Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Human Resource Management voltijd nieuw curriculum

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Human Resource Management – voltijd – nieuw curriculum Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Uitvoeringsregeling OER HZ 1.1 algemeen 1.1.1 De onderwijs- en examenregeling (OER HZ) omvat de kern van de onderwijs binnen de HZ. Dat document geeft een algemeen beeld van alle opleidingen die door de HZ worden verzorgd. De OER HZ bevat instelling specifieke bepalingen, die dus voor de gehele HZ gelden. Voor elke opleiding wordt jaarlijks door het college van bestuur een opleiding specifieke Uitvoeringsregeling OER HZ (hierna: Uitvoeringsregeling) vastgesteld. 1.2 opleidingscommissie 1.2.1 De opleidingscommissie wordt in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan de vaststelling van de betreffende Uitvoeringsregeling advies uit te brengen aan het college van bestuur. 1.2.2 De opleidingscommissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de onderwijs- en examenregeling en de betreffende Uitvoeringsregeling. 1.3 academiedirecteur 1.3.1 De betrokken academiedirecteur is verantwoordelijk voor: a. de uitvoering van de OER HZ; b. invulling en uitvoering van de Uitvoeringsregeling; c. jaarlijkse evaluatie ten behoeve van het college van bestuur van de OER HZ en de Uitvoeringsregeling, waarbij hij het tijdsbeslag weegt voor de studenten, dat daaruit voortvloeit ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast (art. 7.14 WHW); d. voorbereiding van aanpassingen van de Uitvoeringsregeling.

Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

1

Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling OER HZ per opleiding: Human Resource Management, voltijd 2.1 Inschrijving, vooropleidingseisen en toelatingsbeleid 2.1.1

Overzicht nadere vooropleidingseisen (art. 2.3 OER HZ in aanvulling op de eisen zoals verwoord in artikel 2.2 OER HZ) Instroom met Havodiploma Opleidingen Human Resource Management

N+T

N+G

E+M

C+M









Instroom met Vwo-diploma Opleidingen Human Resource Management

2.1.2

N+T

N+G

E+M

C+M









Deficiëntie-onderzoek (art. 2.4 OER HZ) )

HZ Schakelcursus economie 2014 De Schakelcursus economie is bedoeld voor leerlingen met een havo- of vwo-diploma van wie het profiel niet overeenkomt met de wettelijk gestelde eisen voor hun studierichting. Deze categorie studenten moet de afsluitende toets die behoort bij de schakelcursus (met een voldoende) halen. Dat is een voorwaarde om te worden toegelaten tot de opleiding. Ook is deze schakelcursus geschikt voor aankomende studenten die vinden dat ze extra lessen kunnen gebruiken of voor studenten voor wie een Schakelcursus economie (met voldoende toetsresultaat) door de HZ wordt geadviseerd of als voorwaarde wordt gesteld om te worden toegelaten tot een studie. Studiebelasting De studiebelasting van de cursus is 40 uur, inclusief de lessen. Data De HZ zomercursus start in augustus (week 34). De lesdagen van de cursus die gegeven wordt op de hoofdlocatie van de HZ University of Applied Sciences zijn op maandag 18 augustus, dinsdag 19 augustus, woensdag 20 augustus, donderdag 21 augustus en vrijdag 22 augustus. Op maandag 25 augustus vindt de toets plaats. Kosten De kosten voor deelname bedragen € 150,- (betaling verloopt via acceptgiro). Lesmateriaal wordt, tegen contante betaling van een borgsom van € 50,- beschikbaar gesteld door HZ. Reiskosten e.d. zijn voor eigen rekening. Aanmelden Inschrijven voor de schakelcursus Economie gaat via het online inschrijfformulier. In verband de zomervakantie en de organisatie van de schakelcursus, ontvangen wij aanmeldingen graag vóór vrijdag 11 juli 2014.


2

Vragen Voor vragen over de schakelcursus Economie kun je contact opnemen met: het Academiebureau van de Academie voor Economie en Management via [email protected]

Onderwerpen van de Schakelcursus 1. Prijsmechanisme (vraag en aanbod), prijs- en inkomenselasticiteit, relatie prijselasticiteit en omzet 2. Marktvormen (monopolie, oligopolie, monopolistische concurrentie, volledig vrije mededinging) en bedrijfsstrategie 3. Balans en resultatenrekening, solvabiliteit en liquiditeit, kosten en uitgaven, opbrengsten en ontvangsten 4. Indexcijfers, procentuele veranderingen, groeivoeten 5. Conjuncturele groei en structurele groei; begrotingsbeleid overheid 6. Berekening van toegevoegde waarde, BBP, BNP enz. 7. Onderwerpen uit basisrekenen (afhankelijk van de vaardigheden van de deelnemende studenten)

2.1.3

Aanvullende eisen (art. 2.5 OER HZ) Niet van toepassing

2.1.4

Toelatingseisen werkkring bij deeltijdopleiding (art. 2.6. OER HZ) Niet van toepassing

2.1.5

Toelatingseisen werkkring bij duale opleidingsvariant (art. 2.7. OER HZ) Niet van toepassing

2.1.6

Toelatingsonderzoek (art. 2.9 OER HZ) Zie art. 2.9 OER HZ

2.2

Inrichting opleiding en onderwijs, supplement bij getuigschrift

2.2.1

Opleidingsprofiel (art 3.2 OER HZ)

1

Hr-professionals zijn werkzaam bij verschillende organisaties en in verschillende functies, zowel in de private als in de publieke sector als mede in nationale of internationale setting. De organisaties waarin onze studenten terechtkomen, zijn divers voor wat betreft omvang. De omvang varieert van minder dan tien medewerkers (een re-integratiebureau bijvoorbeeld) tot enkele tienduizenden medewerkers (een multinational) en alles wat hier tussen zit. Ook verschillen de organisaties in cultuur; denk aan de verschillen tussen innovatieve organisaties, bureaucratische organisaties en professionele organisaties (en alle tussenvormen die hierbij aanwezig zijn). Deze verschillen hebben grote gevolgen voor de inbedding van hrm in organisaties, het gebruik van instrumenten, de rol en positie van de hr-professionals en de uitvoering van hr.

1

Format 2012+ landelijk opleidingsprofiel HRM december 2012 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

3

Er zijn nog meer verschillen te benoemen tussen organisaties (de aard van de productie/dienstverlening, de samenstelling van het personeelsbestand, de financiële situatie waarin de organisatie verkeert) die ook van invloed zijn op human resources. Naast de verschillen in organisaties, zijn er ook verschillen in de functie waarvoor wordt opgeleid. Het beroepenveld is gevarieerd: afgestudeerden komen terecht in hr-adviesfuncties, operationele hrfuncties, worden intercedent, gaan werken als re-integratiecoach, loopbaanadviseur, junior organisatieadviseur of worden recruiter. Zij werken binnen een dienstverband of als zelfstandige. Steeds meer afgestudeerden komen terecht bij hr-dienstverleners in verschillende functies. Kortom, een scala aan functies, waarin niet alle taken van het beroep even prominent hoeven te worden uitgevoerd, maar waardoor de behoefte aan een brede kennisbasis extra wordt gestipuleerd. 2.2.2 Competenties (art 3.2 OER HZ)


4

De competenties en deeltaken voor de opleiding Human Resource Management zijn de volgende: Geldend voor studenten die zijn gestart in het schooljaar 2011-2012 of 2012-2013 of daarvoor Startcompetentie 1, Ontwikkelen van visie en beleid De HRM-er is in staat om vanuit zijn expertise op strategisch niveau adequaat beleid en visie te ontwikkelen en hierover te communiceren waarbij hij effectief de sociale processen verbindt met de technische, economische en commerciële processen in de organisatie, om de organisatie zo succesvol mogelijk te doen zijn. 1.1. ontwikkelt op strategisch niveau visie en beleid 1.2 draagt zorg voor de verbinding tussen de sociale processen met de technische, economische en commerciële processen Startcompetentie 2. Ontwikkelen, implementeren van, en werken met personeelsinstrumenten De HRM-er is in staat om vanuit het geformuleerde strategische beleid van de organisatie, die personele middelen in te zetten die leiden tot een effectieve organisatie. Hij activeert daartoe de indoor- en uitstroom van personeel zodanig dat de strategische doelstellingen van de organisatie optimaal bereikt worden, met inachtneming van sociaal maatschappelijke en ethische aspecten. 2.1. ontwikkelt personeelsinstrumenten vanuit het geformuleerde strategisch beleid 2.2. implementeert ontwikkelde personeelsinstrumenten 2.3. adviseert hoe en welke personeelsinstrumenten in te zetten om in-, door- en uitstroom te activeren binnen de strategische, tactische & operationele doelstellingen van de organisatie Startcompetentie 3, Begeleiden & coachen De HRM-er is in staat de doelstellingen van de individuele medewerker met die van de organisatie te verbinden, om zowel voor het individu als de organisatie een succesvol resultaat te bereiken. Als actieve gesprekspartner voor management en medewerker optimaliseert hij de effectiviteit van de organisatie. 3.1. legt verbinding tussen de doelstellingen van individu(en) en organisatie en stemt deze waar mogelijk op elkaar af. 3.2. adviseert management en medewerker(s) vanuit verschillende rollen over hoe verbindingen tot stand kunnen komen. 3.3. begeleidt het proces dat moet leiden tot optimalisatie van de organisatie effectiviteit. Startcompetenties 4, Probleemaanpak De HRM-er is in staat om (complexe) probleem situaties tijdig te signaleren, analyseren en aan te pakken, zodanig dat de effectiviteit van de organisatie gewaarborgd blijft. Hij weet daartoe de juiste actoren en middelen te mobiliseren om negatieve ontwikkelingen te voorkomen en/of op te lossen. 4.1. signaleert zelfstandig vraagstukken op sociaal en organisatorisch vlak. 4.2. analyseert de geconstateerde vraagstukken. 4.3. mobiliseert de juiste actoren en middelen.


5

Startcompetentie 5, Professionaliseren De HRM-er werkt voortdurend proactief aan zijn eigen professionaliteit, volgt de actuele ontwikkelingen in het eigen vakgebied en daarbuiten op zowel nationaal als internationaal niveau, vormt daar een uitgesproken visie op, en kan deze vervolgens integreren in zijn eigen handelen maar kan daardoor ook zelf een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de HR professie. 5.1. volgt actief de ontwikkelingen in zijn vakgebied en aanverwante domeinen en vormt zich daar een visie op. 5.2. zet waar nodig zijn eigen onderzoek op om zijn visie te verantwoorden en/of participeert daartoe in een breder onderzoek 5.3. integreert zijn visie (op de ontwikkelingen in zijn vakgebied en aanverwante domeinen) in zijn eigen taakuitvoering 5.4. draagt zijn onderbouwde visie op ontwikkelingen in zijn vakgebied actief uit (bv. via publicaties, lezingen, gastcolleges) Startcompetentie 6, Onderzoeken De hbo-bachelor HRM stelt een onderzoeksvraag op over een ….. probleem, bedenkt een methode om daarop een antwoord te krijgen, verzamelt en analyseert gegevens, formuleert een antwoord op de onderzoeksvraag en doet verslag aan derden van het geheel aan activiteiten en bevindingen. 6.1 De hbo-bachelor HRM doet een voorstel voor (toegepast) onderzoek en zet onderzoek op voor het oplossen van problemen in praktijksituaties. 6.2 De hbo-bachelor HRM voert het onderzoek zoals beschreven in het onderzoeksvoorstel (laten) uit, monitort voortgang en kwaliteit en stuurt waar nodig bij. 6.3 De hbo-bachelor HRM interpreteert de verzamelde en gestructureerde gegevens en trekt conclusies ten aanzien van de onderzoeksvraag. Daarnaast evalueert hij resultaten en het proces en doet hiervan verslag. 6.4 De hbo-bachelor HRM gedraagt zich volgens de bij onderzoek horende (ethische) gedragsnormen


6

Geldend voor studenten die zijn gestart in het schooljaar 2013-2014 of 2014-2015 BT1

VISIE EN BELEID ONTWIKKELEN De BBA ontwikkelt in samenwerking met anderen de visie en het beleid van een organisatie. Hij overbrugt hiervoor taal- en cultuurverschillen en respecteert de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen en houdt bij oordeel- en besluitvorming rekening met ondernemingsrecht en de ethische aspecten daarvan. DT1.1

BT2

BT3

Secundaire informatie op macro- en mesoniveau verzamelen en interpreteren. Ld1.1.1 Je kunt meso- en macro-economische ontwikkelingen uitleggen op basis van beproefde economische modellen. Ld1.1.2 Je kunt de impact op de organisatie van meso- en macro-economische ontwikkelingen verklaren op basis van beproefde analysetechnieken. DT1.2 Plannen op strategisch, tactisch en operationeel niveau ontwerpen en zo de continuïteit van de organisatie waarborgen. Ld1.2.1 Je kunt de strategische doelen van een organisatie verklaren aan de hand van het businessmodel. Ld1.2.2 Je kunt op basis van de gekozen strategie een ondernemingsplan voor de organisatie uitwerken. Ld1.2.3 Je kunt uit het ondernemingsplan een tactisch beleidsplan destilleren en dit plan omzetten in operationele acties. Ld1.2.4 Je kunt de aansprakelijkheidsrisico’s van de bestuurders benoemen. Ld1.2.5 Je kunt de risico’s van verbintenissen en de financiële consequenties ervan benoemen. DT1.3 Stakeholders informeren over de financiële en sociale situatie van de organisatie. Ld1.3.1 Je kunt financiële en sociale informatie van de organisatie produceren en rapporteren. OPLOSSINGEN ONTWERPEN De BBA ontwerpt en formuleert planmatig en methodisch oplossingen voor een probleem in een organisatie. DT2.1 Probleem definiëren Ld2.1.1 Je kunt een organisatieprobleem signaleren en verklaren op basis van relevante begrippen, theorieën en modellen. DT2.2 Conceptueel ontwerp maken Ld2.2.1 Je kunt verschillende oplossingen formuleren en een keuze maken uit meerdere alternatieven. Ld2.2.2 Je kunt maatregelen aanbevelen en verdedigen die het probleem in de organisatie oplossen of die de situatie optimaliseren. Ld2.2.3 Je kunt interne en externe informatiestromen ontwikkelen en beheersen van met behulp van een MIS DT2.3 Implementeren en evalueren Ld2.3.1 Je kunt een plan van aanpak voor de implementatie van maatregelen opstellen Ld2.3.1 Je kunt een evaluatieonderzoek uitvoeren. ONDERZOEKEN De BBA stelt een onderzoeksvraag op, bedenkt een methode om daarop een antwoord te krijgen, verzamelt en analyseert gegevens, formuleert een antwoord op de onderzoeksvraag en doet verslag aan derden van het geheel aan activiteiten en bevindingen. DT3.1 ONDERZOEK VOORBEREIDEN Een voorstel doen voor (toegepast) onderzoek en zet onderzoek op voor het oplossen van problemen in praktijksituaties. Ld3.1.1 Je kunt een probleemstelling formuleren (het geheel van probleemschets, onderzoeksvraag en doelstelling). Ld3.2.1 Je kunt bronnenonderzoek uitvoeren.


7

Ld3.2.3 DT3.2

DT3.3

Je kunt een onderzoek opzetten en dit vastleggen in een onderzoeksvoorstel (= plan van aanpak voor onderzoek). ONDERZOEK UITVOEREN Onderzoek uitvoeren zoals beschreven in het onderzoeksvoorstel, voortgang en kwaliteit monitoren en waar nodig bijsturen. Ld3.2.1 Je kunt de benodigde data verzamelen en de verzamelde gegevens op geschikte wijze verwerken tot informatie, zodat zinvolle interpretatie mogelijk wordt. Ld2.3.2 Je kunt voortgang en kwaliteit van de uitvoering monitoren en bijsturen indien nodig en de kwaliteit van het resultaat toetsen aan de gestelde eisen. ONDERZOEK AFRONDEN De verzamelde en gestructureerde gegevens interpreteren en conclusies trekken ten aanzien van de onderzoeksvraag. Resultaten en het proces evalueren en hiervan verslag doen. Ld3.3.1 Je kunt betekenis verlenen aan de gevonden en verwerkte gegevens. Ld2.3.2 Je kunt over onderzoek rapporteren.

ONDERZOEKERSHOUDING Ld3.1.1 Je kunt je gedrag aanpassen aan bij onderzoek horende normen, beroepsethiek, attitude en verantwoordelijkheden. BT4

BT5

PERSOONLIJKE EN PROFESSIONELE ONTWIKKELING (ONDERNEMENDHEID EN STUDIELOOPBAANCOACHING) De BBA ontwikkelt een ondernemende houding, hij reflecteert op eigen ervaringen en ontwikkelingen en communiceert hierover met de bij zijn (studie)loopbaan betrokken partijen. DT4.1 Op verantwoorde wijze studie- en beroepskeuzes maken. Ld4.1.1 Je kunt beschrijven wie je bent, wat je kunt en wat je wil. Ld4.1.2 Je kunt VC-cursussen, stages, minoren en onderzoeksopdrachten kiezen die bij jouw wensen en capaciteiten passen. DT4.2 De eigen persoonlijke competentieontwikkeling zelfstandig vormgeven en hierover op basis van een portfolio communiceren. Ld4.2.1 Je kunt precies aangeven wie je bent, wat je kunt, en wat je nog moet leren. Ld4.2.2 Je kunt jouw talenten gebruiken in studie, werk en vrije tijd. DT4.3 Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen studievoortgang (optimaal studieverloop) Ld4.3.1 Je kunt je eigen leerproces sturen. DT4.4 Een ondersteunend sociaal netwerk inzetten Ld4.4.1 Je kunt aangeven wie jou waarmee kan helpen en je kunt deze hulp bijtijds inroepen. DT4.5 Leervaardigheden verwerven Ld4.5.1 Je kunt duurzaam effectief en efficiënt studeren. HR BELEID EN VISIE ONTWIKKELEN EN IMPLEMENTEREN (was C1) De HR-professional adviseert het management over de inhoud en aanpak van de hr-werkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken. Hij anticipeert op de gewenste organisatiestrategie en organisatiecultuur, en vertaalt strategie- en cultuurveranderingen naar hr-werkterreinen en -uitvoeringspraktijken. Hij adviseert het management over hr-activiteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd worden. Daarbij formuleert hij meetbare hr-doelstellingen, assisteert het management bij de uitvoering van de activiteiten, evalueert deze en relateert de uitkomsten aan de organisatieuitkomsten/resultaten. DT5.1 Een strategisch HR-beleidsplan opstellen dat actief bijdraagt aan de realisatie van de organisatiestrategie. Ld5.1.1 Je kunt de organisatiestrategie, ontwikkeling en doelen analyseren in de omgevings- en beroepscontext. Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

8

Ld5.1.2

Ld5.1.3

DT5.2

DT5.3

DT5.4

Je kunt organisatievraagstukken systematisch en methodisch aanpakken, relevante gegevens verzamelen en interpreteren en je een oordeel vormen. Je houdt daarbij rekening met de sociaal-maatschappelijke, beroepsethische aspecten en (wetenschappelijke) onderzoek criteria. Je kunt bij de gemaakte analyses en beoordelingen een aansluitend en stimulerend HR beleid op organisatieniveau formuleren. Daarbij kun je de toegevoegde waarde van het HR-beleid zichtbaar en meetbaar maken.

Een doelgericht HR-advies opstellen (op organisatie- of onderdeelniveau op grond van een strategisch, innovatief HR-beleidsplan). Ld5.2.1 Je kunt het HR-beleid concretiseren in een advies over HR-werkterreinen en de inzet van HR-instrumenten inclusief een financiële paragraaf. Ld5.2.2 Je kunt de verwachte resultaten van je advies toetsen aan de gewenste resultaten van het management en kunt het advies adequaat bijstellen. (commitment verwerven). Ld5.2.3 Je kunt als gevolg van je advies de consequenties voor inrichting, werkwijze en competenties van de afdeling HR in beeld brengen en daarover adviseren. Een resultaatgericht HR implementatieplan opstellen (als vervolg op en binnen het kader van de HR adviesnota) Ld5.3.1 Je kunt een resultaatgericht implementatieplan maken, inclusief voorstellen ten aanzien van verandermanagement. Ld5.3.2 Je kunt de PDCA cyclus toepassen in afstemming met het lijnmanagement (incl verandermanagement) Ld5.3.3 Je kunt de uitvoering begeleiden en ondersteunen en de eindverantwoordelijkheid beleggen waar die thuis hoort. Structureel monitoren van voortgang en realisatie van het implementatieplan en bijsturen waar nodig. Ld5.4.1 Je kunt een set passende stuur- en kengetallen opstellen voor adequate resultaatmeting. Ld5.4.2 Je kunt de procesvoortgang monitoren, bewaken en evalueren door analyse en interpretatie van de resultaatmeting. Ld5.4.3 Je kunt voortgangsrapportages opstellen en bijsturingvoorstellen doen, passend bij het managementniveau.


9

BT6

PERSONEELSMANAGEMENT ( was C2; strategisch personeelsmanagement operationaliseren) De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van interne- en externearbeidsmarkttransities, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zo nodig bij. Hij ontwikkelt activiteiten op het terrein van talentmanagement, loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding, op medewerker en organisatieniveau, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zo nodig bij. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van instroom, doorstroom en uitstroom met behulp van relevante HR-instrumenten, op medewerker- en organisatieniveau, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zo nodig bij. DT6.1 Activiteiten ontwikkelen op het gebied van instroom. Ld6.1.1 Je kunt een analyse maken van de huidige arbeidsmarktontwikkelingen en de consequenties hiervan voor de organisatie. Ld6.1.2 Je kunt uitgaande van de strategie van de organisatie een analyse maken van het huidige personeel. Ld6.1.3 Je kunt een wervingsplan maken gebaseerd op de korte- en langetermijnvraag van de organisatie. Ld6.1.4 Je kunt een sollicitatiegesprek voeren. Ld6.1.5 Je kunt toetsen of een wervingscampagne effectief is geweest. Ld6.1.6 Je kunt aangeven hoe een wervingscampagne tussentijds bij te stellen. DT6.2 Activiteiten ontwikkelen op het gebied van doorstroom. Ld6.2.1 Je kunt verdedigen waarom het van belang is de juiste medewerker op de juiste plek te hebben en hoe je hier invloed op kunt uitoefenen Ld6.2.2 Je kunt arbeidsrecht toepassen Ld6.2.3 Je kunt door performancemanagement de doorstroom van medewerkers bevorderen. Ld6.2.4 Je kunt door functiewaardering waarde toekennen aan functies. Ld6.2.5 Je kunt op organisatieniveau en op medewerkerniveau het instrumentarium toepassen dat bijdraagt aan een gezond leefklimaat in een organisatie. Ld6.2.6 -Je kunt een opleidingsplan voortvloeiend uit organisatiedoelen opstellen met aandacht voor effectiviteit van opleiden DT6.3 Activiteiten ontwikkelen op het gebied van uitstroom. Ld6.3.1 Je kunt verschillende manieren van uitstroom benoemen en relateren aan de strategische HR-planning Ld6.3.2 Je kunt de wijze van een pensioenberekening, van een ontbindingsvergoeding en van een WW-uitkering (en WIA )benoemen en berekenen Ld6.3.3 Je kunt arbeidsrecht toepassen Ld6.3.4 Je kunt een ontbindingsovereenkomst beschrijven en bent in staat gevolgen van keuzes in beeld te brengen

10 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

2.2.3

Inrichting opleiding (art 3.3, 3.13, OER HZ) De opleiding Human Resource Management is en bachelor opleiding met een vierjarig studieprogramma en heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten worden behaald in de propedeutische fase en 180 studiepunten in de hoofdfase. De studielast is 28 uur per 1 EC. De propedeuse heeft derhalve een studielast van 1680 uur en de hoofdfase een studielast van 5.040 uur. Totaal 6.720 uur Het aantal contacturen per week ligt op 12 tot 14 uur. Daarnaast werk je met je groepsopdrachten ook zelfstandig gemiddeld 8 uur aan de projectopdracht. Voor zelfstudie moet je rekenen op 14 tot 16 uur per week. Totale studiebelasting is ongeveer 36 – 40 uur per week.

nrichting van de opleiding: Nationale naam: International naam: Verleende graad: Studieduur: Studielast propedeutische fase: Studielast hoofdfase: Variant: Croho-code: Locatie: Voertaal: Datum begin accreditatie: Vervaldatum accreditatie: Associate degree: Gezamenlijke opleiding: Versneld HBO (Vwo) traject

B Human Resource Management B Human Resource Management Bachelor 4 jaar 60 EC 180 EC Voltijd 34609 Vlissingen Nederlands 04-02-2014 03-02-2020 n.v.t. n.v.t. n.v.t.


Geldend voor studenten die zijn gestart in het schooljaar 2011-2012 of 2012-2013 of daarvoor


Geldend voor studenten die zijn gestart in het schooljaar 2013-2014


Geldend voor studenten die zijn gestart in het schooljaar 2014-2015


2.2.4

Cursussen propedeutische fase (art 3.5, 3.11 OER HZ)

Semester 1 CU13702 Titel: Oriëntatie op Beroep en Opleiding Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In de slc-cursus Oriëntatie op beroep en opleiding voer je opdrachten uit die je helpen een goed beeld te krijgen van het

werkveld waartoe je wordt opgeleid. Zo organiseer je zelf excursies naar organisaties, je neemt deel aan excursies, je woont lezingen bij waarbij mensen uit uiteenlopende organisaties vertellen wat ze doen en wat je ervoor moet weten en kunnen en welke persoonlijke eigenschappen belangrijk zijn voor het uitoefenen van de functie. Je voert in de cursussen in een interdisciplinair team opdrachten uit voor echte opdrachtgevers. Natuurlijk volgens de regelen der kunst! Daarnaast oefen je enkele vaardigheden die je nodig hebt om producten van het vereiste niveau op te leveren. Je leert onder andere professioneel presenteren, brieven en verslagen schrijven, samenwerken, systematisch problemen aanpakken, informatie verzamelen en plannen. Deze vaardigheden heb je nodig om in de beroepspraktijk succesvol te kunnen zijn. Toets nr

Vorm een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets M

1 2

x

S x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer

Planning toets in week

Inzage Planning Inzage werk (< 10 herkansing herkansing werkdagen in week in week na ontvangst cijfer)

4.1, 4.2, 4.3 & 4.4

50%

5.5

3

5

14

16

4.2

50%

5.5

5

n.v.t.

16

n.v.t.

Vorm Portfolio (aan de hand van de opdrachten uit de studentenhandleiding) Portfoliogesprek


15

Semester 1 CU13515 Titel: Probleemanalyse & Bronnenonderzoek Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Je verkent de opdracht en oriënteert je op het onderwerp. Je leidt de onderzoeksvraag direct af uit de probleemschets. Je

expliciteert de doelstelling. Je stelt een zoekplan op en gebruikt relevante zoektermen. Je houdt daarbij rekening met vakjargon, synoniemen, en (zoek)termen in een andere taal (meestal Engels). Je maakt gebruik van bibliotheken (waaronder de mediatheek) en het internet en van diverse typen bronnen (zoekmachines, boeken, wetenschappelijke tijdschriften, databases). Je gebruikt relevante en actuele informatiebronnen. Je maakt van de gevonden informatie een abstract. Toets nr

1 2


S x x

A

Vorm

Marketingplan (onderdeel course MPP) Start-document

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



3.1 & 3.2 3.1

50% 50%

5.5 5.5

3 3

9 9


15 15

18 18

16

Semester 1 CU16246

Titel: Excel

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: J

Voertaal: NL/ENG

Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: During this course students will be introduced to the basic and advanced components of Microsoft

Excel 2013. Toets nr

Vorm een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets i

M

S

Inhoud koppeling met deeltaken uit

Wegings factor

Bodemcijfer


Inzage werk (< 10 werkdagen na ontvangst cijfer)

Planning herkansing in week

Inzage herkansing in week

A

Vorm

1

x

Praktijk examen

2.1

50%

5,0

45

nvt

5

nvt

2

x

Praktijk examen

2.1

50%

5,0

4

nvt

15

nvt


17

Semester 1 CU13519 Titel: Schriftelijke Taalvaardigheid Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus leer je de beginselen van professionele schriftelijke communicatie. De basis is correct taalgebruik, maar dat alleen is niet genoeg. Je zult ook in de toon en stijl moeten kiezen die past bij de context waarin je communiceert. Dat betekent dat je niet alleen een korte opfriscursus spelling krijgt, maar ook in een aantal concrete communicatiesituaties verschillende stijlregisters leert hanteren. Toets nr

Vorm een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets

M 1

S x

2

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Tussentoets spelling

1.1

40%

5.5

45

48

5

9

Eindtoets spelling, formuleren & structureren

1.1

60%

5.5

4

9

15

18

Vorm


18

Semester 1 CU13534 Titel: Privaatrecht Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus vergaar je, na een inleiding in het recht, basiskennis van het overeenkomsten- en aansprakelijkheidsrecht en van het ondernemingsrecht. Ook leer je enkele belangrijke juridische vaardigheden aan. Zo leer je hoe je relevante regelgeving kunt vinden, hoe je een eenvoudige juridische case kunt oplossen en oefen je met het maken van contracten. Je stelt één of meerdere contracten en/of algemene voorwaarden op en je voert een juridische risicoanalyse uit. Alleen met een degelijke basiskennis van het overeenkomsten- en aansprakelijkheidsrecht en het ondernemingsrecht en de beheersing van enkele belangrijke juridische vaardigheden ben je in staat een adviserende of management-ondersteunende functie op Hbo-niveau te vervullen. Toets nr


M 1

S x

2

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Vorm 1.2

40%

5.0

45

48

5

9

x

Open vragen/casustoets inleiding recht en verbintenissenrecht (tussentoets) Opstellen overeenkomst en algemene voorwaarden

1.2

10%

5.5

43

44

5

9

3

x

Uitvoeren juridische risicoanalyse

1.2

10%

5.5

2

4

8

11

4

x

Open vragen/casustoets ondernemingsrecht (eindtoets)

1.2

40%

5.0

4

9

15

18


19

Semester 1 CU13520 Titel: Meso en Macro Economie Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze course komen de analyse van bedrijfstakken en macro-economische ontwikkelingen aan de orde. De actualiteit speelt een grote rol. Je leert het economische en financiële nieuws te analyseren en interpreteren. Toets nr


1

M

S x

2

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Paper

1.1

40%

6.0

44

46

5

9

Casustoets macro-economie

1.1

60%

5.0

4

9

15

18

Vorm


20

Semester 1 CU13521 Titel: Marketingplanningsproces Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Kennis van het marketingplanningsproces is onontbeerlijk voor alle BBA-studenten. De cursus biedt dan ook een solide basis aan marketingkennis. Je legt een theoretische basis aan de hand van de zogenoemde vier p’s: prijs, product, promotie en plaats. Door het uitvoeren van opdrachten doorloop je stap voor stap het marketingplanningsproces. Dit proces mondt uit in het schrijven van een marketingplan. Toets nr


1

M

S x

2

x

3

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.1 & 1.2

35%

5.0

45

48

5

9

1.1 & 1.2

35%

5.0

4

9

15

18

3.1

30%

5.0

3

9

13

18

Vorm Kennistoets eerste deel lesstof Individueel, multiple choice [begrippen, vocabulaire, modellen] Kennistoets tweede deel lesstof Individueel, multiple choice [begrippen, vocabulaire, modellen] eindtoets Marketingplan Groepswerk, schriftelijk


21

Semester 1 CU13526

Aantal EC’s: 5

Titel: Inleiding HRM

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Je maakt kennis met de belangrijkste aspecten van het primaire HR-proces, te weten instroom, doorstroom en uitstroom.

Je gaat in groepsverband aan de hand van casussen aan de slag met vraagstukken op het gebied van in-, door- en uitstroom. Daarna win je informatie in bij bedrijven en toets je de theorie aan de praktijk. Samen met medestudenten maak je analyses van de gegevens in de casusbeschrijvingen, een arbeidsmarktanalyse en een personeelsplanning. Natuurlijk op basis van theorie. Toets nr


M 1

S x

2

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



BK-MER 3.2

50%

5.5

4

9

15

18

BK-MER 3.2

50%

5.5

3

9

14

18

Vorm Kennistoets

Werkstuk: praktijkopdrachten casus


22

Semester 2 CU14225 Titel: Grip op je Studie Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 1,25

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Leervaardigheden heb je nodig om je opleiding succesvol te doorlopen. Maar ook daarna. Als je succes wilt hebben in je loopbaan moet je immers niet alleen willen (blijven) leren, maar ook kunnen (blijven) leren. De beroepspraktijk verwacht niet anders dan dat je als afgestudeerde hbo'er kritisch denkt, logisch redeneert, een goed gestructureerd betoog opzet en methodieken toepast om grote hoeveelheden kennis te verhapstukken. Daarvoor moet je overzicht kunnen bewaren over grote brokken kennis, moet je de kern eruit kunnen halen, verbanden kunnen leggen, conclusies kunnen trekken en zelfstandig op zoek gaan naar aanvullende informatie. Toets nr


1

S x

A

Vorm Portfolio

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



4.3, 4.4 & 4.5

100%

5.5

22

24


27

28

23

Semester 2 CU13433 Titel: Kwalitatief Onderzoek Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De totale onderzoekscyclus is onderdeel van deze cursus. De focus ligt op het verzamelen van kwalitatieve data door middel van observaties en van interviews. Toets nr


1

S x

A

Vorm Werkstuk, individueel, co-assessment gecombineerd met procesbeoordeling

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



3.1, 3.2, 3.3 & 3.4

100%

5.5

22

26


27

28

24

Semester 2 CU14852 Titel: Beschrijvende Statistiek Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 1,25

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Een basiscursus statistiek gekoppeld aan Kwalitatief onderzoek voor Academie voor Economie en Management. Toets nr


1

S x

A

Vorm Overalltoets

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



3.2

100%

5.5

23

26


27

28

25

Semester 2 CU13532 Titel: Projectmatig Werken Aantal EC’s: 2,5 Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Aanwezigheid bij een self & peer assessment.

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In een project werk je met een beperkte hoeveelheid tijd, geld en middelen tijdelijk samen om een bepaald doel te

bereiken. Samen met collega-studenten vorm je een projectteam dat in overleg met de betrokkenen een projectplan opstelt dat vervolgens, na goedkeuring door de opdrachtgever en begeleidend docent, ook daadwerkelijk uitgevoerd kan gaan worden. Toets nr


1 2

S x x

A

Vorm Projectplan Beslisdocumenten & Eindrapport

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



2.1 & 2.2 2.3

30% 70%

5.5 5.5

12 22

13 24


16 27

18 28

26

Semester 2 CU10640 Titel: Business English 1 Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 1,25

Verplicht: Ja

Voertaal: ENG

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Aan het eind van deze cursus zou de student in staat moeten zijn om - in het Engels en indien van toepassing in een internationale context - eenvoudige beroepsgerelateerde taken uit te voeren, zoals het begrijpen van en reageren op korte teksten en documenten, het opvolgen van aanwijzingen en instructies, het begrijpen van eenvoudige gesprekken en programma’s van beroepsmatig belang, het schrijven van korte, routinematige notities en berichten, het invullen van formulieren, het deelnemen aan gesprekken die betrekking hebben op het werk, het geven van korte voorbereide presentaties over een onderwerp binnen het werkveld. Toets nr


1 2 3

S x

x x

A

Vorm Schriftelijke eindtoets: lezen, samenvatten, woordenschat, korte schrijfopdracht (blog) Mondelinge eindtoets: kort gesprek / interview Homework assignments

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



ERK-niveau: B1

40%

5.5

14

17

24

26

ERK-niveau: B1 ERK-niveau: B1

40% 20%

5.5 6.0

14 13

17 17

24 23

26 26


27

Semester 2 CU10641 Titel: Business English 2 Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 1,25

Verplicht: Ja

Voertaal: ENG

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Aan het eind van deze cursus zou de student in staat moeten zijn om - in het Engels en indien van toepassing in een internationale context - eenvoudige beroepsgerelateerde taken uit te voeren, zoals het begrijpen van en reageren op korte teksten, documenten en grafieken, het opvolgen van aanwijzingen en instructies, het begrijpen van eenvoudige gesprekken en programma’s van beroepsmatig belang, het schrijven van korte, routinematige notities en berichten, het invullen van formulieren, het deelnemen aan gesprekken die betrekking hebben op het werk, het geven van korte voorbereide presentaties over een onderwerp binnen het werkveld. Toets nr


1 2 3

x

S x x

A

Vorm Schriftelijke eindtoets: vocabulaire Assignments Mondelinge eindtoets: business conversation & job description

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



ERK-niveau: B1 ERK-niveau: B1 ERK-niveau: B1

30% 20% 50%

5.5 5.5 5.5

23 22 23

26 26 26


27 24 27

28 24 28

28

Semester 2 CU14248 Titel: Organisatie Communicatie Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Wat zien mensen als ze je naam googlen? Niets? Dronken aan de bar? Of kom je naar voren als een sterk met unieke

kwaliteiten, passies en persoonlijkheid? Deze course neemt je mee in de wereld van personal branding. In het tweede gedeelte van de course kijk je meer naar buiten. Je leert wervingscampagnes opstellen en je gaat een werkgever neerzetten als een merk. Ook interne communicatie komt binnen deze course ruimschoots aan bod. Toets nr


M

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Personal branding paspoort

2.2 & 2.3

30%

5.5

10

12

16

18

1

S x

Vorm

2

x

Schriftelijk tentamen

2.2 & 2.3

30%

5.0

14

17

24

26

3

x

Employer branding paspoort

2.2 & 2.3

40%

5.5

22

24

27

28


29

Semester 2 CU05417

Titel: Inleiding Gespreksvaardigheden (IGV), voeren van zakelijke

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

tweegesprekken Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Je oefent in deze cursus het volgende:

• Het doorlopen van gespreksfasen (inleiding, kern, afsluiting) • Toepassen van gesprekstechnieken • Houden van verschillende gespreksoorten zoals het vraaggesprek, het feedbackgesprek, het slechtnieuwsgesprek en het adviesgesprek. Je zoekt informatie op over gesprekstechnieken en gespreksoorten [waartoe?]. Je schrijft samen met andere studenten een praktijkgerichte casus, van waaruit de behandelde gespreksoorten gehouden en getoetst kunnen worden. Toets nr

1

2


M x

S

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Advies-, vraag-, feedback-, of slechtnieuwsgesprek

HRM 1.1, 1.2, 1.3 & 1.4

50%

5.5

17

17

20

20

Portfolio

HRM 1.1, 1.2, 1.3 & 1.4

50%

5.5

22

24

27

28

Vorm


30

Semester 2 CU13535 Titel: Personeelsmanagement Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Wat zien mensen als ze je naam googlen? Niets? Dronken aan de bar? Of kom je naar voren als een sterk met unieke

kwaliteiten, passies en persoonlijkheid? Deze course neemt je mee in de wereld van personal branding. In het tweede gedeelte van de course kijk je meer naar buiten. Je leert wervingscampagnes opstellen en je gaat een werkgever neerzetten als een merk. Ook interne communicatie komt binnen deze course ruimschoots aan bod. Toets nr


1

M

S x

2

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Kennistoets

HRM 6.1, 6.2 & 6.3

50%

5.5

23

26

27

28

Praktijkopdrachten/casus

HRM 6.1, 6.2 & 6.3

50%

5.5

22

26

27

28

Vorm


31

Semester 2 CU13522 Titel: Financieel Plan Aantal EC’s: 5 Verplicht: Ja Voertaal: NL Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De student maakt een onderdeel van het ondernemingsplan, namelijk het financiële deel. Dit deel heet het Financieel Plan. Toets nr

1 2 3


S x x x

A

Vorm Theorie- en toepassingstoets kostprijscalculatie en ondernemingsvormen Werkstuk financieel plan Theorie- en toepassingstoets berekeningen financieel plan

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.2

35%

5.0

14

17

24

26

5.2 1.3

20% 45%

5.5 5.0

24 23

26 26

27 27

28 28


32

Semester 2 CU13533 Titel: Organisatie & Management Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Je kijkt vanuit verschillende perspectieven naar organisaties. Eerst maak je de link met meso- en macro-economie. Hoe verhoudt de organisatie zich tot haar omgeving? Met welke strategie zal ze het meest succesvol zijn? Vervolgens kijk je naar de rol van medewerkers en wat hen motiveert. Tenslotte bestudeer je verschillende manieren van structureren en manieren waarop een organisatie kan worden bestuurd. Aan het begin van het semester wordt er een organisatie gepresenteerd waarvoor je een organisatiescan gaat maken. Deze scan is gebaseerd op het 7S-model (strategie, structuur, systemen, staff, sleutelvaardigheden, stijl en significante waarden). Toets nr


1 2

3

S x

x

x

A

Vorm Schriftelijk tentamen: open vragen. Omgeving, Mensen & Organisatie Individueel. Mondeling tentamen: open vragen. Conceptbespreking Organisatiescan & vragen over ‘Denken over O&M’ en ‘Organisatie in ontwikkeling’ Individueel Rapportage/verslag. Organisatiescan Groepswerk

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.1, 1.2 & 1.3

60%

5.0

14

17

24

26

2.1 & 2.2

10%

5.0

22

24

27

28

3.1

30%

5.5

23

26

27

28


33

2.2.5 Cursussen hoofdfase (art 3.5, 3.11 OER HZ)

Semester 3 CU14226 Titel: Match! Verwerving passende stage Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 1,25

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Doordat organisaties zich beter willen kunnen onderscheiden van concurrerende bedrijven verschuift het zwaartepunt in het selectieproces meer van ‘hard’(diploma’s) naar ‘zacht’(sociale vaardigheden). Sollicitanten (ook stagiairs) worden niet alleen beoordeeld op hun kennis, maar er wordt in toenemende mate beoordeeld of zij in staat zijn de combinatie aan kennis, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen toe te passen om aan hen voorgeschotelde probleemsituaties adequaat op te lossen. Je moet dus opvallen en boven de andere kandidaten uit steken. Dat wil zeggen: aantoonbaar competenter zijn dan je concurrenten. Het stageverlenende bedrijf of je toekomstige werkgever is je klant. Hij neemt je in dienst als hij gelooft dat je voor hem van nut kunt zijn. Om je klant ervan te overtuigen dat hij je in dienst neemt, moet je precies weten wat je hem te bieden hebt. Met andere woorden: welke competenties je bezit. Toets nr


1

S x

A

Vorm Portfolio

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



4.1, 4.2, 4.3, 4.4 & 4.5

100%

5.5

22

24


27

28

34

Semester 3 CU13543 Titel: Kwantitatief Onderzoek Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 3,75

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De totale onderzoekscyclus is onderdeel van deze cursus met bijzonder aandacht voor kennis en inzicht op het gebied van basisbegrippen die bij onderzoek horen. De focus ligt op het verzamelen en analyseren van kwantitatieve data door middel van een online enquête. Komt op een systematische manier de basis kennis en inzichten betreffende Baarda “Dit is onderzoek”. Toets nr


1

M

S x

2

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Vorm Studentdossier

3.2 & 3.3

50%

5.5

3

9

14

18

Schriftelijke eindtoets

3.3

50%

5.5

4

9

15

18


35

Semester 3 CU03981 Titel: Student Company 1 Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Deelname door de Student Company aan de directeurendag is noodzakelijk voor het verkrijgen van de studiepunten. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Student company 1 is het eerste deel van de cursus Student company die een heel studiejaar beslaat. Student company 1 wordt uitsluitend in het eerste semester aangeboden, Student company 2 uitsluitend in het tweede semester. Beide cursussen kunnen niet los van elkaar gevolgd worden of in omgekeerde volgorde. In combinatie met de cursus Student company 1 en 2 kun je afhankelijk van je opleiding aanvullende cursussen volgen. Als ondernemer ben je in staat om een onderneming op te zetten. Van het schrijven van een adequaat ondernemingsplan ter verkrijging van een financiering, het samenstellen van de organisatie waarin mensen gemotiveerd worden om te werken tot het realiseren van ondernemingsdoelstellingen rekening houdend met de gevolgen van eigen handelen. De onderneming voldoet vanzelfsprekend aan de voorwaarden die vanuit ethisch, innovatief en duurzaam perspectief worden gesteld. Toets nr


1 2 3 4 5

S

A x

x x x x

Vorm Vergadervaardigheden Ondernemingsplan Halfjaarverslag 360 graden feedback Elevator pitch

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.3 1.1, 1.2 & 1.3 1.1, 1.2 & 1.3 1.1, 1.2 & 1.3 1.3

20% 30% 15% 20% 15%

4.0 5.5 4.0 4.0 4.0

n.v.t. 49 5 5 5

n.v.t. 51 7 5 5


n.v.t. 2 9 n.v.t. 5

n.v.t. 6 11 n.v.t. 5

36

Semester 3 CU15353 Titel: Student Company 1 workshops Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Deze cursus bestaat uit een drietal workshops die aan alle Student company ondernemers wordt aangeboden. Zoals gebruikelijk bij ondernemers, bepalen zij altijd zelf welke bijeenkomsten, seminars en workshops zinvol en nuttig zijn om bij te wonen. Dat geldt ook voor deze serie workshops. De workshops die geheel vrijblijvend worden aangeboden zijn: 1. Canvas business model. Leer in drie bijeenkomsten alles over Canvas business model, het gebruik van de toolkit en hoe je tot een consistent en werkbaar ondernemingsplan komt. 2. Maatschappelijk verantwoord ondernemen: Binnen Jong ondernemen ben je verplicht aandacht te schenken aan Duurzaamheid. Wij gaan in drie workshops een stap verder door dit in te bedden in Maatschappelijk verantwoord ondernemen. 3. Vergadertechnieken. Tijdens Student company is iedere ondernemer bij toerbeurt voorzitter en notulist van de wekelijkse vergadering. Hiervoor moet een agenda worden verstuurd, notulen en een actielijst worden gemaakt en moet er ordentelijk vergaderd worden. Hiervoor krijg je in twee workshops alle middelen aangereikt. Toets nr


1

S x

A

Vorm Portfolio

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.1, 1.2 & 1.3

100%

5.5

5

7


9

11

37


Aantal EC’s: 1,25

Verplicht: Ja

Voertaal: ENG

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Aan het eind van deze cursus zou de student in staat moeten zijn om - in het Engels en indien van toepassing in een internationale context - eenvoudige beroepsgerelateerde taken uit te voeren, zoals het begrijpen van en reageren op korte teksten, documenten en grafieken, het opvolgen van aanwijzingen en instructies, het begrijpen van eenvoudige gesprekken en programma’s van beroepsmatig belang, het schrijven van korte, routinematige notities en berichten, het invullen van formulieren, het deelnemen aan gesprekken die betrekking hebben op het werk, het geven van korte voorbereide presentaties over een onderwerp binnen het werkveld. Toets nr


1

M

S x

2

x

3

x

4

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer


Vorm Schriftelijke tussentoets - vocabulaire


ERK-niveau: B1

25%

5.5

45

48

5

9

Schriftelijke eindtoets - Describing Trends

ERK-niveau: B1

40%

5.5

4

9

15

18

Describing trends - graph reading

ERK-niveau: B1

20%

5.5

4

4

15

15

Homework assignments

ERK-niveau: B1

15%

6.0

3

9

14

18

Semester 3


38

CU13556 Titel: Loopbaanontwikkeling (HRM Doorstroom) Voorwaarden voor deelname: gevolgde cursussen: Inleiding HRM Personeelsmanagement Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 3,75

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Vervolg-cursus op Inleiding HRM en Personeelsmanagement. Je gaat de diepte in voor wat betreft doorstroom in een organisatie. In groepsverband ga je aan de hand van casusbeschrijvingen aan de slag met loopbaanontwikkeling. Toets Vorm Inhoud Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets i week werkdagen in week in week na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 x Open vragen- Kennistoets (individuele HRM 6.2 50% 50 4 9 15 18 competentietoets, waarin beroepshandeling en beroepsproduct getoetst wordt) 2 x Werkstuk-praktijkopdrachten casus HRM 6.2 50% 55 3 9 13 18


39

Semester 3 CU12387 Titel: Groepsdynamica Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Aan 80% van de lessen moet zijn deelgenomen. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Groepsdynamica is de cursus bij uitstek waarbij je leert samenwerken met je medestudenten. Daartoe doe je ook kennis op omtrent het samenwerken in groepen in bredere zin. Je leert over verschillende soorten groepen, over niveau’s in groepen en groepsontwikkeling. Over afstand en nabijheid, communicatie, feedback en leiderschap in groepen. Dat wat je leert in de cursus kan onmiddellijk worden toegepast en getoetst binnen de samenwerking in de lesgroep. Dit laatste mondt uit in het uitvoeren van een groepsopdracht. Toets nr


1 2

S x x

A

Vorm Kennistoets Rapportage/verslag

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



HRM 6.2 HRM 6.2

50% 50%

5.5 5.5

49 3

51 9


15 13

18 18

40

Semester 3 CU13545 Titel: Accounting Voorwaarden voor deelname: Cursus CU13522 Financieel Plan moet zijn gevolgd.

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Je gaat basisvaardigheden verwerven op het gebied management accounting (werkkapitaalbeheer, kostprijs, budgettering) en financieel management (optimale vermogensstructuur, kasstroomoverzicht). Je maakt daarbij veelvuldig gebruik van Excel. Toets nr

Vorm een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets i

1

M

S x

2

x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Vorm Toepassingstoets (tussentoets)

1.2 & 1.3

50%

5.0

45

48

5

9

Toepassingstoets (eindtoets)

1.2 & 1.3

50%

5.0

4

9

15

18


41

Semester 3 CU13550 Titel: Organisatie en Gedrag Voorwaarden voor deelname: Cursus CU13533 Organisatie en Management moet zijn gevolgd.

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Studenten moeten hebben deelgenomen aan een self & peer assessment en daarover hebben gerapporteerd. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Je verdiept je eerst in organisatiepsychologie en – sociologie. Daarna pas je deze kennis toe op een praktijkcasus. Toets nr

1 2

Vorm een mondeling (M), schriftelijk (S) of andere (A) toets i M

S x x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Vorm Kennistoets (tussentoets)

BK-MER 2.1

50%

5.5

45

48

5

9

Vaardighedentoets (praktijkcasus)

BK-MER 2.1

50%

5.5

3

9

14

18


42

Semester 4 CU14227 Titel: Werken aan talent Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 1,25

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus, die onderdeel is van de SLC-leerlijn (de rode draad in de opleiding als het gaat om studieloopbaancoaching) ga je: -

je talenten benoemen;

-

je talenten beter leren kennen;

-

je talenten effectief gebruiken;

-

je ontwikkelingsdoelen bepalen;

je talenten optimaal ontwikkelen. Door middel van een aantal opdrachten doorloop je de stappen die nodig zijn om vanaf het derde jaar met een flinke dosis zelfkennis het beroepenveld in te gaan.

Toets nr


1 2

S x

A x

Vorm Opdrachten Portfolio

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



4.2 4.2

50% 50%

5.5 5.5

7 22

9 24


20 27

22 28

43

Semester 4 CU13559 Titel: Practicum onderzoeksvoorstel Voorwaarden voor deelname: geen Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen

Aantal EC’s: 3,75

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus ga je aan de hand van een praktijkcasus een onderzoeksvoorstel schrijven. Op deze manier oefen je alvast de stappen die je tijdens de meewerkstage en vooral de afstudeerstage gaat zetten om te komen tot een onderzoeksverslag.

Toets nr

1 2 3


S x x x

A

Vorm Startdocument Theoretisch kader Onderzoeksmethoden

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



3.1 3.1 3.1

30% 40% 30%

5.5 5.5 5.5

9 17 22

10 19 24


12 22 27

13 24 28

44

Semester 4 CU03982 Titel: Student Company 2 Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: Deelname tijdens de marktdag is noodzakelijk voor het verkrijgen van studiepunten voor deze cursus. Ook moet de onderneming, met goedkeuring van de accountant, volgens de voorgeschreven procedure zijn geliquideerd. Het bewijs is een door de accountant ondertekend formulier. Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Student company 1 is het eerste deel van de cursus Student company die een heel studiejaar beslaat. Student company 1 wordt uitsluitend in het eerste semester aangeboden, Student company 2 uitsluitend in het tweede semester. Beide cursussen kunnen niet los van elkaar gevolgd worden of in omgekeerde volgorde. In combinatie met de cursus Student company 1 en 2 kun je afhankelijk van je opleiding aanvullende cursussen volgen. Als ondernemer ben je in staat om een onderneming op te zetten. Van het schrijven van een adequaat ondernemingsplan ter verkrijging van een financiering, het samenstellen van de organisatie waarin mensen gemotiveerd worden om te werken tot het realiseren van ondernemingsdoelstellingen rekening houdend met de gevolgen van eigen handelen. De onderneming voldoet vanzelfsprekend aan de voorwaarden die vanuit ethisch, innovatief en duurzaam perspectief worden gesteld. Toets nr


1 2 3 4 5

x

S x x

A

x x

Vorm Herzien ondernemingsplan Jaarverslag Omzet en winst volgens plan 360 graden feedback Aandeelhoudersvergadering 1 & 2

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.1, 1.2 & 1.3 1.1, 1.2 & 1.3 1.3 1.1, 1.2 & 1.3 1.3

20% 20% 20% 20% 20%

5.5 4.0 4.0 4.0 4.0

6 22 22 5 22

9 24 24 5 24


10 27 n.v.t. n.v.t. 27

12 28 n.v.t. n.v.t. 28

45

Semester 4 CU15354 Titel: Student Company 2 workshops Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Deze cursus bestaat uit een drietal workshops die aan alle Student company ondernemers wordt aangeboden. Zoals gebruikelijk bij ondernemers, bepalen zij altijd zelf welke bijeenkomsten, seminars en workshops zinvol en nuttig zijn om bij te wonen. Dat geldt ook voor deze serie workshops. De workshops die geheel vrijblijvend worden aangeboden zijn: 1. Social media inzetten voor je Student company. Leer in een drietal bijeenkomsten hoe je social media kunt inzetten om je verkopen daadwerkelijk te stimuleren. 2. Gesprekstraining. Hoe voer je een beoordelingsgesprek, hoe breng je slecht nieuws en hoe komt het dat sommige mensen hun boodschap zo goed kunnen overbrengen. Dat leer je in deze serie workshops. 3. Sales en Promotie. Hoe bereid je je optimaal voor op een verkoopgesprek hoe presenteer je jezelf tijdens een beurs? Praktische handvatten hiervoor krijg je tijdens deze workshops. Toets nr


1

S x

A

Vorm Portfolio

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



1.1, 1.2 & 1.3

100%

5.5

23

26


27

29

46


47

Semester 4 CU15343 Titel: Arbeidsrecht Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In deze cursus wordt een degelijke basiskennis van het arbeidsrecht aangeleerd. Je leert wat de rechten en plichten van werkgever en werknemer zijn en wat de rechtspositie is van flexwerkers, oproepkrachten en uitzendkrachten. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het ontslagrecht. Toets nr


1

S x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Bk-MER: 3.1 HRM: 6.2 & 6.3

100%

5.5

14

17

Vorm

Open vragen/casustoets arbeidsrecht


24

26

48

Semester 4 CU15344 Titel: Sociale zekerheid Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 2,5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: De cursus bestaat uit de behandeling van het Nederlands sociale zekerheidsrecht. Behandeld wordt het onderscheid tussen sociale verzekeringen enerzijds en sociale voorzieningen anderzijds. Binnen de sociale verzekeringen wordt weer een onderscheid aangebracht tussen de volks- en de werknemersverzekeringen. Behandeld hoeveel premie door de ondernemer en de werknemer afgedragen moeten worden. Het belangrijkste deel van de cursus bestaat uit een individuele behandeling van de meest belangrijke sociale verzekeringswetten, waardoor studenten moeten kunnen aangeven op welke verzekering als dan niet recht bestaat, hoe hoog die uitkering is, hoe lang die genoten kan worden en of er daarna nog recht bestaat op een vervolguitkering. Toets nr

1


S x

A

Vorm

Open vragen/casustoets sociale zekerheidsrecht

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Bk-MER: 3.1 HRM: 6.2 & 6.3

100%

5.5

23

26


27

28

49

Semester 4 CU15350 Titel: HRM Analytics Voorwaarden voor deelname: geen

Aantal EC’s: 3,75

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Tijdens de cursus leer je vaardigheden aan om zo concreet mogelijke en helder grote informatie tot data te reduceren en hieruit tot verbanden en analyses te komen. Vaardigheden en onderwerpen die aan bod komen: datareductie, eerste analyses, rapporteren, adviseren en beleid schrijven. De cursus heb je nodig om in een adviesrol tot heldere inzichtelijke analyse te komen om zodoende tot advies te komen. Toets nr


1 2

x

S x

A

Vorm Rapport Presentatie

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



HRM 5.1 & 5.4 HRM 5.1 & 5.4

70% 30%

5,5 5,5

20 22

22 22


25 27

27 27

50


Aantal EC’s: 1,25

Verplicht: Ja

Voertaal: ENG

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: Aan het eind van deze cursus zou de student in staat moeten zijn om - in het Engels en indien van toepassing in een internationale context - eenvoudige beroepsgerelateerde taken uit te voeren, zoals het begrijpen van en reageren op korte teksten, documenten en grafieken, het opvolgen van aanwijzingen en instructies, het begrijpen van eenvoudige gesprekken en programma’s van beroepsmatig belang, het schrijven van korte, routinematige notities en berichten, het invullen van formulieren, het deelnemen aan gesprekken die betrekking hebben op het werk, het geven van korte voorbereide presentaties over een onderwerp binnen het werkveld. Toets nr

1


2 3 4

S x x

x x

A

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Vorm Schriftelijke tussentoets - lezen

ERK-niveau: B1

25%

5.5

14

17

24

26

Schriftelijke eindtoets – e-mail, memo en/of brief

ERK-niveau: B1

25%

5.5

23

26

27

29

Describing trends - presentatie

ERK-niveau: B1

30%

5.5

23

23

27

27

Homework assignments

ERK-niveau: B1

20%

6.0

22

24

26

29


51

Semester 4 CU13568 Titel: Adviesvaardigheden en organisatieverandering Voorwaarden voor deelname: Gevolgd hebben van Organisatie en Management

Aantal EC’s: 5

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud: In het eerste deel van de cursus bestudeer je boeken om kennis te verkrijgen. Daarna moet je individueel een omwikkelplan maken waarin je beschrijft welke activiteiten je gaat ondernemen om je adviesvaardigheden te verbeteren. Als laatste onderdeel moet je met een groepje een adviesrapport schrijven over een organisatieverandering. Toets Vorm Inhoud Wegings Bodem- Planning Inzage Planning Inzage nr een mondeling (M), schriftelijk (S) of factor cijfer toets in werk (< 10 herkansing herkansing andere (A) toets i week werkdagen in week in week na ontvangst cijfer) M S A Vorm 1 x Competentieniveau (individuele competentietoets, BK MER 4 30% 5,5 14 17 24 26 waarin beroepshandeling en beroepsproduct getoetst wordt) 2 x Competentieontwikkeling (individuele toets op basis BK MER 8 40% 5,5 22 26 27 28 van portfolio, waarin studenten hun professionele ontwikkeling systematisch aantonen) 3 x Competentieontwikkeling (groepsverslag over een Bk MER 6 30% 5,5 22 26 27 28 advies voor een organisatieverandering)


52

Semester 5 Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster

2

Inhoud van de cursus

7,5 EC. CU04366. Strategisch Personeelsbeleid. 3 2012 - 2013 Deeltijd; Voltijd. Deeltijd 2-2; Voltijd 3-1 SPB

Een organisatie herziet en bepaalt haar toekomstvisie en strategische keuzen meestal eens in de paar jaar. Vaak komt daaruit voort dat de koers (iets) wordt verlegd, waardoor de organisatie (deels) anders moet gaan werken. Medewerkers krijgen andere taken (erbij) en moeten zich andere kennis en vaardigheden eigen maken. Soms ook moeten nieuwe medewerkers worden geworven met andere kennis of vaardigheden dan tot nu toe gebruikelijk. De HRM-adviseur ontwerpt het personeelsmanagement voor de organisatie in de gewijzigde situatie. Vanzelfsprekend gebeurt dat op basis van de strategische keuzes van die organisatie. De HRM-adviseur zorgt er op die manier voor dat het ontworpen personeelsbeleid bijdraagt aan de realisatie van de strategische doelstellingen. Je schrijft als HRM-adviseur een adviesrapport.

3

Competenties (C), deeltaken (Dt), Leerdoelen (Ld)

C1

Informatie verzamelen. Lang en effectief omgaan met detailinformatie. Ontwikkelfase 3: aandacht hebben voor de essentie. Dt1.1

C2

Neemt informatie niet klakkeloos van anderen over, kijkt kritisch naar de aangeboden informatie. Ld1.1.1 Je kunt organisatiekundige begrippen zodanig hanteren dat je een heldere organisatieanalyse kunt schetsen en de samenhang kunt laten zien. Ld1.1.2 Je kunt het stappenplan voor het ontwikkelen van het strategisch personeelsbeleid toepassen. Ld1.1.3 Je kunt beleidsstukken en strategische nota`s doorgronden en de consequenties voor het personeelsbeleid benoemen en inpassen. Dt1.2 Herkent de essenties en grote lijnen tijdens een probleemsituatie. Ld1.2.1 Je kunt aan de hand van het klavermodel een organisatie in essentie beschrijven. Ld1.2.2 Je kunt de SWOT/analyse toepassen, de confrontatiematrix opstellen en er acties en aanbevelingen voor het personeelsbeleid aan verbinden. Probleemanalyse. Signaleren van problemen, herkennen van belangrijke informatie, verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van mogelijke oorzaken van problemen, zoeken van ter zake doende gegevens. Ontwikkelfase 3: probleemanalyse in complexe situaties. Dt2.1 Beschrijft de samenhang tussen ontwikkelingen en processen van de


organisatie en externe omgeving en het te ontwerpen personeelsbeleid. Ld2.1.1 Je kunt een complexe verandersituatie terug brengen tot een aantal componenten. Ld2.1.2 Je kunt informatie verzamelen, het achterliggende belang opmerken en je er een oordeel vormen in het kader van het personeelsbeleid. C3

Oordeelsvorming en advisering. Gegevens en mogelijke handelwijzen in het licht van relevante criteria tegen elkaar afwegen en tot realistische beoordelingen komen. Ontwikkelfase 3: complexe situaties en diffuse afwegingscriteria. Dt 3.1

6

Vorm van de toetsen

7

Planning van de toetsen

Komt tot een eindoordeel of conclusie die een conceptuele gedachtesprong vereist. Ld Je kunt aangeven welk alternatief het beste aansluit bij toekomstige 3.1.1 ontwikkelingen.

naam 1 Adviesrapport

lesweken

soort toets individueel

1 2 3 4 5 6 7 T H 8 X X X X X X

bodemcijfer 55

9

10 X

11

12 X

13

14

gewicht 100

T X

HT

Er is geen toets in te roosteren. De uiterste inleverdatum van het adviesrapport is de vrijdag van de herhalingstoetsweek. Het bodemcijfer voor de beoordeling is 55 punten. Leidt de beoordeling tot een onvoldoende (minder dan 55 punten) dan kan het adviesrapport worden aangevuld/verbeterd en binnen 4 weken voor een herbeoordeling worden ingediend. Is het dan onverhoopt nog steeds onvoldoende, dan krijg je een nieuwe opdracht in volgende cursusjaar.

Inroosteren nee

Colleges worden in overleg met de studenten gepland. lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

14

15

16

17

18

19

toets contactactiviteiten 8

Inhoud van de toetsen

9

Beoordelingseisen per toets

Het schrijven van een adviesrapport. Je laat zien dat je een model voor het ontwikkelen van personeelsbeleid kunt toepassen en daarbij de juiste personeelsinstrumenten kunt inzetten. Het adviesrapport/beleidsnota moet aan de volgende eisen voldoen: -

De directie kan op basis van de samenvatting tot besluiten komen. Het management heeft een helder beeld hoe, mede door inschakeling van HRM, de organisatiedoelstellingen gerealiseerd kunnen worden. Het onderzoek deel is compact; het accent ligt op de praktijk: aanpak, acties, aanbevelingen en randvoorwaarden Onderzoek, conclusies, aanpak en aanbevelingen vormen een logisch en consistent geheel. Is opgesteld conform de voorschriften (Van Glabbeek, 2012)


-

Het beoordelingsformulier laat meer in detail zien waarop beoordeling plaatsvindt.

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster

Cursusbeschrijving Nr Rubriek 2 Inhoud van de cursus

3


7,5 CU03877 Dilemma's in de beroepspraktijk Bachelor S1 12/13 28 Studiejaar 3, semester 5 DBP

Toelichting Tijdens deze course ga je op zoek naar jouw ethische grenzen; wat kan wel en wat niet? en waarom is dat zo? Het zwaartepunt van de course ligt bij een aantal socratische gesprekken die je gaat voeren met je groep. Daarin worden dilemma's behandeld waar je in het personeelswerk tegenaan kunt lopen. Om dit op een zinvolle manier te kunnen doen bestudeer je eerst de theorie over ethiek, waarden en normen. Aan de orde komen dilemma's met betrekking tot werving, selectie en begeleiding van medewerkers, de sollicitatiecode, discriminatie op de werkvloer, omgaan met personeelsgegevens, morele overwegingen bij organisatieveranderingen.

C4

De HRM-er is in staat om (complexe) sociale en organisatorische vraagstukken tijdig te signaleren, analyseren en aan te pakken, zodanig dat de effectiviteit van de organisatie gewaarborgd blijft. Hij weet daartoe de juiste actoren en middelen te mobiliseren om negatieve ontwikkelingen te voorkomen en/of op te lossen. Dt4.1 signaleert zelfstandig vraagstukken op sociaal en organisatorisch vlak. 1 Ld4.1.1 Je kunt sociale vraagstukken m.b.t. normen en waarden herkennen vanuit een algemeen perspectief. 4 Ld4.1.2 Je kunt sociale vraagstukken m.b.t. normen en waarden herkennen vanuit de persoonlijk ervaring (stage). 3 Ld4.1.3 Je kunt door inductie en deductie komen tot informatie. 2 Ld4.1.4 Je kunt door een holistische benadering van de vraagstukken een compleet beeld van de vraagstukken doen ontstaan. 3 Ld4.1.5 Je kunt d.m.v. reflectie op je eigen perceptie, een mening vormen op de gesignaleerde vraagstukken. Dt4.2 1

analyseert de geconstateerde vraagstukken. Ld4.2.1 Je kunt sociale vraagstukken m.b.t. normen en waarden analyseren en een mening vormen vanuit een algemeen perspectief.. 3 Ld4.2.2 Je kunt sociale vraagstukken m.b.t. normen en waarden analyseren en een mening vormen vanuit de persoonlijke ervaring en de theorie. 1, 4 Ld4.2.3 Je kunt een analyserapport (ethisch beslissingsmodel) maken waarin de kern van het ethisch probleem naar voren komt. 2 Ld4.2.4 Je bent opmerkzaam en heeft de creativiteit en het vermogen om in ogenschijnlijk triviale aangelegenheden bepaalde verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken. Toetsen van Dilemma's in de beroepspraktijk 55 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

6

Vorm van de toetsen

ToetsNaam Rapportage/vers lag Presentatie Reflectieverslag Casustoets

8


Omschrijving 1. Casus ethisch dilemma eigen werkplek (algemeen) 2. Socratische gespreksvoering 3. Portfolio met P-vragen en reflectie 4. Casus ethisch dilemma eigen werkplek (persoonlijk)

Bodemcijfer

25 20 30

50 55 50

25

55

1. Naam toets: Casus ethisch dilemma eigen werkplek (algemeen) Toetsvorm: Rapportage/verslag Leerdoelen Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau reproductie inzicht toepassing synthese 1 Ld4.1.1 X 2 Ld4.2.1 X 3 Ld4.2.3 X X

2. Naam toets: Socratische gespreksvoering Toetsvorm: Presentatie Leerdoelen Vraagniveau Vraagniveau reproductie inzicht 1 Ld4.1.4 2 Ld4.2.4 X

Vraagniveau toepassing X

3. Naam toets: Portfolio met P-vragen en reflectie Toetsvorm: Reflectieverslag Leerdoelen Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau reproductie inzicht toepassing 1 Ld4.1.3 X X 2 Ld4.1.5 X


Factor

Vraagniveau synthese X X

Vraagniveau synthese

4. Naam toets: Casus ethisch dilemma eigen werkplek (persoonlijk) Toetsvorm: Casustoets Leerdoelen Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau Vraagniveau reproductie inzicht toepassing synthese 1 Ld4.1.2 X 2 Ld4.2.2 X 3 Ld4.2.3 X X lesweken 1 2 3 4 5 6 7 T H 8 9 10 11 12 13 14 1-4

T

HT

inlevermoment contactactiviteiten Meer informatie is te vinden in de studieplanning (zie VLD) Herkansing: Regeling: Zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling


9


Beoordelingsformulier Ethisch stappenplan (algemeen)

Datum: _________________

Student: ____________________________________________ Nr.: ________________________ Docent: Vincent de Rooij

Je kunt sociale vraagstukken m.b.t. normen en waarden herkennen vanuit een algemeen perspectief. Ld4.2.1 Je kunt sociale vraagstukken m.b.t. normen en waarden analyseren en een mening vormen vanuit een algemeen perspectief.. Ld4.2.3 Je kunt een analyserapport (ethisch beslissingsmodel) maken waarin de kern van het ethisch probleem naar voren komt. Beoordeling inhoud van het verslag met een 5-puntsschaal. Betekenis: 1 2 3 4 5 1= onvoldoende, 2 = matig, 3 = voldoende, 4 = ruim voldoende, 5 = goed. Het probleem is ethisch − De casus is duidelijk beschreven. − Het ethisch probleem is in één zin geformuleerd. (“Is het ethisch dat …?” of “Is het moreel om…?”) − De beslissingsbevoegden van dit probleem (moreel verantwoordelijken) zijn benoemd. De argumenten zijn onderbouwd met feiten − De informatie is verdeeld in feiten en niet-feiten (met niet- feiten bedoelen we: perceptie, meningen, emoties, vermoedens, gevolgen, …). − Er worden geen drogredeneringen gebruikt De belanghebbende en de waarden zijn geformuleerd − De belangen van de belanghebbenden (stakeholders) zijn geanalyseerd (vanuit economisch, juridisch, sociaal en ethisch perspectief). − De waarden van belanghebbenden (stakeholders) ten aanzien van dit probleem zijn geanalyseerd vanuit ethisch, economisch, juridisch en sociaal perspectief. De oplossing van het ethische probleem is onderbouwd − De relatie tussen de gedragscode en de oplossing is onderbouwd. (gedragscode: bedrijfsvisie, missie, beroepscode, gedragscode, wetten) − De oplossing is getoetst aan de drie ethische stromingen (wederkerigheid, universaliteit en utiliteit). − Je eigen conclusie is goed beargumenteerd en onderbouwd. Totaal aantal punten: Ld4.1.1

door 2 delen is het eindcijfer Feedback:

PORTFOLIO BEOORDELING

Datum: …...…………………………………


Student: …………………………………………………………………… Docent: Vincent de Rooij

Nr.: ..................................

A. Voorwaardelijke eisen; algemene structuur en taalgebruik Samenhang, zinsconstructie en taalgebruik Regels op het gebied van spelling, grammatica en interpunctie zijn correct toegepast

Ja

Nee

Vorm van het portfolio is conform de voorschriften

Ja

Nee

Het is compleet: Alle opdrachten zijn gemaakt (P- vragen zijn vertrouwelijk!)

Ja

Nee

Beroepshouding (betrokkenheidsfase) De student toont initiatief; vraagt en biedt hulp.

Ja

Nee

De student stelt zich gemotiveerd en betrokken op.

Ja

Nee

De student gedraagt zich volgens de gangbare fatsoensnormen.

Ja

Nee

De student houdt zich aan afspraken met docent en medestudenten.

Ja

Nee

B. Beoordelingseisen; Portfolio Beoordeling inhoud van het verslag met een 5-puntsschaal. Betekenis: 1= onvoldoende, 2 = matig, 3 = voldoende, 4 = ruim voldoende, 5 = goed. Ld 4.1.3 Criterium 1 Criterium 2 Ld 4.1.5 Criterium 3 Criterium 4

Je kunt door inductie en deductie komen tot informatie. Met de aanpak, de schriftelijke verslaglegging wordt getoond dat de theorieën, methoden van de ethiek beheerst worden en de samenhang daartussen begrepen. De analyse en beantwoording van de opdrachten zijn goed diepgaand beargumenteerd.

1

2

3

5

Je kunt d.m.v. reflectie op je eigen perceptie, een mening vormen op de gesignaleerde vraagstukken. De persoonlijke vragen (P-vragen) zijn beantwoord vanuit eigen perspectief en goed beargumenteerd. - De uitwerking van de opdrachten voldoet aan de criteria die per opdracht zijn geformuleerd (zie studiehandleiding, op te vragen bij cursuseigenaar/ docent)

Ld4.2.2

Je kunt sociale vraagstukken m.b.t. normen en waarden analyseren en een mening vormen vanuit de persoonlijke ervaring en de theorie.

Criterium 5

Door middel van argumentatie wordt een standpunt ingenomen ten aanzien van ethische vraagstukken en opdrachten. - De argumentatie is helder geformuleerd - Er is een duidelijke integratie van theorie en praktijk. Voorwaardelijke eisen deel A: Totaal aantal punten deel B: deel B door 3 delen is het eindcijfer

Criterium 6

4

Voldaan/niet voldaan

Feedback:


BEOORDELING: SOCRATISCH GESPREK (ACHTERKANT VAN HET GELIJK) Datum: …...……………………………………………………………… Student: …………………………………………………………………… Docent: Vincent de Rooij

Nr.: ..................................

A. Beroepshouding (betrokkenheidsfase) De student is respectvol in de omgang met de ander.

Ja

Nee

De student stelt zich begeleidbaar op; staat open voor begeleidingsadviezen en handelt daarnaar.

Ja

Nee

De student toont initiatief; vraagt en biedt hulp.

Ja

Nee

De student stelt zich gemotiveerd en betrokken op.

Ja

Nee

De student gedraagt zich volgens de gangbare fatsoensnormen.

Ja

Nee

De student houdt zich aan afspraken met docent en medestudenten.

Ja

Nee

De student kan zich mondeling en schriftelijk correct uitdrukken

Ja

Nee

Beoordeling inhoud van het verslag met een 5-puntsschaal. Betekenis: 1= onvoldoende, 2 = matig, 3 = voldoende, 4 = ruim voldoende, 5 = goed. Ld4.1.4

Je kunt door een holistische benadering van de vraagstukken een compleet beeld 1 2 van de vraagstukken doen ontstaan. D.m.v. een socratische gesprek (Achterkant van het gelijk) laat de student zien de grenzen van ethische problemen in het werkveld. Criterium 1 de verbeterpunten van de vorige groep zijn meegenomen in de presentatie Criterium 2 de presentatie is zoals het socratische gesprek (Achterkant van het gelijk) Criterium 3 Er is sprake van een inhoudelijke opbouw in moeilijkheidsgraad Criterium 4 Er is sprake van een inhoudelijke verscheidenheid van het thema Criterium 5 Er is sprake van een integratie theorie en praktijk Criterium 6 Inhoudelijk resultaat, de ethische grenzen zijn bereikt Ld4.2.4 Je bent opmerkzaam en heeft de creativiteit en het vermogen om in ogenschijnlijk triviale aangelegenheden bepaalde verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken. Criterium 7

Door een kritisch houding, vakmanschap en innovatief vermogen worden complexe onvoorspelbare uitdagingen in jouw gespecialiseerde werkgebied professioneel opgelost. Je past de socratische gesprekstechnieken toe, welke zijn gebaseerd op theoretische kennis en praktische vaardigheden. Voorwaardelijke eisen deel A: Totaal aantal punten deel B: deel B door 3,5 delen is het eindcijfer

3

Voldaan/niet voldaan

Feedback:

Beoordelingsformulier Ethisch stappenplan (individueel)

4

Datum: _________________

Student: ____________________________________________ Nr.: ________________________ 59 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

5

Docent: Vincent de Rooij Ld4.1.2 Ld4.2.3

Je kunt sociale vraagstukken m.b.t. normen en waarden herkennen vanuit de persoonlijk ervaring (stage). Je kunt een analyserapport (ethisch beslissingsmodel) maken waarin de kern van het ethisch probleem naar voren komt.

Beoordeling inhoud van het verslag met een 5-puntsschaal. Betekenis: 1= onvoldoende, 2 = matig, 3 = voldoende, 4 = ruim voldoende, 5 = goed. Het probleem is ethisch − De casus is vanuit de eigen ervaring en duidelijk beschreven. − Het ethisch probleem is in één zin geformuleerd. (“Is het ethisch dat …?” of “Is het moreel om…?”) − De beslissingsbevoegden van dit probleem (moreel verantwoordelijken) zijn benoemd. De argumenten zijn onderbouwd met feiten − De informatie is verdeeld in feiten en niet-feiten (met niet- feiten bedoelen we: perceptie, meningen, emoties, vermoedens, gevolgen, …). − Er worden geen drogredeneringen gebruikt De belanghebbende en de waarden zijn geformuleerd − De belangen van de belanghebbenden (stakeholders) zijn geanalyseerd (vanuit economisch, juridisch, sociaal en ethisch perspectief). − De waarden van belanghebbenden (stakeholders) ten aanzien van dit probleem zijn geanalyseerd vanuit ethisch, economisch, juridisch en sociaal perspectief. De oplossing van het ethische probleem is onderbouwd − De relatie tussen de gedragscode en de oplossing is onderbouwd. (gedragscode: bedrijfsvisie, missie, beroepscode, gedragscode, wetten) − De oplossing is getoetst aan de drie ethische stromingen (wederkerigheid, universaliteit en utiliteit). − Je eigen conclusie is goed beargumenteerd en onderbouwd. Totaal aantal punten:

1

2

3

4

5

door 2 delen is het eindcijfer Feedback:

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers

7,5 EC CU12613 Project Personeelsmanagement 2 /3 2012-2013 werkenden / havo-mbo-vwo (voltijd)


Studiejaar - semester Omschrijving op rooster

2


e

4 jaar, semester 1 Proj. Pers. Man.

Deze cursus heeft een dubbel doel: allereerst een inhoudelijk doel: in projectvorm een praktisch personeelsmanagementprobleem tot een advies aan de organisatie omzetten en vervolgens is het doel om in groepsvorm een project te doen dat vergelijkbaar is met een afstudeeropdracht. Daardoor kun je nu al in een groepsvorm uitvoeren wat je hierna alleen zult moeten doen tijdens het afstuderen. Er vindt dan ook een combinatie plaats van theorie bestuderen en daadwerkelijk praktisch onderzoek doen. Werkzaamheden die je als Personeelsfunctionaris uitvoert kunnen divers zijn. Je moet een personeelsplanning kunnen opstellen, een advertentietekst kunnen opstellen, selectie van brieven of mails kunnen uitvoeren, selectiegesprekken kunnen voeren en je moet in staat zijn inwerkprogramma’s te maken en ook uit te voeren. Daarnaast moet je in staat zijn medewerkers te begeleiden tijdens hun loopbaan, met hen opleidingsplannen te maken, lijnfunctionarissen (vaak leidinggevenden) kunnen adviseren met betrekking tot verschillende personeelsaangelegenheden en zicht hebben op juridische consequenties van diverse contractvormen. Je moet kunnen bemiddelen in conflictsituaties en allerlei gesprekken kunnen voeren, kortom van vele markten thuis zijn. De leiding van een organisatie draagt je op om in een projectvorm een personeelsprobleem te analyseren, alternatieven in kaart te brengen en een advies te geven dat ook daadwerkelijk te implementeren valt. Daarbij moet je dus rekening houden met een aantal (economische, juridische en sociale) randvoorwaarden die in deze specifieke organisatie van belang zijn. Het betekent dat je het probleem op grond van literatuur moet analyseren en mede op grond van praktisch onderzoek tot een afweging van alternatieven zult moeten komen teneinde met een concreet, implementeerbaar advies voor de organisatie te komen.


3


C1

BA-domeincompetentie 3 Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie Dt1.1 Meewerken aan het Human Resource Management (HRM-)beleid van de organisaties: consequenties kunnen aangeven van organisatieveranderingen voor het personeel. Ld1.1.1 Je kunt een correcte centrale vraag (en deelvragen) formuleren met betrekking tot het organisatieprobleem Ld1.1.2 Je kunt relevante HRM literatuur bij de centrale vraag vinden Ld1.1.3 Je kunt een systematische analyse van de recente HRM literatuur maken met betrekking tot het geschetste probleem Ld1.1.4 Je kunt een uitdagend, onderbouwd advies schrijven dat logisch voortkomt uit het onderzoek en dat een weerslag is van de huidige stand van zaken binnen het vakgebied Ld1.1.5 Je kunt draagvlak/instemming van belangrijke betrokkenen creëren Ld1.1.6 Je kunt een heldere schets schrijven van de financiële-, organisatorische- en juridische gevolgen Ld1.1.7 Je kunt overtuigend je advies presenteren binnen de organisatie Dt1.2 Toepassen van HRM-instrumenten waaronder het afnemen van interviews en het voeren van sollicitatie-, resultaat-, ontwikkelings- en exitgesprekken met medewerkers. Ld1.2.1 Je kunt een juiste keuze voor de inzet van HRM instrumenten maken Ld1.2.2 Je kunt HRM instrumenten correct toepassen gegeven de situatie binnen de gekozen organisatie (rekening houdend met organisatiecultuur en organisatiedoelen) Dt1.3

C2

Maken van een (deel van)een personeelsplan met hierin aangegeven de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte aan personeel. BA-domeincompetentie 7 Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Dt2.1 Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven Ld2.1.1 Je kunt in samenwerking met anderen binnen en buiten(groepsgenoten) de organisatie binnen kaders van de organisatie tot een werkbare oplossing komen van het organisatieprobleem Ld2.1.2 Je kunt medeverantwoordelijk zijn voor een gezamenlijk product Ld2.1.3 Je kunt je flexibel opstellen binnen het groepswerk, waardoor deadlines gehaald worden en je kwalitatief goed werk kunt opleveren.


7


lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 Ontwerp maken 2 Rapportage / verslag 3 Presentatie 4 Observatieo p-dracht 5 Logboek

11

12

13

14

15

16

17

18

19

6 Rapportage / verslag toets contactactiviteiten 8

Vorm van de toetsen

Herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Naam 1 Ontwerp maken

soort toets Onderzoeksopzet met plan van aanpak

bodemcijfer

2 Onderzoeksverslag met advies en 55 Rapportage/versl aanbevelingen management deel ag 3 Presentatie Presentatie over bevindingen en/of 55 nieuwe perspectieven 4 Aanwezigheid bij presentaties van andere Observatieopdra groepen cht

5. Logboek

Individuele bijdrage aan het totaalresultaat

6 Verslag waarin arbeidsrechtelijke Rapportage/versl aspecten behandeld worden ag 9


55

gewicht Geldt als voorwaarde voor het toekennen van studiepunten 65% 20% Geldt als voorwaarde voor het toekennen van studiepunten Geldt als voorwaarde voor het toekennen van studiepunten 15%

Ontwerp maken Ld1.1.1, Ld1.1.2 OnderzoeksLd1.1 niveau 3, Ld1.3 niveau 2/3, Ld1.4 niveau…? Ld1.1, Ld 1.3, Ld1.4 Rapportage/verslag management Ld1.1.2, Ld1.1.3, Ld1.1.4, Ld1.1.5, Ld1.1.6, Ld1.2.1, Ld1.2.2,Ld2.1.1, Ld2.1.2, Ld2.1.3


OnderzoeksLd2.1 niveau 3, Ld1.2, Ld2.2 niveau 3, Ld3.1 niveau 3, Ld3.2 niveau 3, Ld4.1 Rapportage/verslag juridisch Ld1.1.2, Ld1.1.3, Ld1.1.4, Ld1.1.5, Ld1.1.6, Ld1.2.1, Ld1.2.2,Ld2.1.1, Ld2.1.2, Ld2.1.3 OnderzoeksLd2.1 niveau 3, Ld1.2, Ld2.2 niveau 3, Ld3.1 niveau 3, Ld3.2 niveau 3, Ld4.1 Presentatie Ld1.1.7 OnderzoeksLd3.2 niveau 3, Ld4.1 Observatieopdracht Ld3.2 Ld4.1 Logboek 10


Ontwerp maken Je onderzoeksvoorstel dient alle onderstaande items te bevatten: • Korte beschrijving organisatie en context waarin het personeelsprobleem speelt • Eenduidige centrale vraag met deelvragen • Voorlopige literatuurlijst • Voorlopige hoofdstukindeling • Taakverdeling groepsleden • Planning en gewenste tijdstippen voor bijdrage docent Rapportage/verslag management Rapportage/verslag juridisch De rapportage dient te voldoen aan alle eisen van een helder rapport wat betreft • Lay-out • Correcte spelling en grammatica • Gebruikmaking van recente, relevante literatuur en juiste bronnenverwijzing Inhoudelijk dient het verslag te voldoen aan de volgende criteria • Gefundeerde keuze voor de onderzoeksmethode • Gekozen onderzoeksmethode is correct uitgevoerd • Onderwerp valt binnen het veld van personeelsmanagement inclusief een juridische component • De data zijn betrouwbaar • De presentatievorm correspondeert met de bedoeling van het onderzoek • Het uitgevoerde onderzoek is onafhankelijk en reproduceerbaar • De verzamelde en verwerkte gegevens zijn geïnterpreteerd in het licht van de onderzoeksvraag • De conclusies (en of aanbevelingen) zijn onderbouwd en ter zake doende • Er zijn op basis van conclusies en aanbevelingen nieuwe toepassingen en/of inzichten geformuleerd Presentatie • De presentatie is afgestemd op een publiek van medestudenten en van specialisten • Het onderzoeksproces is geëvalueerd en vergeleken met die van ander onderzoek en theorie • Er kunnen voorstellen tot verder onderzoek gedaan worden Observatieopdracht • Studenten participeren actief tijdens de presentaties en stellen adequate vragen na de presentatie • Studenten kunnen voorstellen tot verbetering van de presentatie geven Logboek


• •

Hierin wordt per student weergegeven hoeveel uur er aan de totstandkoming van het rapport en presentatie is besteed De handtekeningen van alle studenten staan onder deze verantwoording van uren.



2.5 CU03081 Onderzoek & Methodologie Post propedeuse 2 en 3 werkenden / havo-mbo-vwo (voltijd) 2011, 1 & 2 Onderzoek & Methodologie

Cursusbeschrijving 2 Inhoud van de cursus

Onderzoek in organisaties oftewel praktijkgericht onderzoek wordt steeds belangrijker. Onderzoek sluit aan op vragen uit de praktijk om good practices van evidence te voorzien. Oftewel er wordt een evidence based practice gehanteerd. Evidence based practice staat voor de nauwkeurige en gestructureerde toepassing van theoretische kennis bij het invullen van het professioneel handelen (Sackett, et al., 1996). Dit houdt in dat je in de uitoefening van je beroep theoretische kennis die je het opgedaan in de opleiding toepast en je handelen in je functie laat leiden door feitenkennis opgedaan door gegevens te verzamelen vanuit betrouwbare informatiebronnen. Een sterkere oriëntatie op evidence based practice heeft consequenties voor het onderwijs. Immers, dit vergt een zeker niveau van conceptueel denken: theorie en praktijk moeten bij elkaar gebracht kunnen worden. Het betekent ook dat (theoretische) ontwikkelingen binnen het vak bijgehouden moeten worden. Het vraagt van jou als HBO-student reflectie over de wijze waarop jij theorie in de praktijk toepast. Door middel van onderzoek ontwikkelen je als HBO-student systematisch evidence based kennis die je kunt uitwisselen met medestudenten in en buiten de school. Het HBO verankert onderzoek sterker in het curriculum door het aanbieden van de cursus Onderzoek & Methodologie waarin jij je als HBO-student zich oriënteert op het doen van toegepast, praktijkgericht onderzoek. De inhoud van de cursus ziet er als volgt uit: blok 1

les 1 2 3

2 4 5 6 3 7 8 9 4 10 11 12

Wat wil de onderzoeker weten? Probleemstelling – onderzoeksvragen- doelstelling Literatuur review- theoretisch kader- conceptueel model Diagnostische toets 1, procesevaluatie, inleiding blok 2 Onderzoekontwerp en vormen van onderzoek Dataverzamelingsmethode- steekproef-meetinstrument Onderzoeksvoorstel Diagnostische toets 2, procesevaluatie, inleiding blok 3 Opzet van onderzoek Operationaliseren Enquêtevoorstel presenteren Diagnostische toets 3, procesevaluatie, inleiding blok 4 Gegevens analyseren en rapporteren Data analyse Presentatie aan klas, docent en afgevaardigde opleidingsteam Diagnostische toets 4, Inleveren definitief dossier, Intervisie


Bron: Sackett, D.L., Rosenberg, W.M.C., Muir Gray, J.A., Haynes, R.B., & Richardson, W.S. (1996). Evidence based medicine: what it is and what it isn't. BMJ 312 (7023), 71-2. 3 Competenties (C ) en deeltaken (Dt) Leerdoelen (Ld) in termen van kennis (K), vaardigheden (V) en persoonskenmerken (P)

- Opm. de cursus laat de volledige set aan onderzoekscompetenties de revue passen, met een oriënterend karakter, op Bachelor-niveau C1 In staat zijn om een probleemstelling te formuleren en onderzoek op te zetten Dt1 Je kunt een voorstel doen voor (toegepast) onderzoek en onderzoek opzetten voor het oplossen van problemen in praktijksituaties. Ld1.1 Je kunt een probleemstelling formuleren: het geheel van probleemschets, onderzoekvragen en doelstelling) Ld1.1.1 Je kunt een onderzoeksonderwerp afbakenen daarmee vastomlijnd, concreet en duidelijk aangeven waar het onderzoek zich op richt Ld1.1.2 Je kunt onderzoekvragen formuleren die voortkomen uit de probleemschets en die de daarin voorkomende begrippen definiëren Ld1.1.3 Je kunt een doelstelling expliciteren en je kunt aannemelijk maken dat het onderzoek voldoet aan randvoorwaarden, beperkingen en uitgangspunten (tijd en middelen) Ld1.2 Je kunt bronnenonderzoek uitvoeren Ld1.2.1 Je kunt een zoekplan (zoekvraag + zoekstrategie) opstellen en relevante zoektermen gebruiken daarbij rekening houdend met vakjargon, synoniemen, en (zoek)termen in een andere taal (meestal Engels). Ld1.2.2 Je kunt bibliotheken (waaronder de mediatheek) en het internet systematisch, efficiënt en effectief doorzoeken en daarbij gebruik je diverse typen bronnen (zoekmachines, webportals, boeken, wetenschappelijke tijdschriften, databases, social media). Zo nodig maak je gebruik van experts en mogelijkheden buiten de eigen locatie. Ld1.2.3 Je kunt aantonen d.m.v. bronnenonderzoek dat je gebruik hebt gemaakt van relevante, betrouwbare en bij voorkeur zo authentiek mogelijke en actuele informatiebronnen die het onderwerp bovendien uit verschillende gezichtspunten behandelen. Je kunt de gevonden informatie structureren, combineren en kritisch analyseren in het licht van je onderzoeksvraag en zo kun je het theoretisch kader weergegeven in een conceptueel model- en de praktische context bepalen Ld1.3 Je kunt een onderzoek opzetten en dit vastleggen in een onderzoekvoorstel (=plan van aanpak voor onderzoek) Ld1.3.1 Je kunt een onderzoeksontwerp maken (afhankelijk van het onderzoek met steekproefverantwoording) en een geschikte vorm van onderzoek selecteren (bijvoorbeeld experiment, case study, survey, action research). Ld1.3.2 Je kunt gedefinieerde begrippen in meetbare termen vertalen (operationaliseren) en een meetinstrument maken of kiezen; je kunt de techniek voor het analyseren van data bepalen. Ld1.3.3 Je kunt de volgende aspecten in het onderzoeksvoorstel beschrijven: de onderzoeksaanleiding, de onderzoeksvraag, het theoretisch kader (bij toetsend onderzoek inclusief hypothesen), de praktische context, het onderzoeksontwerp, de planning en middelen, de randvoorwaarden, beperkingen en uitgangspunten, de manieren van kwaliteitsbewaking/kwaliteitsverantwoording. C2 In staat zijn om onderzoek uit te voeren


Dt2 Ld2.1 Ld2.1.1 Ld2.1.2

Je kunt het onderzoek zoals beschreven in het onderzoeksvoorstel (laten) uitvoeren, voortgang en kwaliteit monitoren en bijsturen waar nodig. Je kunt de benodigde data verzamelen en de verzamelde gegevens op geschikte wijze verwerken, zodat zinvolle interpretatie mogelijk wordt. Je kunt toegang verkrijgen tot de data en je kunt de data verzamelen met een van de volgende methoden: enquête, interview, literatuuronderzoek, experiment, observatie. Je kunt de verkregen gegevens op overzichtelijke en logische wijze (kengetallen, tabellen, grafieken, schema’s) registreren; Je kunt de verkregen gegevens met passende kwalitatieve en/of kwantitatieve analysetechnieken voorbereiden voor interpretatie.

Ld2.2

C3

Dt3

Je kunt voortgang en kwaliteit van de uitvoering monitoren en bijsturen indien nodig. Ld2.2.1 Je kunt de voortgang en de kwaliteit van de uitvoering beoordelen. Je kunt zo nodig adequaat en verantwoord ingrijpen en wijzigingen in aanpak en uitvoering doorvoeren. In staat zijn om onderzoek af te ronden Je kunt de verzamelde en gestructureerde gegevens interpreteren en conclusies trekken ten aanzien van de onderzoeksvraag. Daarnaast kun je resultaten en het proces evalueren en hiervan verslag doen. Ld3.1 Je kunt betekenis verlenen aan de gevonden en verwerkte gegevens. Ld3.1.1

C4

Je kunt de verzamelde en verwerkte gegevens interpreteren in het licht van de onderzoeksvraag en je kunt tot onderbouwde en ter zaken doende conclusies (en/of aanbevelingen) komen; Je kunt op basis daarvan nieuwe toepassingen en/of inzichten formuleren. Ld3.1.2 Je kunt het onderzoeksproces evalueren, je resultaten vergelijken met die van ander onderzoek en theorie; Je kunt voorstellen doen voor verder onderzoek. Ld3.2 Je kunt onderzoek rapporteren Ld3.2.1 Je kunt de onderzoeksresultaten doel en doelgroepgericht schriftelijk en/of mondeling rapporteren aan een publiek van specialisten en/of niet-specialisten. De activiteiten en de resultaten van je onderzoek kun je zo precies weergeven dat je onderzoek op een ander tijdstip door een andere onderzoeker opnieuw uitgevoerd kan worden, zodat de betrouwbaarheid van je resultaten geverifieerd kan worden. De rapportagetechniek wordt verduidelijkt en in het rapport kun je alle keuzes verantwoorden en beargumenteren. Het onderzoeksrapport bevat een volledig bronnenoverzicht dat is weergegeven volgens de in het desbetreffende vakgebied gebruikelijke standaardnotatiewijze. Onderzoekshouding aannemen Dt4 Je gedraagt je volgens de bij onderzoek horende (ethische) gedragsnormen. Ld4.1 Je kunt je gedrag aanpassen aan bij onderzoek horende normen, beroepsethiek, attitude en verantwoordelijkheden. Ld4.1.1 Je kent de plaats en rol van onderzoek binnen je vakgebied en beroepenveld. Je dient de professionele en maatschappelijke belangen. Ld4.1.2

Je kunt zorgvuldig, tijdig en accuraat, controleerbaar en betrouwbaar werken. In de tekst van het onderzoeksrapport kun je eenduidig


verantwoorden welke informatie/bronnen je hebt gebruikt. Je pleegt geen plagiaat. Je bent respectvol, integer, kritisch en objectief.

6 Planning van de toetsen

Opmerking: er zijn een aantal vakken leeg, omdat in deze weken projectactiviteiten en hertoetsweken worden uitgevoerd. lesweken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1.lessen 2. schriftelijke eindtoets 3. studentdossier met praktische opdrachten

18

19

x x

x

Toets Contactactiviteiten

Toetsing theorie: e 1 toets reguliere toetsweek van het HZ jaarrooster Herkansing: e Studenten die de cursus in het 1 semester volgen en de toets met een onvoldoende afronden, kunnen herkansen in de toetsweek deel 2 semester 2. Studenten die de cursus in het tweede semester volgen, alsmede studenten uit het eerste semester die de toets wederom met een onvoldoende afronden in de toetsweek in semester 2, kunnen de toets herkansen in de hertoetsweek deel 2 semester 2. - Zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Toetsing praktijkopdracht: e Laatste les met intervisie van het studentdossier is tevens de deadline voor het 1 toetsmoment (inleveren studentdossier). Als de praktijkopdracht met een onvoldoende wordt beoordeeld volgt een nieuwe opdracht met een deadline van maximaal 3 weken. Uiterlijk in de toetsweek van de theoretische toets moet deze opdracht ingediend zijn bij de docent.


7 Vorm van de toetsen

Toetsonderdeel “Kennis”: toetsing van fundamentele feiten, procedures en begrippen op het gebied van onderzoek staan hierbij centraal. De kennistoets bevat 40 meerkeuze vragen. Deze toetsvorm geeft weer in welke mate je als student in staat bent kennis van methodologische begrippen en concepten te reproduceren. Toetsonderdeel “Praktische vaardigheden”: je voert een serie onderzoeksopdrachten uit waarmee je laat zien in welke mate je kennis en vaardigheden hebt verworven om onderzoek succesvol uit te voeren en te voltooien in de beroepspraktijk. Deze toetsvorm beoogt jou de competentie ‘toepassing en inzicht’ te laten ontwikkelen door in groepsverband toegepast onderzoek op te zetten en uit te voeren voor het aandragen van oplossingen voor problemen in praktijksituaties. Daarbij tellen ook mee jouw aanwezigheid en inzet tijdens de lessen. Het docentteam heeft voor deze toetsvormen gekozen, opdat je als student zowel kennis opdoet van onderzoeksbegrippen als vaardigheden opdoet om onderzoek op te zetten en uit te voeren.

8 Inhoud van de toetsen

9 Beoordelingseisen per toets

Beoordeling vindt plaats op basis van een schriftelijke eindtoets (gewicht 50%, minimumscore 55) en een studentendossier (gewicht 50%, minimumscore 55). De keuze voor deze twee toets vormen is gebaseerd op het feit dat je zowel kennis moeten hebben van onderzoeksbegrippen als onderzoekvaardigheden moet ontwikkelen. Gedurende de cursus krijg je als onderdeel van het studentendossier meerdere praktische opdrachten die de docent beoordeelt; hiervoor is aanwezigheid in de les een voorwaarde om feedback te geven en te ontvangen van medestudenten over de uitgewerkte opdrachten in het studentdossier; dit weegt mee in de eindbeoordeling. Deze opdrachten bundel je in jouw studentendossier, zodat je dit dossier tijdens de lessen kunt uitwisselen met medestudenten voor het verkrijgen en geven van feedback. Dit studentendossier krijgt tot slot een eindbeoordeling van de docent die ook de individuele bijdrage aan het groepsproces hierin meeweegt. Met het studentdossier kun je aantonen welke activiteiten je hebt uitgevoerd in het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Dit kun je gebruiken in jouw studentportfolio waarin je m.b.v. het studentdossier aantoonbaar kunt maken welke leerdoelen je hebt bereikt in deze cursus. - Toetsonderdeel “Kennis” (individueel): de schriftelijke toets bestaat uit 40 meerkeuze vragen en toetst de kennis van theorieën en begrippen van onderzoek zoals uiteengezet in het studiemateriaal. - Toetsonderdeel “Praktische vaardigheden” (Groepswerk): door middel van praktische opdrachten wordt getoetst of je in staat bent om de kennis van onderzoek en de onderzoeksbegrippen toe te passen in het opzetten en ontwerpen van een onderzoek. De inhoud van de toets bestaat uit het studentdossier met daarin de producten oftewel de uitwerking van de opdrachten uit de lessen. Voor de beoordeling van de individuele schriftelijke toets (kennistoets) zijn antwoordmodellen beschikbaar. Van de 40 vragen mogen er 15 fout beantwoord worden om het bodemcijfer 5.5 (= voldoende) te kunnen behalen. Voor de beoordeling van de studentdossiers (groepsopdracht) zijn beoordelingsformulieren beschikbaar die de beoordelingscriteria bevatten. Het niveau wordt bepaald door de Dublin Descriptoren (zie punt 3). De beoordelingseisen voor de groepsopdracht studentdossier ‘Dit is onderzoek’ zijn: - Correct geformuleerde probleem omschrijving, onderzoekvragen, doelstelling; correcte en beargumenteerde classificatie van de onderzoeksvraag; juiste weergave van het conceptueel model - Volledige uiteenzetting van het zoekplan; volledig uitgewerkte review met referentie naar literatuurbronnen volgens de referentienormen zoals dei binnen de HZ of binnen het beroepsdomein worden gehanteerd. - De onderzoekvorm is volledig uitgewerkt en beargumenteerd o.b.v. de checklists uit het boek; de keuze voor het soort steekproef is voldoende beargumenteerd - De onderzoeksvariabelen zijn geoperationaliseerd; voordelen en nadelen van dataverzamelingsmethoden zijn uiteengezet; de opgestelde enquête is valide en betrouwbaar


De onderzoeksbevindingen zijn adequaat samengevat en suggesties voor aanvullend onderzoek zijn gedaan Het onderzoeksproces is weergegeven in een PowerPoint presentatie Beoordeling en becommentariëring van elkaars werk wordt gedaan volgens een intervisieformulier. Het studentdossier voldoet aan basale rapportage-technische eisen (zie cursusboek Baarda (2010)) Spelling en grammatica zijn correct, stijl is aantrekkelijk.

-

Beoordeling van het dossier volgens het beoordelingsformulier/intervisieformulier. Eisen voor een voldoende beoordeling zijn o.a. de compleetheid van de uitgewerkte opdrachten, gebruik van literatuurbronnen bij de onderbouwing van keuzes.

Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Semester Omschrijving op rooster

Per stage 7,5 EC (totaal 30 EC) CU03643; CU04365; CU03553; CU05368 Oriënterende stages HRM 2, 3 2012 – 2013 Voltijd Leerjaar 2: S3, S4; Leerjaar 3: S5, S6 O-stage

Cursusbeschrijving 2 Inhoud van de cursus

3 Competenties (C ), deeltaken (Dt) en leerdoelen (Ld).

6 Vorm van de toetsen

Het leuke van de stage is dat je in het beroep werkt waarvoor je opgeleid wordt. Je kunt op deze manier ervaren wat werken inhoudt en ontdekken waar je sterke en zwakke kanten liggen en waardoor je gemotiveerd wordt. Je ontwikkelt een eigen werkstijl, je bouwt contacten op met collega’s, klanten en andere relevante personen en breidt daardoor je netwerk uit. Daarnaast ervaar je in hoeverre je je kunt concentreren op een opdracht in een praktijksituatie en of je wel of niet gevoelig bent voor tijdsdruk. De stage werkzaamheden moeten je voldoende gelegenheid bieden om je tijdens de stageperioden te oriënteren op het beroepenveld en inzicht te krijgen in de taken, de organisatiestructuur en de werkwijze van de organisatie en de branche. De opdrachten omvatten afgeronde taken op HRM-terrein en leiden tot het bereiken van de competenties. C

1 tot en met 6 Je legt in je POP vast aan welke competenties je tijdens de stages werkt. Hoewel je wel invloed hebt op wat je in je stages wilt leren en welke competenties je wilt ontwikkelen, zijn de stage niet vrijblijvend. Wat voor opdrachten je ook uitvoert, bij welk bedrijf je ook stage loopt, voor elke stagiair geldt dat hij • de afgesproken competenties • en de afgesproken onderzoekscompetenties op het vereiste niveau heeft verworven. Het niveau wordt bepaald door de Dublin Descriptoren. Dit zijn de maatstaven die het hbo-niveau van je werk bepalen. Fase

Op te leveren producten


1 oriëntatie

Deelportfolio 1 met Plan van aanpak (go/no go)

2 uitvoering

Deelportfolio 2 met Functioneren, zelfbeoordeling en reflecties, bewijslast voor verworven competenties, verbeterplan (go/no go) Deelportfolio 3 met Presentatie, functioneren, zelfbeoordeling en bewijslast voor verworven competenties (cijfer)

3 afronding 7 Planning van de toetsen

doorlooptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Fase 1 Fase 2 Fase 3 Portfolio Herkansing: Een stagecursus kun je niet herkansen. Zie regelingen in de OER van de opleiding HRM.

8 Inhoud van de toetsen

Tabel 7.2 A Toetsmatrijs van de stages 1 & 3 Toets

Beoordeling

Gewicht

Bodemcijfer

100%

55

Gewicht

Bodemcijfer

Stageplan Portfolio (met functioneren & (zelf)beoordeling)

Cijfer

Tabel 7.2 B Toetsmatrijs van de stage 2 & 4 Toets

Beoordeling

Stageplan

9 Beoordelingseisen per toets(onderdeel)

Portfolio (met functioneren & (zelf)beoordeling)

Cijfer

50%

55

Stagepresentatie

Cijfer

50%

55

Docenten verwachten van je dat je kwaliteit levert. Zo mag je van een portfolio verwachten dat het toegankelijk is. Als de ene beoordelaar onder toegankelijkheid echter verstaat dat het portfolio een inhoudsopgave moet hebben en de andere vindt dat de tekst leesbaar moet zijn, kun je niet van een betrouwbare beoordeling spreken. Om resultaten betrouwbaar te kunnen meten is het goed om te beginnen met het formuleren van de eisen waaraan prestaties moeten voldoen. Daarna is het zaak om de eisen om te zetten in concreet meetbare eenheden. Dit proces noemen we het operationaliseren van beoordelingseisen. Deze criteria vind je op de beoordelingsformulieren in de bijlagen bij de stage handleiding. Alle beoordelaars gebruiken deze formulieren voor het beoordelen van stagiairs. Op deze manier wordt de betrouwbaarheid van de beoordeling versterkt.


Semester 7 Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving Nr Rubriek 2 Inhoud van de cursus

3


7,5 EC CU04571, SVV Succesvol Veranderen 2 en 3 2012/2013 Voltijd, Voltijd 3ejaar SVV

Toelichting De cursus is opgebouwd uit een aantal clusters waarin de student leert om invloed uit te oefenen op ontwikkelingen en veranderingen in de organisatie. En wel op een dusdanige wijze dat beïnvloeding van de organisatie leidt tot vernieuwing(en) van de organisatie. Door zelfstudie, praktijkvoorbeelden en oefenen met casuïstiek leer je hoe je jou effectiviteit als intern adviseur kunt verhogen. In deze cursus zitten ook raakvlakken met de cursus persoonlijk ondernemerschap. U zult in de cursusonderdelen gaan ontdekken dat er vanuit verschillende dimensies kan worden gekeken naar beïnvloedingsstrategieën. De clusters en de daarmee samenhangende opdrachten hebben voornamelijk betrekking op organisatieveranderingsprojecten in je eigen (stage) organisatie. U zult deze projecten vanuit verschillende invalshoeken gaan bekijken. Deze invalshoeken zijn onderwerp van de verschillende opdrachtenclusters. De cursus bestaat uit vijf clusters die er als volgt uit zien: Cluster 1:

Contractering

Cluster 2:

Methodische analyse van een organisatieverandering

Cluster 3:

Paradigma’s

Cluster 4:

Rollen en stijlen veranderaar en omgaan met weerstanden

Cluster 5:

Toetsing aan de praktijk

Start competentie 2 De HRM-er is in staat om vanuit het geformuleerde strategische beleid van de organisatie, die personele middelen in te zetten die leiden tot een effectieve organisatie. Hij activeert daartoe de in-,door en uitstroom van personeel zodanig dat de strategische doelstellingen van de organisatie optimaal bereikt worden. DT2.2

De HRM-er implementeert ontwikkelde personeelsinstrumenten Ld

Je kunt veranderingsstrategieën beschrijven en hanteren


2.2.1 Ld 2.2.2 Ld 2.2.3

Je kunt een passende veranderstrategie kiezen in relatie met de context Je kunt een verandertraject ontwikkelen in het verlengde van de organisatiestrategie

Startcompetentie 3 De HRM-er is in staat de doelstellingen van de individuele medewerker met die van de organisatie te verbinden, om zowel voor het individu als de organisatie een succesvol resultaat te bereiken. Als actieve gesprekspartner van management en medewerker optimaliseert hij de effectiviteit van de organisatie. DT3.1

legt verbindingen tussen de doelstellingen van individu(en) en organisatie en stemt deze waar mogelijk op elkaar af. Ld 3.1.1 Ld 3.1.2 Ld 3.1.3

DT3.2

Je kunt draagvlak creëren voor een verandering Je kunt partijen met elkaar verbinden

adviseert management en medewerker(s) vanuit verschillende rollen over hoe verbindingen tot stand kunnen komen. Ld 3.2.1 Ld 3.2.2 Ld 3.2.3 Ld 3.2.4

DT3.3

Je kunt veranderdoelen effectief communiceren

Je kunt een effectieve adviesstijl kiezen in relatie tot de context Je kunt adviseren over doelen en aanpak Je kunt reflecteren op de gekozen rollen, posities, ingezette instrumenten en gehanteerde veranderingsstrategieën. Je kunt een effectief advies formuleren voor management en medewerkers.

begeleidt het proces dat moet leiden tot optimalisatie van de organisatie effectiviteit. Ld 3.3.1 Ld 3.3.2 Ld 3.3.3 Ld 3.3.4

Je kunt een veranderstrategie vertalen naar relevante acties Je kunt omgaan met weerstanden en deze overwinnen Je kunt complexe situaties analyseren en doorgronden Je kunt een effectief advies formuleren en ‘verkopen’


6

Vorm van de toetsen

Naam van de toets Schriftelijke tussentoets

Soort toets

Leerdoel

Bodemcijfer

gewicht

Schriftelijk tentamen

5.5

33 %

Portfolio

Inventarisatie kennis en inzicht Praktijktoets

Toetsen van kennis en inzicht Zelfreflectie en zelfinzicht

5.5

33 %

Overtuigend presenteren van je plan

5.5

33 %

Presentatie

7


lesweken 1

1 2 3 4 5 6 7 T H 8

9

10

11

12

13

14

T

2 Toets contactactiviteiten Meer informatie is te vinden in de studieplanning (zie VLD) Tussentoets (T) Portfolio week 14 Presentatie (T, omstreeks week 14) Herkansing: Regeling: Zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 8


Leerdoelen 2.2.1 2.2.2 2.2.3 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4

Vraagniveau reproductie

Vraagniveau inzicht x

Vraagniveau toepassing x x

Vraagniveau synthese

x

x

x x

x

x x x x

x x x x

x x

x x


HT

9

Beoordelings-eisen per toets

Tussentoets

Opdracht:

Eindpresentatie

Leerdoelen: 2.2.1 – 3.3.3 Eisen: 1 Meerkeuzevragen en open vragen, bodemcijfer 5.5. Leerdoelen: 2.2.1 -3.3.3 Rapport Verandertraject Eisen: e 1 Met feedback op 1 opzet aantoonbaar iets gedaan 2 Binnenwerk bestaat in ieder geval (minimaal) uit: - Hoofdstuk over de context binnen je stagebedrijf - Hoofdstuk over het veranderdoel en context - Hoofdstuk over de aanpak en implementatie 3 Toetsing vindt plaats op het omgaan met complexiteit van ontwikkelen veranderprocessen 4 Opdracht is tijdig ingeleverd, voor de deadline. 5 Als bijlagen zijn opgenomen: - De vragenlijsten - Verdere bijlagen naar eigen inzicht. 6 Opdracht is tijdig ingeleverd, voor de deadline. Leerdoelen 2.2.1 - 3.3.3 Toelichting op doel en context Toelichting op proces Toelichting op de inhoud De presentatie is volledig De presentatie duurt 20 minuten De presentatie bevat aansprekende tekst en beelden De presentatie is inspirerend en enthousiast


Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving Nr Rubriek 2 Inhoud van de cursus

7,5 CU04363 Persoonlijk Ondernemerschap (De ondernemende HR-professional) 3 3 voltijd e 3, 1 semester

Toelichting Inleiding Het College van Burgemeester en Wethouders krijgt van burgers steeds vaker klachten. Burgers mopperen niet alleen over verschillende producten en diensten van de gemeente, maar ook over de manier waarop zij behandeld worden. Het college heeft bij de verkiezingen beloofd dat het contact met de burgers gaat verbeteren en het heeft hoge ambities!! De gemeente bestaat uit verscheidene afdelingen en bij de jaarplannen heeft het management zich als doel gesteld dat de organisatie, de afdelingen en de individuele medewerkers zich klantgerichter en innovatiever opstellen. De organisatie vraagt daarbij van haar HR-professionals dat zij niet alleen gestalte geven aan hun eigen “ondernemendheid”, maar ook individuele medewerkers stimuleren om ondernemend te worden en bovendien het management te adviseren hoe managers dit proces kunnen faciliteren. De organisatie verwacht dat elke medewerker binnen zijn functie vanuit een proactieve opstelling vragen, behoeften, klachten en knelpunten van burgers signaleert, buiten de geijkte kaders durft te denken en met innovatieve voorstellen komt. De cursus de ondernemende HR-professional omvat 210 uur werk per persoon. Je kunt er dan ook 7,5 studiepunten mee behalen.

3

Competenties Kerncompetentie en deeltaken (C), deeltaken In deze cursus werk je aan de verwerving van de volgende HRM-competentie. (Dt), Leerdoelen Competentie 3 (Ld) De HRM’er verbindt op succesvolle wijze de doelstellingen van de individuele medewerker met die van de organisatie. Als actieve gesprekspartner van management en medewerker optimaliseert hij de effectiviteit van de organisatie. Deeltaak 3.1. De HRM’er legt verbinding tussen de doelstelling van individu(en) en organisatie en stemt deze 77 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

waar mogelijk met elkaar af. Leerdoelen (Ld) Ld. 3.1.1 Je kunt bestaande theorieën koppelen aan de praktijk en je kunt een eigen model ontwikkelen Ld. 3.1.2 Je kunt beschrijven hoe jij aan ondernemendheid inhoud geeft en op welke punten jij jouw ondernemendheid verder kunt ontwikkelen Ld. 3.1.3 Je kunt je eigen ondernemendheid inzetten om beweging en innovatie van individuele en groepen medewerkers te stimuleren en het management te adviseren.. Ld. 3.1.4 Je kunt het management zodanig over het faciliteren van het personeel bij hun ontwikkeling van persoonlijk ondernemerschap adviseren, dat de organisatie optimaal presteert. 8


Leerdoelen 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4


lesweken 1-4

Vraagniveau reproductie x

Vraagniveau inzicht x x

1 2 3 4 5 6 7 T H 8

Vraagniveau toepassing x x x x 9

10

Vraagniveau synthese x

x 11

12

13

14

T

HT

Inlevermoment contactactiviteiten De cursus bevat een centrale opdracht waarvan je de opdrachtbeschrijving in deel I hoofdstuk 2 Briefing van de studentenhandleiding leest. Om de centrale opdracht naar behoren te kunnen uitvoeren, heb je kennis en vaardigheden nodig. Deze worden aangeboden in drie clusters van opdrachten en colleges. De resultaten van deze opdrachten heb je nodig om de centrale opdracht in deze cursus te kunnen uitvoeren. De drie clusters zijn: • Cluster 1 Theoretische invalshoek: visieontwikkeling • Cluster 2 Zelfkennis: hoe ondernemend ben ik? • Cluster 3 Combineren in de praktijk: mijn toegevoegde HR-waarde In de studentenhandleiding (op te vragen bij cursuseigenaar/ docent) zijn eisen en voorschriften op detailniveau uitgewerkt. Herkansing: Regeling: Zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling


9


De student weet aan welke eisen zijn prestaties moeten voldoen. Noteer onveranderlijke (stabiele) eisen. Werk de criteria bij elke eis op het beoordelingsformulier en/of het antwoordprotocol bij de toets. Maak bij elke eis de relatie met de leerdoelen, onderzoeksvaardigheden en leervaardigheden zichtbaar. Naam toets Leerdoelen: Artikel schrijven Eisen: voor HR vakblad 1 Beschrijf ten minste drie theoretische modellen met verantwoording van de keuze van de modellen en de koppeling naar de praktijk. 2 Schrijf voor de doelgroep HR-professionals

Naam toets Portfolio samenstellen

3 Structuur en opbouw van een wetenschappelijk artikel, maximaal 10 A4 Leerdoelen: Eisen: 1 Bevat per leerdoel een STARRT formulier 2 Elke STARRT-formulier is voorzien van overtuigend bewijs.. 3 Bevat een zelfreflectie die tenminste antwoord geeft op de volgende vragen: Waar en wanneer was HR van toegevoegde waarde en waarom? Wat is jouw toegevoegde waarde aan het HR-domein? Wat is jouw visie op ondernemendheid in een organisatie? Hoe concretiseer jij jouw ondernemendheid? Waar liggen jouw ontwikkelpunten?


Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving Nr Rubriek 2 Inhoud van de cursus

1,25 EC (* < 5 = 7,5 EC) VCCU7290 / VCCU8318 (ook in te vullen met het HRM assessment VCCU06747) Vrijecompositiecursus (VCC) Afhankelijk van studiejaar 2012 – 2013 Deeltijd, voltijd Naar keuze van student VCC

Toelichting Bij de VCC ligt het doel vast, maar de opleiding HRM stelt je in de gelegenheid binnen bepaalde grenzen en in overleg met jouw studieloopbaancoach zelf te bepalen welke generieke vaardigheden (wat) je wanneer (semester) en in welke mate (niveau) en op welke manier (hoe) wilt verwerven dan wel versterken. De activiteiten dragen aantoonbaar bij aan jouw ontwikkeling tot competent beroepsbeoefenaar. Je legt de activiteiten, doelen en niveau ervan vooraf vast in je POP.

3

Competenties, deeltaken, leerdoelen

Persoonlijke en professionele ontwikkeling: Je ontwikkelt een ondernemende houding, reflecteert op eigen ervaringen en ontwikkelingen en communiceert hierover. DT1.1 Op verantwoorde wijze studie- en beroepskeuzes maken. Ld1.1.1 Je kunt VC-cursussen kiezen die bij jouw wensen en capaciteiten passen. Dt1.2 Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen studievoortgang. Ld1.2.1 Je kunt je eigen leerproces sturen en de voortgang controleren. Ld1.2.2 Je kunt gestructureerd en effectief aan het bereiken van doelen werken Dt1.3 Leervaardigheden verwerven Ld1.3.1 Je kunt duurzaam effectief en efficiënt studeren. Ld1.3.2 Je kunt je eigen sterktes en zwaktes benoemen en op grond hiervan gerichte acties ondernemen. Ld1.3.3 Je kunt jezelf motiveren om je blijvend te ontwikkelen.

6

Vorm van de toetsen

naam 1 POP 2 Portfolio

7

Planning toetsen

8

Inroosteren Nee

lesweken 1 POP

Nee

2 Portfolio

soort toets Individueel, schriftelijk document Individuele reflectie voorzien van bewijslast

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

13

bodemcijfer Go/no go 55

14

15

16

gewicht 100%

17

18

19

Herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Inhoud van de POP: Ld1.1.1 toetsen Portfolio: Ld1.2.1, l.2.2, 1.31, 1.3.2


9


Eisen aan POP 1 Bevat competenties met SMART geformuleerde doelen. 2 Bevat de activiteiten die je uitvoert om de doelen te behalen. 3 Bevat planning en afspraken over tussenevaluaties en beoordelingen. Eisen aan Portfolio 1 Bevat per competentie een volledig ingevuld STARRT-document 2 Bevat bewijslast voor verworven competenties. De bewijslast is authentiek, actueel, relevant en voldoende divers.


Algemene gegevens EC Cursuscode Titel van de cursus Niveau Cursusjaar Deelnemers Studiejaar - semester Omschrijving op rooster Cursusbeschrijving 2

3



2,5 CU03078 Basisstatistiek 1 2012 - 2013 deeltijd, voltijd Studiejaar 1 semester 1 en 2; studiejaar 2 semester 1 en 2 Basis Stat

Je beschrijft methoden om gegevens te beschrijven (door getallen en figuren), waarbij het van belang is van welke soort de betreffende gegevens zijn. Maar al te vaak is dit onduidelijk of onjuist aangegeven. Een goed begrip van kansen op gebeurtenissen en interpretaties daarvan bestaan en wat deze concreet voor jou als beslisser in een bedrijf betekenen kan veel geld opleveren of besparen. Je gaat dan ook aan de slag met wijdverbreide kansverdelingen en je past deze toe in ondernemingen. Getallen en uitkomsten staan nooit helemaal vast, er is altijd sprake van enige mate van onzekerheid. Daarom is het belangrijk met betrouwbaarheidsintervallen voor fracties en voor gemiddelden te kunnen werken, en te weten wat deze kunnen betekenen voor een onderzoek binnen een onderneming of uit de alledaagse praktijk. Tot slot beantwoord je de vraag waar de informatie vandaan komt en op basis van hoeveel ‘metingen’ je conclusies trekt. Je bepaalt daartoe de optimale steekproefgrootte. C1

C2

Je past statistiek toe binnen de relevante beroepscontext. Dt1.1 (recente) onderzoeksresultaten op waarde schatten. De je kunt-constructie is voorbehouden aan leerdoelen. De deeltaak beter als deelhandeling beschrijven. Ld1.1.1 Je kunt het verschil benoemen [ wat bedoel je precies met dit werkwoord?] tussen beschrijvende- en verklarende statistiek Ld1.1.2 Je kunt methoden gebruiken om verschillende soorten gegevens te beschrijven Ld1.1.3 Je kunt de meest elementaire maten voor centrale tendentie (ligging) en spreiding berekenen Dt1.2 Verzamelen van relevante informatie Ld1.2.1 (K) Je kunt manieren aangeven die er zijn om verschillende soorten gegevens te verzamelen Ld1.2.2 Je kunt de steekproefomvang bepalen bij een gewenste betrouwbaarheid en nauwkeurigheid Ld1.2.3 Je kunt het belang van representativiteit beschrijven en kunt representativiteit zo goed mogelijk benaderen Statistiek toepassen binnen relevante beroepscontexten Dt2.1 Statistische berekeningen toepassen en de waarde hiervan beoordelen. Ld2.1.1 Je kunt kansen op gebeurtenissen berekenen in eenvoudige bedrijfssituaties of daarbuiten LD2.1.2 Je kunt aangeven wat een steekproefverdeling is en je kunt het gemiddelde, de standaardafwijking en kansen op gebeurtenissen bepalen. Dt2.2 Statistische problemen oplossen . Ld2.2.1 Je kunt betrouwbaarheidsintervallen bepalen voor fracties en conclusies voor het bedrijf hieruit trekken Ld2.2.2 Je kunt betrouwbaarheidsintervallen bepalen voor gemiddelden


en hieruit conclusies trekken voor het bedrijf

6


lesweken

1 2 3 4 5a 5b

6 7 8

9a 9b

10

11

12 13a 13b

14

15

16

Diagnostische toets 1 Diagnostische toets 2 Diagnostische toets 3 eindtoets 7

Vorm van de toetsen

8


9

Beoordelingseisen

toets Je mag éénmalig, aan het eind van het semester waarin je de cursus hebt gevolgd, besluiten het resultaat van deze diagnostische toetsen voor in totaal 30% mee te laten tellen voor de eindtoets. Als je deze cursus in het eerste semester aangeboden krijgt, kun je de eindtoets herkansen in juni, tegelijk met de reguliere tentamens van het tweede semester (zie regelingen in het OER) Als je deze cursus in het tweede semester aangeboden krijgt, kun je de eindtoets herkansen in juli, tijdens de herkansingsweek Herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling

naam

soort toets

bodemcijfer

gewicht

eindtoets

Open vragen, open boek, individueel, schriftelijk

5,5

1

De eindtoets bestaat uit een aantal contextrijke opgaven waarbij je moet laten zien dat je begrijpt wanneer welke techniek gebruikt moet worden. De bijbehorende berekeningen moet je ook zelf uitvoeren. Kun je precies aangeven welke leerdoelen, leervaardigheden en welke onderzoeksvaardigheden je toetst? Alle leerdoelen kunnen in de eindtoets aan de orde komen. Wat zeker in elke eindtoets aan de orde komt, zijn: het bepalen van enkele maten voor ligging en spreiding, het bepalen van de steekproefomvang bij een gewenste betrouwbaarheid en nauwkeurigheid bij fracties of bij gemiddeldes, het berekenen van kansen op verschillende gebeurtenissen en het bepalen van een betrouwbaarheidsinterval voor fracties of voor gemiddelden. Voor de beoordeling van de drie diagnostische toetsen en de eindtoets zijn antwoordprotocollen beschikbaar. Deze antwoordprotocollen bevatten de beoordelingscriteria. Om deze cursus met goed gevolg af te ronden, moet je minimaal 55 punten van de totaal 100 op de eindtoets te behalen punten hebben, in- of exclusief de punten behaald bij de drie tussentoetsen.



2,5 EC CU08640 Excel 2010 (Ned.) 1 2012-2013 Voltijd, deeltijd Leerjaar 3 Exc


84

Cursusbeschrijving Nr 2

Rubriek Inhoud van de cursus

Toelichting Toelichting De cursus bestaat uit het volgende: Planning: • Een algemeen inleidend gedeelte van 7 weken, • Het verkrijgen van extra vaardigheden door het bewerken van diverse cijfermatige overzichten (budgetten, begrotingen, verkoopanalyses, subsidieregelingen e.d. met behulp van Excel zodat je deze geschikt maakt voor managementbeslissingen. (2 weken) • Praktische opdracht (5 weken) Algemeen inleidend gedeelte waar je basisvaardigheden leert die minimaal noodzakelijk zijn. Je maakt je, door een hoge mate van zelfwerkzaamheid in een computerpracticum, waarbij elke student de beschikking heeft over zijn eigen computer of laptop met netwerkconnectie, het theoretische deel via genoemd boek eigen. Extra opdrachten om te oefenen worden uitgedeeld als huiswerk. Verkrijgen extra vaardigheden. De volgende twee weken worden besteed aan het gebruiken van formules en functies. Hierbij wordt een voorgeprogrammeerd model gebruikt, ontleend aan: Bedrijfseconomische vaardigheden met Excel (Voermans en Teunissen van Noordhoff) Praktische opdracht De laatste 5 weken werk je in een groepje van 3-4 personen aan een praktische opdracht waarbij je zelf een model ontwerpt waarbij de geleerde vaardigheden uit blok 1 moeten worden toegepast. De opdracht wordt zo veel mogelijk ontleend aan een bedrijf of vereniging uit de praktijk.

3

Competenties (C), deeltaken (Dt), Leerdoelen (Ld) C1

De bedrijfseconoom voorziet in en verwerkt informatie t.b.v. een duurzame besturing van bedrijfsprocessen. Dt 1 Verzamelt, systematiseert en analyseert financiële en niet financiële kengetallen. Ld1.1.1 Je kunt een werkmap maken en vullen met gegevens. Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

85

Ld1.1.2

6.1

Je kunt werken met gegevens en tabellen en deze op verschillende manieren inzichtelijk maken voor het management. Ld1.1.3 Je kunt gegevens bewerken en analyseren (rekenkundige, wiskundige, statistische en analytische bewerkingen) ten behoeve van een eenvoudig, gecomprimeerd managementoverzicht (MIS). Ld1.1.4 Je kunt draaitabellen creëren op basis van dynamische werkbladen. Ld1.1.5 Je kunt op basis van de gegevens grafieken en diagrammen maken die een gestructureerd inzicht geven in de gebruikte cijfers en de resultaten daarvan Ld1.1.6 Je kunt met behulp van de “Wat als analyse (what-if)” experimenteren met verschillende reeksen of waarden in een of meer formules om alle verschillende resultaten te onderzoeken. De bachelor business administration is op operationeel niveau in staat met en vanuit verschillende disciplines een bedrijf te starten, te voeren en te verantwoorden binnen een duurzaam perspectief. Dt1. Beoordeelt het functioneren van zichzelf en past gedrag aan. Ld1.1. Je kunt een bijdrage leveren aan de groepsopdracht, zodanig dat je je inbreng een meerwaarde is voor de opdracht. Hiervoor wordt een logbestand bijgehouden en ingeleverd ter goedkeuring. Ld1.2. Dragen van verantwoording voor het eigen takenpakket, formuleren van doelen, verantwoording afleggen over de voortgang. Reflecteren op eigen ervaringen. Bekritiseerd gedrag en gewenste verandering omzetten in ander gedrag. (intercollegiale feedback) Structureren Je werkt zelfstandig aan de opdrachten van het leerboek. De oefenopdrachten die je krijgt aangeboden bieden je de mogelijkheid om jezelf te trainen. In de les kun je de antwoorden controleren, zodat je zelf kunt beoordelen of je extra hulp nodig hebt. Tussentoets: basisvaardigheden van Excel© 2010

6.2

Aan de hand van een aantal vragen en opdrachten wordt de theoretische kennis getest. Een voorbeeldtentamen is te vinden op Infonet. Praktijkgericht onderzoek/opdracht

C2

5.2

6

Vorm van de toetsen

Het zelf ontwerpen van een model over een te kiezen onderwerp of studieobject, waarbij de geleerde vaardigheden uit blok 1 moeten worden toegepast. De student krijgt max. 1 week de tijd om de aard en inhoud van het te maken model met de docent af te spreken. Bij voorkeur is de inhoud gelieerd aan een bedrijfscase, maar mag ook worden gekoppeld


86

aan sport of hobby. Minimumeisen die (kunnen) gelden: Relatieve en absolute verwijzing, de Als-functie, zoekfunctie (horizontaal/verticaal), sorteren op categorie (leeftijd, geslacht etc.), gebruik van formules en (financiële) functies, namen labellen, draaitabellen, grafieken, macro’s, en naar wens specifieke opleidingsonderdelen (gericht op Toerisme, commercieel onderzoek, HRM-technieken etc.) naam soort toets bodemcijfer Gewicht 1 Tussentoets Individuele schriftelijke toets over de 40 40 opgedane kennis van Excel 2010 aan de hand van vragen en cases 2 Eindtoets Je voert met een groepje van 3-4 55 60 personen een verkennend praktijkgericht onderzoek uit door gegevens te verzamelen en een gestructureerd rekenmodel model te ontwerpen voor een bedrijf of vereniging of op basis van fictieve gegevens. Voor herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling 7


Inroosteren

lesweken

Ja

1 Tussentoets 2 Eindtoets

Nee Ja Nee

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

3 Tussentoets (her) 4 Eindtoets (her) Tussentoets


87

Contactactiviteiten

8


Eindtoets (tijdstip van inleveren wordt duidelijk met de student gecommuniceerd. Herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Onderwerpen Vraagniveau

1 Tussentoets

reproductie Eenvoudige Formules

inzicht Absoluut /relatief

toepassing Kopiëren formules

40 %

Aangeven van cel referenties voor draaitabel 30 %

Theorie-vragen Sneltoetsen 20 % 2 Eindtoets

toepassing Combinatie van items

10 % Toepassing van bovengenoemde items in eigenmodel 100 %

Docent bepaalt samenstelling 100 % (gewicht 40 %)

100 % (gewicht 60 %)


88

9

Beoordelings-eisen per toets

Naam toets Tussentoets (schriftelijk)

Leerdoelen (ook onderzoeksvaardigheden en leervaardigheden): Eisen: 1 De gevraagde formules, verwijzingen en referenties zijn foutloos opgeschreven. Voor elke fout in de formule worden minpunten afgetrokken. Per toets wordt dit met de docenten in overleg bepaald Reden hiervoor is dat er een veelvoud aan antwoorden mogelijk is. Een tiental willekeurige toetsen worden nagekeken, de fouten genoteerd. De docenten treden in overleg voor de minpunten van de fouten. Op deze manier is er een consistentie in de beoordeling tussen de docenten onderling.

Eindtoets

1

2

3

Oriënterende fase Herkansing: zie 2.2.5a van deze uitvoeringsregeling Het onderwerp moet de mogelijkheid bieden het geleerde van blok een toe te passen. Vooronderzoeksfase Het werkplan moet het volgende omschrijvingen bevatten: - Het goede format, zoals aangegeven op de VLD - Gegevens inclusief bron - Welke variabelen gebruikt gaan worden - Welke formules gebruikt gaan worden. - Blauwdruk (beschrijving van het mogelijke resultaat) Analyse fase - Excel model moet robuust zijn en door kleine aanpassingen ( in het invoer- of datascherm toch goed blijven functioneren: het mag niet nodig zijn alles te moeten veranderen. - Formules moeten efficiënt zijn gebruikt. Efficiënt wil in dit kader zeggen dat een korte formule de voorkeur heeft boven een lange formule. - Onderwerpen van het onderzoeksverslag moeten zijn opgenomen. - Handleiding voor het gebruik van het werkblad moet aanwezig zijn.


89

Semester 8 CU06696 Titel: Afstuderen HRM Voorwaarden voor deelname:

Aantal EC’s: 30

Verplicht: Ja

Voertaal: NL

De student kan afstuderen in het tweede semester als op 1 december van dat hogeschooljaar: • de propedeuse behaald is; • de stage met succes is afgerond; • 112,5 vastgestelde studiepunten van het tweede en derde jaar van de hoofdfase behaald zijn; • alle cursussen inclusief toetsing van het zevende semester zijn gevolgd; • tot 1 januari kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 105 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede en derde jaar heeft behaald. De student die later met afstuderen begint, kan starten op 1 september of 1 februari als op 1 april van het hogeschooljaar daarvoor, respectievelijk 1 december van dat hogeschooljaar: • de propedeuse behaald is; • de stage met succes is afgerond; • 142,5 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase behaald zijn; • tot 1 januari, respectievelijk 1 mei kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student in totaal 135 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase, waarvan 112,5 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede en derde jaar van de opleiding heeft behaald.

Bijzondere voorwaarde voor toekenning studiepunten: geen Beknopte beschrijving van cursusinhoud:

Met de afronding van je opleiding bewijs je dat je de voor het beroep benodigde competenties hebt verworven en aan de slag kunt op de arbeidsmarkt. Hoewel je in hoge mate zelf bepaalt wat je tijdens het afstudeertraject nog wilt leren en welke competenties je wilt ontwikkelen, is de afstudeerfase niet vrijblijvend. Je moet na afloop van je studie immers aantonen dat je zowel de beroepscompetenties als de onderzoekscompetentie op het vereiste niveau hebt verworven. Het afstuderen bestaat dan ook uit twee clusters met activiteiten die complementair zijn aan elkaar. Eén cluster met activiteiten waarmee je de HZonderzoekscompetentie verwerft (de onderzoeksopdracht) en een cluster met activiteiten waarmee je de bij jouw opleiding horende beroepscompetenties verwerft.


90

Toets nr


1

M

S x

2

x

Argumentatie keuze stageopdrachten + toelichting stageopdrachten

3

x

Onderzoeksvoorstel

x

Beoordeling onderzoeksverslag & presentatie

x

Portfolio (inclusief bewijslast)

4

5

x

A

Vorm Startdocument onderzoeksdeel

Inhoud

Wegings factor

Bodemcijfer



Minimaal één competentie: HRM 1 t/m 6 HZ onderzoekscompetentie (3) Minimaal één competentie: HRM 1 t/m 6 HZ onderzoekscompetentie (3) Minimaal één competentie: HRM 1 t/m 6 HZ onderzoekscompetentie (3) Minimaal één competentie: HRM 1 t/m 6 HZ onderzoekscompetentie (3) Minimaal één competentie: HRM 1 t/m 6 HZ onderzoekscompetentie (3)

5%

5.5

3

4

5

6

2%

5.5

7

8

9

10

15%

5.5

Geen deadline geformuleerd

Tien werkdagen na inleveren voorstel

Geen deadline geformuleerd

Tien werkdagen na inleveren voorstel

60%

5.5

23

24

27

28

18%

5.5

25

26

27

28


91

2.2.5a

HZ- jaarrooster

WEEK

sem.wk

ZONDAG

34

lesvrij

17-08-14

MAANDAG

DINSDAG

WOENSDAG

voorbereid.

24-08-14

VRIJDAG

23-08-14

30-08-14

9.00 Dex Scaldis

9.00 Dex AvEM

Start 1e semester met introductieweek S1.0

ZATERDAG

Academiedag (Onderwijs 2-daagse) AvEMScaldis

HZ Kick-off Tentamens Vangnetregeling 9.00 Examinatorenvergadering Scaldis

36

TERNEUZEN Lesvrije periode HZ

Afstudeerpresentaties 35

DONDERDAG

Lesvrije periode HZ

Start 1e semester

31-08-14

06-09-14 9.00-12.00 Dex AvEM

37

1.1

07-09-14

09.00-12.30 Academiebrede kick-off AvEM en Scaldis

Introductiedag nieuwe medewerkers

OLC-overleg

13-09-14

18.30 - 22.00 Info18.30 - 22.00 Info-avond avond Ouders Ouders (eerstejaars) (eerstejaars) 09.00 OT's 38

1.2

14-09-14

Uitr. getuigschriften AvEM / Scaldis

9.00 MTO

10.45 SLC kick-off

Openingsavond HZ Cult

20-09-14

Invoeren resultaten ivm DEX AvEm en Scaldis tot 17.00 Studentenoverleg

Studentenoverleg

9.00 -10.30 EV Scaldis en AvEM 39

1.3

Opening Hogeschooljaar

21-09-14 10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc.

Beroepenveldcommissie

40

1.4

28-09-14

9.00-12.00 DEX AvEM

09,00 OT's

Prop.-uitreiking AvEM

27-09-14


9.00-10.30 DEX Scaldis

04-10-14

OLC-overleg

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 9.00 MTO 09.00 OT's 41

1.5

05-10-14

43

1.6

lesvrij

Invoeren resultaten ivm DEX AvEM en Scaldis uiterlijk 17.00

9.00 -10.30 EV AvEM en Scaldis

10.45-12.45 DTC AvEM

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc.

9.00-10.30 DTC Scaldis

Prop-uitreiking Scaldis

12-10-14

19-10-14

11-10-14 10.45-12.45 DTC AvEM

10.45 SLC-bijeenkomst

42

Toetsen inleveren periode 141 uiterlijk 12.00

10.00 -15.00 Wilwegdagen

Lesvrije herfstperiode

18-10-14

Lesvrije herfstperiode

25-10-14


9.00-12.00 DEX AvEM

9.00-10.30 Dex Scaldis Raad van advies

44

1.7

Raad van advies

26-10-14

01-11-14 09.00 OT's OLC-overleg 10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 08-11-14

Toetsen semester 1 deel 1 45

lesvrij

02-11-14

09.00 OT's

Toetsen/herk.S1-1

9.00 MTO

10.45 SLC-bijeenkomst 09.00 OT's 46

lesvrij

09-11-14

VO-dag


Toetsen/herk.S1-1

15-11-2014

Projecten/excursies 09.00 OT's 47

1.8

16-11-2014


OLC-overleg

22-11-14 Open dag Vlissingen

Opleidingscommissie Beroepenveldcommissie

Opleidingscommissie Beroepenveldcommissie

9.00 MTO 48

1.9

23-11-14

09.00 OT's 10.45 uur Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 12.15-13.00 Inzage tentamens periode 141

HZ-Meeloopdagen

9.00 -10.30 EV AvEM en Scaldis 49

1.10

29-11-14


30-11-14

6-12-14 10.45 SLC-bijeenkomst

9.00-10.30 DTC Scaldis Studentenoverleg

09.00 OT's 50

1.11

07-12-14

1.12

14-12-14

52 1

lesvrij lesvrij

21-12-14 28-12-14

2

1.13

04-01-15


1.14

OLC-overleg 9.00 MTO

20-12-14

Lesvrije Kerstperiode Lesvrije Kerstperiode Nieuwjaarsontbijt HZ-medewerkers


10.00-12.30 Academiebrede kick-off AvEM en Scaldis


Lesvrije Kerstperiode Lesvrije Kerstperiode

10.45-12.45 DTC AvEM

9.00-10.30 EV AvEM en Scaldis 3

13-12-14

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 9.00-12.00 DEX AvEM 09.00 OT's

51

Studentenoverleg


11-01-15

27-12-14 3-01-15

10-01-15

10.45-12.45 DTC AvEM 9.00-10.30 DTC Scaldis

17-01-15

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. OLC-overleg Toetsen semester 1 deel 2

9.00-12.00 DEX AvEM 4

lesvrij

Toetsen/herk. S1-2


18-01-15

24-01-15

09.00 OT's

9.00 MTO



WEEK

5

sem.wk

S2.0

ZONDAG

MAANDAG

DINSDAG

WOENSDAG

DONDERDAG

VRIJDAG

TERNEUZEN

Hertoetsen semester 1 deel 1

Toetsen/herk. S1-2

Start 2e semester met introductieweek

Start 2e semester

Scholierenmanifestatie

25-01-15 09.00 OT's

ZATERDAG

31-1-15 Open dag Vlissingen

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 09.00 OT's 6

2.1

01-02-15


OLC-overleg 10.45 SLC-bijeenkomst

07-02-15 Beroepenveldcommissie

Beroepenveldcommissie 09.00 OT's 7

8

2.2

lesvrij

08-02-15

9.00 MTO

15-02-15 09.00 OT's

9

2.3

22-02-15

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 12.15-13.00 Inzage tentamens periode 142

10

2.4

01-03-15

9.00-10.30 EV AvEM en Scaldis 10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 9.00-12.00 DEX AvEM

11

2.5

08-03-15

Minorenmarkt

14-02-15

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Opleidingscommissie

Opleidingscommissie

Lesvrije voorjaarsperiode

Lesvrije voorjaarsperiode

28-02-15

9.00-10.30 DTC Scaldis

07-03-15

9.0010.30 DEX Scaldis

09.00 OT's

Toetsen inleveren periode 143 uiterlijk

10.45-12.45 DTC AvEM 14-03-15

HZ-Meeloopdagen


21-02-15


OLC-overleg 9.00 MTO

12

2.6

15-03-15

09.00 OT's 10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc.

13

2.7

22-03-15

Uitreiking getuigschriften AvEM / Scaldis

09.00-10.30 DTC Scaldis 10.45-12.45 DTC AvEM

21-03-15

09.00 OT's 10.45 SLC-bijeenkomst

28-03-15 Studentenoverleg

Studentenoverleg

09.00 OT's 14

lesvrij

29-03-15

OLC-overleg 10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Toetsen semester 2 deel 1

Toetsen/herk. S2-1 Hertoetsen semester 1 deel 2

15

lesvrij

05-04-15

04-04-15

Goede vrijdag Toetsen/herk S2-1

Raad van advies

2e Paasdag 9.00- MTO

Excursie HZ-Cult 10 t/m 12 april

Raad van advies I.v.m. 2e Paasdag di. 7 april toetsen Terneuzen

11-04-15

09.00 OT's 16

2.8

12-04-15

18-04-15 10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Opleidingscommissie

17

2.9

19-04-15

Opleidingscommissie 25-04-15


18

2.10

26-04-15

19

lesvrij

03-05-15

Koningsdag

12.15-13.00 Inzage toetsen periode 143 Invoeren resultaten ivm DEX AvEM en Scaldis uiterlijk 17.00 Lesvrije meiperiode

02-05-15

Lesvrije meiperiode

09-05-15


20

2.11

10-05-15


9.00-10.30 EV AvEM en Scaldis 10.45 SLC-bijeenkomst 10.45-12.45 DTC AvEM 9.00-10.30 DTC Scaldis OLC-overleg

9.00-12.00 DEX AvEM 21

2.12

17-05-2015 09.00 OT's

Hemelvaartsdag

vrij

10.45-12.45 DTC AvEM

Slotavond HZ Cult

23-05-15

Pre departure avond

9.00-10.30 DEX Scaldi Studentenoverleg

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 22

2.13

24-05-15

Studentenoverleg

OLC-overleg Beroepenveld

2e Pinksterdag

9.00 MTO

Beroepenveld

Open avond

Toetsen semester 2 deel 2 / Afstudeerpresentaties 23

lesvrij

31-05-15

16-05-15

30-05-15

Toetsen/herk. S2-2

09.00 OT's

06-06-15

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Correctieweek

Correctieweek

09.00 OT's 10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 24

lesvrij

07-06-15

Toetsen/herk. S2-2

Hertoetsen semester 2 deel 1 / Afstudeerpresentaties Hertoetsen inleveren periode 145 uiterlijk 12.00

10.45-12.45 DTC AvEM OLC-overleg

Afstudeerpresentaties

Afstudeerpresentaties 9.00-10.30 EV IBMS 25

lesvrij

14-06-15

10.45-12.45 DTC AvEM

9.00-10.30 DTC Scaldis 9.00 OT's

13-06-15

Invoeren resultaten IBMS ivm DEX voor 17.00

20-06-15

9.00-10.30 DEX IBMS

9.00 MTO

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. Correctieweek

Correctieweek

Correctieweek

Correctieweek

09.00 OT's

12.15-13.00 Inzage toetsen periode 144

10.45 Academiebreed, o.a. Synopsis, PvA, etc. 26

lesvrij

21-06-15

27-06-15

Uitr. getuigschriften IBMS + alle intern. studenten

09.00-10.30 EV Scaldis Hertoetsen Sem.2 deel 2

Hert. S2-2



Correctieweek

Correctieweek

Hertoetsen semester 2 deel 2 27

lesvrij

28-06-15



Invoeren resultaten AvEM ivm DEX uiterlijk 12.00 uur

9.00-10.30 EV AvEM 4e-jaars

Hert. S2-2

04-07-15

OLC-overleg Correctieweek

Correctieweek

Opleidingscommissie

Opleidingscommissie

9.00-12.00 DEX AvEM 4e-jaars 28

lesvrij

05-07-15

11-07-15

Invoeren resultaten ivm DEX uiterlijk 12.00 uur 9.00-10.30 DTC Scaldis

9.00 MTO

12.15-13.00 Inzage tentamens afname 145

lesvrij

12-07-15

30 31 32 33 34

lesvrij lesvrij lesvrij lesvrij lesvrij

19-07-15 26-07-15 02-08-15 09-08-15 16-08-15

9.00-10.30 EV VNBSA

Uitr. getuigschriften BE / Bk-MER / HRM/ CE / CO / BE-dt / BkMER-dt / CE-dt

Zomerperiode

Voorbereid.

9.00-10.30 EV Scaldis Tentamens Vangnetregeling 30-08-15

37

S1.1

06-09-15

Zomerperiode

25-07-15 01-08-15 08-08-15 15-08-15 22-08-15

29-08-15


9.00-10.30 DEX AvEM Start 1e semester

Start 1e semester met introductieweek S1.0

18-07-15

HZ Kick-off

23-08-15

36

Dipl.-uitr. BE/CE/Bk-MER deeltijd op 15 juli 2012 in Vlissingen

Academiedag (Onderwijs 2-daagse) AvEMScaldis

Afstudeerpresentaties 35

Academiedag

9.00-10.30 DEX VNBSA Scaldis

9.00-12.00 DEX VNBSA AvEM 29

Uitr. getuigschriften IBL / VMT

05-09-15

9.00-12.00 DEX AvEM 4e jaars + vangnetregeling 09.00-12.30 Academiebrede kick-off AvEM en Scaldis

OLC-overleg


12-09-15


2.2.6.

Vrije compositiecursussen (art. 3.12 OER HZ) Het onderwijsprogramma van een opleiding bevat een vrije compositieruimte van minimaal 2,5 en maximaal 7,5 studiepunten. Het is de student toegestaan om VCC-punten te behalen met buitencurriculaire activiteiten, zoals: bestuursactiviteiten, voorlichtings- en promotieactiviteiten, culturele activiteiten, begeleidingsactiviteiten, projectactiviteiten of trainingsactiviteiten. In het onderwijsprogramma van de opleiding HRM is in semester 4 een vrije compositieruimte opgenomen met een omvang van 5 studiepunten. Voorstellen voor het invullen van de vrije compositieruimte legt de student voorafgaand aan de activiteit ter goedkeuring voor aan een examinator, die na afloop beoordeelt of de activiteit naar behoren is verricht.

2.2.7

Afstudeerrichtingen (art 3.10 OER HZ) De opleiding Human Resource Management biedt geen afstudeerrichtingen aan

2.2.8

Stage (art 3.9 OER HZ) De stages van de opleiding Human Resource management vinden plaats in semester 3, 4, 5 & 6 (studiejaren 2 & 3), hebben in totaal een omvang van 30 studiepunten en bestaan uit vier cursussen van 7,5 EC, zie ook 2.2.5 Voor deelname aan stage cursussen kan de opleiding voorwaarden/ eisen stellen. Eisen aan de stages Doel

Eisen aan de stageplaats

Stage 1 (semester 3) - Oriënteren. Ontdekken welke personeelsinstrumenten in jouw stageorganisatie aanwezig zijn. [Behorend bij Competenties en deeltaken uit de HRM dekkingsmatrix: 1P & 2P]

Stage 2 (semester 4) - Analyseren [Behorend bij Competenties en deeltaken uit de HRM dekkingsmatrix: 4P]

Er zijn voldoende mogelijkheden om de competenties te verwerven. (zie bijlage 1 ). De stageorganisatie past minimaal twee personeelsinstrumenten toe (functievorming, personeelsplanning, personeelsvoorziening, loonbepaling, functiewaardering, personeelsbeoordeling, opleiden of loopbaanontwikkeling). Er is sprake van contacten met verschillende functionarissen.

De eisen van stageperiode 1 zijn geldend. De beleidsstukken van de organisatie zijn toegankelijk. Het is mogelijk mee te werken met functionarissen die het beleid uitvoeren.


De eisen van stageperiode 2 zijn geldend. Het is mogelijk om mee te werken aan de realisatie van beleid van de organisatie. Er zijn contacten met functionarissen die invloed hebben op het beleid van de organisatie.

Stage 3 (semester 5) - Adviseren. [Behorend bij Competenties en deeltaken uit de HRM dekkingsmatrix:1.1, 2.3, 4]

De eisen van stageperiode 3 zijn geldend. Er is sprake van implementatie van beleid in de organisatie. Er zijn contacten met functionarissen die invloed hebben op het beleid van de organisatie en met functionarissen die deel uitmaken van het managementteam.

Stage 4 (semester 7) - Implementeren [Behorend bij Competenties en deeltaken uit de HRM dekkingsmatrix:2.2, 3.1, 3.2, 3.3]

Eisen aan de stageplaats Niet elke stageorganisatie heeft stageplaatsen die aan de eisen die de opleiding eraan stelt en die aansluiten bij het HRM-curriculum voldoen. Houd er bij je zoektocht naar een stageorganisatie rekening mee dat de stageplaats in ieder geval aan de volgende eisen moet voldoen: Het werkterrein van het bedrijf moet behoren tot het gehele werkveld HRM. Een uitzendbureau of een detacheringsbureau zijn hiermee uitgesloten; deze houden zich immers slechts bezig met een deel van het HRM-werkterrein, namelijk werving en selectie. Je moet op een relevante professionele HRM-werkplek ervaring op doen. Dit betekent in de praktijk meestal dat dat de stageorganisatie een personeelsbestand heeft van ten minste 100 fte. Daarnaast moet het bedrijf een werkplek ter beschikking stellen waarbij je gebruik kunt maken van alle noodzakelijke communicatiemiddelen. Je moet zelfstandig de stageactiviteiten kunnen uitvoeren. Het bedrijf garandeert een goede begeleiding. Omdat je een hbo-opleiding volgt, ligt het voor de hand dat je bedrijfsbegeleider ten minste op hbo- niveau, ten minste vijf jaar bedrijfservaring heeft en kennis heeft van het HRM-werkterrein. Op te leveren producten Tabel 4.1 bevat een overzicht van de voorbereidingsfase met het product dat je na afloop ervan moet inleveren. De voorbereidingsfase is voor alle vier de stages gelijk. Tabel 4.1 Voorbereidingsfase voor alle stageperioden met het op te leveren product

0 Voorbereidingsfase

Op te leveren producten In de voorbereidingsfase zoek je een stagebedrijf en verwerf je een stage werkzaamheden. Je legt vast welke beroepscompetenties je gaat verwerven. Deze activiteiten leg je vast in een stageplan, waarin je zo


precies mogelijk beschrijft wat je gaat doen en wat je gaat leren. Je legt dit document in eerste instantie ter goedkeuring voor aan jouw stagedocent. Daarna moeten de stagecoördinator en/of de stagedocent hun goedkeuring nog geven voordat je echt mag beginnen. Product: compleet portfolio met CV en motivering voor de stage; stageplan

In tabel 4.2. vind je een overzicht van de drie fasen van de stages (oriëntatie, uitvoering, afronding). Je krijgt na elke fase feedback. De begeleiders vullen daartoe het bij de fase behorende feedbackformulier in (zie bijlagen). Jij verwerkt de ontvangen feedback telkens aantoonbaar in je portfolio. Zo kun je aantonen dat je van de feedback geleerd hebt. Tabel 4.2 Fasering van de stages met op te leveren producten Fase

Op te leveren producten

1 Oriëntatiefase [2 weken]

Je sluit de oriëntatiefase af met de oplevering van het plan van aanpak.

2 Uitvoeringsfase [10 weken]

Producten: Deelportfolio 1 met - Plan van aanpak (pva). Halverwege de uitvoeringsfase laat je je bedrijfsbegeleider een feedbackformulier functioneren invullen. Je voert hierover een functioneringsgesprek met je bedrijfsbegeleider. Op basis van dit gesprek stel je een SMART verbeterplan op. Producten: Deelportfolio 2 -

3 Afrondingsfase [2 weken]

Feedbackformulier functioneren door bedrijfsbegeleider (bijlage 6) Zelfbeoordeling op basis van ontvangen feedback en de reflecties (bijlage 7) STARRT-formulieren met bewijzen van verworven competenties. Verbeterplan

Je sluit deze fase en daarmee de stageperiode af met een gesprek of presentatie over jouw functioneren tijdens de stage. Hierbij zijn aanwezig in ieder geval de stagedocent en de bedrijfsbegeleider. Dit is bij stage 1 & 3 een gesprek op de stage locatie en bij stage 2 & 4 een presentatie op school. Hierin toon je aan dat je de afgesproken competenties op voldoende niveau beheerst. Je verwerkt dit in jouw portfolio. Producten: Deelportfolio 3 met -

Beoordeling van jouw functioneren.


-

Zelfbeoordeling op basis van ontvangen feedback en reflecties. STARRT-formulieren met bewijzen voor verworven competenties

Bijlage 8 Eindbeoordeling functioneren Fase 3 Afrondingsfase Stage: 1 2 3 4

Periode: _________________________________

Student(e): _________________________________

Stagedocent: ____________________________

Evaluatieperiode van/tot: ______________________

Bedrijfsbegeleider:___________________________

Bedrijf/instelling: _____________________________

Vestigingsplaats: ____________________________

Opdracht: __________________________________________________________________________________ Datum beoordeling: ___________________________

Cijfer: ____________________________________

Handtekening voor akkoord: Stagedocent:_______________________________

Bedrijfsbegeleider: __________________________

Beoordelingsaspecten functioneren

score

[0=gebrekkig; 1= adequaat; 2=goed]. Norm: ten minste 6 punten.

DD1

De stagiair heeft ruime gespecialiseerde actuele kennis van het vakgebied en de laatste ontwikkelingen hierin. Hij heeft een kritisch inzicht in theorieën en beginselen en maakt zelfstandig gebruik van gespecialiseerde informatiebronnen.

0

1

2

DD2

De stagiair lost met zijn vakmanschap en innovatief vermogen complexe onvoorspelbare problemen in een gespecialiseerd werkgebied professioneel op. Hij past theoretische kennis en praktische vaardigheden geïntegreerd toe.

0

1

2

DD3

De stagiair pakt complexe problemen systematisch en methodisch aan, verzamelt en interpreteert relevante gegevens en vormt zich een oordeel. Hierbij houdt hij rekening met relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten. Hij toetst de eigen visie op het werk aan wat er in de werksituatie mogelijk is.

0

1

2

DD4

De stagiair presenteert schriftelijk en mondeling informatie, ideeën en oplossingen doelgericht en interactief aan een publiek dat bestaat uit specialisten en/of niet-specialisten. Hij informeert anderen duidelijk over de uitgevoerde werkzaamheden en de resultaten daarvan en beantwoordt daarover kritische vragen.

0

1

2


DD5

De stagiair leert zelfverantwoordelijk door het wat, hoe en waartoe te bepalen in onvoorspelbare werksituaties en hij neemt hierin beslissingen. Hij toont inzicht in de eigen mogelijkheden en beperkingen en onderneemt passende acties om zichzelf verder te ontwikkelen.

0

1

Cijfer (som/5) Motivering van het oordeel:


2

Bijlage 9 Beoordeling Portfolio Fase 3 Afrondingsfase Stage; 1 2 3 4

Periode: _________________________________

Student(e):___________________________________

Stagedocent:_____________________________

Evaluatieperiode van/tot _______________________

Bedrijfsbegeleider: _________________________

Bedrijf/instelling: _____________________________

Vestigingsplaats: __________________________

Opdracht: _________________________________________________________________________________ Datum beoordeling: ___________________________

Beoordeling: voldaan / niet voldaan

Handtekening voor akkoord: Stagedocent: ______________________________________________________________________

1 = zeer slecht; 10 = zeer goed. Beoordelingsaspecten

Cijfer

Zelfbeoordeling - Is aantoonbaar gebaseerd op de volledig ingevulde STARRT-formulieren per fase. - Is zelfkritisch en voldoende reflectief. - Verwijst naar bewijslast. POP en PAP De beschrijving van het belang van de stage voor de ontwikkeling tot een competent beroepsbeoefenaar is overtuigend; - Bevat correct opgesteld mijlpalenplan; - De te ondernemen stageactiviteiten zijn gemotiveerd. Reflecties -

Bevatten antwoorden op de vragen: - Wat heb ik over mezelf geleerd (op basis van feedback)? - Welke conclusies ga ik trekken? Bewijslast -

Bevat bij elk leerdoel/bij elke competentie een volledig ingevuld STARRT-formulier met bewijzen (in ieder geval de verplichte bewijzen; zie tabel 3.2) Som (cijfer/4)

Motivering van het oordeel:


Bijlage 10 Eindbeoordeling competentieverwerving fase 3 Fase 3: afrondingsfase Stage:

1 2 3 4

Student(e):

___________________________

Periode: __________________________________ Stagedocent:

____________________________

Bedrijf/instelling: _______________________

Vestigingsplaats: ____________________________

Bedrijfsbegeleider: _______________________

Studiejaar:

___________________________

Opdracht: __________________________________________________________________________________ Datum feedback: __________________________________/_________________________________________

De student heeft zijn professionele ontwikkeling systematisch en zelfkritisch beschreven. Er is zo SMART mogelijk geformuleerd op welke punten hij zich nog moet verbeteren en hoe en wanneer hij dat gaat doen. 1 = zeer slecht; 10 = zeer goed

cijfer

Inleiding -

Er is aangegeven op welke gebieden de student zich moet ontwikkelen om aan het eind van de opleiding een bekwame professional te zijn. Bevat een voorstel voor te tonen bewijslast voor het behalen van de doelen. Noemt te ondernemen activiteiten en motiveert deze.

Zelfbeoordeling -

-

Omvat ten hoogste 5 A4 (450-500 woorden). Bevat een waardering van het functioneren op een tien puntenschaal met motivering. Is aantoonbaar gebaseerd op volledig ingevulde STARRT-formulieren. Is aantoonbaar gebaseerd op de beoordeling van het functioneren door de stagebegeleiders en mogelijk door derden (volgens het principe van 360-gradenfeedback). Is zelfkritisch en voldoende reflectief: bevat een onderbouwd antwoord op de vraag in hoeverre de leerdoelen zijn behaald, hoe dit is aangepakt, wat de student over zichzelf te weten is gekomen, wat hij ervan geleerd heft.. Verwijst op eenduidige en correcte wijze naar bewijslast. Is correct geformuleerd en toegankelijk.

Reflecties -

Bevatten gemotiveerde antwoorden op de vragen Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik? Hoe wil ik dat bereiken? Wat heb ik over mezelf geleerd? Welke conclusies ga ik trekken? (kernvragen) Ontvangen feedback is aantoonbaar gebruikt bij reflecties.

Bewijslast -

De bewijzen zijn authentiek, actueel, relevant en voldoende in aantal en verscheidenheid. Cijfer (som/4) 102 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

Motivering van het oordeel

Bijlage 11 Stagepresentatie & verdediging

Fase 3: Afrondingsfase Student(e):

_____________________________

Evaluatieperiode van tot ____________________

Stagedocent: _____________________________ Bedrijf/instelling: __________________________

Bedrijfsbegeleider:__________________________ Opdracht: _________________________________________________________________________________ Datum beoordeling: _________________________

Cijfer: _____________________________________

Handtekening voor akkoord: Stagedocent:

______________________________

Bedrijfsbegeleider:______________________________

[1 = zeer slecht; 10 = zeer goed] Cijfer Te beoordelen aspecten (Voor criteria zie Toelichting) De stagiair presenteert het verhaal begrijpelijk, aantrekkelijk en overtuigend; inhoud en vorm zijn afgestemd op doel en publiek.

1 Spreektechniek Stemgebruik; tempo; gebruik van spreekschema; taalgebruik; houding, contact met publiek Hulpmiddelen 2 Verzorgd, functioneel, duidelijk Uitvoering 3

4

5

Aannemelijk/overtuigend: inleving in publiek/conclusies volgen uit informatie/informatie is consistent/to the point/gezaghebbende bronnen/behandelt vragen serieus/ nodigt uit tot reacties. Structuur Opening; inleiding; doel; samenhang; afronding Algemene indruk Met enthousiasme en energie; persoonlijke betrokkenheid; originaliteit 103 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

Cijfer (som/5) Motivering van het oordeel:

2.2.9

Minor

Geen nadere eisen. Zie art 3.8 OER HZ 2.2.10

Deelname internationaal uitwisselingsprogramma (art 4.5 OER HZ)

De student die wil deelnemen aan een internationaal uitwisselingsprogramma heeft minimaal de propedeutische fase behaald. Voor de opleiding Human Resource Management gelden geen aanvullende eisen. 2.2.11

Afstuderen (art. 3.9. OER) De student kan afstuderen in het tweede semester als op 1 december van dat hogeschooljaar: • de propedeuse behaald is; • de stage met succes is afgerond; • 112,5 vastgestelde studiepunten van het tweede en derde jaar van de hoofdfase behaald zijn; • alle cursussen inclusief toetsing van het zevende semester zijn gevolgd; • tot 1 januari kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student 105 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede en derde jaar heeft behaald. De student die later met afstuderen begint, kan starten op 1 september of 1 februari als op 1 april van het hogeschooljaar daarvoor, respectievelijk 1 december van dat hogeschooljaar: • de propedeuse behaald is; • de stage met succes is afgerond; • 142,5 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase behaald zijn; • tot 1 januari, respectievelijk 1 mei kan de student beargumenteerd dispensatie aanvragen bij de deelexamencommissie AvEM, indien de student in totaal 135 vastgestelde studiepunten in de hoofdfase, waarvan 112,5 vastgestelde studiepunten of meer in het tweede en derde jaar van de opleiding heeft behaald.

Het is de eigen verantwoordelijkheid van de student om alleen dan met afstuderen aan te vangen, als aan de hierboven gestelde voorwaarden is voldaan. Indien geconstateerd wordt dat een student begonnen is zonder aan deze voorwaarden te voldoen, zal het afstuderen afgebroken moeten worden, zonder dat de student aanspraak kan maken op studiepunten. Ook is de student in dat geval zelf verantwoordelijk voor de communicatie naar organisatie waar deze activiteiten hebben plaatsgevonden. 104 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

De laatste fase in je opleiding is de zogenoemde afstudeerfase of kortweg: het afstuderen. De opleiding stelt jaarlijks de precieze starten einddatum ervan vast [zie jaarplanning van de opleiding]. In het semester voorafgaand aan het afstuderen begin je met de voorbereiding op het afstuderen in de zogenoemde voorbereidingsfase. In de voorbereidingsfase zoek je een onderzoeksonderwerp, je schrijft een voorlopige probleemstelling, je behaalt de voor de start van het afstuderen benodigde studiepunten en je beschrijft op welke manier je in het afstudeersemester de nog openstaande beroepscompetenties gaat verwerven. Deze gegevens leg je vast in een document, dat het startdocument genoemd wordt. Als het startdocument is goedgekeurd, kun je beginnen met de laatste fase van je opleiding: het feitelijke afstuderen. Dit traject omvat nominaal 840 uur (30 EC). Onderstaande tabel bevat een overzicht van de voorbereidingsfase met het product dat je na afloop ervan moet inleveren. Voorbereidingsfase

Op te leveren product In de voorbereidingsfase zoek je een stagebedrijf en verwerf je een afstudeeropdracht. Je legt vast welke beroepscompetenties je gaat verwerven. In de stagehandleiding staat uitgelegd aan welke eisen je startdocument moet voldoen. De stagehandleiding kun je vinden op VLD, als lesmateriaal bij de stagecursus. Daarna moeten de stagecoördinator zijn of haar goedkeuring nog geven voordat je echt mag beginnen. Product: startdocument met daarin de aanleiding voor het onderzoek, de hoofdvraag met deelvragen, voorlopige literatuurlijst, de gekoppelde competenties

De toelating tot de afstudeerstage verloopt in twee stappen: Stap 1: Studievoortgang Je hebt het vereiste aantal vastgestelde EC behaald. Stap 2: Goedkeuring afstudeeropdracht en organisatie De stageorganisatie en de bedrijfsbegeleider voldoen aan de eisen. De afstudeerstageopdracht heeft hbo-niveau en is gekoppeld aan de (voorgeschreven) competenties (zie stagehandleiding). Het startdocument moet zijn goedgekeurd: de hoofdvraag en deelvragen afgeleid van de aanleiding tot het onderzoek, de koppeling met de competenties moet duidelijk zijn, er moet een planning zijn toegevoegd en een voorlopige literatuurlijst. De stagecoördinator is akkoord met stap 2 en wijst een stagedocent toe. Je kunt formeel starten met de stage. Het beschikken over voldoende vastgestelde studiepunten en goedkeuring voor de opdracht en gekoppelde competenties zijn voorwaardelijk om te mogen starten met de stage: Toetsonderdelen 1. Toelating stage

Deadline 1 december als de afstudeerstageperiode start op 1 februari (zie voor andere periodes artikel 2.2.11. van de uitvoeringsregeling bij de OER).

Beoordeling Afvink

Gewicht

Bodemcijfer


2.

Startdocument onderzoeksdeel

Uiterlijk 15 januari

Numeriek

5%

5.5

In onderstaande tabel vind je een overzicht van de verdere toetsonderdelen: Toetsonderdelen 3. Argumentatie keuze stageopdrachten + toelichting stageopdrachten 4. Onderzoeksvoorstel 5. Beoordeling onderzoeksverslag en presentatie

6.

Portfolio (inclusief bewijslast)

Deadline Uiterlijk twee weken na aanvang van de stage

De uiterste datum voor het inleveren van het onderzoeksrapport voor de eerste ronde: 1 juni. De uiterste datum voor het inleveren van het onderzoeksrapport voor de tweede ronde: 1 juli Uiterlijk 15 juni (om mee te kunnen doen aan de eerste ronde).

Beoordeling Numeriek

Gewicht 2%

Bodemcijfer 5.5

Numeriek Numeriek

15% 60%

5.5 5.5

Numeriek

18%

5.5

De detaillering van de verschillende toetsonderdelen tref je aan in de stagehandleiding. Eisen aan de afstudeerplaats Niet elke stageorganisatie heeft stageplaatsen die aan de eisen die de opleiding eraan stelt en die aansluiten bij het HRM-curriculum voldoen. Houd er bij je zoektocht naar een stageorganisatie rekening mee dat de stageplaats in ieder geval aan de volgende eisen moet voldoen: Het werkterrein van het bedrijf moet behoren tot het gehele werkveld HRM. Een uitzendbureau of een detacheringsbureau zijn hiermee uitgesloten; deze houden zich immers slechts bezig met een deel van het HRM-werkterrein, namelijk werving en selectie. Je moet op een relevante professionele HRM-werkplek ervaring op doen. Dit betekent in de praktijk meestal dat dat de stageorganisatie een personeelsbestand heeft van ten minste 100 fte. Daarnaast moet het bedrijf een werkplek ter beschikking stellen waarbij je gebruik kunt maken van alle noodzakelijke communicatiemiddelen. Je moet zelfstandig de stageactiviteiten kunnen uitvoeren. Het bedrijf garandeert een goede begeleiding. Omdat je een hbo-opleiding volgt, ligt het voor de hand dat je bedrijfsbegeleider ten minste op hbo- niveau, ten minste vijf jaar bedrijfservaring heeft en kennis heeft van het HRM-werkterrein. 2.2.12

Supplement bij getuigschrift (art. 6.11 OER HZ) De taal van het supplement is Nederlands 106 Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding Human Resources Management– voltijd/synopsis met leerdoelen – V04 23/05/2014 vastgesteld cvb: 26/08/2014 advies opleidingscommissie: 27/05/2014 Gewijzigd vastgesteld CvB: 30/09/2014

2.3.

Studieadvies

2.3.1

Uitwerking voorwaarden inschrijving opleiding na nbsa (art. 8.1 lid 9 OER HZ) )

De student van de opleiding Human Resource Management die een negatief bindend studieadvies krijgt, wordt definitief uitgeschreven voor deze opleiding. 3.1

Vaststelling

3.1.1

De looptijd van de uitvoeringsregeling is gelijk aan de looptijd van de Onderwijs- en Examenregeling HZ 2014-15.

3.1.2

Deze uitvoeringsregeling is vastgesteld door het college van bestuur op 26/08/2014.


Uitvoeringsregeling OER HZ opleiding: Human Resource Management voltijd nieuw curriculum

Recommend Documents