remonstrants maandblad jaargang 25 nr. 11 december 2014
Ke r s t 201 4
Geboorte ‘Onverwachts verschijnt er een engel aan de herders. O nverwachts is er een stralend licht van God in de donkere nacht. O nverwachts is er een redder geboren.’
thema van de xxxxx redac tie
Geboorte In ons decembernummer vanzelfspekend volop aandacht voor Advent en Kerst. Maar ook voor de campagne die vorige maand gestart is. Peter Korver schreef de Kerstoverweging. Hij citeert Herman van Veen: ‘Het is echt waar, ik heb het in mijn dromen zelf gezien’ . Een mooie vorm van ‘geloven begint bij jou’. Ook in het artikel van Koen Holtzapffel komen de twee onderwerpen bij elkaar. Hij bespreekt de oorsprong en doorwerking van de bekende spreuk ‘Was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren, en niet in uwe ziel, zo waart gij toch verloren’. Het is een uitspraak van de mysticus Angelus Silesius (‘de Silezische engel’). Bedoelt de remonstrantse ledenwerfcampagne iets dergelijks te zeggen? Uw hoofdredacteur zag ook al een verband tussen ‘geloven begint bij jou’ en de adventstijd, met feministische touch: lees over het bezoek van de engel aan de aanstaande Moeder Gods en Emma Watsons pleidooi voor gender equality. Geheel in het teken van de campagne: een bijdrage van Esther Weerstand uit Urk, die vertelt over haar zoektocht en wat ze bij de Remonstranten hoopt te vinden. En diezelfde categorie: een interview met
mijn mijn god god kijkt trouwt niet inop ook dit nummer onder meer: me neer homo’s
5 Folder_120x180.indd 5
Cisca Willegers en Lida Arends, die anderhalf jaar geleden bij de gemeente Groningen aanspoelden en nooit meer zijn weggegaan. Geheel in het teken van Kerst, het artikel van Vanessa van Koppen over hoe het nou ook al weer zat met die 25e december. Christa Anbeek schrijft over de geboorte van een nieuw boek, danig verstoord (of juist niet?) door een jong hoger zoogdier. Alke Liebich sprak met een tweetal kunstenaars over de geboorte van een kunstwerk. Henk van Waveren voltooit zijn reeks over ‘rituele zin en onzin’. Hij schrijft verder op zijn eigen blog! Verder kunt u lezen over een avond in Rotterdam over de problematiek rond illegalen. In het Gezicht deze maand de vaste vrijwilliger van het remonstrants bureau: Fenneken Smit-Spaan.
•
Bert Dicou Hoofdredacteur De kerststal op het omslag is gemaakt door ds Aleke Wieringa. Het volgende nummer van AdRem verschijnt op 9 januari 2015.
word vriend ...en ontvang de GODdeeltjes cadeau!
je bent van harte welkom! Natuurlijk om mee te doen aan onze activiteiten: niet alleen de diensten, maar ook de oriëntatiecursus, de avonden over filosofie of spiritualiteit, gespreksgroepen, muziek en nog veel meer. We zijn heel benieuwd naar wat jij zoekt bij ons en hoe we dat samen kunnen invullen. Laat van je horen!
bel voor meer informatie naar 030 23 16 970 of kijk op www.remonstranten.org. Gewoon deze kaart opsturen kan ook. Wie nú vriend wordt krijgt de GODdeeltjes cadeau! De GODdeeltjes (Geven, Ontvangen, Delen) is een serie van zes
3 Korte berichten
13 Nog nooit zo weinig geloofd
4 Ledenwerfcampagne
14 Plezier scheppen in het bestaan
6 Overweging Kerst 2014
16 Hoe Jezus op 25 december geboren werd
16-10-14 14:33
605500005 Folder_120x180.indd 2
8 Angelius Silesius
prachtig geïllustreerde boekjes, waarin Remonstranten inspirerende gedachten neerleggen over de mens, God, de toekomst, Jezus,
geest en kerk. De set kost in de winkel € 22,-. Daarnaast krijg je
maandelijks het inspirerende en opiniërende magazine AdRem. Landelijk Bureau Remonstranten • Nieuwegracht 27 a • 3512 LC Utrecht tel. 030 23 16 970 • e-mail
[email protected] • www.remonstranten.org
16-10-14 14:33
17 Acta Dordrecht
22-10-14 12:23
10 Abraham's schoot
17 Rituele zin & onzin 11
11 Sunday Assembly
18 Creatie
12 Speech Emma Watson
20 Het Gezicht
colofon Redactie: Bert Dicou (hoofdredacteur), Joan van Esveld, Vanessa van Koppen-Enters, Michel Peters (eindredacteur) en Carolien Sieverink. Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030 2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties): info@remonstranten.org, of via boven staand redactieadres. NL 45 INGB 0004088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 32,50 euro per jaar voor nietremonstranten. Advertentiewerving: Michel Peters, 06 27 62 55 88,
[email protected], tarieven op aanvraag verkrijgbaar. Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
korte bericht en
Mensen Ds Pieter Dronkers is aangesteld als predikant in de Geertekerk in Utrecht. Op 7 december om 10.30 uur is zijn intrededienst. Hij was in zijn vorige functie predikant en coördinator van het Dialoogcentrum in Nes Ammin, Israël.
Landelijke Ontmoetings- en Oefendag voor Contactleden 2015 Op zaterdag 21 maart 2015 vindt weer de Landelijke Ontmoetings- en Oefendag voor Contactleden plaats in de Geertekerk te Utrecht. Tijd: 10.15 uur (kerk open 9.45) tot 16.00 uur. Onderwerp: ‘Psychische problematiek en levenskunst’. Binnenkort hoort u meer over het programma. Inlichtingen: ds. Evelijne Swinkels,
[email protected]
(Z)onder dak Op 22 april werd de film ‘Illegal’ – vorig jaar aan alle Remonstrantse gemeentes toegestuurd – in het filmcafe van Rotterdam vertoond. Deze film gaat over een illegaal in België levende Russische vrouw en haar zoon. Er waren 30 belangstellenden, de nabespreking vond plaats o.l.v. ds Berkvens. De aanwezigen zijn onder de indruk van de wijze waarop in de film de illegalen in het detentiecentrum worden behandeld, de druk die op hen wordt uitgeoefend hun identiteit bekend te maken en het uiteindelijke lijfelijke geweld bij de pogingen tot uitzetting. Voorbij komen: • de overwegingen van een land m.b.t. het al dan niet toelaten van vreemdelingen, de keuze voor een te volgen beleid (en of de uitvoering daarvan wel voldoende humaan is), het feit dat niemand van de betrokkenen – aan ‘beide zijden’ – vrijwillig kiest voor dit leven (de vreemdelingen) of hun rol (de bewakers, rechters, advocaten). • de moeder heeft uit moederliefde alles voor haar zoon over: men zet vraagtekens bij de keuze en motivatie van deze vrouw en andere asielzoekers om te vluchten en de wijze waarop zij al dan niet meewerken om een vervolg aan hun leven te geven. • ook komt de gewelddadigheid van de begeleiders ter sprake – ook hun positie drukt een welhaast onoplosbaar dilemma uit: enerzijds in de ontmoeting met medemensen contact willen leggen, anderzijds het beleid ten uitvoer moeten brengen: een vrijwel onmogelijke, onmenselijke taak die lang niet iedereen kan volhouden.
NB bij het draaien van de film voor een groep: let op de zgn vertoningsrechten. Zie www.filmservice.nl. Reacties s.v.p. naar
[email protected]. De film ‘Samba’, van de makers van ‘Les intouchables’, deze week in de bioscoop, brengt de problematiek op ontroerende wijze in beeld, niet minder indringend dan ‘Illegal’.
•
Titus van Hille
foto: Dida Mulder
jaargang 25 nr. 11 december 2014 3
Vriendenwerfcampagne
n god
Geloof begint bij jou V r i e nd e nw e r f c a m pa g n e me t een gr o t e klap van s tart De vriendenwerfcampagne is op 11 november van start gegaan. De NS wilde onze posters eerst niet en later toch weer wel op stations ophangen. Dat relletje leverde ons veel gratis publiciteit op. Trouw heeft
n daarop uitgebreid aandacht besteed aan de campagne en enkele dagen later volgdenfbijna alle keregionale den at me zel
d lenawaarom van de campagne. De eerste gohoe bladen. Ook op radio en tv vertelden Remonstranten over n het mij ’s
gmavrienden komen binnen. Speciaal voor dezoucampagne schrijven ho aanmeldingen nieuwe folder nvando a a voor mogenis er een nieuwe t ie n og lo t eo e th o t geval is. le d he el w d tij ‘Geen enke al g t dat no gemaakt. Op de voorkant staan de posters afgedrukt, op de achterkant geven remonstranten aan wat de is da ting hebben met et verdrietige e je moet
ofsopvat denken. H r te maken aan een gelo dan niets mee nkenop n de se ij en m t m t want hun slogans de posters voor hen betekenen. et aa en m do elkaar de En vaak will lemaal terech n he oord dogma ge k vi oo lo is ge at rmee ie dan ook. D en is en waa . En eigenlijk n zoals wat voor relig tekort gedaan et te verander en van mense n ng de ri or va w er n n te en, kunst, opt l en inzich verhalen va hebben rituel eigen verhaa en kerkleer, lo es s iti a’ n. Wanneer de ad tr gm t do an t nen to ed ie verminkt. W Bijbel verste ens Jezus gen hoe je go wordt zo relig hreven in de aal van de m en aanwijzin e rh ilt ve st t , he in d sz er eenschap loof hoeft lgens mij w lf tot de bron zijn. Jouw ge muziek, gem ze ol or ev even er uit. Vo rd do aa ar w da n sen ar odsdienst ka onderhoop dat men nten met elka kunt leven. G obeerde de w ondigd in de jn Remonstra pr zi s r zu ve Je ro . aa en D blijven. kunnen kom g te brengen. niet alleen te leven zouden tot uitdrukkin n ve le jn zi in n vaak zijn. Bij de Remon- in ge‘Ik k.’ niets met een God die afgunstig is, die mij een n God‘Dat spre verdwee betekentmvoor mij kunnen heb zusmezelf nabijheid va n de ens Je va n ve le se en ge eldi stranten mag ik gewoon n zijn m onderkruipsel vindt, voor wie ik het nooit goed doe. Ik ar het voorbe et verhaal vaecht mezelf zijn. Een kerk waar betekenis. H e ch is at De oude sta Anbeek gm a. ri do h gm C jn do zi er os gie de knieën te vallen, terwijl ht lo en wat ik moet geloven. En bij de hoef niet bang voor hem ze niet zeggen hoe jd ti theoloop n ee or ngen do last remonstrantse r ro be rd aa jn er ve zi gl d oo en er t H w leven ekto hij boos naar mij kijkt. Nee, mijn God vindt het prima Remonstranten ben jechook echt welkom. Welkom om juist onze zo meren vaak elden die m be le se be ijd en nt rd ge oo naar eiook bij een belangrijk ritueel als de dat ik mijn eigen beslissingen neem, laat mij mijn te trouwen, liever maar rom zoek ik de Eeuwige en n va beladen. Daa im he ge eigen keuzes. Misschien kan hij het ene wat ik doe avondmaalsviering. Naar goed remonstrants gebruik over het en vertellen leven.’ s ns iets kunn on in od G n meer waarderen dan het andere, maar in principe vindt nadrukkelijk altijd iedereen, hoe je ook gelooft oren va naar spwordt ie verwijzen
mijn god trouwt ook homo’s
mijn god kijkt niet op me neer
of juist niet, uitgenodigd om hier aan deel te nemen,
hij mij tof en vindt hij het goed wat ik doe. Ieder mens
ilipp dat vind ik zo mooi. Het is een huis van mensen waar Reinhold Ph en Haag t in Dwelkom ben om het Mysterie van het leven te predikikanecht s nt ra st on Rem
vieren, ook dat van mij.’
floreert in vrijheid, als ik bij de keel wordt gegrepen door allerlei geboden en verboden, dan kan ik nooit het uiterste uit mezelf halen. Ik vertrouw er op dat God gelukkig is als ik dat ook ben. Het leven op aarde lijkt
Rinus Gerlofsma
in een bepaald aspect wel op de sociale media: als ik
Remonstrant in Utrecht
iets niet goed doe, dan word ik door andere mensen wel teruggefloten, dat regelt zich vanzelf. Daar is geen straffende God voor nodig.’ Jaap Marinus
‘Zo is het!’
4 adrem remonstrants maandblad
Remonstrant in Ede
m
fotografie: Rob Becker
mijn mijn mijn mijn mijn mijn god god god god god god dwingt laat me doet is een kijkt trouwt me tot zelf niet aan super niet op ook niets denken dogma’s optimist me neer homo’s 605500005 Folder_120x180.indd 3
16-10-14 14:33
605500005 Folder_120x180.indd 6
16-10-14 14:33
605500005 Folder_120x180.indd 7
16-10-14 14:33
605500005 Folder_120x180.indd 4
16-10-14 14:33
605500005 Folder_120x180.indd 5
16-10-14 14:33
605500005 Folder_120x180.indd 2
mijn god is een superoptimist
mijn god doet niet aan dogma’s
‘Ik ervaar God in de ontmoeting tussen mensen. In die
‘Het woord dogma doet mij denken aan een geloofsop-
beweging tussen hen komt inspiratie, vuur, creativiteit
vatting die niet te veranderen is en waarmee gelovi-
naar voren. In die ruimte wordt de goddelijke kracht
gen elkaar de maat nemen. Wanneer de verhalen van
zichtbaar. De gebeurtenissen in de wereld om ons heen
ervaringen van mensen zoals beschreven in de Bijbel
kunnen ons soms somber en negatief stemmen. Het
verstenen tot dogma’s en kerkleer, loopt het leven er
contact met andere mensen geeft mij dan juist nieuwe
uit. Volgens mij werd het verhaal van de mens Jezus
hoop en stimuleert mijn optimisme. Naast de inspiratie
verkondigd in de hoop dat mensen daardoor zelf tot de
van bijbelverhalen en filosofen, hebben wij andere
bron van leven zouden kunnen komen. Jezus probeer-
mensen nodig om in onze gedachten of in conflicten
de de wonderlijke nabijheid van God in zijn leven tot
vooruit te komen. Door dat contact met mensen houd
uitdrukking te brengen. Maar het voorbeeldige leven
ik het vol en kan ik een stap verder zetten in het leven.
van de mens Jezus verdween vaak achter zijn dogma-
Ik geef les aan een HBO-V(erpleegkunde) opleiding.
tische betekenis. Het verhaal van zijn menselijk leven
Ik stimuleer mijn studenten om de positieve kant van
werd verdrongen door een tijdloos dogma. De oude
patiënten te versterken en te benadrukken. Pas dan komt
woorden belemmeren vaak juist onze zoektocht en zijn
de kracht van mensen naar boven, waardoor zij kunnen
belast of beladen. Daarom zoek ik liever naar eigen-
veranderen.’
tijdse beelden die ons iets kunnen vertellen over het geheim van de Eeuwige en die verwijzen naar sporen
Margriet Dijkmans van Gunst Remonstrant in Amsterdam
van God in ons leven.’ Reinhold Philipp Remonstrants predikant in Den Haag
jaargang 25 nr. 11 december 2014 5
16-10-14 14
Overweging Kerst 2014
Onverwachts Hoe vaak heeft u het geboorteverhaal van Jezus al niet horen voorlezen in uw leven? Toch wel tenminste één keer in ieder van uw levensjaren? Hoe is het om het straks wéér te horen? Het is als met veel andere goede verhalen. Je kent het al. En toch is het goed om het voor de zoveelste keer te horen. Als kind luisterde je er op een andere manier naar dan als volwassene. En je levensomstandigheden van nu maken dat je er dit jaar andere dingen in hoort dan misschien tien jaar geleden.
Het kerstevangelie is als een diamant met een schittering en een kleurenspel die altijd boeit. Zo kan een oude en vertrouwde geschiedenis je ineens raken omdat één aspect ineens oplicht en verrast. Je nadert de diamant vanuit een ander perspectief zodat ineens een andere schittering je treft. Dit jaar is dat vooral het aspect van het onverwachtse in het verhaal. Waar heeft dat mee te maken? Ongetwijfeld omdat er in mijn eigen leven ook verrassende dingen gebeuren. Zo kijkt ieder van ons door een eigen gekleurde bril naar het evangelie dat bij iedere kleur die ons leven aanneemt iets hoopvols blijkt te kunnen zeggen. Er is een meisje dat heet Maria. Onverwachts verschijnt er een engel in haar leven, ene Gabriël, de gabber van God. Onverwachts wordt tegen haar gezegd dat zij begenadigd is, dat God haar heeft uitgekozen, terwijl zij een heel gewoon meisje is. Onverwachts hoort zij dat zij zwanger zal worden, terwijl zij dat helemaal niet verwacht. Onverwachts mag zij de moeder worden van een kind dat Zoon van de Allerhoogste genoemd zal worden. Onverwachts is haar familielid Elisabet zwanger geworden. Onverwachts want ze is al oud. Zo’n verhaal verdient een plaats in de bijbel. Het oude verhalenboek van de mensheid, dat ons leven uittilt boven het gewone, het dagelijkse, het onvermijdelijke, het teleurstellende. Het boek dat ruimte maakt voor het onverwachtse.
Bestemming Proeft u het verschil tussen het woord ‘onverwacht’ en het woord ‘onverwachts’? Je zegt: Onverwacht kwam zij langs. Het was niet afgesproken en ik had het niet gedacht. Het is een neutraal woord. Je hebt geen oordeel over wat er gebeurt, het is alleen niet verwacht. Dat is anders met ‘onverwachts’. Je wordt verrast. ‘Onverwachts kwam zij langs’. Dat was bijzonder! Daar was ik niet op voorbereid! Voor Maria was wat haar werd aangekondigd beslist onverwacht, maar meer nog onverwachts! Daarom zingt ze in vervoering het Magnificat,
6 adrem remonstrants maandblad
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, want hij heeft oog gehad voor mij, een heel gewoon meisje’. Maar het hadden ook de woorden kunnen zijn van dat bekende kerklied van Huub Oosterhuis van zoveel eeuwen later, De Heer heeft mij gezien en onverwacht. (Waarom heeft de dichter niet een ‘s’ achter dat laatste woord gezet?) Daarin klinken voor Maria vermoedelijk de woorden: ‘Hij doet met mij, Hij gaat mij in en uit. Heeft in zijn handen mijn naam geschreven. De Heer wil mij bewonen als zijn huis, plant als een boom in mij zijn eigen leven. Wil met mij spelen, neemt mij tot zijn bruid. En wat ik ben, Hij heeft het mij gegeven.’
Onverwachts verschijnt er een engel aan de herders. Onverwachts is er een stralend licht van God in de donkere nacht. Onverwachts is er een redder geboren. U weet het, dit lied mocht geen plaats meer krijgen in het nieuwe liedboek. Te seksistisch, te vrouwonvriendelijk. Maar in de eigen context een uiting van een liefde die als overweldigend ervaren wordt. Van God die plotseling bezit van mij neemt, mijn leven een bestemming en een vreugde geeft. En onverwachts ben ik opnieuw geboren en getogen! In de kerstnacht is er ook dat plotselinge en onverwachte. Onverwachts verschijnt er een engel aan de herders. Onverwachts is er een stralend licht van God in de donkere nacht. Onverwachts is er een redder geboren. En onverwachts is er een hele groep engelen. Hoe vaak kan het leven een onverwachts positieve wending nemen? Net zo vaak als dat het in negatieve zin doet? Wat voelen wij ons gelukkig en open naar de toekomst als ‘ineens’ een engel in ons leven verschijnt die een wending in onze rampspoed aankondigt... De specialist die meldt dat we ‘helemaal schoon’ zijn bevonden, de personeelsmanager die vertelt dat onze baan behouden blijft, de dochter die laat weten dat ze na een moeizaam medisch traject nu zwanger is, de geliefde die toch weer terugkomt…
bezoek bij je komen, niet omdat je het nadrukkelijk hebt uitgenodigd, maar wanneer je de deur open zet voor de surprises die het leven voor jou in petto kan hebben.
Verwachten Vertrouwen op het onverwachte heeft veel
Aandacht Onverwachts zijn niet alleen de dingen die gebeuren. Soms gaat het over dingen die allang aanwezig zijn, alleen, je had ze nog niet opgemerkt. En onverwachts zie je ze en waardeer je ze en beleef je ze. Daar is voor nodig dat je aandacht kunt hebben, concentratie, voor het nu. Dat je niet met je gevoel en je denken in het verleden bent, of in een toekomst of op een plek die niet hier is. Zo was er een zinzoeker die zich wendde tot een boeddhistische monnik, omdat hij van hem – geheel van deze tijd – nu eenmaal meer van verwachtte dan van een dominee of een pastoor of een psycholoog. Van deze oosterse monnik wilde hij weten hoe deze mediteerde. De verlichte man antwoordde: ‘Wanneer ik eet, dan eet ik. Wanneer ik zit, dan zit ik. Wanneer ik sta, dan sta ik. Wanneer ik loop, dan loop ik.’ De westerse man vroeg verbaasd, maar ook licht geïrriteerd: ‘Dat is toch niets bijzonders. Dat doen we toch allemaal.’ Toen zei de monnik: ‘Nee, wanneer jij zit, dat sta je al. En wanneer jij staat, dan ben je al onderweg.’ Wees, kortom, eens even helemaal in dit moment, op deze plek en zie en voel en ruik wat daar is. En onverwachts, zien, soms even, is er een moment van geluk. Anselm Grün, de Duitse monnik en successchrijver, zegt het zo: ‘Geluk is uiteindelijk altijd een geschenk, iets wat je zelf niet kunt bewerken, altijd een wonder: Wonderen kun je niet verrichten, wonderen gebeuren, wonderen verrassen ons, wonderen komen altijd uit de hemel en we kunnen alleen maar onze handen openhouden, het is onze taak om het wonder van geluk te pakken, dat God ons toewerpt.’ Het is er al, in het nu en in wat er onverwachts gebeurt. Het geluk kan je niet bewust najagen. Er is geen methode waarmee je kunt leren gelukkig te zijn. Het woord Levenskunst, beste remonstrantse medegelovigen, suggereert dat wel, maar het gaat niet om een kunstje. Het geluk kan op
te maken met geloven. Je hebt verwachtingen. Je staat ervoor open dat het wonder ineens je deel kan worden. Het wonder waarvan je hoopt dat het gebeurt, op een ongedachte manier. Eens zal Gods nieuwe wereld komen. Eens zal welvaart en welzijn eerlijk verdeeld zijn. Eens zal de mens in eerbied leven met zijn soortgenoten, met de dieren en de natuur. Eens zal ikzelf liefde, vrede en rust vinden. Herman van Veen zong in zijn liedje De Clowns: Het is echt waar, ik heb het in mijn dromen zelf gezien. Durf te dromen. Dat is een voorwaarde om het onverwachte te laten gebeuren. En wat valt er zonder droom al te zien? Kijk eens om je heen. Ik zie mensen die, zo slecht betaald als ze worden, zich met liefde inzetten voor mijn hulpbehoevende moeder; ik zie dat er jonge medici zijn die hun leven wagen om ver weg slachtoffers van de ebola-epidemie te gaan redden; er is een paus gekomen die nu eens niet van het opgeheven vingertje is, maar van de open armen; crisis of niet, de meeste mensen hier zijn veel rijker, gezonder en welvarender dan ooit eerder in de geschiedenis. En wat zie ik als ik droom? Dat wetenschappelijk onderzoek het vermoedelijk mogelijk gaat maken dat afweercellen genetisch aangepast worden om mensen met HIV resistent te maken tegen aids. Onverwacht zijn er hoopvolle ontwikkelingen als het gaat om dementie. Patiënten kunnen wel degelijk nieuwe dingen leren. Ook kan een vroege diagnose gemakkelijker worden en daarmee kan het perspectief van mensen met dementie verbeterd worden. We hebben het in deze overweging helemaal niet gehad over de MH 17, niet over Gaza en Israël, en niet over Poetin en de Oekraïne. Niet over de aantasting van ons leefmilieu. Nee, maar is dié werkelijkheid relevanter dan die onverwachtse gebeurtenissen die we zien en die we dromen? Kijk, zegt het kerstevangelie tegen ons, er is een ster over onze duisternis opgegaan. De ster van Bethlehem straalt helder in onze nacht. Je kunt je ogen gericht houden op een licht dat de weg wijst. Doe dat, want het geloof begint bij jou. Remonstranten vinden dat geloof bij jou begint. En bij mij natuurlijk. Met de dingen die we meemaken. Met de dingen die onverwachts ten goede voeren.
•
Peter Korver Remonstrants predikant bij De Kapel in Hilversum
jaargang 25 nr. 11 december 2014 7
thema Geb oort e
Angelus Silesius Was C hris t us duizendmaal i n B e th l e h e m g e bor e n , De spreuk Was Christus duizendmaal in Bethlehem geboren, en niet in uwe ziel, zo waart gij toch verloren zal ook deze kerstdagen weer in menig kerstpreek worden aangehaald, evenals een andere vaak geciteerde spreuk: De roos kent geen waarom – en, terwijl z’haar pracht ontvouwt, denkt zij niet aan zichzelf, en vraagt niet, wie haar beschouwt. Beide spreuken zijn ontleend aan het werk van de lutherse arts en mystiek dichter Johannes Scheffler (1624-1677). Na zijn bekering tot het katholicisme in 1653 werd hij vooral bekend onder de naam Angelus Silesius, Latijn voor de Silezische engel of bode. Scheffler bracht namelijk een groot deel van zijn leven in Silezië door. Als katholiek priester poogde hij zijn protestantse landgenoten terug te brengen naar het orthodoxe katholicisme. Die poging werd hem door protestanten bepaald niet in dank afgenomen. Toch wordt hij door zowel katholieken als protestanten gelezen en aangehaald. Het geeft aan dat de mystieke inslag van zijn werk godsdienstige tegenstellingen te boven gaat. Bovengenoemde spreuken hebben natuurlijk te maken met de geboorte van het Christuskind én met onze reactie op die bijzondere gebeurtenis. In de tweede spreuk wordt het kind vergeleken met een roos. Zoals de roos ons door haar ontroerende aanwezigheid ontvankelijk maakt voor schoonheid, zo maakt het kwetsbare kerstkind ons ontvankelijk voor de bijzondere werking van Gods liefde. Maar wat zou de betekenis van de eerste spreuk kunnen zijn? Vertoont ze wellicht verwantschap met de leus van de remonstrantse mediacampagne ‘Geloof begint bij jou’? Een paar gedachten.
Mystiek De spreuk is afkomstig uit Der Cherubinische Wandersmann (1657), een grotendeels uit tweeregelige alexandrijnen bestaande dichtbundel die tot de hoogtepunten van de Duitse barokliteratuur wordt gerekend. In Nederland kreeg de bundel, vertaald door de onderwijzer Hilbrandt Boschma, de titel mee van De hemelse zwerver. Boschma rubriceerde de spreuk onder de paragraaf ‘van des mensen wedergeboorte’. Daarin verbinden meerdere verzen Jezus’ geboorte met ons eigen bestaan; ons vernieuwde, herboren leven om precies te zijn. Om er nog één te citeren: Vraagt gij, o mens, waar staat toch wel Gods troon?/Waar Hij zich in u wederbaart als Zoon. Silesius stond met dergelijke verzen in een lange Duitstalige mystieke traditie. Mystiek, opgevat als een bijzondere vorm van spiritualiteit, waarbij een ervaring van eenheid met het goddelijke wordt gezocht en soms gevonden. Bij de 400 jaar eerder levende Meister Eckhart vinden we eveneens de gedachte van een geboorte van Christus, van God, in onze ziel. Waar een mens ontstijgt aan egocentrisme, eigenbelang en zelfbehoud, waar een 8 adrem remonstrants maandblad
mens zich werkelijk opent voor een andere, goddelijke werkelijkheid, daar ontstaat ruimte voor een ´Godsgeboorte in de ziel´. Die geboorte kan altijd en overal plaatsvinden en is nog fundamenteler dan de feitelijke geboorte van Jezus in Bethlehem.Wellicht klinkt dit u wat hoogdravend of zweverig in de oren, en inderdaad, mystici hanteren een geheel eigen taal om hun bijzondere ervaringen te duiden. Het is een taal die soms ver van ons af lijkt te staan. Tegelijk wil die taal ‘gewone’ mensen in hun dagelijks leven raken, en sluit zij de ethiek niet uit. Een meer mystieke benadering van Jezus’ aanwezigheid in de wereld gaat dan samen met een meer ethische benadering, met accent op de opdracht tot navolging van wat Jezus heeft voorgeleefd. Zoals Jezus aan eigenbelang en zelfbehoud voorbij was, zo moeten ook wij daaraan voorbij proberen te komen. Waar dat lukt, soms even, daar ontwaakt de Christus-ziel in ons.
Individu en traditie Als gezegd, op het eerste gehoor lijkt er verwantschap te bestaan tussen de spreuk van Silesius en de campagne-leus ‘Geloof begint bij jou’. Die leus wil de persoonlijke ruimte onderstrepen die de remonstrantse spiritualiteit kenmerkt. De vrije, individuele, subjectieve insteek. Iets daarvan klinkt ook bij Silesius door. Het gaat om Jezus’ geboorte in jouw unieke eenmalige persoonlijkheid. Maar dat is niet het enige. Want je kunt even goed zeggen dat geloof juist niet bij jou begint, maar bij de ander. Bij wat door anderen aan jou geschonken en doorgegeven is. Of voorgeleefd. Geloof ontstaat niet vanuit het niets, maar is altijd mijn unieke, persoonlijke, vrije en actuele antwoord op wat de traditie heeft aangereikt. Als in een voortgaand gesprek, waarin we in de ons gegeven tijd een woordje meespreken, ‘in reactie op’. In de spreuk van Silesius gaat het dus om ons unieke antwoord, in daad en woord, op de vragen die Jézus’ geboorte ons stelt: over arm en rijk, oorlog en vrede, God en mens. Het is ons antwoord op geboorte en leven van déze unieke Mens. Hij en niemand anders moet volgens Silesius in onze ziel geboren worden. En altijd weer, gelukkig niet alleen met Kerst, zullen mensen zich afvragen hoe in/met hun eigen leven antwoord kan worden gegeven op wat in Bethlehem begon. Geloof begint bij jou, maar het ontstaat niet vanuit het niets. Integendeel, het heeft een geschiedenis van tenminste 2000 jaar.
en nie t in uwe ziel ... De vierde wijze Tot slot. Wij leven van verhalen, zeker onder de kerstboom, en een aantal van die verhalen verwijst impliciet naar Silesius’ spreuk. Zo is er het legendarische en dramatische verhaal over de vierde wijze uit het Oosten, luisterend naar de schone naam Artaban. Deze vierde wijze is apart van de anderen op reis gegaan, drie edelstenen als geschenk op zak. Later zal hij zich bij de andere drie wijzen voegen. Maar onderweg komt hij een doodzieke man tegen. Hij helpt hem en mist zo zijn afspraak met de andere drie. Veel later dan zij komt hij in Bethlehem aan. Het kind waarnaar hij op zoek is, het is inmiddels met zijn ouders naar Egypte gevlucht. Artaban redt nog wel een ander kind uit de handen van koning Herodes. Het kost hem
Zoals Jezus aan eigenbelang en zelfbehoud voorbij was, zo moeten ook wij daaraan voorbij proberen te komen. opnieuw een edelsteen. Vervolgens zwerft hij de hele wereld over om het kind alsnog te vinden. Drieëndertig (!) jaar duurt de zoektocht van zijn leven voort. Dan bevindt hij zich met vele anderen in Jeruzalem, aan de vooravond van Pasen. Hij hoort dat Jezus gekruisigd zal worden. Met de laatste edelsteen die hij nog over heeft zou hij Jezus mogelijk vrij kunnen kopen. Maar hij doet het niet, want eerder al heeft hij een tot slavin gemaakte jonge vrouw vrijgekocht. Het kost hem zijn laatste edelsteen. Terwijl Jeruzalem op haar grondvesten trilt raakt een steen de inmiddels oud en grijs geworden Artaban. Hij zal sterven in de wetenschap het kind van belofte, een levenlang gezochte, nooit te hebben gevonden. Toch heeft hij er vrede mee, zijn kostbare geschenken zijn gebruikt voor werken van barmhartigheid. Op zijn sterfbed klinken vervolgens de bekende woorden uit het slot van het evangelie naar Matteüs: wat je aan de geringste van mijn broeders en zusters hebt gedaan, dat heb je aan mij, Jezus, gedaan. En dan, dan weet Artaban dat hij het lang gezochte kind in de kribbe toch gevonden heeft. Sterker nog, uitgerekend in de woorden en daden van deze aardse zwerver, in zijn ziel is Christus opnieuw geboren. Zou Angelus Silesius het wellicht ook zó hebben bedoeld? Koen Holtzapffel Remonstrants predikant in Rotterdam jaargang 25 nr. 11 december 2014 9
thema Geb oort e
Abraham’s Op Urk wordt gezegd dat we in ‘Abrahams Schoot’ opgroeien. Dat heeft zijn voordelen als zorg voor elkaar, veiligheid en een sterk gemeenschapsgevoel. Echter, deze zaken heb ik vaak, zeker in mijn jeugd, ervaren als een keurslijf dat je van kindsbeen wordt aangemeten, niet meegroeit en je uiteindelijk verstikt. Ruimte voor persoonlijke geloofsontwikkeling was er niet. Kon niet, mocht niet. Leven naar de gestelde waarden en normen van de kerk, ik kon er niets mee.
Al die regels. Soms zo krampachtig dat het wel door angst leek gedreven maar ook angst gaf. Waartoe? Dergelijke vragen stelde ik als jong meisje op catechisatie. Geen antwoord. Ik moest geen vragen stellen. Bij een vraag hoort een antwoord en moet er nagedacht worden. Destijds ook voor de dominee soms lastig. Hoezo? Geloof is toch iets om over na te denken en over met elkaar in gesprek te gaan? Over iets dat mensen al eeuwen drijft en waar zoveel gezichten aan gegeven zijn, moet toch juist gesproken worden? Het is toch geweldig dat het geloof op zoveel manieren beleefd wordt? Helaas werd dat niet gedeeld met me. Ik besloot mijn hoofd boven Abrahams knieën uit te steken en op pad te gaan, ondanks de weerstanden en problemen onderweg. Ik heb hierdoor lang weinig contact gehad met mijn familie. Wat mij nog het meest pijn doet is, dat mijn ouders nog steeds verdriet om mij hebben. Vanuit hun geloof en leefwijze is er geen genade voor mij en mijn ongedoopte kinderen. Ik ben gedoopt maar heb geen belijdenis gedaan zoals elke jongere van 18 hoorde te doen. Ik kon het niet. Zoiets kan alleen vanuit het hart, zo, dat het de bijbehorende verantwoordelijkheden kan dragen. Ik kon het destijds niet. Nu nog niet. Mijn kinderen gaan naar een christelijke school. Ik wil dat ze opgroeien met bijbel, geloof en Drie-eenheid, maar ik wil ze vrij laten in hun eigen weg.
Wat bezielt me? Op mijn 14e kreeg ik een schoolopdracht om over religie te schrijven. Van mijn vader, die wist van mijn innerlijke kruistocht, kreeg ik toen het boek: ‘Wat bezielt ze’ van Sipke van der Land. Een openbaring! Wat er aan geloven en overtuigingen zijn! Ik hield het niet meer uit in die schoot en keek over de knie naar die ‘andere’ werelden van leven en geloven. Een veelzijdige wereld. Ik werd geconfronteerd met een innerlijke leegte en ook een drang die te vullen. Ik las veel, had 10 adrem remonstrants maandblad
gesprekken met kerkleiders en maakte zo kennis met verschillende overtuigingen. Bestudeerde mystieke en esoterische leringen en wijsbegeerten en stelde mezelf daarbij ook regelmatig de vraag: wat bezielt me?
Ondanks mijn weerstand tegen de wijze van het voorgeschreven geloof, ben ik dankbaar dat ik geleerd heb dat God in ons ook liefde kan brengen en mensen verbindt Thuis Ik was op zoek naar mezelf, naar Het Geloven. Voor mij Het Weten. Naar iets wat mij als individu een thuis bood. Waar ik mezelf kon zijn, zelfs in een groep. In 1999 kwam ik, amper 26 jaar, met een burn-out thuis te zitten. Genekt door weken van 50 uur, een verslechterende relatie en geen contact met mijn roots. Daarbij kon en wilde ik niet voldoen aan alle bijbehorende verwachtingen. Weer die leegte. Ik werd mij bewust dat ik een dolende ziel was op zoek naar innerlijke rust en wijsheid. Ik besloot een studie te doen waarbij de eigen persoonsontwikkeling de leidraad is. Zo kwam ik in aanraking met de leer van Carl Jung. Als domineeszoon worstelde hij ook met geloof, dogma’s en zichzelf. Hij vond dat ieder mens zijn eigen individuatieproces door moet maken om bij de eigen kern te komen. Deze kern is een godsdeel en verbindt elk individu met elkaar. Als uniek deel van het groter geheel. Ik studeerde in 2003 af als psycho-analytisch therapeut op mijn scriptie: God in Ons. In die tijd leerde ik over Theosofie. De grote gemeenschappelijke noemer is één woord: verbinding. Verbondenheid met
schoot alles wat leeft. Theosofie stelt dat elke religie een deel van de waarheid in zich heeft. Dit trof mij in het ene zinnetje dat op het remonstrants informatieboekje staat: ‘geloven dat de waarheid vele gezichten heeft, daarom pleitten zij voor vrijheid en verdraagzaamheid’…..Een feest van herkenning! Eindelijk een geloof en beleving in verdraagzaamheid van gelijkgestemden? Na meer dan 15 keer verhuisd te zijn, ben ik sinds 5 jaar terug in Abrahams schoot. Het is fijn, warm, maar ik heb nog die leegte. Kerken genoeg maar geen kerk voor mij met vrijheid van denken. Ik zoek een kerk die mensen juist daarin verbindt. Er zijn geen regels voor geloven vanuit je kern.
Via internet stuitte ik op de Remonstrantse Broederschap. Iets zei me dat ik me dáár in moest verdiepen. Dat heb ik gedaan. Het voelt haast als thuiskomen, maar ik ben nog, als belangstellende en landelijke vriendin, aan het onderzoeken. Mijn naam is Weerstand, wel, dat heb ik ondervonden. Zowel innerlijk als daarbuiten. Ondanks mijn weerstand tegen de wijze van het voorgeschreven geloof, ben ik dankbaar dat ik geleerd heb dat God in ons ook liefde kan brengen en mensen verbindt, hoe anders ook. De Gemene Deler.
•
Esther Weerstand Landelijk vriend sinds oktober 2014
Sunday Assembly Op zondagmorgen 28 september werden op 35 plaatsen in de wereld nieuwe bijeenkomsten georganiseerd door de Sunday Assembly. Een bijeenkomst voor (on)gelovigen, of zoals zij zelf zeggen voor mensen die alles uit het leven willen halen. Samen met enkele vrienden heb ik die ochtend deelgenomen aan een van de bijeenkomsten. De bijeenkomst bestond uit het zingen van popnummers, enkele voordrachten en een korte lezing waarin de motto’s ‘leef beter, help meer en verwonder vaker’ naar voren kwamen. De vrijdag voorafgaand aan ons bezoek organiseerden wij in Rotterdam een avond in het kader van het remonstrants jongerenprogramma ‘Voor Het Stappen Gaan’. Daar sprak godsdienstwetenschapper en Trouwjournalist Koert van der Velde over boek ‘Flirten met God’ waarin hij het dilemma aansnijdt: niet meer kunnen geloven, maar wel religieus willen zijn. Koert is kritische op initiatieven zoals de Sunday Assembly omdat ze, zoals hij zegt, het belangrijkste van religie laten liggen; het reiken naar iets of iemand achter de grens van je eigen
begrip, waardoor je je op een of andere manier laat aanspreken. Ik onderschrijf de stelling van Koert. De muziek was opzwepend en er werden zeker mooie dingen gezegd, maar ik miste de kern. Kant, Aristoteles en Bentham zijn interessante gespreksonderwerpen, maar meer voor een zaterdagavond met een goede borrel erbij dan voor de zondagochtend. Dan wil ik door de oude verhalen, de rituelen en de liederen verbinding zoeken met iets hogers en alomvattends wat mij kan sterken in het leven. Na de dienst sprak ik met enkele andere bezoekers en zij waren ook niet onverdeeld enthousiast. Men heeft behoefte aan vrijheid in geloven, maar of dit het antwoord is werd betwijfeld. Nieuwsgierig naar activiteiten van en voor jonge remonstranten in Rotterdam e.o.? Kijk op Facebook (Voor Het Stappen Gaan) of neem contact op met Timon Vervoorn
[email protected] of Annemijn Goeree
[email protected].
•
Annemijn Goeree jaargang 25 nr. 11 december 2014 11
thema Geb oort e
Emma Watson
Geloven begint bij jou! De blijde boodschap van verlossing voor Israël en heil voor alle volken, door de komst van de Messias, Gods zoon, begon met het geloof van een jonge vrouw. Maria kreeg bezoek van een engel, besloot geloof te hechten aan zijn woorden, en zich in te laten schakelen in het plan van God voor deze wereld. Ze zei: ‘ja, daar doe ik aan mee’. En daarmee begon het. De engel was niet tevergeefs afgedaald naar de aarde. Maria zei ja, en volgens de traditie was dat exact het moment dat zij zwanger werd.
If not me, who? If not now, when? Geloven begint bij jou, de slogan waarmee de Remonstranten hun vriendenwerfcampagne voeren, heeft naar mijn gevoel twee mogelijke betekenissen. Namelijk: bepaal vooral zelf wat je gelooft (en hier, bij de Remonstranten, kan dat). De tweede: geloven is actie, het is goed dat er mensen zijn die ergens in geloven, en waarom zou jij niet zo iemand zijn? Hoewel de eerste betekenis mij niet onsympathiek is, tot op zekere hoogte, heb ik de meeste affiniteit met de tweede variant: geloven als daad. Kom op, sluit je aan, laat van je horen, laat weten dat je ergens voor staat.
die sommigen zich wellicht stelden: wat moet die Harry Potter-actrice hier bij de VN? Ik stelde mijzelf die vraag ook, zegt zij. Maar: ik voelde mij aangesproken, ik wilde er iets mee doen. Dus sta ik hier. Heel kort geformuleerd haar variant van het ‘Geloven begint bij jou’: ‘If not me, who? If not now, when’? Dat dit inderdaad als een begin gezien kan worden van iets wat werkelijk verandering brengt, was meteen al duidelijk: de immense aandacht die haar toespraak kreeg op het internet en in de social media, instemmend zowel als kritisch, getuigt daarvan.
Speak out Al iets langer te vinden op het internet (2012) Taking sides Een mooi voorbeeld van die tweede variant vond ik de toespraak van Emma Watson (Hermione/ Hermelien uit de Harry Potter-films) voor de Verenigde Naties, afgelopen september. Zij hield er een inmiddels veelbesproken pleidooi voor ‘gender equality’ (gelijkheid tussen de seksen) als gezamenlijke verantwoordelijkheid van vrouwen én mannen. En voor de gelegenheid: speciaal van mannen. Haar toespraak hoorde bij de juist gestarte VN-campagne HeForShe. De inzet van mannen is net zo goed nodig voor het bestrijden van die ongelijkheid. Mannen kunnen zich trouwens net zo goed de gevangene voelen van muurvast zittende rolpatronen. Verwachtingen ten aanzien van je maatschappelijk functioneren en je gedrag als jongen of man liggen al bij de geboorte vast. Al is het waar dat meisjes en vrouwen doorgaans de partij zijn die er het echte slachtoffer van zijn, bijvoorbeeld doordat hun in veel landen onderwijs en werk onthouden wordt en niet te vergeten door allerlei vormen van seksueel geweld. Een bijzonder moment in haar toespraak (eenvoudig te vinden op YouTube) is wanneer zij ingaat op de vraag 12 adrem remonstrants maandblad
is een typisch he-for-she gesproken gedicht van Guante (‘Action’). Ik vond het op het populaire medium Upworthy, (www.upworthy.com, meer dan 7 miljoen likes op Facebook), maar u kunt het ook beluisteren op YouTube. De spreker, Guante, vertelt over zijn vriend, die zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel geweld. En hij, Guante, had het zien aankomen. Maar zweeg. Hij vertelt over het moment kort voor de gebeurtenis dat zij, twee oude vrienden, samen televisie zaten te kijken, en hij in geuren en kleuren vertelde over zijn vriendin. En wat hij van plan was met haar te doen. Guante had meteen geweten dat dit niet goed was. ‘Your hands are too big for your heart’. En ergens had hij heel goed geweten dat dit verkeerd ging aflopen. Maar hij had zijn mond niet open gedaan. Hij voelde zich achteraf net zo schuldig als zijn vriend. ‘Ik ben de minst belangrijke persoon in dit verhaal’. Maar toch niet. Het begint bij jou.
•
Bert Dicou Predikant in de doopsgezind-remonstrantse gemeente Hoorn
thema Geb oort e Anderhalf jaar geleden liepen ze tijdens een Kerkennacht voor het eerst de mooi versierde remonstrantse kerk in Groningen binnen. Ze hadden gehoord dat daar ook relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht werden ingezegend. Voor de wet waren ze al in 1998 getrouwd. De sfeer tijdens die Kerkennacht voelde zo goed, dat ze spontaan besloten op die avond ook voor de kerk te trouwen. Hun huwelijk werd te midden van voor hen vreemde mensen ingezegend, een hoogtepunt uit hun leven.
‘ N o g noo i t zo w e i n i g g e l oo f d. . .
heerlijk!’ Vlnr: Mieke de Vries, ds Linse Lijzen, Cisca Willegers, Lida Arends
Lida Arends en Cisca Willegers kwamen daarna steeds vaker uit Assen over voor de zondagsdienst. Op 8 juni van dit jaar zijn ze lid geworden van de remonstrantse gemeente Groningen. ‘We konden met vragen over ons geloof terecht bij een groep mensen die ook zoekende is. Geen geboden of verboden, we hadden geen zin in ‘ja en amen’. We hebben nog nooit zo veel over geloofszaken nagedacht als de laatste tijd, en nog nooit zo weinig geloofd ook, die ruimte is heerlijk! We hebben vaak gedacht dat we ons geloof kwijt waren, de traditionele beelden uit onze jeugd bestonden niet meer, bidden deden we niet meer. Maar nu houden we ons bezig met wat het geloof ons wel zegt, dat is een verrijking voor ons leven.’ Lida is buitenkerkelijk opgegroeid in een Drents dorp. Op haar 21e ging ze als au pair naar Engeland. Ze kon zondag vrij krijgen als ze met het gezin mee ging naar de Anglicaanse kerk, dat was natuurlijk een aantrekkelijk aanbod. Onverwacht werd zij mateloos geboeid door het mysterie en het theater van die Anglicaanse diensten. Ze liet zich dopen en deed belijdenis in Engeland. Op haar 27e, 31 jaar geleden, ontdekte zij haar lesbische gevoelens en kreeg zij een relatie met Cisca. Cisca kwam uit Leeuwarden en was juist fanatiek katholiek opgevoed, door een moeder die tot dat geloof was bekeerd. In haar jeugd rebelleerde ze al tegen de kerk van haar moeder. ‘Ik schreef al eens een boze brief aan de pastoor over homoseksualiteit en het misbruik in de kerk en ik dacht dat Onze Lieve Heer het niet erg zou vinden als ik wel eens een mis zou overslaan’, zegt ze. Ze
verloor langzaam haar geloof in de kerk en ‘deed er niets meer aan’. ‘Ook toen ik in 1983 Lida ontmoette ben ik nooit met haar mee gegaan naar de Anglicanen’, zegt ze. ‘Ik had genoeg van het instituut. Als God liefde is en wij ons leven samen in liefde leiden, dan kan het toch niet anders dan dat de kerk ons opvang biedt, vond ik. Maar dat was dus niet zo. Ik leef met Lida een evenwichtig leven, wij kunnen vanuit die basis iets voor andere mensen betekenen. Het kan er bij mij niet in dat God dat afkeurt.’ Tien jaar lang zijn ze samen nog in verschillende parochies naar de kerk gegaan, maar ze voelden zich er niet echt bij horen. Ze werden hoogstens gedoogd. Daarna volgde een lange niet-kerkelijke periode, waarin ze wel met elkaar spraken over wat ze lazen, over de bijbel en over theologische boeken, maar waarin ze toch de gemeenschap misten. ‘Het is lastig om samen het geloof aan de gang te houden,’ zeggen ze, ‘we misten het heel erg om gevoed te worden door een gemeente.’ Anderhalf jaar geleden is er dus weer een kerkelijk leven voor hen samen begonnen en ze voelen zich er gelukkig mee. Lida en Cisca bezorgen het gemeenteblad, ze organiseren maaltijden in de kerk, ze zamelen tijdens de dienst producten in voor de Voedselbank en onderhouden contacten met gemeenteleden. ‘Bij de Remonstranten voelde het als thuiskomen’, zeggen ze, ’onze verbondenheid aan de gemeente in Groningen is een verrijking voor hart en ziel.’
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de Remonstranten jaargang 25 nr. 11 december 2014 13
thema Geb oort e
Plezier scheppen Net voor de zomer had ik met mijn uitgever afgesproken dat ik, samen met een tweede auteur, een boek zou schrijven. Het zou een lofzang op het onvolmaakte leven worden. Met een grote stapel boeken reisde ik naar Zwitserland om mij in de bergen te verdiepen hoe wij te midden van allerlei onvolkomenheden waardig kunnen (samen)leven. Maar het lezen wilde niet vlotten. Het ene boek Menschliche Würde (Bieri) lag mij nog zwaarder op de maag dan het andere Die Sakralität der Person (Joas), meestal kwam ik niet verder dan zo’n 80 pagina’s en kon ik mijzelf niet dwingen om verder te lezen. Totdat mijn oog viel op een interview met David Graeber, de leider van de antiOccupy beweging, die zich afvraagt wat het leven voor zin heeft als we geen plezier kunnen maken. Hij haalt de Russische filosoof Kropotkin aan om zijn punt toe te lichten: ‘We weten nu dat alle dieren, vanaf de mieren, via de vogels, tot de hoogste zoogdieren aan toe, dol zijn op spelen, worstelen, achter elkaar aanrennen, elkaar uitdagen, enzovoort. En hoeveel vormen van dat spelen als het ware een school zijn voor het aanleren van het juiste gedrag voor hun latere leven zijn er andere die, naast deze utilitaire doelen, net als zingen en dansen louter een uiting zijn van een overschot aan kracht, van ‘het plezier om te leven’ en van een verlangen om op de een of andere manier te communiceren met individuen van dezelfde of een andere soort – kortom een uiting van de sociabiliteit op zichzelf, wat een onderscheidend kenmerk is van de hele dierenwereld.’ Het toeval wilde dat ik al die moeilijke boeken in mijn vakantie in de bergen las terwijl ik in het gezelschap verkeerde van een jong, hoger zoogdier, mijn kleinzoon van anderhalf jaar. Het spel en het plezier scheppen in het bestaan werd mij dagelijks op veelkleurige 14 adrem remonstrants maandblad
wijze getoond. De kabouterdans werd gedanst (draai een keer in het rond, stamp met je voeten op de grond), op muziekjes werd meebewogen, honden en koeien die wij onderweg tegenkwamen werden enthousiast begroet, een vlieg werd als een levend wonder door zijn vingertjes gevolgd, water geproefd alsof het een levensbron was, ik hoor hem nog smakken en slurpen… Hieronder een fragment uit mijn vakantieaantekeningen:
In den beginne was het gebaar Mijn kleinzoon is anderhalf jaar en zijn woordenschat nog zeer beperkt. Hij kan ‘mama’ zeggen en met een heel zielig stemmetje ‘auw’. Dat laatste zegt hij sinds een paar weken en hij weet dat hij hiermee feilloos de aandacht naar zich toetrekt. Verder roept hij regelmatig ‘baa’ en daar bedoelt hij mij mee. Het is een spelletje, vooral als we buiten zijn. Wandelend in de bergen, als ik door de volgende bocht verdwijn roept hij
B E RG TREIN
in het bestaan
‘baa!’. Ik roep terug ‘ja’ en samen hebben we plezier. Ook het woord speen kan hij bijna zeggen. Daar wordt hard mee geoefend. Telkens als hij zijn speentje wil hebben wordt er gevraagd: ‘Wat zeg je?’ Er volgt dan een klank, iets dat lijkt op ‘bintje’. Als ik zeg: ‘Nee, speen.’ Zegt hij: ‘pien’. Zijn gebarentaal is veel verder ontwikkeld. Toen hij mijn bril een keer wilde pakken knipperde ik met mijn ogen en zei: ‘bril’. Ik hoefde dit slechts twee keer te herhalen en nu knippert hij om mij op allerlei brillen te attenderen. Als hij een telefoon ziet doet hij zijn handje tegen zijn oor. Ik zat met hem en mijn dochter in een bergtreintje in Zwitserland. Er stapte een groep oudere Amerikaanse dames in dezelfde coupé. Mijn kleinzoon die tegenover een van hen zat keek veelbetekend naar mij en knipperde met zijn ogen. Toen ik opzij keek zag ik dat ze een opvallend grote bril droeg. Een favoriet spelletje dat we speelden tijdens het wandelen was: ‘O kijk, mama, hij slaapt!’. Tijdens de lange wandelingen werd hij in een rugzak door de bergen gedragen. Soms viel hij een uurtje echt in slaap, maar hij speelde het ook. Zijn oog jes dicht en hoofdje opzij of naar achteren. Als ik
Honden en koeien werden enthousiast begroet en een vlieg werd als een levend wonder door zijn vingertjes gevolgd.
riep: ‘Kijk mama, hij slaapt, oh wat lief !’, zag ik zijn mondje al krullen. Plotseling doet hij zijn oog jes open. ‘Oh nee, toch niet, hij is wakker’, riep ik dan. Vele keren werd dit herhaald, we lachten alle drie, gefopt door een jong zoogdier. Zie hier dan toch het echte thema voor een nieuw boek, plezier scheppen in het bestaan. Het laat nog even op zich wachten, maar dan hebben we ook iets. Christa Anbeek Hoogleraar Remonstrants Seminarium
jaargang 25 nr. 11 december 2014 15
thema Geb oort e
Al ruim 1500 jaar vieren we op 25 december de geboorte van Jezus. Waarom eigenlijk? En vooral ook: waarom op die datum? Was Jezus wel op die dag geboren? Een heleboel vragen die ik in dit korte artikel zal proberen te beantwoorden.
Hoe Jezus o p
25 december g e bor e n w erd
Wat zegt de Bijbel? Als we de Bijbel als uitgangspunt nemen, reppen twee evangeliën (Lucas en Mattheüs) wel over de geboorte van Jezus, maar niemand noemt een datum. We weten dus domweg niet wanneer Jezus werkelijk was geboren. Zelfs het jaartal is onderhevig aan discussie en varieert van toch echt het jaar nul tot een paar jaar ervoor of erna. Zonnewende In de eerste eeuwen van het Christendom werd de geboorte van Jezus niet gevierd. Wel werd er rond de 25e december een ander feest gevierd: het feest van de zonnewende. Terwijl de zonnewende nu op 21 december plaatsvindt, viel hij tweeduizend jaar geleden op de 25e. Dat heeft te maken met kalenders die nét even anders liepen dan nu. Pas sinds de 15e eeuw heeft Paus Gregorius XIII onze huidige kalender vastgesteld.
De geboorte van een god De oude Grieken vierden rondom de winterzonnewende dat de maagd (!) Kore het leven schonk aan de zonnegod Aion. Uit schriftelijke bronnen blijkt dat men tijdens dit feest op 6 januari een beeld van de zonnegod als klein kind toonde, met een gouden kruis in zijn hand. Het werd zeven maal rond de tempel gedragen om vervolgens weer terug te worden gelegd in een schrijn. In het Romeinse rijk vierde men volgens Livius vanaf de vijfde eeuw voor Christus de Saturnalia, ter ere van Saturnus, de zonnegod. Men vierde dit van 17 december tot en met 24 december (de laatste week dat de dagen korter werden). Op de laatste dag van het feest – de kortste dag van het jaar – gaf men elkaar geschenken. Later werd ook een Perzische god Mithras in het Romeinse Pantheon geïncorporeerd in het feest. Deze lichtgod, werd op 25 december uit een steenrots geboren. Vanaf 274 na Christus gaat dit feest Sol Invictus (onoverwinnelijke zon) heten.
Twaalf nachten Dat feest begon op 25 december en men vierde het nog 12 nachten, waarin de kwade geesten moesten worden verdreven: voor iedere maand een nacht. De laatste nacht was van 5 op 6 januari, waarop wij nu driekoningen vieren, zie ook Shakespeare’s toneelstuk ‘The twelfth night’.
Historische belangstelling Aanvankelijk maakt het christenen niet uit wanneer Jezus was geboren. In de vierde eeuw, kwam er een groeiende belangstelling voor de historische feiten uit het leven van Jezus. Misschien omdat de aangekondigde nieuwe wereld uitbleef. In 354 16 adrem remonstrants maandblad
wordt Jezus voor het eerst op een lijst van christelijke martelaren en hun geboorte- of sterfdatum genoemd met de geboortedag 25 december. Dit was kort nadat Paus Julius I bepaald zou hebben dat men op die dag Jezus’ geboorte diende te vieren. Maar waarom?
Mogelijke verklaringen Eén verklaring daarvoor kan zijn dat men er geloof aan hechtte, dat Jezus aan het kruis was gestorven op dezelfde dag in het jaar, als zijn conceptie. De mensen leefden toen immers veel meer met een cyclisch tijdsbeeld dan wij. Terugrekenend was zijn sterfdag op 25 maart en zo kom je 9 maanden eerder uit op 25 december. Een andere verklaring volgt uit de wens om heidense feesten te kerstenen, omdat deze feesten tóch gevierd bleven worden. Jezus geboorte – en één van zijn benamingen als ‘licht van de wereld’ – past goed bij de geboorte van Aion of Mithras. Ook Aion werd bovendien uit een maagd geboren. En wat mooier dan het feest af te sluiten met de komst van de drie koningen. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
•
Vanessa van Koppen Redactie lid AdRem, lid gemeente Den Haag
acta Dordrecht
Remonstrante n doen me e me t u itg av e Ac ta D ordre c ht In 1618 - 1619 vond de beruchte Synode van Dordrecht plaats. Het was een grote kerkvergadering die door de overheid was samengeroepen om de Remonstranten te veroordelen en nog enkele andere kleine zaken af te handelen (kerkorde vaststellen en besluit tot Statenvertaling). In het kader van het samenwerkingsverband Refo500 (waar de Remonstranten in participeren) heeft prof. dr. Herman Selderhuis (kerkhistoricus theologische universiteit Apeldoorn) het initiatief genomen om te komen tot een wetenschappelijk verantwoorde kritische editie van de verslagen van deze vergaderingen en van allerlei teksten daaromheen. Ook de Remonstranten doen mee. Het is tenslotte ook onze geschiedenis, hoewel het vraagstuk van de voorbeschikking, dat toen voor zoveel rumoer in de vaderlandse kerk zorgde, voor ons geen issue meer is. Op 29 oktober verscheen het eerste deel van deze uitgave. Een kloeke band van meer dan 540 pagina’s. Nog tenminste acht delen zullen volgen. Ter gelegenheid van deze verschijning werd een congres in Emden gehouden over het onderwerp van de predestinatie. Bij de remonstrantse deelnemers klapperden de oren, toen zij alle fijne onderscheidingen in de dogmatiek konden beluisteren bij deze leer, die hun toch al vreemd in de oren klonk. Spannend werd het toen Fred van Lieburg, hoogleraar geschiedenis
van het Nederlandse protestantisme aan de Vrije Universiteit, een lezing hield waarin hij de achtergrond schetste van de woede-uitbarsting van de synodepraeses Johannes Bogerman, die op 14 januari 1619 de remonstranten met een hardgrondig ‘ite’ (gaat weg!) uit de synode verwijderde. Dit alles bleek met de afgevaardigden van de Staten geheel voorbereid te zijn. Historici kunnen nog steeds discussiëren over wat Bogerman precies gezegd heeft: onaardig was het in elk geval en er is geen twijfel dat hij zijn emoties toen niet de baas was. Remonstranten toen werden weggestuurd, Remonstranten nu, in de persoon van de rector van het Remonstrants Seminarium, dr. Tjaard Barnard, ontvingen een van de eerste exemplaren van het boek.
•
&
Rituele zin o nzin 11 11 x 300 woorden Geloven wij intussen allemaal multireligieus? En zo ja, moeten wij dan ook multireligieuze rituelen maken? Of kán dat helemaal niet: zélf rituelen ontwerpen? Alleen het stellen van die vraag kan al nauwelijks in 300 woorden. Vandaar dat ik steeds naar mijn blog verwees. Niet alleen die eerste keer, maar ook de 2e keer toen we ons afvroegen of wij tot liturgie vieren – bidden nog wel in staat zijn, nu wij ons God steeds minder als persoon voorstellen. En de 3e keer toen we ons naar een woord van Winston Churchill (‘We shape our buildings and thereafter they shape us’) realiseerden hoe sterk ons Godsbeeld én kerkbeeld bepaald worden door de inrichting van de ruimte waarin wij samenkomen. Als het nodig is om de voorganger die ons voorleest of toe(s)preekt te kunnen zien is het logisch om lezenaar/kansel wat te verhogen. De tafel waaraan wij daarop biddend antwoorden (voorbeden, lofprijzing, Onze Vader al dan niet met brood en wijn in handen) op datzelfde podium zetten is vreemd. Die hoort in de kring. Van
wie ons toespreekt moet het gezicht gezien worden, van wie ons voorgaat in gebed bij voorkeur niet. Laat die liever midden tussen ons in staan. Ook alle volgende keren over de onderdelen van de zondagsdienst moest ik het papieren ruimtegebrek digitaal compenseren. Daar zal ik in de loop van volgend jaar nog het nodige aan toevoegen. Belangstellenden nodig ik hartelijk uit om zo nu en dan eens in te loggen en te reageren. En mochten gemeenten, kerkenraden of liturgiewerkgroepen in het seizoen 2015-2016 graag nog eens willen overleggen of een gemeente-avond dan wel een serie lezingen beleggen, dan ben ik daartoe bij leven en welzijn graag bereid.
•
Henk van Waveren Zin of onzin? Ik hoor het graag via henkvanwaveren.wordpress.com of
[email protected] jaargang 25 nr. 11 december 2014 17
thema Geb oort e
Creatie Hoe wordt een kunstwerk geboren? Heeft dat proces raakvlakken met een zwangerschap: met het verwachten, het groeien in het verborgene? En het kunstwerk, wat is dat? Wordt dat je kind? Hoe sterk is de band tussen de maker en het werk? Ik sprak met kunstenaars hierover, en wat ik al gelijk begreep: op die vragen is niet een eenduidig antwoord te geven. Hieronder twee voorbeelden. Annet Teunissen sprak ik enkele jaren geleden. Zij is beeldend kunstenaar in Oss. Laura Dinant uit Amersfoort schildert al 25 jaar. Zij heeft kunst gestudeerd en is bezig beeldend k unstenaar te worden. Dat betekent veel oefenen. Annet: ‘Wanneer ik aan een werk begin, moet ik op een gegeven moment alle gedachten in mijn hoofd loslaten en me concentreren op één iets. Dat begint als ik mijn atelier binnenstap. Thuis zou ik het niet kunnen, mijn atelier geeft mijn hoofd de ruimte. Die ruimte moet ik bewaken, anders gebeurt er niks. Daar is veel discipline voor nodig. Mensen denken soms dat je als kunstenaar maar wat doet en geen geregeld leven nodig hebt. Dat gaat voor mij in ieder geval niet op. Dan komt het moment dat je te maken krijgt met het materiaal. Dat kan het doek en de verf zijn, maar ik werk met alles wat ik kan gebruiken: boeken, hoeden, koffers. Dat materiaal, de textuur, de kleuren, wil ik omzetten in iets anders, in zeggingskracht. De kleuren geven bezieling aan wat ik doe. Wanneer ik er dan mee bezig ben, gebeurt er iets bijzonders: ik laat mijn idee los. Dat voelt als ‘geleid worden’, dat is echte inspiratie. Dan ben ík het niet zo zeer die iets doet, maar dan gebeurt het wel. Dat wat ik niet van te voren had bedacht. Dat is een wezenlijk verschil met iets als borduren naar patroon; het plan in mijn hoofd laat ik los. Die inspiratie, die is er en die komt er. Dat weet ik, en dat is heel goed om te weten. Het is een apart soort weten, bijna een vertrouwen, iets hogers. Ik moet er wel iets voor doen, er moet wel eerst hard gewerkt worden. En dan dient het moment zich aan en laat ik los. Zonder mijn harde werken zou het niet komen, maar ik kan het ook niet afdwingen. Vaak maak ik ook iets nieuws van wat er al is. Iets nieuws maken van wat er is, misschien iets beters. Het gebeurt vaak dat ik juist door een afvalproduct wordt geïnspireerd, zoals het overgebleven stof van pastelkrijt. Zo prachtig. Dan maak ik foto’s van en ga daarmee door. Scheppen is dus ook: zien en ontdekken. Het raakt me dan, de schoonheid ervan. Of ik ontdek dat een werk niet 18 adrem remonstrants maandblad
Annet Teunissen in haar atelier
af is, dat het niet klopt. Dan maak ik er iets anders van. Soms uit noodzaak: het materiaal is ook duur. Het oude, dat niet helemaal naar mijn zin was, is wel goed genoeg als uitgangspunt, het hoeft niet weg. Ik gebruik wat er is en laat me daardoor leiden. Ik wil werk verkopen, dat is de bedoeling. Dat gaat soms heel goed en soms minder. Er zijn een paar werken die ik nog niet verkoop. Daar ben ik nog te zeer aan gehecht, dat is nog niet los van mezelf. Dat duurt even. Maar in het algemeen is het de bedoeling dat mensen het ook mooi vinden en kopen. Niet al mijn werk is geschikt voor een huiskamer, maar ik maak gewoon wat er gemaakt moet worden. Ik ben ook bezig met uitlenen, gratis voor een half jaar mag je iets meenemen. Wel met goede afspraken, een contract en identiteitsbewijs. Het levert me veel nieuwe contacten op. Iedereen is welkom in het atelier.’ www.annetteunissen.nl
Werk van Laura Dinant
Laura: ‘Op dit moment ben ik bezig met de binnenkant. De binnenkant van dingen. Soms is dat een menselijk lichaam, soms een hoofd. Maar ik werk niet met een vooropgezet idee. Ik schilder met dat wat er is. Er zit niets in mijn hoofd dat ik uitvoer. Er is alleen maar reactie. Wat er is, wat al geschilderd is, daar moet ik iets mee. Ik ben nu weer begonnen met olieverf te schilderen. Het resultaat is zo veel mooier, de kleuren zijn helderder. Het is wel duurder. Dus ik moet er zuinig op zijn. Hoe ik er aan begin? Ik begin eigenlijk nooit met het witte doek, maar ik zorg dat er al iets opstaat. Eerst beschilder ik het hele doek. Soms doe ik dat met gesloten ogen. Dan meng ik een paar kleuren die tegen elkaar aan liggen, en zorg ervoor dat er op het hele doek iets staat. Wat er dan tevoorschijn komt, is nooit goed of fout. Dat is wat er is, daarmee ga ik aan het werk. Belangrijker dan het resultaat wat ik dan zie, is het proces van het blind schilderen. Ik kom los en kan me overgeven aan de beweging, het schilderen zelf. Ik schilder ook graag in lagen. Dan ga ik er weer overheen, en wordt het een beetje transparant. Zodat je kan zien wat eronder zit. Dat geeft dat effect van de binnenkant, en het maakt een werk spannend. Trouwens, ik schilder niet wat je ziet. Ik bedoel dit: je ziet hier een neus. Maar als ik schilder zet
ik het werk op zijn kop, of op de zijkant. Dan is het geen neus, maar een vlak, een driehoek. Ik schilder dus niet iets dat al als een voorwerp in mijn hoofd zit. Een neus zou in mijn hoofd zijn, een driehoek is dat niet. Tja, wanneer is een werk af? Dat is moeilijk te weten. Ik vind dit werk eigenlijk af (een kleiner schilderij, de binnenkant van bolle ruimtes). Soms laat ik iets ook liggen. Dan is het beslist nog niet af, maar kom ik er nu niet verder mee. Een paar maanden later pak ik het dan weer op. Ik heb nog niet zo veel verkocht. Ik moet eigenlijk eerst beter worden, vind ik zelf. Hoe ik weet of ik beter wordt? Dat vind ik moeilijk te zeggen. Ik ben er nog niet in ieder geval. Ik zou trouwens alleen verkopen omdat mensen het schilderij willen hebben. Ik zou bijvoorbeeld nooit een schilderij aan een bedrijf verkopen. Dus niet aan iemand die iets wil kopen omdat er een witte muur is waar iets op moet. Wie interesse heeft, zou dat moeten hebben vanwege het schilderij zelf. Dat moet het uitgangspunt zijn. En niet die lege muur in een vergaderzaal.’
•
Alke Liebich Predikant in de Johanneskerk (samenwerkingsgemeente Do-Re-VVP) in Amersfoort
jaargang 25 nr. 11 december 2014 19
het gezicht van...
Fenneken Smit-Spaan Fenneken Smit – Spaan (1940) is een rasechte Utrechtse, al woont ze sinds 1976 in Maarssen. In de Geertekerk in Utrecht voelt ze zich thuis. Ze is nog energiek, maar dacht toen ze laatst met haar kleinkind van de glijbaan af ging: ‘dat moet ik toch maar niet meer doen’. Een knokker. ‘Ik kan niet tegen gezeur en gedram. Je moet niet zielig doen hoor, pak jezelf beet, maak er wat van!’
Leven ‘Ik ben een oorlogskind uit Utrecht, dat een beschermde jeugd heeft gehad. Mijn moeder was remonstrant uit Lochem, mijn vader was hervormd uit NoordHolland. Ze lieten de kinderen vrij in het geloof, dat werd niet van bovenaf opgelegd. Na de huishoudschool heb ik een opleiding tot kinderverzorgster gedaan. Als vervolgopleiding werkte ik in Haarlem met moeilijk opvoedbare kinderen, maar daar had ik heimwee. Op mijn 18e jaar ben ik dus weer terug gekomen naar Utrecht, waar ik ging werken in een speciaalzaak voor kristal en porselein. Na een vakcursus in die branche, ben ik toen terecht gekomen bij Rosenthal Porselein in Amsterdam. Ik trouwde met Peter in 1970, we zijn dus al 44 jaar bij elkaar. Op dat moment ben ik gestopt met werken, ik heb altijd gezorgd voor mijn zoon en dochter. Later heb ik de moedermavo gedaan, vooral omdat ik mijn talen wilde leren. Mijn kinderen wonen nu allebei in het dorp. Mijn zoon is chronisch ziek en heeft daarom veel aandacht nodig. Mijn dochter heeft twee kleinkinderen, heerlijk om die geregeld te zien. Op het moment fietsen en wandelen we graag, de Vecht is echt prachtig. Bovendien ben ik vrijwilliger bij de Voedselbank in Maarssen. Iedere week maken we 100 pakketten klaar. Dat is toch godgeklaagd in Nederland! En ook musea en terrasjes zijn goed aan ons besteed.’ Geloof ‘Mijn moeder deed niet zo veel aan het geloof, maar de oude ds Knoppers kwam wel eens in de vier weken op bezoek. Wij kwamen al in de remonstrantse kerk in Utrecht toen deze nog op de Kromme Nieuwegracht zat. Op mijn 22e ben ik heel bewust en alleen tot die kerk
20 adrem remonstrants maandblad
ik ben v o o r duidelijke keuzes en daarbij dan blijven toegetreden. En ik ben iemand die als ze eenmaal een keuze heeft gemaakt, die keuze ook trouw blijft. Eind jaren ’80 heb ik een periode in de kerkenraad gezeten in de tijd van ds Overdiep. Ook heb ik gecollecteerd in de kerk en de Arminiaanse maaltijd die toen bestond georganiseerd. Mijn man gaat niet naar de kerk, maar we hebben wel onze kinderen in de Geertekerk laten dopen. Elf jaar lang doe ik nu vrijwilligerswerk op het landelijk bureau. Het is leuk om met Liesbeth Orthel iedere maand de infozending aan de gemeenten klaar te maken en op beraadsdagen mensen te ontvangen. Er zijn wel eens periodes geweest dat mijn geloofsleven op een lager pitje heeft gestaan, maar ik heb altijd rust in de kerk gevonden. In diensten heb ik altijd het gevoel dat ik er mag zijn en ik leer veel van de preken die ik daar hoor. De vriendenwerfcampagne vind ik prachtig, de slogans en de folderteksten zijn heel goed. Ik heb wel een beetje moeite met die ‘vriendschap’, dat is misschien de tijdgeest, maar het is mij te los-vast. Maar ja, dat zit in mij, ik ben voor duidelijke keuzes en daarbij dan blijven.’ Michel Peters