remonstrants maandblad jaargang 23 nr. 11 december 2012
K e r s t m is 20 12
Sterren en tekens aan de hemel
van de redactie
Sterren en andere tekens aan de hemel Ons Kerstnummer richt de blik omhoog. Volgens de bijbel was daar rond de geboorte van Jezus het nodige te zien. Hemels zingende engelkoren, volgens het ene evangelie, een richtinggevende ster volgens het andere. Zie ook het visioen uit Openbaring, met de hoogzwangere vrouw, bekleed door de zon, de maan onder haar voeten, een krans van sterren om haar hoofd. Mocht u dit ietsje teveel van het goede zijn, u kunt ook lezen over zon- en maankalenders en de juiste dag om Kerst te vieren. Verder schrijft Taede Smedes over de typische moderne ervaring van het firmament – tegenwoordig kijken we omhoog en zien vooral een enorme leegte. Moeten we daaruit concluderen dat ons eigen bestaan weinig voorstelt en in zekere zin net zo ‘leeg’ is? Jan Nienhuis, onder meer voorzitter van de gemeente Amersfoort, wordt geïnterviewd over de ‘azuren hemel’ en andere aan het firmament ontleende symbolen van de Vrijmetselaars.
Kort geleden schreef Trouw over de jaarlijkse verandering in de mode: wie bepaalt wat volgend jaar in is? Het is een hele kunst om de tekens aan de hemel te lezen. Wij gingen te rade bij de echtgenoot van een remonstrants predikant die alles weet van modetrends en hoe deze tot stand komen. We vergeten niet dat we bezig zijn met het jaarthema. ‘Verdraagzaamheid in the global village’. In deze categorie een verslag van het seminar ‘Religie en diversiteit: kracht of dilemma?’, waarbij de remonstranten betrokken waren.’
•
De redactie van AdRem wenst u allen een goede Kerst! Bert Dicou Hoofdredacteur AdRem
Het volgende nummer van AdRem verschijnt op 11 januari 2013
in dit nummer onder meer: 3 Korte berichten
11 ’t Rentmeestertje
4 Midden in de winternacht...
12 Religie en diversiteit
6 Zon, maan en feestdagen
13 Miniatuur: Mormonen
8 Thuis in de goddeloze leegte?
14 Sterren stralen wel, maar wat zegt het?
10 Hemelse tekens bij de vrijmetselarij
16 Modetrends
11 Boekbespreking: Maria’s thuiskomst
20 Het gezicht van...
colofon Redactie: Sigrid Coenradie, Bert Dicou (hoofdredacteur), Joan van Esveld, Martijn Junte, Michel Peters (eindredacteur), Lilian Roos en Carolien Sieverink. Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030 2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties): info@remonstranten. org, of via bovenstaand redactieadres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 30,- euro per jaar voor nietremonstranten. Advertentiewerving: Eric Zinger, 026 3333181,
[email protected], tarieven op aanvraag verkrijgbaar. Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
korte berichten personalia De Commissie tot de Zaken heeft op 17 november 2012 de Arminiuspenning uitgereikt aan Wibren van der Burg. Hij kreeg deze penning als erkenning voor zijn verdiensten voor de Remonstrantse Broederschap. De afgelopen periode speelde hij met name een belangrijke rol bij de overgang van het Seminarium van Leiden naar Amsterdam. Hij was ook voorzitter van de CoZa van 2002 - 2006. Bij diezelfde gelegenheid heeft de CoZa de ring van Episcopius overhandigd aan de nieuwe docenten op het Seminarium, Christa Anbeek en Tjaard Barnard.
theaterrecensie Ik noem je sneeuw Op 5 oktober j. l. werd in de Waalse Kerk te Leeuwarden het toneelstuk met bovenvermelde naam in première genomen in het kader van de Vredesweek. De productie stond onder verantwoordelijkheid van de Oecumenische Basisgemeente Leeuwarden en de remonstrantse gemeente Leeuwarden. Het stuk werd uitgevoerd door medewerkers van de Stichting Theamus. Deze stichting werpt zich graag op grote thema’s die de mensen de weg naar de toekomst wijzen. Samen met de projectgroep ‘Geloven in Samenleven’ werd ‘Ik noem je sneeuw’ gemaakt, met teksten van Albertina Soepboer. De voorstelling gaat over twee moeders aan weerskanten van de aanslag op de Twin Towers. De Amerikaanse moeder verloor daarbij haar zoon, terwijl de zoon van de Marokkaanse moeder lid blijkt te zijn van de Al Qaeda – cel die de aanslag pleegde. Moeders van een slachtoffer en van een dader dus, maar dan op het wereldtoneel. Zo’n confrontatie is al gauw te abstract en als de moeder van het slachtoffer ook nog eens begint met ‘Ik wil niets liever dan vergeven’ klinkt dat even mooi als de kerstgedachte, maar blijft er weinig drama meer over. De dialogen van de blonde Groningse Henriette Tukkers en de Turks – Nederlandse Esra Daldifan blijven dan ook nogal in de lucht hangen volgens de recescent Hans Brans van de Leeuwarder Courant. Ondanks alle kwellingen van het moederhart worden de identiek geklede dames nauwelijks mensen van vlees en bloed.
contactledendag Landelijke oefen- en ontmoetingsdag voor contactleden Op 13 april 2013 van 10.30 – 16.00 uur wordt er weer een landelijke dag voor contactleden (bezoekleden, schakels, diaconieleden) georganiseerd in de Geertekerk in Utrecht. Het thema is: Contact met jong en oud.Klassiek bezoekwerk en grensverleggende alternatieven. Verschillende alternatieven voor contact met jongere gemeenteleden zullen worden besproken. ’s Middags zijn er workshops ter verdieping van uw klassieke bezoekwerk. De resultaten worden aan het eind van de dag doorgenomen. Ter afsluiting is er een korte viering. Het definitieve programma volgt later. Inlichtingen bij: Joep de Valk
[email protected], 06 53391524. Annelies Oldeman
[email protected], 0343 461533
voor een aantal boeiende liederen, waarbij vooral de solo’s goed uit de verf komen. Daldifan en Tukkers beschikken dan ook over goed geschoolde, uitmuntende stemmen, die een genot vormen om naar te luisteren. Het is vooral de muziek die de voorstelling de moeite waard maakt. Theamus speelt deze voorstelling in veel kerken in het noorden van ons land. Maar ze willen best ook elders komen. Voor nadere inlichtingen omtrent de Stichting Theamus kan men contact opnemen met
[email protected] Harry Stinis Remonstrantse Gemeente Leeuwarden
Muziektheater Gelukkig is Theamus vooral muziekt heater. Bob Driessen componeerde voor zijn combo prachtige, sferische jazz die in de Waalse Kerk uitstekend tot zijn recht kwam. De muziek vormt de achtergrond
Brieven als buit – addendum Bij het artikel ‘Brieven als buit’ in het novembernummer is een noot weggevallen. Bij het artikel had nog de volgende tekst moeten staan: ‘De brieven van Simon Aartz. en Jacob Been bevinden zich in doos HCA 30-644. De eerste transcripties werden gemaakt door José de Bree en Puck Wijnschenk Dom. De toelichting bij deze brief van de maand is van Judith Nobels’. jaargang 23 nr. 11 december 2012 3
thema sterren en andere tekens aan de hemel
Midden in de winternacht... ging de hemel open
Ten aanzien van de Kerstnacht spreken over tekens aan de hemel is een understatement. Stralend licht Gods heerlijkheid op boven de verzamelde herders in het veld. Voor korte tijd – zolang als het neemt om de herders de blijde boodschap van de geboorte van het messsiaanse kind door te geven, plus de tijd benodigd voor het zingen van een hemels Gloria in Excelsis Deo – maakt de sterrenhemel plaats voor een hemelse voorstelling, badend in licht. Engelen gelden als lichtwezens. De ene engel die de boodschap doorgaf, zorgde al dat de herders volledig in het licht stonden. Als dan aansluitend de complete verzameling hemelbewoners het Gloria komt zingen, is er van nachtelijk duister helemaal niets meer te bespeuren. Mooier dan op deze manier kan niet aangegeven worden dat na tijden van duisternis en ellende nu eindelijk het verlossende licht doorbreekt. Nacht maakt plaats voor dag. Er zijn nog meer natuurlijke fenomenen die getuigen van de grote ommekeer. Ondanks winter sneeuw en ijs, bloeien alle bomen, want het aardse paradijs is vannacht gekomen. Ook als de hemelse voorstelling met de engelen ten einde is, spreekt de hemel nog boekdelen: Zie daar staat de morgenster, stralend in het duister Want de dag is niet meer ver, bode van de luister. De morgenster, weten de sterrenkundigen, is geen ster maar een planeet: de planeet Venus, die in het oosten zichtbaar wordt, voorafgaand aan zonsopgang. 4 adrem remonstrants maandblad
Ster van Bethlehem Veel bekender is de ster van Betlehem, uit een ander evangelie dan dat van de herders. Matteüs beschrijft hoe God een ster gebruikt om de wijzen naar de pasgeboren Heiland te leiden. In Lukas is het Kerstverhaal met de engelen en de openbaring van het licht in het duister en niet te vergeten de aangrijpende tegenstelling van dit hemelse geweld met de hulpeloosheid en kleinheid van de aangekondigde verlosser – een kind van twee ontheemden in een voederbak – een uitstekende inleiding op wat komen gaat. De proloog introduceert aldus een aantal motieven die op volle sterkte terugkeren in de climax van het verhaal: het hulpeloze lijden en sterven van deze verlosser aan het kruis. Maar ook: zijn opstanding. Als Jezus aan het kruis hangt, is er, precies op het lichtste uur van de dag, twaalf uur ’s middags, een zonsverduistering. Als deze drie uur later voorbij is, spreekt Jezus zijn laatste woorden en geeft de geest. Op de ‘derde dag’, begeven de vrouwen zich bij het ochtendgloren naar het graf. Daar vinden ze niet de dode Jezus, maar wel twee lichtende gestalten, die hun zeggen dat de gestorvene leeft.
Nieuw begin Wat zich van Kerst tot Pasen afspeelt is niet veelbelovend voor het aangekondigde Koninkrijk van God. Een jonge, hoogzwangere vrouw die niet thuis mocht bevallen omdat de autoriteiten het plan hadden hun macht nog efficiënter te laten gelden. Een gezin dat zelfs in die omstandigheden geen plaats in de herberg aangeboden kon krijgen. Een pasgeboren kind dat bij gebrek aan beter maar in een voerbak werd gelegd. Een kraambezoek niet van opgetogen kersverse opa’s en oma’s, familie en vrienden, maar van een stel ruige mannen regelrecht van het veld. Dat kind dat we 30 jaar later terugzien als ex-timmerman die door het land zwerft en optrekt met wie hij maar tegenkomt. Niet zelden op de vlucht voor autoriteiten die hem te grazen willen nemen. Nog weer later, maar niet veel, hij is pas 33, is dat laatste gelukt. Ze hebben hem te grazen genomen. Maar het verhaal zou niet verteld zijn als men er niet voluit van overtuigd was dat het Koninkrijk van God wel degelijk van start was gegaan. En Jezus niet de zoveelste messiaspretendent was, maar inderdaad de verwachte gezalfde. Niet lang na dat veelbewogen leven van Jezus zei men tegen elkaar – en we zeggen dat nog steeds na – dat de hemel inderdaad was opengegaan, dat God zelf op dat moment naar de aarde gereikt had. Dat Hij zijn licht aan ons donkere aardse bestaan geschonken had. In de grote geheimtaal van de religie is er later gezegd: God zelf is naar de aarde afgedaald, in Christus is hij mens geworden. Zo was dan ineens een heel gewoon meisje uit een dorp in Galilea, Nazareth, de moeder van God. Maria. Bijna getrouwd met Jozef, maar daarvoor al zwanger. Van wie? Niet van Jozef. God zelf mens geworden, de poorten van de hemel geopend - dat is de breekbare geheimtaal van de religie. Deze taal wordt niet door iedereen verstaan, het is een taal die je misschien moet leren spreken en waar niet iedereen affiniteit mee heeft.
terdam. Het is een klein schilderijtje, 18 bij 25 cm, eind 15e eeuw geschilderd door Geertgen tot Sint Jans. U ziet Maria tegen een kosmische achtergrond. De voorstelling is gebaseerd op een passage uit Openbaring. Ze is gezeten op de maansikkel, ze is gekroond, de koningin van de hemel. Achter haar en het kind op haar schoot straalt het hemels licht. Het straalt in een wereld die verder zeer duister is, u ziet het contrast met het zwart. Maar het is duidelijk dat het licht overwint. Overwonnen wordt het kwaad, de draak wordt geplet onder de maansikkel waarop moeder en kind rusten. Rondom het paar de engelen, in drie kringen. De overwinning zal niet vanzelf gaan, zal gaan via de weg van het kruis, u ziet de attributen van de kruisweg gedragen door de engelen in de tweede kring. Maar het geheel wordt omringd door een buitenste kring van engelen met muziekinstrumenten in allerlei soorten, er wordt gemusiceerd zoals eens in de Kerstnacht. Het kind musiceert lustig mee. Het is feest.
Gods licht overwint Kerstmis gaat over de zekerheid dat Gods licht zal overwinnen, de hoop en de verwachting dat het kwaad overwonnen wordt. Centraal staat deze mens, nu nog een kind, die de wereld nieuwe wegen gewezen heeft. Centraal staat Gods verbondenheid met ons in zijn Immanuel. In het tweede deel van zijn tweeluik, het boek Handelingen, beschrijft Lukas hoe Jezus zelf het stralend middelpunt van Gods openbaring wordt. De ons inmiddels bekende motieven zijn weer present. Paulus, die toen nog Saulus heette, was met een arrestatieteam onderweg naar Damascus om daar de beginnende christelijke beweging de kop in te drukken. ‘Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’ Hij vroeg: ‘Wie bent u, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. [..]. Saulus kwam overeind, en hoewel hij zijn ogen open had, kon hij niets zien. [..] Drie dagen lang bleef hij blind en at en dronk hij niet.’ Waarna Saulus/Paulus de vurigste verdediger van het geloof in Christus werd.
•
Kunst Deze taal is zeer goed verstaan door de schilderkunst. Hiernaast vindt u mijn favoriete versie. U kunt het origineel bekijken in Boijmans van Beuningen in Rot-
Bert Dicou Predikant doopgezinde-remonstrantse gemeente Hoorn jaargang 23 nr. 11 december 2012 5
thema sterren en andere tekens aan de hemel
Een mens wil graag weten wat de toekomst in petto heeft. Het voorspellen van de seizoenen, weten wanneer sneeuw en kou te verwachten zijn, of een periode van bloei en warmte, is van levensbelang. Ook het uitrekenen van het goede moment voor een religieuze feestdag is belangrijk. Een betrouwbare tijdmaat om een kalender op te baseren is voor de mens onmisbaar.
Zon, maan
en feestdagen Maan De gemakkelijkste manier om de tijd te meten
Pasen Deze Egyptische kalender
is aan de hand van de maan. De maan heeft ongeveer 28 dagen nodig om terug te keren tot dezelfde stand aan de hemel. Dit is een betrouwbare cyclus, waar prima mee gerekend kan worden. Storend is dat de maanmaanden niet overeen komen met de cyclus van de seizoenen. Een zonnejaar, het tijdsverloop tussen zich herhalende jaargetijden, duurt zo’n 365 dagen. En een maanjaar, een cyclus van twaalf manen, telt ruim tien dagen minder. Gevolg is dat wie zich baseert op maanmaanden, al gauw merkt dat de seizoenen niet altijd in dezelfde maand beginnen, maar dat de maanden door de seizoenen heen zwerven. Dan is de zon betrouwbaarder om de seizoenen te voorspellen, met meetbare zonnewendes die de verandering van seizoenen aankondigen.
bleek zo veel betrouwbaarder dan de maankalenders die in gebruik waren bij andere volken, dat Julius Caesar deze zonkalender in het Romeinse rijk invoerde. Tot ver in de middeleeuwen bleef deze zogenaamde Juliaanse kalender de standaard. Probleem was wel dat een zonnejaar niet precies 365 dagen telt, maar een paar uur meer dan 365 dagen. Maar het zeer langzaam verschuiven van de maanden was zo veel minder hinderlijk dan de zwervende maanden van een maankalender, dat men dit schuiven voor lief nam. Door deze misrekening van het zonnejaar verloren de christelijke feestdagen echter wel langzamerhand hun relatie met de zonkalender. Dat was een probleem voor onder andere de berekening van de datum voor Pasen. Het christelijke Pasen heeft geen vaste datum omdat het verhaal van Jezus’ dood en opstanding duidelijk is verbonden met de joodse kalender. En het Jodendom handhaaft tot vandaag de dag de maankalender, met enkele aanpassingen om de maanden niet te veel te laten verschuiven. Pasen kan niet zonder een verbinding met Pesach, en Pesach valt altijd op of na de dag waarop de lente begint, de lente-equinox. Maar door de misrekening in de Juliaanse kalender viel 21 maart 1582 feitelijk op 11 maart, en zo was men de verbinding met de gang van de zon verloren. Paus Gregorius XIII nam het besluit het zwerven een halt toe te roepen door grondige hervormingen door te voeren. 4 oktober 1582 werd gevolgd door 15 oktober, en de schrikkeljaren werden aangepast, zodat het schuiven van de maanden niet opnieuw zou gebeuren. Door deze aanpassingen valt de lente-equinox voor ons altijd op 21 maart.
Egyptische kalenders Dat wij nu de zonkalender volgen, dus een jaar hebben van 365 dagen, hebben we te danken aan de Egyptenaren. De Egyptenaren waren de eersten die de lengte van het zonnejaar ontdekten en deze op een handige manier gebruikten. Al heel vroeg in de tijd was het ritme van de Nijl het ritme van het Egyptische leven. Het jaarlijks overstromen van de Nijl was de graadmeter voor de seizoenen van zaaien en oogsten. Al gauw hadden de Egyptenaren door dat de cyclus van overstromingen geen gelijke tred hield met de cyclus van de maan. De maan was dus niet bruikbaar voor het voorspellen van het gedrag van de Nijl. De Egyptische astronomen zagen waarschijnlijk al in 4241 v. Chr. dat eenmaal per jaar de ster Sirius ’s ochtends in een rechte lijn met de zon opkwam. Zo werd dat de markering van het begin van het Egyptische jaar. Een jaar van 365 dagen, onderverdeeld in 12 maanden van 30 dagen plus vijf losse feestdagen aan het begin van het jaar. 6 adrem remonstrants maandblad
Mithras doodt de stier
altijd op 25 december. Maar hoe we aan deze datum zijn gekomen is niet zeker. Want wanneer Jezus precies geboren is weten we niet, en dat deed er lange tijd ook niet toe. De gelovigen vierden al een geboortefeest van Jezus, namelijk het eerder besproken Pasen. Toen Jezus op de derde dag opstond, begon zijn nieuwe leven. De opstanding werd gezien als zijn wedergeboorte, en dat was een feest waard. Aan het gedenken van zijn natuurlijke levensbegin was geen behoefte. Dit veranderde rond de vierde eeuw. Er doen verschillende theorieën de ronde over de datum van 25 december. Eén legt een verband met 25 maart. Men wist dat rond 25 maart de lente begint, en men geloofde dat op 25 maart de schepping was begonnen. Daarnaast had men uitgerekend dat Goede Vrijdag, de sterfdag van Jezus, in het jaar 33 op 25 maart viel. 25 Maart was dus een zeer belangrijke datum. Voor de gelovige uit de vierde eeuw was het niet vreemd om dan te denken dat op deze bijzondere datum ook Jezus levensbegin, zijn conceptie, had plaats gevonden. En negen maanden na 25 maart is 25 december, onze kerstdatum.
winterzonnewende op 21 december, het moment dat de zon terugkeert en de dagen weer lengen. 25 December was de geboortedag van de god Mithras, die in het Romeinse Rijk rond het begin van de jaartelling een geduchte concurrent was van het opkomende Christendom. Mithras werd op 25 december als lichtgod uit een rots geboren. Hij was de zonnegod bij uitstek, en werd geïdentificeerd met vuur, licht, deugd en wijsheid. Later, vanaf het midden van de derde eeuw, ging de geboortedag van Mithras op in het feest van de onoverwinnelijke zon, de Sol Invictus. De geboortedag van Mithras werd de dag van de wedergeboorte van de zon. Aan het einde van de derde eeuw werd de cultus van Sol Invictus de officiële religie, en dat bleef het totdat het Christendom eind vierde eeuw staatsreligie van het Romeinse Rijk werd. Het Christendom nam veel trekken van de vereerde Sol Invictus over voor de beeldvorming rondom Christus. Zo werd een van de namen voor Christus ‘Zon der Gerechtigheid’, mede geïnspireerd door Maleachi 3:20, waarin de Dag des Oordeels wordt beschreven. Wat was er dan toepasselijker dan de geboortedag van Christus, die licht in de duisternis bracht, te vieren op het feest van de zon?
Zonnegod Een andere en meer waarschijnlijke theorie houdt verband met de verschillende feesten rondom de
Carolien Sieverink Redactie AdRem, student aan het Seminarium
Kerst Kerst, het feest van de geboorte van Jezus, valt
•
jaargang 23 nr. 11 december 2012 7
thema sterren en andere tekens aan de hemel
Thuis
in de goddeloze leegte?
Over de veranderde kijk op de kosmos Tot en met de Middeleeuwen opende de sterrenhemel het zicht op God, maar vandaag lijkt de leegheid van het universum juist het zicht op God te benemen. Het heelal lijkt een lege en vijandige plek. Hoe heeft het zover kunnen komen, dat de sterrenhemel die we op donkere winteravonden boven ons uitgestrekt zien, vandaag het symbool is geworden van een leeg, doelloos, eindeloos uitgestrekt heelal dat totaal niet lijkt te geven om de mens?
Het middeleeuwse heelal was betrekkelijk klein en knus. Een gesloten geheel, overzichtelijk, geschapen door een Schepper die alles met het oog op de mens op hiërarchische wijze had geordend. Geïnspireerd door Aristoteles’ filosofie werd het heelal voorgesteld als een kosmische ui, een geheel van concentrische bollen. De aarde stond in het middelpunt, daaromheen draaide iedere planeet in zijn eigen kristallen ‘schil’. De buitenste schil was die van de vaste sterren, dat was de buitenste grens van de zichtbare kosmos, wat zich daarachter bevond, was onderwerp van speculatie. Als ik over het middeleeuwse heelal schrijf dat het ‘klein’ en ‘knus’ was, dan is dit relatief ten opzichte van ons huidige heelal. Want ook toen werd het heelal als onmetelijk groot ervaren. Volgens de wetenschapshistoricus Alexandre Koyré schatten de middeleeuwers de grootte van het heelal in als 20.000 keer de doorsnee van de aarde, wat uitkomt op iets meer dan 200 miljoen kilometer. Ten tijde van Copernicus (1473-1543) werd het heelal al wat groter gedacht, ongeveer 2000 keer groter, aldus Koyré. Maar naar huidige maatstaven is dat nog altijd klein. De huidige kosmologie heeft het rekenen in termen van kilometers opgegeven. Op kosmische schaal worden kilometers betekenisloos en wordt er naar ‘lichtjaren’ verwezen, de afstand die het licht in een jaar aflegt: 9,46 biljoen kilometer, een duizelingwekkend getal. Het zichtbare deel van het heelal wordt vandaag geschat op een doorsnee van 156 miljard lichtjaren. Het melkwegstelsel waar onze Zon als ster in de buitenste randen deel van uitmaakt, is 100.000 lichtjaren breed, wat dus betekent dat het zichtbare heelal ruim anderhalf miljoen keer zo groot is als ons melkwegstelsel. 8 adrem remonstrants maandblad
Ons voorstellingsvermogen te boven Het universum gaat ons voorstellingsvermogen te boven. Al eeuwenlang is dat aanleiding tot uitingen van verwondering. In Psalm 8 staat beschreven (NBV-vertaling): ‘Zie ik de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren door u daar bevestigd, wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet?’ Hier komt verwondering tot uitdrukking over God die blijkbaar een relatie wil aangaan met een wezen dat in het licht van de overweldigende sterrenhemel zo ongelooflijk nietig lijkt. Naast verwondering klinkt Bij Blaise Pascal (1623-1662) ook een andere toon, namelijk die van een existentiële onrust, wanneer hij in zijn Gedachten schrijft: ‘Als ik besef hoe blind en ellendig de mens is, wanneer ik heel het zwijgende heelal aanschouw en zie hoe de mens zonder inzicht als een verdoolde in deze uithoek van het universum aan zichzelf is overgelaten, zonder te weten wie hem daar heeft neergezet, wat hij er komt doen, wat er van hem zal worden als hij sterft, zonder in staat te zijn ook maar iets te weten, dan bevangt me een gevoel van ontzetting’. Bij Pascal blijkt het heelal ineens een vreemde plek geworden, een plaats waar de mens zich niet thuis voelt, maar ontheemd. Ofschoon honderden jaren geleden geschreven, klinken Pascals woorden ijzingwekkend modern, vooral wanneer men bij de biochemicus Jacques Monod in zijn boek Toeval en noodzakelijkheid (1970) leest over de ‘gevoelloze leegheid van het universum’, en dat de mens in dit heelal is als een zigeuner, ontheemd in een universum ‘dat doof is voor zijn muziek, en zo onverschillig voor zijn hoop als het is voor zijn pijn of zijn misdaden’. De existentiële angst van Pascal heeft bij Monod echter plaatsgemaakt voor een haast stoïcijnse berusting. Een dergelijke berustende
Spiraalvorming sterrenstelsel M 101, foto www.hubblesite.org. Het kost 170.000 lichtjaren om deze gigantische schijf van sterren, stof en gas te doorkruisen. Dat is bijna twee keer de diameter van onze Melkweg. Men schat dat M 101 tenminste een triljoen sterren bevat. Ongeveer 100 biljoen van deze sterren zou gelijk kunnen zijn aan onze zon.
toon vind je vandaag terug bij wetenschappers als Stephen Hawking, Steven Weinberg, en bij Lawrence Krauss in zijn recent verschenen boek Universum uit het niets.
Betoverd door het grote verhaal Hoe komt het dat het heelal zo leeg en doelloos wordt ervaren? Ook veel gelovigen vandaag hebben moeite om God nog langer te ervaren als een inwezende aanwezigheid. In de middeleeuwen was de kosmos een gesloten geheel, maar wel in het besef dat de continue beweging van de hemelen het effect was van Gods aantrekkende liefde. Gods liefde was de kracht die alles in de kosmos in beweging hield. Vandaag de dag zien we de kosmos als causaal gesloten. De transcendente God wordt buiten een universum gedacht, dat als een goed geoliede machine wordt voorgesteld en door de fysicalistische natuurwetenschappen wordt beschreven. We weten niet meer hoe we Gods inwezigheid (of immanentie) kunnen denken anders dan als een causale factor naast andere causale factoren. En aangezien natuurwetenschappers die goddelijke causale factor nergens terugvinden in het heelal, lijkt de conclusie onontkoombaar dat we leven in een leeg en goddeloos heelal. Wie die conclusie accepteert, toont zich betoverd door een Groot Verhaal, dat door (atheïstische) natuurwetenschappers verteld wordt, maar geen natuurwetenschappelijk verhaal is. De term ‘God’ heeft binnen de natuurwetenschappen geen betekenis. Het gaat om een filosofisch of levensbeschouwelijk Groot Verhaal, een atheïstische interpretatie van wetenschappelijke gegevens, een verhaal dat bovendien boogt op een totaalweten dat voor de mens wellicht helemaal niet beschikbaar is. Het is dan goed om te bedenken dat in het christelijk geloof Gods transcendentie, de andersheid van God, wordt benadrukt als een verstoring en doorbreking van alle door mensen bedachte Grote Verhalen. Juist zo’n kritische doorbreking en relativering van alles wat de mens kan bedenken, geeft openingen om ook de inwezigheid, de immanentie Gods te denken en mogelijkerwijs
te ervaren. Het is belangrijk om dat kritische (en ook zelfkritische) potentieel van het christelijk geloof in het oog te houden. God gaat net als het universum het menselijk voorstellingsvermogen te boven. En het doorzien van die betovering opent perspectieven op een nieuwe spirituele beleving van de levenschenkende kosmos.
Spiritueel uitzicht Het christelijk geloof is ook altijd helder geweest over de ambivalentie van de werkelijkheid als het gaat om sporen van God. Gods bestaan is niet onomstotelijk afleidbaar uit de wereld, dus ook niet uit de sterren. De mix van verwondering en existentiële ongerustheid bij Pascal blijft daarmee ook de onze. Geloven in God blijft altijd een zoektocht, wordt nimmer zekere (in de zin van wetenschappelijke) kennis. Niettemin zijn sterren traditioneel symbolen van hoop, letterlijk lichtpuntjes in de nacht. Kwam in Psalm 8 de verwondering tot uitdrukking dat God zich überhaupt bemoeit met zoiets nietigs als de mens, in het Kerstverhaal speelt één enkele ster de cruciale rol als boodschapper die voor de Wijzen uit het Oosten oplichtte als de hoop op én bevestiging van de Voorzienigheid Gods. Daar komt bij dat kosmologen hebben laten zien hoe op koolstof gebaseerd leven op aarde samenhangt met de sterren in het heelal. Koolstof wordt gemaakt in sterren. Het leven op aarde, en wij mensen, zijn gemaakt van sterrenstof. De explosieve dood van sterren was voorwaarde dat er leven op aarde kon ontstaan. Sterren staan daarmee ook symbool voor de Geest die levend maakt en die de macht heeft tot wederopstanding uit de dood. Ik kan dan ook niet anders concluderen dat een stoïcijnse houding van berusting in de goddeloosheid van het universum ongepast, oneerbiedig, en kenmerkend is voor een gebrek aan spirituele sensitiviteit.
•
Taede A. Smedes Theoloog, godsdienstfilosoof en publicist. Senior Onderzoeker aan de Faculteit Filosofie, Theologie, en Religiestudies van de Radboud Universiteit Nijmegen. jaargang 23 nr. 11 december 2012 9
thema sterren en andere tekens aan de hemel
hemelse TEKENS BIJ DE VRIJME T SE LARIJ Uw schrijver bezocht ooit de werkplaats van de vrijmetselaars in Leiden. Hij herinnerde zich de sterren op het blauwe plafond. Wat hebben vrijmetselaars met ‘tekens aan de hemel’, vroeg hij zich af. Met die vraag kwam hij terecht bij Jan Nienhuis (57), doopsgezind opgevoed, voorzitter van de kerkenraad van de Johanneskerk in Amersfoort, een samenwerkingsverband van doopsgezinden, remonstranten en vrijzinnig protestanten. Sinds 1979 is hij vrijmetselaar. Binnen zijn Utrechtse loge vervulde hij veel functies, waaronder die van voorzitter. Hoe zou u de Vrijmetselarij omschrijven? ‘De Vrijmetselarij is een broederschap van voornamelijk mannen die gemeenschappelijke ervaringen delen en ondergaan en zo hun onderlinge relatie versterken. Er zijn ook gemengde loges en vrouwenloges, maar die zijn ver in de minderheid. Ontstaan in de zestiende eeuw vanuit de werkplaatsen van ambachtslieden, kent de Vrijmetselarij een sterke bouwsymboliek. De symbolen hebben een associatief karakter. In Nederland zijn zo’n zesduizend personen lid, een keer per week komen zij bij elkaar. Zij nemen dan afwisselend deel aan twee soorten bijeenkomsten: rituele bijeenkomsten in de werkplaats en inleidingen met discussie over bepaalde thema’s. Een beetje leerschoolachtig. De beweging is ontstaan vanuit een 16eeeuwse christelijke samenleving. Het bestaan van een hogere macht wordt dan ook geïmpliceerd, zonder dat er in Nederland gebeden wordt tot een christelijke God. In Engeland overigens wel.’
Wat betekent het blauwe plafond in de werkplaats? ‘We vinden dit symbool terug in het rituaal van de gezel. Daar staat in de vorm van vraag en antwoord: ‘Waar bent u tot gezel bevorderd? In een werkplaats met azuren gewelf, bezaaid met sterren.’ De betekenis hiervan is dat de werkplaats zo groot is als de wereld, de gehele wereld omvat. Dat heeft met onze drie inwijdingen te maken: die van leerling, gezel en meester. Een leerling concentreert zich op zelfinzicht en zijn eigen werkgebied, een gezel richt zich daarentegen op de arbeid in de wereld en op het werken met elkaar. De tekens aan de hemel sluiten aan bij het leven van de mens, voor wie de wereld een werkplaats is. Voor die wereld dient hij verantwoordelijkheid te nemen.’ 10 adrem remonstrants maandblad
Zijn er nog meer hemelse tekens die een symbolische rol spelen? ‘In de werkplaats ligt een kleed (tableau) waarop linksboven de maan en de sterren zijn te zien. Zij drukken de nachtelijke hemel uit. Rechtsboven is juist de zon afgebeeld. Deze tekens verbeelden het verschil tussen de dag en de nacht als een natuurlijk verschijnsel. Zij staan symbool voor het leven van een mens, waarin ook licht en duisternis elkaar in overdrachtelijke zin afwisselen. Naast de bouwsymboliek is de lichtsymboliek voor ons dus belangrijk. De gang van een vrijmetselaar is de gang naar het licht. ‘Licht’ staat dan voor een beter mens worden, jezelf beter leren kennen, de eigen driften en verlangens leren beheersen en goed voor jezelf en je naaste leren zorgen. ‘Licht’ staat niet direct voor Christus. Vrijmetselaars hebben geen geloof in het hiernamaals, zij zijn onwetend van het leven na dit leven. Er zijn overigens wel verwijzingen naar een leven na de dood. In het rituaal van de rouwloge waarmee wij overleden broeders herdenken, lezen we: ‘Zet uw reis voort’. En ook wordt gezegd dat iemand na zijn dood zijn aardse werktuigen heeft neergelegd en nu wordt ‘opgeroepen tot hogere arbeid.’
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de remonstranten
boek bespreking
Maria’s thuiskomst Een realistische kijk op het leven, een aanrader voor onder de kerstboom In vergelijking met de bevrijder zag Freek er ziekelijk mager en onderkomen uit. […] Hij verspreidde een onaangename geur. Zijn vrouw durfde nauwelijks naar hem te kijken. De vijfde roman van Nelleke Viëtor is verschenen. Net als in haar eerdere romans toont Viëtor zich weer een scherp waarnemer van het menselijk gedrag. Deze keer vertelt zij over Maria, een vrouw die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog verliefd wordt op een bevrijder. Het is 1945 en manlief komt gebroken terug uit de oorlog: een verzetsheld die veel heeft geleden. Emotioneel is hij een wrak. Het huwelijk is voorbij en zij trekt met haar bevrijder George mee naar Wales onder achterlating van drie jonge kinderen. Haar leven is getekend door deze keuze die al snel ongelukkig blijkt. Heel geloofwaardig wordt beschreven hoe deze stap de levens van een hele groep mensen beïnvloedt. Nieuwe kansen en hoop gloren aan de horizon, maar het menselijk drama blijft telkens weer terugkeren. Aan het verleden is niet te ontsnappen! Viëtor schetst dit alles, en dat is het sterke van de roman, met een welversneden en realistische pen. Je ziet het
als het ware voor je gebeuren. Zij vertelt met warmte en begrip hoe het leven is, zonder te oordelen, zonder al te gemakkelijke oplossingen. Het verhaal speelt ongeveer veertig jaar geleden, maar is door zijn thematiek van verlies, ontrouw en het verdriet in samengestelde gezinnen herkenbaar voor onze moderne tijd waarin de vanzelfsprekendheden die in het verhaal doorbroken worden, vaak niet meer bestaan. Opvallend in alle romans van Viëtor is dat zij spelen in de betere, wellicht elitair te noemen kringen. Zo is het hier vanzelfsprekend – zonder toelichting voor de moderne lezer die deze wereld misschien niet kent – dat er voor de oorlog al wordt gekuurd in Davos! Boeiend zou zijn te ontdekken, wat er gebeurt wanneer Viëtor haar aandacht zou richten op andere delen van de sociale kaart. Ongetwijfeld zou haar scherpe blik ook daar menselijk gedrag ontdekken, dat vanaf de eerste tot de laatste pagina blijft boeien.
•
Tjaard Barnard Nelleke Viëtor, Maria’s thuiskomst, Aspekt 2012, 978 64 6153 243 5, 182 p., 16,95 euro.
’t Rentmeestertje
HEERLIJK EN EERLIJK Hoogopgestapeld liggen ze in de winkels: chocoladeletters in vele maten en soorten. Vooral in de maand december likken jong en oud hun vingers af bij het eten van chocola. Bij het zien van zoveel chocola zou je niet denken dat er een cacaoschaarste dreigt. Dat is wel zo. Mensen in westerse landen zijn zo dol op dit lekkers dat de vraag naar cacao stijgt en stijgt, terwijl de boeren in West-Afrika nauwelijks weten hoe ze de landbouwgrond efficiënt kunnen benutten. De grond raakt uitgeput en de opbrengst van cacaobonen wordt kleiner. Met hulp van grote chocoladeproducenten en fair trade - organisaties
leren de cacaoboeren hun grond beter te bemesten en te bebouwen. Goed voor de aarde, goed voor de boeren en hun kinderen, die dan naar school kunnen, goed voor alle chocolaminnaars en – minnaressen. Laten we vooral eerlijke chocola kopen in december. Dan smaakt het goed. ’t Rentmeestertje komt uit de koker van de taakgroep Duurzame Ontwikkeling. Voor een nadere uitwerking en toelichting zie de website www.remonstranten.org, onder de button ‘Remonstranten geven online’. Contactpersoon: Casper Ebeling Koning, tel. 06 54 95 1911,
[email protected]
jaargang 23 nr. 11 december 2012 11
verdraagzaamheid in the global village
Religie en diversiteit ‘Er moet iets van een spelelement in zitten.’ Aan het woord is Tom Mikkers, dagvoorzitter van het seminar Religie en diversiteit: kracht of dilemma?, dat op 4 oktober gehouden werd in het kerkgebouw van het Apostolisch Genootschap in Utrecht. Dat element werkte volgens verwachting: de meer dan honderd aanwezigen, van uiteenlopende achtergrond uit verschillende geloofsrichtingen, werden in een ommezien bij elkaar gebracht in een prettige sfeer. Had Tom nu terecht zo hard scheidsrechter gespeeld of had hij ongelijk? Daarmee werd de weg vrijgemaakt voor de open en eerlijke uitwisseling van ideeën tussen de aanhangers van verschillende godsdiensten, die later op de dag volgde. Het onderwerp was de moeite waard: de Nederlandse samenleving, de door iedereen gedeelde onvrede over de manier waarop wij omgaan met diversiteit, en de vraag, wat wij kunnen doen om verbetering in de situatie te brengen.
Pussy Riot en de Weigerambtenaar Onder deze titel gaf Theo de Wit, hoogleraar in Nijmegen, een lezing, waarin hij religieuze, sociale en politieke ontwikkelingen beschreef, die hadden geleid tot de dilemma’s waarvoor wij ons gesteld zien. Hij gaf in zijn verhaal aan hoe we beter kunnen omgaan met de religieuze diversiteit in Nederland. Zijn conclusies: Het is in Nederland in het algemeen nodig religieus analfabetisme te bestrijden; politieke argumenten, die religieus geïnspireerd worden, dienen, mits in algemeen begrijpelijke taal verwoord, ook door seculieren voluit serieus genomen te worden; er mag van elke burger, religieus of seculier, een zeker incasseringsvermogen gevraagd worden. De doorgewinterde remonstrant herkent hierin moeiteloos de drie vormen van tolerantie die Mispelblom Beyer onderscheidt, maar voor dit gezelschap waren zij spiksplinternieuw. Het remonstrantse gedachtengoed, door de eeuwen heen gekoesterd en ook wereldwijd uitgedragen via de International Association for Religious Freedom (IARF), kreeg hier een heel nieuw werkveld toebedeeld. Daarna gaven Alper Alasag (voorzitter van Islam en Dialoog), George Gelauff (lid van het Apostolisch Genootschap), Arie Nico Verheul (remonstrants predikant) en Riet Bons-Storm (em. Hoogleraar pastoraat en vrouwenstudies) in het kort hun visie op het onderwerp. Later gingen de deelnemers uiteen in gespreksgroepen. Een paar vragen over de praktijk van de interreligieuze dialoog gaven de richting aan, maar verder was het een vrij gesprek, iets, dat als zeer bijzonder werd ervaren. Bijna niemand had ooit eerder gelegenheid gehad om zo open met andersgelovigen van gedachten te wisselen. 12 adrem remonstrants maandblad
Diversiteit in de praktijk De dag was opgezet door het samenwerkingsverband Naar een Landelijk Stemgeluid (NLS), recentelijk opgericht vanuit IARF, samen met de stichting Kompas in oprichting. De Nederlandse Ledengroep van IARF, in het bijzonder At Ipenburg en Annelies Trenning, stond garant voor een uitstekende organisatie, daarbij gesteund door de vrijwilligers van het Apostolisch Genootschap, die de praktische kant voor hun rekening namen. Aanwezig waren leden van IARF, Religions for Peace/WCRP, Islam en Dialoog, en de Landelijke Kerngroep Vrouwentrialoog. Overweldigende belangstelling was er bovendien van leden van het Apostolisch Genootschap. Bijzonder gewaardeerd werd de inbreng van een grote groep studenten van de Hogeschool van Utrecht, grotendeels moslima’s, voor wie dit onderdeel was van een ‘minor’ Islam en Samenleving. ‘Zo’n dag kunnen we elk jaar wel gebruiken’, aldus de docente. Nuttig en Nodig De interreligieuze dialoog vindt tegenwoordig niet meer alleen plaats binnen de begrenzingen van vrijzinnige groepen, zoals IARF en WCRP. Het lijkt alsof onze rol daarmee voorlopig is uitgespeeld. Niets blijkt minder waar: juist nu in brede kring de behoefte wordt gevoeld om met elkaar in gesprek te gaan, is onze ervaring en expertise nodig. Wij mogen ons niet onttrekken aan deze verantwoordelijkheid. Voor onze inzet krijgen we ook iets terug: het seminar bruiste van nieuw leven en daadkracht en het aanstekelijke enthousiasme en het idealisme van de deelnemers was hartverwarmend. De rustige en weloverwogen bijdrage van de meer ervaren ‘beroepsdialogogen’ werd intensief gebruikt in de discussie over een nieuwe samenleving in Nederland. Een samenleving waarin ook de vergrijzende kerkjes een ‘evenwaardige’ plaats toekomt.
•
Wytske Dijkstra Voorzitter IARF Europa en Midden - Oosten Een samenvatting van de lezing en de conclusies uit de workshops kunnen worden opgevraagd bij de secretaris van de Nederlandse Ledengroep IARF, Annelies Trenning
[email protected]
miniatuur
Mormonen Het zit hen niet mee, werkelijk, de Mormonen. In Washington niet, in Hillegersberg ook niet! Op een jongerenkring, in een behaaglijk Rotterdams huis, wordt gedebatteerd over krantenartikelen. De aanpak werkt nog steeds. Plotseling krijg ik een déjà vu. Ik ga terug in de tijd. Met weemoed denk ik aan de Delftse studenten waarmee ik vijfentwintig jaar geleden dit soort discussies voerde. Toen moest ik aan de TU-mentaliteit wennen. Uiteindelijk raakte ik er helemaal thuis en herken ik Delftse alumni van verre. Nu krijg ik een spoedcursus in de denkwereld van Hillegerbergse adolescenten. Wederom is het even wennen. Eerst aan de leeftijd: veertienen vijftienjarigen leven in een andere wereld dan ik, daar ben ik me zeer van bewust. Dan aan de mentaliteit. Het
N u blijk ik iets met M ormonen te hebben is verbluffend hoezeer the american dream hier adepten heeft: als je flink werkt en goed je best doet, kun je overal komen waar je wilt en alles bereiken wat je je voorgenomen hebt. Feit is dat je met deze mentaliteit doorgaans een heel eind komt. Amper is de eerste krantenkop gelezen of de discussie brandt los. Twee dagen geleden heeft Romney de Amerikaanse verkiezingen verloren. In de krant staat: Mormonenafkomst toch een nadeel? Zes van de zeven jongens weten niets van Romney’s afkomst en hebben geen idee waar Mormonen voor staan. Stond kennelijk niet op WhatsApp. Iemands religieuze overtuiging laat hen trouwens helemaal koud. Dat moet iedereen toch zelf weten? Daar valt veel voor te zeggen. Maar deze jongeren hebben wel degelijk een stevige mening over de weggestemde presidentskandidaat: hij ziet eruit als een boef en alleen al van het naar hem kijken, krijg je pukkels. Nu krijgen deze jongens die vanzelf wel, maar het feit dat je ‘alleen van het kijken al’ iemand als boef kunt herkennen, levert bij de voortreffelijke tapas een gouden discussie op. Vooroordelen op het eerste gezicht: kan dat wel? Neen, krijg ik te horen, natuurlijk niet, en toch weet je, als je naar die man kijkt, dan zie je gewoon dat hij niet te vertrouwen is! En zo wil het voorkomen dat deze dominee als een ware sofiste een presidentskandidaat die de hare niet is, vurig verdedigt en ook nog Mormonen de hemel in prijst. Het moet niet gekker worden! Nu blijk ik iets met Mormonen te hebben. Zou een van mijn voorvaderen door hen postuum gedoopt zijn? Moet ik toch eens in Salt Lake City gaan checken binnenkort.
Hoe dan ook, begin deze week was ik op huisbezoek in een druk gezin. Daar werd een schoenendoos liefdevol gevuld met cadeautjes voor kinderen aan de andere kant van de wereld. Prachtig om te zien en om het commentaar te horen van een negenjarige: natuurlijk moet er een knuffel in de doos. Iedereen heeft toch een knuffel nodig? Niets tegen in te brengen. Dat geldt later net zo goed. De laatste knuffel van mijn oudere jongens is een app waarmee je er achter kunt komen welke bekende persoon is gestorven op de dag van je geboorte. Dan weet je dus van wie je de reïncarnatie bent en dat kan nuttig zijn. Op het punt om weg te gaan, sta ik in de hal, mijn jas al aan. Er wordt aan de deur gebeld. Twee nette mensen staan voor de deur, een attachékoffer in de hand. Of de heer des huizes gered wil worden en of ze binnen mogen komen om het erover te hebben. Vriendelijk doch gedecideerd zegt mijn gastheer: ‘dank u, wij zijn al voorzien. Er gaat er nu net eentje weg!’ Nee, het zit hen wereldwijd niet mee dezer dagen, de Mormonen. Ik ben al weg!
•
Christiane Berkvens-Stevelinck Remonstrants predikant in de gemeenten Rotterdam en Breda
Mormonen op straat in Groningen. Foto: Engebers, HH
jaargang 23 nr. 11 december 2012 13
overweging
Sterren stralen wel maar wat zegt het? Monic Slingerland, die werkzaam is bij Dagblad Trouw en ondermeer schrijft voor de pagina’s religie en filosofie, en ik waren betrokken bij de organisatie van de Nacht van de Theologie. Daar straalden in 2010 en 2011 theologische sterren. Ik vroeg haar: ‘Monic, zou je iets willen schrijven over sterren, maar dan weer anders dan bij de Nacht van de Theologie. Er zit geen regelwerk aan vast; we hoeven alleen maar te mijmeren over stralende sterren en tekens aan de hemel’. Monic bracht toen de kerkvader Augustinus ter sprake. Deze kerkvader uit de vierde eeuw na Christus had uitgesproken gedachten over datgene wat sterren ons zouden vertellen. Ik zou meer over hedendaagse sterren schrijven. Wat het verband is tussen de beide overwegingen? De afzonderlijke teksten gaan in ieder geval allebei over de gedachte dat ieder mens in de vrijheid is gesteld ongeacht wat sterren aan de hemel of innerlijke tekens ons ook wijs willen maken. De onderkenning van die vrijheid (die eerder de apostel Paulus verbindt met Christus) houdt ons verbonden met de hemel. Beter nog dan sterren dat kunnen. Hoe vrij de hemel ook lijkt. Hoe mooi woorden soms ook klinken.
augustinus en de sterren Op een dag, rond het jaar 400, krijgt kerkvader Augustinus een brief met daarin een spervuur van vragen. De afzender van de brief is een zekere Januarius. Over hem weten we niets anders dan uit de brief blijkt. Een wat pietluttige man, die overal om zich heen tekenen meent te zien van het hogere. Hij klampt zich vast aan de dan 46-jarige bisschop Augustinus van Hippo, die hij bijna raadpleegt alsof hij een orakel is. Waarom is het niet altijd volle maan? Wat zegt het ons dat de maan steeds verandert? Wat betekent het dat Pasen altijd precies valt wanneer de sterren in het teken van de ram staan? Briefschrijver Januarius hoopt en verwacht dat bisschop Augustinus hem op al zijn vragen antwoord zal geven. In de antwoordbrief van Augustinus is tussen de regels door wat irritatie te lezen, en zelfs kunnen we nu nog grinniken om de subtiele manier waarop de kerkvader zijn al te grote fan afpoeiert. ‘Het zou een stuk handiger zijn geweest’, begint Augustinus zijn eerste antwoordbrief, ‘wanneer u zelf antwoorden had gezocht op de vragen die u me gesteld hebt. Dan had mijn brief een stuk korter kunnen zijn.’ In zijn tweede antwoordbrief schrijft hij dat er nog stapels werk liggen te wachten, maar dat hij toch de moeite neemt om op de vragen in te gaan. Maar verder geen kwaad woord over Januarius, want dankzij diens vragen weten we nu hoe Augustinus naar de sterren keek, naar de zon en de maan. Dat de maan steeds weer anders is, daar moet je heel nuch14 adrem remonstrants maandblad
ter over zijn, schrijft Augustinus. Hij grijpt het thema meteen aan om een van zijn stokpaardjes te berijden en lekker te schelden op de domme Manicheërs, die in de volle maan een teken van volmaaktheid zien. Zodra de maan een sikkel is en dus niet meer vol, menen de Manicheërs, moet het ontbrekende deel achter de schermen van de sterrenhemel gezuiverd worden, een schoonmaakactie die twee weken duurt. Wat een flauwekul, briest Augustinus. Want waarom is de maan dan nog steeds niet vol, na die twee weken en groeit die nacht na nacht van sikkel tot bol? Als zijn kwaadheid gezakt is, richt hij zijn blik op de sterrenhemel. Kijk, daar is Orion, daar zijn de Plejaden, en kijk, met Pasen staat de sterrenhemel in het teken van de ram. Prachtig toch, doceert Augustinus. Er is niets mis mee om naar de sterrenhemel te kijken. Boeren doen het, schippers en reizigers die door onbekende streken trekken. Dankzij de sterren weet een schipper welke koers hij moet varen, en weet een reiziger welke kant hij uit moet. Net zo goed is het nuttig om naar de sterren te kijken en te weten welk seizoen het is. Voor een christen geven de sterren en de maan precies aan wanneer het Pasen is. Wie gevoelig is voor symboliek, kan daarin hoopvolle tekenen zien van nieuw leven. Op zo’n manier, schrijft Augustinus aan Januarius, kunnen we de zon, de maan of de sterren best gebruiken als beelden die uiting geven aan een godsdienstig besef. Maar laat je nooit door de sterren je vrijheid afnemen, waarschuwt hij. Wie letterlijk door onbekend gebied trekt, kan zich wel laten leiden door de stand van de sterren, mits hij er enige kennis van heeft. Maar zodra de sterren als symbool gaan gelden bij het nemen van belangrijke beslissingen in het leven, is er iets mis. Dan ga je ervan uit dat het lot je leven bepaalt. En dan maken we onszelf tot slaven. En die slavernij, schrijft Augustinus, hebben we toch al een tijd achter ons gelaten. Monic Slingerland
ieder mens zijn eigen ster? ‘Ik ben mezelf niet en al die jaren nooit geweest’, zongen kleinkunstenaars Acda en de Munnik getergd. De dichteres Vasalis graaft nog wat dieper wanneer zij vervreemding onder woorden probeert te brengen. Zij dichtte ooit: ‘Diep van mijn zang en van mijzelf vervreemd, hoor ik in twijfel niets dan toon na toon…’ Maar wanneer verlies je eigenlijk jezelf? Vasalis verwijst naar een innerlijke melodie waar we niet meer mee in verbinding staan. Bij Acda
Over Augustinus (354 – 430) Augustinus wordt geboren op 13 november 354 in Thagaste, een Noordafrikaanse stad gelegen in de Romeinse provincie. Op jonge leeftijd sluit hij zich aan bij de Manicheeërs. Later bekeert hij zich tot het Christendom. Hij keert zich daarmee af van het manicheïstisch determinisme waarin de astrologie een belangrijke rol speelt. In 395 wordt hij bisschop in de Noordafrikaanse havenstad Hippo (het huidige Annabe in het noordoosten van Algerije). Augustinus ontwikkelde zich tot een van de meest
en de Munnik is de verbinding met het gezang in jezelf ‘nooit en niet geweest’. Jezelf worden en blijven is in het gewone hedendaagse spreken over doel en zin van het leven een gangbaar zinnetje. ‘Ik kan mezelf niet meer zijn’, is misschien wel dé reden om relaties te verbreken, ander werk te zoeken of op zoek te gaan naar een nieuwe God. Fijner is het natuurlijk om wel jezelf te kunnen zijn. In ieder geval hoor ik het zinnetje zo vaak dat het me soms op de zenuwen werkt. De vanzelfsprekende aanname dat het mogelijk is om 24 uur per dag jezelf te kunnen zijn veronderstelt dat het mogelijk is om vervreemding op te heffen. Maar kan dat eigenlijk wel? Nu ben ik ook een kind van mijn tijd. En in mijn spreken over zin en oorsprong bewandel ik ook gemakkelijke gebaande paden. Een voorbeeld: Inmiddels werken Monic Slingerland en ik – samen met anderen natuurlijk – aan een volgende Nacht van de Theologie. ‘Het voelt goed’, flapte ik eruit toen we laatst spraken over een nieuwe opzet en invulling van de Nacht van de Theologie het komende jaar. Monic keek me wat meewarig aan: ‘Dat zeggen ze ook bij Boer zoekt vrouw’. Nu is het te gemakkelijk om te beweren dat ik even mezelf niet was en daarom het voel-je-goed-adagium inbracht. Ik kon het blijkbaar ook niet laten. Zinnetjes als ‘het voelt goed’ en ‘ik wil mezelf kunnen zijn’ verwijzen naar onze behoefte om niet vanuit het luchtledige te leven, maar vanuit een veilig centrum dat het leven richting geeft en ons bestaan kan ordenen. Er zijn blijkbaar ook tekens aan onze innerlijke hemel waar we in onze tijd veel en vaak naar verwijzen wanneer onze handel en wandel een diepere betekenis behoeft. Deze tekens hebben andere namen dan de sterrenbeelden aan de hemel waar Augustinus zich van afwendde. Ze heten ondermeer: Ik kan mezelf zijn, ik word geraakt hierdoor, het voelt goed, ik pak het moment (en dan laat ik de stukjes vertrouwen en bewustzijn of het stukje liefde maar achterwege). Augustinus mocht dan last hebben van de sterren. Ik heb last van de vastomlijnende 21ste eeuwse kweeperentaal – waar ook ik soms op terugval – die net zo nietszeggend is als de gemiddelde horoscoop. Ik zou willen pleiten voor vervreemding, voor luisteren naar woorden die je niet direct raken en voor veel minder gevoel. Waarom? Omdat ik zo oog kan krijgen voor facetten van het leven die niet direct mijn eigen ik bevestigen maar mij op een nieuw spoor zetten. Omgang met mensen waarbij ik niet
mezelf kan zijn; blijven als het gevoel is verdwenen of niet geraakt worden, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst, waren soms ook het doorgangsgebied naar vernieuwing. Vervreemding en verveling zijn wezenlijke bronnen voor kunstenaars, waarom zou dat voor de kunst van het leven anders zijn? Het voelt trouwens goed om dit stukje diepgang van me af te schrijven. Ik hoop dat het u raakt. Dat is geen teken aan de hemel, maar een teken aan de wand. Tom Mikkers Algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap jaargang 23 nr. 11 december 2012 15
thema sterren en andere tekens aan de hemel
mode trends Mode, daar hebben we het in AdRem nog niet vaak over gehad. Nu wel. De redactie dacht bij ‘tekens aan de hemel’ ook aan een overdrachtelijke betekenis ervan, in de zin van ‘trends’. En wie trends zegt komt gemakkelijk bij mode uit. Hans Gerdes, de partner van Haagse predikant Reinhold Philipp, weet alles van mode. Hij werkt al sinds zijn 16e in de modebranche, de laatste 12 jaar bij The Society Shop in Den Haag, op het moment als winkelmanager. Mannenmode dus, voornamelijk pakken. En de laatste tijd ook zakelijke dameskleding. ‘Wij zitten in het premium fashion-segment’, zegt hij, ‘onze klanten zijn behoudender, wij verkopen mode van een andere kwaliteit en een luxere uitstraling dan elders’
Wie bepaalt de trends in de mode? ‘Het proces begint bij de trendwatchers en het International Woolmarkagency. Zij signaleren in de samenleving bepaalde trends, die ze uitwerken naar stijlen en die ze life-style - namen geven als urban, vintage of heritage. Bij het bepalen van die trends kijken ze naar externe factoren als trends in muziek, kunst en cultuur. Bij die stijlen behoren bepaalde kleuren, stoffen, pasvormen en motieven. Zij worden weergegeven op stijlplaten. Aan de hand van die stijlplaten wordt door ontwerpers van fabrikanten een lijn ontworpen en vervolgens een serie pakken of jasjes geproduceerd. Je kunt niet zeggen dat die trendwatchers de mode bepalen, zij zetten slechts de toon. Iets wordt pas mode als fabrikanten die trends volgen. Ook winkeliers hebben nog een eigen keuze bij hun inkoop.’
Wat is er allemaal gebeurd voordat de kleding bij jou in de winkel hangt? ‘Dan is er al een fase van twee jaar aan vooraf gegaan, op het moment wordt aan de mode voor de winter van 2014 gewerkt. Nadat trendwatchers en fabrikanten hun werk hebben gedaan, wordt de geproduceerde kleding op beurzen gepresenteerd. Het is een ingewikkelde wereld want sommige merken zijn ook zelf producent, maar de meeste zijn alleen merk. Die laatsten hebben alleen designers en productcontroleurs in dienst, de productie wordt uitbesteed. Voor mannenmode is de l’Uomo in Florence bij uitstek de grootste en belangrijkste beurs. Daar lopen de inkopers van winkelketens rond, zij noteren stijlen en trends en maken foto’s. Thuis maken zij per bedrijf eigen stijlplaten vanuit de vraag ‘wat past in onze collectie, wat willen wij uitstralen’. Eventueel worden dan de orders gedaan bij de fabrikanten voor kleding die een jaar later in de winkel zal hangen. Maar vaak wordt helemaal niet besteld en volgt juist het grote kopiëren. In goedkope productielanden doet men dan bestellingen volgens de laatste Westerse mode. Met containers tegelijk komt die kleding naar hier, big business, er gaan miljarden om in de modebranch. Om het nog ingewikkelder te maken: fabrikanten produceren voor verschillende bedrijven, bijvoorbeeld voor Versace aan de bovenkant van de markt en voor Zara aan de onderkant ervan. De kleding van de 16 adrem remonstrants maandblad
Society Shop komt overigens uit Italië en uit een fabriek in Marokko. Als winkelier ben je soms trendsettend en soms volgend, iedere keer opnieuw moet je die afweging maken.’
Hoe ziet de mode van dit moment er uit? ‘Op het moment is okergeel opgepakt door veel fabrikanten, maar er zijn veel meer modekleuren, bijvoorbeeld knalrood en groen mag ook weer. Afgelopen zomer was er grote vraag naar turquiose stropdassen, omdat die kleur in de dameslijn zat. Maar dergelijke stropdassen waren niet te krijgen. Overigens blijven de pakken van de heren voornamelijk blauw en grijs hoor, de verschillen zitten in de accentkleuren als die van overhemden, stropdassen en sokken. We verkopen nu veel items van gewassen stoffen, jasjes met een beetje gebruikt uiterlijk. En bont is weer helemaal in natuurlijk, met name op jassen. Ook de pasvorm is veranderd: was vroeger alles oversized, nu zijn kleren juist heel strak gesneden.’ Klopt het dat tijdschriften collecties kunnen maken en breken? ‘Ja dat is zeker zo. De belangrijkste bladen zijn Vogue, l’Uomo en Monsieur. Hun rol is het samenvatten van wat er op de beurzen wordt aangeboden, zij bereiden daarmee winkeliers en de consument voor op de mode van volgend jaar. Het grote publiek wordt in de stemming gebracht om die mode te gaan kopen. Lezers hebben de ervaring dat die bladen de trends goed spotten, ze zijn daarmee inderdaad toonaangevend. En omdat ze het vaak bij het rechte eind hebben verwerven ze autoriteit en invloed. Ik heb nog niet meegemaakt dat internet een belangrijke rol kan spelen bij het bepalen van trends, wel dat een bedrijf massaal in de ban werd gedaan door een actie op internet. Door internet wordt de wereld wel veel kleiner, mensen oriënteren zich uitgebreid via websites, maar mode is toch emotie. Je moet de stoffen voelen en de uitstraling van kleding zien als je het aantrekt, dat kun je niet van een plaatje beoordelen. Je kunt een spijkerbroek van internet bestellen, maar of hij dan lekker zit en of je er blij van wordt is nog maar de vraag.’
heel goed en onpraktisch als je de afwas moet doen, maar het geeft iemand het gevoel een mooie vrouw te zijn. Dat telt.’
Ben je een goede verkoper? ‘Ik kan feilloos mensen iets aangeven waar ze blij of trots van worden. Ik weet niet wat dat is, het is een soort gevoel, ik zie iemand, ken mijn collectie en weet: ‘dat pak is voor jou!’. Soms ben ik ook een soort social worker. Het meest extreme voorval is dat van een meneer die bedrukt was omdat zijn bedrijf niet goed liep. Hij wilde toch een nieuw pak hebben. Hij trekt een pak aan en zegt ‘doe deze maar!’ Ik vertelde hem dat we ook een nieuw merk in de collectie hebben. Hij past het andere pak aan, gaat zelfbewust voor de spiegel staan en zijn vrouw zegt binnen een seconde: ‘verkocht’. Zo kan de houding van iemand veranderen door zijn kleding. Ik vind het mooi om daaraan bij te dragen.’
Merk je iets van de economische crisis in de winkel?
Is Nederland goed in mode? ‘Nou, we hebben bekende ontwerpers als Viktor en Rolff, Taminau, Edgar Vos en enkele kleintjes, maar België doet het op dit terrein veel beter. En richtinggevende landen zijn Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten. Wat Viktor en Rolff maken is nogal extreme mode, maar het wordt verkocht. Het werk van deze topontwerpers heeft niks met kwaliteit te maken, maar met uitstraling. Een zijden jurk is kwalitatief niet zo
‘Nee, in mijn segment is van de recessie niet zo veel te merken, maar ik merk wel dat ik harder aan de klant moet trekken met acties. Om mij heen zie ik wel een grote shake-out, veel winkels gaan failliet. Ik hoor van omzetdalingen tot 40 procent, dan ben je als winkelier snel klaar hoor. De Society Shop is 7 dagen per week open, dat is een ontwikkeling die niet te stuiten is. De zondag is ondertussen qua omzet de tweede dag van de week geworden, maar we zien dan een heel ander soort publiek in de winkel. Op zaterdag komen mannen met hun familie erbij doelgericht een pak kopen, op zondag komen stellen die een weekendje Den Haag doen recreatief winkelen. Zonder direct doel komen ze in de winkel snuffelen. Door de week is het nu veel stiller in de winkel. Ik heb het goed geregeld want mijn man werkt ook op zondag, en zaterdag schrijft hij aan zijn preek. Wij hebben uitgebreid tijd voor elkaar op de dinsdag.’
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de remonstranten jaargang 23 nr. 11 december 2012 17
D
aan- en verkoop, taxatie en restauratie van ikonen
in sch
hr
aam
– alt
teloos
en –
he
er aar
r bl
ijd
de
aard
en
it de
uw
vanu
ee
hoge
nde
–
– sc
zond
zo
n
De bom
–
ge
de
en
n
naar
m
rlan
ho
og
da
t
Verdraagzaamheid In het werelddorp en om de hoek
e bo
aa
bezoek alleen op afspraak
remonstrants maandblad jaargang 23 nr. 8 september 2012
st
Beethovenstraat 107d • 1077 HX Amsterdam 020-8467122 • 0651236268 •
[email protected]
ve
www.zoetmulderikonen.nl
Moeder Gods Korsunskaja, Rusland, 17e eeuw
leven
he
remonstrants maandblad jaargang 23 nr. 6 juni 2012
ad
te
–
zonder
hoog dat licht blad gewr er – on is – naakt ge – n– zonder aarde – staa naar n de lic ht bo m en –
e om
bo
Bomen AdRem neemt u mee
zo
nd
er
sc
d
ha
aa
rd
m
kk
t
en
rich
ta
ge
de
el
va
nu
te ho
ge
om e rd . aa od de do it er nd zo
–
endaltijd
naar
reeuw – sch
–
os
en
lo
en
te
– m
am
ar stee aa n leve n de n
ng
e–
–
rla
en
ve
m
ge
bo
na
kt
de
ho
r
hte
naa
lic
–
in
ge
wr
on
ge
n–
naar
– licht reeuwe en lev – sch ar eeneloos r na aamt hte sch lic in
nd verlangen –
. – od gen do verlan er end nd zo reeuw os – sch telo aam t in sch danaar licht – en ngen – e– m omhoog gewro er aard bo – zond aarde de n leven uit de aa een . van r st t od – naa do t– hemel gerich e– ak aarde zonder ge rd ho – er – na te r aa nd en ijd blad zo m nde alt er – bo zo ge – nd d de – zo rhei naar de ho an bomen takken . – De os – aa sta de waarheid – d. dood w telo n t– zonder zonder angen aam r een der doo leven – naak – naa uwend verl r ee – zon in sch r blad – een leven – naar een gewrongen – schree naa aarde – naar aarde omhoog De bomen – zonde– teloos aarde er is – de der naar een waarheid zonder – in schaam vanuit dat licht – zon De bomen – zonder blad – naakt – staan de bomen id licht De bomen – zonder blad – naakt – staan de bomen – arhe in schaamteloos – schreeuwend verlangen naar De bomen – zonder blad – de takken naar een wa – naakt – staan de bomen – hemel naar de hoge naar een waarheid – in gericht – altijd te hoge zonder aarde – De bom schaamteloos – schre vanu de takken naar de hoge naar it de en – euwend – altijd te een zonder aarde omh hoge leve verlangen – De bomen – zonder blad n– blad oog gew de takken naar de hoge – naakt – zo da – altijd te dat rongen va – naakt – sta t lic nd hoge hemel lich nu an – naa er gericht. ter ht it de vanuit er r lich is – do is – de aarde t od bonaa naar een . waarheid – m r een om De – zonder aarde en waarheid ho – naar zonder aarde – naar de takke bo – og n naar om een leven m een in scha de hoge en ge amteloos ho – altijd – zo – wro og – schr zo te hoge nder ng eeuwen ge nd wro en er he dood d verl m blad angen – ng el . va na – de zond ge en – na nu ar ric tak er – it lic ht ak dood ken na . ht de t– ar . na aa ee ar sta rd n de an e om waarheid ho de ge bo – zon ho – men og altij der aarde ge – d te altij wro in – ho d te scha zo naar ng ge am nd ee ho en da ge tel er n lev t lic – he oo na hter s– doo en m ar zon el d. – is lic ge schr der doo na ric ht ar eeuw d. ht een . en lev d ve en – rla ng en –
advertenties
geef met kerst een proefabonnement cadeau!
Drie nummers gratis AdRem verschijnt maandelijks. Een abonnement kost 30 euro per jaar
[email protected] / 030 23 16 970 www.remonstranten.org
de
he
m
staa
el
ge
n de
aa
rich
rd
bo
t.
men
va
nu
– in
it de
–
e
de
sch
aa
naar buiten
ta
rd
e
kk
aam
en
na
om
ar
teloo
de
s–
ho
ge
na
gewr hoog
sch
onge
ree
uw
ar
ee
de
n–
end
n
m
ver
el
–
waa
naar
ge
rh
lan
rich
ei
d
t.
da
–
t lic
zo
nd
ht
er
er
aa
remonstrants maandblad jaargang 23 nr. 10 november 2012
–
is
rd
–
e–
licht
– gen
zer, Aan den Lee Vaarwel!
Brieven Verloren cultuurgoed
advertentie
TE HUUR SENIOREN APPARTEMENTEN MET EEN VRIJZINNIG RELIGIEUZE UITSTRALING WAAR IEDEREEN WELKOM IS! De Timanshof te Bennekom De Roosebrink te Wageningen De Aleidahof te Bennekom
De Timanshof
In de complexen heerst een tolerante, vrijzinnig religieuze sfeer, iedereen is er welkom. Alle drie de gebouwen zijn op loopafstand gelegen van het stads- respectievelijk dorpscentrum. De gebouwen liggen tevens gunstig ten opzichte van het openbaar vervoer. Voorzieningen De appartementen zijn aangesloten op een alarmsysteem. Hierdoor kan er 24 uur per dag in geval van nood snel eerste hulp geboden worden. Tevens beschikken de gebouwen over twee liften, een wasserette, fietsenstalling, logeerkamers, recreatieruimte, hobbykamer en een bibliotheek/vergaderruimte. De bewoners worden vertegenwoordigd door enthousiaste bewonerscommissies.
De Roosebrink
Huurprijs De huurprijs varieert van 441,– euro tot 747,– euro. De servicekosten variëren van 72,– euro tot 193,– euro. Bent u geïnteresseerd en 50 jaar of ouder? Maak geheel vrijblijvend een afspraak met Mw. L. Kik of Mw. C. Besselink voor meer informatie en/of een bezichtiging. Seniorenhuisvesting ‘Zuid-Veluwe’ Hof van Sint Pieter 27, 6721 TN Bennekom Telefoon: 0318 – 43 11 34 Internet: www.vrssh-zuidveluwe.nl Email:
[email protected]
jaargang 23 nr. 11 december 2012 19
het gezicht van...
Ries Companjen
iets kan toevoegen aan mijn leven. De eerste dienst die ik weer meemaakte was er een bij de remonstranten met Koen Holtzapffel. Ik werd na de dienst direct door een kerkenraadslid aangesproken en sindsdien blijf ik op de hoogte van en participeer ik in activiteiten die in de kerk worden georganiseerd. Het sociale contact met de groep jongeren daar is belangrijk voor me. Er worden leuke bijeenkomsten georganiseerd als ‘Voorlezen voor het stappen gaan’, ‘Na het zingen de kerk uit’ en laatst was er een ‘diner pensant’, waar over boeiende onderwerpen werd gediscussieerd. Ik wil wel ambassadeur voor de remonstranten zijn en ga me inspannen om meer studenten bij de kerk te betrekken. Het vrijzinnige aspect van de remonstranten is daarbij wel essentieel. De opvattingen van fundamentalistische groeperingen tijdens de Amerikaanse verkiezingen zetten mijn nekharen overeind. Ik probeer op het moment te ontdekken of er een God bestaat, die kans is aanwezig. Jezus is voor mij een wijs persoon, die heeft voorgeleefd hoe wij met elkaar moeten omgaan. Dan gaat het toch om het eten geven aan de armen en het bedrijven van naastenliefde, de Bijbel brengt me daarin verder.’
Wijde wereld ‘Er is zoveel moois te zien op de wereld,
Deze blonde Germaan van 24 jaar woont sinds 2007 in Rotterdam, waar hij student is aan de Erasmus Universiteit. Hij begon in de richting ‘fiscale economie’, maar vond dat uiteindelijk niet interessant genoeg en maakte de overstap naar ‘algemene economie’. Hij rondt nog wel binnenkort zijn bachelor fiscale economie af, maar hoopt volgend jaar af te studeren met een master in ‘urban, port and transport economics’. Ries is sinds juni vorig jaar komen kijken bij (en is sinds kort vriend van) de remonstrantse gemeente in Rotterdam, volgde een oriëntatiecursus in die kerk en ook één in de Geertekerk in Utrecht. In september j.l. werd hij penningmeester van Arminius. Hij is op ontdekkingstocht binnen het geloof en op weg naar het lidmaatschap van de remonstranten, maar het schrijven van een geloofsbelijdenis stelt hij nog maar even uit.
Afweer en aantrekking ‘Mijn vader was remonstrant, mijn moeder was VVP’er. Van kinds af aan werd ik meegenomen naar de remonstrantse kerk in Arnhem. Ik ben echter altijd naar openbare scholen geweest, kreeg daar niet-religieuze vrienden en heb me lange tijd ook tegen het geloof afgezet. Ik noemde me toen atheïst, later agnost. Door onder andere contacten met christelijke mede-studenten ben ik tot het besef gekomen dat religie
20 adrem remonstrants maandblad
ik ben nog lang niet klaar. Van maart t/m augustus van dit jaar heb ik een reis gemaakt door Azië: India, Singapore, Maleisië, Thailand, Laos, Cambodja, Vietnam en tot slot zes weken China. Doordat ik het grootste deel alleen reisde heb ik veel nagedacht en geobserveerd. China was vervreemdend omdat daar weinig backpackers zijn, je bent daar vaak alleen tussen een enorme massa chinezen met wie je nauwelijks kunt praten. De andere landen zijn gemakkelijker, want meer Westers georiënteerd. Eerder heb ik al eens met een vriend vier maanden als vrijwilliger bij een lokale overheid in Ghana gewerkt. We maakten daar brochures over ecotoerisme. Ik wil iets doen voor de wereld en later graag een tijd in het buitenland werken. Voor het SNV naar Afrika in het kader van microkredietprojecten lijkt me ideaal. Maar goed, eerst nog bikkelen om af te studeren en waar mogelijk tijd in de kerk investeren.’
Ontspanning ‘Vroeger in Arnhem speelde ik al saxofoon in de jeugdbigband op de lokale muziekschool en tegenwoordig heb ik nog wekelijks les en speel ik in een bandje van de Rotterdamse SKVR. Muziek is nog steeds een grote hobby van me. Ik luister vooral naar singer-songwriters met een goede boodschap, zoals Bob Dylan (in zijn begintijd), Nick Drake en Brett Dennen. En ook de politiek heeft mijn belangstelling. Ik vind het onterecht dat studenten onevenredig bij moeten dragen aan het oplossen van de economische crisis. Er zijn veel te weinig jongeren in de politiek om daartegen te protesteren. Dat zal dan wel de Jonge Democraten worden. Sociaal-liberaal, dat past goed bij mij.’
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de remonstranten