remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 10 januari 2011
De vrije wil Wat komt eerst? De daad of de gedachte?
van de redactie
Vrije wil of brein? Op 10 en 11 december werd in Dordrecht de Nationale Synode gehouden. In zekere zin is deze bijeenkomst een vervolg op de Synode van Dordt (Dordrecht) van 16181619. Opnieuw gaat het om de missie van de protestanten in Nederland. De Nationale Synode, editie 2010, was anders de vorige niet bedoeld als besluitvormende vergadering. Nu wilde men vooral onderzoeken en beleven wat de grote diversiteit aan protestanten die we in ons land hebben, met elkaar verbindt. De Remonstranten waren uitgenodigd. Zoals u mogelijk gehoord hebt, waren de Remonstranten oorspronkelijk van plan om te gaan, maar hebben zij er uiteindelijk vanaf gezien, tenminste op het niveau van een officiële delegatie. De reden was dat er naar ons inzicht te weinig ruimte was om gezamenlijk vast te stellen dat die Synode van 1618-1619 afliep op een manier die op zijn minst te betreuren is: de breuk met de remonstrantsgezinden, de veroordeling van hun theologische visie, en het afzetten van hun predikanten. In een volgend nummer van AdRem komen we nog op de Nationale Synode terug. Ondertussen een ander lijntje. Twistpunten op die Synode van Dordrecht van bijna vierhonderd jaar geleden, waren de mogelijkheid om belijdenissen te herzien bij voortschrijdend inzicht (Remonstranten voor, contra’s tegen),
en met name de predestinatieleer. Daarbij ging het om de vrijheid van de mens. De genade en het heil komen van God, maar heeft de mens niet op zijn minst de vrijheid om ‘nee’ te zeggen tegen dit aanbod? Het dagblad Trouw vatte de discussie ietwat kort door de bocht samen als ‘De remonstrantse minderheid geloofde in de vrije wil, de calvinistische meerderheid niet’. Interessant is dat heden ten dage opnieuw hevig gediscussieerd wordt over de vrije wil. Niet tussen rekkelijke en precieze kerkelijke stromingen, maar tussen neurowetenschappers (zie Victor Lammes boek: De vrije wil bestaat niet) en mensen die zich niet zomaar laten overtuigen dat de geest niets anders is dan een grappig bijproduct van het brein, dat zelfstandig alle beslissingen neemt. Hoe zit het, zijn de Remonstranten opnieuw de kampioenen van de vrije wil? En wat is er nog meer te zeggen over het wankelende klassieke beeld van de autonome mens die in vrijheid en redelijkheid bepaalt wat goed is en wat slecht? Lees het in dit nummer van AdRem.
•
Bert Dicou Hoofredacteur AdRem
Het volgende nummer van AdRem verschijnt op 10 februari 2011.
in dit nummer onder meer: 3 Presentatie LICHT
12 Voorbestemming of vrije wil?
4 Ahmed Marcouch
15 Overweging
6 De vrije wil bestaat niet
16 Verschijningen van Christus in onze tijd
8 Boekbespreking ‘De Val’
18 ’t Rentmeestertje
9 Miniatuur
19 Arminius! Rekkelijk!
10 Film ‘Hotel Rwanda’
20 Het gezicht van...
colofon Redactie: Carla Bierlaagh, Bert Dicou (hoofdredacteur), Michel Peters (eindredacteur), Sigrid Coenradie, Martijn Junte. Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030-2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties):
[email protected], of via bovenstaand redactie adres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 30,- euro per jaar voor niet-remonstranten. Advertentie tarieven op aanvraag. Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
Licht_Licht-omslag 04-10-10 18:58 Pagina 1
LICHT voorziet 100 oude bekende kerkelijke melodieën en mooie internationale traditionals van nieuwe teksten. De liedjes zijn geschikt om te zingen bij alle grote en kleine momenten van het leven, zowel in de kerk als daarbuiten. Coot van Doesburgh is de tekstdichter van vele bekende nummers, zoals 'Vleugels van mijn vlucht' van Paul de Leeuw en 'Waar is de zon' van Willeke Alberti. Ze vertaalde ook alle liedjes van de musical Mamma Mia!, waarmee ze veel lof oogstte. Onlangs verscheen van haar hand het boek Grenada, liefde voor een eiland. ‘Coot van Doesburgh heeft een wonder verricht. Honderd oude gezangen zijn een nieuw leven begonnen. Tijdloze menselijke emoties heeft zij gevangen in de taal van nu. Ik voel de behoefte om de liederen uit volle borst mee te zingen. Omdat ze zo mooi zijn geworden en zo helder en zo ontroerend in hun eenvoud.’ Paul van Vliet ‘Wat een prachtige teksten! Ik zing zo graag de liedjes die Coot speciaal voor mij heeft geschreven. Super dat ze nu zulke mooie teksten voor iedereen heeft gemaakt.’ Paul de Leeuw
Coot van Doesburgh LiCht
presentatie LICHT
Coot van Doesburgh
100 liedjes voor iedereen
www.uitgeverijboekencentrum.nl
NUR 709, 714 ISBN 978 90 239 6736 1
Boekencentrum 9 789023 967361
Op 28 november werden het boek en de cd LICHT ten doop gehouden in het Catharijne convent in Utrecht. Het project LICHT werd verzonnen door Tom Mikkers, de algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap. Wie nu samen wil zingen, zo constateerde hij, valt veelal terug in een religieus idioom dat door veel mensen die verder van de kerk af staan niet meer wordt begrepen. Oude melodieën worden daardoor onzingbaar en gaan verloren, terwijl de muziek nog altijd raakt. Hij benaderde tekstschrijver Coot van Doesburgh, die nieuwe teksten maakte op 100 kerkelijke melodieën en internationale traditionals. Theaterdiva Karin Bloemen werd bereid gevonden om 15 van de liedjes te zingen en op een CD te zetten. Coot van Doesburgh heeft in veel radioprogramma’s het verhaal achter dit boek kunnen vertellen, Karin Bloemen heeft enkele liederen gezongen tijdens de Madiwodovrijdagshow van Paul de Leeuw. Haar liederen worden regelmatig op de radio gedraaid. De verkoop loopt als een trein. Een week na de presentatie werd al besloten tot het maken van een tweede druk.
•
jaargang 22 nr. 10 januari 2011 3
thema de vrije wil
Bewegen of niet Exodus 14 is een verhaal over mensen die niet in beweging willen komen: Mozes wil de leiding niet nemen, hij stribbelt tegen, maar God dringt aan. De Farao wil de Israëlieten niet laten gaan, dat doet hij pas na de tiende plaag waarbij alle eerstgeborenen sterven. En de Israëlieten willen eigenlijk niet vertrekken. Zij wonen al 430 jaar in Egypte, zij zijn daar generaties lang gevormd. Gevormd in slavernij. Zij willen niet weg omdat ze niets anders kennen dan de situatie waarin zij leven. Wie de opties niet kent, kan niet kiezen. Anders gezegd, wie geen kennis heeft, heeft geen vrije wil. Maar in dit verhaal blijft God aandringen bij Mozes om met zijn volk in beweging te komen. Dit is een God die paternalistisch optreedt, uit liefde. Omdat hij weet wat Mozes en het volk niet weten.
En het werkt. De tot slaven verworden Israëlieten kleden hun kinderen aan, bakken koeken, verzamelen hun bezittingen en vertrekken uit Egypte.
Met die beslissing is het leven vervolgens geen eitje geworden. Het wordt een tocht van bloed, zweet en tranen die veertig jaar duurt.
Paternalistich Het staat ook in mijn autobiografie: er is een Nederland dat wéigert om paternalistisch te zijn en er is een allochtone generatie die vráágt om paternalisme. De traditionele moslimvrouwen bijvoorbeeld, zoals wij die kennen hier in de Amsterdamse wijken, leven vaak binnenshuis. Van geslacht op geslacht. Het komt nog regelmatig voor dat zij zelfs voor de boodschappen niet buiten komen. Niet omdat hun man hen daarvan weerhoudt, al is hun man vaak niet bepaald een bijdrage aan hun vrijheid. De vrouwen gaan niet naar buiten omdat zij zo gevormd zijn, zij leggen de beperking als vrouwen aan elkaar op. Het is een groot misverstand om dit een uiting van vrije wil te noemen. Dat hebben wij twintig jaar wél gedáán, met al onze multiculturele idealen, vol goede bedoelingen om ieders culturele waarden te accepteren. Vrije wil is er pas voor de vrouwen als zij de opties onderzoeken, als zij het uitproberen om naar buiten te gaan, boodschappen te doen, kinderen naar school te brengen, de ouderavonden te bezoeken en werk te zoeken. Lot of vrije wil Ook ik ben gevormd. Door mijn religie. Lot of vrije wil, dat is waar alle religies mee worstelen. Sommige gelovigen gaan zo ver dat zij hun kinderen niet laten inenten tegen gevaarlijke ziekten of zelfs geen medicijnen willen gebruiken. Voorbestemming 4 adrem remonstrants maandblad
of verdienste, dat is de vraag. Het punt is natuurlijk, zonder vrije wil bestaat geen geloof.
Een geloof komt per definitie voort uit een vrije wil, een bewuste keuze. Zo niet, dan is het geen geloof, maar een automatisme, een slaafse reactie. Dat geloven voortkomt uit een vrije wil, betekent dat mensen er ook voor kunnen kiezen om niét te geloven.
Mozes en zijn volk vertrokken uit Egypte in de Exodustekst die wij zojuist gelezen hebben, maar zij hadden ook kunnen blijven. God heeft ons geschapen als mens, niet als gelovige. Veel moslims zien dat anders. Zij leven in het lot-denken. Zij geloven dat zij door te leven naar de rituelen een heilige kracht opdoen die hen uitzondert van alle andere mensen. Zij geloven dat de getuigenis, de aalmoes, de Ramadan, bidden en de hadj hen uitzonderlijk maakt, beter maakt dan anderen. Ook als zij slechte vaders zijn, geen werk hebben, de school niet hebben afgemaakt en weinig van de wereld hebben ontdekt.
Als het goede gedaan is volgens de rituelen, dan is wat vervolgens in het leven volgt, te wijten aan het lot. De gevolgen voor het maatschappelijk handelen zijn groot.
Wordt de toekomst van je kinderen bepaald door het lot, dan hoef je hen niet op te voeden. Is je eigen leven een kwestie van het lot, dan hoef je niet je best te doen bij sollicitaties. Het lot-denken is gevaarlijk. Je kunt dan geen architect zijn van je eigen leven.
Koranisch Zo’n houding is niet Koranisch. Zo wordt verhaald dat de profeet Mohamed een man naar huis stuurde die om hulp kwam vragen. De man meldde in paniek: ‘Help ons, wij hebben niet te eten, wij verhongeren’ en Mohamed zei: ‘Ga naar huis en zoek wat je in huis hebt om te kunnen verkopen, zodat je zelf je eigen eten kunt kopen.’
Arbeidsethos is sowieso een rode draad in de Koran. Toen een man bij Mohamed zijn grove werkhanden wilde verbergen achter zijn rug, pakte Mohamed die hand juist, zag hoe die hand getekend was door het
foto Flickr brewbooks British Library
Joost Röselaers liet Ahmed Marcouch voorgaan in Vrijburg
Tweede Kamerlid Ahmed Marcouch preekte in Vrijburg, een samenwerkingsgemeente van vrijzinnige protestanten, op 14 november 2010 over de vrije wil. Hij was daar op uitnodiging van remonstrants predikant Joost Röselaers. De kerkdienst onder het motto ‘Röselaers laat voorgaan’ viel op. Het ANP maakte er melding van en Pownews tv meldde zich bij de deuren van de kerk om de betrokkenen te interviewen. Niet iedereen was enthousiast. Vanuit conservatief-christelijke hoek kwam er zelfs hatemail binnen. Een moslim die voorgaat in een kerk schoot bij sommigen in het verkeerde keelgat. Zo niet bij de Vrijburgers. Zij waren verguld met de gastpredikant, de volle kerk en de preek van Ahmed Marcouch. En degenen die zeiden dat de gastvrijheid van een kerk voor een moslimvoorganger neerkomt op eenrichtingsverkeer, hebben ongelijk. Met Kerst was Joost Röselaers uitgenodigd om voor enkele honderden Marokkanen in Amsterdam het kerstverhaal uit te leggen. Ze wilden wel eens weten waar dat over ging. De kerkdienst met Ahmed Marcouch was de directe aanleiding om de remonstrantse predikant uit te nodigen. Hieronder volgt een verkorte weergave van de preek van Marcouch. De tekst die centraal stond was het verhaal van Mozes die het volk Israel door de Schelfzee leidt (Exodus 14). De hele preek is na lezen op de website van Ahmed Marcouch: http://www.ahmedmarcouch.nl/speeches/ Tom Mikkers Algemeen secretaris Remonstrantse Broederschap
harde werken en kuste die. Want een hand is om te werken. Werken is edel. Wie werkt, hoeft zijn hand niet op te houden. Bedelen is zelden een lot. Toch ben ik geen ontkenner van het lot. Het lot zit in de natuurwetten, volgens zowel de Islam als het Christendom gecreëerd door God, zoals de mens, de natuur en het dier creaties van God zijn.
Wat wij moeten doen, is ván het lot tót de vrije wil komen. Dit doen wij door kennis te vergaren. Dat is niet zomaar een vrijblijvend voornemen, gevoed door goede intenties.
Nee, het is in de Koran een gebod: ‘Leer!´; ‘Ikra!’. Sterker nog, dit is het allereerste gebod, het allerheiligste gebod.
Niet de zedenvoorschriften, spijswetten of alcoholverboden staan voorop in de Koran, ‘Leer!’ is het allereerste gebod. Het Koranische gebod ‘Leer!’ betekent dat wij een ziekte op zijn natuurwetten moeten onderzoeken en medicijnen moeten vinden.
Hebben wij die gevonden, dan hebben wij het lot verkleind en de vrije wil vergroot. Want door de natuurwetten te kennen, vergroten wij onze opties. Wie nalaat zijn opties te verkennen, doet God onrecht.
•
jaargang 22 nr. 10 januari 2011 5
thema de vrije wil / boek bespreking
De vrije wil bestaat niet Over wie er echt de baas is in het brein Zo’n twintig jaar geleden werd geopperd dat de 21ste eeuw ‘het tijdperk van het brein’ zou worden. De hersenwetenschappen namen zo’n hoge vlucht dat wetenschappers verwachtten dat nadat in voorgaande eeuwen de macrokosmos (het heelal) en de microkosmos (de kwantumwerkelijkheid) al waren onderzocht, nu de mesokosmische mysteries van het brein weldra ontrafeld zouden worden. De vele boeken over de hersenwetenschappen die momenteel verschijnen, delen alle in deze bezieling. In Nederland staan de boeken van Dick Swaab en Victor Lamme in de belangstelling, maar een blik op Engels- en Duitstalige publicaties laat zien dat de enorme berg ‘neuroliteratuur’ nauwelijks meer is te overzien. Het is echter wat anders om op basis van huidige wetenschappelijke inzichten allerlei uitspraken te doen die raken aan traditioneel meer speculatieve en metafysische zaken. Toch is dat wat Swaab en Lamme vaak doen, en daar ontlenen hun boeken bovendien hun aantrekkingskracht aan.
Geen ziel Victor Lamme publiceerde dit jaar een schitterend populariserend boek met de prikkelende titel: De vrije wil bestaat niet: Over wie er echt de baas is in het brein. Twee vragen die iedere keer weer opduiken in de neurowetenschappelijke literatuur zijn: Bestaat er een onsterfelijke ziel, en is de menselijke wil vrij? Lamme beantwoordt in zijn boek beide vragen ontkennend. Als de ziel gelijk staat aan bewustzijn, dan bestaat er volgens Lamme geen bewustzijn zonder hersenen. Maar in zijn boek staat centraal de vraag of wij keuzes maken uit vrije wil of omdat we op een of andere wijze geconditioneerd zijn om te handelen zoals we doen. Lamme meent dat de vrije wil een illusie is. Lamme zet geen filosofisch betoog op – net als Dick Swaab moet hij weinig hebben van filosofen. Lammes boek is een verzameling gevalsbeschrijvingen en beschrijvingen van laboratoriumexperimenten, waarover hij af en toe reflecteert. Wie een liefhebber is van de boeken van Oliver Sacks, zal ook van Lammes boek genieten. Zo
6 adrem remonstrants maandblad
begint het spannend met het waargebeurde geval van een Amerikaanse man die midden in de nacht wakker wordt en zichzelf in de keuken vindt, met bebloede handen en kleren. Het blijkt dat hij zijn schoonmoeder heeft vermoord, en zijn schoonvader ernstig verwond. Toch kan hij zich daar niets van herinneren. Het blijkt dat hij al langer last had van werkgerelateerde stress die zich uitte in slaapwandelen. Lamme laat eigenlijk in het midden wat hijzelf ervan denkt, maar vermeldt wel dat de jury tijdens de rechtszaak bepaalde dat de man onschuldig was, omdat hij slaapwandelde. (Later in het boek bespreekt Lamme een bijna analoog geval, waarbij de jury anders oordeelde.) Het punt is helder: de hersenen hebben blijkbaar de vrije wil niet nodig om te handelen.
Onbewuste sturing Slaapwandelen is een extreem voorbeeld, maar het hele boek is één groot cumulatief argument van voorbeelden die laten zien hoe onze handelingen eigenlijk onbewust gestuurd worden door de hersenen. ‘Blindzien’ is een ander voorbeeld dat in het boek prominent naar voren komt. Hierbij is een deel van de visuele cortex beschadigd, waardoor de persoon in kwestie slechts met één oog bewust ziet. Echter, een opgeworpen bal wordt perfect gevangen, ofschoon de persoon beweert de bal helemaal niet gezien te hebben. De hersenen registreren dus beweging, en reageren daar ook op, maar de persoon in kwestie is zich daar niet bewust van. Uiteindelijk concludeert Lamme op basis van dit voorbeeld: ‘bewustzijn doet er helemaal niet toe.
foto door Corine Zijerveld
Alles wat we doen, doen we omdat de schakelingen in ons hoofd dat nou eenmaal dicteren’ (44). Het paradigma van hoe onze hersenen werken, is dat van de kikker en de krekel. Als een kikker een krekel ziet, zal hij in een reflex zijn tong uitstrekken en het beestje proberen te pakken. Als de kikker te ver af zit, zal hij eerst een sprongetje maken en dan toehappen. Als er een obstakel tussen de kikker en de krekel zit, zal hij dit eerst omzeilen. Dit gedrag wordt door veel mensen geïnterpreteerd als bewust gestuurd gedrag. Toch, zegt Lamme, zijn het niet meer dan evolutionair ontwikkelde reflexen, simpele stimulus-responskoppelingen, die in
Eerst komt de daad dan pas de gedachte het breintje van de kikker zijn ingesleten. En bij de mens is het niet anders. Door iemands persoonlijke geschiedenis ontwikkelen de hersenen zich, waardoor bepaalde stimulus-responskoppelingen ontstaan. Daarom handelt een mens op een bepaalde manier, en pas achteraf construeert het bewustzijn (het ‘ik’) een reden waarom hij zo handelde. Eerst komt de daad, en dan pas de gedachte. Ons bewustzijn construeert dus een bepaalde theorie achteraf waarom we handelen zoals we doen. Maar dat bewustzijn, dat ‘ik’ is een illusie: Het ‘ik’ wordt vaak gelijkgesteld met het pratende mannetje in ons hoofd, met de brain interpreter, de kwebbeldoos, of met de mechanieken die ons een gevoel van agency geven. Ik hoop dat intussen duidelijk is dat dat niet het ware ‘ik’ is. Dat is slechts de commentator in de studio, die kijkt hoe de wedstrijd in ons hoofd wordt gespeeld en achteraf vaststelt dat het ene team beter in vorm was. Het ware ik zijn de poppetjes in het veld, die bepalen wat de uitkomst van de wedstrijd wordt. Welke stimulus-responskoppeling is de sterkste? Dat bepaalt hoe iemand werkelijk is. Dat bepaalt of iemand tussenbeide springt als hooligans een homo in elkaar slaan, dan wel met afgewende blik snel doorloopt. Niet wat hij daar vooraf over zegt. Iemands ware aard blijkt uit zijn daden, niet uit zijn woorden. (250)
Gedetermineerd De werkelijkheid is volgens Lamme volledig gedetermineerd: ‘Als het universum zich zou herhalen, de aarde opnieuw uit het zonnestelsel wordt geboren, de evolutie zich herhaalt, je moeder weer dezelfde asociale man heeft getrouwd, je ‘zelfgekozen’ vakantie in Beieren er weer op zit, en je op een gegeven moment weer in diezelfde autowinkel staat, kies je opnieuw voor
die BMW. Zo is het en niet anders’ (145). Als we de geschiedenis van iemands brein volledig zouden kennen, zouden we kunnen voorspellen hoe hij of zij in bepaalde situaties zou handelen. We worden door mensen verrast, omdat ze voor ons onvoorspelbaar gedrag vertonen. Omdat we verrast worden, noemen we dat (volgens Lamme) een uiting van vrije wil. En dat is dus een vergissing, die tot in de rechtspraak gevolgen heeft, zo betoogt hij in het laatste hoofdstuk.
Speculatief Ofschoon het boek fantastisch geschreven is en tot diep nadenken stemt, is het ook uitermate metafysisch en speculatief van aard. Lammes conclusies komen voort uit een levensbeschouwelijk materialisme (bewustzijn is materieel van aard, een onlichamelijke ziel bestaat niet) en determinisme, aangevuld met een strikt reductionisme (menselijk persoon-zijn is te reduceren tot bewustzijn, is te reduceren tot processen in de hersenen). Het is belangrijk om in het oog te houden dat ofschoon Lamme zich beroept op wetenschappelijk onderzoek, zijn centrale claims – en dan met name de conclusie dat de vrije wil niet bestaat – niet wetenschappelijk, maar metafysisch van aard zijn. Zijn interpretatie is dan ook niet meer dan dat: slechts een interpretatie van gegevens. En iedere filosoof weet dat interpretaties van wetenschappelijke gegevens nooit noodzakelijkerwijs volgen uit de gegevens zelf. Dit alles wil echter geen diskwalificatie zijn van Lammes wetenschappelijke werk of van zijn boek – integendeel: ik kan een ieder ten sterkste aanbevelen om dit boek te lezen. Om zich dan ten slotte te verwonderen over het mysterie dat het menselijk brein en de vrije wil in het ‘tijdperk van het brein’ nog altijd blijken te zijn.
•
Taede A. Smedes Theoloog, godsdienstfilosoof en publicist. Hij werkt als onderzoeker aan de Faculteit Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. (Foto: Corine Zijerveld) Victor Lamme, ‘De vrije wil bestaat niet: Over wie er echt de baas is in het brein’ (Amsterdam: Bert Bakker 2010, 333 pp. ISBN 9789035135390).
jaargang 22 nr. 10 januari 2011 7
foto: Gerard Verschooten
boek bespreking
De Val
een kluwen van menselijke verhoudingen
In het dagboek God aan kunt u lezen op 10 oktober dat Nelleke Viëtor nogal huiverig is voor geloof en literatuur in één band. Dat klinkt misschien wel opvallend voor iemand die velen zullen kennen als een actief lid van de Commissie tot de Zaken (ik moet als verse remonstrant nog altijd een beetje wennen aan de oudbakken deftigheid die in zo’n naam doorklinkt, maar gelukkig ben ik ook een groot liefhebber van de negentiende eeuw) én tegelijk als een ijverig schrijver. Nelleke (Wentges-)Viëtor had al enige naam gemaakt als schrijver van columns voor de Volkskrant (‘Mensen toch…’) en andere bladen. Zij maakte vier jaar geleden, in 2006, haar debuut als romanschrijver met De schim van Daniël, de roman over een vrouw die een nieuwe weg in het leven probeert te vinden na het overlijden van haar zoontje Daniël. En nu is inmiddels al haar vierde roman verschenen: De val. En u hoeft niet bang te zijn: geloof en literatuur worden hier niet op een gemakkelijke en opdringerige wijze in één band gepropt.
Verstrikt Ook in De val staat een vrouw centraal die na een ingrijpende verandering opnieuw haar plaats in het leven moet zien te vinden. Nu heet zij Tine en de ingrijpende verandering is het overlijden van haar man Wilfred, een hoge ambtenaar die zich juist zo op zijn aanstaande pensioen had verheugd. Vroeger leek alles eenvoudiger, misschien ook wel omdat Wilfred van duidelijkheid hield. Maar nu raakt Tine verstrikt in wat in de roman treffend wordt aangeduid als ‘een kluwen van menselijke verhoudingen’. Dat kluwen wordt onder meer veroorzaakt doordat zich nieuwe buren achter Tine’s achtertuin vestigen. De nieuwe achterbuurman is een collega 8 adrem remonstrants maandblad
op het advocatenkantoor van Tine’s zoon Erik, en zijn vrouw, die gemeten naar de leeftijd zijn dochter had kunnen zijn, was het eerste vriendinnetje van de vrijgezelle Erik geweest. Het echtpaar heeft twee kinderen. Erik had zijn moeder juist verteld dat hij twee keer zaaddonor is geweest. Zijn moeder dacht dat haar donorkleinkinderen wellicht ergens in Brussel rondliepen, waar Erik drie jaar gewerkt heeft. Maar nu, met die nieuwe achterburen, krijgt ze een ander vermoeden. Vervolgens trekt Erik na verloop van tijd ook nog in bij de achterburen. Ingewikkeld allemaal voor Tine, die tegelijk sympathie opvat voor achterbuurman Jan, die meer van haar leeftijd is.
Zedenschets Op het eerste oog zou De val een moderne zedenschets kunnen lijken van de ingewikkelde relaties in de tijd na de instorting van het klassieke kerngezin en in een milieu waarin de kinderen op hockey zitten en de ouders op bridge. Toch is de roman veel meer dan dat. De kracht ligt vooral in de wijze waarop Nelleke Viëtor in de loop van de roman het karakter van Tine voor de lezer tot ontwikkeling brengt. In haar worsteling om voor zichzelf een nieuwe plek in het leven te bepalen komt zij tot leven, krijgt ze contouren, ja krijgt ze karakter. Ik moet eerlijk bekennen dat ik, gaande de roman, steeds meer sympathie voor Tine kreeg, reden waarom het slot van de roman (ik zal het niet verklappen!) mij echt aangreep. Het is precies die fijnzinnige en suggestieve beschrijving van de karakterontwikkeling van het hoofdpersonage die mij in De val is bevallen en die mij doet uitzien naar de volgende roman van Nelleke Viëtor.
•
Peter Nissen Hoogleraar Cultuurgeschiedenis van de religiositeit aan de Radboud Universiteit Nijmegen en vriend van de Remonstrantse Broederschap Nelleke Viëtor, ‘De val’ Soesterberg: uitgeverij Aspekt, 2010, 176 blz., ISBN 978-90-5911-442-5, prijs 14,95 euro.
miniatuur
In de gloria Remonstranten kunnen in de gloria zijn maar echte halleluja-roepers, neen, dat zijn ze niet. Ik betwijfel of er één Remonstrant te vinden is die alle honderdvijftig psalmen uit het hoofd kent. Of toch? Graag bij mij melden! In ieder geval, worden bij het bepalen van de liturgie van onze diensten aanvaardbare teksten en enigszins haalbare melodieën met zorg gekozen. Maar makkelijk blijkt het niet altijd te zijn. Uit volle borst samen zingen komt wel voor, daar niet van. Het Liedboek der Kerken en Tussentijds bevatten geliefde liederen die met ontroering en enthousiasme ten gehore worden gebracht. De melodie blijft in je hoofd. Maar op den duur kan een tekst erg gedateerd raken. Vertwijfeld zie je dan mensen zich afvragen: wat zing ik eigenlijk? Dan blijkt een melodie uit zichzelf om een nieuwe tekst te vragen. Zelfs psalmen kunnen een dergelijk effect op mensen hebben en tot onverwachtse creativiteit leiden. Op het stationsplein van Rotterdam is het een drukte van belang. In deze gele bouwput is poëzie ver te zoeken, zou je zeggen. Maar niets is minder waar. Van verre hoor ik iemand luid zingen. Onmiskenbaar psalmgezang. De melodie ken ik: psalm 23, De Heer is mijn Herder, prachtige tekst, vooral niet aankomen! Maar de woorden die ik hoor klinken mij niet vertrouwd in de oren. Een lange jongeman met lang rastahaar komt mij met verende tred tegemoet. Nonchalant gooit hij met de linkerhand zijn weekendtas over zijn schouder, terwijl hij met de andere hand zijn eigen gezang dirigeert. Hij galmt: Psalm zeshonderdzesenzestig is mijn lied Er valt niet te grazen in ’t Haags Tweede Kamer Mijn God zegt mij duid’lijk die Wilders moet weg!
Het is voor het eerst dat ik het getal van de duivel 666 – op een psalmmelodie en voor politieke doeleinde hoor zingen! En het is even wennen. Op zich is het maken van nieuwe teksten op oerbekende melodieën een zinnige bezigheid. De zojuist verschenen bundel LICHT is zo’n poging. Bij de try outs in de gemeenten bleek hoe geslaagd die poging is: jong en oud zingen zonder noten, op een herkenbare melodie, teksten uit deze tijd. Maar 666 op een psalmmelodie is even zeldzaam als Hallelujaroepende Remonstranten. Alhoewel… Remonstrantse Gemeente Nieuwkoop, 14 november jongstleden. De preek ging over de zegeningen van de secularisatie. Het werd een vrolijke, opwekkende dienst. Terwijl de kerkgangers de kerk verlaten zet de organist spontaan een melodie in die iedereen kent. En Remonstrant of niet, de hele kerk barst in een spontaan: glory glory halleluja. In de gloria, wij kunnen het dus wel! Hadden we toch naar de Synode gemoeten?
•
Christiane Berkvens-Stevelinck Predikant remonstrantse gemeenten Rotterdam en Breda
jaargang 22 nr. 10 januari 2011 9
film
De dvd van de film Hotel Rwanda (2004, regisseur Terry George) heeft lang in mijn kast gestaan voordat het er van kwam hem te bekijken. Ik moest me er echt toe zetten. Dat had alles te maken met het onderwerp van de film: de laatste grote gruweldaad van de 20e eeuw, de Rwandese genocide van 1994. Het was een slachtpartij in de letterlijke zin van het woord. De moordenaars trokken in bendes van huis naar huis, gewapend met machetes (kapmessen), met geen ander doel dan iedere Tutsi die ze tegenkwamen, af te slachten. De vrouwen overigens pas nadat ze langdurig verkracht waren. De aanstichters, de leiders van de Hutu Power-beweging, hoopten hun land Tutsi-vrij te maken.
Hotel
(Terry George, 2004) De genocide was zorgvuldig voorbereid. Vanaf dag 1 werd het werk uiterst systematisch ter hand genomen. Voor dit doel was de beweging Interahamwe (‘Zij die samen vechten’) in het leven geroepen. Er stonden grote hoeveelheden machetes klaar. Een moment aan het begin van de film: de hoofdpersoon, hotelmanager, komt bij de groothandel zijn voorraden aanvullen. Tijdens het inladen ziet hij dat er ergens anders in de winkel een kist op de grond valt, waar duizenden kapmessen uit rollen. De Tutsi – chauffeur van de bestelbus verstijft van angst. Hem is meteen duidelijk waar die messen voor bedoeld zijn. Drie maanden lang wijdden de Interahamwe zich aan hun taak. Na drie maanden kwam er een einde aan toen het Tutsi – rebellenleger erin slaagde hen over de grens te jagen en de macht over te nemen. Dan zijn er bijna een miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s om het leven gebracht.
Menselijkheid Ondanks het gruwelijke onderwerp wil ik u toch aanraden de film te zien. Hij gaat namelijk evenzeer over menselijkheid, moed en solidariteit als over waanzin en moordzucht. De film vertelt het waargebeurde verhaal van hotelmanager Paul Rusesabagina (Don Cheadle), die zijn hotel kort na aanvang vol ziet stromen met bijna 1300 Tutsi – vluchtelingen en alles op alles zet om hen te redden. Hij is zelf Hutu, zijn vrouw 10 adrem remonstrants maandblad
Tatiana (Sophie Okonedo) Tutsi. Aanvankelijk kan hij niet geloven wat er gebeurt. Zo’n vaart zal het niet lopen, zegt hij tegen zijn angstige Tutsi - zwager en zijn vrouw. Er is hier toch een vredesmacht van de Verenigde Naties? Hij stuurt hen terug naar huis. Een dag later is het mis, van hen wordt niets meer vernomen. Ondertussen hebben alle buren zich verzameld bij de familie Rusesabagina. Ze weten dat hij zich niet laat meeslepen. Elders is het geen uitzondering als gek gemaakte Hutu’s hun Tutsi- buren, vrienden en zelfs familie te lijf gaan. Paul brengt hen naar zijn hotel, het tophotel ‘Mille Collines’. Daar gaat het nog bijna mis. Hij weet het moorden alleen af te wenden door de commandant een grote som geld uit de hotelkas toe te stoppen. Snel raakt bekend dat de Mille Collines één van de weinige plekken is waar je nog veilig bent. De vluchtelingen stromen toe. Het Rode Kruis levert er de ternauwernood geredde weeskinderen af. De onverschrokken Pat Archer (Cara Seymour) waagt haar eigen leven om de meest kwetsbaren te beschermen – de kinderen worden niet gespaard. Meer dan eens is het kantje boord voor de bewoners van het hotel. Via de Belgische eigenaar van het hotel, Sabena, weet Paul de machthebbers in de hoofdstad net voldoende onder druk te zetten. En door uit te delen van de voorraden van het hotel – de exclusieve flessen whisky
Rwanda vallen goed in de smaak bij de legerleiding – weet hij zich soms net op tijd bescherming te ‘kopen’. In dit land is alles te koop, zelfs mensenlevens. (Uit andere bronnen is bekend dat mensen zich een snelle dood konden kopen – de kogel in plaats van de machete).
Beschamend Gelukkig voor de kijker zijn de gruwelijkheden met enige distantie in beeld gebracht, zodat het allemaal draaglijk blijft. Daardoor ben je in staat deze geschiedenis te ervaren als een verhaal van hoop. De enkelingen die vasthouden aan wat normaal en goed is, tegen alle waanzin in, bepalen de toon. Beschamend in dit stuk geschiedenis is de rol van het Westen. De aanwezige soldaten van de Verenigde Naties hebben de uitdrukkelijke opdracht gekregen zich nergens mee te bemoeien. De westerse autoriteiten en de VN weigeren toe te geven dat er een genocide gaande is. Er worden geen extra troepen gezonden en de aanwezige troepen mogen alleen de buitenlandse gasten van het hotel komen ophalen. Later worden er nog mondjesmaat enkele visa verstrekt. Daar blijft het bij. Een bijzondere rol in de film is die van VN-kolonel Oliver (Nick Nolte), die hier buitengewoon gefrustreerd over is, maar aan handen en voeten is gebonden aan zijn instructies. Extra schrijnend is dat de koloniale macht – België – er zelf voor heeft gezorgd dat dit conflict ontstond. Hoewel er weinig culturele verschillen zijn tussen Hutu’s en Tutsi’s en ze in de meeste gevallen uiterlijk niet zijn te onderscheiden, kozen de Belgen ervoor uitsluitend met de Tutsi’s (15% van de bevolking) samen te werken. De Hutu’s (84% van de bevolking) werden in die tijd en ook
nog na die tijd buiten het landsbestuur gehouden, wat uiteindelijk tot heftige confrontaties en burgeroorlogen leidde.
Manipulatie Ik koos deze film voor het AdRem-nummer over de vrije wil omdat we op schokkende wijze te zien krijgen hoe eenvoudig de menselijke wil te manipuleren is. De slachting wordt geleid via het Hutu - radiostation. Dat zendt 24 uur per dag oproepen uit om het land te zuiveren. In iedere zin valt het woord kakkerlakken. Rwanda wordt geteisterd door een kakkerlakkenplaag. Je bewijst het land een grote dienst door de kakkerlakken op te ruimen. Dat is je plicht. Iedereen die niet meewerkt is een verrader. De propaganda is buitengewoon werkzaam. Wie zijn buren, vrienden, Tutsi – familieleden, waar je een paar maanden eerder nog vriendelijk en gezellig mee omging, niet langer ziet als medemensen maar als kakkerlakken, heeft er geen moeite mee het ongedierte op te ruimen. Desondanks is de film toch allereerst te ‘lezen’ als een pleidooi voor de kracht van de vrije wil. Er zijn mensen die niet het logische doen (hun leven redden), noch berusten in het kennelijk onvermijdelijke, maar besluiten dat zij verantwoordelijk willen zijn voor degenen die aan hen zijn toevertrouwd, ook al kan dat hun eigen leven kosten.
•
Bert Dicou Predikant in de doopsgezinde remonstrantse gemeente Hoorn
jaargang 22 nr. 10 januari 2011 11
thema de vrije wil
Voorbestemming Christa Anbeek is remonstrants predikante. Ze werkt als universitair hoofddocent aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Sigrid Coenradie is remon strants predikant in Oosterbeek. In brieven aan elkaar tasten zij de waarheid over de vrije wil van de mens af. ‘Het komt er op aan om binnen de beperkingen vrij te durven zijn’.
“Het leren spelen van een muziekinstrument gaat via bewust leren. Elk nieuw muziekstuk moet bewust worden ingeoefend, zelfs door een ervaren speler.”
Beste Christa, Een themanummer over de vrije wil – dat vraagt om een discussie. Als remonstrant denk ik meteen aan de rol van de vrije wil in de gedachten van Arminius – in hoeverre ben je ‘vrij’ om te geloven? In gespreksgroepen over Oosterse religies (als het gaat over reïncarnatie en karma) speelt de vrije wil, of het ontbreken ervan, een rol. Maar ook in mijn dagelijks leven. Want soms denk ik dat de vrije wil niet bestaat. Althans, niet mijn vrije wil. Dan lijkt het of mijn dag gevuld wordt met ‘moeten’. Of mijn leven bepaald wordt door de agenda van anderen. Herken je dat? Of is het steeds je eigen keuze om op vragen van anderen in te gaan? Op een dieper niveau kun je je afvragen of een mens eigenlijk wel een vrije wil heeft, of denkt hij/zij dat alleen maar? Is in werkelijkheid alles gedetermineerd – volgt alles noodzakelijk uit andere gebeurtenissen? Wij zijn toch dieren die instinctief reageren, zijn onze hersens geen computers die ‘automatisch’ reageren op prikkels? Maar ergens neem ik daar geen genoegen mee. Een mens is toch zeker meer dan een dier of een machine? Wat vind jij? En waar kom jij de vrije wil tegen in je werk?
¶
Beste Sigrid, Ruim tien jaar werkte ik in een psychiatrische instelling. In die jaren ben ik het begrip ‘vrije wil’ gaan relativeren. De meeste mensen die in de instelling verbleven waren ‘vrijwillig’ opgenomen. Maar uit vrije wil
¶
12 adrem remonstrants maandblad
kies je volgens mij nooit voor een verblijf in een dergelijk hospitaal. Je laat je opnemen omdat je geplaagd wordt door een psychische ziekte waarvoor je verlichting hoopt te vinden. In zijn boek Wij zijn ons brein (2010) laat Dick Swaab zien dat ons leven bepaald wordt door de manier waarop onze hersenen gevormd zijn. Dit begint al in de baarmoeder. Allerlei factoren hebben invloed op hoe onze hersenen zich ontwikkelen en of we later in ons leven veerkrachtig of juist extra kwetsbaar zullen zijn. Als je moeder veel stress had tijdens de zwangerschap, of te weinig eten, als ze bepaalde medicijnen gebruikte of rookte dan heeft dat gevolgen voor de hersenen van de foetus en dus van de latere mens. Dit onvermijdelijke oorzaak-en-gevolgdenken komt dicht bij het oosterse begrip karma. Karma staat voor de gedachte dat niets zonder oorzaak is, of andersom dat elke daad een gevolg heeft. Goede daden leveren goed karma op en slechte daden slecht karma. Goed of slecht karma bepaalt je volgende wedergeboorte. Als je bijvoorbeeld in dit leven heel gierig bent, zul je in een volgend leven arm zijn. Je eigen daden bepalen dus hoe je er in een volgend leven aan toe zult zijn. Het is niet moeilijk voor te stellen dat de keten van oorzaak en gevolg nogal eens ‘achterstevoren’ gelezen wordt. Als je arm bent in dit leven, heb je dat aan je zelf te danken, je zult wel gierig geweest zijn. Op deze manier kun je met het begrip karma in de hand een fatalistische opvatting over het leven en over het lijden van anderen en jezelf erop
of vrije wil? na houden. Toch is het begrip karma niet zo bedoeld. Het gaat er veel meer om de verantwoordelijkheid van iedereen te onderstrepen. Je daden hebben niet alleen in het hier en nu een gevolg, maar ze strekken zich uit over volgende levens. Kijk maar naar je kinderen. Een belangrijk deel van de spirituele training in het boeddhisme is erop gericht compassie en liefde te laten groeien en haat en boosheid te doen verminderen. Ook andere religieuze tradities onderstrepen het verschil tussen goed en kwaad of rechtvaardig en onrechtvaardig. Zij geven aanwijzingen over hoe mensen meer rechtvaardigheid, liefde en vrede kunnen bewerken. (In de verte hoor ik het hoongelach van Dick Swaab al klinken. In zijn boek geeft hij voorbeelden van hoe religie juist vaak het tegengestelde heeft bereikt: oorlog, narigheid en geweld tot op de dag van vandaag. Altruïsme en empathie worden al bij dieren waargenomen en hebben niets met religie te maken.) Of wij religie nodig hebben om het goede na te streven is niet de echte vraag. Veel fundamenteler is de vraag of wij het goede wel kunnen nastreven. Hoe ver reikt onze vrije wil? Ik begon mijn antwoord aan jou met de opmerking dat ik de vrije wil ben gaan relativeren. Sommige wetenschappers ontkennen dat wij een vrije wil hebben. Maar verliezen wij dan niet te veel? Wat staat er volgens jou allemaal op het spel? Beste Christa, Onze vrijheid staat op het spel. Als je hersens je helemaal ‘geprogrammeerd’ hebben om op een bepaalde manier te handelen, betekent dat dat je geen invloed hebt op je eigen leven. Je doen en laten is immers ‘voorbeschikt’. Je kunt niet van dat plan afwijken, ook al denk je van wel. Je bent dan tot een uitvoerende gedegradeerd, zonder dat je weet wat het plan behelst. Dat vind ik een akelige gedachte. Een mens wil toch vrij zijn om eigen keuzes te maken? De gedachte dat een mens gedetermineerd is zaagt de poten onder het mens-zijn zelf weg. Als alles volgens een vooropgezet stramien verloopt, verliezen creativiteit, speelsheid en spontaniteit hun waarde. Maar toen ik nog lesgaf en leerlingen de consequenties van de opvatting dat alles gedetermineerd is doordachten, was er gelukkig altijd wel één die spontaan (!) uitriep: ‘maar mevrouw, er zijn toch dingen die zo verrassend zijn dat niemand ze van te voren kan bedenken’. Wat dan, willen wij weten. ‘Nou mevrouw, dat ik aangenomen ben voor een bijbaantje in café De Vrouw’. En een ander roept: ‘dat ik verkering heb met Joyce’. Dat niets toevallig zou zijn, gaat er bij leerlingen van 16-17 niet in.
¶
Dat neemt niet weg dat het voor mensen onder bepaalde omstandigheden een hele klus kan zijn om eigen beslissingen te nemen. Jij noemde al psychiatrische patiënten. Het lijkt me ontzettend moeilijk om een eigen beslissing te nemen als je bijvoorbeeld een stem in je hoofd hebt die je vertelt wat je doen moet. Zelf heb ik een tijd gewerkt met ex-gedetineerde jongeren. Zij wilden bovenal loyaal zijn aan hun (vaak eveneens criminele en/of verslaafde) ouders. Het is een stuk moeilijker om eigen keuzes te maken als je uit een onveilig nest komt. Maar hoe zit het met de andere kant? Bestaat er volgens jou een pure vrije wil? Beste Sigrid, Nee, ik geloof niet in het bestaan van een pure vrije wil. Ik weet niet eens wat ik mij daarbij moet voorstellen. Wij zijn door allerlei dingen bepaald. Het feit alleen al dat ik vrouw ben en geen man beperkt mijn vrije wil. Modern hersenonderzoek laat zien dat onze keuzemogelijkheden en ons gedrag bepaald worden door genetische factoren en allerlei onbewuste processen. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was er vooral veel aandacht voor de sociale factoren die onze vrijheden beperken. Wij zijn veel meer gedetermineerd dan wij door hebben. Victor Lamme laat in zijn boek (De vrije wil bestaat niet, 2010) zien dat het bewustzijn nogal eens als een commentator dient voor onbewuste processen. Ons bewustzijn creëert de illusie dat wij zelf controle hebben over ons gedrag, maar in werkelijkheid zit dat vaak anders. Nee, volgens mij heeft het helemaal geen zin om te geloven in een pure vrije wil, wetenschappelijke feiten spreken dat te veel tegen. Wel heeft het zin om als Remonstranten vast te houden aan ons erfgoed en ons te verzetten tegen het geloof in totale determinatie. Wij worden niet totaal bepaald door God, maar ook niet door ons onbewuste. Als we in dat geloof zouden mee gaan, komt er echt veel op het spel te staan. Het is van belang om vast te houden aan een ‘relatieve’ vrije wil en het belang van bewust overwegen en bewuste keuzes. Voor veel vormen van leren zijn bewuste processen nodig. Niemand leert onbewust lezen. Letter voor letter en woord voor woord moeten wij ons bewust toeëigenen, tot ons onbewuste, na genoeg oefening, een
¶
jaargang 22 nr. 10 januari 2011 13
thema de vrije wil
belangrijk deel van het lezen over kan nemen. Maar dan nog kan ik geen echte verbanden in teksten waarnemen als ik ze totaal onbewust lees. Ook het leren spelen van een muziekinstrument gaat via bewust leren. Elk nieuw muziekstuk moet bewust worden ingeoefend, zelfs door een ervaren speler. Ook moreel gedrag kan en moet worden aangeleerd. Empathisch en altruïstisch gedrag zit gelukkig in onze genen, maar het kan dankzij onze verbeeldingkracht en inlevingsvermogen worden aangemoedigd en groeien. Het heeft dus zin om de verhalen van onze geschiedenis te lezen en te verstaan en daarvan te leren. Het heeft zin om de keuzes die anderen maakten opnieuw te bezien en onze keuzes mede daardoor te laten bepalen. Dat is geen determinisme, maar juist vrijheid. Wij kunnen een wereld verbeelden en ons vervolgens inzetten om die wereld werkelijkheid te laten worden, ook al zijn wij in vele opzichten bepaald. Het is juist het samenspel tussen bepaald zijn en vrij zijn dat ons creatief maakt. Dat zou ik nooit willen opgeven. Beste Christa, Ik ben het met je eens dat niet alles bepaald kan zijn. Sommige wetenschappers gaan zover dat ze zeggen dat moeder Theresa haar werk alleen maar deed om er zelf beter van te worden. Op zo’n manier kun je zelfs
¶
(naasten)liefde wegredeneren. We zijn weliswaar bepaald door sociale factoren (Marx), psychische factoren (Freud), en nu dus ook door onze hersenen (Swaab, Lamme), maar we zijn toch ook altijd meer dan dat. Ik moet ook denken aan een uitspraak in een boek van Hannes Meinkema De Maaneter (1974): ‘het is niet wat je overkomt, maar het is hoe je ermee omgaat’. Met een variatie: het komt erop aan binnen de beperkingen vrij te durven zijn. Te durven dromen dat het anders kan (heel bijbels, eigenlijk) en daar naar te handelen. Christa, bedankt!
•
Hartelijke groet, Sigrid Coenradie
Landelijke beraadsdag 2011 De Landelijke Vrijzinnige Beraadsdag zal plaatsvinden op zaterdag 9 april 2011 in Utrecht. De voorbereiding en organisatie zijn in handen van de NPB, de bijeenkomst wordt mede gedragen door doopsgezinden, remonstranten en de VVP. In de Nicolaikerk Utrecht en het Utrechts Centraal Museum worden we gastvrij ontvangen. Het wordt een dag met lezingen, debat, workshops, ontmoeting en muziek. Gekozen is voor het thema Uit de kunst. Welk appèl doet dit boek op mij? Wat raakt mij in deze muziek? Waarom komt dit schilderij zo binnen? Deze en andere vragen krijgen op de landelijke beraadsdag Uit de kunst de ruimte, in woord, beeld, geluid en ontmoeting. Hoofdspreker is Hans den Hartog Jager, bekend van het AVRO’s kunst uur en schrijver van boeken als Zelf God worden – over zijn fascinaties voor kunst, kijken en interpretatie. Voor dit boek werd hij genomineerd voor de debutantenprijs en kwam op de longlist voor de AKO literatuurprijs. Naast de hoofdspreker verzorgen vele bekende en minder bekende personen uit de vrijzinnigheid programmaonderdelen.
14 adrem remonstrants maandblad
Programma 10.00 uur ontvangst 10.30 uur opening door de dagvoorzitter 10.40 uur openingsritueel 10.45 uur muziek 10.55 uur lezing door Hans den Hartog Jager 11.40 uur muziek 11.45 uur workshopronde 1 (incl. debat in centrale ruimte) 13.00 uur lunch (met vrolijke muziek) 14.15 uur workshopronde 2 (incl. debat in centrale ruimte) 15.30 uur koffie/thee 16.00 uur Uitreiking Compassieprijs 2010 16. 25 uur sluitingsritueel / liturgische sluiting 16. 30 uur borrel (vrolijke muziek) Op de speciale website is meer informatie te vinden over het programma en de invulling van workshops en sprekers. Via de website kunt u zich ook aanmelden voor deze dag: www.beraadsdag.nl.
overweging
Wij zijn gezegend met een vrije wil De discussie of de mens wel of geen vrije wil bezit dateert al van de vijfde eeuw. Volgens Pelagius was de mens met een vrije wil geschapen die door de erfzonde niet verloren was gegaan. Dit leverde een felle strijd op met Augustinus. Ook Luther en Erasmus verschilden van mening over het bestaan van de vrije wil. Het derde artikel van de remonstrantie in 1610 handelt over ‘het zaligmakend geloof, dat de mens niet uit zich zelf heeft ‘noch uyt cracht van sijnen vrijen wille’ maar uit genade in Christus’.
Wat houdt nu die menselijke vrije wil in? Een eenduidige definitie blijkt er niet te zijn. Eén van de definities is het vermogen van rationeel handelende personen om controle uit te oefenen over hun daden en beslissingen. Op religieus gebied betekent de erkenning ervan, dat de mens vrij is om zijn of haar keuzes te maken. Er wordt geen macht toegekend aan een god(heid) of ander opperwezen om invloed uit te oefenen over de mens of diens keuzes. De laatste tijd is er weer veel aandacht voor de vrije wil. Behalve een onderzoeksonderwerp voor onder andere theologen, filosofen en gedragswetenschappers is het dat ook voor neurowetenschappers. Onderzoek van hersenactiviteit bij proefpersonen tijdens het maken van keuzes zou aantonen dat er eerder sprake is van een ‘onbewuste’ in plaats van een ‘bewuste’ wil. En er zijn drie genen gevonden die bepalen welke strategie wij kiezen. Bestaat er wel een vrije wil of is het slechts een illusie waar wij aan vast willen houden?
kunnen maken. Overigens is ook het niet-kiezen een keuze die wij uit vrije wil kunnen maken. Maar met het maken van onze keuzes zijn wij, ethisch beschouwd, ook verantwoordelijk voor de gevolgen ervan. Wat wij uit vrije wil kiezen en doen (of laten) kan geen vrijblijvendheid tot gevolg hebben. En soms gaat het helemaal fout, maken wij een verkeerde keuze met alle schade van dien en voelen wij ons door God en mens verlaten. Maar ik denk dat welke keuzes wij ook maken, bewust of onbewust, wel of niet genetisch bepaald, God altijd voor de mens kiest. Of wij willen of niet. God is de bron van ons bestaan, zeggen wij in het votum. Wij zijn onlosmakelijk met hem verbonden. Hij kiest ons én laat ons vrij om voor hem te kiezen en ons leven daar naar te leven. Wij zijn gezegend met een vrije wil.
•
I Leng Tan Proponent in de Remonstrantse Broederschap
Voor remonstranten is het bestaan van de vrije wil vanzelfsprekend; het is één van de kenmerken van de humanistische traditie. Het erkennen van het bestaan van de vrije wil werkt bevrijdend. God laat ons vrij om wel of niet voor hem te kiezen. Er wordt geen dwang op ons uitgeoefend, wel is er sprake van een aansporing. In de NBG 51 - vertaling staat als kopje boven Deut. 30:11-20: ‘de beslissende keuze’. Mozes spoort het volk Israël in de woestijn opnieuw aan om vooral de goede keuze te maken, namelijk te kiezen voor het leven door God trouw te blijven. Misschien staan wij er niet vaak bij stil, omdat wij het als zo vanzelfsprekend beschouwen dat wij op onze eigen manier, in onze eigen stijl ons religieus, ons spiritueel leven richting mogen en kunnen geven. De keuzemogelijkheden zijn soms zo talrijk dat wij daardoor géén keuze
jaargang 22 nr. 10 januari 2011 15
Verschijningen van Christus in onze tijd In hun verhalen laten de bijbelauteurs zien dat er ontmoeting is tussen de goddelijke en de aardse werkelijkheid. In het Oude Testament spreekt God met mensen. In het Nieuwe Testament vertellen vier evangelisten dat Jezus na zijn dood weer is gezien door Maria, zijn andere leerlingen en de mannen onderweg naar Emmaüs. Het boek Handelingen vertelt dat de apostel Paulus een helder licht zag en daarin de stem van Jezus hoorde. Verschijningen van Jezus komen ook voor in de verdere geloofstraditie. Er zijn talloze beschrijvingen van, van Franciscus tot Hammarskjöld. Ook in onze tijd komen verschijningservaringen voor, hoewel de mensen die het hebben meegemaakt er meestal niet over spreken. De ervaring is te groots om in woorden te vatten. Ook merken ze dat onze westerse cultuur, waarin de nadruk ligt op rationaliteit en controleerbare feiten, er nauwelijks voor openstaat. Het wordt vaak, zonder enige kennis erover, afgewezen. De ervaring is te kostbaar om het dan prijs te geven. Zevenendertig jaar geleden had ik zelf, op 19 jarige leeftijd, deze ervaring en heb er ook niet over gesproken. Toen ik in 2007 aan het eind van mijn theologiestudie aan de Vrije Universiteit een onderwerp moest kiezen voor mijn afstuderen besloot ik dit thema te gaan onderzoeken. Na oproepen in de media ontdekte ik dat veel meer mensen deze ervaringen met zich meedragen. Enkele voorbeelden uit de brieven die ik heb ontvagen: • Een arts, 37 jaar, komt na een echtscheiding in een diepe crisis. Tijdens de kerkdienst ziet hij opeens Christus. • Een klassiek zangeres en zangdocente, 25 jaar, weet tijdens een meditatie plotseling dat Christus naast haar zit. Ze had hem kunnen aanraken als ze haar hand had uitgestoken. • Een schilderes, 80 jaar, ziet bij de viering van het Heilig Avondmaal dat Christus zelf haar brood aanreikt en zegt: ‘Neem en eet, dit is mijn lichaam.’ Iedereen weet onmiddellijk dat de aanwezige gestalte Christus is. Ze schrijven over zijn ogen en zijn handen die hij naar hen uitstrekt. Anderen horen zijn stem, meestal één korte zin. Hun ervaring is dat Christus liefde, troost, vrede en vertrouwen schenkt. De ontmoeting met Christus heeft mensen veranderd. Velen zijn in staat geweest hun leven een wending te geven, waardoor de kwaliteit ervan is toegenomen. Daarnaast ontstaat inzicht, vooral kennis over God en over de zin van het leven. Ze zijn ervan overtuigd geraakt dat Christus aanwezig is in onze werkelijk16 adrem remonstrants maandblad
heid en dat het lijden van mensen gezien wordt. Het geeft het gevoel dat men geborgen is, wàt er ook gebeurt. Men ervaart diepere relaties met medemensen en zorg voor het kwetsbare op deze wereld. De vervulling van eigen belangen is minder centraal komen te staan. Het ervaren van een verschijning van Christus behoort in alle tijden tot de menselijke mogelijkheden. In het verleden hoorden verschijningservaringen bij het geloofsleven en ging men er als vanzelfsprekend mee om. In onze huidige westerse cultuur zijn deze verhalen naar de achtergrond verdrongen. Het gevolg is dat we in de theologie en in de kerk wel spreken over ervaringen van het begin van onze jaartelling, maar moeilijk erkenning kunnen geven aan dezelfde ervaringen nu. De gedachte dat er buiten ons menselijk bewustzijn een ander bewustzijn bestaat, komt niet alleen voor in religie maar ook in het algemeen menselijk denken. In de oudheid getuigde de filosoof Plato ervan. Heidegger heeft voorwaarden genoemd die het mogelijk maken dat de andere werkelijkheid (in zijn terminologie het Zijn) zich openbaart. Het Zijn bevindt zich volgens Heidegger in het ‘niets’. Met dat ‘niets’ worden we geconfronteerd als we ons realiseren dat het leven beperkt is. Op deze momenten ontsluit het Zijn zich en zijn we vrij om ons beperkte bewustzijn te overstijgen. De hedendaagse filosoof Otto Duintjer heeft de gedachten van Plato en Heidegger verder
Wie wel en wie niet?
uitgewerkt. Wij staan, volgens hem, in verbinding met een bovenpersoonlijke werkelijkheid, die voortdurend dichtbij ons en voor ons toegankelijk is. Innerlijk stilzijn en ruimte maken noemt Duintjer als essentiële voorwaarden om het eigen bewustzijn te overstijgen en in contact te komen met die andere bewustzijnsvorm. Het is tijdens dergelijke momenten, waarop mensen hun persoonlijk bewustzijn overstijgen, dat zij Christus waarnemen. In de fenomenologie, de leer waarop wij fenomenen waar nemen, beschrijft Jean-Luc Marion fenomenen die de menselijke intentie ver te boven gaan en buitenmatig meer geven dan we kunnen bevatten. Een schilderij kan ons meenemen naar een diepe beleving, ons overmeesteren waarbij we zelf uitgeschakeld worden. Het is dan meer dan een doek met verf. Hetzelfde kan gebeuren bij muziek, de natuur, het lichaam van de geliefde, de liturgie in de kerk met name de Eucharistie of het Heilig Avondmaal. Marion noemt dergelijke fenomenen die ‘meer’ geven dan in onze intentie besloten ligt ‘verzadigde fenomenen’. Dit begrip ‘verzadigd fenomeen’ geeft in wetenschappelijke zin ruimte om een verschijning van Christus als mogelijkheid te erkennen. Een verschijning van Christus is volkomen, onafhankelijk van de aardse werkelijkheid of van menselijke intenties en verzadigt de menselijke waarneming overvloedig. Bovenstaande argumenten laten zien dat een verschijnings ervaring met de rede te onderbouwen is. Het kan niet zomaar weggedaan worden als niet-rationeel of projectie van eigen verlangen. Bij het afwijzen van een verschijning moet ook op rationele gronden geargumenteerd worden en argumenten worden genoemd. Soms kan een verschijning een bijwerking van medicijnen zijn of voortkomen uit
Mensen die een verschijning hebben gezien zijn geen betere gelovigen dan zij die dat nooit hebben meegemaakt. Het is niet zo dat zij meer werk maken van hun geloof dan anderen. Ieder die het ervaren heeft beschrijft het als genade. Een moeilijke vraag blijft de kwestie waarom de ene mens wel een verschijning krijgt en de andere niet. Een absoluut antwoord is hier niet op te geven. Mij valt wel op dat de betrokken mensen zich in een levenscrisis bevonden of met moeilijke vragen worstelen. Zij gingen deze crisis of levensvragen niet uit de weg door bijvoorbeeld de tv aan te zetten of andere afleiding te zoeken. Niet dat dit altijd een bewuste keuze was, sommige mensen zaten zo vast dat vluchten niet meer mogelijk was. Soms hebben zij zich vanuit hun diepe dal in een schreeuw of stilte tot God gericht, zijn een kerk binnengegaan of in de bijbel gaan lezen. Omgekeerd kan echter niet gezegd worden dat mensen die een dergelijke ervaring niet kennen op een verkeerde manier met het leven omgaan. Een ingrijpen van God hoeft niet altijd op dezelfde wijze plaats te vinden. God werkt vaak via mensen en wie er voor open staat en de tekenen opmerkt, kan in het eigen leven soms wel sporen aanwijzen van een onverwachte betrokkenheid die ervaren wordt als van God. Andere mensen zijn meer praktisch ingesteld. God openbaart zich op een wijze zoals dat past bij een mens. Je zou misschien kunnen zeggen: God past zich aan aan de aard van de mens. De één is beschouwelijk en ontvankelijk; een ander actief en praktisch ingesteld. Het een kan niet boven het ander verheven worden.
psychisch ziek-zijn. De religieuze ervaring wordt gekenmerkt door een begrijpbare beleving van een boodschap, en een heldere inhoud. De terugkeer naar het gewone leven is een teken van een gezonde ervaring. Men pakt het leven weer op. Dikwijls leidt de ervaring tot een nieuwe be-aming van het leven.
•
Berthilde van der Zwaag is als theologe werkzaam in Eindhoven. Haar onderzoek verscheen in boekvorm: Als Christus verschijnt. Christusverschijningen in deze tijd. Kok, Kampen, 2008. ISBN 9789043515290. jaargang 22 nr. 10 januari 2011 17
’t Rentmeestertje
IK WIL RAWAGEDE HELPEN. • Op 9 december 1947 werden in het dorp Rawagede
• De nabestaanden hebben de Staat der Nederlanden
(thans Bolongsari) op West-Java door Nederlandse militairen 431 mannen gedood (Indonesiche opgave; 151 naar Nederlandse opgave); • In 2005 heeft toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, spijt betuigd maar geen excuses uitgesproken (‘we stonden aan de verkeerde kant van de geschiedenis’) – zie google onder Ben Bot; • Begin november bezocht de enige mannelijke overlevende, Sa’ih Bin Sakam (87) met een begeleider Nederland: o.a. een gymnasium in Groningen en enkele Kamerleden. Hij zei: ‘Vervolging van de daders is niet aan de orde – ik wil alleen excuses en een redelijke compensatie’. Ook zou hij graag de veteranen ontmoeten die destijds aan de andere kant stonden, (zie NRC- Handelsblad van 9 november 2010); • Ook in 2009 heeft een delegatie uit Rawagede Nederland bezocht – met een zelfde verzoek: toen zijn zij onverrichterzake huiswaarts gekeerd;
aansprakelijk gesteld voor de moorden – ze zijn niet verjaard!; • De belangen van de nabestaanden worden behartigd door Komite Utang Kehormatan Belanda = stichting Comité Nederlandse Ereschulden – www.kukb.nl • De Taakgroep Duurzame Ontwikkeling heeft besloten van 2010 tot en met 2013 jaarlijks 5000,- euro bij te dragen aan voedselverbouw en scholing in Rawagede. ’t Rentmeestertje komt uit de koker van de taakgroep Duurzame Ontwikkeling. Voor een nadere uitwerking en toelichting zie de website www.remonstranten.org onder de buttonbalk ‘Remonstranten geven/DuO’, rechts op de homepage. Contactpersoon: ds Fride Bonda, 033 4624455,
[email protected]
Stichting Kantoor Kerkelijke Administraties KKA is de administratieve dienstverlener voor kerken en instellingen • Het geheel of gedeeltelijk verzorgen van de financiële administratie • Salaris- en / of traktementsberekeningen • Debiteuren- en crediteurenadministratie • Ledenadministratie en geldverwerving
• Opmaken en controleren van jaarverslagen • Opstellen accountantsverklaringen • Financiële advisering • Administratieve ondersteuning op locatie • Zorg- en verzuimverzekeringen • Internetboekhouden
Hoofdkantoor Koningin Wilhelminalaan 23 Postbus 675 • 3800 AR Amersfoort Telefoon (033) 467 10 10
Regiokantoren • Rosendaalseweg 507 • 6824 KL Arnhem Telefoon (026) 370 86 05 • De Drift 46 • 9203 GH Drachten Telefoon (0512) 53 99 70 • Willem III straat 38A Postbus 53028 • 2505 AA Den Haag Telefoon (070) 397 31 05 • Stationsweg 159 • 9471 GP Zuidlaren Telefoon (050) 402 74 11
Salarisbureau / Afd. Verzekeringen Brouwerstraat 14 Postbus 87 • 3770 AB Barneveld Telefoon (0342) 41 57 80
www.kkgkka.nl 18 adrem remonstrants maandblad
Bent u geïnteresseerd in religie of spiritualiteit? Ontdek nu een nieuwe wereld! Zoekt u? • nieuwe gezichtspunten • boeiende beschouwingen • nieuwe wegen • inspirerende lezingen • verdieping en verrijking
Wat kunt u verwachten: • één of meerdaagse cursussen • elk half jaar een nieuw programma • fascinerende sprekers • uitstekende accommodatie • een ‘onvergetelijke’ ervaring
Kijk eens op onze website: www.leeftocht.nl en vraag de folder aan. Of stuur een briefkaart aan: “Leeftocht”, Antwoordnummer 10003, 2740 VB Waddinxveen.
Leeftocht voor Onderweg
Arminius! Rekkelijk!
Zalmmousse voor Arminius In 2010 reisden accordeonist Juul Beerda en ik rond met onze voorstelling ‘Arminius! Rekkelijk!’. Veertig keer speelden wij de voorstelling, in vooral remonstrantse, een enkele protestantse en zelfs een oudkatholieke kerk. Meer dan duizend mensen zagen de voorstelling. ‘In de provincie’ was de belangstelling verrassend groter dan in de grote steden. Beilen op een zondagmiddag: volle bak! De tournee was een succes, als we afgaan op de reacties na afloop en het klinkende applaus. Bijna elke keer speelden wij onze toegift ‘Foei u, Dordtse synode’. Het publiek liet ons weten: jullie zijn er in geslaagd om het conflict uit die lang vervlogen tijd weer tot leven te brengen. Om de hoofdrolspelers van toen een gezicht te geven en er mensen van vlees en bloed van te maken. Om de persoon van Arminius volop en letterlijk in het licht te zetten, als de buitengewoon intelligente en zeer beminnelijke man die hij was.
Actueel Het was voor mij een groot voorrecht om Arminius te spelen. Zijn pleidooi voor tolerantie in zaken van geloof en zijn hartstochtelijke bewijsvoering voor het bestaan van de vrije wil zijn mij uit het hart gegrepen. Het ontroerde mij hoe zijn boodschap van tolerantie en zachtmoedigheid al honderden jaren wordt doorgegeven en voorgeleefd in remonstrantse gemeenten. Het was goed om te zien hoe actueel de voorstelling gaandeweg werd. Ook in het Nederland van 2010 zijn er rekkelijken en preciezen en is er grote behoefte aan tolerantie, vrijheid en disputeren met verstand. Dat de onverdraagzame en al te rechtzinnige Gomarus steeds meer op een PVV-er ging lijken, kan geen toeval zijn. Soms tot in detail: Wilders wraakte zijn rechters, Gomarus zijn tegenstander Venator. Of Gomarus in het echt ook stotterde? Wij vonden er geen bewijs voor. Met zijn
lichte spraakgebrek wilden wij hem in ieder geval wat menselijker maken. Tegelijk drong de vraag zich op hoe, bijvoorbeeld in de kerk, de balans moet zijn tussen eenheid en pluriformiteit. Wanneer val je buiten de boot van de christelijke traditie, wanneer blijf je daar nog binnen en wie bepaalt dat eigenlijk? Zelfs de discussie over de dissidenten in het CDA raakte aan onze voorstelling. Hoe vrij konden Koppejan en Ferrier zijn? Hoeveel verschillen kun je hebben?
Vriendelijk onthaal Zeer vriendelijk en gastvrij was de ontvangst in al die remonstrantse gemeenten. Ik zeg het met plezier: remonstranten zijn aardige mensen! Verschillende keren mochten wij mee-eten, wat voor artiesten altijd erg prettig is. Voor avondvoorstellingen vertrekken wij vaak rond vieren, te vroeg om al te eten. Van de voorstellingen heb ik onder andere recepten voor een heerlijke zalmmousse en een uitbundig chocoladedessert overgehouden (dank aan Vlaardingen). Op de een of andere manier past zalmmousse erg goed bij remonstranten, terwijl boerenkool meer ‘Gomarus’ is. Ook werden wij altijd vrolijk uitgezwaaid, vaak voorzien van cadeautjes: flessen wijn, bossen bloemen, streekproducten (Hoornse broeder), orgel-CD’s of zelfgemaakte jam (Hengelo). Hartelijk dank aan al die remonstranten die ons zo vriendelijk ontvingen!
Menno Volgend jaar reizen wij rond met een nieuwe voorstelling, over Menno Simonszoon, de enige Nederlandse reformator en geestelijk vader van de doopsgezinden. Mocht de voorstelling bij u in de buurt komen, dan bent u van harte welkom. Daarnaast ben ik van plan om eind volgend jaar in een marathonvoorstelling Calvijn, Arminius en Menno te spelen, met drank, spijs en vrolijkheid erbij. Informatie: www.keesposthumus.nl.
•
Kees Posthumus jaargang 22 nr. 10 januari 2011 19
het gezicht van...
Marjolein Visser-Reijntjes Dagelijks werk? Ik ben Manager Organisatie en Communicatie in een zorginstelling in Driebergen. Voor die tijd werkte ik bij grote bedrijven als Douwe Egberts en Lucent Technologies, respectievelijk als directeur Personeelszaken en als manager Human Resources. Bij de geboorte van mijn vierde kind ben ik gestopt, vrijwilligerswerk gaan doen en toen zij naar school ging ben ik weer gaan werken.
Jeugd- en jongerenwerk Het intensieve contact met de kerk is ontstaan via de kinderen, eerst de doopgroepen, later het verteluur. Ik ben nu al jaren zeer enthousiast betrokken bij het jeugd- en jongerenwerk in de remonstrantse gemeente Utrecht. We hebben verschillende verteluurgroepen, verdeeld naar leeftijd, voor kinderen van 5 –12 jaar, eens per twee weken. Zij komen eerst in de dienst, en gaan daarna naar hun eigen ruimte. We vinden het belangrijk dat ze de grote bijbelverhalen leren kennen: in een cyclus van drie jaar komen de belangrijkste verhalen aan bod. De tieners, van 12 – 16 jaar, hebben ‘de klub’, eens per maand, in een eigen werfkelder. Dat werkt goed, ze hebben een band met elkaar uit de vertel uurtijd. Twee volwassenen begeleiden die Klub, een heel intensief proces, want ze moeten alles zelf ontwikkelen. Ze zijn nu bezig met interviewen, je verdiepen in een ander. Vorige periode hebben ze gewerkt aan wie wij nu zelf zijn, Remonstranten en andere religies. Elk jaar hebben ze een lang weekend met elkaar. Afgelopen jaar sliepen 20 adrem remonstrants maandblad
ze in onze eigen kerk en werden in Utrecht rondgeleid door een dakloze. Ze vonden het super. Voor kinderen boven de 16 zijn we nog wat zoekende. We hebben een jaar catechisatie gedaan. Ik ben er erg voor. Heb zelf ook heel goede herinneringen aan mijn catechisatie bij ds Laman Trip. En dan is er nog een crèche voor kinderen onder de 5 jaar. Liefst zouden we dit iedere week doen – we willen jonge ouders graag de kans geven iedere week naar de kerk te komen - maar het is lastig te bemensen. Naast de focus op de kinderen hebben we ook voor ouders Kind en Geloof - bijeenkomsten, verdeeld in drie groepen, één voor ouders met kinderen van (begin) basisschoolleeftijd, daarnaast ouders met puberkinderen en ouders met studerende kinderen. Deze komen eens per 6 weken bij elkaar, begeleid door een predikant. Sommige van deze groepen gaan ook jaarlijks een weekend weg. Heel bindend, we praten over ‘geloven in je gezin’, maar ook over andere zaken waar je als ouder tegen aan loopt.
Mijn eigen kinderen? Ik merk dat ze bezig zijn met geloven, op hun manier. Ik ben er blij om dat ze hun eigen beleven mogen opbouwen bij het in de kerk rond lopen (en soms rennen): daar houden ze een beleven aan over. Het wordt en is zo ook hun thuis.
•
Carla Bierlaagh Lid van de redactie van AdRem