Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd en deeltijd Haagse Hogeschool
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy voltijd en deeltijd CROHO nr. 34406 Haagse Hogeschool
Hobéon® Certificering BV 13 december 2007 Auditteam: W.L.M. Blomen Drs. J.G.D. Heij AA Dr. D.H. van Offeren P. de Wolff RA J. Schueler Secretaris: R.G. Peters
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.6.1. 1.6.2. 1.6.3. 1.6.4. 1.6.5.
INLEIDING 1 Functie van het rapport Bereik van de beoordeling Organisatie van de Haagse Hogeschool en van de opleiding Het visitatierapport Internationalisering Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie 10 oktober 2007
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Facet 1.2. Niveau Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Facet 2.3. Samenhang Programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Onderwerp 3: Inzet van Personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
8 8 8 10 12 14 14 17 18 19 21 23 24 25 27 27 28 29 31 31 33 35 35 36 37 39 39 41
3. 3.1. 3.2. 3.3.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema hbo bachelor opleiding Accountancy voltijd Oordeelschema hbo bachelor opleiding Accountancy deeltijd Integraal oordeel/ advies aan NVAO
43 43 44 45
Bijlage I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Bijlage II: Programma visitatie 10 oktober 2007
1 1 1 2 3 3 3 5 6 7 7
1.
INLEIDING
1.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo bachelor voltijd- en deeltijdopleiding Accountancy van de Haagse Hogeschool.
1.2.
Bereik van de beoordeling
De Haagse Hogeschool, in casu de Academie voor Accounting & Financial Management (hierna: AFM), verzorgt de hbo bachelor opleidingen Accountancy (hierna: AC) en Bedrijfseconomie (hierna: BE), beide in de voltijd en deeltijd variant en daarnaast de driejarige leerroute Economie Compact. Het onderhavige rapport heeft betrekking op Accountancy, voltijd crohonummer 34406 Accountancy, deeltijd crohonummer 34406 Hobéon Certificering heeft zijn oordeel over de voltijd en deeltijd variant van de opleiding AC in één rapport samengevat omdat beide varianten zijn gericht op dezelfde eindkwalificaties en binnen één gemeenschappelijk beleids- en uitvoeringskader worden aangeboden. Daar waar nodig wordt in het rapport het onderscheid tussen de twee varianten zichtbaar gemaakt. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering is de gezamenlijke Management Review van de opleidingen AC en BE van 28 juni 2007. De audit voor beide opleidingen AC en BE is gehouden op 10 en 11 oktober 2007. In dit rapport worden, zoals gezegd, de opleiding AC voltijd en deeltijd beschreven. De opleiding BE voltijd en deeltijd en de leerroute Economie Compact, onderdeel van de deeltijd opleiding BE, wordt in een apart rapport behandeld. Omdat de academie en de opleidingen een aantal gemeenschappelijke elementen kennen, waaronder een gemeenschappelijke propedeuse, zijn veel bevindingen en de oordelen van het auditteam over zaken die op academieniveau zijn georganiseerd in deze twee rapporten (vrijwel) identiek.
1.3.
Organisatie van de Haagse Hogeschool en van de opleiding
1.3.1 De Haagse Hogeschool De Haagse Hogeschool (hierna: HH) is met circa 16.500 studenten een van de grote hbo onderwijsinstellingen in de Randstad. De hogeschool kent 14 academies en is gevestigd in Den Haag, Rijswijk (TH Rijswijk/Academie voor Engineering) en Zoetermeer. De HH heeft een ontwikkelingsprogramma (HOP 2005-’09) dat is opgebouwd rond drie hoofdthema’s. Deze zijn: De kerntaak van de hogeschool is het opleidingen van professionals die het vermogen hebben om in de toekomst over de grenzen van hun opleiding en beroep heen te kijken, die creatief en ondernemend zijn en een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van kennis; Maximale participatie in het hoger onderwijs: niet alleen de instroom maar ook het studiesucces vormt een punt van aandacht; De hogeschool is een kennisinstelling, die inspanningen levert op het gebied van kenniscirculatie en – ontwikkeling. Als uitwerking van dit ontwikkelingsprogramma heeft de HH het onderwijsbeleid uitgewerkt in ‘de Haagse Bachelor’, het personeelbeleid in ‘de Haagse medewerker’ en het organisatiebeleid in ‘de Haagse architectuur’.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 1
1.3.2 De opleidingen Accountancy en Bedrijfseconomie Bij een herstructurering van de organisatie van de HH is in september 2002 de Academie Accounting en Finance ontstaan; thans Academie voor Accounting & Financial Management. Vanaf dat moment berust de eindverantwoordelijkheid van de academie bij de academiedirecteur. De operationele aansturing ligt bij teamleiders Accountancy, Bedrijfseconomie en deeltijdopleidingen. Deze teamleiders worden ondersteund door opleidingscoördinatieteams.
1.4.
Het visitatierapport
1.4.1. Uitkomst visitatie Op 12 juni 2001 is het visitatierapport ‘Onderweg naar een competentiegerichte opleiding’ uitgebracht, waarin de visitatiecommissie zijn oordeel geeft over de hbo accountancy opleidingen in Nederland. De uitkomst van deze visitatie was voor de opleiding AC van de Haagse Hogeschool negatief. Het oordeel houdt in dat er geen sprake is van competentiegericht onderwijs. De reactie van de opleiding -en van veel hbo accountancyopleidingen- is geweest dat de visitatiecommissie destijds onvoldoende heeft meegewogen dat accountancyopleidingen onder dubbel toezicht staan: ook de examenbureaus Register Accountant (RA) en Accountant Administratieconsulent (AA), die functioneren vanuit een wettelijk kader, stellen hun eisen aan het examenprogramma van de opleiding AC. Deze eisen maakten het onmogelijk om te voldoen aan de eisen omtrent competentiegericht onderwijs. 1.4.2. Reactie opleiding Voor de Evaluatie Bestuurlijke Hantering, die volgt op het negatief oordeel van een visitatiecommissie, heeft de opleiding een ‘Stand van Zaken notitie’ opgesteld en in het voorjaar van 2006 bij de NVAO ingediend. De NVAO heeft daarop in november van dat jaar laten weten dat zij het ingezette proces van onderwijsontwikkeling positief beoordeelde. Ten aanzien van drie aandachtspunten: internationalisering, selectie en verwijzing en kwantitatieve doorstroom, vindt de NVAO de verbetermaatregelen nog niet overtuigend. De opleiding AC heeft de afgelopen jaren een behoorlijke ontwikkeling doorgemaakt. De rol en invloed van het beroepenveld is sterk toegenomen en waar mogelijk zijn vakken samengebracht in thema’s en projecten. De opleiding kent echter nog steeds het fenomeen van ‘dubbel toezicht’, waardoor de ruimte om autonoom vorm te geven aan het onderwijs beperkt is en blijft. Doordat nog relatief veel landelijk verplichte onderdelen in het programma voorkomen is het moeilijk om aan het hogeschoolbrede beleid van het vormen van minoren uitvoering te geven. 1.4.3. Toekomst Het is het beleid van de academie om voltijd- en deeltijd opleidingen dichter bij elkaar te brengen. Op dit moment wordt onderzocht of het mogelijk is de opleiding AC duaal opnieuw te starten met een aangepast programma en in nauwe samenwerking met het beroepenveld. Daarbij wordt de positie van de deeltijdopleiding AC betrokken. Het auditteam heeft kennisgenomen van de ‘Stand van Zaken notitie’ uit 2006 en van de reactie van de NVAO. Het auditteam heeft verder de ontwikkelingen tot op heden beoordeeld en expliciete aandacht gegeven aan de drie door de NVAO gemarkeerde onderwerpen. Deze onderwerpen komen terug in dit adviesrapport.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 2
1.5.
Internationalisering
Een van de speerpunten van de HH is om studenten op te leiden in een internationale context. Met dit in het achterhoofd geeft de opleiding aandacht aan de internationale component van het curriculum. De AFM heeft al sedert jaren contacten met Polen en Duitsland. Onlangs zijn daar contacten met Zweden bijgekomen. Deze contacten leiden ertoe dat studenten worden uitgewisseld en dat studiereizen worden ondernomen naar die landen. In het curriculum wordt aandacht gegeven aan internationale wet- en regelgeving en aan de Engelse taal. Er is een plan om de uitwisseling naar Duitsland en Polen, via studiereizen te versterken. Op de vraag van het auditteam hoe deze landen worden geselecteerd, antwoordt het management van de opleiding dat vooral de persoonlijke netwerken van docenten daarin bepalend zijn. Het auditteam verwondert zich erover dat er geen contacten zijn met het Verenigd Koninkrijk, terwijl dat land op het gebied van accountancy als gidsland wordt gezien. Het management van de opleiding erkent dit, maar merkt op dat veel studenten in hun stage- en afstudeerperiode terecht komen in kantoren van internationale bedrijven en daar in de Engelse taal rapporteren. Dit blijkt hen doorgaans goed af te gaan. Het auditteam oordeelt dat de internationalisering van de opleiding AC in ontwikkeling is. Het auditteam plaatst hierbij wel de opmerking dat ‘internationalisering’ geen doel op zichzelf moet zijn, dat persé moet worden ‘gehaald’, maar altijd moet passen bij een opleiding. Daarom doet opleiding er goed aan zijn doelen rond internationalisering te herformuleren in het verlengde van het doel van de opleiding: ‘..accountants opleiden voor de Nederlandse markt, binnen de structuur van Nederlandse wet- en regelgeving, waarbij zij werkzaam kúnnen zijn in een internationale context’. Het auditteam adviseert de academie en de opleiding, om in het licht van deze doelstelling, in de toekomst aan de internationale context verder aandacht te blijven besteden
1.6.
Aanpak
1.6.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de voltijd- en deeltijdopleiding Accountancy is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs’. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voorafgaand aan het accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de opleiding voorbereid op de audit door een inhoudelijke toelichting te geven op het NVAO-Accreditatiekader. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de voltijd en deeltijd opleiding geldt, dat de voltijd- en deeltijdopleiding zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste hebben gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals deze zijn vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. Tevens zijn daarbij betrokken de eisen die de CEA stelt aan een accountancy opleiding op hbo bachelor niveau. (Zie verder onder facet 1.1.: ‘Domeinspecifieke Eisen’). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een accountancyopleiding op hbo-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 3
De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding AC aangeleverde schriftelijke informatie: De gezamenlijke Management Review – MR; De studiegids; Het Onderwijs- en Examen Reglement – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, internationalisering, instroombeleid, studiebegeleiding, onderwijsrendement. Op basis van de door de opleiding AC van de HH aangeleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de voltijd- en deeltijdopleiding AC. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie (zie hieronder) werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten drie externe onafhankelijke deskundigen op het gebied van Accountancy en Bedrijfseconomie, één student accountancy, één lead auditor en één secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op de niveaus van management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf heeft getoetst of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming.
1
De visitatie heeft op 10 oktober 2007 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 4
De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld gremia waarmee de opleidingen overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht van cv’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van de opleidingsprogramma’s en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop dat oordeel is gebaseerd.
1.6.2.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
C.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 5
Extra aantekening E.
Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;2 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
1.6.3.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld: W.L.M. Blomen, voorzitter P. de Wolff RA drs. J.D.G. Heij AA dr. D.H. van Offeren J. Schueler R.G. Peters, secretaris Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding AC noodzakelijke expertise aanwezig was met betrekking tot de onderwijskundige aspecten, in casu het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten, in casu het programma in relatie tot het specifieke domein. De heer W. Blomen heeft als directeur van Hobéon Certificering en lead auditor inmiddels een groot aantal audits van hbo bachelor opleidingen geleid. De werkvelddeskundigen de heren J. Heij, P. de Wolff en D. van Offeren hebben zich in hun beoordeling gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) het richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programma-inhoud en (iv) de interactie tussen opleiding en werkveld. Daarnaast hebben zij de kwaliteit van het personeel en het gerealiseerde niveau beoordeeld en zich gericht op de kwaliteit van het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt. De heer Heij is vrijgevestigd openbaar accountant en voorzitter van de Raad voor de praktijkopleiding AA en de heren De Wolff en Van Offeren zijn universitair hoofddocent bij respectievelijk de Universiteit van Amsterdam en Universiteit Leiden. Zij zijn alle drie als auditor voorgedragen door de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA). Zij hebben op grond van hun ervaring en positie in het werkveld en de universitaire wereld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan accountants op hbo-niveau. De heer J. Schueler heeft als vierdejaars student Accountancy bij de Hogeschool Utrecht in deze audit opgetreden als student-auditor en het onderwijs vanuit die invalshoek beoordeeld. De heer R. Peters is voor deze audit opgetreden als secretaris van het auditteam Voor de curricula vitae: zie Bijlage I.
2
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 EC’s) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 6
1.6.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleidingen: management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie Bijlage II.
1.6.5.
Programma visitatie 10 oktober 2007
Voor het programma van de visitatie op 10 oktober 2007: zie Bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 7
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen Opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie HBO.
Facet 1.1. Domeinspecifieke Eisen Criterium Het facet ‘Domeinspecifieke Eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen De opleidingen AC en BE van de Haagse Hogeschool kennen in de competentieprofielen veel verwantschap. Dit is voor de AFM reden om voor deze opleidingen gemeenschappelijke programmadelen te ontwikkelen, zoals een gemeenschappelijke propedeuse en gemeenschappelijke minors. De beroepsprofielen Accountancy en Bedrijfseconomie dateren van 1999. De overgang in 2002 naar de bachelor-master structuur en de vorming van domeinen heeft geleid tot het op landelijk niveau formuleren van domeincompetenties voor het domein ‘Economics’. Deze domeincompetenties hebben de beroeps- en opleidingsprofielen uit 1999 niet vervangen maar geven richting aan het actualiseren van de opleidingprogramma’s. Het landelijk beroeps- en opleidingprofiel voor hbo accountancyopleidingen is ontwikkeld door het Landelijk Overleg Accountancy (het AC-scholenoverleg) samen met de NOvAA en de NIVRA en bekrachtigd door de HBO-raad. De HH neemt deel aan dit overleg. De NOvAA en NIVRA bewaken dat het landelijke profiel voldoet aan de internationale eisen die zijn gesteld door de International Federation of Accountants (IFAC). Het opleidingsprofiel AC bevat 32 competenties, verdeeld over zes gebieden. Door het AC-scholenoverleg is dit profiel uitgewerkt in een model voor competentiegericht onderwijs. Daarin zijn de 32 competenties uitgewerkt naar deelcompetenties, waarbij het beheersingsniveau per deelcompetentie is beschreven. De opleiding AC van de HH heeft, conform landelijke afspraak, vervolgens het eigen onderwijs ontwikkeld, waarbij is aangegeven wanneer de deelcompetenties worden gerealiseerd, welke werkvormen daarbij worden gebruikt en hoe het realiseren van de competenties wordt getoetst. Dit curriculum is vanaf 2001 fasegewijs ingevoerd. Hbo-bacheloropleidingen AC kennen dwingende voorschriften voor wat betreft de inhoud van de opleiding, de te gebruiken literatuur en kennen een landelijke Overall Toets (hierna: OAT) aan het eind van de opleiding. Deze toets is ontwikkeld door de AC scholen en de examenbureaus AA en RA. Op basis van de Wet Toezicht Accountancy houdt de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) toezicht op de eindtermen en de examinering van accountancy opleidingen. De CEA komt binnen enige tijd met een geactualiseerd profiel voor post-hbo en master opleidingen Accountancy. Hiervan zal het AC scholenoverleg vervolgens het competentieprofiel van de bacheloropleiding afleiden. Het auditteam heeft met het management gesproken over de eindkwalificaties en de dwingende voorschriften die de CEA stelt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 8
De toets of het programma in overeenstemming is met de eindtermen van de AC-scholen geschiedt via het toetsen van de competenties. Op het moment dat een student ten tijde van afstuderen bewijst dat hij alle competenties beheerst, voldoet hij aan de eindtermen. Met de OAT wordt getoetst of beginnende accountants het eindniveau beheersen: in feite schrijft die toets voor welke stof zij moeten beheersen. Deze stof is omvangrijk en beperkt de keuzeruimte van studenten, om andere kennisgebieden te bestuderen. Daarbij is de student overigens niet volledig vrij in zijn keuze: de examencommissie van de AFM beoordeelt de relevantie van de te bestuderen onderwerpen en beslist over het toekennen van studiepunten uit de vrije ruimte. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft kennisgenomen van het door de opleiding AC gebruikte competentieprofiel en heeft kunnen vaststellen dat dit het landelijk vastgestelde profiel is, dat is ontwikkeld door het AC scholenoverleg, in samenspraak met de beroepsorganisaties NOvAA en NIVRA. Daarmee en daardoor is sprake van eindkwalificaties die in voldoende mate aansluiten bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 9
Facet 1.2. Niveau Bachelor Criterium Het facet ‘Niveau Bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen De opleiding heeft voor de voltijd en deeltijd opleiding AC een overzicht opgesteld waarin de relatie wordt gelegd tussen de Dublin Descriptoren, de hbo-standaard, de ‘Haagse bachelor’ en de eindkwalificaties c.q. competenties van de opleiding. Naast de Dublin Descriptoren en de algemene hbo-standaarden heeft de HH geformuleerd waaraan een Haagse bachelor moet voldoen (‘De Haagse Bachelor, Onderwijsfilosofie voor de Haagse Hogeschool’, 2004). De dimensies van de Dublin Descriptoren zijn: kennis en inzicht, toepassen Kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. Als voorbeeld uit dit overzicht dat de opleiding heeft opgesteld het volgende: Dublin Descriptor Kennis en inzicht heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied is vereist. HBO Standaard brede professionalisering: kan zelfstandig taken uitvoeren als beginnend beroepsbeoefenaar in een organisatie en is toegerust voor de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening. multidisciplinaire integratie: integreert vanuit het perspectief van beroepsmatig handelen kennis, inhoud en vaardigheden op verschillende vakgebieden. Haagse Bachelor 1. Werkt samen over de grenzen van disciplines en beroepen, de hogeschool richting samenleving, afkomst, taal en cultuur en weet mensen samen te brengen 3. Is zelfbewust en verantwoordelijk voor de ontwikkeling van zichzelf als professional, de ontwikkeling van het beroep en de organisatie en draagt bij aan de samenleving als geheel Eindtermen Competentiegebied I : Uitvoerende taken : controle Competentie 1 : De student kan een controleprogramma opstellen. Competentie 5 : De student kan bijdragen leveren aan de managementletter. Competentie 6 : De student kan een accountantsrapport opstellen naar aanleiding van een controle. Competentie 7 : De student kan dossiers bijhouden. Competentiegebied II : Uitvoerende taken : administratieve dienstverlening Competentie 8 : De student kan een administratie voeren dan wel cliënten of assistenten begeleiden bij het voeren van een administratie. Competentie 9 : De student kan een administratie en jaarrekening (laten) samenstellen. Competentie 12 : De student kan op administratief gebied als aanspreekpunt voor cliënten fungeren. Competentie 13 : De student kan een administratief systeem beoordelen dan wel een (nieuw) systeem opzetten. Competentiegebied III : Uitvoerende taken : fiscaliteit Competentie 14 : De student kan een fiscale winstberekening opstellen (als basis voor het verzorgen of controleren van aangiften voor cliënten). Competentie 16 : De student kan de fiscale belangen van een cliënt behartigen. Competentiegebied IV : Uitvoerende taken : advisering Competentie 17 : De student kan in het kader van een controle, samenstellingopdracht of andere opdracht adviezen verstrekken ter verbetering van de BIV/AO/IC. Competentie 18: De student kan in contacten met cliënten adviesbehoeften onderkennen en signaleren. Competentie 20 : De student kan een advies schrijven en dit advies presenteren. Competentiegebied V : Participant van een arbeidsorganisatie Competentie 23 : De student kan leiding geven aan de uitvoering van werkzaamheden. Competentie 24 : De student kan een bijdrage leveren aan het beleid en het beheer van de eigen organisatie. Competentie 25 : De student kan een bijdrage leveren aan de kwaliteitszorg binnen de eigen organisatie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 10
Op deze wijze heeft de opleiding de verbinding gelegd tussen alle eindkwalificaties van de voltijd- en deeltijdopleiding AC en de vijf Dublin Descriptoren. Het auditteam heeft dit overzicht gezien en vastgesteld dat dit compleet is uitgewerkt. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft kennisgenomen van de koppeling die de opleiding voor het voltijd en deeltijd curriculum heeft gelegd tussen de eindtermen en de Dublin Descriptoren en constateert dat deze volledig is. Het auditteam is van oordeel dat sprake is van voldoende aansluiting van de gebezigde eindtermen bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 11
Facet 1.3. Oriëntatie HBO Criteria Het facet ‘Oriëntatie HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen Bij facet 1.1 is reeds ingegaan op de ontwikkeling van het landelijke beroepsprofiel en de landelijke opleidingscompetenties die daarop aansluiten. De opleiding AC onderhoudt contact met het regionale beroepenveld, teneinde binnen de regio aansluiting te behouden bij de actuele ontwikkelingen in het beroepsdomein. Zij heeft hiervoor een beroepenveldcommissie ingesteld. Deze commissie komt viermaal per jaar bijeen, terwijl daarnaast studiebijeenkomsten met de leden van deze commissie worden georganiseerd. De samenstelling van de commissie is een afspiegeling van het werkveld waar afgestudeerden terecht komen: de commissie bestaat uit accountants die werkzaam zijn bij accountantbureaus en bij de Rijksoverheid. Naast de beroepenveldcommissie onderhoudt de opleiding contacten met het werkveld via (gast)docenten en studiedagen. Het auditteam heeft de samenstelling van de beroepenveldcommissie voor de opleiding AC gezien en oordeelt dat deze uit vijftien personen bestaande commissie representatief is voor het werkveld van de hbo accountant. Het auditteam heeft kennisgenomen van verslagen van besprekingen van deze commissie en ziet dat inhoudelijk wordt gesproken over het onderwijs, de planning daarvan, over nieuwe ontwikkelingen en over de vraag hoe het werkveld betrokken kan worden bij de opleiding. Actuele ontwikkelingen worden in deze commissie aangedragen en, waar mogelijk, vertaald naar onderwijsthema’s. Oordeel: goed Naar oordeel van het auditteam kan worden gesproken van een opleiding waarvan de eindtermen mede zijn ontleend aan door het relevante beroepenveld opgestelde competenties en kan worden gezegd dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij het niveau van een beginnend accountant op hbo-niveau . Het auditteam acht de wijze waarop de beroepenveldcommissie is samengesteld, de onderwerpen waarover en de frequentie waarmee door deze commissie met de opleiding wordt gesproken goed en beoordeelt de ‘Oriëntatie hbo’ als goed.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 12
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp ”Doelstellingen Opleiding” voor de voltijd en deeltijd opleiding Accountancy als voldoende op basis van de navolgende overwegingen: 1. Het auditteam heeft gezien dat de opleiding het landelijk vastgestelde profiel, dat is ontwikkeld door het AC scholenoverleg in samenspraak met de beroepsorganisaties NOvAA en NIVRA, gebruikt. Daardoor is sprake van eindkwalificaties die aansluiten bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld. 2. Het auditteam ziet een volledige koppeling van de eindtermen voor het voltijd- en deeltijdcurriculum met de Dublin Descriptoren. Daarmee is sprake van een adequate aansluiting van de gebezigde eindtermen bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. 3. De eindtermen zijn mede zijn ontleend aan door het relevante beroepenveld opgestelde competenties en sluiten aan bij het niveau van een beginnend accountant op hbo-niveau . De wijze waarop de beroepenveldcommissie is samengesteld en de onderwerpen waarover en frequentie waarmee door deze commissie met de opleiding wordt gesproken is goed.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 13
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen HBO Criteria Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen De programma’s van de voltijd en deeltijd opleiding AC en BE zijn gebaseerd op de uitgangspunten, die zijn neergelegd in het Ontwikkelplan 2005-’09 van de Academie AFM. Hierin is ondermeer vastgelegd dat de academie qua inrichting en vormgeving streeft naar gemeenschappelijke onderwijsprogramma’s voor opleidingen die overeenkomsten hebben in hun beroeps- en competentieprofielen. De voltijd opleidingen AC en BE kennen een gemeenschappelijke propedeuse. Voor de deeltijd opleidingen AC en BE heeft dit geleid tot een gemeenschappelijk eerste en tweede opleidingsjaar. Voltijd opleiding AC In het eerste gemeenschappelijke studiejaar van de voltijd opleiding staat het beroep centraal. Om een goede studiekeuze te kunnen maken, worden de studenten vanaf het eerste moment geconfronteerd met de beroepspraktijk. Studenten oriënteren zich in de eerste week van de studie tijdens een bedrijfsbezoek op hun toekomstige beroep en volgen daarna theoretische inleidingen. In het blok ‘Business game’ starten de studenten, samen met studenten van de opleidingen Commerciële Economie, Small Business & Retail Management, International Business and Management Studies en Management, Economie en Recht en Accountancy een fictief bedrijf. De voertaal in dit project is Engels. In het tweede studiejaar volgt de student een uitgebreide arbeidsmarktoriëntatie door bezoeken van een groot en middelgroot accountantskantoor en een auditdienst van de overheid. Daarop volgt een korte stage. In dit jaar volgt de student een aantal hoofdvakken, die worden afgesloten met integrale toetsen. In het derde studiejaar komen vooral fiscaliteiten aan de orde, waarbij gebruik wordt gemaakt van opdrachten uit de praktijk. In dit jaar vallen ook twee stages, die leiden tot het opstellen van een controleplan en meewerken aan een eindejaarscontrole. In dit jaar volgt de student verder de hoofdvakken en wordt de ‘school-OAT’ afgenomen, als voorbereiding op de landelijke OAT in het vierde jaar. In het vierde studiejaar wordt de landelijke OAT afgenomen, waarbij de beroepspraktijk uitgangspunt is. Het afstuderen in dit jaar is praktijkgericht. De specifieke beroepsvaardigheden voor de accountant, zoals die landelijk zijn geformuleerd worden getraind tijdens projecten en practica. Kennisverwerving wordt ondersteund door up-to-date lesmateriaal. Te gebruiken literatuur is voor een deel landelijk voorgeschreven en de literatuurlijst wordt jaarlijks door docenten van de opleiding aangepast.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 14
Internationale wetgeving beïnvloedt het accountantsberoep. De opleiding besteedt daaraan gedurende de opleiding aandacht. Studenten kunnen stages lopen bij een accountantkantoor in het buitenland of werkzaam zijn voor een buitenlandse klant van een kantoor. Bij diverse vakken wordt Engelstalige literatuur gebruikt en in het Engels gerapporteerd. In de opleiding wordt de Engelse taal gedoceerd. In het tweede jaar kunnen studenten meegaan met een buitenlandse studiereis en in derde studiejaar kunnen zij een internationaal congres bijwonen. Het aantal studenten dat in het buitenland stage loopt is gemiddeld twee per jaar. Deeltijdopleiding AC Deeltijdstudenten hebben een functie in de sfeer van de accountancy. Een supervisor van het bedrijf of de instelling waar zij werken overlegt een werkervaringsformulier aan de opleiding. De inhoud en complexiteit van die functie wordt in een gesprek met de werkgever getoetst door een van de daarvoor aangewezen docenten. Gedurende het eerste gemeenschappelijke studiejaar (samen met de opleiding BE) voeren de studenten een procesanalyse en gegevensanalyse uit van de organisatie waarbij zij zelf werkzaam zijn, of van een bekende organisatie. In het tweede gemeenschappelijke studiejaar komt de beroepsgerichtheid tot uitdrukking in de vaardigheidstraining waarbij persoonlijke effectiviteit en adviseren centraal staan. In het derde jaar scheiden de opleidingen AC en BE deels hun wegen. Voor de AC en BE opleidingen volgt dan nog het project Studion. Ondernemers uit de Haagse regio kunnen een vraagstuk aanbieden om door studenten te laten onderzoeken of oplossen. Hierbij komen studenten uit verschillende opleidingen bijeen in een groep, zodat zij van elkaar kunnen leren. De rest van het derde jaar staat in het teken van theoretische verdieping in de accountancy. In het vierde jaar leggen de deeltijdstudenten AC de OAT af en schrijven zij hun afstudeerscriptie. De (internationale) vakliteratuur die deeltijdstudenten gebruiken is dezelfde als die van de voltijdopleiding. De HH meet regelmatig de tevredenheid van studenten, door het afnemen van enquêtes. De rapportage daarvan wordt ‘de Reflector’ genoemd. De voltijd- en deeltijdstudenten AC zijn blijkens uitkomsten in de Reflector 2007 tevreden over de beroepsgerichtheid van de opleiding. Zij beoordelen die met gemiddeld een score 3,6 op een vijfpuntsschaal, terwijl de aansluiting van stages en leerwerkplekken op de opleiding een 3,9 scoort. Het auditteam heeft kennis genomen van de competentiematrices AC voltijd en deeltijd, van de blokboeken en modulebeschrijvingen en heeft gezien dat er sprake is van interactie met het werkveld. De opleiding gebruikt voorbeelden uit de beroepspraktijk en brengt studenten vanaf het begin van hun studie in contact met die praktijk. De beroepsvaardigheden, zoals die in competenties zijn gedefinieerd, worden aangeleerd en getoetst. Actuele ontwikkelingen worden in het onderwijs ingebracht door de beroepenveldcommissie, door docenten en door deeltijdstudenten. De voltijd- en deeltijdstudenten blijken hierover tevreden. Wel vindt het auditteam dat internationalisering van het curriculum, binnen de mogelijkheden die gezien de landelijke eisen daartoe bestaan, verder moet worden ontwikkeld. Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding deze opvatting deelt en plannen hieromtrent ontwikkelt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 15
Oordeel: voldoende Het auditteam is van oordeel dat gesproken kan worden van een voltijd- en deeltijdopleiding waarbij, binnen de ruimte die de landelijk vastgelegde eisen bieden, aandacht wordt gegeven aan kennisontwikkeling via vakliteratuur, via uit de beroepspraktijk afkomstig studiemateriaal en via interactie met die beroepspraktijk. Dit programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied Accountancy. Het auditteam beoordeelt daarmee het facet ‘Eisen HBO’ als voldoende. Het auditteam beveelt de opleiding aan om het aspect ‘internationalisering’ verder te ontwikkelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 16
Facet 2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma Criteria Het facet ‘Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken?] Bevindingen Voltijd AC De opleiding AC werkt met een competentiematrix. Hierin laat de opleiding zien in welke blokken de opleiding aandacht geeft aan welke competenties. Iedere periode kent zijn eigen thema, waaraan competenties zijn gekoppeld. Binnen thema’s worden met elkaar samenhangende vakken geïntegreerd getoetst. In de blokboeken wordt vervolgens het verband gelegd tussen de competenties en de leerdoelen. De eisen die worden gesteld aan de stageplaats zijn vastgelegd in de ‘stagewijzer’ en de stagecoördinator beoordeelt vooraf de stageplaats op de mogelijkheden voor de student, om werkelijk in de praktijk te oefenen. De stagebegeleidende docent beoordeelt de stageplaats vanuit dit gezichtspunt tijdens de stage. Deeltijd AC Het programma van de deeltijdopleidingen is modulair opgebouwd. Van iedere module is beschreven welke competenties worden bereikt met het afronden. In de competentiematrix is aangegeven wanneer welke competenties aan bod komen in de deeltijdopleiding. Het deeltijdonderwijs is aanbodgericht. Studie(loopbaan)begeleiding is voor deze variant in ontwikkeling. Studenten werken met een persoonlijk ontwikkelplan (POP). Zie verder hiervoor Onderwerp 4, facet 4.2. Op basis van geleverde bewijzen over de relevante werkplek of hun werkervaring krijgen deeltijd AC studenten maximaal 27 studiepunten toegekend. De studenten doen daarvoor een aanvraag voor vrijstelling van werkervaringsverplichting, waarbij zij per competentie aangeven of zij daarover beschikken en hoe zij die hebben verworven. Deze aanvraag wordt mede ondertekend door hun werkgever. De opleiding bepaalt aan de hand van de overlegde gegevens of de vrijstelling kan worden toegekend. Het kan voorkomen dat minder studiepunten worden toegekend en de student nog aanvullend moet bewijzen dat hij bepaalde competenties beheerst. Het auditteam heeft gezien dat de eindkwalificaties van de voltijd- en deeltijdopleiding zijn geconcretiseerd en in de blokboeken in leerdoelen zijn vertaald. Het geven van vrijstellingen voor het verrichten van een stage voor deeltijdstudenten is vastgelegd in procedures en voldoende geborgd. Studenten worden door docenten begeleid in hun studievoortgang en de vorm van deze begeleiding is in ontwikkeling. Oordeel: voldoende Het auditteam is van oordeel dat het programma van de voltijd- en deeltijdopleiding een adequate concretisering is van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen en de inhoud van het programma en studiebegeleiding bieden studenten de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het auditteam beoordeelt de relatie tussen doelstelling en inhoud van het programma als voldoende.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 17
Facet 2.3. Samenhang Programma Criterium Het facet ‘Samenhang Programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen De voltijdopleiding AC kent een thematische opbouw. Elk thema, dat samenhangt met de beroepstaken van de accountant komt in een tien-weken blok aan de orde. De horizontale samenhang wordt gerealiseerd door vakken in een onderwijsperiode te relateren aan een thema. In zo’n blok krijgen studenten kennis aangeboden door onder andere colleges, waarbij zij aan het eind van dat blok deze kennis integreren en toepassen in een afsluitend project. De verticale samenhang komt tot stand door verschillende competenties steeds terug te laten komen in een andere situatie rond het thema. Daarbij neemt de complexiteit toe in de loop van de opleiding. In de eerste twee jaar ligt de nadruk op aanbodgestuurd onderwijs, terwijl daarna de zelfsturing door de student toeneemt. De opleidingen AC en BE hebben een gemeenschappelijke propedeuse. Afstemming van het propedeuseprogramma van deze twee opleidingen geschiedt door de opleidingscoördinatieteams van die respectieve opleidingen. Met de gemeenschappelijke propedeuse beoogt de academie de beroepsoriëntatie te versterken, de overstap tussen de opleidingen te vergemakkelijken en de studeerbaarheid en efficiency te bevorderen. Het eerste jaar van de deeltijdopleiding legt de basis voor de vakken bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie, administratieve organisatie/logistiek en edp-auditing. In de hoofdfase worden deze vakken verder uitgewerkt en verdiept. Het buitenschools curriculum zit verwerkt in de functies die de studenten uitvoeren. In het onderwijs wordt gerefereerd aan de dagelijkse praktijk van de studenten (en docenten). De verticale samenhang en toename in complexiteit van onderdelen leiden ertoe dat deeltijd studenten in hun praktijksituatie steeds complexere werkzaamheden kunnen uitvoeren. De toename van complexiteit van hun functie wordt gevolgd door de opleiding. De voltijd en deeltijdstudenten AC beoordelen in de Reflector 2007 de samenhang in de opleiding als goed. Zij geven hiervoor de score 3,6 op een vijfpuntsschaal. In de gesprekken geven de studenten aan dat het onderwijsprogramma duidelijk in elkaar zit. Zij komen in de praktijk en stage geen dingen tegen die zij in de theorie niet hebben gehad. Wel gaat voor voltijdstudenten veel theorie pas leven als zij tijdens hun stage geconfronteerd worden met de praktijk. Het auditteam heeft kennisgenomen van de opbouw van het voltijd en deeltijd curriculum en ziet in horizontale zin hierin een thematische opbouw en in verticale zin een toenemende complexiteit in opdrachten. Oordeel: voldoende Op basis van wat het auditteam heeft gezien en de gesprekken die het heeft gevoerd beoordeelt het auditteam de samenhang van het studieprogramma, zowel horizontaal als verticaal als voldoende.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 18
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘Studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het programma studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen Voltijd opleiding. De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten, waarbij één studiepunt staat voor gemiddeld 28 uur studie. Het aantal studiepunten en daarmee de studielast is vermeld in de studiegids. Het curriculum is zodanig ontworpen dat de studielast gelijkmatig over de vier studiejaren is verdeeld. Elk studiejaar bestaat uit vier blokken van 10 weken, waarin toetsweken en projecten zijn opgenomen. Toetsen worden in principe tweemaal per jaar aangeboden: meteen na afsluiting van het onderwijsblok en een herkansing in het volgende onderwijsblok. Extra herkansingen aan het begin van het studiejaar stellen studenten in de gelegenheid om opgelopen achterstand weg te werken. Het opleidingscoördinatieteam besluit elk jaar over de jaarplanning en de programmering van de studieonderdelen. De studenten van de voltijdopleiding geven in de Reflector 2007 aan dat zij gemiddeld 29,7 uur per week aan hun studie besteden. Dit is inclusief de stages. Zij vinden de studielast voldoende gespreid over het jaar en geven hiervoor een score van 3,4 op de vijfpuntsschaal. Deeltijd opleiding. De deeltijd opleiding bestaat evenals de voltijdopleiding uit vier blokken van 10 weken, waarin 8 weken les, één inhaalweek en één tentamenweek is geprogrammeerd. Op basis van studentenenquêtes is vanaf 2007 besloten de herkansingen te programmeren op nietlesavonden tijdens de lesweek. Hierdoor is de tentamendruk beter over het studiejaar gespreid. De colleges van het eerste en derde studiejaar zijn op dezelfde avonden van de week geprogrammeerd; de colleges van het tweede en vierde jaar op de overgebleven avonden. Studenten zijn hierdoor in de gelegenheid om modulen uit verschillende jaren te volgen, waardoor zij de ruimte krijgen om min of meer hun eigen studietraject te bepalen. De deeltijd studenten geven aan dat het studieprogramma pittig is ‘maar wel om te doen’. ‘Met een sociaal leven en wat sport ernaast, wordt het moeilijk’, merkt een van hen op. De studielast is volgens hun zeggen gemiddeld 6 uur college per week en daarnaast 10 tot15 zelfstudie. In de Reflector 2007 geven zijn aan dat zij naast hun werk gemiddeld 17,8 uur per week aan hun studie besteden. Zij vinden de studielast voldoende gespreid over het jaar en geven hiervoor een score van 3,1 op de vijfpuntsschaal. Zowel voltijd als deeltijd studenten vinden de periode waarin de OAT wordt afgenomen erg intensief, omdat men dan ‘oude kennis’ uit het eerste en tweede jaar moet terughalen. Het auditteam heeft kennisgenomen van de spreiding van de studielast, zoals deze is geprogrammeerd in de jaarplanning 2007 – ’08 en ziet daar een regelmatige opbouw van het programma. Verder ziet het auditteam dat in het totale programma herkansingen van toetsen zijn opgenomen, zowel gedurende het studiejaar als in het begin van een nieuw studiejaar. Hiermee worden belemmeringen voor de studievoortgang verminderd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 19
Het auditteam heeft een overzicht bestudeerd van de geprogrammeerde tijd voor onderwijsactiviteiten waarbij de docent fysiek aanwezig is: de contacttijd. Voor de voltijdvariant van de opleiding geldt dat het aantal uren college en practicalessen per lesweek naarmate de student met de studie vordert afneemt. In het eerste studiejaar bedraagt het aantal contacturen 21 uur per week, in het tweede studiejaar is dit 17 uur, in het derde studiejaar 15 uur en 12 uur in het laatste studiejaar. Daarnaast heeft de voltijdstudent 4 uur per week contact met de docent tijdens projectonderwijs gedurende alle studiejaren. Voor studieloopbaanbegeleiding zijn in het eerste studiejaar 10 uur per week gereserveerd. In het tweede, derde en vierde studiejaar 2 uur per week. Voor de deeltijdvariant van de opleiding geldt dat studenten tijdens de gehele vierjarige opleiding 8 uur per week contacten hebben met de docent (college en practica). Tijdens het derde studiejaar is er daarnaast sprake van contacturen in het kader van projectonderwijs. Het aantal additionele contacturen per week (naast de genoemde 'reguliere' contacturen) bedraagt dan 12 uur per projectweek. Voor deeltijdstudenten geldt gedurende de gehele studie een studieloopbaanbegeleiding met een omvang van 2 uur per week.
Oordeel: voldoende Het auditteam beoordeelt, mede gezien het gegeven dat de mogelijkheden voor herkansingen zijn toegenomen en studenten blijkens de laatste enquête tevreden zijn over de studielast en spreiding, dat de studeerbaarheid van het programma voor zowel de voltijd- als deeltijdopleiding voldoende is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 20
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘Instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek? Bevindingen De HH doet sedert jaren onderzoek naar de kenmerken van instromende studenten en hun motieven om voor een bepaalde hogeschool en bepaalde opleiding te kiezen. De hogeschool verzamelt hierover cijfers, die zij beschikbaar stelt aan de opleidingen. De opleiding AC heeft hierdoor inzicht in de vooropleiding: profiel, eindexamencijfers en gevolgde opleidingsroute, de leeftijd, de etnische achtergrond en het geslacht van de instromende studenten alsmede het moment van de studiekeuze, de motieven voor de opleidingsen instellingskeuze, de effecten van de voorlichting en de aansluiting met de vooropleiding. Voltijd opleiding 49% van de instromende studenten heeft een havo diploma, 44% een mbo en 5% een vwo diploma. 2% heeft een andere vooropleiding. Het aantal studenten van allochtone afkomst is groot: de status van het accountancyberoep speelt hierbij een rol. De aansluiting van de vooropleiding bij de gezamenlijke propedeuse blijkt voor 30% van de instromende havisten problemen te geven bij de vakken Nederlands en Engels en 20% bij het vak wiskunde. Van de instromende mbo‘ers heeft 30% problemen bij het vak Nederlands en 50% met wiskunde. De opleidingen AC en BE erkennen al jaren de lacune in kennis tussen het vo en mbo enerzijds en het hbo anderzijds voor wiskunde, Nederlands en in mindere mate voor Engels. Studenten AC en BE maken om die reden instaptoetsen om hun niveau in die drie vakken vast te stellen en volgen zo nodig een deficiëntieprogramma. Met docenten van vo-scholen en roc’s in de regio is overleg om tot betere aansluiting te komen; docenten van die aanleverende scholen zijn uitgenodigd om daaraan mee te werken . De HH kent sedert studiejaar 2004-’05 het project Talentontwikkeling, dat is gericht op instromende studenten wier ouders geen ho-opleiding hebben gevolgd. Dit project voor ‘eerste-generatie studenten’ beoogt die studenten extra te begeleiden in hun hbo studie, omdat zijn geen voorbeelden in de thuissituatie daarvan kennen. 60% van de instromers is ‘eerste-generatie student’. Een ander project is het tutorsysteem, waarbij ouderejaars studenten, na een gerichte opleiding, voor één of meer vakken jongerejaars als tutor begeleiden. Als derde project kent de opleiding het welkomstgesprek met de nieuwe student. Dit is in 2007 voor de eerste maal gehouden. Deze gesprekken zijn geëvalueerd. De uitkomst daarvan is dat zij volgens de kandidaat studenten een goede bijdrage leveren aan het afstemmen van wederzijdse verwachtingen en de betrokkenheid bij de opleiding vergroten. De uiteindelijke resultaten zullen pas over enige tijd duidelijk zijn. De gezamenlijke propedeuse is met name ontwikkeld om studenten in het eerste jaar een brede oriëntatie te bieden, zodat zij een weloverwogen studiekeuze kunnen maken in de hoofdfase. Bij inschrijving geven zij wel aan of zij inschrijven voor AC of BE en ook worden er AC- en BE-klassen gevormd. Het studieprogramma voor AC en BE is echter het eerste jaar gelijk. De uitval in het eerste jaar is circa 15% van de studenten die zijn verschenen. Daarvan valt het grootste deel uit in de eerste twee 10-weken blokken. In exitgesprekken onderzoekt de studiedecaan de oorzaken. Deze zijn: verkeerde studiekeuze, te zware studie, persoonlijke, vaak cultureel georiënteerde problematiek, vooral bij allochtone studenten en onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 21
Deeltijd opleiding Bij de deeltijdopleiding AC is 58% van de studenten afkomstig uit het mbo. 4% heeft een vwo diploma en 15% komt binnen via een colloquium doctum terwijl19% het havo diploma heeft. Startende deeltijdstudenten hebben allen al werkervaring. De deeltijdopleiding AC kent een instaptoets Taalvaardigheid. Vrijstellingen worden verleend op grond van diploma’s. Daarbij wordt het curriculum van de door de student gevolgde opleiding vergeleken met het curriculum van de deeltijdopleiding AC. De procedure voor het verkrijgen van vrijstellingen is vastgelegd en geborgd. Het auditteam heeft kennisgenomen van het beleid dat de opleiding voert omtrent de aansluiting van de instromers op het voorafgaande onderwijs. Daar waar het onderwijs onvoldoende aansluit bij de kwalificaties van de instromende studenten heeft de opleiding een aantal instrumenten ingezet om deze aansluiting te verbeteren, waaronder deficiëntie programma’s, gerichte begeleiding door ouderejaars, overleg met aanleverende scholen, het project Talentontwikkeling voor eerste generatie studenten en welkomsgesprekken met kandidaat studenten. Het auditteam beoordeelt dit als goed. Oordeel: goed Het auditteam is van oordeel dat de opleiding veel in het werk stelt om de aansluiting van het hbo onderwijs zowel naar vorm als inhoud bij de kwalificaties van instromende studenten zo goed mogelijk te laten zijn.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 22
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘Duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium:3 Voldoet de opleiding aan de formele eis (240 EC’s) met betrekking tot de omvang van het curriculum van een hbo bachelor opleiding? Bevindingen Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de voltijd opleiding 240 EC’s, verdeeld over 60 EC’s in de propedeuse en 180 EC’s in de hoofdfase. Blijkens de programmabeschrijving bedraagt het totaal aantal studiepunten van de deeltijd opleiding 240 EC’s, verdeeld over 60 EC’s in de propedeuse en 180 EC’s in de hoofdfase. Daarmee voldoen de voltijd en deeltijd opleiding aan de formele, kwantitatieve eis die aan hbo bachelor opleidingen wordt gesteld. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft geconstateerd, dat zowel de voltijd als de deeltijd opleiding een omvang hebben van 240 EC’s. Dit is reden om facet voor beide varianten als voldoende te kwalificeren.
3
In feite gaat het hier niet om een criterium, maar om een formele vereiste. Zie de voetnoot bij beslisregel E.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 23
Facet 2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud Criteria Het facet ‘Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen Binnen het landelijk vastgelegde beroeps- en opleidingsprofiel kiest de opleiding AC van de HH een eigen aanpak bij de vormgeving van het onderwijs. Het curriculum kent drie elementen van leren: (i) aanbodgestuurd onderwijs, dat uitgaat van de benodigde kennis en inhoud; (ii) onderwijs dat uitgaat van de noodzakelijk geachte competenties en (iii) vraaggestuurd onderwijs dat uitgaat van de keuzes van de student op basis van diens behoeften. Aan het vraaggestuurd onderwijs ligt de zelfregie van de student ten grondslag. De opleiding AC kent een grote kenniscomponent die, zeker in het begin van de studie, vraagt om aanbodgestuurd onderwijs. De vraaggestuurde component wil de opleiding gaan realiseren met de inrichting van de major-minor structuur, die in het studiejaar 2008-’09 integraal zal worden ingevoerd. Thans kent de voltijdopleiding in de hoofdfase de zogenaamde vrije keuzeruimte die de student, binnen door de examencommissie bepaalde grenzen, zelf kan invullen. In de deeltijdopleiding is de vrije keuzeruimte opgenomen in elk studiejaar. Overigens blijkt in de gesprekken dat studenten in de vrije keuzeruimte voornamelijk kiezen voor opleidinggerelateerde onderwerpen. Onderwerpen waar kennis centraal staat worden aangeboden in hoor- en werkcolleges; beroepsvaardigheden zoals de theaterdag, vergadertechnieken, presenteren en tweegesprekken worden in kleine groepen geoefend. Houdingsaspecten komen in de opleiding aan de orde, onder andere rond de ethiek van handelen als accountant. De student mág leren zelfregisserend te zijn over zijn opleiding; zelfregie wordt niet dwingend voorgeschreven. In de propedeuse wordt een strakke vorm van studie(loopbaan)begeleiding gehanteerd, zodat studenten een goede begeleiding ondervinden bij de overstap van het voortgezet onderwijs naar het hbo. In de hoofdfase wordt het aanbod van studie(loopbaan)begeleiding meer en meer afgestemd op de behoefte van de student. De opleiding is bezig de evenwichtige opbouw van de begeleiding te ontwikkelen. Zie hiervoor ook facet 4.2, hierna. De voltijd studenten AC zijn blijkens de Reflector 2007 tevreden over de inhoud van de opleiding (score 6,7 op een tienpuntsschaal). 70% van de 71 geënquêteerden zouden opnieuw voor deze opleiding kiezen. De deeltijdstudenten AC waarderen de tevredenheid over de inhoud met een 6.3. Het auditteam heeft kennisgenomen van het beleid dat de opleiding voert met betrekking tot de afstemming tussen vorm en inhoud. Het didactische concept is in lijn met de doelstellingen van competentiegericht onderwijs en de werkvormen sluiten hierbij aan. Oordeel: voldoende Het auditteam is van oordeel dat het didactisch concept voldoende in lijn is met de doelstellingen en dat de werkvormen aansluiten bij het didactisch concept.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 24
Facet 2.8. Beoordeling en Toetsing Criterium Het facet ‘Beoordeling en Toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen Binnen de onderwijsblokken worden de vakken en gezamenlijke projecten afzonderlijk getoetst. In de blokboeken zijn de competenties, de daaraan gekoppelde leerdoelen, de daarbij horende werkvormen en toetsvormen met beoordelingscriteria genoemd. De blokboeken zijn digitaal beschikbaar voor studenten en docenten. De stages bij de voltijd opleiding worden tussentijds en na afloop beoordeeld door de begeleidende docent en de opdrachtgever in het werkveld. De opleiding hanteert formatieve toetsen, waardoor de student inzicht krijgt in de mate waarin hij is gevorderd in het bereiken van een competentie; deze toetsen zijn sturend van aard. Daarnaast hanteert de opleiding summatieve toetsen, die zijn gericht op beoordeling, en gevolgen hebben voor de studievoortgang. Het aantal formatieve toetsen in de opleiding is nog klein. Het beleid van de academie is om dit aantal in het kader van het competentiegericht toetsen te laten toenemen. De Academie AFM heeft voor de opleidingen binnen die academie één examencommissie, die belast is met het toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en examenregeling (OER). In de OER is de planning van de toetsen, de procedures, methoden en de criteria die worden gebruikt bij toetsen en de regeling van bezwaar en beroep vastgelegd. In het ‘Toetshandboek’ is vastgelegd hoe de constructie van toetsen is geregeld en zijn procedures rond het toetsen vastgelegd. De toetscommissie, fungerend onder de examencommissie, is verantwoordelijk voor het handhaven, bewaken en verbeteren van de toetsen en het bewaken van de uitvoering van het toetsbeleid. Bij de opleiding AC is sprake van dubbele toetsing: door de opleiding en door de CEA. De opleiding toetst vooral competenties, terwijl de CEA sterk is gericht op het toetsen van vakkennis sec door middel van de OAT. De opleiding is, om die landelijke toets mogelijk te maken, nog duidelijk aanbodgericht met een grote kenniscomponent. Over deze dubbele toetsing heeft het auditteam gesproken met de examencommissie. Duidelijk is geworden dat er geen verschil van inzicht is tussen de opleiding en de CEA over het te bereiken kennisniveau; wel is de vraag in hoeverre alle relevante competenties zijn geïntegreerd in de OAT en door middel van dat landelijke examen worden getoetst. De examencommissie is van mening dat in de OAT nog niet geïntegreerd getoetst wordt, maar vakspecifiek. Het toetsen van het eindniveau geschiedt door het uitvoeren van een praktijkgerichte opdracht. Dit moet een werkstuk opleveren met probleemanalyse, plan van aanpak, onderzoeksopzet en –uitwerking met theoretische onderbouwing, een eigen mening en heldere conclusies. De opleiding hanteert een standaardlijst met beoordelingscriteria; twee docenten beoordelen de scriptie en de bedrijfsbegeleider adviseert hen. De studenten van de voltijd opleiding AC waarderen de wijze van toetsen met een 6,2 op een tienpuntsschaal. De deeltijd studenten AC zijn iets minder tevreden (score 6,0). De voltijd en deeltijd studenten zijn ontevreden over de tijdigheid waarmee toetsresultaten bekend worden gemaakt en ontevreden over de inhoud van de terugkoppeling door de docenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 25
Het auditteam heeft gezien dat de opleiding bezig is met de verdere ontwikkeling van het systeem van summatieve en formatieve toetsen in lijn met het competentiegericht onderwijs en ziet dat de opleiding aan de terugkoppeling van toetsen naar studenten meer aandacht geeft. De opleiding verwacht dat door de overgang naar het softwareprogramma ‘Osiris’ en door gelijktijdige invoering van procedures omtrent de cijferregistratie de tijdigheid van de bekendmaking van de cijfers zal verbeteren. Het auditteam beveelt de opleiding aan bij dit aspect de vinger aan de pols te houden. Oordeel: voldoende Het auditteam is van oordeel dat de opleiding adequaat toetst of de leerdoelen van het programma worden gerealiseerd.
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het Onderwerp “Programma” voor de voltijd en deeltijd opleiding AC als voldoende, op basis van het navolgende: Er kan worden gesproken van een voltijd en deeltijd opleiding waarbij, binnen de landelijk vastgelegde eisen, aandacht wordt gegeven aan kennisontwikkeling via vakliteratuur, via uit de beroepspraktijk afkomstig studiemateriaal en via interactie met die beroepspraktijk. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied accountancy. Het programma van de voltijd en deeltijd opleiding is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen en studenten hebben de mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. De samenhang van het studieprogramma, zowel horizontaal als verticaal, is voldoende. Het programma voor zowel de voltijd als deeltijd opleiding is studeerbaar, gezien de mogelijkheden voor herkansingen en de studententevredenheid. Gegeven het feit dat de opleiding veel in het werk stelt om de aansluiting van het hbo onderwijs zowel naar vorm als inhoud bij de kwalificaties van instromende studenten zo goed mogelijk te laten zijn is het oordeel over de aansluiting van de opleiding bij de instroom ‘goed’. Zowel de voltijd als de deeltijd opleiding een omvang hebben van 240 EC’s. Het didactisch concept is voldoende in lijn met de doelstellingen en de werkvormen aansluiten bij het didactisch concept. De opleiding toetst adequaat of de leerdoelen van het programma worden gerealiseerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 26
Onderwerp 3: Inzet van Personeel Dit onderwerp kent drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen HBO Criterium Het facet ‘Eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen Gezien de aard van de opleidingen stelt de Academie AFM hoge eisen aan de kwalificaties van de docenten. Het docententeam van de voltijdopleiding AC bestaat uit 16 docenten, waarvan één docent is gepromoveerd, tien een wo-opleiding en vijf een post doctorale opleiding hebben. Aan de deeltijd opleidingen van de AFM doceren 21 docenten, waarvan één docent is gepromoveerd, vijftien een wo opleiding, zeven een post doctorale opleiding en drie docenten een hbo opleiding hebben. Bij de werving en selectie van nieuwe docenten wordt uitgegaan van academisch niveau. Meer dan 50% van de docenten die de kernonderdelen van het curriculum verzorgen is werkzaam in een eigen adviespraktijk in het beroepenveld. Alle kerndocenten onderhouden contacten door stage- en afstudeerbegeleiding of door het bijwonen van bijeenkomsten met bedrijven en instellingen en de beroepenveldcommissie. Docenten die algemene beroepsvaardigheden of talen verzorgen, blijven op de hoogte van ontwikkelingen in het werkveld door stage- en afstudeerbegeleiding en door samenwerking met de docenten van de kernonderdelen. Alle hoofdvakken in de opleiding worden alleen door accountants gegeven; aan dit uitgangspunt worden géén concessies gedaan. Deze accountants zorgen er zelf voor dat, door het volgen van de verplichte bij- en nascholingen, hun registratie bij NIVRA of NOvAA in stand blijft. De studenten merken in het gesprek met het auditteam op dat zij duidelijk zien dat de docenten ‘..de praktijk in de lessen inbrengen’. Zowel de voltijd als deeltijd studenten beoordelen het niveau van de docenten als goed. Het auditteam heeft kennis genomen van de cv’s van de docenten, van het beleid dat de opleiding voert met betrekking tot het kennisniveau en de registratie van docenten en van het oordeel dat de studenten hebben over de docenten. Het auditteam ziet hierin dat de opleiding wordt verzorgd door een team docenten dat een adequaat opleidingsniveau heeft en voldoende verankering heeft met de beroepspraktijk. Oordeel: goed Het auditteam is van oordeel dat het onderwijs wordt verzorgd door goed gekwalificeerde docenten die een verbinding kunnen leggen tussen opleiding en beroepspraktijk en acht het door de opleiding gevoerde beleid in deze goed.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 27
Facet 3.2. Kwantiteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwantiteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen De AFM werkt met een jaarklassensysteem. Jaargroepen hebben de omvang van ongeveer 25 studenten. Bij aanvang van het propedeusejaar zijn de groepen groter, omdat de opleiding weet dat dan nog studenten zullen afvallen. De AFM heeft een formatieplan waardoor inzicht bestaat in het verloop van het personeel op grond van leeftijd. De komende jaren zal een aantal oudere werknemers vertrekken met FPU of ABP KeuzePensioen. Het verloop om andere redenen is minimaal. De opleiding heeft prognoses over de verwachte studenteninstroom. Die instroom is redelijk stabiel en de opleiding verwacht daarin voor de komende jaren geen fluctuaties; de fluctuatie in het personeelbestand om déze reden zal daarom minimaal zijn. De onderwijsvernieuwingen: toename van zelfsturing door studenten en intensiveren van studieloopbaanbegeleiding hebben effecten op de gewenste kwaliteit en op de kwantiteit van het personeelsbestand. De docent/student ratio is voor zowel de voltijd als de deeltijd opleiding 1: 22. Oordeel: voldoende Het auditteam is van oordeel dat voldoende personeel wordt ingezet om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te verzorgen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 28
Facet 3.3. Kwaliteit Personeel Criterium Het facet ‘Kwaliteit Personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen Zoals bij facet 3.1 beschreven wordt het onderwijs verzorgd door docerend personeel dat in meerderheid een academische opleiding heeft genoten. De HH kent vijf basiscompetenties voor docerend personeel: onderwijskundige wendbaarheid, innoverend vermogen, zelfmanagement, relationele sensitiviteit en samenwerken. Docenten kunnen optreden in vijf rollen: leerprocesbegeleider, expert, ontwikkelaar, studieloopbaanbegeleider en leidinggevende aan werkprocessen. Teamleiders kunnen daarnaast de taak hebben om leiding te geven aan een organisatorische eenheid. De academie vindt twee competenties vooral van belang: onderwijskundige wendbaarheid en relationele sensitiviteit. Hierop wordt ingezet. Docenten moeten zichzelf zien als een instrument ten gunste van het onderwijs aan studenten. De opleiding AC is in hoge mate een kennisgerichte opleiding en kende van oudsher kennisgerichte docenten. In de praktijk blijkt het daardoor niet eenvoudig te zijn om aanpassingen door te voeren in het onderwijs. De academie houdt functioneringsgesprekken met docenten waarin wordt nagegaan welke deskundigheidsbevordering wenselijk is. Deze gesprekken leiden tot persoonlijke ontwikkelingsplannen. In 2006 is, naar aanleiding van functioneringsgesprekken duidelijk geworden dat een groot aantal docenten behoefte heeft aan scholing op het gebied van studieloopbaanbegeleiding en jongere docenten behoefte hebben aan coaching en cursussen op onderwijskundig gebied. De hogeschool kent centraal een cursus tot studieloopbaan-begeleider. Deze cursus is in de vorm van maatwerk gevolgd door alle docenten. Verder wordt ingezet op het door docenten laten volgen van docentstages om de relatie met het beroepenveld verder te versterken. Hiervoor zijn middelen vrijgemaakt. De opleiding is op het moment van de audit bezig met de functieordening’. Er komt een nieuwe inschaling voor docenten in salarisschalen 11 en 12 op basis van hogeschoolbrede afspraken daarover. Tijdens stages en afstuderen worden studenten begeleid door een bedrijfsmentor. Deze moet minimaal een hbo studie hebben afgerond en tenminste éénmaal per week de gelegenheid hebben de student te begeleiden. De HH kent lectoraten, die zijn ingericht op belangrijke maatschappelijke thema’s. Lectoraten bij deze hogeschool zijn niet specifiek verbonden met de academies. Docenten van de opleidingen van AFM nemen deel aan de kenniskringen van drie lectoraten. Deze docenten ervaren het deelnemen aan kenniskringen als inspirerend voor hun professionele ontwikkeling. De kwaliteit van de docenten wordt als goed beoordeeld door de studenten. In de Reflector 2007 scoren de docenten van de voltijdopleiding AC gemiddeld een 3,7 en de deeltijddocenten een 3,9 op de vijfpuntsschaal op de vragen naar de actuele kennis over het vakgebied en het beroepenveld. In de gesprekken beamen de studenten dit beeld uit de Reflector. (Zie § 3.1, hiervoor).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 29
Oordeel: goed Het auditteam ziet op academieniveau een personeelbeleid dat de organisatie in beweging heeft gezet en een cultuurverandering richting het vergroten van de onderwijskundige wendbaarheid en relationele sensitiviteit realiseert. Het auditteam ondersteunt dit en beoordeelt dit als een goede ontwikkeling. Het auditteam oordeelt, mede op basis van het oordeel dat de studenten hebben en op basis van het beleid dat de academie voert rond de deskundigheidsbevordering van het personeel, dat de opleiding beschikt over personeel dat goed is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het onderwerp ‘Inzet van personeel’ voor de voltijd en deeltijd opleiding Accountancy als voldoende op basis van het navolgende. Het onderwijs wordt verzorgd door goed gekwalificeerde docenten die een verbinding kunnen leggen tussen opleiding en beroepspraktijk en het door de opleiding gevoerde beleid in deze is goed. Er wordt voldoende personeel ingezet om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te verzorgen. De opleiding beschikt over personeel dat goed is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Extra aantekening Conform de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel de facetten 3.1 en 3.3 van het onderwerp ‘Personeel’ als goed, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit is reden voor het auditteam de kwalificatie ‘goed’ als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 30
Onderwerp 4: Voorzieningen Dit onderwerp kent twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële Voorzieningen Criterium Het facet ‘Materiële Voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen Huisvesting en materiële voorzieningen De AFM beschikt, naar het oordeel van de opleiding zelf, over voldoende vierkante meters onderwijsruimte, die worden toegedeeld volgens een ruimtebehoeftemodel dat de hogeschool hanteert. De opleiding heeft voldoende ict voorzieningen, waarop specifieke software voor de opleidingen AC en BE is geïnstalleerd. Lokalen hebben beamers, die zijn aangesloten op internet, zodat tijdens colleges van dit medium gebruik kan worden gemaakt. De hogeschool heeft een centrale bibliotheek en mediatheek. Studenten zijn tevreden over de beschikbaarheid van en de software op computers, het gebruiksgemak van Blackboard en het studentenportal en de inrichting van les-, computer en practicumruimten. Studenten van de voltijd opleiding AC waarderen dit met een 7,0 en van de deeltijd opleiding met een 6,8. Tijdens de audit heeft het auditteam deze voorzieningen gezien. Het auditteam merkt op dat de voorzieningen op hen een verzorgde indruk maken. Ook in de gesprekken geven de studenten aan dat zij tevreden zijn over de beschikbare voorzieningen en ‘..dat alles tijdens de lessen werkt’. De collectie in de bibliotheek lijkt op onderdelen wat verouderd. Het auditteam adviseert de opleiding om aandacht te geven aan periodiek overleg tussen de opleiding en de bibliothecaris over de collectievorming. Informatie en medezeggenschap Studenten ontvangen informatie over de opleiding voornamelijk via Blackboard en algemene informatie via het studentenportal. In ‘OSIRIS-student’, het hogeschoolbrede Student Informatie en Registratie Systeem kan de student op elk moment een actueel overzicht krijgen van zijn studievoortgang. Studenten klagen erover dat cijfers voor afgelegde toetsen later dan afgesproken beschikbaar zijn. Studenten zijn voldoende tevreden over de informatieverstrekking rond de opleiding. De voltijd studenten waarderen dit gemiddeld met een 6,1, de deeltijd studenten met 6,3. Ontevreden zijn zij over de informatie over de mogelijkheden tot inspraak via de Opleidingcommissie en Medezeggenschapsraad en informatie over hetgeen daar wordt besproken. Hier scoort de opleiding een onvoldoende bij de voltijd en deeltijd studenten (score 2,7, respectievelijk 2,8 op een vijfpuntsschaal). In de gesprekken met voltijd en deeltijd studenten is het beeld van de onvoldoende informatie niet bevestigd; de in dát gesprek aanwezige studenten vonden de informatie die zij kregen voldoende. Het management van de academie heeft de uitspraak over de onvrede zijn aangegrepen om de informatie over hetgeen in de Opleidingscommissie en Academieraad wordt besproken, nog beter te communiceren naar de studenten. Wel werd in de gesprekken met studenten de klacht herkend van het te laat beschikbaar zijn van cijfers. In reactie hierop heeft de academie besloten om dit nauwgezet te gaan volgen. Daarbij is een voorbeeld van hoe te het wél kan, als uitgangspunt genomen in besprekingen met docenten hierover. Het auditteam heeft vastgesteld dat er sprake is van een functionerende Opleidingscommissie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 31
Bezwaar en beroep In het gesprek met de examencommissie blijkt dat er per jaar op academieniveau < 5 bezwaren van studenten zijn tegen uitkomsten van tentamens. Wel zijn er meer bezwaren tegen het negatief bindend studieadvies. In bezwaarzaken kijkt altijd een tweede docent mee naar de gegeven beoordeling. Het komt weinig voor dat studenten in beroep gaan bij het College voor Beroep. Met betrekking tot fraude zijn duidelijke regels gesteld. Surveillanten hebben duidelijke instructies. Bij vermoeden van fraude is er altijd onderzoek met hoor en wederhoor. Plagiaat bij scripties wordt bestreden door alle teksten te controleren via ‘de plagiaatscanner’. Oordeel: voldoende Het auditteam beoordeelt de materiële voorzieningen als adequaat. De uitspraak van studenten dat de informatievoorziening aan hen over de zaken die direct het onderwijs aangaan matig is, wordt niet bevestigd in de gesprekken met hen. Het auditteam heeft waargenomen dat de opleiding aandacht besteedt aan de verbetering van de informatievoorziening. De medezeggenschap functioneert en de klachtenbehandeling is adequaat geregeld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 32
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘Studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen Op hogeschoolniveau bestaat de systematiek van studieloopbaanbegeleiding. Iedere docent moet in principe de rol van studieloopbaanbegeleider kunnen vervullen. In het studiejaar 2006 – ’07 hebben alle docenten hiervoor een training gevolgd. De opleiding beschouwt studie(loopbaan)begeleiding als een belangrijk facet bij de inrichting en organisatie van het onderwijs en kent het een prominente plaats toe. De doelen die ook de opleiding daarbij voor ogen staan zijn (i) de student moet kunnen reflecteren op de eigen ontwikkeling, (ii) volgen van de studievoortgang en (iii)controle op de compleetheid en op het niveau van de behaalde competenties. Binnen de AFM hebben de opleidingen AC en BE het onderwijs zodanig ingericht dat studenten door het behalen van tentamens, projecten en stage- en afstudeerwerkstukken kunnen aantonen, dat zij de gestelde competenties hebben bereikt. Deze route is, ondermeer vanwege de grote kenniscomponent, nog zeer gestructureerd. Studenten hebben daardoor weinig behoefte aan reflecteren op de competenties, omdat dit toch niet leidt tot een andere leerroute of andere resultaten. Dit leidt tot een negatief oordeel van studenten over de slb. De voltijdstudenten AC oordelen in de Reflector 2007 dat de studieloopbaan-ontwikkeling onvoldoende bijdraagt aan hun ontwikkeling; het totale oordeel over dit aspect is 6,1 op een tienpuntsschaal. Deeltijdstudenten AC zijn over het hele aspect van studieloopbaanbegeleiding ontevreden (score 5,1). Om die reden kiest de opleiding vanaf studiejaar 2007 –’08 voor studiebegeleiding en niet voor studieloopbaanbegeleiding. De studiebegeleiding is vooral gericht op studieplanning, inhalen van studieachterstanden en het oplossen van problemen die studenten persoonlijk ondervinden, welke leiden tot studievertraging. In het eerste jaar is voor zowel de voltijd als deeltijd student sprake van een intensieve vorm van studiebegeleiding, omdat studenten die afkomstig zijn uit het vo of mbo en studenten die een aantal jaren niet hebben gestudeerd moeten wennen aan een hbo studie. De aanpak van de begeleiding is afgestemd op de student (jonge voltijdstudent versus oudere deeltijder) en varieert daardoor. Elke eerstejaars groep heeft een eigen mentor die de studievoortgang bewaakt. Deze mentor kan doorverwijzen naar de decaan, de student-psycholoog, de vertrouwenspersoon of de examencommissie, indien een alternatieve leerroute moet worden overwogen. In de propedeusefase houden de studenten nog wel een portfolio bij; in het verdere verloop van de studie gebeurt dat niet meer actief. In de hoofdfase is de studiebegeleiding minder intensief en meer vraaggestuurd. Studiebegeleiding is dan geen verplicht onderdeel meer van het curriculum. Wel streeft de studiebegeleider er naar om elke student tenminste tweemaal per jaar te spreken. Binnen de studiebegeleiding zijn vaste momenten ingebouwd waarop studenten reflecteren en een persoonlijk ontwikkelplan opstellen. De opleiding blijft hieraan aandacht geven omdat de studenten, na hun afstuderen, in het bedrijfsleven met POP’s zullen worden geconfronteerd en zelf moeten kunnen reflecteren op hun eigen functioneren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 33
De POP’s komen aan de orde aan het einde van het eerste en het tweede jaar, in het derde jaar na de stage en in het vierde jaar na het afstuderen. Reflectieverslagen moeten de studenten opstellen aan het eind van het tweede jaar, na de stage in het derde jaar en na het afstuderen in het vierde jaar. Naast de studiebegeleiding werkt de academie mee aan het project Talentontwikkeling en Tutoring, waarin ouderejaars studenten de jongerejaars begeleiden. In juni 2007 is voor de eerste maal geëxperimenteerd met welkomsgesprekken met nieuwe studenten. (Zie ook § 2.5, hiervoor). In het gesprek met de studenten is het negatieve beeld over de slb genuanceerd. Studenten merken op dat de bedoeling van de portfolio die zij moeten opstellen in het begin niet duidelijk was en veel tijd kostte, maar dat later in de studie bleek wat het nut ervan was. De studenten zijn positief over de begeleiding die zij hebben ondervonden bij het verwerven van stageadressen. Op de opleiding is veel informatie beschikbaar en worden bedrijfspresentaties gegeven; de grote accountantskantoren verschijnen op school. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft vastgesteld dat het beeld over de slb genuanceerd is. Het auditteam ziet dat de academie maatregelen heeft genomen om de beleving van de slb bij de studenten te verbeteren. Het verleggen van het accent van studieloopbaanbegeleiding naar studiebegeleiding lijkt het auditteam goed doordacht. Het auditteam heeft er vertrouwen in dat in de toekomst uit de studenttevredenheidsmeting zal blijken, dat studenten de studiebegeleiding in de nieuwe opzet zullen waarderen. Omdat de effecten van deze veranderde wijze van begeleiding ten tijde van de audit nog niet zichtbaar zijn, kan het auditteam niet komen tot het oordeel ‘goed’ bij dit facet; het auditteam beoordeelt daarom dit facet thans als ‘voldoende’.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het onderwerp ‘Voorzieningen’ voor de voltijd en deeltijd opleiding AC als voldoende op basis van het navolgende. 1. De materiële voorzieningen zijn adequaat. Aan de verbetering van de informatievoorziening aan studenten over de zaken die direct het onderwijs aangaan, besteedt de opleiding aandacht. 2. De waardering van de studiebegeleiding door studenten is genuanceerd. De academie heeft naar oordeel van het auditteam goede maatregelen genomen om de beleving van de slb bij de studenten te verbeteren, waarbij de structuur van het onderwijs als uitgangspunt wordt genomen. Ten tijde van de audit zijn de effecten van deze maatregelen nog niet zichtbaar. Het oordeel over de studiebegeleiding is voldoende.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 34
Onderwerp 5: Interne Kwaliteitszorg Dit onderwerp kent drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie Resultaten Criterium Het facet ‘Evaluatie Resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen Basis voor de kwaliteitszorg bij de Academie AFM zijn de jaarlijkse enquêteplannen, waardoor de kwaliteit van de opleiding door verschillende doelgroepen jaarlijks wordt geëvalueerd. Kwaliteitszorginstrumenten, zoals evaluatie instrumenten voor studenten en medewerkers en het audit protocol worden hogeschoolbreed ontwikkeld. Op hogeschool niveau wordt gewerkt aan een uitgebreider kwaliteitszorgsysteem en kwaliteitshandboek. Elke academiedirecteur sluit jaarlijks een managementcontract met het College van Bestuur, waarin de te behalen resultaten wordt afgesproken. In het jaarlijkse enquêteplan voor de Academie AFM staat beschreven dat bij studenten, docenten en alumni enquêtes worden afgenomen, wanneer dat geschiedt en met welke frequentie. Uit de documentatie die de opleiding heeft overlegd is duidelijk geworden dat deze enquêtes zijn gehouden en hebben geleid tot verschuivingen binnen het curriculum. Evalueren bij de deeltijdopleidingen blijft voor de opleidingen een aandachtspunt. De respons van deeltijdstudenten op enquêtes is zo laag dat de resultaten niet bruikbaar zijn en de deelname aan evaluatiegesprekken zo gering is dat het in het studiejaar 2006 –’07 bij één keer is gebleven. In het studiejaar 2007-’08 zal gerichter per onderwijsblok worden geëvalueerd. Daarbij zal men gebruik gaan maken van klassenvertegenwoordigers die worden gehoord over diverse onderwerpen en feedback kunnen geven. In het gesprek met het management is de interne kwaliteitszorg aan de orde gesteld. Duidelijk is geworden dat alle werkprocessen helder zijn beschreven en dat de organisatie via duidelijke lijnen wordt aangestuurd. Informatie komt van onderop: uit docenten, studenten en het werkveld en wordt in eerste instantie besproken in docententeams waarna voorstellen ter besluitvorming doorgaan naar het managementteam van de academie. Als een van de werkprocessen is de evaluatiecyclus duidelijk vastgelegd. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding periodiek wordt geëvalueerd. Dit geschiedt aan de hand van toetsbare doelen, die worden vermeld in de managementovereenkomst die jaarlijks wordt gesloten tussen de academiedirecteur en het College van Bestuur van de hogeschool.
Oordeel: voldoende Het auditteam beoordeelt dat het evalueren van de resultaten van het onderwijs aan de hand van toetsbare streefdoelen, voldoende is ontwikkeld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 35
Facet 5.2. Maatregelen tot Verbetering Criterium Het facet ‘Maatregelen tot Verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen De uitkomsten van opleidingsenquêtes worden op academieniveau globaal geanalyseerd, waarna de teamleiders deze uitkomsten verder uitwerken. Indien deze uitkomsten aanleiding geven het onderwijs bij te stellen, gebeurt dit. Ook toetsresultaten kunnen hiervoor aanleiding zijn. De opleiding geeft hiervan voorbeelden. Uitkomsten die betrekking hebben op het functioneren van docenten bespreken de teamleiders met de docenten tijdens de functioneringsgesprekken. De invloed van het werkveld is duidelijk zichtbaar via de beroepenveldcommissie. Gegevens van diverse evaluaties (zie hierna bij facet 5.3) hebben hun invloed op de inhoud en organisatie van het onderwijs. Uitkomsten van enquêtes worden aan de betrokken studenten en docenten teruggemeld. De academie onderkent dat dit in het verleden naar de studenten toe onvoldoende is gebeurd en is hieraan in het studiejaar 2007-’08 meer aandacht gaan geven. Het auditteam stelt vast dat de academie en de opleidingen gebruik maken van een scala aan evaluatiemiddelen en naar aanleiding van de gegevens die daaruit voortkomen, maatregelen neemt. Voorbeelden hiervan zijn de maatregelen om de kwaliteit van de instroom te verbeteren door de zogenoemde welkomsgesprekken. De opleiding investeert hierin met tijd en mankracht. Het auditteam heeft in de diverse gesprekken beluisterd dat de academie en de opleiding serieus ingaan op diverse opmerkingen en daar, binnen de mogelijkheden die bestaan, goed op reageert. Oordeel: goed Het auditteam is van oordeel dat de uitkomsten van periodieke evaluaties de basis zijn voor aantoonbare verbetermaatregelen. Het auditteam neemt verder waar dat alle signalen die het management ontvangt worden aangegrepen om, waar mogelijk, verbeteringen door te voeren. De opleiding (en de Academie) is hierin actief en creatief.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 36
Facet 5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld Criterium Het facet ‘Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen Medewerkers worden tweejaarlijks geënquêteerd bij het medewerkerstevredenheidsonderzoek (Kompas). Docenten zijn voorts betrokken bij de evaluaties van de onderwijsblokken en zijn betrokken bij de organisatie van de opleiding en academie via de opleidingscommissie en Academieraad. Studenten worden jaarlijks geënquêteerd, wat wordt gerapporteerd in de hiervoor genoemde Reflector. Studenten nemen daarnaast deel aan periodieke onderwijsevaluaties per blok. De opleiding heeft een Opleidingcommissie, waarin studenten en docenten zitting hebben. Daarnaast fungeert de Academieraad, waarin drie studenten en drie docenten zitting hebben. In de gesprekken geven de voltijd studenten aan dat zij bekend zijn met het bestaan van de Opleidingcommissie; deeltijd studenten zegt dit niets. Zij geven echter aan daar ook niet in te zijn geïnteresseerd, omdat zij hun handen vol hebben aan de studie zelf. Zij kunnen wel, zo zeggen zij, rechtstreeks bij hun docenten terecht met eventuele klachten. Alumni worden bevraagd via de HBO-Monitor. Jaarlijks organiseert de AFM een bijeenkomst met alumni, waarin ervaringen worden uitgewisseld. Er zijn incidentele contacten tussen alumni en docenten, wat informatie voor de laatstgenoemden oplevert. Op het moment van de audit vindt een onderzoek plaats onder vertegenwoordigers van het beroepenveld. Dit onderzoek zal tweejaarlijks worden uitgevoerd. Het beroepenveld van de opleiding AC is betrokken bij de inhoud van het onderwijs via de beroepenveldcommissies. Zie hiervoor ook facet 1.3. Bedrijfsmentoren en stagebegeleiders evalueren samen met docenten het verloop van stages en de aansluiting tussen binnenschools en buitenschools leren. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding haar medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld betrekt bij de interne kwaliteitszorg door hen regelmatig te bevragen over tal van facetten van het onderwijs en de organisatie van de opleiding. Oordeel: voldoende Het auditteam beoordeelt dat de medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld in voldoende mate betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 37
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ voor de voltijd en deeltijd opleiding Accountancy als voldoende op basis van het navolgende. Het evalueren van de resultaten van het onderwijs aan de hand van toetsbare streefdoelen is voldoende ontwikkeld. Uitkomsten van periodieke evaluaties zijn de basis voor aantoonbare, creatieve verbetermaatregelen en alle signalen die het management ontvangt worden aangegrepen om, waar mogelijk, verbeteringen door te voeren. Het auditteam beoordeelt dit als ‘goed’. Medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld zijn in voldoende mate betrokken bij de interne kwaliteitszorg.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 38
Onderwerp 6: Resultaten Dit onderwerp kent twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd Niveau Criterium Het facet ‘Gerealiseerd Niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen De voltijd opleiding wordt afgesloten met een afstudeerstage, waarover de student een scriptie moet schrijven, die hij verdedigt in een mondeling examen. De afstudeerstage behelst een zelfstandig uitgevoerd onderzoek naar een knelpunt in de organisatie bij een opdrachtgever, waardoor de student aantoont het hbo niveau te bereiken. De scriptie en verdediging in het mondelinge examen worden beoordeeld door de begeleidende docent (eerste examinator) en vanaf het studiejaar 2007 – ’08 ook door de bedrijfsmentor of, indien dit niet mogelijk is, een lid van de beroepenveldcommissie of een tweede docent. Tot het studiejaar 2007 –’08 was de bedrijfsmentor als adviseur aanwezig bij het mondelinge examen. De examinatoren stellen samen het eindcijfer vast, waarbij de eerste examinator de doorslaggevende stem heeft. Mocht de bedrijfsmentor niet bij het examen aanwezig kunnen zijn, dan wordt wel zijn oordeel gevraagd over de uitvoering van de afstudeeropdracht. De procedure van afstuderen is vastgelegd in de afstudeerwijzer. Deeltijdstudenten schrijven een afstudeerscriptie, waarin een probleemsituatie of onderzoeksvraag wordt behandeld, die is ontleend aan de eigen werksituatie. Deze scriptie wordt beoordeeld door een docent van de opleiding en een tweede beoordelaar die afkomstig is uit het werkveld. De criteria voor de beoordeling zijn vastgelegd in de Scriptiesyllabus voor de deeltijdopleidingen. Teneinde het gerealiseerde niveau te beoordelen hebben de externe auditoren van Hobéon Certificering een aantal afstudeerscripties gelezen. Hun oordeel daarover is dat deze over het algemeen zeker een voldoende niveau hebben. Het auditteam adviseert de opleiding wel om de beoordelende docenten gezamenlijk nog eens te laten kijken naar de cesuur tussen voldoende/onvoldoende. Het gerealiseerd niveau blijkt ook uit het jaarlijkse onderzoek onder alumni. Uit de HBO-Monitor 2006 blijkt dat op de vraag ‘Is de opleiding de basis om te starten op de arbeidsmarkt’ de alumni van de voltijd opleiding dit aspect beoordelen met een 3,6 en de alumni van de deeltijd opleiding met een 3,8 op een vijfpuntsschaal. Dit is in beide gevallen iets lager dan het landelijk gemiddelde (vt 4,0 en dt 3,9). Rendement Landelijke Overall Toets (OAT) Vanaf het studiejaar 2005-2006 wordt de accountancyopleiding afgesloten met de landelijke OAT. In onderstaande tabel staan de rendementen per zitting van de OAT in de studiejaren 2005-2006 en 2006-2007, uitgesplitst naar voltijd en deeltijd. Globaal kan gezegd worden dat van de studenten die deelnemen na herkansing het slagingspercentage bij voltijd ligt tussen de 45% en 50% en bij deeltijd tussen de 35% en 40%.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 39
Rendement landelijke OAT jan-06
mei-06
jan-07
mei/jun-07
23 7 30%
12 5 42%
29 11 38%
20 3 15%
10 0 0%
19 6 32%
17 6 35%
9 2 22%
VT Aantal Aantal gesl. Perc.gesl. DT Aantal Perc.gesl. Perc.gesl.
Om te voorkomen dat studenten zonder voldoende voorkennis meedoen aan de landelijke OAT is in de studiegids van het studiejaar 2007/2008 de volgende maatregel opgenomen: Studenten mogen eerst aan de landelijke OAT meedoen wanneer zij de onderdelen ‘’Administratieve Organisatie’’, ‘’Controlebeginselen’’ en ‘’Externe Verslaggeving’’ uit de vierde en laatste periode in het 3e studiejaar met voldoende resultaat hebben afgerond. Veel hbo afgestudeerde accountants kiezen voor de verdere RA studie in het NIVRA-Nyenrode traject of de leerroutes bij de Universiteit Brabant, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit.
Oordeel: voldoende Het auditteam heeft op basis van eigen waarneming kunnen vaststellen dat het gerealiseerde eindniveau in overeenstemming is met de nagestreefde kwalificaties en derhalve als voldoende kan worden beschouwd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 40
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘Onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen De Haagse Hogeschool vergelijkt de rendementen van de opleidingen met die van verwante opleidingen in Nederland en met name met opleidingen uit de andere grote steden, omdat deze een vergelijkbare studentenpopulatie hebben. Uit door de HBO-raad geproduceerd cijfermateriaal blijkt dat de HH bij het cohort-rendement na 8 jaar de zesde plaats inneemt in de lijst van elf voltijd opleidingen en de vierde plaats in de lijst van vijf deeltijd opleidingen AC. Afgeleid van de ambities van de hogeschool formuleert de opleiding formuleert als eigen ambities het volgende: Gemiddeld rendement propedeuse voltijd na twee jaar: 60% Gemiddeld rendement propedeuse deeltijd na twee jaar: 50% Gemiddeld rendement hoofdfase voltijd na 4 jaar: 25% Gemiddeld rendement hoofdfase deeltijd na 4 jaar: 30% Deze rendementen zijn lager dan hogeschoolbreed gangbaar zijn. De opleiding stelt, in overleg met het College van Bestuur, deze rendementen lager omdat de opleiding het volgende vaststelt: 1. de opleiding heeft veel last van het feit dat instromende studenten uit het voortgezet onderwijs niet meer over een aantal cruciale basisvaardigheden beschikken; 2. de opleidingen zijn aantrekkelijk voor eerste-generatie studenten. Deze groepering ervaart problemen omdat geen voorbeeld van een h(b)o studie in de thuissituatie bekend is. De rendementen die de opleiding realiseert zijn de volgende: AC voltijd Propedeuse na 2 jaar 61% Hoofdfase na 5 jaar 32% Hoofdfase na 6 jaar 40%
AC deeltijd 67% 27% 40%
De opleiding heeft geanalyseerd wat de oorzaken van het lage studiesucces zijn. Zij komt tot de slotsom dat de volgende oorzaken zijn aan te wijzen: Kennis georiënteerde opleidingen leidden tot kennisgerichte docenten, waardoor aanpassingen in het opleidingprogramma moeizaam werden gemaakt. Het instroomniveau van havisten is zichtbaar achteruit gegaan met als gevolg toenemende aansluitingsproblemen. Zo bestaat de instroom van 109 nieuwe studenten voor het studiejaar 2007 –’08 uit slechts 5 vwo’ers. Specifiek voor de opleiding Accountancy geldt dat deze een tweede externe toezichthouder kent. De eisen vanuit de CEA maken het eindexamen traditioneel zwaar. Studieloopbaanbegeleiding is nog relatief nieuw en de relatie tussen docent en student is vaak nog formeel en afstandelijk, waardoor kansen werden gemist om snel in te grijpen en bij te sturen. Vanaf de eerste dag wordt door accountantskantoren ‘getrokken’ aan de studenten. Dit leidt tot een overstap van de voltijd naar de deeltijd opleiding en verklaart voor een deel de uitval in de voltijd opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 41
De opleiding heeft op basis van deze cijfers de volgende maatregelen genomen: Zoals in § 3.3 is beschreven is het personeelbeleid erop gericht om de onderwijskundige flexibiliteit van docenten te vergroten. Hieraan wordt, met het inzetten van een aantal instrumenten, gewerkt. Instroomverbetering: een driejarig opleidingstraject voor vwo ‘ers, het project Talentontwikkeling, een gerichter mentoraat in de propedeuse en welkomsgesprekken. Het propedeuserendement in de voltijd opleiding verbetert daardoor thans naar verwachting. Doorstroomverbetering: sterker accent op de studiebegeleiding per september 2007 in plaats van de studieloopbaanbegeleiding, herziening van de curricula gericht op nog betere studeerbaarheid en vermijden van staartstudenten. Uitstroomverbetering: inzetten van begeleiding op de staart, waardoor deze de afgelopen jaren aanzienlijk is afgenomen. De groep AA en RA studenten die de opleiding zonder diploma dreigde te verlaten, kan bijvoorbeeld thans afstuderen bij BE. De lage rendementscijfers leiden tot een exploitatietekort voor de opleiding. Dit tekort wordt gedekt doordat het College van Bestuur de Academie de komende jaren in de meerjarenbegroting toereikende middelen verschaft om het onderwijs uit te voeren. Oordeel: voldoende Het auditteam heeft kennis genomen van het rendement van de opleiding en is met de opleiding van oordeel dat dit laag is in vergelijking tot wat doorgaans aan resultaten wordt behaald. Het auditteam heeft ook gezien wat de analyse is van de opleiding en welke maatregelen de opleiding op grond daarvan neemt. Het auditteam neemt er kennis van dat het College van Bestuur deze resultaten accepteert en voor de financiële consequenties die deze hebben, een meerjarige garantie geeft. Het auditteam beoordeelt deze maatregelen en garantie als voldoende.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Het auditteam beoordeelt het onderwerp ‘Resultaten’ voor de voltijd en deeltijd opleiding Accountancy als voldoende op basis van het navolgende. 1. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat het gerealiseerde eindniveau in overeenstemming is met de nagestreefde kwalificaties. 2. Het rendement is laag, doch de oorzaken daarvan zijn bekend en dit lage rendement wordt door het College van Bestuur acceptabel gevonden. Het College van Bestuur dekt de financiële consequenties die de rendementen met zich meebrengen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 42
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema hbo bachelor opleiding Accountancy voltijd Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke Eisen
V V
1.2. Niveau Bachelor
V
1.3. Oriëntatie HBO
G
2. Programma 2.1. Eisen HBO
V V
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
V
2.3. Samenhang Programma
V
2.4. Studielast
V
2.5. Instroom
G
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
V
2.8. Beoordeling en Toetsing
V V4
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO
G
3.2. Kwantiteit Personeel
V
3.3. Kwaliteit Personeel
G
4. Voorzieningen
V
4.1. Materiële Voorzieningen
V
4.2. Studiebegeleiding
V
5. Interne Kwaliteitszorg
V
5.1. Evaluatie Resultaten
V
5.2. Maatregelen tot Verbetering
G
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
V
6. Resultaten
V
6.1. Gerealiseerd Niveau
V
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
4
V
Extra aantekening ‘goed’.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 43
3.2.
Oordeelschema hbo bachelor opleiding Accountancy deeltijd Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding
V
1.1. Domeinspecifieke Eisen
V
1.2. Niveau Bachelor
V
1.3. Oriëntatie HBO
G
2. Programma
V
2.1. Eisen HBO
V
2.2. Relatie tussen Doelstellingen en Inhoud Programma
V
2.3. Samenhang Programma
V
2.4. Studielast
V
2.5. Instroom
G
2.6. Duur
V
2.7. Afstemming tussen Vormgeving en Inhoud
V
2.8. Beoordeling en Toetsing
V V5
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO
G
3.2. Kwantiteit Personeel
V
3.3. Kwaliteit Personeel
G
4. Voorzieningen
V
4.1. Materiële Voorzieningen
V
4.2. Studiebegeleiding
V
5. Interne Kwaliteitszorg
V
5.1. Evaluatie Resultaten
V
5.2. Maatregelen tot Verbetering
G
5.3. Betrekken van Medewerkers, Studenten, Alumni en Beroepenveld
V
6. Resultaten
V
6.1. Gerealiseerd Niveau
V
6.2. Onderwijsrendement
V
Samenvattend oordeel
5
V
Extra aantekening ‘goed’.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 44
3.3.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Haagse Hogeschool, in casu de Academie voor Accounting & Financial Management verzorgde voltijd en deeltijd hbo bachelor opleiding Accountancy in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Conform de “Beslisregels Accreditatie”, zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel twee van de drie facetten van het onderwerp “Inzet van Personeel” als goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.6.2. onder D en E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam deze kwalificatie als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 45
BIJLAGE I:
Curricula vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring auditoren
W.L.M. Blomen Wienke Blomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 was hij werkzaam in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plaatsvervangend secretaris-directeur. Sinds 1992 is hij senioradviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. P. de Wolff RA Peter de Wolff heeft de SPD I en II en de NIVRA opleiding tot registeraccountant gevolgd. Hij is vanaf 1964 werkzaam als accountant bij verschillende accountantskantoren waaronder gedurende 20 jaar bij PriceWaterhouseCoopers. Van 1982 tot 1990 is hij als docent, examinator en voorzitter van de examencommissie elementaire accountantscontrole verbonden geweest aan het NIVRA examenbureau; vanaf 1992 is hij docent, examinator en lid van de examencommissie van de postdoctorale opleiding accountancy van de Universiteit van Amsterdam. Als nevenfuncties was hij ondermeer penningmeester van de Vereniging Milieudefensie, stichting War Child en de stichting Mekong Eye Doctors. Drs. J.G.D Heij AA Jack Heij studeerde doctoraal bedrijfseconomie en volgde de opleidingen tot registeraccountant en accountant administratieconsulent. Zijn ervaring ligt in diverse functies in productiebedrijven en het bankwezen. Hij is als zelfstandig gevestigd openbaar accountant verbonden aan Accountantskantoor MCB. Hij is lid geweest van het voormalige examenbureau AA en gedeputeerde bij de Hogeschool Markus Verbeek. Thans is hij voorzitter van de Raad voor de praktijkopleiding AA en extern beoordelaar van de praktijkopleiding AA nieuwe stijl. Dr. D.H. van Offeren Dick van Offeren studeerde economie aan de UvA en promoveerde in 2002 (Universiteit Leiden). Vanaf 1979 was hij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam als universitair docent en vanaf 2004 als universitair hoofddocent aan de Universiteit Leiden, Centrum voor Bedrijfswetenschappen (CBW). Hij doceert bedrijfseconomische vakken, was coördinator van het minor programma Bedrijfseconomie en is docent en docent-mentor van docenten CBW en docent en docent-mentor NIVRA/Nyenrode. J. Schueler Jochim Schueler is vierdejaars student Accountancy en docentassistent aan de Hogeschool Utrecht. Hij is tevens lid van de facultaire medezeggenschapsraad en voorzitter van de gemeenschappelijke opleidingscommissie van het Institute for Business Economics van die hogeschool. Zijn stage heeft hij doorgebracht bij KPMG Accountants. Hij trad meermalen op als student-auditor in visitatiepanels voor de accreditatie van economische bachelor opleidingen. R.G. Peters Rob Peters studeerde personeelswerk in Den Haag. Na zijn opleiding vervulde hij verschillende personeelsfuncties en was hij cao-onderhandelaar in de gezondheidszorg. Hij is in de periode 1990-2000 werkzaam geweest bij de HBO-Raad en de Hobéon Groep, waar hij heeft gewerkt als projectleider en adviseur in nationale en internationale projecten op het terrein van hoger onderwijs, management en strategische beleidsvorming. Aansluitend heeft hij zes jaar de functie van hoofd afdeling PO&I, loco secretaris en plaatsvervangend griffier vervuld bij een gemeente in de Randstad. Thans is hij als associé verbonden aan de Hobéon Groep en betrokken bij het uitvoeren van audits in het hoger onderwijs.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 46
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 47
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 48
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 49
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 50
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 51
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 52
BIJLAGE II: Programma Visitatie 10 oktober 2007 Programma Audit opleidingen Accountancy (AC) en Bedrijfseconomie (BE) Haagse Hogeschool, 10 oktober 2007: Accountancy en generieke onderwerpen. Lokaal
Tijd
Gesprekspartners
SL1.29
08.45-
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam*
Inloop en voorbespreking
Auditteam AC
Kennismaking
W.L.M. Blomen
Definitieve vaststelling programma
09.15 SL1.29
09.1509.30
Managementteam Ronald van Wijk, directeur Eveline Kapteijn, teamleider Bedrijfseconomie voltijd Jenneke van Rheenen, teamleider Accountancy voltijd Josien Wondergem, teamleider deeltijdopleidingen Ingrid Soyak, secretaris
SL1.29
09.30-
Managementteam
10.30
Ronald van Wijk, directeur
P. de Wolff RA Drs. J.G.D. Heij AA Dr. D.H. van Offeren J. Schueler R.G. Peters Auditteam
Eveline Kapteijn, teamleider Bedrijfseconomie voltijd
Jenneke van Rheenen, teamleider Accountancy voltijd
Josien Wondergem, teamleider deeltijdopleidingen Ingrid Soyak, secretaris
SL1.29
10.3011.30
Coördinatoren AC en BE
Auditteam
Aladin Akyürek, afstuderen accountancy voltijd,
projectleider talentontwikkeling Ton de Keyser, lid opleidingscoördinatieteam Bedrijfseconomie voltijd
Kees van der Ree, coördinator Economie Compact Hanneke van Rhijn, propedeuse voltijd (incl.
mentoraat), lid opleidingscoördinatieteam
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Relaties met beroepenveld AC en BE Internationalisering AC en BE Lectoraat/kenniskring en innovatie Personeel, personeelbeleid Deskundigheidsbevordering Resultaten Rendementen: actuele stand en analyse van AC , BE voltijd en deeltijd en Ec Compact Kwaliteitszorg Relatie beroepenveld Relatie opleidingen AC en BE onderling Instroom, EVC, vrijstellingen Studeerbaarheid, studielast Praktijkcomponent/stages/afstu deren Onderwijsontwikkeling en actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Internationalisering
Accountancy voltijd Esterella de Roo, projectleider studiesucces Wim Vreeburg, stage Accountancy & Bedrijfseconomie, afstuderen Bedrijfseconomie voltijd 11.30–
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
11.45 SL1.29
11.45 – Examencommissie AC en BE 12.30
Franca van der Geer, lid
Auditteam
Fred Ortmans, secretaris Hans van der Zwan, voorzitter
Instroom Studeerbaarheid, studielast Toetsen en beoordelen: validiteit/ objectiviteit, OAT voor opleiding AC Kwaliteitsborging van de praktijkcomponent Resultaten / rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 53
Lokaal
Tijd
Gesprekspartners
12.30 – Lunch
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
13.00 13.00 – Rondleiding voorzieningen AC 13.30 SL1.29
(Deel) auditteam
Verificatie bibliotheek/mediatheek en
Ronald van Wijk, directeur
13.30 - Docenten AC voltijd en deeltijd
Blomen
14.30
Aladin Akyürek, voltijd, information systems, EDP
Van Offeren
auditing
Peters
opleidingsspecifieke voorzieningen Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Personeelbeleid; eigen deskundigheidsbevordering Studiebegeleiding
Pim van der Heul, deeltijd, actuele ontwikkelingen & ethiek, bedrijfsadministratie & bedrijfseconomie, administratieve organisatie, EDP-auditing Wim Hoffmann, voltijd, bedrijfsadministratie, externe verslaggeving, controleleer, landelijke overall toets Ida Landeweer, voltijd, recht (inleiding, sociaal recht, vermogensrecht, ondernemingsrecht) Ferdie Mooijman, voltijd, administratieve organisatie, controleleer, landelijke overall toets Thieu Mooren, deeltijd, externe verslaggeving, management control, landelijke overall toets Esterella de Roo, voltijd, communicatieve beroepsvaardigheden Dennis Tebbenhof, deeltijd, administratieve organisatie, landelijke overall toets Hans van der Zwan, voltijd, kwantitatieve vakken, cost accounting SL1.53
13.30 – Studenten AC voltijd en deeltijd
De Wolff
14.30
Mohamed el Annouri, eerste studiejaar, voltijd
Schueler
Marcel Teunisse, tweede studiejaar, voltijd
Peters
Sebastiaan Timmers, derde studiejaar, voltijd Mohammed el Yoüssfi, derde studiejaar, voltijd
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering en vastlegging Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling Academie
Lianne van Klompenburg, derde studiejaar, deeltijd Ayşe Demir, vierde studiejaar, voltijd Prya Dihalu, vierde studiejaar, voltijd Damaris Kramer, vierde studiejaar, deeltijd Linda Muller, vierde studiejaar, deeltijd Chantal Rappard, net afgestudeerd, voltijd SL1.29
14.30-
Kwaliteitszorg AC en BE
Blomen
15.15
Ronald van Wijk, directeur
De Heij
Ingrid Soyak, secretaris
SL1.29
SL1.29
14.30 –
Deel auditteam
Verificatie documenten en bepalen
15.30
pending issues’ / verdieping en/of
15.30 – Nader te bepalen gesprekspartners
additionele onderwerpen Pending issues
16.00
(Deel) auditteam
(iedereen beschikbaar)
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 54
SL1.29
16.00 –
Auditteam
16.45 SL1.29
16.45
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Alle gesprekspartners & genodigden
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Accountancy, Haagse Hogeschool 55