ministerie van verkeer en waterstaat
rijkswaterstaat
Informatievoorziening Integraal Waterbeheer
rijs wijk 12 augustus 1986 DIV-AD-1398 C 5502
versie 2.0
Informatievoorziening Integraal Waterbeheer
Rp. NR. S;GiM.
DATUM
,n
Ib-s- V j Prll-JS
Cssoa BiUio'.hcelcHo*fcJüirec'ïe v. d. W.-isrstaat Koningskaüe 4 2596 AA 's-Crjïvjihage i*UuUu*a*JJi*ïi» a--viai: .a„-«», Wiat- ,n- "ia»
Rijswijk 8 augustus 1986 DIV-AD-139 8 versie 2.0
I
INHOUDSOPGAVE
Verantwoording Samenvatting 1. Begrenzing aandachtsgebied 2. Schets huidige situatie 3. Toekomstige situatie, wensen en ontwikkelingen 4. Startpunt voor de strukturering van de informatievoorziening 5. Plan van aanpak informatievoorziening integraal waterbeheer 6. Relatie plan van aanpak met MIP 7. Konklusies
Bijlagen: 1. groepssamenstelling en werkwijze 2. globale uitwerking en fasering plan van aanpak
Geraadpleegde literatuur
VERANTWOORDING
In de directieraadvergadering d.d. 26-5-'86 is het concept Meerjareninformatieplan (MIP) aan de orde geweest. De DR kon zich in grote lijn vinden in de gepresenteerde concept-beleidslijnen, echter kanttekeningen werden geplaatst t.a.v. het proces om tot een zo goed mogelijke (management) informatievoorziening te komen. Ten aanzien van dit proces zijn twee stromen onderkend, te weten de fundamentele filosofie conform het concept-MIP en de konkretisering en voortgang van informatieplannen en automatiseringsproj ekten. De DR heeft daarbij aangegeven dat slechts daadwerkelijke betrokkenheid van het management bij deze stromen tot succesvolle afronding van de informatie-inspanning kan leiden. Als eerste korikrete aanzet daartoe werden twee projecten gestart met aktieve participatie van de respectievelijke DR-leden v.d. KLeij en Slagter; de informatievoorziening m.b.t. het integraal waterbeheer en m.b.t. een integraal verkeers- en vervoersbeleid. Tot zover een bewerking van de besluitenlijst n.a.v. de DR-vergadering. De opstellers beoogden met voorliggende nota te voldoen aan de opdracht van de DR t.a.v. integraal waterbeheer. Ben brede consultatie van betrokkenen op basis van versie 1.0 leidde tot de konklusies dat: - de nota daar niet volledig aan voldeed, met name omdat geen aandacht werd geschonken aan de informatievoorziening t.b.v. het beleidsontwikkelingsprojekt "Omgaan met Water", dat op termijn moet leiden tot een 3e Nota Waterhuishouding; - de nota onvoldoende konkrete beschrijvingen biedt van de huidige en toekomstige knelpunten in de informatievoorziening t.b.v. integraal waterbeheer, om de beoogde aanpak richting DR afdoende te motiveren; - de in algemene termen, in versie 1.0, beschreven situatie van de informatievoorziening integraal waterbeheer in hoofdlijnen herkend werd en de verwachting was dat na uitwerking van beide bovengenoemde punten, de voorgestelde aanpak alsnog als te volgen weg uit de bus zou komen.
Derhalve werd besloten de DR een aanpak te adviseren, waarmee aan genoemde tekortkomingen tegemoet gekomen wordt en een versie 2.0 van deze nota als bijlage bij het advies te voegen, die zich beperkt tot de algemene situatieschets en de te volgen methodologie. De nota is opgesteld door een aantal bij integraal waterbeheer en/of informatievoorziening betrokken RWS-medewerkers afkomstig uit verschillende directies en diensten. Meer gedetailleerde informatie aangaande groepssamenstelling en werkwijze wordt gegeven in bijlage 1.
I
SAMENVATTING*
The organizations that will excel in the 1980's will be those that manage information as a major resource. John Diebold, 1979 Opdracht In haar vergadering d.d. 26 mei '86 heeft de DR n.a.v. de bespreking van het Meerjareninformatieplan, opdracht gegeven tot een nadere konkretisering van de aanpak om te komen tot optimalisering van de informatievoorziening t.b.v. het integraal waterbeheer. UitgKflBPunten De uitwerking van deze opdracht in voorliggende nota is gebaseerd op drie centrale uitgangspunten: Invalshoek voor optimalisering van de informatievoorziening is primair het RWS-bedrijfsproces (business activity) integraal waterbeheer. Dat is immers het proces dat door de informatievoorziening ondersteund moet worden. Informatie t.b.v. een bepaald beslissingsniveau binnen integraal waterbeheer bestaat steeds uit met elkaar in verband gebrachte en geïnterpreteerde, aan een lager niveau ontleende gegevens. Op het laagste niveau betreffen deze gegevens geobjectiveerde feiten als de toestand van het watersysteem, wettelijke voorschriften e.d. Integraal waterbeheer speelt in op de groeiende maatschappelijke behoefte aan geïntegreerd beleid. Om dit te kunnen bereiken ontstaat een toenemende vraag naar geaggregeerde en geïntegreerde informatie (minder veel over meer aspekten, met hogere kwaliteit), niet alleen op beleidsniveau, maar ook op de lagere beslissingsniveaus.
II
Huidige situatie informatievoorziening integraal waterbeheer De informatievoorziening t.b.v. het integraal waterbeheer bevindt zich in een natuurlijk ontwikkelstadium, dat vele organisatie doormaken. Men worstelt met de gevolgen van een zeer snelle, veelal ongeplande groei van de informatievoorziening in de afgelopen jaren, die vooral veroor zaakt is door de snelle ontwikkelingen in de automatisering. Ondanks de veelheid aan hulpmiddelen en de goede bedoelingen van velen is een situatie ontstaan waarin de informatiebehoefte - hoog gespannen door de technologische beloften en de maatschappelijke vraag - niet naar wens bevredigd wordt en heeft de organisatie het gevoel door de zuigkracht van de doorontwikkelende technologie in een nauwelijks beheersbare situatie te geraken, waarin alleen het financiële kapmes nog soelaas lijkt te kunnen bieden. De tijd voor een fundamentele herbezinning t.a.v. informatievoorziening lijkt aangebroken. Beleidsontwikkelingen in andere sectoren Een noodzaak tot herbezinning die voor de RWS en met name het integraal waterbeheer nog eens versterkt wordt door: - de aan integraal waterbeheer inherente, toenemende complexiteit van de benodigde informatie; - de doorzettende deconcentratie binnen RWS,die leidt tot een complexer wordende informatiestniktuur; - beperkte financiële ruimte, die gemotiveerde prioriteitenstelling voor alle RWS-aktiviteiten vraagt; - een klantgericht beleid, dat onder meer hoogwaardige informatievoorziening naar de verschillende maatschappelijke sectoren vraagt. Recept voor verbetering Een inmiddels door vele vooraanstaande organisaties beproefd recept om tot verbetering en op termijn optimalisering van de informatievoorziening te komen, is het structuren van de informatievoorziening op basis van een "informatieplan". Het informatieplan beoogt - in tegenstelling tot de huidige ad-hoc aanpak bij het ontwikkelen van (geautomatiseerde) delen van de informatievoorziening - te komen tot een samenhangende prioriteitenstelling van
III aan te pakken projecten, zowel op het gebied van automatisering, organisatieaanpassingen, communicatie, functieversterking. Deze prioriteitenstelling wordt gebaseerd op een diagnose en bijbehorende remedies die gesteld zijn na een onderzoek, van wat wordt aangeduid als de "informatie-architectuur". Een nieuw en aan de eisen des tijds voldoend fundament De informatie-architectuur is een beschrijving van de verschillende deelprocessen binnen integraal waterbeheer en hun onderlinge informatie-uitwisseling, alsmede de aan de informatie ten grondslag liggende data( structuur). Automatisering simpel voorstellend als een door steeds meer medewerkers actief te gebruiken combinatie van hardware en software, die data been verwerken, en beseffend dat software en hardware in het licht van de snelle ontwikkelingen een vluchtig bestaan zullen hebben, komt meer en meer de conclusie naar voren dat juist de datastructuur essentieel is als bindend element voor de automatiseringsinspanning.
processenstructuur^*^: datastructuur
Deze benadering weerspiegelt de eerdergenoemde uitgangspunten, dat het met informatievoorziening te ondersteunen proces centraal dient te staan en dat alle informatie binnen het bedrijfsproces uiteindelijk te herleiden is tot een beperkte set basisgegevens. Een belangrijk element van het schetsen van een dergelijk relatief statisch kader is het feit, dat voorzover maatregelen gezocht worden in de sfeer van nieuwe (geautomatiseerde) hulpmiddelen, de datastructuur een stabiel ankerpunt daarvoor kan vormen. In de huidige situatie worden de verschillende informatiesystemen relatief zelfstandig ontwikkeld. Hierbij wordt vele malen hetzelfde wiel uitgevonden, terwijl bij een behoefte aan integratie van systemen, dit vaak alleen kan door het ontwikkelen van een nieuw integrerend systeem. Op basis van een doordachte informatiearchitektuur als gemeenschappelijk fundament voor te ontwikkelen informatiesystemen, mag een verhoogde effektiviteit van de ontwikkelingsaktiviteiten verwacht worden.
IV Randvoorwaarden voor de ontwikkeling van het fundament Om te komen tot een informatieplan, dat aan voornoemde pretenties voldoet, met beide voeten op de grond staat, acceptabel is voor de RWS en geen plan om het plan en geen plan van deskundigen voor deskundigen is, dient de aanpak ervan aan een aantal kritische randvoorwaarden, ontleend aan ervaringen van voorgangers, te voldoen. In de allereerste plaats is dat actief commitment van het topmanagement i.c. de DR zelf en actieve betrokkenheid van het kader - (hoofd-)afde lingshoofden c.s. - hij de totstandkoming ervan. Verder een compacte projectstructuur, waarbinnen een klein full-time projectteam, binnen een periode van ca. 6 maanden, komt tot een aantal mijlpaalproducten en een eindresultaat, op basis van een vooraf gedefinieerd en door de DR geaccordeerd eindresultaat. Verwachtingen t.a.v. de aanpak Integraal waterbeheer lijkt vooralsnog een goed te begrenzen bedrijfsproces, dat in aanmerking kan komen voor een pilot-project in deze sfeer. Evaluatie van deze inspanning zal de vraag moeten beantwoorden of en hoe deze aanpak voor andere RWS-bedrijfsprocessen zinvol kan zijn en hoe een aanpak voor de totale RWS gestalte kan krijgen. Op basis van het voorgaande moet niet verwacht worden dat de informatievoorziening binnen het integraal waterbeheer binnen zes maanden met het wondermiddel informatieplan geoptimaliseerd zal worden. Wel moet ingezien worden dat deze aanpak noodzakelijk is om überhaupt een kader te ontwikkelen waaruit verder gewerkt kan worden. Ben kader dat als gemeenschappelijke onderlegger voor de optimalisering van de inforamtievoorziening binnen het integraal waterbeheer kan dienen. Een onderlegger voor projecten op het gebied van organisatieveranderingen, automatisering, communicatie, functieversterking etc. Procedure in geval beschreven aanpak gevolgd wordt 1. De DR geeft opdracht tot het opstellen van een informatieplan integraal waterbeheer binnen een periode van ca. 6 maanden.
V
2.
De DR delegeert haar opdrachtgeversrol aan een stuurgroep bestaande uit twee DR-leden en twee lijnmanagers in het bedrijfsproces waterbeheer. Deze stuurgroep richt een projectteam op, stelt een klankbordgroep in, beoordeelt de mijlpaalproducten van het projectteam, schept waar nodig voorwaarden voor het projectteam en adviseert de DR na beoordeling van het eindresultaat over de verdere voortgang.
3. De DR geeft de stuurgroep als randvoorwaarden voor haar sturende taak mee: - het projectteam dient te bestaan uit 3 a 4 deskundigen van management-niveau op het gebied van waterbeheer, twee ervaren externe en een interne informatiedeskundige; - het projectteam dient een maand na oprichting een projectwerkorder aan de stuurgroep ter accordering voor te leggen, waarin het te bereiken eindresultaat gedefinieerd wordt; - dit eindresultaat dient in ieder geval te omvatten een informatiearchitectuur integraal waterbeheer, een diagnose van de informatievoorziening in dat bedrijfsproces en een gemotiveerde prioriteitenstelling van aan te pakken projecten op het gebied van organisatie, automatisering, communicatie e.a.; - de opstelling van het informatieplan mag niet leiden tot inhoudelijke belemmeringen voor in ontwikkeling zijnde projecten.
Vlhat is needed is bottom-up design of individual subsystems with maximum encouragement for local initiative in creating such subsystems and a methodology for top-level planning of the data resources these systems use. James Martin, 1982.
- 1 -
1
BEGRENZING AANDACHTSGEBIED
Het door de DR aangegeven aandachtsgebied voor deze nota, omvat twee hoofdthema's namelijk integraal waterbeheer en informatievoorziening. Een belangrijk onderscheid tussen beide thema's is het feit dat integraal waterbeheer een primair bedrijfsproces (business activity) van de RWS is, terwijl informatievoorziening een ondersteunend proces is. Naast het in het oog springende aspekt van de (computer-)modellen ten behoeve van bedrijfsvoering, beleidsontwikkeling en studie betreft de informatievoorziening ook zaken als (in willekeurige en niet omvattende volgorde): meetnetten, centrale en decentrale computersystemen, overlegkaders, datacommunicatie, beleids- en beheersinformatie, presentatiefaciliteiten etc. Zoals voor elk bedrijfsproces kunnen ook binnen integraal waterbeheer een aantal (beslissings-)niveaus onderscheiden worden. Algemeen hanteert men hiervoor: beleid
Het opstellen van besturingskoncepten, op basis van de maatschappelijke ontwikkelingen (bv. Omgaan met water), besturen Het opstellen van beheerscenario's, op basis van kennis van het betreffende bedrijfsproces en zijn omgeving (bv. Beheersplan Zoommeer), beheren De dagelijkse praktijk (bv. Bedieningsvoorschriften kunstwerk) . Voor de informatievoorziening is van belang dat elk niveau een specifieke informatiebehoefte heeft. Algemeen geldt dat van de lagere naar de hogere niveaus behoefte bestaat aan een beperktere omvang en geringere detaillering van de informatie, terwijl diezelfde informatie tevens steeds meer aspekten dient te omvatten. Een en ander is schematisch weergegeven in figuur 1.
'beleid
vertikale informatievoorziening
besturen beheren
*- horizontale informatievoorziening
Figuur 1. Samenhang tussen hoeveelheid aspekten, mate van detail en hoeveelheid informatie per aspekt voor de verschillende beslissingsniveaus.
De kwaliteit van de informatievoorziening j wordt bepaald door de mate waarin de doelstellingen van het integraal waterbeheer op het betreffende niveau ondersteund worden. Een optimale informatievoorziening t.b.v. integraal waterbeheer zal zich op twee sporen moeten richten: 1. goede toegankelijkheid van de basisgegevens aangaande het watersysteem zelf en de voor het watersysteem r;elevante omgeving (bv. juridisch-bestuurlijk instrumentarium, wiskundige modellen, technische infrastruktuur), alsmede consistentie ien goede verspreidingsmogelijkheden van die gegevens (horizontale informatievoorziening). een voor de aggregatie van basisgegevens en de integratie vanuit verschillende invalshoeken, adequaat ingerichte en van de juiste hulpmiddelen voorziene organisatie; eert zinvolle terugkoppeling van de ontvangers van informatie over de mate waarin de ontvangen informatie bruikbaar is voor de doelstellingen op het ontvangende besluitvormingsniveau (vertikale informatievoorziening).
- 3-
Uit de omschrijving van beide sporen zal duidelijk zijn dat optimalisering van de informatievoorziening zich niet beperkt tot het aanreiken van (geautomatiseerde) hulpmiddelen. Ook organisatorische aspekten, communicatielijnen, procedures en bepaalde informatieproducerende functies binnen het integraal waterbeheer kunnen voor verandering in aanmerking komen. De kans op succes bij een aanpak op deze twee sporen wordt in belangrijke mate bepaald door de vraag in hoeverre het integraal waterbeheer als zelfstandig bedrijfsproces gezien kan worden en vanuit welke relevante omgeving van het watersysteem de informatiestroom meegenomen moet worden. Uit een eerste verkenning dienaangaande bij het opstellen van deze nota lijkt het integraal waterbeheer een voor de informatievoorziening goed begrensbaar geheel te vormen. In de nadere uitwerking zal deze stelling een nadrukkelijk punt van onderzoek moeten zijn.
In een complexer wordende maatschappij ontstaat een steeds groter wordende behoefte aan geïntegreerd beleid Op deze ontwikkeling wordt nadrukkelijk ingespeeld door als RWS te streven naar integraal waterbeheer. Deze expliciete beleidskeuze leidt ertoe dat op steeds lagere niveaus de behoefte aan geïntegreerde informatie ontstaat. Een behoefte waaraan slechts voldaan kan worden door een hierop ingerichte informatievoorziening. Een principieel uitgangspunt hierbij is de zienswijze dat informatie bestaat uit met elkaar in verband gebrachte en geïnterpreteerde gegevens (data). Hierbij zijn de gegevens dan steeds op een lager niveau geproduceerde informatie. Uiteindelijk, op het laagste niveau betreft dat geobjectiveerde feiten (bijv. de toestand van het watersysteem, wettelijke voorschriften e.d. Ook de kwaliteit van de beleids- of managementinformatie op de hoogste niveaus (het topje van de vertikale informatievoorziening), wordt dus in belangrijke mate mede bepaald door de kwaliteit van de horizontale informatievoorziening op het laagste niveau.
- 4 -
2
SCHETS HUIDIGE SITUATIE
De toenemende belangstelling voor informatievoorziening, als ondersteunend proces, is niet uniek voor RWS, maar leeft in vrijwel alle grotere organisaties. Deze trend wordt niet in de laatste plaats veroorzaakt door de ontwikkelingen in de automatisering. Enerzijds maken die in toenemende mate aggregatie en integratie van basisgegevens mogelijk en beloven nog veel meer in die richting voor de toekomst (expert systemen, decision support systemen e.d.). Anderzijds is de beheersbaarheid van de automatisering voor vele managers een in belang toenemend punt van zorg. De (toekomstige) ontwikkelingen in de informatievoorziening binnen RWS kunnen dan ook in redelijke mate geïllustreerd worden met een algemeen aanvaard beeld van het natuurlijke groeipad van de automatisering versus de kosten ervan (Nolan's stages: figuur 2 ) .
automatiseringskosten
1
2
3
4
5
6
groeifasen (zie navolgende tekst) Figuur 2. Nolan's groeifasen versus automatiseringskosten.
introduktie
De automatisering vind plaats binnen de afdelingen, waarin de eerste programma's gebruikt worden. De ontwikkeling van deze syétemen wordt gerechtvaardigd door kostenoverwegingen. In het kader van > integraal waterbeheer kan hierbij gedacht worden aan de eerste waterbewegingsmodellen op de onderzoeksafdelingen,
popularisering Automatisering slaat aan in grote delen van de organisatie en de hoge verwachtingen dienaangaand leiden tot snelle ongeplande groei van applikaties en systemen, met een bijbehorend sterke stijging in kosten. Het topmanagement begint naar beheersingsinstrumenten voor de kostenexplosie te zoeken. De automatisering van het integraal waterbeheer heeft deze fase in belangrijke mate achter zich. beheersing
Het topmanagement instigeert kostenbeheersing. Er wordt
een
centrale
automatiseringsfunctie
inge-
richt. Er worden standaarden en normen opgesteld. Vaak blijken de beheersinstrumenten te stringent te zijn en resulteren in een mislukking ten aanzien van het gebruiken van de mogelijkheden van automatisering om de gebruikersverwachtingen te beantwoorden. Een ieder zal zonder veel moeite het integraal waterbeheer in deze fase, eventueel in fase 2/3 kunnen inkaderen, integratie
Een meer verfijnde beheersing van de inspanning op basis van gedegen planning, waarbij projekten aangepakt worden op basis van een integraal beeld van de gewenste informatievoorziening en kosten/baten afwegingen. Decentralisatie van de ontwikkelingsinspanningen op basis van een centraal geaccordeerd en beheerd fundament,
databeheer)
Pasen die een verdere uitbouw te zien geven van de
rijpheid
in fase 4 verworven zaken, waarbij in toenemende ma-
)
- 6 -
te de informatievoorziening gebaseerd wordt op de wensen van de verschillende beslissingsniveaus in de bedri jfsprocessen. De stap van fase 3 naar fase 4, wordt in de literatuur ook wel aangeduid als het overgangspunt tussen het "computertijdperk" en het "informatietijdperk". Veel organisaties worstelen nog in fase 3 met het ontbreken van een planmatige aanpak in het verleden. Anderzijds worden ze, mede onder invloed van technologische evoluties, versneld en vrijwel onvoorbereid naar de vierde fase toegezogen.
Ben algemene (zwart-wit) schets van de huidige hoofdproblemen in de informatievoorziening rond het integraal waterbeheer omvat: *
slechte toegankelijkheid van de basisgegevens;
*
gebrekkige faciliteiten voor de aanmaak van geïntegreerde en geaggregeerde informatie;
*
slechte kennis over welke informatie waar beschikbaar is;
*
onvoldoende (informele) communicatie;
*
onvoldoende presentatiefaciliteiten,
*
onvoldoende kwaliteit van bepaalde informatieproducerende funkties;
*
onvoldoende toetsing van ontvangen informatie aan uit de doelstellingen af te leiden kwaliteitskriteria en terugkoppeling van het resultaat hiervan aan de informatieproducenten;
*
het ontbreken van een kader waarin gemotiveerd prioriteiten gesteld kunnen worden bij het ontwikkelen van hulpmiddelen voor de informatievoorziening en te nemen veranderingsmaatregelen.
De oorzaken van al deze problemen liggen deels in de technologie van het ondersteunende proces van informatievoorziening en van delen van het primaire bedrijfsproces integraal waterbeheer. Gelet op ervaringen in andere bedrijven en instellingen mag er echter vanuit gegaan worden dat een belangrijk deel van de problemen terug te voeren is tot organisatorische problemen in beide processen.
- 7 -
3
TOEKOMSTIGE SITUATIE, WENSEN EN ONTWIKKELINGEN
De wensen t.a.v. de toekomstige informatievoorziening ten behoeve van integraal waterbeheer worden vooral ingegeven door de in de huidige situatie levende problemen (zie hoofdstuk 2). Daarnaast spelen meer algemene ontwikkelingen een rol van betekenis.
*
integratie waterbeheer
In toenemende mate zal ook op lagere beslissingsniveaus
geïntegreerd
ge-
bruik van gegevens uit verschillende water(sub)systemen en t.a.v. verschillende aspekten gewenst zijn. decentralisatie RWS
De
doorzettende
decentralisatie
zal
zich wat betreft de informatievoorziening uiten door een toenemende behoefte aan communicatiefaciliteiten en het vermogen managementinformatie aan te maken, alsmede decentrale aankoop en ontwikkeling van informatiesystemen. *
klantgerichtheid RWS
De RWS zal zich de mogelijkheden moeten scheppen om adekwaat te reageren op de informatie-behoeften van de verschillende sektoren van de maatschappij, die immers klant van RWS zijn.
beperking financiële
Waar de informatievoorziening binnen
inspanning
RWS zich nog bevindt in een fase van snelle groei (zie hfst, 2) is extra aandacht nodig om de financiële konsekwenties van deze groei te beheersen.
*
automatiseringstechnologie
Mede onder invloed van de technologische ontwikkelingen (lokale en interlokale netwerken, personal computers, vierde generatietalen, expertsystemen etc.) zal de automatisering in toenemende mate doordringen tot het bureau van voor
de
individuele medewerker, die
zichzelf beperkte toepassingen
zal ontwikkelen.
- 8 -
Voorgaande opsomming van 'belangrijke ontwikkelingen in kombinatie met de eerder geschetste problemen in de huidige informatievoorziening ten behoeve van het integraal waterbeheer maken duidelijk dat optimalisering van de informatievoorziening vele aspekten zal dienen te omvatten. Niet in de laatste plaats zullen ook organisatorische aspekten zowel t.a.v. de ondersteunende informatievoorziening als t.a.v. het integrale waterbeheer aan de orde zijn.
- 9 -
4
STARTPUNT VOOR DE STRUKTURERING VAN DE INFORMATIEVOORZIENING
In de voorgaande hoofdstukken is geschetst dat de informatievoorziening ten "behoeve van integraal waterbeheer een natuurlijk ontwikkelingsproces doormaakt, waardoor de RWS momenteel voor een soort overgangspunt staat, dat door de DR, gelet op haar besluitvorming t.a.v. het M P , ook min of meer als zodanig herkend is. In theorie zijn vele elementen voor een goede informatievoorziening aanwezig, echter het lukt niet goed ze effektief toe te passen. Zoals reeds eerder gesteld is deze situatie niet uniek voor de RWS en heeft men de afgelopen periode in verschillende toonaangevende organisaties naar een oplossing voor deze problematiek gezocht. Algemeen bestaat daarbij de indruk dat men binnen de eerder geschetste figuur een keuze heeft uit de trajekten a en b (figuur 3) •
automatiseringskosten b *» ^—« I ^^^ If f
a. groeipad bij extra investering in strukturering informatievoorziening b. groeipad bij achterwege blijven van strukturerende maatregelen
1 2 3 4 5 6 groeifasen (toenemende effektiviteit; zie hfdst. 2) Figuur 3« Alternatieve groeipaden voor de ontwikkeling van de informatievoorziening
Groeipad a. geeft aan dat een fundamentele herbezinning op het struktureren van de informatievoorziening en de daarbij behorende investering de kosten op termijn beheersbaar kan maken en een doorgroei naar een
- 10 -
kwalitatief goede integrale informatievoorziening bereikt kan worden. Op groeipad "b. beperkt men zich tot marginale aanpassingen wat leidt tot op hol slaande kosten en een verslechtering van de kwaliteit van de informatievoorziening als een niet ondenkbaar alternatief. Invalshoek voor groeipad a., de strukturele aanpak, zijn de primaire bedrijfsprocessen. Kennis van de samenhang tussen de verschillende deelprocessen is essentieel voor de strukturering van de informatievoorziening ten behoeve van deze processen. Berst als bekend is welke processen informatie produceren en/of consumeren en hoe de doorgifte van informatie plaatsvindt, is het stellen van diagnoses ten aanzien van gewenste veranderingen zinvol mogelijk.
processen
Eerder is reeds gesteld dat informatie steeds het produkt is van de aggregatie van een grotere hoeveelheid informatie van een lager niveau, en uiteindelijk van de basisgegevens over de toestand van objecten en omgeving van het betreffende bedrijfsproces, in dit geval het integraal waterbeheer. Een eenduidige struktuur van deze basisgegevens (data), in de zin van naamgeving, bijbehorende kenmerken en onderlinge relaties (datamodel) is derhalve van belang voor de informatievoorziening in het gehele bedrijfsproces, zowel horizontaal als vertikaal. Eenduidigheid van de struktuur van de basisgegevens zorgt ervoor dat geproduceerde informatie zonder onnodige vertaalslagen aan de informatieconsument beschikbaar gesteld kan worden, terwijl een gemeenschappelijke voertaal t.a.v. deze data het zoekproces sterk kan vereenvoudigen.
- 11 -
Het structureren van de informatievoorziening ten "behoeve van het integraal waterbeheer kan derhalve eerst starten als de struktuur van de deelprocessen en de struktuur van de basisgegevens (data) bekend zijn. Dit samenstel wordt ook wel informatiearchitektuur genoemd.
processen < V data
De ontwikkelingen in de automatiseringstechnologie leveren steeds krachtiger hulpmiddelen (4 e generatietalen, expert systemen, decision support systemen) om op deze fundamentele wijze met het proces van informatievoorziening om te gaan en er verbeteringen in aan te brengen. Op haar beurt is de daadwerkelijke toepassing van deze nieuwe automatiseringshulpmiddelen binnen de informatievoorziening voor het integraal waterbeheer sterk gebaat bij het vaststellen van een kader in de vorm van een informatiearchitektuur als hierboven geschetst. Een simpele schets van het geautomatiseerde deel van de informatievoorziening bestaande uit een drietal hoofdelementen ziet er als volgt uit: software: - de toenemende mogelijkheden om op eenvoudige wijze naar eigen inzicht bewerkingen en verwerkingen op gegevens uit te voeren zal leiden tot een steeds vluchtiger bestaan van met name de kleinere applikaties. Echter ook de grotere applikaties zullen de gevolgen hiervan ondervinden, hardware: - de zeer snelle ontwikkelingen leiden tot korte afschrijftermijnen en een vluchtig bestaan van bepaalde hardware, zij het minder vluchtig dan dat van de software, data : - het meest stabiele element binnen deze trits. De meerderheid van de gegevenssoorten binnen integraal waterbeheer en hun onderlinge relaties zullen niet snel wijzigen, wel zal naar verwachting continu sprake zijn van een zekere aanvulling met nieuwe of afvloeiing van oude gegevenssoorten.
- 12 -
Gelet op het voorgaande is het voor de hand liggend, en door verschillende grote organisaties reeds in gang gezet, de inforaatiearchitektuur te kiezen als ankerpunt voor de ontwikkeling van een gestructureerde informatievoorziening en met name de in het geautomatiseerde deel daarvan opgesloten, datastruktuur. Hierbij wordt opgemerkt dat nu reeds in beperkte mate en in de toekomst in toenemende mate, de kwaliteit van de managementinformatie aan de top van de vertikale informatievoorziening mede bepaald zal worden door de mogelijkheid van inzet van nieuwe automatiseringshulpmiddelen.
Stel de ontwikkeling van een informatiesysteem voor als het bouwen van een pijler met legostenen. In de huidige situatie wordt voor elke pijler afzonderlijk een noppensysteem ontwikkeld en de pijlers kunnen slechts verbonden worden door steeds meer speciale overgangsstenen te ontwerpen en toe te passen. De aanpak via een informatiearchitektuur is in deze analogie het ontwerpen van een grondplaat, waardoor voor elke pijler het noppensysteem vastgesteld is, zonder overigens de verdere vorm van de pijler voor te schrijven. Hoewel belangrijke elementen voor de grondplaat (datastruktuur) te ontlenen zijn aan de tot nu toe verzamelde ontwerpervaringen, moet gerekend worden op een serieuze inspanning voor ontwikkeling en beheer ervan. Deze inspanning zal echter ruim terugverdiend worden, doordat niet meer voor elke nieuw op te richten of te renoveren pijler een nieuw noppensysteem ontworpen hoeft te worden en ook de behoefte aan speciale overgangsstenen zal verdwijnen.
- 13 -
5
PLAN VAN AANPAK INFORMATIEVOORZIENING INTEGRAAL WATERBEHEER
De in hoofdstuk 4 geschetste informatiearchitektuur met als centrale elementen het te ondersteunen bedrijfsproces en de daarbij te hanteren datastruktuur is het centrale instrument voor de strukturering van de informatievoorziening in het integraal waterbeheer. Deze informatiearchitektuur is het uitgangspunt voor de diagnose van het informatievoorzieningsproces en de toe te passen remedies. Op basis van diagnose en mogelijke remedies dient vervolgens mede op grond van de doelstellingen binnen het integraal waterbeheer een gemotiveerde prioriteitenstelling ten aanzien van uit te voeren projekten opgesteld te worden. Naast projekten ter verbetering en aanreiking van (geautomatiseerde) hulpmiddelen, zullen dit ook projekten zijn op het gebied van organisatieveranderingen, verbetering van communicatie, versterking van bepaalde informatieproducerende deelprocessen van het integraal waterbeheer e.d. Tevens mag van het plan verwacht worden, dat het inzicht biedt in de reikwijdte van informatiesystemen binnen RWS en daarmee een hulpmiddel kan zijn bij het nemen van beslissingen omtrent (de-)centralisatie van de informatievoorziening. Het totaal van informatiearchitektuur, diagnose, remedies en prioriteitenstelling wordt navolgend - in overeenstemming met het algemeen gebruik - aangeduid als informatieplan integraal waterbeheer (zie hfst. 6 voor relatie met het MIP). Een dergelijk plan zal nadrukkelijk verschillen van een sectorplan waterbeheer, zoals dat in het verleden opgesteld is. Waren die plannen vooral ongestructureerde opsommingen van voorgenomen aktiviteiten, het informatieplan legt de nadruk op de struktuur van de informatievoorziening. In bijlage 2 wordt een voorbeeld gegeven van de fasering en inhoud van het planproces. Met het opstellen van informatieplannen in bovengenoemde zin is in meerdere organisaties reeds de nodige ervaring opgedaan. Hieruit zijn een aantal kritische randvoorwaarden voor het slagen van zo'n aanpak af te leiden.
- 14 -
Aktieve commitment van het top-management. Alleen door aktief commitment en betrokkenheid van de hoogste leiding kan worden bereikt, dat de atrukturering van de informatievoorziening wordt gebaseerd op de aktuele visie op de toekomst van het bedrijf(sproces), en dat er in de organisatie voldoende tijd en aandacht aan de verwezenlijking van de atrukturering wordt besteed. Ook het feit dat het informatieplón (verstrekkende) adviezen t.a.v. organisatorische aspekten binnen zowel het integraal waterbeheer als de ondersteunende informatievoorziening kan bevatten, vereist een draagvlak op het hoogst mogelijke niveau van de RWS om aan deze adviezen gestalte te kunnen geven. Betrokkenheid van het middenkader. Akseptabele, door de organisatie gedragen resultaten worden slechts verkregen als de leiding en het middenkader van die organisatie aktief betrokken zijn bij de totstandkoming ervan. Anders wordt een plan van deskundigen, voor deskundigen gecreëerd. Team-samenstelling. Om ervoor te zorgen dat het informatieplan "met beide voeten op de grond staat" en resultaten worden geboekt, die voor het management en de organisatie geloofwaardig zijn, moet de projektgroep samengesteld zijn uit 3 a 4 materiedeskundigen op managementniveau, die 50 a 100$ van hun tijd beschikbaar zijn en ondersteund worden door 2 a 3 informatiedeskundigen (full-time). Dit team moet een werkgroep vormen ©n geen (vertegenwoordigende) overleggroep. Beperkte doorlooptijd. Beperking van de doorlooptijd van het projekt tot ca. 6 maanden is essentieel om in voldoende mate de aandacht van de organisatie te kunnen vasthouden en om te voorkomen dat de basis van het plan is verouderd op het moment dat het wordt uitgebracht. Vooraf gedefinieerd en geaccordeerd eindresultaat. Het vooraf definiëren en vooral accorderen van de aanpak en het te verwachten eindresultaat is een noodzakelijke voorwaarde voor het vinden van antwoorden op de juiste vragen. Daartoe dient de eerste fase van het projekt (ca. 1 maand) te leiden tot een zogenaamde projektwerkorder met als doel het afsluiten van "een contract" tussen de opdrachtgever en het projektteam. (zie ook bijlage 2 ) .
- 15 -
Gericht op de informatievoorziening ten behoeve van het integrale waterbeheer betekent een en ander dat voorzien zou moeten worden in: een stuurgroep, waarin vertegenwoordigd twee DR-leden en twee lijnmanagers uit de sektor waterbeheer, die de mijlpaalprodukten van de projektgroep beoordeelt en waar nodig voorwaarden schept, als uitvloeisel van de aktieve commitment van de DR. een projektteam, waarin opgenomen 3 a 4 deskundigen van managementniveau op het gebied van (aspekten van) integraal waterbeheer, die hun kennis opgedaan hebben door job-rotation of anderszins. Tevens 2 ervaren externe informatiedeskundigen en een interne informatiedeskundige . een klankbordgroep, die enerzijds de projektgroep tot dienst zal zijn, anderzijds de gekozen aanpak dient te verankeren in de RWSorganisatie. een opdracht van de DR aan de projektgroep voor het opstellen van een informatieplan in de zin van voorliggende nota, nader te konkretiseren in een aan de stuurgroep - als gedelegeerd opdrachtgever - voor te leggen projektwerkorder. financiën ten behoeve van het inhuren van de externe deskundigheid, terugkoppeling van het eindresultaat van de projektgroep/stuurgroep aan de DR. Het opstellen van een informatieplan is een essentiële stap in de overgang van het ontwikkelen van ad-hoc hulpmiddelen ten behoeve van de informatievoorziening naar een geïntegreerde aanpak van een gestructureerde informatievoorziening voor het integraal waterbeheer. Het informatieplan is echter slechts de eerste stap op die weg. Enerzijds zullen uitvoeringsprojekten gepland en uitgevoerd moeten worden, anderzijds zullen ook voor de andere primaire RWS-processen (bijv. constructies, verkeer en vervoer) dergelijke plannen opgesteld moeten worden. Ook zal, zonder te vervallen in een zinloze plannencultuur voorzien moeten worden in regelmatige evaluatie en aanpassing van het planningsgedeelte van het plan. Echter ook de meer statische informatiearchitektuur, zoals die in een eerste informatieplan zal verschijnen, zal zeker voor verbetering en waar nodig detaillering vatbaar zijn.
- 16 -
De keuze voor data als stabiel ankerpunt voor de informatievoorziening heeft bovendien de konsékwentie dat invulling gegeven zal moeten worden aan een functie databeheer, die de consistentie en eenduidige toepassing van de datastrukturen zal moeten verzorgen.
Een aanpak zoals voorgaand geschetst, die start met een bezinning op de vraag welke bedrijfsprocessen en datastrukturen van belang zijn voor de informatievoorziening, staat bestaande inspanningen inhoudelijk gezien niet in de weg. De levensduur Van (geautomatiseerde) hulpmiddelen is dusdanig beperkt (ca. 5 jaar) dat het fundament dat met een informatiöplan gelegd wordt redelijk snel door de gehele informatievoorziening voor integraal waterbeheer gebruikt zal kunnen worden. Het datamodel, dat onderdeel is van de informatiearchitektuur, zal direkt na voltooiing z'n vruchten afwerpen, omdat ontwerpers van geautomatiseerde systemen er direkt gebruik van kunnen maken, wat kostenbesparend werkt.
- 17 -
6
Relatie plan van aanpak met MIP
Het in deze nota geschetste plan van aanpak is gebaseerd op de wens van de DR om konkrete invulling te geven aan de inspanningen ten behoeve van de informatievoorziening voor het integrale waterbeheer. De primaire invalshoek is daarbij het bedrijfsproces integraal waterbeheer met als ondersteunend proces informatievoorziening. Het geschetste plan van aanpak bevindt zich op het kruispunt van het primaire en secundaire proces.
RWS
b e l e i d s p l a n
W water
b e l e
— personeel
d
middelen
constr. vervoer
s
P 1 a n
informatie
* \
informatieplan integraal waterbeheer
Het beoogde informatieplan integraal waterbeheer heeft een tijdshorizon van 4 a, 5 jaar, wordt elk jaar bijgesteld (wat een beperkte inspanning vergt ten opzichte van de nu geplande eerste opstelling) en leidt tot konkrete projekten c.q. verdere detailleringsplannen ten behoeve van de informatievoorziening.
- 18 -
Het informatieplan is primair afgestemd op de behoeften vanuit het waterbeheer, maar past binnen de hoofdbeleidslijnen van het RWS-beleidsplan voor het aspekt informatie, die neergelegd zijn in het MIP. In de ideale toekomstige situatie kennen alle hoofdbedrijfsprocessen van de RWS een informatieplan, die tezamen passen in een informatiestruktuurschets, die bijlage is bij het MIP en met name gemotiveerd de opsplitsing van de HWS-bedrijfsprocessen ten behoeve van de informatieplanning weergeeft. De ontwikkeling van bovengenoemde planstruktuur en de zorg voor de praktische toepasbaarheid ervan als besturingskonsept voor de RWS-informatievoorziening zijn taken voor een in te stellen funktie informatiemanagement. Ook het beheer van de verschillende datamodellen valt onder deze funktie, die opgebouwd en bekostigd kan worden, doordat met het instellen ervan, een rationalisatie van de huidige versnipperde inspanningen in die sfeer bereikt kan worden.
- 19 -
7
KQNKLUSIES
De directieraad van de RWS is van mening dat korikrete stappen gezet moeten worden op het geMed van de structurering van de informatievoorziening en heeft daarvoor integraal waterbeheer als pilot projekt aangewezen. De toestand van de informatievoorziening ten behoeve van het integraal waterbeheer, bevindt zich in een ontwikkelingsfase die zich kenmerkt door een ongestructureerdheid ten gevolge van de snelle, ongeplande groei van de informatie voorziening(-smogelijkheden) in de afgelopen jaren. Deze ontwikkelingsfase is niet uniek voor het integraal waterbeheer, maar is reeds in vele organisaties als zodanig onderkend. Teneinde te kunnen voldoen aan de wensen tot verbetering van de huidige situatie en gelijke tred te houden met meer algemene ontwikkelingen (integratie waterbeheer, decentralisatie RWS, klantgerichtheid RVS, beperking financiële inspanning, voortschrijdende automatiseringstechnologie), is een nadrukkelijke extra inspanning c.q. heroriëntatie t.a.v. de informatievoorziening noodzakelijk. Deze extra inspanning is te omschrijven als het opstellen van een informatieplan, dat gebaseerd is op een beschrijving van het primaire bedrijfsproces integraal waterbeheer en de informatievoorziening ten behoeve van dat proces en de daarbij behorende datastruktuur. Als totaal ook wel aangeduid als informatiearchitektuur. Qm deze inspanning te leveren dient door de DR een projektteam ingericht te worden, onder zijn direkte sturing. Dit projektteam, samengesteld op basis van deskundigheid en niet op basis van vertegenwoordiging dient in een kompakt en goed omschreven kader binnen een termijn van 6 maanden, een informatieplan af te leveren.
-20-
Op basis van het informatieplan kan de opdrachtgever, de direktieraad, beslissingen nemen over prioriteitenstelling van projekten ter verbetering van de informatievoorziening ten behoeve van het integraal waterbeheer. Deze projekten zullen zich naar verwachting onder meer richten op het realiseren van (geautomatiseerde) hulpmiddelen, organisatorische aspekten, communicatie procedures en verandering van bepaalde informatieproducerende funkties binnen het integraal waterbeheer. De aanpak zoals beoogd voor integraal waterbeheer is reeds in verschillende organisaties buiten RWS gevolgd en lijkt na een pilotprojekt voor waterbeheer ook bruikbaar voor de andere primaire bedrijfsprocessen binnen RWS. Een complete verzameling informatieplannen voor de verschillende RWS-processen biedt een solide fundament voor het informatiebeleid van de RWS. De grensafbakening tussen de informatieplannen voor de verschillende bedrijfsprocessen dient vastgelegd te worden in een globale informatiestruktuurschets, die als bijlage in het MIP wordt opgenomen.
Om te benadrukken dat konklusies als bovenstaande in lijn liggen met de ontwikkelingen binnen veel organisaties en visie van algemeen erkende experts op dit gebied, tot slot twee al wat oudere citaten van deze laatste groep. "The organizations that will excel in the 1960's will be those that manage Information as a najor resource" John Diebold, 1979 "Hhat is needed is bottom-up design oef individual subsysteoa with naximm encouragement for local initiative in creating such subsystems, and a nethodology f or top-level planning of the date resources these systems use". James Martin, 1982
- 21 -
Bijlage I
Groepssamenstelling en werkwijze
Naar aanleiding van het DR-besluit d.d. 25-5-'86 is op 19-6-'86 op initiatief van HW-A een eerste verkennende bespreking gehouden. Deelnemers waren een aantal medewerkers uit verschillende direkties en diensten, die betrokken zijn bij integraal waterbeheer en/of informatievoorziening. Deelname vond plaats - evenals in latere sessies - op persoonlijke titel en niet als vertegenwoordiger van een direktie of dienst. De uitwerking van deze bespreking heeft vervolgens plaatsgevonden in een tweedaagse sessie te Moermond d.d. 2 en 3 juli 1986. Op basis van een vooraf opgesteld programma en vooraf verzonden achtergrondinformatie is intensief gediskussieerd en uiteindelijk het raamwerk voor onderhavige rapportage vastgesteld. Naast zeven RWS-medewerkers werd aan deze sessie ook deelgenomen door een medewerker van het Waterloopkundig Laboratorium. Vervolgens is de onderhavige rapportage versie 1.0 opgesteld en aan de sessie-deelnemers toegezonden. Zo veel als mogelijk hebben deze binnen hun eigen organisaties de hoofdlijnen van de rapportage uitgedragen en getoetst aan de daar levende opvattingen. De versie 1.0 is vervolgens aan de orde geweest in een bespreking d.d. 7 augustus '86 waaraan naast de deelnemers aan de Moermondsessie deel genomen werd door verschillende andere bij de problematiek betrokken RWS-medewerkers. Deze bespreking leidde tot een principiële statuswijziging van de nota (zie verantwoording). De hieruit voortvloeiende aanpassingen hebben vervolgens geleid tot de voorliggende versie 2.0.
- 22 -
Deelnemers aan de Moermondsessie en opstellers van deze rapportage waren:
ir. J.L.J. Boot ir. M.M. v.d. Braak ir. J.W. Brouwer ir. M.E.L. Dronkers ir. H.J. Groenewegen ir. T. Schilperoort ir. A.J. Struijk drs. J. Visser
DGW-IO DIV-AD HW-A DBW/RIZA-IO DIV-AD
WL BER-AX DBW/RIZA-WS
Deelnemers aan de bespreking d.d. 7 augustus waren: ir. F. Dijkman
DBW/RIZA-WS
ir. P. Huisman
HW-A
ir. J. Jelsma
DGW-WS
drs. J.T.J. Klaassen
HW-0
ir. W. v.d. KLeij
HW-A
ir. E. v. Marie
HW
ir. M.A. Veen
HW-Ï1
drs. H.J.C.H. Welles
HW-F
mr. P.J. Zeven
HW-A
Daarnaast was voorafgaand aan deze "bespreking met verschillende andere betrokkenen in diensten en direkties kontakt geweest. Het geheel vond plaats onder voorzitterschap van ir. J.W. Brouwer. De voorbereiding van het programma van de Moermond-sessie en de redaktie van de rapportage was in handen van ir. H.J. Groenewegen.
- 23 -
Bijlage II
Globale uitwerking en fasering plan van aanpak
De fasering en uitwerking van het planproces ten behoeve van een informatieplan zijn reeds door vele auteurs beschreven. Over het algemeen verschillen ze slechts op onderdelen. In ieder geval bestaat vrij algemene overeenstemming aangaande de kritische randvoorwaarden voor het welslagen van het informatieplan (zie hiervoor hfst. 5)« Daar niet genoemd, maar ook algemeen aanvaard is de mening dat een strikt methodische aanpak van het planproces noodzakelijk is. En hoewel een ieder natuurlijk zijn eigen methode aanprijst, is de gangbare mening dat het belangrijker is om een methode te volgen dan welke methode gevolgd wordt. In dat kader moet ook de navolgende tekst van deze bijlage gezien worden, die in belangrijke mate ontleend is aan de leidraad informatieplannen, opgesteld door het Interhoofddirectioneel Overlegorgaan Automatisering van de PTT. Planproces Het planproces bestaat uit twee delen: het opstellen van de projektwerkorder voor het maken van een informatieplan. de aktiviteiten binnen de verschillende planfasen, aan te duiden als resp. verkennende fase, informatieanalysefase en adviesfase. Het opstellen van de projektwerkorder vergt ca. 1 maand en valt deels samen met de verkennende fase van het feitelijke planproces. De projektwerkorder heeft tot doel een kontrakt af te sluiten tussen de opdrachtgever (DR-RWS) en het projektteam waarbij garanties verkregen worden t.a.v.: - het resultaat van het planproces - de betrokkenheid van de gebruikers - de projektorganisatie - de grenzen van het onderzoeksgebied - de planning en de kosten. Ben raamwerk voor een projektorder is bijgevoegd als appendix bij deze bijlage.
- 24 -
j?r£jejrtteam Het projektteam dient te bestaan uit materiedeskundigen van hoog niveau en ondersteunende informatiedeskundigen. Teneinde duidelijk te maken dat een informatiedeskundige zich onderscheidt van een automatiseringsdeskundige is eveneens als appendix bijgevoegd een overzicht van door de PTT aan informatiedeskundigen te stellen eisen. FaserjLng De verkennende fase heeft tot doel inzicht te krijgen in de problematiek van het bedrijf(-sproces), alsmede om te komen tot een duidelijke(r) definitie van het te onderzoeken gebijed. Tevens wordt een eerste selektie van aan te pakken knelpunten gemaalrt. In de informatieanalyse-fase wordt voor het eerder afgebakende gebied een beschrijving gegeven van de huidige en van de gewenste situatie. In beide gevallen wordt dit aangegeven door de relaties vast te leggen tussen de verschillende deelprocessen, de informatievoorzieningsstruktuur en de gegevens. Het resultaat van de adviesfase is het feitelijke infonnatieplan. Aangegeven wordt hoe de informatievoorziening kan worden geoptimaliseerd en langs welke weg dit kan worden gerealiseerd. Het betreft hierbij zowel automatiseringsprojekten als niet-automatiseringsprojekten. Van de uit te voeren projekten worden een globale projektdefinitie, inclusief programma van eisen c.q.. doelstellingennota en plan van aanpak geschetst. In de navolgende appendix worden ter illustratie van de aktiviteiten per fase en doelstellingen per aktiviteitl weergegeven, zoals die verwoord zijn in de eerder genoemde PTT-nota.i Aanpak_in HWÊ^verband_ De voor het integraal waterbeheer te kiezen methode hoeft geen overdruk van de PTT-leidraad te zijn. Met name de in te huren externe deskundigheid zal een belangrijk stempel op de methode-keuze drukken. Wel zal een dusdanige methode &.'rozen moeten worden dat een aantal zinvolle mijlpaalprodukten, bv. overeenkomend met vooromschreven fasen ter beoordeling aan de in te stellen stuurgroep ter accordering voorgelegd kunnen worden.
De activiteiten per fase Fase 1 : Verkennende fase Activiteiten
1.1 1.1.1* 1.1.2* 1.1.3
1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.2.1 1.2.2
Hst globaal beschrijven ven: de organitatie da doelsielling(en) de bedrijfsprocasaen 1) primaira processen 2) ondersteunende processen 3) planningsproceasen 4) beheersprocessen de relaliea tuatan da processen onderling da relaliea tuaaan procaaaen en organiaalia relaliea van de organiaalia mei de omgeving Hal inventariseren van de probleemgebieden en knelpunten, ook naar aard (org., inl ) Bealuitvorming m.b.t. da aanpak van de knelpunten l.b.V. late 2
Voorbeelden van te gebruiken hulpmiddelen
Organisatieschema ï
A-icheme'e Relatieta bellen Basisschema's
Selectie-cnleria
1.3
Atbakenen nador te ondertoeken gebied (informatieproblemen i.b.v. faaa 2|
A-schema's Relatieta bellen
1.4
Opatellen plan van aanpak voor tase 2
Projectwarkcrder
1.5
Rapporteron.over laaa 1 waarin da bevindingen van de klankbordgroep (zie bijlage 2) zijn opgenomen
Rapport/pre tentene
1.6
Bealuitvorming over da te nemen volgende stap.
* Voorzover nul reedi beichraven dan wel vastgesteld.
25
De activiteiten per fase Fase 2: Informatie-analysefase
Activiteiten
2.7
Het beschrijven ven de wenselijke informatiestruktuur en informatiesystemen
2.8
Vaststellen van de wentelijke relttiet tutten dataklasten en inlorrnitieiyitemen en de relatiea met organisatie en proestten
Relttietabellen Inlormatiakruit
2.9
Het betchrijven v i n het wentelijke beheer v i n gegevent en informatiesystemen
Betturingtmoda!
2.10
Het beschrijven van tytteemontwikktlingtuitgangspunten en daarbij behorende consequenties en te nemen beslissingen
Beleidtuitiprikan
2.11
Opstellen plan v i n aanpak voor faae 3
Projectwerkorder
2.12
Rapporteren over fate 2 waarin ook de bevindingen van de klankbordgroep lijn
Rtpport/preaentttie
Beschrijving huidige situatie Activiteiten
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3
2.2
2.3
2.4
Het nader uitwerken v i n : de bedrijfsprocessen de relities tutten de proceiten tot op gegevensverzamelingniveau de relttiei met de omgeving tot op gegevensverzamelingniveau Het beschrijven v i n de logitche gegevensverzamelingen (ditakleuen)
Voorbeelden van te gebruiken hulpmiddelen
1-schema'i l-achema't l-tchema't
Data dictionary
Het beichrijven van de operationele en in ontwikkeling zijnde inlormatieayatemen Vaatttellen van de relatiei tutten dataklatsan en informttieiyilemen en de relttiet met de organitatie en met de proceiten
opgenomen Relatietabellen Informatiekruit
2.13
B Beschrijving gewenste situatie Op betit van de besluitvorming van late 1 , 1.2.2 Activiteiten
2.6 2.5.1 2.5.2 2.5.3
2.6
26
Het betchrijven van da wentelijke uitvoering vin de bedrijftprocesten Relttiet met de organisatie (uitvoering, venntwoordelijkheid) Relatiei tuisen de procesten tot op gegeventverztmelingniveau Het betchrijven vtn de wenselijke relaties met de omgeving tot op gegevensverzamelingniveau
Voorbeelden ven te gebruiken hulpmiddelen
Voorbeelden ven t e gebruiken hulpmiddelen
Relatietabellen I-schema's Basisschema's
Hat betchrijven van de wenselijke logitche gegeventverztmelingen jdaiiklassen)
27
Besluitvorming over de te nemen volgende «iep
Doelstelling per activiteit Fase 1: Verkennende fase
De activiteiten per fase Fase 3: Adviesfase Beschrijving vin d t projecten binnen aan stapsgewijze raaliaatia (migratiepad) Activiteiten
3.1
3.2
3.3
3.4
3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.E
Voorbeelden van ta gabruifcan hulpmiddelen
Vaatatallan randvoorwaarden »n uilgangapunian voor da ta volgen aanpak (eventueel omechrijving van da toekomstige aituatia)
Hiermee wordt aangegeven wat het te onderzoeken gebied is voor hei mtormatieplan. Mat name welke afdelingen c.q. functies zullen worden betrokken bij het onderzoek. 1.1.2 Het globaal beschrijven van de doelstellingen
Toepaabaarhaidaonderzoek baataanda informatiesystemen binnen toekomstige •truciuur Hat beiChrijven van uit ta voeren projecten en oploaaingarichting
1.1.1 Het globaal beachrijven van da organisatie
Om de informatiebehoefte te kunnen bepalen is inzicht in de doelstellingen] vsn de organisatie noodzakelijk. Trajsctanacope Projectendefinitie Functionaliteiten per project
Het beachrijven van de consequenties die uit de raaliaatia van het informatieplan voortvloeien Syataem-techniach (hardware, datacom.) Organiaatoriach Sociaal Financieel
1.1.3 Het globaal beachrijven van de bedrijfsprocessen Inzicht wordt verkregen, over welke bedrijfsprocessen het onderzoek plaatsvindt Met de organisatie wordt overeenstemming bereikt, welke processen sla primair of als ondersteunend dienen te worden beschouwd, dan wel planningsol beheersproces zijn. Belangrijk is. de procaaaen die worden uitgevoerd binnen da in lasa \. 1.1.1 aangegeven organiaatie. ta detecteren deze in categorieën in te delen. 1.1.4 Het globaal beschrijven vsn de relaties tussen da processen onderling
Vaautellen van prioriteiten en het maken van aan keuze
Afwegingstabellen Netwerkschema's
3.6
Opatallen plan van aanpak voor het eerste uitvoaringatrajact
Projectwerkorder
3.7
Opatallan eindrapport waarin da bevindingen van de klankbordgroep zijn opgenomen
Rapport/presentatie
3.8
Besluitvorming over de te nemen volgende atap
De in'fase 1,1.1.3 gevonden proceasen hebben veelal aen 'informatorischa' relatie met elkaar. Oaze relatie wordt op globaal niveau aangageven, waardoor tevens bepaald kan worden of de informatie, benodigd voor het uitvoeren van aan proces, afgestemd is op dit proces. 1.1.6 Het globaal beachrijven van de relatiee tueeen de proceasen en de organiaatie In deze activiteit wordt onderzocht wat da relatie vsn de in fase 1. 1.1.1 vastgestelde organisatie lot de in lase 1 . 1.1.3 gedetecteerde processan is. Hat onderzoekgebied dient nu duidelijk gedefinieerd te zijn alsmede de interne relaties. 1.1.6 Het globaal beschrijven van da relaties van da organisatie met de omgeving Ook zal de invloed van de omgeving op de organisatie in beeld moeten worden gebracht, om te kunnen onderzoeken welke externe factoren van invloed zijn op de informatievoorziening van het te onderzoeken gebied.
28
29
1.2.1 Inventariseren van da probleemgebieden an knelpunten Door het onderzoek, uitgavoard in da activiteiten 1.1.1 t/m 1.1.6. moat het - alhoewel globaal - duidelijk zijn om welke knelpunten het hier gaat. Deze knelpunten dienen naar aard (organiiatie, informatie, afstamming etc.) gecategoriseerd te worden. 1.2.2 Beelurtvorming nvb.t. da aanpak van de knalpuntan In deze activiteit wordt vastgesteld welka knelpunten in aanmerking komen voor verder onderzoek. Da keuze wordt gedaan aan da hand van selectiecriteria, dia genoemd zijn in hat informatiebeleid.
Doelstelling per activiteit Fase 2: Informatie-analyse A Beschrijving huidige situatie 2.1.1 Hat nadar ultwarkan van de bedrijfsprocessen De processen uit activiteit 1.3 worden hier nader uitgewerkt, tot op een niveau dat voor de analysefasa noodzskelijk wordt geacht 2.1.2 Da relaties tussen de processan tot op gegevanavarzamelingniveau
1.3 Afbakenen van nader ta onderzoeken gebied
Hierdoor wordt op gegevensverzemelingniveau inzicht verkregen in de 'inlotmatorische releties' tussen de processen (het verder uitwerken van activiteit 1.1.4 binnan het afgebekende deel uit lasa 1,1.3).
Aan de hand van fats 1.1.2.2 wordt hier bepaald op welk gebied (1.1.1 t/m 1.1.6) de knelpunten betrekking hebban. Hierbij spelen ook da overwegingen van hfdst. 8.1, het opsplitsen naar deelgebieden, en hfdat 8.2. da planningshorizon, aen rol.
2.1.3 Da relaties mat da omgeving tot op gagavansvarzamaUngnhraau
1.4 Opstellen plan van aanpak voor faaa 2 Uit de activiteiten van fase 1 is hat duidelijk geworden om welke organisatie, processen en knelpunten het gaat. Nu kan aan plan van aanpak, t.b.v. fase 2, aan de stuurgroep worden voorgelegd. 1.6 Rapporteren over faaa 1 Over de bevindingen van tasa 1 wordt aan de stuurgroep, t.o.v. de besluitvorming, gerapporteerd. Vaelel vindt om praktisch* redenen, rapportering d.m.v. een presentatie plssts.
30
Ook is het voor de analyse noodzakelijk tot op gegevensverzsmelingnivesu inzicht te hebben in de relsties van de organisatie met da omgeving (het verder uitwerken van 1.1.6 binnen het elgebakande daal uit 1.3). 2.2 Hat baechrijven van da logische gegevensverzamallngan In deze fase worden de logische gegeveneverzsmelingen geïnventariseerd waarna tot aen analyae van deze gegevensverzameling kan worden Overgegaen. 2.3 Het beschrijven van da operationele an In ontwikkeling zijnde informatieaystemen Hierbij gaat hat om de (aub)systemen binnen het in laaa 1,1.3 algebakande gebied. Alle al dan niet geautomatiseerde systemen worden gelnventsriseerd en beschreven. Aangegeven worden o.a. — de doelstelling - de functionaliteiten - de relatie met de organisatie.
31
2.4 Vaststellen V M de relaties tussen dataklassen en informatiesystemen en da raiatia m.b.t da organisatie an procasaan
2.8 Vaststellen van de wenselijke relaties tusaan datakleaaen en Informatiesystemen en de relaties met organisatie en proceseen
Het doal van data activiteit is erop gericht, te controleren dat da voorliggende activiieitan in deze iaie van eenzelfde abstractieniveau zijn. voorts om een eenduidig inzicht te krijgen in da huidige situatie en in de onderlinge relaties van hetgeen ia onderzocht.
Evenala bij 2.4 geiden hier de niveeucontrole alsmede hel eenduidige inzicht geven in de gewenste situatie. Duidelijk moet zijn dat de gewenste situatie niet altijd te realiseren is (denk san kostan. baten e.d.).
B Beschrijving gewenste situatie Na het analyseren van de huidige situatie wordt de gewenste situatie in beeld gebracht. Zowel voor de analyse van de huidige situatie ala voor hat in beeld brengen van da gewenste situatie wordt aan beroep gedaan op de deskundigheid van de
inlormatiekundige. T.a.v. da gewenste situatie balanceert de inlormatiekundige tusaan aan beschrijving van da theoretisch gewenste en praktisch haalbare situatie. Uiteraard is aan grote bedrijfskannis noodzakelijk. 2.6 Hat beschrijven van da wenselijke uitvoering van de bedrijfsprocessen 2.5.1 Relatiea met de organiaatie Hier wordt aangegeven wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van aan proces en hoe ds besturing moet plaatsvindan (analyse van 2.1.1).
2.9 H e t beschrijven van het wenselijke beheer van gegevens en informatiesystemen In deze activiteit wordt da verantwoordelijkheid vastgelegd t.s.v. de gegevens en de informatiesystemen. ' 2.10 Het beschrijven ven eysteemontwikkeUngsurtgengspunten en daarbij behorende consequenties en te nemen beslissingen Tijdens de gehele 'fsse-2' zijn uitspreken dan wel ssnnsmes gedssn over het te ontwikkelen informstiesysteem (denk hierbij san orgsnisstiewijzigmgen - wel of niet toegestssn - personeelmutsties. hsrdwars etc). Deze uitspraken en aannames worden in deze activiteit verzameld an san het beleid getoetst. 2.11 Opstellen plan van aanpak faaa 3 Uit de informatie-anslysefass dient een plan van sanpak voor faaa 3 aan de
2.6.2 Relatiea tussen de processen (da analyse van 2.1.2) 2.6.3 Relatiea mat de omgeving (da analyse ven 2.1.3} 2.8 Het baechrijven van da wenselijke logische gegevensverzameling (de analyaa van 2.2)
stuurgroep te worden voorgelegd. 2.12 Rapporteren over faaa 2 De bevindingen van fass 2 worden aan da stuurgroep gerapporteerd tb.v. de besluitvorming. Naast een presentatie dient ook een rapport over de analysafsse te worden uitgebracht.
2.7 Het beschrijven Van de wenselijke Informetjeatructuur en Informatiesystemen (de enelyae van 2.3.1)
32
33
Doelstelling per activiteit Fase 3: Adviesfase 3.1 Vaststellen randvoorwaarden en uitgangspunten voor da te volgen aanpak In actiwitait 2.8 i* da gawansta situatie in baald gebracht en in activiteit 2.10 da eystaemontwikkelingeuitgangepunten welke uiteraard consequenties hebben voor de gewenste aituatie. Nagagaan moet nu worden of er meer randvoorwaarden an uitgangspunten zijn. die 'afbreuk' doen aan de gewenste aituatie (automatiseringsbeleid. sociaal baltic! enz.). In deze fase komt het advies over da toakomatige aituatie tot stand.
3.8 Plan van aanpek voor hot eerste urtvoeringatralect Per alternatief wordt voor het eerate uitvoaringatraject een projectwerkorder gemaakt. 3.7 Opatellen eindrapport Over da advieafsae wordt een rapport dat tevens het eindrapport ii. uitgebracht.
3.2 Toepeabearheldaonderzoek bestaande informatiesystemen De bruikbaarheid van de bestaande intormstiesystsmsn in de toekomstige aituatie wordt in deze activiteit onderzocht. 3.3 Hat beschrijven van uit te voeren projecten an oplossingsrichting Aangegeven wordt in welke richting de oploaaing gezocht dient te worden en welke projecten hier uit voortkomen om de toekomatige aituatie te concretiaeren. Par project worden de definitie an da functionaliteit aangegeven. 3.4 Hat beschrijven van van da consequenties dia uh de realisatie van nat InformadepUn voortvloeien Deze activiteit dient om da consequenties expliciet aan te geven. 3.5 Veststelien van prioriteiten an het maken van aan keuze Indian mogelijk, worden aan aantal alternatieven voor da realisatie ven het in formatieplan samen mat een keuze-advies aan de stuurgroep aangeboden.
34
35
Model projectwerkorder voor het opstellen van een informatieplan Xi g O, O,
<
Projectwefkordec informatieplan . Ooc.nr Datum: 1 Opdrachtgever 2 Probleembeschrijving
5 Omschrijving ven uit te voeren werkzaamheden Het onderzoek wordt gefaseerd uitgevoerd, waarbij de volgende fasen Ie onderkennen zijn: 1. de verkennende fase 2. de informatie-analysefase 3. de adviesfase. Per fase wordt een aantal ectiviteiten uitgevoerd. Uit iedere activiteit dienen één of meer produkten te ontstaan, zodat per activiteit de voortgang bewaakt kan worden. 6 Projectorganisatie
2.1
Probleem Het probleem moet betrekking hebben op de informatievoorziening. 2.2 Achtergrondinformatie 3 Gevraagde actie Gerelateerd aan het probleem; binnen de doelstellingen ven het informatiebeleid c.q. het neasthogere informatieplan. De randvoorwaarden waaronder het informatieplan wordt uitgevoerd en/of de randvoorwaarden voor de te kiezen oplossingsrichting. (Voor doelstellingen informatieplan : uitwerking door werkgroep.)
4 Onderzoekgreruen 4.1 Grenzen Welke afdelingen, kolommen, functionarissen. Niveau in de organisatie zoals uitvoering, besturing, (top)management. 4.2 Gevolgen van da begrenzing
6.1 Stuurgroep 6.1.1 Samenstelling Oe voorzitter is een lid van de directie. De voorzitter van de klankbordgroep is in de stuurgroep opgenomen. 6.1.2 Teken - Starten van het onderzoek door goedkeuring van de projeciwerkorder - Toetsen van de resultaten aan de opdracht (op basis van rapportage vanuit de klankbordgroep) - Besluitvorming inzake voorstellen en gesignaleerde knelpunten (op basis van rapportage vanuit de klankbordgroep) - Bewaken van de voortgang (op basis van de projectplanning! - Voorbereiding van besluitvorming buiten het onderzoekgebied (drie, CD. dienstcommissie, enz.).
6.1.3 Te verwachten tijdbesteding Vast te stellen op basis van de projectplanning, in de projectplanning aangeven in welke weken stuutgroepvergaderingen noodzakelijk zijn. In principe zal een stuurgroepvergadering een halve dag in beslag namen.
6.2 Klankbordgroep 6.2.1 Samenstelling De voorzitter dient het hoofd van dé meest belanghebbende afdeling te zi|n. Verder kan de klankbordgroep bestaan uit stafleden en andere functionarissen uit de betrokken afdeling(en).
38
39
6.2.2 Taken - Hat schappen van kader* m.b.t. werkzaamheden van da werkgroep - Hat regalen van openingen naar de (lijn)organisalia - Hat laveren van da materie-deskundighaid t.a.v. da ta onderzoeken onderwerpen - Hat toetten van da produkten van da projectgroep - Rapportage aan da atuurgroep ovar • resultaten van het onderzoek • ta namen baaliasingan • voortgang vên hal onderzoek. 6.2.3 Ta varwachtan tijdbetteding Vaat ta stallen op basis van de projectplanning. In de projectplanning aangeven in welke waken klankbordgroepvergaderingen noodzakelijk zijn. In principe zal aan klankbordgroapvargedering een halve dag in beslag nemen. 6.3 Projectgroep 6.3.1 Samenstelling De projectgroep ia aan kleine groep, bestaande uit 2-5 personen. Da voorzitter van da projectgroep (projectleider) is verantwoordelijk voor het uit ta voaran onderzoek en da op ta leveren produkten. In da projactgroap dient in iader geval informatiedeskundigheid en materiedeskundigheid vertegenwoordigd ta zijn. Oa deskundigheid kan eventueel middelt externe krachten worden ingevuld.
6.3.2 Takan -
7.2 Capaciteitsplanning an kosten Voor hel verkrijgen van een goed inzicht in de kosten van hel onderzoek is Ben goed kostenoverzicht noodzakelijk. Dit kostenoverzicht dient voor interne medewerkers aan ta geven de te basteden uren. Voor externe medewerkers dient per fase (onderdeel) een kostenoverzicht (uren. guldens) opgesteld te worden. 8 Plan van aanpak De projectgroep maakt de definitieva warkorder a.d.h.v. da (globale) conceptwerkorder. Deze moet door da stuurgroep goedgekeurd worden. In alle gevallen dient naast een projectwerkorder ook aan plan ven aanpak opgesteld la worden. Hierbij dient da projactwarkorder als basis van het door da projectgroep op ta stellen plan van aanpak. In het plan van aanpak dienen mat name de volgende punten uit da projactwarkorder uitgewerkt te worden: - Da randvoorwaarden waaronder het inlormatieplan wordt uitgevoerd. - Punt 5 Omschrijving van uit ta voaran werkzaamheden - Punt 6 Projectorganisatie - Punt 7 Planning en kosten - De op te leveren produkten. In de projectwerkorder behoeven deze punten derhalve slechts globaal beschreven te worden. Het plan van aanpak dient door de klankbordgroep en door de stuurgroep goedgekeurd ta worden. 9 Goedkeuring Ter bevestiging van de goedkeuring dient da opdrachtgever deze projectwerk-
order te ondertekenen.
Uitvoeren van da vastgestelde activiteiten Opleveren van da vastgestelde produkten Rapportage aan da klankbordgroep over • uitgevoerde activiteiten • onderzoekresultaten • voortgang.
7 Planning an kosten 7.1 Projactplanning Voor het verkrijgen van aan goed inzicht in de omvang van het onderzoek is een gedetailleerde projactplanning noodzakelijk. Deze projectplanning dient minimaal inzicht ta gaven in - de doorlooptijd par fasa (onderdeel) - da geplande klenkbordgroepvergaderingen - da geplande stuurgroepvergaderingen.
40
41
co
Eisen te stellen aan een informatiekundige
•o c 0) o,
Functie-eisen informatiekundig* Bij het ontwikketen vin «en informatieplan kin het management - als opdrachtgever-deskundigheid laten inbrengen door een specialist, di* (althans dal is de bedoeling van de Werkgroep Informatieplannen) met een standaardpakket methoden en technieken ie uitgerust.
p.
<
0* vraag i»: Wat zijn de opleidinga- en •rveringseisen van dia specialist? In de literatuur over informatieplannen wordt niet ol nauwelijks aandacht besteed aan de (unctionaris die als specialisme informatieplanning heeft. Ook recente advertenties, waarin informatieplanning als onderdeel van de werkzaamheden wordt vermeld, geven geen duidelijk beeld welke eigenschappen aan hem/haar moeten worden toegedacht. Daarom zijn onderstaand enkele aspekten weergegeven als aanzet voor de te voeren discussie over de opleidings- en ervaringsaisen c.q. vaardigheden voor de functie van informatiekundige. N.B. De werkzaamheden van de informatiekundige lijn meestal niet of nauwelijks op waarde te beoordelen door het management van de organisatie^ eenheid waarvoor het informatieplan wordt opgesteld. Os kwaliteit van de informatiekundige is wel in hoge mate bepalend voor het resultaat. Oe inbreng moet daarom worden gegarandeerd door de leiding van da afdeling van waaruit hij/zij wordt ingezet. Functie-eisen — Acedemisch werk- en denkniveau, tot uiting komend in • goede analytische vaardigheden • goede redactionele vaardigheden • absuactievermogen — Inzicht in de automatisering — Algemene organisstiekennis, met name: • processen en besturing van de organisatie • besturing van veranderingaprocassen • projectmanagement — Kennis van en ervaring met methoden en technieken m.b.t. informatieanalyse en -planning — Algemene bedrijfskennis voor het gebied waarin de opdrachtgever werkzaam is (b.v. hdria). Algemeen De functie kenmerkt zich in hoge mate door de adviesrol voor het management. Het vereist een snel kunnen inwerken in de problematiek van (verschillende) managementniveaus c.q. die ven grote groepen gebruikers van informatie. Het bezitten van goede contactuele/sociale vaardigheden is een onontbeerlijke voorwaarde en dus meer dan de (ta) vaak gebruikte 'standaardeis.
37
Geraadpleegde literatuur
Bemelmans T.M.A.
"Bestuurlijke informatiesystemen en automatisering",
Leiden 1984. Eindrapport tweede Octogoonprojekt
"Voor dovemans ogen?"
De informatievoorziening van de politieke en ambtelijke top van departementen. Voorlichtingsdienst HBO-Raad, Den Haag, juni 1985. Ministerie van Verkeer en Waterstaat
"Omgaan met water"
Naar een integraal waterbeleid, 1985 Loman J,B.
"Structuur voor informatie- en automatiseringsplannen"
Kantoor en Efficiency, mei 1986 Maes R., Schrama A.H.M.
"Aspekten van informatieplanning"
Beleidsinformaticatijdschrift 84-/1 Oosterhaven J.A.
"Information Strategy Planning en Information
Engineering" Konferentieverslag "Worstelen met informatieplannen" NGI, Apeldoorn, juni 1986 P.T.T. Werkgroep Informatieplannen
"Leidraad Informatieplannen"
Rapportnr. EA-INE-8501, okt.'85 Rijkswaterstaat
Sebus G.M.W.
"Meerjareninformatieplan 1986 (Konsept)"
"Business Systems Planning"
Methodieken voor informatiesysteemontwikkeling NGI, Amsterdam, 1983 Uijttenbroék A.A.
"System Development Methodology"
PANDATA, Rijswijk, 1985