Vergaderstukken Samenleving 7 september 2016 Orgaan: Commissie Samenleving Datum: woensdag 7 september 2016 Aanvang: 19:30 uur Locatie: De raadszaal van het Stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel
Concept agenda 1.
Opening en mededelingen 19.30 - 19.31 uur
2.
Agenda d.d. 7 september 2016 (vaststellen) 19.31 - 19.32 uur
3.
Ingekomen stukken 19.32 - 19.35 uur
4.
Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht 19.35 - 19.40 uur
5.
Concept beknopt verslag van de vergadering van de commissie samenleving d.d. 6 juli 2016 (vaststellen) 19.40 - 19.45 uur
6.
Afsprakenlijst (bespreken) 19.45 - 19.50 uur
7.
Rondvraag 19.50 - 20.00 uur
PROGRAMMA VITALE EN AANTREKKELIJKE STAD 8.
Aanpak overdracht beheer speelplekken in combinatie met participatie (om advies) 20.00 - 20.45 uur
PROGRAMMA SOCIAAL DOMEIN 9.
Nieuwbouw Integraal Kindcentrum (IKC) Passewaaij Buurt 7 (om advies) 20.45 - 21.30 uur
10. Voorbereiding aanvraag Vangnetuitkering Participatiewet over 2016 (om advies) 21.30 - 21.45 uur 11. Uitspraken Centrale Raad van Beroep betreffende de Wmo 2015 (bespreken) 21.45 - 22.15 uur Tijdens de raadsvergadering van 22 juni 2016 heeft de raad verzocht om ingekomen stuk IIIe, een brief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport betreffende uitspraken Centrale Raad van Beroep inzake de Wmo, te agenderen voor bespreking in de commissie samenleving OVERIG 12. Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden 22.15 - 22.20 uur 13. Sluiting 22.20 uur
CONCEPT – BEKNOPT – VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE SAMENLEVING VAN 6 JULI 2016
Aanwezig: Th.J.M. van Oostrom (plv. voorzitter), J.L. Sewalt-Wijbrandts, F.A.G. Henning (agendapunt 8) D. Verbeek, M. Smits, T. de Mari, C.J. Kreuk-Wildeman, C.M. Vosselman, I.C.M. SonStolk, H.J. van der Munnik, H.J.M. Stultiens, R. Manuhutu, I. Joustra (agendapunt 8), I.J.M. van Wijk, L. Sonneveldt, J.D. Stoeten-Flach, J.M.C. Koning, E.A. van Vuren-Wevers, A.E.P.M. de Boer (leden) en H. Pullen (commissiegriffier) Afwezig met kennisgeving: T. Zuidema (voorzitter) en J.H. de Wild (commissielid) Eveneens aanwezig: C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld, L. Verspuij, H.A. Driessen (wethouders), G. van Buuren, R. Kool, B. Hagenbeek, M. Kokx (gemeentelijke adviseurs) 1.
Opening en mededelingen De voorzitter heet een ieder welkom en opent de vergadering. Er hebben zich 5 insprekers gemeld: Mevrouw J. van der Meulen namens de vereniging Ypsilon over een onderwerp dat niet op de agenda staat; Mevrouw P. Merks namens de OPO-R basisscholen in Tiel over schoolzwemmen; De heer J. Leeman namens RKBS De Dagobert over schoolzwemmen; Mevrouw S. van Meurs-van der Meulen namens de Prins Willem-Alexanderschool over schoolzwemmen; Mevrouw N. Ham, namens de Reddingsbrigade Gelderland-Zuid over schoolzwemmen.
2.
Agenda d.d. 6 juli 2016 (vaststellen) Mevrouw Van der Meulen krijgt de gelegenheid om in te spreken bij agendapunt 7 en de overige insprekers bij agendapunt 12 (informatienota gevolgen afschaffen schoolzwemmen). Gezien het aantal insprekers bij agendapunt 12 wordt besloten om dit punt te behandelen na agendapunt 7. De agenda wordt verder ongewijzigd vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken N.a.v. ingekomen stuk nummer 03.3 (informatienota nieuwe Omgevingswet) vraagt mevrouw Stoeten-Flach aandacht voor de beeldvormende avond d.d. 31 augustus 2016 die wordt georganiseerd over dit onderwerp. De heer C. Verdaas, grondlegger van het gedachtengoed achter de Omgevingswet, is gastspreker die avond. Zij roep de raads- en commissieleden op om die avond te komen. De oproep wordt ondersteund door de voorzitter.
4.
Informatie van het college in het kader van de algemene informatieplicht L. Verspuij De heer Verspuij deelt mee dat het onderwerp “IKC Passewaay” in het college is behandeld. De commissie kan de volgende vergadering een voorstel verwachten. H.A. Driessen De heer Driessen geeft aan dat hij de zienswijze t.a.v. Veilig Thuis heeft overgebracht tijdens de vergadering van het AB van de GGD Gelderland Zuid. Met uitzondering van Culemborg hebben de leden van het AB de zienswijze van Tiel overgenomen. De interim manager heeft opdracht gekregen om de adviezen m.b.t. de inrichting van de organisatie verder uit te werken. N.a.v. een vraag van mevrouw Pagina 1 van 4
Kreuk geeft de heer Driessen aan dat hij verwacht eind derde kwartaal meer helderheid te hebben over de uitwerking van de adviezen. Marktconsultatie m.b.t. het zwembad heeft plaatsgevonden. 3 partijen hebben gereageerd. Een en ander heeft geleid tot een viertal scenario’s: renovatie; renovatie met vergroten wedstrijdbad; nieuwbouw; nieuwbouw plus. Een extern bureau gaat de scenario’s uitwerken.
5.
Concept – beknopt – verslag van de vergadering van 6 juli 2016 (vaststellen) Redactioneel Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van N.v.t.
6.
Afsprakenlijst (bespreken) Er zijn geen vragen gesteld/opmerkingen gemaakt.
7.
Rondvraag Inspreektster mevrouw J. van der Meulen namens Ypsilon Het verhaal van mevrouw Van der Meulen staat op papier en is als bijlage bij het verslag gevoegd. Mevrouw Son-Stolk en mevrouw Kreuk doen de suggestie om de vereniging in te passen in het beleid m.b.t. mantelzorg dat ontwikkeld dient te worden en het plan van aanpak voor opvang van verwarde personen. De heer Koning vraagt aan welk subsidiebedrag gedacht wordt. Mevrouw Van der Meulen geeft aan dat zij denkt aan de waarderingssubsidie van ongeveer €250,-. De heer Driessen zegt toe om in gesprek te gaan met mevrouw Van der Meulen. Mevrouw Van der Meulen wordt bedankt voor haar komst en inbreng. A.E.P.M. de Boer De heer De Boer vraagt aandacht voor het reserveren voor vervanging. Dit om te voorkomen dat sportverenigingen jaarlijks de raad geld vragen voor investeringen. De heer Verspuij verwijst naar de notitie reserveren voor vervangingsinvesteringen die is gepubliceerd bij de stukken voor de vergadering van de commissie Beleidscyclus van 15 juni 2016. J.D. Stoeten-Flach Mevrouw Stoeten-Flach vraagt of de gemeente bekend is met de “blijverslening”. Een lening waarmee een woning levensloopbestendig gemaakt kan worden. En of de gemeente hier ook mee werkt. De heer Driessen geeft aan bekend te zijn met de lening. Hij zegt toe de vraag schriftelijk te beantwoorden.
12.
Informatienota gevolgen afschaffen schoolzwemmen (bespreken) Insprekers De volgende sprekers krijgen het woord: Mevrouw P. Merks namens de OPO-R basisscholen in Tiel, de heer J. Leeman namens RKBS De Dagobert, mevrouw S. van Meurs-van der Meulen namens de Prins Willem-Alexanderschool en mevrouw N. Ham, namens de Reddingsbrigade Gelderland-Zuid. Alle insprekers houden een pleidooi voor het behouden van het schoolzwemmen in het belang van de kinderen in Tiel. Uit de praktijk blijkt dat de ouders niet allemaal de verantwoordelijkheid nemen om hun kind(eren) te leren zwemmen. De heer Leeman verwijst in dit verband naar de verdrinkingsdood van een leerling van De Dagobert 2 jaar geleden. Mevrouw Merks, de heer Leeman en mevrouw Meurs overhandigen handtekeningen van ouders en leerlingen aan de voorzitter ter ondersteuning van dit pleidooi. De bijdrage van mevrouw Ham staat op papier en is als bijlage bij het verslag opgenomen.
Pagina 2 van 4
N.a.v. een vraag van de heer De Boer aan mevrouw Merks geeft mevrouw Merks aan dat er ook ouders zijn die bereid zijn om een financiële bijdrage te leveren aan het schoolzwemmen. De insprekers worden bedankt voor hun komst en inbreng. Bespreking De leden van de commissie onderstrepen het belang van schoolzwemmen. Men is wel van mening dat de huidige werkwijze niet kan worden voortgezet. Er wordt meer (financiële) inbreng verwacht van de partijen die hierbij betrokken zijn. Er moet gezocht worden naar een creatieve oplossing Conclusie van de bespreking is dat de (aangehouden) motie van 29 juni 2016 bij een volgende raadsvergadering, eventueel aangepast, wordt ingediend. 8.
Begroting Werkzaak 2017 (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. In het algemeen zijn er zorgen over de oplopende kosten N.a.v. vragen/opmerkingen van commissieleden wordt van de zijde van het college aangegeven dat: verschillende partijen van verschillende aannames zijn uitgegaan bij het besluit om de besparing op het participatiebudget van 37% t.b.v. de financiële dekking van de bedrijfsvoeringskosten af te bouwen na drie jaar. De Werkzaak heeft dit vertaald naar een afbouw gedurende de periode van drie jaar van 37% naar 5%. De gemeente Tiel heeft rekening gehouden met 37% gedurende de periode van drie jaar. Hier is geen duidelijke besluitvorming over geweest (Verbeek, Son, Smits, Joustra, Stoeten); het bij de gemeente Tiel voorheen niet inzichtelijk was of het aantal medewerkers steeg als het cliëntenbestand toenam. Dit inzicht is er nu wel. De gemiddelde prijs voor één uitkeringsgerechtigde was voor de oprichting van de Werkzaak €4.400,-- . Dit is teruggebracht naar €3.800,-- per uitkeringsgerechtigde. Dat neemt niet weg dat er toch vragen zijn over de verhouding uitkeringen – personeelsformatie. Deze zijn in de concept zienswijze opgenomen (Verbeek, Son, Smits, Joustra, Stoeten); Dynamiek er vooral is voor doelgroep 4. Dit ligt bij de gemeente (Sewalt, Joustra); de verdeelsleutel tijdelijk is aangepast ten voordele van Tiel. Er komt een objectief onderzoek naar een reële verdeelsleutel (Kreuk); de kosten voor het aanvragen van de vangnetuitkering zijn opgenomen in de begroting (Kreuk) Mevrouw Van Rhee-Oud Ammerveld wijst er op dat de septembercirculaire (o.a. n.a.v. wijziging rijksverdeelsleutel uitkeringen en nieuwe regelingen WSW) gevolgen zal hebben voor de begroting van De Werkzaak. Advies commissie De commissie kan instemmen met de voorlopige zienswijze. De commissie acht het voorstel rijp voor behandeling in de raad. Gezien de zorgen over de oplopende kosten nemen de commissieleden het voorstel mee terug naar de fracties voor nadere beraadslagingen. De commissie adviseert dan ook om het voorstel regulier te agenderen voor de raadsvergadering van 24 augustus 2016.
9.
Zienswijze jaarverslag en jaarrekening Werkzaak 2015 (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. N.a.v. vragen geeft mevrouw Van Rhee-Oud Ammerveld aan: dat in het bedrijfsplan van de Werkzaak staat dat zij de raden halfjaarlijks informeren (Van der Munnik, Kreuk); er een getekende accountantsverklaring is (Van Vuren)
Pagina 3 van 4
Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in de beslispunten. Zij adviseren het raadsvoorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken voor de raadsvergadering van 24 augustus 2016. 10.
Aanvraag vangnetregeling participatiewet 2015 (om advies) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. Advies commissie De commissieleden kunnen zich vinden in de beslispunten. Zij adviseren het raadsvoorstel te plaatsen op de lijst van hamerstukken voor de raadsvergadering van 24 augustus 2016.
11.
Informatienota ontwikkelingen schuldhulpverlening (bespreken) Technische/verhelderende vragen zijn gesteld waarop een antwoord is gegeven. N.a.v. vragen/opmerkingen van commissieleden (Stoeten, Sewalt, Van der Munnik) wordt van de zijde van het college aangegeven dat: nu pas de basis op orde is met vaste krachten. De verwachting is dat men het 1e kwartaal 2017 op niveau draait; de raad de mogelijkheid heeft gehad om het extra geld voor het minimabeleid in te zetten voor schuldhulpverlening. De raad heeft daar niet voor gekozen; in de memo 06c. die bij de afsprakenlijst is gevoegd is aangegeven wat de criteria van De Werkzaak zijn m.b.t. inhoudingen op de uitkeringen; interne audit/controle ieder kwartaal plaatsvindt. De externe audit door N.V.V.K. plaatsvindt in het voorjaar 2017. De commissie/raad wordt daarover geïnformeerd; er nog invulling wordt gegeven aan de schuldhulpmaatjes; doorlooptijden van aanvragen ook verband houden met de beschikbare formatie; er bij spoedzaken altijd hulp is geweest; wijkteams al een grote rol spelen bij de preventie; de wet m.b.t. het moratorium nog in behandeling is. Dit instrument zal de gemeente, indien nodig, zeker gaan gebruiken (Vosselman); de commissie nog op de hoogte wordt gebracht van de planning m.b.t. de evaluatie schuldhulpverlening (De Mari).
13.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Er heeft geen terugkoppeling plaatsgevonden.
14.
Sluiting De voorzitter dankt een ieder voor de inbreng en sluit om 22.00 uur de vergadering.
Pagina 4 van 4
Commissie Samenleving Tiel, 6 juli 2016 Goedenavond commissieleden en overige belangstellenden, vanavond maak ik gebruik van het spreekrecht om u iets te kunnen vertellen over ons initiatief om een Ypsilonafdeling op te richten in Tiel. Dit initiatief is ook voor de gemeente relevant omdat het betrekking heeft op een nog vaak onzichtbare groep mantelzorgers en op de problematiek rond verwarde personen. Juist vanwege deze relevantie wilden we contact met de gemeente. Via via werden we gewezen op deze commissie. Ik heb contact gezocht met mevrouw Duquesnoy en wethouder Driessen en beiden attendeerden me op de mogelijkheid om hier iets te komen vertellen. Beiden heel erg bedankt hiervoor. Ik ben Joke van der Meulen, ik ben moeder van 2 jong volwassen kinderen. Beide kinderen waren zeer gewenst en ik heb altijd zielsveel van ze gehouden. Maar dat was niet altijd makkelijk. Mijn zoon begon al e jong met drugs en raakte op zijn 18 in zijn eerste psychose. Oorzaak of gevolg, ik zou het niet weten maar vind het eerlijk gezegd ook niet relevant. Na een lange zorgelijke periode over zijn drugsgebruik waarvan ik af en toe stiekem en ietwat naïef droomde dat hij eroverheen zou groeien, brak nu een nieuwe nog veel heftigere tijd aan. Een tijd waarin ik mijn zoon niet meer kon bereiken omdat zijn wereld mijn wereld niet was. Zijn angst was voelbaar en vertaalde zich vaak naar agressie. Hij was een verwarde man. Een tijd waarin me ik me vaak eenzaam voelde en heel erg machteloos. Eenzaam omdat ik het niet zomaar met iedereen kon delen, en waarbij als ik het vertelde er vaak geen begrip was en zeker geen besef hoe het mijn leven beheerste. Machteloos omdat ik door instanties vaak niet als relevante partij gezien werd, hij was immers in jaren volwassen. Vorig jaar rond deze tijd werd ik op het spoor gezet van Ypsilon. Ypsilon is een vereniging voor mensen zoals wij, Barrie, Evert, Theo en ik. Maar misschien ook voor u of u. Familie, naastbetrokkenen zo u wilt, van mensen met een psychotische kwetsbaarheid. Het lid worden van Ypsilon was voor mij een keerpunt. Nee, de problemen waren niet plotsklaps weg, mijn zoon is niet wonderbaarlijk genezen, maar ik voel me veel minder onmachtig en eenzaam. Ik heb mensen leren kennen die weten wat het is, weten van binnen uit, door eigen ervaring. Ik heb kennis opgedaan over mogelijkheden, herstelkansen, wonen etc. En mijn belangen, als familie-van, worden op een krachtige manier behartigd, zowel in de politiek als bij de GGZ instellingen. Ik kwam erachter dat ik niet zo uniek ben en dat er statistisch gezien in Tiel 4.000 mensen 1 zijn in een soortgelijke situatie . Deze statistieken worden nog eens onderbouwd doordat ik dankzij mijn eigen openheid op allerlei onverwachte momenten mensen tegenkom die hetzelfde meemaken of meegemaakt hebben. Ik kwam erachter dat zelfs wetenschappelijk bewezen is dat mantelzorgen voor 2 een GGZ-patiënt de zwaarste vorm van mantelzorg is . Ik vond woorden voor dingen die ik intuïtief allang wist en ben me steeds minder onmachtig gaan voelen. Heel toevallig, onderweg naar mijn eerste landelijke studie dag van Ypsilon, vorig jaar november, kwam ik Evert tegen. Zijn verhaal is heel anders dan mijn verhaal maar toch ook weer heel erg hetzelfde. Los daarvan bleken we als mens een click te hebben. Op de terugweg in de trein van Utrecht naar Tiel waren we er snel uit: een lokale Ypsilon afdeling in Tiel zou ons afgelopen jaren heel erg geholpen hebben. Onze partners, Theo en Barrie sloten zich bij ons aan en de plannen werden steeds concreter. Inmiddels hebben we een website (www.ypsilontiel.nl ) locatie en een datum (Donderdag 29 september 19u30 in de Vergulde Graaf) en een duidelijk beeld van wat we willen: ontmoeting, kennis delen en belangenbehartiging voor deze vaak onzichtbare groep mantelzorgers: familie en naastbetrokkenen van mensen met een psychotische kwetsbaarheid. We zouden het buitengewoon op prijs stellen als de gemeente ons initiatief zou willen steunen. Wij denken hierbij aan praktische steun, bijvoorbeeld het ons introduceren bij relevante partijen. Maar ook aan financiële steun in de vorm van een subsidie. Hartelijk dank voor uw aandacht. 1
) Feiten en cijfers over een psychose: http://www.ypsilontiel.nl/feiten-en-cijfers/ ) SCP onderzoek 2012 Mantelzorg GGZ: http://www.ypsilontiel.nl/wp-content/uploads/2016/06/12Onderzoek-SCP-MantelzorgGGZ.pdf 2
Overige informatie: www.ypsilontiel.nl , voor vragen:
[email protected]
Afsprakenlijst van de commissie Samenleving
NR. Onderwerp 1. Klachtenfunctionaris transities sociaal domein
Afspraak/toezegging Informatie over pilot Lingewaard
2. Schuldhulpverlening
Resultaten evaluatie schuldhulpverlening naar commissie
3. Portaal Sociaal Domein
Stand van zaken Evaluatie Tijdpad wordt verstrekt
4. Cultuurorganisatie Agnietenhof/Plantage/Klooster 5. Minimabeleid
Brede discussie minimabeleid
6. Verordening tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen 7. Mantelzorgbeleid
Evaluatie van de regeling
8. Veilig Thuis 9. Basismobiliteit
Gemaakt op 18-08-2016
Datum afspraak 04-02-2015 08-04-2015 02-12-2015 06-04-2016 07-10-2015 06-04-2016 08-06-2016 06-07-2016 29-04-2015 03-06-2015 03-02-2016 11-05-2016 01-07-2015 02-12-2015 04-11-2015 09-03-2016 08-06-2016
Planning Afhankelijk van informatie over pilot Lingewaal
Zie informatienota nummer 03.5a “Processtappen beleidsplan schuldhulpverlening Zie informatienota nummer 03.8 “Portaal sociaal domein September/oktober 2016
November 2016 Na zomerreces
Terugkoppeling brainstormsessie(s) tussen afvaardiging commissie met wethouder over ontwikkeling mantelzorgbeleid Periodieke terugkoppeling van de cijfers
03-02-2016 08-06-2016
Na zomerreces
11-05-2016
Periodiek
aan de Regio Rivierenland wordt gevraagd om de gemeente te informeren over de stand van zaken met een nieuwsbrief.
11-05-2016 08-06-2016
Na zomerreces na aanbesteding
1
Vragen commissieleden 10. J.D. Stoeten-Flach S.v.p. hoofdstuk toevoegen aan beleidsplan Wmo over burgerparticipatie/stimuleren van initiatieven in samenleving voor een betere zorg voor elkaar 11. D. Verbeek Verzoekt om de informatienota die is aangekondigd in de ingekomen stuk IIIa (Brief van college aan de fracties D66 en CU inzake beantwoording schriftelijke vragen ex art. 41 RvO over ouderbijdrage jeugd GGZ) ter kennis te brengen van de commissie Samenleving 12. J.L. Sewalt-Wijbrandts Mevrouw Sewalt vraagt zich af of de gemeente in het kader van het achterstandenbeleid iets kan doen/betekenen in het onderwijs. 13. C.J. Kreuk-Wildeman Mevrouw Kreuk geeft aan dat is gebleken dat veel gemeenten in 2015 budget voor zorg en ondersteuning thuis hebben overgehouden. Zij vraagt zich af hoe dit in Tiel is. 14. R. van Galen De heer Van Galen vraagt naar de kosten en baten van de Giro die kort en heftig door Tiel is gereden. Wat heeft de Giro Tiel gekost en was dit volgens de kostenraming/begroting. Kan e.e.a. inzichtelijk worden gemaakt. Zijn er nog meer opbrengsten te melden en zijn de bijdragen vanuit het bedrijfsleven overeenkomstig de verwachtingen? 15. J.D. Stoeten-Flach Mevrouw Stoeten-Flach vraagt of de gemeente bekend is met de “blijverslening”. Een lening waarmee een woning levensloopbestendig gemaakt kan worden. En of de gemeente hier ook mee werkt
Gemaakt op 18-08-2016
Toevoeging van een hoofdstuk aan het beleidsplan is toegezegd.
08-10-2014 01-07-2015 09-03-2016
Planning volgt nog. Is afhankelijk van regionale planning. Het lokale beleid wordt daar aan gekoppeld
Informatienota wordt toegezegd
Raadsvergadering d.d. 17-06-2015
Zie lijst van ingekomen stukken cie Samenleving d.d. 6 april 2016 onder nummer 03.7a (informatienota afschaffing ouderbijdrage Jeugdwet) Zie bijlage 06b
Zodra de cijfers bekend zijn wordt de commissie/raad geïnformeerd
11-05-2016
Zie beantwoording vragen ex art. 41 RvO bijlage 06c
Inzicht kan worden verschaft in het 3e kwartaal van 2016. Het onderwerp zal worden geplaatst op de afsprakenlijst van de commissie samenleving om aldaar te worden behandeld met mede-uitnodiging van de leden van de commissie bestuur.
Cie. Bestuur d.d. 12-05-2016
3e kwartaal 2016
Schriftelijk antwoord
06-07-2016
September/oktober 2016
2
16. A. Önder Verzoekt het ingekomen stuk onder IIIe (brief Ministerie VWS) betreffende uitspraken Centrale Raad van Beroep WMO 2015 te agenderen voor de commissie Samenleving en het onderwerp te plaatsen op de afsprakenlijst van genoemde commissie
Agenderen ter bespreking
Raad d.d. 22-062016
Zie agenda d.d. 07-09-2016
NB: indien de commissie geen opmerkingen heeft over de punten 2, 3, 11, 12, 13 en 16 dan worden de betreffende punten bij de volgende uitdraai verwijderd.
Gemaakt op 18-08-2016
3
GemeenteTiel Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 111 Telefax: (0344) 637 299
Doorkiesnummer: (0344)
MEMO BERICHT aan:
Commissie Samenleving
team:
Team Beleid 3 juni 2016
datum: onderwerp: notities:
Inzet Onderwijsachterstandgelden in het basisonderwijs -
Geachte leden van de commissie samenleving, Via deze memo krijgt u antwoord op de vraag die gesteld is tijdens de commissievergadering in mei. J.L. Sewalt-Wijbrandts: Mevrouw Sewalt vraagt zich af of de gemeente in het kader van het achterstandenbeleid iets kan doen/betekenen in het onderwijs. Van de zijde van het college wordt schriftelijk antwoord toegezegd. Er wordt in ieder geval teruggekoppeld wat er al op dit gebied gebeurd. Context: Nav een discussie in de kranten over “voor een dubbeltje geboren worden en nooit een kwartje worden”. De gemeente Tiel draagt in het kader van het Onderwijsachterstandenbeleid en het bijbehorende geoormerkte budget op diverse wijze bij aan het basisonderwijs. Het gaat hierbij om de Tielse basisscholen waar sprake is van relatief veel ‘gewichtenkinderen’ op school. Het gaat hierbij om kinderen wiens ouders laag opgeleid zijn. Versterking doorgaande lijn peuterspeelzaal/ basisschool De afgelopen jaren zijn de Tielse peuterspeelzalen (op 1 na) allemaal gevestigd op de basisscholen. Dit leidt tot een stevigere doorgaande lijn tussen de voorschool (peuterspeelzaal) en de basisschool en tot een versterking van de samenwerking. Aanbod op de basisscholen De Tielse VVE-basisscholen ontvangen subsidie vanuit de OAB-gelden voor de uitvoering van vroegschoolse educatie in de groepen 1 en 2.Dit programma sluit aan op het voorschoolse programma op de peuterspeelzaal. Ook in de hogere groepen worden verschillende taalinterventies uitgevoerd op de basisscholen. Denk hierbij aan de Brede School Academie (BSA); een naschoolse activiteit waarbij een groep leerlingen vanuit de Brede School Tiel Oost 2 middagen per week naar toe gaan. De BSA is gericht High potentials van wie verwacht wordt dat de taal een belemmering gaat vormen bij de verdere ontwikkeling en op onderpresteerders die minder goed presteren dan op grond van hun capaciteit verwacht mag worden.
Een andere interventie zijn de TaalPlusklassen, waarbij leerlingen onder schooltijd extra taalaanbod krijgen met als doel dat zij op een hoger niveau doorstromen. Sinds dit jaar is er een nieuwkomersklas basisonderwijs gestart als aparte voorziening waar leerlingen tussen de 6 en 12 jaar naar toe gaan die niet langer dan een jaar in Nederland wonen. De gemeente is vanuit de OAB-middelen medefinancier van deze klas. Voor nieuwkomerskinderen die starten in groep 1 en 2 kunnen scholen extra subsidie aanvragen vanuit de OAB-gelden om in te zetten voor het leren van de taal.
Inzet van de bibliotheek op school Ook de bibliotheek is zeer actief op de basisscholen. Een groot deel wordt hiervan bekostigd uit de OAB-middelen. De Bibliotheek op School, de inzet van de lees-mediacoach, het leesbevorderingsprogramma Boekenpret, mediawijsheid zijn hier voorbeelden van. Voor de kleintjes (peuters en groep 1 en 2) lezen vrijwilligers een vaste periode bij gezinnen thuis voor (Leescorso). Aan basisonderwijs gerelateerd Niet direct gerelateerd aan de leerling maar wel aan de ouders zet de gemeente Tiel vanuit het OAB in op ouderbetrokkenheid op school (en de peuterspeelzaal). Ook worden onderwijsconsulenten (Mozaïek) ingezet om (met name allochtone) ouders te informeren en ondersteunen waar het gaat om onderwijszaken en -vragen. Nieuwe ontwikkelingen en impulsen In 2016 hebben uitvoerders betrokken bij het onderwijsachterstandenbeleid de mogelijkheid gekregen zelf initiatieven in te dienen ter versterking van het OAB-beleid. In dat kader heeft de gemeente Tiel bijgedragen aan deskundigheidsbevordering, woordenschatontwikkeling, maar ook aan het introduceren van nieuwe onderwijsvormen (bv het Huis der Verhalen: vertellessen), versterken doorgaande lijn peuterspeelzaal/ basisonderwijs, versterken ouderbetrokkenheid.
Afzender: Marjolein Winter
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
21 september 2016 M. Melissen Aanpak overdracht beheer speelplekken in combinatie met participatie
Besluit om: 1. Bijgaand plan van aanpak “Overdracht beheer speelplekken in combinatie met participatie”, augustus 2017 (bijlage 1) vast te stellen, waarin onder meer de volgende onderdelen zijn opgenomen: a. de aanpak voor het behalen van de bezuiniging op spelen in combinatie met participatie b. een inschatting voor de kosten voor de aanpak voor de komende jaren c.
de consequenties van de bezuiniging en voorgestelde aanpak, waaronder de mogelijkheid van verdwijnen van speelplekken op den duur
d. veiligheid leidend is bij de aanpak en het vervolg e. in 2017 te bekijken in hoeverre de aanpak bijgestuurd moet worden op basis van de reacties van bewoners 2. De kosten voor deze aanpak voor 2017 ad € 95.000,- te dekken uit de beoogde uitbreiding van het wijkbudget van € 100.000,- .
Inleiding De gemeenteraad van Tiel heeft een bezuiniging op onderhoud en beheer speelplekken vastgesteld. In het coalitieakkoord is aangegeven om meer op participatie van bewoners in te zetten. Ook heeft de raad een motie vastgesteld waarin onder meer een tijdspad is aangegeven en is vastgesteld dat er duidelijkheid moet komen voor inwoners wat er van de gemeente verwacht kan worden in het kader van overdracht beheer en onderhoud speelplekken. Om deze doestellingen te bereiken, is onderzocht op welke manieren dit gedaan zou kunnen worden. Op basis daarvan is een aanpak opgesteld. In een notitie (bijlage 1) is een analyse gemaakt van het vraagstuk en is een uitwerking gemaakt van de aanpak om de overdracht van beheer en onderhoud in combinatie met bewonersparticipatie vorm te geven. De essentie van deze aanpak is dat in eerste instantie in overleg gegaan wordt over de mogelijkheden binnen de aanwezige kaders. Afhankelijk van de uitkomst van die gesprekken, wordt het vervolg bepaald. Naast het overleg is er een soort “standaardmodel/basisaanpak“ uitgewerkt, dat gebruikt kan worden voor overdracht beheer en onderhoud van speelplekken. Na besluitvorming hierover, zal de aanpak verder uitgewerkt worden tot een projectplan.
Beoogd effect Besluitvorming over de aanpak voor realiseren van de bezuiniging in combinatie met burgerparticipatie.
Pagina 1 van 3
Argumenten 1.1 Aanpak past bij doelstellingen De aanpak sluit aan bij de doelstellingen van de gemeenteraad om de participatie bij bewoners te vergroten op het gebied van beheer en onderhoud speelplekken en tegelijkertijd te bezuinigen. 1.2 Plan van aanpak betreft uitvoering van motie Het plan van aanpak geeft antwoord op de motie Participerende speelvoorzieningenbeleid (d.d. 11 november 2015) van de raad. De aanpak geeft duidelijk aan op welke manier bewoners betrokken worden en hoe de aanpak eruit ziet. Ook zijn de consequenties in beeld gebracht van de beoogde aanpak. 2.1 Dekking voor 2017 is passend Het dekken van de eenmalige kosten in 2017 past bij het vraagstuk en de aanpak. De aanpak richt zich om samenwerking met bewoners uit de wijk en stuurt op een grotere betrokkenheid van bewoners. Het voor 2017 dekken van de eenmalige kosten uit dit budget lijkt daarom logisch. In 2017 wordt bekeken hoe de betrokkenheid van bewoners zich ontwikkeld en gaan we bepalen op welke manier het vervolg eruit ziet.
Kanttekeningen 1.1 Er zijn nog meer aanpakken mogelijk Voor de aanpak van het vraagstuk zijn meerdere varianten te bedenken. Om duidelijkheid te creëren en niet onnodig tijd te verliezen is gekozen om te beperken tot 1 aanpak met daarin ruimte voor maximaal overleg met bewoners. Aanvullingen en nuanceringen kunnen uiteraard altijd worden gedaan door de commissie of gemeenteraad.
Aanpak / uitvoering Na besluitvorming over deze aanpak zal, indien de aanpak akkoord is, een uitwerking in een projectplan plaatsvinden. In het plan van aanpak is opgenomen dat gedurende de uitvoering de vinger aan de pols wordt gehouden en afstemming plaatsvindt met college en commissie over de tussenresultaten.
Communicatie Bewust is ervoor gekozen om in de voorbereiding van dit vraagstuk geen uitgebreide communicatie met bewoners op te starten. De aanpak was namelijk nog niet helder en zodoende was het onwenselijk om hier actief over te communiceren. Het communiceren van onduidelijkheid over dit onderwerp was ongewenst. Zodoende wordt eerst door middel van besluitvorming duidelijkheid gerealiseerd. Daarna zal hierover gecommuniceerd worden op basis van een op te stellen communicatieplan. Voor de communicatie rondom de besluitvorming zal een persbericht worden opgesteld.
Financiën In het plan van aanpak is een globale begroting opgenomen. Daarbij is het voorstel aan de raad om de kosten voor 2017 te dekken uit de beoogde uitbreiding van het wijkbudget van € 100.000,-. Indien besluitvorming hierover akkoord is, zal dit in de begroting worden verwerkt.
Bijlage(n) 1. “Overdracht beheer speelplekken in combinatie met participatie (Plan van Aanpak), augustus 2017 Pagina 2 van 3
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Projecten G.F.B. Stinstra 0344-63 74 58
[email protected]
Pagina 3 van 3
Raadsbesluit Gelezen het voorstel van het college van B&W aan de raad van 23 augustus 2016
Onderwerp: Aanpak overdracht beheer speelplekken in combinatie met participatie
Nummer:
Wettelijke grondslag:
Besloten in de raadsvergadering van:
Besluit om: 1. Bijgaand plan van aanpak “Overdracht beheer speelplekken in combinatie met participatie”, augustus 2017 (bijlage 1) vast te stellen, waarin onder meer de volgende onderdelen zijn opgenomen: a. de aanpak voor het behalen van de bezuiniging op spelen in combinatie met participatie b. een inschatting voor de kosten voor de aanpak voor de komende jaren c.
de consequenties van de bezuiniging en voorgestelde aanpak, waaronder de mogelijkheid van verdwijnen van speelplekken op den duur
d. veiligheid leidend is bij de aanpak en het vervolg e. in 2017 te bekijken in hoeverre de aanpak bijgestuurd moet worden op basis van de reacties van bewoners 2. De kosten voor deze aanpak voor 2017 ad € 95.000,- te dekken uit de beoogde uitbreiding van het wijkbudget van € 100.000,- .
De griffier,
de voorzitter,
Pagina 1 van 1
Overdracht beheer speelplekken in combinatie met participatie Plan van Aanpak 0
Gemeente Tiel, augustus 2016
Inhoudsopgave 1. Inleiding
pagina 2
1.1 Wetgeving; eigenaar is verantwoordelijk voor veiligheid 1.2 Participatie; wie neemt het initiatief?
2. Bestuurlijk kader
4
2.1 Bloesemakkoord 2.2 Begroting 2.3 Klankbordgroep Burgerparticipatie 2.4 Motie “Participerende speelvoorzieningenbeleid” 2.5 Voortgangsrapportage 2.6 Plan van aanpak Speelplekken 2.7 Speelbeleidsplan 2.8 Consequenties realisatie bezuinigingsopdracht en overdracht speelplekken
3. Situatie Tiel
1 6
3.1 Aantallen en verdeling 3.2 Financiën Speelplekken Tiel
4. Referenties speelplekken en bewonersparticipatie elders
7
4.1 Geldermalsen 4.2 Wijdemeren 4.3 Neerijnenlaan 4.4 Conclusies voor Tiel op basis van ervaringen elders
5. Plan van Aanpak 5.1 Uitgangspunten voor overleg met bewoners 5.2 Uitgangspunten “Basis-aanpak” voor overname beheer 5.3 Mogelijke resultaten 5.4 Aanpak + Planning 5.5 Financieel
10
Bijlage Kaart Speelplekken Tiel
19
1. Inleiding De gemeenteraad van Tiel heeft een bezuiniging op onderhoud en beheer speelplekken vastgesteld. Daarbij is aangegeven om participatie van bewoners in te zetten. Om deze doestellingen te bereiken, is onderzocht op welke manieren dit gedaan zou kunnen worden. Op basis daarvan is een aanpak opgesteld. In deze notitie is een analyse gemaakt van het vraagstuk en is een uitwerking gemaakt van de aanpak om de overdracht van beheer en onderhoud in combinatie met bewonersparticipatie vorm te geven. De essentie van deze aanpak is dat in eerste instantie in overleg gegaan wordt over de mogelijkheden binnen de aanwezige kaders. Afhankelijk van de uitkomst van die gesprekken, wordt het vervolg bepaald. Naast het overleg is er een soort “standaardmodel/basisaanpak“ uitgewerkt, dat gebruikt kan worden voor overdracht beheer en onderhoud van speelplekken. Er ontstaat dus óf een aanpak op basis van de gesprekken met bewoners óf een zogenaamde basis-aanpak. In beide gevallen dient de bezuinigingsdoelstelling behaald te worden in combinatie met participatie. Stap 1 In gesprek Samen met inwoners van Tiel wordt bekeken op welke wijze de bezuinigingstaakstelling gerealiseerd kan worden, waarbij overdracht van onderhoud en beheer aan bewoners een basisgedachte is. Hierbij wordt in overleg bekeken welke alternatieven er zijn en waarvoor draagvlak bestaat. Ook kunnen bewoners kiezen voor de ‘basis-aanpak’. Stap 2 Vervolg; bewonersaanpak of ‘basis-aanpak’ De opbrengst in de eerste fase maakt duidelijk welke ideeën en oplossingen bestaan bij bewoners om de beoogde doelstellingen van de gemeenteraad te realiseren. Het kan ook zo zijn dat er geen uitkomst is die aansluit op de vastgestelde kaders of dat bewoners juist aangeven een duidelijke voorkeur te hebben voor de basis-aanpak. In die situatie zal de zogenaamde “basis-aanpak” worden gehanteerd. Basis-aanpak De basis-aanpak betekent kortweg dat eerst wordt gevraagd wie het onderhoud en beheer wil overnemen volgens een standaardmodel waarbij maatwerk mogelijk is. Indien bewoners geen interesse hebben in het overnemen van het beheer en onderhoud voor een speelplek, zal de gemeente in geval van onveiligheid overgaan tot saneren van de betreffende speelplek. In deze notitie zijn ook de consequenties benoemd van de geschetste aanpak. Deze uitgewerkte aanpak is beschreven vanaf pagina 10. 1.1 Wetgeving; eigenaar is verantwoordelijk voor veiligheid In de jaren ‘80 en ‘90 heeft de regering besluiten genomen over de veiligheid van speelplekken. Dit is het zogenaamde Attractiebesluit. In dit besluit is duidelijkheid gecreëerd over verantwoordelijkheden rondom veiligheid en beheer van speeltoestellen en -plekken. Tegenwoordig betreft dit het Warenbesluit Attractie- en Speeltoestellen, de WAS. Kortweg is het zo dat na 1997 voor nieuwe speeltoestellen een goedkeuring vereist is en dat er jaarlijks inspecties moeten plaatsvinden voor openbaar toegankelijke speelplekken. In geval van gebreken dienen herstellingen gedaan te worden op basis van deze wetgeving. Het onderhoud en reparaties moeten worden uitgevoerd volgens bepaalde regels en materialen. De eigenaar van de speeltoestellen is verantwoordelijk voor onderhoud en veiligheid van de speeltoestellen. Dat is veelal de gemeente, als eigenaar van de grond. Het eigendom en daarmee de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de speeltoestellen zou overgedragen kunnen worden door het vestigen van een recht van opstal of door verkoop van de grond met daarop de speeltoestellen. Het is nog niet geheel duidelijk in
2
hoeverre en in welke mate er bij overdracht van beheer en onderhoud, de eigenaar verantwoordelijk blijft of dat dit bij de “uitvoerende partij” komt te liggen. 1.2 Participatie; wie neemt het initiatief? Bij burgerparticipatie is onderscheid te maken tussen twee verschillende soorten. Het verschil zit in wie het initiatief neemt. Daar waar bewoners zelf met een initiatief komen iets te verbeteren, te realiseren of over te nemen, is er sprake van een bepaalde energie waarop gereageerd wordt vanuit de gemeente. Wanneer de gemeente het initiatief neemt, zullen bewoners reageren op het idee van de gemeente. In het eerste geval is sprake van draagvlak en motivatie bij bewoners. Daar zal van de gemeente een begeleidende/ondersteunende rol of juist loslaten verwacht kunnen worden. Daar waar de gemeente het initiatief neemt, is nog onbekend in hoeverre er draagvlak is voor het “overheidsinitiatief”. Hier zal het eerder gaan om gesprekken voeren, informeren, motiveren en betrekken bij het idee van de gemeente. Kortom: bij wie het initiatief ligt, is in sterke mate bepalend voor de communicatie en de aanpak. In de kern is burgerparticipatie niet nieuw. In het verleden heeft Tiel immers al vaker initiatieven van bewoners gestimuleerd of begeleid. Een mooi voorbeeld zijn de projecten uit de Tielse methode. Het is goed om van dergelijke initiatieven te leren. Zo is voor de overdracht van beheer speelplekken gekeken naar een meer recente ontwikkeling, de overdracht van het beheer van wijkcentra. Hierin nam de gemeente het initiatief om rollen en verantwoordelijkheden opnieuw te positioneren. Deze concrete verschuiving van taken, mede geïnitieerd vanuit een bezuinigingsdoelstelling, viel niet direct in goede aarde bij betrokkenen. Enkele leerervaringen die hieruit getrokken kunnen worden, zijn dat transparantie over het doel en de rol van de gemeente van groot belang is. En er dient tijd genomen te worden om aan het idee dat de gemeente taken niet meer uitvoert, te wennen. Leeswijzer Deze notitie is ingedeeld hoofdstukken. De eerste hoofdstukken zijn beschrijvend en de laatste 2 geven twee mogelijke aanpakken weer. Na deze inleiding is in hoofdstuk 2 het bestuurlijk kader geschetst. In hoofdstuk 3 is de situatie in Tiel kort weergegeven. Hoofdstuk 4 gaat over ervaringen op andere locaties. Na deze beschrijvingen is in hoofdstuk 5 de aanpak uitgewerkt.
3
2.
Bestuurlijk kader
2.1 Bloesemakkoord In het Bloesemakkoord is de ambitie opgenomen om als gemeente stevig in te zetten op burgerparticipatie. De volgende aspecten uit het akkoord zijn van toepassing op het beheer van speelplekken: In het verlengde daarvan (betreft verwijzing naar: ondersteunen van initiatieven uit de samenleving) voeren wij het buurtinitiatiefrecht in: het recht van een (groep mensen in een) buurt om taken, die de gemeente uitvoert, over te nemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het beheer van speelplekken, het groen in de wijk, oplossen van lelijke en open plekken in buurten en wijken of het organiseren van een ontmoetingsplek voor jongeren. Dergelijke initiatieven in andere gemeenten laten zien dat de uitvoering op die manier meer naar de wens van de betrokkenen is en vaak goedkoper en duurzamer. Het vraagt van óns loslaten en vertrouwen geven. Tiel heeft al ervaring op dat gebied: met de Tielse Methode zijn daar goede resultaten mee geboekt. Wij gaan buurten ondersteunen als zij van dit recht gebruik willen maken en daarbij ook evaluatiemomenten afspreken.
Daarnaast is er 100.000 euro uitgetrokken om in te zetten voor burgerparticipatie. In het akkoord is ook een overzicht van bezuinigingen 2015-2018 opgenomen. Hieronder is het deel weergegeven dat betrekking heeft op speelplaatsen.
2.2 Begroting Deze bezuiniging is vertaald in de begroting. Concreet is daar een bezuiniging doorgevoerd van 1 ton op Spelen (aanvullend op een eerdere bezuinigingsopgave) en er is een budgetuitbreiding beoogd van 1 ton op het wijkbudget. Het totale budget voor beheer en onderhoud van speelplekken is hiermee vanaf 1-1-2017 in de begroting op 37.000 euro gesteld. 2.3 Klankbordgroep Burgerparticipatie In mei 2015 is een memo over dit onderwerp besproken in de klankbordgroep burgerparticipatie. Hier is gesproken over de dilemma’s die komen kijken bij de doorvoering van de bezuiniging en de mogelijkheden voor participatie. 2.4 Motie “Participerende speelvoorzieningenbeleid” Op 11 november 2015 is er een motie aangenomen waarin de raad het college kortweg opdraagt om te komen met een nota waaruit het voor de participerende burgers duidelijk wordt wat ze van de gemeente moeten verwachten en omgekeerd. En daarbij moet inspiratie worden opgedaan bij bijvoorbeeld gemeente Geldermalsen en Wijdemeren. 2.5 Voortgangsrapportage In de 1e voortgangsrapportage aan de raad is aangegeven dat tot aan het moment van de daadwerkelijke overdracht van het beheer en onderhoud van speelplekken er sprake is van een overgangsperiode. Voor de realisatie van de bezuiniging en de overdrachten is er een plan van aanpak in voorbereiding. Tot slot is aangegeven dat onvoldoende dekking is om de tussentijdse werkwijze uit te voeren. Er is voor 2016 een tekort van € 34.000,- opgenomen in de 1e voortgangsrapportage.
4
2.6 Plan van aanpak Speelplekken De inhoud van dit plan van aanpak over overdracht beheer en onderhoud van speelplekken bestaat uit onder meer; een beschrijving van de besluitvorming, de situatie in Tiel, ervaringen elders met participatie op dit onderwerp en een beschrijving van de aanpak voor overdracht beheer en onderhoud. Na besluitvorming over deze notitie wordt de gekozen aanpak verder uitgewerkt in een projectplan. 2.7 Speelbeleidsplan De consequentie van het opnemen van de bezuiniging in de begroting is dat het budget voor beheer en onderhoud voor speelplekken op 37.000 euro is gesteld. In het speelbeleidsplan van de gemeente Tiel, dat door de gemeenteraad vastgesteld is voor 2005-2010 de volgende visie opgenomen: 1. In Tiel is voor kinderen en jongeren van alle leeftijden voldoende en veilige speelruimte. Speeltoestellen voldoen altijd aan de veiligheidseisen zoals deze in het Attractiebesluit zijn vastgesteld. 2. Er is een goede spreiding van speelruimte, op wijk- en stedelijk niveau. Er zijn geen witte vlekken volgens de berekening van de actieradius. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van de wijk, nu en in de toekomst. 3. Wij streven naar goede monitoring van demografische ontwikkelingen op wijkniveau, zodat kan worden ingespeeld op de samenstelling van de wijk en de behoefte aan speelruimte. Er is sprake van flexibiliteit in de inrichting van speelruimte. Dit betekent ook dat in een wijk, waar het aantal jonge kinderen afneemt en via natuurlijk verloop een groep jongeren (tieners) ontstaat, de inrichting van speelruimte wordt aangepast. Met het ouder worden van een groep kinderen in de wijk veranderen ook de actieradius van deze kinderen en de benodigde minimale omvang van speelruimte (JOP). Een (geasfalteerd) basketbalveld of een skateramp nemen meer plaats in dan een paar wipkippen of een glijbaan.
Door de doorgevoerde bezuiniging wordt de haalbaarheid van de punten 2 en 3 uit het speelbeleidsplan belemmerd. 2.8 Consequenties realisatie bezuinigingsopdracht en overdracht speelplekken Het college van B&W hecht er waarde aan om een beeld te hebben van de mogelijke gevolgen van overdracht van beheer en onderhoud van speelplaatsen aan bewoners. Dit zou in beeld gebracht kunnen worden door een maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA) voor dit vraagstuk. Een dergelijk onderzoek vraagt tijd en budget. Tegelijkertijd is het ook van wezenlijk belang om de voortgang op dit vraagstuk te bewaren. Zodoende heeft het college ervoor gekozen, omwille van de tijd en kosten, voor nu te beperken tot een inschatting door het college van de verwachten effecten en consequenties van overdragen van het beheer en onderhoud. Hieronder zijn die puntsgewijs benoemd:
-
Bij de overgedragen speelplekken: grotere cohesie tussen betrokken bewoners grotere betrokkenheid en sociale controle bij vandalisme behoefte om kennis op te doen over beheer kans op niet nakomen afspraken (extra) ambtelijke inzet op beheer-afspraken met bewoners
-
Bij verwijderen speelplekken: structurele bezuiniging wordt (op den duur) gehaald mogelijke weerstand bewoners en kinderen i.g.v. verwijderen speelplek eenmalige kosten verwijdering speeltoestellen minder beweging, vragen over gezondheid (gewicht) jeugd vragen over alternatieve aanwending speelplek vraagt om extra investering overlast hangjeugd op nieuwe locaties door verdwijnen speelplek (Joppen) mogelijke wisselwerking met initiatieven in het kader van gezondheidsbeleid
5
3.
Situatie Tiel
3.1 Aantallen en verdeling Tiel kent in totaal 87 speelplekken. Dit bestaat uit: • 0-6 jaar 15 plekken • 0-12 jaar 44 plekken • 6-12 jaar 1 plek • 0-12+ 1 plek • 0-12+ Joppen (formeel) 5 plekken • 12+ Joppen (formeel) 8 plekken • leeftijd niet van toepassing (hier gaat het om trapveldjes, klein basketbalveldje, speelaanleiding):13 plekken
} totaal 13 Joppen
De speelplek aan de Neerijnenlaan die onderhouden wordt door bewoners is niet meegeteld bij deze 87 speelplekken. In het speelplekkenbeleidsplan is voor JOP de volgende omschrijvingen opgenomen: Informele JOP = "Spontane ontmoetingsplaatsen bij bijvoorbeeld een winkelcentrum of op de hoek van de straat (hangplek)." Formele JOP = "Ontmoetingsplaatsen waarbij voorzieningen zijn aangebracht. Dit komt overeen met een 12+ locatie. "Een formele JOP (jongeren ontmoetingsplek): Het onderhoud en beheer van Joppen wordt betaald uit het budget voor onderhoud en beheer van speelplekken. De bezuiniging en het plan van aanpak zijn zodoende ook van toepassing op Joppen in Tiel. Het onderhoud van mobiele Joppen wordt ook betaald uit het budget voor onderhoud en beheer van speelplekken. Overigens zijn de kosten van onderhoud minimaal, omdat de mobiele JOP nauwelijks onderhoud vraagt. Aanschaf en verplaatsing/verwijdering kon tot nu toe worden betaald uit budget Spelen, Veiligheid of Jeugd. In bijlage 1 is een kaart opgenomen waarop is aangegeven hoe de speelplekken verdeeld zijn over Tiel. Naast speelplekken kent gemeente Tiel op schoolpleinen nog 25 speelplaatsen. Hiervan is 1 locatie openbaar toegankelijk. In verband met beheersvraag en verantwoordelijkheidsverdeling zijn de overige 24 speelplekken niet openbaar toegankelijk. Deze speelplekken vallen zodoende buiten de reikwijdte van deze aanpak. Tot slot kent Tiel ook een ruim aantal plekken die groen ingericht zijn. Dit kan ook worden gezien als plek om te spelen. In beleidstermen worden dit ook informele speelruimte genoemd. Er hoeft immers niet altijd een toestel te staan om te kunnen spelen. Onderhoud In Tiel is het onderhoudsniveau van de speelplekken en speeltoestellen tot op heden goed tot zeer goed. Inspecties en controles vinden 3 maal per jaar plaats. 3.2 Financiën Speelplekken Tiel Het beheer van speeltoestellen bestond uit de volgende posten: Ambtelijke uren voor coördinatie beheer en inzet voor afstemming nieuwe of te vervangen speeltoestellen in overleg met bewoners. Reparaties Vervanging Nota bene: in dit budget zijn geen kosten opgenomen voor: Maaien, snoeien, vegen en afvalbakken legen. Dit wordt betaald uit het budget voor groenbeheer/onderhoud /afval. Het budget beheer speelplekken is gericht op het vervangen en in stand houden van de speelplekken die Tiel beschikbaar heeft.
6
4.
Referenties speelplekken en bewonersparticipatie elders
Om een goed beeld te krijgen van ervaringen die zijn opgedaan in gemeenten elders in Nederland met het overdragen van beheer en onderhoud van speelplekken aan bewoners is hier een verkenning naar gedaan. Dit werd overigens ook expliciet aangegeven in de motie van 11 november 2015 waarin werd verwezen naar Geldermalsen en Wijdemeren. Die twee locaties zijn daarom uitgeschreven. Voor het verkennen van de mogelijkheden ten behoeve van het opstellen van dit plan van aanpak is, naast deskresearch en reeds aanwezige kennis, contact gezocht met onder meer gemeente Deventer, Buren en Culemborg. Hieronder zijn de bevindingen van Geldermalsen, Wijdemeren en ook de Neerijnenlaan in Tiel uitgeschreven. Daaropvolgend zijn de bredere leerervaringen beschreven op basis van alle verkregen informatie.
7 4.1 Geldermalsen In 1999 is in Geldermalsen het uitgangspunt gekozen dat de gemeente niet (meer) over speelplekken gaat, maar juist de bewoners zelf. Hiermee is vervolgens gestart en sinds 2006/2007 een doorstart gemaakt. Sinds 1999 is het gebruikelijk en algemeen bekend dat de bewoners in Geldermalsen het beheer en onderhoud van speelplekken uitvoeren. Dit was niet als aanleiding van een bezuiniging. De subsidiemogelijkheden zijn juist sinds 2007 verdubbeld. Op het initiatief van het gemeentebestuur is Platform speelplekken opgericht (samenwerkingsverband van alle speelplekorganisaties in de gemeente Geldermalsen). Functie: - behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de speeltuinorganisaties naar het gemeentebestuur. - stimuleren/ organiseren van kennis- en ervarings-uitwisselingen (zoals folders, facebook en een website) - adviseren van de organisaties met betrekking tot bv inkoop/ verzekeringen etc. Structurele subsidie 2016 aan 27 speeltuinorganisaties: ca. € 75.000,- (alleen onderhoud en beheer). Vervanging wordt overgelaten aan de creativiteit van de bewoners ( subsidie en sponsoring zoeken). 4.2 Wijdemeren Wijdemeren heeft een Nota Ruimte om buiten te spelen 2014-2019. Het budget in Wijdemeren is sinds 2011 verminderd met 37%. Het areaal van speelplekken is op basis hiervan eveneens met minstens 37% afgenomen. In 2013 opgezet burgerpanel heeft meegedacht over de keuze welke speelplek gehandhaafd moet worden en welke niet. Wijdemeren kent 57 speelplekken en 172 speeltoestellen. De visie heeft als uitgangspunt om te blijven voorzien in speelruimtes. Eén a twee speelplekken per buurt. De participatie is zodanig vorm gegeven dat bewoners zelf toestellen aanschaffen en kunnen plaatsen, mits het voldoet aan gestelde eisen en normen. De gemeente betaalt niet voor de vervangingskosten. Onderhoud en inspectie gebeurt wel door de gemeente. De gemeente heeft hiervoor gekozen omdat zij namelijk aansprakelijk blijft voor ongevallen. Particuliere speeltoestellen: losse toestellen (b.v. trampoline/ zwembad) kunnen overdag worden geplaatst, maar ’s avonds moet het weer verwijderd worden uit de openbare ruimte. Zo kunnen kinderen onder toezicht van ouders spelen en dragen deze de verantwoordelijkheid. Waar speeltoestellen worden verwijderd (i.v.m. krimp van 37%), blijft de openbare ruimte vooralsnog beschikbaar als groene ruimte/informele speelplek. Met bewoners is overleg over
de inrichting als natuurlijke speelruimte. Voorwaarde is dat de ondergrond gras is. Als de ruimte te klein is voor natuurlijke speelruimte dan wordt, in overleg met bewoners, bepaald welke bestemming de plek dan krijgt (b.v. plantsoen/ parkeerplaats). Als burgerparticipatie plaats vindt, is per speelplek € 500,- beschikbaar. In 2014: € 52.000,- begroot voor onderhoud speeltoestellen, vervanging speeltoestellen en vervanging en onderhoud ondergronden. Daarnaast een voorziening voor onderhoud en vervanging van speeltoestellen van € 179.000,-. 4.3 Neerijnenlaan Enkele bewoners wilden voor hun jonge kinderen op het plein van een school aan de Neerijnenlaan een speelplek realiseren. Dit werd actueel toen de school ging sluiten. Mondeling is toegezegd door beleidsmedewerker en wethouder dat hieraan meegewerkt kon worden. De bewoners hebben hierin veel werkzaamheden verricht; verwijderen beplanting en bestrating, aanleg hekwerk, plaatsing speeltoestellen, uitgraven grond t.b.v. valzand, leggen grasmatten etc. Daarnaast hebben ze uitzoekwerk moeten verrichten over regelgeving/onderhoud en subsidiemogelijkheden. Ook zijn materialen ten behoeve van onderhoud aangeschaft. Deels met subsidies en eigen gelden. Er is een beheerovereenkomst met een natuurlijk persoon. Hierin wordt ervaren dat dit bij het zoeken naar financieringsmogelijkheden lastig is. De speelplek fungeert ook als ontmoetingsplek voor kinderen en hun ouders. Verschillende culturen en achtergronden komen hier samen. Doordat de plek onderhouden wordt door bewoners is er een bepaalde mate van onderlinge cohesie ontstaan. Ook is de betrokkenheid bij ouders en kinderen groot bij het gebruik van de speeltoestellen en het opruimen van afval. Enkele leerpunten voor het overdragen van beheer: - Voor bewoners is zand verversen kostbaar en/of intensief (handwerk). Daarom zou het fijn zijn als dit centraal georganiseerd wordt. Zo mogelijk door de gemeente. Hiermee is namelijk sprake van een schaalvoordeel en werkt het met machines vele malen prettiger dan met de hand/kruiwagen. - Vervangen van speeltoestellen is duur, bewoners zouden hierin graag hulp en zo mogelijk gelden bij kunnen gebruiken. - De ervaring van dit project is dat het relatief lang duurde voordat er een beheerovereenkomst opgesteld en vastgesteld was. Het zou beter zijn geweest en meer zekerheid hebben gegeven als er snel duidelijkheid over afspraken was gekomen. Nu lang in onzekerheid gezeten, terwijl er wel investeringen werden gedaan. - Voor een snelle start zou het fijn zijn geweest als er toegankelijke informatie beschikbaar was gesteld over regelgeving voor speelplekken en –toestellen. Dit geldt ook voor informatie over financieringsmogelijkheden (bijvoorbeeld wijkbudget of fondsen). - Zo mogelijk werd het ook als een verbetering beschouwd als er sprake zou zijn geweest van begeleiding bij het opstarten van het beheer (en aanleg). Als er iemand is met ervaring die hierin adviserend zou kunnen zijn, zou dit de bewoners ontlasten. - Bij de Neerijnenlaan is de ervaring dat er een kleine kern is die de speelplek trekt. In een team zou draagbaarder zijn dan als trekker alleen. 4.4 Conclusies voor Tiel op basis van ervaringen elders: Bij de andere locaties is niet direct sprake van bezuinigen, als aanleiding voor participatie. Juist is hier gekozen voor een andere rolverdeling tussen bewoners en gemeente. In Wijdemeren is ervoor gekozen om te bezuinigen en hier bewoners bij te betrekken. En in Geldermalsen is, ondanks de grote betrokkenheid en inzet, het budget voor beheer en onderhoud speelplekken verhoogd (subsidiemogelijkheden).
8
Het participatieproces vraagt inzet en kosten Een overgedragen speelplek zal tijd en geld blijven kosten. Gemeente Tiel zal inzet moeten blijven plegen op inspecties en accountmanagement en begeleiding van particuliere beheerders. Goede informatie en communicatie zijn belangrijk Bewoners hebben goede en duidelijk informatie nodig. Het gaat hierbij om verwachtingen over en weer. Voor een snelle implementatie van overdracht is begeleiding en goede informatievoorziening gewenst. Dit geldt ook voor afspraken over taak- en rolverdeling in de beheerfase (contract) en tijdens het proces van overdracht zelf. Implementatie van participatie vraagt tijd Duidelijk uit de casussen wordt dat er de nodige tijd is uitgetrokken voor de andere benaderingswijze van beheer en onderhoud van speelplekken. Saneren/verwijderen kost geld Ook het verwijderen van speeltoestellen kost geld. Indicatief kost dit 3.000 - 5.000 euro1 per speelplek. Inzet begeleiding De ervaringen elders is dat voldoende begeleiding van bewoners die een speelplek willen overnemen zeer gewenst is. Duidelijk is dat er een coachende en informerende rol wordt gevraagd, maar ook technische ondersteuning gewenst is.
1 Hiervoor zullen offertes meer zekerheid bieden over deze kosten.
9
5. Plan van Aanpak In dit hoofdstuk is de voorgestelde manier van aanpak beschreven. De beschrijving bevat de uitgangspunten die voor de gesprekken met bewoners aan de orde zijn én uitgangspunten voor de ‘basis-aanpak’. Bij die aanpak zijn de beoogde resultaten beschreven. Daarna is de aanpak met bijbehorende planning in een schema opgenomen. Tot slot is aangegeven wat de financiële consequenties zijn. 5.1 Uitgangspunten voor bewonersaanpak De essentie van de aanpak is om in overleg te gaan met inwoners over op welke manier de door de gemeenteraad meegegeven kaders (financieel en participatie) gerealiseerd kunnen worden. Vrij vertaald gaat het erom dat het doel (bezuinigen op budget onderhoud en beheer spelen in combinatie met participatie) wordt bereikt, maar dat “het hoe” niet per sé vastligt. Dat betekent dat er ruimte is om op een andere manier dan in de basis-aanpak (paragraaf 5.2) de vastgelegde doelen te realiseren. Betrokken bewoners zullen, naar verwachting, positief staan ten opzichte van een gesprek over het hoe dan tegenover alleen de keuze voor een uitgewerkte aanpak. Op basis van die ideeën en op basis van de opgave zijn hieronder uitgangspunten benoemd, ten behoeve van de uitwerking van de aanpak. -
Inbreng van bewoners is van meerwaarde De aanpak gaat ervan uit dat de inbreng van bewoners een toegevoegde waarde heeft. Niet alleen in betrokkenheid en draagvlak, maar ook in creativiteit of verandering/verbreding van de scope.
-
Bezuiniging staat vast De doelstelling van de gemeente om te bezuinigen op het beheer en onderhoud van spelen is een uitgangspunt voor de gesprekken met de inwoners.
-
Wijkbudget betrekken Het wijkbudget wordt betrokken in het vraagstuk. Als bewoners het wijkbudget willen inzetten voor het beheer en onderhoud van speelplekken, dan is dat mogelijk.
-
Overleg is participatie Door te overleggen met bewoners vindt participatie plaats. Indien bewoners geen speelplekken willen overnemen en dit bij de gemeente willen laten én daar is een private financiële constructie voor (voor de gemeente budgetneutraal), is dat mogelijk.
-
Wijkaanpak Per wijk worden gesprekken gevoerd over overdracht speelplekken in combinatie met de bezuiniging; daar informeren en vragen wie er mee wil denken over het vraagstuk. Tiel kent 8 wijken.
-
Communicatie Er wordt informatiemateriaal gemaakt om bewoners te informeren over bedoeling en mogelijkheden.
-
Indien gesprek geen aanpak oplevert, dan volgt de “basis-aanpak” Indien er geen overeenstemming volgt in een wijk of buurt, zal gehandeld worden volgens de “basis-aanpak”. Dit kan per wijk, buurt of speelplek verschillend zijn. Maatwerk is hierin leidend.
10
-
Overleggen is loslaten De gemeente staat open voor goede ideeën en is bereid om daarbij verder te kijken dan bestaande kaders. Hier staat de gemeente dan voor open. Er zullen ideeën kunnen komen, die buiten de gebaande paden treden. Hierin meegaan, is dan een vorm van loslaten.
5.2 Uitgangspunten “Basis-aanpak” De overname van beheer speeltoestellen kan op veel verschillende manieren. Voor de basisaanpak is een voorstel opgesteld. De onderstaande punten zijn de uitgangspunten voor die aanpak. -
Basis-aanpak is “plan B” Het idee is dat bewoners meedenken en zeggenschap krijgen over de juiste route om het beheer en onderhoud van speelplekken te regelen. Wanneer hier geen animo voor is, of bewoners willen kiezen voor een standaardaanpak, ligt deze optie voorbereid en uitgewerkt, klaar.
-
Onveilig betekent verwijderen Om de door de gemeenteraad vastgestelde bezuiniging te halen, ligt het voor de hand een eindtermijn voor het saneren van speelplekken te hanteren. Dit creëert duidelijkheid richting bewoners en biedt financiële zekerheid. Het hanteren van een zogenaamde deadline zal naar verwachting ook zorgen voor een grotere motivatie om beheer van een speelplek over te nemen. Echter, bij het hanteren van een eindtermijn is er sprake van onnodige kapitaalvernietiging en worden toestellen die nog goed zijn enkel omwille van een eindtermijn verwijderd. Om die reden kiezen we in dit plan van aanpak ervoor om de meest vergaande optie van een eindtermijn niet te hanteren, maar uit te gaan van de veiligheid van het speeltoestel. Dat betekent dat pas wanneer een speeltoestel onveilig is of niet langer meer goed is, dat dan het toestel wordt verwijderd. Dus alleen de toestellen die niet meer veilig zijn, worden gesaneerd. Dit betekent dat voor de termijn dat speeltoestellen nog verscheidene jaren gebruikt kunnen worden. Voor die jaren zal de veiligheid jaarlijks gecontroleerd moeten worden.
-
Saneren Het principe is dat wanneer er geen animo is voor overdracht van beheer (“participatie”) de speelplek op den duur zal worden opgeheven. Wanneer een speeltoestel niet meer in goede staat is of niet meer veilig is en dus reparaties nodig zijn, zal de gemeente dit speeltoestel (of meerdere op 1 speelplek) verwijderen. Wanneer alle speeltoestellen op 1 speelplek gesaneerd zijn, wordt de speelplek opgeheven.
-
De Wijkaanpak Per wijk worden gesprekken gevoerd over overdracht speelplekken; daar informeren en vragen wie beheer over wil nemen. Tiel kent 8 wijken.
-
Communicatie Er wordt informatiemateriaal gemaakt om bewoners te informeren over bedoeling en mogelijkheden binnen de standaard-aanpak.
-
Plek blijft om te spelen Na saneren/leegmaken van een speelplek, zal de speelplek zijn functie qua toestellen verliezen. Echter, de locatie zal door de grasondergrond als een zogenaamde informele speelplek in stand blijven.
11
-
Contract Afspraken worden vastgelegd in een contract met in principe een rechtspersoon: veelal een stichting of vereniging. Hoe het contract er exact uitziet, zal deels standaard en deels maatwerk zijn. Het contract met de mensen rondom de Neerrijnenlaan is aanwezig en vormt een goede basis voor andere contracten. Ook de overeenkomsten van de gemeente Geldermalsen met bewoners worden gebruikt bij het opstellen.
-
Maatwerk/ Alternatieven beheer De gemeente staat open voor alternatieven voor overdracht modellen; maatwerk is mogelijk en nodig voor draagvlak en betrokkenheid. Denk daarbij aan een sponsorbord in combinatie met een vergoeding voor beheer en onderhoud aan de gemeente, die het onderhoud uitvoert. Uiteindelijk is het resultaat leidend.
-
Startbudget Een startbudget wordt gegeven bij overdracht van € 1.000,- per speelplek. Dit bedrag kan besteed worden aan opstartkosten, zoals cursussen of het oprichten van een stichting.
-
Overdragen is loslaten Na overdracht zijn bewoners vrij om te bepalen welke speeltoestellen blijven staan of vervangen worden door andere (goedgekeurde) speeltoestellen.
-
Goede overdracht De toestellen worden in goede staat overgedragen, veilig en goed onderhouden. Toestellen die niet in goede staat zijn worden of verwijderd of (indien mogelijk) opgeknapt.
-
Stichting Per speelplek of per meerdere speelplekken kan er een stichting worden opgericht. De gemeente faciliteert dat met informatie en vergoedt de kosten (startbudget) voor de oprichting bij de notaris. Een stichting is niet noodzakelijk, maar voor bewoners wel wenselijk i.v.m. BTW-vrijstelling, continuïteit en i.v.m. ontvangen van donaties.
-
Inspecties Controles op veiligheid voert de gemeente uit i.v.m. de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente. Deze vindt 1 keer per jaar plaats. Dit betreft een veiligheidsinspectie.
-
Scholing Beheerders krijgen een cursus over wettelijke en technische aspecten bij beheer speeltoestellen. Denk daarbij aan het bijhouden van een logboek en kennis over herstel van speeltoestellen met gecertificeerde materialen. De cursussen kunnen worden gegeven door een in te huren bureau. De kosten hiervan worden betaald uit het startbudget.
-
Andere functie Indien bewoners andere functies voor speelplekken of vrijgekomen speelplekken hebben, zal de wijkregisseur hierover geraadpleegd worden. Denk bijvoorbeeld aan een jeu de boulesbaan, parkeerplaats of standplaats.
12
5.3 Mogelijke resultaten Doordat er nog grote onzekerheid is over de opbrengst van de gesprekken met bewoners, is het doen van een voorspelling over de uiteindelijke resultaten niet mogelijk. Het is namelijk onbekend wat de gespreksrondes met bewoners zullen opleveren. We kunnen in de basis-aanpak onderscheid maken in de volgende "resultaten": a) overdracht geslaagd; voor minimaal 1 jaar. b) overdracht niet geslaagd, minimale inzet (geen animo, 1 wijkbijeenkomst’ uiteindelijk saneren) c) overdracht niet geslaagd, maximale inzet (bijvoorbeeld 5-7 contactmomenten met optionele beheerders, naast wijkbijeenkomst) uiteindelijk saneren d) overdracht geslaagd, maar binnen enkele maanden alsnog geen animo uiteindelijk saneren e) overdracht niet geslaagd, beoogd saneren, maar voor sanering alsnog interesse voor overname, bijvoorbeeld in 2018 of 2019 Binnen de overdracht moeten we ook onderscheid maken tussen verschillende varianten: - overdracht aan inwoners - overdracht aan commerciële partij/instelling - overdracht aan een combinatie van voorgaande twee Toelichting saneren/verwijderen speelplek Onder saneren verstaan we het verwijderen van speeltoestellen op een speelplek. Dit zal gebeuren wanneer er geen belangstelling is voor overname van het beheer en onderhoud van de speelplek en het speeltoestel of meerdere toestellen niet meer veilig is/zijn. Toelichting overdracht Wanneer een speelplek is overgedragen, vraagt dit nog steeds een zekere inzet van de gemeente, in tijd en geld. Tijdens die beheerperiode dient namelijk inzet gepleegd te worden op in ieder geval inspecties met betrekking tot de veiligheid en controle op naleving van de gemaakte afspraken2. Ook is er inzet nodig voor contact met de particuliere beheerders. Tot slot is er geen duidelijkheid over een de eindtermijn van de beheerovereenkomst. Dat betekent dat gedurende of na bijvoorbeeld 1 of 2 jaar (of langer) er wederom bekeken moet worden wat de stand van zaken is. Tijdens de looptijd van de afspraken/regeling met de particuliere beheerders kunnen deze toch afzien van hun inzet. Dit vraagt eveneens inzet en kosten. Indicatief kan een raming worden gemaakt voor deze inzet en kosten, maar de invloed/sturing hierop vanuit de gemeente is beperkt. Samengevat: het overdragen van beheer van speelplekken vraagt in de toekomst altijd enige mate van een basisinzet en er blijft een risico op meerkosten. Het budget is 37.000 euro vanaf 2017 en dat is kaderstellend.
2 De wettelijke basis voor de veiligheid van speeltoestellen is de wet WAS. Speeltoestellen bevinden zich op gronden in gemeentelijk eigendom. Door natrekking zijn de speeltoestellen eigendom van de gemeente. (art. 5:20 juncto 3:3 WB).
13
5.4 Aanpak + Planning In de onderstaande aanpak is de aanname gedaan dat in 2016 het voorwerk inclusief besluitvorming wordt verricht voor de aanpak. In het 1e kwartaal van 2017 starten de gesprekken met bewoners en in het 3e kwartaal van 2017 moet de inventarisatie afgerond zijn. Dan is duidelijk (totaalbeeld) welke speelplekken overgedragen kunnen worden en op welke wijze. In de periode van eind 2017 tot het 1e kwartaal 2018 vindt de formele overdracht plaats. Indien bewoners eerder aangeven een speelplek over te willen nemen, kan dat natuurlijk al vanaf “dag 1”. Vanaf eind 2017 zullen dan de niet overgedragen speelplekken in de loopt van de tijd gesaneerd worden op basis van veiligheidsinspecties. Onderstaande beschrijving in stappen geeft op hoofdlijnen een beeld van de beoogde aanpak voor de overdracht van onderhoud en beheer van speelplekken. Deze aanpak verdient nadere uitwerking om beter in beeld te krijgen wat de impact is op bijvoorbeeld capaciteit, financieel, communicatie, inzet externen en partners etc. Tijd aug ‘16 sept ’16 okt ‘16 nov ‘16 jan ‘17 feb ‘17
Activiteit Besluitvorming college plan van aanpak (uiterlijk 16 augustus 2016) Bespreking plan van aanpak in commissie (7-9-2016) Bespreken plan van aanpak in raad (optioneel, 21 september 2016) Uitwerken tot projectplan Vaststellen projectplan college Start gesprekken met bewoners/uitvoering (1e kwartaal 2017) Gesprekken per wijk; 1e ronde gesprekken Het voorstel is om per werkgebieden van de wijkregisseurs bijeenkomsten te houden voor bewoners/ instellingen/ geïnteresseerden. Dan gaat het om 8 bijeenkomsten. Op deze bijeenkomsten bekijken we samen met bewoners op welke wijze de bezuinigingstaakstelling gerealiseerd kan worden. Ook wordt dan helder wat de achtergrond is van het vraagstuk en welke aanpak de gemeente voor ogen heeft. Belangrijk is dat tijdens deze avonden al ruimte is voor een eerste inventarisatie van ideeën. Ook worden mensen opgeroepen om deel te nemen aan gesprekstafels om een verdiepingsslag te kunnen maken op het vraagstuk. Door het grote aantal speelplekken zal op een wijkbijeenkomst niet in detail per speelplek gesproken kunnen worden. Het gaat dan om het bespreken van de aanpak, de principes, planning en de mogelijkheden. Communicatie Qua communicatie zullen er voldoende informatiemateriaal en -kanalen (onder andere een website, brieven en folders) beschikbaar moeten komen. Het streven is om de gesprekken niet alleen fysiek plaats te laten vinden, maar juist ook digitaal; via internet of interactieve media. Daarnaast zal uitleg gegeven worden over de basis-aanpak. Zodat helder wordt wat de mogelijkheden zijn voor overdracht in de basis-variant. Als tijdens deze bijeenkomsten mensen zich melden om direct al een speelplek over te nemen/te adopteren, dan wordt direct met die geïnteresseerden gesprekken gepland. Overigens is de voorgestelde aanpak voor een dergelijke bijeenkomst niet
14
vaststaand. Indien aanwezigen een andere aanpak prevaleren, zal dat in principe worden overgenomen. Ter plekke wordt de opzet van de bijeenkomst dan aangepast. Gesprekstafels; verdiepingsronde Door het aantal speelplekken van 87 (circa 10-12 per avond) zal naar verwachting een verdiepingsronde nodig zijn; een keer verder doorpraten en nadenken over het onderwerp. Het vraagstuk omvat allerlei aspecten waarover ideeën en vragen zullen zijn. Een verdiepingsronde biedt hier ruimte voor. Terugkoppeling Per wijk zal de opbrengst worden teruggekoppeld van de gesprekstafels. De reacties hierop worden meegenomen en hierop wordt het uiteindelijke voorstel aangepast. Capaciteit De inzet voor het organiseren van deze bijeenkomsten (voorbereiding, uitvoering en gesprekken erna) zal, afhankelijk van de interesse relatief fors zijn in korte tijd. De inzet hiervoor zal voornamelijk bestaan uit een inzet van een aantal ambtenaren. Deze zullen in de gestelde tijd de bijeenkomsten organiseren. Gezien de relatief korte doorlooptijd en de benodigde inzet bij dergelijke bijeenkomsten, zal dit een invloed hebben op de inzetbaarheid van de betreffende ambtenaren op andere vlakken. Zodoende is het een reële verwachting dat hier deels capaciteit voor ingehuurd moet worden. Dit zal specifieker in beeld gebracht worden bij de uitwerking in een projectplan. april 2017
“Vinger aan de pols” Het is goed om kort na de eerste 2 a 3 bijeenkomsten het college en de commissie te informeren over de reacties en uitkomsten van deze eerste ronde. Op basis daarvan zal worden bekeken hoe het vervolg er naar verwachting uitziet. En of er een andere aanpak of meer inzet vereist is. Parallel; inspecties lopen door Parallel aan deze stappen, lopen de inspecties door. Dit vraagt inzet en kosten. Dit geldt voor de speeltoestellen die (nog) niet zijn overgedragen, maar wel geïnspecteerd moeten worden qua veiligheid. Dit loopt vanaf 2017 tot het moment dat de speeltoestellen niet meer goed/veilig zijn en verwijderd worden. Afhankelijk van het soort speeltoestel kan dit al snel zijn of nog 10 á 15 jaar duren. Sommige speeltoestellen vragen om relatief veel onderhoud dan bijvoorbeeld RVS goals of een betonnen tafeltennistafel.
Zomer 2017
Uitwerking opbrengst tot integraal plan In de periode rondom de zomer wordt het resultaat van alle gesprekken bij elkaar gebracht en tot 1 voorstel gemaakt. Dit voorstel zal worden voorgelegd aan het college en de raad. Dan is ook duidelijk hoeveel overdrachten (in potentie) gerealiseerd kunnen worden en op welke manier. Deze analyse zal eveneens worden voorgelegd aan het college en zo nodig ook aan de commissie. Daarbij zal ook een advies worden gegeven over het vervolg.
3e kwartaal
Beslismoment In het derde kwartaal wordt besloten hoe verder wordt omgegaan met de
15
2017
bezuiniging en burgerparticipatie voor speelplekken.
februari 2017 tot januari 2018
Overdrachten beheer Vanaf de eerste bijeenkomsten kunnen bewoners aangeven een speelplek over te willen nemen in beheer3. Vanaf dat moment zal dat ook mogelijk worden. Na overdracht van een speelplek, zal een accountmanager binnen de gemeente het dossier ontvangen en als aanspreekpunt fungeren richting de beheerders.
‘18 t/m ‘30
Afronding projectfase naar beheerfase - overdragen dossiers van de beheer afspraken aan ambtelijk contactpersoon/accountmanager - verantwoording eindresultaat aan opdrachtgever en bestuur Start uitvoering begeleiding beheerders, inspecties en gefaseerde saneringen
5.5 Financieel In Tiel is besloten om het budget voor onderhoud en beheer speelplekken terug te brengen naar afgerond € 37.000 per jaar. Ten opzichte van het budget in 2015 (€ 205.000) is dit een afname van bijna 82%. Dit vraagt om aanpassingen in het onderhoud en beheer van speelplekken en de rol van de gemeente en inwoners. Tegelijkertijd is besloten om € 100.000 uitbreiding op het wijkbudget te realiseren. Het wijkbudget maakt geen onderdeel uit van het budget spelen. Het uitgangspunt van het wijkbudget is dat de wijk in overleg met de wijkregisseur het wijkbudget in kan zetten voor zaken die volgens de bewonersbelangrijk zijn. De wijkverenigingen hebben hierin een belangrijke inbreng. In deze aanpak is ervoor gekozen om onderscheid te maken tussen deze twee budgetten. In de voorgestelde aanpak is de inzet om te komen tot een dekkende begroting voor beheer en onderhoud van speelplekken. Hiervoor zullen er voor de overgangsfase eenmalige kosten gemaakt moeten worden.
3 Overname van beheer kan in principe vanaf heden al plaatsvinden, geïnteresseerden worden uiteraard nu ook hiervoor begeleid. In het kader van het plan van aanpak is er een moment als ‘start’ opgenomen. De voorbereidingen zijn dan uitgevoerd en kan snel(ler) geschakeld worden.
16
Hieronder is een voorlopige, globale begroting opgesteld. Hierin is onderscheid gemaakt tussen de bedragen die in de begroting zijn opgenomen (1e tabel, voor de komende 5 jaren (2016 t/m 2021)) en de bijkomende, tijdelijke kosten om de overdrachtsfase te begeleiden (2e tabel, t/m 2019). Het gaat daarbij om indicatieve bedragen op basis van enkele, voorzichtige aannames, ramingen en de genoemde uitgangspunten. Begroting (structurele kosten in euro's): Budget
2016
2017
2018
2019
137.000
37.000
37.000
37.000
onderhoud en reparaties (vanaf 2017 voor overgenomen speelplekken)
2021
37.000 37.000
17 46.000
0
0
0
Totale kosten:
125.000 171.000
37.000 37.000
37.000 37.000
37.000 37.000
Saldo (tekort):
-34.000
inspecties, advisering, begeleiding (vanaf 2017 voor overgenomen speelplekken)
2020
0
0
37.000 37.000 37.000 37.000
Overigens is vooruitlopend op dit plan van aanpak een voorstel aangeleverd voor de voortgangsrapportage over de kosten in 2016. De gevolgen van dat voorstel zijn hierin verwerkt. Er is in dit overzicht geen indexatie toegepast. Overgangsfase (éénmalige kosten in euro's):
2017
2018
2019
25.000
15.000
12.500
15.000
8.000
2.000
15.000
7.500
500
inspecties, onderhoud en reparaties (nog aanwezige, niet overgedragen speeltoestellen, uitgaande van 200 euro per speelplek)
17.400
16.600
10.400
verwijderen speeltoestellen (uitgaande van € 3.500,- per plek)
14.000
21.000
17.500
8.640 95.040
6.810 74.910
4.290 47.190
4 87
6 83
5 52
overdracht aan bewoners inzet uren (uren, inhuur en inzet partners) startbudget € 1.000/speelplek communicatie, huur wijklocaties, informatiemateriaal, website etc.
onvoorzien (10%)
Verwijderde speelplekken Te inspecteren speelplekken
Ten behoeve van de raming van de kosten in de eerste jaren, zijn enkele voorzichtige aannames gedaan ten aanzien van inzet, budgetten en aantal overnames in de eerste jaren. Hoewel er geen inschatting te maken is van het aantal speelplekken dat wordt overgedragen, is het toch wenselijk om enig zicht te hebben op mogelijke kosten. Het aantal overnames wordt duidelijk ná de gesprekken met bewoners. Om toch een indruk te krijgen van de aantallen en bijkomende kosten is in de berekening de aanname gedaan dat in ieder
geval 25 speelplekken worden overgenomen door bewoners in de eerste jaren (2017, 2018 en 2019). Daarna zullen ook speelplekken overgenomen kunnen worden. Het verwijderen van speeltoestellen vraagt eenmalig om verwijderingskosten. We doen een aanname van het aantal te verwijderen speelplekken/-toestellen per jaar. Daarbij gaan we voor de te inspecteren speelplekken ervan uit dat in 2018 er 25 speelplekken worden overgedragen. Hiermee daalt het aantal te inspecteren speelplekken in 2018 met 31 stuks (bestaande uit 25 overdrachten + 6 verwijderde). Helder wordt uit deze twee tabellen dat er sprake is van kosten voor het realiseren van de bezuinigingsopdracht in combinatie met de overdracht van beheer en onderhoud aan inwoners. Deze kosten zijn voor de eerste drie jaar in de tabel opgenomen om hiermee een indruk te krijgen van de financiën. Uiteraard hangen de genoemde bedragen sterk samen met de mate van interesse om beheer en onderhoud over te nemen door bewoners. Indien dit meer betreft, verschuiven de bedragen van onderhoud en verwijderen deels naar het startbudget en de begeleiding. In dat geval zullen de eenmalige kosten lager uitvallen. De inschatting voor 2017 lijkt vooralsnog het beste in te schatten. De bedragen voor de jaren daarna zijn voorlopige aannames, die fluctueren met de mate van samenwerking met bewoners. De dekking van de kosten van de overgangsfase is nog niet bepaald. Voor 2017 is nu een goede inschatting gemaakt en zal daarna moeten worden bekeken hoe de betrokkenheid van bewoners vorm krijgt. In deze aanpak gaat het om participatie en samenwerking met bewoners op wijkniveau. Het aanwenden van de beoogde uitbreiding van het wijkbudget lijkt passend voor dekking van deze eenmalige kosten in 2017 (€ 100.000,-). Het wijkbudget kan dan vooralsnog in 2017 nog niet worden verhoogd. In 2017 wordt dan bekeken in hoeverre er animo is voor de overname van beheer en onderhoud van speelplaatsen. Dit is ook een stap zoals opgenomen in het plan van aanpak. Het is denkbaar dat voor het vervolg jaarlijks wordt bekeken wat de stand van zaken is en mogelijk zal in geval van kosten dit worden meegenomen in de perspectievennota.
18
Bijlage 1 Kaart Speelplekken Tiel
19
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
21 september 2017 L. Verspuij Nieuwbouw IKC Passewaaij Buurt 7
Besluit om: 1. Samen met de Stichting Katholiek Onderwijs Rivierenland (SKOR) een Integraal Kindcentrum (IKC) te realiseren op de voormalige MFC-locatie in buurt 7 Passewaaij, conform het ‘basisprofiel’ zoals het beschreven in bijlage 3 “Kind- en wijkcentrum Passewaai”. 2. Afspraken over de verdeling van verantwoordelijkheden, onderdelen en kosten in een overeenkomst vast te leggen en daarbij het volgende uitgangspunt te hanteren: de onderdelen basisschool (De Bataaf), sport (gymzaal) en wijkaccommodatie komen voor rekening van de gemeente. En de onderwijs gerelateerde zorgonderdelen samen met kinderopvang zijn voor rekening van de SKOR. 3. De ontwikkeling van het IKC in samenhang op te pakken met de herontwikkeling van de vrijkomende schoolwoningen (huidige Bataaf) en de huidige semi-permanente gymzaal. 4. Voor de gemeentelijke onderdelen in het IKC een investering ad € 5.218.488,- ter beschikking te stellen, deze investering af te schrijven in 50 jaar (gebouw) en 15 jaar (infrastructuur openbare ruimte) en niet op de ondergrond. 5. De kapitaallasten van deze investering inclusief de exploitatielasten voor het wijkcentrum, totaal € 259.276,- te dekken op de volgende wijze: a. Het in de begroting reeds opgenomen budget voor het MFC ad € 170.000,- per jaar in te zetten. b. Een deel van de vrijvallende kapitaallast van de vrijkomende schoolwoningen/gymzaal in zetten (€ 89.276,- van de in totaal € 140.000,- per jaar) en daarbij structureel het resterende bedrag vrij te laten vallen naar de Algemene Middelen ad € 50.734,- op jaarbasis. c.
Jaarlijkse bijdrage van SKOR t.b.v. doorbelasting kosten grond en infrastructuur, ad circa € 7.000,-.
6. Het verschil tussen de boekwaarde en het saldo van de verwachtte opbrengst van de schoolwoningen en de grond onder de semi-permanente gymzaal in één keer te boeken ten laste van het resultaat van 2018. 7. Het onder 6 genoemde verschil van maximaal € 311.487,- te dekken door in 2017 en 2018 reeds in de begroting opgenomen jaarlast voor het MFC/IKC ad € 170.000 te benutten, totaal € 340.000,-.
Inleiding In 2015 hebben de SKOR, de wijkvereniging Passewaaij en de gemeente, de partijen met de meeste inbreng in de ontwikkeling, de mogelijkheden verkend om te komen tot een Integraal Kindcentrum in de wijk Passewaaij Buurt 7. Een IKC is een voorziening waarin organisatie als onderwijs, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en welzijns- en zorgactiviteiten voor kinderen zijn samengevoegd. In 2014 zijn de uitgangspunten voor de ontwikkeling van een IKC door het college en de commissie bevestigd. Op basis van die rapportage is een nadere verkenning opgestart samen met alle (potentiële) partijen. De neerslag Pagina 1 van 6
van de verkenning betreft het rapport “Kind en Wijkcentrum Passewaaij” (bijlage 3). Op basis van dit rapport zijn met betrokken partijen afspraken gemaakt over het vervolg en financiën. Op basis van uitkomst van de gespreken en het rapport is dit voorstel opgesteld. In dit voorstel wordt de koppeling gemaakt met de schoolwoningen en semi-permanente gymzaal. Die zijn namelijk verbonden aan het nieuw te bouwen IKC, doordat de Bataaf en de gymzaal straks onderdeel vormen van het nieuwe IKC. Daarmee komen de schoolwoningen en de huidige locatie van de semipermanente gymzaal leeg/vrij. Die kunnen dan verkocht worden en tot woningen herontwikkeld worden. Afbeelding ligging locaties in buurt 7
IKC locatie
Semipermanente Gymzaal Schoolwoningen, De Bataaf
Beoogd effect Naast het voldoen aan de wettelijke verplichting om passende permanente huisvesting voor basisschool De Bataaf te realiseren, wordt hiermee ook voldaan aan de wens om voorzieningen voor de wijk te realiseren door definitief ruimte te scheppen voor activiteiten voor - en van de wijk(vereniging), sport en overige kindgerichte voorzieningen. Daarnaast worden de vrijkomende locaties, schoolwoningen en huidige semi-permanente gymzaal, aan de markt aangeboden om te worden (her)ontwikkeld.
Argumenten 1.1 Onderwijshuisvesting is een zaak van onderwijs én gemeente Basisschool De Bataaf heeft een wettelijk recht op passende huisvesting. De gemeente heeft een wettelijke taak om voor passende onderwijshuisvesting te zorgen. Het voornemen om tot permanente huisvesting van De Bataaf over te gaan is in de afgelopen jaren in de onderwijshuisvestingprogramma’s
Pagina 2 van 6
opgenomen geweest. Zodoende is het logisch om hierin samen op te trekken, zeker omdat het om meer gaat dan een school alleen. 1.2 De schoolwoningen zijn geen passende huisvesting De schoolwoningen waarin De Bataaf sinds haar oprichting in 2005 is gehuisvest zijn bedoeld voor tijdelijke piekopvang van leerlingen. Daardoor mist de school een passend gebouw waarin haar onderwijsconcept tot haar recht kan komen. De schoolwoningen zijn door bouwwijze (geschakelde woningen) bouwkundig niet geschikt te maken voor passende huisvesting van een moderne basisschool en/of IKC. 1.3 In lijn met het collegebesluit van 16 juli 2014 over IKC concept Op 16 juli 2014 heeft het college besloten om de notitie “Brede school/Integraal Kindcentrum Passewaaij Tiel” van 1 juli 2013 (bijlage 1) te onderschrijven als uitgangspunt voor de nieuwe brede maatschappelijke voorziening. Vervolgens is dit besproken in de commissie Samenleving, waarin deze lijn werd bevestigd. 1.4 Samenwerkingsconcept is van meerwaarde voor de wijk Scholen hebben en krijgen steeds meer een bredere functie voor de wijk. Met de realisatie van het IKC met daarin ruimte voor de wijk(vereniging) en sport (gymzaal), wordt gezorgd voor een voorziening met meerwaarde voor de hele wijk. 2.1 Verdeling onderdelen past bij verschillende rollen De verdeling past bij de rollen, zoals die nu verdeeld zijn. De gemeente draagt daarbij zorg voor haar wettelijke of beleidsmatige taken. En de commerciële activiteiten worden door de SKOR gerealiseerd. 2.2 Er is overeenstemming over de verdeling van de onderdelen De geschetste verdeling is gebaseerd op een analyse van plan opgesteld in samenwerking tussen alle betrokken partijen. Er is overeenstemming over deze verdeling. 2.3 Vastleggen van afspraken is gewenst Hoewel de samenwerking in goede constructieve harmonie verloopt, is het bij een dergelijke ontwikkeling wenselijk afspraken over rollen, taken en verantwoordelijkheden vast te leggen. 3.1 De schoolwoningen en gymzaal zijn verbonden met de realisatie van het IKC Onderdelen van het IKC zijn de school en de gymzaal. Deze twee zijn nu gevestigd aan het Hooibeestje in buurt 7 en zullen verhuizen, zodra het IKC gereed is. Deze locaties kunnen verkocht en mogelijk herontwikkeld worden zodra het IKC gereed is. 4.1 De benodigde gemeentelijke investering is onderbouwd De totaal benodigde gemeentelijke investering is € 5.218.488,-. De jaarlijkse kapitaallast zal in het eerste jaar € 259.276,- zijn. De onderbouwing is gebaseerd op het basisprofiel in de rapportage van het onderzoeksbureau ICS (bijlage 3). Hierop is aanvullend rekening gehouden met kosten voor archeologie. De berekening is gecontroleerd en akkoord bevonden door de gemeentelijk planeconoom en financieel adviseur van BVOWB. 5.1 Inzet MFC-budget is logisch In de begroting is reeds budget opgenomen ter dekking van de jaarlast van het MFC. Het MFC is doorontwikkeld tot het IKC. Zodoende is inzet van het budget voor MFC logisch.
Pagina 3 van 6
5.2 Inzet budget schoolwoningen en gymzaal is passend Door de directe relatie tussen de schoolwoningen/gymzaal en het IKC is de inzet van de vrijvallende jaarlast van de schoolwoningen en gymzaal een passende route. Daarbij wordt een vrijval gerealiseerd van circa € 50.000,- op jaarbasis naar de Algemene Middelen. 5.3 De bezuiniging van € 100.000,- wordt gerealiseerd Op het MFC budget was een bezuinigstaakstelling opgenomen van € 100.000,- structureel. Met de investering en bijbehorende dekking wordt de structurele bezuiniging gerealiseerd. 6.1 Genoemde verschil dient verplicht in één keer genomen te worden Uit bijlage 2 wordt duidelijk dat er een eenmalig saldotekort is voor de schoolwoningen en de semipermanente gymzaal van € 311.487,-. De financiële regels schrijven voor om in geval van een eenmalig saldoverschil dit in 1 jaar te boeken. Aangezien de planning is dat in 2018 het IKC opgeleverd zal worden, is het logisch om het eenmalige saldoverschil in 2018 te boeken. 7.1 Benutten van MFC-budget is logisch Door de relatie tussen het IKC en de schoolwoningen/gymzaal is het logisch om het MFC-budget voor 2 jaar in te zetten voor de jaren dat het geld opgenomen is in de begroting, maar nog niet besteed wordt aan een opgeleverd IKC.
Kanttekeningen 1.1 Betalen is in dit geval niet bepalen Trekker van het IKC-concept is de SKOR. Onderdelen van het gebouw die niet tot de verantwoordelijkheid van de gemeente komen, zoals ruimten voor kinderopvang en (kind gerelateerde) zorg, komen voor rekening en risico van de SKOR. Onderlinge samenwerking is de succesfactor van het concept. Hoewel de gemeente een van de grotere investeerder is, is de gemeente niet verantwoordelijk voor het inhoudelijk concept van de toekomstige gebruikers van het IKC. 1.2 Toekomstige marktomstandigheden zijn niet zeker De marktomstandigheden hebben invloed op de opbrengst van de schoolwoningen en op de bouwkosten van het IKC. Naar verwachting zullen die marktomstandigheden niet sterk schommelen, maar hierover is geen zekerheid te geven. Vooralsnog gaan we ervan uit dat de schoolwoningen in de huidige staat en de gymzaal wordt gesloopt en als bouwrijpe kavels samen of apart worden verkocht. Te zijner tijd kan ervoor gekozen worden om de woningen te laten verbouwen en dan als verbouwde woningen op de markt te brengen. Dit zou mogelijk een hogere opbrengst op kunnen leveren bij gewijzigde marktomstandigheden.
Aanpak / uitvoering De aanpak is hieronder globaal beschreven in stappen. -
Selectie bureau opstellen tbv Programma van Eisen
-
Programma van Eisen opstellen
-
Selectie architect tbv ontwerp; schetsontwerp, VO, DO, bestek
-
Aanbesteding
-
Realisatie
-
Oplevering
-
Verkoop schoolwoningen en locatie gymzaal
Pagina 4 van 6
Aanbesteding Onderzoeken op welke manier de aanbesteding het beste kan verlopen. Bij de (Europese) aanbesteding van het IKC de verbouw en verkoop van de leegkomende schoolwoningen, de sloop van de semipermanente gymzaal en nieuwbouw van woningen op deze locatie aan het Hooibeestje wel/niet integraal onderdeel uit laten maken van het aan te besteden werk. Nadat het IKC is opgeleverd, zijn de schoolwoningen niet langer nodig voor onderwijshuisvesting en kunnen, na eventuele aanpassing, als woningen worden verkocht. Voor de hand ligt het om hier reguliere woningen van te maken. Ook zou eventueel een woongroep interesse kunnen tonen in de woningen. Voor goed gebruik van de woningen zal op enkele plekken een stuk openbare ruimte worden toegevoegd aan de percelen van de woningen om hiermee de tuin een passende grootte te geven bij de woning.
Planning In 2016 vindt besluitvorming plaats in de gemeenteraad. Parallel daaraan worden acties opgestart ten behoeve van de voorbereiding. Globaal ziet de planning er alsvolgt uit: -
2016
Opstellen Programma van Eisen
-
1e
Ontwerpfase, schetsontwerp tot Definitief Ontwerp
-
najaar 2017
Voorbereiding en Aanbesteding
-
eind 2017
Start Bouw
-
2e
helft 2017
helft 2018 Oplevering
Indien alles loopt zoals verwacht, is de planning dat in de tweede helft van 2018 het IKC gereed zal zijn en dat de Bataaf dan haar intrek kan nemen in het IKC. De schoolwoningen en de gymzaal kunnen vanaf dan herontwikkeld worden.
Communicatie Het college hecht er grote waarde aan om de direct omwonenden te betrekken bij het uitwerkingsproces, zoals het opstellen van een Programma van Eisen en het ruimtelijk ontwerp van een IKC. Het is namelijk van belang om de ruimtelijke inpassing samen met onder meer omwonenden het IKC te ontwikkelen. Hiermee streven we naar een zo goed als mogelijke inpassing van het IKC in de wijk. De school en andere geïnteresseerden zijn geïnformeerd over het collegebesluit. De school heeft haar leerlingen, ouders en andere geïnteresseerden vlak voor de vakantie kunnen informeren over de beoogde ontwikkelingen. Parallel is de gemeenteraad geïnformeerd via de nieuwsbrief. Ook is via een persbericht en een persbericht gecommuniceerd. Besluitvorming De commissie Samenleving staat gepland voor 7 september 2016 en de gemeenteraad vergadert hierover op 21 september 2016. Gedurende de verdere ontwikkeling zal continu aandacht zijn voor communicatie naar de directe omgeving, geïnteresseerden en de gemeenteraad. Afhankelijk van het moment en inhoud wordt besloten welke communicatie ingezet wordt.
Pagina 5 van 6
Financiën In bijlage 2 is per deelontwikkeling de investeringsopzet uitgewerkt. Daarbij is ook aangegeven hoe de dekking is geregeld voor de structurele en eenmalige saldoverschillen. In 2016 zullen enkele activiteiten worden opgestart. Indien hier kosten aan verbonden zijn, zullen dit kosten zijn die in de begroting voor het IKC zijn opgenomen. Echter, sommige kosten zullen in tijd iets eerder gemaakt worden. Indien nodig zal hier een administratieve verrekening voor plaatsvinden.
Bijlage(n) 1. Brede school/Integraal Kindcentrum Passewaaij Tiel (1 juli 2013) 2. Financiële opzet IKC en Schoolwoningen/Gymzaal 3. Kind- en wijkcentrum Passewaaij (25 januari 2016)
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Ruimte/Projecten T. Warsen/ G.F.B. Stinstra 0344 63 7307 / 0344 63 7458 [email protected] / [email protected]
Pagina 6 van 6
Raadsbesluit Gelezen het voorstel van het college van B&W aan de raad van 4 juli 2016.
Onderwerp: Nieuwbouw IKC Passewaaij Buurt 7
Nummer:
Wettelijke grondslag:
Besloten in de raadsvergadering van: 21 september 2016
Besluit om: 1. Samen met de Stichting Katholiek Onderwijs Rivierenland (SKOR) een Integraal Kindcentrum (IKC) te realiseren op de voormalige MFC-locatie in buurt 7 Passewaaij, conform het ‘basisprofiel’ zoals het beschreven in bijlage 3 “Kind- en wijkcentrum Passewaai”. 2. Afspraken over de verdeling van verantwoordelijkheden, onderdelen en kosten in een overeenkomst vast te leggen en daarbij het volgende uitgangspunt te hanteren: de onderdelen basisschool (De Bataaf), sport (gymzaal) en wijkaccommodatie komen voor rekening van de gemeente. En de onderwijs gerelateerde zorgonderdelen samen met kinderopvang zijn voor rekening van de SKOR. 3. De ontwikkeling van het IKC in samenhang op te pakken met de herontwikkeling van de vrijkomende schoolwoningen (huidige Bataaf) en de huidige semi-permanente gymzaal. 4. Voor de gemeentelijke onderdelen in het IKC een investering ad € 5.218.488,- ter beschikking te stellen, deze investering af te schrijven in 50 jaar (gebouw) en 15 jaar (infrastructuur openbare ruimte) en niet op de ondergrond. 5. De kapitaallasten van deze investering inclusief de exploitatielasten voor het wijkcentrum, totaal € 259.276,- te dekken op de volgende wijze: a. Het in de begroting reeds opgenomen budget voor het MFC ad € 170.000,- per jaar in te zetten. b. Een deel van de vrijvallende kapitaallast van de vrijkomende schoolwoningen/gymzaal in zetten (€ 89.276,- van de in totaal € 140.000,- per jaar) en daarbij structureel het resterende bedrag vrij te laten vallen naar de Algemene Middelen ad € 50.734,- op jaarbasis. c.
Jaarlijkse bijdrage van SKOR t.b.v. doorbelasting kosten grond en infrastructuur, ad circa € 7.000,-.
6. Het verschil tussen de boekwaarde en het saldo van de verwachtte opbrengst van de schoolwoningen en de grond onder de semi-permanente gymzaal in één keer te boeken ten laste van het resultaat van 2018.
Pagina 1 van 2
7. Het onder 6 genoemde verschil van maximaal € 311.487,- te dekken door in 2017 en 2018 reeds in de begroting opgenomen jaarlast voor het MFC/IKC ad € 170.000 te benutten, totaal € 340.000,-.
De griffier,
de voorzitter,
Pagina 2 van 2
2013 Brede School/Integraal Kindcentrum Passewaaij Tiel
Paul Beumer rkbs ‘De Bataaf 1-7-2013
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Inhoudsopgave Inleiding Motieven om samen te werken
3
Mogelijke samenwerkingspartners
4
Het schoolontwerp Missie van basisschool ‘De Bataaf’ Visie samenwerking Interne context Externe context Netwerken/innerlijke samenhang Pedagogisch ontwerp Didactisch ontwerp Ondersteuningsontwerp Dienstverlening
5 5 6 6 7 9 11 11 11 11
Waarom een brede school/IKC?
11
Ambitieniveau
12
Verwachtingen over wat samenwerken gaat opleveren
12
Profiel van Brede School/IKC
12
Bijlagen Korte historische schets van rkbs ‘De Bataaf’
13
Vrije impressie IKC Passewaaij
14
Vrije impressie IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
15
2
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Inleiding De stip aan de horizon. Het integraal kindcentrum is een interessant onderwerp voor de wijk Passewaaij, waarover verschillende ideeën bestaan. Door de stip aan de horizon helder te formuleren (visie, eindbeelden), wordt duidelijk wat er gedaan moet worden om daar te komen. Passewaaij is een grootschalig nieuwbouwproject aan de zuidwestkant van de gemeente Tiel en telt bijna 10.000 inwoners. De wijk kent 4 basisscholen, 3 peuterspeelzalen en 2 ruimtes voor buitenschoolse opvang. Er is een (mobiele) gymzaal (in beheer bij Sportplaza Tiel). Lange tijd waren er plannen voor het bouwen van een multifunctioneel centrum. Vlakbij het winkelcentrum van de wijk was hier een plaats voor ingeruimd. Het multifunctionele centrum zou samen met een het eerstelijnsgezondheidscentrum gebouwd worden in combinatie met een sporthal en mogelijk - als daar belangstelling voor zou zijn - een ruimte voor een commerciële sportschool. Tevens zou het MFC plaats bieden aan de wijkvereniging en een jongereninloop van Mozaïek. De komst van het MFC is onzeker geworden. De behoefte aan een wijkcentrum of een soort buurthuis, waarin jongeren (maar ook ouderen) nadrukkelijk een plek krijgen, blijft bestaan. Door samenwerking aan te gaan met scholen en niet-onderwijsorganisaties ten behoeve van leerlingen en ouders kan het MFC vervangen worden door een ‘Brede School’ of Integraal Kindcentrum (IKC), waar ook ruimte is voor een wijkcentrum of buurthuis. Met het opzetten en het bouwen van een ‘Brede School/IKC’ kan ook de permanente huisvesting van ‘De Bataaf’ meegenomen worden, waar de school vanaf 2006 recht op heeft. Een Integraal Kindcentrum (IKC) is een voorziening waarin organisaties als onderwijs, kinderdagverblijf, buitenschool-se opvang, peuterspeelzaal en welzijnsactiviteiten voor kinderen zijn samengevoegd. Studulski (2010) omschrijft een IKC als volgt: ‘een voorziening voor kinderen van tenminste 0-12 jaar, waar zij gedurende de dag komen om te leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten. Alle ontwikkelingsgebieden komen aan bod’. Een IKC is dus een voorziening waarin organisaties als onderwijs, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal en welzijnsactiviteiten voor kinderen zijn samengevoegd. Het gaat om één fysieke locatie en een nieuwe organisatievorm. Om samen te werken aan het ‘Brede School/IKC-concept’ is het wel prettig, maar niet noodzakelijk dat de samenwerkende organisaties onder één dak vertoeven. Samenwerken kun je altijd en overal. Ook de huidige huisvesting van de deelnemers in dit samenwerkingsconcept staat een vorm van samenwerking niet in de weg. Echter is een centrale plek met vrij verkeer tussen de gebruikers wenselijk.
3
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Motieven om samen te werken Scholen werken steeds meer in een netwerk van organisaties die voor dezelfde doelgroep werken. De verhouding tot die organisaties kan heel verschillend zijn. Soms is er sprake van echte samenwerking: samenwerken aan dezelfde doelen. Soms is de school een ‘vindplaats’ van cliënten voor bepaalde organisaties. Ideëel: om samen iets groots te maken Sociaal: om onze maatschappelijke taak vorm te geven Pedagogisch: om het onderwijsaanbod te verbreden om een doorgaande lijn (0-13 jr.) te realiseren Sport/Welzijn: om het aanbod van bewegings- en opvoedingsondersteuning te bundelen Cultureel: om het aanbod van kunstbeleving en –beoefening te bevorderen Economisch: om werk te genereren en te behouden Mogelijke samenwerkingspartners • Basisonderwijs (incl. praktijkklas, plusklas, MI & CL, Passend onderwijs) Rkbs ‘De Bataaf’ (SKOR) Rkbs ‘Rotonda Passewaaij’ (SKOR) Obs ‘De Waayer’ (OPO-R) Bs ‘Pr. Maurits’ (CPOB) • Kinderopvang BSO Passewaaij (KR) BSO Blokhut (KR) • Peuterspeelzaal PSZ Petteflet (KR) PSZ Wiplala – VVE (KR) PSZ Bontebaai (KR) • Cultuur- en kunsteducatie (Plantage: MIK, teken-/schilderclub?, KTVM) • Bibliotheek (Leesbevordering, Schoolbieb, mediatheek, ) • Sport/spel/dans (Sportplaza, sportbuurtcombinatiefunctionaris, Tenny vd Berg? • Welzijn (Schoolmaatschappelijk werk, CJG, GGD, Mozaïek, JOP, ELC-eerstelijns dienstencentrum) • Overig: logopedie, tandarts, huisarts, consultatiebureau, onderzoekbureau BNT?, wijkvereniging, corsoclub, kerkgenootschap, apotheek, een mond medisch centrum, buurthuis, gymzaal en fitnessclub, remedial teaching, fysiotherapie. Andere belangrijke partners voor ons zijn organisaties in de buurt die bijdragen aan de brede ontwikkeling van kinderen. Ieder staat zijn/haar eigen kwaliteiten. Het is belangrijk dat elke organisatie herkenbaar is voor ouders en kinderen. Als IKC worden we samen gedreven door een collectieve ambitie: ‘Ontwikkeling staat altijd voorop!’
4
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Het schoolontwerp In de huidige omstandigheden van de wijk Passewaaij is er behoefte aan een gebouw met een wijkfunctie. Tevens wordt er vanaf 2006 door de gemeente Tiel gezocht naar een permanente huisvesting voor basisschool ‘De Bataaf’. Onderstaand schema laat het schoolontwerp zien met de innerlijke samenhang. De verschillende onderdelen passen bij elkaar en versterken elkaar.
Missie van basisschool ‘De Bataaf’ De missie van ‘De Bataaf’: leren samen met anderen ‘De Bataaf’ is een R.K. basisschool waar leerlingen in overeenstemming met hun mogelijkheden worden begeleid en ondersteund in hun persoonlijke ontwikkeling en hun individuele onderwijsloopbaan. In onze school vinden wij samenwerken en omgaan met verschillen tussen kinderen belangrijk. Op ‘De Bataaf’ wordt les gegeven in een open, veilige, uitnodigende en warme sfeer. Met ons onderwijs leggen we een goede basis voor het vervolgonderwijs en bereiden we de leerlingen voor op deelname aan de samenleving. Op ‘De Bataaf’ werken wij coöperatief, waarbij het draait om interactie en samenwerking tussen leerkracht en kinderen en vooral tussen kinderen onderling. De leerkrachten doen recht aan verschillen tussen de kinderen binnen de heterogeen samengestelde groepen door gedifferentieerd te werken. Op onze school leren de kinderen zelfstandig te werken, zowel individueel als in groepjes. De kinderen leren daarbij van en met elkaar.
5
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Door goed te communiceren met ouders en verzorgers van de leerlingen, betrekken wij hen optimaal bij de activiteiten en de ontwikkelingen op school, waardoor er sprake is van wederzijdse betrokkenheid. Hierbij denken wij aan deelname aan allerlei werkgroepen, maar ook participatie in klankbordgroepen. De grote betrokkenheid en de aandacht voor het samenwerken maken ons uniek! Betrokkenheid is essentieel. Onze leerkrachten hebben volop aandacht voor de specifieke behoeften van ieder kind. Wanneer er aandacht is voor samenwerking tussen kinderen en leerkrachten, worden kinderen gemotiveerd om te willen leren en zelf te onderzoeken. Visie samenwerking: 1. Een samenhangend netwerk van toegankelijke en goede voorzieningen voor kinderen, ouders en wijk met de school als middelpunt, herkenbaar aan: structurele samenwerking tussen school, één of meer instellingen voor kinderopvang, welzijn, zorg, cultuur en sport. een gezamenlijke pedagogische visie. een doorgaande lijn in de werkwijze. organisatorische verankering van de samenwerking in het beleid en de uitvoering van de betrokken organisaties. met als doel: kinderen, jongeren, volwassenen te prikkelen zich competenties eigen te maken die nodig zijn om volwaardig te kunnen participeren in onze samenleving. de brede school/het IKC als een middel om de sociale samenhang in de wijk Passewaaij te verstevigen/te vergroten. 2. Een multifunctionele accommodatie, die meerdere voorzieningen en disciplines onder één dak huisvest en mogelijkheden biedt om ruimten in het gebouw voor meerdere functies te gebruiken voor jongeren en/of ouderen in de wijk. Interne context We maken onderscheid tussen de interne context en de externe context van de school. De interne context bestaat uit de school zelf en de mensen, volwassenen en kinderen, die er leren en werken. De externe context is de omgeving in ruimere zin, en bestaat uit verschillende belanghebbenden. Het belangrijkste onderwerp bij de analyse van de interne context zijn de leerlingen. Welke leerlingen hebben we op school, of kunnen er komen? Wat hebben ze van ons nodig, wat zijn hun onderwijsbehoeften? Momenteel hebben de scholen in de wijk Passewaaij te maken met een relatief homogene schoolbevolking. De verwachting is dat na de invoering van Passend onderwijs in 2014 de onderwijsbehoeften van de kinderen groter en diverser worden. Passend onderwijs is onderwijs nabij en vraagt extra voorzieningen als: ondersteuning bij gymnastiek, extra uitdaging van leerstofaanbod of juist praktijkgericht onderwijs.
6
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
De aard en staat van het gebouw en de inrichting ervan zijn van belang voor het werken met coöperatief leren. Om het coöperatief leren op ‘De Bataaf’ beter tot zijn recht te laten komen, zijn ruimtes nodig waar kinderen in groepjes kunnen samenwerken. Omgaan met verschillen tussen leerlingen is en blijft ook de komende jaren voor het basisonderwijs een belangrijke opdracht. Leerkrachten staan voor de uitdaging in een heterogene groep recht te doen aan verschillen tussen leerlingen. Differentiatie binnen de groep is alleen mogelijk wanneer leerlingen zelfstandig kunnen werken. De leerkracht heeft dan tijd om een of enkele leerlingen extra instructie of begeleiding te geven. Zelfstandig werken kan individueel plaatsvinden, maar ook in groepjes. Samenwerken in een groepje heeft als meerwaarde dat leerlingen van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen helpen. Coöperatief leren kan op deze manier een waardevolle aanvulling zijn op de werkwijzen die in de groep toegepast worden. Wanneer de leerlingen bezig zijn met coöperatief leren, zijn ze ook gelijk actief aan het leren. Dit gebeurt op twee manieren. De leerlingen verzamelen en verwerken zelf hun informatie en delen deze met hun groepsgenootjes. Op deze manier verwerkt de leerling de informatie en geeft hier een persoonlijke bewerking aan om het op niveau over te dragen naar de ander. De andere manier van het actieve leren is dat er vele werkvormen beschikbaar zijn voor de leerlingen en dat de leerlingen elkaar coachen en hier ook weer van leren. (Samen weet je meer dan alleen.) Sinds augustus 2005 maakt ‘De Bataaf’, als onderwijslocatie, gebruik van schoolwoningen. De schoolwoningen zijn oorspronkelijk bedoeld voor de piekopvang van alle Passewaaijse scholen. Doordat deze ruimtes later worden omgebouwd tot eengezinswoningen, is het een star, onaanpasbaar gebouw en zijn de gebruiksmogelijkheden van de schoolwoningen beperkt. Het gebouw mist, ondanks interne aanpassingen, flexibiliteit, extra ruimtes, zoals een speellokaal, een aula, werkplekken, etc. Kortom: ‘De Bataaf’ beschikt niet over de ruimtes waarop een permanente school recht heeft om onderwijs te geven wat deze tijd en de maatschappij vraagt. • Het gekozen systeem van onderwijs, het Coöperatief Leren, waaraan wij een belangrijk deel van onze identiteit ontlenen, vraagt aparte ruimtes waar (groepjes) leerlingen apart kunnen samenwerken. Hiervoor is nu geen ruimte. • Uitwijkmogelijkheden voor activiteiten die de gehele school betreffen. De huidige speelzaal (centrale hal) is ontoereikend om alle leerlingen in te herbergen. Ouders kunnen al helemaal niet uitgenodigd worden bij voorstellingen. • Voor-, tussen- en naschoolse opvangmogelijkheden. De behoefte om gebruik te maken van de BSO en TSO neemt toe. Gemiddeld 50% van de leerlingen maakt (dagelijks) gebruik van de TSO. Externe context De school functioneert in een maatschappelijke context, geladen met waarden en normen. Er zijn een groot aantal partijen rond de school, ieder met een eigen verwachting. De school kan niet zonder meer voldoen aan de verwachtingen van alle partijen. Al was het maar dat de partijen in de externe context geen eenduidige belangen hebben. Scholen werken steeds meer in een netwerk van organisaties die voor dezelfde doelgroep werken. De verhouding tot die organisaties kan heel verschillend zijn. Soms is er sprake van
7
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
echte samenwerking: samenwerken aan dezelfde doelen. Soms is de school een ‘vindplaats’ van cliënten voor bepaalde organisaties. Soms bieden deze organisaties de school diensten aan. In nog weer andere gevallen verlangen organisaties een bepaalde inzet van de school, om hun eigen doelen te kunnen bereiken.
Voorbeelden van dergelijke organisaties op regionaal niveau zijn: • jeugdhulpverlening; • bibliotheek; • maatschappelijk werk; • instellingen voor kunstzinnige vorming; • politie; • musea; • jeugdgezondheidszorg; • peuterspeelzalen; • onderwijsbegeleidingsdienst; • kinderopvang. • sportorganisaties; De school moet bepalen hoe zij zich in dit netwerk beweegt en welke rol zij daarin wil nemen. In een aantal gevallen gaat de school een geformaliseerde samenwerkingsrelatie aan met (delen van) dit netwerk. Mogelijkheden: • Samenwerking met basisscholen in de wijk Passewaaij: gezamenlijke Plusklas, technieklokaal. • Kinderdagopvang, Peuterspeelzaal • Continurooster vraagt samenwerking met de BSO • Samenwerking met de Plantage (MIK: Muziek in de Klas) gr. 1 t/m 6 in de school, gr. 7 & 8 particuliere lessen na school? • Samenwerking met logopediepraktijk Tiel (momenteel op Koerierspad) • Samenwerking met Onderzoeksbureau BNT (momenteel op Koerierspad) • Samenwerking met externe instanties (combinatiefunctionarissen: sportbuurtwerker, lees-/mediacoach, cultuurcoach) • Multifunctioneel Centrum (tandartspraktijk, logopedie, eerstelijnscentrum?)
8
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Netwerken/innerlijke samenhang:
9
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
10
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Pedagogisch ontwerp De manier van omgaan met elkaar: leerkrachten en leerlingen, en leerlingen onderling. Positive behavior support (PBS) is een schoolbrede aanpak gericht op het bevorderen van positief gedrag binnen school. Het doel van PBS: een positieve, sociale omgeving creëren die het leren bevordert en die gedragsproblemen voorkomt of doet afnemen. Op ‘De Bataaf’ gelden regels en let men op normen en waarden. Het onderwijs is gericht op samenwerken en samen leren. Didactisch ontwerp In het didactisch ontwerp gaat het vooral om het leren van kennis en vaardigheden. De ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd, middels registratie en evaluatie van vorderingen. Ondersteuningsontwerp Het ondersteuningsontwerp richt zich op de samenwerking van leerkrachten en andere professionals, denk aan intern begeleiders, orthopedagogen, maatschappelijk werkenden en paramedici zoals logopedisten, fysiotherapeuten en verpleegkundigen. Dienstverlening Alles wat van belang is voor de verwezenlijking van de missie van de school dat niet in de bovenstaande deelontwerpen is opgenomen valt onder dienstverlening. Het gaat hier soms om de leerlingen, soms om de ouders. Voorbeelden: buitenschoolse opvang (BSO), buitenschoolse activiteiten, informatieverstrekking, participatie in de school.
Waarom een brede school/IKC? • Samenwerken vanuit de inhoud • Eén doorlopende leerlijn en één pedagogische visie • Voorzieningen en ruimten flexibel en efficiënt inzetten • Medegebruik toe te staan (ook buiten schooltijden) • Opzetten gezamenlijk activiteitenprogramma • Instrument voor talentontwikkeling van kinderen • • • • • • • •
Ondersteuning ouders bij ontwikkeling van hun kind Aanbieden van doorlopende leer- en ontwikkelingslijn voor kinderen van 0-13 jaar Breed scala aan ontwikkelingsarrangementen Samenwerkingsverbanden met andere organisaties Het aanbod onder en na schooltijd (7.00-19.00 uur) Openingstijden verruimen (ook in schoolvakanties) Centrale regie voor leer- en ontwikkelingsprogramma Gezamenlijke beheerder voor praktische uitvoering
11
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
•
Effectieve inzet van personeel en middelen
Ambitieniveau De samenwerking binnen een Brede school kan volgens vier ambities worden vormgegeven: • Back-to-back: er is geen sprake van samenwerking, geen afstemming. • Face-to-face: enkele instellingen werken in een netwerk samen, ieder heeft zijn eigen taken. Partners kennen deze en waar mogelijk vindt organisatorische afstemming plaats. • Hand-in-hand: instellingen werken samen (in een netwerk of gezamenlijk gebouw), men stemt het eigen aanbod op elkaar af en zoekt waar mogelijk verbinding. Bijvoorbeeld: het kunstmenu van de basisschool wordt vervolgd door keuzeworkshops bij de welzijnsstichting, waar ook BSO-kinderen aan deelnemen. Er is duidelijke samenhang, samenwerking en afstemming. • Cheek-to-cheek: er is sprake van een integrale aanpak en samenwerking. Doelen en activiteiten worden door de partners samen geformuleerd. Er is een doorgaande lijn. Tevens wordt er gewerkt volgens een afgestemd pedagogische didactische aanpak (pedagogische dialoog) en daar waar mogelijk worden medewerkers ingezet in meerdere werksoorten c.q. afdelingen. Ons ambitieniveau: Face-to-face, groeiend naar Hand-in hand Verwachtingen over wat samenwerken gaat opleveren Leefbaarheid van de wijk wordt vergroot Goede contacten tussen de brede schoolpartners Naamsbekendheid van de brede school partners wordt vergroot Meer mensen gaan sporten Meer ouders/verzorgers gaan gebruikmaken van de BSO De koppeling van voorzieningen voor ouders/verzorgers en voor kinderen maakt dat er meer mensen gebruik van de multifunctionele accommodatie gaan maken De multifunctionele accommodatie wordt een plaats waar je gezellig samenkomt (een soort caféfunctie). Profiel van Brede School/IKC Het profiel van een brede school/IKC geeft aan op welke inhoudelijke doelen de brede school zich wil gaan richten. Op grond van wat we de kenmerken van de wijk Passewaaij en van onze visie en ambitie voor de Brede School/IKC, zullen de volgende profielaspecten het beste passen bij de brede school/IKC: Profielaspect:
Omschrijving:
Netwerk
1 Opvangprofiel
Doorgaande lijn in opvang en onderwijs
Netwerk 0-13 jaar
2 Verrijkingsprofiel
Talentontwikkeling
Netwerk 0-100 jaar
12
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
3 Buurtprofiel
Het bevorderen sociale cohesie: de brede school als sociaal hart van onze samenleving
Bijlagen: Korte historische schets van rkbs ‘De Bataaf’: • 01-08-2005: start ‘De Bataaf’ in schoolwoningen en maakt gebruik van 5 lokalen. • De leerlingen zijn verdeeld over twee kleutergroepen, een groep 3, 4 en 5. • Een 6e lokaal wordt gebruikt als directie- en personeels-ruimte. • De centrale hal wordt samen met ‘De Waayer’ gebruikt als speelzaal. • Oktober 2005: ‘De Bataaf’ krijgt per 01-08-2006 een eigen brinnummer: 28CH. • In januari 2006 wordt een 7e lokaal in gebruik genomen voor een aanvangsgroep. • 01-08-2006: ‘De Bataaf’ is een zelfstandige school met een eigen brinnummer. • Er worden 7 lokalen gebruikt voor 3 kleutergroepen, een groep 3, 4, 5 en 6. • Een gedeelte van de centrale hal/speelzaal wordt gebruikt als directie- en personeelsruimte. (i.o.m. ‘De Waayer’). • Met goedkeuring van de gemeente Tiel wordt op eigen kosten een RT-ruimte gecreëerd in de gang. • Aanmeldingen nemen toe, ondanks dat er in 2006-2007 geen huizen opgeleverd worden. • 08-03-2007: Wethouder R. Vermeulen bezoekt ‘De Bataaf’. Directeur, team en MR informeren dhr. Vermeulen, mevr. v. Eck en dhr. Warsen over de beperkingen van de schoolwoningen en wijst hen op de huisvestingsproblematiek in de komende jaren in Passewaaij. • 01-08-2007: Alle lokalen in de schoolwoningen zijn in gebruik genomen. • Er worden 8 lokalen gebruikt voor 3 kleutergroepen, een groep 3, 4, 5, 6 en 7. • Een gedeelte van de centrale hal/speelzaal wordt gebruikt als directie- en personeelsruimte. (i.o.m. ‘De Waayer’ en ‘Pr. Mauritsschool’). • 01-03-2008: Kinderopvang Rivierenland gebruikt 1 lokaal voor de BSO. • 28-05-2008: Directeur, team en MR informeren mevr. v. Eck en dhr. Warsen over de beperkingen van de schoolwoningen als alternatief voor de semi-permanente bouw en wijst hen op de huisvestingsproblematiek in de komende jaren in Passewaaij. • 01-08-2008: Alle lokalen in de schoolwoningen zijn in gebruik genomen. (‘De Waayer’ heeft 3 lokalen, ‘Pr. Maurits’ heeft 2 lokalen). • Vanaf 01-08-2008 worden er 9 lokalen gebruikt voor 3 kleutergroepen, een groep 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van ‘De Bataaf’. • Een gedeelte van de centrale hal/speelzaal wordt gebruikt als directie- en personeelsruimte. (i.o.m. ‘De Waayer’ en ‘Pr. Mauritsschool’). • 01-09-2009: Interne aanpassingen in de schoolwoningen (2 lokalen worden omgebouwd tot personeelsruimte, spreekruimte, directiekamer en behandelruimtes. De speelplaats wordt vergroot en de fietsenstalling verplaatst. • 01-08-2011: ‘De Bataaf’ en Pr. Maurits maken gebruik van de schoolwoningen. • 01-08-2012: ‘De Bataaf’ maakt als enige school gebruik van de schoolwoningen.
13
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Vrije impressie IKC Passewaaij
14
Brede school /IKC Passewaaij rkbs ‘De Bataaf’
Vrije impressie IKC Passewaaij/rkbs ‘De Bataaf’
Mogelijkheid tot groep doorbrekend werken Klassikaal, individueel-zelfstandig Coöperatief werken Flexibele ruimtes Werkplekken (incl. wifi) Groepsgebonden activiteiten Groepsdoorbrekende (instructie-)momenten Werken met tutoren (‘tutor-plantsoen’) leerlingen/ouders/grootouders Ouderkamer -> info, scholing, ontmoeten, koffie/thee-corner Workshop/circuit-lokalen (Plusgroep, techniek, praktijk, creativiteit, muziek, dans) Ruimte rondom de school (sport, natuur) Ruimte voor vieringen en voorstellingen
15
Financieel Overzicht IKC en schoolwoningen/gymzaal
IKC locatie
Semipermanente Gymzaal Schoolwoningen, De Bataaf
Financieel overzicht IKC
Investering inclusief rente Bataaf Gymzaal Wijkcentrum Grondkosten Onderzoekskosten (onderdeel bouwkosten) Infrastructuur openbare ruimte Totaal Lasten IKC voor gemeente Beschikbaar budget Saldoverschil, aan te vullen
Gedekt Kapitaallasten Exploitatiekosten Lasten Bijdrage Netto-last binnen jaar 1 Eigenaar Gebruiker gemeente stichting gemeente bestaande budgetten
2.501.561 1.085.517 261.826 968.000
125.078 54.276 13.091 29.040
100.000 301.584 5.218.488
5.000 29.153 255.638
6.233 15.271 3.688
25.192
24.331 6.918
31.249
131.311 93.878 23.697 29.040 5.000 29.153 312.079
Extra lasten gemeente
0 0 0 3.478
131.311 93.878 23.697 25.562
6.233 39.602 0 0
125.078 54.276 23.697 25.562
3.491 6.969
5.000 25.662 305.111
0 0 45.835
5.000 25.662 259.276
259.276 170.000 89.276 af te dekken door inzet vrijvallende kapitaallasten "vrijkomende locaties" ad € 140.000,-
Financieel overzicht schoolwoningen en gymzaal
Gymzaallocatie
Schoolwoningen
332.114
1.411.373
Grondwaarde 7
44.000
-
Sloopkosten + bouwrijp en woonrijp maken
50.000
25.000
Plan-, advies-, onderzoeks- en verkoopkosten
30.000
30.000
Taxatiewaarde
-231.000
-1.380.000
Saldo (eenmalig negatief resultaat)
225.114
86.373
Boekwaarde per 1 -1-2016
Totaal
311.487
Dekking eenmalig tekort ad € 311.487,- door tijdelijke inzet (2 jaar) van het MFC/IKC-budget ad € 170.000,-, totaal € 340.000,-.
Kind- en wijkcentrum Passewaaij vervolgonderzoek Opdrachtgever Gemeente Tiel Referentienummer 915234/20160105sl01 Samenstelling drs. R.J.E. Peet ir. P.J. Bakker Status Definitief
Amsterdam, 25 januari 2016
Inhoud 1
Inleiding ........................................................................................ 4
1.1 1.2
Vraagstelling ................................................................................................4 Aanpak en werkwijze .....................................................................................5
2
Situatieschets .................................................................................. 6
2.1 2.2 2.3
Beoogde functies ...........................................................................................6 Locatie .......................................................................................................6 Planning .....................................................................................................6
3
Uitgangspunten ................................................................................ 7
3.1 3.2
Ruimtebehoefte ............................................................................................7 Bouwopgave.................................................................................................8
4
Weergave interviews.......................................................................... 9
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Beschrijving van de samenwerkingspartners ..........................................................9 De Bataaf & Kinderopvang Kaka .........................................................................9 Gemeente Tiel............................................................................................ 10 Korfbalvereniging Tiel ‘72 .............................................................................. 11 Wijkcentrum Passewaaij ................................................................................ 12
5
Ruimtebehoefte en inpassing .............................................................. 13
6
Eigendom, beheer & exploitatie .......................................................... 14
6.1 6.2
Eigendom via Vereniging van Eigenaren ............................................................. 14 Beheer ..................................................................................................... 15
7
Financiën ..................................................................................... 16
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.5.1 7.5.2 7.6 7.6.1 7.6.2 7.7 7.7.1 7.7.2
Uitgangspunten investeringsraming .................................................................. 16 Basisprofiel ................................................................................................ 16 Plusprofiel Wedstrijdhal ................................................................................ 17 Plusprofiel Trainingshal ................................................................................. 17 Exploitatielasten basisprofiel .......................................................................... 18 Exploitatielasten basisprofiel gemeente Tiel ....................................................... 18 Exploitatielasten basisprofiel schoolbestuur ........................................................ 19 Exploitatielasten plusprofiel - wedstrijdhal......................................................... 20 Exploitatielasten plusprofiel - wedstrijdhal gemeente Tiel ...................................... 20 Exploitatielasten plusprofiel – wedstrijdhal schoolbestuur ...................................... 21 Exploitatielasten plusprofiel - trainingshal.......................................................... 22 Exploitatielasten plusprofiel - trainingshal gemeente Tiel ....................................... 22 Exploitatielasten plusprofiel – trainingshal schoolbestuur........................................ 23
8
Fiscale mogelijkheden ...................................................................... 24
8.1 8.2 8.3 8.4
Sport ....................................................................................................... 24 Wijkcentrum .............................................................................................. 24 Overige ruimten .......................................................................................... 25 Exploitatieresultaten gemeente met en zonder BTW verrekening .............................. 25
9
Conclusie en advies ......................................................................... 28
9.1 9.2
Profielkeuze .............................................................................................. 28 Organisatie eigendom, beheer en exploitatie ...................................................... 28
De inhoud van deze uitgave is eigendom van ICS Adviseurs B.V. te Zwolle. Enkel de opdrachtgever waarmee ICS Adviseurs B.V. een overeenkomst is aangegaan, heeft een gebruiksrecht voor deze uitgave. De inhoud en omvang van dat gebruiksrecht zijn vastgelegd in de algemene voorwaarden van ICS Adviseurs B.V., d.d. december 2008, dan wel in de overeenkomst zoals hiervoor bedoeld. Elk ander gebruik van deze uitgave, door opdrachtgever en of derden is uitgesloten, inhoudende dat niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via internet, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ICS Adviseurs B.V.
10
Bijlage indicatief ruimteprogramma ..................................................... 30
11
Bijlage buitenruimte ........................................................................ 31
De inhoud van deze uitgave is eigendom van ICS Adviseurs B.V. te Zwolle. Enkel de opdrachtgever waarmee ICS Adviseurs B.V. een overeenkomst is aangegaan, heeft een gebruiksrecht voor deze uitgave. De inhoud en omvang van dat gebruiksrecht zijn vastgelegd in de algemene voorwaarden van ICS Adviseurs B.V., d.d. december 2008, dan wel in de overeenkomst zoals hiervoor bedoeld. Elk ander gebruik van deze uitgave, door opdrachtgever en of derden is uitgesloten, inhoudende dat niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via internet, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ICS Adviseurs B.V.
1
Inleiding
Eerder dit jaar heeft ICSadviseurs de gemeente Tiel geadviseerd over de inhoudelijke en ruimtelijke samenwerking binnen de brede wijkvoorziening Passewaaij1. Met het betrokken schoolbestuur SKOR heeft de gemeente op basis van het onderzoek de afspraak gemaakt dat de gemeente de realisatie van de school, de gymzaal en de (gedeelde) ruimte voor de wijk financiert. SKOR financiert de multifunctionele ruimten (spreekkamers) voor andere gebruikers en de ruimten voor de kinderopvang van Kaka. Hierbij is vooralsnog het uitgangspunt dat de gemeente bouwheer wordt van het complex. Inmiddels zijn de onderhandelingen met de ontwikkelaar over de aankoop van de grond afgerond en is de gemeente eigenaar geworden. In de loop van dit jaar heeft de gemeente met Korfbalvereniging Tiel ’72 verkennende gesprekken gevoerd over mogelijke beheer en exploitatie van de gymzaal door de korfbalvereniging. Dit kan voor de gemeente een passende alternatieve beheer- en exploitatieoplossing zijn. Sportplaza beheert momenteel deze zaal, maar de gemeente ziet graag dat Tielse sportverenigingen in de toekomst een rol spelen bij de exploitatie en het beheer van binnensportaccommodaties. Korfbalvereniging Tiel ’72 probeert al jaren de financiering voor realisatie van een eigen hal voor elkaar te krijgen alleen heeft zij onvoldoende financiële middelen. Dit was aanleiding voor de gemeente Tiel om met de betrokken partijen te onderzoeken of de gemeente en de korfbalvereniging hierin iets voor elkaar zouden kunnen betekenen. Budgetten kunnen samengevoegd worden en de vereniging kan het beheer en de exploitatie van de (vergrote) gymzaal ter hand nemen in plaats van Sportplaza. De gemeente kan de ruimte overdag dan gebruiken voor bewegingsonderwijs. In vervolg op het onderzoek van afgelopen voorjaar is ICSadviseurs nu gevraagd diverse aspecten van het eerdere onderzoek te herijken. Dit betreft een herijking van het profiel, de ruimtebehoefte en de bijbehorende kostenraming. Daarnaast is gevraagd om een eigendoms-, beheer- en exploitatiemodel dat aansluit bij de ‘zelfbeheer’ gedachte inclusief het inzichtelijk maken van de financiële consequenties en tot slot een fiscaal advies.
1.1
Vraagstelling
De gemeente Tiel heeft ICSadviseurs gevraagd om hen te ondersteunen bij het uitwerken van de planvorming voor het Kind- en wijkcentrum Passewaaij op de volgende onderdelen: Herijking profiel van Kind- en wijkcentrum Passewaaij; Herijking van het ruimteprogramma van Kind- en wijkcentrum Passewaaij; Herijking investeringsberekening inclusief gemeentelijk dekkingsoverzicht; Een fiscale verkenning primair gericht op de btw (on)mogelijkheden in relatie tot aftrekrecht van btw op de investering en op eventuele exploitatielasten; Uitwerken eigendom, beheer– en exploitatiemodel voor Kind- en wijkcentrum Passewaaij inclusief de rol van Korfbalvereniging Tiel ’72 op hoofdlijnen. Gezamenlijk moet dit uiteindelijk leiden tot een concreet beslisdocument voor de raad. Het is de doelstelling van de gemeente om begin 2016 helderheid te hebben over deze aspecten en de uitkomsten mee te nemen in de Perspectievennota.
1
Er is nog geen definitieve naam gekozen voor MFA Passewaaij. In deze rapportage wordt de term ‘Kind- en wijkcentrum Passewaaij’ gebruikt omdat dit aansluit bij hetgeen betrokken partijen hebben aangegeven in de interviews.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
4/31
1.2
Aanpak en werkwijze
Met alle betrokken partijen hebben interviews plaatsgevonden. Ook heeft in januari een gezamenlijke bijeenkomst plaatsgevonden waarin de onderzoeksresultaten plenair zijn gedeeld. Hierna is voorliggend document definitief gemaakt.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
5/31
2
Situatieschets
2.1
Beoogde functies
De beoogde functies van het Kind- en wijkcentrum Passewaaij zijn:
2.2
onderwijs; sport (t.b.v. o.a. bewegingsonderwijs en korfbal) waarin uitgegaan wordt van drie scenario’s: o gymzaal o sporthal o trainingshal wijkcentrum; kinderopvang & peuterspeelzaal; drietal multifunctionele spreekkamers voor zorgpartijen.
Locatie
Voor het kind- en wijkcentrum is de oorspronkelijke MFC locatie gekozen. Deze is op onderstaande kaart weergegeven.
Locatie
Figuur 1: beoogde locatie in Passewaaij
2.3
Planning
Na bestuurlijke besluitvorming wordt het Programma van Eisen opgesteld. Bij positieve besluitvorming en snel handelen, kan deze in de zomer van 2016 gereed zijn. Daarna volgt de architectenselectie en de ontwerpfase (ongeveer 10 maanden incl. bestek). Vervolgens wordt aanbesteed en kan na de zomer van 2017 gestart worden met bouw. Vroegste oplevering wordt voorzien in de zomer van 2018.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
6/31
3
Uitgangspunten
Ambitie is een Kind- en wijkcentrum te realiseren waarin naast onderwijs en opvang ook ruimte wordt geboden aan wijk- en sportactiviteiten.
3.1
Ruimtebehoefte De ruimtebehoefte voor de activiteiten is gebaseerd op: o Onderwijs: normatieve ruimtebehoefte berekening conform de verordening onderwijshuisvesting gemeente Tiel 2010. Uitgangspunt is een ruimtebehoefte van 5,03 m2 bvo per leerling + 200 m2 bvo vaste voet; o De berekening is gebaseerd op de leerling prognose van de gemeente Tiel. o Sport/bewegingsonderwijs: drie scenario’s: a) gymzaal: ruimtebehoefte conform KVLO2 normering: 22 x 14 x 5,5 m² bvo inclusief kleed- en bergruimten; b) sporthal: ruimtebehoefte conform wensen Korfbalvereniging Tiel ’72 (28 x 44 x 7 meter) incl. tribune en additionele ruimten; c) trainingshal: ruimtebehoefte conform wensen Korfbalvereniging Tiel ’72 (24 x 44 x 7 meter) excl. tribune en additionele ruimten. o Hele dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzaalwerk: ruimtebehoefte berekening conform opgave Kinderopvang KaKa; o Overig: ervarings- en kengetallen ICSadviseurs. De ruimtebehoefte van de gebouwde ruimten is weergegeven in bruto vloeroppervlakte (bvo). Het bvo omvat het totaal aantal m2 primaire ruimten als ook alle facilitaire ruimten zoals verkeersruimten, entrees en constructieruimten. Naast binnenruimte is buitenruimte nodig voor onder andere spelen, parkeren, fietsenstalling en groen. Uitgangspunt is dat parkeren op het terrein van de voorziening wordt gerealiseerd conform de richtlijnen van CROW. o Voor wat betreft de benodigde ruimte voor het brengen en halen van kinderen (Kiss & Ride) wordt uitgegaan van onderstaand aandeel in het totale aantal kinderen dat met de auto naar school wordt gebracht mede op basis van gemiddelde CROWnormen. In de berekening van het benodigd aantal parkeerplaatsen is rekening gehouden met een korte parkeerduur en dus dubbelgebruik van parkeerplaatsen en met meerdere leerlingen in een auto. Ook is uitgegaan van gescheiden aanvangs- en eindtijden van onderwijs en opvang. % kinderen met de auto Primair Onderwijs Groepen 1 t/m 3 Groepen 4 t/m 8 Hele dagopvang/peuterspeelzaalwerk o
2
45% 20% 25%
Voor wat betreft de benodigde ruimte voor parkeren voor de diverse functies gaan we uit van de volgende kengetallen (o.b.v. CROW): Onderwijs; 0,75 parkeerplaats per lokaal. Cultuur/welzijn: 2 parkeerplaats per 100 m². Sport (dubbelgebruik, zwaartepunt avond/weekend); 2,25 parkeerplaats per 100 m². Zorg: 1,75 parkeerplaats per behandelkamer. Kinderopvang: 0,7 parkeerplaats per arbeidsplaats (totaal 2).
Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
7/31
3.2
Bouwopgave Uitgangspunt voor het bepalen van de ruimtebehoefte (Hoofdstuk 5) is dat ongeveer 2/3 van de noodzakelijke binnenruimte op de begane grond wordt gerealiseerd (footprint) en ongeveer 1/3 op de verdieping3. De footprint vergroten we met 10% ten behoeve van een goede inpassing op de kavel. De footprint van de gebouwde ruimten in combinatie met de benodigde buitenruimte resulteert in het minimaal benodigde terreinoppervlak ten behoeve van inpassing van het gebouw.
3
Bij kindvoorzieningen is dit een ‘gebruikelijke’ verdeling, het merendeel van de functies is naar verwachting op de begane grond gelegen.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
8/31
4
Weergave interviews
Ambitie is een Kind- en wijkcentrum te realiseren met ruimten voor onderwijs, opvang, kind gerelateerde zorg, wijk- en sportactiviteiten.
Het Kindcentrum is een IKC-voorziening voor 0 tot 12 jaar waarin organisaties als onderwijs, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal en welzijnsactiviteiten voor kinderen zijn samengevoegd. Doel is een doorgaande lijn tussen onderwijs en opvang. Het Wijkcentrum is ‘het hart’ van de wijk voor inwoners van 8 tot 88 jaar en bestaat uit activiteiten die worden aangeboden door de wijkvereniging, Korfbalvereniging Tiel ’72 en overige verenigingen en initiatieven.
Wijk 8-88 jaar
IKC 0-12 jaar
Wijk Sport
Onderwijs & Opvang Zorg
Vrijwilligers
Wijkcentrum
Professionals
Kindcentrum
Figuur 2: Profiel Kind- en wijkcentrum Passewaaij
4.1
Beschrijving van de samenwerkingspartners
In deze paragraaf zijn de uitkomsten van de interviews opgenomen. Achtereenvolgens wordt per partij ingegaan op de aspecten: visie/ambitie, ruimte, beheer & exploitatie en financiën. Een indicatieve uitwerking van de ruimtebehoefte (van het plusprofiel) is opgenomen in de bijlage. In de Programma van Eisen fase zal dit samen met de partijen verder ingevuld en uitgewerkt worden.
4.1.1
De Bataaf & Kinderopvang Kaka
Visie en ambitie De Bataaf is een moderne en dynamische school met 200 leerlingen die in 2005 op haar huidige locatie in Passewaaij is gestart. De Bataaf heeft in de zomer van 2013 een visiedocument Brede School / Integraal Kindcentrum Passewaaij opgesteld. De Bataaf geeft aan dat er in de wijk Passewaaij behoefte is aan een gebouw met een wijkfunctie dat aansluit op de wensen en behoeften van bewoners en gemeente. De Bataaf heeft de wens om door te groeien naar een continurooster en uitbreiding van het naschools activiteitenaanbod. Voorkeur gaat er naar uit om op termijn te gaan werken met een dagarrangement en een ander vernieuwend onderwijsconcept. Ook heeft de school samenwerking voor ogen met zorgpartijen zoals logopedie, psycholoog etc. De Bataaf heeft aangegeven binnen het concept en filosofie van een Integraal Kindcentrum een verregaande inhoudelijke en ruimtelijke samenwerking te willen aangaan met een kinderopvangaanbieder Kaka voor dagopvang/peuterspeelzaalwerk en buitenschoolse opvang.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
9/31
Ruimte De school geeft momenteel nog klassikaal (circuit) onderwijs. Het huidige gebouw belemmert de school in haar activiteiten. Voorkeur van de school gaat vooralsnog uit naar o.a. een open woonkeuken, tribunetrap/ podium, het werken in units, flexibele ruimtes, flexibele wanden en een ouderkamer in combinatie met flexplekken. Ten behoeve van de samenwerking met zorgpartijen worden drie multifunctionele spreekkamers opgenomen inclusief wachtruimte, pantry en toiletten. Buitenschoolse opvang vindt plaats in ruimten van de school en in de gymzaal/sporthal. Het gemiddelde leerlingaantal van De Bataaf over de periode 2014-2033 bedraagt 213 leerlingen (o.b.v. gemeentelijke prognoses 2013). Op basis van de VNG richtlijn en de lokale verordening (vaste voet van 200 m² en 5,03 m² per leerling) bedraagt de ruimtebehoefte 1.271 m². De gemeente hanteert het uitgangspunt van 1.290 m² bvo. Dit uitgangspunt wordt gehanteerd. Beheer en exploitatie De Bataaf gaat wat betreft organisatie en personeel nauw samenwerken met Kinderopvang Kaka. Zo gaat uitruil van personeel plaatsvinden tussen onderwijs en kinderopvang in ruil voor onderling ruimtegebruik (volgens het principe van ‘gesloten beurzen’). In principe gaat SKOR ervan uit dat zij eigenaar wordt van de onderwijs, opvang en zorgruimten. Er is samenwerking tussen partijen mogelijk op een aantal beheertaken, doch de school geeft aan dat het ‘dna’ van onderwijs en opvang en de korfbalvereniging en wijkvereniging wel verschillen van elkaar. Onderwijs en opvang zijn professionals: beheer & exploitatie dienen goed en zakelijk geregeld te worden en te voldoen aan de voorschriften (o.a. hygiëne). Professionaliteit & continuïteit zijn hierbij van belang. Korfbal- en wijkvereniging draaien op vrijwilligers, dat leidt mogelijk tot een andere invulling van de beheertaken en andere eisen. Financiën Schoolbestuur SKOR financiert zelf de multifunctionele ruimten (spreekkamers) voor andere gebruikers en de ruimten voor Kinderopvang Kaka.
4.1.2 Gemeente Tiel Visie en ambitie De gemeente Tiel heeft vooralsnog budget beschikbaar voor een standaard gymzaal. Deze gymzaal kan gebruikt worden voor bewegingsonderwijs maar ook voor buitenschoolse activiteiten van KaKa. De wijkvereniging kan de gymzaal op haar beurt gebruiken voor damesgym en een beurs of markt. Zorgpartijen kunnen de gymzaal inzetten voor valpreventie en beweegprogramma’s. Aanleiding van dit vervolgonderzoek is de wens om de gymzaal te vergroten naar een sporthal of trainingshal voor Korfbalvereniging Tiel ’72. Gedachte hierachter is dat Korfbalvereniging Tiel ’72 het beheer en de exploitatie van de sportfaciliteit voor haar rekening neemt en dat de budgetten samengevoegd worden. De gemeente kan de gymzaal overdag gebruiken voor bewegingsonderwijs, de korfbal ’s avonds en in de weekenden voor wedstrijden en trainingen. Op verzoek van de korfbalvereniging wordt de mogelijkheid om te voorzien in een kleinere sporthal (alternatieve trainingsfaciliteit) meegenomen in dit onderzoek ( het 3e scenario). Vanuit het accommodatie- en sportbeleid zijn er vooralsnog binnen de gemeente geen plannen voor de ontwikkeling van een derde sporthal in Tiel.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
10/31
Ruimte In dit onderzoek wordt uitgegaan van 3 scenario’s:
gymzaal (22 x 14 x 5 meter); sporthal (28 x 44 x 7 meter: 4 kleedkamers en inclusief tribune en additionele ruimten); trainingshal (sporthal van 24 x 44 x 7 meter: 2 kleedkamers en excl. tribune en additionele ruimten).
Beheer en exploitatie Gedachte van de samenwerking met Korfbalvereniging Tiel ’72 is, dat de vereniging het beheer en de exploitatie van de sportfaciliteit ter hand neemt in plaats van Sportplaza. De gemeente blijft eigenaar van de grond en de opstal. Financiën De gemeente financiert de school, de gymzaal en de (gedeelde) ruimte voor de wijk. Hiervoor heeft zij jaarlijks € 170.000,- beschikbaar. Daarnaast worden de schoolwoningen en het terrein van de huidige semipermanente gymzaal als potentiele dekking meegenomen in de berekeningen (bij een positief resultaat). Een eerste berekening laat zien dat er geen positief resultaat behaald gaat worden na herbestemming. Uitgangspunt van de gemeente is dat zij in principe geen leningen verstrekt aan verenigingen, zoals bijvoorbeeld aan de korfbalvereniging zodat deze op zoek moet naar een alternatieve financieringsbron.
4.1.3 Korfbalvereniging Tiel ‘72 Visie en ambitie Korfbalvereniging Tiel ’72 heeft ongeveer 285 leden (25 teams) en de wens om door te groeien naar 300 leden. De vereniging is momenteel gehuisvest op sportcomplex Rauwenhof. Daar heeft zij in het veldseizoen de beschikking over 1 kunstgrasveld (waarop tegelijkertijd 3 velden kunnen worden uitgezet). In de winter speelt en traint de korfbalvereniging binnen. Hiervoor huurt zij ruimte in de sporthallen van Tiel en soms in de omgeving. De vereniging heeft een langdurige wens voor een eigen sporthal omdat de druk op de bezetting van de bestaande twee sporthallen in Tiel hoog is. Met name in de avonduren en op zaterdag van eind oktober tot half maart. Ruimte De korfbalvereniging heeft de wens voor een eigen sporthal (afmeting 28 x 44 meter) inclusief tribune en additionele ruimten. De ruimte van de wijkvereniging zou gebruikt kunnen worden als eenvoudige kantine faciliteit met name tijdens de wedstrijden op zaterdag. Dit is ook goed mogelijk omdat op dat moment van de week de wijkvereniging slechts incidenteel activiteiten organiseert. De korfbalvereniging kan uit de voeten met twee afmetingen van de hal, maar de voorkeur gaat uit naar een volwaardige sporthal:
sporthal (28 x 44 x 7 meter: 4 kleedkamers en incl. tribune en additionele ruimten) trainingshal (24 x 44 x 7 meter: 2 kleedkamers en excl. tribune en additionele ruimten).
Beheer en exploitatie De korfbalvereniging heeft reeds tijdens haar planontwikkeling een aparte exploitatiestichting opgericht. De vereniging kan een aantal overzichtelijke en eenvoudige beheertaken (zoals sleutelbeheer, schoonmaak en toezicht) zelf uitvoeren met vrijwilligers en gepensioneerden. Voor een deel (de meer gespecialiseerde zaken) kan zij samen optrekken met bijvoorbeeld SKOR (bijv. onderhoud). Aandachtspunt is dat de verenging in de zomermaanden vooral op haar eigen buitencomplex aanwezig is. Het beheer van de sporthal dient ook in die periode wel gecontinueerd te worden.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
11/31
Financiën Private financiering aantrekken via een bank is in een eerder stadium niet gelukt. Vandaar dat de vereniging de samenwerking zoekt met de gemeente. De vereniging heeft jaarlijks ongeveer € 17.000,- beschikbaar als dekking (= de jaarlijkse huur die zij betaalt voor gebruik van de sporthal). Daarnaast heeft zij additionele huurders (DIO) en reclame inkomsten begroot op ongeveer € 10.000,-. Vanuit zaalvoetbal en hockey is ook interesse getoond in huur van de nieuwe voorziening. Wij gaan derhalve uit van een potentieel jaarlijks budget van ongeveer € 30.000,-.
4.1.4
Wijkcentrum Passewaaij
Visie en ambitie Wijkvereniging Passewaaij is een vereniging met ongeveer 1.000 leden. Zij biedt diverse activiteiten aan in het semipermanente gebouw aan het Koerierspad. Ook doet zij aan belangenbehartiging richting de gemeente Tiel. Doel is de saamhorigheid in de wijk te bevorderen. Er worden tal van activiteiten aangeboden voor de buurt zoals: koersbal, inloop, creatieve middag, tekenen & schilderen, kinderbingo, dames gym, soos, klaverjassen etc. De beweegactiviteiten van de wijkvereniging zijn beperkt waardoor de verwachte samenwerking met de korfbalvereniging bescheiden zal zijn. De wijkvereniging is erg tevreden met de huidige locatie in de Rotondaschool. De wijkvereniging heeft hier een eigen ruimte ter grootte van twee lokalen (ong. 105 -135 m² incl. bergruimte). Deze eigen plek wordt gezien als het einde van het ‘nomadenbestaan’ van de wijkvereniging. Ruimte De wijkvereniging wil graag zeggenschap en regie houden op haar eigen ruimte, dus de primaathouder zijn. Indien ruimte beschikbaar is, is uiteraard medegebruik mogelijk. Medegebruik van de kantine faciliteit/horeca door de korfbalvereniging is goed mogelijk net als eventuele verpachting / uitbesteding van de horeca. Laagdrempeligheid is voor de vereniging van belang. Ook is er de wens voor een sportieve buitenruimte (‘beweegtuin voor ouderen’). Het zwaartepunt van de activiteiten ligt in de avonduren door de weeks. Overdag en in het weekend is er ruimte voor nieuwe initiatieven. Beheer en exploitatie De wijkvereniging heeft een klein bestuur en draait op vrijwilligers. De verenging verhuurt haar ruimte niet onder (dit is formeel ook niet toegestaan). Wel geeft zij deze incidenteel aan derden in gebruik tegen een kleine tegemoetkoming. De financiële administratie is eenvoudig van opzet. Financiën De vereniging kent een bescheiden lidmaatschap (€ 9,- per jaar). De wijkvereniging ontvangt subsidie om de huur deels mee te dekken, deze is niet structureel en daarmee is het voortbestaan nog onzeker.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
12/31
5
Ruimtebehoefte en inpassing
Wat betreft de omvang van het gebouw wordt uitgegaan van drie profielen. Deze worden hieronder geschetst. De normatieve ruimtebehoefte van de drie profielen wordt weergegeven in onderstaande tabel in bruto vloeroppervlak. Dit is het totaal aan ruimte inclusief (in)gangen, muren, verkeersruimte, technische ruimten etc. De ruimtetabel die hier aan ten grondslag ligt, is opgenomen in de bijlage. Dit betreft een eerste aanzet en zal in het vervolgtraject met partijen nader uitgewerkt en mogelijk geoptimaliseerd worden. Het geschetste ruimtelijk kader is echter maatgevend omdat hierop de kosten worden gebaseerd. Naast binnenruimte is buitenruimte nodig voor onder andere spelen, parkeren, fietsenstalling en groenvoorziening. Een overzicht van de invulling van de buitenruimte voor het plusprofiel met sporthal is opgenomen in de bijlage. De uitgangspunten hiervoor zijn opgenomen in hoofdstuk 2. De totale ruimtebehoefte van het terreinoppervlak is de optelsom van de footprint van het gebouw (incl. 10% inpassingsverlies), de omvang van de buitenruimte en het aantal m² dat noodzakelijk is voor de groenvoorziening en voor de ontsluiting van het gebouw. Deze omvang bepaalt de inpassing op de locatie.
Functie in m² bvo
Basisprofiel
Plusprofiel
Plusprofiel
‘Gymzaal’
‘Sporthal’
‘Trainingshal’
1.290
1.290
1.290
Sportfaciliteit
515
1.777
1.390
Kinderopvang
160
160
160
Wijkcentrum
135
135
135
Zorg (3 ruimten)
105
105
105
Totaal m² BVO
2.205
3.467
3.080
Benodigde kavel
3.600
4.700
4.200
Onderwijs
De beoogde locatie van het Kind- en wijkcentrum ligt aan de Passewaaijse Hogeweg. Het terrein heeft een oppervlakte van 4.800 m². De kavel is qua oppervlak dus toereikend voor alle profielen. De maximale bouwhoogte, volgens het bestemmingsplan, bedraagt 12 meter. Bij inpassing dient goed rekening gehouden te worden met de stedenbouwkundige context. Het gebouw komt te liggen in een woonwijk en een sporthal vraagt een behoorlijk volume en ‘dicteert’ het ontwerp enigszins. Dit komt overeen met de zorgen die de school heeft omtrent mogelijke bezwaren vanuit de buurt tegen de komst van een volwaardige sporthal.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
13/31
6
Eigendom, beheer & exploitatie
Het Kind- en wijkcentrum Passewaaij wordt waarschijnlijk door de gemeente Tiel ontwikkeld. De gemeente Tiel treedt dan op als zgn. ‘bouwheer’4. Afspraken omtrent de ontwikkeling dienen te worden vastgelegd en geformaliseerd in een nog op te stellen ontwikkelovereenkomst tussen de gemeente en SKOR.
6.1
Eigendom via Vereniging van Eigenaren
Intentie is om het eigendom van de gebouwdelen bij zowel SKOR als gemeente onder te brengen. Er wordt dan een Vereniging van Eigenaren opgericht. In de vereniging hebben beide eigenaren zitting.
SKOR neemt als juridisch eigenaar plaats in de Vereniging van Eigenaren voor de ruimten van onderwijs, opvang en zorg. (Het economisch eigendom van de onderwijsruimten blijft vanuit de WPO bij de gemeente). De gemeente neemt als eigenaar plaats namens functies: sporthal/gymzaal en wijkvereniging.
Van belang is dat de verschillende gebouwdelen een zelfstandig appartementsrecht zijn en dat de Vereniging van Eigenaren reserves gaat opbouwen ten aanzien van het groot onderhoud. Zowel SKOR als gemeente treden op als verhuurder. SKOR voor de ruimten aan Kinderopvang Kaka en zorg. De gemeente treedt op als verhuurder aan de wijkvereniging. In onderstaand model is dit gevisualiseerd.
SKOR
• • •
Onderwijs Kinderdagopvang Zorg
Gemeente
• •
Wijkvereniging Gymzaal
Figuur 3: VVE model
4
SKOR dient het bouwheerschap formeel over te dragen aan de gemeente (Art. 103, lid 1 WPO).
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
14/31
6.2
Beheer
De hoofdgebruikers hebben tijdens de ingebruikname van het Kind- en wijkcentrum de verantwoordelijkheid om het gebouw warm, schoon, veilig en toegankelijk te houden. Vanuit de ambitie om te gaan samenwerken en het ruimtegebruik efficiënt en multifunctioneel te organiseren, is beheersmatige samenwerking tussen de gebruikers een logische consequentie. Het gezamenlijke beheer kan door de gebruikers grofweg op drie manier georganiseerd worden: 1. de eigenaren organiseren het beheer of; 2. de gebruikers zelf via een juridische entiteit (een vereniging of stichting) of; 3. de gebruikers zelf via een informele commissie. Ieder van de eigenaren kan zelf het beheer ter hand nemen waarbij de gemeente het beheer kan delegeren of overdragen aan Korbalvereniging Tiel ’72 en/of de wijkvereniging. Op een aantal gebieden dient echter wel gezamenlijk opgetrokken te worden bijvoorbeeld bij groot onderhoud, het ontruimingsplan, de roostering van multifunctionele ruimten etc. Dat kan pragmatisch en informeel via een commissie plaatsvinden of er kan een beheerstichting worden opgericht waarin de hoofdgebruikers of (onafhankelijke) vrijwilligers zitting nemen. Van belang hierbij is dat het bestuur deskundig is en dat de continuïteit geborgd is. Via deze juridische entiteit kan ook gelijk de inkoop van diensten geregeld worden: de nieuwe rechtspersoon is namelijk zelfstandig drager van rechten en verplichtingen. De wet schrijft een heldere structuur voor de stichting met formele statuten en richtlijnen voor de administratie en verantwoordelijkheden. Een stichting vraagt wel oprichtings- en instandhoudingskosten en voor SKOR vraagt het mogelijk (actieve) deelname aan meerdere stichtingen (indien zij gehuisvest is in meerdere MFA’s of brede scholen). Bij een informele commissie wordt een overeenkomst gesloten tussen de partners onderling. De individuele partners verzorgen, of één individuele partner verzorgt, de inkoop van de diensten. In dit geval draagt deze individuele partner het risico van het contract (of contracten) dat afgesloten wordt. Aspecten die een rol spelen bij de afweging tussen een beheerstichting of commissie zijn samenvattend: • • • • • • •
aanwezigheid bestaande stichting Korfbalvereniging; risicodrager leegstand; uitvoer groot onderhoud en opbouw reserves; gelijkwaardigheid & afhankelijkheid; kennis van gebouwbeheer & tijd, capaciteit; bereidheid participatie in eventuele entiteit/stichting; betrokkenheid en verantwoordelijkheid partijen bij het Kind- en wijkcentrum, dit heeft invloed op samenwerking en ‘gemeenschapsgevoel’.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
15/31
7
Financiën
In dit hoofdstuk worden de financiële consequenties van de drie profielen berekend. Elk profiel wordt daarbij doorgerekend naar investeringskosten en exploitatiekosten. De exploitatiekosten worden voor zowel de gemeente als het schoolbestuur inzichtelijk gemaakt, gelet op de rol die zij hebben als eigenaar en investeerder van het kind- en wijk centrum. Daar waar het aan de orde is, wordt aangegeven wat de minimale (kostprijs dekkende) huurprijs is voor de andere gebruikers.
7.1
Uitgangspunten investeringsraming
In dit hoofdstuk worden de investeringskosten bepaald van de drie profielen. De investeringskosten zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: Verwervingskosten grond. De gemeente heeft de grond van de ontwikkelaar verworven voor € 800.000,-. Dit bedrag is opgenomen in de berekeningen. Deze bedragen zijn exclusief btw. Bouwkosten nieuwbouw (aanneemsom). Kosten aanleg buitenruimte. Bijkomende kosten. Dit zijn kosten voor architect, technisch adviseurs, projectmanagement, leges, verzekeringen, etc. De bijkomende kosten zijn op basis van ervaringscijfers gesteld op 23% van de bouwkosten. Post onvoorzien. Hiervoor is een percentage aangehouden van 10%. Btw. De btw bedraagt 21% over de bouwkosten, bijkomende kosten en post onvoorzien. Voor alle functies zijn de bouwkosten bepaald aan de hand van recente ervaringscijfers van ICSadviseurs en de kengetallendatabase van Bouwkostenkompas. De sloopkosten van de tijdelijke gymzaal zijn buiten beschouwing gelaten.
7.2
Basisprofiel
In de volgende tabel zijn de investeringskosten voor het basisprofiel met gymzaal gegeven. Investeringskosten Brede wijkvoorziening Passewaaij - Basisprofiel: IKC + wijkcentrum + gymzaal Oppervlakte
Bouwkosten
Bouwkosten
Bijkomend
Post onvoorzien
Totaal exclusief
Btw
Totaal
m² bvo
per m² bvo
totaal
23%
10%
btw
21%
inclusief btw
Grondkosten
Grondkosten
Terrein
Totaal / functie
toedeling
Verwervingskosten grond 4.800 Investeringskosten buitenruimte Schoolplein
600
Overige functies 1.387 Investeringskosten nieuwbouw Bataaf (normatief)
1.290
Bataaf (reëel bouwbesluit)
m² terrein
€
800.000
€
800.000
€
168.000
€
968.000 naar rato m2 bvo toedeling
€
90
€
54.000
€
12.420
€
6.642
€
73.062
€
15.343
€
88.400
€
90
€
124.830
€
28.711
€
15.354
€
168.895
€
35.468
€
204.400
€
1.684.870
naar rato m2 bvo
inclusief btw
normvergoeding 2015
1.290
€
1.150
€ 1.483.500
€
341.205
€
182.471
€
2.007.176
€
421.507
€
2.428.700
€
566.589
€
171.382
€
Kinderopvang
157
€
1.150
€
180.866
€
41.599
€
22.247
€
244.712
€
51.390
€
296.100
€
69.078
€
20.895
€
386.100
Sport - gymzaal
515
€
1.250
€
643.750
€
148.063
€
79.181
€
870.994
€
182.909
€
1.053.900
€
226.196
€
68.420
€
1.348.500
Wijkcentrum
135
€
1.150
€
155.250
€
35.708
€
19.096
€
210.053
€
44.111
€
254.200
€
59.294
€
17.935
€
331.400
Zorg
107
€
1.150
€
122.648
€
28.209
€
15.086
€
165.942
€
34.848
€
200.800
€
46.842
€
14.169
€
261.800
€
5.494.500
€
5.494.500
Totaal investeringskosten - IKC + wijkcentrum + gymzaal
Tabel 1: investeringskosten basisprofiel – prijspeil 2016
De totale investeringskosten, inclusief verwerving van de grond, bedraagt in dit scenario bijna € 5,5 miljoen (prijspeil 2016, inclusief BTW). De kosten voor verwerving van de grond en inrichting van het buitenterrein zijn naar rato van het bruto vloeroppervlak aan de verschillende functies toegerekend. De kosten voor grond en inrichting buitenruimte maken gemiddeld 31% van de totale investeringskosten uit.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
16/31
3.166.700
Voor de onderwijsruimten dient rekening te worden gehouden met hogere investeringskosten dan de VNG normkostenvergoeding berekent.
7.3
Plusprofiel Wedstrijdhal
In de volgende tabel zijn de investeringskosten voor het plusprofiel Wedstrijdhal gegeven. Investeringskosten Brede wijkvoorziening Passewaaij -Plusprofiel: IKC + wijkcentrum + wedstrijdhal Oppervlakte
Bouwkosten
Bouwkosten
Bijkomend
Post onvoorzien
Totaal exclusief
Btw
Totaal
m² bvo
per m² bvo
totaal
23%
10%
btw
21%
inclusief btw
Grondkosten
Grondkosten
Terrein
Totaal / functie
toedeling
Verwervingskosten grond 4.800 Investeringskosten buitenruimte Onderwijs
600
Overige functies 1.560 Investeringskosten nieuwbouw
m² terrein
€
800.000
€
800.000
€
168.000
€
968.000 naar rato m2 bvo toedeling
€
90
€
54.000
€
12.420
€
6.642
€
73.062
€
15.343
€
88.400
€
90
€
140.400
€
32.292
€
17.269
€
189.961
€
39.892
€
229.900
€
1.684.870
naar rato m2 bvo
inclusief btw
Bataaf (normatief)
1.290
Bataaf
1.290
€
1.150
€ 1.483.500
€
341.205
€
182.471
€
2.007.176
€
421.507
€
2.428.700
€
360.311
€
118.478
€
157
€
1.150
€
180.866
€
41.599
€
22.247
€
244.712
€
51.390
€
296.100
€
43.929
€
14.445
€
354.500
1.777
€
1.200
€ 2.132.100
€
490.383
€
262.248
€
2.884.731
€
605.794
€
3.490.500
€
496.265
€
163.183
€
4.149.900
Wijkcentrum
135
€
1.150
€
155.250
€
35.708
€
19.096
€
210.053
€
44.111
€
254.200
€
37.707
€
12.399
€
304.300
Zorg
107
€
1.150
€
122.648
€
28.209
€
15.086
€
165.942
€
34.848
€
200.800
€
29.788
€
9.795
€
240.400
€
7.956.600
€
7.956.600
Kinderopvang Sport - wedstrijdhal
normvergoeding 2015
Totaal investeringskosten - IKC + wijkcentrum + wedstrijdhal
2.907.500
Tabel 2: investeringskosten plusprofiel wedstrijdhal – prijspeil 2016
In dit scenario dient rekening te worden gehouden met een totale investering van ruim € 7,9 miljoen (prijspeil 2016, inclusief btw). De wedstrijdhal is een multifunctioneel te gebruiken sporthal die in twee zaaldelen is te splitsen met voldoende akoestische maatregelen. De hal voldoet aan richtlijnen die NOC*NSF en de KVLO hanteren voor een dergelijke sporthal en heeft een (inschuifbare) tribune met ongeveer 200 zitplaatsen. Rekening wordt gehouden met hulpconstructies om specifieke inrichtingselementen voor het onderwijs op een adequate manier te kunnen monteren. De sporthal beschikt over een verenigingsruimte (vergaderen) maar niet over een eigen horecaruimte (kantine). Uitgangspunt is dat gebruik wordt gemaakt van ruimte in het wijkcentrum voor deze functie.
7.4
Plusprofiel Trainingshal
In de volgende tabel zijn de investeringskosten voor het plusprofiel Trainingshal weergegeven. Investeringskosten Brede wijkvoorziening Passewaaij -Plusprofiel: IKC + wijkcentrum + trainingshal Oppervlakte
Bouwkosten
Bouwkosten
Bijkomend
Post onvoorzien
Totaal exclusief
Btw
Totaal
m² bvo
per m² bvo
totaal
23%
10%
btw
21%
inclusief btw
Grondkosten
Grondkosten
Terrein
Totaal / functie
toedeling
Verwervingskosten grond 4.800 Investeringskosten buitenruimte Onderwijs
600
Overige functies 1.560 Investeringskosten nieuwbouw
m² terrein
€
800.000
€
800.000
€
168.000
€
968.000 naar rato m2 bvo toedeling
€
90
€
54.000
€
12.420
€
6.642
€
73.062
€
15.343
€
88.400
€
90
€
140.400
€
32.292
€
17.269
€
189.961
€
39.892
€
229.900
€
1.684.870
naar rato m2 bvo
inclusief btw
Bataaf (normatief)
1.290
Bataaf
1.290
€
1.150
€ 1.483.500
€
341.205
€
182.471
€
2.007.176
€
421.507
€
2.428.700
€
405.524
€
133.345
€
157
€
1.150
€
180.866
€
41.599
€
22.247
€
244.712
€
51.390
€
296.100
€
49.441
€
16.257
€
361.800
1.390
€
1.150
€ 1.598.903
€
367.748
€
196.665
€
2.163.315
€
454.296
€
2.617.600
€
437.070
€
143.718
€
3.198.400
Wijkcentrum
135
€
1.150
€
155.250
€
35.708
€
19.096
€
210.053
€
44.111
€
254.200
€
42.439
€
13.955
€
310.600
Zorg
107
€
1.150
€
122.648
€
28.209
€
15.086
€
165.942
€
34.848
€
200.800
€
33.526
€
11.024
€
245.400
€
7.083.700
€
7.083.800
Kinderopvang Sport - trainingshal
normvergoeding 2015
Totaal investeringskosten - IKC + wijkcentrum + trainingshal
Tabel 3: investeringskosten plusprofiel trainingshal – prijspeil 2016
In dit scenario wordt een sporthal ontwikkeld die weliswaar qua afmetingen, maar niet aan alle richtlijnen van NOC*NSF en KVLO voldoet. Het is een trainingshal zonder wedstrijdfaciliteiten en
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
17/31
2.967.600
zonder hoogwaardige scheidingswand. Het aantal kleed- en wasruimten en het aantal bergruimten is beperkt en er is geen tribune geprogrammeerd. Kortom: een basis sporthal die geschikt is voor trainingen en onderwijs, met de aantekening dat een hal van dergelijke afmetingen over het algemeen niet de voorkeur geniet in het primair onderwijs (te groot en te hoog voor kleine kinderen). De totale investeringskosten voor dit scenario bedragen ongeveer € 7,1 miljoen (prijspeil 2016, inclusief btw).
7.5
Exploitatielasten basisprofiel
We maken onderscheid naar exploitatielasten voor de gemeente en exploitatielasten voor het schoolbestuur. Voor het berekenen van de exploitatielasten voor het basisprofiel, hanteren we de volgende uitgangspunten (bedragen per m² bvo): financieringslasten gemeente rentelasten
3,0% per jaar
afschrijvingslasten
50 jaar lineair
financieringslasten schoolbestuur rentelasten
3,0% per jaar
afschrijvingslasten
40 jaar lineair
overige eigenaarslasten onderhoudslasten
1,5% van bouwkosten
zakelijke lasten
0,35% van investeringskosten gebouw
aandeel gemeente
75% bij Bataaf
aandeel schoolbestuur
25% bij Bataaf
BTW
21% van onderhoudslasten en helft zakelijke lasten
gebruikerslasten
sport
overig
dagelijks onderhoud
€
6,00
€
6,00 per m2 bvo per jaar
schoonmaak
€
10,00
€
14,00 per m2 bvo per jaar
energie
€
12,00
€
12,00 per m2 bvo per jaar
zakelijke lasten gebruikers
€
5,00
€
5,00 per m2 bvo per jaar
coördinatie en beheer
€
7,00
€
7,00 per m2 bvo per jaar
BTW
€
7,25
€
7,25 per m2 bvo per jaar
prijsindex Indexering kosten
2,0%
Indexering huuropbrengst
1,5%
Tabel 4: uitgangspunten voor berekening van exploitatielasten basisprofiel – prijspeil 2016
De gemeente hanteert een afschrijvingstermijn van 50 jaar voor haar deel van de investering. Voor het schoolbestuur gaan wij uit van een termijn van 40 jaar. Indien het schoolbestuur meegaat in de afschrijvingstermijn van 50 jaar, worden de jaarlasten voor het schoolbestuur uiteraard wat beperkter.
7.5.1
Exploitatielasten basisprofiel gemeente Tiel
Voor het berekenen van de exploitatielasten voor de gemeente Tiel gaan we uit van de volgende lasten: Financieringslasten en een deel van de zakelijke eigenarenlasten voor de Bataaf. Financieringslasten en de volledige overige eigenarenlasten voor de gymzaal en het wijkcentrum. De volledige gebruikerslasten voor de gymzaal en het wijkcentrum.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
18/31
In de berekening houden we nog geen rekening met huurinkomsten voor het wijkcentrum en de gymzaal van verenigingen. Ook is in deze berekening vooralsnog geen btw verrekening doorgerekend. De exploitatielasten voor de gemeente Tiel zijn in de volgende tabel weergegeven: zonder BTW
exploitatielasten gemeente basisprofiel
verrekening
financieringslasten Afschrijving
Rente
gebouw gebouw Jaar 1 Bataaf € 52.002 € 78.002 €
overige eigenaarslasten
gebruikerslasten
totaal lasten
Rente
Financierings-
onderhoud
zakelijke lasten
BTW
Eigenaarslasten
gebruikers
BTW
Gebruikerslasten
voor
grond
lasten totaal
excl BTW
excl BTW
eigenarenlasten
totaal
lasten
gebruikerslasten
totaal
gemeente
16.998
€
147.002
€
-
€
5.641
€
592
€
6.233
€
-
€
-
€
-
€
153.235
Gymzaal €
22.446
€
33.670
€
6.786
€
62.902
€
9.656
€
3.246
€
2.369
€
15.271
€
20.600
€
3.731
€
24.331
€
102.504
Wijkcentrum €
5.443
€
8.164
€
1.779
€
15.386
€
2.329
€
787
€
572
€
3.688
€
5.940
€
978
€
6.918
€
25.991
Totaal jaar 1 €
79.891
€
119.836
€
25.562
€
225.289
€
11.985
€
9.674
€
3.533
€
25.192
€
26.540
€
4.709
€
31.249
€
281.730
Bataaf €
52.002
€
39.781
€
16.998
€
108.781
€
-
€
9.542
€
1.002
€
10.544
€
-
€
-
€
-
€
119.324
Gymzaal €
22.446
€
17.171
€
6.786
€
46.404
€
16.334
€
5.492
€
4.007
€
25.833
€
34.847
€
6.312
€
41.158
€
113.395
Wijkcentrum €
5.443
€
4.164
€
1.779
€
11.385
€
3.939
€
1.332
€
967
€
6.238
€
10.048
€
1.654
€
11.703
€
29.326
Totaal gemiddeld €
79.891
€
61.116
€
25.562
€
166.570
€
20.274
€
16.365
€
5.976
€
42.614
€
44.895
€
7.966
€
52.861
€
262.045
Gemiddeld
80%
64%
9%
16%
11%
20%
Tabel 5: totale exploitatielasten basisprofiel gemeente Tiel voor de verschillende functies
In de tabel zijn de exploitatielasten voor de gemeente opgenomen in jaar 1 en gemiddeld over de looptijd van 50 jaar. De totale lasten die de gemeente voor de drie functies heeft bedragen in jaar 1 € 282.000,- en gemiddeld € 262.000,- (rekening houdend met jaarlijkse indexering). Gemiddeld bedragen de financieringslasten 64% van de totale lasten, de overige eigenaarslasten 16% en de gebruikerslasten 20%. De dekking voor deze lasten komt vanuit verschillende gemeentelijke afdelingen en voor een deel vanuit gebruiksvergoedingen die (sport)verenigingen en het wijkcentrum betalen.
7.5.2
Exploitatielasten basisprofiel schoolbestuur
Voor het schoolbestuur worden de volgende lasten doorberekend: Haar deel voor de overige eigenarenlasten en de volledige gebruikerslasten voor de Bataaf. Financieringslasten en de volledige overige eigenarenlasten voor de ruimten ten behoeve van kinderopvang en zorg. De volledige gebruikerslasten voor de ruimten ten behoeve van kinderopvang en zorg. De exploitatielasten voor schoolbestuur SKOR zijn in de volgende tabel weergegeven: exploitatielasten schoolbestuur SKOR basisprofiel Schoolbestuur
financieringslasten Afschrijving
Rente
gebouw gebouw Jaar 1 Bataaf € - € - €
overige eigenaarslasten
gebruikerslasten
totaal lasten
Rente
Financierings-
onderhoud
zakelijke lasten
BTW
Eigenaarslasten
gebruikers
BTW
Gebruikerslasten
voor
grond
lasten totaal
excl BTW
excl BTW
eigenarenlasten
totaal
lasten
gebruikerslasten
totaal
schoolbestuur
-
€
-
€
22.253
€
1.880
€
4.870
€
29.003
€
56.760
€
9.346
€
66.106
€
95.109
Kinderopvang €
7.925
€
9.510
€
2.072
€
19.507
€
2.713
€
917
€
666
€
4.296
€
6.920
€
1.139
€
8.060
€
31.863
Zorgruimten €
5.374
€
6.449
€
1.405
€
13.229
€
1.840
€
622
€
452
€
2.913
€
4.693
€
773
€
5.465
€
21.607
Totaal jaar 1 €
13.299
€
15.959
€
3.478
€
32.736
€
26.805
€
3.419
€
5.988
€
36.212
€
68.373
€
11.258
€
79.631
€
148.579
Gemiddeld Bataaf €
-
€
-
€
-
€
-
€
33.602
€
2.839
€
7.355
€
43.796
€
85.710
€
14.113
€
99.823
€
143.620
Kinderopvang €
7.925
€
4.874
€
2.072
€
14.871
€
4.097
€
1.385
€
1.006
€
6.487
€
10.450
€
1.721
€
12.170
€
33.528
Zorgruimten €
5.374
€
3.305
€
1.405
€
10.085
€
2.778
€
939
€
682
€
4.399
€
7.086
€
1.167
€
8.253
€
22.736
Totaal gemiddeld €
13.299
€
8.179
€
3.478
€
24.956
€
40.477
€
5.163
€
9.042
€
54.682
€
103.246
€
17.000
€
120.247
€
199.885
Tabel 6: totale exploitatielasten schoolbestuur SKOR
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
19/31
Ook voor SKOR zijn de exploitatielasten weergegeven in jaar 1 en het gemiddelde over de totale exploitatieperiode. Voor SKOR is een exploitatieperiode van 40 jaar aangehouden. Er mag van uit worden gegaan dat SKOR een huurprijs aan partijen in rekening brengt voor het gebruik van de ruimten (kinderopvang en zorg). Op basis van bovenstaande uitgangspunten, dient rekening te worden gehouden met een kostprijs dekkende huurprijs van € 127,- per m² verhuurbaar vloeroppervlak (m2 vvo), exclusief servicelasten. Daarbij gaan wij ervan uit dat het verhuurbaar oppervlak ongeveer 85% van het bruto oppervlak (m2 bvo) beslaat. De servicelasten betreffen de gebruikerslasten.
7.6
Exploitatielasten plusprofiel - wedstrijdhal
Voor het berekenen van de exploitatielasten voor het plusprofiel met wedstrijdhal, hanteren we de volgende uitgangspunten: financieringslasten gemeente rentelasten
3,0% per jaar
afschrijvingslasten
50 jaar lineair
financieringslasten schoolbestuur rentelasten
3,0% per jaar
afschrijvingslasten
40 jaar lineair
overige eigenaarslasten onderhoudslasten
1,5% van bouwkosten
zakelijke lasten
0,35% van investeringskosten gebouw
aandeel gemeente
75% bij Bataaf
aandeel schoolbestuur
25% bij Bataaf
BTW
21% van onderhoudslasten en helft zakelijke lasten
gebruikerslasten
sport
overig
dagelijks onderhoud
€
6,00
€
6,00 per m2 bvo per jaar
schoonmaak
€
10,00
€
14,00 per m2 bvo per jaar
energie
€
12,00
€
12,00 per m2 bvo per jaar
zakelijke lasten gebruikers
€
5,00
€
5,00 per m2 bvo per jaar
coördinatie en beheer
€
2,00
€
7,00 per m2 bvo per jaar
BTW
€
6,41
€
7,25 per m2 bvo per jaar
prijsindex Indexering kosten
2,0%
Indexering huuropbrengst
1,5%
Tabel 7: uitgangspunten voor berekening van exploitatielasten plusprofiel met wedstrijdhal – prijspeil 2016
Ten opzichte van het basisprofiel gaan we er in dit plusprofiel van uit dat met zelf werkzaamheid de kosten voor beheer kunnen worden beperkt.
7.6.1
Exploitatielasten plusprofiel - wedstrijdhal gemeente Tiel
Voor het berekenen van de exploitatielasten voor de gemeente Tiel gaan we uit van de volgende lasten: Financieringslasten en een deel van de zakelijke eigenarenlasten voor de Bataaf. Financieringslasten, de volledige overige eigenarenlasten en de volledige gebruikerslasten voor de wedstrijdhal. Het verschil tussen de exploitatielasten van de wedstrijdhal en de gymzaal uit het basisprofiel dient te worden bekostigd uit verenigingsgebruik.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
20/31
Financieringslasten, de volledige overige eigenarenlasten en de volledige gebruikerslasten voor het wijkcentrum. De exploitatielasten voor de gemeente Tiel zijn in de volgende tabel weergegeven: zonder BTW
exploitatielasten gemeente plusprofiel - wedstrijdhal
verrekening
financieringslasten Afschrijving
Rente
gebouw gebouw Jaar 1 Bataaf € 50.944 € 76.415 €
overige eigenaarslasten
gebruikerslasten
totaal lasten
Rente
Financierings-
onderhoud
zakelijke lasten
BTW
Eigenaarslasten
gebruikers
BTW
Gebruikerslasten
voor
grond
lasten totaal
excl BTW
excl BTW
eigenarenlasten
totaal
lasten
gebruikerslasten
totaal
gemeente
10.809
€
138.168
€
-
€
5.526
€
580
€
6.106
€
-
€
-
€
-
€
144.274
Wedstrijdhal €
73.074
€
109.610
€
14.888
€
197.572
€
31.982
€
10.569
€
7.826
€
50.376
€
62.186
€
11.380
€
73.566
€
321.514
Wijkcentrum €
5.332
€
7.998
€
1.131
€
14.461
€
2.329
€
771
€
570
€
3.670
€
5.940
€
865
€
6.805
€
24.936
Totaal jaar 1 €
129.349
€
194.024
€
26.828
€
350.201
€
34.310
€
16.866
€
8.976
€
60.152
€
68.126
€
12.245
€
80.371
€
490.724
Bataaf €
50.944
€
38.972
€
10.809
€
100.725
€
-
€
9.348
€
981
€
10.329
€
-
€
-
€
-
€
111.054
Wedstrijdhal €
73.074
€
55.901
€
14.888
€
143.863
€
54.100
€
17.878
€
13.238
€
85.215
€
105.194
€
19.250
€
124.444
€
353.522
Wijkcentrum €
5.332
€
4.079
€
1.131
€
10.542
€
3.939
€
1.304
€
964
€
6.208
€
10.048
€
1.463
€
11.511
€
28.261
Totaal gemiddeld €
129.349
€
98.952
€
26.828
€
255.130
€
58.039
€
28.530
€
15.184
€
101.752
€
115.242
€
20.713
€
135.955
€
492.837
Gemiddeld
71%
52%
12%
21%
16%
28%
Tabel 8: totale exploitatielasten plusprofiel met wedstrijdhal gemeente Tiel voor de verschillende functies
Doordat de grondkosten en de kosten voor inrichting van het buitenterrein naar rato aan de functies worden toegerekend, wordt in deze variant de exploitatie van onderwijs en wijkcentrum wat gunstiger ten opzichte van het basisprofiel. De meerkosten voor de gemeente van dit profiel ten opzichte van het basisprofiel bedraagt gemiddeld € 231.000,- per jaar. Als we alleen naar de sportfunctie kijken, dan bedragen de meerkosten gemiddeld € 240.000,- per jaar. Bij deze vergelijking is nog geen rekening gehouden met de mogelijkheden om btw te verrekenen. Daar komen we in het volgende hoofdstuk op terug.
7.6.2
Exploitatielasten plusprofiel – wedstrijdhal schoolbestuur
Voor het schoolbestuur worden de volgende lasten doorberekend: Haar deel voor de overige eigenarenlasten en de volledige gebruikerslasten voor de Bataaf. Financieringslasten en de volledige overige eigenarenlasten voor de ruimten ten behoeve van kinderopvang en zorg. De volledige gebruikerslasten voor de ruimten ten behoeve van kinderopvang en zorg. De exploitatielasten voor schoolbestuur SKOR zijn in de volgende tabel weergegeven: exploitatielasten schoolbestuur SKOR plusprofiel - wedstrijdhal Schoolbestuur
financieringslasten Afschrijving
Rente
gebouw gebouw Jaar 1 Bataaf € - € - €
overige eigenaarslasten
gebruikerslasten
totaal lasten
Rente
Financierings-
onderhoud
zakelijke lasten
BTW
Eigenaarslasten
gebruikers
BTW
Gebruikerslasten
voor
grond
lasten totaal
excl BTW
excl BTW
eigenarenlasten
totaal
lasten
gebruikerslasten
totaal
schoolbestuur
-
€
-
€
22.253
€
1.842
€
4.866
€
28.961
€
56.760
€
8.262
€
65.022
€
93.983
Kinderopvang €
7.764
€
9.316
€
1.318
€
18.398
€
2.713
€
898
€
664
€
4.275
€
6.920
€
1.007
€
7.927
€
30.601
Zorgruimten €
5.265
€
6.318
€
894
€
12.476
€
1.840
€
609
€
450
€
2.899
€
4.693
€
683
€
5.376
€
20.751
Totaal jaar 1 €
13.028
€
15.634
€
2.212
€
30.874
€
26.805
€
3.349
€
5.981
€
36.135
€
68.373
€
9.953
€
78.326
€
145.335
Gemiddeld Bataaf €
-
€
-
€
-
€
-
€
33.602
€
2.781
€
7.349
€
43.732
€
85.710
€
12.477
€
98.187
€
141.920
Kinderopvang €
7.764
€
4.775
€
1.318
€
13.856
€
4.097
€
1.356
€
1.003
€
6.456
€
10.450
€
1.521
€
11.971
€
32.283
Zorgruimten €
5.265
€
3.238
€
894
€
9.396
€
2.778
€
920
€
680
€
4.378
€
7.086
€
1.032
€
8.118
€
21.892
Totaal gemiddeld €
13.028
€
8.013
€
2.212
€
23.253
€
40.477
€
5.058
€
9.031
€
54.566
€
103.246
€
15.029
€
118.276
€
196.094
Tabel 9: totale exploitatielasten plusprofiel met wedstrijdhal schoolbestuur SKOR
Ook voor SKOR worden de exploitatielasten iets gunstiger in deze variant als gevolg van de toerekening van de grondkosten en kosten inrichting buitenruimte. De kostprijs dekkende huur voor de ruimten kinderopvang en zorg wordt op basis van deze uitgangspunten € 121,- per m² vvo.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
21/31
7.7
Exploitatielasten plusprofiel - trainingshal
Voor het berekenen van de exploitatielasten voor het plusprofiel met trainingshal, hanteren we de volgende uitgangspunten: financieringslasten gemeente rentelasten
3,0% per jaar
afschrijvingslasten
50 jaar lineair
financieringslasten schoolbestuur rentelasten
3,0% per jaar
afschrijvingslasten
40 jaar lineair
overige eigenaarslasten onderhoudslasten
1,5% van bouwkosten
zakelijke lasten
0,35% van investeringskosten gebouw
aandeel gemeente
75% bij Bataaf
aandeel schoolbestuur
25% bij Bataaf
BTW
21% van onderhoudslasten en helft zakelijke lasten
gebruikerslasten
sport
overig
dagelijks onderhoud
€
6,00
€
6,00 per m2 bvo per jaar
schoonmaak
€
10,00
€
14,00 per m2 bvo per jaar
energie
€
12,00
€
12,00 per m2 bvo per jaar
zakelijke lasten gebruikers
€
5,00
€
5,00 per m2 bvo per jaar
coördinatie en beheer
€
2,00
€
7,00 per m2 bvo per jaar
BTW
€
6,41
€
7,25 per m2 bvo per jaar
prijsindex Indexering kosten
2,0%
Indexering huuropbrengst
1,5%
Tabel 10: uitgangspunten voor berekening van exploitatielasten plusprofiel met trainingshal – prijspeil 2016
Deze uitgangspunten zijn gelijkwaardig aan die van het plusprofiel met wedstrijdhal.
7.7.1
Exploitatielasten plusprofiel - trainingshal gemeente Tiel
Voor het berekenen van de exploitatielasten voor de gemeente Tiel gaan we uit van de volgende lasten: Financieringslasten en een deel van de zakelijke eigenarenlasten voor de Bataaf. Financieringslasten, de volledige overige eigenarenlasten en de volledige gebruikerslasten voor de wedstrijdhal. Het verschil tussen de exploitatielasten van de wedstrijdhal en de gymzaal uit het basisprofiel dient te worden bekostigd uit verenigingsgebruik. Financieringslasten, de volledige overige eigenarenlasten en de volledige gebruikerslasten voor het wijkcentrum. De exploitatielasten voor de gemeente Tiel zijn in de tabel op de volgende pagina weergegeven.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
22/31
zonder BTW
exploitatielasten gemeente plusprofiel - trainingshal
verrekening
financieringslasten Afschrijving
Rente
gebouw gebouw Jaar 1 Bataaf € 51.241 € 76.861 €
overige eigenaarslasten
gebruikerslasten
totaal lasten
Rente
Financierings-
onderhoud
zakelijke lasten
BTW
Eigenaarslasten
gebruikers
BTW
Gebruikerslasten
voor
grond
lasten totaal
excl BTW
excl BTW
eigenarenlasten
totaal
lasten
gebruikerslasten
totaal
gemeente
12.166
€
140.268
€
-
€
5.558
€
584
€
6.142
€
-
€
-
€
-
€
146.410
Trainingshal €
55.226
€
82.840
€
13.112
€
151.178
€
23.984
€
7.987
€
5.875
€
37.846
€
48.662
€
8.905
€
57.567
€
246.591
Wijkcentrum €
5.363
€
8.045
€
1.273
€
14.681
€
2.329
€
776
€
570
€
3.675
€
5.940
€
865
€
6.805
€
25.160
Totaal jaar 1 €
111.830
€
167.746
€
26.551
€
306.127
€
26.312
€
14.321
€
7.029
€
47.663
€
54.602
€
9.770
€
64.372
€
418.162
Bataaf €
51.241
€
39.199
€
12.166
€
102.606
€
-
€
9.402
€
987
€
10.389
€
-
€
-
€
-
€
112.995
Trainingshal €
55.226
€
42.248
€
13.112
€
110.587
€
40.570
€
13.511
€
9.938
€
64.020
€
82.316
€
15.064
€
97.380
€
271.987
Wijkcentrum €
5.363
€
4.103
€
1.273
€
10.739
€
3.939
€
1.312
€
965
€
6.216
€
10.048
€
1.463
€
11.511
€
28.466
Totaal gemiddeld €
111.830
€
85.550
€
26.551
€
223.932
€
44.510
€
24.225
€
11.891
€
80.626
€
92.365
€
16.527
€
108.891
€
413.448
Gemiddeld
73%
54%
11%
20%
15%
26%
Tabel 11: totale exploitatielasten plusprofiel met trainingshal gemeente Tiel voor de verschillende functies
Ook in deze plusvariant worden de exploitatielasten van de school en het wijkcentrum iets gunstiger als gevolg van de toerekening van grondkosten en kosten inrichting buitenruimte. De meerkosten voor de gemeente van dit profiel met trainingshal ten opzichte van het basisprofiel bedraagt gemiddeld € 151.000,- per jaar. Als we alleen naar de sportfunctie kijken, dan bedragen de meerkosten gemiddeld € 159.000,- per jaar. Bij deze vergelijking is nog geen rekening gehouden met de mogelijkheden om btw te verrekenen. Daar komen we in het volgende hoofdstuk op terug.
7.7.2
Exploitatielasten plusprofiel – trainingshal schoolbestuur
Voor het schoolbestuur worden de volgende lasten doorberekend: Haar deel voor de overige eigenarenlasten en de volledige gebruikerslasten voor de Bataaf. Financieringslasten en de volledige overige eigenarenlasten voor de ruimten ten behoeve van kinderopvang en zorg. De volledige gebruikerslasten voor de ruimten ten behoeve van kinderopvang en zorg. De exploitatielasten voor schoolbestuur SKOR zijn in de volgende tabel weergegeven: exploitatielasten schoolbestuur SKOR plusprofiel - trainingshal Schoolbestuur
financieringslasten Afschrijving
Rente
gebouw gebouw Jaar 1 Bataaf € - € - €
overige eigenaarslasten
gebruikerslasten
totaal lasten
Rente
Financierings-
onderhoud
zakelijke lasten
BTW
Eigenaarslasten
gebruikers
BTW
Gebruikerslasten
voor
grond
lasten totaal
excl BTW
excl BTW
eigenarenlasten
totaal
lasten
gebruikerslasten
totaal
schoolbestuur
-
€
-
€
22.253
€
1.853
€
4.868
€
28.973
€
56.760
€
8.262
€
65.022
€
93.995
Kinderopvang €
7.809
€
9.371
€
1.483
€
18.663
€
2.713
€
904
€
665
€
4.281
€
6.920
€
1.007
€
7.927
€
30.871
Zorgruimten €
5.296
€
6.355
€
1.006
€
12.656
€
1.840
€
613
€
451
€
2.903
€
4.693
€
683
€
5.376
€
20.935
Totaal jaar 1 €
13.105
€
15.725
€
2.489
€
31.319
€
26.805
€
3.369
€
5.983
€
36.157
€
68.373
€
9.953
€
78.326
€
145.802
Gemiddeld Bataaf €
-
€
-
€
-
€
-
€
33.602
€
2.798
€
7.350
€
43.750
€
85.710
€
12.477
€
98.187
€
141.937
Kinderopvang €
7.809
€
4.802
€
1.483
€
14.095
€
4.097
€
1.364
€
1.004
€
6.465
€
10.450
€
1.521
€
11.971
€
32.530
Zorgruimten €
5.296
€
3.257
€
1.006
€
9.558
€
2.778
€
925
€
681
€
4.384
€
7.086
€
1.032
€
8.118
€
22.060
Totaal gemiddeld €
13.105
€
8.059
€
2.489
€
23.653
€
40.477
€
5.087
€
9.034
€
54.599
€
103.246
€
15.029
€
118.276
€
196.527
Tabel 12: totale exploitatielasten plusprofiel met trainingshal schoolbestuur SKOR
Ook voor SKOR worden de exploitatielasten iets gunstiger ten opzichte van het basisprofiel als gevolg van de toerekening van de grondkosten en kosten inrichting buitenruimte. Maar in mindere mate dan bij het plusprofiel met wedstrijdhal. De kostprijs dekkende huur voor de ruimten kinderopvang en zorg wordt op basis van deze uitgangspunten € 123,- per m² vvo.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
23/31
8
Fiscale mogelijkheden
Het kind- en wijkcentrum biedt kansen om een deel van de btw, die op de investeringskosten en de exploitatiekosten drukt, te verrekenen. In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen verkend welke mogelijkheden er zijn en hoe kansrijk die zijn. We onderscheiden daarbij sport, wijkcentrum en overige ruimten. Vervolgens geven we inzicht in de consequenties van de fiscale mogelijkheden op de exploitatieresultaten voor de verschillende profielen. Wij adviseren om, nadat een principekeuze voor het gewenste profiel is gemaakt, een diepgaander fiscaal advies te laten uitbrengen door een fiscalist.
8.1
Sport
Het beschikbaar stellen van een sportaccommodatie voor het beoefenen van sport is belast met 6% btw. Daarmee ontstaat de mogelijkheid om de btw (21%) over de investerings- en exploitatiekosten in aftrek te brengen. Belangrijke voorwaarde is dat er sprake is van meer dan het bieden van de ruimte, ook beschikbaar stellen van de sportinrichting en bijvoorbeeld het schoonmaken van de ruimte dient in het tarief te zitten. Ook is het van belang dat de sportzaal (gymzaal, sporthal) opengesteld wordt voor meerdere doelgroepen. De organisatie die de sportzaal beheert en exploiteert dient gescheiden te zijn van de organisatie die de sportactiviteiten aanbiedt. Dit sluit aan bij de wijze waarop alle sportzalen in Tiel op dit moment worden geëxploiteerd. Indien kan worden uitgegaan van 100% aftrek van de btw (pro rato aandeel gebouw en grond), dan gaat het om de volgende bedragen:
Basisprofiel - gymzaal: Plusprofiel – wedstrijdhal: Plusprofiel – trainingshal:
Aftrek investeringskosten € 234.000,€ 720.000,€ 555.000,-
Effect exploitatielasten* € 15.000,€ 57.500,€ 44.000,-
* Rekening dient te worden gehouden met het btw belast in gebruik geven van de ruimten. Doorgaans wordt dit niet afgewenteld op de gebruikers, maar wordt dit gecompenseerd in het tarief. Dit heeft gevolgen voor de inkomsten en daarmee op het exploitatieresultaat. Het netto effect is derhalve kleiner, afhankelijk van tarief en gebruik.
De btw aftrek voor dit gebouwdeel beschouwen wij als zeer kansrijk. (Er zijn overigens mogelijk plannen van het kabinet om btw-wetgeving inzake gelegenheid geven tot sportbeoefening op termijn te wijzigen.)
8.2
Wijkcentrum
Ook voor het wijkcentrum zijn mogelijkheden om btw te verrekenen. Een mogelijke aanvliegroute is de horecafunctie in dit centrum. Maar dan zou er sprake moeten zijn van een jaaromzet die boven de € 20.000,- ligt om geen toepassing van de btw vrijstelling te hebben 5. Daar is (vooralsnog) geen sprake van, maar in combinatie met een horecafunctie voor de sportzaal ontstaan hier mogelijk alsnog kansen. Een andere aanvliegroute is het in gebruik geven van ruimten met services tegen een all-in tarief (btw belast) aan verschillende partijen. Een soortgelijke situatie als bij de sportzaal. Voorwaarde is dat het in gebruik geven van de ruimte organisatorisch dient te worden gescheiden van het
5
De horeca-exploitatie is voor een sociaal-maatschappelijke instelling zondermeer van btw vrijgesteld, als de horecaexploitatie ondergeschikt is aan overige btw vrijgestelde prestaties zoals jeugd en jongerenwerk, club- en buurthuiswerk of als sportvereniging en als de horeca omzet lager is dan € 20.000.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
24/31
aanbieden van activiteiten, bijvoorbeeld in een separate beheerstichting. Deze stichting dient een btw administratie te voeren, dat doet de wijkvereniging op dit moment niet. Indien kan worden uitgegaan van 100% aftrek van de btw op de investeringskosten voor dit gebouwdeel, dan gaat het om de volgende bedragen:
*
Wijkcentrum in Basisprofiel (gymzaal): Wijkcentrum in Plusprofiel (wedstrijdhal): Wijkcentrum in Plusprofiel (trainingshal):
Aftrek investeringskosten € 57.500,€ 53.000,€ 54.000,-
Effect exploitatielasten* € 4.600,€ 4.300,€ 4.300,-
Het betreft effect op zowel de kapitaallasten als op de overige exploitatielasten. Rekening dient te worden gehouden met het btw belast in gebruik geven van de ruimten. Doorgaans wordt dit niet afgewenteld op de gebruikers, maar wordt dit gecompenseerd in het tarief. Dit heeft gevolgen voor de inkomsten en daarmee op het exploitatieresultaat. Het netto effect is derhalve kleiner, afhankelijk van tarief en gebruik.
De btw aftrek voor dit gebouwdeel beschouwen wij minder kansrijk dan voor sport, gelet op de relatief geringe omvang van het wijkcentrum en de voorwaarden die aan de beheerstichting worden gesteld. De kansrijkheid wordt groter indien organisatorisch wordt aangesloten bij het beheer van de sportzaal.
8.3
Overige ruimten
Met name multifunctioneel te gebruiken ruimten zijn mogelijk in het zelfde construct te betrekken als het wijkcentrum. Dan zouden bijvoorbeeld de ruimten voor Zorg als vergaderfaciliteit ondergebracht kunnen worden bij de beheerorganisatie die het wijkcentrum beheert en exploiteert. Zo zouden ook de aula en het speellokaal kunnen worden ondergebracht in dit construct. Gelet op het gescheiden eigendom van schoolbestuur en gemeente en gelet op het relatief geringe effect wat btw aftrek heeft op de exploitatielasten, achten wij het betrekken van deze ruimten in een btw construct niet kansrijk.
8.4
Buitenruimte
Het aanleggen van parkeerplaatsen kan worden geplaats onder investeringen in de openbare ruimte. Ook het aanleggen van het schoolplein kan onder die noemer worden geschaard indien het schoolplein ook daadwerkelijk als openbare ruimte gebruikt gaat worden. De btw op deze investeringen is voor gemeenten mogelijk compensabel via het bcf. Deze btw compensatie dient in de nadere uitwerking van een fiscaal advies in de vervolgfase te worden meegenomen.
8.5
Exploitatieresultaten gemeente met en zonder BTW verrekening
In onderstaande tabel zijn de exploitatieresultaten van de verschillende profielen op een rij gezet, zowel met verrekening van btw als zonder. Bij de variant met btw verrekening is ervan uitgegaan dat de sportfunctie en het wijkcentrum hiervoor in aanmerking komen. Voor de volledigheid: bij deze resultaten dient nog wel rekening te worden gehouden met compensatie van de btw heffing over de gebruikstarieven.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
25/31
exploitatielasten gemeente
zonder BTW verrekening
bij verschillende profielen sport
met 100% BTW verrekening
basisprofiel
plusprofiel
plusprofiel
basisprofiel
plusprofiel
plusprofiel
gymzaal
wedstrijdhal
trainingshal
gymzaal
wedstrijdhal
trainingshal
Financieringslasten sportfunctie
€
62.902
€
197.572
€
151.178
€
51.985
€
163.283
€
124.941
Overige eigenaarslasten sportfunctie
€
15.271
€
50.376
€
37.846
€
12.903
€
42.550
€
31.971
Gebruikerslasten sportfunctie
€
24.331
€
73.566
€
57.567
€
22.660
€
62.186
€
48.662
Totaal sportfunctie jaar 1
€
102.504
€
321.514
€
246.591
€
87.548
€
268.019
€
205.574
Totale exploitatielast gemeente jaar 1
€
281.730
€
490.724
€
418.162
€
262.554
€
433.285
€
373.161
Financieringslasten sportfunctie
€
46.404
€
143.863
€
110.587
€
38.350
€
118.895
€
91.394
Overige eigenaarslasten sportfunctie
€
25.833
€
85.215
€
64.020
€
21.826
€
71.977
€
54.081
Gebruikerslasten sportfunctie
€
41.158
€
124.444
€
97.380
€
38.331
€
105.194
€
82.316
Totaal gemiddeld
€
113.395
€
353.522
€
271.987
€
98.508
€
296.066
€
227.792
Totale exploitatielast gemeente gemiddeld
€
262.045
€
492.837
€
413.448
€
242.560
€
431.124
€
364.962
Tabel 12: exploitatielasten sport en totale exploitatielasten gemeente bij de profielen, met en zonder btw verrekening
Keuze profiel sportzaal Uitgangspunt is dat de gemeente sowieso de lasten draagt van het basisprofiel, de gymzaal. Alleen kijkend naar de sportfunctie, zouden de gemiddelde extra exploitatielasten voor de gemeente zijn: bij wedstrijdhal: € 240.000,- (zonder btw verrekening) - € 198.000,- (met btw verrekening); bij trainingshal: € 159.000,- (zonder btw verrekening) - € 129.000,- (met btw verrekening). De sportvereniging heeft aangegeven samen met andere sportverenigingen maximaal ongeveer € 30.000,- huur te kunnen opbrengen. Exclusief btw (6%) over het gebruikerstarief, is dat ongeveer € 28.300,-. Daarmee bedraagt, bij het meest gunstige alternatief voor de extra jaarlasten, de dekking vanuit het verenigingsgebruik 22%. Wanneer we de volledige btw voordelen van sport en wijkcentrum toerekenen aan de realisatie van de plusvariant (zie de rood omcirkelde bedragen in tabel 12), dan bedragen de extra jaarlijkse exploitatie voor de gemeente: bij wedstrijdhal: € 169.000, bij trainingshal: € 103.000,-. Rekening houdend met de jaarhuur van € 30.000,- (€ 28.300 exclusief btw), bedraagt de dekking voor deze extra jaarlijkse exploitatielasten 27%. Met andere woorden: er resteert bij het meest gunstige alternatief voor het basisprofiel – de trainingshal - een exploitatierisico van € 75.000,-. Omgerekend is dat een bruto huuropbrengst van € 77.000,-. Uitgaande van een zaaltarief van € 41,06 (conform verenigingstarief Westroyenhal), zou de sporthal aanvullend op het gebruik door de korfbalvereniging, de andere geïnteresseerde verenigingen en het basisonderwijs 1.936 uur per jaar verhuurd moeten worden (48 uur per week, bij 40 weken). Naar verwachting zal dit alleen kunnen plaatsvinden op de minder populaire uren, wanneer er feitelijk geen of nauwelijks vraag is. De korfbalvereniging geeft aan dat zij de door ons gehanteerde bouwkosten te hoog vinden ingeschat en ziet zelf mogelijkheden om een goedkoper alternatief te kunnen realiseren. Om dit in perspectief te plaatsen: zelfs wanneer we de gehanteerde bouwkosten halveren (wat wij als niet realistisch beschouwen), is het dekkingspercentage van de huur die de verenigingen aangeven te kunnen dragen voor de extra jaarlasten nog geen 50%. In dit kader is de optie van semipermanente bouw aangedragen waarbij de school de sporthal als het ware zou ‘omhullen’. De school is alleen niet groot genoeg hiervoor. Zij zal de semipermanente uitstraling nooit geheel kunnen afdekken. Het is ook de vraag of deze optie wenselijk is vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
26/31
Bovendien dicteert de afmeting van de sporthal het ontwerp van de school (een U of O vorm) waardoor de school gaat inboeten op haar ontwerpvrijheid. Juist de ruimtelijke beperkingen in de huidige school werken voor de school momenteel belemmerend in haar onderwijs. De overgang naar een nieuw en vrij te ontwerpen school moet dit juist gaan ondervangen en opheffen.
Conclusie ten aanzien van keuze sportzaal Om de beoogde gymzaal in het kind- en wijkcentrum op te waarderen tot een sporthal, dient de gemeente bereid te zijn aanvullende exploitatielasten en -risico’s te dragen.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
27/31
9 9.1
Conclusie en advies Profielkeuze
In de voorgaande hoofdstukken zijn drie profielen voor kind- en wijkcentrum Passewaaij verkend, gericht op het opwaarderen van de beoogde gymzaal naar een sporthal. Wij concluderen dat een dergelijke opwaardering niet budgetneutraal kan worden gerealiseerd voor de gemeente. De keuze om een sporthal te realiseren in plaats van een gymzaal, is derhalve een beleidsmatige keuze met financiële consequenties voor de gemeente. Bij de overweging van de gemeente om toch voor een derde sporthal te kiezen, dient rekening te worden gehouden met de volgende aspecten: de ontwikkeling van de behoefte aan zaalsportcapaciteit binnen de gemeente Tiel, gebaseerd op demografische gegevens en de ontwikkeling van de ledenaantallen bij de verschillende verenigingen; de ontwikkelingen in capaciteit en vraag in de directe omgeving van Tiel; het effect dat extra capaciteit mogelijk heeft op de exploitatie van de twee bestaande sporthallen. Mogelijke alternatieven voor realisatie van sporthal: een ‘ballonhal’ voor de korfbalvereniging op locatie Rauwenhof; een trainingshal op locatie Rauwenhof of elders. In ieder geval niet in een woonomgeving. Dan kan namelijk gekozen worden voor een andere kwaliteit en uitstraling. Doch het blijft dan de vraag of de korfbalvereniging (op basis van de uitgesproken uitgangspunten van de gemeente) dit kan financieren.
9.2
Gemeentelijke lasten
De beschikbare dekking binnen de gemeente voor de ontwikkeling en exploitatie van MFA Passewaaij bedraagt € 170.000 per jaar. De basisvariant leidt voor de gemeente tot een gemiddelde jaarlast (rekening houdend met indexatie van exploitatielasten) van € 243.000 wanneer een deel van de btw op de investering en exploitatie kan worden verrekend. Daarvan is € 157.000 de gemiddelde kapitaallast, € 38.000 gemiddelde overige eigenarenlasten en € 48.000 gemiddelde gebruikerslasten voor rekening van de gemeente (gymzaal en wijkcentrum). Indien indexering van de exploitatiekosten buiten beschouwing wordt gelaten, dan is de gemiddelde jaarlijkse begrotingslast totaal € 207.000, die als volgt is opgebouwd: kapitaallast gemiddeld € 157.000 overige eigenarenlasten gemiddeld € 22.000 gebruikerslasten (rekening gemeente) gemiddeld € 28.000 Kortom: om de basis variant te realiseren, zal de gemeente extra dekkingsmiddelen moeten vinden in haar begroting.
9.3
Organisatie eigendom, beheer en exploitatie
In principe hebben gemeente en schoolbestuur SKOR vooralsnog de voorkeur uitgesproken voor een VVE constructie. Dit sluit aan bij het uitgangspunt van de gemeente Tiel dat zij eigenaar wil zijn van ruimten die zij zelf ontwikkelt en financiert. Voor het onderwijs sluit dit aan bij de WPO. Een deel van de beheertaken kan (en soms moet) ondergebracht worden bij deze vereniging, bijvoorbeeld de opbouw van reserves voor het groot onderhoud. Hoe de dagelijkse beheer en exploitatie ingevuld gaan worden, hangt sterk af van welk profiel gekozen wordt.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
28/31
Bij het basisprofiel met alleen een gymzaal valt de korfbalvereniging weg als beoogd beheerder. Er dient dan gezocht te worden naar een alternatief. Hierbij kan gedacht worden aan SKOR of de wijkvereniging. Het is alleen de vraag of dit voldoende aansluit bij de corebusiness van partijen en of zij hiertoe dus bereid zijn. Indien zij dit niet op willen pakken, dient de gemeente zelf het beheer ter hand te nemen van de gymzaal. Het beheer wordt dan gesplitst. Eigenlijk overeenkomstig de scheidslijnen van het VVE model (figuur in hoofdstuk 6) waarbij onderwijs de beheer en exploitatie doet van onderwijs, zorg en opvang en de gemeente die van sport en wijk. Het beheer van het wijkcentrum draagt de gemeente over aan de wijkvereniging. Indien gekozen wordt voor één van de plusprofielen, kan de korfbalvereniging inderdaad een aantal beheertaken uitvoeren. De vereniging heeft aangegeven een aantal eenvoudige beheertaken op zich te willen nemen met behulp van vrijwilligers en gepensioneerden. Voor wat meer complexere beheertaken (denk aan onderhoud) is aansluiting bij één van de andere partners een optie (bijvoorbeeld SKOR). Aandachtspunt is wel dat de korfbalvereniging tijdens het veldseizoen niet regelmatig zelf aanwezig is in de hal. Mogelijk ligt het dan minder voor de hand het dagelijks beheer bij hen neer te leggen. Als laatste belangrijk punt bij de afweging ten aanzien van beheer speelt fiscaliteit een rol. Vanuit fiscaal oogpunt is het noodzakelijk dat wat betreft de sport (de functie met de meeste aftrekmogelijkheden) sprake is van gelegenheid geven tot sportbeoefening. Dit houdt in dat er sprake is van meer dan het bieden van de ruimte (zie ook paragraaf 8.1). Daarnaast dient de organisatie die de sportzaal beheert en exploiteert gescheiden te zijn van de organisatie die de sportactiviteiten aanbiedt. Dit sluit aan bij de aparte stichting die de korfbalvereniging reeds heeft opgericht. Voor wat betreft de fiscale kansen voor het wijkcentrum zijn deze naar verwachting relatief beperkt. Er zijn kansen voor het wijkcentrum en multifunctionele ruimten indien er een btw administratie gevoerd gaat worden en ruimten in gebruik gegeven worden op basis van services en all-in tarief. Ook dienen organisatorisch de exploitatie van ruimten en het aanbieden van btw vrijgestelde activiteiten gescheiden te worden. Dit vraagt naar verwachting verdergaande consequenties voor de betrokken organisaties tegen relatief lage opbrengsten.
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
29/31
10
Bijlage indicatief ruimteprogramma
Bataaf
10
10
10
84
84
84
84
Bergruimte speellokaal
1
6
6
6
6
Aula / hal
1
70
70
70
70
Multifunctionele ruimte (bijv. techniek/crea)
1
60
60
60
60
Bergruimte MF ruimte
1
10
10
10
10
Keuken
1
28
28
28
28
Spreekkamers
2
18
36
36
36
Groepsruimten midden-/bovenbouw
8
55
440
440
440
Zorg
Totaal
10
1
Wijkcentrum
totaal m² NVO
1
Speellokaal (koppelen aula/hal)
Sport
m² NVO
Centrale entree
Kinderopvang
Aantal
Concept ruimteprogramma - binnenruimte
Onderwijs
Verwerkingsruimten
2
30
60
60
60
12
2,5
30
30
30
Administratie
1
12
12
12
12
Directie
1
14
14
14
14
Personeelsruimte /ouderkamer
1
30
30
30
30
Reproruimte
1
4
4
4
4
Serverruimte
1
6
6
6
6
Bergruimte
2
15
30
30
30
Toilet personeel/bezoekers
2
3
5
5
5
Buitenberging
1
15
15
15
15
Werkkast
1
3
3
3
3
Toiletten
Sportvoorziening Gymzaal (28x44x7m) incl. mobiele tribune
1
1232
1232
Toestellenberging
2
1232 1232 55
110
110
110
Kleedruimten
4
25
100
100
100
Wasruimte
4
15
60
60
60
Kleed/wasruimte scheidsrechter + docent
1
10
10
10
10
Ruimte wedstrijdleiding
1
10
10
10
10
Kantine (ruimte wijkvereniging)
0
0
0
0
0
Leraren-/ehbo/beheerder ruimte
1
15
15
15
15
Verenigingsruimte (ruimte wijkvereniging)
0
0
0
0
0
Werkkast
1
8
8
8
8
Centrale ontmoetingsruimte (schakelen aula)
1
100
100
100
100
Bergruimte
1
15
15
15
15
Entree en bergruimte buggy's
1
10
10
Groepsruimte dagopvang en ptszl (12 kinderen)
1
60
60
Wijkvereniging
Toiletten (delen) KAKA Kinderopvang
Groepsruimte bso (20 kinderen)
10 60 medegebruik ruimten school (hal/crea)
Sanitaire ruimte
1
10
10
10
Slaapkamer
2
6
12
12
Pantry/keuken/wasruimte
1
12
12
12
Bergruimte
1
10
10
10
Toilet medewerkers
1
2,5
2,5
2,5
Ontvangst/wachtruimte
1
8
8
8
Pantry
1
6
6
6
Toiletten
2
2,5
5
5
Spreekkamer BNT Consult
1
20
20
20
Spreekkamer Oefentherapie
1
20
20
20
Spreekkamer Logepdie
1
20
20
Zorg
Totaal m² NVO binnenruimte
20 953
117
1.545
100
79
Brutering (installaties, entrees, garderobe, verkeersruimten verticaal/horizontaal etc.)
334
41
232
35
28
Totaal m² BVO
1.287
157
1.777
135
107
Totaal volume
3.462
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
35%
15%
30/31
11
Bijlage buitenruimte
Aantal
m²
totaal m²
TOTAAL
Ruimteprogramma buitenruimte plusprofiel
Schoolplein
1
600
600
600
Plein VVE/KDV
1
42
42
42
max. 14 kindplaatsen; min. 3 m² per kind
Plein BSO
1
0
0
0
maken gebruik van schoolpleinen
Opmerkingen
Buitenspeelruimten
Beweegtuin
3 m² per ll; max. 600 m² per school
inpassing ntb
Parkeervoorzieningen Autoparkeren
40
25
1000
Kiss & Ride
0
25
0
0
medegebruik parkeerplaatsen sporthal
Fietsenklemmen kinderen
100
1,5
150
150
1,5 m² per fiets, ong. 50% met de fiets
Fietsenstalling personeel
10
1,5
15
15
tbv 10 fietsen; 1,5 m² per fiets; afsluitbaar
Fietsenstalling ouders en bezoekers
50
1,0
50
50
afgeschermde ruimte nabij toegangshek
Totaal m² buitenruimte paden/wegen/groen = 8 x √buitenruimte
1000 obv CROW norm en medegebruik onderwijs
1.857 340
bebouwd oppervlak = voetprint gebouw + 10%
2.540
Totaal m² terreinoppervlak
4.700
25 januari 2016 | 915234/20160105sl01
31/31
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
H. Driessen 2 Voorbereiding aanvraag Vangnetuitkering Participatiewet over 2016
Besluit om: 1. In te stemmen met de voorbereiding van een Vangnetuitkering Participatiewet over 2016 bij het ministerie van SZW – Toetsingscommissie aanvullende uitkeringen. 2. Kennis te nemen van het overzicht met de beleidsacties om het financiele tekort voor bijstandsuitgaven te beperken in 2016 en in te stemmen met de genoemde acties.
Inleiding Al meerdere jaren heeft de gemeente Tiel een tekort op het budget voor de bijstandsuitgaven. Het volume aan bijstandsuitkeringen Participatiewet leidt tot uitgaven die het rijksbudget hiervoor ruim overschrijden. Tiel heeft 2 jaren (2011 en 2012) voor dat tekort een IAU uitkeringen ontvangen van de rijksoverheid. Vervolgens is in december 2013 aan onze gemeente een zg. MAU uitkering toegekend voor de jaren 2013 t/m 2014. Daarmee krijgt Tiel een aanvullende rijksbijdrage voor de bijstandsuitgaven. Het tekort voor Tiel beperkt zich daardoor feitelijk tot 7,5% van het budget. Recent is voor 2015 de aanvraag Vangnetuitkering 2015 voorbereid (raad 24 augustus). Tiel zal ook voor 2016 een aanvraag moeten doen voor een aanvullende rijksvergoeding voor de bijstandsuitgaven op basis van de Vangnetregeling SZW. De indiening van een verzoek tot een vangnetuitkering over 2016 geschiedt via een aanvraagformulier dat in augustus 2017 moet worden ingediend. Bij het verzoek dient het college van BenW de volgende documenten te voegen: a. een globale analyse van de mogelijke oorzaak en de omvang van het tekort, mede in het kader van de inwerkingtreding van de Participatiewet en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren; b. een brief, of vergelijkbaar document, waarmee het college de raad heeft geïnformeerd over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot tekortreductie te komen; c. een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad hieromtrent blijken; d. een overzicht wat de gemeente in 2016 heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan kwalificeert. De onderdelen b) en d) moeten zo worden gelezen dat daaraan al in de loop van 2016 invulling is gegeven. Hierom wordt op dit moment dit voorstel aan U voorgelegd. Het definitieve verzoek om een Vangnetuitkering over 2016 wordt in het 2e kwartaal 2017 aan U voorgelegd.
Beoogd effect Het indienen van een verzoek om en het verkrijgen van een Vangnetuitkering Participatiewet over 2016.
Pagina 1 van 3
Argumenten 1.1 Aanvullende rijksvergoeding voor bijstandsuitgaven. Evenals voorgaande jaren is ook voor 2016 de prognose dat onze gemeente tekort komt aan het budget voor bijstandsuitgaven Participatiewet. Om aan aanvullende financiering te komen moet een beroep worden gedaan op de Vangnet uitkering van SZW. Prognose is dat het dan zal gaan om € 1.3 mln. 1.2 Raad wordt tijdig betrokken bij de voorbereiding van de aanvraag Vangnet uitkering. De raad moet worden betrokken bij de voorbereiding van de Vangnetuitkering. De raad moet kennis hebben van de oorzaken van het tekort op het budget voor bijstandsuitgaven. Vervolgens moet men ook kennis hebben van de maatregelen die zijn en worden ondernomen om dit tekort te beperken en te voorkomen. De opvattingen van de raad daarover worden vastgelegd bijvoorbeeld in het verslag. Deze betrokkenheid moet worden geformaliseerd in het kader van de aanvraag van de Vangnetuitkering. 1.3 Aanvraag vereisten. Bij de beoordeling van de aanvraag Vangnetuitkering zal het ministerie van SZW kijken naar de activiteiten welke de gemeente in de loop van 2016 heeft ondernomen. Ook in relatie tot de betrokkenheid van de gemeenteraad.
Kanttekeningen Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat zowel het Verdeelmodel voor bijstandsbudgetten als de Vangnetregeling nog in ontwikkeling zijn en dus aan verandering onderhevig. Deze veranderingen zijn te verwachten ingaande 2017. Wijzigingen in het BUIG budget voor 2016 kunnen wel van invloed zijn op de te verwachten Vangnetuitkering over dit jaar. Per 2016 is de uitvoering van de Participatiewet overgedragen aan de GR Werkzaak. Werkzaak en college van BenW hebben hierdoor nu een andere rol in het aanvraagproces Vangnetuitkering.
Aanpak / uitvoering De analyse van de oorzaak van het tekort op het BUIG budget en de beleidsacties welke zijn gericht op het beperken van het financieel tekort zijn in deze voorbereidingstaken welke Werkzaak op zich neemt. Het bestuurlijk proces naar de gemeenteraad en het formeel en feitelijk indienen van de aanvraag Vangnetuitkering is een taak voor het college van BenW. In de loop van 2017 leidt e.e.a. tot de aanvraag Vangnet uitkering 2016. Stappenoverzicht van het aanvraagproces: 1. globale analyse van het budget tekort, overzicht acties ter voorkoming van het tekort (Werkzaak), behandeling in de raad. (in 2016) 2. Aanvraagformulier komt beschikbaar in januari 2017. Aanvraag Vangnet uitkering kan worden aangevraagd tot 15-08-2017. 3. Beoordeling van de aanvraag door de SZW - TC aanvullende uitkeringen. Vooral formeel en procesmatig. Vóór 31-10-2017. 4. Besluit Minister SZW binnen 8 weken na advies van de TC aanvullende uitkeringen. 5. Uitbetaling vangnetuitkering 2016 in 1e kwartaal 2018.
Communicatie geen Financiën n.v.t. Bijlage(n) a) Analyse van de oorzaken en de omvang van het budget tekort participatiewet (Werkzaak blz. 2/3) Rapportage over de lopende en voorgenomen acties gericht op de beperking van de bijstandsuitgaven in 2016 (Werkzaak blz. 4/7). b) raadsbesluit.
Pagina 2 van 3
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester, Advies commissie(s) d.d.: Tiel, d.d. de commissiegriffier, Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Beleid Gerrit van Buuren 656 605 [email protected]
Pagina 3 van 3
Raadsbesluit Gelezen het voorstel van het college van B&W aan de raad van
Onderwerp: Voorbereiding aanvraag Vangnetuitkering Participatiewet over 2016
Nummer:
Wettelijke grondslag: Participatiewet , Besluit participatiewet, regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ.
Besloten in de raadsvergadering van: 21 september 2016
Besluit om: 1. In te stemmen met de voorbereiding van een Vangnetuitkering Participatiewet over 2016 bij het ministerie van SZW – Toetsingscommissie aanvullende uitkeringen. 2. Kennis te nemen van het overzicht met de beleidsacties om het financiele tekort voor bijstandsuitgaven te beperken in 2016 en in te stemmen met de genoemde acties.
De griffier,
de voorzitter,
Pagina 1 van 1
Advies Vangnet Samenvatting en advies aan de colleges van Burgemeester en Wethouders De financiële resultaten binnen het product Inkomensvoorziening laten zien dat in ieder geval een viertal gemeenten in de regio Rivierenland in aanmerking komen om een beroep te doen op de Vangnetregeling voor de BUIG-gelden. Dit betreft in totaal een bedrag van ca € 2,1 miljoen, voor de gemeenten Geldermalsen, Neerijnen, West Maas en Waal en Tiel. Werkzaak heeft de mogelijkheden in het perspectief van de Vangnetregeling onderzocht. Gelet op de regionale samenwerking worden de overige gemeenten geïnformeerd omdat een worstcase scenario uitwijst dat ook voor hen een beroep op de Vangnetregeling aan de orde kan zijn. De definitieve aanvraag voor een Vangnetuitkering 2016 moet –volgens de huidige regeling- bij het rijk ingediend worden begin augustus 2017. Gemeenten kunnen in aanmerking komen voor de vangnetregeling als de uitgaven aan bijstandsuitkeringen minus de ontvangsten uit inkomensdebiteuren het Buigbudget met meer dan 5% overstijgen. Deze eerste 5% neemt de gemeente voor eigen rekening en het meerdere kan door het Rijk worden gecompenseerd (de helft bij een tekort tussen de 5 en 10% en alles vanaf een tekort vanaf 10%) als wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Een belangrijke voorwaarde is in ieder geval het tijdig doen van een aanvraag. Op basis hiervan worden de colleges van B&W van de desbetreffende gemeenten geadviseerd om: 1. In te stemmen met het advies van Werkzaak om een aanvraag vangnetuitkering voor te bereiden op basis van de analyse en aanpak zoals verwoordt in onderhavig advies. 2. In te stemmen met de regionale maatregelen om tot tekortreductie te komen. De regionale maatregelen hebben Instroombeperking en Uitstroombevordering als speerpunt. 3. De gemeenteraden van de betrokken gemeenten te informeren en hen uit te nodigen de raadsopvatting hierover kenbaar te maken. 4. Werkzaak Rivierenland uit te nodigen om in het voorjaar van 2017 te rapporteren over wat zij (op basis van de maatregelen voor tekortreductie) feitelijk heeft gedaan om het tekort voor de gemeente het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan beoordeelt.
Advies Vangnet
Inleiding De budgettaire prognose 2016 van de verstrekte uitkeringen die betaald worden uit het Buigbudget, laat op basis van de realisatie tot en met april het volgende beeld zien per gemeente: Realisatie tot en met april Realisatie Buig per gemeente Participatiewet Ioaw/Ioaz Ontvangsten Totaal Buig
Culemborg
Geldermalsen
2.266 177 -9 2.434
999 91 -9 1.081
Maas-driel
783 90 -7 866
Neerijnen
476 33 -2 507
West Maas en Waal
Tiel
5.182 261 -42 5.401
932 158 -7 1.083
Zaltbommel
1.159 87 -12 1.234
Totaal 11.797 897 -88 12.606
Prognose 2017 (inclusief mogelijke vangnetvergoeding) Prognose Buig per gemeente Participatiewet Ioaw/Ioaz Ontvangsten Totaal Buig Rijksbudget (per 26-4) Tekort
Culemborg
7.397 570 -37 7.930 7.684 246
Tekort % Mogelijke vangnet vergoeding
Geldermalsen
4
-
3.233 295 -25 3.504 3.059 445
Maas-driel
2.561 291 -24 2.828 2.736 93
17
279
4
-
Neerijnen
1.553 101 -13 1.641 1.396 246
West Maas en Waal
Tiel
16.938 833 -162 17.610 15.347 2.263
3.034 501 -26 3.510 3.014 496
20
16
18
169
1.312
323
Zaltbommel
3.788 285 -41 4.031 3.856 175
Totaal 38.504 2.877 -327 41.054 37.091 3.963
5
-
2.083
De tabellen laten zien dat een aantal gemeenten (Geldermalsen, Neerijnen, Tiel en West Maas en Waal) een beroep kunnen doen op de Vangnetregeling voor een aanvulling op het buigbudget. Om dat beroep te kunnen doen moeten de betrokken gemeenten voldoen aan de geldende rijksvoorschriften. In het onderzoek naar de verwachte uitkomsten is tevens een scenario doorgerekend op basis van een worstcase scenario. Uitgangspunt hierin is de verwachte stijging van de uitgaven zonder compensatie in de vorm van aanpassing van het Buigbudget. Het scenario is opgenomen in bijlage 1. De uitkomst van deze doorrekening is dat alle gemeenten in de regio een beroep kunnen doen op de Vangnetregeling. Omdat rekening wordt gehouden met een aanpassing van het Buigbudget in het komend najaar is het niet waarschijnlijk dat dit scenario realiteit zal worden. In deze notitie adviseert Werkzaak Rivierenland over de aanpak van de aanvraag voor een Vangnet uitkering, waarbij met name wordt gerapporteerd over de oorzaken en maatregelen.
Analyse en meerjarenperspectief De toename van de buiguitgaven wordt veroorzaakt door de verwachte groei van het volume van het aantal toegekende uitkeringen in 2015 en 2016 (becijferd op 3%). Dit past in het landelijk beeld; de groei van de Buigbudgetten blijf hierop achter. De ontwikkeling van de regionale arbeidsmarkt in Rivierenland laat geen afwijkend beeld zien. Structurele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt hebben tijdens de voorbije crisisjaren niet stilgestaan. Een aantal trends speelt een rol op de arbeidsmarkt zoals flexibilisering, toename van het aantal zelfstandigen, vergrijzing en veranderingen in kwalificaties van functies. Door toenemende flexibilisering groeit het aantal zelfstandigen harder dan het aantal banen van werknemers. De economische recessie van de afgelopen jaren heeft gezorgd voor een ruime arbeidsmarkt in Rivierenland. Nu de economie herstelt, trekt ook de arbeidsmarkt weer aan. De arbeidsmarkt van na de recessie is een andere dan die van voor de recessie. Niet alle sectoren profiteren van herstel. 2
Advies Vangnet Automatisering en digitalisering verhogen de efficiëntie, waardoor er minder arbeidskrachten nodig zijn en er hogere eisen aan competenties en opleidingsniveau van werknemers worden gesteld. De arbeidsmarkt is veel flexibeler geworden. Deze ontwikkelingen maken het voor ouderen, laagopgeleiden en arbeidsgehandicapten moeilijk om zich staande te houden op de arbeidsmarkt. In de regio Rivierenland is het opleidingsniveau lager dan landelijk gemiddeld, waardoor een groter deel van de werkzoekenden moeite heeft een plek te verwerven op de arbeidsmarkt. Op basis van ongewijzigd beleid houden we rekening met een oplopend tekort op de BUIG –gelden. Daarbij gaan we uit van een groei in overeenstemming met de prognose van het CPB. Op basis van de verwachte toename van het aantal bijstandsklanten is in de begroting 2017 Werkzaak rekening gehouden met de volgende percentages van de groei van het BUIG-budget over de periode 2017 – 2020: 2017: 1,2% 2018: 2,4% 2019: 1,2% 2020: 0,0% Ondanks de afnemende werkloosheid wordt een stijging van het aantal mensen in de Participatiewet verwacht. Deze stijging wordt veroorzaakt door toename van het aantal statushouders, verlaging van de WW-periode en de verwachte instroom van uit de Wajong. Voor de regio Rivierenland betekent dit dat ook de komende jaren rekening moeten worden gehouden met stijgende uitgaven BUIG. Het is nu niet duidelijk of de stijging gecompenseerd wordt door verhoging van de BUIG-gelden. Daarnaast kent de huidige vangnetregeling een tijdelijk karakter. In principe geldt vanaf 2017 een ander regiem; het komend najaar wordt dit duidelijk. Het gevolg is dat we ons nu focussen op de vangnetregeling voor 2016 en zoals regelgeving ons voorschrijft, we uitgaan van de huidige systematiek en het huidige regime
Inhoud vangnetregeling 2016 De vangnetuitkering biedt gemeenten financiële compensatie voor grote tekorten op het budget van de Participatiewet. Ze kunnen de compensatie aanvragen als het tekort groter is dan 5%. Daarbij geldt een getrapte opbouw: is het tekort tussen 5% en 10%, dan is de compensatie de helft. Boven de 10% wordt alles volledig gecompenseerd. Voor de samenvatting van de relevante rijksvoorschriften wordt verwezen naar bijlage 1.
Regionale maatregelen om tot tekortreductie te komen Het Vangnet regeling voorziet in financiële compensatie van de gemeenten. Dat betekent dat gestuurd wordt op het behalen van een financieel resultaat op basis van de uitvoering van de vastgestelde beleidsdoelen Werkzaak. Dat betekent ook dat de maatregelen voor alle gemeenten in gelijke mate worden toegepast. De vangnetmaatregelen worden uitgevoerd voor de realisatie van de volgende (regionale) hoofdoelstellingen Werkzaak: - Bevorderen van deelname aan het arbeidsproces zodat mensen zelfstandig in hun onderhoud voorzien. - Bevorderen van duurzame uitstroom waardoor mensen niet terugvallen naar een beschutte werkomgeving - Bevorderen van duurzame uitstroom waardoor mensen niet terugvallen in een 3
Advies Vangnet
-
uitkeringssituatie Bevorderen dat werkgevers maatschappelijk en sociaal verantwoord ondernemen (verbreding en verdieping) Iedereen met arbeidspotentieel duurzaam en zo regulier mogelijk aan het werk, zodat iedereen naar zijn of haar maximale vermogen meedoet binnen de maatschappij. Zorgen voor een rechtmatige en doelmatige verstrekking van bijstand en salaris (WSW) aan mensen die hier recht op hebben. Organisatie zijn die zoveel mogelijk resultaat boekt tegen zo gering mogelijke kosten Borgen van inzicht in effectieve aanpak, instrumenten en methodieken
Dit betekent in de praktijk dat vooral ingezet wordt op maatregelen gericht op instroombeperking en uitstroombevordering als speerpunten om het beslag op het BUIG-budget terug te dringen. Werkgeversdienstverlening is ondersteunend aan deze doelstellingen vanuit de visie dat de werkgever de klant is. Daarnaast wordt ingezet op de ontwikkeling van handhaving en verhaal van bijstandsuitkeringen als beheersingsmaatregelen om de uitgaven ten laste van het BUIG-budget te verminderen. In het vervolg van dit advies wordt de inzet van deze instrumenten nadere uitgewerkt.
Instroombeperking (Resultaten bij de poort) Werkzaak heeft hier een reguliere beleidsdoelstelling op geformuleerd: maximaal 50% van de aanmeldingen aan de poort leidt tot een toegekende uitkering levensonderhoud.
De huidige realisatie op deze doelstelling is 49% voor de gehele regio. Deze zijn per gemeente nader te specificeren.
(Door- en) uitstroombevordering Uitstroom uit de uitkering en het realiseren van plaatsingen leidt per saldo tot een vermindering van de uitkeringslast. Voor de vangnetaanpak zijn –van de doelstellingen Werkzaak- een tweetal actiepunten van belang: a. Het realiseren van (begeleide) plaatsingen middels werkervaringsplaatsen, groepsdetacheringen, loonkostensubsidies, proefplaatsingen en individuele detacheringen. b. Het realiseren van duurzame uitstroom van naar werk Hierna wordt per onderdeel de aanpak geschetst.
4
Advies Vangnet a. Begeleide plaatsingen
Hierboven worden de plaatsingen van werkzoekenden in het kader van de Participatiewet (tlv BUIGbudgetten) tot en met mei weergeven. Hierna volgt de verdere verfijning naar plaatsingen per type en leeftijdscategorie.
De Werkzaakdoelstelling is gericht op het realiseren van een groei van het aantal plaatsingen met 8% ten opzichte van 31 december 2015. Momenteel bedraagt de realisatie 19,4 % (totale groei 132 plaatsingen) over de periode tot en met mei. Het aandeel van werkzoekenden met een (melding voor een) uitkering levensonderhoud in het kader van de participatiewet is daarin gestegen van 3,7% naar 9,8%. Werkzaak zal een extra inspanning doen om de groei van het aantal plaatsingen op het actuele hoge niveau van 19,4 % te houden. b. Duurzame uitstroom De doelstelling duurzame uitstroom betreft het streven naar een uitstroom van 15% uit de uitkering voor minimaal 6 maanden. Deze doelstellingen wordt vormgegeven door in 2016 te streven naar 300 beëindigingen wegens werk voor minimaal 6 maanden. Deze doelstelling wordt ondersteund door het aanbieden van gerichte acquisitie van passende vacatures van uit de werkgeversdienstverlening. De realisatie op deze doelstelling kent een vertraging doordat resultaten na 6 maanden gaan meetellen. Momenteel (tot en met mei) is geregistreerd dat 55 werkzoekenden zijn uitgestroomd naar werk1. De realisatie van deze doelstelling per klantprofiel over de periode tot en met mei laat het volgende beeld zien:
1
De registratie op dit onderdeel is niet volledig; er is geen rekening gehouden met het aantal geblokkeerde uitkeringen. Dit aantal bedraagt 126.
5
Advies Vangnet
De realisatie van deze doelstelling zal het komend najaar voor alle gemeenten extra aandacht krijgen. Hiervoor gelden twee pijlers: Stimuleren van sollicitaties door actueel aanbod van passende vacatures. 100% van de jongeren en 20% van de overige werkzoekende wordt hierna verwezen; Versnelde administratieve afwikkeling van beëindigingen (75% binnen 4 weken) en aanvragen van herinstromers die zich binnen drie maanden na beëindiging weer voor een uitkering melden (toekenning afgerond binnen 2 weken)
Werkgeversdienstverlening In de regio Rivierenland geeft Werkzaak Rivierenland (namens de gemeenten) en UWV gezamenlijk invulling aan de werkgeversdienstverlening. De relatie met de werkgever is essentieel om de vangnetmaatregelen te kunnen realiseren. Vanuit één integraal team van accountmanagers worden relaties met werkgevers gelegd en onderhouden en klantvragen opgehaald. De invulling van de klantvragen gebeurd in nauwe samenwerking met de andere bedrijfsonderdelen binnen Werkzaak en UWV. In de tweede helft van 2016 zullen ook de accountmanagers en werkcoaches van Werkzaak ook met WBS/Sonar gaan werken, zodat de gezamenlijke werkgeversdienstverlening ondersteunt wordt met het werken vanuit één gezamenlijk systeem. Concreet worden vanuit werkgeversdienstverlening de volgende ondersteunende activiteiten ontplooid om werkzoekenden aan het werk te krijgen: Werkgesprekken Speedmeets met uitzendbureaus, maar soms ook met werkgevers die meerdere vacatures hebben Accountmanagers nemen deel aan activeringsworkshops om mensen te informeren over de regionale arbeidsmarkt en om hen tips te geven Gerichte acquisitie in kansrijke sectoren op de regionale arbeidsmarkt(Transport & Logistiek, Agrarisch en Techniek) Gerichte bemiddeling van werkzoekenden op klantvragen We voeren deze activiteiten uit vanuit de filosofie dat additionele dienstverlening aan werkgevers, zoals het doorlichten van processen, kan leiden tot herverdeling van werk. Dit biedt mensen vanuit de Participatiewet meer mogelijkheden om te kunnen worden geplaatst bij werkgevers. Uiteindelijk leidt dit tot efficiencyvoordelen. 6
Advies Vangnet
Aanvullende beheersingsmaatregelen Beheersingsmaatregelen zijn in ontwikkeling, Vanaf de start van Werkzaak per 1 januari 2016 heeft de focus gelegen op het beperken van instroom en het bevorderen van uitstroom om hierdoor de regionale doelstellingen te kunnen realiseren. De volgende fase betreft het treffen van een aantal beheersingsmaatregelen om het beroep op het BUIG-budget verder terug te dringen. De speerpunten in de maatregelen zijn fraudebestrijding (onderdeel van het handhavings- en sanctiebeleid) en debiteurenbeheer. De te nemen maatregelen worden dit jaar verder uitgewerkt en hebben voor de fraudebestrijding o.a. betrekking op: Het binnen 3 weken afwerken van fraudemeldingen Het resultaat van de onderzoeken sociale recherche De resultaten van huisbezoeken in het kader van handhaving Deze maatregelen worden op dit moment uitgewerkt en geconcretiseerd. Ondersteuning hierbij wordt gezocht in een handhavingsapplicatie die in - naar verwachting- 2016 zal worden geïmplementeerd. De doelstelling voor de ontwikkeling van het debiteurenbeheer is primair gericht op het voorkomen van terugvorderingen. Dit gebeurt vooral door gerichte voorlichting en borgen van doorlooptijden in processen (bijvoorbeeld tijdige verrekening inkomsten, voorschotten e.d.) Secundair is het doel gericht op het kunnen aansluiten op de landelijke incassoratio van 8% voor verhaal. Belangrijk element in het verhaal is het leggen van de focus op de meest daadkrachtigen. De uitvoering van deze maatregelen start uiterlijk 1 januari 2017 en worden in 2016 verder geconcretiseerd.
7
Advies Vangnet
Bijlage 1: Worstcase Scenario Vangnet Onderstaand betreft een doorrekening van de Buig-prognose op basis van verwachte prijsstijgingen zonder compensatie van het buigbudget. Realisatie tot en met april: Realisatie Buig per gemeente Participatiewet Ioaw/Ioaz Ontvangsten Totaal Buig
Culemborg
2.429 177 -9 2.597
Gelder-malsen
1.068 91 -9 1.150
Maas-driel
836 90 -7 919
Neerijnen
West Maas en Waal
Tiel
508 33 -2 539
5.539 261 -42 5.758
997 158 -7 1.148
Zaltbommel
1.240 87 -12 1.315
Totaal 12.617 897 -88 13.426
Prognose: Prognose Buig per gemeente Participatiewet Ioaw/Ioaz Ontvangsten Totaal Buig Rijksbudget (per 26-4) Tekort Tekort % Mogelijke vangnet vergoeding Tekort (max 7,5 %)
Culemborg
7.871 573 -25 8.419 7.684 735 10 159 576
Gelder-malsen
3.461 297 -27 3.731 3.059 672 22 443 229
Maas-driel
2.709 292 -20 2.981 2.736 245 9 54 191
Neerijnen
1.647 107 -7 1.747 1.396 351 25 246 105
West Maas en Waal
Tiel
17.946 845 -126 18.665 15.347 3.318 22 2.167 1.151
3.231 511 -22 3.720 3.014 706 23 480 226
Zaltbommel
4.018 282 -37 4.263 3.856 407 11 117 289
8
Totaal 40.883 2.907 -264 43.526 37.091 6.435 17 3.666 2.768
Advies Vangnet
Bijlage 2: Samenvatting rijksvoorschriften In vergelijking tot de IAU/MAU-voorschriften is de procedure en regelgeving omtrent de Vangnet regeling anders. Momenteel is sprake van de regeling tijdelijk vangnet 2015/2016. De regelgeving, zoals nu van kracht, kent de volgende elementen: 1. Een aanvraag om een vangnet uitkering kan alleen door het college van B&W worden gedaan, na besluitvorming in de gemeenteraad. 2. De gemeente moet in 2016 al een aantal stappen hebben gezet, als er een tekort dreigt boven de 5%, wil de gemeente op tijd zijn en dus voor een uitkering in aanmerking komen. 3. Als een tekort kan worden verwacht, zal de gemeente nagaan wat de mogelijke oorzaken daarvan zijn, en wanneer welke maatregelen genomen kunnen worden om het tekort te reduceren. 4. Dat betekent dat stappen 1 en 2 al in 2016 moeten zijn afgerond (dat moet blijken uit de documenten bij de aanvraag), terwijl de aanvraag zelf pas voor 15 augustus 2017 (fatale termijn) moet zijn ingediend. Dat zou dus bij de gemeenten tot verwarring kunnen leiden. 5. Het is niet bezwaarlijk indien de Raad zijn opvattingen pas in 2016 geeft. 6. De aanvraag moet ook procedureel kloppen: een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad blijken, mag niet een document zijn van een raadscommissie. 7. De Toetsingscommissie zal beoordelen of een verzoek tijdig en volledig is ingediend door het college (en zal dus geen inhoudelijke toetsing doen). Voor de volledigheid van een verzoek is vooral van belang dat het college bij het verzoek documenten indient waaruit blijkt wat de globale analyse is van de mogelijke oorzaak en omvang van het tekort en dat de gemeenteraad hierover in 2015 is geïnformeerd. 8. Op de website van de Toetsingscommissie worden zaken toegelicht en staan ook de antwoorden op veel gestelde vragen van collega gemeenten. De commissie hanteert een model aanvraag formulier. Deze is bekend voor het jaar 2015, voor 2016 nog niet. Het is de verwachting dat deze niet voor het einde van 2016 bekend zullen zijn. Daarom is in dit advies ingespeeld op de vereisten 2015. Bij de aanvraag om een vangnetuitkering moet het college van B&W de volgende documenten bijvoegen: - Een globale analyse van de mogelijke oorzaak en de omvang van het tekort en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren; - Een brief, of vergelijkbaar document, waarmee het college de raad in 2016 heeft geïnformeerd over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot tekortreductie te komen; - Een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad blijken; - Een overzicht van wat de gemeente in 2016 feitelijk heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan beoordeelt.
9
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
College van Burgemeester en Wethouders
Directie Maatschappelijke Ondersteuning Parnassusplein 5 Postbus 20350 2500 EJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Inlichtingen bij T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 Kenmerka Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap.
Datum Betreft
6 juni 2016 Uitspraken Centrale Raad van Beroep betreffende de Wmo 2015
Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.
Geacht college, Op 18 mei jl. heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een aantal leidende uitspraken gedaan over de Wmo 20151. De belangrijkste punten die uit de gewezen uitspraken voortvloeien zijn: Huishoudelijke hulp is een voorziening die onder de Wmo 2015 valt; onder het voeren van een gestructureerd huishouden valt mede de zorg voor het schoon en op orde houden van het huishouden, alsook het kunnen beschikken over schoon beddengoed en schone kleding. Het doorverwijzen van inwoners naar private schoonmaakondersteuning betreft geen algemene voorziening in de zin van de Wmo 2015. Een maatwerkvoorziening in de vorm van modules is onder voorwaarden toegestaan. De normen van deze modules moeten zijn gebaseerd op objectief onderzoek. Indien uit het onderzoek voortvloeit dat in het concrete geval maatwerk geboden dient te worden, kan niet worden volstaan met standaardoplossingen (dit betekent: onderzoek in het individuele geval en zo nodig afwijken). De toekenning van huishoudelijke verzorging, overeenkomstig artikel 4 van de (oude) Wmo 2007, in resultaatsgebieden ‘een schoon en leefbaar huis’ vereist een duidelijke maatstaf; de gemeente moet vastleggen welke concrete ondersteuning wordt geboden om het resultaat te bereiken. De CRvB bevestigt daarmee een aantal belangrijke vereisten die uit de Wmo 2015 voortvloeien. In deze brief ga ik in op voornoemde punten en de consequenties die deze voor uw lokale beleid en de uitvoering daarvan kunnen hebben. De verdiepende analyse voor uw gemeente is primair aan u. Ik vraag u de uitspraken van de CRvB goed te bestuderen en voor zover nodig uw verordening, beleid(regels) en uitvoering daarvan hiermee in overeenstemming te brengen. Voor een aantal gemeenten zal dit betekenen dat de gemeenteraad nieuwe besluiten moet nemen. Ik vind het belangrijk dat deze aanpassingen op de kortst mogelijke termijn 1
ECLI:NL:CRVB:2016:1402, ECLI:NL:CRVB:2016:1403 en ECLI:NL:CRVB:2016:1404, ECLI:NL:CRVB:2016:1491 Pagina 1 van 5
worden doorgevoerd, zodat uw inwoners niet onnodig lang in onzekerheid verkeren. Het belang van de cliënt en diens ondersteuning dient voorop te staan, voorkomen moet worden dat cliënten zich in deze periode alsnog genoodzaakt voelen zich tot de rechter te wenden.
Directie Maatschappelijke Ondersteuning
Uitspraken CRvB De hoogste bestuursrechter heeft vier heldere uitspraken gedaan. De uitspraken scheppen een duidelijk kader en geven richting aan de uitvoering van de wet die ik beoogd en uitgedragen heb. Voornoemde uitspraken laten zien waar de essentie van de Wmo 2015 over gaat; het leveren van passende maatschappelijke ondersteuning voor iedereen die dat nodig heeft. Op hoofdlijnen komen de vier uitspraken op het volgende neer. - Huishoudelijke hulp is een prestatie die onder de Wmo 2015 valt. De CRvB komt tot het oordeel dat de wetsgeschiedenis geen enkel aanknopingspunt bevat waarbij de wetgever heeft willen breken met de (oude) Wmo 2007 en evenmin dat het voeren van een gestructureerd huishouden als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo 2015 niet mede de zorg voor het schoon en op orde houden van het huishouden zou omvatten, alsook de zorg voor het kunnen beschikken over schoon beddengoed en schone kleding2. - Algemene voorziening vs. maatwerkvoorziening Nu de CRvB tot het oordeel is gekomen dat huishoudelijke hulp een prestatie is die onder de Wmo 2015 valt, is het aan u om te bezien of deze prestatie in de vorm van een algemene voorziening en of een maatwerkvoorziening wordt aangeboden. De CRvB komt tot het oordeel dat wanneer een algemene voorziening voorhanden is, deze als basisvoorziening voorliggend kan zijn op een eventueel in aanvulling daarop te verstrekken maatwerkvoorziening. Op het moment dat in de gemeente huishoudelijke hulp in de vorm van een algemene voorziening wordt aangeboden, dient onderzocht te worden of die algemene voorziening voor betrokkene ook financieel haalbaar is. De eventueel te heffen eigen bijdrage voor de algemene voorziening dient door de gemeenteraad in de verordening te worden vastgelegd. - Het doorverwijzen van een cliënt naar private schoonmaakondersteuning betreft geen algemene voorziening zoals bedoeld onder de Wmo 2015. Uit de tekst en toelichting van artikel 1.1.1 van de Wmo 20153 volgt dat een aanbieder zich jegens het college verbindt om een algemene voorziening te leveren. Een derde die zich uitsluitend jegens de cliënt verbindt tot het leveren van bepaalde activiteiten, diensten of zaken betreft in dit verband geen aanbieder in de zin van de Wmo 2015. Indien de gemeente een cliënt verwijst naar private schoonmaakondersteuning en er alleen een contract bestaat tussen het schoonmaakbedrijf en de cliënt, betreft de huishoudelijke hulp geen voorziening in de zin van de Wmo 20154. - Het toekennen van standaardmodules dient te berusten op een gedegen onderzoek van het individuele geval en waarnodig dient van de standaard afgeweken te kunnen worden. Reeds in eerdere uitspraken heeft de CRvB geoordeeld dat een college van 2
ECLI:NL:CRVB:2016:1402, ECLI:NL:CRVB:2016:1403 De aanbieder betreft een natuurlijk persoon of rechtspersoon die jegens het college gehouden is een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening te leveren. 4 ECLI:NL:CRVB:2016:1404 3
Pagina 2 van 5
burgemeester en wethouders bevoegd is om ter invulling van het begrip schoon en leefbaar huis beleidsregels vast te stellen5. Deze regels mogen echter niet willekeurig zijn en dienen te berusten op objectieve criteria steunend op deugdelijk onderzoek (verricht door derden die geen belang hebben bij de uitkomst). Dit onderzoek moet inzicht bieden in de vraag welk niveau van schoon voor een huishouden verantwoord is, welke concrete activiteiten daarvoor verricht moeten worden, hoeveel tijd daarvoor nodig is en met welke frequentie deze activiteiten verricht moeten worden om te kunnen spreken van een schone en leefbare woning. Hetzelfde geldt voor prestaties die gericht zijn op het kunnen beschikken over schone en draagbare kleding en schoon beddengoed. Wanneer bij het opstellen van dergelijke regels wordt voldaan aan deze vereisten kan van modules gebruik worden gemaakt. Daarbij wordt door de CRvB opgemerkt dat de toepassing van modules moet berusten op een onderzoek naar alle van belang zijnde feiten en omstandigheden van het individuele geval en dat bovendien vaste lijn moet zijn dat van een module wordt afgeweken indien de noodzaak daartoe blijkt uit het onderzoek. Voor iedere cliënt geldt dus dat indien het onderzoek uitwijst dat in het concrete geval maatwerk moet worden geboden, niet kan worden volstaan met standaardoplossingen6.
Directie Maatschappelijke Ondersteuning
- Het toekennen van huishoudelijke verzorging in resultaatgebieden dient een duidelijke maatstaf te bevatten. Hoewel de CRvB uitspraak heeft gedaan over de (oude) Wmo 2007 is deze uitspraak ook van belang voor de uitvoering van de huidige wet. De CRvB oordeelt dat het toekennen van huishoudelijke verzorging in resultaatsgebieden een duidelijke maatstaf mist in de toepassing in de betreffende beleidsregels terwijl ook het toekenningbesluit geen inzicht verschaft in de vraag op welke concrete wijze invulling wordt gegeven aan het bereiken van de resultaten een schoon en leefbaar huis en het kunnen beschikken over schone en draagbare kleding. Bovendien wordt ook niet duidelijk hoe met de te behalen resultaten een als compensatie te kwalificeren resultaat van de huishoudelijke verzorging kan worden verkregen. De gemeente moet vastleggen welke concrete zorg wordt geboden om het resultaat te bereiken7. Oproep aan u Ik roep u op om uw verantwoordelijkheid te nemen en binnen uw gemeente op de kortst mogelijke termijn te bezien of de uitspraken van de CRvB aanleiding zijn om uw verordening, beleid(sregels) en de uitvoering daarvan aan te passen en daarmee de wet na te leven. Ongeacht de door u gemaakte keuzes ten aanzien van de vormgeving van de ondersteuning en het karakter van de financiering (pxq model; resultaatbekostiging) geldt dat uw afweging dient te berusten op een gedegen onderzoek van het individuele geval. In het individueel geval kan ondersteuning in de vorm van een module een uitkomst zijn, echter in alle gevallen moet bij de toekenning rekening gehouden zijn met de individuele omstandigheden van de cliënt. De module is niet de norm, maar een passende bijdrage die erop gericht is dat iemand zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven. Mocht u werken met (standaard)modules dan dienen deze geobjectiveerd en 5 6 7
ECLI:NL:CRVB:2015:4262 en ECLI:NL:CRVB:2016:430. ECLI:NL:CRVB:2016:1402, ECLI:NL:CRVB:2016:1403 ECLI:NL:CRVB:2016:1491 Pagina 3 van 5
deugdelijk onderbouwd te zijn. Daar waar u als gemeente de ondersteuning als resultaat heeft gedefinieerd moet u ervoor zorgen dat wordt vastgelegd met welke concrete ondersteuning dit resultaat wordt bereikt.
Directie Maatschappelijke Ondersteuning
Voor zover de uitspraken van de CRvB voor u aanleiding zijn uw huidige beleid aan te passen is het van groot belang hierover helder te communiceren met uw inwoners. U zult daarbij aanvullende acties moeten ondernemen om deze (nieuwe of gewijzigde) voorzieningen aan uw burgers te kunnen bieden. Deze acties houden mijn inziens ook in dat u zult bezien hoe u tegemoet kunt komen aan inwoners die een afwijzing op hun aanvraag hebben ontvangen voor ondersteuning op basis van bestaand beleid dat strijdig is met de uitspraken van de CRvB, ook al hebben zij daartegen geen bezwaar gemaakt of beroep ingesteld. Uiteraard geldt deze oproep ook voor cliënten die zich momenteel nog in procedures bevinden. Om te voorkomen dat cliënten lang in onzekerheid blijven en zich genoodzaakt voelen hun recht te gaan halen bij de rechter is het aan u om snel duidelijkheid aan uw inwoners te geven en de vereisten die uit de Wmo 2015 voorvloeien na te leven. Ik verwacht in dit kader dat u met uw inwoners in gesprek zult gaan om te bekijken welke ondersteuning op dit moment passend is, daarbij wellicht vooruitlopend op nog te ontwikkelen c.q. vast te stellen beleid. Op deze manier wordt aan kwetsbare mensen zo spoedig mogelijk de voor hen noodzakelijke ondersteuning geboden en kunnen onnodige procedures of nieuwe rechtszaken zoveel mogelijk worden voorkomen. In dit kader juich ik ook initiatieven als de lokale ombudsfunctie van harte toe om eventuele geschillen tussen cliënt en uw gemeente op een laagdrempelige manier aan de voorkant op te lossen, zodat de gang naar de rechter in zoveel mogelijk situaties voorkomen kan worden. Mijn dringende oproep aan u is om uw verantwoordelijkheid te nemen in overeenstemming met de uitspraken van de CRvB en het in deze brief daarover gestelde. In dit kader zal ik op de voet volgen of de uitspraken van de CRvB, en daarmee de kern van de wet, voldoende (snel) opvolging krijgen en waar nodig zal ik in het kader van het interbestuurlijk toezicht in contact treden met individuele gemeenten. Tot slot Met de uitspraken van de CRvB heeft u duidelijkheid gekregen over de interpretatie van de wet door de hoogste bestuursrechter. Ik vind het belangrijk om te benoemen dat (ook) de CRvB grote beleidsvrijheid toekent aan gemeenten bij de uitvoering van de Wmo 2015. De CRvB refereert in zijn uitspraken aan de wetsgeschiedenis die stelt dat de te treffen maatwerkoplossingen heel divers van aard kunnen zijn. Eén oplossing bestaat niet. Meerdere wegen kunnen leiden naar Rome. Voor ieder van deze wegen geldt dat voldaan moet worden aan datgene wat in de Wmo 2015 is bepaald en de regels van de Algemene wet bestuursrecht. Samen met de VNG zal ik bezien of, en hoe we u praktische ondersteuning kunnen bieden met de uitvoering van de uitspraken van de CRvB, waarbij de door u ingeslagen weg met betrekking tot de vernieuwing gerealiseerd blijft. De spelregels die ANBO heeft opgesteld met betrekking tot het doen van een zorgvuldig onderzoek kunnen hierbij van pas komen. Deze spelregels beschrijven het kader met normen waaraan het proces van melding tot en met maatwerkvoorziening moet voldoen, welke normen u kunnen helpen bij het vormgeven van een zorgvuldige toegang tot de Wmo 2015 voor uw inwoners.
Pagina 4 van 5
Directie Maatschappelijke Ondersteuning
Een afschrift van deze brief zal aan uw gemeenteraad en Tweede Kamer worden gezonden. Hoogachtend, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
drs. M.J. van Rijn
Pagina 5 van 5
Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
Commissie Samenleving College van burgemeester en wethouder Effecten uitspraken Centrale Raad van Beroep over Huishoudelijke ondersteuning H.A. Driessen 19-07-2016 Nee
Kennisnemen van: Kennisnemen van de mogelijke effecten voor personele inzet en bekostiging van de inkoop Huishoudelijke Ondersteuning n.a.v. de uitspraken van de Centrale Raad voor Beroep over de Huishoudelijke Ondersteuning en het besluit van het college om snel te kunnen anticiperen. 1. Inleiding De Centrale Raad voor Beroep (CRvB) heeft op 18-05-2016 drie richtinggevende uitspraken gedaan over huishoudelijke hulp onder de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, (CRvB 18-05-2016, nr. 15-4490 WMO15, CRvB 18-05-2016, nr. 15-5356 WMO15 en CRvB 18-05-2016, nr. 16-948 WMO15). De CRvB heeft daarnaast op 18-05-2016 een richtinggevende uitspraak gedaan over het indiceren op resultaatgebied bij hulp bij het huishouden (CRvB 18-05-2016, nr. 14/6239 WMO). Met name de uitspraak m.b.t. het indiceren op het resultaatgebied hulp bij het huishouden (HO) is relevant voor de gemeente Tiel en de overige 9 gemeenten in de Regio Rivierenland, gezien het beleid en de overeenkomsten met de aanbieders van HO. Op 07-06-2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak van XXX tegen de gemeente Tiel. Die uitspraak sluit aan op de uitspraak van de CRvB m.b.t. het resultaat gericht indiceren. N.a.v. de uitspraken van de CRvB heeft staatssecretaris Van Rijn op 06-06-2106 aan alle gemeenten een brief gestuurd. In die brief benadrukt hij dat hij van de gemeenten (indien nodig) op de kortst mogelijke termijn aan de uitspraken gerelateerde aanpassing verwacht van het beleid. De uitspraken van de CRvB en de rechtbank Gelderland geven aanleiding tot heroverweging van het gemeentelijk beleid op gebied van indiceren en toewijzen van de maatwerkvoorziening HO o.g.v. de Wmo. 2. Kernboodschap Nieuw te vormen beleid kan leiden tot extra uitgaven voor inkoop van huishoudelijke ondersteuning, extra werkzaamheden wegens herindicatie, beëindiging van de overeenkomsten met de aanbieders HO enz. Gezien het verwachting van de Staatssecretaris dat gemeenten snel handelen is ook voor Tiel en de overige regiogemeenten een plan opgesteld om daartoe te komen. Doel is om voor 01-10-2016 duidelijkheid te krijgen, voor gemeenten en inwoners, over hetgeen aangepast moet worden om te gaan voldoen aan de jurisprudentie, indien en voor zover daar niet aan voldaan wordt. Om direct te kunnen anticiperen op de ontwikkelingen heeft het college besloten om een bedrag van € 100.000,- in te zetten voor inhuur van personeel om effecten van de beleidswijziging maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning op te vangen. En om de raad achteraf te verzoeken om in te stemmen met dekking van deze kosten uit de Reserve Sociaal Domein. Dit past binnen de bevoegdheden van het college. 3. Gevolgen De uitspraken van CRvB zijn in meer of mindere mate van invloed op het (gevoerde) beleid m.b.t. de huishoudelijke ondersteuning. Grofweg worden n.a.v. de uitspraken van de CRvB 3 scenario’s voorzien: 1. HO wordt aan algemene voorziening 2. HO gaat plaatsvinden met indicatiestelling per uur.
Pagina 1 van 2
3. HO resultaatfinanciering wordt aangepast aan uitspraken CRvB. Wmo Ho is een maatwerkvoorziening. Alle 3 de scenario’s brengen met zich mee dat in meer of mindere mate (her- ) beoordeling van iedere individuele cliënt dient plaats te vinden. De daarbij behorende werkzaamheden kunnen niet binnen de huidige personeelsformatie uitgevoerd worden. Tijdelijke uitbreiding van de personeelsformatie is nodig om de effecten van de uitspraken te kunnen verwerken op cliëntniveau. Het is nu al gewenst om voor te sorteren op de uitbreiding van de formatie. De verwachte werkzaamheden a.g.v. de uitspraken van de CRvB waren niet voorzienbaar. Binnen de huidige begroting is geen budget opgenomen voor dergelijke ontwikkelingen. Ook is het nog niet mogelijk geweest om deze in de reguliere financiële cyclus aan te vragen/ te melden bij de raad. Thans vindt bekostiging plaats in vorm van productfinanciering. Productfinanciering is gebaseerd op het bereiken van het afgesproken resultaat met een inzet van huishoudelijke hulp medewerkers met inzet in een bandbreedte die door de aanbieders zelf, binnen kaders, ingevuld kan worden. Indien dat uitgangspunt losgelaten moet worden en inkoop per uur plaats moet gaan vinden zullen de kosten van inkoop HO stijgen. 4. Vervolg Indien de effecten van de uitspraken daadwerkelijk gaan leiden tot veel hogere kosten van personeel en inkoop zal (verdere) melding, naar verwachting binnen de reguliere financiële cyclus, plaatsvinden aan de raad.
Bijlagen Geen Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Regio op Samenleving Ronald Kool 0344 656427 [email protected]
Pagina 2 van 2
Einde De notulen van deze vergadering vindt u terug op het Raadsinformatiesysteem van de gemeente Tiel. http://raad.tiel.nl