Vergaderstukken Raad 17 oktober 2012 Orgaan: Raad Datum: woensdag 17 oktober 2012 Aanvang: 19:30 uur Locatie: De raadszaal van het stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel
Concept agenda 1.
Opening
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Vaststellen van de notulen van de op 19 september 2012 gehouden openbare raadsvergadering
4.
Ingekomen stukken
5.
Lijst van hamerstukken (geen hamerstukken)
6.
Visie en ambitiedocument sportaccomodatiebeleid gemeente Tiel
7.
Kredietvoorstel iPads raad/digitaal werken raad en commissies
8.
Maandelijkse begrotingswijzigingen (geen)
9.
Intergemeentelijke aangelegenheden
10. Vragenuurtje 11. Rondvraag 12. Sluiting
Woordelijk verslag van de openbare vergadering van de raad der gemeente Tiel, gehouden op woensdag 17 oktober 2012 om 19.30 uur in de raadszaal van het stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel.
Aanwezig: Voorzitter: Griffier: De leden:
de heer M.J.J. Melissen, plaatsvervangend voorzitter. de heer J.W. Westerholt, griffier. de heren Y. Alişkan, J. Beijer, B. Brink, P. van den Burg en J.H. van Dijk, mevrouw A.E.L. Duquesnoy-van den Heuvel, de heren N.E. Gradisen, A. de Graaf, B. van Gurp en F.A.G. Henning, de dames C.M. de Heus en D. de Klerk, de heren W. Kooijman, M.J.J. Melissen, Th.J.M. van Oostrom, mevrouw N.E. Özünal, de heren A. Saddiki en G.J.R. Spekman, de dames C.M. Son-Stolk en J.D. Stoeten-Flach en de heren P.G. van Wijk, J.H. de Wild en T. Zuidema.
Tevens aanwezig zijn de wethouders H.A. Driessen, mevrouw C.A.A. van Rhee-oud Ammerveld, C.R. Vermeulen en L. Verspuij. Afwezig m.k.: de heer ir. J. Beenakker, voorzitter, en de leden: de dames L.H.K. Metiary, N. Budak en H.A. Groenendaal en de heer A. Addou.
1.
Opening
De voorzitter: De vergadering is geopend. Ik heet alle aanwezigen van harte welkom. 2.
Vaststellen van de agenda
De heer Gradisen: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik wil graag een agendapunt toevoegen en wel een motie vreemd aan de orde van de agenda betreffende de wietpas. De voorzitter: De spelregels geven aan dat een motie vreemd aan de orde van de agenda bij het vragenuurtje aan de orde kan komen en wel na de twee vragen die al zijn aangekondigd. Dat betekent dat de motie bij punt 10 zal worden behandeld. De heer Zuidema: Mijnheer de voorzitter. Ik weet niet zeker of ik het op dit moment moet melden, maar ik heb een vraag voor de rondvraag. De voorzitter: Bij de rondvraag kunnen vragen van spoedeisend belang worden gesteld. U kunt uw vraag stellen op het moment waarop de rondvraag aan de orde is. De agenda wordt met inachtneming van de aangebrachte wijziging vastgesteld. De griffier: Bericht van verhindering is ontvangen van de dames Metiary, Budak en Groenendaal en de heren Beenakker en Addou. Ik mis nog twee personen, misschien kom ik daarop later terug. Over het ingekomen stuk onder 1a betreffende de kap van populieren aan de Echteldsedijk en de Klankbordgroep Natuur hebben zich twee insprekers gemeld. Dat zijn de briefschrijvers mevrouw Koopman en de heer Ottburg. De heer Ottburg zal inspreken. Bovendien hebben zich twee insprekers gemeld over agendapunt 6, dat de sportaccommodaties betreft. In volgorde zijn dat de heer De Rooij namens de Federatie Tielse Sportverenigingen en de heer Jansen van de Rugbyclub ‘Scrumboks’. De heer Van den Burg heeft een vraag ingediend voor het vragenuur. Zijn vraag betreft de afsluiting van de doorgetrokken Laan van Westroijen ter hoogte van de Grote Brugse Grintweg. Mevrouw Son-Stolk wil in het kader van het vragenuur een vraag stellen over de gevolgen van het faillissement van de aannemer bij ‘De Regenboog’. De heer Van Oostrom heeft een correctie op de notulen aangedragen, te weten bovenaan bladzijde 6, waar ‘De heer Van Oostrom’ staat. Naar zijn mening moet daar ‘De heer Melissen’ staan.
2
Inmiddels heeft ook mevrouw Duquesnoy zich gemeld. Zij heeft zich de betreffende passage eigen gemaakt en het voorstel is ‘De heer Van Oostrom’ door ‘Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel’ te vervangen. Op uw tafel treft u de lijst van toezeggingen uit de vorige raadsvergadering aan. Tot zo ver de mededelingen. Ik zal nu een nummer trekken. De stemmingen zullen aanvangen bij nummer 10, de heer Melissen. 3.
Vaststellen van de notulen van de op 19 september 2012 gehouden openbare raadsvergadering
De heer Beijer: Mijnheer de voorzitter. In de vorige raadsvergadering heb ik een vraag gesteld over de komst van een visboer in Passewaaij. Ik attendeerde u erop dat de mensen daar al in de stank zaten voordat de bezwarentermijn was verstreken. Later zijn door de ChristenUnie artikel 41-vragen over hetzelfde onderwerp ingediend. Ik stel vast dat de vragen van de ChristenUnie prompt zijn beantwoord en de door mij in de vorige raadsvergadering gestelde vraag nog beantwoord moet worden. Mijn vraag aan u is of er verschil is in de wijze van behandeling tussen artikel 41-vragen en in de raadsvergadering gestelde vragen. De voorzitter: Het antwoord op die vraag is sowieso ‘ja’. Dit is een technische vraag. Volgens mij is aan de beantwoording van artikel 41-vragen in het Reglement van Orde een termijn verbonden. Ik durf niet te zeggen of dat ook voor in de raadsvergadering gestelde vragen geldt. Volgens mij hangt dat af van het antwoord dat het college in de raad geeft. De heer Beijer: Krijg je sneller antwoord als je een vraag op basis van artikel 41 indient? Ik zit nog steeds op antwoord te wachten. De voorzitter: Ik kan uw vraag nu niet beantwoorden. Het lijkt mij verstandig dat de griffier uw vraag meeneemt en wij daarop in het presidium terugkomen. Als u nu van mij een antwoord op uw vraag verwacht, is het antwoord dat ik het niet weet. De notulen van de raadsvergadering van 19 september 2012 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van de aangebrachte wijziging vastgesteld. 4.
Ingekomen stukken
De voorzitter: Ik wijs de insprekers erop dat zij vijf minuten mogen inspreken en de leden van de raad vervolgens vragen kunnen stellen. De heer Ottburg: Dat is mij helder, mijnheer de voorzitter. Mijn naam is Fabrice Ottburg, ik spreek als één van de burgerleden namens de Klankbordgroep Natuur van de gemeente Tiel. De Klankbordgroep Natuur, die in 2004 is opgericht, bestaat onder andere uit Waardevol Tiel, de IVN Vogelwerkgroep Tiel, de Vleermuizenwerkgroep Tiel, ondergetekende en uiteraard afgevaardigden van de gemeente. Recent hebben wij bij het Ministerie van EL&I een handhavingsverzoek ingediend, omdat wij zagen dat aan de Oude Echteldsedijk populieren gekapt waren, in totaal 99 stuks, waarin een roekenkolonie zat. Roeken zijn vogels die onder de Flora- en Faunawet het jaar rond beschermd dienen te worden, met name de nesten, en voor het kappen van deze bomen was dan ook een ontheffing van artikel 75a van de Flora- en Faunawet vereist. Jarenlang hebben wij met de klankbordgroep dit soort zaken voor beschermde natuurwaarden aangekaart, wat ertoe heeft geleid dat de gemeente Tiel in 2006 een gedragscode op de Flora- en Faunawet heeft laten ontwikkelen. Deze door het ministerie goedgekeurde gedragscode is jongstleden februari verlopen en wij hebben herhaaldelijk aangedrongen op verlenging van de gedragscode dan wel het zorgvuldig omgaan met natuurwaarden en hebben voorgesteld bij initiatieven waarbij bomenkap en beschermde natuurwaarden aan de orde zijn een natuurtoets te laten uitvoeren. Bij deze kolonie is dat echter niet gedaan, dit ondanks het feit dat wij er herhaaldelijk op hebben gewezen dat in die bomen roeken aanwezig waren. Zoals gezegd hebben wij een handhavingsverzoek ingediend, dat later in een melding is omgezet. Het ministerie zal daarover uitspraak doen. Waarom dit verzoek? Men kan zeggen dat het slechts om een paar roekennesten gaat, maar het gaat erom dat wij al vanaf 2004 zitting hebben in de klankbordgroep en keer op keer signaleren. Op een gegeven moment borrelt een gevoel van onvrede op, omdat wij de indruk hebben dat de gemeente Tiel niet zorgvuldig met de natuurwaarden omgaat.
3
Het vreemde is, dat de gemeente alle ‘tools’ hiervoor in huis heeft. De gemeente heeft de natuurwaarden in beeld laten brengen en er zijn natuurwaardekaarten die kunnen worden gebruikt als bijvoorbeeld wordt gesproken over de vraag waar men woningbouw wil realiseren. Is dat gelet op de natuurwaarden wel of niet mogelijk? Waar lopen wij tegen aan? Kunnen wij de gevolgen verzachten, vooraf mitigeren of compenseren, of niet? Ondanks het feit dat al die ‘tools’ en al die kennis aanwezig zijn, zien wij dat zij in ambtelijke procedures niet worden gebruikt. Dat is één van de redenen waarom wij uiteindelijk hebben besloten een handhavingsverzoek in te dienen. Er zijn in onze gemeente namelijk wel meer voorbeelden te noemen. Dit is in het kort ons verhaal. De voorzitter: Ik kijk even rond en zie dat de heer Van Wijk u een vraag wil stellen. De heer Van Wijk heeft het woord. De heer Van Wijk: Ik dank de heer Ottburg voor deze mededeling, waarover ik hem een aantal vragen wil stellen. Heeft hij, voordat hij de melding bij het ministerie heeft gedaan, contact gehad met het college c.q. ambtenaren? Hebben ook ambtenaren zitting in de klankbordgroep? Hoe is het proces sinds 2004 verlopen? Als ik de heer Ottburg goed heb begrepen, moet ik vaststellen dat de klankbordgroep niet of nauwelijks in dit soort zaken wordt gekend. De heer Ottburg: In het recente verleden, voor de zomervakantie, hebben wij contact gehad met de betreffende ambtenaar en wij hebben de roeken toen nota bene als voorbeeld genoemd. Wij hebben erop gewezen dat de roek een vogelsoort is waarvan wij weten waar de nesten zich in Tiel bevinden. Op metapopulatieniveau weet je wat je daarvoor zou kunnen en moeten doen. Ja, dat is besproken. De betreffende gemeenteambtenaar neemt deel aan de klankbordgroep, sterker nog: hij zit de klankbordgroep voor. In het verleden, toen gemeenteambtenaar Jacqueline Mineur de klankbordgroep voorzat, liep het contact heel goed, maar zij is op een gegeven moment vertrokken. Daarbij moet ik wel zeggen dat wij ons realiseren dat de betreffende gemeenteambtenaar misschien niet voldoende ruimte heeft om dit soort werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren, maar hoe zijn takenpakket eruit ziet is natuurlijk niet onze zorg. De voorzitter: De vraag van de heer Van Wijk is naar mijn mening helder beantwoord. De heer Kooijman heeft het woord. De heer Kooijman: Mijnheer de voorzitter. De heer Ottburg heeft een kort, bondig en helder betoog gehouden. Hoe is het qua procedure gegaan? Op een bepaald moment wordt gepubliceerd dat een kapvergunning is afgegeven. Dergelijke vergunningen worden meestal pas na het broedseizoen verleend, dat schrijft de wet voor. Ik vraag mij af wanneer de klankbordgroep daar is ingesprongen. Is de kapvergunning na het broedseizoen aangevraagd en heeft zij na het broedseizoen ter inzage gelegen? De wet biedt de mogelijkheid daartoe. Ik begrijp niet waarom de heer Ottburg hiermee niet eerder is gekomen. Kan hij dat toelichten? De heer Ottburg: Wij hebben het nagezocht en voorzover wij het kunnen beoordelen is geen vergunning verleend. Al zou een vergunning zijn verleend, de roek is een jaar rond beschermde vogelsoort en buiten het broedseizoen kappen mag volgens de Flora- en Faunawet alleen als jaar rond beschermde vogelsoorten gemitigeerd en gecompenseerd worden. Voor soorten die niet op de jaar rond-lijst staan is het eenvoudiger buiten het broedseizoen te kappen. De voorzitter: Ik wil ervoor waken dat een debat over dit onderwerp ontstaat. De heer Zuidema heeft het woord. De heer Zuidema: Ik heb een aantal vragen over de procedurele kant. Kan de heer Ottburg iets zeggen over de wijze waarop de klankbordgroep met de gemeente communiceert? Staan daarover afspraken op papier? Kan de klankbordgroep op iets terugvallen? Wat is de status van de klankbordgroep? Heeft de heer Ottburg ook positieve ervaringen te melden waar het gaat om de functie van de klankbordgroep? Is de klankbordgroep een serieuze speler in dit veld? De heer Ottburg: De communicatie gaat via e-mail en natuurlijk vindt communicatie plaats in de vergaderingen die wij ongeveer drie keer per jaar met de gemeente hebben. Een positief voorbeeld zijn de ontwikkelingen met betrekking tot de Klimaatdijk, waarbij wij in het verleden zijn betrokken.
4
Wij hebben de daarop betrekking hebbende stukken op voorhand kunnen inzien en ons advies daarover kunnen geven. Wij realiseren ons dat ons advies niet bindend is in die zin, dat de gemeente daarmee iets moet doen. Mevrouw Stoeten-Flach: Naar aanleiding van de bijdrage van de heer Ottburg wil ik aandacht vragen voor de wettelijke plicht inzake een integraal handhavingsbeleid, een punt dat ik in het presidium al meerdere malen heb aangekaart. Dat beleid heeft met veiligheid en met het milieu te maken. Ik meen dat het kappen van deze bomen een oorzaak heeft in de asbest die gevonden is. Mijns inziens is het van belang dat de toegezegde nota er nu snel komt. De voorzitter: Is dit een vraag aan het college of is dit een opmerking? Mevrouw Stoeten-Flach: Een opmerking, maar ook een vraag. De tijd dringt: het is van belang dat de toegezegde nota er snel komt en integraal gewerkt wordt. De voorzitter: Dat is helder. Ik stel voor de vragenronde aan de inspreker hiermee af te ronden en het college nu zal reageren, waarna ik dit punt zal afsluiten. De heer Gradisen: Ik heb nog een vraag aan de heer Ottburg. De voorzitter: Akkoord. Dat is de laatste vraag. De heer Gradisen: De heer Ottburg heeft erop gewezen dat de klankbordgroep een handhavingsverzoek heeft ingediend. Gaat het bij dat verzoek alleen om deze kwestie of is het een optelsom van wat daarvoor ook is gebeurd? De heer Ottburg: Het handhavingsverzoek betreft de kap aan de Oude Echteldsedijk in relatie tot de roekenkolonie. De voorzitter: Zoals gezegd wil ik voorkomen dat over dit onderwerp een debat wordt gevoerd. Het is niet de bedoeling dat naar aanleiding van een inspraakbijdrage technische vragen worden gesteld. De heer Gradisen: Het gaat mij om een verduidelijking, mijnheer de voorzitter. Kennelijk heeft de klankbordgroep op een gegeven moment besloten een handhavingsverzoek in te dienen. Heeft de klankbordgroep dat gedaan omdat men de kwestie van de roeken zo ernstig vindt, dat men het noodzakelijk achtte zich tot het ministerie te wenden? Of voelde de klankbordgroep zich op basis van eerdere ervaringen niet serieus genomen en was de kwestie van de roeken aanleiding om naar het ministerie te stappen? De heer Ottburg: Door buitenstaanders wordt het ministerie mogelijk als bedreigend gezien, maar voor mijzelf is dat niet het geval. Dat komt wellicht door mijn professie. Er is sprake van een optelsom. Op een gegeven moment heb je iets van ‘daar gaan we weer’. Als je dat gevoel hebt en je wilt serieus met dit soort zaken omgaan, moet je actie ondernemen. Zo zie ik het. De voorzitter: Het woord is aan wethouder Verspuij, daarna zal ik deze discussie afronden. Als de raad er behoefte aan heeft dieper op dit onderwerp in te gaan, stel ik voor dat in de commissie te doen. De heer Ottburg: Mensen die nog vragen hebben kunnen ook buiten de vergadering contact met mij opnemen, mijnheer de voorzitter. Wethouder Verspuij: Ik zal mijn antwoord kort houden. Over dit onderwerp is een brief ingekomen waarop het college op vrij korte termijn een antwoord zal dichten, dat ook aan de raad zal worden voorgelegd. In de commissie bestuur heb ik hierover al het een en ander gezegd, mevrouw Stoeten refereerde daaraan. De gang van zaken heeft alles te maken met de asbestvondsten die ter plaatse zijn gedaan naar aanleiding waarvan snel is opgetreden. Naar de overtuiging van het college zijn alleen bomen gekapt waarvoor geen kapvergunning nodig is. Dat heeft onder andere met de stamdikte te maken. Daarnaar is onderzoek gedaan.
5
Op dit moment is niet meer te achterhalen of in de bomen roekennesten zaten. Wij zullen een en ander naar het ministerie terugkoppelen. Het is aan het ministerie te oordelen hoe het met het handhavingsverzoek wil omgaan. De voorzitter: Ik dank de heer Ottburg voor zijn bijdrage. Hij heeft zelf kunnen vaststellen dat zijn bijdrage veel vragen heeft opgeroepen. Ik denk dat hij zijn doel heeft bereikt. Het stuk onder I wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming voor advies in handen van het college van burgemeester en wethouders gesteld. De stukken onder II worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming ter afdoening c.q. uitvoering in handen van het college van burgemeester en wethouders gesteld. De stukken onder III worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. 5.
Lijst van hamerstukken
Er zijn geen hamerstukken. 6.
Visie en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel
De voorzitter: Ik verzoek de heer De Rooij naar voren te komen. Ik neem aan dat de spelregels duidelijk zijn. De heer De Rooij: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. De spelregels zijn mij duidelijk. Ik heb al eerder ingesproken, namelijk in de commissie samenleving. In de laatste vergadering van de commissie samenleving heb ik mijn teleurstelling uitgesproken over een politieke partij, die op mij de indruk wekte dat de FTS niet gewenst zou zijn. Na afloop van de vergadering is dat meteen rechtgezet en maandag jongstleden zijn wij daar alsnog geweest. Tijdens ons gesprek met die partij werd ons gevraagd wat de FTS eigenlijk is en waarvoor wij staan. Dat deze vragen werden gesteld is ernstig. Dat betekent immers dat wij hard aan het werk moeten om iets aan onze naamsbekendheid te doen. Wij zullen dat activeren. Voorts is ons de opmerking van een raadslid opgevallen, dat het visie- en ambitiedocument het moeilijkste en ingewikkeldste document is dat hij in de afgelopen jaren onder ogen heeft gehad. Dat is opmerkelijk. Dat raadslid zei ook tegen ons: ‘Laat het geluid van de leden horen. Laat horen wat zij ervan vinden’. Dat wil ik bij dezen doen. Wij hebben maandagavond een algemene ledenvergadering gehouden en ik wil het daar besprokene graag kort met u doornemen. Ter verduidelijking heb ik een paar sheets opgehangen. Onze stelling is dat Tiel als centrumgemeente ook sportstad van de Betuwe moet willen zijn. Daarover heb ik al eerder gesproken. Als de raad dit visie- en ambitiedocument goedkeurt, zullen er verenigingen zijn met een capaciteitsprobleem waarvan de raad zegt: ‘Ga daarvoor buiten Tiel een oplossing zoeken. Ga proberen samen te werken met een vereniging buiten Tiel en ga daar naartoe’. De leden zeggen echter dat de ambitie moet zijn, dat de centrumgemeente Tiel eerst moet proberen met de verenigingen van buiten Tiel samen te werken en verenigingen naar Tiel moet halen. Ten tweede: locatie trainingsvelden en competitievelden nooit uit elkaar trekken en thuisgevoel kweken. Eén van de scenario’s in het visie- en ambitiedocument betreft de rugbyvereniging. Voorgesteld wordt dat competitie wordt gespeeld op Rauwenhof en getraind wordt op het TEC-veld. Daarvoor is geen draagvlak. Kijk nog even heel goed naar de scenario’s. Als er voor een scenario geen draagvlak is, heeft het onzes inziens geen zin een doorberekening te maken. Ten derde: gelijke huurtarieven bij eenzelfde soort sportveld met eenzelfde omvang. Daarover zijn wij het allemaal eens, de wethouder, de ambtenaar en alle leden. Het is nu zo dat vereniging A voor een natuurgrasveld van een bepaalde omvang meer betaalt dan vereniging B. Daarvoor moet een oplossing worden gevonden. Ten vierde: de kostprijsdekkende tariefstructuur komt niet overeen met het sportbeleidsplan 20062015. Daarover hebben wij het al meerdere keren gehad. Let wel: het is een utopie te veronderstellen dat alle kosten helder in beeld kunnen worden gebracht. Onzes inziens zal het al moeilijk genoeg zijn de juiste onderhoudskosten boven water te krijgen. Dat brengt mij bij punt 5. Wij hebben het over beheerkosten, onderhoudskosten en exploitatiekosten. De leden hebben aangegeven dat daarvoor heldere definities moeten worden geformuleerd.
6
Kunnen kosten plotseling stijgen? Te denken valt aan een situatie waarin de Schaarsdijkweg of een nieuw zwembad worden ontwikkeld. Stijgen de kosten als een ambtenaar daarmee dag en nacht bezig is? Wordt dat in de tarieven doorberekend? Ten zesde: sportaccommodaties met laagdrempelige toegang. Hoe gaan wij dat doen? Voorgesteld wordt alle kosten door te berekenen. Wij zijn van mening dat de verenigingen die kosten niet kunnen betalen en subsidiëring noodzakelijk is. De subsidie moet zodanig zijn, dat de sportaccommodatie een laagdrempelige toegang behoudt. De leden vragen zich af wat ‘laagdrempelig’ inhoudt. Is er een verschil tussen de laagdrempeligheid van binnensport en buitensport? Voordat wij in die richting gaan moet duidelijk zijn wat met ‘laagdrempelig’ wordt bedoeld. Dat bepaalt namelijk de hoogte van de subsidie. De conclusie van onze leden is: de tariefstructuur niet afhankelijk maken van subsidies. FTS zou dolgraag met de ambtenaren en het externe bureau naar een alternatief willen kijken. Tenslotte: wij zouden graag zien dat het beleid tezamen met de verenigingen en de FTS wordt uitgewerkt. Zorg voor draagvlak! Dank u wel. De voorzitter: Ik stel vast dat er geen vragen zijn. Het woord is aan de heer Jansen van ‘De Scrumboks’. De heer Jansen: Goedenavond dames en heren. Ik spreek u toe namens de Rugbyclub ‘De Scrumboks’. Ik ben de pr-man van de vereniging. Allereerst wil ik de heer De Rooij bedanken voor de woorden die hij in zijn betoog aan onze vereniging heeft gewijd. De FTS is op uitstekende wijze bezig met het in dezen helpen van de clubs en steekt daarin veel werk. De Rugbyclub ‘De Scrumboks’ is gevestigd op het Sportpark Rauwenhof aan de Rivierenlandlaan, waar naast onze vereniging ook de Hockeyvereniging ‘De Kromhouters’, de Korfbalvereniging Tiel ’72 en de Handbal- en Softbalvereniging ‘De Panters’ zijn gevestigd. Met het oog op de verwachte ledengroei van onze vereniging en de hockeyvereniging zijn scenario’s ontwikkeld die erop zijn gericht het Sportpark Rauwenhof in de huidige vorm te behouden. Die scenario’s zijn in het ambitiedocument opgenomen. Ik moet u zeggen dat het op onze vereniging betrekking hebbende scenario door ons als benauwend wordt ervaren. De heer De Rooij maakte zojuist melding van het plan dat inhoudt, dat onze leden bij TEC gaan trainen maar de wedstrijden op het Sportpark Rauwenhof gespeeld blijven worden. Naar onze mening wordt onze vereniging op die manier uit elkaar getrokken en wij denken dat dat de doodsteek voor onze vereniging zal zijn. Dat de leden daarop niet zitten te wachten is misschien niet de juiste opmerking. Wij zijn van mening dat wij onze leden niet kunnen vragen op een bepaalde locatie te trainen en hun consumpties op een andere locatie te gebruiken. Als die situatie zich zal voordoen, zal sprake zijn van inkomstenverlies. Op bladzijde 30 van het rapport staat in paragraaf 3.2.4 bij16a en 16b dat wij, als de splitsing in werking treedt – trainen bij TEC -, helemaal overgaan naar TEC. Zoals gezegd is dat dodelijk voor onze vereniging, wij zullen dan niet alleen inkomsten uit consumpties derven maar zullen ook sponsoren kwijtraken. Voorts wordt over een bijdrage in de kosten van onderhoud van het park gediscussieerd, die wij niet kunnen betalen en bovendien zitten wij op die plek te ver van onze leden. Het grootste deel van onze leden woont in Passewaaij en het Sportpark Rauwenhof is voor hen centraal gelegen. Ik ga een stukje terug in de geschiedenis. De Rugbyclub ‘De Scrumboks’ is in de loop der jaren meerdere malen verplaatst. Wij hadden gehoopt dat wij op het Sportpark Rauwenhof onze eindbestemming hadden bereikt en hebben veel energie gestopt in het in orde en mooi maken van de accommodatie. Wij hebben op die manier leden kunnen werven en de club is daardoor beter geworden. Omdat het verplaatsen van onze club ons de kop zal kosten, vraag ik de raad het college te verzoeken heel voorzichtig met dit plan om te gaan en daarover zeker, zoals door de voorgaande spreker is gevraagd, met de verenigingen in overleg te gaan. Wellicht kunnen de verenigingen oplossingen aandragen die beter en veiliger zijn voor hun behoud dan de oplossingen die in het voorliggende rapport staan. Met het thans voorliggende scenario zal onze vereniging het niet redden, onze vereniging zal als gevolg daarvan omvallen. De voorzitter: Heeft iemand een vraag aan de heer Jansen? De heer Van den Burg: ‘De Scrumboks’ hebben nu een trainingsveld, een uitvoeringsveld en een clubhuis en het voorstel is een en ander van elkaar te scheiden. Uit de bijdrage van de heer Jansen heb ik begrepen dat de Rugbyvereniging ‘De Scrumboks’ niet kan leven met de in het rapport omschreven scenario’s voor het Sportpark Rauwenhof. Ik vraag mij af of een derde scenario mogelijk is en wel totale verplaatsing.
7
De heer Jansen: Ik heb al aangegeven dat vertrek van onze vereniging van deze centrale plek het erg moeilijk zal maken leden te werven. In beginsel zijn wij tegen een totale verplaatsing. Zoals gezegd komt een groot deel van onze leden uit Passewaaij en het Sportpark Rauwenhof is een mooi punt voor het opvangen van die leden. In beginsel willen wij op de huidige plaats blijven en niet verhuizen, maar als een alternatief aan de orde komt, zullen wij dat alternatief in een algemene ledenvergadering bespreken. De voorzitter: Is het antwoord van de heer Jansen voldoende duidelijk? De heer Van den Burg: De heer Jansen heeft mijn vraag nog niet beantwoord. Ik zou in deze vergadering het voorstel kunnen doen een derde scenario te verzinnen. Zou bijvoorbeeld de accommodatie van de Voetbalvereniging Wadenoijen een mogelijkheid kunnen zijn om alles bij elkaar te houden? Zou de Rugbyvereniging ‘De Scrumboks’ daartegen zijn? De heer Jansen: Persoonlijk sta ik niet negatief tegenover alternatieven, maar ik moet als inspreker namens onze vereniging op deze vraag antwoorden dat de algemene ledenvergadering van onze vereniging zich daarover zal moeten uitspreken. Op dit moment kan ik daarover geen uitsluitsel geven. De voorzitter: Ik dank de heren De Rooij en Jansen en stel voor de inspreekronde af te sluiten en met het debat te beginnen. De heer Van Wijk heeft het woord. De heer Van Wijk: Mijnheer de voorzitter. Vanavond beslissen wij over een visie- en ambitiedocument waarmee in wezen een dubbelslag wordt geslagen: enerzijds wordt invulling gegeven aan de bezuinigingsopdracht die het college zichzelf heeft gegeven en anderzijds wordt de basis gelegd voor een sportaccommodatiebeleid dat voor alle betrokkenen werkbaar is en realiteitswaarde heeft. Een beleid ook, dat moet voldoen aan het uitgangspunt dat Tiel sportstad van de regio is, een gemeente waarin sport en beweging bijdragen aan de gezondheid van de inwoners. Een gemeente ook waarin sport een positieve invloed heeft op sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Toch wringt het, er is wrijving. Waar de wethouder stelt dat alle sportactoren bij de totstandkoming van dit document betrokken zijn, is de beleving van de actoren duidelijk anders. U hebt dat zojuist kunnen horen. Dat heeft te maken met belangen, maar heel duidelijk ook met communicatie, verwachtingen en participatie. Het is duidelijk dat het daaraan heeft ontbroken. Ik wil niet zeggen dat niets is gedaan, maar aanhoren is iets anders dan het laten participeren van de sportactoren. Tiel als sportstad – wat door het college c.q. de wethouder wordt gepromoot – betekent ook inzetten op het behoud van alle sportfaciliteiten voor Tiel. Na twee commissievergaderingen, een oplegnotitie, schriftelijke en mondelinge vragen is inmiddels het een en ander verhelderd. Het visie- en ambitiedocument is inderdaad geen gemakkelijk leesbaar stuk. Wij hebben allemaal met dit verhaal geworsteld en het college heeft daarmee het een en ander over zichzelf afgeroepen. Sommigen van ons – dat geldt in elk geval voor de fractie van GroenLinks – worstelen er nog steeds mee. Wij staan voor een keuze voor scenario’s die uitgewerkt zullen worden. Eén van de scenario’s betreft het zwembad. In de vergadering van de commissie samenleving van begin deze maand heeft de wethouder toegezegd ook een renovatiescenario te zullen uitwerken. GroenLinks wil benadrukken dat gevraagd is om een volledig inzicht in onderhouds-, renovatie- en nieuwbouwkosten. De wethouder heeft ons ook laten weten dat hij al een vergezicht heeft van het zwembad bij de Schaarsdijkweg, een vergezicht als stadsentree van Tiel. Dat is mooi, laat dat vergezicht geen fata morgana zijn. Er is namelijk al eerder een collegeplan voor de stadsentree in die omgeving gesneuveld. Voor GroenLinks blijven veel onduidelijkheden bestaan over dit sportvisie- en ambitiedocument. Dat er vele vragen zijn over de scenario’s is zojuist naar voren gekomen. Collega Van den Burg opperde het voorstel voor de rugbyclub een derde scenario te bedenken. Dat is nu net waarom het gaat. De scenario’s roepen veel vragen op. Als sprake zou zijn geweest van een goede participatie van de betreffende verenigingen en de FTS, zouden deze scenario’s beter zijn doorgesproken. Natuurlijk, de keuze is aan ons en de belangen van de verenigingen zijn soms anders dan de belangen die de gemeenteraad moet afwegen. Wij hechten allemaal aan goede participatie en het probleem is, dat de participatie in dit traject onvoldoende is vormgegeven. Vandaar dat wij vele vragen hebben gekregen en veel onvrede is geuit. In de stukken kunnen wij lezen dat na deze vergadering, waarin het visie- en ambitiedocument wordt vastgesteld, onmiddellijk overleg met de betreffende verenigingen en/of de FTS over de uitwerking
8
van de scenario’s zal plaatsvinden. Dat dit gebeurt is wezenlijk. Straks zal een onderzoeksopdracht worden geformuleerd die tot een resultaat zal leiden. Als de verenigingen vervolgens zeggen dat zij daarmee niets kunnen of, nog erger, als de raad tot de conclusie komt dat hij daarmee niets kan omdat de onderzoeksopdracht niet helder was, schieten wij daarmee niets op en zijn wij alleen maar extra geld kwijt. Dat is een vooruitzicht dat ons in hoge mate verontrust. Over de bepaling van de huurtarieven en de opbouw daarvan bestaan ook onduidelijkheden. Voor de verenigingen worden deze onduidelijkheden extra gevoed doordat van het huidige, vaste percentage op een onzekere subsidiebasis wordt overgegaan. Dat leidt tot onrust over de toekomstige kosten voor de gebruikers van de sportaccommodaties en daarmee over het sportaanbod in Tiel. GroenLinks wil en kan, gelet op de door mij genoemde onduidelijkheden, niet positief beslissen over dit visie- en ambitiedocument. Daarom dienen wij het volgende amendement in. ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 17 oktober 2012; stelt voor aan het beslispunt van het ontwerp-raadsbesluit toe te voegen: ‘Het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid wordt vastgesteld met uitzondering van het onderdeel ‘Subsidies en tarieven’. Voor het onderdeel ‘Subsidies en tarieven’ worden de inhoud, grondslag, opbouw en berekeningswijze separaat ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.’ De overwegingen hiervoor zijn dat: - het vaststellen van een visie- en ambitiedocument niet logisch is als onderdelen van de visie en ambitie onduidelijk zijn; - de aangegeven uitgangspunten voor het bepalen van de tarieven onvoldoende duidelijkheid bieden over de vraag waarop deze gebaseerd zijn; - die duidelijkheid er eerst moet komen, pas daarna kan de raad het beleid vaststellen; - de voorgestelde basis voor de huurtarieven en de tarieven zelf afwijkt van het vigerende sportbeleidsplan 2006-2012; - financiële zekerheid voor de verenigingen en daarmee voor de sportbeoefening in Tiel van groot belang is; en gaat over tot de orde van de dag.’ Mevrouw Son-Stolk: Mijnheer de voorzitter: ‘Zet Tiel meer in beweging’ is de titel van ons verkiezingsprogramma 2010-2014, waarin wij aangeven dat bewegen gezond is en gezond houdt. In onze regio hebben wij onder andere te maken met de problematiek van overgewicht en het CDA wil mede door dit gegeven de sportbeoefening voor alle leeftijdsgroepen bevorderen. Ook voor allochtonen en gehandicapten kan sport een belangrijke aanzet tot integratie zijn en daarom mag daarnaar meer aandacht uitgaan. Kortom: sport, meer bewegen, is essentieel voor een goede gezondheid en is nog leuk ook. Wij hechten grote waarde aan een bloeiend sportverenigingsleven en de bestaanszekerheid van de Tielse verenigingen is daarbij voor het CDA van groot belang. De gemeente biedt sportverenigingen waar nodig financiële en organisatorische ondersteuning en dat moeten wij vooral zo houden. Laten wij onze goede faciliteiten koesteren en daar waar mogelijk versterken en verbeteren. Zoals in de vorige commissievergaderingen is aangegeven zien wij het voorliggende ambitiedocument met 25 ambities als een ambitievol stuk voor de komende jaren. De vraag is of de drie vragen ten aanzien van onder andere het effectief en efficiënt organiseren van sportaccommodaties en inzicht krijgen in de aan de sportverenigingen verstrekte indirecte subsidies afdoende en relevant genoeg zijn om de ambities in te vullen. Het CDA heeft reeds eerder aangegeven deze vraag met ‘ja’ te kunnen beantwoorden. Het CDA is er tevreden over dat de opmerkingen van de commissie, zoals over het onderzoek naar nieuwbouw of renovatie van het zwembad, zijn meegenomen en ook het betrekken van de FTS en de sportclubs bij het vervolgtraject is helder en staat buiten kijf. Veel vragen zijn door ons gesteld en duidelijke antwoorden zijn door het college gegeven. Vanavond stellen wij de kaders vast waarbinnen het college in samenspraak met de diverse sportclubs en de FTS een sportaccommodatiebeleid zal formuleren, waarbij de genoemde scenario’s eerst verder uitgewerkt dienen te worden. De vervolgstap, zoals het bepalen van de keuzes, zal op een later tijdstip enkel en alleen door de raad worden genomen. Daarmee voldoet dit visie- en ambitiedocument globaal aan de ambities van het CDA. Wij kunnen daarom instemmen met deze startnotitie. Tot slot. Helaas is gebleken dat de stroom van informatie die wij ter behandeling van dit stuk hebben ontvangen voor veel verwarring heeft gezorgd. Wij zouden het college daarom willen meegeven in het vervolgtraject helder en concreet te vermelden wat van ons wordt verwacht en welke de beslis-
9
punten zijn. Een uitgebreide informatie wordt zeker op prijs gesteld, maar het is beter als deze duidelijk als bijlage wordt verstrekt. De heer Kooijman: Mijnheer de voorzitter. De insprekers hebben al het nodige gezegd over het voor ons liggende document en het doorlopen proces en door GroenLinks en mevrouw Son-Stolk van het CDA zijn eveneens relevante opmerkingen gemaakt, onder andere over de financiële paragraaf. Wij moeten vaststellen dat de oplegnotitie, die het gevolg is geweest van de behandeling in de commissie, niet voldoende duidelijkheid heeft gegeven over de vraag waar de clubs in financieel opzicht staan en waar zij naartoe gaan. Het proces bekijkend, met name de rol van de FTS en de sportverenigingen, en het verslag van de werkconferentie lezend, is bij ons de vergelijking gerezen met een wedstrijd waarbij wij buitenspel zijn gezet. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. De rol van alle participanten, ook van de vrijwilligers, die druk met sport in de weer zijn, de verschillende scenario’s en de gevolgen daarvan moeten vanaf het begin helder zijn en die helderheid ontbreekt in de voorliggende notitie. Wij vinden dat jammer. Willen wij een vervolgstap maken, dan moet naar ons oordeel helder zijn hoe de kosten zijn opgebouwd en welke de gevolgen zijn qua financiering en gemeentelijke lasten. De heer De Rooij heeft er terecht op gewezen dat een spanningsveld zal ontstaan tussen de herberekende huurbedragen en wel of niet een aanpassing van de subsidies. Subsidies kunnen gemakkelijk naar beneden worden bijgesteld – dat is een raadsbevoegdheid –, maar het grip krijgen op wat in de onderhouds- en exploitatiekosten zit is moeilijker. Wij verwachten dat dit proces niet gemakkelijk zal zijn. Vandaar dat wij veel voelen voor het amendement van GroenLinks. Ik zou u willen vragen de vergadering na de eerste termijn kort te schorsen, zodat wij daarover met een aantal partijen kunnen overleggen. In de tweede ronde zullen wij u ons definitieve oordeel geven over de inhoud en de kwaliteit van dit stuk en aangeven op welke wijze wij naar onze mening met dit visiedocument moeten doorgaan. De voorzitter: Ik zal de vergadering na afloop van de eerste termijn, na het antwoord van de wethouder, schorsen. Mevrouw Stoeten-Flach: Mijnheer de voorzitter. Het is al gezegd: voor ons ligt een lijvig document dat veel stof heeft doen opwaaien. Wij vrezen dat addertjes onder het gras zitten. Straks zal ons het definitieve sportaccommodatiebeleid worden voorgelegd en wij zijn bang dat wij, als wij daarbij kanttekeningen plaatsen, erop zullen worden gewezen dat wij met het visie- en accommodatiedocument hebben ingestemd. Ik wil u enkele punten onder de aandacht brengen die ons zorgen baren. Ten eerste wil ik aandacht vragen voor beheer en planning – beheer vergt goed onderhoud – en toegankelijkheid voor gehandicapten en veiligheid. Wij willen in het sportaccommodatiebeleid vastgelegd zien dat de accommodaties toegankelijk moeten zijn voor gehandicapten en moeten voldoen aan de normen voor kwaliteit, onderhoud en veiligheid van de VNG, het NOC, de NSF en landelijke bonden. Verder hebben wij de evaluatie van de huidige samenwerking tussen gemeente, verenigingen en SportPlaza op ons wensenlijstje staan. Daarbij leggen wij de nadruk op onderzoek naar onderhoud door de verenigingen zelf. Het beleid heeft ook alles te maken met overleg in de regio. In de tweede voortgangsrapportage, die wij binnenkort zullen bespreken, staat: ‘Gezamenlijk opdracht formuleren voor een regionaal gedifferentieerd sport- en cultuuraanbod’. Dat is voor ons ook een zorg, een zorg die ook de FTS uitspreekt: ‘Zullen wij daarmee sporten uit Tiel laten verdwijnen?’. Wat is bijvoorbeeld het risico voor ‘De Scrumboks’? Dat risico is misschien klein, maar stel je voor dat wij dezelfde situatie voor RKTVC zouden ensceneren. Ik denk dat Tiel te klein zou zijn! Het CDA zegt: ‘Zet Tiel in beweging’. Betekent dit dat wij ‘De Scrumboks’ nog meer moeten laten bewegen? De heer Van Oostrom: De laatste opmerking van mevrouw Stoeten begrijp ik niet. Wat bedoelt zij daarmee? Kan zij dat toelichten? Mevrouw Stoeten-Flach: ‘De Scrumboks’ moeten heen en weer bewegen van hun trainingsveld naar hun competitieveld. De heer Van Oostrom: Dat zegt u nu wel, maar ik heb dat nergens gelezen. In het voor ons liggende stuk wordt een aantal scenario’s geschetst en één van die scenario’s geeft deze mogelijkheid aan. Het aardige van dit stuk is nu juist dat extra onderzoek nodig is – dat is fase 2 – om de scenario’s met elkaar te bespreken. Mevrouw Stoeten komt met allerlei aannames, die ik in dit stuk niet lees.
10
Mevrouw Stoeten-Flach: Ik ben niet met aanname gekomen, ik heb mijn zorg uitgesproken over een situatie die zich zou kunnen voordoen en daarover een vraag gesteld. De heer Van Wijk: De heer Van Oostrom geeft aan dat hij positief is over het gevolgde proces en het feit dat diverse scenario’s zullen worden besproken en uitgewerkt. Waar komt naar zijn mening de zorg van de FTS en de verenigingen vandaan? Snappen zij het te doorlopen proces niet of is het niet goed uitgelegd? Hoe staat hij daarin? De heer Van Oostrom: Ik ben niet voornemens voor een ander te spreken, ik spreek alleen voor mijzelf. Er is een conferentie is geweest waaraan door de sportverenigingen en ook de FTS is deelgenomen. Ik heb er begrip voor dat de verenigingen en de FTS zorgen hebben over de op handen zijnde veranderingen en zich afvragen welke gevolgen dat zal hebben. De procedure is erop gericht richting aan die ontwikkelingen te geven, dat is waarover wij het vanavond hebben. De ontwikkelingen waarover mevrouw Stoeten zorgen heeft geuit, bijvoorbeeld met betrekking tot ‘De Scrumboks’, zullen in fase 2 aan de orde komen. Er zal onderzoek worden gedaan naar de getallen en op basis van de uit het onderzoek naar voren komende getallen zal het mogelijk zijn een goede discussie te voeren. Op dit moment kunnen wij niet meer dan ‘stel dit of stel dat’ zeggen. De heer Van Wijk: Het is mooi dat u dat zegt, maar ik wil erop wijzen dat uw partij inspraak, betrokkenheid, participatie en juiste verwachtingen scheppen hoog in het vaandel heeft staan en ik daarvan in dit geval weinig heb kunnen merken. Afgezien van de bijeenkomst waarover is gesproken, is tot nu toe in dit traject weinig participatie mogelijk geweest. Voor mij is helder dat het ontbreken van dat aspect in het traject ten grondslag ligt aan de vele vragen en opmerkingen die in de afgelopen twee commissievergaderingen en nu in deze raadsvergadering over het voorliggende stuk zijn gesteld. De heer Van Oostrom: Als u kijkt naar het vervolgtraject waarover ik het steeds heb, zult u zien dat daarin een duidelijke rol is weggelegd voor de FTS en alle verenigingen met als doel met elkaar die verdieping aan te gaan. In die fase zullen wij ons op feiten kunnen baseren en behoeven wij niet langer over veronderstellingen te spreken. Dat vinden wij prettiger. De voorzitter: Ik geef de heer Van Wijk het woord voor een laatste opmerking in dit interruptiedebat. Mevrouw Stoeten-Flach is nog aan het woord. De heer Van Wijk: Mijn laatste opmerking hierover: als dat zo is, hadden wij dit ook zonder de verenigingen kunnen bedenken. Dat is heel simpel, wij doen niet anders. De verenigingen zijn gehoord en vervolgens kiezen wij onze eigen weg. Dat is wat ik heb bedoeld te zeggen met mijn opmerking over het ontbreken van inhoud en participatie. De heer Van Oostrom: Die opmerking deel ik niet. Ik denk dat de wethouder, die het proces van dichtbij heeft meegemaakt, hierover meer kan zeggen dan ik. Onze indruk is, dat wel met de verenigingen is gesproken. Uit het lijstje blijkt welke behoeften de verenigingen hebben. Wij vinden het een goede zaak dat ‘De Scrumboks’ hun behoeften vandaag nogmaals hebben aangegeven. De heer Van Wijk moet niet suggereren dat niet met de verenigingen is gesproken en men maar iets heeft bedacht. De heer Van Wijk: Dat heb ik niet gezegd. Ik heb dat geconcludeerd uit de reactie van de verenigingen zelf. De voorzitter: Ik stel u voor, als u hierover wilt doorpraten, daarvoor uw tweede termijn te gebruiken. Mevrouw Stoeten-Flach maakt nu haar eerste termijn af. Mevrouw Stoeten-Flach: Ik heb de heer Van Oostrom ‘stel dit, stel dat’ horen zeggen. Volgens mij zit het visiedocument vol met scenario’s waarin van ‘stel dit, stel dat’ wordt uitgegaan. Het meest belangrijkste zijn een goede communicatie en afstemming met de sportverenigingen en de FTS om te voorkomen dat ongewenste effecten ontstaan. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan de kostenstructuur – niet alleen op basis van vervangingswaarde – en de subsidie. Daarom ondersteunen wij het amendement van GroenLinks van harte.
11
De heer Zuidema: Mijnheer de voorzitter. Ik denk dat het CDA het duidelijkst heeft verwoord en het best heeft begrepen waarom het hierbij gaat. Wij stellen vandaag een visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid vast. Eigenlijk ligt er nog niets, het college vraagt ons alleen of onderzoek kan worden gedaan naar de voorliggende scenario’s of dat het anders moet. Dat is het enige waarom het gaat. Dat een aantal fracties meteen de diepte is ingegaan is mijns inziens te voorbarig, maar ik begrijp wel hoe dat gekomen is. Dat is onze eigen schuld. De raad, maar ook het college van burgemeester en wethouders, had veel eerder moeten zeggen dat dit zo’n complex verhaal is, dat wij dit niet in de raad kunnen behandelen. Punt. Een door de raad te behandelen voorstel moet op één of maximaal drie A4-tjes staan. Als een voorstel meer dan vijf A4-tjes beslaat, raak ik de draad kwijt en bij een voorstel dat tien A4-tjes beslaat, dat voor niemand te begrijpen is, is iets zeer ernstigs aan de hand. Dat is wat in dit geval aan de orde is. Sportbeleid is ontzettend ingewikkeld, omdat het maatwerk is. Wij hebben te maken met de plaatselijke damvereniging met twintig leden, maar ook met een voetbalvereniging met enkele honderden leden. Dat matcht nu eenmaal niet, maar dat ontslaat de opstellers van de nota niet van hun taak een heldere nota te presenteren. De verantwoording daarvoor ligt echter niet alleen bij hen, de wethouder en het college, maar ook bij de raad. Als de raadsleden een stuk ontvangen dat naar hun oordeel onleesbaar of niet te begrijpen is, moeten zij daarover niet willen praten. Daarvoor zijn wij niet ingehuurd. Wij zitten hier om kaders te stellen, om op hoofdlijnen te besturen, en niet meer dan dat. Dat is wat ik het CDA heb horen zeggen. De oplegnota is helderder geformuleerd, maar ook daarover is een uitvoerige discussie ontstaan. De heer Melissen heeft het college in de commissie opgeroepen in de toekomst met helderder geformuleerde stukken te komen. D66 onderschrijft dat verzoek. Wij zijn van mening dat de raads- en commissieleden in dat opzicht veel daadkrachtiger moeten zijn. Het voor ons liggende stuk vraagt om een ander, transparanter sportaccommodatiebeleid. De noodzaak daarvan begrijpen wij allemaal, maar transparantie leidt natuurlijk tot onrust. Je krijgt inzicht in dingen en je gaat elkaar bevragen op wat voorligt. Het doel daarvan is draagvlak creëren. Doe je dat vooraf – ga je eerst met de verenigingen om de tafel zitten en vraag je wat naar hun mening zal moeten gebeuren – dan kan één vereniging het complete beleid blokkeren. Daarop zit niemand te wachten. Wij willen een bezuinigingsslag maken en de verenigingen prikkelen met elkaar te gaan samenwerken en met elkaar na te denken over een zorgvuldig sportbeleid, over het zorgvuldig neerzetten van de sportmogelijkheden in deze gemeente. Ik denk dat wij de handen daarvoor best op elkaar zullen krijgen. Wij moeten ons niet laten verleiden tot het voeren van oeverloze discussies over regelingen, complexe verordeningen en wat dan ook. Laat het college eerst onderzoek doen en de scenario’s uitwerken, de beslispunten die op grond daarvan aan de orde zullen zijn zullen daarna vanzelf bij ons op tafel komen. D66 heeft het vertrouwen dat het college zorgvuldig met deze complexe problematiek zal omgaan. Het verzoek aan het college met een helder document te komen, met concrete beslispunten en vast te stellen kaders, wil ik nog een keer benadrukken. D66 zal de verdere ontwikkeling positief-kritisch blijven volgen. De heer Van Wijk: Ik wil mijn collega’s van D66 een vraag stellen, mijnheer de voorzitter. Het gaat om twee dingen: visie en ambitie en kaderstelling. Om welke kaders gaat het? De kaders moeten nog gesteld worden. Dat is één. Ten tweede. Als je een visie en een ambitie hebt, zet je je visie en ambitie uit. Als dat zou zijn gebeurd, zouden wij deze sessie niet behoeven te hebben. Dat klopt. Vervolgens ga je met de betrokkenen aan de slag en laat je ze participeren. Dat is niet ‘iedereen zijn zin geven’ en behoeft ook niet te betekenen dat plannen worden geblokkeerd. Daarvoor zitten wij hier ook, dat heb ik ook aangegeven. De heer Zuidema doet het voorkomen alsof dat de reden is waarom het is gegaan zoals het gegaan is. Blijkbaar is het niet goed gegaan en de kaders waarover de heer Zuidema heeft gesproken zie ik niet. De heer Zuidema: Het klopt dat de kaders in eerste instantie nog vaag zijn, maar over het zwembad is in het document al een stevige uitspraak gedaan. Ik heb erop gewezen dat deze problematiek zo complex is, dat wij de uitkomsten van het nadere onderzoek zullen moeten afwachten om tot concrete kaders te kunnen komen. Nogmaals: ik ben van mening dat het niet doenlijk is in het voortraject al uitvoerig met de verenigingen te praten – wat wel gedaan is – en geen uitspraken en beloftes kunnen worden gedaan, omdat dan aan het democratisch gehalte van dit gremium wordt voorbijgegaan. Als in het voortraject al kaders worden gesteld, kan de raad dat niet meer doen. De heer Van Wijk: Wat de heer Zuidema nu zegt vind ik opmerkelijk. Als raad willen wij altijd weten of alle betrokkenen er inderdaad bij betrokken zijn. Wij constateren keer op keer dat betrokkenen
12
wel gehoord worden, maar hun betrokkenheid niet oplevert wat zij wensen. Daarover ontvangen wij klachten. In de commissie heb ik erop gewezen dat dit bij andere gremia ook het geval is. Daarom zeg ik: het gaat er niet om mensen gelijk te geven, het gaat erom dat wij draagvlak kunnen creëren door de goede richting te bepalen. Dat is in dit geval in onvoldoende mate gebeurd. De heer Zuidema: Die zorg delen wij volledig met u. In de commissie hebben wij benadrukt dat overleg met verenigingen en de FTS van uitermate groot belang is om tot een zorgvuldig geformuleerd beleid te kunnen komen. Daarin vinden wij elkaar. De heer Beijer: Mijnheer de voorzitter. Ik behoef niet uit te leggen dat wij over een complexe materie spreken. Het voor ons liggende stuk is niet gemakkelijk en onduidelijk, de voorgaande sprekers hebben daarover al het nodige gezegd. Ook wij zijn van mening dat het voor ons liggende stuk ingewikkeld in elkaar zit. In het verslag van de op 10 april van dit jaar gehouden werkconferentie staat dat de tarieven op basis van de vervangingswaarden worden vastgesteld. Dat zou ontleend zijn aan de nota ‘Sport beweegt, sport bindt’ van 2007. In deze nota staat echter dat de tarieven aan de onderhoudskosten gekoppeld zullen blijven. Ik heb niet kunnen vinden wanneer een ommezwaai is gemaakt. Wanneer heeft de raad daartoe besloten? Wanneer is deze verandering doorgevoerd? Ik heb de indruk dat het uitgangspunt met betrekking tot de tarieven in de nota van 2007 nog van kracht is. Misschien kan de wethouder mij dat uitleggen. Over de bij de verenigingen bestaande onduidelijkheden over de consequenties van het nieuwe beleid is al veel gezegd. In het stuk wordt daarvan melding gemaakt. Als voorbeeld noem ik de onduidelijkheid over de tarieven. De heer De Rooij heeft er in zijn bijdrage op gewezen, dat het een utopie is te veronderstellen dat wij de kosten helder in beeld zullen krijgen. Zo ingewikkeld is het en zo ervaren wij dat ook wel. In de nota is een tarievenlijst voor 2012 opgenomen. Is dat een tarievenlijst op basis van de onderhoudskosten of kunnen wij al spreken over de vervangingswaarden waar wij naartoe willen of waartoe wij misschien al besloten hebben? Duidelijkheid daarover hebben wij niet aangetroffen. Is zo’n overzicht al te maken? De FTS is meerdere malen genoemd. Is de FTS voldoende betrokken geweest bij het samenstellen van deze nota? Wij denken dat het beter had gekund. Bij de door mij aangehaalde conferentie zijn de FTS en de verenigingen pas achteraf bij het traject betrokken. Het stuk was al klaar en is in die bijeenkomst bediscussieerd. Wij zijn van mening dat zo’n stuk aan het begin van de rit aan de betrokkenen moet worden aangeboden met als doel daarover met elkaar in overleg te treden. Het stuk uit 2007 heet zoals gezegd ‘Sport beweegt’, maar je zou kunnen zeggen dat wij de FTS stil hebben laten zitten. Nu wij scenario’s gaan onderzoeken, zouden wij op zijn minst moeten weten of die scenario’s draagvlak hebben. Aan de andere kant wil ik erop wijzen dat de raad vanavond geen keuzes maakt en alleen een richting aangeeft. Wij willen dat de betrokkenen, de verenigingen, in de gelegenheid worden gesteld hun mening over de scenario’s te geven en daarvoor draagvlak wordt gecreëerd voordat wij keuzes maken. Als ik lees dat de FTS wordt geïnterviewd, is dat naar mijn mening veel te weinig. De FTS moet niet worden geïnterviewd, maar bij de totstandkoming van het nieuwe beleid worden betrokken. Het is belangrijk dat er een duidelijk communicatieplan komt voor het vervolg van het traject, een communicatieparagraaf waarin wordt aangegeven wanneer waarover inspraak mogelijk is. Dat is voor iedereen een stuk duidelijker. Over de bezuinigingsopdracht van € 41.000,- wil ik ook nog een opmerking maken. Ik heb gekeken waar dat bedrag zou kunnen worden gevonden en hoe deze opdracht zou kunnen worden uitgewerkt. Ik heb dat niet kunnen vinden, misschien kan de wethouder daarover duidelijkheid geven. Wij zijn van mening dat de sport laagdrempelig moet blijven en de bezuinigingsopdracht niet ten koste van de contributies mag gaan. Wij willen graag weten hoe dat in elkaar zit. Ik heb het al gezegd dat wij de scenario’s gaan uitwerken. Die uitwerking is belangrijk, omdat daardoor duidelijkheid zal kunnen worden gegeven. De nu aangegeven scenario’s lezend zijn bij ons allerlei vragen gerezen, bijvoorbeeld over de periodes. De ene periode loopt tot het jaar 2015 en de andere periode beslaat de periode 2015 tot 2020. De periodes volgen elkaar op. Hoe moeten wij dat zien? Hoe zijn de verbanden tussen de verschillende periodes? Wij zien in de scenario’s ook allerlei koppelingen. Als wij het één doen, kan het ander niet en omgekeerd. Ook daarover zal in het vervolgtraject duidelijkheid moeten worden gegeven. Nogmaals: de raad maakt vanavond geen keuzes, maar geeft alleen een richting aan. Als wij straks wel keuzes zullen moeten maken, zullen wij het draagvlak voor de te maken keuzes moeten kunnen beoordelen. Op het amendement zullen wij in onze tweede termijn terugkomen.
13
De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. Soms lijkt het wel of ik van Mars kom. Ik heb dit stuk heel anders gelezen dan veel andere mensen. Ik vind dit namelijk een positief stuk. In dit stuk is duidelijk aangegeven van welke problematieken sprake is, wat daarachter ligt en welke keuzes in de toekomst zullen moeten worden gemaakt om een voor iedereen betaalbaar sportaccommodatieplan te kunnen maken en om het mogelijk te maken dat Tielenaren hun favoriete sport zullen kunnen blijven beoefenen. In feite is dat het uitgangspunt van deze startnotitie, die ons inzage geeft in de problematieken die aan de orde zijn. Naar mijn mening heeft de betreffende ambtenaar haar werk goed gedaan. Deze nota heeft mij inzicht gegeven in het antwoord op de vraag hoe een en ander in elkaar zit en ik heb in de nota ook de complexiteit van deze problematiek kunnen zien. Met D66 ben ik het eens dat een damclub geen rugbyclub, voetbalclub of zwemclub is. Het is duidelijk dat sprake is van verschillende belangen en voor wat betreft de verschillende belangen zijn in deze startnotitie absoluut nog geen keuzes gemaakt. Dat de notitie zeer uitgebreid is, is het manco. Hoe uitgebreider de nota is, hoe meer vragen daarover kunnen worden gesteld. Ik heb de discussie vanaf de publieke tribune gevolgd. Dat vond ik interessant, want op de publieke tribune luister je nog beter. Het voordeel van de oplegnotitie is naar mijn mening, dat de kapitaallasten eruit zijn gehaald. De kapitaallasten behoeven in feite niet op het sportaccommodatiebeleid te drukken, maar de kapitaallasten zijn moeilijk te traceren. De velden van Theole zijn door de gemeente aangekocht van de familie Dresselhuis, die geld wilde cashen. Als die kosten worden doorberekend, moet je bijna miljonair zijn als je voor Theole wilt kunnen voetballen. Het college heeft in dat opzicht een duidelijke weg gekozen. Dat brengt mij bij mijn probleem en bij de geschetste scenario’s. De VVD heeft zojuist aangegeven dat zij voor wat het zwembad betreft een tweede scenario wil hebben. Dat is nu heel duidelijk opgenomen. Als scenario ligt voor dat ‘De Scrumboks’ van twee locaties gebruik zullen moeten gaan maken, maar de leden van ‘De Scrumboks’ willen natuurlijk een biertje of een glaasje cola kunnen drinken nadat zij getraind hebben en willen de clubkast kunnen zien waarin alle gewonnen bekers staan. Zo is het verenigingsleven. Ik ben van mening dat het college met inachtneming van dat aspect scenario’s moet kunnen uitwerken, wij moeten het college de ruimte geven voor het verder ontwikkelen van het nieuwe beleid. Dit is een startnotitie. Wij moeten het college de opdracht geven met de verschillende scenario’s en alle door de raad toegevoegde elementen aan de slag te gaan. Dit is nogmaals gezegd een complexe materie, want er zijn in Tiel 5000 tot 6000 mensen die sporten en zij hebben allemaal een mening. Dan heb ik het nog niet eens over alle sportscholen die niet in deze notitie staan. Ik heb een probleem met het feit dat de wethouder in de commissie antwoorden heeft gegeven die nog niet gegeven konden worden. Daardoor is bij mij een stukje wantrouwen ontstaan. Liever zou ik dat wantrouwen niet hebben, maar ik kan mij goed voorstellen dat de sportclubs en ander politieke partijen zich afvragen of niet al een scenario klaar ligt. Ik hoop dat dat niet het geval is, ik hoop dat wij in de toekomst tot een goed sportaccommodatiebeleid zullen kunnen komen en ben het met mevrouw Son-Stolk eens dat goed moet worden gekeken naar de stappen die wij in het vervolgtraject zullen moeten zetten. Ervan uitgaande dat een aantal scenario’s met potlood is geschreven, is de vraag aan de orde op welke wijze de sportverenigingen en de FTS invloed op het nieuwe sportaccommodatiebeleid kunnen uitoefenen. Als wij daaraan vanavond een uitvoerige discussie wijden, lopen wij vooruit op de gang van zaken. Ervan uitgaande dat de scenario’s nu nog met potlood zijn geschreven, behoort het college hiermee bij de raad terug te komen en zal de raad pas aan de hand van de uitgewerkte scenario’s een politieke discussie kunnen voeren. Op dit moment moeten wij dat nog niet doen. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: Mijnheer de voorzitter. Bewegen en sporten zijn niet alleen belangrijk voor je gezondheid, maar ook voor je sociale contacten. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen betere leerprestaties leveren als zij gymnastiekles krijgen en bewegen op latere leeftijd de mobiliteit en sociale participatie van mensen ten goede komt. De VVD is er daarom blij mee, dat de gemeente ruime aandacht heeft voor sportbeoefening. Daarbij past uiteraard dat de faciliteiten voor sportbeoefening goed moeten zijn. Het verheugt ons dat met het voorliggende voorstel een aanzet wordt gegeven voor de ontwikkeling van een document inzake sportaccommodatiebeleid. Het heeft ook onze fractie wel de nodige moeite gekost het thans voor ons liggende stuk te begrijpen en te interpreteren. In onze ogen is het een ingewikkeld stuk, dat niet helder maakt waartoe wij nu precies besluiten. De VVD vraagt de wethouder daarom toe te lichten wat dit stuk precies voor het toekomstige sportbeleid betekent.
14
Het is goed te lezen dat naast de mogelijkheid van nieuwbouw ook de mogelijkheid van renovatie van het zwembad zal worden onderzocht. Wij kunnen wel ambities hebben, maar wij zullen gezien de huidige economische situatie keuzes moeten maken en niet altijd kunnen krijgen wat wij willen. Een onderzoek naar een intergemeentelijk sportbedrijf is zeker niet verkeerd, maar alleen als het uitgangspunt is dat Tiel centrumgemeente is en blijft. Zorgen zijn er bij de VVD en – dat hebben wij zojuist kunnen horen – de FTS over het nieuwe tarievenstelsel. Onze vraag lijkt technisch, maar dat is zij niet. Waarom is gekozen voor een tariefstructuur op basis van vervangingswaarden? Kunt u ons de voor- en nadelen van dit systeem uitleggen en een voorbeeld geven van hoe dit systeem er zal gaan uitzien? Overigens gaan wij er wel van uit, dat de raad uiteindelijk het tarievenstelsel zal vaststellen. De VVD vindt het belangrijk dat frequent overleg plaatsvindt met de individuele clubs en de FTS. In onze ogen is het van groot belang dat de clubs zich in het gemeentelijke beleid kunnen vinden. Het is immers beter tevoren afspraken te maken dan achteraf onvrede op te lossen. Mijn laatste vraag in eerste termijn gaat over het betrekken van de raad bij het proces. Hoe zal de raad in dit dossier worden meegenomen? Wethouder Driessen: Mijnheer de voorzitter. De in de laatste twee commissievergaderingen over dit stuk gevoerde discussies geven aan hoe complex deze problematiek is. In één van die twee vergaderingen heb ik gezegd dat ik daarvan heb geleerd en heb ik toegezegd, dat een stuk als dit in het vervolg anders zal worden opgesteld, dat stukken voortaan helderder en kleiner zullen zijn. De heer Zuidema stelde zojuist dat hij de draad kwijt raakt als een voorstel meer dan een vijftal A4-tjes beslaat. Ik heb goede nota genomen van de over de complexiteit van dit stuk geuite kritiek. Wellicht ben ik naïef geweest door de complexiteit aan te geven van de situatie waarover wij het in dit geval hebben. Dat het stuk niet helder genoeg is moet ik aannemen, ik hoop dat ons de kans zal worden geboden het traject te verbeteren. De doelstelling van dit traject is naar mijn mening helder. Ik zal eerst in algemene zin op de gestelde vragen reageren en vervolgens zal ik dat per partij doen. Doel van het voorliggende visiedocument is het inkaderen van het onderzoek op basis van de uitgangspunten, lees het visie- en ambitieverhaal. Daarbij gaat het toch wel om een bepaalde kadering. De in het stuk beschreven scenario’s zijn op de uitkomsten van onderzoek en interviews met de diverse clubs gebaseerd. Gelet op de beperkte geldmiddelen en omdat wij geen problemen willen verzinnen waar zij niet zijn, stellen wij voor geen onderzoek te doen met betrekking tot de clubs die op dit moment geen problemen hebben. Dat is de basis van het voorliggende voorstel. In het verdere traject zullen wij de mogelijke scenario’s met de clubs en in hoofdlijnen met de FTS bespreken. Dat is voor mij een buitengewoon belangrijk punt. Ik zeg dit heel bewust: het gaat om de clubs. Natuurlijk is het overleg met de FTS over de hoofdlijnen en het algemene sportbelang ook belangrijk, maar het gaat nogmaals gezegd om de clubs. Als bij de gesprekken met de clubs een betere oplossing wordt gepresenteerd waaraan wij niet hebben gedacht, zouden wij natuurlijk wel gek zijn als wij de haalbaarheid daarvan niet zouden onderzoeken. Wij hebben er bewust voor gekozen eerst een inventarisatie te maken. Als wij alle clubs aan de voorkant zouden vragen wat naar hun mening een goede oplossing zou zijn, maken wij het probleem naar mijn mening alleen maar groter. Het maken van keuzes kan tot impopulaire maatregelen leiden, maar de belangen van de clubs en de belangen van de sporters – dat zijn twee verschillende grootheden – staan wat mij betreft bovenaan. De problematiek waarover wij het hebben is als volgt onder te verdelen: enerzijds zijn er de accommodaties, exploitatie en beheer, en anderzijds is er de tarifering. Alle aspecten die daarmee te maken hebben moeten in beeld worden gebracht om tot transparantie te komen. Pas als dat zal zijn gebeurd zullen wij weten wat een en ander kost. Omdat wij willen voorkomen dat clubs omvallen, hebben wij het voorstel gedaan straks aan de hand van onze bevindingen een bepaalde subsidiemethode in te voeren. De heer Van Wijk: De wethouder zegt dat hij de clubs om oplossingen wil vragen. Wij zeggen dat wij de clubs niet om oplossingen moeten vragen, omdat dat tot een belangenstrijd zal leiden. Nee, wij moeten tegen de clubs zeggen dat bezuinigd moet worden – ik mag aannemen dat iedereen daarvoor begrip heeft – en dus een nieuw beleid moet worden uitgezet. Dat moet het uitgangspunt voor het gesprek zijn. Het uitgangspunt voor het gesprek moet niet de vraag aan de club zijn ons aan te geven hoe wij het moeten gaan doen. Als wij die vraag aan de clubs voorleggen, zal iedereen voor zijn eigen parochie preken. Ik vind het opmerkelijk dat de wethouder dit zegt. Wethouder Driessen: Als de heer Van Wijk mijn woorden zo interpreteert, moet ik mij verontschuldigen want dan heb ik mij verkeerd uitgedrukt, mijnheer de voorzitter. Het was mijn bedoeling te zeggen dat wij daarvoor bewust niet hebben gekozen omdat wij dan in de door hem omschreven
15
situatie van het preken voor eigen parochie zouden zijn terechtgekomen. Wij willen aan de hand van de scenario’s die wij de raad voorstellen over te nemen met de clubs in gesprek gaan. Als in dat gesprek blijkt dat een betere oplossing mogelijk is, zouden wij gek zijn als wij die oplossing niet zouden meenemen. Dat is wat ik bedoeld heb te zeggen. De heer Van Wijk: Dan is mijn vraag wat de bedoeling is geweest van de eerste ronde. Het participatieproces is met de eerste ronde begonnen. In de eerste ronde hebt u een inventarisatierondje gemaakt en de indruk gewekt dat daarop een inhoudelijk vervolg zou komen. In uw ogen komt dat er ook in de vorm van de interviews die na deze vergadering zullen plaatsvinden. In onze ogen zou het overleg met de clubs meer moeten inhouden dan alleen een interview. Als het uitgangspunt is geweest dat de clubs worden gehoord, dat vervolgens een beleid wordt uitgezet en wordt geregeld dat de clubs het dan wel zien, ben ik van mening dat de sessie met de FTS en de andere verenigingen niet nodig zou zijn geweest. De heer Van Oostrom: Dit horend vraag ik mij af of u het echt niet wilt snappen. Uit de met de sportverenigingen gevoerde gesprekken is naar voren gekomen welke sportverenigingen wel of geen problemen hebben met betrekking tot accommodaties. Aan de hand van die gesprekken is de in het stuk opgenomen lijst opgesteld, waarin 25 accommodatievraagstukken zijn vermeld met daarbij scenario’s die nog moeten worden uitgewerkt. Als die gesprekken niet zouden zijn gevoerd, had het scenarioverhaal er niet kunnen liggen. Ik begrijp niet waarom de heer Van Wijk bij herhaling stelt dat de voorfase geen zin heeft gehad. De heer Van Wijk: Je kunt het ook omkeren. Ik begrijp niet waarom u en anderen niet inzien dat de door de sportverenigingen geuite verontrusting is gebaseerd op het feit dat in het visie- en ambitiedocument scenario’s zijn voorgelegd die anders hadden kunnen zijn als je ervan uitgaat dat daarvoor draagvlak zal moeten worden gecreëerd. Dat is ook wat ik de wethouder heb horen zeggen, maar misschien heb ik het niet goed gehoord. Wij zijn al heel lang, namelijk twee maanden, met dit onderwerp bezig en het gaat om de vraag hoe de participanten, de actoren, inhoudelijk bij dit proces kunnen worden betrokken. Nogmaals: het beleid wordt hier gemaakt. De heer Van Oostrom: Wat hier gebeurt is het volgende. Wij werken met twee zeven. Wij hebben verenigingen door een grove zeef gehaald en andere verenigingen zijn blijven liggen. Met hetgeen door de zeef is gevallen moet iets gebeuren en daarvoor zijn scenario’s aangedragen. Het krachtige van dit verhaal vind ik, dat wij door de zeving in gesprek kunnen gaan met de sportverenigingen waarom het gaat en met elkaar de diepte kunnen ingaan. Daarvoor is ruimte, er zal onderzoek worden verricht om de mogelijkheden in beeld te krijgen. Op basis van de gegevens die daaruit zullen voortkomen, zullen wij het gesprek verder kunnen aangaan. Als wij dat niet doen, blijven wij in het vage. Ik vind de voorgestelde werkwijze heel goed, omdat de verenigingen daardoor de ruimte krijgen om hun noden en verhalen uit te werken. De heer Van Wijk: Wij kunnen niet over en weer blijven praten. Onze insteek is een totaal andere dan de insteek van de heer Van Oostrom en de door de wethouder gekozen insteek. De voorzitter: Ik stel vast dat sprake is van een cirkelredenatie en veronderstel, dat het u niet zal lukken het met elkaar eens te worden. Ik stel de wethouder voor zijn verhaal af te maken. Daarna zal ik de vergadering schorsen, zodat u over het amendement kunt overleggen. Laten wij proberen dezelfde discussie niet te herhalen. Ik begrijp waarom deze discussie gevoerd wordt, maar op een gegeven moment wordt het voor de zaal lastiger de discussie te volgen. De heer Van Wijk: Ik heb niet de heer Van Oostrom maar de wethouder om antwoord gevraagd. De voorzitter: De wethouder zet zijn beantwoording nu voort. Wethouder Driessen: Wij hebben voor deze aanpak gekozen op grond van de motivatie die ik zojuist heb gegeven. Ik sta daar nog steeds volledig achter, omdat ik vertrouwen heb in het vervolgtraject. Als er geen vertrouwen is in het vervolgtraject, is ieder voorstel gedoemd te mislukken. Ik sta nog steeds achter dit voorstel. Of men dat een interview, een goed gesprek, een discussie of een dialoog noemt, wij zullen de clubs en de FTS bij het vervolgtraject betrekken. Als de raad vandaag het groene licht geeft, zal de onderzoeker verder aan de slag gaan en op basis van de gevoerde gesprekken voorstellen aan het college voorleggen die ik - ik val in herhaling - met de commissie zal bespreken. De met de clubs besproken voorstellen zijn dan nog in potlood ge-
16
schreven. We hebben eerst het gesprek, daarna komen de gevolgen, de mogelijkheden en de ideeen die wij hebben aan de orde. De clubs kunnen op de voorstellen reageren – dat staat in het stuk – en wij kunnen voor bijstelling kiezen, maar wij kunnen ook kiezen welke de gevolgen zullen zijn. Dat zullen we met raad delen, want de raad kiest uiteindelijk aan de hand van de uitkomsten van de onderzoeken die zullen worden gedaan. Het college is van de uitvoering en zal een voorstel doen om dingen te koppelen, omdat het transparantie en gelijkheid nastreeft. Ik zal nu niet op het amendement vooruitlopen, maar de basis is dat wij helderheid willen krijgen. Terecht is opgemerkt dat wij beter meteen kunnen stoppen met alles doorrekenen als wij verder niets willen doen. Als dat de insteek van de raad zou zijn, zou ik de raad willen voorstellen de wethouder vanavond nog naar huis te sturen. Als wij niets willen doen, zullen de kosten door de verenigingen niet te betalen zijn en dat is natuurlijk niet de bedoeling, zeker niet van deze sportminded wethouder. Omdat wij transparantie willen hebben en willen voorkomen dat clubs omvallen, zullen wij met een voorstel moeten komen. De raad gaat over de subsidies. Stel dat mijn opvolger tot de slotsom zou komen dat bij de subsidies veel geld valt te halen en zou voorstellen de subsidies af te schaffen. Ik acht de raad hoog en ga ervan uit dat de raad dat nooit zal toelaten, omdat veel sportverenigingen daarmee de nek zal worden omgedraaid. Dat zal dus niet in het stuk terugkomen, maar wij gaan wel voor gelijkheid en helderheid. Als zal blijken dat op dit moment sprake is van onverantwoorde ongelijkheid moeten wij ons afvragen of wij degenen die nu teveel betalen minder moeten laten betalen, maar wel gerechtvaardigd, of dat wij de discussie moeten aangaan. Daarover wil ik met de raad praten aan de hand van de uitkomsten van de onderzoeken die wij gaan doen. Uit die onderzoeken kan ook als resultaat naar voren komen dat er verenigingen zijn die ten onrechte te weinig betalen. Als wij daarin inzicht hebben, zullen wij met elkaar bespreken hoe wij de verschillen kunnen rechttrekken. Er kunnen verenigingen zijn die nu relatief lage contributies hebben omdat de doorberekende huur relatief laag is. Het onderzoek zal dat in beeld brengen. Als de uitkomst van het onderzoek bekend is zullen wij weten waarover wij het hebben, maar zo ver zijn wij nog niet. De heer Van den Burg stelde dat ik antwoorden zou hebben gegeven op vragen die nog spelen, maar dat is niet juist. Er is hier geen addertje onder het gras en er is geen verborgen agenda. Dat dit een moeilijk leesbaar stuk is heb ik al beaamd. De volgende keer zal ik de raad een gemakkelijker leesbaar stuk voorleggen. Als er behoefte is aan meer informatie, kan naar de bijlage worden verwezen, maar de inhoud zal de raad uit het opliggend stuk kunnen halen. Mevrouw Stoeten-Flach heeft aandacht gevraagd voor toegankelijkheid en veiligheid en de normen van het NOC, de NSF en de VNG. De raad heeft nog niet zo lang geleden het gehandicaptenbeleid vastgesteld, dat erop is gericht dat accommodaties toegankelijk worden gemaakt. Wij hebben daarvoor uitgangspunten bepaald die wij natuurlijk meenemen. Accommodaties moeten laagdrempelig zijn, dat geldt niet alleen voor de tarievenstructuur maar ook in letterlijke zin. Voorts is een opmerking gemaakt over de regionale sportvoorzieningen. In dit kader verwijs ik naar het daarover in het stuk en in de aanvraag voor GSO IV in relatie met het regiocontract gestelde. Sport is evenals cultuur ook voor de provincie belangrijk. De provincie heeft gezegd dat wij goed moeten nadenken over de vraag hoe wij met sport en cultuur willen omgaan en hoe wij elkaar kunnen versterken. Wij hebben daarover dezelfde afspraken gemaakt. Hoe zijn wij daarmee bezig? Een week of drie geleden hebben collega Verspuij voor cultuur en ik voor sport ons afgevraagd of wij kansen zien om dat te gaan doen en onze conclusie was dat wij inderdaad kansen zien, maar de gemeente Tiel evenals Zaltbommel en Culemborg eerst zal moeten bepalen wat voor sportstad zij wil zijn. Wij hebben ook nog het Ommeland, er zijn nog zeven gemeenten die meedoen. Dat zullen wij waarschijnlijk in overleg met de Gelderse Sportfederatie invullen. Het is natuurlijk heel breed, voor de ene sport houdt het op bij de gemeentegrens – dan moet je bepalen wat wij als basis in onze stad willen hebben – maar er zijn ook sporten die niet bij de gemeentegrens stoppen. Ik zal ‘De Scrumboks’ als voorbeeld nemen. Wij moeten niet voor alle tien gemeenten een rugbyclub nastreven om zo een regionale competitie mogelijk te maken. Dat is vragen om problemen. Clubs zoals ‘De Scrumboks’ hebben juist aanwas van buiten de gemeentegrens nodig. Ik zal een ander voorbeeld noemen. Zaltbommel is druk bezig met de ontwikkeling van een skeelerbaan waar NK’s en EK’s zullen kunnen worden georganiseerd. Wij kunnen ons afvragen of de gemeente Tiel zich moet inzetten voor het ook realiseren van een skeelerbaan. De gemeente Tiel zou kunnen zeggen dat het beter is dat zij zich op andere sporten concentreert. De Schaarsdijkweg is een voorbeeld waarover wij in het kader van de Perspectievennota hebben gesproken. Bij de behandeling van de begroting zullen wij daarover nog discussiëren. Als daarvoor wordt gekozen, wat in principe is afgesproken, ligt daar voor Tiel een kans. Omdat het om een kernsport gaat, heeft de provincie uitgesproken dat wij daarmee verder moeten gaan.
17
Wij willen regionaal en slim met elkaar over mogelijkheden gaan praten en zullen natuurlijk proberen zoveel mogelijk sporten in de centrumgemeente Tiel te houden. Ik weet wat ik zeg, maar er is toch geen pers bij. Wij zullen dat overleg op een verantwoorde manier voeren. Het doel is niet het hebben van zoveel mogelijk sporten in Tiel, maar wel de sporten die in Tiel gewenst zijn en in Tiel horen. Het kan best zijn dat ons op termijn een verzoek zal worden voorgelegd voor een sport die nu nog niet in Tiel wordt bedreven. Is de deur dan dicht? Natuurlijk niet! De voorzitter: Wilt u uw betoog afronden, mijnheer de wethouder? Wethouder Driessen: U hoort hoe bevlogen ik ben, mijnheer de voorzitter. Tot zo ver mijn antwoord op de gemaakte opmerkingen over de regionale sportvoorzieningen. Over het leerpunt met betrekking tot het thans voorliggende stuk heb ik al gesproken. Over het interview van FTS heb ik zojuist gezegd dat dat wat mij betreft anders mag worden genoemd. Wij willen gewoon dat de mensen betrokken zijn. De bezuinigingsopdracht, waarover de heer Beijer een opmerking maakte, zal ik – met zijn goedkeuring – met mijn hulplijn bespreken. De heer Beijer stelde dat de raad vandaag geen keuzes maakt. Het college stelt de raad voor het college de opdracht te geven tot het uitwerken van de voorliggende scenario’s. Dat is natuurlijk wel een keuze. Met betrekking tot de tarievenstructuur ligt echter geen keuze voor. De door de heer Van den Burg in de richting van de ambtenaar uitgesproken complimenten zal ik vanavond nog overbrengen. Hieraan is overigens door meer dan één ambtenaar gewerkt en ik ben met de heer Van den Burg van mening, dat de ambtenaren die dit stuk hebben opgesteld erg hun best hebben gedaan. De heer Van den Burg sprak over 5000 tot 6000 sporters in Tiel. Ik hoop dat het er veel meer zijn omdat sporten van groot belang is. Op de vraag waarom voor het in het stuk omschreven tarievenstelsel is gekozen zal ik zo dadelijk terugkomen. Deze vraag is wat mij betreft te technisch. Dat de keuze voor het tarievenstelsel een politieke lading heeft begrijp ik, want er zit een bedoeling achter. Zoals gezegd zal ik daarop terugkomen. De voorzitter: Dank u zeer. Op verzoek van ProTiel schors ik de vergadering voor maximaal een kwartier. De vergadering is geschorst. Schorsing. De voorzitter: De vergadering is heropend. Mevrouw Son-Stolk: Mijnheer de voorzitter. Het verhaal dat wij van de wethouder hebben gehoord geeft ons het vertrouwen dat de sportclubs, de FTS, de commissie en de raad op een goede manier in het vervolgtraject zullen worden meegenomen. Wij gaan akkoord. De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. Ik stel vast dat een Babylonische spraakverwarring is ontstaan. In eerste termijn heb ik gezegd dat de kapitaallasten niet meegerekend worden en ik heb zojuist een aantal mensen gesproken die daarover anders denken. Ik wil hierover duidelijkheid van het college hebben. Hoe zit dit technisch in elkaar? Ik weet dat dit een technische vraag is, maar ik denk dat het antwoord op deze vraag relevant is voor de discussie die wij vanavond voeren. Ik heb gelezen dat de kapitaallasten bij de ontwikkeling van de locatie Schaarsdijkweg een rol zouden kunnen spelen, maar de vervangingsinvesteringen het uitgangspunt voor het nieuwe tariefstelsel zijn. Omdat het belangrijk is dat de onduidelijkheid hierover wordt weggenomen, zou ik het op prijs stellen als de wethouder hierop zou ingaan. De voorzitter: Ik stel voor dat de wethouder de vraag van de heer Van den Burg nu beantwoordt. Wij hebben een aantal discussies gehad die tot helderheid hebben geleid en wij hebben kunnen vaststellen, dat de meningen op een aantal punten tegenovergesteld zijn. Omdat het antwoord op deze vraag van invloed kan zijn op de meningsvorming, verzoek ik de wethouder daarop nu eerst in te gaan. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: De wethouder heeft ook toegezegd op mijn vraag te zullen terugkomen. De voorzitter: Dat kan hij meteen doen.
18
Wethouder Driessen: Mijnheer de voorzitter. Graag wil ik terugkomen op de drie vragen van financiële aard, waarop ik in eerste termijn het antwoord schuldig moest blijven. Laat ik met de voor mij gemakkelijkste vraag beginnen, de vraag over de bezuiniging ten bedrage van € 41.000,-. Dat bedrag hebben wij bij de vaststelling van de begroting 2012 afgesproken en komt uit de B lijst-opsomming. Van dit bedrag is al € 25.000,- gerealiseerd, dus wij hebben nog € 16.000,- te gaan. Daar gaan wij voor. Dit is een mooi bruggetje naar het complexere antwoord op de vraag hoe het zit met de tariefstelling, waarbij de vragen van de heer Van den Burg en mevrouw Duquesnoy aansluiten. Het lukt mij nu niet kort klip en klaar aan te geven wat er precies in zit en hoe wij het hebben bedoeld. Dit is weer een bruggetje naar het amendement, dat wij tijdens de schorsing goed hebben bekeken. Ik kan de indieners zeggen dat wij het daarin gestelde willen omarmen. Wij zullen de gevraagde helderheid geven en ik stel voor de besluitvorming rondom de tarifering en alles wat daarbij hoort als een apart punt te behandelen. De voorzitter: Dat betekent dat het college het amendement overneemt. In tweede termijn wil ik dan ook geen discussie meer hebben over de tarieven en dergelijke, het college zal daarop later in een apart voorstel terugkomen. Ik verzoek u in uw tweede termijn aan te geven of u met de door de wethouder gedane toezeggingen verder kunt en een besluit kunt nemen. Dat is waarover wij het nog moeten hebben. Als iemand nog iets belangrijks mist dat niets met geld heeft te maken, kan daarvoor in tweede termijn aandacht worden gevraagd. Is de heer Zuidema dat niet met mij eens? De heer Zuidema: Bijna. Voor de helderheid: ik hoop dat de onderzoeksopdracht naar de financiële paragraaf gelijk oploopt met de onderzoeksopdracht betreffende de scenario’s. Ik neem aan dat sprake zal zijn van een één op één-relatie. Wethouder Driessen: Gelet op het uitgangspunt voor de startnotitie zijn die twee opdrachten onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er is een pakket maatregelen, het sportaccommodatiebeleid, - dat is het ene pakket - en wij zullen de besluitvorming over de tarifering en dergelijke apart beoordelen, maar de twee onderzoeken zullen parallel lopen. Zo heb ik het van de heer Van Wijk begrepen. De voorzitter: Aan de orde is de tweede termijn van de raad. De heer Van Wijk: Mijnheer de voorzitter. Het is natuurlijk prettig als het college je amendement of motie omarmt. Gezien de over dit onderwerp gevoerde discussies zijn wij blij met de mededeling van de wethouder. Wij blijven ten aanzien van dit visie- en ambitiedocument een kritische insteek houden en willen graag op de hoogte worden gehouden van de wijze waarop het traject zal verlopen en de scenarioontwikkeling, de afstemming met de verenigingen, zal plaatsvinden. Ik weet niet of nu al iets over dat traject kan worden gezegd. Een en ander zal in elk geval een vervolg krijgen in de commissie. Als het amendement zou zijn afgewezen, zouden wij niet met het visie- en ambitiedocument hebben ingestemd, maar nu ons amendement door het college is overgenomen willen wij ondanks onze kritische noten consequent zijn en met het voorliggende voorstel instemmen. Het is natuurlijk te waarderen dat het college de nek uitsteekt door een geheel nieuw beleid op te zetten, maar het college doet dat niet op de wijze waarop wij het graag zouden zien. Wij hopen dat Tiel sportstad van de regio zal blijven. De heer Kooijman: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn zeer verheugd over het feit dat het college het amendement heeft omarmd en op de daarin omschreven wijze aan de slag zal gaan. Wij zijn er ook blij mee dat de wethouder in zijn eerste termijn heeft toegezegd dat de FTS nadrukkelijk bij het traject zal worden betrokken. Ik heb het dan niet over interviews, maar over inhoudelijke betrokkenheid. Deze aanpak kan een basis zijn voor nader onderzoek naar de diverse scenario’s, parallel aan de mogelijkheden die er voor wat betreft de financiering zijn. De reactie van het college leidt ertoe dat wij op dit moment niet de ‘buitenspelvlag’ omhoog houden. Ook wat ons betreft kan het proces op deze manier doorgaan. De fractie van ProTiel kan met de aangepaste beslispunten instemmen. De voorzitter: Ik constateer dat u met het geamendeerde voorstel kunt instemmen. De heer Beijer: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn blij met de toezegging van de wethouder dat de verenigingen nog een kans krijgen om alternatieve scenario’s aan het college voor te leggen. Dat zal in
19
de fase van de uitwerking gebeuren en de raad kan, om tot goede keuzes te kunnen komen, een compleet pakket met scenario’s tegemoet zien. In mijn eerste termijn heb ik u gevraagd de wijze waarop de communicatie zal worden aangepakt op papier te zetten. Mijn voorstel zou zijn een communicatiespoorboekje te maken. De wethouder heeft daarover nog niets gezegd. Ik wil mijn verzoek graag staande houden, omdat ik het belangrijk vind dat aan de sportverenigingen duidelijkheid wordt gegeven over de momenten waarop en de onderwerpen waarover zij kunnen inspreken. Ik verzoek de wethouder daarvoor te zorgen. Dat het amendement, tot verbazing van de heer Van Wijk, door het college is overgenomen vinden wij prima. De heer Zuidema: Af en toe worden wij gesouffleerd door mensen op de publieke tribune, die aanvoelen dat de hamer elk moment kan vallen. Ik kan u mededelen dat wij kunnen instemmen met het voorliggende beslispunt inclusief het amendement. Mevrouw Stoeten-Flach: Ik ben blij met de ruimhartige toezeggingen van de wethouder op alle zorgpunten. Wij stemmen volmondig in met de geamendeerde beslispunten. De heer Van den Burg: Ik heb nog een advies aan het college, mijnheer de voorzitter. Gesproken is over scenario’s die nog in potlood staan geschreven. Soms ontstaan spraakverwarringen als door de gemeente is toegezegd dat gedane suggesties worden meegenomen en clubs hun suggesties niet kunnen terugvinden. Wellicht is het mogelijk de suggesties apart te vermelden, zodat wij kunnen zien wat de mening is van het college en wat de mening is van een sportclub. Vaak ontstaat ruis op de lijn, omdat de raads- en commissieleden niet weten dat een club een suggestie heeft gedaan en het college die suggestie niet heeft opgevolgd. De voorzitter: Begrijp ik goed dat u voor het geamendeerde voorstel bent? De heer Van den Burg: Ja, absoluut. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: Wij stemmen ook in met het voorstel zoals dat nu voorligt. De voorzitter: Ik constateer dat de raad het eens is met het voorliggende beslispunt inclusief het amendement van GroenLinks en dus twee separate voorstellen verwacht. Wethouder Driessen: Ik dank de raad voor het uitgesproken vertrouwen en het feit dat ik verder kan gaan met de uitwerking van dit plan. Bij de opmerking van de heer Van Wijk heb ik al opgeschreven: op papier zetten uitleg vervolgtraject, aanpak vervolgstappen, wanneer en betrokkenheid. Dat sluit aan bij hetgeen de heer Beijer daarover in eerste termijn heeft opgemerkt. Ik zal overleggen over de meest heldere wijze waarop wij deze aanpak met de raad en alle andere betrokkenen kunnen delen. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het geamendeerde voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 7.
Kredietvoorstel iPads raad/digitaal werken raad en commissie
Mevrouw De Heus: Mijnheer de voorzitter. GroenLinks is groot voorstander van digitaal werken. In het presidium hebben wij dit voorstel al meerdere malen besproken. In deze vergadering wil ik mijn zorgen uiten over de techniek en de financiering. Onze zorgen over de techniek betreffen het gebruik van het raadsinformatiesysteem, het RIS. In het presidium is vastgesteld dat op dit moment slechts vier raadsleden daarvan gebruik maken. Dat is een punt van zorg. Het RIS functioneert op dit moment niet goed en het zal wel goed moeten functioneren als wij met de iPad gaan werken. Er komt een aparte werkgroep die de werking van het RIS uitgebreid zal testen. Ik verwacht dat goed zal worden uitgezocht of het RIS wel of niet goed functioneert en wij de mogelijkheid zullen hebben op een en ander terug te komen als zal blijken dat het RIS niet goed functioneert. Dat lijkt mij belangrijk. Wij moeten het digitaal werken zeker niet overhaast invoeren. Het is heel vervelend als er problemen zijn met zo’n systeem. De financiering. Bij de behandeling van de Perspectievennota op 22 juni 2011 heeft GroenLinks een amendement ingediend met als strekking dat de onkostenvergoeding van raadsleden voor de ombuiging wordt gebruikt. Ik doel op de maximale 20%. In het voorstel is van 9% uitgegaan en daarnaast is dekking gezocht in de vacaturegelden griffie ad € 23.000,-. Dat is voorlopig eenmalig, maar
20
als wij opnieuw iPads gaan aanschaffen zal opnieuw dekking moeten worden gevonden. GroenLinks zou het sjieker hebben gevonden als de raad, die zelf met iPads wil gaan werken, de kosten daarvan zelf zou financieren. Wij gaan liever voor 20% dan voor 9%. De heer Zuidema: Mijnheer de voorzitter. D66 is verheugd over de zorgvuldige uitwerking van het voorstel betreffende de aanschaf van iPads. Wij vinden het wel jammer dat de raadsleden wordt gevraagd een eigen bijdrage te geven, omdat het er op die manier op lijkt dat de raadsleden hun eigen gereedschap moeten kopen. Wij zien reikhalzend uit naar papierloos werken, met name vanwege de kosten-, tijd- en milieubesparende effecten. De door GroenLinks onder woorden gebrachte zorgen over de techniek worden door ons gedeeld. Om het systeem goed te laten werken en ervoor te zorgen dat het papier helemaal aan de kant kan moet nog wel het een en ander gebeuren, maar als het digitaal werken straks goed zal gaan zult u ons niet meer over de kosten horen. Onze eigen bijdrage is dan een bijdrage aan de vooruitgang, die wij met vertrouwen tegemoet zien. De heer Gradisen: Heel kort, mijnheer de voorzitter. De afschrijftermijn van de iPads is twee jaar en wij zullen gedurende twee jaar een test doen met het werken met iPads. Wij hopen dat de iPads langer zullen meegaan, zodat wij daarvan langer gebruik zullen kunnen maken. Het oorspronkelijke idee was dat door het werken met iPads een bezuiniging zal kunnen worden gerealiseerd. In de testperiode van twee jaar zal dat niet lukken, maar wij hopen dat die bezuiniging in de toekomst wel zal kunnen worden gehaald. Als de iPads langer meegaan dan twee jaar, zal dat ons iets opleveren. Daarnaar moeten wij streven. Wij gaan akkoord met dit voorstel. De heer Kooijman: Mijnheer de voorzitter. Het onderliggende stuk, het implementatieplan, is onder andere in het presidium uitvoerig besproken, een aantal aanbevelingen is overgenomen en voor wat de financiering betreft is een creatieve oplossing gevonden. De fractie van ProTiel kan instemmen met het voorstel vanaf januari met iPads aan de slag te gaan. De praktijk zal leren hoe dat zal gaan. Natuurlijk zullen door het werken met iPads indirect besparingen ontstaan, die in het stuk duidelijk zijn aangegeven. De heer Van Oosterom: Mijnheer de voorzitter. Het voorliggende voorstel doet recht aan de door ons ingediende motie over een deel van de financiering van deze prachtige apparaten. De reden hiervoor heeft GroenLinks prima uitgelegd. Wij zullen de raadsstukken gemakkelijker kunnen vinden en er sneller bij kunnen, maar ik geef gelijk toe dat de voorwaarde daarvoor is dat het RIS goed zal functioneren. Dat is een belangrijk punt. Een ander belangrijk aspect van dit voorstel is dat het kostenverlagend zal werken, maar dat zal natuurlijk niet in de komende twee jaar gebeuren. Zeker in het begin zullen wij zowel met papier als digitaal werken, maar op de lange termijn zal een reducering van de papierkosten moeten kunnen worden gerealiseerd. Dat was het uitgangspunt van onze raadsbreed ondersteunde motie. Over de financiering wil ik nog een opmerking maken. Ik denk dat een goed verhaal voorligt. Enerzijds wordt gezegd dat de raadsleden hun eigen gereedschap niet zouden behoeven te betalen, maar aan de andere kant kan gezegd worden dat wij dat in het kader van de bezuinigingen juist wel zouden moeten doen. Het voorliggende voorstel ligt daar tussenin en past naar onze mening goed in de sfeer zoals die nu in de raad is. Daarom zijn wij voorstanders van dit voorstel. Mevrouw De Klerk: Mijnheer de voorzitter. Wij delen de door GroenLinks uitgesproken zorg en zijn eveneens van mening, dat eerst sprake zal moeten zijn van een situatie waarin wij kunnen constateren dat het RIS goed werkt en het nieuwe systeem pas daarna zal moeten worden uitgerold. Dat het apparaat in bruikleen zal worden gegeven houdt onze fractie nog wel bezig. Wij hebben absoluut begrip voor de daarvoor aangevoerde argumenten – beveiliging en meer kortstondige samenwerking dan beoogd –, maar wij willen toch voor een creatieve oplossing pleiten waarmee onze bezwaren daartegen wellicht ondervangen kunnen worden. Op dit moment is dit voor ons geen struikelblok en het college behoeft hierop ook niet te reageren, maar wij vragen het college wel hierover creatief na te denken en indien mogelijk met een aanvullend voorstel bij ons terug te komen. Mevrouw Stoeten-Flach: Ik kan instemmen met dit voorstel, mijnheer de voorzitter. Inhakend op de opmerking van mevrouw De Heus: ik ben één van de vier gebruikers van het RIS. Ik doe dat vaak knarsetandend en ik hoop dan ook dat het RIS drastisch zal veranderen.
21
De heer Van den Burg: Omdat iedereen iets over dit voorstel zegt wil ik dat ook doen, mijnheer de voorzitter. Ik zit te wachten totdat ik proefkonijn word. Ik meen dat dat aanstaande maandag al het geval zal zijn. Dan kunnen wij los! De voorzitter: Dit onderwerp is aan de hand van diverse notities uitvoerig in het presidium behandeld en alle zaken die vandaag de revue zijn gepasseerd zijn daarbij ook aan de orde gekomen. Dat geldt ook voor de over het RIS gemaakte opmerkingen. De griffier zal daarover zo dadelijk nog iets zeggen. Ik wil erop wijzen dat niet het college, maar het presidium dit voorstel verdedigt. In het presidium is besproken dat een goed functionerend RIS essentieel is, willen wij met de iPads aan de slag kunnen. Als het RIS niet goed functioneert, kopen wij een instrument dat niet op het systeem aansluit en doen wij dus een waardeloze investering. Het presidium heeft deze boodschap duidelijk aan de organisatie overgebracht. Er zal voor moeten worden gezorgd dat het RIS goed functioneert. Als het RIS niet goed functioneert, zal het project mislukken. Over de kwestie van de onkostenvergoeding is in het presidium gewikt en gewogen. Wij hebben gekeken naar de motie waarin wordt gesteld dat deze investering een bezuiniging zal moeten opleveren en afgewogen of de raad hiervoor een deel van de eigen vergoeding zou moeten inleveren. Die twee aspecten zijn in een compromisvoorstel verwerkt. De heer Van Oostrom heeft er terecht op gewezen dat een gewogen voorstel voorligt, waarover het presidium het eens is. In het presidium is ook de vraag aan de orde gekomen wat na twee jaar zal moeten gebeuren. Wij hebben ons er goed rekenschap van gegeven dat dit verhaal zal terugkomen en wij daarvoor tijdig een oplossing zullen moeten vinden. De belangrijkste boodschap is dat het RIS goed zal moeten werken, dan werken de iPads ook. Dit is wat ik over dit voorstel wil zeggen. Het woord is aan de griffier, die zal aangeven hoe hard aan de verbetering van het RIS wordt gewerkt. De griffier: Mijnheer de voorzitter. Op dit moment zijn wij met zes man aan het implementeren waartoe de raad zo dadelijk zal besluiten. Wij zijn het nieuwe RIS aan het testen en een aantal raadsleden waaronder de heer Van den Burg, die proefkonijn is, gaat daarmee aan de slag. Mocht het onverhoopt zo zijn dat het nieuwe RIS niet werkt zoals wij dat verwachten, dan zullen wij met iets anders moeten komen. Gelukkig hebben wij daarvoor nog even de tijd. De heer Saddiki heeft vanavond even bij mij gekeken hoe het nieuwe RIS eruit ziet en hoe de app werkt. De heer Saddiki heeft gezegd dat het er prachtig uitziet. De heer Saddiki: Het ziet er inderdaad heel goed uit. De griffier: Het is terecht dat zorgen over het functioneren van het RIS zijn uitgesproken. Het RIS heeft onze volle aandacht. De voorzitter: Ik concludeer dat alle fracties het met elkaar eens zijn. De zorgen over het RIS worden gedeeld en door het presidium absoluut serieus genomen. Het presidium is in dezen het aanspreekorgaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het presidium besloten. 8.
Maandelijkse begrotingswijzigingen
Er zijn geen begrotingswijzigingen. 9.
Intergemeentelijke aangelegenheden
De voorzitter: De heer Van Wijk heeft het woord. De heer Van Wijk: Mijnheer de voorzitter. De terugkoppeling over het industrieterrein Medel hoort bij dit agendapunt aan de orde te komen. De raad krijgt van de twee a.b.-leden, de heren Melissen en mijzelf, daarover niet zo vaak een terugkoppeling, maar het is nu tijd om dat weer te doen. Ik wil met name ingaan op de uitgifte van de percelen. Zoals u zich kunt voorstellen treedt daarbij stagnatie op, enerzijds vanwege de economische stand van zaken in dit land en anderzijds omdat de grote kavels voor logistieke bedrijven waarom Medel bekend staat zijn uitgegeven. Er is nog wel een aantal kleine kavels en er wordt volop ingezet op het in de markt zetten van die kavels. Dat ver-
22
eist een andere insteek dan men tot op heden gewend was voor de logistieke bedrijven. De logistieke bedrijven kwamen vaak zelf naar Tiel toe, maar dat is veranderd. Een positieve ontwikkeling is, dat op Medel bedrijven gevestigd zijn die willen uitbreiden. Daarvoor is bij deze bedrijven ruimte beschikbaar. De ontwikkeling van de werkgelegenheid en de bezetting per hectare zijn nog steeds op schema en de overslagterminal aan de Kanaalweg zal over niet al te lange tijd in gebruik worden genomen. Op Medel gevestigde bedrijven, en natuurlijk ook andere bedrijven, zullen daarvan voor de aan- en afvoer van hun goederen volop gebruik kunnen maken. Over de rondom Medel spelende bestuurlijke zaken wordt de raad regelmatig door het college geïnformeerd, die wil ik nu buiten beschouwing laten. Misschien heeft de heer Melissen als a.b.-lid nog een aanvulling. De voorzitter: Nee, u hebt een prima samenvatting gegeven. Als voorzitter kan ik daarop nu niet ingaan. Zijn er raadsleden die naar aanleiding van de bijdrage van de heer Van Wijk een vraag willen stellen? De heer Zuidema: Mijnheer de voorzitter. De heer Van Wijk gaf aan dat een aantal op Medel gevestigde bedrijven wil uitbreiden. Indertijd is behoorlijk in de beeldkwaliteit van het Bedrijvenpark Medel geïnvesteerd. Zal de beeldkwaliteit van Medel door de uitbreiding van bedrijven onder druk komen te staan of kan de beeldkwaliteit in stand worden gehouden? De heer Van Wijk: Het beeldkwaliteitsplan blijf geldig. Dat geldt ook voor de uitbreiding van de bedrijven op hun eigen kavel binnen het bouwplan. Dezelfde eisen blijven van kracht. De voorzitter: Zijn er nog andere intergemeentelijke aangelegenheden waarop moet worden ingegaan? Ik constateer dat dat niet het geval. 10.
Vragenuurtje
De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. Mijn vraag over de Laan van Westroijen, met name het stuk aan het einde dat is afgesloten, is al bekend bij het college. Deze week heeft in de krant gestaan dat de SVT de grond heeft gekocht en daar een oplossing wordt verwacht, maar er zouden nog wel enkele haken en ogen zijn. Ik wil graag weten wanneer de weg open gaat en of u iets over de haken en ogen kunt vertellen. De voorzitter: Uw vraag is duidelijk. Wethouder Driessen, die het antwoord op uw vraag heeft voorbereid, is even weg. Mijn voorstel is eerst de volgende vraag te behandelen en na terugkeer van de heer Driessen op uw vraag terug te komen. Mevrouw Son-Stolk: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben uit de krant vernomen dat door het faillissement van Bouwbedrijf Gerritsen uit Renkum de kinderen van de basisschool De Regenboog in Tiel voorlopig nog in de noodlokalen les zullen krijgen. De leerlingen zouden verleden week naar het verbouwde schoolgebouw terugkeren, maar door het faillissement ligt de bouw voorlopig stil. Om te voorkomen dat schuldeisers goederen weghalen, heeft de gemeente Tiel bordjes aangebracht op de hekken rondom de bouwplaats en wordt de bouwplaats door beveiligers bewaakt. Het CDA heeft de volgende vraag: welke zijn de financiële en organisatorische consequenties van dit faillissement voor de school en de gemeente? Wethouder Vermeulen: Mijnheer de voorzitter. Ik wil van de rondvraag gebruik maken om wat meer achtergrondinformatie over de gevolgen van dit faillissement te geven. In de commissievergadering van 2 oktober heb ik gezegd dat bij De Regenboog alles koek en ei was, maar een week later moest ik constateren dat dat niet het geval is. Ik wist toen absoluut niet dat dit zou kunnen gebeuren. Het is natuurlijk bizar dat de aannemer vier dagen voor de oplevering van het gerenoveerde gebouw is omgevallen. De curator, die een belangrijke stem in dit gebeuren heeft, zou uiterlijk maandag jl. twaalf uur met een voorstel komen, maar wij hebben nog niets van de curator gehoord. Dat betekent dat wij in voorbereidende zin proberen na te gaan hoe wij de boel zelf kunnen oppakken. Ik wil benadrukken dat de kinderen niet tot en met de winter in de barakken mogen blijven zitten. De kinderen zullen de noodlokalen moeten verlaten voordat de winter begint. De lokalen zijn in de zomer te heet en in de winter te koud, wij zullen hiervoor een oplossing moeten bedenken. Het streven
23
is erop gericht een doorstart te maken, waarover wij aanstaande maandag met een tweetal aannemers een gesprek zullen hebben. Wij gaan hiermee door. Met het bepalen van de financiële consequenties van dit faillissement voor de gemeente zijn wij nog bezig. Zodra de consequenties bekend zijn, zal ik de raad daarover natuurlijk informeren. Op dit moment kan ik nog niet zeggen of de gemeente met extra kosten zal worden geconfronteerd. Men zou kunnen denken dat het regelen van een en ander een fluitje van een cent zou moeten zijn omdat de aannemer vier dagen voor de oplevering failliet is gegaan. Ik zal aangeven waarom dat niet het geval is. De nieuwe aannemer zal er niet in slagen de klus binnen vier dagen te klaren. Onmiddellijk nadat bekend werd dat de hoofdaannemer failliet was, zijn de onderaannemers – dat zijn er nogal wat – met lege bussen naar de locatie gegaan en met volle bussen weer vertrokken. Tussen de hoofdaannemer en de onderaannemers zijn afspraken gemaakt en wij moeten uitzoeken hoe die afspraken in elkaar zitten. Laat helder zijn: wij hebben hiervan melding gemaakt bij de politie en we zitten er bovenop. Het was de bedoeling dat de kinderen na de herfstvakantie naar het gerenoveerde gebouw zouden terugkeren, maar dat lukt dus niet. Nogmaals: wij proberen de problemen zo snel mogelijk op te lossen en ik zeg toe de raad op de hoogte te zullen houden van elke stap die genomen zal worden en van de financiële consequenties voor de gemeente. Mevrouw Son-Stolk: Het antwoord van de wethouder is voor mij voldoende, mijnheer de voorzitter. Ik vind het belangrijk dat de raad in dit proces wordt meegenomen. De voorzitter: Wij gaan nu terug naar de vraag van de heer Van den Burg. De wethouder was even afwezig, hij zal daarvoor vast en zeker een goede reden hebben gehad. Kan de heer Van den Burg zijn vraag kort en krachtig herhalen? De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. Ik heb een vraag gesteld over het laatste deel van de Laan van Westroijen, bij de ijsbaan, met name het wegdeel dat nog steeds is afgesloten. De daar gelegen boerderij zou opgekocht worden, maar dat is niet doorgegaan. Deze week hebben wij in de krant kunnen lezen dat de SVT de boerderij zou hebben opgekocht om daarin een kantoor te vestigen. Ons bereiken berichten van mensen die zich storen aan het feit dat de weg nog steeds is afgesloten. Ik stel vast dat niet wordt gecommuniceerd over wat daar precies aan de hand is, wanneer het probleem zal zijn opgelost en wanneer de weg zal worden opengesteld. Kan de wethouder ons daarover informeren? Wethouder Driessen: Mijnheer de voorzitter. Allereerst wil ik mijn excuses maken voor het feit dat ik even weg moest om een belangrijk telefoongesprek te voeren. Wij hebben te maken met een situatie waarin naast een mooie weg een boerderij is gesitueerd waarin mensen wonen. In de krant is vermeld dat de woning is verkocht en daarmee een belangrijke hobbel zou zijn genomen. Het klopt dat de boerderij is verkocht. Het uitgangspunt was, dat de ontwikkelaar het gebied zou ontwikkelen en de boerderij niet langer zou worden bewoond. Wij hebben echter te maken met het feit dat de boerderij nog wel bewoond wordt. Wij zijn bezig met het afronden van de laatste gesprekken met de betrokkenen. Omdat het over mensen gaat, stel ik voor nu niet op de inhoud van die gesprekken in te gaan. Mensen hebben in dit land gelukkig rechten en er wordt nu bekeken hoe wij er uit kunnen komen. De doelstelling is dat de weg, als het aan mij ligt, over een week zal worden opengesteld. Om dat mogelijk te maken moet nog één belangrijke hobbel worden genomen. De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. Ik ben blij met de door de wethouder genoemde termijn van een week en het feit dat gesprekken met de bewoner gaande zijn. Ik hoop dat de wethouder binnen een week duidelijkheid zal kunnen geven en via de pers zal communiceren hoe dit probleem zal worden opgelost. Over de afsluiting van deze weg is nogal wat commotie ontstaan. De heer Beijer: Nu wij het toch over de Laan van Westroijen hebben, zou de wethouder wellicht ook iets kunnen zeggen over de vrachtwagensluis waarover hij met verschillende betrokkenen in overleg is. Wethouder Driessen: Volgens mij is het niet de bedoeling dat het vragenuurtje op deze manier voor het stellen van vragen wordt gebruikt, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Dat is juist, ik moet streng zijn. De heer Van den Burg heeft een vraag gesteld die door de wethouder is beantwoord en de overige raadsleden kunnen naar aanleiding van de beant-
24
woording door het college inhoudelijk reageren. De kwestie van de vrachtwagensluis heeft wel met dit onderwerp te maken, maar dat was niet de inhoud van de vraag van de heer Van den Burg. De heer Beijer: Kan ik hierover een artikel 41-vraag stellen? De voorzitter: Dat moet u zelf weten. De wethouder kan natuurlijk antwoorden, maar dit onderwerp is nu niet aan de orde. Ik ben van mening dat de raad heel goed moet weten wat in het kader van het vragenuurtje aan de orde kan komen. Wethouder Driessen: De vraag van de heer Beijer kan eigenlijk niet in het kader van het vragenuurtje aan de orde komen, maar ik kan op zijn vraag reageren met de opmerking dat de door hem aangesneden problematiek met de door mij genoemde termijn van een week te maken zou kunnen hebben. Bij dat antwoord wil ik het laten. De voorzitter: Ik ga ervan uit dat het antwoord van de wethouder voldoende duidelijk is en sluit dit punt af. Aan de orde is de door de heer Gradisen aangekondigde motie vreemd aan de orde van de dag. De heer Gradisen: Mijnheer de voorzitter. In mei 2012 is de wietpas ingevoerd in de zuidelijke provincies van Nederland – in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg – en het is de bedoeling dat de wietpas met ingang van 1 januari 2013 in de rest van Nederland wordt ingevoerd. De wietpas is ingevoerd, omdat de zuidelijke provincies last hadden van drugsverkeer uit het buitenland, met name uit Frankrijk, België en Duitsland. Het idee van de wietpas is, dat alleen mensen die bij coffeeshops zijn ingeschreven softdrugs kunnen verkrijgen en alleen Nederlanders ingeschreven kunnen worden. Voor inschrijving is het nodig dat je je paspoort laat zien en vaak moet ook een uittreksel uit het bevolkingsregister bij de coffeeshop worden gedeponeerd. Het streven het drugsverkeer uit het buitenland te bestrijden vinden wij niet slecht, maar de eerste situaties die na invoering van de wietpas in Zuid-Nederland zijn ontstaan zijn zorgelijk. In Breda is de overlast bij omwonenden van coffeeshops van 39 tot 52% gestegen, de overlast heeft met name met straathandel te maken. Ook op andere plekken in de stad, dus niet alleen in de omgeving van coffeeshops, is sprake van overlast door straathandel. In Venlo zijn er dit jaar al twee keer meer drugsincidenten dan het vorig jaar en de illegale handel in softdrugs is daar tien keer zo hoog geworden. In Roermond is het aantal aanhoudingen voor dealen op straat van tien het vorig jaar naar honderddertig dit jaar gegaan en het aantal meldingen van overlast is tweeëneenhalf keer zo hoog. Dit zijn de eerste rapportages die ik heb kunnen vinden, wellicht zijn er nog meer. De universiteiten van Tilburg en Maastricht hebben onderzoek gedaan en de drie belangrijkste conclusies zijn, dat sprake is van een forse toename van de illegale straathandel. Dat blijkt ook uit de door mij genoemde cijfers. De illegale straathandel heeft een enorme aantrekkingskracht op de jeugd. Dat geldt niet alleen voor de jongeren die lastig zijn en/of al in het criminele circuit zitten, maar ook voor bravere jongeren. Een schokkend voorbeeld daarvan is een jochie van negen jaar oud, dat in Geleen op zijn fiets drugs aan het verhandelen was. Dat is natuurlijk een extreem voorbeeld, maar dit voorbeeld geeft wel iets aan. De jongerenwerkers in de steden waar onderzoek is gedaan zeggen dat zij jongeren, die zij op het rechte pad hebben weten te krijgen, weer naar de handel in softdrugs zien afglijden. De derde conclusie van dit onderzoek is, dat de lokale politie onvoldoende capaciteit heeft voor het aanpakken van de illegale handel, dit ondanks het feit dat in verband met dit effect extra agenten naar Zuid-Nederland zijn ingezet. Minister Opstelten, die door de Tweede Kamer op deze bevindingen is aangesproken, heeft toegezegd dat hij in de maand oktober in gesprek zal gaan met burgemeesters. Hij heeft aangegeven dat hij al gesprekken heeft gevoerd met burgemeesters van gemeenten onder de rivieren en ook in gesprek zal gaan met burgemeesters van gemeenten ten noorden van de rivieren, dus ook met de burgemeester van Tiel. Omdat dit gesprek binnenkort zal plaatsvinden, vindt de fractie van de PvdA het belangrijk richting minister Opstelten het signaal te sturen dat wij de wietpas niet in Tiel willen zien ingevoerd. Burgemeester Beenakker heeft zich al op persoonlijke titel tegen de wietpas uitgesproken. De PvdA-fractie heeft een motie opgesteld waarmee zij het standpunt van de burgemeester ondersteunt en ik ben er blij om te kunnen vermelden dat de motie mede is ondertekend door de fracties van ProTiel, het CDA en D66. De tekst van de motie luidt als volgt: ‘De raad van de gemeente Tiel, in vergadering bijeen op 17 oktober 2012;
25
constaterende dat: - de minister van Veiligheid en Justitie voornemens is per 1 januari 2013 voor heel Nederland de wietpas in te voeren; - de minister op 2 oktober 2012 in de Tweede Kamer heeft aangegeven deze maand met de burgemeesters van alle steden bezuiden en benoorden de rivieren te gaan praten over de wenselijkheid van invoering van de wietpas; overwegende dat: - toepassing van het voorgenomen beleid kan leiden tot een forse toename van de illegale straathandel in drugs, waardoor overlast in de wijken zal toenemen; - recent onderzoek in andere steden, bijvoorbeeld in Breda, heeft aangetoond dat de omvorming van coffeeshops tot besloten clubs tot grote ongewenste effecten leidt; - er onvoldoende capaciteit bij politie en Justitie is om een dergelijke toename van de overlast en de criminaliteit effectief te kunnen bestrijden; - politie, Justitie en de gemeente de schaarse handhavingscapaciteit beter kunnen inzetten om de huidige overlast en criminaliteit in Tiel aan te pakken; - de burgemeester van Tiel in de maand oktober in gesprek gaat met de minister van Veiligheid en Justitie over de invoering van de wietpas; spreekt uit dat hij de invoering van de wietpas in Tiel afwijst; verzoekt de burgemeester in het aanstaande gesprek met de minister van Veiligheid en Justitie dit standpunt namens de Tielse gemeenteraad kenbaar te maken; en gaat over tot de orde van de dag.’ De motie is ondertekend namens de fracties van de PvdA, ProTiel, CDA en D66. Mevrouw De Klerk: Ik heb een vraag aan de heer Gradisen, mijnheer de voorzitter. Ik vraag mij af waarom hij niet met deze motie heeft gewacht. Momenteel wordt een onderzoek uitgevoerd, omdat vanuit het land door diverse burgemeesters en gemeenteraden kritiek wordt geuit op de gevolgen van de invoering van de wietpas. Vanwege de mogelijke landelijke invoering van de wietpas met ingang van januari 2013 is daar haast achter gezet. Wij denken dat het verstandig zou zijn de resultaten van dit onderzoek af te wachten, niet op de stoel van deskundige onderzoekers en de wetgever te gaan zitten en niet op de zaken vooruit te lopen. De resultaten van het onderzoek zullen in november bekend zijn. Wij denken dat dat een beter moment zal zijn om over de wietpas te praten. Als het de fractie van de PvdA alleen gaat om het afgeven van een signaal dat de burgemeester zou moeten meenemen, zou ik de partijen die deze motie steunen willen vragen te volstaan met het verzoek aan de burgemeester het signaal mee te nemen dat in de gemeenteraad van Tiel een motie voorligt die, hangende de resultaten van het onderzoek, waarschijnlijk de meerderheid zal krijgen. Ik zou de indieners van de motie willen voorstellen dit te overleggen. In november zullen wij een beter gefundeerd gesprek over de gevolgen van de invoering van de wietpas kunnen voeren, als wij daarover al gaan. Het laatste is een ander punt. De heer Gradisen: Ik vraag mij af op welk onderzoek mevrouw De Klerk doelt. Mevrouw De Klerk: Vanuit Den Haag is, mede naar aanleiding van de kritieken van burgemeesters en diverse gemeenteraden die aan de minister zijn voorgelegd, een evaluatieonderzoek ingesteld. De wetgever, die voornemens is de wietpas met ingang van januari aanstaande landelijk in te voeren, doet dit evaluatieonderzoek niet voor niets. Ongeacht wat ons standpunt hierover zou zijn, ik denk dat het verstandiger is over de inhoud van deze motie te praten als meer informatie beschikbaar is. Mevrouw De Heus: Mijnheer de voorzitter. Ik wil de woorden van mevrouw De Heus graag aanvullen. De leden van de commissie bestuur zijn bij de coffeeshops op werkbezoek geweest. Ik vond dat bezoek erg interessant en het bezoek heeft bij mij zeker tot nieuwe inzichten geleid. Volgens mij hebben wij daarbij afgesproken dat wij het coffeeshopbeleid in de commissie bestuur zullen bespreken. De burgemeester heeft in de vorige vergadering van de commissie bestuur op persoonlijke titel zijn mening gegeven. Ik ben van mening dat de motie op die discussie vooruitloopt en stel voor de inhoud van de motie bij de te voeren discussie te betrekken. De heer Van Oostrom: Ik begrijp de overwegingen van de indieners van de motie, mijnheer de voorzitter. Onze fractie heeft ook met deze problematiek geworsteld.
26
Wij hebben afgesproken dat het drugsbeleid – het aantal coffeeshops, de wietpas en dat soort zaken - in de commissie bestuur van november aan de orde zal komen. Wij steunen de motie, omdat wij ons afvragen met welke boodschap wij de burgemeester anders op pad sturen. Dat is mijn vraag aan de VVD. Wij hebben met elkaar geconstateerd dat wij een bepaalde mening over de wietpas hebben. De heer Gradisen heeft uitstekend verwoord waarom wij van invoering van de wietpas geen voorstanders zijn. Ik heb veel liever dat wij de burgemeester, vooruitlopend op de discussie die nog moet plaatsvinden, een heldere boodschap van de raad meegeven dan dat wij de burgemeester zelf laten bekijken wat hij met de minister bespreekt. Wij vinden het belangrijk dat de raad voor de burgemeester een richting aangeeft. Het gesprek met de minister zal voor de commissievergadering plaatsvinden en hetgeen wij in de commissie zullen bespreken, zal pas in de raadsvergadering van januari aan de orde komen. Wij moeten nu iets zeggen en ik ben van mening dat de praktijkervaringen in het zuiden van Nederland helder zijn. Op basis van die ervaringen willen wij de burgemeester deze boodschap meegeven. Ik herhaal mijn vraag aan de VVD-fractie. Met welke boodschap wil de VVD de burgemeester op pad sturen? Mag de burgemeester het van de VVD zelf uitzoeken? De voorzitter: Ik stel voor de vraag aan de VVD-fractie even te parkeren. De heer Zuidema krijgt nu van mij het woord en daarna ga ik terug naar de heer Gradisen. De heer Zuidema: Ter aanvulling: D66 is principieel tegen invoering van de wietpas. Ik ben het volledig eens met het CDA. Een kenmerk van progressief beleid is dat je proactief bent en de burgemeester op pad stuurt met een standpunt waarmee hij iets kan. De heer Gradisen: Ik onderschrijf de woorden van de heren Van Oostrom en Zuidema. In de richting van de VVD zou ik willen zeggen dat de minister heeft aangegeven op dit moment geen millimeter van het voornemen tot landelijke invoering van de wietpas te willen afwijken. Hij heeft alleen toegezegd in oktober met de burgemeesters te willen praten. Bij dat gesprek zal hij de burgemeesters naar hun mening vragen en wij zijn van mening dat het goed is dat onze burgemeester bij dat gesprek de mening van de gemeenteraad van Tiel meeneemt. Dat lijkt ons beter dan dat hij zal moeten zeggen, dat hij het niet weet wat de raad van Tiel wenst. Vandaar dat wij deze motie indienen. In de richting van GroenLinks wil ik erop wijzen dat de invoering van de wietpas rijksbeleid is en wij daarmee in het kader van ons eigen coffeeshopbeleid niets kunnen. Op dit moment is het een gegeven dat de wietpas per 1 januari van het volgend jaar zal worden ingevoerd, maar dat kan veranderen. Wij kunnen, of de wietpas wel of niet wordt ingevoerd, geen beleidskeuze maken. Dat is geen afweging die in november door de raad zal kunnen worden gemaakt. Bovendien wil ik opmerken dat de gesprekken in oktober zullen worden gevoerd. Als wij deze motie pas in de raadsvergadering van november behandelen zullen wij te laat zijn en kan onze burgemeester deze boodschap niet meenemen naar zijn gesprek met de heer Opstelten. Kijkend naar de resultaten van de in den lande gehouden onderzoeken – in Venlo, Roermond en Breda en het algemene onderzoek van de universiteiten van Tilburg en Maastricht – kunnen wij vaststellen, dat de gevolgen van de invoering van de wietpas desastreus zijn. De burgemeester van Maastricht, Onno Hoes, was een groot voorstander van invoering van de wietpas, maar hij is nu helemaal om en tegen de wietpas, omdat hij heeft gezien waartoe de invoering van de wietpas in Maastricht heeft geleid. Die gevolgen moeten wij niet willen. De voorzitter: Ik verzoek de fractie van de VVD de vraag van de CDA-fractie te beantwoorden. Mevrouw De Klerk: Mijnheer de voorzitter. Het CDA heeft gevraagd welk signaal wij de burgemeester willen meegeven. Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw De Heus. Naar mijn mening moeten wij de burgemeester een door de gehele raad gedragen standpunt en niet een door vier partijen gedragen standpunt meegeven. Wij hebben afgesproken dat wij een discussie over het coffeeshopbeleid zullen voeren. De heer Gradisen gaat er in zijn redenering van uit dat steden vergelijkbaar zijn. U zult mij niet horen zeggen dat ik de geluiden over de invoering van de wietpas niet heb gehoord, maar ik ben van mening dat de heer Gradisen de heer Opstelten woorden in de mond legt met zijn opmerking dat de minister geen millimeter wil wijken. Ik zou willen voorstellen dat af te wachten. De voorzitter: Ik wil u even onderbreken met de vaststelling dat naast u nog vier mensen iets over deze motie willen zeggen. De heren Van Oostrom, Van den Burg en Kooijman en mevrouw De Heus vragen het woord. Begrijpt u de ingewikkeldheid van deze discussie? Ik stel voor dat mevrouw De
27
Klerk haar bijdrage afrondt. Daarna zal ik de heer Van den Burg en mevrouw De Heus het woord geven. Als wij het anders doen, zitten wij hier om twaalf uur nog. Mevrouw De Klerk: Ik denk dat het goed is dat wij het rondje eerst afmaken. De voorzitter: Wij zijn behoorlijk aan het Beukendammen, dit onderwerp leent zich daar wel voor. Als u klaar bent met uw bijdrage, geef ik het woord aan de heer Van den Burg. De heer Van den Burg: Mijnheer de voorzitter. Ik hoop dat de heer Gradisen zich versprak toen hij het had over een jochie van negen jaar oud, dat op straat loopt te dealen. Daartegen helpt geen ene wietpas, ik denk dat dit een verkeerd voorbeeld is. Volgens mij is dat ook geen gevolg van de invoering van de wietpas, dat is een voorbarige conclusie. Ik sluit mij aan bij de VVD-fractie, die heeft gezegd dat door de heer Gradisen conclusies worden verbonden aan de uitkomsten van onderzoeken die nog niet zijn afgerond. Laat ik vooropstellen dat ik evenals de heer Gradisen voorstander ben van afschaffing van de wietpas. Met zijn voorstel deze motie nu te behandelen kan ik op grond van een viertal overwegingen echter niet meegaan. Het is waarschijnlijk dat de VVD en de PvdA in een achteraflokaal onder andere over dit onderwerp praten. De Tielse fractie van de PvdA had beter haar politiek leider, de heer Samsom, kunnen bellen en kunnen zeggen: ‘Doe iets tegen de invoering van de wietpas’. Ik denk dat die benadering zuiverder zou zijn geweest. Verder wil ik naar voren brengen dat de raad een motie over het coffeeshopbeleid heeft aangenomen en de burgemeester heeft gezegd…. De voorzitter: De heer Gradisen wil u interrumperen en ik ben van mening dat hij de ruimte daarvoor moet krijgen. Na de inbreng van de door mij genoemde vier mensen wil ik wel even met u afspreken hoe wij verdergaan met de behandeling van deze motie. Ik constateer dat de meerderheid van de raad daarvoor is. Iedereen moet de ruimte krijgen om aan te geven of hij of zij voor of tegen de motie is, maar ik ben van mening dat wij daarover niet tot drie uur ’s nachts moeten willen debatteren. De heer Van den Burg heeft twee van zijn vier overwegingen genoemd. Ik verzoek hem de resterende twee punten naar voren te brengen en daarna zal ik mevrouw De Heus het woord geven. De heer Gradisen: De heer Van den Burg weet heel goed wat de politieke werkelijkheid is. In het kabinet Rutte I, dat er nog steeds is, is minister Opstelten de hiervoor verantwoordelijke minister en hij heeft in de Tweede Kamer aangegeven dat hij de wietpas nog steeds landelijk wil invoeren. Omdat hij ook heeft gezegd dat hij hierover in oktober gesprekken zal hebben, vinden wij het belangrijk dit signaal af te geven. De heer Van den Burg: Ik wil verdergaan met mijn betoog. Wij hebben afgesproken dat wij op de motie over de coffeeshops zullen terugkomen. De burgemeester heeft toegezegd met een aantal voorstellen te zullen komen en wij hebben de suggestie gedaan daarbij de ‘Haarlemmer variant’ te betrekken. Voor ons gaat de motie over het afschaffen van de wietpas niet ver genoeg, wij zouden graag een normeringssituatie ten aanzien van coffeeshops willen hebben. De voor ons liggende motie dekt hetgeen wij zouden willen maar voor de helft. Ik vind het jammer dat de burgemeester vanavond niet aanwezig is. Op Stads-tv Tiel hebben wij een uitvoerig debat gezien, waarin hij tezamen met de burgemeester van Culemborg een voorzet gaf. Ik zou graag zien dat de motie wordt aangehouden, dat zij met de ‘Haarlemmer variant’ wordt uitgebreid en de motie wordt besproken op een moment waarop de burgemeester zich erover kan uitspreken. Dat kan in de commissievergadering of in de volgende raadsvergadering gebeuren. Mijns inziens is dit niet het juiste moment om deze motie aan te nemen. Mevrouw De Heus: Mijnheer de voorzitter. Ik denk dat het goed is dat wij deze Beukendamdiscussie nu voeren. Wij hebben zojuist overleg gepleegd en wij voelen wel iets voor de argumenten van de heren Van Oostrom en Gradisen. Ik wil wel aangeven dat, op het moment waarop de burgemeester zijn persoonlijke mening in de commissie bestuur naar voren bracht, daartegen door niemand bezwaar is gemaakt en door niemand is gezegd dat daarover een discussie zou moeten worden gevoerd. Iedereen stemde daarmee stilzwijgend in. De burgemeester heeft toen ook niet aangegeven dat hij hierover een uitspraak van de raad verwacht. Ik vind het wel goed dat de raad zijn eigen verantwoordelijkheid neemt en in dezen het initiatief neemt door het aanvaarden van deze motie. Wij zullen de motie steunen.
28
Mevrouw Stoeten-Flach: Ik ben tegen de wietpas, maar ik zal de motie niet steunen vanwege de in de motie genoemde argumenten. De wietpas is gewoon hypocriet, de handel in softdrugs wordt weliswaar gedoogd maar is nog steeds strafbaar. Met advocaat Spong ben ik het eens dat dit een reden is voor het niet accepteren van de wietpas. De VNG en criminoloog Henk Van de Bunt geven aan dat de coffeeshops hun langste tijd hebben gehad. Door het gedogen is een economische markt gecreëerd. De heer Gradisen brengt de illegaliteit als argument naar voren. Ik wil erop wijzen dat in Bergen op Zoom en Roosendaal vanwege de grote overlast is besloten alle coffeeshops op zeer korte termijn te sluiten. In die gemeenten is aangetoond dat de tegenwerpingen vanuit zienswijzen van tegenstanders, waaronder de vrees voor toename van illegaliteit, niet kloppen. Daarbij komt de constatering dat er in Gelderland steeds meer jongeren zijn met cannabisproblemen. Er zou sprake zijn van een stijging met 40% en volgens Jellinek zoekt slechts 15% van de verslaafden hulp. Met andere woorden: het aantal verslaafden is veel hoger. Er zijn 104 gemeenten met coffeeshops. Is er in die gemeenten veel overlast door illegaliteit? Ik denk het niet. De heer Gradisen heeft aan de grens van ons land gelegen gemeenten als voorbeeld genoemd en dat is nu precies het probleem. Wij zitten met dit probleem opgezadeld omdat ons beleid niet consistent is met het beleid in de rest van Europa. De heer Kooijman: Mijnheer de voorzitter. De heer Gradisen heeft zojuist een aantal steden genoemd waar zichtbaar en voelbaar sprake is van overlast. Er zijn nog wel meer steden te noemen waar dat het geval is, maar dat zal ik niet doen. De vorige week konden wij via de media vernemen dat er als gevolg van de invoering van de wietpas in het zuiden van het land bijvoorbeeld op het Centraal Station in Rotterdam enorme overlast is van drugsrunners, die proberen de boel op hun manier draaiende te houden. Er is een enorme beweging op gang gekomen. Juist omdat de minister zijn opinie heeft gegeven, een evaluatieonderzoek heeft aangekondigd en een gesprek met onze burgemeester zal hebben, ben ik van mening dat dit het goede moment is om aan te kondigen dat de gemeenteraad van Tiel de invoering van de wietpas niet ziet zitten. Die uitspraak staat los van de nog te voeren discussie over de coffeeshops, de aantallen coffeeshops enzovoorts. Wij zullen de motie steunen. De voorzitter: Ik weet niet hoe diepgaand de raad deze discussie wil voeren, maar ik wil erop wijzen dat helder is dat deze motie zal worden aanvaard. De heer Van Oostrom: Als dat een argument zou zijn, behoeven wij helemaal geen discussie te voeren. Van tevoren was al helder dat de motie door de meerderheid van de raad wordt gesteund. Ik heb mijn argumenten op tafel gelegd en ik zou het fijn vinden als de PvdB, de VVD en de ChristenUnie nog eens zouden nadenken. Het zou heel krachtig zijn als de volledige raad zijn verantwoordelijk in dezen zou nemen. Met ProTiel ben ik het eens dat wij in de komende periode nog over het coffeeshopbeleid zullen discussiëren, maar die discussie staat hier los van. Wij denken dat het belangrijk is de burgemeester op basis van de ons nu bekende gegevens mee te geven hoe wij willen dat hij het gesprek met de minister zal aangaan. Dat gesprek zal op korte termijn plaatsvinden. Ik roep die drie partijen op hierover nog eens na te denken. Ik denk dat het beter is de burgemeester deze boodschap mee te geven dan dat wij niets zeggen. De heer Gradisen: De burgemeester is helaas afwezig. Is het mogelijk dat één van de andere collegeleden op de motie reageert? Ik vind het interessant de reactie van het college te vernemen. De griffier: Het bestuursorgaan burgemeester is aan de orde, niet het college. De voorzitter: Wil de locoburgemeester reageren? Ik wil wel weten hoe lang de raad dit onderwerp nog wil uitdiepen. Het CDA heeft een oproep aan de PvdB, de VVD en de ChristenUnie gedaan. Kunnen deze drie partijen overtuigd worden? Als het antwoord op die vraag ‘nee’ is, stel ik voor tot stemming over te gaan. De heer Van den Burg: Ik zou graag de mening van de locoburgemeester willen horen, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: De locoburgemeester zal zo dadelijk reageren.
29
Mevrouw De Heus: Ik wil nog even op de oproep van de heer Van Oostrom terugkomen. Het verschil zit volgens mij in inhoudelijk voor of tegen de wietpas zijn en in de procedure. Wij kunnen ons niet in de procedure vinden, maar zijn ook principieel tegen de wietpas. Volgens mij zijn de andere partijen dat niet en zijn zij daarom tegen de motie. Dat is duidelijk. De voorzitter: De locoburgemeester heeft het woord. Wethouder mevrouw Van Rhee-oud Ammerveld: De burgemeester heeft een vervanger. De burgemeester heeft de vorige week uitgebreid verteld hoe hij hierin staat en ik hoor dat hij aan het sms’en is om te horen hoe de stand van zaken is. In gedachten is hij bij ons. De burgemeester heeft in de commissie bestuur als zijn persoonlijk standpunt verkondigd dat hij tegenstander is van de wietpas, omdat is gebleken dat de overlast in de gemeenten waarin de wietpas is ingevoerd is toegenomen, controle vrijwel niet mogelijk is, een extra beroep wordt gedaan op de inzet van de politie in die gemeenten en de handel in de wijken is toegenomen. Dat is een situatie die wij in Tiel niet wensen. Wij hebben dat standpunt in het college besproken en ik kan de raad melden dat de overige collegeleden dit standpunt delen en de inhoud van de motie omarmen. Ik denk dat de burgemeester blij zal zijn met deze steun. De voorzitter: Brengt de toelichting van de locoburgemeester de drie partijen ertoe een ander standpunt in te nemen? De heer Van den Burg: Ik verzoek u de vergadering kort te schorsen, mijnheer de voorzitter. Ik wil de vraag van het CDA serieus nemen en kort met de andere partijen overleggen. De voorzitter: U hebt het recht om schorsing te vragen. De heer Gradisen: De onderzoeksresultaten waarover ik heb gesproken heb ik bij mij en ik kan daarin inzage geven. De voorzitter: Ik schors de vergadering voor vijf minuten. Schorsing. De voorzitter: De vergadering is heropend. De heer Van den Burg, die om schorsing heeft gevraagd, heeft het woord. De heer Van den Burg: Ik kan kort zijn. De drie partijen waaraan de oproep is gericht hebben overleg gevoerd. De woorden van de heer Gradisen en andere sprekers hebben ons niet overtuigd en wij zullen niet voor de motie stemmen. Mijn partij vindt de motie op dit moment voorbarig. Wij willen de discussie hierover pas voeren op het moment waarop de motie over de Tielse coffeeshops voorligt. Wij zien deze motie als retoriek, als een vooruitlopen op de verkiezingsstrijd, en zouden dit onderwerp graag op een ander moment willen behandelen. De heer Zuidema: Ik vind het jammer dat de drie partijen de motie niet zullen steunen en heb moeite met het gebruik van het woord ‘retoriek’, omdat daarvan geen sprake is. Ik heb de indruk dat de drie partijen de inhoud van de motie niet hebben begrepen. Het coffeeshopbeleid staat nogmaals gezegd volledig los van het wel of niet invoeren van de wietpas. Mevrouw De Klerk: De heer Van den Burg heeft er al op gewezen dat de VVD zich ook niet heeft laten overtuigen. Wij vinden het jammer dat de mogelijkheid de burgemeester op een andere wijze een signaal mee te geven niet is opgepakt. De burgemeester zou de motie kunnen meenemen en kunnen aangeven dat het aannemen daarvan door de raad van Tiel afhangt van de uitkomsten van het evaluatieonderzoek. Op die manier zou ruimte worden gelaten voor het debat dat wij in de maand november in aanwezigheid van de burgemeester zullen voeren. Ons wordt gevraagd onze mening te geven en dat doe ik bij dezen. Ik vind het jammer dat de heer Gradisen zich op het standpunt stelt dat de drie partijen hun verantwoordelijkheid niet nemen. Dat is geenszins aan de orde.
30
De heer Gradisen: Bent u van mening dat de burgemeester tegen minister Opstelten zal moeten zeggen dat hij persoonlijk tegen de wietpas is en de raad van Tiel dat misschien ook is en hij daarbij de motie zal kunnen tonen die nog niet is aangenomen? Dat werkt toch niet! Mevrouw De Klerk: Ik wil hierop graag reageren. Ik denk dat het verstandig zou zijn de uitkomsten van de door de minister gedane onderzoeken af te wachten, omdat op basis daarvan een beter gefundeerd besluit zal kunnen worden genomen. Ik ben van mening dat de kracht van het op zak hebben van de motie voldoende zou moeten zijn om de meerderheid van de democratie hierin mee te nemen. Zo zie ik het. De voorzitter: Ik constateer dat het niet is gelukt elkaar te overtuigen. Wenst mevrouw Stoeten-Flach het woord? Mevrouw Stoeten-Flach: Men heeft geprobeerd ook mij te overtuigen. Ik wil benadrukken dat ik wel degelijk mijn verantwoordelijkheid neem door de lijn van de motie niet te volgen. Men zou daardoor het gevoel kunnen krijgen dat de coffeeshops uit de illegaliteit worden gehaald. De voorzitter: Ik constateer dat deze door een ruime meerderheid van de raad gesteunde motie door het college is overgenomen. De motie wordt zonder hoofdelijke stemming aanvaard, waarbij wordt aangetekend dat de fracties van de VVD, PvdB en ChristenUnie geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. 11.
Rondvraag
De heer Zuidema: Mijnheer de voorzitter. Ik had een vraag voor de rondvraag, maar mevrouw SonStolk heeft deze vraag al gesteld en ik veronderstel dat wethouder Vermeulen exact hetzelfde antwoord zal geven als ik de vraag nogmaals zou stellen. Ik heb geen vraag meer. De griffier: Ik ben mij ervan bewust dat ik de rondvraag misbruik door nu een mededeling te doen. Ik wil u mededelen dat de heer Ter Haar van Stads-tv mij heeft gestrikt voor een interview. Ik heb dat lang weten tegen te houden, maar de burgemeester heeft mij ervan overtuigd dat het handig is uit te leggen wie die mijnheer is die naast hem zit. Ik heb gezegd dat ik alleen wil komen als ik iets te melden heb en ik denk dat dat na vanavond het geval is. Ik kan namelijk inzichtelijk maken wat het betekent dat de leden van de raad op de iPad overgaan. 12.
Sluiting
De voorzitter: Hiermee zijn wij aan het einde van deze vergadering gekomen. Ik moet u zeggen dat ik mezelf vandaag ben tegengekomen. Ik vond het niet gemakkelijk deze vergadering voor te zitten, maar ik heb het graag gedaan. De vergadering is gesloten. (22.35 uur) Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tiel d.d. 21 november 2012. De griffier,
de voorzitter,
Aan de leden van de gemeenteraad Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de openbare raadsvergadering, welke gehouden zal worden op woensdag 17 oktober om 19.30 uur in de raadszaal van het stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel. Tiel, 4 oktober 2012, de voorzitter van de raad van de gemeente Tiel,
ir. J. Beenakker
AGENDA 1.
Opening
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Vaststellen van de notulen van de op 19 september 2012 gehouden openbare raadsvergadering
4.
Ingekomen stukken.
5.
Lijst van hamerstukken: Er zijn geen hamerstukken.
6.
Visie en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel
7.
Kredietvoorstel iPads raad/digitaal werken raad en commissies
8.
Maandelijkse begrotingswijzigingen
9.
Intergemeentelijke aangelegenheden
10.
Vragenuurtje
11.
Rondvraag
12.
Sluiting
De stukken liggen van donderdag 18.00 uur tot en met dinsdag op de gebruikelijke wijze voor u ter inzage in de leeskamer van de raad
Woordelijk verslag van de openbare vergadering van de raad der gemeente Tiel, gehouden op woensdag 19 september 2012 om 19.30 uur in de raadszaal van het stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel.
Aanwezig: Voorzitter: Griffier: De leden:
de heer ir. J. Beenakker, voorzitter. de heer J.W. Westerholt, griffier. de heren Y. Alişkan, J. Beijer en B. Brink, mevrouw N. Budak, de heer P. van den Burg en J.H. van Dijk, mevrouw A.E.L. Duquesnoy-van den Heuvel, de heren A. de Graaf en N.E. Gradisen, mevrouw H.A. Groenendaal, de heren B. van Gurp en F.A.G. Henning, mevrouw D. de Klerk, de heren W. Kooijman en M.J.J. Melissen, mevrouw L.H.K. Metiary, de heer Th.J.M. van Oostrom, mevrouw N.E. Özünal, de heer G.J.R. Spekman, de dames C.M. Son-Stolk en J.D. Stoeten-Flach en de heren J.H. de Wild en T. Zuidema.
Tevens aanwezig zijn de wethouders H.A. Driessen, mevrouw C.A.A. van Rhee-oud Ammerveld, C.R. Vermeulen en L. Verspuij. Afwezig m.k.: de heer A. Addou, mevrouw C.M. de Heus en de heren A. Saddiki en P.G. van Wijk.
1.
Opening
De voorzitter: Dames en heren. Ik open de raadsvergadering van 19 september 2012 en heet alle aanwezigen van harte welkom. Het woord is aan de griffier voor de mededelingen. De griffier: Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw De Heus en de heren Addou, Saddiki en Van Wijk. De heer Zuidema zal de vergadering om half negen verlaten. Voor deze vergadering heeft zich één inspreker gemeld. Dat is de heer Van Uffelen, die het woord wil voeren over het bedrijf PPG en in het bijzonder de aan dat bedrijf verleende milieuvergunning. De heer Beijer heeft een vraag ingediend voor het vragenuur. Zijn vraag betreft de afvoer van personen tijdens Appelpop. In het raadsvoorstel betreffende de begrotingswijzigingen, agendapunt 7, staan onder de 12e begrotingswijziging in de voorlaatste regel de woorden ‘net verhoogd’. Een aantal van u heeft er terecht op gewezen dat daar ‘niet verhoogd’ moet worden gelezen. Voorts heb ik de melding gekregen dat ongeveer halverwege bladzijde 16 van het concept-verslag van de vorige raadsvergadering ‘de heer Schreur’ door ‘de heer Schrijvers’ moet worden vervangen. Op uw tafels treft u de lijst van toezeggingen aan. Tot zo ver de mededelingen. 2.
Vaststellen van de agenda
De voorzitter: De heer Van Uffelen spreekt niet in over een voor deze vergadering geagendeerd onderwerp. Ik constateer dat u ermee akkoord gaat dat ik de heer Van Uffelen na het vaststellen van de agenda het woord geef. Ik verzoek de heer Van Uffelen naar voren te komen en zijn bijdrage tot vijf minuten te beperken. De heer Van Uffelen: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag enkele opmerkingen maken over de in de vergadering van 22 augustus jl. besproken calamiteit bij PPG Coatings op 19 augustus. In die vergadering is ingegaan op het handelen van de politie die er pas laat achter kwam wat er aan de hand was, terwijl men bij het bedrijf al bezig was het probleem op te lossen. De wijze waarop een en ander is verlopen vind ik niet goed. Uiteindelijk is naar buiten gebracht dat ethylacrylaat was gelekt, een stof die volgens het bedrijf niet schadelijk zou zijn voor de volksgezondheid. Wikipedia geeft echter aan dat deze stof giftig en mogelijk kankerverwekkend is. Bij een ongeluk in zo’n bedrijf zouden mijns inziens direct de gemeente en de provincie moeten worden geïnformeerd en zouden de gemeente of de provincie moeten vaststellen of de volksgezond-
2
heid in het geding is. Op 19 augustus jl. was alleen informatie van het bedrijf zelf beschikbaar. Met andere woorden: een situatie waarin de slager zijn eigen vlees keurt. Naar mijn mening moet er bij de provincie of de gemeente voldoende kennis aanwezig zijn. Hoewel er gemeentelijke ambtenaren zijn die zich met het milieu bezighouden, zal het op gemeentelijk niveau moeilijk zijn voldoende chemiekennis in huis te hebben. Daar de provincie de vergunningen verstrekt en handhaaft, is het beter een provinciaal deskundige te hebben die de materie beheerst. Ik ben van mening dat de provincie de luchtkwaliteit moet bewaken. In verband hiermee is het nuttig vast te stellen in hoeverre de luchtkwaliteit door de chemische bedrijven wordt beïnvloed en of de wettelijke voorschriften worden overschreden. De stankcirkel rondom deze bedrijven bedraagt, afhankelijk van de weersomstandigheden, circa zes kilometer, dus geheel Tiel heeft daarmee te maken. Ik wil graag weten welk traject gevolgd moet worden om tot verplaatsing van deze in Tiel gevestigde chemische bedrijven te komen. Naar mijn mening is hiervoor voldoende draagvlak onder de inwoners van Tiel, van wie de meesten deze twee bedrijven liever zien vertrekken. Voor een dergelijke verplaatsing moet men op het gemeentehuis ook gemotiveerd zijn. De financiële kant van zo’n plan is nogal ingrijpend en waarschijnlijk grensoverschrijdend. Ik doel op EU-subsidie. De voorzitter: De heer Van Oostrom heeft een verduidelijkende vraag aan de inspreker. De heer Van Oostrom: Meer een suggestie, mijnheer de voorzitter. De heer Van Uffelen heeft een uitvoerig betoog gehouden, waarin hij is ingegaan op een aantal zaken die hij in de vorige vergadering ook naar voren heeft gebracht. In die vergadering hebben wij afgesproken dat de rapportage over de gang van zaken rond deze calamiteit in de commissie bestuur zal worden besproken. Dat is een openbare rapportage, die de heer Van Uffelen kan inzien. Het lijkt mij verstandig op basis van die rapportage conclusies te trekken. Als ik heel eerlijk ben: dat lijkt mij een verstandiger aanpak dan hetgeen de heer Van Uffelen nu voorstelt. De heer Van Uffelen: Begrijp ik goed dat in de commissie nog over de evaluatie zal worden gesproken? De heer Van Oostrom: Ja, dat is toegezegd. Hierover zal in de commissie bestuur worden gesproken. Als ik u was, zou ik de evaluatie afwachten en kritisch bekijken. Mocht u dan nog vragen en opmerkingen hebben, dan kunt u in de commissie bestuur inspreken. De heer Van Uffelen: Wat mij te binnen is geschoten heb ik nu geventileerd. Ik vind het prima om daarop in een later stadium terug te komen. De heer Van Oostrom: Dat is mijn suggestie. De voorzitter: Zijn er nog andere vragen of suggesties? Dat is niet het geval. Ik wil mij aansluiten bij de woorden van de heer Van Oostrom. U hebt een tweetal punten aangestipt die u in de vorige raadsvergadering ook aan de orde hebt gesteld: de afhandeling van het incident en de locatie van het bedrijf. Beide onderwerpen zijn in de vorige vergadering behandeld. Voor wat het incident betreft zou ook ik u willen verwijzen naar de behandeling van de evaluatie in de commissie bestuur. De heer Van Uffelen: Is al een datum bekend waarop de evaluatie in de commissie bestuur zal worden behandeld? De voorzitter: U kunt zelf vernemen wanneer dat zal zijn. De heer Van Uffelen: Ik kan wel vernemen wanneer de commissie bestuur vergadert, maar ik wil graag weten wanneer de evaluatie gereed zal zijn. De voorzitter: De evaluatie zal op niet al te lange termijn gereed zijn. Via het internet of via de krant kunt u zien wanneer de evaluatie in de commissie bestuur zal worden besproken. De heer Van Uffelen: Dan moet ik daar dus vragen hoe het met de evaluatie staat. De voorzitter: De evaluatie zal in de commissie bestuur worden behandeld.
3
De heer Van Uffelen: Zal dat in de eerstvolgende vergadering van de commissie bestuur zijn? De voorzitter: Dat is de vraag. Ik verwacht niet dat de evaluatie in de eerstvolgende vergadering van de commissie bestuur zal worden besproken, dat zal in één van de daarop volgende vergaderingen gebeuren. De heer Van Uffelen: Op iets langere termijn dus. De voorzitter: Ik neem aan dat deze beantwoording op dit moment voldoende is en dank u voor uw bijdrage. Voordat wij de notulen van de vorige raadsvergadering vaststellen zal ik een nummer trekken. Eventuele stemmingen zullen bij de heer Van Oostrom beginnen. 3.
Vaststellen van de notulen van de op 22 augustus 2012 gehouden openbare raadsvergadering
De voorzitter: Behoudens de zojuist door de griffier gemaakte opmerking zijn naar aanleiding van de notulen geen opmerkingen ontvangen. De notulen van de raadsvergadering van 22 augustus 2012 worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van de aangebrachte wijziging vastgesteld. 4.
Ingekomen stukken
De ingekomen stukken onder I a. worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming om advies in handen gesteld van het college van burgemeester en wethouders. De heer Beijer: Mijnheer de voorzitter. Een korte vraag over ingekomen stuk II a. De bewoners van de Haagwinde vinden het niet fijn dat een visboer in hun omgeving komt. Zij hebben daartegen geprotesteerd. Ik heb het even nagekeken en gezien dat in de krant van 15 augustus – in de Zakengids – stond dat de gemeente met ingang van 4 september een vergunning heeft verleend en drie weken later stond de visboer er al. Dat betekent dat de bezwarentermijn van zes weken niet is toegepast. Mijn vraag is of de gemeente zich niet aan de in de krant vermelde termijnen moet houden. Is zo’n procedure wel rechtsgeldig als de gemeente dat niet doet? In de brief van de bewoners heb ik gelezen dat zij boos zijn over deze gang van zaken. De voorzitter: Ik veronderstel dat uw vraag nu niet kan worden beantwoord. Ik stel voor dat wordt uitgezocht hoe het zit en wij daarop bij u terugkomen. De ingekomen stukken onder II a. worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming ter afdoening en uitvoering in handen gesteld van het college van burgemeester en wethouders. De ingekomen stukken onder III a. t/m d. worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. De ingekomen stukken onder V a. t/m c. worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming ter voorbereiding op besluitvorming door de raad in handen gesteld van de commissie. Ingekomen stuk VI a. wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming in handen gesteld van de commissie. 5.
Lijst van hamerstukken: a. Ongegrond verklaren bezwaarschrift tegen onttrekking van een gedeelte van de Medelsestraat aan de openbaarheid b. Wijzigen Toeslagen en verlagingen verordening Wwb 2012 c. Wijziging tarieventabel legesverordening d. Definitieve vaststelling Regionale nota bodembeheer
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform de voorstellen van het college van burgemeester en wethouders besloten.
4
6.
Subsidieverordening Basisbibliotheek
Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: Mijnheer de voorzitter. Voor de VVD is dit een moeilijk verhaal. Omdat de verordening niet door de raad is vastgesteld, zijn in de afgelopen jaren besluiten met betrekking tot de verleende subsidie genomen waarvoor naar onze mening geen wettelijke grondslag is. De bevoegdheid van het college voor het nemen van die besluiten ontbrak immers. Afgelopen maandag hebben wij het college via de mail schriftelijk vragen gesteld, waarop wij tot op heden helaas geen antwoord hebben gekregen. Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt dat mijn bijdrage in deze vergadering min of meer technisch is, maar er is helaas geen andere manier om uit te leggen wat wij van dit voorstel vinden. Ten eerste. De subsidieverordening voor de bibliotheek is niet door de raad vastgesteld en kan daarom geen wettelijke grondslag voor toekenning van subsidie aan de bibliotheek bieden. In de algemene subsidieverordening wordt de reikwijdte genoemd waarvoor deze verordening geldt. Naar onze mening ontbreekt de bibliotheek hierbij. Omdat de bibliotheek niet kan worden geschaard onder de in de verordening genoemde beleidsterreinen, is deze verordening niet toepasbaar voor de bibliotheek. De VVD is het niet eens met uw stelling, dat de door de raad vastgestelde gemeentebegroting de wettelijke grondslag voor de subsidie zou zijn. In artikel 4.23 van de AWB staat omschreven dat een wettelijk voorschrift voor de verstrekking van subsidie nodig is en in lid 3 van dat artikel staat dat, indien in de begroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld vermeld zijn, het wettelijk voorschrift niet nodig is. Welnu, naar onze mening staan in de door de raad vastgestelde programmabegrotingen de bibliotheek en het maximale subsidiebedrag niet expliciet vermeld. Ook op grond van artikel 4.23 lid 3 van de AWB is subsidieverlening dan ook niet mogelijk. Al met al zijn naar de mening van de VVD subsidies verstrekt via beschikkingen die niet rechtmatig zijn. Mijn vraag aan het college luidt: hoe denkt u hierover? Nu over de inhoud van de verordening zelf. De VVD is het niet eens met artikel 12.3, waarin wordt aangegeven, dat het de basisbibliotheek is toegestaan bestemmingsreserves te vormen. Wij hebben geen probleem met de te vormen reserve, zodat er een pot zal zijn als over een aantal jaren kosten zullen moeten worden gemaakt voor bijvoorbeeld de vervanging van inventaris. Deze reserve dient echter bij de gemeente en niet bij de basisbibliotheek gevormd te worden. Als vervanging van de inrichting aan de orde is, kan de gemeente zich daarover op verzoek van de bibliotheek een oordeel vormen en daarvoor de middelen beschikbaar stellen die de gemeente wenselijk vindt. Wethouder Verspuij: Mijnheer de voorzitter. Allereerst zal ik op de maandag door de VVD ingediende vragen ingaan. Ik heb maandag inderdaad een stukje tekst van mevrouw Duquesnoy ontvangen, maar ik heb daarin geen vragen gelezen en heb die tekst als de mening van de VVD beschouwd. Dat de interpretatie van het college een andere is dan de interpretatie van de VVD is duidelijk. Artikel 4.23 van de Algemene Wet Bestuursrecht vereist een wettelijke grondslag voor de verstrekking van subsidies. In onze ogen is die wettelijke grondslag de gemeentebegroting, waarin de bibliotheek als aparte begrotingspost wordt genoemd. Mevrouw Duquesnoy heeft er terecht op gewezen dat de verordening niet door de raad is vastgesteld en dat wel had moeten gebeuren. Door middel van dit voorstel wordt dat gerepareerd. Door met dit voorstel in te stemmen, zal de raad de verordening met terugwerkende kracht vaststellen. In de verordening zijn regels opgenomen waaraan subsidieverstrekking moet voldoen. Uitzondering hierop vormt de situatie waarin in de begroting wordt vermeld wie de subsidieontvanger is en tot welk bedrag de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld. De gedachte is, dat met de vermelding in de begroting publieke controle op de subsidieverlening mogelijk wordt gemaakt. Het gaat daarbij veelal om subsidies met een gering aantal ontvangers. Bij de bibliotheek is dat duidelijk: er is maar één bibliotheek en dat is de basisbibliotheek. Dat geldt ook voor Mozaïek, de Stichting Thuiszorg, de Kinderopvang en ga zo maar door. Een voorbeeldje: in de programmabegroting 2011 is een paragraaf over subsidies opgenomen waarin is vermeld dat de basisbibliotheek een exploitatiesubsidie van € 755.394,- ontvangt. Deze subsidieverlening voldoet dus aan de wettelijke eisen. In de programmabegroting 2013 zal eveneens een subsidieparagraaf worden opgenomen waaruit blijkt welke bedragen aan de verschillende subsidieontvangers, waaronder de basisbibliotheek, worden verstrekt. In de programmabegroting 2012 is geen subsidieparagraaf opgenomen, maar het bedrag voor de bibliotheek - € 819.000,- - is wel in de programmabegroting vermeld. Bij het subsidiebedrag komt een lichte verhoging voor huisvestingskosten en ambtelijke ondersteuning. Dat bedrag omvat alle kosten. Ik heb hierover juridisch advies ingewonnen en de conclusie is, dat geen problemen zijn te voorzien met betrekking tot de rechtmatigheid van de in het verleden verleende subsidies en herstelacties niet noodzakelijk zijn.
5
De heer Melissen: Mijnheer de voorzitter. Ik stel vast dat de wethouder zijn huiswerk heeft gedaan en door hem is nagegaan hoe het zit. Wij hebben dat ook gedaan en in 2012 zijn wij de omschrijving van de aan de bibliotheek verleende subsidie niet in de begroting tegengekomen. Daarover verschillen wij echt van mening. De begroting van 2011 hebben wij hierop niet nageslagen. Het begint natuurlijk met de aanvraag van de bibliotheek zelf. Door het bestuur van de bibliotheek is gevraagd of de bibliotheek op basis van een aantal artikelen in de subsidieverordening subsidie kan krijgen en het college heeft daarover een besluit genomen. Dat in die beschikking niet wordt verwezen naar de artikelen op basis waarvan de aanvraag is toegekend is logisch, omdat er geen verordening was. In de beschikking is ook niet vermeld dat de begroting als grondslag voor de toegekende subsidie dient. Voorts is opmerkelijk dat in de beschikking wel is vermeld dat bezwaar kan worden gemaakt, maar niet op basis van welke grondslag. U zult begrijpen dat wij hierover geen oorlog willen voeren. Ons advies aan het college is zorgvuldig te handelen. Het gaat om een bedrag van circa € 900.000,-, wat veel geld is. Wij mogen van het college verwachten dat de beschikking klopt en dat er een verordening is. Dat is onze boodschap. Als dit vaker voorkomt – wat wij niet hopen – zijn wij echt gebrekkig bezig. Mevrouw Duquesnoy wil nog een enkele inhoudelijke opmerking maken. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: Ik heb aan de woorden van de heer Melissen weinig toe te voegen. Wij zullen tegen deze verordening stemmen, omdat wij het niet eens zijn met het te vormen potje. De voorzitter: Heeft de wethouder nog iets toe te voegen aan hetgeen hij over de gevolgde procedure heeft gezegd? Wethouder Verspuij: Ik deel de mening van de heer Melissen dat wij zorgvuldig en transparant te werk moeten gaan. Om die reden hebben wij in de thans in voorbereiding zijnde begroting een veel uitgebreidere subsidieparagraaf opgenomen dan de subsidieparagrafen in de begrotingen van voorgaande jaren. Op die manier proberen wij dit soort discussies in de toekomst te voorkomen. Bij de behandeling van de begroting zal de raad daarover nader worden geïnformeerd. Over het te vormen potje verschillen wij van mening. De heer Van Oostrom: Ik heb een vraag aan de VVD, mijnheer de voorzitter. Mevrouw Duquesnoy gaf aan dat haar fractie niet tegen de vorming van een potje is, maar dat dit potje niet bij de bibliotheek maar bij de gemeente moet worden gevormd. Ik wil graag weten waarom zij dat zo belangrijk vindt. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: De VVD is van mening dat instellingen geen potjes dienen te vormen. Als reserves moeten worden gekweekt, dient de gemeente dat te doen en als de tijd ervoor daar is, kan de gemeente die reserve gebruiken. De heer Van Oostrom: Bij de Agnietenhof doen wij hetzelfde. De VVD heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. Wat is het verschil? Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: Bij de Agnietenhof is sprake van een andere situatie. De Agnietenhof is verzelfstandigd maar niet zelfstandig. De Agnietenhof is bij mijn weten nog van de gemeente, dus die pot vormen wij toch bij onszelf. De heer Van Oostrom: Bij de bibliotheek is sprake van een samenwerking tussen verschillende gemeenten. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: De bibliotheek heeft volgens mij een aparte rechtsvorm, dat is de reden. De bibliotheek is niet de gemeente Tiel, de Agnietenhof is dat wel. De heer Melissen: Nog een kleine aanvulling in de richting van het CDA, mijnheer de voorzitter. Ik zal het simpel zeggen: de VVD heeft er moeite mee dat met verleende subsidiebedragen wordt gespaard. Dat is ons grondbezwaar. Wij zijn van mening dat subsidies niet zijn bedoeld om ze op te sparen. Dat is onze motivatie om dit niet te willen. De heer Van Oostrom: Ik wil hierop graag reageren. Wij doen dit bij de Agnietenhof ook! De VVD zou dan ook tegen het sparen met subsidiegeld bij de Agnietenhof moeten zijn.
6
De heer Van Oostrom: Wij moeten nu ons oordeel geven over de voorliggende verordening betreffende de bibliotheek. Zoals gezegd zijn wij daartegen. Als besluitvorming betreffende de Agnietenhof aan de raad zal worden voorgelegd, zullen wij hetzelfde standpunt innemen. De heer Spekman: Ik heb een vraag aan de VVD. Ik vraag mij af op welke manier de VVD met de omringende gemeenten wil samenwerken. Meerdere gemeenten nemen deel in de Bibliotheek Rivierenland en wij zullen tot een goede samenwerkingsvorm moeten komen. Is de VVD van mening dat bijvoorbeeld de gemeente Neerijnen op een bepaald moment moet kunnen zeggen dat zij er niet aan meedoet of mag alleen Tiel dat zeggen? Moeten wij niet proberen gezamenlijk tot een goede regelgeving voor de bibliotheek te komen? Zelf heb ik ooit gewerkt bij een instelling waarin meerdere gemeenten en provincies deelnamen en elke provincie en elke gemeente eigen regels hanteerde. Daar werd ik knettergek van. Inmiddels ben ik weer hersteld, maar ik zie dat hier nu weer gebeuren en dat is bijna een traumatische ervaring. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: Het is fijn dat u weer beter bent! Ik denk dat u twee dingen met elkaar verwart. Wij zijn niet tegen samenwerking tussen bibliotheken. Het tegendeel is het geval, wij ondersteunen die samenwerking van harte. In dit geval gaat het echter om de Tielse bibliotheek die een apart potje wil gaan vormen voor alleen de Tielse bibliotheek, waaruit vervangingsinvesteringen zullen kunnen worden betaald. De heer Spekman: U ziet de Tielse bibliotheek dus niet als een onderdeel van een samenwerking in de regio. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: Dat zien wij wel, maar dat heeft er helemaal niets mee te maken. De voorzitter: Wil de wethouder nog iets aan deze discussie toevoegen? Wethouder Verspuij: Ik wil de discussie niet overdoen en ook geen Salomonsoordeel vellen, mijnheer de voorzitter. Mevrouw Duquesnoy heeft er terecht op gewezen dat de redenatie over de schouwburg niet opgaat, omdat de schouwburg van de gemeente zelf is. De heer Van Oostrom heeft echter wel een punt. Meerdere instellingen waaraan wij subsidie verlenen, zoals bijvoorbeeld Mozaïek, gaan daarmee op dezelfde wijze om. Mevrouw Duquesnoy-van den Heuvel: Misschien is het de wethouder ontgaan, maar ik heb hem al een paar weken geleden per e-mail gevraagd mij te laten weten welke instellingen dergelijke potjes hebben. Ook op die vraag heb ik nog geen antwoord gekregen. Wethouder Verspuij: Daarop wilde ik net ingaan, mijnheer de voorzitter. Mevrouw Duquesnoy heeft de vraag hierover gesteld in de week voorafgaand aan Appelpop en het fruitcorso. Omdat dat een drukke tijd was, heb ik gezegd daarop later te zullen terugkomen. De mensen die deze vraag moeten beantwoorden zijn de mensen die zich met het opstellen van de begroting bezighouden. De beantwoording van de vraag kost even tijd, maar mevrouw Duquesnoy zal binnenkort een antwoord ontvangen. Het lijkt mij sterk dat de bibliotheek de enige instelling is waar wij het op deze manier doen. Overigens wil ik nog opmerken dat de heer Spekman ook gelijk heeft. Wij hebben de subsidieverordening gemaakt om ervoor te zorgen dat regiobreed dezelfde afspraken gelden. Het zou vreemd zijn als in Neerijnen en Culemborg andere afspraken zouden gelden dan in Tiel. De voorzitter: Ik stel voor de beraadslagingen over dit punt te beëindigen en tot besluitvorming over te gaan. Ik constateer dat de VVD-fractie geacht wenst te worden tegen het voorstel te hebben gestemd en de overige fracties voorstemmen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de fractie van de VVD geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 7.
Maandelijkse begrotingswijzigingen
7
Mevrouw Özünal: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben een aantal vragen gesteld over begrotingswijziging 13, waarop wij nog geen reactie hebben ontvangen. Kan de wethouder daarop nu wellicht reageren? Wethouder Driessen: Mijnheer de voorzitter. De vragen waarop mevrouw Özünal doelt zijn gisteren ontvangen en meteen uitgezet en ik heb de antwoorden daarop vanmiddag gekregen. Mijn complimenten voor het feit dat deze vragen schriftelijk zijn gesteld. Dat geldt ook voor de vraag van mevrouw Stoeten-Flach Op de vraag om welk dijkvak het gaat is het antwoord dat het gaat om het dijkvak vanaf de grens met de gemeente Neerijnen tot aan de grens van de bebouwde kom – zeg maar de dijk af – bij Passewaaij. Voorts is gevraagd wat wordt gedaan met het geld dat via het Gelders Fietsnetwerk beschikbaar komt. De doelstelling van deze ingreep is de fietsveiligheid en fietsvriendelijkheid op dat dijkvak te verbeteren. Om dat doel te verwezenlijken zal een vijftal snelheidsremmende maatregelen worden genomen en er komen fietssuggestiestroken. De middelen zullen voor 100% worden ingezet om het fietsen ter plaatse veiliger te maken. Mevrouw Stoeten-Flach heeft gevraagd waarom daar wel en bijvoorbeeld niet op de Dreef in Wadenoijen op Duurzaam Veilig ten behoeve van fietsers wordt ingezet. Dit project stond voor 2012 op de rol. In de Perspectievennota is over de begroting 2013 gesproken, waarin Duurzaam Veilig helaas is gesneuveld. Dit project zat in een eerdere fase van besluitvorming. Ook het werk op de Dreef gaat dit jaar in uitvoering, wellicht is men daarmee al begonnen. De voorzitter: Het is goed dat technische vragen, zoals wij hebben afgesproken, vooraf worden gesteld. Omdat de termijn voor de beantwoording kort was, heeft de wethouder deze vragen in de vergadering moeten beantwoorden. Als de termijn iets langer zou zijn geweest, zou er voldoende tijd zijn geweest voor het ambtelijk afhandelen van de vragen. Het is goed dat mevrouw Özünal haar vragen heeft herhaald, de andere fracties zijn daarvan nu ook op de hoogte. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 8.
Intergemeentelijke aangelegenheden
Er zijn geen intergemeentelijke aangelegenheden die ter vergadering dienen te worden gemeld. 9.
Vragenuur
De heer Beijer: Mijnheer de voorzitter. Ik verwachtte dat deze raadsvergadering vroeg zou zijn afgelopen, dus ik dacht dat ik best een vraag zou kunnen stellen. Mijn vraag betreft de afvoer van bezoekers na afloop van Appelpop. In tegenstelling tot voorgaande jaren reden dit jaar geen extra treinen in de richting van Arnhem en Nijmegen om de bezoekers van Appelpop veilig naar huis te brengen, omdat Syntus niet bereid was hiervoor extra materieel en menskracht beschikbaar te stellen. De NS heeft dat gelukkig wel gedaan en de bezoekers van Appelpop konden dan ook tot vijf voor twee ’s nachts een trein in de richting van Utrecht nemen. Ik ben van mening dat de NS hiervoor een compliment verdient. Uiteraard betreuren wij het dat Syntus het heeft laten afweten. Wij zijn van mening dat vervoerders als dienstverleners niet alleen een logistieke, maar ook een sociaal-maatschappelijke functie hebben. Toen het besluit van Syntus bekend werd, heeft de PvdA-Statenfractie haar bezorgdheid over deze ontwikkeling uitgesproken en GS schriftelijk gevraagd dit vervoer na afloop van Appelpop alsnog mogelijk te maken door een bijdrage uit het evenementenpotje – al weer een potje – van de provincie te verlenen. Kennelijk is dat niet gelukt en is ook het college van burgemeester en wethouders er niet in geslaagd Syntus ertoe te bewegen extra materieel en mankracht in te zetten. Zoals ik al eerder stelde zijn wij van mening dat vervoerders evenals de overheid in dezen een verantwoordelijkheid hebben en ervoor moeten zorgen dat bezoekers na afloop van grootschalige evenementen veilig naar huis kunnen reizen. Dit brengt ons tot de volgende vragen. Wat heeft het college gedaan om voor deze kwestie een oplossing te vinden? Is het college bereid bij een volgende gelegenheid meer prioriteit te geven aan de veilige afvoer van de bezoekers en bijvoorbeeld eerder met de vervoerders om de tafel te gaan zitten?
8
De voorzitter: Ik stel voor dat eerst wethouder Verspuij op uw vragen ingaat, omdat hij in het kader van de evenementenportefeuille overleg met de vervoerders heeft gevoerd. Hoe dat overleg is verlopen zal hij toelichten en waar nodig kan ik zijn betoog aanvullen met informatie over de veiligheidssituatie op vrijdag- en zaterdagavond. Wethouder Verspuij: Mijnheer de voorzitter. Toen ik de heer Beijer hoorde vragen of het college bereid is eerder met de vervoerders om de tafel te gaan zitten fronste ik de wenkbrauwen. Wij zitten namelijk bijna het jaar rond met de vervoerders aan tafel, eerder kan haast niet. Op 22 juni 2012 heeft Syntus ons formeel medegedeeld dat een bijdrage wordt verlangd voor de inzet van extra treinen. De versterking van het treinvervoer in de reguliere dienstregeling neemt Syntus wel voor eigen rekening. Uiteraard hebben wij negatief op die mededeling gereageerd en onze negatieve reactie heeft geleid tot diverse overleggen, zelfs in het hoofdkantoor van Syntus in Doetinchem. Bij die overleggen is gebleken dat Syntus in tegenstelling tot in voorgaande jaren dit jaar niet genegen was deze kosten voor eigen rekening te nemen. Wij kregen letterlijk de vraag te horen of wij geen kranten lezen. Kennelijk is in de krant te lezen dat het zo slecht gaat met Syntus, dat het voor Syntus onmogelijk is de kosten van extra vervoer te dragen. Wij hebben dat buitengewoon jammer gevonden. Natuurlijk hebben wij afgewogen wat wij zouden kunnen doen. Het lijkt mij niet slim de kosten voor onze rekening te nemen, want dan gaat het ook om de kosten van extra inzet tijdens de reguliere dienstregeling en de NS zal dan mogelijk eveneens in de rij gaan staan. Dan hebben we het niet meer over een relatief bescheiden bedrag, maar over ruim € 10.000,-. Het evenementenbudget, dat sowieso beperkt is, wordt jaarlijks al overschreden en wij proberen al alles te doen wat mogelijk is om de overschrijding binnen de perken te houden. De bestuurlijke inzet is zowel van mijn kant als van de zijde van de burgemeester gekomen. Ook de burgemeester heeft met de directie van Syntus gesproken, maar de overleggen hebben helaas niet tot een ander besluit van Syntus geleid. Wij hebben ook contact opgenomen met de provincie, de concessieverlener, maar niet met de bedoeling een financiële bijdrage te vragen. Het ging ons immers niet om het bedrag, maar om het principe. Helaas is de afvoer van bezoekers na afloop van grote evenementen niet in de concessie geregeld en is er binnen de concessie geen mogelijkheid Syntus te houden aan het rijden met extra treinen na de dienstregeling. Dat is jammer. Vervolgens hebben wij een back up-plan gemaakt. Wij hadden extra bussen achter de hand die zouden kunnen worden ingezet mocht de situatie bij het station uit de klauw lopen en de provincie heeft achter de schermen toegezegd de helft van de kosten daarvan voor haar rekening te zullen nemen. Dat was een prima afspraak. De burgemeester zal zo dadelijk iets over de situatie op de bewuste avond zeggen. Het volgend jaar zullen wij niet langer met Syntus te maken hebben, dan zal Arriva op de betreffende trajecten rijden. Het is inderdaad zaak dat wij vroeg in contact treden met Arriva. Het overleg met de NS is al gepland. De gemeente doet ongelooflijk veel aan het aan- en afvoeren van bezoekers. Wij hebben zelfs een compleet transferium in het leven geroepen, wat tot veel auto’s en voetgangers bij het voetveer heeft geleid. Door het stijgende bezoekersaantal hopen wij er dit jaar iets beter uit te springen dan in voorgaande jaren, maar er is nog steeds sprake van een financieel tekort op het transferium. Dat zal altijd zo blijven, het transferium is niet kostendekkend. Ik wil erop wijzen dat het transferium het volgend jaar niet meer in de begroting van Tiel zal zijn opgenomen en gezocht zal moeten worden naar andere mogelijkheden, die minder zullen kosten. Het realiseren daarvan zal een enorme kluif zijn. Ik zeg toe dat ik de raad van de vorderingen op de hoogte zal houden en tijdig zal informeren mochten wij er onverhoopt niet in slagen een goede oplossing te vinden. De voorzitter: Ik denk dat het goed is de beantwoording door de wethouder op een tweetal punten aan te vullen. Allereerst een opmerking over de communicatie. Wij hebben afgesproken indringend te zullen communiceren over de veilige afvoer van personen. Wij hebben dat vooraf op allerlei plekken gedaan, maar ook tijdens het evenement zelf. De organisator heeft via de lichtkranten gecommuniceerd en ook de vervoerders hebben dat gedaan. Wij betreuren het dat Syntus na afloop van de dienstregeling geen extra treinen heeft ingezet, maar het is wel goed dat Syntus daarover heeft gecommuniceerd. Op alle tussenliggende stations en in de treinen hebben posters gehangen en ook op de internetsites van zowel Syntus en de gemeente als de organisator is gecommuniceerd over de vervoersmogelijkheden. Mensen die overwogen met de trein uit Arnhem of Nijmegen naar Tiel te komen konden die informatie niet missen.
9
Ten tweede wil ik erop wijzen dat wij vanwege deze problematiek de situatie op het station op de vrijdag- en zaterdagavond via het veiligheidsoverleg, dat periodiek bij elkaar komt, nadrukkelijk hebben gemonitord, natuurlijk vooral na afloop van het evenement. Ter plekke is niet alleen door onze eigen mensen maar ook door mensen van Brink Verkeer gemonitord. Het laatste bedrijf is door ons ingehuurd om alle mobiliteitsstromen waaraan de heer Verspuij refereerde in goede banen te leiden. Daarnaast hebben de spoorwegpolitie, de NS en Syntus de situatie op het station gemonitord en op het station zijn fysieke maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat mensen in de goede treinen stapten en de vervoersstromen gescheiden werden. Op het Stationsplein was ook een camera van de politie geïnstalleerd, waarvan de beelden voortdurend uitgekeken werden. Eén van de belangrijkste vragen van mijn kant in het reguliere veiligheidsoverleg op zaterdagavond was ‘Hoe gaat het nu op het station?’. De heer Verspuij heeft er zojuist op gewezen dat wij een noodscenario achter de hand hadden. Zouden zich onverhoopt, ondanks de goede communicatie, nog honderden mensen op het plein hebben bevonden die niet weg konden, dan zouden wij bussen hebben kunnen inzetten. Uit alle gegevens die wij bij het veiligheidsoverleg binnen kregen is ons gebleken dat geen sprake was van een bijzondere situatie en de afvoer van de bezoekers van Appelpop op een goede manier verliep. Wij hebben de bussen dan ook niet behoeven in te zetten. Ik vind het belangrijk deze toelichting aan het antwoord van wethouder Verspuij toe te voegen. De organisator, de hulpdiensten en de mensen van de gemeente verdienen naar mijn mening een compliment voor de wijze waarop dit grootschalige evenement is verlopen. Op zaterdagmiddag, bij de overloop van Fruitcorso naar Appelpop, liepen 150.000 mensen in Tiel rond en op beide avonden zijn er minder dan tien aanhoudingen geweest. In een normaal horecaweekeind in Nijmegen of Arnhem heeft de politie het mijns inziens aanzienlijk drukker. Het is goed te benadrukken dat dit grote evenement zonder grote problemen is verlopen, dat is een compliment waard. Natuurlijk zal het aspect van de mobiliteit, zowel voor wat betreft de auto’s als het openbaar vervoer, het volgend jaar weer nadrukkelijk onze aandacht hebben. Heeft de heer Beijer aanvullende vragen? De heer Beijer: Ik heb één aanvullende vraag aan de wethouder. De wethouder stelde dat de NS ook in de rij zou hebben gestaan als wij zouden hebben besloten Syntus te betalen. Heeft hij van de NS een signaal gekregen dat erop duidt dat de NS van plan zou zijn een vergoeding te vragen? Ik heb begrepen dat de NS uitermate tevreden is over de opbrengst van deze avond. Wethouder Verspuij: Nee, wij hebben geen signaal van de NS gekregen, maar hetgeen ik heb gezegd zou een logisch gevolg kunnen zijn. De voorzitter: Het vragenuur is hiermee afgesloten. 10.
Rondvraag
Er zijn geen vragen. 11.
Sluiting
De voorzitter: De vergadering is gesloten. (20.16 uur) Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tiel d.d. 17 oktober 2012. De griffier,
de voorzitter,
Agendapunt Raadsvergadering Kenmerk Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
:4 : 17 oktober 2012 : RG/M. Rietberg : voorzitter raad : : Ingekomen stukken
Aan de raad, Beslispunt: Beslissen overeenkomstig de in de categorieën aangegeven wijze van behandeling.
I.
Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders: a.
II.
III.
Afschrift brief d.d. 23 september 2012 aan het college van burgemeester en wethouders van een viertal burgers inzake de kap van populieren inclusief nesten van roeken aan de Echteldsedijk en het functioneren van de Klankbordgroep Natuur
Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter afdoening c.q. uitvoering in handen te stellen van burgemeester en wethouders: a.
Brief d.d. 10 september 2012 van Raad van Bestuur RMU, mede namens FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en christennetwerk/gmv, inzake gemeentelijk beleid t.a.v. Winkeltijdenwet en zondagsopenstellingen winkels: borgen werknemersbelangen
b.
Brief d.d. 18 september 2012 van de fractie van de ChristenUnie betreffende schriftelijke vragen aan het college (ex art 41 RvO) inzake standplaats visboer
c.
Brief d.d. 30 september 2012 van M. Belaraj en M. Heijzelaar inzake leegstand Westlede en aanleunwoningen Buurmalsenstraat 2 te Tiel
Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor kennisgeving aan te nemen: a.
Brief d.d. 16 september 2012 van het college aan de fractie van ProTiel inzake beantwoording schriftelijke vragen (ex art. 41 RvO) over de brandkranen en bereikbaarheid binnenstad Tiel
b.
Motie van de fractie van Winterswijks Belang van de gemeente Winterswijk inzake duurzame energie
c.
Motie van meerdere fracties van de gemeente Weststellingwerf inzake wettelijke kaders aangaande Verordening leerlingenvervoer op kosten van de gemeente
d.
Rapportage van het Nationaal Raadsledenonderzoek 2012 van Daadkracht voor de overheid
IV.
Stukken welke om advies zijn geweest bij burgemeester en wethouders ten aanzien waarvan wordt voorgesteld zoals daarbij is aangegeven: a.
V.
Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter voorbereiding van besluitvorming door de raad in handen te stellen van de commissie: a.
VI.
Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze in handen te stellen van de commissie: a.
VII.
Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze om advies in handen te stellen van de griffier: a.
VIII.
Stukken waaromtrent wensen en bedenkingen naar voren kunnen worden gebracht: a.
Het Presidium de voorzitter,
ir. J. Beenakker
Agendapunt Raadsvergadering Kenmerk Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
: : : : : :
6 17 oktober 2012 OW/wspringeling H. Driessen 8 Visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel
Aan de raad, Beslispunt: Het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel vaststellen.
Inleiding Aanleiding Bij het vaststellen van de perspectievennota 2012 is € 80.000 beschikbaar gesteld om onderzoek te doen naar de gemeentelijke sportaccommodaties. Aanleiding voor dit onderzoek betrof een aantal ontwikkelingen, zoals: - verschillen in huurtarief en -voorwaarden tussen de verschillende (buitensport)verenigingen; - de wens van de raad om te komen tot kostendekkende verhuur van accommodaties; - de mogelijkheid tot de inrichting van het terrein aan de Schaarsdijkweg; - enkele verouderde accommodaties; - enkele verenigingen hebben geen (geschikte) accommodatie. Sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel Het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel (zie bijlage) zoals dat nu voorligt, bevat de visie en de ambitie van de gemeente Tiel en de daar uit voortvloeiende scenario's. Na vaststelling van het visie en ambitiedocument kan gestart worden met het onderzoeken van de aangegeven scenario's. Met het vaststellen van het visie- en ambitiedocument wordt het vervolgonderzoek ingekaderd en wordt richting gegeven aan de invulling van het sportaccommodatiebeleid. In het nog te schrijven sportaccommodatiebeleid worden keuzes gemaakt over de wijze waarop de gemeente Tiel op korte, middellange en lange termijn omgaat met de sportaccommodaties. De keuzes worden gebaseerd op basis van het onderzoek naar de scenario’s. Gezien het aantal scenario’s in het visie- en ambitiedocument en de financiële consequenties daarvan zal uiteindelijk slechts een beperkt aantal scenario’s voor realisatie in aanmerking komen. Voor de hierin te maken keuzen zal de raad een voorstel worden voorgelegd (zijnde het sportaccommodatiebeleid). Het sportaccommodatiebeleid bevat naast de keuzes ook een uitvoeringsplan (inclusief financiële paragraaf, planning en (on)mogelijkheden) om het beleid te realiseren In de bijlage vindt u een samenvatting van het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel. Beoogd effect Met het vaststellen van het visie- en ambitiedocument wordt het vervolgonderzoek ingekaderd en wordt richting gegeven aan de invulling van het sportaccommodatiebeleid. In het nog te schrijven sportaccommodatiebeleid wordt aangegeven op welke wijze de gemeente Tiel op korte, middellange en lange termijn omgaat met de sportaccommodaties.
Argumenten Dit voorstel is gebaseerd op de volgende argumenten. 1. Het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel is gebaseerd op eerdere onderzoeken, reeds vastgestelde kaders en landelijk gehanteerde uitgangspunten. Het visie- en ambitiedocument sluit aan bij bestaand beleid of uitgangspunten zoals het sportbeleid, de structuurvisie, de verordening onderwijshuisvesting, de gemaakte afspraken met de Provincie Gelderland in het kader van GSO IV en het samenwerkingsconvenant met de gemeenten Geldermalsen en Culemborg. Daarnaast is gebruik gemaakt van enkele onderzoeken die al eerder zijn uitgevoerd in het kader van de gemeentelijke sportaccommodaties, te weten: - het in 2010 en 2011 uitgevoerde behoefteonderzoek1 (zie bijlage); - het in 2010 en 2011 opgestelde Meerjarenonderhoudsplan buitensportaccommodaties2; - het in 2012 opgestelde Meerjarenonderhoudsplan binnensportaccommodaties3; Tot slot is gebruikt gemaakt van landelijk gehanteerde normen, richtlijnen en ervaringscijfers met betrekking tot sportaccommodaties. Deze zijn terug te vinden in paragraaf 2.2.4 van het visie- en ambitiedocument. 2. Het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel geeft aan welke scenario´s onderzocht worden. Met het vaststellen van het visie- en ambitiedocument, worden nog geen keuzes gemaakt met betrekking tot de gemeentelijke sportaccommodaties, de wijze van beheer en tarieven. Wel wordt er met de vaststelling van het visie- en ambitiedocument richting gegeven aan de nader te onderzoeken scenario´s. In hoofdstuk 3 van het visie- en ambitiedocument staan de scenario´s beschreven die worden voorgesteld om nader uit te werken. 3. Bij de totstandkoming van het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel zijn Tielse sportactoren betrokken. Op 10 april 2012 heeft een werkconferentie plaatsgevonden waarvoor Tielse sportverenigingen en andere belanghebbenden zijn uitgenodigd. Tijdens de bijeenkomst heeft een Metaplansessie plaatsgevonden. In de sessie is de deelnemers gevraagd om hun mening over de gepresenteerde scenario´s in te brengen in de vorm van stellingen. Deze stellingen, inclusief het draagvlak voor deze stellingen van de andere deelnemers, zijn meegenomen in het visie- en ambitiedocument. In de bijlage vindt u het verslag van de bijeenkomst. Daarnaast is de opdracht voor het onderzoek en het visie- en ambitiedocument meerdere malen besproken met de Federatie Tielse Sportverenigingen. Kanttekeningen 1. Het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel bevat een aanname over de woningbouwprognose en de daarop gebaseerde bevolkings- en leerlingenprognoses. Bij het opstellen van het visie- en ambitiedocument zijn de bevolkings- en leerlingenprognoses betrokken. De meest recente prognoses baseren zich op de vastgestelde structuurvisie uit 2010. De structuurvisie gaat uit van een woningbouwprognose van ruim 4.000 woningen. Voor juni 2012 staat echter besluitvorming gepland over de herijkte woningbouwprognose. In het visie- en ambitiedocument is, vooruitlopend op de besluitvorming, rekening gehouden met een n e e g i d i u h n a v s i s a b p o n e g n i g i n e r e v t r o p s n a v s i e t f e o h e b e k j i l e t m i u r e d t a w n e i z t a a l t s m o k t i u e D 1 e d g i d o n e b l a a m i n i m e d n e g e t t e z e g f a s i e t f e o h e b e z e D . n e l l a t n a a n e d e l n e t h c a w r e v e t g i t s m o k e o t f o / n e F S N C O N r o o d d l a a p e b t r o p s e d n e f f e r t e b e d t i u n a v s r e d a k n a v s i s a b p o n e g n i n e i z r o o v e k j i l e t m i u r *
, g n i k r e w n e m a s e d n e f f e r t e b d r e e l u m r o f e g n e d e h k j i l e g o m n e n e s n a k n j i z n a v r e i h s i s a b p O . d n o b t r o p s e d
(
. k i u r b e g e d e m n e g n i s t a a l p r e v
)
. g n i l l e t s t s a v r o o v n e d o b e g n a a 2 1 0 2 n i u t d r o w P O M t e H 2 . g n i l l e t s t s a v r o o v n e d o b e g n a a 2 1 0 2 n i u t d r o w n e t p e c n o c n i g o n s i P O M t e H 3
woningbouwprognose van ongeveer de helft van de oorspronkelijke 4.000. De bevolkings- en leerlingenprognoses zijn daarom in het visie- en ambitiedocument naar beneden bijgesteld op basis van de aanname over de woningbouwprognose. Indien op basis van besluitvorming geconcludeerd moet worden dat er sprake is van een verkeerde aanname, wordt dit hersteld zodat het uiteindelijke sportaccommodatiebeleid uitgaat van de juiste kaders. Hetzelfde geldt ook voor het Integraal Onderwijshuisvestingsplan (IHP). Het IHP kan pas opgesteld worden nadat er beschikking is over leerlingenprognose die gebaseerd is op de herijkte woningbouwprognose. De keuzes die gemaakt worden in het IHP hebben echter wel invloed op de te maken keuzes in het sportaccommodatiebeleid. In het visie- en ambitiedocument is daarom wel de relevante tekst uit het concept IHP opgenomen. 2. In deel twee van het onderzoek wordt een scenario uitgewerkt waarin de opgelegde bezuinigingstaakstelling gerealiseerd wordt. Op basis van de analyse zoals opgenomen in het visie- en ambitiedocument sportaccommodaties gemeente Tiel is de verwachting dat dit zal betekenen dat de variatie in het accommodatieaanbod kleiner wordt, de kwaliteit van de voorzieningen naar beneden wordt bijgesteld danwel dat de inkomsten verhoogd worden. Binnen het onderzoek naar de sportaccommodaties wordt onderzocht op welke manier de bezuiniging gerealiseerd kan worden en wat hiervan de consequenties zijn. In deel 2 van het onderzoek, waarin het sportaccommodatiebeleid wordt geschreven, zal dit nader onderzocht worden. Uit de analyse blijkt echter dat instandhouding van de huidige situatie tot hogere kosten zal leiden. Het voldoen aan de bezuinigingstaakstelling zal hierdoor rigoureuzere maatregelen vragen dan het opheffen van de geconstateerde overcapaciteit alleen. Indien ervan wordt uitgegaan dat de variatie in het accommodatieaanbod gehandhaafd dient te blijven, zal hierop per saldo niet bezuinigd kunnen worden. In deel 2 van het onderzoek zal een scenario uitgewerkt worden waarin de bezuinigingstaakstelling gehaald wordt. 3. Op basis van de financiële positie van de gemeente Tiel en de geformuleerde bezuiniging op de B-lijst, zijn in het visie- en ambitiedocument sportaccommodaties gemeente Tiel geen scenario´s opgenomen die gebaseerd zijn op de wensen van diverse verenigingen die niet absoluut noodzakelijk worden bevonden. In Tiel zijn veel verenigingen die de wens hebben om nader te gaan samenwerken met andere verenigingen in Tiel, het sportpark/ de sportaccommodatie anders in te richten of om natuurgrasvelden te vervangen voor kunstgrasvelden. Deze wensen hebben allemaal betrekking op het aantrekkelijker maken van de verenigingen door de kwaliteit te verhogen. Echter, de wensen waarvan op basis van de analyse is gebleken dat het niet absoluut noodzakelijk is om deze door te voeren (hiervoor geld beschikbaar te stellen), zijn niet opgenomen als scenario om uit te zoeken in het tweede deel van het onderzoek. Of iets wel of niet noodzakelijk is, is als volgt beoordeeld. Een wijziging met betrekking tot de accommodatie wordt noodzakelijk geacht indien de accommodatie niet voldoet aan de normen en richtlijnen die door NOC*NSF, sportbond en/of verordening onderwijshuisvesting zijn gesteld voor: - De capaciteit van de voorzieningen ten behoeve van het huidige aantal gebruikers of het te verwachten aantal gebruikers van de betreffende verenigingen, onderwijsinstellingen en anders georganiseerde gebruikers ; - de kwaliteit van de voorzieningen in relatie tot het organiseren van trainingen,, wedstrijden en bewegingsonderwijs door de gebruikmakende verenigingen, onderwijsinstellingen en anders georganiseerde gebruikers (geen topsportwedstrijden). Daarbij geldt voor een aantal verenigingen dat eerst onderzocht wordt of samenwerking met een vereniging buiten Tiel tot de mogelijkheden behoort voordat wordt overgegaan tot het voorstel om te investeren in de accommodatie van de betreffende vereniging. 4. Het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel gaat uit van een kostprijsgeoriënteerde tariefstructuur op basis van vervangingswaarde en een subsidievorm om de kostprijsdekkende tarieven te compenseren tot een nader te bepalen percentage.
Wanneer verenigingen, zonder compensatie op een andere wijze, het kostendekkende tarief moeten betalen voor het gebruik van de sportaccommodaties, staat dit niet in verhouding met wat andere gemeenten vragen aan hun sportverenigingen. Daarnaast is de verwachting dat de verenigingen de tarieven voor hun leden dusdanig moeten verhogen, dat de meeste leden zullen besluiten hun lidmaatschap op te zeggen. In het visie- en ambitiedocument wordt er vanuit gegaan dat dit niet wenselijk is. Daarom wordt na vaststelling van het visie- en ambitiedocument in het tweede deel van het onderzoek bekeken op welke manier de kostendekkende tarieven (deels) gecompenseerd kunnen worden. Het is met een kostprijsgeoriënteerde tariefstructuur op basis van vervangingswaarde in combinatie met een subsidievorm wel voor iedereen inzichtelijk welke kosten de gemeente maakt om sportaccommodaties in stand te houden. Draagvlak Op 10 april 2012 is een werkconferentie gehouden waarvoor sportverenigingen en andere sportactoren zijn uitgenodigd. Tijdens de werkconferentie, maar ook na de werkconferentie hebben verenigingen de mogelijkheid gekregen om te reageren op de gepresenteerde scenario´s. Het verslag van de werkconferentie is verzonden aan de aanwezigen. Daarnaast is het voorliggende visie- en ambitiedocument aan de Tielse sportverenigingen beschikbaar gesteld. Verenigingen die de wens hebben om (vanuit de visie- ambitie van de gemeente) niet absoluut noodzakelijke verbeteringen door te voeren, zijn wellicht teleurgesteld in het voorliggende visieen ambitiedocument. Daarentegen is de verwachting dat veel verenigingen ook zullen begrijpen dat de financiële positie van de gemeente het niet toelaat aanzienlijk meer te investeren in sport dan nu al het geval is. Verenigingen zullen waarschijnlijk wel waarderen dat er duidelijkheid komt. Vragen met betrekking tot datgene wat van de gemeente verwacht mag worden inzake onderhoud, schoonmaak e.d. in relatie tot de gebruiksvergoedingen die worden betaald, gaan beantwoord worden. Aanpak/uitvoering Indien u voorliggend visie- en ambitiedocument vaststelt, worden de scenario’s zoals opgenomen in hoofdstuk 3 met betrekking tot de accommodaties; exploitatie en beheer; tarieven en subsidies nader uitgewerkt. Onderzocht zal worden wat de (on)mogelijkheden van de scenario’s zijn (inclusief een eerste aanzet tot een verkenning van de mogelijkheden in het kader van regionale samenwerking) en wat de kosten en planning zijn. Dit onderzoek resulteert in het sportaccommodatiebeleid waarin keuzes worden voorgesteld met betrekking tot de wijze waarop de gemeente Tiel op korte, middellange en lange termijn omgaat met de sportaccommodaties. De Federatie Tielse Sportverenigingen wordt geïnterviewd over de scenario’s. Een eerste concept van het sportaccommodatiebeleid wordt tevens in een bestuurlijk overleg met de FTS besproken. Daarnaast wordt voordat het sportaccommodatiebeleid ter besluitvorming wordt aangeboden, het sportaccommodatiebeleid in concept voorgelegd aan Tielse sportverenigingen om na eventuele bijstellingen te worden opgeleverd in de eerste helft van 2013. Communicatie Zie aanpak/ uitvoering. Financiën De kosten voor het opstellen van het visie-/ ambitiedocument Sportaccommodatiebeleid Gemeente Tiel en het Sportaccommodatiebeleid worden bekostigd vanuit het beschikbaar gestelde budget van € 80.000. Wanneer het sportaccommodatiebeleid ter vaststelling wordt aangeboden, wordt u geïnformeerd over de kosten die gepaard gaan met de uitvoering van het beleid. Bijlage(n) 1. Besluit college d.d. 26 juni 2012 , nr. 7
Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,
Advies commissie samenleving d.d.: 2 oktober 2012 Gezien de discussie tijdens de vergadering geeft de commissie, met inachtneming van de gedane toezegging van de wethouder, het presidium in overweging om het voorstel regulier te agenderen.
Tiel, d.d. 10 oktober 2012 de commissiegriffier,
Beslissing raad d.d.: 17 oktober 2012 de griffier,
Voor nadere (technische) informatie kunt u zich wenden tot: de heer/mevrouw: W. Springeling emailadres:
[email protected] telefoonnummer: 0344-637470
06 – raadsvoorstel – 17 oktober 2012
Nr. 6, Afdeling Onderwijs Welzijn
en
De raad van de gemeente Tiel, overwegende dat verschillende ontwikkelingen vragen om sportaccommodatiebeleid waarin keuzes worden gemaakt over de wijze waarop de gemeente Tiel op korte, middellange en lange termijn omgaat met de sportaccommodaties gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 juni 2012 gehoord het advies van de commissie Samenleving d.d. 2 oktober 2012 gelet op dat - het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel scenario´s bevat die de onderzoeksrichting geven voor het nog op te stellen sportaccommodatiebeleid; - het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel gebaseerd is op eerdere onderzoeken, reeds vastgestelde kaders en landelijk gehanteerde uitgangspunten; - bij de totstandkoming van het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel Tielse sportactoren zijn betrokken.
besluit:
Het visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel vaststellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 17 oktober 2012, de griffier, de voorzitter,
Voor nadere (technische) informatie kunt u zich wenden tot: de heer/mevrouw: Wanda Springeling emailadres:
[email protected] telefoonnummer: 0344 637470
06 – raadsbesluit – 17 oktober 2012
Samenvatting visie- en ambitiedocument sportaccommodatiebeleid gemeente Tiel Het visie- en ambitiedocument gaat uit van de vastgestelde visie op sport zoals opgenomen in het Tielse sportbeleid: 'Centraal staat het doel om zoveel mogelijke Tielenaren te laten bewegen en voldoende faciliteiten te bieden voor een actieve leefstijl: binnen de sportvereniging, de sportschool of op individueel niveau in de vrije natuur. Een term staat centraal: beweging!'. De Tielse visie op sport en diverse recente ontwikkelingen maken het wenselijk om op korte termijn sportaccommodatiebeleid vast te stellen en daarmee keuzes te maken met betrekking tot de manier waarop de gemeente met haar sportaccommodaties wil omgaan. Voordat het sportaccommodatiebeleid wordt geschreven, is het visie- en ambitiedocument opgesteld. Hierin wordt op basis van een inventarisatie van de huidige situatie en de visie op sport vanuit het vigerende sportbeleid de ambitie bepaald voor het te schrijven sportaccommodatiebeleid. De ambitie is vertaald naar een aantal scenario's. Deze scenario's worden uitgewerkt na vaststelling van het visieen ambitiedocument. Het college verzoekt de raad om het visie- en ambitiedocument vast te stellen. Hiermee worden de ambitie en daar uit voortvloeiende scenario's vastgesteld. Na vaststelling kan gestart worden met het onderzoeken van de scenario's. Met het vaststellen van het visie- en ambitiedocument wordt het vervolgonderzoek ingekaderd en wordt richting gegeven aan de invulling van het sportaccommodatiebeleid. Op basis van het onderzoek naar de scenario’s wordt het sportaccommodatiebeleid geschreven en ter vaststelling aan de raad voorgelegd. Gezien het aantal scenario’s en de financiële consequenties daarvan zal uiteindelijk slechts een beperkt aantal scenario’s voor realisatie in aanmerking komen. Voor de hierin te maken keuzen zal de raad een voorstel worden voorgelegd (zijnde het sportaccommodatiebeleid). Leeswijzer In deze samenvatting vindt u achtereenvolgens de vraagstelling van het onderzoek, de ambitie met betrekking tot sportaccommodaties, de scenario's die na vaststelling van het visie- en ambitiedocument worden uitgewerkt en hoe de uitwerking van de scenario's gaat plaatsvinden. Vraagstelling In het sportaccommodatiebeleid wordt een antwoord gegeven op de volgende onderzoeksvragen. A. Welke mogelijkheden bestaan er op basis van een inventarisatie van de wensen voor nieuwe initiatieven, uitbreiding, vervanging, sluiting en/of verplaatsing van (bovenlokale) sportaccommodaties en welke (ruimtelijke en financiële) gevolgen kunnen hiervoor met een scenariostudie worden geschetst? B. Hoe kan het beheer, onderhoud en de exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties het meest effectief en efficiënt worden georganiseerd, mede gelet op: 1. de (gewijzigde) BTW regelgeving; 2. de geformuleerde taakstelling op sportaccommodaties; 3. de samenwerking tussen Culemborg, Geldermalsen, Zaltbommel en Tiel; 4. de afspraken met de provincie Gelderland in het kader van GSO IV? C. Wat is de aard en omvang van de huidige indirecte subsidies van het beheer, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke
sportaccommodaties/gemeentelijke grond en hoe verhoudt dit zich tot de tarieven die hiervoor in rekening worden gebracht? Ambitie Sportaccommodaties De nu voor de gemeente Tiel passende variatie en hoeveelheid aan sportaccommodaties wordt behouden. Indien er sprake is van overcapaciteit (een vereniging heeft meer ruimte dan noodzakelijk) wordt bekeken of deze ruimte ingezet kan worden voor capaciteitsproblemen van andere verenigingen. Er is sprake van een capaciteitsprobleem wanneer de betreffende accommodatie gedurende tenminste drie jaar niet voldoet aan de normen en richtlijnen die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, NOC*NSF, sportbond en/of verordening onderwijshuisvesting zijn gesteld voor: - de capaciteit van de voorzieningen ten behoeve van het huidige aantal gebruikers of het te verwachten aantal gebruikers van de betreffende verenigingen, onderwijsinstellingen en anders georganiseerde gebruikers; - de kwaliteit van de voorzieningen in relatie tot het organiseren van trainingen, wedstrijden en bewegingsonderwijs door de gebruikmakende verenigingen, onderwijsinstellingen en anders georganiseerde gebruikers (geen topsportwedstrijden). Daarbij geldt als eerste oplossingsrichting voor het capaciteitsprobleem dat onderzocht wordt of samenwerking met een vereniging buiten Tiel tot de mogelijkheden behoort voordat wordt overgegaan tot het voorstel om te investeren in de accommodatie van de betreffende vereniging. Het beschikbare terrein aan de Schaarsdijkweg is niet groot genoeg om alle knelpunten met betrekken tot sportaccommodaties op te lossen. Het terrein wordt daarom ingezet om de grootste knelpunten met betrekking tot de sportaccommodaties op te lossen. Wanneer de eisen aan de sportaccommodaties veranderen als gevolg van de invoering van het passend onderwijs, drie transities en de kanteling van de Wmo, worden de accommodaties hierop aangepast. In regionaal verband wordt bekeken of een regionaal voorzieningenplan vastgesteld kan worden waarin integrale keuzes gemaakt worden over de definitie van regionale sportvoorzieningen, de spreiding van de regionale voorzieningen over Rivierenland en de financiering van de regionale voorzieningen in Rivierenland. Beheer, onderhoud en exploitatie De reeds gecommercialiseerde taken inzake beheer, onderhoud en exploitatie neemt de gemeente niet opnieuw op zich. Regionale samenwerking kan voordelen (financieel en kwaliteit) opleveren en dient onderzocht te worden. Eveneens dient onderzocht te worden of eigenwerkzaamheid van verenigingen gestimuleerd kan worden. Voor verenigingen dient inzichtelijk te zijn welk onderhoud zij mogen verwachten voor de te betalen huurpenningen en welke werkzaamheden nog van de vereniging worden verwacht. Het huidige, sober maar doelmatige, instandhoudingsregime wordt voortgezet. Indien mogelijk wordt gebruik gemaakt van belastingregelgeving zodat de kosten voor het onderhoud lager uitvallen. Subsidies en tarieven De tarieven voor het verenigingsgebruik van de Tielse sportaccommodaties dienen eenduidig en inzichtelijk te zijn hoe deze zijn opgebouwd. Daarbij wordt inzichtelijk
gemaakt wat het aanleggen en instandhouden van sportaccommodaties kost. De tarieven voor verenigingen dienen dusdanig te zijn dat een laagdrempelige toegang tot de sportaccommodaties gewaarborgd is. Scenario’s Voor nadere uitwerking en keuzebepaling in het sportaccommodatiebeleid wordt een aantal scenario’s voorgesteld. De verenigingen waarbij alleen 'handhaven' is voorgesteld, zijn uit onderstaand overzicht gehaald. Dit betreft de volgende verenigingen: Jeu de Boules De Teerling, Tennis LTV De Ridderweide, Voetbal RKTVC, Tennis TC Groenendaal, Tennis TLTC, Voetbal TS Theole, Tennis Ten Medel, Honk- en softbal De Panters, Korfbal Tiel ’72, IJsvereniging de Pinguïn en sporthal Westroyen. Accommodatie/vereniging Sportpark De Lok Atletiek Astylos
Voetbal SV TEC
Sportpark De Hennepe TFCC De Weirijders
Sportpark Iepengaard VV Wadenoyen
Sportpark Rauwenhof Hockey en cricket De Kromhouters Rugby De Scrumboks
Wielrennen JdV De Batauwers
Sportpark Schaarsdijkweg
scenario’s 1. a. handhaven b. uitwijken naar buurgemeenten voor medegebruik wedstrijdlocatie c. realiseren geschikte wedstrijdfaciliteiten 2. a. instellen multifunctioneel medegebruik vierde veld b. realiseren kunstgrasveld en herbestemmen derde en vierde veld 4. a. handhaven b. uitwijken naar buurgemeenten voor medegebruik wedstrijdlocatie c. realiseren geschikte wedstrijdfaciliteiten, zonodig op Schaarsdijkweg
termijn
<2015 <2015 <2015 20152020
<2015 <2015
10. uitbreiden met derde natuurgrasveld 11. vervangen natuur- door kunstgrasveld
<2015 20152020
13. a. uitbreiden met derde kunstgrasveld b. uitbreiden met vierde kunstgrasveld 16. a. vooralsnog handhaven, eventueel met trainingsgebruik van vierde veld bij TEC b. verplaatsen naar derde en vierde veld bij TEC 18. a. realisatie nabij Schaarsdijkweg van wielercircuit en/of b. realisatie nabij Schaarsdijkweg van veldritparcours of c. handhaven 19. realisatie wieleraccommodatie, ten behoeve van a. wielercircuit en/of b. veldritparcours en/of c. fietscrossparcours
<2015 20152020 <2015
20152020 20152020
20152020
20. ruimtereservering zwembad Zwembad Groenendaal Plus
20. nieuwbouw Schaarsdijkweg 20a renovatie zwembad
Gymnastieklokalen
Sporthal De Betuwe
21. Realisatie lokaal Rivierenlandlaan 22. Realisatie lokaal MFC Passewaay 23. gefaseerd opheffen twee lokalen na ingebruikname nieuwe lokalen 25. handhaven al naar gelang welslagen sporthal Tiel ’72
20202025 20202025 20202025 <2015 <2015 20152025 20152020
Hierbij wordt opgemerkt dat: • de varianten 4c en 19c deels overeen komen; • de varianten 2b, 13b en 16b onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden; • de varianten 18a en b onlosmakelijk verbonden zijn met 19 a en b. Exploitatie en beheer • Met betrekking tot eigendoms- en verhuurovereenkomsten worden rechtsgeldig ondertekende RvO’s opgesteld en waar nodig geactualiseerd. De huurovereenkomsten worden eveneens geactualiseerd en rechtsgeldig ondertekend indien van toepassing. • Met het oog op een eventueel gewenste BTW belaste ingebruikgave van de (buiten-)sportaccommodaties dient hierbij rekening te worden gehouden met een toekomstige omzetting van de huurovereenkomsten naar ingebruikgave overeenkomsten. • Ten aanzien van gecommercialiseerde taken van beheer en exploitatie neemt de gemeente niet opnieuw deze taken op zich, maar besluit na evaluatie en/of onderzoek over: - verlenging van de huidige overeenkomst per direct, - eventuele heraanbesteding in 2016 of - het onderbrengen van deze taak in een nieuwe entiteit, bijvoorbeeld een sportbedrijf dat bij voorkeur in regionaal verband opereert of - als onderdeel van alle drie bovenstaande scenario’s wordt tevens ingegaan op de eventuele mogelijkheid om een deel van de onderhoudswerkzaamheden bij sportverenigingen onder te brengen. • Bij een eventueel besluit over de op- en inrichting van een lokaal sportbedrijf wordt een doorlooptijd van circa twee jaar geraamd. (na een besluit hiertoe en beschikbaarstelling van een voorbereidingskrediet),
termijn Periode 2013-2015
Periode 2013-2015
Periode 2013-2015 Periode 2013-2015 Periode 2015-2020
Periode 2013-2015
Periode 2015-2025
Subsidies en tarieven • Er wordt overgegaan op een kostprijsgeoriënteerde tariefstructuur op basis van vervangingswaarde. • Alle kosten die gemoeid zijn met de exploitatie en het beheer van de sportaccommodaties worden, conform de gestelde uitgangspunten aan huisvesting van (maatschappelijke) organisaties, voor 100% in de tarieven doorberekend waarmee sprake wordt van een kostprijsdekkende tariefstructuur. • Om een laagdrempelige toegang tot de sportaccommodaties te waarborgen, wordt er een subsidievorm geïntroduceerd waarin de kostprijs dekkende tarieven direct worden gecompenseerd tot een nader te bepalen percentage. • Voor verenigingen die alsnog een onevenredige verhoging in het tarief voor ingebruikgave ervaren, wordt een overgangsregeling getroffen.
termijn Periode 2013-2015 Periode 2013-2015
Periode 2013-2015
Periode 2014-2018
Vervolg Bij de uitwerking van de scenario's wordt de Federatie Tielse Sportverenigingen (FTS) geïnterviewd. Wanneer het concept sportaccommodatiebeleid gereed is, worden de Tielse verenigingen en de FTS hierover geïnformeerd en worden de reacties meegenomen bij het opstellen van het definitieve stuk dat ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de raad.
Sportaccommodatiebeleid Visie-/ambitiedocument gemeente T i e l
Datum 10 mei 2012 Kenmerk R12-107.1269 Door EM/JS
Inleiding 1 Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Sportinfrastructuur en de lokale overheid Aanleiding Sportaccommodatiebeleid Tiel Procedure Leeswijzer
2 Inventarisatie- en analyseresultaten 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
Inleiding Kaderstelling Voorzieningen en capaciteit Organisatiestructuur en beheervormen Kosten en opbrengsten Subsidies en tarieven Bezuinigingstaakstelling Bovenlokaal aanbod Ontwikkelingen Conclusies
3 Visie en ambities 3.1 3.2 3.3 3.4
Inleiding Accommodatiescenario’s Exploitatie en beheer Subsidies en tarieven
Bijlage 1 Locatieoverzicht Bijlage 2 Specificatie opbrengsten ingebruikgave Bijlage 3 Boekwaarden en afschrijvingstermijnen
3 5 5 5 6 6 7 7 7 9 14 16 18 20 20 21 25 27 27 27 31 32 34 35 37
3
1 Inleiding 1.1 Sportinfrastructuur en de lokale overheid De totale overheidsuitgaven aan sport bedragen in Nederland ruim € 1.600.000.000 per jaar. Gemeenten nemen hiervan afgerond maar liefst € 1.500.000.000 voor hun rekening waarvan zij € 1.300.000.000 besteden aan sportaccommodaties1. Het is daarmee niet overdreven om te stellen dat jaarlijks ruim driekwart van ons nationale sportbudget door de lokale overheid wordt geïnvesteerd in de instandhouding en realisatie van sportaccommodaties. Gezien de positieve maatschappelijke effecten kan in dit verband met recht over investeren worden gesproken. Sportbeoefening bezorgt immers niet alleen veel plezier aan de vele duizenden bezoekers die wekelijks van de voorzieningen gebruik maken, het levert bovendien een substantiële bijdrage aan de gezondheid, sociale cohesie en het algehele welzijn van de inwoners. Het is deze grote maatschappelijke waarde die ervoor zorgt dat het voor de lokale overheid zinvol blijft om te investeren in sportvoorzieningen. In beleidsmatig opzicht wordt in toenemende mate het accent gelegd op de instrumentele waarde van sport. Meer en meer wordt sport als middel ingezet voor bijvoorbeeld een gezonde leefstijl (gezondheid), leefbaarheid in wijken en buurten (Wmo) en de ontwikkeling van kinderen (onderwijs). Ook in programmatische zin wordt er, ondermeer met de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur, een brug geslagen met het onderwijsveld en de cultuursector. Dit laat onverlet dat ook de primaire waarde van sport, waarbij sport het doel op zich vormt, van belang blijft. De sportverenigingen blijven rekenen op de steun van de gemeente om hun geliefde sport te kunnen blijven beoefenen. Er wordt daarom gestreefd naar het vinden van een goede balans waarin sport als middel en als doel beide optimaal tot hun recht komen. Binnen dit speelveld veranderen de rol en de verwachtingen van de sportvereniging en doen nieuwe partners zoals het onderwijs, jeugdorganisaties en welzijnsinstellingen hun intrede.
1.2 Aanleiding Het Tielse sportbeleid dat in 2007 is vastgesteld, stelt zich ten doel om zoveel mogelijk Tielenaren te laten bewegen en voldoende faciliteiten te bieden voor een actieve leefstijl; binnen de sportvereniging, de sportschool of op individueel niveau in de vrije natuur. In dit vigerend sportbeleid erkent ook de gemeente Tiel het belang van een kwalitatief goed lokaal accommodatieaanbod als middel voor het verhogen van sportdeelname en het bevorderen van gezondheid. Het sportbeleid biedt aanknopingspunten die het samen met diverse recente ontwikkelingen wenselijk maken om op korte termijn een visie vast te stellen en keuzes te maken met betrekking tot de manier waarop de gemeente met haar sportaccommodaties wil omgaan. Een en ander dient vorm te krijgen door het opstellen van sportaccommodatiebeleid.
1.3 Sportaccommodatiebeleid Tiel Het sportaccommodatiebeleid beschrijft op welke wijze Tiel op korte, middellange en lange termijn invulling beoogt te geven aan haar visie/ambitie ten aanzien van sportaccommodaties. In het sportaccommodatiebeleid worden keuzes gemaakt over de wijze waarop de gemeente Tiel de komende jaren omgaat met de sportaccommodaties, onder andere door antwoord te geven op de volgende onderzoeksvragen. A. Welke mogelijkheden bestaan er op basis van een inventarisatie van de wensen voor nieuwe initiatieven, uitbreiding, vervanging, sluiting en/of verplaatsing van (bovenlokale) sportaccommodaties en welke (ruimtelijke en financiële) gevolgen kunnen hiervoor met een scenariostudie worden geschetst? B. Hoe kan het beheer, onderhoud en de exploitatie van de gemeentelijke sport-accommodaties het meest effectief en efficiënt worden georganiseerd, mede gelet op: 1. de (gewijzigde) BTW regelgeving; 2. de geformuleerde bezuinigingstaakstelling op het beheer van de sportaccommodaties; _______________ 1
Deze uitgaven hebben betrekking op het jaar 2009. Bron: CBS.
5
3. de samenwerking tussen Culemborg, Geldermalsen, Zaltbommel en Tiel; 4. de afspraken met de provincie Gelderland in het kader van GSO IV? C. Wat is de aard en omvang van de huidige indirecte subsidies van het beheer, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties/gemeentelijke grond en hoe verhoudt dit zich tot de tarieven die hiervoor in rekening worden gebracht? De acties die nodig zijn om de geformuleerde visie/ambitie waar te maken, worden beschreven en uitgewerkt in het uitvoeringsplan inclusief financiële paragraaf, planning en (on-) mogelijkheden die zich bij de realisatie voordoen.
1.4 Procedure Het voorliggende visie-/ambitiedocument is opgesteld om de gemeenteraad van Tiel in de gelegenheid te stellen om de uitgangspunten voor het sportaccommodatiebeleid in het tweede kwartaal 2012 vast te stellen. Voorafgaand hieraan is het visie-/ambitiedocument eerst in concept voorgelegd aan de Tielse sportverenigingen2 en op basis daarvan op onderdelen bijgesteld. Na vaststelling van het visie-/ambitiedocument wordt het sportaccommodatiebeleid uitgewerkt in een scenariostudie voor de accommodaties en voorzieningen, exploitatie- en beheervorm alsmede tarieven en subsidies. Daarin wordt zowel de ambtelijke expertise binnen de gemeente Tiel betrokken als de mogelijkheden voor samenwerking met vertegenwoordigers van de buurgemeenten verkend. Het sportaccommodatiebeleid wordt vervolgens weer in concept voorgelegd aan de Tielse sportverenigingen om na eventuele bijstellingen te worden opgeleverd in het vierde kwartaal 2012 en vastgesteld in het eerste kwartaal 2013.
1.5 Leeswijzer De onderliggende rapportage betreft het visie-/ambitiedocument waarin de belangrijkste inventarisatie- en analyseresultaten in hoofdstuk 2 zijn weergegeven alsmede de hierop gebaseerde scenario’s in hoofdstuk 3 zijn voorgesteld.
_______________ 2
Voor een verslag van de bijeenkomst met de verenigingen op 10 april 2012 wordt verwezen naar Verslag werkconferentie, V12-103.1269 van 24 april 2012.
6
2 Inventarisatie- en analyseresultaten 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste inventarisatie- en analyseresultaten gepresenteerd op basis waarvan in hoofdstuk 3 de scenario’s zijn voorgesteld. De inventarisatie is betrokken op de door de gemeente beschikbaar gestelde informatie waarbij op hoofdlijnen is ingegaan op: - onderhoudsstaat; - organisatiestructuur en beheervormen; - begroting sport; - subsidies en tarieven; - bezuinigingstaakstelling; - bovenlokaal aanbod; - ontwikkelingen. Een overzicht van de locaties van de Tielse sportaccommodaties is opgenomen in de bijlagen3. Voor de visie op het toekomstige aanbod van gemeentelijke sportaccommodaties vormt het behoefteonderzoek4 een belangrijke bron van informatie. Dit onderzoek bevat bevindingen, conclusies, aanbevelingen en een aantal scenario’s die in mei 2012 nog niet waren gedeeld met het College van B&W, de gemeenteraad of sportverenigingen. Voordat wordt ingegaan op de inventarisatieresultaten worden de belangrijkste kaders weergegeven die voor het sportaccommodatiebeleid zijn gesteld.
2.2 Kaderstelling 2.2.1 Reeds gestelde kaders Tiel Met betrekking tot het toekomstige sportaccommodatiebeleid zijn de volgende kaders reeds gesteld. • Bij de opzet van een nieuw tarievenstelsel moet worden onderzocht5 of: - de tarieven voor de verhuur/ingebruikgave van de buitensportaccommodaties moeten worden aangepast zodat (op termijn) een beoogde 50% van de werkelijke jaarlijkse onderhoudslasten (exclusief kapitaallasten) worden gedekt; - de tarieven voor de kunstgrasvelden niet langer op de onderhoudslasten van natuur- maar op die van kunstgrasvelden moeten worden gebaseerd; - en zo ja, op welke wijze een relatie moet worden gelegd met de tarieven voor de binnensportaccommodaties. • In de toekomst moet voor alle verenigingen geregeld zijn dat de grondeigendom en het veldonderhoud aan de gemeente toekomen terwijl de club- en kleedgebouwen via een recht van opstal in eigendom, beheer en onderhoud van de buitensportverenigingen zijn6. • Het perceel ten oosten van de Schaarsdijkweg dat wordt begrensd door Schaarsdijkweg-Provincialewegspoorlijn Tiel-Geldermalsen is aangemerkt als mogelijke locatie voor permanente sportvoorzieningen, waaronder een wielerparcours7. • Behoudens het perceel achter de Schaarsdijkweg kent Tiel geen uitbreidingslocaties voor sport. • Voor het realiseren van een gecombineerde wieler-, skate- en schaatsbaan is € 225.000 beschikbaar8.
_______________ 3
Zie bijlage 1. Accommodatiebeleid gemeente Tiel; Resultaten inventarisaties, 12 september 2011, ProCensus; Kansen en knelpunten, 24 november 2011, ProCensus; Programma van eisen en toekomstvisie sportaccommodaties, 17 januari 2012, ProCensus. 5 Bron: Sportbeleid gemeente Tiel 2006-2015, pagina 26. 6 Bron: Sportbeleid gemeente Tiel 2006-2015, pagina 26. 7 Structuurvisie Tiel, pagina 58 van Plantxt-integraal.pdf, publicatiedatum 24 februari 2010, bureau Nieuwe Gracht. 8 Bron: Tielse Methode. 4
7
• Voor het onderdeel realisatie van een wieler-/atletiekaccomodatie (programma Structuurversterking in Rivierenland, inclusief centrumvoorzieningen) met een gevraagde provinciale bijdrage van € 1.000.000, wordt gekeken naar mogelijkheden binnen het programma Sport. Bij de voorjaarsnota van 2012 wordt besloten over de budgetruimte voor het programma Sport9 . • Voor de gemeentelijke sportaccommodaties geldt een bezuinigingstaakstelling van €41.000 die met ingang van 2015 dient te worden gerealiseerd. • Bij het vaststellen van de begroting voor 2012 is als bezuinigingsmaatregel vastgesteld dat schoolzwemmen met ingang van 2017 niet langer financieel door de gemeente wordt ondersteund. • De gemeente Tiel heeft zowel met de provincie Gelderland als de betreffende buurgemeenten afgesproken om inzake het aanbod en de exploitatie van (regionale) sportaccommodaties de samenwerking te onderzoeken tussen Tiel enerzijds en Culemborg, Geldermalsen en/of Zaltbommel anderzijds10. 2.2.2 Nog te stellen kaders Tiel Aan de inzet van de gemeentelijke sportaccommodaties worden mogelijk andere eisen gesteld als gevolg van de doorvoering van het passend onderwijs, drie decentralisaties en de kanteling van de Wmo. 2.2.3 Eerdere inventarisatie- en analyseresultaten Tiel Met betrekking tot het toekomstige sportaccommodatiebeleid zijn eerder inventarisatie- en analysebevindingen gedaan. Deze zijn op hoofdlijnen als volgt weer te geven. • De instandhoudingskosten van het bestaande aanbod van de gemeentelijke binnen-, zwem- en buitensportvoorzieningen zullen de komende jaren fors toenemen; voor deze uitgaven wordt via voorzieningen gespaard waarmee de lasten over de tijd worden verspreid. • Bij sommige buitensportverenigingen doet zich overcapaciteit voor; andere buitensportverenigingen ervaren een ondercapaciteit. • Diverse buitensportverenigingen hebben plannen om te fuseren danwel nader te gaan samenwerken. • Korfbalvereniging Tiel ’72 treft voorbereidingen voor de realisatie van een eigen sporthal. • Niet alle sportaccommodaties voldoen aan de richtlijnen van de betreffende sportbond en/of de richtlijnen voor toegankelijkheid voor mensen met een beperking. • Onduidelijk is of de gemeente op dit moment voldoet aan de wet ‘Markt en Overheid’ en op welke wijze zij maximaal gebruik kan maken van het BTW-besluit voor sportaccommodaties. • De bevolkingsontwikkeling van Tiel kenmerkt zich door vergrijzing en ontgroening hetgeen van invloed is op de behoefte aan sportaccommodaties. 2.2.4 Kaderstelling algemeen Voor het maken van analyses en het trekken van conclusies op basis van de geïnventariseerde en geanalyseerde gegevens, zijn verder de volgende normen, richtlijnen en ervaringsgegevens gehanteerd. De gemeente heeft de plicht11 om het bewegingsonderwijs te faciliteren voor diverse onderwijsinstellingen. De keuze voor de omvang, locatie en voorzieningen van gemeentelijke binnensportaccommodaties wordt in de eerste plaats ingegeven door de bovenstaande verplichting; in de tweede plaats door de wens om aan de behoeften vanuit de verenigingssport te voldoen. Voor deze instellingen gaat de gemeente deze verplichting alleen aan voor het normatieve bewegingsonderwijs, zijnde het aantal klokuren dat op grond van de verordening als norm geldt. Hoewel de gemeente hiervoor niet de verplichting heeft, wenst zij desgewenst wel behulpzaam te zijn bij het vinden van faciliteiten voor: - het bovennormatieve bewegingsonderwijs van de instellingen waarvoor zij verplicht is om het bewegingsonderwijs te faciliteren; - als voorwaarde geldt hierbij dat gestreefd wordt naar een maximale benutting van de bestaande accommodaties en dat met de realisatie van nieuwe voorzieningen terughoudend wordt omgegaan. Standaard binnensportaccommodaties zijn: - gymnastieklokalen oude stijl (afmetingen circa 11 x 22 x 5,5); - gymnastieklokalen nieuwe stijl (afmetingen circa 14 x 24 x 5,5); - sportzalen (afmetingen circa 28 x 22 x 7 meter); - sporthallen (afmetingen ten minste circa 42 x 24 x 7 meter). ______________ 9 Bron: Preambuleafspraken zoals ze op 25 april aan PS worden voorgelegd. 10 Bron: GSO IV aanvraag 28 februari 2010 en samenwerkingsafspraken Culemborg en Geldermalsen 11 Deze verplichting geldt op grond van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.
8
Een speellokaal wordt niet gerekend tot de standaard binnensportaccommodaties maar is wel geschikt voor bewegingsonderwijs voor met name leerlingen in de leeftijd van vier en vijf jaar in de onderbouw van het basisonderwijs. Een sportzaal biedt bij toepassing van een scheidingswand dezelfde capaciteit als twee gymnastieklokalen. Een sporthal biedt bij toepassing van één scheidingswand dezelfde capaciteit als twee gymnastieklokalen12. Een sporthal biedt bij toepassing van twee scheidingswanden dezelfde capaciteit als drie gymnastieklokalen. Gymnastieklokalen zijn beperkt geschikt voor verenigingssport en worden daardoor gerealiseerd en in stand gehouden om vooral het bewegingsonderwijs te faciliteren. Sportzalen en sporthallen zijn zowel voor bewegingsonderwijs als verenigingssport geschikt en worden daardoor gerealiseerd en in stand gehouden om beiden te faciliteren. De stichtingsnorm voor binnensportaccommodaties wordt, conform VNG normering, gesteld op een minimale benutting door bewegingsonderwijs en verenigingssport van in totaal 1.600 uur per jaar. Het totaal van 1.600 uur per jaar heeft betrekking op ieder zaaldeel; in een sporthal die bestaat uit twee (middels een scheidingswand deelbare en derhalve afzonderlijk verhuurbare) zaaldelen dient ieder zaaldeel derhalve ten minste 1.600 uur per jaar te worden benut om aan de minimale stichtingsnorm te voldoen. De onderwijsbenutting voor binnensportaccommodaties bedraagt maximaal 26 klokuren per week13 voor basisonderwijs en 35 klokuren per week14 voor voortgezet onderwijs. Binnensportaccommodaties die uitsluitend voor bewegingsonderwijs worden gebruikt, kunnen per jaar een totale benutting hebben van niet meer dan 1.040 klokuren15 per zaaldeel voor het basisonderwijs en niet meer dan 1.400 klokuren16 per zaaldeel voor het voortgezet onderwijs. Alle zwembaden, binnen- en buitensportaccommodaties in Nederland met een sociaal-maatschappelijke functie hebben negatieve exploitatieresultaten die slechter zijn naarmate de sport-/bewegingsoppervlakte groter is. De capaciteit en benutting van buitensportaccommodaties wordt beoordeeld op basis van NOC*NSF normeringen. Ten aanzien van kunstgras voetbalvelden wordt als stelregel gehanteerd dat: - kunstgras zowel voor trainingen als voor wedstrijden kan worden benut; - één kunstgrasveld in capaciteit het equivalent is van één natuurgras wedstrijdveld en één natuurgras trainingsveld.
2.3 Voorzieningen en capaciteit Navolgend is een overzicht gepresenteerd van de primaire sportvoorzieningen en de globale kenmerken daarvan zoals blijkt uit de bevindingen uit het behoefteonderzoek17. In dit overzicht is niet ingegaan op de wensen die er ten aanzien van deze voorzieningen bestaan; deze komen aan de orde in subparagraaf 2.9.6. 2.3.1 Sportparken 2.3.1.1 Sportpark De Lok Sportpark De Lok huisvest: a. Atletiekvereniging Astylos b. Voetbalvereniging S.V. T.E.C. c. Jeu de Boulesvereniging De Teerling
_______________ 12
Het vloeroppervlak van deze twee zaaldelen is weliswaar groter dan dat van twee gymnastieklokalen maar in de praktijk is de benutting gelijk (1 groep per zaaldeel). 13 Bron: modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs VNG. 14 Bron: NOC*NSF. 15 Per jaar wordt maximaal 40 weken á 26 uur per week bewegingsonderwijs gegeven; 40 x 26 = 1.040 klokuren. 16 Per jaar wordt maximaal 40 weken á 35 uur per week bewegingsonderwijs gegeven; 40 x 35 = 1.400 klokuren. 17 Accommodatiebeleid gemeente Tiel; Resultaten inventarisaties, 12 september 2011, ProCensus; Kansen en knelpunten, 24 november 2011, ProCensus; Programma van eisen en toekomstvisie sportaccommodaties, 17 januari 2012, ProCensus.
9
Ad a. Atletiekvereniging Astylos Astylos beschikt over een grasbaan waarvan de kwaliteit als voldoende is beoordeeld; de disciplines die geen gebruik maken van de gras- of sprintbaan (niet-loopnummers) zijn in slechte staat. Recent is een kunststof sprintbaan aangelegd. Van de baan wordt door 198 leden gebruik gemaakt. De baan wordt bijna alleen voor gebruikt voor trainingen, clubwedstrijden, evenementen en onderlinge grasbaancompetitie. Hoewel er geen planningsnorm voor atletiekbanen is, wordt als stelregel aangehouden dat met een kunststofbaan circa 1.000 leden kunnen worden voorzien. Gebaseerd op maatvoering van de KNAU en de IAAF is de huidige locatie van voldoende omvang. De baan voldoet aan deze eisen als 400 meterbaan. De ruimten om de basisgrasbaan zijn voldoende bemeten. De baan is als wedstrijdbaan echter door de KNAU afgekeurd op algemene kwaliteit, en vooral op inrichting voor de technische (niet-loop) nummers. Ad b. Voetbalvereniging S.V. T.E.C. T.E.C. beschikt over twee natuurgras wedstrijdvelden waarvan de kwaliteit als goed (hoofdveld), respectievelijk voldoende (bijveld) is beoordeeld. Ook beschikt de vereniging over twee natuurgras trainingsvelden waarvan de kwaliteit als voldoende, respectievelijk onvoldoende is beoordeeld. Op basis van de samenstelling van wedstrijdteams in 2010 volstaat voor de vereniging een capaciteit van 1,31 = 2 wedstrijdvelden en 0,59 = 1 trainingsveld18; er is daarom sprake van overcapaciteit. Ad c. Jeu de Boulesvereniging De Teerling De Teerling heeft 93 leden, achttien buiten- en zes binnenbanen. Voor het huidige aantal leden volstaat een capaciteit van acht banen; hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen binnen- en buitenbanen. De overcapaciteit aan buitenbanen bedraagt hiermee tenminste tien banen.
2.3.1.2 Sportpark Ridderweide Sportpark Ridderweide huisvest: a. Tennisvereniging L.T.V. De Ridderweide b. Voetbalvereniging RKTVC Ad a. Tennisvereniging L.T.V. De Ridderweide Op basis van een aanbod van zes verlichte banen die worden bespeeld door 604 actieve leden is voor de vereniging een ondercapaciteit bepaald van 0,7 = 1 baan. Ad b. Voetbalvereniging RKTVC RKTVC beschikt over een natuurgras wedstrijd (hoofd-)veld waarvan de kwaliteit als goed is beoordeeld. Ook beschikt de vereniging over twee kunstgrasvelden die zowel voor wedstrijden als trainingen kunnen worden benut. De kwaliteit van deze velden is als voldoende beoordeeld. Daarnaast bevinden zich op het sportpark nog een kunstgras oefenhoek (kwaliteit: onvoldoende) en een natuurgras overhoek (kwaliteit: niet beoordeeld). In 2013 wordt de kwaliteit van het kunstgras opnieuw bekeken. Al naar gelang de bevindingen kan daarna vervanging plaatsvinden; hiervoor is reeds budget aangevraagd in het kader van de perspectievennota juni 2012. Op basis van de samenstelling van wedstrijdteams behoeft de vereniging een capaciteit van 3,81 = 4 wedstrijdvelden en 1,45 = 2 trainingsvelden; er is daarom sprake van ondercapaciteit van een half wedstrijdveld en een overcapaciteit van 0,5 trainingsveld.
_______________ 18
Als equivalent van twee natuurgras wedstrijdvelden en één natuurgras traingsvelden kan ook worden volstaan met één natuurgras wedstrijdveld en één gecombineerd kunstgras wedstrijd-/trainingsveld. Door toepassing van dit equivalent kunnen twee van de huidige vier velden van T.E.C. anders worden benut. Al naar gelang de aan te houden reserve-/groeicapaciteit voor T.E.C. kan deze herbestemming een tijdelijke of permanente status krijgen.
10
2.3.1.3 Sportpark Drumpt Sportpark Drumpt huisvest: a. Tennisvereniging TC Groenendaal b. Tielse Lawn Tennis Club - TLTC c. Voetbalvereniging Tielse Sportvereniging Theole Ad a. Tennisvereniging TC Groenendaal Op basis van een aanbod van vier verlichte banen die worden bespeeld door 326 actieve leden is voor de vereniging een overcapaciteit bepaald van 0,4 = 0 banen. De capaciteit is daarmee passend. Ad b. Tielse Lawn Tennis Club - TLTC Op basis van een aanbod van vier verlichte banen die worden bespeeld door 125 actieve leden is voor de vereniging een overcapaciteit bepaald van 2,6 = 2 banen. Ad c. Voetbalvereniging Tielse Sportvereniging Theole Theole beschikt over twee natuurgras wedstrijdvelden waarvan de kwaliteit als voldoende is beoordeeld. Ook beschikt men over twee wedstrijd-/trainingsvelden waarvan één natuurgras en één kunstgras met een als voldoende, respectievelijk goed beoordeelde kwaliteit. Daarnaast is er een natuurgras trainings veld van voldoende kwaliteit. Op basis van de samenstelling van wedstrijdteams behoeft de vereniging een capaciteit van 3,83 = 4 wedstrijdvelden en 1,54 = 2 trainingsvelden; er is daarom sprake van een passende capaciteit.
2.3.1.4 Sportpark Iepengaard/Wadenoijen Sportpark Iepengaard huisvest Voetbalvereniging VV Wadenoijen die beschikt over één natuurgras wedstrijdveld en één natuurgras wedstrijd/trainingsveld waarvan de kwaliteit als voldoende19 is beoordeeld. Ook beschikt men over een natuurgras oefenhoek waarvan de kwaliteit als onvoldoende is beoordeeld. Op basis van de samenstelling van wedstrijdteams behoeft de vereniging een capaciteit van 1,13 = 1 wedstrijdveld en 0,47 = 1 trainingsveld. Daarmee is de natuurgras oefenhoek overtollig. 2.3.1.5 Sportpark Rauwenhof Sportpark Rauwenhof huisvest: a. Tennisvereniging Ten Medel b. Tielse Hockey- en Cricketclub De Kromhouters c. Honkbal en softbalvereniging De Panters d. Korfbalvereniging Tiel ‘72 e. Rugbyvereniging RC De Scrumboks Ad a. Tennisvereniging Ten Medel Op basis van een aanbod van vijf verlichte banen die worden bespeeld door 500 actieve leden is voor de vereniging een ondercapaciteit bepaald van 0,6 = 1 baan. De banen zijn eigendom van de vereniging. De vereniging heeft toestemming van de gemeente gekregen om het belendende perceel (deels) van de gemeente te huren c.q. in erfpacht te verkrijgen om voor eigen rekening een zesde baan aan te leggen. Ad b. Tielse Hockey- en Cricketclub De Kromhouters De Kromhouters beschikken over twee kunstgras velden waarvan er één in beheer en eigendom is van de vereniging en derhalve niet beoordeeld op kwaliteitscriteria. De kwaliteit van het andere veld is beoordeeld als voldoende. Ook bevindt zich op het terrein een natuurgras hockeyveld dat niet wordt gebruikt voor de hockeysport en derhalve niet is beoordeeld op kwaliteitscriteria. Op basis van de samenstelling van wedstrijdteams behoeft de vereniging een capaciteit van 3,08 = 3 kunstgrasvelden hetgeen duidt op een tekort van 0,92 = 1 kunstgrasveld. Vermoedelijk wordt dit tekort in de huidige situatie opgevangen door op zaterdag wedstrijden eerder te laten aanvangen en later te laten eindigen. _______________ 19
Het bijveld is destijds als onvoldoende beoordeeld waarbij is aangetekend dat groot onderhoud stond gepland voor de zomer van 2011. Er vanuit gaande dat dit onderhoud daadwerkelijk is gepleegd, wordt verondersteld dat de kwaliteit inmiddels tenminste als voldoende kan worden beoordeeld.
11
Indien het natuurgrasveld eveneens voor hockeywedstrijden zou kunnen worden benut, kunnen aanvullend nog eens vijf normteams worden gefaciliteerd. Alsnog is dan sprake van een dusdanig tekort dat de behoefte aan een derde kunstgrasveld blijft bestaan. Ad c.
Honkbal en softbalvereniging De Panters De Panters beschikken over één gecombineerd honk- en softbalveld waarvan de kwaliteit als goed is beoordeeld. Op basis van de samenstelling van wedstrijdteams behoeft de vereniging een capaciteit van 0,13 = 0 honkbalveld en 0,65 = 1 softbalveld. Zolang het gebruik van het combinatieveld voor alle teams is toegestaan, wordt de huidige capaciteit als passend beoordeeld.
Ad d. Korfbalvereniging Tiel ‘72 De korfbalvereniging beschikt over drie aaneengesloten kunstgrasvelden waarvan de kwaliteit als goed is beoordeeld. Op basis van de samenstelling van wedstrijdteams behoeft de vereniging een capaciteit van 1,78 = 2 kunstgrasvelden hetgeen duidt op een overcapaciteit van 1,22 = 1 kunstgrasveld. Ad e. Rugbyvereniging RC De Scrumboks De rugbyvereniging beschikt over één natuurgrasveld waarvan de kwaliteit als goed is beoordeeld. Op basis van de samenstelling van wedstrijdteams behoeft de vereniging een capaciteit van 0,4 = 1 wedstrijdveld en een 0,4 = 1 trainingsveld. Indien de vereniging groeit, neemt de behoefte aan een apart trainingsveld toe om de kwaliteit van het wedstrijdveld te behouden.
2.3.1.6 De Hennepe 197 Het BMX-parcours van TFCC De Weirijders is te klein voor het inpassen van een officiële wedstrijdbaan. De vereniging heeft aangegeven dat de dispensatie om wedstrijden te faciliteren in 2013 komt te vervallen indien er geen aanpassingen volgen. Onlangs is een kapvergunning aangevraagd zodat rondom de baan een verbetering in de obstakelvrije uitloop kan worden gecreëerd. 2.3.1.7 IJsbaan De ijsbaan huisvest de Tielse ijsvereniging de Pinguïn. In het behoefteonderzoek is de ijsbaan buiten beschouwen gelaten. In april 2012 wordt het ijsbaanterrein gereconstrueerd met als doel de straatweg te verlengen en de waterplas te vergroten. Het clubgebouw van de ijsvereniging heeft hiervoor moeten wijken, maar zal elders op het terrein nieuw worden gebouwd20. 2.3.1.8 JvR De Batauwers JvR de Batauwers is gevestigd aan de Zuiderhavenweg 12 en maakt voor haar activiteiten gebruik van de openbare weg (wielrennen). Voor het veldrijden is geen (vaste) locatie. 2.3.2 Binnensportaccommodaties
2.3.2.1 Gymnastieklokalen De kwaliteit van de lokalen is in het behoefteonderzoek21 als volgt beoordeeld: • Gymnastieklokaal De Dreef matig/voldoende; • Gymnastieklokaal Meeslaan matig; • Gymnastieklokaal Rauwenhof voldoende; • Gymnastieklokaal De Adamshof voldoende; • Gymnastieklokaal Passewaaij voldoende. Volgens opgave van exploitant en beheerder Sportplaza bedroeg de benutting van de gymnastieklokalen in het jaar 2011als volgt. totaal vijf lokalen
4.016 uur verenigingen 4.606 uur onderwijs
_______________ 20 21
Bron: www.ijsbaantiel.nl Accommodatiebeleid gemeente Tiel; Resultaten inventarisaties, 12 september 2011, ProCensus; Kansen en knelpunten, 24 november 2011, ProCensus; Programma van eisen en toekomstvisie sportaccommodaties, 17 januari 2012, ProCensus.
12
Het totaal aantal klokuren dat elk gymnastieklokaal afzonderlijk werd benut, bedraagt daarmee gemiddeld 803 + 921 = 1.724 uur hetgeen bijna 8% hoger is dan de 1.600 uur die als minimale stichtingsnorm kan worden gehanteerd. Deze benutting wordt als zeer intensief beoordeeld omdat: • bij gebruik voor basisonderwijs gedurende veertig weken per jaar en maximaal 26 klokuren per week niet meer dan drie vrije uren per week resteren. • gymnastieklokalen over het algemeen minder goed voor verenigingssport geschikt zijn dan sporthallen en dat de gymnastieklokalen niet door één van de gymnastiekverenigingen worden bezocht22 . Voor gymnastieklokaal Passewaaij wordt vervangende nieuwbouw gepleegd dat onderdeel uitmaakt van een Multifunctioneel Centrum. De gemeente wordt geen eigenaar van dit lokaal maar huurder. Met uitzondering van de kosten voor het eigenaars-/groot onderhoud komen de overige exploitatielasten en –opbrengsten voor rekening van de gemeente.
2.3.2.2 Sporthal Westroijen In het behoefteonderzoek is de benutting als voldoende beoordeeld. Ondanks renovatiewerkzaamheden in 2009, 2010 en 2011 is de kwaliteit als niet meer dan voldoende beoordeeld. Uit gegevens over het jaar 2011 blijkt dat de sporthal als volgt werd benut: • Hele hal
970 uur
verenigingen
0 uur
onderwijs
• 2/3e deel
372 uur
verenigingen
15 uur
onderwijs
• 1/3e deel
776 uur
verenigingen
1.711 uur
onderwijs
Het aantal klokuren dat er één zaaldeel van de sporthal in totaal werd benut, bedraagt daarmee 6.171 uur. Aangezien de sporthal uit drie afzonderlijk te benutten zaaldelen bestaat, bedroeg de ongedeelde benutting gemiddeld 2.057 uur per jaar hetgeen bijna 30% hoger is dan de 1.600 uur die als minimale stichtingsnorm kan worden gehanteerd. Deze benutting wordt als redelijk beoordeeld.
2.3.2.3 Sporthal De Betuwe In het behoefteonderzoek is de benutting als voldoende beoordeeld; de kwaliteit als matig. Aanbevolen is om op korte termijn tot renovatie over te gaan. De boekwaarde van de hal bedraagt per 1 januari 2012 bijna € 170.000. In het recente meerjarenonderhoudsplan worden in dit kader relatief hoge kosten geprognosticeerd voor de jaren 2012 (€152.000) en 2016 (€ 396.000)23. Uit gegevens over het jaar 2011 blijkt dat de sporthal als volgt werd benut: • Hele hal
1.090 uur
verenigingen
0 uur
onderwijs
• 1/2e deel
401 uur
verenigingen
15 uur
onderwijs
Het aantal klokuren dat er één zaaldeel van de sporthal in totaal werd benut, bedraagt daarmee 4.624 uur. Aangezien de sporthal uit twee afzonderlijk te benutten zaaldelen bestaat, bedroeg de ongedeelde benutting gemiddeld 2.312 uur per jaar hetgeen 45% hoger is dan de 1.600 uur die als minimale stichtingsnorm kan worden gehanteerd. Deze benutting wordt als goed c.q. intensief beoordeeld.
______________ 22 23
Hellas Tiel beschikt immers over een eigen accommodatie waarvan de omvang het equivalent vormt van twee gymnastieklokalen. De kosten hebben betrekking op zowel het gemeentelijke onderhoud als het huurdersonderhoud exclusief BTW.
13
2.3.2.4 Zwembad Groenendaal Plus Het zwembad telt drie bassins, te weten een 25-meterbassin, een instructiebassin en een recreatiebassin. In het behoefteonderzoek is de benutting als voldoende beoordeeld; de kwaliteit als matig. Aanbevolen is om op korte termijn tot renovatie over te gaan. De boekwaarde van het zwembad bedraagt per 1 januari 2012 bijna € 728.000. In het recente meerjarenonderhoudsplan worden in dit kader evenredig hoge kosten geprognosticeerd voor de jaren 2012 (€ 109.000) en 2016 (€ 254.000)24 . Het zwembad werd in 2011 in totaal circa 174.000 maal bezocht. Dit bezoekaantal kan als volgt worden gespecificeerd.
Bezoekgroep
bezoekersaantal 2011 afgerond op duizendtallen
Recreatief
73.000
Doelgroepen
21.000
Instructiezwemmen
35.000
Schoolzwemmen
22.000
Verenigingen
23.000
Totaal
174.000
Bron: Sportplaza
Uitgaande van een inwonertal van 41.186 bedroeg het aantal bezoeken per inwoner van Tiel gemiddeld 4,2. Dit kengetal, ook wel animocijfer genoemd, wordt als matig beoordeeld25. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn onder andere: • de beschikbare zwemwatercapaciteit zou in omvang en/of tijd beperkt kunnen zijn; • de aantrekkelijkheid van het zwemwater zou beperkt kunnen zijn; • inwoners van Tiel houden misschien niet van zwemmen of zwemmen misschien liever ergens anders.
2.4 Organisatiestructuur en beheervormen Het sport- en accommodatiebeleid is intern ondergebracht bij de Afdeling Onderwijs en Welzijn van de gemeente Tiel. De afdeling is verantwoordelijk voor het opstellen van het beleid, het stimuleren van sport en bewegen, het beoordelen en verstrekken van subsidies en het verzorgen van informatie over verenigingen, accommodaties en bijzondere regelingen. Het sportbeleid is er op gericht zoveel mogelijk Tielenaren te laten bewegen en voldoende faciliteiten te bieden voor een actieve leefstijl. De gemeente heeft voor de uitvoering van beheer- en exploitatietaken een aantal partners c.q. marktpartijen. De Afdeling Stadsbeheer is (uitvoerend) opdrachtgever voor het onderhoud van grassportvelden etc., waarbij de Afdeling Onderwijs en Welzijn als intern opdrachtgever fungeert.
_______________ 24
De kosten hebben betrekking op zowel het gemeentelijke onderhoud als het huurdersonderhoud exclusief BTW. Uit exploitatiegegevens van tien zwembaden die alle zijn gevestigd in een gemeente met niet meer dan één zwembad, blijkt het volgende: Kenmerk gemiddeld laagste hoogste - animocijfer 6,70 2,80 10,43; - bevolkingsomvang 40.000 23.000 76.000; - bezoekaantallen 243.000 127.000 405.000; - wateroppervlak m2 1.230 495 2.030; De minst recente bezoekaantallen dateren van 2006. 25
14
Ten aanzien van de organisatiestructuur en beheervormen wordt onderscheid gemaakt in drie accommodatietypen: 1) buitensportaccommodaties; 2) binnensportaccommodaties; 3) zwembad. 2.4.1 Buitensport De gemeente Tiel is in de regel eigenaar van de grond van de buitensportaccommodaties. De meeste buitensportverenigingen hebben de club- en kleedgebouwen in eigendom, beheer en onderhoud. Het eigendom is geregeld via een overeenkomst van Recht van opstal. Enige jaren geleden heeft de gemeente uitgesproken dat zij voor elke buitensportaccommodatie het eigendom en het beheer c.q. onderhoud geregeld wenst te hebben. Anno 2012 geldt voor een aantal gevallen dat er nog geen rechtsgeldig (ondertekende) notariële akte en/of overeenkomst bestaat met betrekking tot het recht van opstal. Daar waar de gemeente eigenaar is van natuurgras- en kunstgrasvelden valt het onderhoud onder haar verantwoordelijkheid. Zij heeft de uitvoerende taak uitbesteed aan een marktpartij. Alleen hockeyvereniging De Kromhouters is de eigenaar van één kunstgrasveld. Volgens een afgesproken tarief voert de gemeente ook het onderhoud van dit kunstgrasveld uit. De gemeente is geen eigenaar van tennisbanen; het onderhoud wordt door tennisverenigingen zelf verricht. De Gebr. M. en W. Bron b.v. voeren al enige jaren het onderhoud uit van de buitensportaccommodaties voor de gemeente Tiel. De huidige opdracht voor uitvoering van het onderhoud van de grassportvelden en overige voorzieningen komt voort uit het bestek dat geldt sinds 2011 waarvoor Bron b.v. een som ontvangt van € 92.000,- per jaar exclusief BTW (prijspeil 2011). Uitvoering van deze werkzaamheden kan volgens het bestek tot maximaal 2014 worden voortgezet. Buiten de werkzaamheden van Bron worden voor onderhoud buitensport nog aanzienlijke andere kosten gemaakt die bij de begroting zijn inbegrepen. 2.4.2 Binnensport en zwembad De gemeente Tiel beschikt over één openbaar toegankelijk zwembad. Sportfondsen Tiel BV (gewijzigd in merknaam en hierna genoemd ‘Sportplaza’) is met de gemeente Tiel een overeenkomst aangegaan voor het beheer en de exploitatie van zwembad Groenendaal plus de sporthallen De Betuwe en Westroijen en de gymzalen Adamshof, De Dreef, Meeslaan, Rauwenhof, Rozenstraat en Passewaaij. Sportplaza is risicodragend exploitant van deze accommodaties voor een periode van tien jaar, eindigend op 31 december 2016. De onderlinge afspraken zijn vastgelegd in een drietal overeenkomsten, te weten de beheer- en exploitatieovereenkomst, de huurovereenkomst en de overeenkomst tot het toekennen van een exploitatiesubsidie. Enkele lokaal op maat gemaakte artikelen met betrekking tot samenwerking tussen de gemeente Tiel en Sportplaza betreffen de regelingen ten aanzien van het onderhoud. Sportplaza is volledig onderhoudsverantwoordelijk qua uitvoering inclusief het bij de accommodaties behorende onderhoud van de groenvoorzieningen. Het eigenarenonderhoud valt eveneens onder deze regeling, de gemeente stelt hiervoor middelen beschikbaar waarbij tevens sprake is van een commissie van 8% voor Sportplaza. Er zijn voorwaarden gesteld ten aanzien van programmering en tariefstelling en daarnaast is een mate van vrij ondernemerschap bepaald voor wat betreft activiteiten en tarief. De exploitatiebijdrage 2012 bedraagt € 492.835,04 (inclusief 6% BTW). De huur voor 2012 bedraagt € 275.939,66 inclusief 19% BTW. Daarnaast ontvangt Sportplaza een suppletiebijdrage. Dit is een looncompensatie voor het verschil tussen de gemeentelijke CAR/UWO en de CAO Sport en Recreatie die door Sportplaza wordt gehanteerd. De suppletiebijdrage 2012 bedraagt € 29.654,11. 2.4.3 Visie op beheer door verenigingen In de werkconferentie van 10 april is onder meer aan de orde gekomen dat enkele verenigingen de wens hebben het beheer en onderhoud van buitensportaccommodaties zelf te organiseren. Dat zou concreet betekenen dat de buitensportverenigingen zelf de taken en verantwoordelijkheden dragen voor onderhoud van onder andere de (kunst-)grassportvelden, verlichting, kleedaccommodaties en clubhuizen. De achterliggende gedachte is dat daarmee de kwaliteit van werkzaamheden verbetert en dat verenigingen dit tegen een lagere kostprijs kunnen verrichten dan de gemeente en/of door de gemeente aangenomen commerciële bedrijven. 15
Bij de scenario’s voor beheer en exploitatie wordt ingegaan op de mogelijkheid om een deel van de onderhoudswerkzaamheden bij sportverenigingen onder te brengen.
2.5 Kosten en opbrengsten 2.5.1 Begroting In de programmabegroting van 2012 is voor het programma 8.11 sport een bedrag opgenomen van € 1.833.000. Dit is het saldo van kosten en opbrengsten. Ten opzichte van de begroting van 2011 is dit saldo toegenomen, onder andere vanwege: • de hogere uitgaven ten behoeve van combinatiefuncties sport • incidentele uitgaven Sport • hogere kapitaallasten binnensportaccommodaties • hogere bijdrage verhuur sportaccommodaties
-€ -€ -€ +€
Het saldo van deze voor- en nadelen bedraagt
- € 164.000
58.000 61.000 95.000 50.000
Indien het bedrag van € 1.833.000 wordt gedeeld op het aantal inwoners van Tiel ad 41.186 dan bedragen de uitgaven aan sport per inwoner gemiddeld circa € 44,50. In het nevenstaande tekstkader staan de resultaten uit een quickscan van de gemeente Amersfoort26 waaruit blijkt dat de uitgaven van enkele zogenaamde 100.000+ gemeenten hoger zijn en gemiddeld circa € 71 per inwoner bedragen. De oorzaak van dit verschil kan gelegen zijn in: • relatief lage kosten die de gemeente Tiel maakt voor sport; • relatief hoge opbrengsten die de gemeente Tiel genereert met sport. In algemene zin geldt dat naarmate gemeenten meer inwoners en minder verspreide kernen hebben, de gemiddelde uitgave aan sport per inwoner lager is. Dit kan worden verklaard vanuit de afstanden (vanuit één grote stedelijke kern zijn er meer voorzieningen op korte afstand beschikbaar dan vanuit meerdere kleine kernen), de benutting (hoe groter de kern, hoe beter de capaciteit kan worden afgestemd op de behoeften) en de participatie (de sportparticipatie ligt in grote stedelijke kernen doorgaans lager dan in kleine kernen).
Amersfoort Zwolle Den Bosch Nijmegen Haarlem Alkmaar Zaanstad Almere
± € 55,± € 57,± € 118,± € 94,± € 73,± € 63,± € 53,± € 53,-
gemiddelde
± € 71,-
2.5.2 Opbrengsten ingebruikgave sportaccommodaties De opbrengsten die met de ingebruikgave van de sportaccommodaties worden gegenereerd, bedragen in 2012: • buitensport ingebruikgave sportvoorzieningen € 90.416 • buitensport erfpacht/opstalrecht p.m. • binnensport en zwembad € 231.882 In de bijlagen27 is hiervan een specificatie opgenomen. De bovenstaande opbrengsten houden geen verband met de exploitatiekosten van de betreffende voorzieningen. Zo is het tarief van een kunstgrasveld lager dan van een natuurgrasveld. Vanzelfsprekend zijn de huuropbrengsten die van Sportplaza worden ontvangen, lager dan de exploitatiebijdrage die aan Sportplaza wordt betaald.
_______________ 26 27
Bron: Actualisatie sportbeleid gemeente Amersfoort dd 6 maart 2012 Zie bijlage 2.
16
2.5.3 Boekwaarden Bij de € 1.833.000 waarvoor sport in de begroting staat, zijn de kapitaallasten inbegrepen. Deze bedragen in 2012 € 498.171 en bestaan uit € 254.853 voor afschrijving en € 243.318 voor rente. In de staat van geactiveerde kapitaaluitgaven uit de jaarrekening 2011 staat voor de sportaccommodaties van de gemeente Tiel per 1 januari 2012 een boekwaarde van in totaal € 4.383.691 genoteerd. Van dit bedrag bestaat € 514.217 uit grondkosten waarover niet wordt afgeschreven maar uitsluitend rente wordt betaald. Deze grondkosten hebben betrekking op slechts de drie locaties Sportpark Rauwenhof, T.L.T.C. en de ijsbaan; op de overige locaties is geen boekwaarde van toepassing. In de bijlagen28 is een specificatie opgenomen van de boekwaarden en resterende afschrijvingstermijnen. 2.5.4 Meerjaren onderhoudsplannen Voor de sportvelden29 en de binnensportaccommodaties30 zijn recent meerjaren onderhoudsplannen (MOP) opgesteld die naar verwachting in 2012 worden vastgesteld. Onderstaande bedragen zijn gebaseerd op de concept MOP-en en kunnen dus nog wijzigen.
2.5.4.1 Buitensport In het MOP voor de sportvelden is onder andere geconcludeerd is dat: • het reguliere c.q. periodieke onderhoud voor 2011 en 2012 was gebudgetteerd voor circa € 145.000, respectievelijk € 109.000; • het reguliere c.q. periodieke onderhoud een budget behoeft van circa € 160.000 per jaar; • de benodigde groot onderhouds- c.q. renovatiewerkzaamheden de komende tien jaar gemiddeld circa € 198.000 per jaar behoeven waarbij de uitgaven in 2011 en 2012 zijn geraamd op € 444.000 en € 311.000. Gemiddeld zou het meerjaren onderhoud van de sportvelden daarmee van 2011 tot en met 2021een budget behoeven dat is geraamd op een totaal van gemiddeld circa € 358.000 per jaar exclusief BTW.
2.5.4.2 Binnensport In het MOP voor de binnensport-accommodaties zijn de kosten van onderhoud gedurende de periode 2012-2021 geraamd op een gemiddelde van circa € 394.000 exclusief BTW per jaar. Accommodatie Gymnastieklokaal Adamshof Gymnastieklokaal De Dreef Gymnastieklokaal Meeslaan Gymnastieklokaal Passewaaij Gymnastieklokaal Rauwenhof Sporthal De Betuwe Sporthal Westroijen Zwembad Groenendaal Plus Totaal
Kosten per jaar € 35.000 29.000 39.000 6.000 19.000 91.000 48.000 127.000 394.000
Voor deze kosten kan een onderverdeling worden gemaakt naar verhuurders- en huurdersonderhoud. De wijze waarop de verdeling tussen gemeente en exploitant Sportplaza wordt overeengekomen, is bepalend voor de hoogte van de kosten die van het nieuwe MOP uiteindelijk voor rekening van de gemeente komen.
____________ 28
Zie bijlage 3. Meerjarig onderhoudsplan sportvelden 2011-2021, ProCensus 9 januari 2012. 30 Meerjaren onderhoudsplan 2012-2051, Asset Facility Management april 2012. 29
17
Bij het opstellen van het MOP zijn tevens de resultaten betrokken uit onderzoek dat heeft plaatsgevonden naar de constructieve veiligheid van platte daken31 van een aantal accommodaties. De investeringen in de dakconstructie en boeilijsten van met name het zwembad zijn ingeschat omdat een vervolgonderzoek naar de status van de gevelbeplating met het achterliggende regelwerk en staalconstructie nog gaat plaatsvinden32 . Naast het MOP voor het onderhoud van het gebouw, wordt ook een MOP opgesteld voor de inventaris. De onderhoudskosten voor de inventaris komen dus nog bovenop het gemiddelde bedrag van € 394.000 per jaar.
2.6 Subsidies en tarieven 2.6.1 Subsidies De gemeente Tiel kent een tweetal vormen van subsidieverlening33 voor sportverenigingen: • waarderingssubsidie; • activiteitensubsidie. De subsidies worden verleend op basis van de geldende deelverordening.
2.6.1.1 Waarderingssubsidie De waarderingssubsidie wordt jaarlijks verleend en is gericht op het behouden en het stimuleren van de sportbeoefening in de gemeente Tiel in verenigingsverband. De hoogte van de waarderingssubsidie wordt bepaald op basis van twee onderdelen: • het aantal leden tot en met 18 jaar, vanaf 55 jaar en/of met een beperking; • (maximaal 3) betaalde trainers, in het bezit van een trainerslicentie. De subsidie wordt verleend op basis van de deelverordening en is bedoeld voor in de gemeente Tiel gevestigde en actief zijnde verenigingen, die sportbeoefening door haar Tielse leden tot doel hebben. De verenigingen dienen jaarlijks hiervoor een aanvraag in te dienen. Het totale subsidieplafond bedraagt € 25.000,- in 2012. De waarderingssubsidie sport voor het jaar 2013 kon worden aangevraagd tot 1 april 2012. De waarderingssubsidie valt onder de meerjarige subsidie regeling. Andere vormen van meerjarige subsidie binnen de gemeente zijn budgetsubsidie en exploitatiesubsidie. Deze vormen worden echter niet toegepast in het beleidsveld sport.
2.6.1.2 Activiteitensubsidie Sportverenigingen kunnen een incidentele subsidieaanvraag indienen voor activiteiten die als doel hebben het versterken of vernieuwen van het huidige sportaanbod. De activiteitensubsidie is bedoeld voor sportverenigingen die gevestigd zijn in de gemeente Tiel die op grond van een contributieregeling een bijdrage/ contributie vragen aan hun leden. Subsidie wordt verleend voor de volgende activiteiten: 1. het bevorderen van de kwaliteit van het bestuur en ander vrijwillig kader door kadervorming, opleiding en deskundigheidsbevordering; 2. sport- en beweegactiviteiten gericht op het bereiken van minimaal één van de volgende doelgroepen: • allochtonen die nog niet lid zijn van een sportvereniging; • minima die nog niet lid zijn van een sportvereniging; 3. activiteiten gericht op de sportbeoefening van minimaal één van de volgende doelgroepen: jeugd, ouderen, personen met een beperking, allochtonen, minima; 4. het realiseren van kleine aanpassingen aan de accommodatie zodat de activiteiten onder 2. en 3. uitgevoerd kunnen worden.
_______________ 31
Inventarisatie constructieve veiligheid lichte platte daken, Vervest constructief ontwerp&advies 20 maart 2012. Meerjaren onderhoudsplan 2012-2051 Zwembad Groenendaal Plus, pagina 15 van 307, Asset Facility Management april 2012. 33 Algemene subsidieverordening gemeente Tiel. 32
18
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de totale kosten van de activiteit met een maximum van € 1.000,00 euro. De verenigingen dienen jaarlijks hiervoor een aanvraag in te dienen. Het totale subsidieplafond bedraagt € 10.000,- in 2012. De bijdrage die aan Sportplaza wordt verstrekt, is geen subsidie maar een bijdrage op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst. 2.6.2 Tarieven Ofschoon Tiel beschikt over sportbeleid en financiële kaders kenmerken de tarieven zich door grote verschillen die op het oog uitsluitend verklaard kunnen worden door een historische ontwikkeling. De huurtarieven voor de sportvelden in Tiel zijn in theorie gekoppeld aan de werkelijke jaarlijkse onderhoudslasten (exclusief kapitaallasten). In 1998 heeft de gemeenteraad vastgesteld dat de tarieven een gedeeltelijke dekking van de onderhoudslasten dienen te zijn. Het streven was een dekkingspercentage van 50%. Dit beleidsuitgangspunt is gehandhaafd in de sportbeleidsnota van 2006-2015 (vastgesteld januari 2007). In 2011 zijn met betrekking tot de huisvesting van (maatschappelijke) organisaties uitgangspunten gesteld34. Enkele uitgangspunten hieruit betreffen: • Voorzien in huisvesting is geen gemeentelijke taak tenzij expliciet vastgelegd in wettelijk- of beleidskaders; • Facilitair Bedrijf/Vastgoed fungeert als loket, beziet mogelijkheden binnen het eigen gemeentelijk vastgoed bezit, stelt huurvoorwaarden vast, stelt contracten op en zorgt voor financiële verrekening huur; • Portefeuillehouder Vastgoed, Portefeuillehouder betrokken beleidsveld + beleidsafdeling zijn inhoudelijk aangesloten, bezien mogelijkheden binnen eigen beleidsterrein, bepalen evt. subsidie en/of evt. besluitvorming in commissie/raad; • Gescheiden financiële stromen van huur en subsidie35; • De rol van de gemeente is alleen faciliterend. De dekkingspercentages inzake sportaccommodaties zijn de afgelopen jaren niet door gemeente gerapporteerd. De exacte componenten van de ‘onderhoudslasten’ zijn onbekend. Een gedegen berekening van het dekkingspercentage36 wordt verder bemoeilijkt door gestelde uitgangspunten zoals dat de berekening van de tarieven voor kunstgrasvelden gebaseerd werd op de onderhoudslasten van natuurgrasvelden. Het is onduidelijk of in het voortraject de effecten van het beleid voor verenigingen zijn doorberekend. Daarmee is het niet inzichtelijk of het gestelde dekkingspercentage reëel mag worden geacht. Ook is onduidelijk wat de koppeling is tussen binnensport-, zwembad en buitensport tarieven en subsidies (al dan niet op basis van de achterliggende kostprijs). De tarieven voor de binnensportaccommodaties en het zwembad zijn tijdens het opstellen van de overeenkomsten met Sportplaza eenmalig vastgesteld in september 2006. De ‘deeltarieven’ voor sporthal Westroijen en De Betuwe zijn gelijkgesteld, voor de gymzalen geldt eveneens een gelijkgesteld tarief. Er is een lijst met verenigingen die vallen onder het gesubsidieerde tarief en een lijst waarvoor een commercieel tarief geldt. De verenigingen met een gesubsidieerd tarief zijn tevens de verenigingen die in aanmerking komen voor waarderingssubsidie. De vastgestelde tarieven worden geïndexeerd aan de hand van de index voor de netto materiële overheidsconsumptie. Alle overige tarieven mogen vrij worden geïndexeerd of verhoogd.
_______________ 34
Uitgangspunten huisvesting (maatschappelijke) organisaties, gemeente Tiel 27 maart 2011 De huurder ontvangt van het Facilitair Bedrijf/Vastgoed een huurovereenkomst en de facturen voor het bruto huurbedrag. De huurder ontvangt van de betrokken beleidsafdeling de eventuele subsidie. Dit houdt de geldstromen uit elkaar en het is voor het College en Raad inzichtelijk aan wie, voor hoeveel en in welke vorm er subsidie wordt gegeven (rapportage & control). 36 Voorstel is om het dekkingspercentage te berekenen in de uitwerking van de sportaccommodatienota op het moment dat de kaders voor berekening van het dekkingspercentage zijn vastgesteld. Zie ‘visie en ambitie’ in paragraaf 3.4 35
19
De indexatie van de huurtarieven van de buitensportvelden liep niet gelijk met de indexatie van de huurtarieven van de sporthallen en gymzalen. Per 1 januari 2007 is de indexering van de binnensporttarieven aangepast aan de gemeentelijke standaard. Vervolgens zullen ook de buitensporttarieven aan deze standaard aangepast worden. Medio 2012 blijkt uit een inventarisatie dat bij zeker zes verenigingen geen actuele c.q. huidig rechtsgeldige overeenkomst van Recht van Opstal voorhanden is in de dossiers van de gemeente. Ook is er in het geval van circa acht verenigingen geen rechtsgeldige (ondertekende) huurovereenkomst. Wel wordt in meerdere gevallen betalingsverplichtingen voldaan aan de hand van eerder opgestelde conceptovereenkomsten. De retributie, oftewel opstalvergoeding, is gelijk gesteld op € 45,- per jaar per recht van opstal, onafhankelijk van perceelgrootte of andere parameters. In enkele gevallen is sprake van een vooraf bepaalde looptijd van 29 jaar of een onbepaalde tijd overeenkomst. In de relatief nieuwe overeenkomsten (o.a. De Kromhouters, 2005) is sprake van een huurafhankelijk recht van opstal (HARVO), het opstalrecht eindigt door beëindiging van de huur- of pachtovereenkomst. Dit werd destijds beschouwd als model overeenkomst voor alle overeenkomsten van Recht van Opstal. Voor de binnensport en het zwembad geldt dat er alleen overeenkomsten zijn met Sportplaza. De gemeente is en blijft eigenaar van grond en opstallen van alle aan Sportplaza ‘overgedragen’ accommodaties. Alle onderliggende verhuur- en gebruiksovereenkomsten die zij hanteren vallen onder het risicodragende karakter van het beheer en de exploitatie van Sportplaza.
2.7 Bezuinigingstaakstelling Voor de gemeentelijke sportaccommodaties geldt een bezuinigingstaakstelling van € 41.000 die met ingang van 2015 dient te worden gerealiseerd. Onderzocht dient te worden op welke wijze dit haalbaar is en wat hiervan de gevolgen zijn. Hierbij zal in eerste instantie gekeken worden naar outsourcing en als dat niet mogelijk is, naar het accommodatieaanbod.
2.8 Bovenlokaal aanbod Gezien het bevolkingsaantal wordt het aanbod van sportaccommodaties van Tiel compleet bevonden. Van de takken van sport die in Nederland het meest beoefend worden, ontbreken er in Tiel onder andere handbal, motorsport, roeien en kano37. Daarentegen kan er in Tiel wel fietscross worden beoefend.
Atletiek Een toets van het voorzieningenniveau wijst uit dat de atletiekvereniging zich met een grasbaan in een uitzonderingspositie bevindt; verreweg de meeste atletiekverenigingen beschikken over een kunststof of desnoods gravelbaan. Het aantal leden van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie is gelijk aan 0,81% van het bevolkingsaantal in Nederland. Indien dit percentage wordt toegepast op de bevolking van Tiel dan zou de Astylos circa 330 leden moeten hebben, hetgeen er in werkelijkheid bijna 200 zijn. Het gemis aan een kunststofbaan speelt hierin een grote rol, hoewel er ook atletiekverenigingen zonder kunststofbaan zijn met meer leden in een kleiner verzorgingsgebied (zie tekstkader). De KNAU heeft de ervaring dat een club 20% tot 50% groeit bij de aanleg van een kunststof baan.
_______________ 37
Het bezoekadres van kanovereniging Driestromenland bevindt zich in Kapel-Avezaath gemeente Buren.
20
Voorne Atletiek is een vereniging met 436 leden (waarvan 60 jeugdleden) en is gevestigd in Brielle. De leden komen voornamelijk uit de gemeenten Brielle, Westvoorne, Hellevoetsluis en Rozenburg. De verenging beschikt (nog) niet over een eigen accommodatie maar maakt gebruik van de natuurgrasvelden bij een onderwijsinstellen en een voetbalvereniging.
De dichtstbijzijnde atletiekaccommodatie is die van AV Statina in Culemborg waar men sinds 2007 de beschikking heeft over onder andere een vierlaans kunstofbaan met zes sprintlanen. De afstand tussen AV Statina en AV Astylos bedraagt bijna twintig autokilometers. Voor AV Astylos vormt het feit dat er een grasbaan ligt niet het belangrijkste punt, hoewel veel potentiële leden zich daar niet door aangetrokken voelen. Het is de kwaliteit van de baan die parten speelt en vooral op de inrichting voor de technische (niet-loop) nummers.
Fietscross/BMX Ook TFCC De Weirijders wijkt in voorzieningenniveau af van de dichtstbijzijnde overeenkomstige accommodatie; die van FCV Geldermalsen. De afstand tussen FCV Geldermalsen en De Weirijders bedraagt bijna dertien autokilometers. Beide verenigingen zijn aangesloten bij zowel de NFF als de KNWU. Een globale optische verkenning van de accommodatie van FCV Geldermalsen lijkt erop te duiden dat op deze vereniging geen ruimtegebrek van toepassing is zoals op De Weirijders.
2.9 Ontwikkelingen 2.9.1 Bevolkingsontwikkeling Begin 2011, zijnde het jaar waarin de kwaliteit en capaciteit van de sportaccommodaties is beoordeeld, telde de gemeente Tiel 41.186 inwoners. Als gevolg van de geplande bouw van bijna 4.100 woningen in de komende jaren, is een bevolkingsprognose opgesteld waarin het inwoneraantal van de gemeente Tiel zal doorgroeien naar 46.117 in het jaar 202538 . Gezien de ontwikkeling van het woningbouwprogramma wordt deze prognose in mei 2012 niet haalbaar geacht. Vooralsnog wordt daarom uitgegaan van de volgende aantallen. leeftijd 0 - 4 5 - 9 10 - 14 15 - 19 20 - 24 25 - 29 30 - 34 35 - 39 40 - 44 45 - 49 50 - 54 55 - 59 60 - 64 65 - 69 70 - 74 75 - 79 80 - 84 85 - 89 90 - 94 95 - < totaal woningen GWB
2011 2.308 2.791 2.809 2.649 2.357 2.367 2.586 2.962 3.434 3.307 2.885 2.598 2.671 1.787 1.363 976 726 410 169 31 41.186 17.119 2,41
2015 2.151 2.363 2.844 2.692 2.673 2.564 2.501 2.599 3.088 3.427 3.116 2.658 2.427 2.349 1.526 1.114 736 435 157 21 41.443 17.625 2,35
2020 2.147 2.133 2.373 2.744 2.706 2.824 2.649 2.477 2.630 3.046 3.226 2.867 2.446 2.169 2.049 1.263 838 443 155 21 41.206 18.639 2,21
2025 2.278 2.156 2.207 2.401 2.757 2.901 2.917 2.605 2.536 2.682 2.963 3.018 2.694 2.242 1.951 1.698 958 502 170 29 41.664 19.168 2,17
2.9.2 Sportparticipatie In de onderstaande tabel is aangegeven hoe het aantal leden van de betreffende sportbonden zich per tak van sport in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Het aantal leden is hierbij uitgedrukt in een percentage van de Nederlandse bevolking. _______________ 38
Bron: “Bevolkingsprognose gemeente Tiel 2011 t/m 2031”, Pronexus oktober 2011.
21
Participatiegraad Voetbal Tennis Hockey Atletiek Korfbal Wielrennen Honk- en softbal Jeu de boules Schaatsen Tafeltennis Volleybal Badminton Zwemmen Basketbal Gymnastiek
1999 6,50% 4,53% 0,85% 0,56% 0,61% 0,14% 0,15% . . . . . . . .
2003 6,47% 4,39% 1,00% 0,60% 0,60% 0,14% 0,15% 0,11% . . . . . . .
2004 6,52% 4,42% 1,06% 0,63% 0,61% 0,15% 0,15% 0,11% 1,01% 0,22% 0,79% 0,43% 0,93% 0,28% 1,80%
2005 6,60% 4,35% 1,13% 0,67% 0,61% 0,15% 0,15% 0,11% 0,99% 0,22% 0,79% 0,41% 0,91% 0,28% 1,79%
2006 6,67% 4,28% 1,15% 0,76% 0,58% 0,17% 0,15% 0,11% 0,93% 0,21% 0,78% 0,40% 0,92% 0,34% 1,74%
2007 6,91% 4,23% 1,21% 0,77% 0,60% 0,17% 0,15% 0,11% 0,92% 0,21% 0,78% 0,39% 0,89% 0,28% 1,67%
2008 7,03% 4,22% 1,28% 0,78% 0,62% 0,17% 0,14% 0,11% 0,92% 0,21% 0,77% 0,37% 0,88% 0,26% 1,71%
2009 7,15% 4,40% 1,35% 0,81% 0,61% 0,14% 0,14% 0,11% . 0,21% 0,76% 0,37% 0,87% 0,25% 1,63%
2010 7,21% 4,19% 1,38% 0,81% 0,61% 0,16% 0,14% 0,11% . 0,20% 0,76% 0,36% 0,85% 0,26% 1,55%
Trend + + + ± ± ± -
Bron: NOC*NSF
2.9.3 Ruimtelijke ordening In de gemeentelijke structuurvisie wordt sport grotendeels betrokken op het gebied rond de Schaarsdijkweg. Navolgend worden enkele citaten gepresenteerd.
“Vooral het gebied ten zuiden van de Schaarsdijkweg leent zich bijzonder goed voor dergelijke voorzieningen. Gedacht kan worden aan een multifunctioneel sportief en recreatief complex, met plaats voor een zwembad (als de huidige zwembadlocatie voor woningbouw wordt ontwikkeld), een sporthal en buitensportvoorzieningen (zoals sportvelden en een 1.800 meter wieler- en skatebaan). Het gebied ten noordwesten van de Schaarsdijkweg ligt binnen de directe invloedsfeer van de Linge en moet open blijven. Dit gebied is zeer geschikt voor als locatie voor waterberging, gecombineerd met een groen-recreatieve inrichting.” 39 “In het gebied ten oosten van de Schaarsdijkweg is ruimte voor (gebouwde) sportvoorzieningen in de vorm van een multifunctioneel sportcentrum, met bijvoorbeeld een zwembad, een sporthal, een buitenparcours, sportvelden, een wielerbaan en aanvullende voorzieningen. Hiermee wordt het gebied rond de Schaarsdijkweg ontwikkeld tot een soort scharnierpunt tussen Linge en Inundatiekanaal en alle recreatieve en utilitaire (fiets)routes die daarmee samenhangen.”40 “In een schetsontwerp voor het Schaarsdijkweggebied zijn eerste ideeën neergelegd voor een geleidelijke ontwikkeling van dit gebied tot het kruis- en brandpunt van de verschillende grote groene routes door en om Tiel. In het oostelijk deel, langs de Schaarsdijkweg, is ruimte voor de ontwikkeling van een sportcomplex van regionaal niveau, in aansluiting op de bestaande (buiten)sportvoorzieningen van Rauwenhof en Buitenweide. Dit complex zou kunnen bestaan uit een multifunctionele sporthal, een zwembad, kleinere hallen en zalen en bijhorende voorzieningen als horeca, sportwinkel e.d. Het gebied noordwestelijk van de Schaarsdijkweg krijgt primair een functie als groengebied met een waterbergende functie, maar is daarbij zeer geschikt voor medegebruik door sporters. Te denken valt aan cross- en hardloopbanen, een wielrenbaan/skeelerbaan e.d.” 41 Een en ander heeft onder andere geresulteerd in het volgende. • Als nieuw concentratiegebied voor (binnen-)sportvoorzieningen is vooralsnog uitsluitend het oostelijke deel benoemd, dat wordt begrensd door Schaarsdijkweg-Provincialeweg-spoorlijn Tiel-Geldermalsen; • Op deze locatie is een scenario van toepassing waarin een wielercircuit van 1.700 meter wordt gerealiseerd. Indien het scenario wordt vastgesteld, zal bij de uitwerking worden ingegaan op de stichtings- en exploitatiekosten. Bij stichtingskostenraming wordt rekening gehouden met de boekwaarde van de grond à € 1.587.500.
_______________ 39
Structuurvisie Tiel, pagina 58 van Plantxt-integraal.pdf, publicatiedatum 24 februari 2010, bureau Nieuwe Gracht Structuurvisie Tiel, pagina 63 van Plantxt-integraal.pdf, publicatiedatum 24 februari 2010, bureau Nieuwe Gracht 41 Structuurvisie Tiel, pagina 96 van Plantxt-integraal.pdf, publicatiedatum 24 februari 2010, bureau Nieuwe Gracht 40
22
Indien het uitwerkingsscenario eveneens wordt vastgesteld, dient voor de voorbereiding tot en met de ontwerpfase een werkkrediet te worden aangevraagd42. Uit een visualisatie die hiervoor in april 2012 is opgesteld, blijkt dat naast een dergelijk circuit een beperkte ruimte resteert voor de opname van andere functies. 2.9.4 Onderwijsinstellingen Uit de opgestelde leerlingenprognoses en ruimtebehoeften43 blijken de leerlingenaantallen zich als volgt te ontwikkelen. Onderwijsvorm Basisonderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Totaal
2012 4.200 687 2.728 7.615
2015 3.933 659 2.843 7.435
2020 3.664 612 2.756 7.032
2025 3.741 590 2.482 6.813
Gezien de ontwikkeling van het woningbouwprogramma wordt deze prognose in mei 2012 niet haalbaar geacht hetgeen betekent dat verwacht wordt dat het aantal leerlingen en daarmee de ruimtebehoeften van de Tielse onderwijsinstellingen meer zullen afnemen dan in de bovenstaande tabel is gepresenteerd. De wijze waarop de Tielse onderwijsinstelling in de toekomst gehuisvest zullen zijn, staat omschreven in het integraal huisvestingsplan.44 In geactualiseerde conceptversie van dit plan wordt rekening gehouden met het volgende. • Aan-/verbouw van De Regenboog om brede school activiteiten te huisvesten, start in het 1e kwartaal van 2012. • Herbouw van De Achtbaan op dezelfde locatie, start 1e helft 2012. • Sloop en herbouw op dezelfde locatie van de Pr. Willem Alexanderschool waarbij de groepen die thans in de Bakkerstraat gehuisvest zijn worden geïntegreerd, start 2e helft 2012. • Realisatie nieuwbouw schoolgebouw en gymzaal voor de Cambier van Nootenschool in combinatie met 's Heerenloo aan de Rivierenlandlaan. De ingebruikname is voorlopig gepland 2013/2014. • Afhankelijk van allerlei ontwikkelingen (wel of niet doorgaan van de woningbouw in de wijk 9-10-11 of 11a, leegstand in de scholen in Passewaay en de leerlingprognoses voor deze wijk) zal op termijn worden onderzocht of het mogelijk is dat het Koerierspad wordt omgevormd tot permanente school voor de Bataaf. 2.9.5 Verbetering toegankelijkheid binnensportaccommodaties In 2011 zijn zowel eenvoudige verbeteringen als aanpassingen gerealiseerd om de toegankelijkheid van de binnensportaccommodaties te verbeteren. Voor de komende jaren is een voorstel ingediend om de voorzieningen op een gewenst niveau te krijgen. Tijdens de behandeling van de perspectievennota zal blijken of de hiervoor gevraagde middelen ad € 25.000 beschikbaar worden gesteld. 2.9.6 Wensen en voornemens verenigingen 2.9.6.1 Atletiekvereniging Astylos Het bestuur van de vereniging stelt zich als taak de vereniging te laten groeien onder andere door het sportaanbod te verbeteren en waar mogelijk verbreden. Een van de zaken die bij de aantrekkelijkheid van de vereniging een rol spelen is de kwaliteit van de baan. Het feit dat er een grasbaan ligt, vindt de vereniging nog niet het belangrijkste punt hoewel veel potentiële leden zich daar niet door aangetrokken voelen. Het is de kwaliteit van de baan die parten speelt. Daarnaast is de vereniging van mening dat het onderhoud45 duur en complex is en sterk afhankelijk van weer en seizoenen. Astylos werkt daarom aan een concreet voorstel om in samenwerking met onder andere de wielervereniging en fietscrossvereniging een gezamenlijke accommodatie met onder andere een kunststof 400 meterbaan te realiseren op het terrein aan de Schaarsdijkweg.
_______________ 42
Dit werkkrediet komt dan ten laste van het budget 781104 autovrij parcours voor wielrennen en schaatsen uit de Tielse Methode. Leerlingenprognoses en ruimtebehoefte basis, speciaal en voortgezet onderwijs, Pronexus oktober 2011. 44 Integraal huisvestingsplan onderwijsaccommodaties Tiel, Nibag februari 2007. 45 Het onderhoud van de grasbaan en het middenterrein wordt in opdracht van de gemeente door derden verricht. 43
23
2.9.6.2 Voetbalvereniging S.V. T.E.C. Voetbalvereniging S.V. T.E.C. ervaart in april 2012 een groei van het aantal leden waardoor zij voor het nieuwe seizoen 2012-2013 meer wedstrijdteams verwachten in te schrijven. De vereniging wenst de beschikking te krijgen over een kunstgrasveld en denkt daarnaast na over samenwerking met Theole. 2.9.6.3 Jeu de Boulesvereniging De Teerling De vereniging wenst een uitbreiding van 4 binnen- en 2 buitenbanen alsmede een nabijgelegen parkeermogelijkheid en entree. 2.9.6.4 Tennisvereniging TC Groenendaal en Tielse Lawn Tennis Club - TLTC Tennisvereniging TC Groenendaal en Tielse Lawn Tennis Club – TLTC denken na over een scenario waarin TLTC samengaat met Groenendaal en eventueel Theole. 2.9.6.5 Voetbalvereniging Tielse Sportvereniging Theole Theole denkt na over samenwerking met T.E.C. enerzijds en TLTC en Groenendaal anderzijds. 2.9.6.6 Voetbalvereniging VV Wadenoijen VV Wadenoijen wenst een verbetering van de verkeers- en parkeersituatie. 2.9.6.7 Tielse Hockey- en Cricketclub De Kromhouters De vereniging wenst de beschikking te krijgen over een derde kunstgrasveld. Gezien de urgentie wil de vereniging niet afhankelijk zijn van een mogelijke bijdrage van de gemeente waarvan de hoogte en het moment van toekenning onbekend zijn. De vereniging probeert daarom zelf de financiën rond te krijgen. Dit houdt echter niet in dat zij de kosten van het kunstgrasveld zelf wenst te dragen; een gemeentelijke bijdrage c.q. subsidie is meer dan welkom. 2.9.6.8 Rugbyvereniging RC De Scrumboks De vereniging wenst te kunnen beschikken over een wedstrijdveld en een afzonderlijk trainingsveld. 2.9.6.9 Korfbalvereniging Tiel ‘72 De vereniging treft voorbereidingen voor de realisatie van een eigen sporthal. 2.9.6.10 TFCC De Weirijders De vereniging wenst de beschikking te krijgen over een nieuwe accommodatie die onderdeel uitmaakt van de wieleraccommodatie voor JvR De Batauwers. 2.9.6.11 JvR De Batauwers De vereniging wenst de beschikking te krijgen over een wieleraccommodatie waarop de disciplines wielrennen en veldrijden beoefend kunnen worden. 2.9.6.12 Hellas Tiel De vereniging wenst de beschikking te krijgen over een nieuwe turnhal en denkt hierbij onder andere aan De Betuwehal. 2.9.6.13 Analyse fusies Voor de verenigingen die hebben aangegeven een fusie te overwegen, zijn op hoofdlijnen de gevolgen voor huisvesting nagegaan. Hieruit blijkt dat de herhuisvesting die voor de betreffende fusieverenigingen benodigd zou zijn, vooralsnog niet bijdraagt aan het opheffen van de geconstateerde capaciteitstekorten. Wel kan worden bijgedragen aan het opheffen van geconstateerde capaciteitsoverschotten. De herhuisvesting zal gepaard met hoge kosten waarbij zeer onzeker is of en zo ja, in welke mate deze kunnen worden gecompenseerd met het saldo uit de grondexploitatie.
24
2.10 Conclusies De variatie en hoeveelheid sportaccommodaties kan in Tiel als passend worden beoordeeld; de kwaliteit over het algemeen als voldoende. Het gevoerde sportaccommodatiebeleid laat zich kenmerken door een sober instandhoudingsregime. Uitgangspunten die voor de toekomst reeds gesteld zijn, lijken te duiden op de wens om kosten te besparen. Uitzondering hierop vormt het voornemen om een wielercircuit te realiseren. Tenzij er met de verplaatsing van sportaccommodaties hoge grondexploitatieopbrengsten worden gegenereerd en ter compensatie van de kapitaallasten van nieuwe sportaccommodaties worden aangewend , is het instandhouden van de accommodaties goedkoper dan nieuwbouw. Uit de zeer recente meerjarenonderhoudsplannen blijkt voor geen van de sportaccommodaties de noodzaak om op korte termijn een besluit te nemen over nieuwbouw. Ten opzichte van de huidige situatie zal instandhouding echter wel tot hogere kosten leiden. Het voldoen aan de bezuinigingstaakstelling vergt hierdoor rigoureuzere maatregelen dan het opheffen van de geconstateerde overcapaciteit alleen. Indien ervan wordt uitgegaan dat de variatie in het accommodatieaanbod gehandhaafd dient te blijven, zal hierop per saldo niet bezuinigd kunnen worden. Als alternatief kan onder andere gedacht worden aan: • het verhogen van de tarieven voor ingebruikgave (hogere opbrengsten); • het aanpassen (bij gelegenheid) van de overeenkomsten met dienstverleners Bron, Sportplaza of hun opvolgers (lagere kosten); • het samenwerken met buurgemeenten voor het realiseren, verplaatsen, beheren en/of exploiteren van accommodaties (lagere kosten). De uitgaven van de gemeente Tiel aan sport zijn in vergelijking tot enkele 100.000+ gemeenten laag te noemen, hetgeen zowel het gevolg van lage kosten als van hoge opbrengsten kan zijn. De leeftijdscategorieën met de hoogste sportparticipatie, te weten kinderen en jongeren, zullen de komende jaren in aantal afnemen. Gecombineerd met de nationale ontwikkeling in sportparticipatie wordt verwacht dat de groei van Tiel nauwelijks zal resulteren in een toename van het aantal leden bij de sportverenigingen. Substantiële groei wordt alleen voor hockey en atletiek verwacht; voetbal en tennis zullen stabiliseren en de overige sporten zullen afnemen, evenals het bewegingsonderwijs. Daarentegen zal van groei sprake zijn indien onderwijsinstellingen het aantal uren bewegingsonderwijs verhogen en aan de inzet van de gemeentelijke sportaccommodaties andere eisen worden gesteld als gevolg van de doorvoering van het passend onderwijs, drie decentralisaties en de kanteling van de Wmo.
25
3 Visie en ambities 3.1 Inleiding Op basis van de bevindingen die tijdens de inventarisatie- en analysefase zijn gedaan, is in dit hoofdstuk een visie-/ambitiedocument opgesteld waarin het toekomstig aanbod van sportaccommodaties in Tiel wordt geschetst. De scenario’s zijn opgesteld vanuit het perspectief op zowel de afzonderlijke accommodaties als op de relaties tussen alle gemeentelijke sportaccommodaties in Tiel en, voor zover van toepassing, daarbuiten. Deze scenario’s zijn toegelicht met een omschrijving op hoofdlijnen van kwalitatieve (gevolgen voor capaciteit, benutting, nabijheid) en kwantitatieve (gevolgen voor investering en exploitatie) aspecten. Bij de overwegingen die bepalend zijn voor de voor te stellen configuraties is, met name voor de binnensport, het meeste gewicht toegekend aan de belangen van het bewegingsonderwijs. Na vaststelling van het visie-/ambitiedocument worden de gestelde uitgangspunten, waaronder de bezuinigingstaakstelling, integraal betrokken bij de uitwerking van de scenario’s.
3.2 Accommodatiescenario’s 3.2.1 Zwembad In de structuurvisie is melding gemaakt van de mogelijkheid om zwembad Groenendaal plus te verplaatsen naar het perceel achter de Schaarsdijkweg om zodoende de bestaande locatie voor woningbouw te herbestemmen. Mede gezien de situatie in mei 2012 op de woningmarkt wordt verwacht dat vanuit deze herbestemming geen financiële bijdrage kan worden geleverd aan de exploitatie van een nieuw zwembad elders; in globale berekeningen van de gemeente wordt voor de grondexploitatie op deze locatie uitgegaan van een verlies. Evenwel wordt dit scenario overgenomen met als aanbeveling deze te effecturen na 2020. Gezien de huidige markt en financiële positie van de gemeente wordt ook het scenario ‘renovatie zwembad op huidige locatie’ onderzocht. Gezien de structureel negatieve ontwikkeling in het recreatieve bezoekaantal van zwembaden, zal bij nieuwbouw van een zwembad met een lokaal verzorgingsgebied vanaf deze datum vermoedelijk gekozen worden voor een functioneel zwembad met minder zwemwater dan in de huidige situatie. Dit resulteert in lagere kosten voor personeel, energie en onderhoud. Dit exploitatievoordeel wordt echter ruimschoots teniet gedaan door de stijging in kapitaallasten. Indien gekozen wordt voor de nieuwbouw van een zwembad met een regionaal verzorgingsgebied zal vermoedelijk gekozen worden voor een zwembad met evenveel of meer zwemwater dan in de huidige situatie. Ten opzichte van de huidige situatie resulteert dit door de hogere kapitaallasten in een aanzienlijke toename van het exploitatietekort. Een bijdrage van de samenwerkende regiogemeenten wordt daarom aanbevolen. 3.2.2 Binnensportaccommodaties Het initiatief van Tiel ’72 om zelf een sporthal te realiseren, zal bij de ingebruikname een negatieve invloed hebben op de benutting van de huidige binnensportaccommodaties. Of en zo ja, in welke mate een dergelijke hal tevens geschikt is voor bewegingsonderwijs en/of andere takken van sport valt, gezien de hieraan verbonden kosten, te betwijfelen. Gezien de ontwikkeling van de leerlingenaantallen en de takken van binnensport wordt aanbevolen om gefaseerd twee gymnastieklokalen te sluiten, nadat de gymnastieklokalen in de Rivierenlandlaan en MFC Passewaaij in gebruik zijn genomen. Al naar gelang het welslagen van het initiatief van Tiel ’72 kan eveneens de Betuwehal worden afgestoten. Bij een uitgesproken voorkeur voor instandhouding van de Betuwehal kan ook worden geopteerd voor sluiting van een derde en/of vierde gymnastieklokaal mits dit verenigbaar is met onder andere de afstandscriteria uit de verordening onderwijshuisvesting en de per saldo nadelige financiële consequenties. In dit verband kan ook gedacht worden aan een verhuizing van T.G.V. Hellas naar de Betuwehal. 27
3.2.3 Buitensportaccommodaties De toekomstvisie die op basis van het behoefteonderzoek is gepresenteerd, wordt grotendeels onderschreven maar de waarschijnlijkheid van groei wordt voor een aantal verenigingen sterk betwijfeld. Aangezien de bevolkingstoename van Tiel grotendeels vanuit Passewaaij-Zennewijnen afkomstig zal zijn en deze wijk ook een relatief groot aandeel in kinderen en jongeren heeft, dient voor deze wijk te worden ingezet op de nabijheid van sportvoorzieningen. De dichtstbijzijnde sportparken betreft Ridderweide en Wadenoijen. Aangezien RKTVC reeds een capaciteitstekort ervaart, wordt aanbevolen de capaciteit van Wadenoijen te verhogen, bij voorkeur met een derde natuurgrasveld zodat in de toekomst nog een intensivering van ruimtegebruik door de toepassing van kunstgras mogelijk is. Om dit scenario uit te voeren is het benodigd om één of meer belendende percelen aan te kopen, de bestemming daarvan te wijzigen en het gebied opnieuw in te richten. Het meest urgente scenario bedraagt in dit verband het opheffen van het capaciteitstekort voor hockey. De Kromhouters dienen zo spoedig mogelijk over een derde veld te kunnen beschikken, bij voorkeur kunstgras. Daarbij dient eveneens rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat op termijn een vierde veld benodigd is, waarvoor het veld van De Scrumboks het meest in aanmerking komt. Voor AV Astylos en TFCC De Weirijders geldt dat hun accommodatie niet aan de kwaliteitseisen van NOC*NSF en/of sportbonden voldoet. Voor De Weirijders geldt dat zij hun accommodatie en de hierop gelegen voorzieningen in eigendom hebben; de gemeente stelt uitsluitend de grond ter beschikking. Voor Astylos wordt het onderhoud van de grasbaan en het middenveld in opdracht van de gemeente door derden verricht. Voor de benodigde kwaliteitsverbetering bij Astylos is het niet noodzakelijk om de vereniging te verplaatsen. Voor de benodigde kwaliteitsverbetering bij De Weirijders is dit vooralsnog onzeker. Voor beide takken van sport zijn er op regionaal niveau alternatieven voor handen. In Culemborg bevindt zich een kunststof atletiekbaan en in Geldermalsen een fietscrossparcours. Denkbare scenario’s voor beide verenigingen betreft daarmee onder andere: • nulscenario: handhaven huidige situatie; • samenwerkingsscenario: handhaven huidige accommodatie als trainingslocatie en uitwijken naar buurgemeenten voor medegebruik wedstrijdlocatie; • nieuwbouwscenario: realiseren geschikte wedstrijdfaciliteiten op huidige accommodatie waarbij voor De Weirijders vooralsnog rekening wordt gehouden met de noodzaak tot verplaatsing waarvoor uitsluitend de locatie ten oosten van de Schaarsdijkweg in aanmerking komt. Op de locatie ten oosten van de Schaarsdijkweg moet voldoende ruimte worden gereserveerd voor het, op termijn, huisvesten van het zwembad. Het programma van eisen voor het zwembad is daarbij nog nader te bepalen. De sporten wielrennen en veldrijden zijn in het eerder verrichte behoefteonderzoek buiten beschouwing gelaten. Gegeven is dat voor het realiseren van een gecombineerde wieler-, skate- en schaatsbaan € 225.000 beschikbaar is en dat voor het onderdeel realisatie van een wieler-/atletiekaccommodatie (programma Structuurversterking in Rivierenland, inclusief centrumvoorzieningen) met een gevraagde provinciale bijdrage van € 1.000.000, wordt gekeken naar mogelijkheden binnen het programma Sport. Gecombineerd met het gegeven dat er behoudens het perceel ten oosten van de Schaarsdijkweg of de waterbergingslocatie ten noordwesten van de Schaarsdijkweg geen uitbreidingslocaties in Tiel zijn, zal voor het perceel ten oosten van de Schaarsdijkweg een scenario worden uitgewerkt waarin wordt ingegaan op: • wat verstaan wordt onder een gecombineerde wieler-, skate- en schaatsbaan; • welk ruimtebeslag en kosten globaal gemoeid zijn met de aanleg van de combinatie van een zwembad, wielercircuit, fietscrossparcours en veldritparcours alsmede parkeren en ontsluiting; • of en zo ja, onder welke voorwaarden dit ruimtebeslag en deze kosten verenigbaar zijn met de beschikbare fysieke en financiële ruimte op de locatie ten oosten van de Schaarsdijkweg. Mocht blijken dat het ten oosten van de Schaarsdijkweg aan de fysieke en/of financiële ruimte voor één of meer van de genoemde voorzieningen ontbreekt, resteren er drie opties: handhaven, verplaatsen naar de waterbergingslocatie ten noordwesten van de Schaarsdijkweg of verplaatsen buiten de gemeentegrenzen in regionaal samenwerkingsverband. 28
Vooralsnog geldt de verwachting dat er naast een wielercircuit, zwembad, parkeerterrein, ontsluiting en overige terreininrichting weinig ruimte resteert voor overige voorzieningen. Om deze reden wordt voor de atletiekaccommodatie uitgegaan van handhaving op de huidige locatie, temeer omdat het hiervoor aan ruimte niet ontbreekt op sportpark De Lok. De overcapaciteit bij TEC dient te (kunnen) worden ingezet als korte termijn oplossing voor verenigingen die een capaciteitstekort ervaren. Omdat het verdelen van buitensportverenigingsactiviteiten over meer dan één locatie onwenselijk is, dient dit bij voorkeur niet langer dan drie jaar te worden aangehouden. Voor de lange termijn dient daarom zicht te bestaan op een structurele oplossing. Indien bijvoorbeeld De Scrumboks zouden groeien en een capaciteitstekort gaan ervaren, zouden zij tijdelijk van het veld bij T.E.C. gebruik kunnen maken. Daarbij kan het (mede-) gebruik zich uitbreiden tot twee velden indien de capaciteit van T.E.C. wordt beperkt tot één natuurgras wedstrijdveld en één gecombineerd kunstgras wedstrijd-/trainingsveld. Door toepassing van een dergelijke configuratie kunnen twee van de huidige vier velden van T.E.C. anders worden benut. Al naar gelang de aan te houden reserve-/groeicapaciteit voor T.E.C. kan deze herbestemming een tijdelijke of permanente status krijgen. Daarnaast bestaat wellicht de mogelijkheid tot structureel medegebruik van het middenterrein van de atletiekbaan. Voor een eventuele combinatie van oplossingsrichtingen dient onder andere aan de voorwaarden te worden voldaan dat de overcapaciteit bij T.E.C. structureel is en dat AV Astylos tot medewerking bereid is.
29
3.2.4 Samenvatting en termijnen Accommodatie/vereniging Sportpark De Lok Atletiek Astylos
scenario’s
1.
Voetbal SV TEC
2.
Jeu de Boules De Teerling
3.
Sportpark De Hennepe TFCCC De Weirijders
4.
a. handhaven b. uitwijken naar buurgemeenten voor medegebruik wedstrijdlocatie c. realiseren geschikte wedstrijd faciliteiten a. instellen muktifunctioneel medegebruik vierde veld b. realiseren kunstgrasveld en herbestemmen derde en vierde veld handhaven
a. handhaven b. uitwijken naar buurgemeenten voor medegebruik wedstrijdlocatie c. realiseren geschikte wedstrijdfaciliteiten, zonodig op Schaarsdijkweg
Sportpark Ridderweide Tennis LTV De Ridderweide Voetbal RKTVC
5. 6.
handhaven handhaven
Sportpark Drumpt Tennis TC Groenendaal Tennis TLTC Voetbal TS Theole
7. 8. 9.
handhaven handhaven handhaven
Sportpark Iepengaard VV Wadenoijen
Sportpark Rauwenhof Tennis Ten Medel Hockey en cricket De Kromhouters Honk- en softbal De Panters Korfbal Tiel ‘72 Rugby De Scrumboks
IJsbaan IJsvereniging de Pinguïn
10. uitbreiden met derde natuurgrasveld 11. vervangen natuur- door kunstgrasveld
12. handhaven, inclusief zesde baan 13. a. uitbreiden met derde kunstgrasveld b. uitbreiden met vierde kunstgrasveld 14. handhaven 15. handhaven 16. a. vooralsnog handhaven, eventueel met trainingsgebruik van vierde veld bij TEC b. verplaatsen naar derde en vierde veld bij TEC
termijn
<2015 <2012 <2015 2015-2020
<2015 <2015
<2015 2015-2020
<2015 2015-2020
<2015 2015-2010
17. handhaven
Wielrennen JdV De Batauwers
18. a. realisatie nabij Schaarsdijkweg van wielercircuit en/of b. realisatie nabij Schaarsdijkweg van veldritparcours of c. handhaven
2015-2020 2015-2020
Sportpark Schaarsdijkweg
19. realisatie wieleraccommodatie, ten behoeve van a. wielercircuit en/of b. veldritparcours en/of c. fietscrossparcours 20. ruimtereservering zwembad
2015-2020
2020-2025
Zwembad Groenendaal Plus
20. nieuwbouw Schaarsdijkweg 20a. renovatie zwembad
2020-2025 2020-2025
Gymnastieklokalen
21. realisatie lokaal Rivierenlandlaan <2015 22. realisatie lokaal MFC Passewaaij <2015 23. gefaseerd opheffen twee lokalen na ingebruikname nieuwe lokalen 2015-2015
Sporthal Westroijen
24. handhaven
Sporthal De Betuwe
25. handhaven al naar geland welslagen sporthal Tiel ‘72
30
2015-2020
Hierbij wordt opgemerkt dat: • de varianten 4c en 19c deels overeen komen; • de varianten 2b, 13b en 16b onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden; • de varianten 18a en b onlosmakelijk verbonden zijn met 19 a en b.
3.3 Exploitatie en beheer In het geval dat een gemeente de keuze heeft gemaakt om diensten te commercialiseren c.q. privatiseren, is dit meestal een definitief besluit. In lijn met de ontwikkeling van regiegemeenten en de kerntakendiscussie wordt de uitvoering van werkzaamheden niet (of: niet per definitie) in het gemeentelijke apparaat ondergebracht, maar juist overgelaten aan gespecialiseerde marktpartijen. In Tiel is het onderhoud van de grassportvelden overgedragen aan Bron en verzorgt Sportplaza het beheer en de exploitatie van de binnensportaccommodaties en het zwembad. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat Tiel deze taken alsnog weer binnenshuis zal halen, nu of na afloop van de huidige overeenkomsten. Ook in de omgeving van Tiel heeft regionale samenwerking zich de laatste jaren ontwikkeld tot een prominent politiek-bestuurlijk thema. Het algemene doel daarbij is het creëren van samenwerkingsverbanden die bijdragen aan de realisatie van voor gemeenten belangrijke doelen. Samenwerking moet daarbij een meerwaarde hebben ten opzichte van het zelfstandig uitvoeren van een taak. Indien sprake is van een regionale samenwerking is het mogelijk de krachten ten aanzien van beleid en uitvoering te bundelen en zodoende schaalgrootte en synergetische voordelen te behalen alsmede een regionale harmonisatie van het voorzieningenaanbod, tarieven en eventueel subsidies te vereenvoudigen. Hierbij kan gedacht worden aan een - al dan niet verzelfstandigd - intergemeentelijk sportbedrijf. Bij verzelfstandiging komt het sportbedrijf buiten de overheid te staan, zoals nu al het geval is met het zwembad en de binnensportaccommodaties. Hoewel het voor een BTW belaste exploitatie van vooral de buitensportaccommodaties geen noodzakelijke voorwaarde (meer) is, kan de oprichting van een sportbedrijf wel bijdragen aan de invoering hiervan. Aangezien de regionale samenwerkring op bestuursniveau nog vorm moet krijgen, ligt de oprichting van een regionaal sportbedrijf op korte termijn niet in de lijn der verwachting. Vanuit het Tielse perspectief is het daarnaast de vraag welke uitvoerende taken een sportbedrijf op zich zal nemen en of het onderhoud van de grassportvelden en de exploitatie van de markt worden teruggenomen. Op basis van deze overwegingen zijn voor het opstellen van de visie en ambitie inzake de exploitatie en het beheer de volgende uitgangspunten gesteld: • de Afdeling Onderwijs en Welzijn blijft verantwoordelijk voor het beleid, stimulering van sport en beweging, subsidiebeoordeling en verlening en informatieverstrekking over sport- en beweegmogelijkheden in Tiel; • de gemeente is en blijft eigenaar van alle grond van sportaccommodaties en verleent Recht van Opstal indien van toepassing. Club- en kleedgebouwen zijn in eigendom, beheer en onderhoud van de buitensportverenigingen; • het beheer en de exploitatie van de binnensportaccommodaties en het zwembad zijn gecommercialiseerd. In het vierde kwartaal van 2014 wordt nader beschouwd of wijziging van de commercialisering aan de orde is; • vanuit het Tielse perspectief blijven de uitvoerende taken ten aanzien van onderhoud uitbesteed aan de markt. Eventueel wordt de regie hierop overgedragen aan een commerciële partij of een regionaal sportbedrijf.
31
Op basis van deze uitgangspunten zijn de visie en ambitie inzake de exploitatie en het beheer als volgt weergegeven: Visie en ambitie exploitatie en beheer
termijn
• met betrekking tot eigendoms- en verhuurovereenkomsten worden rechtsgeldig ondertekende RvO’s opgesteld en waar nodig geactualiseerd. De huurovereenkomsten worden eveneens geactualiseerd en rechtsgeldig ondertekend indien van toepassing. • Met het oog op een eventueel gewenste BTW belaste ingebruikgave van de (buiten-) sportaccommodaties dient hierbij rekening te worden gehouden met een toekomstige omzetting van de huurovereenkomsten naar ingebruikgave overeenkomsten.
2013-2015
• Ten aanzien van gecommercialiseerde taken van beheer en exploitatie neemt de gemeente niet opnieuw deze taken op zich, maar besluit over: - verlenging van de huidige overeenkomst perdirect - eventuele heraanbesteding in 2016 of - het onderbrengen van deze taak in een nieuwe entiteit, bijvoorbeeld een sportbedrijf dat bij voorkeur in regionaal verband opereert. - als onderdeel van alle drie bovenstaande scenario’s wordt tevens ingegaan op de eventuele mogelijkheid om een deel van de ondershoudswerkzaamheden bij sportverenigingen onder te brengen.
2013-2015
• Bij een eventueel besluit over de op- en inrichting van een lokaal sportbedrijf wordt een doorlooptijd van circa twee jaar geraamd. (na een besluit hiertoe en beschikbaarstelling van een voorbereidingskrediet).
2013-2015 2013-2015 2015-2020 2013-2015
2015-2025
3.4 Subsidies en tarieven In Nederland worden door gemeenten verschillende gangbare methoden voor het bepalen van tarieven gehanteerd: 1. tarifering op basis van historische ontwikkelingen; 2. tarifering op basis van dekkingspercentage van de kostprijs; 3. tarifering op basis van regionale afstemming; 4. tarifering op basis van gelijkberechtiging van gebruikers. Conform vigerend beleid en in lijn met landelijke ontwikkelingen van tarieven- en subsidiebeleid, is de ambitie dat de gemeente Tiel het huidige stelsel doorontwikkeld naar een ‘kostprijsgeoriënteerde tariefstructuur’. Hiermee wordt bedoeld dat de hoogte van de tarieven rechtstreeks wordt gerelateerd aan de kosten die door de gemeente Tiel worden gemaakt om de accommodaties in stand te houden. Er worden twee mogelijke scenario’s voorgesteld: 1. het revitaliseren van het huidige beleid, door als uitgangspunt te stellen een dekking van de onderhoudslasten van 50%, waarbij nog nader te bepalen is in welke mate overige lasten en boekwaarden ook onder de definiëring van ‘onderhoudslasten’ vallen. 2. Overgang naar een kostprijs dekkende tarifering op basis van vervangingswaarde. Bij de keuze voor scenario 2 wordt geïnventariseerd voor welke boekwaarde alle sportparken en –accommodaties in de boeken staan anno 2012, wat de jaarlijks onderhouds- energie- en personeelslasten (en eventueel belastingen, verzekeringen etc.) zijn. Op basis van de totaalsom wordt een verdeelsleutel gehanteerd voor elke gebruikers. Daarbij wordt niet de volledige kostprijs doorberekend, om laagdrempelige toegang tot sportaccommodaties te waarborgen. Hierbij kan op basis van de uitkomsten nader worden bepaald: a. Welk dekkingspercentage van de kostprijs aan de orde is46; _______________ 46
Bij een kostprijsgeoriënteerde tariefstructuur worden doorgaans alle daadwerkelijke accommodatiekosten inbegrepen; de verdeelsleutel wordt bepaald op basis van de vervangingswaarde. In dergelijke gevallen bedraagt het dekkingspercentage per saldo (na aftrek van een directe huisvestingssubsidie’ doorgaans niet meer dan 20%; een hoger percentage leidt tot uitval van leden c.q. verenigingen.
32
b. in hoeverre sprake dient te zijn van een overgangsregeling voor gebruikers die anders in acute problemen komen; c. op welke wijze de subsidies van verenigingen worden aangepast zodat ze wel aan hun nieuw vast te stellen betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Voor het in gebruik geven van sportruimten en/of het recht verlenen voor opstallen op de gemeentelijke grond, worden in de regel afspraken vastgelegd in een overeenkomst van Recht van Opstal of huurovereenkomst. In meer uitzonderlijke gevallen is sprake van erfpachtovereenkomsten en in een enkel geval is sprake van eigen grondbezit door een vereniging. Voor de komende jaren dienen alle opstalrechten van buitensportparken en verenigingen in RvO’s te worden vast gelegd, voorzien van onderliggende huurovereenkomsten. Visie en ambitie subsidies en tarieven
termijn
• Er wordt overgegaan op een kostprijsgeoriënteerde tariefstructuur op basis van vervangingswaarde.
2013-2015
• Alle kosten die gemoeid zijn met de exploitatie en het beheer van de sportaccommodaties worden, conform de gestelde uitgangspunten aan huisvesting van (maatschappelijke) organisaties47, voor 100% in de tarieven doorberekend waarmee sprake wordt van een kostprijsdekkende tariefstructuur.
2013-2015
• Om een laagdrempelige toegang tot de sportaccommodaties te waarborgen, wordt er een subsidievorm geïntroduceerd waarin de kostprijs dekkende tarieven direct worden gecompenseerd tot een nader te bepalen percentage.
2013-2015
• Voor verenigingen die alsnog een onevenredige verhoging in het tarief voor ingebruikgave ervaren, wordt een overgangsregeling getroffen.
2014-2018
Tiel, 4 oktober 2012.
_______________ 47
Uitgangspunten huisvesting (maatschappelijke) organisaties, gemeente Tiel 27 maart 2011.
33
34
Gemeentelijke en verenigingssaccommodaties Zwembad Groenendaal Plus Sporthal Westroijen Sporthal De Betuwe Gymnastieklokaal Adamshof Gymnastiekloklaal Rauwenhof Gymnastieklokaal De Dreef Gymnasteklokaal Passewaaij Turnzaal Hellas Tafeltenniszaal Tielse TC Schietbaan Generaal Chassé
Sportpark De Lok Sportpark Drumpt Sportpark Ridderweide Sportpark Rauwenhof Sportpark Wadenoijen Natuurijsbaan Tennispark Ten Medel Fietscrossterrein Weirijders
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Bijlage 1 Locatieoverzicht
Bijlage 2 Specifieke opbrengsten ingebruikgave 2.1 Buitensportaccommodaties 2.1.1 Ingebruikgave sportvoorzieningen Voor het gebruik van de buitensportaccommodaties zijn voor 2012 aan de verenigingen de onderstaande bedragen in rekening gebracht. vereniging Wadenoijen TEC Astylos Kromhouters Kromhouters Panters Theole Theole KV Tiel '72 Scrumboks RKTVC RKTVC Totaal
veld/baan 2,3 4,35 1 1 1 1 4,05 1 1 1 1,3 2,4
tarief 3.972 3.972 3.972 3.972 9.717 5.145 3.972 3.530 3.972 3.972 3.972 3.530
totaal 9.136 17.278 3.972 3.972 9.717 5.145 16.087 3.530 3.972 3.972 5.164 8.472 90.416
Op basis van deze tarieven lijkt er nauwelijks een relatie te bestaan tussen het tarief enerzijds en de aard, omvang en waarde van de velden anderzijds. Zo wordt één standaard tarief gehanteerd voor natuurgrasvelden die in omvang en daardoor in kosten uiteenlopen. De drie kunstgrasvelden van KV Tiel ’72 worden aangeslagen voor de kosten van een natuurgrasveld. Het tarief van het kunstgras hockeyveld is veel hoger dan het tarief van een veel groter kunstgras voetbalveld. Het tarief van een kunstgras voetbalveld is lager dan van een natuurgras voetbalveld. De sportvoorzieningen waarvoor de gemeente geen ingebruikgave vergoeding ontvangt, zijn eigendom van de verenigingen zelf. Voorbeelden hiervan zijn de tennisbanen, veld- en baanverlichting. De tarieven zijn ten opzichte van 2011 met 2,25% geïndexeerd. 2.1.2 Erfpachtcanon en opstalrecht De meeste clubhuizen en kleedruimten zijn eigendom van de verenigingen. Waar deze zich op gemeentegrond bevinden, is hiervoor sprake van erfpacht c.q. recht van opstal. Ook hiervoor ontvangt de gemeente vergoedingen.
2.2 Binnensportaccomodaties en zwembad In de huurovereenkomst tussen de gemeente en Sportfondsen Tiel B.V. is bepaald dat Sportplaza in 2006 voor de accommodaties een huur betaalt van €199.000 exclusief BTW. Dit bedrag is met ingang van 1 januari 2007 jaarlijks geïndexeerd en met ingang van 1 januari verhoogd met BTW. Voor dit bedrag huurt Sportplaza de volgende accommodaties: • Zwembad Groenendaal Plus; • Sporthal De Betuwe; • Sporthal Westroijen; • Gymnastieklokaal Adamshof; • Gymnastieklokaal De Dreef; • Gymnastieklokaal Meeslaan; • Gymnastieklokaal Rauwenhof; • Gymnastieklokaal Rozenstraat; • Gymnastieklokaal Passewaaij. 35
Gymnastieklokaal Rozenstraat is inmiddels gesloopt. Voor 2012 is een bedrag van € 275.939,66 inclusief 19% BTW in rekening gebracht, dit is € 231.882 exclusief BTW. Vanzelfsprekend zijn de huuropbrengsten die van Sportplaza worden ontvangen, lager dan de exploitatiebijdrage die aan Sportplaza wordt betaald. Om de accommodaties te exploiteren en beheren, ontvangt Sportplaza naast een samengestelde gemeentelijke bijdrage48 tevens een vergoeding van alle verenigingen, onderwijsinstellingen, particulieren, etcetera voor de ingebruikgave. De tarieven alsmede de toegestane jaarlijkse verhoging voor de zogenaamde sociaalmaatschappelijke doelgroepen liggen daarbij vast; de commerciële tarieven zijn vrijelijk door Sportplaza te bepalen. De overeenkomsten tussen de gemeente en Sportplaza kunnen worden beëindigd per 31 december 2016, mits deze uiterlijk een jaar van te voren zijn opgezegd.
_______________ 48
De bijdrage bestaat uit een exploitatiebijdrage, een suppletievergoeding en een vergoeding van de kosten voor het uitvoeren van het eigenaarsonderhoud.
36
Bijlage 3 Boekwaarden en afschrijvingstermijnen Navolgend overzicht is gebaseerd op de jaarrekening 2011.
Accommodatie, voorziening, omschrijving Sportparken Brandpreventie sportverenigingaccommodaties Sportpark De Lok Atletiekvereniging Astylos Voetbalvereniging S.V. T.E.C. Jeu de Boulesvereniging De Teerling Sportpark Ridderweide Uitbreiding sportpark Ridderweide Terrein Tiel-West IIb Tennisvereniging L.T.V. De Ridderweide Voetbalvereniging RKTVC Sportpark Drumpt Tennisvereniging TC Groenendaal Tielse Lawn Tennis Club - TLTC Grond TLTC Voetbalvereniging Tielse Sportvereniging Theole Verharding handbalveld Theole Aanleg kunstgrasveld Theole Sportpark Wadenoijen Sportpark Rauwenhof Bouw opstallen sportpark Rauwenhof Grondkosten sportpark Rauwenhof Beplanting sportpark Rauwenhof Tennisvereniging Ten Medel Tielse Hockey- en Cricketclub De Kromhouters Vervanging hockeykunstgrasveld Honkbal en softbalvereniging De Panters Korfbalvereniging Tiel ‘72 Aanleg kunstgrasveld Tiel '72 Rugbyvereniging RC De Scrumboks IJsbaan Grond IJsbaan Hondensportaccommodatie Renteloze lening hondensportvereniging Binnensportaccommodaties Groot onderhoud sporthallen en -zalen Gymnastieklokalen Gymnastieklokaal De Dreef Bouw gymlokaal Wadenoijen Groot onderhoud De Dreef Gymnastieklokaal Meeslaan Bouw gymlokaal Meeslaan Groot onderhoud Meeslaan
Boekwaarde € per 1-1-2012
Afgeschreven per 1-1
9.250
2016
6.843 104.530
2017 2026
38.810
n.v.t.
0 233.118
2012 2022
7.682 439.551 19.712
2016 n.v.t. 2016
17.237
2014
288.379
2025
35.776
n.v.t.
74.930
2021
2.500
2016
76.225 3.097
2021 2016
11.229 2.807
2014 2017
37
Vervolg Accommodatie, voorziening, omschrijving Gymnastieklokaal Rauwenhof Bouw gymlokaal Rauwenhof Gymnastieklokaal De Adamshof Bouw gymlokaal Adamshof Gymnastieklokaal Passewaaij Sporthal Westroijen Bouw Westroijenhal Kantine/bowling Westroijenhal Groot onderhoud Westroijenhal Voorbereidingskrediet verbouwing Westroijen Voorbereidingskrediet verbouwing Westroijen Ver(nieuw)bouw Westroijenhal 2e fase Sporthal De Betuwe Bouw Betuwehal Isolerende voorziening Betuwehal Groot onderhoud Betuwehal Zwembad Groenendaal plus Stichting openlucht zwembad Bouw overdekt zwembad Verbouwing zwembad Groot onderhoud gevels/dak Groot onderhoud binnenruimte Kunstwerk Verbouwing hal zwembad Groenendaal Plus Totaal
38
Boekwaarde € per 1-1-2012
Afgeschreven per 1-1
135.138
2026
22.507
2014
173.570 86.922 5.452 98.072 11.346 1.169.309
2019 2026 2017 2026 2023 2051
100.298 42.081 25.155
2021 2026 2026
23.018 48.234 568.821 0 75.248 4.598 7.758 4.383.691
2018 2017 2026 2012 2025 2016 2018
Colofon Gemeente Tiel Achterweg 2 Postbus 6325, 4000 HH Tiel Tel: (0344) 637 111 Fax: (0344) 637 299 e-mail:
[email protected] internet: www.tiel.nl Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Druk: Repro gemeente Tiel Juli 2012
-
Sportaccommodatiebeleid Gemeente Tiel
Verslag werkconferentie
Datum
24 april 2012 Kenmerk
V12-103.1269 .1269 Door
EM/JS In opdracht van
Gemeente Tiel
-
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
pagina
Aanleiding Welkom Introductie Agenda Plan van aanpak Werkconferentie Bevindingen Andres c.s. Scenario’s Andres c.s. Metaplansessie Pauze Stellingen en waarderingen Discussie Vervolg Afsluiting Naschrift Presentielijst
1 1 1 2 2 2 3 3 4 4 5 7 9 9 9 10
-
1.
Aanleiding
In het Tielse sportbeleid gaat het om beweging! In de sportnota van Tiel heeft de gemeente zich ten doel gesteld om de sportdeelname te verhogen en sport en bewegen in te zetten bij gezondheidsbevordering. Dit doel kan niet zonder sportaccommodaties worden bereikt. De gemeente vindt het belangrijk om duidelijk te maken wat haar visie is op het toekomstig te voeren (gemeentelijke) e) accommodatiebeleid. In dit kader is onlangs onderzoek verricht naar de kwaliteit en de capaciteit van de gemeentelijke sportaccommodaties. Mede op basis hiervan ontwikkelt de gemeente samen met management-/adviesbureau /adviesbureau Andres c.s. een visie op het toekomstig aanbod van buitensport-, buitensport binnensport- en zwemvoorzieningen. Er wordt een aantal scenario’s opgesteld voor de wijze waarop dit aanbod kan worden gerealiseerd. In de visie wordt tevens ingegaan op de wijze van onderhoud, beheer en exploitatie alsmede de subsidies en tarieven die in de toekomst van toepassing zijn op de ingebruikgave. Scenario’s die in dit kader door Andres c.s. zijn opgesteld, zijn met een brede vertegenwoordiging vanuit uit het Tielse Tiel sportveld besproken tijdens een ‘werkconferentie werkconferentie sportaccommodatiebeleid die op 10 april 2012 van 19.30 - 22.00 uur is gehouden in de sportaccommodatiebeleid’ raadszaal van de gemeente Tiel. Over het verloop van deze werkconferentie wordt navolgend verslag gedaan.
2.
Welkom
Wethouder ethouder de heer Driessen had als portefeuillehouder sport vanavond graag aanwezig willen zijn, maar is in verband met andere verplichtingen helaas verhinderd. De bijeenkomst wordt daarom geopend door wethouder de heer Verspuij die mede namens de heer Driessen Drie de aanwezigen van harte welkom heet.
3.
Introductie
Edwin van Miltenburg van Andres c.s. stelt zichzelf en de overige twee leden van het projectteam voor die betrokken zijn bij het opstellen van de scenario´s, het visie/-ambitiedocument ambitiedocument en uiteindelijk het sportbeleid. Binnen het sportaccommodatiebeleid worden w ook de onderwerpen: exploitatieexploitatie en beheervormen evenals tarieven en subsidies betrokken. Tevens worden de mogelijkheden voor regionale samenwerking verkend. Het op te stellen sportaccommodatiebeleid is lokaal maatwerk en is gebaseerd op de Tielse situatie, ituatie, waarbij landelijke geaccepteerde normen en kengetallen worden benut.
1
-
4.
Agenda
Edwin presenteert de agenda die voor de bijeenkomst van vanavond is opgesteld.
5.
Plan van aanpak
Volgens het plan van aanpak voor het opstellen van het sportaccommodatiebeleid, wordt na de werkconferentie het visie--/ambitiedocument verder voorbereid voor behandeling door B&W en de gemeenteraad in juni. Daarna wordt het document uitgewerkt in concrete beleidsvoornemens in het kader waarvan ook met de buurgemeenten contact wordt gezocht om samenwerkingsmogelijkheden samenwerkings te verkennen. In het vierde kwartaal van 2012 wordt opnieuw een informatiebijeenkomst gehouden om het sportaccommodatiebeleid aan onder andere ande de verenigingen te presenteren. Opgemerkt wordt dat de bevindingen eerst met het sportveld worden gedeeld en vervolgens pas met de politiek. Van belang is dat het opstellen van het sportaccommodatiebeleid parallel verloopt met een aantal andere door de gemeente uitgezette beleidsplannen, waaronder de bouwopgave en de effecten daarvan op het onderwijshuisvestingsplan en ook op de toekomstige sportvraag. Een en ander wordt in de komende periode duidelijk.
6.
Werkconferentie
De werkconferentie van vanavond is ervoor bedoeld om de reacties van de aanwezigen te vernemen op de bevindingen die Andres c.s. heeft gedaan en de scenario’s die daarop zijn gebaseerd. Hiervan wordt een verslag opgesteld dat aan het visievisie /ambitiedocument wordt toegevoegd en waarvan de aanwezigen een kopie ontvangen. De aanwezigen wordt verzocht de presentielijst in te vullen zodat zij het verslag per e-mail e kunnen ontvangen.
2
-
7.
Bevindingen Andres c.s.
Andres c.s. heeft met betrekking tot de sportvoorzieningen in Tiel een inventarisatie en analyse uitgevoerd van onder andere: • besluiten die al eerder genomen zijn; • onderzoeksresultaten van ProCensus over de kwaliteit, capaciteit, benutting en gebruikerswensen; • onderhoudsplannen; huur exploitatie- en overige • erfpacht-, opstal-,, huur-, overeenkomsten. Één van de belangrijkste bevindingen betreft de eventuele bezuinigingstaakstelling die slecht verenigbaar is met de stijgende kosten van instandhouding, kwaliteitsverbetering en uitbreiding. Naast de hoge kosten vormen de beperkte ruimte van uitbreidingslocatie Schaarsdijk en het ontbreken van andere uitbreidingslocaties een complicatie voor de gewenste verbeteringen.
8.
Scenario’s Andres c.s.
De visie wordt opgesteld voor de komende dertien jaar (in perioden 2012-2015, 2015, 2015-2020 2015 en 20202025). Maatregelen die naast financiële gevolgen ook ruimtelijke gevolgen hebben, zijn in de scenario’s benoemd. Daar waar er voor accommodaties is uitgegaan van va handhaving, is niet per definitie uitgesloten dat er renovatie of nieuwbouw op dezelfde locatie zal plaatsvinden. Met het oog op de bevindingen over de fysieke en financiële ruimte voor de sportaccommodaties in Tiel stelt Andres c.s. bij het voorstellen van de scenario’s prioriteiten en urgenties. Desgevraagd geeft Andres c.s. aan juist voor deze en niet voor andere scenario’s te hebben gekozen omdat deze scenario’s in de visie van Andres c.s. de hoogste urgentie hebben. Deze urgentie hangt grotendeels grotendeels samen met het capaciteitstekort dat voor de grootste verenigingen c.q. takken van sport al bestaat of nog wordt verwacht. De planningsnormen van NOC*NSF geven hier een objectieve indicatie voor af. Indien in de toekomst bij andere verenigingen of sporten capaciteitstekorten ontstaat, verdient het aanbeveling om de prioriteitstelling te wijzigen.
3
-
9.
Metaplansessie
In de Metaplan-sessie wordt de deelnemers gevraagd om hun mening over de gepresenteerde scenario’s in te brengen in de vorm van twee stellingen die zij elk op een memobriefje noteren. Deze briefjes worden door hen op één van de drie A1-formaat formaat posters geplakt die corresponderen met de categorie: • Accommodaties en Voorzieningen; • Exploitatie en beheer; • Tarieven en subsidies. Nadat dit gedaan is, wordtt de aanwezigen gevraagd om voor die stellingen die zij het meest van belang vinden hun instemming of afkeuring te laten blijken door op elk van deze stellingen één groene (instemming) of rode (afkeuring) sticker te plakken. Door de ideeën schriftelijk schriftelij te genereren, is de methode redelijk anoniem en uitsluitend gericht op de inhoud van de geleverde bijdragen. Bovendien krijgt eenieder, onafhankelijk van verbale kwaliteiten, ruime mogelijkheden om een bijdrage te leveren. Van alle aanwezigen worden alleen alleen de verenigingen in de gelegenheid gesteld om stellingen in te brengen en te beoordelen, de politiek en commerciële partners zijn later aan zet. Iedere vereniging ontvangt hiertoe twee memobriefjes, zeven groene stickers en vijf rode stickers.In totaal zijn er 23 setjes van twee memobriefjes, zeven groene stickers en vijf rode stickers uitgereikt.
10.
Pauze
Tijdens de pauze worden de stellingen opgeschreven, ingebracht en beoordeeld.
4
-
11.
Stellingen en waarderingen
In totaal zijn er 41 stellingen ingebracht die vervolgens zijn beoordeeld met 137 groene en 73 rode stickers. Categorie en stelling Tarieven en subsidies 1. Tarieven o.b.v. vervangingswaarde? Inzichtelijk voor alle verenigingen 2. Harmonisatie van de huurtarieven op korte termijn is noodzakelijk 3. Verenigingen moeten mogelijkheid krijgen voor onderhoud in eigen (gezamenlijk) beheer 4. Gemeente heeft o.i. een faciliterende rol. De kosten (afschrijvingen) hoeven niet door de verenigingen alleen opgebracht te worden. De huidige 25% is voldoende 5. Bezuiniging: Effect = beperkt + maatschappelijk onjuist 6. Voordat de onderhoudskosten bij de vereniging worden neergelegd, moet achterstallig onderhoud worden weggewerkt 7. Tarieven geen verhogingen 8. Moeten de binnensporten qua prioriteitsstelling geen voorkeurspositie krijgen? (vergelijking rest van de regio) 9. Gebruik en beloon inzet verenigingen t.a.v. onderhoud e.d. (wij zijn met ons allen "de gemeente") 10. Wij vinden dat de gemeente alleen mogen indexeren. Bij 100% kostendekkend gaan de contributies veel te veel omhoog; leegloop 11. Sportbeleidsplan gaat uit van 50% kostendekkend tarief. Ons inziens is een kostendekkend tarief (100%) niet haalbaar. Continuïteit van de vereniging in gevaar Exploitatie en beheer 1. Hoe zit het met exploitatie VV Wadenoyen 2. Schoonmaak, reparatie en controle van sportaccommodatie beneden peil! 3. De onderhoudskosten van randgroen van het sportveld en de parkeergelegenheid zijn voor de gemeente 4. Al 2 eerdere beleidsplannen. Nooit iets uit voortgekomen i.v.m. het niet hebben van budget of reserveringen door de gemeente. Volgens ons een kostenverhogend plan. 5. Bevorderen / stimuleren samenwerking tussen verenigingen 6. Verenigingen horen te weten wat het onderhoud van het sportveld inhoudt 7. Gemeente verantwoordelijk voor basisvoorzieningen accommodaties 8. Privatisering van het beheer van accommodaties naar verenigingen of een collectief van verenigingen levert synergievoordeel op voor vereniging en gemeente
eens
oneens
0 7 5
2 1 1
2
6
6 8
0 0
2 3
0 5
3
1
3
1
1
0
0 10
8 1
3
1
2
2
2 12
0 0
1 4
0 9
5
-
vervolg Categorie en stelling Accommodaties en voorzieningen 1. Kwaliteit accommodatie = aantrekkingskracht! 2. Accommodatie Scrumboks. Grotere speelvoorziening. Trainingsveld (sterke stijging leden) 3. 1. Accommodatie en voorzieningen 2. Exploitatie beheer Stichting Roskam manege 4. Er moet snel duidelijkheid komen welke verenigingen een accommodatie langs de Schaarsdijkweg kunnen krijgen 5. Kwaliteit + voldoen aan de norm is een must 6. De honkbalvereniging moet verhuizen i.v.m. extra hockeyveld en korfbalhal 7. Fietscrossvereniging de Weirijders heeft accommodatie nodig i.v.m. afkeuren huidige locatie (te klein) 8. Is het multifunctioneel centrum van de baan? 9. Een plan met veel potentie wordt genegeerd terwijl er nog steeds gesprekken lopen voor een multifunctioneel centrum voor diverse verenigingen en disciplines juist in tijd van vergrijzing 10. De inhoud van de sporthallen (Westroyenhal) c.q. groot materiaal dient vernieuwd te worden. Dus baskets, opslagkasten, e.d. 11. Hoe ziet de gemeente de functie van VV Wadenoyen binnen de gemeente? 12. De gemeente is verantwoordelijk voor de integrale basisvoorziening overeenkomstig vastgestelde landelijke normen, rekening houdend met de beroepsbevolkingsontwikkelingen 13. Samenbrengen van 2 graveltennisclubs leidt tot krachtiger partnership met de gemeente op een vernieuwde locatie 14. Vergrijzing is gebaat bij meer mogelijkheden voor tennissport 15. T.G.V. Hellas realiseren: sport/turnhal 16. T.G.V. Hellas verhuizing huidige locatie naar Betuwehal 17. Investeren in een nieuw zwembad heeft alleen zin als het: - een grotere capaciteit krijgt –en multifunctioneel is 18. Herverkaveling van accommodaties kan kwaliteitsverbetering van Tielse sportvoorziening opleveren 19. Herverkaveling van de bestaande verenigingen stimuleren 20. Alle binnensportaccommodatie moet geschikt zijn voor gehandicapten 21. Bij het besteden van middelen dient het vestigen van een sportcultuur bij de schooljeugd voorop te staan 22. (niet geprivatiseerde) sporthallen hebben de voorkeur boven gymzalen
eens
oneens
18 2
0 0
1
0
4
1
5 2
0 0
1
1
4 1
1 0
1
0
0
3
0
3
2
1
1 2 2 1
8 2 1 0
6
0
1 7 0
0 1 6
2
7
6
-
12.
Discussie
De discussie wordt vooral betrokken op stellingen die zowel van groene als rode stickers zijn voorzien. Tarieven en subsidies De huidige tarieven van Tiel lijken vrijwel geen verband te houden met de kosten die op de verschillende voorzieningen van toepassing zijn. De keuze om kostendekkende tarieven te gaan hanteren is door de gemeenteraad al gemaakt maar moet nog worden uitgevoerd. In het sportbeleid van 2007 is benoemd de om 50% van de onderhoudskosten te dekken. De vraag die zich hierbij voordoet is, welke kosten daarbij wel en niet moeten worden inbegrepen. Naar de mening van Andres c.s. moeten alle kosten hierbij inbegrepen zijn om zodoende maximaal transparant te maken wat de sportaccommodaties kosten. Daarbij kunnen zich grote verschillen in de boekwaarde van grond en opstallen van accommodaties voordoen. Om toch een rechtvaardige verdeelsleutel te hanteren, stel Andres c.s. voor om uit te gaan van vervangingswaarden. In de praktijk bedraagt het tarief dat verenigingen aan de gemeente betalen voor het in gebruik geven van sportvoorzieningen maximaal circa 25% van de kosten die de gemeente daarvoor draagt. Indien ervoor gekozen wordt om via deze methode een 100% kostendekkend tarief in te voeren dan zal dit door de verenigingen niet kunnen worden opgebracht. In het voorstel van Andres c.s. zal een 100% kostendekkend tarief daarom gecombineerd worden met een prestatiesubsidie waarmee het tarief kan worden gecompenseerd. Alsnog zullen de gevolgen van een gewijzigde tariefstructuur per vereniging sterk verschillen. Voor verenigingen die een aanzienlijke verhoging krijgen aangezegd, zal een overgangsregeling worden voorgesteld. Daarnaast is er een sterk verschil tussen de takken van sport. Zo zijn de meeste tennisaccommodaties in Tiel volledig eigendom van de betreffende verenigingen en ontvangt de gemeente alleen de erfpachtcanon. De tennisverenigingen dragen daarmee reeds 100% van de exploitatiekosten van de banen, clubhuis en kleedruimten. Voor de hockeyverenigingen geldt een mengvorm; één kunstgrasveld is van de gemeente, één kunstgrasveld is van de vereniging en ten aanzien van het voorgestelde derde kunstgrasveld gaat de vereniging er op dit moment vanuit dat zij deze zelf betaalt1. Een en ander kan verklaren waarom de meeste verenigingen er voorstander van zijn dat de huurtarieven worden geharmoniseerd en er tegenstander zijn van dat de kosten (afschrijvingen) niet door de verenigingen alleen hoeven te worden opgebracht en de huidige 25% voldoende is. Er is verschil in inzicht over het al dan niet verkrijgen van een voorkeursrecht van typische binnensportverengingen bij programmering in de binnensportaccommodaties, boven de buitensportverengingen. Enkele buitensportverenigingen (korfbal, hockey etc.) wensen een deel van het jaar (winterperiode) gebruik te maken van de binnensportaccommodaties. Juist dan is de druk op de programmering van met name de courante uren het hoogst.
1
Naschrift De vereniging wenst de beschikking te krijgen over een derde kunstgrasveld. Gezien de urgentie wil de vereniging niet afhankelijk zijn van een mogelijke bijdrage van de gemeente waarvan de hoogte en het moment van toekenning vooralsnog onbekend zijn. De vereniging probeert nu daarom zelf de financiën rond te krijgen. Dit houdt echter niet in dat zij de kosten van het kunstgrasveld zelf wenst te dragen; een gemeentelijke bijdrage c.q. subsidie is meer dan welkom.
7
-
Exploitatie en beheer De discussie naar aanleiding van de stellingen over exploitatie en beheer concentreert zich op de vraag of verenigingen zelf beheertaken willen en kunnen uitvoeren. Dit betreft dan vooral de buitensportverenigingen. De wijze waarop de beheertaken nu worden uitgevoerd, leidt tot ontevredenheid bij sommige verenigingen die stellen het beter en goedkoper zelf te kunnen doen. Hier wordt tegenin gebracht dat niet alle verenigingen daartoe in staat zullen zijn hetgeen onder andere samenhangt met de moeite die zij al dan niet hebben om vrijwilligers te vinden en binden voor bestuur, commissies, materiaal, horeca, begeleiding, et cetera. Geopperd wordt daarom om de beheertaken niet aan afzonderlijke verenigingen over te dragen maar aan gezamenlijke verenigingen die zij bijvoorbeeld per sportpark zouden kunnen organiseren in de vorm van een beheerstichting.
Accommodaties en voorzieningen Het plan voor een multifunctioneel centrum op de locatie aan de Schaarsdijk (nabij de “Krol”garage) zou betrekking hebben op zwem- en binnensport, hetgeen door sommige verenigingen is opgevat als een mogelijkheid om eveneens tennissport op deze locatie te faciliteren. Andres c.s. is van mening dat de locatie te weinig ruimte biedt om deze voorzieningen samen met een wieleraccommodatie te realiseren, en zal zich nogmaals vergewissen van de omvang van het perceel. Aangegeven wordt dat het wenselijk is om eerst de eindsituatie voor deze locatie in beeld te brengen om pas daarna keuzes te maken over de daadwerkelijk te realiseren voorzieningen en te hanteren fasering. De stelling dat herverkaveling van accommodaties kan bijdragen aan kwaliteitsverbetering wordt ook door Andres c.s. erkend. In de Tielse situatie wordt dit ernstig belemmerd door het gebruik aan uitbreidingslocaties. Bovendien worden dergelijke ontwikkelingen momenteel sterk vertraagd door de situatie in de woningmarkt. Voor het beter geschikt maken van de binnensportaccommodaties voor gehandicapten ligt momenteel een voorstel gereed voor behandeling in de eerstvolgende perspectievennota. Met de stelling dat vergrijzing gebaat is bij meer mogelijkheden voor tennissport zijn velen het oneens. Dit terwijl tennisverenigingen in relatie tot andere (buiten-)sportverenigingen verhoudingsgewijs veel meer senioren dan junioren tellen. De verwachting dat ingebruikname van de sporthal van Tiel ’72 erin kan resulteren dat de positie van de Betuwehal ter discussie moet worden gesteld, verdient nuancering. Geopperd wordt dat in plaats daarvan ook gymnastieklokalen kunnen worden afgestoten mits dit verenigbaar is met de afstandscriteria voor het bewegingsonderwijs. De stelling dat sporthallen de voorkeur hebben boven gymzalen heeftechter meer tegen- (7) dan voorstanders (2). Op verzoek van BC Thiela wordt bevestigd dat de hoogte van het tarief dat Tiel ’72 voor de eventuele ingebruikgave van hun sporthal aan derden gaat hanteren, niet van invloed zal zijn op het tarief dat Sportplaza hanteert voor de gemeentelijke binnensportaccommodaties. In het voorstel van Andres c.s. worden de tarieven voor de gemeentelijke binnensportaccommodaties evenals die van de buitensportaccommodaties wel gewijzigd naar een kostprijsgeoriënteerde structuur.
8
-
Ofschoon RKTVC niet meer kan groeien en mede daarom voor VV Wadenoyen een derde veld wordt voorgesteld, wordt betwijfeld of laatstgenoemde vereniging kan voorzien in de verwachte groeiende voetbalbehoeften vanuit Passewaaij-Zennewijnen. Fietscrossvereniging de Weirijders heeft slechts tot en met 2013 dispensatie gekregen van de KNWU om wedstrijden te organiseren. In principe is de baan nu afgekeurd. Als de vereniging geen wedstrijden meer mag organiseren, verliest zij een voorname inkomstenbron en komt haar bestaan in gevaar. Met de stelling dat de vereniging een nieuwe accommodatie nodig heeft, is door één vereniging ingestemd en door één vereniging niet ingestemd. In het scenario van Andres c.s. wordt de locatie aan de Schaarsdijk bestemd voor een wielercircuit en wordt de resterende ruimte gereserveerd voor vervangende nieuwbouw van het zwembad. JvR De Batauwers heeft behoefte aan een concreet beeld van de eindsituatie op deze locatie, ook indien er sprake is van een gefaseerde realisatie. Dit verzoek sluit aan bij de stelling dat er snel duidelijkheid moet komen welke verenigingen een accommodatie langs de Schaarsdijkweg kunnen krijgen (4 voor, 1 tegen). De keuzen over de (situering van) voorzieningen ten behoeve van een wielercircuit kunnen dan worden bepaald vanuit het perspectief op de eindsituatie zodat de ruimtelijke mogelijkheden optimaal kunnen worden benut en waar mogelijk clustervoordelen kunnen worden behaald.
13.
Vervolg
De bediscussieerde scenario’s worden opgenomen in een visie-/ambitiedocument dat voor de zomer van 2012 gereed zijn. Ten aanzien van de genoemde onderwerpen worden in de visie uitsluitend richtinggevende uitspraken gedaan en nog geen definitieve keuzes gemaakt; deze komen aan de orde in de definitieve nota sportaccommodatiebeleid die na de zomer wordt opgesteld en dan opnieuw aan een brede vertegenwoordiging van sportactoren zal worden gepresenteerd. Degenen die vanavond aanwezig zijn, worden hierover eveneens geïnformeerd. Indien de aanwezigen nog afzonderlijk willen reageren op de datgene wat tijdens bijeenkomst besproken is, dan kunnen de reacties ten behoeve van het visie-/ambitiedocument nog tot en met 16 april 2012 worden ingebracht bij de gemeente en/of Andres c.s.
14.
Afsluiting
Na de aanwezigen te hebben bedankt voor hun komst en inbreng sluit Joop Scherpenzeel om 22.15 uur de bijeenkomst.
15.
Naschrift
Van de gelegenheid om afzonderlijk te reageren op de datgene wat tijdens bijeenkomst besproken is, is gebruik gemaakt door BC Thiela, De Weirijders, FTS, Astylos en De Kromhouters.
9
-
16.
Presentielijst Werkconferentie sportaccommodatiebeleid Tiel dinsdag 10 april 2012 van 19.30 - 22.00 uur, Raadszaal in de Ambtmanstraat te Tiel
vereniging/organisatie RC de Scrumboks Atletiekvereniging Astylos Basketballver. Flip Stars Basketballver. Flip Stars BC Thiela BC Thiela FTS FTS Hellas Tiel Hellas Tiel HSV De Panters JvR de Batauwers Keep Fit Multisportclub RKTVC S.V. T.E.C. S.V. T.E.C. St. Roskam Manege Tennisclub Groenendaal TFCC de Weirijders TFCC de Weirijders TGV Hellas Tiel THCC De Kromhouters THCC De Kromhouters Theole Tiel ‘72 Tiel ’72 / FTS TielseLawn Tennis Club TZC Vahalis Volleybal Tivoc VV Wadenoijen Sportplaza Tiel Sportplaza Tiel Sportplaza Tiel Protiel Protiel Gemeente Culemborg Gemeente Tiel Gemeente Tiel Andres c.s. Andres c.s.
naam Roy Jansen Ruud van Kempen Selina Meems Sandra Kersbergen David Volmer Alletta Rutgers Martin Broers Ginus Wolters Rien van Eldijk Bert van Arkel Barry Ter Horst Marco Blom W.J. Hoffman InekeMeems Erik van Verseveld Ben de Goojer Jan Spee Hans van Arkel Meriam Darduuri Johan Kusters Cees Dekker Christele Bos Frank Schoots Judith Wijnbergen Bert Roelofs Petra Verheulen Bert de Rooij Pieter van Noord Frits Smink D. van Londen Arie de Vree Maarten Been Bas Corbijn Carla den Ouden AlexStultiëns RolvoManuhutu Fons v/d Dries Wanda Springeling Laurens Verspuij Edwin van Miltenburg Joop Scherpenzeel
e-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Hoevelaken, 24 april 2012 Andres c.s.
10
Agendapunt Raadsvergadering Kenmerk Portefeuillehouder Begrotingsprogramma Onderwerp
: : : : : :
7 17 oktober 2012 RG/Wwesterholt burgemeester 9, besturen van de stad kredietvoorstel iPads raad/digitaal werken raad en commissies
Aan de raad, Beslispunt: 1. een krediet beschikbaar stellen van € 37.313 voor de aanschaf van 57 iPads 3 (Wifi +3G) ten behoeve van papierloos werken en vergaderen van de raad, het presidium, de commissies en de raadswerkgroepen. 2. Instemmen met het daarvoor opgestelde implementatieplan, versie 17 oktober 2012, inclusief de daarin beschreven randvoorwaarden, uitgangspunten en werkwijzen evenals de daarin opgenomen businesscase waarin de kosten, baten en dekking van de iPad 3 (Wifi + 3G) zijn verwoord. 3. Aanpassen van de rechtspositieverordening van de wethouders, raads- en commissieleden waarbij de vergoedingsregeling voor computerapparatuur wordt vervangen door een bepaling waarin aan wethouders, raads- en commissieleden van gemeentewege tablets in bruikleen worden verstrekt (artikelen 8, 17 en 22 van de ontwerpverordening). 4. De maximale onkostenvergoeding voor raadsleden verlagen met 9% (artikel 3 van de ontwerpverordening) en deze middelen aanwenden voor het papierloos werken en vergaderen zoals verwoord in het implementatieplan. 5. De vacaturegelden griffie 2012 komende 2 jaar inzetten tot een totaal bedrag van € 23.144 en deze beschikbare middelen inzetten om het papierloos werken en vergaderen voor de komende 2 jaar kostendekkend te maken.
Inleiding Op 9 november 2011 heeft uw raad bij de begrotingsbehandeling een motie aangenomen over het inzetten van een deel van de raadsvergoeding voor de aanschaf van iPads. Het doel van de motie was/is zoveel mogelijk papierloos te gaan werken hetgeen kosten bespaart. Daarmee draagt de raad zelf bij aan de bezuinigingsdoelstellingen. Bovendien wordt het milieu minder belast. Aan deze motie is binnen uw raad het nodige voorafgegaan. Om iedere spraakverwarring in dit verband te voorkomen: het gaat in het vervolg van dit voorstel om de inzet van een deel van de onkostenvergoeding van een raadslid (en dan ook nog om de wettelijk maximaal toegestane verlaging van 20%, de raadsvergoeding zijnde de vergoeding voor het werk, blijft buiten beschouwing). De motie is aangenomen met de stemmen van Pro Tiel en D66 tegen. Laatstgenoemde fractie gaf aan niet tegen papierloos werken te zijn, maar dat eerst de organisatie op orde zou moeten zijn. De fractie van Pro Tiel stemde tegen omdat, los van een beslag op de onkostenvergoeding, er aanzienlijke kosten gemaakt zouden moeten gaan worden. Uw presidium heeft de uitwerking van de motie aan zich gehouden en de griffier verzocht om 1
een plan van aanpak op te stellen. Op 4 januari 2012, 1 februari 2012, 7 maart 2012, 6 juni 2012, 5 september 2012 en 3 oktober 2012 (zie onder het kopje bijlagen) hebben wij over het onderwerp papierloos vergaderen met elkaar gesproken. De verslagen en de daaraan ten grondslag liggende documenten liggen voor u op de gebruikelijke wijze ter inzage. De bespreking in onze vergadering heeft er in geresulteerd dat wij u voorstellen geheel digitaal te gaan werken met iPads (Wifi +3G) per 1 maart 2013. Voor het dekken van de kosten, kunnen, naast een besparing op papier- en portokosten, vacaturegelden 2012 op de griffie en een generieke verlaging van de onkostenvergoeding van de raadsleden met 9%, worden ingezet. Beoogd effect Met dit voorstel beogen wij het papierloos werken en vergaderen van de politiek in Tiel te realiseren. Argumenten Dit voorstel berust op een aanzienlijk aantal argumenten en ervaringen die deels ontleend zijn aan de praktijk die elders, dan wel door deskundigen (vakliteratuur), naar voren zijn gebracht. 1. informatievoorziening De informatievoorziening van raads- en commissieleden wordt verbeterd en kan worden versneld. Digitalisering dwingt tot een betere organisatie (structuur) van de informatiestroom. Het gebruiksgemak van de stukken wordt door een betere ontsluiting verbeterd en vergemakkelijkt. Informatie is altijd on-line beschikbaar en wordt actueel gehouden. 2. Informatiegebruik en uitwisseling Via de iPad is mailverkeer mogelijk. Ook kan eenvoudig gebruik gemaakt worden van sociale media. Het digitaal beheren van de persoonlijke agenda behoort tot de mogelijkheden. Het is mogelijk de stukken te voorzien van (eigen) aantekeningen, deze te delen met derden en ze te bewaren. De communicatiemogelijkheden tussen raadsleden en fracties nemen toe. 3. Praktisch gemak Een iPad is klein en eenvoudig mee te nemen 4. Besparing kosten, milieuvriendelijkheid en duurzaamheid Een directe besparing op personele kosten en het daarmee direct kunnen inboeken van besparingen is, mede op basis van ervaringen elders, nog een brug te ver. Wel worden kosten van papier, printen, drukken, kopiëren en porti bespaard. Voor personeelskosten mag worden verwacht dat dit slechts op langere termijn het geval zal kunnen zijn. Ontegenzeggelijk wordt het milieu met digitaal werken minder belast dan nu, met alle papieren informatiestromen, het geval is. De aanschaf van iPads mag daarom, ondanks de korte economische levensduur van de apparatuur, worden beschouwd als een duurzame investering. 5. Rol griffie De griffie staat de raad terzijde en ondersteunt het werk van de raad. Bij digitaal werken en vergaderen veranderen de administratieve werkprocessen bij de griffie. De helpdeskfunctie van de griffie moet worden ingericht en een verbeterde organisatie van de informatievoorziening maakt een betere bewaking daarvan mogelijk. Een werklastverandering, verschuiving en op termijn een mogelijke vermindering van administratieve werklast behoren tot de verder te onderzoeken mogelijkheden. In het licht van de vacature zal het takenpakket van de griffie en de verwachtingen van de raad ten aanzien van de eigen ondersteuning aan de orde moeten komen (zie ook spoorboekje H8 en het raadsbesluit van 19 april 2012 over het deelplan van aanpak). Voor het in gang zetten van de veranderingen bij de griffie, maar in het verlengde daarvan ook de organisatie, kunnen de vacaturegelden 2012 bij de griffie als katalysator worden ingezet. 6. Modern bestuur Met de invoering van de iPads en het digitaal vergaderen is Tiel geen koploper en geen hekkensluiter (uit het recent verschenen Nationaal Raadsledenonderzoek blijkt 20,2% van de gemeenten papierloos vergadert en dat dit in 35% van de gemeenten nog niet het geval is) . Een belangrijke les die elders geleerd is, is dat het niet gaat om het simpel verstrekken 2
of uitdelen van iPads (de voorkant) maar dat het vooral neerkomt op het goed organiseren van de achterkant (ondersteuning, applicaties, beheer en onderhoud). Digitaal werken door de raad is daarnaast ook een gemeentebrede stimulans voor het digitale en nieuwe werken binnen de gehele gemeentelijke organisatie. De wijze van vergaderen gaat veranderen, waarbij vooral de snelheid van informatieuitwisseling zal toenemen. Een toename van deze snelheid past bij deze tijd, zij het niet zonder risico's. De invoering van digitaal werken door de raad bevestigt en stimuleert deze maatschappelijke ontwikkeling. De iPad biedt (in de toekomst) ook mogelijkheden om de wijze van werken en vergaderen te gaan veranderen, zodat ook experimenten bij het besturen van de stad kunnen worden ondersteund. 7. Aanpassen van de rechtspositieregeling raads- en commissieleden De motie die uw raad heeft aangenomen is vertaald in een voorstel tot aanpassing van de rechtspositieregeling van de raads- en commissieleden. In ons voorstel is uitgegaan van verstrekking van tablets door de gemeente op basis van bruikleenovereenkomsten. Dit betekent dat niet van individuele raadsleden een eigen bijdrage wordt gevraagd. Dit tast het principe van de bruikleenovereenkomst aan. Wel is het mogelijk om bij raadsbesluit de onkostenvergoeding van raadsleden generiek met maximaal 9% te verlagen en deze vrijvallende middelen in te zetten voor digitaal werken van de raad. De commissieleden zijn in dit verband buiten beschouwing gelaten omdat zij slechts geringe presentiegelden voor bijgewoonde vergaderingen ontvangen. Wel is gekeken naar het aantal commissieleden dat dient te beschikken over een tablet vanwege hun meer of minder frequente deelname aan vergaderingen. Een bijkomend aspect van dit voorstel is dat de rechtspositieregeling tegelijkertijd met de aanpassing van de vergoedingsbepaling voor computerapparatuur is geactualiseerd. Zo is bijvoorbeeld als gevolg van landelijke regelgeving de spaarloonregeling komen te vervallen. In de ontwerpverordening is ook rekening gehouden met het verstrekken van tablets aan de wethouders. De burgemeester heeft een eigen rechtspositieregeling waarin ook de verstrekking van een tablet is opgenomen. De onkostenvergoeding van raadsleden omvat de volgende kostencomponenten: representatie, vakliteratuur, contributies, lidmaatschappen, telefoonkosten, bureaukosten (o.a. papier voor kopiëren porti inbegrepen), zakelijke giften, bijdagen aan fractiekosten, ontvangsten thuis en excursies. Kosten voor een fax, pc, cursussen en congressen vallen buiten de vergoeding. De oude vergoedingsregeling voor de aanschaf van computerapparatuur (een driejaarlijkse vergoeding van 30% per jaar van de aanschaf van een pc) is sporadisch gebruikt. Hiervoor was in de begroting geen specifieke post geraamd. Uiteraard worden de aangegane verplichtingen gestand gedaan. Kanttekeningen Uiteraard kunnen naast de bovenstaande argumenten ook kanttekeningen worden geplaatst. Wederom op basis van praktijkervaringen elders dan wel door inbreng van deskundigen (vakliteratuur), valt het volgende op te merken. 1. Afhankelijkheid van de techniek Met de invoering van digitaal werken en vergaderen zal dit als een gegeven moeten worden aanvaard. Tiel is hierin niet uniek en dit tegenargument heeft voor veel ontwikkelingen in het verleden ook gegolden. Denk aan bij voorbeeld de typemachine, de telefonie, het faxverkeer en het kopieerapparaat. In de praktijk zal deze afhankelijkheid worden ervaren en waar mogelijk moet hierop worden ingespeeld. 2. Effecten van de iPads op het vergaderen In z'n algemeenheid geldt dat de wijze van vergaderen bij gebruik van tablets zal gaan veranderen. Dit zal effecten op de vergaderingen gaan hebben. Het is verstandig deze effecten bespreekbaar te maken in bij voorbeeld de fracties en ons presidium. De 3
3.
4.
5.
6.
7.
8.
beeldschermen van iPads zijn relatief klein, zeker voor grote documenten. Bij het vergaderen zal hiermee soms rekening moeten worden gehouden (wennen). Dit geldt ook voor het gegeven dat informatie op papier (het A4-tje) soms sneller leest. Het is een uitdaging om hier toch van af te zien. iPads kunnen tijdens vergaderingen geluiden produceren die voor het vergaderen hinderlijk zijn. Ook kunnen de iPads tijdens de vergaderingen worden gebruikt voor andere doelen dan alleen het vergaderen. In hoeverre zich dit gaat voordoen moet worden afgewacht. De eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker van de iPad staat hier echter voorop en ligt in het verlengde van de verantwoordelijkheid die de deelnemer aan de vergadering nu al heeft. De verwachtingen van de gebruiker Soms zijn de verwachtingen van gebruikers van de iPads groter dan de hard- en software kunnen waarmaken. Dit vraagt aandacht in de invoeringsfase. Kwaliteit van de stukken Het is een illusie te veronderstellen dat de vergaderstukken aan kwaliteit winnen als ze digitaal worden verstrekt. Enig effect mag worden verwacht doordat de informatie beter gestructureerd moet worden aangeboden, maar daarmee houdt het ook op. Als het goed is, blijft immers de inhoud van de informatie dezelfde, zij het wat sneller geleverd. Geen keuzemogelijkheid voor digibeten Dit voorstel laat geen ruimte voor de keuze digitaal of niet. Dit hangt mede samen met de (financiële) haalbaarheid ervan. Het gaat hier om een strategische keuze voor het een of het ander, die ook van doorslaggevend belang is voor de werkprocessen van griffie en organisatie (en de daaraan verbonden kosten en baten). Door een goede invoering, de begeleiding daarvan, een goede helpdeskfunctie, zeker in de opbouwfase, een goede introductie kan een probleemloze invoering worden bevorderd. Maar ook dan zal wellicht een enkeling problemen houden. In dat enkele geval zal naar een vast te leggen, maatwerkoplossing moeten worden gezocht. Zakelijk gebruik De iPad wordt (op bruikleenbasis) verstrekt voor zakelijk gebruik. Uiteraard biedt het apparaat ook gebruiksmogelijkheden voor andere doelen (b.v. Apps). De verantwoordelijkheid daarvoor moet bij de gebruiker zelf berusten. De eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker staat hier voorop. Het gemeentelijk beheer en onderhoud als mede de ondersteuning bij het gebruik ziet dan ook alleen toe op wat zakelijk noodzakelijk is. (Nog) niet alles leent zich voor digitalisering Met hele grote documenten zoals bestemmingsplannen en de begroting zal ervaring opgedaan moeten worden of deze geschikt zijn of zijn te maken voor raadpleging via de iPad. Ook voor geheime/vertrouwelijke stukken moet nu nog een voorbehoud worden gemaakt. Deze kunnen slechts digitaal worden verstrekt via een veilig en gebruikvriendelijk kanaal. Hieraan wordt momenteel nog gewerkt. Al het papier verdwenen? Nee, dit is voor sommigen misschien een wens of droombeeld, de realiteit zal anders zijn. Iedereen heeft tenslotte een eigen werkwijze ontwikkeld, denk maar het maken van aantekenen of het maken van notulen. Weer anderen kunnen minder goed van een beeldscherm lezen. Ook in de toekomst zal er daarom waarschijnlijk papier op de raadstafel te vinden zijn.
Draagvlak 1. Algemeen Dit zal moeten blijken uit de beraadslaging in uw raad. Draagvlak kan verder worden verkregen door middel van een adequate communicatie naar buiten en intern in de organisatie. 2. Voorstel In de door ons aan u voorgelegde businesscase is gekozen voor: • zo maximaal mogelijk mobiel gebruik van de tablet. • de meest eenvoudige uitvoering • de zo maximaal mogelijke inzet van de beschikbare vacaturegelden griffie 2012 • een verlaging van de onkostenvergoeding raadsleden die past in de lijn van de 4
•
aangenomen motie over dit onderwerp. het aantal te verstrekken tablets aan commissieleden niet raadsleden met 6 te verminderen. Genoemde 6 commissieleden hebben in deze raadsperiode niet of nauwelijks aan vergaderingen deelgenomen, hetgeen niet betekent dat zij geen werk voor de politiek in Tiel verrichten of hebben verricht.
Aanpak/uitvoering Werkende weg is onder verantwoordelijkheid van de griffier, mede aan de hand van eerdere besprekingen in ons presidium, een implementatieplan opgesteld. Hierin is ingegaan op het programma van eisen, de uitvoering en de planning. Dit document is aan dit voorstel gehecht en u wordt voorgesteld om in te stemmen met de inhoud. Communicatie Direct nadat u een besluit heeft genomen over digitaal werken en vergaderen zal in goed overleg tussen griffie en de afdelingcommunicatie een persbericht worden opgesteld en worden verzonden naar de media. De inhoud daarvan zal eveneens worden gebruikt voor een artikel in Tiel actueel. Ook de sociale media zullen worden ingezet. Tegelijkertijd zal een bericht op het gemeentelijke intranet worden geplaatst waarin ook kort wordt ingegaan op de (naar verwachting gering) gevolgen voor het werk van de organisatie en dan met name op het punt van de communicatie met uw raad. In het MT en het coördinatorenoverleg zal de digitalisering van uw raad worden geagendeerd waarbij uw griffier, indien nodig een toelichting kan geven. Financiën In de businesscase, scenario 3 (bijlage bij implementatieplan van 3 oktober 2012) zijn de kosten en baten uitgewerkt. Het totale investeringsbedrag, excl. rente bedraagt € 40.586. Onder aan de streep bedraagt het tekort voor de levensduur van 2 jaar € 19.270. Voorgesteld wordt om dit tekort de komende 2 jaar te dekken uit de vacaturegelden bij de griffie voor een bedrag van € 9.635 per jaar (€ 19.270 gedeeld door 2). De inzet van vacaturegelden griffie 2012 is éénmalig. Na 2 jaar zal, bij vervanging van de iPads opnieuw dekking van de kosten moeten worden gezocht. Wellicht dat dan een beter beeld bestaat ten aanzien van mogelijke besparingen. Ons presidium heeft dit punt nadrukkelijk overwogen omdat bij een succesvolle overstap naar digitaal werken en ons presidium heeft daar vertrouwen in, geen weg meer terug is. De structurele dekking van de investering over twee jaar is een verantwoordelijkheid van ons allen. Het verdient te worden overwogen om hierover bij de start van de volgende raadsperiode afspraken te maken. Bijlage(n) 1. de motie inzetten deel raadsvergoeding voor aanschaf iPads en een extract uit het vastgestelde verslag van de raadsvergadering d.d. 9 november 2011 2. verslag van het presidium d.d. 4 januari 2012 3. verslag van het presidium d.d. 1 februari 2012 4. verslag van het presidium d.d. 7 maart 2012, neerslag van de bespreking van de notitie van de griffier d.d. 1 maart 2012 inzake strategische keuze voor digitaal of met papier werken 5. verslag van het presidium d.d. 6 juni 2012 n.a.v. het implementatieplan deel 1 6. verslag van het presidium d.d. 5 september 2012. Bespreking van de notitie van de griffier als tussenstap naar deel 2 van het implementatieplan 7. concept - verslag presidium d.d. 3 oktober 2012
Het presidium de voorzitter,
5
Beslissing raad d.d.: de griffier,
Voor nadere (technische) informatie kunt u zich wenden tot: de heer/mevrouw: J.W. Westerholt emailadres:
[email protected] telefoonnummer: 637258
07 – raadsvoorstel – 17 oktober 2012
6
Nr. 7.1 Afdeling rg
De raad van de gemeente Tiel, overwegende dat per 1 maart 2013 papierloos zal worden gewerkt en vergaderd; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 17 oktober 2012 gelet op artikel 108 van de Gemeentewet; besluit: 1. een krediet beschikbaar te stellen van € 37.313 voor de aanschaf van 57 iPads 3 (Wifi +3G) ten behoeve van papierloos werken en vergaderen van de raad, het presidium, de commissies en de raadswerkgroepen. 2. In te stemmen met het daarvoor opgestelde implementatieplan, versie 17 oktober 2012, inclusief de daarin beschreven randvoorwaarden, uitgangspunten en werkwijzen evenals de daarin opgenomen businesscase waarin de kosten, baten en dekking van de iPad 3 (Wifi + 3G) zijn verwoord. 3. aan te passen de rechtspositieverordening van de wethouders, raads- en commissieleden waarbij de vergoedingsregeling voor computerapparatuur wordt vervangen door een bepaling waarin aan wethouders, raads- en commissieleden van gemeentewege tablets in bruikleen worden verstrekt (artikelen 8, 17 en 22 van de ontwerpverordening). 4. de maximale onkostenvergoeding voor raadsleden te verlagen met 9% (artikel 3 van de ontwerpverordening) en deze middelen aan te wenden voor het papierloos werken en vergaderen zoals verwoord in het implementatieplan. 5. De vacaturegelden griffie 2012 komende 2 jaar in te zetten tot een totaal bedrag van € 23.144 en deze beschikbare middelen in te zetten om het papierloos werken en vergaderen voor de komende 2 jaar kostendekkend te maken. Aldus besloten in de openbare vergadering van 17 oktober 2012, de griffier, de voorzitter,
Voor nadere (technische) informatie kunt u zich wenden tot: de heer/mevrouw: J.W. Westerholt emailadres:
[email protected] telefoonnummer: 0344637258
07 – raadsbesluit – 17 oktober 2012
Nr. 7.2 Afdeling rg
De raad van de gemeente Tiel, overwegende dat voor het papierloos werken en vergaderen de rechtspositie aanpassing behoeft een verlaging van de onkostenvergoeding van raadsleden daaronder begrepen.; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 17 oktober 2012; gelet op de artikelen 44 en 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, besluit; onder intrekking van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2008, vastgesteld in de raadsvergadering van 16 april 2008 en aldus opgenomen in het verordeningenregister van de gemeente Tiel onder nummer 3.11; vast te stellen de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012. Hoofdstuk I
Begripsomschrijvingen
Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet; b. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243; c. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244; d. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders; e. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212; f. Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56; g. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt.181; h. raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder; i. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet; j. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk II
Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 5 vastgestelde maximum.
1
Artikel 3 Onkostenvergoeding 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 5, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden minus 9% 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 5, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden minus 9%. Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen. Artikel 5 Reiskosten 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed. 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders. Artikel 6 Verblijfkosten De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed. Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap en de kosten vallen binnen het scholingsbudget voor raadsleden dat is opgenomen in de begroting. Artikel 8 Tablet 1. Het college stelt het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidsmaatschap een tablet in bruikleen ter beschikking. 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met de ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde tablet als bedoeld in het eerste lid neemt de gemeente dit op aanvraag voor zijn rekening, dan wel compenseert de gemeente op aanvraag de financiele gevolgen daarvan op basis van de daarvoor gelden landelijke regelgeving. 3. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanlegkosten van een internetaansluiting tot een maximum van € 50,-
2
4.
Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 9 Fietsregeling 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel 10 Compensatie korting werkloosheidsuitkering 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. Artikel 11 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming. 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3. Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders Artikel 12 Onkostenvergoeding De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenten met 18.001 inwoners en hoger, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders. Artikel 13 Reiskosten woon-werkverkeer De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders. Artikel 14 Zakelijke reiskosten 1. Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 13 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 13 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;
3
b.
2.
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders; c. een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten; Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 15 Buitenlandse dienstreis 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed. 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden. Artikel 16 Cursus, congres, seminar of symposium 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder. Artikel 17 Tablet 1. De gemeente stelt de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een tablet in bruikleen ter beschikking. 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde tablet als bedoeld in het eerste lid neemt de gemeente dit op aanvraag voor zijn rekening, dan wel compenseert de gemeente op aanvraag de financiële gevolgen daarvan op basis van de daarvoor geldende landelijke regelgeving. 3. Op aanvraag vergoedt het college de wethouder de aanlegkosten van een internetaansluiting tot een maximum van € 50,00 . 4. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. Artikel 18 Fietsregeling 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling. 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente. Artikel 19 Reis- pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
4
a. b.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders; verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden Artikel 20 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen 1. Het lid van de commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt. 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie a. als raadslid of wethouder; b. uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd; c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient. 4. Ten aanzien van een lid, van een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet, die vaker dan een maal per maand een vergadering bijwoont van een raadscommissie, stelt de raad in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vast omdat genoemde vergoeding in dat geval niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn/haar taak en de omvang van door hem/haar te verrichten arbeid. De vergoeding is dan gelijk aan het bedrag, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden per vergadering, zulks tot ten hoogste 300% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding. 5. Ten aanzien van een lid, van de commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, die is ingesteld om te adviseren over de beslissing op ingediende bezwaarschriften en/of is belast met de behandeling van en de advisering over klachten, die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken stellen burgemeester en wethouders in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vast. Artikel 21 Reis- en verblijfkosten 1. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders; 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
5
Artikel 22 Tablet 1. Het college stelt het commissielid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het commissielidmaatschap een tablet in bruikleen ter beschikking. 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met de ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde tablets bedoeld in het eerste lid neemt de gemeente op aanvraag dit voor zijn rekening, dan wel compenseert de gemeente op aanvraag de financiële gevolgen daarvan op basis van de daarvoor geldende landelijke regelgeving. 3. Op aanvraag vergoedt het college het commissielid de aanlegkosten van een internetaansluiting tot een maximum van € 50,-4. Het commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. Hoofdstuk V De procedure van declaratie Artikel 23 Betaling van kosten Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door a. betaling uit eigen middelen; of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of Artikel 24 Declaratie van vooruit betaalde kosten 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 14, 15, 19 en 21 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. Artikel 25 Rechtstreekse facturering bij de gemeente 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikel 16 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. 3. Het begeleidingsformulier en de factuur worden zo snel mogelijk doch uiterlijk een maand na ontvangst van de factuur ingediend bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar. Hoofdstuk 6 Citeerartikel en inwerkingtreding Artikel 26 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012. Artikel 27 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 oktober .2012 de griffier, de voorzitter,
6
Voor nadere (technische) informatie kunt u zich wenden tot: de heer/mevrouw: H. elenbaas emailadres:
[email protected] telefoonnummer: 0344637249
7
IMPLEMENTATIEPLAN
Gemeente Tiel 17 oktober 2012
Van
tot
Implementatieplan Raad Digitaal ____________________________________________________________________________ Vooraf Dit document is het Implementatieplan van het project Raad Digitaal. Dit project is in 2011 gestart om de gemeenteraad van Tiel in de nabije toekomst digitaal te gaan laten werken. Ingegeven door diverse ontwikkelingen binnen de samenleving en de wens van de raad zelf om efficiënter en effectiever te vergaderen is vanaf januari 2012 in het presidium aan de hand van onderliggende documenten gewerkt aan de totstandkoming van dit implementatieplan deel 2. Het geeft u een indruk van activiteiten, tijdsmomenten en nadere informatie gericht op het einddoel om per 1 maart 2013 100% digitaal werken in te voeren binnen de raad en vakcommissies in Tiel. Als start en oefendatum (gedurende 2 maanden digitaal en papieren vergaderstukken blijven beschikbaar) is 1 januari 2013 vastgesteld. Het implementatieplan geeft u inzicht in een aantal onderwerpen, zoals: • Keuze van hardware (IPAD) en software/apps; • RIS en e-mail • Opleiding en werken in de praktijk; • Ondersteuning bij het gebruik (zakelijk en privé); • Verzekering, verlies en diefstal; • Beveiliging van informatie; • Risico's en randvoorwaarden; • Tijdsschema; • Communicatie; • Evaluatie na ingebruikname. Doelstelling Het project Raad Digitaal kende vooraf een tweetal fases: 1e fase : Alle leden van de raad en vakcommissies werken digitaal; 2e fase : Het RIS is ook digitaal toegankelijk voor Raads- en commissieleden. Door te kiezen voor het optimaliseren van het bestaande RIS en het daarmee geschikt te maken voor gebruik op een tablet zijn fase 1 en 2 in elkaar geschoven. Keuze van hardware en software/apps Al geruime tijd wordt binnen verschillende gemeenten ervaring opgedaan met 'digitaal vergaderen'. Uit de beschikbare praktijk ervaring blijkt dat het gebruik van de Apple IPAD als het meest gebruiksvriendelijk wordt ervaren. Het Presidium heeft om beheerstechnische redenen gevraagd het implementatieplan te baseren op het gebruik van een IPAD. Het RIS, de IPAD en apps Het RIS is straks de bron voor alle vergaderstukken. Zowel de openbare als de geheime stukken. De Griffie is de beheerder van alle informatie die op het RIS te vinden is. Voor de toekomstige IPAD gebruikers is het van belang om te weten dat de volgende apps. benodigd zijn en vooraf (door de gebruiker zelf) geïnstalleerd zullen moeten worden: iAnnotate PDF: dit is een goede PDF reader maar ook een programma waarmee PDF bestanden kunnen worden bewerkt. Je kunt teksten onderstrepen, arceren, toevoegen, omcirkelen, notities toevoegen, snel zoeken etc. Deze app is zeer betrouwbaar en volledig.
2
Implementatieplan Raad Digitaal ____________________________________________________________________________ Quickoffice Pro HD: Dit is een app waarmee je de bekende office documenten, bestanden en presentaties kunt maken en aanpassen. Alle reguliere vergaderstukken worden via het RIS aan de gebruikers aangeboden. De gebruiker haalt zelf zijn/haar vergaderstukken op. Hiervoor is straks in de raadszaal, het Koetshuis, fractiekamers/vergaderzalen een draadloos netwerk (wifi) beschikbaar. Afhankelijk van het nog te nemen besluit (a.d.h.v. de opgestelde businesscase) wordt voor het gebruik buiten genoemde ruimten is een 3G (telefonische verbinding) beschikbaar. Plaatsonafhankelijke bruikbaarheid van de iPad is als eis geformuleerd. Gebruikers die kiezen voor een IPAD krijgen bij overhandiging een zogenaamde APPcard ter waarde van € 25,-- om genoemde apps iAnnotate en Quickoffice Pro HD aan te schaffen. Uitgangspunt is dat indien de gebruiker ervoor kiest om andere c.q aanvullende apps aan te schaffen deze voor eigen rekening komen. E-mail Vanaf 1 januari 2013 krijgen alle commissie- en raadsleden een gemeentelijk emailaccount (
[email protected]). Dit emailaccount wordt gekoppeld aan de IPAD. Het nieuwe gemeentelijke emailaccount kent dezelfde gebruikscriteria als voor alle medewerkers van de gemeente Tiel. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een beperking om het emailaccount te gebruiken voor een persoonlijk archief van documenten. Opleiding en fasering werken in de praktijk De griffie medewerkers worden uitgerust met tablets en zullen wegwijs worden gemaakt in het gebruik er van. In deze fase worden mogelijke kinderziektes opgespoord en de mogelijkheden en beperkingen geïnventariseerd. De duur van deze fase wordt ingepland op 2 maanden en loopt al vanaf begin september 2012. Direct na 3 oktober 2012 zal een testgroep van raadsleden starten met het testen van de aan hen uit te reiken iPads. Hiervoor zijn aangewezen mevrouw I.C.M. Son-Stolk, de heer J. de Wild, de heer P. van den Burg, de heer J. Beijer en de heer B. van Gurp. De testgroep gaat eveneens op zoek naar kinderziekten en verkent de (on)mogelijkheden die de iPad biedt. Deze ervaringen zijn te gebruiken tijdens de gebruikersbijeenkomsten. Leden van de testgroep worden daarom ook gevraagd aan de gebruikersbijeenkomsten deel te nemen. Vanaf medio november 2012 tot 1 januari 2013 worden een aantal gebruikersbijeenkomsten georganiseerd. Hierbij wordt gedacht aan een maximaal aantal deelnemers van 10 per bijeenkomst. Deze bijeenkomsten staan geheel in het teken van het gebruik van de IPAD en de software/apps. Vooralsnog komen de volgende onderwerpen aan bod: • Basis vaardigheden gebruik tablet • iAnnotate en Quickoffice • Ophalen van vergaderstukken en e-mail • Het gebruik tijdens vergaderingen Tevens worden adviezen ten aanzien van eventuele handige apps uitgewisseld. De gebruiker zelf kan deze dan (al of niet gratis) installeren op zijn/haar tablet. Aan het einde van de gebruikersbijeenkomsten worden de iPads verstrekt aan de deelnemers. De volgende fase is de start van het papierloos vergaderen van alle commissies, de raad en het presidium. Het is hierbij de bedoeling om met ingang van 1 januari 2013 gedurende twee maanden proef te draaien. Naast de informatie via de tablets zal in deze fase ook nog de papieren versie van de stukken worden aangeboden. Via een apart meldpunt bij de griffie kunnen knelpunten worden gemeld en de behoefte aan ondersteuning worden geïnventariseerd 3
Implementatieplan Raad Digitaal ____________________________________________________________________________ en georganiseerd. In deze fase zal, indien daaraan behoefte bestaat, door de griffie een digibetenklas(je) worden ingericht. Per 1 maart 2013 kan, als de proeffase goed verloopt, vervolgens 100% digitaal worden gewerkt. Mocht uit de proeffase onverhoopt blijken dat de overstap naar 100% te vroeg is dan kan de proeffase op basis van besluitvorming door het presidium, worden verlengd. Ondersteuning zakelijk en privé Tijdens de verschillende raads- en commissievergaderingen in januari en februari 2013 zal iemand van de griffie/organisatie aanwezig zijn om acute vragen/knelpunten op te lossen. Na deze periode mag verondersteld worden dat medegebruikers en/of griffie in staat zijn praktische vragen/problemen op te lossen. Gedurende kantoortijden is de I&A helpdesk beschikbaar. De ondersteuning van I&A gaat niet over het functioneren van andere (lees privé aangeschafte) apps/software en het functioneren van andere niet gemeentelijke hardware (printers, routers etc). Hier is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor. Bij het overhandigen van de tablet ontvangen de gebruikers een verwijzing waar een handleiding te vinden is (fabrikanten zetten deze online). Daarnaast kan de gebruiker een beroep doen op AppleCare voor iPad. Deze biedt onder andere (telefonisch) technische ondersteuning. Eigendom, verzekering, verlies en diefstal De apparatuur is en blijft eigendom van de gemeente Tiel en wordt aan de gebruiker in bruikleen gegeven. Hiervoor wordt een bruikleenovereenkomst opgesteld en ondertekend. Deze overeenkomst wordt ondertekend bij het overhandigen van de apparatuur. De financiële afschrijvingstermijn is 2 jaar. In de bruikleenovereenkomst zijn bepalingen opgenomen over het gebruik, aansprakelijkheid bij verlies of diefstal en verzekering. De bestaande financiële vergoedingsregeling voor computerapparatuur wordt afgeschaft. Zie daarvoor het raadsvoorstel en de ontwerp-rechtspositieverordening raads- en commissieleden. Beveiliging van informatie Gezien het feit dat het RIS de primaire bron is voor vergaderstukken en deel uitmaakt van de gemeentelijke netwerkomgeving wordt voldaan aan diverse beveiligingseisen. Alle data op het gemeentelijke netwerk is beveiligd en wordt door een dagelijkse back-up veiliggesteld. Indien de gebruiker van een IPAD ervoor kiest om bijvoorbeeld via een applicatie als DROPBOX informatie te delen met anderen (denk b.v. aan aantekeningen bij stukken) ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de gebruiker en niet bij de gemeente Tiel. Zoals hiervoor genoemd zijn data opgeslagen in DROPBOX geen onderdeel van het gemeentelijk informatie domein. Is het dan onveilig? Nee, dat ook niet. Het is wel van belang te weten dat het zeer onverstandig is om 'gevoelige en geheime' informatie via DROPBOX op te slaan ( is ook advies VNG). Inzet eigen iPads Het is niet uitgesloten dat raads- en commissieleden aangeven dat zij al beschikken over een iPad en dat zij deze willen gaan gebruiken voor het raads en/of commissiewerk. Tiel gaat werken met een iPad3. Het RIS moet op deze iPad kunnen werken. Bij eerdere versie van de iPad hoeft dit niet zondermeer het geval te zijn. Ook de verzekering voor verlies en diefstal is dan een punt van aandacht. In voorkomend geval zal een passende individuele oplossing worden gezocht. De griffier is hiervoor het eerste aanspreekpunt. 4
Implementatieplan Raad Digitaal ____________________________________________________________________________ Risico's en randvoorwaarden Aan het invoeren van digitaal werken door de raad- en commissie zitten ook risico's c.q. worden randvoorwaarden gesteld. De belangrijkste zijn: •
• • • • • •
Techniek moet feilloos werken. Apparatuur moet feilloos werken en betrouwbaar zijn. Alle apps of software moeten werken. Raads- en commissieleden moeten toegang hebben tot het wifinetwerk en/of eventueel 3G netwerk. In geval van calamiteit moet de griffie de beschikking hebben over reserve apparatuur. Gebruikers moeten weten hoe de apparatuur en software/apps werken. Het bijwonen van de te organiseren opleidingen/gebruikersbijeenkomsten is daarom van groot belang. Tevens dient de Griffie ook praktisch ondersteuning te kunnen bieden tijdens vergaderingen. Ook moet het voor de gebruikers duidelijk zijn voor welke vragen en wanneer men bij de griffie en/of de I&A helpdesk terecht kan. Bezie in de proefperiode of nadere spelregels over het gebruik van tablets tijdens vergaderingen nodig zijn. Te denken valt aan twitteren, emailen en 'surfgedrag' tijdens vergaderingen. Uiteraard staat de eigen verantwoordelijkheid van de gebruiker voorop. Hou het beginsel van 100% digitaal vergaderen vast! Ook als het soms tegenzit. Help elkaar als gebruikers. Digitaal werken vraagt een andere werkwijze, zowel bij de raad- en commissieleden maar ook bij de griffie en de ambtelijke organisatie. Gun elkaar tijd om deze verandering mogelijk te maken. Voor externe bezoekers van raads- en commissie vergaderingen worden enkele papieren agenda's beschikbaar gesteld. In Tiel actueel zal duidelijk worden aangegeven waar de stukken voor een vergadering op de gemeentelijke website kunnen worden gevonden.
Communicatie Een goede communicatie naar interne en mogelijk externe doelgroepen is van belang. De wijze van vergaderen gaat veranderen en dus moeten alle raads- en commissieleden goed geïnformeerd worden en blijven. De griffie zal hiervoor vooraf en tijdens het traject een belangrijke rol in spelen. Evaluatie na ingebruikname Voorgesteld wordt om een gebruikersgroep op te richten na invoering van deze nieuwe wijze van vergaderen. In deze gebruikersgroep hebben, naast de Griffie, ook vertegenwoordigers van elke fractie zitting. De vergaderfrequentie zou 1x per kwartaal kunnen zijn. Ook wordt voorgesteld om het digitaal vergaderen over een jaar te evalueren onder andere op het punt van de aannames van de businesscase. een belangrijke vraag is of er daadwerkelijk kosten zijn bespaard en welke effecten op de werkbelasting van griffie en organisatie zijn opgetreden. Tevens dient aandacht te worden besteed aan structurele dekking. Nu zijn eenmalig de vacaturegelden griffie 2012 ingezet. Kosten, baten dekking In de bijlage van dit implementatieplan is een businesscase opgenomen waarin vier varianten zijn uitgewerkt voor de iPad-configuratie. De variant iPad met Wifi en 3G voldoet aan de Tielse gebruikerswensen. Naar deze bijlage wordt verwezen.
5
Implementatieplan Raad Digitaal ____________________________________________________________________________ Planning Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Activiteit Vaststelling conceptraadsvoorstel en onderliggende stukken door presidium Uitrusten testgroep Raadsbehandeling en besluit kredietvoorstel Gebruikersbijeenkomsten Proefdraaien met iPads Bespreken ervaringen in presidium en besluit te starten per 1-3-2013 Papierloos werken ingevoerd Eerste bijeenkomst gebruikersgroep Evaluatie afgerond
Planning 3-10-2012 Vanaf 4-10-2012 17 oktober 2012 Vanaf 15-11-2012 tot 1-12013 1-12013 tot 1-3-2013 6-2-2013 (of 6-3-2013) 1-3-2013 (of 13-3-2013 Rond 1-6-2013 1-1-2014
6
BUSINESSCASE RAAD DIGITAAL - Volledige inzet vacaturgelden Griffie 2012 / Verlagen onkostenvergoeding 1. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Aantal eenheden* Verwachte levensduur
Eenheden Maanden
Aantal raadsleden (standaardvergoeding € 132,- netto p.m. / €275,- bruto p.m.) Aantal commissieleden (standaardvergoeding € 76,- per vergadering) Aantal Griffie Aantal Organisatie
57 24
VOORSTEL BASIS (3G + WIFI) Apple iPad 3 32GB 3G / WIFI
27 20 5 5
Smartcover Case
Itunes Giftcard € 25,2. KOSTEN A. iNVESTERINGSKOSTEN Hardware (Tablet 3G) Hardware (Tablet Wifi) Accesoires basis Accesoires luxe Software (apps) SUBTOTAAL
€ /eenheid € /eenheid € /eenheid € /eenheid € /eenheid
€ 596,20 € 461,16 € 38,17 € 125,71 € 20,25
€ 33.983,40 € 2.175,69 € 1.154,25 € 37.313,34
Eenmalige investeringskosten
B. VARIABELE KOSTEN Vodaphone abbonement Verzekering (verlies of diefstal) Apple Care Protection Plan t.b.v. onderhoud en ondersteuning voor 2 jaar: SUBTOTAAL
€ 18,75 € 2,08 € 3,13
€ per maand /eenheid € per maand /eenheid € per maand /eenheid
Structurele kosten per maand
€ 1.068,75 € 118,75 € 178,13
€ 1.365,63
3. BATEN A. VERLAGEN ONKOSTENVERGOEDING RAADSLID (max. 20%) SUBTOTAAL Procentule vermindering onkostenvergoeding (netto) B. STRUCTURELE BATEN Papier- en printkosten Portokosten SUBTOTAAL C. INZET VAN VACATUREGELDEN GRIFFIE (in 2012 €23.144 beschikbaar) SUBTOTAAL
€ per maand /eenheid
€ 11,79
Opbrengsten per maand
€ 318,40 8,93%
€ per maand/eenheid € per maand/eenheid
€ 15,33 € 13,40
€ 873,81 € 763,80
Opbrengsten per maand
€ 1.637,61
€ per maand /eenheid
€ 964,33
Opbrengsten per maand
€ 964,33
4. SAMENVATTING (looptijd 24 maanden) 4.1 KOSTEN 4.1.2 Investeringskosten 4.1.2 Structurele kosten TOTAAL
Eenmalige investeringskosten totale levensduur 24 maanden
€ 37.313,34 € 32.775,00 € 70.088,34
4.2 BATEN 4.2.1 Verlagen onkostenvergoeding Raadslid 4.2.2 Structurele baten 4.2.3 Inzet van vacaturegelden Griffie (in 2012 €23.144 beschikbaar) TOTAAL
totale levensduur totale levensduur totale levensduur
24 maanden 24 maanden 24 maanden
€ 7.641,70 € 39.302,64 € 23.144,00 € 70.088,34
4.3 SALDO
totale levensduur
24 maanden
€ 0,00
OPMERKINGEN - Alle bovenstaande posten zijn exclusief btw. - In bovenstaande Businesscase is geen rekening gehouden met de inzet van ambtelijke uren
Einde De notulen van deze vergadering vindt u terug op het Raadsinformatiesysteem van de gemeente Tiel. http://raad.tiel.nl