Vergaderstukken Bestuur 7 april 2016 Orgaan: Commissie Bestuur Datum: donderdag 7 april 2016 Aanvang: 19:00 uur Locatie: Waterschap Rivierenland, De Blomboogerd 1 te Tiel
Concept agenda 1.
Opening en mededelingen 19.00 uur tot 19.01 uur
2.
Agenda d.d. 7 april 2016 (vaststellen) 19.01 uur tot 19.02 uur
3.
Ingekomen stukken 19.02 uur tot 19.05 uur
4.
Informatie van het college in het kader van de actieve informatieplicht 19.05 uur tot 19.10 uur
5.
Concept beknopt verslag van de vergadering van 10 maart 2016 (vaststellen) 19.10 uur tot 19.15 uur
6.
Afsprakenlijst (bespreken) 19.15 uur tot 19.20 uur
7.
Rondvraag 19.20 uur tot 19.30 uur
PROGRAMMA BESTUUR EN BURGERS 8.
Positionering Stadspromotie (bespreken) 19.30 uur tot 20.00 uur Aan u wordt gevraagd de notitie positionering van Tiel als Fruitstad, zoals beschreven in de notitie Tiel Fruitstad, te bespreken met als doel met name uw gedachten en ideeën op te halen om deze in de notitie te verwerken.
PROGRAMMA VEILIGHEID 9.
Subsidieregeling gevelverbetering Kellen (om advies) 20.00 uur tot 20.20 uur
10. Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016 (om advies) 20.20 uur tot 20.40 uur 11. Steun aan Stichting Solar Tiel (om advies) 20.40 uur tot 21.00 uur 12. Kadernota AVRI (bespreken) 21.00 uur tot 21.30 uur Aan u wordt gevraagd of u kunt instemmen met de Kadernota begoting AVRI 2017. 13. Papier inzameling door verenigingen (bespreken) 21.30 uur tot 22.00 uur Aan u wordt gevraagd of u kunt instemmen met de stellingen 1 tot en met 9. OVERIG 14. Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden 22.00 uur tot 22.05 uur 15. Sluiting 22.05 uur
BEKNOPT VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR D.D. 7 APRIL 2016
Aanwezig: P. van den Burg (voorzitter), de leden R. van Galen, T. Zuidema, L.H.K. Metiary, A. saddiki, E.S. Derksen, E.M. Rhebergen, B. van Gurp, S. de Boer, G.G.G. Groen, A. Haddouch, A.K. Roelofs, W. Kooijman, M. Alişkan, W. van IJzendoorn-Visser, M.J. van Groenesteijn, E. van Ijzendoorn, J.D. Stoeten-Flach, R.G. Corporaal, J.M. Koning, A. Önder en C.J. Kerkmeester, J.W. Westerholt (commissiegriffier) Eveneens aanwezig: H. Beenakker, L. Verspuij, C van Rhee – oud Ammerveld (portefeuillehouders) en de ambtelijke adviseurs E. van Keken, R. van Vugt, K. van Dorenmalen, W. Rikken, N. PetersSengers en H. Bergsma 1.
Opening/mededelingen De voorzitter heet een ieder welkom in het Waterschapskantoor en opent de vergadering. Voor agendapunt 13, papierinzameling door verenigingen heeft zich als inspreker gemeld de heer B. de Rooij namens diverse verenigingen in Tiel en voor agendapunt 14 zal aanschuiven de heer N. Gradisen lid van de regionale agendacommissie Regio Rivierenland namens Tiel.
2.
Agenda d.d. 2016 (vaststellen) Conform vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken Op de stukken is niet ingetekend.
4.
Actieve informatie van het college De heer Beenakker meldt de camera-aanpak op de Markt. Ook het verlichtingsniveau is in overleg met de ondernemers aangepast. Ondernemers zijn tevreden over de aanpak. De heer Beenakker meldt een (formeel) risicovolle voetbalwedstrijd a.s. zaterdag van TEC – FC Lienden. Met laatstgenoemde club wordt goed samengewerkt. Op basis van het veiligheidsplan is een draaiboek voor de wedstrijd opgesteld.
5.
Verslag van de vergadering d.d. 10 maart 2016 (vaststellen) In de laatste volzin van de tweede alinea op blz. 4 van het verslag wordt het woord “kan” vervangen door het woord “zal”. Voor het overige wordt het verslag conform vastgesteld. N.a.v.: De afronding van de 1e fase van het stadsvisieproces zal formeel aan de raad ter vaststelling worden aangeboden. Immers de raad is opdrachtgever voor het proces. De heer Van Gurp geeft aan dat de uitnodiging voor de platformbijeenkomst van de AVRI d.d. 22 maart 2016 zeer laat bekend was en dat de agenda en stukken een hoog AB-karakter hadden en voor raadsleden daardoor moeilijk herkenbaar. Geantwoord wordt dat het jaarschema voor de bijeenkomsten vroegtijdig bekend was en dat voor volgende bijeenkomsten de informatie meer toegespitst zal worden op raadsleden (voor één uitleg vatbaar). Vraag is wat de regio en de overige gemeenten vinden van het Tielse standpunt over het regionale ambitiedocument. In de nieuwsbrief van de regio zijn hierover 1
te positieve geluiden vermeld. Binnen de regio wordt gewerkt aan een document waarin alle standpunten, moties en amendementen goed zijn verwerkt. N.a.v. de weetteelt wordt medegedeeld dat GS inmiddels een standpunt heeft bepaald n.a.v. het rapport van de commissie Schneider. Dit standpunt heeft niet zozeer betrekking op de weetteelt zelf alswel op de ruimtelijke inpasbaarheid dat geen beletsel zal vormen. De vraag is of het hier stopt of anderszins druk op Den Haag moet worden uitgeoefend. Vanuit de provincie hoeft, gelet op het ingenomen standpunt, geen druk op Den Haag te worden verwacht.
6.
Afsprakenlijst (bespreken) De punten 4, 6 en 7 worden van de afsprakenlijst verwijderd.
7.
Rondvraag Van de gelegenheid wordt geen gebruik gemaakt.
8.
Positionering stadspromotie (bespreken en om advies) Vanuit de commissie wordt het volgende onder de aandacht gebracht: Een positief stuk dat enthousiasme uitstraalt dat goed gebruikt kan worden als marketinginstrument waarbij focus (1 beeld, 1 motto) is aangebracht op het thema fruit; Van belang is om aan te geven welke samenhangen met andere processen, beleidsterreinen en activiteiten er zijn. Gewaakt moet worden voor het totaalbeeld om Tiel neer te zetten. Door te kiezen voor de streeknaam de Betuwe als onderdeel van branding wordt het promoten van Tiel alleen losgelaten. De regio Rivierenland wordt daarmee steeds meer een bestuurlijke constructie. Punt is wel de vraag wat wordt precies met de Betuwe bedoeld (zie ook de Betuwelijn). Zie ook de activiteiten van het RBT m.b.t. de Betuwe als fruittuin. Overwogen kan worden om de eerste kers of appel van het jaar te introduceren. Is het een idee om een markt met streekprodukten op te zetten in b.v. het oude postkantoor en Flipje op verpakkingen van streekprodukten aan te brengen? Is het een idee om Flipje op sportkleding van de Tielse verenigingen terug te laten komen? Van de zijde van het college wordt als volgt gereageerd: Dank voor de complimenten voor het stuk. Er is samenhang met de stadsvisie en de burgerparticipatie maar het gaat hier om de promotie. Als beeldmerk en kapstok is gekozen voor fruit. Samenhang is er in die zin dat samen opgetrokken wordt met Hart van Tiel en de ambassadeurs. Het idee van de eerste kers wordt meegenomen. Er is inmiddels een fruitteler die Flipje op zijn verpakkingen gaat gebruiken. Flipje op sportkleding gebeurt al. Brengt het verzoek naar voren om de notitie, rekening houdend met de inbreng van de commissie, aan de raad ter instemming voor te leggen. De commissie kan hier mee instemmen. Advies: De commissie adviseert de raad om in te stemmen met de notitie “Tiel, fruitstad – over de positionering van Tiel”, dit punt regulier te agenderen en in het voorstel aan de raad de samenhangen met andere beleidsterreinen, processen en activiteiten te schetsen.
9.
Subsidieregeling gevelverbetering Kellen (om advies) Vanuit de commissie wordt onder meer het volgende ingebracht: 2
Wat is de oorzaak dat er tot nu toe weinig belangstelling voor de regeling was? Is het te overwegen om dit te onderzoeken om vervolgens tot deelname te kunnen enthousiasmeren door b.v. pr.?
Van de zijde van het college wordt als volgt gereageerd: De subsidieregeling maakt onderdeel uit van de revitalisering van bedrijventerrein Kellen waarvoor de provincie middelen beschikbaar heeft gesteld. Daarbij is uitgegaan van een co-financiering van 70%. Het toen gekozen deelgebied 1 betrof bedrijven aan doorgaande wegen. Het bedrag is voor 2016 gelabeld en de resterende middelen gaan terug naar de provincie. De voorgestelde regeling is in overleg met OCT tot stand gekomen en zal goed worden gecommuniceerd. De vraag naar nader onderzoek naar de belangstelling voor de regeling weegt niet op tegen de duur van een half jaar van de voorgestelde regeling. Advies: De commissie adviseert positief over het voorstel en geeft de raad in overweging het te behandelen als hamerstuk. 10.
Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016 (om advies) Advies: De commissie adviseert positief over het voorstel en geeft de raad in overweging het te behandelen als hamerstuk.
11.
Steun aan Stichting Solar Tiel (om advies) Vanuit de commissie wordt het volgende onder de aandacht gebracht: Is het wenselijk om bij het terugverdienmodel rekening te houden met de werkelijke rente in plaats van de marktconforme rente? Hierdoor ontstaat meer ruimte. Hoe zit het met de vervanging van de via deze regeling aangebrachte zonnepanelen? Het bestuur werkt belangeloos en brengt dus geen kosten in rekening ten laste van het budget? Heeft het stichtingsbestuur de expertise in huis om te kunnen stimuleren en te enthousiasmeren. Wat zal daarbij de aanpak zijn? Wie verstrekt uiteindelijk de middelen? Om hoeveel verenigingen gaat het? Van de zijde van het college wordt als volgt gereageerd: Bij de uitwerking zal worden uitgegaan van de marktconforme rente die lager is dan de huidige rekenrente e.e.a. te dekken uit het reguliere jaarlijkse klimaatbudget. Het is de bedoeling dat de besparingen naar rato van de terugverdientijd worden gebruikt om vervangingsinvesteringen te doen. Het gaat om vrijwilligersinzet waardoor het fonds vrijwel geheel inzetbaar is voor het doel. De stichting wordt verantwoordelijk voor de uitkering van de gelden. Er gaat een subsidie naar de stichting. Het gaat om ongeveer 20 verenigingen met een gebouw. De stichting zal zelf de promotie verzorgen te beginnen met een startbijeenkomst bij de korfbalvereniging. 3
Verenigingen zijn vrij om zelf een leverancier te kiezen. Niet is voorzien in een package-deal (die op zich voordelen kan opleveren). De meerwaarde voor de gemeente is dat de Stichting een betere ingang heeft bij de verenigingen dan de gemeente.
Mevrouw Önder geeft in tweede termijn aan vraagtekens te plaatsen bij de rechtsbescherming als de gemeente niet rechtstreeks zelf subsidieert maar dat e.e.a. via een stichting gaat lopen. Hoe zit e.e.a. juridisch gezien. Advies: De commissie adviseert positief over het voorstel. Mevrouw Önder geeft aan het onderwerp opnieuw in haar fractie te willen bespreken. De commissie adviseert de raad om die reden het onderwerp regulier te agenderen. 12.
Kadernota AVRI (bespreken) Vanuit de commissie wordt het volgende naar voren gebracht: Er is sprake van een kostenstijging van 15% terwijl de restafvalverwijdering daalt. Waarom wordt gekozen voor een doorbelasting naar de burger. Wat kan/gaat de AVRI zelf doen om de kostenstijgingen te verminderen of op te vangen. Het is wrang dat nu de inwoners een optimale vorm van afvalscheiding ter hand hebben genomen de kosten voor afval verwijdering zo stijgen. Om deze stijging kunnen we niet heen. Los van de vraag wat de AVRI zelf nog kan doen is variant 3 de meest bespreekbare. Een beroep op de algemene reserve van 1,3 miljoen euro betekent dat de reserve onder het gewenst niveau zakt. Het AB vraagt om de risico’s in kaart te brengen. Deze informatie moet dan ook gedeeld worden met de raden van de deelnemende gemeenten. Er bestaat weinig enthousiasme voor een aantal variabelen zoals stoppen met papierinzameling door vrijwilligers dan wel de inzameling van restafval verminderen De status van de kosten is niet helder. Hoe is het mogelijk dat de lasten in twee jaar tijd met een kwart toenemen? De afvalstoffenheffing stijgt in 2017 tot € 22 Hierin is de stijging van de afvalstoffenheffing met € 4 en de inzet van de reserves verdisconteerd. Mogelijkheid 3 is verder te onderzoeken. Vermindering van de inzameling van restafval wordt ontraden. Gemist worden de noodzakelijke investeringen voor omgekeerd inzamelen zoals besproken tijdens de laatstgehouden beeldvormingsavond. Waar zit daar het break even point. De papierinzameling door vrijwilligers mag niet ter discussie worden gesteld. Het voorliggende stuk staat haaks op de informatie over omgekeerd inzamelen. De derde mogelijkheid lijkt het meest bespreekbaar. Wat doet de AVRI zelf om de kostenstijging tegen te gaan. Het is moeilijk te kiezen uit de variabelen als je de opbrengsten niet kent. Van de zijde van het college wordt als volgt gereageerd: De kadernota is een nieuw instrument om voorafgaand aan het opstellen van de begroting zo pro-actief als mogelijk te kunnen beschikken over de zienswijze van de commissie. De kostenstijging wordt niet veroorzaakt door het omgekeerd inzamelen. Dit behoeft een aparte discussie en besluitvorming waarop niet vooruitgelopen wordt. De commissie doet een heldere uitspraak over het voortzetten van de papierinzameling met vrijwilligers ook na 2016. Tiel kan ook niet instemmen met een vermindering van de inzameling van restafval.
4
De commissie geeft ook de boodschap mee om bij de AVRI er uit te persen wat nog mogelijk is. De kanttekening hierbij is dat landelijk gezien de afvalstoffen heffing laag is en dat dit ook geldt voor de kosten van de AVRI. Het inzetten van de reserves past bij de lijn van Tiel om reserves bij verbonden partijen zo minimaal mogelijk te houden. Het einde van de inzet van reserves is in zicht. Deels worden hierdoor ook de kostenstijgingen verklaard. Aangedrongen zal worden op het verschaffen van inzicht in de risico’s bij het verminderen van de reserves.
In tweede termijn wordt vanuit de commissie opgemerkt dat niet helder is welke ontwikkelingen er zijn bij de aanzienlijke lastenstijgingen. Blijven de kosten verder stijgen. Nu kan moeilijk een weging worden gemaakt. Van de zijde van het college wordt aangegeven dat in 2020 de afvalberg over gaat naar de provincie hetgeen betekent een kostenverlaging van € 8 per aansluiting. De hiermee gepaard gaande kosten zijn €2 zodat netto de kosten dalen met € 6. De marktontwikkeling is momenteel erg slecht. Indien hier verbetering in komt zullen meer voordelen worden behaald. Conclusie: De kadernota is afdoende besproken zodat het Tiels AB-lid het nodige namens Tiel in de vergadering kan inbrengen. 13.
Papierinzameling door verenigingen (bespreken) De heer B. de Rooij, voorzitter van korfbalvereniging Tiel ’72 maakt mede namens andere verenigingen gebruik van het spreekrecht. Zijn bijdrage is als bijlage aan dit verslag gehecht. Aan de heer De Rooij worden de volgende vragen gesteld. De heer Kerkmeester wijst er op dat 7 verenigingen op de wachtlijst staan. Hoe kijkt hij daar tegen aan? De heer De Rooij is van oordeel dat vooral gekeken moet worden naar verenigingen die al voor 1999 (verplichte overgang naar de AVRI) actief waren. In overleg met alle verenigingen zal gekeken moeten worden naar een verdeling. Deze moet van onderop komen en niet van bovenaf opgelegd moeten worden. De heer Saddiki vraagt of b.v. blijkens notulen rechten zijn vastgelegd. De heer De Rooij antwoordt dit niet te weten. De heer Zuidema vraagt of een soort poule-systeem mogelijk is om zo tot een eerlijker verdeelsysteem te komen naar rato van het opgehaalde oud – papier. Volgens de heer De Rooij hangt dit af van de omvang van de verenigingen. 10 verenigingen willen met elkaar praten en 1 vereniging niet. De heer Roelofs vraagt of het een optie is om het plastic te aan inzamelen. Dat gebeurt nu overdag. Verenigingen zouden de krachten moeten bundelen. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk. De heer De Rooij antwoordt dat inzameling van plastic een te bespreken optie is. Desgevraagd antwoordt de heer De Rooij op een vraag van de heer Van Ijzendoorn dat de AVRI om privacy redenen geen gegevens heeft verstrekt van verenigingen die op de wachtlijst staan. Vanuit de commissie wordt ingebracht dat het college met alle verenigingen, ook die op de wachtlijst staan, om de tafel gaat zitten om b.v. een inzamelstichting op te richten. Uit een oogpunt van burgerparticipatie zou het college dit kunnen faciliteren. Ook de gedachte om plastic te gaan inzamelen kan hier in meegenomen worden. Van belang is dat alle verenigingen een kans moeten krijgen.
5
Ook wordt meegegeven dat er inzicht gegeven moet worden over de nettokosten van oud papierinzameling door de AVRI. Op basis van dit inzicht kan ook naar de plastic inzameling worden gekeken. Van de zijde van het college wordt naar voren gebracht dat gesprekken met verenigingen in AVRI-verband moet plaatsvinden vanwege het grensoverschrijdende karakter van de huidige papierinzameling. De stellingen van de AVRI zijn slechts bedoeld om de discussie op gang te brengen en niet meer dan dat. Desgevraagd zal het college bij de AVRI aankaarten dat het gaat om 81 verenigingen in het werkgebied. Of Tiel daarbij een pilot kan starten zal ook aan de orde worden gesteld. Conclusie: Het onderwerp is voor het moment voldoende besproken om als inpunt te dienen voor de komende AB-vergadering van de AVRI. 14.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (bespreken) Ten behoeve van dit onderwerp neemt de heer Gradisen deel aan de vergadering. De heer Gradisen geeft een vooruitblik op de komende vergadering van de regionale agendacommissie van 11 april a.s. Aan de orde zal komen de stand van zaken m.b.t. ambitiedocument van de regio en de daarop binnengekomen reacties van de deelnemende gemeenten (brieven met standpunten, moties en een amendement). Zo pleit de gemeente Neder Betuwe tot het instellen van een regionaal investeringsfonds van €3 per inwoner. Omvang, aard en karakter (publiek-privaat?) moet nog in bespreking komen. Voorgesteld zal worden dat in de agendacommissies (presidium in Tiel) afspraken worden gemaakt hoe als individuele gemeente om te gaan met alle gemeentelijke reacties. Gewezen wordt op een regionale bijeenkomst op 18 mei a.s. in aanwezigheid van de provincie waarin het lobby-document A15 aan de orde zal komen. De heer Gradisen wijs op de komende raadsledeninformatiebijeenkomsten op 18 april 2016, 30 mei 2016 (breedband) en 14 september 2016 (stand van zaken ambitiedocument en gebiedscorridor).
15.
Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering.
6
CONCEPT BEKNOPT VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR D.D. 10 MAART 2016
Aanwezig: P. van den Burg (voorzitter), de leden T. Zuidema, J.L. Sewalt-Wijbrandts, L.H.K. Metiary, J.J.J. Heijmans, E.M. Rhebergen, B. van Gurp, S. de Boer, G.G.G. Groen, A. Haddouch, Th.J.M. van Oostrom, W. Kooijman, M. Aliskan, M.J. van Groenesteijn, J.D. Stoeten – Flach, A. Önder, C.J. Kerkmeester en J.W. Westerholt (griffier) Eveneens aanwezig: H. Beenakker en L. Verspuij (portefeuillehouders), M.T. Meuse (hoofd veiligheidsbureau van de Veiligheidsregio Gelderland – zuid), N. Peters – Sengers, W. Rikken, I. Stel en R. van Vugt (ambtelijke ondersteuners) 1.
Opening/mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
2.
Vaststellen van de agenda De agenda wordt conform vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken Op een vraag van de heer Groen of er bij ingekomen stuk 03.5a Informatienota aanpak onderzoeksonderwerpen bezuinigingen een onderscheid gemaakt wordt tussen coalitie- en oppositiefracties, wordt geantwoord dat een dergelijk onderscheid absoluut niet de bedoeling is. De resultaten van onderzoek komen terug in de totale politiek.
4.
Actieve informatie van het college De heer Beenakker meldt dat op basis van de criteria een groslijst van locaties voor de opvang van 300 personen gedurende de periode van een half jaar, is teruggebracht naar een viertal locaties die aan het COA zijn voorgelegd. Een reactie van het COA laat op zich wachten omdat het COA ook onderzoek moet verrichten, o.a. op het gebied van investeringskosten. Inmiddels is ook bestuurlijk overleg met het COA gevoerd. Voor de uiteindelijke locatiekeuze is ook een besluit van de raad nodig. E.e.a. wordt vervolgd. Ten aanzien van de statushouders geldt dat de woningbouwcorporaties met een voorstel komen om het aantal en de extra statushouders te huisvesten. Hierover vindt ook regionale afstemming plaats. Desgevraagd wordt geconstateerd dat er geen aanleiding te veronderstellen dat Tiel “straf” krijgt zoals in Brabant is gebeurd. Tot nu toe heeft Tiel aan zijn verplichtingen voldaan. De minister van BZK heeft een wetsvoorstel in de maak om over 10 jaar de precarioheffing voor kabels en leidingen af te schaffen in combinatie met een discussie over het belastinggebied. Gedurende deze periode mogen geen verhogingen meer worden doorgevoerd. De Tielse tarieven zitten nu reeds aan de hoge kant. Er is een burgerinitiatief in aantocht voor het plaatsen van zonnepanelen op daken van de gebouwen van sportverenigingen. Het voorstel zal aan de raad worden gericht omdat hiervoor middelen nodig zijn. Het AB van de AVRI heeft de Tielse motie inzake de bestuurssamenstelling besproken aan de hand van de diverse peilingen bij de raden van de deelnemende gemeenten. De uitkomst is dat de andere deelnemers geen behoefte hebben de bestuurssamenstelling te wijzigen. 1
5.
Vaststellen verslag vergadering d.d. 4 februari 2016 Het verslag wordt conform vastgesteld.
6.
Afsprakenlijst commissie Afspraak 2 wordt gewijzigd. De voorgestelde proces aanpak wordt gewijzigd in een inhoudelijk stuk in mei/juni 2016 Afspraak 3 digitale bel- en herstelmeldingen; onder verwijzing naar de nieuwsbrief voor de raad d.d. 8 maart 2016; er komt een inhoudelijk stuk naar de commissie bestuur van april 2016. Afspraak 7 Informatienota Omgevingswet volgt in juni 2016 voor de zowel de commissie bestuur als ruimte.
7.
Rondvraag Mevrouw Metiary vraagt of de bedreigingen van moskeeën zich ook in Tiel voordoet. En indien dit het geval is, is de vraag hoe hier op wordt gereageerd. De heer Beenakker antwoordt dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de Turkse en de Marokkaanse moskee. Laatstgenoemde heeft een dreigbrief ontvangen. De heer Beenakker geeft aan binnenkort weer in gesprek te zullen gaan met genoemde moskeeën. Hij spreekt zijn zorg uit over de polarisatie die zich in de samenleving ontwikkelt. Hij vestigt de aandacht op de dialoogtafels in het kader van het programma radicalisering voortvloeiend uit het integraal veiligheidsbeleid. De heer Van Gurp vraagt naar aanleiding van de overval afgelopen dinsdag of er sprake is van een trend. De heer Beenakker antwoordt dat het aantal woninginbraken in Tiel nog steeds dalende is. De vraag is of de criminele groepen in Tiel de activiteiten verleggen. Hierin is echter nog geen lijn in te ontdekken. De politie zit echter boven op de zaak omdat het een geval van “high crime impact” betreft. Wellicht dat ook de hoge straffen in de COOP-zaak een afschrikwekkend effect hebben. De heer Zuidema vraagt naar de betekenis voor Tiel van de provinciale memo inzake gereguleerde wiet-teelt. Hij vraagt zich af dit punt in combinatie met de ruimte die op Rijksniveau lijkt te gaan ontstaan, opnieuw in de commissie geagendeerd zou moeten worden. De heer Beenakker zegt schriftelijke informatie over het onderwerp toe.
8.
2e Wijziging welstandsnota Tiel 2010 (om advies) De heer Kooijman vraagt aandacht voor de informatie op de website voor de welstandsnota in het bijzonder in relatie tot lopende projecten. De heer Verspuij zegt dit toe. De heer Van Oostrom merkt op dat het CDA tegenstander is van welstandsvrij bouwen, maar het voorstel ligt in lijn met de eerdere besluitvorming van de raad. Advies commissie: De commissie adviseert positief over het voorstel en geeft aan dat het als hamerstuk kan worden geagendeerd.
9.
Bespreeknota Provinciale subsidieregeling energiebesparing (bespreken) De leden van de commissie afkomstig uit de fracties van GL, PvdB en Pro Tiel delen het standpunt van het college niet. Zij zijn voorstander van het aangrijpen van alle mogelijkheden om de klimaatdoelstelling te bereiken en inwoners daarbij alle hulp te bieden die mogelijk is. Weliswaar onderkennen zij de praktische/uitvoeringsbezwaren maar zij achten een gemeentelijke investering van rond de € 25.000 verantwoord. De commissieleden afkomstig uit de andere fracties steunen, op basis van een nadere toelichting, het standpunt van het college. 2
Conclusie: Het standpunt van het college om niet deel te nemen aan de provinciale subsidieregeling energiebesparing wordt door een meerderheid van de commissieleden gedeeld. 10.
Consultatie regionaal beleidsplan VRGZ (bespreken) Vanuit de commissie worden de voorgelegde vier vragen als volgt beantwoord. Deze beantwoording wordt meegenomen naar de AB-vergadering van de veiligheidsregio. Vraag 1 Kunt u zich vinden in de prioritering in het regionaal risicoprofiel van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) De commissie herkent zich in de beschreven prioritering met dien verstande dat het ambitieniveau als hoog wordt ervaren. Een commissielid vraagt zich af of het verstandig zou zijn transport van gevaarlijke stoffen over de weg naar voren te halen. Een lid van de commissie mist het risico van laagvliegroutes boven de regio. Geantwoord wordt dat ook gekeken is naar de kans dat een risico zich voordoet en de impact die een risico met zich brengt. Vraag 2 Hoe ziet u de rol van de gemeente bij risicogericht werken van de VRGZ. Vanuit de commissie worden de volgende rollen aangedragen: de raad dient te worden geïnformeerd over ontwikkelingen en resultaten, de gemeente kan preventief optreden bij de genoemde risico’s, de raad kan kaders stellen, de gemeente kan faciliteren en communiceren wie waarop aanspreekbaar is en er kan regionale afstemming van activiteiten worden gezocht. Vraag 3 Vindt u het een eigen verantwoordelijkheid van inwoners (zelfredzamen en en verminderd zelfredzamen) om zelf actie te ondernemen bij incidenten? Een ieder heeft een eigen verantwoordelijkheid, daarnaast is er sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid en er is sprake van een exclusieve overheidsverantwoordelijkheid. Met niet zelfredzame inwoners dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden. Immers mensen blijven steeds langer thuis wonen. Over de eigen verantwoordelijkheid van mensen dient goede voorlichting te worden gegeven. In preventieve zin kan een beroep op zelfredzaamheid worden gedaan waarbij kwetsbare inwoners met rust worden gelaten. Anderzijds moet een beroep op de hulpdiensten altijd mogelijk zijn, ze zijn er niet voor niets. Immers professionals zijn ingehuurd om veiligheidsrisico’s te beoordelen. Gekeken kan worden naar het opstellen van persoonlijke bereddingsplannen waarover een maatschappelijke discussie zou kunnen worden gestart. Vraag 4 Heeft u suggesties of aanvullende ideeën voor burgerparticipatie bij crisisbeheersing? Een burgerpanel kan goed werken maar dit lost de afstand van inwoners tot het onderwerp niet op. De VRGZ wordt geadviseerd op dit onderdeel duidelijke verwachtingen te formuleren die vervolgens ook kunnen worden getoetst Een goede en permanente voorlichting kan bijdragen aan het veiligheidsgevoel. Ook het betrekken van de EHBO, het Rode Kruis en welzijnsinstellingen kan een bijdrage betekenen aan burgerparticipatie. Het peilen en stimuleren van behoeften van inwoners kan de burgerparticipatie ook vergroten. Samen oefenen is een prima gedachte. De ervaring leert echter dat b.v. bij ontruimingsoefeningen op scholen vrij snel een vorm van gemakzucht optreedt.
11.
Afronding eerste fase van stadsvisieproces en imago onderzoek (bespreken) De commissie stemt in met de notitie “Waar staat Tiel anno 2015” als 0-meting in het kader van het stadsvisieproces. Vanuit de commissie wordt aangegeven de stadsvisie en de daaraan ten grondslag liggende onderzoeken een impact hebben of 3
zouden moeten krijgen op veel andere terreinen. Te denken valt aan de binnenstad (stadsmanager), het buitengebied, het veiligheidsbeleid, de rol van Tiel in de regio (andere gemeenten in hun kracht zetten) het opleidingsniveau en de rol van vrijwilligerswerk. Zo zijn er vele koppelingen mogelijk. Ook wordt er voor gewaarschuwd dat het verstandig is om zaken pas te gaan onderzoeken als je weet wat je met die onderzoeken wilt gaan doen. Van de kant van het college wordt als volgt gereageerd. De stadsvisie wordt geen traditioneel einddocument. Het gaat niet om een boekwerkje maar om het op gang brengen van een beweging. De gemeente kan een faciliterende rol pakken bij plannen van ondernemers b.v. in de binnenstad. De positionering van Tiel in de regio is een punt dat meegenomen wordt. Tiel is geen eiland. Daarbij past ook de vraag of je Tiel profileert als fruitstad Het rapport Tordoir is uitgebracht in het kader van de Stadsvisie, maar kan sturend werken op lopend beleid. Het kan gebruikt worden als document waaraan dit lopende beleid wordt gespiegeld. Conclusie: Met inachtneming van het bovenstaande acht de commissie het onderwerp als voldoende besproken. 12.
Terugkoppeling intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Van de gelegenheid wordt geen gebruik gemaakt.
13.
Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit om 22.00 uur de vergadering.
4
Afsprakenlijst van de commissie Bestuur
NR. Onderwerp
Afspraak/toezegging
Datum afspraak
Planning
1.
Nota en voorstel afwachten en onderwerp als reminder plaatsen op afsprakenlijst
05-06-2014
Afwachten advies van de raadswerkgroep verbonden partijen dat volgens planning voor de zomer van 2016 gereed is
2.
3.
4.
5.
P&C- cyclus gemeenschappelijke regelingen en gemeente op elkaar afstemmen zodat raad tijdig controlerende taak kan waarmaken. Mede in relatie tot nota verbonden partijen n.a.v. rekenkamerrapport. Gevraagd wordt om een bespreeknota waarin wordt beschreven wat Tiel doet op het gebied van joppen. Wat is wel en wat is niet succesvol (geweest) en in welke richtingen voor de toekomst zijn mogelijk. De vraag is breder dan alleen het aspect openbare veiligheid. Er wordt een nader voorstel gevraagd inzake de verwerking van digitale belen herstelmeldingen beheer openbare ruimte waarin naast optie 1 ook uitgewerkt wordt de inzet van een speciale klantgerichte app (o.a. kosten en organisatie. N.a.v. de bespreeknota expeditie dienstverlening zullen de servicenormen nog worden geformuleerd en via een informatienota aan de commissie ter kennisneming worden aangeboden. Terugkoppelen uitkomsten
Gemaakt op 16 maart 2016
09-09-2015 08-10-2015 10-03-2016
Nadere uitwerking wordt toegezegd. Hierbij zal ook worden ingegaan op (software) problemen bij de bel- en herstellijn in relatie tot de AVRI
Terugkoppeling zal plaatsvinden
Inhoudelijk stuk wordt aan de commissie van mei/juni 2016 voorgelegd
09-09-2015 03-12-2015
Zie nieuwsbrief van het college aan de raad d.d. 8 maart 2016
09-09-2015
Maart 2016
04-02-2016
collegeconferentie n.a.v. rapport ruimtelijke samenhang regio Rivierenland met als doel vervolgaktiviteiten te monitoren Vragen van raads-/commissieleden Nr.
Onderwerp
Afspraak/toezegging
Datum afspraak
6.
Mevrouw Stoeten vraagt aandacht voor de gevolgen van de invoering van de nieuwe Omgevingswet
Een informatienota met daarin opgenomen een stappenplan en een kostenoverzicht wordt toegezegd
04-02-2016 10-03-2016
7.
De heer Gradisen vraagt naar de kaders om als raad te kunnen sturen bij het onderbrengen van de basismobiliteit bij de regio Rivierenland. De heer Zuidema vraagt of hier sprake is van een nieuwe open einde regeling
Schriftelijke beantwoording voorafgaand aan de raadsvergadering d.d. 16-12-2015 wordt toegezegd. Antwoord is toen niet gegeven. Graag alsnog antwoord
03-12-2015 04-02-2016 10-03-2016
Planning In juni 2016 zal een informatienota zowel naar commissie bestuur als ruimte worden gezonden Zie verslag van de commissie ruimte d.d. 8 maart 2016 waarin procesinformatie is gegeven
NB: indien de commissie geen opmerkingen heeft over punten 3 en …. dan wordt het betreffende punt bij de volgende uitdraai van de lijst verwijderd.
Gemaakt op 16 maart 2016
Bespreeknota Aan:
Commissie Bestuur
Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
Positionering Stadspromotie J. Beenakker 22 maart 2016 Nee
Vraag:
De notitie positionering van Tiel als Fruitstad zoals beschreven in de notitie Tiel Fruitstad te bespreken. Deze bespreking heeft tot doel met name de gedachten en ideeën van de commissie op te halen en deze in de notitie te verwerken.
Context / achtergrondinformatie:
In 2013 werd de visie Stadspromotie door de raad vastgesteld. Deze had als rode lijn de stad te positioneren als Stad van Flipje. Anno 2016 is deze positionering toe aan een update.. Met een herijking van de positionering stadspromotie wordt beoogd een consistente maar breder ingestoken lijn door te zetten ten aanzien van de profilering van Tiel als aantrekkelijke bezoekstad en daaraan verder te bouwen samen met inwoners, ondernemers en evenementenorganisaties.
Bijlagen: Tiel Fruitstad, over de positionering van Tiel Bijlage 1 Flipje uitingen
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Advies Roland van Vugt 06-18304917
[email protected] Pagina 1 van 1
TIEL, FRUITSTAD over de positionering van Tiel
Hoe plukken we in Tiel de vruchten van onze unieke kwaliteiten?
1
Vooraf Deze notitie is bedoeld als bespreekstuk voor de commissie Bestuur en zal ter vaststelling worden aangeboden aan de gemeenteraad van mei. De rode draad hierin is op 11 februari gedeeld en besproken tijdens de bijeenkomst met ambassadeurs en een delegatie van de gemeenteraad. Doel van de commissiebehandeling is vooral om wensen en ideeën op te halen.
Inleiding Op de vraag hoe profileer je je als stad zijn meerdere antwoorden mogelijk. In essentie is de lijn, die uit de deskundigenmonden is op te tekenen: blijf bij jezelf, zoek de verbinding met je historie
en haak aan op wat je al hebt, op je eigen authentieke, unieke en onderscheidende kwaliteiten. Een ander, veel gehoord advies is om een keuze te maken. Breng focus aan. Je kunt als stad niet (van) alles zijn. Maak een duidelijke keuze op welk thema je je wilt profileren. Hier geldt de wet van de aardbeienjam: hoe meer je het uitsmeert, hoe dunner het wordt. Wanneer deze adviezen worden gevolgd, is de kans groot dat inwoners en ondernemers als ambassadeurs van Tiel deze profilering meemaken en uitdragen. Stadspromotie is niet de hobby van een verdwaalde eenling, maar iets waar we allemaal ons steentje aan kunnen bijdragen. Samen vertellen we het verhaal van Tiel, het DNA van de stad. Met als doel Tiel als aantrekkelijke bezoek- en verblijfstad voor het voetlicht te brengen.
Goede uitgangspositie In het najaar van 2015 werd door onderzoeksbureau Right onderzoek uitgevoerd naar het imago van Tiel. Zowel inwoners van de gemeente Tiel werden bevraagd als bewoners uit de regio. Uit het onderzoek komt naar voren dat 60% van de inwoners van Tiel er trots op is inwoner van Tiel te zijn. 72% van de inwoners geeft de stad een 7 of hoger. Driekwart van de inwoners vindt Tiel een aantrekkelijke stad om te wonen. Met name het aanbod op het gebied van evenementen, cultuur en horeca wordt gewaardeerd. Bijna de helft van de inwoners uit omliggende gemeente komt graag naar de stad. Voor omwonenden is winkelen verreweg de belangrijkste reden om de stad Tiel te bezoeken gevolgd door ziekenhuisbezoek en bezoeken aan familie en vrienden. Sterke punten van Tiel vindt men de centrale ligging in Nederland, het aanbod aan voorzieningen en de ligging aan de Waal. Onderscheidend vindt men Tiel op het gebied van evenementen, ligging en omgeving en de kleinschaligheid. Opvallend is dat jongeren tot 34 jaar dit het meest als 2
sterk punt noemen. Vermeldenswaard is dat de vragenlijst ook werd aangeboden aan de Kinderraad Tiel. Door een aantal scholen werd de vragenlijst ingevuld. Zo’n 75 vragenlijsten kwam retour. Het gemiddelde rapportcijfer bij de jongeren ligt met een 7,6 nog hoger dan onder de respondenten uit het onderzoek van Right. De plus- en verbeterpunten voor Tiel lopen synchroon met de punten die uit het onderzoek van Right naar voren komen. Op basis van de uitkomsten van het Imago-onderzoek mag geconcludeerd worden dat Tiel een goede uitgangspositie voor wat betreft de promotie van de stad. De kunst zal zijn om de trots, die er is, te vertalen naar trade. De trots van Tielenaren moet geur, kleur en smaak krijgen, zodat velen trek krijgen de stad (vaker) te bezoeken. Unieke kwaliteiten Tiel heeft vele kwaliteiten. Om er maar eens een aantal te noemen: de stad heeft een fraaie ligging aan de Waal, Tiel is een historische stad, zelfs een Hanzestad, er is sprake van veel activiteit en bedrijvigheid, de stad is overzichtelijk en compact, heeft een groene omgeving, ligt centraal in het land en is goed bereikbaar, telt talloze evenementen, en nog grote ook, en heeft veel te bieden en in huis op het gebied van sport, gezondheid en cultuur (ziekenhuis, schouwburg, bibliotheek, etc.). Ongetwijfeld zijn er nog meer sterke punten te noemen. Maar zonder ook maar iets af te doen aan deze kwaliteiten, stuk voor stuk zijn ze niet exclusief. Want er zijn meerdere steden met veel groen, Tiel is niet de enige stad die een rijke historie heeft, ook de ligging aan een rivier is niet uniek, noch de bedrijvigheid en ook telt ons land meerdere Hanzesteden. Overigens laat dit onverlet dat we ook deze kwaliteiten benutten in het kader van profilering richting doelgroepen en thema’s. Zo kunnen we ook Hanzestad inzetten als historisch en toeristisch uithangbord en hetzelfde geldt voor de waardering die er is voor Tiel als evenementenen sportieve stad. Flipje Wat echt uniek is, is ons fruiticoon Flipje, als representant van de fruitcultuur die met Tiel en de Betuwe verbonden is. Flipje wordt erkend en herkend. Om de Commissaris van de Koning na te zeggen: 'Met Flipje heeft Tiel goud in handen'. Daar moeten we dus zuinig op zijn en blijven.
3
Dit in 1935, in opdracht van jamfabriek 'De Betuwe' ontwikkelde, marketingsymbool is zeer bekend geraakt en behoord nog steeds tot de meest bekende reclame-iconen van ons land. Maar het is meer, Flipje is ook cultureel erfgoed. Vandaar ook zijn plek in Madurodam en het feit dat hij zijn eigen museum heeft. Het symbool Flipje is laagdrempelig, niet pretentieus en heeft een hoge aaibaarheidsfactor. Bovendien gaat het om een uniek beeldmerk, dat herkend wordt en waarmee Tiel zich onderscheidt. Dat aansluiten op de eigenheid van de stad loont, ervaren we sinds 2009. Vanaf dat moment is Tiel zich nadrukkelijk gaan profileren als stad van Flipje. We merken dat dit aanslaat (bij eigen inwoners, bij ondernemers en organisaties en in eigen huis), want we zien Flipje inmiddels overal terug. Steeds meer inwoners, organisaties en bedrijven omarmen het beeldmerk (deze oogst is zichtbaar gemaakt in bijlage 1). Bovendien wordt de stad van Flipje ook buiten Tiel herkend. Wat 'Manneke Pis' is voor Brussel, is Flipje voor Tiel. In contacten met journalisten en programmamakers is dit een terugkerend thema. De visie Stadspromotie van 2013, die deze strategie uitademende, is daarmee qua positionering toe aan een update. Want we willen in Tiel niet stilzitten. Er is genoeg werk aan de winkel. Zonder het beeldmerk Flipje te kort te doen of over boord te gooien, liggen er kansen voor verbreding en verbinding. Dit kan door Tiel ook steviger als Fruitstad te positioneren vanuit een inhoudelijke focus. … en de Betuwe is een begrip Maar naast Flipje kan Tiel, wellicht samen met buurgemeenten nog een troef inzetten, de Betuwe. Net als de Veluwe, de Biesbosch en de Drunense Duinen, is de Betuwe een klinkende merknaam, die positieve associaties oproept. Niemand weet overigens precies waar de Betuwe begint en eindigt, maar feit is wel dat Tiel in de Betuwe ligt. Tiel, is zelfs de grootste centrumstad in de Betuwe. De Betuwe is van oudsher bekend om zijn fruitproductie en in economische waarde uitgedrukt, vervult deze sector een betekenisvolle, maar onderschatte, rol in de regio, maar ook voor de BV Nederland. Het gaat om een productiewaarde van maar liefst een half miljard euro en zo’n 6600 arbeidsplaatsen. Op bestuurlijk niveau wordt binnen de regio Rivierland samengewerkt in een constructie die tien gemeenten omvat. Inmiddels groeit hierbinnen het besef dat het meer inzetten op gevestigde begrippen als Betuwe, Bommelerwaard en Land van Maas & Waal bij bezoekers en toeristen meer herkenning oplevert. 4
Tiel Fruitstad als paraplu Zowel Flipje als Betuwe refereren aan fruit. Met een positionering van Tiel als Fruitstad wordt de context verbreed en kan meer thematisch en beleidsmatig worden ingekleurd. Bovendien is er in Nederland geen stad, die zich Fruitstad noemt of kan noemen, daarom past het prima bij Tiel om met dit thema verder aan de slag te gaan. Fruit roept positieve associaties op. Het is gezond, het groeiproces is fascinerend (van bloesem tot vitaminebom), het oogt en toont, het is kleurrijk en veelvormig. Het past bij ons. Het thema fruit kan als paraplu dienen. Flipje, Betuwe, gezondheid, sport, veelkleurigheid, Appelpop, Corso zijn in dit opzicht allemaal loten aan dezelfde stam. Laten we er dan ook de vruchten van plukken en van Tiel DE fruitstad van Nederland maken.
Belgische evenknie In België profileert de stad Sint Truiden zich als Fruitstad. Sint-Truiden is een stad en gemeente in de Belgische
provincie
Limburg
en
telt
bijna
40.000
inwoners. De stad is de hoofdplaats van het kieskanton en het gerechtelijk kanton Sint-Truiden. Sint-Truiden is de hoofdstad van de fruitstreek. Sint-Truiden is van oudsher het handels- en dienstencentrum van een streek die zijn welvaart te danken heeft aan de teelt en verkoop van fruit. In de omgeving van de stad zijn destijds verscheidene fruitveilingen opgericht.
Draagvlak bij gemeenteraad Tijdens een informele bijeenkomst met leden van de Tielse gemeenteraad op 18 april 2015 werd fruit genoemd als thema waarop Tiel zich zou kunnen positioneren. Veel handen gingen daarvoor op elkaar en er werd gepleit voor een meer thematische aanpak.
Draagvlak bij ondernemers De
keuze
voor
Tiel
Fruitstad
sluit
ook
prima
aan
op
de
initiatieven
die
vanuit
ondernemersvereniging Hart van Tiel zijn gestart. Ook hierin komt fruit, als een mogelijkheid om de beleving van Tiel en de Tielse binnenstad te vergroten, nadrukkelijk aan de orde. Wat al staat als een huis zijn de evenementen Appelpop en Fruitcorso. Het Flipjemuseum blijft eveneens een gewaardeerde trekker. De Flippas is een kansrijk initiatief evenals het Betuws bont. 5
Draagvlak bij de ambassadeursgroep In het kader van het proces van de stadsvisie is een ambassadeursgroep opgericht. Deze groep telt zo’n 30 maatschappelijk betrokken inwoners van Tiel. Ook bij de presentatie Tiel, Fruitstad op 11 februari jl. aan deze groep bleek brede steun voor dit concept.
Draagvlak bij derden Een quickscan onder andere partijen in de stad biedt voldoende aanknopingspunten om met dit thema aan de slag te gaan. Binnen het onderwijsveld wordt positief gereageerd op het thema fruit. Het sluit prima aan op initiatieven die als doel hebben gezond eten en voedselbewustzijn te bevorderen. Ook de directie van ziekenhuis Rivierenland ziet aanknopingspunten om dit thema op te pakken. Hetzelfde geldt voor woningcorporatie SCW die in principe bereid is om in de openbare ruimte dit thema op te pakken.
Draagvlak onder inwoners Wat te denken van een koppeling van fruit met vormen van stadslandbouw. Biedt bewoners letterlijk de ruimte om hiermee aan de slag te gaan en laat de stad deze inspanningen ook oogsten. Vergroenen van straten en wijken met vruchtbomen is daarbij prima denkbaar. Een positief neveneffect hierbij is dat bewustwording over gezond voedsel en de beleving van de natuur kan groeien. Een Tielse invulling van het begrip stadslandbouw kan een feit worden en een verbinding met het thema gezonde voeding ligt voor de hand.
Stadslandbouw ‘De populariteit van stadslandbouw is de laatste jaren enorm gegroeid’, stelt Jan-Eelco Jansma, onderzoeker van Wageningen UR, vast. De verscheidenheid is groot: van kweekbakken op het balkon tot een leegstaande kas die tot overdekte volkstuin is omgebouwd. En van een moestuin in het park tot een zorgboerderij aan de rand van de stad. ‘De afgelopen honderd jaar is onze voedselvoorziening steeds meer los komen te staan van onze omgeving’. ‘Stadslandbouw is daar een tegenreactie op. Daar komt bij dat er door de economische crisis meer stukken grond beschikbaar zijn in en rond de stad.’ Enthousiasme genoeg, maar wat levert stadslandbouw de samenleving op, los van de bijdrage aan de voedselvoorziening? Onderzoekers van Wageningen UR vonden veel positieve effecten. Zo is stadslandbouw goed voor de gezondheid, de leefbaarheid en het gemeenschapsgevoel in de wijk. En ook de economie vaart er wel bij, zegt Jansma: ‘Steeds meer ondernemers verdienen er een nette boterham aan.’
6
Fruit en de regio Het thema fruit sluit bovendien mooi aan op de drie speerpunten van regio Rivierenland: Agribusiness, recretatie & toerisme, economie & logistiek. Alle drie de pijlers zijn prima te linken aan fruit. Bovendien biedt het thema de mogelijkheid om de samenwerking tussen Tiel en de buurgemeenten te versterken. Immers fruit is een thema dat ons als gemeenten in de Betuwe verbindt.
Goed voorbeeld…. Een mooie invulling van het thema fruit is ook de naam Pomona, die de Tielse Kinderraad koos als naam van onze nieuwe veerboot. Pomona is de Romeinse godin van de boomvruchten. Pomona kan wellicht ook de naamgeefster worden van een nieuw fruitevenement.
Aan de slag om te oogsten, wat gaan we doen? Zeggen dat je fruitstad bent is één, je moet het vooral laten zien en ervaren. Kom je nu als bezoeker in Tiel dan is er weinig dat aan fruit refereert. Alleen tijdens het Corso zie je de directe relatie met fruit. In de binnenstad is bijvoorbeeld nergens fruit te koop. Een gemiste kans! Wat te denken van een (Flipje) fruitstore met vruchtensmooties, fruitshakes, fruitgebak, vers fruit. Welke ondernemer ziet hier kansen? In het standplaatsenbeleid Tiel 2015 is de mogelijkheid geschapen om bij de Veerweg een (seizoens-)standplaats voor de verkoop van Betuws fruit in te richten. Inmiddels heeft zich een geïnteresseerde partij voor de verkoop van Betuws Fruit gemeld. De ambitie is om fruit in al z'n verschijningsvormen meer de stad in halen. Dat kan letterlijk door op een aantal strategische plaatsen fruitbomen te planten. Dit kan in openbaar gebied (een koppeling met het groenbeleidsplan is hierbij overigens gewenst), zoals op het plein bij de Agnietenhof, maar ook op locaties die in het bezit zijn van onze partners in de stad. Bijvoorbeeld 7
bij ziekenhuis Rivierenland of via de woningcorporaties. Een bijkomend effect van meer fruitbomen in de stad is dat dit een positief effect heeft op de bebouwde omgeving en het welbevinden van de mensen die er verblijven. Maar ook figuurlijk in de vorm van expressie door middel van aan fruit gerelateerde kunstobjecten, gevelgedichten, evenementen, routes en wandelingen, projecten, fairs. Fruit kan als extra sfeermaker dienen in de binnenstad. Uit het imago-onderzoek komt duidelijk naar voren dat zowel inwoners van Tiel als bezoekers uit de regio vinden dat de (binnen-)stad een kwaliteitsimpuls kan gebruiken. In dat opzicht vormen de projecten uit de koker van Hart van Tiel een prima mogelijkheid om aan deze behoefte tegemoet te komen.
Maar er is meer laaghangend fruit. Projecten
ondersteund
vanuit
Wageningen
Universiteit
Fruit4School
(vergroening
van
schoolpleinen met fruitbomen) en Fruit4Sport (vergroening van sportvelden met fruitbomen) bieden zeker kansen om in Tiel te introduceren. Ook Landschapsbeheer Gelderland met een vrijwilligersnetwerk van 7000 mensen in Gelderland is een partij om projecten handen en voeten te geven. Zij bieden professionele ondersteuning aan bewoners die met (hoogstam-)fruit aan de slag willen, zodat ook het beheer en onderhoud vakkundig belegd wordt. Op deze wijze wordt bovendien het groen in de stad iets van de mensen van de stad (en niet enkel een zaak van de gemeente). Deze projecten bevorderen daarmee de sociale samenhang in de stad en tevens wordt een ambacht in stand gehouden.
Be good and tell it Om Tiel op een positieve wijze onder de aandacht te brengen is het van onmisbare waarde dat inwoners en ondernemers daaraan hun steentje bijdragen. Wij dagen hen uit de positieve verhalen van onze stad en dat zijn er vele, te vertellen. Wij vragen hen daarbij niet om het gemeentelijk beleid of het gemeentebestuur te verdedigen. Nee, het gaat erom dat ze vanuit de eigen betrokkenheid hun stad vertellen. De dingen noemen waar ze trots op zijn of enthousiast van worden. En dat die trots aanwezig is, blijkt wel uit het imago-onderzoek, waarin 60% van de inwoners aangeeft trots te zijn op de stad. De gemeente kan handvatten bieden om bewoners nog meer reden te geven trots te zijn op hun stad en het besef te geven dat Tiel een unieke stad is waar het prettige leven is. Die slag kan de gemeente zeker niet alleen maken. Partners zijn nodig hun boompje mee te planten. Meerdere bomen maken immers een boomgaard.
8
Rol van de gemeente De tijd dat de gemeente iets bedacht, het zelf uitvoerde en financierde ligt achter ons. Tegenwoordig pakken we ambities op in co-creatie, samen met de stad. De gemeente heeft daarin een andere rol, veel meer als verbinder, stimulator, facilitator, maar vooral verleider.
Hoe gaan we dat doen? Een succesvolle uitrol van Tiel fruitstad is succesvol wanneer we er in slagen om partners in de stad te betrekken bij deze ambitie. Ondernemersvereniging Hart van Tiel is in dit opzicht al een partner waarmee ‘zaken gedaan kan worden’. Maar evenementenorganisatoren, verenigingen- en organisaties, het bedrijfsleven en inwoners (al dan niet in georganiseerd verband) zullen eveneens worden aangemoedigd mee te groeien in deze ambitie. Als dat slaagt is the sky the limit en zullen de fruitbomen tot aan de hemel groeien.
Beslispunt 1. Tiel heeft de ambitie zich de komende jaren in woord en daad te profileren met als focus Fruitstad Uitwerking: Samen met partners in de stad wordt het thema fruit op allerlei manieren zichtbaar en beleefbaar gemaakt. Ieder v anuit zijn eigen rol en mogelijkheden wordt uitgedaagd hier een bijdrage aan te leveren. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan: het planten van fruitbomen in de stad, werken met gevelteksten, kunstobjecten, onderwijs- en sportprojecten, evenementen, etc. Het thema wordt integraal verbonden aan de beleidsvelden openbare ruimte, gezondheid en sport.
Effect: Het geheel van deze activiteiten zal ertoe bijdragen dat de beleving van de stad wordt vergroot en de herkenbaarheid groeit.
Beslispunt 2. Flipje blijft als beeldmerk van Tiel gebruikt worden ondersteunend aan het thema Fruitstad
Uitwerking: De inzet en uitrol van de afgelopen jaren wordt gecontinueerd.
9
Effect: Flipje blijft als herkenbaar beeldmerk prominent in beeld als bekendste ambassadeur van de stad.
Beslispunt 3. De Betuwe als bekend en positief begrip wordt beter benut en zal eveneens ondersteunend zijn binnen het thema fruitstad Tiel.
Uitwerking: In communicatie-uitingen wordt zoveel mogelijk de link gelegd met de Betuwe als streeknaam. Ook binnen de regio wordt meer ingezet op differentiatie naar streek (Betuwe, Bommelerwaard, Land van Maas & Waal).
Effect: Betuwe als bekende regiomerknaam wordt beter benut.
Beslispunt 4. Hierbij de huidige slogan te aan te passen tot: Tiel, Fruitstad van Flipje
Uitwerking: De afgelopen jaren is de slogan Tiel, stad van Flipje succesvol toegepast. Met de voorgestelde verbreding naar het thema fruit wordt de slogan in deze richting aangepast.
10
TOT SLOT
Stadspromotie Tiel maakt gebruik van diverse mogelijkheden en media om Tiel op een positieve wijze te promoten. Toeristen info: De Zaak van de Stad 2013: 7009 bezoekers
2014: 5000 bezoekers
2015: 7500 bezoekers
2014: 54.662 bezoekers
2015: 64.000 bezoekers
Website uitintiel.nl 2013: 38.434 bezoekers In 2016 compleet gerestyled. Magazine UitinTiel Gratis magazine met een oplage van 20.000 stuks. Zeer in trek bij ondernemers en bezoekers. In 2016 compleet gerestyled. City Tiel App Voorjaar 2016 wordt de city Tiel app actief. Deze app is tot stand gekomen in samenwerking met Hart van Tiel en opgezet door leerlingen van het ROC en in dezelfde stijl opgemaakt als magazine en website. Nieuwsbrief UitinTiel Sinds 2014 worden maandelijks circa 1.000 nieuwsbrieven verzonden. Facebook Sinds oktober 2014 gebruikt De Zaak van de Stad Facebook als medium om over Tiel te berichten. Er zijn vanaf oktober 2014 tot medio november 2015 ruim 150 berichten op geplaatst. Deze berichten zijn ruim 63.000 keer bekeken. Dat betekent dat elk bericht gemiddeld 420 keer wordt bekeken. Absolute topper was het filmpje waarin Tiel als evenementenstad werd genomineerd; dit bericht werd ruim 21.800 keer bekeken. Een goede tweede op ruime afstand is het bericht over het gratis parkeren op tijdens koopzondagen: 12.500 keer bekeken. Ook het aantal likes groeit.
11
Berichten op Facebook
Aantal likes
Promotieflmpje Tiel
1.791
Tentoonstelling Frank Govers, bericht en foto’s
1.472
Afscheid Hendrikus, bericht en foto’s
1.263
Flipje in De Telegraaf, bericht en foto
1.168
Tiel gewaardeerd als evenementenstad, bericht en foto
1.166
Nieuwe Flipjes sleutelhanger, bericht en foto
995
Kermis, bericht en foto
811
Pomona, bericht en foto
760
Pensioen Hendrikus, bericht en foto
560
Free publicity 2015 Flipje, Corso en Appelpop zijn de toppers als het gaat om het genereren van free publicity. Zo waren er in 2015 ongeveer 30 artikelen in de Gelderlander die berichtten over Flipje. Ook via de landelijke media was Tiel dit jaar op een positieve wijze in beeld. maart – juni 2015 RTL4 programma “Het Land van …” (diverse malen herhaald) 28 mei 2015 Telegraaf (halve pagina over Flipje 80 ontbijt) juli/augustus 2015 100% NL Magazine (over Tiel en de Betuwe) augustus 2015 VPRO gids (Appelpop) 21 september 2015 Telegraaf (halve pagina over verkiezing Flipje) 21 september 2015 Levensmiddelenkrant (Flipje 80) 22 oktober 2015 Elsevier (Frank Govers expositie) 6 november 2015 Telegraaf (kwartpagina over verdwenen merken) 14-18 december 2015 EO programma “Geloof, en een hoop Liefde”
12
DE TIELSE VRIENDEN VAN FLIPJE
Flipje is op steeds meer plekken in Tiel zichtbaar. Veel inwoners dragen het Fruitbaasje een warm hart toe. Er zullen weinig Tielenaren zijn die niet de ervaring hebben, dat wanneer ze zeggen uit Tiel te komen, te horen krijgen: "Oh, van Flipje!" In toenemende mate zijn het ook ondernemers en leden van verenigingen en evenementenorganisatoren die de kracht van dit nog steeds heel bekende beeldmerk op waarde schatten en willen inzetten bij hun activiteiten. Om met detailhandelkenner Cor Molenaar te spreken: "Tiel, benut je unieke kwaliteiten. Je hebt Flipje. Zet 'm in!" Op deze wijze maakt Flipje niet alleen waar dat Tiel, de stad van Flipje blijft, maar legt hij ook verbindingen in de stad. Flipje krijgt steeds meer vriendschapsverzoeken uit de stad. Een overzicht:
EVENEMENTENORGANISATOREN
Appelpop
Fruitcorso
Profronde
Maritiem Tiel
Pub Quiz
Gemaakt in Gelderland
DE TIELSE VRIENDEN VAN FLIPJE
De Gezellige Huishond
Kindercorso
ONDERNEMERS
Meeuwsen bloemen
Visboer Rob
Mol Cargo
Tandartsenpraktijk Tan
Holland Evenementen Groep
Vadrupak
DE TIELSE VRIENDEN VAN FLIPJE
Slijterij Van Rijn
Krol Reizen
Pankoekhoek
Neerbos
Carwellness
A-wareLogistics/Heuveltrans
Daisy's
Jumbo (tas)
Minicamping Tussen de Dijken
Fotozaak Mundo
Marktcommissie
Bowling
DE TIELSE VRIENDEN VAN FLIPJE
Hotel Van der Valk
Van der Borg Schilders
Niacet
EB Personeelsdiensten
Fruitpartners Blom
FLIPPAS (Hart van Tiel)
Bakkerij Van Ooijen
DE TIELSE VRIENDEN VAN FLIPJE
SPORTORGANISATIES
TEC
TLTC
GIRO d’Italia
NON PROFIT Stichting Flipje op wielen
Ziekenhuis Rivierenland
Wijkcentrum Westroijen
Buurtbus Waalzicht
Ondernemersvereniging Hart van Tiel
Stichting Neeltje Jantje
DE TIELSE VRIENDEN VAN FLIPJE
OVERIG
FLIPJE IN TIEL Komborden
Digitale informatiepanelen
FLIPJE TIMMERT AAN DE WEG (BILLBOARDS A15)
FLIPJE PERMANENT LANGS A15
FLIPJE POSTZEGELS
Herinneringen aan Holland Welke symbolen herinneren emigranten aan Nederland
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
20 april 2016 C. van Rhee – Oud Ammersveld Subsidieregeling gevelverbetering Kellen
Besluit om: 1. om de deelverordening Subsidie Gevelverbetering Kellen vast te stellen.
Inleiding In het Businessplan voor de Bedrijfsomgeving Kellen is er aandacht voor kwaliteitsverbetering van de ruimtelijke omgeving. Daarom is onder andere als één van de projecten opgenomen het stimuleren van ondernemers op Kellen om aan gevelverbetering en buitenruimte verbetering te doen. Om hieraan uitvoering te geven, is het nodig dat er een subsidieregeling wordt vastgesteld. Beoogd effect Het stimuleren van ondernemers om gevels te verbeteren van bedrijfspanden en buitenruimte te verfraaien, en daarmee een bijdrage leveren aan de gemeentelijke doelstelling om een betere ruimtelijke kwaliteit te krijgen op Kellen. Argumenten 1.1 Eén herkenbare vorm leest gemakkelijker Nummer de argumenten bij meerdere beslispunten. Formuleer de cursieve kernargumenten als statements. Een statement is een uitspraak die je onderbouwt met verdere argumentatie. Het statement is te koppelen aan het beslispunt met het woordje ‘want’. 1.1 Uitvoering geven aan een eerder genomen besluit De gemeenteraad heeft op 18 december 2013 ingestemd met Businessplan voor de Bedrijfsomgeving Bedrijventerrein Kellen. Eén van de projecten die in dit plan staat omschreven, is het stimuleren van ondernemers om gevelverbetering toe te passen. Met deze het maken van een plan door een architect, stedenbouwkundige, landschapsarchitect, of professionele ontwerper met een maximum van € 2500,-. Maximaal 30% subsidie voor de uitvoering van het plan, 70% moet door de ondernemer(s) ingebracht worden, met een maximumsubsidie van €10.000,-. Een totaalsubsidie per ondernemer van €12.500,-. Het vaststellen van de deelverordening is op grond van art. 147 en 149 van de gemeentewet een bevoegdheid van de raad. Kanttekeningen 1.1 Animo voor subsidieregeling is matig In 2015 is de voorgenomen subsidie via nieuwsbrieven en informatiemarkt kenbaar gemaakt voor de in het businessplan opgenomen deelgebied 1 (gebied grenzend aan de Kellenseweg en Hoog Kellenseweg). Ook is de regeling besproken in de vergadering van de Ondernemers Coöperatie Tiel (OCT). De animo voor de regeling was dermate beperkt dat de regeling nu open gesteld wordt voor ook deelgebied 2 en 3 en daarmee voor alle eigenaren van panden op Kellen. Wanneer de raad instemt met de verordening, is op dit moment van twee partijen bekend dat zij graag in aanmerking willen komen voor de regeling. Pagina 1 van 2
Aanpak / uitvoering Als de regeling in werking is getreden, zijn het aanvraag- en het uitkeringsformulier voor de ondernemers te downloaden via www.tiel.nl. Na indiening van het aanvraagformulier stuurt de gemeente een ontvangstbevestiging en na beoordeling van de aanvraag een besluit tot subsidieverlening. Wanneer de werkzaamheden zijn uitgevoerd, dient de aanvrager een uitkeringsformulier in. De gemeente verstuurt een besluit tot subsidievaststelling en verzorgt de uitbetaling. Communicatie De subsidieregeling is overlegd met de OCT en wordt door deze organisatie gewaardeerd. Er is, vooruitlopend op de vaststelling, al over gecommuniceerd richting de ondernemers. Na vaststelling door de gemeenteraad kan de regeling worden gepubliceerd en daags na publicatie met terugwerkende kracht in werking treden. Deze inwerkingtreding wordt onder andere met een artikel in een nieuwsbrief en op de site van de gemeente en het OCT onder de aandacht gebracht. Financiën Voor de subsidieregeling is op grond van het Businessplan voor de Bedrijfsomgeving Kellen €100.000 beschikbaar. Bijlage(n) 1. Deelverordening Stimuleringsregeling Gevelverbetering Kellen 2. Aanvraag- en vaststellingsformulier, kaart deelgebied Kellen horende bij deelverordening Stimuleringsregeling Gevelverbetering Kellen
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Projecten M.Bussink 7312
[email protected]
Pagina 2 van 2
Raadsbesluit Gelezen het voorstel van het college van B&W aan de raad
Onderwerp: Subsidieregeling gevelverbetering Kellen
Nummer:
Wettelijke grondslag:
Besloten in de raadsvergadering van:
Besluit om: 1. om de deelverordening Subsidie Gevelverbetering Kellen vast te stellen.
De griffier,
de voorzitter,
Pagina 1 van 1
DEELVERORDENING SUBSIDIE GEVELVERBETERING EN BUITENRUIMTE KELLEN ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Deze regeling verstaat onder: a. ASV: de Algemene subsidieverordening gemeente Tiel; b. het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel. c. subsidiabele kosten: kosten met betrekking tot verbetering van gevel en buitenruimte (exclusief (regulier) onderhoud), d. gebied: bedrijven in het gebied Bedrijfsomgeving Kellen, zoals opgenomen in Bijlage I. ARTIKEL 2. DOEL VAN DE SUBSIDIE Doelstelling van deze deelverordening is het stimuleren van verbetering van gevels en de buitenruimte van bedrijven, door ondernemers in het gebied Bedrijfsomgeving Kellen. ARTIKEL 3. WEIGERINGSGRONDEN Onverminderd het bepaalde in de ASV weigert het college de subsidie in ieder geval als: a. de aanvraag betrekking heeft op een adres dat niet gelegen is in het aangewezen gebied; b. op grond van deze regeling al eerder subsidie voor dit adres is toegekend; c. de aanvraag betrekking heeft op achterstallig regulier onderhoud; d. de aanvraag is ingediend na het tijdstip dat het college heeft vastgesteld als uiterste datum waarvoor een aanvraag moet zijn ingediend; e. het verstrekken van de subsidie zou resulteren in onrechtmatige verlening van staatssteun. f. de aanvrager geen eigenaar is van het bedrijfspand. g. aannemelijk is dat aanvrager niet zal kunnen voldoen aan de in artikel 10 genoemde voorwaarden. h. het plan niet past in het huidige of te wijzigen bestemmingsplan. ARTIKEL 4. DOELGROEP Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan ondernemers die werkzaamheden uitvoeren op een perceel gevestigd in het gebied Bedrijfsomgeving Kellen, volgens Bijlage I. Bijlage I wordt geacht deel uit te maken van deze regeling. ARTIKEL 5. PROCEDUREBEPALINGEN 1. Artikel 3.6, lid 2 van de ASV is niet van toepassing op het bepaalde in deze regeling. 2. Aanvragen die na 1 augustus 2016 zijn ontvangen worden buiten behandeling gelaten. 3. Het college kan de uiterste indieningstermijn als genoemd in het tweede lid wijzigen. 4. De aanvraag tot subsidie kan uitsluitend via het door het college vastgesteld en door de aanvrager volledig ingevuld aanvraagformulier en moet vergezeld zijn van een kopie/scan van een actuele offerte of opdrachtbevestiging. ARTIKEL 6. SUBSIDIABELE KOSTEN EN VOORWAARDEN De subsidiabele kosten bestaan uit cofinanciering voor het maken van een plan voor verbetering van gevel en/of buitenruimte en de kosten voor de uitvoering daarvan. De ondernemer dient aantoonbaar voor tenminste 50% bij te dragen in de kosten voor het plan en 70% in de kosten voor de uitvoering daarvan. De gemeentelijke subsidiebijdrage bedraagt maximaal € 2.500 voor het plan en maximaal € 10.000 voor de uitvoering. Per ondernemer, onderneming of groep van bedrijven wordt maximaal éénmaal subsidie toegekend. 1. De aanvraag heeft geen betrekking op kennelijk achterstallig onderhoud. 2. De aanvrager is een individueel bedrijf of vertegenwoordigt aantoonbaar een groep van bedrijven; 3. De aanvrager is eigenaar van het bedrijfspand of kavel of vertegenwoordigt een groep van bedrijven waarvan de leden eigenaar zijn van het betreffende bedrijfspand of kavel. Activiteit of functie van het bedrijf moeten passen binnen het huidige of te wijzigen bestemminsplan
ARTIKEL 7. BEREKENING VAN DE SUBSIDIE De subsidie bedraagt maximaal € 12.500,- per individuele aanvraag. ARTIKEL 8. SUBSIDIEVASTSTELLING 1. De aanvraag voor subsidievaststelling wordt schriftelijk ingediend. In afwijking van art. 5.8 van de ASV lid 1 bevat de aanvraag tot vaststelling tenminste de volgende stukken/gegevens: a. kopie / scan van de factuur van de werkzaamheden en producten plus betalingsbewijs; b. foto van de uitgevoerde werkzaamheden en veranderingen; ARTIKEL 9. VERDELING VAN HET SUBSIDIEPLAFOND 1. Het college stelt het subsidieplafond op €100.000, waarvan maximaal € 20.000 beschikbaar is voor plannen en € 80.000 voor uitvoering. 2. De behandeling van subsidieaanvragen is op volgorde van binnenkomst van een ontvankelijke aanvraag. 3. Als er onduidelijkheid is over de volgorde van binnenkomst en de aanvragen overschrijden het subsidieplafond, dan wordt middels loting beslist welke aanvragen gehonoreerd worden. ARTIKEL 10. OVERIGE VOORWAARDEN Het college verbindt de volgende verplichting aan de subsidie: a. De uitgevoerde werkzaamheden en/of beplantingen moeten tenminste vijf jaar na de subsidievaststelling in stand blijven op, aan, voor of tegen het pand, het object of de locatie waarvoor de subsidie is verstrekt. b. Als (een deel van) van de werkzaamheden eerder teniet worden gedaan, heeft het college het recht de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. c. Het plan als bedoeld in artikel 6 dient te worden opgesteld door een architect, stedenbouwkundige, landbouwarchitect of een andere professionele ontwerper. ARTIKEL 11. DE-MINIMUSREGELING Voor zover de subsidie leidt tot voordeel voor een onderneming wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van de Verordening (EG) 1998/2006, PbEU 2006, L379/5, betreffende deminimissteun. ARTIKEL 12. SLOTBEPALINGEN Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking. Bijlage I. Kaart van Bedrijfsomgeving Kellen
Toelichting op de artikelen ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor de leesbaarheid en uitleg van de inhoud van deze subsidieregeling bevat dit artikel een omschrijving van de veel voorkomende begrippen. ARTIKEL 3. WEIGERINGSGRONDEN Volgens de Algemene subsidieverordening (ASV) kunnen in een deelverordening van de ASV afwijkende en aanvullende bepalingen worden opgenomen. In dit artikel worden de algemene weigeringsgronden uit de ASV aangevuld. ARTIKEL 5. PROCEDUREBEPALINGEN De hier genoemde procedurebealingen treden in de plaats voor de indieningsvereisten zoals opgenomen in artikel 3.6, tweede lid ASV. ARTIKEL 6. KOSTEN DIE VOOR SUBSIDIE IN AANMERKING KOMEN Om te kunnen bepalen of de aanvraag geheel of gedeeltelijk gehonoreerd kan worden, staat in dit artikel voor welke soorten van kosten bij beoordeling van de aanvraag subsidie kan worden verleend om de doelstelling van de regeling als verwoord in artikel 2 te kunnen realiseren. Verder zijn hier een aantal specifiek voorwaarden opgenomen. Op grond van artikel 4.4 onder a ASV kan een aanvraag voor een hoger percentage geheel of gedeeltelijk geweigerd worden. Ook aanvragen die niet aan de voorwaarden voldoen kunnen op grond van voornoemd artikel worden geweigerd. ARTIKEL 7. BEREKENING VAN DE SUBSIDIE Om het beschikbare budget zo efficiënt mogelijk in te zetten wordt in dit artikel uiteengezet wat de maximale hoogte is van de subsidie. Op grond van artikel 4.4 onder a ASV kan een aanvraag voor een hoger bedrag geheel of gedeeltelijk geweigerd worden. ARTIKEL 8. SUBSIDIEVASTSTELLING Om de subsidie definitief vast te kunnen stellen moet het college naar objectieve maatstaven kunnen beoordelen of de door subsidie beschikbaar gestelde bedragen ook daadwerkelijk zijn aangewend als in de aanvraag is aangegeven. De algemene indieningsvereisten zoals opgenomen in artikel 5.8, eerste lid ASV zijn in het geval van subsidieverlening voor gevelverbetering of kwaliteitsverbetering buitenruimte niet opportuun of toereikend. Om die reden zijn in dit artikel specifieke indieningsvereisten opgenomen die in plaats treden van de vereisten als bedoeld in artikel 5.8 eerste lid ASV. ARTIKEL 9. VERDELING VAN HET SUBSIDIEPLAFOND Aanvullend hierop: dit artikel bepaalt tevens de “spelregel” dat wie het eerst komt ook als eerste wordt beoordeeld, mits deze aanvraag ontvankelijk is. Overigens is een aanvraag pas ontvankelijk als deze volledig is volgens de eisen die in deze regeling staan genoemd. Pro forma aanvragen of aanvragen die niet (volledig) middels het vastgestelde formulier zijn ingediend zijn niet ontvankelijk. ARTIKEL 10 VERPLICHTINGEN Zie toelichting artikel 3 met dien verstande dat het hier om verplichtingen gaat die aan elke subsidiebeschikking worden verbonden. ARTIKEL 11. DE-MINIMUSREGELING Een subsidie verstrekt op grond van deze subsidieregeling kan als ‘staatssteun’ worden aangemerkt (artikel 87 lid 1 van het EG Verdrag) als de subsidie wordt verleend aan een onderneming. Van staatssteun is sprake bij elk voordeel dat een onderneming van de overheid krijgt waardoor de concurrentie vervalst kan worden. Als onderneming wordt beschouwd elke eenheid die een economische activiteit uitoefent ongeacht de rechtsvorm en de wijze waarop het wordt gefinancierd. Een economische activiteit bestaat uit het aanbieden van goederen of diensten op de markt, waarbij het bestaan van concurrentie een belangrijke indicatie is. Het hebben van een winstoogmerk is geen noodzakelijke vereiste. ‘De-minimis’
Deze subsidieverordening zal deels gebruik maken van de vrijstellingsverordening van de EG nr. 1998/2006, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 EG op de de-minimis-steun (hierna ‘de-minimis-regeling’). Dit betekent dat de subsidieontvanger (dus ondernemers, alsmede het eventuele gehele moederconcern waartoe de ondernemer behoort) niet meer dan € 200.000,= aan subsidie over een periode van drie belastingjaren (dus inclusief eerdere ontvangen subsidies van overheidsinstanties) aan steun mag ontvangen. De aanvrager moet daarom aangeven hoeveel de-minimis-steun door de aanvrager in het lopende en de twee daar aan voorafgaande belastingjaren ontvangen is en verklaren dat de totale steun niet meer dan € 200.000,= bedraagt. Om deze reden is een ‘deminimisverklaring’ gekoppeld aan het aanvraagformulier. Een aantal categorieën van ondernemingen kan geen gebruik maken van deze ‘de-minimis’. Voorbeelden hiervan zijn ondernemingen in de primaire productie van landbouwartikelen en ondernemingen in moeilijkheden.
gemeente Tiel In te vullen door de gemeente Nummer Datum ontvangst
Stempel
BSN:
DSP:
Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 63 71 11 Telefax: (0344) 63 72 99 Email:
[email protected] Internet: www.tiel.nl
SUBSIDIE GEVELVERBETERING KELLEN UITKERINGSFORMULIER 1. Gegevens aanvrager Aanvrager Postadres Contactpersoon Telefoonnummer Emailadres Rekeningnummer Rekening t.n.v. KVK nummer 2. Gegevens bedrijfspand waar de kwaliteitsverbeteringswerkzaamheden hebben plaatsgevonden Straat en huisnummer Postcode en plaats 2. Aanleveren gegevens realisatie zon-pv installatie Informatie waaruit blijkt dat u de plannen waarvoor u subsidie heeft aangevraagd, heeft uitgevoerd, dient u bij dit formulier te overleggen aan de gemeente. U moet een kopie van een factuur en een bewijs van betaling plus een foto van het gerealiseerde werk toevoegen.
3. Handtekening aanvrager Ik verklaar dat de realisatie van de kwaliteitsverbetering, zoals beschreven in de subsidiebeschikking, conform mijn subsidieaanvraag en bijbehorende offerte is uitgevoerd. Datum Plaats Handtekening
4. Terugsturen U kunt dit formulier met de gevraagde gegevens terugsturen naar: Gemeente Tiel Team Projecten Postbus 6325 4000 HH Tiel Voor inlichtingen over dit formulier kunt u contact opnemen met het Omgevingsloket, telefoon (0344) 63 71 67. Tip: maak een kopie van het ingevulde en getekende formulier voor uw eigen administratie/archief.
6. Procedure en werkwijze - Alleen volledig ingevulde uitkeringsformulieren worden in behandeling genomen. - De procedure is als volgt: Stap 1: Indiening: de aanvrager vult binnen 4 weken na uitvoering van de maatregelen het subsidieuitkeringsformulier in. Stap 2: Betaling: De gemeente controleert of de subsidieaanvraag volledig is en neemt (indien alles correct is) een besluit tot subsidievaststelling en verzorgt de betaling binnen 8 weken.
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
20 april 2016 Laurens Verspuij Veiligheid Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016
Besluit om: Vast te stellen de “Verordening kwaliteit vergunningverlening toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016”
Inleiding/aanleiding Naar verwachting zal de wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingswet (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving), ook wel wet VTH genoemd, per 1 juli 2016 in werking treden. De wet geeft gemeenten en provincies opdracht om middels een verordening algemene regels vast te stellen voor de borging van de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het omgevingsrecht waarvoor zij ter uitvoering bevoegd gezag zijn. Het gaat om thuistaken (de bouwtaken), die door het college in eigen huis worden verricht, de basis(milieu)taken die krachtens de wet in opdracht van het college door de omgevingsdienst wordt verricht en de plustaken, die het college naast de basistaken heeft belegd bij de omgevingsdienst. Het vaststellen van een verordening is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Het college is belast met de voorbereiding daarvan. De verordening zoals nu ter vaststelling aan de raad voorligt heeft als basis de modelverordening zoals aangeboden door de Verenging van Nederlands Gemeenten (VNG) en is gestroomlijnd/in overeenstemming gebracht met de verordening die door Gedeputeerde Staten van Gelderland wordt vastgesteld. Hiermee wordt voldaan aan de eis uit het wetsvoorstel VTH, welke bepaalt dat de regels aangaande het basistakenpakket (milieu) uniform moet zijn op het niveau van de met die taken belaste omgevingsdienst. Voor alle omgevingsdiensten in Gelderland gelden daardoor dezelfde kwaliteitseisen. Voor een uitgebreide toelichting over dit onderwerp wordt verwezen naar bijlage 4 “Toelichting Verordening Kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016” waar zowel in algemene zin (achtergrond en aanleiding van deze verordening/hoofdlijnen verordening) als via toelichting op de betreffende artikelen relevante informatie wordt geboden. Beoogd effect Borging verbetering kwaliteit van uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving binnen het omgevingsrecht Argument(en) Vaststellen verordening is verplicht Door het vatstellen van de verordening geeft de raad uitvoering aan de W et algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zoals deze zal luiden na inwerkingtreding van het wetsvoorstel VTH. Pagina 1 van 2
Kanttekeningen n.v.t. Aanpak / uitvoering Over de gemeentelijke verordening moeten gedeputeerde staten van Gelderland worden gehoord. Nu de verordening van Tiel gelijk is aan de Gelders verordening was dit slechts een formaliteit. De provincie Gelderland heeft 16 maart 2016 bericht dat men met de Tielse verordening kan instemmen. Zoals in artikel 6 van de verordening is opgenomen treedt de verordening in werking op het moment dat de Wet van 9 december 2015 tot wijziging van de Wabo (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) in werking treedt. Communicatie/draagvlak -
-
-
De inspraakverordening geeft de raad de bevoegdheid te besluiten tot inspraak ter voorbereiding van een verordening. Er is geen wettelijke plicht daartoe. Binnen de gemeente Tiel wordt ten aanzien van verordeningen de mogelijkheid van inspraak open gesteld indien de regels direct ingrijpen in het leven en werk van onze inwoners. (bijvoorbeeld de winkeltijdenverordening. De onderhavige verordening heeft geen directe gevolgen voor onze inwoners, maar ziet op de kwaliteit van uitvoering van de Wabo taken waarvoor Tiel bevoegd gezag is. (interen werking) Om die reden kan inspraak achterwege worden gelaten. Door de voorzitters van opdrachtgevers overleggen (OGO;s) van de deelnemende gemeenten in de omgevingsdiensten in Gelderland is consensus bereikt over een Gelderse invulling van de verordening. De Tielse verordening komt hiermee overeen. Na vaststelling door de raad wordt de verordening openbaar bekend gemaakt.
Financiën Niet van toepassing Bijlagen 1. Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving gemeente Tiel 2016 2. Toelichting op de verordening (algemeen en artikelsgewijs)
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie(s) d.d.: Tiel, d.d. de commissiegriffier, Beslissing raad d.d.: de griffier, Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Stad Willem Rikken 7443 / 06-26088380
[email protected]
Pagina 2 van 2
Raadsbesluit Nummer: Wettelijke grondslag: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Besloten in de raadsvergadering van:
20 april 2016
-
Overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijk diensten die in hun opdracht werken, zich bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving met oog voor de maatschappelijke functies daarvan, waar die zorg gestalte krijgt in de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht, voor de gezamenlijke opgave gesteld zien om in landelijk verband de kwaliteit van deze uitvoering en handhaving te bevorderen, te borgen en te beoordelen en dat met het oog daarop wenselijk is om regels vast te stellen, in onderlinge afstemming op het niveau van de omgevingsdienst Rivierenland, door de deelnemende gemeenten en provincies;
-
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 maart 2016;
-
gelet op de artikelen 5.4, eerste lid, 5.5. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;
-
gehoord gedeputeerde staten van Gelderland;
-
gezien het advies van de commissie bestuur;
Besluit om: 1. Vast te stellen de “Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016”
de giffier,
Page 1 of 1
de voorzitter,
Verordening Kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT (VTH) GEMEENTE TIEL 2016
Vastgesteld door de raad 20 april 2016
Verordening Kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE TIEL 2016 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - betrokken wetten: de wet en de wetten, bedoeld in artikel 5.1 van de wet, voor zover bij of krachtens de genoemde wetten is bepaald dat hoofdstuk 5 van de wet van toepassing is; - kwaliteitscriteria: de in landelijke samenwerking tussen bevoegde gezagen ontwikkelde en beschikbaar gestelde vigerende kwaliteitscriteria vergunningverlening, toezicht en handhaving inzake de beschikbaarheid en de deskundigheid van organisaties die met de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten zijn belast; - wet: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Artikel 2. Reikwijdte Deze verordening is van toepassing op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders: a. voor wat betreft de taken die in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd, en b. voor wat betreft de taken die niet in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd voor zover door burgemeester en wethouders nader bepaald.
Paragraaf 2. Kwaliteit Artikel 3. Betrokkenheid van de raad De gemeenteraad ziet toe op de hoofdlijnen van het beleid voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van de voor de gemeente vastgestelde beleidskaders voor de fysieke leefomgeving. Artikel 4. Kwaliteitsdoelen 1. Burgemeester en wethouders beoordelen de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van daarvoor door hen krachtens artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, gestelde doelen. 2. De doelen, waar deze gestalte krijgen in de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten, bedoeld in artikel 2, hebben in ieder geval betrekking op: a. de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten; b. de dienstverlening; c. de financiën.
Verordening Kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
Artikel 5. Kwaliteitsborging 1. Op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders zijn de kwaliteitscriteria van toepassing. 2. Over de naleving van de kwaliteitscriteria doen burgemeester en wethouders jaarlijks mededeling aan de gemeenteraad. 3. Voor zover de kwaliteitscriteria niet zijn of niet konden worden nageleefd, doen burgemeester en wethouders daarvan gemotiveerd opgave.
Paragraaf 3. Slotbepalingen Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op het moment dat de Wet van 9 december 2015 tot wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) in werking treedt.. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Tiel [datum], Voorzitter Griffier
Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT (VTH) GEMEENTE TIEL 2016
TOELICHTING
1
Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
TOELICHTING ALGEMEEN Deze verordening regelt de kwaliteit van de door en in opdracht van het college van burgemeester en wethouders uitgevoerde vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van het omgevingsrecht. Het algemeen deel van deze toelichting beschrijft de achtergrond en aanleiding van deze verordening en schetst de hoofdlijnen van de inhoud van de verordening. 1. Achtergrond en aanleiding Samen met het kabinet werken gemeenten en provincies aan het verbeteren van de uitvoering van het omgevingsrecht. De visie van het kabinet over de verbetering staat beschreven in het kabinetsstandpunt (november 2008) waarin het kabinet reageert op de analyses en voorstellen van de commissie Mans, Oosting, Lodders, d’Hondt en de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De verbeterpunten zijn terug te brengen tot drie hoofdpunten: 1. 2. 3.
De kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken; Het verbeteren van de afstemming strafrecht-bestuursrecht; en de bevoegdheidsverdeling overheden, interbestuurlijk toezicht en bestuurlijke drukte.
Het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben afspraken gemaakt met het kabinet over hoe zij gezamenlijk met de departementen werken aan het verbeteren van deze punten. Deze afspraken zijn deels vastgelegd in de Package Deal (29 september 2009). Hiertoe is een gezamenlijk programma (PumA, programma uitvoering met ambitie) opgezet, dat inmiddels is afgerond. Zo is er nu onder meer een landelijk stelsel van omgevingsdiensten, zijn de kwaliteitscriteria 2.1 voor de uitvoering van de Wabo in brede samenwerking tussen bevoegde gezagen ontwikkeld en beschikbaar gesteld en is er een landelijke handhavingsstrategie voor bestuurs- en strafrecht1. Bij het verankeren van de afspraken in de wet zijn door de VNG en het IPO nieuwe afspraken gemaakt met het kabinet. Het nieuwe wetsvoorstel is geschreven vanuit een stelsel dat gebaseerd is op vertrouwen en decentralisatie. Dit betekent dat een belangrijk deel van de besluitvorming over de kwaliteit van de uitvoering decentraal plaatsvindt door de desbetreffende bevoegde gezagen. Leidend hierin is de afspraak met het kabinet dat er een landelijk kwaliteitsniveau moet worden gerealiseerd en behouden. In de praktijk blijkt dat de kwaliteit van de uitvoering en handhaving afhankelijk is van de wijze waarop alle betrokken partijen bij de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving zich daarvoor inzetten door samenwerking. Hier geldt dat de ketting zo sterk is als de zwakste schakel. Dit gegeven laat onverlet dat op dit moment verschillende snelheden bestaan in het bereiken van kwaliteit, bijvoorbeeld waar het de beschikbaarheid en deskundigheid van de betrokken organisaties betreft. Dit geldt overigens niet alleen voor de diensten van gemeenten en provincies, maar ook voor omgevingsdiensten en voor verschillende Rijksdiensten. De eisen die deze verordening aan de organisaties van gemeentebesturen en provinciebesturen en in hun opdracht de omgevingsdiensten stelt, berusten daarom op het vertrekpunt van de Kwaliteitscriteria 2.1 waarvoor een dynamische begripsbepaling is opgenomen in artikel 1 van de 1
Daarnaast is er een informatiesysteem voor toezicht en handhaving, zijn de Brzo-taken gebundeld in zes
omgevingsdiensten, is het interbestuurlijk toezicht vernieuwd, zijn de taken van de provincies naar de gemeenten gedecentraliseerd en is een nieuw vereenvoudigd VTH-stelsel ontstaan.
2
Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
verordening en die door de betrokken organisaties toegepast dienen te worden volgens de regel “comply or explain” (zie daarover verder de artikelsgewijze toelichting bij artikel 5). In alle gevallen zullen de colleges van burgemeester en wethouders en van Gedeputeerde Staten, als Wabo-bevoegd gezag, op grond van artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) beleid moeten voeren over de kwaliteit. Deze verordening regelt waarover de doelen van dit beleid ten minste moeten gaan. Deze verordening regelt bovendien dat de verrichtingen van de organisaties van gemeentelijke, provinciale en omgevingsdiensten, waar het de VTH-taken betreft, in het licht van die doelen worden beoordeeld. Tot slot regelt het dat de gemeenteraad en Provinciale Staten, elk in het kader van het horizontale toezicht, inhoudelijk debat voeren over de hoofdlijnen van het meerjarige kwaliteitsbeleid dat door hun colleges wordt gevoerd. Deze verordening beoogt zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande rapportage en informatiestromen, op basis van het Bor en de organieke wetgeving en introduceert geen nieuwe rapportageverplichtingen maar vereist wel extra input voor bestaande rapportages. Wel is het van groot belang dat een tijdige en transparante uitvoering van bestaande verplichtingen bijdragen aan de mogelijkheid voor de ambtelijke diensten, de bevoegde colleges en de politiek-bestuurlijke gemeenteraden en Provinciale Staten om ieders rol in de kwaliteitsketen te kunnen spelen. De verordening is vanuit deze bestaande competentieverdeling gericht op horizontaal toezicht. 2. Hoofdlijnen van de kwaliteitsverordening De verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht vormt het kader voor de kwaliteit van de Wabo-taken bij gemeenten en de provincie en in opdracht daarvan handelende (omgevings)diensten. De verordening bindt de gemeenteraden en Provinciale Staten hun colleges van burgemeester en wethouders en Gedeputeerde Staten, en de in opdracht daarvan handelende omgevingsdiensten, aan een uniforme ambitie voor kwaliteit. Vertrekpunt zijn de kwaliteitscriteria 2.1 (die zijn verankerd in artikel 1 en artikel 5, zie voor een toelichting het artikelsgewijs deel) en andere standaarden en methoden die door het bevoegde gezag al veel worden gehanteerd. Deze zijn ontwikkeld en worden toegepast met als doel de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving te waarborgen en te bevorderen. Of dat het geval is, moet jaarlijks worden beoordeeld door de colleges van burgemeester en wethouders en Gedeputeerde Staten. Hiervoor is input nodig van de omgevingsdiensten en van de interne gemeentelijke of provinciale organisatie. Burgemeester en wethouders en Gedeputeerde Staten zullen dus beoordelen "of het goed gaat" op basis van de door henzelf geformuleerde beleidsdoelen voor in ieder geval: -
-
de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten: de mate waarin een product voldoet aan de juridische doelen (zoals geformuleerd in de relevante wet- en regelgeving en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur) en bijdraagt aan de omgevingsdoelen. Ook wel aangeduid als de inhoudelijke kwaliteit. de dienstverlening: de manier waarop (in communicatie, snelheid, service) de organisatie met belanghebbenden (aanvragers, omgeving klagers, etc.) omgaat. de financiën: de inzet van middelen in relatie tot de kwaliteit van de geleverde diensten/producten.
Uiteindelijk zullen de colleges hierover verantwoording afleggen in de gemeenteraad en Provinciale Staten (horizontale verantwoording). De leden van de gemeenteraad en Provinciale Staten vormen immers ook een eigen oordeel "of het goed gaat” in het licht van de kwaliteit van de leefomgeving. De politiek-bestuurlijke overwegingen van de leden van de gemeenteraad en Provinciale Staten zullen betrekking hebben op de meerjarige hoofdlijnen van het beleid, niet op de organisatorische kwesties 3
Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
van bezetting die tot de competentie van de directeuren van de diensten behoort. Daarbij zal ook het verband gelegd kunnen worden tussen de strategische plannen en visies over de hoofdlijnen van het omgevingsbeleid binnen de gemeente of de provincie, zoals een milieubeleidsplan, een structuurvisie of omgevingsvisies. De gemeenteraad en Provinciale Staten oefenen invloed uit op de formulering van doelen en indicatoren door de colleges van burgemeester en wethouders en Gedeputeerde Staten en op de bijstelling daarvan zoals bijvoorbeeld welke informatie zij willen terug zien in de verantwoordingsrapportages van het college. In die zin worden de kaders voor de beoordeling van de gemeenteraad en Provinciale Staten overgelaten aan het politieke debat over kwaliteit. Zo ordent de verordening de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving door de betrokken actoren met elkaar te verbinden vanuit ieders competentie: -
-
-
De organisaties werken onder leiding van hun directie overeenkomstig de kwaliteitscriteria 2.1 met betrekking tot deskundigheid en beschikbaarheid, en leggen rekenschap af aan de colleges van burgemeester en wethouders of Gedeputeerde Staten die hiervoor verantwoording afleggen aan de gemeenteraden en Provinciale Staten. De colleges zijn, als bevoegde bestuursorganen, belast met het stellen van beleidsdoelen voor de kwaliteit van de vergunningverlening, toezicht en handhaving, overeenkomstig de procesregels van het Besluit omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht, in ieder geval over uitvoeringskwaliteit van diensten en producten, dienstverlening en financiën. De gemeenteraad en Provinciale Staten oefenen horizontaal toezicht uit op “hun” colleges en gebruiken waar nodig de krachtens de organieke wetten de aan hun toekomende mogelijkheden met het oog op de hoofdlijnen en de continuïteit het beleid over de kwaliteit van VTH, als belangrijk onderdeel van de zorg voor een veilige en gezonde leefomgeving.
4
Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
TOELICHTING ARTIKELSGEWIJS Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - betrokken wetten: de wet en de wetten, bedoeld in artikel 5.1 van de wet, voor zover bij of krachtens de genoemde wetten is bepaald dat hoofdstuk 5 van de wet van toepassing is; - kwaliteitscriteria: de in landelijke samenwerking tussen bevoegde gezagen ontwikkelde en beschikbaar gestelde vigerende kwaliteitscriteria vergunningverlening, toezicht en handhaving inzake de beschikbaarheid en de deskundigheid van organisaties die met de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten zijn belast; - wet: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. (Wabo) Toelichting artikel 1 Als betrokken wetten worden aangemerkt de Wabo zelf, en de wetten bedoeld in artikel 5.1 van de Wabo, voor zover bij of krachtens die wetten is bepaald dat Hoofdstuk 5 van de Wabo van toepassing is. De wetten waar het - thans - om gaat zijn: de Flora- en faunawet, de Kernenergiewet, de Monumentenwet 1998, de Natuurbeschermingswet 1998, de Ontgrondingenwet, de Wet bescherming Antarctica, de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet milieubeheer, de Wet ruimtelijke ordening, de Waterwet en de Woningwet. Een belangrijk begrip in deze verordening zijn de kwaliteitscriteria. De kwaliteitscriteria waar het hier om gaat zijn - thans - de alom bekende Kwaliteitscriteria 2.1 voor VTH, die in brede samenwerking door de bevoegde gezagen zijn ontwikkeld en beschikbaar gesteld voor de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving, op het gebied van de beschikbaarheid en de deskundigheid van de daarmee belaste organisaties. Deze liggen aan de basis van het VTH-stelsel. Het ligt in de rede dat van deze kwaliteitscriteria in de loop van de jaren verbeterde en geactualiseerde versies beschikbaar zullen worden gemaakt om de versie 2.1 op te volgen. Vanwege deze verdere ontwikkeling van de kwaliteitscriteria is in de begripsbepaling een dynamische verwijzing opgenomen. Met deze begripsbepaling en de verankering in artikel 5 van de verordening liggen de Kwaliteitscriteria 2.1 aan de basis van deze verordening. Artikel 2. Reikwijdte Deze verordening is van toepassing op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders: a. voor wat betreft de taken die in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd, en b. voor wat betreft de taken die niet in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd voor zover door burgemeester en wethouders nader bepaald. Toelichting artikel 2 De reikwijdte van de verordening heeft een inhoudelijke afbakening en een afbakening naar bevoegd gezag. Ten eerste moet het gaan om de uitvoering of handhaving van de betrokken wetten. De terminologie “uitvoering en handhaving” is overgenomen uit het wetsvoorstel en wordt ook gehanteerd in het Besluit omgevingsrecht (Bor) zoals dat op grond van het wetsvoorstel zal worden gewijzigd. “Uitvoering en handhaving” betekent dan vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dat wil zeggen alle taken tot uitvoering of handhaving van de Wabo en van de wetten, bedoeld in artikel 5.1 van de
5
Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
(vervolg toelichting artikel 2) Wabo. Zie daarover de toelichting bij artikel 1. Ten tweede moet het gaan om de uitvoering of handhaving door of in opdracht van burgemeester en wethouders. Op de taken die in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd is de inhoud van deze verordening onverkort van toepassing, conform artikel 5.4 van de Wabo. Op de taken die niet in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd is de inhoud van deze verordening van toepassing voor zover door burgemeester en wethouders bepaald. Daarmee wordt het bevoegde bestuursorgaan in de gelegenheid gesteld om een afweging te maken over het kwaliteitsniveau van de betreffende taken. De wet stelt dat gemeenten een zorgplicht hebben om kwaliteit op de niet basistaken te borgen. In de wet VTH is opgenomen dat na 2 jaar geëvalueerd zal worden in hoeverre conform de wet aan de zorgplicht is voldaan. Uitvoering van wetten die genoemd zijn in artikel 5.1 van de Wabo of van de Wabo zelf door andere bevoegde gezagen, valt buiten het bereik van deze verordening. Waar hier wordt gesproken over de uitvoering of handhaving van taken door of in opdracht van het bevoegd gezag wordt gedoeld op de uitvoering door gemeentelijke diensten en regionale uitvoeringsdiensten. Artikel 3. Betrokkenheid van de raad De gemeenteraad ziet toe op de hoofdlijnen van het beleid voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van de voor de gemeente vastgestelde beleidskaders voor de fysieke leefomgeving. Toelichting artikel 3 Dit artikel is van belang in verband met de rolverdeling tussen de gemeenteraad en burgemeester en wethouders. Ingevolge de systematiek van het Besluit omgevingsrecht (Bor), is de jaarlijkse beoordeling van en rapportage over kwaliteit een taak voor het bevoegd gezag. Dat wil zeggen: burgemeester en wethouders. Bezien vanuit de Gemeentewet, is kaderstelling juist de taak van de gemeenteraad. De kaderstellende rol krijgt allereerst gestalte door de vaststelling van deze verordening als geheel. Daarnaast is het echter, gelet op de samenhang met het Bor, van belang uitdrukking te geven aan het feit dat de gemeenteraad vooral vanuit de hoofdlijnen betrokken is bij het beleid en zal toezien op de continuïteit van de kwaliteit over meerdere jaren. Het horizontale toezicht door de gemeenteraad op het regionale uitvoerings- en handhavingsbeleid door burgemeester en wethouders, zal daarom plaatsvinden in het licht van het strategische beleid dat op hoofdlijnen wordt gevoerd voor de fysieke leefomgeving, zoals omgevingsvisies, milieubeleidsplannen en structuurvisies. Artikel 3 richt zich tot de gemeenteraad. Indirect is het eveneens van belang voor burgemeester en wethouders, en de omgevingsdiensten die in hun opdracht werken, omdat de rol van de gemeenteraad zich juist bij de meerjarenprogrammering en hoofdlijnen laat gelden. Voor het waarmaken van deze rol, beschikt de gemeenteraad reeds over de mogelijkheden die de organieke wetgeving haar biedt en de kaders die zij op strategisch niveau voor de fysieke leefomgeving in plannen en visies heeft vastgelegd. Om deze rol waar te kunnen maken is het vanzelfsprekend van belang dat het college haar daartoe door tijdige informatieverstrekking in staat stelt. Dat daarvoor eveneens informatie van de omgevingsdienst van belang kan zijn, spreekt voor zich en is op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de opdrachten aan de omgevingsdiensten voldoende gewaarborgd. 6
Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
Artikel 4. Kwaliteitsdoelen 1. Burgemeester en wethouders beoordelen de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van daarvoor door hen krachtens artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, gestelde doelen. 2. De doelen, waar deze gestalte krijgen in de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten, bedoeld in artikel 2, hebben in ieder geval betrekking op: a. de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten; b. de dienstverlening; c. de financiën. Toelichting artikel 4 Artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) verplicht het bevoegd gezag (lees: burgemeester en wethouders) om beleid te formuleren voor de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken. De grondslag van deze bepaling (art. 5.3 Wabo) zag voorheen op een doelmatige en programmatische handhaving, maar is op grond van de wijziging van de Wabo en het Bor door het wetsvoorstel VTH, ook gaan gelden voor uitvoering (vergunningverlening). Daarmee is sprake van een uitvoeringsbeleid en handhavingsbeleid, waarover onderlinge afstemming plaats dient te vinden tussen de bevoegde gezagen op het niveau van de omgevingsdienst. Welk beleid moet worden geformuleerd laat het Bor inhoudelijk open. Dit artikel strekt ertoe een inhoudelijke ambitie te geven aan de procesverplichting om kwaliteitsbeleid te vormen. Ten eerste door voor te schrijven dat burgemeester en wethouders naar de kwaliteit van de uitvoering en handhaving kijken in het licht van het geformuleerde regionale beleid, waarbij de doelen van dat beleid betrekking moeten hebben op een aantal voorgeschreven inhoudelijke thema's. Het gaat er daarbij telkens om die doelen te zien, niet vanuit elke mogelijke factor die daaraan kan bijdragen, maar vanuit het perspectief van de prestaties en kwaliteit van de uitvoering van de eigen organisatie. Het gaat dan in ieder geval om de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten, de dienstverlening en de financiën. Er is voor gekozen in deze verordening geen voorschriften te geven over de te gebruiken indicatoren. Dat is in de eerste plaats een taak voor het bevoegde gezag, dat daarmee in de praktijk al ruime ervaring heeft. Artikel 5. Kwaliteitsborging 1. Op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders zijn de kwaliteitscriteria van toepassing. 2. Over de naleving van de kwaliteitscriteria doen burgemeester en wethouders jaarlijks mededeling aan de gemeenteraad. 3. Voor zover de kwaliteitscriteria niet zijn of niet konden worden nageleefd, doen burgemeester en wethouders daarvan gemotiveerd opgave. Toelichting artikel 5 Dit artikel geeft een verankering aan de kwaliteitscriteria 2.1 en de opvolgers daarvan (zie ook de toelichting bij artikel 1, waarin een begripsbepaling voor kwaliteitscriteria is opgenomen). Het strekt ertoe te regelen dat van die kwaliteitscriteria voor de uitvoering van VTH-taken in de praktijk gebruik
7
Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016
(vervolg toelichting artikel 5) gemaakt wordt. Het gaat immers om criteria waaraan zorgvuldig en met grote deskundigheid is gewerkt door de betrokken bevoegde gezagen. Van belang is dat deze criteria relevante input leveren voor de kwaliteit. Dat geeft vanzelfsprekend geen garantie dat de doelen die door het college zijn gesteld op grond van artikel 3 ook zonder meer in alle gevallen worden gehaald. Het bereiken van deze doelen zal immers niet alleen afhankelijk zijn van de goede verrichtingen van de uitvoerende organisaties. Van de naleving van de kwaliteitscriteria zal daarom jaarlijks mededeling gedaan moeten worden aan de gemeenteraad. Het gaat hier om een belangrijke inhoudelijke mededelingsplicht die kan worden meegenomen in bestaande jaarlijkse rapportages, in de op grond van het Bor op te stellen documenten. Omgekeerd wil het evenmin zeggen dat, als de criteria (nog) niet in alle relevante taken worden toegepast, de kwaliteit per definitie te wensen zal overlaten. In dit geval zal echter wel gemotiveerd moeten worden waarom de criteria niet toegepast zijn of konden worden en hoe wel voor de gestelde kwaliteit wordt gezorgd. De kwaliteitscriteria 2.1 zijn derhalve een cruciaal richtsnoer waarvoor geldt: pas toe of leg uit, “comply or explain”. Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking op het moment dat de Wet van 9 december 2015 tot wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) in werking treedt.. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Tiel 2016. Toelichting artikel 6 Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening. Het is, gelet op de aard van de gestelde regels, niet nodig om deze verordening in overgangsrecht te voorzien.
8
Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
Laurens Verspuij Veiligheid Steun aan St. Solar Tiel
Besluit om: 1. In te stemmen met het verstrekken van een budget van €74.000 aan St. Solar Tiel zodat zij laagrentende leningen kan verschaffen aan verenigingen met een eigen gebouw ten behoeve van de aanschaf van zonnepanelen. 2. Het college de bevoegdheid te geven om dit verder uit te werken. 3. Als dekking voor het revolverend budget de klimaatreserve te gebruiken.
Inleiding Voor sportverenigingen met een eigen gebouw kan het aantrekkelijk zijn om zonnepanelen aan te leggen. Uit de praktijk blijkt dat het de vrijwilligers van deze vereniging vaak aan tijd en/of kennis ontbreekt om dit uit te zoeken. In Tiel willen enkele inwoners met bepaalde expertise de verenigingen hierbij belangeloos helpen. Naast gebrek aan tijd en kennis kan ook het ontbreken van eigen vermogen een drempel zijn om de rendabele investering in zonnepanelen te doen. Door het beschikbaar stellen van een revolverend fonds kan dit probleem worden opgelost. De verenigingen gaan een lening aan, die ze in tien jaar tijd aflossen.
Beoogd effect Het stimuleren dat via St. Solar Tiel een tiental sportverenigingen overgaat tot de aanleg van zonnepanelen.
Argumenten 1.1 Past in de doelstellingen van beleid Het stimuleren van zonnepanelen bij sportverenigingen draagt direct bij aan het realiseren van meer duurzame energie, een doelstelling van het klimaatbeleid. Daarnaast is er als mogelijk positief indirect effect dat leden van verenigingen het goede voorbeeld gaan volgen, zodat het uiteindelijk tot nog meer duurzame energie leidt in Tiel. Het feit dat niet de gemeente, maar een initiatief vanuit de samenleving er de schouders onder wil zetten, sluit aan bij de doelstellingen van het burgerparticipatieplan. 1.2 Investering levert sportverenigingen winst op Diverse rekenmodellen wijzen uit dat sportverenigingen goed af zijn met een investering in zonnepanelen, zeker als hiervoor een landelijke en/of provinciale subsidie wordt toegekend. Afhankelijk van de omstandigheden levert de investering al direct profijt op (besparing is meer dan de kapitaalslast) of na maximaal tien jaar. Zeker met teruglopende sponsorbijdragen kan dit een alternatief zijn om de begroting sluitend te krijgen. 1.3 Financiële drempel wegnemen kan nodig zijn Er bestaan grote verschillen in de omvang van het eigen vermogen van sportverenigingen. Ook kan het zijn dat een sportvereniging het eigen vermogen nodig heeft voor onderhoud. Het zou jammer zijn dat door geldgebrek verenigingen niet tot aanschaf van de zonnepanelen kunnen overgaan, want het gaat om een investering die zichzelf terugverdient.
Pagina 1 van 3
2.1 Overeenkomst is nodig Het beschikbaar stellen van het budget aan de Stichting Solar Tiel, ook al wordt dat op termijn weer terugbetaald, is formeel gezien een subsidieverlening. Hiervoor moet een beschikking worden opgesteld, die door het college kan worden afgegeven.
3.1 Budget is beschikbaar De klimaatreserve is ingesteld om in te kunnen spelen op kansen die zich voordoen. Ingaan op het aanbod van St. Solar Tiel is zo’n kans, want het betekent een effectieve besteding van het geld. De oprichters van St. Solar Tiel gaan eigen tijd besteden aan het enthousiasmeren en begeleiden van sportverenigingen. Ze gaan desgevraagd helpen bij het aanvragen van subsidie en het opzetten van crowdfunding. Een beroep op het revolverend fonds is aan de orde als laatste alternatief, waarmee het totaal aan investeringen in zonnepanelen dus het bedrag van dit revolverend fonds zal overstijgen.
Kanttekeningen 1.1 Succes is vooraf niet te bepalen De sportverenigingen kunnen wel gestimuleerd, maar niet verplicht worden tot de aanschaf van zonnepanelen. Door de clubs te ontzorgen wordt wel optimaal gefaciliteerd. Om te voorkomen dat het fonds onbenut blijft, wordt St. Solar Tiel de mogelijkheid geboden om in voorkomende gevallen ook muziekverenigingen en dergelijke met een eigen gebouw van een laagrentende lening te voorzien.
Aanpak / uitvoering Het college sluit een overeenkomst met de stichting in lijn met dit voorstel.
Communicatie St. Solar Tiel zal haar informele contacten benutten om ingang te krijgen bij de diverse verenigingen. Daarnaast zal ze, in samenwerking met de gemeente, de publiciteit zoeken. Korfbalvereniging ’72 heeft zonnepanelen gerealiseerd met hulp van mensen van St. Solar. De onthulling van deze panelen wordt aangegrepen als startbijeenkomst van St. Solar, zo is de bedoeling.
Financiën In de klimaatreserve zit €37.000. Door een risicodekking van 50% aan te houden, kan er €74.000 als revolverend budget beschikbaar worden gesteld. De details, zoals het al dan niet volledig doorberekenen van (rente)kosten, worden door het college in de overeenkomst uitgewerkt. Met een gemiddelde lening van €12.500 kunnen er met dit bedrag een zestal verenigingen geholpen worden aan een laagrentende lening. Gecombineerd met verenigingen die voldoende eigen vermogen hebben, leidt dat tot de doelstelling van St. Solar Tiel dat een tiental verenigingen overgaat tot de aanleg van zonnepanelen. Dat is grofweg de helft van het totaal aantal verenigingen met een eigen gebouw.
Bijlage(n) Plan van Aanpak St. Solar Tiel i.o.
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Pagina 2 van 3
Advies commissie(s) d.d.:
Tiel, d.d. de commissiegriffier, Beslissing raad d.d.: de griffier,
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Beleid N. Peters Sengers 0344-673743
[email protected]
Pagina 3 van 3
Raadsbesluit Gelezen het voorstel van het college van B&W aan de raad van
Onderwerp: Steun aan St. Solar Tiel
Nummer:
Wettelijke grondslag:
Besloten in de raadsvergadering van:
Besluit om: 1. In te stemmen met het verstrekken van een budget van €74.000 aan St. Solar Tiel zodat zij laagrentende leningen kan verschaffen aan verenigingen met een eigen gebouw ten behoeve van de aanschaf van zonnepanelen. 2. Het college de bevoegdheid te geven om dit verder uit te werken. 3. Als dekking voor het revolverend budget de klimaatreserve aan te spreken.
De griffier,
de voorzitter,
Pagina 1 van 1
Stichting Solar Tiel Plan van aanpak 20 januari 2016
Zonnepanelen voor de Tielse sportverenigingen
Inleiding Binnen de Gemeente Tiel zijn vele sportverenigingen actief. Diverse verenigingen maken gebruik van sportaccommodaties met een fysiek verenigingsgebouw. Bijvoorbeeld de kantine van voetbalvereniging Theole of het clubgebouw van hockeyclub de Kromhouters. Deze verenigingen hebben vaak te maken met hoge lasten. De lasten voor energie zijn vaak hoog in verband met de zware verlichting die gebruikt wordt langs de velden. Op verzoek van de Gemeente Tiel is een onderzoek gestart om de lasten voor energie van sportverenigingen te verlagen. Concreet is aan de heer Jan Spee gevraagd om een businesscase uit te werken. De heer Spee is goed bekend met de “sportwereld” in onze gemeente. Het is belangrijk dat in Tiel onze sportverenigingen goed gefaciliteerd worden en dat de kosten voor deze verenigingen zo laag mogelijk blijven. Op deze manier blijft de sport in Tiel toegankelijk en kunnen onze accommodaties up-to-date blijven. De sportverenigingen kunnen met zonnepanelen een structurele besparing realiseren en daarmee worden zij minder afhankelijk van fluctuerende energieprijzen en teruglopende sponsorinkomsten. De toepasbaarheid van zonnepanelen is per vereniging verschillend en daarom is maatwerk vereist. Dit plan van aanpak vormt de basis voor de mogelijkheden voor sportverenigingen om zonnepanelen aan te schaffen. Dit kan gefinancierd worden door middel van subsidies, leningen van derden en indien noodzakelijk een aanvullende lening. Door middel van de zonnepalen kan een vereniging zelf voor een deel, in zijn energiebehoefte voorzien. Dit levert een voordeel op in de kosten van een vereniging. In dit plan van aanpak wordt een korte businesscase uitgewerkt. Daarnaast wordt het proces toegelicht voor geïnteresseerde verenigingen. Werkgroep Vanuit de ambtelijke organisatie, het college en ondernemende burgers uit Tiel is een werkgroep geformeerd die samen dit project gaan vormgeven. De werkgroep bestaat uit: Laurens Verspui Noëlle Peters-Sengers Mark Smits Theo Burggraaf
Doel
( Wethouder ) ( Ambtenaar ) ( Jurist ) ( Financieel Adviseur)
Roland Kok (Notaris) Jan Spee (Consultant) Marieke Klein-Coumans (Advocate)
Inspireren van (sport)verenigingen tot het nemen van initiatief tot de verlaging van het energieverbruik en daarmee ook de kosten; Ondersteuning bieden in het kader van de procedures voor de sportverenigingen en de gemeente Tiel voor het verkrijgen van subsidies en de benodigde financiering Het, indien nodig, ter beschikking stellen van aanvullende financiële middelen voor de (sport)verenigingen ten behoeve van de noodzakelijke investeringen in zonneenergie Budget Vanuit worden subsidies ter beschikking gesteld voor de aanschaf van zonnepanelen voor sportverenigingen. De kaders De werkgroep heeft enkele kaders omschreven waaraan een initiatief moet voldoen om in aanmerking te komen voor ondersteuning:
Het gaat om een initiatief voor sportverenigingen uit de gemeente Tiel; De aanvraag tot ondersteuning dient door de vereniging zelf ingediend worden bij de nog op te richten stichting Wanneer de subsidieregelingen op gebied van de investering in het opwekken van zonne-energie, (om welke reden dan ook) ophouden te bestaan, zullen er geen nieuwe aanvragen meer in behandeling worden genomen. Er zal sprake zijn van een centrale coördinatie door de Stichting Solar Tiel; Een vereniging zoekt in 1e instantie een passende financiering voor de investering. Indien er geen mogelijkheden voor de vereniging zijn voor financiering. Indien de vereniging niet op eigen kracht kan investeren kan men een financieringsverzoek indienen bij de stichting. Indien de gemeente Tiel stopt met het verstrekken van financiële middelen, kunnen er geen nieuwe financieringsverzoeken meer in behandeling worden genomen.
Stichting Solar Tiel Om dit geheel goed te ondersteunen en om transparant te werk te gaan wordt een stichting opgericht. Deze stichting, Stichting Solar Tiel, zal bestaan uit een vier-tal bestuursleden die het uitvoerende werk, geheel vrijwillig, gaan verrichten. Het bestuur van deze stichting bestaat uit; Jan Spee Marieke Klein-Coumans Mark Smits Roland Kok
( Consultant ) ( Advocate ) ( Jurist ) ( Notaris ) ** oprichtende notaris treed na oprichting toe tot het bestuur.
Wanneer de gemeenteraad van de Gemeente Tiel akkoord geeft voor de beschikbaarheid van financiële middelen als een lening voor de sportverenigingen zal de Stichting worden opgericht en kunnen de verenigingen direct gebruik gaan maken van de regeling. Proces Verenging heeft zelf goedkeuring aangevraagd voor subsidie van de overheid. Stichting kan begeleiding bieden op verzoek van de vereniging voor de subsidieaanvraag. 1. Vereniging inventariseert naar investering mogelijkheden voor zonnepanelen bijvoorbeeld door: - Crowd-funding, - Sponsoren, - of door een lening bij de Stichting. 2. Vereniging doet aanvraag bij subsidieloket bij de overheid; 3. Bij goedkeuring van de subsidie aanvraag zorgt de vereniging voor de rest investering; Indien nodig kan Stichting Solar Tiel een begeleidende rol spelen: 4. Indien zinvol kan een aanvraag worden gedaan bij Stichting Solar Tiel voor: Begeleiding, ondersteuning of advisering, - Lening; 5. Stichting beoordeeld de aanvraag; 6. Stichting vraagt, indien nodig, subsidie aan, of wijst de aanvraag af; 7. Wanneer akkoord is voor de subsidie worden de gelden beheerd door de stichting; 8. Zonnepanelen worden besteld door de vereniging en draagt zelf zorg voor de levering; 9. Stichting controleert of financiële middelen op een goede manier worden besteed; 10. Stichting controleert of de financiële middelen worden terugbetaald aan de gemeente Tiel. *De stichting int rente en aflossing (d.m.v. automatische incasso) en draagt deze weer af aan gemeente Tiel Informatiebijeenkomst Door de Stichting wordt voor de sportverenigingen een informatiebijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze avond kunnen belangstellende verenigingen kennis nemen van de mogelijkheden en de procedure. Mits de Gemeenteraad van Tiel akkoord geeft voor de verstrekking van een verstrekking van een lening zal deze avond gehouden kunnen worden op 30 maart 2016. Tot slot De Gemeente Tiel wil aankomend jaar zoveel mogelijk Sportvereningen de gelegenheid geven om op een voordelige en eenvoudigere manier zonnepanelen aan te schaffen om het energieverbruik en daarmee de kosten aanzienlijk omlaag te brengen. Dit wil zij bereiken door een eenmalige achtergrond informatie avond te organiseren en initiatieven te ondersteunen. Onze werkgroep is gemotiveerd en enthousiast om van dit project een succes te maken.
Voorbeeld Subsidie zonnepanelen Sportverenigingen 2016. Subsidie-regeling vanuit de rijksoverheid 2016. Om gebruik te kunnen maken van deze regeling moet de vereniging aangesloten zijn bij b.v. het NOC/NSF, of bij een landelijke sportvereniging. De maximale subsidie bedraagt € 125.000,-. Kosten mogen niet lager zijn, dan € 3.000,Subsidie bedraagt voor sportvereniging 30% van de kosten, incl. btw, verminderd met de installatiekosten; voor een sportstichting is de subsidie 15%. Het verschil zit in de btw, die sportverenigingen niet kunnen aftrekken. Daarnaast is er € 500,- extra beschikbaar, als er een energiescan gemaakt is.
Voorbeeldberekening subsidie sportvereniging: 64 panelen
32 panelen
Investering incl. btw Installatiekosten
€ 20.000,“ 2.500,-
€ 10.000,“ 1.500,-
Subsidiabel 30%(van subsidiabel)
€ 17.500,€ “ 2.550,-
8.500,“ 1.260,-
€ 4.200,-Subsidie
€ 12.250,“ 500,-
5.950,500,-
€ 2.940,500,-
“ 5.250,-
Energiescan
€ 11.750,-
€
€ “ 5.450,-
Installatiekosten(kosten vereniging) “ 2.500,Netto-investering vereniging
€ 14.250,-
“ €
16 panelen € 5.000,“ 800,-
€ 2.440,1.500,-
6.950,-
“
800,-
€ 3.240,-
Besparing volgens huidig gangbare rekenmodellen. Besparing bij investering € 20.000,- = 14.237 kWh= gem.terugverdientijd/jaar=ca. (netto € 12.750,-=ca 3,5 jr) Besparing over 25 jr. € 96.000,Besparing bij investering € 10.000,-= 7.118kWh= gem.terugverdientijd/jaar=ca. 1.950,-(netto € 6.200,--=ca 3,5 jr) Besparing over 25 jr. € 48.000,Besparing bij investering € 5.000,-= 3.559 kWh= gem.terugverdientijd/jaar=ca
€ 3.900,-
€
€ 975,-
(netto € 2.865,--=ca 3,5jr) Besparing over 25 jr= € 24.000,Opbrengst na 25 jaar nog 90%
Bespreeknota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
Vakcommissie Bestuur College van B&W Kadernota begroting AVRI Wethouder L. Verspuij 29 maart 2016 Nee
Vraag: Kan uw commissie instemmen met de Kadernota begroting AVRI 2017?
Context / achtergrondinformatie: De Kadernota begroting AVRI 2017 stelt de keuzes en kaders vast voor de nog vast te stellen begroting AVRI 2017. Deze begroting zal in de AB-vergadering van 7 juli 2016 worden vastgesteld. De gemeenteraden worden vooraf in de gelegenheid gesteld hierover zienswijzen in de brengen (behandeling gemeenteraad uiterlijk 22 juni 2017). De onderhavige kadernota benoemt de keuzes die later in de ontwerp-begroting nader uitgewerkt gaan worden. Als de kadernota bij ongewijzigd beleid wordt vastgesteld en daarmee als uitgangspunt gaat dienen voor de begroting zal de afvalstoffenheffing het volgende autonome verloop kennen: 2016 € 175 2017 € 197 (+ € 22) 2018 € 203 (+ € 6) 2019 € 206 (+ € 3) 2020 € 201 (- € 5) Er zijn 3 mogelijkheden waarvoor de raad kan kiezen: 1. De tariefstijging accepteren. 2. De tariefstijging dempen door het nemen van één of meerdere maatregelen, zoals genoemd in paragraaf 5.2 van de kadernota. 3. De tariefstijging tot en met 2020 egaliseren door de voorziening te gebruiken ter egalisatie (Afvalstoffenstoffenheffing stijgt dan elk jaar met € 6,50 tot 2020). Deze optie staat niet als zodanig in de kadernota benoemd, maar is een eigen Tiels voorstel. Als uw vakcommissie hiervoor kiest kan de Tielse AB-vertegenwoordiger dit in de ABvergadering op 21 april inbrengen.
Bijlagen: Kadernota begroting AVRI 2017.
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Stad H. Bergsma 0344-637243 [email protected] Pagina 1 van 1
KADERNOTA 2017
d.d. 22 maart 2016
Kadernota 2017 Avri
1 2 3 4
Samenvatting ....................................................................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................................................................ 2 Financieel beleidskader ........................................................................................................................................ 2 Algemene Beleidskaders AVRI en actuele ontwikkelingen .................................................................................. 3 4.1 Algemene beleidskaders............................................................................................................................. 3 4.2 Regionaal Afvalstoffenplan ......................................................................................................................... 3 4.3 Ontwikkelingen op de afval- en grondstoffenmarkt ..................................................................................... 4 4.3.1 Inleiding .................................................................................................................................................. 4 4.3.2 Papier ..................................................................................................................................................... 4 4.3.3 Kunststof ................................................................................................................................................. 4 4.3.4 Schroot ................................................................................................................................................... 4 4.3.5 Textiel ..................................................................................................................................................... 4 4.3.6 Restafval ................................................................................................................................................. 5 4.3.7 GFT ......................................................................................................................................................... 5 4.4 Bedrijfsvoering: Informatiebeleidsplan (IBP) ............................................................................................... 5 5 Financiële uitgangspunten ................................................................................................................................... 5 5.1 Indexeringen ............................................................................................................................................... 5 5.1.1 Lonen: ..................................................................................................................................................... 5 5.1.2 Prijsstijging: ............................................................................................................................................. 6 5.1.3 Aantal huisaansluitingen: ........................................................................................................................ 6 5.2 Uitgangspunten begroting 2017 (behandeld in de opiniërende bijeenkomst van AB 16 maart jl.) ............. 6 5.2.1 De voorziening inzameling AVH ............................................................................................................. 7 5.3 Systematiek van toerekening van kosten ................................................................................................... 8 6 Opzet en indeling van de begroting 2017 ............................................................................................................. 9 7 Planning begroting 2017 ...................................................................................................................................... 9
1
Kadernota 2017 Avri
1
SAMENVATTING
De kadernota sluit aan bij de uitgangspunten van de begroting 2016 en het vastgestelde gemiddelde tarief afvalstoffenheffing 2016 van € 175 (per huisaansluiting). Het gemiddelde tarief 2017 komt binnen de begroting 2016 uit op € 197 (indien er geen aanvullende dekkingsmaatregelen genomen worden). Het verschil tussen 2016 en 2017 wordt in de kern veroorzaakt door de inzet van eenmalige middelen in 2016. Inzet van voorzieningen en reserves heeft voor 2016 geleid tot een tariefsverhoging van de gemiddelde afvalstoffenheffing 2016 van € 4,-. De lasten in de begroting 2016 stijgen - ten opzichte van 2015 - met ca. € 18. Deze stijging wordt enerzijds veroorzaakt door: 1. dalende grondstofprijzen op de wereldmarkt van grondstoffen (€ 10); 2. wijziging van de rekenrente die de provincie hanteert voor het doelvermogen van de nazorgverplichtingen van de stortplaats (€ 8). In de begroting 2017 wordt daarnaast uitgegaan van een loonstijging in 2017 van 1,5% (zie 5.1.1) ten opzichte van de raming zoals die nu is gehanteerd binnen de begroting 2016. Voor de jaren 2018 en volgende wordt rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van 1%. Voor prijsstijgingen wijzigt het percentage ten opzichte van het uitgangspunt binnen de begroting 2016 niet. Deze blijft 1% per jaar. De verwachting is dat de (tegenvallende) mondiale economische ontwikkelingen van negatieve invloed zijn op de bijdragen die Avri krijgt voor de ingezamelde grondstoffen. Dit geldt met name voor de vergoedingen voor kunststof, schroot en textiel. De ontwikkelingen (op de afval- en grondstoffenmarkt) worden in deze kadernota op hoofdlijnen beschreven. De financiële gevolgen hiervan worden verwerkt in de conceptbegroting 2017 die 15 april as. toegestuurd wordt naar de gemeenten. Het Algemeen Bestuur van Avri heeft op 16 maart 2016 - in een informatieve en opiniërende bijeenkomst gesproken over een aantal uitgangspunten voor de begroting 2017 (die positief van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van het tarief van de afvalstoffenheffing). Deze uitgangspunten komen terug in paragraaf 5.2. 2
INLEIDING
De kaders voor de begroting 2017 (en de meerjarenramingen 2018 tot en met 2020) worden via deze nota - ter kennisname - voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten van de Gemeenschappelijke Regeling Avri (Avri). Artikel 27 van de Gemeenschappelijke Regeling Avri bepaalt dat het Dagelijks Bestuur van Avri vóór 15 april van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de gemeenteraden voorlegt. De kaders voor de begroting 2017 (meerjarenramingen 2017 - 2019) zijn op 16 maart jl. besproken met het AB van Avri. Deze kadernota gaat in op de volgende onderwerpen: Het huidig financieel kader ; Algemeen beleidskader 2017 (voornaamste beleidsmatige ontwikkelingen); Financiële uitgangspunten voor de begroting 2017 (en de meerjarenramingen 2018 – 2020); Indexeringen; Voorziening Inzameling afvalstoffenheffing (voorziening inzameling AVH); Systematiek van toerekening van kosten; Opzet en indeling van de begroting 2017; Planning begroting 2017.
3
FINANCIEEL BELEIDSKADER
Bij de samenstelling van de begroting 2017 (meerjarenramingen 2018 - 2020) wordt rekening gehouden met de hieronder opgesomde (financiële) beleidskaders: Besluit Begroting en Verantwoording (BBV); Gemeentewet; Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Avri 2016; Nota activabeleid Avri (2012); Nota risicomanagement en weerstandsvermogen Avri (2015); Bijdrageverordening Avri 2016; Begroting 2016 en meerjarenramingen 2017 - 2019.
2
Kadernota 2017 Avri
De begroting 2016 van Avri is op 16 december 2015 door het Algemeen Bestuur van Avri vastgesteld. De begroting is structureel meerjarig in evenwicht. Dit betekent dat jaarlijks terugkerende lasten financieel gedekt worden door jaarlijks terugkerende baten. In de begroting 2016 is – ten opzichte van voorgaande begrotingsjaren – sprake van een stijging van de lastendruk. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende 2 ontwikkelingen: De dalende grondstofprijzen op de wereldmarkt van grondstoffen (nadeel in de begroting van € 10 per huisaansluiting); De gevolgen van de lagere rekenrente die de provincie hanteert voor de berekening van het doelvermogen van de nazorgverplichtingen voor de stortplaats in combinatie met de exploitatielasten en kosten afwerking van de stortplaats tot het moment van overdracht van de stortplaats aan de provincie (nadeel in de begroting van € 8 per huisaansluiting).
1. 2.
Voornoemde kostenstijgingen worden gedeeltelijk gedekt door een verhoging van de afvalstoffenheffing voor 2016 met € 4. Het overige deel van de lastenstijging wordt opgevangen door inzet van eenmalige middelen (voorziening inzameling AVH en de Algemene Bedrijfsreserve). Binnen de meerjarenramingen 2017 – 2019 van de begroting 2016 is vooralsnog geen rekening gehouden met een aanvullende inzet van de voorziening AVH. Er wordt binnen dat kader van uitgegaan dat de structurele lasten gedekt worden door de structurele baten van de afvalstoffenheffing, hetgeen leidt tot de volgende tarieven (aangevuld met de raming voor 2020):
gemiddeld tarief per huisaansluiting
2016 2017 2018 2019 2020
stijging / daling gemiddeld tarief AVH t.o.v. jaar er voor
€ 175 € 197 € 203 € 206 € 201
€4 € 22 €6 €3 -€ 5
Vanaf 2020 vindt geen afdracht meer plaats voor de nazorgverplichtingen van de stortplaats (€ 8 per huisaansluiting). Dit beïnvloedt in positieve zin het tarief 2020 ten opzichte van 2019. Het tarief daalt niet volledig met deze € 8 omdat in 2020 ook sprake is van aanvullende (autonome) kostenstijgingen ten opzichte van 2019 (€ 3). 4
ALGEMENE BELEIDSKADERS AVRI EN ACTUELE ONTWIKKELINGEN
4.1 Algemene beleidskaders Beleidskaders die op Avri van toepassing zijn:
Landelijk afvalbeheersplan 2009 - 2021 (LAP); Regionaal Afvalstoffenplan 2012 - 2016 (RAP); Uitvoeringsprogramma VANG (Van Afval Naar Grondstof) 2013 - 2025; De Raamovereenkomst Verpakkingen 2013 – 2022; EVOA Grensoverschrijdend Vervoer (Overbrengen van afvalstoffen binnen de Europese Unie); Algemene wet bestuursrecht (Awb); Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr); Informatiebeleidsplan (IBP).
Hieronder wordt ingegaan op een aantal actuele ontwikkelingen ten aanzien van voornoemde kaders. De situatie op de afval- en grondstoffenmarkt wordt ook binnen dit kader betrokken. De financiële consequenties van deze ontwikkelingen komen - voor zover deze gekwantificeerd kunnen worden - aan bod binnen de uitwerking van de conceptbegroting 2017. 4.2 Regionaal Afvalstoffenplan Landelijk streven is dat 75% van het Nederlandse huishoudelijk afval in 2020 gescheiden wordt aangeboden. Dat komt neer op maximaal 100 kilo (grof en fijn) restafval per inwoner per jaar. 3
Kadernota 2017 Avri
In 2016 zullen de gemeenten van regio Rivierenland nieuwe ambities verkennen en vastleggen in een nieuw Regionaal Afvalstoffenplan (RAP), afgeleid van het Landelijk afvalbeheersplan (LAP). Het LAP 3 en de uitvoering van VANG (Van Afval Naar Grondstof) lopen gelijk op en zijn onderling verweven. Het huidige hergebruikpercentage in Regio Rivierenland is bijna 70% wat neerkomt op 128 kg. restafval per inwoner per jaar. Dat houdt in dat, om de landelijke doelstelling per 2020 te halen, er nog een verbeterslag van ruim 5% afvalscheiding nodig is. Vertaald in kilo's restafval betekent dit een daling van tenminste 28 kg. per inwoner per jaar die binnen vijf jaar gerealiseerd moet zijn. De ambities hebben tot gevolg dat de gemeenten aan nieuwe mogelijkheden moeten denken als het om afvalinzameling en andere dienstverlening aan de inwoners van de regio gaat. Hierbinnen zijn wet- en regelgeving leidend. In het proces om te komen tot een nieuw ambitieus beleidskader voor de komende jaren zal het AB verschillende mogelijkheden van dienstverlening tegen elkaar gaan afwegen. Naast ambities op het gebied van duurzaamheid gaat het bestuur zich buigen over de positie van Avri in de ontwikkeling naar een circulaire economie en over de wijze waarop Avri zich verhoudt tot initiatieven met een maatschappelijke waarde. Het gaat hier om de wijze waarop Avri de regie op de afvalstromen houdt door afspraken te maken met initiatiefnemers van inzameling van hergebruikstromen. Ambities en afspraken die mede van invloed zijn op de ontwikkeling van het tarief van de afvalstoffenheffing. 4.3
Ontwikkelingen op de afval- en grondstoffenmarkt
4.3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal ontwikkelingen binnen de afval- en grondstoffenmarkt die direct effect hebben op de exploitatie(resultaten) van de inzameling en verwerking van het restafval en de overige grondstoffen. Deze ontwikkelingen zijn een gevolg van de huidige financiële situatie (malaise) op mondiaal niveau. De vraag naar grondstoffen neemt wereldwijd af (o.a. vanuit China minder vraag naar ingezamelde grondstoffen). De financiële effecten hiervan worden meegenomen binnen de begroting 2017 en de meerjarenramingen 2018 2020. De verwachte effecten (op zowel de tariefstelling als de hoeveelheid tonnages) worden binnen de begroting 2017 zo nauwkeurig mogelijk geraamd. Het meerjarig effect (over de meerjarenramingen 2018 - 2020) is moeilijk in te schatten omdat het verloop en de vraag naar grondstoffen aan marktverandering onderhevig zijn. De raming voor 2017 is uitgangspunt voor de meerjarenramingen 2018 - 2020 omdat concrete aanwijzingen voor een ander verloop op dit moment niet voorhanden zijn. 4.3.2 Papier De markt van papier recycling is momenteel redelijk stabiel. Grote schommelingen in het tarief zijn er het afgelopen jaar (2015) niet geweest. De hoeveelheid (in kg.) ingezameld papier per huishouden loopt vanaf 2017 wel iets terug. Dit heeft te maken met het feit dat er in dit digitale tijdperk minder papier gebruikt wordt. Daarnaast is het percentage karton bij huishoudens hoger vanwege internet aankopen. Het gewicht van karton is lager dan van papier dus neemt de hoeveelheid in gewicht af. 4.3.3 Kunststof De hoeveelheden ingezameld kunststof is stabiel. De afzet van kunststoffen is echter problematisch. Door een lage olie prijs is het produceren van "virgin" kunststoffen zo laag dat de voorkeur veelal uitgaat naar de vervaardiging van nieuw plastic in plaats van hergebruik en recycling van ingezameld plastic. De verwachting is dat dit voor de komende periode niet gaat veranderen. Voor Avri heeft dit overigens geen directe gevolgen omdat we langdurige prijsafspraken hebben met het Afvalfonds. 4.3.4 Schroot China is en was wereldwijd de grootste afnemer maar door het op gang komen van een eigen recycle industrie in China is de vraag afgenomen en zet China schroot tegen sterk verlaagde tarieven op de markt. De vergoedingen voor deze stroom zijn daardoor in 2015 sterk gedaald en de verwachting is dat deze trend zich niet snel zal herstellen. De hoeveelheden schroot die Avri inzamelt stijgt in 2017 wel t.o.v. 2016 (ruim 10%). Deze stijging is eveneens toe te schrijven aan een lagere marktprijs voor schroot. Schroot wordt meer en meer aangeboden aan Avri (via de huis aan huis inzameling) in plaats van dat particulieren deze afzonderlijk wegbrengen naar commerciële partijen. 4.3.5 Textiel De kwaliteit van het landelijk ingezamelde textiel neemt af. Dit heeft te maken met het feit dat kleding goedkoper geproduceerd wordt en langer wordt gedragen. Dit maakt dat er een enorme toename is van deze laagwaardige stroom. Daarnaast is de techniek om deze soort te vervezelen nog verre van optimaal. Volledige recycling is nog niet mogelijk. De vergoedingen voor textiel nemen hierdoor enorm af. Op korte termijn worden hierin geen verbeteringen verwacht. 4
Kadernota 2017 Avri
4.3.6 Restafval De tarieven voor verbranding stijgen als gevolg van groeiende hoeveelheid van brandbaar restafval. GrootBrittannië biedt moment veel restafval aan op de Nederlandse Markt. Vanwege langlopende contracten (en langdurige afspraken over verbrandingstarieven) heeft voorgaande ontwikkeling geen direct (financieel) gevolg voor Avri. Het huidige contract loopt tot 31 maart 2020 met een eenzijdige optie (voor Avri) om dit contract 2 maal met 2 jaar te verlengen (dus tot 31 maart 2024). 4.3.7 GFT De tarieven voor verwerking GFT komen overeen met de uitgangspunten opgenomen binnen de begroting 2016 (en de meerjarenramingen 2017 - 2019). Voor de hoeveelheden GFT afval wordt uitgegaan van een constant verloop en voorzien wij geen afwijkingen ten opzichte van de begroting 2016. De contractafspraken voor GFT zijn meerjarig vastgelegd en lopen tot en met 2018. 4.4 Bedrijfsvoering: Informatiebeleidsplan (IBP) Het Algemeen Bestuur heeft op 18 februari jl. ingestemd met fase 1 van het IBP: de verdiepingsslag en IT ontvlechting. Het doel van het IBP is het op orde krijgen van de informatiehuishouding en de ICT van Avri. Dit om te kunnen voldoen aan wettelijke regelgeving, aan onze verantwoordingplicht richting opdrachtgevers en deelnemers, risico’s te verkleinen en goed te kunnen sturen op de uitvoering van het werk en de kosten daarvan. De fasen en plannen van het IBP worden gefaseerd uitgevoerd. Dit draagt bij tot een meer verfijnde raming van de benodigde investeringen en tot een betere beheersing en afstemming van prioriteiten en afhankelijkheden. De financiële gevolgen van fase 1 worden meegenomen binnen de begroting 2017 (€ 0,39 verhoging van de afvalstoffenheffing). Binnen de uitwerking van de meerjarenramingen van de begroting 2017 worden ook de lasten opgenomen van de vervolgfasen.Dit om tot een volledig en transparant financieel inzicht te kunnen komen van de benodigde middelen. Mogelijke efficiencyvoordelen - die voortvloeien door de maatregelen van het IBP - worden binnen voornoemde financiële gevolgen betrokken. Het voorgaande betekent overigens niet dat het Algemeen Bestuur automatisch instemt met de investeringskredieten zoals die opgenomen worden binnen de meerjarenramingen. Iedere benodigde nieuwe investering voor een fase wordt afzonderlijk en expliciet ter besluitvorming voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Indien mogelijk kunnen fases elkaar overlappen. Wij maken in de begroting 2017 - en de meerjarenramingen - de financiële effecten van iedere fase van het IBP inzichtelijk. Van een "go beslissing" is pas sprake nadat het AB daar expliciet een besluit over heeft genomen. De financiële effecten van het IBP worden zowel voor het basispakket als voor het pluspakket inzichtelijk gemaakt. De dekking van de financiële effecten voor de pluspakketgemeenten wordt meegenomen in de begrotingen van de plusgemeenten. Paragraaf 5.3 gaat nader in op de toerekensystematiek van onze overhead.
5
FINANCIËLE UITGANGSPUNTEN
5.1
Indexeringen
5.1.1 Lonen: Voor aannames ten aanzien van de loonontwikkeling wordt aangesloten bij recente berichtgeving van de VNG (27 januari 2016): De VNG en de vakbonden FNV, CNV, en CMHF hebben een principeakkoord over de cao Gemeenten. De cao loopt van 1 januari 2016 tot 1 mei 2017. Per 1 januari 2016 stijgen de salarissen met 3%, en per 1 januari 2017 met 0,4%. Dit is inclusief de uitvoering van de eerder gemaakte afspraken in het pensioenakkoord van 2014 en het loonruimteakkoord van 2015. Los van het LOGA-akkoord is nu een Loonruimte-overeenkomst Publieke Sector 2015-2016 overeengekomen. Hierin is afgesproken dat de indexeringssystematiek van pensioenen wordt aangepast. Werd de pensioenbijdrage de afgelopen jaren gebaseerd op de loonontwikkeling, vanaf 2016 zullen de pensioenen stijgen op basis van de prijsstijgingen en gaat het systeem dus van een loonindexatie naar een prijsindexatie. Gevolg hiervan is dat de pensioenpremie per 2016 gaat dalen (1,4%).
5
Kadernota 2017 Avri
De genoemde 0,4% voor 2017 geldt voor 4 maanden. Binnen de ramingen voor 2017 wordt voor de loonstijging van dat jaar (vooralsnog) uitgegaan van 1,2%. Dit percentage kan - via de tussentijdse rapportages dan wel begrotingswijzigingen - aangepast worden indien actuele inzichten daar aanleiding voor geven. Voor de jaren 2018 – 2020 wordt rekening gehouden met een prijsstijging van 1%. Voor de ontwikkeling van de pensioenspremies houden wij rekening met een voordeel van 0,7%. De premies dalen - zoals hiervoor aangegeven - vanaf 1 januari met 1,4% als gevolg van wijziging van de indexeringssystematiek. Daarentegen gaan de pensioenspremies vanaf 1 april 2016 met 1% omhoog om te kunnen voldoen aan de wettelijke dekkingsgraad. Van deze laatste 1% komt ca. 0,7% ten laste van de werkgever en 0,3% voor de werknemer. Per saldo een verlaging van de pensioenpremie voor de werkgever met 0,7 % (1,4% - 0,7%). Binnen de begroting 2017 wordt rekening gehouden met de gevolgen van het Individueel Keuze Budget (IKB). Geld uit diverse regelingen (o.a. vakantietoelage, levensloop en eindejaarsuitkering) is vanaf 1 januari 2017 beschikbaar voor medewerkers in één vrij besteedbaar budget. De verwachting is dat rekening gehouden moet worden met een eenmalige extra last van ruim € 300.000. Avri voert het functiewaarderingssysteem HR21 van de VNG in. Dit is een gemeenschappelijke meetlat voor functiebeschrijvingen en -waarderingen. Het maakt organisaties flexibeler en biedt medewerkers mogelijkheden voor een optimale loopbaanontwikkeling. Mochten hier eventueel financiële gevolgen uit voortvloeien, dan worden deze gemeld binnen de reguliere (tussentijdse) bestuursrapportages. 5.1.2 Prijsstijging: De prijsaanpassingen zijn afkomstig van het Centraal Planbureau (Prijsstijging Bruto Binnenlands Product / Macro Economische Verkenning van september 2015) en zijn vooralsnog gebaseerd op 2016 (1%). Dit inflatiepercentage van 1% wordt vooralsnog ook gehanteerd voor de jaren 2017 - 2020. Ook hiervoor geldt dat - binnen de verdere uitwerking van de conceptbegroting - aansluiting gezocht wordt bij de meest recente en actuele inflatiecijfers (MEV 2016). 5.1.3 Aantal huisaansluitingen: Het aantal geregistreerde huisaansluitingen volgt de meerjarige ontwikkeling van het aantal huishoudens volgens de meest recente cijfers van Belastingsamenwerking Rivierenland (gebaseerd op de opgaven van gemeenten). Hierin wordt uitgegaan van een autonome groei van het aantal huisaansluitingen met 0,5% per jaar. Vanwege de economische omstandigheden wordt daarnaast een groei van het aantal kwijtscheldingen verwacht van 0,25% per jaar. 5.2
Uitgangspunten begroting 2017 (behandeld in de opiniërende bijeenkomst van AB 16 maart jl.)
Het AB van Avri is op 16 maart jl. - via een informatieve en opiniërende bijeenkomst - geïnformeerd over de kadernota en de begroting 2017. Daarbij is ingegaan op de systematiek van kostentoerekening van overhead aan de verschillende activiteiten van Avri (basispakket, bedrijfsafval en pluspakket). Het AB is daarnaast geïnformeerd over een aantal mogelijkheden binnen de begroting 2017 die positief van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van het gemiddelde tarief van de afvalstoffenheffing. Deze mogelijkheden (uitgangspunten) zijn opgenomen in onderstaande tabel. De uitgangspunten kunnen - op basis van de volgende drie opties - in de begroting 2017 worden opgenomen:
verwerkt in de cijfers: het uitgangspunt wordt "financieel verwerkt" in de begroting en maakt onderdeel uit van het begrotingsresultaat; ter informatie gepresenteerd: het uitgangspunt wordt benoemd in de begroting - zonder financiële vertaling van de consequenties - en maakt geen onderdeel uit van het begrotingsresultaat; geen opname in de begroting: het wordt niet cijfermatig verwerkt en het onderwerp wordt verder niet meer benoemd.
6
Kadernota 2017 Avri
nr.
uitgangspunt
toelichting
wordt uitgewerkt in de begroting 2017
wordt informatief opgenomen in de begroting 2017
1
Optimalisering van routes voor GFT en PMD (plastic, metaal en drankkartons)
Ja
n.v.t.
2
Stoppen met inzamelen van papier met verenigingen
Nee
Ja
3.
1x3 of 1x4 weken inzameling restafval in plaats van 1x2 weken
Nee
Ja
4.
Digitaliseren afvalkalender
Ja
n.v.t.
5.
Wijzigen BTW opslag van 13,5% op de afvalstoffenheffing
Nee
Nee
6.
Inzet voorziening inzameling AVH
Avri ziet mogelijkheden voor verdere optimalisatie van routes voor GFT en PMD. Communicatie richting burger gaat hier aan vooraf. Uitgangspunt is dat Avri de inzameling van papier opneemt binnen de reguliere werkzaamheden die overdag plaatsvinden. Het huidige aanbied gedrag van de burger biedt mogelijkheden voor het minder frequent ophalen van restafval. Dit leidt gelijktijdig tot afname van het service niveau. Digitale versie van afvalkalender is nu al beschikbaar op website en via de app. Uitgangspunt is dat er geen papieren versie meer huis aan huis verstrekt wordt (wel op verzoek). Op de afvalstoffenheffing wordt een BTW opslag gehanteerd van € 13,5%. Deze opbrengst komt ten gunste van de gemeenten. Een dergelijke opslag is niet verplicht maar de mogelijkheid daartoe wordt bij wet geboden. De bandbreedte bedraagt minmaal 0 en maximaal 21%. De verwachte stand van de voorziening is ultimo 2016 € 1,3 miljoen (o.b.v. begroting 2016). Uitgangspunt is om dit niveau binnen de begroting 2017 te handhaven.
Ja (zie onderstaande aanvullende toelichting).
n.v.t.
5.2.1
De voorziening inzameling AVH
De voorziening inzameling AVH kent de volgende twee functies: 1. 2.
de voorziening biedt weerstand tegen risico's die samenhangen met het basispakket; de voorziening egaliseert exploitatieoverschotten - en tekorten die voortvloeien uit de jaarrekening.
7
Kadernota 2017 Avri
Ad.1 Weerstandsfunctie: Het AB heeft - met de vaststelling van de nota risico management en weerstandsvermogen - in 2015 het minimale risiconiveau van deze voorziening vastgesteld op 2,1 miljoen (factor 1,0 = voldoende volgens de normen van de nota). Vaststelling van de begroting 2016 (zie inleiding) heeft geleid tot een aanvullend beroep op deze voorziening. Dit leidt ertoe dat de voorziening op begrotingsbasis uitkomt op een niveau van afgerond € 1,3 miljoen (0,6 = onvoldoende volgens de normen van de nota ).
Ad. 2 Egalisatiefunctie: Jaarlijkse tekorten en overschotten op de exploitatie worden - conform bestaand beleid - onttrokken dan wel toegevoegd aan de voorziening. De voorziening heeft hiermee een egaliserende functie voor de jaarlijkse exploitatieresultaten. Deze egalisatiefunctie is feitelijk komen te vervallen, aangezien het huidige niveau van de voorziening beneden het benodigde weerstandsniveau van € 2,1 is komen te liggen. Behandeling in AB van 16 maart 2016 De volgende opties ten aanzien van de voorziening inzameling AVH zijn voorgelegd en besproken in de informatieve sessie van het AB: Optie 1: weerstandscapaciteit Avri vergroten: Het (gefaseerd) aanvullen van de voorziening naar het minimale weerstandsniveau van € 2,1 miljoen. Optie 2: weerstandscapaciteit Avri handhaven: Handhaven voorziening op het huidige niveau van € 1,3 miljoen. Optie 3: weerstandscapaciteit Avri verlagen: De voorziening wordt incidenteel ingezet ter dekking van kosten in de begroting 2017 en de meerjarenramingen 2018 - 2020 hetgeen leidt tot een demping van de verwachte stijging van het tarief van de afvalstoffenheffing. Optie 4:
weerstandscapaciteit Avri in de begroting handhaven en weerstandscapaciteit aanvullen bij (mogelijke) overschotten van de jaarrekening. Betreft handhaving van de voorziening op het niveau van € 1,3 miljoen met geleidelijke aanvulling tot het minimale niveau van € 2,1 miljoen via positieve rekeningsresultaten (als deze zich voordoen). Het AB heeft tijdens de informatiesessie van 16 maart jl. aangegeven dat zij vooralsnog geen uitspraken kan doen over de gewenste ontwikkeling van de voorziening in het licht van de begroting 2017. Zij wenst aanvullend geïnformeerd te worden over de thans aanwezige risico's, de beheersmaatregelen die tussentijds genomen zijn en de benodigde weerstandscapaciteit die hieruit voortvloeit. Gezien het besluitvormingsproces van de begroting 2017 (aanbieding conceptbegroting op 15 april aan de gemeenteraden) continueert het DB de huidige stand van de voorziening van € 1,3 miljoen als uitgangspunt binnen de conceptbegroting 2017. Het verwachte voordeel van de jaarrekening 2015 (€ 120.000) wordt ingezet binnen de begroting 2017 ten gunste van het tarief afvalstoffenheffing 2017. Actualisatie (en besluitvorming) omtrent de nota voor 15 april 2016 is niet haalbaar. Wij streven erna om de nota risicomanagement voor de zomervakantie te actualiseren met het doel deze te agenderen voor de AB vergadering van 27 oktober as.. Het AB heeft in de bijeenkomst van 16 maart jl. eveneens aangegeven voorstander te zijn van een meer gelijkmatige stijging (meer lineair verloop) van de tarieven zoals gepresenteerd in de tabel op pagina 3 van deze kadernota. Wij nemen deze voorkeur mee in de verdere uitwerking van de conceptbegroting 2017. De uitwerking van de hiervoor genoemde uitgangspunten (paragraaf 5.2) zullen daarbij mede bepalend zijn voor de mogelijkheden voor een meer lineair verloop.
5.3
Systematiek van toerekening van kosten
Het financiële model voor de toerekening van indirecte kosten is gebaseerd op (de verhouding van) gerealiseerde productie manuren. Dit betekent dat de hoogte van de indirecte kosten samenhangt met de omvang van de activiteiten (basispakket, pluspakket, bedrijfsafval). Een dergelijk model past bovendien bij een uitvoeringsorganisatie als Avri, doordat maximale (financiële) sturing op productie en productiviteit is gecreëerd. In de managementinformatie speelt de productiviteit en de daarmee samenhangende 'dekking' van de indirecte kosten dan ook een belangrijke rol.
8
Kadernota 2017 Avri
De toelichting van de kostentoerekening opgenomen in het inleidende hoofdstuk van de begroting 2017. Doel van deze toelichting is het inzichtelijk maken van de overheadkosten naar de diverse onderdelen van de begroting (basispakket - bedrijfsafval - plustaken). De wijze waarop directe personeelskosten en overige overhead worden toegerekend aan de Realisatie B.V. (en de Solar B.V.) komt eveneens binnen deze paragraaf aan bod. 6
OPZET EN INDELING VAN DE BEGROTING 2017
De begroting 2017 wordt opgesteld conform geldende wet- en regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Dit betekent dat naast een beleidsmatige begroting ( met programma's en paragrafen) tevens een financiële begroting (overzicht van de lasten en baten & een uiteenzetting van de financiële positie) worden opgesteld. De indeling van de programma's zal voor 2017 aansluiten bij de huidige opzet van de begroting zoals die tot op heden aan het AB werd gepresenteerd. 1. 2. 3.
Programma: Programma: Programma:
Basispakket (inzameling en verwerking huishoudelijk afval binnen GR verband); Dienstverlening aan bedrijven; Pluspakket (o.a. integraal beheer openbare ruimte, extra inzameling GFT afval, handhavingstaken etc).
De opzet van de nieuwe begroting is besproken tijdens de informatiesessie met de leden van het Algemeen Bestuur (d.d. 16 maart 2016). 7
PLANNING BEGROTING 2017
Begroting 2017
april a.
f.
Vaststelling ontwerp-begroting 2017 door DB Toezenden begroting 2017 naar hoofden financiën Toezending ontwerp-begroting 2017 aan gemeenteraden (zienswijzen) Zienswijzen retour gemeenten Aanbieden begroting aan AB (1 week voor behandeling) Vaststelling begroting door AB
g.
Aanbieden aan de provincie
b. c.
d. e.
mei
juni
juli
11-apr 15-apr 15-apr
15-jun 28-jun 7-jul voor 1 aug.
9
Bespreeknota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
Vakcommissie Bestuur College van B&W Inzameling papier door verenigingen Wethouder L. Verspuij 29 maart 2016 Nee
Vraag: Kan uw commissie instemmen met de volgende stellingen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Verenigingen zamelen maximaal x jaar in, daarna is de beurt aan een andere vereniging Meerdere verenigingen zamelen in op 1 route (roulatiesysteem) waardoor meerdere verenigingen betrokken zijn (vergoeding ontvangen) AVRI neemt inzameling over indien er geen verenigingen op de wachtlijst staan bij het vrijkomen van een route AVRI gaat actief werven naar verenigingen bij het vrijkomen van een route Verenigingen zamelen alleen in binnen de eigen gemeente Verenigingen zamelen alleen in binnen eigen kern Inzamelroutes verkleinen zodat meer verenigingen kunnen inzamelen De vergoeding voor verenigingen niet meer indexeren. Besparing 2015 t.o.v. 2016: € 16.037,-De vergoeding voor verenigingen verlagen naar marktconform tarief (eigen onderzoek in 2011 onder afvalbedrijven in Nederland toont gemiddelde vergoeding aan van € 5,87 (t.o.v. € 7,67 vergoeding 2011 door AVRI)
Context / achtergrondinformatie: Op 4 juni 2015 is in uw vakcommissie bestuur (en daaropvolgend op 17 juni 2015 in de gemeenteraad) een bespreeknota inzake de inzameling van papier door verenigingen aan de orde geweest. Hierbij is door uw commissieleden samengevat de conclusie getrokken dat de inzet van verenigingen bij papierinzameling door verenigingen gehandhaafd dient te worden, maar dat wel het systeem van verdelen en toewijzen van routes dient te worden heroverwogen. Tijdens de vergadering van het AB Regio Rivierenland op 9 december 2015 is besloten de lopende overeenkomsten met de verenigingen tot 31 december 2016 te verlengen. Hierbij wordt de inzameling door verenigingen voortgezet en wordt 2016 benut om de spelregels rond de papierinzameling te heroverwegen. Tijdens een Platformbijeenkomst voor AVRI voor raadsleden op 22 maart 2016 is een presentatie gehouden over het samenwerken met verenigingen rond de inzameling van papier. In deze presentatie is achtergrondinformatie verstrekt en zijn een 9-tal stellingen benoemd op grond waarvan de discussie over de toekomst van papierinzameling binnen het bestuur van AVRI kan plaatsvinden. Ter wille van de Tielse inbreng in het AB AVRI op 21 april 2016 stellen wij voor om naar aanleiding van de in de presentatie genoemde stellingen uw mening te polsen. Pagina 1 van 2
Bijlagen: Presentatie AVRI “Samenwerken met verenigingen rond de inzameling van papier”
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Stad H. Bergsma 0344-637243 [email protected]
Pagina 2 van 2
Samenwerken met verenigingen rond de inzameling van papier
geschiedenis Ruim 65 (van de in totaal 81) verenigingen zamelen al meer dan 20 jaar papier in. Sinds 1999 papierinzameling Avri ism verenigingen. Sinds 2007, uniform tarief voor alle verenigingen door invoering minicontainers.
stand van zaken (1)
81 verenigingen (wachtlijst 7 verenigingen) Wachtlijst bevat per 1 maart 2016: 3 verenigingen uit Tiel, 1x Zaltbommel, 1x Kerkdriel, 1x Vuren en 1x Culemborg Inzameling doordeweekse avonduren + zaterdag In alle 10 gemeenten wordt er door verenigingen papier ingezameld.
stand van zaken (2) De gemiddelde route heeft 1065 huisaansluitingen Verenigingen ontvangen een vergoeding per huisaansluiting per jaar van € 8,135 Huidige vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd. Extra kosten indexering 2015 t.o.v. 2016: € 16.037— De gemiddelde vergoeding is € 8.660,-- per jaar per vereniging De hoogste vergoeding is € 23.005,-- per jaar voor 1 vereniging. De laagste vergoeding is € 1.667,-- per jaar voor 1 vereniging
huidige werkwijze Avri levert voor de papierinzameling een voertuig (achterlader) en chauffeur. Verenigingen leveren de beladers (vrijwilligers) Verenigingen ontvangen van Avri veiligheidshesjes en veiligheidsschoenen. Deze zijn ze verplicht te dragen tijdens de inzameling Verenigingen zamelen ook buiten vestigingsgemeente of kern in. Dit is bij 5 verenigingen het geval. Er is geen sprake van het feit dat vereniging X in gemeente Y inzamelt en andersom.
kosten inzameling Kosten 2016: totaal vergoedingen aan 81 verenigingen: € 701.464,-- per jaar kosten materieel en personeel Avri: € 728.167,-- per jaar totale kosten: € 1.429.632,-- per jaar Aantal huisaansluitingen: 86.226 kosten per huisaansluiting: € 16,58
Stellingen
Wie zamelt er in? 1. Verenigingen zamelen maximaal x jaar in, daarna is de beurt aan een andere vereniging 2. Meerdere verenigingen zamelen in op 1 route (roulatiesysteem) waardoor meerdere verenigingen betrokken zijn (vergoeding ontvangen)
Wie zamelt er in? 3. Avri neemt inzameling over indien er geen verenigingen op de wachtlijst staan bij het vrijkomen van een route. 4. Avri gaat actief werven naar verenigingen bij het vrijkomen van een route.
Waar wordt ingezameld? 5. Verenigingen zamelen alleen in binnen eigen gemeente 6. Verenigingen zamelen alleen in binnen eigen kern 7. Inzamelroutes verkleinen zodat meer verenigingen kunnen inzamelen
Vergoeding verenigingen
7. De vergoeding voor verenigingen niet meer indexeren. Besparing 2015 t.o.v. 2016: € 16.037,-8. De vergoeding voor verenigingen verlagen naar marktconform tarief. Eigen onderzoek in 2011 onder afvalbedrijven in Nederland toont gemiddelde vergoeding aan van € 5,87 (t.o.v. € 7,67 vergoeding 2011 door Avri).
Einde De notulen van deze vergadering vindt u terug op het Raadsinformatiesysteem van de gemeente Tiel. http://raad.tiel.nl