Studentenhandleiding
Afstuderen
Opleiding: Cursus: Code: Studiebelasting: Jaar: Cursusbeheerder:
1
Sociaal Pedagogische Hulpverlening Afstuderen SPHAFS04RV en SPHAFS01RD Voltijd: 22 EC, Deeltijd/duaal: 12 EC1 2014-2015 Irene van Krieken en Dorien ‘t Hart
[email protected]
Binnen het kader van de Routeplanner Deeltijd/duaal wordt voor minimaal 10 EC gewerkt aan de onderzoeksuitvoering
Inhoudsopgave
1
INLEIDING ____________________________________________________________________________ 3 1.1 GLOBALE INHOUD ________________________________________________________________________ 3 1.2 PLAATS IN HET CURRICULUM _________________________________________________________________ 3 1.3 STUDIEBELASTING ________________________________________________________________________ 4
2
KERNTAKEN EN LEERDOELEN _____________________________________________________________ 5 2.1 RELATIE MET HET COMPETENTIEPROFIEL _________________________________________________________ 5 2.2 LEERDOELEN ____________________________________________________________________________ 6
3
OPZET VAN HET AFSTUDEREN ____________________________________________________________ 7 3.1 OPBOUW ______________________________________________________________________________ 7 3.2 BELANGRIJKE DATA _______________________________________________________________________ 7 3.3 BEGELEIDING ___________________________________________________________________________ 8 3.4 LITERATUUR ____________________________________________________________________________ 8
4
STUDIEACTIVITEITEN ___________________________________________________________________ 9 4.1 FASE 1: WERVING AFSTUDEEROPDRACHT ________________________________________________________ 9 4.2 FASE 2: VOORONDERZOEK _________________________________________________________________ 10 4.3 FASE 3: UITVOEREN ONDERZOEK EN MAKEN BEROEPSPRODUCT _________________________________________ 10 4.4 FASE 4: PRESENTATIE EN EINDGESPREK _________________________________________________________ 11
5
TOETSING EN BEOORDELING ____________________________________________________________ 12 5.1 TOETSPROCEDURE EN BEOORDELINGSCRITERIA ____________________________________________________ 12 5.2 HERKANSING __________________________________________________________________________ 14 5.3 AFSTUDEERPRIJZEN ______________________________________________________________________ 14
6
EVALUATIE ___________________________________________________________________________ 15
BIJLAGEN _________________________________________________________________________________ 17 Bijlage 1: Afstuderen en het internationale perspectief________________________________________ 17 Bijlage 2: Beoordelingsformulier Onderzoeksplan ____________________________________________ 19 Bijlage 3: Beoordelingsformulieren Eindfase ________________________________________________ 22 Bijlage 4: Feedbackformulier Presentatie opdrachtgever ______________________________________ 29 Bijlage 5: Toestemmingsformulier tot opname en beschikbaarstelling afstudeerproduct in een digitale kennisbank ___________________________________________________________________________ 31
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
2
1
Inleiding
1.1 Globale inhoud Voor je ligt de studiehandleiding voor het afstuderen: het onderdeel waar je vier jaar studeren mee afsluit. Met het afstuderen laat je zien dat je in staat bent zelfstandig op een onderzoekende, innovatieve en ondernemende manier een bijdrage aan de beroepspraktijk te leveren rond een reëel beroepsvraagstuk. Dit vraagstuk ga je oplossen met behulp van een praktijkgericht onderzoek. Het resultaat van je onderzoek verwerk je in een relevante, concrete oplossing (een beroepsproduct), waar de praktijk direct mee aan de slag kan. Concreet betekent dit dat je je verdiept in de praktijkvragen en problemen van beroepsbeoefenaars van een organisatie of bedrijf in het werkveld. Je doet onderzoek naar de achtergronden en mogelijke oplossingen van dit probleem en vertaalt de uitkomsten van je onderzoek in een product - idee, advies, instrument - dat bijdraagt aan de oplossing ervan. Dit product presenteer je aan de opdrachtgever uit het werkveld, de medewerkers van de organisatie en vaak ook betrokkenen uit de doelgroep. Tenslotte verantwoord je, ten overstaan van je beoordelaars op school, de kwaliteit van je onderzoek en de bruikbaarheid van de uitkomsten ervan. Centraal in het afstuderen staan het ontwikkelen en toetsen van competenties op het gebied van werken aan professionalisering. Dit werken aan professionalisering heeft altijd een inhoudscomponent. Je professionaliseert je op het gebied van de competenties rond sociaalagogisch handelen en werken in een organisatie. In het afstuderen gaat het er niet om of je sociaalagogische handelingen uit kunt voeren of in een organisatie kunt werken, dit is immers al in de stage getoetst. In het afstuderen ga je een stap verder en laat je zien dat je het niveau bereikt hebt van een professional die in staat is om zelfstandig bij te dragen aan vernieuwing en verbetering van de beroepspraktijk. Van afgestuurde hbo’ers in het sociaalagogisch domein wordt verwacht dat zij naast onderzoekende, ook innovatieve en ondernemende professionals zijn, die zich verdiepen in, aanpassen aan en anticiperen op sociale en maatschappelijke ontwikkelingen. Zowel regionaal, nationaal als internationaal. Bij het bepalen van de focus van je onderzoek, de onderzoeksaanpak en de oplossingsrichting houd je steeds rekening met die ontwikkelingen in samenleving, beroep, doelgroep en opdrachtgever. Je neemt als professional positie in ten opzichte van andere betrokkenen. Op basis hiervan verantwoord je de keuzen en beslissingen binnen het afstuderen. 1.2 Plaats in het curriculum Het eindniveau van de opleiding is beschreven in de prestatie-indicatoren op niveau 3 behorend bij de competenties. Dit eindniveau wordt getoetst in de stage in jaar 3, in het afstuderen, in de afsluiting van SLC en in de modules sociaal ondernemersschap en leiden & begeleiden. Hieronder wordt beschreven hoe de verschillende onderdelen van je opleiding met het afstuderen te maken hebben en wat de ingangseisen zijn om te mogen beginnen met het afstuderen. Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
3
Ingangseisen Om te mogen starten met het afstuderen, geldt als voorwaarde dat de stage (voltijd) of werk (deeltijd) van jaar 3 is afgerond en dat je de module Onderzoek- en Afstudeervoorbereiding hebt behaald. Praktijkgestuurde leerlijn In stage of werk heb je laten zien dat je op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar competent bent om het dagelijks werk uit te voeren: de dienstverleningscontacten met cliënten en deelnemers (agogisch handelen) en de samenwerking met collega’s binnen en buiten de organisatie (organisatorisch handelen). In het afstuderen overstijg je dit niveau door een bijdrage te leveren aan de professionalisering van het beroep. Het afstuderen sluit de lijn af die is ingezet met de projecten eerder in de opleiding. Het verschil met eerdere projecten is dat de opdracht in het afstuderen individueel wordt uitgevoerd en bij de start veel opener geformuleerd is dan die in voorgaande projecten. De verdere afbakening ervan doe je zelf tijdens je afstuderen, in samenspraak met je opdrachtgever. Kennisgestuurde leerlijn In het afstuderen ontwikkel je via onderzoek nieuwe kennis. Daarbij put je ook uit kennis, inzicht en vaardigheden opgedaan in het onderwijs in voorgaande studiejaren en in andere onderwijsonderdelen van het vierde jaar. In de opdracht pas je deze oude en nieuwe kennis en vaardigheden nu geïntegreerd toe. Hierbij speelt ook het internationale perspectief een rol. Door het gebruik van internationale vakliteratuur en onderzoek van of samenwerking met buitenlandse projecten, maak je gebruik van kennis van en ervaring met problemen die elders al aangepakt of opgelost zijn. Studentgestuurde leerlijn De keuze van het onderwerp waarop je afstudeert, speelt vaak een belangrijke rol bij de profilering van jezelf als professional aan het eind van je opleiding. In de afsluiting van SLC (dat plaatsvindt binnen het SLC-programma) gebruik je het afstuderen, naast andere onderdelen van je studie, om een duidelijk profiel van jezelf als professional neer te zetten, inclusief de persoonlijke kwaliteiten en affiniteiten die je hebt opgebouwd. Hiermee vormt de afsluiting van SLC een overstap van studieloopbaancoaching naar loopbaanplanning. 1.3 Studiebelasting Voor de voltijdopleiding geldt met betrekking tot het afstuderen een studiebelasting van 22 ects (616 uur). Deeltijd investeert eenzelfde aantal uren, maar binnen het curriculum is dit op twee plekken ondergebracht: Afstuderen (12 ects, 336 uur) en Werk (minimaal 10 ects, 280 uur). Voor deeltijd betekent dit dat het praktijkonderzoek (met een omvang van ongeveer 280 uur) uitgevoerd wordt binnen het kader van de werkpraktijk (routeplanner deeltijd). Voltijd- en deeltijd studenten werken wel aan dezelfde leerdoelen en worden op dezelfde manier beoordeeld.
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
4
De studiebelasting voor het afstuderen concentreert zich voornamelijk in het laatste semester van de opleiding (semester 8, oftewel kwartaal 3 en 4 van het vierde jaar), maar heeft een aanloop die al in semester 6 (kwartaal 3 en 4 van het derde jaar) begint: Semester 6, verwerven van de afstudeeropdracht. Parallel aan de laatste fase van stage/werk in het derde jaar. Semester 7, maken van een onderzoeksplan. Parallel aan het minoronderwijs in de eerste helft van het vierde jaar en met een omvang van ca. 1 dagdeel per week. Semester 8, uitvoeren van praktijkonderzoek om tot een concreet beroepsproduct te komen. Parallel aan het afstuderen in de laatste fase van het 4e jaar verzorgt de opleiding kennisgestuurde modules ter ondersteuning en wordt er ook gewerkt aan de afronding van studieloopbaancoaching. Afstuderen heeft een grote omvang en individuele studenten zullen de diverse fases soms met een afwijkende snelheid doorlopen. Los van mogelijke individuele verschillen valt de studiebelasting op de volgende wijze te verantwoorden: Semester 6, verwerven van de opdracht Begeleidingstijd vanuit de opleiding. Keuze voor en brainstorm over een onderwerp, overleg met opdrachtgever. Semester 7, maken onderzoeksplan Regelen goedkeuring en contracten. Begeleidingstijd vanuit de opleiding. Opzet onderzoeksplan, dialoog/overleg met opdrachtgever en betrokkenen, verkennen van bronnen m.b.t. het onderwerp, lezen en verwerken van literatuur m.b.t. de opzet van een onderzoeksplan (150 blz. à 6 p/uur). Schrijven onderzoeksplan (2 tot 3 uur per blz.).
Subtotaal ca. 18 uur 3 uur 15 uur
Semester 8, uitvoeren praktijkonderzoek, uitwerken beroepsproduct en presentatie Begeleidingstijd vanuit de opleiding. Literatuur, bronnen, theorie m.b.t. onderwerp en onderzoek bestuderen en verwerken (indicatie: 750 blz. à 6 p/uur). Uitvoeren onderzoek, data verzamelen, analyse, resultaten verwerken etc. Schrijven onderzoeksverslag en beroepsproduct (2 tot 3 uur per blz.). Presentatie eindresultaat (zowel bij de opdrachtgever als op school).
Subtotaal ca. 486 uur 9,5 uur
Ruistijd (5% van de totale studiebelasting) Problemen onderweg verhelpen, extra investering m.b.t. bovenstaande punten, contacten onderhouden etc. Totaal 22 ec (28 studiebelastingsuren per ec)
2
Subtotaal ca. 82 uur 2 uur 9,5 uur
50 uur 15 uur
125 uur 280 uur 75 uur 2 uur Subtotaal ca. 30 uur 30 uur
Totaal 616 uur
Kerntaken en leerdoelen
2.1 Relatie met het competentieprofiel In het afstuderen laat je zien te beschikken over de competenties met betrekking tot werken aan professionalisering van het beroep. Deze competenties zijn geformuleerd op Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
5
hbo-niveau.2 Hieronder is te zien welke prestatie-indicatoren uit het competentieprofiel in het afstuderen getoetst worden. Ook is de koppeling met de leerdoelen voor het afstuderen gemaakt.
SPH
11.3.1
SPH
13.3.1
SPH
15.3.1
De student kan vanuit een (internationaal) geïnspireerde visie op instellingsbeleid en -methodiek een bijdrage leveren aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie van hulpverlening, die leidt tot een in de praktijk haalbare verbetering daarvan De student kan het beroep van de SPH’er definiëren, profileren en legitimeren en daarmee een bijdrage leveren aan de identiteit en ontwikkeling van het beroep De student kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep en de beroepsmethodiek met gebruik van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek
Leerdoel(en): 1, 7, 8
7, 9, 10
1 t/m 7, 9
2.2 Leerdoelen In het afstuderen werk je als HBO-professional aan twee essentiële, samenhangende aspecten van professionalisering op hbo-niveau, in hun onderlinge samenhang. Als je het afstuderen met succes afsluit, heb je je ontwikkeld tot: Onderzoekende professional Deze is doordrongen van het belang van kennis voor de uitoefening van het sociale beroep. Hij onderzoekt daarom wat hij al weet en nog niet weet over een vraagstuk en gaat op zoek naar nieuwe kennis. Deze onderzoekende en kritische houding vormt de basis voor het levenlang leren van de professional. Innovatieve en ondernemende professional De innovatieve en ondernemende professional stelt de uitvoering van (onderzoeks)opdrachten in dienst van probleemoplossing, die door het werkveld (doelgroepen, cliënten, beroepsbeoefenaren, bestuurders) als vernieuwend wordt ervaren. Hij doet dit op proactieve, kritische, creatieve, maatschappelijk en ethisch verantwoorde wijze. Hij ziet mogelijkheden in en voor de beroepspraktijk en verhoudt zich daar als ondernemende professional toe. Dit vormt de basis voor de bijdrage van de professional aan de ontwikkeling van de sector en het beroep. Ook kan de professional zijn bevindingen en zijn visie communiceren met anderen. De leerdoelen voor het afstuderen zijn gekoppeld aan de twee typen professionals waar het afstuderen naar toe werkt. De onderzoekende professional is in staat om: 1. zelfstandig een complex sociaalagogisch praktijkvraagstuk van een opdrachtgever kritisch te analyseren, binnen een bredere nationale en internationale (beleid)context en vanuit relevante, actuele, nationale en internationale theorie; 2. een onderzoeksvraag bij het praktijkvraagstuk te formuleren; 3. een praktijkgerichte onderzoeksmethode te ontwerpen die past bij de onderzoeksvraag; 2
Zie het opleidingsprofiel, waarin verantwoord is hoe de Dublin Descriptoren verwerkt zijn in de competenties.
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
6
4. de onderzoeksmethode uit te voeren en de verkregen data te analyseren; 5. conclusies trekken op basis van de data-analyse en literatuur; 6. kritisch te reflecteren op de kwaliteit en de generaliseerbaarheid van het onderzoek. De innovatieve en ondernemende professional is in staat om: 7. de uitkomsten van het praktijkonderzoek om te zetten in een beroepsproduct, dat een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het beroep en dat rekening houdt met de vraag en de mogelijkheden van de opdrachtgever; 8. bij de aanpak en de oplossing van het praktijkvraagstuk mogelijkheden te signaleren en positie in te nemen in het speelveld van maatschappelijke relevantie, (beroeps)ethische waarden, beleidskaders, multidisciplinaire samenwerking en behoeften van de doelgroep; 9. kritisch te reflecteren op de toegevoegde waarde van het beroepsproduct voor het beroep; 10. bevindingen, oplossingen, inzichten en visie te delen met specialisten en nietspecialisten in werkveld en beroepsgroep.
3
Opzet van het afstuderen
3.1 Opbouw Het afstuderen bestaat uit vier fasen: 1. verwerven van een afstudeeropdracht – jaar 3 kwartaal 4 2. vooronderzoek (uitmondend in onderzoeksplan) – jaar 4 kwartaal 1 en 2 3. onderzoek en beroepsproduct – jaar 4 kwartaal 3 en 4 4. presentatie en verdediging – jaar 4 eind kwartaal 4 In hoofdstuk 4 van deze handleiding wordt per fase verder uitgewerkt wat er van je verwacht wordt.
3.2 Belangrijke data Hieronder worden de belangrijke data opgesomd. Jaar 3
Kwartaal 4
4 4
1 1
Week
Activiteit of inleveren
Voor de zomer 2 5
Afronden stage 3 en Onderzoek- en Afstudeervoorbereiding
Afspreken met begeleider
Aftrap afstudeerjaar en toewijzing begeleider Getekende Afstudeerovereenkomst laten ondertekenen bij je afstudeerbegeleider Inleveren onderzoeksplan
Goedkeuring onderzoeksplan Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
7
4
4
4 4
4 4
4 4
4 4
4 (maandag 12.00 uur) 5 7 (maandag voor 12:00) 8 10/11
Uiterlijk inlevermoment definitieve onderzoeksverslag en beroepsproduct Presentatie bij de opdrachtgever Verdediging op school Uiterlijk inlevermoment herkansing onderzoeksverslag en beroepsproduct Evt. herkansing verdediging Diploma-uitreiking
Deadlines Voor het afstuderen geldt alleen een deadline wat betreft het inleveren van het onderzoeksverslag en het beroepsproduct. Voor het onderzoeksplan gelden geen deadlines.
3.3 Begeleiding Tijdens het afstuderen wordt een grote zelfstandigheid van jou als student verwacht. Dit betekent niet dat je alles alleen moet doen, maar wel dat het initiatief tot begeleiding in eerste instantie bij jou ligt. Afstudeerkringen Begeleiding vindt plaats in een afstudeerkring. Dit is een groep van ongeveer 10 studenten, waarbij intervisie centraal staat. De afstudeerbegeleider is bij deze afstudeerkring aanwezig, maar studenten bespreken vragen vooral met elkaar en geven elkaar feedback. Ook buiten de bijeenkomsten om kan de kring je ondersteunen tijdens het proces. Elk kwartaal vinden drie bijeenkomsten van 2x50 minuten plaats. De momenten waarop de bijeenkomsten plaatsvinden, kun je vinden in het rooster van de betreffende begeleider.
3.4 Literatuur Verplichte literatuur: 1) Donk, C. van der, & Lanen, B. van (2011). Praktijkonderzoek in zorg en welzijn. Bussum: Coutinho. 2) Competentieprofiel van de opleiding Literatuursuggesties: Proces van afstuderen: 1) Kempen, P. & Keizer, J., (2006). Competent afstuderen en stagelopen: een advieskundige benadering. Groningen, Nederland: Wolters Noordhoff, 3e druk. 2) Wijk, J. van (2007). Succesvol afstuderen. Praktijkgericht onderzoek in het HBO. Groningen, Nederland: Wolters Noordhoff. Onderzoek: 3) Baarda. D.B., Goede, M.P.P. de, & Teunissen, J. (2000). Basisboek Kwalitatief Onderzoek: praktische handleiding voor kwalitatief onderzoek. Stenfert Kroese, Groningen, Nederland: Wolters Noordhoff. 4) Migchelbrink, F. (2010). Praktijkgericht onderzoek in zorg en welzijn. Amsterdam: Uitgeverij SWP. (vanaf 12e druk , augustus 2007) 5) Berding, J. & Witte, T. (2013). Praktijkonderzoek op niveau. Bussum, Nederland: Coutinho Beleid en schrijfvaardigheid: 6) Ackermann, M. , Osseweijer, E. , Schmidt, H. & Molen, H. van der (2007). Zelf leren schrijven: Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
8
schrijfvaardigheid voor psychologie, pedagogiek, en sociale wetenschappen. Amsterdam, Nederland: Boom. 7) Jans, R. (2010). Het schrijven van beleidsadviezen. Amsterdam: Boom Nelissen. 8) Propper, I. (2009). De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders. Bussum, Nederland: Coutinho, 3e herziene druk. Handige websites: http://www.hbo-kennisbank.nl http://www.scriptieoverzicht.nl
4
Studieactiviteiten
4.1 Fase 1: Werving Afstudeeropdracht Er zijn verschillende manieren om aan een afstudeeropdracht te komen: Via het onderzoeksprogramma van het kenniscentrum/ISO (zie aanbod op Hint) Zelf een opdracht werven, bijvoorbeeld in het verlengde van je stage of als verdieping op je minor Het afstuderen wordt individueel uitgevoerd. Wel is het mogelijk dat meerdere studenten een grotere praktijkvraag onderzoeken en in het afstudeertraject samen op trekken. Deze grotere vraag wordt dan opgedeeld in afzonderlijke deelonderzoeken die tot afzonderlijke onderzoeksverslagen en beroepsproducten leiden. In het laatste kwartaal van jaar 3 begin je al met een oriëntatie op je afstudeeropdracht. In het eerste kwartaal van jaar 4 bespreek je de opdracht met je afstudeerbegeleider. Vervolgens laat je het contract in drievoud ondertekenen door je afstudeerbegeleider. Eén versie blijft op school, één houd je zelf en één geef je aan de opdrachtgever. De afstudeeropdrachtopdracht moet voldoen aan de volgende eisen: Eisen behorend bij leerdoelen van de onderzoekende professional: o Het vraagstuk dat in de opdracht centraal staat is complex en heeft actualiteitswaarde. o Het vraagstuk is van zodanig niveau dat je voor de aanpak ervan kennis moet vergaren omtrent de laatste nationale en internationale ontwikkelingen in het vakgebied. o De oplossing van het vraagstuk vereist praktijkgericht onderzoek. Eisen behorend bij leerdoelen van de ondernemende en innovatieve professional: o De opdracht is gericht op het ontwikkelen van oplossingen voor het agogisch en organisatorisch handelen, die als vernieuwend worden ervaren door betrokkenen. o Er is sprake van een werkelijke opdrachtgever. De organisatie heeft er belang bij dat de opdracht een bruikbaar product oplevert. o De opdracht heeft betrekking op een gesignaleerd beroepsvraagstuk dat om een oplossing vraagt. o Het vraagstuk is representatief voor het beroep en maatschappelijk relevant. o Er is voldoende ruimte in de opdracht voor dialoog tussen opdrachtgever en student. Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
9
Jouw begeleider bepaalt of de afstudeeropdracht aan bovenstaande eisen voldoet. Bij twijfel wordt de afstudeercoördinator ingeschakeld. Wanneer de opdracht niet aan de genoemde eisen voldoet, zal de opdracht aangescherpt moeten worden of een andere opdracht gezocht moeten worden. Je kunt pas beginnen aan fase 2 als de opdracht is goedgekeurd. Het is mogelijk om een vraagstuk in het buitenland te onderzoeken. Hiervoor geldt een aantal specifieke afspraken, die in bijlage 1 vermeld zijn. 4.2 Fase 2: Vooronderzoek Nadat je een afstudeerbegeleider hebt toegewezen gekregen en de afstudeerovereenkomst hebt ingeleverd, kun je aan de slag met je vooronderzoek. Dit mondt uit in een onderzoeksplan. Het doel van het vooronderzoek is helder te krijgen wat de probleemsituatie en de vraagachter-de-vraag van de opdrachtgever is. Op basis hiervan baken je het te onderzoeken probleem af en bepaal je wat voor type vervolgonderzoek in deze situatie nodig is. Het onderzoeksplan bestaat ten minste uit de volgende onderdelen: Situatie- en probleemanalyse, incl. maatschappelijke relevantie, relevantie voor de opdrachtgever en relevantie voor het beroep; Theoretische verkenning op basis van relevante, actuele, nationale en internationale literatuur; Onderzoeksvraag; Onderzoeksmethode met onderbouwing; Planning en afspraken met opdrachtgever. Omvang: maximaal 15 pagina’s. Zie bijlage 2 voor het beoordelingsformulier met de beoordelingscriteria voor het onderzoeksplan. Het onderzoeksplan moet ingeleverd worden in N@tschool. Het onderzoeksplan wordt beoordeeld als voldoende of onvoldoende, door de afstudeerbegeleider en de tweede beoordelaar. De ingevulde beoordelingsformulieren met handtekeningen zet je zelf in N@tschool. Als je onderzoeksplan een ‘go’ krijgt, kun je aan de slag met het uitvoeren van je onderzoek. Als je onderzoeksplan (nog) niet is goedgekeurd, zul je aanpassingen moeten doen. 4.3 Fase 3: Uitvoeren onderzoek en maken beroepsproduct Als je onderzoeksplan is goedgekeurd, kun je aan de slag met het uitvoeren ervan. Dit resulteert in een onderzoeksverslag en een beroepsproduct.
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
10
Het onderzoek dat je uitvoert is een praktijkgericht onderzoek. Praktijkgericht onderzoek staat in dienst van het oplossen van een praktijkvraagstuk door middel van een beroepsproduct. De probleemanalyse in je vooronderzoek bepaalt welk type onderzoek je uitvoert en wat voor soort beroepsproduct je oplevert. Het prakijkgerichte onderzoek levert de kennis op die nodig is voor het beroepsproduct. Dus de conclusies die voortkomen uit je onderzoek verwerk je in het beroepsproduct, dat een concrete bijdrage aan het beroep levert. Het type onderzoek dat je hebt uitgevoerd, bepaalt wat voor type beroepsproduct je maakt. Er zijn verschillende soorten beroepsproducten: een advies, een ontwerp, een eindproduct of een handeling. Dit beroepsproduct moet een oplossing(srichting) bieden voor het praktijkvraagstuk van de opdrachtgever. Ook moet het rekening houden met de specifieke situatie van de opdrachtgever. Hoe je beroepsproduct er precies uit ziet, is dus afhankelijk van het vraagstuk dat je onderzoekt en van de situatie en wensen van de opdrachtgever. Het onderzoeksverslag schrijf je volgens de APA-normen en bestaat uit de volgende onderdelen: Engelstalige en Nederlandstalige samenvatting; Situatie- en probleemanalyse; Theoretische achtergrond op basis van relevante, actuele, nationale en internationale literatuur; Onderzoeksvraag; Onderzoeksmethode met onderbouwing; Resultaten; Conclusies en aanbevelingen; Discussie: reflectie op de sterke en zwakke punten van het onderzoek (methodologische evaluatie), draagvlak binnen de organisatie, generaliseerbaarheid naar andere situaties en contexten. Omvang: maximaal 30 pagina’s (exclusief bijlagen) Zie bijlage 3 voor de beoordelingsformulieren met de beoordelingscriteria voor het onderzoeksrapport en beroepsproduct. 4.4 Fase 4: Presentatie en Eindgesprek Aan het eind van kwartaal 4 presenteer je je onderzoek en beroepsproduct aan de opdrachtgever. Vervolgens is er een eindgesprek op school. Presentatie bij opdrachtgever Nadat je de definitieve producten hebt ingeleverd en vóór de verdediging op school presenteer je de aanpak van je onderzoek, de belangrijkste conclusies en het beroepsproduct aan de opdrachtgever. Hiermee laat je zien dat je de resultaten kunt uitdragen naar de beroepspraktijk. Deze presentatie vindt plaats bij de opdrachtgever en zonder aanwezigheid van de begeleider van school. Na afloop van de presentatie vult de opdrachtgever een Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
11
feedbackformulier in (zie bijlage 4). Dit formulier lever je in tijdens het eindgesprek op school. Het wordt gebruikt als advies bij de beoordeling door de opleiding. Eindgesprek op school Nadat je onderzoeksverslag en beroepsproduct met minimaal een voldoende zijn beoordeeld, en je de presentatie voor de opdrachtgever hebt afgerond, vindt het eindgesprek op school plaats. In dit gesprek beantwoord je vragen over je onderzoek en beroepsproduct, waarmee je laat zien dat je kritisch kunt reflecteren op de kwaliteit van je onderzoek en het beroepsproduct. Het eindgesprek duurt 40 minuten, waarna 10 minuten beoordelingsoverleg tussen de beoordelaars plaatsvindt. Zie bijlage 3 voor het beoordelingsformulier met de beoordelingscriteria voor het eindgesprek. Als je onderzoeksverslag en/of beroepsproduct niet voldoende zijn, vindt er geen eindgesprek plaats. Je zult eerst je verslag en/of product moeten verbeteren in de herkansingsronde. Als je onderzoeksverslag met minimaal een 8 is beoordeeld, kan het verslag in de HBOkennisbank worden opgenomen. Dit loopt via de mediatheek. Hiervoor moet het verslag geanonimiseerd zijn, zodat de privacy van betrokkenen gewaarborgd is. Ook moet een toestemmingsformulier ingeleverd worden, zie bijlage 5.
5
Toetsing en beoordeling
5.1 Toetsprocedure en Beoordelingscriteria Onderstaande tabel geeft weer welke producten in het afstuderen worden beoordeeld, welke leerdoelen hieraan gekoppeld zijn en wat de weging van de producten in het eindcijfer van het afstuderen is. Product Onderzoeksplan
Onderzoeksverslag en Beroepsproduct Eindgesprek
Leerdoelen Onderzoekende professional leerdoel 1 t/m 3 Innovatieve en ondernemende professional leerdoel 8 Onderzoekende professional leerdoel 1 t/m 6 Innovatieve en ondernemende professional leerdoel 7 t/m 9 Innovatieve en ondernemende professional leerdoel 6,9, 10
Weging Go of no go
75%
25%
Alle onderdelen moeten beoordeeld zijn met een voldoende (5,5). Alle producten worden ingeleverd op N@tschool en via Ephorus gecontroleerd op plagiaat.
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
12
Het onderzoeksplan is voorwaardelijk om aan het onderzoeksverslag te beginnen. Dit wordt beoordeeld met voldoende of onvoldoende door je afstudeerbegeleider en tweede beoordelaar. Het onderzoeksverslag en het beroepsproduct worden beoordeeld door je afstudeerbegeleider en tweede beoordelaar (die niet betrokken is geweest bij de begeleiding). Als het verslag en/of het beroepsproduct met een onvoldoende is beoordeeld, vindt er geen eindgesprek plaats. De presentatie bij de opdrachtgever wordt niet door school beoordeeld. De opdrachtgever vult een feedbackformulier in over de presentatie, het onderzoek, het beroepsproduct en het werken binnen de organisatie. Dit formulier lever je bij je eindgesprek als advies voor de beoordelaars op school in. Het ondertekende formulier is een voorwaarde voor deelname aan het eindgesprek. Het eindgesprek wordt beoordeeld door de tweede beoordelaar (voorzitter van het gesprek) en je afstudeerbegeleider. Steekproefsgewijs is er een vertegenwoordiger uit het werkveld aanwezig, die een adviserende rol heeft. De beoordeling van de opdrachtgever wordt, via het feedbackformulier, als advies meegenomen. Het advies van de opdrachtgever en de vertegenwoordiger uit het werkveld heeft tot doel een blik van buiten (‘vreemde ogen’) mee te nemen in de beoordeling. De adviezen zijn extra informatiebronnen op basis waarvan de beoordelaars van de opleiding de definitieve beoordeling baseren. Opdrachtgever en andere betrokkenen mogen als toehoorder aanwezig zijn bij het eindgesprek, maar hebben geen rol in de beoordeling. Alle beoordelingen binnen het afstuderen worden door twee beoordelaars uitgevoerd. De beoordelingsprocedure is als volgt: 1. Beoordelaars vullen ieder afzonderlijk een beoordelingsformulier in; 2. Beoordelaars voeren overleg met elkaar om tot een definitief cijfer te komen en vullen samen één definitief beoordelingsformulier in. 3. a) Indien geen overeenstemming bereikt in overleg: afzonderlijke cijfers worden gemiddeld. b) Indien geen overeenstemming bereikt in overleg, waarbij de ene beoordelaar een voldoende en de andere beoordelaar een onvoldoende toekent: er wordt een derde lezer ingeschakeld, wiens oordeel doorslaggevend is. Het eindgesprek wordt beoordeeld door deze derde lezer en de docent die een voldoende beoordeling gaf. De afstudeercoördinator wijst de derde lezer aan. Indien de coördinator een van de betrokken beoordelaars is, wijst een andere ervaren docent de derde lezer aan. In bijlage 2 en 3 zijn de beoordelingsformulieren met beoordelingscriteria te vinden. Voor alle producten geldt dat eerst aan de technische vereisten voldaan moet zijn, voordat een Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
13
inhoudelijke beoordeling plaatsvindt. Dit houdt in: correct Nederlands, logische opbouw en structuur, volledigheid, APA-richtlijnen voor verslaglegging, geen plagiaat. 5.2 Herkansing Bij onvoldoende beoordeling van het onderzoeksverslag en/of beroepsproduct kunnen deze herkanst worden. Indien het om kleine aanpassingen gaat, kun je nog voor de zomervakantie herkansen (zie paragraaf 3.2 voor de deadlines). Als de verbetering een grote inspanning vraagt, kun je hier de zomermaanden voor gebruiken, eventueel met ondersteuning binnen de summerschool. Voor de summerschool gelden ingangseisen, deze worden tzt bekendgemaakt. Het eindgesprek vindt dan plaats voor de start van het nieuwe studiejaar (eind augustus). Bij onvoldoende beoordeling van de eindgesprek in de eerste ronde, kan deze voor de vakantie herkanst worden. 5.3 Afstudeerprijzen Goede afstudeerwerken kunnen een prijs winnen. Hieronder worden een aantal afstudeerprijzen genoemd. Hogeschool Rotterdam Bachelor Award Hogeschool Rotterdam kent de Hogeschool Rotterdam Bachelor Award (voorheen Onderwijs Innovatieprijs) die jaarlijks wordt uitgereikt. Deze prijs kan worden toegekend aan een of meer studenten van de hogeschool, die een onderwijsprestatie van innovatieve aard hebben geleverd, op het terrein van Outside in- Inside Out (d.w.z. er is een directe relatie tussen de onderwijsprestatie en de maatschappelijke omgeving van de hogeschool), met een brede toepasbaarheid en die aansprekend en van goede kwaliteit is. De prijs bestaat uit een geldprijs en een getuigschrift. Afstudeerbegeleiders dienen vóór week 6 van kwartaal 4 per mail aan de afstudeercoördinatoren voordrachten te doen voor de Hogeschool Rotterdam Bachelor Award. Bij het indienen van de voordracht wordt gebruik gemaakt van een daartoe bestemd formulier. De voordracht bevat in elk geval: - de na(a)m(en), adresgegevens en functie(s) van de kandida(a)t(en); - een omschrijving van de prestatie(s); - de na(a)m(en) van de begeleidende docent(en); Elke voordracht gaat vergezeld van een motivering. SPH-Alumniprijs Eenmaal per jaar wordt een SPH-Alumniprijs uitgereikt voor het meest innovatieve afstudeerproduct met een multidisciplinair karakter. De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag. De uitreiking vindt plaats tijdens de afstudeerceremonie. Iedereen die in het huidige studiejaar zijn of haar scriptie heeft afgerond dingt mee naar de prijs. Afstudeerbegeleiders dienen kandidaten voor te dragen. Als je zelf van mening bent dat je voorgedragen dient te worden, meld dit dan aan je begeleider. Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
14
Een commissie van alumni kiest de winnaar. De beoordelingscriteria zijn dezelfde als terug te vinden zijn in het beoordelingsformulier van de scriptie. Additionele criteria zijn originaliteit en bruikbaarheid voor het werkveld. Meer informatie is te verkrijgen via:
[email protected]
6
Evaluatie
Binnen het systeem van kwaliteitszorg wordt het afstuderen jaarlijks geëvalueerd. De evaluatie over het studiejaar 2011 – 2012 leverde ISO-breed de volgende bevindingen op: De eindkwalificaties die een rol spelen bij het afstuderen moeten duidelijk verantwoord worden. Dit wil zeggen dat de relatie tot het algemene hbo-niveau en de specifieke beroepscompetenties inzichtelijk is en dat de beoordelingscriteria daarvan afgeleid en voor iedereen helder zijn. Beoordelingen (tussentijds en op het einde) moeten altijd door twee beoordelaars gegeven worden en schriftelijk worden vastgelegd. Iedere student heeft het recht op een individuele beoordeling. Het theoretisch niveau en de inzet op onderzoek moet binnen het afstuderen omhoog. Voor de vier ISO-opleidingen geldt dat de opleidingsspecifieke beroepscompetenties centraal staan in het afstuderen, maar het afstudeerniveau en –traject moet gelijkwaardig zijn. Studenten van verschillende opleidingen voeren soms afstudeeronderzoeken uit bij één organisatie. Wanneer zij op verschillende wijze beoordeeld worden, zorgt dit voor verwarring bij de opdrachtgever. Om bovenstaande te bewerkstelligen hebben de vier ISO-opleidingen intensief samengewerkt om een nieuwe handleiding Afstuderen te maken waarin het hbo-niveau op inzichtelijke wijze wordt geborgd. Gekozen is om de professionalisering van het beroep in het afstuderen centraal te stellen. Concreet betekent dit dat het beroepsproduct waar in het afstuderen aan wordt gewerkt, gebaseerd moet zijn op een methodisch goed onderbouwd praktijkonderzoek. De competenties en indicatoren die daarbij een rol spelen zijn per opleiding vastgesteld en vervolgens doorvertaald naar eenduidige leerdoelen en beoordelingscriteria. Ook is gewerkt aan beoordelingsformulieren die de beoordelaars richting en houvast geven om tot een zo objectief mogelijke beoordeling te komen en op basis waarvan de student een gestructureerde feedback kan worden gegeven over de kwaliteit van het geleverde werk. Tot slot zijn de randvoorwaarden, de inzet op het internationale perspectief en de studiebelasting bij het afstuderen vastgesteld, om ook op die punten te borgen dat het afstuderen bij alle vier de ISO-opleidingen aan dezelfde kwantitatieve en kwalitatieve criteria voldoet. Op basis van evaluatie over studiejaar 2013-2014 zijn de volgende aanpassingen gedaan: Eén beoordelingsformulier voor het onderzoeksverslag en het beroepsproduct. Dit moet de plaats van het beroepsproduct in het afstuderen duidelijker maken. Het Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
15
onderzoek vormt de onderbouwing van het beroepsproduct. Beide producten kunnen niet los van elkaar worden gezien. Aanscherpingen en verduidelijkingen in de beoordelingscriteria Alle onderdelen van het onderzoeksplan moeten voldoende zijn voor een go, aangezien alle onderdelen essentieel zijn voor een goede start van het de uitvoering van het onderzoek. Er wordt niet meer gewerkt met tussentijdse deadlines voor het onderzoeksplan: er is alleen nog één uiterlijke deadline om mee te kunnen doen met de diplomering van dit jaar. Wachten op een volgende deadline terwijl het stuk al klaar is, veroorzaakt onnodige vertraging.
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
16
Bijlagen Bijlage 1: Afstuderen en het internationale perspectief “Exceed expectations” Het Instituut voor Sociale Opleidingen schrijft in het internationaliseringsbeleid (2013 – 2017) ‘dat onderwijs met een globale en interculturele dimensie studenten open leert staan voor andere visies op de realiteit. Door deel uit te maken van een internationale context, of onderwijs te volgen met een internationale dimensie, worden studenten opgeleid tot breder gekwalificeerde professionals, die met een open blik de wereld in kijken. Studenten die kennis hebben van de internationale dimensie van hun beroepsdomein, zullen door hun bredere kijk op een creatievere wijze naar oplossingen zoeken voor de problematiek waar zij mee te maken krijgen’ 3. Voor het afstuderen betekent dit, dat een student in staat moet zijn om innovatieve internationale ontwikkelingen te signaleren en deze vertaalt naar en toe kan passen op het zelf gekozen afstudeeronderwerp. In het afstudeerwerk is het mogelijk om op verschillende manieren de internationale dimensie te verwerken (combinaties zijn mogelijk): Internationale literatuur, bronnen en theorievorming duidelijk en integraal verwerken m.b.t. alle aspecten van het afstuderen. Dit punt geldt voor alle studenten die afstuderen. O.a. moet helder zijn dat de afstudeerder een ‘globale’ visie kan ontwikkelen, het afstudeerthema vanuit een gedifferentieerd perspectief kan beschouwen en zich bewust toont van het feit dat internationale beslissingen en handelingen positief of negatief van invloed kunnen zijn. Op basis van het afstudeeronderwerp een vergelijking maken met eenzelfde thematiek in het buitenland. Omdat er ook over de grens vaak aan dezelfde thema’s wordt gewerkt, kan een vergelijkend onderzoek in het buitenland een interessante invalshoek bieden. Een vergelijking kan digitaal gerealiseerd worden, maar uitdagender is om dat deel van het onderzoek daadwerkelijk ter plekke in het buitenland uit te voeren. Participeren binnen een (digitaal) netwerk van mensen die met dezelfde thematiek bezig zijn en de bevindingen daaruit verwerken. Ook hier geldt, dat op veel plaatsen in de wereld vaak over dezelfde thema’s wordt nagedacht. Niet zelden vormen zich internationale netwerken via het internet of tijdens congressen en symposia, waarbinnen gezamenlijk kennis wordt uitgewisseld en opgebouwd. Hier aansluiting bij zoeken kan veel creativiteit m.b.t. het afstuderen losmaken. Een afstudeeropdracht uitvoeren voor een Nederlandse organisatie die actief is in het buitenland of met buitenlandse partners samenwerkt. Diverse Nederlandse organisaties op het gebied van hulpverlening, educatie, zorg en welzijn zijn ook in het buitenland actief. Bij een dergelijke opdrachtgever ligt het aanbrengen van het internationale perspectief redelijk voor de hand. Of een afstudeerder voor een dergelijke organisatie ook concreet naar het buitenland moet, hangt uiteindelijk af van de afspraken met de opdrachtgever. Een afstudeeropdracht voor een buitenlandse opdrachtgever uitwerken. In het verlengde van een buitenlandse stage- of minorperiode zijn er soms contacten met buitenlandse opdrachtgevers die tot een goede afstudeeropdracht kunnen leiden. In een dergelijk geval is maatwerk noodzakelijk, omdat alleen onder een aantal duidelijke voorwaarden met een buitenlandse opdrachtgever in zee kan worden gegaan. 3
ISO (2013). Internationaliseringsbeleid 2013 – 2017, pagina 3.
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
17
Criteria om rekening mee te houden4: Ambassadeur zijn van de opleiding, voorbereid zijn op communicatie in het Engels over je studie en onderwerp van afstuderen. Zelf verantwoordelijk voor aanvragen beurzen en aanvraagtermijnen die daarmee samenhangen. Korte periode weg (max 1 week) voor bijv. een congres of symposium. Zelf regelen. Langere periode weg (max 4 weken, na afloop minor en voordat het laatste onderwijskwartaal begint) voor bijv. een vergelijkend onderzoek en bijbehorende dataverzameling in het buitenland. Toestemming nodig (ondertekend contract tussen student, de organisatie en de opleiding) en onderzoeksplan moet zijn goedgekeurd. Wordt alleen toegestaan als er geen studie-achterstand is (in hoofdfase uit jaar 2 en 3 max 4 ec gemist). Tijdelijke afwezigheid zal geen belemmering vormen voor het afronden van modules / lessen die dan lopen, maar met de betreffende docenten moeten wel goede afspraken worden gemaakt (eventuele aanwezigheidseis wordt losgelaten, maar eisen voor de toets blijven gehandhaafd). Kortom, een goede planning en veel zelfstandigheid van de student vereist. Gehele afstudeerproject in het buitenland. Komt voor, maar wordt zeer sporadisch toegestaan. Liefst in verlengde van een buitenlandstage of een minor die zich op het buitenland richt. Aparte toestemming nodig om te bepalen of de beoogde leerdoelen gerealiseerd kunnen worden. Tijdig terug zijn om toetsen van modules die dan lopen. Afstudeerverslag in het Engels. Alleen als het voor de opdrachtgever relevant is. Ook de opleiding moet toestemming geven (overtuigd zijn van de meerwaarde om in het Engels te schrijven). Evenals bij een afstudeerverslag in het Nederlands, moet bij een afstudeerverslag in het Engels aan dezelfde randvoorwaarden voor correct taalgebruik etc. worden voldaan.
4
Deze criteria zijn als voorstel opgenomen. Definitieve criteria nog afstemmen.
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
18
Instituut voor Sociale Opleidingen
Bijlage 2: Beoordelingsformulier Onderzoeksplan
Beoordelingsformulier Onderzoeksplan Afstuderen Naam student
………………………………….
Studentnummer
………………………………….
Titel afstudeerwerk
………………………………….
Datum:
………………………………….
Opleiding:
………………………………….
Opdrachtgever:
………………………………….
Naam en handtekening eerste beoordelaar :
Naam en handtekening tweede beoordelaar :
EINDOORDEEL ONDERZOEKSPLAN: Onderbouwing aanvullend op de beoordelingsformulieren of over totstandkoming van definitieve oordeel:
Randvoorwaarden
ja/nee
Toelichting
Correct Nederlands
Logische opbouw en structuur
Bronvermelding volgens APA-richtlijnen
Volledigheid (alle vereiste onderdelen aanwezig)
In N@tschool geplaatst en door Ephorus op plagiaat gecontroleerd en goed bevonden
Om voor beoordeling in aanmerking te komen dienen alle randvoorwaarden met Ja te zijn beantwoord. Beoordeling van de inhoud: Beoordeling vindt plaats per leerdoel met voldoende of onvoldoende. Voor een voldoende eindoordeel, moeten alle beoordelingscriteria met een voldoende worden beoordeeld. Het eindoordeel is voldoende of onvoldoende. Een voldoende beoordeling van het onderzoeksplan is voorwaardelijk om verder te gaan met de uitvoering van het onderzoek.
Leerdoelen De student is in staat om
(1) zelfstandig een complex sociaalagogisch praktijkvraagstuk van een opdrachtgever kritisch te analyseren, binnen een bredere nationale en internationale (beleids)context en vanuit relevante, actuele, nationale en internationale theorie
Afstuderen 2014-2015
Beoordelingscriteria
V/O
1.
De situatie en het ervaren probleem m.b.t. het specifieke praktijkvraagstuk is geanalyseerd
V/O
2.
Het praktijkvraagstuk is vanuit meerdere theoretische perspectieven verkend (correct, geïntegreerd en kritisch gemotiveerd)
V/O
3.
De theoretische verkenning is actueel en relevant, met gebruik van nationale en internationale literatuur
4.
Regionale, nationale en internationale (beleids) ontwikkelingen in de praktijk m.b.t. de thematiek van het vraagstuk zijn beschreven
V/O
V/O
Toelichting
(8) bij de aanpak en de oplossing van het praktijkvraagstuk mogelijkheden te signaleren en positie in te nemen in het speelveld van maatschappelijke relevantie, (beroeps) ethische waarden, beleidskaders, multidisciplinaire samenwerking en behoeften van de doelgroep
5.
De maatschappelijke relevantie van het praktijkvraagstuk, de relevantie voor de opdrachtgever en de relevantie voor het beroep zijn beschreven.
V/O
6.
De onderzoeksvraag is tot stand gekomen op basis van een afweging van verschillende belangen: van de opdrachtgever, andere betrokkenen, maatschappij, overheid, beroepsgroep en de student zelf
V/O
(2) een onderzoeksvraag bij het praktijkvraagstuk te formuleren
7.
De onderzoeksvraag sluit aan bij het praktijkvraagstuk, en de daarbij gemaakte keuzes zijn onderbouwd
V/O
8.
De onderzoeksvraag is eenduidig, afgebakend en open geformuleerd
V/O
9.
De onderzoeksvraag is uitgewerkt in relevante deelvragen
V/O
10. De onderzoeksopzet sluit aan bij de onderzoeksvraag en het praktijkvraagstuk
V/O
11. De onderzoeksmethode is correct, helder beschreven en theoretisch onderbouwd
V/O
12. De tijdsplanning en afspraken met opdrachtgever zijn concreet en realistisch.
V/O
Eindoordeel
V/O
(3) een praktijkgerichte onderzoeksmethode te ontwerpen die past bij de onderzoeksvraag
Afstuderen 2014-2015
Instituut voor Sociale Opleidingen
Bijlage 3: Beoordelingsformulieren Eindfase
Naam student
………………………………….
Studentnummer
………………………………….
Titel afstudeerwerk
………………………………….
Datum:
………………………………….
Opleiding:
………………………………….
Opdrachtgever:
………………………………….
Naam en handtekening eerste beoordelaar :
Naam en handtekening tweede beoordelaar :
Beoordeling Onderzoeksverslag en Beroepsproduct (75%)
Cijfer x 3
Beoordeling Eindgesprek (25%)
Cijfer x 1
EINDCIJFER AFSTUDEREN:
Totaal / 4 =
Onderbouwing aanvullend op de beoordelingsformulieren of over totstandkoming van definitieve cijfers:
Afstuderen 2014-2015
Instituut voor Sociale Opleidingen
Beoordelingsformulier Onderzoeksverslag en Beroepsproduct Afstuderen
Randvoorwaarden
ja/nee
Toelichting
Correct Nederlands
Leesbare Engelstalige samenvatting
Logische opbouw en structuur
Bronvermelding volgens APA-richtlijnen
Volledigheid (alle vereiste onderdelen aanwezig)
In N@tschool geplaatst en door Ephorus op plagiaat gecontroleerd en goed bevonden
Om voor beoordeling in aanmerking te komen dienen alle randvoorwaarden met Ja te zijn beantwoord. Beoordeling van de inhoud: Inhoudelijke beoordeling vindt plaats per leerdoel aan de hand van score van 1 t/m 5. De scores hebben de volgende waarde: 1 = ruim onvoldoende 2 = onvoldoende 3 = voldoende 4 = goed 5 = zeer goed en / of verrassend Voor een voldoende eindoordeel, moeten alle leerdoelen met een voldoende worden beoordeeld. Bij leerdoelen met meerdere criteria mag maximaal één criterium onvoldoende zijn. Het eindoordeel is het totaal van alle deelscores gedeeld door 11,5 Afronding vindt pas plaats bij het eindcijfer. Het eindoordeel telt voor 75% mee in het eindcijfer voor het afstuderen.
Afstuderen 2014-2015
Leerdoelen De student is in staat om
Beoordelingscriteria
12345
1. De situatie en het ervaren probleem m.b.t. het specifieke praktijkvraagstuk is geanalyseerd
12345
2. Het praktijkvraagstuk is vanuit meerdere theoretische perspectieven in kaart gebracht (correct, geïntegreerd en kritische gemotiveerd)
12345
3. De theoretische inkadering is actueel en relevant, met gebruik van nationale en internationale literatuur
12345
4. Regionale, nationale en internationale (beleids) ontwikkelingen in de praktijk m.b.t. de thematiek van het vraagstuk zijn beschreven
12345
(8) bij de aanpak en de oplossing van het praktijkvraagstuk mogelijkheden te signaleren en positie in te nemen in het speelveld van maatschappelijke relevantie, (beroeps) ethische waarden, beleidskaders, multidisciplinaire samenwerking en behoeften van de doelgroep
5. De maatschappelijke relevantie van het praktijkvraagstuk, de relevantie voor de opdrachtgever en betrokkenen, en de relevantie voor het beroep zijn beschreven.
12345
(2) een onderzoeksvraag bij het praktijkvraagstuk te formuleren
6. De onderzoeksvraag sluit aan bij het praktijkvraagstuk, en de daarbij gemaakte keuzes zijn onderbouwd
12345
7. De onderzoeksvraag is eenduidig, afgebakend en open geformuleerd
12345
8. De onderzoeksvraag is uitgewerkt in relevante deelvragen
12345
(1) zelfstandig een complex sociaalagogisch praktijkvraagstuk van een opdrachtgever kritisch te analyseren, binnen een bredere nationale en internationale (beleids) context en vanuit relevante, actuele, nationale en internationale theorie
Afstuderen 2014-2015
Toelichting
(3) een praktijkgerichte onderzoeksmethode te ontwerpen die past bij de onderzoeksvraag
9.
De onderzoeksopzet sluit aan bij de onderzoeksvraag en het praktijkvraagstuk
12345
10. De onderzoeksmethode is correct, helder beschreven en theoretisch onderbouwd
12345
11. De manier van dataverzameling is helder beschreven
12345
12. De resultaten zijn helder en objectief beschreven
12345
13. De data zijn geanalyseerd en er is betekenis aan gegeven
12345
14. De conclusies vloeien voort uit de resultaten
12345
15. De conclusies zijn betrokken op de gekozen literatuur
12345
16. De conclusies zijn een antwoord op de onderzoeksvraag
12345
(6) kritisch te reflecteren op de kwaliteit en de generaliseerbaarheid van het onderzoek
17. De student reflecteert kritisch op de sterke en zwakke punten van het onderzoek (methodische grondigheid, en generaliseerbaarheid naar andere situaties en contexten)
12345
(7) de uitkomsten van het praktijkonderzoek om te zetten in een beroepsproduct, dat een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het beroep en dat rekening houdt met de vraag en de mogelijkheden van de opdrachtgever
18. Het beroepsproduct sluit aan bij de conclusies van het onderzoek en is een (bijdrage aan een) oplossing voor het vraagstuk van de opdrachtgever.
12345
19. Het beroepsproduct is bruikbaar en relevant voor de opdrachtgever
12345
20. De implementatie van het beroepsproduct is beschreven.
12345
21. Het beroepsproduct levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep.
12345
(4) de onderzoeksmethode uit te voeren en de verkregen data te analyseren
(5) conclusies trekken op basis van de data-analyse en literatuur
Afstuderen 2014-2015
(8) bij de aanpak en de oplossing van het praktijkvraagstuk mogelijkheden te signaleren en positie in te nemen in het speelveld van maatschappelijke relevantie, (beroeps) ethische waarden, beleidskaders, multidisciplinaire samenwerking en behoeften van de doelgroep
22. In de uitwerking van het beroepsproduct is rekening gehouden met nationale en internationale maatschappelijke, ethische en beleidsmatige ontwikkelingen
12345
(9) kritisch te reflecteren op de toegevoegde waarde van het beroepsproduct voor het beroep
23. De student geeft een kritische reflectie op de toegevoegde waarde voor de opdrachtgever, doelgroep en het beroep
12345
Eindoordeel (totaalscore / 11,5)
Afstuderen 2014-2015
Beoordelingsformulier Eindgesprek Afstuderen
Randvoorwaarden
ja/nee
Toelichting
Feedbackformulier Presentatie opdrachtgever ingeleverd
Om voor beoordeling in aanmerking te komen dient deze randvoorwaarde met Ja te zijn beantwoord.
Beoordeling van de inhoud: Inhoudelijke beoordeling vindt plaats per leerdoel aan de hand van score van 1 t/m 5. De scores hebben de volgende waarde: 1 = ruim onvoldoende 2 = onvoldoende 3 = voldoende 4 = goed 5 = zeer goed en of verrassend. Voor een voldoende eindoordeel, moeten alle leerdoelen met een voldoende worden beoordeeld. Bij leerdoelen met meerdere criteria mag maximaal één criterium onvoldoende zijn. Het eindoordeel is het totaal van alle deelscores gedeeld door 3,5 Het eindoordeel telt voor 25% mee in het eindcijfer voor het afstuderen.
Afstuderen 2014-2015
Leerdoelen De student is in staat om
Beoordelingscriteria
12345
(6) kritisch te reflecteren op de kwaliteit en de generaliseerbaarheid van het onderzoek
1. Kritische discussie over de sterke en zwakke punten van het onderzoek (methodische grondigheid,en generaliseerbaarheid naar andere situaties en contexten)
12345
(9) kritisch te reflecteren op de toegevoegde waarde van het beroepsproduct voor het beroep
2. Onderbouwing van het beroepsproduct vanuit theorie, eigen onderzoek, actualiteit en/of visie
12345
3. Kritische reflectie op toegevoegde waarde en gevolgen van implementatie van het beroepsproduct voor de opdrachtgever, doelgroep en het beroep
(10) bevindingen, oplossingen, inzichten en visie te delen met specialisten en nietspecialisten in werkveld en beroepsgroep
4.
Adequate beantwoording van vragen en overbrengen van informatie
12345
5.
Heldere, professionele presentatie en gespreksvoering
12345
6.
Bondig weergeven van conclusies en deze koppelen aan de eigen onderzoeksresultaten en aan literatuur
12345
7.
Het vraagstuk en de oplossing (beroepsproduct) in een bredere context plaatsen (benoemen van actuele nationale/internationale (beleids)ontwikkelingen, maatschappelijke trends en/of ethische dilemma’s en eigen visie als professional daarop)
12345
Eindoordeel (totaalscore / 3,5)
Afstuderen 2014-2015
12345
Toelichting
Bijlage 4: Feedbackformulier Presentatie opdrachtgever
Naam student
……………………………..
Studentnummer
……………………………..
Titel afstudeerwerk
…………………………….
Datum:
…………………………….
Naam en handtekening opdrachtgever :
In te vullen door de opdrachtgever en meenemen naar het eindgesprek op school.
Leerdoelen De student is in staat om
Beoordelingscriteria
(1) zelfstandig een complex sociaalagogisch praktijkvraagstuk van een opdrachtgever kritisch te analyseren, binnen een bredere nationale en internationale (beleids)context en vanuit relevante, actuele, nationale en internationale theorie
1.
De student heeft zelfstandig gewerkt
2.
Het onderzoek levert de opdrachtgever een bruikbare analyse van het vraagstuk op
(7) de uitkomsten van het praktijkonderzoek om te zetten in een beroepsproduct, dat een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het beroep en dat rekening houdt met de vraag en de mogelijkheden van de opdrachtgever
3.
Het beroepsproduct is bruikbaar in de specifieke situatie van de opdrachtgever
4.
De student geeft gevolgen voor implementatie van het beroepsproduct aan
5.
Het onderzoek, het beroepsproduct en/of de aanpak van de student is creatief of vernieuwend voor de opdrachtgever.
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
Ja / nee, want….
(8) bij de aanpak en de oplossing van het praktijkvraagstuk mogelijkheden te signaleren en positie in te nemen in het speelveld van maatschappelijke relevantie, (beroeps) ethische waarden, beleidskaders, multidisciplinaire samenwerking en behoeften van de doelgroep
(10) bevindingen, oplossingen, inzichten en visie te delen met specialisten en nietspecialisten in werkveld en beroepsgroep
6.
De student geeft inzicht in de aansluiting bij nationale en internationale maatschappelijke, ethische en beleidsmatige ontwikkelingen
7.
De student houdt rekening met behoeften en verwachtingen van alle betrokkenen
8.
De student heeft goed gefunctioneerd binnen de organisatie (denk aan communicatie, collegialiteit, afspraken nakomen, initiatief etc.)
9.
De student laat een professionele houding zien
10. De student komt overtuigend, geloofwaardig en deskundig over
Ruimte voor overige opmerkingen
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
30
Bijlage 5: Toestemmingsformulier tot opname en beschikbaarstelling afstudeerproduct in een digitale kennisbank
Datum Naam student Studentnummer Naam instituut Opleiding Afstudeerrichting
Bachelor / master / overig
Titel Toestemming
Ja / nee
Emailadres
Digitale kennisbank Hogeschool Rotterdam heeft een digitale kennisbank opgezet waarin de hogeschoolafstudeerproducten die door studenten in het kader van hun studie aan de hogeschool hebben geschreven, toegankelijk worden gemaakt voor derden. Hierdoor wordt het proces van creatie, verwerving en deling van kennis binnen het onderwijs mogelijk gemaakt en ondersteund. De in de kennisbank opgenomen afstudeerproducten worden toegankelijk gemaakt voor potentiële gebruikers binnen en buiten de hogeschool. Om opname en beschikbaarstelling mogelijk te maken dient dit toestemmingsformulier. Bij opname en beschikbaarstelling in de digitale kennisbank behoudt de student zijn of haar auteursrecht. Daarom kan hij of zij de toestemming tot het beschikbaar stellen van haar / zijn afstudeerproduct intrekken.
Rechten en plichten student De student verleent aan de hogeschool kosteloos de niet exclusieve toestemming om zijn afstudeerproduct op te nemen in de digitale kennisbank en om deze beschikbaar te stellen aan gebruikers binnen en buiten de Hogeschool. Hierdoor mogen gebruikers het afstudeerproduct geheel of gedeeltelijk kopiëren en bewerken. Gebruikers mogen dit alleen doen en de resultaten publiceren indien dit gebeurt voor eigen studie en/of onderwijs- en onderzoeksdoeleinden en onder de vermelding van de naam van de student en de vindplaats van de afstudeerproduct. De student geeft de hogeschool het recht de toegankelijkheid van het afstudeerproduct te wijzigen en te beperken indien daar zwaarwegende redenen voor bestaan. De student verklaart dat de stagebiedende organisatie dan wel de opdrachtgever van het afstudeerproduct geen bezwaar heeft tegen opname en beschikbaarstelling van het afstudeerproduct in de digitale kennisbank. Paraaf:
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
31
Verder verklaart de student dat hij of zij toestemming heeft van de rechthebbende van materiaal dat de student niet zelf gemaakt heeft om dit materiaal als onderdeel van het afstudeerproduct op te nemen in de digitale kennisbank en aan derden binnen en buiten de hogeschool beschikbaar te stellen.
Rechten en plichten hogeschool De door de student verleende niet-exclusieve toestemming geeft de hogeschool het recht het afstudeerproduct aan gebruikers binnen en buiten de Hogeschool beschikbaar te stellen. De hogeschool mag verder het afstudeerproduct voor gebruikers binnen en buiten de hogeschool vrij toegankelijk maken voor een gebruiker van de digitale kennisbank en mag deze gebruiker toestemming geven om het afstudeerproduct te kopiëren en te bewerken. Gebruikers mogen dit alleen doen en de resultaten publiceren indien dit gebeurt voor eigen studie- en/of onderwijs- en onderzoeksdoeleinden en onder de vermelding van de naam van de student en de vindplaats van de afstudeerproduct. De hogeschool zal ervoor zorgen dat vermeld wordt wie de schrijver(s) is/zijn van het afstudeerproduct waarbij zij tevens aangeeft dat bij gebruik van het afstudeerproduct de herkomst hiervan duidelijk vermeld moet worden. De hogeschool zal duidelijk maken dat voor ieder commercieel gebruik van het afstudeerproduct toestemming van de student nodig is. De hogeschool heeft het recht de toegankelijkheid van het afstudeerproduct te wijzigen en te beperken indien daar zwaarwegende redenen voor bestaan.
Rechten en plichten gebruiker Door dit Toestemmingsformulier mag een gebruiker van de digitale kennisbank het afstudeerproduct geheel of gedeeltelijk kopiëren en/of geheel of gedeeltelijk bewerken. Gebruikers mogen dit alleen doen en de resultaten publiceren indien dit gebeurt voor eigen studie- en/of onderwijs- en onderzoeksdoeleinden en onder de vermelding van de naam van de student en de vindplaats van het afstudeerproduct.
Naam:
Handtekening:
Afstudeerhandleiding ISO 2014-2015
32