Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Commerciële Economie voltijd oud curriculum

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Commerciële Economie – voltijd – oud curriculum Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Uitvoeringsregeling OER HZ 1.1 algemeen 1.1.1 De onderwijs- en examenregeling (OER HZ) omvat de kern van de onderwijs binnen de HZ. Dat document geeft een algemeen beeld van alle opleidingen die door de HZ worden verzorgd. De OER HZ bevat instelling specifieke bepalingen, die dus voor de gehele HZ gelden. Voor elke opleiding wordt jaarlijks door het college van bestuur een opleiding specifieke Uitvoeringsregeling OER HZ (hierna: Uitvoeringsregeling) vastgesteld. 1.2 opleidingscommissie 1.2.1 De opleidingscommissie wordt in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de vaststelling van de betreffende Uitvoeringsregeling advies uit te brengen aan het college van bestuur. 1.2.2 De opleidingscommissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de onderwijs- en examenregeling en de betreffende Uitvoeringsregeling. 1.3 academiedirecteur 1.3.1 De betrokken academiedirecteur is verantwoordelijk voor: a. de uitvoering van de OER HZ; b. invulling en uitvoering van de Uitvoeringsregeling; c. jaarlijkse evaluatie ten behoeve van het college van bestuur van de OER HZ en de Uitvoeringsregeling, waarbij hij het tijdsbeslag weegt voor de studenten, dat daaruit voortvloeit ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast (art. 7.14 WHW); d. voorbereiding van aanpassingen van de Uitvoeringsregeling. Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling OER HZ Commerciële Economie, voltijd 2.1 Inschrijving, vooropleidingseisen en toelatingsbeleid 2.1.1

Overzicht nadere vooropleidingseisen (art. 2.3 OER HZ in aanvulling op de eisen zoals verwoord in artikel 2.2 OER HZ) Instroom met Havodiploma Opleidingen Commerciële economie

N+T

N+G

E+M

C+M

ec

ec



(ec of m&o) + (wiA of wiB)

of m&o

of m&o

Instroom met Vwo-diploma Opleidingen Commerciële economie

N+T

N+G

E+M

ec

ec



of m&o

of m&o

C+M ec of m&o

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

1

2.1.2

Deficiëntie-onderzoek (art. 2.4 OER HZ) HZ Schakelcursus economie De Schakelcursus economie is bedoeld voor leerlingen met een havo- of vwo-diploma van wie het profiel niet overeenkomt met de wettelijk gestelde eisen voor hun studierichting. Deze categorie studenten moet de afsluitende toets die behoort bij de schakelcursus (met een voldoende) halen. Dat is een voorwaarde om te worden toegelaten tot de opleiding. Ook is deze schakelcursus geschikt voor aankomende studenten die vinden dat ze extra lessen kunnen gebruiken of voor studenten voor wie een Schakelcursus economie (met voldoende toetsresultaat) door de HZ wordt geadviseerd of als voorwaarde wordt gesteld om te worden toegelaten tot een studie. Studiebelasting De studiebelasting van de cursus is 40 uur, inclusief de lessen. Data De HZ zomercursus start in augustus (week 34). De lesdagen van de cursus die gegeven wordt op de hoofdlocatie van de HZ University of Applied Sciences zijn op maandag 18 augustus, dinsdag 19 augustus, woensdag 20 augustus, donderdag 21 augustus en vrijdag 22 augustus. Op maandag 25 augustus vindt de toets plaats. Kosten De kosten voor deelname bedragen € 150,- . Lesmateriaal wordt, tegen contante betaling van een borgsom van € 50,- beschikbaar gesteld door HZ. Reiskosten e.d. zijn voor eigen rekening. Aanmelden Inschrijven voor de Schakelcursus economie gaat via het online inschrijfformulier. In verband met de zomervakantie en de organisatie van de schakelcursus, ontvangen wij aanmeldingen graag vóór vrijdag 11 juli 2014. Vragen Voor vragen over de Schakelcursus economie kun je contact opnemen met het Academiebureau van de Academie voor Economie en Management via: [email protected]

2.1.3

Aanvullende eisen (art. 2.5 OER HZ) n.v.t

2.1.4

Toelatingseisen werkkring bij deeltijdopleiding (art. 2.6. OER HZ) n.v.t op deze Uitvoeringsregeling omdat het hier gaat om de VOLTIJD variant van de betrokken opleiding.

2.1.5

Toelatingseisen werkkring bij duale opleidingsvariant (art. 2.7. OER HZ) n.v.t.

2.2

Inrichting opleiding en onderwijs, supplement bij getuigschrift


2

2.2.1

Opleidingsprofiel (art 3.2 OER HZ) “De opleiding Commerciële Economie (CE) is een brede opleiding. Na de studie zijn CE’ers in diverse vakgebieden werkzaam zoals Marketing, Verkoop, Marketingcommunicatie, Ondernemerschap, Inkoop of Marktonderzoek. De CE’er is in staat in een dynamische en complexe omgeving zowel strategische, tactische als operationele keuzes te maken die zorgen voor klantwaarde, de basis voor duurzaam concurrentievoordeel.” (bron: H. Donker, oktober 2012, Commerciële Economie: de blik naar buiten, Landelijk Beroeps en Competentieprofiel 2013-2016, Landelijk Overleg Commerciële Economie) Voor meer informatie verwijzen we je naar het brondocument: Commerciële Economie: de blik naar buiten versie 5, 30 december 2012. Dit document is beschikbaar via de website van de HZ www.hz.nl onder studiekeuze opleiding Commerciële Economie bij de Academie voor Economie en Management (directe link: http://domeincommerce.nl/wordpress/wp-content/uploads/2013/01/definitiefLandelijk-beroeps-en-competentieprofiel-CE-versie-5-0-30-december-2012-incl-brief-hbo-raad.doc.)

2.2.2

Competenties (art 3.2 OER HZ) Beschrijving van de competentie van de opleiding: BBA De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf 1 te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. 1.0 verzamelt en interpreteert secundaire informatie op macro- en mesoniveau. 1.1 stelt een ondernemingsplan voor een startende onderneming op waarbij marketing en organisatorische, financiële en juridische aspecten overzichtelijk en in samenhang worden gepresenteerd. 1.2 voert, in samenwerking met anderen, binnen een eenvoudige organisatie de verschillende bedrijfskundige processen uit. 1.3 beoordeelt het functioneren van een bestaande organisatie en formuleert voorstellen ter verbetering. 1.4 beoordeelt het functioneren van zichzelf en past gedrag aan. BBA De bba formuleert op tactisch niveau overtuigend implementeerbare oplossingen voor een 2 organisatieprobleem, die passen binnen het kwaliteitszorgsysteem van de organisatie. 2.1 identificeert en organisatieprobleem binnen een bedrijfsproces. 2.2 analyseert de oorzaken en effecten van het vastgestelde probleem voor een proces en voor de organisatie. 2.3 lost het probleem op door het proces te herstellen de de bedrijfsvoering te verbeteren. BBA De bba levert op strategisch niveau een bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid van een 3 internationaal opererende onderneming in samenwerking met anderen van verschillende culturen. 3.1 communiceert in het Engels over het eigen vakgebied (major). 3.2 omgaan met cultuurverschillen. 3.3 beoordeelt internationale aspecten van een organisatie vanuit zijn eigen expertise en formuleert voorstellen ter verbetering CE 1 De commercieel econoom maakt omgevingsveranderingen inzichtelijk en vertaalt deze naar kansen en bedreidingen voor de onderneming zodat de onderneming hier haar beleid op af kan stemmen. 1.1 verzamelt en interpreteert secundaire informatie op macro en meso niveau. 1.2 stelt de (primaire) informatiebehoefte vast. 1.3 stelt een onderzoeksbriefing op en overlegt dit met een marktonderzoeksbureau. 1.4 interpreteert trends en ontwikkelingen uit de markt en uit onderzoek verkregen informatie en vertaalt dit in Kansen en Bedreigingen.


3

CE 2

CE 3

CE 4

CE 5

De commercieel econoom ontwikkelt het marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming, hij voert dit beleid uit en stelt het bij op basis van ervaringen en nieuwe interne en externe ontwikkelingen. 2.1 maakt m.b.v. een SWOT analyse een analyse van (interne) Sterktes en Zwaktes in combinatie met (externe) Kansen en Bedreigingen en trekt conclusies. 2.2 stelt marketingdoelstellingen en strategische opties vast en maakt een keuze uit de strategische opties. 2.3 maakt een segmentering van de markt, kiest segment(en) en bepaalt de gewenste positionering van een product / dienst. 2.4 vult de marketing mix instrumenten in. 2.5 stelt de budgettering en verkoopprognose op en maakt een plan voor de feedback. 2.6 geeft de goedkeuring aan het marketingplan en voert het plan uit. De commercieel econoom ontwikkelt het verkoopbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming, hij voert dit beleid uit en stelt het bij op basis van interne en externe ontwikkelingen. 3.1 stelt targets vast. 3.2 analyseert huidige klanten met behulp van CRM technieken. Analyseert prospects en suspects. 3.3 stelt verkoopplan op. 3.4 maakt en draagt zorg voor de uitvoering van een verkoopplan per klant. 3.5 controleert en vergelijkt resultaten met targets. De commercieel econoom overziet de consequenties van het marketing beleid en het salesbeleid voor de organisatiestructuur, de organisatiecultuur en het management van de eigen organisatie. 4.1 analyseert de knelpunten in de organisatiestructuur, de organisatiecultuur en het management als gevolg van voorgestelde veranderingen in het marketing- en salesbeleid. 4.2 formuleert de gewenste veranderingen in de organisatiestructuur, de organisatiecultuur en het management. De commercieel econoom bevordert relaties met internen en externen zowel in de eigen taal en cultuur als in een vreemde taal en cultuur. 5.1 informeert en enthousiasmeert verschillende afdelingen. 5.2 legt verantwoording af aan zijn leidinggevende over het realiseren van doelstellingen. 5.3 stelt een briefing op voor een communicatiebureau voor externe communicatie met eindafnemers en bespreekt dit met het bureau. 5.4 communiceert met eindafnemers. 5.5 communiceert met directe klanten (Accountmanagement, personal selling).


4

2.2.3

Inrichting opleiding (art 3.3, 3.13, OER HZ) Inrichting van de opleiding: Nationale naam: International naam: Verleende graad: Studieduur: Studielast propedeutische fase: Studielast hoofdfase: Variant: Croho-code: Locatie: Voertaal: Datum begin accreditatie: Vervaldatum accreditatie: Associate degree: Gezamenlijke opleiding: Versneld HBO (VWO) traject

B Commerciële Economie B Marketing Bachelor of Business Administration 4 jaar 60 EC 180 EC Voltijd, deeltijd 34402 Vlissingen / Terneuzen Nederlands / Engels 01-01-2009 31-12-2014 n.v.t n.v.t. nee


5

Blokkenschema Cohort 2012 – 2016 en ouder: Afronding bachelor in hoofdfase

AvEM 7,5 EC International Business & Trade CU05313 Minor cursus 7,5 EC

7,5 EC CE Business plan CU04792 Minor cursus 7,5 EC

7,5 EC Purchasing & Supply Chain Logistics CU04797

Keuze cursus binnen HZ aanbod 7,5 EC

Minor cursus 7,5 EC

Minor cursus 7,5 EC

e

6 semester

e

7 semester

8e semester

Afstudeeronderzoek 30 EC CU013172

Student Company II CU03982 Promotieplan CU04025 Praktische HRM technieken CU04002

7,5 EC Marketing advanced CU03846

7,5 EC Exportmanagement CU04849

PC 3 x 2,5 EC Engels ESP 4 CU07350 MVO verdieping CU07510 Data analyse m.b.v. SPSS CU0775

Student Company I CU03981 Product ontwikkeling & Marketing CU05153 MVO Basis CU07501

7,5 EC Marketing Research CU03851

Keuze cursus binnen HZ aanbod 7,5 EC

PC 3 x 2,5 EC Engels ESP 3 CU07348 Basis statistiek CU03078 Onderzoek / Methodologie CU03081

MVT 2

MVT 3

MVT 4

e

3 semester

e

4 semester

e

5 semester

Meewerkstage CE 30 EC CU14120

AvEM 7,5 EC De groeiende en innoverende org. CU03218

7,5 EC Account-management CU03221

7,5 EC Marketing van Producten CU03222

PC 3 x 2,5 EC Engels ESP 2 CU04099 SPA CU03133 Duits A2 CU08758 Francais de Base 2 CU03310 Spaans Inicial CU07514

AvEM 7,5 EC Opstap naar je eigen onderneming CU03077

AvEM 7,5 EC Algemene Economische oriëntatie CU03076

AvEM 3 x 2,5 EC Professionele Oriëntatie Hoofdfase CE CU10410 Professionele Oriëntatie Man Game CU10408 Professionele Oriëntatie SLC CU10407

PC 3 x 2,5 EC Engels ESP 1 CU04090 IPR CU03132 Excel CU5319

e

1 semester

e

2 semester

Afronding Propedeuse


6

2.2.4

Cursussen propedeutische fase (art 3.5, 3.11 OER HZ)

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster 2 Inhoud van de cursus

7,5 CU03077 Opstap naar je eigen bedrijf P 2010-2012 werkenden / havo-mbo-vwo Jaar 1, semester 1 Opstap De keuze om al of niet zelf een onderneming op te starten kan je beter maken wanneer je diverse verkennende marktonderzoeken hebt uitgevoerd en een inschatting hebt gemaakt van haalbare de omzet. Daarnaast zal je op diverse terreinen financiële en andere keuzes moeten maken die zijn omgeven van onzekerheid. Deze onzekerheid vereist een bepaalde houding en inzet om van de onderneming een succes te maken. Verder zal de ondernemer cijfers (balans, resultatenrekening, branchecijfers en cijfers van de concurrentie) moeten kunnen interpreteren. Op basis van deze cijfers kan de onderneming worden bijgestuurd. Ook als je niet van plan bent een onderneming te starten heb je veel baat bij de kennis, vaardigheden en persoonskenmerken die je bij deze cursus opdoet. Het is namelijk erg goed om je te oriënteren op vervolgstappen op basis van ondernemersvaardigheden. Wat zijn je mogelijkheden. Waar kijk je naar? Twee vakgebieden staan in deze cursus centraal, namelijk marketing en finance. Marketing is belangrijk omdat het contact wordt onderhouden met de doelgroep en de klanten. Finance is belangrijk, omdat het inzicht geeft in de financieel economische omstandigheden van een organisatie Inhoudelijke inleiding van marketing en finance. Wat leer je dan precies? Marketing Onderhouden van contacten met de doelgroep gebeurd oa met het goed in kaart brengen van de vier P’s. Aan het einde van deze cursus ken je de grondbeginselen van de vier marketing p’s (prijs, product, promotie en plaats) en kan je deze uitwerken in een ondernemingsplan. Finance De financiële omstandigheden goed in kaart brengen gebeurd onder andere door een goede vaststelling van de kostprijs. In deze cursus worden met behulp van een aantal gegevens via verschillende technieken een kostprijs opbouwen. Dit gebeurd om: 1. Vast te stellen wat de kostprijs van een product(groep) zal zijn om daaruit de verkoopprijs af te kunnen leiden of; 2. Vast te stellen of productie en verkoop winstgevend kunnen zijn. De berekende kostprijs wordt dan vergeleken met de marktprijs waar de individuele ondernemer geen invloed op heeft. 3. Non-profitorganisaties bedrijfsmatig op soortgelijke wijze worden aangestuurd, alleen zonder winst streven.

3 Competenties (C ) en deeltaken (Dt) Leerdoelen (Ld) in

C1

1. De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief.


7

termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P)

Dt1.1

1.1

… stelt een ondernemingsplan voor een startende onderneming op waarbij marketing en organisatorische, financiële en juridische aspecten overzichtelijk en in samenhang worden gepresenteerd.

1

K

‘je weet de grondbeginselen van de vier marketing p’s te weten prijs, product, promotie en plaats.

2

K

Je kunt een definitie geven van het begrip marketing

3

K

je weet hoe het marketingproces verloopt

4

K

je weet welke marketingmanagementconcepten er zijn en je weet hoe je winstgevende klantrelaties op kunt bouwen.

5

K

Je bent op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen in het marketinglandschap.

6

K

Je weet hoe een strategisch marketingplan eruit ziet.

7

K

je weet welke productgroep beslissingen en beslissingen ten aanzien van producten en het assortiment belangrijk zijn, hoe je merkwaarde kunt opbouwen en merken kunt beheren.

8

K

Je weet wat de noodzaak is van geïntegreerde marketingcommunicatie,

9

K

je weet hoe de promotiemix eruit ziet,

10

K

Je weet hoe je het totale promotiebudget kunt opstellen en de totale promotiemix kunt samenstellen

11

K

Je weet wat wordt verstaan onder maatschappelijk verantwoordelijke marketingcommunicatie.

12

K

Je weet wat wordt verstaan onder de bedrijfskolom en het value delivery network.

13

K

Je weet wat er wordt verstaand onder gedrag en organisatie van distributiekanalen, kanaalmanagementbeslissingen, het opzetten van internationale distributiekanalen, marketinglogistiek en ketenmanagement en kanaaltrends’.

14

K

Je kent de onderdelen van een ondernemingsplan

15

K

Je kent de verschillende onderdelen van een kostprijsberekening


8

16

K

Je kent het verschil tussen ontvangen, opbrengsten, kosten en uitgaven

17

K

Je kent de verschillend begrippen die worden gebruikt bij ratioberekeningen

18

K

Je kent verschillende kostensoorten

19

V

je kunt een klantgerichte marketingstrategie formuleren,

20

V

Je kunt in een eenvoudige marketingsituatie de marketingomgeving beschrijven aan de hand van het DESTEPmodel.

21

V

Je kunt een product beschrijven op de drie productniveaus,

22

V

Je kunt het proces voor de ontwikkeling van nieuwe producten beschrijven en je weet welke productlevenscyclusstrategieën er zijn en je kunt die toepassen.

23

V

je kunt een overzicht geven van het communicatieproces en de stappen bij het ontwikkelen van effectieve communicatie.

24

V

Je kunt de aard en het belang aangeven van distributiekanalen.

25

V

Je kunt een ondernemingsplan opstellen van een eenvoudige organisatie

26

V

Je kunt kostprijzen berekenen

27

V

Je kunt een investeringsbegroting, financieringsplan, resultatenbegroting, liquiditeitsbegroting van een eenvoudige onderneming opstellen

28

V

Je kunt de financiële situatie beoordelen op basis van kengetallen

29

V

Je kunt de kostensoorten benoemen

30

V

Je kan samen met anderen een bedrijfsidee formuleren.

31

V

Je kan het geformuleerde bedrijfsidee individueel verdedigen tegenover deskundigen.

32

V

Je kan samen met anderen een bedrijfsidee consistent en in de voorgeschreven stappen, zie het beoordelingsformulier,


9

uitwerken in een ondernemingsplan. 32

V

Je kan samen met anderen het marketinggedeelte onderbouwen met externe secondaire informatie.

33

V

Je kan samen met anderen bedrijfseconomische en commercieel economische kennis verwerken in het ondernemingsplan.

34

V

Je hebt individueel inzicht in de samenstelling van de diverse onderdelen van het ondernemingsplan. Daarbij specifieke aandacht voor het marketinggedeelte en het financieel gedeelte.

35

V

Je kan individueel de inhoud van het opgestelde ondernemingsplan verdedigen tegenover deskundigen.

C1

1.De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. Dt1.1

36 37 38

6 Planning van de toetsen

1.4 … beoordeelt het functioneren van zichzelf en past gedrag aan. P Je toont een professionele houding tijdens de colleges P Je bereidt je voor op de hoor- en werkcolleges P Je kunt met anderen samenwerken op een professionele wijze. Samenwerken om tot een product 2009 ondernemingsplan te komen.

leswek 0 1 2 3 4 5 6 7 T H 8 en 1 Market ing 2 Financ e 3 Market ing 4 Financ e 5 Onder nemin gsplan* toets contactactiviteiten

9

10

11

12

13

14

E


H

10

Artikel 6.2 Aantal toetsen 1. 2.

De HZ biedt de student per cursus per studiejaar tweemaal de gelegenheid een toets af te leggen, tenzij de examencommissie bij uitzondering besluit dat de structuur van de opleiding anders vereist. Indien een student er voor kiest een met een voldoende afgesloten toets over te doen, dan geldt het laatst behaalde cijfer.

Voor herkansing zie tevens 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 7 Vorm van de toetsen

Binnen de cursus Opstap naar je eigen bedrijf bestaan de summatieve toetsen uit de review die tussentijds wordt gegeven door docenten op het ondernemingsplan. Er wordt uitgegaan van de route ‘van opdracht tot product’ In de toetsweken worden formatieve toetsen afgenomen (zie ook onderdeel 8, inhoud van de toetsen). De reden dat voor deze toetsen wordt gekozen, ziet op de basiskennis die vereist wordt verondersteld voor parallel en vervolg cursussen (zie ook onderdeel 14).

8 Inhoud van de toetsen

Tussentoets Marketing MC vragen (kennis) en openvragen (vaardigheden) Resultaattype: Numeriek. Leerdoelen: - K 1 t/m 6 - P 37 Tussentoets Finance MC vragen (kennis) en openvragen (vaardigheden) Resultaattype: Numeriek. Leerdoelen - K 15 t/m 18 - P 37 Tussentoets Finance  weging: 20 %, bodemcijfer: 4.0 Tussentoets Marketing  weging: 20 %, bodemcijfer: 4.0 Eindtoets Finance: MC vragen (kennis) en openvragen (vaardigheden) Leerdoelen - K 15 t/m 18 - P 37 Eindtoets Marketing: MC vragen (kennis) en openvragen (vaardigheden) Resultaattype: Numeriek. Leerdoelen: - K 7 t/m 13 - V 21 t/m 24 - P 37


11

Eindtoets Finance  weging: 20 %, bodemcijfer: 4.0 Eindtoets Marketing  weging: 20 %, bodemcijfer: 4.0 Ondernemingsplan weging: 20%, bodemcijfer: 5,5 Leerdoelen: - K 14 en V19 t/m 22 - V 25 - P 36 en P38 9 Beoordelingseisen per toets

Aanwezigheid is een voorwaade voor het toekennen van studiepunten 1. De tussentoets van finance - karakteristieken en ondernemingsvormen van verschillende organisaties - verschillen tussen profit en non-profit organisaties - activiteiten die als doel hebben maximale winst te realiseren - Opzet en werking van de balans en winst en verliesrekening - Ratioanalyses - Gemotiveerde keuze voor een ondernemingsvorm van een potentiele ondernemer - Accurate berekeningen, opdat gedegen (financiële) beslissingen gemaakt kunnen worden voor de organisatie - Juiste antwoorden op vragen over het ondernemingsplan 2. 3. 4. 5. -

De tussentoets van marketing Juiste antwoorden op vragen over marketingdefinities en marketingtechnieken binnen de organisatiecontext. Juist toegepaste marketingtechnieken op korte casusposities Correct geformuleerde verbeteringen ten aanzien van producten en diensten op basis van trends en ontwikkelingen Juiste antwoorden op vragen over het ondernemingsplan De eindtoets van finance Juiste antwoorden op vragen over bedrijfseconomie, kostensoorten, kosten per eenheid, kostenallocatie en budgetten. Een goed onderbouwde keuze voor een allocatiemethode dat het meest geschikt is om de kosten per eenheid te bepalen Betrouwbare kosten en opbrengsten calculaties Juiste antwoorden op vragen over het ondernemingsplan De eindtoets van marketing. Juiste antwoorden op vragen over marketingdefinities en marketingtechnieken binnen de organisatiecontext. Juist toegepaste marketingtechnieken op korte casusposities Correct geformuleerde verbeteringen ten aanzien van producten en diensten op basis van trends en ontwikkelingen Juiste antwoorden op vragen over het ondernemingsplan Ondernemingsplan Goed leesbaar voor potentiele investeerders Betrouwbaar en goed onderbouwd Inclusief een investeringsbegroting, financieringsbegroting, openingsbalans, resultatenbegroting, liquiditeitsbegroting en eindbalans Een persoonlijke reflectie op de samenwerking met de groepsleden


12


13

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar – semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving 2 Inhoud van de cursus

3 Competenties (C ) en deeltaken (Dt) Leerdoelen (Ld) in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P) •

5 Inhoud en vorm van de toetsen

7,5 CU03076 Algemeen-economische oriëntatie P 2010-2011 havo-mbo-vwo (voltijd en deeltijd) Studiejaar 1, semester 1 Alg Ec Or

De economische omgeving heeft grote invloed op de omzet en winst van ondernemingen. Een toename van de intensiteit van de concurrentie, een periode van laagconjunctuur, rentestijgingen en veranderingen van de koers van de euro brengen risico's voor bedrijven (en overheid) met zich mee. Afgestudeerden BBA moeten economische ontwikkelingen zelfstandig kunnen volgen en analyseren. In deze cursus komen de analyse van bedrijfstakken en macroeconomische, monetaire en internationale economische ontwikkelingen aan de orde. De actualiteit speelt een grote rol. Je leert het economische en financiële nieuws te analyseren en interpreteren.

C1

BBA 1 De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. Dt1.1 Je verzamelt en interpreteert secundaire informatie op meso- en macroeconomisch niveau. Ld1.1.1 Je kunt relevante informatie verzamelen uit betrouwbare bronnen Ld1.1.2 Je kunt hoofd- en bijzaken onderscheiden Ld1.1.3 Je ziet samenhangen en kunt deze verklaren Ld1.1.4 Je kunt beschrijven hoe het functioneren van een organisatie wordt beïnvloed door economische veranderingen op meso- en macroeconomisch gebied. Dt1.2 Je voert in samenwerking met anderen binnen een eenvoudige organisatie de verschillende bedrijfskundige processen uit. Ld1.2.1 Je kunt met binnen jouw groep een taakverdeling en planning opstellen. Ld1.2.2 Je kunt op tijd deelopdrachten aanleveren die voldoen aan de eisen die binnen jouw groep gesteld worden. Ld1.2.3 Je kunt open en punctueel communiceren met de andere groepsleden.

1.

Tussentoets: kennis van de essentiële begrippen van meso- en macro-economie, inzicht in de samenhang tussen deze begrippen, de essentiële stof toepassen op actuele ontwikkelingen. Leerdoelen: 1.1.2 en 1.1.3 Meerkeuzevragen (kennis) en actuele artikelen met open vragen (vaardigheden) Gewicht 35% Bodemcijfer 4,0

2.

Eindtoets: kennis van de essentiële begrippen van monetaire en internationale economie, inzicht in de samenhang tussen deze begrippen, de essentiële stof toepassen op actuele


14

ontwikkelingen. Leerdoelen: 1.1.2 en 1.1.3 Meerkeuzevragen (kennis) en actuele artikelen met open vragen (vaardigheden) Gewicht 35% Bodemcijfer 4,0 3.

Rapport waarin de omgevingsanalyse voor een startende onderneming is beschreven. Voor de beoordeling is een checklist opgesteld die beschikbaar is voor de docent en student. In dit onderdeel zijn ook 3 peer assessments opgenomen. Studenten geven en ontvangen hierbij feedback over tussenrapportages (meso-economische resp. macro-economische omgeving) en het eindrapport. Leerdoelen: 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3 en 1.1.4 Gewicht (incl. peer assessments) 20% Bodemcijfer 5,5

4.

Logboek (individueel) waarin is opgenomen: - taakverdeling in de groep - planning van het onderzoek en rapportage - voortgangsregistratie - ontvangen en gegeven feedback (binnen de groep) - ontvangen en gegeven feedback tijdens de peer assessments Leerdoelen: 1.2.1, 1.2.2 en 1.2.3 Het logboek is een voorwaade voorr het vaststellen van de studiepunten

6 Beoordelingseisen per toets

1. 2. 3.

4.

Tussentoets: je kunt correcte antwoorden geven op kennisvragen over de belangrijkste onderwerpen in de meso- en macro-economie en je kunt jouw kennis toepassen op actuele ontwikkelingen. Eindtoets: je kunt correcte antwoorden geven op kennisvragen over de belangrijkste onderwerpen in de monetaire en internationale economie en je kunt jouw kennis toepassen op actuele ontwikkelingen. Het rapport voldoet aan de volgende eisen: - volledigheid - gebaseerd op betrouwbare bronnen - laat samenhangen zien tussen de ontwikkelingen op meso-, macro- en monetair/internationaal gebied - laat de samenhang tussen theorie en praktijk zien. - voldoet aan de door de docent opgegeven structuur en de eisen die bij IPR worden gesteld. De beoordeling van de peer assessments wordt gebaseerd op de kwaliteit van de gestelde vragen en op de kwaliteit van de verdediging. Tussen groepsleden kan gedifferentieerd worden o.b.v. de vooraf geformuleerde vragen, een actieve houding tijdens de peer assessments en het niveau van discussiëren (kennis, inzicht). Het logboek - bevat (per groepslid) een beschrijving van het eigen functioneren en dat van de groep als geheel - bevat voor elk groepslid een feedback door de overige groepsleden - bevat de bij het maken van het rapport gehanteerde taakverdeling, planning en voortgangsregistratie - voldoet aan de door de docent aangereikte structuur.

8 Planning van de Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

15

toetsen

Lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 Tussentoets 2 Eindtoets

11

12

13

14

15

16

17

18

19

3 Opdracht Toets Contactactiviteiten

Herkansing: - Voor de tussentoets en eindtoets worden gelijkwaardige hertoetsen aangeboden in de op AvEM niveau vastgestelde tentamenweken. - Een onvoldoende opdracht kan in het tweede semester worden aangepast in overleg met de docent. Je levert zowel het “oude” verslag (incl. door de docent ingevulde checklist) als een “nieuw” verslag in. De peer assessments kunnen niet worden herkanst. Zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling


16

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster

2.5 CU10407 Professionele Oriëntatie, SLC-gedeelte P 2011-2012 havo-mbo-vwo Jaar 1, semester 1 ProfessOr

Cursusbeschrijving 2 Inhoud van de cursus

In de cursus Professionele Oriëntatie voer je opdrachten uit die je helpen een goed beeld te krijgen van het werkveld van het toekomstig beroepenveld. Zo organiseer je zelf een excursie naar bedrijven in jouw branche, je neemt deel aan een excursie, je woont een lezing bij waarbij mensen uit het bedrijfsleven vertellen wat ze als afgestudeerd BBA’er /professional doen en wat je ervoor moet weten en kunnen en welke persoonlijke eigenschappen belangrijk zijn voor het uitoefenen van de functie. Daarnaast oefen je enkele vaardigheden die je nodig hebt om producten van het vereiste niveau op te leveren. Je leert onder andere professioneel presenteren, brieven en verslagen schrijven, samenwerken, systematisch problemen aanpakken, informatie verzamelen en plannen. Deze vaardigheden heb je nodig om in de beroepspraktijk succesvol te kunnen zijn. Na afloop van de cursus Professionele Oriëntatie heb je een zodanig beeld van je opleiding en het toekomstige beroep gekregen dat je volmondig kunt beamen dat je de juiste opleiding gekozen hebt. Of niet natuurlijk. In het eerste geval kun je gericht aan de slag met je studie en je in vier jaar tijd ontwikkelen tot competent BBA’er. Mocht blijken dat je een verkeerde studie hebt gekozen, dan kun je in overleg met je slc’er overstappen naar een opleiding die beter bij je past.

3 Competenties (C ) en deeltaken (Dt) Leerdoelen (Ld) in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P) •

5 Inhoud en vorm van

C1

Je kunt reflecteren op je eigen ervaringen en ontwikkelingen en je kunt hierover communiceren met de bij de individuele loopbaan betrokken partijen. Dt1.1 Je maakt op verantwoorde wijze studie- en beroepskeuzes. Ld1.1.1 Je kunt beschrijven wie je bent, wat je kunt en wat je wilt. Ld1.1.2 Je kunt aangeven of de gekozen opleiding past bij je wensen en capaciteiten. Ld1.1.3 Je kunt daartoe gerichte informatie verzamelen en verwerken. DT1.3

Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen studievoortgang. LD1.3.1 Je kunt een studieplanning maken. LD1.3.2 Je kunt gerichte actie ondernemen om je planningsvaardigheden te verbeteren, doordat je hebt geoefend met het opzetten van bijvoorbeeld een mijlpalenplan dat toepasbaar is op je studie en andere (huiswerk)projecten. DT1.4 Je kunt een sociaal netwerk inzetten LD1.4.1 Je kunt aangeven wie je waarmee kan helpen. LD1.4.2 Je kunt hulp bijtijds inroepen. Portfolio met opdrachten. Het portfolio dient als middel om tijdens het slc-gesprek te bespreken wat je motivatie is voor de opleiding en wat je ervan verwacht. Uit een aantal opdrachten (zie


17

de toetsen

reader Professionele Oriëntatie blijkt waar je tegenaan zou kunnen lopen tijdens je verdere persoonlijke en/of professionele ontwikkeling tijdens en na je studie. Je studieloopbaancoach kan je helpen hieraan te werken.

6 Beoordelingseisen per toets 7 Planning van de toetsen

Portfolio; het portfolio is authentiek, volledig, relevant, begrijpelijk en toegankelijk. Toelichting: Om de week vinden er bijeekomsten plaats en dan dien je een opdracht af te ronden en dat in je portfolio op te slaan. Na elke toetsperiode vindt een slc-gesprek plaats, waarbij naast de studievoortgang het portfolio wordt besproken. Er bestaan geen piekbelastingen indien per week wordt gewerkt aan de opdrachten ten behoeve van het portfolio. Herkansing: - Herkansing is mogelijk in het daaropvolgende jaar de cursus te volgen, daar het deels gaat om een groepsproces en feedback van elkaar.


18


2,5 CU10408 PO Management Game 1 2012-2013 Voltijd 1-1 PO ManGame

Cursusbeschrijving 2

Inhoud van de cursus

3

Beroepstaak (Bt), deeltaken (Dt), Leerdoelen (Ld)

6

Vorm van de toetsen

7

Planning van de toetsen

Tijdens het tweede gedeelte van het semester vorm je samen met twee klasgenoten een onderneming. Als onderneming ga je de concurrentie aan met de andere ondernemingen. Elke speelronde neem je een aantal beslissingen (zoals de prijs van het product en welke marketinginstrumenten je toe wilt passen). Na elke ronde krijg je feedback over de door jullie genomen beslissingen. Deze informatie kun je dan weer gebruiken voor de nieuwe ronde. Bedrijfseconomie, marketing en strategie zijn belangrijke onderwerpen die aan bod komen bij het game. Aan het einde van het semester verwerken jullie de gegevens in een rapport. BBA BBA 1. De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines 1 een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. Dt1.2 De BBA voert, in samenwerking met anderen, binnen een eenvoudige organisatie de verschillende bedrijfskundige processen uit. Ld Je kunt op basis van de gekozen strategie doelstellingen formuleren. 1.2.1 I Je hebt doelstellingen geformuleerd en vertaald naar een tactisch niveau. E Je ziet de samenhang tussen doelstelling en concrete 1 acties die ondernomen moeten worden richting prijs- en productbeleid. E Je overlegt met groepsgenoten over het vormgeven van 1 het ondernemingsbeleid en geeft feedback op ieders inbreng.

naam 2 Simulatie

soort toets Management Game

bodemcijfer 5,0

gewicht 50%

3 Rapportage/ verslag,

Rapport Management Game, inclusief kritische reflectie op strategisch plan

5,0

50%

lesweken 2 simulatie

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

13

14

15

16

17

18

3 rapportage/ verslag, inclusief reflectie op strategisch Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

19

plan toets contactactiviteiten Herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Aanwezigheid is een voorwaarde voor het toekennen van de studiepunten. 8

9

Inhoud van de toetsen

Beoordelingseisen per toets

Simulatie: • De toets is in dit geval het spelen van het spel. De ondernemingen worden beoordeeld op twee aspecten: marktaandeel en cumulatieve nettowinst. De ranglijsten worden door de game gegenereerd. Deze scores worden vergeleken met de gestelde doelstelling Rapportage/verslag, inclusief reflectie op strategisch plan: • Individuele schriftelijke beantwoording van vragen gekoppeld aan eenvoudige juridische cases op het gebied van het ondernemingsrecht. Beoordelingseisen simulatie: • De onderneming moet met de genomen beslissingen laten zien dat ze hun ondernemingsdoelstellingen nastreven. Beoordelingseisen rapportage/verslag, inclusief reflectie op strategisch plan:


20

Algemene gegevens Cursuscode Titel van de cursus Cursusjaar Deelnemers Studiejaar en semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving Inhoud van de cursus

CU10410 Professionele oriëntatie, major specifiek Commerciële economie werkenden / havo-vwo-mbo 1 semester 1 PO Major C

De cursus is opgezet rondom 5 thema’s. Dit zijn: -

consumentengedrag (o.a. wat voor consument ben je zelf, hoe gaat een marketeer om met doelgroepen) trends (o.a. waar ben je zelf gevoelig voor en welke trends onderscheidt een marketeer) duurzaamheid( o.a. wat heb je met duurzaamheid en wat betekent duurzaamheid voor marketing) logistiek (o.a. wat houdt dit begrip voor jou in en hoe komt jouw product in de schappen van de supermarkt, welke beroepsgroepen zijn hierbij betrokken) verleiding (o.a. op welke wijze prijzen fabrikanten hun producten en diensten aan en wordt je als consument verleid om tot aankoop over te gaan)

Rondom het thema consumentengedrag wordt er een gastcollege georganiseerd van het onderzoeksbureau GfK. Hierin krijgen de studenten inzicht in actueel shopgedrag van de huidige consument in het landschap van supermarkten. Vanuit de film ‘’The Jonesses’’ krijgen de studenten een blik op materialisme, en een specifiek inzicht in de verkkoopstrategie van consumentisme en multi-level sales.

Competenties en deeltaken •

Na deze cursus heb je een goede startpositie voor de commercieel-economische cursussen die je de komende 4 jaar nog gaat volgen. Je hebt een basisbegrip van de belangrijkste thema’s en kunt antwoorden vinden en presenteren op actuele vraagstukken in het commercieel economische domein. C1 De commercieel econoom maakt omgevingsveranderingen inzichtelijk en vertaalt deze naar kansen en bedreigingen voor de onderneming zodat de onderneming hier haar beleid op af kan stemmen. Dt1 verzamelt en interpreteert secundaire informatie op macro- en meso niveau. Dt2 stelt de (primaire) informatiebehoefte vast. Dt3 interpreteert trends en ontwikkelingen uit de markt en uit onderzoek verkregen informatie en vertaalt dit in Kansen en Bedreigingen. C2 De commercieel econoom ontwikkelt het marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming, hij voert dit beleid uit en stelt het bij op basis van ervaringen en nieuwe interne en externe ontwikkelingen. Dt1 maakt een segmentering van de markt, kiest segment(en) en bepaalt de gewenste positionering van een product / dienst. Dt2 vult de marketing mix instrumenten in. C3

De commercieel econoom bevordert relaties met internen en externen zowel in de


21

Dt3

eigen taal en cultuur als in een vreemde taal en cultuur. Dt1 communiceert met eindafnemers. Niveau (P/AD/B) • Dublin Descriptoren

DD- I Kennis en inzicht 1) Heeft algemene kennis van en inzicht in relevante en actuele vakgebieden. a. Maakt effectief gebruik van te bestuderen en door de docent aangereikte relevante bronnen voor het verwerven van vakkennis en verwijst bij verwerking van de informatie op correcte wijze naar deze bronnen. b. Heeft een eerste indruk van relevante en niet-relevante gegevens over zijn vakgebied. c. Kent op hoofdlijnen aspecten die een rol kunnen spelen bij een technisch ¬proces. Heeft kennis van het verloop van technische bedrijfsprocessen en de factoren die hierop van invloed zijn. DD-II Toepassen van kennis en inzicht 1) Kan kennis en inzicht toepassen in werk- of leersituaties met enkelvoudige specifieke problemen. a. b. c.

Onderscheidt relevante van niet-relevante informatie. Hij herkent en begrijpt relevante gegevens uit bestaande bronnen en kan eenvoudige problemen beschrijven. Beschrijft en analyseert eenvoudige technische processen en voert onder begeleiding eenvoudige technische handelingen uit. Past verworven kennis toe in min of meer identieke situaties en lost zo simpele, enkelvoudige problemen planmatig op.

DD-III Probleemoplossend vermogen 1) Kan van een enkelvoudig probleem een analyse maken. Hij kan doelen formuleren en activiteiten bedenken om de doelen te halen. a. b. c.

Maakt een analyse van enkelvoudige problemen op basis van aangereikte informatie. Hij benoemt oorzaken van problemen die zich voordoen. Beoordeelt aangereikte gegevens op relevantie en correctheid. Bedenkt zelfstandig activiteiten om het probleem op te lossen.

DD-IV Communicatieve vaardigheden 1) Kan de inhoud helder en beknopt schriftelijk en mondeling overbrengen. a. b. c. d.

Brengt bedoeling en inhoud van analyses, ideeën, informatie, voorstellen e.d. zowel mondeling als schriftelijk aantrekkelijk, aanvaardbaar en correct geformuleerd over en reageert op de visie van medestudenten. Participeert als deelnemer in en betrekt anderen actief en op constructieve wijze bij o.a. overleg, ideeën, oplossingen en samenwerking. Schrijft eenvoudige verslagen en past daarin de algemeen geldende rapportagetechnieken correct toe. Legt afspraken vast in regels en procedures. Luistert actief (o.a. laat anderen uitspreken, pakt belangrijke informatie op, onderkent non-verbale signalen) en communiceert effectief (controleert of de boodschap begrepen is, ondersteunt de boodschap met voorbeelden).

DD-V Leervaardigheden 1) Kan in groepen, waarin de taken zijn verdeeld, zelfstandig werken, samenwerken en Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

22

samenwerkend leren. a.

Leerdoelen in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P

Vergelijkt zijn producten en processen met die van medestudenten en signaleert discrepanties. Werkt volgens instructies en richtlijnen van de docent alleen of samen aan opdrachten, is proactief, werkt met anderen samen en zet creativiteit om in concrete producten. b. Geeft en ontvangt constructieve en kritische feedback, herkent feedback en reflecteert naar aanleiding hiervan op eigen gedrag. c. Past op basis van feedback zijn aanpak aan en schrijft hiertoe een concreet en realistisch actieplan met leer- en ontwikkelingspunten. Deeltaak Kennis, beroepsvaardigheden en persoonskenmerken 1. student heeft basiskennis van de macro C1.1, C1.2 en omgevingsfactoren en kan die vertalen kansen C1.4 en bedreigingen (K) 2. student leert informatie te verzamelen uit verschillende bronnen en hoofd- en bijzaken te onderscheiden (V) 3. student toont zelfdiscipline (P) C2.3 en C2.4 1. student heeft basiskennis van consumentengedrag (K) 2. student heeft basiskennis van segmenteringscriteria (K) 3. student heeft basiskennis van de elementen van C2.3 en C2.4 de marketing mix en hun onderlinge samenhang (K) C3

1. 2. 3.

student leert gerichtheid op omgeving (V) student leert analyseren (V) student is diplomatiek en ambitieus (P)

1.

student heeft basiskennis van communicatiemiddelen (K) student kan presenteren en rapporteren (V) Student is creatief, betrokkenheid en empatisch (P)

2. 3.

Vorm, inhoud en planning van de toetsen

1.

2.

toets 1, de presentaties make 50% uit van het totale resultaat van professionele oriëntatie. Hiervoor dienen iedere 2 weken alle groepen een presentatie te geven betreffende het thema en het product dat hiervoor aangeschaft is. De inhoud van de presentatie wordt getoetst aan de richtlijnen, en de presentatie aan de hand van een beoordeling formulier. Eind van de cursus wordt o.b.v. de presentaties een groepscijfer toegewezen. Beoordeling is alfanumeriek en het bodemcijfer is 50. toets 2, maakt tevens 50% uit van het totale resultaat van professionele oriëntatie. Dit is een dossier waarin opgenomen: a. De antwoorden/presentaties op de vragen bij de 5 thema’s b. Verslag van het gastcollege’s c. Vragen op de film


23

Inleveren uiterlijk week 19. lesweken

1 2 3 4 5 6 7 8 9

1 thema’s

10

11

12

13

14

15 16

v

v

17

18

19

v

2Film 3 Gastcollege s

p

v p

Toets inleveren contactactiviteiten vakantie projectweek

Herkansing: Zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 1. Herkansing toet 1 in herkansingsweek van semester 1 2. Herkansing toets 2 in de herkansingweek van de eerste toets periode van semester 2 Beoordelingseisen per toets

Het niveau wordt bepaald door de Dublin Descriptoren. Er zijn beoordelingsprotocollen beschikbaar voor de presentaties. De beoordelingseisen voor de beide toetsen zijn: - De rapportage heeft een passende vorm. - De rapportage is door voldoende met uit literatuur onderbouwde argumenten gestaafd. - De rapportage is toegankelijk en compleet. Het bevat voldoende en valide bewijzen voor het behalen van de competentie.


24

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Jaar Niveau Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster

2


2,5 CU05319 Excel 2010 (Ned.) 2012-2013 1 Voltijd, deeltijd 1-1 Exc

De cursus bestaat uit het volgende: Planning: • Een algemeen inleidend gedeelte van 7 weken, • Het verkrijgen van extra vaardigheden door het bewerken van diverse cijfermatige overzichten (budgetten, begrotingen, verkoopanalyses, subsidieregelingen e.d. met behulp van Excel zodat je deze geschikt maakt voor managementbeslissingen. (2 weken) • Praktische opdracht (5 weken) Algemeen inleidend gedeelte waar je basisvaardigheden leert die minimaal noodzakelijk zijn. Je maakt je, door een hoge mate van zelfwerkzaamheid in een computerpracticum, waarbij elke student de beschikking heeft over zijn eigen computer of laptop met netwerkconnectie, het theoretische deel via genoemd boek eigen. Extra opdrachten om te oefenen worden uitgedeeld als huiswerk. Verkrijgen extra vaardigheden. De volgende twee weken worden besteed aan het gebruiken van formules en functies. Hierbij wordt een voorgeprogrammeerd model gebruikt, ontleend aan: Bedrijfseconomische vaardigheden met Excel (Voermans en Teunissen van Noordhoff) Praktische opdracht De laatste 5 weken werk je in een groepje van 3-4 personen aan een praktische opdracht waarbij je zelf een model ontwerpt waarbij de geleerde vaardigheden uit blok 1 moeten worden toegepast. De opdracht wordt zo veel mogelijk ontleend aan een bedrijf of vereniging uit de praktijk.

3

Competenties (C), deeltaken (Dt), Leerdoelen (Ld)

C1

De bedrijfseconoom voorziet in en verwerkt informatie t.b.v. een duurzame besturing van bedrijfsprocessen. Dt 1 Verzamelt, systematiseert en analyseert financiële en niet financiële kengetallen. Ld1.1.1 Je kunt een werkmap maken en vullen met gegevens. Ld1.1.2 Je kunt werken met gegevens en tabellen en deze op verschillende manieren inzichtelijk maken voor het management. Ld1.1.3 Je kunt gegevens bewerken en analyseren (rekenkundige, wiskundige, statistische en analytische bewerkingen) ten behoeve van een eenvoudig, gecomprimeerd


25

6.1

managementoverzicht (MIS). Ld1.1.4 Je kunt draaitabellen creëren op basis van dynamische werkbladen. Ld1.1.5 Je kunt op basis van de gegevens grafieken en diagrammen maken die een gestructureerd inzicht geven in de gebruikte cijfers en de resultaten daarvan Ld1.1.6 Je kunt met behulp van de “Wat als analyse (what-if)” experimenteren met verschillende reeksen of waarden in een of meer formules om alle verschillende resultaten te onderzoeken. De bachelor business administration is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. Dt1. Beoordeelt het functioneren van zichzelf en past gedrag aan. Ld1.1. Je kunt een bijdrage leveren aan de groepsopdracht, zodanig dat je je inbreng een meerwaarde is voor de opdracht. Hiervoor wordt een logbestand bijgehouden en ingeleverd ter goedkeuring. Ld1.2. Dragen van verantwoording voor het eigen takenpakket, formuleren van doelen, verantwoording afleggen over de voortgang. Reflecteren op eigen ervaringen. Bekritiseerd gedrag en gewenste verandering omzetten in ander gedrag. (intercollegiale feedback) Tussentoets: basisvaardigheden van Excel© 2010

6.2

Aan de hand van een aantal vragen en opdrachten wordt de theoretische kennis getest. Een voorbeeldtentamen is te vinden op infonet. Praktijkgericht onderzoek/opdracht

C2

6

Vorm van de toetsen

Het zelf ontwerpen van een model over een te kiezen onderwerp of studieobject, waarbij de geleerde vaardigheden uit blok 1 moeten worden toegepast. De student krijgt max. 1 week de tijd om de aard en inhoud van het te maken model met de docent af te spreken. Bij voorkeur is de inhoud gelieerd aan een bedrijfscase, maar mag ook worden gekoppeld aan sport of hobby. Minimumeisen die (kunnen) gelden: Relatieve en absolute verwijzing, de Als-functie, zoekfunctie (horizontaal/verticaal), sorteren op categorie (leeftijd, geslacht etc.), gebruik van formules en (financiële) functies, namen labellen, draaitabellen, grafieken, macro’s, en naar wens specifieke opleidingsonderdelen (gericht op Toerisme, commercieel onderzoek, HRM-technieken etc.)

naam 1 Tussen -toets 2 Eindtoets

soort toets Individuele schriftelijke toets over de opgedane kennis van Excel 2010 aan de hand van vragen en cases Je voert met een groepje van 3-4 personen een verkennend

Bodem-cijfer

Gewicht

40

40

55

60


26

praktijkgericht onderzoek uit door gegevens te verzamelen en een gestructureerd rekenmodel model te ontwerpen voor een bedrijf of vereniging of op basis van fictieve gegevens. De herkansingen worden ingepland conform 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling.

7


Inroost eren Ja Nee Ja

Nee

8


leswek 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 1 1 1 1 1 1 en 0 1 2 3 4 5 6 1 Tussentoets 2 Eindtoets 3 Tussentoets (her) 4 Eindtoets (her) Tussentoets Contactactiviteiten

1 1 1 7 8 9

Eindtoets (tijdstip van inleveren wordt duidelijk met de student gecommuniceerd. Tussentoets: formules, relaties, theorievragen, sneltoetsen en aangeven van cel-referenties voor draaitabellen Eindtoets: Toepassing van bovengenoemde items in excel spreadsheet.

9


Naam toets Tussentoets (schriftelijk)

Leerdoelen (ook onderzoeksvaardigheden en leervaardigheden):

Eindtoets

1 Oriënterende fase

Eisen: 1 De gevraagde formules, verwijzingen en referenties zijn foutloos opgeschreven. Voor elke fout in de formule worden minpunten afgetrokken. Per toets wordt dit met de docenten in overleg bepaald. Reden hiervoor is dat er een veelvoud aan antwoorden mogelijk is. Een tiental willekeurige toetsen worden nagekeken, de fouten genoteerd. De docenten treden in overleg voor de minpunten van de fouten. Op deze manier is er een consistentie in de beoordeling tussen de docenten onderling.

Het onderwerp moet de mogelijkheid bieden het geleerde van blok een toe


27

te passen.

2 Vooronderzoeksfase Het werkplan moet het volgende omschrijvingen bevatten: - Het goede format, zoals aangegeven op de VLD - Gegevens inclusief bron - Welke variabelen gebruikt gaan worden - Welke formules gebruikt gaan worden. - Blauwdruk (beschrijving van het mogelijke resultaat)

3 Analysefase -

-

-

Excel model moet robuust zijn en door kleine aanpassingen (in het invoer- of datascherm toch goed blijven functioneren: het mag niet nodig zijn alles te moeten veranderen. Formules moeten efficiënt zijn gebruikt. Efficiënt wil in dit kader zeggen dat een korte formule de voorkeur heeft boven een lange formule. Onderwerpen van het onderzoeksverslag moeten zijn opgenomen. Handleiding voor het gebruik van het werkblad moet aanwezig zijn.


28


2,5 EC CU03132 Inleiding Presenteren en Rapporteren 1 2012-2013 voltijd 1-1 IPR


3 Competenties, deeltaken en leerdoelen

Natuurlijk worden hbo’ers primair opgeleid om (technische) producten en processen te ontwerpen of te optimaliseren, maar voordat er een product ligt, zijn er haalbaarheidsstudies geschreven, onderzoeksrapporten geproduceerd, voortgangsrapporten opgesteld en memo’s over en weer gestuurd. Hoe briljant je idee voor een nieuw product was, hoe vernuftig je onderzoeksopzet was of hoe doorslaggevend de conclusie uit je haalbaarheidsonderzoek: niemand zal het ooit beseffen als je het zo slecht doet dat niemand het begrijpt of zin heeft om naar je te luisteren. Geen wonder dat werkgevers in personeelsadvertenties met nadruk vragen om goede mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. Je presenteert het verhaal begrijpelijk en aantrekkelijk. Inhoud en vorm zijn afgestemd op doel en publiek . Je schrijft begrijpelijk en toegankelijk, waarbij inhoud en vorm zijn afgestemd op doel en publiek 1 Je kunt een rapport structureren, een inleiding schrijven tot een zakelijk rapport, een rappo voorzien van correct voor- en nawerk. 2

3 6 Vorm van de toetsen

Je kunt spreektechnieken hanteren. Je kunt de presentatie afstemmen op het publiek Je kunt verschillende technieken voor de opbouw van een presentatie toepassen. Je kunt hulpmiddelen effectief inzetten. Feedback geven, ontvangen en verwerken.

naam Rapport Presentatie


Lesweken 1 rapport

soort toets Individueel: inleiding en aangeklede inhoudsopgave Tweetallen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

bodemcijfer 55

gewicht 50%

55

50%

13

14

15

2 presentatie Voorwaarde voor toekenning van resultaat is 80% aanwezigheid tijdens de lessen. Herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 8 Inhoud van de toetsen 9 Beoordelingseisen

Rapport (Ld 1, 3) Reviewrapport (ld 2, 3) Rapport (aangeklede inhoudsopgave en inleiding)


29

-

Rapport heeft passende structuur Rapport is in correct, begrijpelijk en aanvaardbaar en op de doelgroep afgestemd Nederlands geschreven. - Inleiding voldoet aan vormeisen (driedeling). Presentatie - Er wordt effectief gebruikgemaakt van het spreekschema. - De juiste middelen worden op het juiste moment ingezet. - Verbale en non-verbale communicatie is effectief., - De presentatie is goed gestructureerd en afgestemd op het publiek. - De presentatie is aantrekkelijk.


30


2,5 CU04090 Making Contact B1 2012-13 havo-mbo-vwo 2012-13, semester 2 4090 ESP BBA 1

2 Inhoud van de cursus

Toelichting: In deze cursus wordt aandacht besteed aan: 1. Het lezen en begrijpen van (algemene) economische teksten en documenten. 2. Het aanleggen van een leesportfolio. 3. Het mondeling en schriftelijk samenvatten van bovengenoemde teksten. 4. Het voeren van eenvoudige gesprekken over onderwerpen die aansluiten bij het beroepenveld. 5. Het presenteren van zichzelf en de studie, c.q. beroepssituatie 6. Het verwerven van relevante woordenschat.

3 Competenties (C ) en deeltaken (Dt) Leerdoelen (Ld) in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P)

Toelichting: Het ERK-niveau van deze cursus is B1. 1. Luisteren 2. Lezen

3. Gesprekken voeren

4. Spreken

5.Schrijven


2.2 Ik kan relevante informatie in brochures, documenten en teksten vinden. 2.3 Ik kan het hoofdthema en de belangrijkste argumenten in eenvoudige teksten in tijdschriften en kranten begrijpen en erop reageren. 2.4 Ik kan instructies begrijpen en uitvoeren. 3.1 Ik kan persoonlijke standpunten, commentaar en een mening geven over opleiding gerelateerde onderwerpen. 3.2 Ik kan een standpunt voldoende duidelijk overbrengen. 3.4 Ik kan deelnemen aan routinematige discussies. 3.6 Ik kan informatie over eenvoudige onderwerpen uitwisselen. 3.8 Ik kan zaken uitleggen en toelichten. 4.1 Ik kan een eenvoudige beschrijving geven van vertrouwde zaken binnen het eigen vakterrein. 4.2 Ik kan met enig detail verslag doen van ervaringen, en meningen en reacties beschrijven. 4.3 Ik kan een eenvoudige presentatie houden over mezelf en een onderwerp op mijn vakterrein. 5.5 Ik kan een kort, eenvoudig verslag schrijven. 5.6 Ik kan feitelijke informatie met enig vertrouwen samenvatten en becommentariëren.

lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 schriftelijk C C C C C C C C T C

11 C

12 C

13 C

14 C

15 C

16 T

17 T


18

31

19

2 mondeling

C

C C C C C C C

C

C

C

C

C

C

3 assignments * toets Contactactiviteiten *deadline assignments in overleg met de docent Herkansingen van de tentamens uit periode 2 vinden plaats in periode 3. Zie tevens 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 7 Vorm van de toetsen

TM 4090 Nr 1

Toetsvorm Mondelinge toets

2

Open vragen

3

Mondelinge toets

Omschrijving Mondelinge tussentoets: job description Schriftelijke eindtoets: lezen, samenvatten, woordenschat Mondelinge eindtoets: conversation

Weging 30%

Bodemcijfer 5.5

40%

5.5

30%

5.5

Summatieve toetsen: 1. Schriftelijk:(40% van het eindcijfer) a. lezen (CanDo’s 2.2 t/m 2.4) b. woordenschat (zie leerstrategie 6) c. samenvatten (CanDo 5.6) 2. Mondeling: (40% van het eindcijfer) a. spreken (CanDo’s 4.1 t/m 4.3) b. gesprekken voeren (CanDo’s 3.1, 3.2, 3.4, 3.6, 3.8) Voor beide onderdelen geldt: bodemcijfer 5.5 Formatieve toetsen Het individueel process assignment is een voorwaarde voor het toekennen van studiepunten. 8 Inhoud van de toetsen

1. Schriftelijk: a. lezen: een aanbod van diverse soorten teksten met een variatie aan vraagtypen (open vragen, multiple-choice, matching, etc...) (CanDo’s 2.1 t/m 2.4) b. woordenschat: toets gebaseerd op opgegeven pagina's (taalstrategie 6) 2. Mondeling: a. spreken (CanDo’s 4.1 t/m 4.3) b. gesprekken voeren (CanDo’s 3.1, 3.2, 3.4, 3.6) Toelichting bij mondeling:


32

Studenten krijgen 15 minuten voorbereidingstijd bij toets job description, waarin ze een job profile bestuderen die ze gedurende 2 minuten aan de docent presenteren. Bij conversation is er 20 minuten voorbereidingstijd om met een partner de strategie van het gesprek, gebaseerd op eerder geselecteerde input, te bespreken. 9 Beoordelingseisen per toets

Student wordt beoordeeld op B1 niveau. 1. Schriftelijk: a. lezen: 70% (afhankelijk van tekst) goede antwoorden voor een voldoende niveau b. woordenschat: 70% goede antwoorden voor een voldoende niveau c. samenvatting: lengte, betekenis, lifting, taal, details 2. Mondeling: a. cohesion: gebruik van verbindingswoorden b. uitspraak: duidelijk verstaanbaar, maar niet foutloos; accent enigszins toegestaan c. woordenschat: relevant en accuraat; gebruik van chunks. d. grammatica: redelijk accuraat, zonder basale fouten e. fluency: mate van herhalingen (stopping and restarting; undue hesitations) f. interaction (bij conversation): gebruik van gambits om gesprek te starten, gaande te houden en te beëindigen.


33


7,5 CU03218 Groeiende en Innoverende Organisatie P 2011/2012 Eerstejaars studenten BE, CE, HRM, IBL, MER, L&TV Studiejaar 1, semester 2 GIO


Deze cursus gaat enerzijds in op organisaties die na een succesvolle start zich gaan ontwikkelen van een klein bedrijf naar een middelgrote organisatie. Dit brengt weer hele andere vraagstukken met zich mee dan een kleine organisatie. Denk bijvoorbeeld aan de vraag uit welke afdelingen je organisatie zal moeten bestaan en hoe deze aangestuurd moeten gaan worden. Ook wordt vanuit deze cursus gekeken naar bestaande organisaties die terecht komen in veranderingstrajecten. Dit kan deels zijn door omgevingsfactoren, maar ook voortkomen uit een wens van binnenuit. Het gaat er in deze cursus om dat je eerst kennis verwerft over organisatiekundige begrippen en dat je vervolgens deze ook kunt toepassen in een praktijksituatie. Het 7S-model vormt hierbij de leidraad. Om het verband tussen organisatiekunde en andere vakgebieden helder te maken, komen ook marketing en bedrijfseconomie aan de orde. Aan de hand van wekelijkse cases oefen je hiermee en pas je het toe op je “eigen” opgezette organisatie.


C1

BBA 1 De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. Dt1.2 De bba voert in samenwerking met anderen binnen een eenvoudige organisatie de verschillende bedrijfskundige processen uit Ld1.2.1 Je kunt een correcte beschrijving en analyse maken van processen en organisatiestructuren Kennis: Je hebt kennis van de theorie over bedrijfsprocessen, in het bijzonder het 7S model van McKinsey Vaardigheden: je bent in staat om deze processen te analyseren volgens dit 7S model, diagnosticeren en te beschrijven. Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Ld1.2.2 Je kunt een tijdige confrontatiematrix opstellen van kansen en bedreigingen van de huidige organisatie en een juiste en duurzame aanpak maken om deze te pareren Kennis: Je kent de theorie en de functies van een confrontatiematrix. Vaardigheden: je bent in staat om op basis van je kennis omtrent een confrontatiematrix deze toepassen op je ‘eigen’ bedrijf en in principe op elke organisatie.


34

Dt1.3

C2

Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Creatief denken Ld1.2.3 Je kunt afspraken maken over taakverdelingen, een planning maken, feedback geven en het motiveren van mensen om gestelde(organisatie) doelen te bereiken. Kennis: Je hebt kennis en inzicht in eigen sterke en zwakke punten ten aanzien van je leerstijl verkregen door middel van een leerstijlentoets die door je SLC is afgenomen. Je hebt kennis van motivatietheorieën, achtergrond kennis die wordt aangeboden in het 7S model van McKinsey Vaardigheden: Je bent in staat om je kennis actief in te zetten in het groepsproces dat in alle onderdelen van deze cursus aan de orde zijn. Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Reflectief vermogen De bba beoordeelt het functioneren van bestaande organisatie en formuleert voorstellen ter verbetering Ld1.3.1 Je kunt een realistisch beeld van het functioneren van de organisatie schetsen Kennis: Je hebt kennis van de onderdelen van een organisatie om een integrale analyse te maken. Vaardigheden: Je kan een dergelijke analyse maken van je ‘eigen’ organisatie en in principe van elke organisatie. Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Analytisch vermogen Ld1.3.2 Je kunt een implementeerbaar voorstel maken voor het bijstellen van het marketingbeleid Kennis: Je hebt kennis van de theorie, functies van alle onderdelen waarop marketingbeleid wordt ontwikkeld. Je hebt bovendien kennis van rapportagetechnieken, die in de PC cusus IPR is aangeboden. Vaardigheden: Je bent in staat om in een organisatie adviesrapport de adviezen ten aanzien van het marketingbeleid te formuleren op basis van theoretische inzichten, een gedegen analyse en diagnose. Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Analytisch vermogen Reflectief vermogen

BBA 2: De bba formuleert op tactisch niveau overtuigend implementeerbare oplossingen voor een organisatieprobleem, die passen binnen het kwaliteitszorgsysteem van de organisatie. Dt2.1 De bba identificeert een organisatieprobleem binnen een bedrijfsproces Ld2.1.1 Je kunt een organisatieprobleem helder formuleren voor de


35

Dt2.2

belanghebbenden Kennis: Je kunt een organisatieprobleem benoemen dat gebaseerd is op een goede analyse volgens het 7S model van McKinsey Vaardigheden: Je kunt de theoretische inzichten als referentiekader inzetten om een organisatieprobleem helder onder de aandacht te brengen. Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Analytisch vermogen Reflectief vermogen Logisch denken en formuleren LD2.1.2 Je kunt met betrekking tot een organisatieprobleem hoofd- en bijzaken onderscheiden Kennis: Je kunt een organisatieprobleem benoemen dat gebaseerd is op een goede analyse volgens het 7S model van McKinsey Vaardigheden: Je kunt met betrekking tot een organisatieprobleem hoofd- en bijzaken onderscheiden Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Analytisch vermogen Reflectief vermogen Logisch denken en formuleren De bba analyseert de oorzaken en effecten van het vastgestelde probleem voor een proces en voor de organisatie Ld2.2.1 Je kunt een heldere en herkenbare beschrijving geven van de oorzaken van organisatieproblemen Kennis: Je kunt een organisatieprobleem benoemen dat gebaseerd is op een goede analyse volgens het 7S model van McKinsey Vaardigheden: Je bent in staat om de geanalyseerde problemen goed te beschrijven vanuit zowel een theoretisch als een praktisch denkkader. Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Analytisch vermogen Reflectief vermogen Logisch denken en formuleren Ld2.2.2 Je kunt relevante gebreken naar impact selecteren en evalueren Kennis: : Je kunt een organisatieprobleem benoemen dat gebaseerd is op een goede analyse volgens het 7S model van McKinsey Vaardigheden: je kunt niet alleen problemen analyseren maar je hebt ook voldoende creativiteit en inventiviteit om de impact van deze problemen te overzien. Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Analytisch vermogen


36

5 Inhoud en vorm van de toetsen


Reflectief vermogen Logisch denken en formuleren Inventief vermogen Ld2.2.3 Je bent in staat om een multidisciplinaire analyse te maken van een organisatie Kennis: Je hebt voldoende theoretische kennis van zowel organisatiekunde (gebaseerd op het 7S model van McKinsey), maar ook marketingkennis en bedrijfseconomische kennis om een volledige analyse van een organisatie te maken. Vaardigheden: Je bent in staat om de aangeboden kennis van deze cursus, maar ook van ander cursussen in je opleiding in te zetten voor een goede multidisciplinaire analyse Persoonskenmerken: open houding ten opzichte van je groepsgenoten. Respect voor elkaars mening en zienswijze Actieve houding in zowel de discussies als in de rapportage Analytisch vermogen Reflectief vermogen Logisch denken en formuleren De toetsing gebeurt in 4 delen (zie beschrijving deeltaken bij 3.): 1. Groepspresentatie en discussie per week op basis van de oefencases Deze toets telt voor 10% mee en het bodemcijfer is 5,0 Dit is gerelateerd aan leerdoel 1.2.3, 1.3.1,1.3.2, 2.1.1 2. Casus-/theorietoets halverwege het semester waarin kennis en integratievragen gesteld worden over Organisatiekunde en Marketing Deze toets telt mee voor 30% en het bodemcijfer is 5,0 Dit is gerelateerd aan leerdoelen 1.2.1,1.2.2, 1.3.1,2.1.1, 2.1.2, 2.2.1, 3. Casus-/theorietoets aan het eind van het semester waarin kennis en integratievragen gesteld worden over Organisatiekunde en Bedrijfseconomie Deze toets telt voor 30% mee en het bodemcijfer is 5,0 Dit is gerelateerd aan leerdoelen 1.2.1,1.2.2, 1.3.1,2.1.1, 2.1.2, 2.2.1, 4. Adviesrapport voor het “eigen” bedrijf, waarin de kennis van het 7S model is toegepast. Deze toets telt voor 30% mee en het bodemcijfer is 5,0 Dit is gerateerd aan leerdoelen 1.2.1, 1.2.2,1.2.3,1.3.1,1.3.2,2.1.1,2.1.2,2.2.1,2.2.2, 2.2.3 Toets 1 (Groepspresentatie en discussie) Elke week wordt de case gepresenteerd die die week centraal staat. Studenten schetsen de achtergrond van de case en zoeken aanvullende informatie over de organisatie die in de case centraal staat. Tijdens de presentatie moeten de bij de case gestelde vragen beantwoord worden. De groep die presenteert betrekt de andere studenten bij de bespreking van de casus door bijvoorbeeld het vragen om reacties n.a.v. stellingen. De groepspresentatie wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsschema dat ook bij de cursus IPR is gebruikt (zie studiewijzer). Toets 2 (Casus-/theorietoets Organisatiekunde en Marketing) Eisen duurzame kennis: je dient correcte antwoorden te geven op de in de toets gestelde kennisvragen over de volgende onderwerpen: • Organisatiestrategie en strategisch ondernemingsplan • Organisatieprocessen, -theorieën, -structuren en –modellen • Duurzame marketing en strategische marketing Aan de hand van een antwoordmodel wordt het tentamen nagekeken.


37

Toets 3 (Casus-/theorietoets Organisatiekunde en Bedrijfseconomie) Eisen duurzame kennis: je dient correcte antwoorden te geven op de in de toets gestelde kennisvragen over de volgende onderwerpen: • Personeelsbeleid en motivatie • Kwaliteit en kwaliteitszorg • Leiderschapsstijlen en besluitvorming • Organisatiecultuur • Jaarverslaggeving Aan de hand van een antwoordmodel wordt het tentamen nagekeken. Toets 4 (Adviesrapport) De stof die tijdens het semester aan bod komt, wordt toegepast op de eigen organisatie. Bij deze integratieopdracht is het de bedoeling dat de student, samen met de groepsgenoten, de onderneming die vorig semester is opgestart verder ontwikkeld wordt. Het gemaakte ondernemingsplan vormt hierbij het uitgangspunt. De volgende centrale vraag moet beantwoord worden: Hoe gaat de organisatie groeien en innoveren? Per week worden er per thema een aantal onderwerpen aangereikt die in het ontwerp zeker aan bod moeten komen/toegepast moeten worden: Thema

Te behandelen onderwerpen

Groei & Innovatie

• • • •

Beschrijving verandering binnen jullie bedrijf Groeifasen van Greiner Verschillende manieren om te innoveren Samenstellen van het strategieontwikkelingsmodel

• • • • • • • •

Duurzame marketing Relatiemarketing Marktsegmentatie en positionering Taakverdeling: horizontaal en verticaal Werkstructurering Organogram/typering organisatiestelsel Waardeketen van Porter Gedetailleerde uitwerking primair proces met behulp van de symbolen behorende bij het stroomdiagram Instroom Doorstroom Benoemen sleutelvaardigheden/competentiemanagement Formuleren van kritische succesfactoren met bijbehorende prestatie-indicatoren: 3 per perspectief (balanced scorecard) Leiderschapsstijl Besluitvorming Manieren om werknemers te motiveren Beschrijving organisatiecultuur op drie niveaus, zoals beschreven door Schein Typering cultuur aan de hand van het cultuurtypenmodel van Handy Bestuursverslag Jaarrekening

Strategie Marketing

Structuur

Systemen

Staff Skills

Style

Shared values

• • • • • • • • •

Bedrijfseconomie

• •


38

De ontwikkeling van de organisatie moet helder in kaart gebracht worden op basis van bovenstaande begrippen. Duidelijk moet worden welke contextvariabelen hierbij een rol spelen. Onderlinge verbanden moeten worden aangegeven. Studenten kunnen beslissingen evalueren, zodat er een kritisch beeld ontstaat van de effecten van eerder gemaakte keuzes. Studenten zijn in staat om je op correcte wijze schriftelijk uit te drukken zoals ze dat tijdens de cursus IPR geleerd hebben. Bij IPR is gebruik gemaakt van een beoordelingsformulier voor schriftelijke rapportages. Studenten moeten dit beoordelingsformulier gebruiken om hun eigen adviesrapport te controleren (voor deze cursus is een ‘vinklijst’ gemaakt van het IPRbeoordelingsformulier). Dit formulier moeten studenten samen met het adviesrapport inleveren. 7 Planning van de toetsen

lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 1Groepspre sentatie en –discussie * 2 Kennis- en integratievr a-gen m.b.t. organisatiekunde en marketing 3 Integratieop -dracht 4 Kennis- en integratievr a-gen m.b.t. organisatiekunde en bedrijfseconomie toets contactactiviteiten *In de eerste lesweek wordt een planning gemaakt die aangeeft welke groep in welke week een casus zal presenteren. Herkansing: Voor de kennistoetsen worden gelijkwaardige herkansingen geboden. Als het adviesrapport en/of de groepspresentatie een score krijgt lager dan het bodemcijfer, moet deze aangepast worden. Ook als het gemiddelde resultaat van de cursus onvoldoende is (maar alle cijfers wel boven het bodemcijfer), moet tenminste één onderdeel worden herkanst. Regeling: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling


39

Algemene gegevens Cursuscode Titel van de cursus Cursusjaar Deelnemers Studiejaar en semester Omschrijving op rooster

CU03221 Accountmanagement 2010-2011 havo-mbo-vwo Jaar 1, semester 2 Accountman

Cursusbeschrijving Inhoud van de cursus

In de cursus worden twee hoofdactiviteiten van een verkoper behandeld. Als eerste verwerf je kennis en vaardigheden in het houden van verkoopgesprekken in een Business to Business omgeving. Het tweede aandachtpunt is accountplanning, waarbij geleerd wordt onderscheid te maken tussen de potentie en de meest effectieve benadering van verschillende typen klanten en de koppeling te maken tussen, doelstellingen en het plannen, controleren en bijsturen van de verkoopactiviteiten tijdens de planningsperiode. Aangezien markten en afnemers steeds sneller veranderen, is het vinden, bijhouden en kunnen vertalen naar eigen gedrag van de meest recente vakinhoudelijke kennis een zeer belangrijk onderdeel van het functioneren als verkoper. Om die reden werk je aan de vaardigheden van het vinden, lezen en interpreteren van vakbladen en (semi)wetenschetenschappelijke literatuur.

Competenties en deeltaken •

BBA 2

De bachelor business administration formuleert op tactisch niveau overtuigend implementeerbare oplossingen voor een organisatieprobleem die passen binnen het kwaliteitszorgsysteem van de organisatie. Dt 2.1 Dt 2.2

CE 3

De commercieel econoom ontwikkelt het verkoopbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming. Hij voert dit beleid uit en stelt het bij op basis van interne en externe ontwikkelingen. Dt1 Dt2 Dt4 Dt5

CE 5

De bachelor business administration identificeert een organisatieprobleem binnen een bedrijfsproces. De bachelor business administration analyseert de oorzaken en effecten van het vastgestelde probleem voor een proces en voor de organisatie.

Stelt targets vast Analyseert huidige klanten met behulp van CRM technieken. Analyseert prospects en suspects Maakt en draagt zorg voor de uitvoering van een verkoopplan per klant Controleert en vergelijkt resultaten met targets

De commercieel econoom bevordert relaties met internen en externen zowel in de eigen taal en cultuur als in een vreemde taal en cultuur Dt1 Dt2 Dt5

Informeert en enthousiasmeert verschillende afdelingen Legt verantwoording af aan zijn leidinggevende over het realiseren van doelstellingen Communiceert met directe klanten (Accountmanagement, personal selling)


40

Concreet kun je: • • • • • • • Niveau (P/AD/B) • Dublin Descriptoren

Een verkoopgesprek houden Een klantanalyse maken Een verkooppresentatie houden Aangeven waarom accountplanning van belang is Weten wat de onderdelen van een accountplanning zijn Beoordelen aan de hand van kwantitatieve gegevens hoe verkopers functioneren Wetenschappelijke artikelen opzoeken

Conform overzicht Dublin Descriptoren DD-I - Kennis en Inzicht DD-II - Toepassen kennis en inzicht DD-III - Probleemoplossend vermogen DD-IV - Communicative vaardigheden Allen op niveau 1: propedeuse

Leerdoelen in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P) •

Deeltaak Dt1 Dt2 Dt3


lesweken 1 SPIN

Kennis, beroepsvaardigheden en persoonskenmerken 1 SPIN methode 2 Verkoop gesprek kunnen voeren 3 Communicatief vaardig 1 Account planning 2 Realistisch plannen 3 Interne locus of control 1 4 S Model 2 Durven kiezen 3 Ondernemerschap 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

2 Account planning 3 Trainingsproduct Herkansing:

Toets contactactiviteiten

SPIN herkansing direct aan het einde van het semester Account Planning herkansing eindtoetsen Trainingsproduct week voor de tussentoetsweek volgende semester Reflectie week voor de tussentoetsweek volgende semester Zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Vorm, inhoud en beoordelingseisen per toets

Tentamen (open vragen) SPIN – kennis over het SPIN model, conform antwoordmodel Tentamen (open vragen) Account planning – kennis over Accountplanning en account segmentatie en vaardigheid van het inplannen en doorrekenen van het functioneren.


41

Groepsopdracht Trainingspakket Rapportage (20%): • Realistisch uitgewerkte organisatie en markt; • De juiste uitgangspunten; • Consistentie in de uitwerking; • Meer dan 5 fouten per pagina (spelling of grammatica) is 0 punten. Gesprekstraining (20%): • 5 tot 10 rollenspellen; • De gekozen uitgangspunten op een goede manier behandelen; • Voldoende diepgang in de uitwerking; • Consistentie in de uitwerking; • Meer dan 5 fouten per pagina (spelling of grammatica) is 0 punten. CRM (20%): • Functioneren en functionaliteit van het ontwerp; • De gekozen uitgangspunten op een goede manier vertaald in het ontwerp; • Voldoende diepgang in de uitwerking; • Consistentie in de uitwerking; • Meer dan 5 fouten per pagina (spelling of grammatica) in de handleiding is 0 punten. Accountplanning (20%): • 3 uitgewerkte formats; • De gekozen uitgangspunten op een goede manier vertaald in format; • Voldoende diepgang in de uitwerking; • Consistentie in de uitwerking; • Meer dan 5 fouten per pagina (spelling of grammatica) is 0 punten.` Vorm/structuur (20%): • Juiste opbouw van de verschillende onderdelen; • Bronvermelding (plagiaat); • Lay-out en vormgeving; • Professionele en eenduidige stijl; • Mate van bruikbaarheid.


42


7,5ECTS CU03222 Marketing van Producten Propedeuse 2011-2012 havo-mbo-vwo 2011, sem 2 MvP



Deze cursus is een eerste introductie in marketing. In de cursus wordt het marketing planning proces stap voor stap doorlopen zodat je aan het einde van de cursus een goed beeld hebt hoe een marketing plan eruit ziet. Het marketing planning proces start met een grondige analyse van de omgeving van de onderneming waarna op basis van deze analyse een plan ontwikkeld wordt om specifieke marketing doelstellingen te realiseren. Je zal kennis krijgen van specifieke marketing terminologie en modellen die toepasbaar zijn bij de analyse van de omgeving. Omdat kennis alleen niet voldoende is, zal de vaardigheid van het toepassen van marketing modellen en technieken geoefend worden door cases uit de praktijk op te lossen. Marketing van Producten is een basiscursus voor iedereen die enige kennis wil hebben van marketing of die een vervolgcursus in marketing wil gaan volgen om zich verder te specialiseren.

LDC 3

Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Dt3.1 Vaststellen welke gegevens nodig zijn over interne bedrijfsprocessen en –cultuur om een sterkte/zwakte analyse van een onderneming te kunnen uitvoeren. Ld3.1.1 Je kunt gebruik maken van relevante modellen voor het structureren van een relatieve vergelijking tussen ondernemingen. Ld3.1.2 Je kunt hoofdzaken van bijzaken onderscheiden. Ld3.1.3 Je kunt het belang van gegevens inschatten met het oog op het realiseren van een onderscheidende marktpositie. Dt3.2 Vaststellen welke gegevens nodig zijn uit de omgeving om de kansen en bedreigingen voor een onderneming te kunnen beschrijven. Ld3.2.1 Je kunt gebruik maken van relevante modellen voor het structureren van je analyse van de maatschappelijke omgeving waarin een onderneming actief is. Ld3.2.2 Je kunt structuur aanbrengen in een ogenschijnlijke overvloed aan gegevens. Ld3.2.3 Je kunt het belang van gegevens inschatten met het oog op het realiseren van duurzaam concurrentieel voordeel. Dt3.3 Uitvoeren van een eenvoudige interne en externe analyse (quick scan) vanuit een gegeven probleemstelling. Ld3.3.1 Je kunt een kwantitatieve en kwalitatieve analyse maken van maatschappelijke ontwikkelingen op basis van informatie in een (live) case en de actualiteit. Ld3.3.2 Je kunt een kwantitatieve en kwalitatieve analyse maken van een onderneming in relatie tot haar concurrenten op basis van informatie


43

in een (live) case. Je kunt de analyse samenvatten in een SWOT en hieruit een conclusie trekken. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Dt4.1 In kaart brengen van de marktkansen van een product of dienst op basis van een eenvoudig onderzoek. Ld4.1.1 Je kunt een combinatie maken van relevante sterktes van een onderneming en kansen die zich voordoen in de markt. LD4.1.2 Je kunt een combinatie maken van relevante zwaktes van een onderneming en bedreigingen die zich voordoen in de markt. Ld4.1.3 Je kunt het causaal verband tussen sterktes en kansen enerzijds en zwaktes en bedreigingen anderzijds kernachtig motiveren. Dt4.2 Vertalen van de marktkansen in korte termijn doelstellingen. Ld4.2.1 Je kunt doelstellingen SMART formuleren. Ld4.2.2 Je kunt de conclusie uit de SWOT vertalen naar marketing doelstellingen. Dt4.3 Ontwerpen van een actieplan voor het bereiken van deze doelstellingen. Ld4.3.1 Je kunt beschrijven wat je kan bereiken met elk marketingmix instrument en de combinatie ervan. Ld4.3.2 Je kunt doelstellingen vertalen naar een creatief actieplan voor de inzet van marketingmix instrumenten. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid Ld3.3.3

LDC 4

LDC 5

Dt5.1


Vaststellen, samen met anderen, van de veranderingen voor een of enkele functionele gebieden van de organisatie vanuit een gegeven marketingprobleemstelling. Ld5.1.1 Je kunt samenwerken in een team. LD5.1.2 Je kunt de gevolgen overzien van je eigen actieplannen. Ld5.1.3 Je kunt key performance indicatoren benoemen om te meten in hoeverre actieplannen leiden tot het gewenste succes.

Toelichting: Onderstaande matrix bevat het aantal weken per semester inclusief toetsweken en projectweken en exclusief vakantieweken met daaronder het aantal lesweken. Semester 2 weken Lesweek

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

6 6

7 7

8

9

10 11 12 13 14 15 16 17 18 8 9 10 11 12 13 14

1 MC toets 2 Rode draad case 3 Portfolio met Mini case Legenda: Toets: Herkansing Contacturen - De herkansing van de MC toets van week 8 is in week 18. De herkansing van de toets van week 17 is in week 23 - De rode draad case is een groepsopdracht die herkanst kan worden nadat feedback van de docent is ontvangen. Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

44

-

Zie ook 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling

Actieve participatie tijdens de cases is voorwaarde voor het toekennen van studiepunten. 7 Vorm van de toetsen

•

•

•

Multiple choice kennistoets (weging 60%, bodemcijfer 40). Toetsing halverwege de cursus en aan het einde van de cursus. Toetsing van kennis van marketing begrippen, marketing vocabulaire en marketingmodellen. Rode draad case toepassen van kennis (weging 30%, bodemcijfer 40). Toetsing van het geïntegreerd toepassen van marketing modellen en marketingtechnieken op een grote (live) case gedurende een aantal weken waarin wekelijks bouwstenen worden aangereikt om de case een stap verder op te lossen. Portfolio met kleine wekelijkse opdrachten gericht op kennis en toepassing (weging 10%, bodemcijfer 40). Toepassen van een marketing model / techniek op een kleine case.


• Multiple choice kennistoets toetst kennis van marketing begrippen, -vocabulaire en – modellen. Leerdoel 3.1.1; 3.2.1; 4.3.1. • Rode draad case toetst het geïntegreerd toepassen van marketing modellen en –technieken op een grote (live) case gedurende een aantal weken. Leerdoel 3.1.2; 3.1.3; 3.2.2; 3.2.3; 4.1.1; 4.1.2; 4.1.3; 4.2.1; 4.2.2; 4.3.2; 5.1.1; 5.1.2 en 5.1.3. • Portfolio met wekelijkse opdrachten toetst het toepassen van een marketing model op een kleine case. Leerdoel 3.1.2; 3.1.3; 3.2.2; 3.2.3; 4.1.1; 4.1.2; 4.1.3; 4.2.1; 4.2.2; 4.3.2; 5.1.1; 5.1.2 en 5.1.3.


• Multiple choice + open vragen kennistoets: 40 MC vragen met 4 antwoordmogelijkheden. Voldoende bij 22 of meer MC vragen goed beantwoord en 55% van open vragen juist beantwoord. Aftoetsen van kennis. • Rode draad case: juiste antwoorden volgens het antwoordmodel per case of realistisch antwoord voorzien van steekhoudende argumentatie naar inzicht van docent. Sluit aan bij leerdoel om kennis toe te passen en zelfstandig een kritisch oordeel te vormen en creatieve oplossingen aan te dragen. • Portfolio met wekelijkse opdrachten: Idem beoordeling van Rode draad case maar dan met enkelvoudig probleem.


45

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Leerlijn Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster

2,5 CU03133 Systematische Probleem Aanpak (SPA) B Onderzoeksvaardigheden 2011-2012 Alle studenten van de HZ e 1e jaar, 2 semester SPA

Cursusbeschrijving 2 3

6


Met een werkgroep stel je stapsgewijs en systematisch een plan van aanpak van een eenvoudig onderzoek, op.

Competenties (C), deeltaken (Dt), Leerdoelen (Ld) in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P)

Onderzoek voorbereiden Dt.1 Je doet een voorstel voor (toegepast) onderzoek en zet onderzoek op voor het oplossen van problemen in praktijksituaties Ld. 1.1 Je kunt een probleemstelling formuleren (het geheel van probleemschets, onderzoeksvraag en doelstelling). Ld. 1.2 Je kunt bronnenonderzoek uitvoeren. Ld. 1.3 Je kunt een onderzoek opzetten en dit vastleggen in een onderzoeksvoorstel (= plan van aanpak voor onderzoek). Ld. 1.4 Je kunt de kwaliteitseisen van het onderzoeksresultaat formuleren.


lesweken

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 11 12 13 14 15

bijeenkomsten eindtoets toets contactactiviteiten Aanwezigheid is voorwaarde voor het toekennen van studiepunten.

7

8

Vorm van de toetsen


Het inlevermoment van de herkansing wordt bepaald in overleg met de docent. Zie tevens 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling naam

soort toets

bodemcijfer

gewicht

Plan van aanpak

rapport

5.5

100%

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Achtergronden Probleemstelling en doelformulering Opdrachtformulering Grenzen en randvoorwaarden Activiteiten /planning Producten Kwaliteitsbewaking


46

16

9


1. 2.

3. 4.

5. 6. 7.

Achtergronden met tenminste de volgende inhoud 1.1 Achtergrond informatie opdrachtgever en nemer 1.2 aanleiding van het onderzoek Probleemstelling en doelformulering met tenminste de volgende inhoud 2.1 doel van het onderzoek 2.2 centrale onderzoeksvraag en deelvragen Opdrachtformulering met tenminste de volgende inhoud 3.1 resultaat van de analyse 3.2 Onderzoeksopdracht Grenzen en randvoorwaarden met tenminste de volgende inhoud 4.1 Aspecten waar wel/geen aandacht aan wordt besteed 4.2 Uitgangspunten 4.3 Randvoorwaarden en beschikbare hulpmiddelen Activiteiten /planning met tenminste de volgende inhoud 5.1 Activiteiten die moeten worden uitgevoerd (Ld.1.1 t/m Ld1. 4) Producten met tenminste de volgende inhoud 6.1 Tussen en eindproducten (Ld. 1.1 t/m Ld 1.4) Kwaliteitsbewaking met tenminste de volgende inhoud 7.1 Kwaliteitseisen en Kwaliteitscriteria 7.2 Controles die uitgevoerd moeten worden om de kwaliteit van de producten te borgen.


47


2,5 CU04099 Working with Trends B1 2012-13 havo-mbo-vwo 2012-13, semester 2 4090 ESP BBA 2

2 Inhoud van de cursus

Toelichting: In deze cursus wordt aandacht besteed aan: 1. Het lezen, begrijpen en beschrijven van grafieken en grafische informatie. 2. Het trainen van kijken luistervaardigheid aan de hand van authentieke fragmenten. 3. Het verwerven van beroep gerelateerde woordenschat. 4. Het geven van een eerste, basale presentatie in een zakelijke context.


Toelichting: Het ERK-niveau van deze cursus is B1. 1.1 Kan van discussies over actuele en vertrouwde thema's de hoofdlijnen volgen. 1.2 Kan algemene zaken en de belangrijkste informatie begrijpen m.b.t. vertrouwde onderwerpen. 1.3 Kan belangrijke details begrijpen in duidelijk gesproken radioprogramma's. 1.4 Kan de handeling en het verloop van de gebeurtenissen in veel films volgen als het verhaal door beeld en actie duidelijk wordt en de taal niet te moeilijk is. 2.2 Ik kan relevante informatie in brochures, documenten en teksten vinden. 2.3 Ik kan het hoofdthema en de belangrijkste argumenten in eenvoudige teksten in tijdschriften en kranten begrijpen en erop reageren. 2.4 Ik kan instructies begrijpen en uitvoeren.

1. Luisteren

2. Lezen

3. Gesprekken voeren 4. Spreken

5.Schrijven

6 Planning van de

lesweken

4.1 Ik kan een eenvoudige beschrijving geven van vertrouwde zaken binnen het eigen vakterrein. 4.2 Ik kan met enig detail verslag doen van ervaringen, en meningen en reacties beschrijven. 4.3 Ik kan een eenvoudige presentatie houden over mezelf en een onderwerp op mijn vakterrein. 5.5 Ik kan een kort, eenvoudig verslag schrijven. 5.6 Ik kan feitelijke informatie met enig vertrouwen samenvatten en becommentariëren. 5.7 Ik kan diagrammatische informatie omzetten in textuele informatie.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

13

14

15

16

17


18

48

19

toetsen

1 schriftelijk C C C C C C C C T C

C

C

C

C

C

2 mondeling

C

C

C

C

C

C

C C C C C C C

C

T

T

3 assignments * toets Contactactiviteiten *deadline assignments in overleg met de docent Herkansingen van de tentamens uit periode 2 vinden plaats in periode 3. Zie tevens 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 7 Vorm van de toetsen

TM 4099 Nr 1

Toetsvorm Open vragen

2

Mondelinge toets

3

Open vragen

4

Open vragen

Omschrijving Schriftelijke tussentoets – describing trends Mondelinge eindtoets: presentatie Schriftelijke eindtoets: woordenschat Schriftelijke tussentoets: luisteren

Weging 30%

Bodemcijfer 5.5

35%

5.5

15%

5.5

20%

5.5

Summatieve toetsen: 1. Schriftelijk:(40% van het eindcijfer) a. woordenschat (zie leerstrategie 6) b. luisteren (CanDo’s 1.1 t/m 1.4) c. schrijven: describing trends (CanDo’s 5.5 t/m 5.7) 2. Mondeling: (40% van het eindcijfer) a. spreken (CanDo’s 4.1 t/m 4.3) Voor beide onderdelen geldt: bodemcijfer 5.5 Het individuele process assignment is voorwaarde voor het toekennen van studiepunten. Herkansingen worden uitgevoerd op basis van de onder 2.2.5a opgenomen planning. 8 Inhoud van de toetsen

1. Schriftelijk: a. luisteren: een aanbod van diverse soorten authentieke fragmenten met een variatie aan vraagtypen (open vragen,multiple choice, matching, etc...) (CanDo’s 1.1 t/m 1.4) b. woordenschat: toets gebaseerd op opgegeven pagina's (taalstrategie 6) c. schriftelijk: describing trends – een variatie aan opdrachten culminerend in het beschrijven van een complete grafiek (CanDo’s 5.5 t/m 5.7)


49

2. Mondeling: a. spreken : korte presentatie in zakelijke context - pairwork(CanDo’s 4.1 t/m 4.3) 9 Beoordelingseisen per toets

Student wordt beoordeeld op B1 niveau. 1. Schriftelijk: a. luisteren: 70% goede antwoorden voor een voldoende niveau b. woordenschat: 70% goede antwoorden voor een voldoende niveau c. schrijven: correctheid en accuratesse van grafiekbeschrijving afgemeten aan gestelde criteria 2. Mondeling: a. cohesion: gebruik van verbindingswoorden b. uitspraak: duidelijk verstaanbaar, maar niet foutloos; accent enigszins toegestaan c. woordenschat: relevant en accuraat; gebruik van presentation language d. grammatica: redelijk accuraat, zonder basale fouten e. fluency: mate van herhalingen (stopping and restarting; undue hesitations) f. opdracht specifieke kenmerken: structuur, tijd, gebruik van visuele hulpmiddelen, etc…


50

2.2.5 Cursussen hoofdfase (art 3.5, 3.11 OER HZ)

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Jaar Niveau Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster 2 Inhoud van de cursus


2,5 CU07501 MVO basis 2013-2014 1 havo-mbo-vwo 2-1 MVO basis Deze cursus geeft je de kennis, het inzicht en de vaardigheden die horen bij een duurzame professional. Je maakt kennis met het begrip duurzame ontwikkeling en je ontdekt hoe duurzame ontwikkeling leidt tot samenleving die nu en in de toekomst kan voldoen aan de behoeften van iedereen. De cursus begint met een oriëntatie op het onderwerp waarin de basisbegrippen geïntroduceerd worden. Daarna volgt een analyse van een aantal weeffouten: zwakten en bedreigingen, die samen de reden vormen waarom het nodig is te werken aan duurzame ontwikkeling. De middelen dat te doen worden krachtbronnen genoemd en daarvan worden de belangrijkste besproken. Een belangrijke plaats is ingeruimd voor de grote uitdagingen van deze tijd die te maken hebben met klimaat en energie en aan het eind van de cursus nemen we ruim tijd om in te gaan op de argumenten die bedrijven hebben om duurzaam te ondernemen. C1

Een duurzame professional integreert duurzaamheid in zijn beroepsuitoefening Dt1.1 Een duurzame professional draagt verantwoordelijkheid voor zijn eigen werk Ld1.1.1 Je kunt een stakeholderanalyse maken op basis van consequentiebereik en consequentieperiode. Dt1.2 Een duurzame professional denkt en werkt vanuit een systeemvisie Ld1.2.1 Je kunt denken in systemen: lenig in- en uitzoomen, d.w.z. beurtelings analytisch en holistisch denken Ld1.2.2 Je kunt weeffouten en krachtbronnen in systemen herkennen en krachtbronnen benutten. Ld1.2.3 Je kunt integraal en ketengericht denken Dt1.3 Een duurzame professional zet zich persoonlijk in voor duurzame ontwikkeling. Ld1.3.1 Je kunt duurzame ontwikkeling consequent betrekken op het eigen werk als professional (duurzame attitude) Dt1.4 Een duurzame professional leeft zich in in de waarden en gevoelens van anderen Ld1.4.1 Je kunt waarden van jezelf en van andere mensen en culturen herkennen en respecteren. Ld1.4.2 Je kunt onderscheid maken tussen feiten, vermoedens en meningen. Dt1.5 Een duurzame professional denkt en werkt vanuit een toekomstperspectief. Ld1.5.1 Je kunt denken in verschillende tijdschalen; lenig in- en uitzoomen tussen korte- en lange termijnaanpak. Ld1.5.2 Je kunt niet-lineaire processen herkennen en benutten.


51

6 Vorm van de toetsen


1. Overalltoets: Eindtoets MVO basis over de behandelde stof van het boek ‘Basisboek duurzame ontwikkeling’ bodemcijfer 50, gewicht 50% 2. Rapportage/verslag: Opdrachten uit het boek ‘Basisboek duurzame ontwikkeling’ Bodemcijfer 55, gewicht 50% Voor herkansing zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1Eindtoets MVO basis 2 Opdrachten toets Contactactiviteiten



11

12

13

14

15

16

1 Overalltoets: Eindtoets MVO basis: hierin wordt de theorie van duurzame ontwikkeling getoetst die je in het Basisboek Duurzame ontwikkeling hebt bestudeerd. In de opdrachten zijn bepaalde aspecten van de theorie geoefend en uitgediept. Daarom is het ook noodzakelijk om de uitwerkingen van de opdrachten te bestuderen voor de toets. Van het boek dien je de hoofdstukken 1 - 4 en 7 en 8 te bestuderen. (Dt1.1, 1.2, 1.4, 1.5) 2 Rapportage/verslag: (Opdrachten) Na elk contactmoment die bestaat uit een werkcollege krijg je een opdracht mee om uit te voeren in werkgroepverband. De opdrachten lever je in bij de docent die ze afvinkt. De opdrachten worden klassikaal nagekeken aan de hand van een beoordelingsformulier. Je kijkt daarbij een opdracht na van een andere groep en je geeft een indicatiecijfer. De laatste opdracht over MVO is een grotere opdracht en wordt beoordeeld voor het eindcijfer van de opdrachten. (alle deeltaken en onderzoeksvaardigheden) 1 Overalltoets: Eindtoets MVO basis: theorie van duurzame ontwikkeling Van het boek dien je de hoofdstukken 1 - 4 en 7 en 8 te bestuderen. (Dt1.1, 1.2, 1.4, 1.5) 2 Rapportage/verslag: (Opdrachten) (alle deeltaken en onderzoeksvaardigheden)


52

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving Nr Rubriek 2 Inhoud van de cursus

3

Competenties, deeltaken, leerdoelen

2,5 EC CU05153 Productontwikkeling & Marketing e 2 jaar 2012 – 2013 Voltijd Jaar 2, semester 1 POM

Toelichting Deze cursus wordt als flankerend onderwijs van Student company 1 aangeboden aan CE studenten omdat zij in hun toekomstig werkveld dichtbij productontwikkeling kunnen staan. De verschillende stappen in het productontwikkelingsproces worden doorlopen en de specifieke vaardigheden bij elke stap worden door middel van oefeningen doorlopen. Er wordt aandacht besteed aan de verschillende brainstormtechnieken, visualiseren van ideeën, het doen van marktonderzoek naar behoefte / verfijning van een concept tot het optimaliseren en in productie (laten) nemen van het concept. Uiteraard onderbouwd met een marketingplan. Studenten die deze cursus volgen zijn binnen hun eigen Student company (mede)verantwoordelijk voor het productontwikkelingsproces. CE1. De commercieel econoom maakt omgevingsveranderingen inzichtelijk en vertaalt deze naar kansen en bedreigingen voor de onderneming zodat de onderneming hier haar beleid op af kan stemmen. DT1.1 De bba verzamelt en interpreteert secundaire informatie op macro en meso niveau. Ld1.1.1 Je kunt omgevingssignalen oppikken en vertalen naar een productidee. Dt1.2 De bba stelt de (primaire) informatiebehoefte vast. Ld1.2.1 Je kunt voor een productconcept een vragenlijst opstellen. Ld1.2.2 Je kunt voor een productconcept een doelgroep bepalen. Dt1.4 De bba interpreteert trends en ontwikkelingen uit de markt en uit onderzoek verkregen informatie en vertaalt dit in Kansen en Bedreigingen. Ld1.3.1 Je kunt de resultaten van onderzoek combineren met technische- en financiële mogelijkheden en dit operationaliseren in activiteiten. BBA1: De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. DT1.2 De BBA voert, in samenwerking met anderen, binnen een eenvoudige organisatie de verschillende bedrijfskundige processen uit. Ld1.2.1 Je kunt een brainstormsessie in goede banen leiden. Ld1.2.2 Je kunt een productidee visualiseren in een concept. Ld1.2.3 Je kunt onderzoek doen naar de haalbaarheid van een concept. BBA2: DE BBA formuleert op tactisch niveau overtuigend implementeerbare oplossingen voor een organisatieprobleem, die passen binnen het kwaliteitszorgsysteem van de organisatie. DT2.1 … identificeert en organisatieprobleem binnen een bedrijfsproces. Ld2.1.1 Je kunt beargumenteerd een keuze maken tussen potentieel


53

realiseerbare ideeën en niet-realiseerbare ideeën. Dt2.2 De bba analyseert de oorzaken en effecten van het vastgestelde probleem voor een proces en voor de organisatie. Ld2.2.1 Je overziet de gevolgen van een keuze voor een bepaald product. DD2: Toepassen van kennis en inzicht DT2.1 De bba is in staat tot nabije transfer: toepassing in identieke werksituaties; Ld2.1.1 Je kunt kennis uit de cursus Opstap en Marketing van Producten toepassen. Ld2.1.2 Je kunt een complexe productontwikkelingssituatie met meerdere deelproblemen oplossen. Ld2.2.1 Je kunt taakgericht reflecteren of de ontwikkelingsdoelen zijn gehaald . 6

Vorm van de toetsen

Naam Type toets 1 Verslag waarin gereflecteerd wordt op het verloop Reflectieverslag van het productontwikkelingsproces in de eigen student company.

Bodemcijfer Gewicht 55 100%

Aanwezigheid is een voorwaarde voor het toekennen van de studiepunten.

7

Planning toetsen

Lesweek Contacturen

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 11 12

13 14

1 Verslag Legenda: Toets: Contacturen Herkansingen worden in overleg met de docent ingepland. Zie tevens 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 8


9


Naam

Leerdoel In het verslag wordt gereflecteerd op het productontwikkelingsproces in de eigen Student company. CE Leerdoelen: Ld1.1.1; Ld1.2.1; Ld1.2.2; 1 Ld1.3.1; Reflectieverslag BBA leerdoelen: Ld1.2.1; Ld1.2.2; Ld1.2.3; Ld2.1.1; Ld2.2.1. DD leerdoelen: Ld2.1.1; Ld2.1.2; Ld2.2.1. Eisen aan reflectieverslag (weging 100%, bodemcijfer 55) 1. Individueel verslag waarin student reflecteert op kennis- en toepassing van deze kennis tijdens het productontwikkelingsproces van de eigen Student company. Het reflectieverslag bevat alle individuele opdrachten die gemaakt zijn.


54


CU03981 Student company 1 e 2 jaar havo-mbo-vwo 2–1 Stud comp 1

Cursusomvang: 2,5 ECTS


Student company 1 is het eerste deel van de cursus Student company die een heel studiejaar beslaat. Student company 1 wordt uitsluitend in het eerste semester aangeboden, Student company 2 uitsluitend in het tweede semester. Beide cursussen kunnen niet los van elkaar gevolgd worden of in omgekeerde volgorde. In combinatie met de cursus Student company 1 en 2 kun je afhankelijk van je opleiding aanvullende cursussen volgen. Als ondernemer ben je in staat om een onderneming op te zetten. Van het schrijven van een adequaat ondernemingsplan ter verkrijging van een financiering, het samenstellen van de organisatie waarin mensen gemotiveerd worden om te werken tot het realiseren van ondernemingsdoelstellingen rekening houdend met de gevolgen van eigen handelen. De onderneming voldoet vanzelfsprekend aan de voorwaarden die vanuit ethisch, innovatief en duurzaam perspectief worden gesteld. Binnen een onderneming werk je zelf, of werk je nauw samen met verschillende disciplines: • De Bedrijfseconomische afdeling is verantwoordelijk voor het opzetten van een adequate administratie, de beheersing van de geld en goederenstromen en zorgt ervoor dat de financiële verslaggeving voldoet aan daarvoor gestelde wettelijke en maatschappelijke normen en kaders. • De Commerciële afdeling is verantwoordelijk voor de vertaling van wensen en behoeften van de doelgroep naar concrete producten / diensten en de verkoop hiervan waarbij rekening wordt gehouden met de capaciteiten van de onderneming. Hiervoor zullen contacten met externe partijen worden onderhouden. • De Human Resources afdeling is verantwoordelijk voor het personeelsbeleid en de interne communicatie van de onderneming. Zij is in staat de gevolgen van (sociaal- en regionaal-) economische ontwikkelingen te interpreteren ten behoeve van het beleid van de organisatie, rekening houdend met de juridische en organisatorische structuur van die organisatie. HRM zorgt voor urenadministratie, faciliteert beoordelingsgesprekken en ingeval van een arbeidsconflict zorgt zij voor een zorgvuldige opbouw van de ontslagprocedure. • De Productieafdeling is verantwoordelijk voor de technische ontwikkeling van het product op basis van het concept waarbij rekening wordt gehouden met de randvoorwaarden die gesteld zijn door de markt en andere afdelingen. De daadwerkelijke productie kan door meerdere personen worden gedaan. Elke Student company krijgt een drietal begeleiders die ieder een andere rol hebben; De docent is verantwoordelijk voor begeleiding van het proces. De mentor is meestal een oud-ondernemer die je met raad en daad terzijde staat als je er gebruik van wil maken. De accountant is er om de financiële stukken in het ondernemingsplan, het halfjaarverslag en het jaarverslag goed te keuren. Nadat je deze cursus hebt gevolgd kun je voor jezelf bepalen of je wel of (nog) niet als zelfstandig ondernemer wil gaan starten direct nadat je bent afgestudeerd. Ongeacht de


55

omgeving waarin je werkzaam zal worden, een ondernemende houding is een waardevolle competentie die herkend zal worden door elke leidinggevende. Competenties en deeltaken (landelijk) Leerdoelen in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P) •

Vorm, planning en inhoud van de toetsen

C1

B of R Dt1.2.1 Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. Ld1.2.1. Je kunt brainstormen volgens verschillende technieken. 1 Dt1.2.2 Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan Ld1.2.1. Je kunt een idee vertalen in een product / dienst. 2 Ld1.2.2. Je kunt het product als geheel of als componenten inkopen en het 3 vervolgens zelf assembleren. C2 B of R Dt1.2.3 Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming Ld1.2.3. Je kunt een bijdrage leveren aan een efficiënte en effectieve organisatie 1 van taken. Ld1.2.3. Je kunt je laten aansturen door iemand anders om zodoende taken 2 effectief uit te voeren. Dt1.2.4 Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming Ld1.2.4. Je kunt een ondernemingsplan opstellen. 1 C3 B of R Dt3.1 Ld3.1.1 Ld3.1.2 Je kunt … Dt3.2 B of R Ld3.2.1 Ld4.2.2 Dt4.3 B of R netto lesweken % Tijdstip en inhoud Wekelijks m.b.v. wisselend voorzitterschap en notulist. 1. vergadervaardigheden 20 Focus op vergadertechnieken bodemcijfer 5.5 Minimale vormeisen ondernemingsplan bodemcijfer 2. ondernemingsplan 30 5.5 Bijgestelde financielee verslag uit ondernemingsplan 3. halfjaarverslag 15 bodemcijfer 5.5. 4. 360° beoordeling van 20 Beoordeling op inzet en competenties bodemcijfer 5.5 elkaar Korte pitch onderneming en product van 3 minuten. 5. elevator pitch 15 Bodemcijfer 5.5 Deelname aan de directeurendag is een voorwaarde voor het toekennen van studiepunten


Herkansing: Voor de herkansing van Student company is een uitzondering gemaakt. Dat wil zeggen dat de herkansing bestaat uit het nogmaals volgen van de gehele cursus in het volgende cursusjaar. 1. Vergadervaardigheden: zie beoordelingsformulier in bijlage 1 2. Ondernemingsplan: overeenkomstig beoordelingscriteria Opstap met dien verstande dat analyse gebaseerd moet zijn op onderzoek en dat het plan realistisch en uitvoerbaar moet zijn. Criteria zie bijlage 2. 3. Directeurendag: aanwezigheid algemeen directeur en/of een van managers. 4. Goedkeuring accountant, realistische weergave van tussentijdse resultaten.


56

5. 6.

360° beoordeling: Beoordelingsformulier in bijlage 3 kan als hulpmiddel bij het onderling beoordelen gebruikt worden. HRM vertaalt evaluatie naar rapportcijfer. Elevator pitch: externe jury van ondernemers beoordeelt pitches op innovatief product / toegevoegde waarde; voldoen aan behoeften doelgroep; geloofwaardigheid van de presentatie; kennis van product en markt.


57



3


7,5 EC CU03851 Marketing Research Hoofdfase 2012-2013 Studenten opleiding commerciële economie 2012, semester 1 Cu03851 Mark.Res.

Deze cursus is een eerste introductie in marketing research. Je gaat je verdiepen in alle facetten van marketing research: doelstelling onderzoek, probleemstelling onderzoek, opstellen onderzoeksvragen, keuze van de onderzoeksmethode, planning van het onderzoek, steekproef trekken, analyse van gegevens en rapporteren. Dit ga je niet alleen theoretisch bestuderen. Je gaat namelijk ook groepsgewijs een marketing research opzet, onderzoeksvoorstel, opzetten.

C2

Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek Dt2.1

Dt2.2

Dt 2.3

Dt 2.4

Formuleren, zelfstandig, van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit een of meerdere contexten. Ld2.1.1 Je kunt kritisch kijken naar de onderzoeksvraag van een onderneming en deze indien nodig scherper formuleren. Ld2.1.2 Je kunt op basis van de onderzoeksvraag deelvragen formuleren. Maken, zelfstandig, en onder eigen verantwoording uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst. Ld2.2.1 Je kunt op basis van de onderzoeksvraag aangeven welke informatie verzameld moet worden om de onderzoeksvraag te beantwoorden en de hiervoor uit te voeren werkzaamheden te plannen in de tijd en hiervoor een kostenbegroting op te stellen. Maken van een eenvoudige vragenlijst die aansluit bij de onderzoeksvraag. Ld2.3.1 Je kunt een eenvoudige vragenlijst opstellen die aansluit bij de onderzoeksvraag. Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen. Ld Je kunt een rapport opstellen over een marktonderzoekopdracht. 2.4.1 Ld Je kunt onderzoeksresultaten uitdrukken in grafieken en tabellen. 2.4.2 Ld Je kunt de in het onderzoek gehanteerde (statistische) technieken 2.4.3 (zoals trendanalyse, exponential smoothing, indexcijfers, chi-kwadraattoets, enkelvoudige regressieanalyse en rangcorrelatie van Spearman) verantwoorden.


58

7


lesweken 1 MC en open vragen toets Eindverslag onderzoeks voorstel

2

3

4

5

6

7

8

9

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

toets contactactiviteiten De herkansing van de multiple choice (MC) en open vragen toets is aan het eind van het eerste kwartaal in het volgende semester . - Het eindverslag onderzoeksvoorstel dient voor het eind van het semester te zijn ingeleverd. Eventuele herkansing van dit verslag vindt plaats in het volgend semester - Herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling De summatieve toets bestaat uit multiple choice vragen en open vragen. Het is een gesloten boek tentamen. Bodemcijfer: 4.0, weging: 40%. Met behulp van de multiple choice vragen wordt jouw kennis getoetst. Het eindverslag onderzoeksvoorstel is een rapport over een fictief bedrijfs vraagstuk en/of probleem dat jullie hebben opgesteld. In dit verslag wordt beschreven wat de onderzoeksvraag is, welke onderzoeksmethode is gehanteerd, de wijze van informatieverzameling, de informatieverwerking, en analyse van gegevens. Bodemcijfer: 4.0, weging: 60%. De multiple choice en open vragen toetst met name leerdoel 2.4.3. Waarbij de multiple choice vragen de kenniselementen toetst die horen bij met name leerdoel 2.4.3. De open vragen toetsen met name het kunnen hanteren van de technieken die horen bij leerdoel 2.4.3. Het eindverslag onderzoeksvoorstel toetst met name de leerdoelen 2.1.1, 2.1.2, 2.2.1, 2.3.1, 2.4.1 2 en 2.4.2. Hierbij wordt getoetst of je een vraagstuk of probleem kunt omzetten naar een probleemstelling voor onderzoek, dat je informatie weet te verzamelen om de vragen te beantwoorden, dat je onderzoekstechnieken zoals telefonische interviews, face-to-face interviews of online interviews weet te onderbouwen. -

8

Vorm van de toetsen

9


10


Voor de multiple choice + open vragen summatieve toets moet je minimaal het bodemcijfer 4.0 behalen. Ten aanzien van de open vragen geldt dat de eventuele analyses dienen te worden uitgewerkt met de juiste berekeningsmethode, waarbij de berekening en het uiteindelijke antwoord wordt vermeld. Voor het eindverslag onderzoeksvoorstel moet je minimaal het bodemcijfer 4.0 behalen. In het voorstel geef je aan wat de aanleiding is, hoe je probleemstelling definieert en deelvragen opzet(leerdoel 2.1.2) en vermeld je de mogelijke onderzoekstechnieken (leerdoel 2.4.2). Hierbij zal je getoetst worden op de onderbouwing.


59


2,5 CU03081 Onderzoek & Methodologie 1/2 2013-2014 werkenden / havo-mbo-vwo 2-1 Onderzoek & Methodologie


Onderzoek in organisaties oftewel praktijkgericht onderzoek wordt steeds belangrijker. Onderzoek sluit aan op vragen uit de praktijk om good practices van evidence te voorzien. Oftewel er wordt een evidence based practice gehanteerd. Evidence based practice staat voor de nauwkeurige en gestructureerde toepassing van theoretische kennis bij het invullen van het professioneel handelen (Sackett, et al., 1996). Dit houdt in dat je in de uitoefening van je beroep theoretische kennis die je het opgedaan in de opleiding toepast en je handelen in je functie laat leiden door feitenkennis opgedaan door gegevens te verzamelen vanuit betrouwbare informatiebronnen. Een sterkere oriëntatie op evidence based practice heeft consequenties voor het onderwijs. Immers, dit vergt een zeker niveau van conceptueel denken: theorie en praktijk moeten bij elkaar gebracht kunnen worden. Het betekent ook dat (theoretische) ontwikkelingen binnen het vak bijgehouden moeten worden. Het vraagt van jou als Hbo-student reflectie over de wijze waarop jij theorie in de praktijk toepast. Door middel van onderzoek ontwikkelen je als Hbo-student systematisch evidence based kennis die je kunt uitwisselen met medestudenten in en buiten de school. Het HBO verankert onderzoek sterker in het curriculum door het aanbieden van de cursus Onderzoek & Methodologie waarin jij je als Hbo-student zich oriënteert op het doen van toegepast, praktijkgericht onderzoek. De inhoud van de cursus ziet er als volgt uit: blok 1

les 1 2 3

2

4 5 6

3 7 8 9 4 10 11 12

Wat wil de onderzoeker weten? Probleemstelling – onderzoeksvragen- doelstelling Literatuur review- theoretisch kader- conceptueel model Diagnostische toets 1, procesevaluatie, inleiding blok 2 Onderzoekontwerp en vormen van onderzoek Dataverzamelingsmethode- steekproef-meetinstrument Onderzoeksvoorstel Diagnostische toets 2, procesevaluatie, inleiding blok 3 Opzet van onderzoek Operationaliseren Enquêtevoorstel presenteren Diagnostische toets 3, procesevaluatie, inleiding blok 4 Gegevens analyseren en rapporteren Data analyse Presentatie aan klas, docent en afgevaardigde opleidingsteam Diagnostische toets 4, Inleveren definitief dossier, Intervisie

Bron: Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

60

Sackett, D.L., Rosenberg, W.M.C., Muir Gray, J.A., Haynes, R.B., & Richardson, W.S. (1996). Evidence based medicine: what it is and what it isn't. BMJ 312 (7023), 71-2. 3 Competenties (C ) en deeltaken (Dt) Leerdoelen (Ld) in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P)

- Opm. de cursus laat de volledige set aan onderzoekscompetenties de revue passen, met een oriënterend karakter, op Bachelor-niveau C1 In staat zijn om een probleemstelling te formuleren en onderzoek op te zetten Dt1 Je kunt een voorstel doen voor (toegepast) onderzoek en onderzoek opzetten voor het oplossen van problemen in praktijksituaties. Ld1.1 Je kunt een probleemstelling formuleren: het geheel van probleemschets, onderzoekvragen en doelstelling) Ld1.1.1 Je kunt een onderzoeksonderwerp afbakenen daarmee vastomlijnd, concreet en duidelijk aangeven waar het onderzoek zich op richt Ld1.1.2 Je kunt onderzoekvragen formuleren die voortkomen uit de probleemschets en die de daarin voorkomende begrippen definiëren Ld1.1.3 Je kunt een doelstelling expliciteren en je kunt aannemelijk maken dat het onderzoek voldoet aan randvoorwaarden, beperkingen en uitgangspunten (tijd en middelen) Ld1.2 Je kunt bronnenonderzoek uitvoeren Ld1.2.1 Je kunt een zoekplan (zoekvraag + zoekstrategie) opstellen en relevante zoektermen gebruiken daarbij rekening houdend met vakjargon, synoniemen, en (zoek)termen in een andere taal (meestal Engels). Ld1.2.2 Je kunt bibliotheken (waaronder de mediatheek) en het internet systematisch, efficiënt en effectief doorzoeken en daarbij gebruik je diverse typen bronnen (zoekmachines, web portals, boeken, wetenschappelijke tijdschriften, databases, social media). Zo nodig maak je gebruik van experts en mogelijkheden buiten de eigen locatie. Ld1.2.3 Je kunt aantonen d.m.v. bronnenonderzoek dat je gebruik hebt gemaakt van relevante, betrouwbare en bij voorkeur zo authentiek mogelijke en actuele informatiebronnen die het onderwerp bovendien uit verschillende gezichtspunten behandelen. Je kunt de gevonden informatie structureren, combineren en kritisch analyseren in het licht van je onderzoeksvraag en zo kun je het theoretisch kader weergegeven in een conceptueel model- en de praktische context bepalen Ld1.3 Je kunt een onderzoek opzetten en dit vastleggen in een onderzoekvoorstel (=plan van aanpak voor onderzoek) Ld1.3.1 Je kunt een onderzoeksontwerp maken (afhankelijk van het onderzoek met steekproefverantwoording) en een geschikte vorm van onderzoek selecteren (bijvoorbeeld experiment, case study, survey, action research). Ld1.3.2 Je kunt gedefinieerde begrippen in meetbare termen vertalen (operationaliseren) en een meetinstrument maken of kiezen; je kunt de techniek voor het analyseren van data bepalen. Ld1.3.3 Je kunt de volgende aspecten in het onderzoeksvoorstel beschrijven: de onderzoeksaanleiding, de onderzoeksvraag, het theoretisch kader (bij toetsend onderzoek inclusief hypothesen), de praktische context, het onderzoeksontwerp, de planning en middelen, de randvoorwaarden, beperkingen en uitgangspunten, de manieren van kwaliteitsbewaking/kwaliteitsverantwoording. C2 In staat zijn om onderzoek uit te voeren Dt2 Je kunt het onderzoek zoals beschreven in het onderzoeksvoorstel


61

Ld2.1 Ld2.1.1 Ld2.1.2

(laten) uitvoeren, voortgang en kwaliteit monitoren en bijsturen waar nodig. Je kunt de benodigde data verzamelen en de verzamelde gegevens op geschikte wijze verwerken, zodat zinvolle interpretatie mogelijk wordt. Je kunt toegang verkrijgen tot de data en je kunt de data verzamelen met een van de volgende methoden: enquête, interview, literatuuronderzoek, experiment, observatie. Je kunt de verkregen gegevens op overzichtelijke en logische wijze (kengetallen, tabellen, grafieken, schema’s) registreren; Je kunt de verkregen gegevens met passende kwalitatieve en/of kwantitatieve analysetechnieken voorbereiden voor interpretatie.

Ld2.2

C3 Dt3

Je kunt voortgang en kwaliteit van de uitvoering monitoren en bijsturen indien nodig. Ld2.2.1 Je kunt de voortgang en de kwaliteit van de uitvoering beoordelen. Je kunt zo nodig adequaat en verantwoord ingrijpen en wijzigingen in aanpak en uitvoering doorvoeren. In staat zijn om onderzoek af te ronden Je kunt de verzamelde en gestructureerde gegevens interpreteren en conclusies trekken ten aanzien van de onderzoeksvraag. Daarnaast kun je resultaten en het proces evalueren en hiervan verslag doen. Ld3.1 Je kunt betekenis verlenen aan de gevonden en verwerkte gegevens. Ld3.1.1

C4

Je kunt de verzamelde en verwerkte gegevens interpreteren in het licht van de onderzoeksvraag en je kunt tot onderbouwde en ter zaken doende conclusies (en/of aanbevelingen) komen; Je kunt op basis daarvan nieuwe toepassingen en/of inzichten formuleren. Ld3.1.2 Je kunt het onderzoeksproces evalueren, je resultaten vergelijken met die van ander onderzoek en theorie; Je kunt voorstellen doen voor verder onderzoek. Ld3.2 Je kunt onderzoek rapporteren Ld3.2.1 Je kunt de onderzoeksresultaten doel en doelgroepgericht schriftelijk en/of mondeling rapporteren aan een publiek van specialisten en/of niet-specialisten. De activiteiten en de resultaten van je onderzoek kun je zo precies weergeven dat je onderzoek op een ander tijdstip door een andere onderzoeker opnieuw uitgevoerd kan worden, zodat de betrouwbaarheid van je resultaten geverifieerd kan worden. De rapportagetechniek wordt verduidelijkt en in het rapport kun je alle keuzes verantwoorden en beargumenteren. Het onderzoeksrapport bevat een volledig bronnenoverzicht dat is weergegeven volgens de in het desbetreffende vakgebied gebruikelijke standaardnotatiewijze. Onderzoekshouding aannemen Dt4 Je gedraagt je volgens de bij onderzoek horende (ethische) gedragsnormen. Ld4.1 Je kunt je gedrag aanpassen aan bij onderzoek horende normen, beroepsethiek, attitude en verantwoordelijkheden. Ld4.1.1 Je kent de plaats en rol van onderzoek binnen je vakgebied en beroepenveld. Je dient de professionele en maatschappelijke belangen. Ld4.1.2

Je kunt zorgvuldig, tijdig en accuraat, controleerbaar en betrouwbaar werken. In de tekst van het onderzoeksrapport kun je eenduidig verantwoorden welke informatie/bronnen je hebt gebruikt. Je pleegt


62

geen plagiaat. Je bent respectvol, integer, kritisch en objectief.


Opmerking: er zijn een aantal vakken leeg, omdat in deze weken projectactiviteiten en hertoetsweken worden uitgevoerd. lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1.lessen 2. schriftelijke eindtoets 3. studentdossier met praktische opdrachten

18

19

x x

x

Toets Contactactiviteiten

Toetsing theorie: e 1 toets reguliere toetsweek van het HZ jaarrooster Herkansing: e Studenten die de cursus in het 1 semester volgen en de toets met een onvoldoende afronden, kunnen herkansen in de toetsweek deel 2 semester 2. Studenten die de cursus in het tweede semester volgen, alsmede studenten uit het eerste semester die de toets wederom met een onvoldoende afronden in de toetsweek in semester 2, kunnen de toets herkansen in de hertoetsweek deel 2 semester 2. - Zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Toetsing praktijkopdracht: e Laatste les met intervisie van het studentdossier is tevens de deadline voor het 1 toetsmoment (inleveren studentdossier). Als de praktijkopdracht met een onvoldoende wordt beoordeeld volgt een nieuwe opdracht met een deadline van maximaal 3 weken. Uiterlijk in de toetsweek van de theoretische toets moet deze opdracht ingediend zijn bij de docent. 7 Vorm van de toetsen

Toets onderdeel “Kennis”: toetsing van fundamentele feiten, procedures en begrippen op het gebied van onderzoek staan hierbij centraal. De kennistoets bevat 40 meerkeuze vragen. Deze toets vorm geeft weer in welke mate je als student in staat bent kennis van methodologische begrippen en concepten te reproduceren. toets onderdeel “Praktische vaardigheden”: je voert een serie onderzoeksopdrachten uit waarmee je laat zien in welke mate je kennis en vaardigheden hebt verworven om onderzoek succesvol uit te voeren en te voltooien in de beroepspraktijk. Deze toets vorm beoogt jou de competentie ‘toepassing en inzicht’ te laten ontwikkelen door in groepsverband toegepast onderzoek op te zetten en uit te voeren voor het aandragen van oplossingen voor problemen in praktijksituaties. Daarbij tellen ook mee jouw aanwezigheid en inzet tijdens de lessen. Het docentteam heeft voor deze toets vormen gekozen, opdat je als student zowel kennis opdoet van onderzoeksbegrippen als vaardigheden opdoet om onderzoek op te zetten en uit te voeren. Beoordeling vindt plaats op basis van een schriftelijke eindtoets (gewicht 50%, minimumscore 55) en een studentendossier (gewicht 50%, minimumscore 55). De keuze voor deze twee toets vormen is gebaseerd op het feit dat je zowel kennis moeten hebben van onderzoeksbegrippen als onderzoekvaardigheden moet ontwikkelen.


63



Gedurende de cursus krijg je als onderdeel van het studentendossier meerdere praktische opdrachten die de docent beoordeelt; hiervoor is aanwezigheid in de les een voorwaarde om feedback te geven en te ontvangen van medestudenten over de uitgewerkte opdrachten in het studentdossier; dit weegt mee in de eindbeoordeling. Deze opdrachten bundel je in jouw studentendossier, zodat je dit dossier tijdens de lessen kunt uitwisselen met medestudenten voor het verkrijgen en geven van feedback. Dit studentendossier krijgt tot slot een eindbeoordeling van de docent die ook de individuele bijdrage aan het groepsproces hierin meeweegt. Met het studentdossier kun je aantonen welke activiteiten je hebt uitgevoerd in het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Dit kun je gebruiken in jouw studentportfolio waarin je m.b.v. het studentdossier aantoonbaar kunt maken welke leerdoelen je hebt bereikt in deze cursus. - Toets onderdeel “Kennis” (individueel): de schriftelijke toets bestaat uit 40 meerkeuze vragen en toetst de kennis van theorieën en begrippen van onderzoek zoals uiteengezet in het studiemateriaal. - Toets onderdeel “Praktische vaardigheden” (Groepswerk): door middel van praktische opdrachten wordt getoetst of je in staat bent om de kennis van onderzoek en de onderzoeksbegrippen toe te passen in het opzetten en ontwerpen van een onderzoek. De inhoud van de toets bestaat uit het studentdossier met daarin de producten oftewel de uitwerking van de opdrachten uit de lessen. Voor de beoordeling van de individuele schriftelijke toets (kennistoets) zijn antwoordmodellen beschikbaar. Van de 40 vragen mogen er 15 fout beantwoord worden om het bodemcijfer 5.5 (= voldoende) te kunnen behalen. Voor de beoordeling van de studentdossiers (groepsopdracht) zijn beoordelingsformulieren beschikbaar die de beoordelingscriteria bevatten. Het niveau wordt bepaald door de Dublin Descriptoren (zie punt 3). De beoordelingseisen voor de groepsopdracht studentdossier ‘Dit is onderzoek’ zijn: - Correct geformuleerde probleem omschrijving, onderzoekvragen, doelstelling; correcte en beargumenteerde classificatie van de onderzoeksvraag; juiste weergave van het conceptueel model - Volledige uiteenzetting van het zoekplan; volledig uitgewerkte review met referentie naar literatuurbronnen volgens de referentienormen zoals dei binnen de HZ of binnen het beroepsdomein worden gehanteerd. - De onderzoekvorm is volledig uitgewerkt en beargumenteerd o.b.v. de checklists uit het boek; de keuze voor het soort steekproef is voldoende beargumenteerd - De onderzoeksvariabelen zijn geoperationaliseerd; voordelen en nadelen van dataverzamelingsmethoden zijn uiteengezet; de opgestelde enquête is valide en betrouwbaar - De onderzoeksbevindingen zijn adequaat samengevat en suggesties voor aanvullend onderzoek zijn gedaan - Het onderzoeksproces is weergegeven in een PowerPoint presentatie - Beoordeling en becommentariëring van elkaars werk wordt gedaan volgens een intervisieformulier. - Het studentdossier voldoet aan basale rapportage-technische eisen (zie cursusboek Baarda (2010)) - Spelling en grammatica zijn correct, stijl is aantrekkelijk. Beoordeling van het dossier volgens het beoordelingsformulier/intervisieformulier. Eisen voor een voldoende beoordeling zijn o.a. de compleetheid van de uitgewerkte opdrachten, gebruik van literatuurbronnen bij de onderbouwing van keuzes.


64


2,5 CU03078 Basisstatistiek P / AD Onderzoeks leerlijn 2011 - 2012 Instroom mbo-havo-vwo, zowel deeltijd als voltijd studenten 1.1 , 1.2, 2.1 of 2.2 Basis Stat


3



In deze cursus leer je methoden om gegevens te beschrijven (door getallen en figuren), waarbij het van belang is van welke soort de betreffende gegevens zijn. Maar al te vaak is dit onduidelijk of onjuist aangegeven. Na de cursus ben je in staat om het soort gegevens op een juiste wijze te benoemen en herken je eventuele fouten hierin. Verder kijk je naar kansen op gebeurtenissen en interpretaties daarvan. Ook hierover bestaan bij velen misverstanden en onbegrip. Een goed begrip van kansen en wat deze concreet voor jou als beslisser in een bedrijf betekenen kan veel geld opleveren of besparen. Je maakt kennis met enkele kansverdelingen, zoals binomiale, uniforme en normale verdelingen. Deze komen zeer wijdverbreid voor. Hiervan worden tevens eenvoudige toepassingen binnen ondernemingen gegeven. Getallen en uitkomsten staan nooit helemaal vast, er is altijd sprake van enige mate van onzekerheid. Daarom is het belangrijk met betrouwbaarheidsintervallen voor fracties en voor gemiddelden te kunnen werken, en te weten wat deze kunnen betekenen voor een onderzoek binnen een onderneming of uit de alledaagse praktijk. Tot slot wordt gekeken naar de bron van je informatie. Waar komt de informatie vandaan en op basis van hoeveel ‘metingen’ trek je je conclusies. Hoe kun je de optimale steekproefgrootte bepalen en wat kun je doen als deze te groot is. C1

C2

Je weet wat de functie van statistiek is, zowel binnen de voor jouw opleiding relevante beroepscontext als daarbuiten Dt1.1 Je kunt (recente) onderzoeksresultaten op waarde schatten. Ld1.1.1 (K) je kunt het verschil aangeven tussen beschrijvende- en verklarende statistiek Ld1.1.2 (K) je kunt methoden gebruiken om verschillende soorten gegevens te beschrijven Ld1.1.3 (K) je kunt de meest elementaire maten voor centrale tendentie (ligging) en spreiding berekenen Dt1.2 Weet hoe relevante informatie te verzamelen uit diverse bronnen. Ld1.2.1 (K) Je kunt manieren aangeven die er zijn om verschillende soorten gegevens te verzamelen Ld1.2.2 (K) je kunt de steekproefomvang bepalen bij een gewenste betrouwbaarheid en nauwkeurigheid Ld1.2.3 (K) Je kunt het belang van representativiteit aangeven en hoe je representativiteit zo goed mogelijk kunt benaderen Je kunt statistiek toepassen, zowel binnen de voor jouw opleiding relevante beroepscontext als daarbuiten


65

Dt2.1

Dt2.2

6


lesweken

Je past statistische berekeningen toe en kan de waarde hiervan beoordelen. Ld2.1.1 (V) Je kunt kansen op gebeurtenissen berekenen in eenvoudige bedrijfssituaties of daarbuiten LD2.1.2 (K/V) Je kunt aangeven wat een steekproefverdeling is en je bent in staat hiervoor het gemiddelde, de standaardafwijking en kansen op gebeurtenissen te bepalen. Je kunt zelfstandig een statistisch probleem oplossen bij eenvoudige praktijksituaties of bij het uitvoeren van het beroep Ld2.2.1 (V) Je kunt betrouwbaarheidsintervallen bepalen voor fracties en conclusies voor het bedrijf hieruit trekken Ld2.2.2 (V) Je kunt betrouwbaarheidsintervallen bepalen voor gemiddeldes en conclusies voor het bedrijf hieruit trekken

1 2 3 4 5a 5b

6 7 8

9a 9b

10

11

12 13a 13b

14

15

16

eindtoets toets contactactiviteiten

-

7

8

9

Vorm van de toetsen


Je mag éénmalig, aan het eind van het semester waarin je de cursus hebt gevolgd, besluiten het resultaat van deze diagnostische toetsen voor in totaal 30% mee te laten tellen voor de eindtoets. Als je deze cursus in het eerste semester aangeboden krijgt, kun je de eindtoets herkansen in juni, tegelijk met de reguliere tentamens van het tweede semester Als je deze cursus in het tweede semester aangeboden krijgt, kun je de eindtoets herkansen in juli, tijdens de herkansingsweek Zie artikel 2.2.5a in deze uitvoeringsregelingen

naam

soort toets

bodemcijfer

gewicht

eindtoets

Open vragen, open boek

5,5

100%

De eindtoets bestaat uit een aantal contextrijke opgaven waarbij je moet laten zien dat je begrijpt wanneer welke techniek gebruikt moet worden. De bijbehorende berekeningen moet je ook zelf uitvoeren. Alle leerdoelen kunnen in de eindtoets aan de orde komen. Wat zeker in elke eindtoets aan de orde komt, zijn: het bepalen van enkele maten voor ligging en spreiding, het bepalen van de steekproefomvang bij een gewenste betrouwbaarheid en nauwkeurigheid bij fracties of bij gemiddeldes, het berekenen van kansen op verschillende gebeurtenissen en het bepalen van een betrouwbaarheidsinterval voor fracties of voor gemiddelden.



66

CU07348 Titel: Formal Meetings and Business Correspondence Voorwaarden voor deelname: CU04090 & CU04099 (B1 niveau plus ESP business English)

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht

Voertaal: Engels

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: This course places emphasis on CEF conventions and takes students’ knowledge of lexis and grammar and places them in a functional context for business. In particular the English used in a “meetings” and “complaint letters and responses” context is stressed. Specifically it aims at introducing students to format and language of meetings and complaint letters in a professional context; at developing the communication skills needed to conduct and participate in meetings and writing such correspondence; at creating an awareness for cultural conventions of English meetings and letter-writing in business. Toets Vorm nr

M 1 2

3 Etc

S X

X

X

Inhoud Wegings Gebaseerd op ERK factor

A

Vorm invuloefening Vergadering

Tentamen open vragen + oefeningen

1.3, 1.4, 2.2 , 2.3, 2.5,2.6, 2,8 2,10 2,12, 2,16, 2,20 4.1,4.2,4.3.4.8

Bodem- Planning cijfer toets in week

Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansin herkansing werkdagen in week in week na ontvang cijfer)

10% 40%

5.5 5.5

S1.45

S1.48 S1.48

S1.5

S2.8 S2.8

50%

5.5

S1.4

S1.8

S2.15

S2.19


67


2,5 CU04002 Praktische HRM technieken 1 2012-2013 Voltijd 2-2 HRM



3

Beroepstaak (Bt), deeltaken (Dt), Leerdoelen (Ld)

Na een eerste inleiding op de cursus speel je aan de hand van door jullie zelf ingebrachte praktijksituaties gesprekken zoals die binnen loopbaanmanagement aan de orde komen. Hieronder horen functioneringsgesprek, P(ersoonlijk) O(ntwikkelings)P(lan) gesprekken, beoordelingsgesprek, correctiegesprek en slecht-nieuwsgesprek. Na voorbereiding in de les worden deze gesprekken gevoerd en vervolgens geanalyseerd en van feedback voorzien, waardoor je steeds beter een beeld krijgt hoe dergelijke gesprekken gevoerd kunnen/moeten worden. Aan het eind van de cursus ben je in staat zelfstandig deze gesprekken te voeren, zowel als leidinggevende als vanuit de positie als medewerker. Je bent dan ook in staat deze gesprekken te analyseren met behulp van criteria die jullie zelf hebben opgesteld. C1 De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. Dt1.1 De BBA beoordeelt het functioneren van zichzelf en past gedrag aan. Ld1.1.1 Je kunt verschillende soorten gesprekken voeren, zoals die binnen loopbaanmanagement gehouden worden. Ld1.1.2 Je kunt beoordelen of gevoerde loopbaangesprekken het doel dienen waarvoor deze zijn opgesteld. C2

De bba levert op strategisch niveau een bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid van een internationaal opererende onderneming in samenwerking met anderen van verschillende culturen. Dt2.1 De bba kan omgaan met cultuurverschillen. Ld2.1.1

6

Vorm van de toetsen

naam 1 Video observatie 2 Observatie opdracht

Je kunt, rekening houdend met verschillende culturele achtergronden, loopbaangesprekken houden. soort toets Gesprekstechnieken: functionerings-, correctie-, slecht-nieuws- en beoordelingsgesprek voeren. Individuele analyse van rollenspel en persoonlijke reflectie op wat geleerd is tijdens deze cursus.

bodemcijfer 5,5

5,5

gewicht 50%

50%


68

7


lesweken 1 video observatie 2 observatieopdracht

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

13

14

15

16

17

18

toets contactactiviteiten Herkansing: zie artikel 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 8

9



Aanwezigheid is een voorwaarde voor het toekennen van de studiepunten. Video observatie: • De toets bestaat in dit geval uit het uitvoeren van vier gesprekken, die op DVD moeten worden opgenomen. Deze vier gesprekken(functionerings-, correctie-, slecht-nieuws, en beoordelingsgesprek) worden in groepen van vier studenten opgenomen. Observatieopdracht: • Individuele analyse van de twee gesprekken waar de student niet zelf aan deelgenomen heeft(als vervolg op bovenstaande voorbeeld: analyse maken van beoordelings- en slecht-nieuws gesprek) en daarbij een persoonlijke reflectie op wat de student had willen leren vergeleken met wat hij daadwerkelijk geleerd heeft. Beoordelingseisen video observatie: • Hierbij moet elke student deelnemen aan twee gesprekken (bijvoorbeeld functionerings- en correctiegesprek) in twee verschillende rollen, eenmaal als leidinggevende en eenmaal als medewerker. Het beoordelings- en functioneringsgesprek moet tenminste 15 minuten duren en het correctie- en slechtnieuwsgesprek circa 8-10 minuten. Daarbij moeten de kenmerkende onderdelen van deze gesprektypen duidelijk herkenbaar zijn. Beoordelingseisen observatie opdracht: • De criteria aan de hand waarvan de gesprekken worden geanalyseerd stellen de groepen zelf op, waarbij er tenminste 5 gesprekstechnische criteria moeten zijn en tenminste 5 inhoudelijke criteria.


69


Cursusbeschrijving Nr 2

Rubriek Inhoud van de cursus

3


2,5 EC. CU04025 Promotieplan 2 2012 – 2013. deeltijd, voltijd. 2-2 Promotieplan

Toelichting Toelichting In deze cursus demonstreren jullie dat jullie de basisbegrippen uit het communicatie-vakgebied beheersen, toepassen en kunnen overdragen op derden. Hierbij vertrek je vanuit de ondernemings- en marketingstrategie en werk je naar een concrete communicatie-invulling toe. De student-companies zijn het case-materiaal waarmee we gaan werken. De huidige invulling van strategie, marketing en communicatie van de student-companies zijn het vertrekpunt en jullie gaan samen met jullie eigen student company groep verbeter-adviezen geven aan een andere groep. Het eindproduct zal een marketingcommunicatieplan zijn. Jullie zullen grotendeels zelfstandig de theorie bestuderen. Naast de noodzakelijke kennis van de theorie, zal er aandacht zijn voor analyse vaardigheden, en de toepassing van creatieve technieken. Door elkaar adviezen te geven zullen jullie van elkaar leren. De docent zal jullie ondersteunen bij het begrijpelijk maken van de theorie, het aandragen van creatieve technieken en als coach optreden in het onderzoeks- en adviesproces. Aan het einde van deze cursus hebben jullie basisbagage met betrekking tot communicatie waarmee je goed aan de slag kunt in een commerciële functie in het MKB. Bovendien kun je hierop verdere verdieping gaan zoeken, bijvoorbeeld bij het afstuderen of als je een keuzevak van onze communicatieopleiding overweegt. LDC 3

Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Dt1.1 Opstellen en uitvoeren, samen met anderen van een situatieanalyse m.b.t. communicatie Ld1.3 Je kunt een systematische en correcte analyse m.b.v. geschikte .1 bronnen uitvoeren Ld1.3 Je kunt de uitvoering van het onderzoek verantwoorden .2 Ld1.3 Je kunt de resultaten interpreteren in het licht van de .3 onderzoeksvraag en de moderne en relevante communicatie theorieën en modellen Dt1.2 Vaststellen van de strategische opties Ld1.2 Je kunt uit resultaten van onderzoek en conclusies die daaruit .1 voortvloeien terugvoeren naar een aantal strategische opties voor communicatie Ld1.2 Je kunt de strategische opties uitwerken en een aanbeveling doen op .2 grond van deze opties


70

Dt1.2

6

7

Vorm van de toetsen


Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen Ld1.2 Het rapport voldoet aan de vormvereisten van moderne zakelijke .1 communicatie Ld1.2 Jouw presentatie omvat alle onderdelen van de opdracht en is .2 relevant Ld1.2 Je beheerst de presentatietechnieken .3 LDC Ontwikkelen van Communicatie beleid voor een nationaal of internationaal 4 opererende ondernemingen het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Dt4.1 Prioriteren van opties eventueel in overleg met de opdrachtgever. Ld4.1 Je kunt gebaseerd op resultaten uit onderzoek aan de opdrachtgever .1 een aantal opties voor marketingcommunicatie invulling voorleggen Ld4.1 Je kunt samen met de opdrachtgever realistische opties selecteren en .2 prioriteren Dt4.2 Opstellen van communicatie doelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn Ld4.2 Je kunt een Communicatie-strategie vertalen naar SMART .1 communicatie doelstellingen Dt4.3 Ontwerpen van een communicatie plan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de Communicatie instrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële consequenties. Ld4.3 Je doet aanbevelingen voor implementatie die tenminste een planning .1 van mensen en middelen omvatten Er zijn drie toetsen: - Een kennistoets (factor 50% ) (minimaal 55 op 100) - Een marketingcommunicatieplan (factor 50% ) (minimaal 55 op 100) De kennistoets bestaat uit open en gesloten vragen. Je moet minimaal 50 punten op een totaal van 100 scoren Het marketingcommunicatieplan is een werkstuk dat je bij wijze van advies aan een andere student company aanbiedt. Hiervoor dien je minimaal een 55 te halen. naam 1Kennistoets

soort toets Open en meerkeuze

bodemcijfer 55

gewicht 50%

2Marcomplan

Werkstuk/adviesrapport

55

50%

Inroosteren ja

lesweken 1 kennistoets

Nee

2. marcomplan

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

13

14

15

toets contactactiviteiten De kennistoets vindt plaats in de tussentijdsweek. Het marketingcommunicatieplan wordt ingeleverd in de week daarvoor, net als het feedbackrapport. - De herkansing van de toets is in de hiervoor georganiseerde toetsweek voor herkansingen aan het einde van het schooljaar Zie tevens 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling - Marcom plannen die niet afgerond zijn voor week 7, rond je zonder verdere begeleiding af voor het begin van de herkansingsweek aan het einde van het schooljaar. Bij herkansing Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

71

8


dient de docent vooraf schriftelijk toestemming te hebben gegeven op nieuwe of gewijzigde projecten. Portfolio is een voorwaarde voor het toekennen van studiepunten. Toets: alle niveau’s behalve synthese Marcomplan vooral inzicht en toepassing Onderwerpen

Vraagniveau reproductie

Vraagnivea u

Vraagniveau

Vraagniveau

toepassing

synthese

%

inzicht

9


Marcom definitie

x

x

x

12

Merkenbeleid

x

x

x

12

Communicatie -modellen

x

x

x

12

Doelgroepen

x

x

x

12

Doelstellingen

x

x

x

12

Marcom strategie

x

x

x

12

Marcom mix

x

x

x

16

Ecommunicatie

x

x

x

12

De toets toetst de achterliggende kennis en de toepassing van deze kennis van genoemde leerdoelen. Ook de leervaardigheden heb je hiervoor nodig. Het marcom plan toets alle leerdoelen, leervaardigheden en de onderzoeksvaardigheden: Situatieanalyse 1

2

Opstellen en uitvoeren, samen met anderen van een situatieanalyse m.b.t. communicatie 1.1 De analyse is systematisch uitgevoerd 1.2. De analyse is op basis van juiste bronnen gebeurd 1.3. De analyse is op basis van een plan van aanpak uitgevoerd 1.4 Er is een verband tussen onderzoeksvraag en resultaten De resultaten zijn geïnterpreteerd op grond van moderne 1.5 literatuur en modellen m.b.t. communicatie Vaststellen van de strategische opties De resultaten van onderzoek en conclusies die daaruit 2.1. voortvloeien zijn teruggevoerd naar een aantal strategische opties voor communicatie De strategische opties zijn uitgewerkt naar concrete 2.2. aanbevelingen


72

2.3

De strategische opties en uitwerking zijn besproken met de opdrachtgever

Communicatiebeleid 3

Opstellen van communicatie doelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn De communicatie-invulling is gebaseerd op SMART doelstellingen Ontwerpen van een communicatie plan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de Communicatie instrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële consequenties. De implementatie bevat tenminste een planning van mensen 4.1. en middelen De implementatie bevat tenminste één creatieve uitwerking, 4.2. het zijn van overall concept, hetzij van een instrument 3.1.

4

4.3.

De implementatie is realistisch en haalbaar

4.4.

De implementatie is consistent met strategische opties en aanbevelingen

Rapportage 5

Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen 5.1. 5.2. 5.3.

Het rapport voldoet aan de vormvereisten van moderne zakelijke communicatie De presentatie omvat alle onderdelen van de opdracht en is relevant De presentatietechnieken zijn juist toegepast

Naam toets

Alle leerdoelen, onderzoeksvaardigheden en leervaardigheden

Portfolio

Eisen: 1 Het portfolio bevat een uren- en taken verantwoording 2 Het portfolio bevat een reflectie op de cursus en het eigen functioneren 3 Het portfolio bevat een feedbackrapport aan de adviserende partijen 3 Het portfolio bewijst op overtuigende wijze dat de beoogde competenties en deeltaken zijn verworven


73


CU03982 Student company 2 e 2 jaar havo-mbo-vwo 2–2 Stud comp 2

Cursusomvang: 2,5 ECTS


Student company 2 is het tweede deel van de cursus Student company die een heel studiejaar beslaat. Student company 2 wordt uitsluitend in het tweede semester aangeboden, Student company 1 uitsluitend in het eerste semester. Beide cursussen kunnen niet los van elkaar gevolgd worden of in omgekeerde volgorde. In combinatie met de cursus Student company 1 en 2 kun je afhankelijk van je opleiding aanvullende cursussen volgen. Als ondernemer ben je in staat om een onderneming op te zetten. Van het schrijven van een adequaat ondernemingsplan ter verkrijging van een financiering, het samenstellen van de organisatie waarin mensen gemotiveerd worden om te werken tot het realiseren van ondernemingsdoelstellingen rekening houdend met de gevolgen van eigen handelen. De onderneming voldoet vanzelfsprekend aan de voorwaarden die vanuit ethisch, innovatief en duurzaam perspectief worden gesteld. Binnen een onderneming werk je zelf, of werk je nauw samen met verschillende disciplines: • De Bedrijfseconomische afdeling is verantwoordelijk voor het opzetten van een adequate administratie, de beheersing van de geld en goederenstromen en zorgt ervoor dat de financiële verslaggeving voldoet aan daarvoor gestelde wettelijke en maatschappelijke normen en kaders. • De Commerciële afdeling is verantwoordelijk voor de vertaling van wensen en behoeften van de doelgroep naar concrete producten / diensten en de verkoop hiervan waarbij rekening wordt gehouden met de capaciteiten van de onderneming. Hiervoor zullen contacten met externe partijen worden onderhouden. • De Human Resources afdeling is verantwoordelijk voor het personeelsbeleid en de interne communicatie van de onderneming. Zij is in staat de gevolgen van (sociaal- en regionaal-) economische ontwikkelingen te interpreteren ten behoeve van het beleid van de organisatie, rekening houdend met de juridische en organisatorische structuur van die organisatie. HRM zorgt voor urenadministratie, faciliteert beoordelingsgesprekken en ingeval van een arbeidsconflict zorgt zij voor een zorgvuldige opbouw van de ontslagprocedure. • De Productieafdeling is verantwoordelijk voor de technische ontwikkeling van het product op basis van het concept waarbij rekening wordt gehouden met de randvoorwaarden die gesteld zijn door de markt en andere afdelingen. De daadwerkelijke productie kan door meerdere personen worden gedaan. Elke Student company krijgt een drietal begeleiders die ieder een andere rol hebben; De docent is verantwoordelijk voor begeleiding van het proces. De mentor is meestal een oud-ondernemer die je met raad en daad terzijde staat als je er gebruik van wil maken. De accountant is er om de financiële stukken in het ondernemingsplan, het halfjaarverslag en het jaarverslag goed te keuren. Nadat je deze cursus hebt gevolgd kun je voor jezelf bepalen of je wel of (nog) niet als zelfstandig ondernemer wil gaan starten direct nadat je bent afgestudeerd. Ongeacht de


74

omgeving waarin je werkzaam zal worden, een ondernemende houding is een waardevolle competentie die herkend zal worden door elke leidinggevende. Competenties en deeltaken Leerdoelen in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P) •

Vorm, inhoud en planning van de toetsen

C1

R Dt1.2.1 Genereren van creatieve ideeën als antwoord op een probleem. Ld1.2.1. Je kunt brainstormen volgens verschillende technieken. 1 Dt1.2.2 Omzetten, samen met anderen, van een concept in een product of een dienst en zorgen voor de organisatie van het (laten) maken ervan Ld1.2.1. Je kunt een idee vertalen in een product / dienst. 2 Ld1.2.2. Je kunt het product als geheel of als componenten inkopen en het 3 vervolgens zelf assembleren. C2 B Dt1.2.3 Vormgeven en besturen, samen met anderen, van een project of onderneming Ld1.2.3. Je kunt een bijdrage leveren aan een efficiënte en effectieve organisatie 1 van taken. Ld1.2.3. Je kunt je laten aansturen door iemand anders om zodoende taken 2 effectief uit te voeren. Dt1.2.4 Maken, samen met anderen, van een volledig plan voor een onderneming Ld1.2.4. Je kunt een herzien ondernemingsplan opstellen. 1 C3 B of R Dt3.1 Ld3.1.1 Ld3.1.2 Je kunt … Dt3.2 B of R Ld3.2.1 Ld4.2.2 Dt4.3 B of R netto lesweken % Tijdstip 1. herzien ondernemingsplan 20 Aangepast ondernemingsplan volgens format ondernemingsplan. Bodemcijfer 5.5 2. jaarverslag 20 Financieel jaarverslag uit ondernemingsplan. Bodemcijfer 5.5 3. Omzet en winst volgens plan 20 Omzet en winstoverzicht uit financieel jaarverslag van ondernemingsplan. Bodemcijfer 5.5 4. 360° beoordeling van elkaar 20 Beoordeling van inzet en competenties. Bodemcijfer 5.5 5. Aandeelhoudersvergadering 1 20 Gehouden aandeelhoudersvergadering met en 2 aandeelhouders SC. Bodemcijfer 5.5 Herkansing: Voor de herkansing van Student company is in het OER een uitzondering gemaakt. Dat wil zeggen dat de herkansing bestaat uit het nogmaals volgen van de gehele cursus in het volgende cursusjaar.


Herzien ondernemingsplan: overeenkomstig beoordelingscriteria Opstap met dien verstande dat analyse gebaseerd moet zijn op onderzoek en dat het plan realistisch en uitvoerbaar moet zijn. Criteria zie bijlage 2. Jaarverslag: goedgekeurd door accountant. Omzet en winst beoordeling volgens schema in bijlage 1. 360° beoordeling: Beoordelingsformulier in bijlage 3 kan als hulpmiddel bij het onderling

1.

2. 3. 4.


75

5.

beoordelen gebruikt worden. HRM vertaalt evaluatie naar rapportcijfer. Aandeelhoudersvergadering 1 en 2: Beoordeling a.d.h.v. formulier in bijlage 4.


76

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving 2 Inhoud van de cursus

7,5 ECTS CU03846 Marketing Advanced 2 2 Alle studenten die een introductiecursus Marketing hebben gevolgd, zulks ter beoordeling van de cursuseigenaar. 2 semester 2 Mark Adv

In de cursus Marketing Advanced verdiep je de basiskennis van de marketing verder doordat je nieuwe theorie voornamelijk zelfstandig bestudeert. Tegelijkertijd train je het toepassen van deze theorie door wekelijks een nieuwe case op te lossen. Deze cases zijn grotendeels ‘real life cases’ van bekende bedrijven. Deze cases maak je in teamverband waardoor je leert doelgericht samen te werken. Tijdens de werkcolleges presenteert een team haar oplossing waarna deze oplossing wordt bediscussieerd. Omdat je hier praat over marketing is top of mind kennis van de theorie en vocabulaire essentieel. Tevens leer je het motiveren en presenteren van je eigen (team) oplossing. Aan het einde van de cursus ben je in staat om zelfstandig een marketing plan op te stellen. Toelichting: Na bestudering van rubriek 2 weet de student waarom deze cursus onmisbaar is voor zijn succesvol functioneren in de beroepspraktijk. Schrijf een tekst waarin de lezer antwoord vindt op de volgende vragen. a Zorg voor een tekstueel naadloze aansluiting op rubriek 1. b Wees concreet. Geef duidelijk aan wat de student in deze cursus gaat doen. In rubriek 3 beschrijf je wat hij gaat leren. Je vorm. c Maak duidelijk waarom de student de cursus nodig heeft voor de latere beroepspraktijk. Met andere woorden: wat heeft hij eraan?

3


LDC 3

Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en / of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Dt3.2 Opstellen en uitvoeren, samen met anderen, van een SWOT-analyse vanuit .1 een gegeven context. Ld3.2.1 Je kunt de macro-omgeving van een (inter)nationale onderneming .1 analyseren met behulp van marketing modellen en de resultaten beoordelen in termen van Opportunity / Threat. Ld3.2.1 Je kunt de meso-omgeving van een (inter)nationale onderneming .2 analyseren met behulp van marketing modellen en de resultaten beoordelen in termen van Opportunity / Threat en Strength / Weakness. Ld3.2.1 Je kunt de micro-omgeving van een (inter)nationale onderneming .3 analyseren met behulp van marketing modellen en dit beoordelen in termen van Strength / Weakness. Dt3.2 Objectiveren en combineren van de gegevens op basis van een SWOT.2 analyse en conclusies daaruit trekken. Ld3.2.2 Je kunt een rangorde aanbrengen in de argumenten van je SWOT.


77

LDC 4

LDC 5

.1 Ld3.2.2 Je kunt een conclusie trekken uit de SWOT door argumenten die .2 elkaar in positieve of negatieve zin versterken of elkaar opheffen benoemen. Dt3.2 Vaststellen van strategische opties voor de nationale en/of internationale .3 markt op basis van de analyse. Ld3.2.3 Je kunt met gebruikmaking van strategiemodellen een of enkele .1 strategieën benoemen die logisch voortvloeien uit de SWOT én die bijdragen aan het realiseren van de gestelde doelstellingen. Ld3.2.3 Je kunt een keuze maken uit de verschillende beschikbare .2 strategieën op basis van objectieve criteria. Dt3.2 Rapporteren en presenteren van de resultaten, verantwoorden van de keuze .4 voor de methodiek en onderbouwen van de aanbevelingen. Ld3.2.4 Je kunt de belangrijkste zaken uit je omgevingsanalyse weergeven in .1 een SWOT. Ld3.2.4 Je kunt motiveren en onderbouwen waarom een bepaalde strategie .2 onder bepaalde omstandigheden beter zal kunnen werken dan een andere strategie. Ld3.2.4 Je kunt bovenstaande verbaal uiteenzetten, kort en bondig .3 beschrijven in een marketing plan en presenteren voor een kritisch gehoor. Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Dt4.2 Benoemen van een aantal opties op basis van een SWOT analyse die voor .1 een opdrachtgever is uitgevoerd. Ld4.2.1 Je kunt met gebruikmaking van strategiemodellen een of enkele .1 strategieën benoemen die logisch voortvloeien uit de SWOT én die bijdragen aan het realiseren van de gestelde doelstellingen. Dt4.2 Structureren van de opties en terugbrengen tot een haalbaar aantal .2 prioriteiten. Ld4.2.2 Je kunt de haalbaarheid, passendheid en acceptatie van elke optie .1 beredeneren zodat de meest kansrijke optie zichtbaar wordt. Dt4.2 SMART formuleren van enkele marketingdoelstellingen voor de korte of .3 middellange termijn. Ld4.2.3 Je kunt realistische SMART marketing doelstellingen voor de korte .1 of middellange termijn ontwikkelen. Dt4.2 Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze .4 doelstellingen, inclusief de organisatorische en financiële consequenties. Ld4.2.4 Je kunt een plan maken voor de inzet van marketing mix .1 instrumenten zodanig dat het logisch aansluit bij de conclusies van de SWOT en dat de doelstellingen worden gerealiseerd. Ld4.2.4 Je kunt een inschatting maken van het benodigde budget voor de .2 uitvoering van het plan in combinatie met een inschatting van de verwachtte opbrengsten. Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen vanuit het marketingbeleid Dt5.2 .1

Dt5.2

Analyseren, samen met anderen, van de veranderingen voor alle functionele gebieden van de organisatie, uitgaande van een globale marketingprobleemstelling. Ld5.2.1 Je kunt in teamverband inzichtelijk maken wat de organisatorische .1 gevolgen zijn van de keuze voor verschillende strategische opties. Ontwikkelen, opstellen, onderbouwen en uitvoeren van een plan (voor


78

.2

7

communicatie, inkoop en/of verkoop, distributie, organisatie) op basis van een gegeven marketingbeleid. Ld5.2.2 Je kunt een operationeel plan ontwikkelen, beschrijven en .1 onderbouwen voor diverse functionele gebieden uitgaande van een gegeven situatie. (Niet uitvoeren).

Planning van de toetsen Semester 2 kalenderwe ek Lesweek 1 MC toets

5

6

7

8

9

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 11 12 13 14 15 16

2 Examen case 3 Wekelijkse case (formatief) Digital story 4. Essay Legenda: Toets: Herkansing Contacturen Het Digital story is een groepsopdracht die in plaats van de wekelijkse case moet worden gemaakt. Hierin moet je enkele strategische modellen met elkaar vergelijken en moeten de verschillen en overeenkomsten duidelijk worden gepresenteerd overeenkomstig de vereisten aan een digital story.

8

Vorm van de toetsen

De cursus kent de volgende toetsen. naam 1 MC toets

2 Case tentamen

3. Essay

soort toets bodemcijfer Multiple choice kennistoets van 90 min. 55 bestaande uit 40 vragen met per vraag 5 mogelijke antwoorden waarvan er 1 het beste past. Open boek case tentamen waarbij in 180 55 min. individueel een marketing case moet worden opgelost. Alle hulpmiddelen zijn toegestaan m.u.v. communicatiemiddelen. In het Essay beschrijf je individueel een 55 actueel marketing probleem met behulp van minimaal drie verschillende wetenschappelijke artikelen en trek je je eigen conclusies.

gewicht 25%

50%

25%

De wekelijkse casus en de deelname aan de projectweek CE zijn voorwaardelijk voor het toekennen van studiepunten.


79

9


Het multiple choice tentamen toetst je individuele marketing kennis. Kennis van vocabulaire, onderdelen van marketingmodellen, theorie omtrent de toepassing van marketingmodellen en interpretatie van marktgegevens ( bijv. index consumentenvertrouwen). Sluit aan bij: Ld3.2.1.1; Ld3.2.1.2; Ld3.2.1.3; Ld3.2.3.1; Ld3.2.3.2; 4.2.4.1. Het case tentamen toetst je individuele vaardigheid om marketing theorie toe te passen op een (live) case situatie. Sluit aan bij: Ld3.2.1.1; Ld3.2.1.2; Ld3.2.1.3; L3.2.2.1; Ld3.2.2.2; Ld3.2.3.1; Ld3.2.3.2; Ld3.2.4.1; Ld3.2.4.2; Ld3.2.4.3; Ld4.2.1.1; Ld4.2.3.1; Ld4.2.4.1; Ld4.2.4.2; Ld5.2.1.2. Bij het oplossen van de wekelijkse case ontwikkel je je vaardigheid om in teamverband doelgericht aan een opdracht te werken. Tijdens de werkcolleges bij de discussies wordt je getraind in het gebruik van de juiste vocabulaire. Sluit aan bij: Ld3.2.1.1; Ld3.2.1.2; Ld3.2.1.3; L3.2.2.1; Ld3.2.2.2; Ld3.2.3.1; Ld3.2.3.2; Ld3.2.4.1; Ld3.2.4.2; Ld3.2.4.3; Ld4.2.1.1; Ld4.2.3.1; Ld4.2.4.1; Ld4.2.4.2; Ld5.2.1.1; Ld5.2.1.2. Het Essay toetst je vaardigheid in het analyseren van een actueel (strategisch) marketing probleem en het toepassen van wetenschappelijke artikelen bij het ontwikkelen van oplossingsrichtingen. Sluit aan bij: Ld 1.2.

10


Bij het multiple choice tentamen telt elke juist beantwoordde vraag voor 2,5 punt. Om het tentamen met een voldoende af te sluiten moet je bij 22 van de 40 vragen het antwoord kiezen dat juist is of het beste past. Niet beantwoordde vragen tellen als fout. Bij het open boek case tentamen worden een aantal vragen gesteld volgens het marketing planning proces. Bij elke vraag staat het aantal te behalen punten vermeld. Het case tentamen wordt met een voldoende afgesloten bij 55 punten of meer. Compensatie is mogelijk boven het bodemcijfer van 55. Van de beste antwoorden is per case een antwoordprotocol. Bij de beantwoording wordt rekening gehouden met eerder gegeven (niet optimale) antwoorden en gaat de corrector mee in de gedachtegang van de kandidaat mits dit logisch en consistent is. Van de wekelijkse case worden de verschillende antwoorden bediscussieert tijdens het werkcollege. Van elke case is een antwoordprotocol dat niet aan de deelnemers wordt uitgereikt. Het essay zal worden beoordeeld op het beschrijven van je zoekplan en het vormen van een eigen mening op basis van het correct gebruiken van minimaal 3 wetenschappelijke bronnen.


80




3


7,5 EC. CU04849 Exportmanagement 2 2012 – 2013. voltijd. 2-2 Exp

Toelichting Toelichting Het gaat er in deze cursus om dat je eerst kennis verwerft over de theoretische onderdelen van het exportplan en dat je vervolgens deze ook kunt toepassen in een praktijksituatie. Dit komt in de cursus tot uiting door aan elk hoorcollege een werkcollege te koppelen waarin cases en andere opdrachten worden gemaakt over het behandelde onderwerp. Je kunt na deze cursus, wanneer je werkzaam bent als commercieel econoom bij een organisatie, een analyse uitvoeren en advies uitbrengen over welke buitenlandse markten betreden kunnen worden en op welke manier dat het beste gedaan kan worden. Jouw adviesrapport bevat een uitgewerkte entree- en marketingstrategie, waarmee de export van het product ingezet kan worden. C1

C2

C3

BBA 3: De bba levert op strategisch niveau een bijdrage aan de ontwikkeling van het beleid van een internationaal opererende onderneming in samenwerking met anderen van verschillende culturen. Dt3.2 omgaan met cultuurverschillen Ld3.2.1 Je kunt vanuit kennis van bestaande cultuurverschillen integreren als zakenpartner in een willekeurig (export)land CE1: De commercieel econoom maakt omgevingsveranderingen inzichtelijk en vertaalt deze naar kansen en bedreigingen voor de onderneming zodat de onderneming hier haar beleid op af kan stemmen. Dt1.1 verzamelt en interpreteert secundaire informatie op macro en meso niveau. Ld1.1.1 Je kunt relevante informatiebronnen vinden en interpreteren en de informatie omzetten in heldere formuleringen t.b.v. het exportplan Dt1.4 interpreteert trends en ontwikkelingen uit de markt en uit onderzoek verkregen informatie en vertaalt dit in Kansen en Bedreigingen. Ld1.4.1 Je kunt een heldere en herkenbare beschrijving geven van de ontwikkelingen in de markt en externe omgeving van de organisatie Ld1.4.2 Je kunt een analyse opstellen waarbij je ontwikkelingen uit de markt en omgeving van de organisatie vertaalt naar financiële en continuïteitsrisico’s CE2: De commercieel econoom ontwikkelt het marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming, hij voert dit beleid uit en stelt het bij op basis van ervaringen en nieuwe interne en externe ontwikkelingen. Dt2.2 stelt marketingdoelstellingen en strategische opties vast en maakt een keuze uit de strategische opties. Ld2.2.1 Je kunt de marketingdoelstellingen vaststellen LD2.2.2

Je kunt de strategische opties ten aanzien van export voor de organisatie in kaart brengen, hieruit de beste selecteren en deze


81

6

7

Vorm van de toetsen


uitwerken en onderbouwen in een adviesrapport voor de leiding van de organisatie Dt2.3 maakt een segmentering van de markt, kiest segment(en) en bepaalt de gewenste positionering van een product / dienst. Ld2.3.1 Je kunt de marktsegmenten benoemen en hieruit een keuze maken die aansluit op de doelen van de organisatie Er zijn drie toetsen: - Een kennistoets (factor 50% ) (minimaal 50 op 100) - Een Exportplan (factor 50% ) (minimaal 50 op 100) - Portfolio (afvinkfactor, 0%) (minimaal 55 op 100) De kennistoets bestaat uit open en gesloten vragen. Je moet minimaal 50 punten op een totaal van 100 scoren Het marketingcommunicatieplan is een werkstuk dat je bij wijze van advies aan een andere student company aanbiedt. Hiervoor dien je minimaal een 55 te halen. Het portfolio is ook jezelf belangrijk. Hierin toon je aan de je de beoogde competenties en deeltaken hebt behaald. naam 1 Werkstuk

soort toets Adviesrapport

bodemcijfer 50

gewicht 50%

2 Kennistoets

Open/gesloten vragen

50

50%

Inroosteren ja

lesweken 1 kennistoets

Nee

2. Werkstuk

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

13

14

15

toets contactactiviteiten Het portfolio is voorwaardelijk voor het toekennen van studiepunten.

8


De kennistoets vindt plaats in de tussentijdsweek. Het marketingcommunicatieplan wordt ingeleverd in de week daarvoor, net als het feedbackrapport. - De herkansing van de toets is in de hiervoor georganiseerde toetsweek voor herkansingen aan het einde van het schooljaar. Zie tevens 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling - Exportplannen/portfolio’s die niet afgerond zijn voor week 15, rond je zonder verdere begeleiding af voor het begin van de herkansingsweek aan het einde van het schooljaar. Toets: alle niveaus behalve synthese (theorietoets, zie hieronder, omvat theorie alle onderwerpen) Exportplan vooral inzicht en toepassing (onderwerpen staan hieronder apart in schema vermeld) Onderwerpen

Vraagniveau reproductie x x

Vraagnivea u inzicht x x

Filtermodel Entreestrategi e Marketingstrat egie Analyses (intern/extern) + SWOT

Vraagniveau toepassing

Vraagniveau synthese

%

x x

7 7

x

x

x

7

x

x

x

7


82

9


Exportadvies x x x x 8 Financieel plan x x x 7 Risico-analyse x x x x 7 Theorietoets x x x 50 Toets 1 (Exportplan) Het Exportplan bestaat uit drie delen en behandelt alle relevante stappen om te komen tot een gedegen en volledig adviesrapport t.a.v. export van goederen of diensten. Het bevat: - Volledig voor- en nawerk met gebruikmaking van APA richtlijnen. - Algemene omschrijving organisatie en product - Interne en externe analyse (SWOT) - Competitive Strategy en Value proposition - Landenanalyse en –selectie (incl. BERI-model) - Value Chain analyse - Entreestrategie - Marketingstrategie (incl. marketingmix en positionering) - Financieel plan en risico-analyse - Conclusies en aanbevelingen t.b.v. export Toets 2 (Casus-/theorietoets Export & Competitiveness) Eisen duurzame kennis: je dient correcte antwoorden te geven op de in de toets gestelde kennisvragen over de volgende onderwerpen: • Interne en externe analyse (SWOT) • Competitive Strategy en Value proposition • Filtermodel landenanalyse en -selectie (incl. BERI-model) • Entree- en Marketingstrategie • Financiële en Risico-analyse Aan de hand van een antwoordmodel wordt het tentamen nagekeken.


83


2,5 CU07758 Data-analyse met SPSS P / AD Onderzoeks leerlijn 2011 - 2012 Studenten CE 2-2 Data analy



•

•

• • •

3


In deze cursus leer je met behulp van SPSS methoden om gegevens te beschrijven (door getallen en figuren). Hierbij wordt ook aandacht geschonken aan de lay-out van grafieken en tabellen. Getallen en uitkomsten staan nooit helemaal vast, er is altijd sprake van enige mate van onzekerheid. Daarom is het belangrijk met betrouwbaarheidsintervallen voor fracties en voor gemiddelden te kunnen werken, en te weten wat deze kunnen betekenen voor een onderzoek binnen een onderneming of uit de alledaagse praktijk. Je leert dit uit te voeren met behulp van SPSS Je leert verder hoe je vragen waarbij méér dan één antwoord mogelijk is, de zogenaamde Multiple response vragen, kunt verwerken met SPSS. Je voert SPSS Chi-kwadraattoetsen uit, die je gebruikt om verbanden te ontdekken of om representativiteit te checken. Je voert ook verschillende t-toetsen uit en de uitvoer interpreteer je. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan een toets om na te gaan of een situatie vóór een “behandeling”, denk aan een promotie voor een bepaald product bijvoorbeeld, of “gebeurtenis”, denk aan de start van een concurrerend bedrijf, beter of slechter is dan na de behandeling of gebeurtenis. Ook kun je denken aan het vergelijken van groepen voor wat betreft een bepaald aspect, bijvoorbeeld het bestedingspatroon voor een bepaalde artikelgroep, zoals bijvoorbeeld de i-Phone, vergelijken tussen mannen en vrouwen.

Hiervan worden tevens eenvoudige toepassingen binnen ondernemingen weergegeven. C1

C2

Je kunt onderzoeksgegevens verwerken met SPSS Dt1.1 De verzamelde gegevens op geschikte wijze in SPSS invoeren en verwerken, zodat zinvolle interpretatie mogelijk wordt. Ld1.1.1 (V) Je kunt verzamelde gegevens op geschikte wijze in SPSS invoeren. Ld1.1.2 (V) Je kunt de ingevoerde gegevens op overzichtelijke wijze met SPSS representeren (kengetallen, tabellen, grafieken, schema’s). Ld1.1.3 (K/V) Je kunt de ingevoerde gegevens met diverse analysetechnieken binnen SPSS voorbereiden voor interpretatie. Je kunt de SPSS uitvoer interpreteren en conclusies trekken ten aanzien van de onderzoeksvraag. Dt2.1 Betekenis verlenen aan de met behulp van SPSS gevonden en verwerkte uitvoer. Ld2.1.1 (K) Je kunt de SPSS uitvoer interpreteren in het licht van de onderzoeksvraag.


84

LD2.1.2 Dt2.2

6


lesweken

(K) Je kunt het onderzoeksproces evalueren en je resultaten vergelijken met ander(eerder uitgevoerd) onderzoek. Je kunt zelfstandig een statistisch probleem oplossen met behulp van SPSS bij eenvoudige praktijksituaties of bij het uitvoeren van het beroep Ld2.2.1 (K) Je kunt de juiste Statistische analysemethode kiezen voor een probleem Ld2.2.2 (V) Je kunt tot harde conclusies (en/of aanbevelingen) voor het bedrijf komen 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 11 12 13 14 15

16

eindtoets toets contactactiviteiten • • • •

7

Vorm van de toetsen

8


9


De eerste keer dat je voor dit vak het tentamen maakt, krijg je één bonuspunt als je minimaal 80% van de lessen bezocht hebt en actief hebt meegedaan. Als je deze cursus in het eerste semester aangeboden krijgt, kun je de eindtoets herkansen in juni, tegelijk met de reguliere tentamens van het tweede semester Als je deze cursus in het tweede semester aangeboden krijgt, kun je de eindtoets herkansen in juli, tijdens de herkansingsweek Zie artikel 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling

naam

soort toets

bodemcijfer

gewicht

eindtoets

Open vragen, open boek, computertoets

5,5

1

De eindtoets bestaat uit een casus met contextrijke opgaven waarbij je moet laten zien dat je begrijpt voor welk type onderzoeksgegeven je welke analysemethode moet gebruiken. Bijvoorbeeld t-toetsen voor het vaststellen van verschillen tussen groepen personen. De bijbehorende output moet je ook zelf maken en interpreteren. Alle leerdoelen kunnen in de eindtoets aan de orde komen. Wat zeker in elke eindtoets aan de orde komt, zijn: het maken van enkele tabellen en/of grafieken (ook met Multiple response vragen), het uitvoeren en interpreteren van één van de Chi-kwadraattoetsen, het uitvoeren en interpreteren van minstens één van de t-toetsen en het maken van een regressiemodel en het trekken van conclusies hieruit. Voor de beoordeling van de eindtoets zijn antwoordprotocollen beschikbaar. Deze antwoordprotocollen bevatten de beoordelingscriteria. Om deze cursus met goed gevolg af te ronden, moet je minimaal 55 punten van de totaal 100 op de eindtoets te behalen punten hebben, inclusief het bonuspunt voor aanwezigheid.


85

CU07350 Titel: Argument-Writing and Persuasive Presentations Voorwaarden voor deelname: CU04090 en CU04099 en bij voorkeur CU07348

Aantal EC’s:2,5

Verplicht

Voertaal: Engels

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten (afvinktoets): De student moet slagen voor een interview voordat hij/zij mag presenteren Beknopte beschrijving van cursusinhoud: This B2+ level course prepares students for writing an argument in a professional manner as well as making a persuasive presentation. Toets Vorm Inhoud Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr factor cijfer toets in werk (< 10 herkansin herkansing week werkdagen in week in week na ontvang cijfer) M S A Vorm 1 X Essay (argument) schrijven 4.4, 4,8 50% 5.5 S2.14 S2.19 S2.24 S2.26 2 X Presentation 3.2, 3,4, 3.9, 50% 5.5 S2. 14/15 S2.26 S2. S2.35 3.17 24/25


86

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving Nr Rubriek 2 Inhoud van de cursus

2,5 EC CU07510 MVO verbreding en verdieping B 2013-2014 voltijd 2e jaar, 4e semester

Toelichting MVO verbreding en verdieping. Deze cursus is het vervolg op MVO basis CU07501. Tijdens deze cursus ga je op zoek naar jouw ethische grenzen; wat kan wel en wat niet? en waarom is dat zo? Je gaat een aantal socratische gesprekken voeren met je groep. Daarin worden dilemma's behandeld waar je op je werk tegenaan kunt lopen. Aan de orde komen dilemma's met betrekking tot discriminatie op de werkvloer, morele overwegingen bij organisatieveranderingen. Om dit op een zinvolle manier te kunnen doen bestudeer je eerst de theorie over ethiek, waarden en normen. Deze theorie wordt uitgewerkt d.m.v. opdrachten (portfolio). De opdrachten in de portfolio gaan over CSR - Corporate Social Responsibility en Marketing. Ook komt in deze cursus aanbod hoe je ethische beslissingen neemt in Business Ethics.

3 Leerdoelen (Ld) C1. De bba is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. Dt1.4 beoordeelt het functioneren van zichzelf en past gedrag aan. Ld1.4.1 Je kunt d.m.v. reflectie op je eigen perceptie, een mening vormen op de gesignaleerde vraagstukken. portfolio C2. De bba formuleert op tactisch niveau overtuigend implementeerbare oplossingen voor een organisatieprobleem, die passen binnen het kwaliteitszorgsysteem van de organisatie. Dt2.1 identificeert en organisatieprobleem binnen een bedrijfsproces. Ld2.1.1 Je kunt organisatieproblemen m.b.t. normen en waarden herkennen vanuit de theorie en de beroepspraktijk (ethisch beslissingsmodel). Ethisch stappenplan Dt2.2 analyseert de oorzaken en effecten van het vastgestelde probleem voor een proces en voor de organisatie. Ld2.2.1 Je kunt organisatieproblemen m.b.t. normen en waarden analyseren en een mening vormen vanuit de theorie en de beroepspraktijk. portfolio Ld2.2.2 Je kunt een analyserapport (ethisch beslissingsmodel) maken waarin de kern van het ethisch probleem naar voren komt. Ethisch stappenplan C4. De commercieel econoom overziet de consequenties van het marketing beleid en het salesbeleid voor de organisatiestructuur, de organisatiecultuur en het management van de eigen organisatie. Dt4.1 analyseert de knelpunten in de organisatiestructuur, de organisatiecultuur en het management als gevolg van voorgestelde veranderingen in het marketing- en salesbeleid. Ld4.1.1 Je kunt door een holistische benadering van de knelpunten een compleet beeld van de vraagstukken doen ontstaan. Ld4.1.2 Je kunt door inductie en deductie komen tot informatie. portfolio Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

87

Ld4.1.3

6

Je bent opmerkzaam en heeft de creativiteit en het vermogen om in ogenschijnlijk triviale aangelegenheden bepaalde verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken.

Vorm van de toetsen

Toetsen van MVO verbreding en verdieping Toets Naam Omschrijving presentatie achterkant van het gelijk - groepjes van Presentatie vier

7


Werkstuk

werkstuk over een thema van MVO

Portfolio lesweken 1 Presentatie 2 Werkstuk

portfolio waarin alle opdrachten zijn opgenomen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

Factor

14

15

Bodemcijfer

30

55

30

55

40 16

17

55 18 19

3 Portfolio toets Contactactiviteiten Herkansing: Zie artikel 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 8


1. Naam toets: presentatie achterkant van het gelijk Toetsvorm: Presentatie Leerdoelen Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau reproductie inzicht toepassing Ld4.1.1 X Ld4.1.2 X Ld4.1.3 X


X

2. Naam toets: werkstuk over een thema van MVO (Ethisch stappenplan) Toetsvorm: Werkstuk Leerdoelen Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau reproductie inzicht toepassing synthese Ld2.1.1 X Ld2.2.2 X X

3. Naam toets: portfolio waarin alle opdrachten zijn opgenomen Toetsvorm: Portfolio Leerdoelen Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau reproductie inzicht toepassing synthese Ld4.1.2 X Ld1.4.1 X Ld2.2.1 X X


88

9

Beoordelings-eisen

BEOORDELING: SOCRATISCH GESPREK (ACHTERKANT VAN HET GELIJK)

Datum: …...………………………………………………………………

Student: ……………………………………………………………………

Nr.: ..................................

Docent: Vincent de Rooij

A. Beroepshouding (betrokkenheidsfase) De student is respectvol in de omgang met de ander.

Ja

Nee

De student stelt zich begeleidbaar op; staat open voor begeleidingsadviezen en handelt daarnaar.

Ja

Nee

De student toont initiatief; vraagt en biedt hulp.

Ja

Nee

De student stelt zich gemotiveerd en betrokken op.

Ja

Nee

De student gedraagt zich volgens de gangbare fatsoensnormen.

Ja

Nee

De student houdt zich aan afspraken met docent en medestudenten.

Ja

Nee

De student kan zich mondeling en schriftelijk correct uitdrukken

Ja

Nee

Beoordeling inhoud van het verslag met een 5-puntsschaal. Betekenis: 1= onvoldoende, 2 = matig, 3 = voldoende, 4 = ruim voldoende, 5 = goed.

Ld4.1.1

Je kunt door een holistische benadering van de knelpunten een compleet beeld van de vraagstukken doen ontstaan.

Ld4.1.2

Je kunt door inductie en deductie komen tot informatie.

Ld4.1.3

Je bent opmerkzaam en heeft de creativiteit en het vermogen om in ogenschijnlijk triviale aangelegenheden bepaalde verbanden en nieuwe


89

gezichtspunten te ontdekken. 1

2

3

4

5

D.m.v. een socratische gesprek (Achterkant van het gelijk) laat de student zien de grenzen van ethische problemen in het werkveld. C1

de verbeterpunten van de vorige groep zijn meegenomen in de presentatie

C2

de presentatie is zoals het socratische gesprek (Achterkant van het gelijk)

C3

Er is sprake van een inhoudelijke opbouw in moeilijkheidsgraad

C4

Er is sprake van een inhoudelijke verscheidenheid van het thema

C5

Er is sprake van een integratie theorie en praktijk

C6

Inhoudelijk resultaat, de ethische grenzen zijn bereikt Voldaan/n iet voldaan

Voorwaardelijke eisen deel A:

Totaal aantal punten deel B: deel B door 3,5 delen is het eindcijfer Feedback:

Beoordelingsformulier Ethisch stappenplan (individueel)

Datum: _________________

Student: ____________________________________________ Nr.: ________________________ Docent: Vincent de Rooij Ld2.1.1

Je kunt organisatieproblemen m.b.t. normen en waarden herkennen vanuit de theorie en de beroepspraktijk (ethisch beslissingsmodel).

Ld2.2.2

Je kunt een analyserapport (ethisch beslissingsmodel) maken waarin de kern van het


90

ethisch probleem naar voren komt.

Beoordeling inhoud van het verslag met een 5-puntsschaal. Betekenis:

1

2

3

4

5

1= onvoldoende, 2 = matig, 3 = voldoende, 4 = ruim voldoende, 5 = goed. Het probleem is ethisch −

De casus is vanuit de eigen ervaring en duidelijk beschreven.

−

Het ethisch probleem is in één zin geformuleerd. (“Is het ethisch dat …?” of “Is het moreel om…?”)

−

De beslissingsbevoegden van dit probleem (moreel verantwoordelijken) zijn benoemd.

De argumenten zijn onderbouwd met feiten −

De informatie is verdeeld in feiten en niet-feiten (met niet- feiten bedoelen we: perceptie, meningen, emoties, vermoedens, gevolgen, …).

−

Er worden geen drogredeneringen gebruikt

De belanghebbende en de waarden zijn geformuleerd −

De belangen van de belanghebbenden (stakeholders) zijn geanalyseerd (vanuit economisch, juridisch, sociaal en ethisch perspectief).

−

De waarden van belanghebbenden (stakeholders) ten aanzien van dit probleem zijn geanalyseerd vanuit ethisch, economisch, juridisch en sociaal perspectief.

De oplossing van het ethische probleem is onderbouwd −

De relatie tussen de gedragscode en de oplossing is onderbouwd. (gedragscode: bedrijfsvisie, missie, beroepscode, gedragscode, wetten)

−

De oplossing is getoetst aan de drie ethische stromingen (wederkerigheid, universaliteit en utiliteit).

−

Je eigen conclusie is goed beargumenteerd en onderbouwd.

Totaal aantal punten:


91

door 2 delen is het eindcijfer Feedback:

PORTFOLIO BEOORDELING

Datum: …...…………………………………

Student: ……………………………………………………………………

Nr.: ..................................

Docent: Vincent de Rooij

A. Voorwaardelijke eisen; algemene structuur en taalgebruik Samenhang, zinsconstructie en taalgebruik Regels op het gebied van spelling, grammatica en interpunctie zijn correct toegepast

Ja

Nee

Vorm van het portfolio is conform de voorschriften

Ja

Nee

Het is compleet: Alle opdrachten zijn gemaakt (P- vragen zijn vertrouwelijk!)

Ja

Nee

De student toont initiatief; vraagt en biedt hulp.

Ja

Nee

De student stelt zich gemotiveerd en betrokken op.

Ja

Nee

De student gedraagt zich volgens de gangbare fatsoensnormen.

Ja

Nee

De student houdt zich aan afspraken met docent en medestudenten.

Ja

Nee

Beroepshouding (betrokkenheidsfase)

B. Beoordelingseisen; Portfolio Beoordeling inhoud van het verslag met een 5-puntsschaal. Betekenis: 1= onvoldoende, 2 = matig, 3 = voldoende, 4 = ruim voldoende, 5 = goed.

Ld4.1.2

Je kunt door inductie en deductie komen tot informatie.

1

2

3


4 92

Criterium 1

Met de aanpak, de schriftelijke verslaglegging wordt getoond dat de theorieën, methoden van de ethiek beheerst worden en de samenhang daartussen begrepen.

Criterium 2

De analyse en beantwoording van de opdrachten zijn goed diepgaand beargumenteerd.

Ld1.4.1

Je kunt d.m.v. reflectie op je eigen perceptie, een mening vormen op de gesignaleerde vraagstukken.

Criterium 3

- De uitwerking van de opdrachten voldoet aan de criteria die per opdracht zijn geformuleerd (zie studiehandleiding)

Ld2.2.1

Je kunt organisatieproblemen m.b.t. normen en waarden analyseren en een mening vormen vanuit de theorie en de beroepspraktijk.

Criterium 5

Door middel van argumentatie wordt een standpunt ingenomen ten aanzien van ethische vraagstukken en opdrachten.

Criterium 6

- De argumentatie is helder geformuleerd - Er is een duidelijke integratie van theorie en praktijk.

Voorwaardelijke eisen deel A:

Voldaan/niet voldaan

Totaal aantal punten deel B: deel B door 3 delen is het eindcijfer Feedback:


93


94

EC Cursuscode

Per stage 30 EC CE 14120

Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Semester Omschrijving op rooster

Meewerkstage CE 2 2013 – 2014 Voltijd/deeltijd Leerjaar 3 O-stage


3 Competenties (C ), deeltaken (Dt) en leerdoelen (Ld).

Het leuke van de stage is dat je in het beroep werkt waarvoor je opgeleid wordt. Je kunt op deze manier ervaren wat werken inhoudt en ontdekken waar je sterke en zwakke kanten liggen en waardoor je gemotiveerd wordt. Je ontwikkelt een eigen werkstijl, je bouwt contacten op met collega’s, klanten en andere relevante personen en breidt daardoor je netwerk uit. Daarnaast ervaar je in hoeverre je je kunt concentreren op een opdracht in een praktijksituatie en of je wel of niet gevoelig bent voor tijdsdruk. De stage werkzaamheden moeten je voldoende gelegenheid bieden om je tijdens de stageperioden te oriënteren op het beroepenveld en inzicht te krijgen in de taken, de organisatiestructuur en de werkwijze van de organisatie en de branche. De opdrachten omvatten afgeronde taken op Het CE-terrein en leiden tot het bereiken van de competenties. C

1 tot en met 6 Je legt vast aan welke competenties je tijdens de stages werkt. Hoewel je wel invloed hebt op wat je in je stages wilt leren en welke competenties je wilt ontwikkelen, zijn de stage niet vrijblijvend. Wat voor opdrachten je ook uitvoert, bij welk bedrijf je ook stage loopt, voor elke stagiair geldt dat hij • de afgesproken competenties • en de afgesproken onderzoekscompetenties op het vereiste niveau heeft verworven. Het niveau wordt bepaald door de Dublin Descriptoren. Dit zijn de maatstaven die het hboniveau van je werk bepalen.

6 Vorm van de toetsen Toets


Beoordeling

Gewicht

Bodemcijfer

Portfolio

Numeriek

50%

55

Functioneren & zelfbeoordeling

Numeriek

50%

55

doorloopti 2 4 5 6 7 8 9 1 jd 0 Portfolio

1 1

1 3

1 5

1 6

1 7

Eindbeoor deling

1 8

1 9

20 X X

Toelating stage, plan van aanpak 1, plan van aanpak 2 en de Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

95

eindpresentatie zijn voorwaardelijk voor het toekennen van studiepunten.

8 Inhoud van de toetsen 9 Beoordelingseisen per toets(onderdeel)

Herkansingen kunnen in het volgende semester worden gedaan. Zie tevens 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Na elke fase wordt getoetst of je op schema ligt. Het portfolio is hierbij leidend. Je wordt op de volgende aspecten beoordeeld: 1 jouw functioneren als werknemer en collega; 2 de kwaliteit van het door jou geleverde werk en het product; 3 jouw werkhouding en mentaliteit; 4 de inhoud en het niveau van de reflectie. Eisen aan portfolio: • Het portfolio is compleet en toegankelijk • De zelfbeoordeling is zelfkritisch, reflectief en onderbouwd. • De te ondernemen activiteiten zijn gemotiveerd. • De reflecties leiden tot conclusies. • De selectie van producten die als bewijslast dient, is gemotiveerd. • De bewijslast is authentiek, volledig, relevant, begrijpelijk en toegankelijk. Zie beoordelingsformulieren in bijlagen bij stagehandleiding.


96

General data EC Course code Course title Level Course year Participants Study year - semester Description on schedule Course description 2 Contents of the course

7.5 CU05313 International Business & Trade Bach. 3+4 2011-2012 th 7 semester students & non-Dutch students on equivalent level Year 4, semester 1or 2 IB&T

Je krijgt kennis en inzicht in strategische en financiële managementprocessen om een internationale organisatie succesvol te laten werken. Dit betekent dat je kennis krijgt wat een organisatie is en wat haar plaats is in de ( int.) omgeving. Je krijgt daarbij inzicht wat een manager kan doen om het besluitvormingsproces te sturen. Vanuit theorie en praktijkvoorbeelden leer je dat het daarbij gaat om innoveren, beslissen, organiseren, afstemmen en verbeteren van relaties met anderen, de ‘stakeholders’ van de organisatie . Je krijgt kennis en inzicht hoe een organisatie inspeelt op ontwikkelingen in haar veranderende omgeving. Daarbij maak je gebruik van een externe analyse en leert strategisch denken. Vervolgens maak je kennis met instrumenten voor een gedegen analyse van de externe en interne omgeving van een organisatie, t.b.v. nieuwe strategie ontwikkeling. Daarbij leer je hoe een omgeving van een organisatie werkt, welke factoren een ( nieuwe) strategie beïnvloeden, hoe belangrijk de cultuur van de organisatie en de competenties van de medewerkers zijn om de beoogde verandering te kunnen realiseren. Verder wordt ook aandacht besteed aan vormen van kennismanagement. Bij alle genoemde aspecten, wordt ook steeds rekening gehouden met de financiële consequenties. Hierbij wordt aandacht besteed aan internationale geldstromen, valutabeheer en het afdekken van bijbehorende fin. risico’s d.m.v. het gebruik van o.a. forwardcontracts, futures en opties. Daarnaast train je onderzoeksvaardigheden het analyseren van strategische visies van een organisatie die voor jou interessant is. Je gaat deze organisatie beschrijven en je laat zien wat je te weten bent gekomen over de missie, visie, purpose en strategie. He Na de cursus ben je in staat om voor een beursgenoteerde onderneming , de interne- en omgevingsanalyse te maken met gebruikmaking van de in de cursus geleerde tools, als basis voor een ( nieuw) strategisch plan. Je krijgt uit de analyse inzicht in gewenste (operationele en) strategische veranderingen en kunt hierover in relevante termen mondeling en schriftelijk rapporteren. Deze kennis, inzicht en vaardigheden zijn relevant voor het beginnen op een voldoende gekwalificeerd niveau, aan de afstudeeropdracht op bachelorniveau.

3 Competencies (C ) and subtasks (St) Learning targets (Lt) in terms of knowledge (K), skills (S) and personal

Explanation: The data you need for working out the sections 5 (tests), 11 (educational methods) and 12 (examples of assignments). - State with each competency which subtasks the students are working on in this course. - Formulate the learning targets with each subtask in terms of: you can… C1 Business processes & change management, level 1


97

characteristics (P) •

St1.1

Ability to describe and analyse simple processes in the field of business operations and human resources. Lt1.1.1

St1.2

You can understand that the ITO-model (= input, throughput & output –model) visualises relevant organization processes, like primary and secondary processes (see value chain Porter) and how decisionmaking processes effect organization structure, culture and the allocation of resources and competences. (K) Lt1.1.2 You understand the concepts of organizational structure and an organization chart (K) LT1.1.3 You can name and describe the criteria used for the design and grouping of operational tasks and functions (K, S) Lt1.1.4 You can describe organization activities within the Porter frame of the ITO-model. (S) Lt1.1.5 You can describe human relations, simple decision-making processes and communication structure by using simple case study information. (S) Lt1.1.6 You can describe how a departmentalized structure matches the organisation’s activities (S) LT1.1.7 You are able to identify and explain the different organizational structures and systems Lt1.1.8 You can identify the advantages and disadvantages of various organizational structures in relation to the grouping of operational tasks and functions. Lt1.1.9 You can show how analytical and accurate you are. (P) Student can recognize and describe company goals, objectives and policies. Lt1.2.1

C2

You can get an understanding of the role and relevance (= raison d’être) of (parts of) an organization in an economic system and as an entity in search of a balance between internal and external interests. (K) Lt1.2.2 You can split up available data into relevant information concerning mission, vision, purpose, objectives and policies. (S) Lt1.2.3 You can show your reflective side and demonstrate your accuracy.(P) Entrepreneurial management, level 1 St2.1

Student understand trend & developments in the market. Lt2.1.1

St2.2

You can acquire knowledge on macro factors and relevant trends in the business environment. (K) Lt2.1.2 You can acquire knowledge about ‘good governance’ rules and social & financial responsibility of an organization. (K) Lt2.1.3 You can search relevant trends for relevant fact finding. (S) Lt2.1.4 You can transfer found facts into actual management information, demonstrating relevant trends & macro factors for a specific organization. (S) Lt2.1.5 You can show you are open minded, critical, to the point and convincing. (P) Student is able to formulate suggestions for improvement based on relevant company information Lt2.2.1

You can learn the basics of ‘systematic problem solving’. (K)


98

Lt2.2.2

C3

5 Content and type of the tests

You can apply rules of ‘systematic problem solving’ and ‘introduction presentation and reporting’. (S) Lt2.2.3 You can actively use ways of ‘critical thinking’ in order to use and assess relevant sources of information. (S) Lt2.2.4 You can show that you can be a critical, cooperative, communicative and convincing person. (P) International strategic vision development, level 1 St3.1 The ability to identify the basic components and concepts of a vision and an internationalisation strategy Lt3.1.1 You can understand basic tools like 5 Forces model and Pestel framework (K) Lt3.1.2 You can get an understanding of role and relevance of Strategic Management of an organization (K) Lt3.1.3 You can get a basic understanding about the role of the internal and external environment of an organization (K) Lt3.1.4 You can describe mission, vision, purpose and strategy of a company (S) Lt3.1.5 You can describe simple processes in the field of Strategic Decision Making (S) Lt3.1.6 You can show how inventive and accurate you are (P)

Eindtoets: Hoofdstuk Hoofdstuk

, Johnson,Whittington and Schooles ´Strategic Management’ J. Madura, ”International Financial Management

MC vragen (kennis), open vragen (kennis, vaardigheden en inzicht), actuele cases( kennis en inzicht). Resultaattype: numeriek Leerdoelen: Onderzoeksrapport: Doel onderzoek en te onderzoeken aspecten worden aangereikt. Onderzoek richt zich op vinden van feiten en vaardigheid en inzicht, om deze gegevens voor een (Int.) MSE of afdeling van een MNE te presenteren in een rapport en mondeling toe te lichten. Resultaatype: numeriek Leerdoelen: Daarnaast is er een excursie en een gastles waaraan student dient deel te nemen. In de toetsen wordt kennis en inzicht getoetst. Daarom zitten er korte case studies of praktijkvoorbeelden in de toetsen naast open theorievragen. In het rapport laat student zien wat zijn individuele en groepsbijdrage is aan het verzamelen van gegevens, kritische analyse, strategische keuzes maken, opstellen rapport en presenteren resultaten. Eindtoetsen: ieder ( S.M. and F.M.) 30%, bodemcijfer: 50 Rapport: 40%, bodemcijfer: 60 Andere verwoording: Examination/ Test/ Assignments: The teaching process is focused on:


99

6 Assessment requirements per test

-

Sharing information and knowledge Checking student’s preparation of classes, based on textbook material and actual (business and trade) world situations, Case studies and assignments during interactive classes

-

Study progress will be assessed in a final ( endterm) exam and an assignment, which has to be handed in at the end of the semester.

-

The final exam will be a combination of multiple choice questions, open questions and actual cases.

Eindtoetsen: (voornamelijk kenniscomponenten kennen en herkennen in een korte case) • • • • • • • • • • •

Stappen strategisch management kennen Relevantie SWOT kennen Toepassen stappen decision making (in een case voorbeeld) Verklaren relatie tussen strategisch management en interne organisatie(strutuur) Elementen van een organisatiestructuur kennen Kennen en kunnen verklaren welke factoren een organisatiestructuur bepalen Verschil kennen tussen differentiatie en specialisatie Een simpele F-, M/P/G-structuur kunnen tekenen Effecten van differentiatie en specialisatie op taken en teamwerk Rol van formele aansturing kennen en voorbeelden kennen om hiërarchie te vervangen Kenmerken van een groeiende organisatie, welke functies prioriteit hebben en welke weerstanden er zijn tegen verandering

De eindtoetsen hebben ong.10 mc vragen , 3 à 4 open vragen en een of twee cases Verslag onderzoeksopdracht: Students have written a review report, information will be available on the VLD Report has to show relevant findings for a specific company. • Report marking is based on the IPR criteria. • The group report has to give a clear opinion what the students think about the company’s strategic capability, financial planning and future opportunities.

8 Planning of tests

Weeks 1 Activities Introduction Midterm exam Project week Final exam Research assignment

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

Deelname aan de gastlezing en excursie zijn voorwaardelijk voor het toekennen van de studiepunten.


100

19

De tussentoets wordt herkanst in week 19. De eindtoets in week 22 (laatste toetsronde voor zomervakantie). Student levert onderzoeksrapport in ter beoordeling. Docent nodigt groep uit om rapport in week 16 of 17 te bespreken. Indien eindoordeel ‘onvoldoende’ is, wordt een nieuwe afspraak gemaakt om het verbeterde rapport te bespreken. Deze herkansing vindt bij voorkeur plaats vóór aanvang zomervakantie. Voor herkansing: zie artikel 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling


101


2


3


7,5 EC CU04792 Commercieel-economisch Businessplan. 3 2012-2013. Deeltijd, voltijd. 4-1 CEBP.

Je lost concrete en realistische vraagstukken op uit de praktijk van ondernemers met behulp van de juiste onderzoeks- en analysetechnieken, relevante economische modellen en theorieën en een flinke dosis praktijkzin. Je doorloopt het gehele onderzoeksproces, van vraagdefinitie tot aan het interpreten van onderzoeksresultaten en het presenteren hiervan. Bij deze interpretatie ga je werken aan concrete tactische invulling van sales, marketing of CRM instrumenten. Hierbij treed je op als een echte marketing, sales of CRM professional richting de opdrachtgever en functioneer je praktisch zoals straks na het afstuderen ook van je verwacht wordt LDC2

Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek. Dt1.1 Zelfstandig formuleren van een probleemstelling en onderzoeksvraag vanuit meerdere invalshoeken Ld1.1.1 Je kunt het probleem definiëren en volledig ontleden in sub vraagstellingen. Je kunt de randvoorwaarden en beperkingen aangeven. Ld1.1.3 Je kunt het probleem koppelen aan relevante theorieën en bedrijfsdisciplines Dt1.2 Zelfstandig opstellen uitvoeren van een onderzoeksplan, inclusief een kostenbegroting, met verantwoording van de keuze van het type onderzoek en de vragenlijst. Ld1.2.1 Je kunt een onderzoeksopzet maken Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

102

Ld1.2.2

Je kunt een realistische en door de opdrachtgever geaccepteerde planning maken van mensen en middelen en tijd om de onderzoeksopzet uit te voeren

Dt1.3

LDC3

Verwerken van de data volgens een vooraf opgesteld analyseplan, gebruikmakend van voor het onderzoek relevante analyse technieken met behulp van een relevante (statistische) pakketten. Ld1.3.1 Je kunt een systematische en correcte analyse met behulp van geschikte bronnen uitvoeren Ld1.3.2 Je kunt de methode van het onderzoek verantwoorden. Ld1.3.3 Je kunt de resultaten interpreteren in het licht van de onderzoeksvraag en de moderne en relevante theorie en modellen Dt1.4 Maken van een rapport, inclusief grafische voorstellingen, verantwoorden van de gehanteerde statistische methoden en technieken, trekken van conclusies en geven van aanbevelingen. Ld1.4.1 Je kunt een rapport opleveren dat voldoet aan de vormvereisten van moderne zakelijke communicatie en dat het IMRD-model volgt Ld1.4.2 Je kunt aanbevelingen doen die richting geven aan de implementatie Ld1.4.4 De kunt aanbevelingen doen die waardevol zijn voor de opdrachtgever D1.5 Presenteren van de onderzoeksresultaten, inclusief conclusies en aanbevelingen, verantwoorden van de aanpak en het advies over het vervolgtraject dat eventueel moet worden doorlopen. Ld1.5.1 De kunt de resultaten van onderzoek, conclusies en implementatie mondeling aan de opdrachtgever overbrengen Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Dt3.1 Beoordelen van strategische opties voor de nationale en/of internationale markt op basis van marktanalyse.


103

Ld3.1.1 LD3.1.2

Je kunt uit onderzoek een aantal strategische opties identificeren Je kunt de strategische opties uitwerken en een aanbeveling doen op grond van deze opties Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Dt4.1 Prioriteren van opties eventueel in overleg met de opdrachtgever. Ld4.1.1 Je kunt gebaseerd op resultaten uit onderzoek aan de opdrachtgever een aantal opties voor marketinginvulling voorleggen Ld4.1.2 Je kunt samen met de opdrachtgever realistische opties selecteren en prioriteren Dt4.2 Opstellen van marketingdoelstellingen of bijstellen van bestaande doelstellingen, voor de middellange of lange termijn Ld4.2.1 Je kunt een marketingstrategie vertalen naar SMART marketingdoelstellingen Dt4.3 Ontwerpen van een marketingplan voor de verwezenlijking van deze doelstellingen, inclusief de marketinginstrumenten die daarvoor worden ingezet en de organisatorische en financiële consequenties. Ld4.3.1 Je kunt aanbevelingen doen voor implementatie

LDC4

6

Vorm van de toetsen

-

LDC2 wordt beoordeeld aan de hand van het plan van aanpak, de analyse en conclusies en de eindrapportage aan de opdrachtgever. Deze drie onderdelen omvatten alle onderdelen die beoordeeld worden en wel op de volgende wijze:

Toetsvorm

Omschrijving

Resultaat

Factor Bodemcijfer

Plan van aanpak

Omschrijving van de vraagstelling, de onderzoeksopzet en de

Numeriek

45

55


104

7


Inroosteren nee nee nee nee

organisatie van het project Analyse en conclusies Rapportage van de Numeriek 25 55 onderzoeksresultaten Eindrapportage Eindverslag met Numeriek 30 55 implementatieplan Je bent zelf verantwoordelijk voor het maken van de planning van activiteiten. Hierin neem je ook op wanneer je feedbacksessie en eindpresentatie doet en wanneer je de eindrapporten inlevert. E.e.a. in overleg met de opdrachtgever en de docent. De cursus dient in ieder geval afgerond te zijn voor de toetsweek aan het einde van het semester. Projecten die dan niet afgerond zijn, rond je zonder verdere begeleiding af voor het begin van de herkansingsweek in april. Bij herkansing dient de docent vooraf schriftelijk toestemming te hebben gegeven voor nieuwe of gewijzigde projecten.

lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Plan van aanpak Analyse en conclusies Eindrapport age Portfolio

11

12

13

14

15

16

17

18

19

toets Contactactiviteiten 8

9

Het portfolio is voorwaardelijk voor het toekennen van de studiepunten. Inhoud van de De gevraagde producten toetsen alle leerdoelen, onderzoeksvaardigheden en leervaardigheden op toepassingstoetsen en syntheseniveau. Om dit goed te kunnen doen moet je kennis en inzicht over het marketing- sales en CRM domein hebben, alsmede basis onderzoeks- en leervaardigheid. Beoordelingseisen per toets Naam toets Leerdoelen LDC2, onderzoeksvaardigheden, LV2, LV3 en LV5 Plan van aanpak Eisen: Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014

105

Naam toets Analyse en conclusies

Naam toets Eindrapportage

1 Het probleem is volledig in kaart gebracht en in een juiste en brede context geplaatst 2 De vraagstelling omvat meerdere bedrijfsdisciplines en is van voldoende commercieel-economisch niveau 3 De onderzoeksopzet is volledig en bevat beargumenteerde keuzes o.b.v. literatuur, theorieën en informatiebehoefte voortvloeiend uit vraagstelling 4 Alle overige onderdelen van het plan van aanpak vloeien logisch voort uit vraagstelling en onderzoeksopzet en komen beargumenteerd aan bod (succesfactoren + plan, organisatie – bemensing, communicatie, contingencyplan, budget, actieplan ) 5 Het plan van aanpak is geaccordeerd en bijgewerkt door de opdrachtgever 6 Het plan van aanpak voldoet aan de vormvereisten van zakelijke communicatie Leerdoelen LDC2, onderzoeksvaardigheden, LV3 en LV5 Eisen: 1 Analyse en conclusies zijn gebaseerd op moderne en relevante literatuur en theorieën en gekoppeld aan de vraagstelling (relevantie, bruikbaarheid) 2 De analyse is systematisch en correct uitgevoerd met behulp van de juiste bronnen 3 De sterktes, zwaktes, betrouwbaarheid, validiteit en eventuele (ethische) complicaties zijn besproken en je doet aanbevelingen voor vervolgonderzoek 4 De conclusies vloeien voort uit de analyse en zijn van toegevoegde waarde 5 De analyse en conclusies voldoen aan de vormvereisten van zakelijke communicatie Leerdoelen LDC3 en LDC4, LV5 Eisen: 1 Het eindrapport vloeit voort uit de eerdere analyses en conclusies 2 Het eindrapport beschrijft realistische strategische opties voor de opdrachtgever


106

3 Het eindrapport beschrijft realistische opties voor tactische invulling op het commerciële domein 4 Het eindrapport bevat een realistisch implementatieplan waarin de randvoorwaarden en invulling voor de organisatie, mensen en middelen in kaart worden gebracht 5 De strategische en tactische opties zijn besproken met de opdrachtgever 6 Het implementatieplan heeft voldoende praktische waarde voor de opdrachtgever 7 De eindrapportage voldoet aan de vormvereisten van zakelijke communicatie


107




3

Beroepstaken (Bt), deeltaken (Dt), Leerdoelen (Ld)

7,5 EC. CU04797 Purchasing and Supply Chain Logistics 3 2012 – 2013. voltijd. 4-1 PSCL

Toelichting Toelichting In deze cursus verdiep je je in de theorie van het inkoopproces en de totale productieketen. Je leert daarbij bijvoorbeeld waar de knelpunten kunnen liggen in het inkooppproces en hoe je deze kunt oplossen, maar ook waar je op moet letten tijdens het selecteren van een leverancier. Je doet onderzoek naar de logistieke route van producten en leert aan de hand van case studies o.a. waar je op moet letten bij het ontwikkelen van een product, zodat je in dat deel van het proces al meedenkt over de behoefte van de klant. Lean management en Six Sigma worden aan de hand van een opdracht geïntroduceerd en toegepast en in een debat waarin je het opneemt tegen je klasgenoten wordt de theorie verdiept. De verschillende opdrachten worden samengevoegd in een opdrachtenportfolio dat je completeert door een samenvatting te maken van een wetenschappelijk artikel behorend bij de lesstof. Een tentamen over de theorie sluit de cursus af. De kennis en vaardigheid die je opdoet tijdens deze cusus bevordert je competenties als commercieel econoom en leert je door middel van inzicht in ‘de andere kant (de inkoopkant)’ van de organisatie waar je werkzaam zult zijn om van meerwaarde te kunnen zijn in het team waarin je opereert. Kennis van en begrip voor de taken van andere afdelingen bevordert de communicatie tussen jou en je collega-professionals en is essentieel om een sterke bedrijfscultuur te ontwikkelen.

Bt

Vaststellen van de processen en taken in de verschillende onderdelen van de waardeketen en hierin de knelpunten analyseren en daarvoor een verbeterplan opstellen en uitvoeren. Dt1.1 Opstellen en uitvoeren van een analyse t.a.v. de bedrijfsprocessen en de totale supply chain (waardeketen) Ld1.1 Je kunt een systematische en correcte analyse m.b.v. geschikte .1 bronnen uitvoeren Ld1.1 Je kunt de uitkomsten van de analyse omzetten naar concrete acties .2 ter verbetering van het proces. Ld1.1 Je kunt de acties uitvoeren en de kwaliteit van het verbeterde proces .3 borgen. Dt1.2 Vertalen van de klantvraag naar mogelijkheden in het proces om aan de klantvraag te kunnen voldoen. Ld1.2 Je kunt de klantvraag helder formuleren .1 Ld1.2 Je kunt de verschillende opties om aan de vraag te voldoen uitwerken, .2 vertalen naar de mogelijkheden ten aanzien van de bedrijfsprocessen en een aanbeveling doen op grond van deze opties om aan de klantvraag te kunnen voldoen.


108

Invulling en uitvoering geven aan de verschillende stappen van het inkoopproces van de organisatie Dt2.1 In kaart brengen van de inkoopbehoeften van de organisatie en een toeleverancier selecteren Ld2.1 Je kunt de technische en functionele specificaties opstellen .1 Ld2.1 Je kunt een toeleverancier selecteren en contracteren .2 Dt2.2 Opstellen van de inkooporder Ld2.2 Je kunt een bestelling opstellen en plaatsen bij de toeleverancier .1 Dt2.3 Evalueren en opvolgen van het logistieke proces van de order Ld2.3 Je kunt het interne proces van inkoop evalueren en bijstellen. .1 Er zijn vier toetsen: - Een kennistoets (factor 50% ) (minimaal 40 op 100) - Een werkstuk (factor 20% ) (minimaal 40 op 100) - Portfolio (factor 30%) (minimal 40 op 100) De kennistoets bestaat uit open en gesloten vragen. Je moet minimaal 40 punten op een totaal van 100 scoren Het werkstuk bestaat uit het maken van een synopsis van een wetenschappelijk artikel. Hiervoor dien je minimaal 40/100 te halen. Het portfolio bestaat uit de gemaakte opdrachten (case studies) en wordt aangevuld met door de student gemaakte multiple choice vragen. Per behandeld hoofdstuk uit de theorie wordt één mcq toegevoegd aan het portfolio. Minimale score voor het portfolio is 40/100. De aanwezigheid tijdens de hoor- en werkcolleges dient minimaal 80% te zijn om afgevinkt te kunnen worden. Bt

6

7

Vorm van de toetsen


naam 1 Kennistoets

soort toets Open en meerkeuze

bodemcijfer 40

gewicht 50%

2 Werkstuk

Synopsis wetensch. artikel

40

20%

3 Portfolio

Opdrachten en cases

40

30%

Inroosteren ja

lesweken 1 Kennistoets

Nee

2.Werkstuk

nee

3.Portfolio

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

13

14

15

toets contactactiviteiten Aanwezigheid is een voorwaarde voor het toekennen van de studiepunten.

8


De kennistoets vindt plaats in de eindtoetsweek. Het werkstuk en portfolio worden ingeleverd in de week daarvoor. - De herkansing van de toets is in de hiervoor georganiseerde toetsweek voor herkansingen aan het einde van het schooljaar - Werkstukken en Portfolio’s die niet afgerond zijn in week 14, rond je zonder verdere begeleiding af voor het begin van de herkansingsweek aan het einde van het schooljaar. Voor herkansing zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Eindtoets: alle niveaus behalve synthese Opdrachtenportfolio vooral inzicht en toepassing


109

Synopsis: alle niveaus behalve synthese Onderwerpen

9


Vraagniveau reproductie

Vraagnivea u inzicht x x

Vraagniveau toepassing


%

Value chain x x 5 Definition of x x 5 concepts Purchasing x x x 5 process Supply x x x 5 Markets Outsourcing x x X 5 Process Kraljic’s Grid X x x 5 Supplier X X X 5 Strategies Quality X X X 5 Control MRP-model X X X 5 ODP-model X X X 5 Productontwik x x X 7.5 keling (spec) Reverse x x X 7.5 logistics Lean/Six Sigma x x 7.5 MCQ x x 7.5 Synopsis x x x 20 De eindtoets toetst de achterliggende kennis en de toepassing van deze kennis van genoemde leerdoelen. Ook de leervaardigheden heb je hiervoor nodig. De beoordeling en normering zijn vastgelegd in een beoordelingsprotocol in de studentenhandleiding. De antwoorden - Moeten voldoende onderbouwd zijn (toepassing) - Moeten valide argumenten bevatten (inzicht) - Moeten aantonen dat student over kennis van de theorie beschikt (reproductie) Het opdrachtenportfolio toetst alle leerdoelen en leervaardigheden. Per opdracht is middels een beoordelingsprotocol de beoordeling en normering vastgelegd. De opdrachten toetsen inzicht en toepassing van de verschillende onderwerpen uit de theorie (verdieping).


110

Algemene gegevens Rubriek

Toelichting

Opleiding

CE

Academie

Academie voor Economie & Management

EC

7,5 EC

Cursuscode

TO

Titel van de cursus

Toegepast Onderzoek

Niveau

3

Cursusjaar

2013-2014

Deelnemers

voltijd

Studiejaar - semester

2013-2014

Omschrijving op rooster

TO

Opleidingscoördinator

H.J.A. Haico Huismans

Cursuseigenaar

Ingrid Snijders & Hans Dekker

Ontwikkelteam

Ingrid Snijders, Hans Dekker & Mariëlle de Jonge; Ondersteuning: Noortje van Glabbeek

Cursusbeschrijving

Nr

Rubriek

Toelichting

1

Beroepskader

Je staat op het punt om een praktijkgericht onderzoek te gaan doen. Er mag van jou als hbo-student verwacht worde dat je op conceptueel niveau kan denken en dat je op de hoogte bent van de laatste ontwikkelingen binnen het vakgebied waarvoor je wordt opgeleid. Je maakt gebruik van bestaand onderzoek en kan dat vertalen naar jouw beroepsmatig handelen. Het competent zijn in het doen van onderzoek is voor jou als hbo-student zowel einddoel van je opleiding, als middel om je opleiding met succes te doorlopen en als afgestudeerde professional zelf een aan de beroepspraktijk gerelateerd probleem kunt analyseren en vertalen naar een onderzoeksvraag.

2


Je wordt tijdens de cursus toegerust met een gemeenschappelijk basisbegrip en -vocabulaire op het gebied van toegepast onderzoek. Door een onderzoeksvoorstel te schrijven, door onderzoeksverslagen (scripties) van collegastudenten in de lessen te analyseren en door eigen ervaringen en werkwijzen met elkaar te bespreken ontwikkel en vergroot je jouw onderzoekend vermogen.


111

3

Leerdoelen (Ld)

6

Vorm van de toetsen

C1: Analyseren en onderzoeken Ld 1. Je kunt onderzoeksdoelstellingen en vraagstellingen bepalen. Ld 2. Je kunt analyses en (toegepaste) onderzoeken initiëren, begeleiden, uitvoeren en interpreteren.. Ld 3.Je kunt informatie op strategisch niveau interpreteren en evalueren.. Ld 4.Je kunt op basis van analyse en onderzoek gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid (als gesprekspartner op strategisch niveau). Ld 5.Je kunt informatiestromen (on- en offline) managen en interpreteren.. Ld 6.Je kunt toekomstige ontwikkelingen en scenario’s beschrijven..

Naam Onderzoeksvoorste l Portfolio

Soort toets rapportage

Leerdoelen C1 Ld 1 t/m 4

Individueel [via STARRTmethode]

C1 Ld 1 t/m 4

Bodemcijfer 5 , 5 voldaan

gewicht 100%% 0%

Het startdocument is voorwaardelijk voor het toekennen van de studiepunten van de cursus. Hiervoor behoor je een GO te krijgen.

7


Toelichting:

Onderstaande matrix bevat het aantal weken per semester inclusief toetsweken en projectweken en exclusief vakantieweken met daaronder het aantal lesweken.

Semester 1 weken Lesweek

1 Onderzoeksvoorstel

37 1

38 2

39 3

40 4

41 5

43 6

44 7

45

46

47 8

48 9

49 10

50 11

51 12

52 13

1

14

2

3

2. Portfolio met opdrachten Legenda: Toets:

Herkansing

Contacturen

-

8

Beoordelingseisen

Het startdocument en het onderzoeksvoorstel zijn individuele opdrachten die herkanst kunnen worden nadat je feedback van de docent hebt ontvangen. Voor het maken van het portfolio dien je (wekelijks opdrachten (tijdens het werkcollege) uit te voeren. Het maken van de opdrachten helpt je om zijn kennis en vaardigheden stapsgewijs op te bouwen. Herkansing van het portfolio is tot 14 februari 2014.

• Startdocument: Het startdocument voldoet aan de eisen die aan een zakelijk rapport gesteld worden, is toegankelijk (is voorzien van correct voor- en nawerk, zie Van Glabbeek, 2012). De volledige opdracht wordt alleen nagekeken en van feedback voorzien, indien je voor dit onderdeel minimaal de score 1 krijgt (zie beoordelingsformulier). Naast het voldoen aan


112

de eisen m.b.t. zakelijke rapportage, beschrijf je een voorlopige probleemstelling, centrale vraag en deelvragen en een eerste aanzet voor het theoretisch kader, dat minimaal drie relevante wetenschappelijke bronnen bevat. • Onderzoeksvoorstel: Een goed onderzoeksvoorstel (HZ University of Applied Sciences, 2012) bestaat de volgende onderdelen: Als eisen formuleren. 1. Een inleiding. Hierin geef je aan waarom iets onderzocht moet worden en in welke context. Dit is ook het deel waarin je de vraagstelling en deelvragen moet opnemen; 2. Een theoretisch kader. Hier zet je de kennis uiteen die relevant is voor het beantwoorden van de vraagstelling. Dit is zeker geen samenvatting, maar het moet bewijzen dat je kunt beargumenteren welke theorie waarom relevant is (of niet) en welk specifiek model wordt gehanteerd; 3. Een onderzoeksontwerp. In dit deel moet je aangeven op welke manier de data wordt verzameld en past bij de onderzoeksvraag en waarom dit zo is. Daarnaast moet je in zo veel mogelijk detail beschreven hoe het verzamelen van de data zal plaats vinden. Hierbij is het waarborgen van validiteit en betrouwbaarheid van groot belang. Ook zijn ethiek en de zekerheid van toegang tot de betreffende informatie onderwerpen die hier behandeld worden. 4. Communicatie, organisatie en planning. Het is van belang om jezelf en anderen een idee te geven van wat er concreet georganiseerd moet worden en hoeveel tijd, geld en middelen gemoeid zijn bij een onderzoek. Dit geeft essentiële informatie om te kunnen bepalen of een onderzoek haalbaar is. •

Portfolio; je houdt een portfolio bij van wekelijkse opdrachten. Je voldoet aan de bewijslast voor verworven leerdoelen (is authentiek, relevant, actueel en voldoende divers).


113

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving 2 Inhoud van de cursus

3


30 CU13172 Afstuderen 3 2013 - 2014 werkenden / havo-mbo-vwo 4-2 Afstuderen

Het laatste semester is het sluitstuk van je opleiding. Met de afronding daarvan bewijs je dat je de voor het beroep benodigde competenties hebt verworven en aan de slag kunt op de arbeidsmarkt. Hoewel je in hoge mate zelf bepaalt wat je tijdens het afstudeertraject nog wilt leren en welke competenties je wilt ontwikkelen, is de afstudeerfase natuurlijk niet vrijblijvend. Je moet na afloop van je studie immers aantonen dat je zowel de beroepscompetenties als de onderzoekscompetentie op het vereiste niveau hebt verworven. Het afstuderen bestaat dan ook uit twee clusters met activiteiten die complementair zijn aan elkaar. Een cluster met activiteiten die leiden tot de verwerving van onderzoekscompetenties (de onderzoeksopdracht) en een cluster met activiteiten die leiden tot de verwerving van beroepscompetenties. In het startdocument dat ook je POP en PAP bevat leg je vast wat je wanneer en op welke manier gaat doen en welke bewijslast je aanlevert voor de te verwerven competenties. Onderzoekscompetentie C 1 Onderzoeken volgens de bij onderzoek horende (ethische) gedragsnormen. Je past je gedrag aan bij onderzoek horende normen, beroepsethiek, attitude en verantwoordelijkheden. Dt1.1 Je doet een voorstel voor authentiek (toegepast) onderzoek en zet een onderzoek op voor het oplossen van problemen in praktijksituaties. Ld1.1.1 Je kunt een probleemstelling formuleren (het geheel van probleemschets, onderzoeksvraag en doelstelling). Ld1.1.2 Je kunt bronnenonderzoek uitvoeren. Ld1.1.3 Je kunt een onderzoek opzetten en dit vastleggen in een onderzoeksvoorstel (plan van aanpak voor onderzoek). Dt1.2 Je voert het onderzoek zoals beschreven in het onderzoeksvoorstel uit (tijdig, zorgvuldig, accuraat, controleerbaar, betrouwbaar), je monitort voortgang en kwaliteit en stuurt waar nodig bij. Ld Je kunt de benodigde data verzamelen en de verzamelde gegevens op 1.2.1 geschikte wijze verwerken, zodat zinvolle interpretatie mogelijk wordt. Ld Je kunt voortgang en kwaliteit van de uitvoering monitoren en bijsturen 1.2.2 indien nodig. Dt1.3 Je interpreteert de verzamelde en gestructureerde gegevens en trekt conclusies ten aanzien van de onderzoeksvraag. Daarnaast evalueer je resultaten en het proces en doe je hiervan verslag. Ld Je kunt betekenis verlenen aan de gevonden en verwerkte gegevens. 1.3.1 Ld Je kunt onderzoeksresultaten rapporteren. 1.3.2


114

Opleiding specifieke competenties: zie bijlagenbundel Handleiding afstuderen.

6


weken 1

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 Uitvoeringsfase V

2

Afrondingsfase

A

toets S=startdocument; V = Voortgangsgesprek op basis van portfolio

7

8

Vorm van de toetsen


Herkansing: De herkansing zal plaatsvinden na overleg met de SLC en de coördinator afstuderen CE. Indien tijdig een nieuw onderzoeksvoorstel kan worden opgeleverd kan de herkansing gedurende het volgende semester plaatsvinden, anders ten vroegste het semester daarop volgend. Zie artikel 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling naam soort toets bodemcijfer gewicht 1 Uitvoeringsfase Eindebeoordeling onderdeel houding 5.5 40 % en beroepscompetenties 2 Afrondingsfase Onderzoekscompetentie (functioneren, 5,5 60% rapport, presentatie & verdediging) De startdocumenten voor het onderzoeksvoorstel en de stageopdrachten en het onderzoeksvoorstel zijn voorwaardelijk voor het toekennen van studiepunten. naam Fase 0 Voorbereiding Fase 1: Oriëntatie

Fase 2: Uitvoering

Inhoud van de toets voorlopige onderzoeksopdracht voorlopige onderzoeksopdracht en Startdocument met POP en PAP: plan voor te verwerven beroepscompetenties. Jij toont aan de hand van indicatoren aan dat je de afgesproken competenties op hbo-niveau beheerst. Daartoe vul je voor elke indicator een STARRT-formulier in. Je voegt er bewijslast aan toe. Je voert een voortgangsgesprek met je afstudeerdocent. Verplichte bewijslast: onderzoeksvoorstel/plan van aanpak. Jij toont aan de hand van indicatoren aan dat je de afgesproken competenties op hbo-niveau beheerst. Daartoe vul je voor elke indicator een STARRT-formulier in. Je voegt er bewijslast aan toe. Je voert een voortgangsgesprek met je afstudeerdocent. Verplichte bewijslast: conceptonderzoeksrapport, functioneren.


115

Fase 3 Afronding

9


Jij toont aan de hand van indicatoren aan dat je de afgesproken beroepscompetenties op hbo-niveau beheerst. Je levert daartoe je portfolio met bewijslast in. Jij toont aan de hand van beoordeling indicatoren van het onderzoek aan dat je de onderzoekcompetentie op hbo-niveau beheerst. Eisen aan het portfolio: - Het portfolio is compleet en toegankelijk. - De zelfbeoordeling is zelfkritisch, reflectief en onderbouwd. - De te ondernemen acties zijn gemotiveerd. - De reflecties leiden tot conclusies. - De selectie van producten die als bewijslast dient, is gemotiveerd. - De bewijslast is authentiek, actueel, relevant, uitputtend en heeft betrekking op meerdere beroepstaken. Eisen aan het onderzoek als geheel - het onderzoek is relevant: zinvol voor het eigen beroep of de eigen beroepsontwikkeling. - Het onderzoek is consistent: de elementen van het onderzoek zijn in overeenstemming met elkaar. - Het onderzoek is valide: methodologisch verantwoord opgezet en uitgevoerd. - Het onderzoek is betrouwbaar: er wordt voldoende aannemelijk gemaakt dat de conclusies niet berusten op toevalligheden. - Bruikbaar en innovatief: het onderzoek is van nut of vernieuwend voor de beroepspraktijk. - Adequaat: het onderzoek geeft antwoord op de gestelde vraag en is op controleerbare wijze volgens correct gehanteerd methoden tot stand gekomen. Eisen aan het onderzoeksrapport: - Het onderzoeksrapport is relevant en origineel. - Het rapport getuigt van kritisch-analytisch vermogen en inhoudelijke diepgang. - Het onderzoek is methodologisch verantwoord opgezet en uitgevoerd. - Het rapport is compleet en toegankelijk en heeft een passende structuur. Het taalgebruik is correct, aantrekkelijk en aanvaardbaar. Eisen aan de presentatie en verdediging: - Het verhaal is begrijpelijk, aantrekkelijk en overtuigend. - Inhoud en vorm zijn afgestemd op doel en publiek. - De juiste middelen zijn op de juiste manier ingezet. - De gestelde presentatiedoelen worden bereikt.


116

2.2.5a

HZ-jaarrooster

Semester 1 2013-2014 WEEK

sem.wk

ZONDAG

34

lesvrij

18-08-13

voorbereid.

MAANDAG

DINSDAG

WOENSDAG

DONDERDAG

VRIJDAG

24-08-13

Afstudeerpresentaties

25-08-13

OLC-overleg

Start 2012/2013 HZ Kick-off

35

31-08-13 9.00-12,00 u DEX NBSA/vangnet

Tentamens Vangnetregeling

Start 1e semester met introductieweek 36

ZATERDAG

TERNEUZEN

Lesvrije periode HZ

S1.0

Start 1e semester

01-09-13 15.00-18.00 uur DEX afstuderen

07-09-13

Introductiedag nieuwe medewerkers

MTO

09.00 uur OT's 10.45 uur SLC Kickoff 37

1.1

08-09-13 Info-avond Ouders (eerstejaars) 18.30-22.00 uur

Info-avond Ouders (eerstejaars) 18.3022.00 uur

OLC-overleg

14-09-13

09.00 uur OT's 38

1.2

15-09-13

39

1.3

22-09-13

10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc.

Openingsavond HZ Cult

Dipl.-uitr. HZ 15.00 u

MTO

9.00 uur Examinatorenvergadering 09.00 uur OT s Opening Hogeschooljaar


1.4

28-09-13

Prop.-uitreiking AvEM 15.00 u

Wilwegdagen 10.00-15.00 u

9.00 uur DEX 40

21-09-13

29-09-13

05-10-13 10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis,

41

1.5

06-10-13

42

lesvrij

13-10-13

43

1.6

20-10-13

OLC-overleg

09.00 uur OT's

MTO

12-10-13

10.45 uur SLC-bijeenkomst Lesvrije herfstperiode

19-10-13

9.00 uur Examinatorenvergadering 09.00 uur OT's

26-10-13

10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 44

45

1.7

lesvrij

27-10-13

OLC-overleg

9.00 uur DEX

02-11-13

Toetsen semester 1 deel 1 (22-11-2013, resultaten ingevoerd)

03-11-13

09-11-13

MTO 10.45 uur SLC-bijeenkomst

Toetsen/herk.S1-1

09.00 uur OT's 46

lesvrij

10-11-13

VO-dag


Toetsen/herk.S1-1

16-11-2013

Projecten/excursies 09.00 uur OT's 47

lesvrij

17-11-2013

48

1.9

24-11-13

49

1.10

01-12-13


23-11-13 Vlissingen

OLC-overleg

Open dag

09.00 uur OT's MTO

10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Inzage tentamens afname 131

30-11-13

9.00 uur Examinatorenvergadering. HZ-Meeloopdagen

7-12-13

10.45 uur SLC-bijeenkomst 09.00 uur OT's 50

1.11

08-12-13

51

1.12

15-12-13

52 1

lesvrij lesvrij

22-12-13 29-12-13

2

1.13

05-01-14

3

1.14

12-01-14


OLC-overleg

14-12-13

9.00 uur DEX 09.00 uur OT's 10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc.

Kerstborrel HZmedew.

MTO

21-12-13 28-12-13 4-01-14

Lesvrije Kerstperiode

11-01-14

Nieuwjaarsontbijt HZ-medewerkers OLC-overleg

09.00 uur Examinatorenvergadering

Toetsen semester 1 deel 2 (13-02-2014 resultaten ingevoerd)

18-01-14 Toetsen/herk. S1-2

9.00 uur DEX 4

lesvrij

19-01-14

25-01-14 09.00 uur OT's 10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc.

MTO


117

Semester 2 2013-2014 WEEK sem.wk

ZONDAG

MAANDAG

DINSDAG

WOENSDAG

DONDERDAG

VRIJDAG

TERNEUZEN

ZATERDAG

Toetsen/herk. S1-2

Hertoetsen semester 1 deel 1 (13-02-2014 resultaten ingevoerd) Start 2e semester met introductieweek Scholierenmanifestatie 5

S2.0

26-01-14

1-02-14 Minorenmarkt

09.00 uur OT's 10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 09.00 uur OT's 6

2.1

02-02-14

7

2.2

09-02-14

Introductiedag nieuwe medewerkers

OLC-overleg

10.45 uur SLC-bijeenkomst 09.00 uur OT's

08-02-14

MTO


15-02-14

09.00 uur OT's 8

2.3

16-02-14

22-02-14

10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Inzage tentamens afname 132

9

2,4

23-02-14

10

lesvrij

02-03-14

11

2.5

09-03-14

OLC-overleg


Lesvrije voorjaarsperiode

08-03-14

MTO

9.00 uur DEX 09.00 uur OT's

HZ-Meeloopdagen


12

2.6

16-03-14

01-03-14

Dipl.-uitr. HZ 15.00 u

15-03-14

22-03-14

09.00 uur OT's 10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc.

13

14

2.7

lesvrij

23-03-14

10.45 uur SLC-bijeenkomst

OLC-overleg

29-03-14

Toetsen semester 2 deel 1 (02-05-2014 resultaten ingevoerd)

30-03-14

Toetsen/herk. S2-1

MTO Hertoetsen semester 1 deel 2 (02-05-2014 resultaten ingevoerd)

15

lesvrij

06-04-14

05-04-14

Toetsen/herk S2-1


12-04-14

Excursie HZ-Cult 11 t/m 13-4


13-04-14 16

OLC-overleg

09.00 uur OT's

2.8

Goede vrijdag 10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Excursie HZ-Cult

17

2.9

20-04-14

18

lesvrij

27-04-14

19

2.10

04-05-14

19-04-14

9.00 uur DEX 2e Paasdag

I.v.m. 2e Paasdag di. 22 april lesavond

MTO Lesvrije meiperiode

I.v.m. Bevrijdingsdag di. 6 mei lesavond

Bevrijdingsdag Inzage tentamens periode 133

20

2.11

11-05-14


26-04-14 03-05-14

OLC-overleg

Pre-departure avond

10-05-14

17-05-14

10.45 uur SLC-bijeenkomst MTO 21

22

2.12

2.13

18-05-14

9.00 uur DEX

25-05-14

24-05-14

Slotavond HZ Cult

Info-avond

Hemelvaartsdag

09.00 uur OT's

Vrij

31-05-14

10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Toetsen semester 2 deel 2 (26-06-14 resultaten ingevoerd) + Afstudeerpresentaties 23

lesvrij

01-06-14

07-06-14


24

lesvrij

Toetsen/herk. S2-2

09.00 uur OT's

08-06-14

OLC-overleg Correctieweek Hertoetsen semester 2 deel 1 (26-06-14 resultaten ingevoerd) + Afstudeerpresentaties

2e Pinksterdag

Toetsen/herk. S2-2

14-06-14

MTO Afstudeerpresentaties

25

lesvrij

15-06-14

Exam.verg. IBMS

DEX IBMS

21-06-14

10.45 uur SLC-bijeenkomst Correctieweek Correctieweek Inzage tentamens periode 134

26

lesvrij

22-06-14

09.00 uur OT's

28-06-14

Dipl.-uitr. Buitenlandse studenten IBMS 15.00 u

OLC-overleg


Hert. S2-2

Hertoetsen Sem.2 deel 2 (04-07-14 resultaten ingevoerd) Correctieweek Hert. S2-2

Hertoetsen semester 2 deel 2 (04-07-14 resultaten ingevoerd) 27

lesvrij

29-06-14

09.00 uur OT's MTO 10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc.

28

lesvrij

06-07-14

9.00 uur DEX 4e-jaars

05-07-14

9.00 uur Examinatorenvergaderin g 4e-jaars

OLC-overleg

Inzage tentamens afname 135

12-07-14

Exam.verg.VNBSA's Examencommissies/Voornemen NBSA's

29

lesvrij

13-07-14 9.00 uur DEX VNBSA

30 31 32 33 34

lesvrij lesvrij lesvrij lesvrij lesvrij

Dipl.-uitr. BE/BkMER/HRM 15.00 u CE/CO/Tern. 20.00 u

20-07-14 27-07-14 03-08-14 10-08-14 17-08-14

Zomerperiode

voorbereid.

24-08-14

Dipl.-uitr. BE/CE/MER deeltijd op 15 juli 2012 20.00 u in Vlissingen

19-07-14

26-07-14 02-08-14 09-08-14 16-08-14 23-08-14

DEX def. nbsa's + propedeuses

Afstudeerpresentaties (Herkansing) 35

MTO

30-08-14

HZ Kick-off Tent.Vangnetregeling

36

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding commerciële economie – voltijd/synopsis met leerdoelen – v01 2014 20 05 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 gewijzigd vastgesteld cvb: 07/10/2014 S1.0

31-08-14

DEX 4e jaars + vangnetregeling

Start 1e semester met introductieweek

06-09-14

118

2.2.6.

Vrije compositiecursussen (art. 3.12 OER HZ) Binnen het curriculum is maximaal 2,5 EC en maximaal 10 EC ingeruimd voor vrije compositiecursussen. Je dient aan te geven bij je Studieloopbaancoach dat je in aanmerking wenst te komen voor de VCC en dit goed onderbouwen met bewijsstukken van de buiten curriculaire activiteiten.

2.2.7

Afstudeerrichtingen (art 3.10 OER HZ) n.v.t.

2.2.8

Stage CU14120 (art 3.9 OER HZ) De student kan op stage in het eerste semester als uiterlijk op 15 juli van dat jaar: • de propedeuse behaald is; • 22,5 EC van het eerste semester van het tweede jaar behaald zijn; • Alle cursussen en toetsing van het tweede semester van het tweede jaar zijn gevolgd; • tot 15 september kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 15 EC of meer in het eerste semester van het tweede jaar van de opleiding heeft behaald. De student kan op stage in het tweede semester als uiterlijk op 15 januari van dat jaar: • de propedeuse behaald is; • 45 EC in het tweede jaar behaald zijn; • een minor inclusief toetsing gevolgd is; • tot 1 maart kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 37,5 EC of meer in het tweede jaar van de opleiding heeft behaald. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de student om alleen dan met de stage aan te vangen, als aan de hierboven gestelde voorwaarden is voldaan. Indien geconstateerd wordt dat een student begonnen is zonder aan deze voorwaarden te voldoen, zal de stage afgebroken moeten worden, zonder dat de student aanspraak kan maken op studiepunten. Ook is de student in dat geval zelf verantwoordelijk voor de communicatie naar organisatie waar deze activiteiten hebben plaatsgevonden. Beschrijving van de stage, vorm, inhoud, toetsing ed. zijn terug te vinden in de Synopsis van de cursus CU14120 Meewerkstage CE. Opgenomen in deze uitvoeringsregeling.

2.2.9

Minor (art 3.8 OER HZ) en Minor is een samenhangend programmadeel van in totaal 30 studiepunten, dat in één semester wordt gevolgd en waarmee de student zijn kennis en competenties verdiept of verbreedt. De minoren die de HZ aanbiedt, zijn opgenomen in de minorcatalogus van de HZ die is te vinden op HZ-Infonet. Een student is verplicht een minor te volgen die gepubliceerd is in de minorcatalogus van de HZ, tenzij de student besluit een minor te volgen bij een andere instelling voor hoger onderwijs in binnenland of buitenland. In de minorcatalogus van de HZ is aangegeven aan welke voorwaarden de student moet voldoen voordat hij kan deelnemen aan een minor.


119

De door de student gekozen minor dient aan te sluiten bij diens studiekeuze en studieloopbaan. Als een student wil deelnemen aan een minor bij een instelling voor hoger onderwijs in binnenland of buitenland, is vooraf toestemming van de (deel-)examencommissie nodig. De (deel)examencommissie toetst of de doelstellingen en het niveau van de te kiezen minor voldoende verantwoord is door de student en of de doelstellingen en het niveau van de te kiezen minor niet ook bereikt zouden kunnen worden met het volgen van een HZ-minor. 2.2.10

Deelname internationaal uitwisselingsprogramma (art 4.5 OER HZ)

•

In overleg met je studieloopbaancoach bepaal je of je voldoende niveau Engels beheerst. Indien geconstateerd wordt dat je niveau onvoldoende is, dien je een additionele cursus Engels te volgen. In aanvulling op art. 4.5. lid 1 OER HZ dien je te voldoen aan de eisen als benoemd in art 2.2.8, alvorens deel te kunnen nemen aan een internationaal uitwisselingsprogramma.

•

2.2.11

Afstuderen CU13172 (art. 3.9. OER) De student kan afstuderen in het tweede semester als uiterlijk op 15 januari van dat jaar: • • • • • •

de propedeuse behaald is; de stage met succes is afgerond; 112,5 EC van het tweede en derde jaar van de hoofdfase behaald zijn; alle cursussen inclusief toetsing van het zevende semester zijn gevolgd; de cursus Toegepast Onderzoek (CU14071) dient met een voldoende te zijn afgerond; tot 1 maart kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 105 EC of meer in het tweede en derde jaar heeft behaald.

De student die later met afstuderen begint, kan starten op 1 september of 1 februari als uiterlijk op 15 juli, respectievelijk 15 januari van dat jaar: • • • •

de propedeuse behaald is; de stage met succes is afgerond; 142,5 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase behaald zijn; tot 15 september, respectievelijk 1 maart kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student in totaal 135 EC in de hoofdfase, waarvan 112,5 EC of meer in het tweede en derde jaar van de opleiding heeft behaald.

Het is de eigen verantwoordelijkheid van de student om alleen dan met afstuderen aan te vangen, als aan de hierboven gestelde voorwaarden is voldaan. Indien geconstateerd wordt dat een student begonnen is zonder aan deze voorwaarden te voldoen, zal het afstuderen afgebroken moeten worden, zonder dat de student aanspraak kan maken op studiepunten. Ook is de student in dat geval zelf verantwoordelijk voor de communicatie naar organisatie waar deze activiteiten hebben plaatsgevonden. Beschrijving van de afstudeerstage, vorm, inhoud, toetsing ed. zijn terug te vinden in de Synopsis van de cursus CU13172 Afstudeeronderzoek. Opgenomen in deze uitvoeringsregeling. 2.2.12

Supplement bij getuigschrift (art. 6.11 OER HZ) • Het supplement is in de Nederlandse taal opgesteld • Het supplement bevat geen nadere gegevens


120

2.3.

Studieadvies

2.3.1

Uitwerking voorwaarden inschrijving opleiding na nbsa (art. 8.1 lid 9 OER HZ) )

3.1

Vaststelling

3.1.1

De looptijd van de uitvoeringsregeling is gelijk aan de looptijd van de Onderwijs- en Examenregeling HZ 2014-15.

3.1.2

Deze uitvoeringsregeling is vastgesteld door het college van bestuur op 26/08/2014.


121

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Commerciële Economie voltijd oud curriculum

Recommend Documents