Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding ‘Sociaal Pedagogische Hulpverlening’ voltijd en deeltijd Saxion Hogescholen, Enschede
Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding ‘Sociaal Pedagogische Hulpverlening’ voltijd en deeltijd Saxion Hogescholen, Enschede
Hobéon Certificering BV. december 2004
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3.
INLEIDING Het bereik van deze beoordeling Het voortraject, de proefvisitatie De Academie Mens en Maatschappij en de opleiding SPH
4 4 4 5
2. 2.1. 2.2. 2.3.
BEOORDELING OP HOOFDLIJNEN Algemeen De opleiding Bijzonder kenmerk
8 8 8 9
3.
BESLISREGELS
10
4.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstelling opleiding
11 11
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen
11
5. 5.1. 5.2. 5.3.
Oordeel
13
Facet 1.2. Niveau bachelor
14
Facet 1.3. Oriëntatie hbo Onderwerp 2: Programma
15 17
Facet 2.1. Eisen hbo
17
Facet 2.2. Relatie tussen doelstelling en inhoud programma
20
Facet 2.3. Samenhang programma
22
Facet 2.4. Studielast
24
Facet 2.5. Instroom
25
Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
25
Facet 2.6. Duur
26
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
27
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Onderwerp 3: Inzet van personeel
28 30
Facet 3.1. Eisen hbo
30
Facet 3.2. Kwantiteit van het personeel
32
Facet 3.3. Kwaliteit van het personeel Onderwerp 4: Voorzieningen
34 36
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
36
Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg
37 39
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
39
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
41
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten
42 44
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
44
Facet 6.2. Onderwijsrendement Onderwerp 7: Bijzonder kenmerk Duitstalige deeltijdopleiding SPH
45 46
Facet 7.1. Differentiatie en profilering
46
Facet 7.2. Kwaliteit
46
Facet 7.3. Concretisering
47
Facet 7.4. Onderscheidend karakter
47
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema voltijd Oordeelschema Deeltijd Overall oordeel/ advies aan NVAO
48 48 49 50
BIJLAGE I BIJLAGE II
CURRICULA VITAE AUDITOREN EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARING EXTERNE AUDITOR PROGRAMMA VISITATIE 8 JUNI 2004
1.
INLEIDING
1.1.
Het bereik van deze beoordeling
Saxion Hogescholen1 verzorgt een hbo bachelor opleiding op het terrein van Sociaal Pedagogische Hulpverlening (hierna SPH). De opleiding wordt aangeboden in twee varianten: een voltijdvariant en een Nederlandstalige én Duitstalige deeltijdvariant. Afgestudeerden mogen de titel ‘Bachelor of Social Work’ dragen. Hobéon Certificering BV heeft als Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI) deze opleidingsvormen in één gezamenlijk traject beoordeeld. Deze beoordeling is gericht op een accreditatiebeslissing met betrekking tot de hbo bachelor opleiding “SPH” voltijd en deeltijd verzorgd door de Academie Mens en Maatschappij van Saxion Hogescholen te Enschede. De beide opleidingsvormen zijn ondergebracht in één instituut binnen de hogeschool: de Academie Mens en Maatschappij en is één van de 22 Instituten en Academies van Saxion Hogescholen. De opleiding SPH heeft in maart 2004 een ‘Zelfevaluatierapport’2 opgesteld die de basis vormt voor het onderzoek van Hobéon Certificering. De voltijd- en deeltijdvariant leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Daar waar zij verschillen, betreft het de didactische vormgeving en de specifieke kenmerken (leeftijd, achtergrond, werkervaring) van de onderscheiden doelgroepen. Een en ander is voor Hobéon Certificering reden geweest, zijn oordeel over de beide opleidingsvormen in één rapport samen te vatten. Daar waar nodig, zal niettemin het onderscheid tussen beide opleidingsvormen zichtbaar worden gemaakt. Wij merken verder op dat deze opleiding thans ook aan Duitse studenten gegeven wordt in een deeltijdvariant en is speciaal gericht op de Duitse markt (studenten en arbeidsmarkt). Er is inmiddels een Duitstalige studiegids beschikbaar en er zijn werkzaamheden gestart voor het opzetten en inrichten van een Duitstalige website voor de SPH-opleiding.
1.2.
Het voortraject, de proefvisitatie
Ter voorbereiding op het traject leidend tot een accreditatie beslissing door de NVAO i.o. met betrekking tot de SPH opleiding voltijd en deeltijd heeft de hogeschool zelf een proefvisitatie georganiseerd. Voorafgaand aan deze proefvisitatie en de door Hobéon Certificering uitgevoerde beoordeling is door de opleiding SPH een zelfevaluatierapport opgesteld. Deze proefvisitatie heeft plaatsgevonden in 2003 en is in februari 2004 door de opleiding met de Raad van Bestuur van Saxion Hogescholen uitgebreid besproken. Vervolgens is een ‘verbetertraject’ gestart naar aanleiding van deze proefvisitatie en is de definitieve versie geschreven van het zelfevaluatierapport.
1
Saxion Hogescholen is ontstaan uit een bestuurlijke fusie in 1998 en organisatorische fusie in 2000 van de Hogeschool Enschede en Hogeschool IJselland. De Saxion Hogescholen hebben vestigingen in Enschede, Deventer en Apeldoorn. De vestigingen in Deventer en Apeldoorn vallen onder Saxion IJselland, de vestiging Enschede (waar de opleiding SPH is gevestigd) onder de Saxion Hogeschool Enschede.
2
De NVAO gebruikt in haar documentatie de term ‘zelfevaluatie’. Hobéon Certificering hanteert zowel intern als naar onderwijsinstellingen toe de term ‘Management Review’. Na overleg tussen Hobéon Certificering en Saxion is afgesproken dat in 2004 nog met zelfevaluaties zal worden gewerkt.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 4
Het is deze laatste versie die Hobéon Certificering ter beschikking is gesteld. De kwaliteit van deze zelfevaluatie wordt door Hobéon Certificering als zeer goed beoordeeld, zowel wat opzet, leesbaarheid en inhoud betreft.
1.3.
De Academie Mens en Maatschappij en de opleiding SPH
De Academie Mens en Maatschappij is ontstaan uit sociaal-agogisch opleidingen in Oost-Nederland. Er studeren thans bijna 1500 studenten op een totaal van 9500 voor de Saxion Hogeschool Enschede. In 2000 kreeg de Academie de huidige naam die overigens per 1 augustus 2004 verandert in ‘Cluster Social Work’. In 2003 is gekozen voor een nieuwe organisatie- en communicatiestructuur waardoor verantwoordelijkheden dieper in de organisatie en dichter bij de student kwamen te liggen. De opleiding SPH gaat uit van de onderwijsvisie van Saxion Hogescholen in het algemeen en de Academie Mens en Maatschappij in het bijzonder. Daarnaast is deze opleiding gebaseerd op de beroepsvisie van de SPH’er die o.a. terug te vinden is in het aan Hobéon Certificering overlegde document ‘De creatieve professional’3. De doelstelling van de opleiding is om: ‘...sociaal pedagogische hulpverleners op te leiden die in staat zijn om te werken aan herstel van het ‘gewone leven’ (...) De ondersteuning van de cliënt en het versterken van diens zelfstandigheid staat (...) centraal in het werk van de SPH’er. Daarbij hoort, naast hulp- en dienstverlening, ook preventie, rehabilitatie en nazorg’ (Zelfevaluatierapport, pag 9).
1.3.1 Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de opleidingen is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Hierin staan de criteria vermeld aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van de, eveneens door de NVAO vastgestelde, onderwerpen en facetten als voldoende kan worden beoordeeld. Hobéon Certificering heeft het NVAO ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs’ uitgewerkt in een checklist. Voor de door Hobéon Certificering beoordeelde opleidingen werd deze lijst (“Checklist Accreditatie HBO Bachelor”) gebruikt waarin per facet een aantal toetspunten is opgenomen om de beoordeling van de facetten voor alle partijen inzichtelijker te maken. In de voor u liggende rapportage is de beoordeling van de afzonderlijke toetspunten geaggregeerd op het niveau van de door de NVAO aangegeven onderwerpen en facetten. Met betrekking tot het opleidingsspecifieke referentiekader geldt het volgende. Saxion Hogescholen heeft zelf in overleg met o.a. de opleiding SPH een set van ijkpunten ontwikkeld, dat dient als een instellingsspecifieke vertaling van het accreditatiekader van de NVAO i.o. en dat op een aantal aspecten een eigen (streef)norm bevat. De opleiding heeft in de zelfevaluatie aangegeven hoe zij zich verhoudt tot deze normstelling. Voorts heeft de opleiding die in het voorliggende rapport wordt beoordeeld zich voor wat betreft doelstellingen, beroepsprofiel en opleidingscompetenties in belangrijke mate gebaseerd op het landelijke beroepsprofiel en opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de opleiding en het beroepenveld. Het auditteam heeft zowel de instellingsspecifieke als opleidingsspecifieke referentiekaders beoordeeld en hierbij vastgesteld dat deze in voldoende mate gespecificeerd zijn en passend voor de opleiding die nu geaccrediteerd moet worden en heeft deze kaders in de beoordeling betrokken.
3
Rapport landelijk vastgestelde opleidingscompetenties opleiding SPH.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 5
1.3.2
Documentbeoordeling
De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten. (1) Op basis van de checklist een analyse en beoordeling van de door de opleiding SPH geleverde Zelfevaluatie / Management Review en de daaraan gerelateerde documentatie. Deze uitgebreide documentatie had onder andere betrekking op de volgende documenten: Saxion Kwaliteitskaders Bachelors, Organisatie- en communicatiestructuur 2003, Context SPH binnen M en M, De creatieve professional, Der kreative Professional, Opleidingskwalificaties en deelkwalificaties SPH, Nota profilering Agogisch Domein, Grondslagen van het SPH-curriculum 2003, Onderzoekstraject M en M, Strategisch beleidsplan M en M 2001-2004, Richtlijnen voor het schrijven van een jaarboek, Literatuurlijsten VTO en DTO, Voorbeeld periodeboeken, VTO curriculumverkaveling SPH, DTO Curriculumverkaveling SPH, Totaaloverzicht onderwijseenheden per periode, Studiegids NL en D, Nationale vernieuwingsaward 2001, Toetsbeleid, Personeelsplan 2004-2009, Lijst medewerkers M en M, Werkveldonderzoek 2001, Studenten enquête 2000, Studentenenquête 2003, Alumni-onderzoek 2000. In het totaal zijn, naast het Zelfevaluatierapport Opleiding SPH, 53 documenten aan Hobéon Certificering BV voorgelegd door de opleiding SPH. Bestudering van deze documentatie leidt tot een voorlopig beeld van de opleiding SPH en van de ondersteunende en organisatorische context waarbinnen de opleiding functioneert. Het auditteam heeft het uit deze bestudering ontstane beeld van de opleiding tijdens de audit getoetst op terreinen als: toekomstgerichtheid en innovatief vermogen van SPH, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, continuïteit, voorzieningen en kwaliteit docenten. Voorafgaand aan de audit (hoofdmoment twee) werd het management van de opleiding schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitkomsten van de analyse van de checklist op hoofdlijnen. Eventuele omissies en/of onduidelijkheden worden op deze wijze vooraf gecommuniceerd en hersteld.
1.3.3 Audit (2) De eendaagse visitatie4, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten een lead-auditor afkomstig van Hobéon Certificering, een externe onafhankelijke deskundige op het gebied van Sociaal Pedagogische Hulpverlening, één hbo-student, één onderwijsdeskundige auditor afkomstig van Hobéon Certificering en één secretaris eveneens vanuit Hobéon Certificering. Tijdens deze visitatie heeft het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatoren, examencommissie, docenten, studenten, staf) getoetst of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen daadwerkelijk zijn geïmplementeerd en of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Het auditteam heeft zich tijdens de visitatie uitgebreid en gedetailleerd op de hoogte gesteld van inhoud en opzet van het opleidingsprogramma. Daartoe zijn additionele notities en andere documenten opgevraagd tijdens de audit en ter plekke bestudeerd. Tevens heeft het auditteam de gebruikte literatuur voor de Nederlandstalige SPH-opleiding en Duitstalige opleiding Sozial Pädagogik ingezien alsmede eindproducten van studenten. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs” vermelde facetten beoordeeld. Vervolgens is op basis hiervan een samenvattend oordeel per onderwerp gegeven. Dit rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam.
4
De audit heeft op 8 juni 2004 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 6
1.3.4 Auditteam Het auditteam was als volgt samengesteld.5 Lead auditor: W.L.M. Blomen
Leden: J.P. van Ewijk
Directeur Hobéon Certificering.
G.J. Stoltenborg
Lid raad van bestuur NIZW, lector aan de Hogeschool van Utrecht en voorzitter visitatiecommissie Sociaal Juridische Dienstenverlening. Student Haagse Hogeschool, opleiding Bestuurskunde en Overheidsmanagement. Senior adviseur Hobéon Certificering.
Secretaris: G.W.M.C. Broers
Adviseur Hobéon Certificering.
J.V. Stittelaar
1.3.5 Deelnemers visitatie (gesprekspartners uit de opleidingsvarianten) Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de beide opleidingsvarianten: de directeur, de opleidingsmanagers, de teamleiders, medewerker kwaliteitszorg, docenten, de teamleiders van de propedeuse, de voorzitter examencommissies, coördinatoren stage & afstudeerfase en studenten.
1.3.6 Programma visitatie Voor het programma van de visitatie verwijzen wij naar bijlage II.
5
Voor de CV’s van de leden van het auditteam: zie bijlage I.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 7
2.
BEOORDELING OP HOOFDLIJNEN
2.1.
Algemeen
De audit vond plaats op de Saxion Hogeschool Enschede. In een ruimte werd de documentatie op het terrein van ‘Programma’ geconcretiseerd door alle studiemateriaal (getuige onderstreping soms rechtstreeks afkomstig van studenten) ter inzage te leggen. Op het terrein van voorlichting stond de stand opgesteld die de opleiding SPH gebruikt tijdens voorlichtingsdagen, etc. Ook de gebruikte literatuur lag hier ter inzage. De externe auditor citerend: ‘Ter plekke was de documentatie uitstekend op orde’. De zorgvuldigheid en uitgebreidheid van deze fysieke informatievoorziening ter plekke sluit aan bij de zorgvuldigheid en uitgebreidheid van de vooraf aan de audit overlegde informatie, i.c. de zelfevaluatie SPH en de overige vóór en tijdens de audit zelf gepresenteerde documentatie. Zo hebben wij vooraf aan de audit verschillende ter inzage liggende documenten bestudeerd en tijdens de audit, waar nodig, om additionele informatie gevraagd. De gesprekken met vertegenwoordigers, waaronder (Duitstalige) studenten en docenten, van de opleiding SPH vonden in een goede en open sfeer plaats.
2.2.
De opleiding
De doelstellingen die de opleiding SPH hanteert zijn adequaat afgestemd op zowel de landelijke als de regionale arbeidsmarkt. ‘Regionale arbeidsmarkt’ betekent hier niet alleen gericht op de specifieke Nederlandse en regionale arbeidsmarkt maar ook op de Nederlands/Duitse (Eu)regio. Daardoor is het internationaliseringsbeleid helder, zowel naar inhoud als vorm. Het programma, zowel het Nederlandstalige als Duitstalige programma, zijn op een adequate manier vormgegeven. Opgemerkt moet worden dat recente wetenschappelijke ontwikkelingen op het terrein van de psychologie in het algemeen en de ontwikkelingspsychologie in het bijzonder, vgl. de psychopathologische achtergrond van het disfunctioneren van kinderen, in het programma en dus ook in de literatuur duidelijk naar voren kwam. In de opleiding SPH wordt ook, mede in dit verband, gebruik gemaakt van anderstalige literatuur. Het studieprogramma is sterk praktijkgericht. Er is sprake van een duidelijke samenhang in de opbouw van het programma. De opleiding heeft kennis van en inzicht in de groep instromers. Het thans in ontwikkeling zijnde didactisch concept is gericht op een toenemende zelfstandigheid van de studenten. De opleiding is gestart met de ontwikkeling van een EVCprocedure. Het toetsbeleid kan als traditioneel worden omschreven en is goed opgezet. Het wordt, blijkens onderzoek bij studenten, gewaardeerd. Het personeel is wat inhoud, ervaring en didactiek betreft, van voldoende niveau. Zo heeft een deel van het docentenkorps een aanstelling in deeltijd; zij zijn daarnaast werkzaam in het werkveld. Dit geldt zowel voor de Nederlandstalige als Duitstalige docenten. Tijdens de audit is duidelijk gemaakt dat de Duitse docenten in ieder geval het Nederlands passief beheersen. Een aantal docenten beheerst het Nederlands ook actief. Het personeelsbeleid is op orde evenals de capaciteitsplanning en vervangingscapaciteit. Zo heeft de opleiding SPH een goed netwerk op de arbeidsmarkt waardoor men relatief gemakkelijk vervangende docenten kan werven.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 8
De materiële voorzieningen zijn, zo heeft het auditteam kunnen constateren, op orde evenals de studieloopbaanbegeleiding. Dit laatste wordt door studenten gewaardeerd. De opleiding SPH heeft over het algemeen een voldoende werkend systeem van kwaliteitszorg. In de praktijk, zo blijkt uit de gesprekken met verantwoordelijken, blijkt dat de doorlooptijd van trajecten op het terrein van kwaliteitszorg lang zijn. Het kwaliteitszorgsysteem dient op onderdelen nog verder geformaliseerd te worden. Er zijn studentenenquêtes en ook worden alumni actief betrokken bij de opleiding. Het onderwerp ‘resultaten’ is goed uitgewerkt. Ten aanzien van het facet ‘rendement’ merken wij op dat dit met name op het punt verbeterbeleid nog verder uitgewerkt kan worden.
2.3.
Bijzonder kenmerk
Als bijzonder kenmerk noemen wij de Duitstalige SPH-deeltijdopleiding van Saxion Hogeschool Enschede. Gebleken is dat de opleiding een organisatorisch en inhoudelijke goede Duitstalige variant heeft ondergebracht in het opleidingsaanbod. De opleiding biedt Duitstalige studenten de gelegenheid een SPH opleiding te volgen die anders van opzet is dan de Duitse opleiding Sozial Pädagogik en beter tegemoet komt aan de behoeften van zorginstellingen in met name Noordrijn Westfalen die, net als in Nederland, ook geconfronteerd worden met zorgvernieuwing. Duitse studenten en docenten treffen op de Enschedese vestiging van Saxion Hogeschool Nederlandse studenten en docenten hetgeen beschouwd kan worden als een bijdrage in de verdere ontwikkeling van de in Europees verband gestimuleerde internationalisering van het hoger onderwijs.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 9
3.
BESLISREGELS
Met als uitgangspunt de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader hebben wij bij de beoordeling van deze opleiding de volgende beslisregels toegepast. A. Alle in de “Checklist Accreditatie HBO Bachelor” vermelde ‘deelvragen’ worden bij de beoordeling betrokken. B. Het oordeel op de per facet gerubriceerde ‘deelvragen’ leidt tot een score op het betreffende facet. Zie onder D. C. De scores op de per onderwerp gerubriceerde facetten leiden tot een score op het betreffende onderwerp en wel volgens de regels onder E. D. Van ‘deelvraag’ naar facet. Hier is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: - uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie; (beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven dan omgekeerd); - primaire processen wegen zwaarder dan secundaire; E. Van facetten naar onderwerp. Hier geldt het volgende: - een onderwerp kan volgens de NVAO “Beslisregels Accreditatie” slechts ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ scoren; - een onderwerp krijgt de score ‘voldoende’ indien alle facetten tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits er een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’; - een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord en er geen acceptabel verbeterplan voor dit facet beschikbaar is; - een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien meer dan één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. F. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, dan wordt dat met inachtneming van de regels onder G, als ‘extra aantekening’ vermeld. G. Met betrekking tot de extra aantekening geldt het volgende: - een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’ indien alle facetten ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord; - een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’ als alle facetten ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; - een onderwerp krijgt geen extra aantekening indien één van de facetten ‘onvoldoende’ heeft gescoord. Hierna treft u onze bevindingen aan geordend naar ‘onderwerp’ en ‘facet’. De tekst is zodanig opgebouwd dat het NVAO-kader herkenbaar is gebleven. Wij starten ieder ‘onderwerp’ met een uitwerking naar ‘facetten’. Vervolgens geven wij per facet de beoordelingscriteria zoals door de NVAO voorgeschreven. Waar nodig treft u als aanvulling op dit criterium/deze criteria tevens een (of meerdere) aanvullend(e) criterium/criteria. Vervolgens beschrijven wij onze bevindingen zo concreet mogelijk om vervolgens per facet een oordeel te geven. Afsluitend geven wij op basis van de facetten een algemeen oordeel voor de verschillende onderwerpen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 10
4.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstelling opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie hbo.
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Beoordelingscriteria Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ van het onderwerp ‘Doelstelling Opleiding’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen Uitgangspunt voor de opleiding SPH is het landelijk opleidingsprofiel, beschreven in het aan ons voorgelegde document ‘De creatieve professional’. Dit is opgesteld in 1999 door het landelijk overleg van SPH-opleidingen. Het landelijk opgesteld SPH-profiel stelt de kaders vast van de opleiding en is richtinggevend voor de opzet en inhoud van het curriculum. Via het landelijk opleidingsoverleg dat geresulteerd heeft in het landelijk profiel is het werkveld bevraagd. Op basis van een landelijke afspraak wordt 85% van de Nederlandstalige opleiding besteed aan het verwerven van de 23 in het genoemde document beschreven opleidingskwalificaties6. Voor de Duitstalige deeltijdopleiding ‘Sozialpädagogik’ is er voor gekozen om 70% van de opleidingstijd te besteden aan het verwerven van de landelijk afgesproken opleidingskwalificaties. De opleidingskwalificaties richten zich op drie segmenten: Hulp- en dienstverlening aan cliëntsystemen; Werken in en vanuit een arbeidsorganisatie; Werken aan professionaliteit en professionalisering. De auditcommissie heeft geconstateerd dat deze drie segmenten op een overzichtelijke wijze zijn uitgewerkt in 23 kwalificaties. In de periode 1999-2000 is door de opleiding SPH van Saxion Hogescholen een ‘vertaalslag’ gemaakt waarbij de landelijk afgesproken opleidingskwalificaties omgezet zijn in deelkwalificaties. Deze deelkwalificaties zijn in 2000 en 2001 uitgewerkt in leerplannen, leermiddelen (periodeboeken, docentenhandleidingen en toetsen) en lesroosters. Het auditteam heeft geconstateerd dat dit in het document ‘Deelkwalificaties SPH’ op een heldere en inzichtelijke is weergegeven. Ter illustratie de opleidingskwalificatie: ‘De SPH’er is in staat zelfstandig en samen met cliënten, andere hulpverleners en/of direct bij cliënten betrokkenen de woon- en leefsituatie te verkennen en te analyseren, samen te komen tot het formuleren of herformuleren van hulpvragen, het vaststellen van hulpverleningsdoelen en hulpverleningsaanbod en het vormgeven van hulp- en dienstverleningsplannen’. Deze kwalificatie is vervolgens uitgewerkt in negen ‘deelkwalificaties propedeuse’, zes ‘deelkwalificaties postpropedeuse middenfase’ en vier ‘deelkwalificaties postpropedeuse eindfase’.
6
De Duitstalige opleidingskwalificaties zijn door de Nationale niederländische Bildungskonferenz vertaald en weergegeven in
het aan ons geleverde document: ‘Bildungsprofil und Qualifikationsziele im Bereich Sozialpädagogik’.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 11
Duidelijk is gebleken dat voor beide opleidingsvarianten geldt dat het management en docenten van de opleiding SPH (zowel de voltijd als de Nederlandstalige- en Duitstalige deeltijdvariant7) goed op de hoogte zijn van ontwikkelingen in het werkveld en mede op basis hiervan het onderwijs een actuele invulling geeft. Zo is in Duitsland, aldus de gesprekspartners tijdens de audit, het onderwijs op het terrein van Sozial Pädagogik vrij traditioneel, terwijl er in toenemende mate in Duitsland juist behoefte bestaat aan sociaal pedagogische opleidingen die ‘meebewegen’ met de markt, hetgeen de SPH deeltijdopleiding van Saxion inderdaad doet. Er is binnen de opleiding SPH een beroepenveldcommissie gevormd. Op basis van het commentaar van deze vertegenwoordigers van het werkveld zijn kwalificaties samengesteld en verder aangescherpt. Via de Duitstalige deeltijdvariant van de opleiding betrekt de opleiding ook buitenlandse docenten en werkveldinstanties (met name afkomstig uit Noordrijn-Westfalen) bij het herzien van de kwalificaties. De eindkwalificaties van SPH zijn, behalve met het werkveld, ook vastgesteld in samenwerking met andere SPH opleidingen. Verder is in 2003 binnen de Saxion Hogescholen het COOK (Centraal Orgaan Onderwijsontwikkeling en Kwaliteitszorg) gestart met haar werkzaamheden. Dit is belast met het evalueren en bewaken van de kwaliteit van de opleidingskwalificaties. COOK is inmiddels betrokken geweest bij de ‘Grondslagen van het SPH-curriculum 2003’. In dit document wordt, zo is ons uit een analyse gebleken, uitgebreid ingegaan op ontwikkelingen binnen het vakgebied, de opleidingskwalificaties, de leeromgeving, de ‘verkaveling’ van het deeltijd en voltijd curriculum8 en de organisatie. Het auditteam is van mening dat dit document een goede beschrijving biedt, zowel naar procedure als naar inhoud, van het nieuwe SPH-curriculum. Het geeft richting aan zowel de landelijke opleidingskwalificaties SPH, de Saxion Hogeschool specifieke opleidingskwalificaties en de deelkwalificaties Opleiding SPH, Mens en Maatschappij.
7
Het auditteam heeft tijdens de audit uitgebreid, in zowel aparte als gecombineerde sessies, gesproken met Nederlandstaligeen Duitstalige docenten en studenten.
8
De curriculumverkaveling beschrijft de inrichting van het SPH - onderwijs. Het geeft inzicht in de verdeling van de opleidingskwalificaties en de hieruit afgeleide deelkwalificaties over de verschillende leerjaren en perioden. De verkaveling geeft zowel vorm aan de binnenschoolse - als aan de buitenschoolse leeractiviteiten.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 12
Oordeel Het auditteam heeft het curriculum bestudeerd en heeft dit naast de landelijke eindkwalificaties gelegd. Het oordeel van het auditteam is dat de eindkwalificaties van de opleiding overeenkomen met de landelijke eindkwalificaties en dat deze kwalificaties zijn gebaseerd op een gedegen inventarisatie van de literatuur, de beroepspraktijk en behoeften van het werkveld. De kwalificaties zijn helder/eenduidig beschreven waarbij voldoende zichtbaar is dat de kwalificaties een adequate uitwerking zijn van de beroepsprofielen van de opleiding SPH. Tevens heeft het auditteam de samenstelling van de werkveldcommissie beoordeeld. Hierin hebben vertegenwoordigers van bedrijven en instellingen zitting die werkzaam zijn binnen de eerder genoemde en voor het vakgebied relevante sectoren. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat er relevante representanten van het werkveld vertegenwoordigd zijn in de werkveldadviescommissie. Voorts heeft het auditteam aan de hand van documenten geconstateerd dat de werkveldcommissies actief participeren bij het beoordelen en up-to-date houden van de eindkwalificaties en het onderwijsprogramma SPH. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 13
Facet 1.2. Niveau bachelor Beoordelingscriteria Het facet ‘Niveau Bachelor’ van het onderwerp ‘Doelstelling Opleiding’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen De beroeps- en opleidingskwalificaties zijn opgesteld en gevalideerd alvorens de ‘Dublin-descriptoren’ definitief waren vastgesteld. Gesprekken met het werkveld via bijvoorbeeld de werkveldcommissie en een vergelijking van de opleidingskwalificaties (document ‘Opleidingskwalificaties en deelkwalificaties’) met de Dublin descriptoren tonen aan dat de opleidingskwalificaties aansluiten bij de internationale geaccepteerde beschrijving van kwalificaties van een Bachelor. De opleiding SPH heeft de ‘Dublin-descriptoren’ goed uitgewerkt naar kennis en inzicht, toepassen kennen en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leesvaardigheden. Per ‘Dublin-descriptor’ is in de zelfevaluatie helder uiteengezet waar en op welke wijze deze terugkomt in de opleidingskwalificaties van de SPH-opleiding. Bijvoorbeeld de ‘Dublin-descriptor’ ‘kennis en inzicht’. Dublin-descriptor KENNIS EN INZICHT Heeft aantoonbare kennis en inzicht van het vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Beschrijving opleiding SPH SPECIFIEK HULPVERLENEN EN OPVOEDEN: INZET VAN HART, HOOFD EN HANDEN De sociaal pedagogische hulpverlener richt zich op cliënten in complexe en tevens specifieke probleemsituaties, die ontstaan zijn door beperkingen en belemmeringen in hunzelf of in hun woon- en leefomgeving. Het kunnen zeer uiteenlopende probleemsituaties zijn, die hoge eisen stellen aan de beroepskracht. De beroepskracht dient te beschikken over een breed handelingsrepertoire (systeemgericht, gedragsgericht en muzisch-agogisch werken) en dient in zijn handelen gebruik te maken van kennis uit de orthopedagogiek en de ontwikkelingspsychologie en van kennis over pathologie en probleemgedrag. Het typerende van een hoger beroepsopleiding komt verder duidelijk naar voren uit meer generieke hbokwalificaties als: ‘brede professionalisering’, ‘basiskwalificering voor managementfuncties’, ‘transfer brede inzetbaarheid’, ‘sociaal-communicatieve bekwaamheid’ en het ‘besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid’. Ook deze zijn aanwijsbaar in het document ‘Opleidingskwalificaties en deelkwalificaties’. Met het doorlopen en afronden van het onderwijsprogramma, voldoet de student naast de vereiste SPHkwalificaties op het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar ook aan de vijf ‘Dublin-descriptoren’. Het auditteam merkt op dat ook de deelkwalificaties (die afgeleid zijn van de opleidingskwalificaties) zoals deze terug te vinden zijn in het document ‘Opleidingskwalificaties en deelkwalificaties’ onder te brengen zijn onder de ‘Dublin-descriptoren’. Oordeel Het auditteam heeft vastgesteld na gesprekken met docenten en management van de opleiding en na bestudering van documenten dat de eindkwalificaties en de hiervan afgeleide deelkwalificaties aansluiten bij de internationaal geaccepteerde beschrijving van bacheloropleidingen. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 14
Facet 1.3. Oriëntatie hbo Beoordelingscriteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ van het onderwerp ‘Doelstelling Opleiding’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: - Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? - Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in het relevante beroepenveld waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen Het auditteam heeft geconstateerd op basis van gesprekken en na bestudering van de documenten dat regionale afstemming (ook internationaal) plaatsvindt via een beroepenveldcommissie. De opleidingskwalificaties van beide opleidingsvarianten (waaronder de Duitstalige deeltijdvariant van SPH) zijn aantoonbaar ontleend aan de door het beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en kwalificaties. Zo heeft de opleiding SPH de 23 opleidingskwalificaties en de 10 generieke hbo-kwalificaties een aantal keren besproken in de beroepenveldcommissie SPH en de Raad van Advies van de Academie Mens en Maatschappij. Daarnaast wordt jaarlijks in het Centraal Orgaan Onderwijsontwikkeling en Kwaliteitszorg geëvalueerd in hoeverre de opleidingskwalificaties van de opleiding SPH voldoen aan de tien generieke hbokwalificaties. Afhankelijk van de uitkomst worden verbetervoorstellen geformuleerd in COOK-projecten. Deze opleidingskwalificaties zijn door de opleiding SPH vervolgens goed uitwerkt in deelkwalificaties en een curriculum dat op hbo-niveau voldoet aan de eisen van de arbeidsmarkt. Het auditteam heeft op hoofdlijnen de Nederlandstalige, Engelstalige- en Duitstalige literatuur en (Nederlandstalige en Duitstalige) afstudeerscripties bekeken. Uit de documentatie en tijdens de audit is gebleken dat de opleiding door de nauwe relatie met het werkveld voldoende op de hoogte is van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in zowel Nederland als Duitsland in het algemeen en de Euregio in het bijzonder. Zowel de deeltijdstudenten, die een deel van hun opleiding op de werkplek volgen, als de (Nederlandstalige en Duitstalige) docenten en de vertegenwoordigers uit het werkveld biedt de opleiding input daar waar het ontwikkelingen op de arbeidsmarkt betreft. Het COOK zorgt er voor dat deze ontwikkelingen in de opleidingskwalificaties, deelkwalificaties en het curriculum zijn terug te vinden. Dat de opleiding daadwerkelijk de ontwikkelingen op het vakgebied volgt blijkt uit de toenemende aandacht binnen het vakgebied voor zowel de psychologie van het vak als de meer klinisch i.c. neuropsychologisch en neurobiologische aspecten van het vakgebied. De opleiding neemt niet alleen genoegen met gedragsaspecten maar vraagt tevens van studenten zich te verdiepen in de oorzaken van het gedrag en gedragsstoornissen (pathologieën). Daarmee sluit de opleiding expliciet aan bij internationale ontwikkelingen waarbij onderzoek naar de fundamenten van het gedrag centraal staan . Uit de vooraf beschikbare documentatie (wij noemen: ‘Grondslagen van het SPH curriculum 2003’, ‘Opleidingskwalificaties en deelkwalificaties SPH’ en ‘De creatieve professional’) en de tijdens de audit gepresenteerde documentatie, waaronder de gebruikte literatuur, blijkt dat de opleiding voltijd en deeltijd SPH onderwijs aanbiedt op het niveau: ‘hoger onderwijs’. Zo is er sprake van: ‘multidisciplinaire integratie’, ‘wetenschappelijke toepassing, ‘creativiteit en complexiteit in handelen’, ‘probleemgericht werken’, ‘methodisch en reflectief denken en handelen’. Omdat de opleiding SPH uitgaat van het landelijk vastgestelde beroepsprofiel en de in het document ‘De creatieve professional’ vastgestelde opleidingskwalificaties is gegarandeerd dat het hierbij inderdaad gaat om een opleiding op het niveau: ‘hoger onderwijs’. Ook de verdere uitwerking van dit facet door de SPH-opleiding in genoemde documenten sterkt het auditteam in deze overtuiging.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 15
Wat het hbo-niveau betreft van de Duitstalige deeltijd SPH opleiding is ons gebleken dat deze studenten (die een Nederlands graad ontvangen) dienen te voldoen aan het voor Nederland vastgelegde opleidingsprofiel en de opleidingskwalificaties. Wel, zo is tijdens de audit duidelijk geworden, zijn er in overleg met het Duitse werkveld en op basis van studentenevaluaties op onderdelen andere accenten gelegd in het curriculum dan in het Nederlandstalige leerplan. Het auditteam heeft aan de hand van het studieprogramma en aan de hand van door studenten opgeleverde beroepsproducten kunnen waarnemen dat deze voldoen aan de eisen die aan afgestudeerden op hbo-niveau gesteld kunnen worden. Oordeel Uit de set opleidingskwalificaties blijkt dat deze in voldoende mate samenhangen met de binnen de landelijke kaders opgestelde profielen en dat zij expliciet en in voldoende mate gericht zijn op het functioneren als een zelfstandig functionerende professional. Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met representanten van de opleiding. Het auditteam constateert dat de opleidingen in voldoende mate open staat voor wijzigingen en/of aanvullingen in de set kwalificaties en het curriculum. Dit is in het bijzonder van belang, gelet op de ontwikkelingen binnen de vakgebieden, met name wat betreft de ‘infiltratie’ in het vakgebied SPH van wetenschappen als psychologie, neuropsychologie en neurobiologie. De bijeenkomsten met vertegenwoordigers uit het werkveld zijn daarbij essentieel. Het auditteam komt tot het oordeel voldoende voor dit facet.
Algemeen oordeel voor het onderwerp ‘Doelstelling opleiding’: Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp ‘Doelstelling opleiding’. De afstemming van de opleiding op het beroepenveld is adequaat, er is sprake van landelijke gevalideerde beroepsprofielen, waarbij tevens sprake is van regelmatige actualisatie. Deze actualisatie vindt plaats door middel van contacten van de opleiding met het werkveld en na bestudering van literatuur. De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aantoonbaar aan bij de beschrijving van het niveau ‘bachelor’ zoals weergegeven in de ‘Dublin-descriptoren’.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 16
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1. eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen hbo Beoordelingscriteria Het facet ‘Eisen HBO’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: - Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? - Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? - Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen De opleiding SPH heeft een nieuw competentiegericht curriculum ontwikkeld en geïmplementeerd voor de Nederlandstalige Voltijdonderwijs (VTO) en Deeltijdonderwijs (DTO) opleiding. De meest concrete resultaten zijn te vinden in de beide curriculumverkavelingen VTO en DTO, het document “Grondslagen van het SPHcurriculum” en in de periodeboeken. Kennis- en competentieontwikkeling heeft zodanig invulling gekregen in het opleidingsprogramma dat zowel vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en onderzoek een plaats hebben gekregen. Het auditteam heeft de (internationaal samengestelde) literatuur bestudeerd en komt tot de conclusie dat deze voldoet aan de eisen die gesteld worden aan literatuur van een hbo-opleiding, dat wil zeggen; het gehele vakgebied SPH wordt bestreken, er is sprake van voldoende diepgang in de literatuur waarbij relevante thema’s worden behandeld die ook een duidelijke link hebben met de actualiteit. Concreet: een speerpunt binnen de opleiding is hulpverlening na mishandeling en (sexueel) geweld. Opgemerkt wordt dat deze keuze mede bepaald werd door gesignaleerde problemen in het beroepenveld. Actuele ontwikkelingen zijn terug te vinden in het door het auditteam bestudeerde curriculum. Met name in de gehanteerde onderwijsvormen PGO en PBO (zie hierna) staan aan beroepspraktijk gerelateerde vraagstukken centraal. De groepen worden begeleid door een tutor die verbonden is met het beroepenveld waarbinnen de opdracht speelt. Verder krijgen in de diverse onderwijseenheden buitenschools leren actuele ontwikkelingen een plaats. Het gebruikte onderwijskundig concept (PGO en PBO) staat garant voor een goede interactie met de beroepspraktijk. Door de vele praktijkgerelateerde opdrachten in het kader van PGO en PBO worden specifieke beroepsvaardigheden aangeleerd. Evaluatie van het programma door studenten, stagebegeleiders en alumni toont aan dat het programma voldoende ontwikkelingsmogelijkheden biedt aan studenten om beroepsvaardigheden te leren die relevant zijn voor de beroepspraktijk. Op basis van bestudering van het onderwijsprogramma is het auditteam van mening dat de opleiding de juiste beroepsvaardigheden ontwikkelt en het duidelijke verbanden heeft met de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 17
Het auditteam heeft kunnen waarnemen dat via praktijkgerichte opdrachten en via praktijkopdrachten via de “werkplaats” opdrachten worden uitgevoerd voor de beroepspraktijk. Bij het samenstellen van deze opdrachten is het beroepenveld betrokken. Met deze praktijkopdrachten wordt al vroeg in de opleiding gestart. De tutor die ook verbonden is aan het beroepenveld waarbinnen de opdracht zich afspeelt begeleidt de groepen. Dit gebeurt niet alleen planmatig maar ook –zo bleek tijdens de visitatie– op een zeer vanzelfsprekende wijze: docenten van de deeltijd opleiding zijn veelal werkzaam in het SPH werkveld. Actuele ontwikkelingen binnen het werkveld en realistische problemen waarvoor de SPH’ers zich geplaatst weten, worden zo door het hele programma heen binnen de opleiding gebracht. Op deze wijze worden op het niveau van de programma-uitvoering de beroepspraktijk en de opleiding bij elkaar gebracht. Anders gezegd: bestudering van het curriculum laat zien dat het leerproces van de student plaatsvindt in een context waarin een interactie tussen opleiding en werkveld wordt gerealiseerd. Dit geldt zowel voor de voltijd- als deeltijdvariant van SPH. Het auditteam heeft tevens geconstateerd dat de opleiding eisen stelt aan de werkplek. Deze zijn af te leiden resp. geformuleerd in de Duitstalige ‘Konzept Praxisanleitung. Ein Leitfaden für Anleiter und Praktikanten in sozialen Arbeitsfeldern’ en in het document: ‘Criteria waaraan stage/praktijkplaats moet voldoen’. Uit beide documenten blijkt dat deze eisen voldoende aansluiting bieden op de doelstellingen van de opleiding. Studenten krijgen verder via de onderwijseenheid ‘toegepast onderzoek’ en afstudeeropdrachten eveneens toegang tot actuele ontwikkelingen in zowel het beroepenveld als de wetenschap. Gedurende de gehele opleiding, zo is ons gebleken uit het studieprogramma en tijdens de audit, is er ruime interactie met de beroepspraktijk. Wij wijzen hier met name op het gebruik van PGO als onderdeel van het didactisch concept. Vanaf september 2003 is het Praktijk Servicebureau operationeel geworden waardoor een loket voor het buitenschools leren ontstaat. Via het Praktijk Servicebureau, zo constateert het auditteam, worden contacten met het beroepenveld verder uitgebouwd en vindt aanpassing van het curriculum plaats op basis van arbeidsmarktgegevens. Ook wordt er een COOK-project gestart om de integratie tussen binnen- en buitenschools leren meer vorm te geven vanuit het competentiegericht leren. Het auditteam constateert verder dat het lectoraat de opleiding SPH voldoende gelegenheid biedt verdere relaties te leggen met het werkveld. De beroepenveldcommissie van de opleiding SPH is, zo blijkt uit de documentatie en is ook tijdens de audit ter sprake gekomen, actief betrokken geweest bij het opzetten van het studieprogramma. Omdat SPH-studenten tijdens hun werkervaringsperioden in aanraking komen met actuele ontwikkelingen in het beroepenveld, dienen zij hier voorafgaand hieraan voldoende inhoudelijk en praktisch op voorbereid te zijn. Ook hier weerspiegelt zich de samenhang binnen het studieprogramma van de opleiding SPH.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 18
Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documenten en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft het onderwijsprogramma en het gebruikte studiemateriaal bekeken en vastgesteld dat het herkenbaar beroepsgericht is, een duidelijke relatie heeft met ontwikkelingen in het werkveld en dat de curricula van de drie opleidingen de ontwikkeling van de benodigde professionele vaardigheden mogelijk maken. Naar het oordeel van het auditteam heeft de opleiding zichzelf hoge eisen gesteld voor wat betreft de aansluiting op de beroepspraktijk en heeft het concrete verbetermaatregelen ingezet om dit niveau te kunnen bereiken en behouden. Naar het oordeel van de auditers ontwikkelt de opleiding de juiste beroepsvaardigheden en heeft het duidelijke verbanden met de beroepspraktijk. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 19
Facet 2.2. Relatie tussen doelstelling en inhoud programma Beoordelingscriteria Het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: - Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? - Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma ? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken? Bevindingen Het auditteam heeft geconstateerd dat de competenties adequaat zijn uitgewerkt in de verschillende programmaonderdelen. Tevens zijn voor elke onderwijseenheid leerdoelen geformuleerd in het studieprogramma die herkenbaar afgeleid zijn van de opleidingskwalificaties, en zijn de onderwijseenheden actueel en gebaseerd op recente kennis, inzichten en concepten. De opleiding SPH heeft een duidelijke visie op de ontwikkelingen in het beroepenveld. Door de nauwe relatie met het beroepenveld is gegarandeerd dat actuele ontwikkeling op de juiste wijze verwerkt wordt in het onderwijsprogramma. Dit gebeurt voor een belangrijk deel door het COOK. Wel merkt het auditteam op dat in welke mate ontwikkeling en uitvoering van het curriculum integraal of separaat plaats vindt een kwestie is van keuze. Indien gekozen wordt voor uit elkaar halen is het essentieel om een goede verbinding tot stand te brengen tussen ontwikkeling en uitvoering. Dit laatste lijkt niet altijd in voldoende mate het geval te zijn. Hier lijken overigens ook heel praktische problemen als tijdsdruk een rol te spelen: men heeft in relatief korte tijd heel veel productie geleverd. Het auditteam constateert dat de competenties adequaat zijn uitgewerkt in leerdoelen. Dit blijkt uit het goed uitgewerkte document inzake de opleidingskwalificaties en de studiegids van de opleiding. Tevens zijn voor elke onderwijseenheid leerdoelen geformuleerd in het studieprogramma die herkenbaar afgeleid zijn van de opleidingskwalificaties. De leerdoelen geven de student een goed zicht op en inzicht in hetgeen van hem/haar verwacht wordt. Voor de verschillende onderwijseenheden zijn in het programma de leerdoelen uitgewerkt tot competenties. Duidelijk is dat de landelijke kwalificaties op verschillende niveaus zijn uitgewerkt. Deze competenties zijn door de opleiding zelf en volgens het auditteam op een adequate wijze weer vertaald in deelkwalificaties die op hun beurt weer sturend zijn voor de programma-onderdelen. Het auditteam acht dit adequaat uitgewerkt in het document: ‘Opleidingskwalificaties en deelkwalificaties SPH’. Daar men ook naar de niveaus: oriënterend, reproductie en productie onderscheidt, ontstaat een fijnmazig geheel van kwalificaties. Het curriculum, zo constateert het auditteam na bestudering van documenten, is herkenbaar afgeleid van opleidings- en deelkwalificaties. Per periode van het onderwijsprogramma zijn de onderwijseenheden verwerkt in een leerplan. In dit leerplan wordt onder andere aangegeven welke werkvormen en toetsvormen er gebruikt worden. Deze leerplannen zijn uitgewerkt door docenten in een leerplancommissie ondersteund door een onderwijskundige. Naast de landelijk opgestelde SPH-competenties heeft de opleiding in de 15% van de vrije ruimte een aantal speerpunten opgenomen in het curriculum: ‘culturele diversiteit’, ‘Internationalsering’ en ‘hulpverlening na geweld’. Het auditteam merkt op dat de opleiding SPH geen differentiaties kent.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 20
De studiebelasting is per module gedefinieerd. Een expliciete toetsingsprocedure is niet aangetroffen. Wel heeft het auditteam kunnen constateren dat er gedurende het studiejaar bijeenkomsten plaatsvinden van studieloopbaanbegeleiders. Zij signaleren dan knelpunten in de uitvoering van het onderwijs waaronder de mate waarin studenten (kunnen) voldoen aan de gestelde leerdoelen. De knelpunten worden via de ‘aandachtsfunctionaris’ gecommuniceerd met het beleidsteam en het managementteam van de opleiding SPH. Deze ondernemen vervolgens actie waarbij de leerdoelen, waar nodig, bijgesteld worden, het curriculum wordt aangepast/herschreven of de studiebelasting wordt aangepast. Oordeel Om tot een oordeel te komen op dit facet heeft het auditteam gekeken naar het onderwijsprogramma, onderwijsmodulen en onderwijsevaluaties. Tevens is het gebruikte onderwijsmateriaal ingezien. Aan de hand van deze documenten heeft het auditteam kunnen constateren dat er een aanwijsbare relatie bestaat tussen de te bereiken opleidingskwalificaties en de opzet en inhoud van het curriculum. De geformuleerde leerdoelen van de curriculumonderdelen zijn herkenbaar van de kwalificaties afgeleid. Zowel het didactisch concept als de gehanteerde werkvormen zijn voldoende uitgewerkt en sluiten aan op de te bereiken opleidingskwalificaties en het bachelor-niveau. Het auditteam beoordeelt daarom dit facet als voldoende voor de opleiding.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 21
Facet 2.3. Samenhang programma Beoordelingscriteria Het facet ‘Samenhang programma’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen Voor beide opleidingsvarianten geldt dat de competenties ontleend zijn aan de in samenwerking met het beroepen-veld opgestelde competenties. Het gehele studieprogramma, van jaar 1 tot en met jaar 4, staat in het teken van het toewerken naar deze competenties. Hierbij maakt men gebruik van een aantal leerlijnen, zo blijkt uit de documentatie i.h.b. welke betrekking heeft op het didactisch concept en de curriculumbeschrijving. Deze verschillende leerlijnen staan er garant voor dat studenten, naarmate zij verder komen in hun studie, op een systematische wijze de belangrijkste concepten, verworven kwalificaties en vaardigheden zich eigen maken. Tevens leert de student te reflecteren op het eigen functioneren, zowel binnen de opleiding als daarbuiten, i.c. binnen het (toekomstige) werkveld. Gedurende dit proces ontwikkelt hij/zij een beroepshouding. De samenhang van het programma blijkt dus uit een toenemende beheersing van bepaalde studieonderdelen. Er is hierbij sprake van een toenemende mate van complexiteit waarbij kennis leidt tot inzicht hetgeen weer leidt tot adequaat handelen. Tijdens probleemgestuurd onderwijs dient de student aan te tonen dat hij/zij de te bereiken kwalificaties daadwerkelijk beheerst. Tevens wordt dan van studenten een toenemende mate van zelfstandigheid gevraagd bij het bestuderen van het vakgebied én op het terrein van zelfsturing (bijvoorbeeld: zelf initiatief nemen). Ook worden de problemen waar de student op zijn vakgebied mee te maken krijgt steeds ingewikkelder en wordt hij/zij uitgedaagd nieuwe kwalificaties te verwerven en reeds verworven (deel)kwalificaties waar mogelijk zelfstandig te verdiepen. Zo blijkt uit onze analyse van het studieprogramma voor deeltijd en voltijd dat het eerste studiejaar een meer funderende functie heeft, d.w.z. studenten maken kennis met de basisbeginselen van het vakgebied SPH en leren specifieke studievaardigheden. Beheersen studenten deze onderdelen aantoonbaar, dan volgt in de volgende jaren een verdieping waarbij theorie en praktijk elkaar aanvullen en de zelfwerkzaamheid toeneemt. Zo hebben wij in het eerste studiejaar studieonderdelen aangetroffen als ‘studievaardigheden voor creatieve professionals’, ‘Communicatieve vaardigheidstraining’, ‘Werken als creatieve professional’ en ‘Onderzoekstechnieken’. In de volgende jaren worden deze studieonderdelen verder uitgewerkt en dienen deze als basis voor nieuwe studieonderdelen zoals: ‘Complexe agogische situatie’ en ‘Professionele ontwikkeling’. Ter verdere illustratie: het onderwijsprogramma van de opleiding SPH wordt gekenmerkt door thema’s. Deze zijn verdeeld over vier jaar waarbij per periode er een beroepsthema centraal staat, bijvoorbeeld ‘Oriëntatie op cliënt en cliëntsysteem’, ‘Oriëntatie op het SPH beroep’, ‘Hulpverlening na geweld’, ‘Verbreding van het beroep’. De traditionele vakkenstructuur is hierbij verlaten. Uit de keuze van de beroepsthema’s blijkt de samenhang van het programma: van ‘oriëntatie in’ naar ‘verbreding van’ of ‘verdieping van’. Een belangrijk aspect hierbij is, zo blijkt uit het overzicht van het studieprogramma, dat de praktijkcomponent tijdens de studie verder toeneemt. In de documentatie lezen wij hierover (zelfevaluatie, pag. 68): ‘In het buitenschools leren ligt het accent (...) op het verbeteren van al eerder verworven kwalificaties naar het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar op hbo-niveau’.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 22
Oordeel Het auditteam heeft aan de hand van het onderwijsprogramma, de beschrijving in de studiegids en de diverse onderwijsmodulen kunnen constateren dat het programma inhoudelijk samenhangend is: theorie en praktijk zijn nauw aan elkaar gekoppeld waarbij we hier opmerken dat de door de opleidingen gehanteerde didactische werkvormen de samenhang verder accentueren. Gesprekken met studenten ondersteunden deze constatering: zij ervaren de samenhang in de curricula van de opleiding SPH als voldoende. Het auditteam beoordeelt dit facet daarmee als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 23
Facet 2.4. Studielast Beoordelingscriteria Het facet ‘Samenhang programma’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Is het programma studeerbaar doordat studievoortgangbelemmerende factoren zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen Ter ondersteuning van de studeerbaarheid van de planning en de beheersing van het onderwijs heeft Saxion Hogescholen een aantal criteria vastgelegd die mede richting moet geven aan de studeerbaarheid. Deze criteria zijn medebepalend voor de wijze waarop opleidingen het onderdeel studeerbaarheid in hun beleid hebben opgenomen. Deze criteria zijn: • Het onderwijs wordt aangeboden in een periodestructuur. • De looptijd van de onderwijs- en examenregeling is één (studie)jaar. • Er vindt geen middeling, weging of compensatie plaats tussen resultaten van tentamens. • Van iedere onderwijseenheid worden in een studiejaar in elk geval twee tentamenmogelijkheden geboden. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de studeerbaarheid van het opleidingsprogramma SPH is vastgelegd in het onderwijs- en examenregelement (OER) van de opleiding SPH. De opleiding SPH neemt, zo is gebleken uit de bestudering van documenten en tijdens de audit, een aantal maatregelen die de studeerbaarheid vergroot. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn de spreiding van de studielast over de opleiding, de contacturen, de mate van zelfstudie, de gehanteerde werkvormen en toetsen. Ook is er een overzicht van de planning van de modules per jaar en een goede moduulbeschrijving voor ieder studieonderdeel. De goede studeerbaarheid wordt tevens ondersteund door overzichtelijke informatie via het intranet, een goede student-docent relatie en een voldoende functionerend studiebegeleidingsysteem. Het auditteam heeft geconstateerd dat de studielast en de inspanningen van de opleidings SPH om belemmerende factoren weg te nemen als ‘adequaat’ beoordeeld kunnen worden. Ten aanzien van de deeltijdvariant, zo is het auditteam gebleken uit studentenevaluaties en gesprekken met studenten, is de verdeling van het aantal studiepunten tussen het onderwijs- en het praktijkdeel in overeenstemming met de daadwerkelijke studiebelasting voor beide delen van de opleiding. De studielast is per module vastgesteld in termen van studiebelastinguren in de studiegids waarbij de verschillende onderwijsactiviteiten, zo blijkt uit het studieprogramma, voldoende gespreid zijn over vier jaar. Met ingang van het studiejaar 2004-2005 is overgegaan naar ECTS. Oordeel Aan de hand van tentamenroosters, het onderwijsprogramma en onderwijsevaluaties en notulen van vergaderingen concludeert het auditteam dat de opleiding in voldoende mate de studeerbaarheid van de opleiding SPH peilt en, indien nodig, verbetermaatregelen uitvoert. Uit de evaluaties en gesprekken die het auditteam gevoerd heeft, blijkt dat studenten het onderwijsprogramma studeerbaar vinden. Het auditteam is van mening dat de geplande studielast als realistisch omschreven kan worden en overeenkomt met het te behalen aantal studiepunten. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 24
Facet 2.5. Instroom Beoordelingscriteria Het facet ‘Instroom’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: - Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit een toelatingsonderzoek? Bevindingen De SPH-opleiding past bij de toelating de eisen toe zoals deze in de WHW zijn geformuleerd. Indien potentiële studenten hier niet aan voldoen, dan kunnen zij nadat een positief toelatingsonderzoek heeft plaatsgevonden, alsnog toegelaten worden tot de opleiding. Hiervoor zijn regelingen opgesteld die hogeschool-breed gelden. Saxion hogescholen kennen een aansluitings- en toelatingsbeleid. Er zijn samenwerkingsverbanden met scholengemeenschappen in de regio en met ROC’s. Hierbij worden afstemmingsbevorderende maatregelen besproken en ontwikkeld. Volgens gegevens van de hogeschool zijn er thans 422 voltijdstudenten die de opleiding SPH volgen en 482 de deeltijdopleiding (inclusief de Duitstalige deeltijdvariant). Uit een studentenenquête uit 2002 vindt 83% van de voltijdstudenten de aansluiting tussen de vooropleiding en de opleiding SPH ‘voldoende tot goed’. Voor Nederlandstalige deeltijdstudenten ligt dit lager: 60%. Mede in reactie hierop heeft de opleiding SPH een ‘doorstroomprogramma’ (de longitudinale leerweg) ontworpen voor de opleiding met als doel de aansluiting en doorstroming te verbeteren en de studie-uitval te reduceren. Uitvoering en organisatie van dit project is in handen van medewerkers van zowel het ROC als Saxion Hogescholen. In dit kader constateren we verder dat de HBO-opleiding SPH aan studenten SPW de gelegenheid biedt om tijdens het laatste jaar van hun mbostudie tevens aan het hbo te studeren. Het gaat dan om het ontwikkelen van basiskwalificaties en stelt mbo’ers in staat zich te oriënteren op het hbo. Ook kunnen studenten met een SPW-diploma een driejarig hbo SPHtraject volgen. Omdat de eerste ervaringen positief zijn, zullen meerdere ROC’s in de provincies Overijssel, Drenthe en Gelderland hierbij betrokken worden. Er zijn verschillende individuele leerroutes opgezet voor verschillende typen studenten, te weten voltijd, deeltijd NL en deeltijd D en longitudinaal, zo blijkt uit documentatie en uit gesprekken tijdens de audit. De Duitstalige deeltijdopleiding is gericht op Duitse studenten, die allen in deeltijd moeten studeren vanwege verdere professionalisering in hun werk, herintreding of omdat zij geen studiebeurs kunnen krijgen. De longitudinale route is gericht op versneld doorlopen van SPH voor mbo studenten met een vergelijkbare opleiding. Ten aanzien van de deeltijdvariant is ons gebleken dat hier nog niet gewerkt wordt met EVC’s. Wel wordt gewerkt aan een systematiek deze in te voeren. Zo zal gewerkt worden met ‘intake assessments’ die gericht zijn op het verlenen van vrijstelling op grond van EVC’s. Ten tijde van de audit, zomer 2004, was men hiermee in een vergevorderd stadium. De definitieve invoering zal in het najaar van 2004 plaatsvinden. De voorbereidingen op dit terrein die momenteel getroffen worden acht het auditteam zodanig dat tot een voldoende beoordeling kan worden gekomen. Oordeel Het auditteam heeft aan de hand van het onderwijs en examenregeling de gestelde ingangseisen kunnen nagaan. De opleidingen hebben heldere toelatingscriteria opgesteld. Door persoonlijke studiebegeleiding houden de voltijd- en deeltijdprogramma’s voldoende rekening met de verschillen in de (start)kwalificaties van de instromende studenten en is in veel gevallen een persoonlijk studietraject mogelijk. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 25
Facet 2.6. Duur Beoordelingscriteria Het facet ‘Duur’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: - Voldoet de opleiding aan de formele eisen m.b.t. de omvang van het opleidingsprogramma van 240 ECTS-studiepunten? Bevindingen De opleiding SPH kende ten tijde van de audit nog een studielast van 168 studiepunten. Het programma voor het studiejaar 2004-2005 bestaat uit 240 ECTS-studiepunten. Daarmee voldoet de opleiding aan de formele eis die aan bachelor opleidingen wordt gesteld. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft het programma als geheel ingezien en heeft geconstateerd dat er thans binnen de opleiding SPH uitgegaan wordt van ECTS. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 26
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Beoordelingscriteria Het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: - Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? - Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen Het didactisch concept, zoals beschreven in het opleidingsprogramma, is herkenbaar opgezet op basis van de doelstellingen van de opleiding. Het auditteam heeft zowel tijdens de documentenanalyse als tijdens de audit geconstateerd dat in het opleidingsprogramma en in de studiegids een goede beschrijving is opgenomen van het didactisch concept. Het auditteam constateert dat bij het vormgeven van het curriculum van de opleidingen rekening is gehouden met de algemene onderwijsvisie van Saxion Hogescholen, zo heeft het auditteam vastgesteld na bestudering van het SPH-curriculum en uit gesprekken tijdens de audit. Dat wil zeggen: de praktijk(component) is een wezenlijk onderdeel van het curriculum. Het opleidingsteam van de SPH-opleiding richt het onderwijs zodanig in dat de werkvormen zoveel mogelijk aansluiten bij de beroepspraktijk. Dit betekent dat er in het curriculum sprake is van een relatie tussen werkvorm (praktijk of simulatie ervan) en te verwerven competenties. Dat bij het verwerven van competenties gebruik gemaakt wordt van feedback van docenten en medestudenten en er een relevante mix aan werkvormen wordt geboden. Zo is er binnen de opleiding SPH voor gekozen om het buitenschools leren in de propedeuse in de vorm van probleemgestuurd onderwijs (PGO) aan te bieden. In de postpropedeuse wordt gewerkt volgens het projectgestuurd blokonderwijs (PBO). Het onderwijsprogramma, zo bleek uit de documentatie maar ook uit de gesprekken tijdens de audit, kent een scala aan werkvormen zowel individueel als in groepsverband. Uit de documentenanalyse en het studiemateriaal blijkt dat PGO studenten de gelegenheid biedt in te haken op de ervaringen in de (leer)werksituatie. Naarmate de opleiding vordert neemt de complexiteit van de opdrachten toe en wordt in toenemende mate een beroep gedaan op het eigen initiatief van de student en zijn/haar werkervaring. Het didactisch concept dat verder geconcretiseerd is in het curriculum beschrijft dit expliciet. Het auditteam vindt dit een belangrijke constatering gelet op de noodzaak dat studenten naarmate de studie vordert in staat moeten worden geacht de kennis en hierop gebaseerde inzichten toe te kunnen passen in een praktijksituatie. De complexiteit van opdrachten zit dan zowel in ‘het zelf moeten doen’ als het moeten kunnen toepassen van de juiste strategie op basis van kennis en inzicht. Uit het curriculum (maar ook uit de deelkwalificaties) blijkt dat de SPH-opleiding dit didactisch uitgangspunt hanteert. Oordeel Het auditteam heeft het programma bestudeerd en aan de hand van de modulebeschrijvingen, uit te voeren opdrachten en gesprekken met studenten kunnen vaststellen dat het gekozen onderwijskundigconcept naar het oordeel van het auditteam in lijn is met de doelstellingen. De gekozen werkvormen, praktijkopdrachten via werkplaatsconstructie, sluiten naar het oordeel van het auditteam aan bij het didactisch concept. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 27
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Beoordelingscriteria Het facet ‘Beoordeling en toetsing’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen Duidelijk is dat de veranderde inhoud en het veranderd didactisch concept van de opleiding SPH ertoe geleid hebben dat andere toetsvormen in beeld zijn gekomen: de gerichtheid op competenties en het gebruik maken van PGO vereist een andere wijze van toetsen. Het auditteam heeft geconstateerd dat dit goed beschreven is in de notitie ‘toetsbeleid’. Aandacht gaat hierbij uit naar toetsmatrijzen, toetsprogramma’s, toetsontwikkeling en toetsvormen. Inmiddels past de opleiding SPH een mix van toetsvormen toe die afgestemd zijn op de beroepsuitoefening, de te meten (deel)kwalificaties en rekening houdend met de inhoud van de onderwijseenheid. Hiermee kan de opleiding op een adequate wijze toetsen of de leerdoelen gerealiseerd zijn. De planning van toetsing en de wijze van toetsen is voor studenten en docenten duidelijk vastgelegd in de periodeboeken, zo heeft het auditteam geconstateerd. Ook de toetscriteria zijn hierin vastgelegd. Er is duidelijk beschreven in studiemateriaal, wanneer en op welke wijze kennis, inzicht en vaardigheden worden getoetst en beoordeeld. Per toets is het aantal te behalen studiepunten aangegeven. Studenten krijgen feedback op de toetsresultaten volgens de geldende afspraken. Dit is, zo heeft het auditteam vastgesteld, in het OER geregeld van de opleiding. Bij de examencommissie van de opleiding kunnen studenten in beroep gaan indien zij het niet eens zijn met een (toets)beslissing of klachten hebben over de toetsingsprocedure. Het auditteam heeft geconstateerd dat ten aanzien van het aspect formatieve toetsing de opleiding SPH inmiddels enkele prototypen van formatieve toetsing ontwikkeld en uitgetest heeft. Dit project is vrijwel afgerond op het tijdstip dat de audit plaatsvond. Afhankelijk van de resultaten hiervan zal besloten worden om in de toekomst binnen SPH ook gebruik te maken van formatieve toetsing. Oordeel Het auditteam beoordeelt de toetsen, de criteria die de opleiding hierbij hanteert, de planning en de resultaten van evaluaties als positief. De verschillende toetsvormen zijn gerelateerd aan de verschillende didactische werkvormen, hetgeen het auditteam als positief beschouwd evenals het feit dat de opleiding nieuwe vormen van toetsing introduceert en op basis van evaluaties deze nieuwe toetsvormen in de opleiding implementeert. Het auditteam beschouwt dit facet als voldoende. Algemeen oordeel Programma: Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp ‘Programma’. -
-
Er is sprake van voldoende interactie met de beroepspraktijk, zowel op het niveau van curriculum en programma-ontwerp als op het niveau van de programma uitvoering. De ontwikkeling van kennis en beroepsvaardigheden van de studenten vindt op adequate wijze plaats via vakliteratuur, via door de beroepspraktijk ingebrachte projecten en casussen en via aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal. Het programma en de leerdoelen van de programmaonderdelen zijn een adequate concretisering van de geformuleerde eindkwalificaties. Inhoud, vormgeving en de faciliteiten die de docenten bieden, stellen de student voldoende in de gelegenheid de geformuleerde eindkwalificaties te verwerven.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 28
-
-
-
De inhoud en planning van het curriculum zijn op doordachte en consistente wijze op elkaar afgestemd waardoor de onderscheiden programmaonderdelen tezamen een coherent geheel vormen. De opleiding besteedt systematisch aandacht aan de relatie tussen de formele en feitelijke studielast, zowel op module niveau als op het niveau van het programma waarbij formele en feitelijk studielast in voldoende mate overeenkomen. Daarnaast heeft de opleidingen het studiepuntensysteem omgezet in ECTS. Door inzet van o.a. een instroomcoördinator en door middel van goede studiebegeleiding houden de curricula van de opleiding voldoende rekening met de verschillen in de kwalificaties van de instromende studenten en is in veel gevallen een persoonlijk studietraject mogelijk. Het didactisch concept ligt geheel in lijn met de doelstellingen van de opleiding. De werkvormen zijn direct ontleend aan het didactisch concept. Via de beoordeling en toetsing wordt adequaat getoetst of studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het curriculum hebben gerealiseerd.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 29
Onderwerp 3: Inzet van personeel Het derde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen hbo Beoordelingscriteria Het facet ‘Eisen HBO’ van het onderwerp ‘Personeel’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: - Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk ? Bevindingen Het auditteam heeft op basis van CV’s geconstateerd dat ongeveer de helft van de SPH-docenten (zowel deeltijd- als voltijddocenten) recentelijk uit de beroepspraktijk afkomstig is of daar thans nog werkzaam is. Verschillende docenten participeren actief in het werkveld in projecten. Verder zijn er relevante contacten met de beroepspraktijk doordat docenten zich hebben aangesloten bij een netwerk van SPH’ers. Ook lezen docenten relevante vakliteratuur en nemen zij deel aan conferenties en studiedagen op het vakgebied. Samen met vertegenwoordigers van de beroepspraktijk wordt gewerkt aan een optimale aansluiting tussen opleiding en praktijk. Ook zijn er contacten van docenten met bedrijven, wetenschappelijke instellingen en verwante opleidingsinstituten. Een aantal docenten werkt mee aan publicaties. Bij diverse onderdelen van het curriculum worden regelmatig deskundigen uit het werkveld betrokken. Voor het bevorderen en het op peil houden van de internationale deskundigheid heeft het onderwijsteam een netwerk opgebouwd met organisaties uit, met name, Duitsland. Het auditteam heeft aan de hand van een lijst van medewerkers en hun externe relaties kunnen constateren dat het personeel in voldoende mate verbanden legt tussen de opleiding en de praktijk. Volgens het auditteam bezit de opleiding een goed enthousiast team met voldoende recente én relevante praktijkervaring. Uit de gesprekken tijdens de audit en uit de notitie ‘personeelsbeleid’ is het auditteam gebleken dat docenten over een voldoende relatienetwerk beschikken binnen hun vakgebied. Ook is sprake van een concrete inbreng van alumni in het SPH-onderwijs van Saxion. Er zijn succesvolle initiatieven om de praktijkgeoriënteerdheid van docenten verder te stimuleren. We noemen samenwerkingsverbanden met de Kenniskring GGZ Overijssel, het Praktijkservicebureau en Jarabee Jeugdzorg Twente. Ook de eigen kenniskring en het lectoraat Zorg en Welzijn hebben bijgedragen tot een verdere professionalisering van het personeel. Het lectoraat is ingesteld om de groeiende samenwerking tussen de hogeschool en het beroepenveld verder uit te breiden. Voor activiteiten die niet kunnen worden opgevuld door het personeel, huurt SPH vakkennis in van buiten. Overigens verzorgen docenten ook buiten de hogeschool onderwijs, bijvoorbeeld bij de gemeente Enschede. Hier verzorgen zij trainingen op het terrein van Case Management.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 30
Gelet op de Duitse deeltijdvariant van de opleiding SPH is er ook sprake van een meer internationale component in de deskundigheid van docenten. De aanwezigheid van Duitse docenten binnen de opleiding SPH zorgt er voor, zo is ons tijdens de audit expliciet gebleken, dat docenten (letterlijk) over de grenzen kijken. Dit internationale netwerk wordt, zo blijkt uit de gesprekken en de nota ‘Personeelsbeleid’, ingezet ter verdere professionalisering van docenten, ter verbetering van de kwaliteitszorg en bij het werven van stage- en werkplekken voor studenten. In het ‘Personeelsplan 2004-2009’ wordt dieper ingegaan op de uitdagingen die de Saxion Hogescholen in de toekomst te wachten staan. In dit plan wordt o.a. uitgebreid stil gestaan bij de gevolgen van de vergrijzing van het personeelsbestand, de uitwerking van het competentiegericht personeelsmanagement en het inzetten van de hierbij behorende instrumenten en het versterken van de aansluiting van medewerkers bij de beroepspraktijk. Oordeel Aan de hand van CV’s, lijsten van gastdocenten en lezingen en notulen van vergaderingen heeft het auditteam kunnen vaststellen dat de docenten van de opleiding de verbinding met de beroepspraktijk kunnen maken en kunnen doorvertalen naar het onderwijs. Doordat verschillende docenten van de opleiding directe banden hebben met de praktijk, is de input vanuit de praktijk voor de opleiding voldoende geborgd. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 31
Facet 3.2. Kwantiteit van het personeel Beoordelingscriteria Het facet ‘Kwantiteit van het personeel’ van het onderwerp ‘Personeel’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen De bestaande personeelsformatie blijkt te zijn ontstaan uit de fusie van de Sociale Academies in Hengelo en Enschede in de jaren ‘80 en ’90. Het betreft docenten van de opleidingen SPH en MWD. Ondanks financiële beperkingen van de opleiding SPH de afgelopen jaren bij de werving van nieuwe medewerkers heeft het auditteam kunnen constateren tijdens de gesprekken dat er sprake is van het aannemen van nieuwe jonge(re) medewerkers. Hiermee sluit de opleiding aan bij hetgeen wij bij de bestudering van de documentatie van de opleiding SPH hebben geconstateerd, i.h.b. in de eerder genoemde notitie “Personeelsplanning 2004-2009’: dat men nu reeds anticipeert op het vertrek van medewerkers de komende vijf jaren, waarbij opvolgers aangewezen worden voor deze vertrekkende medewerkers zodat eerstgenoemde al kunnen worden ingewerkt. Er vindt twee maal per jaar in het kader van de P&C cyclus een evaluatie plaats van de personeelsformatie. Dit gebeurt op basis van de managementrapportage. Om een aanvaardbare docent-student ratio te kunnen (blijven) realiseren, werkt de Akademie waar SPH deel van uit maakt met functiedifferentiatie aan de hand van de normfuncties zoals die zijn opgenomen in de CAO van het HBO. In het formatiebeleid zo blijkt uit documentatie en tijdens de audit, worden formatiedifferentiatie, functiedifferentiatie en leeftijdsdifferentiatie in samenhang gebracht. Hierdoor is sprake van een groei van de organisatie met waarborgen voor: voldoende flexibiliteit om in te spelen op wisselingen in studentaantallen, evenwicht tussen zwaarte van de functie en functieschaal en continuïteit in de bedrijfsvoering door een gevarieerde leeftijdsopbouw. Tevens ontstaat een rechtvaardige verdeling van de werklast. De opleiding SPH heeft een vastgestelde student-staf-ratio van 1:35 die, naar het oordeel van het auditteam, passend is om de opleiding volledig te implementeren en de noodzakelijke ondersteuning te realiseren. Tijdens de audit is gebleken dat er sprake van substitutie van ‘onderwijzend personeel-formatie’ naar ‘onderwijs beheerspersoneelsformatie’ waardoor docenten beter in staat zijn zich met hun kerntaken bezig te houden. Uit de door ons bestudeerde studentenevaluaties blijkt dat docenten van de opleiding SPH in het algemeen goed te bereiken zijn, dat zij voldoende tijd vrij maken voor studenten buiten de verroosterde uren en dat er sprake is van een lage drempel tussen studenten en de opleiding SPH. Ook dit beoordelen wij als positief. Jaarlijks maakt het managementteam een planning, die wordt ingevoerd in het personeelsplanningssysteem. Het beleid ten aanzien van de kwantitatief adequate inzet van personeel wordt geëvalueerd via een gesprekscyclus: met individuele medewerkers wordt in functioneringsgesprekken de eigen inzet geëvalueerd. Daarnaast wordt de personeelsformatie in de P&C-cyclus Saxion-breed geëvalueerd door middel van de managementrapportage. Kengetallen die hierbij worden gebruikt zijn: student/personeelsratio, gemiddelde personele loonsom, percentage ziekteverzuim en personeelstevredenheid. Gezien de uitvoering van het planningssysteem en de systematische evaluatie van de capaciteitsplanning is het auditteam van mening dat de opleiding SPH beschikt over adequate middelen om discontinuïteit op te merken en op te vangen. Ook is er budget om voor vervanging te kunnen zorgen in geval van uitval.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 32
Met de hantering van een systematische evaluatie van de capaciteitsplanning is het auditteam van mening dat de opleiding beschikt over adequate middelen om discrepanties op te merken en op een adequate wijze maatregelen te nemen. Oordeel Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende. De opleiding SPH en de Akademie waar SPH deel van uitmaakt hebben voldoende inzicht in de personeelsformatie opdat voldoende geanticipeerd kan worden op kwantitatieve veranderingen in studentenaantallen. Dit facet beoordelen wij als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 33
Facet 3.3. Kwaliteit van het personeel Beoordelingscriteria Het facet ‘Kwaliteit van het personeel’ van het onderwerp ‘Personeel’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen De documentatie, i.h.b. het personeelplan voor de komende jaren, met betrekking tot het personeelsbeleid, alsmede de gesprekken gevoerd met verschillende bij de SPH opleiding betrokken partijen hebben het auditteam de overtuiging gegeven dat het aannamebeleid van de opleiding expliciet gericht is op het aantrekken (en behouden) van hoog gekwalificeerd personeel. Deze eisen hebben betrekking op vakinhoudelijke, didactische en/of organisatorische expertise. Bij de aanname van nieuw personeel worden competentieprofielen gebruikt evenals voor de kwaliteitsverbetering van zittende medewerkers. Naar het oordeel van het auditteam doen deze competentieprofielen recht aan de doelstellingen en de vormgeving van de opleidingsprogramma’s. Belangrijk in dit verband is ook dat het auditteam heeft kunnen constateren dat, zoals eerder in deze rapportage aangegeven, een deel van de docenten zelf werkzaam is in het beroepenveld. De kwalificatie van het personeel op inhoudelijk en didactisch gebied gebeurt via het bijwonen van congressen. Tevens volgen zij trainingen, Saxion- en Academie-brede studiedagen en volgen zij leergangen ter verkrijging van een didactische aantekening. Op organisatorisch gebied worden medewerkers verder gekwalificeerd, deels i.s.m. de Holland Consulting Group, in het leren omgaan met de snel veranderende omstandigheden binnen het onderwijs in het algemeen en de Saxion Hogescholen in het bijzonder. In 2002-2003 is met medewerkers een verbeterplan uitgewerkt dat geleid heeft tot een nieuwe organisatiestructuur die ten tijde van de audit werd geëvalueerd. In 2003 is competentiemanagement ingevoerd. Saxionbreed zijn hierbij competenties opgesteld, maar de Academie heeft met een eigen formulering de competenties meer geschikt gemaakt voor SPH. De competentieprofielen worden enerzijds gebruikt bij aanname van nieuw personeel, anderzijds bij de kwaliteitsverbetering van het huidige personeel dat al in dienst is. Voor nieuwe personeelsleden is een SPH-introductieprogramma opgesteld, zo blijkt uit documentatie, en wordt een begeleider aangewezen. De taak van deze begeleider is met name de nieuwe onderwijsgevende wegwijs te maken in de organisatie en deze te adviseren met lesvoorbereiding en uitvoering. Op hogeschoolniveau wordt het nieuwe personeelslid geïnformeerd over de Saxionorganisatie in zijn totaliteit. Er is documentatie beschikbaar met daarin opgenomen relevante informatie met adressen, procedures rond planning roostering en belangrijke data. Het auditteam is positief over de invoering in 2003 binnen de opleiding SPH van het persoonlijk opleidingsplan, het POP. Deze POP’s geven, zo constateert het auditteam, informatie over de deskundigheid, de affiniteit en ambities van de medewerkers. Het managementteam, zo is het auditteam verder gebleken, brengt de actuele taken en competenties van medewerkers in beeld en maakt vervolgens een koppeling tussen gewenste deskundigheden en de mogelijkheden van de medewerker. De drie leden van het managementteam voeren individuele gesprekken met medewerkers. Tijdens dit gesprek worden vorderingen, resultaten en knelpunten besproken ten aanzien van de uitvoering van taken, de competenties (deskundigheidsprofiel) en het POP. De leidinggevende geeft feedback op de wijze van taakvervulling van de medewerker, waarbij taken, de docentcompetenties, diverse evaluaties en het POP centraal staan. Afspraken over resultaten, gedrag en condities worden bekrachtigd en indien nodig bijgesteld. In de functioneringsgesprekken wordt nadrukkelijk ook aandacht besteed aan de resultaten van evaluaties
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 34
onder studenten. Overigens, zo is gebleken, zal de hogeschool de gesprekscyclus die bestaat uit het taak- en doelstellingengesprek, het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek, de komende jaren Saxion-breed verder ontwikkelen. Zowel voor de beoordeling als voor de ontwikkeling van medewerkers en de organisatie als geheel is ervoor gekozen om het Saxion instrument “gesprekscyclus” in te zetten. De cyclus omvat drie typen gesprekken die periodiek worden herhaald. Docenten worden door studenten beoordeeld, zo is het auditteam gebleken. Het gaat dan om bijvoorbeeld de bereikbaarheid en laagdrempeligheid van docenten en de mate waarin zij studenten weten te boeien. De resultaten uit deze enquête vormen de basis voor de formulering van verbeterpunten. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft aan de hand van CV’s, enkele POP’s en gespreksverslagen kunnen constateren dat het personeel gekwalificeerd is voor de uitvoering van het programma. Het auditteam vindt de uitvoering van functioneringsgesprekken adequaat. De Akademie in het algemeen en de opleiding in het bijzonder besteden voldoende aandacht aan het op peil houden van de medewerkers. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
Algemeen oordeel Personeel Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Personeel. Het onderwijs wordt voor een zeer belangrijk deel verzorgd door personeel dat met één been in de beroepspraktijk staat. Een punt van aandacht is wel de kwantiteit van het personeel. Het management van de opleiding houdt nadrukkelijk een ‘vinger aan de pols’ daar waar het de kwaliteit van het personeel betreft Het auditteam komt tot een voldoende beoordeling voor dit onderwerp.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 35
Onderwerp 4: Voorzieningen Het vierde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële voorzieningen Beoordelingscriteria Het facet ‘Materiële voorzieningen’ van het onderwerp ‘Voorzieningen’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen Het auditteam heeft de huisvesting en materiële voorzieningen van de opleiding SPH bekeken en heeft kunnen constateren dat deze van voldoende niveau zijn en toereikend zijn om het programma te realiseren. Tijdens de audit bleek dat studenten veelvuldig gebruik maken van de studieruimten waarbij gebruik wordt gemaakt van pc’s en er overleg werd gevoerd en/of gediscussieerd werd. De kwaliteit van zelfstudieruimten wordt, zo blijkt uit studentenevaluaties, in meerderheid door zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten als ‘voldoende’ tot ‘goed’ beoordeeld. Ook over het meubilair in leslokalen is een grote meerderheid van studenten van beide opleidingsvarianten gekwalificeerd als ‘tevreden’ tot ‘zeer tevreden’. De opleiding SPH heeft inzicht in de wensen van studenten door het uitvoeren van studentenenquêtes waarin de materiële voorzieningen een onderwerp zijn. Tevens krijgt de opleiding informatie omtrent materiele en ruimtelijke voorzieningen via evaluaties. Het personeel wordt ook betrokken bij het opstellen van de kwaliteitseisen en heeft op deze wijze invloed op de kwaliteit van de voorzieningen. De opleiding SPH heeft een aantal kwaliteitsmaatstaven gedefinieerd voor het gebruik, het beheer en het onderhoud van de materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft deze eisen en de uitvoering daarvan in de praktijk kunnen zien en beoordeelt deze als adequaat. Bij de indeling van de vleugel waar de opleiding SPH gevestigd is, is rekening gehouden met de onderwijsvisie van de Academie Mens en Maatschappij en met de werk- en onderwijsvormen die binnen de opleiding gangbaar zijn. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de voorzieningen maar zijn niet overal even positief over. Zo constateert de opleiding SPH op basis van o.a. de studentenenquêtes, dat er te weinig ruimtes zijn voor een groeiend aantal studenten. Het intranet zal verder verbeterd moeten worden om beter tegemoet te komen aan de behoeften van studenten. Het auditteam waardeert het dat Saxion Hogescholen in het algemeen en de opleiding SPH in het bijzonder veel aandacht besteedt aan de verdere optimalisering van de huisvesting en materiële voorzieningen. Het belang hiervan blijkt ook uit het feit dat dit facet in de Zelfevaluatie van de opleiding uitgebreid besproken is. Oordeel Het auditteam heeft tijdens de audit de materiële voorzieningen van de opleiding bezocht en beoordeeld. Duidelijk is gebleken dat de opleiding beschikt over materiële voorzieningen die voldoende toegerust zijn om de opleiding SPH op een adequate wijze te verzorgen. Ten aanzien van de ICT-voorzieningen constateert het auditteam dat er voldoende PC’s gedurende de gehele dag beschikbaar zijn. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 36
Facet 4.2. Studiebegeleiding Beoordelingscriteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ van het onderwerp ‘Voorzieningen’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: - Zijn de studiebegeleiding en de informatie-voorziening aan de studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? - Sluiten de studiebegeleiding en de informatie-voorziening aan de studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen De opleiding SPH hanteert een persoonlijke vorm van studieloopbaanbegeleiding voor voltijd- en deeltijd studenten. De studiebegeleidingssystematiek is vastgelegd in de onderwijseenheid ‘Studievaardigheid voor creatieve professionals’. Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle docenten en functionarissen voor de studieloopbaan van studenten. Uitgangspunt bij de studiebegeleiding is dat studenten actief, zelfstandig en langs een persoonlijke leerweg de competenties verwerven. Speerpunten bij de studieloopbaanbegeleiding zijn: de studiekeuze, oriëntatie en selectie, competentiegericht leren, verantwoorden, transfer, zelfsturing, koppeling aan de beroepspraktijk en actief leren. De studieloopbaanbegeleiding maakt onderscheid in een introductiefase, propedeuse-fase, middenfase en eindfase. Direct bij aanvang van de studie krijgen studenten een kennismakingsgesprek met de studieloopbaanbegeleider. Tijdens de wekelijkse bijeenkomsten op het terrein van studieloopbaanbegeleiding worden thema’s behandeld zoals ‘leren leren’ en leerstijlen. Studenten kunnen dan problemen die ze hebben op het terrein van hun studie voorleggen aan de begeleider. Binnen de studieloopbaanbegeleiding staat een goede aansluiting tussen het door de student gevolgde voortraject en het hoger onderwijs centraal. Daarnaast biedt de opleiding hulp bij studieproblemen, signaleert de opleiding persoonlijke problemen en wordt voor opvang gezorgd. De student wordt begeleid bij de overgang van studie naar arbeidsmarkt. Na de introductie op het terrein van studiebegeleiding zijn studenten voor een deel zelf verantwoordelijk voor de studievoortgang, d.w.z. de student dient zelf aan te geven op welke terreinen hij deficiënties ervaart en waar problemen op het terrein van studievoortgang liggen. De rol van de docenten hierbij ligt met name op het signaleren van studieproblemen bij studenten en deze bespreekbaar maken. Het persoonlijke opleidingsplan (POP) is voor studenten een sturend middel om de persoonlijke leerweg op een systematische, planmatige en meer procesgerichte wijze vorm te geven en is gericht op een sterktezwakte analyse van de huidige situatie t.o.v. de gewenste situatie. Het auditteam vindt de geboden studiebegeleiding en informatievoorziening adequaat na uitgebreid gesproken te hebben met vertegenwoordigers van het praktijkservicebureau en met studenten en na het beoordelen van informatie op het terrein van studiebegeleiding. De opleiding verzorgt in het kader van de studiebegeleiding regelmatig en aangepast aan de behoefte van de student begeleidende gesprekken. Tijdens de eerste studiefase gebeurt dit wekelijks in het kader van de ‘studieloopbaanbegeleiding’. De opleiding SPH beschikt over voldoende ruimten waar studentenbegeleiding plaatsvindt. Beide opleidingsvarianten kennen een goed uitgewerkt en (naar het oordeel van docenten en studenten) effectief studieloopbaan-begeleidingssysteem. Gekoppeld aan een regelmatig contact tussen student en docenten voorziet dit systeem in het tijdig signaleren van problemen, het afspreken van remediërende trajecten en het volgen van deze trajecten. Dit systeem is uitvoerig gedocumenteerd en de implementatie ervan is naar het oordeel van het auditteam adequaat.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 37
De opleiding SPH verstrekt de studenten informatie over het onderwijs en de organisatie. Daartoe ontvangen studenten ondermeer studiegidsen, studiemateriaal, de onderwijs- en examenregeling en les- en tentamenroosters. In een COOK-project worden de voorbereidingen getroffen voor de ontwikkeling van een digitaal portfolio. Een belangrijke informatievoorziening, zo is het auditteam gebleken, voor alle studenten van de Academie Mens en Maatschappij is de opleidingsbalie. Hierachter bevindt zich de back office waar o.a. het studentendossier bewaard wordt en alle gegevens m.b.t. de studievoortgang. Hier kan de student tevens terecht voor vragen op het terrein van randvoorwaarden van de studie (in- en uitschrijving, studieonderbreking, e.d.). Op het toetsbureau kunnen studenten terecht met vragen over toetsen. Op dit bureau worden alle gegevens op het terrein van toetsen bewaard (de toetsen zelf, verwerkingsgegevens, uitslagen, e.d.). Het praktijkservicebureau regelt gastdocenten en brengt studenten in contact met onderwijzend personeel en externe begeleiders rondom stageplekken, excursies en afstudeeropdrachten. De informatievoorziening is echter nog niet in alle opzichten voldoende volgens de meest recente Saxion studentenenquête. De opleiding SPH heeft daartoe sinds 2003 een ‘Aandachtsfunctionaris Studieloopbaanbegeleiding’ aangesteld die o.a. verantwoordelijk is voor de informatievoorziening op het terrein van de studiebegeleiding. De informatievoorziening zal eveneens verbeterd worden door het gebruik van een gedigitaliseerde portfolio. Het zijn deze concrete verbetermaatregelen die naar het oordeel van het auditteam voldoende adequaat zijn om de informatievoorziening te optimaliseren. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft gekeken naar de informatievoorziening en heeft gesproken met studenten over dit onderwerp. Het auditteam vindt de studiebegeleiding en de informatievoorziening goed. Algemeen oordeel ‘Voorzieningen’ Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een beoordeling ‘goed’ op het onderwerp ‘Voorzieningen’. De opleiding heeft een duidelijk beeld van de noodzakelijke voorzieningen voor de uitvoering van het onderwijs. Tevens is er inzicht in de wensen van docenten en studenten en wordt daar rekening mee gehouden door concrete verbetermaatregelen te treffen. Het resultaat is dat de opleiding beschikt over een aantal goed geëquipeerde ruimten. De studiebegeleiding aan studenten is adequaat met het oog op de studievoortgang. De informatievoorziening aan studenten is adequaat.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 38
Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg Het vijfde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie resultaten Beoordelingscriteria Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ van het onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen Kwaliteitszorg is al vanaf 1997 structureel: er wordt regelmatig informatie verzameld over alle mogelijke aspecten die direct of indirect met de kwaliteit van het onderwijs te maken hebben. Vanaf september 2003 blijkt de zorg om kwaliteit meer ‘in de lijn’ te zijn gebracht waarmee het een managementtaak werd, aangestuurd vanuit het managementteam. Het auditteam constateert dat de richting waarin de kwaliteitszorg binnen Saxion zich ontwikkelt, is vastgelegd in de nota “Accreditatie en kwaliteitszorg”, september 2002: kwaliteitszorg van Saxion is geënt op het INKmanagementmodel. In april 2003 is het ‘Saxion Kwaliteitskader Bacheloropleidingen’ verschenen waarin de basisstructuur van kwaliteit uitgewerkt is in 33 items en bijbehorende ijkpunten. Het NVAO-accreditatiekader is integraal in deze items en ijkpunten opgenomen. Een aantal ijkpunten uit dit Saxion Kwaliteitskader Bachelors wordt grotendeels op instellingsniveau behartigd. Als het gaat om personeelsbeleid, voorzieningenbeleid en diverse evaluatie-onderzoeken wil Saxion op instellingsniveau kwaliteitsstandaarden ontwikkelen die voor alle bacheloropleidingen gelden. Voor veel andere ijkpunten, bijvoorbeeld op het gebied van de domein-specifieke eisen en op het gebied van het onderwijs(leer)proces, geldt dat opleidingen zelf normen/standaarden opstellen. Tot de documenten op het terrein van kwaliteitssturing binnen Saxion Hogescholen behoren: • Een vierjarig businessplan van de hogeschool en van de Academie; • Vijfjarige rapporten van zelfevaluatie t.b.v. accreditatie en visitatierapporten de Inspectie; • Verslagen van kwaliteitsonderzoek zoals terug te vinden in de hbo-monitor, de tweejaarlijkse studentenenquête, waardering door alumni (Alumni-rapportage 2003) en de waardering door het eigen personeel. Het auditteam constateert dat de Academie in ieder geval de afgelopen vier jaar onderzoek heeft uitgevoerd op de terreinen en rapportages heeft opgesteld n.a.v.: • Werkveldonderzoek 2001; • Hbo-monitor 2000 en 2002; • Studenten enquête 2000 en 2002; • Quickscan taakbelasting 2003; • Docentenevaluatie a.d.h.v. een Docenten Evaluatie Vragenlijst 2002. • Diverse vormen van onderwijsevaluaties. Hierdoor krijgt men volgens het auditteam voldoende, van een brede groep personen afkomstige, informatie over de organisatie en over de kwaliteit van het onderwijs.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 39
De opleidingscommissie van de opleiding SPH is sterk gericht op het functioneren van de kwaliteitszorg. Via eigen onderzoek en audits, zo is het auditteam gebleken na raadpleging van documenten, wordt nagegaan of procedures op de juiste wijze worden uitgevoerd. De Academie Mens en Maatschappij, waartoe SPH behoort, voert evaluatieactiviteiten uit aan de hand van een evaluatieplan zo is het auditteam gebleken. Referentiepunt voor de evaluatie van de opleiding SPH zijn de kengetallen en streefcijfers voor de te behalen resultaten. Definities voor kengetallen zijn vastgelegd in door het auditteam geraadpleegde documenten. De kengetallen, de resultaten en ontwikkelingen zijn onderwerp van gesprek tussen de directeur van de Academie en de RvB van Saxion Hogescholen. Ten aanzien van de management reviews merken wij op dat de opleiding thans nog geen gebruikmaakt van jaarlijkse managementreviews. Wel wordt in het kader van de kwaliteitszorg op systematische wijze informatie verzameld over de kwaliteit van de opleiding. Tevens maakt de opleiding zelfevaluatierapporten waarin de meeste onderwerpen terugkomen die in een managementreview te verwachten zijn. Het auditteam constateert dat de zelfevaluatie van de opleiding SPH van uitstekende kwaliteit is: zeer informatief kan het als voorbeeld dienen voor de wijze waarop evaluaties gerapporteerd dienen te worden. De opleiding SPH geeft in de zelfevaluatie expliciet aan dat één van de doelstellingen van het systematisch evalueren van de opleiding is het vervolgens snel feedback geven over de waardering aan zowel studenten als docenten. Oordeel Naar het oordeel van het auditteam bevat het kwaliteitssysteem dat de opleiding hanteert een groot aantal aspecten die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering. Er worden adequate evaluaties uitgevoerd en op onderdelen verbetermaatregelen genomen. Er wordt gebruik gemaakt van een uitgebreid evaluatieplan dat over het algemeen goed werkt en waarvan de resultaten leiden tot verbetervoorstellen. Het auditteam heeft uitkomsten van de evaluatie-onderzoeken geverifieerd tijdens de audit en heeft tevens de hele kwaliteitscyclus nagelopen aan de hand van notulen van vergaderingen. Op dit moment werkt Saxion met zelfevaluatierapporten waarin voor een groot deel de onderwerpen staan die in een management review te verwachten zijn. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 40
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Beoordelingscriteria Het facet ‘Maatregelen tot verbetering’ van het onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen Een belangrijke rol binnen de hogeschool als het de kwaliteitszorg betreft, zo blijkt zowel uit de documentatie als de audit, is weggelegd voor het Centraal orgaan Onderwijsontwikkeling en Kwaliteitszorg, het COOK. In een aparte door het auditteam geraadpleegde notitie, ‘COOK’, is dit organisatieonderdeel uitgebeid beschreven. In ieder geval, zo is het auditteam gebleken tijdens de audit a.d.h.v. toen gepresenteerde documenten, draagt het bij aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Tot de kernfuncties van het COOK behoren: innovatie, informatie en het bieden van ondersteuning. Kwaliteitszorg is expliciet een activiteit van het COOK. Projectresultaten van het COOK worden geagendeerd en besproken binnen een beleidsteam. Hier bespreekt men tweejaarlijks alle eindrapportages. De afgelopen 3,5 jaar zijn ruim 20 projecten uitgevoerd, zoals Project studiegids, Project Masters en Project internationalisering, als reactie op de uitkomsten van evaluatieonderzoeken. Ook het verbeteren van de ‘kleine kwaliteit’ ziet de opleiding SPH als een belangrijke taak. Het gaat dan om de goede organisatie van het onderwijs, vanaf binnenkomst van de student tot het moment dat deze vertrekt. Hiervoor is een speciaal team opgezet en hiermee is de manager organisatie belast. Het overzicht van concrete maatregelen naar aanleiding van evaluatie-uitkomsten staat beschreven in de lijsten met projecten M en M (tot 2003) en de lijst met COOK-projecten (vanaf sept 2003). Voor COOKprojecten in studiejaar 2003-2004 is in totaal 3135 uur voor ondersteuning beschikbaar. Alle COOK-projecten rapporteren tijdens (voortgangsrapportage) en na afloop (eindrapportage) over de bereikte resultaten. Hierbij wordt volstaan met het insturen van de producten/documenten die gebruikt worden ter verantwoording van de projectresultaten naar het COOK-team, voorzien van een ‘oplegbrief’. Oordeel Naar het oordeel van het auditteam bevat het kwaliteitssysteem een groot aantal aspecten die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering. Er worden adequate evaluaties uitgevoerd en verbetermaatregelen genomen. Het auditteam heeft de hele kwaliteitscyclus nagelopen aan de hand van documenten. Het auditteam heeft aan de hand daarvan kunnen constateren dat evaluaties hebben geleid tot verbetervoorstellen en implementatie van verbetermaatregelen. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 41
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Beoordelingscriteria Het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ van het onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen Het auditteam heeft verschillende documenten ingezien waaruit de betrokkenheid blijkt van studenten en medewerkers van de opleiding SPH bij de kwaliteitszorg. Het auditteam is op basis hiervan positief over de cyclische invoering in de Academie van een kwaliteitsonderzoek naar de waardering van studenten/klanten, personeel en de maatschappij. Het auditteam is eveneens positief over de betrokkenheid van studenten, docenten en alumni bij evaluaties, i.h.b. bij de periode-evaluaties, via de Periode Evaluatie Commissie (PEC). Het auditteam heeft studentenenquêtes bestudeerd evenals evaluaties, alumni onderzoek en een docentenevaluatie. Het onderwijsprogramma wordt door studenten, medewerkers, beroepenveld en alumni geëvalueerd. Studenten en docenten doen dit bij evaluaties van programmaonderdelen. Alumni worden betrokken via alumni onderzoeken waarin gevraagd wordt naar de kwaliteit van de opleiding. Het werkveld wordt betrokken via de beroepenveldcommissie en bij het beoordelen van afstudeerproducten en eindgesprekken met studenten. De betrokkenen geven aan tevreden te zijn over de wijze waarop en de mate waarin zij bij de onderwijsvernieuwing en de kwaliteitszorg worden ingeschakeld. Als voorbeeld noemen wij de tweejaarlijks Saxion Hogescholen studentenenquête die, zoals wij reeds geconstateerd hebben, zeer informatief is. Dit jaar, 2004, zal er opnieuw een rapportage verschijnen n.a.v. de studentenenquête 2004. Een ander voorbeeld is het recentelijk uitgevoerde Saxionbrede alumni-onderzoek. Dit heeft geleid tot een uitgebreid en goed gedocumenteerd verslag. De Academie Mens en Maatschappij onderhoudt actief contacten met de alumni, zo is ons gebleken tijdens de audit. Een van de doelstellingen hierbij is het onderhouden van de contacten in het werkveld zodat kennis en ervaring binnen de opleidingen op peil blijven en om alumni in te schakelen bij het opzetten en instandhouden van netwerken. De beroepenveldcommissie SPH is belast met de advisering rond de aansluiting van het curriculum bij de beroepspraktijk. Men vergadert drie keer per jaar en men participeert tevens in COOK-projecten afhankelijk van hun expertise in de beroepspraktijk. In een notitie ‘Samenwerking beroepenveld opleiding SPH’ geeft de opleiding een helder overzicht van de stand van zaken rondom de samenwerking van de opleiding met het beroepenveld. Op academieniveau is een Raad van Advies actief die bestaat uit directeuren of leden/vz RvB en vertegenwoordigers van diverse instellingen. Deze instellingen vormen naar de mening van het auditteam een adequate afspiegeling van het beroepenveld waarvoor de opleidingen die deel uitmaken van de academie opleiden. Op grond van documenten en gesprekken heeft het auditteam vast kunnen stellen dat op Saxionniveau de betrokkenheid van studenten, medewerkers, alumni en het beroepenveld geregeld is via de volgende organen: het medezeggenschapsorgaan (instituutsraad), een opleidingscommissie en per opleiding een werkveld(advies)commissie. Studenten en docenten hebben zitting in de opleidingscommissie SPH. Hun taak is het uitbrengen van advies over en het beoordelen van de onderwijs- en examenregeling. Studenten zijn afkomstig uit zowel de voltijd- als deeltijdvariant.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 42
Medewerkers zijn verder betrokken bij de ontwikkeling van de opleiding SPH doordat zij deelnemen aan projectgroepen en zitting hebben in onderwijsteams. Studenten van de Saxion-opleidingen participeren in het medezeggenschapsorgaan (instituutsraad) en de opleidingscommissie. De participanten in deze overlegorganen worden tevens actief ingeschakeld bij interne onderwijsvernieuwingsprojecten en projecten op het gebied van de kwaliteitszorg. Studenten en docenten zijn betrokken bij module- en kwartielevaluaties. Alumni worden betrokken via alumni-onderzoeken waarin gevraagd wordt naar de kwaliteit van de opleiding. Het werkveld wordt via stage- en afstudeerevaluaties betrokken bij de periodieke evaluatie van het onderwijsprogramma. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding SPH. Het auditteam heeft met de opleidingscommissie, waarin studenten en medewerkers vertegenwoordigd zijn, gesproken. Aan de hand van die gesprekken en deze documenten heeft het auditteam kunnen constateren dat medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld actief betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende. Algemeen oordeel Interne Kwaliteitszorg Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’. De opleiding SPH wordt jaarlijks aan de hand van toetsbare streefdoelen geëvalueerd. De uitkomsten van deze periodieke evaluaties vormen de basis voor verbetermaatregelen die aantoonbaar bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. De studenten, medewerkers, alumni en het beroepenveld zijn op actieve en georganiseerde wijze bij de interne kwaliteitszorg betrokken.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 43
Onderwerp 6: Resultaten Het zesde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Beoordelingscriteria Het facet ‘Gerealiseerd niveau’ van het onderwerp ‘Resultaten’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: - Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen De opleiding SPH zorgt voor systematische feedback over de gerealiseerde kwaliteit van de opleiding. Feedback wordt verkregen uit het werkveld door middel van de werkveldadviescommissie, maar ook d.m.v. gesprekken met stage en begeleiders. Tevens worden alumni via evaluatie onderzoeken gevraagd naar de gerealiseerde eindkwalificaties, in casu de beroepscompetenties. Het auditteam heeft kunnen constateren, na bestudering van documenten, dat uit deze feedback blijkt dat de gehaalde eindkwalificaties voldoen aan de gestelde eisen en adequaat zijn voor een goede voorbereiding op de beroepspraktijk. Naar het oordeel van het auditteam heeft de opleiding SPH voldoende instrumenten en zet zij deze goed in om het gerealiseerde eindniveau te beoordelen. Naar het oordeel van het auditteam voldoen de behaalde eindkwalificaties aan de gestelde eisen en zijn zij adequaat voor een goede uitvoering van de professie op het terrein van de sociaal pedagogische hulpverlening. Uit de notitie ‘Samenwerking Beroepenveld-opleiding SPH’ blijkt dat de relatie tussen het werkveld en de opleiding als ‘nauw’ kan worden omschreven. Zo zijn bij afstudeeropdrachten en eindgesprekken met studenten medewerkers uit het werkveld betrokken, maken medewerkers uit het beroepenveld deel uit van de beroepenveldcommissie, zijn medewerkers uit het beroepenveld tevens docent bij SPH en bestaan er detacheringsmogelijkheden op projectbasis. Deze activiteiten bieden voldoende garantie om SPH-studenten die kwalificaties mee te geven op de arbeidsmarkt die noodzakelijk zijn. Het goed uitgewerkte alumnivolgsysteem van de opleiding SPH, zo blijkt uit documentatie, is van belang voor terugkoppeling vanuit de arbeidsmarkt van de kwaliteit van de afgeleverde studenten. Deze alumni enquête laat zien dat afgestudeerden redelijk tevreden zijn over de kwaliteit van de opleiding SPH in het algemeen en de mate waarin de opleiding hen voorbereidt op de arbeidsmarkt. Uit de rapportage blijkt tevens dat de opleiding SPH de resultaten van de alumni-enquête ter harte neemt en gebruikt bij het verder verbeteren van de opleiding. Oordeel Het auditteam heeft aan de hand van de uitkomsten van de evaluatieonderzoeken (o.a. onder alumni) en notulen van onder andere werkveldcommissies kunnen constateren dat de gehaalde eindkwalificaties voldoen aan de gestelde eisen en adequaat zijn voor goede uitvoering van de professie. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 44
Facet 6.2. Onderwijsrendement Beoordelingscriteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ van het onderwerp ‘Resultaten’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criteria: - Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? - Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen De opleiding SPH heeft voldoende zicht op het onderwijsrendement. Daartoe zijn door de hogeschool kengetallen en streefwaarden geformuleerd. Hiertoe behoren: aantal ingeschreven studenten, instroom propedeuse (eerste keer hbo), totaal aantal instromende studenten, totaal aantal geslaagden, aantal geslaagden uit propedeuse instroom ‘eerste keer hbo’, gemiddelde studieduur geslaagden, aantal studiestakers, gemiddelde studieduur studiestakers, opleidingsrendement, uitvalpercentage. De rendementsgegevens worden aangeleverd door de Dienst Onderwijs en Student. In het beleidsteam worden de opleidingsrendementen tweejaarlijks besproken en worden er afspraken gemaakt over te nemen maatregelen en wordt een verbeterbeleid geformuleerd. Uit de door het auditteam gepresenteerde tabellen met rendementscijfers blijkt dat deze voor een deel voldoen aan de nagestreefde waarden. Wij constateren hierbij dat de Duitstalige deelopleiding een veel hoger onderwijsrendement heeft (in de regel boven de 70%) dan de beide Nederlandstalige opleidingen SPH. Zo heeft laatstgenoemde opleiding een onderwijsrendement (het aantal studenten dat de opleiding SPH in vier jaar afrond) dat onder de streefwaarde van 70% ligt. Voor het cohort studenten instroom 1998/1999 lag dit bijvoorbeeld op 65%. In ieder geval, zo blijkt uit de Zelfevaluatie, wil de opleiding SPH het aantal geslaagden laten toenemen door het versterken van de studieloopbaanbegeleiding, een ‘exitonderzoek zal inzicht moeten bieden in de achtergronden van de rendementscijfers. Ook wil de opleiding SPH de komende jaren, zo blijkt uit documentatie en uit gesprekken tijdens de audit, meer aandacht besteden aan de verschillende doelgroepen. De ‘Aandachtsfunctionaris Instroom, doorstroom en uitstroom’ zal dit beleid verder operationaliseren. Oordeel Het auditteam waardeert dit facet als voldoende. De opleiding hanteert streefcijfers waarvan een deel gerealiseerd wordt. De genomen maatregelen t.a.v. niet gerealiseerde streefcijfers zijn naar het oordeel van het auditteam voldoende adequaat om het onderwijsrendement in positieve zin te beïnvloeden. Algemeen oordeel Resultaten Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Resultaten. De gerealiseerde eindkwalificaties komen volgens het beroepenveld en de alumni overeen met de beoogde eindkwalificaties. De opleiding heeft rendementscijfers gedefinieerd en deze worden ook door de opleiding gebruikt. Daar waar deze niet gehaald worden, streeft de opleiding SPH naar concreet geformuleerde verbeteracties.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 45
Onderwerp 7: Bijzonder kenmerk Duitstalige deeltijdopleiding SPH De opleiding SPH van Saxion Hogescholen heeft naast een Nederlandstalige voltijd- en deeltijdopleiding ook een Duitstalige deeltijdopleiding. Het zevende onderwerp bestaat uit de volgende facetten: 1. differentiatie en profilering; 2. kwaliteit; 3. concretisering; 4. onderscheidend karakter.
Facet 7.1. Differentiatie en profilering De opleiding heeft een goed doordachte en gestructureerde Duitstalige deeltijdvariant. Voor zowel de Nederlandstalige- als Duitstalige variant geldt dat de student leert op en van zijn werkplek. Dus: de werkplek is hier daadwerkelijk een lerende plek. De deeltijdvariant staat, zo is tijdens de audit gebleken, in Duitsland bekend als een goede opleiding. De hogeschool is thans bezig de deeltijdopleiding behalve in Nederland ook in Duitsland aan te bieden omdat dit type opleidingen op hbo-niveau (vgl. Hochschulniveau) in Duitsland beperkt wordt aangeboden, althans niet met deze specifieke inkleuring. Daarnaast sluiten de Saxion Hogescholen met dit initiatief aan bij het door overheden gepropageerde beleid om studeren over de grenzen te bevorderen. De SPH deeltijdopleiding is thans bezig een Duitstalige internetsite op te zetten en het Nederlandstalig- en Duitstalige studieprogramma goed op elkaar af te stemmen. Oordeel: Dit facet is voldoende.
Facet 7.2. Kwaliteit De kwaliteit van de opleiding blijkt niet alleen uit toetsing a.d.h.v. het NVAO kader, maar ook uit de hoge mate van tevredenheid van Duitstalige studenten en Duitse werkgevers. Zo komen niet alleen Duitse studenten op deze opleiding af, maar zijn ook Duitse werkgevers geïnteresseerd in de opleiding: zij sturen werknemers die verder geschoold moeten worden naar deze opleiding en werken mee, zowel inhoudelijk als organisatorisch, aan de opleiding. Uit studentenenquêtes blijkt dat de Duitstalige SPH deeltijdopleiding door studenten zeer gewaardeerd wordt. De inhoud van de opleiding blijkt goed aan te sluiten bij de eisen van het werkveld. Het auditteam laat dit aspect zwaar wegen bij haar oordeel over de kwaliteit van deze opleiding. Een belangrijk kwaliteitsaspect vindt het auditteam de kwaliteit van de docenten. Uit gesprekken met hen tijdens de audit is ons gebleken dat zij een adequate opvatting hebben over hun vakgebied en daarnaast ook het Nederlands tenminste passief maar in de regel ook actief goed beheersen. Oordeel: Dit facet is goed.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 46
Facet 7.3. Concretisering Het programma van de Duitstalige SPH deeltijdopleiding is goed uitgewerkt in het document ‘Der kreative Professional’. Dit is een vertaling van het gelijknamige Nederlandstalige document. Gebleken tijdens de audit is dat de Duitse opleiding wel eigen accenten legt die meer gericht zijn op de Duitse situatie van het vakgebied Sozial Pädagogik. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de SPH opleiding aansluit bij de eisen van het Duitse beroepenveld, getuige de aangetoonde afstemming met Duitse werkgevers. Juist het internationale karakter van de opleiding dwingt de hogeschool zich ook internationaal te oriënteren op de vakinhoud. Oordeel: Dit facet is goed.
Facet 7.4. Onderscheidend karakter Deze Duitstalige deeltijdopleiding SPH is voor Nederlandse begrippen uniek en onderscheidt zich daarmee van de overige 18 SPH opleidingen in Nederland. De wisselwerking tussen de eisen die het Nederlandse- en Duitse beroepenveld stelt aan de opleiding en het internationaal samengestelde docententeam zorgen voor een inhoudelijke uitwisseling van ideeën. Oordeel: Dit facet is voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 47
5. 5.1.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema voltijd
De in hoofdstuk 4 beschreven bevindingen en beoordeling geven we hieronder per opleidingsvorm schematisch weer: HBO BACHELOR OPLEIDING Sociaal pedagogische Hulpverlening- Voltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
+ + +
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
+ + + + + + + +
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
+ + +
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
+ +
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
+ + +
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
+ +
Samenvattend oordeel
+
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 48
5.2.
Oordeelschema Deeltijd HBO BACHELOR OPLEIDING Sociaal Pedagogische Hulpverlening- Deeltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
+ + +
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
+ + + + + + + +
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
+ + +
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
+ +
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
+ + +
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
+ +
7. Bijzonder Kenmerk 7.1. Differentiatie en profiering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering 7.4. Onderscheidend karakter
+ + + +
Samenvattend oordeel
+
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 49
5.3.
Overall oordeel/ advies aan NVAO
Samenvattend oordeel: Hobéon Certificering is op basis van zijn onderzoek van oordeel dat de door de Academie Mens en Maatschappij verzorgde HBO Bachelor opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening Voltijd en Deeltijd in aanmerking komen voor accreditatie door de NVAO.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 50
BIJLAGE I CURRICULA VITAE AUDITOREN EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARING EXTERNE AUDITOR W.L.M. Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. G.W.M.C. Broers (1958) werkt sinds 1997 als adviseur bij Hobéon. Sinds zijn afstuderen (1986) aan de (toenmalige) Rijksuniversiteit Leiden heeft hij gewerkt bij verschillende organisaties waaronder de RUL, ECABO, Van der Veldt Cursusontwikkeling en Cursusuitvoering (VCC) en het Rotterdams Instituut voor Sociologisch en Bestuurskundig Onderzoek (RISBO). Daarnaast heeft hij gepubliceerd in NRC Handelsblad en de tijdschriften Intermediair en Psychologie. Bij Hobéon houdt hij zich vooral bezig met arbeidsmarktonderzoek voor (hoger) onderwijsinstellingen, het beoordelen van de onderwijskundige kwaliteit van opleidingen volgens de NAO-kaders en het beoordelen van de kwaliteit van restauratie bouwbedrijven. Drs Hans G.J. Stoltenborg (1947) studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en was al gedurende zijn studie werkzaam in projecten op het terrein van onderwijs en opleiding. Na een aantal jaren in de onderwijsresearch werkte hij op het gebied van het post-hbo en andere vormen van commerciële dienstverlening vanuit onderwijsinstellingen. Door een stationering in Brussel leerde hij de EU en het internationale projectenbeleid goed kennen. De afgelopen jaren werkt hij vanuit het kantoor in Den Haag op onderwerpen als marktonderzoek (deels samen met TNS NIPO), ontwikkeling van nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook voert hij het projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale onderwijsprojecten. J.P. (Hans) van Ewijk (1947) studeerde economie en theologie. Promotie in 1994 aan de KUN. Tijdens zijn studie Theologie aan de UvA werkte hij als jeugdpastor en als part-time docent, zowel binnen het basisonderwijs als het middelbaar onderwijs. Na eind jaren tachtig en begin jaren negentig als directeur werkzaam te zijn geweest bij de Stichting Jeugdwelzijnsinformatie, werd hij in 1991 hoofd NIZW/Informatiecentrum NIZW. Na een positie als clustermanager, plv. directeur en directeur bekleedde hij vanaf 2001 de functie van lid Raad van Bestuur van NIZW. In oktober 2004 legde hij deze functie neer. Vanaf 2003 tot heden is hij lector ‘Sociaal beleid, innovatie en beroepsontwikkeling’ binnen de Hogeschool van Utrecht. Hij heeft een groot aantal nevenfuncties vervuld waaronder voorzitter van de visitatiecommissie SJD in 2001. Ook heeft hij tientallen publicaties op zijn naam staan, met name gericht op jeugd en welzijn. Vincent Stittelaar (1973) was op basis van een leer/arbeidsovereenkomst (duale student) bij Hobéon werkzaam als junior adviseur. Hij is vierdejaars duaal student Bestuurskunde/Overheidsmanagement aan de Haagse Hogeschool. Bij Hobéon hield hij zich bezig onder andere bezig met algemene juridische zaken en marktonderzoek.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 51
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 52
BIJLAGE II PROGRAMMA VISITATIE 8 JUNI 2004 Saxion Hogeschool Enschede, Enschede Lokaal
Tijd
Gesprekspartners Saxion
E3.79
9.00 – 9.30
Vooroverleg auditteam
E3.79
9.30 – 9.45
E3.79
9.45 – 10.45
Management algemeen Instituutsdirecteur, Manager onderwijsorganisatie, manager onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg
Manager 10.45 - 11.45 onderwijsorganisatie en 3 faseteam coördinatoren
Kwaliteitszorg E3.86 E3.79
E3.86
E3.79 E3.79
E3.86
Onderwerpen
Auditteam -Lead auditor -Specialist -Secretaris
Kennismaking - strategisch beleid, marktpositie / continuïteit, - kwaliteitsborging - personeelszaken 1,3, 5, 6
Functionaris -Onderwijskundig studieloopbaanbegeleiding auditor en Functionaris instroom, -Student doorstroom, uitstroom
E3.86
E3.79
Auditoren Hobéon
Functionaris PR en 11.45 - 12.45 voorlichting Instroom coordinator Manager onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg en enkele COOK-leden
-Specialist -Onderwijskundig auditor -Student - Lead auditor - Secretaris -Lead auditor -Secretaris -Onderwijskundige auditor -Specialist -Student
Lunch en intern overleg auditteam Voorzitter -Onderwijskundig 13.45 - 14.45 examencommissie met evt auditor enkele leden - Student
2.5 4
1 2 3 (accent op “eisen hbo”) 4 6 5 6 2
1 2 3 4
12.45–13.45
Coördinator praktijk service bureau Stage & Afstuderen
-Specialist -Secretaris
2 4 5 2 3 4
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 53
E3.86
Taakverantwoordelijken 14.45 - 15.45 DT/DU
Opleidingscommissie E3.79
Nader in te vullen
-Lead auditor -Secretaris
-Specialist -Onderwijskundig auditor -Student -Lead auditor -Specialist -Secretaris -Onderwijskundig auditor -Student
E3.79
15.45 - 16.15
E3.79 E.379
16.15 - 17.00 Koffie en oordeelsvorming auditteam 17.00 - 17.30 Mondelinge terugkoppeling naar management
Gesprekspartners Saxion Instituutdirecteur Manager Onderwijsorganisatie Manager Onderwijsontwikkeling en Kwaliteitszorg Functionaris studieloopbaanbegeleiding Functionaris instroom, doorstroom, uitstroom Faseteam coördinator propedeuse Faseteam coördinator middenfase Faseteam coördinator eindfase Kwaliteitszorg Functionaris PR en voorlichting Voorzitter Examencommissie Leden Examencommissie Coördinator praktijk service bureau Stage & Afstuderen
Taakverantwoordelijken deeltijd Opleidingscommissie SPH
1 2 3 4 2 3 4 5 Pending issues N.a.v. documentatie en gesprekken panels
Namen medewerkers SPH Wim Slingerland Janja Molemaker Geralien Holsbrink Margreet Engelhart Nine van Schuppen José te Walvaart Sandra Vos Stef van der Woning Ingrid ten Haken Lud Overkamp Gerard Kokhuis Nana Sangidi Jaap ter Horst Jim Bijlsma Hans Hartsuijker Sandra Vos (faseteam coördinator) Stef van der Woning (faseteam coördinator) Jack de Swart (lid kenniskring) Jeanne Bruurs Raimond Bartelink Nine van Schuppen Glenn Ripassa Ger Reekers 2 tot 4 SPH - studenten
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool Enschede. Sociaal Pedagogische Hulpverleningversie 2.0 54