Sociaal Pedagogische Hulpverlening voltijd
Studiegids 2011 -2012
Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden
Algemeen Telefoon E-mail
: (058) 244 14 41 :
[email protected]
Opleiding Telefoon Telefax
: (058) 244 16 07 : (058) 244 14 80
2
STUDIEGIDS - DEEL
2
2011 / 2012
Voorwoord Wat wil je worden, Wie wil je zijn. Wat wil je bereiken, Wat is jouw doel, Wat is jouw uitdaging. Wat wil je leren. Dit zijn kernvragen die als een rode draad door ons leven lopen. Jij hebt na een oriëntatie op deze vragen, de keuze gemaakt voor de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). Na het Voortgezet Onderwijs (VO) of Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) wil je een bachelor diploma voor de zorg- en hulpverleningssector behalen. Samen met het docententeam van SPH heb je hiermee de verantwoordelijkheid op je genomen op zoek te gaan naar nieuwe uitdagingen. Je eigen handelen kritisch te bekijken en te werken aan jouw toekomstige rol als professional in de zorg- en hulpverlening. Een grote verantwoordelijkheid voor de opleiding, docent en student. Immers, aan het einde van de opleiding wachten mensen in een kwetsbare positie op jouw professionele interventies. Deze cliënten verwachten geen “zesje”, maar minimaal een “acht”. Bij SPH is leren “een zoektocht” en tijdens deze reis verwacht de Stenden hogeschool een positieve en onderzoekende houding van haar medewerkers en studenten. Wij vinden het belangrijk dat je deze verantwoordelijkheid beseft en zin hebt in nieuwe uitdagingen; dat je veel leert en dat je veel plezier hebt tijdens de opleiding. Belangrijk is dat je bereid bent daar offers voor te brengen die vereist zijn om te komen tot een volwaardige SPH professional. Colleges kunnen soms samenvallen met de werktijden van jouw bijbaan. In het belang van jouw toekomstige cliënt verwachten wij dat je bij de colleges aanwezig bent! Wij bieden je een opleiding die aansluit bij de huidige eisen van de zorg- en hulpverlening met een vakbekwaam docententeam, een veilige leeromgeving en goede leermethoden. De studiegids kun je als een routebeschrijving voor de zoektocht zien. Een nieuwe opleiding, een nieuwe leeromgeving, nieuwe docenten en nieuwe studenten. Best spannend ……toch? Zijn het vriendelijke mensen. De locatie: kan ik er eten? Is dat duur? Zijn de docenten; streng? Jong? Saai? Met humor? Is het flexibele structuur? Sluit het openbaar vervoer goed aan? Op bovenstaande vragen zul je de antwoorden voornamelijk zelf moeten ontdekken. Het doel van de studiegids is het studeren
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING
3
gemakkelijker te maken. Daarnaast om je duidelijkheid te geven in wat de rechten en plichten van de opleiding en van de student zijn. Lees het goed door zodat je weet hoe je moet handelen in bepaalde situaties en wat de wederzijdse verwachtingen zijn. Immers, je volgt nu het Hoger Beroeps Onderwijs en daar hoort een portie eigen verantwoordelijkheid bij. SPH hecht er veel waarde aan dat studenten gedurende hun opleiding in aanraking komen met internationale en multiculturele aspecten. We zijn er trots op dat de opleiding SPH deel uitmaakt van een internationale hogeschool met vestigingen in Zuid Afrika, Qatar, Thailand en Bali. Binnen de opleiding SPH kom je voornamelijk Nederlandse en Duitse studenten tegen. Binnen de hogeschool een verscheidenheid van nationaliteiten. Anticiperend op jouw rol als SPH professional, vinden wij het belangrijk rekening te houden met de verschillende achtergronden. Samenwerken, aanpassen, respect en geduld zijn veel gehanteerde kernwoorden in onze opleiding. Wij achten het van belang dat docenten en studenten oprechte belangstelling voor elkaar hebben. Communiceren met elkaar draagt er mede toe bij dat we voor een ieder, ondanks verschillende achtergronden, het onderwijs meer toegankelijk kunnen maken. Binnen SPH ben je verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Dat betekent niet dat je deze verantwoordelijkheid alleen draagt. Er staat een deskundige docentenstaf achter je die je graag een hand toereikt. Vraag hierom. Vanzelfsprekend volgen wij jouw leerontwikkelingen op de voet. Wij zijn een opleiding die grote waarde hecht aan preventie. Studentenparticipatie is van groot belang. Wij staan open voor feedback. De studenten in de Studentenraad (Stura) en opleidingscommissie (OC) volgen de onderwijsprocessen op de voet en hebben regelmatig overleg met het managementteam (MT) Je zult zien dat het voortijdige studie uitval kan voorkomen. Studeren aan een hogeschool in een nieuwe omgeving is spannend. Daar zijn we ons van bewust en daarom zijn we er voor jullie! Voel je welkom en weet ons te vinden. Heel veel succes met deze mooie studie toegewenst. Namens het docententeam, Alie Schokker Head of School Social Work and Arts Therapies 4
STUDIEGIDS - DEEL
2
2011 / 2012
Inhoudsopgave Leeswijzer bij de inhoudsopgave Het is voor de aspirant professional in het kader van o.a. zelfmanagement van groot belang te weten wat er in de studiegids beschreven wordt. Kennis van de studiegids voorkomt onnodig zoeken naar informatie. In hoofdstuk 1 wordt algemene informatie gegeven over de opleiding SPH, de structuren van de opleiding, inspraak, openingstijden secretariaat, de examencommissie, de toetscommissie en de wijze van communiceren. In hoofdstuk 2 komt de visie op de inhoud van het curriculum, de onderwijsinhoud evenals de te behalen studiepunten aan de orde. Hoofdstuk 2 behandelt ook het examenreglement deel 2 en het moduul tentamenreglement. Hoofdstuk 3 behandelt de Stenden hogeschool voorzieningen voor studenten. Hoofdstuk 4 behandelt regelingen over ziekte en bijzondere omstandigheden.
Voorwoord 3 Inhoudsopgave
5
1. 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Inleiding 8 De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) 8 Visie op onderwijs binnen de Stenden hogeschool 12 Voltijdopleiding en Deeltijdopleiding SPH 13 Onderwijsinhoud 14 Onderwijsvormgeving 15 Praktijk 15 Studieloopbaanbegeleiding 16 Organisatiestructuur en onderwijsorganisatie 17 Deelraad (DMR) School SW&AT 18 Opleidingscommissie School SW&AT 18 Teamvergaderingen/ Muzisch Expertgroep/ Stagevergaderingen/ Onderwijsdebat/ Agogenoverleg 18 1.2.4 Studentenraad (Stura) School SW&AT 18 1.2.5 Examencommissie 19 1.2.6 Toetscommissie 20
STENDEN hogeschool
CWS/
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING
5
1.2.7 1.2.8 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Curriculumcommissie 20 Adviesraad 21 Kwaliteitszorg 21 Internationalisering 22 Dienstverlening 24 Secretariaat SPH/CT 24 Frontdesk (zie ook H.3) 24 Interne communicatie/ ELO (zie ook H.3) / Electronische LeerOmgeving 25 1.9 Bureau Externe Contracten (BEC) 25 1.10 Ziekmelding (zie ook H.4) 25 1.11 Studenten afkomstig uit het buitenland (w.o. Duitse studenten)25 1.12 Klachten en verbeterpunten 26 2
Onderwijs- en examenregeling van de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Leeuwarden 27 2A Onderwijsbeleid (Basis; onderwijsbeleidsdocument SPH) 27 2A.1 Omschrijving van het beroep waartoe opgeleid wordt 27 2A.2 Verantwoording van het onderwijs 28 2A.3 Opvattingen over leren en onderwijzen 30 2A.4 Onderdeel Curriculum 36 2A.5 Lestijden 51 2A.6 Studeerbaarheid 51 2A.7 (Bindend) Studieadvies (BSA) 52 2A.8 Veranderen van opleiding binnen het Instituut en Stenden hogeschool 55 2A.9 Kosten 55 2A.10 Vrijstellingsbeleid: Elders Verworven Competenties (EVC) en accreditation of prior learning and experience (aple); februariinstroom 56 2A.11 Vrijstellingen 56 2A.12 Studiebelasting 58 2B De opleidingsexamenregeling opleiding SPH 2011/2012 59 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 6
Voorzieningen voor Studenten 70 Informatievoorzieningen Leeuwarden 70 I study 70 SMC & IRC International Leeuwarden 71 Het decanaat 72 Handicap & studie 73 Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag 74 STUDIEGIDS - DEEL
2
2011 / 2012
3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 3.19 3.20 3.21 3.22 3.23 3.24
Het roosterbureau Leeuwarden 74 Information & Registration Centre 75 Registratie Studieresultaten Leeuwarden 75 Toetsen 76 ICT & Media 76 Intranet 77 Blackboard (ELO) Leeuwarden 78 The Library 78 Stenden shop 79 Het Alumni Netwerk 79 EHBO, noodplan 80 Bedrijfsrestaurant Canteen, IF; restaurant.nl Randstad uitzendbureau Leeuwarden 82 Teach-Inn kapsalon 82 ABN-AMRO bank 82 Expect locatie Leeuwarden 83 Leeuwarden Studiestad 84 Voordelig spierpijn! 84
81
4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden 86 4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden 86 4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies 87 4.3 Studievertraging 87 4.4 Bijzondere omstandigheden 88 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking 89 4.6 Regeling medische verklaring in geval van ziekte 93 4.6.1 Doel van de verklaring 93 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring 94 4.7 Studeren en RSI (CANS) 94 5 Adressenlijst
96
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING
7
Hoofdstuk 1
1. Inleiding Deze studiegids bevat informatie over je opleiding SPH aan Stenden hogeschool als onderdeel van de School Social Work and Arts Therapies (voorheen SPH/CT). Zij geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en van de ondersteunende faciliteiten. De studiegids heet formeel: ‘Het studentenstatuut deel 2’. In het studentenstatuut deel 1 vind je informatie die niet alleen voor jouw opleiding geldt, maar voor de hele hogeschool. 1.1 De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) De opleiding SPH telt 680 studenten en 50 medewerkers en docenten (exclusief werkveldspecialisten). De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening, kent twee varianten; voltijd opleiding SPH deeltijd opleiding SPH De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening behoort tot het Hoger Sociaal Agogisch onderwijs (HSAO). SPH is een brede opleiding zowel onderwijsinhoudelijk als ten aanzien van de doelgroepen. Je wordt opgeleid om te kunnen werken met kwetsbare cliënten, jongeren, volwassenen, ouderen en voor werkplekken die liggen in het gebied tussen voorlichting, preventie en gesloten residentiële voorzieningen op uitvoerend HBO niveau staf-en coördinerend en/of managementniveau.
Deze teams verzorgen de uitvoering en vernieuwing van het onderwijs. Stenden hogeschool kent één onderwijsmodel voor de gehele hogeschool, namelijk thematisch geïntegreerd onderwijs met probleemgestuurd onderwijs als grondvorm. Daarnaast zijn er verwante onderwijsvormen gekozen voor de tweede fase van de opleidingen binnen SPH die recht doen aan het zelfstandiger studeren van de student. In het Course document 2010 heeft de opleiding haar visie op de kwetsbare cliënt, op het beroep, op de competenties, de maatschappij, de toekomst, op haar didactiek, haar curriculum, op toetsing en beoordeling van de opleiding beschreven. Daar waar mogelijk, vindt er samenwerking plaats tussen de opleidingen Creatieve Therapie (CT) en SPH. Samen vormen zij de School Social Work and Arts Therapies. 8
STUDIEGIDS - DEEL
2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
Op landelijk niveau participeert de opleiding SPH in verschillende overlegvormen tussen andere vergelijkbare opleidingen. Derhalve sluit de opleiding nauw aan bij ontwikkelingen die ook landelijk in gang gezet worden- (LOO en HSAO-overleg).
Lectoraten School Social Work and arts Therapies De lectoraten Social Work and Arts Therapies, Mens en Organisatie, Change management en Leadership vormen een onderdeel van de School Social Work and Arts Therapies. Doel van de lectoraten is om onderzoek te verrichten vanuit een relevante missie, die nauw aansluit bij de missie van de opleidingen SPH en CT en gericht is op het bereiken van maatschappelijke effecten. De lectoraten willen met onderzoek een bijdrage leveren aan de missie van de opleidingen SPH en CT: Een bijdrage leveren aan het realiseren van innovaties ter verbetering van de positie van de kwetsbare mens in de samenleving. De lectoraten helpen de onderzoeksvaardigheden van docenten en studenten vergroten en leveren daarmee een bijdrage aan de wetenschappelijke fundering van de beroepsopleidingen. Stenden hogeschool wil als internationale hogeschool met een lector verdere professionalisering van beide studierichtingen een krachtige stimulans geven. De inhoudelijke onderzoekslijn van de School richt zich op het ontwikkelen van innovaties c.q. verbeteringen in de behandeling van cliënten en in de organisatie van hulpverleningsprocessen, door onderzoek te verrichten naar: de relatie tussen netwerk, behandeling en welbevinden van het individu; de netwerkbenadering in de behandeling; de aantoonbaarheid en effectiviteit van behandelingen; de netwerkbenadering met betrekking tot de (hulpverlening)organisaties, de wijze van organiseren, leiderschap. Uitgangspunt daarbij is dat ieder mens in staat is om zijn eigen leven en toekomst te beïnvloeden door ontwikkeling en keuzen (persoonlijk
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING
9
Hoofdstuk 1
leiderschap) en dat elk mens onderdeel uitmaakt van een sociaal netwerk. Lectoraat Social Work & Arts Therapies De Lector Social Work and Arts Therapies, Marinus Spreen, is al een aantal jaren nauw verbonden aan de opleidingen SPH en CT. Hij begeleidt een kennisinnovatie kring Social Work & Arts Therapies bestaande uit docenten SPH en CT en deskundigen uit het werkveld. Deze legt zich daarbij vooral toe op de vergroting van de kennis over organisatie en beleid van de (gezondheids)zorg, het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek en de begeleiding van studenten en docenten. Het lectoraat draagt ertoe bij dat de Stenden hogeschool hooggekwalificeerde beroepsbeoefenaren in de zorgverlening aflevert. Wat kan het lectoraat voor jou als student betekenen? In het SPH en CT lesprogramma 2010-2011 zijn modules opgenomen gericht op het vergroten van je onderzoeksvaardigheden. Naast dit reguliere programma heb je in het schooljaar 2010-2011 de mogelijkheid om als student mee te werken aan interessante onderzoeksprojecten in het werkveld. Als je op zoek bent naar een uitdagende (afstudeer)opdracht en gemotiveerd bent om naast je hulpverleningsvaardigheden ook je onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen, is het zeker aan te raden om contact op te nemen met de lector of de leden van de kennisinnovatie kring.Zij hebben namelijk op meerdere gebieden expertise in huis. Daarnaast vormt het lectoraat ook een schakel naar het werkveld. De meeste kenniskringleden zijn één of meerdere dagen per week verbonden aan een hulpverleningsorganisatie. Onderzoeksdomeinen van het schooljaar 2010-2011: De ontwikkeling van praktische N=1 analyse technieken Systeemgericht werken, voorbeelden van aandachtsgebieden: De invloed van het netwerk bij voorkoming schooluitval De invloed van het netwerk bij de hulp aan jonge ouders De invloed van het netwerk op gezondheidsleefstijlen Sociale netwerk benaderingen in de Forensische Psychiatrie Loyaliteit van kinderen naar hun ouders Herhaling van geweldspatronen door generaties Ouderenhulpverlening Verstandelijke beperkingen Internationalisering binnen CT ICT in de buurten 10 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
Indien jouw onderzoeksresultaten geschikt zijn voor publicatie kan het lectoraat jou ook helpen bij het leren schrijven van een (wetenschappelijk) artikel voor een SPH gerelateerd tijdschrift. Dit is zeer leerzaam als je bijvoorbeeld het voornemen hebt om als SPH’er of CT er op termijn een beleidsfunctie te bekleden of als je van plan bent om verder te studeren. Lectoraat Leadership and Changemanagement Het LectoraatLeadership and changemanagement richt zich op de rol van functie van leiderschap bij veranderingen in organisaties. Het Lectoraat is in 2008 ingesteld als een Stenden breed Lectoraat. De kenniskring (research group) bestaat dan ook uit een brede vertegenwoordiging binnen Stenden. Alle leden van de kenniskring volgen een individueel promotie traject. Zij doceren, doen onderzoek, verzorgen lezingen op nationale en internationale congressen en publiceren. Naast de vijf vaste leden van de kenniskring worden een aantal Masters studenten en Phd studenten, allen docenten aan Stenden door leden van de kenniskring begeleid bij het doen van onderzoek. Hiermee ondersteunt het Lectoraat de academisering van Stenden. Leiderschap is een breed thema dat op verschillende manieren kan worden bestudeerd en beschreven. De onderzoeks- en leeropdracht van dit Lectoraat richt zich vooral op ‘waarden gedreven leiderschap’. Hierbij staat niet de economische of productieve organisatie, maar de mens als medewerker en leidinggevende in de organisatie centraal. Naast de brede belangstelling voor allerlei soorten organisaties, zoals onderwijs, zorg en de hotelwereld van de leden van de kenniskring, richt het lectoraat een belangrijk deel van haar aandacht op de opleiding SPH/CT. De lector, Gabriël Anthonio is part time verbonden aan Stenden. Hij studeerde o.a. agogisch- en maatschappelijk werk en pedagogiek en heeft een functie bestuurder in de jeugdzorg. Hierdoor liggen er natuurlijke verbanden tussen het Lectoraat en de opleiding SPH/CT. De lector verzorgt een aantal gastcolleges en is betrokken bij de minor jeugdzorg.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 11
Hoofdstuk 1
Lectoraat Mens en Organisatie Dit lectoraat Mens en Organisatie richt zich op mens en organisatieontwikkeling met daarbij speciaal aandacht voor leiderschapen gemeenschapsontwikkeling. Het gaat daarbij om vraagstukken van leiderschap en zingeving, het zoeken en onderzoeken van veranderprocessen, van mens en organisatieontwikkeling. De community speelt daarin een grote rol evenals de innerlijke zieletaal die daarbij gesproken wordt in organisatiecontexten. Het lectoraat werkt met de methodologie van de evidentie. Deze staat in relatie tot constructivisme, ontwikkelingstheorien, appreciative inquiry en 4th generation evaluation. Het lectoraat is breed opgesteld en beoogt alle opleidingen te voeden met methodologische gezichtspunten omtrent persoonlijke leiderschapsontwikkeling. Daartoe organiseert het lectoraat masterclasses en een minor. In het kader van de minor en stages kun je als student deelnemen aan onderzoeken in het kader van dit lectoraat. De kenniskring Mens en Organisatie doet onderzoek in eigen praktijk naar het vraagstuk van leiderschap, gemeenschap en zingeving. Daarover publiceert de lector regelmatig artikelen en boeken. Dit lectoraat draagt bij aan de vernieuwing van de methodologie voor onderzoek in het sociale.
1.1.1 Visie op onderwijs binnen de Stenden hogeschool Binnen Stenden staat de student centraal. Van de student wordt verwacht dat hij in hoge mate zelf verantwoordelijkheid draagt voor zijn leerproces. Hij geeft in het licht van zijn beroepsperspectief op zelfstandige wijze vorm aan zijn studie. De student wordt daarom aangesproken als “aspirant professional”. Het is de verantwoordelijkheid van de opleiding de condities te realiseren, waarbinnen de student de gewenste beroeps- en studievaardigheden kan ontwikkelen, zoals: reflecteren, leervragen formuleren, probleemoplossend handelen, informatie verwerven en verwerken, plannen, evalueren, samenwerken, communiceren, effectief studeren en verrichten van onderzoek. Het is de bedoeling dat de student vooral betekenis- en toepassingsgericht kennis en inzicht verwerft. Van de docent wordt verwacht dat hij de student op effectieve wijze stuurt en ondersteunt in zijn ontwikkelingsproces naar beroepsbeoefenaar. Dat betekent dat de docent meer een begeleider van leerprocessen is, dan iemand die kennis overdraagt.
12 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
De opleiding SPH heeft het onderwijsprogramma opgebouwd vanuit de landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofielen. In hoofdstuk 2 wordt hier inhoudelijk op in gegaan. Stenden hogeschool werkt volgens studentgecentreerd onderwijs met Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) als grondvorm. Het studieprogramma wordt zo beschreven dat het duidelijk is welke competenties de student moet bereiken en welke studiebelasting daarmee gepaard gaat. Zoveel mogelijk worden theorie en praktijk gekoppeld. Verdere vormgeving van leerbedrijven, dienstencentra, duale routes en andere praktijkcomponenten is daarvoor belangrijk. Deze visie op onderwijs is vastgelegd in het “Conceptonderwijsbeleidsdocument SPH”,”Wereldwijd onderwijs” en het Course Document. 1.1.2 Voltijdopleiding en Deeltijdopleiding SPH De in deze studiegids opgenomen informatie en regelgeving is tevens van kracht voor studenten die de SPH deeltijdvariant volgen, Afwijkingen en uitzonderingen op de in deze studiegids vermelde informatie en regelgeving zijn in een aparte SPH deeltijduitgave vermeld. De studenten van de SPH deeltijdvariant kunnen deze bijlage van de digitale leeromgeving downloaden. De deeltijdopleiding SPH is een afgeleide van de voltijdopleiding, waarbij de eigen praktijk maximaal verwerkt is in het curriculum. Afstand onderwijs, praktijkleren, (zelf)management zijn nader uitgewerkte accenten in de deeltijd opleiding.
De opleiding SPH wordt zowel in een voltijd als een deeltijd variant aangeboden. In beide gevallen doorloop je een vierjarig traject. Voor de opleiding SPH is het mogelijk om in bepaalde gevallen vrijstellingen te verkrijgen. Daartoe wordt het systeem van Eerder Verworven Competenties (EVC, zie index) gehanteerd. Wanneer je studievertraging oploopt, is het programma zo geconstrueerd dat die vertraging tot een minimum beperkt kan blijven door o.a. verschillende instapmomenten van de onderscheiden programmaonderdelen. Het programma kent, naast het verplichte programma, de minor in de hoofdfase van de voltijdopleiding. Ze bieden je de mogelijkheid om je verder te specialiseren in een door jou gekozen richting of je te verbreden. Studenten kunnen kiezen uit een breed minoraanbod van Stenden
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 13
Hoofdstuk 1
hogeschool, of van andere hogescholen en universiteiten in binnenland of buitenland. In het kader van de Bachelor-Master structuur, zul je, als je de opleiding met goed gevolg hebt afgerond, een bachelor diploma krijgen. De titel voor SPH is: "Bachelor of Social Work". Na een bacheloropleiding kun je doorstromen in de master-opleiding.
1.1.3 Onderwijsinhoud Het curriculum gaat uit van een geactualiseerd beroepsprofiel, waarvan het opleidingsprofiel is afgeleid. De opleidingsprofielen zijn geformuleerd in termen van competenties. Het begrip “beroepscompetentie” wordt als volgt gedefinieerd: “het gestructureerd en geïntegreerd vermogen tot het adequaat verrichten van arbeidshandelingen en het oplossen van arbeidsproblemen.”. Op basis van landelijk onderzoek binnen het Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs zijn er voor de opleiding SPH basiscompetenties vastgesteld waar gedurende de studietijd aan gewerkt wordt. Deze competenties zijn: Anticiperen, Communiceren, Samenwerken, Methodisch handelen, Innoveren, Conceptueel en Normatief handelen, Leiding geven, Zelfhantering. Deze competenties worden naar de beroepscontext vertaald aangeleverd. Voor de opleiding SPH geldt dat de opleiding contact heeft met andere SPH opleidingen in het land omtrent de invulling van het curriculum. Via het HSAO (h)erkend project heeft de opleiding zich gecommitteerd aan de voorwaarde dat 85% van het eigen SPH, dezelfde opleidingscompetenties zullen bevatten als de andere opleidingen in het land. 15% van het curriculum mag naar eigen wens ingevuld worden en is bedoeld voor het onderscheiden van andere opleidingen. De opleiding SPH heeft haar visie op hulpverlening verwoord in het course document 2010.
14 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
1.1.4 Onderwijsvormgeving Stenden hogeschool werkt met negenweekse modulen (inclusief de studieweek, zijn dit 10 weken). Bij de inrichting van het onderwijs gelden de uitgangspunten: - Modulaire structuur; studenten kunnen zich op een bepaald onderwerp concentreren en worden regelmatig getentamineerd - Thematisch interdisciplinaire aanpak; de inhoud van het onderwijs sluit aan bij de situatie in het werkveld - Studentgecentreerd onderwijs met PGO of aan PGO verwante vormen als grondvorm; gericht op het “leren” van studenten - Integratie van theorie en praktijk; de nadruk van het beroep ligt op praktische en bruikbare kennis. De deeltijdopleiding werkt volgens concurrency methode waarbij de beroepspraktijk geldt als onderdeel van de leeromgeving van de student. - Internationale oriëntatie als voorbereiding op een multiculturele samenleving en een Verenigd Europa - Studeerbaar programma; zodat studenten geen onnodige belemmeringen ondervinden bij het volgen van het onderwijsprogramma - Verscheidenheid in toetsvormen, assessments en vaardighedentoetsing 1.1.5 Praktijk Beroepsgerichtheid is een onderwijskenmerk dat belangrijk wordt gevonden door HBO instellingen. De opleiding SPH geeft daar op eigen wijze vorm aan. Door de keuze voor Probleem Gestuurd Onderwijs heeft de opleiding vanaf het begin van het eerste jaar, de praktijk centraal willen stellen. De taken waaraan je als student in het PGO onderwijs moet werken, zijn zoveel mogelijk geschreven vanuit directe praktijksituaties waarmee de beroepskracht te maken krijgt. De stages (of praktijkopdrachten), al vanaf het eerste leerjaar van de opleiding, confronteren je heel direct met de beroepspraktijk. In de loop van je opleiding zullen er steeds meer vaardigheden van je gevraagd worden in deze praktijkleerperiodes, totdat je aan het einde van de hoofdstage de vaardigheden hebt van een beginnend beroepsbeoefenaar. Stages kunnen in Nederland en in het buitenland uitgevoerd worden. Naast de stage en leerbedrijven, worden ook andere praktijkleervormen op hun waarde getoetst voor de opleiding. Een andere vorm van werken met en in de praktijk zijn de ContractWerkstukken (CWS), onderzoeksprojecten en vrijwilligerswerk.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 15
Hoofdstuk 1
1.1.6 Studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaanbegeleiding (SLB), voorheen leerprocesbegeleiding (LPB), is een onderdeel van het onderwijsprogramma SPH, dat door alle jaren heen plaatsvindt. Belangrijke doelstellingen en uitgangspunten bij deze begeleidingsvorm zijn: SLB draagt bij aan zelfreflectie en –selectie door de student, zelfsturing van de professionele ontwikkeling en bevordering van de studievoortgang.
SLB verbindt het verleden (verkregen competenties), het heden en de toekomst (beroep/functie, vereiste opleidingskwalificaties) van de student en bevordert de integratie van diens persoonlijke en professionele ontwikkeling.
SLB draagt bij aan de wisselwerking met de praktijk en de daarin door de student te maken keuzes (vrijwilligerswerk, minoren en stage/werk) onderzoeksopdrachten
SLB biedt ruimte voor studenten om zaken in te brengen die bepalend zijn voor hun studievoortgang, studiekeuzes, professionele & persoonlijke groei, waardoor zij zich voldoende (h)erkend voelen.
SLB benut de steun die studenten onderling kunnen bieden en krijgen (in de groep), maar biedt tevens ruimte voor individuele aandacht en begeleiding door de SLB-begeleider.
De invulling van de SLB (agenda bijeenkomsten) is voldoende sturend op inhoudelijke thema’s, zodat eenduidigheid in de uitvoering ontstaat.
De SLB- beoordeling vindt plaats aan de hand van heldere en relevante criteria.
16 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
De SLB is een vast ankerpunt voor de student, enerzijds door de planmatige aanpak en verantwoording (POP en Portfolio), anderzijds door continuïteit in groepen en begeleider.
1.2 Organisatiestructuur en onderwijsorganisatie De opleiding SPH maakt samen met de opleiding Creatieve Therapie deel uit van de School Social Work and Arts Therapies. Naast een Head of School zijn er binnen de School een teamleider voor SPH-voltijd, teamleider SPH-deeltijd en een teamleider Creatieve Therapie. De Academic Dean is verantwoordelijk voor onderwijsvernieuwing van beide opleidingen binnen de School. De Head of School is eindverantwoordelijk, de Dean is verantwoordelijk voor de onderwijsinhoud en de teamleiders hebben gedelegeerde bevoegdheden. Het management krijgt ondersteuning van een gecentraliseerde staf. Overlegvormen Overleg Management Team (MT)
Deelnemers Head of School, Academic Dean en teamleiders Teamvergadering SPH Teamleden SPH en teamleider Teamvergadering SPH deeltijd Teamleider en teamleden SPH deeltijd Expertiseteam vt / CWS / Specialisten stageteam
Head of School Academic Dean a.i. Teamleiders Team SPH deeltijd Team SPH voltijd Team CT
STENDEN hogeschool
Mw. Drs. A. Schokker Dhr. R. Kuipers Mevr, I. Smit Dhr. C. van Heerewaarden Dhr.R.J. Kuipers, tijdelijke waarneming
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 17
Hoofdstuk 1
1.2.1 Deelraad (DMR) School SW&AT De opleiding heeft een deelraad. In de deelraad hebben zowel medewerkers als studenten zitting. De Head of School is ervoor verantwoordelijk dat de leden van de medezeggenschapsraad tijdig worden geïnformeerd over het beleid binnen de opleiding. In het reglement van de deelraad (DMR) is vastgesteld over welke zaken de deelraad instemmingsrecht heeft en over welke zaken adviesrecht (zie Studentenstatuut deel I).
1.2.2 Opleidingscommissie School SW&AT Deze commissie heeft tot taak advies uit te brengen over de onderwijsen examenregeling, het beoordelen van de wijze van uitvoeren van deze regeling en het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de Head of School over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de opleidingen SPH en CT. De samenstelling van de Opleidingscommissie bestaat uit studenten en docenten. 1.2.3 Teamvergaderingen / Muzisch expertgroep / CWS / Stagevergaderingen / onderwijsdebat / Agogenoverleg De teamvergadering heeft een platformfunctie. Naast actuele onderwijszaken worden eveneens veranderingen op het gebied van onderwijsinhoud en organisatie voorgelegd ter advisering. Daarnaast kent de opleiding onderwijsdebatten en kenniskring bijeenkomsten, vergaderingen van het stageteam en supervisie, CWS-vergaderingen en bijscholing en overleg van het muzisch expertteam, het agogen overleg en het overleg met de Raad van Advies 1.2.4 Studentenraad (Stura) School SW&AT De studentenraad behartigt de belangen van studenten. Deze belangen kunnen zowel de onderwijsinhoud, de onderwijsorganisatie als de randvoorwaarden betreffen. De Hogeschoolraad en de Opleidingscommissie zijn wettelijk voorgeschreven in de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek; het instellen van een Studentenraad (een Stura) is een serviceverlening aan de studenten door de opleidingen zelf (zie voor nadere informatie hieromtrent ook het Studentenstatuut deel 1). De Stura organiseert ook de SSW, klachtenspreekuur en feesten. De Stura voert één keer per kwartaal overleg met de Head of School en/of teamleider van SPH en CT.
18 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
De opleiding stimuleert studenten te participeren in hun opleiding voor verhoging van de kwaliteit. Studenten kunnen hiermee studiepunten verkrijgen. 1.2.5 Examencommissie De Examencommissie van de School Social Work and Art Therapies is verantwoordelijk voor alle zaken die het opleidngsexamenreglement betreffen (zie deel 1 studentenstatuut). De Examencommissie stelt de examenresultaten vast, brengt het studieadvies uit (zie ook BSA) en stelt vast welke studenten geslaagd zijn voor respectievelijk het propedeusegetuigschrift en het SPH-diploma. In geval van vrijstellingen (zie ook EVC) dient de Examencommissie toestemming te geven voor de vrijstellingen en een eventuele aangepaste studieroute. De examencommissie ziet toe op de kwaliteit van de toetsing en het niveau. Op ELO, onder ‘Examencommissie’ staan de vergaderdata en belangrijke mededelingen van de Examencommissie. Ook staat hier de informatie voor correspondentie met de examencommissie .
Per 1 juli 2011 kennen we een Examencommissie voor de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd en deeltijd) en Creatieve Therapie (voltijd en verkort) gezamenlijk. Deze gezamenlijke commissie voert de werkzaamheden uit zoals vastgelegd in het Studentenstatuut deel 1 en deel 2 van de School Social Work and Arts Therapies. De Examencommissie is als volgt samengesteld: Voorzitter, onafhankelijke rol Rommy Schaap Deskundige opleiding SPH Pieter van Bentum Deskundige opleiding CT Ton Turkenburg Lid met juridische expertise Saskia Polak Secretaris/ambtelijke ondersteuning vacature Adviseurs Pieter Looze Hannie van der Gijp De examencommissie is
[email protected]
STENDEN hogeschool
bereikbaar
onder
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 19
Hoofdstuk 1
1.2.6 Toetscommissie De toetscommissie is een onderdeel van de examencommissie en verantwoordelijk voor de samenstelling, uitvoering en controle van alle toetsen binnen de opleiding SPH. Klachten over toetsen worden door de examencommissie voorgelegd aan de toetscommissie voor advies. Ook stelt deze commissie de toetsrooster samen. Legitimatie Iedere student dient zich op verzoek te allen tijde door middel van een geldige collegekaart te legitimeren. In beginsel is deelname aan een toets uitgesloten, indien de student de voor het betreffende studiejaar geldige collegekaart niet bij zich heeft. Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier, mag je niets anders op je tafel hebben tijdens de toets dan de toets zelf, de collegekaart, de schrapkaart, (zie MTR 16a.1).
Voor alle toetsen geldt dat je je minimaal twee weken van tevoren via Progress moet aanmelden. Maak zelf een print van je intekening. Eerstejaars toetsen worden weliswaar drie keer aangeboden, maar je mag er per studiejaar twee van benutten. Voor verzoeken, uitzonderingen, etc. dien je je schriftelijk te wenden tot de Examencommissie van SPH (zie 2A.15 in dit Studentenstatuut deel 1).Zie voor de voorwaarden het onderwerp “examencommissie”.
1.2.7Curriculumcommissie De CuCo is verantwoordelijk voor de inhoud, bijstelling en vernieuwing van het curriculum, de blauwdrukken, de moduulevaluaties en de toetsing, met als doel dat het curriculum voldoet aan de accreditatieeisen. Per 1 juli 2011 kennen we een curriculumcommissie voor de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd en deeltijd) en Creatieve Therapie (voltijd en verkort) gezamenlijk. Deze gezamenlijke commissie doet voorstellen aan het MT School Social Work and Arts Therapies over de curricula van beide opleidingen. De curriculumcommissie is als volgt samengesteld: Academic Dean (voorzitter): Roland Kuiper Twee leden vanuit SPH: Henk Boonstra Margot Stelpstra
20 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
Twee leden vanuit CT
Onderwijskundige vanuit ESO
(vervanging Ina Smit) Sjaak Sophie Hanneke Beers vacature
1.2.8 Adviesraad De opleiding hecht grote waarde aan actualisering van het opleidingsprofiel. De Adviesraad speelt daarbij een belangrijke rol. De Adviesraad is samengesteld uit vertegenwoordigers van verschillende, voor de opleiding SPH en CT relevante, werkvelden en maatschappelijke organisaties. Een belangrijke doelstelling van de Adviesraad is de wisselwerking tussen opleiding en werkveld te intensiveren en het management gevraagd en ongevraagd te adviseren voor wat betreft beleid, organisatie en uitvoering van het onderwijs. Periodiek wordt overleg met de Adviesraad gevoerd omtrent zaken als onderwijsvernieuwing, aansluiting van de opleiding op het werkveld, beroepsgerichtheid van de opleiding.
1.3 Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg richt zich o.a. op het evalueren van het primaire proces; het onderwijs. Dit met het doel om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en te verbeteren. Evalueren moet hierbij gezien worden als een onderdeel van het totale proces van kwaliteitszorg, waaronder ook aspecten als personeel en organisatie vallen. Tijdens het evalueren worden door middel van schriftelijke enquêtes gegevens over het onderwijs verzameld, verwerkt en gerapporteerd. Aanvullende informatie wordt verkregen door panelgesprekken, waarin studenten op diverse onderdelen mondeling hun mening kunnen toelichten en suggesties ter verbetering kunnen aandragen. De uitkomsten van de verschillende evaluatieonderdelen worden verwerkt in revisies van het onderwijsprogramma en de ontwikkelingen rondom de onderwijsvernieuwing. Studenten worden gestimuleerd betrokken te zijn bij dit proces van kwaliteitsbewaking en -verbetering van hun opleiding. Bij de evaluatie van het primaire proces wordt rekening gehouden met opleidingsspecifieke kenmerken. Op hogeschoolbreed niveau heeft het Instituut deelgenomen aan een interne positiebepaling volgens het EFQM-model (European Foundation for Quality Management). Doel van het EFQM-traject is met vertegenwoordigers uit diverse geledingen van
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 21
Hoofdstuk 1
een opleiding vast te stellen in welke fase de het instituut zich bevindt op weg naar totale zorg voor kwaliteit. Hierbij wordt gekeken naar negen aandachtsgebieden voor een onderwijsorganisatie, waaronder beleid en strategie, waardering door personeel, waardering door klanten (studenten) en eindresultaten. De rapportage van deze positiebepaling geeft verbeterpunten aan die de opleiding verwerkt in haar plannen voor verbetering.
1.4
Internationalisering
Uitgangspunten Stenden Hogeschool is een internationale georiënteerde Hogeschool met vestigingen in Zuid Afrika, Thailand, Dubai en op Bali. De opleiding SPH functioneert binnen dit internationale Hogeschool kader. Vandaar dat internationalisering en interculturele sensitiviteit geïmplementeerd is in het opleidingsprogramma en studenten gestimuleerd worden gebruik te maken van de internationale mogelijkheden tijdens de studie. De opleiding hecht belang aan dit internationale kader omdat je als SPHer gaat werken in een multiculturele context. We willen je de mogelijkheid bieden om te functioneren in een internationale arbeidsmarkt (binnen Europa). Door de toenemende internationale communicatiemogelijkheden via bijvoorbeeld internet, word je geacht op de hoogte te zijn van een Engelstalig begrippenkader van het vakgebied en internationale vakliteratuur. Een aantal voorbeelden:
De opleiding is aangesloten bij EASSW, de Europese organisatie voor opleidingen voor Social Work We stimuleren studenten om een deel van hun studie in het buitenland te doen of een stage in het buitenland te doen SPH-studenten maken gebruik van de campus in Zuid-Afrika, Port Alfred en Thailand, Studenten kunnen zowel in het tweede als het vierde jaar stage lopen vanuit de Campus in Zuid-Afrika We bieden een Engelstalige minor Humanitarian Management in samenwerking met IHM met internationale stageplaatsen. Deze minor wordt bezocht door veel buitenlandse studenten. Voor studenten een unieke mogelijkheid om in een internationale klas
22 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
met studenten van heel verschillende achtergrond samen te werken We bieden een Engelstalige minor “Network Analysis”aan waarin je twee weken theorie krijgt over het N=1 onderzoek, het werken met genogrammen en het in kaart brengen en analyserren van het bredere netwerk van de cliënt en het cliëntsysteem. Daarna werk je zes weken in de praktijk met het toepassen van dat wat je in de theorie hebt geleerd. in het kader van exchange voor studenten en docenten heeft de opleiding samenwerkingscontracten met opleidingen in Engeland, België, Schotland, Italië, Finland, Zweden en Duitsland. Dat betekent dat je als student in het kader van internationale uitwisseling voor 20 weken in het buitenland kunt studeren De opleiding heeft (stage)contacten in het buitenland, zowel binnen Europa als daarbuiten. Dit biedt je de mogelijkheid om kwalitatief hoogwaardig gegarandeerde stage in het buitenland te lopen Internationalisering en interculturele sensitiviteit zijn waar relevant geïmplementeerd in de lesstof Studenten worden gestimuleerd zich internationaal te oriënteren Geregeld gaan docenten naar het buitenland om internationale samenwerking te verbreden en te verdiepen Bezoek van groepen Duitse/Belgische studenten aan onze opleiding Het Europese studiepunten systeem wordt gehanteerd In 2007 is er een samenwerkingscontract afgesloten met een Duitse opleiding in Velbert voor bachelor doorstroming naar Stenden. De opleiding kent een toenemende instroom van Duitstalige studenten. Ter ondersteuning van het Nederlandstalig lesprogramma wordt er door de opleiding bij binnenkomst een cursus Nederlands aangeboden. (NT2) van 30 weken. De opleiding SPH vindt het belangrijk dat haar studenten de Engelse taal beheersen in woord en geschrift.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 23
Hoofdstuk 1
1.5 Dienstverlening De opleiding werkt nauw samen met het Roosterbureau (zie hoofdstuk 3). In een onderwijssysteem waarin per tien weken een ander moduul aangeboden wordt en dus nieuwe roosters gemaakt worden, is een roosterbureau een belangrijke ondersteuning voor het primaire proces. In de regel wordt in week 8 van een voorafgaand moduul via intranet het rooster aangeboden van de nieuwe moduulperiode. . Een andere vorm van ondersteuning wordt geboden door de medewerker van Progress. In Progress kun je de studieresultaten lezen die jij behaald hebt (zie hoofdstuk 3). Via het netwerk kun je inloggen op Progress en daarmee regelmatig je studieresultaten controleren. Er zijn afspraken gemaakt binnen de opleiding: a. in de regel worden de studieresultaten van een moduul bekend gemaakt, drie weken na afloop van de moduul; b. docenten vermelden hun uitslagen zelf in Progress. c. staan er onjuistheden in de uitslaglijsten dan wend je je tot de desbetreffende docent. NB: Al je studieresultaten kun je via het netwerk lezen. Controleer als student regelmatig je studieresultaten. Maak regelmatig een print voor je portfolio 1.6 Het secretariaat SPH en CT Het secretariaat is tussen 11.00 en 12.00 uur en tussen 14.00 en 15.00 uur geopend voor studenten. Het secretariaat wordt bemensd door Mw. R. Pool, Mw. H. Moerkerk en Mw. M. Moonen. 1.7 Frontdesk (zie hoofdstuk 3) De frontdesk heeft als doel de communicatie en informatievoorziening naar medewerkers, studenten en gasten van Stenden hogeschool te optimaliseren. De frontdesk wordt bemand door studenten die onder leiding van een praktijkbegeleider stage lopen. Je kunt bij de frontdesk tussen 08.30 en 17.00 uur terecht voor algemene vragen over het academisch jaar, de faciliteiten van Stenden hogeschool, vragen over roosters, roosterwijzigingen, puntenadministratie, herkansing en de aan- of afwezigheid van docenten. De inlevertijden voor werkstukken zijn van 13.00 t/m 17.00uur. Ziekte- en betermelding melden vóór 08.30 uur op (058)-2441335). (zie hoofdstuk 4) 24 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
1.8 Interne communicatie / ELO (zie hoofdstuk 3) = Electronische LeerOmgeving Binnen de Stenden hogeschool en SPH worden verschillende middelen gebruikt voor de communicatie tussen docenten en studenten, zoals Elo, Intranet en de Stenden|Times. Elo wordt gebruikt voor onderwijsgerelateerde zaken per moduul. Op het Intranet, het Stendennet, staat nieuws en algemene informatie over Stenden hogeschoolbrede aangelegenheden. Roosters, roosterwijzigingen en groepsindelingen vind je op intranet. De aan- en afwezigheidslijsten van docenten en andere medewerkers staan vermeld op Ello. Het is aan te raden om iedere dag zowel Elo als intranet te raadplegen. 1.9 Bureau Externe Contacten (BEC) Het bureau externe contacten coördineert de stages en werkveldcontacten. Stages worden aangeboden in het 2e jaar voltijd (20 weken) en in het 4e jaar van de opleiding (40 weken). 1.10 Ziekmelding (zie ook H.4) Voor veel onderwijsactiviteiten geldt een verplichte aanwezigheid; ben je ziek dan dien je dit te melden bij de Frontdesk. Hiervan wordt een notitie gemaakt. De Frontdesk geeft geen ziekmeldingen door aan docenten, tutoren, supervisoren, coördinatoren, e.d., maar docenten kunnen de notities van ziekmelding inzien bij het Frontdesk. Als je weer beter bent, geef je dat ook aan de Frontdesk door. 1.11 Studenten afkomstig uit het buitenland (w.o. Duitse studenten) De opleiding SPH heeft een toename van instroom van buitenlandse studenten (anderstalig) met name afkomstig uit Duitsland. De opleiding SPH heeft specifieke aanpassingen ontwikkeld ter voorkoming van ongewenste schooluitval. Er is hiervoor een projectplan vastgesteld door het managementteam SPH, in overleg met het projectteam “buitenlandse studenten”: 1e jaars studenten worden gekoppeld aan een “Buddy”, een student van het 2e of 3e jaar. De Buddy geeft ondersteuning bij: wegwijs maken in de school en privé situaties, inzicht in cultuurverschillen, verwijzing. De Buddy ontvangt hiervoor studiepunten.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 25
Hoofdstuk 1
Voor de start van het studiejaar volgt de buitenlandse student een
Nederlandse taalcursus, die ook gedurende de studie 30 weken door loopt en afgesloten wordt met een toets. Aanpassingen in, uitsluitend het 1e jaar van de opleiding, van de toetsing (hoofdstuk 2). Taalondersteuning door een student gericht op: controle taal hij inleveren werkstukken/spreekvaardigheid. Speciale bijeenkomsten voor buitenlandse studenten met de jaarcoördinator van het 1e en 2e jaar. Eigen aanspreekpunt voor buitenlandse studenten in de opleiding SPH.
1.12 Klachten en verbeterpunten De opleiding streeft er naar de organisatie en uitvoering van het onderwijs zo goed als mogelijk te doen. Soms blijkt theorie en praktijk niet helemaal overeen te komen. Dan kan er een klacht ontstaan of een verbeterpunt. Op Elo staat onder het onderwerp “klachten”, de klachtenregeling en procedure beschreven met ook een klachtenformulier.
26 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
2 Onderwijs- en examenregeling van de Pedagogische Hulpverlening Leeuwarden
opleiding
Sociaal
2A Onderwijsbeleid (Basis; onderwijsbeleidsdocument SPH) 2A.1 Omschrijving van het beroep waartoe opgeleid wordt De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening is een vierjarige HBOopleiding en leidt op voor beroepen in het brede veld van de psychosociale hulpverlening op uitvoerend, coördinerend en beleidsniveau. In de opleiding leert de student werken met de verschillende doelgroepen in de hulpverlening. Het kan gaan om:
Kinderen en jongeren die gehandicapt zijn, met justitie in aanraking zijn gekomen of een ontwikkelingsprobleem hebben;
Volwassenen die problemen hebben bij het opvoeden van hun
kinderen, in psychische of sociale nood verkeren, gehandicapt zijn of in aanraking met justitie zijn gekomen; Ouderen met lichamelijke en psychosociale klachten of met de wens zo lang mogelijk thuis te blijven wonen (ambulant werk wordt steeds belangrijker).
De student doet ervaring op met de verschillende vormen van hulpverlening, namelijk (semi)residentieel en ambulant. Aan de hand van thema’s die ontleend zijn aan de praktijk wordt de student opgeleid tot professioneel hulpverlener. Dat wil zeggen dat hij/zij kennis van zaken heeft, beschikt over de juiste competenties en een adequate beroepshouding heeft. De opleiding bestaat uit een major/minor programma, een zogenaamd kerncurriculum en het keuzeprogramma. In het algemeen programma krijgt de student een brede theoretische basis aangereikt en doet praktijkervaring op. In de laatste twee jaren van de opleiding SPH krijgt de student de gelegenheid om eigen accenten aan te brengen. De opleiding biedt een flexibel afstudeerprogramma aan. De Stenden hogeschool kent één onderwijsmodel voor de gehele hogeschool, namelijk thematisch geïntegreerd onderwijs met probleemgestuurd onderwijs als grondvorm. Daarnaast zijn er verwante onderwijsvormen gekozen voor de tweede fase van de opleiding die recht doen aan het zelfstandiger studeren van de student. Van de student wordt verwacht dat hij in hoge mate verantwoordelijkheid draagt voor het eigen leerproces.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 27
Hoofdstuk 4
2A.2 Verantwoording van het onderwijs Visie op hulpverlening De opleiding SPH heeft haar visie op hulpverlening in een notitie verwoord. Hulpverlening wordt daarin beschouwd als “een op ethische gronden en op theoretische concepten gebaseerd methodisch handelen om mensen met problemen in hun persoonlijke ontwikkeling en/of functioneren in de woon- en leefomgeving te helpen.” De opleidingheeft de volgende visie op hulpverlening:
Up to date hulp verlenen Hulpverlenen in deze tijd is complex en divers. In een periode met veel ingrijpende maatschappelijke veranderingen, staan hulpverleners voor de taak om probleemoplossend te handelen. De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) ziet het als haar verantwoordelijkheid om studenten op te leiden tot professionele hulpverleners. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben een weerslag op het werken in de hulpverlening. De opleidingen achten het daarom van groot belang dat hulpverleners inspelen op actuele ontwikkelingen, maar tevens alert zijn op nadelige consequenties van trends. Wij leiden hulpverleners op die een kritische houding hebben met betrekking tot trends in de hulpverlening en die effecten van hulp kunnen evalueren. Wij leiden hulpverleners op die ethische overwegingen kunnen betrekken in keuzeprocessen en hun keuzes kunnen onderbouwen. Complementair hulpverlenen Goede hulpverlening wordt sterk bepaald door de kwaliteit van het teamverband. Wij achten het van groot belang dat hulpverleners mondig zijn en kunnen samenwerken in een multidisciplinair team. Het is daarbij belangrijk dat zij beroepsoverschrijdend kunnen meedenken en handelen en kunnen participeren in beleidsontwikkeling. Integrale benadering van de cliënt Wij vinden het essentieel dat de hulpverlener de problematiek van de cliënt integraal benadert. Dat hangt samen met onze mensvisie. De mens is een eenheid van soma en psyche, die in voortdurende in wisselwerking staat met de omgeving (gezins- en maatschappelijke factoren) en waaraan een levensverhaal is voorafgegaan (cultureelhistorische perspectief). Ook de levensbeschouwelijke aspecten vormen een belangrijke component. Een centraal uitgangspunt bij de
28 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
behandeling is het stimuleren verantwoordelijkheid van de cliënt.
en
respecteren
van
de
eigen
Beroepsprofiel De gezamenlijke opleidingen SPH hebben in samenspraak met het werkveld het beroepsprofiel van een sociaal pedagogische hulpverlener geformuleerd. Deze omschrijving van het beroependomein vormt de basis van de opleidingsinhouden. De kerntaak van een SPH’er is hulp bieden aan personen die structurele problemen ondervinden in hun ontwikkeling en functioneren in de woon- en leefomgeving. De SPH’er werkt doorgaans in teamverband en neemt de hulpvraag van de cliënt en diens specifieke situatie als uitgangspunt. In het beroepsprofiel van een SPH’er worden drie niveaus van handelen onderscheiden: Segment 1 : hulp- en dienstverlening aan en ten behoeve van cliënten Segment 2 : het werken binnen en vanuit een zorginstelling of hulpverleningsorganisatie Segment 3 : het werken aan professionalisering Deze drie niveaus van handelen zijn met elkaar verbonden. De vormgeving van de hulpverlening in segment 1 wordt sterk bepaald en/of ingekaderd door beslissingen uit segment 2 en 3. In de opleiding SPH wordt de student opgeleid om op de drie bovengenoemde niveaus adequaat te kunnen functioneren. Competenties en opleidingskwalificaties Binnen het onderwijs is sprake van ontwikkelingen die samenhangen met trends in de samenleving. Ontwikkelingen als Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) en internationalisering dragen daaraan bij. In het onderwijs wordt op deze ontwikkelingen gereageerd door het ontwikkelen van ‘levenslang leren’, ‘leren leren’ en verwante begrippen te benadrukken. In samenhang met deze ontwikkelingen zien we dat de meeste beroependomeinen aan sterke verandering onderhevig zijn. We zien ook dat functies sneller komen en verdwijnen. Beroepen verbreden zich, zodat beroepsbeoefenaren beter zijn toegerust om te kunnen functioneren in verschillende beroepscontexten en op een arbeidsmarkt waarin de eisen meer divers worden en aan verandering onderhevig zijn. Dit leidt tot de behoefte aan een brede bekwaamheid die functioneel is in een beroepscontext die aan grote verandering onderhevig is.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 29
Hoofdstuk 4
Competenties SPH heeft van daaruit gekozen voor het formuleren van opleidingskwalificaties in de termen van competenties: het gestructureerd en geïntegreerd vermogen tot het adequaat verrichten van arbeidshandelingen en het oplossen van arbeidsproblemen. Competenties betreffen de persoon van de beroepsbeoefenaar* en benadrukken per definitie de persoonlijke wijze waarop deze aan de kwalificaties voldoet. In het onderwijs staat dan ook het leren omgaan met kernproblemen van het beroep en het leren oplossen van beroepsproblemen in praktijksituaties centraal. De kerntaak van de SPH-er is hulp bieden aan personen die structurele problemen ondervinden in hun ontwikkeling en functioneren in de woonen/of leefomgeving. Het gemeenschappelijke kenmerk van alle cliëntsystemen is dat ze zodanig in hun ontwikkeling of bestaan worden bedreigd dan wel voor anderen een bedreiging vormen, dat hulp en zorg geboden moet worden. * Wij verwijzen naar “de creatieve professional” welke op intranet staat vermeld. 2A.3 Opvattingen over leren en onderwijzen Studentgecentreerd onderwijs De opleiding gaat er bij het onderwijs vanuit, dat het leerproces van de student centraal staat. De onderwijzende docent functioneert daarbij als begeleider van dit leerproces. De student wordt daarbij intensief begeleid bij het verwerven van kennis, inzichten en vaardigheden. Daarnaast is het ontwikkelen van een professionele attitude een belangrijk opleidingsdoel. Veel persoongerichte begeleiding van de student leidt ertoe, dat deze inzicht krijgt in de eigen mogelijkheden én grenzen. Puntentoekenning ECTS studiepunten Stenden hogeschool gebruikt het European Credit (Transfer System) (ECTS). De invoering van EC is een gevolg van de invoering van het bachelor-master stelsel (BaMa). Alle hogescholen en universiteiten in Nederland gebruiken per 1 september 2004 dit systeem. Doel hiervan is een uniform systeem in heel Europa, zodat uitwisseling van
30 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
studieresultaten tussen internationale hogescholen en universiteiten eenvoudiger wordt. Een studiejaar telt 60 EC studiepunten. Een EC studiepunt is gelijk aan 28 studiebelastingsuren. Een vierjarige bacheloropleiding in het hbo heeft dus een omvang van in totaal 240 EC. De SPH-deeltijdstudent ontvangt voor de beroepspraktijk (minimaal 16 uur per week gedurende het hele jaar) op jaarbasis 24 EC.
Propedeuse De belangrijke hoofdfuncties van de propedeuse zijn: Oriëntatie, selectie en verwijzing. Oriëntatie betekent dat de student de gelegenheid krijgt zich goed te oriënteren op Beroep en werkveld (w.o. vrijwilligerswerk in jaar 1 en 2) Het geheel van de opleiding (wat moet ik kennen, kunnen en weten) Het eigen studiegedrag en studievaardigheden. Selectie van studenten vindt plaats via zelfselectie (bijv. door het actief bewust worden van de eigen studie en het realistisch inschatten van de eigen capaciteiten) en via de opleiding door daartoe ingerichte toetsingen: niveau op het gebied van cognitieve kwaliteiten En assessments. Verwijzen betekent dat de opleiding gericht advies geeft en begeleidt bij verwijzen (al of niet via het bureau studentzaken/ decanaat) naar eventuele andere opleiding(en). Studieloopbaanbegeleiding (SLB), voorheen leerprocesbegeleiding (LPB) Organisatie Voortgangstoetsing Voortgangstoetsing is een toetsvorm waarbij de kennisontwikkeling gedurende de eerste drie jaren van de studie gemeten wordt. De toets is een afspiegeling van het eindniveau van de opleiding. De voortgangstoets heeft als doel om het lange termijn leren te bevorderen en de student inzicht te geven in de ontwikkeling van het eigen kennisniveau. Op dit moment wordt de introductie van de voortgangystoets in de opleiding voorbereid, m.n. voor jaar 1. Nadere berichtgeving hierover volgt in de loop van het jaar.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 31
Hoofdstuk 4
Studieloopbaanbegeleiding (SLB), voorheen leerprocesbegeleiding (LPB) Organisatie Gedurende de gehele opleiding SPH krijgt de student een docent toegewezen als studieloopbaanbegeleider. In het vierde studiejaar is de supervisor tevens studieloopbaanbegeleider. In de regel heeft de SLB-docent twee individuele begeleidingsgesprekken met de student, halverwege en aan het eind van elk studiejaar. Daarnaast vinden er bijeenkomsten in groepsverband plaats. De invulling gebeurt aan de hand van de SLB-agenda’s en is met name gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de student(en), POP en Portfolio. De studieloopbaanbegeleiding is een verplicht onderdeel van de opleiding. Aan het begin van een studiejaar wordt het programma voor het komende jaar doorgesproken. Op ELO staat informatie voor alle studenten over SLB: zoals de groepsindeling SLB, agenda’s voor de bijeenkomsten, opdrachten, informatie over POP en Portfolio. Practica In de opleiding SPH worden practica en trainingen aangeboden, waarin het aanleren van beroepsvaardigheden en een professionele attitude centraal staan. Er wordt in de opleiding veel belang gehecht aan attitudevorming, omdat professioneel hulpverlenen hoge eisen stelt aan de persoon van de hulpverlener. Omdat de hulpverlener zelf een instrument is in de hulpverlening is het noodzakelijk dat de student naar zichzelf leert kijken en zicht heeft op eigen gevoelens en blokkades. Belangrijke eisen die gesteld worden aan de attitude van een student zijn empathie, respect en openheid. Van studenten wordt verwacht dat ze inzicht krijgen in eigen mogelijkheden en onmogelijkheden en daarmee kunnen en durven omgaan. In practica en in supervisiebijeenkomsten worden studenten gestimuleerd om een evenwicht te vinden tussen betrokkenheid en distantie. Uitgangspunten voor de inrichting en opbouw van het onderwijs Bij het inrichten van het onderwijs is gekozen voor een thematische modulaire indeling van de leerstof, met daarbij in de eerste studiejaren Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) als grondvorm. In de modulen staat daarbij de integratie van PGO met de practica, literatuurstudie, moduulopdrachten, e.d. centraal.
32 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
PGO In de PGO-groep werkt de student aan verschillende soorten taken (probleemtaken, discussietaken, toepassingstaken,..) en leert daarbij vaardigheden als: samenvatten, analysetechnieken toepassen, leerdoel formuleren, hoofd- en bijzaken scheiden, de eigen mening verwoorden. De student vervult in de groep ook verschillende soorten rollen. Zo functioneert de student als voorzitter, notulist, bordschrijver. Van iedere student wordt een actieve participatie verwacht tijdens de bijeenkomsten. Dit alles is gericht op het perspectief van de toekomstige beroepsuitoefening. Dit betekent dat het onderwijs praktijkgericht is en dat het de student stimuleert eigen oplossingstrategieën te ontwikkelen voor situaties, zoals ze zich in de praktijk kunnen voordoen. Stage tweede jaar In het 2e jaar wordt een stage van 20 weken aangeboden. Deze stage kun je zowel in Nederland als in het buitenland lopen. In het buitenland zijn er mogelijkheden in België, Zuid-Afrika, Engeland en Schotland. Daarnaast kun je zelf initiatief nemen in overleg met de stagecoördinator. Postpropedeuse De postpropedeuse (of ook wel hoofdfase genoemd) beslaat een normatieve studieduur van 3 jaar en omvat het tweede, derde en vierde studiejaar. In deze fase vindt de verdieping en specialisatie in het beroepsmatig handelen plaats. In het 2e jaar wordt een stage van 20 weken aangeboden. De studiebelasting van de postpropedeuse bedraagt 5040 uur en beslaat daarmee = 180 EC. (Inclusief 30 EC’s voor de minors.) De totale studiebelasting van de opleiding is 6720 uur = 240 studiepunten; bijgaand het overzicht per moduul en studiejaar. Het (afsluitend) examen is behaald indien alle onderdelen van de hoofdfase zijn behaald.
Projectonderwijs/onderzoek In het derde jaar van de SPH-opleiding is gekozen voor de onderwijsvorm: projectonderwijs. Vertrekpunt voor het leerproces wordt gevormd door een relatief open probleem dat zoveel mogelijk levensecht is en een omvangrijke studiebelasting van de student vergt. De studenten werken als groep op systematische – projectmatige - wijze aan het probleem. Het project wordt gekenmerkt door een structuur met afspraken over: probleem, groep, begeleiding, voorzieningen en een
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 33
Hoofdstuk 4
indeling in fasen. Kennis, inzicht en vaardigheden worden toegepast, waarbij een integratie vanuit verschillende vakgebieden plaatsvindt. Daarnaast worden verbanden gelegd met de beroepspraktijk en de maatschappelijke context van het probleem. De studenten beheren het project door mensen en middelen binnen een bepaald tijdsbestek (een moduulperiode) op elkaar af te stemmen. De docent zorgt, als begeleider van het project, voor terugkoppeling op het leerproces en de geleverde producten.
Minors In het curriculum SPH 3e jaar voltijd kan de student naast de modulen 3.1 en 3.2 kiezen uit een grote verscheidenheid aan minors. Met deze modulen kan de student een verdere specifieke richting geven aan het profileren van het eigen programma. Zo kan de student kiezen voor een verbreding of voor een verdieping in het programma. De student kan kiezen uit een breed aanbod van Stenden hogeschool minors. Voorlichting en de keuze wordt in het 2e jaar gedaan. Jaarstage Het vierde studiejaar, stage en het CWS (contractwerkstuk) = onderzoeksopdracht, van de opleiding SPH wordt gevormd door de jaarstage in Nederland of daarbuiten. Begeleiding gedurende deze stage vindt plaats op de stageplaats zelf door de praktijkbegeleider(ster) en op de opleiding via cws-begeleider en supervisie. De eerste drie jaren zijn voorbereidend op zoveel mogelijk facetten welke de student in de jaarstage zal tegenkomen en er is gedurende de jaarstage extra ondersteuning door middel van terugkomdagen en mogelijk methodiek. Tijdens de supervisiemomenten kijkt de student terug op opgedane ervaringen enerzijds en werkt, vooruitkijkend naar de toekomstige beroepsuitoefeninganderzijds, aan verdere integratie van theorie en praktijk. De jaarstage kan ook deels (max. 5 maanden) uitgevoerd worden vanuit de Stenden hogeschool campus in Post Alfred, Zuid-Afrika. Er is een specifiek voorbereidingstraject ontwikkeld. Afstuderen Om in aanmerking te komen voor een getuigschrift moet de student, uiterlijk vier weken voorafgaand aan de Examencommissie vergadering waarin hij besproken wil worden, schriftelijk een aanvraag indienen. De 34 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
student stuurt dan aan de Examencommissie een formulier (zie Blackboard (ELO)), waarin hij aangeeft dat het vereiste aantal studiepunten is gehaald, met als bewijs de meest recente uitdraai van Progress. De student kan op dit formulier aangeven wanneer hij vóór de examencommissie vergadering nog punten verwacht te behalen, met naam, onderdeel, docent en datum verwachte uitslag. De Examencommissie controleert het studiepuntenoverzicht en fiatteert dit bij gebleken juistheid. Op die manier kan de student in die Examencommissie vergadering ‘passeren’ en vanaf dat moment is de student officieel geslaagd. Ieder jaar worden de studenten die zich in de afstudeerfase bevinden, van deze procedure schriftelijk op de hoogte gesteld (zie MTR art. 13.2). De rol en verantwoordelijkheid van de docent Vanuit de gedachte dat niet de onderwijzende docent, maar de lerende student centraal staat in het onderwijs, kan de algemene houding van de docent omschreven worden als stimulerend en uitnodigend tot onderzoek en oplossing van problemen. De docent faciliteert door het ontwerpen van onderwijs het leren van de student. De rol en verantwoordelijkheid van de student In de visie op onderwijs waarin de student centraal staat, is de contacttijd tussen docenten en studenten bedoeld om de kern van de leerstof te behandelen om studenten instructies te geven voor zelfstandige studie- en werktaken. Dat betekent dat er een groot beroep op de zelfstandigheid en dus ook op de planningsvaardigheid van de student gedaan wordt. In de uren van zelfwerkzaamheid, worden de leer- en oefentaken verricht, die het eigenlijke leren bewerkstelligen. Dit is ook een onderwerp in de bijeenkomsten met de leerprocesbegeleider. Groepsindeling Ten aanzien van de groepsindeling heeft de opleiding een aantal uitgangspunten geformuleerd. Hier kun je als student geen rechten aan ontlenen maar als opleiding trachten we zoveel mogelijk de uitgangspunten na te leven. Eventueel ontstane wijzigingen zullen tijdig worden gepubliceerd via Elo. Groepsgrootte Een PGO-groep bestaat uit maximaal 12 studenten;
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 35
Hoofdstuk 4
Trainingen en practica worden in de PGO-groep van maximaal 12 studenten aangeboden;
Werkcolleges bestaan uit twee PGO-groepen; Hoorcolleges worden zoveel mogelijk voor de gehele jaargroep gegeven.
Supervisiegroepjes van 4 studenten 2A.4 Onderdeel Curriculum
” De studiejaren 2009/2010 en 2010/2011 zijn benut tot herziening van de modulen van jaar 1 en jaar 2. In 2010/2011 start de opleiding de implementatie van de nieuwe moduulstructuur. Dit kan van invloed zijn op de beschrijving van de inhoud van moduul 1.1 + 1.2 + 1.3 en 1.4 en 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4in 2010/2011
36 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
In de moduulboeken wordt de actuele vormgeving gepubliceerd. Toelichting voor SPH voltijd We kennen een augustus instroom en een februari instroom. Dus wanneer de augustus instroom start met moduul 1.3 begint de februari instroom met moduul 1.1. SPH voltijd heeft alleen de 4 jarige opleiding. In het verleden hadden wij ook de 3 jarige opleiding voor MBO instroom. M.i.v. studiejaar februari 2011 zijn we met het verkorte traject gestopt. Geen aanbod meer. Verder:
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 37
Hoofdstuk 4
-1 moduul wordt aangeboden aan de studenten die in augustus gestart zijn/er is geen keuze in volgordelijkheid -1 moduul wordt aangeboden aan studenten die gestart zijn in februari/ er is geen keuze in volgordelijkheid -in jaar 3 zijn in periode 3 en 4 de minoren. Dan kan gekozen worden uit het aanbod van CT/SPH en het aanbod van Stenden of daarbuiten. Instroom augustus
Jaar 1 1.1 (oriëntatie beroep)
Henk Boonstra/Margot Stelpstra
1.2 (levensloop)
Margot Stelpstra/Henk Boonstra
1.3 (cliënt en hulpvraag)
Henk Boonstra/Jan Offereins
1.4 (methodisch handelen)
Margot Stelpstra/Jan Offereins
Jaar 2 2.1 (methodisch werken)
Pieter Looze/Eddie de Jong
2.2 (praktijkleren)
Frits Fransen/Pieter Looze
2.3 (praktijkleren)
Frits Fransen/Pieter Looze
2.4 (professionalisering)
Dirk Reedijk/Wietske Wiersma
Jaar 3 3.1 (bezint eer ge begint)
Jan Offereins/Gerrit-Jan Schaaphok
3.2 (werk in uitvoering)
Dirk Keegstra/Dineke Veger
3.3 minor (zie onderaan)
Jan Offereins/Ina Smit/e.a.
3.4 minor (zie onderaan)
Jan Offereins/Ina Smit/e.a.
38 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Jaar 4 Jaarstage/CWS per. 1
Frits Fransen/Jan Offereins/Pieter Looze
Jaarstage/CWS per. 2
Frits Fransen/Jan Offereins/ Pieter Looze
Jaarstage/CWS per. 3
Frits Fransen/Jan Offereins/ Pieter Looze
Jaarstage/CWS per. 4
Frits Fransen/Jan Offereins/ Pieter Looze
Instroom februari
start in februari 1.1(oriëntatie beroep) 1.2 (levensloop)
Henk Boonstra/Margot Stelpstra Margot Stelpstra/Henk Boonstra
1.3 1.4 2.1 2.4
(cliënt en hulpvraag) (methodisch handelen) (methodisch werken) (professionalisering)
Henk Boonstra/Jan Offereins Margot Stelpstra/Jan Offereins Pieter Looze/Eddie de Jong Dirk Reedijk/Wietske Wiersma
2.2 2.3 3.3 3.4
(praktijkleren) (praktijkleren) minor (zie onderaan) minor (zie onderaan)
Frits Fransen/Pieter Looze Frits Fransen/Pieter Looze Jan Offereins/Ina Smit/e.a. Jan Offereins/Ina Smit/e.a.
3.1 (bezint eer ge begint) Schaaphok 3.2 (werk in uitvoering) Jaarstage/CWS per. 1 Jaarstage/CWS per. 2
Dirk Keegstra/Dineke Veger Frits Fransen/Jan Offereins Frits Fransen/Jan Offereins
Jaarstage/CWS per. 3
Frits Fransen/Jan Offereins
STENDEN hogeschool
Jan
Offereins/Gerrit-Jan
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 39
Hoofdstuk 4
Jaarstage/CWS per. 4
Frits Fransen/Jan Offereins
Minoren kunnen zijn in periode 3 en 4 voor studenten SPH: -het afstudeerprofiel Jeugdzorg 1 en 2 SPH aanbod/moco Ina Smit aangeboden in periode 3 en 4 aantal EC= 30 -Kinder- en Jeugdpsychiatrie (KJP) SPH aanbod/moco Jan Offereins aangeboden in periode 3 en 4 aantal EC= 15 -Network analysis SPH aanbod/moco M. Spreen aangeboden in periode 3 en 4 aantal EC= 15 -Preventie SPH aanbod/moco Ina Smit aangeboden in periode 3 en 4 aantal EC= 15 -Open minor Projectopdracht SPH aanbod aangeboden in periode 3 en 4 aantal EC= 15 -Humanitarian 1 + 2 IHM/SPH aanbod/moco K.vdDeen de student volgt dit in periode 3 en 4 aantal EC= 30 per. 4 in Zuid Afrika -Leiderschap aanbod SPH/moco M. Hendriksen aangeboden periode 1 en 3 aantal EC= 15 -Beeldende praktijken aangeboden in periode 3 en 4 -Trainer/trainingsacteur aangeboden in periode 3 en 4 -Healthy Careers aangeboden in periode 4 -Sociale Innovatie aangeboden in periode 3 en 4 -Drama, Kunst en Educatie aangeboden in periode 1 -Kunst en Cultuur management aangeboden in periode 3 -Ondernemerschap iets voor jou? aangeboden in periode 4 -Exchange aangeboden in periode 3 en 4
40 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
CT aanbod aantal EC= 15 CT aanbod aantal EC= 15 P&A met CT en SPH aanbod aantal EC= 15 ISM aanbod aantal EC= 15 Pabo aanbod aantal EC= 15 VM aanbod aantal EC= 15 SB/RM aanbod aantal EC= 15 aantal EC= 15 of 30
Hoofdstuk 4
Moduul 1.1 voltijd Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen
Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten
Beroepsoriëntatie Dhr. R. Weel en Dhr. H. Boonstra 420 sbu 15 EC (in het moduulboek wordt de verdeling vermeld voor de verschillende leerlijnen) Toelating tot de opleiding SPH van jaar 1 Periode 1 Inleiding Centraal: Een eerste oriëntatie op het beroepenveld van SPH gekoppeld aan werkveldbezoeken en (gast)colleges De studenten verdiepen zich in functies in de hulpverlening, trends en ontwikkelingen, doelgroepen, en muzisch–agogisch werken. In dit moduul wordt gestart met basisvaardigheden PGO, ICT vaardigheden, muzisch-agogisch werken, studieloopbaanbegeleiding en communicatievaardigheden PGO, hoorcolleges, gastcolleges, werkcolleges, practica, begeleiding moduulopdracht, presenteren van een muzische activiteit aan medestudenten en voorlichting geven. Staat in het moduulboek aangegeven Practicumcommunicatie en muzisch practicum worden binnen het practicum zelf getoetst, accent ligt op vaardigheden Een integrale moduulopdracht (en)waarin opgedane kennis en ervaring wordt getoetst. Worden nader bekend gemaakt in het moduulboek en/of op het toetsrooster
Moduul 1.2 voltijd Moduulcoördinator Mw. M. Stelpstra en Dhr. H. Boonstra Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC (in het moduulboek wordt de verdeling vermeld. Vrije- en algemene EC kunnen onderdeel zijn) Instapvoorwaarde Geen Aangeboden in Periode 2 Moduulinhoud Centraal in deze periode staat de ontwikkeling van
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 41
Hoofdstuk 4
Werkvormen Literatuur Toetsvormen Toetsmomenten
de mens, de eventuele invloed van de omgeving hierop en wat er in de periode tot volwassenheid mis kan gaan in de ontwikkeling. Er wordt naar de invloed van socialisatie ( en de rol van opvoeding hierin) gekeken vanuit het idee dat de Sociaal Pedagogisch Hulpverlener werkt vanuit en met het leefklimaat van de cliënt. .Hieraan gekoppeld reflecteert de student op de eigen socialisatie. PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica (muzisch en agogisch), leerprocesbegeleiding Staat in het moduulboek aangegeven voortgangstoets, integralemoduulopdracht(en), actieve participatie tijdens PGO en practica, opdrachten voor de practica Levensboek, Communicatie en Muzisch Worden nader bekend gemaakt in het moduulboek en/of op het toetsrooster
Moduul 1.3 voltijd
Cliënt en hulpvraag of visieontwikkeling??? Moduulcoördinator Mw. M. Stelpstra en dhr. H. Boonstra Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde Geen Aangeboden in Periode 3 Moduulinhoud Centraal in deze periode: – Het leren kennen van belangrijke psychologische stromingen en het ontwikkelen van een eigen visie hierop van de student. Daarnaast aandacht voor onderzoeksvaardigheden en de ethische dimensie in de hulpverlening. Werkvormen PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, begeleidingsvormen. Literatuur Staat in het moduleboek aangegeven Toetsvormen voortgangstoetsactieve participatie PGO en bij practica, opdrachten voor de practica Communicatie, Observeren en Muzisch en integrale moduulopdracht(en). Worden nader bekend gemaakt in het moduulboek en/of op het toetsrooster 42 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Toetsmomenten Moduul 1.4 voltijd Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten
Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen Literatuur Toetsvormen Toetsmomenten
Methodisch Werken Mw. M. Stelpstra en dhr. H. Boonstra 420 sbu 15 EC (in het moduulboek wordt de verdeling vermeld. Vrije- of algemene EC kunnen onderdeel zijn) Geen. Periode 4 Centraal in deze periode staat het methodisch werken en wordt er dieper ingegaan op wat en hoe jij als sociaal pedagogisch hulpverlener een cliënt zou kunnen begeleiden en ondersteunen. Daarbij is aandacht voor veel voorkomende psychiatrische ziektebeelden en ziekteleer. PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica (muzisch en agogisch), begeleidingsvormen Staat in het moduulboek aangegeven voortgangstoets, actieve participatie PGO en practica, opdrachten voor de practica communicatie, culturele Sensitiviteit en Muzisch, Integrale moduulopdracht(en). Worden nader bekend gemaakt in het moduulboek en/of het toetsrooster
Uitsluitend studenten met de vooropleiding SPW
Moduul 2.1 voltijd Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Methodisch werken in een instelling Dhr. E. de Jong en dhr.P. Looze 420 sbu 15 EC (in het moduulboek wordt de verdeling gemeld) Propedeuse of voorwaardelijk positief studieadvies Periode 2 Deze periode staat het methodisch handelen van een Sociaal Pedagogisch Hulpverlener centraal. Deze moduul is een verdieping op wat in moduul 1.4 “Methodisch hulpverlenen” aan de orde is geweest.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 43
Hoofdstuk 4
Werkvormen Literatuur
Toetsvormen
Toetsmomenten
Moduul 2.2 voltijd Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten
In het algemeen is de moduul gericht op verschillende methoden voor de sociaal pedagogische hulpverlening, de rol van de agogische systematiek hierbinnen en welke voorwaarden noodzakelijk zijn om methodisch te kunnen handelen in de hulpverlening. Daarnaast is de moduul gericht op het verkrijgen van inzicht in de methodiek en het methodisch handelen op de praktijkplaats van de student in de perioden 2 en 3 van het tweede studiejaar. PGO, hoorcolleges, practica (muzisch en agogisch), werkcolleges Literatuur opgenomen in het moduulboek. Bassant, J.; Methoden voor Sociaal Pedagogische Hulpverleners; Coutinho, 2003; ISBN 9062833748 Lange, A.; Gedragsverandering in gezinnen; Wolters Noordhoff, 2000, ISBN 900152739 Nog nader op te geven literatuur voor de practica gesprekstechnieken en handelingsplannen Actieve participatie PGO, actieve participatie en opdrachten practica, moduulopdrachten, moduultoets. Wordt nog nader bekend gemaakt in het toetsrooster
Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Praktijkleren 2a Dhr. F. Fransen en dhr. P. Looze 420 sbu 15 EC (in het moduulboek wordt de verdeling vermeld. Geen; behaalde propedeuse is aanbevolen Periode 2 Voorbereiding van praktijkperiode heeft in periode 2.1 plaatsgehad. - Accent in deze moduul op 1e segment van de beroepskwalificaties - niveau: weten, inzien en toepassen (met professionele begeleiding)
Werkvormen
Hoorcolleges, werkcolleges, practica, begeleidings-
44 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
vormen Staat in het moduulboek aangegeven Beoordeling op functioneren op de stageplek en functioneren binnen intervisie/supervisie; opdrachten en een voortgangstoets
Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten
Moduul 2.3 voltijd +Praktijkleren 2b Moduulcoördinator Dhr. F. Fransen en dhr. P. looze Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC (in het moduulboek wordt de verdeling vermeld). Instapvoorwaarde Praktijkleren 2a of MBO vooropleiding Aangeboden in Periode 3 Moduulinhoud - Naast het werken aan cliëntgebonden taken (1e segment) ook aandacht voor 2e en 3e segment van de beroepskwalificaties (werken in en vanuit een hulpverleningsorganisatie en het werken aan professionalisering) - niveau: ten aanzien van het 2e en 3e segment wordt vooral getracht om de student kennis te laten krijgen van en inzicht in. Toepassing en integratie vinden voor een belangrijk deel plaats in de tweede fase van de opleiding. Werkvormen PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, begeleidingsvormen Literatuur Staat in het moduulboek aangegeven Toetsvormen Beoordeling op functioneren op de stageplek en functioneren binnen intervisie/supervisie; Toetsmomenten opdrachten Wordt nog nader bekend gemaakt in het toetsrooster Moduul 2.4 voltijd +Professionalisering en actualiteit Moduulcoördinator Dhr. R. Reedijk Studiebelasting 420sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde stage jaar 2 Aangeboden in periode 4 Moduulinhoud De inhoud en de organisatie van de hulpverlening
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 45
Hoofdstuk 4
Werkvormen Literatuur Toetsvormen Toetsmomenten
Moduul 3.1 voltijd Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
wijzigt zich steeds. In deze moduul ligt de nadruk op segment 2 het werken in en vanuit de organisatie en de wijzigingen nu en in de toekomst. Hoe denk jij over deze veranderingen, waar zie jij mogelijkheden en beperkingen. Waar is de hulpverlening over vijf jaar? Hierover worden colleges gegeven en debatteer je samen met anderen. Ter afronding presenteer je een eindproduct over dit onderwerp. Qua werkvormen wordt een overstap gemaakt van PGO naar projectonderwijs hoorcolleges, practica zie moduulboek voortgangstoets en moduulopdracht in week 9: wordt nog nader bekend gemaakt in het toetsrooster
Projectmoduul “Bezint eer ge begint” Dhr. J. Offereins en dhr. G.J. Schaaphok 420 sbu 15 EC Behaalde propedeuse/opgedane kennis en ervaring van het 2e jaar SPH Periode 1 In deze moduulperiode wordt gewerkt aan onderzoek doen, projectmatig werken en leiderschap. De kern van dit programmaonderdeel is een complex beroepsrelevant probleem dat nader onderzocht moet worden. Studenten oriënteren zich breed en combineren, aan de hand van een onderbouwd onderzoeksplan, desk- en fieldresearch
46 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
om tot praktijkrelevante adviezen te komen. Om de kwaliteit van het onderzoek te stimuleren krijgen de studenten hoor- en werkcolleges onderzoek. Deze kennis, inzichten en vaardigheden integreren zij in het eigen onderzoeksproject. Om hieraan op effectieve wijze leiding te kunnen geven volgen de student een practicum: de Covey-training. Dit moduul dient (ook) als voorbereiding op het onderzoek in moduul 3.2 (met een echte opdrachtgever) en het cws dat in het 4e jaar als individuele onderzoeksopdracht wordt uitgevoerd. Projectonderwijs, practicum, hoor – en werkcolleges Verhaar, Projectmatig werken, Migchelbrink, praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn Moduulboek 3.1 (2011-2012) Onderzoeksrapport (groepsproduct) Procesverantwoording van de groep en het individu (individueel product) Theorietoets Onderzoek Practicum Covey-training
Werkvormen Literatuur
Toetsvormen
Moduul 3.2 voltijd
Projectmoduul Werk in uitvoering (muzisch agogische methodiek) Moduulcoördinator Dhr. D. Keegstra en mw. D. Veger-Friso Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde Behaalde propedeuse en opgedane kennis en ervaring van het 2e jaar SPH Aangeboden in Periode 2 Moduulinhoud Een van de pijlers van SPH is de muzisch agogische invalshoek. Per groep van 3 á 4 studenten wordt een muzisch agogisch product met methodische verantwoording ontwikkeld voor het werkveld. Dit product komt voort uit concrete projectopdrachten van het werkveld en wordt in nauwe samenwerking
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 47
Hoofdstuk 4
Werkvormen
Literatuur
Toetsvormen
Toetsmomenten
met het werkveld onderzocht, ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd. De moduul sluit aan bij moduul 3.1, waarin de nadruk ligt op het onderzoek. Tevens dient het als voorbereiding op het contract werkstuk (CWS) dat in het 4e jaar individueel wordt uitgevoerd. Projectmatig werken, colleges, trainingen, begeleiding door docenten van de opleiding en praktijkbegeleiders uit de instelling die de opdracht aanlevert. F. Migchelbrink, Praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn””, Verhaar, Projectmatig werken”” en relevante literatuur aangegeven in het moduulboek(dit is afhankelijk van de projectopdracht). - Muzisch agogisch product ten behoeve van het methodisch handelen met methodische verantwoording (groepsproduct) - Individueel procesverslag, gericht op de procesverantwoording. - Project vaardigheden -Muzische trainingen Projectvoorstel en projectplan gaandeweg de moduul. Muzisch agogisch product met methodische verantwoording en individueel procesverslag aan het einde van de moduul. De projectvaardigheden en trainingen worden getoetst tijdens de lessen (aanwezigheid, participatie en opdrachten) voortgangstoets
Periode 3.3 en 3.4 In het 2e jaar SPH moeten studenten een keuze maken uit het hogeschoolbrede minor-aanbod. Via Intranet en Lloopbaanbegeleiding worden studenten hierover geïnformeerd. Ook wordt centraal in de Stenden hogeschool een voorlichtingsmarkt gehouden. In maart/april kan de student op intranet de keuze kenbaar maken door tijdig in te schrijven. De minoren worden aangeboden in het 3e leerjaar in periode 3 + 4 en geeft recht op 15 EC per minor. Aangeboden minoren die specifiek van de opleiding zijn: 48 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Kinder- en jeugdpsychiatrie Hulp op maat aan kinderen en jongeren Trainer/trainingsacteur (minor CT) Beeldende praktijken (minor CT) Humanitarian Hospitality Een groot aantal Hogeschoolbrede minoren van 10 of 20 weken Minoren, aangeboden in binnen-en buitenland; op HBO-opleidingen of Universiteit (na toestemming van de examencommisie + afstudeerprofiel jeugdzorg periode 3 + 4 + stagejaar
Minor 3.3 +3.4 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen
voltijd afhankelijk van de minor 420 sbu 15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) Behaalde propedeuse Periode 3 en/of 4 Deze periode is een keuzemodule. De student kan op basis van zijn/haar competentieprofiel, leerbehoefte en mogelijkheden een keuze maken uit een hogeschoolbrede lijst met modules. hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen
Toets
voortgangstoets
Moduul 4.1 – 4.4
Stage en CWS in het 4e studiejaar SPH
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 49
Hoofdstuk 4
Coördinator CWS Stagecoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Moduulinhoud
Werkvormen
Literatuur Toetsvormen
Toetsmomenten
Dhr. J. Offereins Dhr. F. Fransen 420 sbu per moduulperiode = 1680 totaal 48 EC voor stage en supervisie 12 EC voor contractwerkstuk Behaalde propedeuse en maximaal 1 moduul uit tweede of derde jaar niet behaald Periode 1 t/m 4 De student bereikt het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar (15 opleidingskwalificaties creatieve professional) door de combinatie van stage en het opzetten, uitvoeren en rapporteren van praktijkgericht onderzoek, het contractwerkstuk (CWS). Dit praktijkgericht onderzoek kan uitgevoerd worden ten dienste van de instelling waar stage gelopen wordt, maar de student kan ook kiezen om het CWS uit te voeren in opdracht van het lectoraat/ de kenniskring van de opleiding. Stage: praktijkbegeleiding vanuit de instelling en stagebegeleiding en supervisie vanuit de opleiding. CWS: begeleiding bij het het praktijkgericht onderzoek, door zowel de instelling als de opleiding. Zie stagegids SPH 4e jaar en CWS-gids voltijd/deeltijd 2011-2012 Stage: 1e en 2e tussentijdse evaluatie en eindevaluatie van stage en supervisie CWS: CWS-werkplan, CWS en CWS-presentatie. Zie data Stagegids en CWS-gids
Algemene studiepunten SPH deeltijd In periode 1 wordt hier een aparte voorlichtingsbijeenkomst over gehouden. Meer informatie over de algemene studiepunten vindt u in de moduleboeken van de eerste module van het betreffende studiejaar en op Bello.
Omdat de jaarplanning pas aan het begin van het studiejaar bekend is wordt deze op Bello geplaatst. 50 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
2A.5 Lestijden Lestijden: 1. 08.00 uur – 08.45 2. 08.45 uur – 09.30 3. 09.30 uur – 10.15 pauze 4. 10.30 uur – 11.15 5. 11.15 uur – 12.00 6. 12.00 uur – 12.45 7. 12.45 uur – 13.30 8. 13.30 uur – 14.15 9. 14.15 uur – 15.00 pauze 10. 15.15 uur – 16.00 11. 16.00 uur – 16.45 12. 16.45 uur – 17.30 13. 17.30 uur – 18.15 14. 18.15 uur – 19.00 15. 19.00 uur – 19.45 16. 19.45 uur – 20.30 17. 20.30 uur – 21.15
uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur
2A.6 Studeerbaarheid De opleiding streeft er naar om studievertraging tot een minimum te beperken. a. Behalve voor de jaarstage (maximaal 15 EC zijn er voor de andere modulen zo weinig mogelijk instapeisen. b. Voor alle theorieonderdelen heeft de student twee toetsmogelijkheden per studiejaar. c. Een belangrijk instrument ter voorkoming van studievertraging is de SLB waar de student terecht kan voor gerichte advisering en het decanaat van de Stenden hogeschool d. Een student kan zich in het individuele geval ook richten tot de examencommissie om beargumenteerd een extra toetskans aan te vragen. e. In geval van ziekte, persoonlijke (bijzondere) omstandigheden e.d, moet je als student dit melden bij de SLB-er en contact opnemen met het decanaat om de ontstane situatie in de studie door te spreken.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 51
Hoofdstuk 4
f. Het decanaat biedt cursussen aan studie(vaardigheden) van de student.
ter
ondersteuning
van
de
2A.7 (Bindend) StudieAdvies (BSA) De hogeschool hanteert het Bindend Studieadvies (BSA). Het BSA heeft met name consequenties voor het vervolg van je studie als je niet aan de voorwaarden voldoet voor een (voorwaardelijk) positief studieadvies. In dat geval krijg je namelijk een negatief advies mét afwijzing. Dat wil zeggen dat je de opleiding niet aan onze hogeschool kunt vervolgen. Zie voor de exacte voorwaarden Regeling Studieadvies in Studentenstatuut deel 1.
Studenten voltijd en deeltijd SPH die zonder vrijstelling op 1 september zijn gestart met de studie. Alle studenten in de propedeutische fase krijgen in juli een bindend studieadvies. - De voorwaarde voor een positief studieadvies is: De propedeuse behalen (doel van het propedeuse jaar) - Aan het eind van het tweede jaar moet de propedeuse behaald zijn. - Als je niet in het eerste jaar minimaal 42EC behaalt, dan krijg je aan het einde van je eerste studiejaar een negatief studieadvies mét afwijzing. - Bij meer dan 42 EC in het eerste jaar, krijg je een voorwaardelijk positief studieadvies en moet je in je tweede studiejaar de propedeuse halen. Anders wordt aan het einde van je tweede studiejaar het studieadvies omgezet in negatief studieadvies mét afwijzing. studiejaar 2011/2012 wordt aan het BSA een assessment (praktijk) toegevoegd. Op het assessment moet een voldoende behaald worden door alle dan 1e jaars voltijd SPH-studenten.
Studenten voltijd en deeltijd SPH die zonder vrijstelling op 1 februari met de opleiding starten
52 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Bovenstaande regeling geldt ook voor studenten die per 1 februari instromen. Het BSA wordt dan in december uitgesproken. Studenten voltijd en deeltijd SPH die individueel vrijstellingen hebben gekregen
Met deze studenten worden apart afspraken gemaakt omtrent de norm waaraan zij voor de propedeuse dienen te voldoen (zie ook Vrijstellingsbeleid 2A.13). Deze worden ter vaststelling voorgelegd aan de examencommissie. Bijzondere omstandigheden Als er bijzondere omstandigheden zijn waardoor je niet voldoet aan de voorwaarden voor een voorwaardelijk positief of positief advies, kan hiermee rekening worden gehouden. Maar dat gebeurt alleen als je de bijzondere omstandigheid hebt gemeld aan je leerprocesbegeleider en aan een studentendecaan en als je vóór 1 juni bij de examencommissie een schriftelijk verzoek hebt ingediend om rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. (zie hoofdstuk 4) De student heeft in de leerprocesbegeleidingsgesprekken (studievoortgangs-gesprek) de mogelijkheid om de eigen resultaten en voortgang in te brengen. De adviezen worden via een waarschuwingsbrief (rond april) en een uiteindelijk advies eventueel met ontbindende clausule (uiterlijk 31 juli) uitgebracht. De precieze regeling over het bindend studieadvies vind je in het studentenstatuut deel 1 en er zullen extra informatiebijeenkomsten georganiseerd worden door het decanaat bij aanvang van de studie. Zie voor de exacte voorwaarden Studentenstatuut deel I, art. 9A.
Regeling
Studieadvies
in
Ten behoeve van het bindend studieadvies (BSA) en de studievoortgang hier nog eens extra de zaken op een rijtje: Een positieve beoordeling op je assessment is voorwaarde. Minder dan 42 EC na het 1e jaar voltijd/deeltijd zonder vrijstellingen Ontvang je in juli een negatief studieadvies met ontbindende clausule omdat je de 42 EC nog niet behaald hebt, dan word je nog wel voor
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 53
Hoofdstuk 4
bepaalde moduulonderdelen in de gelegenheid gesteld om alsnog voor 1 september de 42 EC te behalen. Heb je vervolgens op 1 september alsnog minder dan 45 EC behaald dan ontvang je een negatief studieadvies dat bindend is; je kunt de studie niet voorzetten. 42EC of meer en minder dan 60 EC Is deze situatie per 31 juli of 1 september op jou van toepassing dan ontvang je van de examencommissie een voorwaardelijk positief studieadvies en ben je verplicht gedurende het tweede studiejaar alsnog de propedeuse in zijn geheel (=60 EC) te behalen. Lukt jou dat niet dan ontvang je alsnog aan het eind van het tweede studiejaar een negatief studieadvies met afwijzing. Met 42 EC kun je al wel starten met je studie in de hoofdfase van de opleiding; je start dan met het tweede studiejaar. Voor je organisatie en planning betekent het evenwel dat je goed het Jaartoetsrooster e.d. in de gaten moet houden/ moet controleren wanneer de verschillende toetsmomenten zijn van de ontbrekende propedeuseonderdelen die je nog moet behalen. 60 EC en een positieve beoordeling van je assessment Heb je per 31 juli of 1 september 60 EC behaald dan geldt voor jou dat je aan alle onderdelen van de propedeuse hebt voldaan, je bent geslaagd voor de propedeuse en je ontvangt een positief studieadvies. Februari-instroom Er is besloten om m.i.v. studiejaar 2010/2011 met alleen “februariinstroom” te starten met het 4-jarige traject. Studenten kunnen bij de examencommissie om vrijstelling verzoeken. Deze februari-instroom mogelijkheid wordt ook Duitse studenten geboden. Zij moeten dan wel in het bezit zijn van het NT2-certificaat niveau 5.
54 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
2A.8 Veranderen van opleiding binnen het Instituut en de Stenden hogeschool Indien de student is ingeschreven bij de opleiding Creatieve Therapie en besluit om de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening te gaan volgen dan geldt: De examencommissie SPH beoordeelt of er aanvullende eisen aan de student gesteld worden. Indien een student, ingeschreven bij de opleiding SPH besluit zich aan te melden voor de opleiding Creatieve Therapie dan geldt voor die student wel dat eerst voldaan moet worden aan de préselectie tot de opleiding. Indien de student, ingeschreven bij de opleiding SPH, besluit een andere opleiding binnen de Hogeschool te gaan volgen dan gelden voor die student de toelatingsregels van de betreffende opleiding. De student dient zich daarvan zelf op de hoogte te stellen en kan gebruik maken van het bureau Istudy (hoofdstuk 4). 2A.9 Kosten Aan het volgen van de opleiding SPH zijn (bij benadering) de volgende jaarlijkse kosten verbonden: Kosten (globaal): Collegegeld € 1.713,- per jaar. (met eenmalig € 13,60 administratiekosten bij keuze betaling in termijnen) Moduulboeken (deze zijn inclusief de literatuur readers per moduul) € 150,= Boeken 500,= Introductie + “start pakket” € 75,00 Materiaalkosten € 175,=
€
NB. Kosten mediumonderwijs: Muzische vakken: materialen voor gebruik tijdens lessen worden beschikbaar gesteld door de opleiding. Materialen die echter gebruikt worden voor: uitvoeren van moduulopdrachten, opdrachten uit andere practica als medium en methodiek moet de student zelf aanschaffen.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 55
Hoofdstuk 4
Studenten die al een master-of bacheloropleiding hebben gevolgd en derhalve zelf hun instellingscollegegeld moeten betalen moeten voor de voltijd opleiding € 5.950,00 betalen.
2A.10 Vrijstellingsbeleid: Elders Verworven Competenties (EVC) en accreditation of prior learning and experience (aple) De opleiding SPH heeft inmiddels een lange geschiedenis met verkorte en aangepaste studieroutes. Zowel voor de voltijd als de deeltijd opleiding. Dit heeft geresulteerd in een vaste procedure waarlangs aspirant-studenten tot een aangepaste studieroute toegelaten kunnen worden. Deze procedure is bedoeld voor studenten waarvoor nog geen standaardroutes zijn vastgesteld door de examencommissie. Bleibergquelle instroom. In 2006 heeft de opleiding een samenwerkingscontract gesloten met een Hochschule uit Velbert, de Bleibergquelle. In samenwerking is een + programma ontwikkeld, hetwelk afgeleid is van jaar 1 en 2 van de opleiding SPH. Deze groep Duitse studenten volgt in hun 1e en 2e jaar van hun reguliere opleiding het + programma van SPH Stenden. Na jaar 2 en het met goed gevolg afgelegd hebben van deze + modulen verkrijgt iedere individuele student van Bleibergquelle toestemming van de Examencommissie SPH om tot het 3e jaar van de studie SPH-voltijd toegelaten te worden. In studiejaar 2009/2010 zal de 1e groep gebruik maken van dit instroomtraject in het 3e jaar SPH-voltijd. Het + programma is door de Examencommissie SPH vastgesteld voor studiejaren 2009/2010 en 2010/2011. In 2011 wordt het traject geëvalueerd en aangepast. In Duitsland hebben een aantal andere scholen aangegeven gebruik te willen maken van dit traject. In 2010/2011 zal hier nader onderzoek naar gedaan worden.
2A.11 Vrijstellingen Vrijstelling op grond van andere diploma's Indien de student op grond van officiële documenten kan aantonen, dat hij relevante onderdelen van het curriculum zich al heeft eigen gemaakt, kan hij een verzoek tot vrijstelling indienen bij de examencommissie. Beslissingen hierover worden op basis van een zorgvuldige afweging in elk individueel geval genomen op grond van het EVC-systeem (EVC= Erkennen van elders Verworven Competenties).
56 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
EVC- Procedure Erkennen van elders Verworven Competenties/EVC bureau Inhoud Toelichting procedure (stappenplan) Stroomdiagram procedure Aanvraagformulier vrijstellingen Uitgangspunten Tabel met overzicht uitgangspunten Vrijstellingenformulier SPH Toelichting Procedure Erkennen van elders Verworven Competenties (EVC) 1. Het initiatief tot het verkrijgen van vrijstellingen van modulen op basis van voorkennis en/of werkervaring ligt bij de aspirant-student. 2. Een lid van de intakecommissie neemt contact op met de aspirantstudent en maakt een afspraak voor een gesprek. De aspirant-student zorgt voor bewijslast1 van voorkennis en/of werkervaring. Tijdens het gesprek licht de intaker de procedure toe. De aspirant-student wordt gevraagd een toelichting op zijn verzoek en de meegebrachte bewijslast te geven. Voor studenten met een bepaalde vooropleiding geldt een vast aanbod van vrijstellingen. Wanneer het gaat om nietreguliere vrijstellingen, gaat het er in de toelichting2 op de bewijslast niet zozeer om wat de aspirant-student heeft gedaan maar met name om wat de aspirant-student ervan heeft geleerd; in termen van vaardigheden, competenties, kennis. Vervolgens relateert de intaker met behulp van de aspirant-student deze verworven competenties aan het onderwijsprogramma (eindtermen, modulen). 3. In overleg met de aspirant-student wordt besloten om een voorstel voor vrijstellingen in te dienen bij de examencommissie. Er wordt in samenspraak een voorstel gemaakt voor vrijstellingen en het te volgen studietraject. 4. De examencommissie beoordeelt het voorstel voor vrijstellingen en het te volgen studietraject in samenhang met de bewijslast; de examencommissie keurt het voorstel goed of af. Het secretariaat van de examencommissie stelt de aspirant-student schriftelijk op de 1
2
de bewijslast kan bestaan uit: (gewaarmerkte kopie van) diploma, computeruitdraai van cijferlijsten, Studentenstatuut deel 2, werkgeversverklaringen, referenties, verslag functioneringsgesprek, ... Bij de beoordeling van de bewijslast wordt gelet op: authenticiteit, actualiteit, relevantie, kwantiteit, variatie
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 57
Hoofdstuk 4
hoogte van de beslissing van de examencommissie. Indien het voorstel wordt goedgekeurd wordt een leerprocesbegeleider toegewezen; deze wordt geïnformeerd over het studietraject van de student. Verder geeft het secretariaat van de examencommissie de vrijstellingen door aan het studentensecretariaat van de opleiding. Om de vrijstellingen in werking te zetten zorgt de student ervoor dat het studentensecretariaat de volledige bewijslast ontvangt in de vorm van (gewaarmerkte) kopieën. Zodra de bewijslast binnen is, wordt deze door het secretariaat overlegd met het lid van de intakecommissie. Na goedkeuring wordt de bewijslast in het dossier van de student bewaard en worden de vrijstellingen in Progress verwerkt. 5. De student neemt contact op met de leerprocesbegeleider om een afspraak te maken voor een gesprek over het opstarten van de studie, de begeleiding, over inpassing in het rooster, hoe de kennismaking met de opleiding en de groep zal worden georganiseerd en hoe de betrokken docenten worden geïnformeerd over het te volgen studietraject. Vrijstelling op basis van een toelatingsonderzoek Aspirant-studenten van 21 jaar en ouder kunnen verzoeken om toelating op basis van een toelatingsonderzoek. De examencommissie SPH organiseert een toets en een intake overeenkomstig de deeltijd SPH-variantwaarbij het niveau van de aspirant student wordt getoetst. Het toelatingsonderzoek behelst toetsing van schoolse kennis op het niveau van de middelbare school (Havo niveau). Evenzo kan de student van delen van het curriculum vrijgesteld worden, indien de inhoud van relevante werkervaring, de te verwachten leerervaring deze onderdelen dekt. De taaleis ligt op het Havo-eind niveau
2A.12 Studiebelasting Alle onderwijsactiviteiten worden uitgedrukt in studiepunten. De totale studielast bedraagt dus 60 EC per jaar. *Voor Mbo-instroom is dit 3 jaar x 60 EC = 180 EC. Het onderwijsprogramma van de opleiding SPH bestaat uit onderwijseenheden van uiteenlopende aard. In de regel wordt gewerkt met modulen met een studiebelasting van 252 uur die behaald (kunnen) worden binnen een moduulperiode van 10 weken.
58 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
MBO verkorte traject van 3 jaar wordt vanaf februari 2011 niet meer aangeboden.
2B
De Opleidingsexamenregeling opleiding SPH 2011/2012
Informatie over het Examenreglement, het Protocol Toetscondities en het Protocol Plagiaat zijn te vinden in het Studentenstatuut deel 1 Deze opleidingsexamenregeling (hieronder afgekort als OER) geldt voor de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening (voltijd en deeltijd) en is een verbijzondering van het Stenden hogeschoolexamenreglement 2011/2012 (hieronder afgekort als ER), dat in het geheel afgedrukt staat in het Studentenstatuut deel 1. Waar in het ER sterretjes staan bij een artikel(lid), wordt aan de opleidingen –binnen het gestelde kader- de mogelijkheid geboden het betreffende onderwerp te verbijzonderen in de opleidingsexamenregeling in de studiegids van de opleiding. Overal waar hieronder artikelnummers staan zónder de nadere specificatie OER, zijn de regels uit het Examenreglement uit Studentenstatuut deel 1 onverkort van toepassing. Doel: Het doel van de opleidingsexamenregeling is het regelen van de algemene gang van zaken met betrekking tot de tentamens en de voortgangscontrole. Artikel 1 Begripsbepalingen CWS contractwerkstuk Moduulperiode Periode van 9 weken (+1 week studieweek) In de stageperioden worden alle weken, inclusief de studieweken aangemerkt als schoolweken. Minor Betreft dat deel van de opleiding dat gericht is op beroepsafgeleide competenties dan wel inhoudelijke verdieping. Een minor heeft minimaal een omvang van 15 EC. Voortgangstoets: Een toets op eindniveau van de opleiding met een verschillend niveau van slagen voor elk studiejaar.
Artikel 2 OER 2.1
Deelname aan het examen Indeling van studenten in de te volgen modulen.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 59
Hoofdstuk 4
Lid 1 De student wordt automatisch ingedeeld voor de regulier te volgen modulen. Aan het begin van het studiejaar kan de student de jaarplanning van de modulen vernemen uit het Studentenstatuut deel 2 van de opleiding. Lid 2 Een student die zich wil aanmelden voor een niet-behaald moduul dient dit te doen bij de moduulcoördinator. Lid 3 Een student dient zich tijdig voor de minor in het 3e jaar SPH aan te melden via het hogeschoolbrede aanmeldprogramma via intranet. Lid 4 Indien een student een keuze-onderwijseenheid volgt bij een andere opleiding dan waarvoor hij staat ingeschreven, hebben de regels vanuit het eigen Onderwijs- en Examenreglement voorrang boven die van de gastopleiding. OER 2.2 Als een student besluit zich tijdelijk uit een moduul terug te trekken, dan dient hij/zij dat schriftelijk kenbaar te maken aan de moduulcoördinator voorafgaand aan de moduultoets en andere toetsvormen van dat moduul. Tevens dient de student de leerprocesbegeleider hieromtrent te informeren. Artikel 2A Benoeming opleidingsexamencommissie OER 2A Het bevoegd gezag benoemt op schriftelijke voordracht van de head of school, gehoord de examencommissie van iedere bacheloren masteropleiding de leden van de examencommissie Artikel 3 Taken en bevoegdheden van de examencommissie OER 3 Lid 1 De examencommissie heeft de volgende taken gedelegeerd aan de toetscommissie: Het vaststellen van het examenrooster/toetsrooster Behandeling van klachten over alle toetsvormen van de opleiding. Het uitbrengen van advies van de EC inzake alle toetsvormen. Het behandelen van bezwaren over toetsitems. Artikel 4 Toegang tot de hoofdfase Indien een student alle onderdelen van de propedeutische fase met goed gevolg heeft afgesloten, heeft hij het propedeutisch examen behaald. Indien een student alle onderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, heeft hij het examen behaald.
60 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Artikel 4a
Het beoordelen en toekennen van een verplicht algemeen Studiepunt
OER 4a.1 Lid 1 De opleiding SPH kent de verplichte algemene studiepunten, die leeractiviteiten omvatten binnen vrijwilligerswerk. Daarnaast kent de opleiding de overige algemene studiepunten, die gekoppeld aan de te behalen competenties, activiteiten omvatten van diverse aard, (zie ook Algemene Studiepunten op Bello) Lid 2 Anderstalige studenten die met goed gevolg de taalcursus Nederlands NT2 hebben afgerond, kunnen door de studiebegeleider 1 overige algemene studiepunt laten toekennen. (zie ER 4b.1) Artikel 5 Het verlenen van vrijstellingen Indien een student op basis van eerder verworven competenties in aanmerking wenst te komen voor vrijstellingen, dient hij voordat de moduul begint een schriftelijk en onderbouwd verzoek in bij de examencommissie. Artikel 6 Het aantal gelegenheden per studiejaar tot het afleggen van tentamens en examens MTR 6.1 Inschrijven bij toetsmogelijkheden Lid 1 De student heeft in de propedeutische fase voor het moduultentamen twee toetskansen. Lid 2 In de studiejaren volgend op het eerste studiejaar waarin de student voor een bepaald moduul is ingedeeld, heeft de student, voor het moduultentamen weer twee kansen. Deze herkansingen vinden plaats in de studieweken, mogelijk op avonden of op zaterdagen. Lid3 Voor deelname aan een toets dient een student zich tijdig in te schrijven via progresswww.nlLid 4 De examencommissie schrijft voor dat alleen studenten die zich hebben ingeschreven voor de toetsing van een moduultentamenonderdeel of herkansing, daaraan deelnemen. Inschrijven betekent een kans. Lid5 In geval een student deelneemt aan meerdere toetsen voor een bepaald moduul, telt de hoogste toetsscore. Lid6 Het jaartoetsrooster wordt bij aanvang van het studiejaar bekend gemaakt op intranet en/ofELO. OER 6.2 Het Moduultentamen Lid 1 In elk moduulboek wordt opgenomen:
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 61
Hoofdstuk 4
a. Het maximaal aantal punten dat voor de diverse onderdelen van het moduultentamen behaald kan worden, b. De berekening van de norm, die aangeeft wanneer het moduul met voldoende beoordeeld wordt. c. Dag en tijdstip waarop schriftelijke verslaglegging van moduultentamenonderdelen en de moduulopdracht dienen te worden ingeleverd. Lid 2 Toetsing van de verschillende moduultentamenonderdelen vindt plaats in de voorlaatste week van de moduul, tenzij anders aangegeven in het moduulboek. OER 6.3 De Moduultoets Lid 1 Er kunnen verschillende toetsvormen voorkomen. Lid 2 Aanvullende regelgeving met betrekking tot een moduultoets wordt bekend gemaakt in het betreffende moduulboek. Lid 3 Alle inhouden die aan de orde zijn gekomen tijdens de moduul (PGO, practica, hoorcolleges, gastcolleges enz.) kunnen deel uitmaken van de toetsing OER 6.4 De Moduulopdracht Lid 1 Een moduulopdracht is een opdracht voortkomend uit het centrale moduulthema, bij voorkeur uitgevoerd in een groep studenten. Lid 2 Een groep die aan een moduulopdracht werkt en bij samenwerkingsproblemen hierover niet onverwijld contact opneemt met de moduulcoördinator, kan zich niet beroepen op die problemen bij een onvoldoende beoordeling. Lid 3 Tijdens de moduul wordt minimaal één keer de voortgang van de moduulopdracht, door de moduulcoördinator, de docent of de tutor met de studenten besproken. Lid 4 Een moduulopdracht is herkansbaar. Voorwaarde voor herkansing is dat de student, behoudens overmacht, volledig deelneemt aan alle onderdelen van de moduulopdracht tijdens de eerste kans toetsing. Lid 5 Tenzij anders in het moduulboek staat aangegeven dienen moduulopdrachten uiterlijk de laatste schooldag van een moduul ingeleverd te worden volgens het jaarrooster. Lid 6 De student is verplicht om van iedere opdracht die op schrift dan wel digitaal ingeleverd wordt, zelf een kopie te bewaren. OER 6.5 De Moduulpractica Lid 1 De wijze waarop de verschillende practica van een moduul getoetst worden staat beschreven in het betreffende moduulboek. 62 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Lid 2 Een moduulpracticum is herkansbaar. De eerste kans vindt in principe plaats in de voorlaatste week van de moduul, tenzij anders aangegeven in het betreffende moduulboek. De herkansing vindt plaats in de volgende, zie daarvoor het jaartoetsrooster. Toelichting: Indien de student gebruik maakt van de eerste kans en een onvoldoende beoordeling scoort, dan gebruikt de student de tweede kans als herkansing. Indien de student echter géén gebruik maakt van de eerste kans, dan verspeelt de student daarmee een kans en is de tweede toetskans de enig resterende. Bij onvoldoende beoordeling in die situatie heeft de student geen herkansingsmogelijkheid. (overeenkomstig ER Artikel 6.1) Lid 3 Opdrachten behorende bij de practica (zoals bijv. een reflectieverslag) dienen, voor de eerste kans ingeleverd te worden op de vrijdag van de voorlaatste week van de betreffende moduul, tenzij anders aangegeven in het betreffende moduulboek. Lid 4 Bij onvoldoende beoordeling van de eerste kans dient de student de opdrachten voor de herkansing in te leveren op de laatste schooldag in de week waarin de tweede toetsmogelijkheid van het moduultentamen wordt afgenomen. Zie daarvoor het jaartoetsrooster. Lid 5 In het studiejaar volgend op het studiejaar, waarin de student een onvoldoende beoordeling heeft ontvangen heeft de student wederom twee toetskansen op basis van het hierboven gestelde. OER 6.6 Actieve participatie Lid 1 Voor onderwijsactiviteiten waarvoor participatiepunten worden verstrekt is een minimale aanwezigheid van 80% verplicht. Zie hiervoor het betreffende moduulboek. Lid 2 Onder actieve participatie wordt minimaal verstaan het leveren van een inhoudelijke bijdrage binnen het groepsproces. Nadere criteria staan vermeld in het moduulboek. Lid 3 Bij een deelname van minder dan 80% krijgt de student een onvoldoende beoordeling, dan wel bij het niet voldoen aan de criteria genoemd onder lid 2. Lid 4 Voorwaarde voor het in lid 3 gestelde is, dat de student door practicumdocent en/of tutor tijdig is gewaarschuwd, dat hij vanwege onvoldoende participatie een onvoldoende beoordeling zal krijgen. Deze waarschuwing wordt vastgelegd in de notulen van de pgo/projectbijeenkomst. Lid 5 In geval van overmacht bij afwezigheid is ER Artikel 14 van toepassing
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 63
Hoofdstuk 4
OER 6.7 Herkansing Participatie Lid 1 a. Bij het niet behalen van de participatiepunten dient de student in alle gevallen een gemotiveerd en door de tutor ondertekend verzoek in tot een compensatieopdracht bij de examencommissie. b. Compensatieopdrachten dienen in hetzelfde studiejaar te worden ingeleverd en nagekeken. c. De student die het niet eens is met de beoordeling van een compensatieopdracht dient de procedure te volgen zoals omschreven in MTR Artikel 17.1. OER 6.8 Contractwerkstuk (CWS) De regeling betreffende de beoordeling en herkansing van het CWS wordt vermeld in de CWS-gids (overeenkomstig ER Artikel 6.6) OER 6.9 Beoordeling praktijkmodulen en stages De regeling betreffende de beoordeling en herkansing van de praktijkmodulen en jaarstage wordt vermeld in de betreffende moduulboek(en)/stagegidsen (overeenkomstig ER Artikel 6.6) OER 6.10 In het geval een student een eerder niet-behaald moduul volgt en deelneemt aan de toets, anders dan de reguliere moduultoets, waarmee een gevolgd moduul wordt afgesloten, dan valt het onder de eigen verantwoordelijkheid van de student om na te gaan in hoeverre de leerstof en/of puntenstructuur van het moduul is gewijzigd. In dat geval gelden de actuele eisen van de moduul.
Artikel 7
Geldigheidsduur examenonderdelen
Artikel 7a
Intellectuele Eigendom (auteursrechten)
Artikel 8
Mondelinge tentamens
Artikel 9 Bepaling resultaten OER 9.1 De correctie van de moduultoets Antwoorden op de door de student ingeleverde schrapkaarten zijn bepalend voor de eerste voorlopige vaststelling van de toetsscore
64 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
OER 9.2 Mededelingen betreffende bijzonderheden rondom het moduultentamen worden gepubliceerd (zie ER Artikel 9.4) op ELO en/of intranet. OER 9.3 Lid 1 Na de bekendmaking van de uitslag van moduultentamenonderdelen heeft de student recht op inzage van alle moduultentamenonderdelen alsmede de beoordelingsformulieren. Lid 2 De voorlopige score voor de moduultentamenonderdelen kan op een eerder moment dan de definitieve moduultentamenuitslag door de moduulcoördinatoren bekend gemaakt worden . Lid 3 In beginsel wordt binnen 15 werkdagen na afloop van een moduulperiode of tenminste 10 werkdagen voorafgaand aan een eventuele herkansing, het resultaat vastgesteld en aan de student bekend gemaakt. OER 9.4 De uitslag van het gehele moduultentamen (het geheel van onderdelen van een moduul) wordt in principe 15 dagen na afloop van de moduul bekend gemaakt. Indien er omstandigheden zijn waardoor uitslagen pas later bekend gemaakt kunnen worden dan stelt de moduulcoördinator de studenten, via Bello daarvan op de hoogte. Artikel 9A Studieadvies/BSA . Lid 1 Ter aanvulling op het reglement: ER artikel 9A stelt de opleiding SPH als criterium voor een (voorlopig) positief studieadvies de kwalitatieve eis dat het assessment gehaald moet zijn. Artikel 10 Inzagerecht en termijn van bewaring OER 10.1 Voor de studenten geldt dat de uitgereikte toetsopgaven van de moduultoets niet mogen worden meegenomen OER 10.2 Lid 1 De voorlopige “antwoordensleutel” van de moduultoets wordt na afloop van de, in het jaartoetsrooster gestelde toetstermijn, bekend gemaakt . Lid 2 De normeringen, behorende bij de moduultentamens zullen, zoals deze vermeld worden in de overeenkomstige moduulboeken gezamenlijk met de tentamenopgaven worden bewaard.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 65
Hoofdstuk 4
Artikel 11 Verantwoordelijkheid examengegevens
tentamen(onderdelen)-
en
Artikel 12 Registratie van de studieresultaten OER 12.1 Studenten kunnen tot uiterlijk vier schoolweken na de definitieve moduultentamenuitslag vragen stellen over de juistheid van de vastgestelde moduultentamenuitslag aan de moduulcoördinator van de betreffende moduul of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger Artikel 13 Getuigschrift en verklaring OER 13.2 Lid 1 De student dient zelf een schriftelijke aanvraag in te dienen bij de Examencommissie voor het in behandeling nemen van zijn afstudeerverzoek. Een oproep hiertoe wordt op ELO gepubliceerd. Artikel 13a Cum Laude Studenten kunnen de Examencommissie bij het afstuderen verzoeken om een Cum Laude verklaring .Zie ER artikel 13 a. Artikel 14 Overmachtstregeling OER 14.1 De examencommissie is bevoegd bij de extra toets een andere toetsvorm aan te bieden. De extra toets dient gelijkwaardig te zijn aan de oorspronkelijke toets (zie ER Artikel 14.2b). OER 14.2 Overmacht bij verplichte onderwijsleeractiviteiten Lid 1 De student heeft de mogelijkheid om bij de examencommissie een verzoek in te dienen voor een compensatieopdracht n.a.v. gemiste, verplichte onderwijsleeractiviteiten als er sprake is van omstandigheden die niet aan de student kunnen worden toegerekend. Dit verzoek kan pas worden ingediend na de laatste verplichte onderwijsleeractiviteit van de betreffende moduul en moet uiterlijk 2 schoolweken na de laatste dag van de moduulperiode in het bezit zijn van de examencommissie. Lid 2 Bij het, in lid 1 van dit artikel genoemde verzoek dient de student de bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Lid 3 Na toekenning door de examencommissie bepaalt de moduulcoördinator, eventueel in overleg met de betrokken docent/tutor, de inhoud en uitvoering van de compensatieopdracht. 66 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Lid 4 De compensatieopdracht dient het gemiste verplichte onderdeel inhoudelijk te vervangen en qua studiebelasting gelijkwaardig te zijn aan die van het gemiste verplichte onderdeel (zie ER Artikel 14.2b). Artikel 15 Studie en Handicap Dit wordt vastgelegd in een onderwijscontract (zie decanaat).
Overeenkomstig artikel 15 kan een anderstalige student aanspraak maken op aanpassing van de wijze van toetsing. Dit geldt alleen voor toetsing in het eerste studiejaar. Studenten mogen een woordenboek gebruiken bij de toets. Gedurende de propedeuse mogen individuele opdrachten in het Duits of Engels worden aangeleverd. Studenten krijgen een half uur verlenging van de toetstijd. Artikel 16a Regels voor de goede gang van zaken met betrekking tot examens (voor studenten) Lid.1 Elke student dient zich te legitimeren met zijn/ haar geldige collegekaart. Bij ontbreken hiervan wordt de student de toegang geweigerd. Lid.2 Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier mag er zich op tafel waaraan de student zit tijdens de toets niets anders bevinden dan de uitgereikte toets, de collegekaart, de schrapkaart. Lid.3 Deelnemers aan de moduultoets zijn verplicht de schrapkaart van een schriftelijke toets volledig in te vullen (zie ER Artikel 16a.16, 21, 22). Artikel 16b Onregelmatigheden
Artikel 17 Bezwaar en beroepsprocedure OER 17.1 Formele vereisten Lid 1 Verzoeken aan de examencommissie(s) dienen uiterlijk tien schooldagen vóór de vergaderdatum van de examencommissie in het bezit te zijn van de secretaris of bij diens afwezigheid bij het secretariaat van de opleiding. De vergaderdata van de examencommissie worden aan het begin van het cursusjaar bekend gemaakt op intranet en/of ELO.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 67
Hoofdstuk 4
Lid 2 Verzoeken aan de opleidingsexamencommissie dienen getypt of geprint ingeleverd te worden voorzien van: naam adres, woonplaats telefoonnummer relatienummer naam van de moduul en studiejaar groepsnummer tutor en/of docent en/of moduulcoördinator en in geval van overmacht worden voorzien van de nodige bewijzen. Lid 3 Verzoeken dienen duidelijk geformuleerd en gemotiveerd te worden. OER 17.2 De moduultoets Lid 1 De student heeft recht op inzage van de toets en de antwoorden bij de moduulcoördinator of voorzitter van de toetscommissie. Lid 2 De student heeft het recht tegen toetsitems bezwaren in te dienen. Elk bezwaar tegen een toetsitem/tentamenvraag moet door de student toegelicht worden: a) er is een verwijzing naar de pagina in de literatuur waarop volgens de student de vraag betrekking heeft en b) aan de hand van a) verwoordt de student vervolgens wat onjuist of misleidend is aan de gestelde vraag/ het gegeven antwoord. Lid 3 Bezwaren tegen toetsitems dienen uiterlijk de vierde schooldag na de toets vóór 09.00 uur te zijn ingediend bij de voorzitter van de toetscommissie. Lid 4 Als voor een toets een van het toetsrooster afwijkend tijdschema geldt, wordt dat uiterlijk 1 schoolweek vóór de toets bekend gemaakt. Lid 5 Na de sluitingsdatum voegt de voorzitter van de toetscommissie, in samenwerking met de desbetreffende docenten het commentaar toe aan de bezwaren en kan een bezwaar al dan niet gegrond verklaren. Indien een bezwaar gegrond verklaard wordt dan vervalt het toetsitem of wordt omgescoord. Lid 6. Bezwaren en commentaar op de toets zijn voor alle studenten vrij opvraagbaar bij de voorzitter van de toetscommissie. OER 17.3 De voortgangstoets Lid 1 Bezwaren tegen (de antwoorden op) de toetsvragen van een voortgangstoets moeten worden ingediend volgens de instructies op het toetsformulier. 68 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Lid 2 In het geval een toetsbezwaar wordt toegekend, is het gevolg een van de volgende mogelijkheden: a. Het antwoordformulier voor deze vraag wordt aangepast of b. De toetsvraag wordt geschrapt Lid 3 In het geval dat de toetsvraag wordt geschrapt, wordt zowel het minimum aantal goed beantwoorde vragen binnen een bepaalde discipline alswel het minimum aantal van het totale aantal goed beantwoorde vragen vermindert met één. Artikel 18
Hardheidsclausule
Artikel 19
Onvoorziene omstandigheden
Artikel 20
Overgangsbepaling
Artikel 21 Invoeringsbepalingen en citeertitel OER 20.1 Deze opleidingsexamenregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2001 en is aangepast op 8 juni 2005,29 mei 2006, 22 mei 2007,30 mei 2008, 29 mei 2009 en 1 juni 2010, 1 juni 2011. OER 20.2 Aangezien de opleiding SPH werkt aan onderwijsvernieuwing van de door haar aangeboden curricula kunnen er wijzigingen c.q. aanvullingen optreden t.a.v. deze opleidingsexamenregeling gedurende het studiejaar, welke vervolgens gepubliceerd zullen worden op Bello na vaststelling door de examencommissie. OER 20.3 Deze regeling kan worden aangehaald als "Opleidingsexamenregeling SPH, 2011/2012".
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 69
Hoofdstuk 4
3
3.1
Voorzieningen voor studenten
Informatievoorzieningen Leeuwarden Informatie krijg je binnen Stenden via verschillende communicatiemiddelen. Het studentenstatuut en de studiegids maken deel uit van deze middelen. Ook de opleiding communiceert veel met de studenten. Stenden gebruikt voor algemene mededelingen de volgende media: Intranet www.istenden.com E-mail Magazine ‘GO’ Announcements: per mail verstuurde mededelingen Publicatieborden Plasmaschermen Front Desks
3.2
i study Welkom @ i study Bij i study kun je terecht voor alles wat met de organisatie van het onderwijs te maken heeft. Je kunt hierbij denken aan informatie over: Jouw inschrijving/uitschrijving Studielink Progress- puntenregistratie
70 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Algemene informatie over opleidingen Studeren in het buitenland (International Office) Afspraken met het decanaat Reservering van ruimtes en lokalen Hulp bij het invullen van formulieren (OCWduo)
Contactgegevens: i study kamer 0.30 (tegenover de receptie) Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur. Email:
[email protected] Tel: 058 244 11 00
3.3
SMC & IRC international (Leeuwarden) Binnen Stenden aanspreekpunt voor: studenten die vanuit het buitenland bij Stenden in Leeuwarden komen studeren (de zogenaamde ‘incoming student’) studenten die vanuit hun studie bij Stenden in Nederland in het buitenland gaan studeren, werken of stage lopen (de zogenaamde ‘outgoing students’). Waarvoor je terecht kunt bij SMC & IRC kun je vinden op de intranetsite www.istenden.com.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 71
Hoofdstuk 4
3.4
Het decanaat Bij het decanaat van Stenden kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: studieloopbaanvragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, doorstuderen, advies over stage en solliciteren) effectief studeren en studieplanning persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enzovoorts) studievertraging door bijzondere omstandigheden (profileringsfonds) + Individuele gesprekken en trainingen mogelijk financiële problemen (noodfonds) studiefinanciering het bindend studieadvies functiebeperking en dyslexie, opstellen onderwijscontract met voorzieningen en faciliteiten topsport conflicten, bezwaar en beroep beroepszaken Je kunt de complete informatie over de dienstverlening van het Decanaat locatie Leeuwarden (incl. contact-informatie) vinden op de intranetsite www.istenden.com onder de noemer
72 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Decanaat. Mailadres Leeuwarden:
[email protected].
3.5
Handicap & studie Binnen het decanaat zijn twee decanen ook contactpersoon handicap & studie. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersonen handicap & studie zijn tevens het meldpunt voor opmerkingen en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I. De contactpersonen handicap & studie zijn Hermien Moning(Leeuwarden en Groningen) en Nynke Vink (Emmen, Meppel en Assen) zijn aanspreekpuntvoor studenten met een functiebeperking of handicap. Zij kunnen adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kunnen zij hierbij bemiddelen.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 73
Hoofdstuk 4
3.6
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Het kan voorkomen dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom. De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in de opvang en begeleiding (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite locatie Leeuwarden www.istenden.com onder de noemer vertrouwenspersoon. In hoofdstuk 9 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I is het Reglement ter zake ongewenst gedrag Stenden opgenomen.
3.7
Het roosterbureau Leeuwarden Het Roosterbureau verzorgt de planning van onderwijsactiviteiten. Je kunt jouw rooster vinden op de roostersite op intranet
74 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
www.istenden.com onder de noemer roosters. Tevens kun je jouw rooster vinden op schedules.stenden.com (zonder www). Bij ‘schoolname’vul je alleen “stenden”in, vervolgens kun je daar ook je rooster bekijken (ook thuis).
3.8
Information & Registration Centre Het Information & Registration Centre beheert de persoonsgegevens van alle nationale en internationale Stenden-studenten van alle locaties. De studentenadministratie draagt onder meer zorg voor: in- en uitschrijving (via Studielink) inning collegegelden De complete informatie over de dienstverlening van het Centrum (incl. contact-informatie) is te vinden op de intranetsite (www.istenden.com).
3.9
Registratie Studieresultaten Leeuwarden Het Information & Registration Centre beheert de studieresultaten van alle Stenden studenten. Met het programma ProgRESS kan elke student zijn/haar studieresultaten online raadplegen www.progressww.nl/stenden (vanaf elke pc met internetaansluiting). Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de intranetsite onder de noemer Information &
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 75
Hoofdstuk 4
Registration Centre. Rechtstreekse toegang tot ProgRESS krijg je via www.istenden.com.
3.10
Toetsen Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het IRC Toetsservicebureau verzorgd. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite (www.istenden.com).
3.11
ICT & Media Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden gemeenschappelijk is georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media. Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICT-voorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de intranetsite locatie Leeuwarden en Groningen www.istenden.com van ICT & Media het antwoord. ICT & Media (locatie Leeuwarden) geeft ook ondersteuning bij het gebruik van ICT-
76 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
voorzieningen en verzorgt de audiovisuele voorzieningen. Deze laatste dienstverlening varieert van de uitleen van een digitale fotocamera tot assistentie bij het gebruik van mediawerkplekken als een montageruimte. Studenten kunnen mailen naar
[email protected] voor vragen over ICT en AVM gerelateerde zaken, of kunnen terecht bij de balie op locatie Leeuwarden.
3.12
Intranet Het intranet van Stenden is de centrale plaats waar alle relevante informatie voor studenten en medewerkers is te vinden en waar vandaan bijvoorbeeld de electronische leeromgeving en andere systemen te benaderen zijn. Zo vind je er onder andere roosterinformatie, nieuws en mededelingen van Stenden en van je opleiding. Je kunt zelf aangeven welke informatie en links voor jou belangrijk zijn. Het intranet is via je Stenden login toegankelijk (www.istenden.com).
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 77
Hoofdstuk 4
3.13
Blackboard (ELO) Leeuwarden Blackboard is de digitale leeromgeving van Stenden hogeschool. Op Blackboard staat voornamelijk onderwijsmateriaal, maar via Blackboard kunnen studenten (en docenten) ook met elkaar in contact komen voor de uitvoering van een onderwijsopdracht. Blackboard is zowel van binnen als buiten de Stenden-locaties te bereiken via: https://elo.stenden.com. Blackboard is tevens te bereiken via de website van Stenden: www.stenden.com > MyStenden>.
3.14
The Library De Library is de centrale plaats op de verschillende Stenden locaties waar de bibliotheekvoorziening, de onderwijswerkplaats en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van Stenden zijn samengebracht. Op de locaties Emmen en Leeuwarden beschikt de student over een grote studie- en ontmoetingsruimte in combinatie met de Library. In de Libraries kan de student gebruik maken van de uitleencollectie maar ook zelf studeren in de studiezaal en gebruik maken van de collectie welke niet uitgeleend wordt; zoals bijvoorbeeld de actuele tijdschriften. Op de locaties Assen, Meppel en Groningen kan de student gebruik maken van de Onderwijswerkplaatsen die wat betreft faciliteiten
78 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
en dienstverlening gelijk staan aan de kwaliteit van de gehele hogeschool. Op de locaties zijn informatiespecialisten aanwezig voor vragen op het gebied van literatuur en naslag werken, tijdschriften, het informatie zoeken e.d. Alle voorzieningen voor studenten zijn ook beschikbaar voor de docenten en het overige personeel. Naast alle literatuur beschikt de Library over een eigen digitale bibliotheek die voor alle studenten óók met thuistoegang te benaderen is. Je vindt daarnaast de naslagwerken, woordenboeken en de kennisbanken voor de specifieke opleidingen. Meer informatie vind je op de Stenden website onder: http://www.stenden.com/nl/mystenden/studielands chapvhchn/ informatieoverhetstudielandschap/Pages/default.as px.
3.15
Stenden shop Moduulboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop (bij de ingang van het kennisplein, direct rechts, ruimte 0.26).
3.16
Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is een contactennetwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden-opleidingen. Het doel van het Alumni
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 79
Hoofdstuk 4
Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden, via http://http.stenden.com/alumni. voor vermelding studiegids IHM>www.alumninet.stenden.com)
3.17
EHBO, noodplan Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Alle aanwijzingen hiervoor zijn te vinden op de intranetsite www.istenden.com over alarm, brand, BHV, EHBO en noodplan.
80 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
3.18
Bedrijfsrestaurant Canteen, IF; restaurant.nl (Leeuwarden) In voorjaar 2010 is Canteen geopend, het restaurant voor medewerkers en studenten van Stenden Leeuwarden. In Canteen is dagelijks een internationaal aanbod van snacks, gerechten, verse sappen en drankjes verkrijgbaar. Van uitsluitend natuurlijke ingrediënten, vanzelfsprekend 100% biologisch, zonder E-nummers of andere niet natuurlijke smaakmakers. Alles wordt op duurzame wijze bereid door middel van internationale kooktechnieken. Aan het concept van Canteen is jarenlang gewerkt. Stenden is de eerste hogeschool met een dergelijk concept en geeft daarmee invulling aan haar visie ‘Serving to make it a better World’.
IFood & Drinks (IF), Leeuwarden De IF, is net als Canteen bedoeld voor studenten en medewerkers van Stenden Leeuwarden. Ook IF werkt volgens dezelfde uitgangspunten als Canteen.
Restaurant.nl, Leeuwarden Volgens de uitgangspunten van de Nieuwe Nederlandse Keuken startte in 2007 Restaurant.nl, het restaurant van het Stenden University Hotel bestemd voor de
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 81
Hoofdstuk 4
hotelgasten en andere externe gasten. Ook in dit restaurant wordt uitsluitend gebruik gemaakt van natuurlijke ingrediënten die vanzelfsprekend 100% biologisch zijn en geen E-nummers of andere natuurlijke smaakmakers bevatten.
3.19
Randstad uitzendbureau, Leeuwarden Binnen de muren van het Stenden-gebouw, op de begane grond tegenover de receptie locatie Leeuwarden, bevindt zich uitzendbureau Randstad. Randstad bemiddelt pas- en langer afgestudeerden. Ben je op zoek naar een (bij)baan? Dan kun je daar terecht.
3.20
Teach-Inn kapsalon Op de begane grond, ruimte 0.79 kun je terecht voor een afspraak bij de kapper. Deze kapsalon is een leerbedrijf voor MBO studenten. De openingstijden staan vermeld op de deur.
3.21
ABN-Amro bank Bij de ingang aan de Rengerslaan tref je, bij binnenkomst direct rechts een ABN-Amro bank aan (studentenshop). Hier kun je je bankzaken regelen en/of geld pinnen/chippen.
82 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
3.22
Expect locatie Leeuwarden Een student of een professional is niet iemand die alleen maar doet wat gezegd wordt dat er gedaan moet worden. Hij denkt zelf na, zoekt naar zin en betekenis en ontwikkelt een visie. Die visie is breed, persoonlijk maar niet zo maar gebaseerd op streven naar eigen belang. Het is ook voor je persoonlijke ontwikkeling goed je bezig te houden met het ontwikkelen van die brede visie, op jezelf, de mensen om je heen en op afstand en de (wereld)samenleving. Expect biedt activiteiten aan waar die zingeving aan de orde komt. Cursussen met aandacht voor ontmoetingen tussen culturen, ethische vragen in de praktijk, religie, mens- en maatschappijvisie. Daarnaast kun je je inzetten bij projecten, bijv. radioprogramma lokale omroep, expositie, informatiemarkt voor ontwikkelingsprojecten. Ook een aantal studiereizen staat op het programma. Door deelname aan een activiteit kun je na overleg vaak één of meerdere studiepunten verwerven. Expect is verbonden aan de plaatselijke kerken, maar ook breed georiënteerd en staat open voor iedereen die belangstelling heeft. Informatie: http://www.expect-leeuwarden.nl.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 83
Hoofdstuk 4
3.23
Leeuwarden Studiestad Heb je gekozen voor een opleiding bij Stenden in Leeuwarden? Dan kunnen we je feliciteren. Je hebt er namelijk voor gekozen om te gaan studeren in één van de leukste studentensteden van Nederland. In Leeuwarden vind je nog gemakkelijk een goedkope, ruime kamer, er is een erg breed aanbod van studentensporten, je kunt hier fantastisch uitgaan en heerlijk winkelen. Daarnaast is Leeuwarden één van de Nederlandse steden met het grootste aanbod van evenementen. Leeuwarden Studiestad is een stichting van de drie hogescholen die probeert om van Leeuwarden een nog betere studentenstad te maken. Bij Leeuwarden Studiestad kun je betaalbaar sporten, je wordt geholpen in je zoektocht naar een kamer en je kunt deelnemen aan één van de vele studentenevenementen die georganiseerd worden. Leeuwarden Studiestad werkt nauw samen met alle studentenverenigingen in de stad. Uitgebreide informatie over de studentenvoorzieningen in Leeuwarden vind je op de website www.leeuwardenstudiestad.nl.
3.24
Voordelig spierpijn! In Leeuwarden kun je als student tegen een laag tarief sporten. Leeuwarden Studiestad biedt je de mogelijkheid om alleen of in teamverband te sporten. Ook worden er regelmatig sportevenementen en workshops georganiseerd
84 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
voor studenten met een sportpas. Hierbij kun je denken aan een voetbalcompetitie, badminton laddercompetitie, tennistoernooi, duikintroductie en het bekende voetbaltoernooi het LSV.
Wat is HBO Sport? HBO-Sport is een orgaan binnen Stenden, dat streeft naar het aanbieden van de beste mogelijke sportfaciliteiten voor studenten. Dit doen wij door middel van: vaste wekelijkse activiteiten zoals futsal en basketbal, volleybal vrije uren bij verschillende fitness centra (fitness, squash, tennis, aerobics, spinning, etc.) vrije zwemuren bij zowel het Aquarena als Parc Sandur toernooien in o.m. futsal en volleybal kortingen bij verschillende instanties (bowlen, sportzaken). Wil jij zelf een trainingsuurtje of een andere activiteit opzetten? Of zou je graag nog een extra toernooitje willen spelen? Mail naar
[email protected].
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 85
Hoofdstuk 4
4
Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs.
4.1
Regeling in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden Als een student wegens ziekte of bijzondere omstandigheden niet aanwezig kan zijn bij een verplichte onderwijsactiviteit, moet dit diezelfde dag voor 17.00 uur gemeld worden bij de Front Desk (058 - 244 1335) van de opleiding. Als de student wegens ziekte of omstandigheden vertrekt terwijl er nog verplichte onderwijsactiviteiten op die dag zijn, moet dit worden gemeld bij de Front Desk. Als door ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging dreigt te ontstaan, is de student (voltijds en duaal) verplicht contact op te nemen met zijn of haar studiecoach/opleidingscoach en met het decanaat.
86 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
4.2
Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni (februari instroom voor 1 november) bij de examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de ‘Regeling studieadvies’.
4.3
Studievertraging Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over het profileringsfonds. Om in aanmerking te kunnen komen voor een financiële bijdrage uit het profileringsfonds ben je verplicht de bijzondere
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 87
Hoofdstuk 4
omstandigheid zo spoedig mogelijk te melden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden. Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijnvan 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 6 van deel 1 van het Studentenstatuut 2011/2012, waarin de Regeling Afstudeersteun is opgenomen. Je kunt ook op het intranet locatie Leeuwarden www.istenden.com de site van het decanaat raadplegen.
4.4
Bijzondere omstandigheden Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 4.2 en 4.3 vallen de volgende omstandigheden: ziekte (ook psychisch) zwangerschap bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding van je ouders, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie) medezeggenschapsactiviteiten voor de hogeschool topsport bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen een ‘niet studeerbaar’ studieprogramma
88 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
4.5
Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren. De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor Stenden geen onevenredige belasting betekenen als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen.
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 89
Hoofdstuk 4
Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie (zie paragraaf 3.5 in hoofdstuk 3. Deze geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan.
A materiële voorzieningen
Gehandicaptentoiletten Parkeerplaatsen voor minder validen Geldautomaat bij restaurant op de hoogte van een rolstoelgebruiker Lage stacomputer voor rolstoelgebruiker Mobiele ringleiding op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Laptop op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Readingpen Gebruik voorleessoftware
B onderwijskundige voorzieningen
90 STUDIEGIDS - DEEL 2
mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd mogelijkheid om apart te zitten bij een toets mogelijkheid reader in vergroot lettertype (12 punts) te krijgen mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen mogelijkheid tot aanpassing studieplanning mogelijkheid tot een vervangende opdracht mogelijkheid tot een aangepaste werkvorm mogelijkheid tot aanpassing toetsvorm mogelijkheid tot flexibele leerroute
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
mogelijkheid en duur mogelijkheid formaat mogelijkheid mogelijkheid
tot aangepaste stage in vorm toets vergroot te krijgen op A3 gebruik computer bij toetsen gebruik computer met spraak
C financiële voorzieningen
vergoeding voor dyslexieonderzoek, (vergoeding van 400 euro maximaal) profileringsfonds voorzieningen op het gebied van studiefinanciering
Procedures Ad A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon handicap & studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer een voorziening (bijvoorbeeld een speciale stoel) op uitleenbasis wordt verstrekt wordt de aanvraag ingediend bij de contactpersoon handicap & studie en in een onderwijscontract vastgelegd. Ad B onderwijskundige voorzieningen Wanneer de student gebruik wil maken van bepaalde voorzieningen is het goed zo snel mogelijk een afspraak te maken met één van de
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 91
Hoofdstuk 4
contactpersonen handicap & studie/decaan. Soms is het raadzaam om dit al voor de studie te doen. Zij kunnen adviseren over mogelijke voorzieningen. In overleg met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de examencommissie. Een medische verklaring is gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract ‘studeren met een functiebeperking’. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Studenten die willen beschikken over speciale toetsvoorzieningen dienen dit, indien mogelijk, minimaal 2 weken voor de toetsperiode te laten vastleggen bij de contactpersoon handicap & studie of de daarvoor verantwoordelijke decaan. Het toetsservicebureau zorgt voor de organisatie van de toetsvoorzieningen. Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De contactpersoon handicap& studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. De vergoeding bedraagt maximaal 400 euro. Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie 92 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk, bijvoorbeeld 12 maanden extra studiefinanciering. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag. Contact Contactpersonen handicap & studie, Leeuwarden: voor de locaties Leeuwarden en Groningen mevrouw Hermien Moning,
[email protected] Afspraak kan gemaakt worden via i study Leeuwarden.
4.6
Regeling medische verklaring in geval van ziekte 4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het profileringsfonds; niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte; en de examencommissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen moet hij een medische verklaring overleggen aan IRC(a), de commissie profileringsfonds (b), of de examencommissie van de opleiding (c).
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 93
Hoofdstuk 4
4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Je kunt een medische verklaring opvragen bij je huisarts of medisch specialist.
4.7
Studeren en RSI (CANS) Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als “muisarm”. Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn: een verkeerde zithouding tijdens het werk
94 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
repeterend werk weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden stress Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt. Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag.
RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! Genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze let op een goede zithouding voor het beeldscherm wissel beeldschermwerk af met ander werk zorg voor voldoende ontspanning naast de studie neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 95
Hoofdstuk 4
Meer informatie over RSI kun je vinden op het intranet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: http://rsi.pagina.nl www.muisarm.nl Postbus 51 (www.postbus51.nl) geeft gratis de brochure ‘Veilig werken: RSI - informatie voor werknemers en werkgevers’ uit.
5 Adressenlijst De namenlijst van docenten staat vermeld op ELO onder kopje informatie studenten; bereikbaarheid docenten/aanwezigheidslijst docenten
96 STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Index
STENDEN hogeschool
– SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING 97