Antares 1
2
INHOUD SCRIPT
7
DEEL 1: ORGANISATIE REIS
10
DEEL 2: DE SCHOOLREIS SCHOOL
14
ONDERWIJS; ONZE KOERS
29
15
ONDERWIJS; ONZE ACTIES 45 PERSONEEL 57 LEIDERSCHAP EN MANAGEMENT 63 ORGANISATIE EN COMMUNICATIE 69 MIDDELEN
71
BRONNEN BIJLAGE; GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN
73 74
3
4
Antares
5
6 6
SCRIPT Wat leuk dat we allemaal anders zijn, Eigen ikken, in vele soorten en vormen Brutaal, zorgzaam, verlegen of uitgelaten Bij ons telt iedereen mee Basisschool Antares is een kleurrijke school in de wijk Wandelbos We halen het maximale uit onszelf en hebben hoge verwachtingen van elkaar Wij zetten kinderen in hun kracht en scheppen kansen om succesvol deel te nemen aan het vervolgonderwijs Wij leren kinderen zelfstandig te werken, maar ook om samen te werken Bij ons mag je jezelf zijn met respect voor de grenzen van de ander Dat benadrukken we dagelijks met de petjes van de kanjertraining Wij versterken het zelfvertrouwen en laten kinderen stralen Wij beschouwen opvoeden als een gezamenlijke verantwoordelijkheid, tonen interesse in ieders achtergrond en gewoonten communiceren open en zorgen voor een veilige omgeving Antares wil een bron van inspiratie zijn, een baken voor de toekomst We garanderen een plezierige en uitdagende schooltijd voor alle leerlingen nodigen kinderen uit om voortdurend te ontdekken Van de voorschoolse periode en de kleuterfase tot en met groep acht We geven een extra impuls aan het onderwijs met zelfstandig werken, coöperatief leren en nieuwe media
are c t ’ don til n u w “Kids care” u kno o u y o y t tha that w o n k they 7 7
8
Letters vormen woorden vormen zinnen vormen gesprekken Wij geloven erin dat taalvaardigheid kinderen enorm helpt om de wereld te begrijpen en om zichzelf te ontwikkelen Met taal zetten we kinderen in hun kracht, werken we aan zelfbeeld en vertrouwen Creëren we de basis voor later vanuit gevoel en verstand, hoofd en hart Taal is onmisbaar voor het dagelijkse doen en laten en om jezelf uit te drukken Taal is de basis voor het leren, voor verdieping in vakken en voor cultuur Ouders zijn op allerlei manieren bij de school betrokken, helpen mee met lezen, ondersteunen bij projecten en zijn partners in de opvoeding Ook werken we samen met cultureel en maatschappelijk werk, welzijn, Kinderstad en zorginstellingen. Antares is zichtbaar actief in de wijk en volop in beweging De komende jaren gaan we ons nog sterker ontwikkelen tot Taalschool Aansluiten op wat leerlingen nodig hebben en nieuwe kansen creëren Dat is waar we in geloven, dat is waar we energie van krijgen Antares, bron van inspiratie
9
“De toekomst begint vandaag.”
10
WAT BINDT ONS? IDENTITEIT XPECT PRIMAIR
WAAR WILLEN WE NAARTOE? 7 TOEKOMSTUITSPRAKEN
Onze scholen zijn verbonden op de vier waarden Verwondering, Vertrouwen, Respect en Vergevingsgezindheid.
1. DE EIGENHEID VAN IEDER KIND IS RICHTSNOER VOOR ONS ONDERWIJS
• Met Verwondering bedoelen we dat we anderen de ruimte geven en elkaar aanzetten om met andere ogen te kijken naar het bekende en het onbekende onbevangen tegemoet treden. Dat we ieders kwaliteiten aanspreken, uitdagen om een stap extra te zetten en laten zien dat gewone dingen ook bijzonder kunnen zijn. • Met Vertrouwen bedoelen we dat we zeggen wat we doen en doen wat we zeggen, dat we fouten durven te maken, afspraken nakomen en dat we investeren in het versterken van relaties. • Met Respect bedoelen we dat we onbevooroordeeld luisteren en de tijd nemen om het verhaal van de ander te horen. Dat we elkaar niet kwetsen. Bewust zijn van het effect van woorden en handelen, dat we niet over de ander, maar met de ander praten en dat we openstaan voor andere levensbeschouwingen. • Met Vergevingsgezindheid bedoelen we dat we elkaar nieuwe kansen geven, dat we verschillen uitpraten en elkaar kunnen vergeven, dat we uitgaan van het goede in de mens.
2. IEDEREEN ZET DE NOODZAKELIJKE STAPPEN OM TE ONTWIKKELEN EN VERDER TE KOMEN 3. DE LEEROMGEVING MAAKT NIEUWSGIERIG EN NODIGT UIT TOT LEREN EN ONTDEKKEN 4. TER BEVORDERING VAN HET PRIMAIRE PROCES WERKEN WE BINNEN EN BUITEN DE SCHOOL INTENSIEF SAMEN 5. ZELFONDERZOEK IS DE BASIS VOOR NIEUWE IDEEËN EN HET VERBETEREN VAN PRESTATIES 6. OUDERS WORDEN ALS EDUCATIEF PARTNER BETROKKEN 7. ER IS OOG VOOR WAT MENSEN ONDERSCHEIDT EN BINDT
Met deze kernwaarden geven we aan wat de primaire drijfveren zijn voor ons handelen. Waar we in geloven. Ons onderwijs biedt kinderen maximale mogelijkheden om zich te ontplooien en hun eigen plaats te vinden in de samenleving.
11
WELKE VAARDIGHEDEN ZETTEN WE IN?
We hebben vier competenties gedefinieerd die voor iedereen werkzaam binnen Xpect Primair zichtbaar moeten zijn in gedrag en houding. DIALOOG: Dialoog is een gesprek met diepgang, vanuit de intentie om dichter bij elkaar te komen en van elkaar te leren. SAMENWERKEN: Samenwerken doe je om resultaat te bereiken, doelen te behalen, te inspireren en te ondersteunen. Je kunt elkaar aanvullen vanuit afzonderlijke competenties of zodanig versterken dat er een synergie ontstaat. NIEUWSGIERIGHEID: Nieuwsgierigheid is een intrinsieke behoefte om te ontdekken, om vragen te stellen naar de diepere achtergrond en en beweegredenen. Van daaruit zet je stappen in je leerproces.
WAT GAAN WE ZIEN OP ONZE SCHOLEN?
De zeven toekomstuitspraken houden een belofte in aan alle leerlingen van Xpect Primair en hun ouders om kwalitatief goed en eigentijds onderwijs te bieden. Daarnaast geven ze richting aan de professionals die deze uitspraken gaan concretiseren in de dagelijkse praktijk. Voor iedere toekomstuitspraak hanteren we drie fasen in het didactisch en pedagogisch handelen op de scholen, de inrichting van het leerproces en in de communicatie. We verwachten dat elke school een ambitieniveau bepaalt, waarbij het fasenmodel en de ambities op stichtingsniveau, zoals beschreven in het strategisch beleidsplan, worden gebruikt als inspiratiebron Naast de algemene omschrijving van de kenmerken per fase, geven we aan wat de leerlingen merken van deze zeven toekomstuitspraken en welke beloften leerkrachten doen om deze ambities tot realiteit te maken.
FLEXIBILITEIT: We hebben een flexibele geest nodig om de juiste ontwikkeling tot stand te brengen, om los te komen van vastzittende patronen en te vernieuwen. Het vraagt lef en de bereidheid om in actie te komen
12
elf en z e j r o o v “Je leert dat nog p e o r e b n e voor e at” niet besta
13
14
“Je hoeft niet plannen de hele reis te rtrekpunt vind een mooi ve en ga op pad”
SCHOOL 1.1 Inleiding Onze school maakt deel uit van Stichting Xpect Primair. Xpect Primair is een stichting voor katholiek basisonderwijs in Tilburg en telt 20 basisscholen, verspreid over een groot gedeelte van Tilburg. In totaal verzorgen 550 leerkrachten het onderwijs aan 6.500 leerlingen. De scholen kennen een grote diversiteit aan onderwijsconcepten en variëren in omvang van 150 tot 600 leerlingen. We sluiten aan bij het beleid van de stichting en onderschrijven de identiteit. We staan voor hoogwaardig onderwijs op katholieke grondslag. Vanuit onze visie geven we invulling aan de kaders van de stichting en aan de keuzen die we voor de toekomst van het onderwijs op onze school hebben gemaakt.
plan is ook een wettelijk document, dat door het bestuur ter verantwoording aan de inspectie wordt toegestuurd. 1.2 Basisschool Antares Leerlingpopulatie: Per 01-10-2014 telde onze school 180 leerlingen. Na enkele jaren van lichte groei is het leerlingaantal in de laatste 2 jaren licht teruggelopen. Een belangrijke oorzaak hiervoor is de aannamestop van het aantal peuters op de peuterspeelzaal. Andere oorzaken zijn de verwijzingen en verhuizingen die hebben plaatsgehad. Het aantal kinderen dat van school is gehaald vanwege een meningsverschil of ontevredenheid over het schoolbeleid is vrijwel nihil.
We beschrijven in dit plan wat we met ons onderwijs willen bereiken, hoe we ons onderwijs daartoe willen inrichten, welke materialen we daarbij gebruiken en hoe we dat organiseren. Daarnaast beschrijft dit schoolplan hoe we de kwaliteit van ons onderwijs bewaken, hoe we ons als personeel gaan ontwikkelen en welke verbeteringen we op grond van de interne analyse willen aanbrengen in de nabije toekomst.
Kenmerken leerlingen: De kinderen die onze school bezoeken hebben een Nederlandse en/of een niet- Nederlandse nationaliteit. Het aantal niet- Nederlandse nationaliteiten is bij de laatste telling 9: Grieks, Ivoriaans, Kameroens, Marokkaans, Pools, Somalisch, Spaans, Surinaams en Turks. Het totaal aantal kinderen met een niet- Nederlandse nationaliteit is 42 (23%). Het percentage kinderen met een niet- Nederlandse achtergrond ligt echter boven de 90.
Het schoolplan schept voor inspectie, bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op onze school en hoe we dat dagelijks vormgeven. Als team van onze school verbinden wij ons aan het beleid dat in het schoolplan staat beschreven. Het school-
Het opleidingsniveau van de ouders is bepalend voor het gewicht van de kinderen: • ( Speciaal) basisonderwijs/lager onderwijs: 1,2 • Lager beroepsonderwijs: 0,3 • Meer dan 2 afgeronde jaren mavo of hoger: geen weging.
15
Voor onze school geldt: Geen weging: kinderen. Weging 0,3: kinderen. Weging 1,2: kinderen. Bron: Tellijstgegevens oktober 2014.
98 29 53
In het wervingsgebied van de school, de wijk Wandelbos, staan twee basisscholen. Naast onze school is dat de basisschool Wandelbos. Beide scholen maken deel uit van de stichting Xpect Primair en werken samen in hun streven de kinderen in de wijk meer kansen te bieden. Eén van de doelstellingen is de kinderen in de eigen wijk naar school te laten gaan. Tot nu toe lukt dat onvoldoende. Uit het databoek van de gemeente Tilburg blijkt dat ongeveer 50% van de kinderen in de wijk onze school bezoekt. Het percentage schoolbezoekers met een niet- Nederlandse achtergrond ligt boven de 90. De schoolpopulatie is dus geen afspiegeling van de wijkpopulatie. Samen met onze partners Kinderstad en de gemeente Tilburg proberen we dit te veranderen: “Hoe zorgen wij dat de school een school voor de wijk wordt?”
16
1.3. Onze wijk Wandelbos Noord
van de wijk. De Kleuren- en Kruidenbuurt is van oorsprong een wijk voor mensen met lagere inkomens. Ongeveer 80% van de woningen is in bezit van woningcorporaties: Wonen Breburg, TBV-Wonen en Tiwos. Het zijn grondgebonden eengezinswoningen (60%) en galerijflats. Veel inwoners van de Kleuren- en Kruidenbuurt zijn van niet-westers allochtone afkomst. Dit zijn met name gezinnen. In het zuidelijk deel van de wijk, de subwijken 343 en 344 wonen relatief veel mensen die ouder zijn dan 80 jaar. Dit zijn bewoners die vaak al heel lang in de wijk wonen. De sociale indicatoren die in de Kruiden- en Kleurenbuurt sterk afwijken ten opzichte van het Tilburgs gemiddelde zijn in de tabel op de volgende pagina rood gearceerd:
Wandelbos Noord omvat de subwijken 341 en 342 Wandelbos Noord (de Kruiden- en Kleurenbuurt) heeft bijna 6000 inwoners. De wijk is gebouwd in de jaren ‘60 van de vorige eeuw. Het is een groene wijk, redelijk ruim van opzet. De ligging in zo ‘n omgeving vlakbij het Wandelbos, de Karen Weeningspeeltuin en het Cruyffcourt middenin de wijk, MFA het Kruispunt en buurtwinkelcentrum het Paletplein draagt bij aan de goede ruimtelijke kwaliteit
Vanaf begin jaren ‘80 zijn er steeds meer allochtone gezinnen in de wijk gaan wonen. We zien in alle subwijken veel meer niet-westers allochtone inwoners dan Tilburg gemiddeld. In drie subwijken wonen meer dan twee keer zoveel mensen met een bijstandsuitkering. Het hoge percentage eenoudergezinnen in de wijken 341 en 342 heeft te maken met de relatief goedkope woningen. Het aantal armoedehuishoudens is procentueel gezien hoog in de hele wijk. Vooral in subwijk 341 leeft een derde van de huishoudens onder de armoedegrens.
Percentage
341
342
343
344
Tilburg
Armoede huishoudens
32,6
25,2
19
17,4
10,6
Niet Werkende Werkzoekenden
11,4
9
8,7
8
5,4
Niet westerse Allochtonen
52,6
47,4
33,9
35,1
14,6
Bijstandsgerechtigden
13,2
10,1
8,9
8,1
4,3
Eén ouder gezinnen
17,6
16,1
9,9
10,9
6,8
80 plussers
2,7
1,2
7,5
5,9
3,6
12 t/ 17 jarigen
9,9
9,2
5,8
7,5
6,5
vertrekkers
12,7
12,6
11,2
12,7
17,3
Ruimte voor ideeën, notities en/of overdenking en.
17
Impulswijk De Kruiden- en Kleurenbuurt is een impulswijk. Vanaf 2008 is door de gemeente en de woningcorporaties extra geïnvesteerd op drie impulsdoelen: • Inwoners leven boven de armoedegrens (armoede) • Elk huishouden heeft een kostwinner (werk en inkomen) • Jongeren doen het goed op school en halen een diploma (onderwijs en jeugd) Deze impulsaanpak loopt tot 2018. Mede door de economische crisis blijven de armoedecijfers hoog. Het lukt veel mensen niet om aan het werk te komen. Wel zien we stijgende cijfers voor sociale cohesie in de Lemon leefbaarheidsmonitor. 1.4 De context van de school De school is vooral aan zet bij het realiseren van de doelstelling: jongeren doen het goed op school en halen een diploma. De school werkt samen met organisaties in de wijk als het gaat om de andere doelstellingen. Zo geeft een jobcoach op bijeenkomsten in de Ouderkamer voorlichting over werk en inkomen in de wijk. De school werkt ook mee aan het voorkomen van jeugdcriminaliteit en het vergroten van veiligheid in de wijk. De uitvoering van het project Politiekids is hier een voorbeeld van. De samenwerking met maatschappelijk werk is intensief. Een schoolmaatschappelijk werkster is voor 10 uur per week structureel aan school verbonden en op pilotbasis werken we samen met een medewerkster van Kompaan en De Bocht. De medewerksters zijn pro- actief in het bieden van hulp, andersom vinden ouders ook steeds meer de weg naar hen.
18
Een aantal leerlingen krijgt van huis uit bij hun schoolloopbaan niet de ondersteuning die wenselijk is. Het gaat dan om kinderen met laag opgeleide ouders, ouders die de Nederlandse taal niet voldoende meester zijn en/of weinig zicht hebben op het onderwijssysteem. Soms ook hebben de ouders eigen problemen waardoor de opvoeding in de knel komt. Het risico is groot dat zo ‘n kind uitvalt in het vervolgonderwijs. Dit is niet acceptabel; in feite is elke voortijdige schoolverlater er één te veel. Het risico neemt verder toe als het kind tijdens de basisschoolperiode zich onvoldoende sociale vaardigheden en studievaardigheden heeft eigen gemaakt. Om die reden geven wij op onze school aan de ontwikkeling van beide vaardigheden alle aandacht. Ons streven daarbij is, dat elke schoolverlater in staat is om zelfstandig naar oplossingen te zoeken, kan overleggen met anderen, creatief is, aan zelfreflectie doet, pro- actief denkt, initiatief neemt, zelfstandig besluit, kan plannen, kritisch denkt en zich goed kan concentreren. Naast het zich eigen maken van gedragspatronen, normen en waarden, is het voor een evenwichtige groei van het kind van essentieel belang dat de school inspeelt op de cognitieve en expressieve behoeften van het kind. Wij richten ons daarom tevens op het verwerven van kennis, inzicht en vaardigheden waarbij we met betrekking tot de cognitieve ontwikkeling minimaal voor elk kind de inspectienorm voor uitstroom groep 8 willen halen. In feite zeggen we: • Wij halen uit elk kind alles wat erin zit. • Wij doen dat door zoveel mogelijk rekening te houden met verschillen. • Wij halen dus ook het maximale uit onszelf.
1.5 De organisatie van de school De school werkt met jaargroepen en is onderverdeeld in een onderbouw (groepen 1 t/m 4) en een bovenbouw (groepen 5 t/m 8). Kinderen van eenzelfde leerjaar zitten bij elkaar in de klas. Een uitzondering hierop zijn de groepen 1 en 2 die in combinatiegroepen zitten. Het personeel is onderverdeeld in onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel. Het onderwijzend personeel is onderverdeeld in groepsleraren en vakleraren. De groepsleraren geven onderwijs aan kinderen in een bepaald leerjaar, de vakleraren geven onderwijs in alle leerjaren in hun eigen vakgebied. Voor onze school zijn dat een vakleraar muziek en een vakleraar gymnastiek. Het onderwijsondersteunend personeel bestaat uit personeel dat dienstverlenend is aan de organisatie of personeel dat werkzaamheden verricht vanuit een onderwijskundig perspectief. • Dienstverlenend personeel: Een administratief medewerker en een conciërge. • Personeel werkend vanuit een onderwijskundig perspectief: Een VVE- coördinator en 3 intermediairs. Een onderwijsassistent. Een directeur en een adjunct- directeur. 1.6 Onze Visie “Xpect Primair gooit het roer om In de ogen van Xpect Primair staan de interesses en talenten van kinderen de komende jaren centraal. Ouders en leerkrachten worden doelbewust meegenomen in het leerproces van
hun kind om hen in hun ontwikkeling alle kansen te geven. Flexibiliteit, nieuwsgierigheid, samenwerking en dialoog zijn hierin de ankerpunten.” Bovenstaand zou een persbericht kunnen zijn over het Strategisch Beleidsplan 2015 – 2019 “Oog voor Verbinding” van Xpect Primair. In dit plan staat voor alle 20 scholen van onze stichting onze droom over het onderwijs van morgen beschreven en reiken we in 7 toekomstuitspraken ideeën over de richting aan. De uitspraken zijn een belofte aan alle leerlingen van Xpect Primair en hun ouders om kwalitatief goed en toekomstgericht onderwijs te bieden. Professionals dienen dit op eigen wijze concreet te maken in hun onderwijs. De exacte invulling is de verantwoordelijkheid van iedere school afzonderlijk. Per uitspraak zijn drie ontwikkelfasen vastgelegd die als inspirator dienen bij het realiseren van onze opdracht. Expeditie Schoolplan, persoonlijke reisgids, is de titel van dit plan. Uitgaand van onze opdracht en gebruikmakend van de metafoor in het persbericht zetten we met onze school koers naar heldere stippen op de horizon. De kapitein houdt toezicht, de stuurlui kennen de route, de bemanning weet wat men van hen verwacht. Echter……. Aan de vooravond van de totstandkoming van dit plan vond voor de directies van de aangesloten scholen een studietweedaagse plaats. Centraal stond het verschil in denken tussen het Angelsaksisch en het Rijnlands model. Het Angelsaksisch denken staat voor het efficiënt en
19
zo gedetailleerd mogelijk plannen en managen van processen en sturen op meetbaar resultaat. Het Rijnlands denken staat voor de overlegcultuur, voor solidariteit, voor waardering voor vakmanschap en voor waarden als kwaliteit en geluk. In het Strategisch Beleidsplan zijn de kernambities geschreven vanuit het Rijnlands denken, in de concretisering wordt het Angelsaksisch denken zichtbaar. Aan het eind van de eerste dag is met algehele instemming van de directies door het bestuurscollege uitgesproken dat de stichting zich gaat ontwikkelen conform het Rijnlands denken. De aanvankelijke helderheid met betrekking tot de route (een vierjarenvaarplan) en eindbestemming (waar meren we in 2019 aan) komt hiermee op losse schroeven. Tijdens de Rijnlandse reis heeft de kapitein regelmatig een briefing met zijn bemanning. Op basis van nieuwe inzichten past de stuurman de route aan. De heldere tussenbestemmingen op weg naar een heldere eindbestemming maken plaats voor onduidelijke tussenbestemmingen met een onduidelijke eindbestemming. Recht op het doel af maakt plaats voor laveren.
20
“De kinderen van nu leren voor zichzelf en voor een beroep dat nu nog niet bestaat. Ze leren niet meer voor een loopbaan maar voor het leven. Wat kinderen willen is eigentijds onderwijs, levensecht leren en daar zelf invloed op hebben. Samen creëren we de betekenisvolle situaties die dit natuurlijk leren versterken. Als verschillen tussen leerlingen groter worden en ondersteuningsbehoeften uiteen lopen, is het onze opdracht ons onderwijs daarop af te stemmen.” Citaat uit: Strategisch Beleidsplan Xpect Primair. Als school bevinden we ons in een overgangssituatie. We ontwikkelen ons vanuit een vaste koers (het Angelsaksische denken), naar een situatie waarin we ons steeds meer openstellen voor andere zienswijzen en mogelijkheden (het Rijnlands model). Voor onze school heeft dit als consequentie dat de reisbeschrijvingen vanuit nog zeer gedetailleerd in het eerste jaar, zullen gaan naar reisbeschrijvingen op hoofdlijnen in de jaren erna. We sluiten daarbij niet uit dat al tijdens deze planperiode significante veranderingen in pedagogische en didactische aanpak en in schoolorganisatie kunnen ontstaan. Voorbeelden van vragen die deze veranderingen teweegbrengen en in de komende planperiode zeker onderwerp van gesprek zullen zijn:
• Hoe kan onderwijzen leren worden? • Hoe maken wij progressie in leren zichtbaar? • Hoe zorgen wij dat de school een school voor de wijk wordt? • Hoe werken wij samen met onze ouders? • Hoe ontdekken we bij elk kind zijn specifieke talenten en competenties en creëren we een leeromgeving waarin het die maximaal kan ontwikkelen? • Wat heeft het personeel nodig om die ontwikkeling maximaal te kunnen begeleiden? • Welke mentale modellen horen daarbij? In een tweetal ontwikkelingen binnen onze school is het Rijnlands denken al zichtbaar: • In oktober 2013 zijn we gestart met drie beleidsgroepen. Zij zijn ontstaan vanuit de behoefte van het personeel om mee te denken en verantwoordelijkheid te nemen in essentiële ontwikkelpunten van onze school. De beleidsthema ’s zijn Woordenschat, Didactische Vaardigheden en 21ste Eeuws Leren. Na een aarzelend begin hebben de beleidsgroepen hun opdracht goed opgepakt en ontwikkelen ze zich steeds meer tot zelfstandig opererende units.
Ruimte voo r ideeën, notities en/ of overdenk ingen.
21
• Een ander voorbeeld is de opzet van een Professionele Leergemeenschap door het personeel van de onderbouw. Met elkaar samen zorgt men ervoor dat alle leerlingen op hoog niveau leren, er sprake is van collectieve inzet en men kritisch is op het resultaat. Voor een deel zijn beide units elkaar overlappend en daardoor elkaar versterkend. Ook van het Angelsaksisch denken zijn voorbeelden zichtbaar: • In maart 2014 vond het vierjaarlijks inspectiebezoek plaats. De conclusie was dat “op basisschool Antares de kwaliteit van het onderwijs voor de onderzochte indicatoren op orde is.” De inspectie spreekt echter zorgen uit over tegenvallende tussenresultaten. In deze reisgids vertalen we de bevindingen naar interventies voor kwaliteitsverbetering. • In oktober 2014 hebben we op eigen initiatief de analyse van de inspectie uitgebreid over een achttal thema ’s vanuit het label “Schitterende Scholen”. Het doel van de analyse is
22
integraal naar onze schoolorganisatie te kijken, verbanden te leggen tussen diverse thema ’s waarbij we de opbrengsten, de onderliggende processen en de schoolorganisatie beogen te verbeteren. Naast dit flankerend denken is er ook sprake van kruisbestuiving. De laatste jaren hebben we ons regelmatig afgevraagd wat de essentie is van onze school. Leerkrachten, leerlingen en ouders hebben daar een duidelijke mening over. Ze geven aan behoefte te hebben aan het op goede wijze voeren van de dialoog, een van de vier ankerpunten uit het strategisch beleidsplan. Het afgelopen jaar hebben we regelmatig met elkaar gedroomd en gesproken over de wijze waarop we dat vorm willen geven. Steeds nadrukkelijker werd daardoor het beeld van onze eindbestemming zichtbaar: in 2019 willen wij een taalschool zijn, een school waarin leerkrachten, kinderen en ouders zich gehoord en gezien voelen. Verderop staat beschreven hoe zo ‘n droom eruit zou kunnen zien
en op welke wijze we die droom tot leven willen laten komen. Zoals gezegd, zowel het Angelsaksisch als het Rijnlands denken hebben beide een plek in deze reisgids. In dit stadium van de reis ligt het accent nog veel op het Angelsaksisch denken. Het schoolplan 2011- 2015, met over die jaren de jaardoelen en jaarverslagen, het strategisch beleidsplan, de diepteanalyse en de beide inspectierapporten (onderwijsinspectie- en VVE- rapportage) hebben als onderligger gediend bij het redigeren van deze gids. Daarnaast vormen de gevoerde gesprekken en de bijeenkomsten en vergaderingen die in het laatste jaar hebben plaatsgehad, belangrijke bouwstenen. Veel van de onderliggers dragen kenmerken van Angelsaksisch denken. Het is echter onze overtuiging dat, vanuit onze gezamenlijk geformuleerde drives en door op basis van onze kernwaarden en kernkwaliteiten met elkaar de dialoog te voeren, het Rijnlands denken vanzelf meer ruimte krijgt.
eën, Ruimte voor ide erdenkingen. v o f o / n e s ie it t no
23
In de praktijk van alledag, in het klaslokaal en daarbuiten, maar ook in onze doelen voor de toekomst gaan we uit van het volgende visievierluik. 1.6.1 Hoger doel De Wet op het Primair Onderwijs (WPO) brengt voor alle basisscholen in Nederland een bepaalde structuur en geeft daarmee aan basisscholen op wettelijke gronden bestaansrecht. Dit bestaansrecht op wettelijke gronden is een gevolg van het diepste in ons mens- zijn. Het is de behoefte in ons om deze wereld tot een zich telkens verder verbeterende wereld te maken, dat ieder zich prettig voelt op school: • Wij bevorderen dat iedereen zich veilig en aanvaard voelt. • Wij versterken het zelfvertrouwen van alle leerlingen, ouders en personeel. • Wij bevorderen bij iedereen zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid. Daar ligt onze “ bron van inspiratie”. 1.6.2 Gewaagd doel We laten kinderen de uitdagende wereld om hen heen ontdekken. We begeleiden hen daarbij om hun talenten en mogelijkheden individueel en sociaal maximaal te ontplooien. We maken taal daardoor betekenisvol Vanuit gevoel en verstand, hoofd en hart. We doen dit samen met de ouders. Flexibiliteit, nieuwsgierigheid, samenwerking en dialoog zijn onze ankerpunten. Zo laten we kinderen stralen. Zo zetten we kinderen in hun kracht. Omdat we geloven in wat we doen.
24
1.6.3 Kernwaarden Onze school heeft een bijzondere betrokkenheid bij het Christendom, maar ook een open houding ten opzichte van andere godsdiensten en levensvisies. We kiezen daarbij het “kritisch dialoog” profiel als basis. We koesteren respect voor de uniciteit van elk mens, waarbij we recht doen aan de eigenheid van individuen. We tonen solidariteit en voelen ons verbonden met andere mensen. We hebben vertrouwen in de toekomst. Wij maken onze keuzes op basis van wat wij en de ouders en de kinderen van onze school belangrijk vinden. De meeste ouders en kinderen hebben een Nederlandse nationaliteit, maar een andere etnische achtergrond. Een groot deel van hen is moslim. Ook enkele leerkrachten hebben een islamitische achtergrond. De rest van het ongeveer 25 personeelsleden tellende team is opgegroeid vanuit een humanistische, christelijke of katholieke traditie. In de praktijk van alledag tonen wij onze kernwaarden. Enkele voorbeelden: • Wij vragen ouders die hun kind op onze school willen inschrijven en personeel dat op onze school werkzaam wil zijn, de verschillen in opvoeding en geloof te respecteren. • Wij halen de leefwereld van de kinderen binnen de school door open te staan voor hun achtergrond en het samen vieren van feesten. Om die reden geven wij expliciet aandacht aan onder meer Ramadan, Suikerfeest, Slachtfeest, Kerstmis en Sinterklaas. • Wij willen open communiceren. Daarbij past geen kleding die het gelaat bedekt. Dit belemmert een open communicatie en frustreert het interactieve karakter van het onderwijs op onze school. Wij staan daarom het dragen van dit soort kleding niet toe.
Kleding die het lichaam zodanig blootstelt dat het uitdagend of aanstootgevend is, of kleding die als provocerend kan worden opgevat, staan we eveneens niet toe. Het dragen van deze kleding tast het wederzijds respect aan. • Wij zijn naar ouders toe heel laagdrempelig. Vóór en na schooltijd zijn leerkrachten altijd voor ouders aanspreekbaar. De ouderkamer in het schoolgebouw geeft deze laagdrempeligheid een eigen gezicht. Een klaslokaal is ingericht als gezellige huiskamer voor ouders van de school die elkaar op school informeel en/of formeel willen ontmoeten.
“Als u ie ts door e n door wilt leren ken nen, onderwijs het dan aan ander en. 25
De praktijkvoorbeelden en gesprekken met het team hierover, geven aan wat wij als team van wezenlijk belang vinden. Wij willen dat kinderen opgroeien in een veilige omgeving waardoor ze boven zichzelf uitstijgen. Wij doen dit door het aanbieden van een veilige leeromgeving en een goede sfeer waar rust heerst. We hebben veel aandacht voor sociale vaardigheden en zelfstandig werken. We vinden opvoedings- en onderwijsondersteunende activiteiten voor ouders zeer belangrijk en we benaderen elkaar en elkaars cultuur respectvol. Wij hebben hoge verwachtingen van onze kinderen en spreken die uit naar onze kinderen, ouders en collega ’s. Wij voeren een open communicatie en tonen hoge betrokkenheid en vriendelijkheid. Wij doen dit ook door het stellen van grenzen, het tonen van een kritische houding en het tonen en vragen van respect.
26
1.6.4 Kernkwaliteiten Om bovenstaande te realiseren dient ons personeel te beschikken over een aantal goed tot zeer goed ontwikkelde kerncompetenties. Onze pedagogische competentie is onze kernkwaliteit en is kenmerkend voor onze school. Zo krijgen we vaak van bezoekers de opmerking dat er zo ’n rust hangt binnen het gebouw. Het personeel geeft deze kwalificaties verder inhoud: Wij beschikken over en onderscheiden ons door: vriendelijkheid, humor, openheid, betrokkenheid, empathie en tolerantie. We hebben goed zicht op elkaars competenties en we tonen zorg over het resultaat. We weten waar onze grenzen liggen en weten die ook naar elkaar toe op respectvolle wijze aan te geven.
Ruimte voor id eeën, notities en/of overdenkingen .
27
28
ONDERWIJS; ONZE KOERS 2.1 Opbrengsten Met ons hoger en gewaagd doel, onze kernwaarden en onze kernkwaliteiten werken wij aan de volgende opbrengsten: • Kennis, vaardigheden en competenties van alle leerlingen aan het einde van de schoolloopbaan • Kennis, vaardigheden en competenties van alle leerlingen tijdens de schoolloopbaan 2.1.1 Kennis, vaardigheden en competenties van alle leerlingen aan het eind van hun schoolloopbaan. Met het team is van gedachte gewisseld over onze ambities en in hoeverre we die ambities denken te realiseren. Uitgangspunt is onze kracht, de in 1.6.3 en 1.6.4 genoemde kernwaarden en kernkwaliteiten. Daarmee beschikken we over voorwaarden die essentieel zijn voor het geven van goed onderwijs. De kwaliteit van onze eindopbrengsten is voldoende. Het betekent echter niet dat we daarmee tevreden zijn. Als we kijken naar de Cito- einduitslagen van de laatste drie jaar schurken de resultaten aan tegen de ondergrens van de inspectienorm. We zijn ons daarvan bewust en investeren hierop met gerichte maatregelen: • Vergroten van de effectieve leertijd. We doen dit onder andere door het geven van huiswerk op maat, deelname aan buitenschoolse activi-
teiten als schoolloopbaanbegeleiding en samen met de ouders en kinderen werken aan taalverwerving door middel van de Opstap materialen (zie VVE). • Versterken van de zelfstandigheid en studievaardigheden van de leerlingen: Zelfstandig werken is vanaf groep 1 weer volledig nieuw opgezet. In het huidige schooljaar 2015 is er een doorgaande lijn groepen 1 t/m 4 gerealiseerd. De komende jaren breiden we dit uit naar de hogere leerjaren. Vanaf leerjaar 5 t/m leerjaar 8 werken we met de methode Blits. Met behulp van deze methode leren we onze kinderen studievaardigheden aan. • Versterken van de sociale vaardigheden: Met het team hebben we afspraken gemaakt over de wijze waarop we dit vorm willen geven. We hebben een kanjercoördinator aangesteld. Deze verzamelt alle schoolbreed gemaakte afspraken en communiceert die naar ouders, leerlingen en team. De kanjercoördinator onderhoudt de expertise kanjercoördinator en bespreekt samen met het MT (managementteam) beleidsvoorstellen met betrekking tot de doorgaande lijn. • Versterken van het taalonderwijs. We ontwikkelen ons richting taalschool, zie hoofdstuk De Taalschool. • Inzet van het directe instructiemodel. Bij de basisvakken is dit model de leidraad waarbinnen we de strategieën van begrijpend le-
zen, technisch lezen en coöperatief leren hebben opgenomen. • Bevorderen van de eigenheid van het kind. Dit houdt onder andere in dat we zoveel mogelijk de nieuwsgierigheid van het kind willen prikkelen en het kind eigenaar willen laten zijn van het eigen leerproces. Veel afspraken zijn per leerjaar opgenomen in een klassenmap en in een borgboek. • De klassenmap: Per leeractiviteit staan hierin de hoofdzaken aangegeven. Het maakt invallers snel wegwijs, voor school betekent het een kwaliteitsversterking. • Het borgboek. Per leerjaar is er een borgboek waar we in de klassenmap naar verwijzen. Hierin vindt men uitgebreide informatie over het betreffende leerjaar. Klassenmap en borgboek zijn complementerend. Elk schooljaar actualiseert de groepsleraar beide documenten. Kernactiviteit voor onze school is aandacht voor taal en lezen. Het accent ligt op begrijpend lezen. Met onderstaande grafiek (groepsoverzichten 3 t/m 8, 2013/2014 en 2014/2015), maken we de reden voor die keuze zichtbaar.
29
Samen met het team hebben we afspraken gemaakt over de eindopbrengsten. • Voor de Cito- eindtoets technisch lezen*: A- B- C- niveau: 95% (eindniveau groep 8), waarvan A- niveau: minimaal 35% B- niveau: minimaal 35% C- niveau: maximaal 30% D- niveau: maximaal 10% E- niveau: 0% Begrijpend lezen 2013/2014 – 2014/2015
Begrijpend lezen toont een ondergemiddelde score. Dit is ook het beeld van voorgaande jaren. Het bevestigt de opvatting dat begrijpend lezen in de komende planperiode onze kernactiviteit blijft.
30
• Voor de Cito- eindtoets begrijpend lezen*: A-B-C- niveau: 75%, waarvan A- niveau: minimaal 25% B- niveau: minimaal 25% C- niveau: minimaal 25% D- niveau: maximaal 25% E- niveau: 0% • Voor de Cito- eindtoets rekenen*: A- B- C- niveau: 75%, waarvan A- niveau: minimaal 25% B- niveau: minimaal 25% C- niveau: minimaal 25% D- niveau: maximaal 25% E- niveau: 0% *Als het percentage in een bepaald niveau boven het streefniveau komt, betekent dat voor het meteen eronder liggend niveau dat we met een lager percentage kunnen volstaan, mits de som
van de percentages in de betreffende niveaus minimaal gelijk is aan de hierboven genoemde percentages. Op basis van bovenstaande bevindingen hebben we in samenspraak met het team doelen geformuleerd. Deze doelen zijn voorwaarden voor het realiseren van de taalschool in 2019 en gericht op kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. In het algemeen geldt dat de kwaliteit van de analyse meer diepgang mag krijgen. Dit geldt met name voor de analyse van het onderwijsleerproces. Voortschrijdend inzicht is bepalend voor de vraag of/in hoeverre de doelen in de komende jaardoelenoverzichten zullen terugkeren: • Het team hanteert pedagogische afspraken die gelden van groep 1 t/m groep 8. De kinderen zijn hiermee bekend en nemen die als een vanzelfsprekend doorlopende lijn door de school mee. We hebben in ieder geval afspraken over het signaal voor stilte, het omgaan met uitgestelde aandacht en zelfstandigheidsontwikkeling. • We hebben de interne overleggen op elkaar afgestemd en hebben een inhoud die volledig is gericht op procesverbetering van het resultaatgericht onderwijs. • We zorgen ervoor dat bespreking van tussenresultaten leidt tot een gericht plan van aanpak voor groepen en vakgebieden waar de
Ruimte voor ideeën, notities en/of overdenkinge n.
31
resultaten onder de norm zijn. Dat plan van aanpak gaat gepaard met een planning van te halen resultaten die van hoge verwachtingen van de verbetering uitgaat. • We versterken de doorgaande lijn ten aanzien van het sociaal- emotionele klimaat van de school. We leggen afspraken daarover vast in het MT- overleg en borgen deze door de afspraken te monitoren. • We hebben criteria geformuleerd voor de ondergrens van ongewenst gedrag. 2.1.2 Kennis, vaardigheden en competenties van alle leerlingen tijdens de schoolloopbaan. Om de kwaliteit van de eindopbrengsten te verbeteren dienen we goed zicht te houden op de tussenopbrengsten per leerjaar. Een aantal interventies is in gang gezet: • Het zorgteam is druk doende om het werken met groepsplannen te intensiveren. • Het zorgteam oriënteert zich op frequente coaching en monitoring in de groepen, vooral waar sprake is van onderprestatie. We leggen de focus daarbij op opbrengstgericht werken en maken daarbij ook gebruik van de resultaten van de methodegebonden toetsen. • We gaan het werken met een ontwikkelingsperspectief meer planmatig vormgeven. • We leren leerkrachten zicht te krijgen op de relatie tussen het opgestelde handelingsplan en het opgestelde ontwikkelingsperspectief. • We voeren met leerkrachten gesprekken over de wijze waarop we de nieuwsgierigheid bij de kinderen kunnen bevorderen. • We bevorderen de inzet van coöperatief leren, zelfstandig werken en de inzet van het IGDImodel op de wijze waarop die in de borgboe-
32
ken beschreven staat. • We maken met de leerkrachten middels de gesprekkencyclus afspraken over de resultaatverwachtingen van hun groep. • Onder regie van de Kanjertrainer zetten we op de juiste wijze de kanjermethode in waarbij bij leerlingen en personeel een bewustwordingsproces ontstaat dat leidt tot een natuurlijke wijze van omgaan met elkaar. • Voor de verschillende vak- en vormingsgebieden maken we gebruik van methodes. In de bijlage staat hiervan een overzicht. Per schooljaar hebben we jaardoelen in een bijlage bij het schoolplan opgenomen. • We maken gebruik van een toetskalender en toetsen de kinderen maandelijks aan de hand van deze kalender. We registreren de vorderingen en bespreken die tijdens de leerlingvolgsysteembespreking. Voor de groepen 1- 2 nemen we als uitgangspunt de Kijk- observaties en de LOVS- toetsen. Voor de groepen 3 t/m 8 zijn het de methode- en niet- methodegebonden toetsen en de Kanjer observatielijsten. We vergelijken de resultaatgegevens met de resultaatverwachtingen die we met de leerkracht hebben afgesproken en bespreken welke vervolgacties we nodig vinden. • We definiëren per leerjaar de leeropbrengsten en leggen die aan het begin van het schooljaar vast. 2.2 Wat vragen we van leerkrachten? Voor alle basisvakken en voor alle leerjaren geldt dat we in alle bovengenoemde interventies winst kunnen halen. We hebben hierover met het team een aantal doelen geformuleerd. Evenals bij de einddoelen geldt ook hier dat deze voorwaardenscheppend dienen te zijn in
het realiseren van de taalschool: • Iedere leraar zorgt voor volledige en tijdige metingen van leerlingenresultaten, analyseert die op groeps- en/of leerlingenniveau en presenteert die bij de LVS- bespreking. Iedere leraar heeft zich voorafgaand aan het LVS- gesprek aan de hand van de analyses al ideeën gevormd over een plan van aanpak voor de groep en/of de leerling. • We bespreken maandelijks systematisch en planmatig de toetsresultaten in het LVS- overleg. We zetten daarbij bewust in op het leren van elkaar. • We stellen in samenspraak met leraar en ouders ontwikkelingsperspectieven (opp ’s) op. Elke leraar voert het opp systematisch en planmatig uit. Met het oog op uitsluiting van leerlingen voor de Cito- eindtoets screenen we aanvang groep 6 alle leerlingen op leerachterstanden. Dit blijkt uit verslaglegging in bouw, aan LVS en aan MT. • De leraar doet drie keer in het schooljaar tijdens een LVS- bespreking verslag van de ontwikkeling van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dit vindt plaats tijdens het plannings- voortgangs- en resultaatgesprek. Het LVS- team toetst het verslag aan de verwachtingen die we hierover hebben uitgesproken. • We hebben per vakgebied en per groep streefpercentages vastgesteld. Deze hebben we vooraf besproken met de leraren. De streefpercentages liggen minimaal op het niveau van de inspectienorm. • Tijdens het planningsgesprek koppelt de directie de streefdoelen aan de verbeteropdracht: de tussenresultaten en de eindresultaten van de school liggen structureel op of
Ruimte voor id e notities eën, overde en/of nkinge n.
kkelingen i w t n o e d e j g “Vol e jezelf?” of ontwikkel j 33
boven de inspectienorm. • Alle leerlingen leren zoveel mogelijk in de beschikbare onderwijstijd. Men is actief alleen en samen aan het werk. • Alle leraren geven effectief instructie, ondersteunen de leerlingen om zelfstandig te werken en samen te werken. Schoolbreed hebben we afspraken gemaakt over de wijze waarop we effectieve instructie inzetten. • Leraren kunnen afstemmen op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen in instructie, verwerking en onderwijstijd. • Leraren betrekken leerlingen actief bij het onderwijs. We delen de middelen daartoe en we delen met elkaar good practices. • We formuleren heldere tussendoelen van begrijpend lezen, technisch lezen, spelling en rekenen. De leraren monitoren deze regelmatig. 2.3 Zorg en begeleiding Ook op het gebied van zorg en begeleiding is winst te halen. • We hebben afspraken over welke leerlingen voor extra zorg in aanmerking komen en monitoren deze afspraken twee keer per schooljaar. • We hebben een Schoolondersteuningsplan waaruit blijkt wie welke verantwoordelijkheden neemt in de zorg aan leerlingen die intensieve ondersteuning nodig hebben. In het Schoolondersteuningsplan hebben we opgenomen wat de inzet en afstemming van de extra ondersteuning is. Het MT monitort een effectieve inzet van alle betrokkenen en evalueert inzet en effect voor kwetsbare leerlin-
34
gen tweemaal per schooljaar. • We weten hoe we het beste om kunnen gaan met het onderwijs aan meerbegaafde leerlingen. We kunnen leerdoelen stellen en weten wat dat inhoudt voor de instructie en de verwerking van de leerstof. We leggen op de juiste wijze de verbinding met de Novaklas. • We hebben beleid geformuleerd over de aanname van kinderen. 2.4 Ons onderwijsconcept Met onze drives, de korte termijndoelen en de stip op de horizon in ons achterhoofd beschikken we over de juiste ingrediënten om te kunnen duiden waar we als school voor staan en waar we naartoe willen. Onze kernactiviteit is de aanpak van taal en lezen. De reden is, dat de meerderheid van onze kinderen en hun ouders meertalig is en een nietNederlandstalige achtergrond heeft. Met behulp van onze kernwaarden en kernkwaliteiten geven we over de volle breedte van onze school vorm en inhoud aan taal- en leesontwikkeling. Op elk niveau binnen onze organisatie is dat zichtbaar, voelbaar, hoorbaar: in de klas, in de hal, in de wijze van omgaan met elkaar. Onze aanpak van taal en lezen is het centrale thema waardoor iedereen die bij de school betrokken is (kinderen, ouders, personeel) zich gezien en gehoord weet. 2.5 De Taalschool “In 2019 zijn wij een taalschool. Leerlingen zijn eigenaar van hun eigen leerproces, stellen zelf onderzoeksvragen op en werken daaraan binnen en buiten de school.
Ouders begeleiden kinderen in hun leerproces, zijn met elkaar actief betrokken zoals nu in de ouderkamer en leraren zijn geen lesgevers meer maar begeleiders van het leerproces van het kind.” Uit: promotiefilm Antares (zie: www.basisschoolantares.nl). In steekwoorden en korte zinnen hebben we met elkaar gebrainstormd over 2019: `Wat zien we dan, wat is er dan?` • Kinderen kunnen optimaal eigen competenties ontwikkelen. • Er komen regelmatig gastsprekers die een voorstelling geven en boeiende dingen komen vertellen. • Thema ’s en zelfgemaakte producten liggen of hangen dagelijks zichtbaar uitgestald in de gangen. • Er vindt structureel samenwerking plaats tussen groepen. • Materiaal omtrent de thema ’s is in ruime mate aanwezig. • De kwaliteiten van de ouders worden benut. • We werken intensief samen met ouders als partner vanuit een gelijkwaardige positie. • We werken structureel samen met de peuterspeelzaal en met andere partners in de wijk. • Leraren leren vaardigheden om leerlingen te leren leren. • Leerlingen zijn in staat om hun eigen leerdoelen te bepalen. • De leerkracht is begeleider. • Leerkracht en kind zijn samen eindverantwoordelijk. • We stimuleren betekenisvol leren door het or-
ganiseren van uitstapjes. • We halen de buitenwereld binnen de school. • We leren via muziek, dans en spel. • De leerlijnen zijn helder. • Methodes durven we los te laten of anders in te zetten • Leren vindt plaats op velerlei wijzen. We staan voor een heldere visie – Met taal zetten we kinderen in hun kracht Onze school luistert en maakt keuzes – We zijn in openheid verbonden met de omgeving Uit: flyer basisschool Antares De meerderheid van onze kinderen en hun ouders is meertalig en heeft een niet- Nederlandstalige achtergrond. Het kind doet zijn eerste ervaringen dan ook vaak op in een andere taal dan het Nederlands. Deze taal moet goed ontwikkeld zijn om een tweede taal te leren. Het is essentieel dat leraren dit inzien en de moedertaal volledig als leertaal accepteren en stimuleren. Schoolbreed doen we dit onder andere door met de
ouders van de peuterspeelzaal en met de ouders van de groepen 1, 2 en 3 Opstapje, Opstap en Overstap te doen. Naast deze programma ’s gebruiken we in 1-2 de methode Sil op School en het observatie- instrument KIJK!. In groep 3 zijn we aan de slag met de nieuwe Veilig Leren Lezen methode. Vanaf groep 4 werken we met Taal in Beeld. Het vak taal staat voor minstens vijf uur in het activiteitenplan. Taalonderwijs is echter veel meer dan de vijf uur die daarvoor staat. In alle vakken gebruiken we taal, is er sprake van taal/ en woordenschatontwikkeling. En natuurlijk vindt er ook veel taalonderwijs plaats buiten de muren van de school. Taal is de basisvoorwaarde voor actieve deelname aan de wereld. Donderdag 25 april 2019 Zomaar een taallentedag op Taalschool Antares De leerling: “Vanmiddag ga ik met Mark en Sevda naar de
sterrenwacht in Eindhoven. Dat heeft te maken met ons project over ruimtevaart en heelal. Vorige week is er iemand van de sterrenwacht bij ons in de groep uitleg komen geven over de werking van de telescoop. Mark, Sevda en ik zijn daar erg in geïnteresseerd en nu hebben we kunnen regelen dat we daar naartoe mogen. De ouders van Sevda brengen ons erheen, met mijn ouders rijden we terug. We hebben heel veel vragen voorbereid. Hoe een telescoop precies werkt, hoe ver je ermee kunt kijken, wat je allemaal kunt zien, maar ook wat je moet weten en moet kunnen om bij de sterrenwacht te mogen werken. Volgende week doen we onze presentatie. Als ik eraan denk word ik nu al zenuwachtig. Eigenlijk is dat helemaal niet nodig want het is een hartstikke leuk werkstuk en dan zit de informatie van de sterrenwacht er nog eens niet bij. Ik moet wel zeggen dat onze ouders en onze juf ons heel goed hebben geholpen. Niet door dingen voor te zeggen maar door ons met vragen op de goede weg te helpen. Zo hebben we zelf onze informatie kunnen vinden en hebben we goed kunnen overleggen wie wat doet en wanneer we alles af willen hebben…...”
35
36
De beleidsgroepen Woordenschat en 21ste Eeuws Leren hebben ieder vanuit een eigen invalshoek de wens uitgesproken om onze wereldoriënterende vakken onder de loep te nemen. Geheel volgens het Rijnlands denken zal dit leiden tot menings- en besluitvorming over de wijze waarop we ons zaakvakkenonderwijs in de komende jaren willen gaan inrichten. Zolang dit nog niet is gerealiseerd gaan we ook gewoon door met het opdoen van ervaring met het clusteren van het zaakvakken onderwijs en de integratie van talige aspecten binnen wereldoriëntatie.
en daarom de eerst verantwoordelijken. Als school hebben wij in de opvoeding een ondersteunende rol met een eigen verantwoordelijkheid. Samen werken wij vanuit onze specifieke taken en verantwoordelijkheden aan hetzelfde doel, de optimale ontwikkeling van het kind. De expertise van de ouders zit in de opvoedings- en omgangssituatie met het kind. De expertise van de instellingen zit in de ondersteuning. Wij zijn daarin complementerend. Wij hebben elkaar nodig, wij zijn elkaars bondgenoten. Een goed voorbeeld hiervan is onze gezamenlijke inzet om het kind goed Nederlands te leren.
De leraar: “Het thema “De ruimte” dat volgende week afloopt, is een schot in de roos. Van klein tot groot, iedereen praat erover, is enthousiast, nieuwsgierig en op zijn manier betrokken. Het is grappig om te zien hoe bijvoorbeeld tijdens een rekenles grote getallen ineens zijn gaan leven. Honderdduizend kilometer zegt de kinderen niet zo veel maar nu we het over lichtjaren hebben, kent hun fantasie geen grenzen. Of hoe de kinderen met een simpel liedje alle planeten uit ons melkwegstelsel weten te benoemen. Ook leuk is het om verhalen van ouders terug te horen. Hoe de kinderen thuis bezig zijn met hun onderzoeksvragen en met dingen plannen. En de leesmoeders willen alleen nog maar met de kinderen lezen in boekjes over ruimtevaart en heelal…..”
De ouder: “Ik ben blij dat ik voor deze school heb gekozen. Van elk nieuw thema dat op school wordt aangeboden, leer ik zelf ook een heleboel. Met de juf van Antoni heb ik besproken hoe ik Antoni het beste thuis kan helpen. Dat er alleen al in de omgeving van de aarde meer dan honderdduizend melkwegstelsels zijn…. En dat de aarde daarin nog minder is dan een speldenknopje…. Het zet je wel aan het denken. Van de week waren Antoni, Mark en Sevda bij mij thuis om van alles wat ze verzameld en gedaan hebben één werkstuk te maken. Het is puur genieten als je ziet hoe ze dat doen. Afgelopen zaterdag was het heldere hemel. Samen met Antoni heb ik de sterrenhemel afgepluisd, op zoek naar de Grote Beer. En ik voelde me weer even helemaal kind….”
Wij vinden het opvoedingsgedrag van de ouders, de gezinscultuur en de ouderbetrokkenheid thuis, belangrijke componenten voor de ontwikkeling en het schoolsucces van onze kinderen. De ouders zijn de natuurlijke opvoeders
Er is een nauwe samenwerking met de wijkbibliotheek. Naast boeken uit onze eigen bibliotheek maken we ook veel gebruik van boeken uit de wijkbibliotheek. De komende jaren continueren we dit met bijvoorbeeld boekproeverij-
en voor de groepen 5 en 6. We gaan een start maken met Leesbende en we gaan samenwerken met een leesconsulent. We onderzoeken de mogelijkheden van flexibele openingstijden van onze schoolbibliotheek en het opzetten van een digitaal uitleensysteem voor beheer van eigen boeken op school. De leescoördinator: Onze schoolbibliotheek is volledig gedigitaliseerd dankzij de hulp van bibliotheekmedewerkers. Een groot aantal ouders helpt de kinderen gericht met het zoeken naar het boek wat ze nodig hebben voor hun project, maar ook om vrij te lezen. De vrijwel dagelijks aanwezige leesconsulente reikt bruikbare ideeën en tips aan, verzorgt gastlessen en biedt cursussen aan voor ouders van de school. De bibliotheek is altijd open, de leerlingen mogen van hun leerkracht hun boek wisselen of een boek halen, wanneer zij dat nodig vinden. Wekelijks zijn er leesbevorderende activiteiten, zoals boekbesprekingen, een gedicht maken in allerlei vormen, of teksten maken. Regelmatig bezoekt een dichter/schrijver onze school, of we trekken er op uit naar een krant of uitgeverij. Als er schoolbreed een thema aan de orde komt, vinden we in ons digitale systeem of er boeken over dit onderwerp aanwezig zijn en voor welke leeftijd. Zo niet, dan schaffen we die aan, zodat alle leerlingen, ongeacht hun leeftijd, de gelegenheid hebben informatie tot zich te nemen.
Ruimte voor id e notities eën, overde en/of nkinge n.
“Wat men moet leren doe n, leert men door het te do en. 37
In de gangen zien we altijd waar we mee bezig zijn. Overal hangen woorden, teksten, gedichten. Ouders gaan in de grote vakantie met hun kind aan de slag met “vakantielezen” over thema ’s en onderwerpen waar hun kind erg in geïnteresseerd is. De bibliotheekmedewerkers zijn hen hierbij van dienst. Dit geldt eveneens voor de peuters van de peuterspeelzaal waar de school intensief mee samenwerkt. Met onderstaand schema heeft de Taalbeleidsgroep de vaarroute vastgesteld: welke tussenhavens doen we aan om in 2019 goed toegerust aan te komen? In het taalbeleidsplan hieronder is dit nader uitgewerkt. Naarmate de jaren verder weg liggen, zijn er steeds meer blanco velden. 2014-2015 Wat doen we al? Doorlopend aandachtspunt voor de komende jaren is lezen, wo en een krachtige leeromgeving
2015-2016
2016-2017
2017-2018
Wo- ervaring opdoen met clustering van zaakvakkenonderwijs en de integratie van talige aspecten binnen wo en woordenschat. Opzetten leesmotivatie en boekenbabbel
Wo, starten met het werken met onderzoeksvragen, integratie vanuit begrijpend lezen (n.a.v. boekenbabbels)
Mondelinge taalvaardigheid (doel: spreken, luisteren, gesprekken voeren = nieuw doel vd inspectie) verweven binnen coöperatief leren in het kader van wo. Daarnaast meer kansen benutten voor mondelinge taalvaardigheid. Tools voor reflectie (kinderen leren bv. onderscheid maken tussen feiten/meningen)
Motto: Vragen staat vrij
Motto: Samenhang in inhoud en vorm (o.a. structuur en omgeving)
Woordenschat: Werken met grafische modellen en woordenschatroutines
38
Woordenschat: Het werken met grafische modellen en woordenschat routines wordt voortgezet en uitgebreid. Begrippenverwerving in samenwerking met Factorium en CIST
Woordenschat:
Woordenschat:
2018-209 Het werken met genre-schrijfdidactiek binnen wo
Woordenschat:
2014-2015 Wat doen we al?
2015-2016
Krachtige leeromgeving:
Krachtige leeromgeving:
Oriëntatie/uitproberen van het creëren van een krachtige leeromgeving binnen de klas en de school. Leerkrachten proberen grafische modellen uit en passen woordenschatroutines toe. Thema’s zijn zichtbaar en komen tot leven.
De kennis over het creëren van een krachtige leeromgeving binnen de klas en de school wordt uitgebreid.
Wereldoriëntatie:
Wereldoriëntatie: We (beleidsgroep woordenschat en 21st century skills) oriënteren ons op de aanschaf van een WO methode
2016-2017
2017-2018
2018-209
Wereldoriëntatie:
Wereldoriëntatie:
Wereldoriëntatie:
Invoering van de WO methode
39
2014-2015 Wat doen we al?
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-209
21st Century skills
21st Century skills
21st Century skills
21st Century skills
21st Century skills
Leesmotivatie
Leesmotivatie
Leesmotivatie:
Begrijpend lezen
Begrijpend lezen
We hebben dit jaar twee projecten centraal staan die schoolbreed worden aangepakt.
Leesmotivatie Schoolbreed wordt er elke ochtend gestart met een leeskwartier (m.u.v. gr 1-2) Kinderen mogen hun eigen boek kiezen in de schoolbibliotheek Naast de boeken uit de schoolbibliotheek wordt de keuze uitgebreid door de bak met boeken die elk kwartaal wordt aangeleverd door de bibliotheek en verwisseld. Ook zijn er tijdschriften
40
Schoolbreed wordt er gewerkt aan een thema (twee thema’s per jaar)
Leesmotivatie
School breed wordt er (Oriëntatie op) het elke ochtend gestart met digitaliseren van de een leeskwartier (m.u.v. bibliotheek. gr 1-2) (wellicht uitgebreid met hogere denkvragen) Kinderen mogen hun eigen boek kiezen in de schoolbibliotheek Opzetten van leesmotivatie en boekenbabbels. De leesconsulent vanuit de bibliotheek motiveert kinderen via leesbendes en boekenbabbels.
Begrijpend lezen
Begrijpend lezen
Voortzetten op de weg die we nu bewandelen m.b.v. de methode Nieuwsbegrip (modellen, strategieën toepassen, moeilijke woorden ontcijferen)
Voortzetten op de weg die we nu bewandelen m.b.v. de methode Nieuwsbegrip. Oriënteren op het boek: “Verdiepend lezen”,
Begrijpend lezen
Ruimte voor id e notities eën, overde en/of nkinge n.
41
2014-2015 Wat doen we al?
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-209
Technisch lezen
Technisch lezen
Technisch lezen
Technisch lezen
Technisch lezen
Leeskilometers maken Ralfi lezen / tempo lezen m.b.v. ouders die meerdere malen per week samen met de kinderen teksten en woordkaarten herhaald lezen.
Leeskilometers maken Ralfi lezen / tempo lezen m.b.v. ouders die meerdere malen per week samen met de kinderen teksten en woordkaarten herhaald lezen wordt voortgezet.
We schaffen de nieuwe methode van Veilig leren lezen aan. Waarbij connect lezen een centrale rol speelt
De nieuwste methode van Veilig leren lezen voor groep 3 is aangeschaft en wordt geïmplementeerd. De leerkracht krijgt hier begeleiding bij.
Het taalbeleidsplan maakt inzichtelijk op welke wijze wij in de komende jaren onze route bepalen. De stip op de horizon is helder, evenals de tussenbestemmingen in het eerste jaar. Over de jaren erna voeren we telkens in het jaar eraan vooraf de dialoog en formuleren we op basis daarvan de doelen voor het jaar erna. 2.6 Voor- en Vroegschoolse Educatie Onze aanpak van de taalontwikkeling bij peuters en kleuters vormt de basis voor de hierboven beschreven taalontwikkelingsaanpak. Wij zijn daarin toonaangevend: “De peuterspeelzaal en de basisschool streven ambitieuze doelen na in het betrekken van ouders bij de ontwikkeling van hun kind en bij de activiteiten in de groepen. De mate waarin zij ouders weten te bereiken is een voorbeeld voor anderen.” Uit: Rapport VVE- onderzoek op 10 oktober 2013 Samen met de peuterspeelzaal vormt onze school de kern van het Integraal Locatieplan Antares / Het Kruispunt. De doorgaande lijn die we met onze VVE- aanpak hebben gerealiseerd willen wij in de komende jaren versterken en consolideren.
42
De kinderen die op de peuterspeelzaal binnenkomen vertonen taalontwikkelingsachterstanden die per peuter verschillend zijn. Bij sommige peuters is er nauwelijks achterstand, bij andere peuters beloopt die achterstand 1 à 1½ jaar. Samen met de pedagogisch medewerkers oriënteren wij ons op de mogelijkheden om de voor- en vroegschool te ontschotten ten behoeve van de taal- en talentontwikkeling van onze kinderen. Onder de noemer Educatief Partnerschap hebben wij twee ankerpunten geformuleerd: • We willen gedifferentieerd werken in een rijke speelleeromgeving. • We zijn samen verantwoordelijk voor de optimale ontwikkeling van elk kind. Een activiteit in dit kader is de start van de scholing Kijk! voor de pedagogisch medewerkers in het schooljaar 2015- 2016. 2.7 Integraal Locatieplan Met onze taalschool leggen wij de basis voor kwalitatief goed onderwijs en brede talentontwikkeling. Dit doen wij door nauw samen te werken met onze peuterspeelzaal. Daarnaast vinden wij samenwerking met ook andere partners uit het werkveld van grote waarde. Tezamen bespreken wij wat wij op locatie- of wijkniveau nodig vinden om onze ambities te kunnen realiseren. De afspraken leggen wij vast in het Integraal Locatieplan.
“In de kern van moeilijkheden, eden” liggen mogelijkh 43
44
3. ONDERWIJS; ONZE ACTIES 3.1 Beleid in kaart gebracht In dit deel beschrijven we de activiteiten die we ondernemen en geven we aandacht aan een aantal procedures en protocollen. We hebben de volgende activiteiten benoemd: • Het onderwijs • De schoolorganisatie • Leerlingen, ouders en overige belanghebbenden Deze zijn in thema ’s onderverdeeld. Het onderwijs • Opbrengsten • Onderwijsleerproces • Actief burgerschap en sociale integratie • Onderwijstijd • Schoolklimaat • Actieve betrokkenheid leerlingen • Zorg en begeleiding • Passend onderwijs • Netwerkschool De schoolorganisatie: • Personeel • Middelen • Organisatie en communicatie • Bestuur en management • Kwaliteit Leerlingen, ouders en overige belanghebbenden • Ouders en potentiële ouders • Externe partners
3.2 Het onderwijs 3.2.1 Opbrengsten Opbrengsten zeggen iets over onze inspanningen, de kwaliteit van de processen. Met ons werk willen wij bereiken dat onze kinderen nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes opdoen, nieuw gedrag leren maar ook dat zij zich tevreden voelen, zich uitgedaagd voelen of plezier ervaren. Opbrengsten en waarderingen bereiken wij ook bij de ouders, het personeel, het bestuur, de inspectie en partners waarmee wij samenwerken. In het hoofdstuk Visie staat beschreven hoe wij onze opbrengsten denken te behalen. Hieronder staan de uitstroomgegevens over de laatste vijf jaar in percentages. We gaan er vanuit dat onze kwaliteitsverbeteringen de uitstroom naar hogere vormen van voortgezet onderwijs doet toenemen. Schooltype
2010 2011 2012 2013 2014
VSO
5,3
--
3,5
7,7
--
VMBO basis/kader
57,9
38,9
50
46,1
45
Gemengd/ theoretisch
26,3
33,3
35,8
35,8
34
HAVO/ VWO
10,5
27,8
10,7
7,7
21
Uitgaande van ons gewaagd doel “Elk kind heeft een startkwalificatie” is onze verwachting dat op basis van de aangeleerde studievaardigheden de kinderen daadwerkelijk een diploma gaan behalen. In 2009 en in 2013 vond een tevredenheidspeiling plaats bij ouders, personeel en leerlingen van onze school. Dit werd uitgevoerd door een extern bureau. Daarna heeft zo ’n grootschalig onderzoek niet meer plaatsgehad. De rapportcijfers voor de school waren: 2009
2013
Leerlingen
7,4
7,9
Ouders
7,3
7,7
Personeel
7,2
7,5
De tevredenheidspeilingen voor het personeel vinden nu driejaarlijks plaats tijdens de Risico Inventarisatie en Evaluatie. Vanaf 2016 vindt dit jaarlijks plaats met behulp van het zelfevaluatieinstrument Integraal, ook voor kinderen. De bevindingen vanuit de Risico Inventarisatie en Evaluatie zijn vertaald naar interventies in een RI&E- plan van aanpak 2013- 2016. De beschikbare resultaatgegevens vanuit Integraal zijn nog te summier om daar al betekenis aan te geven. In de komende jaren echter gaat het instrument in toenemende mate een rol krijgen.
45
3.2.2 Onderwijsleerproces Kerndoelen Voor de inhoud van ons onderwijs gaan we uit van het aanbod vakgebieden / methoden zoals aangegeven in artikel 9 van de WPO (Wet op het Primair Onderwijs). In alle door ons gebruikte methoden gaan we uit van de kerndoelen en van referentieniveaus. Daarmee voldoen we aan de wettelijke norm en aan de norm van de inspectie. Brede ontwikkeling We gaan uit van een brede ontwikkeling: emotionele en verstandelijke ontwikkeling, maar ook van ontwikkelen van creativiteit, verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Inhouden onderwijs Onze school kent onderstaande domeinen. Nederlandse taal (Schrijven – Mondeling taalonderwijs – Schriftelijk taalonderwijs – Taalbeschouwing), Engelse taal, Rekenen en Wiskunde, Oriëntatie op jezelf en de wereld (Mens en samenleving – Natuur en techniek – Ruimte – Tijd), Kunstzinnige oriëntatie en Bewegingsonderwijs.
NEDERLANDSE TAAL Doelen van de school
Methoden / Materialen
De school biedt: • Schrijven • Mondeling taalonderwijs • Schriftelijk taalonderwijs • Taalbeschouwing,
Methode “Pennenstreken” voor de groepen 2 t/m 5. Opstapje / Opstap Sil op school Prentenboeken
met als doelen: • Verwerven van inhouden en vaardigheden ten dienste van alle leergebieden. • Ontwikkeling van de sociaalemotionele vaardigheden. • Uitbreiding van de woordenschat, aandacht voor taal en denken, toepassen van luisterstrategieën, voorlezen en vertellen. • Inzicht in eigen en andermans taalgebruiksstrategieën. • Reflectie op taalgebruik. • Tweede taalaanpak met veel aandacht voor woordenschatontwikkeling.
Jaarcollecties boeken voor alle groepen Taal in Beeld voor de groepen 4 t/m 8 VVL Nieuw voor groep 3 Nieuwsbegrip XL voor de groepen 4 t/m 8 Blits voor de groepen 5 t/m 8 Estafette Ralfilezen Boeken uit de eigen bibliotheek Boeken uit de openbare bibliotheek
46
ENGELSE TAAL Doelen van de school
Methoden / Materialen
• Leggen van een eerste basis om te kunnen communiceren met moedertaalsprekers of anderen die buiten de school Engels spreken. Ze leren samenhang te leggen met inhouden van andere vakgebieden.
Real English In de komende planperiode oriënteren we ons op de aanschaf van een nieuwe methode.
REKENEN EN WISKUNDE In de context van voor de leerlingen betekenisvolle situaties verwerven onze kinderen zich geleidelijk vertrouwdheid met getallen, maten, vormen, structuren en de daarbij passende relaties en bewerkingen. • Ze leren wiskundetaal zoals reken-wiskundige en meetkundige zegswijzen, formele en informele notaties en schematische voorstellingen. • Ze leren samenhang te zien in getallen en ruimtelijk inzicht. • Ze leren samenhang leggen te met inhouden van andere vakgebieden.
Sil op School Rekenroutines voor de groepen 1- 2. Voorloper Wereld in Getallen voor de groepen 1- 2 Wereld in Getallen voor de groepen 3 t/m 8
47
ORIENTATIE OP JEZELF EN DE WERELD Doelen van de school
Methoden / Materialen
De school heeft aandacht voor: • Mens en samenleving, met accenten op lichamelijke en psychische gezondheid, redzaam gedrag, hun rol als burger en zorg voor het milieu.
Sil op School Een wereld van verschil voor de groepen 4 t/m 8. Kanjermethode voor alle groepen. Schoolproject GGD
• Ruimte, met accenten op mondiale ruimtelijke spreiding, leren omgaan met kaart en atlas en ontwikkelen van een eigentijds geografisch wereldbeeld.
Sil op School Voor natuur en techniek is er voor de groepen 3 t/m 8 geen methode. Vanuit onze visie op taal oriënteren we ons in de komende planperiode op de aanschaf van een WO- methode waarin we natuur en techniek een plek kunnen geven.
• Tijd, met accenten op kenmerkende aspecten van een aantal tijdvakken en kennisnemen van een aantal belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en de wereldgeschiedenis.
Speurtocht voor de groepen 4 t/m 8.
KUNSTZINNIGE ORIENTATIE school beoogt de kinderen kennis te laten maken met die aspecten van cultureel erfgoed waarmee mensen in de loop van de tijd vorm en betekenis hebben gegeven aan hun bestaan.
48
Moet je doen voor de groepen 1- 2. Muziek voor de groepen 1 t/m 8 door een vakleraar muziek. Methode: Muziek voor de basisschool van Nico Smit en Trix Gijsel
BEWEGINGSONDERWIJS Doelen van de school Kinderen leren een breed scala van bewegingsactiviteiten zodat ze een ruim bewegingsrepertoire opbouwen. Dat repertoire bevat motorische aspecten en sociale vaardigheden.
Methoden / Materialen Bewegingsonderwijs voor de groepen 1- 2 door de eigen groepsleraar. Bewegingsonderwijs voor de groepen 3 t/m 8 door een vakleraar gymnastiek. Methodes: Basislessen van Wim van Gelder Basisdocument van Mooij en Van Berkel
Ruimte voor ideeën, notities en/of overdenkinge n.
Ruimte v notities en/of o oor ideeën, verdenk ingen.
49
De bovengenoemde vakgebieden, toekomstige ontwikkelingen en trends staan in principe ten dienste van deze 3 thema ‘s. Dit houdt in dat de onderwijsinhoudelijke en/of schoolorganisatorische veranderingen veelal voortkomen uit inzichten vanuit de beleidsgroepen. Het kunnen aanpassingen zijn als een wijziging in een borgboek of de aanschaf van een nieuwe methode. Het kan ook leiden tot een grootschalige, fundamentele omslag van inhoudelijk en/of organisatorische aard.
stellingen en gemeente werken we daaraan. We doen dit door het aanbieden van de in dit schoolplan genoemde leergebieden en gebruik te maken van didactische werkvormen als zelfstandig werken en coöperatief leren. We doen dit ook door de kinderen aan te moedigen verantwoordelijkheid te nemen in hun omgeving. Voorbeelden hiervan zijn: • Kinderen werken in de school, op de onderwijspleinen, thuis, zelfstandig aan opdrachten. • Kinderen werken binnen de klas, buiten de klas met andere kinderen samen. • Kinderen van de groepen 5 t/m 8 denken en beslissen mee middels een leerlingenraad die maandelijks bijeen komt. • Schoolbreed werken we met de Kanjermethode. • Kinderen geven een cultureel optreden en/of gaan ernaar toe. • Kinderen leren omgaan met een agenda. • Kinderen nemen deel aan feesten als Suikerfeest, Slachtfeest, Kerstmis, Pasen, culturele activiteitenmarkt.
3.2.3 Actief burgerschap en sociale integratie Het is onze opdracht en onze missie de kinderen op te laten groeien tot volwaardig staatsburgerschap. In samenspraak met ouders, zorg- en welzijnsin-
3.2.4 Onderwijstijd Onze school werkt met het Hoorns model en heeft een continurooster. Elk leerjaar kent een onderwijstijd van 940 lesuren.
Op de studiedag van 8 oktober 2013 zijn we gestart met 3 beleidsgroepen met de thema ’s Woordenschat, Didactische Vaardigheden en 21ste Eeuws Leren. Zij zijn ontstaan vanuit de behoefte van het personeel om mee te denken en verantwoordelijkheid te nemen in essentiële ontwikkelpunten van onze school. De beleidsthema ’s zijn Woordenschat, Didactische Vaardigheden en 21ste Eeuws Leren. Na een aarzelend begin hebben de beleidsgroepen hun opdracht goed opgepakt en ontwikkelen ze zich steeds meer tot zelfstandig opererende units.
50
We willen onze onderwijstijd zo efficiënt mogelijk benutten: Er is een inlooptijd vanaf 08.20. Zo kan om 08.30 echt met de les worden begonnen. Kinderen krijgen wekelijks huiswerk mee naar huis. Ouders van kinderen uit de groepen 1- 2 werken samen met de kinderen thuis met de Stapmaterialen. We bieden ouders tips en activiteiten aan, aansluitend bij een thema uit Sil op School, die ze thuis met hun kinderen kunnen doen. Kinderen nemen deel aan naschoolse activiteiten, als naschoolse sport en schoolloopbaanbegeleiding.
3.2.5 Schoolklimaat Veiligheid, kinderen ouders en personeel Wij hechten zeer aan een leeromgeving waarin kinderen, ouders en personeel zich veilig en geaccepteerd voelen. In ons hoger doel zeggen we hierover: “Het is de behoefte dat ieder zich prettig voelt op school.” We laten ons daarbij leiden door drie uitgangspunten: • Wij bevorderen dat iedereen zich veilig en aanvaard voelt. Voorbeeld: In alle groepen wordt gewerkt met de Kanjertraining. Het personeel volgt daarvoor trainingen. Ook onderwijsondersteunend personeel en ouders nemen aan Kanjertrainingen deel. Zo vormen wij een leefgemeenschap die met elkaar samen het geleerde in praktijk brengt.
n’t learn a c d l i h c a f I “ ch, the way we tea then we teach earn” the way they l 51
• Wij versterken het zelfvertrouwen van alle leerlingen, ouders en personeel. Voorbeeld: Wij kijken steeds naar het kind in context. Het kind mag op zijn eigen niveau werken en is eigenaar van zijn eigen leerproces. • Wij bevorderen bij iedereen zelfstandigheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Voorbeeld: Er is een doorgaande lijn zelfstandig werken voor de groepen 1 t/m 4 gerealiseerd. De komende jaren breiden we deze uit naar de hogere leerjaren. We hanteren op onze school de Kanjerregels: • We vertrouwen elkaar. • We helpen elkaar. • We werken samen. • We hebben plezier. • We doen mee.
3.2.6 Actieve betrokkenheid Door het inzetten van de werkvormen zelfstandig werken en coöperatieve leerstrategieën sporen we de kinderen aan om zelfstandig naar oplossingen te zoeken en te overleggen met anderen. De ervaring leert dat de betrokkenheid van de kinderen bij de inzet van deze werkvormen zeer hoog is en de kinderen de werkwijze als zeer prettig ervaren. Door de werkvormen door de dag heen structureel in te zetten, bevorderen we dus de actieve betrokkenheid. We dienen er ons evenwel van bewust te zijn dat het slechts middelen zijn in het behalen van onze leerdoelen. Belangrijke voorwaarden die daaraan vooraf dienen te gaan zijn het prikkelen van de nieuwsgierigheid en kinderen eigenaar te laten zijn van de eigen leerdoelen. Met het stellen van eigen doelen door de leerlingen zijn we al goed op weg. Een aantal leerkrachten heeft hierin scholing gevolgd en weer andere leerkrachten hebben aangegeven deze
scholing te willen volgen. In beide zaken is echter nog veel winst te halen. Afstemmen op de individuele behoeften, rekening houden met de eigenheid van kinderen en het professionaliseren van leerkrachten hierin gaat in de komende planperiode dan ook veel aandacht krijgen. 3.2.7 Zorg en begeleiding In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de zorg voor onze leerlingen is georganiseerd. De organisatie van de zorg is een middel om de startkwalificatie te behalen waar onze school naar streeft. We onderscheiden zorg aan de leerlingen individueel, zorg in de groepen en zorg op schoolniveau. In het Schoolondersteuningsplan 2015- 2019 van onze school staat de leerlingenzorg uitgebreid beschreven. In het schoolplan zijn de hoofdlijnen opgenomen.
“Het verhaal van rs Roodkapje is ande vertelt” als de Wolf het 52
De zorg op onze school • Organisatie op leerlingniveau. We maken gebruik van een uitgebreid systeem om alle leerlingen te volgen. Het leerlingvolgsysteem is een heel belangrijk onderdeel van de zorg voor de leerlingen en gaat volgens het handelingsgericht werken- model (HGW)
4. Uitvoeren
1. Waarnemen
3. Plannen
2. Begrijpen
Binnen de cyclus van het HGW werken we stapsgewijs. In iedere groep, voor ieder kind, voert de leerkracht deze cyclus uit om de ontwikkeling van de leerling te volgen. De Intern Begeleider ondersteunt hierbij de leerkracht. Wat gebeurt er bij elke stap van de cyclus? 1. Waarnemen • De leerkracht verzamelt gegevens uit observaties, methodegebonden toetsen en niet-methodegebonden toetsen over de leerling en de groep. • De leerkracht evalueert een groepsplan. • De leerkracht signaleert leerlingen met specifieke onderwijs- of begeleidingsbehoeften. 2. Begrijpen • De leerkracht benoemt wat de specifieke onderwijs- of begeleidingsbehoeften van de kinderen en de groep zijn.
3. Plannen • De leerkracht clustert leerlingen met specifieke onderwijs- of begeleidingsbehoeften. Zo krijgt elk kind, elk groepje op een passend niveau in de klas onderwijs aangeboden. • De leerkracht maakt een groepsplan over het onderwijsaanbod en begeleidingsaanbod over een komende periode. 4. Uitvoeren • De leerkracht voert het groepsplan uit. We voeren de cyclus van het handelingsgericht werken om de 6-8 weken uit. Na een periode van uitvoeren begint de cyclus opnieuw bij waarnemen: De leerkracht verzamelt gegevens door middel van toetsen en observaties en evalueert het groepsplan opnieuw.
53
• Organisatie op groepsniveau De kleutergroepen op onze school zijn heterogeen. Alle kinderen van 4 tot 6 jaar kunnen bij elkaar in de groep zitten. Jonge kleuters kunnen van oudere kleuters leren, oudere kleuters kunnen jonge kleuters helpen. Vanaf groep 3 zijn er homogene groepen. De groepen zijn onderverdeeld naar leeftijd. De leerkracht geeft op 3 niveaus onderwijs: • Basisinstructie • Verlengde instructie • Verrijkte instructie Daarnaast is er nog sprake van een 4e niveau. Deze kinderen behoren tot de zorgleerlingen en krijgen ook verlengde instructie. Zij hebben meer dan een halfjaar leerachterstand op een bepaald vakgebied. Door middel van Remedial Teaching (RT) tijdens verlengde instructie streeft de groepsleerkracht ernaar dat het kind de leerachterstand inloopt. Maandelijks heeft de leerkracht een ontwikkelen volggesprek met IB en directie. Wij noemen dit een Leerling Volg Systeembespreking (LVS). Dit gesprek gebeurt aan de hand van groepsoverzichten. • Organisatie op schoolniveau Aan het begin en in het midden van het schooljaar maakt de IB een schoolanalyse van de gemaakte Cito-toetsen in alle groepen. De IB bespreekt die met de directie en met het team, zodat we vroegtijdig verbeterpunten in de kwaliteit van het onderwijs kunnen inzetten.
54
3.2.8 Passend Onderwijs Als wij niet voldoende de zorg kunnen bieden die een kind nodig heeft, hebben wij de inspanningsverplichting om een passend onderwijsaanbod te garanderen, zoveel mogelijk thuisnabij en waar nodig met specifieke ondersteuningsarrangementen. Ons samenwerkingsverband Plein 013 ondersteunt ons daarbij. Plein 013 zet zich in om voor alle leerlingen in de basisschoolleeftijd een onderwijsaanbod te realiseren dat past bij hun specifieke behoeften. Xpect Primair participeert met haar 20 scholen in dit samenwerkingsverband. Naast het zoeken van een passende plek geldt voor ons de inspanningsverplichting om het aantal deelnemers SBO te stabiliseren op het huidige percentage van 2,9. 3.2.9 Netwerkschool Uit het rapport ondersteuningsprofiel IVO blijkt dat onze school een netwerkschool is. Dit houdt in dat wij gebruikmaken van de geïnstitutionaliseerde speciale ondersteuning binnen andere instellingen, zoveel mogelijk schoolnabij. Ons integraal locatieplan getuigt hiervan. Binnen de school ontwikkelen wij ons van veelal methode gestuurd naar afstemmen op de behoeften van kinderen. We gaan daarbij steeds meer rekening houden met de leerstijlen van kinderen. Coöperatief leren en zelfstandig werken zetten we zodanig in dat leerlingen zelf keuzes kunnen maken, niet alleen in tijd maar ook in inhoud. Conform ons onderwijsconcept is taal daarbij zowel binnen als buiten de school het centrale thema.
Ruimte voor id e notities eën, overde en/of nkinge n.
55
56
PERSONEEL 4.1 Personeelsbeleid Onze school onderschrijft de kernopdracht uit het strategisch beleidsplan. “Onze medewerkers creëren in een veilige en vertrouwde omgeving een sfeer van onderlinge betrokkenheid, waarin kennis en ervaringen met elkaar gedeeld worden. Wij bieden onze medewerkers ontplooiingskansen en een werkklimaat waarin ze zich gerespecteerd en gewaardeerd voelen.” 4.2. Wat spreken we af? • We hebben duidelijkheid over de rollen en verwachtingen van de functies van directie, IB, bouwcoördinatoren, VVE- coördinator. Het team onderschrijft en hanteert de rollen en verwachtingen. • Alle teamleden zijn zich bewust van de urgentie van het verbeteren. Het team kent de focuspunten van het verbeterplan en is actief bezig met de verbeterdoelen individueel en in een beleidsgroep voortvloeiend uit het verbeterplan. • We gaan resultaten schoolbreed bespreken en schoolbreed successen vieren. • We benutten ten volle de aanwezige expertises binnen de school. Zo is er op korte termijn behoefte aan een antwoord omtrent het werken met een taal- reken- en/of cultuurcoördinator.
• We zijn in staat om op professionele wijze elkaar feedback te geven en van elkaar feedback te ontvangen. • We observeren en bespreken de didactische kwaliteiten van alle leerkrachten. De analyse leidt voor elke leerkracht tot een persoonlijk ontwikkelportfolio, waarbij de leerkracht ondersteuning krijgt van collega ‘s, observatie en ondersteuning van de IB en observatie en evaluatie met de directeur. We spreken concrete resultaatverwachtingen en planningen daarvoor af en evalueren die. 4.3 De gesprekkencyclus Onze stichting kent een gesprekkencyclus waarbij we gericht werken aan de professionele ontwikkeling van de medewerkers. Aan het begin van elk jaar vindt een planningsgesprek plaats waarbij de directeur en medewerkers afspraken maken over resultaten en competenties. Halverwege het jaar vindt er een voortgangsgesprek plaats waarin de voortgang van de afspraken op de agenda staat. Aan het eind van het eerste jaar vindt vervolgens een evaluatiegesprek plaats en aan het eind van het tweede jaar een beoordeling. Het rolprofiel leerkracht is hierbij het uitgangspunt. Daarnaast vindt er maandelijks op onze school een LVS- bespreking (leerlingvolgsysteem) plaats. Deze bespreking is onderdeel van de
gesprekkencyclus en staat los van de cyclus van het HGW. Een LVS- bespreking kan dus gehouden worden bij elke stap binnen de cyclus. Deelnemers zijn de groepsleerkracht, de IB en de directie. Het gesprek vindt plaats aan de hand van de volgende groepsoverzichten: • Methodetoets resultaten • Niet-methodetoets resultaten , • Groepsobservaties • Vragenlijsten uit de Kanvas, het sociaal emotionele leerlingvolgsysteem. (Kanjer Volg- en Adviessysteem). • KIJK!- groepsregistraties 4.4 Mobiliteit Xpect Primair stimuleert mobiliteit voor alle medewerkers in de overtuiging dat dit leidt tot professionele groei en talentontwikkeling. Wij kennen drie soorten mobiliteit: 1. verplichte mobiliteit in verband met budgettekorten Dit betreft medewerkers die naar een andere school moeten in verband met een teruglopend leerlingaantal en verminderde financiering op een school. 2. vrijwillige mobiliteit Alle vacatures worden gepubliceerd, zodat medewerkers van Xpect Primair die vanuit hun eigen motivatie van school willen wisselen hierop
57
58
kunnen reageren. Alle betrokkenen voeren met elkaar overleg of er sprake is van een geschikte match. 3. geregisseerde mobiliteit Hierbij gaat het om medewerkers die, vanwege functionerings- of persoonlijke redenen, op een andere school geplaatst worden. Verder vallen hier ook de medewerkers onder die overgeplaatst worden omdat de organisatie van mening is dat zij op een andere school meer toegevoegde waarde hebben vanwege hun expertise, ervaring of vanwege hun persoonlijke ontwikkeling.
Dit betekent dat de medewerker in geval van mogelijk verzuim het eerste contact heeft met de directeur. Afspraken over verzuim en werkhervatting worden gemaakt tussen medewerker en de directeur. Pas wanneer hier behoefte aan is, vindt overleg plaats met andere adviserende partijen zoals bedrijfsarts of P&O. Voor de medewerker is het van belang dat hij of zij problemen of knelpunten vroegtijdig op tafel legt, zich verantwoordelijk voelt voor het eigen verzuim, betrokken blijft bij de organisatie en moeilijkheden niet uit de weg gaat.
4.5 Verzuimbeleid Verzuim zien we als gedrag en we gaan ervan uit dat gedrag beïnvloedbaar is. We richten onze aanpak van het verzuim vooral op de beïnvloeding van dit gedrag en het onderliggende keuzeproces. De directeur heeft een centrale rol tijdens het hele verzuimproces. Denk aan preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie.
4.6 Functiedifferentiatie Op dit moment kennen wij een beperkte vorm van functiedifferentiatie. Differentiatie vindt nu vooral plaats door toedeling van aanvullende taken, gebaseerd op interesse en expertise. Op projectbasis en op enkele scholen wordt ervaring opgedaan met verdergaande differentiatie. Hieruit kunnen nieuwe functies ontstaan. Xpect
Primair wil differentiatie stimuleren en faciliteren als dit leidt tot betere leerkrachten en beter onderwijs aan onze kinderen. 4.7 Taakbeleid Xpect Primair heeft, met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, gekozen voor het overlegmodel. Dit betekent dat er op schoolniveau afspraken gemaakt worden over de verdeling van de taken. Op bestuursniveau zijn alleen de 40-urige werkweek en de verplichte pauze als kaders aan de scholen meegegeven. In het invoeringsplan worden afspraken gemaakt over het opslagpercentage dat hoort bij de lesgevende taken, over de werktijden en de aanwezigheid van medewerkers op school en bij studiedagen. Het team inventariseert de overige taken en verdeelt deze. In een gesprek tussen directeur en medewerker worden afspraken gemaakt over het persoonlijke rooster. Daarnaast
Ruimte voor ideeën, notities en/of overdenkingen.
59
zijn er afspraken gemaakt over zaken als lestijdeninvulling, professionalisering en duurzame inzetbaarheid. In de afgelopen twee jaar is veel aandacht gegeven aan drie zaken die in verband werden gebracht met werkdruk en werkdrukbeleving. De behoefte daartoe is ontstaan vanuit het team: • Helderheid over rollen en taken van directie, Intern Begeleiders, bouwcoördinatoren en VVE- coördinator. • Effectief feedback geven. • Het schoolbreed bespreken van resultaten en het vieren van successen. Een werkgroep heeft dit opgepakt. In het managementoverleg en in de bouw zijn voorstellen gedaan over invulling van de rollen die vervolgens in een teamvergadering tot ieders tevredenheid zijn geaccordeerd.
Ook in het strategisch beleidsplan zijn doelstellingen voor onze medewerkers opgenomen. Hier gaat het om beleidsdoelstellingen waarvan met name de onderstaande doelstelling onze aandacht heeft: We hebben onze strategische personeelsplanning op orde. We hebben inzicht in welke talenten we in huis hebben en wat we aanvullend nodig hebben.We hebben de juiste persoon op de juiste plaats. Op onze school werken allround en specialistische leerkrachten.
Van de beide andere onderwerpen (effectief feedback geven en vieren van successen) heeft het team aangegeven deze zo snel mogelijk te willen oppakken. We nemen deze dan ook mee in de jaardoelen volgend schooljaar.
“Een goed team en bestaat uit mens et die ongevraagd m n” elkaar samenwerke 60
n, Ruimte voor ideeë ingen. k n e d r e v o f o / n e notities
61
62
LEIDERSCHAP EN MANAGEMENT 5.1 Het bestuur Xpect Primair werkt sinds 2008 met een scheiding tussen toezicht en bestuur. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de gang van zaken binnen de stichting. Het College van Bestuur (in casu de bestuurder) is verantwoordelijk voor de vaststelling van het Strategisch Beleid. De bestuurder wordt daarbij ondersteund door drie bovenschools managers op de gebieden Schoolontwikkeling, Personeel & Organisatie en Financiën. De contacten met het bestuur vinden plaats: • Op formele wijze door middel van vergaderingen: het directieoverleg, directeurenberaad, studiedagen, begrotingsgesprekken, schoolbezoeken, bijeenkomsten in verschillende settingen, telefonisch en per mail. • Op informele wijze tijdens recepties, directiedag, sporttoernooi e.d. 5.2 Leiderschapsontwikkeling Met het strategisch beleidsplan “Oog voor verbinding” van onze stichting hebben we een belofte gedaan aan onze leerlingen, ouders en medewerkers. De ambities die beschreven staan in
dit plan verwoorden en verbeelden een andere koers in denken en handelen. Deze ingeslagen weg vraagt ook om een andere manier van organiseren. Daar hoort naar ons idee een Rijnlandse manier van organiseren bij. We gaan de organisatie qua structuur stap voor stap op een Rijnlandse wijze inrichten. Het Rijnlands organiseren is onder te verdelen in drie uitgangspunten: 1. We willen een lerende organisatie zijn. Hierbij zijn erkende ongelijkheid en leren het uitgangspunt; 2. Eigenaarschap creëren is van belang in het Rijnlands denken. Het gaat over samen creëren en samen maken. Op deze manier is er een groter leereffect. 3. Bij het Rijnlands denken gaan we uit van pluriformiteit. Er wordt niet gewerkt op basis van standaarden en controle. Wel wordt er een ondergrens geformuleerd en bewaakt. Deze omslag is een ontwikkelproces en zal niet bij iedereen op dezelfde manier verlopen. We gaan het gedrag eigen maken wat past bij deze zienswijze. We gaan werken met resultaatverantwoordelijke teams en units om het eigenaarschap en het leerrendement te verhogen. Voor de leidinggevenden binnen onze organisa-
tie houdt dit in dat zij meer dienend en dienstverlenend worden. Om onze directeuren toe te rusten dit veranderingsproces te begeleiden, zullen we gezamenlijk werken aan het uitbouwen van onze professionaliteit. Dit doen we met alle directeuren, de bestuurder en de managers door middel van een management development traject. Binnen onze organisatie zijn de scholen het centrum, alle andere zaken zijn faciliterend en liggen daaromheen. Wij realiseren ons dat de wereld rondom ons vaak Angelsaksisch is ingericht. Hier zullen we op gepaste wijze mee omgaan. 5.3 Het management Het management van onze school bestaat uit de directie (directeur en adjunct- directeur) en bouwcoördinatoren. Er is een coördinator onderbouw en een coördinator bovenbouw. Eén keer per zes weken vindt een managementoverleg plaats waaraan ook een Intern Begeleider deelneemt. De rollen zijn beschreven vanuit de bijdrage aan de onderwijskundige taakstelling en de bijdrage aan de opbrengstgerichtheid. De bouwcoördinator zit het bouwoverleg voor. In deze vergadering komen punten terug die in het managementoverleg aan de orde zijn geweest.
63
5.4 Leiderschap in de 21e eeuw Het primaire proces van onze stichting bestaat uit het bieden van toekomstgericht onderwijs van hoge kwaliteit. Om dit succesvol te kunnen doen wordt organisatiebreed gestuurd op de goede dingen doen, realistisch afspraken maken, afspraken nakomen en resultaten op orde hebben. Leidinggevenden faciliteren vanuit hun rol als integraal manager de professional om permanent te werken aan ontwikkelen, verbeteren en verantwoorden. Leiderschap in het onderwijs in de 21ste eeuw betekent meer dan ooit het managen van verwachtingen. Talentontwikkeling voor alle leerlingen gedijt het beste in een betekenisvolle omgeving waar kinderen leerervaringen op kunnen doen die verder gaan dan het schoolgebouw. Gemeentebreed zijn er integrale locaties nodig die zorgen voor de juiste verbindingen en waar onderwijs en opvang in co- creatie met wijk- en maatschappelijke organisaties een vitale voedingsbodem bieden voor een brede ontwikkeling van leerlingen.
64
Voor de komende jaren houdt dit voor ons in: • Onze school werkt vanuit een integraal locatieplan samen met peuterspeelzaal Het Kruispunt en andere externen. • De schooldirecteur legt het accent op ondernemerschap om te komen tot een betekenisvolle leeromgeving. • De schooldirectie werkt actief aan haar ontwikkeling. 5.5 Kwaliteitszorg Onder kwaliteit verstaan wij: - Doen wat je zegt. - De dingen goed doen. - De goede dingen zeggen. - Hierover verantwoording afleggen. Wijze waarop het bestuur de kwaliteit van de school bewaakt. Het bevoegd gezag bewaakt en monitort de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Re-
gelmatig wordt de dialoog gevoerd met de directeur. Wekelijks bespreken de bestuurder en de bestuursmanagers de voortgang van de organisatie. Hierbij is het uitgangspunt dat we vanuit een proactieve houding, gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen om te voldoen aan de geformuleerde ambities. Samen bewaken we de vastgestelde ondergrenzen en is er support om de school verder tot ontwikkeling te brengen. We verbinden gegevens van opbrengsten, tevredenheidspeilingen, evaluaties en schoolontwikkeling met elkaar. Deze vormen input voor een jaarlijkse evaluatie van de bestuurder en de managers aan de school. Tijdens dit schoolbezoek worden klassen bezocht en vinden gesprekken plaats met directie, de intern begeleider(s), leraren, ouders en leerlingen. Om de kwaliteit van onze school te borgen en te verbeteren werken wij vanuit een kwaliteitszorgsysteem.
Wij denken dan aan een samenhangend geheel van instrumenten, werkwijzen en attitudes van mensen in onze school. Wij beschikken over procesbeschrijvingen en werkwijzen waar wij op voortbouwen, zoals: • Het systematisch toepassen van de HGW- cyclus bij ons zorgsysteem. • Het systematisch toepassen van de gesprekkencyclus. • De inzet van het Zelf Evaluatie Instrument Integraal. • De overlegmomenten (studie(mid)dagen, vergaderingen, managementoverleggen). • Het meten en onderzoeken van resultaten: toetsgegevens, competentieontwikkeling van leerlingen en personeel, tevredenheid van leerlingen, ouders, externen en personeel. • Het vastleggen en het onderzoeken van de primaire en secundaire processen. • Het gebruik van een klassenmap en een borgboek per leerjaar. 5.6 Planmatig verbeteren Het schoolplan richt zich met name op het primaire proces: Welke interventies dienen plaats te vinden en te worden geborgd om in 2019 de taalschool te zijn die we willen zijn. Voor het komend schooljaar is het helder. In de diepteanalyse van oktober
2014 is per thema een aantal interventies beschreven dat ons op weg helpt bij de totstandkoming van onze droom. Een aantal interventies zal over meerdere jaren van kracht blijven. Nieuwe inzichten in de te volgen vaarroutes kunnen er echter toe leiden dat we doelen toevoegen of dat we reeds beschreven doelen aanpassen of strepen. Dit geldt ook voor documenten als het taalbeleidsplan, het Schoolondersteuningsplan of de VVE- voortgangsrapportage. Per jaar zal uit het jaardoelenoverzicht blijken in hoeverre we richtingen hebben bijgesteld. Documenten waaruit we jaardoelen opnemen, zijn: • Het schoolplan 2015- 2019 • Het Strategisch Beleidsplan Xpect Primair • De schoolgids • Het jaarverslag • De diepteanalyse van oktober 2014 • Het jaardoelenoverzicht en evaluatie • Het Schoolondersteuningsplan 2015- 2019 • Het Taalbeleidsplan • Het Impulsplan • Klemtoon op Taal • Het Integraal locatieplan • Het procedure- en protocollenboek • De borgboeken 1 t/m 8* • Het borgboek Coöperatieve Leerstrategieën* • De Risico Inventarisatie & Evaluatie
• De Voortgangsrapportage VVE • Rapport audit onderwijs ondersteuningsprofiel IVO • Inspectieverslag onderwijs • Inspectieverslag VVE Alle documenten zijn in te zien in de kast in de directiekamer van de school. * Deze documenten staan in de klas. 5.7 Verantwoording afleggen Over de invulling en uitvoering van de activiteiten, de processen en de opbrengsten, leggen we op de eerste plaats verantwoording af aan het personeel van de school en aan de ouders. In het verlengde daarvan doen wij dit aan onze MR, onze ouderraad en ons bestuur. Ook naar derden toe willen wij ons verantwoorden. Wij denken hierbij aan met de school samenwerkende instellingen, stagiaires die onze school bezoeken, onderwijsbegeleiders en de inspectie. Alle bovengenoemde documenten zijn daarbij ondersteunend. Daarnaast informeren we over ons doen en laten in de Nieuwsflits en op onze website. 5.8 Evaluatie 2011- 2015 In het schoolplan staat beschreven langs welke weg onze school zich ontwikkelt. In de bijlagen bij het schoolplan staat dit per
65
schooljaar in jaardoelen verder uitgewerkt. In de erbij behorende evaluaties staat beschreven of/ in hoeverre de jaardoelen zijn behaald. In het jaarverslag staat per jaar onze onderwijskundige ontwikkeling beschreven. De jaardoeloverzichten en jaarverslagen staan ter inzage in de kast in de directiekamer 5.9 SWOT- analyse STRONG • Voor alle personeelsleden is de eindbestemming helder. In 2019 zijn wij een Taalschool. • Elk personeelslid met een onderwijskundige opdracht is middels deelname aan een beleidsgroep actief betrokken bij en medeverantwoordelijk voor inhoudelijk beleid van onze school. • In ons schoolklimaat, onze pedagogische competentie, onze laagdrempeligheid, openheid en betrokkenheid zit onze kracht. • We maken gebruik van onze kracht door werkvormen te hanteren die daarop aansluiten: zelfstandig werken, coöperatieve leerstrategieën en het directe instructiemodel. • Onze maandelijkse leerlingvolgsysteembesprekingen zijn een krachtige toevoeging aan de gesprekkencyclus en versterken significant de kwaliteit van ons handelingsgericht werken.
66
• Er is een uitstekende aanpak van de Voor- en Vroegschoolse Educatie gerealiseerd. • Onze zorg strekt zich ook uit naar de betere leerling door onze Novaklas. • Er is structureel samenwerking met ketenpartners. WEAK • De eindresultaten en tussenresultaten zijn risicovol. • De groepshandelingsplannen en opp ´s worden over het algemeen nog onvoldoende als planningsdocument en vanuit de vraagstelling van het kind geschreven. • De taalomgeving in de groepen is vaak nog onvoldoende uitdagend genoeg ingericht. • De gerealiseerde verbeteringen zijn niet altijd voldoende geborgd. OPPORTUNITIES • De gemeente Tilburg kent extra middelen toe voor de (taal)ontwikkeling van onze kinderen. • Het integraal locatieplan stelt ons in staat om met hulp van professionals een doorgaande lijn brede talentontwikkeling te realiseren. • De school is onderdeel van een MFA. Een prachtig gebouw dat voldoet aan alle wettelijke eisen en is gebouwd volgens het frisse school concept. • We halen winst door de nieuwsgierigheid van onze
kinderen te prikkelen en hen eigenaar te maken van hun eigen leerdoelen. • Onze stichting bevordert sterk de professionele ontwikkeling van het personeel. THREATS • De schoolpopulatie is geen afspiegeling van de wijkpopulatie. Een aantal ouders uit de wijk kiest voor een school buiten de eigen buurt. • De verwachtingen vanuit de overheid, de inspectie, de maatschappij, onze stichting en de ambities van de school, zijn veelal gevoed vanuit Angelsaksisch denken. Dit zet de ontwikkeling naar Rijnlands denken onder druk. • De kwaliteit van het verbeteren van de onderwijsresultaten komt extra onder druk als de onderwijsbegeleidingsdiensten hun begeleidende werkzaamheden niet of in verminderde mate kunnen voortzetten. • Het mobiliteitsbeleid van onze stichting kan consequenties hebben voor de kwaliteitsontwikkeling van onze school.
n, Ruimte voor ideeë nkingen. e d r e v o f o / n e s ie notit
el hebben, o d n e e g n a v m “Het problee r en heen en wee v e l e l e h e j e is dat j r te scoren” e d n o z n e n n e r kunt 67
68
ORGANISATIE EN COMMUNICATIE 6.1 P artnerschap; ouders en potentiële ouders Hier beschrijven we het beleid ten aanzien van onze contacten met onze ouders en hun kinderen. Zij zijn de klanten van onze school. Als de ouders tevreden zijn over de school heeft dat ontegenzeglijk zijn positieve uitstraling op hun kinderen en uiteindelijk ook op het imago van onze school. Wij vinden het opvoedingsgedrag van de ouders, de gezinscultuur en de ouderbetrokkenheid thuis, belangrijke componenten voor de ontwikkeling en het schoolsucces van kinderen. De ouders zijn de natuurlijke opvoeders en daarom de eerst verantwoordelijken. De instellingen hebben in de opvoeding een ondersteunende rol met daarin een eigen verantwoordelijkheid. Ieder werkt vanuit zijn eigen specifieke taken en verantwoordelijkheden aan hetzelfde doel, de optimale ontwikkeling van het kind. De expertise van de ouders zit in de opvoedings- en omgangssituatie met het kind. De expertise van de instellingen zit in de ondersteuning. Men is daarin complementerend. Alle partijen hebben elkaar nodig, zijn elkaars bondgenoten. Vanuit bovenstaande visie benadert onze school ouders in verschillende rollen: enerzijds als klant, belanghebbende en vrijwilliger, anderzijds als opvoeder. We bevorderen een relatie met ouders die optimale samenwerking rond het opvoeden en leren van de leerlingen ondersteunt.
6.2 Imago Om kwaliteit te kunnen handhaven en te verbeteren willen we goed luisteren en kijken naar wat we om ons heen horen en zien. Om te leren en verbeteren, meten we met regelmaat het resultaat van ons onderwijs bij ouders, leerlingen en medewerkers door middel van tevredenheidsonderzoeken. Deze meting vindt vanaf 2016 plaats met behulp van Het Zelf Evaluatie Instrument Integraal.. We zijn een wijkschool. Concreet houdt dat onder andere in: • Onze school heeft elk jaar een open dag. • We organiseren wijkgerichte activiteiten zoals bijvoorbeeld een culturele markt. • De school beschikt over een eigentijdse folder en promotiefilm. • Onze school heeft een eigen website en is te volgen op Twitter, Facebook en You Tube. • We zitten in een eigentijds gebouw. • We luisteren goed naar en sluiten aan op de wensen van onze (potentiële) ouders. 6.3 Lokaal Educatieve Agenda De onderwijsontwikkelingen binnen de gemeente Tilburg worden vastgelegd in de Lokaal Educatieve Agenda. De komende jaren zal de nadruk liggen op: talentontwikkeling van kinderen en professionals, integrale locatieplannen, kindcentra, aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp, veiligheid en op de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Ook de doorgaande lijn krijgt aandacht. Het betreft hier zowel de overdrachtsmomenten als de onderwijsinhoud.
6.4 Integraal locatieplan Met het opheffen van de stichting Brede School Tilburg, zijn de activiteiten onderdeel geworden van de school. Het Integraal Locatieplan omvat het totaal aan plannen dat school en peuterspeelzaal samen met gemeentelijke instellingen en welzijns- en zorginstellingen uitvoeren. Voor onze school betreft het op de eerste plaats VVEactiviteiten. Daarnaast vinden er activiteiten plaats op het gebied van lezen, cultuureducatie, natuur- en milieueducatie, sport en sociale competenties. Een aantal activiteiten staat ook beschreven in andere plannen, zoals het Impulsplan en de VVE- voortgangsrapportage. 6.5 Voor- en naschoolse opvang De in het gebouw met ons samenwerkende partner Kinderstad biedt de mogelijkheid van vooren naschoolse opvang. Deze opvang vindt echter niet plaats binnen het gebouw. We onderhouden contacten met externen als maatschappelijk werk, Centrum voor Jeugd en Gezin, ZAT (Zorg Advies Team), Kompaan en De Bocht, Jeugdgezondheidszorg, logopedie, schooltandarts.
69
70
MIDDELEN 7.1 Huisvesting De school is onderdeel van Multifunctionele Accommodatie, MFA Het Kruispunt. Naast de school biedt de MFA ruimte aan wijkorganisatie De Twern, peuterspeelzaal Kinderstad, Instituut Maatschappelijk Werk West en Thebe dagopvang senioren. De school heeft voor de onder- midden- en bovenbouw ieder een eigen opgang / entree tot de school. Op de begane grond is de hoofdentree van de MFA vanuit de straatkant en het schoolplein te bereiken. De speerpunten van de school, zelfstandig werken en sociale vaardigheden, vinden een ruimtelijke vertaling in het gebouw door de drie onderwijspleinen waaromheen de klaslokalen van onder- midden- en bovenbouw zijn gegroepeerd. Op deze onderwijspleinen werken kinderen van verschillende leeftijden en uit verschillende groepen de hele dag door met elkaar samen. MFA Het kruispunt is gebouwd volgens het frisse school concept en heeft daarvoor het B- prestatielabel. 7.2 Aantrekkelijkheid leeromgeving De school is gehuisvest in Multifunctionele Accommodatie (MFA) Het Kruispunt. De MFA is een veelzijdig en duurzaam gebouw met een uniek karakter en is als zodanig een gebouw
waar alle gebruikers zich thuis voelen, een ontmoetingsplek en rustpunt in de wijk. Het gebouw grenst aan een groenvoorziening die we aan het inrichten zijn als speelleerlandschap. Kinderen kunnen hier spelen, zelf in ontdekhoeken dingen gaan ontdekken, planten verzorgen en/of zelf planten, enz. We zetten het speelleerlandschap ook in als verruiming van onze speelplaatsen. Alle klaslokalen hebben veel lichtinval en zijn voorzien van nieuw meubilair. Tevens is elk klaslokaal voorzien van een touch screen en een white board. De kinderen werken binnen de klas, maar ook buiten de klas op een onderwijsplein. Op het onderwijsplein werken kinderen van verschillende leeftijd en vanuit verschillende groepen met elkaar samen.
de continuïteit van het onderwijs niet in gevaar brengen. Onze school conformeert zich aan het convenant “scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” 2015-2018 en het op basis daarvan geformuleerde “algemeen sponsorbeleid Xpect Primair”.Naast middelen uit sponsoring vraagt de school aan ouders een ouderbijdrage voor de bekostiging van vieringen en evenementen.
Ruimte voor ideeën, notities en/of overdenkingen.
7.3 Hoe komen beschikbare middelen ten goede aan kinderen? Het is mogelijk dat de school middelen uit sponsoring ontvangt. De schoolleiding en het bevoegd gezag zien er op toe dat de sponsoring verenigbaar is met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Het mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs in gevaar brengen. Ook mag het wegvallen van de sponsormiddelen
71
dekken is “Problemen ont k even belangrij oplossen.” als problemen
72
BRONNEN 35. Bronmateriaal en verwijzingen bovenschools: • Strategisch beleidsplan Xpect Primair 2015-2019 • Procedure kwaliteitszorg Xpect Primair • Katholieke Identiteit Xpect Primair • Schoolbezoek Xpect Primair • Sponsorbeleid Xpect Primair • Werving, selectie & mobiliteit Xpect Primair • Resultaatgerichte gesprekkencyclus op bestuursniveau • Rolprofiel leerkracht Xpect Primair • Rolprofiel directeur Xpect Primair • SVIB binnen Xpect 36. Bronmateriaal en verwijzingen op schoolniveau, waarbij te denken aan: • Schoolondersteuningsprofiel • Schoolondersteuningsplan • Schoolplan 2011-2015 • Inspectierapport
73
BIJLAGE GEZAMENLIJKE AFSPRAKEN 1.ONDERWIJS Het bevoegd gezag bewaakt en monitort de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Regelmatig wordt de dialoog gevoerd met de directeur. Wekelijks bespreken de bestuurder en de bestuursmanagers de voortgang van de organisatie. Hierbij is het uitgangspunt dat we vanuit een proactieve houding, gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen om te voldoen aan de geformuleerde ambities. Samen bewaken we de vastgestelde ondergrenzen en is er support om de school verder tot ontwikkeling te brengen. Gegevens van opbrengsten, tevredenheidspeilingen, evaluaties en schoolontwikkeling worden verbonden met elkaar en vormen input voor een jaarlijkse evaluatie van de bestuurder en de managers aan de school. Tijdens dit schoolbezoek worden klassen bezocht en vinden gesprekken plaats met directie, de intern begeleider(s), leraren, ouders en leerlingen.
74
2.PERSONEEL De gesprekkencyclus Onze stichting kent een gesprekkencyclus waarbij gericht gewerkt wordt aan de professionele ontwikkeling van de medewerkers. Aan het begin van elk jaar vindt een planningsgesprek plaats waarbij de directeur en medewerkers afspraken maken over resultaten en competenties. Halverwege het jaar vindt er een voortgangsgesprek plaats waarin de voortgang van de afspraken op de agenda staat. Aan het eind van het eerste jaar vindt vervolgens een evaluatiegesprek plaats en aan het eind van het tweede jaar een beoordeling. Het rolprofiel leerkracht is hierbij het uitgangspunt. De mobiliteit van onze medewerkers. Xpect Primair stimuleert mobiliteit voor alle medewerkers in de overtuiging dat dit leidt tot professionele groei en talentontwikkeling.
Wij kennen drie soorten mobiliteit: 1. verplichte mobiliteit in verband met budgettekorten Dit betreft medewerkers die op een andere school geplaatst moeten worden in verband met een teruglopend leerlingaantal en verminderde financiering op een school. 2. vrijwillige mobiliteit Alle vacatures worden gepubliceerd, zodat medewerkers van Xpect Primair die vanuit hun eigen motivatie van school willen wisselen hierop kunnen reageren. Bij vrijwillige mobiliteit wordt er met alle betrokkenen overleg gevoerd of er sprake is van een geschikte match. 3. geregisseerde mobiliteit Hierbij gaat het om medewerkers die, vanwege functionerings- of persoonlijke redenen, op een andere school geplaatst worden. Verder vallen hier ook de medewerkers onder die overgeplaatst worden omdat de organisatie van mening is dat zij op een andere school meer toegevoegde waarde hebben vanwege hun expertise, ervaring of vanwege hun persoonlijke ontwikkeling.
Het verzuimbeleid. Verzuim zien we als gedrag en we gaan ervan uit dat gedrag beïnvloedbaar is. We richten onze aanpak van het verzuim vooral op de beïnvloeding van dit gedrag en het onderliggende keuzeproces. De directeur heeft een centrale rol tijdens het hele verzuimproces. Denk aan preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie. Dit betekent dat de medewerker in geval van mogelijk verzuim het eerste contact heeft met de directeur. Afspraken over verzuim en werkhervatting worden gemaakt tussen medewerker en de directeur. Pas wanneer hier behoefte aan is, vindt overleg plaats met andere adviserende partijen zoals bedrijfsarts of P&O. Voor de medewerker is het van belang dat hij of zij problemen of knelpunten vroegtijdig op tafel legt, zich verantwoordelijk voelt voor het eigen verzuim, betrokken blijft bij de organisatie en moeilijkheden niet uit de weg gaat. Functiedifferentiatie. Op dit moment kennen wij een beperkte vorm van functiedifferentiatie. Differentiatie vindt nu vooral plaats door toedeling van aanvullende taken, gebaseerd op interesse en expertise. Op projectbasis en op enkele scholen wordt ervaring opgedaan met verdergaande differentiatie. Hieruit kunnen nieuwe functies ontstaan.
Xpect Primair wil differentiatie stimuleren en faciliteren als dit leidt tot betere leerkrachten en beter onderwijs aan onze kinderen. Taakbeleid. Xpect Primair heeft, met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, gekozen voor het overlegmodel. Dit betekent dat er op schoolniveau afspraken gemaakt worden over de verdeling van de taken. Op bestuursniveau zijn alleen de 40-urige werkweek en de verplichte pauze als kaders aan de scholen meegegeven. In het invoeringsplan worden afspraken gemaakt over het opslagpercentage dat hoort bij de lesgevende taken, over de werktijden en de aanwezigheid van medewerkers op school en bij studiedagen. Het team inventariseert de overige taken en verdeelt deze. In een gesprek tussen directeur en medewerker worden afspraken gemaakt over het persoonlijke rooster en de uit te voeren taken. 3.LEIDERSCHAP EN MANAGEMENT Met het strategisch beleidsplan “Oog voor verbinding” van onze stichting hebben we een belofte gedaan aan onze leerlingen, ouders en medewerkers. De ambities die beschreven staan in dit plan verwoorden en verbeelden een an-
dere koers in denken en handelen. Deze ingeslagen weg vraagt ook om een andere manier van organiseren. Daar hoort naar ons idee een Rijnlandse manier van organiseren bij. We gaan de organisatie qua structuur stap voor stap op een Rijnlandse wijze inrichten. Het Rijnlands organiseren is onder te verdelen in drie uitgangspunten: 1. We willen een lerende organisatie zijn. Hierbij zijn erkende ongelijkheid en leren het uitgangspunt; 2. Eigenaarschap creëren is van belang in het Rijnlands denken. Het gaat over samen creëren en samen maken. Op deze manier is er een groter leereffect. 3. Bij het Rijnlands denken gaan we uit van pluriformiteit. Er wordt niet gewerkt op basis van standaarden en controle. Wel wordt er een ondergrens geformuleerd en bewaakt. Deze omslag is een ontwikkelproces en zal niet bij iedereen op dezelfde manier verlopen. We gaan het gedrag eigen maken wat past bij deze zienswijze. We zullen gaan werken met resultaatverantwoordelijke teams en units om het eigenaarschap en het leerrendement te verhogen. Voor de leidinggevenden binnen onze organisatie houdt dit in dat zij meer dienend en
“Of we vi nden een weg, of we mak en er één .” 75
dienstverlenend worden. Om onze directeuren toe te rusten dit veranderingsproces te begeleiden, zullen we gezamenlijk werken aan het uitbouwen van onze professionaliteit. Dit doen we met alle directeuren, de bestuurder en de managers door middel van een management development traject. Binnen onze organisatie zijn de scholen het centrum, alle andere zaken zijn faciliterend en liggen daaromheen. Wij realiseren ons dat de wereld om ons heen vaak Angelsaksisch is ingericht en hier zullen we op gepaste wijze mee omgaan. 4. ORGANISATIE EN COMMUNICATIE De wijze waarop we bovenschools vorm geven aan de samenwerking met onze partners. Lokaal Educatieve Agenda De onderwijsontwikkelingen binnen de gemeente Tilburg worden vastgelegd in de Lokaal Educatieve Agenda. De komende jaren zal de nadruk liggen op: talentontwikkeling van kinderen en professionals, integrale locatieplannen, kindcentra, aansluiting passend onderwijs en jeugdhulp, veiligheid en op de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs. Ook de doorgaande lijn krijgt aandacht. Het betreft hier zowel de overdrachtsmomenten als de onderwijsinhoud.
76
Peiling van tevredenheid bij leerlingen, ouders en medewerkers Om kwaliteit te kunnen handhaven en verbeteren, is het zaak om goed te luisteren naar wat je om je heen hoort en goed te kijken naar wat je om je heen ziet. Om te leren en verbeteren, meten we met regelmaat het resultaat van ons onderwijs bij ouders, leerlingen en medewerkers door middel van tevredenheidsonderzoeken. Deze meting vindt minimaal één keer per drie jaar plaats 5.MIDDELEN. Sponsoring. Het is mogelijk dat de school middelen uit sponsoring ontvangt. De schoolleiding en het bevoegd gezag zien er op toe dat de sponsoring verenigbaar is met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Het mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs in gevaar brengen. Ook mag het wegvallen van de sponsormiddelen de continuïteit van het onderwijs niet in gevaar brengen. Onze school conformeert zich aan het convenant “scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” 2015-2018 en het op basis daarvan geformuleerde “algemeen sponsorbeleid Xpect Primair”.
77
78
79
Basisschool Antares Sabelhof 12, 5044 JR Tilburg 013 467 2611 •
[email protected] • www.basisschoolantares.nl