Bedrijfskunde MER deeltijd
Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Bedrijfskunde MER - deeltijd – 2015-2016 - oud curriculum Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Uitvoeringsregeling OER HZ 1.1 algemeen 1.1.1 De onderwijs- en examenregeling (OER HZ) omvat de kern van het onderwijs binnen de HZ. Dat document geeft een algemeen beeld van alle opleidingen die door de HZ worden verzorgd. De OER HZ bevat instelling specifieke bepalingen, die dus voor de gehele HZ gelden. Voor elke opleiding wordt jaarlijks door het college van bestuur een opleiding specifieke Uitvoeringsregeling OER HZ (hierna: Uitvoeringsregeling) vastgesteld. 1.2 opleidingscommissie 1.2.1 De opleidingscommissie wordt in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de vaststelling van de betreffende Uitvoeringsregeling advies uit te brengen aan het college van bestuur. 1.2.2 De opleidingscommissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de onderwijs- en examenregeling en de betreffende Uitvoeringsregeling. 1.3 academiedirecteur 1.3.1 De betrokken academiedirecteur is verantwoordelijk voor: a. de uitvoering van de OER HZ; b. invulling en uitvoering van de Uitvoeringsregeling; c. jaarlijkse evaluatie ten behoeve van het college van bestuur van de OER HZ en de Uitvoeringsregeling, waarbij hij het tijdsbeslag weegt voor de studenten, dat daaruit voortvloeit ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast (art. 7.14 WHW); d. voorbereiding van aanpassingen van de Uitvoeringsregeling. Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling OER HZ per opleiding: Bedrijfskunde MER deeltijd 2.1 Inschrijving, vooropleidingseisen en toelatingsbeleid 2.1.1
Overzicht nadere vooropleidingseisen (art. 2.3 OER HZ in aanvulling op de eisen zoals verwoord in artikel 2.2 OER HZ)
Havo-profielen Opleiding: Student met havo-diploma tot 1-8-2009 Student met havo-diploma vanaf 1-8-2009
NT
NG
EM
CM
ec of m&o
ec of m&o
ec of maw of m&o
ec of m&o
ec of m&o
ec of maw of m&o
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
1
Bedrijfskunde MER deeltijd
Vwo-profielen Opleiding: Student met vwo-diploma tot 1-8-2010 Student met vwo-diploma vanaf 1-8-2010
NT
NG
EM
CM
ec of m&o
ec of m&o
ec of maw of m&o
ec of m&o
ec of m&o
ec of maw of m&o
Overzicht van mbo-domeinen die geen directe toegang geven tot hbo-sectoren • het mbo-domein techniek en procesindustrie naar de hbo-sector economie • het mbo-domein handel en ondernemerschap naar de hbo-sector−gezondheidszorg • het mbo-domein handel en ondernemerschap naar de hbo-sector techniek • het mbo-domein economie en administratie naar de hbo-sector−gezondheidszorg • het mbo-domein economie en administratie naar de hbo-sector techniek • het mbo-domein zorg en welzijn naar de hbo-sector economie • het mbo-domein voedsel, natuur en leefomgeving naar de hbo-sector economie
2.1.2
Deficiëntie-onderzoek (art. 2.4 OER HZ) ) Niet langer van toepassing voor dit programma.
2.1.3
Aanvullende eisen (art. 2.5 OER HZ) n.v.t.
2.1.4
Toelatingseisen werkkring bij deeltijdopleiding (art. 2.6. OER HZ) In de deeltijdopleiding worden de volgende eisen gesteld aan de werkkring: 1. De werkkring bevindt zich in het bedrijfskundig werkveld en heeft een minimale omvang van 800 uren gedurende de gehele opleiding. 2. De werkzaamheden moeten op het niveau van de desbetreffende onderwijseenheden uitgevoerd kunnen worden. 3. De werkzaamheden kunnen ingezet worden bij praktijkopdrachten, stage en afstuderen. De werkgever ondersteunt de studie en is bereid om opdrachten, stage- en afstudeeropdrachten in zijn organisatie te laten uitvoeren.
2.1.5
Toelatingsonderzoek (art. 2.9 OER HZ) Niet langer van toepassing voor dit programma.
2.2
Inrichting opleiding en onderwijs, supplement bij getuigschrift
2.2.1
Opleidingsprofiel (art 3.2 OER HZ) De beroepspraktijk van de BKM’er is divers van aard. Een beroepspraktijk die zich manifesteert in management van bedrijfsprocessen, in flexibele en kennisintensieve dienstverlening, in samenwerkingsverbanden, ten dienste van netwerkorganisaties of binnen een ‘global workspace’. Dit zijn Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
2
Bedrijfskunde MER deeltijd
slechts enkele voorbeelden. Het is een beroepspraktijk met veel afwisseling, complexiteit en diversiteit die in allerlei sectoren van de maatschappij is aan te treffen. 1 Beroepspraktijk van de BKM’er De BKM’er in het bedrijfsleven Bedrijfskundige dienstverlening kan binnen een economische of technisch-industriële omgeving plaatsvinden. Met dienstverlening wordt hier bedoeld: het verbeteren van de processen. Dienstverlening kán ook de core business van bedrijven vormen, zoals in de zakelijke dienstverlening, de financiële dienstverlening, de commerciële dienstverlening, de juridische dienstverlening, et cetera. Dit is bijvoorbeeld het geval bij werkgeversorganisaties, brancheverenigingen, belangenorganisaties, koepelorganisaties en consultancybureaus. De BKM’er in maatschappelijke ondernemingen Maatschappelijke ondernemingen zijn bijzondere ondernemingen, omdat zij ondernemerschap inzetten voor maatschappelijke doelen. Maatschappelijke ondernemingen komen in uiteenlopende branches voor zoals huisvesting, zorg en welzijn, onderwijs en onderzoek, cultuur en sport. Het unieke karakter van maatschappelijke ondernemingen en de toenemende marktgerichtheid maken transparant werken noodzakelijk. Zij moeten verantwoorden hoe zij met de publieke gelden omgaan. De BKM’er draagt bijvoorbeeld bij aan de totstandkoming van ‘in control-verklaringen’, de verbetering van toezicht en bedrijfsmatiger werken. De BKM’er bij de overheid De BKM’er vindt men vooral bij ‘lagere overheden’ en bij ‘gedeconcentreerde’ rijksdiensten (agentschappen, inspecties e.d.). De toenemende invloed van Europa op alle facetten van de maatschappij, maakt dat steeds vaker organisaties als de Euregio, de Europese Advies- en Informatiecentra en de vertegenwoordigingen van Europese instellingen in beeld komen voor Bedrijfskunde MER. Maar ook organisaties als de Kamers van Koophandel en de zogenoemde ‘autoriteiten’ belast met toezicht en handhaving vragen om bedrijfskundig advies. De BKM’er die ten dienste van netwerkorganisaties werkt Steeds meer ziet men dat bedrijven en organisaties gaan samenwerken om bijvoorbeeld de financiële risico’s te verdelen of omdat ze ieder verantwoordelijk zijn voor een deel van een proces. Netwerkorganisaties halen grenzen weg tussen de organisaties en hun leveranciers, klanten en/of concurrenten, bijvoorbeeld door organisatie-middelen bij elkaar te voegen, zodat alle partijen er beter van worden, of om samenwerking te stimuleren in een onzekere omgeving. Zo ontstaan joint ventures, marketingdistributiekanalen of samenwerkingsvormen, waarbij financiële middelen kunnen worden uitgewisseld. Netwerkorganisaties zijn gebaat bij een bedrijfskundige en integrale aanpak.
Rollen van de BKM’er De ‘houdbaarheidsdatum’ van functies op de arbeidsmarkt wordt steeds korter en functies voor professionals worden ruimer en breder omschreven. Daarom past de term ‘rollen’ beter dan ‘functies’. Een groepering van de onderzochte rollen levert drie in het beroepenveld herkenbare categorieën op 3: • Adviesrol • Leidinggevende en resultaatgerichte rol • Onderzoeksrol
1
De opleiding Bedrijfskunde MER van de HZ is aangesloten bij het Landelijk Opleidingsoverleg Bedrijfskunde MER. De inhoud van paragraaf 2.2.1 is afkomstig van het ‘Opleidingsprofiel van de Bacheloropleiding Bedrijfskunde MER’ dat is opgesteld door leden van en vastgesteld is door dit landelijke opleidingsoverleg. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
3
Bedrijfskunde MER deeltijd
Adviesrol De adviseur is iemand die vanuit het vermogen om problemen geïntegreerd te benaderen, adviezen kan geven over allerlei aspecten van de bedrijfsvoering en op administratief, organisatorisch/bestuurlijk en inhoudelijk gebied. Dit kan zowel intern (meestal vanuit een stafafdeling aan directie en afdelingsmanagement of als beleidsmedewerker bij centrale en lagere overheden) als extern (vanuit een consultancy- onderneming of belangenorganisatie). De werkzaamheden kunnen variëren van informatie inwinnen en beleid voorbereiden tot het bewaken van een proces of project. Daarnaast heeft hij vaak de rol een brug te slaan tussen (de processen van) afdelingen of organisaties. Deze rol leent zich ook voor het werken vanuit een eigen onderneming en niet uitsluitend in loondienst.
Leidinggevende en resultaatgerichte rol Vanuit deze rol is de professional verantwoordelijk voor een afgebakend gebied in een organisatie. Daar hoort bij dat hij de bevoegdheden gedelegeerd heeft gekregen om de benodigde beslissingen te nemen. De professional geeft dus zelf leiding aan medewerkers en/of sturing aan bedrijfsprocessen. Ook deze rol omvat werkzaamheden die vanuit een eigen onderneming kunnen worden verricht.
Onderzoeksrol Om processen binnen een organisatie te verbeteren en te vernieuwen doet een professional vaak onderzoek. Deze rol is vaak nauw verweven met bovenstaande rollen, maar het kan ook zelfstandige rollen betreffen. Denk bijvoorbeeld aan de projectmanager en beleidsmedewerker. Uit de beroepspraktijk blijkt dat de BKM’er in zeer uiteenlopende contexten terecht kan komen. De opleiding Bedrijfskunde MER is dan ook gericht op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden op de volgende gebieden: • Innovatiemanagement; • Kennismanagement en bijdragen aan de kenniseconomie; • Begeleiden en coachen van medewerkers bij innovaties; • Veranderingen in organisaties, producten, diensten en processen; • ICT waarmee bedrijfsprocessen geoptimaliseerd worden; • ICT-processen opstarten, begeleiden en implementeren; • Internationalisering; • Ontwikkelingen in het buitenland; • Cultural Awareness; • Internationale literatuur en beheersing van de Engelse taal; • Kwaliteitsbeheersing en kwaliteitsbevordering; • Project- en programmamanagement; • Governance, Risicomanagement en Compliance. De ontwikkelingen in het Hoger Economisch Onderwijs geven daarnaast een impuls aan de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs door aandacht te besteden aan de ontwikkeling van: • Een gedegen theoretische kennisbasis; • Onderzoekend vermogen; • Professioneel vakmanschap; • Beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie.
2.2.2
Competenties (art 3.2 OER HZ)
De opleidingscompetenties zijn afkomstig uit het BK MER-competentieprofiel zoals opgesteld door het Landelijk Opleidingsoverleg Bedrijfskunde MER waarin HZ University of Applied sciences is vertegenwoordigd. De opgestelde Business Administration (BA) domeincompetenties liggen ten grondslag aan het BK MERcompetentieprofiel. Elke BK MER-bachelor beheerst na afronding van zijn opleiding de volgende BAdomeincompetenties:
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
4
Bedrijfskunde MER deeltijd
BA-competenties 1 1
Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens.
2
Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
3
Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie.
4
Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfsof organisatieprocessen.
5
Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken.
6
Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces.
De niveau-aanduiding houdt het volgende in: Competentieniveau Complexiteit 1e niveau · Werkt met routines · Krijgt instructies, volgt aansturing door leidinggevende. 2e niveau
3e niveau
· Werkt met richtlijnen en procedures in complexe situaties · Verdiept zich in vraagstukken van complexiteit in het werk. - Analyseert problemen, vragen en knelpunten in complexe situaties - Ontwikkelt zelf nieuwe procedures of nieuw plan van aanpak; gebruikt creativiteit in het aanpakken van opdrachten.
Niveau 2
3
Verantwoordelijkheid · Draagt verantwoording voor eigen takenpakket, formuleert doelen · Legt over voortgang verantwoording af. · Zet eigen trajecten uit, onderhandelt over de trajecten · Legt over verantwoording af over keuzes en resultaten (weegt deze af met een termijnperspectief). · Werkt proactief · Verantwoordt op professionele wijze de informatieverzameling, theoriekeuze/–vorming en de gekozen oplossingen naar de opdrachtgever en naar collega’s (staat daarbij open voor kritisch oordeel).
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
5
Bedrijfskunde MER deeltijd
Niveau 1 is voor de BK MER-bachelor geen beoogd eindniveau. De geschetste mate van complexiteit en verantwoordelijkheid op dit niveau is wel relevant in die zin dat dit niveau tijdens de opleiding door de student wordt doorlopen. Echter, voor elk van de BA-competenties geldt dat de BK MER-bachelor uitstroomt op de hogere niveaus 2 óf 3. Naast de zes hiervoor belichte domeincompetenties kent BA nog twee niet vakinhoudelijk getinte competenties: BA-competenties: 7 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): · samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); · communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg. 8
Zelfsturende competentie (intra persoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): · sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; · nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; · ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; · leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
De acht competenties zijn als volgt uitgewerkt: (Beroeps)competentie 1 (BK MER 1): Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 1. Uitwisselen van kennis en visies met relaties binnen de relevante netwerken en ketens om te komen tot nieuwe visies op activiteiten of ideeën om bestaande activiteiten te verbeteren. 2. Toetsen van het strategisch beleid aan de eisen vanuit de omgeving en het voorstellen van aanpassingen van het beleid aan de (maatschappelijke en wettelijke) eisen. 3. Vertalen van ontwikkelingen, trends in de externe omgeving naar het strategisch beleid van de organisatie, het netwerk of de keten. 4. Ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en bijstellen van strategisch beleid en operationele beleidsplannen voor de organisatie. 5. Communiceren met de interne en externe belanghebbenden, gericht op het bevorderen van toekomstgericht denken, in alle niveaus in de organisatie/binnen relevante netwerken en ketens. (Beroeps)competentie 2 (BK MER 2): Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
6
Bedrijfskunde MER deeltijd
1. Vertalen van het strategische of politieke beleid van de organisatie naar tactisch beleid voor een organisatie of functionele eenheid daarvan, en van daaruit adviseren naar het management. 2. Evalueren van beleid en voorstellen doen voor het bijstellen van beleid, plannen en maatregelen voor de organisatie of voor de functionele eenheid. 3. Consulteren van en communiceren met interne en externe stakeholders, zoals politieke ambtsdragers, tactisch en operationeel management, werknemersvertegenwoordigingen, financiers, aandeelhouders, burgers, klanten en belangenorganisaties of andere belanghebbenden. 4. Participeren in diverse interne en externe overlegsituaties of optreden als penvoerder of directiesecretaris.
(Beroeps)competentie 3 (BK MER 3): Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. 1. Meewerken aan het Human Resource Management (HRM-) beleid van organisaties: consequenties kunnen aangeven van organisatieveranderingen voor het personeel. 2. Toepassen van HRM- instrumenten, waaronder het afnemen van interviews en het voeren van sollicitatie-, resultaat-, ontwikkelings- en exitgesprekken met medewerkers. 3. Maken van een personeelsplan met hierin aangegeven de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan personeel.
(Beroeps)competentie 4 (BK MER 4): Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. 1. Managen van projecten en verbeteren van bedrijfsprocessen. 2. Onderzoeken, analyseren, vaststellen en verbeteren van bedrijfsprocessen, kwaliteitseisen en –criteria. 3. Adviseren met betrekking tot kwaliteitsverbetering. 4. Beheersbaar maken van organisatieprocessen, bijvoorbeeld door: het ontwikkelen van procedures en door regelgeving vast te leggen (vanuit een integraal juridisch, economisch en management perspectief), het maken van organisatie-en procesbeschrijvingen. 5. Gebruik maken van formele en informele communicatienetwerken als informatiebron ter ondersteuning van besluitvorming. 6. Ontwikkelen van een duurzame relatie met interne en externe klanten. 7. Vervullen van brugfunctie tussen de verschillende (hiërarchische) niveaus en afdelingen, bijvoorbeeld door belangentegenstellingen tussen afdelingen voor de organisatie productief maken, creëren van synergie in de samenwerking tussen afdelingen. (Beroeps)competentie 5 (BK MER 5): Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
7
Bedrijfskunde MER deeltijd
1. Opstellen van een omgevingsanalyse, uitgewerkt in kwaliteitsrapporten, financiële en juridische risicoanalyses. 2. Het opstellen en bewaken van budgetten. 3. Adviseren over aanpassingen in kostenstructuur, vermogenspositie, contractsbeheer. 4. Implementeren van verbetervoorstellen op het terrein van bedrijfsprocessen rondom inkoop, acquisitie, productie, dienstverlening, klantcontacten, bedrijfscommunicatie, verkoop, interne organisatie, etc. 5. Leiden van kwaliteitsprojecten. 6. Optreden als spin in het web in de eigen organisatie, en als intermediair tussen de eigen organisatie en externe organisaties, afnemers en aanbieders.
(Beroeps)competentie 6 (BK MER 6): Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. 1. Onderzoeken van de veranderingsbehoeften en -noodzaak (bewustwording en bewustmaking). 2. Vaststellen van de gewenste uitkomsten van het veranderproces. 3. Diagnosticeren van de veranderingsbereidheid. 4. Ontwikkelen van een veranderstrategie, een interventieplan en de communicatiestrategie. 5. Opstellen van een veranderplan met fasering, activiteiten, tijdspad. 6. Inrichten van de projectorganisatie en van de communicatiekanalen. 7. Begeleiden van het veranderingsproces. 8. Evalueren en zo nodig bijstellen van het proces.
(Generieke) competentie 7 (BK MER 7): Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). Onderdeel 1: Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie. 1. Multidisciplinariteit en interdisciplinariteit. 2. Klantgerichtheid. 3. Collegialiteit. 4. Leidinggeven. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
8
Bedrijfskunde MER deeltijd
Onderdeel 2: Communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels. 1. Het opstellen en schrijven van plannen en notities. 2. Informeren. 3. Overleg voeren. 4. Draagvlak creëren. 5. Stimuleren. 6. Motiveren. 7. Overtuigen. 8. Verwoorden van besluiten.
(Generieke) competentie 8 (BK MER 8): Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 1. Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken. 2. Initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit. 3. Nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen dit wijst op betrokkenheid en op kritische zelfbeoordeling. 4. Ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen. 5. Leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. Het curriculum van BK MER bestaat uit cursussen die academie- (en soms HZ-) breed worden aangeboden en cursussen die speciaal zijn ontwikkeld voor BK MER. In de beschrijving van deze laatste cursussen wordt verwezen naar de BK MER competenties/beroepstaken (het nummer van deze competentie wordt dan voorafgegaan door de aanduiding ‘BK MER’). Cursussen die worden gedeeld met andere opleidingen verwijzen naar de competentiebreakdown die voor alle economische opleidingen gemeenschappelijk is samengesteld. Uiteraard is er overlap tussen deze gemeenschappelijke breakdown en het BK MER-kader waardoor de competenties van alle cursussen optellend, de student aan alle competenties van BK MER op het juiste niveau voldoet. Hierna volgt de gemeenschappelijke competentiebreakdown van alle economische opleidingen:
BT1
VISIE EN BELEID ONTWIKKELEN De BBA ontwikkelt in samenwerking met anderen de visie en het beleid van een organisatie. Hij overbrugt hiervoor taal- en cultuurverschillen en respecteert de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen en houdt bij oordeel- en besluitvorming rekening met ondernemingsrecht en de ethische aspecten daarvan. DT1.1
Secundaire informatie op macro- en mesoniveau verzamelen en interpreteren. Ld1.1.1 Je kunt meso- en macro-economische ontwikkelingen uitleggen op basis van beproefde economische modellen.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
9
Bedrijfskunde MER deeltijd
Ld1.1.2
BT2
BT3
Je kunt de impact op de organisatie van meso- en macro-economische ontwikkelingen verklaren op basis van beproefde analysetechnieken. DT1.2 Plannen op strategisch, tactisch en operationeel niveau ontwerpen en zo de continuïteit van de organisatie waarborgen. Ld1.2.1 Je kunt de strategische doelen van een organisatie verklaren aan de hand van het businessmodel. Ld1.2.2 Je kunt op basis van de gekozen strategie een ondernemingsplan voor de organisatie uitwerken. Ld1.2.3 Je kunt uit het ondernemingsplan een tactisch beleidsplan destilleren en dit plan omzetten in operationele acties. Ld1.2.4 Je kunt de aansprakelijkheidsrisico’s van de bestuurders benoemen. Ld1.2.5 Je kunt de risico’s van verbintenissen en de financiële consequenties ervan benoemen. DT1.3 Stakeholders informeren over de financiële en sociale situatie van de organisatie. Ld1.3.1 Je kunt financiële en sociale informatie van de organisatie produceren en rapporteren. OPLOSSINGEN ONTWERPEN De BBA ontwerpt en formuleert planmatig en methodisch oplossingen voor een probleem in een organisatie. DT2.1 Probleem definiëren Ld2.1.1 Je kunt een organisatieprobleem signaleren en verklaren op basis van relevante begrippen, theorieën en modellen. DT2.2 Conceptueel ontwerp maken Ld2.2.1 Je kunt verschillende oplossingen formuleren en een keuze maken uit meerdere alternatieven. Ld2.2.2 Je kunt maatregelen aanbevelen en verdedigen die het probleem in de organisatie oplossen of die de situatie optimaliseren. Ld2.2.3 Je kunt interne en externe informatiestromen ontwikkelen en beheersen van met behulp van een MIS DT2.3 Implementeren en evalueren Ld2.3.1 Je kunt een plan van aanpak voor de implementatie van maatregelen opstellen Ld2.3.2 Je kunt een evaluatieonderzoek uitvoeren. ONDERZOEKEN De BBA stelt een onderzoeksvraag op, bedenkt een methode om daarop een antwoord te krijgen, verzamelt en analyseert gegevens, formuleert een antwoord op de onderzoeksvraag en doet verslag aan derden van het geheel aan activiteiten en bevindingen. DT3.1 ONDERZOEK VOORBEREIDEN Een voorstel doen voor (toegepast) onderzoek en zet onderzoek op voor het oplossen van problemen in praktijksituaties. Ld3.1.1 Je kunt een probleemstelling formuleren (het geheel van probleemschets, onderzoeksvraag en doelstelling). Ld3.1.2 Je kunt bronnenonderzoek uitvoeren. Ld3.1.3 Je kunt een onderzoek opzetten en dit vastleggen in een onderzoeksvoorstel (= plan van aanpak voor onderzoek). DT3.2 ONDERZOEK UITVOEREN Onderzoek uitvoeren zoals beschreven in het onderzoeksvoorstel, voortgang en kwaliteit monitoren en waar nodig bijsturen. Ld3.2.1 Je kunt de benodigde data verzamelen en de verzamelde gegevens op geschikte wijze verwerken tot informatie, zodat zinvolle interpretatie mogelijk wordt. Ld3.2.2 Je kunt voortgang en kwaliteit van de uitvoering monitoren en bijsturen indien nodig en de kwaliteit van het resultaat toetsen aan de gestelde eisen. DT3.3 ONDERZOEK AFRONDEN De verzamelde en gestructureerde gegevens interpreteren en conclusies trekken ten aanzien van de onderzoeksvraag. Resultaten en het proces evalueren en hiervan verslag doen. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
10
Bedrijfskunde MER deeltijd
BT4
2.2.3
Ld3.3.1 Je kunt betekenis verlenen aan de gevonden en verwerkte gegevens. Ld3.3.2 Je kunt over onderzoek rapporteren. DT3.4 ONDERZOEKSETHIEK Ld3.4.1 Je kunt je gedrag aanpassen aan bij onderzoek horende normen, beroepsethiek, attitude en verantwoordelijkheden. PERSOONLIJKE EN PROFESSIONELE ONTWIKKELING (ONDERNEMENDHEID EN STUDIELOOPBAANCOACHING) De BBA ontwikkelt een ondernemende houding, hij reflecteert op eigen ervaringen en ontwikkelingen en communiceert hierover met de bij zijn (studie)loopbaan betrokken partijen. DT4.1 Op verantwoorde wijze studie- en beroepskeuzes maken. Ld4.1.1 Je kunt beschrijven wie je bent, wat je kunt en wat je wil. Ld4.1.2 Je kunt VC-cursussen, stages, minoren en onderzoeksopdrachten kiezen die bij jouw wensen en capaciteiten passen. DT4.2 De eigen persoonlijke competentieontwikkeling zelfstandig vormgeven en hierover op basis van een portfolio communiceren. Ld4.2.1 Je kunt precies aangeven wie je bent, wat je kunt, en wat je nog moet leren. Ld4.2.2 Je kunt jouw talenten gebruiken in studie, werk en vrije tijd. DT4.3 Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen studievoortgang (optimaal studieverloop) Ld4.3.1 Je kunt je eigen leerproces sturen. DT4.4 Een ondersteunend sociaal netwerk inzetten Ld4.4.1 Je kunt aangeven wie jou waarmee kan helpen en je kunt deze hulp bijtijds inroepen. DT4.5 Leervaardigheden verwerven Ld4.5.1 Je kunt duurzaam effectief en efficiënt studeren. Inrichting opleiding (art 3.3, 3.13, OER HZ) Inrichting van de opleiding: Nationale naam: Internationale naam: Verleende graad: Studieduur: Studielast propedeutische fase: Studielast hoofdfase: Variant: Croho-code: Locatie: Voertaal: Datum begin accreditatie: Vervaldatum accreditatie: Associate degree: Gezamenlijke opleiding: Versneld HBO (Vwo) traject
Bedrijfskunde MER Business Management Studies Bachelor 4 jaar 60 EC 180 EC Deeltijd 34139 Terneuzen Nederlands 01-01-2011 31-12-2016 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
11
Bedrijfskunde MER deeltijd
Structuur van de opleiding Curriculum structuurschema Cohort AvEM BK MER DT 2012-2016
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
12
Bedrijfskunde MER deeltijd
2.2.1
Cursussen propedeutische fase (art 3.5, 3.11 OER HZ)
De courses uit de propedeusefase worden niet meer aangeboden en/of getentamineerd
2.2.2
Cursussen hoofdfase (art 3.5, 3.11 OER HZ)
De courses uit het tweede studiejaar worden niet meer aangeboden en/of getentamineerd
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
13
Bedrijfskunde MER deeltijd
Courses 3e studiejaar CU14121
Titel: Meewerkstage Bedrijfskunde MER
Aantal EC: 30
Aantal contacturen: 8
Verplicht: Ja
Voertaal: NL
Voorwaarden voor deelname: De student kan op stage in het vijfde semester als uiterlijk op 15 juli van dat jaar: • de propedeuse behaald is; • 22,5 vastgestelde studiepunten van het eerste semester van het tweede jaar behaald zijn; • Alle cursussen en toetsing van het tweede semester van het tweede jaar zijn gevolgd; • tot 1 oktober kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 15 vastgestelde studiepunten of meer in het eerste semester van het tweede jaar van de opleiding heeft behaald. De student kan op stage in het zesde semester als uiterlijk op 15 januari van dat jaar: • de propedeuse behaald is; • 37,5 vastgestelde studiepunten in het tweede jaar behaald zijn; • een minor inclusief toetsing gevolgd is; tot 1 maart kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 30 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede jaar van de opleiding heeft behaald. Bovendien moet de stageplaats in ieder geval aan de volgende eisen voldoen: • Het werkterrein van de organisatie moet behoren tot het werkveld Bedrijfskunde MER. • De organisatie moet qua omvang en werkzaamheden de mogelijkheid bieden om de vereiste competenties te behalen. • De stagebegeleider heeft minimaal een hbo-diploma/is werkzaam op minimaal hbo-niveau. Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Tijdens de stageperiode maakt je kennis met een professionele onderneming of organisatie. Gedurende een semester werk je binnen deze organisatie mee aan verschillende projecten of opdrachten, waarbij tal van verschillende werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Tijdens je stage werk je samen met professionals aan echte praktijkopdrachten. Je krijgt opdrachten: • die je uitvoert voor of bij een organisatie • die aansluiten bij je opleiding • waarmee je (beroeps)competenties verwerft • die reflectie vereisen (je maakt duidelijk waarom je iets wel of niet gedaan hebt) • die een portfolio (bewijslast) opleveren
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
14
Bedrijfskunde MER deeltijd
Toets nr
Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen ook of de toets afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) M
1
2
3
4
S X
X
X
X
X
A
I X
X
X
X
G
Vorm Plan van aanpak
Startdocument onderzoeksdeel
Beoordeling onderzoeksverslag & presentatie
Portfolio (inclusief bewijslast)
Inhoud koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Inzage herkansing in week
BK MER 1.1, 1.5, BK MER 7.1 en 7.2 & BK MER 8.1 t/m 8.5 + minimaal één taakonderdeel van één andere BK MERcompetentie 3.1 en 3.4 Minimaal één BK MER beroepstaak
2%
5,5
S5: 36
S5: 37
S5: 38
S5: 39
S6: 6
S6: 7
S6: 9
S6: 10
S5: 42
S5: 43
S5: 45
S5: 46
3.1 t/m 3.4 Minimaal één BK MER beroepstaak.
35%
S6: 12 S5: 2
S6: 13 S5: 5
S6: 15 S5: 11
S6: 16 S5: 13
BK MER 1.1, 1.5, BK MER 7.1 en 7.2 & BK MER 8.1 t/m 8.5 + minimaal één taakonderdeel van één andere BK-MERcompetentie
60%
S6: 21 S5: 4
S6: 24 S5: 6
S6: 26 S5: 12
S6: 28 S5: 14
S6: 22
S6: 24
S6: 27
S6: 28
3%
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
5,5
5,5
5,5
15
Bedrijfskunde MER deeltijd
CU04313 Titel: Economie van de non-profit Voorwaarden voor deelname: Geen
Aantal EC’s: 7,5
Verplicht: Ja
Voertaal: NL
Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: : Kennis van en inzicht in de besluitvorming in de publieke sector is van groot belang voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie. Bij de besluitvorming spelen de overheidsfinanciën een grote rol. Denk hierbij aan de invloed op de economische ontwikkeling van Nederland. Ook de (financiële) verhouding tussen Rijk en lagere overheden is een belangrijk thema. Toets nr
Vorm een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets i M
1 2
S X x
A x
Vorm Opdrachten Eindtoets
Inhoud
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansing herkansing werkdagen in week in week na ontvangst cijfer)
1.1 -1.3 1.1 -1.3
30% 70%
4.0 4,0
23 23
26 26
27 27
28 28
Toetsen eindtoets: individueel; Opdracht: groepswerk Aantal contacturen: 21 uur.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
16
Bedrijfskunde MER deeltijd
CU03240 Titel: Conflicten met de overheid Voorwaarden voor deelname: geen
Aantal EC’s: 7,5
Verplicht: Ja
Voertaal: NL
Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Om succesvol te kunnen functioneren als juridisch medewerker/beleidsmedewerker in een gemeentelijke of provinciale ambtelijke organisatie, moet je een gedegen kennis van het recht van de lagere overheden hebben. In deze cursus komen daarom de volgende onderwerpen in onderling verband aan de orde: • Staatsrecht, m.o. de verhouding tussen de verschillende overheidsorganen. • Bestuursrecht, m.o. de verhouding tussen overheid en burger, en de beleidsterreinen van de verschillende bestuursorganen. • Bestuursprocesrecht, m.o. de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur. • Recht van de ruimtelijke ordening, m.o. de Wet op de ruimtelijke ordening, de Woningwet, het streekplan en het bestemmingsplan. • Milieurecht, m.o. de Wet milieubeheer, het Inrichtingen- en vergunningenbesluit, het Activiteitenbesluit, de Wet geluidhinder, Europese verdragen en waterwetgeving en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Ook wordt de belangrijkste jurisprudentie op de bovenstaande gebieden besproken. Toets nr
Vorm een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets i M
1 2
S x x
A
Vorm Werkstuk Eindtoets
Inhoud
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansing herkansing werkdagen in week in week na ontvangst cijfer)
BK-MER 1.2 & 2.1 BK-MER 1.2 & 2.1
70% 30%
5,0 5,0
3 4
7 7
15 15
18 18
Toetsen Werkstuk: groepswerk Eindtoets: individueel
Aantal contacturen: 21 uur. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
17
Bedrijfskunde MER deeltijd
CU06564 Titel: Recht in internationaal perspectief Voorwaarden voor deelname: geen
Aantal EC’s: 7,5
Verplicht: Ja
Voertaal: NL
Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Aan de hand van het werken met modelcontracten en het oplossen van juridische cases krijg je praktisch inzicht in het verloop van het import- en exportproces met alle verschillende partijen. Zo leer je hoe je de verplichtingen van koper en verkoper kunt beïnvloeden door de bepalingen die je opneemt in een internationaal koopcontract of algemene voorwaarden. Hierbij ga je ook het praktische belang van de INCOTERMS en van het Weens Koopverdrag zien. En je komt er achter dat het al vóór het sluiten van internationale contracten van belang is na te denken over de bevoegde rechter en het toepasselijke recht in geval van een toekomstig conflict tussen de contractpartijen. Ook leer je hoe je relevante internationale regelgeving en jurisprudentie kunt vinden in juridische databanken. Daarnaast leer je aan de hand van juridische cases de mogelijkheden die de Europese markt aan bedrijven biedt kennen. Eén van de belangrijkste onderdelen daarvan is het vrij verkeer van goederen op grond waarvan alle belemmeringen van de handel binnen de EU verboden zijn. Toets nr
Vorm een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets i M
1 2
S x x
A
Vorm Tussentoets Europees recht Eindtoets internationaal handelsrecht
Inhoud
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansing herkansing werkdagen in week in week na ontvangst cijfer)
BK MER 1.1 & 1.2 BK MER 1.1 & 1.2
50% 50%
5,0 5,0
45 3
48 7
4 13
7 16
Toetsen Tussentoets: individueel Eindtoets: individueel
Aantal contacturen: 21 uur.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
18
Bedrijfskunde MER deeltijd
Courses 4e studiejaar CU05313
Aantal EC: 7,5
International Business & Trade
Aantal contacturen: 21
Verplicht: Ja
Voertaal: EN
Voorwaarden voor deelname: Geen. Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud:
Je krijgt kennis en inzicht in strategische en financiële managementprocessen om een internationale organisatie succesvol te laten werken. Dit betekent dat je kennis krijgt wat een organisatie is en wat haar plaats is in de ( int.) omgeving. Je krijgt daarbij inzicht wat een manager kan doen om het besluitvormingsproces te sturen. Vanuit theorie en praktijkvoorbeelden leer je dat het daarbij gaat om innoveren, beslissen, organiseren, afstemmen en verbeteren van relaties met anderen, de ‘stakeholders’ van de organisatie . Je krijgt kennis en inzicht hoe een organisatie inspeelt op ontwikkelingen in haar veranderende omgeving. Daarbij maak je gebruik van een externe analyse en leert strategisch denken. Vervolgens maak je kennis met instrumenten voor een gedegen analyse van de externe en interne omgeving van een organisatie, t.b.v. nieuwe strategie ontwikkeling. Daarbij leer je hoe een omgeving van een organisatie werkt, welke factoren een ( nieuwe) strategie beïnvloeden, hoe belangrijk de cultuur van de organisatie en de competenties van de medewerkers zijn om de beoogde verandering te kunnen realiseren. Verder wordt ook aandacht besteed aan vormen van kennismanagement. Bij alle genoemde aspecten, wordt ook steeds rekening gehouden met de financiële consequenties. Hierbij wordt aandacht besteed aan internationale geldstromen, valutabeheer en het afdekken van bijbehorende fin. risico’s d.m.v. het gebruik van o.a. forward contracts, futures en opties. Daarnaast train je onderzoeksvaardigheden het analyseren van strategische visies van een organisatie die voor jou interessant is. Je gaat deze organisatie beschrijven en je laat zien wat je te weten bent gekomen over de missie, visie, purpose en strategie. Na de cursus ben je in staat om voor een beursgenoteerde onderneming , de interne- en omgevingsanalyse te maken met gebruikmaking van de in de course geleerde tools, als basis voor een ( nieuw) strategisch plan. Je krijgt uit de analyse inzicht in gewenste (operationele en) strategische veranderingen en kunt hierover in relevante termen mondeling en schriftelijk rapporteren. Deze kennis, inzicht en vaardigheden zijn relevant voor het beginnen op een voldoende gekwalificeerd niveau, aan de afstudeeropdracht op bachelor niveau. Toets nr
Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen ook of de toets afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) M
1 2 3
S X X X
A
I X X X
G
Vorm Written exam Strategy/ Finance Werkstuk Strategy Werkstuk Finance
Inhoud koppeling met deeltaken of
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansing herkansing werkdagen in week in week na ontvangst cijfer)
1.1 – 1.3 1.1 – 1.3 1.1 – 1.3
60% 20% 20%
4,0 4,0 4,0
3 3 3
7 7 7
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
13 13 13
16 16 16
19
Bedrijfskunde MER deeltijd
CU03858
Titel: Risicobeheersing
Aantal EC: 7,5
Aantal contacturen: 42
Verplicht: Ja
Voertaal: NL
Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus komen zowel Management, Economie als Recht aan bod: • Bij management staat risico-inventarisatie en –evaluatie centraal. Je gaat aan de hand van een praktijkcasus methoden oefenen om risico’s gestructureerd te analyseren en in kaart te brengen. Corporate governance wordt hierbij als invalshoek genomen. Tijdens een excursie kun je van dichtbij een voorbeeld van risicomanagement zien. • Bij economie bestudeer je het financieel management van ondernemingen. Gekeken wordt naar risicohouding en –exposure en de invloed hiervan op de verhouding ondernemend en niet-ondernemend vermogen. Je gaat in op de vraag hoe financiële risico’s ingeschat kunnen worden en hoe financiële instrumenten ingezet kunnen worden om risico’s te beperken. Je oefent je rekenvaardigheid aan de hand van opgaven. • Bij recht draait het om verzekeringsrecht. Je bestudeert hoe een verzekering is opgebouwd en behandelt aan de hand van casuïstiek het verdere verloop van de verzekering tot en met de beëindiging ervan. Als overkoepelende paraplu zal het COSO II-model (de internationale standaard op het gebied van risicomanagement) worden gebruikt om binnen deze cursus bovenstaande drie componenten met elkaar te verbinden om zo het interdisciplinaire karakter te laten zien. Toets nr
Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen ook of de toets afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G)
1 2
M
S X X
3
X
A
I X X X
G
Vorm Paper Corporate Governance Schriftelijke toets finance & risk management Schriftelijke toets verzekeringsrecht
Inhoud koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Inzage herkansing in week
BK MER 1.2 BK-MER 1.1, 1.2 & 2.2 BK-MER 2.1
10% 45%
5,5 5,5
42 45
45 48
5 4
7 7
45%
5,5
3
7
13
16
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
20
Bedrijfskunde MER deeltijd
CU03854
Titel: Project Personeelsmanagement
Aantal EC: 7,5
Aantal contacturen: 13
Verplicht: Ja
Voertaal: NL
Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): Drie keer aanwezig zijn bij presentaties van klasgenoten is voorwaardelijk voor het verkrijgen van studiepunten voor deze cursus. Een taakverdeling met urenverantwoording per student is voorwaardelijk voor het verkrijgen van studiepunten voor deze cursus. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Deze cursus heeft een dubbel doel: allereerst een inhoudelijk doel: in projectvorm een praktisch personeelsmanagementprobleem tot een advies aan de organisatie omzetten en vervolgens is het doel om in groepsvorm een project te doen dat vergelijkbaar is met een afstudeeropdracht. Daardoor kun je nu al in een groepsvorm uitvoeren wat je hierna alleen zult moeten doen tijdens het afstuderen. Er vindt dan ook een combinatie plaats van theorie bestuderen en daadwerkelijk praktisch onderzoek doen. Toets nr
Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen ook of de toets afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G) M
1 2
3
X
S X
A
I
G X
Vorm Startdocument
X
X
X
X
Onderzoeksverslag met advies en aanbevelingen management deel en Presentatie over bevindingen en/of nieuwe perspectieven Verslag waarin arbeidsrechtelijke aspecten behandeld worden
Inhoud koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning werk (< 10 herkansing werkdagen in week na ontvangst cijfer)
Inzage herkansing in week
3.1 en 3.4 BK MER 3.1, 3.2 & 3.3 3.1 t/m 3.4 BK MER 3.1, 3.2 & 3.3
1%
5,5
39
41
43
45
84%
5,5
2
3
12
14
BK MER 3.1
15%
5,5
2
3
12
14
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
21
Bedrijfskunde MER deeltijd
CU13269 Titel: Afstuderen Bedrijfskunde MER Aantal EC: 30 Aantal contacturen: 10 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: De student kan afstuderen in het tweede semester als op 1 december van dat hogeschooljaar: • de propedeuse behaald is; • de stage met succes is afgerond; • 112,5 vastgestelde studiepunten van het tweede en derde jaar van de hoofdfase behaald zijn; • cursussen inclusief toetsing van het zevende semester zijn gevolgd; • tot 1 januari kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 105 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede en derde jaar heeft behaald. De student die later met afstuderen begint, kan starten op 1 september of 1 februari als op 1 april van het hogeschooljaar daarvoor, respectievelijk 1 december van dat hogeschooljaar: • de propedeuse behaald is; • de stage met succes is afgerond; • 142,5 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase behaald zijn; • tot 1 januari, respectievelijk 1 mei kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student in totaal 135 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase, waarvan 112,5 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede en derde jaar van de opleiding heeft behaald. Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Met de afronding van je opleiding bewijs je dat je de voor het beroep benodigde competenties hebt verworven en aan de slag kunt op de arbeidsmarkt. Hoewel je in hoge mate zelf bepaalt wat je tijdens het afstudeertraject nog wilt leren en welke competenties je wilt ontwikkelen, is de afstudeerfase niet vrijblijvend. Je moet na afloop van je studie immers aantonen dat je zowel de beroepscompetenties als de onderzoekscompetentie op het vereiste niveau hebt verworven. Het afstuderen bestaat dan ook uit twee clusters met activiteiten die complementair zijn aan elkaar. Eén cluster met activiteiten waarmee je de HZ-onderzoekscompetentie verwerft (de onderzoeksopdracht) en een cluster met activiteiten waarmee je de bij jouw opleiding horende beroepscompetenties verwerft.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
22
Bedrijfskunde MER deeltijd
Toets nr
Vorm mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toetsen ook of de toets afname toets is individueel (I) of in een groep(je) (G)
1
M
S X
2
X
X
Argumentatie keuze stageopdrachten + toelichting stageopdrachten
3
X
X
Onderzoeksvoorstel
X
X
Onderzoeksverslag & presentatie
X
X
Portfolio (inclusief bewijslast)
4
5
X
A
I X
G
Vorm Startdocument onderzoeksdeel
Inhoud koppeling met deeltaken
Wegings factor
Bodemcijfer
Planning toets in week
Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansing herkansing werkdagen in week in week na ontvangst cijfer)
3.1 en 3.4 BK MER 1, 4, 5 en/of 6 BK MER 1, 4, 5 en/of 6 (twee competenties die niet bij toetsnummer 1 zijn gekozen. BK MER 7.1 en 7.2 & BK MER 8.1 t/m 8.5 3.1 en 3.4 BK MER 1, 4, 5 en/of 6 3.1 t/m 3.4 BK MER 1, 4, 5 en/of 6
5%
5,5
3
4
5
6
2%
5,5
7
9
10
11
15%
5,5
12
14
16
19
60%
5,5
25
18%
5,5
Verslag: 27 Presentatie: uiterlijk 34 27
34
BK MER 1, 4, 5 en/of 6. BK MER 7.1 en 7.2 & BK MER 8.1 t/m 8.5
Verslag: 22 Presentatie: uiterlijk 25 23
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
25
28
23
Bedrijfskunde MER deeltijd
2.2.5a
HZ-jaarrooster Zie de website
2.2.6.
Vrije compositiecursussen (art. 3.12 OER HZ) Cohort 2014-2015 en eerder Voor de cohorten studenten die de opleiding zijn gestart in studiejaar 2014-2015 en eerder is een VCC-ruimte in het onderwijsprogramma gereserveerd van minimaal 2,5 en maximaal 7,5 studiepunten. Studenten van de cohorten 2014-2015 en eerder kunnen niet worden verplicht vrije compositiecursussen te volgen. In dat geval volgen zij (andere) cursussen passend bij het onderwijsprogramma van de opleiding. Op deze categorie studenten is de Studentenhandleiding Vrijecompositiecursus (VCC), september 2014, HZ University of Applied Sciences, van toepassing.
2.2.7
Afstudeerrichtingen (art 3.10 OER HZ) Niet van toepassing
2.2.8
Stage (art 3.9 OER HZ) Hantering werkplaatsscan en stageverslag deeltijd-stages AvEM Documenten die nodig zijn om werkplaats te kunnen beoordelen: • Functiebeschrijving van de functie die de werknemer (=stagiair) bekleedt • Beschrijving van de werkzaamheden van de student, gekoppeld aan minimaal 3 deeltaken uit het competentieprofiel van de opleiding • Werkgeversverklaring waaruit blijkt dát de student deze functie bekleedt en beschrijving hóe de student deze functie vervult. • Niveau-aanduiding door de werkgever van de functie (MBO-HBO) Daarenboven moet er direct contact geweest zijn tussen een vertegenwoordiger van de HZ (docent) en de direct leidinggevende van de student. De bevindingen uit bovenstaande onderdelen (documenten en gesprek met leidinggevende student) worden voorgelegd aan het examinatorenoverleg dat een advies hierover formuleert richting deelexamencommissie. Indien dit een positief advies oplevert, betekent dit dat de activiteiten die de student in zijn werk vervuld heeft als stage werkzaamheden kunnen tellen en dat er dus een positieve werkplaatsscan is. Daarna: 1. Krijgt de student een stagedocent toegewezen 2. Kan de student aan het schrijven van zijn stageverslag beginnen. Stage- en afstudeernormen De student kan op stage in het eerste semester als uiterlijk op 15 juli van dat jaar: • •
de propedeuse behaald is; 22,5 EC van het eerste semester van het tweede jaar behaald zijn; Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
24
Bedrijfskunde MER deeltijd
• •
Alle cursussen en toetsing van het tweede semester van het tweede jaar zijn gevolgd; tot 1 oktober kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 15 EC of meer in het eerste semester van het tweede jaar van de opleiding heeft behaald. De student kan op stage in het tweede semester als uiterlijk op 15 januari van dat jaar: • • • •
de propedeuse behaald is; 37,5 EC in het tweede jaar behaald zijn; een minor inclusief toetsing gevolgd is; tot 1 maart kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 30 EC of meer in het tweede jaar van de opleiding heeft behaald.
In het tweede en derde studiejaar van de opleiding - met uitzondering van schoolvakanties en tentamenperioden - loop je stage. In deze periode bedraagt de stageduur 800 uur Daarnaast is er 40 uur gereserveerd voor terugkomactiviteiten en andere contacten met de opleiding . De opleiding stelt jaarlijks de precieze start- en einddatum van de stages vast (zie jaarplanning van de opleiding). Voorafgaand aan elke stage begin je met de voorbereiding ervan in de zogenoemde
In de voorbereidingsfase zoek je een stagebedrijf en een stageopdracht. Je stelt een stageplan op, waarin je beschrijft welke stageopdrachten je gaat uitvoeren en welke competenties zijn gekoppeld aan deze stageopdrachten. De volgende tabel bevat een overzicht van de voorbereidingsfase met het product dat je na afloop ervan moet inleveren. Voorbereidingsfase
Op te leveren product In de voorbereidingsfase zoek je een stagebedrijf en verwerf je een stageopdracht. Je legt vast welke beroepscompetenties je gaat verwerven. In de stagehandleiding staat uitgelegd aan welke eisen je stageplan moet voldoen. De stagehandleiding kun je vinden op VLD, als lesmateriaal bij de stagecursus. Daarna moeten de stagecoördinator zijn of haar goedkeuring nog geven voordat je echt mag beginnen. Product: stageplan met daarin een beschrijving van de activiteiten en de competenties waaraan je, gekoppeld aan deze activiteiten, gaat werken tijdens je stage.
De stages zijn belangrijke perioden in je opleiding. De toelating tot de stages verloopt in twee stappen: Stap 1: Studievoortgang Je hebt het vereiste aantal vastgestelde EC behaald. Stap 2: Goedkeuring stageopdrachten en organisatie De stageorganisatie en de bedrijfsbegeleider voldoen aan de eisen. De stageopdracht(en) heeft/hebben hbo-niveau en zijn gekoppeld aan de (voorgeschreven) competenties (zie stagehandleiding).
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
25
Bedrijfskunde MER deeltijd
De stagecoördinator is akkoord met stap 2 en wijst een stagedocent toe. Je kunt formeel starten met de stage. Het beschikken over voldoende vastgestelde studiepunten en goedkeuring voor de opdracht en gekoppelde competenties zijn voorwaardelijk om te mogen starten met de stage. In de volgende tabel vind je een overzicht van de verdere toetsonderdelen.
Toetsbare eenheid 1. Plan van aanpak 2. Startdocument onderzoeksdeel 3. Beoordeling onderzoeksverslag en presentatie 4. Portfolio (inclusief bewijslast en beoordeling functioneren)
Weging Oordeel 2% cijfer 3% cijfer 35% cijfer 60% cijfer
De detaillering van de verschillende toetsonderdelen tref je aan in de stagehandleiding. Deze handleiding vind je als lesmateriaal op VLD bij de stage.
2.2.9
Minor (art 3.8 OER HZ) Studenten kunnen een voltijdminor volgen in Vlissingen. In de morengids zijn de minoren opgenomen die worden aangeboden in 2015-2016. In Terneuzen wordt een brede Bedrijfskunde minor aangeboden.
2.2.10
Deelname internationaal uitwisselingsprogramma (art 4.5 OER HZ) De student die wil deelnemen aan een internationaal uitwisselingsprogramma heeft minimaal de propedeutische fase behaald. Indien de student het uitwisselingsprogramma uitvoert in een land met als voertaal Engels dient deze student zijn programma Engels binnen het BE curriculum met een voldoende te hebben afgesloten.
2.2.11
Afstuderen (art. 3.9. OER) De student kan afstuderen in het tweede semester als op 1 december van dat hogeschooljaar: • de propedeuse behaald is; • de stage met succes is afgerond; • 112,5 vastgestelde studiepunten van het tweede en derde jaar van de hoofdfase behaald zijn; • cursussen inclusief toetsing van het zevende semester zijn gevolgd; • tot 1 januari kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 105 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede en derde jaar heeft behaald. De student die later met afstuderen begint, kan starten op 1 september of 1 februari als op 1 april van het hogeschooljaar daarvoor, respectievelijk 1 december van dat hogeschooljaar: • de propedeuse behaald is; • de stage met succes is afgerond; • 142,5 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase behaald zijn; • tot 1 januari, respectievelijk 1 mei kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
26
Bedrijfskunde MER deeltijd
de deelexamencommissie AvEM, indien de student in totaal 135 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase, waarvan 112,5 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede en derde jaar van de opleiding heeft behaald. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de student om alleen dan met afstuderen aan te vangen, als aan de hierboven gestelde voorwaarden is voldaan. Indien geconstateerd wordt dat een student begonnen is zonder aan deze voorwaarden te voldoen, zal het afstuderen afgebroken moeten worden, zonder dat de student aanspraak kan maken op studiepunten. Ook is de student in dat geval zelf verantwoordelijk voor de communicatie naar de organisatie waar deze activiteiten hebben plaatsgevonden. De laatste fase in je opleiding is de zogenoemde afstudeerfase of kortweg: het afstuderen. De opleiding stelt jaarlijks de precieze start- en einddatum ervan vast [zie jaarplanning van de opleiding]. In het semester voorafgaand aan het afstuderen begin je met de voorbereiding op het afstuderen in de zogenoemde voorbereidingsfase. In de voorbereidingsfase zoek je een onderzoeksonderwerp, je schrijft een voorlopige probleemstelling, je behaalt de voor de start van het afstuderen benodigde studiepunten en je beschrijft op welke manier je in het afstudeersemester de nog openstaande beroepscompetenties gaat verwerven. Deze gegevens leg je vast in een document, dat het startdocument genoemd wordt. Als het startdocument is goedgekeurd, kun je beginnen met de laatste fase van je opleiding: het feitelijke afstuderen. Dit traject omvat nominaal 840 uur (30 EC). Onderstaande tabel bevat een overzicht van de voorbereidingsfase met het product dat je na afloop ervan moet inleveren. Voorbereidingsfase
Op te leveren product In de voorbereidingsfase zoek je een stagebedrijf en verwerf je een afstudeeropdracht. Je legt vast welke beroepscompetenties je gaat verwerven. In de stagehandleiding staat uitgelegd aan welke eisen je startdocument moet voldoen. De stagehandleiding kun je vinden op VLD, als lesmateriaal bij de stagecursus. Daarna moeten de stagecoördinator zijn of haar goedkeuring nog geven voordat je echt mag beginnen. Product: startdocument met daarin de aanleiding voor het onderzoek, de hoofdvraag met deelvragen, voorlopige literatuurlijst, de gekoppelde competenties
De toelating tot de afstudeerstage verloopt in twee stappen: Stap 1: Studievoortgang Je hebt het vereiste aantal vastgestelde EC behaald. Stap 2: Goedkeuring afstudeeropdracht en organisatie De stageorganisatie en de bedrijfsbegeleider voldoen aan de eisen. De afstudeerstageopdracht heeft hbo-niveau en is gekoppeld aan de (voorgeschreven) competenties (zie stagehandleiding). Het startdocument moet zijn goedgekeurd: de hoofdvraag en deelvragen afgeleid van de aanleiding tot het onderzoek, de koppeling met de competenties moet duidelijk zijn, er moet een planning zijn toegevoegd en een voorlopige literatuurlijst. De stagecoördinator is akkoord met stap 2 en wijst een stagedocent toe. Je kunt formeel starten met de stage. Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
27
Bedrijfskunde MER deeltijd
Het beschikken over voldoende vastgestelde studiepunten en goedkeuring voor de opdracht en gekoppelde competenties zijn voorwaardelijk om te mogen starten met de stage, dit is het eerste toetsonderdeel.
Toetsbare eenheid 1.
3. 4.
Startdocument wat betreft onderdeel onderzoeksvoorstel Startdocument wat betreft onderdeel portfolioopdrachten Onderzoeksvoorstel Onderzoeksverslag en presentatie
5.
Portfolio (inclusief bewijslast)
2.
Weging 5%
Deadlines 8 januari 2016
2%
19 februari 2016
15% 60%
24 maart 2016 Onderzoeksverslag: 1 juni 2016 Presentatie: uiterlijk 21 juni 2016 8 juni 2016
18%
De detaillering van de verschillende toetsonderdelen tref je aan in de stagehandleiding. Deze handleiding vind je als lesmateriaal bij de cursus op VLD.
2.2.12
Supplement bij getuigschrift (art. 6.11 OER HZ) Vervallen
2.3.
Studieadvies
2.3.1
Uitwerking voorwaarden inschrijving opleiding na nbsa (art. 8.1 lid 9 OER HZ) ) De student van de opleiding Bedrijfskunde MER die een negatief studieadvies krijgt wordt uitgeschreven voor deze opleiding.
3.1
Vaststelling
3.1.1
De looptijd van de uitvoeringsregeling is gelijk aan de looptijd van de Onderwijs- en Examenregeling HZ 2015/2016.
3.1.2
Deze uitvoeringsregeling is vastgesteld door het college van bestuur op 09/06/2015.
Vastgesteld College van Bestuur: 09/06/2015 Advies opleidingscommissie: 26/05/2015
28