Vergaderstukken 2011
VERGADERSTUKKEN 2011 Ten behoeve van de Algemene Ledenvergadering te houden op maandag 20 juni 2011, aanvang 14.00 uur in het Beatrix Theater van het Jaarbeurs Congrescentrum te Utrecht
Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten Antonio Vivaldistraat 2-8 1083 HP Amsterdam Postbus 7984 1008 AD Amsterdam Telefoon (020) 301 0 301 E-mail
[email protected] Internet www.novaa.nl
1
Inhoudsopgave I
Agenda voor de Algemene Ledenvergadering van 20 juni 2011 .............................
3
II
Toelichting op de agenda .............................................................................................
4
III
Algemene Ledenvergadering van 14 juni 2010 .......................................................... a. Notulen van de Algemene Ledenvergadering van 14 juni 2010 b. Actiepunten naar aanleiding van de Algemene Ledenvergadering van 14 juni 2010
18 18
IV
Financieel Verslag over 2010 ......................................................................................... a. Bestuursverslag b. Jaarrekening 2010 c. Overige gegevens
38 38 40 58
V
Herziene begroting 2011 en begroting 2012 ............................................................. a. Herziene begroting 2011 b. Begroting 2012
60 60 66
VI
Ontwerp-Verordeningen .............................................................................................. a. Ontwerp-Verordening op de tarieven contributie 2012 b. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen c. Ontwerp-Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2012 d. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing e. Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2012 f. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op het examengeld
68 68
2
37
69 70 72 73 75
I
Agenda voor de Algemene Ledenvergadering van 20 juni 2011
1.
Opening
2.
Mededelingen en ingekomen stukken
3.
Vaststellen agenda
4.
Het vaststellen van de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 14 juni 2010
5.
Verkiezingen a. Verkiezing van twee nieuwe bestuursleden b. Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter c. Vaststelling van het rooster van aftreden d. Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant e. Benoeming van een lid van de Raad voor Geschillen
6.
Voortgang fusieproces NIVRA-NOvAA
7.
Vaststelling van het Jaarverslag 2010
8.
Financieel Verslag over 2010 Het vaststellen van de rekening aan de hand van de onderstaande stukken: a. Balans per 31 december 2010 b. Staat van baten en lasten over 2010 c. Toelichting d. Overige gegevens
9.
Beleidsprioriteiten 2011 – 2013 Het vaststellen van het in deze vergaderstukken opgenomen voorstel voor beleidsprioriteiten die betrekking hebben op de periode tot en met 2013
10.
Herziene begroting 2011 en begroting 2012 Het vaststellen van de herziene begroting voor het boekjaar 2011 en de begroting voor het boekjaar 2012
11.
Ontwerp-Verordeningen Het vaststellen van de in de vergaderstukken opgenomen Ontwerp-Verordeningen
12.
Aanwending van het surplusvermogen Besluitvorming over het door het bestuur in deze vergaderstukken gedane voorstel met betrekking tot het surplusvermogen
13.
Rondvraag
14.
Sluiting
3
II
Toelichting op de agenda
5.
Verkiezingen
a.
Verkiezing van twee nieuwe bestuursleden
Aftredend volgens het rooster van aftreden en volgens de Wet AA (artikel 5, tweede lid) niet terstond herbenoembaar zijn mevrouw D.M. Clement AA en de heer mr.drs. H.K.O. Reimers AA. Om in deze vacature te voorzien heeft het bestuur de volgende procedure toegepast. Het bestuur heeft de in september 2006 opgestelde ‘profielschets bestuur van de NOvAA’ als uitgangspunt genomen. In deze profielschets, die te vinden is op het besloten deel van de NOvAA-website, wordt onder andere ingegaan op de taak, de samenstelling en de deskundigheid van het bestuur. Ook wordt ingegaan op de competenties van bestuursleden. Op basis van deze profielschets heeft het bestuur in september 2010 via Noviteiten leden van de NOvAA opgeroepen zich kandidaat te stellen voor een bestuursfunctie. Met de personen die zich kandidaat hebben gesteld, is een gesprek gevoerd. Op grond van de ontvangen cv’s, de gevoerde gesprekken en de door het bestuur opgestelde profielschets, heeft het bestuur zijn voordracht bepaald. Door het bestuur voorgedragen kandidaat Ter vervulling van de door het aftreden van mevrouw D.M. Clement AA en de heer mr.drs. H.K.O. Reimers AA ontstane vacatures stelt het bestuur de Algemene Ledenvergadering voor mevrouw drs. K. van Wijngaarden AA RA en de heer J. Beekhuizen AA tot lid van het bestuur te benoemen. Mevrouw drs. K. (Karin) van Wijngaarden AA RA is 30 jaar jong en woonachtig in Sliedrecht. Zij begon haar werkzaamheden in de accountancy in 2001 als assistent bij (Arenthals) Grant Thornton. Inmiddels is zij (senior) manager op de Rotterdamse vestiging van Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. In 2006 werd mevrouw Van Wijngaarden ingeschreven als AA. In 2007 startte zij met haar masterscriptie “Fusie NIVRA – NOvAA?”. De inschrijving als RA vond plaats in juli 2009. In 2010-2011 heeft zij een internationaal Advanced Manager Programme gevolgd. Mevrouw Van Wijngaarden is bestuurslid van de adviescommissie NBA Young Profs en is praktijkbegeleider van AA-praktijkstagiairs. De heer J. (Jochem) Beekhuizen AA is 52 jaar oud en woont in Bergschenhoek. Hij is gehuwd en heeft twee dochters in de middelbare school leeftijd. De heer Beekhuizen begon zijn accountancycarrière midden zeventiger jaren. In 1980 trad hij als (gevorderd) assistent-accountant in dienst bij toenmalig “Vekemans & Berk Registeraccountants”, tegenwoordig Baker Tilly Berk, te ’s-Gravenhage. In 1999 trad de heer Beekhuizen toe als kernpartner bij Baker Tilly Berk. Binnen de NOvAA is de heer Beekhuizen al een aantal jaren actief als voorzitter van de afdeling Zuid-Holland en als praktijkopleidingsconsulent. Daarvoor was hij ook actief als examinator/beoordelaar van eindverslagen voor de praktijkopleiding en (mede-) grondlegger van de eerste accountantsspreekuren bij de Kamer(s) van Koophandel in de Haagse regio.
4
b.
Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter
Volgens de Wet AA (artikel 8, eerste lid) worden, door de Algemene Ledenvergadering en uit de bestuursleden, jaarlijks de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter benoemd. Het bestuur draagt ter benoeming aan u voor de heer D.J. ter Harmsel AA FB voor de functie van voorzitter en de heer P.H.J. Botermans AA voor de functie van plaatsvervangend voorzitter. De heer D.J. (Dirk) ter Harmsel AA FB is 49 jaar oud, gehuwd en vader van een zoon. De heer Ter Harmsel is AA sedert 1984. In 1989 werd hij ook Federatie Belastingadviseur. De heer Ter Harmsel begon zijn loopbaan in 1984 bij Alfa Accountants en Adviseurs. Na een aantal jaren vestigingsdirecteur te zijn geweest, is de heer Ter Harmsel thans directeur van het Bureau Vaktechniek Accountancy van Alfa Accountants en Adviseurs. De heer Ter Harmsel was onder andere lid van de Commissie Belastingen van de NOvAA (2004) en voorzitter van de Commissie Vaktechniek (2004 - 2008). In de periode van 2004 tot en met 2008 was de heer Ter Harmsel bestuurslid van de NOvAA, waarbij hij het laatste jaar tevens voorzitter was. Tot medio 2010 was de heer Ter Harmsel tevens lid van de Accountantskamer te Zwolle. De heer P.H.J. (Patrick) Botermans AA CB is 55 jaar oud, woonachtig in Zoetermeer, gehuwd en vader van vier kinderen. De heer Botermans begon zijn werkzaamheden in de accountancy in 1978 als assistent bij Klijnveld Kraayenhof & Co te Den Haag. In 1981 ging hij werken in het accountantskantoor van zijn vader in Wassenaar. De heer Botermans was medeoprichter van B&L Accountants en Belastingadviseurs te Delft en tot medio januari 2011 als partner aan dit kantoor verbonden. Thans is de heer Botermans werkzaam als financieel directeur ad interim. De heer Botermans was toetser voor de Raad van Toezicht en participeerde van 2007 tot 2010 in de Commissie Bezwaarschriften van de NOvAA. c.
Vaststelling van het rooster van aftreden
Elk bestuurslid wordt voor vier jaar benoemd en treedt af volgens een door de Algemene Ledenvergadering vast te stellen rooster (Wet AA artikel 5, tweede lid). Het rooster wordt zodanig ingericht dat, voor zover mogelijk, telkenmale hetzelfde aantal bestuursleden aftreedt. Het bestuur stelt u voor onderstaand rooster van aftreden vast te stellen: 2012 de heer A. van der Meer AA en de heer H.J.T. Spanjers AA; 2013 de heer D.J. ter Harmsel AA FB en de heer drs. M.J.G. van Miltenburg AA CB; 2014 de heer P.H.J. Botermans AA; 2015 mevrouw drs. K. van Wijngaarden AA RA en de heer J. Beekhuizen AA. d.
Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant
De Wet op de Accountants-Administratieconsulenten schrijft voor dat de ledenvergadering ten aanzien van ieder boekjaar een Accountant-Administratieconsulent aanwijst die is belast met de controle van de financiële verantwoording. Regulier wordt deze accountant benoemd in de bijeenkomst van de ledenvergadering die voorafgaat aan het desbetreffende boekjaar en derhalve zou in de bijeenkomst van juni 2011 de accountant voor het boekjaar 2012 moeten worden aangewezen. Het boekjaar 2012 zal echter een bijzonder boekjaar zijn omdat naar verwachting in de loop van 2012 de Wet op het accountantsberoep in werking treedt, de NOvAA daarbij ophoudt te bestaan en de NBA wordt ingesteld. Het bestuur van NOvAA ziet zich daarbij, evenals het bestuur van het NIVRA, gesteld voor de situatie dat door de ledenvergadering weliswaar nog een accountant moet worden aangewezen
5
voor de controle van de financiële verantwoording over het verkorte boekjaar 2012, maar dat er na de opheffing van de NOvAA op het moment dat het boekjaar eindigt, er geen ledenvergadering meer is die de financiële verantwoording over het boekjaar 2012 nog kan goedkeuren. Voor zover het de aanwijzing van de accountant betreft, beogen beide besturen onder deze omstandigheden tot een praktische oplossing te komen. Die oplossing bestaat erin, dat het bestuur van de NOvAA pas in de eerstvolgende ledenvergadering na juni 2011 aan de ledenvergadering een accountant voordraagt die de financiële verantwoording over het verkorte boekjaar 2012 van de NOvAA zal controleren. Het bestuur van het NIVRA zal dan aan de ledenvergadering van het NIVRA voorstellen deze accountant ook te benoemen voor de controle van de financiële verantwoording over het verkorte boekjaar 2012 van het NIVRA. Tevens zullen de besturen van NOvAA en NIVRA de ledenvergadering van de NBA voorstellen deze accountant te benoemen als de accountant of plaatsvervangend accountant die is belast met de controle van de financiële verantwoording over 2012 van de NBA. De geschetste oplossing vereist een weloverwogen voorstel voor de accountant die belast is met de controle van de financiële verantwoordingen, en in dat verband nodigen de besturen van NOvAA en NIVRA op dit moment accountants uit om een offerte in te dienen bij beide besturen. Deze procedure is echter nog niet zo vergevorderd dat het bestuur al in de bijeenkomst van juni 2011 een accountant aan de ledenvergadering kan voorstellen. e.
Benoeming van een lid van de Raad voor Geschillen
Volgens de Verordening op de Raad voor Geschillen (artikel 5, eerste lid) worden de leden van de Raad voor vier jaar benoemd. Leden van de Raad, die lid zijn van de NOvAA, zijn niet terstond herbenoembaar, tenzij zij korter dan twee jaar zitting hebben gehad (artikel 5, vijfde lid). Jaarlijks treedt een deel van de leden van de Raad af volgens een door het bestuur van de NOvAA vastgesteld rooster (artikel 5, derde lid). Een van de leden van de Raad heeft zijn maximale zittingsperiode bereikt. Het betreft hier de heer P.J.A. Emans AA. Ter voorziening in deze vacature zijn, door middel van een berichtje in NBA-nieuws, de AA’s opgeroepen hun belangstelling voor deze functie kenbaar te maken. Op basis van de ontvangen reacties is een shortlist gemaakt. Met deze kandidaten is door de voorzitter van de Raad voor Geschillen een kennismakingsgesprek gehouden, waarna een voordracht aan het bestuur is gedaan. Het bestuur stelt u voor om de heer L.L. Ruissen AA te benoemen als lid van de Raad voor Geschillen. 6. Voortgang fusieproces Tijdens de Algemene Ledenvergadering zal de voorzitter nader ingaan op de stand van zaken met betrekking tot de fusie met het NIVRA. Om de fusie van NIVRA en NOvAA, die samen de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) gaan vormen, te bekrachtigen, is een wijziging van de bestaande accountantswetten noodzakelijk. Het ministerie van Financiën heeft een voorstel van wet voorbereid dat inmiddels door de Ministerraad is geaccordeerd en voor advies naar de Raad van State is gezonden. Hoewel als gevolg van de fusie de NOvAA op zeer afzienbare termijn zal ophouden te bestaan, is in de thans voorliggende vergaderstukken (waaronder dus ook de jaarrekening is begrepen) uitgegaan van de veronderstelling van continuïteit der activiteiten. De NOvAA zal immers wel als organisatie ophouden te bestaan, maar haar activiteiten worden in nagenoeg ongewijzigde vorm voortgezet in een nieuwe entiteit: de NBA.
6
8. Financieel Verslag over 2010 In de Wet AA is ten aanzien van het financieel verslag onder andere het volgende bepaald: “Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar doet het bestuur aan de ledenvergadering rekening en verantwoording over zijn in het boekjaar gevoerde bestuur, onder overlegging van een balans en staat van baten en lasten met toelichting en met een verklaring van een Accountant-Administratieconsulent daarover” (Wet AA, artikel 29, derde lid). “De ledenvergadering stelt de rekening vast. De vaststelling strekt tot decharge van het bestuur, behoudens in geval van later gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden” (Wet AA, artikel 29, vierde lid).
In de vergaderstukken zijn opgenomen het bestuursverslag, de balans per 31 december 2010, de staat van baten en lasten over 2010, de toelichting op beide stukken en de overige gegevens (met daarin opgenomen de controleverklaring). De Algemene Ledenvergadering verleent het bestuur decharge door het vaststellen van de ‘rekening’ aan de hand van deze stukken. Tijdens de ledenvergadering zal de heer A. van der Meer AA, voorzitter van het Audit Committee, een korte toelichting geven op het financieel verslag over 2010, waarna er gelegenheid is tot het stellen van vragen. De accountant, de heer P.C. Slootweg AA, is tijdens de vergadering aanwezig om, indien gewenst, vragen te beantwoorden. Leden die specifieke vragen hebben met betrekking tot het financieel verslag over 2010, wordt verzocht die vooraf (bij voorkeur schriftelijk of per e-mail en voor 1 juni 2011) kenbaar te maken bij de heer drs. F.A. van Schaik AA RA, secretaris van het Audit Committee (
[email protected]). Hierdoor kan de voorzitter van het Audit Committee zich op deze vragen prepareren en kan hij tijdens de Algemene Ledenvergadering voor een zo concreet mogelijke beantwoording zorgdragen. 9. Beleidsprioriteiten 2011 – 2013 De besturen van NIVRA en NOvAA hebben in het najaar van 2010 vijf strategische prioriteiten voor de NBA geformuleerd, in het verlengde van de doelstellingen zoals vastgelegd in het fusiedocument waar de leden in 2009 hun stem aan hebben verbonden. Deze prioriteiten zijn als uitgangspunt gehanteerd bij het opstellen van de gemeenschappelijke activiteitenplannen en een integrale meerjarenbegroting. Daarbij is uitgegaan van een ‘zero-based benadering’: niet het verleden van NIVRA en NOvAA is bepalend maar uitsluitend datgene wat noodzakelijk voortvloeit uit de keuzen van bestuur en wetgever en hetgeen is vastgelegd in het fusiedocument of – in meer brede zin geformuleerd – uit de eisen die beroep en samenleving nu en in de nabije toekomst aan de NBA stellen.
In de vergadering van 13 april 2011 hebben beide besturen het door de directie gepresenteerde meerjarenbeleid en de daarbij behorende meerjarenbegroting goedgekeurd. Het besluit impliceerde tevens een bekrachtiging van het voornemen om al met ingang van 1 januari 2011 de administraties van beide beroepsorganisaties te integreren en een gezamenlijke begroting te voeren. De begroting en het beleid voor de periode van 2011 tot 2013 zijn gebaseerd op vijf prioriteiten: I. Reputatie; verbetering van maatschappelijk gezag en vertrouwen. II. Verbetering van de efficiëntie, leidend tot reductie van de contributie. III. Stimuleren van de innovatie in het beroep. IV. Educatie, bijdragen aan verbetering van instroom en uitstroom van de opleidingen. V. Verbetering van de effectiviteit; een output met hogere relevantie en impact.
7
I. Reputatie
Doel: verbetering van maatschappelijk gezag en vertrouwen. Het gaat hier met name om de bijdrage die de beroepsorganisatie kan leveren aan verbetering van de reputatie van het accountantsberoep. Die bijdrage ligt met name op de volgende twee terreinen: 1. bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening; 2. versterken van de maatschappelijke positionering. Ad 1. Bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening Vanwege haar PBO-status beschikt de NBA over regelgevende bevoegdheden ten aanzien van de beroepspraktijk, met enerzijds een voorschrijvend karakter (beroeps- en gedragsregels, praktijkopleiding), anderzijds een disciplinerend karakter (toetsing kwaliteit en PE, voeren klacht- en tuchtprocedures). Met de positionering van het Adviescollege voor Beroepsreglementering en het invoeren van een zorgvuldige en transparant ‘due process’ van regelgeving heeft de NBA het cruciale belang van hoogwaardige, algemeen erkende beroepsstandaarden aangegeven. Het belang blijkt uit het feit dat de beroepsstandaarden voor wetgever, toezichthouder en rechter de ultieme toetssteen vormen voor het functioneren van beroepsbeoefenaren. Met het zelf ontwikkelen, invoeren en handhaven van de beroepsstandaarden kan het accountantsberoep blijven beschikken over zijn eigen toekomst. Ondanks het zoveel mogelijk navolgen van de internationale IFAC-standaarden blijft de eigen Nederlandse regelgeving het uitgangspunt. Om deze redenen is het van belang dat de totstandkoming van de Nederlandse standaarden onder een transparante governance en met intensieve betrokkenheid van interne, maar vooral ook externe stakeholders plaatsvindt. Tegelijkertijd zal de NBA een explicieter handhavingsbeleid moeten voeren ten aanzien van kwaliteit en permanente educatie. Daarbij zal het niet louter gaan om juridische argumenten maar zal met name ook de maatschappelijke impact nadrukkelijker in de afwegingen moeten worden betrokken. Om het actiever beleid zichtbaar te maken, bestaat het voornemen om handhavingsconvenanten met toezichthouders te sluiten (DNB, AFM, Belastingdienst), die zich daarmee committeren de NBA te informeren over potentiële tuchtzaken. Ad 2. Versterken van de maatschappelijke positionering De tweede pijler onder het strategisch doel ‘reputatie’ is de het versterken van de maatschappelijke positionering. Het gaat hier in eerste instantie om de positie die we innemen in het maatschappelijk debat. De huidige maatschappelijke discussie behoeft hier geen nadere toelichting, feit is dat de NBA met het lanceren van het Plan van Aanpak een belangrijk deel van de regie heeft teruggewonnen. De proactieve benadering in dit dossier is illustratief voor de gewenste werkwijze: niet wachten tot het over je heen komt, maar proactief handelen ten aanzien van zaken die op je afkomen. Activiteiten op het gebied van beleid en regelgeving raken elkaar hier voortdurend, reden voor een intensieve interne samenwerking en betrokkenheid van de ledengroepen, het Adviescollege en de andere commissies. Naast een intensieve en proactieve communicatie is ook de kwaliteit van het externe netwerk doorslaggevend. Het ‘proces voor de maatschappelijke dialoog’ – zoals vermeld in het fusiedocument- zal nog nader handen en voeten moeten krijgen. Feit is in ieder geval dat de kwaliteit van de bestuurlijke contacten met toezichthouders, wetgever, politici, belangenorganisaties en kantoren de afgelopen jaren veel heeft bijgedragen aan de verbetering van de positie van de beroepsorganisatie.
8
Voor wat betreft het beleid zal de nadruk in de planperiode liggen op de invoering van het Plan van Aanpak met als belangrijkste doelstellingen: - verbeteren professionele scepsis; - versterken relatie accountant – commissarissen; - verbeteren van de transparantie van accountantsorganisaties; en - verbreden poortwachtersfunctie - waaronder ook het project Kennis Delen valt. Daarbij is intensieve coördinatie tussen nationale en internationale (met name Europese) spelers van belang. Nieuwe activiteiten worden getoetst op hun bijdrage aan het Plan van Aanpak, dat daarmee ook een dynamisch project wordt. Tegelijkertijd zal dit niet ten koste mogen gaan van de aandacht voor twee segmenten binnen de NBA: de mkb-sector en de Accountants in Business. Het nieuw in te stellen ledengroepbestuur Openbaar Accountants zal zich met voorrang moeten toeleggen op het mkb-beleid voor de komende jaren. Daarnaast zullen de Accountants in Business (via de nieuw in te stellen samenwerking NBA*VRC) het servicepakket verbreden naar AA’s en zal de agenda tegelijkertijd een meer beleidsmatige invulling moeten krijgen. I. REPUTATIE Ten aanzien van regelgeving betekent dit: - een goede en tijdige afstemming tussen de internationale agenda’s (met name IFAC standard setting boards) en de nationale (jaar)agenda; - een proactieve en toetsbare communicatie rond de regelgevende activiteiten, met expliciete aandacht voor de dialoog met stakeholders; - een actiever beleid ten aanzien van toetsing en handhaving (kwaliteit en PE) en vastlegging hiervan in convenanten met toezichthouders. Ten aanzien van het beleid rond beroepsontwikkelingen betekent dit: - invoering van het Plan van Aanpak; - activering van het mkb-beleid; - een meer beleidsmatige invulling van de AiB-agenda en verbreding servicepakket naar AA’s; - proces van maatschappelijke dialoog beter verankeren in de organisatie.
II. Efficiëntie
Doel: een versnelde verlaging contributie, 50% realiseren in 2012, 50% in 2013 De tweede strategische prioriteit moet leiden tot de volgende doelstellingen: (uit fusiedocument) - een reductie van de organisatiekosten, in 2013 te realiseren, onder de aanname van ongewijzigd beleid en gelijkblijvend takenpakket; - het doorgeven van de synergievoordelen door terugbrengen van de contributiesom (en uitbreiding van de dienstverlening aan leden waarop de contributiereductie niet van toepassing is); - een weerstandsvermogen van € 6 mln in 2013; (besluit gezamenlijke besturen 2010) - een versnelde reductie van de contributie: 50 % van de doelstelling in 2012 en 50 % in 2013.
9
De doelstellingen zullen worden gerealiseerd door het creëren van synergievoordelen en het reduceren van dubbelfuncties. Als gevolg hiervan zal in 2013 het aantal fte’s met 25 % (en de salarissom met 24%) zijn verminderd. Om deze doelstellingen te realiseren is een meerjarenbegroting opgesteld. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een verbetering van de interne beheersing, onder andere door invoering van een organisatiebrede planning- & controlcyclus (conform fusiedocument) en een herinrichting van de financiële functie. II. EFFICIËNTIE Het realiseren van de beoogde efficiëntie vereist: - een reductie van de uitgaven door het creëren van synergie en het reduceren van dubbelfuncties; - een planning- & controlcyclus; - een adequate financiële administratie met een up-to-date financieel systeem.
III. Innovatie
Doel: stimuleren van innovatie van de beroepsuitoefening Innovatie is een reputatiebevorderend element. Daarom is het goed dat veel van de vernieuwing ten aanzien van de (openbare) beroepspraktijk al besloten zit in het Plan van Aanpak; het draagt in die zin bij aan een imagoverbetering van het beroep. Innovatie is niet iets dat achter een bureau wordt bedacht, integendeel. Daadwerkelijke vernieuwing van het vak vindt in het veld plaats, de beroepsorganisatie kan hier een podium bieden aan ‘best practices’, waardoor het vernieuwingsproces dicht bij de uitvoeringspraktijk blijft. Daarnaast kan de beroepsorganisatie ook op haar eigen terrein vernieuwend acteren. Het gaat hier dan om nieuwe benaderingen met betrekking tot regelgeving, communicatie met leden, permanente educatie, etc. Digitalisering van de kernprocessen zal hierbij een drijfveer vormen. Voorgesteld wordt om innovatie te koppelen aan de diverse terreinen van de NBA (regelgeving, beleid, communicatie & ledenservice en educatie) waarbij iedere afdeling in haar jaarplanning expliciet aantoont dat er sprake is van één of meer innovatieve projecten. Van belang is dat deze projecten op bestuursniveau worden verankerd. III. INNOVATIE - Innovatie zal integraal onderdeel zijn van de NBA-jaarplannen en –afdelingen en expliciet op projectniveau worden benoemd. - Digitalisering van de kernprocessen vormt een drijfveer voor innovatie.
10
IV. Educatie
Doel: bijdragen aan de verbetering van instroom in de opleidingen Ten aanzien van het bevorderen van de instroom in het beroep wordt het huidige beleid voortgezet, met name gericht op beroepsvoorlichting: het verhogen van het bewustzijn en kennisniveau bij middelbare scholieren en beginnende studenten van het accountantsberoep. De campagne ‘AA-Worden’ zal vooralsnog worden gecontinueerd. Zolang er twee titels blijven bestaan, is het sterk aan te raden om dezelfde strategie te blijven volgen als voor de fusie. ‘Opdroging van de AA-titel’ is een reëel gevaar indien er geen voorlichting over het beroep van AA-Accountant gegeven wordt. Uit ervaring blijkt dat veel docenten aan hbo-opleidingen hun studenten aanraden om RA te worden. Mocht de titeldiscussie daar aanleiding toe geven, worden de voorlichtingsactiviteiten opnieuw onder de loep genomen en wordt er een nieuw communicatieplan gemaakt. Tegelijkertijd wordt de effectiviteit van de campagnes nader onderzocht. De stijging in de instroom met 74% (2002 t.o.v. 2009) en 82% (2005 t.o.v. 2009) is positief, maar niet geheel te herleiden naar de campagne. Tevens zal worden gekeken naar de ontwikkeling van de marktbehoefte en een efficiëntere inzet van de middelen. Daarnaast zal het advies van de onderwijscommissie mede gericht zijn op het verbeteren van de studeerbaarheid – en daarmee ook van de uitstroom - van de opleidingen. IV. EDUCATIE Ten aanzien van educatie betekent dit dat: - de huidige campagnes vooralsnog worden voortgezet, mede afhankelijk van de ontwikkelingen op het titelgebied; - de effectiviteit van de huidige aanpak wordt geëvalueerd; - het onderwijsbeleid wordt geformuleerd op basis van het advies van de onderwijscommissie.
V. Effectieve organisatie
Doel: een kwalitatief betere output met meer relevantie en een grotere impact Op het gebied van effectiviteit worden twee prioriteiten gesteld: 1. kwaliteit van de medewerkers en de aansturing; 2. evaluatie en feedback. Ad 1. Kwaliteit van de medewerkers en de aansturing Doelen stellen is één, ze goed uitvoeren is een tweede. ‘Meer met minder‘ kan alleen als de kwaliteit van de uitvoering verder wordt verbeterd. In een voortdurend veranderende omgeving gaat het daarbij vooral níet om het naar de letter uitvoeren van top-down geformuleerde instructies, wél om in onderlinge samenwerking invulling te geven aan strategische doelstellingen. Het gaat daarbij om communicatie, coördinatie en coöperatie. Leidinggevenden van de NBA hebben daarbij twee belangrijke taken: 1. het stellen van de kaders (en het waar nodig doorhakken van knopen); en 2. het coördineren en faciliteren van de gewenste processen.
11
Om hun werk goed te kunnen doen is het voor alle betrokkenen, bureaumedewerkers, commissieleden en ook bestuurders, onontbeerlijk dat ze terdege op de hoogte zijn van de kaders en doelstellingen waarbinnen de organisatie werkt. Van alle betrokkenen mag worden verwacht dat ze naar eigen deskundigheid en inzicht handelen en continu en tijdig terugkoppelen. Met name dit laatste is geen vanzelfsprekendheid. Eilandvorming, individueel optreden en onvoldoende feedback kan een bedreiging vormen voor de efficiëntie binnen onze organisatie. Om die reden zullen met name de horizontale overleg- en rapportagelijnen binnen de organisatie worden verbeterd. De aandacht zal daarbij in het bijzonder gericht zijn op verbetering van: - de afstemming tussen nationale en internationale agenda; - de afstemming tussen beleid en regelgeving; - de afstemming tussen de diverse commissies en ledengroepen onderling. Ad 2. Evaluatie en feedback De effectiviteit van projecten en services, in de zin van relevantie en impact, kan alleen worden vastgesteld vanuit het perspectief van de ontvanger of gebruiker. Uiteraard is het aan bestuur en management om de prioriteiten te bepalen, de beslissingen zullen echter gebaseerd moeten zijn op een gedegen feedback van belanghebbenden. Op dit moment vindt er op het niveau van de organisatie en haar belangrijkste onderdelen geen effectmeting plaats. Dit valt te overwegen, bijvoorbeeld in de vorm van een reputatiescan, en periodieke evaluaties van de belangrijkste commissies en besturen (zowel zelfevaluaties als uitvraag onder belanghebbenden). Hoewel het bureau regelmatig effect- en tevredenheidmetingen van haar activiteiten uitvoert, is dit geen systematisch onderdeel van de progammacyclus. Dit hangt mede samen met het beslag op schaarse tijd en middelen. Om die reden bestaat het voornemen om een heroriëntatie van de bestaande klankbordfuncties uit te voeren, en verbetering met inschakeling van digitale forums en consultatietechnieken te onderzoeken. Eenzelfde onderzoek wordt uitgevoerd om de effectiviteit van de communicatie met gebruikersgroepen verhogen (bijvoorbeeld via social media). V. EFFECTIVITEIT Ten aanzien van de operationele aansturing betekent dit: - coördinatie-, communicatie- en procesvaardigheden nadrukkelijker inbouwen in beoordelings- en beloningsbeleid medewerkers (van ‘denktank ‘naar beleidscoördinatie); - versterken van horizontale overleg- en rapportagevormen binnen bureau en tussen commissies/ledengroepen (ingebed in planning- & controlcyclus); - verbetering instructie en voorlichting van nieuwe bestuurs- en commissieleden. Ten aanzien van het meten en verbeteren betekent dit: - het invoeren van periodieke evaluaties van (onderdelen van) de organisatie; - het actiever inschakelen van digitale media bij consultaties en evaluaties; - het actiever inschakelen van social media bij communicatie.
12
10. Herziene begroting 2011 en begroting 2012 Volgens artikel 28 van de Wet AA stelt de Ledenvergadering vóór de aanvang van het boekjaar de begroting van de NOvAA vast. Het bestuur dient daartoe een ontwerpbegroting in, vergezeld van de nodige toelichting. Volgens artikel 27 van de Wet AA loopt het boekjaar van 1 januari tot en met 31 december.
De besturen van NOvAA en NIVRA hebben besloten om, vooruitlopend op de formele fusie, met ingang van 1 januari 2011 een gezamenlijke financiële huishouding te gaan voeren. De baten en lasten van die gezamenlijke huishouding komen, zolang de NBA nog niet bij wet is geregeld, op basis van de afspraken in het door de ledenvergaderingen van NIVRA en NOvAA in december 2009 vastgestelde fusiedocument, voor rekening van de afzonderlijke beroepsorganisaties naar rato van het aantal leden. Dit betekent dat circa 1/3 van de baten en lasten van de NBA-activiteiten voor rekening van de NOvAA komen. Vanwege de verwevenheid van de NOvAA-activiteiten met de NBA-activiteiten wordt slechts een zeer beknopte begroting en herziene begroting van de NOvAA gepresenteerd. Als toelichting op deze zeer beknopte NOvAA-begrotingen dienen de uitgebreidere NBA-begrotingen, die ook in deze vergaderstukken zijn opgenomen. Naast een herziene begroting voor het boekjaar 2011 treft u ook de begroting voor het boekjaar 2012 aan, vergezeld van een toelichting. Als basis voor deze NOvAA-begrotingen hebben de NBA-begrotingen voor 2011 en 2012 gediend. Bij deze NBA-begrotingen is uitgegaan van de doelstellingen zoals verwoord in het door de ledenvergadering in december 2009 vastgestelde fusiedocument, de in november 2010 door de besturen van NOvAA en NIVRA vastgestelde strategische doelstellingen en de reguliere werkzaamheden van de beide organisaties. Het bestuur verzoekt u de herziene begroting 2011 en de begroting 2012 conform het voorstel vast te stellen. 11. Ontwerp-Verordeningen Hierna volgt een korte toelichting op de voorgestelde ontwerp-verordeningen. a.
Ontwerp-Verordening op de tarieven contributie 2012
In het fusievoorstel dat door de ledenvergadering van de NOvAA op 16 december 2009 is aanvaard, is opgenomen dat de contributies voor AA’s en RA’s in drie tot vijf jaar zullen worden geharmoniseerd. De harmonisering leidt voor de grootste groep AA-leden, de openbaar accountants, tot een verlaging van de contributie. Dit leidt tevens tot een verlaging van de totale contributie-inkomsten van de NOvAA. Omdat het gewenste niveau van de gezamenlijke vermogens van NOvAA en NIVRA (ook wel: het weerstandsvermogen van de NBA) reeds is bereikt, wordt voorgesteld om snel tot harmonisatie te komen. Het voorstel luidt derhalve om met één tussenstap in 2012, in 2013 te komen tot het gewenste geharmoniseerde contributieniveau. b.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen
Artikel A Met het oog op de fusie tussen NOvAA en NIVRA wordt voorgesteld om de vergoeding voor de leden van de examencommissie opleiding AA-BA, door het bestuur zelf te laten vaststellen, in plaats van deze jaarlijks bij verordening vast te stellen. Artikel B Met de aanpassing wordt de vergoeding voor de eerste externe beoordelaar teruggebracht tot het presentiegeld. Daar staat tegenover dat deze beoordelaar anders dan voor 2012 het geval was, recht krijgt op een vergoeding van reis- en verblijfkosten en een reistijdvergoeding.
13
c.
Ontwerp-Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2012
De bedragen in de Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2012 zijn met 1,5% geïndexeerd ten opzichte van de bedragen die zijn genoemd in de Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2011. De tarieven voor de reiskostenvergoeding zijn niet geïndexeerd. Verder zijn enkele kleinere bedragen na afronding gelijk gebleven. De vaste vergoeding voor de leden van de examencommissie opleiding AA-BA is niet langer in deze verordening opgenomen. Deze vergoeding wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld. d.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing
Wanneer een accountantspraktijk een negatief eindoordeel van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s (hierna: de Raad) krijgt, is het kantoor onder andere verplicht een goed te keuren verbeterplan in te dienen. Voor de beoordeling van dit verbeterplan brengt de Raad aan de desbetreffende accountspraktijk op grond van artikel 11, zevende lid, een tarief in rekening. Voor het in rekening brengen van dit tarief is een goedgekeurd verbeterplan als resultaat geen vereiste. Slechts de feitelijke beoordeling van het verbeterplan is een voorwaarde voor het in rekening brengen van een tarief. Met de wijziging van het zevende lid wordt dit verduidelijkt. e.
Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2012
Met deze ontwerpverordening worden alleen de tarieven geïndexeerd welke in de verordening worden genoemd. De tarieven worden met 1,5% geïndexeerd ten opzichte van de tarieven welke gelden voor 2011. f.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op het examengeld
De tarieven die van toepassing zijn in 2012 zijn met 1,5% geïndexeerd ten opzichte van de tarieven zoals die in 2011 gelden. 12.
Aanwending van het surplusvermogen
Achtergrond
In het door de ledenvergadering op 16 december 2009 vastgestelde fusiedocument is vastgelegd dat het door de NBA beoogde weerstandsvermogen circa € 6 mln. bedraagt. Dit weerstandsvermogen zal worden gevormd door het vermogen dat door de beide beroepsorganisaties (NIVRA en NOvAA) ten tijde van de fusie wordt ingebracht. Het NIVRA zal, zo valt te lezen in het fusiedocument, bij de totstandkoming van de NBA haar gehele vermogen inbrengen. De NOvAA zal (naar verhouding van het aantal leden) eveneens eigen vermogen inbrengen. Het eigen vermogen van de NOvAA dat resteert na de inbreng in de NBA, wordt aangeduid als het ‘surplusvermogen’. Met betrekking tot dit surplusvermogen heeft het bestuur in de Algemene Ledenvergadering van 14 juni 2010 globaal aangegeven op welke wijze dit besteed zou kunnen worden. Uitgangspunt voor deze plannen is het streven van het bestuur om het beroep van mkb-accountant verder te ondersteunen en te ontwikkelen. De Algemene Ledenvergadering heeft ingestemd met deze globale plannen van het bestuur, onder de toezegging van het bestuur dat in de ledenvergadering van 2011 een uitgewerkt voorstel ter besluitvorming zal worden voorgelegd. In het navolgende zal nader op de plannen van het bestuur worden ingegaan. De denkrichting die in 2010 aan de ledenvergadering is voorgelegd, behelsde het opzetten van een mkb-kenniscentrum (bestaande uit een leerstoel, een denktank en een documentatiecentrum), het opzetten van een kaderopleiding voor toekomstige bestuursleden, het bevorderen van internationale kennisoverdracht en het rechtstreeks laten terugvloeien van een deel van het vermogen naar de leden. Aan deze alternatieven heeft het bestuur anno 2011 ook nog het project met betrekking tot de
14
‘simulatieopdrachten’ toegevoegd. Ten aanzien van de eerste drie onderwerpen alsmede het laatste onderwerp heeft het bestuur een aantal externe partijen benaderd met de vraag of zij (op de door het bestuur gewenste wijze) invulling kunnen geven aan de geschetste plannen. Mkb-kenniscentrum
Het bestuur heeft twee universiteiten benaderd met het verzoek een voorstel te doen ten aanzien van het mkb-kenniscentrum (dat mogelijk nog uitgebreid zal worden met het element van de internationale kennisoverdracht). Deze twee universiteiten hebben het bestuur een propositie gedaan. Op basis van de gevoerde gesprekken en de ontvangen proposities heeft het bestuur zijn voorkeur uitgesproken voor een samenwerking met de aan de Erasmus Universiteit Rotterdam verbonden Erasmus School of Accounting and Assurance (ESAA). In het navolgende worden de hoofdlijnen van de propositie van de ESAA kort weergegeven. Het bestuur zal, na instemming van de ledenvergadering met deze hoofdlijnen, in overleg treden met de ESAA om de plannen te concretiseren en te realiseren. De leerstoelgroep die door de ESAA wordt gevormd, houdt zich zowel bezig met onderwijs als onderzoek. Op onderwijsgebied zal, in een nauwe samenwerking met de Hogeschool Rotterdam, een bijdrage worden geleverd aan de colleges voor zowel AA-studenten als RA-studenten. Daarbij zullen onderwerpen aan de orde kunnen komen als: typologie en management van kleine bedrijven, ondernemerschap, advisering en rol van kleine bedrijven in de economie. Voor diegenen die reeds in het accountantsberoep werkzaam zijn, kunnen (voor zover dat niet reeds door de beroepsorganisatie wordt gedaan) masterclasses worde georganiseerd over actuele onderwerpen in het beroep. Het mkb zal in die masterclasses steeds een centrale plaats innemen. Het onderzoek dat binnen het kader van de leerstoel wordt verricht, zal zich richten op de non-assurance en adviespraktijk van de accountant en op de ontwikkelingen in het beroep. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan onderzoek naar bedrijfsopvolging in het mkb, het imago van de mkb-accountant, de rol van de mkb-accountant bij fraude in een non-assurance omgeving en fiscale versus commerciële winstbepaling. Door dit onderzoek zal een beter inzicht kunnen ontstaan in het werk van de mkb-accountant en in de wijze waarop de mkb-accountant functioneert. Tevens kan dit onderzoek een bijdrage leveren aan de verdere kwaliteitsontwikkeling van het werk van die mkb-accountant. De denktank volgt op strategisch niveau de ontwikkelingen in het beroep en de maatschappij en gaat na wat de gevolgen van die ontwikkelingen zijn voor de beroepspraktijk van de (mkb-)accountant. In de voorstellen van de ESAA participeren in de denktank, behalve leden uit de eerder genoemde leerstoelgroep, ook wetenschappers, accountants en vertegenwoordigers van de beroepsorganisatie. Onderwerpen die binnen de denktank aan de orde kunnen komen zijn bijvoorbeeld de vraag hoe ziet een toekomstig accountantskantoor (2020) er uit, wat is de rol van de mkb-accountant daarin en waar moet hij/zij aan voldoen? Het documentatiecentrum is gericht op het ontsluiten van literatuur met betrekking tot het functioneren als accountant ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf. Hiervoor zal de ESAA, in nauw overleg met de NOvAA en de bibliotheek van de Erasmus Universiteit, bepalen op welke wijze de toegang (waaronder online) geregeld zal worden. Centraal staat een voor de doelgroep (accountants, docenten en studenten) duidelijk herkenbare en snelle toegang tot de documentatie. De activiteiten van het mkb-kenniscentrum kunnen op relatief korte termijn worden opgestart. Dit vanwege het feit dat de ESAA voorstelt om de leerstoel op te zetten rondom een groep van personen, waarbij één persoon fungeert als aanspreekpunt. Dit biedt de mogelijkheid om, afhankelijk van de behoefte binnen het onderwijs of onderzoek aan een specifieke deskundigheid, steeds de ter zake meest deskundige personen in te zetten. De ESAA kan daarbij binnen de Erasmus Universiteit een beroep doen
15
op zowel hoogleraren als docenten met de nodige praktijkervaring op het gebied van fiscaliteit, ondernemerschap, financiering en accountancy. Voorgesteld wordt om de samenwerking met de ESAA aan te gaan voor een periode van zeven jaar. Na afloop van die termijn zal het mkb-kenniscentrum zich dusdanig bewezen dienen te hebben dat het initiatief door de NBA kan worden overgenomen. Gedurende de samenwerkingsperiode zullen jaarlijks concrete afspraken worden gemaakt over de agendering van de te leveren output en de daarmee gepaard gaande financieringsbehoefte en zal verantwoording worden afgelegd aan een toezichthoudend orgaan waarin (mede) vertegenwoordigers vanuit het AA-beroep zitting hebben. Kaderopleidingscentrum
De NOvAA constateert dat het niet eenvoudig is om invulling te geven aan vacatures die ontstaan in de diverse gremia binnen de beroepsorganisatie (besturen, commissies, werkgroepen etc.). Vooral ook jongere AA’s zijn ondervertegenwoordigd in de kandidaten die zich voor een dergelijke functie beschikbaar stellen. Om de mogelijke drempel voor het aanvaarden van een dergelijke functie voor AA’s te verlagen, heeft het bestuur het idee van een kaderopleiding ontwikkeld. Het doel van de kaderopleiding is primair om geïnteresseerde AA’s een aantal bestuurlijke vaardigheden bij te brengen en hen wat meer inzichten te verschaffen in het functioneren van (en bij) een beroepsorganisatie van accountants. Daarnaast bereidt de kaderopleiding jonge accountants ook voor op een leidinggevende functie bij de organisatie waar zij werkzaam (zullen) zijn. Het bestuur heeft een aantal organisaties benaderd met het verzoek om mee te denken over het vormgeven van een dergelijke kaderopleiding. De ideeën van NICE Nyenrode sluiten het meest aan bij hetgeen het bestuur voor ogen heeft. In de voorstellen van NICE Nyenrode wordt een leergang ‘Leiderschap voor mkb-accountants’ ontwikkeld, die is opgebouwd rond een drietal thema’s: het besturen van organisaties, de maatschappelijke context waarin dit gebeurt en de persoon achter de bestuurder. De maximaal 16 deelnemers per leergang krijgen een intakegesprek en worden na toelating tot de leergang gedurende een jaar intensief begeleid. In zes blokken van twee dagen worden zij voorbereid op een mogelijke bestuursfunctie. Na afloop van de leergang organiseren de deelnemers een symposium. Gezien het beperkt aantal deelnemers dat jaarlijks aan deze leergang kan deelnemen, zullen er toelatingseisen worden gesteld. Ook zal het aantal deelnemers per accountantspraktijk gelimiteerd worden en zal van de deelnemer aan de leergang, behalve een goede motivatie en inzet, ook een financiële bijdrage in de kosten worden gevraagd. Internationale kennisoverdracht
Het bestuur is van mening dat maatschappelijk verantwoord ondernemen past bij een beroepsorganisatie. Hieraan zou inhoud kunnen worden gegeven door internationale kennisoverdracht op het gebied van de accountancy in het mkb. Aangezien het accountantsberoep in de meeste landen in Europa inmiddels goed van de grond is gekomen, wordt voor de kennisoverdracht gedacht aan het beschikbaar stellen van een studiebeurs c.q. studieplaats aan een of meerdere studenten uit niet-Europese landen waar het accountantsberoep nog in de kinderschoenen staat. De studenten die hiervoor in aanmerking komen zouden wellicht hun studie (geheel of ten dele) kunnen volgen aan de universiteit waar het NOvAA mkb-kenniscentrum is ondergebracht. Simulatie-opdrachten
Het blijkt dat studenten in de praktijkopleiding steeds moeilijker kunnen voldoen aan de verplichtingen van het onderdeel ‘controle’ in die opleiding. Zij worden namelijk geacht tijdens de praktijkopleiding minimaal twee controleopdrachten uit te voeren op het niveau van ‘bijna eindverantwoordelijke’. Het aantal opdrachten op dit niveau blijkt bij veel accountantspraktijken echter onvoldoende beschikbaar om de studenten de gewenste ervaring te kunnen laten opdoen. In overleg met de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA), die toezicht houdt op
16
praktijkopleiding, is geconcludeerd dat een simulatie-opdracht (mits van kwalitatief hoog niveau) kan worden gezien als een alternatief voor het uitvoeren van een controle-opdracht. Het bestuur van de NOvAA heeft aan de Raad voor de Praktijkopleiding toestemming gegeven twee simulatieopdrachten te laten ontwikkelen. Een aantal organisaties heeft een offerte voor een dergelijk traject uitgebracht. Na een grondige vergelijking van deze offertes is de opdracht gegund aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). De HAN zal een tweetal cursussen ontwikkelen waarin, voor een gefingeerde onderneming, de gehele controlecyclus wordt nagebootst. Iedere cursus wordt gegeven in 2 blokken van 3 dagen en wordt afgesloten met het schrijven van een essay. Daarmee is de studiebelasting per cursus circa 100 uur. Het bestuur van de NOvAA stelt voor om de eenmalige ontwikkelingskosten van de simulatie-opdrachten niet ten laste van de trainees te brengen, maar te financieren uit het surplusvermogen. Vermogensbeslag
Indien alle in het voorafgaande genoemde projecten zouden worden uitgevoerd, dan legt dit het volgende beslag op het surplusvermogen: a. Eenmalig Simulatie-opdrachten b. Jaarlijks terugkerend (gedurende 7 jaar) Mkb-kenniscentrum: - Leerstoel - Denktank - Documentatiecentrum MVO (internat. ondersteuning acc. beroep) Kaderopleiding
€ 250.000 € 250.000 € 50.000 € 50.000 € 10.000 € 75.000
Niet alle gelden hoeven direct beschikbaar te worden gesteld. De uitgaven voor het mkb-kenniscentrum, het MVO en de kaderopleiding vinden immers verspreid over een periode van zeven jaar plaats. Dit betekent dat, rekening houdend met de huidige marktrente, voor deze uitgaven thans een bedrag van circa € 3 mln. opzij dient te worden gezet. Aangezien het bestuur voor het resterende bedrag van het surplusvermogen (circa € 4,4 mln.) geen directe bestemming heeft, stelt het voor om dat bedrag (in de vorm van een korting op een toekomstige contributie) te laten terugvloeien naar de leden. Het bedrag van de te verlenen korting zal gerelateerd zijn aan de hoogte van de alsdan geldende contributie. Aan de ledenvergadering wordt voorgesteld in te stemmen met het door het bestuur gedane voorstel tot aanwending van het surplusvermogen.
17
III
Algemene Ledenvergadering van 14 juni 2010
a.
Notulen van de Algemene Ledenvergadering van 14 juni 2010
1.
Opening
Welkom De heer G.J.A.H. van der Wielen AA, voorzitter van de NOvAA, opent de vergadering om 14.00 uur en heet de aanwezigen van harte welkom. Hij constateert dat bij de oproep voor de vergadering aan alle voorwaarden is voldaan en dat de vergadering daarmee rechtsgeldig is. De voorzitter stelt aan de leden voor aan de heer J.G.P.M. Helderman RA de Oorkonde van Bijzondere Verdienste uit te reiken. De heer Helderman, oud-voorzitter van het NIVRA, heeft destijds in die functie een belangrijke rol gespeeld in het fusietraject. De leden stemmen in met het voorstel. De heer Helderman wordt gevraagd zich bij de vergadering te voegen. Stembiljetten De voorzitter informeert of de aanwezige leden een stembiljet hebben ontvangen. Voor de leden die later binnenkomen, loopt de registratie en het uitdelen van de stembiljetten door totdat de voorzitter aangeeft dat dit stopt. Na het stopzetten van de registratie ontvangen de leden geen stembiljet meer om hun stem uit te brengen, maar kunnen zij nog wel deelnemen aan de vergadering. Vergaderorde De voorzitter legt de vergaderorde uit aan de aanwezigen. De leden kunnen per agendapunt maximaal twee keer het woord voeren. De voorzitter vraagt de sprekers, in verband met het maken van de notulen, hun naam en woonplaats te noemen. Officiële opening De voorzitter spreekt de volgende openingsrede uit. “Dames en heren, Graag wil ik u van harte welkom heten op onze Algemene Ledenvergadering. In het bijzonder heet ik welkom onze gasten en ereleden. Voordat ik inga op de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en op de discussies die ons de komende periode te wachten staan, wil ik samen met u stilstaan bij de collega’s die ons het afgelopen jaar zijn ontvallen. Het betreft de heren: J.W. Admiraal A.J.F. Alewijnse E.A.J. van Belkom D. de Bis H.M. Bonnes H.J. van Bork L.J.A. Godvliet J.M. Maarschalkerweerd R.A. Martina R.R.J. Moesbergen G. Poelman
18
op de leeftijd van: 87 jaar 88 jaar 43 jaar 77 jaar 76 jaar 82 jaar 53 jaar 71 jaar 65 jaar 67 jaar 84 jaar
J. Proper K. Vennema L.J. Vreeswijk S. de Vries G.J. ter Welle P. Wildenburg
83 jaar 88 jaar 70 jaar 55 jaar 81 jaar 65 jaar.
Ik verzoek u te gaan staan en een moment van stilte in acht te nemen om deze collega’s te gedenken. Dank u wel. Dames en heren. Dit is de derde ledenvergadering die ik mag voorzitten. Het zal tevens de laatste zijn die ik als voorzitter van onze beroepsorganisatie zal meemaken. Want vanmiddag zal ik mijn functie overdragen aan mijn collega. De afsluiting van het voorzitterschap nodigt uit tot terugkijken. Die neiging zal ik zoveel als mogelijk proberen te onderdrukken, want het gaat uiteindelijk om de toekomst. De toekomst van onze beroepsorganisatie, maar vooral de toekomst van ons beroep. Daar wil ik dit openingswoord vooral voor gebruiken. Maar toch neem ik de gelegenheid voor een kleine terugblik, want tenslotte staat het Jaarverslag 2009 ook op de agenda van deze vergadering. Natuurlijk stond 2009 vooral in het teken van de fusiebesprekingen met onze zusterorganisatie NIVRA. U bent over dit onderwerp in het afgelopen jaar veelvuldig en uitvoerig geïnformeerd en geconsulteerd. Er bestond volop gelegenheid uw stem te laten horen en dat heeft u ook gedaan. De op- en aanmerkingen van de leden zijn door het bestuur gewogen en vervolgens ingebracht in de fusiebesprekingen. Dit heeft geleid tot een fusievoorstel dat mocht rekenen op grote instemming van u, onze leden. Zowel in de ledenpeiling als op de Buitengewone Ledenvergadering van 16 december jl. heeft u zich (samen met uw beroepsgenoten van het NIVRA) in grote meerderheid uitgesproken voor de fusie tussen beide beroepsorganisaties. Met uw instemming met de fusie is het beoogde doel nog niet bereikt. Sinds die tijd is er veel werk verzet in het fusieproces. Ik realiseer me dat we daar minder over hebben gecommuniceerd dan in de periode daarvóór. Het betrof en betreft veelal werkzaamheden die de nieuwe organisatie vorm moeten geven. Maar dat alles binnen de kaders die u in het fusiedocument heeft aangegeven. Veel werkzaamheden van organisatorische aard dus. Waar moet u daarbij aan denken? Allereerst aan de inrichting van de nieuwe bureauorganisatie: de indeling van de bureauorganisatie van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants in nieuwe afdelingen en de personele consequenties die dit met zich brengt. Dan de voorbereiding van de verhuizing en de inrichting van het pand in Amsterdam. Dit zal natuurlijk gevolgen hebben voor de werkwijze van de medewerkers. Een nieuwe cultuur en een nieuwe werkwijze die in het teken zullen staan van wat men noemt: ‘het nieuwe werken’. Niet omdat dit nu zo in de mode is, maar omdat we denken dat medewerkers op deze wijze efficiënt en plezierig kunnen samenwerken. En dat heeft natuurlijk gevolgen voor de output van het bureau. En daar gaat het u en mij natuurlijk om. Want de taak van het bureau is om ons te ondersteunen, zodat wij de rol van adviseur van het midden- en kleinbedrijf optimaal in kunnen vullen. Naast de voorbereidingen op het niveau van de bureauorganisatie wordt er momenteel ook hard gewerkt aan de bestuurlijke inrichting van de NBA. Er zijn bestuurlijke kwartiermakers benoemd, die het voorbereidende werk doen met betrekking tot het vormgeven van de nieuwe organisatie. Ook hier weer: binnen de kaders die in het fusiedocument zijn weergegeven. Over de personele invulling van de nieuwe beroepsorganisatie, de ledengroepen, commissies, vakgroepen en dergelijke, wordt later beslist. Daarover zal tijdig en uitgebreid met u worden gecommuniceerd en iedereen krijgt de gelegenheid zijn of haar ambities voor bepaalde gremia kenbaar te maken. Sterker nog: ik doe bij deze een beroep op u om u in te zetten voor de NBA. Want alleen dan kan de beroepsorganisatie goed functioneren en worden de belangen van de accountants die werkzaam zijn in het mkb (AA’s én RA’s) goed behartigd. Overigens,
19
dames en heren, is voor het Adviescollege voor Beroepsreglementering de werving en selectie, aangekondigd via onze wekelijkse elektronische nieuwsbrief Noviteiten, al in volle gang. Toch was het in de afgelopen periode gelukkig niet alleen de fusie wat de klok sloeg. Onder het motto ‘tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door’ zijn veel andere activiteiten ondernomen. In het jaarverslag wordt hierover uitvoerig verslag gedaan. Graag haal ik hieruit twee onderdelen naar voren: de vertalingen van de ISA’s en de herziening van Leidraad 11. De vertaling van de ISA’s tekent de proactieve instelling van de beide beroepsorganisaties. Beide organisaties hebben het initiatief genomen om samen met onze Vlaamse beroepsgenoten tot een vertaling te komen. Deze vertaling is, alvorens tot invoering over te gaan, voorgelegd aan de Europese Commissie. Er bestaat nog verschil van inzicht met de Europese Commissie over de wijze waarop bepaalde zaken zijn vertaald. Om internationaal toch in de pas te blijven lopen, zijn de vertalingen ingevoerd voor de boekjaren die eindigen na 15 december 2010. Leidraad 11, die gaat over de kwaliteitsbeheersing binnen het accountantskantoor, was door verandering in de regelgeving niet meer actueel en moest worden aangepast. De leidraad geeft een handreiking voor de inrichting van het stelsel van kwaliteitsbeheersing binnen een accountantskantoor. Over die kwaliteit, dames en heren is het bestuur steeds meer tevreden. Zoals u weet, wordt het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing getoetst door de Raad van Toezicht. De resultaten van deze toetsingen worden steeds beter. Weliswaar was 29% van de reguliere toetsingen door de Raad van Toezicht in 2009 nog onvoldoende, maar dit is een sterke verbetering ten opzichte van 2008 toen 43% van de toetsingen onvoldoende was. Verheugend is het te zien dat kantoren hard werken aan hun kwaliteit wanneer ze onvoldoende getoetst zijn. Van de kantoren die een hertoetsing moesten ondergaan, bleek dat maar liefst 92% voldoende werd beoordeeld. Het bestuur vindt de kwaliteit van het beroep van groot belang. Dit is immers cruciaal voor ons bestaansrecht. Daarop mogen onze klanten en de maatschappij ons afrekenen. Daarom vindt het bestuur het erg verontrustend dat er nog steeds accountantskantoren zijn die aan een toetsing proberen te ontkomen door herhaaldelijk een vrijstelling aan te vragen of tegen de afwijzing daarvan in bezwaar te gaan. Ook het feit dat sommige kantoren pas na tussenkomst van de tuchtrechter tot het ondergaan van een toetsing bereid zijn, draagt naar de mening van het bestuur niet bij aan het kwaliteitsbeeld dat wij als beroepsgroep graag willen uitdragen. Een deel van de onvoldoende beoordelingen heeft te maken met het niet voldoen aan de pe-verplichtingen. Dat is voor het bestuur niet aanvaardbaar. De verplichting tot permanente educatie is zo wezenlijk voor het kwaliteitsniveau van de beroepsuitoefening, dat de Raad van Toezicht heeft besloten om bij overtreding van deze regel direct naar de tuchtrechter te stappen. Het bestuur, dames en heren, heeft begrip voor deze handelwijze van de Raad. Ik zei het al: kwaliteit is cruciaal voor ons beroep. Ook, of misschien wel juist in een tijd waarin ondernemingen het niet makkelijk hebben. Veel ondernemingen, en dat geldt ook voor accountantskantoren, kijken terug op een jaar waarin het allemaal wat minder ging. Maar juist dan kan de accountant zijn toegevoegde waarde laten zien aan de ondernemer in het mkb. En die toegevoegde waarde zullen we moeten blijven waarmaken. Dames en heren, mag ik u eens meenemen naar de nabije toekomst, zeg 2012, 2013. De administratie van uw cliënten wordt dan volledig digitaal gevoerd. De verkoopfacturen worden vanuit de order- en voorraadadministratie direct doorgeboekt. Óók de eventuele contante verkopen, die vanuit het elektronisch kasregister direct in de financiële administratie verwerkt worden. De inkoopfacturen worden elektronisch ontvangen. En dan bedoel ik niet de alom bekende pdf-bestanden maar kleine databestanden die alle informatie van de inkoopfacturen bevatten en rechtstreeks kunnen worden ingelezen. De bank levert u vervolgens via het Internet digitaal de rekeningmutaties aan die direct
20
ingelezen kunnen worden. Nagenoeg alle bankmutaties worden direct door het systeem herkend en verwerkt. Een paar verdwaalde mutaties moeten nog handmatig worden geboekt. Met een druk op de knop is de loonjournaalpost vanuit de loonadministratie geboekt en zijn de maandelijkse afschrijvingen berekend en verwerkt. U laat het systeem de afloop van allerlei tussenrekeningen vaststellen en analyseert eventuele verschillen. Verder voert het softwarepakket allerlei geautomatiseerde controles uit en rapporteert de bevindingen. Daarna kunt u, en laat ik het even ruim aanhouden, binnen één week na afloop van elke periode de periodecijfers opleveren aan uw cliënt inclusief kengetallen en andere stuurinformatie. Deze informatie levert u niet aan op papier, maar via een portal in XBRL/SBR, al dan niet voorzien van uw elektronische handtekening. Met deze portal overigens, wisselt u allerlei informatie uit met uw cliënt, de bank, de fiscus, de Kamer van Koophandel en andere stakeholders. U gebruikt de portal voor het verzenden van digitale nieuwsbrieven, het gereedzetten van jaarrekeningen, publicatiestukken en diverse soorten aangiften. Tevens regelt u via deze portal de accordering en archivering van deze stukken. Over archivering gesproken, via de portal deelt u ook nog eens een elektronisch archief met uw cliënten. Toekomstmuziek, zult u misschien denken. Dames en heren, heel veel van deze zaken kunt u vandaag de dag al op deze manier inrichten en/of uitvoeren. Een enkele ontwikkeling bevindt zich nog in de ontwikkel- of implementatiefase, de kinderschoenen zo u wilt, maar het gaat allemaal razend snel. De hiervoor geschetste ontwikkelingen hebben niet alleen grote gevolgen voor de samenstellingspraktijk, ook zullen zij hun sporen nalaten bij de controlewerkzaamheden. Het zal in de praktijk steeds moeilijker worden om om de computer heen te controleren. U zult er dwars doorheen moeten. Dat betekent waarschijnlijk dat u bijvoorbeeld veel eerder dan nu een EDP-auditor in zult moeten schakelen. De organisatie en het verdienmodel van het accountantskantoor zullen in de toekomst zeker aan deze nieuwe manier van werken aangepast moeten worden. Het is dan ook van groot belang dat kantoren, voor zover zij dat nog niet gedaan hebben, een visie ontwikkelen, hun positie bepalen en vervolgens snel aan de slag gaan. De banken verwachten immers dat de helft van de jaarrekeningen 2010 door middel van SBR zullen worden ingediend. En voor het jaar 2012 ligt het ambitieniveau zelfs op 80%. Grote en belangrijke ontwikkelingen in ons beroep dus. Ontwikkelingen waarbij u een actieve bijdrage van uw beroepsorganisatie, nu nog de NOvAA, in de toekomst de NBA, mag verwachten. Niet zozeer in faciliterende zin, wij zullen voor u geen producten of software gaan ontwikkelen, daar zijn voldoende commerciële partijen voor in de markt. Wel op het gebied van informatievoorziening, belangenbehartiging, eventuele aanpassing van regelgeving en overige voorwaardenscheppende activiteiten. Twee concrete voorbeelden wil ik hier niet onvermeld laten. NOvAA en NIVRA overleggen op dit moment met de Bankencoöperatie over onder andere het kwaliteitskader dat gehanteerd gaat worden bij de kredietrapportage in XBRL. De beroepsorganisaties zijn van mening dat COS 4410 voldoende waarborgen biedt voor de kwaliteit van de aangeleverde gegevens. We willen er dan ook voor waken dat aanvullende eisen gesteld worden die leiden tot kostenverhoging voor u of uw cliënten. Een tweede voorbeeld dat ik graag wil aanhalen is het onderzoek dat NOvAA en NIVRA gedaan hebben naar de aanbieders van elektronische handtekeningen. Het is immers noodzakelijk dat de ontvanger van informatie de afzender daarvan kan identificeren. Het ligt in de bedoeling dat de beroepsorganisaties
21
met een aantal aanbieders overeenkomsten sluiten, zodat u straks uit een beperkte groep leveranciers een goede keuze kunt maken. Tot zover mijn bespiegelingen met betrekking tot het accountantskantoor van de zeer nabije toekomst. Terug naar de dag van vandaag. Ik open hierbij met groot genoegen de Algemene Ledenvergadering 2010 van de NOvAA en wens u een goede vergadering toe.” Aansluitend vraagt de voorzitter de heer J.G.P.M. Helderman RA op het podium te komen. De Algemene Ledenvergadering heeft ermee ingestemd de heer Helderman de Oorkonde van Bijzondere Verdienste toe te kennen. De heer Helderman heeft in de afgelopen twee jaar, samen met alle andere mensen die daar bij betrokken zijn geweest, het fusieproces inhoudelijk vorm gegeven. De heer Helderman was in het proces een bruggenbouwer en iemand die in staat is om, als er verschillende meningen waren, partijen toch weer bij elkaar te brengen. Hierbij hield hij altijd het overzicht en bewaarde hij de rust. Ondanks het feit dat de heer Helderman van een groot kantoor kwam, werd bij alle besprekingen altijd het belang van de mkb-accountant in het oog gehouden. De Oorkonde van Bijzondere Verdienste wordt uitgereikt door de voorzitter. De heer Helderman geeft aan dat hij verrast is de Oorkonde van Bijzondere Verdienste in ontvangst te mogen nemen. Voor de Algemene Ledenvergadering van de NOvAA te worden uitgenodigd, vond de heer Helderman al bijzonder daar hij geen lid is van de NOvAA. Graag is hij hierop ingegaan daar hij de fusie op de voet volgt. Vervolgens spreekt hij zijn dank uit aan het bestuur en de aanwezigen voor de plezierige samenwerking die plaatsvond in een situatie van goed vertrouwen in elkaar om tot een goed eindresultaat te komen. Hij heeft er alle vertrouwen in dat de NBA een succesvolle beroepsorganisatie zal worden. 2.
Mededelingen en ingekomen stukken
De voorzitter informeert de leden dat de heer J.P. de Jonge AA anderhalve week geleden om persoonlijke reden zijn bestuursfunctie heeft neergelegd. Dit hield in dat er op de korte termijn op zoek moest worden gegaan naar een plaatsvervanger. Het bestuur is daarin geslaagd. In Noviteiten hebben de leden daarvan kennis kunnen nemen. Bij agendapunt 5a inzake de bestuursverkiezingen wordt hierop teruggekomen. De heer drs. F.A. van Schaik AA RA, bestuurssecretaris, deelt mede dat er twee ingekomen stukken zijn. Het betreft twee bestuursamendementen op ontwerp-verordeningen die in de vergaderstukken staan. De amendementen zijn in de Noviteiten d.d. 8 juni jl. gepubliceerd. Deze amendementen zullen bij agendapunt 10 aan de orde worden gesteld. 3.
Vaststellen agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De voorzitter geeft aan dat het uitreiken van de stembiljetten wordt gestaakt. 4.
Vaststellen van de notulen van de Buitengewone Ledenvergadering van 16 december 2009
Tekstuele opmerkingen: geen. Opmerkingen en/of vragen naar aanleiding van de notulen of actielijst: geen. Vervolgens worden de notulen door de Algemene Ledenvergadering vastgesteld. 5.
Verkiezingen
De voorzitter licht de stemprocedure toe. In de wet staat dat de stemming over personen schriftelijk geschiedt. Vervolgens neemt de voorzitter het stempakket door met de leden. Voor het tellen van de stemmen wordt een stembureau samengesteld. De volgende personen zijn bereid in het stembureau zitting te nemen: mevrouw M.H.J. Nieuwstad AA en de heren H.A.A. Meijer AA en G.J. de Vreede AA.
22
De voorzitter deelt mede dat er 175 stempakketten zijn uitgereikt. 5.a Verkiezing van een nieuw bestuurslid De voorzitter licht toe dat er, naast de reguliere vacature die was voorzien, door het vertrek van bestuurslid de heer De Jonge een tweede, extra vacature is ontstaan. Het bestuur stelt voor de heer P.H.J. Botermans AA te benoemen tot bestuurslid en de heer D.J. ter Harmsel AA FB (per 1 september 2010) tot bestuurslid en tevens plaatsvervangend voorzitter. De heer F. van Eunen AA heeft geconstateerd dat in het cv van de heer Ter Harmsel niet staat vermeld dat hij deel uitmaakt van de Raad van Tucht. De voorzitter geeft aan dat de heer Ter Harmsel geen zitting heeft in de Raad van Tucht, maar wel op dit moment in de Accountantskamer zit. Daar deze functie niet verenigbaar is met de functie van bestuurslid bij de NOvAA, zal de heer Ter Harmsel zijn werkzaamheden bij de Accountantskamer neerleggen per 1 september 2010 en met ingang van die datum als bestuurslid van de NOvAA worden benoemd. De voorzitter stelt de leden in de gelegenheid hun stembiljetten in te vullen. De uitslag van de verkiezingen wordt bekend gemaakt na de rondvraag. De volgende personen zijn benoemd tot bestuurslid: - de heer P.H.J. Botermans AA 146 stemmen - de heer D.J. ter Harmsel AA FB 136 stemmen 5.b Verkiezing van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter Het bestuur stelt voor mevrouw D.M. Clement AA te benoemen tot voorzitter en de heer D.J. ter Harmsel AA FB te benoemen tot plaatsvervangend voorzitter. De uitslag van de verkiezingen wordt bekend gemaakt na de rondvraag. De volgende personen zijn benoemd tot: - voorzitter: mevrouw D.M. Clement AA 139 stemmen - plaatsvervangend voorzitter: de heer D.J. ter Harmsel AA FB 141 stemmen 5.c Vaststelling van het rooster van aftreden Het bestuur stelt voor het onderstaande rooster van aftreden vast te stellen: 2011 mevrouw D.M. Clement AA en de heer drs. H.K.O. Reimers AA 2012 de heer A. van der Meer AA en de heer H.J.T. Spanjers AA 2013 de heer D.J. ter Harmsel AA FB en de heer drs. M.J.G. van Miltenbrug AA 2014 de heer P.H.J. Botermans AA De voorzitter licht toe, onder voorbehoud dat hij wordt benoemd, dat de heer Ter Harmsel per 1 september 2010 toetreedt in de bestuurstermijn van het inmiddels afgetreden bestuurslid de heer J.P. de Jonge AA. Dit houdt in dat de zittingstermijn van de heer Ter Harmsel nog drie jaar is. Daarna stemmen de leden door middel van het opsteken van de rode of de groene kaart. De voorzitter concludeert hieruit dat het rooster van aftreden door de ledenvergadering is vastgesteld. 5.d Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant Het bestuur stelt voor de heer P.C. Slootweg AA als accountant en de heer F.C. van Hoepen AA als plaatsvervangend accountant te herbenoemen. De uitslag van de verkiezingen wordt bekend gemaakt na de rondvraag. De volgende personen zijn herbenoemd tot: - accountant de heer P.C. Slootweg AA 145 stemmen - plaatsvervangend accountant de heer F.C. van Hoepen AA 142 stemmen
23
6.
Voortgang fusieproces NIVRA-NOvAA
De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Van Arkel, directeur van de NOvAA. Mevrouw Van Arkel verschaft aan de hand van een diapresentatie inzicht in de wijze van het tot stand komen van het logo van de NBA, de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants. Dit logo is ontwikkeld door het bureau Total Identity. Bij de totstandkoming van het logo is gekeken naar de vraag waar de NBA voor staat en wat voor beroep de NBA vertegenwoordigt. Vandaaruit kwam men op de kernwaarden van de VGC, te weten: integriteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, objectiviteit, professionaliteit en praktijkgerichtheid, en gezaghebbendheid. De beroepsorganisatie waarborgt de deskundigheid en betrouwbaarheid van het accountantsberoep ten behoeve van het maatschappelijke verkeer. Met name gaat het hierbij om de mkb-accountant. Het perspectief was ‘staan voor de financiële/maatschappelijke werkelijkheid’. Om tot een ‘leading concept’ te komen, moet dit soort aspecten worden vertaald naar een kernidee voor het logo. Het logo moet de uitstraling zijn van: helder, solide, stevig, menselijk, realistisch, eenvoud en simpel. Over de laatste twee begrippen is veel discussie geweest, maar uiteindelijk zijn zij toch opgenomen omdat een accountant ook de taak heeft zijn klanten op een eenvoudige en simpele wijze te informeren. Daar de accountants staan voor ‘helder’ en ‘eerlijk’, werden deze begrippen gekozen als conceptueel uitgangspunt voor het te ontwikkelen logo. Daar kwamen dan vervolgens de begrippen ‘solide’, ‘integer’ en ‘ruimte’ bij. Bij ‘ruimte’ kan gedacht worden aan cijfers, maar ook aan de ruimte die de klant moet hebben om te kunnen ondernemen. Zo ontstond het idee van de onderscheidende lijn. Een accountant heeft, letterlijk maar ook figuurlijk, veel te maken met een lijn of streep. Een streep geeft een heldere waarde aan. Gedacht wordt hierbij aan ‘onder de streep’ of ‘boven de streep’. Een streep geeft de helderheid weer om zaken te scheiden. Ook staat de streep voor solide. Een streep geeft verder een horizon van mogelijkheden aan om er tekst boven of onder te plaatsen. Inmiddels is de naam van de nieuwe beroepsorganisatie bekend, NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants). De aanvraag om aan deze naam het predicaat ‘Koninklijk’ te mogen toevoegen, loopt nog. Gezien vanuit de huidige huisstijl van de NOvAA, en mocht de NBA het predicaat ‘Koninklijk’ verkrijgen, dan past de kleur oranje (ondersteund met de kleur koel grijs of eventueel blauw) uitstekend bij het logo. Mevrouw Van Arkel geeft hierbij aan dat, mocht het predicaat worden verkregen, de afkorting van de naam van de nieuwe beroepsorganisatie nog steeds ‘NBA’ zal blijven. Daarna toont mevrouw Van Arkel het nieuwe logo en de mogelijkheden die hierop van toepassing zijn voor bepaalde doeleinden (bijvoorbeeld jaarverslag, visitekaartjes, nieuwsbrief, opleidingen). Ook wordt de contextanalyse gepresenteerd, waarbij is te zien hoe het logo van de NBA zich gaat verhouden tot dat van andere internationale accountantsorganisaties. Te zien is dat het logo zich onderscheidt van de overige beroepsorganisaties en van een aantal accountantskantoren en koepelorganisaties in Nederland. Mevrouw Van Arkel hoopt de leden met de diapresentatie een duidelijk beeld te hebben gegeven van de totstandkoming van het logo. Vervolgens bedankt zij de leden voor hun aandacht en geeft zij het woord terug aan de voorzitter. De voorzitter geeft in het kort de ontwikkelingen in het fusietraject weer. Hij gaat hierbij in op drie zaken, te weten: het wetgevingstraject, de bestuurlijke organisatie en de bureauorganisatie. Vervolgens deelt hij mede dat het onderdeel surplusvermogen uitgebreid wordt behandeld bij agendapunt 11. a. Wetgevingstraject Bekend is dat het NIVRA en de NOvAA beide de pbo-status hebben. Het NIVRA bestaat op grond van de Wet RA en de NOvAA op grond van de Wet AA. Om tot een beroepsorganisatie te komen (de NBA) moet er een nieuwe wet komen. Dat betekent dat het NIVRA en de NOvAA veelvuldig overleg voeren met het ministerie van Financiën (gemiddeld eens per maand). Het ministerie werkt met voortvarendheid aan het conceptwetsvoorstel. Het NIVRA en de NOvAA zijn content met de richting die het ministerie aanhoudt bij het maken van de nieuwe wet. De enkele pijnpunten die er tot nu toe zijn, worden in de periodieke overleggen met het ministerie besproken. Het streven is dat het conceptwetsvoorstel voor de
24
zomer gereed is. Op 24 juni a.s. is er een overleg tussen het ministerie en de Vaste Kamercommissie voor Financiën. De NOvAA en het NIVRA zullen het overleg bijwonen. Zij zijn benieuwd naar de mening van de Vaste Kamercommissie. De voorzitter concludeert dat het wetgevingsproces tot nu toe voorspoedig verloopt. Minder voorspoedig verloopt het formeren van een nieuw kabinet. De versplintering bij de verkiezingen zou daar debet aan kunnen zijn. De vertraging bij de Kabinetsformatie zou tot vertraging kunnen leiden bij de totstandkoming van de nieuwe wet. De eerder aangegeven verwachting dat de nieuwe wet per 1 januari 2011 van kracht zou kunnen zijn, is bij nader inzien te ambitieus. De verwachte ingangsdatum van de nieuwe wet wordt momenteel gehouden op 1 juli 2011. Waarbij niet uitgesloten wordt, gezien de omstandigheden aangaande de Kabinetsformatie, dat de wet pas per 1 januari 2012 in kan gaan. De voorzitter benadrukt dat het niet aan het ministerie of de beroepsorganisaties zal liggen als de nieuwe wet later ingaat dan verwacht. b. Bestuurlijke organisatie Op dit moment wordt de bestuurlijke organisatie vormgegeven. Aan het begin van het fusietraject is hiervoor een stuurgroep ingesteld. De stuurgroep heeft de taak het gehele fusieproces aan te sturen. In de stuurgroep zitting de voorzitters, plaatsvervangend voorzitters en de directeuren van beide beroepsorganisaties, alsmede de adviseurs van Boer & Croon. Voor ieder nieuw gremium dat binnen de nieuwe beroepsorganisatie een plaats moet krijgen, zijn inmiddels bestuurlijke kwartiermakers benoemd. Het gaat hierbij om de ledengroepen, het Adviescollege voor Beroepsreglementering en de Raad voor Toezicht. Daarnaast is een aantal kwartiermakers bezig met de bureauorganisatie. Een van de taken die de bestuurlijke kwartiermakers hebben meegekregen van de stuurgroep is het uitvoeren van een selfassessment. Dit selfassessment is bedoeld om in kaart te brengen welke zaken tot dusverre goed zijn gegaan en welke zaken minder goed of niet goed, zodat daaruit lering kan worden getrokken voor het nieuwe gremium. De kwartiermakers zullen vervolgens invulling moeten geven aan de taken voor de diverse gremia. Ook zullen zij in kaart moeten brengen welke commissies en werkgroepen er nodig zijn. De planning is dat de bestuurlijke kwartiermakers in het najaar van dit jaar hun plannen op hoofdlijnen gereed hebben. Daarna kan worden voorzien in de bemensing van deze gremia. Een uitzondering op het zojuist geschetste tijdpad wordt gemaakt voor het Adviescollege voor Beroepsreglementering. Zowel het NIVRA als de NOvAA vinden het belangrijk dat er snel een organisatie komt te staan die de regelgeving stroomlijnt. Die organisatie zou, vooruitlopend op de fusie, snel aan de slag moeten gaan. Op dit moment zijn de beoogde voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van het Adviescollege gestart met het inrichten van het gremium. In Noviteiten heeft inmiddels een oproep gestaan voor belangstellenden voor een functie in het Adviescollege voor Beroepsreglementering. De voorzitter doet een oproep aan de leden om te solliciteren op een functie in een van de nieuwe gremia. Het is van groot belang dat AA’s daarin actief participeren. c. Bureauorganisatie Ten aanzien van de bureauorganisatie schetst de voorzitter de volgende ontwikkelingen: - De kwartiermakers zijn bezig met het vormgeven van het bureau. De bedoeling is dat de NOvAA-medewerkers omstreeks eind oktober van dit jaar verhuizen naar het NIVRA-pand te Amsterdam. Naar verwachting zal de beoogde bureaubezetting zonder gedwongen ontslagen kunnen worden bereikt. Het bestuur en de directie zijn daar content mee. Dit traject is in goed overleg met de OR doorlopen. - Er is een aantal NBA-dagen georganiseerd. Op deze dagen ontmoeten NIVRA- en NOvAAmedewerkers elkaar op het bureau in Amsterdam. Zij worden daar onder andere geïnformeerd over de voor hen van belang zijnde zaken. Maar minstens zo belangrijk is dat de medewerkers tijdens die NBA-dagen nader met elkaar kennis kunnen maken. - Inmiddels is gesproken met de beoogd mt-leden voor de NBA.
25
- Er zijn ook nog enkele problemen op te lossen. Een daarvan betreft de automatisering. Het NIVRA en de NOvAA werken met twee verschillende systemen. Gekeken moet worden hoe op termijn naar één systeem kan worden overgegaan. Een ander aandachtspunt wordt gevormd door de financiën. Hiervoor is inmiddels een werkgroep ingesteld. De voorzitter komt daar later op terug bij agendapunt 9. Aansluitend informeert de voorzitter of er bij de leden nog vragen zijn. Er worden geen vragen gesteld. 7.
Vaststelling van het Jaarverslag 2009
In het Jaarverslag over 2009 ontbreekt per abuis de vermelding van de Raad voor Geschillen in de bijlage. De voorzitter biedt zijn welgemeende excuus aan de Raad aan. Aansluitend informeert de voorzitter bij de leden of zij vragen en/of opmerkingen hebben. De leden hebben geen vragen en/of opmerkingen met betrekking tot het Jaarverslag 2009. Vervolgens wordt het Jaarverslag 2009 bij acclamatie vastgesteld. 8.
Financieel Verslag over 2009
De voorzitter licht toe dat de NOvAA een paar jaar geleden is overgegaan op een nieuw bestuursmodel waarbij wordt bestuurd op hoofdlijnen. Bij het nieuwe bestuursmodel vallen de operationele verantwoordelijkheden zoveel mogelijk onder het bureau. Daarom zal de directeur van de NOvAA, mevrouw Van Arkel, een toelichting geven op het Financieel Jaarverslag 2009. Aansluitend geeft mevrouw Van Arkel aan de hand van een diapresentatie een toelichting op de Jaarrekening 2009. Bij het opstellen van de jaarstukken volgt de NOvAA zo veel mogelijk de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Vanaf 2008 wordt er om die reden gewerkt conform RJ 640 (een richtlijn bedoeld voor organisaties zonder winstdoelstelling). Volgens mevrouw Van Arkel past dit model goed bij een organisatie als de NOvAA. In het kader van de fusie zal worden gekeken of dit ook het geschikte model is voor de NBA. 8.a Balans per 31 december 2009 Het eigen vermogen bedraagt € 9.493.000. Ten opzicht van 2008 is het eigen vermogen gestegen met € 456.000. Deze stijging is met name ontstaan door de goede resultaten van de Vedaa. De Vedaa heeft € 322.000 meer resultaat geboekt dan verwacht. Het resterende bedrag van de stijging, € 134.000, is behaald door efficiënt werken op het bureau. Er zijn geen voorzieningen getroffen voor debiteuren van de Raad van Toezicht. Dit mede in verband met een aantal gerechtelijke uitspraken. Bijna alle zaken zijn op dit moment afgerond. Op 8 juni jl. is er in een lopende procedure nog een relevante uitspraak gedaan. Die uitspraak leidt ertoe dat de NOvAA de ontvangen toetsingsgelden uit de periode van oktober 2006 tot augustus 2008 niet hoeft terug te betalen. Nog onderzocht wordt wat deze uitspraak betekent voor diegenen die de in deze periode gehouden toetsingen nog niet hebben betaald. 8.b Staat van baten en lasten over 2009 Het totaal bedrag aan contributies bedraagt € 6.455.000. Dit houdt ten opzichte van 2008 een stijging in van € 121.000. Ten opzichte van 2008 is het ledenaantal toegenomen met 100. Ondanks dat er een aanzienlijk tekort begroot was, is er toch een positief eindresultaat behaald. Ten aanzien van de toetsingen geeft mevrouw Van Arkel aan dat op 25 augustus 2008 de Wtra werd aangenomen. Daardoor ontstond een wettelijke basis voor de facturering. In 2008 en 2009 kon dan ook weer worden gestart met het uitvoeren van toetsingen. In 2009 genereerden de toetsingen een opbrengst van € 953.000. In 2008 was dat € 630.000. De directe toetsingskosten bedroegen in 2009 in totaal € 671.000, ten opzichte € 418.000 in 2008. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de verhoudingen tussen de baten en lasten van de toetsingen gelijk zijn gebleven.
26
8.c Herziene begroting 2010 Vervolgens bespreekt mevrouw Van Arkel de contributie 2010. De contributie voor 2010 is niet verhoogd. De reden hiervoor is de afspraak met de leden dat, als het vermogen meer is dan één maal de jaarcontributie, het contributiebedrag niet wordt verhoogd of geïndexeerd. Mevrouw Van Arkel geeft aan dat het beleid (er wordt nog steeds uitgegaan van een ‘going concern’) is om de dienstverlening voor de leden ongewijzigd te laten plaatsvinden, waardoor dit heeft geleid tot een begrotingstekort in 2010 van € 207 000. Worden daarvan de fusiekosten afgetrokken dan resteert er een tekort van € 42.000 (dit is minder dan 1% van de begrote lasten). De leden worden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen. Er worden geen vragen gesteld. Aansluitend stelt de voorzitter de leden in de gelegenheid om, door middel van handopsteking, kenbaar te maken of zij met de jaarrekening kunnen instemmen. De voorzitter constateert dat volgens artikel 29, lid 4, van de Wet AA de Jaarrekening 2009 is vastgesteld door de leden en dat de leden daarmee decharge hebben verleend aan het bestuur. 9.
Herziene begroting 2010 en begroting 2011
Mevrouw Van Arkel gaf al eerder aan dat de herziene begroting 2010 negatief eindigt en gaf daarbij ook al aan welke oorzaken daaraan ten grondslag liggen. Zij merkt daarnaast op dat de NOvAA aan de andere kant wel met kostenstijgingen geconfronteerd wordt, ook al wordt de contributie niet verhoogd of geïndexeerd. Die kostenstijgingen bedroegen gemiddeld 2%. Mevrouw Van Arkel trekt de conclusie dat een begroting, waarvan de fusiekosten even buitenbeschouwing worden gelaten, die met minder dan 1% van de begrote lasten eindigt ondanks het tekort dan toch een goed resultaat mag worden genoemd. Daarna gaat mevrouw Van Arkel in op enkele aan de begroting ten grondslag liggende activiteiten. De afdeling Communicatie richt zich met name op activiteiten die van belang zijn voor de mkb-accountant. Dit gebeurt onder andere door het organiseren van evenementen, het meedoen aan de week voor de ondernemer en campagnevoering. Heel succesvol was het ZakenZakboekje. In het najaar zal een nieuwe versie van het ZakenZakboekje verschijnen. De campagne ‘AA-worden’ is aangepast. Doordat de campagne ‘Wat een accountant doet’ werd beëindigd, was er geen gerichte aandacht meer voor de middelbare scholieren. Daarom is de campagne ‘AA-worden’ uitgebreid tot havo-scholieren. Uit ervaring blijkt dat zij de grootste groep vormen die voor de hbo-accountancy opleiding kiest. Mevrouw Van Arkel geeft aan dat de planning en control sterk worden gedomineerd door de Wet AA. Door die wet dient de definitieve begroting 2011 reeds in juni 2010 te worden vastgesteld. Dit is onder normale omstandigheden al een lastige zaak. In het kader van de fusie wordt dit nog ingewikkelder. De Financiële Commissie Fusie zal, samen met onder andere de directieleden van het NIVRA en de NOvAA, bezien hoe de planning en control in de NBA vormgegeven kan worden. De begroting 2011 wordt globaal gepresenteerd. In september worden de activiteitenplannen voor 2011 aan het bestuur gepresenteerd, waarna vervolgens het bestuur in november een besluit zal nemen over de plannen. Mevrouw Van Arkel hoopt dat er dan ook meer bekend zal zijn aangaande de fusie, waardoor de zaken die betrekking hebben op de begroting 2011 hierin kunnen worden meegenomen. De voorzitter licht toe dat het lastig is de begroting voor 2010 en 2011 op te stellen. Dit heeft te maken met het feit dat op dit moment nog niet bekend is per wanneer de nieuwe wet op het accountantsberoep in werking zal treden. Daarom is de begroting 2011 eenvoudigheidshalve gebaseerd op de veronderstelling dat met de NOvAA wordt doorgegaan (‘going concern’). In de oprichtingsvergadering van de NBA zal, naast andere belangrijke zaken, ook de door de Financiële Commissie Fusie voorbereide begroting aan de orde worden gesteld.
27
De voorzitter stelt de leden in de gelegenheid vragen te stellen. De heer A.P.M. Oostwegel AA informeert of, indien in dit jaar duidelijk wordt dat de NOvAA geheel 2011 blijft voortbestaan, waardoor er wezenlijke veranderingen gaan optreden in de begroting 2011, er dit jaar nog een extra ledenvergadering zal worden gehouden, of dat de leden dan worden geïnformeerd tijdens de ledenvergadering die medio juni 2011 plaatsvindt. De voorzitter licht toe dat, normaal gesproken, de vastgestelde begroting in de ledenvergadering van juni van het lopende jaar wordt herzien. Het is op dit moment niet aan te geven wanneer de nieuwe wet in werking zal treden. Tot dat moment zal de huidige werkwijze blijven gehandhaafd. Zodra de ingangsdatum van de nieuwe wet bekend is, zal de NBA-begroting worden opgesteld en aan de leden worden voorgelegd. De heer J. Wietsma AA informeert of de aanwas van het aantal leden voldoende is om de vergrijzing op te vangen. Mevrouw Van Arkel licht toe dat de in- en uitschrijvingen de laatste jaren redelijk met elkaar in evenwicht zijn. De voorzitter geeft aan dat de vraag over de vergrijzing in het kader van de fusie op moet worden gepakt. Het zou goed zijn om een analyse te maken. De heer L.W. Both AA heeft een vraag over het uit de begroting blijkende batig saldo van de Raad van Toezicht. Hij constateert dat uit de cijfers blijkt dat in 2011 het batig saldo stijgt tot boven de € 400.000. Hij vraagt zich af of dit een acceptabele marge is en of daarmee de tarieven van de toetsingen niet te hoog (of de vergoedingen aan de toetsers niet te laag) zijn. De heer Both pleit ervoor om in de financiële stukken de achtergrond van de marge op de activiteiten van de Raad van Toezicht toe te lichten. De heer A. van der Meer AA licht toe dat de bureaukosten in dit bedrag niet zijn inbegrepen. Zouden die kosten wel worden meegerekend, dan ontstaat een negatieve marge op de toetsingsactiviteiten. Verder geeft de heer Van der Meer aan dat het bestuur bekend is met het feit dat de tarieven van de toetsingen door de getoetsten te hoog worden bevonden en de tarieven voor de toetsers door de toetsers te laag worden bevonden. De voorzitter neemt de opmerking van de heer Both mee. Hij geeft aan dat de eerste toetsingscyclus bijna is afgerond en er dan een evaluatie plaats gaat vinden. Ook in het licht van de evaluatie zal de vraag van de heer Bot worden meegenomen. De heer J.F.M. Stolvoort AA wijst op de discussie die een aantal jaren geleden ook gevoerd is over de tarieven met betrekking tot de toetsingen. Hij geeft aan dat de heer D.J. ter Harmsel AA FB, toen penningmeester, destijds ook zeer negatieve financiële resultaten met betrekking tot de toetsingen heeft becijferd. De voorzitter herhaalt dat het bestuur op de hoogte is van deze bevinden ten aanzien van de toetsingstarieven. De fusie is een prima moment, nu ook de toetsingscyclus bijna is afgerond, om de problematiek rondom de toetsingstarieven nog eens tegen het licht te houden. Aan de kwartiermakers voor de Raad voor Toezicht zal worden gevraagd dit aspect bij het inrichten van de Raad nadrukkelijk mee te nemen. De heer P.H.A. Bouman AA wijst op het feit dat uit de pagina’s 75 en 76 van de vergaderstukken duidelijk blijkt dat er een tekort is op de activiteiten van de Raad van Toezicht. De heer G.H.A. Kampschreur AA stelt de tarieven van de Vedaa aan de orde. Dit naar aanleiding van het feit dat mevrouw Van Arkel aangaf dat de Vedaa voor een belangrijk deel heeft bijgedragen aan het goede financiële resultaat van de NOvAA. De heer Kampschreur concludeert dat het College Belastingadviseurs per pe-punt aanmerkelijk goedkoper is dan de Vedaa. Mevrouw Van Arkel licht toe dat dit mogelijk te maken heeft met het feit dat bij het CB in de contributie reeds een deel van het cursusgeld is opgenomen. Bij de NOvAA is dat niet het geval. Mevrouw Van Arkel wijst tevens op het feit dat er ook cursusorganisaties zijn die beduidend duurder zijn dan de Vedaa. De voorzitter geeft aan dat de hoogte van het pe-tarief en de hoogte van de contributie uiteindelijk als twee communicerende vaten werken. De heer P.D. Bosschart AA merkt op dat in de contributie van het CB het cursusgeld niet is inbegrepen. Het CB is daarom, aldus de heer Bosschart, beduidend goedkoper dan de NOvAA/Vedaa.
28
Vervolgens vraagt de heer Kampschreur of er wordt doorgegaan met de campagne voor de mkbondernemer. Mevrouw Van Arkel licht toe dat zij zich kan voorstellen dat, omdat er zowel veel AA’s als RA’s werkzaam zijn in het mkb, de NBA met deze campagne doorgaat. Een besluit hierover is door de NBA echter nog niet genomen. De leden worden in de gelegenheid gesteld hun stem uit te brengen met betrekking tot de herziene begroting 2010. De voorzitter concludeert dat de ledenvergadering de herziene begroting 2010 heeft vastgesteld. De leden worden in de gelegenheid gesteld hun stem uit te brengen met betrekking tot de begroting 2011. De voorzitter concludeert dat de ledenvergadering de begroting 2011 heeft vastgesteld conform artikel 28 van de wet AA. 10.
Ontwerp-Verordeningen
De voorzitter licht toe dat er een tweetal (technische) amendementen is ingediend. Het ministerie van Financiën heeft namelijk verzocht een aantal definities aan te passen. De aanpassingen hebben geen inhoudelijke gevolgen voor de verordeningen. a. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode Op deze ontwerp-verordening is een amendement ingediend, te weten amendement 1. De voorzitter informeert of de leden vragen hebben dan wel stemming wensen over amendement 1. Aangezien geen der leden vragen heeft en/of stemming wenst, constateert de voorzitter dat het amendement door de leden bij acclamatie is vastgesteld. Daarna vraagt de voorzitter of de leden vragen hebben over de ontwerp-verordening of stemming wensen. Aangezien geen der leden vragen heeft en/of stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld. b. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening accountantsorganisaties Op deze ontwerp-verordening is een amendement ingediend, te weten amendement 2. De voorzitter vraagt of de leden vragen hebben dan wel stemming wensen over amendement 2. Aangezien geen der leden vragen heeft en/of stemming wenst, constateert de voorzitter dat amendement 2 door de leden bij acclamatie is vastgesteld. Daarna vraagt de voorzitter of de leden vragen hebben over de ontwerp-verordening dan wel stemming wensen. Aangezien geen der leden vragen heeft en/of stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld. c. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Algemene Contributieverordening Aangezien geen der leden vragen heeft en/of stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld. d. Ontwerp-Verordening op de tarieven contributie 2011 De heer W. Bor AA geeft aan dat deze verordening raakvlakken heeft met het surplusvermogen. Hij informeert of deze verordening daarom niet beter na agendapunt 11, aanwending van het surplusvermogen, kan worden behandeld. De voorzitter licht toe dat bij agendapunt 11 over een toekomstige korting op de contributie zal worden gesproken. De besluitvorming over de aanwending van het surplusvermogen zal pas plaatsvinden in de Algemene Ledenvergadering van juni 2011. Aangezien geen der leden stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld.
29
e. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de verordening op de kostenvergoedingen Aangezien geen der leden vragen heeft en/of stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld. f. Ontwerp-Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2011 Aangezien geen der leden vragen heeft en/of stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld. g. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing De heer A.P.M. Oostwegel AA informeert naar aanleiding van artikel 5a van deze verordening naar hetgeen wordt bedoeld met ‘de voorzitter’. In feite staat hier dat de voorzitter van de NOvAA een klacht indient bij de Accountantskamer. Maar is het niet zo dat de Raad van Toezicht inmiddels zelf een aantal klachten bij de Accountantskamer heeft neergelegd? De voorzitter licht toe dat in de Wtra de voorzitter van de NOvAA en het NIVRA zijn aangewezen als klager. Het kan ook zijn dat de Accountantskamer, ook al zijn partijen het onderling eens geworden, de behandeling van een klacht van dusdanig belang acht dat hij de voorzitter van een van beide beroepsorganisaties aanwijst als klager. De uitvoering van de verordening op de periodieke preventieve toetsing is door het bestuur gemandateerd aan de Raad. De Raad kan om die reden zelfstandig klachten aan de Accountantskamer voorleggen. Aangezien geen der leden stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld. h. Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2011 De heer E. van Asselt AA stelt naar aanleiding van artikel 5 op pagina 76 de definitie van een dagdeel (drie uur) aan de orde. De doorberekening van een dagdeel gebaseerd op drie uur is voor kleine kantoren een zware financiële last. De voorzitter geeft aan dat, zoals eerder gezegd, toetsers het tarief te laag vinden en de getoetste kantoren de tarieven te hoog vinden. Voor het bestuur is dit een bekende discussie. De voorzitter licht de totstandkoming van de tarieven toe en het standpunt van het bestuur om gaande de eerste toetsingscyclus de spelregels voor de leden niet te veranderen. In deze verordening is geprobeerd helderheid te scheppen omtrent een dagdeel. De voorzitter gaat in op een mogelijke oplossing voor de toekomst, maar kan in de voorliggende verordening op dit moment geen aanpassing doen aangaande het dagdeel. De dagdeelproblematiek zal worden meegenomen in de evaluatie als de eerste toetsingscyclus is afgerond. Voorts merkt de heer Van Asselt op dat voor kleine kantoren en grote kantoren hetzelfde dagdeeltarief wordt gehanteerd. De lasten drukken dan zwaarder op een klein kantoor. De voorzitter bevestigt dit en erkent het bezwaar. Ook dit onderdeel zal worden meegenomen in de evaluatie. De voorzitter geeft aan dat, indien er niet teveel toetsingen doorschuiven naar 2011, mogelijk aan het eind van dit jaar de eerste toetsingscyclus kan zijn afgerond. Aangezien geen der leden stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld. i. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op het examengeld Aangezien geen der leden vragen heeft en/of stemming wenst, constateert de voorzitter dat de ontwerp-verordening door de ledenvergadering bij acclamatie is vastgesteld. 11.
Aanwending van het surplusvermogen
De voorzitter licht toe dat het bestuur zich in de afgelopen periode heeft gebogen over de vraag hoe het surplusvermogen van de NOvAA kan worden besteed als de fusie tussen het NIVRA en de NOvAA een feit is. Het bestuur heeft hiervoor een werkgroep geformeerd en die werkgroep is aan de slag gegaan.
30
Al snel bleek dat het om een complexe materie gaat. De werkgroep heeft verschillende ideeën aangedragen en besproken met het bestuur. De uitkomsten hiervan worden tijdens deze vergadering aan de leden voorgelegd. De uitkomsten zijn bedoeld om de leden te informeren en hun reacties daarop te vernemen. De voorzitter benadrukt dat de leden vandaag geen besluit hoeven te nemen over op welke wijze het surplusvermogen zal worden gaan besteed. De voorzitter licht aan de hand van een diapresentatie toe hoe de werkgroep te werk is gegaan en tot welke uitkomsten zij is gekomen. De werkgroep heeft de volgende vier belangrijke vragen als uitgangspunt genomen. 1. Wat is ‘surplusvermogen’? In het fusietraject is afgesproken dat het vermogen dat het NIVRA in zal brengen in de NBA de leidraad zal vormen voor de hoogte van het in te brengen vermogen door de NOvAA. De formule die hierbij zal worden gehanteerd, is de verhouding van het aantal leden van beide beroepsorganisaties. Daar het NIVRA ongeveer tweemaal zo groot is als de NOvAA, zal de NOvAA ongeveer de helft inbrengen van het bedrag dat het NIVRA inbrengt. Stel dat het NIVRA € 2 miljoen inbrengt in de NBA dan zal de NOvAA € 1 miljoen inbrengen. Rekening houdend met het hiervoor gestelde, wordt het surplusvermogen geschat op circa € 8 miljoen. Het surplusvermogen is overigens pas definitief vast te stellen als het bedrag bekend is dat het NIVRA in zal brengen. 2. Aan wie komt het surplusvermogen ten goede? Bij deze vraag is onder andere afgewogen of hierbij naar het verleden of naar de toekomst moet worden gekeken. Een feit is dat het surplusvermogen beschikbaar komt door het fusiebesluit. Duidelijk is dat een fusiebesluit wordt genomen met het oog op de toekomst. Daarom heeft het bestuur van de NOvAA als standpunt dat voor de besteding van het surplusvermogen ook naar de toekomst en de toekomstige leden moet worden gekeken. 3. Hoe wordt surplusvermogen aangewend? De voorzitter noemt twee aanwendingsmogelijkheden voor het surplusvermogen, te weten: a. laten terugvloeien naar de AA’s (in directe vorm); b. investeren in het beroep (gericht op de toekomst). Ad a. Terugvloeien Bij deze mogelijkheid werd in eerste instantie gedacht aan het terugbetalen in de vorm van permanente educatie of een korting op de contributie. Bij teruggave in de vorm van permanente educatie bleek al snel dat zich een aantal knelpunten zou gaan voordoen, namelijk: - niet alle AA’s zijn verplicht om aan permanente educatie te doen, waardoor een deel van de leden zou worden uitgesloten van de terugstorting; - het is de vraag of die permanente educatie uitsluitend door de Vedaa zou moeten worden aangeboden. Er zijn immers meerdere marktpartijen die permanente educatie aanbieden. Dit zou inhouden dat de NOvAA haar leden zou dwingen tot verplichte winkelnering, hetgeen zij ongewenst acht; - als ook andere pe-aanbieders van het NOvAA-aanbod zouden kunnen profiteren, heeft dit tot gevolg dat er een uitgebreid systeem van verrekeningen moet worden opgezet. Een substantieel deel van het surplus zou dan gaan zitten in de administratieve processen; - de Vedaa is een btw-plichtige organisatie. Via de Vedaa zou dus een deel van het surplusvermogen, in de vorm van btw, naar de fiscus vloeien. Het bestuur heeft om deze redenen afgezien van de mogelijkheid om (een deel van) het surplusvermogen in de vorm van permanente educatie terug te betalen aan de leden.
31
Bij teruggave in de vorm contributiekorting is een rekenmodel gehanteerd. Daarbij is uitgegaan van de situatie van de openbaar accountant. Dit is immers de accountant die onder het hoogste contributietarief valt. De voorzitter geeft een voorbeeld. Als aan de openbaar accountant € 100 korting op zijn contributie zou worden geven (en alle andere contributieklassen naar rato) dan zou dat de beroepsorganisatie € 480.000 minder contributie opleveren. Zou het bedrag op € 500 worden bepaald, dan zou van het surplusvermogen van € 8 miljoen een bedrag van € 2,4 miljoen naar de contributiekorting gaan. Als de leden er de voorkeur aan geven het surplusvermogen terug te laten vloeien in de vorm van contributiekorting, dan is het aan hen om aan te geven wat het gewenste bedrag zou moeten zijn. Hierbij moeten de leden zich realiseren dat, hoe hoger het bedrag is dat aan contributiekorting wordt uitbetaald, des te minder er over blijft van het surplusvermogen voor de investering in het beroep. Ad b. Investeren Bij het investeren in het beroep, denkt het bestuur aan het oprichten van een kenniscentrum dat gericht is op de mkb-accountant. Het kenniscentrum zou dan moeten bestaan uit de volgende vijf onderdelen. 1. Leerstoel De leerstoel zal gericht zijn op het functioneren van de mkb-accountant. Hoewel de leerstoel een wetenschappelijk karakter zal hebben, zal er nadrukkelijk een koppeling naar het hbo dienen te zijn. De hoogleraar die de leerstoel bekleedt, is tevens verantwoordelijk voor de activiteiten van het kenniscentrum als geheel. Voor de stichting waarin de leerstoel zal worden ondergebracht zal, om fiscale redenen, de ANBI-status worden aangevraagd. 2. Denktank Kenmerkend voor de denktank is, dat deze bestaat uit een aantal beroepsgenoten die de maatschappelijke ontwikkelingen volgen en nagaan wat de gevolgen van die ontwikkelingen zijn voor de (opleiding tot) mkb-accountant. De leerstoelhouder is tevens verantwoordelijk voor het goed functioneren van de denktank. 3. Documentatiecentrum Het documentatiecentrum is onlosmakelijk verbonden met de leerstoel en de denktank. Beide genereren immers voor een belangrijk deel documentatie die ook nuttig kan zijn voor de beroepsuitoefening van de mkb-accountant. Ook het verzamelen van branche-informatie zou tot de activiteiten van het documentatiecentrum kunnen gaan behoren. 4. Kaderopleidingscentrum Het bestuur van de NOvAA ervaart regelmatig dat het moeilijk is om vacatures in besturen en commissies te vervullen. De respons op oproepen in Noviteiten en Accountant-Adviseur is gering. Het bestuur zou daar graag verandering in willen aanbrengen en jonge mensen willen enthousiasmeren om zich in te zetten voor de beroepsorganisatie. Vandaar dat het idee is geboren om die mensen, naast hun reguliere werk, ook een kadervormende opleiding aan te bieden. 5. Centrum voor internationale kennisoverdracht Het bestuur is van mening dat maatschappelijk verantwoord ondernemerschap past bij een beroepsorganisatie. Hieraan zou inhoud kunnen worden gegeven door internationale kennisoverdracht op het gebied van mkb-accountancy. Het gaat hierbij niet om de Europese landen. In die landen is het accountantsberoep in het algemeen goed geregeld. Meer wordt gedacht aan opkomende markten of aan landen waar het beroep nog niet zo goed geregeld is. Het is de bedoeling kleinschalig gerichte activiteiten te organiseren zoals bijvoorbeeld in de vorm van studiebeurzen of door stageplekken in Nederland aan te bieden.
32
4. Hoe wordt het surplusvermogen beheerd? De voorkeur van het bestuur gaat er naar uit om het kenniscentrum in een stichting onder te brengen. Via deze stichting kunnen dan, op basis van een budget en een begroting, middelen ter beschikking worden gesteld uit het surplusvermogen. Het bestuur is nog niet tot een conclusie gekomen ten aanzien van de vraag waar het surplusvermogen beheerd zou moeten worden, te weten: - binnen de NBA, als afgezonderd vermogen; of - binnen een stichting, beheerd door AA’s. De voorzitter eindigt zijn presentatie en nodigt de leden uit om op de voorstellen van het bestuur te reageren. De heer W. Bor AA geeft aan dat hij zich in de voorgestelde ideeën kan vinden. Door op de aangegeven wijze het surplusvermogen te besteden, kunnen er goede dingen worden gedaan ten behoeve van de mkb-accountant. Bij de voorgestelde activiteiten staat de mkb-accountant centraal. Zowel bij de NOvAA als bij het NIVRA werken accountants in de mkb-sector, daarom is de heer Bor van mening dat het hier om activiteiten gaat die aan de NBA toebehoren. Bij het oprichten van een stichting zou het surplusvermogen via een omweg toch ook ten goede komen aan de NBA. Hij pleit er dan ook voor om de voorgestelde activiteiten bij de NBA onder te brengen. De voorzitter sluit zich aan bij de mening van de heer Bor dat het inderdaad een NBA-taak zou moeten zijn. Het is dan ook de bedoeling dat deze activiteiten uiteindelijk door de NBA zullen worden overgenomen. Op dit moment moeten de activiteiten gezien worden als een katalysator om het gedachtegoed binnen de NBA door te laten dringen, zodat de activiteiten in de toekomst aan de NBA kunnen worden overgedragen. De heer Bor adviseert het bestuur een duidelijk tijdpad aan te geven waarbinnen de activiteiten een taak worden voor de NBA. De voorzitter vindt dat een goede suggestie en deelt mede dat het dan een gedifferentieerd tijdpad zou moeten zijn. Het moment waarop een activiteit zich ervoor leent om over te worden gedragen aan de NBA zal afhangen van de soort activiteit. De ene activiteit zal zich eerder lenen om te worden overgedragen aan de NBA dan de andere. De voorzitter zegt toe de suggestie van het tijdpad mee te nemen. Mevrouw M.L.A. Janssen AA is er voorstander van de NOvAA-leden een korting te geven op de contributie. De NOvAA-leden hebben immers ook het surplusvermogen opgebouwd. Daarbij stelt zij voor de NIVRA-leden een eenmalige extra bijdrage te laten storten, zodat daarmee het vermogen van de NBA kan worden versterkt. De voorzitter wil het oordeel over het voorstel van mevrouw Janssen aan de ledenvergadering overlaten. Hij wijst er daarbij op dat, als de leden kiezen voor het direct laten terugvloeien van het surplusvermogen naar de leden, zij aan het bestuur zullen moeten aangeven hoe hoog dat bedrag zou moeten zijn. De voorzitter verwijst hiervoor naar het rekenvoorbeeld dat hij tijdens zijn presentatie heeft gegeven. Door middel van de rekensom kunnen de leden eenvoudig een afweging maken. Tevens zullen de leden dan ook moeten bepalen aan welke leden het desbetreffende deel van het surplusvermogen zou moeten terugvloeien: de leden die op het moment van de fusie lid zijn of de oud-leden. In het geval gekozen wordt voor de leden uit het verleden, zal ook moeten worden aangegeven hoever in de tijd moet worden teruggegaan. De heer P.D. Bosschart AA vindt het idee om een leerstoel in te stellen van grote waarde. Hij is van mening dat daarmee het belang van het accountantsberoep gediend is. Van het terugbetalen van contributie, ongeacht de hoogte van het bedrag, is hij geen voorstander. De mogelijke discussie omtrent de vraag welke leden dan in aanmerking zouden moeten komen voor een contributiekorting zou wat hem betreft zeker niet moeten worden gevoerd. De heer Bosschart adviseert het bestuur dan ook het surplusvermogen voor de toekomst te gebruiken, zoals voor de leerstoel gericht op de
33
mkb-accountancy. Hij wijst erop dat het voor een goed resultaat van belang is dat er langdurig geld voor de leerstoel ter beschikking wordt gehouden. Om dit te verwezenlijken zou een fonds moeten worden opgericht. In dat fonds zou wellicht een adviescommissie of een bestuur een doorslaggevende stem moeten krijgen om het surplusvermogen een bestemming te geven. De heer J.A. de Bruijn AA ziet het fusietraject als een proces waarbij twee organisaties toewerken naar een gezamenlijke, sterke toekomst. In dat kader pleit hij er voor om het surplusvermogen in te brengen in de NBA. Het zou daarbij aan het bestuur van de NBA gelaten moeten worden om te bepalen aan welke activiteiten het surplusvermogen zou moeten worden besteed. Dat surplusvermogen moet dan, aldus de heer De Bruijn, wel voldoende zijn om gedurende een lange reeks van jaren die activiteiten te financieren. Bovendien moet het bestuur van de NBA ook achter een dergelijke activiteit (zoals een leerstoel) staan, omdat deze anders na verloop van enige tijd niet wordt gecontinueerd. Als de continuïteit van de leerstoel niet kan worden gewaarborgd, ziet de heer De Bruijn dat deel van het surplusvermogen liever besteed aan een activiteit binnen de nieuwe organisatie waarbij de continuïteit niet ter discussie staat. De voorzitter verwacht dat met het surplusvermogen de leerstoel langer kan worden gefinancierd dan de heer De Bruijn veronderstelt. Er wordt namelijk van uitgegaan dat er nog een bepaald rendement met het vermogen kan worden behaald. Verwacht wordt dat met het huidige surplusvermogen de leerstoel 10 tot 15 jaar kan worden bekostigd. De voorzitter hoopt dat tegen die tijd de NBA het initiatief heeft overgenomen. Verder geeft de voorzitter aan dat het voorstel aangaande de besteding van het surplusvermogen in deze fase nog niet is besproken met de fusiepartner. De fusiepartner is wel op de hoogte gesteld van het voornemen, maar het bestuur wil het voorstel eerst met de leden bespreken. Pas daarna zal het in de besprekingen met de fusiepartner worden ingebracht. Na de consultatie tijdens deze Algemene Ledenvergadering zal het voorstel verder worden uitgewerkt. In de ledenvergadering van juni 2011 zal dit uitgewerkte voorstel aan de leden ter besluitvorming worden voorgelegd. Vervolgens komt de fase waarbij de activiteiten binnen de nieuwe beroepsorganisatie moeten worden ingebed. Uiteraard is daar overleg met de fusiepartner voor nodig. Mevrouw M.M. Langeweg-Vink AA vraagt zich af of uit het surplusvermogen geen deel zou moeten worden afgezonderd voor het geval de fusie door omstandigheden zou moeten worden ontbonden. De voorzitter deelt mede dat het bestuur het volste vertrouwen heeft in de fusie. Met betrekking tot het surplusvermogen geeft hij aan, zoals ook eerder al kenbaar is gemaakt, dat het vermogen niet ongeclausuleerd de nieuwe beroepsorganisatie in zal gaan. Het gaat om de vraag aan welke keuzemogelijkheid de leden de voorkeur geven, te weten (a) het surplusvermogen in een aparte stichting onderbrengen onder beheer van AA’s of (b) het vermogen geëtiketteerd in de NBA onderbrengen. De laatstgenoemde mogelijkheid houdt in dat het surplusvermogen onder het beheer van AA’s wordt geparkeerd binnen de NBA (bijvoorbeeld op een aparte bankrekening). De heer J. Stienstra AA vraagt zich af of het doel waarvoor in het verleden het suplusvermogen is gevormd, thans is bereikt. De voorzitter licht toe dat het doel van het surplusvermogen in het verleden algemeen is geformuleerd. Het doel was om als weerstandsvermogen van de NOvAA te fungeren om de financiële gevolgen van enkele slechte jaren op te kunnen vangen. Destijds heeft de ledenvergadering de hoogte van het weerstandsvermogen bepaald op 1x de jaarcontributie. Het surplusvermogen is geen bestemmingsreserve. Door de fusie is het wel zo dat het surplusvermogen binnen de NOvAA niet meer nodig zal zijn. Binnen de NBA zal straks uiteraard weer een weerstandsvermogen worden opgebouwd. Verder geeft de voorzitter aan dat een beroepsorganisatie niet gericht is op het opbouwen van een omvangrijk eigen vermogen. Mevrouw T.L. Coster-Vlot AA geeft aan dat zij het eens is met het voorstel van het bestuur voor het oprichten van een kenniscentrum, waartoe onder andere een leerstoel behoort. Zij is er voorstander van
34
het surplusvermogen te oormerken binnen de NBA, het te gebruiken voor het mkb en er geen aparte stichting voor op te richten. De heer P.D. Bosschart AA informeert, gelet op de gevolgen die dit kan hebben voor het eigen vermogen, wat de verwachte verkoopopbrengst is van het kantoorpand van de NOvAA in Den Haag. De voorzitter deelt mede dat hij op dit moment niet aan kan geven wat de opbrengst van het kantoorpand zal zijn. Zeker is wel dat de verkoopopbrengst geen invloed heeft op de hoogte van het surplusvermogen. Met de fusiepartner is afgesproken dat de boekresultaten op het kantoorpand (zowel winst als verlies) toekomen aan de NBA. Voor de NOvAA is daarmee het risico afgedekt. De heer J. Wietsma AA pleit ervoor om de leerstoel in te stellen. Het zou een mooi gebaar van de NOvAA zijn aan zowel het maatschappelijk verkeer als aan het beroep. De voorzitter gaat over tot de afsluiting van de discussie over het voorstel aangaande de aanwending van het surplusvermogen. Hierbij geeft hij aan dat het de bedoeling is de komende periode te gebruiken om de ideeën van de werkgroep verder uit te werken om te komen tot een definitief voorstel. Tussentijds zal tijdens de afdelingsvergaderingen nog de mogelijkheid zijn over de ontwikkeling van het voorstel te discussiëren. De bijdrage van de leden daarin is erg zinvol. Belangrijk is dat de leden hun stem het komende jaar laten horen. Het is de bedoeling het definitieve voorstel in de ledenvergadering van juni 2011 aan de leden ter besluitvorming voor te leggen. 12.
Rondvraag
De heer P.D. Bosschart AA vraagt er aandacht voor dat belangrijke mutaties in de vergaderorde in het vervolg nadrukkelijker naar voren worden gebracht dan via Noviteiten. De heer Bosschart doelt hierbij op de wijze waarop de kandidaatstelling van een ander bestuurslid (dan opgenomen in de vergaderstukken) aan de leden kenbaar is gemaakt. De heer Bosschart is van mening, en hij heeft dat ook van collega’s vernomen, dat deze belangrijke informatie enigszins is ondergesneeuwd in de bewuste Noviteiten. Hij adviseert het bestuur in het vervolg bij dergelijke situaties de leden te informeren door middel van een afzonderlijke brief. De voorzitter neemt de opmerking van de heer Bosschart ter harte en mee voor toekomstige situaties. Vervolgens licht hij toe dat het bestuur anderhalve week voor de ledenvergadering is geconfronteerd met een situatie waarin omgezien moest worden naar een nieuw bestuurslid. Het gevolg was dat in een kort tijdbestek veel acties in gang moesten worden gezet. Een daarvan was de communicatie naar de leden. Het bestuur heeft er toen voor gekozen het bericht in Noviteiten op te nemen. De voorzitter betreurt het dat het bericht kennelijk niet voldoende opvallend daarin is vermeld. De voorzitter gaat over tot de bekendmaking van de uitslagen van de verkiezingen. De betreffende uitslagen staan in deze notulen vermeld bij agendapunt 5. Aansluitend feliciteert de voorzitter diegenen die zijn benoemd in een functie en wenst hen veel succes toe. Vervolgens draagt de voorzitter, de heer G.J.A.H. van der Wielen AA, officieel de voorzittershamer over aan de nieuwe voorzitter, mevrouw D.M. Clement AA. Bij de overhandiging wenst hij mevrouw Clement persoonlijk veel geluk en succes toe in het verder brengen van de NOvAA in de fusie. Hierbij geeft hij aan dat, afhankelijk van de fusiedatum, zij wellicht de laatste voorzitter van de NOvAA zou kunnen zijn. Verder deelt de heer Van der Wielen mede dat hij de fusie, weliswaar op afstand, met veel belangstelling zal blijven volgen. 13.
Sluiting
De nieuwe voorzitter, mevrouw Clement, richt het woord tot de heer Van der Wielen. “Jouw voorzitterschap heeft in teken gestaan van de fusie. Als mkb-accountant wil ik je voor je activiteiten bedanken. Zonder jouw nimmer aflatende inzet, gezamenlijke focus op het resultaat en
35
scherpzinnigheid hadden wij niet de resultaten behaald zoals die er nu zijn. Met de fusie staat het beroep van accountant voor de toekomst centraal. Maar ik zou je geen recht doen als ik uitsluitend zou praten over de fusie. Naast dit omvangrijke traject heb je, in jouw rol als voorzitter, op een geheel eigen wijze het bestuur voorgezeten. De specifieke NOvAA-onderwerpen zijn door jou met dezelfde intensiteit en met hetzelfde inzicht als het fusietraject behandeld. Wat ik hierbij extra wil benadrukken, is jouw enorme dossierkennis en de consensus die je altijd voorop gesteld hebt. En dat alles met de charme waarmee het Zuiden van het land zo geroemd wordt. Nimmer heb ik aan jou gemerkt dat de werkdruk in de afgelopen jaren op een heel hoog niveau heeft gelegen. Je deed alles met dezelfde aandacht en gedegen kennis van zaken. Als bestuurslid en in mijn rol als plaatsvervangend voorzitter heb ik daar enorme bewondering voor. Tot slot, Gert-Jan, wil ik je bedanken voor jouw steun voor mijn nieuwe rol en de ruimte die je mij daarin gegeven hebt, subtiel en opbouwend. Dank daarvoor Gert-Jan, en ik weet zeker dat je ons met een meer dan gemiddelde belangstelling in de komende jaren zult volgen.” Aansluitend geeft de heer Van der Wielen aan dat zijn bestuurstermijn van vier jaar, waarvan hij de laatste twee jaar voorzitter is geweest, voorbij is gevlogen. Zoals voorgaande voorzitters ook aan hebben gegeven, heeft hij zijn bestuursperiode als boeiend en leuk ervaren. Natuurlijk heeft ook zijn bestuurstermijn zware periodes gekend, waarin veel werk is verzet. De heer Van der Wielen heeft tevens deel uitgemaakt van het bestuur in de jaren 1997 tot 2001. De jaren waarin een eerdere poging tot een fusie speelde. Die fusie is toen niet doorgegaan. Hij is blij vandaag vast te kunnen stellen dat de fusie nu wel is doorgegaan. Daarbij tekent hij aan dat dat absoluut niet alleen zijn verdienste is, maar de verdienste van alle bestuursleden van de NOvAA, met wie hij op een plezierige manier heeft mogen samenwerken. Dat geldt ook voor de bestuursleden die inmiddels zijn vertrokken, het bureau (mevrouw Van Arkel en haar medewerkers waaronder de mt-leden). Evenzeer geldt dat voor de bestuursleden van het NIVRA, de directie en mt-leden van het NIVRA, waarmee in de afgelopen twee jaar heel intensief contact is geweest en heel intensief het fusietraject is doorlopen. De heer Van der Wielen ziet het dan ook als de kroon op het vele werk dat op 16 december 2009 tijdens de ALV het groene licht door de leden is gegeven voor de fusie. Hij dankt iedereen daarvoor! Verder zal hij de zaak kritisch blijven volgen en een betrokken NOvAA-lid blijven. Hij dankt een ieder voor het vertrouwen dat in hem is gesteld en wenst iedereen veel goeds. Aansluitend richt de nieuwe voorzitter zich tot de leden in de zaal. “Dames en heren, Dank voor uw vertrouwen om het komend jaar uw voorzitter te mogen zijn. Als bestuur van de NOvAA staan we voor een uitdagend jaar. Samen met het NIVRA zullen wij verder invulling geven aan de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants. Daarnaast zullen wij, samen met de medewerkers van het bureau van de NOvAA, activiteiten blijven ontwikkelen zodat deze in de NBA ingebed kunnen worden. Wij gaan aan de slag met uw opmerkingen over het kenniscentrum, waaronder de leerstoel, zodat wij volgend jaar met een evenwichtig voorstel kunnen komen waarover u kunt gaan stemmen. Ook de Commissie onderwijs fusie zal het onderwijsmodel verder uitwerken. Daarnaast zijn er ook de specifieke onderwerpen waarop de NOvAA actief zal zijn, waarbij XBRL, zoals we vanmorgen hebben kunnen beluisteren, een tot de verbeelding sprekend onderwerp is. Maar ook op het gebied van regelgeving, kwaliteit en het enthousiasmeren van studenten voor ons beroep als accountant, zullen wij actief zijn en blijven.
36
Ik wil u bedanken voor uw komst, ondanks het feit dat wij vanmiddag een geduchte opponent hadden. Niet gehinderd door enige voetbalkennis kan ik u vertellen dat ons elftal nog wel enige wedstrijden zal spelen.” Aansluitend nodigt de voorzitter alle aanwezigen uit voor een hapje en een drankje in de foyer. De voorzitter, mevrouw D.M. Clement AA, sluit de vergadering om 16.15 uur.
b.
Actiepunten naar aanleiding van de Algemene Ledenvergadering van 14 juni 2010
1. In het kader van de fusie een analyse maken van de leeftijdsopbouw van het ledenbestand van de NBA, om te zien of de instroom in het beroep voldoende is om de vergrijzing op te vangen. Het bestuur is, in een samenwerking tussen NIVRA en NOvAA, gestart met een onderzoek naar de leeftijdsopbouw van de populatie van AA’s en RA’s. Dit onderzoek is op dit ogenblik nog niet afgerond. Het bestuur zal de uitkomsten van het onderzoek meenemen bij het bepalen van zijn beleid voor de komende jaren. 2. In de financiële stukken toelichten waaruit het verschil tussen de opbrengsten en directe kosten van toetsingen bestaat. In de thans voorliggende jaarrekening 2010 wordt aangegeven dat dit verschil met name dient om de indirecte kosten die samenhangen met de toetsing (voornamelijk personeels- c.q. bureaukosten) te dekken. 3. De tariefstructuur van de toetsingen na afloop van de eerste toetsingscyclus evalueren. De eerste toetsingscyclus wordt thans geëvalueerd. In die evaluatie wordt ook aandacht besteed aan de wijze waarop de kosten aan de getoetste kantoren worden doorbelast. 4. In de voorstellen inzake het surplusvermogen, die in juni 2011 aan de ledenvergadering zullen worden voorgelegd, ook een tijdpad opnemen waarbinnen de vanuit het surplusvermogen gefinancierde activiteiten aan de NBA dienen te worden overgedragen. Het onderwerp ‘aanwending van het surplusvermogen staat geagendeerd voor de Algemene Ledenvergadering van 20 juni 2011. Bij de behandeling van dit agendapunt zal ook aandacht worden besteed aan de termijn gedurende welke de beoogde activiteiten uit het surplusvermogen zullen worden gefinancierd.
37
IV
Financieel Verslag over 2010
a.
Bestuursverslag
Geachte leden, Hierbij bieden wij u het financieel verslag over 2010 aan, waarmee wij, conform artikel 29, lid 3, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, rekening en verantwoording afleggen over het door ons in het boekjaar gevoerde bestuur. Algemeen
Zoals u weet, werken NIVRA en NOvAA hard aan de fusie van de beide beroepsorganisaties. Ultimo 2010 zijn de bureaus van de beide organisaties reeds samengevoegd en sindsdien worden de gezamenlijke activiteiten ook onder een gemeenschappelijke naam (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants, NBA) gepresenteerd. Daarmee lopen NIVRA en NOvAA, met instemming van het ministerie van Financiën, vooruit op een wet die nog door het parlement behandeld dient te worden en die dus ook nog in werking moet treden. Het bestuur verwacht dat de desbetreffende wet (de Wet op het accountantsberoep) medio 2012 in werking zal treden. Als de NBA dan zijn beslag zal krijgen, houden NIVRA en NOvAA automatisch op te bestaan en zullen de vermogens van de beide beroepsorganisaties van rechtswege overgaan naar de NBA. Om ook op financieel gebied de overgang naar de NBA zo soepel mogelijk te laten verlopen, hebben de besturen van NIVRA en NOvAA inmiddels de nodige voorbereidingen getroffen. Zo hebben zij besloten om met ingang van het kalenderjaar 2011 met een gezamenlijke exploitatie te gaan werken en daarvoor ook een gezamenlijke financiële administratie te gaan voeren. Verder hebben zij op de balansen per 31 december 2010 van NIVRA en NOvAA een due diligence uitgevoerd. Op basis van deze beide balansen per 31 december 2010 (en de ledenaantallen per dat moment) wordt namelijk de omvang van het in de NBA in te brengen vermogen bepaald. Hetgeen voor de NOvAA dan nog resteert, wordt wel aangeduid als het ‘surplusvermogen’. In de Algemene Ledenvergadering van 20 juni 2011 zal het bestuur met concrete voorstellen komen voor de bestemming van dit resterende vermogen. Verslagjaar 2010
In het verslagjaar 2010 is de NOvAA er, ondanks alle activiteiten die gericht waren op de fusie, toch in geslaagd haar opbrengsten op het begrotingspeil te houden en haar kosten lager te doen uitvallen dan begroot. Dit resulteert in een resultaat over het verslagjaar dat (met een batig saldo van € 228.000) uiteindelijk aanzienlijk hoger uitvalt dan begroot. Uit de Staat van baten en lasten blijkt dat de tendens ten opzichte van de begroting niet voor alle opbrengsten- en kostenposten dezelfde is. Voor zover de afwijking ten opzichte van de begroting in de Staat van baten en lasten meer dan € 200.000 bedraagt, zullen wij die in het navolgende kort toelichten. De baten van de afdeling Services zijn in totaliteit € 226.000 hoger uitgevallen dan begroot. De kosten van de afdeling vielen € 144.000 hoger uit, zodat de afdeling per saldo € 82.000 meer aan het batig saldo heeft bijgedragen dan begroot. Die hogere bijdrage is met name afkomstig van de praktijkopleiding. Door een stijging van het aantal trainees en een daling van de kosten van de beoordelingen en de examens, werd door deze afdeling € 93.000 meer aan het batig saldo bijgedragen dan aanvankelijk is begroot. De opbrengsten uit cursussen van de Vedaa stegen in het verslagjaar weliswaar circa 4,5% boven de begroting uit, ook de kosten van deze cursussen lieten een stijging ten opzichte van de begroting zien. Doordat laatstgenoemde stijging (ondanks de iets hogere bezettingsgraad per cursus) die van de baten oversteeg, viel per saldo de bijdrage van de Vedaa-cursussen aan het batig saldo lager uit dan begroot. De tot de afdeling Services behorende NOvAA-beroepsopleiding kon, door een intensieve samenwerking met opleidingsinstituut Markus Verbeek, aanzienlijk op haar kosten besparen.
38
Met name hierdoor droeg de NOvAA-beroepsopleiding uiteindelijk € 34.000 meer bij aan het batig saldo dan aanvankelijk was begroot. De opbrengsten uit de toetsingen door de Raad van Toezicht zijn € 213.000 achtergebleven bij de begroting. Weliswaar is het aantal kantoren dat de Raad jaarlijks voor een toetsing selecteert ongewijzigd gebleven, het aantal kantoren dat niet voor toetsing in aanmerking kwam (bijvoorbeeld doordat een beroep op een vrijstelling kon worden gedaan of omdat het desbetreffende kantoor geen accountantspraktijk (meer) was), viel in het verslagjaar aanzienlijk hoger uit dan verwacht. Hierdoor vielen de toetsingsbaten substantieel lager uit dan begroot. Door het geringere aantal toetsingen zijn ook de totale kosten van de toetsingen lager uitgevallen dan begroot. Dat de kosten minder achterbleven dan de baten, is het gevolg van het feit dat in 2010 de Raad, meer dan voorheen, een beroep heeft moeten doen op externe juridische bijstand. Dit had met name betrekking op tweede toetsingen, waarbij de juridische ondersteuning uiteenliep van het sommeren van kantoren en het voeren van procedures voor de Accountantskamer tot het behartigen van de belangen van de Raad bij hoger beroepsprocedures voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Hierdoor hebben de activiteiten van de Raad van Toezicht uiteindelijk € 186.000 minder bijgedragen aan het batig saldo dan aanvankelijk begroot. De algemene kosten zijn in het verslagjaar € 229.000 hoger zijn uitgevallen dan begroot. Dit is met name het gevolg van een gerechtelijke procedure die zijn basis vindt in het jaar 2006. Toen heeft het CBb vastgesteld dat de wettelijke basis voor de toetsingsfacturen ontbrak. Deze tekortkoming in de wet is in 2008 gerepareerd. Het heeft tot medio 2010 geduurd voordat onomstotelijk kwam vast te staan dat er geen juridische middelen zijn om de betalingen van deze facturen uit de periode 2006 tot en met 2008 af te dwingen. Dat 75% van de destijds gefactureerde bedragen toch nog is betaald, geeft aan dat veel kantoren het belang van kwaliteitsbeheersing (en de daarmee samenhangende kosten van de toetsing) onderschrijven. Een bedrag van circa € 200.000 moet als definitief oninbaar worden beschouwd en is om die reden afgeboekt. De kosten met betrekking tot ‘Beroep en beleid’ zijn in totaal € 282.000 lager uitgevallen dan begroot. Hieraan ligt hoofdzakelijk een drietal oorzaken ten grondslag. Om te beginnen is het aantal zaken van de Klachtencommissie Wtra (die in mei 2009 haar werkzaamheden is gestart) beduidend lager uitgevallen dan gedacht. Daarnaast zijn ook de kosten van de CEA en de HRA 2010 substantieel lager uitgevallen. Vooruitblik
Met ingang van het verslagjaar 2011 zetten wij, zoals reeds aangegeven, een belangrijke stap in de verdere integratie van de beide beroepsorganisaties. Nu per 31 december 2010 de financiële inbreng van de beide beroepsorganisaties in de NBA is bepaald, wordt 2011 het eerste jaar waarin ook volledig voor gemeenschappelijke rekening wordt gewerkt. Over 2011 zullen wij u in de volgende ledenvergadering dan ook de eerste gemeenschappelijke exploitatierekening presenteren. Naar wij hopen zal de Wet op het accountantsberoep, waarin de fusie van NIVRA en NOvAA formeel zijn beslag krijgt, kort daarna in werking treden, zodat het traject waarvoor wij in 2008 de eerste stappen hebben gezet, dan zal kunnen worden afgerond. Wij verzoeken u het financieel verslag over 2010 vast te stellen en het bestuur daarmee volgens artikel 29, lid 4, van de Wet AA decharge te verlenen. Den Haag, 12 april 2011 Diana Clement AA, voorzitter
Dirk ter Harmsel AA FB, plv. voorzitter
39
b.
Jaarrekening 2010 Balans
(Bedragen x € 1.000) 31 december 2010
31 december 2009
ACTIEF Vaste activa Materiële vaste activa 1 Gebouwen en terreinen 2 Niet aan organisatie dienstbare materiële vaste activa 3 Andere vaste bedrijfsmiddelen
-
5.243
5.115
-
258
Vlottende activa Voorraden 4 Voorraad handelsgoederen Vorderingen 5 Debiteuren 6 Overige vorderingen 7 Overlopende activa
8 Liquide middelen Totaal
40
429 5.373
5.672
-
10
666 118 920
991 53 1.037 1.704
2.081
5.098
4.311
12.175
12.074
31 december 2010
31 december 2009
PASSIEF Eigen Vermogen 9 Overige reserves
9.721
Voorzieningen 10 Overige voorzieningen
193
Langlopende schulden 11 Overlopende passiva Kortlopende schulden 12 Crediteuren 13 Belastingen en premies sociale verzekeringen 14 Overige schulden 15 Overlopende passiva
Totaal
9.493
139
74
141
656
915
359 90 1.082
304 114 968 2.187
2.301
12.175
12.074
41
Staat van baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
Herziene begroting 2010
Realisatie 2010
Herziene begroting 2009
Realisatie 2009
Baten 16 Contributies en inschrijfgeld
6.519
6.508
6.375
6.455
17 Services 18 Raad van Toezicht 19 Overige opbrengsten Opbrengst directe activiteiten
3.658 1.073 35 4.766
3.884 860 42 4.786
3.620 1.042 25 4.687
4.340 953 24 5.317
20 Overige baten Som der baten
95 11.380
258 11.552
95 11.157
111 11.883
Lasten 21 Services 22 Raad van Toezicht Lasten directe activiteiten 23 Personeelskosten 24 Afschrijvingen op vaste activa 25 Algemeen 26 Huisvesting 27 Directie 28 Bestuur 29 Commissies en werkgroepen 30 Beroep en beleid 31 Communicatie 32 Overige lasten 33 Fusietraject NOvAA/NIVRA Som der lasten
2.301 671 2.972 4.145 385 462 175 369 430 246 687 1.592 231 11.694
2.445 644 3.089 4.010 341 691 138 229 334 169 405 1.578 416 11.400
2.221 651 2.872 3.985 374 513 160 330 415 229 745 1.706 370 11.699
2.573 671 3.244 4.134 375 436 145 261 413 175 489 1.439 2 408 11.521
113 6 107
78 2 76
110 6 104
96 2 94
207-
228
438-
456
34 Financiële baten 35 Financiële lasten Financiële baten en lasten Saldo boekjaar
42
Kasstroomoverzicht
(bedragen x € 1.000) 2010 Resultaat voor financiële baten en lasten Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutatie voorzieningen
152 341 54 395
Veranderingen in het werkkapitaal: Mutatie voorraden Mutatie operationele vorderingen Mutatie operationele schulden
10 376 181205 752
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
78 276 828
Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Netto-kasstroom (mutatie liquide middelen)
9150 41787
43
Toelichting
1.
Toelichting Algemeen
Algemeen De Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA) is een openbaar lichaam in de zin van artikel 134 van de Grondwet. Zij is wettelijk gevestigd te Den Haag en feitelijk gevestigd in Amsterdam ten gevolge van de voorgenomen fusie met het NIVRA. De NOvAA heeft als wettelijke taak de bevordering van een goede beroepsuitoefening door Accountants-Administratieconsulenten en de behartiging van hun gemeenschappelijk belang. Haar taak omvat mede de zorg voor de eer van de stand van het beroep en het verzorgen of doen verzorgen van de praktijkstage bedoeld in artikel 54 Wet AA. Ondanks de voorgenomen fusie met het NIVRA, gaat de jaarrekening 2010 uit van continuïteit van de activiteiten van de NOvAA. Algemene grondslagen voor de jaarrekening De rekening en verantwoording van het bestuur van de NOvAA, bestaande uit het bestuursverslag, de balans en staat van baten en lasten met toelichting, is ingericht conform RJ 640 ‘Organisaties zonder winstdoelstelling’. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke lasten die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Voorraden Voorraden handelsgoederen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van een berekening, zijnde 75% van de openstaande posten per ultimo boekjaar, voor zover ouder dan 120 dagen en op het moment van het opmaken van de jaarrekening nog openstaand. Voorzieningen De overige voorzieningen worden opgenomen voor de geschatte kosten die naar verwachting voortvloeien uit de per balansdatum bestaande verplichtingen. Ten laste van de voorziening komen de betalingen die voortvloeien uit de verplichtingen.
44
Lang- en kortlopende schulden De lang- en kortlopende schulden worden opgenomen tegen nominale waarde waarbij de schulden met een resterende looptijd langer dan een jaar worden opgenomen onder de langlopende schulden. Grondslagen voor de staat van baten en lasten Baten Onder de baten worden verstaan de opbrengsten van de in het verslagjaar verleende diensten en verkochte goederen onder aftrek van kortingen en over de baten geheven belastingen. Lasten Onder de lasten worden verstaan de uitgaven van de in het verslagjaar ontvangen diensten en gekochte goederen alsmede de uitgaven die betrekking hebben op de wettelijke taak van de organisatie. Financiële baten en lasten Onder de financiële baten en lasten worden opgenomen de ontvangen en betaalde interest over het verslagjaar en de kosten van het betalingsverkeer. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen.
45
2. Toelichting op de balans (bedragen x € 1.000) Materiële vaste activa
1 Gebouwen en terreinen Cumulatieve verkrijgingsprijs per 1 januari Correctie verkrijgingsprijs activum van inventaris Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Correctie afschrijving activum van inventaris Boekwaarde per 1 januari Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Desinvesteringen afschrijvingen Boekwaarde per datum buitengebruikstelling Overboeking naar Niet aan organisatie dienstbare materiële vaste activa Boekwaarde per 31 december Cumulatieve verkrijgingsprijs per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 december
2010
2009
5.487 56 244115.288 51691 5.115
5.424 605.364 63 1845.243
5.115-
5.487 2445.243
De desinvesteringen betreffen een zuil en het gevellogo. Er is een correctie doorgevoerd. Een drietal facturen inzake architectkosten uit 2008, geboekt bij inventaris, bleken het gebouw te betreffen. Wegens verhuizing eind november van de NOvAA naar het pand van de NIVRA te Amsterdam is het pand te Den Haag in 2010 over 11 maanden afgeschreven. Het buiten gebruik gestelde pand is voor de boekwaarde overgegaan naar de ‘Niet aan de organisatie dienstbare materiële vaste activa’. 2 Niet aan organisatie dienstbare materiële vaste activa Overboeking van Gebouwen en terreinen Waardeverandering Boekwaarde per 31 december
5.115 5.115
Bij het waarderen van het buiten gebruik gestelde pand is als marktwaarde gehanteerd de boekwaarde. De reden hiervoor is de afspraak, genoemd in het fusiedocument, dat de NBA het pand overneemt voor de boekwaarde ten tijde van de buitengebruikstelling. Het economisch profijt dan wel risico van het pand aan de Koninginnegracht te Den Haag komt daarmee ten goede aan of ten laste van de, op moment van wettelijke fusie opgerichte, NBA. Hiermee loopt de NOvAA geen risico. Om voornoemde reden heeft geen herwaardering van het pand plaatsgevonden.
46
2010
2009
3 Andere vaste bedrijfsmiddelen Cumulatieve verkrijgingsprijs per 1 januari Correctie verkrijgingsprijs activum naar gebouwen Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Correctie afschrijvingen activum naar gebouwen Boekwaarde per 1 januari Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen Boekwaarde per 31 december
1.067 5663811 384 91 8717141 258
933 447486 136 2191429
Cumulatieve verkrijgingsprijs per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 december
1.015 757258
1.067 638429
De investeringen betreffen het volledig vernieuwen van de verouderde hardware en besturingssoftware. De desinvesteringen betreffen de overtollige inventaris (met name kasten en bureaus) die niet is meeverhuisd naar Amsterdam. Voorraden
4 Handelsgoederen
31 december 2010
31 december 2009
-
10
Wegens incourantheid is het restant van de webshopvoorraad op 31 december 2010 ad € 6.164 afgeboekt. Deze voorraad betrof met name artikelen met het NOvAA-logo. Vorderingen
5 Debiteuren Saldo per 31 december Voorziening voor oninbaarheid Specificatie per 31 december Facturen toetsingen Raad van Toezicht vóór 21 september 2006 Facturen toetsingen Raad van Toezicht tussen 21 september 2006 en 25 augustus 2008 Facturen toetsingen Raad van Toezicht na 25 augustus 2008 Vorderingen contributie over jaren vóór verslagjaar Vorderingen inzake contributie verslagjaar Gerelateerde instanties en overige vorderingen Vorderingen Services
776 110 666
1.097 106 991
9
20
-
244
174 31 27 5 530 776
267 56 59 27 424 1.097
47
2010 Mutaties voorziening voor oninbaarheid: Saldo per 1 januari Dotatie NOvAA Dotatie openstaande posten Raad van Toezicht Afboeking onvindbare debiteuren Afboeking openstaande posten Raad van Toezicht Saldo per 31 december
106 7 256 57202110
2009 119 10 23106
De openstaande posten Raad van Toezicht daterend van 21 september 2006 tot 25 augustus 2008 zijn afgeboekt na het ontvangen van betalingen ten bedrage van € 34.026. 31 december 2010 6 Overige vorderingen Rekening-courant AEGON Rekening-courant NOVAK Rekening-courant NIVRA Lening en rekening-courant StOAA Depotbedrag TPG Waarborg Apcoa Voorschot personeel Vorderingen afdelingen Voorziening voor oninbaarheid
69 1 25 238 20 1 2 356 238118
31 december 2009 29 1 257 20 1 2 310 25753
StOAA De StOAA is door de NOvAA verzocht activiteiten te ontwikkelen om het voor AA-Accountants mogelijk te maken ESF-gelden te ontvangen. Deze kosten komen voor rekening van de NOvAA indien zij niet uit de middelen van de stichting kunnen worden betaald. Aan de StOAA zijn leningen verstrekt tot een totaalbedrag van € 110.000 en een rekening-courant van € 128.255. Voor het risico van de oninbaarheid van deze vordering is een voorziening opgenomen. De stichting is per ultimo 2010 in liquidatie. 7 Overlopende activa Te ontvangen rente Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen bedragen Specificatie nog te ontvangen bedragen Nog te factureren inzake collegiale toetsingen Nog te ontvangen diversen Nog te ontvangen van SDU inzake publicaties Staatscourant
30 418 472 920
32 578 427 1.037
364 108
286 37
472
104 427
In 2010 is naar aanleiding van een minnelijke schikking met de SDU de vordering op de SDU afgeboekt. De schikking betrof een vergoeding van de gemaakte kosten in natura door middel van advertentieruimte in een aantal titels van de SDU.
48
31 december 2010 8 Liquide middelen Banken Depositotegoeden
31 december 2009
336 4.762 5.098
852 3.459 4.311
Het kasgeld is nooit meer dan € 250,- en wordt derhalve niet in de specificatie meegenomen. De NOvAA hanteert een voorzichtig beleid inzake de liquide middelen. Er worden geen gelden belegd noch wordt er geld op een buitenlandse bank gezet. De tijdelijk overtollige gelden worden op een zo gunstig mogelijke manier op rente gezet, rekening houdend met de termijn waarop de bedragen weer nodig zijn voor de bedrijfsvoering. Het gemiddeld ontvangen rentepercentage over 2010 bedraagt 1,8. Eigen Vermogen
2010 9 Overige reserves Stand per 1 januari Resultaat boekjaar Stand per 31 december
9.493 228 9.721
9.037 456 9.493
2010
Voorzieningen
10 Overige voorzieningen Vertrekregeling voormalig directeur Stand per 1 januari Dotatie Betalingen periode Stand per 31 december
2009
2009
139 64-
183 171 21575
139
De betalingen die in mindering van deze voorziening komen, betreffen de pensioenpremie van de voormalige directeur, die in augustus 2012 de 65-jarige leeftijd zal bereiken. Vertrekregeling personeel i.v.m. fusie Stand per 1 januari Dotatie door te betalen salariskosten en vertrekvergoeding Totaal overige voorzieningen
118 118
-
193
139
49
Langlopende schulden
11 Overlopende passiva Vooruitgefactureerde bedragen
31 december 2010 74
31 december 2009 141
Het saldo dat hier vermeld wordt, betreft vooruitgefactureerde bijdragen praktijkopleiding voor de jaren 2012, 2013 en de helft van 2014. Kortlopende schulden
12 Crediteuren Crediteuren 13 Belastingen en premies sociale verzekeringen Omzetbelasting Loonheffing en sociale verzekeringen 14 Overige schulden Vakantiedagen Overige schulden
15 Overlopende passiva Nog te betalen posten Vooruitgefactureerde bedragen Afdelingen/kringen Overige overlopende passiva
656
915
185 174 359
189 115 304
85 5 90
92 22 114
483 470 8 121 1.082
378 553 21 16 968
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Er zijn geen rechten of verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen.
50
3.
Toelichting op de staat van baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
16 Contributies en inschrijfgelden Ontvangen contributie Incassokortingen Kortingsregeling 4% Inschrijfgelden Aantallen leden per contributiegroep: Openbaar accountants (A) Interne en overheidsaccountants (B) Accountants in business ( C) Inactieven (D)
Herziene begroting 2010
Realisatie
6.667 5515057 6.519 1-1-2011 4.467 154 1.592 480 6.693
Mutatie-overzicht leden in aantallen: Totaal aantal leden op 31 december vorig jaar Doorhalingen in verslagjaar Inschrijvingen in verslagjaar Totaal aantal leden op 31 december verslagjaar 17 Services Cursussen Praktijkopleiding NOvAA-beroepsopleiding
Herziene begroting 2009
Realisatie
6.621 5411455 6.508
6.514 5314963 6.375
6.572 5213267 6.455
31-12-2010
1-1-2010
31-12-2009
2010
4.499 156 1.618 499 6.772
4.351 150 1.597 508 6.606
6.721 179230 6.772 3.200 373 85 3.658
3.343 454 87 3.884
2009
4.450 151 1.628 492 6.721 6.621 163263 6.721
3.200 360 60 3.620
3.858 384 98 4.340
Cursussen De omzet van de Vedaa is hoger dan begroot door een aantal oorzaken. Niet alleen zijn er meer cursussen gerealiseerd dan begroot, ook was de bezettingsgraad per cursus licht hoger dan begroot, met name de cursus AA-belastingadviseur. Praktijkopleiding In 2010 is sprake geweest van een lichte stijging van het aantal trainees dat is gestart met de Praktijkopleiding. 18 Raad van Toezicht
1.073
860
1.042
953
In 2010 zijn 276 (her)toetsingen uitgevoerd, waarvan 12 van de planning 2009. Begroot waren 218 toetsingen en 100 hertoetsingen. Het verschil tussen begroting en resultaat is het gevolg van het feit dat 32 minder kantoren ge(her)toetst zijn. In totaal zijn 618 kantoren geselecteerd voor een toetsing, hiervan kregen 291 kantoren een vrijstelling. Hiernaast kregen 17 kantoren uitstel en zijn 34 toetsingen vervallen. Het verschil tussen de opbrengst en de kosten van toetsingen dient ter dekking van de indirecte kosten die samenhangen met de toetsingen. Deze indirecte kosten betreffen voornamelijk bureau- en personeelskosten. 19 Overige opbrengsten Verkoop materialen
35
42
25
24
51
20 Overige baten Royalty's Gemengde btw en suppletie btw afgeboekte debiteuren Diverse vergoedingen
Herziene begroting 2010
Realisatie
45
33
45
39
50 95
58 167 258
50 95
36 36 111
2010
Herziene begroting 2009
Realisatie 2009
Te ontvangen royalty's zijn moeilijk te begroten omdat niet van te voren bekend is hoeveel artikelen door uitgeverijen worden uitgebracht. Er is een afspraak gemaakt met de belastingdienst dat jaarlijks de gemengde btw teruggevraagd kan worden voor dat deel van de inkopen dat toegerekend kan worden aan de Vedaa. Omdat de btw-plicht voor onderwijs onderhavig is aan (voorgenomen) wetswijzigingen, wordt teruggave niet begroot. De btw op de afgeboekte vorderingen inzake toetsingen tussen 2006 en 2008 wordt teruggevraagd. In de post diverse vergoedingen is een afrekening winst HRA 2008 ad € 135.400 begrepen. Som der baten 21 Services Cursuskosten E-learning NOvAA-beroepsopleiding Praktijkopleiding: - Beoordelingen en examenkosten - Algemene kosten - Informatievoorziening en drukwerk
11.380
11.552
11.157
11.883
1.855 35 85
2.042 36 53
1.841 30 75
2.177 27 58
190 89 47 2.301
176 108 30 2.445
182 71 22 2.221
184 110 17 2.573
Cursuskosten Dat de cursuskosten hoger € 187.000 hoger zijn dan begroot vloeit voort uit het feit dat ook de baten hoger zijn dan begroot. NOvAA beroepsopleiding Door een intensieve samenwerking met opleidingsinstituut Markus Verbeek kon een forse kostenbesparing worden gerealiseerd. Praktijkopleiding - Algemene kosten praktijkopleiding De algemene kosten zijn inclusief eenmalige, niet begrote kosten wegens werkzaamheden van een werkgroep die in opdracht van de Raad voor de Praktijkopleiding voorbeelden van Persoonlijke Ontwikkelings Plannen en Essays heeft samengesteld. De kosten bedragen € 21.000. 22 Raad van Toezicht Kosten Raad Kosten toetsingen Bijeenkomsten toetsers Overige kosten
671 671
122 432 90 644
651 651
In de overige kosten is een post begrepen van € 85.000 inzake juridische kosten met betrekking tot tuchtprocedures. Bovenstaande kosten zijn exclusief personeelskosten.
52
121 492 9 49 671
23 Personeelskosten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenkosten Reis- en onkostenvergoedingen Studiekosten, congressen en seminars Uitzendkrachten Extern personeel Werving Ondernemingsraad Arbobeleid Afkoopsommen boventallig personeel Overige personeelskosten Doorbelast salaris
Herziene begroting 2010
Realisatie
2.860 367 368 165 144 100 50 5 20 20 46 4.145 4.145
2.725 386 335 164 37 225 54 12 129 54 4.121 1114.010
2010
Herziene begroting 2009
Realisatie
2.710 340 350 160 140 100 50 45 20 30 40 3.985 3.985
2.599 329 489 162 57 341 138 1 10 19 73 4.218 844.134
2009
De personele bezetting, uitgedrukt in het gemiddelde van full time equivalents, bedraagt 49 (2009: 52). Uitzendkrachten In verband met de fusie wordt geen nieuw personeel meer aangenomen. Vacatures worden opgevuld door middel van uitzendkrachten wat resulteert in hogere kosten uitzendkrachten en lagere kosten werving dan begroot. Begroot was lonen inclusief uitzendkrachten € 2.960.000; gerealiseerd is € 2.950.000. Extern personeel De kosten van extern personeel betreffen de declaraties van de externe fiscalist, salarisadministrateur en de adviseur van het bureau van de Raad van Toezicht. Ondernemingsraad De kosten gemaakt in het kader van de ondernemingsraad bedragen minder dan € 1.000. Doorbelast salaris Het doorbelast salaris betreft de helft van het salaris van het hoofd Services aan NOVAK en de helft van het salaris van de teamleider bedrijfsbureau aan het NIVRA. Verdeling personeelskosten naar afdeling: Bedrijfsbureau Services Beroep en Beleid Stafbureau Communicatie Raad van Toezicht Dotatie voorziening voormalig directeur Totaal
2010 Fte's 14,0 11,3 8,6 5,7 5,6 3,9 49,1
Kosten 907 897 710 716 489 291 4.010
2009 Fte's 14,0 10,4 8,5 5,7 8,6 4,8 52,0
Kosten 941 747 743 690 556 286 171 4.134
Het hogere bedrag bij Services is mede het gevolg van een vertrekpremie. Ultimo februari 2011 bedraagt het aantal fte's 45,5.
53
24 Afschrijvingen op vaste activa Afschrijving gebouwen Afschrijving hard- en software Afschrijving inventaris Afschrijving vervoersmiddelen 25 Algemeen Kantoorkosten inclusief drukwerk Porto Telefoon/fax Automatisering Internet techniek Onderhoud inventaris/kleine aanschaffen/verzekeringen Accountant Afboeking debiteuren Raad van Toezicht Dotatie voorziening debiteuren
Herziene begroting 2010
Realisatie
Herziene begroting 2009
Realisatie
185 90 55 55 385
170 71 51 49 341
181 100 47 46 374
184 102 47 42 375
130 90 45 100 20
105 87 32 121 29
161 100 45 110 19
104 76 33 122 25
31 36 10 462
18 36 202 61 691
33 35 10 513
15 51 10 436
2010
2009
Automatisering Tijdens het boekjaar 2010 is besloten om een gedeelte van het budget automatisering (te weten € 20.000) over te boeken naar de post fusiekosten. De reden hiervan is om een eensluidende specificatie fusiekosten te presenteren met het NIVRA. Internet techniek In 2010 is tijdelijk een achtervang toegepast voor mogelijke uitval van de website. Dit resulteerde in een overschrijding van de kosten. Dotatie voorziening debiteuren In 2010 is een schattingswijziging doorgevoerd. Dotatie vindt plaats aan de hand van een berekening. Van de openstaande posten op 31 december die ouder zijn dan 120 dagen wordt 75% opgenomen in de voorziening. Tevens is eenmalig het saldo afgeboekt van de openstaande posten van de Raad van Toezicht inzake nog niet betaalde toetsingsfacturen tussen de periode september 2006 en augustus 2008 ten bedrage van € 202.000. 26 Huisvesting Onderhoud, beveiliging en verzekering Verlichting, verwarming, water Vaste lasten Verhuizing Schoonmaak- en overige huisvestingskosten
45 65 35 30 175
26 57 13 20 22 138
40 60 35 25 160
44 51 13 37 145
Verhuizing Tijdens het samenstellen van de begroting was nog niet exact bekend wanneer de verhuizing zou plaatsvinden. Deze post is om deze reden niet begroot. Volgens afspraak met het NIVRA vallen de verhuiskosten niet onder fusiekosten. Hiertegenover staat dat het NIVRA geen kosten in rekening brengt voor doorberekende huur en huisvestingskosten over december 2010.
54
27 Directie Werk door derden, inclusief advocaat- en proceskosten Bijeenkomst nieuwe leden Bijeenkomst interne en overheidsaccountants Belangenorganisaties Internationale betrekkingen Onvoorziene kosten
Herziene begroting 2010
Realisatie
70 5 15 175 98 6 369
22 164 43 229
2010
Herziene begroting 2009
Realisatie
80 5 15 170 50 10 330
62 163 36 261
2009
Werk door derden Deze post is inclusief advocaatkosten. De advocaatkosten hebben voornamelijk betrekking op de nog lopende procedure van de NOvAA en het NIVRA tegen de OVRAN. Bijeenkomst nieuwe leden Er zijn wel bijeenkomsten voor nieuwe leden geweest maar het totaal van de kosten bedraagt minder dan € 1.000. 28 Bestuur Vaste vergoeding Bestuur Vacatiegelden Bestuur Reiskosten- en overige vergoedingen Overige bestuurskosten Kosten i.v.m. liquidatie StOAA Algemene Ledenvergadering Themabijeenkomst ALV Bijeenkomsten leden: - Kerngroep - Jongerenplatform - Nieuwjaarsbijeenkomst Overlegorgaan NOvAA/NIVRA Raad van Advies 29 Commissies en werkgroepen Afdelingen/kringen Cie Belastingen en beconoverleg Cie MKB/PR Cie Onderwijs Cie Praktijkondersteuning Raad voor de Praktijkopleiding Cie Vaktechiek Cie Vedaa Cie Bezwaarschriften HBC FZ/MKB milieu Diverse werkgroepen en commissies
62 70 50 50 69 12
60 57 35 31 3 53 1
60 42 48 50 67 12
61 43 34 48 31 68 12
37 8 2 70 430
18 7 3 66 334
36 10 10 80 415
29 6 5 76 413
94 7 14 18 47 20 30 10 4 2 246
88 1 10 8 20 8 22 6 4 2 169
94 10 12 25 10 12 15 30 10 3 8 229
90 1 6 10 2 13 17 24 6 2 4 175
55
Herziene begroting 2010 30 Beroep en Beleid Leidraden HRA-bundel Onderwijsprojecten Algemene kosten vaktechniek CEA Raad van Tucht Klachtencommissie NOvAA-NIVRA Raad voor Geschillen Raad voor de Jaarverslaggeving
36 75 26 22 275 50 103 50 50 687
Realisatie 2010 22 9 17 13 220 24 21 44 35 405
Herziene begroting 2009 36 75 26 40 263 100 100 55 50 745
Realisatie 2009 16 75 2 12 208 126 5 9 36 489
HRA-bundel In 2009 is € 75.000 opgenomen als te betalen inzake de HRA 2010. De afrekening in 2010 bedraagt € 84.491, zodat € 9.442 ten laste van 2010 komt. Algemene kosten vaktechniek Deze post wordt vaak gebruikt voor onderzoek. Tijdens het boekjaar 2010 is een gedeelte van het budget van deze post (te weten € 16.000) overgeheveld naar de post fusiekosten. De aanleiding hiervoor was een onderzoek door TNS NIPO inzake de fusie. Raad van Tucht De Raad van Tucht is opgeheven in 2009. De Raad handelde tot 1 mei 2010 lopende zaken af. Klachtencommissie NOvAA-NIVRA De klachtencommissie is opgericht in 2009. Er is nog moeilijk in te schatten hoeveel zaken de commissie gedurende een jaar zal behandelen. In 2010 bleek het aantal zaken veel lager dan was aangenomen; wel zijn er veel zaken afgehandeld buiten zitting. 31 Communicatie Beroepsvoorlichting studenten: - Wat een accountant doet - AA worden - AA-ambassadeurs Jongerennetwerk/AA-link Voorlichting ondernemers: - Week van de ondernemer - Landelijke startersdag (november) - Themadagen - Mkb-ambassadeurs - Campagne ondernemen in het mkb/overige voorlichting Publicaties: - AA-nieuwsbrief - Folders en brochures - Redactie Accountant-Adviseur Jong Ondernemen Promotieartikelen Public affairs Websites inhoudelijk Publicatie Staatscourant Overige PR-activiteiten
56
586 110 75
581 113 60
135 605 110 75
60 568 112 49
30 100 57 55
24 98 31 59
20 100 25 55
23 85 13 56
280
286
274
274
3 21 115 16 10 5 80 49 1.592
3 19 88 15 4 2 22 105 68 1.578
3 40 75 16 10 5 85 38 35 1.706
3 40 64 15 3 65 9 1.439
Beroepsvoorlichting studenten De gezamenlijke NIVRA/NOvAA-campagne ‘Wat een accountant doet’ ligt met ingang van het schooljaar 2009-2010 volledig stil. Publicaties Van de post ‘folders en brochures’ is in de loop van het boekjaar 2010 een gedeelte van het budget (te weten € 20.000) overgeheveld naar de post fusiekosten. Het betreft hier de presentatie van de kosten inzake de huisstijl van de NBA. De kosten ‘Publicatie Staatscourant’ betreffen het afboeken van een vordering op de SDU. Overige PR-activiteiten In deze post is begrepen de helft van de kosten van de uitreiking van de Henri-Sijthofprijs (€ 17.500). Tijdens het maken van de begroting 2010 was nog niet bekend dat de NOvAA deel zou nemen aan dit project.
32 Overige lasten Overige lasten 33 Fusietraject NOvAA/NIVRA Kosten Boer & Croon Epac Bestuursvergaderingen/vacatiegelden BLV in december Kerngroep inzake fusie Huisstijl NBA ICT Sociaal Plan Merkbewaking Afkoopkosten leasecontracten Desinvesteringen en doorberekende afschrijvingskosten Overige kosten inzake fusie
Herziene begroting 2010
Realisatie
-
-
-
2
150 10 20 20 -
65 48 73 23 73 5 6
220 10 70 20 -
268 19 50 42 -
31 231
83 40 416
50 370
29 408
2010
Herziene begroting 2009
Realisatie 2009
Fusiekosten zijn kosten die volgens een bepaalde verdeelsleutel worden gedeeld met het NIVRA Som der lasten
11.694
11.400
11.699
11.521
34 Financiële baten Rentebaten
113
78
110
96
35 Financiële lasten Rentelasten
6
2
6
2
107
76
104
94
438-
456
Financiële baten en lasten
Door verlaging van de rentetarieven is minder rente ontvangen dan begroot. Saldo baten en lasten
207-
228
57
c.
Overige gegevens
Beloningen en voorzieningen functionarissen
Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) is een overzicht opgenomen van medewerkers die in het verslagjaar meer verdiend hebben dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers. Dit gemiddelde belastbare jaarloon is voor 2010 vastgesteld op € 193.000 (was in 2009 € 188.000). (bedragen x € 1.000) Functie Algemeen directeur jaar 2010 Algemeen directeur jaar 2009 Hoofd Services jaar 2010 Hoofd Services jaar 2009
belastbaar uitbetaalde ontslagloon vakantiedagen vergoeding 172 158 134 37 129 130
pensioen 27 20 19 15
totaal 199 178 319 145
Gebeurtenissen na balansdatum
Vanaf 1 januari 2011 wordt voor gemeenschappelijke rekening gewerkt, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet op het accountantsberoep. In deze wet krijgt de fusie tussen NOvAA en NIVRA zijn beslag. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten Wij hebben de in deze vergaderstukken 2011 opgenomen jaarrekening 2010 van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven in overeenstemming met Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk
58
van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten per 31 december 2010 en van het saldo van baten en lasten over 2010 in overeenstemming met Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’.
Alphen aan den Rijn, 12 april 2011 Lansigt accountants en belastingadviseurs b.v.
P.C. Slootweg AA
59
V
Herziene begroting 2011 en begroting 2012
a. Herziene begroting 2011 (bedragen x € 1.000) NOvAA Herziene Begroting 2011
NOvAA Begroting 2011
Som der baten
10.171
11.349
Som der lasten
9.507
11.902
45
109
709
444-
Financiële baten en lasten Saldo boekjaar
Toelichting op de herziene begroting 2011 In de afgelopen jaren was de begroting van de NOvAA steeds gebaseerd op de veronderstelling dat de NOvAA als zelfstandige entiteit functioneert. Deze veronderstelling is ook nog toegepast op de oorspronkelijke begroting over 2011. Met ingang van het kalenderjaar 2011 is hier echter verandering in gekomen. De besturen van NOvAA en NIVRA hebben namelijk besloten om, vooruitlopend op de formele fusie, met ingang van 1 januari 2011 een gezamenlijke financiële huishouding te gaan voeren. De baten en lasten van die gezamenlijke huishouding komen, zolang de NBA nog niet bij wet is geregeld, op basis van de afspraken in het door de ledenvergaderingen van NIVRA en NOvAA in december 2009 vastgestelde fusiedocument, voor rekening van de afzonderlijke beroepsorganisaties naar rato van het aantal leden. Dit betekent voor de herziene begroting 2011 dat circa 1/3 deel van de baten en lasten van de NBA-activiteiten voor rekening van de NOvAA komen. Vanwege de verwevenheid van de NOvAA-activiteiten met de NBA-activiteiten wordt bovenstaand slechts een zeer beknopte herziene NOvAA-begroting 2011 gepresenteerd. Als toelichting op deze zeer beknopte herziene begroting 2011 van de NOvAA dient de op de navolgende pagina’s opgenomen (veel uitgebreidere) begroting 2011 van de NBA. De baten en lasten in deze NBA-begroting 2011 komen, zoals hiervoor reeds aangegeven, voor circa 1/3 deel voor rekening van de NOvAA.
60
NBA Begroting 2011 (bedragen x € 1.000)
1 2 3 4 5
Baten Contributies en inschrijfgelden Opleidingen Permanente Educatie Kwaliteitstoetsing Uitgeverij/Boekhandel Opbrengst directe activiteiten
6 Overige opbrengsten Som der baten
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Lasten Opleidingen Permanente Educatie Kwaliteitstoetsing Uitgeverij/Boekhandel Lasten directe activiteiten
Personeelskosten Afschrijvingen op vaste activa Algemeen Huisvesting Bestuur Beroepsontwikkeling & Beleid Regelgeving Bijeenkomsten leden Communicatie Som der lasten
20 Financiële baten 21 Financiële lasten Financiële baten en lasten Saldo boekjaar
NBA Begroting 2011 18.492 1.131 8.161 1.563 431 29.778 737 30.515 796 5.244 1.361 236 7.637 12.562 628 743 1.420 2.319 725 339 347 1.802 28.522 145 10135 2.128
61
Toelichting op de NBA-begroting 2011 (bedragen x € 1.000)
Baten 1 Contributies en inschrijfgelden Contributie A (openbaar accountants) Contributie B (interne en overheidsaccountants) Contributie C (accountants in business) Contributie D (niet actieven)
Kortingen Ínschrijfgelden Dotatie voorziening debiteuren 2 Opleidingen Praktijkopleiding/praktijkstage NOvAA beroepsopleiding 3 Permanente Educatie Cursussen 4 Kwaliteitstoetsing 5 Uitgeverij/boekhandel Opbrengst abonnementen Opbrengst boekhandel 6 Overige opbrengsten Evenementen Royalty's Erkenning Opleidingsinstituut Internationale educatie Diverse vergoedingen
Som der baten
62
NBA Begroting 2011
12.891 1.517 3.807 359 18.574 195153 18.532 4018.492 1.041 90 1.131 8.161 8.161 1.563 239 192 431 300 45 325 27 40 737 30.515
NBA Begroting 2011 Lasten
7 Opleidingen Praktijkopleiding Stagebureau NOvAA beroepsopleiding Onderwijsprojecten Commissies 8 Permanente Educatie Cursuskosten Commissies 9 Kwaliteitstoetsing 10 Uitgeverij/boekhandel HRA Overige publicaties 11 Personeelskosten Lonen en salarissen incl. sociale- en pensioenlasten Reiskostenvergoedingen Studiekostenvergoedingen Verzuimvoorziening / extern personeel Werving Ondernemingsraad Arbobeleid Catering Advieskosten personeelszaken Overige personeelskosten Doorbelaste personeelskosten 12 Afschrijvingen op vaste activa Afschrijving gebouwen Afschrijving Look and Feel NBA Afschrijving hard- en software Afschrijving vervoermiddelen Afschrijving inventaris
205 440 60 36 55 796 5.210 34 5.244 1.361 210 26 236 11.496 667 246 445 40 15 50 330 110 324 13.723 1.16112.562 145 43 270 37 133 628
63
NBA Begroting 2011 13 Algemeen Kantoorkosten inclusief drukwerk Overige bureaukosten Porto Telefoon/fax Automatisering Internet techniek Onderhoud inventaris/kleine aanschaffen/verzekeringen Onvoorziene kosten Doorberekend aan derden 14 Huisvesting Huur kantoorruimte Onderhoud, beveiliging en verzekering Overige huisvestingskosten Doorberekend aan derden 15 Bestuur Kosten bestuur Accountant Advieskosten, werk door derden Raad van Advies Vacatiegelden Algemene Ledenvergadering Afdelingen/kringen Cie Bezwaarschriften Diverse werkgroepen en commissies Nationale lidmaatschappen Internationale lidmaatschappen Internationale reis- en verblijfkosten CEA Raad voor de Jaarverslaggeving 16 Beroepsontwikkeling & Beleid NBA*VRC Ledengroep Accountants in Business Sijthofprijs NBA Young Profs Projecten B&B (excl. NBA Young Profs) Commissies
64
249 15 140 120 377 75 35 50 1.061 318743 1.008 255 328 1.591 1711.420 208 60 60 40 55 70 90 6 3 216 465 123 763 160 2.319 194 125 30 43 328 5 725
NBA Begroting 2011 17 Regelgeving Kosten vaktechniek/regelgeving Klachtencommissie Adviescollege Raad voor Geschillen 18 Bijeenkomsten leden Themabijeenkomst ALV Accountantsdag Overige bijeenkomsten leden 19 Communicatie Beroepsvoorlichting studenten Voorlichting ondernemers Publicaties/Uitgeverij Redacties Accountant/ Accountant-Adviseur Websites inhoudelijk Bibliotheek Overige PR-activiteiten Cie MKB/PR
Som der lasten
108 120 31 80 339 10 250 87 347 685 455 35 285 160 67 105 10 1.802 28.522
20 Financiële baten Rentebaten
145
21 Financiële lasten Rentelasten
10-
Financiële baten en lasten
Saldo boekjaar
135
2.128
65
b. Begroting 2012 (bedragen x € 1.000)
NOvAA Begroting 2012
NOvAA Voorlopige Begroting 2013
Som der baten
10.060
9.518
Som der lasten
9.826
9.680
46
46
280
116-
Financiële baten en lasten Saldo boekjaar
Toelichting op de begroting 2012 De begroting 2012 van de NOvAA wordt geheel gedomineerd door het circa 1/3 aandeel in de baten en lasten van de NBA. Om die reden is, ter toelichting, op de navolgende pagina de begroting van de NBA opgenomen. Ter informatie is naast de begroting 2012 tevens een voorlopige begroting 2013 opgenomen. Deze voorlopige begroting 2013, die nog niet door de ledenvergadering hoeft te worden vastgesteld, geeft een beeld van de activiteiten die het bestuur in dat jaar wenst te gaan uitvoeren.
66
Begroting NBA (bedragen x € 1.000)
Begroting 2012
NBA Voorlopige Begroting 2013
17.079 1.147 9.328 1.586 292 29.432
15.661 1.327 8.600 1.611 595 27.794
749
759
30.181
28.553
809 5.898 1.388 206 8.301
819 5.492 1.415 222 7.948
12.364 656 755 1.440 2.449 896 418 370 1.828 29.477
12.001 648 765 1.463 2.511 988 521 404 1.791 29.040
Financiële baten Financiële lasten Financiële baten en lasten
147 10137
149 10139
Saldo boekjaar
841
348-
Baten Contributies en inschrijfgeld Opleidingen Permanente Educatie Kwaliteitstoetsing Uitgeverij/Boekhandel Opbrengst directe activiteiten
Overige opbrengsten Som der baten Lasten Opleidingen Permanente Educatie Kwaliteitstoetsing Uitgeverij/Boekhandel Lasten directe activiteiten
Personeelskosten Afschrijvingen op vaste activa Algemeen Huisvesting Bestuur Beroepsontwikkeling & Beleid Regelgeving Bijeenkomsten leden Communicatie Som der lasten
NBA
Toelichting op de NBA-begroting 2012-2013 Met de financiële gevolgen van de waardering naar marktwaarde van het NOvAA-pand (gelegen aan de Koninginnegracht 5 te Den Haag) is in deze NBA-begroting geen rekening gehouden.
67
VI
Ontwerp-Verordeningen
a.
Ontwerp-Verordening op de tarieven contributie 2012
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 20 juni 2011. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 24, eerste lid, en 30, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel 1
De contributie voor de contributiegroepen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Algemene Contributieverordening bedraagt voor: - Groep A: € 1.280,- Groep B: € 745,- Groep C: € 340,- Groep D: € 140,Artikel 1a
Het bedrag van de vermindering, bedoeld in artikel 6a, van de Algemene Contributieverordening bedraagt voor: - Groep A: nihil - Groep B: nihil - Groep C: nihil - Groep D: nihil Artikel 2
Het percentage, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Algemene Contributieverordening bedraagt 4. Artikel 3
De korting voor automatische incasso als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Algemene Contributieverordening bedraagt 2%. Artikel 4
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012. 2. De Verordening op de tarieven contributie 2011 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de tarieven contributie 2012. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van….., no. ……….
68
b.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 20 juni 2011. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, en artikel 6, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op de kostenvergoedingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. De leden van het bestuur, de leden van de Raad van Toezicht, de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Raad voor Geschillen en de voorzitter van de Commissie voor de bezwaarschriften ontvangen, naast de in het voorgaande lid genoemde vergoedingen, ieder jaar een vaste vergoeding bestaande uit een vergoeding voor gederfde tijd en een vergoeding voor gemaakte kosten. De hoogte van deze vergoeding wordt door de ledenvergadering vastgesteld. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. De hoogte van het presentiegeld, de reiskostenvergoeding en de vergoeding voor reistijd wordt jaarlijks vastgesteld door de ledenvergadering. De vergoeding voor de leden die op verzoek van het bestuur de NOvAA vertegenwoordigen alsmede de periode waarop deze vergoeding betrekking heeft, worden door het bestuur vastgesteld. De vergoeding voor de leden van de Raad van Advies, de leden van de Redactieraden, de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Klachtencommissie, bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de klachtbehandeling, de leden van de examencommissie opleiding AA-BA en bestuursleden van internationale beroepsorganisaties wordt eveneens door het bestuur vastgesteld. B Artikel 3B, tweede lid, komt te luiden: 2. De externe beoordelaar, bedoeld in artikel 9 van de Verordening op de praktijkstage, heeft recht op de volgende vergoedingen: a. voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Verordening op de praktijkstage: een presentiegeld alsmede een vergoeding voor reis- en verblijfkosten en een reistijdvergoeding voor het afnemen van het eindgesprek; b. voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 10, tweede en derde lid, van de Verordening op de praktijkstage: een vergoeding voor de aldaar bedoelde werkzaamheden. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.
69
c. Ontwerp-Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2012
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 20 juni 2011. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 6 en 24, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel 1
Het presentiegeld bedraagt € 235,- per dagdeel en € 470,- per dag. De reiskostenvergoeding bedraagt € 0,28 per kilometer. De reistijdvergoeding bedraagt € 0,75 per kilometer. Artikel 2
De vergoeding, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen bedraagt op jaarbasis voor: de voorzitter van het bestuur € 24.165,- voor gederfde tijd en € 6.650,- voor gemaakte kosten; de plaatsvervangend voorzitter van het bestuur € 9.485,- voor gederfde tijd en € 3.335,- voor gemaakte kosten; bij vervanging van de voorzitter voor een langere termijn dan één maand ontvangt de plaatsvervangend voorzitter voor de volledige vervangingsperiode naar rato de vergoeding toekomende aan de voorzitter in plaats van de vergoeding voor de plaatsvervangend voorzitter; de overige leden van het bestuur € 2.375,- voor gederfde tijd en € 1.670,- voor gemaakte kosten; de voorzitter van de Raad van Toezicht € 23.680,- voor gederfde tijd en € 5.935,- voor gemaakte kosten; de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Toezicht € 14.840,- voor gederfde tijd en € 2.975,voor gemaakte kosten; de overige leden van de Raad van Toezicht € 9.485,- voor gederfde tijd en € 2.375,- voor gemaakte kosten; de voorzitter van de Raad voor Geschillen € 3.310,- voor gederfde tijd en € 1.655,- voor gemaakte kosten; de plaatsvervangend voorzitter van de Raad voor Geschillen € 2.480,- voor gederfde tijd en € 1.245,voor gemaakte kosten; de voorzitter van de Commissie voor de bezwaarschriften € 2.375,- voor gederfde tijd en € 840,- voor gemaakte kosten; Artikel 3
1. De vergoedingen, bedoeld in artikel 3A, eerste lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, ten behoeve van het corrigeren van onderdelen van het examen, bedragen: a. € 30,- per zitting per kandidaat voor het corrigeren van onderdelen van een gedeelte van het examen; b. € 50,- per zitting per kandidaat voor het integraal hercorrigeren als gevolg van een bezwaarschrift van onderdelen van een gedeelte van het examen. 2. De vergoeding, bedoeld in artikel 3A, eerste lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, ten behoeve van het samenstellen van onderdelen van een examen, bedraagt € 365,- per uur dat het examen in beslag neemt. 3. De vergoeding, bedoeld in artikel 3A, eerste lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, ten behoeve van het helpen samenstellen van onderdelen van een examen bedraagt € 230,- per onderdeel van een examen. 4. De vergoeding, bedoeld in artikel 3B, eerste lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van het beoordelen van het eindverslag bedraagt € 50,- per beoordeeld eindverslag. 5. De vergoedingen, bedoeld in artikel 3B, tweede lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van de werkzaamheden genoemd in artikel 10, tweede lid van de Verordening op de praktijkstage bedraagt € 140,- per beoordeeld persoonlijk ontwikkelplan.
70
6. De vergoedingen, bedoeld in artikel 3B, tweede lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van de werkzaamheden genoemd in artikel 10, derde lid van de Verordening op de praktijkstage bedraagt € 140,- per periodieke beoordeling. 7. De vergoeding, bedoeld in artikel 3B, derde lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van het beoordelen van het eindverslag bedraagt € 50,- per beoordeeld portfolio. Artikel 4
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012. 2. De Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2011 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2012.
71
d.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 20 juni 2011. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op de periodieke preventieve toetsing wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 11, zevende lid, komt de zinsnede “en goedkeuren” te vervallen. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op1 januari 2012.
72
e.
Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2012
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 20 juni 2011. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 30, tweede lid, van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel 1
Het tarief voor het beoordelen van het verbeterplan als bedoeld in artikel 11, zevende lid, van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing bedraagt € 550,-. Artikel 2
Het tarief voor de behandeling van een verzoek tot tijdelijke vrijstelling van de toetsing of de verlenging daarvan als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing bedraagt a. bij een eerste verzoek € 105,-; b. bij een tweede verzoek € 180,-; en c. bij een derde of volgend verzoek € 255,-. Artikel 3
Het tarief voor een accreditatie als bedoeld in artikel 15a, eerste lid, van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing bedraagt € 830,- . Artikel 4
Het tarief voor de toetsing als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing bedraagt: a. voor een eerste toetsing: € 710,-; b. voor een hertoetsing: € 1.045,-. Artikel 5
1. Een toetser die voor een toetsing of accreditatie wordt ingeschakeld, ontvangt voor de bij de te toetsen accountantspraktijk of de te accrediteren koepelorganisatie ten behoeve van de toetsing aangevangen dagdelen een vergoeding ten bedrage van € 365,- per dagdeel. 2. De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, geldt voor ten hoogste twee dagdelen per dag. 3. Een dagdeel omvat een tijdsperiode van drie uur. 4. Toetsers ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de regeling van de artikelen 1, 2 en 3 van de Verordening op de kostenvergoedingen. 5. Toetsers die voor een toetsing of accreditatie worden ingeschakeld, ontvangen in afwijking van artikel 1, vierde lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, een afzonderlijke vergoeding voor de kosten van parkeergelden welke zijn gemaakt in verband met de toetsing van een accountantspraktijk of te accrediteren koepelorganisatie. 6. Een toetser verzoekt om toepassing van het vorige lid en overlegt daarbij bewijsstukken. Artikel 6
De in deze verordening genoemde tarieven zijn exclusief omzetbelasting.
73
Artikel 7
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012. 2. De Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2011 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2012. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van ………….., nr………..
74
f.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op het examengeld
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 20 juni 2011. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 24, eerste lid, 54, tweede lid en 57, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op het examengeld wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt “€ 130” vervangen door: € 135 2. In onderdeel b wordt “€ 145” vervangen door: € 150, en wordt “€ 300” vervangen door: € 305. 3. In onderdeel c wordt “€ 570” vervangen door: € 580. B Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a wordt “€ 315” vervangen door: € 320. 2. In het eerste lid, onderdeel b wordt “€ 215” vervangen door: € 220, en wordt “€ 365” vervangen door: € 370. C In artikel 4 wordt “€ 270” vervangen door: € 275. D Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt “€ 190” vervangen door: € 195. 2. In onderdeel b wordt “€ 285” vervangen door: € 290. E Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel b wordt “€ 645” vervangen door: € 655. 2. In het tweede lid wordt “€ 945” vervangen door: € 960. F Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a wordt “€ 395” vervangen door: € 400. 2. In het eerste lid, onderdeel b wordt “€ 380” vervangen door: € 385. 3. In het tweede lid wordt “€ 570” vervangen door: € 580. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van …, nr. ….
75
Postbus 7984
1008 AD Amsterdam
telefoon (020) 301 03 01
www.novaa.nl