PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM (1) Die Baummetapher im literarischen Exkurs Gottfrieds von Strassburg, in: ABäG 8 (1975), 85-112. (2) Die Brückenpächter- und die Turmwächterepisode im 'Trierer Floyris' und in der 'Version Aristocratique' des altfranzösischen Florisromans, Proefschrift Leiden, Amsterdam 1977, 222 p. (3) ”da ist des lützelen ze vil“. Zur Erkenntnisproblematik in Gottfrieds Tristanroman, in: Neophilologus 64 (1980), 244-261. (4) Het Ptolemeïsche wereldstelsel op een reliëf in de Middelnederlandse ”Floris ende Blancefloer“ van Diederic van Assenede, in: NTg 74 (1981), 101-120. (5) ”ze guote und ouch ze rehte verstan“. Über Hartmann, Gottfried en Keii, in: ABäG (1982), 79-93. (6) Zum Trierer Floyris, in: ”Neophilologus“ 66 (1982), 391-406. (7) Diederic van Assende en zijn Oudfranse bron: de ”Floire et Blanceflor“ (version aristocratique), in: NTg 76 (1984), 214-231. (8) Die Arturische Doppelwegstruktur in der mittelniederländischen Beatrijslegende? in: ABäG 22 (1984), 139-146. (9) De Middelnederlandse Walewein oorspronkelijk? in: SdL 26 (1984), 7382. (10) Het gebed uit de Walewein-proloog, in: NTg 78 (1985), 97-109. (11) Biografie of retoriek? Enkele kanttekeningen bij de proloog van de Middelnederlandse Walewein, in: TNTL 101 (1985), 126-137. (12) Arturs hof en Waleweins avontuur. Interpretatieve indicaties in de expositie van de Middelnederlandse Walewein, in: SdL 28 (1986), 1-33. (13) Tristan en Isolde in de minnetuin. Over een versieringsmotief op laatmiddeleeuws schoeisel, in: ABäG 24 (1986), 163-188. (14) Wonderen der techniek in de Middelnederlandse 'Floris ende Blancefloer', in: ABäG 26 (1987), 35-67.
PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Pagina 1
(15) [Artikel:] Floris ende Blancefloer, in: Lexikon des Mittelalters (s.v. Florisdichtung), München 1987, Sp. 575. (16) ”Here ghi hebt wan hope verwaten”. De Middelnederlandse Beatrijs in theologisch perspectief, in: NTg 81 (1988), 13-30. (17) [Besprekingen van:] J.D. Janssens, Koning Artur in de Middelnederlandse Artur- en Graalromans, Utrecht, 1985, in: SdL 30 (1988), 92-96. (18) 'Floris ende Blancefloer' op school. Een didactisch experiment met een historische tekst, in: Levende Talen 432 (1988), 366-373. (19) Proloog en expositie van de Middelnederlandse Brandaan, in: LB 77 (1988), 411-434. (20) Eschatologie als dieptestuctuur. Over oorsprong en interpretatie van de Oudfranse Florisroman en zijn Middelnederlandse bewerkingen, in: ”De studie van de Middelnederlandse letterkunde: stand en toekomst” Symposium Antwerpen 22-24 september 1988, red. F.P. van Oostrom en Frank Willaert, Hilversum, 1989, 135-151. (21) St. Brandaan in de St. Jans-Kathedraal te 's-Hertogenbosch, in: Brabantss Heem 41 (1989), 1-4. [Samen met J. van Mierlo]. (22) Duivels in de St. Martinuskerk te Weert, in: ”Weert in woord en beeld” (Jaarboek Weert), 1989, 66-74. (23) Veldekes lyriek als proloog? In: ”Vragende Wijs” Bundel aangeboden aan Leopold Peeters (=Amsterdamer Publikationen zur Sprache und Literatur, Bd. 86), Amsterdam 1990, 42-49. 24) ”Aldus moet God onse saken ... te goede maken”. Godswonderen in de ”Karel ende Elegast” in: NTg 83 (1990), 123-138. (25) [Bespreking van:] J.D. Janssens: Dichter en publiek in creatief samenspel. Over interpretatie van Middelnederlandse ridderromans (= Leuvense Studieën en Tekstuitgaven, Nieuwe Reeks 7), Leuven/ Amersfoort 1988. In: SdL 32 (1990), 77-85. (26) Potjesmiddelhoogduits in het Haagse liederhandschrift. Een bijdrage tot de interpretatie van de Middelnederlandse minnezang. In: SdL 32 (1990), 167-179.
PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Pagina 2
(27) Lucas van Leyden en de artes-literatuur, in: ”Een school spierinkjes.” Kleine opstellen over Middelnederlandse artes-literatuur (red. W.P. Gerritsen e.a.), Hilversum 1991, 182-185. (28) Onze wetenschappelijke 'handelsbalans' vertoont een opvallend passief beeld...’. Over de wisselwerking tussen de germanistiek en de medioneerlandistiek, in: ”Misselike tonghe” De Middelnederlandse letterkunde in interdisciplinair verband, (red. F.P. van Oostrom), Amsterdam 1991, 57-68. (29) 'Sin' en 'redene' in Middelnederlandse prologen, in: TNTL 107 (1991), 169-181. (30) Der Ritter, das Schachspiel und die Braut. Ein Beitrag zur Interpretation des mittelniederländischen 'Roman van Walewein', in: Festschrift Walter Haug und Burghart Wachinger, hrsg. von Johannes Janota u.a., Bd II, Tübingen 1992, 549-563. (31) Over Beatrijs' visioen en de imperfectie van het menselijke interpretatievermogen, in: ABäG 36 (1992), 181-196. (32) Over Hendrik van Veldeke, Gottfried von Strassburg en een eekhoorn in Manesse, in: Frank Willaert e.a., ”Een zoet akkoord” Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen, Amsterdam 1992, 56-71 en 337-340. (33) [Brochure bij de striptentoonstelling TAZUUR EN TAZIJN, 20.3.4.4.1993 te Temse (België):] 'Hoe Lambik in de 'Ringelingschat' op zoek ging naar zijn middeleeuwse voorouders, of: Sieg-fried en Bik-fried, helden van toen en nu...'. Uitgegeven door het Gemeentebestuur van Temse, Temse, 1993, 55-84. (34) Gecontamineerde vertelstructuren in de Middelnederlandse 'Roman van Walewein', in: SdL 35 (1993), 109-128. (35) Vernieuwingen in de 'Historie van Floris ende Blancefleur'. Over proloog en houtsneden in een laatmiddeleeuwse prozaroman, in: ABäG 37 (1993), 169-188. (36) Rubrieksredacteur voor de sectie Germaans, in: Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst [red. W.P. Gerritsen/ A.G. van Melle], Nijmegen 1993. In: 'Van Aiol tot de Zwaanridder [...]' [de artikelen]: (1) '[Hertog] Ernst' (118-121, samen met Dr. L. Okken), (2) 'Floris & Blanschefleur' (132-137), PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Pagina 3
(3) 'Gregorius' (153-155), (4) 'Helmbrecht' (174-176), (5) 'Rother' (293-294), (6) 'Ruodlieb' (295-296), (7) 'Salman & Morolf' (297-299), (8) 'Wigalois' (361-364). (37) Intertekstualiteit als probleem. Naar aanleiding van: Bart Besamusca, ”Walewein, Moriaen en de Ridder metter mouwen. Intertekstualiteit in drie Middelnederlandse Arturromans. Hilversum 1993, in: Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden, 1 (1994), 85-96. (38) Lanceloet in de problemen. Opmerkingen bij een recentelijk verschenen boek, in: SdL 36 (1994), 181-207. (39) Over 'spierinkjes', een 'kabeljauw' en het alchemistische tractaat van Gratheus filius philosophi (Cod. Vind. 2372), in: NTg 88 (1995), 414-421. (40) Weshalb sprechen Tristan und Isolde eine deutsch-niederländische Mischsprache in Valkenisse (NL)? Über deutsch-niederländische Kulturbeziehungen im späten Mittelalter, in: Weimarer Beiträge (2) (1995), 249-260. (41) Over de minnespreuken op recentelijk ontdekte Tristan-schoentjes, in: ”Sô wold ich in frôiden singen”. Festgabe für Anthonius H. Touber zum 65. Geburtstag, hg. von Carla Dauven-van Knippenberg/ Helmut Birkhan, Amsterdam/Atlanta 1995, 553-560. (42) Wat is "zassemare"? , in: SdL 38 (1996), 192-196. (43) BALANCEREN OP ”GROTE LIJNEN”. Kritische bijdrage tot de discussie over Middelnederlandse literatuur, in: ABäG 46 (1996), 143-157. (44) Iedere proloog is anders. Naar aanleiding van: GERARD SONNEMANS ”Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de Letteren”. Boxmeer, 1995. 2 dln. (Dissertatie Koninklijke Universiteit Nijmegen). In: Queeste 3 (1996), 227-237. (45) Over Heinrich von Melk, Chrétien de Troyes en de begrippen 'aventure' en 'queeste' in de ”Queeste vanden Grale”, in: DE KUNST VAN HET ZOEKEN. Studies over 'avontuur' en 'queeste' in de middeleeuwse literatuur. Amsterdam/ Münster, 1996, 75-88.
PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Pagina 4
(46) AANVAARD DEZE KRITIEK. Over ”Maerlants Wereld en de grenzen van het vak”. (Mit deutscher Zusammenfassung). In: ABäG 48 (1997), 201214. (47) Tristant in Gelderland. Een bijdrage tot de Oostmiddelnederlandse hofliteratuur uit het midden van de 13e eeuw. In: Jozef D. Janssens e.a., Op avontuur. Middeleeuwse epiek in de Lage Landen. Amsterdam 1998, 51-62. (NLCM, bd. XVIII) (48) Zu den Wiener "Tristant"-Fragmenten. In: ”Ir sult sprechen willekomen”. Grenzenlose Mediävistik. Festschrift für Helmut Birkhan. Hrsg. von Christa Tuczay, Ulrike Hirhager und Karin Lichtblau. Bern/ Berlin/Frankfurt a.M./ New York/ Paris/ Wien, 1998, 821-838. (49) Chrétien de Troyes, Perceval und die Niederlande. ”Adaptation als didaktisches Verfahren”, in: ”Kultureller Austausch und Literaturgeschichte im Mittelalter” / ”Transferts culturels et histoire littéraire au moyen âge, hrsg. v. Ingrid Kartsen, Werner Paravicini, René Pérennec. Sigmaringen 1998, 245-258. (Beihefte der Francia, Band 43) (50) Laatmiddeleeuwse erotica in woord en beeld. Over de literaire achtergronden van enkele profane insignes, in: ABäG (1998), 167-184. (51) De Burggravin van Vergi kreeg een nieuwe jas, in: TNTL 114 (1998), 321-328. (52) [Artikelen:] Ernst, Floris & Blanchefleur, Gregorius, Helmbrecht, Rother, Ruodlieb, Salman & Morolf, Wigalois, in: W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (eds), A Dictionary of Medieval Heroes, Woodbridge 1998. [Engelse vertaling van ”Aiol tot de Zwaanridder•, Nijmegen 1993]. (53) [Artikelen:] Ernst, Floris & Blanchefleur, Gregorius, Helmbrecht, Rother, Ruodlieb, Salman & Morolf, Wigalois, in: W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (ed.), ”Miti e personaggi del Medioevo. Dizionario di storia, lettera, arte, musica e cinema. Edizione italiana a cura di Gabriella Agrati e Maria Letizia Magini.” Milano 1999 [Italiaanse vertaling van ”Aiol tot de Zwaanridder, Nijmegen 1993]. (54) Lichtekooi uit Oosterschelde opgevist. Over een erotisch insigne uit de collectie H.J.E. van Beuningen, in: Literatuur 16 (1999,4), 220-224. (55) Meluzine. Of: Hoe ga ik om met mijn levensgeluk? in: Ons Maandblad, sept. 1999, 4-7. (56) De staart van Meluzine. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar in de letterkunde van d Middeleeuwen, in het PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Pagina 5
bijzonder de Duitse, vanwege de Wolfram von Eschenbach-Gesellschaft en de Stichting Culturele Uitwisseling Nederland-Duitsland op 14 april 1999, Amsterdam 2000. (57) [Lezing Utrecht 19.10.2000:] Forschungsperspektiven in der Mittelniederlandistik [Bij de oprichting van het Utrechts Centrum voor Middeleeuwse Studies]. (58) [Recensieartikel] Gerald Hofmann: Hadewijch. Das Buch der Visionen, Teil I: Einleitung, Text und Übersetzung, Teil II: Kommentar (Mystik in Geschichte und Gegenwart. Texte und Untersuchungen, Abt. 1/12), Stuttgart/Bad Cannstatt 1998, in: ZfdA 129 (2000), 89-96. (59) Naturalia et pudenta. Erotische insignes uit de late middeleeuwen en hun literaire achtergronden, in: ABäG 55 (2001), 223-238 (60) [Recensieartikel] A.M. Duinhoven: 'De bron van Walewein', in: Nederlandse Letterkunde 6 (2001), 71-76 en 77 (Dupliek). (61) Bazige vrouwen, hitsige dwazen en leurende kooplieden. Over laatmiddeleeuwse erotische insignes uit de Nederlanden, in: Heilig en profaan 2. 1200 laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties. Ed. H.J.E. van Beuningen, A.M. Koldeweij en D. Kicken. Cothen 2001, p. 179-195. (62) Walther-Blitze bei Cees Nooteboom. Ein Essay. In: Poesie als Auftrag. Festschrift für Alexander von Bormann. Hrsg. von D. Ottmann und M. Symmank unter Mitarbeit von V. Keutler. Würzburg 2001, 239-245. (63) Insignes uit de tijd van Jeroen Bosch, in: KN 31 augustus 200Ì. (64) [Recensieartikel] B. Besamusca/ E. Kooper (eds.), Originality and Tradition in the Middle Dutch 'Roman van Walewein'. Suffolk 1999, Arthurian Literature XVII, in: Nederlandse Letterkunde 7 (2002), 157-162. (65) Hebban olla vogala nestas... Waarop wachten we nog? in: KN 8 maart 2002). (66) De weg naar het licht. [Eschatologische voorstellingen in de Middeleeuwen], in: Katholiek Nieuwsblad 26 (29 maart 2002), 20-21. (67) Geen muizenissen dankzij Sinte-Gertruide, abdis van Nijvel, in: KN 3 augustus 2002. (68) Laat-middeleeuwse 'lachcultuur' en profane insignes uit de Nederlanden, in: Middeleeuwse Toestanden. Archeologie, geschiedenis en PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Pagina 6
monumentenzorg. Aangeboden aan H. Sarfatij, onder red. van P.J. Woltering, W.J.H. Verwers en G. H. Scheepstra, Hilversum 2002, 339-352. (69) Sint-Hubertus en de jacht op het witte hert, in: KN 16 augustus 2002. (70) Het zwevende schaakbord is neergestort, in: KN 4 oktober 2002. (71) Diederic in Assenede herontdekt, in: KN 14 februari 2003. (72) Ploegende boeren, barende akkers. Over liederlijke Vlaamse liedekens en laatmiddeleeuwse erotische insignes, in: Nederlandse Letterkunde 8 (2003), 10-23. (73) Bedevaarten in de Middeleeuwen: Heilige en schijnheilige pelgrims
onderweg, in: KN 4 april 2003. (74) Winkelman, Johan H. & G. Wolf (Eds.) 2004. Erotik, aus dem Dreck gezogen. Amsterdam/New York: Rodopi, 312 pp. (Amsterdamer Beiträge zur älteren Germanistik, Band 59). (75) ‘DES MÜLLERS LUST. Spätmittelalterliche Müllerinsignien in ihrem literaturhistorischen Kontext..’ In: Johan H. Winkelman & G. Wolf (Eds), Erotik, aus dem Dreck gezogen, Amsterdam 2004, p. 265–283. (76) Waleweins dilemma: Venus’ minne of Abrahams schoot. Liefdesperikelen in een Middelnederlandse Arturroman, in : Nederlandse Letterkunde 9 (2004), p. 326-360. (77) Jacob van Maerlant te gast in Den Briel. In: Katholiek Nieuwsblad 44, 30 juli 2004, p. 12-13. (78) Wat zocht Albrecht Dürer in Antwerpen? In: Katholiek Nieuwsblad 46, 13 augustus 2004, p. 12-13. (79) Geheimzinnige tekentaal in Gods kruidentuin. In: Katholiek Nieuwsblad 3, 15 oktober 2004, p.12-13. (80) (Samen met Bernhard Schmitz) Zum mittelniederländischen ‚Perceval’. Aus Anlaβ der Ausgabe von Soetje Ida Oppenhuis de Jong, in: Zeitschrift für deutsches Altertum 135 (2006) 35-45. (81) (Samen met Bernhard Schmitz) Comments on Some Philological Aspects of David F. Johnson’s English Translation if the Middle Dutch Roman van Walewein, in: Neophilologus 90 (2006), 283-302. (82) Mittelniederländische Tragezeichen und die nordwesteuropäische Kulturlandschaft Zum kulturellen Transfer im Spätmittelalter, in: ABäG 63 (2007), 199-219.
PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Pagina 7
(83) Floris ende Blancefloer in de schijnwerpers. Botsende meningen over een middeleeuwse liefdesroman, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 123 (2007), 281-297. (84) Walewein en Tristan parallel gelezen. Een intertekstuele analyse als sleutel tot interpretatie, in: Spiegel der Letteren 49 (2007), 377-401. (85) ‘In u is een deel ghespeet’. Over het dragen van profane insignes in de late middeleeuwen, in: Queeste 14 (2007), 154-170. (86) die greue bernhart sprac do (Trierse Floyris, vers 273). Het signalement van een mecenas, in: Voortgang 26 (2008).7-27.
(87) Floris-Romane, in: GERMANIA LITTERARIA MEDIAEVALIS FRANCIGENA (GLMF), Handbuch der deutschen und niederländischen mittelalterlichen literarischen Sprache, Formen, Motive, Stoffe und Werke französischer Herkunft (1100-1300), Band V (Höfischer Roman in Vers und Prosa), hg. von René Pérennec und Elisabeth Schmid 2010, Redaktion Nils Borgmann, 331-367. (88) (Samen met Gerhard Wolf) Penninc und Pieter Vostaert Roman van Walewein Herausgegeben und übersetzt von Johan H. Winkelman und Gerhard Wolf, Münster 2010, Bibliothek mittelniederländischer Literatur (BIMILI, Bd V), hg. von Bart Besamusca u. Carla Dauven-van Knippenberg. Beratung Gregor Seferens. (89) Want grote list behort ter minnen (Florisroman, v. 1430). Listmotieven in de Middelnederlandse Floris ende Blancefloer van Diederic van Assenede, in: ABäG 67 (2011), 473-496. (=THI TIMIT LOF, Festschrift für Arend Quak zum 65. Geburtstag). (90) Woordkloverij of microfilologie? Enkele passages in de Reis van Sint Brandaan en Karel ende Elegast, in: Spiegel der Letteren 54 (2012), 139163.
PUBLICATIES VAN PROF. DR. J.H. WINKELMAN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Pagina 8