Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie – voltijd en deeltijd Saxion Hogeschool IJselland Instituut Ruimtelijke Ordening en Milieu
Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie – voltijd en deeltijd Saxion Hogeschool IJselland Instituut Ruimtelijke Ordening en Milieu
Hobéon Certificering BV Oktober 2004 W.L.M. Blomen R.M. Visscher
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3. 1.2.4.
INLEIDING Bereik van de beoordeling Beoordelingsprocedure en werkwijze Beoordelingsprocedure en werkwijze Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie
1 1 1 1 2 2 2
2. 2.1. 2.2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Beslisregels Bevindingen en beoordeling Onderwerp 1: Doelstelling opleiding
3 3 4 4
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
4
Facet 1.2. Niveau bachelor
6
Facet 1.3. Oriëntatie hbo Onderwerp 2: Programma
7 9
Facet 2.1. Eisen hbo
3.
9
Facet 2.2. Relatie tussen doelstelling en inhoud programma
11
Facet 2.3. Samenhang programma
13
Facet 2.4. Studielast
14
Facet 2.5. Instroom
15
Facet 2.6. Duur
17
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
18
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Onderwerp 3: Inzet van personeel
19 21
Facet 3.1. Eisen hbo
21
Facet 3.2. Kwantiteit van het personeel
22
Facet 3.3. Kwaliteit van het personeel Onderwerp 4: Voorzieningen
23 25
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
25
Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg
26 28
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
28
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
30
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten
31 32
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
32
Facet 6.2. Onderwijsrendement Onderwerp 7: Bijzonder Kenmerk, Duurzame Ontwikkeling
33 34
Facet 7.1. Differentiatie en profilering
34
Facet 7.2. Kwaliteit
34
Facet 7.3. Concretisering
34
Facet 7.4. Onderscheidend karakter
35
SAMENVATTEND OORDEEL
36
BIJLAGE I: CURRICULA VITAE AUDITOREN EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARING EXTERNE AUDITOR BIJLAGE II: PROGRAMMA VISITATIE 17 MEI 2004 BIJLAGE III: KOPIE CERTIFICAAT DUURZAAM HOGER ONDERWIJS (DHO)
38 40 43
1.
INLEIDING
1.1.
Bereik van de beoordeling
Saxion Hogeschool IJselland verzorgt een hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie in een voltijd en een deeltijd variant, beide ondergebracht in het instituut Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM). Hobéon Certificering heeft als Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI) beide opleidingsvormen in één gezamenlijk traject beoordeeld. Deze beoordeling is gericht op een accreditatiebeslissing met betrekking tot de hbo bachelor opleiding voltijd en deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie. De basis voor de beoordeling van Hobéon Certificering vormde de Zelfevaluatie die door het instituut ROM is uitgevoerd voor zowel de voltijd als de deeltijd variant. Beide opleidingsvarianten leiden op tot dezelfde eindkwalificaties. Daar waar zij verschillen, betreft het de didactische vormgeving in verband met de specifieke kenmerken (leeftijd, achtergrond, werkervaring) van de onderscheiden doelgroepen. Een en ander is voor Hobéon Certificering reden geweest zijn oordeel over de beide opleidingsvarianten in één rapport samen te vatten. Daar waar nodig, zal niettemin het onderscheid tussen beide opleidingsvarianten zichtbaar zijn.
1.2.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
1.2.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de betreffende opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Hierin staan de criteria vermeld aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van de –eveneens door de NVAO vastgestelde– onderwerpen en facetten als voldoende kan worden beoordeeld. Hobéon Certificering heeft het NVAO Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs nader uitgewerkt in een checklist. Voor beide door Hobéon Certificering beoordeelde opleidingsvarianten voltijd en deeltijd werd deze lijst (“Checklist Accreditatie HBO Bachelor”) gebruikt waarin per facet nadere toetspunten zijn opgenomen om de beoordeling van de facetten voor alle partijen inzichtelijker te maken. Voorafgaand aan het feitelijke accreditatie traject heeft Hobéon Certificering met Saxion Hogescholen over deze checklist gecommuniceerd. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentenanalyse (1) analyse en beoordeling van de door het Instituut ROM geleverde Zelfevaluatie, inclusief de daaraan gerelateerde documentatie. Deze documentatie had betrekking op bijvoorbeeld: strategische keuzes en de positie in de markt, interne organisatie, systematiek interne kwaliteitszorg, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidings-profielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, stage beleid, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, rendement. Uit deze documentatie ontstaat een beeld van de (primaire en secundaire processen van) de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, continuïteit, studenten- en docentenbelangen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 1
Audit (2) een actieve ‘controle’ door middel van een ééndaagse audit1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten een externe onafhankelijke deskundige op het gebied van Ruimtelijke Ordening en Planologie, een hbo-student, een lead auditor en een onderwijskundige auditor vanuit Hobéon Certificering en een secretaris eveneens vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) is nagegaan in hoeverre de in de documentatie neergelegde processen zijn geïmplementeerd. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd maar is ook gekeken naar bewijzen, in de vorm van bijvoorbeeld documentatie, van uitgevoerde processen. Overigens heeft daaraan voorafgaand het auditteam de gesprekspartners van beide opleidingsvormen geconfronteerd met zijn conclusies op hoofdlijnen uit de hierboven onder (1) bedoelde documentanalyse. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs” vermelde facetten beoordeeld op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Dit rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop die oordelen zijn gebaseerd.
1.2.2.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld. Voorzitter: W.L.M. Blomen
directeur Hobéon Certificering BV;
Leden: ir. V.J.M. Verschuuren
teamleider Structuur, Stad en Regio, Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam.
V.J. Stittelaar
student aan de Haagse Hogeschool: Bestuurskunde / Overheidsmanagement, duale opleidingsvariant en tevens werkzaam bij Hobéon als junior adviseur op basis van Leer – Arbeidsovereenkomst.
ir. A.T. de Bruijn
senior adviseur Hobéon Certificering;
Secretaris: drs. R.M. Visscher
adviseur Hobéon Certificering BV.
Zie voor curricula vitae bijlage I.
1.2.3.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met gesprekspartners uit de beide opleidingsvarianten, met vertegenwoordigers vanuit de voltijd en deeltijd opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie: de directeur, de opleidingsmanager, de teamleiders, medewerker kwaliteitszorg, docenten, de teamleiders van de propedeuse, de voorzitter examencommissies, coördinatoren stage & afstudeerfase en studenten. (Zie voor een volledig overzicht van de deelnemers van de visitatie: bijlage II).
1.2.4.
Programma visitatie
Zie bijlage II.
1
Audit heeft op 17 mei 2004 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 2
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
2.1.
Beslisregels
Met als uitgangspunt de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader heeft Hobéon Certificering de volgende beslisregels toegepast. A. Alle in de “Checklist Accreditatie HBO Bachelor” vermelde ‘deelvragen’ worden bij de beoordeling betrokken. B.
Het oordeel op de per facet gerubriceerde ‘deelvragen’ leidt tot een score op het betreffende facet. Zie onder D.
C.
De scores op de per onderwerp gerubriceerde facetten leiden tot een score op het betreffende onderwerp en wel volgens de regels onder E.
D. Van ‘deelvraag’ naar facet. Hier is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie; (beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven dan omgekeerd); primaire processen wegen zwaarder dan secundaire; E.
Van facetten naar onderwerp. Hier geldt het volgende: - een onderwerp kan volgens de NVAO “Beslisregels Accreditatie” slechts ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ scoren; - een onderwerp krijgt de score ‘voldoende’ indien alle facetten tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits er een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’; - een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord en er geen acceptabel verbeterplan voor dit facet beschikbaar is; - een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien meer dan één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
F.
Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, dan wordt dat met inachtneming van de regels onder G, als ‘extra aantekening’ vermeld.
G. Met betrekking tot de extra aantekening geldt het volgende: - een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’ indien alle facetten ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord; - een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’ als alle facetten ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord. - een onderwerp krijgt geen extra aantekening indien één van de facetten ‘onvoldoende’ heeft gescoord;
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 3
2.2.
Bevindingen en beoordeling
Onderwerp 1: Doelstelling opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie hbo.
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Beoordelingscriteria Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ van het onderwerp ‘Doelstelling Opleiding’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Hoe de opleiding het relevante beroepenveld in binnen- en buitenland betrekt bij het vaststellen van de eindkwalificaties van de opleiding. • Hoe de opleiding verwante opleidingen en andere relevante onderwijs- of onderzoeksinstellingen betrekt bij het vaststellen van de eindkwalificaties van de opleiding. En voor de deeltijd variant wordt specifiek gekeken naar: • Een aan de praktijk ontleende visie op de toekomst van de deeltijd variant van de opleiding. Bevindingen Het huidige onderwijsprogramma van de opleiding ROP is gebaseerd op de beroeps- en opleidingskwalificaties die in 1999 zijn gevalideerd door de Beroepsvereniging voor Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP). Aan deze kwalificaties is door de landelijke ROP opleidingen gezamenlijk een uitwerking gegeven en deze gelden voor alle bacheloropleidingen ROP in Nederland, evenals de ROP opleiding aan de Saxion Hogeschool IJselland. Het onderwijsprogramma van de opleiding zal nog tot en met 2003/2004 zijn gebaseerd op de eindkwalificaties die door BNSP zijn gevalideerd in 1999. In het landelijk overleg van de ROP-opleidingen is een procedure vastgesteld om de beroepsgroep door middel van enquêtes en rondetafelgesprekken regelmatig te betrekken bij het actualiseren van de eindkwalificaties. Afgelopen 5 jaar is het beroepsprofiel 2 keer geactualiseerd. Regionaal vindt afstemming plaats door de werkveldadviescommissie. Deze is sinds eind 2003 weer bij elkaar gekomen en bespreekt onder andere aanpassingen in de eindkwalificaties en het onderwijsprogramma. In 2001 is het project ‘Landelijke beroepscompetenties ROP’ van het landelijk overleg gestart. Deze is in januari 2003 afgerond en goedgekeurd door de beroepsgroep (BSNP). Vanaf 2004/2005 zal de opleiding ROP gebaseerd worden op de nieuwe set opleidingscompetenties die door BSNP zijn gevalideerd in 2003. Het nieuwe programma van de opleiding wordt in overleg met de werkveldadviescommissie opgezet. Het internationale aspect is belangrijk voor de opleiding, niet in de laatste plaats door het toegenomen belang van de EU in de ruimtelijke ordening. Dit internationale element komt terug op meerdere plaatsen in het curriculum voor de bachelor-opleiding. Aanpassing aan de eisen van het internationale beroepenveld gebeurt door middel van de input van een aparte werkveldadviescommissie waarin internationale bedrijven zijn vertegenwoordigd. Deze adviescommissie is weliswaar specifiek voor de internationale master-opleiding opgezet maar levert ook input voor de bacheloropleiding. Naast de samenwerking met andere ROP opleidingen heeft de ROP opleiding aan de Saxion Hogeschool IJselland tevens afgestemd met de Katholieke Universiteit van Nijmegen en de Rijksuniversiteit Groningen om te komen tot een beschrijving van het Bachelorniveau. Dit heeft geleid tot afstemming van de curricula zodat versnelde doorstroming mogelijk is van bachelor naar master.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 4
De deeltijd opleiding ROP richt zich op een specifieke doelgroep: MBO diploma houders met enkele jaren werkervaring. Uit marktonderzoek komt naar voren dat deze doelgroep behoefte heeft aan een vervolgopleiding op het gebied van ROP en vraagt om een individuele benadering gezien de grote diversiteit aan achtergronden. Essentieel is de nadrukkelijke afstemming van de opleiding op de situatie van de deeltijders. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft het programma in zijn geheel ingezien en naast de landelijke eindkwalificaties gelegd. Het oordeel van het auditteam is dat de eindkwalificaties van de opleiding overeenkomen met de landelijke eindkwalificaties. Tevens heeft het auditteam de samenstelling van de werkveldadviescommissie kunnen beoordelen en heeft het aan de hand van notulen van vergaderingen kunnen zien dat de werkveldadviescommissie betrokken is bij het beoordelen van de eindkwalificaties en het onderwijsprogramma. Het auditteam, met name de werkvelddeskundige, heeft kunnen vaststellen dat er relevante vertegenwoordigers uit de breedte van het werkveld vertegenwoordigd zijn in de werkveldadviescommissie. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De afstemming op het beroepenveld is adequaat door afstemming op de landelijke gevalideerde beroepsprofielen, waarbij sprake is van regelmatige actualisatie. Tevens wordt het beroepsprofiel afgestemd op de wensen in de regio, door adequate inzet van met name de werkveldcommissie. De opleiding heeft een herkenbare en relevante visie op de professie, waarbij het een adequate visie heeft voor de deeltijd opleiding.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 5
Facet 1.2. Niveau bachelor Beoordelingscriteria Het facet ‘Niveau Bachelor’ van het onderwerp ‘Doelstelling Opleiding’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar het volgende punt: • De opleiding heeft het bachelorniveau gedefinieerd op een wijze die ten minste beantwoordt aan de ‘Dublindescriptoren’ en heeft deze definitie uitgewerkt tot doelstellingen waarin alle onderdelen van het gedefinieerde bachelorniveau zijn opgenomen. Bevindingen De huidige beroeps- en opleidingskwalificaties die de opleiding ROP hanteert, zijn opgesteld en gevalideerd voordat de Dublin-descriptoren waren vastgesteld. Met de komst van de BAMA-structuur heeft de opleiding daarom contact gelegd met de masteropleidingen Planologie aan de KUN in Nijmegen en de RUG in Groningen, om de Master- en Bachelorniveaus op elkaar af te stemmen en daarmee de doorstroom van studenten van de Bachelor naar de Master te stroomlijnen. Gesprekken met de universiteiten en een vergelijking achteraf met de Dublin descriptoren geven aan dat de opleidingskwalificaties aansluiten bij de internationale geaccepteerde beschrijving van kwalificaties van een Bachelor. Het bachelorniveau is door de opleiding beschreven in de vorm van competenties en onderscheidt zich duidelijk van het Masterniveau. De opleiding heeft de beroeps- en opleidingskwalificaties getoetst aan de Dublin-descriptoren. Per descriptor is vastgesteld waar en hoe deze terugkomt in de opleiding. Om het bachelorniveau scherper te definiëren, heeft de opleiding samen met de KUN en de RUG gewerkt aan een adequate beschrijving van het bachelorniveau. Deze universiteiten bevestigen dat de kwalificaties voldoen aan de internationaal geaccepteerde kwalificaties van een Bachelor. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft de beschreven competenties kunnen inzien en heeft tevens kunnen zien hoe de eindkwalificaties vertaald worden naar doelstellingen van het programma. De opleiding heeft een verantwoording gegeven voor de Dublin-descriptoren in de opleiding. Op basis van die gegevens heeft het auditteam kunnen constateren dat het bacholorniveau van de opleiding zich duidelijk onderscheidt van het masterniveau. Ondanks het positieve oordeel denkt het auditteam dat het niveau weliswaar goed beschreven is, maar dat de opleiding nog verder kan verbeteren door een heldere positionering van de Bachelor ten opzichte van de Master te ontwikkelen en zo nog beter aan te sluiten bij het werkveld. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De eindkwalificaties van beide opleidingsvarianten sluiten aantoonbaar aan bij de beschrijving van het niveau ‘bachelor’ zoals weergegeven in de Dublin-descriptoren. Tevens onderscheidt de bacheloropleiding zich adequaat ten opzichte van de masteropleiding. Door de Bachelor opleiding helder te positioneren verwacht het auditteam dat dit nog verder verbeterd kan worden.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 6
Facet 1.3. Oriëntatie hbo Beoordelingscriteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ van het onderwerp ‘Doelstelling Opleiding’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in het relevante beroepenveld waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen Zowel in 1999 als 2003 zijn landelijke beroepscompetenties vastgesteld in een landelijk overleg in samenwerking met de beroepsgroep BNSP. De opleiding ROP van de Saxion Hogeschool IJselland heeft hierin een belangrijke bijdrage geleverd. Om zoveel mogelijk het werkveld te betrekken bij het benoemen van de beroepscompetenties zijn enquêtes uitgezet onder HBO-planologen om input te krijgen met betrekking tot beroepscontext, taken, rollen, kritische situaties waarmee beginnende planologen geconfronteerd worden. Vervolgens is een miniconferentie gehouden met beroepsbeoefenaren die zo’n 3 tot 6 jaar werkervaring hebben in het planologisch werkveld en vertegenwoordigers van de participerende Hogescholen om – mede op basis van de enquêteresultaten – een overzicht te krijgen van hoofdtaken en de voor het verrichten daarvan benodigde kennis, inzicht en vaardigheden voor beginnende beroepsbeoefenaren. Vervolgens is een procedure ontwikkeld om deze profielen en competenties regelmatig te vernieuwen. De afgelopen 5 jaren is dit 2 keer gebeurd. Regionale afstemming vindt plaats in de beroepenveldcommissie. De beroepenveldcommissie geeft input voor zowel de eindkwalificaties als de opzet van het programma. Voor het huidige onderwijsprogramma worden vier (start)competenties benoemd waarover een HBO-planoloog beschikt na beëindiging van de opleiding als beginnend beroepsbeoefenaar. De vier competenties worden vervolgens uitgewerkt in kennis/inzicht en vaardigheden die voor de competentie in het programma aangeboden moeten worden. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft het programma in zijn geheel ingezien en naast de landelijke eindkwalificaties gelegd. Het oordeel van het auditteam is dat de eindkwalificaties van de opleiding overeenkomen met de landelijke eindkwalificaties en dat de vier startcompetenties, naar het oordeel van het auditteam, een adequate uitoefening van de professie mogelijk maken en goed aansluiten op het beroep. Tevens heeft het auditteam de samenstelling van de werkveldadviescommissie kunnen beoordelen en heeft het aan de hand van notulen van vergaderingen kunnen zien dat de werkveldadviescommissie betrokken is bij het beoordelen van de eindkwalificaties en het onderwijsprogramma. Het auditteam, met name de werkvelddeskundige, heeft kunnen vaststellen dat er relevante vertegenwoordigers uit de breedte van het werkveld vertegenwoordigd zijn in de werkveldadviescommissie. Uit de gesprekken en de geleverde documentatie blijkt tevens dat de opleiding regelmatig is aangepast op basis van nieuwe inzichten en ontwikkelingen in het beroepenveld. Het auditteam herkent deze ontwikkelingen en vindt de aanpassingen aan het programma adequaat. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De eindkwalificaties van elk van beide opleidingsvarianten zijn ontleend aan de beroepsprofielen die opgesteld zijn door het beroepenveld. De daarmee samenhangende competenties waarover een beginnende beroepsbeoefenaar moet beschikken zijn daarvan afgeleid.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 7
Algemeen oordeel voor het onderwerp ‘Doelstelling Opleiding’: Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Doelstelling Opleiding. De afstemming van de opleiding op het beroepenveld is adequaat door afstemming op de landelijke gevalideerde beroepsprofielen, waarbij sprake is van regelmatige actualisatie. Tevens wordt het beroepsprofiel afgestemd op de wensen in de regio, door adequate inzet van bijvoorbeeld de werkveldcommissie. De eindkwalificaties van beide opleidingsvarianten sluiten aantoonbaar aan bij de beschrijving van het niveau ‘bachelor’ zoals weergegeven in de Dublin-descriptoren. Tevens onderscheidt de bacheloropleiding zich adequaat ten opzichte van de masteropleiding. De eindkwalificaties van elk van beide opleidingsvarianten zijn ontleend aan de beroepsprofielen die opgesteld zijn door het beroepenveld.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 8
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1. eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen hbo Beoordelingscriteria Het facet ‘Eisen HBO’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? • Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? • Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar het volgende punt: • De mogelijkheid dat het programma de student biedt tot structurele interactie met de beroepspraktijk. Bevindingen De opleiding ROP heeft een onderwijskundig concept gekozen waarin de interactie met de beroepspraktijk centraal staat. Dit gebeurt door middel van praktijkgerichte opdrachten en praktijkopdrachten via de zogenaamde “werkplaats” waar opdrachten worden uitgevoerd voor de beroepspraktijk. In alle jaren van de opleiding is er interactie met de beroepspraktijk, via praktijkopdrachten tot stages en afstudeeronderwerpen. De link tussen onderwijs en beroepspraktijk wordt op dit niveau voor een belangrijk deel gelegd door docenten die verschillende activiteiten buiten de school uitvoeren in de beroepspraktijk. Deze link waarborgt tevens de actualiteit van de inhoud. In het onderwijsprogramma wordt gebruik gemaakt van relevante vakliteratuur, bij nagenoeg alle modulen wordt materiaal gebruikt uit de beroepspraktijk, zoals de 5e nota ruimtelijke ordening. Veel van het materiaal wordt door externe partijen aangeleverd en is zodoende actueel. Door de vele praktijkgerelateerde opdrachten worden beroepsvaardigheden aangeleerd. Evaluatie van het programma door studenten, stagebegeleiders en alumni toont aan dat het programma voldoende ontwikkelingsmogelijkheden biedt aan studenten om beroepsvaardigheden te leren die relevant zijn voor de beroepspraktijk. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documenten en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft het onderwijsprogramma en het gebruikte studiemateriaal bekeken. Tevens is er gekeken naar de opdrachten die studenten uit moeten voeren. Naar het oordeel van het auditteam is het onderwijsprogramma actueel, biedt het studenten de gelegenheid tot interactie met de beroepspraktijk en wordt gebruik gemaakt van relevant en actueel studiemateriaal. Overigens adviseert het auditteam in de toekomst naast het rijksbeleid nog meer aandacht te schenken aan regionaal beleid en Europese regelgeving, omdat in de nabije toekomst de ruimtelijke ordening steeds meer een zaak zal worden van Europa en de regio. Naar het oordeel van het auditteam heeft de opleiding zichzelf hoge eisen gesteld voor wat betreft de aansluiting op de beroepspraktijk en heeft het concrete verbetermaatregelen ingezet om dit niveau te kunnen bereiken en behouden. Naar het oordeel van de auditers ontwikkelt de opleiding de juiste beroepsvaardigheden en heeft het duidelijke verbanden met de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 9
Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De interactie met de beroepspraktijk vindt plaats zowel op het niveau van curriculum en programma-ontwerp als op het niveau van de programma uitvoering. Deze interactie wordt aantoonbaar ingezet om de relevantie, de actualiteit en de kwaliteit van de opleiding te waarborgen. De organisatie van de opleiding is zo opgezet om nieuwe ontwikkelingen snel in de opleiding in te brengen via zelfsturende teams en top down team-overleg. De ontwikkeling van kennis en beroepsvaardigheden van de studenten vindt plaats via vakliteratuur, via door de beroepspraktijk ingebrachte projecten en casussen en via aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 10
Facet 2.2. Relatie tussen doelstelling en inhoud programma Beoordelingscriteria Het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? • Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma ? • Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Heeft de opleiding in het programma een expliciete beschrijving opgenomen van haar visie op voor de opleiding relevante ontwikkelingen in het beroepenveld en op de implicaties daarvan voor de opleiding zelf? • Is het relevante beroepenveld bij het programma-ontwerp betrokken geweest? • Zijn de programmaonderdelen en de daaraan gelieerde leerdoelen aantoonbaar afgeleid van de in de opleidingsdoelstelling gedefinieerde kwalificaties en/of competenties? • Zijn de inhoud van en de werkvormen binnen de programmaonderdelen herkenbaar afgeleid van de respectievelijke leerdoelen? • Zijn de invulling en de vormgeving van de differentiaties/afstudeerrichtingen herkenbaar afgeleid van de opleidingsdoelstellingen? • Zijn de inhoud en de werkvormen binnen de programmaonderdelen zodanig dat het realiseren van de leerdoelen voor studenten haalbaar is? ( Is de studiebelasting per programmaonderdeel gedefinieerd; Is er een procedure die de haalbaarheid van de leerdoelen toetst; Is er een procedure die de conclusies van bedoelde toetsing implementeert?) En voor de deeltijd variant wordt specifiek gekeken naar: • Zijn de inhoudelijke eisen ten aanzien van de werkplek relevant in het licht van de opleidingsdoelstellingen? • Is er een procedure voor de beoordeling van de werkplek in het licht van de leerdoelen? Bevindingen Alle landelijke eindkwalificaties komen in het onderwijsprogramma van de opleiding ROP terug in de verschillende programmaonderdelen. Eindkwalificaties zijn vertaald in leerdoelen voor verschillende programmamodules, voor elke onderwijseenheid wordt aangegeven welke leerdoelen er zijn. Gezamenlijk dekken de onderwijseenheden alle eindkwalificaties af zodat het programma studenten de mogelijkheid biedt om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Alle onderwijsmodulen staan op het intranet aangegeven en per module is de studiebelasting aangegeven. Het onderwijs is vormgegeven door middel van leerlijnen en binnen iedere leerlijn zijn beroepsrelevante opdrachten het sturende principe. De differentiaties in de opleiding ROP komen voort uit een individuele profilering die studenten kunnen aangeven door middel van een accentkeuze (cultuurhistorie, ontwerpen, omgevingsplanning of vastgoed). De accenten bouwen voort op bestaande onderwerpen in het werkveld van ROP. Het beroepenveld en de studenten zijn beide betrokken bij de programma-evaluatie en beoordelen deze als adequaat. Voor studenten is er een mondelinge evaluatieprocedure voor onderwijsmodulen die de mogelijkheid biedt om na te gaan hoe studenten de relatie tussen doelstellingen en inhoud waarderen. Dit gebeurt na afloop van elke module en is onderdeel van de reguliere evaluatie van het onderwijsprogramma. Mochten er problemen worden geconstateerd dan worden er maatregelen genomen. Afhankelijk van de ernst van het geconstateerde tekort kan dit in de vorm van een project worden uitgevoerd. Het beroepenveld heeft onder andere invloed op het programma via de werkveldcommissie. Daarnaast is de organisatie van de opleiding opgezet rondom zelfsturende teams om snel en adequaat in te kunnen spelen op externe ontwikkelingen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 11
Het programma zoals boven aangegeven geldt ook voor deeltijd studenten. Deeltijd studenten hebben een relevante werkplek nodig om het programma adequaat te kunnen doorlopen en zij worden daar dan ook van tevoren van op de hoogte gebracht. In een assessment wordt de werkplek gescand. De relevantie van de werkplek wordt aan het begin getoetst. In geval van niet-relevante werkplek krijgt de student minder vrijstellingen en moet er een relevante afstudeerstage geregeld worden. De afstudeerstage wordt beoordeeld op relevantie door de begeleider en examencommissie. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Om tot een oordeel te komen op dit facet heeft het auditteam gekeken naar het onderwijsprogramma, onderwijsmodulen en onderwijsevaluaties. Tevens is gekeken naar het gebruikte onderwijsmateriaal. Aan de hand van deze documenten heeft het auditteam kunnen constateren dat het programma alle eindkwalificaties dekt. Tevens is voor elke onderwijsmodule concreet aangegeven wat de leerdoelen zijn en zijn die leerdoelen duidelijk afgeleid van de eindkwalificaties. Alle leerdoelen van onderwijseenheden vormen samen een volledige dekking van de opleidingskwalificaties. Het programma biedt studenten daarom de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. Het programma en de leerdoelen van de programmaonderdelen zijn een adequate concretisering van de geformuleerde eindkwalificaties. Inhoud, vormgeving en de faciliteiten die de docenten bieden, stellen de student in de gelegenheid de geformuleerde eindkwalificaties te verwerven.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 12
Facet 2.3. Samenhang programma Beoordelingscriteria Het facet ‘Samenhang programma’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Is het programma zodanig opgezet dat het studenten voorbereidt op het realiseren van alle onderdelen van de opleidingsdoelstelling? • Blijkt uit de inhoud en planning van het programma dat de programmaonderdelen tezamen een coherent geheel vormen? En voor de deeltijd variant wordt specifiek gekeken naar: • Blijkt uit de inhoud en planning van het programma dat het onderwijs- en het praktijkdeel van de opleiding een coherent geheel vormen? Bevindingen De opleiding ROP heeft het onderwijsprogramma gebaseerd op de beroepskwalificaties ontleend aan het werkveld. Deze kwalificaties vormen een samenhangend geheel en zijn een basisvoorwaarde voor een samenhangend programma. De opleiding heeft deze samenhang uitgewerkt in de studiegids. Voor iedere module is aangegeven wat de ‘voorkennis’ moet zijn en waar de module in het curriculum geplaatst is. Zo wordt voor iedereen de samenhang in het programma verduidelijkt. Alle modules samen bestrijken alle eindkwalificaties en vormen zo een volledige dekking van de opleidingskwalificaties. De modules zijn zo ontworpen en in het opleidingsprogramma gepositioneerd dat zij ten opzichte van elkaar een anticiperende dan wel verdiepende functie hebben in het leerproces van de student. Tevens blijkt uit de ‘beroepsproducten’ die de studenten hebben opgeleverd dat de programmaleerlijnen gedurende de looptijd van het programma in toenemende mate een beroep doen op het vermogen van de student complexe opdrachten uit te voeren. De interactie tussen theorie en praktijk is een kernelement van de opzet van de opleiding en komt ook terug in de deeltijdvariant. Studenten werken op hun eigen werkplek aan opdrachten. Om de afstemming tussen onderwijs en praktijk vorm te geven heeft de opleiding een handleiding opgesteld met eisen aan de opdrachten. De student spreekt deze eisen door met de werkgever zodat adequate opdrachten kunnen worden uitgevoerd. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft aan de hand van het onderwijsprogramma, de beschrijving in de studiegids en de diverse onderwijsmodulen kunnen constateren dat het programma inhoudelijk samenhangend is. Gesprekken met studenten ondersteunden deze constatering. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De inhoud en planning van het programma zijn op doordachte en consistente wijze op elkaar afgestemd waardoor de onderscheiden programmaonderdelen (modules) tezamen een coherent geheel vormen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 13
Facet 2.4. Studielast Beoordelingscriteria Het facet ‘Samenhang programma’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het programma studeerbaar doordat studievoortgang belemmerende factoren zoveel mogelijk worden weggenomen? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar het volgende punt: • Is per programmaonderdeel de studielast vastgesteld in termen van ECTS- studiepunten? En voor de deeltijd variant wordt specifiek gekeken naar: • Is de verdeling van het totaal aantal studiepunten tussen het onderwijs- en het praktijkdeel van de opleiding in overeenstemming met de werkelijke studiebelasting voor de betreffende delen van de opleiding? Bevindingen De opleiding neemt diverse maatregelen om de studeerbaarheid van de opleiding te garanderen, onder andere met tentamenroosters, herkansingen en snelle terugkoppeling van resultaten. Daarnaast monitort de opleiding de studeerbaarheid van de opleiding. Er zijn procedures opgesteld om de studeerbaarheid van het programma te toetsen. Studenten kunnen per module aangeven hoe ze de studielast ervaren. Tevens wordt de onderwijslast van een hele onderwijsperiode geëvalueerd. Dit leidt tot aanpassing van een module of verdeling van studielast over een onderwijsperiode. Door de hogere jaars en de lagere jaars samen kwartielen te laten evalueren is er terugkoppeling over genomen maatregelen zodat studenten kunnen zien wat er met adviezen wordt gedaan. Studiepunten zijn wel vastgelegd maar nog niet in ECTS. Voor 2004/2005 zijn de studiepunten wel vastgelegd in ECTS-studiepunten. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Aan de hand van tentamenroosters, het onderwijsprogramma en onderwijsevaluaties en notulen van vergaderingen heeft het auditteam kunnen zien dat de opleiding deze evaluaties en verbetermaatregelen ook uitvoert. Uit de evaluaties en gesprekken die het auditteam gevoerd heeft, blijkt dat studenten het onderwijsprogramma studeerbaar vinden. Tevens zijn studenten te spreken over de wijze waarop ze terugkoppeling krijgen over de genomen verbetermaatregelen. Daarnaast geven de studenten aan dat de verdeling tussen het onderwijs en praktijkdeel in overeenstemming is met de werkelijke studiebelasting. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De opleiding besteedt systematisch aandacht aan de relatie tussen de formele en feitelijke studielast, zowel op module niveau als op het niveau van het programma. De opleidingen hebben derhalve een instrument om op die beide niveaus studievoortgang- belemmerende factoren weg te nemen. Uit de gesprekken en documenten heeft het auditteam kunnen constateren dat de opleiding dit beleid uitvoert en dat het onderwijsprogramma studeerbaar is.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 14
Facet 2.5. Instroom Beoordelingscriteria Het facet ‘Instroom’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: • Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit een toelatingsonderzoek? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Is het programma in termen van inhoud en werkvormen zodanig opgezet dat het startniveau aansluit op het eindniveau van de instromende studenten? • Is de beginfase van het opleidingsprogramma zodanig opgezet dat rekening wordt gehouden met heterogene instroom? • Is het opleidingsprogramma zodanig opgezet dat op studenten toegesneden leerroutes mogelijk zijn? • Heeft de opleiding een op potentiële studenten gericht voorlichtings- en wervingsbeleid? • Vindt uitvoering van dit beleid plaats in samenwerking met andere -verwante- opleidingen en/of met het beroepenveld? En voor de deeltijd variant wordt specifiek gekeken naar: • Is er een procedure voor het meewegen van eerder verworven kwalificaties/competenties bij het vaststellen van het individuele leerprogramma van de student? Bevindingen De opleiding past in eerste instantie de vooropleidingseisen toe die zijn vastgelegd in de Wet Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Studenten met een afgeronde vooropleiding HAVO, VWO en MBO worden toegelaten. Studenten die ouder zijn dan 21 en die niet aan de toelatingseisen voldoen, hebben de mogelijkheid een toelatingsonderzoek te doen. Tevens heeft men contacten met relevante MBO-opleidingen en kijkt men naar de mogelijkheid trajecten te verkorten. Alle relevante MBO-opleidingen zitten in Noord-Brabant. De opleiding heeft het programma zodanig opgezet dat het aansluit bij de kwalificaties van de instromende studenten. De opleiding heeft een instroomcoördinator ingesteld die de verantwoordelijkheid heeft voor het instroombeleid en de aansluiting op de instromende studenten. De instroomcoördinator houdt ook contact met het aanleverend onderwijs, signaleert knelpunten in de aansluiting en doet voorstellen voor verbetering. Mochten er knelpunten optreden dan wordt er ingegrepen. Voor een goede aansluiting heeft de opleiding studiebegeleiding ingezet. Elke student krijgt persoonlijke studiebegeleiding en in samenwerking met een mentor wordt een persoonlijk traject afgesproken. Per jaar zijn naast klassikale bijeenkomsten ook persoonlijke gesprekken gepland. Door elke student wordt een persoonlijk opleidingsplan gemaakt. Het nieuwe onderwijsprogramma 2004/2005 is flexibeler ingericht om het leertraject nog meer persoonlijk in te kunnen vullen. Jaarlijks worden instroomenquêtes gehouden onder eerstejaars studenten. De uitkomsten hiervan worden direct gebruikt om de effectiviteit van de PR & communicatie te verbeteren. Samen met andere ROP-opleidingen in Nederland wordt jaarlijks een landelijke decanendag georganiseerd. Intensieve contacten zijn opgebouwd met aardrijkskundedocenten en hun belangenvereniging, het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG). Er is een uitgebreide assessment voor toelating onder verantwoordelijkheid van de instroomcoördinator. Kandidaten stellen een portfolio samen waarvan de inhoud het bewijsmateriaal moet leveren voor de eerder verworven competenties (EVC). Twee assessoren analyseren het portfolio en er wordt een persoonlijke leerroute afgesproken. Dit kan betekenen dat er vrijstellingen worden verleend, maar kan ook betekenen dat een student een cursus moet volgen voor hij/zij kan instromen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 15
Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft aan de hand van het onderwijs en examenregeling de gestelde eisen kunnen nagaan. Tevens is aan de hand van notulen geconstateerd dat het onderwijs aangepast wordt aan instroomeisen. Het auditteam heeft ook gekeken naar onderzoeken onder studenten en uit het onderzoek van 2002 blijkt dat studenten negatief oordelen over de aansluiting. De oplossing die de opleiding gekozen heeft in de vorm van een instroomcöordinator blijkt goed te werken. Uit nieuwe evaluaties en gesprekken die het auditteam heeft gevoerd met studenten blijkt dat studenten nu tevreden zijn over de aansluiting. Voor wat betreft de deeltijdvariant heeft het auditteam de implementatie van het EVC traject beoordeeld door enkele EVC-beoordelingen en persoonlijke opleidingstrajecten in te zien. Het auditteam vindt dat de opleiding dit aspect goed heeft geïmplementeerd. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. Door inzet van een instroomcoördinator en door middel van goede studiebegeleiding houdt het opleidingsprogramma goed rekening met de verschillen in de kwalificaties van de instromende studenten en is in veel gevallen een persoonlijk studietraject mogelijk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 16
Facet 2.6. Duur Beoordelingscriteria Het facet ‘Duur’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Voldoet de opleiding aan de formele eisen m.b.t. de omvang van het opleidingsprogramma van 240 ECTS-studiepunten? Bevindingen De opleiding ROP kent op dit moment nog een studielast van 168 studiepunten. Het programma voor het studiejaar 2004-2005 bestaat uit 240 ECTS-studiepunten. Daarmee voldoet de opleiding aan de formele eis die aan bachelor opleidingen wordt gesteld. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft het programma als geheel ingezien en de conversie naar ECTS kunnen waarnemen aan de hand van documenten. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 17
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Beoordelingscriteria Het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? • Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar het volgende punt: • Bevat het opleidingsprogramma een expliciete beschrijving van het didactisch concept? Bevindingen De kern van de onderwijsvisie van ROP is drieledig: • Competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar bijbrengen; • Competenties eigen maken via actief leren; • Competentiegericht leren vindt plaats in een persoonlijk leertraject. De opleiding ROP heeft samen met het werkveld eindkwalificaties vastgesteld die de kern vormen van het onderwijsprogramma. Uitgangspunt bij de opzet van het huidige programma is leren van praktijksituaties. Via de zogenaamde ‘werkplaats’ krijgen studenten projecten waaraan ze moeten werken. Het beroepsmatig handelen staat in deze projecten centraal en leidt tot een door de student (of groep van studenten) ontworpen beroepsproduct. Daardoor staan de theoretische aspecten van de opleiding steeds zeer nauw in relatie tot de praktijk. Deze praktijkopdrachten worden in samenwerking met het werkveld vorm gegeven. Tot slot wordt via de studiebegeleiding gewerkt aan persoonlijke opleidingsplannen van de studenten om een persoonlijk leertraject vorm te kunnen geven. Studenten worden op de hoogte gebracht van het didactische concept via het opleidingsprogramma. In 2004/2005 zal de opleiding deze ontwikkeling doorzetten door over te gaan op competentiegericht leren, waarbij de link tussen competenties, onderwijsmodulen en persoonlijke ontwikkeling nog sterker kan worden gemaakt. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft het programma in zijn geheel ingezien en aan de hand van de module beschrijvingen, uit te voeren opdrachten en gesprekken met studenten kunnen vaststellen dat het gekozen onderwijskundigconcept naar het oordeel van het auditteam in lijn is met de doelstellingen. De gekozen werkvormen, praktijkopdrachten via werkplaatsconstructie, sluiten naar het oordeel van het auditteam aan bij het didactisch concept. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. Het didactisch concept ligt geheel in lijn met de doelstellingen van de opleiding. De werkvormen zijn direct ontleend aan het didactisch concept.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 18
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Beoordelingscriteria Het facet ‘Beoordeling en toetsing’ van het onderwerp ‘Programma’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Bevat het opleidingsprogramma een beschrijving van de planning, procedures, methoden, vereisten en criteria m.b.t. beoordeling en toetsing? • Voorziet het beoordelings- en toetsingssysteem in de mogelijkheid voor studenten om tegen beslissingen dienaangaande in beroep te gaan? • Voorziet het beoordelings- en toetsingssysteem in formatieve beoordeling? Bevindingen De opleiding hanteert een tamelijk grote diversiteit aan toetsvormen door de gebruikte mix van werkvormen. Praktijkopdrachten hebben meestal een werkstuk als eindproduct, theoretische modulen een schriftelijk tentamen. Regelmatig wordt er gebruik gemaakt van een combinatie van toetsvormen. De opleiding acht de diversiteit in de toetsing te groot en heeft daarom een start gemaakt met het formuleren van een concreet toetsbeleid, waarbij ook gekeken is naar de kwaliteitscontrole. Studenten krijgen van tevoren inzicht in de toetsvormen en toetscriteria. Op het intranet staat per module wat de toetsvormen zijn die in de les worden toegelicht. Tevens staat de totaal planning van de toetsen op het intranet. In de Onderwijs en Examen Regeling is aangegeven dat studenten bij de examencommissie in beroep kunnen gaan tegen een beoordeling. Veel problemen worden echter al opgepakt in een informele sfeer, studenten kunnen aan docenten en mentoren problemen aankaarten, tevens is er de mogelijkheid om in de module-evaluaties kritiek te leveren. Hierdoor wordt er geen gebruik gemaakt van de officiële beroepsmogelijkheid. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft zich een beeld kunnen vormen van de toetsing via de beschrijvingen van toetsen voor de modules, de criteria die gehanteerd worden, de planning en de resultaten van evaluaties. Daarnaast via gesprekken met onder andere studenten. De studenten geven aan dat de toetsingscriteria niet altijd helder zijn. Op basis van de informatie komt het auditteam tot de conclusie dat het toetsbeleid zich kenmerkt door een te grote diversiteit aan toetsing die niet het gevolg is van gericht beleid. Naar het oordeel van het auditteam is het toetsbeleid op moduulniveau adequaat maar op opleidingsniveau is deze nog onvoldoende samenhangend. Daarnaast maakt de opleiding nog onvoldoende gebruik van formatieve beoordeling in het oordeel van het auditteam. Het auditteam beoordeelt dit facet als onvoldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. Via de huidige beoordeling en toetsing wordt adequaat getoetst of studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. De opleiding heeft echter onvoldoende inzicht in de samenhang van de toetsing door het ontbreken van beleid op dit gebied en kan daarom onvoldoende systematisch aandacht besteden aan het verbeteren van de beoordeling en toetsing. Tevens geven studenten aan dat de toetsingscriteria vaak onduidelijk zijn. De opleiding heeft dit echter wel onderkend en heeft al vorderingen gemaakt om tot een gestructureerd toetsbeleid te komen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 19
Algemeen oordeel Programma: Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Programma. De interactie met de beroepspraktijk vindt plaats zowel op het niveau van curriculum en programmaontwerp als op het niveau van de programma uitvoering. De ontwikkeling van kennis en beroepsvaardigheden van de studenten vindt plaats via vakliteratuur, via door de beroepspraktijk ingebrachte projecten en casussen en via aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal. Het programma en de leerdoelen van de programmaonderdelen zijn een adequate concretisering van de geformuleerde eindkwalificaties. Inhoud, vormgeving en de faciliteiten die de docenten bieden, stellen de student in de gelegenheid de geformuleerde eindkwalificaties te verwerven. De inhoud en planning van het programma zijn op doordachte en consistente wijze op elkaar afgestemd waardoor de onderscheiden programmaonderdelen (modules) tezamen een coherent geheel vormen. De opleiding besteedt systematisch aandacht aan de relatie tussen de formele en feitelijke studielast, zowel op module niveau als op het niveau van het programma. Daarnaast is de opleiding bezig met de aanpassing naar ECTS studiepunten. Een proces dat voltooid zal zijn voor het schooljaar 2004/2005. Door inzet van een instroomcoördinator en door middel van goede studiebegeleiding houdt het opleidingsprogramma goed rekening met de verschillen in de kwalificaties van de instromende studenten en is in veel gevallen een persoonlijk studietraject mogelijk. Het didactisch concept ligt geheel in lijn met de doelstellingen van de opleiding en de werkvormen zijn direct ontleend aan het didactisch concept. Via de huidige beoordeling en toetsing wordt adequaat getoetst of studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. De opleiding heeft echter onvoldoende inzicht in de samenhang van de toetsing door het ontbreken van beleid op dit gebied en kan daarom onvoldoende systematisch aandacht besteden aan het verbeteren van de beoordeling en toetsing.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 20
Onderwerp 3: Inzet van personeel Het derde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen hbo Beoordelingscriteria Het facet ‘Eisen HBO’ van het onderwerp ‘Personeel’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: • Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk ? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Onderhouden personeelsleden een professioneel (internationaal) relatienetwerk waarvan deel uitmaken: alumni, vertegenwoordigers uit het beroepenveld, collega’s van verwante opleidingen en vertegenwoordigers uit relevante onderwijs- of onderzoeksinstellingen? • Wordt dit netwerk aantoonbaar ingezet ten behoeve van: de bevordering van de eigen professionaliteit; de programma-evaluatie; de interne kwaliteitszorg; de ondersteuning van studenten i.v.m. de toegang tot het (internationale) beroepenveld? Bevindingen De opleiding organiseert op verschillende manieren dat het onderwijs wordt verzorgd door personeel dat een verbinding kan leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Docenten houden contact met het werkveld door het uitvoeren van werkzaamheden in het werkveld als verzorgen van cursussen, begeleiden van adviestrajecten of uitvoeren van toegepast onderzoek. Daarnaast worden gastcolleges verzorgd door personen werkzaam in de beroepspraktijk, worden door externe opdrachtgevers opdrachten uitgezet bij de ‘werkplaats’ en zijn er lezingen door externe genodigden. De opleiding heeft het personeel georganiseerd in zelfsturende teams om de ontwikkelingen in de praktijk goed bij te houden en om deze snel door te kunnen vertalen naar het curriculum. Elk jaar worden een of meerdere docenten gedetacheerd. Tevens is er rondom het lectoraat een uitgebreid netwerk van contacten ontstaan die concreet leiden tot onderzoekstrajecten door docenten. In samenwerking met het GIDO (Gemeenschappelijk Initiatief Realisatie Duurzame Ontwikkeling) is het instituut betrokken bij verschillende pilotstudies naar duurzaamheid binnen gemeenten. De opleiding zet het netwerk in voor professionaliteitsbevordering, onder andere door lezingencycli. Tevens wordt het kennisnetwerk ingezet voor de evaluatie van het programma, onder andere door terugkoppeling op uitgevoerde opdrachten in het kader van de ‘werkplaats’ maar ook door de ervaringen van docenten opgedaan tijdens detacheringsopdrachten. De ervaringen die worden opgedaan kunnen direct worden doorvertaald naar het onderwijs. Tevens zorgt de werkplaats ervoor dat het kennisnetwerk van de opleiding ook ten goede komt aan de studenten. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Aan de hand van CV’s, lijsten van gastdocenten en lezingen en notulen van vergaderingen heeft het auditteam kunnen vaststellen dat de docenten van de opleiding de verbinding met de beroepspraktijk kunnen maken en kunnen doorvertalen naar het onderwijs. De externe opdrachten, gastdocenten en lezingen zijn in het oordeel van het auditteam van goede kwaliteit en dragen duidelijk bij aan het leggen van een verbinding tussen onderwijs en beroepspraktijk. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. Het onderwijs wordt voor een zeer belangrijk deel verzorgd door personeel dat met één been in de beroepspraktijk staat. Onder andere via detachering van docenten, uitvoeren van toegepast onderzoek, gastcolleges door personen uit de beroepspraktijk en lezingen over actuele onderwerpen zorgt de opleiding voor goede contacten met de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 21
Facet 3.2. Kwantiteit van het personeel Beoordelingscriteria Het facet ‘Kwantiteit van het personeel’ van het onderwerp ‘Personeel’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Is de student-staf-ratio voldoende om het opleidingsprogramma (onderwijs, begeleiding, werkvormen) volledig te implementeren en de daarvoor noodzakelijke ondersteuning te realiseren? • Wordt de personeelscapaciteit bewaakt teneinde de continuïteit van de programma-uitvoering en de daarvoor noodzakelijke ondersteuning te waarborgen? • Signaleert dit systeem tijdig dreigende discontinuïteit en voorziet het in maatregelen om die discontinuïteit op te heffen? • Signaleert dit systeem tijdig voorzienbare discrepantie tussen instroom en beschikbare capaciteit en voorziet het in maatregelen om die discrepantie op te heffen? Bevindingen De opleiding maakt een uitgebreide jaarplanning waarbij personeel wordt gekoppeld aan de geplande taken. De opleiding heeft hiervoor een analyse van noodzakelijke en beschikbare competenties voor de uitvoering van het onderwijs gemaakt, die gebruikt wordt bij de planning. Door een geautomatiseerd systeem is deze planning goed te monitoren en komen tekorten snel aan het licht. Uitgangspunten bij de planning zijn naast kwantitatieve eisen als student-stafratio passend bij de gekozen didactische aanpak ook kwalitatieve eisen zoals benodigde competenties bij docenten. Naast het inzicht dat het planningssysteem biedt, is er twee maal per jaar een systematische evaluatie van de personeelscapaciteit. Daarnaast is er een speciale regeling om mensen in te zetten bij uitval van docenten zodat acute problemen opgevangen kunnen worden. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Aan de hand van de analyse van de noodzakelijke en aanwezige competenties en het planningssysteem van de opleiding heeft het auditteam kunnen vaststellen dat de opleiding beschikt over inzicht in de benodigde capaciteit om de opleiding met de gewenste kwaliteit aan te kunnen bieden. Gezien de uitvoering van het planningssysteem, de systematische evaluatie van de capaciteitsplanning twee maal per jaar en de mogelijkheid om snel capaciteit in te huren, is het auditteam van mening dat de opleiding beschikt over adequate middelen om discontinuïteit op te merken en te verhelpen. Het auditteam spreekt haar bezorgdheid uit over de bezuinigingen op het personeel. Vooralsnog heeft de opleiding daar adequaat op gereageerd, onder andere via analyse van noodzakelijke en beschikbare competenties voor de uitvoering van het onderwijs zodat geen tekorten zijn opgetreden. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De opleiding heeft inzicht in de noodzakelijke capaciteit om de opleiding op de gewenste kwaliteit te kunnen leveren en beschikt over de middelen om dit adequaat te kunnen bewaken.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 22
Facet 3.3. Kwaliteit van het personeel Beoordelingscriteria Het facet ‘Kwaliteit van het personeel’ van het onderwerp ‘Personeel’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Blijkt uit het aannamebeleid van de opleiding dat de aan een bepaalde functie gerelateerde kwaliteitseisen expliciet zijn gekoppeld aan de bij die functie van toepassing zijnde combinatie van vakinhoudelijke, onderwijskundige en/of organisatorische competenties? • Heeft de opleiding een procedure volgens welke beginnende docenten worden begeleid en wordt de implementatie van die procedure gevolgd? • Is er voor personeelsleden een persoonlijk opleidings-/ontwikkelingsplan opgesteld waarin afspraken zijn vastgelegd m.b.t. de verdere ontwikkeling van de voor hun functie noodzakelijke vakkennis en competenties en wordt de implementatie van deze afspraken gevolgd? • Vinden periodiek functioneringsgesprekken plaats met personeelsleden waarvan de afspraken schriftelijk worden vastgelegd en wordt de implementatie van die afspraken gevolgd? • Vinden er periodiek beoordelingsgesprekken plaats met personeelsleden waarvan de afspraken schriftelijk worden vastgelegd en wordt de implementatie van die afspraken gevolgd? • Heeft de opleiding een procedure die studenten betrekt bij de beoordeling van personeelsleden en vindt die beoordeling daadwerkelijk plaats? Bevindingen De opleiding heeft een onderzoek naar gewenste en beschikbare competenties voor het uitvoeren van het programma uitgevoerd. Dit heeft het beeld opgeleverd dat de opleiding beschikt over gekwalificeerd personeel voor het uitvoeren van het onderwijs. Het onderzoek naar beschikbare en noodzakelijke competenties heeft tevens geresulteerd in een Team Ontwikkelingsplan (TOP) waarin aangegeven is welke competenties verder ontwikkeld moeten worden binnen het team. Via een gesprekscyclus wordt voor elke docent een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld (POP). De inzet van POP’s is het afgelopen jaar ingezet. De kennis uit het onderzoek en de TOP worden tevens gebruikt bij de werving van personeel. De opleiding beschikt echter niet over een specifieke procedure om beginnende docenten te begeleiden. De opleiding heeft een gesprekken cyclus bestaande uit taakgesprekken (waarin afspraken worden gemaakt), functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Het afgelopen jaar is begonnen met het op gestructureerde wijze uitvoeren van de gesprekkencyclus. De taak en functioneringsgesprekken zijn reeds gevoerd. Beoordelingsgesprekken zijn nog niet gevoerd, maar wel gepland voor het einde van het jaar. De opleiding kent een procedure die studenten betrekt bij de evaluatie van docenten via de module evaluaties. In de functioneringsgesprekken komen deze beoordelingen terug en worden concrete afspraken gemaakt met de docenten. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft aan de hand van CV’s, het TOP, enkele POP’s en gespreksverslagen kunnen constateren dat het personeel gekwalificeerd is voor de uitvoering van het programma. Tevens vindt het auditteam dat de uitvoering van de POPS en TOP adequaat is. Het auditteam vindt de uitvoering van taak- en functioneringsgesprekken adequaat. Tevens is het auditteam van mening dat gezien de uitvoering van de overige onderdelen van het gesprekscyclus te verwachten is dat ook de beoordelingsgesprekken op een adequate wijze zullen worden uitgevoerd.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 23
Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. Het personeel is voldoende gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Tevens heeft de opleiding voldoende zicht op de noodzakelijke ontwikkeling van het personeel.
Algemeen oordeel Personeel Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Personeel. Het onderwijs wordt voor een zeer belangrijk deel verzorgd door personeel dat met één been in de beroepspraktijk staat. Onder andere via detachering van docenten, uitvoeren van toegepast onderzoek, gastcolleges door personen uit de beroepspraktijk en lezingen over actuele onderwerpen zorgt de opleiding voor goede contacten met de beroepspraktijk. Daarnaast heeft de opleiding inzicht in de noodzakelijke capaciteit om de opleiding op de gewenste kwaliteit te kunnen leveren en beschikt zij over de middelen om dit adequaat te kunnen bewaken. Het personeel is voldoende gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Tevens heeft de opleiding voldoende zicht op de noodzakelijke ontwikkeling van het personeel.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 24
Onderwerp 4: Voorzieningen Het vierde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële voorzieningen Beoordelingscriteria Het facet ‘Materiële voorzieningen’ van het onderwerp ‘Voorzieningen’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Heeft de opleiding kwaliteitseisen opgesteld waaraan de materiële en ruimtelijke voorzieningen moeten voldoen om een adequate uitvoering van het opleidingsprogramma mogelijk te maken? • Heeft de opleiding inzicht in de eisen / wensen van personeel en studenten t.a.v. materiële en ruimtelijke voorzieningen? Bevindingen De aard van de werkzaamheden van de planoloog brengt met zich mee dat hij moet kunnen beschikken over een ruimte waarin het mogelijk is om een ontwerp te maken. Het instituut wil deze zaken zoveel mogelijk faciliteren voor studenten. Naar aanleiding van onderzoeken onder studenten en docenten heeft de opleiding eisen opgesteld waaraan de materiële voorzieningen moeten voldoen voor een adequate uitvoering van het onderwijs. Om hierin te voorzien heeft de opleiding voor de uitvoering van het onderwijs twee specifieke onderwijsruimten die aansluiten bij het onderwijsconcept, het atelier en de werkplaats. Het atelier is ingericht met tekentafels waar studenten aan hun ontwerpopdrachten kunnen werken. De twee werkplaatsen zijn functionele werkplekken waar studenten kunnen werken aan complexe planologische opdrachten, bijvoorbeeld op computers met vakspecifieke software. Gezien de krapte in behuizing is gekozen voor meer ruimte voor studenten en flexplekken voor docenten. Dit heeft als voordeel gehad dat ruimten efficiënter gebruikt worden. Onder andere via studenttevredenheidsonderzoeken en fase- en module-evaluaties krijgt de opleiding inzicht in de klachten en wensen over de voorzieningen. De klachten van studenten richten zich voornamelijk op de beschikbaarheid van computers. Na onderzoek bleken die klachten voort te komen uit piekbelasting en niet door een structureel tekort aan computers. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft een ronde gemaakt langs de voorzieningen en heeft met studenten over de voorzieningen gesproken. Naar het oordeel van het auditteam zijn de materiële voorzieningen voldoende om het programma te realiseren. Daarnaast is het auditteam positief over de verbetermaatregelen die de opleiding heeft genomen naar aanleiding van onderzoeken. Studenten geven aan dat er de afgelopen jaren veel verbeterd is en de klachten hebben nu alleen nog betrekking op computerfaciliteiten. De opleiding heeft naar het oordeel van het auditteam echter aan kunnen tonen dat dat te maken heeft met piekbelasting en niet met structurele tekorten. Gesprekken met studenten ondersteunden dit beeld. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De opleiding heeft een duidelijk beeld van de noodzakelijke voorzieningen voor de uitvoering van het onderwijs. Tevens is er inzicht in de wensen van docenten en studenten en wordt daar rekening mee gehouden door concrete verbetermaatregelen te treffen. Het resultaat is dat de opleiding beschikt over een aantal goed geëquipeerde projectruimten.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 25
Facet 4.2. Studiebegeleiding Beoordelingscriteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ van het onderwerp ‘Voorzieningen’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn de studiebegeleiding en de informatie-voorziening aan de studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? • Sluiten de studiebegeleiding en de informatie-voorziening aan de studenten aan bij de behoefte van de studenten? Ter verduidelijking van de criteria is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Beschikt de opleiding over personele, materiële en ruimtelijke voorzieningen die een structurele begeleiding van studenten mogelijk maakt? • Beschikt de opleiding over een studentvolgsysteem dat: tijdig studievertraging en de oorzaken daarvan signaleert; zorgt dat met betrokkenen een remediërend traject wordt afgesproken; de implementatie van bedoeld traject volgt? Bevindingen De opleiding heeft twee doelstellingen voor de studiebegeleiding: • Op basis van assessment en studiebegeleiding wil het de studenten individueel maatwerk leveren. • Via informatie uit studieloopbaanbegeleiding en studievoortganganalyse verbetering van het onderwijsaanbod bereiken. De opleiding kent sinds 1998 een mentorensysteem, waarbij elke student een mentor toegewezen krijgt ter begeleiding van zijn/haar studieloopbaan. Eventuele studievertraging kan zo vroegtijdig gesignaleerd worden. Ter ondersteuning van de begeleiding is er een studentvolgsysteem waardoor resultaten direct opvraagbaar zijn voor mentoren en studenten via intranet de actuele studieresultaten kunnen bekijken. Het systeem werkt nog niet feilloos gezien de klachten van studenten. Deze hebben vooral betrekking op de wijze waarop cijfers bekend worden gemaakt. Alumni oordelen wel zeer positief over de studiebegeleiding. In het nieuwe onderwijsprogramma wordt de studiebegeleiding meer ingebed in de leerlijn. De opleiding beschikt over een studentenvolgsysteem dat de mentor in staat stelt om de resultaten van de studenten in te zien. Gekoppeld aan een regelmatig contact tussen student en mentor voorziet dit systeem in het tijdig signaleren van problemen, het vastleggen van remediërende trajecten en het opvolgen van deze trajecten. Door iedere student een persoonlijke mentor te geven en de studieresultaten digitaal beschikbaar te maken voor de mentor is het mogelijk de studenten structureel te begeleiden. De studenten gaven aan niet tevreden te zijn over de studiebegeleiding. De ontevredenheid heeft vooral te maken met de informatievoorziening. Tevens geven studenten aan dat docenten moeilijk te bereiken zijn sinds de nieuwe flexplekken zijn ingesteld. Ten dele zal dit te maken hebben met een cultuurverandering. De opleiding heeft dan ook een cultuuranalyse uitgevoerd om achter de oorzaken te komen en verbetermaatregelen in te zetten. De opleiding heeft voor de informatievoorziening een intranetsite opgezet waarop studenten alle relevante informatie kunnen vinden. Tevens is afgesproken dat alle communicatie met docenten via email verloopt. Docenten worden aangespoord de e-mails regelmatig te lezen. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft gekeken naar de informatievoorziening en heeft gesproken met studenten over dit onderwerp. Het auditteam vindt de studiebegeleiding adequaat en acht de verbetermaatregelen die de opleiding heeft genomen voor de informatievoorziening als voldoende. De intranetsite en docenten op hun bereikbaarheid wijzen heeft geleid tot verbetering volgens de studenten. De continue monitoring die de opleiding hierbij uitvoert via evaluaties garandeert tevens dat de opleiding op tijd kan inspringen als de maatregelen niet het gewenste effect hebben.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 26
Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De studiebegeleiding aan studenten is adequaat met het oog op de studievoortgang. De informatievoorziening aan studenten is nog niet adequaat maar de opleiding is zich daarvan bewust en neemt daarop actie.
Algemeen oordeel Voorzieningen Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Voorzieningen. De opleiding heeft een duidelijk beeld van de noodzakelijke voorzieningen voor de uitvoering van het onderwijs. Tevens is er inzicht in de wensen van docenten en studenten en wordt daar rekening mee gehouden door concrete verbetermaatregelen te treffen. Het resultaat is dat de opleiding beschikt over een aantal goed geëquipeerde projectruimten. De studiebegeleiding aan studenten is adequaat met het oog op de studievoortgang. De informatievoorziening aan studenten is nog niet adequaat maar de opleiding is zich daarvan bewust en neemt daarop actie.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 27
Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg Het vijfde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie resultaten Beoordelingscriteria Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ van het onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Voert de opleiding of de ‘hogere’ organisatie-eenheid (cluster/faculteit/hogeschool) jaarlijks een Management Review uit die leidt tot: een oordeel over de gerealiseerde kwaliteit van de opleiding t.o.v. de beoogde kwaliteit; inzicht in de sterke en zwakke punten; maatregelen ter verbetering? • Maakt de opleiding of de ‘hogere’ organisatie-eenheid (cluster/faculteit/hogeschool) in het kader van de Management Review op systematische wijze gebruik van informatie en/of adviezen van ‘lagere’ of ‘hogere’ organisatie-eenheden, van studenten, personeel, alumni en (andere) vertegenwoordigers uit het beroepenveld? • Draagt de opleiding er zorg voor dat de maatregelen tot verbetering n.a.v. de resultaten van de Management Review bekend zijn bij studenten, personeel, alumni en (andere) vertegenwoordigers uit het beroepenveld? • Indien de opleiding onderdeel uitmaakt van een groter organisatorisch geheel (cluster, instituut, faculteit, hogeschool), vindt er dan op een ‘hoger’ niveau een meta-evaluatie plaats van de door de opleiding(en) uitgevoerde Management Review(s)? • Is er een klachtenregeling t.b.v. personeel, studenten en externe -uit de activiteiten van de organisatieeenheid voortkomende- contacten, waarin de procedure van indiening en afhandeling van klachten is vastgelegd? Is de uitvoering van de klachtenregeling onderwerp van de jaarlijkse Management Review? Bevindingen Het kwaliteitssysteem van het instituut ROM is opgezet rondom de Plan-Do-Check-Act cyclus. Als onderdeel van dit systeem wordt de opleiding ROP geëvalueerd op basis van een evaluatieplan. Bij het kwaliteitssysteem zijn studenten, personeel, alumni en vertegenwoordigers uit het werkveld betrokken bij zowel de evaluatie als de implementatie. De uitkomsten van de evaluaties worden vervolgens op instituutsniveau besproken. De beoordeling van de uitkomsten van de evaluaties vindt plaats aan de hand van kengetallen en streefcijfers die centraal op Saxion niveau zijn afgesproken. Maatregelen worden op instituutsniveau of op opleidingsniveau genomen. Studenten, personeel en werkveld worden vervolgens ingelicht over de genomen verbetermaatregelen in de diverse overlegorganen. Naast de evaluaties heeft de opleiding een centraal meldpunt voor klachten ingesteld. Tevens kunnen studenten elk kwartiel bij de evaluaties klachten indienen. Door de kleine organisatie kunnen de meeste klachten snel worden opgelost. In teamoverleg worden de klachten besproken, en indien nodig wordt actie ondernomen. Klachten worden wel centraal bijgehouden, maar ze worden nog niet integraal geëvalueerd ten behoeve van het kwaliteitssysteem. Op dit moment evalueert de opleiding de klachtenregeling nog niet. De opleiding maakt nog geen gebruik van jaarlijkse managementreviews, wel wordt in het kader van de kwaliteitszorg op systematische wijze informatie verzameld over de kwaliteit van de opleiding. Tevens maakt de opleiding zelfevaluatierapporten waarin de meeste onderwerpen terugkomen die in een managementreview te verwachten zijn. In de managementreview zal scherper aandacht moeten worden besteed aan het verbeterbeleid en concrete verbeteracties.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 28
Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Naar het oordeel van het auditteam bevat het kwaliteitssysteem een groot aantal aspecten die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering. Er worden adequate evaluaties uitgevoerd en verbetermaatregelen genomen. Er wordt gebruik gemaakt van een uitgebreid evaluatieplan dat over het algemeen goed werkt en waarvan de resultaten in de kwaliteitscyclus terugkomen. Het auditteam heeft uitkomsten van de evaluatie-onderzoeken geverifieerd tijdens de audit en heeft tevens het hele kwaliteitscyclus nagelopen aan de hand van notulen van vergaderingen en aangepaste procedures. Op dit moment werkt Saxion met zelfevaluatierapporten waarin voor een groot deel de onderwerpen staan die in een management review te verwachten zijn. De beschrijving van de verbetercyclus en de concreetheid van de verbeteracties zijn echter nog niet voldoende. Met Saxion is echter afgesproken om dit jaar nog met de reeds gemaakte zelfevaluatierapporten te werken en volgend jaar over te stappen op management reviews, waarbij scherper aandacht zal worden besteed aan het verbeter beleid en concrete verbeteracties. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De opleiding wordt jaarlijks aan de hand van toetsbare streefdoelen geëvalueerd. Bij deze evaluatie zijn studenten, docenten en het beroepenveld betrokken.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 29
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Beoordelingscriteria Het facet ‘Maatregelen tot verbetering’ van het onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Is er een procedure opgesteld die: de maatregelen tot verbetering implementeert; de middelen beschikbaar stelt om die procedure uit te voeren? • Is er een voorziening getroffen die op systematische wijze de implementatie van de maatregelen tot verbetering volgt? Bevindingen Het instituut ROM voert aan de hand van een evaluatieplan periodiek evaluaties uit. De uitkomsten van de evaluaties worden in diverse organen besproken en de verbeterpunten worden centraal afgesproken. Afhankelijk van het verbeterpunt, worden verantwoordelijken voor de implementatie aangewezen. In centraal georganiseerde overleggen worden de verbetermaatregelen gemonitord op voortgang. Studenten, docenten en werkveldvertegewoordigers worden over de verbetermaatregelen geïnformeerd en tevens betrokken bij de implementatie. De opleiding heeft een aantal verbetercycli doorlopen. Echter door de relatief jonge geschiedenis van het kwaliteitszorgsysteem is het cyclische karakter nog niet in alle gevallen even zichtbaar. Daarnaast moet aandacht worden besteed aan het formuleren van concrete doelstellingen, doelrealisatie, oorzaken van tekortkomingen en verbetermaatregelen. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en door middel van gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Naar het oordeel van het auditteam bevat het kwaliteitssysteem een groot aantal aspecten die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering. Er worden adequate evaluaties uitgevoerd en verbetermaatregelen genomen. Het auditteam heeft de hele kwaliteitscyclus nagelopen aan de hand van notulen van vergaderingen en aangepaste procedures. Het auditteam heeft aan de hand daarvan kunnen constateren dat evaluaties hebben geleid tot verbetervoorstellen en implementatie van verbetermaatregelen. Wel geldt dat de concreetheid van verbetermaatregelen zoals uit de zelfevaluatie naar voren komt naar het oordeel van het auditteam in sommige gevallen nog onvoldoende is. Het cyclische karakter is nog niet overal even zichtbaar door de recente geschiedenis van het kwaliteitszogsysteem, maar de aantoonbaarheid van wel doorlopen verbetercycli geven het auditteam het vertrouwen dat ook op andere punten de cyclus volledig doorlopen zal worden. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De uitkomsten van periodieke evaluaties vormen de basis voor verbetermaatregelen die aantoonbaar bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het auditteam vindt het noodzakelijk dat de opleiding meer aandacht besteedt aan het concreet maken van de verbetermaatregelen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 30
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Beoordelingscriteria Het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ van het onderwerp ‘Interne Kwaliteitszorg’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Vind(t)(en) er door de genoemde betrokkene(n) (een) periodieke evaluatie(s) plaats van het onderwijsprogramma en van de uitvoering daarvan? • Worden de resultaten van de genoemde periodieke evaluatie(s) middels een verbeterplan geïmplementeerd en gevolgd? Bevindingen De opleiding betrekt studenten, medewerkers, alumni en het beroepenveld bij de kwaliteitszorg van de opleiding via overlegorganen en evaluaties. Studenten en docenten doen dit bij module en kwartiel evaluaties. Alumni worden betrokken via alumni-onderzoeken waarin gevraagd wordt naar de kwaliteit van de opleiding. Het werkveld wordt via stage- en afstudeerevaluaties betrokken bij de periodieke evaluatie van het onderwijsprogramma. Docenten en studenten zijn betrokken via de opleidingscommissie en bespreken in september de plannen van het management (Prinsjesdag) en in het voorjaar worden de uitkomsten van die plannen geëvalueerd (Gehaktdag). Het beroepenveld wordt via de werkveldadviescommissie betrokken bij de ontwikkeling van de opleiding. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft met de opleidingscommissie, waarin studenten en medewerkers vertegenwoordigd zijn, gesproken. Tevens zijn notulen van de vergaderingen van de werkveldadviescommissie ingezien. Aan de hand van die gesprekken en documenten heeft het auditteam kunnen constateren dat medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld actief betrokken worden bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. Studenten, medewerkers, alumni en het beroepenveld zijn op actieve en georganiseerde wijze bij de interne kwaliteitszorg betrokken.
Algemeen oordeel Interne Kwaliteitszorg Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Interne Kwaliteitszorg. De opleiding wordt jaarlijks aan de hand van toetsbare streefdoelen geëvalueerd. De uitkomsten van deze periodieke evaluaties vormen de basis voor verbetermaatregelen die aantoonbaar bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Wel vindt het auditteam het noodzakelijk dat de opleiding meer aandacht besteedt aan het concreet maken van de verbetermaatregelen. De studenten, medewerkers, alumni en het beroepenveld zijn op actieve en georganiseerde wijze bij de interne kwaliteitszorg betrokken.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 31
Onderwerp 6: Resultaten Het zesde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Beoordelingscriteria Het facet ‘Gerealiseerd niveau’ van het onderwerp ‘Resultaten’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Toetst de opleiding aan de hand van informatie, verkregen van alumni en het relevante beroepenveld, jaarlijks en op systematische wijze of de gerealiseerde eindkwalificaties overeenkomen met de door het relevante beroepenveld gewenste kwalificaties? • Is er een alumnivolgsysteem? Bevindingen De opleiding zorgt voor systematische terugkoppeling over de gerealiseerde kwaliteit van de opleiding om na te gaan of de gerealiseerde eindkwalificaties in overeenstemming zijn met de nagestreefde eindkwalificaties. Het werkveld en de alumni leveren hiervoor de belangrijkste input. Uit het werkveld wordt de terugkoppeling verkregen door middel van de werkveldadviescommissie, maar ook door middel van gesprekken met stage en afstudeerbegeleiders. In al deze onderzoeken en gesprekken komen de gerealiseerde eindkwalificaties aan de orde en de uitkomsten van die gesprekken worden geëvalueerd. Uit die gesprekken komt naar voren dat de eindkwalificaties voldoen aan de wensen van de arbeidsmarkt. Uit deze gesprekken komen uiteraard ook verbetermaatregelen, deze worden in het kader van de interne kwaliteitszorg meegenomen. Daarnaast vormt de terugkoppeling van de alumni een belangrijke bijdrage. Het instituut onderhoudt contacten met alumni via een alumnivolgsysteem op Saxionniveau. Via evaluatie onderzoeken wordt gevraagd of de gerealiseerde eindkwalificaties in overeenstemming zijn met de nagestreefde eindkwalificaties. Alumni oordelen positief over de gerealiseerde eindkwalificaties en de aansluiting op de arbeidsmarkt. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft aan de hand van de uitkomsten van de evaluatieonderzoeken en notulen van onder andere werkveldadviescommissies kunnen constateren dat de gehaalde eindkwalificaties voldoen aan de gestelde eisen en adequaat zijn voor goede uitvoering van de professie. Daarnaast is gekeken naar de afstudeeronderwerpen. Deze zijn relevant en van voldoende niveau naar het oordeel van het auditteam. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. De gerealiseerde eindkwalificaties komen overeen met de beoogde eindkwalificaties.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 32
Facet 6.2. Onderwijsrendement Beoordelingscriteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ van het onderwerp ‘Resultaten’ wordt beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criteria: • Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? • Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Ter verduidelijking van het criterium is bij de beoordeling ook gekeken naar de volgende punten: • Toetst de opleiding aan de hand van informatie, verkregen van alumni en het relevante beroepenveld, jaarlijks en op systematische wijze of de gerealiseerde eindkwalificaties overeenkomen met de door het relevante beroepenveld gewenste kwalificaties? • Is er een alumnivolgsysteem? Bevindingen Saxion-breed zijn streefcijfers afgesproken voor het onderwijsrendement. Het instituut is op dit moment bezig om ook op het niveau van het instituut streefcijfers te ontwikkelen. De realisatie van de rendement streefcijfers is nog niet op alle onderdelen op het gewenste niveau. Wel heeft de opleiding zeer concrete verbetermaatregelen genomen om hier verandering in aan te brengen. Verbetermaatregelen zoals een nieuw studiebegeleidingssysteem zodat het mogelijk is om studenten beter te volgen. Er is een project gestart om studenten die achterblijven intensiever te begeleiden waarbij meteen harde afspraken worden gemaakt over de te halen doelstelling. Met deze maatregelen hoopt de opleiding het onderwijsrendement omhoog te halen. De streefcijfers zijn centraal afgesproken en de discussie over deze cijfers is in volle gang. De uitkomsten van de audits zullen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Oordeel Het auditteam heeft bovenstaande bevindingen vastgesteld aan de hand van documentbeoordelingen en gesprekken met verantwoordelijken van de opleiding. Het auditteam heeft de rendementscijfers van de opleiding ingezien en besproken met het management van de opleiding. De streefcijfers zijn nog niet in alle gevallen op het gewenste niveau. De genomen maatregelen zijn naar het oordeel van het auditteam echter adequaat om het onderwijsrendement in positieve zin te beïnvloeden. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor zowel de voltijd- als de deeltijdvariant. Er zijn rendementscijfers gedefinieerd en worden door de opleiding gebruikt. Daar waar de opleiding de streefcijfers niet haalt, zijn concrete verbetermaatregelen genomen.
Algemeen oordeel Resultaten Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Resultaten. De gerealiseerde eindkwalificaties komen volgens het beroepenveld en de alumni overeen met de beoogde eindkwalificaties. De opleiding heeft rendementscijfers gedefinieerd en deze worden ook door de opleiding gebruikt. Daar waar de opleiding de streefcijfers niet haalt, zijn concrete verbetermaatregelen genomen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 33
Onderwerp 7: Bijzonder Kenmerk, Duurzame Ontwikkeling Het zevende onderwerp bestaat uit vier facetten: 1. differentiatie en profilering; 2. kwaliteit; 3. concretisering; 4. onderscheidend karakter. Algemeen oordeel: voldoende. De opleiding is in het bezit van het Keurmerk Duurzaam HBO. In overeenstemming met de afspraken die hierover zijn gemaakt tussen de NVAO en de Stichting Duurzaam Hoger Onderwijs2 voldoet de opleiding hiermee aan de eis om voor de kwalificatie van duurzame ontwikkeling als bijzonder kenmerk in aanmerking te komen. In overeenstemming met de afspraken is een kopie van het certificaat mee gestuurd.
Facet 7.1. Differentiatie en profilering De HBO-raad en de ministeries van VROM, OC&W en LNV hebben een convenant afgesproken met de volgende doelstellingen: Studenten opleiden die de competentie bezitten om ongeacht hun discipline of werkterrein vraagstukken op het gebied van duurzame ontwikkeling te hanteren en daarvoor oplossingen aan te dragen; Een effectieve bijdrage leveren aan de integratie van het perspectief van duurzame ontwikkeling door hogescholen in hun opleiding, onderzoek en in hun huisvesting en bedrijfsvoering; Een structuur en een instrumentarium ontwikkelen en in stand houden om dit proces te ondersteunen. Saxion Hogeschool IJselland heeft dit convenant mede-ondertekend namens het instituut ROM. Het instituut ROM is op dit moment het enige instituut dat het keurmerk heeft gekregen. Oordeel: Dit facet is voldoende.
Facet 7.2. Kwaliteit De toekenning van het keurmerk door de stichting DHO (Duurzaam Hoger Onderwijs) geeft aan dat men ervan overtuigd is dat het instituut ROM een substantiële bijdrage levert aan het perspectief van duurzame ontwikkeling. De inhoudelijke profilering op duurzaamheid leidt er toe dat binnen het instituut ROM veel kennis en expertise samenkomt op het gebied van duurzame ontwikkeling. Via het lectoraat en transfer activiteiten wordt deze kennis ingezet voor het werkveld. Dit gebeurt op dit moment al door de inbreng van docenten en studenten bij landelijke projecten op het gebied van duurzaamheid. Het auditteam heeft geverifieerd dat de opleiding in het bezit is van het keurmerk. Oordeel: Dit facet is voldoende. De opleiding heeft voldaan aan externe kwaliteitsmaatstaven en zorgt voor continue ontwikkeling van het onderwerp duurzaamheid in Ruimtelijke Ordening via het lectoraat.
Facet 7.3. Concretisering Het auditteam heeft kunnen constateren dat het onderwerp duurzaamheid op verschillende manieren terugkomt in de opleiding. Ten eerste in de instroom wordt ermee geworven. Ten tweede komt het onderwerp op verschillende plaatsen terug in het curriculum. Ten derde gebruiken studenten het onderwerp regelmatig bij afstudeeropdrachten. Tot slot is er een lectoraat ingesteld op het onderwerp duurzaamheid. Oordeel: Dit facet is voldoende.
2 Zie het document “De Kwaliteit van Duurzame Ontwikkeling in het Hoger Onderwijs; Informatiebrochure voor WO en HBO”, zoals bijgevoegd bij de Nieuwsbrief DHO 2/2004.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 34
De opleiding weet het onderwerp naar het inzicht van het auditteam goed concreet te maken in de opleiding.
Facet 7.4. Onderscheidend karakter Het begrip duurzaamheid is een actueel thema in het werkveld en ROP heeft dit thema door de hele opleiding heen geïntroduceerd. De opleiding ROP is de enige opleiding planologie die het keurmerk Duurzaam HBO heeft toegekend gekregen. Oordeel: Dit facet is voldoende.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 35
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
De in hoofdstuk 2 beschreven bevindingen en beoordeling geven we hieronder per opleidingsvorm schematisch weer voor de facetten en voor de onderwerpen. Voor een beschrijving van de onderliggende argumentatie verwijzen wij terug naar het vorige hoofdstuk: HBO BACHELOR OPLEIDING Ruimtelijke Ordening en Planologie - Voltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
V G V
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
V V V V G V V O
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
G V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement 7. Bijzonder Kenmerk 7.1. Differentiatie en profilering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering 7.4. Onderscheidend karakter Samenvattend oordeel
V
V
V
V V V V V V V V V V V V V V V V
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 36
HBO BACHELOR OPLEIDING Ruimtelijke Ordening en Planologie - Deeltijd
Onderwerp / Facet 1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Oordeel V V G V V V V V V G V V O V G V V V V V V V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
7. Bijzonder Kenmerk 7.1. Differentiatie en profilering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering 7.4. Onderscheidend karakter
V V V V
Samenvattend oordeel
V
V
V
Hobéon Certificering is op basis van zijn onderzoek van oordeel dat de door het Instituut Ruimtelijke Ordening en Milieu verzorgde HBO Bachelor opleidingen Ruimtelijke Ordening en Planologie – Voltijd en Ruimtelijke Ordening en Planologie – Deeltijd in aanmerking komen voor accreditatie door de NVAO met het bijzonder kenmerk duurzaamheid.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 37
BIJLAGE I: CURRICULA VITAE AUDITOREN EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARING EXTERNE AUDITOR CURRICULA VITAE W.L.M. (Wienke) Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Ir. A.T. ( Fred) de Bruijn is in 1982 afgestudeerd aan de Landbouw Universiteit Wageningen. Hij is nadien in uiteenlopende functies betrokken geweest bij de vernieuwing van beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Doorgaans betrof dit het beta-georiënteerde onderwijs. Sinds 1994 is hij werkzaam bij Hobéon. Zowel bij afzonderlijke onderwijsinstellingen, regionaal en op landelijk niveau coördineert of ondersteunt hij vernieuwingstrajecten. Vertrekpunt daarbij is vrijwel altijd een betere aansluiting van het onderwijs op de wensen van nieuwe generatie leerlingen/studenten en van het bedrijfsleven. J.V. (Vincent) Stittelaar is vierdejaars duaal student Bestuurskunde/Overheidsmanagement aan de Haagse Hogeschool. Ir. V.J.M. (San) Verschuuren Teamleider Structuur, Stad en Regio, Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam. Opgeleid als stedebouwkundige aan de TU Delft (1975). Vanaf 1976 werkzaam bij de provincie Zuid-Holland, eerst op het terrein van de methodologie van streekplannen, later als projectcoördinator van complexe regionaalruimtelijke projecten. Van 1998 tot 2002 coördinator van de stedebouwopleiding aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Sinds 2002 werkzaam in Amsterdam en verantwoordelijk teamleider (samen met 18 medewerkers) voor o.a. het Amsterdamse structuurplan. Drs. R.M. (Robbert) Visscher mba studeerde Technische Cognitie Wetenschap en werkte voorheen als onderzoeker en projectleider bij KPN research. Als lid van de Ondernemingsraad van deze organisatie was hij onder andere betrokken bij enkele reorganisaties. Bij People-force, een consultancybureau op het gebied van informatie- en communicatie technologie, was hij consultant en hield hij zich bezig met technische- en marketingvraagstukken. Bij Hobéon houdt hij zich bezig met marktonderzoek en projectmanagement op het raakvlak van onderwijs en arbeid.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 38
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 39
BIJLAGE II: PROGRAMMA VISITATIE 17 MEI 2004 Saxion Hogeschool IJselland, Deventer Lead Auditor: Wienke Blomen Inhoudelijk Specialist: San Verschuuren Onderwijskundig Auditor: Fred de Bruijn Student: Vincent Stittelaar Secretaris: Robbert Visscher Lokaal
Tijd
B 3.08
9.00 – 9.30
Vooroverleg auditteam
B 3.08
9.30 – 9.45
Management algemeen
9.45 – 10.45 A 2.22
A 2.24
Gesprekspartners Saxion
10.45 - 11.45
Onderwerpen
Auditteam
Kennismaking
Instituutsdirecteur,
-Lead auditor
- strategisch beleid,
Productcoördinator, P&O
-Specialist
•
Herman Janssen
•
Frank Hart
•
Herman Janssen
•
Frank Hart
•
Hans van der Veen
marktpositie / continuïteit,
-Secretaris
-Onderwijskundig auditor
2.5
coördinator instroom
-Student
4
-Specialist
1
•
Tonneke Wilmink
•
Marian Kienhuis
-
kwaliteitsborging
-
personeelszaken
1,3, 5, 6
Coördinator studiebegeleiding en
Product coordinator A 2.24
Auditoren Hobéon
•
Frank Hart
-Onderwijskundig auditor
2
•
Marco Lub
-Student
3 (accent op “eisen hbo”)
•
Johan Timmerman
4 6
A 2.22
Coördinator PR en voorlichting
- Lead auditor
Instroom coordinator
- Secretaris
•
Astrid Brands
•
Marian Kienhuis -Lead auditor
5
-Secretaris
6
Coördinator werkplaats/werkveld,
-Onderwijskundige auditor
1
lector en transfer coördinator
-Specialist
2
-Student
3.1
Kwaliteitszorg A 2.22
A 2.24
11.45 - 12.45
2
•
Ricardo Cronie
•
Frank Hart
•
Joris Vermaesen
•
Theo de Bruijn
•
Raymond ter Woord
4.1
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 40
12.45–13.45
13.45 - 14.45 A 2.22
A 2.24
Lunch en intern overleg auditteam ( Restaurant ) Voorzitter examencommissie met
-Onderwijskundig auditor
2
evt enkele leden
- Student
4
•
Tonneke Wilmink
•
Andre Bus
•
Frank Hart
Coördinatoren
-Specialist
2
Stage & Afstuderen
-Secretaris
3
•
Joris Vermaesen
•
Rik Zeeuwen
Coördinator DT 14.45 - 15.45 A 2.24
•
Harry Gerritsen
•
Pascal Heynen
Opleidingscommissie
B 3.08
5
4 -Lead auditor
1
-Secretaris
2 4
-Specialist
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.8
•
Andre Bus
-Onderwijskundig auditor
3.1. 3.2. 3.3
•
Joris Vermaesen
-Student
4
•
Robert Wienk (p1)
•
Erik Bosgoed (p2)
•
Wessel Gerrits (p3)
•
Jan Steven Kram (p4)
Nader in te vullen 15.45 - 16.15 B 3.08
5.3
-Lead auditor
Pending issues
-Specialist
N.a.v. documentatie en
-Secretaris
gesprekken panels
-Onderwijskundig auditor -Student
B 3.08
16.15 - 17.00
Koffie en oordeelsvorming auditteam
B 3.08
17.00 - 17.30
Mondelinge terugkoppeling naar management
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 41
Naam
Functie
Herman Janssen
Directeur instituut ROM
Frank Hart
Productcoördinator ROP Secretaris examencommissie
Hans van der Veen
Medewerker P&O
Tonneke Wilmink
Coördinator studiebegeleiding
Marian Kienhuis
Instroomcoördinator
Astrid Brands
PR en voorlichting
Marco Lub
Coördinator ontwerponderwijs
Johan Timmerman
Coördinator bestuurlijk-juridisch onderwijs
Joris Vermaesen
Coördinator onderzoek-onderwijs Afstudeercoördinator Werkplaatscoördinator Lid personeelsgeleding instituutsraad
Ricardo Cronie
Coördinator kwaliteitszorg
Theo de Bruijn
Lector duurzame ontwikkeling
Raymond ter Woord
Productcoördinator Transfer
Rik Zeeuwen
Stagecoördinator
Harry Gerritsen
Coördinator deeltijd ROM
Pascal Heynen
Docent ruimtelijke ordening
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 42
BIJLAGE III: KOPIE CERTIFICAAT DUURZAAM HOGER ONDERWIJS (DHO)
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie Saxion Hogeschool IJselland - Voltijd en Deeltijd Ruimtelijke Ordening en Planologie 17 mei 2004 versie 2.0 43