UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Format Grassrootsprogramma 2014-2015 Grassroots zijn laagdrempelige kleine projecten bedoeld om docenten te motiveren op een voor hen nieuwe en creatieve manier gebruik te maken van de mogelijkheden van ICT in hun onderwijs. Binnen de UvA kennen we daarvan 2 vormen: Grassrootprogramma’s en individuele Grassroots. Individuele Grassroots kunnen zowel door docenten als studenten ingediend en uitgevoerd worden. Grassrootprogramma’s hebben de eis van een bundel van Grassroots per instituut of afdeling die via een gezamenlijk voorstel worden ingediend. Dit format is bedoeld voor het indienen van een Grassrootprogramma. Binnen een Grassrootprogramma voeren minimaal 5 docenten en maximaal 10 docenten een Grassroot uit. Per Grassroot is maximaal € 1000 beschikbaar. Daarmee is voor de opleiding of de faculteit/ afdeling per goedgekeurd Grassrootsprogramma maximaal € 10.000 beschikbaar. Het voorstel voor een in te dienen Grassrootprogramma beslaat maximaal 4 A4tjes. Het uitgewerkte voorstel dient uiterlijk 2 september 2014, 12.00 uur verstuurd te worden aan het algemene emailadres van de Grassroots:
[email protected]
Titel: De
kracht van krijtloos
Auteur(s): Dr. Marcel Vreeswijk, Dr. Natasa Brouwer
Faculteit: FNWI Datum: 30-08-2014
1. Algemene gegevens Grassrootprogramma Faculteit
FNWI
Opleiding/ Onderwijsinstituut
College of Science
Naam en contactgegevens van de
Dr. Jeroen Goedkoop (Directeur College of Science) Contactgegevens: POSTBUS 94214, 1090 GE Amsterdam
eindverantwoordelijke voor het Grassrootsprogramma (onderwijsdirecteur/
[email protected]
decaan/ projectleider) Naam en contactgegevens van de projectleider Grassrootprogramma
Dr. Marcel Vreeswijk Science Park 105, 1098 XG Amsterdam
[email protected]
Format Grassrootsprogramma 2014-2015
1
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM 2. Beschrijving Grassrootsprogramma Inleiding/ aanleiding
Op welke manier sluit Grassroots aan bij activiteiten of projecten op het terrein van inzet ICT in het onderwijs? (Bv. Onderwijsvisie en ICT beleid van het OWI). Gaat u een overkoepelend thema gebruiken of mogen docenten een voorstel inleveren voor een door hen gekozen onderwerp? In alle collegezalen van het FNWI gebouw op Science Park zijn overal grote krijtborden opgehangen. Ook zijn er whiteboards, maar die worden nauwelijks gebruikt i.v.m. de slechte leesbaarheid. De krijtborden worden gebruikt voor vele colleges terwijl ernaast een computer en een Sympodium (een soort digitale bord) aanwezig zijn. Waarom worden deze digitale faciliteiten nauwelijks gebruikt? In 2008 is in de NRC een artikel verschenen met de titel “De kracht van krijt” door Margriet van der Heijden 1 over het belang van bord en krijt in wis- een natuurkunde (WN) onderwijs als “het summum van schrijvend denken. Het is brandpunt van een democratische discussie.” In dit project verenigen we het beste van twee stromingen door het krijt te vervangen door een draadloos digitaal schrijfbord (snelle tablet). Er zullen 10 docenten die bij hun colleges nu bord (krijt of white) gebruiken met het tablet aan de slag gaan en tegelijkertijd hun colleges opnemen (schermopname met audio). De revolutie van PowerPoint-slides in het WN onderwijs is allang tot stilstand gekomen. Slides gaan vaak te snel en de opbouw die een slide kent is te grof. Daar is iedereen die abstracte onderwerpen doceert ondertussen van doordrongen. Modellen en theorieën moeten rustig worden opgebouwd uit formules, terwijl toelichting wordt gegeven. Het bord wordt tijdens een college vaak gewist maar sommige formules blijven staan in een van tevoren door de docent precies bedacht hoekje van het bord zodat hij of zij deze op elk moment weer kan gebruiken als een denkknoop in de uitleg of bij discussie. Veel docenten gebruiken uiteraard Powerpoint-slides om de rode draad van de stof aan te geven en illustrerend beeldmateriaal toe te voegen, maar het bordgebruik neemt toch de belangrijkste plaats in. Er zijn echter zwaarwegende minpunten van het gebruik van een gewoon bord bij colleges. • Tijdens het schrijven staat de docent met de rug naar de studenten en is plaatsgebonden: voor het bord; • Eventuele slides en de aantekeningen op het bord zijn niet aan elkaar gekoppeld; • Studenten kunnen het college niet terugzien (en luisteren); dit is een steeds groter probleem voor honoursstudenten die door blokroosters niet alle overlappende hoorcolleges kunnen volgen. • Het schrijven op een bord met krijgt levert stof op met alle gevolgen van dien1. Er zijn docenten die ernstige gezondheidsklachten krijgen. Kunnen deze minpunten met bestaande faciliteiten opgelost worden? Om het college terug te kunnen zien kan een college opgenomen worden (met bijvoorbeeld Mediasite). Echter, het college met krijt en bord kan niet goed opgenomen worden: het beeld van het bord is niet scherp genoeg om het op de video te kunnen lezen. Het bladeren door het college werkt dan ook niet, daar moet je Powerpoint voor gebruiken, dat in het andere scherm in een webcollege te
1
Margriet van der Heijden (2008), De kracht van krijt, NRC, 16 februari 2008. http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2008/februari/16/de-kracht-van-krijt-11488356 (laatst bezocht op 22 augustus 2014) Format Grassrootsprogramma 2014-2015
2
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM vinden is. In plaats van het bord en krijt zou Sympodium gebruikt kunnen worden maar dat gaat met de Mediasite ook niet zo goed samen. Het probleem is dat het beeld van Sympodium en de SMART software in een webcollege niet voldoende vloeiend is. Het systeem kan de docent ook niet even mee naar huis nemen om vooraf te kunnen oefenen. Docenten die het hebben geprobeerd te gebruiken, hebben het gefrustreerd weer opgegeven. Dit is zeker een van de redenen dat Sympodia nu zo weinig worden gebruikt in het onderwijs en dat ze uit de zalen beginnen te verdwijnen en dat ze worden vervangen door meer simpele vaste touch screens die niet bedoeld zijn om veel erop te schrijven. Onze oplossing. De docent staat voor de zaal op de plek waar dit bij zijn onderwijsaanpak past, praat tegen de zaal en kan tegelijkertijd op zijn tablet schrijven waarvan het resultaat ‘gebeamd’ wordt. De docent kan zich vrij bewegen en makkelijk in discussie gaan met studenten in de zaal en tegelijkertijd op het bord schrijven of aanwijzen. Alles wat de docent zegt en op de tablet doet, wordt (digitaal) opgenomen. De docent zelf komt niet in beeld – daar is ook niemand in geïnteresseerd bij het terugkijken van een college. De docent krijgt de tablet in bruikleen, zodat hij/zij vooraf rustig kan oefenen. Immers, er zal enige handigheid nodig zijn om te schrijven en eventueel te switchen naar powerpoint slides. Als onderdeel van dit project kunnen docenten die dat ambiëren ervaring opdoen om een koppeling te maken tussen het geschrevene op het ‘bord’ en de powerpoint slides. Uiteraard worden de docenten ook gestimuleerd om nieuwe vormen van onderwijs toe te passen, demo’s en stemkastjes te gebruiken om de aanwezigheid op het college zelf een duidelijke meerwaarde te geven t.o.v. het opgenomen materiaal. (Freeman, 2014) 2 Deze oplossing biedt alles wat we ons bij interactief activerend onderwijs voorstellen. Het resultaat van dit project is het ontwikkelen van een toegankelijke techniek om een krijtloos college te geven op de manier die geschikt is voor bèta onderwijs en direct kan worden geïmplementeerd in het regulier bachelor onderwijs. De ervaringen worden beschreven als good practices en op Starfish (de kennisnetwerk voor en van docenten) gepubliceerd zodat andere docenten daarvan gebruik zullen kunnen maken en bij vragen contact met dé docent die de Good practice heeft geschreven zullen kunnen vinden/opnemen via Starfish. Plan van aanpak
Hoe gaat u de werving van de docenten en de Grassroots organiseren? De opleiding Natuur- en Sterrenkunde wil in het komend jaar een grote stap vooruit maken met video- en/of webcolleges. Voor de docenten die nu krijt en bord bij colleges gebruiken willen we een of meer andere methodes ontwikkelen die ook aan de wensen van het bèta interactief activerend onderwijs voldoen en hiervoor ICT inzetten. Een groep docenten bij de opleiding Natuur en sterrenkunde en een aantal docenten van andere bèta opleidingen (Wiskunde, Scheikunde en Informatiewetenschappen) zullen in plaats van krijt en bord bij het college een methode met ICT gebruiken die (a) hun onderwijsaanpak zal ondersteunen en (b)
2
Freeman, S., Eddy, S.L., McDonough, M., K. Smith, M.K., Okoroafor, N., Jordt, H., Wenderoth, M.P. (2014) Active learning increases student performance in science, engineering, and mathematics, PNAS 111(23), 84108415. Format Grassrootsprogramma 2014-2015
3
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM mogelijk zal maken dat hun colleges worden opgenomen op video. Het is gekozen dat elke deelnemer met een tablet zal werken waarbij de software die de deelnemende docenten zullen gebruiken niet uniform hoeft te zijn. Deze wordt gekozen afhankelijk van de content, de voorkeur van de docent en zijn/haar onderwijsaanpak en de operating systeem dat een docent gebruikt. Voor de geïnteresseerde docenten wordt een korte hands on bijeenkomst georganiseerd waar verschillende mogelijkheden worden besproken en enkele voorbeelden worden gepresenteerd/gedemonstreerd. Daarna zal elke docent een eigen keuze maken en zelfstandig met didactische ondersteuning aan de slag gaan. Bij dit grassrootsprogramma zal een student assistent betrokken zijn die docenten individueel op technische vlak zal helpen om snel en zonder obstakels hun methode te kunnen toepassen in hun onderwijs. In dit project willen we ervaringen gebruiken van de FNWI docenten die nu al experimenteren met tablets en/of met schermopnames van hun colleges en we willen voortbouwen op de kennis en ervaring die zijn opgebouwd in een aantal ICTO-FNWI projecten over video, kennisclips, pencasts en activerend interactief onderwijs. Een mooi voorbeeld van het gebruik van een tablet die we als startpunt in dit project willen gebruiken is ontwikkeld door de docent Jean-Sébastien Caux (theoretische natuurkunde). Hij gebruikt de tablet Wacom Intuos 5 draadloos, tekenprogramma InkBook 2 en neemt zijn colleges zelf op video met het QuickTime schermopnameprogramma, converteert de video naar mp4 en publiceert deze op een streaming server. Deze techniek maakt voor hem mogelijk dat hij terwijl hij op het bord schrijft naar de studenten kan kijken en/of “tussen de studenten kan wandelen”. Dat is bijzonder handig tijdens een werkcollege als hij met een student praat en dan iets snel aan iedereen wil uitleggen. Het schrijven op een Wacom tablet is heel precies en de hand waarmee je schrijft kan op de tablet liggen. Deze tablets worden daarom veel gebruikt door de grafische ontwerpers en kunstenaars voor tekenen. Alle deelnemende docenten zullen de ontworpen techniek/methode toepassen in hun onderwijspraktijk en er wordt een evaluatie afgenomen onder de studenten en de deelnemende docenten. Elke deelnemende docent zal zijn onderwijsmethode en de gebruikte techniek beschrijven als good practice volgens een afgesproken format. Deze worden gedeeld op Starfish. Selectie en criteria
Hoe en door wie vindt de selectie van de Grassroots plaats? En welke criteria worden daarbij gehanteerd? Bijvoorbeeld: ‘een nieuwe ICT-ervaring voor de aanvrager’, beter gebruik van elektronische leeromgeving), haalbaarheid. Elke docent die mee zal doen zal een tablet in bruikleen krijgen. De selectie wordt gedaan onder de docenten die nu krijt of whiteboard gebruiken bij colleges. De deelnemende groep wordt samengesteld op basis van de uitnodiging, open aanmelding door docenten die graag aan mee willen doen en uiteindelijke selectie door de opleidingsdirecteur / projectleider van dit project.
Monitoring en begeleiding
Hoe zorgt u er voor dat de docenten gaan doen wat ze van plan zijn? Hoe zorgt u er voor dat ze aan de slag blijven en op tijd hun resultaat opleveren? De begeleiding en ondersteuning van docenten wordt georganiseerd door de ICTO-FNWI. Elke docent zal een individuele tijdsplan maken over haar/zijn grassroots project met een didactisch ontwerp. De relevante opleidingsdirecteuren zullen betrokken zijn en de docenten committeren aan dit project en vooral om de docenten in stafbijeenkomsten de erkenning te geven die zij door deelname Format Grassrootsprogramma 2014-2015
4
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Herbruikbaarheid Resultaten
Evaluatie disseminatie en borging
verdienen. De ondersteuning/feedback wordt gegeven bij het onderwijsontwerp (hoe de opgenomen colleges worden ingezet in het onderwijs om activerend onderwijs te stimuleren, o.a. flipped classroom aanpak). Er wordt een technische helpdesk opgericht waarvoor een student assistent gedurende dit project wordt aangesteld. Aan het begin wordt ook een hands on bijeenkomst georganiseerd. Geef aan wat u oplevert met deze Grassroot dat door anderen herbruikt of gebruikt kan worden. Bijvoorbeeld een handleiding, tips en trucs, video met uitleg, ideeën voor opschaling etc. Dit Grassrootsprogramma zal een belangrijke onderwijsvernieuwing betekenen voor de Opleiding Natuur en Sterrenkunde en Opleiding Scheikunde en zal als olievlek verder kunnen werken door o.a. Good practices te gepubliceren op Starfish waardoor andere vakken, andere opleidingen en ook andere faculteiten die white of krijtbord gebruiken dit zouden kunnen overnemen. Hoe gaat u de Grassrootsresultaten verder benutten en doorgeven aan anderen binnen/buiten de opleiding/het onderwijsinstituut? Hoe draagt u er zorg voor dat na de afronding van het Grassrootsprogramma deze docenten, EN vooral nieuwe docenten een stap gaan of blijven zetten? Er wordt een evaluatie onder de deelnemende docenten en hun studenten afgenomen. Dit zal ook tussentijds gebeuren, zodat bijsturing mogelijk is. Disseminatie en borging: Starfish, blog(s) en presentaties op een aantal bijeenkomsten o.a. UvA breed.
Beloning
Tijdspad
De resultaten van dit project worden gebruikt in de docentprofessionalisering bij de FNWI (Starfish). De deelnemende docenten die in een BKO traject zitten zullen hun onderwijsontwerp voor hun BKO dossier kunnen gebruiken om hun competentie onderwijsontwerpen aan te tonen. Wilt u het gehele Grassrootsbedrag aan de Grassroots van docenten besteden, of kiest u voor 20% voor begeleiding en 80% voor de Grassroots? 10.000 euro volgens het model 80 (docent individueel) : 20 (centraal, gezamenlijk) - Elke deelnemende docent krijgt een tablet in zijn bezit/bruikleen, individueel de hulp door een student-assistent en didactische ondersteuning Bepaal welke activiteiten wanneer plaatsvinden (bv. werving, selectie checkmomenten, afronding en evaluatie, disseminatie etc). Startfase Werving van 10 docenten: 19 september t/m 10 oktober Selectie: selectie van 10 docenten wordt op 10 oktober gemaakt Oktober: aankoop tablets Oktober: keuze over software die bij de docenten past Ontwikkelfase November: projectplan per grassroots November: opzetten van ondersteuning en helpdesk (student-assistent) Vanaf december (tot april): docenten werken aan eigen onderwijsontwerp (tijdschema verschilt per grassroots) en hoe het opgenomen college (webcollege) wordt gebruikt/ingezet in het onderwijs en aan het ontwikkelen van het lesmateriaal. Uitvoering in het onderwijs Vanaf januari t/m april: Format Grassrootsprogramma 2014-2015
5
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM CRITERIATABEL BEOORDELING GRASSROOTSPROGRAMMA’S 2014-2015 Criteria voor het toekennen van punten per onderdeel: 1 tot en met maximaal 10 punten. 1.
Is het Grassrootsprogramma voor docenten uitdagend en motiverend? Trekt het hen over de streep om iets, dat voor hen nieuw is, met ICT in het onderwijs te doen?
2.
Sluit het programma aan bij de onderwijsvisie en het ICT beleid van de faculteit/opleiding?
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beschrijft het voorstel helder wat de toegevoegde waarde is van de Grassrootsaanpak en de –resultaten en is het voorstel haalbaar? Is het realistisch dat het project binnen de geplande tijd en middelen wordt uitgevoerd? Stelt het Grassrootsplan de actieve docent centraal, ondersteunt het plan het proces van de docent in zijn/haar uitvoering en waardeert het zijn/haar resultaat?
Levert het Grassrootsprogramma herbruikbare resultaten op voor andere opleidingen of docenten?
Wordt in het Grassrootsplan beschreven hoe men na afloop van het Grassrootsproject de resultaten wil borgen binnen het OWI/ opleiding)?
Bij een ‘herhaalaanvraag’ (d.w.z. voor aanvragers die al eerder aan een Grassrootsproject hebben meegedaan) dienen op dit laatste punt expliciete formuleringen te worden gedaan. (Hoe wordt de Grassrootsgedachte binnen de faculteit/opleiding/instituut geborgd.)
Doen in het geval van een herhaalaanvraag (in principe) docenten aan de Grassroots mee die dit nog niet eerder gedaan hebben?
Format Grassrootsprogramma 2014-2015
7