Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Voltijd, Duaal en Deeltijd Chemie en Voltijd en Duaal Chemische Technologie Hogeschool van Utrecht Institute of Life Science and Chemistry Organisatie-eenheid Chemistry
Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Voltijd, Duaal en Deeltijd Chemie en Voltijd en Duaal Chemische Technologie Hogeschool van Utrecht Institute of Life Science and Chemistry Organisatie-eenheid Chemistry
Hobéon Certificering BV 2 maart 2005 Auditteam: drs. W.G. van Raaijen dr. H.P.J. te Riele dr. N.T.M. Klooster T.P.M.M. Timmerman J. Verhaar Ing. M. in ‘t Veld
INHOUDSOPGAVE
1. 1.1. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3. 1.2.4. 1.2.5.
INLEIDING Bereik van de beoordeling Beoordelingsprocedure en werkwijze Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstelling opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen doelstelling en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Onderwerp 3: Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit van het personeel Facet 3.3. Kwaliteit van het personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
6 6 6 9 10 13 13 16 18 20 21 23 24 26 29 29 31 32 35 35 37 40 40 42 43 45 45 47
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema Chemie Voltijd Oordeelschema Chemie Deeltijd Oordeelschema Chemie Duaal Oordeelschema Chemische Technologie Voltijd Oordeelschema Chemische Technologie Duaal Overall oordeel / advies aan NVAO
50 50 51 52 53 54 55
BIJLAGE 1: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring externe auditoren BIJLAGE 2: Programma visitatie 6 en 7 oktober 2004
1 1 1 1 4 5 5 5
1.
INLEIDING
1.1.
Bereik van de beoordeling
De audit heeft plaatsgevonden op 6 en 7 oktober 2004. Tijdens deze audit is de afdeling ILC (Institute of Life Sciences and Chemistry) beoordeeld. Binnen deze afdeling bestaan er twee organisatie-eenheden, Life Sciences en Chemistry. Er bestaan binnen deze eenheden drie opleidingen. Onder de eenheid Life Sciences de opleiding Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek. Deze opleiding wordt ook wel Life Sciences genoemd. De beoordeling van deze opleiding is in de rapportage “Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek” omschreven. Binnen de eenheid Chemistry bestaan er twee opleidingen, te weten: de opleiding Chemie (CROHO nummer 34396) en de opleiding Chemische Technologie (CROHO nummer 34275). De beoordelingen van beide opleidingen is in deze rapportage verwoord. De opleiding Chemie heeft een deeltijdvariant, een duale variant en een voltijdvariant. De duale variant richt zich met name op de analytische chemie en is in planvorming uitgewerkt. Studenten volgen eerst drie semesters een voltijd curriculum en werken/ leren de overige vijf semesters bij bedrijven/ instellingen. De opleiding Chemische Technologie heeft duale-variant en een voltijdvariant. De duale variant is opgezet in samenwerking met het bedrijf Corus. Deze opleiding wordt op het terrein van Corus onderwezen.
1.2.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
1.2.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de betreffende opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van de betreffende opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Om de beoordeling voor alle partijen inzichtelijker te maken heeft Hobéon Certificering bovengenoemd Accreditatiekader nader uitgewerkt in een checklist (“Checklist Accreditatie HBO Bachelor”) waarin per facet het betreffende NVAO criterium nader is gespecificeerd in zogeheten ‘deelvragen’. Voorafgaand aan het feitelijk accreditatieonderzoek heeft Hobéon Certificering de Hogeschool van Utrecht en de betreffende opleidingen Chemie en Chemische Technologie op de hoogte gesteld dat deze checklist bij de beoordeling van de bachelor opleidingen gehanteerd zou worden. De opleidingen Chemie en Chemische Technologie hebben zich voor wat betreft hun beroepsprofiel, opleidingscompetenties en onderwijskundige doelstellingen gebaseerd op tenminste het landelijk beroepsprofiel en de daaraan gerelateerde opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld (zie facet 1.1.: “Domeinspecifieke eisen”). Het auditteam heeft het opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vervolgens vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en ook passend is voor de opleiding. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 1
De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het betreft hier een analyse en beoordeling van de door de opleiding Chemie en de opleiding Chemische Technologie geleverde schriftelijke informatie: Integraal kwaliteitszorgsysteem HvU; Integraal kwaliteitszorgsysteem FNT; Managementdocument ILC 2001 – 2004; Interne audit rapport; Onderwijs ILC 2004; Kwaliteitszorg ILC; Module enquête ILC 2004; Beroepenveld enquête 2004; CvT enquête 2004; HvU studenten tevredenheidonderzoek 2004; HBO monitor 2003; Keuzegids 2004; Businessplan pp 2001; Beroepsprofiel Chemie; Beroepsprofiel Chemische Technologie; Studiegids ILC 2003 – 2004; OER van propedeuse en opleidingen; Project competenties 2004; Module enquêtes deeltijd; Werken in teams, start presentatie; Buitenlandse betrekkingen; Kwaliteit als prioriteit – FNT; Aanpassing werken in teams; Commit Arbo Rapport; Cognos-Power-play analyse software; Synaxion management info software systeem; HBO rendementsgegevens; Miracle/ studiepunten rendementen HvU; ILC rendementsanalyses uit OSIRIS; Kaderbrief HvU/ FNT 2004; Afdelingsbegroting 2004; URL; HvU missie, kentallen, huisvesting etc… Voorbeeld bokboek, module beschrijving; Voorbeeld blokboek, project omschrijving; Stage eisen Life Sciences; Beroepenveld cie, College van Toezicht; Voorbeeld notulen onderwijs commissie; Exit enquêtes; en Werkbelevingsonderzoek FNT 2003. Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingen Chemie en Chemische Technologie. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 2
Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten één externe onafhankelijke deskundige op het gebied van Chemie en Chemische Technologie, één student, één lead auditor vanuit Hobéon Certificering en één secretaris eveneens vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en materiële voorzieningen betreft- door eigen waarneming. De additionele documentatie behelsde ondermeer: Toetsings- en beoordelingsbeleid FNT; Werkgroep Onderwijs; Handleiding stage en afstuderen; FNT-regeling samenstelling en werkwijzen examencommissies 2004 en 2005; Toetsboeken FNT; Meerjarenpersoneelsplan ILC; Meerjarenpersoneelsplan FNT; Concepttekst vernieuwing van de opleiding Chemische Technologie; Artikel ‘deskundigheidsbevordering’ uit het personeelsblad ILC; Update integraal kwaliteitszorgsysteem; Update FNT regeling BVC en CvT; www.ilc.fnt.hvu.nl/studegids, pag. 46; Internationalisering ILC; en Innovatiefondsproject CGO-ILC. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische en materiële voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs” vermelde facetten beoordeeld op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop die oordelen zijn gebaseerd.
1
Visitatie heeft op 6 en 7 oktober plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 3
1.2.2.
Beslisregels
Met als uitgangspunt de “Beslisregels Accreditatie” zoals vastgelegd in het NVAO Accreditatiekader heeft Hobéon Certificering de volgende beslisregels toegepast. A. De scores op de per onderwerp gerubriceerde facetten leiden tot een score op het betreffende onderwerp en wel volgens de regels onder C. B.
Binnen de beoordeling van een facet is er ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: • Uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie; (beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven dan omgekeerd); • Primaire processen wegen zwaarder dan secundaire;
C.
Van facetten naar onderwerp. Hier geldt het volgende: • een onderwerp kan volgens de NVAO “Beslisregels Accreditatie” slechts ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ scoren; • een onderwerp krijgt de score ‘voldoende’ indien alle facetten tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits er een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’; • een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord en er geen acceptabel verbeterplan voor dit facet beschikbaar is; • een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien meer dan één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
D. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, dan wordt dat met inachtneming van de regels onder E, als ‘extra aantekening’ vermeld. E.
Met betrekking tot de extra aantekening geldt het volgende: • een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’ indien alle facetten ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord; • een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’ als alle facetten ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord.een onderwerp krijgt geen extra aantekening indien één van de facetten ‘onvoldoende’ heeft gescoord;
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 4
1.2.3.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld. Voorzitter: Drs. W.G. van Raaijen; Leden: Dr. H.P.J. te Riele; werkvelddeskundige Dr. N.T.M. Klooster, werkvelddeskundige Dhr. T.P.M.M. Timmerman; Onderwijsdeskundige Dhr. J. Verhaar; student auditor
Secretaris: Ing. M. in ‘t Veld
Senior adviseur bij Hobéon Certificering;
Devision head Molecular Biology op het Nederlands Kanker Instituut; Manager Analytical Services Devision bij Intertek Caleb Brett; Adviseur Hobéon Certificering; Student Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam;
Kwaliteitscoördinator en adviseur Hobéon Certificering;
Voor de curricula vitae zie Bijlage 1.
1.2.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers vanuit de verschillende geledingen van de opleiding: management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. (Zie voor een volledig overzicht van de deelnemers van de visitatie: bijlage 2).
1.2.5.
Programma visitatie
Zie bijlage 2.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 5
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstelling opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie hbo.
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Criteria Het facet ‘domeinspecifieke eisen’ van het onderwerp ‘doelstelling opleiding’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met het management van de opleiding en docenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: Management Review; Audit-rapportage opleiding Chemie, d.d. 13 oktober 2003; Audit-rapportage opleiding Chemische Technologie, d.d. 13 oktober 2003; Beroepsprofiel HBO ingenieur Chemie; en Beroepsprofiel HBO ingenieur Chemische Technologie. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. Er is een beroepenveldcommissie geformeerd die op de gebieden van beide opleidingen feedback zou moeten geven, onder andere in de vorm van een goedkeuring van de opleidingsdoelstellingen. Er is geconstateerd dat deze beroepenveldcommissie in het verleden niet goed functioneerde. Zo zijn er geen notulen getoond waarin de bevestiging gevonden had kunnen worden dat de commissie op voldoende regelmatige basis de relevante onderwerpen besproken zou hebben. Er is geconstateerd dat er voldoende helder is geformuleerd (in het document “update FNT-regeling BVC en CvT”) hoe de commissie zou moeten functioneren. In de praktijk bleek dit echter onvoldoende uitwerking te krijgen. Ter verbetering hiervan heeft de afdeling aantal maatregelen verzameld in een plan. Deze maatregelen houden in dat de beroepenveldcommissie wordt gesplitst in twee commissies, voor beide opleidingen één gespecialiseerde commissie. Er wordt een nieuwe personele invulling van deze commissies samengesteld. Concreet staan er nog vier vacatures open. Voor de commissie van de Chemie-opleiding: een expert op het gebied van R&D kunststoffenindustrie en een expert op het gebied van R&D farmaceutische industrie. Voor de opleiding Chemische Technologie wordt de volgende invulling gezocht: een procestechnoloog kunststoffenindustrie en een procestechnoloog farmaceutische industrie. Met de invulling van deze vacatures vormen de commissies een relevante vertegenwoordiging van de werkterreinen waar de opleiding zich op richt. Deze vacatures moeten in mei 2005 zijn ingevuld. In mei vinden de eerste vergaderingen van deze commissies plaats. De commissies zullen twee keer per jaar bijeen komen. De tweede bijeenkomst zal in november plaatsvinden. In deze vergadering staat de goedkeuring van de opleidingsdoelstellingen op de planning. Chemie De eindkwalificaties zijn opgesteld in de vorm van competenties. Deze competenties zijn afgeleid van het beroepsprofiel voor de beroepspraktijk. Het Beroepsprofiel is opgesteld in landelijk verband in opdracht van het COLP (Clusteroverleg Laboratorium en Procestechnologie) in het kader van het project “Competent
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 6
HTNO”. Het beroepsprofiel is opgesteld door vertegenwoordigers van de Hogeschool Arnhem & Nijmegen, van de Hanzehogeschool Groningen en van de Noordelijke hogeschool Leeuwarden. Het beroepsprofiel is gevalideerd in het “Landelijk Overleg Onderwijs-Arbeid”. Het beroepsprofiel fungeert als een kwalificatiestructuur; het is een stelsel van kwalificaties dat de beoordeling van de te verwerven beheersing op een bepaald gebied beschrijft. In het geval van competentiegericht onderwijs bestaat het beroepsprofiel uit: 1. De benoeming van competenties in een context; 2. De selectie van de bijbehorende rollen; en 3. De vaststelling van de criteria of indicatoren waaruit blijkt of van succesvol functioneren sprake is. Er worden drie contexten onderscheiden: het bedrijfsleven, de (semi)overheid en servicelaboratoria. Elke context wordt weer onderverdeeld in drie dezelfde beroepsdomeinen: R&D (Research and Development), CSD (Commercie, Service en Dienstverlening) en T&P (Toepassing en Productie). De Chemie richt zich voornamelijk op de volgende sectoren/contexten: Bedrijfsleven: chemische en farmaceutische industrie (o.a. DSM, GEP, SHELL, AKZO etc.), ingenieursen adviesbureaus op het gebied van kwaliteitszorg etc. Overheidsinstellingen of (semi-)overheidsinstellingen. Universiteiten en onderzoeksinstellingen als RIVM, TNO, Keuringsdiensten van Waren, Alterra, ATO-DLO etc. Servicelaboratoria: milieulaboratoria, laboratoria t.b.v. kwaliteitscontrole en productie op organisch, biochemische en analytisch gebied, etc. Binnen elk domein kan een deelverzameling van functies uitgeoefend worden. Deze deelverzamelingen bevinden zich in het werkveld van de HBO ingenieur Chemie. Chemische Technologie DE OPLEIDING HBO CHEMISCHE TECHNOLOGIE IS GERICHT OP HET OPLEIDEN VAN HBO INGENIEURS VOOR HET PROCESTECHNOLOGISCHE EN MATERIAALTECHNOLOGISCHE SEGMENT IN DE CHEMISCHE ARBEIDSMARKT. HET BEROEPSPROFIEL SCHETST EEN BEELD VAN DE BEKWAAMHEDEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET FUNCTIONEREN IN HET WERKVELD EN IS DAN OOK RICHTINGGEVEND VOOR HET PROGRAMMA DAT AAN STUDENTEN WORDT AANGEBODEN. Het beroepsprofiel is beschreven in competenties. Het gaat bij competenties om geïntegreerd gedrag waarover een persoon beschikt (cognitieve en praktische vaardigheden en persoonlijke eigenschappen zijn geïntegreerd), beschreven vanuit de optiek van het steeds veranderende werkveld. Het beroepsprofiel fungeert als een kwalificatiestructuur; het is een stelsel van kwalificaties dat de te verwerven beheersing op een bepaald gebied beschrijft. Het document “Beroepsprofiel HBO-ingenieur Chemische Technologie” is opgesteld door de werkgroep “beroepsprofiel CT” van het Landelijk Overleg Chemische Technologie (LOCT) in het kader van het project “competent HTNO”, en afgestemd met de overige COLP-opleidingen. Het beroepsprofiel is besproken in een vergadering van het LOCT en gevalideerd in het overleg “Onderwijs-arbeid”. Binnen de opleiding zijn twee zwaartepunten te onderscheiden: de Procestechnologie en de Product- en materiaaltechnologie. Aangezien een Chemisch Technoloog voor beide zwaartepunten over dezelfde competenties dient te beschikken en in de praktijk kan overstappen van het ene zwaartepunt naar het andere zonder noemenswaardige problemen, is hier geen sprake van twee verschillende contexten. Binnen de zwaartepunten kunnen drie beroepsdomeinen worden aangegeven: Research & Development (R&D), Engineering & Fabricage (E&F) en Commercie, Service en Dienstverlening (CSD).
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 7
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling op dit facet. Zij motiveert dit met de volgende constateringen: • In basis is de functie en organisatie van de BVC voldoende geformaliseerd. Er zijn adequate maatregelen opgesteld om de BVC ook in de praktijk goed te laten functioneren. • De eindkwalificaties zijn afgeleid van de beroepsprofielen voor de beroepspraktijk, die in landelijk verband zijn opgesteld.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 8
Facet 1.2. Niveau bachelor Criteria Het facet ‘niveau bachelor’ van het onderwerp ‘doelstelling opleiding’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met het management van de opleiding en docenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: Management Review over 2004, van de afdeling; Competentieprofiel HBO ingenieur Chemie;
Concept competentieprofiel HBO ingenieur CT.
Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. Naast het beroepsprofiel is door de opleidingen bij het opstellen van het competentieprofiel gebruik gemaakt van de kernkwalificaties waar elke afgestudeerd HBO’er volgens de HBO-raad in haar eindrapport (september 2001) aan moet voldoen. Middels een referentietabel is inzichtelijk gemaakt welke competenties betrekking hebben op welke kernkwalificaties. Deze kernkwalificaties komen qua niveau overeen met het bachelorniveau zoals dat in de Dublindescriptoren is omschreven. De Dublin-descriptoren zijn internationaal geaccepteerd als maatstaf voor het niveau van een bacheloropleiding.
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: De kernkwalificaties komen qua niveau overeen met het bachelorniveau zoals dat in de Dublindescriptoren is omschreven.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 9
Facet 1.3. Oriëntatie hbo Criteria Het facet ‘oriëntatie hbo’ van het onderwerp ‘doelstellingen opleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in het relevante beroepenveld waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met het management van de opleiding en docenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: Management Review over 2004, van de afdeling; Competentieprofiel HBO ingenieur Chemische Technologie; en Competentieprofiel HBO ingenieur Chemie. Voor zover niet anders of nader is omschreven, geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De beroepsprofielen zijn gebruikt als basis voor de opleidingsprofielen zo blijkt uit de documenten “Competentieprofiel HBO ingenieur Chemische Technologie” en “competentieprofiel HBO ingenieur Chemie”. De validatie van deze competentieprofielen zal plaatsvinden in de Beroepenveldcommissie vergaderingen van november 2005. (zie facet 1.1.) De competenties kunnen volgens de documenten “Beroepsprofiel HBO-ingenieur Chemie”, en “Beroepsprofiel HBO–ingenieur Chemische Technologie” op een verschillend niveau worden beheerst, te weten: Niveau 1
Effectief gedrag vertonen als de omgeving daar aanleiding toe geeft. Trefwoorden: Uitvoeren, in opdracht van. Niveau 2 Effectief gedrag vertonen op basis van eigen initiatief. Trefwoorden: oplossen, analyseren. Niveau 3 EFFECTIEF GEDRAG VAN ANDEREN IN DE DIRECTE WERKOMGEVING VERSTERKEN, IN HET BIJZONDER DOOR VOORBEELDGEDRAG. TREFWOORDEN: INTEGREREN, ONTWIKKELEN, TRANSFER VAN KENNIS EN VAARDIGHEDEN. Niveau 4 EFFECTIEF GEDRAG VAN ANDEREN BINNEN DE ORGANISATIE INSPIREREN EN DAARMEE BINNEN DE (HET) ORGANISATIE (ONDERDEEL) HET NIVEAU VAN DE COMPETENTIES VERHOGEN. TREFWOORDEN: KENNIS GENEREREN. Bij de duale varianten is het verschil in niveaus bij de competenties toegespitst op pro-activiteit en zelfstandigheid. Bij het opstellen van de opleidingsprofielen is er rekening gehouden met het verschil van niveau tussen een pas afgestudeerde en een Chemie-ingenieur die al meerdere jaren werkervaring heeft. Concreet betekent dit dat enkel de competenties “onderzoeken” en “experimenteren” op een lager niveau gerealiseerd dienen te worden tijdens de studie als vereist is om succesvol te functioneren in de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 10
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling op dit facet. Zij motiveert dit met de volgende constateringen: • Bij het opstellen van de opleidingsprofielen is er rekening gehouden met het verschil van niveau tussen een pas afgestudeerde en iemand die al meerdere jaren werkervaring heeft. • In november zullen de eindkwalificaties zoals die door de opleidingen zijn opgesteld door de beroepenveldcommissie worden gevalideerd. • De eindkwalificaties worden (zie facet 6.1.) als actueel beoordeeld door de Commissie van Toezicht.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 11
SAMENVATTEND OORDEEL VAN DIT ONDERWERP Het auditteam komt tot een voldoende als oordeel op dit onderwerp. Zij motiveert dit met de volgende constateringen: • De eindkwalificaties zijn afgeleid van de beroepsprofielen voor de beroepspraktijk, die in landelijk verband zijn opgesteld. • De kernkwalificaties komen qua niveau overeen met het bachelorniveau zoals dat in de Dublindescriptoren is omschreven. • Bij het opstellen van de opleidingsprofielen is er rekening gehouden met het verschil van niveau tussen een pas afgestudeerde en iemand die al meerdere jaren werkervaring heeft.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 12
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen hbo Criteria Het facet ‘eisen HBO’ van het onderwerp ‘programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: • Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? • Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? • Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen Om tot een helder beeld te komen in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het door de NVAO opgestelde “accreditatiekader” is er gesproken met de op 1 maart 2004 aangetreden nieuwe directeur, het AMT van het Institute of Life Sciences & Chemistry en het MT van de opleidingen Life Science en de opleidingen Chemistry. In aanvulling hierop en ter verificatie hiervan zijn de volgende documenten ingezien: • De Management Review d.d. 1 juni 2004; • Het managementdocument Institute of Life Sciences & Chemistry 2001-2004; • Studiegids ILC 2003-2004; • Landelijke beroepsprofielen BML, en Ingenieur Chemie en Chemische Technologie; • Literatuurverwijzingen in readers; • FNT-regeling BVC en CvT; • Stage eisen C en CT; • Onderwijs ILC-2004 document 1.04; • Personeelsplan september 2004; en • Document “Kwaliteit als Prioriteit deel 3”: kennisgebieden ten opzichte van personele formatie. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De visie van de afdeling is omschreven in het managementdocument Institute of Life Sciences & Chemistry. De aansluiting op de beroepspraktijk komt volgens de opleidingen C en CT als volgt tot uiting: • De opleidingen BML, C en CT gaan uit van de landelijk vastgestelde eindkwalificaties in 2002. • Op grond van een in 2002 intern uitgevoerde analyse is het onderwijsaanbod aangepast en is er een portfolio ontstaan op basis van beroepsdomeinen en competenties waarmee het programma aantoonbare verbanden heeft met actuele ontwikkelingen in het vakgebied. Bij alle opleidingen binnen ILC wordt Research & Development als beroepsdomein aangewezen en voor Chemie kan er eveneens gekozen worden voor labmanagement en bij Chemische Technologie voor Chemical Enginering. Voor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (B&M) is het tweede beroepsdomein Medische Laboratoriumdiagnostiek. Voor de verschillende beroepsdomeinen zijn competenties en competentieniveaus aangegeven. (zie hiervoor facet 1.1) • Het onderwijs is gericht op het oplossen van vraagstukken uit de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 13
• •
• •
•
•
•
•
De werkvelddeskundigen geven aan dat de readers en de literatuurverwijzingen daarbij zeer up to date zijn Nieuwe ontwikkelingen worden intern besproken op het niveau van de teams. Input voor die besprekingen zijn de contacten met het stageveld en op grond van werkervaring en literatuurstudie gesignaleerde vakinhoudelijke ontwikkelingen. De BVC’s spelen op dit moment hier nog geen structurele rol in. Op grond van een verbeterplan BVC zal dat ook bij de opleidingen Chemistry in de loop van dit studiejaar leiden tot een extra inputkanaal. Tenslotte komen docenten middels scholingsbijeenkomsten eveneens in aanraking met de nieuwe ontwikkelingen. Docenten kunnen scholingsverzoeken indienen en op persoonlijke titel deelnemen aan landelijke bijeenkomsten. Didactische scholing van de docenten krijgt op ILC-niveau met name aandacht middels collectieve scholingstrajecten waarbij jaarlijks een thema centraal staat. In 2003 tutortraining, in 2004 studieloopbaanbegeleiding en in 2005 wordt dat competentiegericht onderwijs. De gewenste telkens terugkerende “vernieuwingsslag” van het onderwijsprogramma op basis van de actualiteit heeft met ingang van september 2004 meer vorm gekregen door op een gestructureerde wijze invulling te geven aan scholingsuren. Uitgangspunten hierbij zijn de 10% uren binnen de aanstelling die gereserveerd zijn voor deskundigheidsbevordering, de bespreking van het individuele scholingsplan bij het functioneringsgesprek en de instituutsbrede jaarlijkse thema’s. De stageadressen worden ook geselecteerd op basis van de nieuwe ontwikkelingen die er zich daar voordoen. Het mes snijdt aan twee kanten: de studenten worden er mee geconfronteerd en middels de contacten die lopen via de stagedocenten worden die ontwikkelingen ook als input gebruikt voor interne besprekingen die leiden tot actualisering van het onderwijsprogramma. De contacten die Life Sciences heeft met de Beroepenveldcommissie (BVC) zullen bij de doorstart van de BVC’s van de opleidingen Chemie en Chemische Technologie een voorbeeld zijn. Conform de bij Life Science gehanteerde werkwijze zal twee keer per jaar de kwaliteit van het curriculum gespiegeld worden aan de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en het beroepsdomein. Wijzigingen van het curriculum zullen vervolgens worden voorgelegd aan het AMT en het AMT legt voorgenomen wijzigingen aan de BVC ter advisering voor. De rol van het College van Toezicht (ILC) die kijkt naar de kwaliteit van de afstudeerders in relatie tot voorgaande jaren en in relatie tot doorgevoerde verbetering, zal worden herzien. Uitgangspunt daarbij is het FNT-document ‘Regeling BVC en CvT’.
De opleidingen sluiten aan op de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de eindkwalificaties en beroepsprofielen. Op grond van diverse bevindingen zowel intern en extern is de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs goed. Ook op grond van de externe audit zijn er geen problemen naar voren gekomen met betrekking tot de actualiteit en de kwaliteit van de opleiding. Na de fusie met ‘Amsterdam’ en de daarop volgende bezuinigingen zijn er vanuit het team initiatieven ontplooid om het onderwijs anders in te richten en ook het toetsbeleid te herzien. De in 2002 landelijk vastgestelde eindkwalificaties zijn uitgangspunt geweest voor de onderwijsontwikkeling. De implementatie daarvan is ingehaald door de ontwikkeling van competentieprofielen. De Beroepenveldcommissie (BVC) van de opleidingen C en CT functioneert niet goed en het directe en indirecte contact met het docententeam is onvoldoende. Er is geen cultuur met verslagen en genotuleerde bevindingen van de BVC. Opmerkingen uit de BVC en signalen uit het stageveld zijn in principe wel input voor vernieuwingen. Een van de suggesties is om docenten die gedurende een langere periode geen directe band met het beroepsdomein hebben gehad in een ‘sabattical period’ hun domeinspecifieke kennis te laten actualiseren. De invoering van gewenste veranderingen in het onderwijs en met name de snelheid waarmee dit kan plaatsvinden, hangt ook samen met de benodigde investeringen voor de vereiste apparatuur. Bij de implementatie van nieuwe inhoudelijke elementen in het onderwijsprogramma wordt gebruik gemaakt van gastdocenten uit het beroepenveld die een rol spelen bij de introductie van nieuwe programmaonderdelen en deskundigheidsbevordering van het personeel. Er is meer flexibiliteit gecreëerd in
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 14
uitvoering van het onderwijsprogramma door het introduceren van nieuwe werkvormen (1999) en het ontwikkelen van nieuwe afstudeervarianten (2002). In september 2004 is het nieuwe cohort in het eerste semester gestart met een competentiegericht curriculum. Studenten houden met ingang van dit studiejaar een digitaal portfolio bij. Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als oordeel op dit facet Dit oordeel wordt met de volgende constateringen gemotiveerd: • Het programma heeft duidelijk aantoonbare verbanden met de beroepspraktijk. • De relatie met de ontwikkelingen in de beroepspraktijk is duidelijk zichtbaar. • De literatuur is up-to-date en relevant in relatie tot het programma. De mediatheek is goed opgezet en wordt druk bezocht.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 15
Facet 2.2. Relatie tussen doelstelling en inhoud programma Criteria Het facet ‘relatie tussen doelstelling en inhoud programma’ van het onderwerp ‘programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? • Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? • Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken? Bevindingen In het kader van het door de NVAO opgestelde “accreditatiekader” zijn er gesprekken gevoerd met het managementteam en de directeur ILC. In aanvulling hierop en ter verificatie hiervan zijn de volgende documenten ingezien: • De Management Review; • Onderwijs, realisatie en evaluatie (review februari 2004); • OER van propedeuse en opleidingen; • Studiegids ILC 2003-2004; • Voorbeelden blokboeken met betrekking tot module- en projectomschrijving; • Stage-eisen Life Science, Chemie en Chemische Technologie; en • Beroepenveld Commissie, College van Toezicht. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De doelstelling van de opleiding is om de studenten vanuit een marktgerichte benadering en op basis van “het leren uit ervaringen” voor te bereiden op het functioneren in de beroepspraktijk. In de missie van het ILC wordt daarbij vooral gekoerst op een toonaangevende rol in het hbo door een sterke focus te leggen op kennisoverdracht door onderwijs en niet door middel van onderzoek. De ambitie daarbij is om het onderwijs in vele varianten aan te gaan bieden. In 1996 is op basis van de toenmalige beroepsprofielen het onderwijs op basis van een projectmatige aanpak vormgegeven. Vanaf 2002 is een start gemaakt om parallel aan de nieuwe beroepsprofielen de opleiding vorm te geven in termen van competenties. De programmabeschrijving zoals aangetroffen in de documentatie is beperkt. Ook de studiegids biedt weliswaar op onderdelen zicht op de studieprogramma’s, maar het studieprogramma is ook hier beperkt uitgewerkt. In de blokboeken zijn daarentegen de competenties en daaraan gekoppelde leerdoelen opgenomen. De opdrachten geven niet alleen richting voor de studenten aan de te behalen eindkwalificaties door middel van de vermelding van de leerdoelen maar ook door middel van de context waarbinnen ze zijn gepositioneerd. Daarmee vormen ze voor de studenten tevens een oriëntatie met betrekking tot het beroepsprofiel en op grond van geformuleerde kernkwalificaties die overeenkomen met het bachelorniveau geven ze ook het niveau aan. Zie hiervoor ook facet 1.2 De uitgangspunten voor het onderwijsprogramma zijn goed. Centraal in ieder semester staan een of meer projecten waarin ervaringen worden opgedaan en waarin in groepsverband aan een beroepsgerelateerde opdracht wordt gewerkt. De theoretische ondersteuning vindt plaats in de vorm van hoor- en werkcolleges of in de zogeheten IZT-vorm: een Instructie door de docent, Zelfstudie door de student en Terugkoppeling daarop. Daarnaast is er in ruime mate aandacht voor de praktische vaardigheden. Last but not least wordt er binnen SLO (studie-loopbaan-ontwikkeling) met name aandacht geschonken aan de competentieontwikkeling in relatie tot de zelfsturing door de student (leren leren, eigen verantwoordelijkheid nemen, initiatief nemen).
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 16
De vorm en inhoud van het curriculum is indirect of direct in overleg met het beroepenveld vastgesteld. Een totaalbeschrijving van het curriculum en alle onderdelen met vermelding van leerdoelen in termen van competenties, competentieniveaus en een toetsbeleid ontbreken echter nog. Conform de planning is dit in september 2005 gereed. In de relatie tussen de doelstelling en inhoud van het programma zijn er geen knelpunten. Het opleidingsprogramma is een duidelijke weergave van het beroepsprofiel.
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als oordeel op dit aspect. Dit oordeel word als volgt gemotiveerd: • Het is aantoonbaar dat het programma een adequate concretisering is van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. • Hetzelfde moet geconstateerd worden met betrekking tot de vertaling van de eindcompetenties in leerdoelen die eenduidig in het programma zijn omschreven. • De landelijk vastgestelde eindkwalificaties vormen de basis voor de betreffende competentieprofielen die zijn afgeleid van de beroepsprofielen. De beroepsprofielen zijn opgesteld in landelijk overleg tussen de verschillende hogescholen en gevalideerd in het landelijk overleg onderwijs-beroep (zie onderwerp doelstellingen). De beschrijving van het opleidingsprogramma is opgenomen in blokboeken. Per semester zijn er twee blokken met daarbinnen een centraal thema dat richtinggevend is voor de inhoud van het blok en dat uitgaat van nader omschreven leerdoelen. De opbouw van de blokken en de gecumuleerde leerdoelen vormen met elkaar de eindkwalificaties. Per blok is ook duidelijk aan welke criteria de studenten moeten voldoen om zich te kwalificeren. Wat ontbreekt is een totaaloverzicht waarin dit is weergegeven. • Op basis van de gesprekken met de directeur van het instituut, het MT en de docenten is er voldoende draagvlak om in het studiejaar 2004-2005 de totaalbeschrijving te realiseren, het toetsbeleid te actualiseren en op basis van een competentiegerichte benadering het geheel daadwerkelijk in de praktijk van het onderwijs toe te passen. In de planvorming zoals is opgenomen in de Management Review, wordt het komende jaar de curriculumvernieuwing gerealiseerd.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 17
Facet 2.3. Samenhang programma Criteria Het facet ‘samenhang programma’ van het onderwerp ‘programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen In verband met de beeldvorming hierover zijn er gesprekken gevoerd met de instituutsdirecteur, het MT, docenten en studenten. In dat kader zijn de volgende documenten ingezien: OER van propedeuse en opleidingen Studiegids ILC 2003-2004 HvU studenten-tevredenheidonderzoeken Project competenties 2004 Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De opleidingsprogramma’s van de beide opleidingen bevinden zich in een overgangsfase. Na enkele jaren geleden het programma afgestemd te hebben op het meer projectgericht onderwijzen wordt nu de overstap gemaakt naar competentiegericht onderwijs. In de huidige situatie is de samenhang binnen het programma reeds helder aanwezig. Door de overstap naar het competentiegerichte onderwijs zal deze samenhang versterkt worden. De samenhang in het programma wordt als volgend gerealiseerd: het curriculum wordt opgebouwd rond een aantal blokprogramma’s waarbinnen een thema centraal staat. Vervolgens wordt er vanuit verschillende vakdisciplines gewerkt aan dit thema. Het zijn deze blokthema’s die zorgen voor een samenhangend aanbod van theorie, vaardigheden en projectonderwijs. Het studieprogramma is zodanig van opzet dat het studenten voldoende gelegenheid biedt de doelstellingen te behalen. De coherentie wordt met name gevoed door het gebruik van thematisch onderwijs waarbinnen interdisciplinair wordt gewerkt. Dit geldt zowel voor het voltijds- als het deeltijds programma. De deeltijdstudenten zijn ook daar tevreden over de afstemming tussen het onderwijs- en het praktijkdeel. Het eerste semester geeft de student de mogelijkheid zich te oriënteren op de diverse opleidingsvarianten die in het derde blok gekozen kunnen worden. De oriëntatie krijgt vorm door bij de thematische opzet van het programma vanuit de invalshoek van de verschillende opleidingen de studenten te confronteren met de verschillende beroepsdomeinen. In de beginfase is er tevens ruimte voor vaardigheden die domeinonafhankelijk voor iedereen van belang zijn. Het gaat hierbij o.a. om veilig werken, communicatie en mediatheek gebruik. Belangrijke algemene competenties die ILC-breed in het programma zijn opgenomen zijn: onderzoeken en experimenteren beheren adviseren instrueren leidinggeven zelfsturing Uit de resultaten van enquêtes blijkt dat het bestaande programma wat betreft samenhang voldoet. Om die reden wordt de structuur en inhoud van het curriculum zoals is opgezet vanuit de visie van projectmatig werken gehandhaafd. Door de invoering van competentiegericht onderwijs in relatie tot de nieuw vastgelegde kernkwalificaties zal de samenhang verder uitgebouwd kunnen worden door nog nadrukkelijker uit te gaan van beroepssituaties en daaraan gerelateerde beroepscompetenties.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 18
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende beoordeling op dit aspect. Dit oordeel wordt met de volgende constateringen gemotiveerd: De inhoudelijke samenhang van het programma wordt aantoonbaar gewaarborgd door het gekozen onderwijsconcept, de projectmatige en aanpak en thematische opzet van het onderwijsprogramma. De overstap naar een competentiegericht onderwijsprogramma zal de inhoudelijke samenhang verder versterken.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 19
Facet 2.4. Studielast Criteria Het facet ‘studielast’ van het onderwerp ‘programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: • Is het programma studeerbaar doordat studievoortgang belemmerende factoren zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen Om tot een duidelijk beeld te komen met betrekking tot de studeerbaarheid van het programma is gesproken met de instituutsdirecteur, de docenten en de studenten van de opleiding. In aanvulling hierop en ter verificatie hiervan zijn de volgende documenten ingezien: De Management Review De studiegids 2003-2004 Het OER van propedeuse en opleidingen HvU studenttevredenheidsonderzoeken Onderwijs ILC 2004 Werkboek onderwijs Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. “Prettig en pittig”, dat is kortweg het beeld dat het auditteam heeft gekregen op basis van de gesprekken en de documentanalyse. Voor instromende MBO’ers is er relatief “veel studiestof”. De verdeling van de studielast over het jaar is niet altijd evenwichtig (bv na een tentamenronde is het rustig) maar het neigt eerder naar “iets te zwaar” of “pittig”. De door de studenten ervaren studielast vertoont een nauwe relatie met de studeerbaarheid van de opleiding. Mogelijke knelpunten bij de studie worden tijdig besproken bij SLO-activiteiten. Uit de interne audits en evaluaties blijkt dat studenten over het algemeen tevreden zijn over de begeleiding die ze in dit kader ontvangen. Er is een systeem van mentoraat- en studieloopbaanontwikkeling. In het “werkboek onderwijs” wordt de studiebegeleiding verder uitgewerkt. De geboden begeleiding is duidelijk gericht op het oplossen van mogelijke studieproblemen, de studievoortgang en de studiekeuze. Uit de studiegids, het OER en uit evaluaties blijkt dat het onderwijs- en praktijkdeel in voldoende mate de studiepunten opleveren die overeenkomen met de door de student ervaren belasting. De verantwoordelijkheid voor zijn studie wordt bij de student zelf gelegd. De opleiding zorgt voor de juiste facilitering van het onderwijs waardoor dit daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Er is voldoende en intensieve studiebegeleiding. De rendementscijfers zijn hoog en onderscheiden zich intern en landelijk in positieve zin. Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als oordeel op dit facet Dit oordeel wordt met de volgende constateringen gemotiveerd: Bij de uitvoering van het onderwijs is er sprake van een evenwichtige spreiding van de studielast. Er is een systeem van studiebegeleiding om studievoortgang belemmerende factoren tijdig te onderkennen en op te lossen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 20
Facet 2.5. Instroom Criteria Het facet ‘instroom’ van het onderwerp ‘programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: • Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit een toelatingsonderzoek? Bevindingen Om een beeld te kunnen vormen op de wijze waarop de opleiding op dit facet voldoet aan de NVAO-criteria heeft er een documenten analyse plaatsgevonden en zijn er gesprekken gevoerd met studenten, docenten en het management van de opleiding. De volgende documenten zijn ingezien: Interne audits; OER; Studiegids; en Management Review. Bij de document-analyse en tijdens de audit is er gekeken naar wervings- en voorlichtingsbeleid en het instroombeleid en de uitvoering daarvan. De opleidingen van de afdeling ILC hebben opleidingstrajecten ontwikkeld die aansluiten op een instroom vanuit zowel het voortgezet onderwijs alsook vanuit het MBO. Ook voor buitenlandse en allochtone studenten zijn voorzieningen getroffen. Voor VWO’ers en “verwante”MBO’ers duurt de P-fase een half jaar en voor de laatste groep duurt de Hoofdfase eveneens een half jaar korter. Voor allochtone en buitenlandse studenten is er een viertal voorzieningen getroffen: Ondersteuning bij taal- en studievaardigheden. Tentamentijdverlenging waarbij individuele ondersteuning en training in taalvaardigheden wordt aangeboden. Het toewijzen van een studentmentor. Het geven van toegang tot een netwerk van afgestudeerde allochtone studenten. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. Uit de studenttevredenheidsenquêtes blijkt dat over het algemeen de studenten tevreden zijn over de studiebegeleiding. De deeltijdstudenten geven aan minder tevreden te zijn dan de voltijdstudenten. Studenten afkomstig uit het MBO krijgen te maken met een relatief groot verschil tussen de hoeveelheid studiestof in de vooropleiding en de opleidingen ILC. Voor die studenten is de studie relatief ook zwaarder, zeker in het begin. “Het is echt hard werken maar met veel inzet wel te doen.” Er is een “inschrijvingsreglement” en het OER ILC bevat een regeling met betrekking tot gediplomeerden vanuit het voortgezet onderwijs die deficiënties vertonen in hun opleidingspakket. Deeltijdstudenten krijgen een intake om hun kennis en vaardigheden te tonen alvorens zij de studie starten. Uit gesprekken met de docenten kwam naar voren dat die ook contacten onderhouden met middelbare scholen (b.v. met betrekking tot computer- oriëntatie) op basis waarvan het curriculum wordt bijgesteld door elementen toe te voegen, aan te passen of juist te laten vervallen. De opleiding werkt met een gedifferentieerde instroom waarbij in het OER voor de propedeuse is aangegeven welke groepen met welke vooropleiding voor welke vrijstellingen in aanmerking komen. Het verlenen van vrijstelling kan ook gebeuren op basis van een intakegesprek. De bij de verlening van vrijstelling te volgen procedure is in het OER ILC omschreven. Het ILC kent overigens geen intake-assessment met uitzondering van de duale variant van de opleiding Chemie.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 21
In de beginfase van de opleiding is de opzet van het programma dusdanig dat rekening gehouden kan worden met een heterogene instroom en het vrijstellingenbeleid. Het HLO kent landelijk al jaren een dalende instroom De afgelopen 12 jaar bedroeg die ca. 40%. De opleiding in Utrecht heeft zich daar in positieve zin van weten te onderscheiden. Om uit de negatieve spiraal vandaan te blijven, zijn in het businessplan een aantal activiteiten benoemd: Aanpassing van de opleidingen: meer externe oriëntatie en een ander aanbod van opleidingen (voltijd, deeltijd en duaal); De student centraal stellen in het onderwijs: gerichte communicatie, attractief aanbod; en Borging van kwaliteit met specifieke aandacht voor sfeer en cultuur binnen het onderwijs.
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: De maatregelen die zijn genomen om in het onderwijs adequaat om te gaan met een heterogene instroom zijn goed. De activiteiten in het businessplan geven voldoende vertrouwen om ook de komende jaren de instroom op peil te houden in relatie tot de vraag vanuit de markt.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 22
Facet 2.6. Duur Criteria Het facet ‘duur’ van het onderwerp ‘programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAOcriterium: • Voldoet de opleiding aan de formele eisen m.b.t. de omvang van het opleidingsprogramma van 240 ECTS-studiepunten? Bevindingen Ter verificatie zijn de volgende documenten ingezien: OER Studiegids Uit de studiegids en het OER blijkt dat de studielast in zijn totaliteit 240 ECTS studiepunten bedraagt. Deze zijn in gelijke mate verdeeld over de vier studiejaren. Oordeel Dit facet is voldoende omdat het overeenkomt met de wettelijke norm.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 23
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Criteria Het facet ‘afstemming tussen vormgeving en inhoud’ van het onderwerp ‘programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? • Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen Op basis van gesprekken met het MT, de docenten en de studenten en analyse van een aantal documenten is een goed beeld te vormen over het didactisch concept en de doelstellingen van de opleiding. De volgende documenten zijn ingezien: Management document ILC; Onderwijs, realisatie en evaluatie; Management Review; Studiegids; en Werkboek onderwijs ILC. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. Het didactisch concept is afgestemd op de instroom: studenten hebben ervaring met zelfstandig leren. Met betrekking tot de vormgeving van het curriculum is gekozen voor de leerstijlconceptualisatie volgens Kolb. Het bedrijfsleven vraagt om personen die in teamverband kunnen werken en in staat zijn om snelle veranderingen binnen het vakgebied te blijven volgen. Er is daarom gekozen voor een diversiteit aan onderwijswerkvormen: IZT- model (instructie-zelfstudie-terugkoppeling; Hoorcolleges; Vaardigheden; Zelfstudietaken; Projecten; PGO (probleem gestuurd onderwijs); Stage; en Afstuderen. Het didactische concept gaat uit van de overeenkomst met de beroepspraktijk waar in de regel projectmatig wordt gewerkt. Daarom is het projectgericht werken de basis binnen het programma en vullen de overige werkvormen het onderwijs aan. Met betrekking tot de onderwijswerkvormen vaardigheden, projecten, PGO en stage word expliciet uitgegaan van de relatie met beroepssituaties. Op deze manier wordt de link tussen doelstellingen en het didactisch concept concreet vormgegeven. In samenhang met de onderwijswerkvormen zijn er in het kader van het Toets- en Beoordelingsbeleid de volgende mogelijkheden: Schriftelijke toets; Verslag; Mondelinge presentatie; Continue beoordeling; en Labjournaal.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 24
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt met de volgende constateringen gemotiveerd: De opbouw van het curriculum en de gekozen werkvormen zijn in lijn met het didactisch concept en sluiten aan bij de beroepspraktijk. Het beleid is bovendien ingezet om op basis van een competentiegericht onderwijsmodel nog meer aan te sluiten op de doelstellingen van de opleiding.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 25
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Criteria Het facet ‘beoordeling en toetsing’ van het onderwerp ‘programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen Om een beeld te kunnen vormen in hoeverre de opleiding voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het door de NVAO opgestelde “accreditatiekader” is er gesproken met het managementteam, de directeur, de docenten en de studenten. In verband met de analyse en ter verificatie zijn de volgende documenten ingezien: Management Review; Reactie ILC op aandachtspunten naar aanleiding van de audit; OER; Stage-eisen Chemistry; Studiegids ILC 2003-2004; Werkboek onderwijs; Handleiding stage en afstuderen; en FNT-regeling samenstelling en werkwijzen examencommissies 2004-2005. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De gehanteerde toetsvormen zoals die zijn beschreven zijn: Schriftelijk toets; Verslag; Mondeling presentatie; Continue beoordeling; en Labjournaal. Deze diverse toetsvormen bieden als geheel de mogelijkheid om de leerdoelen die in de blokboeken staan opgenomen op een adequate wijze te toetsen. Het auditteam heeft geconstateerd dat dit ook in de praktijk het geval is op basis van aanvullende gesprekken met docenten en studenten na bestudering van de diverse documenten. Het OER voorziet in een mogelijkheid voor studenten om in beroep te gaan tegen beslissingen op basis van het beoordelings- en toetsingssysteem. Vanuit de opleiding is aanvullende informatie verstrekt aan het auditteam met betrekking tot het beoordelings- en toetsbeleid: De werkwijze betreffende beoordeling en toetsing is conform het faculteitsbeleid en is vastgelegd in een document van de faculteit FNT. De leerdoelen die bepalend zijn voor de toetscriteria zijn vastgelegd in leerplannen die zijn opgenomen in de blokboeken. Vooraf wordt de normering aangegeven bij de toetsopgaven. Op basis van de gekozen werkvorm wordt de toetsvorm gekozen. Deze werkwijze is opgenomen in het werkboek onderwijs. In de eerste twee studiejaren komen de toetsen tot stand door samenwerking van minimaal twee docenten. De beoordeling van de stage en het afstuderen staan beschreven in de handleiding stage en afstuderen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 26
Bij het afstuderen komt de eindbeoordeling tot stand in samenspraak met de labbegeleider, het lid van het College van Toezicht, de schoolbegeleider en de dagvoorzitter. De rol van de examencommissie is vastgelegd in de FNT-regeling samenstelling en werkwijze examencommissies 2004-2005. OP BASIS VAN HET TOETSINGS- EN BEOORDELINGSBELEID VAN DE FACULTEIT FNT ZAL HET ILC OP AFDELINGSNIVEAU IN 2005 DE VERTAALSLAG MAKEN NAAR DE OPLEIDINGEN. DIT IS IN MEI 2005 GEREED WAARNA HET IN SEPTEMBER 2005 ZAL WORDEN GEÏMPLEMENTEERD. De nieuwe beoordelingsvorm zal invulling krijgen met behulp van portfolio waarmee er beoordeeld gaat worden op de competentieontwikkeling van de student. Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt met de volgende constateringen gemotiveerd: De beoordeling en toetsing vindt op een adequate wijze plaats en is passend in relatie tot de vormgeving van het onderwijs. De beoordelingssystematiek is voor een deel nog wel docentafhankelijk. Op grond van het faculteitsbeleid inzake toetsen en beoordelen en de onderwijsinhoudelijke vernieuwingsslag richting competentiegericht onderwijs die momenteel gaande is zal de opleiding in mei 2005 een nieuw toets- en beoordelingsbeleid ontwikkelen zowel voor de voltijds- en deeltijds- opleidingen ILC als voor de duale opleidingstrajecten en uitgesplitst naar het binnen- en buitenschools leren.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 27
SAMENVATTEND OORDEEL VAN DIT ONDERWERP Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: • Alle onderliggende facetten worden als voldoende beoordeeld; • Het programma van de drie opleidingen heeft duidelijk aantoonbare verbanden met de beroepspraktijk; • De relatie met de ontwikkelingen in de beroepspraktijk is duidelijk zichtbaar; • Het is aantoonbaar dat het programma een adequate concretisering is van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen; • De inhoudelijke samenhang van het programma wordt aantoonbaar gewaarborgd door het gekozen onderwijsconcept, de projectmatige aanpak en thematische opzet van het onderwijsprogramma. De ingeslagen weg naar een competentiegericht onderwijsprogramma zal de inhoudelijke samenhang verder versterken mits consequent doorgevoerd en uitgevoerd; • De opbouw van het curriculum en de gekozen werkvormen zijn in lijn met het didactisch concept en sluiten aan bij de beroepspraktijk; en • De beoordeling en toetsing vindt op adequate wijze plaats en is passend in relatie tot de vormgeving van het onderwijs.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 28
Onderwerp 3: Inzet van personeel Het derde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen hbo Criteria Het facet ‘eisen hbo’ van het onderwerp ‘inzet personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen Om tot een goed beeld te komen in de wijze waarop de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet heeft er een documentenanalyse plaatsgevonden en zijn er gesprekken gehouden met de instituutsdirecteur, het management van de opleiding, de docenten en de studenten. De volgende documenten zijn ingezien: • Management Review; • Meerjarenpersoneelsplan afdeling ILC september 2004; • Meerjarenpersoneelsplan faculteit FNT november 2004; • Artikel “Deskundigheidsbevordering” uit het personeelsblad ILC; • Studenttevredenheidsonderzoeken HvU; en • Kwaliteit als Prioriteit. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. Uit de enquêtes blijkt dat de studenten tevreden zijn over de kwaliteit van de docenten: hun actuele kennis, vakdeskundigheid en praktijkgerichtheid wordt als voldoende gekwalificeerd. Hetzelfde beeld is naar voren gekomen in de gesprekken met studenten van de opleiding. Het ILC heeft vanaf 1996 ingrijpende processen doorgemaakt. Dit betreft veranderingen in het onderwijs, de bedrijfsvoering en de personele samenstelling. De overname van personeel en studenten van de laboratoriumafdeling van de Hogeschool van Amsterdam heeft grote impact gehad voor de organisatie. In het meerjarenpersoneelsplan ILC wordt echter geconstateerd dat er in 2004 sprake is van een lichte overformatie op faculteitsniveau. Dit heeft geen gevolgen voor het personeelsbestand van de opleidingen. Ook zijn er in kwalitatief opzicht geen knelpunten. Het streven is wel om de komende jaren meer spreiding in functies en schalen te bewerkstelligen. E.e.a. in relatie tot de gewenste competenties op basis van het vernieuwde en verder te ontwikkelen curriculum. Dit curriculum is opgebouwd op basis van een competentiegericht onderwijsmodel en kenmerkt zich door een marktgerichte en studentgerichte benadering. Dit heeft zowel consequenties voor de didactische competenties alsook voor de vakinhoudelijke component. Gelet op alle onderwijskundige vernieuwing is de afgelopen jaren de nadruk komen te liggen op de didactische scholing van het personeel. De aandacht en de facilitering van de vakinhoudelijke scholing is echter gebleven. Sterker nog door middel van het koppelen van de scholing aan POP, loopbaan- en functionerings- en beoordelingsgesprekken wordt de context waarbinnen de individuele scholing plaatsvindt duidelijker en zal die beter gaan aansluiten bij het Afdelingsontwikkelingsplan. Beleidsmatig wordt de richting voor de komende jaren duidelijk weergegeven in het meerjarenpersoneelsplan van de faculteit FNT. Binnen die kaders krijgt dat op afdelingsniveau een nadere invulling. De communicatie over het personeelsbeleid met betrekking tot scholing heeft ondermeer plaatsgevonden in het personeelsblad ILC. In oktober 2004 is een aanvang gemaakt met het vastleggen van de scholing in een afdelings- en opleidingsjaarplan. Ten tijde van het bezoek aan de opleiding was dat nog niet gereed. Wel zijn op faculteitsniveau de problemen geïnventariseerd die zich ten gevolgen van een natuurlijk verloop van het onderwijzend personeel tussen nu en de komende drie jaren zullen gaan voordoen. De problemen zijn te
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 29
verwachten op het vlak van de chemische technologie en de klinische chemie(september 2005) en de analytische chemie (september 2006). In de huidige situatie zijn er geen knelpunten met de vakinhoudelijke expertise van het docententeam en onderhouden de docenten hun relatienetwerk goed waardoor ze goed in staat zijn om een relatie te leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Een beperkt deel van de docenten is nog werkzaam binnen de beroepspraktijk. De docenten werken samen met gastdocenten en stagebegeleiders uit de beroepspraktijk. Ook onderhoudt een aantal docenten goede banden met de beroepspraktijk door actief een bijdrage te leveren aan de uitvoering van commerciële onderwijsactiviteiten. Het beheren van het relatienetwerk op instituutsniveau zou het mogelijk kunnen maken dat opleidingen en docenten voor elkaar relaties toegankelijk maken. Naast het onderhouden van het relatienetwerk stellen docenten zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in de beroepspraktijk door twee keer per jaar deel te nemen aan een overleg tussen docenten afkomstig uit verschillende HBO-opleidingen, het deelnemen aan landelijke scholingsbijeenkomsten en individuele scholingstrajecten. De deskundigheidsbevordering wordt gefaciliteerd middels de 10%-regeling in de urenformatie en een opleidingsbudget en is tot op heden een individuele verantwoordelijkheid. Belangrijke elementen hierbij zijn het bijhouden van vakliteratuur en het bijwonen van congressen en symposia. De docenten (maar ook de studenten) hebben sinds kort ook via de mediatheek digitaal toegang tot een deel van de vakliteratuur. Op grond van het inmiddels vastgestelde beleid zal er vanaf heden sprake zijn van een gestructureerde aansturing van de deskundigheidsbevordering door het management zonder daarmee de eigen verantwoordelijkheid van de docent te laten afnemen. Oordeel Het auditteam komt toe een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd: • De docenten hebben een ruime ervaring binnen het onderwijs en beschikken over een grote vakinhoudelijke expertise; • Er vindt op diverse manieren en regelmatig contact plaats met de beroepspraktijk; • Nieuwe ontwikkelingen en verkregen informatie wordt meegenomen bij de herziening van het onderwijsprogramma; en • De studenten oordelen positief over de praktijkgerichtheid, actuele kennis en vakinhoudelijke deskundigheid van de docenten.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 30
Facet 3.2. Kwantiteit van het personeel Criteria Het facet ‘kwantiteit van het personeel’ van het onderwerp ‘inzet personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen Om een beeld te kunnen vormen in de wijze waarop de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er een aantal documenten bestudeerd en zijn er gesprekken gevoerd met de directeur van de afdeling, het MT en met docenten. De volgende documenten zijn ingezien: • Management Review ILC; • Meerjarenpersoneelsplan ILC; • Meerjarenpersoneelsplan FNT; en • CV’s van de docenten. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De personeelsformatie laat per september 2004 op faculteitsniveau een lichte overformatie zien. Standaard wordt een verhouding van 1 docent tot 26 studenten gehandhaafd. In kwantitatief opzicht zijn er dan ook geen problemen. Verwacht wordt dat de overformatie kan worden ingezet op tijdelijke en bekostigde projecten. Wel heeft een aantal functies de specifieke aandacht door het vertrek van functionarissen. In dit kader spelen het vertrek van de directeur op 1 maart 2004 en het vertrek van de kwaliteitszorgmedewerker per 1 augustus 2004 een rol. Door het aantrekken van een nieuwe directeur en het overdragen van taken aan andere personeelsleden wordt in de ontstane behoefte voorzien. De problematiek die zich op korte termijn zal voordoen binnen de andere opleidingen van de faculteit laat zien dat de kwantiteit en kwaliteit van het personeelsbestand een constante zorg behoeft en een samenhang vereist tussen afdelings- en faculteitsbeleid. Op grond van de interne audit, het oordeel van studenten en het beroepenveld is de onderwijskwaliteit goed. In combinatie met de actualiteit en het personeelsbeleid op dit punt zijn er geen knelpunten. De werkdruk op grond van de onderwijsvernieuwing en de veranderende rol van de docent geeft echter weinig ruimte voor andere en/of extra initiatieven zoals bv. het volgen van een bedrijfsstage.
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd: • Met betrekking tot de kwantiteit van het personeel geldt op instituutsniveau een FNT-ratio waardoor problemen op opleidingsniveau niet alleen een zorg zijn voor de opleiding maar ook op faculteitsniveau aandacht krijgen; • Mogelijke problemen in kwantitatief en kwalitatief opzicht op basis van een natuurlijk verloop worden tijdig in kaart gebracht. Op grond van een actieplan wordt een oplossing gezocht waarbij afstemming zal plaatsvinden op opleidings-, afdelings- en faculteitsniveau; en • De personele formatie voor de opleiding is voldoende om de kwaliteit van de innovatie, ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs te kunnen garanderen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 31
Facet 3.3. Kwaliteit van het personeel Criteria Het facet ‘kwaliteit van het personeel’ van het onderwerp ‘inzet personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen Om te kunnen constateren of de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet heeft er een analyse van documenten plaatsgevonden en zijn er gesprekken gevoerd met de instituutsdirecteur, het MT, de docenten en de studenten. De volgende documenten zijn ingezien: • Management Review; • Meerjarenpersoneelsplan afdeling ILC; • Meerjarenpersoneelsplan faculteit FNT; • Artikel “deskundigheidsbevordering” uit het personeelsblad ILC; • Kwaliteit als Prioriteit deel 3; en • Reactie ILC op aandachtspunten Hobéon bij audit. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De afdeling heeft een analyse gemaakt van de behoefte aan kwaliteit en kwantiteit binnen het personeelsbestand. Aan de hand hiervan zijn richtlijnen opgesteld waaraan het personeelsbestand moet voldoen. Middels vacatures wordt invulling gegeven aan de functies en daarmee aan het personeelsbestand. Om de kwaliteit van het personeel te kunnen vast houden, heeft het ILC in het meerjarenpersoneelsplan ILC in september 2004 vastgelegd dat de verschillende activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering in een scholingsplan voor de afdeling moeten worden vastgelegd. In de additionele informatie naar aanleiding van het bezoek aan het ILC is omschreven dat “scholing van medewerkers” een vast onderdeel is van de functioneringsgesprekken. Daarbij wordt scholing gezien vanuit de invalshoek van de individuele behoefte van de medewerker maar ook vanuit de invalshoek van de organisatie. Hierbij kan gedacht worden aan b.v. de overgang naar een competentiegerichte leeromgeving of een situatie waarbij er sprake is van een opvolgingsproblematiek. Binnen het scholingsplan is ruimte voor inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische scholing. De afdeling benoemt ieder jaar een thema met betrekking tot de onderwijskundige scholing: tutortraining in 2003, studieloopbaanbegeleiding in 2004 en competentiegericht onderwijs in 2005. Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd: • In de komende jaren zal een aantal docenten binnen de afdeling door natuurlijke afvloeiing gaan verdwijnen. Het auditteam constateert dat het management adequaat signaleert op dergelijke ontwikkelingen en maatregelen neemt om de kwantiteit en kwaliteit op opleidingsniveau te kunnen blijven garanderen. • Op grond van gesprekken met docenten is er voldoende draagvlak voor de onderwijsvernieuwing en worden docenten middels trainingen voldoende voorbereid op nieuwe of gewijzigde rollen bij de onderwijsontwikkeling en uitvoering.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 32
•
Het meerjarenpersoneelsplan op ILC- en FNT-niveau geeft voldoende beleidsmatige ondersteuning en garanties voor een goed deskundigheidsniveau van de medewerkers op het gebied van de domeinspecifieke kennis, de didactische expertise en deskundigheid op het gebied van onderwijsorganisatie.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 33
SAMENVATTEND OORDEEL VAN DIT ONDERWERP Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd: • Alle onderliggende facetten worden als voldoende beoordeeld; • De studenten oordelen positief over de praktijkgerichtheid, actuele kennis en vakinhoudelijke deskundigheid van de docenten; • Er vindt op diverse manieren en regelmatig contact plaats met de beroepspraktijk; • Nieuwe ontwikkelingen en verkregen informatie uit de beroepspraktijk worden meegenomen bij de herziening van het onderwijsprogramma; • De personele formatie voor de opleiding is voldoende om de kwaliteit van de innovatie, ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs te kunnen garanderen; • Mogelijke problemen in kwantitatief en kwalitatief opzicht op basis van het natuurlijk verloop in het personeelsbestaand worden tijdig in kaart gebracht. Op basis van een actieplan wordt een oplossing gezocht waarbij afstemming zal plaatsvinden op opleidings-, afdelings- en faculteitsniveau; • Op grond van gesprekken met docenten is er voldoende draagvlak voor de onderwijsvernieuwing en worden docenten middels trainingen voldoende voorbereid op nieuwe of gewijzigde rollen bij onderwijsontwikkeling en uitvoering; en • Het meerjarenpersoneelsplan op ILC- en FNT-niveau geeft voldoende beleidsmatige ondersteuning en garanties voor een goed deskundigheidsniveau van de medewerkers op het gebied van domeinspecifieke kennis, de didactische expertise en deskundigheid op het gebied van onderwijsorganisatie.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 34
Onderwerp 4: Voorzieningen Het vierde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële voorzieningen Criteria Het facet ‘materiële voorzieningen’ van het onderwerp ‘voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met het management van de opleiding, een medewerker bedrijfsbureau, een medewerker materiële voorzieningen, een medewerker van het roosterbureau, docenten en studenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: De Management Review; Rapportage van interne audit; en Evaluatieverslagen. Tevens is er een rondgang langs alle aanwezige voorzieningen gemaakt. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in het bereik, paragraaf 1.1. Het beleid wordt op afdelingsniveau (afdeling ILC Institute of Life Sciencs and Chemistry) vastgesteld. De uitvoering vindt derhalve ook op afdelingsniveau plaats. Dit facet zal bij de andere opleidingen die ook onder deze afdeling vallen (Life Sciences) deels dezelfde invulling krijgen. Met hier in het bijzonder een toevoeging wat betreft de voorzieningen van de duale variant van de opleiding die additioneel zijn bezocht en beoordeeld. Onder faciliteiten wordt door de opleiding verstaan: schoonmaak, de studentenwinkel, de catering ICT, infrastructuur, techniek en meubilair. Een belangrijk onderdeel omdat het van grote invloed is op de studenten werknemerstevredenheid. Veel beleid wordt centraal op HVU en op facultair niveau gemaakt. In allebei de entiteiten zijn facilitaire stafdiensten actief. Ten aanzien van de ILC-locatie wordt eveneens beleid in het afdelingsmanagementteam gemaakt. Dit wordt twee wekelijks besproken tussen de directeur en de frontofficemanager (een afgevaardigde van de facultaire stafdienst) die zich inspant voor de locatie. Naar aanleiding van negatieve beoordelingen uit het hogeschool-tevredenheidonderzoek ten aanzien van computervoorzieningen zijn bij de bouw van een nieuw studielandschap die voorzieningen sterk uitgebreid. In de keuzegids en het tevredenheidonderzoek worden die faciliteiten inmiddels als royaal voldoende beoordeeld. Tijdens de functioneringsgesprekken is door medewerkers het signaal gegeven dat voornamelijk op “kleine kwaliteit”, zoals krijt, werkende overheadprojectoren, beamers, schone bordrichels e.d. een verbeterslag gemaakt kon worden. Tijdens de audit waren deze voorzieningen uitstekend op orde. De auditor die als werkvelddeskundige aan het team is toegevoegd, was onder de indruk van de voorzieningen. Puntsgewijs worden hieronder enkele bevindingen van de werkvelddeskundige opgenomen: De voorzieningen zijn zondermeer adequaat te noemen voor het lesprogramma in Chemie en Chemische Technologie. (De werkvelddeskundige was mee als deskundige op beide vakgebieden.) De relatieve kleinschaligheid, intimiteit en het uiterlijk van het gebouw worden blijkens interviews met studenten als een positief punt gezien in vergelijking met andere HBO’s. De proceshal is zeer ruim voorzien van diverse technologieën waarbij opgemerkt kan worden dat bepaalde apparatuur, zoals bijvoorbeeld een extruder, zeker niet algemeen aanwezig is bij Nederlandse HBO-opleidingen. Opgemerkt kan nog wel worden dat deze ruimten wellicht intensiever te gebruiken zijn door in samenwerking met de Universiteit van Utrecht voor eerstejaars
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 35
WO-studenten een practicum aan te bieden. (Deze universiteit kan thans op dit gebied niets bieden.) De practicumzalen voor Chemie mogen dan wel niet zeer modern ogen en sommige apparatuur mag wat gedateerd aan doen, beide voorzieningen voldoen ruimschoots aan de doelstellingen. Bovenden mag de aanwezigheid van zowel een (60 MHz) NMR als van Thermische Analyseapparatuur zeker bijzonder worden genoemd, waarbij benadrukt moet worden dat het hebben van deze apparatuur een fraaie aanvulling is in de (oude) specialisatie “Kunststoffen en Polymeren”, omdat het gesynthetiseerde ook direct gemeten kan worden. De mediatheek lijkt goed opgezet en werd op de dag van de audit druk door de studenten bezocht. Bij geen van de gesprekken tijdens de audit met studenten kwamen klachten over de pcvoorzieningen naar voren. Van een tekort aan ICT-werkplekken of van een gering aantal softwareprogramma’s is dan ook geen sprake.
Naast de op de Hogeschool beoordeelde voorzieningen zijn ook de voorzieningen op de locatie van de duale variant beoordeeld. De duale variant wordt verzorgd in samenwerking met het bedrijf Corus. Corus is een staal producent/ leverancier en met 9500 medewerkers één van de grootste Nederlandse bedrijven. Het bedrijf heeft een zeer groot aanbod aan voorzieningen. Naast dat de huisvesting in ruime mate voldoet aan de kwaliteitseisen zijn voornamelijk de praktijkruimten indrukwekkend. Deze zijn opgedeeld in twee delen waarbij er in de eerste basisvaardigheden worden bijgebracht en in de tweede de student inzicht krijgt in het proces en in de verschillende machines. In deze ruimte is er rekening gehouden met de opbouw van de moeilijkheidsgraad en het proces binnen het bedrijf. Deze voldoet in zeer ruime mate aan de vereisten. Naast dat de studenten van deze ruimten gebruik kunnen maken, werkt een groot gedeelte van deze studenten bij Corus. Zij komen dagelijks in aanraking met alle machines en overige apparatuur die van belang zijn voor de studie. Uit zowel de in het kader van kwaliteitszorg gehouden tevredenheidsonderzoeken onder studenten als uit de gesprekken met de studenten en docenten is gebleken dat alle partijen op beide locaties bijzonder tevreden zijn met de materiële voorzieningen. De informatievoorziening richting de studenten betreffende de studievoortgang, roosters, roosterwijzigingen, docenten en algemene informatie wordt grotendeels via ICT-voorzieningen overgebracht. Studenten zijn blijkens de gesprekken en evaluaties tevreden over de wijze waarop dit plaatsvindt.
Oordeel Het auditteam komt tot een goed als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: De studenten en docenten zijn tevreden met de voorzieningen die worden geboden. De geboden voorzieningen voldoen in ruime mate aan de basis kwaliteiten die verwacht mogen worden. Het hebben van de proceshal als voorziening is bijzonder te noemen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 36
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘studiebegeleiding’ van het onderwerp ‘voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn de studiebegeleiding en de informatie- voorziening aan de studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? • Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan de studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met het management van de opleiding, docenten en studenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: De Management Review; en Rapportage van de interne audit. Voor zover niet anders of nader is omschreven, geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De informatievoorziening aan de student vindt op verscheidene manieren plaats. Er wordt halfjaarlijks een cijferoverzicht naar de studenten thuis gestuurd. Hierop staan de tot dan toe behaalde resultaten. Actuele cijferinformatie kan met het programma Osiris worden bekeken. De studenten van de duale opleidingsvariant geven aan dat dit niet altijd voldoende werkt. Wanneer men problemen heeft en bijvoorbeeld een nieuw wachtwoord nodig heeft, moet men naar Utrecht toe om deze te halen. Verdere ervaringen van de deeltijd- en voltijdstudenten met dit programma zijn goed. De beoordeling en verstrekking van de resultaten van de toetsen geschieden binnen een week na de toets! Dit is bijzonder snel. De studenten zijn allen hier bijzonder over te spreken. De studiebegeleiding wordt bij de voltijd-variant heel persoonlijk ingericht. In het eerste jaar wordt er 7 maal een uur ingeruimd voor deze begeleiding. Afhankelijk van de behoefte van de student wordt er vervolgens meer of minder gelegenheid voor studiebegeleiding vrij gemaakt. De studenten krijgen een persoonlijke mentor toegewezen waarmee, zo blijkt uit de gesprekken met de studenten, zij een goed en direct (korte communicatielijnen) contact hebben. De studiebegeleiding bij de duale variant vindt plaats al naar gelang de eigen behoefte van de student. Er zijn geen structurele voorzieningen, wel continue mogelijkheden. Dit werkt adequaat, zo blijkt uit de gesprekken met de studenten. Zij duiden aan hier tevreden over te zijn. Wanneer er problemen met bijvoorbeeld een vak zijn, worden er bijlessen georganiseerd. De informatievoorziening die door de HvU wordt geboden richting de duale studie is nog zeker niet optimaal. Door de korte communicatielijnen tussen studenten en docenten die zeer goed gebruikt worden, wordt het tekort gecompenseerd. Desalniettemin moet hier vanuit de hogeschool aandacht aan worden geschonken.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 37
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: De informatievoorziening betreffende studievoortgang is adequaat ingericht. De studenten geven aan bijzonder tevreden hierover te zijn. De studiebegeleiding is zeer persoonlijk ingericht mede door het goede contact met de docenten en de “informele en korte” lijnen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 38
SAMENVATTEND OORDEEL VAN DIT ONDERWERP Het auditteam komt met inachtneming van het accreditatiekader tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: Op één van de twee facetten is een goed als beoordeling gescoord op het andere een voldoende. De informatievoorziening naar de student is adequaat ingericht evenals de studiebegeleiding. De voorzieningen zijn van een hoog niveau. Met name de procesruimte is een bijzondere (in positieve zin) toevoeging op de voorzieningen. Als men de beslisregels zoals die in hoofdstuk 1 zijn opgenomen, hanteert en specifiek beslisregel E, de eerste bullet, dan is volgens het auditteam een goed als ‘extra aantekening’ gerechtvaardigd.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 39
Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg Het vijfde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie resultaten Criteria Het facet ‘evaluatie resultaten’ van het onderwerp ‘kwaliteitszorg’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met het management van de opleiding, docenten en studenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: Management Review; IKS FNT, Integraal Kwaliteitszorg Systeem Faculteit Natuur en Techniek; Rapportage audit opleiding; en Update integraal kwaliteitszorgsysteem. Voor zover niet anders of nader is omschreven, geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. Er zijn op de verschillende aggregatieniveaus kwaliteitssystemen actief binnen de Hogeschool. Zo is er een Hogeschoolbreed kwaliteitszorgsysteem maar ook een op faculteitsniveau. Deze systemen zijn onderling op elkaar afgestemd. Mede met inachtneming van het kwaliteitssysteem op Hogeschoolniveau en het accreditatiekader van de NVAO heeft de faculteit een Integraal Kwaliteitszorg Systeem Faculteit en Techniek (IKS FNT) opgezet. Het kwaliteitszorgsysteem is in een document omschreven. In dit document staat de verhouding omschreven tussen de verschillende functionarissen binnen de faculteit. De faculteitsdirecteur is eindverantwoordelijke voor het functioneren van de kwaliteitszorg. Hij delegeert de taken aan de afdelingsdirecteuren, onder meer in de vorm van een managementcontract. In het managementcontract zijn doelstellingen opgenomen waaraan de afdeling en dus indirect de opleiding als onderdeel moet voldoen. Op faculteitsniveau wordt het beleid opgesteld middels de Balanced Score Card-methode. Deze methode wordt gebruikt om de doelstellingen op elkaar af te stemmen en helderheid te creëren tussen de verschillende doelstellingen en daaraan gelieerde Prestatie Indicatoren. Deze doelstellingen komen als resultaten terug in de Management Review, die als basis geldt voor het nieuw op te stellen beleid. Dit is één van de wijze waarop de PDCA (Plan Do Check Act) -cyclus terugkomt in de kwaliteitszorg binnen de afdeling. Metingen worden op verscheidene methoden afhankelijk van de Prestatie Indicator (PI) gehouden. Voorbeelden hiervan zijn de verschillende evaluaties, functioneringsgesprekken etc. De verschillende evaluaties die in dit kader worden gehouden zijn: Module-enquêtes; Blokenquêtes; Stage-enquêtes; Exit-enquêtes; De HBO monitor; Evinac (Evaluatie Instrument Accreditatie); en andere.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 40
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: Er is een integraal systeem dat op verschillende niveaus adequaat functioneert. Zo heeft het auditteam geconstateerd tijdens de audit. Er zijn in dit systeem verschillende evaluaties, en enkele andere gereedschappen geïntegreerd om te meten en zo te kunnen sturen op de te behalen doelstellingen. De doelstellingen zijn geformuleerd met behulp van de BSC-methode die waarborgt dat er een helder verband is tussen de doelstellingen. Deze doelstellingen zijn vertaald in concrete en meetbare Prestatie Indicatoren.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 41
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Criteria Het facet ‘maatregelen tot verbetering’ van het onderwerp ‘kwaliteitszorg’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met het management van de opleiding, docenten en studenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: Management Review; IKS FNT, Integraal Kwaliteitszorg Systeem Faculteit Natuur en Techniek; Rapportage audit opleiding; en Update integraal kwaliteitszorgsysteem. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. Zoals ook onder de bevindingen van het vorige facet is omschreven, beschikt de afdeling over een kwaliteitssysteem. Dit kwaliteitssysteem is gebaseerd op de PDCA (Plan Do Check Act) -cyclus. De evaluaties die worden gehouden, worden aantoonbaar gebruikt ter verbetering van het systeem en de opleiding. Er worden analyses gemaakt van de resultaten uit de evaluaties. Deze analyses en de constateringen de hieruit worden geformuleerd, zijn in de Management Review opgenomen. Deze Management Review wordt gebruikt als input om het beleid bij- of opnieuw op te stellen. Enkele maatregelen/verbeterpunten die de opleiding in relatie tot het bovenstaande in de Management Review heeft opgenomen zijn: Aanbevolen wordt met behulp van het nieuwe studentenvolgsteem OSIRIS per module/ instroom/studiefase de rendementen te analyseren en als onderdeel van het kwaliteitssysteem te gebruiken. Aanbevolen wordt het kwaliteitssysteem van module-, faciliteiten- en afstudeerenquêtes ook voor het duaal onderwijs te gaan gebruiken. Aanbevolen wordt een nieuwe vorm te ontwikkelen voor contact met alumni (bv. het organiseren van reünies gekoppeld aan enquêtes) ter bevordering van informatie-input vanuit het werkveld. Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: Het auditteam heeft geconstateerd dat de PDCA-cyclus binnen de afdeling goed werkt. De resultaten van de evaluaties (die genoemd zijn onder de bevindingen van het vorige facet) worden aantoonbaar gebruikt bij het bij- of opnieuw opstellen van het beleid.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 42
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Criteria Het facet ‘betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ van het onderwerp ‘kwaliteitszorg’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met het management van de opleiding, docenten en studenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: Management Review; IKS FNT, Integraal Kwaliteitszorg Systeem Faculteit Natuur en Techniek; Rapportage audit opleiding; en Update integraal kwaliteitszorgsysteem. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De medewerkers, studenten en alumni worden betrokken bij de kwaliteitszorg middels het houden van evaluaties onder deze groepen. Deze evaluaties zijn ingezien door het auditteam. De resultaten van de evaluaties onder alumni zijn gepubliceerd in de HBO monitor. De wijze waarop conclusies zijn getrokken uit de resultaten van de evaluaties is getoond aan het auditteam. Een delegatie studenten is actief in de GOC (Gemeenschappelijke Opleidings Commissie). Deze commissie bestaat naast de studenten ook uit docenten en het management van de opleiding(en). De commissie komt verscheidene malen per jaar bij elkaar. De studenten zeggen dat hun inbreng gewaardeerd en serieus genomen wordt. Zij zien hun inbreng terug in bijvoorbeeld wijzigingen in het onderwijsprogramma. Het beroepenveld wordt in vorm van de Beroepenveldcommissies betrokken bij de kwaliteitszorg. Concreet worden met hen de resultaten vanuit de verschillende onderzoeken besproken evenals maatregelen en verbeterplannen die hieruit voort komen. De mate waarin dit in de praktijk vorm krijgt, is nog niet aantoonbaar daar er een nieuwe invulling aan de commissies wordt gegeven. Zie voor uitleg facet 1.1. Naast directe kwaliteitshulpmiddelen als evaluaties en interne audits wordt aangegeven dat er ook middels gesprekken met onder andere de begeleiders op stage- en afstudeerplekken informatie verzameld wordt om de kwaliteit van de opleiding te verbeteren. Middels intern overleg wordt deze informatie ingezet ter verbetering.
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling op dit facet. Zij motiveert dit met de volgende constateringen: • Alle relevante partijen worden actief betrokken bij de kwaliteitszorg met uitzondering van het beroepenveld. Dit vanwege onvoldoende motivatie bij de leden van de beroepenveldcommissie. Er zijn adequate maatregelen getroffen om hier een goede invulling aan te geven.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 43
SAMENVATTEND OORDEEL VAN DIT ONDERWERP HET AUDITTEAM BEOORDEELT DE OPLEIDING OP DIT ONDERWERP “KWALITEITSZORG” ALS VOLDOENDE. Dit motiveert zij met de volgende constateringen: • Alle onderliggende facetten worden als voldoende beoordeeld. • Kwaliteitszorg is standaard binnen de afdeling, de faculteit en binnen de hogeschool. Aan de basiseisen wordt dan ook ruimschoots voldaan. • De opleiding betrekt de relevante partijen bij de kwaliteitszorg. Voornamelijk in vorm van het in laten vullen van enquêtes. • De afdeling heeft door het werken met de BSC voldoende overall inzicht in de relatie tussen de doelstellingen en metingen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 44
Onderwerp 6: Resultaten Het zesde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Criteria Het facet ‘gerealiseerd niveau’ van het onderwerp ‘resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met de examencommissie, het management van de opleiding en docenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: De Management Review; De rapportage van de interne audit; Afstudeerverslagen; en Het afstudeerprotocol. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De te behalen einddoelstellingen zijn geformuleerd onder onderwerp 1: doelstellingen. Hierin staat omschreven hoe deze tot stand gekomen zijn en op welke wijze ze zijn afgestemd op het niveau van de oriëntatie en de nagestreefde eindkwalificaties. Met het onder “Onderwerp 2” beschreven programma en de wijze van afstemming op de doelstellingen is het eindniveau dat door de studenten gehaald moet worden, voldoende gewaarborgd. Gezien de voldoende als beoordeling op onderwerp 2 heeft het auditteam het programma als adequaat bevonden en is er vertrouwen dat het eindniveau van de studenten voldoende gewaarborgd is. Het programma bestaat uit het trapsgewijs behalen van de verschillende competenties op de verschillende niveaus. De laatste traptrede bestaat uit het met voldoende resultaat afleggen van het afstudeerproject. De criteria waaraan de student moet voldoen, zijn geformuleerd in het afstudeerprotocol. De toetsing op deze criteria vindt plaats door beoordeling van het gemaakte verslag en van een mondelinge presentatie. Deze presentatie vindt plaats mede in aanwezigheid van een vertegenwoordiger uit het beroepenveld. De bij het afstuderen betrokken vertegenwoordigers uit het beroepenveld hebben zitting in de Commissie van Toezicht. Tijdens de afstudeerpresentatie heeft het lid van deze commissie enkel een adviesbevoegdheid. Het daadwerkelijke besluit wordt genomen door docenten van de afdeling. De Commissie van Toezicht functioneert, naast dat zij aanwezig is bij de presentaties, nog niet optimaal. Zo komt de commissie op onregelmatige basis bijeen. Hierdoor wordt de ervaring en kennis van de leden van deze commissie onvoldoende structureel gebruikt. De opleiding neemt de personele invulling van de commissie nu ter hand door de samenstelling ervan te wijzigen en aan te vullen. In de bijeenkomsten van de commissie wordt het niveau van de afstudeerprojecten beoordeeld en gekeken of ingezette wijzigingen in het curriculum voldoende hierin tot uiting komen. Tevens wordt in een enquête de mening van de leden op verschillende onderwerpen gevraagd. Het resultaat uit deze enquête wordt gebruikt ter signalering.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 45
Het oordeel van deze commissie en haar leden is niet direct van invloed op de beoordeling van de afstudeerprojecten.
GEEN GEGEVENS VOORHANDEN
De werkvelddeskundige van het auditteam heeft afstudeerverslagen ingezien om te beoordelen of deze verslagen voldoen aan de criteria die onder dit facet worden gesteld en of ze voldoen aan de eindkwalificaties zoals die zijn geformuleerd onder onderwerp 1. De referentie van het auditteam is naast deze criteria de expertise van de werkvelddeskundige en zijn ervaring. Zie hiervoor zijn beknopte CV, Bijlage II. Hij beoordeelt het afstudeerniveau voor zover dat blijkt uit de ingeziene verslagen als voldoende. De volgende resultaten komen uit de HBO monitor, die een verslaglegging is van de resultaten uit een onderzoek onder alumni. Kans op werk en werkzekerheid Instelling Instelling Instelling landelijk (Voltijd) (Duaal) (Deeltijd) PERCENTAGE WERKZAME PERSONEN: 100% 100% 100% INTREDE WERKLOOSHEID (0-3 MAANDEN) 73% 100% 85% Vaste aanstelling 47% 100% 55% Voltijdaanstelling of vrijwillige 94% 100% 94% deeltijdaanstelling Kwaliteit van het werk Minimaal eigen opleidingsniveau vereist 87% 100% 90% Eigen of verwante opleidingsrichting vereist 93% 100% 92% Tevredenheid achteraf: 100% 71% Keuze voor dezelfde opleiding aan dezelfde 71% hogeschool De exceptionele score van de deeltijdvariant was mogelijk doordat er slechts één respondent was die de vragenlijst had teruggestuurd. Derhalve kan deze score niet als representatief worden geacht.
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende als beoordeling op dit facet. Dit motiveert hij met de volgende constateringen: • Het niveau van de afstudeerscripties en opdrachten ligt op een voldoende hoog niveau. • De alumni zijn tevreden met de aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 46
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘onderwijsrendement’ van het onderwerp ‘resultaten’ wordt beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? • Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen Om te komen tot inzicht in de wijze waarop en de mate waarin de opleiding voldoet aan de criteria van dit facet zijn er gesprekken gehouden met de examencommissie, het management van de opleiding en docenten. Er zijn in aanvulling en ter verificatie de volgende documenten ingezien: De Management Review; De rapportage van de interne audit; Afstudeerverslagen; en Het afstudeerprotocol. Voor zover niet anders of nader is omschreven geldt de onderstaande tekst voor de beide opleidingen en de beoordeelde varianten zoals genoemd in de scope. De beoordeling van dit facet vindt feitelijk plaats op basis van twee vragen/vergelijkingen. Te weten: Wat is het resultaat van de opleiding in verhouding tot die van gelijkende opleidingen en zijn de doelen/streefwaarden die de opleiding zichzelf stelt in dit kader relevant en worden deze behaald?
Studieduur van de gediplomeerden: 2000 3,816 3,875 3,69 3,035 3,28 4,325 2001 3,8 3,89 3,808 3,54 3,50 3,60 2002 3,75 3,94 3,9 3,558 3,68 3,23 Rendement: 1996 (instroomjr.) 52,6 53,6 52,8% 52,7% 42,9% 40,0% 1997 51,1 52,9 49,6% 61,0% 58,3% 48,5% 1998 50,9 51 46,9% 65,5% 65,5% 18,2% Van de niet-ingevulde cellen in de tabel, konden geen gegevens worden gevonden.
Opleiding CT (Duaal)
Opleiding CT (Voltijd)
Opleiding Chemie (deeltijd)
Opleiding Chemie (voltijd)
HvU
Opleiding in de sector HTNO.
Alle HBO opleidingen in NL.
Om tot een vergelijking op het eerste onderwerp te komen, zijn landelijke rendementen en andere relevante gegevens in onderstaande tabel gespiegeld aan die van de opleiding:
3,68
Als we de gegevens uit de bovenstaande tabel met elkaar vergelijken, dan komen we wat betreft de studieduur van de gediplomeerden tot de volgende constateringen:
Over het algemeen ligt de studieduur van de gediplomeerden van de organisatie-eenheid Chemistry lager dan die van de vergeleken opleidingen. Met uitzondering van het jaar 2000 voor de opleiding Chemische Technologie, waar de studieduur aanzienlijk langer was. De oorzaak hiervan is het auditteam niet bekend. Wanneer men de volgende jaren bekijkt, is een voorzichtige
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 47
constatering op zijn plaats dat het evenwicht weer hersteld is en daarmee de studieduur weer op een “normaal” niveau komt.
Het rendement voor de voltijdvariant van Chemische Technologie is voor 1998 fors gedaald. De opleiding geeft aan dat dit percentage hoogst waarschijnlijk te verklaren valt door de samenstelling van de groep instromende studenten dat jaar. Het overgrote deel van deze studenten waren havisten, die over het algemeen slechter presteren dan mbo-studenten. De opleiding heeft enkele maatregelen getroffen waarmee zij de rendementen kan bewaken en sturen, dit doet zij onder andere door gebruik te maken van de Balanced Score Card- methode. Dit traject is gestart in 2001-2002. M.i.v. het studiejaar 2002-2003 zijn de beide eerste studiejaren (de semesters 1 t/m 4) van de opleidingen C en CT geheel gelijk. Dit zorgt naar verwachting voor meer flexibiliteit en een beter rendement.
De opleiding heeft in de Management Review als doelstelling een streefwaarde van 70% opgenomen voor het rendement. De opleiding schrijft dat zij in haar eigen analyse hier boven komt. De getallen die in de bovenstaande tabel zijn opgenomen, tonen een ander beeld. Echter deze afwijking is niet substantieel. Bovenstaande gegevens zijn opgenomen in het CRIHO.
Oordeel Het auditteam komt tot een voldoende voor de opleiding Chemische Technologie als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: • Sinds de constatering dat rendementen achterbleven, voert de opleiding een duidelijk bewakingsbeleid uit en stuurt zij actief op verbetering van de rendementen. Het auditteam komt tot een voldoende voor de opleiding Chemie als beoordeling. Dit oordeel wordt door het auditteam met de volgende constateringen gemotiveerd: • De rendementen en de studieduur verschillen in positieve zin van de landelijke cijfers. • De rendementen die nog aan de lage kant zijn, vertonen een sterk stijgende tendens. Gezien het gehanteerde bewakings- en sturingsbeleid heeft het auditteam er alle vertrouwen in dat de streefcijfers worden behaald.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 48
SAMENVATTEND OORDEEL VAN DIT ONDERWERP Het auditteam komt tot een voldoende op het onderwerp “Resultaten”. Dit motiveert hij met de volgende constateringen: • Op beide onderliggende facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling. • Het niveau van de afstudeerscripties en opdrachten ligt op een voldoende hoog niveau. • De alumni zijn tevreden met de aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. • Voor de opleiding Chemische Technologie geldt dat sinds er geconstateerd is dat rendementen achterbleven, er bewaking plaatsvindt van de rendementen en er actief gestuurd wordt op de verbetering van de rendementen. • Voor de opleiding Chemie geldt dat de rendementen en de studieduur in positieve zin afwijken van de landelijke cijfers. En dat: • De rendementen die nog aan de lage kant zijn, een sterk stijgende tendens vertonen.
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 49
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema Chemie Voltijd
De in hoofdstuk 2 beschreven bevindingen en beoordeling geven we hieronder per opleidingsvorm schematisch weer: HBO BACHELOR OPLEIDING Chemie- Voltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
2. Programma 2.1. EISEN HBO 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. STUDIEBEGELEIDING
Voldoende∗ GOED Voldoende
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
Voldoende Voldoende Voldoende
7. Bijzonder Kenmerk 7.1. Differentiatie en profilering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering 7.4. Onderscheidend karakter
n.v.t.
∗
extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 50
Samenvattend oordeel
3.2.
Voldoende
Oordeelschema Chemie Deeltijd HBO BACHELOR OPLEIDING Chemie - Deeltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
Voldoende∗ GOED VOLDOENDE
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
Voldoende Voldoende Voldoende
7. Bijzonder Kenmerk 7.1. Differentiatie en profilering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering 7.4. Onderscheidend karakter
n.v.t.
Samenvattend oordeel
Voldoende
∗
extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 51
3.3.
Oordeelschema Chemie Duaal HBO BACHELOR OPLEIDING Chemie - Duaal
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
Voldoende∗ GOED VOLDOENDE
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
Voldoende Voldoende Voldoende
7. Bijzonder Kenmerk 7.1. Differentiatie en profilering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering 7.4. Onderscheidend karakter
n.v.t.
Samenvattend oordeel
Voldoende
∗
extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 52
3.4.
Oordeelschema Chemische Technologie Voltijd HBO BACHELOR OPLEIDING Chemische Technologie - Voltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
Voldoende∗ GOED VOLDOENDE
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
Voldoende Voldoende Voldoende
7. Bijzonder Kenmerk 7.1. Differentiatie en profilering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering 7.4. Onderscheidend karakter
n.v.t.
Samenvattend oordeel
Voldoende
∗
extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 53
3.5.
Oordeelschema Chemische Technologie Duaal HBO BACHELOR OPLEIDING Chemische Technologie– Duaal
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstelling Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie doelstelling en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
Voldoende∗ GOED VOLDOENDE
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
Voldoende Voldoende Voldoende
7. Bijzonder Kenmerk 7.1. Differentiatie en profilering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering 7.4. Onderscheidend karakter
n.v.t.
Samenvattend oordeel
Voldoende
∗
extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 54
3.6.
Overall oordeel / advies aan NVAO
Het auditteam heeft na een intensieve auditdag en na het inzien van additionele informatie een helder beeld gekregen van de opleidingen Chemie en Chemische Technologie in de onderscheiden varianten. Het auditteam is op alle facetten tot een oordeel goed of voldoende gekomen. Het auditteam is dan ook van mening dat de opleidingen Chemie en Chemische Technologie met de varianten zoals in de scope omschreven, voldoen aan de criteria die in het NVAO-accreditatiekader worden gesteld. Derhalve geeft het auditteam een positief accreditatieadvies voor de opleidingen Chemie en Chemische Technologie in de aangeboden varianten. Een extra aantekening “goed” geeft het auditteam op het onderwerp “voorzieningen”. Dit doet zij met inachtneming van beslisregel E, bullet één. “Een onderwerp krijgt een extra aantekening ‘goed’ indien alle facetten ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord.”
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 55
BIJLAGE 1: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaring externe auditoren Drs. W.G. van Raaijen Willem van Raaijen is jarenlang als rector verbonden geweest aan het Luzac College. Tevens heeft hij daar de functies van voorzitter van de landelijke examencommissie, voorzitter van de landelijke vakgroep Nederlands en lid van de commissie voorbereiding Tweede Fase bekleed. Na de Luzac-periode bekleedde Willem een staffunctie als Manager Opleidingen & Trainingen bij de holding van Unique International en werkte hij als consultant public search voor de Interlace Group. Bij Interlace was hij werkzaam binnen de onderwijswereld, ministeries en gemeentes en bij organisaties die opereren op het snijvlak tussen publiek en privaat zoals bijvoorbeeld onderzoeksinstellingen en omroepen. Bij Hobéon houdt Willem zich bezig met organisatie-advies, marktonderzoek en certificering. Dr. N.T.M. Klooster Nico Klooster is fysisch chemicus en werkzaam als Manager Analytical Services Division van een internationale inspectie en laboratorium organisatie. Voordien heeft hij onder andere gewerkt bij twee grote internationale chemische bedrijven te weten SHELL en GIST BROCADIS. Hij heeft hier verschillende leidinggevende functies bekleed zoals projectleider “Biofamaceutische eiwitten”, afdelingshoofd R&D e.a. Daarnaast bekleedt dhr. Klooster de functie van voorzitter van de HBO Commissie Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV), is hij tevens lid van deze organisatie en is hij lid van de redactieraad voor het management tijdschrift “Labbriefing”. Dhr. T.P.M.M. Timmerman Timo is afkomstig uit de onderwijswereld. Zo was hij onder andere hoofd van de academie voor Gezondheidszorg aan de Hogeschool Haarlem, directeur van de Haarlem School of Management en directeur Economie, Communicatie en Kennisproductiviteit van de Contractgroep INHOLLAND. Daarnaast was hij lid van diverse commissies en hield hij zich bezig met projecten op het gebied van onderwijsvernieuwing en internationalisering. Timo heeft de afgelopen jaren aandacht besteed aan kennisproductiviteit en de samenwerking tussen onderwijs – bedrijfsleven in het algemeen. In het bijzonder heeft hij zich beziggehouden met de ontwikkeling van corporate universities. Dr. Hein P.J. te Riele, Hein te Riele is werkzaam bij het Nederlands Kankerinstituut, Afdeling Moleculaire Biologie. Hij heeft zijn doctoraalexamen Scheikunde behaald aan de Rijks Universiteit Groningen. Proefschrift R.U. Groningen Titel: Heterospecific transformation in Bacillus subtilis. Werkervaring en hoogtepunten in chronologische volgorde: Post-doc Institut Jacques Monod/Parijs, Post-doc Nederlands Kankerinstituut/Amsterdam Antoni van Leeuwenhoekprijs 1991, Stafmedewerker/groepsleider NKI, Hoofd afdeling Moleculaire Biologie, NKI, Lid Gezondheidsraad, Voorzitter Nederlandse Genetische Vereniging, Bijzonder hoogleraar Vrije Universiteit Amsterdam J. Verhaar, Joost Verhaar heeft van 1998 tot 2002 de HBO- (duale) opleiding “Bestuurkunde/Overheidsmanagement” gevolgd aan de Haagse Hogeschool. Na de succesvolle afronding van zijn HBO-opleiding is Joost gestart met de (voltijd)studie Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam; afstudeerrichting “Arbeid, Organisatie & Beleid”. Ing. M. in ’t Veld Martijn in 't Veld volgde de opleiding Bouwkunde met als afstudeeronderwerp kwaliteitszorg. Na zijn studie was Martijn werkzaam voor Hillen & Roosen, een middelgroot aannemersbedrijf. Bij deze organisatie heeft hij alle voorkomende taken binnen de functie KAM (Kwaliteit, Arbo en Milieu) -coördinator vervuld. Sinds juli 2004 is Martijn werkzaam bij de Hobéon Groep in een tweezijdige functie. Enerzijds is hij kwaliteitscoördinator binnen de organisatie van Hobéon en daarnaast is hij auditor bij hogescholen en bij bouwbedrijven (voor de ERB-regeling).
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 56
ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 57
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 58
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 59
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 60
BIJLAGE 2: Programma visitatie 6 en 7 oktober 2004 Tijd / lokaal
Gesprekspartner(s)
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam *
Voorbespreking
Datum: 6 oktober 08.30 – 08.45 Lok 506 08.45 – 09.00
AMT ILC:
Auditteam:
Kennismaking
Lok 506
-Jan van Laake
Van Raaijen, Klooster,
Definitieve vaststelling programma
-Fred Schouten
Te Riele, In ’t Veld,
-Johan van Hoek
Timmerman, Verhaar
-Henny de Vos-Burchart 09.00 – 09.55
Management Life Sciences:
Van Raaijen, Te Riele, I
Strategisch beleid/visie
Lok 506
-Henny de Vos-Burchart
n ‘t Veld
Instroom en marktpositie
-Fred Schouten
Internationalisering
-Jan van Laake
Kwaliteitszorg Personeel Resultaten
Lok 515
Docenten Chemistry/Chemie:
Klooster, Timmerman,
Relatie beroepenveld
-Els Willems
Verhaar
Onderwijsontwikkeling
-Gert Legemaat
Eindkwalificaties
-Jan Boogaers
Samenhang programma
-Cees Schneiders
Propedeuse
-Carla Dirkzwager
Praktijkcomponent
-Richard van der Laan
Studentbegeleiding Stage en afstuderen
09.55 – 10.50
Management Chemistry/Chemie
Van Raaijen, Klooster,
Strategisch beleid/visie
Lok 506
en Chemische Technologie:
In ‘t Veld
Marktpositie
-Johan van Hoek
Internationalisering
-Fred Schouten
Kwaliteitszorg
-Jan van Laake
Personeel Resultaten
Lok 515
Docenten Life Sciences:
Te Riele, Timmerman,
Relatie beroepenveld
-Anja ter Avest
Verhaar
Onderwijsontwikkeling
-Dick van Brenk
Eindkwalificaties
-Grietje Dijkstra
Samenhang programma
-Mario van Berlo
Propedeuse
-Ruud Nederstigt
Praktijkcomponent
-Simone Bogaers
Studentbegeleiding Stage & afstuderen
10.50 – 11.00
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
Lok 506 11.00 – 11.55
Examencommissies :
Van Raaijen, Te Riele,
Kwaliteitsborging ‘toetsen en
Lok 506
-Ruud Nederstigt
In ‘t Veld
beoordelen’ (inclusief de rol van het
-Anja ter Avest
beroepenveld daarbij)
-Grietje Dijkstra
Studielast
-Mario van Berlo
Gerealiseerd niveau
-Dick van Brenk -Els Willems (samenstelling nader te bepalen) Lok 515
Docenten Chemistry/Chemische
Klooster, Timmerman,
Relatie beroepenveld
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 61
Technologie:
Verhaar
Onderwijsontwikkeling
-Wim van Vugt
Eindkwalificaties
-Joep Hamerlinck
Samenhang programma
-Gert Legemaat
Propedeuse
-Frank Langereis
Praktijkcomponent
-Harry Vrijens
Studentbegeleiding Stage & afstuderen
11.55 - 12.45
Jan van Laake
Van Raaijen, Te Riele,
Kwaliteitszorg
Lok 506
Jolanthe Bax
In ’t Veld
Onderwijsadm. & logistiek
Lok 515
Fred Schouten
Materiële voorzieningen
Rianne Brauers
Verificatie
Nathaly Bovy
Timmerman, Klooster,
Commerciële activiteiten
Joep Hamerlinck
Verhaar
Na- & bijscholing
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling ,
12.45 – 13.30 Lok 103
verificatie
13.30 – 14.00
Rondleiding voorzieningen:
Rondleiding
-Jan van Laake
(Deel) Auditteam
Verificatie
Te Riele, In ’t Veld, Verhaar
Toetsen en beoordelen
-Henny de Vos Burchart -Fred Schouten -Johan van Hoek 14.00 – 14.45
Studenten Life Sciences:
Lok 506
-Ferry Hagen
Studiebegeleiding (incl. stages)
-Gerlinde Pluister
Studeerbaarheid, studielast
-Jojet Staal
Materiële voorzieningen
-Louis Ates
Informatievoorziening
-Kelly Majoor -Salvatore Lopes Lok 515
Studenten Chemie:
Van Raaijen, Klooster,
Toetsen en beoordelen
-Guillaume te Dam
Timmerman
Studiebegeleiding (incl. stages)
-Sander Oldenhof
Studeerbaarheid, studielast
-Prenish Bansie
Materiële voorzieningen
-Sonja Echteld
Informatievoorziening
-Niels Vermaat 14.45 – 15.00
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
Lok 506 15.00 – 15.45
Studenten Chemische
Klooster, Te Riele,
Toetsen en beoordelen
Lok 506
Technologie:
Timmerman
Studiebegeleiding (incl. stages)
-Janneke Lijbers
Studeerbaarheid, studielast
-Theo van Muurik
Materiële voorzieningen
-Nick van der Kolk
Informatievoorziening
Sander van de Boogaart Lok 515 Nader te bepalen
Van Raaijen, Verhaar,
Vrije ruimte voor verdieping en /of
gesprekspartners
In ‘t Veld
additionele gespreksonderwerpen
Auditteam
Intern overleg en bepaling pending
15.45 -16.00 Lok 506
issues
16.00 - 16.30
Nader te bepalen
Lok 506
gesprekspartners
(Deel) Auditteam
Pending issues, verificatie
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 62
16.30 - 17.15
Auditteam
Intern overleg en bepaling
Auditteam
Voorlopige beoordeling en
Lok 506 17.15 – 17.45
voorlopige beoordeling Gesprekspartners & genodigden
terugkoppeling
Lok 110
Datum: 7 oktober Tijd / lokaal
Gesprekspartner(s)
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam: Van Raaijen, In
Voorbespreking
12.00 – 12.15
ONTVANGST CORUS
12.15 – 12.30
’t Veld, Te Riele, Verhaar 12.30 – 13.30
Henk Hille (manager
Auditteam
Visie
procestechnische opleidingen
Relatie beroepenveld
CORUS)
Eindkwalificaties Samenhang programma Praktijkcomponent Studentbegeleiding Rondleiding voorzieningen
13.30 – 14.15
Studenten CORUS
Auditteam
Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen
14.15 – 14.45
Auditteam
Intern overleg en bepaling
Auditteam
Voorlopige beoordeling en
voorlopige beoordeling 14.45 – 15.00
Gesprekspartners & genodigden
terugkoppeling
©Hobéon® Certificering Eindrapport Accreditatie opleidingen Chemie en Chemische Technologie van de HVU, inclusief alle variantenversie 1.1 63