TIJDSCHRIFT VOOR.
LOGOPEDIE
EN
AUDIOLOGIE
11e jaargang nr. 1 febr. 1981 driemaandelijks lIjdschrift
TIJDSCHRIFT
VOOR LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE
UITGAVE VAN DE NEDERLANDSTALIGE
OPLEIDINGEN
LOGOPEDIE (BELGIË)
REDACTIE M. Claeys. lic. Orthopedagogiek L. Moerman-Coetsier. lic. Germaanse Filologie L. Plasschaert. Iic.. Pedagogiek. gagr. Logopedie A.M. Schaerlaekens. dr. Germ. Filologie. lic. Logopedie G. Van Maele. lic. en gegr. Logopedie REDACTIE-ADRES G. Van Maele. De Waterwilgen 9. 8310 Brugge (België) Publicaties in drievoud aan dit adres iOnte zenden WETENSCHAPPELIJKE RAAD M. Callens. prol. dr. Neurofysiologie L. Engels. prol. dr. Linguïstiek G. Forrez. prol. dr. Fysica P. Kluyskens. prof. dr. Otorinolaryngologie J. Tyberghein. prol. dr. Otorinolaryngologie P. Bastijns. dr. Psychologie. lic. Logopedie D. Boedts. dr. Otorinolaryngologie W. Vandereyken. dr. Neuropsychiatrie R. Vandierendonck. dr. Neuropsychiatrie W. Wellens. dr. Neuropsychiatrie P. De Baere. lic. Orthopedagogiek S. Lievens. dr. Psychologie J. Adriaens. gegr. Logopedie W. Brans. gegr. Logopedie R. Stes. lic. en gagr. Logopedie Y. Van Hyfte. gegr. Logopedie BESCHERMCOMITE L. Ulens. ere-inspecteur rijkstechnisch onderwijs De directies van de nederlandstalige opleidingen Logopedie ABONNEMENTEN - België: . De abonnementsprijs bedraagt 250 Ir per jaar (150 Ir voor studenten) te betalen op rekening 360-0600054-69 van -Tijdschrift voor Logopedie en Audiologie-Buitenland: De abonnementsprijs bedraagt 309.-Blr (250 Ir ab. 59 Ir bankonkosten en BTW) te betalen op rekening 360-0800054-69 van -Tijdschrift voor logopedie en Audiologie-. De Waterwilgen 9. B 8310 Brugge (België) (Ba~kvan Bru.sel)
+
OVERDRUKKEN De auteurs ontvangen tien exemplaren van .hun artikel; extra-overdrukken kunnen gevraagd worden bij het inzenden vandekopij. 9nworden in'rekening
gebracht. Overname van artikels wordt slechts toegestaan na schriftelijke overeenkomst met de rEldactie.
TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIË EN AUDIOLOGIE
1981(11)-1
ERVARINGEN MET EEN AAN HET NEDERLANDS AANGEPASTE VERSIE VAN «A PRACTICEBOOK FOR APHASICS" (M.R. MC KEOWN) L. De Deijne. gegr. logopedie G. Van Maele. lic. logopedie
NOOT VAN dE REDACTIE In juni 1980 werden zowel in.het Hoger Technisch Insti~~ut
1n het Rljkshqger
Technisch
Instituut te Gen~ proefschriften
bliceerd die b8ide een aanpassing
aan het Nederlands
te Brugge
en
gepu-
beoogden van
eenzelfde methode. Beide
werken "kwamen cn-afhankelijk
ons interessant
v!3n :êlkaar
tot
stand,
"en .het lijkt
de samehva~tingen hier na elkaar te. publiceren.
~oge~ijk ~lgt ve~d~re samenwer~ing1n het verschiet,
ten bate van onze
afasiepatiënten.
INLEIDING Dit artikel is de weerslag van-praktische M.R. Me Keown. gepubliceerd verscheen. afatici
Na vertaling selectief
de beperkingen
in
"A Practica,
en" aanpassing
behandeld van ~ns werk,
met deze
erva~ingen met de therapie van Bo'ok for
aan het methode ..
Aphasics".
Nederlands Wij zijn
met name van de_ beperk.theid
-dat ili 1976
werden .vijf Dn.s wel bewust
van
va~ de" prDefgroep
en van het feit dat wij slechts met motorische dat de bekomen resultaten
afat~ci werkten.
Wij ~enen
eerder' moeten beschouwo worden als weerslag van de
ervaring met APFA. Wij hopen in de toekomst onze ervaringen
te mogen toetsen aan de gegevens van
anderen die met dezelfde methode gewerkt hebben hetzij .met dezelfde
cliënten
hetzij met andere. ~.
I. THEORETISCHE BASIS VAN DE METHODE APFA 'In een '~preface' va.n "A Practicebook
:for Aphasics"
"De oef,eningen in dit boek zij n-gedurende
schrijft auteur Mc KE['IWN
verschillende ,jaren bij een groot
aantal- afatici gebruikt en, al~ zeer bruikbaar
ervaren:' Éij de patiënten met /
een slechte prognose. werd geen grote verbetering
in het taalgebruik
maar er was een uitweg voor die pati~nten die andere oefengangen
~..
bekomen.
niet
aankonden. Het, voornaamste 'taal gebruiKt
doel is het inoefenen van de taal'die we kunnen omschrijven in het dagelijkse .leven"
oVêr~ge taalvaardigheid ontspanning
en copiëren
oefeningen
AGRANDWIIZ oefengang
als
men ook de
~n het is zelfs de bedoeling
een vorm van
betekenen
om vooruitgang
te boekeh •. Het is
van het begin tot het einde te doorlopen en niet alle
zijn voor elke afaticus geschikt." vermeldt
"Misschien
in een 'foreword'
is het. belangrij kste van de
wel gelegen in het feit dat het een vertrekpunt
voorra~d
oefeningen.
afatici.
S~mmigen
geeft, evenals een
Oe oefeningen. zijn kort, eenvoudig en aangepast aan de zullen de oefeningen
onafhankel~jk
anderen, vooral bij het begin van d~ behandeling~ kan' komen van een familielid.
een verpleegster
laatste zal hier een grote verscheidenheid brui~baar
wil
bieden een kans tot vroeg succes terwijl de
een uitdaging
niet nodig de oefgngang oefeningen
Daarnaast
te brengen.
Herhalingsoefeningen moeilijker
ontwikkelen
nou.
zijn voo~ behandelingen
op
kunnen doorlopen
.hulp nodig hebben.
of een logopedist.
aan oefeningen
lange termijn."
terwijl Die hulp
Deze
aantreffen
di~ vooral
1.1. Inhoud
Wat de inhoud betreft zijn er een vijftal categorie~n
oefeningen
te
onderscheiden. 1. Automatische
spraak
Deze oefeningen-worden spraak meestal
in de oefengang opgenomen
licht gestoord
is.
O~ille
van die. lichte stoornissen
kunnen zij vaak dienst doen als vertrekpunt
[n.
naam en adres
tellen
(8) ," liedjes
omdat de automatische
voor de behandeling.
en geb~den
(27l.
het
b.v.
alfabet
"(29],
dagen van de week (70). 2. TOL (Taal uit het Dagel~jkse Omdat het in de bedoeling .die bij
elk.e afaticus
situaties
Leven)
van de auteur
bruikbaar
'zou Zijn.
dié men bij elke.persoon
definiëren
lag een oefengang beschrijft
aantreft.
als situaties uit het dagelijkse
zij
samen te stellen in veel
Deze. situaties
oefeningen
k.an men best
leven. zoals : maalti~den,
rond het.huis, familie, hobby's en ontspanning,
dagelijkse
in en
bezigheden.
3. Functietraining Hierbij worden drie zaken geoefend die van bel~ng zijn voor het taalgebruik motoriek van de spraakorganen perceptie
(4)" auditieve
perceptie
(73), visuele
(91).
Opmerking Deze drie functies worden ook in andere oefeningen. speCifiek. prent~n
geoefend;
b.v.
(31), auditief:
zij het.niet zo
oefenen van.de voorzetsels de therapeut
aan- de hand van
stelt de vragen mondeling,
visueel
de patiënt moet de prent bekijken om het antwoord te kunnen geven. 4. Oefenen van zinsbouw, vervoeging In sommige oefeningen zinsbouw
specifiek geoefend,
: 'Ik. zet de woorden in de juiste volgorde',
verbuiging: verleden'
en verbuiging.
worden deze vaardigheden
'-5
(38).
of .-EN voor meervoudsvorming'
b.v •.
oefer'tir:Jg. (50),
(631'. vervoeging:
'heden en.
5. Denkspelletjes Dit zijn moeilijker stoornissen.
oefeninge~,
b.v. : anagrammen
slechts geschikt voor patiënten met lichtere (64). schaakbordpuzzels
(67). afkortingen
(79).
1.2. Vorm De vorm kunnen we zien in relatie met sensoriële 1. Visueel
(lezen en schrijVen}.
Het hoofdaccent verklaren
gebieden.
van al de oefeningen
ligt op het visuele.
vanuit het feit dat de oefengang samengesteld
Dit valt te
werd in Den
ziekenhuis voor Amerikaanse
oorlogsveteranen.
gezien jong en de oefengang
is ook bedoeld voor zelfstudie door de afatici.
Dit had. tot gevolg dat de meeste oefeningen opgelost worden..
Die mensen waren relatief schriftelijk
aangebracht
Daarom is de oefengang In zijn oorspronkelijk
bedoelifig (zonder aanpassingen)
V0rm en
het best bruikbaar bij afatici die gewoon
waren te lezen en te schrijven en waarvan het lezen en het schrijven niet erg gestoord
en
nu
zijn.
Ook werd er heel veel gewerkt met prenten; de prenten in het handboek werden getekend door een jonge afaticus. 2. Auditief
(horen en spreken)
Sommige oefeningen worden auditief aangeboden zijn wel veel minder dergelijke VI. 2. 1.).
oefeningen
Opmerking
Er
Wel wordt vermeld op pag. 44 in oefening 28 dat de patiënt mag
a~twoorden met behulp van gebaren. ook mogelijk
en/of mondeling opgelost.
(dan diegene vermeld onder
Soms blijkt dit bij andere oefeningen
en nodig te zijn, .cfr. deel Praktijk.
: er wordt ook heel weinig aandacht geschonken
aan het eventueel
gebruik van een bandopnemer. 3. Tast. smaak en reuk Deze zintuiglijke
waarnemingen
worden- wel vermeld in sommig~ oefeningen.
b.v. oef8ning 66. pag. 9S.: "Oe vijf zintuigen".
Ze worden echter nergens
specifiek als functie geoefend noch gebruikt als steun bij andere oefeningen.
4
11. PRINCIPES
van de methode
Oe principes
1. Automatische
zijn
spraak
Vaak dienstig
als uitgangspunt
voor verdere
oef~ningen.
2. Identificatie Benoemen
van prenten
hand van Ben gegBven
(eventueel omschrijving
voorwerpen);
vinden
of definitie;
van een woord aan de,
anagrammen;
rijmwoorden;
woorden vervollBdlge~. 3. Associaties Woordparen;
tegenstellingen,
analogleön.
4. Categorlsatle Deze wordt ~p twee manieren
toegepast
- men moet zelf categoriseren. b.v. : bergen men moet zoveel mogelijk noem zoveel mogelijk 5. Verbale
elementen
personen
van één categorie
dléren;
Opsommen.
b.v.
dieren.
denktralnlng
Dit vinden we vooral
terug 1n de-denk-
en.leerspelletjes.
meestal
onder de
volgend~ vormen : multiple
choice;
- schaakbordenpuzzelsl het vinden van woorden
m.b.v.
gegeven
omschrijving.
6. Naslagwerken Bij .. ~ommige.oefeningen
gebruikt
men een naslagwerk.
Meestal
is het een
atlas of een woordenboek. 7. Gezelschapspelen.
liedjes.
gebed~n.
rollens~el
5.
Noot De therapeut
heeft bij dit alles een heel grote inbreng omdat hij de oefeningen
die hij geeft steeds mag en moet aanpassen Deze aanpassingen
kan hij op drie gebieden uitvoeren:
- De gegeven onderwerpen.uitbreiden Aanbrengs-
aan de pati~nt.
en oplossingswijzen
ofwel" nieuwe onde~erpen
aanpassen
bijvoegen.
indien nodig. b.v. als oplossings-
wijze kan men ~~lfs een bepaald gebaar gebruiken. - De volgorde
van de oefeningen
evenals welke oefeningen
wordt ook volledig
bepaald door de therapeut.
er gegeven worden en welke niet.
111.AANPASSING AAN-HET NEDERLANDS Alle oefeningen
werden vertaald.uit
bleek vaak dat een letterlijke bij Nederl~ndse geografische
het Amerikaan~
vertaling
ofwel onbruikbaar
of Vlaamse pat1önteli. b.v. omwille van het verschil
ligging. of het'verschil
Het
in het Nederlands.
niet mogelijk
qua leefgewoonten
was
qua
tussen Amerikanen
en
Westeurope6l1en. De oefeningen aanpassingen Oefening
die letterlijk vertaald werden worden. hier niet vermeld. zijn de volgende
Oe
:
9 - oorspronkelijk: Amerikaans geld. - aanpassing : Belgisch geld. Oefening 11 cfr. oefening 9. Oefening 29 oorspronkelijk : de patiênt moet woorde" opzoeken in een Amerikaans woordenboek. aanpassing : de woorden moeten opgezocht worden in 'Van Oale Nieuw Handwoordenboek der Nederlandse Taal'; Opmerking : de plaats van de woorden in het Amerikaans woordenboek werd gerespecteerd bij de keuze van de Nederlandse woorden. Oefen:l.ng34. - oorspronkelijk - kaart van de V.S.A. - vragen over de verschillende staten. - aanpassing : - kaart van Belgi~. vragen over de verschillende prOVincies. Oefening 35 oorspronkelijk: één bepaalde staat van de.V.S.A. - aanpassing : de provincie waar wij ons bevinden. Oefening 39 - oorspronkelijk: Amerikaanse maten en gewichten •.b.V. inches~ pound. aanpBssing : decimaal stelsel. b.V. meter. kilogram. Oefening 42 oorspronkelijk: woorden die rijmen in het Amerikaans. b.v. rock. clock. loek. aanpassing: woorden die rijmen in het Nederlands. b.v. teer. beer. leer.
6
,
Oefening 43 - oorspronkelijk : uitgangen die vaak voorkomen in het Amerikaans. b.v. -ose. - aanpassing : uitgangen die vaak voorkomen in het.Nederlands. b.v. -iet. Oefening 44 oorspronkelijk: meerlettergrepige Amerikaanse woorden. b.v. swee~heart. aappassing~: meerlettergrepige Nederlandse woorden. niet de letterlijke vertaling. b.v. opendeurdag. Oefening 45 - cfr. oefening 44. aardrijkskunde toegespitst Op Amerika. b.v. Oefening 468 - oorspronkelijk: Sacramento. California. aanpassing :~aardrijkskunde toegespitst op België. b.v. Brugge. Gent. Antwerpen. Oefening 47 - ootsp~onkelijk : .Amerikaanse feestdagen •.b.v. Thanksgiving Oay. - aanpassing: Belgische feestdagen. b.v. Allerheiligen. oorspronkelijk: Amerikaanse verkeersborden. Oefening 48 aanpassing : Europese verkeersborden. Amerikaanse woorden. b.v. LATE - TAlE. Oefening 50C - oorspronkelijk: - aanpassing: Nederlandse woorden. b.v. PALM - LAMP. in .het deel 'aardrijkskunde' is het Amerikaanse Oefening 55 - oorspronkelijk: aardrijkskunde. aanpassing: het wordt veranderd in Europese aardrijkskunde. oorspronkelijk: Amerikaanse woorden, b.v. TIREO - TRIEO. Oefening 58A eanp~ssing : Nederlandse woorden, b.v. POST - STOP. Oefening 58C oorspronkelijk: nOoor er een 'E' bij te voegen bekom je het nieuwe woord." aanpassing: "Door er een 'S' bij te voegen bekom je het nieuwe woord." Oefening 60 -~ook hier was geen letterlijke vertaling mogelijk. Er werden woorden gezocht met een medeklinkerverbinding waarmee men een nieuw woord kan vormen door de verbinding te.herleiden .1 tot één enkele medeklinker. b.v. DRAAD - RAAD. Oefening 61 - oorspronkelijk : Amerikaanse woorden die esn dubbele betekenis hebben. aanpassing : Nederlandse woorden die een dubbele betekenis hebben. Oefening 62 oorspronkelijk: Amerikaanse vakantieoorden. - aanpassing : Belgische vakantieoorden. oefening 64 oorspronkelijk: Amerikaanse meervoudsvorming: S of niets. - aanpassing: Nederlandse meervoudsvorming: S of EN. Oefening 65 - oorspronkelijk : Amerikaanse woorden die verschillende .betekenissen hebben. áanpassing : Nederlandse woorden die verschillende betekenissen hebben. Oefening 67 de principes van de oefening werden behouden, wel werd alles zodanig aangepast dat men Nederlandse woorden "als oplossing vindt. Oefening 73B - oorspronkelijk : Amerikaanse woorden die rijmen. aanpassing :-Nederlandse woorden die rijmen. Oefening 7BB oorspronkelijk: Amerikaanse situaties : plaatsen • .~eestdagen. enz ••• - aanpassing : Belgische situaties. Oefening 79 oorspronkelijk: Amerikaanse afkortingen. b.V. PTA. - aanpassing: Belgische afkortingen. b.v. KUL.
Oefening
82 - ook hier is er geen letterl~jke vertaling mogelijk. e~ worden Nederlandse woorden gezocht met een gemeenschappelijk deel. b.v. kaap. raap. gaap •. Oefening 92 oorspronkelijk: in de anagrammen zitten er Amerikaanse woorden verborgen. aanpassing : in de anagrammen zitten er nu Nederlandse woorden die niet altijd de ~etterlijke vertàling zijn van de woorden die in het Amerikaans waren gebruikt. Oefening 95 oorspronkelijk: allerlei sporttakken die vrij veel voorkomen in Amerika. . aanpassing : de typisch Amerikaanse sporttakken. zoals baseball • .worden weggelaten. Oefening 96 - de principes van de spelletjes worden behouden. wel wordt alles zo gekozen dat er oplossingen in het Nederlands mogelijk Zijn.
IV. TOEPASSING IV.1. Werkschema Gedurende
twee en een halv~' maand kregen vijf afatici oefeningen
uit APFA.
We
hebben ons beperkt tot vijf patiftnten. om de oefening mët de vele items tot het einde toe te kunnen uitvoeren oefeningen
drietal onderzoeken - algemeen Brugge)
en de evaluatie.kwalitatief
werden per patiftnt uitgezocht afgenomen.
afasi~onderzoek
en aangepast.
te accentueren.
De
Vooraf werden er een
met name :
(onderzoekschema
~an het Hoge:. Technisch
Instituut.
l
- specifiek onderzoek spraakorganisch
naar de expressieve
spraak (GOODGLASS);
onderzoek.
Na die periode van twee en een halve maand werd ter controle en ter vergelijking nog eens het speCifiek onderzoek De bekamen gegevens
~aar de expressieve
van het eerste en het tweede onderzoek werden in een tabel
verwerkt. Sch8TJlatisch 1. Algemeen 2. Specifiek
afaSie-onderzoek. onderzoek. naar de expressieve
3. Spraakorganisch 4. Toepassingen 5. Specifiek
spraak.
onderzoek.
van oefeningen
onderzoek
6. Vergelijking
spraak afgenomen.
uit.APFA."
naar de expressieve
van de resultaten
spraak.
in 2 en 5.
Hierna worden de onderzoeken
1. 2 en 3 iets toegelicht.
IV.1.1. Algemeen afasie-onderzoek Wij hebben dit onderzoek proefpersonen Hiervoor
afgenomen
beeld te krijgen van de
~n om te zien of zij wel. degelijk motorische
hebben wij het onderzoek
Technisch
om een goed algemeen
Instituut
gebruikt
dat toegepast
afasie hebben. wordt in het Hoger
te Brugge.
Daarmee wordt nagegaan de spontane
spraakJ
- het herkennen ~
en" begrijpen
van de gesp.rttkentaal;
en" begrijpen
van"de geschreven
de expressie; - het herkennen
taal:
het schrijven.
iV.1.2. Specifiek onderzoek naar de expressieve spraak volgens Goodglass Elke patiënt wordt nog onderworpen expressieve GDODGLASS
spraak.
Daarvoor
aan een specifiek
H. en KAPLAN E. : nThe"assessment
disorders" • Philadelphia. Dit onderzoek
Lea and Febiger .. " 1972.
conversatiel reproduktieve - nominatieve
spraak;
spraak: spraak.
IV.1.3. Spraakorganisch onderzoek Tong : uitsteken
en intrekken:
- op en neer bewegenJ links" en rechts ~ewegen. lippen
naar de
of aphasia end related
omvat
- geautomatiseerde
onderzoek
nemen wij een deel van" het onderzoek
:
...: verbreden; stulpen. Kw1j len "Zijn er al dan niet sllkstoornissen
aanwezig
?
van
AdemtiaUng
:
.- kan de pati~nt bewust uitademen
daar de mond 11
- beseft hij dat er een uitademingsstroom Facialis
nodig ls.óm spraak voort te brengen
paralyse. :
Is er een facialisverlamming
aanwezig
IV.2. Volgorde van de oefeningen en voorstelling . . IV.2.1. Bemerkingen Voor de gekOzen volgord~ genomen, Inhoud
van çte oefeningen
hebben wij :twee criter"1a in acht
steunend op inhoud en vorm. :
Hier houden wij vooral r~kening met de interess~s proberen
tevens de inhoud van de oefeningen
de omgev~ng
van de pati~nt.
patiënt zelf aanbrengt.
van de pati~nt.
zoveel mogelijk
met
Ook houden wij ten. zeerste rekening met wat de.
b.v. wanneer de patiënt vertelt dat zijn zoon op reis
geweest is. proberen we ~en osfening te vinden die het thema Vorm
Wij
te associëren
'reizen' behandelt.
:
Wij proberen
steeds de oefening aan te passen nBar de patiënt toe.
nemen we als vertrekpunt zin een oefening
de intacte taalfuncties.
louter schriftelijk
lezen en het schrijven erg verstoord
Hie~bij
Het heeft ons inziens geen
aan te bieden en te.laten oplossen als het zijn.
In feite bepalen de mogelijkheden
van de pati~nt de wijz8 waarop een oefening aangebr~cht
en opgelost wordt.
Wij mogen dus stellen dat zowel de inhoud als de vorm van de oefeningen voornamelijk
door de patl~nt zelf bepaald worden.
Daarbij kunnen we nog de volgende bemerkingen Theoretisch
mogen de oefeningen
aanstippen
:
door iedereen .aangeboden worden.
In ons
geval bleek. d.ft echter niet mogel1jt;.omwille van volgende redenen geen enkele van de vijf pati~nten het verzorgend
personeel
Daardoor
10 .
bezoek; aan te
I
van de patiënten
heeft moeite met lezen en schrijven.
is controle van de oefeningen
Wij hebben samengewerkt
regelmatig
heef~ niet de nodige tijd om de oefeningen
bieden of te helpen oplossen het merendeel
krijgt voldoende
heel moeilijk.
met klnesltherapeute
en ergotherapeute
om datgene. wat
,
geoefend of aangeleerd Oe gegevens
werd ook te integreren
geneesheer •.sociaal assistent. personeel
in de omgeving van de patiänt.
over de patiênten werden verzameld met medewerking kinesitherapeute.
van :
ergotherapeute.
verzorgend
en familieleden.
Oe logopedische
onderzoeken
Elke behandeling
Vanuit het inleidend
inprenting,
afgenomen.
spontaan gesprek wordt meestal bepaald wat het
onderwerp van de oefening - Het.grootste
hebben wij porsoonlijk
wordt ingeleid door en beäindigd met een spontaan gesprek. zal zijn.
gedeelte van ae oefeningen verbale denktraining
heeft tot doel:
en verbale expressie.
taal verstaan. Deze vier doelstel-
lingen worden niet tedere keer vermeld bij de beschrijving
van de oefeningen.
Wel geven wij als doel van de oefening datgene wat specifiek ~ot doel van de oefening werd gesteld.
rV.2.2. Situatie In overzicht is de situatie
van de proefpersoon
Ini tieHen
Geboortejaar
1.
E. Q.
1900
januari 1978
2.
C. O.
1905
november 1976
A. O.
1903
juB' 1978
3. 4. 5.
T. O. M. T. S.
de volgende
qatum van aandoening
1942
1969
1909
1972
V. EVALUATIE~
V.l. Algemeen besluit Uit de gevalsbesprekingen patiänten vooruitgang
geboekt hebben.
zeker geen achteruitgang nodige aanpassingen.
kunnen wij onthouden dat wij bij d~ eerste drie merkbaar.
uit APFA bleken. mits de
heel bruikbaar te zijn bij de vijf patiänten.
.patiänten deden de oefeningen verband oefening
Bij de twee andere patiänten was er
De oefeningen
De
meestal graag en konden ook vrij gemakkelijk
- werkelijkheid
het
leggen.
V.2. 'De oefeningen Rekening
houdende met de voorwaarden
waaraan een therapie moet voldoen
- wat moet geoefend worden .
11
wie moet oefenen wie moet de oefeningen
aanbieden
komen wij tot de volgende drieledige 1. Besluiten
i.v.m. de oefeningen;
2. Besluiten
naar de patlênten toe)
3. Besluiten
naar de therapeut toe.
Bij onze besluitvorming
indeling,.nl.
baseren wij.ons op de volgende'twee
feiten
het effectief werken met .APFA; - evaluatie .van de oefeningen
na overleg met de logopediste van Godtsvelde.
V.2.1. : Besluiten: bevindingen i.v.m. de oefeningen I
De oefeningen mogen niet als 'kant-en-klaar'
beschouwd worden.
ervaren dat bijna elke oefening moet aangepast.worden De aanpassinge~
Wij hebben
naar de patiënt toe.
hebben vooral betrekking op de wijze van öanbieden
e~
C!plossen. Opmerking oefeningen
: Wegens die aanpassingen door een logopedist(e)
De oors~ronkelijke en opgelost.
oefeningen
worden hoofdzakelijk
Nu blijkt bij onze proefgroep
worden op mondelinge
schriftelijk
aangeeracht
dat er vaak moet overgeschakeld
aanbreng en oplossing.
In APFA 15 er ook geen duidelijke moeilijkheidsgraad logopedist(eJ
is het volgens ons wel nodig dat de
uitgezocht en aangepast worden.
betreft.
structuratie
van de oefeningen
wat de
Dit is een twe~de argument om te beweren dat een
de oefeningen moet uitzoeken.
- Het grootste gedeelte van de oefeningen. is gericht naar de patiënt en zijn omgeving toe.
Dit heeft een tweetal voordelen
zowel de patiënt zelf als de omgeving van de patiënt. zit in de oefeningen vervat: w~t de patiënt leert in de oefeningen omgeving.
kan hij ook gebruiken in de dagelijkSE
Wij kunnen hier spreken van integratie van de osfeningen
in de
werkelij kheid. De patiênten
zelf vinden de inhoud van de oefeningen interessant.
het aangenaam dat zij in de oefeningen herkennen.
11
Zij vinden
zichzelf en hun eigen omgeving
V.2.2. Poging tot indeling volgens de moeilijkheidsgraad
Het ligt niet 1n onze bedoeling heidsgraad
te maken.
inhoud van de oefeningen
~
zal voornamelijk
indeling volgens
moeilijk-
bepaald worden door de
omdat de vorm van aanbieding
en oplossing
toch zoveel
mogelijk ~angBpast wordt aan de mogelijkheden
van" de patiênt.
Hieronder
waarvan wij menen dat ze ofwel
zullen wij die oefeningen
Hieronder ernstige
vermelden
ofwel eerder mo~illjk
eerder gemakkelijk Gemakkelijker
f"
een gedetailleerde
De indeling
zijn.
oefeningen.
verstaan
wij. die oefeningen
moeilijkheden
die ook. door een pati~nt met vrij
kunnen opgelost
worden.
Het zijn de volgende
"
Voorstelling.
Oefening
2
Waar
ik. woon.
familie.
Oefening
3
Mijn
Oefening
5
Vervoer.
Oefening
B
Getallen.
Oefening
20 - Het weer.
Oefening
21
Er"is iemand aan de deur.
Oefening
25
Mij n lie haam.
Oefening
27
Liedjes
J
gebeden en gedichten.
Oefening.
2B
Oefenen van Ja en Neen.
Oefening
40
Woordparen.
'Oefening
70
De kalender.
Oefening
71
Het juiste woord.
Oefening
B3
Het" oproepen
Oefening
91
Visuele
van namen.
perceptie.
Moeilijk.er oefeningen. Hier krijgen wij die oefeningen lichtere
stoornissen
die eerder geschikt
of zij die reeds goed hersteld
Het 1s ook. zo dat de meeste van deze oefeningen vorming
zijn voor mensen met zijn.
een zekere intellectuele
vereisen.
Het zijn de volgende
oefeningen
:
Oefening
29 - Ik. gebruik. het woordenboek.
Oefening
34 - Ik. kijk. naar
de
kaart.
13
Oefening 44
Vind de kleine woordjes.
Oefening 4S - Vind de verborgen woorden. Oefening 46 - Dit zet me aan het denken. Oefening 47
Iedereen houdt van een feestdag.
Oefening 54
Laat me even denken.
O~fe~ing 61 - Eén woord heeft verschillende
betekenissen.
Oefening 64 - Zet, de letters in de juiste volgorde. Oefening 67 - Woordspelletjes
en raadsels.
Oefening 77 ~ W-woordjes. Oefening 79
Afkortingen
kunnen helpen.
Oefening 82 -'Haal voordeel uit wat~je reeds ~eet. Oefening 94
Juist of fout.,
Oefening 95
Sport.
Oefening 96
Le~rspelle~jes.
/
Het is duidelijk dat er in de ,volgorde van de oefeningen geen gradatie volgens moeilijkheidsgraad
steekt. aangezien b.v. oefening 29 pag. 44 en oefening 34
pag. 54 als moeilijk worden ervaren ter~ijl oefening 83 pag. 136 en oefening 9~ pag. 148 als gemakkelijk
worden ervaren.
V.3. Besluiten naar de patlinten toe In deze paragraaf willen wij de globale reacties van onze vijf patiënten schetsen.
Wij zullen telkens verme~den wat d~ pati~nten,positief
zij minder goed vonden. afgenomen onderzoeken
vonden en wat
Vooraf willen wij vermelden dat wij aan de hand van de
bij alle patiênten een'positieve
evolutie geconstateerd
hebben. E.
Q.
+ :
Globaa~ gezien deed zij graag de oefeningen.
Zij had geen moeite met het
associêren van de inhoud van de oefeningen met de werkelijkheid.
Voor haar
was er 1n feite weinig aanpassing van de oefeningen nodig wegens haar lichtere stoQrnissen. Zij vond wel dat sommige oefeningen geen ,'echte' oefeningen waren.
Soms
kwam het bij haar als b8dreigen~ over dat ik bijna iedere keer een oefening koos over het gespreksonderwerp
dat zij aanbracht.
Voor haar waren
'oefeningen' los te zien van andere gespreksmomenten.
c.
D.
+ :
14
Hij reageerde meestal positief op de oefeningen.
Hij vond het heel
aangenaam
[en het bete~ende
zelf de verbinding
voor hem ook een stimulans)
k.on leggen tussen oefeningen
stelde het ten zeerste op prijs dat de oefeningen hemzelf en zijn situatie en opgelost
Hij
zoveel mogelijk~p
inspeelden.
Hij vond het wel verwarrend "dat de oefeningen aangebrac~t
dat hij meestal
en werkelijk.heid:
niet altijd op dezelfde
manier
konden worden.
A. D. + :
A. vond de oefeningen
leuk en deed ze meestal
heel graag.
oefeningen
soms ook. esn beroep deden op het visuele
oefeningen
heel nutt~g te zijn om haar aandacht
te vergroten. ;
niet genoeg was -om
Vaak bleek .dat bij A: de inhoud alleen van de oefeningen voortdurend
"aandacht-te schenken aan de oefening.
de oef~ningen
Daar de
(lezen). bleken die
Zij vond d~ inhoud van
soms te ~lledaags.
T. D. M.
•
: Bij hem bleken
de oefeningen
gemaakt worden.
leggen tussen de inhoud van de oefeningen - : Heel veel oefeningen
Alle nodige aanpas-
heel bruik.baar te zijn.
singen konden vrij gemakkelijk moesten
Ook T. kon steeds de link
en de werkelijk.heid.
aangepast worden wat betreft de wijze van
aanbreng maar vooral ook wat betreft de wijze van antwoorden. T. S. Bij T. bleken ds oefeningen niet aan de oefeningen vorm van therapie. oefeningen "Besluit
niet zo'n groot succes te kennen.
maar aan zijn globale houding t.o.v. om 't even welke
Wanneep
hij echte~ wel wilde meewerken
vond hij de
vrij aangenaam.
:
Algemeen mogen wij stellen dat de patiänten de oefeningen interessant
vondenJ
onderzoeken
wez~n steeds op een zekere vooruitgang.
van d~ oefeningen omgeving
Dit lag echter
ze werkten meestal
onthouden
De res~ltaten Als voornaamste
wij het feit dat'."depatiftnt zichzelf
vaak. in de oefeningen
die minder betrokkenheid
vrij goed mee.
wel aangenaam
herkent,
in teg~nstelli~g
en
van de eigenschap
en zijn
tot anderè methodes
van de patiftnt.toelaten:
V.4. Besluiten near de therapeut toe Als duidelijk De therapeut voorraad
positief beschikt
hebben wij ervaren over een uitgebreide
voorraad, oefeningen.
kan hij. een keuze maken die hem de mogelijkheid
Uit deze
biedt afwi~seling
in
I.
de therapie
te steken.
Dit lijkt ons'voaral
nutti~ bij langdurige
behande-
lingen. - De inhoud van de oefeningen
laat de therapeut
toe adequaat te reageren op .
bijna alles wat de pati~nt zelf aanbrengt. De inhoud van de oefeningen verbanden
te.leggen
biedt de therapeut
tevens.de mogelijkheid 'om
tussen die inhoud en de huidige evenals de vroegére~
omgeving van de-patiënten. De therapeut
behoudt' een persoonlijke
de therapeut
zelf die de oefeningen
- Wij menen ook dat de oefeningen therapeut.
en creatieve inbreng"
Het is namelijk
uitkiest, aanpast en eventueel uitbreidt.
bevorderlijk
zijn voor de relatie pati~nt -
aángezien de pati~nt zichzelf en z~jn omgeving in de oefeningen i
herkent. Als minder positief
hebben wij ervaren
- De oefeningen-zijn
niet gest~uctureerd
: völgens moeilijkhei~sgraad.
kelijk biedt dit moeilij'kheden om niet al te gemakkelijke oefeningen
te kiezen.
Aanvan-
of al te moe~lijke
Het is echter wel zo dat men door met APFA te werken.
stilaan een beter inzicht krijgt in de moeilijkheidsgraad
van de re~pectie-
velijke oefeningen. De meeste-oefeningen
moeten vrij vaak aangepast worden om ze mondeling te
kunnen aanbieden .. Wij hebben wel ervaren dat dit mee.stal mogelijk is. Het werken met 'helpers' bl~jkt moeilijkheden het in een ziekenhuis manier te werken.
op te leveren.
of in een verpleeginrichting
Wij menen dat
vrij moeilijk
is om op die
Het lijkt ons wel mogelijk zo te werken bij behandeling
huis of bij dagverpleging,
maar de oefeningen moeten uitgekozen
worden door een logopedist(e}.
aan
een aangepast
Familieleden, of kennissen kunnen een rol
spelen bij de therapie door inoefening
van de oefeningen door de logopedist(e)
uitgek.ozen.
UIT DE BIBLIOGRAFIE AGRANOWITZ.
AL •• and Mc KEOWN, M.R •• Aphssia handbook for adu~ts and children.
Fifth print1ng. Spr1n~f1eld GOOOGLASS.
Illinois U.S.A., Charles C. Thomas, 1971.
H .• and KAPLAN, Edith. As~essment
Ph1ladelph1a.
of Aphasia and related disorders
J
Lea and Febiger, 1972.
Mc KEDWN. M.R., A Practice Book for Aphasics, Springfield
Illihois U.S.A ••
Charles C. Thomas', 1976. NIELSEN, A Textbook áf Clinica1 Neurology. New Vork. Hafner.
16
PEUSER. GlInter. 'Aphasie' eine EinfClhrung in die Pathol1nguistik. Wilhelm Fink Verslag. DE DEIJNE. Luc: toepassing
Adressen
1978.
A Practicebook
for Aphasics.
bij vijf af~tici met overwegend
Logopedie •.H.T.L.
Brugge.
van de auteurs
L. DE DËYNE. Aaishave
MiJnchen.
Aanpassing
motorisc~e
aan het Nederlands
afssi.8.
en
Proefschrift
1980.
:
28. 8390 Knokke-Heist
G. VAN MAELE. Oe Waterwilgen
9. 8310 Brugge
-r
(
De Stichting Dagverblijven voor Gehandicapten hoven vraagt wegens uitbreiding een
te Eind-
LOGOPEDIST(E) voor 20 uur per week. De Stichting heeft 2 dagverblijven voor geestelijk gehand icaptekinderen in de leeftijd van 3 tot 17 jaar met een kapaciteit van samen 100 kinderen en twee dagverblijven voor oudere geestelijk gehandicapten met een capaciteit van 84 pupillen. Thans zijn er 2logoped.isten werkzaam .. Er wordt gewerkt in multi-disciplinair.teamverband. Salaris volgens de normen van de C.A.O. voor dagverblijven en gezinsvervangende tehuizen. Inlichtingen telefonisch te verkrijgen bij L.M.Koch, arts, tel. nr. 040 - 452607 (alleen op vrijdag). Sollicitaties
uitsluitend schriftelijk te richten aan het bestuur, Grote Berg 27, 5611 KH Eindhoven. .
t.a.v. L.M.Koch, dir. arts, adres:
11.
f
TIJDSCHRIFT VOOR LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE
1981(11)-1
ONTWERP VAN NEDERLANDSTALIG OEFENMATERIAAL VOOR AFATICI. BESCHOUWINGEN NAAR AANLEIDING VAN EEN EINDEJAARSWERK D. De Bruycker (x). L. Moerman-Coetsier en D. Peeters~Curfs (xx) . . ~Er bestaat een grote behoefte aan professioneel specifieke
eisen van volwassen
8.a. (1)).
neurologische
gemaakt materiaal dat aan de
pati~nten voldoet."
(RICHTERS.
Logop8disten die m~t Vlaamstalige afasiepati~nteh werken, zuilen
dit, ondanks de inspanningen de publicatie
die de Nederlandse
van prentenreeksen,
Afasiestichting
lotto's. mondbeelden
sindsdien met
e.d. heeft ondernomen,
zeker beamen. Wel is het z6 dat meer Engels materiaal aard van een uitgebreid
voorhanden
trainingsprogramma
ligt.
is en dat dit ffi8&rin de Behoudens het concept ervan.
is hiervan echter niet zo veel bruikbaar voor onze patiënten. zonder een voorafgaandelijke
grondige bewerking.
In de loop van het schooljaar N. LAMBRECHTS Vlaamstalige uitgebreid
gemaakt door twee studenten Logopedie.
en S. VANDERHAEGHEN. afasiepati~nten
oefenpakket
m.b.t. het ontwerpen van een oefenboek voor
(2).
opgeleverd
Hierna zullen wij uiteenzetten
werd daarom, onder onze leiding in het
1979-80
HRIPB te Gent. een eindejaarswerk
Deze verhandeling
heeft als bijlage een
(3):
van welke uitgangspunten
wij zijn vertrokken.
wat het oefenpa'kket inho.udelijk en technisch biedt. welke de -bevindingen waren met de ~anpassing ervaringen
wa~en met dit oefenmateriaal
~ Logopedist ++
18
van Engels materiaal
Ziekenhuis
aan h~t Vlaams. en welke de eerste bij een aantal patiënten.
'De Bijloke'.
Lesgeefsters Hoger Rijksinstituut afdeling Logopedi~.
voor Paramedische
Beroepen Gent,
I. UITGANGSPUNT
Het opzet was materiaal
te maken da~ ZINVOLLE
TAAL TRAINING
verschaft
voor
VOLWASSEN
afasiepati~nten.
Dit hield 1n dat de te ontwerpen
taKen THEMATISCH
aangepast
zouden zijn aan de leefwers+d van volwassen mannen
en vrouwen, dat
daarmee VERSCHILLENDE MODALITEITEN VAN HET PSYCHOLINGUISTISCH FUNCTIONEREN getraind
zouden k~nnen worden. en dat het STIMULI zou aanbieden die aangepast
zijn aan de beperktheden. van neurologische Bovendien
willen wij het materiaal
pati~nten.
zo polyvalent
mogelijk
houden. zodat het zou
kunnen aangewend worden v~or patiënten die èventueel zelfstandig en voor patiënten
die onder begeleiding
kunnen werken
(al dan niet professionele)
moeten
oefens"n •
.... ,"'
Verschillende. bedenkingen
hebben hiertoe geleid. immer~ :
- frequentie:
en spreiding van de logopedische
intensiteit
zoals deze thans noodgedwongen moeizaam vorderingen
toe.
georganiseerd
Derhalve
waarmee de p~ti~nt dagelijks
behandelingssessies.
moeten warden, laten slechts
is een bron van-kant-en-klaar-mate~iaal,
kan oefenen, een hulp voor de behandelende
logopedist; voor verwanten van afatici blijft in de praktijk weinig tijd over waaringerichte begeleiding
kan gegeven worden.
voorzien is van richtlijnen
Geschikt oefenmateriaal
en dat eventueel vooraf geIntroduceerd
.komt tegemoet aan de- behoefte van het familielid krijgen m.b.t. de revalidatie - patH!nten
van de pati~nt;
Aan deze doelstellingen 'Practicebook
hu1pmiödelen
ter
om hun taal op peil te houden ! een geschikt oefenpakket
dit geval een zinvolle onderhoudstherapie
tijdschrift
kan warden •
om een zinvolle functie te
die ont-s1agen zijn, hebben geen specifieke
be~chikking
dat
beantwoordde. tot op zekere hoogte hst Amerikaanse
for Aphaslcs'
van Mc KEOWN (4). waaraan één van ons in dit
een boekbespreking
Bij nader onderzoek
zou in
kunnen inhouden.
wijdde (5).
bleek dat ~et algem~8n concept van dit werk behouden kon
blijven, maar dat het vanuit linguIstisch
en socio-cultureel
opzicht aangepast
moest worden.
11
11. HET OEFENMATERIAAL
Het materiaal "ls zó opgevat.
dat het oefenen
ermee de patiênt moet brengen
tot - verbetering
van zijn VERBALE'communicatiemogBlijkhed~n;
- én tot bevordering'van Er zijn 'specifieke
zij~ PSY~HO-SOCIAAL_functionerèn.
opgaven voor bevordering van het/-dagelijks
deze staan daarenboven digheids-
steed~ in functie
en verantwoordelijkheidsgevoel
het- aanbrengen
van de patiënt~
hbe de patiënt b,v., een telefDonopr~ep
checK.moet
uitschrijven. uit het dagelijks
verschillende
communicatieve
van g8sproken
taal, lezen. spreken
H~t materiaal
is bestemd
relatief
Zo wordt b.v .• naast
MODALITEITEN
taal.
moet beantwoorden,
leven Zijn oefeningen geoefend
en
van het zelfstan-
van de nodige kwantitatieve- en/~f geautómatiseerde
ingeoefend
Rond THEMATA
taalgebruik
van de ontwikkeling
geconcentrèerd kunnen worden
of een waarmee
: begrijpen
en schrijven.
voor patiënte~
die gesproken
en/of geschreven
taal
goed begrijpen.
Er wordt gebruik
gemaakt
van diverse
beproefde
STIMULEERPROCEOES.
1. Thematische Inhoud
96 lesonderwerpen de. pat1~nt
behandelen
rechtstreeks
Deze 'themata zijn geordend onmiddellijk-concreet
lesonderwerpen
I
en- betrekken tel MIJN geld.
van meer
en abstract. betrekking
op de eigen persoon en de
: ,vb. mijn ident1tei t. mijn lichaam, waar ik
behoeften
woon, mijn vervoermiddelen.
van volwassenen
-:vb. MIJN hobby slIK
van meer beperkt naar meer algemeen~
naar meer verwijderd
Zo hebben de ,aanvankelijke directe 'persoonlijke
belangstellingspunten
bij. het onderwerp
Bedoeling
is de pati~nt constant
te oriënteren
naa~ de realiteit. Vervolgens biografische
schrijdt men verder achtergrond
vb •.mijn familieleden.
20
naar gegevens
die betrekking
hebben.op
en zijn inte'ractie met -de onmiddellijke mijn lievelingsdieI'en.
zijn
orngev.ing
het weer, 'er 'komt,bezoek.
Daarna komen onderwerpen niet zo onmiddellijke
aan de' beurt die handelen ~ver zijn interactie met de
omgeving
: vb. ik ga naa~ de supermarkt,
ik schrijf een
postkaart-. ik schrijf een check. 'Verder zijn er.onderwerpen
die de meer schoolse
lingspunten
[herJoproepen
feestdagen.
sport~ ver,keerstekens.
Gevorderde
onderwerpen
,.
kalender en
zijn dan gewijd aan specifiek taalkundige
verband met syntaxis. morfologie. spreekwoorden.
kennis en algemene belangstel-
: de landkaart. maten en gewichten.
fonologi,e en semantiek:
gebruik van het woordenboek.
problemen
vb. gezegden
in
en
heden en verleden •.pr~nomina. y
verborgen woorden vinden. -Tenslotte zijn er naar het ~ind toe aak allerle~ onderwerpen eigenlijk alleen alTide hersengymnastiek
waarbij het
gaat _:vb. Dit doet -me nadenken
: been
staat tot knie. zoals arm st~at tot (elleboog). Omdat h~rhaling en voortschrijden
van eenvoudige. naar me~r complexe opgaven bij
'afatici aan te raden is. kunnen de aangehaalde doorgenomen worden op diverse niveaus. Appendix I een~overzicht
themata verschillende
Ter illustratie
,keren
hiervan. vindt men in
van oefenstof in verband' met kwantitatieve
taal.
Men hoeft zich echter niet noodzakelij kaan '.de.te volgorde te houden naargelang van de leeftijd. het geslacht. de interesse pati~nt onderwerpen
.men kan
(hobby-beroepJ van de
kiezen en a~npassen.
2. Psychollnguistlsche functies die getraind worden
Bij elk thema hOren een reeks opgaven voor lezen, begrijpen. spreken. z~dat indien mogelijk responsmogelijkheden
of indien gewenst., alle modaliteiten aan bod kunnen komen.
Bij Les 51 (thema :'Mijn po~tefeuilleJ - eenvoudige
tekst LEZEN en memoriseren
naschrijveD. - IDENTIFICEREN
schrijven.
van de verbale
naspreken,
horen b.V. : van bepaalde sleutelwoorden
door
spontaan schrijven en spreken;
van Voorwerpen- op mondelinge
instructie:'
"Toon mij je identi-
teitskaart •••", ZEG. resp. SCHRIJF mij uw naam. adres~.~ Als de patj,{lnt,:onderbegeleiding
werkt, kan,dus het zgn. 'debl.okkeringsproces
I
11
bevorderd worden. door overschaKelen Wérkt de pat1~nt zelfstandig.
van de ene modaliteit
naar de andere.
dan. komt de nadruK wel op lezen en schrijven
te
liggen. Voor alle modaliteiten functioneren
Kan .op DIVERSE NIVEAUS van het psycholinguistisch
gèwerkt worden.
Er zijn opgaven voorzien voor bevordering van
ELEMENTAIRE FUNCTIES , de werking van de eigen spraakorganen gingen en zelfstandig voorbereidende
vonmen~an
uitproberen.
imiteren van spraakbewe~
spraakklanken.
sChrijfbeweginge~.
schrijven en copi@ren van gekende
elementenJ
/
GEAUTOMATISEERD
en SEMI-AUTOMATISCH
automatische
TAALGEBRUIK
reeksen imiteren. aanvullen.
gezegden en spreekwoorden
vervolledigen
:
produceren.
of koppelen aan een passende
omschrijving. naspreken WOORDVINDING
-
en/of naschrijven
.'-~
van woorden. uitdrukkingen
(
oef •.0) l
:
benoemen van lichaamsdelen.
voorwerpen.
pictoriële
items. geluiden
(~ inleiding). zinnen vervolledigen:
vb. (~ oef. A);
invullen van ontbrekende .. elementen kiezen uit aangeboden
: vb •.Cll: oef. AL
stimulr : multiple
choice-opgaven
(~ oef. S).
het ju~ste woord geven bij omschrijvingen; - CATEGORISEREN
:
associ-ê:renVan +
een gegeven woord met een object of met afbeelding
+
twee.woorden
met elkaar:
(l!:
inleiding).
functie met object. deel met geheel.
classificéren +
semantische
naar : categorie:
• logische categorie: +
linguistische
vb. voedingswaren
juist/onjuist.
aspecten
(vb. ~ oef. Cl',.
ja/nee.
: tegengestelden.
synoniemen.
homoniemen. alfabetisch
11
+
~ensorische
+
tijd. ruimte. ~fmeting,
categorie:
rijmwoorden.
classeren.
wat ik kan horen. ruiken. enz •• kwantiteit;
STRUCTUREREN en INZICHTELIJK TAf.LGEBRUIK op woordhiveau + nieuwe .+
:
woorden
woorden
maken door afbraak
vormen met opgegeven
van gekende, .
letters of door herstructureren
van Ben
opgegeven woord. op zinsniveau +
oefening
+
basiszinnen
FORMULEREN
in woordordening. langer maken;
:.
door middel van beschrijving vorm, afmeting vragen
van voorwerpen
beantwoorden
en omschrijving: +
vb. b~5chrijven van kleur.
gebruiksmogelijkheden.
: ja/nee antwoorden,
één-woard-antwoorden!
antwoorden
met een zinsstuk. met een vollèdige zi~. navertellen opstelletje Voor de met
lI:
van "het gelezene (mondeling of schriftelij
kJ.
maken. aangeduide
taken vindt
verkorte weergave geeft van Les 12.
men een 'illustratie Het oefgnmateriaal
in Appendix
Ir
'die een
is op formaat DIN A4
uitgevoerd.
3. StImuleerprocédés
Als de patiënt autonoom met dit materiaal moet werken. dan is hij hoofdzakelijk aangewezen op visuele en pictoriële stimulering.
Daarom is bij de LAY-OUT van
het materiaal bijzondere aandacht besteed aan typografie en illustraties. illustraties
zijn groot en zo realistisch mogelijk getekend.
De
De invulruimten
in
de opgaven ~ijn zo ruim mogelijk gehouden en er is een grote ~ussenruimte tussen de regels voor~ien.
Elk nieuw lesonderwerp begint op een nieuw blaR, zodat
werken met afzonperlijke
pakketten mogelijk wordt.
Wordt de patiënt begeleid. door een derde. dan heeft deze natuurlijk de beschikking over vier modaliteiten geschreven,
om de stimuli aan te bieden : gespr~ken.
pictorieel en eventueel ook gestueel.
Ten behoeve van de leke~
helper zijn in cursief en kleiner schrift de nodige instructie?
aangebracht
(zie Appendix IIJ.
13
Is de begeleider
een logopedist. dan kan deze vanze~fsprekend
selectie in de stimuli aanbrengen:
hij kan de complexiteit,
nog een verdere de 'lengte. het
aantal aanpassen aan de pati~nt. Het aangeboden materiaal maakt een ruim gebruik van:de uit de afasietherapie gekende f~ciliterende de stimuluscontext lokken:
technieken.
Er wordt een beroep gedaan op de waarde van
als middel om verbale responsen b~j de pati~nt. uit te
vb. inductie met de beginletter. voorzeggen. vooraf lezen van het
woord. multiple choice, associatieve
inducties e.d.m.
111. BEVINDINGEN BIJ DE AANPASSING r (
Zoals hoger aangehaald. practicebook. wijzigingen
behielden wij alleen het concept van Mc KEOWN'S
Bij. nader toezien. bleek immers dat. aan het oorspronkelij k werk dienden aangebracht
te worden.
In verband met de INHOUD zijn de grote themata behouden gebleven. talrijke te sterk cultuurgebonden
name de thema's i.v.m. eetgewoonten, verkeerstekens.
Andere onderwerpen
d.eBelgische omstandigheden.
Wel zijn
items vervangen door beter aangepaste. met sport •.kinderrijmpjes.
automerken,
i.v.m. schoolse kennis zijn aangepast aan
Dit geldt b.v. voor de landkaart, ~e. feestdagen.
namen van bekende personen, historische feite~. maten, gewichten en munteenheden. Voor specifieke taalonderwerpen
geldt vanzelfsprekend
hetzelfde.
Zo is voor
aanduiding van het verleden g'ekozen voor de voltooide tijdsvorm in plaats van de onvoltooid verleden-vorm. Ook de VORMGEVING
ond~rging~wijzigingen.
Er zijn grotere tussenruimten
vo~rzien om de visuele perceptie te vergemakkelijken. Oe ve~schillende
lesonderwerpen
zijn duidelijk .van elkaar gescheiden. zodat het
materiaal als.'taakbladen-systeem'
kan aangewend worden.
Oe illustraties
Mc KEOWN zijn van de hand van een patl~nt met Re-hemiplegie.
bij
Om de visuele
perceptie te bevorderen zijn deze alle hertekend en groter voorgestelD. Daar de begeleider ,niet noodzakelijk meer uitgebreid.
beperkte bijlage met oplossingen verkeerstekens. zijnopgegeven.
14
een logopedist is, zijn de instructies
Vanuit dezelfde optiek gezien, qleek het ook nodig een te voorzien:
dit geldt voor de woordpuzzels.
sportvragen. en opgaven waar een maximum aantal goede oplossingen
Tenslotte
zijn ook spesJfieke
spellingsles
richtlijnen
en voorbereidende
oefeningen
aangebracht
in verband met de
voor het leren schrijven met de
linkerhand.
IV. BEVINDINGEN Dit oefenmateriaal
BIJ EEN EERSTE TOETSING
IN DE PRAKTIJK
werd in zijn huidige vonm gebruikt bij B afatische
patiän~en. "die {met uitzondering
:van één patiänt") kunnen omschreven worden als
een groep oudere afatici. met e~n eVA. bij wie de afasie reeds geruime tijd bestond. en die allen in behandeling waren bij een logopedist a rato van 2 sessies per week'. Van de?e 8 pat1änten Re-hemiparese.
hadden er vier. naast de afasie. een'
De status presens tijdens de oefenperiode
in diverse graden vah pre-dominant
patiänten
daarbij nog res~v8r.schijnseien van lichte receptieve
vertoond~n.
~et socio-cultureel
niveaus gerekend worden SOCio-professionele tiesysteem
expressieve
bestond voor vijf
patiänten
peil van deze patiänt~n
(gemiddelde schoolopleiding
afasie. terwijl drie stoornissen
kon tot de lagere
tot 14.5 jaar) en hun
status was te situeren in Laag I of 11 (van'het classifica-
van.COETSIER
(6)).
Elke patiänt werd gedurenqe
een periode van vier maanden twee maal per week aan
huis bezocht. waarbij telkens gedurende een half uur m~t het oefenmateriaal gewerkt werd. dagelijkse
Bij die gelegenheid
oefeningen
o~fenmateriaal
krèeg de echtgeno(oJt(eJ,instructies
en werden ervaringen met het materiaal
besproken.
voor de Het
werd les per les doorgenomen.
Drie van de acht patiänten maakten op deze vier maand merkbare vorderingen bepaalde psycholinguIstische
modaliteiten
: de ene in woordvindlng.
schrijven. dictee en lezen. zij het met een individueel
in
de andere in
sterk versc~illend
tempo. De grootste
hoeveelheid oefenstof
(21 lesonderwerpenl
jongste pati~nte die nog in de revalidatiefase bijzonder gemotiveerd
was.
verkeerde en wiens echtgenoot
Van de andere peti~nten. met een oudere afasie.
waren er drie die deze oefeningen verwerkten
werd verwerkt door de
als _onderhoudstherapie opvatten
: zij
16 à 20 lessen.
25
Twee pati~n~e~. verwerkten Tenslotte
beide met expressieve
afasie g8com~lneerd
met Re-hemiparese.
resp. 12 en 8 lessen. leek de oefenstof voor twee pat1~nten te moèilijk
: hun prestaties
lagen tussen 1-3 lessen. voor een oefen periode ~ussen 1-2 maand. het mogelijk
dat gekende "variabelen (7) als emotionele
oorzaak. fysiache toestand. motivering
premorb~ede
intelligentie
Bij beide was
labiliteit. medische en opleiding.
én
en opleiding van de helper van invloed waren.
Oe hierna geformuleerde
bevindingen
hebben dus in hoofdzaak betrekking
op de
eerste 21 lessen.
1. Elflclllntle naar Inhoud en vorm
Uit gesprek.
gesc~reven
rapport en/of dagboek van patiênt of zijn helper. bleek
dat de "oefeningen de patiënten aanspreken Ook de vorm-aspecten het lettertype
leken te voldoen.
aanvankelijk
qua inhoud.
hoewel éé~ patiënt de invulruimten
en
nog te klein vond.
Het bleek al -gauw nodig over te schakelen op een losbladig systeem
de
patiënten
raakten anders ontmoedigd door de aangeboden
h~eveelheid.
Het oefen-
materiaal
legt sterk de nad~uk op lezen en schrijven.
Als helper en/of patiënt
niet door een logopedist geleid worden, hebben ze de neiging om enkel aah deze modaliteiten
te blijven vastkleven.
De werkel~jk goed gemotiveerde
zochten echter wel uit eigen beweging naar alternatieve
begeleiders
stimulBermethoden.
2. Mogelijkheid tot zellstandlgoelenen met dit materiaal
Twee ,patiënten "konden volledig autonoom werken met dit materiaal daaraan ook de voorkeur~ hadden met begrijpen. onderhoudstherapie De ~ndere patiënten leiding.
Het waren dan ook patiënten die weinig moeilijkheden
lezen en schrijven.
Ze vatten het oefenen als een
op. leken, vooral 1n de beginfase.
sterk aangewezen op bege-
Dezelfde opmerking geldt trouwens ook voor de helpers." De taak van
de "helper bestond voornamelijk corrigeren
uit volgende activiteiten
van de gemaakte oefeningen
intensifi~ren
126
en gaven
en dictee geven)
en/of aanvullen van de taken n.g.v. de behoeften van de
patiënt
[vb. méér spreken. meer illustraties
- model aangeven - aanmoedigen
zoeken bij onderwerp),
(gesehreven of gesprokenl,
om te herhalen of om verder te gaan;
faciliteertechnieken
toepassen bij moeilijke taken.
Oe helpers vonden deze laatste activiteit
h~t moeilijkst.
De faciliteermoge-
lijkheden .moesten door de logopedist vaak nader gespec~f1eerd aparte handleiding Pati~nten
rapporteerden
verband hielden
worden. zödat esn
voor de helper a~n te raden zou zijn. ook vaak fóuten bij hun helper die met dit fàciliteren
: te hoog tempo. o~voldoende
p~uzeren. overcorrigeren
e.d.m.
Het geregeld contact met e~n "logopedist bleek dus nodig. in deze zin,; dat hij/zij
,
de voorziene
instructies meer kan toelichten;
- mee kan helpen bBpale~ wat meer ge!ntensifieerd altBrnatieve
stimuleertechnieken
kan worden bij Blke patiënt;
kan voorstellen;
- de oefBnstof meB kan helpBn dosBrBn; staat van vorderi~gBn - als moderator
kan n~gaan Bn Bvalueren;
kan optreden bij spanningen ~ussen de neiging tot overprotectie
van het familielid
en de behoef tB aan zelfstandigheid
van d~ patiën~.
3. Effect van het oefenen met dit materiaal
Behoudens de vorderingen
in een of and~r èspe-ct van hBt taalgebruik -dat
tenminste bij drie patiënten op te merken viel (tfr. sub. IV). had hBt wBrken mBt dit oefenpakket
effect op het psycho-sociaal
functioneren
van pati~nt en
'van zijn helper. Bij de 6 p.ati~nten di.e gedurende.4 sen vooruitgang uit verschillende
gegevens:
wensten alléén te werken. de dagelijkse
maand hebb,en ~unnBn oefenen •.k.on,duidBlijk
naar meer zelfstandig. optreden-waargenomen hoe verder de.patiënten Verschillende
wórden.
vorderden.
Dit bleek
hoe mB er ze
onder hen namBn zBlf het initiatief om
oefenduur op te drijven. gingBn' zBlf eBn dagboBkbijhouden.
~e~erden commBntaar. vroBgen zelf om sommige'dingen
nog Bens door te nemen.
doseer.den hun Bigen oefenstof •.kenden z1chzelf een kwote toe. Ook de helper vertoonde tèkenen van evolutie in gunstigs zin voor wat zijn benaderingswijze Berder'pro~ectieve
t.o.v. de patiänt betrBft.
Oe ~eesten evolueerden
van eBn
houding naar een houding ~aarbij dB pati~nt meer autonomiB
21
gelaten werd. belangrijk
Zij gingen ook inzien dat e~n permissieve
Verschillende
v.
houding en relativeren
zijn. helpers werden ook aangezet
tot meer effici~hte
initiatieven.
BESLUIT
Voor zover we met de huidige stand. van zaken kunnen beoordelen. materiaal
wel geschikt voor volwassen
begrljpen~ rapie.
hetzij alleen. Supervisie
kunnen
of als onderho~dsthe-
kan er dagelijks! mee oefen,en. hetzij" onder begeleiding.
De helper dient voldoende
van een logopedist
van de oefenperiode.
met hun socio-cultureel
te wqrden dat aanvullend
inzicht en flexibiliteit
te bezitten.
is meestal noodzakelijk.
houdend met de beperk~heid
patiênten.en
lijkt dit
pati~nten die voldoende
Het kan gebruikt worden in de revalldatiefase
De aféticus
Rekening
afatische
onderzoek
vragen die nog niet beantwoord
met het geringe aantal
niveau. dient hier echter aan toegevoegd kan gebeuren
in verband met verschillende
zijn.
Zo kan met een g;o~ere groep over een langere periode gewerkt worden ~n zou een analyse
naar moeilijkheidsgraad
Het materiaal Nederlandse
mogelijk
moeten. zijn CB).
is g~maakt voor Vlaamse patiênten; patiënten moet nog nagegaan worden
de bruikbaarheid
voor
(9).
REFERENTIES. : Ho~fdstuk 1. in : "Het herstel verloop van Afasie". Afasie Nederland. Amsterdam. 1976.
1. RICHTERS •.H .• e.a.
Uitg. Sticht~ng
2. LAMBRECHTS. ~ •• en VANOERHAEGHEN. S. :.Bewerking van "A Practicebook for Ap~asics" van M.R. Me Keown voor Nederlandstalige afasiepatiënten. Onuitgegeven verhandeling HRIPB. Gent. 1980. 3. Oe auteurs he~ben een beperkt aantal copijen van deze bij~age ter beschikking van logopedisten. Te bekomen na overschrijving van 650 fr. op rekenlngnr. 062-1209140-91 van .het Gemeentekrediet van Belg1ê. t.n.v. ~. Vanderhaeghen. Bloemen hof 28. 9700 Oudenaarde. . 4. Me KEQWN. M. : A Practicebook 5. MDERMAN-COETSIER. nr .. 3.
for Aphasics.
L. : Boekbespreking
Springfield.
C. Thomas. !976.
in Ts Logop~die en Audiologie.
1978.
6. COETSIER. L. : Problemati-ek van ,slagen en mislukken in de eerste kandidatuur van de universiteit. (Mededelingen van het Laboratorium Toegepaste Psychologie RUG. nr. 6L ~961. .
28 \.
7. JOHNS. D. (ed.) : Clinical Management of Neurogenic Disorders. Boston ..... Little & Brown. 1978.
Commun1cative
.
8. Dit zal in de toekomst het onderwerp uitmaken van een volgende eindejaarsverhandel1ng in het HRIPB te Gent. .. 9. Dit moge wellicht blijken uit de bevindingen van een proefschtift dat dit jaar werd voorgelegd in het H.T.l. te Brugge en waarin. naar. wij achteraf vernamen. o.m. ook dit probleem ter spraKe komt.
19
APPENDIX
Overzicht
I
LES 8 - "Ik
lessen waarln_k~antitatief
OEFEN CIJFERS"
: opgaven bestaat!
(eenheden," tientallen.
taalgebruik
uit
het
coplêren
geoefend
wordt
van ciJfers
same:ngestelde" .getallen).
- LES 9 - "Ik tel mijn geld" : patlönt moet gangbare muntstukken en bankbriefjes leren ident~ficerB~ en met geldwaarden omgaan (vb. twee brtefjes
van 50 geven
100).
.
LES 10 - Bezoe~ aan de supermorkt: geautomatiseerdè ~itdrukkingen maten en gewichten; vb. een kilo •..• een liter •.•. LES 11
';Wij betalen de rek.ening" : besef van geldwaarde. prijzen en bewerk~ngen op~8ilen en aftrekken m~t geld uitvoeren.
i.v.m. schatten.
LES 14 - "Ik herzie belangrijke c~jfers" : seml~geautomati5eerdB cijfergegevans doen weergeven: leeftijd, gewicht, huisnr., •.. kloklezen. ;
LES 26
"Ik oefen mij in het schrijven van een check".
LES 32
Classificeren adjectieven.
LES 36
Automatische reeksen : tellen, cijferreeksen cijfers. datum SChrijven.
LES 39
"Ik denk na over maten en gewichten" : inzicht in begrippen meter, ..•• grof schatten van gewicht.
LES 46
Nadenken over verhoudingen 3 staat tot ..••
LES 47
Feestd~gen
LES 60
"Een uitstapje"',.:afstanden bepalen en kostenberekening.
LES 63
Enkelvouds- en meer~oud~vormen substantief.
LES 69
Belangrijke
LES 70 - Kalender
~an adjectieven
voor afmetingen
en verbanden
t.o.v. andere schrijven,
herkennen
vb. 2 staat tot 6. als
en vaste data.
telefoonnummers
: repercussie .
op morfologie
leten en schrijven.
lezen.
LES.77
Afmetingen t.o~v. elkaar afwegen: Tijd : wanneer ?
welk is de langste?
LES 79
Afkortingen voor maten, gewichten .en tijdsindicatie, sec. in één uur?
vb. hoeveel
- LES 91 - Visuele waarneming - -hoeveelheden in cijfers uitdrukken; - ingewikkelde cijfergegevens van elkaar discr*mineren. - LES 94 - Van uitgewerkte evalueren.
30
kg,
cijferopgaven
(+
en - bewerking) de uitkomst
APPB&DI1 111 V.rkort ••••
IJ2.
r,aY.
LES 12
Yaa
HET i1IDDAGMAAL]
Woordenlijst:
zout
vork.
lepel
brood
peper
boter
glas
.. c:....
A, VUL IN EN LEES DAN
.!.
uur.
f!et is Ik. gebruik Het
het midda9lllaal om
middagmaal
Zet u neer
is klaar.
uur.
Kam eten.
en eet.
Mijn
h
zijn
Deze
voorwerpen
proper. kunnen
op tafel
staan:
3I
B.'TREk
EEN CIRKEL
ROIfDHEf
JUiSTE
..ater
I. Ik s~henk een
WOORD. VJ.:L IN.
...
tafal
in.
2. Ik ani1d met een __ 3. Ik veO!l'i" ldjn
_._
..f . ..el .....n aerv ..t.
gl...
.ervet
lepel sla
"'id<1a ........ al
mond
....ter ~. Ik ....t __
op mijn broed.
'vork
graag cle schotel ••
eten
5. Ik s..e..r 6. Ik.-__ 7. 11'
niet goecl ah
is
~ broed
bi:l mij":soep.
_
bier boter
mes
...
servat
..assen nagerecl,t or.tbijt
..
B. Fruit
i .. goed
"om
te __
tafel
10. tk ee~ aardappelen
C.
eten
SCHRIJF
..et ee" ~._._
VD£OlNGSWAREN
,
IN DE GEPASTE
/ lI.lp ...
1\
lCOLCfI.
EEN llN OF EEN DEEL VAN
SCHRiJVEN.
,',J"7'aag d. p"tilnt
.. U.
sin. t. 1I.,.1I"hn Voo,. hij
è... in op• .,h,.ijft.) Ik gebrul~ het middagmaal Cl'"12.00 l;lUr.' Ikhcudvan SQm3I eet
aardappden ik frllit
Ik veeg mijn Ik
31
Il'IOncl
of
:ro\lt ; bord
NAGë:RECHT
D. LEES EN PROBEER nAM ALS DICTEE EEN llN OP
vlee.
a\llker vork
GROENTEN
VLEE~
..auen
.....t vl ..e. 'ItCIOr htlt "'Iddagmaal. ij ..
"ab nagereeM.
af inet een SltTvet.
"'ai. en dr009 'de .c:ho-t.ela
"f.
TIJDSCHRIFT VOPR LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE
1981(11)-1
MOED~RS OVER VOORZIENINGEN VOOR HUN AUTISTISCH KIND (Ile DEEL) T. Paelers
Nadat de vroegere meer organische verschoof
psychogene
benadering
de aandacht
thBDrie~n over autisme vervangen werden door een (zie eerste des] VBn het artikel 1n nr. 4/1980)1
begrljp~lljkerwijze
gramma's. (Gallagher en Wiegerink gekomen dat autistische lesTprogramma's
1976).
ook meer naar remedi@rende
kinderen meer voordeel
dan uit medische verzorging ~ehandellngen.
'behandeling'
meer en meer vervangen wordt door 'onderwijs'
Autistische
is al jarenlang
Betekenisvol
halen uit aangepaste
of traditionele
georiënteerde onderwijs"
leeromgeving
heeft doorgenomen
enz.).
weet dat men kind in een
vertoeft als men slechts enkele parameters
en individualiserlng'-hangt
niveau" van ccgnitief"en
symbolisch
~nderzoekt
immers van zovele factoren af : het
functioneren.
de thuissituatie~
de graad van
De auteur vond het zinvol een 'subjectief' onderzoek te laten
: aan de moeders
kind 1n een aangepaste behoeftes).
is
voer
Kinderen).
(de gepastheid
plaatsvinden
("Behandeling
Oudervereniging
.onmogelijk 'objectief' vast kan stellen of een autistisch
structuur.
individuele
psycho-analytisch
in dit verband Is dat de term
de slogan van de Amerikaanse
Om het even wie een beetje vakliteratuur aangepaste
lesrpro-
Men Is meer en meer tpt de overtuiging
zelf werd gevraagd of ze vonden dat hun autistisch
klas verbleef
{met het oog op zijn/haar
speciale
40% ven de Engelse moeders waren te~reden over het kleuterklasje.
~ Be~andigde pas een opleiding als diagnostieker. kindertherapeut ..ouderconsulent van autistische en verwante communicatiegestoorde kindergn eo hun ouders (Jeacch, Afd. ~inderpsychiatrie. Univ. Chapel HilI; N.C.~ V.S.A.),
33
dit was slechts voor 15% van de Vlaamse moeders het geval. en 25% van de Vlaamse moeders vonden de kleuteromgeving Vlaamse moeders waren helemaal ontevreden
23% van de Engelse
zus-en-zo.
Veel meer
van het (67% van.de Vlaamse. 37% van de Engelse moeders) (X2 = N • s)."
kleuterklasje
ov~r de geschiktheid
De gegevens over de geschiktheid van het lager onderwijs tonen een nog meer drastisch vers~hil (X2 = 14.23. p"< .Oà1. N = 41 omdat pe kinderen van voorschoolse tevreden.
leeftijd niet werde~ meegeteld).
90% van de Èngelse moeders waren
voor de Vlaamse"'groep was dat slechts 25%.
uitschijnen
dat er meer gespeci~iis7erde
zijn rond Londen.
kinderen.
laten"
voor autistische
kinderen
27% van de Engelse kinderen hadden t~nminste een deel van hun I
kleutertijd: doorgebracht schoolplichtige
De antwoorden
voorzieningen
.
in een speciaal kfasje voor autistische
kleutersJ 40%
Engelse kinderen waren in een sRaciaa! klasje voor autistische
Op de vraag of ze hun kind naar een speciaal klasje voor autistische
kinderen zouden sturen als ~~l~én"was
in de omg~ving. antwoorddsn
71% van da
Engelse moeders .. )ai~F:Jie,tantwoord was ja vaar 90% van "de Vlaamse moeders. Er werd al vermeld dat de aangepastheid
van school~oorzi~ningen
afhang~ van
zoveel 'factoren dat die niet allemaal kunnen behandeld worden in dit korte project.
(Toch dient er t~rloops op gèwezen te worden dat 36% van de Vlaamse
autistische emotioneel
kinderen van lagere-schoolleeft~jd gestoorde
op scholen verblijven"samen
met
kinderen ~ dit is precies het type sch~ol waarvan Lorna
Wing zegt dat ze minst van al geSChikt is voor autistische
kinderen
Wing 1976) •
Dit is wellicht in verband te brengen met de vroegere
benaderingen
waarin autisme werd aanzien als een emotionele
(Wing en psychogene"
stoornis.)
In het huidige project werden ter beoordeling van de kwaliteit van de klasjes s.lechts twee parameters vakl~teratuur
onderzocht.
Het zijn echter parameters die in de
unaniem zeer belangrijk worden gevondenJ
namelijk de relaties
tussen school en thuisJ plus een gering aantal kinderen psr leerkracht.
34 \
SOCIALE HANDICAP
Het vermogen' van een moeder om te kunnen le~en met. een gehandicapt alleen in verband het hele sociale onderwijs
te brengen met de ernst van de handl?ap klimaat daarrond
: de kwaliteit
en andere vormen van ,dienstverlening,
maatschappij
reageert op de handicap.
samen bepalen 1n aanzienlijke Tabel 7 : Eenzaamheid Een autistisch
2
ex =
Deze plus ~og een aantal andere factoren
(X2
Zowel de Engelse
of niet.
Op dezelfde
NeB
uitsluitend
47% .35%
gestaat uit het
43% 50%
N • SJ
als de Vlaamse
moeders
vraag naar eenzaamheid
geen bijzonder
Ja 53% 65%
N . S)
antwoordden
65% V.l : ja. het hebben van een autistisch een hersenverlamd
kind zich
van de moeder.
Heeft u het, gevoelen dat uw hele leven eigenlijk zorgen vaar uw autistisch kind ? Engelse moeders Vlaamse moeders
van bege~eidlng.
plus de manier waarop de hele
kind hebben maakt "de moeder erg eenza~m.
Engelse moeders Vlaamse moeders
zelf. maar ook met
en kwantiteit
mate of een familie met een" autistisch
voelt 1n de maatschappij
geïsoleerd
kind is niet
kind bevestigend
meestal
57% 50%
positief
kind maakt de moede~
antwoordden
(53% E ••
erg eenzaam.
slechts 21% Engelse moeders
met
(Hewett 1970. N'= 180); 79% van hen zagen
verband tussen een hersenverlamd
kind hebben en grotere
'vereenzaming. Moeders met autistische blijkbaar. van'all~
kinderen
leven in een meer dramatische
Di~ indruk wordt trouwens. nog bevestigd moeders
met autistische
eigénlijk
uitsluitend
50% V.).
De meeste moeders
kinderen
kind thuis
door het feit dat de 'helft
de indruk hebben dat hun hele.leven
bestaat uit het zorgen voor hun autistisch
kind (43% E ••
vonden ook nog dat zijzelf meer gehandicapt
door het hebben van een autistisch Voor de Vlaamse
situatie
kind dan hun echtgenoten
groep is het bovendien
(niet op kostschool)
betekenisvol
waren
(63% E •• 70% V.J.
dat vooral moeders, met een
vonden dat hun hele leven gevuld ~erd met het
zorgen voor hun kind CFisher's Exact
'=
.03).
35
TabelS:
Verhouding
volw~ssene-kinderen.1n
de klasjes.
Hoeveel kinderen per klas
Engelse gro~p
Vlaamse groep
t '" -3.06. P
n '" 29~
n. '"
gemiddeld'" 6.79 stand.afw. '"4.36
gemiddeld'" 10.37 stand.afw. '"3.06
n "'.28:-:
n_ '" 19:-:' gemiddeld'" 1.63 stand.afw. '" .83
Hoeveel
.01. g.v. '"46
<
leraars en assistenten
t '"2.42. P < .05; g.V.
lt.
1!;l~
=
45
gemiddeld .stand.afw.
=
2.21 '".•83
Vlaamse groep n '" 19 (één kïnd niet meegerekend. Engelse groep n 29 (één kind niet! meegerekend. n 28 (één kind niet meegerekend. antwoord 'ik weet het niet'
Oe antwoorden
laten blijke9 dat Vlaamse autistische
met minder leerkrachten
en assistenten
Engelse :klasjes met autistische
bleef thuis) was i~.gewone schoal) was in gewone school; één ook ~iet meegerekend) kinderen in klasjes zitte~
en méér kinderen dan in _Engeland.
kinderen is er gemiddeld één leerkracht
In de per
drie kinderen. in Vlaamse klasjes. zijn er gemiddeld zes kinderen per leerkracht. In heel wat gevallen is een één-één-verhouding jonge kindere~zou kunnen vermijden
men via individuele
programma's
d!'ltze naar een inrichting
beveelt het Ministerie autistische
noodzakelijk
en zeker voor zeer
onderwêzen
op een 1-1-basis
gebracht wordE:n. In Engeland ..
van Opvoeding en Wetenschap
aan het onderwijs voor
kinderen op een .1-3-basis in te richten en dit blijkt - al.thans.
voor deze groép Engelse- kinderen."'"O,ok in praktijk te Zijn omgezet. Engeland trouwens goede hoop dat de verhouding
spoedig wettelijk
tót 1-2 wordt
herleid.) Het is interessant. aan te stippen dat deze aanbevelingen uit humanitaire financiële.
overwegingen
tijdens de eerste levensjaren de maatschappij het beste en me ast intensieve inrichtlhg)
Wesr wordt-vastgesteld
onderwijs
36
kost minder dan een verblijf
dat de behoeften van autistische
is -het onderwijs
1-2- en ook 1-1-begeleiding
later veel geld bespaart
(zelfs
in een
(furneaux en Roberts 1977b).
minder schijnen beg.repen te_ worden: bovendien
niet louter
worden ingegeven. maar eigenlijk oek uit
Men is ervan overtuigd dat een intensieve
pSYChiatrische
(Er is in
kind~ren in Vlaanderen
£lr.zijn minder gespecialiseerde
er ook veel minder individueel.
.klasjes .en
Tabel 6
Samenwerking
tussen school en thuis.
Is er een oudercomité
Engelse groep
Vlaamse- groep
n '" 30
n '" 19
?
Nee Ik weet het--niet x2 "'.9.18. P < .05. g.v. '"2 Worden ouders betrokken
bij de planning van de .schoolprogramma's
Nee
60%
Ja
30% 10%
Ik weet het niet X2 '" 7.11. p < .05, g.v., '" 2 Kunnen ouders gemakkelijk individuele raadgevingen ~rogramma's in verband met hun .kind ? Nee
11.79.
P < .D1. g.v.
krijgen van de school en 74% 10% 16%
2
c
Zijn er vergadl!lringen waar leerkrachten autistische kind bepraten ? Nee Ja. regelmatig Ja. maar alleen op aanvraag
=
X2 '"6.24. p < .05, g.v. Wegens zijn gebrekkige te veralgemenen
89.5% 0% 10.5%
7% .
Ik weet het niet
x
?
33% 60%
Ja. 2
32% 32% 36%
23% 70% 7%
Ja
en ouders samen de problemen
van de ouders
'innerlijke
In een aantal gevallen
9m leerervaringen
naar de andere is het van het hoogste belang zo consistent
mogelijk
verloopt.
tussen school en. thuis, tussen leraars en ouders is
~r moet een constante
(Furneaux en "Roberts 1977a). verband met mogelijke
31.6%
taal' en zijn moeilijkheden
dat de omgang met het kind en het onderwijs dan ook onontbeerlijk.
52.6%
.. 15.8%
2
~an de ene omgeving
Een .erg ,nauwe samenwerking
20% 40% 40%
van het
uitwisseling
van informatie
In deze studie werden vier vragen gesteld
zijn in
vormen van samenwerking. is het bestaan of oprichten
èerste stap naar nauwere contacten
van een ouderv~reniglng
tussen leraars en school.
de Vlaamse mo~ders. maar 70% van de Engelse.
Slechts
waren van het bestaan.van
de
32% van een
37
dergelijke
van een dergelijke
.
DUderv~reniging
voor samenwerking. de planning
.
2
.
op de hoogbe,(X .= 9.18. p < .051.
oudervereniging
Het oprichten
1s nochtans niet op zichzelf een waarborg
Daarom werd de vraag gesteld of ouders betrok~en worden bij
van de schoolprogramma's. a!ltwoordde
Geen enkele Vlaamse moeder. t8ge~ 30%
van de Engelse
moeders.
van de Vlaams~
moeders antwoordden :dat ouders niet
plannen van schoo~prDgramma's
.
. 2 (X
Op de vraag of ouders gemakkelijk school en programma's
daarop positief. 7.11.p
en 90%
werden bij het
< .05) •
1ndiv~duelB
raadgevingen. krijgen van de
60% van-de Engelse moeders ja. dat gold weer sli3Cht,S:'voar 10% van de Vla"amse fuoeders (X2 '" 11.79. P < .011).
in v~rband.met
6Q% van de Engelse betrok.ken
hun kind. antwoordden
33% van de Engelsé en 74% van de ~laamse moeders vonden het moeilij~
of konden h~lèmaa'l geen individuele
raadgevingen
van d~ school. k.rijg~n .in
verband met hun kind. Op de ,vraag.of ~r vergaderingen
georganiseerd
ouders samen de problemen' van ,het aotistische
werden w~arle8rkrachten'Bn kind bepraten
l
antwoordden
van de Engelse moeders ja (40% van hen vonden det. die regelmatig werden
40% alleen op aanvraag
l
van de ouders).
tigden slechts 48% van de moeders
80%.'
georganiseerd
Voor de Vlaamse groep beves-
vergaderingen (16% basis, 32% alleen op aanvraag van de oudersi (X2", 6.24 •
op een'regelmatige
het bestaan van dergelijke
. p < .'OS).
Een gedeeltelijke
verklaring
negatieve, resultaten
(maar .daar.om.noggeen ve'rontschuldigingl van de
voor de Vl~amse
situatie, kan men zoeken in het feit dat
meer Vlaamse autistische
kinderen in een kostschool verblijven
de weekends
80% van de Engelse autistische
verblijven
thuis' zijn. dagelijks
én ,alleen onder
kinder~n in deze 9tudie
thuis bij hun ouders. dit was slèch~s voör 45% van de
Vlaamse autistische kindef8n zo en deze bevinding op-zichzelf 1s ook statistisch significant (X2 '"'5.0'81 'p < .05). Dit feit dient in zijn context geplaatst te worden
: de Vlaamse
ouders hadden meer negatieve
ervaringen dan de Engelse'
tijdens de 'ee'rstejaren van hun kind •.ze kregen minder praktische beg~leiding •.er ~aren .minder gespecialis~~rde
klasjes.ter
hulp
bepchikking
en in de
omgeving. 'dus bl~ef er althans. voor een aantal o~ders geen 'keuze bui~ende kostschool.
38
Ouders met gehandicapte
kinderen zijn vaak aan thuis gebondenJ dat isoleert
van vroegere vrienden.~
Deze eenzaamheid
neiging heeft gehandicapte bijvoorbeeld
wordt nog vergroot
mensen zoveel mogèlijk te vermijden.
dát 40% van ouders_met
een gehandicapt
dat 45% van de families met een mentaal gehandicapt
In deze studie antwoordden
~ak Tizard en Grad vonden kind thuis zeer weinig
(Kew 1975).
50% van de Engelse en 80% van de Vlaamse moeders dat
ze ze!den of nooit iemand voor hun autistisch samen met hun man weg te kunnen gaan. verwijzen
Holt vond
kind naait samen-kunnen
uitgaan. vaak ,kunnen ze aak naait op vakantiè gaan. sociale contacten onderhielden
hen
als het -publiek de
kind konden laten zorgen om eens
(De antwoorden
van de Vlaamse groep
naar de situatie wanneer het kind thuis is : 55% van hen zijn immers
op kostschool
tijdens de'wBek).
Tabel 8 : Samen weggaan. Kunt u en uw man soms uw autistisch kind (en de andere kinderen) aan iemand .overlaten zodat u samen met uw man eens kunt uitgaan ? Ant~oorden
gecombineerd
NooitlZelden
Eens .per week/per maand
50% 50% 80% 20% = 3.40. dichtbij het s1gnificantien1veau
Engelse moeders Vlaamse moeders X2 (antwoorde~ gecombineerd)
van
p < .05.
Kunt u uw autistisch niet inbegrepen] ? Antwoorden
kind naar iemands huis brengen vaar een tijdje (schaal
gecombineerd
Nooit
Andere mogelijkheden
30% 55%
70% 45%
Engelse moeders Vlaamse moeders X2 = N • S
Op een andere ,vraag antwoordden moeders dat ze hun autistisch achterlaten
30% van de Engelse en 55% van de Vlaamse kind nooit bij iemand anders thuis kunnen
(school niet. inbegrepen).
De meeste \/laamse moeders v(ertelden de
auteur spontaan over hun behoefte aan gespecialiseerde Of moeders dan tenminste.wat zonder hun autistisch
babysitting.
tot adem kunnen komen tijdens de vakantie met of
kind wordt onderzocht
via de volgende vragen.
39
Tabel 9 : Vakantie.
Is
het mogelijk
om samen met uw autistisch
Nee Engelse moeders Vlaamse moeders
(X2 eN.
S)
Kunt u speciale voorzieningen vakantie te gaan ? Engelse moeders Vlaamse moeders In hun Isle
' 2 (X eN.
S)
af Wight-studie
kind op vakantie
Gemakkelijk
7%
Moeilij k
40% 20%
. 25%,
te gaan
53% 55%
treffen om zander uw autis~isch 33% 25%
20% 50%
47% 25%
kwam Rutter. Graham en Yu)e (1970) tot het
besluit dat '24% van de gezinnen met lichamelij k gehandicapte vakantie
k~nd op
kinderen de
een probleem vonden. tegen 28% van gezinnen met kinderen die aan één
of andere herse~dysfunctie
leden.
In deze'studie
60% van de Engelse en 70% van de Vlaamse moeders van
autistische
antwoordden
kinderen dat het moeilijk
kind op vakantie autistisch Engelse
te gaan.
Speciale maatregelen
kind op vakantie
voor 80% van de
en 50% van de Vlaamse moeders.
autis~isch Vlaamse c
treffen om zonder hun
te gaan was moeilijk, of-onmogelijk
Dat zovele Vlaamse moede~s gemakkelijk
ex2
of onmogelijk. was om met hun autistisch
kind op vakantie
zijn. tegen'slechts
kind op vakantie
te gaan heeft misschien
omdat ze hun kind dagelijks
hebben in te spelen op gedragsmoeilijkheden. beter onder con~role
20% van de Engelse
Dat meer Engelse moeders .h.etgemakkelijker
samen met hun autistisch met de thuissituatie:
konden treffen om zonder" hun
te gaan.' heeft t~ maken met het feit dat 55% van de
kinderen in een kostschool
5.08.- p < .05).
maatregelen
vonden om ook. te maken
thuis hebben en daar geleerd
hebbe~ ze dit gedrag wellicht
ook
in een nièuwe vakantieomgeving.
Oe stress die het hebben van een gehandicapt
kind meebrengt
kan verlicht worden
in een context waar er geen taboe heerst en waar de handicap minder gestigmatiseerd combinatie
is.
Canadese research van Cumming en Cumming wees uit dat een
van twee factoren
efficiënt is in het 'de-stigmatiseren
nl •.1. het pUbliek goede informatie contacten
bevorderen
van handicap,.
geven over de handicap. en 2. persoonlijke
tussen 'normale' en gehandicapte
personen
(Shakespeare
1975) •
Met deze gegevens
40
voor ogen werd een vraag ingelast over de integratie
van
autistische
kinderen.
HSevordert de school waar uw autistisch
contacten met scholen v60r normale kinderen antwoordden
daarop positief
kind is.
?H 43% van de Engelse moeders
: ja. die contacten werden bevorderd.
echter voor geen enkel klasje met een Vlaams autistisch (X2 = 13.07, p < .01. g.v. ~ 2).
Dat bleek
kind het geval te zijn
Tabel 10 : Verdraagzaamheid. Er wordt nogal eens gezegd dat de maatschappij over het algemeen onverdraagzaam is tegenover autistische kinderen. Voelt u daar ook zo over. of vindt u dat het meer te maken heeft met onwetendhèid ? Situatie
Engelse moeders Vlaamse moeders X2 c 6.54. P < .05. g.v.
is -o.k.
Onverdraagzaam
Onw~tend
7% 30%
86% 55%
7%
=
15%
2
Reageren uw geburen over het algemeen positief of negatief autistisch kind ?
Engelse moeders Vlaamse moeders X2
=
Positief
Negatief
67% . 70%
33% 30%
N • S •
tegenover uw
Slechts 7% van de Engelse, maar 30% van de Vlaamse mGeders vonden dat de maatschappij
over het algemeen onverdraagzaam
is tegenover autistische
kinderen.
55% van de Vlaamse en 86t.van de Engelse moeders vonden dat de houding meer te (X2 = 6.54. P < .05). Oe antwoorden laten blijken
maken had met onwetendheid hoe belangrijk
moeders
het vinden het publiek beter in te lichten over autisme.
Dat kan nog verder worden afgeleid uit het feit dat slechts 7% van de Engelse en 15% van de Vlaamse moeders de situatie o.k. vonden zoals Er werd vastgesteld
hun ouders vaak belangrijker algemeen
iYounghusband
is dan de houding van de maatschappij
et al. 1970J.
kinderen en in het
Zowel de Engelse als de Vlaamse moeders
reageren meestal positief over hun buren. alhoewel en 33% van de Engelse daarover Ondernemen
ze was.
dat de houding van buren tegenover gehand~capte
toch nog 30% van de Vlaamse
regelmatig moeilijkheden
schijnen te ondervinden.
ouders zelf pogingen om.... de. houding van het publiek. te veranderen?
het buitenland
vooral hebben ouders van mentaal gehandicapte
kinderen erop gewezen dat een houding van strijdDaar
In
en/of autistische
bewustzijn
belangrijk
is en
dat het erop aankomt als ouders Zijn rechten als consument van sociale diensten te verdedigen
(Collins en Collins 1976. Wing en Wing 1976).
Een de~gelijke
41
militante
houding schijnt bij de meeste moeders mi~ of meer aanwezig te zijn.
Als u negatieve houdingen en reacties ondervindt,
zo werd hen gevraagd. gaat u
dan met de mensen praten om hen uit te leggen hoe dom hun houding is ? 23% van de Engelse. 40% van de Vlaamse moeders antwoordden reageren ,op negatieve houdingen. tigheid geinterpreteerd
dat ze nooit
Deze antwoorden dienen echter-met voorzich-
te worden. want - zoals een moeder schreef : "Het is
moeilijk om mensén die je -niet kent te gaan uitleggen wat autisme is. als je kind in het midden van een driftbui is.".
MÀLAISE-SCORE EN GEVOEL-VAN-ISOLEMENT-SCHAAL Op het einde van het interview
(of achteraan de vragenlijst) werd een onderzoek
ingesteld via een _gestandaardiseerde vragenlijst:naar malaise.
moeders gevoel Van
Oe items (Appendi~ 1) slaan op gevoelens en op gewaarwordingen
belangrijke
psychologische
componenten.
Van de totaalscore
dat ze een nuttige aanduider is van de graad van emotioneel onbehage~. ervaring heeft uitgewezen dat de score op deze vragenlijst de resultaten van een afzonderlijk
psychiatrisch
Tabel 11 : Gemiddelde malaisescores
goed overeenkomt
Stand.'3fwijking ~uit Rutter et al. 1970)
Gemidde~de
Hersenverlamming Epilepsie zonder bijkomende complicaties Andere hersendysfunctie Lesie beneden hersenstam Ernstige intellectuele retardatie Controlegroep nomale bevolking
30
3.0
3.1
5B
4.B
3.5
20 15
2.9 3.5
2.4 3.0
30
2.5
2.B
162
3.1
2.6
Vergelij kende gegevens uit het huidige project
Engelse groep Vlaamse groep t :::-2.16. p < .05
42
, 30 20
met
voor moeders naar de diagnose van hun kind.
Aantal
autisme
De
onderzoek.
Diagnost.ische groep
Vro~gkinderlijk
met
wordt aangenomen
4.46 6.50
2.7 3.9
Vlaamse moeders
scoord,n significant.hoger
'malaise-inventarisatie'
Ct
dan de Engelse.
'gehandicapt'
de Engelse moeders.
Eén van_ de hypotheses
voor een deel afhankelijk -van deze culturele (Appendix 2). isolement
-2.16. p < .O~) op deze
Dit schijnt erop te w~jzen dat
Vlaamse moeders meer
van de moeder om de problemen
=
zijn door een autistisch
kind te hebben dan
van deze studie~was dat het vermogen
van een autistisch
kind aan te kunnen tenminste
was van de sociale context waarin ze leeft.
Een index
context werd. ontworpen via een 'gevoel-van-isolement'-schaal
Er werd yoor gezorgd dat de geselecteerde
uit het verleden .zou.denreflecteren.
items niet het
maar het gevoel van isolement op
het ogenblik van het interview zelf. Indien de hypothese van deze studie juist is. dan mag men verwachten hoge score op deze 'gevoel-van-isolement'-schaal
overeenkomt
dat een
met-'een hoge score
op de malaise-inventarisatie. Tabel 12 : 'Gevoel-van-isolement
'-schaal.
Gemiddelde Engelse-moeders. Vlaamse moeders t = -3.98. P < .001
standaardafwijking
7.30
3.19
3.s7
11 .15
Pearson Correl~tiecoëfficiënt tussen, scores op de 'malaise-inventarisatie' en de 'gevoel-van-isolement~schaal. S = .001. De gegevens
in deze studie wezen uit dat de scor~ van de Vlaamse moeders op
deze 'gevoelens-van-lso1ement'-schaal' de Engelse moeders cante correlatie S
=
(t = -3.98. p
<
niet alleen significant
,001),
nog er was dan van
Bovendien was er ook een signifi-
tussen beide reèksen scores (Pearson CDrrelatieco~fficiënt
.001) wat overduidelijk
suggereert
dat - althans voor deze studie - een
minder .gunstig sociaal klimaat met weinig passende voorzieningen een ~eduidand onderzoekers
hoger aantal psychosomatische
Deze studie suggereert autistisch
klachten van de moeder.
zochten een causaal verband tussen àbnorma~e
trekken van de ouders en het autistische
samenvalt met Vroegere
persoonlijkheids-
gedrag van het kind.
dat er 'eerder een omgekeerde
relatie bestaat
een
kind hebben zet ouders onder abnormaal -veel stress.
Deze transculturele
studie wijst ook uit dat het lijden van deze ouders groter
wordt naarmate aangepaste Logisch gezie~
voorzieningen
voor hun kinderen ontbreken.
(en dat zou het object kunnen zijn.van ,een andere studie) kunnen
we daaruit ook afleiden dat niet alleen de moeders maar ook de Vlaamse
43
eutistische
kinderen meer gehandicapt. zijn dan'Engelse
(als we tenminste.
aannemen dat .handicap, kan gedef~nleerd
worden als de interactie
primaire
(Deze ~astste111ng. mag niet verkeerd
stoornissen
begrepen worden tionele
en de omgeving).
: de auteur wil geen causaal verband afleiden
significantie.
onderzocht
maar de correlatie
ls.1nte~essant
tussen de
uit een correla-_
genoeg om verder
te worden.)
Uiteindelijk
lijkt de huidige, studie de waarheid
bevestigd te hebben van de
conclusie
van het literatuuroverzicht:
problemen
van mensen ziet in'hun s07iale context. de aanwezigheid. of
afwezigheid
"Het is noodzakelijk. dat men de
van adequaat. dienstbetoon.
de keuzemogeli~kheden
die ze hebben.
Zo
wordt men er zich van bewust hoe weinig kansen sommige mensen 'krijgen en hoe ze gedwongen
worden te leven op een manier die hun eigen vooruitgang
~n de weg
staat ....
BESLUIT
In deze transculturele
studie werden statistisch
gevonden
tussen Engelse en Vlaamse'moeders
volgende
gebieden
1. Oe gemiddelde
signi~icante
van autistische
verschillen
kinderen in de
: leeftijd van di~gnose van de Engelse
4 jaar, bij de Vlaamse 2. De Engelse moeders
kinderen met autisme was
kinderen was dat 5 jaar.
hadden een veel gunstiger
oordeel over het beg~ip en de
hulp van hun huisarts dan de Belgische. 3. Oe produktie
van radio- en televisieprograrrma's
om het.publiek
lichten .over autisme wordt door de Vlaamse moeders dringender
in te gewenst dan
door de Engelse. 4. Significant
meer Engelse moeders met autistische
leeftijd vinden dat hun kinderen een aangepaste
schoolomgeving
kinderen van lagere-school-
(met het oog op hu~ .speciale behoeftes) ,in
verblijven.
5. Er waren gemiddeld minder leerlingen
in klasjes met au~istische
kinderen in
Engeland. 6. Er.waren
in Engeland meer leraars en assistent~leraars
klasjes met autistische' kinderen. verhouding
van volwassenen
aanwezig
in de
Als gevolg daarvan was er een hogere
per aantal kin~eren [1 volwass.ene per 3
kinderen in Engeland., 1 volwassene
per B kinderen in Vlaanderen).
7. Meer Engelse moeders dan Vlaamse wisten van het bestaan af-van een oudercomité in de school van hun autistisch 8. Significant
kind.
meer. Engelse moeders dan Vlaamse ~onden'dat
ze betrokken
werden bij de planning van schoolprogramma's. 9. Significant individuele 10. Significant
meer Engelse moeders dan Vlaamse vondén dat ze g~akkel1jk raadgevingen
krijgen van de school in verband met hun kind.
meer Engelse moeders vonden dat ze op schoolvergaderingen
samen
met de leraars de prbblemen van hun kind konden bepraten. 11. Significant
meer Enge~se autistische
met hun ouders thuis-blijven 12. Significant
kinderen'dan
Vlaamse
konden dagelijks
wonen.
meer Engelse scholen met autistische
kinderen mo~igden
contacten aan met scholen voor normale ,kinderen. 13. De houding van de maatschappij een verschillende maatschappij
onverdraagzaam
houding van de maatschappij 14. Rekening
over het algemeen tegenover
manier beoórdéeld
was, meer Engelse 'moeders interpreteerden
de
eerder als oningelicht.
houdend met bovenstaande
zien dat Engelse moeders
autisme werd op
meer Vlaamse moeders vonden dat de
bevindingen
significant
is het niet
ZQ
verrassend
te
lager scoorden op een 'gevoel-van-
isolem8nt'-~chaal. 15. Engelse moeders van autistische
kinderen schensn ook minder psychosoma-
tische klachten te hebben, zoals hun lagere scores op de 'malaise~inventarisatie' uitwijzen. 16. Er werd een significante
correlatie
'gevoel-van-isolement'-schaal
gevonden tussen hoge scoresop'pe
en op de 'malaise-inventarisatie'.
Zoals het de bedoeling 'was werden de resultaten .beschikking
gesteld van de VOPK '(de Verehiging
Kinderen).
Op basis van deze studie werden'een
muleerd voor autistische
van deze studie'tèr voor Ouders me~ Psychotische aantal-aanbevelingengefor-
kinderen en hun ouders. en overgemaakt
aan het
Ministerie van Volksgezondh~ld.
45
APPENDIX 1. Heeft
2. 3.
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
20. 21.
22. ..•. 1:! 23 • ""
24.
1.
MALAISE-INVENTARISATIE
(Rutter. Graham en Vuie 1970)
u vaak .pijn 1n de rug ? Voelt u zich meestal moe? Voelt u zich vaak ellendig of depressief? Voelt u vaak erge hoofdpijn? Maakt u zich vaak zorgen over allerlei dingen ? Kost het u gewoonlijk moeite_om :1n te slapen? Wordt u gewoonlijk onnodig vro~g wakker 's morgens Piekert u vaak-over uw gezondheid? Krijgt u vaak woedeaanvallen ? Vervelen de mensen u vaak of werken Z8 u vaak op de zenuwen ? Voelt u af en toe trekken over'.gBzicht. hoofd of schouders? Wordt u-vaak ineens bang zonder duidslijke reden? Is u bang om alleen te zijn. zonder vrienden in de omgeving Is u gemakkelijk boos of humeurig? Is u bang Dm alleen weg te gaan of om mensen te ont~oeten ] Voelt u zich voortdurend gespannen en nerveus Lijdt u aan spijsverteringsstoornissen] Is uw maag vaak niet in orde ] Heeft u weinig trek in- eten.] Is -het zo dat de kleinste tletails'u kunnen '~fmatten' 'of op de zenuwen werken ? Voelt u vaak ergs -hartkloppingen? Voelt u vaak erge pijn in uw ogen ? Heeft u. last van. reuma- _of fibrositis' (pijn in s-pieren of gewrichten) ] Heeft u ooi~ een zenuwinzinking ge~ad ?
Ja 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
APPENDIX 2-. GEVOEL -VAN -ISOLEMENT -INVENT ARISA TIE ."."'.'~~ 1. \1er.~taa,t 'uw.huisarts uw problemen met uw a!Jtistisch kind en helpt "hif:,!--, ?' E~n _'neeO-antwoord lev~rt..ee~ score van.,1.punt op. 2.,.Olitifloet u-andere' ouders van autistische kinderen] .. (In'dien ja) Helpt het_ u die ouders te ontmoeten? Een nee-ántwocird. (Indien nee) Zoudt u zulke ouders graag ontmoeten'? .Een ja-antwoord 3. Vindt u dat over het algemeen genomen uw autistisch kind in een aangepaste schoolomgeving verblijft "(met het oog op zijn/haar speciale behoeftes) J Een 'nee'-antwoord levert een score op van 4. Kunnen ouders gemakkelijk individuele raadgevingen krijgen van de school en programma's 1n verband met hun kind? Een 'nee'-antwoord levert een score op van 5. Zijn er vergaderingen waar leerkrachten en ouders samen de problemen van het autistisch kind bepraten? Een "nee' levert een score op van 6. Sommige mensen-zeggen dat een autistisch kind hebben de m9~der erg eenzaam maak.t.' Vindt u dat dat waar is vanuit uw ervaring bekeken? Een 'ja' levert een score op van 7. En vindt u dat een moeder meer gehandicapt is- door een autistisch kind te hebben dan haar man ? Een 'ja' levert een sc~re op van 8. Er wordt nogal eens gezegd dat de maatschappij over het algemeen onverdraagzaam is tegenover autistische kinderen. Voelt u daar ook Zo. over of.vindt u dat het meer te maken heeft met onwetendheid? Een 'ja, de maatschappij is onveDdraagzaam' levert een sCOre op van Een 'het heeft me sr te maken met onwetendheid' levert een score op v. De situatie 15 o.k.. levert een .score op van
) .t:t '->':'_
."
~"
_
Nee 2 2 2 2. 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
p. '2 p.
idem
2 p. ,p •.
p.
2 p. p.
2 p. 1 p. 0 p.
9. Reageren uw geburen over het algemeen posilieT of negatieT tegenover uw autistisch kind? 'Negatief' levert een score op van 10. Heeft u het gevoel dat uw- hele leven.eigenlijk uitsluitend bestaat uit het zorgen voor uw autistisch kind ? Een 'ja' levert een score op van 11. Is het mogelijk om samen met uw _autistisch kind op vakantie te gaan 'Onmogelijk' levert een score op van 'Moeilijk' levert een score op van 'Ja. gemakkelijk' levert een score op van 12. 'Ik geloof dat mijn autistisch kind kon genezen als de dokter en andere profeS~ionelen maar genoeg moeite deden.' Een antwoord van 'Daar ben ik het helemaal mee eens' of 'Daar ben ik het eigenlijk mee eans' of 'Ik weet het niet/Ik ben er niet zeker va~' werden onrealistisch qevonden (een autistisch kind kan wel veel vooruitgang maken. maar nlét 'genezen'). Dergelijk antwoord is in zekere zin de uitdrukking van irrationele hoop en levert daarom een score op van MAXIMUM TOTAALSCORE
2 p. 2 p. 2 p. 1
o
p. p.
2 p. 20 p.
BIBLIOGRAFIE BUROEN. R.L. (1977) : INVESTIGATING MATERNAL ATTITUDES. AN IMPORTANT ASPECT OF THE EVALUATION OF AN EARLY INTERVENTIDN PROJ~CT WITH THE MOTHERS OF SEVERELY HANOICAPPEb CHILDREN. School of Education. University of Exeter. BROWN. R. (1977) : A plan for parent.,guidance centres. COMMUNICATION. THE NATIONAL SOCIETY OF AUTISTIC CHILOREN (NSAC). 11. 5. . CARR. J. (1976) : The severely retarded autistic child. in : WING. L. (ed.) EARLY CHILOHOOO AUTISM. Pergamon Press. Oxford. CLANCY. H •• DUGDALE. A •• en RENDLE-SHORT. J. (1969) : The diagnosis of infantile autism. DEVELOPM. MEO. CHILO-NEUROL •• 11. 432. COLLINS. M .• en COLLINS, D. (1976] : KITH ANO KIDS. SELF-HElP FOR FAMILIES OF THE HANOICAPPED. Souvenir Press. London. ÇOOPER. J •• MOODLEY. M .• en REYNELL. J. (1974) : Intervention programmes for preschool children with delayed language development. BRIT. J. DIS. OF COMM., g,
B1 •
.COOPER. J •• MOODLEY. M .• en REYNELL. J. (1978).: HalDing language development. Edw. Arnold •.London. CORBETT. J. (1976) : Medical management. in : WING. L. (ed.) : EARLY CHILDHOOD AUTISM. Pergamon Press. Oxford. . CREAK. M. (1961) : SChiz9phrenie syndrome in childhood. Progress_ of a Working Party. BRIT. MEO. J •• 2. 889. OOXIAOIS. S..A. (1976) : Residential care for nonnal and deviant ehildran, in : SCHOPLER. E •• en REICHLER. R.J. (eds.) : PSYCHOPATHOLOGY AND CHIlO OEVELOPMENT. Plenum Press. New Vork . .FRANKEL. F. (1976) : Experimental studies of autistic children in the classroom. in : RITVO. E.R. (ed.) : AUTISM. DIAGNOSIS. CURRENT RESEARCH AND MANAGEMENT. Spectrum Publications. New Vork. FREEMAN. P. (1975) : UNDERSTANDING THE DEAF/BLINO CHILD. Heinemann Health Books. London.
FURNEAUX. B.". en ROBERTS. B. (1977a) : The teacher," the perents and the environment. in : FURNEAUX. Bo. en RDBERTS. -E. (eds.1 : AUTISTIC CHILDREN. TEACHING. COMMUNITY ANO RESEARCH APPROACHES. Routledge & Kegen Peul. London. FURNEAUX. 8 •• en R08ERTS. 8. (1977b) : Summary and discussion. in : FURNEAUX. B •• en R08ERTS. B.(eds.) : AUTISTIC CHILDREN. "TEACHING. CDMMUNITY AND RESEARCH APPROACHES. Routledge &"-Kegan Psul. London. GALLAGHER, J.J., en WIEGERINK. R. (1976) : Educatlonal"strategies for the autistic chlldren. in : SCHOPLER. E.. en REICHLER.' R.J. (eds.) :: PSYCHO?ATHOLOGY ANO CHILDDEVELDPMENT. Plenum Press. New Vork. GRAHAM. Y.L. (1976] : -Educationel approaches at the .NPI School. in : RITVO. E.R. (ed.) : AUTISM. OIAGNOSIS, CURRENT RESEARCH ANO MANAGEMENT. Spectrum Publicatións. New Vork. " GRIFFITHS, P. (1972) : DEVELOPMENTAL-APHASIA : AN INTRODUCTION. Invalid Children Association. London. HEMSLEY. R •• e~ HOWLIN. P. (1976) : ~anagement of behavi~ur problems. in EVERARD. 'M.P. (ed.) AN APPROACH to TEACHING, AUTISTIC' CHILDREN. Pergamon Press. Oxford. / HERMELIN, 8. (1976) : Coding end the sense modal1t1es. ,in: WING', L. (ed.) : EARLY CHILOHOOD AUTISM. Pergamon Press. Oxford. HERMELIN.8 •• en :O'CONNOR, N. (1970) : PSYCHOLOGICAL EXPERIMENTS WITH AUTISTIC CHILOREN. Pergamon Press. Oxford. HEWETT. S. (1970) THE FAM~LY-ANO THE HANOICAPPED CHILO. Allen and Unwin. London. 'HOWLIN,"P. (1976) Helping autistic children to develop language, COMMUNICATION, NSAC, 10. 3. HOWLIN •.P .. MARCHANT, R .• RUTTER, M., HERSOV. L.. en YULE; W. (1973) : A homebased approach to the treatment of autistic ehildren, J. AUTISM C~ILO. SCHIZOPHRENIA, 3. 308. ISRAEL. M.L. (19761 : Educational approaches at the Behavior Research Institute, ,Providence. Rhode tsland. in : RITVO. E.R. (ed.) : AUTISM. DIAGNOSIS CURRENT RESEARCH ANO MANAGEMENT. Spectrum Publieations, New Vork. JEFFREE, D .• en Me CONKEY. R. (1976) ,: LET ME'SPEAK. Souvenir Press. London-. JEFFREE. D .• Mc- CONKEY."R .• en HEWSON, S. (1'977a) ..:. TEACHING THE HANDICAPPEO CHILO, Souvenir Press, London. JEFFREE. D •• Me CONKEY, R •• en HEWSON. S. (1977b) LEi ME PLAY. Souvenir Press. London. KEW, S. (1975): HANDICAP ANO FAMILY CRISIS. Pitman PUbl1shing. London. KIERNAN. C., JOROAN; R •• en SAUNOERS, C. (1978) : STARTING OFF. Souvenir Press. London. KOZLOFF. M.A. (1973) : HEACHING THE AUTIST1C CHILO. Research Press, Champaign. Illinois. LENNEBERG. E:.H. (19671 : BIOLOGICAL FOUNDATIONS OF LANGUAGE. Wiley. New' Vork. MASON. C. (1976) : Autistic children at home :a review of same books on indivldual children. -in: EVERARO, M.P. (ed.) :'AN APPROACH TO TEACHING AUTISTIC CHILOREN. 'Pergamon Press. Dxford. . ,MENYUK, P. (1976) : Ths bases of language acquisition; somequestions, in SCHOPLER. E .• en REICHLER. R.J. (eds.) : PSYCHOPATHOLOGY ANO CHILO OEVELOPMENT. Plenum Press. New Vork. NEWSON, J •• en NEWSON. E. (1963) : PATTERNS OF INFANT CARE IN AN UR~AN COMMUNITY, Penguin, Harmondsworth. . NEWSON, J., en NEWSON. E. (1968) FOUR YEARS OLO IN AN URBAN COMMUNITY'. Allen-and Unwin. Londen. NEWSON ..J .• en NEWSON. E. (1976) : Parental roles and soci~l contexts. in SHIPMAN, M. (ed.) : THE ORGANISATION ANO IMPACT OF SOCIAL RESEARCH.Routlege & Kagan Paul. London.
48
NEWSON.
E. (1977) : Diagnosis
PETÉRS.
8. (1976) : Autism as a social prableffi.COMMUNICATION.
COMMUNICATION.NSAC.
11. 43.
and early problems
of autist ic children. NSAC. 10. 72.
REES. R.J. (1978) , PARENTS AS LANGUAGE THERAPISTS FOR INTELLECTUALLY
HANDICAPPEO CHILDREN." PRELIMINARY RESEARCH REPORT. Canberra College af Advanced Education. RICKS. D •• en WING. L. (1976) : Language. communicatian and the use of symbols. in : WING. L. (ed.) : EARLY CHILDHOOD AUTISM. pergamon Press. Oxfard. " RITVO. E. (1976) : Autism : fram odjective to noun. 1n : RITVO. E.R. (ed.) AUTISM. OIAGNOSIS. CURRENT RESEARCH AND MANAGEMENT. Spectrum. New Vork. RUTTER. M. (1970) : Autistic children : infancy to adulthood. SEMIN. PSYCH •• 2. 435. RUTTER~ M. (1972a) : Psychiatric ceuses of language retardation. in : RUTTER. M .• en MARTtN. J.A.M. (eds.) : THE CHILD WITH DELAYED SPEECH." W. Heinemann Medical Books. London.
RUTTER. M. (1972b) : THE ASSESSMENT ANO TREATMENT OF PRE-SCHOOL AUTISTIC
CHILOREN. Occasional Paper. nr. S. NSAC. London. RUTTER. M. (1977) : Infantile autism and other child psychoses. in : RUTTER. M •• en HERSOV. L. (eds.) : CHILD. PSYCHIATRY." 8lackwell Scientif1c Publicat1ons. RUTTER. M •• en MADGE. r~. (1976) : CYCLES OF DISADVANTAGE. Heinemann. London. RUTTER. M .. GRAHAM. P •• en YULE. W." (1970) : A NEUROPSYCHIATRIC STUOY IN CHILDHOOD. Spastics International Medical Publications. London. SCHDPLER. E. (1976) : Towards reducing behaviour problems in autistic children. in : WING. L. (ed.) : EARLY CHILOHOOO AUTISM. Pergamon Press. Oxford. SCHOPLER. E •• e;RÉICHLER. R.J. (1971) : Developmental therapy by parents with their own autist ic child. in : RUTTER. M. (ed.) : INFANTIlE AUTISM. CONCEPTS. CHARACTERISTltS ANO TREATMENT. Churchill. Londen. SCHOPLER. E .• en REICHLER. R.J. (1976) : Developmental therapy : a program model for providing lndiv1dualized services in the commun1ty, in : SCHOPLER. E .• en REICHLER. J.J. (eds.) : PSYCHOPATHOLOGY ANC ÇHILD DEVELOPMENI. Plenum Press. New Vork.
SHAKESPEARE. R. (1975) : THE PSYCHOLOGY OF HANDICAP. Methuen. London. SINCLAIR. H. (1975) : Language and cognition in subnormals : a Piagetian view. in : O'CDNNOR. N. (ed.) : LANGUAGE. COGNITIVE OEFICITS ANO RETARDATIDN. Butterworths. London. SULLIVAN. R.C. (1976] : Current trends in services for autistie persons in the United States: an overview. :l,.n : RITVO. E.R. (ed.] : AUTISM. OIAGNOSIS. CURRENT RESEARCH ANC MANAGEMENT. Spectrum Publications. New.York. SUTHERLANC. M. (1977) : The education of Butistic children : the pre-SChool child. 1n : COMMUNICATIDN. NSAC. 11. 64. TEUNS. J.P .• en van de WIJNGAART. G.F. (1976) : THE AUTISTICALLY BEHAVING CHILO AND lTS PARENTS, Institute of Oevelopmental Psychology, State University of Utrecht. Ths Netherlands. WING. L. (1975) : A studY of language impairments in severely retarded children. in : O'CONNDR. N. Ced.) : LANGUAGf. COGNITIVE DEFICITS ANO RETAROATIDN, Butterworths. London. WING. L. (1976a) : Epldemlology end theories af origin. in : WING, "L. Ced.) EARLY CHILOHDOO AUTISM. Pergamon Press, Dxford . .WING. L. (1976b] Diagnosis. clinical description and prognosls. in WING. L. (ed.) : EARLY CHILCHOOC AUTISM. pergamon Press. Oxford. WING. L." (1976c) : The prlnciples of remedial education for autistie chlldren, in : WING. L. (ed.) : EA~LY CHIlOHOOD AUTISM. Perg~mon Press. Oxfljrd.
WING .. J.K ....en WING. L. (1976) : Provi.sion-of services. EARLY CHILDHOOD AUTISM. Pergamon Press .. Dxford.
in : WING .. L. (ed.) :-
YOUNGHUSBANO. E .. BIRCHALL. "0.. OAVIE. R .. "en PRINGLE.K. (1970) : LIVING WITH HANDICAP. THE REPORT OF A WORKING PARTYON"CHILOREN WITH SPECIAL NEEDS.
Nat10nal Ch11dren's Bureau. London. YULE. W .. BERGER. M .• en HOWLIN.-P. (1975) : Language deficit modificatlon. in : O'CONNOR •.N. (ed.) : LANGUAGE. CDGNITlVE RETARDATIDN._. Butterworths. London-. ",
Adres van de auteur
Bnd behav10ur DEFICITS AND
: COGELS-OSYLEI 67 2600 BERCHEM (Antwerpen)
STICHTING AUDIOlOGISCH CENTRUM EINDHOVEN Door bijzonder trieste omstandigheden is er op ons Centrum een vacature ontstaan. Wij zoeken met spoed een
AKOEPEDIST/AUDIOLOGIE-ASSISTENT voo"r 3 dagen per week. De inbreng van deze functionaris in ons team is zeer belangrijk en er wordt grote zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van hem verwacht Brieven worden ingewacht door Drs. C.L. de Leur, audioloogdirecteur. Audiologisch Centrum, Paradijslaan 40,5611 KP
EINDHOVEN.
50
BOEKBESPREKINGEN
e
BERGMANM.
: Aging
end
the
Perception
Baltlmore. 1980 [bestellen :MTP. Lancaster.
Lanes. LAI'IPEJ.
of. Speech.
University
Park
Prass,
Falcon House. CableStreet.
173 pp •• ref .• sUbjectindex.
f 8.50,'
Het boek behandelt het probleem van spraakperceptie. door de ouderdom aangetast. Vooral het verschijnsel presbyacus1s krijgt. veel aandacht, i.v~m. het daarmee gepaard gaande waarnemingsverlies. De: neurofysiologische basis van die
gedaalde" spraakwaarneming
krijgt
daarbiJ
een bijzondere
plaats
(hoofdst.
3
handelt over presbyacusis en perifere gehoorsmechanismen - hoofdst. 4 over de neurale basis van verminderde spraakperceptie bij het ouder worden), Daarop volgenmethodolàgische aanwijzingen voor.de selectie van samples. horizontale versus longitudinale studies •.testmateriaal en procedures .bij het onderzoek naar het begrijpen van de spraak. Veel eigen experimenteel materiaal wordt hierbij verwerkt, in het bijzonder hoofdst. 9 waarin ,de.factoren van de toehoorder zelf die de spraakwaarneming aantasten. worden behandeld. Van de zuiver theoretische benadering van het probleem wordt vaak afgeweken naar praktischer gebieden. . ' De auteur heeft zich, evenmin beperkt tot een audiologisch-neurologische s'tudie, maar heeft .bewust deelgebieden als linguIstische structuur. temporele factoren en aspecten van de eigen'spraak mede bestudeerd: zodat het to~aalproces van het auditief gedra~ op de voorgrond kwam. Het gaat in dit boek niet om pathologische vormen van taal aandoening bij het ouder worden zoals afasie. maar om een studie van het normale verloop bij toenemende leeftijd.
•
G.V.M • STUDEBAKER
G.A. & HOCHBER.G I. (eds.) : Acoustical
Hearing Aid Performance. (bestellen:
University
Fa.ctors affectil1g
Park ~ress. Baltimore~
MTP, Falccîn House. :Cable Street; Lancaster,
450 pp .• auteursindex.
subjectindex,
1980
lancs. LAl IPE).
£ 17.75.
Het boek biedt ons een diepgaande studie over de akoestische factoren die de prestaties van het hoorapparaat beinvloeden, geschreven door toonaangevende wetenschapsmensen uit diverse gebieden van de V.S., naar aanleiding van een ,conferentie in New Vork in juni 1978. We zien vier grote delen. die elk een aantal artikels bevatten : (a) akoestisch effect van de omgeving op de input van het hoorapparaat. (b) uitwendig oar, oorstukje., telefoon, (c] modeling-technieken. (d) frequentie-rssponstechnieken en strategie~n. .
, 51
De belangs~elling voor nieuwe ontwikkelingen in het. onderzoek van .hoorapparaten is opvallend : zowel design, keuze als' gebruik worden prog~essief benaderd. Het doel van de auteurs ligt op utilitair _vlak : hoe kan de keuze van hoorapparaten verbeteren. ? De grondige wetenschappelijk-experimentele basis om dit te bereiken is vaD hoog niveau, en het geheel biedt een grondig uitgewerkt compendium. van de stand van zaken van het hoorapparaat en,alle bijkomende factoren en problemen. Voor diegenen die werkzaam zijn ap~ het gebied van de-akoepedie~ een. naslagwerk van ~oge klasse.
•
G.V.M . IRWIN A. : St~rrrneringPractical
Help for All Ages.: Harmondsworth.
Penguin Books, 1980. 173 pp~. £ 1.35.
Is een praktisch boekje bedoeld voor pati~nten en ouders vanpati~nten die zelf bij de behandeling ven-het stotteren betrokken' willen worden. Na een inleidend gedeelte over aard,oorzaken'en voornaamste theàrie~n (JoHNSoN en VAN RIPER)~ .lf?gtde autel,Jruit waarin haar eigen methode het zgn. '.easystammering' • ,bestaat :,ze streeft biJ volwassenen zowel-als bij kinderen naar 'gecontroleerd' stotteren (cfr. VAN RIPER). Volwassenen wordt. na uitleg over de individuele spraakklankvorming, aangeleerd hoe meer ontspannen gestotterd kan worden eerst,,'Opwoorden. die beginnen' met een occlusief~ daarna op woorden die beginnen met eendûurder en dan op die die beginnen met een consonantVerbinding. Het spreektempo wordt verlaagd. 'oaárna wordt de pati~nt dit ontspannen stotteren bij lectuur te fingeren (cfr. VAN RIPER) in het bijZijn van bekenden. later.in het bijzijn van minder bekende personen. Tenslotte moet pati~nt re~le stottermomenten laten verlopen in het ontspannen'~totteren. Lijsten van gevreesde situaties worden opgesteld waarin de nieuwe spreekwijze wordt .gehanteerd. Bij kinderen warden gelijkaardige objectieven nagestreefd onder begeleiding van de moeder maar de inkleding is bijzonder goed aangepast (ontspannen stotteren het woord. elastisch maken). Het boek besluit met de bevindingen van de auteor met deze methode over een 10-jarige praktijk. Deze werden echter. el eens eerder gepubliceerd in de Brit. J. of Comm. Dis •• 1972. In het laatste hoofdstuk zijn de bevindingen van patiênten kinderen en vol~assenen. die met deze methode behandeld werden, weergegeven. Dit boekje bre~gt dus eigenl1jkniets nieuws, alleen munt het uit door zijn eenvqud,praktische visie (b.v. reêle visie op de tijd die aan de patiMnt kan besteed worden). en door de heel goede inkleding van deze methode die voor de patiêntzeker verhelderend moet werken. L.M. -Co
51
4It
COLLIER R. & DROStE F.G. : Fonetiek en Fonologie. Vijfde herziene druk, 74 pp ••
W.O'
I
bibliografie
~CCOI
Leuven. 1980.
en op,feningen.
De vijfde druk'van het werkje 'Fonetiek en Fonologie' heeft. volgens de auteurs. vormelijke wijzigingen ondergaan. terwijl de inhoud nagenoeg ongewijzigd is gebleven. In deel l'.worden basisbegrippen van articulatorische. akoestische en audi torische fonetiek behandeld. terwijl in deel II "de structurele en de systematische fonologie aan bod komen. gevolgd door enkele pagina's over de functie van de prosodie. Het ligt voor de hand.,dat in 66 p. dergelijk omvangrijk studiegebied onmogelijk. tot zijn recht kan komen. ma~r als inleiding en eerste kennismaking kan een student zich best oriënteren'. Nochtans valt onmiddellijk op dat de beperkingen die de auteurs zich hebben opgelegd schaden aan wer,kelijk inzicht. zodat men uiteindelijk weinig overhoudt. Vooral in de onderdelen over akoestische en auditorische fonetiek vallen de hiaten op waar een te vulgariserende benadering het niveau laag hpudt. Mijns inziens ware een uitbreiding van b.v. 'Vorm en ordening van fonologische regels" met meer concrete voorbeelden dan ook wenselijker dan een te fragmentarische aanpak van het domein van de experimentele fonetiek. De bijgevoegde oefeningen geven blijk van de bekommernis Dm de kern van de zaak bij te brengen. maar 'de te beperkte informatie uit de tekst zelf maakt het studenten soms lastig deze tot 'een goed einde te brengen. Het aangeven van de blz. waar het antwoord kan gevonden komt hier wel enigszins aan tegemoet.
G.V.M.
e
WINITZ -H.• REEDS J. & LA RIVIERE C. : Phonet1cs. Listening.
Unive~sity
Park Press. Baltimore.
,Limited. Falè. n House. Cable Street, lancaster. Engeland.
A Manual for
Bestellen bij : MTP Press Lancs. LAl IPE.
60 pp •• 1979. f 3.75.
Een uitgave bedoeld Dm het fonetisch schrift aan te leren. In twee stappen p'ogen de auteurs de lezer tot deze vaardigheid t,e brengen. De eerste 16 lessen bevatten luisteroefeningen m.b.v. een cassette, terwijl men de gehoorde klanken moet onderstrepen. Elk fonetisch item WD~dt tweÊmaal uitgesproken en er zijn telkens twee keUZemogelijkheden. Geleidelijk worden de verschillen ertüssen geringer. Per les worden 100 items aangeboden. Na de 16de'leskan een score bepaald worden. Het tweede deel (lessen 16-24) bevat transcriptieoefeningen. Woorden en zinnen 'van de cassette moeten nu in IPA-symbolen.neergeschreven worden. Voor de beide delen kunnen auto-correcties gebeuren d.m.v. antwoord-bladen. Hoewel niet direct bruikbaar voor Nederlandstaligen. is het didactisch principe interes~ant voor diegenen qie het fonetisch. schrift wensen aan te leren volgens een originele aanpak. G.V.M'.
53
•
8~UNNER R. & ZELTNER W.", LexicOn. zur pad~goglschen Schulpädagogik. 262
pp .•
Psychologie
UTe 1049, E. Reinhardt Verl~g. München-Basel.
met literatuur.
und . 1980,
O,M. 23.80.
Dit woordenboek.je bevat een 1. SOO-tal trefwoorden tli t psychologie en pedagogiek. verzameld met het doel inzicht te verachaffen bij het 'raadplegen van literatuur omtrent" pedagogische psychologie en schoolpedagogiek~ De terminologie"omvat meerdere gebieden die mekaardoorkruisenJ we treffen woarden aan uit 'ontwikkelingspsychologi-e. leerpsychologie~ ontwikkelingspsychologie. leergedrag. opvoedkundige psychologie. methodiek. didactiek en currIculumtheorie. Zowe.l algemene. sociale als klinische psychologie wor:~en erin .betroKken. Dat bepaalde termen slechts ..kort konden uitgewerkt -worden, en af en toe subjectief besphreven werden is deeJs te wijten aan .hetomvangrijKe terrein dat de auteurs hébben willen bestrijken. Overigens zijn de belangrijkste begrippen degelijk uitgewerkt, en kan dit lexicon duidelijk hulp bieden aan. logopedisten die uiteraard vaak met de'problematiek van de psychotheràpie geconfronteerd worden. .
•
G.V.M. PRoeTOR Oonald F~ : Breathing.
.
Wien New Vork. 1960.
Speech and S~ng.
Springer-Verlag,
70 fig., XI. 176 pp .• S. 21)0; .O.M. 36.DO;
u.s .. $.21.30.
Het doel van dit werk, is i~formatie te brengen over de normale fysiologie van spreken en zingen als over de stoornissen van deze functies. Het onderscheid met een zuiver laryngologisch werk of een werk over de fysiologie van het ademhalingsstelsel, bestaat, hierin dat" de schrijver zich op drie randgebieden heeft geconcentreerd : ,de toepassing van ademhalirygsmeehanismen op de fonatie; van bepaalde fysiologische aspecten van de stemgeving; en van de problematiek van stemproduktie en stemafwijkingen. Hijzelf spreekt vanuit 50 jaar ervaring, waarin hij o.m. als zanger ltot zelfs in opera). als atolaryngoloog. als professor, als stotteraar die zichzelf overwon door publiek spreken, de gehele materie van ademen, spreken en zingen praktisch en theoretisc~ doorworstelde. Er zijn 10: hoofdstukken: historiek - bouw van -adem- en fonatiemeehanismen ..:de ademhaling - de neus en de luchtwijzigingen - klankproduktie - ademhaling ~n fonatie - de spreekstem - de kunst' van het zingen - zorg. voor' de stem ,detectie en correctie van fouten .. De vijf eerste hoofdstukken bespreken morfologie en functie vari -de men se lij I<.e stem; .vanaf hoofdstuk 6 begint het deel over de~toepassing ervan op spraak- en stemproblemen. Het bo~k munt uit door het samengaan van knap weten-SChappelijk werk (b.v. hoofdst. 7 en hoofdst. 6 met gegronde fysiologische studies) met aanknopingspunten naar de praktijk toe (zoals hoofdst. gen 10); Als .aanvulling van een cursus 'Stemstoornissen '..als studiematèriaal voor ( inzicht, in adem- en stemmechanisme, is dit werk zeker aan te bevelen. Het hoofddoel ervan. is inzicht, ontplooiingsmogelijkheden en preventie tegen afwijkingen Lv.m; de fonatie te geven.
e
DANILOFF R •• SCHUCKERS G. & FETH L. :,The Physiology
An Introductton.
New Vork. V.S.A.
Prentice Hall. Inc •• Englewood Cliffs.
453 pp .• ref., zakenindex.
1980. $ 26.95.
Dit werk is bedoeld om het totale proces van spraak-.en stemvorming te overkoe"p~len. In hoofdstuk 1 warden beschreven: taal en taalevolutie - structuur van de menselijke stem - communicatie - ontwikkeling. van de gesproken taal - belang van het auditief systeem - de stem als akoestisch systeem. . Als inleiding kan de beschrijving volstaan. als studiemateriaal op' zichzelf is ze te beknopt. Het 2de hoofdstuk beschrijft de neurologische basis van ons spreken : zenuwstelsel. - neuro-anatomie - neurofysiologie. Hoewel ook beknopt voor dergelijke materie, worden de basisprincipes zeer didactisch weergeg8ven .. Meerdere nieu~ inzichten komen in 'neurofysiologie' aan bod. Hoofdstuk 3 heet "Language' : organisatie van de taal - fonologie - morfologie semantiek - syntaxis. Vooral gebaseerd op r.G.G •• en uiteraard alleen voor het Engels geldig. waardoor dit hoofdstuk niet onmiddellijk bruikbaar Is. In hoofdstuk 4 ('Acoustics') worden achtereenvolgens behandeld: geluidsenergie - harmonische trilli~gen - geluidsvoortplarting - resonantie - filters meten en beschrijven van klanken. Een hoofdstuk waarin een overzicht van de akoestiek op zeer eenvoudige manier wordt weergegeven. Hoofdstuk 5 behandelt het ademhalingssysteem en .biedt een .interessante voorstelling van de ademfysiologie : ademhalingsproces - ademhalingsspieren ademhaling voor het spreken - relatie tussen'afwijkende ademhaling en spreken. Vooral de laatste twee paragrafen zijn wetenschappelijk interessant. Hoofdstuk 6 ge~ft. een beschrijving van het fonatie-mechanisme : laryngeaal gedr~g bij v8g~tatief leven - anatomie van de stem - fysiologie en anatomie van de larynxmusculatuur - huidige theorie~n over de fonatie - pathologische stem. Oe pathologie is beperkt behandeld. maar de normale. anatomie en fysiologie . worden knap beschreven en houden steeds aanwijzingen in voor het concrete stemgebruik. Oe articulatie wordt in hoofdstuk 7 beschreven : het articulatiemechanisme holten - articulatoren - classificatie van spraakklànken - akoestische kenmerken van spr~akklanken. Anatomie en fysiologie van de articulatie warden het duidelijkst voorgesteld. de classificatie-van de spraakklanken is te beperkt, maar de akoestische kenmerken worden volledig en klaar besproken. Het interessants.te hoofdstuk is het Bste : 'Articulation - O~mamics' met spierweefsel - "spraakcontrole - output van de spraakproduktie - input van de klankproduktie - allofonische variatie - coarticulatie - articulatiemodellen spraakmodellen - articulatiestoornissen. Behalve het laatste item. dat te oppervlakkig is. brengen de overige paragrafen een d~idelijk idee over de eenheid tussen articulatorische en experimentele fonetiek. Het gde en laatste hoofdstuk handelt over het gehoor : structwur - mechanische respons van het binnenoor - cochleaire elektrofysiologie - gehoorzenuw centraal auditief systeem. Opmerkelijk is !lier het deel over de gehoorzenuw met de nieuwste experimenten. ' . Dit werk leest vlot. is zeer verzorgd uitgegeven en geIllustreerd" en bevat zowat alle gegevens om het totaalbeeld. van spreken en horen duidelij k te schetsen. Oe wijze waarop de zenuwfuncttes en het dynamisch articulatiegedrag beschreven werden. is opmerkelijk e.n nieuw en. rechtvaardigt op zichzelf reeds deze uitgave.
55
De overige tekst is. daarom niet minder lezens_wàard,i,g,en kan tot hero~tdekk-ing van spraak- en gehoororganen brengen.
G.V.M.
4It
Dntwik~elingskansen
voor geretardeerde
B.V.~'.Lisse, 1'980. VI
+
kinderen.
Swets & Zeitlinger,
114 pp., f.2S-.2S.
Dit werkje bevat een tiental voordrElChten, een paneldiscussie-verslag, en vragen en antwoorden die bij gelegènheid van een symposium op '5 oktober 1979 in het Observatiecentrum De ~ondsberg te Oisterwijk- (Ned..) werden gehouden. De kinderen in de titel bedoeld;zijn zwakzinnigen ,-geretar~èerden. gedragsge..:. . stoorden. . Na 'Toelichting bij video-beelden' van A. Dosen~. kinderpsychiater. stelt A. Dirks. klinisch psycholoog, vijf stellingen voor die'de differentiatie tussen voornoemde kinderen beklemtonen ende moeilijkheden voor verdere hulp aangeven. R. Le Coultre, kinderneuroloog. schetst vervolgens de huidige toestand n~r een organisch substraat van neurologische afwijk-ingen.bij kinderen met leer-.en gedragsstoornis.. . Klinisch psycholoog~ j .H •.Mulder, wil vervolgens" ~en beoordelingsstrategie bepleiten voor het neurotische •.depressieve. contactgestoorde of p-sychotische . kind. Voor elke oategorie formuleert hij'de:typisc~e hulpvraag op emotioneel en relationeel gebied. 'Hometraining en de opvoeding van geestelijk gehandicapte kinderen' van C. Oosterhof-Beugelihk :;de definitie van hometraining voor" gèestelijk gehandicapten. wordt gevolgd door twee redenen die ervaar pleiten, en een overzicht van de 3 fasen van een-hömetrainingssessie. . Kinderpsychiater A. Oasen beschrijft vervolgens -'Therapeutische benadering Een mogelij kantwoord '. De ontwikkeling vaneen z:wakzinnig kind verloopt volgens dezelfde fasen als bij een normaal begaafd kind.. Ti.jdens de observatie wordt reeds gepoogd hèt kind te stimuleren tot verdere emotionele ensoéiale ontwikkeling •. De verkennende behan'deling betrekt ook de ouders,. 1/3 van de kinderen wordt bévrijd van sYmptometi-van gedragsgestoórdheid. de overigen verbeteren ook functioneel. Verder. treffen we nog aan 'Ziektegeschiedenis van Eddy' door G~ Beckers en T. Romein. de reeks vermelde paneldiscussies en de bijlagen met vragen en antwoorden. Hoewel .het aspect taal en ,spraak niet apart aan bod -komt._geven de voordrachten een soms origineel beeld'van de 'opvang van de bedoelde kinderen. Veel chaotische .begrippen worden' duidelijker gemaakt. het bélang van het milieu werd 'benadrukt. non-verbale psychotherapeutische technieken werden besproken. . . Voor diegenen 'werkzaam bij' zwakzinnigen en gedragsgestoord~neen goed overzicht 'van de actuele' toestand, gezien vanuit p.sychologiSche en neuropsychietrische hoek. G.V.M.
16
~
OARLEY F.L. (ed.) : Evaluation 'Language Pathology. Massachusetts.
of Appraisal Techniques
Addison-Wesley
Publishing
in Speech and
Company~ ~eading.
U.S.A •• 1979. 274 pp.
oit boek verzamelt '87 gepubliceerde Amerikaanse tests die spraak- en taalpathologie willen nagaan. Er zijn vijf delen : (a) taalontwikkeling. (b) articulat~e. (c) taalperceptie. (d) afasie. (e) zeven tests voor uiteenlopende functies (w.o. stemstoornissen en stotteren~. Elk deel wordt voorafgegaan door een inleiding met concrete aanwijzingen. Elke test wordt besproken- door één persoon. die het doel. de zwakheden en de verdiensten. de praktische bruikbaarheid moet afwegen~ De besluiten zijn soms heel voorzichtig geformuleerd. soms categoriek. dan weer genuanceerd. Onderlinge vergelijk1ng gebeurt~meestal niet. terwijl de beoordelingscriteria individueel kunnen verschillen. . De tests zelf worden niet gepubliceerd. maar worden summier samengevat. Vormgeving en prijs worden aangegeven en de wijze van afname wordt me'estal duidelijk beschreven. De grote verdienste ligt m.i. in het feit dat de gegeven beoordeling per test het mogelijk maakt de lezer te behoeden voor te snelle aanschaf van bepaalde 'minder geslaagde tests. terwijl andere waard~volle, publicaties dan wel kunnen worden geselecteerd. Elke test dient. indien ¥oor nederlandstaligen gewenst. grondig nagezien. aangepast. en heronderzocht te worden. Al~ praktische gids in de (Amerikaanse) testliteratuur. als overzicht van de beschikbare tests en als eventuele motivatie voor analoog werk in het nederlandstalig gebied. is dit een origineel en waardevol werk.
•
G.V.M. KUYPERS C.G .• WEGGELAER geverij.
C.
Woordblind.
's Gravenhage.
Staatsuit-
1979. 236 pp., B.F. 489.
Voor Belgi~ : Het Noordnederlands
Boekbedrijf.
Paleisstraat
25.
2000 Antwerpen. Eén van de grote verdiensten van dit boek is: dat het de problematiek van het kind met primaire leesmoeilijkheden op een diepmenselijke en fijngevoelige wijze belicht. In de eerste t~ee hoofdstukken van het eerste'deel schetst C. Kuypers achtereenvolgens de terminologie. de symptomatologie, de etiologie en .de diagnosestelling van het dyslexie-fenomeen. Hierbij is het opvallènd hoe de auteur haar theoretische inzichten weet te toetsen aan een aantal boeiende gevalsbesprekingen. waarui~ de problematiek en de tragiek. die vaak met de" dyslexie gepaard gaan, duidelijk op de voorgrond treden. Aangezien de auteur stelt. dat de slechte spelling het essentiäle en meest langdurige kenmerk is van de dyslexie. volgt in het derde hoof~stuk een analyse van het schrijven en de spelling van een aantal kind er- en volwassenschriften volgens de kwalitatieve foutenindeling van Lecours. Kritisch beschouwd lijkt deze indeling ons nagal ingewikkeld en soms onvolledig~ alhoewel C. 'Kuypers dit laatste euvel wel gedeeltelijk wist op te .:vangen.
51
~n een vierde hoofdstuk. wordt dan het. prob.leem van de hulpverlening. 'ook op latere leeftijd behandeld. . ' Deze voorstellen .zijn zeker richtinggevend •.maar. aanvullende. oefeningen en een langduriger aanpak lijken ons hier aangewezen~ Als slot van het eerste deel volgt dan een interessante follow-up van vijf dyslectische_jongens. met als -hoopvolle conclusie: "Dyslectische kinderen. die tijdig begrip en .hulp krijgen. glijden niet af ,in de maatschappij". In net tweede deel volgt dan de research. Daar handelt het boek over dyslexie bij .begaafden. C. Kuypers .brengt_ hier verslag --uitover:-haar wetenschappelijke onderzoeksresultaten van 91 dyslectische studenten aan de Technische_Hogeschool te Delft. Hierbij .dient onderlijnd dat de auteur op .dit-vlak enig 'en _baanbrekend werk heeft verricht. Vervolgens ~orden een aantal ,beschouwingen gewijd aan .hetfunctioneren van de i~telligentie bij dyslexie en wordt ,er gepoogd een verklaringsmodel op te bouwen. . Het werk-is boeiend en vlot'geschreven. Het opent duidelijk nieuwe perspectieven tot verdere bestudering van het probleem. Het bevat tevens een samenvatting in het Engels. een appendix en een.verklarende woordenlijst. Wij hopen. samen met. de auteurs. dat' heL boek zijn weg zal vinden naar leraars. artsen. fysiotherapeuten. logopedisten en ouders van dyslectische kinderen.
•
L~ Piens~Herremans PLASSCHAERT .Luce : -Af~sie. raadgevingen. bij taalstoornissen volwassenen.
van
1979. Acco •.Leuven. 31 blz.
Bij het lezen van deze brochure treffen ons enkele punten die een verge- . .lijki~g met nA Stroke in.the Family" van Valerie Eaton Griffith onvermijdelijk maken. Beiden richten zich tot hetzelfde publiek. nl. tot allen die in hun direéte omgeving te maken krijg~n met fatisch. gestoorde pati~nten. De aanpak en de uitwerking zijn wel enigszins anders. Oe auteur heeft zich zelf voor een moeilijke opgave g~steld. Enerzijds wilde zij een beknopt werkje schrijven. dat niet zo omvangrijk zou. zijn.dat- iemand ervaor zou terugdeinzen om het te lezen: Anderz'ijds moest zij toch zo volledig mogelijk de belangrijkste asp~cten van afasie belichten. . Met reden legt zij er van bij het begin de nadruk op dat de taalstoornis verreweg .de belangrijkste beperking. is voor. de zieke en zijn omgeving. Mede door onze eigen èrvaring zijn wij het ook eens met.de nadruk die de schrijfster: legt op het.feit dat. de -spraak- en taaltherapie ?o vlug mogelijk na.het begin Van de ziekte gestart moet worden •. Oit'tegen de maar al te gekke opvatting in van sommige artsen en therapeuten. die van oordeel zijn dat men eerst het spontane herstel zou moeten afwachten. om pas daarna met de spraakthe~apie te starten. Over acht bladZijden vinden. wij nuttige wenken voor de omgang met afatische patiönten. Wij viMden het .dan ook Jammer' dat juist dit gedeelte niet -zo vlot leest. Het Is één brok doorlopende tekst.' zonder tussenverdelingen, en daardoor te onoverzichtelijk. Waar de rest van de brochure'opgevrolijkt wordt door sobere. maar duidelijke tekeningen van Th. ~lasschaert. hadden wij hier ook l1evereen dergelijke. meer. luchtige aanpak en -indeling gez-ten. Vooral hier valt het onderscheid op met voormeld werk van V.E.' Griffith. dat ook meer praktische oefening~n bevat~
58
Wij hopen toch dat veel gezinsleden van afasiepatiänten deze brochure zouden lezen. Maar ook allen die te maken krijgen met afasiepati~nten, zoals artsen. verplegenden, kinesisten. ergotherapeuten. enz., die dgor hun inbreng kunnen bijdragen tot de revalidatie en het welzijn van de patl~nt in het algemeen. kunnen nuttige wenken vinden tot het helpen oplossen van die kleine" probleempjes. waaraan men maar al te dikwijls achteloos voorbijgaat.
J.V.G.
•
A.Z. St.-Jan - Brugge FDRGACS P. : Ademgeluiden. Westenburg, _~rts. Locham-Pope:inge,
Vertaald door S.J.E. Pannekoek-
U1tgev~rsmaatschappij
Oe Tijdstroom,
1980.
Met dit boek streeft de auteur-naar een unifonme benaming voor klinische aspecten van het longonderzoek. Hierbij wordt de onderzoeker uitgenodigd de ademgeluiden te gaan begrijpen op grond van hun fysiologische ontstaanswijze om' aldus een gefundeerder beeld te krijgen in de longpathologie en haar uitingswijzen. Derhalve zou het boek ook als titel kunnen dragen : "Classificatie en fysiologische grond van ademgeluiden in diverse longaandoeningen". Net zoals de studie van de nierfunctie een nonmale hartwerkiQg en bloedcirculatie veronderstelt, zo ook veronderstelt de studie van de spraak een normale longfunctie. Zodoende zal dit "boekje de logopedist geen onmiddellijk baat brengen dan wel een verrijking van Zijn algemene kennis. De auteur stelt bij" de aanvang -een classificatie voor der ademgeluiden. Daartoe beschrijft hij eerst algem~en het ontstaan van akoestische fenomenen, vervat in hun fysiologische context. Vervolgens verschaft hij wat meer uitleg over de voor- en nadelen van de gebruikte apparatuur ter objectivatie van geluidsfenomenen. Hierna volgt een beschouwing over de long, gezien als mechanisch model in verband met haar b,l~nvloeding der ademgeluiden. Uiteindelijk gaat de auteur inlde laatste vier hoofdstukken (van het acht hoofdstukken tellende boekje) vsrder in op de soorten geluiden, voorkomend in de kliniek der longaandoeningen. Na een gepaste definiëring wordt de fysiologische ontstaanswijze verder uitgediept. Het geheel wordt gepast aangevuld met objectieve gegevens, die soms in duidelijkheid te wensen laten. Door alzo normale én pathologische longtoestanden te vergelijken. stelt hij fysiologische mechanismen voor, die aan de basis liggen van het ontstaan der longgeluiden. Dit is een boek dat aanbeveling verdient "voor medici, studenten in geneeskunde en"al wie met longfysiologie in contact komt. S. Vlaminbk assistent N.O.K. A.Z. St.-Jan - Brugge
5!
MEDEDELING STICHTING AFASIE NEDERLAND Vanaf heden kunnen de pakketten met therapieën. die op Beatrixoord ontwikkeld en ge~valueerd wèrden. best~ld worden. Het materiaal bestaat uit : A. een gldbale therapie'voor pati~nten met begripsstoornissen. In de inleiding wordt een doelstelling. bepaling van'doelgroep, evaluatie en werkwijze beschreven. De therapie zelf bestaat uit 15 sets Ja/nee-vr,egen," De _antwoorden kunnen geskoord worden ap een skoreformulier. Een formulierenblok
'1s hiervoor
ontwor.pen.!
In de praktijk'
blijken
deze oefeningen
eveneens z~er zinvol te gebruiken bij slechthorende/kinderen vanaf! 10 jaar 88 vooral ook bij bejaarde slechthorenden. die pas korte tijd een gehoorapparaat dragen ~ .' ' Bij het, materiaal horen twee. kaarten, waarop-ja'en nee gedrukt zijn; en er zijn skdringsrnallenaanwezig om het corrigeren te ,versnellen. Dit materiaal is na enige oe'fenirigmet de logopedist te gebruiken- als home-:trainingsmateriaal; -. . , _. . 'B. e~n foneemdiscriminatie-therapie voor afasiepa~i~nten di~ problemen hebben bij het discrimineren van'kl~~ken in de produktiefase van het spreken. Ook bij deze therapie is .een.handleiding gevoegd., waarin de. doelstelling, -doelgroep, evaluatiseriwerkwijze :beschre'.Jenzijn. Werkmateriaal zoals letterkaartjes. ffieerkeuzekaarten. telkaarten en skoreformul1eren h0r:-enbij deze therapie. . Enkele'-onderde,len van dit mat.eriaal werden met succes bij slechthorende, kinderen van 6 tot::!:9 jaar gebruikt; . _, C. de derde en vierde therapie zijn de ,bekende aanvulzinnen. In de inleiding ervan wordt,het woordvindingsprobleem benaderd, uitgel~gd voor wie deze aa~vulzinnen bestemd zijn, de evaluatie beschreven en de, werkwijze uitgelegd. Er,is een boekje aanvulzinnen .voor zelfstandige naamwoorden en ,een,boekje voor 'hoogfrekw8nte werkwoorden. Daar dit materiaal _meestal snel, begrep~n wordt. kan het spoedig als oefenmateriaal meegegeven_worden. Daartoe zijn ook weer skorebloks on~worpen om de resultaten te kunnen ,noteren en te volgen. Hoewel de aanvulzinnen voor volwassenen gemaakt werden ..ziJn ze ook' bruikbaar voor kinderen met' ,een te kleine actieve woordenschat,; D. de laatste therapie -is eenschrijfmethode voor-"delinke'rhand. Er wordt' vanuit gegaan. dat het' schr.ijfbeeld vroeger al aanwezig is geweest. Oe woorden diè geoefend,worden. komen in -het dagelijkse leven zeer frekwent voor. Oe grootte van de schrijfletters is Bfgestemdop de vele visuele stoornissen, die men vaak aantreft bij afasiepatiftnten. De prijzen zijn door de SAN als yolgt vastgesteld 1 pakket bevattende àlle therapie~n + materiaal f. 55.'.1 schrijfblok f. 12.50 3 schrijfbloks f. 32.-3 A skorebloks ja/nee-zinnen f. 20 3 B skorebloks'aanvulzinnen f. 20,-3 C skorebloks foneemdi'5criminatie-oefeningen f. 20,-3 skorebloks 1A + 18 + 1C f. 20,-Alles inclusief verzendkosten en B.T.W • 1--
.60
Bovenstaande artikelen kunnen uitsluitend besteld wo~den per postgiro/bankgiro door overmaking van het verschuldigde bedrag op : Rekening 23 00 45 235 t.n.v. Stichting Afasie Nederland bij de Nederlandse Credietbank N.V. de Amsterdam. Postrekening van de bank is 14378 (mededeling vanwege Stichting Afasie Nederland. postbus 30470. 2500 GL. 's Gravenhage. Nederland; tekst van mevr. drs. M. Braam-Voeten).
PROEFSCHRIFTEN
AKADEMIEJAAR
79-80
Hoger RIJksinslItuut voor Paramedische Beroepen Gent TEUGHELS, C. : Gebarentaalsystemen in het bijzonder het PAGET-GOR~~N-systeem. HARTMANN, B. : Gebarentaalsystemen in het bijzonder het PAGET-GORMAN-systeem. 8RAEC~N, S. : Ontwerpen van prentenmateriaal voor spraakaudiometrie bij zes- en zevenjarige kinderen. DE WIT, B. : Ontwerpen van prenten~ateriaal voor spraakaudiometrie bij zesen zevenjarige kinderen. " NOPPEN, M. : Experimenten met. een "dynamisch-analytisch onderzoeksprocédé voor de articulatie naarMc Oonald. VAN DAElE, P. : Experimenten met een dynafllisch-analytisch onderzoeksprocêdé voor de articulatie naar Mc Oonald. MESTOAGH, I. : Home-training bij jonge gehoorsgestoorde kinderen. DESMET, R. : Home-training bij jonge gehoorsgestoorde kinderen. GRAUI~ELS. P. : .Integratie van gehoorgestoorden in het gewoon en het bijzonder onderwijs. VERRAEST, C. : Diagnostische behandeling van een aantal basisleerbegrippen bij Turkse gastarbeiderskinderen uit de derde kleuterklas. MONSAERT, G. : Diagnostische behandeling van een aantal basisleerbegrippen bij Turkse gastarbeiderskinderen uit de derde kleuterklas. O'HAEYER, K. : Studie van de taalmoeilijkheden bij Turkse ga~tarbeiderskinderen met een voorstel en een gedeeltelijke toepassing van een taaltrainingsprogramma. fIETEN, E. : Studie van de taalmoeilijkheden bij-Turkse gastarbeiderskinderen met een voorstel en een gedeeltelijke toepassing van een taaltrainingsprogramma. • VANDERLINDEN, B. : Bewerking en evaluatie van de taalcompreh~nsietest van FOSTER voor" 5 j. vlaamssprekende kinderen. MAlGRAEVE, l. : Bewerking en evaluatie van de taalcomprehensietest van fOSTER voor 5 j. vlaamssprekende kinderen. FRISSAER. N. : functieonderzoek bij kinderen met beperkte ontwikkelingsmogelijkhederi. BAUOONCK, M. : functieonderzoek bij kinderen met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden. . MORTIER, M. : Visies op analfabetisme en de mogelijke taak van de logopedist bij het onderricht aan analfabeten. . VANPARIJS, K. : Onderzoek naar de evolutie van het denken volgens Piaget bij leergestoorde kinderen, door middel van de test "l'échelle de "la Pensée logique" van F. LONGEOT. DUYCK, L. : Eigenaardigheden in de produktie van vraagstructuren, meer bepaald i.v.m. woordvolgorde, bij kinderen van het 2de leerjaar; vergelijkend onderzoek bij ,een groep éêntalig Nederlandssprekende en een groep tweetalig~n Nederlands-Frans. " 61
VANDERHAEGHEN, S. : Een werkboek voor afatici : be~erking van het onderwerp vanMc Keown, voor Nederlandstalige patiënten met een praktisch . experiment bij een aantal afasiepatiënten. . LAMBRECHTS, N. : Een werkboek-voor afatici ,: bewerking van h~t onderwerp van Mc Keown voor Ne~èrlandstal ige patiënten met een prakti sch experiment bij een aantal afasiepatiënten. POLL, B. : Onderzoek naar, het verband tussen de motoriek, het lîchaamsschema en de ruimtelijke oriëntatie bij licht mentaal gehandicapte kinderen. TIMMERS, M. : -Onderzoek- naar het verband tussen de motoriek, .het lichaamsschema en de r:uimtelijke ori~ntatie ,bij .licht mentaal gehandicapte kinderen. VANTHUYNE, M. : Taalsample, analyse en train.ing : een morfologische en symbolische onderzoeksprocedure, toegepast en onderzocht bij 4- en 6-jarige kleuters. . VAN MEINE". M. : Opbouwen van' een ta~lprogranma
met bliss-symbolen
voor
taal~centraal motori~ch. gestQorde: jongeren met bijkomende handicaps. VAN HOOREBEKE, M. : Stimulatieprogramma voor begrijpend lezen op niveau van de derde kleuterklas vanuit logopedisch standpunt. EVERS, L. : Stimulatieprogramma voor begrijpend lezen op niveau van de derde
klas vanuit logopedisch standpunt. VAN DERAUWERA,A. : Onderzoek naar de invloed
van de Duitse
taal
op de
Nederlandstalige 5-jarige k-inderen in de sector ,der Belgische strijdkrachten in Duitsland. NIJSKENS, K. : Behandelingsmo]elijkheden voor. jonge stotteraars met een voorstelling van mater_iaaT in functie van de methode Fernan Horn. DUFAIT, N. : Bevindi.ngen omtrent de waarde van het stembepalingsonderzoek Dr. J. Van Oeinse, J. Keizer en L. Frateur-.
van
MEDEDELING Ten onrechte bestaat -de indruk,dat de Belgische logopedisten geen abonnement . op het Tijdschrift voor Logopedie- en Foniatrie (Nederlandse Vereniging voor Logopedie .. en Foniatrie) zouden kunnen nemen. IntegendeeL" -abonnementen worden toegejuicht om juist meer uitwisseling in ons nederlandstalige gebied te verkrijgen. Er geldt echter één uitzondering~ indien u in Nederland gaat werken, dient u lid te worden van de vereniging {+ f. 187~--contributie per jaar) omdat door deze beroepsverenig}.ng ook uw' beroepseisen en be.langen worden behartigd. Opgave abonnementen (tijdschrift verschijnt 11 x par jaar). T.a.v. Nederlandse Veréniging voor Logopedie en _F~niatrie,. Oosthaven 52,
2801 PE"GOUDA~ onder vermelding VBn uw werksi tuati-e. Rekening afwachten à f. 46~-~1981. (Mededeling vanwege de Nederlahdse Vereniging
62
voor Logopedie
en. _Fonlatri.e.).
De Besturen van de LO.M. - scholen:
ceOE WISSEL» Nieuwenhagen en ccL.O~M. - SCHOOL BRUNSSUM" vragen voor respectievelijke 16 en 9 1/4 behandel-uren LOGOPEDIST(E).
een
Deze full-time betrekking kan door 2 part-timers vervuld worden. Zij die dit schooljaar afstuderen kunnen aan de sollicitatie deelnemen. Arbeidsvoorwaarden en salariëring zijn volgens normering School logopedie Buitengewoon Onderwijs. Inlichtingen mogelijk: de heer J. Lejeune, hoofd L.O.M.~school «De Wissel" tel. 045-31 07 20 de heer W. Schillings, hoofd «L.O.M.-school Brunssum» - tel. 045-25 28 12 ALLE sollicitaties binnen 3 weken na verschijnen van dit tijdschrift te ricnten aan : Bestuur Stichting Katholiek Onderwijs Dekenaat Schaesberg Fr. Erenslaan 20 6371 GV Schaesberg (Nl.)
VOOR UW DIVERSE BELEGGINGEN
IN EFFEKTEN:
* Internationale Leningen in Eurodeviezen * Gemeenschappelijke Beleggingsfondsen * Onroerende Certifikaten * Aandelen en Obligaties
VOOR DE FINANCIERING Raadpleeg
de
ffi" Bank
VAN GESPECIALISEERDE
,
Bruss,el
ZE KAN U ZEER GUNSTIGE
APPARATUUR
"LaTnbert
VOORWAARDEN
BIEDEN
63
LOCP - MINI LOCQ en boeiend'educatief spel, waarbij spelen é~leren harmonisch samengé!an. Het is uiterst doeltreffend lesmateriaal voor ._8.lkeklas. Loco' beoogt niet zozeer het ,aanleren van' nieuwe stof. maar wel het zelfstandig inoefenen ervan.
Loco is ,een veelzijdig
Het samengaan'vanhet spelelement met een grote verscheidenheid in nives,:,s zowel voor rekenen als voor taal maakt het Loco-systeem. tot _een ideaal werkinstrument . voor t8al- en reken activiteiten in .de aanpassingsklas en. het bijzo~der onderwijs. L'
,'.
MINI LÖCODOOS 250 fr.- LOCO DOOS 320.fr. OEFENBOEKJES 72 en 92 fr. Vr8~g een-folder met uItgebreide 'Informatie. /
l. DE YOS. P. lIBEIiT.
G. YANHOUTTEGEM
ROTACISME In 'het Loco-systeem wordt er ook speciale aandacht goede uitspraak van de R. '
besteed aan oefeningen
voorde
.
..
Bij net werken -met licht mentaal gehandicapte kinderen; werd-de behoefte gevoeld aan behandel ingsmateriaal voor de frequent voorkomende 'articulatiemoei lijkheden. , Dit pakket wil hiertoe een bijd.rag~ lèv~Hen door het bieden van concreté hulp bij de behandeling van rotacisme. ~ " 'Dit materiaal i,s'zowel geschikrvoorhet -gewoon als 'voor het buitengewoon onde'r-
wijs.
Oefenboekje rotacisme. Mini-Loco doos
72 fr. Werkboekje 250 fr. Handleiding
.:
G.VAN MAElE
LEREN SPREKEN
148 Fr
Een initiatie in en preventie van spraak-, stem- en taalmoeilijkheaen . .Duders • .Ieerkrachten-en al diegenen die met taaien opvoeding te maken.hebben vinden in dez~ uitgave een be'knopt overzichfvan de n~r:mateenafwiikendespraak-, 'stem- eh taalóntwik;;eling. . , . Met 'richtlijnen en oefeningen o~ bepaalde" stoornissen t~ voorkomen.
DE SIKKEL Nijverheidsstrflat 8 -2150 Maile
.
I
'
•
. De Sikkel. Basis. voor Beter Onderwijs.
LAPPERRE HOORAPPARATEN Lapperre-hoorapparaten Is dertig jaar oud: - een rijke ervaring met zeer verschillende gehoorproblemen - meer dan 60 geselekteerde hoorapparaten uit de 8 beste wereldmerken - een grondige service, met gratis nazichten in heel het land en gedurende gans het jaar. Lapperre Is dertig jaar Jong: - elke slechthorende is onze allereerste klant - een alles-in-het-oor toestel volledig op maat gemaakt met verbluffende resultaten - alle toestellen gratis op proef (mits doktersvoorschrift) - een uniek onderhoudskontrakt (5 jaar)
LAPPERRE GEHOORMETINGEN REEDUKATIE-APPARATUUR
-
- tonale en vokale audiometrie - depistage, klinische, semi-klinische, diagnose audiometers met digitale aanduiding . - Peters - Interacoustics - Maico - Eck.stein - Grason-Stadler - E.N.G. : L.T.-Instruments : Poll man, Sapper & Hortmann - kinderaudiometrie : Peep-show. Suzuky, Baby reaktometer '- depistage en klinische impedantiemeters met ingebouwde XVschrijver: GRASON - STADLER
LAPPERRE: GELUIDLOZE KABINES OP MAAT OF GEPREFABRICEERD
LRPPERRE 11 HOORCENTRA & 220 AGENTSCHAPPEN IN BELGIE (adressenlijst verkrijgbaar op gewone aanvraag) HOOFDZETEL: ZUIDSTRAAT 2 - 1000 BRUSSEL - TEL. 02/513.90.30
INHOUD Ervaringen met een aan' het Nllderlands aangepaste versie van .A Practicebook for Aphasics~ (M.R. Mc Keown) (L. De Oeijne, G. Van Maele) , Ontwerp van nederlandstalig oefenmateriaal vóor afatici. Beschouwingen naar aanl!liding van een eindejaarswerk. (0. De Bruycker, L. Moerman- Coetsier, O. Peeters-Curfs)
p. 1
p.18
Moeders over voorzieningen. voor hun autistisch kind (lie deel) T. Peeters . p. 33 . Boekbesprekingen
p~51
Mededelingen
p. 60
Proefschriften akademiejaar 79-80
p. 6)'