de Participatiewet.
(Rijks)vergoedingen via Gemeenten Dit betreft voornamelijk WWB-trajecten (incl. voormalige WIW en I/D). Ook de voor het UWV en andere partners uit te voeren trajecten zijn hieronder opgenomen.
Netto-omzet producten/diensten De bruto-omzet is geraamd op basis van het huidige pakket aan werksoorten en het huidige klantenbestand. LANDER is voor haar omzet uiteraard afhankelijk van algemene economische ontwikkelingen alsmede van het uitbestedingsbeleid van – met name enkele grote – klanten. De begeleidingsvergoedingen voor cliënten worden mede onder deze post verantwoord. Voor de inleenvergoedingen voor door LANDER elders nieuw gedetacheerde cliënten wordt vanaf 2006 structureel uitgegaan van de resterende loonwaarde.
Beleid met betrekking tot bestemmingsreserves Hier valt – conform eerder bestuursbesluit – de (uit de bij de verkoop van het pand te Tiel te maken boekwinst) gevormde bestemmingsreserve in een periode van 20 jaren vrij ten gunste van de programmarekening. Qua dotatie aan de ‘personele bestemmingsreserves’ is uitgegaan van een dotatie ter hoogte van de inflatie (representeert de hogere onderliggende loon-/salarisniveaus)
17
18
5.
FINANCIERING
Gelet op de snel verslechterde resultaten is het noodzakelijk een beeld te hebben van de eventuele aanvullende vermogensbehoefte van de GR LANDER. Een beeld dat ook enige jaren voorbij het begrotingsjaar 2014 reikt! Financiële verwachting, op basis van de recente en nu voorliggende beleidsplannen, blijft – zoals ook gemeld in de begrotingswijziging 2013 – dat LANDER de eerdere structurele korting op het WSW-Rijkssubsidie niet op kan vangen. Een belangrijke aanvullende reden hiervoor is het vrijwel geheel wegvallen van WWB-cliënttrajecten. Waarmee dus beide LANDER-“poten” (WSW en WWB) tegelijkertijd worden geraakt. Dit alles gelardeerd door zeer moeilijke omstandigheden op de markten voor de detacheringen/producten/diensten van LANDER. LANDER heeft in 2012 een zware bezuinigingsronde op (semi-)ambtelijk personeel (- 30%) en huisvesting ingezet. Ondanks dat hiermee vrijwel het maximale potentieel aan kostenbesparing reeds wordt aangesproken, kan LANDER op middellange termijn de genoemde financiële tegenvallers niet geheel opvangen. Op langere termijn kan alleen een verhoging van de (netto) toegevoegde waarde per cliënt (detacheringsvergoedingen of omzet producten/diensten) tot verbetering van deze situatie leiden. Helaas moet op dit moment worden geconstateerd dat de marktomstandigheden dit bijzonder moeilijk maken. Een en ander leidt tot de volgende verwachting van de ontwikkeling van het vermogenstekort, oftewel: behoefte aan een gemeentelijk bijdrage aan de GR LANDER.
Overzicht verwachting benodigde cumulatieve gemeentelijke bijdrage aan LANDER (x € 1 mln; zonder compensatie vanuit gemeenten voor de verdere daling van het Rijkssubsidie per SE voor de zittende en beschutte WSW doelgroep)
: Tabel: verwachte benodigde gemeentelijke bijdrage aan LANDER ( x € 1 miljoen) 2012
2013
2014
2015
2016
2017
Vrij vermogen per 1 januari
5,7
5,6
3,7
4,8
3,6
1,8
Begroot/geraamd bruto resultaat
-0,1
-1,9
-0,9
-1,2
-1,9
-1,8
-
-
2,0
-
-
-
Boekwinst (netto) Unieweg Zb Voorziening extra afvloeiing (semi-) ambtelijk personeel Overige mutaties Uitkering Herstructureringsfonds WSW Vrij vermogen per 31 december
-
-
-
-
-
-
5,6
Pm Pm 3,7
Pm Pm 4,8
Pm Pm 3,6
Pm Pm 1,8
Pm Pm -0,0
3,6 -
3,4 -
3,2 1,4
2,9 3,0
Minimum Vrij Vermogen conform vigerend vermogensbeleid (10,% van de exploitatiekosten) 3,4 3,6 Tekort, potentiele bijdrage gemeenten -
19
Conclusie: ondanks de negatieve resultaten voor de ramingsperiode, die behoren bij een verder dalend subsidieniveau WSW kan LANDER naar verwachting tot en met 2015 uit de noodzaak van gemeentelijke bijdragen blijven. Daarbij is uitgegaan van effectuering van het tegelijkertijd met deze begroting aan het bestuur voorgelegde vermogensbeleid. Per gemeente geeft dit het volgende beeld: Aanvullingen per gemeente, per jaar (cumulatief) Gemeente Buren Culemborg Geldermalsen Neder-Betuwe Neerijnen Maasdriel Tiel Zaltbommel
TOTAAL
-
2014 -
-
2015 -
-
2016 130 205 131 125 83 65 480 191
2017 275 435 277 265 175 137 1.016 404
1.409
2.983
Mutatie Rijkssubsidie ten opzichte van 2013 Mutatie -526 -989 -1.395
20
6.
TREASURY
Kengetallen fido Ingevolge het treasurystatuut voor LANDER volgen hierna de twee meest elementaire te bewaken grootheden op grond van de Wet financiering decentrale overheden (fido).
Kasgeldlimiet De netto vlottende schuld van een GR als LANDER mag niet structureel boven een bedrag ter grootte van 8,2% van de jaarbegroting liggen; dat is ruim € 3 miljoen. Per ultimo 2013 blijft LANDER hier met een verwacht negatief bedrag ver onder. Ook voor de rest van de begrotings-/ramingsperiode wordt hier geen overschrijding verwacht.
Renterisico Het deel van de vaste schuld waarover een GR als LANDER renterisico mag lopen dan wel waarover de rente kan variëren, is gemaximeerd op 20%. Voor LANDER is dit risico per ultimo 2013 naar verwachting nihil, gelet op het ontbreken van vaste schulden, en dit zal naar verwachting over de gehele begrotings/ramingsperiode zo blijven.
Ontwikkeling weerstandsvermogen Qua vermogenspositie kent LANDER per ultimo 2012 een solvabiliteit (algemene reserve, onverwerkt resultaat 2012 en bestemmingsreserves ten opzichte van balanstotaal) van ongeveer 63%. Weliswaar is een bedrag van circa € 2,7 mln (circa 17% van het balanstotaal) aan bestemmingsreserve ‘Huisvesting’ bedoeld ter vrijval in de programmarekening van de komende jaren t/m 2025. Maar al met al mag van een nog steeds solide vermogenspositie worden gesproken. Voor de ontwikkeling van de Algemene reserve wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van deze begroting. Ontwikkeling liquiditeit LANDER kende per ultimo 2012 een riante liquiditeitspositie van bijna € 9,1 mln (ongeveer 58% van het balanstotaal). Door de begrote resp. geraamde negatieve resultaten zal deze positie verslechteren. Mede gelet op de voorgenomen verkoop van het pand zijn binnen de ramingsperiode, dankzij de sterke uitgangspositie, geen liquiditeitsproblemen te verwachten.
21
22
7.
RISICOPARAGRAAF
In zijn algemeenheid geldt dat LANDER een organisatie is, die niet volledig budgettair is te sturen. Zij is voor haar financiële resultaten voor een groot deel afhankelijk van derden respectievelijk marktontwikkelingen. Inmiddels zijn de regelgevingsrisico’s aan de ‘aanbod- en subsidiezijde’ van haar doelgroepen zeer groot. Eenvoudigheidshalve kan hiervoor verwezen worden naar de inleiding van deze begroting, alwaar dit uitgebreid is toegelicht.. Waarbij een groot risico wordt gevormd door een mogelijke indexering van WSW-CAOlonen. Iedere 1% indexering kost LANDER circa € 250.000 aan extra kosten, niet gedekt door navenante subsidiestijging! De risico’s van PW en Sociaal Akkoord, zijn zoals gezegd nog niet goed te duiden. En tot slot: zoals al hiervoor vermeld, leidt de recessie, met de daarbij inmiddels ook behorende sterke werkloosheidsgroei, tot een forse bedreiging voor “arbeidsleverancier” LANDER.
23
24
AFKORTINGENLIJST AB
Algemeen bestuur
AVRI
Afvalverwijdering Rivierenland
AWBZ
Algemene Wet bijzondere ziektekosten
BBV
Besluit begroting en verantwoording
BVG
Bedrijfsverzamelgebouw
CAO
Collectieve arbeidsovereenkomst
DB
Dagelijks bestuur
GR
Gemeenschappelijke Regeling
I/D
In- en doorstroom
ICT
Informatie communicatie technologie
nWSW
Nieuwe Wet sociale werkvoorziening
PMC
Product/marktcombinatie
SE
Standaardeenhe(i)d(en)
SW
Sociale werkvoorziening
UWV
Uitvoeringsorgaan Werkgevers Verzekeringen
Wajong
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Wet fido
Wet financiering decentrale overheden
WIW
Wet inschakeling werkzoekenden
WSW
Wet sociale werkvoorziening
WWB
Wet werk en bijstand
25
DB20130502-6e
CONCEPT - NOTITIE Van Aan Betreft Datum Doel
: : : : :
leden dagelijks bestuur leden algemeen bestuur vermogensbeleid LANDER 2013-2016 18 april 2013 goedkeuren
Aanbevelingen op basis van deze notitie: Als toekomstig vermogensbeleid wordt voorgesteld om een ‘bandbreedte’ te hanteren voor het na te streven eigen vermogen. Als normatieve maximale hoogte van de algemene reserve bij LANDER wordt voorgesteld een percentage van de exploitatiekosten van 15%. Als normatief minimum na te streven percentage voor het vrije eigen vermogen (gedefinieerd als: algemene reserve, vermeerderd met “vrij beklemde” bestemmingsreserves, en eventuele “stille reserves” wordt voorgesteld: 10% van de exploitatiekosten. Bij overschrijding van het maximum vanwege het resultaat over een boekjaar wordt voorgesteld het meerdere – onder randvoorwaarden – te bestemmen voor door het bestuur van LANDER nader te bepalen doelen, via een stapsgewijze benadering. Waarbij achtereenvolgens doeluitkeringen/-bestemmingen, op peil brengen vrije reserve, uitkering aan deelnemende gemeenten (gemaximeerd), overige doelen, waaronder uitkering aan personeel, aan de orde komen. Indien een nadelig exploitatieresultaat leidt tot onderschrijding van het minimum percentage dient er in principe sprake te zijn van gemeentelijke bijdragen ter hoogte van de onderschrijding.
1. Doel / aanleiding Het huidige vermogensbeleid van LANDER is door het AB van LANDER al in mei 2008 vastgelegd in de nota “Vermogenspositie LANDER” Conform de Financiële verordening GR LANDER (art.212) is een heroverweging na 4 jaar gewenst. Belangrijkste reden voor heroverweging is uiteraard dat iedere organisatie zich met enige regelmaat wat meer expliciet moet beraden op haar vermogenspositie, respectievelijk op de vraag welk ijkpunt zij moet hanteren voor het toetsen van haar huidige situatie. Andere reden is dat de financiële positie en het productenpakket van LANDER inmiddels duidelijk anders is dan 4 jaar geleden.
2. Opbouw Deze notie is als volgt opgebouwd. Allereerst wordt het begrip ‘vermogen’ afgebakend. Vervolgens wordt de concrete vermogenspositie van LANDER uiteengezet. Waarbij de huidige onderdelen daarvan kritisch worden nagelopen. Vervolgens worden de functies van het eigen vermogen beschreven. De belangrijkste functie van het eigen vermogen is ‘financiële weerstand bieden’. De risico’s voor LANDER die hier relevant zijn worden uitgebreid besproken. Ten slotte worden conclusies getrokken, mede op grond van regionale en landelijke ontwikkelingen.
2 Vermogensbeleid LANDER 2008-2011
3. Waar hebben we het over? In dit hoofdstuk wordt het begrip vermogen nader gedefinieerd, evenals wordt de precieze huidige vermogenspositie van LANDER in kaart gebracht. 3.1. Definitie eigen vermogen Allereerst dient de vraag te worden beantwoord wat het begrip ‘eigen vermogen’ precies inhoudt. Er zijn drie soorten vermogen waar geen derde partij ‘schuldeiser’ voor is. Deze zijn: Voorzieningen Hier geldt echter voor dat er een harde verplichting tegenover staat, waardoor deze categorie toch als vreemd vermogen wordt beschouwd. Bestemmingsreserves Dit is vermogen waaraan een bestuurlijk geaccordeerde specifieke bestemming is gegeven. Dit hoort bij het eigen vermogen, maar er rust wel een duidelijke ‘klem’ op! Deze klem kan weliswaar variëren in zwaarte. We maken onderscheid tussen “beklemde” en “vrij beklemde” bestemmingsreserves. Algemene reserve Dit is te beschouwen als echt ‘vrij’ eigen vermogen. Deze notitie richt zich vooral op de positie en omvang van de laatste twee categorieën reserves. Voor een goed beeld van de vermogenspositie van LANDER is echter behandeling van alle drie de categorieën noodzakelijk. Noot: een veel voorkomend misverstand is dat eigen vermogen gelijk staat aan cash beschikbare gelden. Dat is niet het geval. BBV Vanaf het boekjaar 2005 geldt voor Gemeenschappelijke Regelingen als LANDER het zogenaamde BBV (Besluit begroting en verantwoording). Dit BBV heeft – vanuit financieel oogpunt bezien - vooral gevolgen gehad voor de positie van de voorzieningen en bestemmingsreserves binnen LANDER.Alle vermogenscomponenten binnen LANDER worden conform het BBV gepresenteerd. In de nu voorliggende nota wordt steeds binnen de grenzen van het BBV geopereerd. 3.2. De situatie bij LANDER Hoe staat LANDER er momenteel bij? 3.2.1. Actualisatie individuele posten Het is nodig om de diverse vermogensposten van LANDER te toetsen op actualiteit en noodzaak. 3 Vermogensbeleid LANDER 2013-2016
Saldo 31.12.12 (x € 1.000) Algemene reserve (exclusief nadelig resultaat 2012)
3.023
Bestemmingsreserves:
1.Beklemd Deze bestemingsreserves vloeien voort uit bestaande verplichtingen, in het bijzonder richting personeel. *Vakantiegelden Deze bestemmingsreserve representeert de per ultimo het verslagjaar opgebouwde schuld van LANDER betreffende de in mei van het jaar 2008 uit te betalen vakantiegelden.
1.200
*Verlofsaldi Deze bestemmingsreserve representeert de waarde voor de per ultimo het verslagjaar door het LANDER-personeel opgebouwde verlofsaldi.
1.445
*Jubilea Deze bestemmingsreserve representeert de op basis van Cao-afspraken verschuldigde jubileumuitkeringen. *Herinrichting LANDER Deze bestemmingsreserve is bedoeld voor dekking van éénmalige kosten die te maken hebben met de optimalisatie van LANDERorganisatie op het gebied van onder andere automatisering, herinrichting processen, inactief personeel
699
449
*Aanpak Wachtlijst Deze reserve wordt o.a. ingezet voor “onwillekeurige” afwijkingen van de WSW-realisatie. Voorts wordt daarmee eventuele overgangsproblematiek naar de Participatie-wet aangepakt. *WSW 62+ regelingen Deze reserve kan worden ingezet voor de opvang van tijdelijke extra kosten van vervroegd vertrek van seniore WSW-ers.
4 Vermogensbeleid LANDER 2008-2011
326
130
Saldo 31.12.12 (x € 1.000) 2.Vrij beklemd Deze bestemmingsreserves zijn eventueel te herbestemmen op grond van bestuursbeleid. *Huisvesting LANDER Deze bestemmingsreserve dient ter toekomstige dekking van huisvestingslasten van LANDER, onder meer ter dekking van hogere lasten als gevolg van het vertrek vanaf de locatie Hertog Reinaldlaan 2a te Tiel. De reserve zal in een aantal jaren gelijkmatig vrijvallen ten gunste van de programmarekening.
2.676
Voorzieningen Alle voorzieningen representeren een “harde” verplichting. 1.Algemene voorzieningen * Groot onderhoud * BTW oude jaren * Deelnemingen
484 163 241
De voorzieningen voor dubieuze debiteuren en incourante voorraden (samen € 226) zijn hier buiten beschouwing gelaten; deze worden in de jaarrekening in mindering gebracht op de betreffende activaposten. 2. Personele voorzieningen * FPU Ambtenaren * WSW 62+ * Personele knelpunten Alle voorgaande (algemene) voorzieningen zijn relevant en op een reëel en actueel niveau.
47 79 1.764
5 Vermogensbeleid LANDER 2013-2016
3.2.2. Totaaloverzicht Voorgaande posten leiden – in overeenstemming met de Jaarrekening LANDER 2012 - tot het volgende beeld van de vermogenspositie van LANDER per ultimo 2012. Ter vergelijking is ook de situatie per ultimo 2008 (gecorrigeerd voor invoering BBV) weergegeven, die basis was voor de vigerende nota inzake het vermogensbeleid.
Tabel: Totaal overzicht 2012
2008
x € 1.000 3.023 2.677
in % totaal 19,6% 17,3%
x € 1.000 5.052 3.440
in % totaal 23,8% 16,2%
Vrij eigen vermogen Bestemmings Reserve (beklemd)
5.700 4.249
36,9% 27,5%
8.492 4.679
40,0% 22,0%
Totaal eigen vermogen Voorzieningen
9.949 2.779
64,4% 18,0%
13.171 1.402
62,0% 6,6%
totaal Reserves / Voorzieningen Schulden (geen leningen)
12.728 2.718
82,4% 17,6%
14.573 6.660
68,6% 31,4%
balans totaal (exlc. Onbestemd Resultaat)
15.447
100,0%
21.233
100,0%
Algemene reserve Bestemmings Reserve (bij beklemt)
6 Vermogensbeleid LANDER 2008-2011
4. Functies van het eigen vermogen Bij het beoordelen van de hoogte van het eigen vermogen bij LANDER dient allereerst aandacht te worden besteed aan de vraag ‘waarom is eigen vermogen nodig’. De functies van het eigen vermogen zijn de volgende: Actieve financiering Met eigen vermogen kunnen simpelweg bestaande (vaste) activa worden gefinancierd. Daarnaast geeft eigen vermogen ruimte voor nieuw beleid/investeringen. Hiermee is tegelijkertijd gezegd dat eigen vermogen voor een deel besloten zit in de ‘debetkant van de balans’, in de gebouwen, machines, voorraden, debiteuren, etc. En daarmee dus niet per definitie liquide beschikbaar is. Aan deze functie is automatisch verbonden het belangrijke voordeel dat over eigen vermogen geen rentekosten zijn verschuldigd, waarmee dus de exploitatie wordt ontzien. Deze functie van het eigen vermogen is een soort ‘natuurlijke functie’, die voor alle bedrijven belangrijk is. Dus ook voor LANDER. Passieve financiering Een goede eigen vermogens positie houdt de toegang tot de kapitaalmarkt open. Tegen redelijke voorwaarden. In de huidige positie van LANDER is dit minder relevant. Mede gelet op de garantiepositie van de gemeenten (vanuit de GR). Opvangen exploitatie negatieve jaren Beleid van LANDER is om niet direct bij een negatief resultaat te vragen om een gemeentelijke bijdrage. Tot op zekere hoogte dient het eigen vermogen bij wijze van “buffer” negatieve resultaten op te vangen. Opvangen risico’s Deze functie spreekt voor zich: eigen vermogen geeft ook een buffer om financiële tegenslagen op te vangen.
7 Vermogensbeleid LANDER 2013-2016
5. Vermogensfilosofie LANDER LANDER neemt als uitgangspunt dat de voorzieningen en de door het bestuur gevormde bestemmingsreserves, met uitzondering van de “ vrij beklemde” bestemmingsreserves Huisvesting LANDER, Aanpak Wachtlijst, en WSW 62+, onder de klem van een bijbehorende (personele) verplichting zitten. Zij spelen uiteraard wel een nuttige rol bij de Actieve financiering zoals die hiervoor is beschreven. En daarnaast vervullen zij wel degelijk ook een ‘bufferfunctie’ naast het vrije eigen vermogen (zie verderop). Maar zij behoeven geen onderdeel uit te maken van het nu vast te stellen LANDER vermogensbeleid. Uiteraard zal wel jaarlijks in het kader van de jaarrekening op het niveau van de individuele posten worden bezien in hoeverre zij nog representatief en op een juist niveau zijn. En of er nieuwe posten voor nieuwe feiten moeten worden opgevoerd. Het LANDER vermogensbeleid kan zich vervolgens dus geheel richten op het vrije eigen vermogen, in casu de algemene reserve, vermeerderd met de eventuele voornoemde “vrij beklemde” bestemmingsreserves die niet onder een “klem” zitten, en vermeerderd met eventuele “stille” reserves (niet uit de balans blijkende bedrijfseconomische overwaardes). Deze “vrij beklemde” bestemmingsreserves en “stille” reserves lenen zich er overigens niet voor om bij overschrijding van de maximum norm voor het vermogen tot uitkering te komen. Derhalve kwalificeert alleen de Algemene reserve voor toepassing van de maximum vermogen definitie. Zoals al aangegeven in 3.3.2 bedraagt de Algemene reserve per ultimo 2012 circa € 3.023 (circa 19,6 % van het balanstotaal). De niet beklemde bestemmingsreserves bedragen € 2.677. Het totale “vrije vermogen” bedraagt derhalve € 5.700. Als “stille” reserve kwalificeert momenteel alleen de meerwaarde van het te koop staande pand Unieweg 1 te Zaltbommel. De hoogte van het weerstandsvermogen (vrije reserve) dient te worden getoetst aan een nader vast te stellen normatieve waarde. Bij het vaststellen van deze normatieve waarde spelen, het voorgaande overziende, de volgende elementen een rol: - de risico’s die kunnen moeten worden opgevangen - toekomstverwachtingen omtrent de structurele ontwikkeling van de resultaten - sectorale/branchegegevens en normen - samenhang met andere balansposten Deze elementen worden hierna achtereenvolgens behandeld. 5.1. Risico-inventarisatie Risico’s die LANDER bedreigen zijn velerlei, en sinds de omslag in de economie weer eens in hoge mate zichtbaar gemaakt. Enerzijds zijn er de vele algemene risico’s, die ieder bedrijf bedreigen. Te noemen zijn de algemene economische ontwikkelingen, concurrentie uit lage lonen landen en aanpalende sectoren, fiscale en wettelijke ontwikkelingen, etc. Denk bijvoorbeeld aan de grote sprongen in pensioenpremies 8 Vermogensbeleid LANDER 2008-2011
Hoewel niet onbelangrijk wordt hier verder niet op ingegaan; deze risico’s zijn groot, maar te weinig concreet. Meer concreet zijn de voor de organisatie LANDER specifieke risico’s. Een selectie hiervan is opgenomen in de volgende lijst, waarbij indien mogelijk een – noodzakelijkerwijs grove - benadering van het mogelijke risico is opgenomen. a. Risico’s in de komende afbouw van de oude doelgroep WSW in verband met de invoering van de Participatie-wet resp. het recente Sociaal Accoord. Vooral gelet op de onzekerheden in de afbouw van de financieringsstromen. b. financiële druk als gevolg van overheidsbeleid met betrekking tot de doelgroepen, zoals: het onvolledig indexeren van subsidie in verband met loonkostenontwikkeling (deels jaarlijks terugkerend) c. het onvoldoende volume bereiken in de, conform beleidsplan LANDER, beoogde doelgroep: groep 3. Te verwijzen is hier naar de aanzienlijke volumedip in de afgelopen jaren, na de onttakeling van WIW en I/D regelingen. Mogelijke leegloop van het diagnose- en onderzoekscentrum hoort hier ook bij (€ 0,5-1 mln.). d. leeglooprisico bij detachering bij hogere ziekte- en stilstandspercentages dan voorzien (€ 0,25-0,5 mln.) e. grote tegenvallers in de omzet, c.q. het wegvallen van één of meer van de overige grote klanten van LANDER (€ 0,25-0,5 mln.). f.
onverzekerbare aansprakelijkheidsrisico’s bij de afzet van producten (p.m.).
g. risico’s van ziekte bij (semi-)ambtelijke medewerkers resp. het niet direct met de bezettingsomvang kunnen reageren op volumewijzigingen in het aanbod naar LANDER (€ 0,20-0,4 mln.) h. onvermijdelijke risico’s bij het opstarten van nieuwe, op nieuwe instroom gerichte, projecten zoals jobcarving in de zorg, handhavingstrajecten, etc., (€ 0,25 mln.) i.
uitholling van de marktprestaties door de verdergaande relatieve kwaliteitsverslechtering en verminderde uitwisselbaarheid van nieuwe cliënten (€ 0,5 mln.)
Ieder van deze risico’s is zeer moeilijk in te schatten. Wat zeker geldt voor de gecombineerde hoogte; daarbij speelt ook de samenloopkans een rol. De ervaring leert overigens dat in ‘slechte tijden’ risico’s de neiging hebben om te cumuleren) Een zeer grove schatting voor de gezamenlijkheid van de risico’s komt al gauw op een bedrag van ongeveer 2 à 3 miljoen euro op jaarbasis (ter gelegenheid van de vigerende nota werd dit nog op 2 à 3 mln. geschat). Waarbij de meeste geïnventariseerde risico’s jaarlijks terugkerende effecten hebben. En voorts per direct tot verliezen leiden, gelet op de ongeveer neutrale resultaatverwachtingen van LANDER voor de komende jaren. 5.2. Resultaatontwikkeling
9 Vermogensbeleid LANDER 2013-2016
De tegelijkertijd met deze nota in het AB op tafel liggende begroting 2014 geeft aan dat LANDER – vooral vanwege de forse subsidiekortingen WSW – negatieve resultaten verwacht in de komende begrotings-/ramingsperiode tot en met 2017. Dat betekent dat krimp te verwachten is in de hoogte van het eigen vermogen. 5.3. Branchecijfers Het is buitengewoon moeilijk gebleken om een normatieve waarde te ontlenen aan de branche cijfers. Allereerst schommelt het werkelijke solvabiliteitspercentage (eigen vermogen/totaal vermogen) sterk. Terwijl veel bedrijven een hogere dan werkelijke solvabiliteit nastreven. Daarnaast heeft een breed bedrijf als LANDER (naast SW ook (restanten van) WIW, ID, alsmede “Groep 2/3 cliënten”) een ander dan gemiddeld exploitatie- en risicoprofiel.
10 Vermogensbeleid LANDER 2008-2011
6. Conclusies/formulering vermogensbeleid Een absoluut harde norm voor de solvabiliteit is niet te geven. Een keuze is een ‘daad van bestuur’, van inzicht en risicoperceptie. Waarbij de risico’s talrijk en substantieel zijn, maar bijzonder moeilijk in één bedrag te vatten. Wat nog wordt verergerd door het kruispunt aan wetgeving waar LANDER voor staat, gelet op de verwachte Participatie-wet resp. Sociaal Accoord. Duidelijk is in ieder geval dat een norm niet een absoluut bedrag, maar ‘relatief’ moet zijn, d.w.z. gerelateerd aan de actuele financiële omvang van de LANDER-huishouding. Gelet op de omgeving is het huidige percentage van de omvang van het vrije eigen vermogen van circa 37% van het balanstotaal, waar LANDER momenteel op zit, minstens gewenst. Koppeling aan een balanstotaal heeft overigens het nadeel dat sterk variërende debiteuren/crediteurensaldi (momentopnames) sterk bepalend zijn voor de absolute uitkomst (tussen de jaren 2011 en 2012 zat er ruim 20% verschil in uitkomst van de solvabiliteit bij eenzelfde vrij eigen vermogen) Tegelijkertijd is duidelijk dat de meeste geïnventariseerde risico’s vooral ‘repeterend exploitatief’ van aard zijn. En derhalve veel meer zijn gerelateerd aan een exploitatiekostenniveau dan aan een balans. Het huidige vrije eigen vermogen van € 5.700 bedraagt circa 16,6% van de normale begrote bedrijfslasten over 2012. Dit geeft met andere woorden dekking voor 5 achtereenvolgende jaren van ieder 3,3% van de bedrijfslasten aan jaarlijkse tegenvallers. Dit is geen overbodige luxe. Zeker in een tijdsgewricht waarin de “wettelijke” toekomst van de WSW en de gewenste opbouw van “groep 3” cliëntenbestand behoorlijk onzeker is , en de belangrijkste geldschieter, het Rijk, steeds grotere financiële druk op de sector uitoefent. En dat in een sector waar een zeer groot deel van de kosten een vast karakter heeft (lonen/subsidies doelgroepen). Voorgesteld wordt (ongewijzigd) om een percentage van 15% van de reguliere bedrijfslasten vast te stellen als maximum norm voor de algemene reserve van LANDER. Vergeleken met de situatie ten tijde van het vaststellen van de vigerende nota “Vermogensbeleid” is er echter reden om de minimum vermogensnorm (was: 7,5%) enigszins opwaarts bij te stellen - een aanzienlijk deel van de bestemmingsreserve (“vrij beklemd”) wordt nu ook als vrij eigen vermogen bestempeld - haar risicoprofiel ligt wat hoger vanwege de zeer manifeste wetgevings- en financieringsrisco’s rond de komende Participatie-wet, in combinatie met de qua (wettelijke) aard vaste personele lasten Dit onder de belangrijke aanname dat de met de deelnemende gemeenten gemaakte afspraken over de unieke WSW rol en de 1 op 1 financiering van de WSW van LANDER, ook voor de jaren na 2013 worden voortgezet
11 Vermogensbeleid LANDER 2013-2016
De minimum hoogte voor het vrije vermogen is het niveau waaronder het vrije eigen vermogen, vermeerderd met eventuele stille reserves, niet zou moeten dalen, teneinde het bedrijf niet te ontdoen van ‘enig water onder de kiel’ respectievelijk financieringsruimte. Het voorgestelde minimum percentage bedraagt 10 % van de exploitatiekosten. Oftewel 4 jaren van elk 2,5 % aan tegenvallers. Dit is een percentage waarnaar aanvulling zou moeten plaatsvinden bij (begrote) nadelige resultaten, indien (en voor zover) die tot onderschrijding zou leiden. Hiermee ontstaat als het ware een ‘bandbreedte’ voor het bestuursbeleid rondom het vermogen van LANDER ter gelegenheid van jaarrekening en begroting. Immers: a. bij een groei boven het normatief percentage kan het meerdere aan algemene reserve door het bestuur worden ingezet voor door haar nader te bepalen doelen. b. bij een begrote terugval onder het minimum percentage voor het vrije eigen vermogen (plus eventuele stille reserves) is duidelijk dat er een gemeentelijke bijdrage zou moeten komen. Dit geeft – aangezien dit veelal vooraf uit een begroting van LANDER zal blijken – aan de gemeenten duidelijkheid voor hun begrotingsplanning. 7. Beleid voor bestemming vermogensoverschotten (i.c.: overwinst) Indien sprake is van een overschot aan algemene reserve, oftewel een vrij deel aan resultaat over een boekjaar, dien(t)(en) door het bestuur van LANDER (een) doel(en) te worden geselecteerd voor de bestemming ervan. Hierbij is een vijftal doelen denkbaar: a. extra toevoeging aan de vermogenspositie Voor het geval het bestuur toch een extra buffer bovenop het normpercentage wenst te creëren b. idem aan een specifieke bestemmingsreserve c. uitkering aan het personeel Als blijk van waardering (en stimulans) vanwege de blijkbaar goede inzet d. inzet voor projecten op het terrein van de gesubsidieerde arbeid of aanperkende gebieden Hetgeen als het ware tot “overproductie”of het mogelijk maken van eenmalige initiatieven kan leiden. e. uitkering aan de deelnemende gemeenten Als blijk van erkenning van de nauwe verbondenheid evenals voor de gunning van cliënten en werk. Bij de bestemming van het vrije deel (= overschot aan) resultaat over een boekjaar staan alle doelen ter beschikking van het bestuur, weliswaar met inachtneming van de volgende beperkingen. -
eventuele door hogere overheden opgelegde bestemmingen van bepaalde onderdelen van het resultaat (“doeluitkeringen”) worden in principe met voorrang toegepast
-
Bij het bepalen van het vrije deel van het resultaat over een boekjaar telt de eventuele per saldo netto-onttrekking/vrijval (dus: voor zover deze hoger is dan de dotaties) van de bestemmingsreserves in eerste aanleg niet mee. Achtergrond: de vermogensnormen 12
Vermogensbeleid LANDER 2008-2011
zijn mede mogelijk door de gunstige bestemmingsreservepositie. Uitkering daarvan zou dit fundament aantasten. Noot 1: Een per saldo dotatie wordt toegevoegd aan een forfaitair saldo genoemd “egalisatierekening”. Een per saldo onttrekking/vrijval wordt hierop afgeboekt. Pas wanneer er voldoende saldo op deze rekening aanwezig is zal de onttrekking/vrijval over een boekjaar wel (deels) beschikbaar komen als “vrij resultaat”. Noot 2: bij onderschrijding van de minimale vermogensnorm resp. een vermogensberoep op deelnemende gemeenten zal dit principe omgekeerd worden toegepast.
-
Voor uitkering aan de deelnemende gemeenten komt maximaal 40% van het vrije deel van het resultaat in aanmerking. Dit om te waarborgen dat in alle gevallen voldoende aandacht uit zal gaan naar de direct bij de organisatie betrokken cliëntgroepen.
Verdeelsleutel De methode van verdeling van een uitkering over de gemeenten moet rechtvaardig, helder, en eenvoudig toepasbaar zijn, en bij voorkeur recht doen aan zowel de omvang van de band met de individuele gemeenten als aan het feit dat cliënten het belangrijkst zijn voor LANDER. Hiervoor wordt gekozen voor de volgende sleutel: het totale bedrag aan (rijks)subsidie plus begeleidingvergoeding dat per gemeente aan LANDER is verstrekt ten bate van de programmarekening van het betreffende jaar
13 Vermogensbeleid LANDER 2013-2016
Agendapunt
:
Raadsvergadering Kenmerk Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
: : : : :
Industrieschap Medel Jaarrekening 2012 en programmabegroting 2014 19 juni 2013 weth. C. van Rhee - Oud Ammerveld Economische ontwikkeling Industrieschap Medel jaarrekening 2012 en programmabegroting 2014
Aan de raad, Beslispunt: Het Dagelijks Bestuur van het Industrieschap Medel meedelen dat er geen op- en of aanmerkingen (gevoelen) zijn ten aanzien van de concept programmabegroting 2014 en concept jaarrekening 2012 van het Industrieschap Medel.
Inleiding Het Dagelijks Bestuur van het Industrieschap Medel (DB Medel) heeft op 25 april 2013 ingestemd met de concept programmabegroting 2014 en concept jaarrekening 2012. Conform artikel 18 en 19 van de Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel (GRIM) (bijlage 1) biedt het DB Medel u de concept programmabegroting 2014 (bijlage 2) en de concept jaarrekening 2012 (bijlage 3) aan zodat u hierover uw gevoelen kunt doen blijken. De jaarrekening 2012 is vergezeld van een concept verslag van bevindingen van de accountant (bijlage 4). De accountantsverklaring is niet bijgevoegd omdat deze pas wordt afgegeven zodra het Algemeen Bestuur de jaarrekening heeft goedgekeurd. Zowel de jaarrekening 2012 als de programmabegroting 2014 voldoen aan de doelstellingen van de ontwikkeling van Medel en de daarvoor genomen besluiten en laten geen grote afwijkingen zien ten opzichte van eerder vastgestelde jaarrekeningen en programmabegrotingen. Beoogd effect Uitvoering geven aan artikel 18 en 19 van de Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel om te komen tot een door het Algemeen Bestuur van het industrieschap Medel vastgestelde programmabegroting 2014 en jaarrekening 2012 waarin uw gevoelen zijn betrokken. Argumenten Dit voorstel is gebaseerd op de volgende argumenten. Voldaan wordt aan de afspraken zoals opgenomen in de Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel In de GRIM staat in respectievelijk artikel 18 en 19 de procedure beschreven om te komen tot een vastgestelde begroting en jaarrekening. U wordt in de gelegenheid gesteld om van uw gevoelen te doen blijken omtrent de voorgelegde concept programmabegroting 2014 en
jaarrekening 2012. De concept programmabegroting 2014 past binnen de doelstellingen en besluiten van de ontwikkeling Medel De programmabegroting 2014 is gebaseerd op de jaarschijf 2014 uit de grondexploitatie 2013 'Medel I' van het industrieschap Medel en laat een winstprognose zien. Dit is in lijn met de eerder vastgestelde grondexploitaties. Concept Jaarrekening 2012 geeft een getrouw beeld van het gerealiseerde resultaat 2012 De concept jaarrekening is goedgekeurd door de accountant, zowel op het gebied van getrouwheid als op het gebied van rechtmatigheid. De accountant is van mening dat de jaarrekening een goed inzicht geeft in het gerealiseerde resultaat over het jaar 2012 en de financiële positie per 31 december 2012. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de over- en onderschrijdingen die ten opzichte van de door het bestuur goedgekeurde programmabegroting 2012 hebben plaatsgevonden. Kanttekeningen Nog niet alle gegevens zijn bekend. In de programmabegroting 2014 is nog geen rekening gehouden met het doorgaan van de afronding van Medel conform het in januari 2013 vastgestelde compromisvoorstel. Pas als de grondexploitatie 'Afronding Medel' is geactualiseerd n.a.v. een stedenbouwkundig plan, zal de begroting 2014 worden geactualiseerd waarbij rekening wordt gehouden met de afronding Medel. De concept jaarrekening 2012 is vooral opgesteld vanuit een boekhoudkundig perspectief. Dit maakt de jaarrekening minder goed leesbaarheid. Het industrieschap Medel is zich hiervan bewust en zal voor volgende jaren een beter leesbare versie opstellen. Draagvlak Het DB Medel heeft op 25 april 2013 ingestemd met de concept programmabegroting 2014 en de concept jaarrekening 2012. Aanpak/uitvoering Voor het vaststellen van de begroting en jaarrekening wordt de procedure gevolgd zoals opgenomen in de GRIM (respectievelijk artikel 18 en 19). Het DB Medel zendt de commentaren (gevoelen) gelijktijdig met de aanbieding van de begroting en jaarrekening aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling. Vervolgens, doch in ieder geval voor 15 juli, zendt het Dagelijks Bestuur de vastgestelde begroting en jaarrekening aan Gedeputeerde Staten. Communicatie Het DB Medel zal over uw geuite gevoelen over de concept programmabegroting 2014 en concept Jaarrekening 2012 schriftelijk worden geïnformeerd, zie hiervoor concept brief (bijlage 5). Conform art. 18 lid 4 van de GRIM is de ontwerpbegroting voor eenieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Financiën Het verwachte eindresultaat ultimo 2013 volgens de grondexploitatie is in de GREX 2013 becijferd op afgerond € 10,3 miljoen positief tegen contante waarde (2012 7,6 miljoen) en afgerond € 12,3 miljoen op eindwaarde (2012 9,9 miljoen). Naast een aantal risico’s behorende bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein zoals stagnerende uitgifte, hoge rentekosten etc. heeft de ontwikkeling van Medel een sterke relatie met de afronding van Medel. Dat het eindresultaat groter is dan in de GREX 2012 heeft te maken met het feit dat gronden vanuit Medel I overgeheveld worden naar de GREX afronding Medel.
De ontwikkeling van Medel brengt financiële risico's met zich mee. De berekende risico's kunnen binnen Medel I worden afgedekt door de beschikbare weerstandscapaciteit. Er is dan nog een overschot aan beschikbare weerstandcapaciteit aanwezig. Deze is noodzakelijk om het verwachte tekort aan weerstandsvermogen bij de afronding Medel op te vangen.
Bijlage(n) 1. 2. 3. 4. 5.
Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel (GRIM) Concept programmabegroting 2014 Concept jaarrekening 2012 Verslag van bevindingen Concept brief aan DB Medel
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Voor nadere (technische) informatie kunt u zich wenden tot: de heer/mevrouw: H.A.J. Bevers emailadres: rbevers@tiel.nl telefoonnummer: 0433 637282
Nr. , Afdeling Stadsontwikkelin g
De raad van de gemeente Tiel, overwegende dat gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
mei 2013
gehoord het advies van de commissie d.d. gelet op artikel 18 en 19 van de Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Medel besluit: Het Dagelijks Bestuur van het Industrieschap Medel mede te delen dat er geen op- en of aanmerkingen (gevoelen) zijn ten aanzien van de concept programmabegroting 2014 en concept jaarrekening 2012 van het Industrieschap Medel.
Aldus besloten in de openbare vergadering van , de griffier, de voorzitter,
Voor nadere (technische) informatie kunt u zich wenden tot: de heer/mevrouw: H.A.J. Bevers emailadres: rbevers@tiel.nl telefoonnummer: 0344-637282
CONCEPT
Jaarstukken 2012 Industrieschap Medel 25 april 2013
jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 2 van 47
Inhoudsopgave Voorwoord................................................................................................................................. 3 Jaarverslag 2012 ....................................................................................................................... 4 1
Algemene beschouwingen ............................................................................................... 4 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding ........................................................................................................................................ 4 Begroting 2012 ............................................................................................................................. 4 Dagelijks en algemeen bestuur van het Industrieschap in 2012.................................................. 4 Het jaar 2012 in vogelvlucht ......................................................................................................... 5
Programmaverantwoording ..................................................................................................... 6 1.5 1.6 1.7
Wat willen we bereiken? ............................................................................................................... 6 Wat hebben we daarvoor gedaan in 2012? ................................................................................. 6 Wat heeft het gekost? .................................................................................................................. 9
Paragrafen 2012 ...................................................................................................................... 14 Paragraaf A Weerstandsvermogen........................................................................................ 15 Paragraaf B Financiering ....................................................................................................... 18 Paragraaf D Grondbeleid ........................................................................................................ 23 Paragraaf E Verbonden partijen ............................................................................................ 30 Paragraaf F Onderhoud kapitaalgoederen ............................................................................ 31 Balans 2012 ............................................................................................................................. 32 Activa ....................................................................................................................................................... 33 Passiva .................................................................................................................................................... 34 Toelichting op de balans ......................................................................................................................... 35
Accountantsverklaring 2012 .................................................................................................. 47
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 3 van 47
Voorwoord In deze jaarstukken wordt een overzicht gegeven van het door het Industrieschap Medel gerealiseerde uitvoeringsprogramma 2012, inclusief de daaraan verbonden financiële consequenties. Wij zijn er trots op dat we ondanks een verslechterd economisch klimaat 5,4 hectare hebben verkocht in 2012. Door het behoudende beleid in 2012 en een groot aantal bezuinigingen, kunnen we nog steeds melden dat er geen grote gevolgen zijn geweest voor de financiële positie van het Industrieschap.
Na een lange procedure voor het verkrijgen van de nodige vergunningen is de initiatiefnemer van de laaden loskade begonnen met de uitvoering. Deze laad- en los mogelijkheden voor containers zullen naar verwachting een positief effect hebben op de verdere ontwikkeling van Medel en de toekomstige uitbreiding.
Er is in 2012 ook wederom belangstelling getoond voor grotere kavels (groter dan 2,5 hectare) die momenteel niet gehonoreerd kunnen worden. Daardoor is er meer druk gekomen op een mogelijke uitbreiding die echter wel in kleinere fases moet worden ontwikkeld ten einde geen onnodige investeringen te doen.
Door de gemeenteraden van Neder-Betuwe en Tiel is in januari 2013 ingestemd met het compromisvoorstel ten aanzien van de grenscorrectie tussen de gemeenten Neder-Betuwe en Tiel ten behoeve van de verdere doorontwikkeling van Medel. Onder regie van de provincie Gelderland wordt een provinciaal inpassingsplan (PIP), voor de eerste fase van de uitbreiding van Medel opgesteld.
Voorzitter van het bestuur van Industrieschap Medel C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 4 van 47
Jaarverslag 2012 1 1.1
Algemene beschouwingen Inleiding
Het Industrieschap Medel is een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeente Neder-Betuwe en Tiel. Dit samenwerkingsverband heeft als doel de ontwikkeling van het Bedrijvenpark Medel. Dit bedrijventerrein heeft zowel een lokaal, regionaal als een boven regionaal karakter en is gelegen in de gemeente Tiel ter hoogte van de snelweg A15 (ten noorden van de Betuweroute en ten oosten van het AmsterdamRijnkanaal). De dagelijkse leiding van het Industrieschap berust bij de directie van het projectbureau Medel. Deze is verantwoording verschuldigd aan het dagelijks en algemeen bestuur van het Industrieschap Medel.
Gelet op het doel van het Industrieschap Medel, kent het Industrieschap tot op heden slechts één programma met één product, te weten het programma en product “Bedrijvenpark Medel”.
Voor u liggen de concept jaarstukken 2012 van het Industrieschap Medel over het boekjaar 2012. Deze jaarstukken zijn samen met de programmabegroting 2013 op 25 april 2013 door het dagelijks bestuur goedgekeurd en zullen op 20 juni 2013 door het algemeen bestuur worden besproken en vastgesteld, met inachtneming van de kenbaar gemaakte gevoelen van de beide raden.
1.2
Begroting 2012
Bij de presentatie van de jaarcijfers en de toelichting daarop wordt tevens een verantwoording afgelegd ten opzichte van de begroting. Indien in deze jaarstukken wordt gesproken over de begroting, wordt hiermee bedoeld de vastgestelde programmabegroting 2012, gebaseerd op jaarschijf 2012 in de vastgestelde Grondexploitatie 2011.
1.3
Dagelijks en algemeen bestuur van het Industrieschap in 2012
Het bestuur van het Industrieschap Medel wordt voor haar werkzaamheden ondersteund door het projectbureau Medel en door haar adviseurs. Sinds 2004 staat dit projectbureau onder leiding van de projectdirecteur dhr. ing. J.A. Eerens. Het projectbureau verzorgt samen met de adviseurs de voorbereiding van de vergaderingen van het dagelijks en algemeen bestuur, waarna het projectbureau de besluiten van het bestuur uitvoert. Daarmee verzorgt het projectteam de dagelijkse gang van zaken, verkoop van bouwrijpe kavels, de klantcontacten, de civieltechnische werkzaamheden, het beheer van de openbare ruimte en de financiële zaken.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 5 van 47
De samenstelling van het bestuur bestond in 2012 uit de onderstaande personen.
Samenstelling van het dagelijks bestuur: Wethouder C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld ( gemeente Tiel)
voorzitter
Burgemeester ir. C.W. Veerhoek (gemeente Neder-Betuwe)
secretaris
Wethouder L. Verspuij (gemeente Tiel)
plv voorzitter
Wethouder J.W. Keuken (gemeente Neder-Betuwe)
plv secretaris
Samenstelling algemeen bestuur: Dezelfde leden als het dagelijks bestuur alsmede: De heer M.J.J. Melissen (raadslid gemeente Tiel) De heer P.G. van Wijk (raadslid gemeente Tiel) De heer T. Schouten (raadslid gemeente Neder-Betuwe) De heer ing. H. Tap (raadslid gemeente Neder-Betuwe)
Ambtelijke adviseurs van het algemeen en dagelijks bestuur: De heer R.O.A. Jakobs (gemeente Neder-Betuwe) De heer ing. H.A.J. Bevers (gemeente Tiel)
1.4
Het jaar 2012 in vogelvlucht
Het jaar 2012 stond vooral in het teken van het afronden van werkzaamheden, die gericht zijn op het woonrijpmaken en het onderhoud van het bedrijvenpark. Eveneens zijn vele discussies gevoerd en voorstellen bedacht en bekeken voor een mogelijke uitbreiding van Medel. Door de gemeenteraden van Neder-Betuwe en Tiel is in januari 2013 ingestemd met het compromisvoorstel ten aanzien van de grenscorrectie tussen de gemeente Neder-Betuwe en Tiel ten behoeve van de verdere doorontwikkeling van Medel. Daarom kunnen het bestuur en het projectteam het jaar 2013 positief en vol vertrouwen ingaan.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 6 van 47
Programmaverantwoording
1.5
Wat willen we bereiken?
De Gemeenschappelijke regeling Industrieschap Medel heeft tot doel om het Bedrijvenpark Medel te verwerven, aan te leggen, te exploiteren en te beheren tot een nader aan te geven periode. Er wordt naar gestreefd om het huidige exploitatiegebied eind 2018 volledig ontwikkeld te hebben, zodat dit project in 2019 financieel kan worden afgerond. De totale omvang van het bedrijvenpark is circa 218 hectare, waarvan circa 121,4 hectare uitgeefbaar (inclusief de grond van de zelfrealisator).
Er wordt gestreefd naar een toename van de werkgelegenheid van minimaal 3500 personen voor het totale terrein. Dit is een gemiddelde groei van de werkgelegenheid van 30 personen per hectare.
1.6
Wat hebben we daarvoor gedaan in 2012?
Grondverkopen en overige opbrengsten
In 2012 is één kavel (circa 5,4 hectare) verkocht namelijk de laad- en loskade.
In deze tijden van verslechterde economisch omstandigheden is het erg belangrijk om extra te investeren in bestaande relaties en deze verder uit te bouwen. Het afgelopen jaar zijn er diverse gesprekken geweest met Oost NV. Dit heeft er toe geleidt dat Medel weer goed op de kaart staat bij deze organisatie en waardoor wij voor vier potentiële klanten kavels in Medel konden aanbieden. Helaas hadden deze klanten allemaal meer dan 6 ha nodig in het jaar 2013. Daarnaast hebben er vergaande onderhandelingen plaatsgevonden met een verzinkerij. Deze heeft echter op het laatste moment de financiering niet rond gekregen bij de bank. Het ging om een kavel van bijna 4 ha. Dit bedrijf heeft aangegeven Medel “in de picture te houden” en tracht alsnog de financiering toch los te krijgen. Ook is er geïnvesteerd in het behoud van de bestaande bedrijven. Met twee bedrijven op Medel lopen gesprekken over uitbreiding of verplaatsing op Medel. Verwachting is dat de verplaatsing van een bedrijf medio 2013 rond komt. Het bedrijf huurt nu nog op Medel en wil zelf gaan bouwen in verband met uitbreiding van het bedrijf.
Subsidieopbrengsten In 2012 hebben wij lobby-activiteiten ondernomen bij het ministerie van I&M in verband met de aanvraag Decentralisatie Uitkering Binnenhavens. Daarnaast zijn met de provincie Gelderland gesprekken gevoerd over een extra bijdrage aan de ontwikkeling van de binnenhaven. Medio 2012 werd bekend dat wij zowel van het Ministerie een bedrag van bijna € 900 000 toebedeeld krijgen en een bedrag van € 460 000 van de provincie ontvangen. Van dit bedrag is € 200 000 bestemd voor de Container terminal Utrecht (CTU). Deze bedragen worden medio 2013 verwacht.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 7 van 47
Van beide uitkeringen wordt de Kanaalweg inclusief de rotonde, opgewaardeerd tot gebiedsontsluitingsweg en wordt een 10 MVA kabel richting de containerterminal aangelegd.
Ondanks alle inspanningen zijn er door de verslechterde economie helaas geen nieuwe opties bijgekomen in 2012. De verwachting is dat er in 2013 wel weer opties uitgegeven kunnen worden.
Eind 2012 waren de volgende kavels in optie gegeven: kavel
Oppervlakte in hectare
M25b
0,8
Z22
1
totaal
3,7 4,5
Acquisitie In 2012 is het nieuwe marketing- en acquisitieplan afgerond. Deze is meer afgestemd op de huidige economische situatie. De website is aangepast en dynamischer geworden. Er is hard gewerkt aan relatiebehoud en diverse malen is de publiciteit opgezocht, zodat Medel niet “vergeten” wordt. Een eerste aanzet is gegeven voor deelname aan de Provadabeurs in 2013 en er zijn diverse bidbooks gemaakt voor buitenlandse bedrijven. Daarnaast is Medel op de kaart gezet bij diverse ambassadeurs uit de wereld en bij de Europarlementariërs belast met infrastructuur. Van beide groepen hebben er werkbezoeken op Medel plaatsgevonden. Medel is ook lid geworden van de vereniging van binnenhavens.
Incidentele baten Naast de ontvangsten als gevolg van grondverkopen heeft het Industrieschap Medel soms ook incidentele baten. Dit betreft voornamelijk bijdragen en subsidies die verband houden met uitgevoerde taken en werkzaamheden en daarnaast optievergoedingen voor de gronden die uiteindelijk niet verkocht worden. In 2012 zijn er bijdragen ontvangen voor de reclamemast (€ 20 000), een eenmalige bijdrage in de kosten van het watersysteem vanuit het Waterschap Rivierenland (€ 16 000) en de afrondende subsidie Medelbus (€ 17 000).
Verwervingen in 2012 In 2012 zijn twee woningen aangekocht, ten behoeve van een mogelijke afronding van Medel. Het betreft Bredesteeg 21 te Tiel en Medelsestraat 12 te Echteld. In totaal is hiervoor € 1 215 000,- betaald.
1
Voor kavel Z22 is een aparte overeenkomst met een ontwikkelaar gemaakt als vervanging van de lopende optieovereenkomst. Deze overeenkomst is door het bestuur goed gekeurd.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 8 van 47
Parkzone In 2012 heeft het transport plaatsgevonden van de grondruil in de parkzone. De schadeloosstelling van € 100 000,- is uitbetaald.
Civiele techniek Bouw- en woonrijpmaken fase 1-6 Fase 1 Aan de Riemsdijk ontbrak een (éénzijdig) voetpad. Er wordt door personeel van de bedrijven van de weg gebruik gemaakt om tijdens de pauze rond te wandelen via de waterpartij. Dat men over de weg loopt is ongewenst. Derhalve is ook aan de Riemsdijk een voetpad aangelegd.
Fase 4 Langs de Prinsenhof is, gelet op de mogelijke ontwikkelingen langs de Bredesteeg, nog geen trottoir langs deze weg aangebracht.
Fase 6 Voor een gedeelte is ook hier nog geen trottoir aangebracht. Naar verwachting wordt dit wel in 2013 gedaan.
Bouw- en woonrijpmaken water, wegen, groen (W1-W4) Fase W3: De werkzaamheden voor de uitgeefbare kavel in de parkzone zijn afgerond en ook de watergang Ooijsche Wetering aldaar is verlegd, inclusief het aanbrengen van een nieuwe duiker. De bouw van het Crematorium is in 2012 niet gestart. De verwachting is nu dat de bouw begin 2014 aanvangt. De voorbereiding van het bestek “Inrichting Parkzone” is in 2012 voltooid, zodat in december de aanbesteding kon plaatsvinden.
Fase W4: De eerste fase van de uitvoering rotonde Kanaalweg/Grotebrugse Grintweg en verbreden watergang Kanaalweg is in het najaar 2012 afgerond. De eerste fase hield in dat er een nieuwe duiker is gelegd en de voorbelasting ter plaatse van de nieuwe rotonde is aangebracht. Na de zettingsperiode wordt de tweede fase, de definitieve aanleg van de rotonde, in februari/maart 2013 gerealiseerd. Met de realisatie van de rotonde wordt tevens de definitieve toegang naar de Container Terminal Utrecht (CTU) vorm gegeven.
Beheer, onderhoud en overdracht Met het Waterschap is overeenstemming bereikt over de overdracht van de watergangen voor zover deze tot nu toe zijn gerealiseerd. Als in 2013 de Parkzone is uitgevoerd, zal de resterende waterpartij aan het Waterschap worden overgedragen. De totale overdracht van de watergangen zal dan notarieel worden geformaliseerd. Het onderhoud van het Bedrijvenpark is reeds ruim 3 jaar in een zogenaamd beeldbestek opgenomen en gedurende die periode door 1 partij uitgevoerd. Eind 2012 was dit contract afgelopen en heeft een nieuwe
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 9 van 47
aanbesteding plaatsgevonden. De laagste inschrijver was dezelfde aannemer, die de werkzaamheden van het beeldbestek uitvoerde.
Nutsvoorzieningen De openbare verlichting voor de nieuwe rotonde Kanaalweg is in 2012 opgedragen. De uitvoering is gepland in 2013. Daarmee is alle nieuw te plaatsen openbare verlichting gerealiseerd.
Plankosten (projectbureau) In 2012 werkten vier personen (2,45 fte) voor het projectbureau. De civieltechnische begeleiding (0,67 fte) is ingehuurd op basis van onderhanden werkzaamheden. In 2013 zal de formatieve bezetting van het projectbureau worden geëvalueerd en in samenspraak met beide gemeenten worden afgestemd op de meest recente ontwikkelingen.
1.7
Wat heeft het gekost?
In de onderstaande tabel zijn alle baten en lasten opgenomen die aan dit programma verbonden zijn (de rekening 2012). Daarbij zijn ter vergelijking ook de cijfers uit de jaarrekening 2011 en de begroting 2012 weergegeven. De bestemming van het resultaat is voorbehouden aan het algemeen bestuur van het Industrieschap. Bedragen x € 1.000,--
Baten Mutatie onderhandenwerk Lasten Operationeel resultaat
Financiële baten en lasten
Resultaat voor bestemming
Rekening 2011
Begroting 2012
Rekening 2012
Verschil rekening -/begroting
2 706
9 073
5 625
-3 448
526
-4 125
-1 919
2 206
-2 670
-4 190
-3 558
632
562
758
148
-610
-562
-758
-563
195
0
0
-415
-415
Mutaties in de reserves:
0
Toevoegingen
0
0
0
0
Onttrekkingen
0
0
415
415
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 10 van 47
Op 27 februari 2013 is een besluit door het Algemeen Bestuur genomen voor de onttrekking van € 415.000 aan de reserve bovenwijkse voorzieningen voor de kosten van doortrekking Laan van Westroyen door de gemeente Tiel. Specificatie van de gerealiseerde baten en lasten Ter informatie is in de onderstaande tabel een nadere specificatie opgenomen van de in 2012 gerealiseerde baten en lasten van programma: ‘Bedrijvenpark Medel’. Bedragen x € 1 000,--
Realisatie 2012
Baten Verkoop van gronden Afdracht parkmanagement Overige ontvangsten en bijdragen (huur en bijdrage Waterschap) Her rubricering parkmanagement
6 013 -169 53 -272
Totale baten van programma
5 625
Mutatie onderhanden werk, mbt gronden in exploitatie
-3 350
Mutatie onderhanden werk, mbt gronden NIET in exploitatie
1 431
Lasten Verwervingen (kosten gronden en panden) Civiele techniek (kosten mbt aanleg van het terrein) Plankosten (projectbureau) Her rubricering parkmanagement
-1 235 -1 965 -630 272
Totale lasten van programma
-3 558
Financiële baten en lasten Rente- en bankkosten
-563
Totaal financiële baten en lasten van programma
-563
Totaal programma (voor resultaatsbestemming)
-415
+ betekent baten en – betekent lasten. De mutatie onderhandenwerk is baten minus lasten
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 11 van 47
Specificatie van de verschillen tussen begroting en realisatie Ter informatie is in de onderstaande tabel een nadere specificatie opgenomen van de verschillen tussen de begroting 2012 en de in 2012 daadwerkelijk gerealiseerde baten en lasten. -
:bij baten is er minder gerealiseerd dan begroot, bij lasten is er meer gerealiseerd dan begroot
+
:bij baten is er meer gerealiseerd dan begroot, bij lasten is er minder gerealiseerd dan begroot Bedragen x € 1.000,--
Verschillen 2012
Baten Minder hectares gronden verkocht
-3 448
Totaal verschil begrote en gerealiseerde baten van programma
-3 448
Verschil begrote en gerealiseerde mutatie onderhanden werk *
2 206
Lasten Aanschaf gronden BRM/WRM Fase 1-6 BRM/WRM W1-W4 (deel doorgeschoven naar 2013) Diverse verschillen mbt nutsvoorzieningen, milieu en divers
-1 235 902 1 078 -145
Plankosten (projectbureau)
32
Totaal verschil begrote en gerealiseerde lasten van programma
632
Financiële baten en lasten Werkelijke betaalde rente in lijn met begroting Totaal verschil begrote en gerealiseerde financiële baten en lasten Totaal verschil van programma (voor resultaatsbestemming)
195 195 -415
* Mutatie onderhanden werk (OHW); zie toelichting op de balans, blz 37 en verder.
Aanschaf gronden In 2012 zijn twee woningen aangekocht. Het betreft Bredesteeg 21 te Tiel en Medelsestraat 12 te Echteld. Deze zijn benodigd voor de uitbreiding van Medel en worden middels de nog vast te stellen GREX voor de uitbreiding van Medel gedekt.
Bouwrijp- en woonrijpmaken fase 1-6 Door een latere fasering van de werkzaamheden worden de kosten later gerealiseerd.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 12 van 47
Bouwrijp- en woonrijpmaken fase W1-W4 In de begroting 2012 was een post opgenomen voor de aanleg en inrichting van de parkzone. Vanwege een langere voorbereidingstijd vindt de realisatie hiervan in 2013 plaats.
Resultaatsbestemming: In de onderstaande tabel zijn de reserves die bij dit programma horen genoemd. Het Bestuur heeft besloten dat er vanaf 2011 geen dotaties aan de bestemmingsreserves worden gedaan. Voor een nadere toelichting wordt hier verwezen naar de toelichting op de balans (vanaf blz 35). Het resultaat voor bestemming bedraagt hierdoor 0.
Bestemmingsreserve
Reserve Grote werken Reserve Bovenwijkse voorzieningen Reserve Regionale ontwikkeling Totaal reserves
Stand per
Toevoegingen
Onttrekkingen
Stand per
1/1/2012
2012
2012
31/12/2012
Voorgestelde
Voorgestelde
Na bestemming
dotaties
onttrekkingen
EUR
EUR
EUR
EUR
411 581
0
0
411 581
1 500 508
0
415 000
1 085 508
667 983
0
0
667 983
2 0580 072
0
415 000
2 165 072
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 13 van 47
Bijlagen Paragrafen Paragraaf A:
Weerstandsvermogen
Paragraaf B:
Financiering
Paragraaf C:
Bedrijfsvoering
Paragraaf D:
Grondbeleid
Paragraaf E:
Verbonden partijen
Paragraaf F:
Onderhoud kapitaalgoederen
N.B. De verplichte paragraaf “lokale heffingen” is niet opgenomen, omdat dit niet aan de orde is bij het Industrieschap Medel. Het Industrieschap Medel kan geen heffingen aan derden opleggen (zoals een gemeente of provincie dat wel kan).
Balans 2012 Toelichting op de balans
Accountantsverklaring 2012
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Paragrafen 2012
Industrieschap Medel
Pagina 14 van 47
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 15 van 47
Paragraaf A Weerstandsvermogen Inleiding Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit (zijnde de middelen waarover het Industrieschap beschikt of kan beschikken, om niet begrote kosten te dekken) en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. In deze paragraaf zal vooral ingegaan worden op de inventarisatie van de weerstandscapaciteit en een overzicht van de meest omvangrijke projectrisico’s.
Inventarisatie van de weerstandscapaciteit Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit kan onderscheid worden gemaakt in structurele en incidentele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat voor het Industrieschap Medel uit de volgende 2 elementen: 1. de post onvoorzien 2. de algemene reserves
Structurele weerstandscapaciteit Als structurele weerstandscapaciteit beschikt het Industrieschap Medel over een “borgstelling” van beide deelnemende gemeenten. Daarmee is een algemene dekking verkregen voor alle mogelijke risico’s, aangezien alle kosten die voortvloeien uit zich voordoende risico’s, ten laste komen van het eindresultaat. Gelet op de aard van een grondexploitatie en de onzekerheid over de uitkomsten van het geprognosticeerde resultaat, zal pas aan het eind van het project de rekening opgemaakt worden. Gelet op de borgstelling van de deelnemende gemeenten zal het dan aanwezige positieve of negatieve resultaat tussen beide deelnemende gemeenten ieder voor de helft worden verdeeld.
Daarnaast kan de structurele weerstandscapaciteit verhoogd worden door een structurele grondprijsverhoging, waardoor de grondexploitatie theoretisch gesproken op een hoger eindresultaat zal sluiten. In 2012 is de grondprijs verhoogd met een indexatie van 2,5% ten aanzien van 2011. In het kader van het weerstandsvermogen was een extra verhoging ook niet noodzakelijk.
Incidentele weerstandscapaciteit In de GREX 2012 is een bedrag van circa € 70 044 opgenomen ter dekking van op voorhand niet te verwachten kosten (post onvoorzien). Verder beschikt het Industrieschap over drie bestemmingsreserves. Te weten de reserves Grote werken, Bovenwijkse voorzieningen en Regionale ontwikkeling. Inventarisatie van de risico’s In de jaarlijks geactualiseerde grondexploitatie is de risicoparagraaf een vast onderdeel. In de door het algemeen bestuur vastgestelde grondexploitatie 2012 zijn de voornaamste risico’s voor het Industrieschap verwoord.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 16 van 47
Naast de algemene risico’s die aan een grondexploitatie zijn verbonden, zoals stagnatie in grondverkopen en hogere inflatie, zijn er ook een aantal projectgebonden risico’s te noemen die een directe relatie hebben met het wel of niet doorgaan van de herverkaveling of uitbreiding: gronden buiten het plangebied: € 3,3 miljoen; rentelasten over deze gronden: € 1,1 miljoen; trafo doorbelasting: € 0,625 miljoen; recente aankoop panden Bredesteeg en Medelsestraat: 1,2 miljoen in totaal is dit € 6,4 miljoen. Dit risico is exclusief de boekwaarden bij de beide gemeenten van de aankoop van panden en gronden en onderzoekskosten voor Medel afronding. Hiermee resteren er in eerste instantie geen grote projectgebonden risico’s meer voor de exploitatie van Medel 1. Verder wordt hier (voor een volledig beeld) verwezen naar de paragraaf Grondbeleid en naar de (vertrouwelijke) Grondexploitatie 2012.
Zoals al eerder is aangegeven is door de gemeenteraden van Tiel en Neder-Betuwe in januari 2013 ingestemd met het compromisvoorstel ten aanzien van de grenscorrectie ten behoeve van de uitbreiding van Medel. Bij een financieel positieve planexploitatie van de Medel afronding is het hiervoor genoemde risico van 6,4 miljoen negatief voor Medel 1, niet meer van toepassing. De grondexploitatie Medel afronding moet nog door het algemeen bestuur worden vastgesteld en goedgekeurd.
Beleid inzake het weerstandsvermogen Eind 2011 heeft het algemeen bestuur het beleid over het weerstandsvermogen goedgekeurd. Een van de hulpmiddelen voor het bepalen van het weerstandsvermogen is het jaarlijks (en zonodig vaker) opstellen van een geactualiseerde grondexploitatie, waarin alle concreet vaststaande of met aanzienlijke zekerheid vaststaande kosten en opbrengsten worden opgenomen. Alle gesignaleerde risico’s worden zoveel mogelijk gekwantificeerd en opgenomen in de risicoparagraaf. Met al deze gegevens wordt berekend wat het verwachte eindresultaat zal zijn. Zolang er een positief resultaat wordt verwacht en het positieve resultaat is groter dan de risico’s, kunnen de zich voordoende risico’s binnen de grondexploitatie worden opgevangen. Dit heeft dan echter wel als consequentie dat daardoor het verwachte eindresultaat zal dalen. Ten einde de realisatie van de in de grondexploitatie opgenomen kosten en opbrengsten te bewaken, wordt op basis van de geactualiseerde grondexploitatie elk jaar een nieuwe begroting voor het komende uitvoeringsjaar opgesteld. Tijdens een uitvoeringsjaar wordt met regelmaat beoordeeld of in de pas wordt gelopen met die begroting. Afwijkingen worden zo spoedig mogelijk voorgelegd aan het bestuur, zodat tijdig de noodzakelijke maatregelen kunnen worden getroffen. Indien tijdens een uitvoeringsjaar nieuwe risico’s worden gesignaleerd, zullen deze tijdig aan het bestuur worden gemeld en vervolgens meegenomen worden bij het opstellen van een nieuwe grondexploitatie. Zodra duidelijk wordt dat een risico zich daadwerkelijk voor zal gaan doen, zullen de verwachte kosten daarvan worden opgenomen in de grondexploitatie. Daarmee wordt het effect van het risico op het verwachte eindresultaat zichtbaar gemaakt.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 17 van 47
Momenteel worden de recente ontwikkelingen vertaald naar een geactualiseerde grondexploitatie. Deze moet, zoals reeds aangegeven nog door het algemeen bestuur worden vastgesteld.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 18 van 47
Paragraaf B Financiering Inleiding Deze paragraaf gaat in op de resultaten van het treasurybeleid. Dit beleid is in 2005 vastgelegd in het Treasurystatuut Industrieschap Medel, welke door het algemeen bestuur op 8 december 2005 is vastgesteld en per 1 januari 2006 in werking is getreden. In dit beleidskader zijn de uitgangspunten en doelstellingen geformuleerd, alsmede de financiële en organisatorische kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie op dat gebied.
Het begrip treasury is in de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) als volgt gedefinieerd: “het sturen, beheersen, verantwoorden over en toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s”.
Als onderdeel van de verantwoording over het gevoerde treasurybeleid, zal in deze paragraaf ook ingegaan worden op de wijze van financiering van het Industrieschap, met een overzicht van de huidig aangetrokken geldleningen.
Renterisicobeheer Het belangrijkste uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van de financiële risico’s bij de decentrale overheden. Daartoe zijn in die wet o.a. twee criteria benoemd die als graadmeter dienen voor het financiële risico dat een organisatie loopt. Dit is de kasgeldlimiet voor de korte termijn financiering (< 1 jaar) en de renterisiconorm voor de lange termijn financiering (> 1 jaar).
Kasgeldlimiet De norm voor de kasgeldlimiet is afgeleid van de omvang van de begroting, maar houdt geen rekening met het totaal geïnvesteerd vermogen. De wettelijke kasgeldlimiet voor het Industrieschap Medel is 8,2% van de begroting. Met een begroting van circa € 5,0 miljoen aan lasten (inclusief financiële baten /lasten), komt deze norm neer op circa € 410 000. Maar aangezien het Industrieschap Medel veel kosten heeft gemaakt, alvorens opbrengsten zullen worden gegenereerd (de standaardsituatie bij een grondexploitatie), heeft het Industrieschap de komende jaren nog een hoge gemiddelde financieringsbehoefte per jaar. In 2012 bedroeg de gemiddelde financieringsbehoefte op begrotingsbasis circa € 23,3 miljoen. Met de wettelijke kasgeldlimietnorm van € 454.700. zou dat betekenen dat per jaar maximaal 2% van de gemiddelde financieringsbehoefte kortlopend gefinancierd zou mogen worden. Daarmee zou het risico op overliquiditeit echter onevenredig groot worden, wat zou kunnen leiden tot extra rentelasten. Aangezien dit niet past binnen de kaders van de Wet Fido, is voor het Industrieschap Medel ook voor het jaar 2012 een ontheffing voor het overschrijden van de kasgeldlimietnorm aangevraagd op basis van een nieuwe interne norm voor de kasgeldlimiet. De nieuwe interne norm 2012 voor de kasgeldlimiet is 60% kortlopende leningen en 40% langlopende leningen.
In onderstaande tabel zijn de kasgeldlimietrapportages voor het jaar 2012 weergegeven. Deze rapportages moeten conform de wet Fido opgenomen worden in deze paragraaf. In de tabel is ook de interne norm voor
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 19 van 47
de kasgeldlimiet opgenomen. Zoals uit het overzicht blijkt is gedurende boekjaar 2012 de netto vlottende schuld fors gedaald. Dit is het gevolg van het feit dat herfinanciering overwegend langlopend heeft plaatsgevonden. Ultimo boekjaar 2012 is geen sprake van een overschrijding van de interne limiet.
Realisatie
Kwartaal
Gemiddeld Bedragen * € 1.000
1: jan-mrt Vlottende schuld Vlottende Middelen Netto vlottende schuld
Wettelijke norm KGL Interne norm KGL Afwijking tov interne norm*
2: apr-jun
3: jul-sep
Jaar
4: okt-dec
-16 500
-17 500
-12 937
-6 647
-13 396
907
993
1
1
475
-15 593
-16 507
-12 936
-6 647
-12 921
-410
-410
-410
-410
-410
-15 300
-15 300
-15 300
-15 300
-15 300
293
1.207
-2 364
-8 653
-2 379
* Een positieve afwijking geeft aan dat de interne norm is overschreden, een negatief bedrag geeft de ruimte onder de interne norm weer.
Renterisiconorm De renterisiconorm geeft de norm aan met betrekking tot de renterisico’s over de vaste schulden. Deze norm bepaalt het maximale deel dat van de vaste schuld in aanmerking mag komen voor herfinanciering en/of renteherziening. Als gevolg van deze norm kan een rentestijging op de kapitaalmarkt slechts gedeeltelijk doorwerken in de te betalen rentelasten over de vaste schuld.
Voor gemeenschappelijke regelingen, zoals industrieschap Medel, is deze norm vastgesteld op 20% van het begrotingstotaal van betreffende jaar (met een minimum van € 2,5 miljoen). Gelet op de omvang van het begrotingstotaal 2012 van het Industrieschap Medel (€ 5,8 miljoen) bedraagt de renterisiconorm in 2012 € 1,0 miljoen. Dat betekent dat in 2012 maximaal € 1,1 miljoen in aanmerking zou mogen komen voor herfinanciering en/of renteherziening. In 2012 zijn vier nieuwe langlopende leningen aangetrokken met een totale nominale waarde van € 19 miljoen. Voor alle langlopende leningen geldt dat sprake is van een vast rentepercentage en geen tussentijdse aflossingen.
Financiering van het Industrieschap Medel Bij aanvang van het jaar 2012 was in totaal € 25,5 miljoen aan leningen aangetrokken. Dit waren 4 geldleningen met een lange termijn en twee kortlopende leningen.
Vaste financiering (> 1 jaar) De vaste financiering van het Industrieschap Medel geeft op 31 december 2012 het volgende beeld (op volgorde van vervaldatum):
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Leningen
Euro
Pagina 20 van 47
Rentepercentage
1. Fixed rate lening bij BNG, met vervaldatum 20 juli 2022
7,0 mln
2,89%
2. Fixed rate lening bij BNG, met vervaldatum 2 juli 2019
5,0 mln
2,42%
3. Fixed rate lening bij BNG, met vervaldatum 2 oktober 2015
4,0 mln
1,05%
4. Kasgeld lening bij BNG, met vervaldatum 2 januari 2014
3,0 mln
0,75%
5. Kasgeld lening bij BNG, met vervaldatum 28 juni 2013
2,5 mln
1,75%
6. Kasgeld lening bij BNG, met vervaldatum 28 september 2013
4,0 mln
1,15%
Totaal
25,5 mln
Vlottende financiering (< 1 jaar) Er zijn op dit moment geen kort lopende leningen. Uitzettingen Het Industrieschap heeft ultimo 2012 geen uitzettingen van financiële middelen, evenals voorgaande jaren.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 21 van 47
Paragraaf C Bedrijfsvoering Inleiding Net als voorgaande jaren zal in deze paragraaf worden ingegaan op de voornaamste verrichte activiteiten in het kader van de bedrijfsvoering en op de huidige stand van zaken. Stand van zaken en verrichte activiteiten met betrekking tot de bedrijfsvoering Personeel en organisatie Vanaf 2004 is een deel van het projectteam in dienst van het Industrieschap Medel. Eind 2012 hebben drie medewerkers (2,45 fte) een vaste aanstelling bij het Industrieschap. Het gaat daarbij om de projectmedewerker/financiële ondersteuning (1 fte), de office manager/ambtelijk secretaris van het bestuur (0,67 fte) en de coördinator uitgifte/plaatsvervangend projectdirecteur (0,78 fte).
De twee overige personeelsleden, de projectdirecteur en coördinator civiel, worden sinds 2004 op contractbasis ingehuurd. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de projectdirecteur is de bedrijfsvoering van de projectorganisatie. Daaronder valt de coördinatie van verwervingen en grondverkopen, het voeren van het secretariaat voor het bestuur en alle administratieve en juridische zaken die daarbij horen, bewaking van de voortgang van het werk, coördineren van verschillende werkzaamheden, vergaderingen en besluitvorming van het dagelijks en algemeen bestuur voorbereiden en aansturen van projectmedewerkers.
Het ziekteverzuim bedraagt evenals de voorgaande jaren 0%.
Marketing en communicatie Het afgelopen jaar hebben wij weer free publicity in de vakbladen gekregen over o.a. de containerterminal, bezoek ambassadeurs, Europarlementariërs. Daarnaast hebben wij artikelen gezet in ondernemersbelangen, transport en logistieke bladen.
De flyer facts en figures is aangepast en vertaald naar het Engels, ook de Nederlandstalige brochure over Medel is nu vertaald naar het Engels. Verder is de MedelMix weer uitgegeven en naar alle relaties verstuurd.
Helaas was er bijna geen belangstelling dit jaar in december voor een intermediairsbijeenkomst in het Theater.
Stand van zaken en verrichte activiteiten met betrekking tot specifieke taken Parkmanagement Alle bedrijven die grond kopen op Bedrijvenpark Medel, dragen automatisch bij aan de Coöperatie Medel. Ook dit jaar is de afdracht van de parkmanagement bijdrage per verkochte kavel overgedragen aan de Coöperatie Medel. Voor wat betreft parkmanagement is Industrieschap Medel faciliterend aan de Coöperatie Medel die het parkmanagement uitvoert. Het bestuur van de Coöperatie Medel wordt gevormd door ondernemers op het terrein. Omdat iedereen die grond koopt automatisch afdraagt aan de Coöperatie,
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 22 van 47
bepalen de bedrijven op het terrein wat er in gezamenlijkheid wordt gedaan. Zo is de beveiliging, glasvezel en cameratoezicht geregeld.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 23 van 47
Paragraaf D Grondbeleid Inleiding Aangezien het Industrieschap is opgericht ter uitvoering van een grondexploitatie (Bedrijvenpark Medel), zal deze paragraaf alleen ingaan op de te verwachten resultaten van deze grondexploitatie en de daaraan verbonden risico’s. Omdat de grondexploitatie per 1 januari 2012 achterhaald is, met name in verband met het besluit om de Medel afronding te starten, wordt in deze paragraaf een samenvatting gegeven van de in de vergadering van 20 juni 2013 vast te stellen grondexploitatie Medel 1 per 1 januari 2013. Daarnaast is het goed te beseffen dat het besluit om Medel uit te breiden begin 2013 is genomen. Er zijn dus ook pas kosten “geactiveerd” voor de Medel afronding vanaf 2013 en worden daarom ook niet in dit jaarverslag 2012 vermeld. Om de te maken kosten voor de uitbreiding te verantwoorden is een voorlopige GREX Medel afronding opgesteld. Deze voorlopige GREX is daarnaast ook opgesteld om de budgettaire kaders te stellen bij het verder uitwerken van de stedebouwkundige verkenningen, dit onder het motto van “eerst rekenen dan tekenen”. Naar verwachting zal het stedebouwkundig plan in de loop van 2013 gereed zijn en nog voor het einde van 2013 worden vastgesteld. Op basis hiervan wordt de GREX Medel afronding door het Algemeen Bestuur vastgesteld.
Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 zijn van de voorlopige GREX Medel afronding alleen de voorlopige calculaties bekend en zullen daarom niet in deze paragraaf worden meegenomen. Dit zal pas in de jaarrekening 2013 gebeuren waar verantwoording wordt afgelegd over de resultaten in het jaar 2013, ofwel de resultaten voor Medel 1 én de Medel afronding.
Geraamde resultaten in de grondexploitatie 2013 Medel 1 Onderstaand wordt een samenvatting gegeven van het verwachte eindresultaat en de risicoparagraaf van de grondexploitatie 2013 Medel 1. Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 was deze grondexploitatie 2013 (GREX 2013) nog niet vastgesteld maar wordt gelijktijdig met dit jaarverslag vastgesteld door het algemeen bestuur op 20 juni 2013. De GREX 2013 Medel 1 is opgesteld op basis van de gegevens op peildatum 1 januari 2013. In onderstaand overzicht zijn de boekwaarden (saldo reeds gemaakte kosten en opbrengsten) tot 1 januari 2013 en de te verwachten kosten en opbrengsten vanaf 2013 opgenomen. Dit resulteert in een saldo c.q. resultaat op eindwaarde, ofwel het voorgecalculeerde resultaat op de datum dat Bedrijvenpark Medel gerealiseerd zal zijn. Vervolgens is dit eindwaarde saldo naar heden contant gemaakt.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 24 van 47
Kosten Boekwaarde tot 1.1.2013
€
120.551.760
Raming 2013 - 2018
€
14.017.694
Totale kosten nominaal
€
134.569.454
Boekwaarde tot 1.1.2013
€
97.114.478
Raming 2013 - 2018
€
48.477.246
Totale opbrengsten nominaal
€
145.591.723
Saldo nominaal
€
Kostenstijging
€
Opbrengsten
€
2.550.005 positief
Rentekosten
€
1.205.207 negatief
Saldo op eindwaarde (31.12.2018)
€
12.367.067 positief
Saldo netto contante waarde (1.1.2013)
€
10.357.224 positief
Opbrengsten
11.022.269 positief -
negatief
De bovenstaande saldi kunnen nog wijzigen gelet op de conceptstatus en de hierna weergegeven risico’s. Dit saldo tegen contante waarde is € 2,7 miljoen gunstiger dan het resultaat (NCW) van de GREX 2012. Dit verschil is enerzijds te verklaren door nominale wijzigingen zoals de opgenomen subsidie voor de laad- en loskade en de bijdrage aan de verbetering van de ontsluiting van Medel via de Kellenseweg. Anderzijds is dit te verklaren door faseringsvoordelen in verband met het overhevelen van de kavels O8 – O29 waardoor de inkomsten eerder binnen zijn dan in 2012 geraamd. Hierdoor ontstaan rentevoordelen. Ook ontstaat een voordeel door de verlaging van de rente met 0,8% en de verlaging van de kostenstijging van 1,5% naar 0%. Zie ook pagina 20 en bijlage IV “Verschillenanalyse” uit de GREX 2013 voor een verdere specificatie.
Ter bepaling van de benodigde financieringsbehoefte, is de opbouw van de boekwaarde ofwel het saldo van uitgaven en inkomsten (kasverloop of cashflow) benodigd. Deze is in de onderstaande grafiek weergegeven.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 25 van 47
GREX 2013 Kasstroom in mln € 15,0
10,0
5,0
0,0
-5,0
-10,0
-15,0
-20,0
-25,0
-30,0 Saldo EW
T.m. 2012 -23,4
2013 -20,5
2014 -6,9
2015 -3,2
2016 1,7
2017 7,0
2018 12,4
Al vanaf 2007 is de negatieve boekwaarde steeds positiever aan het worden maar eind 2012 is de boekwaarde nog steeds negatief (- € 23,4 miljoen). Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, zet deze positieve tendens zich ook na 2012 voort. Opvallend is dat in 2014 de boekwaarde naar verwachting sterk afneemt (lees hogere inkomsten dan kosten). Dit is vooral te wijten aan de overheveling van de kavels O8-O29 naar Medel afronding, geplande grondverkopen, subsidie laad- en loskade en de bijdragen vanuit Medel afronding. Vanaf 2016 is sprake van een positief saldo. Dit is een jaar eerder dan verwacht in de GREX 2012. Dit is te danken aan de hierboven genoemde in 2014 te verwachte bijdragen vanuit Medel afronding.
De risicoparagraaf Uitgangspunt is dat alle risico’s binnen een sluitende grondexploitatie opgevangen kunnen worden. Onderstaand wordt een aantal risico’s beschreven en, zo mogelijk, nader gekwantificeerd. De genoemde bedragen zijn de verwachte effecten op de berekende netto contante waarde in de GREX 2013. Indien het risico zich voordoet (en alle overige gegevens gelijk blijven) zal de netto contante waarde dus met het genoemde bedrag toe- of afnemen. Onderstaand worden eerst de algemene gevoeligheden benoemd en vervolgens de projectspecifieke risico’s waarop risico management wordt toegepast.
Stagneren van gronduitgifte Indien de gronduitgifte na 2013 gemiddeld één jaar later plaatsvindt (en de looptijd wordt verlengd naar 2019), terwijl de geprognosticeerde investeringen wel volgens raming worden gepleegd, bedraagt het risico circa € 0,5 miljoen negatief.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 26 van 47
Wijziging in faseringsschema kosten/opbrengsten Indien alle investeringen en alle opbrengsten na 2012 gemiddeld één jaar later plaatsvinden (en de looptijd wordt verlengd naar 2019), bedraagt dat risico, door het renteverlies dat dan optreedt, circa € 0,3 miljoen negatief.
Grondprijsdaling en grondprijsstijging De grondprijsstijging is 2,5% per jaar. Wanneer de bouwgrond niet tegen de geraamde prijsstijging wordt afgezet maar een prijsstijging van 1,5% in plaats van 2,5% vanaf 2013 tot en met 2018, betekent dit een risico van circa € 0,9 miljoen negatief. Indien de grondprijsstijging naar 0% gaat is dit risico opgelopen naar circa € 2,2 miljoen negatief. Indien de grondprijs vanaf 2013 met 3,5% per jaar zal stijgen (zonder verdere kostenstijgingen) is dit een positief risico (kans) van circa € 0,9 miljoen.
Stijging productiekosten bouwgrond In de huidige GREX is geen rekening gehouden met een prijsstijging. Indien een prijsstijging voor de kosten bouw- en woonrijp wordt gehanteerd van 2013 tot en met 2018 van 1,0%, bedraagt het risico circa € 0,3 miljoen negatief. Bij een prijsstijging van 2% vanaf 2013 (waarmee ook in de haalbaarheidsanalyse voor de Medel afronding wordt gerekend) is het risico circa € 0,5 miljoen negatief.
Wijziging rentestand Een stijging van 0,5% in de gemiddeld te betalen rente (ten opzichte van de gehanteerde rekenrente van 3,0%) betekent een verslechtering van circa € 0,5 miljoen. Een daling van 0,5% wordt niet als reëel geacht omdat op dit moment het gemiddelde percentage aan uitstaande lening arrangementen circa 2,6% bedragen. Een daling van 0,4% is het absolute maximum wat een verbetering zou kunnen betekenen van circa € 0,4. Risico management met projectspecifieke risico’s Naast de hierboven benoemde algemene risico’s en gevoeligheden in de grondexploitatie bestaan er specifieke risico’s die van toepassing zijn op de grondexploitatie. Hiervoor is een inventarisatie gemaakt van de mogelijke risico’s die van toepassing kunnen zijn op de grondexploitatie van bedrijvenpark Medel. De totale risicoparagraaf uit de grondexploitatie is per 1-7-2012 grondig herzien, conform besluit ABvergadering van 28 juni 2012. Er is in dit AB besloten de risicoparagraaf van de GREX nader uit te werken met scenario’s, beheersmaatregelen en de beïnvloedingsmogelijkheden. In deze risicoparagraaf per 1 juli 2012 is verder invulling gegeven aan het begrip “risicomanagement”.
Voor het risicomanagement wordt gebruik gemaakt van de RISMAN-methode. Aan de hand van de RISMAN-methode kan, via de risicoanalyse en beheersmaatregelen, tot een financiële kwantificatie van de netto-risico’s (restrisico’s) gekomen worden. Aan de hand van de Monte-Carlo simulatie wordt vervolgens tot een gewogen risicobedrag gekomen, welke gebruikt kan worden voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit. Het instrument (programma) NARIS wordt gebruikt om de verschillende onderdelen van de methode en de berekeningssystematieken samen te voegen, alle risico’s te bewaken en het geheel op een overzichtelijke manier weer te geven.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 27 van 47
Nieuw ten opzichte van de GREX 2012 is het berekenen van een gewogen risicobedrag en de advisering t.a.v. het benodigde weerstandsvermogen waarmee de beide gemeenten geacht worden voldoende gedekt te zijn voor de financiële risico’s die de grondexploitatie bedrijvenpark Medel met zich meebrengt (zie bijlage “Weerstandsparagraaf” uit de GREX 2013) . De in deze paragraaf genoemde risico’s zijn van toepassing op de GREX 2013 Medel 1. Daarmee beperken de in deze memo benoemde risico’s zich tot het Industrieschap Medel.
Weerstandsparagraaf Door inzicht in de risico's wordt het Industrieschap Medel in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van het Industrieschap Medel te kunnen verkrijgen is er een risico-inventarisatie uitgevoerd. Zo kan op basis van de geïnventariseerde risico’s het benodigde weerstandsvermogen worden berekend, het belangrijkste onderdeel van de weerstandsparagraaf.
Deze is opgesteld voor het Industrieschap Medel en is gebaseerd op methodiek voor het opstellen van de weerstandsparagraaf van de Gemeente Tiel. In deze weerstandsparagraaf wordt gebruik gemaakt van het systeem NARIS. In bijlage VI “Weerstandsparagraaf” van de GREX 2013 is het resultaat opgenomen. Voor de input van deze berekening voor de weerstandsparagraaf zijn de risico’s gebruikt zoals in bijlage V (risico inventarisatie) van de GREX 2013 opgenomen. De risico’s Er zijn diverse risico’s aan te geven die zich kunnen voordoen. Hiervoor is een tabel (zie bijlage V) opgesteld met daarin de risico’s en scenario’s met daarbij per risico opgenomen: -
de bedragen;
-
ingeschatte kans (percentage) op de genoemde risico’s;
-
en de beheersmaatregelen.
Hieronder worden deze risico’s uit de tabel nader omschreven. Tussen een aantal risico’s/scenario’s bestaat een relatie.
De markt blijft langdurig slecht In deze variant zal de looptijd met 3 jaar doorlopen, de bijdragen vanuit Medel II later plaatsvinden, de grondprijzen stijgen niet meer en de planontwikkelings- en beheerskosten nemen hierdoor toe.
Looptijd neemt toe met 3 jaar In dit risico wordt uitgegaan van een looptijdverlenging tot en met 2021. Verder blijven de overige omstandigheden en uitgangspunten gelijk (ceterus paribus). De planontwikkelingskosten zullen wel
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 28 van 47
toenemen (er is wel 3 jaar een organisatievorm nodig) maar de grondprijzen blijven volgens hetzelfde ritme stijgen.
Grondprijs stijgt niet meer De grondprijs stijgt niet meer maar de looptijd blijft gelijk.
Verkoop kleine kavels blijft langer stagneren In totaal zal de uitgifte van 1,6 hectare 2 jaar later plaatsvinden. Het gevolg hiervan is nihil omdat het rentepercentage laag is en er nog wel rekening wordt gehouden met een prijsstijging.
Planschade Er is een klein risico op eventuele planschadeclaims (let op, het gaat dus alleen om Medel I).
Niet terugvorderbare BTW Indien het fiscale eindresultaat (de resultante van alle omzetbelaste opbrengsten minus kosten) om welke redenen dan ook negatief uit zal vallen. Of dat bij het afsluiten van de GREX horende overdracht van gronden naar de gemeente, kan een naheffing van de belastingdienst (wegens ten onrechte teruggevorderde omzetbelasting) tot de mogelijkheden gaan behoren. De financiële omvang van dat risico is moeilijk in te schatten. Gelet op de tot op heden ontvangen (onbelaste) subsidies, betekent dit in de praktijk dat er naar gestreefd moet worden om op een positief saldo van circa € 3,5 miljoen uit te komen. Er wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de status van dit risico. Dit wordt uitgevoerd door de BTW specialist van de huisaccountant (Ernst&Young).
De renteparameter (kans/positief risico) Gezien de hoogte van de rekenrente in de huidige GREX van 3,0%, de looptijd van de GREX, het dit jaar aflopen van de huidige arrangementen en de lage werkelijke rentepercentages is de parameter rente een klein risico en mogelijk ook een kleine kans. Op dit moment zijn de negatieve boekwaarden van het Industrieschap Medel voor gemiddeld 2,6% rente (fixed rate) gefinancierd voor een periode van 10 jaar (t.m. juni 2022). Uitgaande van een looptijd van deze arrangementen (10 jaar) is het risico op renteverliezen door te laag ingeschatte rekenrente klein (er is immers ook sprake van een gestage afnamen van de boekwaarde).
Prijzen civiel technische werken dalen (kans/positief risico) Door de (aanhoudende) druk op de civieltechnische markt zullen aanbestedingen voordelig uitvallen.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 29 van 47
Afwikkeling verkeer naar de A15 via afrit 33 en 34 (kans/positief risico) Indien het verkeer via twee afritten kan worden afgewikkeld naar de A15 kan dit een besparing opleveren. Op basis van onderzoeken van een aantal verkeerskundige bureau’s is een begroting gemaakt voor de noodzakelijke aanpassingen aan afslag 34 op de A15. Het begrote bedrag van € 4,0 miljoen hiervoor kan naar rato van oppervlak verdeeld worden over Medel I en de mogelijke Medel afronding 2, respectievelijk 65% en 35%. In voorliggende GREX is daarom een bijdrage geprognosticeerd van € 2,6 miljoen.
Indien uit nader onderzoek blijkt dat door een eventuele kleinere uitbreiding van Medel de verwachte verkeersstromen afwijken van het eerste plan, zal dit naar verwachting een positief effect hebben op de totale investering van de aanpassing van afslag 34 en aldus een positief effect hebben op de bijdrage vanuit de GREX Medel I.
Tijdens het opstellen van de voorliggende GREX is door de gemeente Tiel een onderzoek gestart naar een alternatieve verkeersafwikkeling van het verkeer vanuit Medel. Dit onderzoek gaat uit van een verkeersafwikkeling waarbij de verkeersstromen worden verdeeld tussen afslag 34 (Echteld) en afslag 33 (Tiel Centrum). Voor de gemeente Tiel is het wenselijk dat deze plannen op korte termijn verder worden uitgewerkt. De extra afwikkeling van het verkeer van Medel naar afslag 33 via het bedrijventerrein Kellen is mede veroorzaakt doordat het verkeer vrijelijk tussen Kellen en Medel kan rijden.
Resumé weerstandsparagraaf Uit de weerstandsparagraaf, die als bijlage VI bij de GREX 2013, is opgenomen blijkt dat het totaalpakket aan risico’s € 3.770.000 bedraagt. Omdat de risico’s zich niet allen tegelijk en niet allen in hun maximale omvang zullen manifesteren is een risico simulatie uitgevoerd. Uit deze simulatie blijkt dat 90% zeker is dat alle risico’s afgedekt kunnen worden met een bedrag van € 1.627.037. Omdat de beschikbare weerstandscapaciteit, zijnde het saldo van de GREX (€ 10.357.000) plus de bestemmingsreserves van de fondsen (€ 2.165.000), hoger is dan het benodigde bedrag om de risico’s op te vangen, is er een overschot op de weerstandscapaciteit voor Medel 1.
Hierbij dient nadrukkelijk in ogenschouw te worden genomen dat dit overschot op de weerstandscapaciteit voor Medel 1 binnen het Industrieschap Medel benodigd is om het tekort af te dekken dat ontstaat op de weerstandscapaciteit bij de afronding van Medel.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 30 van 47
Paragraaf E Verbonden partijen Inleiding Normaliter wordt in deze paragraaf ingegaan op het belang dat een organisatie heeft in andere organisaties. Daarbij zou ingegaan moeten worden op de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting. Voor het Industrieschap Medel geldt eigenlijk het omgekeerde. Het Industrieschap is immers een samenwerkingsverband van de gemeenten Tiel en Neder-Betuwe die beiden dus een belang in het Industrieschap hebben. In deze paragraaf zal primair ingegaan worden op de relatie van het Industrieschap met die twee gemeenten.
De deelnemende gemeenten Zoals in de algemene beschouwingen al is aangegeven is het Industrieschap Medel een gemeenschappelijk regeling tussen de gemeenten Neder-Betuwe en Tiel. Dit samenwerkingsverband heeft als doel de ontwikkeling van het bedrijventerrein Medel. Beide gemeenten nemen daarbij ieder voor de helft deel in deze regeling. Bij liquidatie van het Industrieschap Medel zal het liquidatiesaldo voor vijftig procent ten bate of ten laste van de gemeente Tiel komen en voor vijftig procent ten bate of ten laste van de gemeente NederBetuwe.
Gemaakte afspraken doorbelasting ambtelijke ondersteuning In 2004 zijn afspraken gemaakt tussen de adviseurs van de deelnemende gemeenten en de projectdirectie aangaande de doorbelasting van gemaakte uren door de deelnemende gemeenten. Daaruit is naar voren gekomen dat met ingang van 2005 de uren van het ambtelijke apparaat van beide gemeenten alleen op basis van geschreven uren doorbelast kunnen worden, indien daar ook een aanwijsbare prestatie tegenover staat en deze uren niet uitgevoerd zijn vanuit de publiekrechtelijke taak.
Beleid inzake het aangaan van banden met andere partijen Gelet op het doel van het Industrieschap Medel is het beleid erop gericht dat het Industrieschap Medel geen banden aangaat met andere (externe) partijen. Indien zich een situatie zou voordoen dat het gewenst is dat het Industrieschap Medel toch een band aangaat met, dan wel een belang neemt of verkrijgt in een andere partij, dan zal dit voorgelegd moeten worden aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur beslist dan of dat gewenst is. Indien het algemeen bestuur van mening is dat dit gewenst is, dan zal het algemeen bestuur daarvoor toestemming vragen aan de gemeenteraden van de beide deelnemende gemeenten. Indien die toestemming wordt verkregen kan het algemeen bestuur besluiten tot het aangaan van een dergelijke band.
Momenteel heeft het Industrieschap Medel als openbaar lichaam geen band met een andere partij, anders dan met de deelnemende gemeenten.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 31 van 47
Paragraaf F Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Gelet op de BBV-voorschriften dient in deze paragraaf het volgende te worden aangegeven met betrekking tot het onderhoud van de kapitaalgoederen; het beleidskader, de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Daarbij gaat het om de volgende kapitaalgoederen; wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Bij het Industrieschap Medel is geen sprake van een langdurig onderhoud van kapitaalgoederen, zoals dat wel van toepassing is bij een gemeente of provincie. Daarom is ervoor gekozen om in deze paragraaf slechts kort in te gaan op de hoofdlijnen van dat beleid betreffende het onderhoud van de kapitaalgoederen en de financiële consequenties daarvan.
Beleid met betrekking tot onderhoud kapitaalgoederen Het Industrieschap Medel realiseert het Bedrijvenpark Medel. Dit houdt onder meer in dat het Industrieschap verantwoordelijk is voor de voorbereiding en realisatie van wegen, rioleringen, waterpartijen, groengebieden en nutsvoorzieningen. Tevens heeft het Industrieschap voor deze realisatie gebouwen in eigendom verkregen die op termijn kunnen worden doorverkocht aan potentiële kandidaten. Eén gebouw is gedurende het project aangewend als huisvesting voor het projectbureau. Op enig moment na de realisatie (woonrijp gemaakte fase) zal het Industrieschap Medel de openbare ruimte in eigendom, beheer en onderhoud moeten overdragen aan verschillende eigenaren en beheerders. Te denken valt aan de (grondgebied)gemeente Tiel en het Waterschap Rivierenland. Het moment van overdracht zal moeten plaatsvinden nadat de aannemer de zaak middels een “proces verbaal van opneming” inclusief de onderhoudstermijn aan het Industrieschap Medel heeft overgedragen.
Financiële consequenties In de grondexploitatie en de jaarlijkse begroting zijn voor het onderhoud tot aan het overdrachtsmoment middelen gereserveerd die aangewend kunnen worden voor groenonderhoud en calamiteiten. Constructiefouten worden voor rekening van en door de aannemer hersteld. De onderhoudskosten van de gebouwen worden toegerekend aan de betreffende panden en bij latere verkoop worden deze gemaakte kosten verdisconteerd in de verkoopprijs. Omdat de kapitaalgoederen (de openbare ruimte) relatief kort in beheer en onderhoud zijn bij het Industrieschap zijn de financiële consequenties laag en te overzien. Het gaat namelijk om nieuwe constructies die niet of nauwelijks onderhoud vergen in de komende jaren.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Balans 2012 Toelichting op de balans
Industrieschap Medel
Pagina 32 van 47
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 33 van 47
Activa Omschrijving
31 december 2012 EUR
EUR
31 december 2011 EUR
EUR
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Investeringen
95 261
TOTAAL VASTE ACTIVA
97 240
95 261
97 240
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden: Onderhanden Werk: Bouwgronden in exploitatie Niet in exploitatie genomen bouwgronden buiten medel
22 234 364
25 584 598
5 824 533
4 393 035 28 058 897
29 977 632
Vorderingen: Debiteuren
244 069
153 127
Belastingen
64 725
183 677
1 006 127
740 469
Overige vorderingen
1 314 921
Liquide middelen
103
1 072 273
1174
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
29 373 922
31 056 079
TOTAAL GENERAAL ACTIVA
29 469 183
31 153 319
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 34 van 47
Passiva Omschrijving
31 december 2012 EUR
EUR
31 december 2011 EUR
EUR
VASTE PASSIVA Eigen vermogen: Overige bestemmingsreserves
2 165 072
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
2 580 072 2 165 072
2 580 072
Vreemd vermogen: Vaste geldleningen
19 000 000
7 000 000
TOTAAL VREEMD VERMOGEN
19 000 000
7 000 000
TOTAAL VASTE PASSIVA
21 165 072
9 580 072
VLOTTENDE PASSIVA Vlottende geldleningen Liquide middelen
6 500 000
18 500 000
147 287
12 843 6 647 287
18 512 843
Overige vlottende schulden: Crediteuren
365 268
747 926
Belastingen
8 513
49 095
1 283 043
2 263 382
Overige schulden
Totaal vlottende passiva
TOTAAL GENERAAL PASSIVA
1 656 825
3 060 403
8 304 112
21 573 246
29 469 183
31 153 319
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 35 van 47
Toelichting op de balans Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen Deze jaarrekening voor publicatiedoeleinden is opgesteld in overeenstemming met de voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten en luidt in euro’s. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld.
Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering van activa en passiva zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. Er is uitgegaan van het realiteitsbeginsel. Dit houdt in dat de restantverplichtingen niet in de balans worden opgenomen, maar worden verwerkt in de balans als de kosten worden gemaakt. De nog openstaande opdrachten, uit 2012 en voorgaande jaren, worden (net als in de voorgaande jaren) in de jaarrekening gemeld als “Niet uit de balans blijkende verplichtingen”.
Onderhanden werk De voorraad onderhanden werk is gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en betreft alle tot en met balansdatum gemaakte kosten en inkomsten. De verantwoorde uitgaven en inkomsten betreffen zowel alle directe als indirecte kosten/inkomsten en betaalde/ontvangen rente. Deze post wordt als één project gezien waarbij verwacht wordt dat tussentijdse afrekening niet zal plaatsvinden. Bij de bepaling van het onderhanden werk is in 2004 al rekening gehouden met de opbrengst van gronden met een uitgestelde levering en betaling (aan een zelfrealisator). Deze verkoop, met uitgestelde opbrengst, verlaagt immers de voorraad onderhanden werk, aangezien van deze gronden het economische risico is overgedragen naar de zelfrealisator (de koper). Dat de gronden nog niet betaald zijn blijkt uit de post “Overige vorderingen”.
Vorderingen en overlopende activa De vorderingen en overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Bestemmingsreserves Het Industrieschap Medel heeft drie bestemmingsreserves. Eén bestemmingsreserve is gevormd met als doel het kunnen opvangen van regionale- en bovenregionale bedrijven die een specifieke toegevoegde waarde voor de (regio van de) twee deelnemende gemeenten hebben. De andere twee bestemmingsreserves zijn fondsen die gevormd zijn voor uit de gemeenschappelijke regeling voortvloeiende contractuele verplichtingen inzake bovenwijkse voorzieningen en grote werken. Gelet op de BBV-voorschriften worden alle drie de bestemmingsreserves gepresenteerd als “overige bestemmingsreserves”. De bestemming van de fondsen is in principe bepaald, maar het algemeen bestuur kan deze reserves nog een andere bestemming geven, indien dat nodig wordt geacht. Het bestuur heeft besloten de dotatie in 2012 achterwege te laten. De daadwerkelijke toevoegingen aan en de onttrekkingen uit de reserves wordt bepaald door het algemeen bestuur, bij vaststelling van de jaarrekening.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 36 van 47
Overige posten Alle overige posten in de balans zijn gewaardeerd tegen nominale waarde en ingeval van materiële activa tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen De restant verplichtingen voortkomend uit de gegeven opdrachten in 2002 tot en met 2012 worden niet in de balans opgenomen, maar worden voor zover deze worden gerealiseerd in 2012 (of in enig ander jaar) in dat boekjaar als kosten beschouwd (realiteitsbeginsel).
Grondslagen voor bepaling van het resultaat Het resultaat wordt (sinds 2004) bepaald als zijnde het verschil tussen de som van de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de mutatie onderhanden werk en de som van alle kosten en andere lasten over het jaar inclusief de mutaties in de voorzieningen. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd, verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn.
Het resultaat wordt als volgt berekend en gepresenteerd: +
baten
+
mutatie onderhanden werk
-
lasten
=
operationeel resultaat
+
financiële baten/lasten (inclusief mutaties in de voorzieningen)
=
resultaat voor resultaatsbestemming
-
voorgestelde resultaatsbestemming
=
resultaat na resultaatsbestemming
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 37 van 47
Toelichting op de onderscheiden posten van de balans
Vaste Activa: Materiële vaste activa (investeringen met economisch nut): De primaire investeringen hebben eind 2002 plaatsgevonden en hebben betrekking op de huisvesting van het projectbureau, zijnde Medelshof, welke het projectbureau per 1 februari 2003 heeft betrokken. In het boekjaar 2002 heeft geen afschrijving plaatsgevonden. Vanaf 2005 zijn geen investeringen meer gepleegd met betrekking tot verbouwing van Medelshof. Activering van kosten (verkrijgings- of vervaardigingsprijs zijnde inkoopprijs en bijkomende kosten) voor materiële activa geschiedt indien een investering meer dan € 500 bedraagt en de investering voor meerdere jaren te gebruiken is. Afschrijving vindt plaats in eerste jaar na aanschaf, in gelijke (afgeronde) termijnen met afschrijvingstermijnen van respectievelijk 3, 5 en 30 jaar, tot restwaarde nihil.
Materiële vaste activa
31 december
31 december
2012
2011
Inventaris
10 944
8 751
Verbouwing
84 317
88 489
Totale materiële vaste activa
95 261
97 240
Specificatie materiële vaste activa
Boekwaarde
Investeringen
31/12/2011 Hardware (afschr. 3/5 jaar)
Afschrijvingen
2012
Boekwaarde
2012
31/12/2012
4 720
6 468
2 193
8 995
0
0
0
0
Inventaris (afschr. 5 jaar)
4 031
6 468
2 082
1 949
Totaal Inventaris
8 751
0
4 275
10 944
Verbouwing (afschr. 30 jaar)
88 489
0
4 172
84 317
Totaal materiële vaste activa
97 240
6 468
8 447
95 261
Software (afschr. 3/5 jaar)
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 38 van 47
Vlottende activa:
Voorraden Onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie) De voorraad onderhanden werk geeft het saldo weer van de tot en met 31 december 2012 gemaakte kosten en ontvangen inkomsten. In de boekwaarde onderhanden werk zijn de kosten en opbrengsten opgenomen voor zover zij gerealiseerd zijn.
De mutatie (exclusief de niet in exploitatie genomen gronden) in de voorraad onderhanden werk bedroeg in 2012 in totaal € 3.350.234, zijnde het verschil tussen de boekwaarde op 31 december 2012 en 31 december 2011. De voorraad onderhanden werk is in 2012 afgenomen. Onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie) 31 december 2012 Verwervingen (aanschaf gronden en panden en advieskosten) 51 167 416
31 december 2011 51 146 753
Plankosten
15 396 826
14 855 743
Kosten civiele techniek (aanleg van het terrein)
36 927 676
35 681 066
Rente
12 273 211
11 806 327
68 799
68 799
3 788 498
3 771 518
89 811 067
84 202 572
22 234 364
25 584 598
Niet verrekenbare BTW Subsidies Grondopbrengsten en overige ontvangsten
De gemaakte kosten en gerealiseerde opbrengsten worden in de exploitatie begroting van het plangebied verwerkt en zullen mede aanleiding zijn om een herziene exploitatiebegroting op te stellen. Ook in dit jaar zijn alle aan het project bestede kosten minus opbrengsten geactiveerd. Zie de paragraaf Grondbeleid voor een overzicht van de nog te verwachten kosten en opbrengsten en voor het verwachte eindresultaat.
Verwervingen (aanschaf gronden en panden) De post verwervingen bevat de kosten van verwervingen van gronden en panden en onteigeningen, alsmede de direct daaraan verwante kosten gedaan in het kader van die verwervingen en onteigeningen (zoals notaris en kadaster kosten).
Specificatie van de verwervingen (gronden en panden) in 2012: Euro Boekwaarde verwervingen op 31/12/2011 Kosten n.a.v. verwervingen (begeleidingskosten, etc.) Overige kosten (notariskosten, etc.)
51.146.753 7.826 12.838 _________
Totale verwervingskosten in 2012 Boekwaarde verwervingen (gronden en panden) op 31/12/2012
20.664 51.167.417
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 39 van 47
Plankosten (VTU) De plankosten (VTU-kosten) over het jaar 2012 zijn als volgt opgebouwd: Euro Boekwaarde exploitatiekosten op 31/12/2011
14 855 743
Personeelskosten
391 253
Externe advieskosten
110 448
Huisvestingskosten
61 086
Kantoorkosten
58 653
Afschrijvingen
8 447
Herrubricering parkmanagement
(88 803) _________
Totaal plankosten (VTU-kosten) in 2012
541 085
Boekwaarde plankosten op 31/12/2012
15 396 828
Kosten civiele techniek (aanleg van het terrein) Onder de kosten civiele techniek vallen alle kosten met betrekking tot de aanleg (en onderhoud) van het terrein. Het betreft voornamelijk de kosten met betrekking tot het bouw- en woonrijpmaken, de nutsvoorzieningen, kosten die verband houden met archeologie en (miv 2005) de kosten voor milieu (onderzoek en saneringskosten). Bij de specificatie op de volgende pagina zijn alleen de werkelijk uitgegeven kosten opgenomen. Specificatie van de kosten civiele techniek in 2012:
Euro Boekwaarde kosten civiele techniek op 31/12/2011
35.681.064
Bouwrijpmaken fase 1 t/m 6
0
Woonrijpmaken fase 1 t/m 6
153.507
Bouwrijpmaken W1 t/m W4
211.678
Woonrijpmaken W1 t/m W4
404.513
Nutsvoorzieningen
622.889
Diversen (o.a. planschadekosten, onderhoud en CAR-verzekering)
22.567
Archeologie
0
Milieukosten
14.901
Her rubricering parkmanagement
(183.445) _________
Totale kosten civiele techniek in 2012 Boekwaarde kosten civiele techniek op 31/12/2012
1.246.611 36.927.675
Niet verrekenbare BTW De post niet verrekenbare BTW heeft betrekking op de jaren 1995 t/m 2001. Bij nader onderzoek bleek dat sommige posten voor de BTW wel terugvorderbaar waren. In 2003 is met de fiscus onderhandeld en een schikking getroffen, waardoor in 2003 € 28.280 aan BTW is teruggevorderd en verkregen. Het totaal aan niet
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 40 van 47
verrekenbare BTW bedraagt sindsdien nog € 68.799. Deze post heeft in 2012 verder geen mutaties ondergaan en behoeft daardoor geen nadere toelichting.
Subsidies De subsidies binnen de voorraad “Onderhanden werk”, zijn als volgt opgebouwd: Euro Boekwaarde subsidies op 31/12/2011 Subsidies 2012
3.771.518 16.980
Boekwaarde subsidies op 31/12/2012
3.788.498
Grondopbrengsten en overige ontvangsten De grondopbrengsten en overige ontvangsten binnen de voorraad “Onderhanden werk”, zijn als volgt opgebouwd: Euro Boekwaarde grondopbrengsten en overige ontvangsten op 31/12/2011
84 202 572
Grondverkopen in 2012 54.164 m2
6 012 875
Ontvangen en afgedragen instapbijdragen parkmanagement:
(168 992)
Vrijgevallen optievergoedingen in verband met beëindigen optieovereenkomst Overige ontvangsten in 2012 (huur en reclamemast) Her rubricering parkmanagement
2
0 36 859 (272 247) ________
Totaal grondopbrengsten en overige ontvangsten in 2012
5 608 495
Boekwaarde grondopbrengsten en overige ontvangsten op 31/12/2012
89 811 067
Niet in exploitatie genomen bouwgronden Dit bedraagt de waarde van de voorraad gronden die buiten het huidige exploitatiegebied van Bedrijvenpark ‘Medel 1’ liggen. In 2012 zijn twee percelen aangekocht. Net als in voorgaande jaren zijn in 2012 de rentekosten (voor de financiering van deze voorraad) aan deze voorraad toegerekend. Hierdoor vertoont de voorraad van de niet in exploitatie genomen gronden de volgende mutaties: Euro Boekwaarde niet in exploitatie genomen bouwgronden op 31/12/2011 Verwervingen tbv Medel afronding Rentetoerekening 2012 Kosten niet in exploitatie genomen grond (beheer en onderhoud)
4 393 035 1 215 000 95 809 120 689 ________
Totaal mutatie voorraad niet in exploitatie genomen bouwgronden in 2012 Boekwaarde niet in exploitatie genomen bouwgronden op 31/12/2012
2
1 431 498 5 824 533
In 2004 is parkmanagement ingevoerd. Voor de bedrijven die toen al gevestigd waren op Medel is door het Industrieschap een bijdrage betaald. Deze bijdrage is op verkeerde posten geboekt en in 2012 zijn de verkeerde boekingen hersteld.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 41 van 47
De mutatie onderhanden werk in niet in exploitatie genomen gronden bedraagt € 1 431 498. Dit betreft de verwerving van twee percelen, de doorbelasting van de rentelast die met de aanschaf van deze gronden gemoeid is en gemaakte kosten. 2
De gemiddelde boekwaarde van de niet in exploitatie genomen gronden bedraagt circa € 16,30 per m .
Vorderingen Vorderingen
31 december
31 december
2012
2011
Debiteuren
244 069
153 127
Belastingen
64 725
73 878
450 235
184 577
80 495
80 495
475 397
475 397
1 006 127
740 469
Overige vorderingen: Nog te ontvangen bedragen vooruit/betaalde bedragen Voorfinanciering hekwerken en bomen Zelf realisator
De post debiteuren betreft nog te ontvangen bedragen voor opbrengsten welke betrekking hebben op 2012, waarvan de ontvangst in 2012 is verkregen, dan wel zal worden verkregen. Dit zijn hoofdzakelijk vorderingen op gemeente Tiel inzake beheer en onderhoud 2009 en 2010. Op balansdatum 31 december 2012 was er een te verrekenen post op de belastingdienst van € 64 725. Het saldo heeft voornamelijk betrekking op nog te ontvangen teruggaaf omzetbelasting over de maanden november en december 2012 en suppleties over zowel boekjaren 2011 als 2012.
De post overige vorderingen bestaat uit: a. De post nog te ontvangen/vooruitbetaalde bedragen bestaat uit kosten die gemaakt zijn tbv activa buiten Medel I Indien Medel afronding doorgaat dient dit bedrag daarmee verrekend te worden. Daarnaast zijn in boekjaar 2012 vorderingen opgenomen op de gemeente Tiel inzake doorbelasting Beheer en Onderhoud 2011 en 2012. b. De post voorfinanciering hekwerken en bomen. Deze post betreft de voorfinanciering door het Industrieschap Medel van te leveren en te plaatsen hekwerken en bomen op de mandelige grenzen. Het Industrieschap zal deze kosten t.z.t. terugvorderen van de bedrijven die zich op de betreffende aangrenzende kavels zullen vestigen. c. De post zelfrealisator. Deze post heeft te maken met het contract uit 2003 met de zelfrealisator. In dat contract zijn afspraken gemaakt over het aan- en verkopen van gronden en de prijs daarvan, voor gronden die deze zelfrealisator zelf zal verkopen. Het betreft een verkoop van grond (3 percelen) door Medel aan de zelfrealisator, met een uitgestelde levering en betaling, waardoor het economische risico is overgedragen naar de kopende partij. Hierdoor ontstaat er enerzijds een vordering (2 percelen reeds overgedragen) van Medel op de zelf realisator, wegens de “verkoop” van de grond en anderzijds een uitgestelde opbrengst voor Medel wegens het nog niet transporteren van die gronden. Het hier opgenomen bedrag betreft de resterende vordering op de zelfrealisator.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 42 van 47
Liquide middelen Liquide middelen
31 december
31 december
2012
2011
Bank- en girosaldi
85
1 155
Kas
18
18
103
1 174
Deposito BNG
Het weergegeven bank- en girosaldo betreft het saldo op de girorekening van Medel op 31/12/2012. De kas wordt weinig gebruikt. Op 31/12/2012 zat er €18 in kas.
Vaste Passiva Eigen vermogen Overige bestemmingsreserves
Reserve Grote werken Reserve Bovenwijkse voorzieningen Reserve Regionale ontwikkeling
totaal
Stand per
Toevoegingen
Onttrekkingen
Stand per
1/1/2012
2012
2012
31/12/2012
Voorgestelde
Voorgestelde
Na
dotaties
onttrekkingen
bestemming
411 581
0
0
411 581
1 500 508
0
415 000
1 085 508
667 983
0
0
667 983
2 580 072
0
415 000
2 165 072
Toelichting op de bestemmingsreserve Grote Werken: Euro Stand reserve Grote Werken op 1 januari 2012
411 581
Dotaties
0
Onttrekkingen
0 ________
Stand reserve Grote Werken na voorgestelde resultaatsbestemming
411 581
De bestemmingsreserve Grote werken is ingesteld voor het kunnen bijdragen in de kosten van verplaatsingen van grote bedrijven, uit de deelnemende gemeenten, naar bedrijvenpark Medel. De eventueel te verstrekken bijdrage aan dergelijke bedrijven zal echter wel dienen te voldoen aan de vigerende nationale en Europese regelgeving. Het fonds werd in de voorgaande jaren gevoed met € 0,84 per m uitgegeven terrein.
2
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 43 van 47
Toelichting op de bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen: Euro Stand reserve bovenwijkse voorzieningen op 1 januari 2012
1 500 508
Dotaties
0
Onttrekkingen
415 000 ________
Stand reserve bovenwijkse voorzieningen na voorgestelde resultaatsbestemming
1 085 508
De bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen is ingesteld voor het kunnen bijdragen in de kosten van de deelnemende gemeenten voor (infrastructurele) voorzieningen waar bedrijventerrein Medel bij betrokken 2
is. Het fonds werd in de voorgaande jaren gevoed met € 3,40 per m uitgegeven terrein. Toelichting op de bestemmingsreserve Regionale ontwikkeling: Euro Stand reserve Regionale ontwikkeling op 1 januari 2012
667 983
Dotaties
0
Onttrekkingen
0 ________
Stand reserve Regionale ontwikkeling na voorgestelde resultaatsbestemming
667 983
Het algemeen bestuur heeft in 2004 besloten deze bestemmingsreserve (Regionale ontwikkeling) in 2005 te vormen, met als doel het kunnen opvangen van regionale- en bovenregionale bedrijven die een specifieke toegevoegde waarde voor de (regio van de) twee deelnemende gemeenten hebben. De eventueel te verstrekken bijdrage aan dergelijke bedrijven zal echter wel dienen te voldoen aan de vigerende nationale en Europese regelgeving. Het fonds werd in de voorgaande jaren gevoed aan de hand van het aantal vierkante meters verkochte grond in dit betreffende jaar.
Vreemd vermogen: Vaste schulden
31/12/2011
Opgenomen
Aflossingen
31/12/2012
leningen
Fixed rate lening
7 000 000
19 000 000
7 000 000
19 000 000
Totaal vaste schulden
7 000 000
19 000 000
7 000 000
19 000 000
In 2012 € 541 358 aan rentelasten vaste schulden verantwoord. Zie voor een algemene toelichting tevens de paragraaf Financiering. In 2012 zijn vier leningen aangetrokken van in totaal € 19 000 000.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 44 van 47
Vlottende Passiva: Vlottende schulden Vlottende (kortlopende) geldleningen
31 december
31 december
2012
2011
6 500 000
18 500 000
147 287
12 843
6 647 287
18 512 843
31 december
31 december
2012
2011
Crediteuren
365 268
747 926
Belastingen
8 513
49 095
261 697
203 716
1 021 346
2 059 626
1 656 824
3 060 403
Vlottende (kortlopende) geldleningen: Kasgeldleningen Liquide middelen (bank- en girosaldi)
Overige kortlopende schulden
Overige schulden: Transitoria credit Vooruitontvangen optievergoedingen
De post crediteuren betreft de nog te betalen facturen voor kosten welke betrekking hebben op 2012, waarvan de betaling nog dient plaats te vinden.
De post belastingen betreft de schuld aan de belastingdienst inzake loonheffing december 2012. De post transitoria credit bestaat uit transitoria credit en vooruitontvangen optiegelden. De post ‘transitoria credit’ heeft betrekking op nog te betalen bedragen, waaronder te betalen rentekosten en te betalen salariskosten aan de deelnemende gemeenten. De post ‘vooruitontvangen optievergoedingen’ betreft de tot en met de balansdatum gefactureerde optievergoedingen, welke bij definitieve grondafname weer verrekend worden met de koper. Indien een klant, na een periode van onderhandelingen, vrij zeker is dat hij een stuk bedrijfsgrond op Bedrijvenpark Medel wenst te kopen, zal in afwachting tot het verkrijgen van de benodigde vergunningen de grond gereserveerd kunnen worden. Voor deze reservering van de grond brengt Medel een maandelijkse optievergoeding in rekening. Op het moment dat de klant de grond definitief afneemt, worden de tot dan betaalde optievergoedingen in mindering gebracht op de koopsom. De gefactureerde optievergoedingen zijn daardoor aan te merken als vooruitontvangen bedragen. Pas als zeker is dat de verkoop definitief niet doorgaat, worden de betaalde optievergoedingen als “ontvangst” geboekt. Deze post geeft een indicatie van de waarde van de totaal in optie gegeven gronden. Op balansdatum 31/12/2012 was in totaal circa 4,5 hectare aan gronden in optie uitgegeven, tegen een verkoopwaarde van circa € 6,1miljoen euro.
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 45 van 47
Specificatie van de “Niet uit de balans blijkende verplichtingen” De niet uit de balans blijkende verplichtingen bestaan uit lopende opdrachten die nog niet voltooid zijn. De opdrachten zijn verstrekt maar de kosten worden gemaakt in 2013 (of later).
Restantverplichtingen uit lopende opdrachten
EUR
2012 Bouw- en woonrijpmaken Nutsvoorzieningen Diversen (onderhoud, onvoorzien, beheer) Exploitatiekosten (VTU) Niet uit de balans blijkende verplichtingen uit 2012 Totaal van de “Niet uit de balans blijkende verplichtingen” (2002-2012)
680 000 60 000 147 000 66 000 953 000
Jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Restantverplichtingen uit lopende opdrachten
Pagina 46 van 47
EUR
2012 Bouw- en woonrijpmaken Nutsvoorzieningen Diversen (onderhoud, onvoorzien, beheer) Exploitatiekosten (VTU) Niet uit de balans blijkende verplichtingen uit 2012 Totaal van de “Niet uit de balans blijkende verplichtingen” (2002-2012)
680 000 60 000 147 000 66 000 953 000
jaarstukken 2012 van Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 47 van 47
Accountantsverklaring 2012
Industrieschap Medel
De accountantsverklaring wordt afgegeven nadat het algemeen bestuur akkoord is met de jaarrekening. De nu voorliggende jaarrekening zal leiden tot een goedkeurende accountantsverklaring.
CONCEPT
Programmabegroting 2014 Industrieschap Medel 25 april 2013
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 2 van 34
Inhoudsopgave 1
Algemene beschouwingen ............................................................................................. 3 1.1 1.2 1.3
2
Inleiding ......................................................................................................................................3 Dagelijks en algemeen bestuur van het Industrieschap in 2013................................................4 Het jaar 2014 in vogelvlucht .......................................................................................................4
Programmabegroting 2014 ............................................................................................. 5 2.1 2.2 2.3
Wat willen we bereiken? .............................................................................................................5 Wat gaan we daarvoor doen in 2014? .......................................................................................5 Wat zal het gaan kosten? ...........................................................................................................7
Paragrafen 2014 .................................................................................................................... 11 Paragraaf A Weerstandsvermogen ...................................................................................................... 12 Paragraaf B Financiering ...................................................................................................................... 16 Paragraaf C Bedrijfsvoering ................................................................................................................. 18 Paragraaf D Grondbeleid ..................................................................................................................... 20 Paragraaf E Verbonden partijen ........................................................................................................... 27 Paragraaf F Onderhoud van kapitaalgoederen .................................................................................... 28
Financiële positie 2014 ......................................................................................................... 29 De financiële positie en toelichting conform BBV ................................................................................. 30 De financiële positie en toelichting voor Industrieschap Medel ........................................................... 30 Raming van baten en lasten Industrieschap Medel: 2014-2018 .......................................................... 31 Financiering van Industrieschap Medel: 2014 - 2018 .......................................................................... 32 De stand en het verloop van de reserves in 2014 ................................................................................ 32 De stand en het verloop van de voorzieningen in 2014 ....................................................................... 33 Toelichting op de financiële positie ...................................................................................................... 33
Programmabegroting Industrieschap Medel
1 1.1
concept tbv raden en AB leden
Pagina 3 van 34
Algemene beschouwingen Inleiding
Het Industrieschap Medel is een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Tiel en NederBetuwe. Dit samenwerkingsverband heeft als doel de ontwikkeling van het Bedrijvenpark Medel. Dit bedrijventerrein heeft zowel een lokaal, regionaal als boven regionaal karakter en is gelegen in de gemeente Tiel ter hoogte van de snelweg A 15 (ten noorden van de Betuweroute en ten oosten van het Amsterdam-Rijnkanaal). De dagelijkse leiding van het Industrieschap berust bij de directie van het projectbureau Medel. Deze is verantwoording verschuldigd aan het dagelijks en algemeen bestuur van het Industrieschap Medel. Voor u ligt de concept “Programmabegroting 2014” van het Industrieschap Medel. Deze begroting is opgesteld conform de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Deze begroting is gebaseerd op jaarschijf 2014 uit de grondexploitatie 2013 (voor het product Medel 1). De grondexploitatie 2013 Medel 1 wordt gelijktijdig met deze programmabegroting aan het bestuur aangeboden ter goedkeuring.
In januari 2013 is door de gemeenteraden van Tiel en Neder-Betuwe ingestemd met het compromisvoorstel ten aanzien van de grenscorrectie ten behoeve van de uitbreiding van Medel. Dit heeft gevolgen voor de financiele positie van het Industrieschap Medel. Aangezien er voor de Medel afronding nog geen grondexploitatie is vastgesteld door het algemeen bestuur, zijn de verwachte kosten (en opbrengsten) voor dit product vooralsnog op ‘PM’ begroot. Pas als het stedebouwkundig plan voor de uitbreiding klaar is en het bestuur de grondexploitatie heeft goedgekeurd kan de begroting geactualiseerd worden op basis van de dan beschikbare cijfers. De reeds door het Industrieschap gemaakte kosten voor diensten, alsmede geboekte uren inzake de mogelijke uitbreiding van Medel, zijn vooralsnog geparkeerd binnen de begroting, te weten product Medel 1.
De looptijd van de grondexploitatie Medel 1 is in 2011 verlengd tot en met 2018. Per jaar wordt de rekenrente bepaald en vastgesteld middels de uitgangspunten voor dat jaar. In de medio 2013 vast te stellen GREX 2013 is de rekenrente ten opzichte van de GREX 2012 met 0,8% naar beneden bijgesteld naar een rekenrente van 3,0%. Dit uitgangspunt voor de rekenrente is door het Algemeen Bestuur bekrachtigd op 31 januari 2013. Dit rentepercentage is reëel gezien de huidige uitstaande leningarrangementen tegen vaste percentages voor een looptijd van maximaal 10 jaar. Daarnaast is het te hanteren rentepercentage reëel gezien het risicoprofiel in de huidige planfase in relatie tot het huidige economische klimaat. Eveneens is de financieringsbehoefte afgedekt met leningen met een lager rentepercentage (gemiddeld circa 2,6%).
Deze concept Programmabegroting 2014 wordt op 25 april 2013 ter goedkeuring voorgelegd aan het dagelijks bestuur en wordt op 20 juni 2013 ter vaststelling aangeboden aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur wordt gevraagd de beleidsdoelstellingen en de daaraan verbonden budgetten voor 2014 vast te stellen en de begrote budgetten voor de jaren 2015 tot en met 2018 ter kennisgeving aan te nemen.
Programmabegroting Industrieschap Medel
1.2
concept tbv raden en AB leden
Pagina 4 van 34
Dagelijks en algemeen bestuur van het Industrieschap in 2013
Het bestuur van het Industrieschap Medel wordt voor haar werkzaamheden ondersteund door het projectbureau Medel en door haar adviseurs. Sinds 2004 staat dit projectbureau onder leiding van de projectdirecteur dhr. Ing. J.A. Eerens. Het projectbureau verzorgt samen met de adviseurs de voorbereiding van de vergaderingen van het dagelijks en algemeen bestuur, waarna het projectbureau de besluiten van het bestuur uitvoert. Daarmee verzorgt het projectteam de dagelijkse gang van zaken, zoals de klantcontacten, verkoop van kavels, de civieltechnische werkzaamheden, het beheer van de openbare ruimte en de financiële zaken.
De samenstelling van het bestuur bestond per 1 januari 2013 uit de onderstaande personen.
Samenstelling van het dagelijks bestuur: Wethouder C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld (gemeente Tiel)
voorzitter
Burgemeester de heer ir. C.W. Veerhoek (gemeente Neder-Betuwe)
secretaris
Wethouder L. Verspuij (gemeente Tiel)
plv voorzitter
Wethouder de heer J.W. Keuken (gemeente Neder-Betuwe)
plv secretaris
Samenstelling algemeen bestuur: Dezelfde leden als het dagelijks bestuur alsmede: De heer M.J.J. Melissen (raadslid gemeente Tiel) De heer P.G. van Wijk (raadslid gemeente Tiel) De heer T. Schouten (raadslid gemeente Neder-Betuwe) De heer ing. H. Tap (raadslid gemeente Neder-Betuwe)
Ambtelijke adviseurs van het algemeen en dagelijks bestuur: De heer R.O.A. Jakobs (gemeente Neder-Betuwe) De heer ing. R. Bevers (gemeente Tiel)
1.3
Het jaar 2014 in vogelvlucht
In 2014 zal het accent komen te liggen op de ontwikkeling van de eerste fase van de uitbreiding van Medel. Omdat op dit moment nog hard gewerkt wordt aan de uitwerking van de plannen is het nog te vroeg om in deze begroting hier iets over op te nemen. De verwachting is dat de werkzaamheden voor Medel 1 in een afrondende fase zijn terechtgekomen en dat de verkoop van kavels gestaag door gaat.
Programmabegroting Industrieschap Medel
2
concept tbv raden en AB leden
Pagina 5 van 34
Programmabegroting 2014
Programma 1
Bedrijvenpark Medel 2.1
Wat willen we bereiken?
De Gemeenschappelijke regeling Industrieschap Medel heeft tot doel om het bedrijventerrein Medel te verwerven, aan te leggen, te exploiteren en te beheren tot en met 2018. De totale omvang van het bedrijvenpark is circa 218 hectare, waarvan circa 121,4 hectare uitgeefbaar (inclusief de kavel van de zelfrealisator). Rekening houdend met een gemiddelde groei van de werkgelegenheid van 30 personen per hectare, wordt er gestreefd naar een zo hoog mogelijke groei aan het einde van het project.
2.2
Wat gaan we daarvoor doen in 2014?
2.2.1
PRODUCT MEDEL 1:
Grondverkopen en overige opbrengsten Voor 2014 is de doelstelling om circa 4,3 hectare bedrijfsterrein te verkopen. Indien deze doelstelling wordt gerealiseerd, zal eind 2014 in totaal circa 95,5 hectare van de 121,4 hectare zijn uitgegeven.
De verwachting voor 2014 is verder dat:
De percelen O8 tot en met O29 in fase 4 worden overgeheveld naar de Medel afronding. De percelen zijn meegenomen in de ontwikkeling van het Provinciaal Ontwikkelingsplan (PIP);
de grondprijzen voor 2015 zullen worden vastgesteld;
de resterende kleinere kavels in de noord hoek van fase 4 verder uitgegeven gaan worden;
nog maar één grote kavel (groter dan 3 hectare, deze kavel is moeilijk uitgeefbaar in verband met onbruikbare hoeken) beschikbaar is;
de acquisitiestrategie zal worden voortgezet, waaronder het bezoeken van beurzen en het onderhouden van goede contacten met intermediairs en makelaars met een focus op de verkoop van de kleinere kavels;
er regionale samenwerking zal zijn (nog op te richten ROB en logistieke hotspot Rivierenland);
er gewerkt kan worden met een nieuw bestemmingsplan.
Incidentele baten Naast de ontvangsten als gevolg van grondverkopen heeft het Industrieschap Medel soms ook incidentele baten. Dit betreft voornamelijk bijdragen en subsidies die verband houden met uitgevoerde taken en werkzaamheden en daarnaast optievergoedingen voor de gronden die uiteindelijk niet verkocht worden. Voor 2014 zijn buiten de opbrengsten van de reclamemast geen incidentele baten begroot te ontvangen.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 6 van 34
Grondverwervingen In 2014 zijn alle benodigde gronden, binnen het exploitatiegebied Medel 1 in eigendom van Industrieschap Medel. Daarom zijn dan ook geen kosten meer begroot voor de aankoop van gronden in Medel 1. Civiele techniek Bouw- en woonrijpmaken fase 1-6, water, wegen en groen (W1-W4) In 2014 zijn de grote werken afgerond. Afhankelijk van de verkoop van kavels zullen de laatste werkzaamheden (bv. inritten en trottoir Prinsenhof) uitgevoerd worden. Bouw- en woonrijpmaken water, wegen, groen (W1 – W4) Fase W3: In 2013 is de parkzone ingericht. In dat najaar wordt de groenvoorziening aangebracht, waarna nog een jaar zorgplicht is ten aanzien van het groen door de civiele aannemer van de parkzone. Gelet op het overleg met het Waterschap over de inrichting van de parkzone, zal het definitieve ontwerp voorjaar 2013 gereed zijn. Daarop volgend kan de bouw van het uitvaartcentrum in januari 2014 starten.
Beheer, onderhoud en overdracht Het accent zal in 2014 liggen op de overdracht van de openbare ruimte (overeenkomstig Overdrachtsprotocol) en watergangen aan respectievelijk de gemeente Tiel en het Waterschap. Het beheer en onderhoud zal per 2014 bij de gemeente Tiel liggen.
Nutsvoorzieningen De glasvezelverbinding krijgt een upgrade.
Archeologie 2014 Er zijn geen werkzaamheden in 2014 op het gebied van archeologie.
Diversen Onder de post “Diversen” zijn de volgende werkzaamheden en kosten begroot: Het onderhoud aan de panden en terreinen die in eigendom zijn van het Industrieschap Medel, de CAR-verzekering en de post onvoorzien.
Plankosten De gedeelten bedrijfsterrein die woonrijp gemaakt zijn zullen conform het overdrachtsprotocol worden overgedragen aan de gemeente Tiel. Het beheer en onderhoud zal volgens een meerjarenplan bij het Industrieschap liggen. De gemeente Tiel stelt hiervoor een budget beschikbaar conform de uitgangspunten genoemd in het overdrachtsprotocol van 2008.
2.2.2
PRODUCT MEDEL AFRONDING:
Beide gemeenten hebben met elkaar een compromisvoorstel gesloten over de grenscorrectie Medel in 2012. De op te stellen grondexploitatie voor de Medel afronding heeft op een aantal onderdelen een directe relatie met het compromisvoorstel.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 7 van 34
De gevolgen van de Medel afronding voor deze voorliggende begroting zijn nog niet opgenomen in deze begroting. Dit kan pas gebeuren zodra het stedebouwkundigplan klaar is en het bestuur de grondexploitatie voor de uitbreiding heeft goedgekeurd. Door het verschuiven van kosten en baten van Medel 1 naar Medel afronding zullen de risico’s voor Medel 1 afnemen en de risico’s voor de uitbreiding toenemen. Voor de begroting 2014 wordt verwacht dat een deel van de verwervingskosten gemaakt zullen worden. Daarnaast zal in 2014 een start zijn gemaakt met het bouwrijp maken van de terreinen in deelplan 1A en het zuidelijk deel rondom de Bredesteeg. De kosten die daarmee gemoeid gaan worden opgenomen in de GREX Medel afronding. In afwachting van de vaststelling van de GREX Medel afronding zijn de baten en lasten verbonden aan dit product vooralsnog als ‘PM’ begroot (zowel voor het begrotingsjaar 2014 als voor 2015).
2.3
Wat zal het gaan kosten?
In de onderstaande tabel zijn alle geraamde baten en lasten opgenomen die aan dit programma verbonden zijn, met een vergelijking van de gerealiseerde cijfers uit 2012, de begroting 2013 en de meerjarenbegroting 2014-2018. Het algemeen bestuur wordt gevraagd de onderstaande begroting voor 2014 vast te stellen en de meerjarenbegroting voor 2014-2018 voor kennisgeving aan te nemen. De definitieve bestemming van het begrote resultaat zal pas medio 2014 plaatsvinden, bij het vaststellen van het jaarverslag en jaarrekening 2013. Bedragen x € 1.000
Baten (totaal) Mutatie onderhanden werk Lasten Operationeel resultaat
Financiële baten / lasten
Werkelijk
Begroot Begroot
Begroot Begroot Begroot Begroot
2012
2013
2015
5.625
2014
2016
2017
2018
19.985
5.660
5.608
5.608
5.558
5.558
-1.919 -15.150
-906
-3.202
-4.347
-4.751
-4.751
-3.558
-4.366
-4.528
-2249
-1.261
-807
-807
148
469
226
157
0
0
0
-563
-469
-226
-157
0
0
0
Resultaat voor bestemming Op pagina 30 wordt een nadere uitleg gegeven.
Ter informatie is in onderstaande tabel een nadere specificatie opgenomen van de begrote baten en lasten voor het programma ‘Bedrijvenpark Medel’ voor het begrotingsjaar 2014.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 8 van 34
Specificatie van de begrote baten en lasten in 2014 van het Progamma ‘ Bedrijvenpark Medel’: Bedragen x € 1.000,--
Begroting 2014
Baten programma ‘Bedrijvenpark Medel’ Baten mbt ‘Medel 1’: Gronden Overige gronden / gaarde Overige ontvangsten, subsidies en bijdragen Subtotaal baten mbt ‘Medel 1’ Subtotaal baten mbt ‘Medel afronding’
5 558 52 0 5 660 PM
Totaal baten programma ‘Bedrijvenpark Medel’
5 660
Mutatie onderhanden werk ‘Medel 1’ *
-906
Mutatie onderhanden werk ‘Medel afronding’ *
+PM
Lasten programma ‘Bedrijvenpark Medel’ Lasten mbt ‘Medel 1’: Aanschaf gronden Bouw- en woonrijpmaken (BRM/WRM): BRM / WRM fase 1-6
-731
BRM / WRM fase W1-W4
-734
Milieu en archeologie Kanaalweg, gasleiding en persleiding Afslag 34 Nutsvoorzieningen en diversen VTU (over BRM-WRM)
-2 -200 -2041 -315 -25
Subtotaal Bouw- en woonrijpmaken (civiele techniek)
-4043
Plankosten/projectbuerau
-485 -4528
Subtotaal lasten mbt ‘Medel 1’ Subtotaal lasten mbt ‘Medel afronding’
+PM
Totaal lasten programma ‘Bedrijvenpark Medel’
-4528
Totaal saldo baten/lasten product ‘Medel 1’
+226
Totaal saldo baten/lasten product ‘Medel afronding’
+PM
Totaal saldo baten/lasten van programma 1
+226
Financiële baten en lasten bij het programma Mutaties in de voorzieningen Rente- en bankkosten Totaal financiële baten en lasten
0 -226 -226
Totaal programma 1 (voor resultaatsbestemming) * Voor de onderbouwing van de “Mutatie onderhanden werk” wordt verwezen naar de toelichting op de financiële positie (vanaf blz. 29).
0
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 9 van 34
Resultaatsbestemming: In de onderstaande tabel zijn de reserves die bij dit programma horen genoemd. In deze tabel is uitgegaan van de opbouw van de reserves conform het voorstel daartoe aan het algemeen bestuur in de jaarrekening 2009 en de dezelfde uitgangspunten ook worden gehanteerd voor 2010, 2013 en 2014. Door het bestuur is besloten om vanaf 2009 niet meer te doteren aan de fondsen.
Bestemmingsreserve
Stand per
Toevoegingen
Onttrekkingen
Stand per
1/1/2014
2014
2014
31/12/2014
voorgestelde
voorgestelde
na bestemming
dotaties
onttrekkingen
EUR
EUR
EUR
EUR
411 581
0
0
411 581
1 085 508
0
0
1 085 508
667 983
0
0
667 983
2 165 072
0
0
2 165 072
Reserve Grote werken Reserve Bovenwijkse voorzieningen Reserve Regionale ontwikkeling Totaal reserves
In de GREX 2013 zijn ook de ontrekkingen uit voorgaande jaren weergegeven. Zie onderstaand overzicht:
Fondsen:
dotatie t/m 2011 reeds aangewend
Fonds bovenwijks Fonds Grote werken Fonds regionale ontwikkeling TOTAAL
Toelichting aanwendingen: 317.646 483.786 415.000 1.216.432
2.301.630 562.281 667.983
1.216.122 150.700 -
1.085.508 411.581 667.983
3.531.894
1.366.822
2.165.072
Spoorstraat, Echteld, (nlg 700.000) in 2001 voor het doteren Spoorstraat, Echteld, aanleg T5 termijn 1,2,3 Laan van Westrooijen, Tiel, 2012, bijdrage aanleg verlenging Totaal reeds aangewend fonds bovenwijk s
150.700 Daalderop korting op de grondprijs
.
nog aan te wenden
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 10 van 34
Bijlagen Paragrafen Paragraaf A:
Weerstandsvermogen
Paragraaf B:
Financiering
Paragraaf C:
Bedrijfsvoering
Paragraaf D:
Grondbeleid
Paragraaf E:
Verbonden partijen
Paragraaf F:
Onderhoud kapitaalgoederen
N.B. De verplichte paragraaf “Lokale heffingen” is niet opgenomen, omdat dit niet aan de orde is bij het Industrieschap Medel. Het Industrieschap Medel kan geen heffingen aan derden opleggen (zoals een gemeente of provincie dat wel kan).
Paragrafen 2014
Industrieschap Medel
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 12 van 34
Paragraaf A Weerstandsvermogen
Inleiding In de grondexploitaties van het Industrieschap Medel wordt al jaren een risicoparagraaf opgenomen. Om de beheersing van risico’s te bevorderen is in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) voorgeschreven om een paragraaf weerstandsvermogen op te nemen in de begroting en het jaarverslag. Deze paragraaf dient tenminste de volgende onderwerpen te bevatten: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit b. een inventarisatie van de risico’s c.
het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s
Het weerstandsvermogen geeft de relatie weer tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Inventarisatie van de weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit is voor het Industrieschap als volgt gedefinieerd: “De middelen en mogelijkheden waarover het Industrieschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken”. De onderstaande berekeningen zijn gebaseerd op de cijfers uit de (vertrouwelijke) Grondexploitatie 2013, met betrekking tot het product ‘Medel I’, het product ‘Medel afronding’ is nog niet meegenomen. Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit is onderscheid gemaakt in structurele en incidentele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat voor het Industrieschap Medel uit de volgende 2 elementen: 1. De post onvoorzien 2. De algemene reserves
Structurele weerstandscapaciteit Als structurele weerstandscapaciteit beschikt het Industrieschap Medel over een “borgstelling” van beide deelnemende gemeenten. Daarmee is een algemene dekking verkregen voor alle mogelijke risico’s, aangezien alle kosten die voortvloeien uit zich voordoende risico’s, ten laste komen van het eindresultaat. Gelet op de aard van een grondexploitatie en de onzekerheid over de uitkomsten van het geprognosticeerde resultaat, zal pas aan het eind van het project de rekening opgemaakt worden. Gelet op de borgstelling van de deelnemende gemeenten zal het dan aanwezige positieve of negatieve resultaat tussen beide deelnemende gemeenten ieder voor de helft worden verdeeld. Daarnaast kan de structurele weerstandscapaciteit verhoogd worden door een structurele grondprijsverhoging, waardoor de grondexploitatie theoretisch gesproken op een hoger eindresultaat zal sluiten.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 13 van 34
Incidentele weerstandscapaciteit In de medio 2013 vast te stellen grondexploitatie 2013 is een post van circa € 30.700 opgenomen voor onvoorzien. Verder beschikt het Industrieschap over drie bestemmingsreserves. Te weten de reserves Grote werken, Bovenwijkse voorzieningen en Regionale ontwikkeling. De opbouw van deze fondsen is in 2009 gestopt. De waarde van deze reserves zou ook ingezet kunnen worden voor het opvangen van tegenvallers, in dat geval dient het algemeen bestuur eerst te besluiten deze reserves daarvoor te bestemmen. In de loop van 2013 zal het Industrischap Medel met een voorstel komen voor het oormerken van de drie bestemmingsreserves . Inventarisatie van de risico’s In de jaarlijks geactualiseerde grondexploitatie is de risicoparagraaf een vast onderdeel. In de concept Grondexploitatie 2013 (welke op 20 juni 2013 wordt vastgesteld door het algemeen bestuur) zijn de voornaamste risico’s voor het Industrieschap verwoord. Naast de algemene risico’s die aan een grondexploitatie zijn verbonden, zoals stagnatie in grondverkopen en hogere inflatie, is er ook een aantal projectgebonden risico’s te noemen.
Verkoop kleine kavels blijft langer stagneren In totaal zal de uitgifte van 1,6 hectare 2 jaar later plaatsvinden. Het gevolg hiervan is nihil omdat het rentepercentage laag is en er nog wel rekening wordt gehouden met een prijsstijging.
Planschade Er is een klein risico op eventuele planschadeclaims (let op, het gaat dus alleen om Medel I).
Niet terugvorderbare BTW Indien het fiscale eindresultaat (de resultante van alle omzetbelaste opbrengsten minus kosten) om welke redenen dan ook negatief uit zal vallen. Daarnaast kan het afsluiten van de GREX en de daarbij behorende overdracht van gronden naar de gemeente, een naheffing van de belastingdienst (wegens ten onrechte teruggevorderde omzetbelasting) tot de mogelijkheden gaan behoren. De financiële omvang van dat risico is moeilijk in te schatten. Gelet op de tot op heden ontvangen (onbelaste) subsidies, betekent dit in de praktijk dat er naar gestreefd moet worden om op een positief saldo van circa € 3,5 miljoen uit te komen. Er wordt in het tweede kwartaal van 2013 onderzoek gedaan naar de status van dit risico. Dit wordt uitgevoerd door een BTW specialist.
De renteparameter (kans/positief risico) Gezien de hoogte van de rekenrente in de huidige GREX van 3,0%, de looptijd van de GREX, het dit jaar aflopen van de huidige arrangementen en de lage werkelijke rentepercentages is de parameter rente een klein risico en mogelijk ook een kleine kans. Op dit moment zijn de negatieve boekwaarden van het Industrieschap Medel voor gemiddeld 2,6% rente (fixed rate) gefinancierd voor een periode van 10 jaar (t.m. juni 2022). Uitgaande van een looptijd van deze arrangementen (10 jaar) is het risico op renteverliezen door te laag ingeschatte rekenrente klein (er is immers ook sprake van een gestage afnamen van de boekwaarde).
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 14 van 34
Afwikkeling verkeer naar de A15 via afrit 33 en 34 (kans/positief risico) Indien het verkeer via twee afritten kan worden afgewikkeld naar de A15 kan dit een besparing opleveren. Op basis van onderzoeken van een aantal verkeerskundige bureau’s is een begroting gemaakt voor de noodzakelijke aanpassingen aan afslag 34 op de A15. Het begrootte bedrag van € 4,0 miljoen hiervoor kan naar rato van oppervlak verdeeld worden over Medel I en de mogelijke uitbreiding Medel afronding, respectievelijk 65% en 35%. In voorliggende GREX is daarom een bijdrage geprognosticeerd van € 2,6 miljoen.
Indien uit nader onderzoek blijkt dat door een eventuele kleinere uitbreiding van Medel de verwachte verkeersstromen afwijken van het eerste plan, zal dit naar verwachting een positief effect hebben op de totale investering van de aanpassing van afslag 34 en aldus een positief effect hebben op de bijdrage vanuit de GREX Medel I.
Tijdens het opstellen van de voorliggende GREX is door de gemeente Tiel een onderzoek gestart naar een alternatieve verkeersafwikkeling van het verkeer vanuit Medel. Dit onderzoek gaat uit van een verkeersafwikkeling waarbij de verkeersstromen worden verdeeld tussen afslag 34 (Echteld) en afslag 33 (Tiel Centrum). Voor de gemeente Tiel is het wenselijk dat deze plannen op korte termijn verder worden uitgewerkt. De extra afwikkeling van het verkeer van Medel naar afslag 33 via het bedrijventerrein Kellen is mede veroorzaakt doordat het verkeer vrijelijk tussen Kellen en Medel kan rijden.
Beleid inzake het weerstandsvermogen In 2011 is de notitie “weerstandvermogen en risicomanagement” opgesteld. In die notitie is ook aandacht voor de huidige praktijk. Die praktijk houdt in dat ieder die betrokken is bij het Industrieschap Medel, zich bewust is van de mogelijke risico’s die verbonden zijn aan zijn of haar handelen en uit oogpunt daarvan al nadenkt over maatregelen om deze risico’s te kunnen beheersen. Voor zover mogelijk worden die maatregelen ook al uitgevoerd. Het bestuur van het Industrieschap, daarbij bijgestaan door het projectteam, streeft er naar om alle risico’s tijdig te signaleren en adequaat te beheersen. Het doel is immers om het project op termijn af te sluiten met een zo hoog mogelijk resultaat en een aanzienlijk toegenomen werkgelegenheid binnen de regio. Een van de hulpmiddelen daarbij is het jaarlijks (en zonodig vaker) opstellen van een geactualiseerde grondexploitatie, waarin alle concreet vaststaande of met aanzienlijke zekerheid vaststaande kosten en opbrengsten worden opgenomen. Alle gesignaleerde risico’s worden zoveel mogelijk gekwantificeerd en opgenomen in de risicoparagraaf. Met al deze gegevens wordt berekend wat het verwachte eindresultaat zal zijn. Zolang er een positief resultaat wordt verwacht, kunnen de zich voordoende risico’s binnen de grondexploitatie worden opgevangen. Dit heeft dan echter wel als consequentie dat daardoor het verwachte eindresultaat zal dalen. (Met als kanttekening dat de risico’s kleiner zijn dan het positieve resultaat.) Ten einde de realisatie van de in de grondexploitatie opgenomen kosten en opbrengsten te bewaken, wordt op basis van de geactualiseerde grondexploitatie elk jaar een nieuwe begroting voor het komende uitvoeringsjaar opgesteld. Tijdens een uitvoeringsjaar wordt met regelmaat beoordeeld of in de pas wordt
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 15 van 34
gelopen met die begroting. Afwijkingen worden zo spoedig mogelijk voorgelegd aan het bestuur, zodat tijdig de noodzakelijke maatregelen kunnen worden getroffen. Indien tijdens een uitvoeringsjaar nieuwe risico’s worden gesignaleerd, zullen deze tijdig aan het bestuur worden gemeld en vervolgens meegenomen worden bij het opstellen van een nieuwe grondexploitatie. Zodra duidelijk wordt dat een risico zich daadwerkelijk voor zal gaan doen, zullen de verwachte kosten daarvan worden opgenomen in de grondexploitatie. Daarmee wordt het effect van het risico op het verwachte eindresultaat zichtbaar gemaakt.
In samenwerking met de accountant en de controllers van beide gemeenten is met behulp van de 10 meest risicovolle onderdelen een simulatie model (Monte Carlo) gevoerd. Op basis van de uitkomsten zijn de scenario’s uitgewerkt en in het bestuur besproken. De risico’s zijn: inkopen verkopen Medel uitbreiding gaat niet door (niet meer van toepassing) uitgiftetermijn wordt verlengd rente mutaties looptijd opbrengst huidige kantoorpand (niet meer van toepassing) verkoop kleine kavels stagneert bodemverontreiniging kavel W8 (niet meer van toepassing) afwikkeling verkeer tussen afslag 34 en 33 BTW risico Planschade (de kans en het gevolg is nihil)
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 16 van 34
Paragraaf B Financiering
Inleiding Gelet op de BBV-voorschriften dient deze paragraaf de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille te bevatten, dan wel de verantwoording omtrent de uitvoering van deze beleidsvoornemens. Onderstaand zal in deze paragraaf ingegaan worden op de wijze van financiering van het Industrieschap, met een overzicht van de huidig aangetrokken geldleningen inclusief het daarbij gevoerde beleid en de mogelijke financiële risico’s.
Financiering van het Industrieschap Door tegenvallende verkoopresultaten in de jaren 2010 en 2011 zijn twee aanvullende kasgeldleningen aangetrokken in 2011 met een looptijd tot 2013. De vaste financiering van het Industrieschap Medel zal er op 1 januari 2013 als volgt uitzien (op volgorde van vervaldatum):
1.Fixed rate lening bij BNG, met vervaldatum 20 juli 2022
7,0 mln
2,89%
2.Fixed rate lening bij BNG, met vervaldatum 2 juli 2019
5,0 mln
2,42%
3.Fixed rate lening bij BNG, met vervaldatum 2 oktober 2015
4,0 mln
1,05%
4.Kasgeld lening bij BNG, met vervaldatum 2 januari 2014
3,0 mln
0,75%
5.Kasgeld lening bij BNG, met vervaldatum 28 juni 2013
2,5 mln
1,75%
6.Kasgeld lening bij BNG, met vervaldatum 28 september 2013
4,0 mln
1,15%
Totaal
25,5 mln
Voor de vlottende financiering kan het Industrieschap Medel gebruik maken van kasgeldleningen. Daarnaast beschikt het Industrieschap Medel over een bankrekening bij de BNG, waarvoor een overeenkomst financiële dienstverlening is gesloten met een rekening courantkrediet welke is gelijkgesteld aan de interne norm voor de kasgeldlimiet (zie hierna).
Renterisico: Het huidige beleid zoals momenteel gehanteerd wordt is als volgt; bij ministeriële regeling kan er een kasgeldlimiet van 8,2% van het begrotingstotaal aangegaan worden. (art 3. renterisicobeheer). In verband met grote voorinvesteringen staat de totale financieringsbehoefte niet in verhouding met dit percentage. Er is destijds hiervoor een wettelijke ontheffing verleend door de Provincie om dit zelf met een interne norm vast te gaan stellen. Het renterisico op de korte termijn financiering voor Industrieschap Medel wordt dan toch begrensd (art 9, lid 1 art 3, lid 2). Het gemiddelde rentepercentage op de vaste financiering bedraagt op 1/1/2014 circa 3 %. Gelet op de gedaalde rente en de verwachting dat voor de ontwikkeling van het product ‘Medel afronding’ in de komende jaren de projectfinanciering herzien zal moeten worden, zal dit percentage in de komende jaren wel gaan stijgen. De verwachting is echter dat dit gemiddelde rentepercentage (op de vaste financiering) in de komende jaren niet boven gehanteerde rekenrente van 3,0% zal komen te liggen, waardoor dit vooralsnog geen negatieve gevolgen hoeft te hebben voor het gecalculeerde eindresultaat. In de GREX 2013 is de
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 17 van 34
rekenrente 3,0%, waarmee ook deze programmabegroting 2014 rekent.
Beleid inzake de financiering van het Industrieschap
Kaders Een belangrijk kader voor het Industrieschap Medel, met betrekking tot het financiële beheer, is de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido), welke vanaf 1/1/2001 in werking is getreden. De belangrijkste uitgangspunten van de Wet Fido zijn het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid, alsmede de beheersing van de renterisico’s van de decentrale overheden. Om dit te bereiken zijn in de Wet Fido diverse regels gesteld. Een van de regels betreft de verplichting om een treasurystatuut op te stellen en periodiek rapportages in te dienen bij de toezichthouder (voor Industrieschap Medel is dat de provincie) over de kasgeldlimiet en het renterisico. Mede op basis van deze rapportages kan de provincie besluiten om het Industrieschap Medel onder het gewone repressieve toezicht dan wel onder het preventieve toezicht te plaatsen. Vanaf 1 januari 2009 moeten de rapportage naar het CBS gestuurd worden.
Uitvoering In 2005 zijn zowel de financiële- en de controleverordening als het treasurystatuut voor het Industrieschap Medel opgesteld en vastgesteld. Deze zijn allen in werking getreden per 1 januari 2006. Daarnaast zijn afspraken gemaakt met de Provincie voor wat betreft de financieringspositie van het Industrieschap. Uitgangspunt is dat zo verstandig en goedkoop mogelijk de leningen worden afgesloten. De verschillen van rentepercentages van af te sluiten leningen zijn binnen periodes van 10 tot 18 maanden niet groot. Indien bij het vervallen van kortlopende leningen gekozen wordt voor een periode langer dan 12 maanden en korter dan 18 maanden, wordt dit gezien als een langlopende lening. Daarmee wordt de kasgeldlimiet verlaagd en voldoen we aan de geldende ontheffing.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 18 van 34
Paragraaf C Bedrijfsvoering
Inleiding Gelet op de BBV-voorschriften dient deze paragraaf inzicht te bieden in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Onderstaand wordt ingegaan op de te verrichten activiteiten in het kader van de bedrijfsvoering.
Geplande activiteiten met betrekking tot de bedrijfsvoering
Personeel en organisatie Vanaf 2004 is een deel van het projectteam in dienst van het Industrieschap Medel. Eind 2012 hebben drie medewerkers (2,45 fte) een vaste aanstelling bij het Industrieschap. Het gaat daarbij om de projectmedewerker/financiële ondersteuning (1 fte), de office manager/ambtelijk secretaris van het bestuur (0,67 fte) en de coördinator uitgifte/plaatsvervangend projectdirecteur (0,78 fte).
De projectdirecteur wordt sinds 2004 op contractbasis ingehuurd, voor 24 uur per week. Het zwaartepunt van de werkzaamheden van de projectdirecteur is de bedrijfsvoering van de projectorganisatie. Daaronder valt de coördinatie van verwervingen en grondverkopen, het voeren van het secretariaat voor het bestuur en alle administratieve en juridische zaken die daarbij horen, bewaking van de voortgang van het werk, coördineren van verschillende werkzaamheden, vergaderingen en besluitvorming van het dagelijks en algemeen bestuur voorbereiden en aansturen van projectmedewerkers. Een eventuele inzet voor civiele techniek zal door de projectdirecteur worden opgepakt.
Marketing en communicatie Ook in 2014 zal blijvend gewerkt worden aan het vergroten van de naamsbekendheid van het Bedrijvenpark Medel via publiciteit. Met ook dit jaar speciale aandacht voor de verkoop van de kleinere kavels. Daartoe zullen onder andere de volgende activiteiten worden verricht:
De laatste ontwikkelingen en speerpunten met betrekking tot Medel zullen circa twee tot drie keer per jaar in ‘Rivierenland Visie’ onder de aandacht worden gebracht.
De website zal regelmatig geactualiseerd worden met informatie uit de nieuwsbrieven, nieuw kaartmateriaal en andere informatie.
Verder uitvoeren van het Actieplan Marketing en acquisitie 2012-2014, waaronder beursbezoeken en het maken van promotiemateriaal. Na de besluitvorming Medel afronding kan gekeken worden naar de verdere invulling van marketing en communicatie.
Net als voorgaande jaren, blijvend gebruik proberen te maken van “free publicity”, door het uitnodigen van de pers en het uitgeven van persberichten bij nieuwsfeiten op Medel.
Regionale samenwerking zoeken (logistieke hotspots en nog op te richten ROB).
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 19 van 34
Administratieve organisatie Zoals in elk uitvoeringsjaar, zullen de interne controleplannen ook in 2014 geactualiseerd moeten worden. Deze interne controleplannen, voor de belangrijkste processen van het Industrieschap Medel, zijn in 2007 en 2008 uitgewerkt. In deze controleplannen is, per proces, met betrekking tot de externe en interne regelgeving voor Medel nagegaan wat er ‘fout’ kan gaan. Vervolgens is per onderdeel aangegeven met welke beheersingsmaatregelen deze risico’s worden afgedekt en hoe dat zichtbaar wordt gemaakt. Vervolgens wordt bij de uitvoering van de interim controle vastgesteld of de beheersingsmaatregelen zijn uitgevoerd. Op basis van de bevindingen bij deze interim controle geeft de accountant een oordeel over de interne beheersing (en de rechtmatigheid) bij het Industrieschap Medel. Vanaf het verslagjaar 2006 heeft het Industrieschap Medel tot op heden altijd een goedkeurende verklaring ontvangen, zowel voor de getrouwheid als voor de rechtmatigheid.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 20 van 34
Paragraaf D Grondbeleid
Inleiding Gelet op de BBV-voorschriften dient deze paragraaf onder andere een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s te bevatten en een aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd. Daarnaast dient deze paragraaf een actuele prognose te bevatten van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie en een onderbouwing van de geraamde winstneming. Aangezien het Industrieschap is opgericht ter uitvoering van een grondexploitatie, zal deze paragraaf (net als voorgaande jaren) voornamelijk ingaan op de te verwachten resultaten van de grondexploitatie en de daaraan verbonden risico’s. In feite zal hier een samenvatting worden gegeven van de actuele grondexploitatie, in concreet de nog door het bestuur vast te stellen (vertrouwelijke) Grondexploitatie 2013. Zoals al is vermeld is voor het product ‘Medel afronding’ niet eerder een grondexploitatie vastgesteld door het algemeen bestuur. Op dit moment ligt een eerste concept GREX Medel afronding op basis van kengetallen voor ter besluitvorming (gelijktijdig met deze programmabegroting). Deze GREX is opgesteld onder het motto van “eerst rekenen dan tekenen”. Naar verwachting wordt het stedebouwkundig plan (tekenen) afgerond medio 2013, op basis daarvan wordt de GREX Medel afronding geactualiseerd en opnieuw ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur. Naar verwachting is dat in de tweede helft van 2013. Omdat er niet eerder een GREX voor de Medel afronding is vastgesteld en de uitkomsten van de concept GREX Medel afronding nog te onzeker zijn, wordt in deze paragraaf alleen ingegaan op de grondexploitatie voor het product ‘Medel I’.
Tot stand komen van de grondexploitatie De (vertrouwelijke) Grondexploitatie 2013 (GREX 2013) wordt op 20 juni 2013 door het algemeen bestuur vastgesteld. Voor de jaren 2014 tot en met 2018 is nog circa 21,6 hectare vrij beschikbaar. In de GREX 2013 is de rekenrente 3,0 %. Dit is een reëel rentepercentage. Verder is er rekening gehouden met een kostenstijging van 0% en een opbrengstenstijging van 2,5% voor de jaren 2014 tot en met 2018. Onderstaand wordt voor het actuele beeld (en ter vergelijking) de cijfers op hoofdlijnen van zowel de GREX 2012 als de GREX 2013 gepresenteerd.
Geraamde resultaten in grondexploitatie (GREX 2012 vs GREX 2013) In het onderstaande overzicht wordt een samenvatting gegeven van het verwachte eindresultaat, conform de vastgestelde grondexploitaties 2012 en de nog vast te stellen GREX 2013. In dit overzicht zijn de boekwaarden tot en met 2012 (saldo reeds gemaakte kosten en opbrengsten tot 1 januari 2013) en de te verwachten kosten en opbrengsten vanaf 2013 opgenomen. Dit resulteert in een saldo c.q. resultaat op eindwaarde, ofwel het voorgecalculeerde resultaat op de datum dat Bedrijvenpark ‘Medel I’ gerealiseerd is. Vervolgens is dit eindwaarde saldo naar heden contant gemaakt.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 21 van 34
De bovenstaande saldi kunnen nog wijzigen gelet op de hierna weergegeven risico’s. Dit saldo tegen contante waarde is € 2,7 miljoen gunstiger dan het resultaat (NCW) van de GREX 2012. Dit verschil is enerzijds te verklaren door nominale wijzigingen zoals de opgenomen subsidie voor de laad- en loskade en de bijdrage aan de verbetering van de ontsluiting van Medel via de Kellenseweg. Anderzijds is dit te verklaren door faseringsvoordelen in verband met het overhevelen van de kavels O8 – O29 waardoor de inkomsten eerder binnen zijn dan in 2012 geraamd, hierdoor ontstaan rentevoordelen. Ook ontstaat een voordeel door de verlaging van de rente met 0,8% en de verlaging van de kostenstijging van 1,5% naar 0%. De (negatieve) boekwaarde heeft van 2012 naar 2013 heeft een positieve impuls gekregen. Dit heeft vooral te maken met de gerealiseerde verkoop van de laad- en loskade waartegenover slechts geringe uitvoeringskosten staan. De boekwaarde is van € 26,7 miljoen(negatief) gestegen met € 3,3 miljoen naar € 23,4 miljoen (negatief). Dit is nog steeds negatief en zal door de verkoop van de overige kavels “terugverdiend” moeten worden.
Voor de specificatie van alle verschillen wordt verwezen naar de hoofdstukken kosten en opbrengsten en de verschillenanalyse in bijlage IV van de Grondexploitatie 2013 Medel 1. Voornaamste risico’s Uitgangspunt is dat alle risico’s binnen een sluitende grondexploitatie opgevangen kunnen worden. Onderstaand wordt een aantal risico’s beschreven en, zo mogelijk, nader gekwantificeerd. De genoemde bedragen zijn de verwachte effecten op de berekende netto contante waarde in de GREX 2013. Indien het risico zich voordoet (en alle overige gegevens gelijk blijven) zal de netto contante waarde dus met het genoemde bedrag toe- of afnemen.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 22 van 34
Stagneren van gronduitgifte Indien de gronduitgifte na 2013 gemiddeld één jaar later plaatsvindt (en de looptijd wordt verlengd naar 2019), terwijl de geprognosticeerde investeringen wel volgens raming worden gepleegd, bedraagt het risico circa € 0,5 miljoen negatief.
Wijziging in faseringsschema kosten/opbrengsten Indien alle investeringen en alle opbrengsten na 2012 gemiddeld één jaar later plaatsvinden (en de looptijd wordt verlengd naar 2019), bedraagt dat risico, door het renteverlies dat dan optreedt, circa € 0,3 miljoen negatief.
Grondprijsdaling en grondprijsstijging De grondprijsstijging is 2,5% per jaar. Wanneer de bouwgrond niet tegen de geraamde prijsstijging wordt afgezet maar een prijsstijging van 1,5% in plaats van 2,5% vanaf 2013 tot en met 2018, betekent dit een risico van circa € 0,9 miljoen negatief. Indien de grondprijsstijging naar 0% gaat is dit risico opgelopen naar circa € 2,2 miljoen negatief. Indien de grondprijs vanaf 2013 met 3,5% per jaar zal stijgen (zonder verdere kostenstijgingen) is dit een positief risico (kans) van circa € 0,9 miljoen.
Stijging productiekosten bouwgrond In de huidige GREX is geen rekening gehouden met een prijsstijging. Indien een prijsstijging voor de kosten bouw- en woonrijp wordt gehanteerd van 2013 tot en met 2018 van 1,0%, bedraagt het risico circa € 0,3 miljoen positief. Bij een prijsstijging van 2% vanaf 2013 (waarmee ook in de haalbaarheidsanalyse voor de Medel afronding wordt gerekend) is het risico circa € 0,5 miljoen negatief.
Wijziging rentestand Een stijging van 0,5% in de gemiddeld te betalen rente (ten opzichte van de gehanteerde rekenrente van 3,0%) betekent een verslechtering van circa € 0,5 miljoen. Een daling van 0,5% wordt niet als reëel geacht omdat op dit moment het gemiddelde percentage aan uitstaande lening arrangementen circa 2,6% bedragen. Een daling van 0,4% is het absolute maximum wat een verbetering zou kunnen betekenen van circa € 0,4. Risico management met projectspecifieke risico’s Naast de hierboven benoemde algemene risico’s en gevoeligheden in de grondexploitatie bestaan er specifieke risico’s die van toepassing zijn op de grondexploitatie. Onderstaand is een inventarisatie opgenomen van de mogelijke risico’s die van toepassing kunnen zijn op de grondexploitatie van bedrijvenpark Medel. De totale risicoparagraaf uit de grondexploitatie is per 1-7-2012 grondig herzien, conform besluit ABvergadering van 28 juni 2012. Er is in dit AB besloten de risicoparagraaf van de GREX nader uit te werken met scenario’s, beheersmaatregelen en de beinvloedingsmogelijkheden. In deze risicoparagraaf per 1 juli 2012 is verder invulling gegeven aan het begrip “risicomanagement”.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 23 van 34
Voor het risicomanagement wordt gebruik gemaakt van de RISMAN-methode. Aan de hand van de RISMAN-methode kan, via de risicoanalyse en beheersmaatregelen, tot een financiële kwantificatie van de netto-risico’s (restrisico’s) gekomen worden. Aan de hand van de Monte-Carlo simulatie wordt vervolgens tot een gewogen risicobedrag gekomen, welke gebruikt kan worden voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit. Het instrument (programma) NARIS wordt gebruikt om de verschillende onderdelen van de methode en de berekeningssystematieken samen te voegen, alle risico’s te bewaken en het geheel op een overzichtelijke manier weer te geven.
Nieuw ten opzichte van de GREX 2012 is het berekenen van een gewogen risicobedrag en de advisering t.a.v. het benodigde weerstandsvermogen waarmee de beide gemeenten geacht worden voldoende gedekt te zijn voor de financiële risico’s die de grondexploitatie bedrijvenpark Medel met zich meebrengt (zie bijlage “Weerstandsparagraaf”). De in deze paragraaf genoemde risico’s zijn van toepassing op de GREX 2013 bedrijvenpark Medel. Daarmee beperken de in deze memo benoemde risico’s zich tot het Industrieschap Medel. Naast de algemene risico’s die aan een grondexploitatie zijn verbonden, zoals stagnatie in grondverkopen en hogere inflatie, zijn er ook een aantal projectgebonden risico’s te noemen. Weerstandsparagraaf Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te kunnen verkrijgen is er een risico-inventarisatie uitgevoerd. Zo kan op basis van de geïnventariseerde risico’s het benodigde weerstandsvermogen worden berekend, het belangrijkste onderdeel van de weerstandsparagraaf.
Deze is opgesteld voor het Industrieschap Medel en is gebaseerd op methodiek voor het opstellen van de weerstandsparagraaf van de Gemeente Tiel. In deze weerstandsparagraaf wordt gebruik gemaakt van het systeem NARIS. In bijlage VI “Weerstandsparagraaf” van de GREX 2013 is het resultaat opgenomen. Voor de input van deze berekening voor de weerstandsparagraaf zijn de risico’s gebruikt zoals in bijlage V (risico inventarisatie) van de GREX 2013 opgenomen. De risico’s Er zijn diverse risico’s aan te geven die zich kunnen voordoen. Hiervoor is een tabel (zie bijlage V) opgesteld met daarin de risico’s en scenario’s met daarbij per risico opgenomen: -
de bedragen;
-
ingeschatte kans op voorkomen;
-
en de beheersmaatregelen.
Hieronder worden deze risico’s uit de tabel nader omschreven. Tussen een aantal risico’s/scenario’s bestaat een relatie.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 24 van 34
De markt blijft langdurig slecht In deze variant zal de looptijd met 3 jaar doorlopen, de bijdragen vanuit Medel II later plaatsvinden, de grondprijzen stijgen niet meer en de planontwikkelings- en beheerskosten nemen hierdoor toe.
Looptijd neemt toe met 3 jaar In dit risico wordt uitgegaan van een looptijdverlenging tot en met 2021. Verder blijven de overige omstandigheden en uitgangspunten gelijk (ceterus paribus). De planontwikkelingskosten zullen wel toenemen (er is wel 3 jaar een organisatievorm nodig) maar de grondprijzen blijven volgens hetzelfde ritme stijgen.
Grondprijs stijgt niet meer De grondprijs stijgt niet meer maar de looptijd blijft gelijk.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 25 van 34
Verkoop kleine kavels blijft langer stagneren In totaal zal de uitgifte van 1,6 hectare 2 jaar later plaatsvinden. Het gevolg hiervan is nihil omdat het rentepercentage laag is en er nog wel rekening wordt gehouden met een prijsstijging.
Planschade Er is een klein risico op eventuele planschadeclaims (let op, het gaat dus alleen om Medel I).
Niet terugvorderbare BTW Indien het fiscale eindresultaat (de resultante van alle omzetbelaste opbrengsten minus kosten) om welke redenen dan ook negatief uit zal vallen. Of dat bij het afsluiten van de GREX horende overdracht van gronden naar de gemeente, kan een naheffing van de belastingdienst (wegens ten onrechte teruggevorderde omzetbelasting) tot de mogelijkheden gaan behoren. De financiële omvang van dat risico is moeilijk in te schatten. Gelet op de tot op heden ontvangen (onbelaste) subsidies, betekent dit in de praktijk dat er naar gestreefd moet worden om op een positief saldo van circa € 3,5 miljoen uit te komen. In 2013 wordt onderzoek gedaan naar de status van dit risico. Dit wordt uitgevoerd door een BTW specialist.
De renteparameter (kans/positief risico) Gezien de hoogte van de rekenrente in de huidige GREX van 3,0%, de looptijd van de GREX, het dit jaar aflopen van de huidige arrangementen en de lage werkelijke rentepercentages is de parameter rente een klein risico en mogelijk ook een kleine kans. Op dit moment zijn de negatieve boekwaarden van het Industrieschap Medel voor gemiddeld 2,6% rente (fixed rate) gefinancierd voor een periode van 10 jaar (t.m. juni 2022). Uitgaande van een looptijd van deze arrangementen (10 jaar) is het risico op renteverliezen door te laag ingeschatte rekenrente klein (er is immers ook sprake van een gestage afnamen van de boekwaarde).
Prijzen civiel technische werken dalen (kans/positief risico) Door de (aanhoudende) druk op de civieltechnische markt zullen aanbestedingen voordelig uitvallen.
Afwikkeling verkeer naar de A15 via afrit 33 en 34 (kans/positief risico) Indien het verkeer via twee afritten kan worden afgewikkeld naar de A15 kan dit een besparing opleveren. Op basis van onderzoeken van een aantal verkeerskundige bureau’s is een begroting gemaakt voor de noodzakelijke aanpassingen aan afslag 34 op de A15. Het begrootte bedrag van € 4,0 miljoen hiervoor kan naar rato van oppervlak verdeeld worden over Medel I en de mogelijke Medel afronding 2, respectievelijk 65% en 35%. In voorliggende GREX is daarom een bijdrage geprognosticeerd van € 2,6 miljoen.
Indien uit nader onderzoek blijkt dat door een eventuele kleinere uitbreiding van Medel de verwachte verkeersstromen afwijken van het eerste plan, zal dit naar verwachting een positief effect hebben op de totale investering van de aanpassing van afslag 34 en aldus een positief effect hebben op de bijdrage vanuit de GREX Medel I.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 26 van 34
Tijdens het opstellen van de voorliggende GREX is door de gemeente Tiel een onderzoek gestart naar een alternatieve verkeersafwikkeling van het verkeer vanuit Medel. Dit onderzoek gaat uit van een verkeersafwikkeling waarbij de verkeersstromen worden verdeeld tussen afslag 34 (Echteld) en afslag 33 (Tiel Centrum). Voor de gemeente Tiel is het wenselijk dat deze plannen op korte termijn verder worden uitgewerkt. De extra afwikkeling van het verkeer van Medel naar afslag 33 via het bedrijventerrein Kellen is mede veroorzaakt doordat het verkeer vrijelijk tussen Kellen en Medel kan rijden.
Resumé weerstandsparagraaf Uit de weerstandsparagraaf, die als bijlage VI bij de GREX 2013, is opgenomen blijkt dat het totaalpakket aan risico’s € 3.770.000 bedraagt. Omdat de risico’s zich niet allen tegelijk en niet allen in hun maximale omvang zullen manifesteren is een risico simulatie uitgevoerd. Uit deze simulatie blijkt dat 90% zeker is dat alle risico’s afgedekt kunnen worden met een bedrag van € 1.627.037.
Omdat de beschikbare weerstandscapaciteit, zijnde het saldo van de GREX plus de bestemmingsreserves van de fondsen, hoger is dan het benodigde bedrag om de risico’s op te vangen, is er een overschot op de weerstandscapaciteit.
Hierbij dient nadrukkelijk in ogenschouw te worden genomen dat dit overschot op de weerstandscapaciteit voor Medel 1 binnen het Industrieschap Medel benodigd is om het tekort af te dekken dat naar verwachting ontstaat op het weerstandsvermogen bij de uitbreiding van Medel.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 27 van 34
Paragraaf E Verbonden partijen
Inleiding Normaliter wordt in deze paragraaf ingegaan op het belang dat een organisatie heeft in andere organisaties. Daarbij zou ingegaan moeten worden op de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting. Voor het Industrieschap Medel geldt eigenlijk het omgekeerde. Het Industrieschap is immers een samenwerkingsverband van de gemeenten Tiel en Neder-Betuwe die beiden dus een belang in het Industrieschap hebben. In deze paragraaf zal primair ingegaan worden op de relatie van het Industrieschap met die twee gemeenten.
De deelnemende gemeenten Zoals in de algemene beschouwingen al is aangegeven is het Industrieschap Medel een gemeenschappelijk regeling tussen de gemeenten Neder-Betuwe en Tiel. Dit samenwerkingsverband heeft als doel de ontwikkeling van het bedrijventerrein Medel. Beide gemeenten nemen daarbij ieder voor de helft deel in deze regeling. Bij liquidatie van het Industrieschap Medel zal het liquidatiesaldo voor vijftig procent ten bate of ten laste van de gemeente Tiel komen en voor vijftig procent ten bate of ten laste van de gemeente NederBetuwe.
Gemaakte afspraken doorbelasting ambtelijke ondersteuning In 2004 zijn afspraken gemaakt tussen de adviseurs van de deelnemende gemeenten en de projectdirectie aangaande de doorbelasting van gemaakte uren door de deelnemende gemeenten. Daaruit is naar voren gekomen dat met ingang van 2005 de uren van het ambtelijke apparaat van beide gemeenten alleen op basis van geschreven uren doorbelast kunnen worden, indien daar ook een aanwijsbare prestatie tegenover staat en deze uren niet uitgevoerd zijn vanuit de publiekrechtelijke taak.
Beleid inzake het aangaan van banden met andere partijen Gelet op het doel van het Industrieschap Medel is het beleid erop gericht dat het Industrieschap Medel geen banden aangaat met andere (externe) partijen. Indien zich een situatie zou voordoen dat het gewenst is dat het Industrieschap Medel toch een band aangaat met, dan wel een belang neemt of verkrijgt in een andere partij, dan zal dit voorgelegd moeten worden aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur beslist dan of dat gewenst is. Indien het algemeen bestuur van mening is dat dit gewenst is, dan zal het algemeen bestuur daarvoor toestemming vragen aan de gemeenteraden van de beide deelnemende gemeenten. Indien die toestemming wordt verkregen kan het algemeen bestuur besluiten tot het aangaan van een dergelijke band.
Momenteel heeft het Industrieschap Medel als openbaar lichaam geen band met een andere partij, anders dan met de deelnemende gemeenten.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 28 van 34
Paragraaf F Onderhoud van kapitaalgoederen
Inleiding Gelet op de BBV-voorschriften dient in deze paragraaf het volgende te worden aangegeven met betrekking tot het onderhoud van de kapitaalgoederen; het beleidskader, de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Daarbij gaat het om de volgende kapitaalgoederen; wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Bij het Industrieschap Medel is geen sprake van een langdurig onderhoud van kapitaalgoederen, zoals dat wel van toepassing is bij een gemeente of provincie. Daarom is ervoor gekozen om in deze paragraaf slechts kort in te gaan op de hoofdlijnen van dat beleid betreffende het onderhoud van de kapitaalgoederen en de financiële consequenties daarvan.
Beleid met betrekking tot onderhoud kapitaalgoederen Het Industrieschap Medel realiseert het Bedrijvenpark Medel Rivierenland. Dit houdt onder meer in dat het Industrieschap verantwoordelijk is voor de voorbereiding en realisatie van wegen, rioleringen, waterpartijen, groengebieden en nutsvoorzieningen. Tevens heeft het Industrieschap voor deze realisatie gebouwen in eigendom verkregen die op termijn kunnen worden doorverkocht aan potentiële kandidaten. Eén gebouw is gedurende het project aangewend als huisvesting voor het projectbureau. Op enig moment na de realisatie (woonrijp gemaakte fase) zal het Industrieschap Medel de openbare ruimte in eigendom, beheer en onderhoud moeten overdragen aan verschillende eigenaren en beheerders. Te denken valt aan het (grondgebied)gemeente Tiel en het Waterschap Rivierenland. Het moment van overdracht zal moeten plaatsvinden nadat de aannemer de zaak middels een “proces verbaal van opneming” inclusief de onderhoudstermijn aan het Industrieschap Medel heeft overgedragen.
Financiële consequenties In de grondexploitatie en de jaarlijkse begroting zijn voor het onderhoud tot aan het overdrachtsmoment middelen gereserveerd die aangewend kunnen worden voor groenonderhoud en calamiteiten. Constructiefouten worden voor rekening van en door de aannemer hersteld. De onderhoudskosten van de gebouwen worden toegerekend aan de betreffende panden en bij latere verkoop worden deze gemaakte kosten verdisconteerd in de verkoopprijs. Omdat de kapitaalgoederen (de openbare ruimte) relatief kort in beheer en onderhoud zijn bij het Industrieschap zijn de financiële consequenties laag en te overzien. Het gaat namelijk om nieuwe constructies die niet of nauwelijks onderhoud vergen in de komende jaren.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Financiële positie 2014 Toelichting op de financiële positie
Industrieschap Medel
Pagina 29 van 34
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 30 van 34
De financiële positie en toelichting conform BBV
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient de uiteenzetting van de financiële positie het volgende te bevatten: 1.
De raming voor het begrotingsjaar en de meerjarenraming (de drie jaren volgend op het begrotingsjaar) van de gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de programma’s is opgenomen, waaronder de geraamde baten en lasten
2.
Afzonderlijke aandacht voor: a. de jaarlijks terugkerende (arbeidskosten gerelateerde) verplichtingen van vergelijkbaar volume; b. de investeringen; onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut; c.
de financiering;
d. de stand en het verloop van de reserves; e. de stand en het verloop van de voorzieningen.
De toelichting op de uiteenzetting van de financiële positie (punt 1) bevat tenminste de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en een toelichting op belangrijke ontwikkelingen ten opzichte van de uiteenzetting van de financiële positie van het vorige begrotingsjaar.
De financiële positie en toelichting voor Industrieschap Medel Aangezien het Industrieschap Medel maar één programma kent, is de totale begroting van Industrieschap Medel gelijk aan de begroting van Programma 1: Bedrijvenpark Medel. Binnen dat programma worden alle baten en lasten begroot en verantwoord. Het Industrieschap Medel heeft daarom ook geen algemene dekkingsmiddelen zoals een gemeente dat wel heeft. Onder algemene dekkingsmiddelen vallen bijvoorbeeld de algemene uitkering, de inkomsten uit heffingen en de geldleningen. Binnen de grondexploitatie is een bedrag opgenomen voor “onvoorzien”. Dit bedrag maakt onderdeel uit van de post “Diversen”. Binnen de begroting van Industrieschap Medel is dit als een kostenpost opgenomen in de civiel technische kosten (“nutsvoorzieningen en diversen”).
Onderstaand is een overzicht van de baten en lasten voor Industrieschap Medel opgenomen, waarbij de mutatie in het onderhanden werk apart is weergegeven. Binnen een grondexploitatie is het gebruikelijk om het saldo van de verrichte investeringen minus de gerealiseerde baten per jaar te activeren in de voorraad “Onderhanden werk”. In de begin jaren van een grondexploitatie neemt deze voorraad toe. Dan worden er meer kosten dan opbrengsten gemaakt. Er zal immers eerst geïnvesteerd moeten worden, alvorens opbrengsten gegenereerd kunnen worden. Naar verloop van tijd zal de voorraad onderhanden werk gaan afnemen, als er meer opbrengsten uit grondverkopen zijn dan dat er kosten worden gemaakt. Indien alles conform planning verloopt, zal de vanaf 2007 ingezette daling van de voorraad onderhanden werk voor het
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 31 van 34
product ‘Medel I’ vanaf eind 2016 resulteren in een positief resultaat. Verwacht wordt dat vanaf eind 2016 alle tot dan toe gemaakte kosten voor het product ‘Medel I’ zullen zijn ‘terugverdiend’.
Raming van baten en lasten Industrieschap Medel: 2014-2018 In de onderstaande tabel is de meerjarenraming opgenomen van alle aan dit programma verbonden baten en lasten. De raming voor een begrotingsjaar is afgeleid van de betreffende jaarschijf in de vastgestelde Grondexploitatie 2013 (GREX 2013) voor het product ‘Medel I’. Zoals in hoofdstuk 1 al is uitgelegd zijn de baten en lasten met betrekking tot het product ‘Medel afronding’ vooralsnog als ‘PM’ begroot. De baten zijn de totaal verwachte baten voor het product ‘Medel I’ (zoals in de GREX per jaarschijf is berekend) met betrekking tot: verkopen percelen bedrijfsterrein, opbrengsten overige gronden en overige ontvangsten en subsidies. Aangezien de verwachte baten voor het product ‘Medel afronding’ nog niet bekend zijn, zijn dit tevens de totaal begrote baten voor het programma ‘Bedrijvenpark Medel’. De lasten zijn de totaal verwachte lasten voor het product ‘Medel I’ (zoals in de GREX per jaarschijf is berekend) met betrekking tot: grondverwervingen, kosten civiel technische werken, kosten projectorganisatie en rentelasten. Aangezien de verwachte lasten voor het product ‘Medel afronding’ nog niet bekend zijn, zijn dit tevens de totaal begrote lasten voor het programma ‘Bedrijvenpark Medel’. Op dit moment wordt ingeschat dat aanpassing voor afslag 34 in 2015 zal plaatsvinden. Dit betekent een extra kostenpost in 2015 en 2015 en een extra financieringsbehoefte in dezelfde periode. Meerjarenraming van het programma ’Bedrijvenpark Medel’ 2014-2018 Bedragen x € 1.000,--
Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot 2013
Baten Lasten Bruto resultaat (baten – lasten)
2014
7.323
2015
2016
2017
2018
18.910
5.711
5.711
5.411
5.411
-6.673 -18.504
-5.562
-5.711
-5.411
-5.411
149
0
0
0
650
406
Resultaatbestemming
0
0
0
0
0
Toevoegingen aan de reserves
0
0
0
0
0
Onttrekkingen aan de reserves
0
0
0
0
0
Resultaat na resultaatsbestemming
650
406
149
0
0
0
Mutatie voorraad onderhanden werk
-650
-406
-149
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Eindresultaat
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 32 van 34
Financiering van Industrieschap Medel: 2014 - 2018 In de tabel op de volgende pagina is voor Industrieschap Medel de verwachte financieringsbehoefte per einde van een begrotingsjaar weergegeven. Een negatief bedrag betekent dat het Industrieschap nog gelden moet aantrekken. Bij een negatief bedrag is de financieringsbehoefte opgebouwd uit fixed rate leningen en uit korte termijn leningen. Bij het bepalen van de financieringsbehoefte wordt gestreefd naar een verhouding vaste en kort lopende leningen die zo dicht mogelijk bij het wettelijke percentage ligt. Aangezien de baten en lasten voor het product ‘Medel afronding’ nog niet bekend zijn, is daar in het onderstaande overzicht geen rekening mee gehouden.
Verwachte meerjaren financieringsbehoefte Industrieschap Medel per einde jaar (2014-2018): Bedragen x € 1.000,-
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Totale financieringsbehoefte
-20.515
-6.861
-3.204
0
0
0
-20.515
-6.861
-3.204
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Verwachte vaste financiering Korte termijn leningen
De stand en het verloop van de reserves in 2014 In de onderstaande tabel is het verloop van de reserves voor het huidige begrotingsjaar uiteengezet. Bestemmingsreserve
Reserve Grote werken Reserve Bovenwijkse voorzieningen Reserve Regionale ontwikkeling Totaal reserves
Stand per
Toevoegingen
Onttrekkingen
Stand per
1/1/2014
2014
2014
31/12/2014
voorgestelde
voorgestelde
na bestemming
dotaties
onttrekkingen
EUR
EUR
EUR
EUR
411.582
0
0
411.582
1 085 508
0
0
1 085 508
667.983
0
0
667.983
2 165 072
0
0
2 165 072
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 33 van 34
De stand en het verloop van de voorzieningen in 2014 In de onderstaande tabel is het verloop van de voorziening voor het huidige begrotingsjaar uiteengezet. Voorziening voor van derden verkregen
Stand per
Toevoegingen
Onttrekkingen
Stand per
middelen met specifiek doel
1/1/2014
2014
2014
31/12/2014
EUR
EUR
EUR
EUR
0
pm
pm
0
Instapbijdrage parkmanagement
Toelichting op de financiële positie De weergegeven baten en lasten voor een begrotingsjaar zijn afgeleid van de betreffende jaarschijf in de nog vast te stellen grondexploitatie 2013. Toelichting op de baten De baten zijn de totaal verwachte opbrengsten (op basis van prijspeil 1/1/2013 plus de algemene inkomstenstijging, zoals deze in de grondexploitatie 2013 per jaarschijf is berekend) met betrekking tot: verkopen percelen bedrijfsterrein, opbrengsten overige gronden en overige ontvangsten en subsidies. Toelichting op de lasten De lasten zijn de totaal verwachte lasten (op basis van prijspeil 1/1/2013 plus de algemene kostenstijging, zoals deze in de grondexploitatie 2013 per jaarschijf is berekend) met betrekking tot: grondverwervingen, kosten civiel technische werken, kosten projectorganisatie en rentelasten. In 2014/2015 worden extra uitgaven verwacht in verband met de aanpassing van afslag 34. Toelichting op de financieringsbehoefte De totale financieringsbehoefte per einde van een begrotingsjaar is bepaald als zijnde de financieringsbehoefte aan het begin van een jaar plus het ‘bruto resultaat’, gecorrigeerd voor omvangrijke vooruitontvangen of vooruitbetaalde bedragen. Toelichting op de reserves De toevoegingen waren gebaseerd op dotaties voor de reserves bovenwijkse voorzieningen, grote werken en regionale ontwikkeling van respectievelijk € 3,40, € 0,84 en € 2,00 per vierkante meter verkocht bedrijfsterrein. In 2014 worden geen dotaties gedaan aan de fondsen. De reserve bovenwijkse voorzieningen is ingesteld voor het kunnen bijdragen in de (planstructuur)kosten van de deelnemende gemeenten voor (infrastructurele) voorzieningen waar bedrijventerrein Medel bij betrokken is. De reserve grote werken is ingesteld voor het kunnen bijdragen in de kosten van verplaatsingen van grote bedrijven, uit de deelnemende gemeenten, naar bedrijvenpark Medel. De reserve regionale ontwikkeling is ingesteld voor het kunnen bijdragen in de kosten van verplaatsingen van bedrijven naar bedrijvenpark Medel, afkomstig van binnen of buiten de regio, die van grote (regionale) betekenis zijn voor de deelnemende gemeenten.
Programmabegroting Industrieschap Medel
concept tbv raden en AB leden
Pagina 34 van 34
Toelichting op de voorzieningen De voorziening “Instapbijdrage parkmanagement” zijn gelden die worden verkregen van derden, maar die besteed moeten worden aan een specifiek doel, te weten de instapbijdrage voor de Coöperatie Medel. Deze voorziening wordt gevoed bij de verkoop van een perceel bedrijfsterrein, op basis van een vast bedrag per vierkante meter. Dit zelfde bedrag wordt echter ook elk jaar weer onttrokken uit de voorziening wegens de afdracht van de instapbijdrage aan de Coöperatie. Het Industrieschap Medel treedt hierbij uitsluitend op als “kassier” voor de Coöperatie Medel. De hoogte van de instapbijdrage per vierkante meter wordt voor 2014 voorgesteld om te verhogen van 3,12 naar 3,50 p/m2. Voor het geprognotiseerde resultaat heeft de verhoging geen gevolgen omdat er wordt gerekend met een opbrengst zonder parkmanagement bijdrage.
Industrieschap Medel Uitkomsten controle jaarrekening 2012 Verslag van bevindingen voor het Algemeen Bestuur
Pagina 2
VERTROUWELIJK Aan het Algemeen Bestuur van Industrieschap Medel Postbus 6278 4000 HG TIEL
Arnhem, .... april 2013
WvO/MvL/mb
Geachte Leden van het Algemeen Bestuur, In het kader van de aan ons verstrekte opdracht tot controle van de jaarrekening van Industrieschap Medel, brengen wij u hiermee verslag uit omtrent onze bevindingen en aanbevelingen betreffende de controle van de jaarrekening 2012. Wij hebben een afschrift van dit verslag verstrekt aan het Dagelijks Bestuur. Dit verslag sluit aan op de afspraken die wij met u hebben gemaakt en die wij hebben vastgelegd in uw opdrachtbevestiging. Onze bevindingen en aanbevelingen hebben wij in concept besproken met en toegelicht aan de projectdirecteur. Dit verslag gaat in op onze controle, de reikwijdte van onze opdracht, onze controleverklaring en onze belangrijkste controlebevindingen. Dit rapport bevat onze mededelingen aan het Algemeen Bestuur uit hoofde van onze rol als controlerend accountant, voor zover noodzakelijk geacht. De onderwerpen die in dit verslag aan de orde komen hebben onderdeel uitgemaakt van onze overwegingen bij de bepaling van de aard, het tijdstip van uitvoering en de diepgang van de controlemaatregelen die zijn toegepast bij de controle van de jaarrekening. De in dit verslag opgenomen bevindingen doen geen afbreuk aan ons oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening 2012. Wij stellen het op prijs bijgevoegd verslag nader aan u toe te lichten of eventuele vragen hierover van u te beantwoorden. Wij danken u voor de plezierige samenwerking in het afgelopen jaar. Hoogachtend, Ernst & Young Accountants LLP
Drs. W. van Olst RA
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Bestuurlijke samenvatting Accountantsoordeel Niet gecorrigeerde controleverschillen De informatiewaarde van de jaarstukken 2011 Samenvatting bevindingen interne beheersing
1 1 1 1 2
2 2.1 2.2 2.3
De controle in het kort Uw opdracht aan ons Onze controleaanpak De goedkeurings- en rapporteringstoleranties
3 3 3 3
3 3.1 3.2 3.3 3.4
De belangrijkste bevindingen Bevindingen interne beheersing Totstandkoming jaarrekening Bevindingen jaarrekeningcontrole Naleving van de verslaggevingsregels
5 5 7 7 8
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Grondexploitatie Industrieschap Medel Algemeen GREX 2012/2013 Medel I GREX Medel II Bevindingen
9 9 9 10 11
5
Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant
13
2012 Uitkomsten controle
Pagina 1
1
Bestuurlijke samenvatting
In dit hoofdstuk geven wij kort weer onze bestuurlijk belangrijkste conclusies naar aanleiding van de door ons uitgevoerde controle van de jaarrekening 2012.
1.1
Accountantsoordeel
Wij zullen u machtigen onze controleverklaring bij de jaarrekening 2012 van Industrieschap Medel op te nemen. In de jaarrekening wordt een balanstotaal getoond van € 29.469.183 en een negatief resultaat voor bestemming van € 415.000. Onze oordelen zoals die worden opgenomen in deze controleverklaring zijn als volgt: Oordeel over de getrouwheid Oordeel over de rechtmatigheid
Goedkeurend met toelichtende paragraaf Goedkeurend
Hierbij zijn wij ervan uitgegaan dat uw Bestuur de nu overlegde jaarrekening ongewijzigd vaststelt. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve vorm van de jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze controleverklaring hierbij mag worden opgenomen. De goedkeurende strekking van de controleverklaring voor zowel het getrouwheids- als het rechtmatigheidsoordeel betekent dat de jaarrekening met een redelijke mate van zekerheid geen fouten of onzekerheden bevat die in totaliteit de voor de jaarrekeningcontrole gehanteerde goedkeuringstolerantie overschrijden. In de verklaring nemen wij een toelichtende paragraaf op, waarin wordt verwezen op de onzekerheid betreffende de risico’s in de grondexploitatie, zoals adequaat toegelicht in de jaarrekening 2012. Uit hoofde van onze controletaak hebben wij de financiële gegevens zoals opgenomen in de jaarrekening en de verplichte bijlagen bij de jaarrekening, gecontroleerd. In de paragraaf grondbeleid van het jaarverslag 2012 is het geprognosticeerde eindresultaat van het totale project Medel uiteengezet. Hierbij is aangegeven dat dit eindresultaat nog onzeker is gezien de (beperkt beïnvloedbare) risico’s bij de uitvoering van het project.
1.2
Niet gecorrigeerde controleverschillen
Bij de oordeelsvorming over de jaarrekening speelt de in paragraaf 2.3 vermelde goedkeuringstolerantie een belangrijke rol. De goedkeuringstolerantie is een kwantitatief criterium. Als de goedkeuringstolerantie niet wordt overschreden, wordt in beginsel een goedkeurende controleverklaring afgegeven. Concreet betekent dit dat er sprake kan zijn van controleverschillen (fouten en onzekerheden), zonder dat dit van invloed is op ons oordeel ten aanzien van de jaarrekening als geheel. Na de controle resteren geen fouten en/of onzekerheden in het kader van zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. Door ons geconstateerde fouten zijn gecorrigeerd in de jaarrekening 2012.
1.3
De informatiewaarde van de jaarstukken 2011
1.3.1 Jaarrekening
Pagina 2
Wij zijn van mening dat de jaarrekening een goed inzicht geeft in het gerealiseerde resultaat over het jaar 2012 en de financiële positie per 31 december 2012. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de over- en onderschrijdingen die ten opzichte van de door het Bestuur goedgekeurde programmabegroting hebben plaatsgevonden.
1.3.2 Jaarverslag Conform de hiervoor geldende voorschriften is door ons nagegaan of het jaarverslag de minimale wettelijke voorgeschreven informatie bevat en of de inhoud van dit verslag geen tegenstrijdigheden bevat met de door ons gecontroleerde jaarrekening. Op grond hiervan hebben wij vastgesteld dat de inhoud van het jaarverslag niet in strijd is met de jaarrekening.
1.4
Samenvatting bevindingen interne beheersing
Hieronder hebben wij onze bevindingen over de interne behersing samengevat. De aanbevelingen zijn geclassificeerd naar mate van prioriteit, waarbij de volgende indeling is gehanteerd: ‘Urgent’
Belangrijke tekortkoming in de interne beheersing en/of cijfermateriaal die van invloed is op de accountantsverklaring en derhalve opgelost dienen te zijn ten tijde van het opstellen van de jaarrekening.
‘Belangrijk’
Tekortkoming in de interne beheersing en/of cijfermateriaal met een belangrijk risico dat dit kan leiden tot een belangrijke afwijkingen in het cijfermateriaal, rechtmatigheid en/of prestaties.
‘Noemenswaardig’
Tekortkoming in de interne beheersing en/of cijfermateriaal van gering belang die het vermelden waard is.
Hierbij wordt opgemerkt dat de indeling alleen gebaseerd is op de controlebevindingen en bedoeld is een indicatie te geven van ons oordeel over de volgorde in prioriteit waarmee de aanbevelingen geïmplementeerd zouden moeten worden. De uiteindelijke beslissing over de prioriteit van de individuele aanbevelingen is de verantwoordelijkheid van het management en het bestuur. Pararaaf 3.1.3 3.1.7
Aanbeveling Het voorbeeld controleprotocol van de VNG als leidraad hanteren bij het samenstellen van het controleprotocol 2009, na besluit Medel II. Aandacht voor invulling controlfunctie
Prioriteit Noemenswaardig Belangrijk
Pagina 3
2
De controle in het kort
2.1
Uw opdracht aan ons
U heeft ons de opdracht gegeven tot controle van de jaarrekening. Wij hebben de afspraken met u voor de controle van het boekjaar 2011 vastgelegd in onze opdrachtbevestiging. In deze opdrachtbevestiging hebben wij u geïnformeerd over: de reikwijdte van de controle en de toleranties; • de controleaanpak; • de wederzijdse verantwoordelijkheden; • communicatie en rapportering; • team en onafhankelijkheid; • het honorarium. Hierna gaan wij nog afzonderlijk in op de controleaanpak en uw specifieke wensen en afspraken.
2.2
Onze controleaanpak
Onze controle is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BADO). Onze controleaanpak is onder andere gericht op het in kaart brengen van de voor de jaarrekening van belang zijnde risico’s. Voorts beoordelen wij of de jaarrekening voldoet aan de eisen gesteld in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Het jaarverslag toetsen wij marginaal op tegenstrijdigheden met de jaarrekening. De planning en uitvoering van onze controle en de daaraan gerelateerde advieswerkzaamheden zijn voornamelijk gericht op: 1 het geven van feedback aan het Bestuur over onze bevindingen betreffende de interne beheersing van de bedrijfsprocessen en de kwaliteit van de verbijzonderde interne controle; 2 beoordeling van het jaarverslag; 3 controle van de jaarrekening; 4 het afgeven van een controleverklaring bij de jaarrekening.
2.3
De goedkeurings- en rapporteringstoleranties
Op grond van het BADO stelt de u de goedkeuringstolerantie vast die wij bij de jaarrekeningcontrole hanteren. Het normenkader en de goedkeurings- en rapporteringstoleranties zijn door u vastgesteld. U heeft ons voor het boekjaar 2011 opgedragen om bij onze oordeelsvorming uit te gaan van de hierna vermelde goedkeuringstoleranties: Goedkeuringstoleranties
Goedkeurend
Beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten)
≤ 1%
> 1% < 3%
–
≥ 3%
Onzekerheden in de controle (% lasten)
≤ 3%
> 3% < 10%
≥ 10%
–
Op grond van de (concept) jaarrekening 2011 bedraagt de goedkeuringstolerantie voor fouten afgerond € 32.000 (1%) en voor onzekerheden € 96.000 (3%). Als de goedkeuringstolerantie niet wordt overschreden, kan een goedkeurende controleverklaring worden afgegeven. Deze goedkeuringstolerantie is een kwantitatief criterium. De uiteindelijke oordeelsvorming is echter altijd een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve afwegingen.
Pagina 4
De rapporteringstolerantie, de maatstaf die geldt voor het rapporteren van fouten en onzekerheden, is door u bepaald op € 32.000.
Pagina 5
3
De belangrijkste bevindingen
3.1
Bevindingen interne beheersing
3.1.1 Inleiding In dit hoofdstuk is een integrale opsomming opgenomen van de afwikkeling van onze bevindingen uit het verslag van beviningen 2011 en de nieuwe bevindingen 2012 met daarbij aandacht voor: • • •
Bevinding Opvolging Prioriteitsstelling (zie paragraaf 1.4)
In paragraaf 1.4 zijn onze bevindingen samengevat en geclassificeerd naar prioriteit.
3.1.2 Invullen risicomanagement Bevinding voorgaande jaren Om te voorkomen dat risico’s niet (tijdig) worden gesignaleerd en/of kansen worden gemist is het van belang dat de organisatie op alle niveaus risicobewust handelt. Risicomanagement (het continue inventariseren, vastleggen en monitoren van risico’s) moet om effectief te functioneren derhalve ook verankerd zijn in de genen van uw organisatie. Binnen uw organisatie is de risicomanagement nog niet volledig procesmatig verankerd. Opvolging 2012 Door het Algemeen Bestuur is in 2011 de nota “ Beleid weerstandsvermogen & risicomanagement” vastgesteld. Hierin staat nader uitgewerkt op welke wijze intern invulling moet worden gegeven aan het risicomanagement. De risico’s van Medel I zijn in kaart gebracht en uitgewerkt in 8 risico’s. Met behulp van het softwareprogramma Naris zijn deze risico’s financieel vertaald voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit. De uitkomsten hiervan zijn weergegeven in de paragraaf Grondbeleid. Wij hebben de bevinding niet meer opgenomen in het overzicht van openstaande bevindingen (was prioriteit belangrijk).
Pagina 6
3.1.3 Controleprotocol Bevinding voorgaande jaren Door het Algemeen Bestuur is de reikwijdte van de accountantscontrole vastgelegd in een “Controleprotocol Industrieschap Medel”. In dit document is tevens een opsomming gegeven van de voor het Industrieschap Medel van toepassing zijnde externe wet- en regelgeving en interne regelgeving. Wij merken op dat in het controleprotocol niet expliciet is aangegeven wat de gehanteerde uitgangspunten zijn bij de begrotingsrechtmatigheid. Een aspect hierbij is ondermeer of overschrijdingen van de kosten op deelgebieden binnen de programmabegroting mogen worden gecompenseerd door extra baten. Voor het project Medel II adviseren wij u bij het samenstellen van de controleprotocol het voorbeeld controleprotocol van de VNG als leidraad te hanteren. Met daarbij expliciet aandacht te besteden aan de begrotingsrechtmatigheid. Opvolging 2012 De besluitvorming over het wel of niet doorgaan van Medel II heeft inmiddels plaatsgevonden. Opvolging van dit aspect zal in 2013 plaatsvinden. Wij hebben de bevinding opgenomen in het overzicht van openstaande bevindingen onder prioriteit noemenswaardig (was prioriteit noemenswaardig).
3.1.4 Dossiervorming verkooptransacties Bevinding 2011 Door ons zijn integraal alle verkooptransacties gecontroleerd en ondermeer getoetst aan de interne regelgeving hierover. Van drie verkooptransacties waren geen definitieve transportakte van de notaris In het dossier aanwezig. Deze zijn als nog opgevraagd. Wij adviseren u ervoor zorg te dragen dat ook de definitieve transportaktes in het verkoopdossier worden opgenomen. Opvolging 2012 Deze bevinding is in 2012 opgevolgd. Wij hebben de bevinding niet meer opgenomen in het overzicht van openstaande bevindingen.
3.1.5 Doorbelasting kosten Bevinding 2011 Door Industrieschap Medel wordt hekwerk aangeschaft om ondermeer de aangekochte percelen te markeren. Ook worden bomen ten behoeve van de percelen aangeschaft. Bij verkoop van het betrokken perceel worden deze kosten doorbelast. De kosten voor hekwerken en bomen worden per perceel geregistreerd om na te kunnen gaan of deze activiteit zoveel mogelijk budgettair neutraal wordt uitgevoerd. Wij hebben in 2011 geconstateerd dat deze registratie niet actueel was. Wij adviseren u deze registratie te actualiseren. Opvolging 2012 Deze bevinding is in 2012 opgevolgd. Wij hebben de bevinding niet meer opgenomen in het overzicht van openstaande bevindingen.
3.1.6 Aangaan geldleningen Bevinding 2011
Pagina 7
In het terasurystatuut van Industrieschap Medel is opgenomen dat bij het aangaan van nieuwe geldleningen met een looptijd langer dan twee maanden minimaal twee offertes moeten worden opgevraagd. In 2011 zijn zes nieuwe geldleningen aangetrokken. Wij hebben voor deze gevallen aan de hand van de dossiers niet vast kunnen stellen of er minimaal twee offertes zijn aangevraagd. Wij adviseren u zichtbaar in de dossiers vast te laten leggen dat er minimal twee offertes zijn aangevraagd. Zo kan achteraf worden vastgesteld data aan deze interne regel wordt voldaan. Opvolging 2012 Deze bevinding is in 2012 opgevolgd. Wij hebben de bevinding niet meer opgenomen in het overzicht van openstaande bevindingen.
3.1.7 Controlfunctie Bevinding 2012 In de jaarrekening 2012 is aangegeven dat de formatieve bezetting van het projectbureau zal worden geëvalueerd en in samenspraak met beide gemeenten zal worden afgestemd op de recente ontwikkelingen. Wij adviseren u hierbij ook de invulling van de controlfunctie te betrekken. Wij hebben de bevinding opgenomen in het overzicht van openstaande bevindingen onder belangrijk.
3.2
Totstandkoming jaarrekening
Wij hebben vastgesteld dat de gevraagde informatie (specificaties, onderbouwingen, aansluitingen, cijferanalyses etc.) door Industrieschap Medel voor de meeste posten adequaat is verzameld en opgeleverd. Voor wat betreft het uitvoeren van interne controlemaatregelen, zowel op het gebied van de rechtmatigheid als de getrouwheid, hebben wij op het verzoek van het Dagelijks Bestuur, mede door het vertrek van de controller, aanvullende werkzaamheden verricht om tot een oordeel over de jaarrekening te kunnen komen.
3.3
Bevindingen jaarrekeningcontrole
In deze paragraaf geven wij de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen naar aanleiding van onze controle weer.
3.3.1 Financiering In de paragraaf financiering wordt nader ingegaan op de resultaten van het treasurybeleid. Dit beleid is in 2005 vastgelegd in het Treasurystatuut Industrieschap Medel. Daarnaast moet aan de wet FIDO en de wet RuDo worden voldaan. Voor de kasgeldlimiet wordt niet aan de wet FIDO voldaan. In de paragraaf financiering is dit nader toegelicht. Dit betreft een formele onrechtmatigheid die geen consequenties heeft voor de strekking van onze controleverklaring. Aan de provincie is goedkeuring voor 2012 van deze overschrijding van de kasgeldlimiet gevraagd. Deze goedkeuring is nog niet ontvangen. Wij adviseren u de liquiditeitsbegrotingen zo in te richten en toe te passen zodat daarmee wordt voldaan een de externe regels.
3.3.2 Vordering beheer en onderhoud De kosten voor beheer en onderhoud bedrijvenpark Medel over de periode 2007 tot en met 2012 kunnen worden doorbelast aan de gemeente Tiel, conform protocol “Overdracht Beheer en Onderhoud Bedrijvenpark Medel uit 2007. In totaal is in 2012 een bedrag van € 434.000 doorbelast aan de gemeente Tiel. Dit bedrag staat per 31 december 2012 nog als vordering open. Ons is medegedeeld dat de hoogte van dit bedrag nog moet worden bevestigd door de gemeente Tiel. Graag ontvangen wij voordat wij een controleverklaring verstrekken een bevestiging van deze vordering door de gemeente Tiel.
3.3.3 Onroerend zaakbelasting
Pagina 8
Op 31 december 2012 is een aanslag voor onroerend zaak belasting ontvangen van BSR voor het jaar 2010 ter hoogte van € 92.352 . Door het Industrieschap Medel is tegen de hoogte van deze aanslag bezwaar gemaakt. Voor het boekjaar 2011 en 2012 is nog geen aanslag ontvangen. In de jaarrekening 2012 en de geactualiseerde GREX 2013 zijn deze lasten nog niet verwerkt.
3.3.4 Reserve Bovenwijkse voorzieningen De gemeente Tiel heeft het bestuur van Industrieschap Medel verzocht een bijdrage te leveren aan de aanpassing van de Laan van Westroijen. Het betreft een bijdrage van € 415.000 die ten laste van de reserve “Bovenwijkse voorzieningen” is verantwoord in de jaarrekening 2012 in het resultaat na bestemming. Dit is afzonderlijk toegelicht in de jaarrekening 2012.
3.3.5 Niet financiële beheershandelingen Handelingen en beslissingen van niet-financiële aard vallen buiten de scope van de rechtmatigheidscontrole door de accountant. De accountant toetst deze handelingen en beslissingen niet inhoudelijk. Volstaan wordt met het beoordelen van het interne systeem van risicoafwegingen. Binnen dit systeem moeten voorwaarden zijn geschapen om risico’s goed te kunnen beoordelen en in de tijd te kunnen volgen. Wij hebben ons een beeld gevormd over de wijze van totstandkoming van de inventarisatie van de risico’s en de getrouwe weergave van de hieruit mogelijk voortvloeiende financiële gevolgen in de paragrafen weerstandsvermogen en grondbeleid van het jaarverslag. Daarnaast hebben we gericht geïnformeerd naar de lopende procedures waarbij Industrieschap Medel betrokken is, teneinde indicaties te verkrijgen over de eventuele risico’s op dit vlak.
3.4
Naleving van de verslaggevingsregels
De jaarrekening en het jaarverslag dienen te worden opgemaakt in overeenstemming met het BBV. Wij stelden vast dat de jaarrekening 2012 van Industrieschap Medel geen materiële afwijkingen vertoont ten opzichte van de voorschriften van het BBV. Daarnaast is door ons nagegaan of het jaarverslag de minimale wettelijke voorgeschreven informatie bevat en of de inhoud van dit verslag geen tegenstrijdigheden bevat met de door ons gecontroleerde jaarrekening. Wij hebben vastgesteld dat de inhoud van het jaarverslag niet strijdig is met de jaarrekening.
Pagina 9
4
Grondexploitatie Industrieschap Medel
4.1
Algemeen
Bedrijvenpark Medel heeft een totale omvang van circa 218 hectare, hiervan is circa 121,3 ha uitgeefbaar. De kavels O8-O29 , in total 8,4 ha worden overgeheveld naar de uitbreiding Medel waarmee het uitgeefbaar gebied wordt verkleind naar 112,9 ha. Voor de vrije verkoop is ultimo 2012 nog ca. 21,6 ha beschikbaar en is er voor ca. 4,5 ha aan opties uitgegeven. In 2012 is 5,4 hectare verkocht in plaats van de geprognosticeerde 5,7 hectare. Door de gemeenteraden van Nederbetuwe en Tiel is in januari 2013 ingestemd met het compromise voorstel ten aanzien van de grenscorrectie tussen de gemeenten Nederbetuwe en Tiel ten behoeve van de verdere doorontwikkeling van Medel. Onder regie van de provincie Gelderland wordt een provincial inpassingsplan (PIP), voor de eerste fase van de uitbreiding van Medel opgesteld. De uitbreiding behelst een gebied van circa 72 ha. Een belangrijk aandachtspunt betreft de financiele relatie tussen Medel I en de uitbreiding van Medel. Vanuit financieel oogpunt zijn Medel I en de uitbreiding sterk aan elkaar gekoppeld. Het doorberekenen van kosten door Medel I aan uitbreiding Medel is alleen realistisch bij een positief sluitende grondexploitatie van de uitbreiding Medel. In het kader van de jaarekeningcontrole hebben wij dan ook de uitkomsten van beide GREXEN gezamelijk beoordeeld. Een eventueel verwacht duurzaam negatief eindresultaat zal conform de verslaggevingvoorschriften al op een eerder moment in de jaarrekening moeten worden verantwoord. De verwerkingswijze van een eventueel negatief resultaat in de toekomst zal plaatsvinden in de vorm van een voorziening binnen de grondexploitatie Medel met daarnaast een vordering voor hetzelfde bedrag op beide deelnemende gemeenten.
4.2
GREX 2012/2013 Medel I
Door uw Bestuur is de GREX 2012 op 28 juni 2012 vastgesteld. De nog niet vastgestelde ‘GREX 2013’ (versie 15 april 2013) is opgesteld door een externe planeconoom in nauwe samenwerking met de projectdirecteur. Hieronder is een recapitulatie weergegeven van het verwachte eindresultaat volgens de grondexploitaties over de afgelopen acht jaar: Eindresultaat
CONCEPT
GREX 2012
GREX 2011
GREX 2010
GREX 2009
GREX 2008
GREX 2007
GREX 2006
€ 1.000
* € 1.000
* € 1.000
* € 1.000
* € 1.000
* € 1.000
* € 1.000
* € 1.000
GREX 2103
1
Saldo op eindwaarde
11.863
9.915
10.669
7.625
10.054
10.373
8.029
7.754
2
Saldo op contante
9.935
7.637
7.917
6.328
8.068
7.966
5.520
6.095
2012
2011
2009
2008
2007
2006
2005
waarde
Risicoparagraaf jaarrekening 3
Positief effect risico’s
4
Negatief effect risico’s
-/-3.770
2.300
2.500
4.500
1.500
1.500
5.100
3.700
-/- 9.750
-/- 13.150
-/- 13.700
-/- 14.800
-/- 4.400
-/- 16.100
-/- 16.400
Pagina 10
Het saldo op eindwaarde stijgt per saldo met € 1,9 miljoen van € 9,915 miljoen naar € 11,863 miljoen. Deze stijging wordt per saldo met name veroorzaakt door een te ontvangen subsidie container terminal Kanaalweg ter hoogte van € 1,1 miljoen en het restant van de stijging betreft met name faserings- voordelen in verband met het overhevelen van de kavels O8-O29. De laatste door uw bestuur vastgestelde GREX 2012 is opgesteld op basis van de financiële en gronduitgifte gegevens op peildatum 1 januari 2012. De totale opbrengsten en kosten zijn bepaald op basis van de realisatie tot en met 1 januari 2012 en de verwachtingen voor de kosten en opbrengsten gedurende de resterende looptijd. Wij hebben kennis genomen van de concept grondexploitatie 2013 (versie 15 april 2013). De belangrijke uitgangspunten (door het bestuur vastegsteld op 31 januari 2013) die bij de uitwerking van de nog niet door uw bestuur vastgestelde GREX 2013 zijn gehanteerd zijn: Parameter
Rente %
Inflatie (kosten) %
Inflatie (baten) %
Looptijd
Grex 2013 Grex 2012
3,0 3,8
0 1,5
2,5 2,5
2018 2018
Bij het opstellen van de GREX 2013 zijn de consequenties voor het verder ontwikkelen van de uitbreiding Medel meegenomen. Hieronder is een overzicht opgenomen welke kosten worden ingebracht in de exploitatie van de uitbreidingMedel. Omschrijving Vanuit exploitatie Medel I Nutsbijdrage Kavels kavels O8-O29 , in totaal 8,4 ha
€
€/m2
625.000 11.600.000
139,00
Vanuit balans Medel Niet in exploitative genomen gronden (NIEGG)
5.825.000
16,30
Totaal
18.050.000
Vooruitlopend op de goedkeuring van de GREX 2013 zijn wij bij het vormen van ons oordeel over de jaarrekening 2012 ervan uitgegaan dat u met de uitgangspunten van de (aanvullende) berekening GREX 2013 instemt.
4.3
GREX uitbreiding Medel
In de concept GREX uitbreiding Medel van 17 april 2013 wordt een financiele indicatie gegeven voor de uitbreiding van Medel. Naar ons is aangegeven heeft deze GREX het karakter van een haalbaarheidsprognose. Na het uitwerken van de stedenbouwkundige verkenningen zal de uitbreiding GREX Medel verder in detail worden uitgewerkt en opnieuw ter besluitvorming aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd. De uitbreiding van Medel kan financieel niet los worden gezien van Medel I. Concept GREX Medel II: Saldo op eindwaarde
€ 8.977.283
Pagina 11
Saldo op contante waarde
5.780.712
Absolute risico Gewogen risico (Naris)
-/- 14.330.000 -/- 8.433.228
Parameter
Rente %
Inflatie (kosten) %
Inflatie (baten) %
Grondprijs Per m2
Looptijd
Grex 2013
4,5
2,0
1,0
160
2022
De gehanteerde grondprijs Medel II ter hoogte van € 160/m2 ligt hoger dan de gehanteerde grondprijzen Medel I. Daarnaast worden de prijzen ook geïndexeerd met 1% per jaar.
4.4
Bevindingen
Grex Medel I Bij de bepaling van de netto contante waarde van Medel I is ervan uitgegaan dat de overdracht van kavels O8-O29 , in totaal 8,4 ha, tegen een marktprijs van € 139 plaatsvindt. Ons is medegedeeld dat deze handelwijze is gehanteerd voor de vergelijkbaarheid met de Grexen van voorgaande jaren. Uiteraard is deze marktprijs nog niet gerealiseerd. Als de boekwaarde van deze kavels per 31 december 2012 wordt gehanteerd resulteert een prijs van circa € 110/ m2. De netto contante waarde zou dan € 2.436.000 lager uitkomen en wel op € 7.499.000 . Daarbij is geen rekening gehouden met rente effecten. De netto contante waarde van Medel II wordt dan uiteraard met ditzelfde bedrag verhoogd. Grex uitbreidingMedel Er wordt bij de berekening van de netto contante waarde uitgegaan van een grondprijs van € 160/m2. Ons is medegedeeld dat deze grondprijs niet is onderbouwd met marktonderzoeksgegevens. De door het Algemeen Bestuur vastgestelde grondprijzen 2013 voor Medel I schommelen tussen de € 135/m2 en € 150/m2. In overleg met de projectdirecteur en de planeconoom is een nieuwe netto contante waarde berkenening gemaakt om te beoordelen wat het effect is uitgaande van een grondprijs van € 148/m2. Door het verlagen van de grondprijs neemt uiteraard ook de benodigde weerstandscapaciteit af. Het weerstandsvermogen is door de planeconoom indicatief berekend waarbij 90% zeker is dat alle risico’s met het vermelde bedrag kunnen worden afgedekt (bron: NARIS).
De indicatieve resultaten hiervan zijn gezamenlijk voor Medel I en uitbreiding Medel hieronder weergegeven. Grondprijs uitbreiding Medel € 160
Uitbreiding Medel Concept Grex 2013 €
Medel I Concept Grex 2013 €
Totaal Industrieschap Medel
Benodigd weerstandsvermogen
8.433.000
1.627.000
10.060.000
Netto contante waarde
5.781.000
9.935.000
15.716.000
Overschot/tekort weerstandsvermogen
-2.652.000
8.308.000
5.656.000
Uitbreiding Medel
Medel I
Totaal Industrieschap
en netto contante waarde
Grondprijs uitbreiding Medel
Pagina 12
€ 148
€
Concept Grex 2013 €
Medel
Benodigd weerstandsvermogen
5.000.000
1.627.000
6.627.000
Netto contante waarde
-19.000
9.935.000
9.916.000
Overschot/tekort weerstandsvermogen
-5.019.000
8.308.000
3.289.000
en netto contante waarde
* In het benodigde weerstandsvermogen is 2 mln toegevoegd ivm toename risico archeologie! Uit bovenstaande berekeningen blijkt dat het effect van de grondprijsverlaging uitbreiding Medel van € 160 naar € 148 een grote impact heeft op de netto contante waarde. Deze daalt in totaliteit van €15,7 miljoen naar € 9,9 miljoen. In beide scenario’s is de totale netto contante waarde hoger dan het benodigde weerstandsvermogen. Op basis van voorgaande en de gegevens die wij hebben ontvangen kunnen er aanzienlijk fluctuaties optreden in de verwachte opbrengst van de uitbreiding van Medel bij veranderende marktomstandigheden. Wij adviseren u de financiele risico’s voor Medel I en uitbreiding Medel bij de besluitvorming over vast te stellen Grexen en de jaarrekening gezamelijk te beoordelen en continue te monitoren.
Pagina 13
5
Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant
In onderstaand schema hebben wij een aantal onderwerpen opgenomen die u als Algemeen Bestuur behulpzaam kunnen zijn bij het invullen van uw controlerende rol. Aandachtsgebied Algemeen aanvaarde controlestandaarden Onze controle is verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten. Dit betekent dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Onderdeel van onze controle is het uitvoeren van een evaluatie van de interne beheersingsmaatregelen teneinde de mate en diepgang van onze testwerkzaamheden te plannen. Belangrijke verslaggevingsgrondslagen Wij beoordelen de keuze van en de wijzigingen in belangrijke verslaggevingsgrondslagen en controleren de toepassing van het Besluit Begroting en Verantwoording voor provincies en gemeenten (BBV). Onze mening over de gehanteerde waarderingsgrondslagen en naleving van wettelijke bepalingen en richtlijnen voor de financiële verslaggeving Wij bespreken met het Dagelijks Bestuur en het management de kwaliteit en niet alleen de aanvaardbaarheid van de gehanteerde waarderingsgrondslagen, de consistente toepassing daarvan alsmede de duidelijkheid en volledigheid van de jaarverslaggeving. In deze bespreking komen tevens zaken aan de orde die een significante invloed hebben op de kwaliteit van de jaarverslaggeving, zoals: – nieuwe of gewijzigde waarderingsgrondslagen; – schattingen, beoordelingen en onzekerheden; – bijzondere transacties; – waarderingsgrondslagen met betrekking tot significante jaarrekeningposten, inclusief het tijdstip waarop transacties plaatsvinden en de periode waarin die worden verantwoord.
Mededeling Bij de jaarrekening 2012 zullen wij een goedkeurende controleverklaring afgeven op het gebied van de getrouwheid en rechtmatigheid bij ongewijzigde vaststelling van de jaarrekening en met instemming van de financiering en Grex 2012 door het Bestuur. Inzake de getrouwheid hebben wij conform voorgaande jaren bij onze verklaring een toelichtende paragraaf opgenomen.
Er hebben zich in 2012 geen belangrijke wijzigingen voorgedaan in de gehanteerde verslaggevingsgrondslagen. De in 2011 doorgevoerde wijzigingen in het BBV zijn, voor zover van toepassing, op toereikende wijze geïmplementeerd.
De gekozen waarderingsgrondslagen zijn aanvaardbaar en consistent toegepast met betrekking tot de significante jaarrekeningposten en bijzondere transacties. Dit geldt tevens voor het tijdstip waarop die transacties hebben plaatsgevonden, de periode waarin zij zijn verantwoord en de desbetreffende toelichtingen in de jaarrekening.
Verschillen van inzicht met het Dagelijks Bestuur en het management over administratieve en verslaggevingskwesties Er waren geen verschillen van inzicht met het Dagelijks Bestuur en het management over de waarderingsgrondslagen, de financiële administratie, de verslaggeving of onze controlewerkzaamheden. Beoordelingen en schattingen van het Dagelijks Bestuur en het management
Pagina 14
Aandachtsgebied Voor het opstellen van de jaarrekening moeten vaak schattingen worden gemaakt. Bepaalde schattingen zijn van bijzonder belang door hun invloed op de jaarrekening en de waarschijnlijkheid dat toekomstige gebeurtenissen significant afwijken van de verwachtingen van het Dagelijks Bestuur en het management. Volledigheid verplichtingen, claims, risico’s en garanties Industrieschap Medel gaat gedurende een boekjaar tal van transacties aan. Het overgrote deel van deze transacties hebben hun weerslag in de financiële administratie. Een deel van de door uw organisatie in 2011 aangegane transacties heeft geen weerslag in de financiële administratie over 2012, terwijl hieruit wel financiële consequenties kunnen volgen. Als voorbeeld in dit kader noemen wij afgesloten contracten en aansprakelijkheidsstellingen.
Mededeling Wij onderschrijven de schattingen en de wijze waarop deze worden gemaakt door het Dagelijks Bestuur en het management.
Aangezien wij als accountant niet in staat zijn vast te stellen dat alle niet uit de administratie blijkende relevante verplichtingen, risico’s en garanties volledig en juist in de jaarrekening zijn verwerkt, hebben wij het Bestuur en het management gevraagd schriftelijk te bevestigen dat bij het opmaken van de jaarrekening alle relevante (en bekende) feiten en omstandigheden zijn betrokken. Wij hebben deze bevestiging ontvangen.
Werking van de interne beheersingsmaatregelen (waaronder de continuïteit en betrouwbaarheid) van de geautomatiseerde gegevensverwerking
In het kader van de controle van de jaarrekening brengt de accountant verslag uit omtrent zijn bevindingen met betrekking tot de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking. Onze controle was niet primair gericht op het doen van een uitspraak omtrent de continuïteit en betrouwbaarheid van (delen van) de geautomatiseerde gegevensverwerking en wij hebben daartoe ook geen opdracht van het management ontvangen.
De jaarrekeningcontrole heeft geen tekortkomingen in de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking aan het licht gebracht.
Overige informatie in documenten die de gecontroleerde jaarrekening bevatten Uit hoofde van onze wettelijke controletaak hebben wij alleen de jaarrekening gecontroleerd. Het jaarverslag is door ons beoordeeld op mogelijke tegenstrijdigheden met de jaarrekening. Materiële fouten, fraudes en illegale handelingen Hoewel hier niet specifiek op gericht, hebben onze controlewerkzaamheden het afgelopen jaar geen materiële fouten, fraudes of andere illegale handelingen, uitgevoerd door het Dagelijks Bestuur, het management of andere werknemers, aan het licht gebracht. Onze onafhankelijkheid Onafhankelijkheid is naast deskundigheid een van de pijlers van onze beroepsuitoefening. Wij hechten aan onze reputatie
Wij voldoen op alle punten aan de onafhankelijkheidsregelgeving die op ons van toepassing is.
Pagina 15
Aandachtsgebied op het gebied van deskundigheid en onafhankelijkheid.
Mededeling
Wij kennen een groot aantal maatregelen, vastgelegd in een continu geactualiseerde database, die de onafhankelijkheid dienen te waarborgen. Periodiek wordt de naleving van interne en externe onafhankelijkheidsvoorschriften beoordeeld, bijvoorbeeld ten aanzien van potentieel conflicterende diensten en de financiële onafhankelijkheid. Onze professionals moeten jaarlijks hun onafhankelijkheid bevestigen.
Agenda -
WOZ aanslagen Tiel € 300.000 – bevestiging DB Bevestiging gemeente Tiel vordering inzake onderhoud periode 2007 t/m 2012 € 434.000 Grondprijs € 160 uitbreiding Medel
Einde De notulen van deze vergadering vindt u terug op het Raadsinformatiesysteem van de gemeente Tiel. http://raad.tiel.nl