Transnationale sociaal juridische hulpverlening Gedwongen achterlating in het land van herkomst
Stichting Steun Remigranten Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah
Transnationale sociaal juridische hulpverlening Gedwongen achterlating in het land van herkomst
Stichting Steun Remigranten Nederland
[email protected] www.steunremigranten.nl
Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah
[email protected] www.steunremigranten.nl
Inhoud
Colofon
Voorwoord 4
Tekst: Edien Bartels, Joke Verkuijlen
Inleiding 6 1. Gedwongen achterlatingen en huwelijksdwang 12
Met medewerking van: Cynthia Plette, Latifa Lazaar
2. Praktijk casus en transnationale hulpverlening 19
Meelezers: Evelien Wernsen, Ellie van den Brom en Oka Storms
3. Transnationale hulpverlening - Best practice 36
Eindredactie: Joke Verkuijlen
4. Wat moet er gebeuren 54
Vormgeving: De Studio/Grafische vormgeving, Peer de Man, Berlicum
Samenvatting 57 Literatuur 59 Bijlage Wegwijzer Achterlating 62 Personalia 64 Adressen 65
3
Drukwerk: Drukkerij Van de Garde/Jémé, Eindhoven Fotoverantwoording: Joke Verkuijlen
Voorwoord
Stichting Steun Remigranten (SSR) en de Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah signaleerden, samen met andere organisaties, het verschijnsel ‘gedwongen achterlatingen’ en hebben dit op de politieke agenda weten te zetten waardoor er veel meer aandacht voor is gekomen. In 2005 is er advies over uitgebracht door de Advies Commissie Vreemdelingen Zaken en is er ook beleidsmatig aandacht voor gevraagd en gegeven. Dat betrof voornamelijk achterlatingen in Marokko. Ging het bij gedwongen achterlating vanaf het begin vooral om vrouwen, al snel werd duidelijk dat het ook jongeren en kinderen betrof. Duidelijk werd dat achterlatingen niet alleen in Marokko plaatsvonden maar ook in andere herkomstlanden van migranten en vluchtelingen in Nederland. Migranten in Nederland zijn geen uitzondering; er vinden ook achterlatingen plaats van vrouwen, jongeren en kinderen die migreerden naar andere landen zoals Frankrijk, België, Duitsland, Finland en andere Europese landen. Omdat het voornamelijk vrouwen, jongeren en kinderen betreft gaat het hier daarnaast om een gender kwestie. Achterlatingen worden vaak in één adem genoemd met gedwongen huwelijken. Dat kan in die samenhang plaatsvinden maar naast achterlatingen die te maken hebben met gedwongen huwelijken zijn oorzaken
voor achterlating ook huwelijks- relatieen opvoedingsproblemen. Achterlatingen en gedwongen huwelijken vinden niet plaats in een sociaal vacuüm. Er liggen altijd conflicten in de sfeer van opvoeding en relaties aan ten grondslag tussen echtgenoten en tussen ouders en kinderen. In de context van families, sociale gemeenschappen, tradities en machtsverhoudingen worden de conflicten nog complexer. Bij gedwongen achterlatingen zien we vaak dat de conflicten die spelen allerlei vormen aannemen zoals huiselijk en eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en huwelijkse gevangenschap. Per definitie is gedwongen achterlating een vorm van geweld en schending van mensenrechten, van rechten van vrouwen en kinderen. In tegenstelling tot andere relationele conflicten is er in geval van achterlatingen en gedwongen huwelijken een extra dimensie die het tegengaan van dit verschijnsel zo ingewikkeld maakt: migranten en vluchtelingen hebben te maken met het land van herkomst en met het land van vestiging. Zij krijgen te maken met meerdere rechtsstelsels, de toepassing daarvan wordt in het land van herkomst bepaald door de heersende waarden en normen die hulpverlening compliceren. Maar naast deze rechtssystemen hebben migranten en vluchtelingen ook te maken met het 4
vreemdelingenrecht/verblijfsrecht waardoor hun rechtspositie nog kwetsbaarder wordt. Gezien deze complexe situatie van Nederland in relatie met landen van herkomst spreken we dan ook over transnationale sociaaljuridische hulpverlening. De voortdurende confrontatie van SSR en de werkgroep Mudawwanah met deze complexe problematiek en de inspanning om te komen tot effectieve hulpverlening en preventie was mede aanleiding tot het beschrijven van ervaringen en ontwikkelingen om zo een bijdrage te leveren aan verbetering van de hulpverlening. Deze ervaringen van Stichting Steun Remigranten en de Landelijke Werkgroep Mudawwanah met transnationale sociaaljuridische hulpverlening ten behoeve van migranten met een Marokkaanse/Nederlandse achtergrond zijn inmiddels voldoende uitgewerkt om als leermodel overgedragen te worden. Ten behoeve van vrouwen, jongeren en kinderen die in andere landen worden achtergelaten en te maken krijgen met gedwongen huwelijken of andere problemen, is deze publicatie geschreven. We willen hiermee deze transnationale sociaaljuridische hulpverlening ook voor migranten en vluchtelingengroepen uit andere landen een impuls geven en de aanpak breder opzetten, op transnationaal en internationaal niveau. In dit kader deden SSR en de werkgroep Mudawwanah al eerder een dringend beroep op alle betrokken politici, beleidsmakers, hulpverleners, migranten en vluchtelingengroepen om krachten te bundelen en zich in te zetten voor het versterken van de rechtspositie van vrouwen en kinderen, voor zelfbeschikking, keuzevrijheid en bescherming van de slachtoffers.
5
Wij danken allen die hebben bijgedragen aan het tot stand komen van deze publicatie, speciaal de medewerkers van de expertmeetings in Marokko en Nederland, advocaten, vrouwenorganisaties, steunpunten, ambassades, ministeries en onderzoekers. Dank ook aan de vrouwen, jongeren en kinderen die hebben meegewerkt om de problemen zichtbaar te maken. Speciale dank aan OxfamNovib voor de financiële bijdrage voor deze publicatie. Edien Bartels en Joke Verkuijlen Namens Bestuur Stichting Steun Remigranten en Bestuur Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah
Inleiding
Migratiestromen In de jaren 60 van de vorige eeuw kwam de migratie vanuit Marokko en Turkije naar Nederland op gang. Door de aard van deze migratie, arbeidsmigratie, ging het bijna uitsluitend om mannelijke migranten. Slechts in een enkel geval kwam een vrouw over naar Nederland voor het verrichten van arbeid. In deze periode maar ook daarvoor waren andere migrantengroepen hen al voorgegaan uit Zuid-Europa en de Balkan zoals Italianen, Spanjaarden, Grieken, voormalig Joegoslaven en groepen migranten uit Azië. In de jaren 70 en 80 besloten Turkse en Marokkaanse mannelijke migranten om hun gezinnen over te laten komen naar Nederland. Naast eenzaamheid als reden, wilden ze de verantwoordelijkheid als vader op zich nemen. Daarmee kwam ook een vrouwelijke migratie op gang. Meestal kwamen vrouwen naar Nederland in het kader van gezinshereniging, later in het kader van gezinsvorming. De eerste en ook de tweede generatie Marokkanen en Turken in Nederland bleven sterke banden onderhouden met de familie in het land van herkomst. Veel families bezoeken nog steeds met regelmaat in de zomermaanden hun familie in Marokko en Turkije. De Marokkaanse en Turkse gemeenschap in Nederland voelt zich zeer verbonden met hun land van herkomst, of dat van hun ouders. Ook nadat de gezinshereniging, de overkomst van in Marokko
en Turkije geboren vrouw en kinderen, grotendeels was voltooid, bleven veel mannen er voor kiezen om hun huwelijkspartner uit het land van herkomst te laten komen. Dit patroon van gezinsvorming of migranten-huwelijken zette zich ook voort onder de tweede generatie Marokkaanse en Turkse Nederlanders, al zien we de laatste jaren een duidelijke afname hiervan. In de negentiger jaren zien we ook migranten uit andere landen naar Nederland komen. Het gaat dan om mensen uit Tunesië, Algerije, Egypte en Pakistan. Aan het eind van de vorige en in het begin van deze eeuw komen er ook vluchtelingen binnen uit Ethiopië, Eritrea, Iran, Irak, Afghanistan, Bosnië, Kongo, Somalië, andere Afrikaanse landen, Azië en het MiddenOosten. Banden met land van herkomst: rechtspluralisme De meeste migranten en vluchtelingen proberen banden te onderhouden met hun land van herkomst. Voor vluchtelingen ligt dat anders dan voor migranten. Contacten met familie probeert iedereen wel te onderhouden. Maar het maakt verschil of het gaat om landen waar oorlog heerst zoals bijvoorbeeld Somalië, of landen waar een meer stabiele staat is gevestigd zoals in Marokko en Turkije. Vanuit deze landen wordt getracht de verbondenheid van migranten met hun land van herkomst 6
nadrukkelijk in stand te houden door onder andere de nationaliteitswetgeving. Deze bepaalt dat bewoners die buiten het land van herkomst wonen de nationaliteit behouden van dat land en dat dit ook geldt voor volgende generaties die in het buitenland geboren zijn. Marokkanen en Turken die buiten Marokko en Turkije woonachtig zijn, behouden dus hun Marokkaanse respectievelijk Turkse nationaliteit en deze wordt ook automatisch overgedragen aan hun kinderen. De Marokkaanse grondwet staat niet toe dat afstand wordt gedaan van de Marokkaanse nationaliteit, ook niet wanneer migranten en hun afstammelingen opteren voor de Nederlandse nationaliteit. Voor Turken ligt dat anders. Er kan wel afstand gedaan worden van de Turkse nationaliteit maar dat ligt gevoelig onder Turkse medeburgers. Voor andere landen van herkomst kan dat ook verschillend liggen. Belangrijk is wel dat mensen tijdens verblijf in de herkomstlanden worden beschouwd als burger van dat land. Dus in het geval van Nederlanders met Marokkaanse of Turkse afkomst is het Marokkaanse recht respectievelijk Turkse recht op hen van toepassing. Het Nederlandse recht heeft dan geen rechtskracht. Het gaat hier om ruim 364.000 inwoners met
7
een Marokkaanse achtergrond en ruim 390.000 inwoners met een Turkse achtergrond in Nederland, dit betreft volgens het CBS de eerste en tweede generatie. Inmiddels onderscheiden we al een eerste, tweede en zogenaamde derde generatie van migranten, kinderen van migranten in Nederland geboren en/of opgegroeid en kinderen van deze kinderen. Ook de ‘derde generatie’ heeft naast de Nederlandse nationaliteit, de Marokkaanse of Turkse nationaliteit. Tijdens een verblijf in Marokko en Turkije is de Marokkaanse of Turkse wet op hen van toepassing. Maar ook bij andere migranten- en vluchtelingengroepen speelt de problematiek van meerdere rechtssystemen en hebben zij te maken met rechtspluralisme, waarbij meerdere rechtssystemen op hen van toepassing zijn en waarvan vooral vrouwen en kinderen het slachtoffer zijn. In deze publicatie gaan we voor het gemak uit van de twee grootste groepen migranten en hun kinderen met een dubbele nationaliteit; Marokkanen en Turken. In de Nederlandse context heeft het bezit van een dubbele nationaliteit voornamelijk consequenties op het gebied van de familiewetgeving. Doordat migranten en latere generaties van Marokkaanse en Turkse afkomst, de nationaliteit van het land van herkomst blijven behouden, blijft in een aantal situaties de familiewet zoals geldig in het land van herkomst, of het land van herkomst van de ouders, op hen van toepassing. In de praktijk blijkt dat er veel verschillen bestaan die tegengesteld zijn en complexe situaties kunnen oproepen. Zo erkent bijvoorbeeld het Marokkaanse en Turkse rechtssysteem de Nederlandse familiewetgeving slechts in beperkte mate. Gerechtelijke uitspraken door de Nederlandse rechter, zoals uitspraken over ouderlijk gezag worden daarom
niet altijd erkend in Marokko of in Turkije. De beschikkingen moeten door de rechter in Turkije en of Marokko worden erkend. In Marokko kent men geen gezamenlijk ouderlijk gezag. De man heeft ouderlijk gezag, voor de vrouw is het niet mogelijk ouderlijk gezag te hebben, alleen in uitzonderlijke gevallen. In Turkije krijgt de vrouw gewoonlijk na echtscheiding het ouderlijk gezag, uitzonderingen daargelaten. In de praktijk hebben migranten en vluchtelingen dus te maken met zowel de Nederlandse familiewetgeving als de familiewetgeving in het land van herkomst en het verblijfsrecht in Nederland. Dit leidt vaak niet alleen tot het ontstaan van complexe situaties maar ook tot de ontwikkeling van een nieuw machtsmiddel in geval van conflicten: het verschil in wetgeving wordt gebruikt als machtsmiddel. Dit machtsmiddel kan worden gebruikt voor dreiging met en uitvoering van gedwongen achterlating en kan daarnaast tot verschillende andere vormen van geweld leiden. Vrouwen zijn zich dat ook bewust maar zijn vaak onvoldoende in staat om voor hun rechten op te komen. Doel van deze publicatie Het doel van deze publicatie is: de transnationale sociaaljuridische hulpverlening voor migranten en vluchtelingengroepen een impuls te geven op nationaal, transnationaal en internationaal niveau. niveau. In deze publicatie gaat het niet om het bestaan van deze verschillende rechtssystemen. Het gaat er hier om te laten zien welke gevolgen de verschillen tussen meerdere rechtssystemen voor individuen kunnen hebben en hoe daar gebruik van gemaakt kan worden in geval van conflicten die uitmonden in gedwongen achterlatingen en huwelijksdwang. Het gaat dan meestal om genderconflicten. Gedwongen huwelijken
betreffen zowel vrouwen als mannen al zien we dit in de praktijk meer bij vrouwen dan bij mannen. Achterlatingen betreffen voornamelijk vrouwen, jongeren en kinderen. In geval van gedwongen huwelijken en achterlatingen wordt gebruik gemaakt van verschillen in rechtssystemen en het is daarom belangrijk om hulpverlening mogelijk te maken die uitstijgt boven nationale grenzen. We spreken dan ook over transnationale sociaaljuridische hulpverlening. In deze uitgave werken we dit verder uit voor Marokkanen in Nederland omdat er veel ervaring is opgedaan in Marokko met dergelijke transnationale hulpverlening door een transnationale NGO, Stichting Steun Remigranten (SSR) en de Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah. We beschrijven die ervaringen als ‘best practice’. Deze publicatie wil kennis aanreiken over een vorm van transnationale hulpver-
8
lening en dit verder ontwikkelen tot een aanpak die gebruikt kan worden in geval van achterlatingen en gedwongen huwelijken niet alleen in Marokko maar ook in andere herkomstlanden van migranten en vluchtelingen in Nederland. Het uitgangspunt is: opzetten en verbeteren van hulpverlening zoals preventie, voorlichting, hulp en opvang en het opbouwen van een netwerk in de verschillende landen waardoor hulpverlening ter plaatse kan starten en effectiever uitgevoerd kan worden. Uitgangspunten Familie over de hele wereld De problemen waarmee migranten en vluchtelingen te maken krijgen zijn niet beperkt tot de boven genoemde groepen, Marokkaanse en Turkse migranten. Er zijn steeds meer zogenaamde ‘wereldfamilies’. Steeds vaker leven we in een wereld waarin families bestaan uit leden die in verschillende werelddelen wonen of leden die bij elkaar wonen en uit verschillende werelddelen komen (Beck & Beck-Gernsheim 2011). Nationale grenzen, internationale rechtsregels en familie- en migratiewetgevingen doorkruisen families en gezinnen. We zien dus steeds meer pluraliteit aan familiepraktijken die mede beïnvloed worden door rechtspluralisme (Geldof 2012). In deze gewijzigde context volstaat reguliere nationale hulpverlening niet langer. In deze situaties dienen nieuwe methoden van hulpverlening te worden ontwikkeld. SSR en de werkgroep Mudawwanah (zie hoofdstuk 3) waren en zijn pioniers op dat gebied en willen via deze publicatie handvatten bieden voor de ontwikkeling van transnationale hulpverlening ten behoeve van doelgroepen in verschillende landen van herkomst.
9
Transnationale hulpverlening We spreken hier over transnationale hulpverlening. De activiteiten om achtergelaten vrouwen en kinderen te ondersteunen zijn te kenmerken als transnationaal en de betrokken organisaties en personen vormen transnationale netwerken. Maar wat betekent dat? Is dit misschien ook te typeren als internationaal? En waarom is het belangrijk om te weten wat de kenmerken zijn van deze vorm van transnationale hulpverlening? Het begrip transnationaal biedt de mogelijkheid om ruimtes te begrijpen die gescheiden zijn en niet op elkaar afgestemd. Transnationaal is niet hetzelfde als internationaal. Internationaal is meer een algemeen overstijgend begrip waarmee de samenhang in contacten tussen verschillende partners in verschillende landen wordt aangeduid. Internationaal betekent niet dat er een speciale band bestaat. Transnationaal geeft wel die speciale band aan. Transnationaal betekent dat het gaat om relaties die migranten onderhouden
zowel in het land van vestiging als in het land van herkomst en dat die relaties tegelijkertijd plaatsvinden. Hoe werkt het daar en hier en hoe beïnvloeden deze relaties elkaar? Achterlatingen zijn dus niet internationaal maar transnationaal. Achterlatingen zijn niet te begrijpen zonder de relaties met het land van herkomst en met de families aldaar in mee te nemen. Zoals boven aangegeven heeft dit te maken met gender, met verschil in machtsverhoudingen en sociale ongelijkheid en vindt het plaats in een omgeving van twee landen waarbinnen die relaties tegelijkertijd bestaan. Werkwijze De werkwijze van SSR en de werkgroep Mudawwanah in Marokko en Nederland kan als ‘best practice’ worden gezien. Dat betekent niet dat we ervan uitgaan dat er in ieder land waar vluchtelingen en migranten vandaan komen ook soortgelijke organisaties of steunpunten opgezet moeten worden. We kijken hier vooral naar
10
de werkwijze van Stichting Steun Remigranten en de werkgroep Mudawwanah, naar de mogelijkheden en voorbeelden die vanuit Nederland opgezet kunnen worden en aansluiten bij ontwikkelingen en mogelijke hulpverlening in andere landen van herkomst waarbij transnationale samenwerking en netwerkopbouw voorwaarden zijn. Leeswijzer In deze publicatie wordt in hoofdstuk 1 de situatie beschreven van achtergelaten vrouwen en kinderen en van mensen die te maken hebben met gedwongen huwelijken. In hoofdstuk 2 worden enkele casus gegeven, waarin de oorzaken en gevolgen van achterlating en huwelijksdwang geïllustreerd worden en de transnationale hulpverlening wordt geschetst.
11
Vervolgens komt in hoofdstuk 3 de ervaring met transnationale hulpverlening van SSR en de Landelijke Werkgroep Mudawwanah in Marokko en in Nederland als ‘best practice’, aan de orde. Tot slot wordt ingegaan op netwerkopbouw en versterking als strategie en als model voor transnationale hulpverlening ten behoeve van gedwongen achterlatingen en huwelijksdwang.
1. Gedwongen achterlatingen en huwelijksdwang
In dit hoofdstuk komt de problematiek van achtergelaten migranten vrouwen en kinderen in Marokko aan de orde. Ook huwelijksdwang, wat in sommige gevallen samenhangt met achterlating wordt besproken. Naast toelichting op achtergronden kijken we naar de wetenschappelijke onderzoeken en literatuur die er tot heden zijn geschreven. Gedwongen achterlatingen Elk jaar, vooral tijdens de zomervakantie, worden vrouwen, jongeren en kinderen achtergelaten in Marokko door hun echtgenoot, respectievelijk ouders, vader. De ouders/echtgenoot of vader houdt het paspoort en de verblijfsvergunning achter en keert alleen terug naar Nederland. Onderzoek door Bartels (2005 en 2006) laat zien dat moeders in een aantal situaties hun echtgenoot steunen in het achterlaten van hun kinderen. Maar doorgaans worden de kinderen samen met hun moeder achtergelaten. Er is nog relatief weinig bekend over deze groepen vrouwen en kinderen in Marokko. Ondanks de toenemende aandacht voor dit probleem is het nog onduidelijk om hoeveel achtergelaten vrouwen, kinderen en jongeren het gaat. Om inzicht te krijgen in de aard en omvang is verder onderzoek van belang, niet alleen in Nederland en Marokko, maar ook in andere landen van herkomst. Desalniettemin beschikt de Stichting Steun
Remigranten (SSR) over enkele cijfers. De Stichting Steun Remigranten en het Steunpunt in Berkane (Noordoost-Marokko), helpt Nederlands-Marokkaanse (re)migranten en hun families met hun sociaaljuridische problemen en contacten met de Nederlandse overheid en sociale zekerheidsinstellingen. Een van hun taken is ondersteuning bieden aan achtergelaten vrouwen, kinderen en jongeren die willen terugkeren naar Nederland. Het Steunpunt houdt meldingen van achterlatingen bij en de afgelopen jaren registreerden zij 30 tot 40 vrouwen per jaar. Daarnaast gaat het om jongeren en kinderen. Voor iedere vrouw staan wel twee kinderen. Er melden zich ook vrouwen uit andere landen zoals Frankrijk en België. Verder zijn er ook vrouwen en kinderen die achtergelaten worden en die niet bij SSR terecht komen maar bijvoorbeeld zelfstandig naar de Nederlandse ambassade gaan om hun papieren voor terugkeer te regelen. Soms zijn er vrouwen en jongeren die zelfstandig, met behulp van familieleden of vrienden die in Nederland wonen, teruggaan. Tenslotte zijn er vrouwen die zich rechtstreeks, of via familieleden, vriendinnen, vertrouwenspersonen of mentoren melden bij SSR Nederland, de Landelijke Werkgroep Mudawwanah, Steunpunten Huiselijk Geweld, de IND, de Nederlandse politie of vrouwenorganisaties in Neder-
12
land en in Marokko. Er zijn waarschijnlijk nog steeds vrouwen en jongeren die de weg naar hulpverlening niet vinden; zo zijn er voorbeelden van vrouwen in Marokko die het uiteindelijk lukte zich na jaren te melden. Het lukt gelukkig veel vrouwen en kinderen wel om met hulp naar Nederland terug te komen maar niet allemaal. Exacte cijfers zijn niet te geven. Duidelijk is dat meldingen via verschillende kanalen bij verschillende instanties binnenkomen. Dit alles geldt voor Marokko. Over Turkije hebben we geen cijfers. Wel weten we uit onderzoek (Bartels 2005) en meldingen bij ambassades, IND en hulpverlening dat het voorkomt. Over andere landen van herkomst bestaat er geen overzicht van achterlatingen, in de praktijk zijn er meldingen via diverse kanalen, maar concrete aantallen zijn nog niet te noemen. Na achterlating Voor alle vrouwen geldt een accumulatie van problematiek bij gedwongen achterla-
13
tingen, op psychisch, juridisch en sociaal gebied. Deze vrouwen beschikken niet meer over hun verblijfsdocument in het land van vestiging. Ook hun identiteitsdocumenten zijn ze vaak kwijt. Ze zijn teruggekeerd naar Marokko met de gedachte op vakantie te komen voor familiebezoek en hebben hun bezittingen in Nederland achtergelaten. Ze verblijven na achterlating tegen hun zin bij familie en in sommige gevallen bij schoonfamilie. Vaak worden ze door hun echtgenoten ‘aan het lijntje gehouden’ met allerlei toezeggingen waardoor de tijd verstrijkt. Hier speelt ook het probleem van onwetendheid, vrouwen kennen de regels en hun rechten niet. Vervolgens dienen zich andere problemen aan zoals verstoting/echtscheiding en hoe te komen aan een onderhoudsbijdrage of alimentatie, ook voor de kinderen. Tevens zijn er problemen over het gezag/voogdij over de kinderen, hun opvoeding en onderwijs in Marokko. Voor achtergelaten kinderen is het volgen van onderwijs in
Marokko moeilijk omdat ze de taal niet of onvoldoende spreken en er geen aansluiting is met het Nederlands onderwijs. Zijn de kinderen in Nederland geboren, dan bestaan ze administratief niet in Marokko en hebben ze geen toegang tot onderwijs. Daartoe moet eerst de geboorteakte erkend worden, dat vergt vaak een procedure in Rabat. Daarnaast zien vrouwen hun toekomst in rook opgaan: hun perspectief voor het opbouwen van een toekomst met hun kinderen in Nederland wordt teniet gedaan. Een achtergelaten vrouw, met vaak als gevolg scheiding, met of zonder kinderen heeft geen status, geen werk en ze zijn een last geworden voor de familie omdat ze geen middelen hebben om in eigen onderhoud en dat van hun kinderen te voorzien. Deze economische afhankelijkheid versterkt de armoede van de familie en treft vooral de kinderen. Voor jongeren geldt eveneens iets dergelijks. Wanneer ze in Nederland op school hebben gezeten vinden ze geen aansluiting met school in Marokko. Ze missen de Nederlandse omgeving en vrienden en zien hun toekomst geblokkeerd. Kleinere kinderen lukt het meestal wel om aansluiting te vinden en de taal voldoende te leren. Toch blijkt uit onderzoek van De Bree e.a. (2009 en 2011) dat ook jongere kinderen problemen ontwikkelen als gevolg van achterlatingen. Ze ontwikkelen een permanent gevoel van niet thuis horen in Marokko. Van Nederlands Marokkaanse remigrantenkinderen weten we dat zij vaak geen passende plek, zoals werk, inkomen en huwelijk kunnen verwerven in Marokko. De situatie na achterlating en terugkeer in Nederland is eveneens complex en traumatisch voor vrouwen en kinderen op diverse gebieden zoals de opbouw van een zelfstandig leven, wonen, juridische procedures, opvoeding van kinderen, verwerken
van trauma’s en veiligheid. Achterlating heeft langdurige en verstrekkende gevolgen. Over de gevolgen van huwelijksdwang is nog niet veel onderzoek gedaan; bijvoorbeeld in relatie met achterlating. Wel is duidelijk dat er heel complexe situaties ontstaan waar vrouwen en kinderen slachtoffer van worden. Waarom achtergelaten? Waarom worden vrouwen en kinderen achtergelaten? Uit het onderzoek van Bartels (2005) en van de Bree e.a. (2009 en 2011) blijkt dat het in geval van achtergelaten vrouwen, met of zonder kinderen, vooral gaat om huwelijks- en familieproblemen, vaak in combinatie met andere vormen van geweld. In de praktijk spelen nogal eens problemen met de schoonfamilie een rol. Wanneer kinderen en jongeren worden achtergelaten gaat het meestal om opvoedingsproblemen. De ouders hebben idealen die samenhangen met hun eigen jeugd maar die hun kinderen en jongeren die in Nederland zijn opgegroeid, niet kunnen
14
waarmaken. Ouders zijn vaak bang dat hun kinderen te westers opgroeien. Een opvoeding in Marokko lijkt dan in de meeste gevallen een oplossing. Jongeren krijgen soms ook te maken met achterlating en gedwongen huwelijken. Een oplossing voor bijvoorbeeld opvoedingsproblemen lijkt voor de ouders dan een huwelijk en gedwongen vestiging in Marokko. Met betrekking tot achterlating zijn vrouwen met een afhankelijke verblijfsvergunning extra kwetsbaar. Deze groep wordt relatief vaker achtergelaten alleen of met hun kinderen vooral tegen het einde van hun afhankelijke verblijfsvergunning. De kinderen zijn dan in de meeste gevallen nog klein. Nu de afhankelijke verblijfsvergunning per oktober 2012 verlengd is van drie jaar naar vijf jaar zullen er waarschijnlijk meer vrouwen achtergelaten worden die langer in Nederland hebben gewoond met kleine kinderen. Deze kinderen hebben in veel gevallen ook al de Nederlandse nationaliteit terwijl de moeders alleen de Marokkaanse nationaliteit bezitten.
15
De ervaring leert ook dat gedwongen achterlating iedereen kan overkomen en dat het in alle lagen van migranten- en vluchtelingengroepen voorkomt, ook vrouwen die al langer in Nederland verblijven, al dan niet met de Nederlandse nationaliteit, kan het overkomen. Gedwongen huwelijken Huwelijksdwang is vaak moeilijk vast te stellen. Er is ook geen duidelijke omschrijving van te geven. Sociale druk kan als dwang worden ervaren maar het blijft ingewikkeld om grenzen hiervoor aan te geven. We spreken dan ook van een groot grijs gebied waarin sociale druk over kan gaan in dwang (De Koning en Bartels 2005, Storms en Bartels 2008). We moeten wel verschil maken tussen gedwongen huwelijken en gearrangeerde huwelijken. Gedwongen huwelijken zijn gearrangeerd, de ouders en-of familie kiezen een partner, maar lang niet alle gearrangeerde huwelijken zijn gedwongen. Soms vragen jongeren hun ouders om een partner te zoeken. Dat is dan een gearrangeerd huwelijk maar
geen gedwongen huwelijk. Gedwongen huwelijken kunnen samen gaan met achterlating maar dat is lang niet altijd het geval. Er zijn ook gedwongen huwelijken waarbij de partners zich in Nederland vestigen. Dit betekent dat achterlating in relatie met huwelijksdwang plaats kan vinden maar dat er daarnaast andere motieven zijn voor achterlating, althans in Marokko. De relatie huwelijksdwang en achterlating kan in andere landen sterker zijn. De combinatie, achterlating en gedwongen huwelijk is in ieder geval wel bekend in Marokko, zie ook de casus hieronder in hoofdstuk 2. Wetenschappelijke literatuur De wetenschappelijke literatuur over deze groep achtergelaten vrouwen en kinderen en gedwongen huwelijken is beperkt. Over achterlatingen van vrouwen is slechts één onderzoeksrapport en enkele masteronderzoeken/scripties beschikbaar. Over achterlatingen van kinderen zijn twee artikelen verschenen (De Bree e.a. 2009 en 2011). Ook uit de literatuur over achtergelaten vrouwen en kinderen blijkt dat zij met allerlei problemen te maken krijgen niet alleen in Marokko maar ook na terugkeer in Nederland (Albers, 2005; Bartels, 2005; De Bree, 2007; Hoogenbosch, 2009; Ouwehand, 2000). Deze vrouwen proberen terug te keren naar Nederland maar weten meestal niet hoe ze dat moeten aanpakken. Het Steunpunt is niet voor iedereen bekend en ook in Nederland weten betrokkenen vaak onvoldoende de weg.
Wanneer vrouwen een echtscheiding aanvragen dan kan dat in Marokko of in Nederland. De Marokkaanse rechter veroordeelt de man altijd wel tot het betalen van kinderalimentatie, maar meestal wordt dat niet betaald en incasso is moeizaam. Wordt de scheiding in Nederland gevraagd, dan kijkt de rechter naar de draagkracht van de man en heeft hij een uitkering, dan hoeft hij niet te betalen. De vrouw zit dan in Marokko zonder inkomen. Mannen weigeren ook vaak om kinderbijslag aan te vragen in Nederland of komen daar niet voor in aanmerking, juist omdat ze de alimentatie niet betalen. Achtergelaten kinderen zijn vaak op jonge leeftijd in het kader van gezinshereniging naar Nederland gekomen en vooral in Nederland opgegroeid. Ze kennen daardoor specifieke problemen in Marokko. Ze kunnen niet aarden in Marokko. Hebben de kinderen de Nederlandse nationaliteit, dan kunnen ze in the-
16
orie terug naar Nederland, maar wanneer de moeder geen verblijfsvergunning krijgt, blijft dat theorie, zolang ze minderjarig zijn. Hebben de kinderen alleen de Marokkaanse nationaliteit, dan kunnen ze alleen terug wanneer hun moeder een verblijfsvergunning krijgt. Er is ook weinig informatie over het aarden van de achtergelaten jongeren en kinderen in Marokko. Wel is bekend dat veel van hen een Nederlands paspoort hebben. Toch worden eventuele latere integratieproblemen in Nederland voor hen niet voorzien, niet door ouders of familie en niet door de Nederlandse overheid. Om die reden is in 2008 aanvullend antropologisch onderzoek verricht om een samenhangend inzicht te krijgen in de situatie van twee groepen van deze kinderen, remigrantenkinderen en achtergelaten kinderen, in Marokko (De Bree e.a. 2009, 2011). Remigrantenkinderen die op oudere leeftijd terugkeren met het gezin ontwik-
17
kelen vaak vergelijkbare problemen als achtergelaten kinderen. Het verschil is wel dat de financiële situatie meestal gunstiger is. Maar emotioneel zich thuis voelen en integreren na de remigratie is ook voor deze kinderen heel moeilijk. De problemen waar achtergelaten vrouwen en kinderen voor komen te staan zijn dus wel gerelateerd aan elkaar maar niet hetzelfde. Vooral voor kinderen met een Nederlands paspoort die een moeder hebben zonder geldige verblijfsvergunning voor Nederland, is de situatie schrijnend. Soms gaan ze in Marokko niet naar school, soms haalt de vader het kind op om in Nederland weer naar school te laten gaan maar stuurt hij het kind na een paar jaar weer naar Marokko terug. De moeder is dan gedwongen in Marokko achter te blijven en het kind gaat van het ene land naar het andere en weer terug.
De motieven van de vrouwen om terug te keren naar Nederland zijn, naast bestrijden van armoede, vooral ingegeven door de wens een toekomst voor hun kinderen op te bouwen. Voor de kinderen spelen er naast een gebroken schoolopleiding nog andere motieven; ze missen de Nederlandse context en de Nederlandse school, hun vriendjes en vriendinnetjes. Ze kunnen vaak moeilijk aarden in het schoolsysteem van Marokko, spreken de taal slecht, en ontwikkelen problemen om zich te hechten aan mensen in de nieuwe situatie en zich daar thuis te voelen. Voor vrouwen en soms ook mannen die te maken krijgen met gedwongen huwelijken spelen andere problemen dan voor achtergelaten vrouwen en kinderen, maar duidelijk zal zijn dat het afhangt van de situatie. Ingeval van huwelijksdwang waarbij het paar in Nederland blijft wonen en er geen sprake is van achterlating, gaat het om de Nederlandse wetgeving, personenen familierecht en vreemdelingenrecht. In geval van een gedwongen huwelijk gepaard met achterlating is de situatie erg complex omdat de partners dan meestal alleen huwen voor de Marokkaanse wet en zoals de casus van Karima in het volgende hoofdstuk laat zien, de verblijfsvergunning ook afgenomen kan worden. Partners die gedwongen gehuwd zijn voor de Marokkaanse wet en in Nederland blijven wonen kunnen een scheiding aanvragen bij de Nederlandse rechter en vervolgens erkenning vragen in Marokko van de Nederlandse echtscheidingsbeschikking. Dat levert meestal geen problemen op. Als mensen voor de Nederlandse wet gescheiden zijn en voor de Marokkaanse wet gehuwd kan dat problemen geven in geval van verblijf in Marokko omdat daar de Marokkaanse wet geldt.
Nova uitzending retourtje RIF 2004 In de zomer van 2004 is de burgemeester van Den Haag naar Marokko geweest. Dat was voor de actualiteitenrubriek NOVA aanleiding om aandacht aan Marokko te geven en de problematiek van achterlating aan de orde te stellen. Naar aanleiding van dat NOVA programma heeft er een interpellatie debat plaats gehad in de Tweede Kamer over deze problematiek op 9 september. De minister heeft daarin toegezegd de ACVZ advies te vragen. Daarbij werd ook duidelijk dat Turkse en Egyptische vrouwen en kinderen in dit advies betrokken moeten worden.
18
2. Praktijk casus en transnationale hulpverlening
Transnationale hulpverlening Om achterlatingen en transnationale hulpverlening te illustreren worden in het onderstaande enkele casus geïntroduceerd zowel van achtergelaten vrouwen en kinderen als over huwelijksdwang. Deze beschrijvingen geven een indruk van de problemen waar vrouwen en kinderen na achterlating mee geconfronteerd worden.
Het gaat om een samenloop van sociale en juridische problemen. We zullen zien dat zij te maken krijgen met zowel de Nederlandse als de Marokkaanse persoons- en familierecht, vreemdelingenrecht en migratiewetgeving en de daaruit voortvloeiende complexe procedures. Op de achtergrond spelen vaak verschillende vormen van geweld mee zoals huiselijk en eergerelateerd geweld, gedwongen huwelijken, huwelijkse gevangenschap, relatie-, familie- en opvoedingsproblemen. De melding met hulpvraag van vrouwen betreft in eerste instantie de vraag terug te willen keren naar Nederland en hoe. Wanneer zij met kinderen zijn achtergelaten proberen zij vooral terug te komen om hun kinderen in Nederland te laten opgroeien. Ze geven allen aan dat ze hun kinderen naar een school in Nederland willen laten gaan. Vrouwen zonder kinderen geven vaak aan dat ze in Nederland hun toekomst zien. Ze hebben in Marokko weinig kans als achtergelaten en gescheiden vrouw en hebben een slechte sociale-economische positie. Ze vinden ook dat de man dit niet ongestraft kan doen, voelen zich in hun eer aangetast en hebben soms hun toekomst in Marokko opgegeven voor de man. In geval van gedwongen huwelijken waarbij het paar in het land van herkomst verblijft is er meestal een andere hulpvraag te zien. Gedwongen gehuwden willen
19
terug naar Nederland maar hebben dan vaak te maken met twee rechtssystemen, zoals scheidingen die ook in het land van herkomst geregeld moeten worden. Alle casus, met gefingeerde namen, in dit hoofdstuk zijn verkregen via SSR, via een Nederlandse advocaat, verzameld voor de onderzoeken van Bartels (2005), Storms en Bartels (2008), en van De Bree, Storms en Bartels (2009, 2011). Daarom wordt er ook informatie gegeven over de situatie die de schrijver aantrof en het verloop van de casus over jaren heen. Er worden enkele oudere casus bij gegeven om duidelijk te maken dat dit verschijnsel zich al langere tijd voordoet. Daarnaast komen er ook recentere casus aan bod. De casus tonen een beeld in verschillende fasen van het proces van achterlating en geven de verschillende problemen weer. Casus 1 Khadija wordt sterk tegengewerkt door haar man. Ze is achtergelaten in 2003. Zij wil graag dat haar twee Nederlandse kinderen in Nederland naar school gaan, maar haar echtgenoot houdt een scheiding in Marokko tegen en werkt haar ook op andere manieren tegen. In juni 2005 lukt het om met haar een interview te houden in het huis van haar familie in de buurt van Fez. Ze vertelt dat haar huwelijk aanvankelijk redelijk goed verliep. Het was vooral de familie van haar man die er bij haar echtgenoot op aandrong om haar met de twee kinderen achter te laten in Marokko. Aanvankelijk zou haar man bestand geweest zijn tegen die familiedruk maar allengs ging hij meer naar zijn familie luisteren. Ondertussen heeft ze via SSR en de advocaat in Nederland een nieuw verzoek ingediend. Via een speciale lijst met achtergelaten vrouwen heeft de toenmalige minister van integratie, mevrouw Verdonk, een
aantal vrouwen toestemming gegeven naar Nederland terug te komen. Daar hoort Khadija ook bij. Samen met haar zoontjes reist ze in de zomer 2005 naar Nederland, met de auto via Frankrijk. In Nederland is er geen opvang. Ze trekt voorlopig in bij haar broer die in België woont en probeert vandaaruit een plek bij de vrouwenopvang te vinden in Nederland. Medewerkers van SSR in Nederland zoeken ondertussen ook naar een plaats. Het duurt ongeveer twee maanden voordat ze in Utrecht terecht kan. Casus 2 Soumaya is in 2000 gehuwd in Marokko met Hassan van Marokkaanse achtergrond met een Nederlands paspoort. In 2001 vestigt zij zich met MVV (Machtiging tot Voorlopig Verblijf ) in Nederland en krijgt een vergunning voor verblijf bij echtgenoot. De vergunning werd verlengd tot 2004. In Amsterdam wordt haar zoon geboren in 2001, die ook de Nederlandse nationaliteit heeft. In Nederland is Soumaya slachtoffer
20
van huiselijk geweld. Eind december 2002 vertrekt het gezin voor een vakantie naar Marokko. De man brengt vrouw en kind naar zijn familie, neemt het paspoort en de verblijfsvergunning in en gaat terug naar Nederland. Aanvankelijk kan de vrouw zich niet verplaatsen. In oktober 2003 weet zij de woning te ontvluchten en meldt zich bij de Nederlandse ambassade in Rabat. Een verzoek om een visum wordt afgewezen, omdat zij gescheiden zou zijn. Zij is hiervan dan niet op de hoogte. Haar man heeft tegelijkertijd een procedure gestart in Marokko om haar terug te brengen naar het huis van haar schoonfamilie. In Marokko ontvangt ze geen inkomen en geen alimentatie. Via SSR en de advocaat in Nederland probeert zij terug te gaan naar Nederland, hetgeen niet lukt.
Casus 3 Fadma is in 1987 naar Nederland gekomen in het kader van gezinsvorming. In Nederland zijn twee kinderen geboren Rachid in 1988 en Leyla in 1991. De kinderen hebben vanaf hun geboorte de Nederlandse nationaliteit. In maart 1992 krijgt Fadma een zelfstandige verblijfsvergunning in verband met huwelijksproblemen. Zij blijft naar Marokkaanse recht gehuwd. 1995 wordt zij in Marokko achtergelaten. Haar man pakt haar paspoort en verblijfsvergunning af. Het zoontje Rachid verblijft afwisselend bij haar moeder in Marokko en grootvader in Nederland. Het dochtertje Leyla blijft bij moeder in Marokko. In 1998 haalt vader Leyla naar Nederland terug en blijft ook Rachid definitief in Nederland. In de zomer van 2001 wordt Leyla weer naar haar moeder in Marokko gebracht en zal daar sedertdien blijven. Leyla kan in Marokko niet naar school. Moeder vraagt vervolgens een MVV aan voor wedertoelating in Nederland voor verblijf bij haar zoon in Nederland. De aanvraag wordt afgewezen, zowel in bezwaar als in beroep. Casus 4 Fatima is in 1995 gehuwd en heeft zich in februari 1996 in Nederland gevestigd met een MVV. Zij heeft tot februari 2000 een verblijfsvergunning gehad. In Nederland zijn twee kinderen geboren Mohammed en Rachid, beiden met Nederlandse nationaliteit. Fatima werd in augustus 1999 tijdens de zomervakantie achtergelaten. De echtgenoot/vader nam de papieren en paspoort mee, zodat Fatima en de kinderen niet konden terugkeren. Al in november 1999 meldde Fatima zich voor de eerste maal bij de Nederlandse Ambassade te Rabat. Daar kreeg zij te horen, dat zij eerst een paspoort moest aanvragen en dan moest terugkomen. Het kostte haar een
21
jaar om een paspoort te verwerven. Vervolgens heeft zij een MVV aangevraagd op 9 oktober 2000. Alhoewel SSR meldde dat uit de aanvraag duidelijk was, dat zij voortgezet verblijf wilde is de aanvraag opgevat als een verzoek toelating bij echtgenoot. De echtgenoot is door de Visadienst tot referent gemaakt, waardoor de procedure geheel vastliep. De man vertelde dat hij zijn vrouw niet wilde ontvangen. Daarna werd de aanvraag afgewezen, omdat de man zijn vrouw niet meer naar Nederland wilde laten komen. Een jaar later heeft Fatima een tweede aanvraag gedaan. Deze werd afgewezen, omdat de aanvraag te laat was gedaan. Dit is in bezwaar en beroep bevestigd. Casus 5 Sarah met de kinderen Adem (1998) en Fatima (2000), in Nederland geboren en op basis van het Nederlanderschap van de vader ook Nederlander, komen na de scheiding van de ouders in 2001 in Marokko terecht. De advocaat van SSR probeert hen legaal naar Nederland terug te krijgen maar dat is niet succesvol. In Marokko kunnen de kinderen niet naar school, omdat zij in Marokko administratief niet bestaan. In januari 2007 komt moeder illegaal terug met de kinderen, die op grond van hun nationaliteit wel toegang hebben. De kinderen waren nog nooit naar school geweest. Fatima had ernstige medische problemen maar kon in Marokko niet worden behandeld. Ze woonden bij de moeder van moeder op het platteland in een hutachtige woning. De consulente van SSR in Marokko is op bezoek geweest en heeft daarover gerapporteerd. Terug in Nederland lukt het om huisvesting te vinden in een opvanghuis in Amsterdam en gaan de kinderen voor het eerst naar school. Tijdens het interview in 2008 lijkt
het de goede kant op te gaan. De kinderen gaan met veel plezier naar school, vertellen over vriendjes en vriendinnetjes en lijken hun achterstand een beetje in te lopen. Moeder stelt zich moeilijk op, ook naar de school toe. Er komt een onderzoek van de Raad van de Kinderbescherming voor een ondertoezichtstelling. Uiteindelijk lukt het om toestemming tot verblijf te krijgen.
Casus 6 Aysia is in 2004 in Amsterdam geboren met de Nederlandse nationaliteit. De moeder heeft geen verblijfsrecht en dreigt te worden uitgezet. Moeder is zelf weliswaar ook in Amsterdam geboren in 1981, maar op 6 jarige leeftijd door haar vader in Marokko achtergelaten samen met de rest van de familie. Zij is in Marokko nooit naar school geweest en is analfabeet. Wanneer moeder naar Marokko wordt uitgezet,
22
heeft zij daar geen inkomen en geen huisvesting. De grootmoeder van Aysia woont in een eenkamerwoning samen met nog meerdere familieleden. De grootmoeder heeft ook geen inkomen. Aysia is geboren in een opvanghuis en woont nu nog steeds in een opvanghuis. Uitgelicht de casus van Karima De casus van Karima als voorbeeld van achterlating, dreiging daarmee en van gedwongen huwelijk. We geven hier de casus van Karima om te laten zien hoe transnationale hulpverlening in geval van gedwongen huwelijk en achterlating kan werken (Storms en Bartels 2008). Karima is een jonge vrouw die op negentienjarige leeftijd tegen haar zin is uitgehuwelijkt.Het verhaal van Karima geeft de
benarde positie weer waarin vrouwen kunnen verkeren, en schetst ook haar beperkte handelingsmogelijkheden. Tegelijkertijd wordt duidelijk hoe huwelijksdwang ‘goed bedoeld’ kan zijn, hoe gedwongen huwelijken en achterlatingen samenhangen en vooral dat loyaliteiten met ouders voor kinderen centraal blijven staan. Deze casus is een goed voorbeeld van de complexiteit van uithuwelijking, van dwang en van de verschillende rechtsgebieden die hier een rol spelen. Karima is een vierentwintig jarige Marokkaanse Nederlandse, woonachtig in Amsterdam. Ze heeft twee zussen en twee broers en is de een na oudste in de rij. Haar ouders zijn beiden geboren en getogen in Marokko. Voordat Karima’s moeder met de kinderen naar Nederland migreerde, woonde en werkte Karima’s vader al ettelijke jaren in Amsterdam. Toen Karima ongeveer vijf jaar oud was is zij naar Nederland verhuisd en ging zij daar naar de basisschool. Zij omschrijft dit als een zeer leuke periode in haar leven. In de zomer van 1996, toen Karima ongeveer 12 jaar oud was, hebben haar ouders Karima en haar zussen en broers mee teruggenomen naar Marokko om hen daar achter te laten bij familie. Zelf pendelde de ouders en het jongste broertje op en neer tussen Nederland en Marokko. Op de vraag waarom hun ouders hen in Marokko achterlieten, antwoordt Karima het volgende: Ik weet het niet. Maar volgens mijn vader was het om daar de traditie te leren. Hier [Nederland] is het te modern. Mijn oudste zus zat in die tijd al op de middelbare school. Zij was wel eens een avondje weg. Gewoon bij een vriendin slapen, maar dat liet ze dan niet weten. Mijn ouders hebben toen meteen ingegrepen. Ik vond mijn zus
23
ook fout. Als je bij een vriendin gaat slapen, geef het dan gewoon even door. Maar mijn ouders hoefden niet zo streng te reageren; dat we terug naar Marokko moesten. Mijn vader was in die tijd ook al ziek. Hij kon het ook niet aan, zoveel drukte om hem heen. Karima’s ouders gaven aan dat ze de invloed van Nederland op hun kinderen afkeurden. Dat Karima’s oudste zus een avondje wegbleef, zagen zij als een direct gevolg van de invloed van de Nederlandse samenleving. Uit de studie van Bartels (2005) naar achtergelaten vrouwen in Marokko en Turkije, van Storms en Bartels (2008) naar partnerkeuze en van De Bree en anderen (2009 en 2011) naar achtergelaten- en remigrantenkinderen in Marokko, komt naar voren dat dit argument vaker wordt aangedragen als reden voor achterlating. Vooral voor Karima en haar oudste zus Saida, viel het leven in Marokko zwaar. Ze gingen naar school, maar hadden een achterstand omdat ze alleen Berbers en geen Arabisch en Frans spraken. En het leven in het dorp en op de boerderij van hun familie was zwaar. Karima zegt: ‘het had grote impact, vooral op iemand uit de stad’. Tijdens de periode dat zij in Marokko woonden, werd Saida op negentienjarige leeftijd uitgehuwelijkt door haar moeder en oom aan een veel ouder familielid (toentertijd 35 jaar). Karima vertelt:
Saida is ontkomen aan het huwelijk doordat haar vader het hier ook niet mee eens was. Hij heeft Saida zonder medeweten van zijn vrouw mee teruggenomen naar Nederland. Karima’s en Saida’s moeder was in eerste instantie heel erg boos. En de familie van de afgewezen huwelijkskandidaat mag sinds dit voorval hun familie nog steeds niet, vertelt Karima. Twee jaar na de terugkeer van Saida in Nederland, kwam ook de rest van de familie terug naar Nederland. Karima was toen zeventien en ging weer naar school in Amsterdam.
Mijn moeder en oom dachten dat er geen probleem was, dat gewoon om de hand van Saida werd gevraagd. Karima legt uit dat haar moeders argument was: ‘liever nu met iemand trouwen, dan dat je straks wegloopt met iemand.’ Saida weigerde met de voorgestelde man te trouwen. Waarop hun moeder reageerde: ‘Jullie zijn slechte meiden, jullie zijn in Nederland opgegroeid, met de Nederlandse traditie.’
Nog geen jaar na de terugkeer moest ik trouwen, vertelt Karima. Haar moeder had een geschikte huwelijkskandidaat voor haar gevonden in Marokko. De voorgestelde kandidaat was toentertijd 25 jaar en de broer van een vriend van Karima’s vader uit hetzelfde dorp in Marokko. Karima kende hem van zien, maar had hem nooit gesproken. In het dorp kun je niet met 24
jongens of mannen praten. Mannen en vrouwen zijn apart, vertelt Karima. Karima wilde absoluut niet met hem trouwen en probeert onder het voorgestelde huwelijk uit te komen. Karima vertelt: Toen ik mijn verblijfsvergunning kreeg [nog geen jaar eerder] moest ik een formulier ondertekenen, waarop stond dat ik niet getrouwd was, niet gescheiden en geen kinderen had. Toen het gezeik begon, heb ik tegen mijn moeder gezegd: ik heb dat formulier getekend, dus ik mag niet trouwen. Waarop mijn moeder antwoordde: Ja maar, dat heb je al een jaar geleden getekend. Ik ging naar school, ik werkte. Maar ‘nee’ hielp niet. Ik moest weer kiezen tussen Nederland en Marokko.’ Karima legt uit dat haar moeder haar de keuze voorlegde: of ze ging trouwen en mocht in Nederland blijven, of ze werd terug naar Marokko gestuurd. ‘Ik wilde niet terug naar Marokko’, vertelt Karima. ‘Ik ben toen naar een advocaat geweest. Ik heb hem verteld van mijn probleem: als ik dit nu doe, ben ik mijn verblijfsvergunning kwijt. Hij zei: nee, je hebt al eerder in Nederland gewoond, je kan trouwen. Toen mijn moeder dat hoorde, zei ze: zie je wel, je kunt gewoon trouwen. Haar beslissing was al klaar. Ze is naar Marokko gegaan en heeft de papieren geregeld om te kunnen trouwen.’ Uit dit verhaal van Karima komt naar voren dat zij door naar een advocaat te gaan, gezocht heeft naar mogelijkheden om onder het voorgestelde huwelijk uit te komen. Helaas mislukte deze strategie voor Karima en bleek de advocaat haar later ook verkeerd advies te hebben gegeven. Karima probeerde om zonder haar ouders te laten vallen, naar een oplossing te zoeken om niet te hoeven trouwen. Karima vertelt dat haar moeder zei: het is mijn beslissing, je gaat het later wel begrijpen.
25
Karima: Mijn moeder is een hele ouderwetse, ze kan dat niet loslaten. Als meisjes 17/18 jaar oud zijn moeten ze zich verloven en trouwen met iemand van de familie. Als je later trouwt ga je misschien met een vriend ervandoor, misschien wordt je zelfs wel zwanger voordat je getrouwd bent. We mogen van mijn moeder zelfs niet na zeven, acht uur ’s avonds alleen naar buiten. Karima’s moeder laat het vroegere huwelijksideaal van gearrangeerde huwelijken niet los. Zij voelt zich verantwoordelijk voor haar dochters en ziet het als haar taak haar dochters tijdig te laten huwen, om eventuele eerschending door een ongehuwde relatie of zelfs zwangerschap te voorkomen. Karima kan het voorgestelde huwelijk niet voorkomen en vertrekt met haar familie in de zomer naar Marokko, wetende dat ze of moet trouwen, of na de zomer weer in Marokko wordt achtergelaten. Het huwelijk vindt plaats en Karima woont enkele weken bij haar man en schoonfamilie in huis voordat ze met haar familie terugkeert naar Nederland. Karima beschrijft deze periode als volgt: Als ik zag dat ze gingen eten, ging ik erbij zitten of ik ging naar mijn ouders toe, die woonden vlakbij. Ik had zoiets van ‘dan moet het maar even, dan doe ik maar even mee.’ Karima’s moeder is blij, Karima vertelt dat haar moeder na het huwelijk tegen haar zei: Je bent een goede meid, je bent getrouwd, je mag terug naar Nederland. Karima zelf is zeer ongelukkig met de situatie. Bij terugkomst in Nederland doet Karima alsof er niets is gebeurd die vakantie en gaat verder met haar leven. Ze vertelt niet op haar werk noch op school dat ze is getrouwd. Maar dan blijkt dat ze zwanger is en uit angst dat iemand op school erachter komt dat ze getrouwd en zwanger is, stopt ze met school.
Ook wil ze haar kind niet in Nederland krijgen. Ze reist voor haar bevalling af naar Marokko, alwaar haar schoonmoeder haar opvangt. Haar kind laat ze achter in Marokko, zelf gaat ze weer terug naar Nederland. Karima legt uit: Ik wou nog geen kinderen. Ik wou naar school, werken, weg met vriendinnen […] Maar na een paar maanden mis je haar [kind] en dan is het te laat. Achteraf geeft Karima aan dat het geen goed idee was om haar kind achter te laten in Marokko. In dezelfde tijd krijgt Karima te horen dat haar verblijfsvergunning is ingetrokken, omdat zij binnen een jaar na uitgifte is getrouwd. Karima vertelt: sinds de verblijfsvergunning is ingetrokken ben ik heel erg in de war. Karima is getrouwd met een man die ze niet wil, ze heeft een kind, maar die verblijft in Marokko en nu moet ze ook wellicht Nederland verlaten. In die periode is Karima heel bewust zwanger geraakt van haar tweede dochtertje: Siham heb ik
gewoon genomen. Mijn oudste dochter was in Marokko, die kon ik niet meenemen. Ik was echt heel blij met de geboorte van Siham. Siham lijkt voor Karima een steun in een moeilijke periode. Dit is ook de periode dat Karima besluit het huwelijk te willen beëindigen: Het was nu of nooit, mijn moeder zei: doe maar wat je wilt. Het huwelijk is ontbonden, tegen de wil van haar man en zijn familie. Desondanks is de relatie tussen Karima en haar ex-man redelijk goed. Ze hebben overlegd over de kinderen, en Karima heeft het voogdijschap toegewezen gekregen. Karima is blij met de echtscheiding, ze legt uit waarom ze haar ex-man geen geschikte echtgenoot vond: Het is niet, dat ik hem niet wil. Ik wil niet iemand van het platteland, die niet naar school is geweest, of maar een paar jaar in de dorpsschool. Ik wil iemand van mijn eigen niveau. Maar hij heeft mij niks gedaan. Zijn broer [vriend vader] heeft geslijmd bij mijn ouders, totdat ze instemden. ‘Ik haat mijn ex niet. Mijn kinderen
26
mogen wel weten wie hun vader is. Ik ben wel een moslima, maar ik ben wel modern. Als je moslim bent, betekent dat niet dat je streng bent met trouwen en liefde. Mijn kinderen hebben een vader, maar hij is geen partner voor mij. Ik wil graag een gelijke en hem zelf uitzoeken. Een Marokkaan uit Nederland. Hij kan alles zelf doen, zelf naar de huisarts, zelf boodschappen doen, zelf werken. Iemand van mijn eigen niveau. Voor iemand van daar [Marokko] zou het heel moeilijk zijn. Ik ben heel druk hier in Nederland. Karima’s huwelijk is te typeren als een gedwongen huwelijk. Zij had duidelijk geen inspraak in het keuzeproces. Haar moeder zocht een geschikte kandidaat en duldde geen tegenspraak. Karima heeft geprobeerd haar van gedachten doen veranderen, maar deze poging is niet succesvol geweest. Karima heeft geen andere stappen ondernomen, zij omschrijft deze keuze als volgt: Ik ben niet iemand die zelfmoord pleegt of wegloopt. Ik houd van mijn familie. Ondanks al deze gebeurtenissen heeft Karima gewoon contact met haar ouders. Zij keurt de keuze van haar moeder af, maar kan zich wel in haar verplaatsen, zonder dat zij het goedkeurt. Dit komt naar voren uit het volgende citaat: Als we het nu met mijn moeder erover hebben zegt ze: ‘Ik houd heel veel van jullie’. Als mijn moeder iets wil, dan gebeurt dat. Mijn moeder haat ons niet, ze is heel erg bang. Wij proberen tegen haar te zeggen: dit is een andere tijd. Mijn zus [Saida] is nu ook getrouwd met een man die ze zelf wil en ze hebben nu een zoontje. We laten onze moeder zien: we gaan het niet fout doen. Als je ons de keuze laat maken, betekent het niet dat wij iets fouts gaan doen. Mijn moeder is nu heel erg blij met haar schoonzoon [Saida’s
27
man]. Wij zeggen tegen haar: het gaat niet zoals jij dacht. Mijn moeder heeft nu meer inzicht, ze heeft nu gezien wat er is gebeurd. Het zijn je ouders, je kunt ze niet weggooien, we hebben gewoon contact. Via het netwerk van SSR in Berkane heeft Karima met behulp van een Nederlandse advocaat (weer) een verblijfvergunning verkregen Ze heeft de voogdij over beide kinderen en inmiddels ook een verblijfsvergunning gekregen voor haar oudste kind. Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (2005). Tegen de wil achtergelaten. Een advies over in herkomstlanden achtergelaten vrouwen en kinderen. Pagina 40. Onderzoek aanpassing strafbaarstelling geweldsdelicten. Zoals hiervoor gememoreerd, blijkt uit jurisprudentie dat bij enkele geweldsdelicten ook geestelijk geweld onder de delictsomschrijving kan worden gebracht. De betreffende jurisprudentie is betrekkelijk schaars en heeft op specifieke, ernstige vormen van geestelijk geweld betrekking. Uit de ACVZ ten dienste staande gegevens is gebleken dat zich situaties voordoen dat mannen hun vrouwen en kinderen door geestelijk geweld zo murw maken dat het meenemen naar het buitenland en de achterlating aldaar door deze vrouwen als onontkoombaar wordt ervaren. Aanbeveling; Naar het oordeel van de ACVZ zou dienen te worden onderzocht of de strafbaarstelling van geweldsdelicten zodanig kan worden aangepast dat de delictsomschrijving expliciet deze vorm van geestelijk geweld in zich draagt.
Uitgelicht de casus van Najet De casus van Najet - als voorbeeld van achterlating en van het gebruik van verschillende rechtssystemen in ruzies tussen echtgenoten en ouders. De casus van Najet is een goed voorbeeld om te laten zien hoe de hulpverlening kan lopen, vooral de praktijk van de eerste opvang in Marokko. De consulent van SSR en onderzoekster bezoeken Najet in juni 2005 bij haar ouders in Casablanca (Bartels 2005). Najet, geboren in 1980 in Marokko, is gehuwd geweest met een man afkomstig uit haar buurt in Casablanca en woonachtig in Amsterdam. Najet voegt zich na haar huwelijk bij haar echtgenoot in Amsterdam. Daar wordt hun zoontje geboren in januari 2003. In de zomer gaan ze op vakantie naar Marokko waar de echtgenoot Najet met haar kind achterlaat bij haar familie, de papieren afpakt en naar zijn eigen familie vertrekt. Najet doet aangifte van ontvreemding van de papieren bij de politie in Casablanca. Ze gaat naar een Centre d`écoute van een vrouwenorganisatie in Casablanca om hulp voor haar zaak te vragen. Via via komt ze bij SSR terecht. De man vertrekt alleen naar Amsterdam. In de volgende jaren betaalt hij geen alimentatie. Een enkele keer geeft hij geld voor het kind als hij in Marokko is maar verder kijkt hij er niet naar om. Najet neemt contact op met SSR over haar achterlating. SSR bezorgt Najet een advocate in Amsterdam die gaat procederen maar haar zaak wordt afgewezen omdat zij minder dan drie jaar, in die tijd de periode van afhankelijke verblijfsvergunning, in Nederland heeft verbleven. Ze is achtergelaten binnen de periode waarin ze een afhankelijke verblijfsvergunning had. Haar kind heeft wel de Nederlandse nationaliteit op basis van de Nederlandse nationaliteit van de vader.
In 2010 komt Najet weer in beeld, nu via een skype verbinding met Casablanca. Die verbinding is tot stand gekomen via een afspraak gemaakt door de consulente van SSR. Haar familie heeft weer contact opgenomen met SSR en de Nederlandse advocate. Ze is haar kind kwijt. Die woont nu bij de vader in Amsterdam. De rechtbank in Casablanca heeft haar het zorgrecht afgenomen na een procedure die door de vader in gang is gezet. Volgens de uitspraak van de rechtbank mocht het kind niet naar het buitenland en had de moeder ieder weekend recht op omgang. Omdat het jongetje nu in Amsterdam verblijft probeert Najet te mailen en te skypen via internetcafés. Haar zus en zwager hebben het kind in Amsterdam bezocht. De volgende dag is het emailadres opgeheven. Tijdens het interview via skype, mei 2010, vertelt Najet dat ze werkte als tandartsassistente en later in de administratie in een
28
vreemde mannen en met een vriend loopt met wie ze niet gehuwd is. Dit betekent dat ze een slechte reputatie krijgt. Er wordt door de politie proces verbaal opgemaakt waardoor de man die haar aansprak een bewijs heeft van haar slechte gedrag. Later bleek dat de man die haar aansprak een neef van haar ex-man was. Najet vertelt dat ze er toen achter kwam dat ze sinds 2003 gescheiden is. Ze heeft de brief over de scheiding in 2003 niet ontvangen, omdat de advocaat van de man haar zonder bekende woon- of verblijfplaats had laten oproepen.
fabriek. Haar man had de teamleider bij de tandarts bedreigd en geboden haar te ontslaan. Dat gebeurt en Najet zoekt dan werk in een fabriek. In 2010 is ze te zwak en te verdrietig om nog te werken omdat ze de situatie niet aankan nu haar zoontje van haar is afgenomen. De onttrekking van de zorgplicht via de rechtbank in Casablanca is volgens Najet een gemeen spelletje van haar ex-man geweest om haar het zorgrecht af te nemen. Ze was op weg van haar werk naar huis en had haar moeder gebeld dat ze eraan zou komen. Er kwam op straat een man naar haar toe die haar aansprak. Er arriveert een auto met mannen die zich ermee bemoeien. Er wordt ruzie gemaakt en een voorbijganger bemoeit zich ermee. Die zegt: ‘wat is er aan de hand?’ Daarop zegt de man die haar op straat aansprak: ‘dat is jouw vriend!’. Er wordt ook een foto gemaakt. De politie wordt erbij gehaald om te bewijzen dat ze ruzie maakt met
29
Najet heeft geen andere man en ook geen vriend. Maar op basis van dit gebeuren is haar het zorgrecht afgenomen. Ze is wel met een advocaat aan de slag gegaan. Die heeft haar ook verdedigd en geprobeerd aan te tonen dat er geen sprake was van overspel of een buitenechtelijke verhouding, iets dat volgens de wet in Marokko is verboden. Maar dat is niet geaccepteerd door de rechtbank. Het kind mag van de rechter in Casablanca niet naar het buitenland. Omdat haar ex-man in Nederland woont moest haar zoontje naar een familielid van de exman. Najet kreeg een omgangsregeling. Er wordt bepaald dat ze iedere zondag haar zoontje kan zien. Dan neemt haar ex-man het kind mee naar Nederland. Dit wist Najet aanvankelijk ook niet. Ze hoorde dat via een vriend van haar ex-man die ook met haar broer omgaat. Hoe het dan met haar zoontje gaat, weet Najet niet. Najet denkt dat haar zoontje in Nederland meer kans heeft op beter onderwijs maar ze wil hem liever bij zich hebben. Zoals al gemeld, lukt het haar niet meer te werken sinds haar zoontje van haar is afgenomen. Ze heeft nu geen contact met hem. De email en telefoonnummer zijn door haar ex-man veranderd na het bezoek van haar
zus en haar zwager. Haar zus en zwager nemen dan weer contact op met de advocaat die eerder voor Najet de aanvraag tot toelating in Nederland heeft gedaan. Deze advocaat probeert contact met de vader op te nemen om het contact met de moeder te herstellen. De vader weigert en komt daarop met een zware aanklacht, namelijk dat zijn vrouw in de prostitutie zat in Marokko en dat hij daarom het zorgrecht heeft verworven bij de rechtbank in Casablanca. De vader beweert dan ook dat Najet al in Amsterdam, ook tijdens haar huwelijk, in de prostitutie werkte. De zaak wordt voorgelegd aan de Nederlandse rechter in Amsterdam. De advocaat vraagt daarop toestemming om Najet naar Nederland te halen om de rechtszitting over de toewijzing van haar kind in Nederland bij te wonen. De Immigratie en Naturalisatiedienst geeft niet
alleen toestemming om de zitting op de rechtbank bij te wonen, maar geeft haar ook verblijfsrecht om in het kader van artikel 8 EVRM gezinsleven met haar zoon in Nederland te onderhouden. Enkele dagen voor de zitting, juni 2010, komt ze naar Nederland. Ze wordt opgevangen door een medewerkster van de SSR/Mudawwanah die haar als crisisgeval geplaatst weet te krijgen in een vrouwenopvang in Amsterdam, voor zes weken. Tijdens de rechtszitting ziet ze voor het eerst haar kind weer. Die is dan erg verlegen. Ze is erg verdrietig en huilt bijna aan een stuk. Ondertussen heeft de rechter in Nederland bepaald dat ze een omgangsregeling krijgt waarbij het kind iedere veertien dagen een lang weekend bij Najet mag zijn in de opvang. De eerste keer is ze erg zenuwachtig maar later beginnen de bezoeken van haar zoontje goed te lopen. Ze komt in aanmerking voor een traject waarbij ze leert om zelfstandig
30
te gaan wonen met haar kind. Najet verhuist daarvoor in Amsterdam naar een andere, langere opvangmogelijkheid. De schoolvakantie komt eraan. Het zoontje mag de helft van de tijd doorbrengen bij de vader, de andere helft bij de moeder. Ze moet hem dan drie weken missen maar heeft hem ook drie weken permanent bij zich. De vader blijft ondertussen bij de beschuldiging van prostitutie in Marokko waarbij Najet een nacht in de cel heeft gezeten. Haar advocaat probeert nu aan de rechtbank in Amsterdam toewijzing van het kind aan Najet aan te vragen.
Huwelijks- en gezinsmigratie Nr. 2 Brief van Ministerie van Justittie
Daarvoor volgt een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. Najet’s ex-man komt dan naast de beschuldiging van prostitutie met een volgende beschuldiging, smaad. Najet zou hem voor de rechtbank in Casablanca vals beschuldigd hebben van het afnemen van haar papieren tijdens de achterlating in 2003. Die papieren zou hij niet afgepakt hebben.
Hoewel de mogelijkheden voor een aanpak van deze problematiek vanuit de Nederlandse overheid op het eerste gezicht beperkt lijken, acht het kabinet het van belang dat de gezamenlijke inzet van organisaties ten behoeve van de preventie en aanpak van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang van betrokkenen - met name op lokaal niveau - zoveel mogelijk versterkt wordt.
Ook stelt haar ex-man dat Najet niet door hem is achtergelaten maar dat de Nederlandse staat haar verblijfsvergunning heeft ingetrokken omdat ze niet goed voor haar kind zorgde. Wanneer deze beschuldiging wordt erkend, kan Najet niet meer terug naar Marokko zonder risico dat ze daar een straf zal moeten uitzitten. Op de eerste zitting van deze zaak in Casablanca verschijnt Najet’s ex-man niet voor de rechter. De zaak wordt dan aangehoudenen en hij krijgt nog een volgende gelegenheid om de aanklacht tegen Najet te behandelen in Casablanca. Ondertussen loopt het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming in Amsterdam over toewijzing van het kind aan de moeder. De advocaat van Najet in Marokko en die in Amsterdam werken nu samen aan deze casus.
Gelet op de complicaties die een juridische en grensoverschrijdende aanpak van achterlating en huwelijksdwang kenmerken, zal de nadruk bij die aanpak vooral moeten liggen op deskundigheidsbevordering bij professionals en op voorlichting en hulpverlening aan jongeren (en hun ouders) in Nederland.
31
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Den Haag, 16 november 2009 Slotconclusie Het kabinet onderkent dat gevallen van achterlating en uithuwelijking tegen de wil van betrokkenen voorkomen. Het kabinet vindt dit maatschappelijk ongewenst en in strijd met nationaal en internationaal gedragen principes als de vrijheid van partnerkeuze.
Goed overleg en samenwerking met professionele partijen, maatschappelijke organisaties als migranten- en vluchtelingenorganisaties, zijn daarvoor onmisbaar. Met het bovenstaande verwacht ik Uw Kamer, ter voorbereiding op het algemeen overleg Eergerelateerd Geweld, voldoende te hebben geïnformeerd. De minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De praktijk van de hulpverlening Het gaat hier om verschillende casus rond achterlating van vrouwen en kinderen waar nauwelijks of geen registratie over bestaat. De Stichting Steun Remigranten als transnationale Non-Gouvernementele Organisatie (Nederland Marokko) en sinds 1989 werkzaam in Marokko, de Landelijke Werkgroep Mudawwanah en andere zelforganisaties signaleerden het groeiende probleem van achterlating van Marokkaanse migrantenvrouwen en kinderen uit Nederland. Daarvoor is aandacht gevraagd aan de politiek in Nederland en op verzoek van de minister voor migratie en integratie is er onderzoek naar verricht (Bartels 2005) en is er een advies verschenen van de Adviescommissie Vreemdelingenzaken (ACVZ 2005). Nadien zijn er maatregelen genomen om hulpverlening van achtergelaten vrouwen in Marokko ook vanuit de Nederlandse ambassade te stroomlijnen.
verblijf. Uit de casus van Najet en uit dit onderzoek en advies blijkt al dat het niet alleen gaat om wetgeving in Nederland. De wetgeving en gebrek aan opvang in Marokko spelen een belangrijke rol. Zoals in het vorige hoofdstuk beschreven, gaat het hier om twee verschillende rechtssystemen die door de verschillende partijen aangewend worden om hun gelijk te halen. De man van Najet probeert van haar af te komen via de Nederlandse vreemdelingenwetgeving door haar achter te laten in Marokko maar gebruikt het Marokkaanse familie en personenrecht om zijn kind op te eisen. Wanneer er dan weer vanuit Nederlands recht geprobeerd wordt het kind aan de moeder terug te geven, probeert de vader een aanklacht in te dienen bij de Marokkaanse rechtbank voor smaad. Bij toewijzing zou Najet niet meer zonder risico van gevangenisstraf naar Marokko kunnen gaan.
Dat wordt ook duidelijk in de casus van Najet wanneer de advocaat toestemming vraagt om Najet de rechtszitting in Nederland te laten bijwonen, wordt dit verleend en komt Najet in aanmerking voor langer
Welke vormen van samenwerking zien we in de casus van Najet? Op de eerste plaats hangt de aanpak ook af van de plaats en organisatie waar de eerste melding is. Door Najet is de melding nu
32
naar een andere plek begeleiden waar ze langer kan blijven om in Nederland te wennen en een bestaan op te bouwen. De advocaat probeert ondertussen het kind aan haar toe te laten wijzen. De vader probeert verschillende beschuldigingen die door de advocaat worden weerlegd. De laatste rechtszaak in Casablanca waarbij de vader Najet beschuldigde van smaad door valse beschuldigingen tegen hem, is inmiddels beëindigd. De vordering van de man is afgewezen, op grond van bewijsstukken door de advocaat van de vrouw in Nederland verzameld en ter beschikking gesteld aan de advocaat in Marokko. bij de opvang in Marokko bij een Centre d’écoute van de Marokkaanse vrouwenbeweging gedaan en daarna is er de opvang en registratie van deze casus door SSR in Marokko. SSR werkt nauw samen met advocaten in Nederland om voortgezet verblijf aan te vragen in geval van achterlating. Dat werd niet gehonoreerd maar SSR blijft het dossier volgen. De familie neemt zelf contact op met de advocaat in Nederland wanneer alle contact door de vader onmogelijk wordt gemaakt. Daarop probeert SSR contact te leggen met de onderzoeker voor een verslag van de situatie in Marokko en het verloop van de rechtszaak en de onttrekking van zorg in kaart te brengen. De advocaat vraagt een verblijfsvergunning aan om de rechtszaak bij te wonen en gezinsleven te kunnen hebben met haar kind in Nederland. Medewerkers van SSR in Nederland vangen Najet op wanneer zij aankomt op Schiphol. De vrouwenopvang in Amsterdam neemt Najet op in de crisisopvang zodat ze het proces kan bijwonen en haar zoon kan ontvangen op de tijden die in de omgangsregeling worden afgesproken. De vrouwenopvang kan haar vanuit de crisisopvang
33
Uit de casus wordt duidelijk dat het niet alleen gaat om verschillende rechtssystemen waar vrouwen mee te maken krijgen maar dat het ook een gevecht is tussen de echtgenoten en/of de familie en in het geval van huwelijksdwang een gevecht tussen ouders en kinderen waarbij de verschillen in rechtssystemen gebruikt worden om eigen doeleinden te bereiken. In de praktijk verkeren vrouwen en kinderen vaker in een zwakkere positie dan mannen, zeker wanneer zij te maken krijgen met een afhankelijke rechtspositie voor verblijf in Nederland. Maar ook na het termijn van drie jaar, sinds oktober 2012 vijf jaar, wanneer vrouwen een zelfstandige verblijfsvergunning kunnen aanvragen, kunnen zich nog problemen voordoen. Wanneer vrouwen dan achtergelaten worden en niet binnen een korte termijn aangeven dat ze zijn achtergelaten en hun verblijfsaanspraken veilig stellen, verloopt hun verblijfsvergunning. Wanneer vrouwen kunnen aantonen dat dat verlopen niet door eigen schuld is, zijn er meer mogelijkheden maar dat aantonen vraagt extra procedures, tijd en ondersteuning.
Het aanvragen van nieuwe papieren door vrouwen, een nieuw paspoort in Marokko, kan lange tijd in beslag nemen en betreft dan in eerste instantie de vrouw. Voor de kinderen zijn extra procedures nodig, het gezag van de man over de kinderen belemmert en vertraagt in veel gevallen de terugkeer of belemmert deze. Dan komt het ook voor dat er fouten gemaakt worden in het afwikkelen van de procedure in Nederland. In de afgelopen jaren is er wel van alles verbeterd in Marokko. Zo is er een aanzet gemaakt een protocol te ontwikkelen voor achtergelaten vrouwen dat door de Nederlandse ambassade wordt gevolgd. Als dat protocol gevolgd wordt, kan het nu niet meer voorkomen dat achtergelaten vrouwen worden weggestuurd of dat ze slecht worden behandeld door medewerkers van de ambassade. Wanneer SSR Berkane naar de ambassade belt over een vrouw die langs komt voor aanvraag van nieuwe papieren wordt zij op het spreekuur binnengelaten en kan ze haar verhaal doen. Vrouwen die aan de poort komen en melden dat
ze achtergelaten zijn worden nu meteen binnengelaten en kunnen terecht bij een contactpersoon. Voor de meeste vrouwen is het vertellen vaak al zwaar, ze hebben veel doorgemaakt en in de meeste gevallen traumatische ervaringen opgelopen zowel in Nederland als in Marokko. Uit de casus blijkt eveneens dat de problemen voor kinderen vooral te zien zijn in hun ontwikkeling. De schoolcarrière wordt onderbroken of soms niet eens begonnen. Ziekte leidt niet tot verzorging. Huisvesting is moeilijk en er dreigt armoede omdat moeder en kinderen weer afhankelijk worden van familieleden die vaak zelf ook weinig ter beschikking hebben. De problemen die kinderen ontwikkelen door hun dubbele nationaliteit, ze voelen zich vaak Nederlander terwijl ze het land niet in kunnen omdat hun moeder geen toegang krijgt, kunnen we typeren als ‘ontwortelingsproblemen’. De Bree e.a.(2009 en 2011) hebben daar onderzoek naar verricht en laten zien hoe dit gevoel, gedwongen verblijf in Marokko terwijl deze kinderen zich daar niet thuis voelen,
34
leidt tot onaangepast gedrag dat de rest van hun leven kan bepalen. Tenslotte blijkt uit bovenstaande casus dat nauwe samenwerking tussen SSR, vrouwenorganisaties, advocaten en hulpverleners in Marokko en in Nederland essentieel is voor passende hulpverlening. Deze samenwerking en afstemming is het speerpunt in de transnationale hulpverlening zoals deze nu is ontwikkeld. Daarom zal in de volgende paragraaf ingegaan worden op het begrip transnationale hulpverlening en de praktijk zoals opgezet en uitgevoerd door SSR en de Landelijke Werkgroep Mudawwanah en die hier als ‘best practice’ wordt omschreven.
Immigratie en Naturalisatiedienst Ministerie van veiligheid en Justitie Publicatie: Huiselijk geweld, eergerelateerd, geweld, mensenhandel, achterlating en uw verblijfsvergunning. Juni 2013. Deze publicatie is speciaal voor mensen die een verblijfsvergunning willen aanvragen en die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, van eergerelateerd geweld, van mensenhandel of van achterlating. 6. Achtergelaten in het land van herkomst Een Nederlander of een vreemdeling die een verblijfsvergunning voor Nederland heeft (gehad) en in het land van herkomst is achtergelaten door zijn (huwelijks)partner of ouder(s) moet zo spoedig mogelijk contact opnemen met de Nederlandse vertegenwoordiging. Daarbij moet vermeld worden dat het gaat om achterlating. Als u Nederlander bent dan kan de Nederlandse vertegenwoordiging u een Nederlands reisdocument verschaffen. Als u geen Nederlander bent en in het bezit bent van een nog geldige verblijfsvergunning, dan kunt u in aanmerking komen voor een visum, waarmee u kunt terugkeren naar Nederland. Na aankomst in Nederland moet u een aanvraag voor een zelfstandige verblijfsvergunning indienen bij het IND-loket in uw regio. U kunt daarvoor al een afspraak maken voordat u naar Nederland vertrekt. U kunt in aanmerking komen voor een zelfstandige verblijfsvergunning als u al langere tijd een verblijfsvergunning hebt gehad. Hoe dat gaat, kunt u lezen in hoofdstuk 1. Als dat niet het geval is, kunt u mogelijk in aanmerking komen voor een zelfstandige verblijfsvergunning om humanitaire redenen. Hoe dat gaat, kunt u lezen in hoofdstuk 5. Publicatie nr. 3083D. www.ind.nl
35
3. Transnationale hulpverlening - Best practice
Best practice ‘Best practice’ van Stichting Steun Remigranten en de Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah. In dit hoofdstuk komen de organisaties aan de orde die zich bezighouden met achterlatingen en gedwongen huwelijken. Primair: SSR en de werkgroep Mudawwanah. In dit hoofdstuk worden hun doelstellingen, activiteiten en werkwijzen beschreven. Vervolgens wordt de ontwikkeling en mogelijke uitwerking van een transnationale strategie besproken. De praktijk wordt beschreven als ‘best practice’ waarmee we een plan van aan-
pak bieden om transnationale sociale en juridische hulpverlening op te zetten in landen van herkomst van migrantenen vluchtelingenvrouwen en kinderen. Stichting Steun Remigranten en Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah hebben het initiatief genomen om de hulpverlening en preventie te verbeteren. Centraal in deze ‘best practice’ is het opzetten van een netwerk. Dat netwerk hebben SSR en de landelijke werkgroep gevonden in de vrouwenbeweging in Marokko en in Nederland. Advocaten in Marokko zijn ook partner in netwerkopbouw maar met deze groep verloopt het contact meer op individueel niveau. Dat is overigens ook het geval voor advocaten in Nederland
36
waarmee samengewerkt wordt. Voor de opbouw van het netwerk en het versterken van de samenwerking zijn er werkconferenties georganiseerd in Marokko en in Nederland. De Stichting Steun Remigranten De Stichting Steun Remigranten (SSR) bestaat al 25 jaar als een onafhankelijke organisatie en behartigt de belangen van remigranten en hun gezinsleden. SSR heeft in het noordoosten van Marokko (Berkane) in 1989 een Steunpunt opgezet om sociaaljuridische hulp te bieden aan remigranten, migranten en hun families. In de meeste gevallen gaat het om de uitvoering van sociale wetgeving. Remigranten hebben door hun verblijf en werk in Nederland sociale rechten opgebouwd, zoals ouderdomspensioenen, uitkeringen volgens de algemene nabestaandewet, kinderbijslag en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Mensen die
in het buitenland wonen en een pensioen of uitkering genieten vallen ook onder de Nederlandse Zorgverzekeringswet. (ZVW). De uitvoering van deze sociale wetgeving aan remigranten in het land van herkomst is vaak ingewikkeld; veelal hebben mensen weinig toegang tot informatie en verloopt de communicatie met de uitkerende instellingen moeizaam. De afgelopen jaren hebben we gezien dat wetswijzigingen in Nederland ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor remigranten die vaak moeite hebben hun stem te laten horen. In 1989 is destijds voor Berkane gekozen als standplaats, omdat deze stad zich vrij centraal bevindt in de regio waar veel (re) migranten vanuit Nederland wonen. De typering transnationale organisatie hangt samen met de volgende kenmerken: het Steunpunt is één van de weinige communicatiekanalen naar instanties in Nederland en de enige organisatie ter plekke die de belangen en rechtspositie van NederlandsMarokkaanse remigranten en migranten behartigt en in beeld brengt. Vanuit Marokko wordt er gewerkt in Nederland en vanuit Nederland wordt er gewerkt in Marokko (Obdeijn 2009). De hulpverlener van het Steunpunt in Marokko is juridisch geschoold en kan via rechtstreeks contact de sociaaljuridische zaken regelen met instellingen op het gebied van sociale zekerheid en andere formele Nederlandse instanties. Wanneer er geschillen in interpretatie bestaan wordt contact gelegd met advocaten in Nederland en kan er specialistische hulpverlening ingezet worden. Het bestuur van SSR bevindt zich in Nederland en onderhoudt relevante relaties. In 2012 is SSR Nederland doorgegaan als een niet-gesubsidieerde belangenbeharti-
37
gende stichting in Nederland. SSR Nederland en het Steunpunt Remigranten in Berkane werken direct en nauw samen. De werkzaamheden van SSR Nederland en het Steunpunt in Marokko vullen elkaar aan en versterken elkaar. Sinds 1989 werd SSR ook geconfronteerd met problemen rond gedwongen achterlating. Daarnaast kwamen migrantenvrouwen, -mannen ofwel hun familieleden bij SSR met complexe vragen over rechtsposities en situaties waarin het Nederlandse en Marokkaanse familierecht conflicteren. Verder ondersteunt en biedt SSR hulp bij vragen op het gebied van vreemdelingenwetgeving en nationaliteitswetgeving zowel in Marokko als in Nederland. SSR onderscheidt in haar werkzaamheden voor achtergelaten Marokkaanse vrouwen en kinderen vier taakvelden: meldpunt, directe hulpverlening, preventie en voorlichting, netwerkopbouw en netwerkversterking. Door SSR en haar centrale partner, de werkgroep Mudawwanah is een netwerk opgericht om de problematiek van gedwongen achterlating of gedwongen remigratie en huwelijksdwang aan de orde te stellen en om te zoeken naar een strategie voor verbetering van de hulp, ondersteuning én preventie. Deze strategie is aanvankelijk uitgewerkt in samenwerking met migrantenorganisaties, maatschappelijke en hulpverleningsorganisaties in Nederland.
De Stichting Steun Remigranten (SSR) is in 1989 opgericht, als initiatief van de Raad van Kerken in Nederland. Om een steunpunt te kunnen vestigen in Berkane is samenwerking gezocht met het Aartsbisdom van de Rooms-katholieke Kerk in Marokko. Van 2008 tot en met 2011 werd SSR gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Vanaf 2012 gaat SSR Nederland door als een niet-gesubsidieerde belangenbehartigende stichting in Nederland. SSR Nederland en het Steunpunt Remigranten in Berkane werken direct en nauw samen. De werkzaamheden van SSR Nederland en het Steunpunt vullen elkaar aan en versterken elkaar.
38
Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah De Landelijke Werkgroep Mudawwanah is opgericht in 1999 mede naar aanleiding van de ‘ontdekking’ door SSR van achtergelaten vrouwen en kinderen, de rechtspositie van vrouwen en kinderen die in de knel kwamen door de verschillende rechtssystemen op het gebied van familieen vreemdelingenrecht en de wijzigingen in de Mudawwanah in 2004. Sinds de start van het S teunpunt in Berkane in 1989 kreeg SSR hulpvragen van vrouwen en/of familieleden over gedwongen achterlating, over de rechtspositie van vrouwen en kinderen en verblijfsrecht. In 1999 kwam er een initiatief van de grond in Zuid Nederland, was er ook in Amsterdam een initiatief genomen en al snel was de Landelijke Werkgroep Mudawwanah een feit. De samenstelling van de werkgroep Mudawwanah varieerde door de jaren heen. In het laatste project 2009-2012 participeerden de organisaties Stichting Steun Remigranten, Stichting Kezban, die hui39
selijk en eergerelateerd geweld bespreekbaar maakt en Palet - Adviseurs Diversiteit Noord-Brabant. In de beginjaren hebben ook organisaties als de MVVN en Emancipatiebureaus geparticipeerd. SSR was vanaf het begin penhouder van de werkgroep, in mei 2013 is de werkgroep middels oprichting van de Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah, een zelfstandig rechtspersoon. Om het probleem van achterlating aan te pakken is kennis over de Marokkaanse familiewetgeving noodzakelijk. De discussie over de veranderingen in de personen en familiewetgeving in Marokko was in volle gang, aangevoerd door vrouwenorganisaties. In 2004 werden de veranderingen in wetgeving ingevoerd, de ‘nieuwe’ Mudawwanah. Deze wijzigingen in de familie- en personenwetgeving waren voor de werkgroep belangrijk voor haar aanpak van problemen en het bieden van effectieve hulp aan vrouwen. De nieuwe wetswijzigingen in de ‘Mudawwanah’ bevatten wel
verbeteringen voor vrouwen en kinderen maar nog steeds zijn er in de uitvoering en interpretatie van de wetgeving op veel vlakken geen gelijke rechten voor vrouwen en mannen. We constateren dat de uitvoering van de gewijzigde ‘Mudawwanah’ in de praktijk nog veel te wensen overlaat. Omdat de problematiek complex van aard is kiest de werkgroep Mudawannah voor een integrale aanpak waarbij naast voorlichting over het familierecht, het vreemdelingenrecht, achterlating en partnerkeuze ook bewustwording, zelfbeschikking en mentaliteitsverandering een belangrijke plaats innemen. Dat vrouwen hun rechten leren kennen heeft in de praktijk een enorm emancipatorisch effect. Vrouwen én mannen krijgen handvatten aangereikt om zelfstandig stappen te zetten in actuele veranderingsprocessen. Gelijktijdig met deze veranderingen in Marokko is de werkgroep Mudawwanah gestart met het ontwikkelen van informatiemateriaal over de rechtspositie, achterlating en verblijfsrecht voor de voorlichtingscampagne Mudawwanah: Ken uw rechten. Daarvoor is tweetalig voorlich-
tingsmateriaal ontwikkeld zoals brochures over familierecht, verblijfsrecht, een wegwijzer voor gedwongen achterlating en een ‘zakboekje’ met tips en adressen voor melding en hulp. Er is een sociale kaart en verder zijn er de voorlichtingsfilms ‘Ken uw rechten’ en ‘Onzichtbare veranderingen’. Dit materiaal wordt gebruikt tijdens bijeenkomsten voor het bespreekbaar maken van diverse thema’s in het kader van rechtsposities. De informatiebrochures werden ook in Marokko gebruikt door SSR, er is voorlichting gegeven aan tientallen groepen toekomstige gezinsvormers. Ook via de Ambassade en betrokken organisaties in Marokko werden gezinsvormers geïnformeerd. In Nederland is deze preventieve en voorlichtende taak uitgevoerd door de werkgroep Mudawwanah in samenwerking met SSR en lokale, regionale en landelijke organisaties. De eerste voorlichtingscampagne van de werkgroep Mudawwanah was vooral gericht op vrouwen en professionals waarbij de rechtspositie, veranderingen in het Marokkaans familierecht, het Nederlands familierecht en vreemdelingenrecht besproken werden. Voor de tweede cam-
40
pagne was inmiddels de wegwijzer ‘Achtergebleven of achtergelaten?’ ontwikkeld en werd de campagne uitgebreid met Achterlating en vrije partnerkeuze. De derde campagne en de meest omvattende was gericht op alle Marokkaanse en Turkse vrouwen en mannen. Er zijn de afgelopen jaren honderden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd in alle provincies in Nederland. Daarvoor zijn in veel steden en regio’s van het land voorlichters, Marokkaanse en Turkse vrouwen en mannen getraind om deze thema’s met hun achterban te bespreken. ‘Ken uw rechten‘ is het motto als motor voor emancipatie. Verder zijn er in alle provincies werkconferenties georganiseerd voor hulpverleners, welzijnswerkers, vrijwilligers, beleidsmedewerkers, advocaten, politie en andere professionals in het kader van deskundigheidsbevordering. Er is ingezet op versterking van preventie en borging van de verschillende activiteiten en opgebouwde expertise in maatschappelijke reguliere instellingen. Er is geïnvesteerd in samenwerking met verantwoordelijke organisaties, netwerkopbouw en versterking, beleidsbemoeienis en lobbywerk zowel in
Marokko als in Nederland. Voorbeelden van netwerkopbouw en versterking van samenwerking zijn de vier expertmeetings georganiseerde door SSR in samenwerking met de werkgroep Mudawwanah, waarvan drie in Marokko en een in Amsterdam voor uitwisseling van expertise, netwerkopbouw en samenwerking. Daarnaast is zowel in Marokko als in Nederland door verschillende media aandacht besteed aan de problematiek en is zo een breed publiek bereikt. De inzet van de werkgroep Mudawwanah met betrekking tot preventie, zelfbeschikking en verbetering van de hulpverlening gaat onverminderd door in samenwerking met alle betrokken organisaties. Alliantie voor zelfbeschikking De werkgroep Mudawwanah en SSR hebben in september 2012 samen met Vluchtelingenorganisaties Nederland (VON), Stichting Kezban, IOT, SMN en Femmes for
41
Freedom, de Alliantie voor Zelfbeschikking opgericht en een Manifest voor Zelfbeschikking opgesteld. Deze is aangeboden aan zowel Eerste als Tweede Kamerleden. Politieke lobby, versterking en samenwerking op de relevante aandachtsgebieden zijn voorwaarden voor de aanpak van onderdrukkende praktijken, het bestrijden van schending van mensenrechten en het bevorderen van zelfbeschikking. Dit vereist effectieve hulpverlening en preventie maatregelen op nationaal, transnationaal en internationaal niveau. De Alliantie deed in haar Manifest voor zelfbeschikking, op 26 september 2012 aangeboden aan Kamerleden de volgende aanbevelingen: 1. Landelijk en lokaal een driedelige aanpak die verder reikt dan het strafrecht; 2. Het versterken van de rechtspositie en emancipatie op groeps- en individueel niveau;. 3. Een landelijke taskforce voor de coördinatie van de bescherming van slachtoffers op casusniveau; 4. Garant staan voor verbetering van informatie, preventie en adequate hulpverlening in binnen- en buitenland; 5. Een centraal meld- en adviespunt waarin mensen met hulpvragen worden geadviseerd over partnerkeuze, bescherming, rechtspositie in Nederland en land van herkomst, familiewetgeving, kinderen en verblijfsrecht; 6. Rechtshandhaving door handhaving bestaande wetten en rechten en aanpassing daar waar nodig.
dwang en achterlating. Transnationale strategie Netwerkopbouw met vrouwenorganisaties is essentieel voor transnationale hulpverlening. Ondanks alle inspanningen in het kader van preventie en voorlichting door de werkgroep Mudawwanah en ondersteuning met hulpverlening door SSR in Marokko bleek de hulpverlening voor achterlatingen en gedwongen huwelijken niet voldoende. Zoals boven al beschreven is deze problematiek van transnationale aard en vraagt daarom een transnationale benadering. Dat betekent dat er ook partners in het land van herkomst betrokken moeten worden om iets aan de genoemde problematiek te kunnen doen. De werkgroep Mudawwanah en SSR hebben die partners gevonden in vrouwen- en mensenrechtenorganisaties en advocaten in Marokko. Waarom vrouwenorganisaties in Marokko als partner in het netwerk? Daartoe zul-
Mede naar aanleiding van deze oproep stelde de toenmalige minister voor Immigratie, Integratie en Asiel een verkennersgroep in ter versterking van de aanpak van huwelijks-
42
len we kort ingaan op de geschiedenis van de vrouwenbeweging in Marokko. De oorsprong van de Marokkaanse vrouwenbeweging is te traceren tot in de jaren ’40 in Marokko. In de periode voor de onafhankelijkheid zijn de eerste vrouwenorganisaties ontstaan in het kader van de nationalistische beweging die streed voor onafhankelijkheid van de Franse overheersers. Onder de paraplu van een aantal politieke partijen zijn in de jaren ‘40 verschillende vrouwensecties en vrouwenorganisaties opgericht. Onder invloed van het mensenrechtendiscours en de internationalisering van gendervraagstukken (1975 internationale conferentie in Mexico, 1980 conferentie in Kopenhagen, 1985 conferentie in Nairobi, 1995 in Peking) komt halverwege de jaren ’80 een proces van verzelfstandiging van de vrouwenbeweging op gang. Verschillende vrouwensecties van politieke partijen maken de overstap naar institutionele verzelfstandiging. Doordrongen van het grote voordeel van het werken in onafhan-
43
kelijke NGO’s (Non-Gouvernementele Organisaties) zien we eind jaren ’80 en ’90 nieuwe, niet partijgebonden organisaties ontstaan en wordt het maatschappelijk landschap van organisaties meer divers. Vanaf eind jaren ’90 en in versneld tempo vanaf 2000 zijn talloze vrouwenorganisaties opgericht. Terwijl in de jaren ’90 het aantal vrouwenorganisaties beperkt was en geconcentreerd in de grote steden zien we in toenemende mate een landelijke dekking ontstaan. Het aantal organisaties vermenigvuldigde zich in rap tempo. De grote, landelijke organisaties gevestigd in de grote steden verbreedden hun bereik door antennes op te richten in kleine steden en op het platteland. Verder zijn er ook op het platteland vele NGO’s ontstaan die zich sterk maken om de positie van vrouwen te verbeteren en zich richten op directe en praktische noden als alfabetisering, armoede en vrouwen in relatie tot familie en politieke participatie. Velen beheren ook een centres d’ecoute.
Deze centra, die veelal worden opgericht door en binnen een reeds bestaande NGO, bieden letterlijk een luisterend oor aan vrouwen die vragen hebben op persoonlijk, psychologische, sociaal en/of juridische vlak. Bij deze centra kunnen vrouwen hun verhaal kwijt, krijgen ze voorlichting en een aantal van deze centra bieden ook juridische hulpverlening. Naast vragen over de familiewetgeving komt een aanzienlijk deel van de vrouwen met klachten over lichamelijke of psychische mishandeling. Voor transnationale hulpverlening waren de Marokkaanse vrouwenorganisaties een geschikte partner voor netwerkopbouw voor SSR en de werkgroep Mudawwanah en wel om twee redenen: hun inzet is gericht op de rechtspositie van vrouwen en hun strategie wordt gevormd door netwerkvorming. Marokkaanse migrantenvrouwen hebben te maken met problemen rond hun rechtspositie. Verbetering daarvan is ook door de Marokkaanse vrouwenbeweging ingezet vanuit de visie dat dat een voorwaarde is voor het verbeteren van hun positie op andere terreinen. Eén andere strategie van de Marokkaanse vrouwenbeweging is hun netwerkvorming. In de strijd voor wijziging van de familiewet (2004) zijn verschillende netwerkverbanden ontstaan ter bevordering van de lobby activiteiten. Organisaties die traditiegetrouw daar een een actieve rol in spelen zijn onder andere: L’union de l’action féminine (UAF), Association Démocratique des Femmes du Maroc (ADFM) Association Initiatives pour la Protection des Droits de la Femme (IPDF), Ligue Démocratique pour les Droits de la Femme au Maroc (LDDF) en Association Marocaine de lutte Contre la violence à l’égard des femmes.(AMLVF)
Een voorbeeld van netwerkvorming en het creëren van draagvlak is het netwerk Anaruz. Dit netwerk valt onder de organisatie Association Démocratique des Femmes du Maroc in Rabat en verenigt onder haar paraplu een kleine 50 centres d’ecoute door heel Marokko. Zij hanteren een uniforme werkwijze en dossiervorming om op die manier een database op te bouwen waarmee op landelijk niveau gelobbyd wordt. Zij stimuleren de oprichting van kleine Centres d’ecoute op lokaal niveau. Na oprichting wordt zoveel mogelijk geprobeerd een netwerk te creëren op regionaal niveau om hen op die manier te versterken en hen van informatie te voorzien. De kracht van de Marokkaanse vrouwenbeweging en de verschillende successen die ze het afgelopen decennium hebben behaald zijn daarom te verklaren uit de verschillende, elkaar versterkende strategieën waaronder lobby, netwerkvorming, voorlichting en mentaliteitsbeïnvloeding naast gerichte sociale en juridische hulpverlening aan vrouwen.
44
Deskundigheid en informatie uitwisseling Deze vrouwenorganisaties waren niet toegerust om te helpen met de problemen van achtergelaten migrantenvrouwen en kinderen met relatie- en opvoedingsproblemen of huwelijksdwang. Vrouwenorganisaties waren te weinig bekend met deze problemen en misten de expertise op het gebied van Nederlandse wetgeving, de problemen rond achterlating en mogelijke terugkeer. Aan de Nederlandse kant hadden ook hulpverleners en advocaten te weinig expertise en kennis om vrouwen adequaat te begeleiden en hebben onvoldoende ervaring met de uitvoering van de wetten en aanpak van deze problemen in Marokko. Dit betekent dat er wederzijds veel te leren is en dat het belangrijk is krachten te bundelen. Daarom zijn SSR en de werkgroep Mudawwanah actief geworden in het opzetten van netwerken tussen vrouwenorganisaties en advocaten in Marokko enerzijds en hulpverleners en vrouwenorganisaties in Nederland die zich bezighouden met deze
45
problematiek anderzijds. Vooral kennis van en inzicht in de sociaaljuridische positie van vrouwen, uitwisseling van informatie en verduidelijking van de problemen voor migrantenvrouwen was nodig. Die problemen zijn als eerste opgepakt binnen dit transnationale netwerk. Expertmeetings in Marokko en Nederland In Marokko werden in samenwerking met vrouwen- en mensenrechtenorganisaties drie expertmeetings georganiseerd; in het noorden in Al Hoceima, in het zuiden in Ouarzazate en in centraal Marokko in Rabat. In Nederland, Amsterdam, werd de vierde en laatste in deze serie expertmeeting georganiseerd . Voor netwerkopbouw en het versterken van transnationale samenwerking zijn deze expertmeetings die SSR in samenwerking met de werkgroep Mudawwanah organiseerde voor experts uit Marokko en Nederland van groot belang. Centraal stonden de thema’s; Verbetering van de rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrou-
wen in Nederland, de toepassing van het Marokkaanse en Nederlandse familierecht, verblijfsrecht en gedwongen achterlating. Vrouwen- en mensenrechtenorganisaties, advocaten, beleidsmakers, vertegenwoordigers van ministeries en consulaten, hulpverleners en wetenschappers hebben deel genomen aan deze uitwisseling van informatie, kennis en expertise. Naast het uitwisselen en kennis delen waren belangrijke doelen van deze bijeenkomsten om een aanzet te geven tot netwerkvorming en versterking. Om intensieve samenwerking verder op te zetten zowel op nationaal als transnationaal niveau en mogelijke overdracht van deze expertise naar andere concentratielanden te realiseren. Opbouw netwerken in landen herkomst De ontwikkelde strategie van het transnationale netwerk voor de Marokkaanse vrouwen en kinderen biedt handvatten voor het opzetten van eenzelfde netwerk in Turkije en andere landen. Er zou ook een transnationaal netwerk kunnen worden
ontwikkeld en uitgebouwd in Turkije tussen organisaties binnen de vrouwen- en mensenrechten beweging in samenwerking met advocaten in Turkije aan de ene kant en (vrouwen)organisaties en advocaten in Nederland aan de andere kant. Het model dat ontwikkeld is voor hulpverlening aan Marokkaanse migrantenvrouwen wordt dan gebruikt voor onder andere Turkse migrantenvrouwen. Deze vorm van transnationale hulpverlening biedt ook voor andere landen vele mogelijkheden Genoemde aanpak dient wel aangepast te worden aan de situatie van het land. Netwerkopbouw kan vanuit Nederland opgezet worden in samenwerking met relevante organisaties in de landen van herkomst. In alle landen zijn tegenwoordig wel NGO’s actief die een internationaal netwerk bedienen. De organisatie van dergelijke netwerken kan opgezet worden in samenwerking met NGO’s, sociaaljuridische instanties en (semi)overheden in Nederland. Daarnaast hebben Nederlandse ambassades en consulaten
46
in het land van herkomst een belangrijke ondersteunende taak en intermediaire rol als partner in het netwerk op nationaal, transnationaal en internationaal niveau. De voorwaarden voor het realiseren van een transnationale aanpak van achterlating en huwelijksdwang vraagt naast de inzet van betrokken organisaties ook structurele voorzieningen en ondersteuning van de overheid op het gebied van regie, ontwikkelen, opzetten en onderhouden van het netwerk. De opbouw van een dergelijk netwerk vraagt een gedegen voorbereiding: het leggen van contacten, verkennen van mogelijkheden en samenwerking, opbouw en continuïteit. Een dergelijk opgebouwd netwerk van organisaties, tussen Nederland en de landen van herkomst kan gemobiliseerd worden op het moment dat zich achtergelaten vrouwen en kinderen melden. De kennis en structuur voor hulpverlening is dan voorhanden, vrouwen en kinderen kunnen er op terugvallen en de samenwerking tussen betrokken organisaties 47
verloopt effectief. Natuurlijk moet er in Nederland vanuit de organisaties en de overheid voorlichting worden gegeven over ‘wat te doen in geval van achterlating en gedwongen huwelijken’. Een belangrijk onderdeel van deze aanpak is de preventie, het bespreekbaar maken van de thematiek met de doelgroepen en professionals is een voorwaarde. Ook voorlichting in de landen van herkomst kan zeker preventief werken, bijvoorbeeld via betrokken organisaties en ambassades. Belangrijk feit is dat we hier uitgaan van een ander model dan de bekende Forced Marriage Unit zoals die in het Verenigd Koninkrijk werkt. Deze Unit onderhoudt relaties met hulpverleners onder andere in Islamabad en komt in actie wanneer er sprake is van achterlating en vooral gedwongen huwelijken. Alleen vrouwen en meisjes die een Brits paspoort bezitten worden geholpen en teruggehaald naar het Verenigd Koninkrijk. Dat is op zich niet zo vreemd want niet Britse onderdanen kun-
nen niet zonder meer het land uit worden gebracht. De transnationale strategie van SSR en de werkgroep Mudawwanah gaat uit van hulpverlening in het land van herkomst en in Nederland en probeert die in de vorm van transnationale hulpverlening in te zetten voor achtergelaten jongeren en vrouwen, niet alleen wanneer die een Nederlands paspoort bezitten maar ook vrouwen en jongeren, met een andere nationaliteit, bijvoorbeeld de Marokkaanse, Turkse, Egyptische, Pakistaanse of andere nationaliteit, die op het moment van achterlating recht hebben op legaal verblijf in Nederland. Transnationale hulpverlening Transnationale hulpverlening, een integrale aanpak. De expertise, de opgedane kennis en ervaring van SSR en de werkgroep Mudawwanah hebben bijgedragen aan de ontwikkeling en verbetering van de keten van sociaaljuridische hulpverlening en opvang. In enkele casus werd inzicht gegeven over de wijze van aanpak en betrokken organisaties bij de hulpverlening. Hier is ook geen eenduidige aanpak mogelijk, elke situatie vraagt weer om maatwerk. Dit
maatwerk vraagt om een gedegen netwerk van organisaties en experts, van veiligheid en deskundigheid, slagvaardige en flexibele hulp inzetten op zowel nationaal als transnationaal niveau. Het belang van preventie, voorlichting, verwijzing, het bespreekbaar maken van deze problemen, bewustwording en mentaliteitsverandering is duidelijk. Mensen handvatten geven gericht op zelfstandigheid, emancipatie, keuzevrijheid en zelfbeschikking zijn voorwaarden voor verbetering. In dit kader zien we diverse campagnes die gericht waren op het voorkomen van achterlating en huwelijksdwang. Naast het project Achterlating (2005-2010) van SSR en de voorlichting Ken uw rechten over Rechtspositie, Achterlating en partnerkeuze van de werkgroep Mudawwanah (2008-2012) zijn er diverse acties geweest rondom preventie. Het ministerie heeft in samenwerking met organisaties de landelijke campagne ‘Huwelijksdwang en achterlating’ in 2010 uitgezet en deze is in 2011 herhaald onder de naam ‘YourRight2Choose’. Deze campagne richtte zich vooral op jongeren en hun sociale omgeving evenals de website www.alsniemandietsweet.nl.
48
Ook Stichting Kezban heeft een interactieve website ontwikkeld voor jongeren, ‘HalloKezban’. En het meerjaren kaderprogramma ‘Aan de goede kant van de eer’ liep van 2007 tot eind 2010. De toolkit ‘Huwelijksdwang, achterlating en eerkwesties’ is sindsdien ook beschikbaar. Op diverse fronten hebben SSR en de werkgroep Mudawwanah nauw samengewerkt met betrokken organisaties en ministeries. Keten van melding en hulpverlening Hier wordt de integrale aanpak van SSR en betrokken organisaties weergegeven als voorbeeld. In elke situatie zal de benadering anders zijn en afhankelijk van de soort problematiek wordt bepaald welke organisaties betrokken worden. De eerste hulp is primair gericht op de veiligheid van vrouwen, kinderen en jongeren, vervolgens wordt de keten van hulpverlening Marokko-Nederland ingezet. Het blijft maatwerk en ook gedurende de procedure kunnen zich allerlei complicaties en problemen
49
voordoen, niets loopt volgens het boekje. Door de inzet van organisaties en samenwerking op transnationaal niveau zijn er al veel vrouwen, kinderen en jongeren teruggekeerd naar Nederland. Desalniettemin zijn er nog veel knelpunten te noemen met betrekking tot het verkrijgen van terugkeerdocumenten, mogelijkheden voor eerste opvang, specifieke nazorg en begeleiding om een nieuw leven op te bouwen in Nederland. Signalering en melding Signalering en melding in Nederland en/of in Marokko. In Nederland: Melding door slachtoffers zelf of door familie, vrienden, buren of vertrouwenspersonen gebeurt op verschillende manieren via school, huisartsen, werk, contacten of via zelforganisaties, vrouwenorganisaties, advocaten, maatschappelijk werk, gemeenten, ROC’s. De centrale meldingen van achterlating en huwelijksdwang worden veelal gedaan bij
de steunpunten huiselijk geweld. Met name professionals en organisaties kennen deze weg. Meldingen kunnen via diverse kanalen persoonlijk, via via, per mail, websites of telefonisch gedaan worden. Individuele slachtoffers melden zich eerder bij laagdrempelige organisaties zoals vrouwenorganisaties, SSR, werkgroep Mudawwanah en andere belangenbehartigers die laagdrempelig werken. Daarnaast zijn er meldingen bij de IND, ambassades en politie. In Marokko: Achtergelaten vrouwen en jongeren kunnen zich ook direct melden bij het Steunpunt in Berkane, de Nederlandse Ambassade of bij vrouwenorganisaties. Eerste hulp, veiligheid en analyse Eerste hulp, gericht op veiligheid en analyse. Allereerst volgt analyse van de situatie, wat is er gebeurd, hoe zit het met de veiligheid, wie zijn betrokkenen; familie, kennissen, zijn er vertrouwens- en/ of contactpersonen, is er al eerder of bij andere organisaties om hulp gevraagd? Deze analyse van situatie, oorzaken en achtergronden die een rol spelen bij de achterlating en problematiek is nodig in verband met passende hulpverlening, veiligheid en opvang. Voor recht op terugkeer wordt uitgegaan van het recht op verblijf voor de achterlating. Hulp en begeleiding Medewerkers van SSR, het Steunpunt in Berkane en de werkgroep Mudawwanah bieden hulp en ondersteuning bij de te volgen procedures in Marokko en Nederland. Afhankelijk van de situatie wordt hulp ingeschakeld en samengewerkt met de Nederlandse Ambassade, de IND, advocaten,
eventueel politie, steunpunten huiselijk geweld, vrouwenopvang, hulpverleners, gemeenten en waar nodig andere maatschappelijke instellingen in Nederland. Daarnaast wordt samengewerkt met vrouwenorganisaties en advocaten in Marokko. In overleg wordt indien mogelijk contact gelegd met familieleden die willen helpen, vrienden of andere contactpersonen die iets kunnen betekenen in Marokko en Nederland. De werkwijze van de ambassade is de laatste jaren meer gestandaardiseerd, achtergelaten vrouwen en kinderen krijgen een aparte intake. Als vrouwen zich melden aan de poort als ‘achtergelaten’ dan kunnen ze terecht voor een gesprek met een speciale contactpersoon. Vaak gaat dit op afspraak, SSR en het Steunpunt zorgen dan voor een verwijsbrief, zoveel mogelijk documenten en er is overleg over de terugkeer.
50
Vrouwen of familieleden kunnen ook direct een afspraak maken met de Ambassade die versnelde procedures voor terugkeer in werking zet. Terugkeer, opvang en nazorg Voorbereiding op de terugkeer naar Nederland. Het Steunpunt in Marokko en medewerkers van SSR en de werkgroep Mudawwanah in Nederland werken in de fase voor terugkeer nauw samen met de partners in Nederland om de terugkeer en opvang veilig te regelen. Procedures voor de eerste opvang op het vliegveld of station worden verbeterd, medewerkers van SSR en de werkgroep Mudawwanah begeleidden vaak de eerste opvang, nu worden reguliere instellingen verantwoordelijk voor de eerste opvang en onderdak. Verder wordt na terugkeer waar nodig juridische ondersteuning geboden op het gebied van verblijfsrecht en familierechtelijke procedures. Het probleem met betrekking tot opvang komt onder andere door een chronische tekort aan plaatsen in de opvang, het is moeilijk een plaats te reserveren.
51
Ook het faciliteren van de terugkeer is niet geregeld, in de meeste situaties hebben achtergelaten vrouwen en jongeren geen geld voor terugkeer.Daarnaast vraagt de opvang en begeleiding van achtergelaten vrouwen, kinderen en jongeren een specifieke aanpak en ondersteuning. Vrouwen die achtergelaten zijn, zijn vaak getraumatiseerd en moeten weer een nieuw leven opbouwen in Nederland. Deze vorm van geweld, soms in relatie met andere geweldsvormen vraagt ook specifiek begeleiding vanuit de opvang.
Actuele ontwikkelingen ‘Achterlating en huwelijksdwang’ Minister Asscher, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft in juni 2013 een brief naar de Tweede Kamer verstuurd om de ketenaanpak van huwelijksdwang en achterlating te versterken. Het aanpakken van huwelijksdwang, achterlating en eergerelateerd geweld maakt deel uit van de rijksbrede aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Het pakket van maatregelen is gebaseerd op de eindrapportage van de Verkennersgroep: ‘Versterking aanpak huwelijksdwang en achterlating’. Onderdelen van de aanpak zijn: • Preventieve aanpak door het bespreek baar maken van taboe-onderwerpen zo als huwelijksdwang en achterlating binnen gemeenschappen gericht op mentaliteitsverandering • Eerdere signalering en melding, de verplichte Meldcode is er sinds 1 juli, achterlating en huwelijksdwang vallen
hier onder
• Met betrekking tot het uitschrijven uit
het GBA, hebben gemeenteambtenaren een actieve, signalerende taak • Deskundigheidsbevordering van professionals en versterking van samenwerking • Een landelijk knooppunt voor professionals: kenniscentrum en ondersteuning bij casuïstiek, het knooppunt faciliteert ook de repatriëring De • hulpverlening in het buitenland wordt versterkt evenals internationale samenwerking • Consulaire medewerkers worden getraind en er komt een draaiboek achterlating; • Aanpassing voor het verlenen van reisdocumenten aan minderjarige achtergelatenen • Ook strafrechtelijke en civiele maatregelen zoals strengere straf huwelijks dwang zijn opgenomen.
52
Reactie Alliantie Aanpak Huwelijksdwang & Achterlating. De reactie van de Alliantie voor Zelfbeschikking op de brief van Minister Asscher Het pakket van maatregelen beperkt zich in de brief van Asscher tot de aanpak van achterlating in relatie tot huwelijksdwang. Naast huwelijksdwang zijn er andere oorzaken te noemen voor achterlating zoals opvoedings- en relatieproblemen. De Alliantie schrijft het volgende; ‘Samenvattend missen wij interdepartementale en integrale maatregelen gericht op het helpen, maar ook het aanpakken, van de mensen zélf: de (potentiële) slachtoffers en de daders van huwelijksdwang, waar-
onder huwelijkse gevangenschap, en/of achterlating. In plaats daarvan blijven de maatregelen beperkt tot het versterken van bestaande institutionele structuren. Juist deze problematiek, die over alle grenzen heen gaat, vraagt om een gezamenlijk ‘out-of-the-box’ denken en een aanpak gericht op en mét de mensen die strijden voor hun recht op zelfbeschikking’. De reactie van de Alliantie op het pakket van maatregelen van het ministerie is vervolgens gestuurd naar Eerste en Tweede Kamerleden en breed verspreid via websites. Reactie Aanpak Huwelijksdwang & Achterlating. 25 September 2013
In het kader van mensenrechten 10 december 2012 Marokko Rabat Mensenrechten Rapportage 2012 - Frans Timmermans De ambassade organiseerde, in samenwerking met het Nederlands Instituut in Marokko, NIMAR en Global Rights Morocco, een filmavond met de film La Source des Femmes, gevolgd door een toelichting van een expert op het gebied van internationale mensenrechten.
53
4. Conclusie, wat moet er gebeuren?
Wat moet er gebeuren? Er wordt onderscheid gemaakt tussen activiteiten in Nederland en in de landen van herkomst, waarbij we uitgaan van de hiervoor beschreven ontwikkelingen en model. In Nederland Is de hulpverlening geconcentreerd bij de steunpunten huiselijk geweld die onder gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen. Het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) heeft laagdrempelige steunpunten waar professionals, slachtoffers, omstanders en ook plegers informatie, hulp en advies kunnen krijgen. SHG heeft een taak in de opvang en doorverwijzing naar passende hulpverlening. Als er concrete dreigingen zijn kunnen vrouwen en kinderen naar deze steunpunten toe, dat gaat vaak via laagdrempelige organisaties, NGO’s en (professionele)contactpersonen. Met betrekking tot preventie en voorlichting ligt er in de praktijk een taak voor de organisaties die expertise hebben en op de hoogte zijn van de problematiek zoals de Werkgroep Mudawwanah, SSR, maatschappelijke organisaties, migranten- en vrouwenorganisaties in Nederland. Dat betekent dat gemeenten voldoende kennis moeten hebben, actief dienen te participeren in netwerkopbouw in Nederland en een actieve rol hebben op het gebied van preventie en hulpverlening in samenwerking met betrokken organisaties. In dit kader hebben
met name NGO’s, laagdrempelige organisaties een belangrijke rol als schakel tussen doelgroepen en reguliere instellingen en hulpverlening. Daarnaast zien we dat deze organisaties een belangrijke rol hebben op het gebied van signaleren, het nemen van initiatieven en misstanden aan de kaak stellen. Deze organisaties zijn kritische, creatieve en verbindende partners in de aanpak van problemen. Vanuit Nederland zouden er ook netwerken opgebouwd moeten worden met organisaties in de landen van herkomst. Zoals eerder vermeld kunnen daarvoor vrouwenorganisaties en/of mensenrechtenorganisaties en advocaten gemobiliseerd worden. Deze organisaties worden geïnformeerd, er worden contacten gelegd en er is uitwisseling van informatie en expertise. In geval van achterlatingen kunnen die organisaties
54
in geval van meldingen van achterlating en huwelijksdwang door vrouwen en kinderen in werking kunnen treden. Ook Advocaten Vreemdelingenrecht, familierecht en Internationaal privaatrecht in Nederland kunnen hier een belangrijke rol spelen in de procedure van terugkeer waarbij juridische ondersteuning in Nederland in de meeste gevallen nodig is. In het genoemde pakket van maatregelen van het ministerie worden ook maatregelen aangekondigd ter verbetering van samenwerking, netwerkopbouw en procedures ook in het buitenland. in de herkomstlanden dan als meld- of aanspreekpunt functioneren. Deze nemen contact op met de organisaties in Nederland en worden er in afstemming verdere stappen uitgezet voor hulp en terugkeer. Bij de voorlichting vanuit Nederland over achterlating en huwelijksdwang kunnen deze organisaties waar mogelijk meewerken als partners. Vanuit de landen van herkomst kan er dan in samenwerking met de lokale organisaties die de meldingen ontvangen hebben, een begeleidingsplan worden opgezet, dit in overleg met betrokken partners in Nederland. Het gaat dan om opvang en begeleiding tot en met de terugkeer naar Nederland. De eerste opvang en verdere begeleiding in Nederland dient tijdig geregeld te worden met de steunpunten huiselijk geweld en betrokken partners. De Nederlandse vertegenwoordigers in het buitenland, de Ambassades en ook de IND in Nederland zijn belangrijke partners in het netwerk van hulpverlening. Voor het organiseren van identiteitspapieren, terugreizen en benodigde verblijfsvergunningen zijn deze organisaties een onmisbare schakel. De positieve ervaringen met de Ambassade in Marokko laten zien dat er protocollen ontwikkeld kunnen worden die
55
Toekomstige strategie SSR en het Steunpunt hebben een schat aan deskundigheid en contacten opgebouwd in Marokko en werken nauw samen met de Landelijke Werkgroep Mudawwanah in Nederland. Hiermee is SSR een voorloper waar het andere immigratielanden betreft. SSR en de werkgroep Mudawwanah willen doorgaan op de ingeslagen weg. Het uiteindelijke doel is het opzetten van een transnationaal netwerk niet alleen in Marokko maar ook in Turkije en in de andere landen van herkomst, omdat de onderhavige problematiek transnationale hulpverlening vraagt. Het gaat hier om een verdere formalisering van het bestaande netwerk en verdere professionalisering van de juridische en sociale hulpverlening aan migranten- en vluchtelingenvrouwen en kinderen plus een uitbreiding naar Turkije en andere landen in het midden en nabije oosten. Versterken van transnationaal netwerk SSR zet zich in om in samenwerking met de werkgroep Mudawwanah en andere organisaties in Nederland en Marokko een uitbreiding en versterking van het netwerk te realiseren. In Nederland kan hierbij aangesloten worden bij het initiatief tot vorming van het netwerk van juridische
experts, van vrouwenorganisaties en betrokken maatschappelijke organisaties. Voor het reeds bestaande netwerk in Marokko dient een borging plaats te vinden. De investeringen die SSR reeds heeft gedaan zullen onderhouden moeten worden. Daarvoor is het belangrijk dat er een herkenbaar contactpunt is in Nederland die de netwerken met partners opbouwt in de verschillende landen van herkomst, die bijeenkomsten belegt en zorgt voor informatieverstrekking over ontwikkelingen in wetgeving en beleid. Ook garandeert deze het transnationale overleg en de borging van de netwerken. Tevens zal onder leiding van dit contactpunt op grond van de signalen vanuit het netwerk, voorstellen gedaan kunnen worden voor verbetering van de aanpak en lobby activiteiten. Het idee hierbij is dat een selecte groep van experts problematische dossiers analyseren en aanbevelingen gaan doen. Vervolgens zal het netwerk gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen bij de beleidsmakers waarbij het contactpunt het gehele proces bewaakt.
Afronding Er is in samenwerking met andere organisaties al veel bereikt om aandacht te krijgen voor de problematiek van Marokkaanse migrantenvrouwen in Nederland en er is een goede aanzet gegeven tot concrete en effectieve hulpverlening in een transnationale context. Niettemin is het een feit dat de problemen nog niet zijn opgelost en dat de vrouwen en kinderen met een migratie- of vluchtelingenachtergrond te maken hebben met twee of meer rechtssystemen, inclusief de verwarring en problemen die hiervan het gevolg zijn en leiden tot schrijnende situaties. Het probleem van achterlatingen in relatie tot huwelijksdwang, relatie- en opvoedingsproblemen is helaas nog heel actueel in veel landen van herkomst. Niet alleen Nederland wordt geconfronteerd met gedwongen achterlatingen, maar ook andere Europese landen hebben te maken met deze problemen. Deze situatie vraagt om oplossingen en een structurele aanpak op lokaal, landelijk, transnationaal en internationaal niveau. Een transnationaal hulpverleningsnetwerk is daarvoor van belang!
56
Samenvatting Transnationale sociaal juridische hulpverlening Gedwongen achterlating in het land van herkomst
Samenvatting Achterlatingen en gedwongen huwelijken vinden niet plaats in een sociaal vacuüm. Er liggen altijd conflicten in de sfeer van opvoeding, huwelijk en relaties aan ten grondslag tussen echtgenoten en tussen ouders en kinderen. In de context van families en gemeenschappen worden de conflicten nog complexer. Anders dan bij andere relationele conflicten is er in geval van achterlatingen en gedwongen huwelijken een speciale dimensie die het tegengaan van dit verschijnsel zo ingewikkeld maakt. Migranten hebben te maken met het land van herkomst en met het land van vestiging en worden geconfronteerd met meerdere rechtsstelsels die hulpverlening compliceren. Daarom spreken we hier ook over transnationale sociaaljuridische hulpverlening. De ervaringen van Stichting Steun Remigranten en de Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah met transnationale sociaaljuridische hulpverlening ten behoeve van migranten met een Marokkaanse/ Nederlandse achtergrond zijn inmiddels voldoende uitgebreid om als leermodel overgedragen te worden. Ten behoeve van vrouwen, jongeren en kinderen die in andere landen worden achtergelaten en te maken krijgen met gedwongen huwelijken, is deze uitgave geschreven. We willen hiermee de transnationale sociaaljuridische hulpverlening ook voor migranten en 57
vluchtelingengroepen uit andere landen een impuls geven en de aanpak breder opzetten op transnationaal en internationaal niveau. Summary Abandonment and forced marriages do not take place in a social vacuum. Those social events are always based on conflicts in the family, between spouses and between parents and children. In the context of families and societies the conflicts become more complex. In addition to other relational and partner conflicts, there is a special dimension that makes it hard to counter these phenomena: migrants have to deal with the country of origin and the country of residence. Within these countries there are different legal systems that complicate prevention, solutions and aid. That is why we are talking about ‘transnational’ social and juridical assistance and care. The experiences of transnational social and juridical assistance for migrants of Moroccan origin have been sufficiently and extensively known, to deal with being abandonment of women and children and with forced marriages in other countries is possible now. These experiences of transnational assistance can be seen as ‘good practices’ and offer a learning model. That is why we wrote this brochure; to develop social and juridical assistance for Dutch
migrant women and children with origin in other countries than Morocco. We hope to develop these transnational social and juridical assistance for Dutch migrants from different countries and to make it widely accessible. Resumé Les femmes et des enfants abandonnées de force et les mariages forcés ne se déroulent pas dans un vide social. Il y a toujours des conflits dans le cercle social, entre les époux il s’agit de problèmes conjugaux. Les problèmes liés à l’éducation et à la crainte de l’influence de la société néerlandaise y jouent un rôle également, tout au long des années. Mais pas comme les autres conflits relationnels, il y a une dimension différente et plus compliqué : les migrants doivent faire face à leur pays
d’origine et à leur pays de résidence. Les phénomènes sont si complexe par les lien transnational et ces personnes doivent faire face à de multiples systèmes juridiques qui compliquent énormément. C’est pourquoi nous parlons d’une assistance social et juridique transnational. Comme les expériences de l’assistance sociale et juridique transnational pour les migrants d’origine marocaine suffisamment vaste pour être en faveur des migrantes, des femmes, des jeunes et des enfants abandonnés de force et les jeunes forcées aux mariages d’autres pays. Ces expériences de l’assistance sociale et juridique transnational peuvent servir comme modèle pour développer assistance juridique et social transnational pour les migrants néerlandais d’autres pays et de rendre accessible largement.
58
Literatuurverwijzingen
Albers, S. (2005). Terug naar het verbeelde land: Levensverhalen en herinneringen van Nederlands-Marokkaanse remigranten in de Rif. University of Amsterdam, MA Thesis Cultural Anthropology. Adviescommissie Vreemdelingenzaken (2005). Tegen de wil achtergelaten. Een advies over in herkomstlanden achtergelaten vrouwen en kinderen. www.acvz.org/publicaties/Advies-ACVZ-NR13-2005.pdf Adviescommissie Vreemdelingenzaken (2005). Tot het huwelijk gedwongen. Een advies over preventieve, correctieve en repressieve maatregelen ter voorkoming van huwelijksdwang. www.acvz.org/publicaties/Advies-ACVZ-NR15-2005.pdf Bartels, E. (2005). Onderzoeksnotitie over migrantenvrouwen en kinderen die gedwongen zijn achtergelaten in landen van herkomst. Den Haag, Adviescommissie vreemdelingenzaken, voorstudie migrantenvrouwen en kinderen. www.acvz.com/publicaties/VS-ACVZ-NR6-2005.pdf Bartels, E. (2006). Exercer du pouvoir à l’aide du concept de culture: les rapports entre les Néerlandais et les Marocains aux Pays Bas et la migration de retour forcée des femmes et des filles Marocaines. Colloque international Les relations euro-africaines et la problématique de l’immigration maghrébine et sub-saharienne, 9-10 novembre 2006. Oujda/Maroc Université Mohammed I, Centre d’Étude des Mouvements Migratoires Maghrébins Bartels, E. & Storms,O. (2009). De Mudawwana in Marokko, de hervormingen van 2004. Zenobia, Khadija en dolle Mina’s. Gender en Macht inde Islamitische geschiedenis. Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis. Pag. 145-163. Amsterdam, Aksant. Beck, U. & Beck-Gernsheim, E. (2011). Fernliebe. Lebensformen im globalen Zeitalter. Berlin: Suhrkamp. Berger, M.S. (2004). Mudawwana. Marokkaanse familiewet. (Nieuwe wet van 2004) Vertaald uit het Arabisch, Nijmegen: Ars Aequi Libri. Boer, S. de, (2013). Het volk van Abdelkrim. Actualiteit van de geschiedenis van de Marokkaanse Rif. Wijdemeer Louw Dijkstra Bouras, N. (2012). Het land van herkomst. Perspectieven op verbondenheid met Marokko,
59
1960-2010. Tevens verschenen als proefschrift aan de Universiteit van Leiden. Hilversum, Nadia Bouras &Uitgeverij Verloren BV. Bree, J. de (2007). Beloning, transnationalism and Embedding. Dutch Return Migrants in North east Morocco. Masterthesis Development Studies. Nijmegen Radboud University. Bree, J. de, & Storms, O. & Bartels, E. (2009). Tussen Nederland en Marokko. Home en Belonging van Nederlands Marokkaanse kinderen in Noordoost Marokko. Mens en Maatschappij nr 4, december, pp.393-416. www.mensenmaatschappij.nl/vol84/nr04/art03 Bree, J.de, & Storms, O. & Bartels, E. (2011). In Between the Netherlands and Morocco: ‘Home and Belonging of Dutch Moroccan return Migrant and Abandonend Children in Northeast Morocco. In: Not Just a Victim: The Child as Catalyst and Witness of Contemorary Africa. Ed. by Sandra J.T.M. Evers, Catrien Notermans, Erik van Ommering. Leiden and Boston: Brill. Pp 173-197. Africa-Studiecentrum Series. Daphne (2009) Active against Forced Marriage. Recommendations Hamburg. www.hamburg.de/contentblob/1406660/data/dokumentation-eng.pdf of www.movisie.nl/onderwerpen/huwelijksdwang/Docs/Active_Against_Forced_Marriage.pdf Expertmeeting Achtergelaten en remigrantenkinderen. Vrije Universiteit, 28 september 2009. www.fsw.vu.nl/nl/. Geldof, D.( 2012). Een uitdaging voor het gezinsbeleid. In: Pow alert,jrg.38,nr.3.pp.62-71. (www.alertonline.be) Hoogenbosch, A. (2009). In Marokko staat mijn huis maar in Nederland voel ik mij thuis. Identificatie van remigranten met Nederland en Marokko. Bachelor scriptie Culturele Antropologie. RU. Utrecht. Immigratie- en Naturalisatiedienst.(2013) Huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, mensenhandel, achterlating en uw verblijfsvergunning. Publicatie nr. 3083D. www.ind.nl Jordens-Cotran, L. (2007). Nieuw Marokkaans Familierecht en Nederlands IPR. Den Haag, Sdu Uitgevers. Kulk, F. (2013). Laverend langs grenzen. Transnationale gezinnen en Nederlands en Islamitisch familie- en nationaliteitsrecht. Proefschrift Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Radboud Universiteit Nijmegen. Printed by: Wolf Legal Publishers. Koning, M. de, & Bartels, E. & Storms, O. (2011) Schadelijke traditionele praktijken en cultureel burgerschap. In: Tijdschrift voor Genderstudies, jaargang 14, nr. 1.pp. 35-52. Koning, M. de, & Bartels, E. (2005). Over het huwelijk gesproken. Partnerkeuze en gedwongen huwelijken onder Marokkaanse, Turkse en Hindostaanse Nederlanders. Den Haag,
60
Adviescommissie Vreemdelingenzaken, www.acvz.com/publicaties/VS-ACVVZ-NR92005-pdf. voorstudie nr.9 ISBN 9085210232. Movisie. (2012). Toolkit tegen geweld. Aanpak Eergerelateerd Geweld, Huwelijksdwang en Achterlating. Daphne 3 Programma, Project FlyingTeam Aggainst Violence. Utrecht, Movisie. Obdeijn, H. (2009) Geen woorden maar daden! De Stichting Steun Remigranten in Marokko en Nederland 1989-2009. Uitgave SSR Obdeijn, H. & Mas, P. de, (2012) Geschiedenis van Marokko. 3e Herziene uitgave, Amsterdam, Bulaaq, Antwerpen, EPO. Ouwehand, K. (2000).Remigratie en integratie. Een onderzoek naar het integratieproces van remigrantengezinnen in Marokko. Doctoraalscriptie Sociaal Culturele Wetenschappen, Vrije Universiteit, Amsterdam Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN). Mijn huwelijk, mijn geluk. Tips en advies bij huwelijksmigratie. Utrecht, SMN. www.smn.nl. SPIOR (2007). Gedwongen uithuwelijking: definitie, praktijk en culturele achtergronden. In: Hand in hand tegen huwelijksdwang. Een project van Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond. Rotterdam. Is in meerdere talen uitgegeven. Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah. Ken uw rechten. Informatie voor migrantengroepen, professionals en organisaties. - Ken uw rechten. Marokkaans en Nederlands familierecht, Vreemdelingenrecht en Achterlating - Türk Medeni Kanunu. Informatie over het Turks en Nederlands familierecht en achterlating. - Zakboekje: Turks, Marokkaans en Nederlands familierecht, vreemdelingenrecht en achterlating. Te bestellen:
[email protected] - www.steunremigranten.nl Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah. (2012) Rapportages: Voorlichtingscampagne Rechtspositie en Achterlating voor Marokkaanse en Turkse vrouwen, mannen en jongeren.
[email protected] - www.steunremigranten.nl Stichting Steun Remigranten. Rapportages Expertmeetings: Rechtspositie van Marokkaanse migrantenvrouwen en kinderen. 2008, Al Hoceima. 2009, Ouarzate, 2009, Rabat. 2010, Amsterdam. www.steunremigranten.nl Stichting Steun Remigranten. (2009) Jaarverslag: Achtergelaten Marokkaanse vrouwen. De rechtspositie van migrantenvrouwen en kinderen. www.steunremigranten.nl. Storms, O. & Bartels, E. (2008). De keuze van een huwelijkspartner. Een studie naar partnerkeuze onder groepen Amsterdammers. Onderzoeksrapport. Vrije Universiteit, Afdeling Sociale en Culturele Antropologie. Amsterdam. www.fsw.vu.nl
61
Bijlage Achterlating vraagt altijd om actie - Wegwijzer
Achterlating vraagt altijd om actie - Wegwijzer Het is belangrijk te weten welke rechten men heeft, hoe achterlating of dreiging met achterlating voorkomen kan worden en waar men terecht kan voor hulp als het toch gebeurt. Er zijn een aantal stappen die men kan zetten. Voor vertrek Wat te doen als men bang is achtergelaten te worden Neem vermoedens en signalen serieus, bespreek het en vraag advies. • Vraag hulp aan een persoon die men vertrouwt. Soms lukt het door het inzetten van een bemiddelaar om achterlating te voorkomen Melden bij organisaties die u kent en vertrouwt, in uw omgeving of landelijk. Zie site. • • Informeer bij de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) naar de eigen juridische status en soort verblijfsrecht in Nederland • Het persoonlijke verhaal opschrijven: waarvoor en waarom men bang is, vertrek- en terugkomsttijden, het adres in Marokko waar men heen gaat en namen van vertrouwde personen in Nederland en Marokko die ingeschakeld moeten worden als er iets gebeurt • Of vertel dit verhaal ook voor vertrek aan iemand die u vertrouwt • Maak kopieën van persoonlijke gegevens zoals paspoort, identiteitskaart, verblijfsdocumenten, bankpasje en ziekenfonds, telefoon, adres, email en eventueel gegevens van school of werk. Stop deze kopieën in twee enveloppen: een envelop wordt achtergelaten bij een vertrouwenspersoon en een envelop neemt men zelf mee • Probeer persoonlijke documenten als paspoort en andere papieren in eigen beheer houden • Bel voor vertrek met een van de steunpunten Huiselijk geweld, de IND, organisaties of gemeente voor informatie en tips: Bel bij acute dreiging of gevaar 112 • Tip: Wees alert op mogelijke uitschrijving uit de GBA, voor vertrek naar het buitenland, informeer bij uw gemeente! Als men achtergelaten is In de meeste gevallen heeft men recht op terugkeer naar Nederland. Maar het voortgezet verblijf na terugkeer is afhankelijk van de verblijfsstatus vóór achterlating. Denk altijd aan uw veiligheid! De volgende stappen kunnen gezet worden: • Meld gedwongen achterlating zo snel mogelijk! Probeer hiervoor in contact te komen met het Steunpunt in Berkane, de Nederlandse Ambassade of het consulaat,
62
een (vrouwen)organisatie of advocaat in de omgeving
• Bij de Nederlandse ambassade of het consulaat kan men een retourvisum vragen. Hier
bij moet duidelijk verteld worden dat het gaat om onvrijwillig achterlating. Men kan hier ook een noodpaspoort voor de terugreis aanvragen • Probeer een vertrouwenspersoon in Nederland te bereiken zodat deze hulp in kan schakelen voor terugkeer en tevens de achterlating kan melden bij de gemeente, IND, school en politie Schakel vertrouwde personen in Marokko in om te helpen en/of om als bemiddelaar te • praten met de familie • Als men niet meer de persoonlijke documenten heeft, is het aan te bevelen om aangifte van verlies van uw paspoort en documenten bij de politie te doen en een nieuw paspoort aan te vragen • Als men minderjarige kinderen wil meenemen dan is toestemming van de vader nodig om de kinderen in het Nederlandse of Marokkaanse paspoort in te schrijven. Schakel hiervoor een advocaat in Bij • achterlating met de belofte dat men door partner of vader opgehaald wordt, is het belangrijk om niet af te wachten, maar om snel hulp in te schakelen • Is men nog in het bezit van het paspoort en verblijfsvergunning, dan kan men met hulp terugreizen naar Nederland. Daar kan aangifte gedaan worden van achterlating Ook als men al langer geleden achtergelaten is in Marokko en de verblijfsvergunning is • verlopen, dan is het toch belangrijk om zich te melden, dat kan altijd. Bijvoorbeeld bij de Nederlandse Ambassade of andere organisaties. Ook is het belangrijk om te melden als men andere vrouwen en kinderen kent die nog in Marokko zijn tegen hun wil Melden is ook belangrijk als men onvrijwillig in Marokko is als gevolg van remigratie • met partner, ouders of vanwege de schoolkeuze • Vóór terugkeer naar Nederland als meerderjarige of minderjarige, is het belangrijk om met hulp van een vertrouwenspersoon en/of hulpverleners een veilige plaats voor de eerste opvang en huisvesting in Nederland te regelen. Na terugkeer in Nederland: Eenmaal teruggekeerd in Nederland kunnen de volgende stappen gezet worden: • Zoek met vertrouwenspersonen en hulpverleners een veilige verblijfplaats, eerste hulp en opvang. Vrouwen en kinderen die geen onderdak meer hebben kunnen, als hun veiligheid in gevaar is, terecht bij de vrouwenopvang • Vooral voor jongeren is het belangrijk om te zoeken naar bemiddeling. Dit om samen met de familie tot een oplossing te komen of om anders een veilige opvang en begeleiding te regelen • Men kan bij de gemeente een beroep op financiële ondersteuning doen en bij maatschappelijk werk of andere organisaties vragen om hulp en verdere begeleiding Schakel zo snel mogelijk een advocaat in. Bijvoorbeeld om de terugkeer van kinderen • of uw verblijfsstatus te regelen of het starten van procedures voor echtscheiding en alimentatie. Vraag altijd hulp van een advocaat, organisatie of politie die ervaring heeft op dit gebied.
63
Personalia
Edien Bartels antropologe en senior onderzoeker verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Doet onderzoek in Marokko en Nederland bij Marokkaanse migrantenfamilies, vooral naar islam, gender en kinderen.
Ellie van den Brom was tot 1 januari 2013 advocaat en werkzaam voor Stichting Steun Remigranten en is thans bestuurslid van de Stichting Steun Remigranten en SSR en juridisch adviseur voor de Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah.
Latifa Lazaar beleidsadviseur bij Stichting Kezban, maakt huiselijk en eergerelateerd geweld bespreekbaar en is adviseur bij Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah, heeft deze mee opgezet in 1999. Is jarenlang werkzaam bij organisaties op het gebied van samenlevingsen diversiteitsvraagstukken.
Cynthia Plette was jarenlang werkzaam als consulente bij het Steunpunt Remigranten in Berkane. Momenteel beleidsmedewerker wetenschappelijke samenwerking bij het Nimar in Rabat.
Oka Storms verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie bij Vrije Universiteit Amsterdam, beleidsmedewerker en onderzoeker Huiselijk en seksueel geweld bij MOVISIE.
Joke Verkuijlen voorzitter van de Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah en mede initiatiefneemster voor de oprichting. Bestuurslid van de Stichting Steun Remigranten, heeft enkele jaren op het Steunpunt in Berkane gewerkt en en is sinds decennia werkzaam op het gebied van multiculturele vraagstukken en rechtposities van migrantengroepen.
Evelien Wernsen Vice-voorzitter en penningmeester bij Stichting Steun Remigranten en penningmeester bij Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah, is sinds de jaren tachtig betrokken en actief in multiculturele en Marokkaanse organisaties.
64
Adressen
Nederland:
St. Steun Remigranten Nederland SSR
[email protected] www.steunremigranten.nl Postbus 13073 3507 LB Utrecht St. Landelijke Werkgroep Mudawannah +31 (0)6-44614237
[email protected] Wichard van Pontlaan 19, 5302 XA Zaltbommel www.steunremigranten.nl Stichting Kezban +31 (0)6-12507996
[email protected] www.stichtingkezban.nl Steunpunt Huiselijk Geweld +31 (0)900-1262626 www.huiselijkgeweld.nl www.vooreenveiligthuis.nl Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) +31 (0)30-2367327 www.smn.nl Inspraakorgaan Turken (IOT) +31 (0)30-2343625 www.iot.nl
65
Vluchtelingenorganisaties Nederland VON +31 (0)20-5091370 www.vluchtelingenorganisaties.nl Kinder telefoon (gratis) +31 (0)800-0432 www.kindertelefoon.nl Rijksoverheid Nederland www.rijksoverheid.nl www.alsniemandietsweet.nl Immigratie Naturalisatie Dienst IND +31 (0)900-1234561 www.ind.nl/Contact www.ind.nl Den Haag: Marokkaanse Ambassade +31 (0)70 3469617
[email protected] www.marokkaanse-ambassade.nl Den Haag: Turkse Ambassade +31 (0) 70 302 31 00
[email protected] www.lahey.be.mfa.gov.tr
Marokko:
Steunpunt Remigranten Berkane 36, Route Oujda, Hay Marbouha 69320 Berkane Maroc t0 212 (0)536 61 24 56 00 212 (0)536 61 68 56
[email protected] www.steunremigranten.nl
Rabat: Global Rights +212 (0)537660410
[email protected] www.globalrights.org/morocco
Rabat: Nederlandse Ambassade +212 (0) 537219600
[email protected] www.ambassadepaysbasrabat.org Nador +212 (0) 53604848
[email protected] www.ambassadepaysbasrabat.org Ouarzazate: Ligue Démocratique pour les Droits des Femmes +212 (0)524890236
[email protected] [email protected] W www.flddf.org.ma Rabat: Ligue Démocratique pour les Droits des Femmes +212 (0)537293595 E
[email protected] W www.flddf.org.ma
De publicatie is te bestellen bij: St. Steun Remigranten Nederland SSR
[email protected] www.steunremigranten.nl St. Landelijke Werkgroep Mudawannah
[email protected]
66
Transnationale sociaal juridische hulpverlening Gedwongen achterlating in het land van herkomst Achterlatingen en gedwongen huwelijken vinden niet plaats in een sociaal vacuüm. Er liggen altijd conflicten in de sfeer van partnerkeuze, opvoeding en relaties aan ten grondslag, tussen echtgenoten, tussen ouders en kinderen, tussen families. In de context van families, sociale gemeenschappen, tradities en machtsverhoudingen worden deze conflicten nog complexer. Per definitie is gedwongen achterlating een vorm van geweld en schending van mensenrechten, van rechten van vrouwen en kinderen. Ten behoeve van vrouwen, jongeren en kinderen die gedwongen worden achtergelaten en/of te maken krijgen met gedwongen huwelijken, is deze publicatie geschreven. We willen hiermee de transnationale sociaal juridische hulpverlening voor migranten en vluchtelingengroepen een impuls geven op nationaal, transnationaal en internationaal niveau. Stichting Steun Remigranten Stichting Landelijke Werkgroep Mudawwanah