remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 20 december 2011
Kerst 2011 Grenzen verleggen
van de redactie
Grenzen verleggen Richting Kerst maakt een diep verlangen zich van de mensheid meester: mocht het toch maar eens vrede worden! Maar niet lang na Kerst begint het nieuwe jaar en gaan we weer over tot de orde van de dag. Toch is dat verlangen naar vrede interessant en belangrijk. Kennelijk zijn we in staat tot ons door te laten dringen dat er meer is dat ons verbindt dan wat ons scheidt. Het kerstverhaal is daar het grote voorbeeld van: God doorbreekt de ultieme scheiding, die van eeuwigheid en tijdelijkheid, hemel en aarde, en wordt mens. Zouden wij niet in staat moeten zijn tot wat kleinere vredestichtende grensoverschrijdende activiteiten? We onderzochten voor dit thema de praktijk van het vredestichten in een populaire variant: EO’s familiediner. En we lieten een vrijzinnige, in de links-liberale politiek actieve predikant op bezoek gaan bij de orthodoxe politicus Arie Slob. Daarbij aansluitend een gesprek waarin het gaat over politiek en (of in) de kerk (c.q. de Remon-
strantse Broederschap). Moeten de kerken zich hier verre van houden, of is het soms nuttig dan wel noodzakelijk toch even aan de andere kant van de grens te kijken? Verder nog allerlei lezenswaardigs in Kerstsfeer, zoals een traditioneel Kerstverhaal uit remonstrantse kring en een tweetal redacteurs dat met u de do’s en don’ts van de kerstdagen doorneemt. Ten slotte, in andere sferen: een uitgebreid verslag van het symposium dat professor Johan Goud organiseerde over de poëzie van Rutger Kopland. De redactie van AdRem wenst u een goede Kerst!
•
Bert Dicou Hoofdredacteur Het volgende nummer van AdRem verschijnt 13 januari 2012.
in dit nummer onder meer: 3 Korte berichten
11 Miniatuur
4 Spoorslag
12 Politiek en reiligie
6 Tweegesprek Arie Slob
14 Dichter Rutger Kopland
en Joost Röselaers 8 Back-Stage: Geert Jan Bierenga 10 EO Familiediner
16 ’t Rentmeestertje 18 Wat wel en niet te doen met Kerst 20 Het gezicht van...
colofon Redactie: Sigrid Coenradie, Bert Dicou (hoofdredacteur), Martijn Junte, Michel Peters (eindredacteur), Lilian Roos en Marianne Waling-Huijsen.Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030 2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties): info@remonstranten. org, of via bovenstaand redactieadres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 30,- euro per jaar voor niet-remonstranten. Advertentiewerving: Eric Zinger, 026 3333181,
[email protected], tarieven op aanvraag verkrijgbaar. Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
korte berichten
10 maart 2012 Remonstrantse Beraadsdag
Huub Oosterhuis spreekt De Nieuwe Liefde in Amsterdam inspiratiebron voor mensen die eigentijds geloven Wat is de Nieuwe Liefde precies? Op initiatief van Huub Oosterhuis opende op 11 februari De Nieuwe Liefde haar deuren aan de Da Costakade 102 te Amsterdam. De Nieuwe Liefde is een plek voor studie, bezinning en debat, een ruimte voor levensbeschouwing en religie en een podium voor poëzie, muziek en theater. Vanaf 14 februari 2011 zijn de publieke activiteiten gestart, waaronder lezingen, debatten, presentaties, concerten, film-, poëzie- en theatervoorstellingen. In de oorspronkelijke architectuur zijn stijlkenmerken uit neo-renaissance en art deco verwerkt. In 2010 is het gehele pand verbouwd door Wiel Arets Architecten en heeft het een moderne, inspirerende uitstraling gekregen. Originele aspecten als de karakteristieke glasin-loodramen zijn behouden gebleven. De Remonstrantse Beraadsdag vindt naar goed gebruik soms ook plaats op een locatie buiten onze eigen kerkmuren. De Nieuwe Liefde is bij uitstek een plaats waar geloof en betrokkenheid bij de samenleving op
Huub Oosterhuis: ‘Ik versta onder liefde: die duizenden nuances van vriendelijkheid en vriendschap, van hartstocht en hoofsheid, van tact en geduld, van bedachtzame eerbied en mededogen, van lange trouw en spontaniteit, waarmee mensen elkaar bejegenen. Ik versta onder liefde ook: de denkkracht en de intuïtiekracht, de wijsheid en de wetenschap, en alle fantasie en volharding en optimisme waarmee de aarde wordt opgebouwd, steeds opnieuw, tegen alle afbraak in.’ eigentijdse wijze aan de orde worden gesteld. Reden te meer om daar de jaarlijkse Beraadsdag te houden. Initiatiefnemer en dichter-theoloog Huub Oosterhuis zal een van de hoofdgasten zijn. Thema van de dag is: Uw rijk kome. Zeg maar hoe we de liefde wat dichterbij kunnen brengen. Voor meer informatie: www.remonstranten.org. Opgave voor de Remonstrantse Beraadsdag 2012 kan via info@remonstranten / 030 2316970. Toegang: 20 euro (inclusief lunch) /minder draagkrachtigen 10 euro.
Auf den Spuren freisinnigen Lebens Berlijn 4, 5 en 6 november 2011 Een kleine groep Amsterdamse vrijzinnigen is in november naar Berlijn gereisd om kennis te maken met verschillende manieren van vrijzinnig religieus denken. Christian Modehn, remonstrants vriend, bood ons een strak programma waardoor het mogelijk was een kleurrijk palet met informatie te krijgen. In een mooi busje met chauffeur verplaatsten we ons snel om overal op tijd aanwezig te kunnen zijn. Inleiders stonden in de startblokken om hun bevlogenheid toe te lichten in het zoeken naar het samengaan van de verschillende religies of juist door vrijzinnig religieus denken ruimte te geven. Maar allen hadden als doel, daadwerkelijk, de weg van vrede met anderen te delen. Zo zagen we een ‘Gebetomat’ in de Arminiushalle, ontworpen door de Duitse kunstenaar Oliver Sturm. Dit object lijkt op een fotocabine, waarin een keuzemenu zit van 300 gebeden in 65 talen behorende bij de 5 grootste religies. Uiteindelijk moet deze automaat in metrostations, universiteiten en luchthavens geplaatst worden om de gehaaste westerse mens
tot inkeer en reflectie te verleiden. In de Humboldt Universität bezochten we professor Wilhelm Gräb die een uiterst boeiende inleiding gaf, geïnspireerd door Schleiermacher, over de wijze waarop religie, vrijzinnig beleefd en ervaren kan worden. In de probleemwijk Neukölln ontmoetten we de doopsgezinde predikante Martina Basso die daar zelf woont en sociale vredesprojecten op zet. In het Schwules Museum dat al 25 jaar in Berlijn bestaat, werden we enthousiast van de enorm gevarieerde kunstcollectie. De volgende dag wandelden we langs een gedeelte van de plek waar de Muur heeft gestaan en voelden als het ware de Muur nog. Voor ons Vrijburgers was deze confrontatie buitengewoon indrukwekkend. En niet alleen voor ons want het was op deze plek behoorlijk druk met gidsen en zelfs filmploegen. Deze Berlijnse dagen hebben een diepe indruk achtergelaten, mede dankzij de enorme inzet van onze Remonstrantse vrienden in Berlijn.
•
Margriet Dijkmans van Gunst jaargang 22 nr. 20 december 2011 3
kerstverhaal
Spoorslag Alle plaatselijke sportclubs, hobbyclubs en andere verenigingen waren uitgenodigd om zich in het laatste weekend voor Kerstmis te presenteren in het nieuwe dorpshuis. Een speciale uitnodiging ging naar de leden van ‘spoormodelclub De Sik’. Aan hen werd gevraagd om langs de blinde muren van de lange gang op tafels een modelspoor van 15 meter lang aan te leggen. De naam ‘Sik’ is ontleend aan een destijds legendarische rangeerlocomotief, in de volksmond ‘De Sik’ genaamd. Van deze kleine loc zijn er door Werkspoor destijds honderden gebouwd. Ze deden dienst tot op het kleinste stationnetje in het land en het bijzondere ervan was, dat de machinist vanaf een brede treeplank de loc kon bedienen terwijl hij goed zicht hield over het rangeerterrein en de goederenwagons. Een klein uiterst betrouwbaar en bescheiden locomotiefje. Eigenschappen die de leden of wel de Sikken, zichzelf ook toedachten.
van de nieuwe leden was in velerlei opzicht anders dan de jarenlange samenwerking van de ouderen. Waar de ouderen in het verleden gezamenlijke dagtochten naar Duitsland ondernamen om daar materiaal in te kopen, zochten de jongeren op internet voordelige adresjes. Ook diende er een rooster gemaakt te worden; welke leden, gedurende het weekend de treinen rondjes zouden laten rijden. Een sneltrein, een sprinter en een lange door twee locs getrokken goederentrein. De predikant – ook een Sik – zou van dienst op zondag worden vrijgesteld.
Alhoewel het een fantastische gelegenheid zou zijn om je als club in de plaatselijke dorpsgemeenschap te manifesteren werd de uitnodiging niet meteen aangenomen. Het probleem was, dat de clubleden slechts één enkele dag de gelegenheid zouden krijgen om de hele baan op te bouwen en dat is veel te kort als je bedenkt, dat niet alleen de rails moeten worden aangelegd maar vooral de bouw van de omgeving rond de spoorbaan; niet alleen de stations, het rangeeremplacement, de seinpalen, en zo meer, nee...het was de wijdere omgeving, de scenery... bruggen, tunnels, straten, huizen, boerderijen, landschappen, een camping etcetera.
Op vrijdagmorgen, direct na openstelling van het dorpshuis, arriveerden de leden met hun thuis opgebouwde delen van het project. Het aaneensluiten van de rails bleek kinderspel vergeleken met de aansluiting van dorpjes, wegen en akkers. De samenstelling van het grint tussen de rails, de kleur van het talud, alles moest zoveel mogelijk een eenheid vormen. Uiteindelijk kon nog net voor sluitingstijd van het dorpshuis het signaal op groen komen.
Vooral de oudere leden zagen dat helemaal niet zitten. Kortgeleden was de club – na een oproep in de plaatselijke krant – uitgebreid met een drietal jonge leden. Die zagen het wel zitten en meenden, dat ze de klus wel konden klaren als ze ook nog de hele vrijdagnacht zouden doorbouwen. Dat vonden de ouderen helemaal niets. Besloten werd voor een radicaal andere aanpak. Ieder clublid zou thuis een deel van het traject als zelfstandige unit inrichten. Het zou een echte modulebaan worden. Daartoe werd eerst een minutieus plan op ware grootte getekend, hetgeen met ieders inspraak veel tijd in beslag nam want de moeilijkheid was de verdeling, iedereen moest aan zijn trekken kunnen komen. Eén van de leden kon bijvoorbeeld op onnavolgbare wijze water, met echt lijkende golfjes maken. Hij meende dan ook recht te hebben op het maken van de haven met binnenvaartschepen, een loskade, en goederenoverslag met kranen. De aanpak 4 adrem remonstrants maandblad
Thomas – het jongste lid – vroeg de leden om nog even naar zijn werkstuk te komen kijken. Hij had een gebergte geconstrueerd waar de treinen in tunnels doorheen gingen. Het was een prachtige van piepschuim gemaakte rotspartij, zorgvuldig in de verschillende grijstinten beschilderd, met ook nog hier en daar losse rotsblokken om alles zo echt mogelijk te laten lijken. Op de top van het gebergte een kerkje met spitse toren, de ramen verlicht en de kerkdeuren wijd open waaruit orgelmuziek klonk. Thomas zei, dat geoefende kerkgangers psalm 17 en psalm 144 zouden herkennen. In de eerste psalm staat o.a. ‘ik zet mijn treden in Uw spoor’ en in de andere psalm ‘Zie gij wilt de waarheid in het verborgene’. Hij verhief zijn stem en zei: ‘Het is juist het verborgene waar het mij om gaat. Ik zet mij af tegen deze hele spoorpresentatie. Alles mooi en vredig, maar zo ziet de wereld er niet uit, dat weten jullie allemaal. Ik vertik het om aan zo'n schijnheilig project mee te werken.’ Dat zeggende liep hij naar het door hem gemaakte spoordeel en pakte voorzichtig het hele rotscomplex van de tafel. De rails bleven liggen in een woestijn van fijn geel
ik ze t mijn t reden in U w s p oor zand. Naast de rails in het zand de verkoolde overblijfselen van een paar afgebrande hutten en op een zijspoor de resten van een verbrande goederenwagon, waarop nog net een rood kruis zichtbaar was. In het zand een aantal grafkruisen, met daarnaast een paar nog lege grafkuilen. De verbijsterde Sikken waren even sprakeloos. Maar niet lang. Uitroepen als ‘Dat sluit toch absoluut niet aan bij de andere spoordelen’ en ‘Ben je helemaal gek geworden.’ En …’Je weet toch dat in de club de afspraak geldt nooit over politiek en godsdienst te discussiëren’ – Andere zeiden ‘Terug die rotsen en die kerk en wel nu meteen’. Aan de dominee werd gevraagd ‘Wat vind jij daar nu van als predikant. ‘Ach, ik ben hier als Sik en niet als predikant’, sprak de dominee aarzelend, ‘Ik zou zeggen alles heeft twee kanten, Kerstmis is het feest van licht, vreugde en hoop, maar anderzijds...’ Hij kreeg de kans niet om zijn betoog af te maken ‘Bewaar je preek maar voor zondag’, zei een boze Sik. Wij hebben hier te maken met een oncollegiale Sik, beter gezegd met een niet sporende Sik die onze hele presentatie verpest, een dwarsligger letterlijk en figuurlijk’. De conciërge van het dorpshuis kwam melden, dat hij binnen enkele ogenblikken het dorpshuis zou afsluiten en de lichten zou doven. Besloten werd tot een compromis. De volgende dag zou de presentatie met het woestijnon-
derdeel van start gaan. Mochten er in het eerste uur na de opening bezoekers zijn die zich luidop zouden ergeren aan woestijn en de verbrande hutten, dan zou het rotscomplex zonder meer worden herplaatst. Bij de opening van het dorpshuis de volgende dag viel op, dat er veel pers was. Ook de regionale TV meldde zich. Duidelijk het werk van Thomas, zo werd niet geheel ten onrechte door de Sikken verondersteld. De woestijn trok veel belangstelling. De toeschouwers discussieerden erover, maar afkeuring bleef uit. De media besteedden opvallend veel aandacht aan de dorpsmanifestatie. Het was juist goed om in de dagen voor Kerstmis te laten zien dat niet alles pais en vreê was, zo meldden de kranten. Ze vonden het een origineel signaal van de modelbouwers om aandacht te vragen voor misstanden in de wereld. Als je later in het dorp een Sik op straat tegenkwam en je feliciteerde hem met het succes van de presentatie en de aandacht die gegeven werd aan de problemen in de wereld kreeg je een beetje een zuur lachje met de reactie ‘Ach... je moet toch wat, met Kerstmis’.
•
Jan Rudolph Bienfait Lid remonstrantse gemeente Eindhoven
jaargang 22 nr. 20 december 2011 5
thema grenzen verleggen
Grensoverschrijdingen in politiek en religie Momenteel schrijft hij in opdracht van de Hans van Mierlo Stichting (wetenschappelijk bureau van D66) een essay over grondrechten en gedeelde waarden. Voor de leden van D66, een uitgesproken seculiere partij, zijn er geen bovennatuurlijke waarden. Maar zijn er misschien wel universele waarden? En op welke gronden bepalen wij welke waarden wel of niet universeel zijn? Dat probleem speelt bij de ChristenUnie niet. De partij is uitgesproken christelijk, en stelt boven alles christelijke waarden, die terug te vinden zijn in de Bijbel. AdRem bracht hen samen. Op een donkere middag in november, op 11 november 2011 om iets na 11.11 uur, komen beide heren bij elkaar in de foyer van hotel Wientjes in Zwolle. Wat herkennen en waarderen zij bij elkaar, op politiek en religieus vlak? Kunnen zij grenzen overschrijden? Joost Röselaers doet verslag van de ontmoeting.
Grensoverschrijdingen op het politieke vlak De ChristenUnie is geen eentonige partij, benadrukt Arie Slob. Met alle partijen in de Tweede Kamer wordt er samengewerkt op bepaalde thema’s en onderwerpen. Recent werd er bijvoorbeeld met D66 gewerkt aan initiatiefwetten rondom de beperking van de hypotheekaftrek en rondom de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar. Arie Slob wil geen politiek bedrijven om alles bij het oude te laten, en zoekt in iedere situatie naar mogelijke partners om hervormingen mogelijk te maken. Dat brengt ons tot het eerste punt dat wij bij elkaar herkennen en waarderen: de wil om te hervormen. De ChristenUnie heeft volgens mij wat dit betreft een imagoprobleem. Het beeld dat velen van de partij hebben klopt niet met de inhoud. De ChristenUnie zal niet direct omschreven worden als een hervormingsgezinde partij. Arie Slob is politiek actief geworden om op bepaalde hervormingen teweeg te brengen in de politiek. De motivatie hierachter ligt in zijn geloofsbeleving. Wij komen in dit kader te spreken over zijn geloof in het Koninkrijk van God. Ik vertel over het jaarthema van de remonstranten, Uw rijk kome, en over de lezing van Koen Holtzapffel die ik de dag daarvoor in Vrijburg bijwoonde over toekomstverwachtingen. Arie Slob ziet het als een opdracht om gestalte te geven aan het Koninkrijk van God in het hier en nu. Ook de politiek kan daar een bijdrage aan leveren. Wij werken naar het Koninkrijk van God toe, maar wel met de beperking, dat we het nooit zullen voltooien. Dat is aan God. Dat die voltooiing door God teweeg zal worden gebracht geeft Arie Slob een bepaalde ontspannenheid, die hem echter niet passief maakt. Arie Slob kan zich goed vinden in de volgende zin uit de 6 adrem remonstrants maandblad
T weegesp rek Arie Slob en Joos t R öselaers De tegenstellingen lijken op het eerste gezicht groot. Arie Slob is sinds 2001 lid van de Tweede-Kamerfractie van de ChristenUnie, en sinds 2007 als fractievoorzitter (met een korte onderbreking). Arie Slob (1961) is lid van de Gereformeerd-Vrijgemaakte kerk in zijn woonplaats Zwolle. In december 2011 verschijnt van zijn hand het boek ‘Altijd in beweging. Notities van een bewogen christenpoliticus’. Joost Röselaers (1979) is predikant van de remonstranten in Amsterdam, een geloofsgemeenschap die zich aan de andere kant van het kerkelijke spectrum bevindt.
Remonstrantse Geloofsbelijdenis uit 2006, die ik aan hem voorleg: het Koninkrijk dat is, en komen zal. Het is aan ons, zo zijn we het beiden eens, om in beweging te komen, om ons in te zetten in de politiek om een betere wereld mogelijk te maken. Niet toevallig noemen we beiden in deze context Micha 6:8 als leidende Bijbeltekst: Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan rechtvaardigheid te doen, solidair te zijn, en nederig te wandelen met God. De wijze waarop we hier invulling aan geven is verschillend, de onderwerpen die we kiezen ook, maar we hebben hetzelfde doel voor ogen: rechtvaardigheid doen, en solidair zijn. En het is God die het van ons vraagt.
Grensoverschrijdingen op het religieuze vlak Je zou bijna vergeten dat er ook verschillen tussen ons zijn. Wat dat betreft nemen wij de vraag van AdRem heel serieus, om een poging te doen om grenzen te overschrijden. Verschillen zijn er echter wel degelijk. Kort gezegd: op het sociale vlak vinden wij elkaar. Als het gaat om het opkomen voor de zwakkeren, om solidair te zijn, en om rechtvaardigheid na te streven, kunnen wij het prima met elkaar vinden. Wij hebben echter verschillende opvattingen over de concretisering van deze gedachten, met name op ethische punten. Daarnaast hebben we ook verschillen wat ons geloof in God betreft. Dat komt tot uiting als we het over Kerstmis hebben. Arie Slob vertelt over zijn beleving van het Kerstfeest. Met Kerst is God mens geworden. Dat is een alles bepalend moment in de geschiedenis. Het Kerstfeest is voor hem een verticaal feest. Ik vertel over het belang dat ik hecht aan de context van het Kerstverhaal: het kind, waarvoor op deze wereld geen plaats is, speelt een centrale rol. Het is een verhaal over kwetsbaren, gemarginaliseerden. Voor Arie Slob is dit ook zo, maar leidt een nadruk hierop af van de ware betekenis van het Kerstfeest. Arie Slob viert ook dit jaar het Kerstfeest met zijn vrouw en kinderen. Hij geniet van de verbondenheid die het feest met zich meebrengt. Een verbondenheid, die velen in onze samenleving echter moeten missen met Kerst. Het is dus ook een periode om elkaar goed in de gaten te houden. En daar komt weer de sociale vertaalslag, die wij in elkaar waarderen. De oproep om onze naaste niet te vergeten, om geen genoegen te nemen met het eigen geluk en de zelf verdiende welvaart. Er is jou, mens, gezegd wat God van je wil: gerechtigheid te doen, solidair te zijn, en nederig te wandelen met God.
•
Joost Röselaers (links) en Arie Slob (rechts).
Joost Röselaers Remonstrants predikant in gemeente Amsterdam Vrijburg jaargang 22 nr. 20 december 2011 7
thema grenzen verleggen
Geert Jan Bierenga (1933, Bussum) werd op 15 juli 1961 tot proponent gewijd, op 24 september 1961 bevestigd tot voorganger (p.t.) bij de N.P.B. afd. Parijs en op 8 oktober van dat zelfde jaar bevestigd als remonstrants studentenpredikant (p.t.) in Delft. Hij is dit jaar dus 50 jaar predikant. Het is moeilijk recht te doen aan zijn veelzijdige en vruchtbare leven. Hij was niet alleen predikant en pastor, maar o.a. ook beeldhouwer, timmerman, ontwerper van meubelen, decors, affiches, boekomslagen en bibliofiel. Een greep uit dit rijke leven.
‘Back-Stage’ Geert J an Bi erenga
5 0 jaar predikan t
Geboeid voor een vitrine in museum Meermanno (foto: Frank Jansen).
Leiden Geert Jan studeerde van 1953-1961 theologie in Leiden. ‘Ik wist nog niet wat ik moest gaan doen na het gymnasium. Testen hadden uitgewezen dat ik zeer veel kanten op zou kunnen gaan. Zo kreeg ik bijvoorbeeld het serieuze advies naar de Academie voor Beeldende Kunsten te gaan. Het was Dick van Vreumingen, bij wie ik in Bussum belijdenis deed, die mij na lezing van mijn opstel de vraag stelde of ik er wel eens aan gedacht had om predikant te worden. Geen periode is zo beslissend geweest in mijn leven als de jaren die ik als student in Leiden doorbracht. Ik heb naast mijn studie zoveel andere dingen gedaan. Prof. Sirks, de toenmalige hoogleraar van het Remonstrants Seminarium, gaf mij en de andere studenten daar ook alle ruimte voor. ‘Le canard’ is het symbool van het theologendispuut FFF - Nemo - SSS. Dit plastiek in brons van mijn hand, werd t.g.v. het 12e dispuutslustrum in november 1954 in de Hortusvijver geplaatst. Hans Paardekooper vroeg mij het decor te willen maken voor Le voyageur sans bagage van Jean Anouilh dat het Leidsch Studenten Tooneel (L.S.T.) in 1954 opvoerde. In 1955 deed ik dat voor de 8 adrem remonstrants maandblad
lustrummusical De zwarte tulp van Alexandre Dumas en in 1960 voor het lustrumspektakel de Faustus van Christopher Marlowe. Ik heb het affiche ontworpen voor het lustrumstuk van 1955 ‘Herakles’ en voor het lustrum van de VCSB dat in hetzelfde jaar werd gevierd. In 1959 verleende het L.S.T. mij het erelidmaatschap. Als ik me nu bedenk wat ik allemaal in Leiden heb gedaan, vraag ik me wel eens af waar ik de tijd nog vandaan haalde om theologie te studeren. Ik was vooral geïnteresseerd in de bijbelse vakken: O.T. en N.T. De systematische theologie heeft me nooit zo gelegen. Wat ik er op tegen heb is dat er over God gesproken wordt en niet tot of met God.’
De pastor Geert Jan was na zijn predikantschap in Delft, Parijs, Hengelo(1964-1968) en Haarlem (1968-1973) van 19731993 ziekenhuispastor in Enschede. Van 1962-1988 was hij beschikbaar als Reserve -Vlootpredikant. Een niet te missen ervaringsbron voor de pastor is de bijbel: ‘Allereerst weet ik me geruggesteund door een reeks menselijke ervaringen, overvloedig opgeslagen in tal van verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament. Het zijn levensdocumenten van mensen die met vallen
Een centraal motief in het pastoraat is voor mij mensen het gevoel te geven zichzelf te mogen zijn. Ik heb zelf mogen ondergaan dat ik serieus genomen werd, bevestigd werd in mijn bestaan. en opstaan gaandeweg ontdekken dat er na elke nacht een nieuwe dag aanbreekt. Hij wiens naam luidt ‘Ik zal er zijn’ gaat met ons mee.’ Niets is zo problematisch voor veel mensen die in het ziekenhuis zijn opgenomen, als het wachten: ‘De pastor moet de euvele moed hebben om samen met mensen die dat wensen, te werken aan hun wachten in onzekerheid, dat samen met hen uit te houden.’ Een tweede niet te missen ervaringsbron is die van het eigen bestaan: ‘Een centraal motief in het pastoraat is voor mij mensen het gevoel te geven zichzelf te mogen zijn. Ik heb zelf mogen ondergaan dat ik serieus genomen werd, bevestigd werd in mijn bestaan. Dat is voor mij een beslissende ervaring geweest. Het serieus nemen van mensen betekende voor mij als ziekenhuispastor ook dat je nooit over, maar altijd met patiënten sprak.’
De bibliofiel Vanaf zijn vijftiende levensjaar is Geert Jan een verzamelaar van oude bijbels. In Leiden werd hij de ‘antiquaar’ van het Remonstrants Seminarium, kocht op veilingen Remonstrantica voor medestudenten en voor de hoogleraren Sirks en Hoenderdaal. Hij noemt zichzelf een ‘Bibliafiel’ en ‘bandofiel’ ‘Niet alleen bij boeken is de eerste aanblik belangrijk voor mij. Ik ben een man van vormen. Van buiten naar binnen: zo heb ik eigenlijk altijd gestudeerd en gewerkt als pastor. Visueel gefrappeerd, door een aanblik die je uitnodigde je verder te verdiepen. Zo krijgen verschijnselen, mensen en dingen hun verhaal, betekenis en zin.’ In het Jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen 2004 schreef hij een artikel ‘Het boek is woord geworden’. Hij schrijft in dit artikel o.a. over vier bijbels uit de bibliotheek van Kasteel Twickel te Delden: twee zestiende - eeuwse bijbels en twee negentiende - eeuwse kerkbankbijbels. ‘Deze vier oude boeken vol oude verhalen spreken ook nog een tale via hun band en andere signalen: inscripties en signaturen van eigenaren en lezers. Geen grootse boeken voor de show, maar veeleer gebruiksvoorwerpen. Dierbaar geworden door herinneringen aan goede en minder goede dagen van hele menselijke mensen’. Hij ontwierp omslagen van een aantal feestbundels die in remonstrantse kring verschenen: o.a. ‘Doorlicht Bestaan’ (Lochem 1957), ‘Verklaring van Jacobus Arminius’ (Lochem 1960), ‘In open veld’ (z.p.1962), ‘In het spoor van Arminius’ (Nieuwkoop 1975), ‘Banden van aandachtig leven’ (Utrecht 1999) en ‘Al doende geloven’ (Utrecht 2007).
De remonstrant Geert Jan diende een aantal remonstrantse gemeenten (zie
boven), nam deel aan commissies, was redacteur van het Remonstrants Weekbad (1965-1974) en van 1997-2001 lid van de CoZa. ‘Waar het voor mij als remonstrant om gaat is wat in onze Beginselverklaring zo duidelijk staat, namelijk het eren en dienen van God. Ik sta kritisch tegenover alles dat niet daarop gericht is (wat men nogal eens ‘opleuken’ noemt) en heb er bijvoorbeeld bezwaar tegen dat aan het begin van de kerkdienst ons ‘een goede dienst’ wordt gewenst: wij zijn immers samengekomen om God te eren en te dienen.’ Uit een overweging uitgesproken tijdens de vergadering van het College van Overleg op 28 april 2001 n.a.v. het beeld van de goede herder uit Johannes 10: Hart hebben voor de jou gegeven dieren, met alle risico’s van dien. Je zo goed mogelijk inzetten voor al wat èn al wie ons is toevertrouwd. Dat heeft prioriteit boven de vraag wat het je oplevert of welk verlies je lijdt: de huurling werkt alleen maar voor beloning. Hij heeft geen hart voor de schapen.
De roep der dingen ‘Toen ik predikant was, leefde ik bij de gratie van de appèls die de schapen van mijn kudde op mij deden. Zij vormden mijn inspiratie. Nu ik geen dienstdoend predikant meer ben, zijn het niet zozeer mensen die een appèl op mij doen, als wel de dingen, de dingen van de dag die mijn aandacht vragen. Wat die dingen mij vragen is, wat ik in een Engels boek over Zen eens las: ‘hold me gently, hug me now and then’ (‘Liefkoos me zo nu en dan’). Dingen kunnen je vrienden worden. Wat ik me eigen probeer te maken is een innerlijke houding die zich laat aangrijpen door het zó en niet anders zijn van de dingen. Een ootmoed die de dingen toestaat zich volledig uit te spreken.’
Leven in Gods gloria ‘Leven in Gods gloria’ zijn de laatste woorden van een inleiding die hij in 1984 te Utrecht hield tijdens een conferentie over ‘Euthanasie, zelfbeschikkingsrecht en de medische zorg’(verschenen in Kort Bestek 25). In een ander artikel haalt hij met instemming Vincent van Gogh aan die aan zijn broer schreef: ‘Weet je wat God in al zijn almacht niet kan? Eén van ons zondaars in de steek laten.’ Niet in de steek gelaten worden, het liefkozen van de dingen en het ‘collegiaal’ omgaan met dieren (de Bierenga’s hebben zo’n dertig jaar honden als huisdieren), dat alles maakt voor Geert Jan Bierenga het leven tot een leven in Gods gloria.
•
Foeke Knoppers Remonstrants predikant in gemeente Twente jaargang 22 nr. 20 december 2011 9
thema grenzen verleggen
EO-familiediner een co mmentaar
Familieruzie? Familiediner! Hij zei dit, zij zei dat. Wat hij deed, dat kon echt niet door de beugel. Haar reactie was gemeen. Hij pikte dat niet, zij peinsde er niet over. Hij wil nu best praten, want familie is belangrijk. Zij wil ook wel dat het goed komt, maar heeft geen idee hoe. Hij denkt terug aan goede tijden. Zij liep de deur bij hem plat. Zijn gezin ging met haar gezin op vakantie. Die tijd is niet meer, dat is al weer zeker twee jaar geleden… Een derde vindt dat dit zo niet langer meer kan. We willen zoals vanouds naar de kerstmarkten in Duitsland en daarna gezellig eten met elkaar. Met de donkere dagen voor kerst, dan missen we elkaar eigenlijk het meest. Volgens een vast concept komt Het Familiediner van de Evangelische Omroep op gang. Een derde persoon schrijft een brief met een beschrijving van het conflict. Op basis van de ernst en complexiteit (?) van de ruzie, komt Bert naar je toe. Onder het genot van een kop thee, wordt de brief toegelicht. Haast altijd is onbekend waarom de twee kemphanen elkaar niet meer spreken of willen spreken… Dat moet worden uitgezocht en Bert zoekt de twee personen in kwestie afzonderlijk van elkaar op om verhaal te halen.
Familievete Ding, dong. Degene die de deur open doet deinst terug. Dat is even schrikken die camera voor mijn snufferd. Ja, jou ken ik wel. Jij bent Bert van de televisie. Het Familiediner? Oh nee. Ja, dan weet ik wel waarover het gaat. Of je binnen mag komen? Dat moet ik eerst even bespreken. (5 minuten of 5 dagen later). Ja, oké, dat mag. Tegelijkertijd luistert Bert ook naar de andere kant van het verhaal. De familievete wordt in twee versies verteld aan circa 1,3 miljoen kijkers. De een krijgt de zwarte piet toegespeeld, de ander wordt afgeschilderd als het zwarte schaap. Op evangelische wijze weeft Bert de twee verhaallijnen in elkaar. Waarna hij uitlegt dat er een derde in het spel is, die momenteel een diner voorbereid om weer eens samen met elkaar aan tafel te schuiven. Bert schetst een beeld van hoe mooi het zou zijn om de fijne herinneringen van vroeger op te halen en nieuwe te beleven, om de vrede te hervinden in de familie. 10 adrem remonstrants maandblad
Lijmen De breuk tussen twee mensen (of partijen) kan uiteenlopende oorzaken hebben. Hoewel het ene moment er gevoeliger voor is dan het andere, zoals de viering van het kerstfeest. Hamvraag van het jaar: bij wie wordt kerstavond en/of eerste kerstdag gevierd en wie moet tevreden zijn met tweede of zelfs derde kerstdag? Wanneer datum en tijd zijn vastgelegd, volgen verwachtingen en invullingen van de avond. Dé familieavond van het jaar kan nog altijd bron zijn voor een breuk door misplaatste cadeaus, scherpe opmerkingen of roddels. Het Familiediner denkt ook aan nazorg. Voor wie op zoek is… is er EO-Nazorg. Op de website van EO-Nazorg wordt aangegeven dat in het christelijke geloof de vergeving van zonden centraal staat: God vergeeft ons onze zonden. Ook als je jezelf afvraagt hoe je omgaat met iemand die jou iets heeft misdaan. Je gaat niet zinnen op wraak of iemand totaal negeren, maar je denkt na over vergeven. Wat dat precies is en hoe je dat doet, lees je op EO-Nazorg, www.eo.nl/hetfamiliediner. Na diverse uitzendingen te hebben gezien, is het mooi om te zien dat vooral de derde persoon vol emoties de twee personen in kwestie omhelst. Maar is het tijdenlange gebroken contact nu met één diner gelijmd? Mijns inziens is aanvankelijk toegeven belangrijk op de weg naar herstel, wanneer (gods)vertrouwen is geschonden. Na toegeven kan er ruimte worden gemaakt of kan ver geving volgen.
•
Lilian Roos Redactielid AdRem, Lid van de gemeente Amsterdam Vrijburg
miniatuur
Er zij licht! Vroeger weigerde de diaprojector wel eens, maar daar sprong altijd een handige mansfiguur op om het eenvoudige apparaat weer in het gareel te krijgen. Geen vuiltje aan de lucht. De razendsnelle technische ontwikkeling die van ons allemaal slaafse consumenten heeft gemaakt, heeft deze eenvoud voorgoed om zeep geholpen. Adieu diaprojectoren! Gij zult beameren is een gebod waar geen docent zich aan kan onttrekken op het gevaar af door zijn toehoorders voor dinosaurus te worden uitgemaakt. Prachtige dieren, daar niet van, die dinosaurussen, maar een tikkeltje uit de tijd. Het probleem met beamers (voor de technobeten onder ons: een beamer is een projector die de taal der computers verstaat) is dat ze met de regelmaat van de digitale klok dienst weigeren. Eerst blijken laptop en beamer niet on speaking terms te zijn (de ene spreekt MAC en de ander WINDOWS), dan blijkt de voorbereide powerpoint van een recentere lichting te zijn dan de oude beamer. In het mildste geval is men gewoon vergeten de stekker in het stopcontact te doen. Maar er is altijd wat. Daarom heb ik voor de lezingen die ik in het land geef (ja, met beelden) eigen apparatuur aangeschaft, en geloof me: dat slaapt een stuk rustiger de nacht ervoor. Maar zelfs deze drastische maatregelen helpen niet altijd. Vorig jaar ging het zelfs twee keer mis, terwijl mijn gastheren - die álles in huis hadden zodat ik met apparatuur niet hoefde te zeulen – toch alles twee keer gecheckt hadden. Maar geen nood: als Onze Lieve Heer de mens naar zijn evenbeeld kon maken, kan de mens tenminste een beeld schetsen van een beeld dat er niet is. Met woorden riep ik dus de beelden op. Op zich is dat een nuttige exercitie, daar niet van. Maar mijn powerpoint had elke kracht verloren en dat is toch jammer van zoveel werk. Veel erger was het voor een collega van mij, een kunsthistorica, die haar oratie vanzelfsprekend met beelden wilde toelichten. Ook daar, ondanks herhaalde geslaagde oefeningen, kwam er niets van terecht. Ik had met
haar te doen. Heeft de handige mansfiguur die vroeger de diaprojector weer aan de praat kreeg geen kleinkinderen? Jawel! Die heeft hij. En we mochten, bij het laatste convent van predikanten, daar getuigen van zijn. De spreker had een prachtige powerpoint gemaakt, met grafieken en statistieken. Een lust voor het verstand. Maar de huisbeamer, die om de haverklap op de Nieuwegracht gebruikt wordt, vertrouwde het niet. Dat ligt aan ons. Gomarus had een profetische blik. Zodra apparaten bij de nazaten van Arminius in dienst komen, krijgen ze een eigen vrije wil. Want wat we ook deden, het bleef: neen! Totdat onze onvolprezen algemeen secretaris zijn blackberry pakte en een mysterieuze correspondent door de telefoon toeriep: “SHIFT HOEVEEL?” Ik kan me voorstellen dat u bij de ontelbare Engelse woorden die hierboven staan, steigerde. Het lijkt wel geheimtaal. Maar ik durf te wedden dat u nooit iemand aan de telefoon kreeg die u, zonder verder aankondiging, vroeg: SHIFT HOEVEEL? En toch getuigen deze twee woorden van een verlichte spiritualiteit. Ze zijn in wezen de moderne vertaling van ‘er zij licht’ (Genesis 1). Want amper was het antwoord per blackberry binnen en zie: er was licht! Christiane Berkvens-Stevelinck Predikant in de remonstrantse gemeenten Rotterdam en Breda
jaargang 22 nr. 20 december 2011 11
thema grenzen verleggen
Pol it i ek en reli gi e Hoewel Kerst tot een soort verjaardagsfeestje voor Jezus is verworden, valt de waarde ervan niet te onderschatten. Kerst is de incarnatie van God. De grens tussen hemel en aarde vervaagt, het goddelijke komt tot ons. Dat is een statement van jewelste. God die bij ons wil zijn, maar kwetsbaar is als een zuigeling. Afhankelijk ook, van ons.
Een gespannen verhouding Het gaat dus met Kerst niet om een feel-good avondje ‘Stille Nacht, Heilige Nacht’ zingen. Het gaat ten diepste om een appèl dat er op ons gedaan wordt. Jezus wordt in één van de kerstverhalen neergezet als een vluchtelingenkind. En dat is niet zomaar. De bijbelverhalen laten allemaal zien dat het ernst is. Diegenen die het in onze maatschappij niet redden, gaan voorop in het Rijk van God. Zo beschouwd is Kerst dus een grensoverschrijdend feest. En dat geeft ons de uitdaging om na te gaan welke grensoverschrijdingen wij als predikanten en theologen kunnen of zelfs moeten laten plaatsvinden. Welk licht werpt dit op de grens tussen religie en politiek? Religie is verworden tot een privé - aangelegenheid, iets waar je op zondag aandacht aan besteedt en dat verder geen rol speelt. Het lijkt alsof de kerk zich buiten elke politieke discussie bevindt. Het kerstkind verkondigde het Koninkrijk van God dat zou aanbreken. Inmiddels zijn we 2000 jaar verder. Wat is er nog over van dat visioen? 12 adrem remonstrants maandblad
Interviews Ik spreek over dit thema met Joost Röselaers, die als remonstrants predikant in Amsterdam veel bezig is met deze vragen. In 2012 komt hij met een boek over de maatschappelijke betrokkenheid van kerken en theologen. Het boek heeft als titel ‘Het vrije woord- theologen en opiniemakers in domineesland’. In het boek, dat hij samen met politicoloog Fennand van Dijk opstelt, worden acht theologen geïnterviewd die actief zijn in de politiek. Van Huub Oosterhuis (lid van de SP) tot Harm Schilder (pastor die sympathisant is van de PVV), van Heleen Dupuis (senator van de VVD) tot Ruth Peetoom (voorzitter van het CDA). Eén van de doelstellingen van het boek is om te bezien in hoeverre de maatschappelijke betrokkenheid van theologen en kerken een nieuwe impuls zou kunnen krijgen. Joost Röselaers is twee jaar geleden begonnen met een serie kerkdiensten waarin een politicus de overdenking houdt. Boris van der Ham, Ahmed Marcouch, Frits Bolkestein waren reeds te gast, dit jaar zijn Tofik Dibi en
Lodewijk Asscher aan de beurt. De serie kerkdiensten kan rekenen op veel belangstelling, en stimuleert het maatschappelijk denken. Het gaat Joost Röselaers om de maatschappelijke bezinning, en niet om een duidelijke stellingname in het politieke en maatschappelijke debat. YH: Joost, is voor jou de bijbel niet alleen een religieus boek, maar ook een politiek boek? JR: ‘De bijbelse verhalen houden ons een spiegel voor, en zetten ons aan het denken. Dat geldt voor ons persoonlijke leven, en de keuzes die we daarin maken, maar ook voor ons als maatschappij. De bijbel is absoluut betrokken op de samenleving, en heeft duidelijke ideeën over de toekomst van onze wereld. Dat geldt ook voor het Kerstverhaal. Het heil is juist te verwachten van hen die aan de rand leven, en waar geen ruimte voor is in onze samenleving. Het is goed om ons daar telkens weer bewust van te worden. Een politiek boek zou ik de bijbel niet noemen. De bijbel is daar te stellig voor, compromisloos, en radicaal. Ik zou daarom ook niet op een partij kunnen stemmen die de Bijbel als basis heeft. Bij het CDA zie je momenteel tot wat voor een complexe situaties dat kan leiden’.
Tweespraak YH: Recentelijk hebben we daar inderdaad nog een sterk voorbeeld van gezien, rondom Mauro. En toch voel ik een aarzeling bij hetgeen je zegt. Voorbeeld: in de consistorie van een gastgemeente werd mij voorafgaande aan de dienst gevraagd of ik wilde bidden voor Mauro. Nu kun je zeggen dat die vraagsteller een kinderlijk geloof heeft, want gaat God daar over? Maar het gaat mij om de gevoelens van onbehagen en de verwachtingen die mensen hebben ten aanzien van kerk, geloof en een predikant. Ik heb niet expliciet hiervoor gebeden, maar toch kwam de vraag enorm binnen. Ik vind dat we moeten oppassen dat we als kerk mensen niet in de kou laten staan als het gaat om maatschappelijke vraagstukken. Is stilte dan geen verschraling van onze boodschap? JR: ‘Ik heb er ook mee geworsteld. Had ik Mauro in mijn voorbeden moeten opnemen? Ik heb het niet gedaan. Vanaf de kansel past dat niet, daarvoor is de kwestie te politiek. Maar voorafgaand aan een dienst, of bij iemand thuis, en vooral op verzoek van een ander, zou ik dat zeker overwegen. Ik heb overigens wel gebeden om wijsheid en moed voor de mensen die ons land regeren. Ook wat dit
onderwerp betreft waren de kerken erg stil. Toch verlang ik niet terug naar de jaren ’70 en ’80, toen de kerken voorop liepen in de strijd tegen bijvoorbeeld kernwapens. Door te veel te politiseren kun je geen plek van bezinning meer zijn. Ik juich het overigens wel van harte toe als predikanten op persoonlijke titel mee doen in het maatschappelijke debat. De kerk heeft als rol om een beraad aan te bieden, waar men zich kan bezinnen op maatschappelijke ontwikkelingen. Het is dan vervolgens aan de mensen zelf om die bezinning in politieke stellingnamen te vertalen. Blijft de vraag: komt er een moment waarop de kerken wel in actie moeten komen? Of is dat moment voor jou al gekomen?’ YH: Dat is lastig. Hoe doorgrond je de tijd waarin je leeft? Ik kijk om me heen en zie in de kerk en in het pastoraat, de gevolgen van het huidige kabinetsbeleid. Ik ga geen stemadvies geven vanaf de kansel, dat beschouw ik als misbruik van het ambt, maar ik kan niet ontkennen dat de bijbel voor mij toch een partijdig boek is. Het gaat voortdurend over een eerlijke verdeling van goederen. Het is niet vrijblijvend. Wanneer kom je in actie? Wanneer is het ‘te’ laat? ‘Achteraf kijk je een koe in de kont’, zeggen we in Friesland. Maar ik ben serieus aan het nadenken met een paar andere kerkelijk actievelingen om méér te doen dan alleen de plaatselijke voedselbank te steunen. Hoe belangrijk dit ook is, beleidskwesties en de verdeling van rijkdom en de lasten, zijn zaken die je op politiek-bestuurlijk niveau moet aanpakken. En ik vind een voorganger die zijn woorden niet omzet in daden, mietjesgedrag vertonen. Je moet de koe niet in de kont kijken, maar bij de hoorns vatten. JR: ‘Een koe kijk ik zelf ook liever niet in de kont. De sfeer in Nederland verhardt, bepaalde groepen worden gestigmatiseerd, maar tot nu toe houdt dit kabinet zich aan de wet. Het is wel van groot belang om alert te blijven. Misschien komt er een moment in de komende jaren dat we wél een profetisch geluid moeten laten horen. Tot die tijd moeten we ons actief beraden op de huidige ontwikkelingen. Het idee van Ruth Peetoom is, om vanuit de kerken plaatselijk en landelijk een moreel beraad op te richten. De term is wat oubollig, maar het idee erachter spreekt mij aan. Tot het moment komt, dat een beraad niet meer voldoende zal zijn. Maar ik heb er goede hoop in, dat dat moment voorlopig niet zal aanbreken.’
•
Yvonne Hiemstra Predikant Verenigde Christelijke Gemeente Dokkum Met dank aan Joost Röselaers. jaargang 22 nr. 20 december 2011 13
thema grenzen verleggen
Vorig jaar lag Arnon Grunberg langs de levensbeschouwelijke meetlat, dit jaar was het de dichter Rutger Kopland (pseudoniem van Rudi van den Hoofdakker, geb. 1934). Op 11 november organiseerde professor Johan Goud vanuit zijn leerstoel ‘Theologische Esthetiek; religie in de literatuur en de kunst’ een symposium over deze dichter met de titel ‘Onze vluchtige plek van de waarheid’. Naast Kopland’s werk als biologisch psychiater en hoogleraar, staan veertien dichtbundels en drie boeken met literaire essays op zijn naam.
Rutger K o pland
Onze vluchtige plek
van de waarheid De bomvolle aula van het Academiegebouw in Utrecht illustreerde dat hij tot een van de belangrijkste en populairste dichters van Nederland behoort. Dat heeft waarschijnlijk mede te maken met de toegankelijkheid van de taal die hij gebruikt. Dat schijnbaar eenvoudige taalgebruik is echter misleidend. Zoveel maakt een dag gebundelde Kopland-kennis wel duidelijk.
Dwalen en zwerven Johan Goud zelf verrichtte de aftrap dit keer. Hij schetste op verfijnde wijze hoe de nauwkeurigheid en de mystiek in het werk van de dichter verbonden zijn. En ook waarin de waarde ligt van zoiets nutteloos als poëzie. Maar eerst moest de vraag op tafel komen of er eigenlijk wel een religieuze of spirituele dimensie is aan te wijzen in het werk van Kopland. Immers, de dichter ontkent in alle toonaarden en in bijna ieder gedicht het bestaan van God, het hiernamaals, een vervulling van het leven of een bestemming van de mens. Toch is die spirituele dimensie er wel degelijk, aldus Goud. Kopland mag dan wel niet in God geloven, in veel gedichten wordt dit ontbreken van een God juist gethematiseerd. Belangrijk kenmerk in de observaties die Kopland doet is de nauwkeurigheid, de precisie. Op basis van deze nauwkeurigheid exploreert de dichter ‘onbekend gebied, zonder de intentie het in nieuwe kennis vast te leggen’. Het is ‘een verlangen te begrijpen wat nog onbegrepen is, te luisteren naar wat we nog nooit hebben gehoord en te zeggen wat nog nooit is gezegd.’ Goud typeert het dichterschap van Kopland vervolgens als een dwaaltocht en onderscheidt daarin drie sporen: Het eerste spoor is een dwalen dat aan een verdwaald zijn grenst. Hier is een dichter aan het woord die zich afwendt van ieder die de pretentie heeft antwoord te hebben op levensvragen naar doel en zin van het leven, een dichter die zich tegen illusies van redding en geborgenheid keert. Het tweede spoor is de bepaling van een gezichtspunt dat al even toevallig is. Daaraan refereert ook de titel van dit 14 adrem remonstrants maandblad
symposium. ‘Onze plek van de waarheid’ is tegelijkertijd onvervangbaar en vluchtig. Een ander standpunt dan dit uitzicht staat ons niet ter beschikking. Universele uitspraken en metafysische vergezichten passen daar niet bij: in zijn gedichten ontmaskert Kopland bij voortduring illusies, kosmische geborgenheid en uiteindelijke harmonie. Kopland verlangt daarentegen naar een ‘terugkeer naar de vraagloze natuur, om daarin te baden zoals het vee doet’. Paarden zijn vaak de metafoor voor zo’n gelukzalige toestand. Ten derde gaat het om een dwalen dat overgaat in zwerven. Een zwerftocht waarin het taoïstische principe gevolgd wordt van wu-wei, het ‘doelloos niet-doen’ (Kopland citeert Lao Tse als motto boven een essay). Het is een pleidooi voor ‘natuurlijkheid en spontaniteit in de omgang met de dingen, kwaliteiten van het niet-vooringenomen kijken en van het doen dat een ‘niet-doen’ is, een handelen zonder van tevoren omschreven functionaliteit.’ Een zwervend bestaan dus met een ‘vrijheid van bewegen, zonder beoogd nut en vooropgezet doel, met respect voor de dingen in hun eigenheid’ . Zie bijvoorbeeld deze regels over een boomgaard: ‘Ik kijk door het raam de boomgaard in en zie hoe woorden voor vogels, bomen, gras, voor wat er is daar daar niets betekenen en ook de boomgaard zelf heeft geen betekenis’ Op basis van deze dwaalsporen valt een bepaald profiel van de dichter te beschrijven. Hij is in de eerste plaats een onbevangen kijker. ‘Het volhardende kijken en luisteren en de telkens herhaalde, ongebonden vragen geven aan Kopland’s werk de kwaliteit van onbekommerd onderzoek’. Daarnaast is hij sterfelijke verzoener. Gedichten en hun makers zijn sterfelijk anders dan het onsterfelijk geachte goddelijke woord. In de poëzie huist de dood, maar ze beschikt over het raadselachtige vermogen om leven en dood in één onzichtbaar moment met elkaar te
Onbedo eld bewegen en o ngerich t vinden b ij Rutger K o pland jaargang 22 nr. 20 december 2011 15
verzoenen.’ Ten derde is de dichter een wijzer naar een onbegrepen wereld, zoals mystici en creatieve onderzoekers dat zijn. Die wereld ligt niet ver weg, aldus Kopland, want ‘de onbegrepen wereld is de enige echte wereld.’ En het omgekeerde is evenzeer waar.
Humanisme Harry Kunneman, hoogleraar ‘Sociale en politiek theorie’ sprak vervolgens over het humanisme van Kopland. Hij schetste in de eerste plaats de crisis van het hedendaagse humanisme. Die bestaat in de ontmaskering van het rationele denken en van het geloof in de onbeperkte groei. De vrije markt blijkt bovendien geen vrijheid te bieden voor iedereen en de economie van het ‘dikke ik’ genereert een ongekende morele armoede. Zonder Kopland in de ‘humanistische kerk’ te willen inlijven, heeft diens werk avant la lettre wel raakvlakken met een kritisch humanisme volgens Ricoeur, aldus Kunneman. Dat komt doordat Kopland de ‘moerassigheid’ van de mens en het menselijke leven onder ogen ziet en uithoudt. Die moerassigheid uit zich in 1) onveiligheid, risico’s en gebrek aan controle in het leven, 2) de duistere kanten van de menselijke relaties, de kwetsbaarheid ervan en de risico’s van hechting en 3) het gebrek aan zelfkennis, ons breekbare en sterfelijke lichaam. Religie en wetenschap zijn van oudsher twee methoden om die moerassigheid te lijf te gaan. Religie creëert een God die verlossing uit het moeras schenkt, wetenschap doet pogingen om het moeras droog te leggen. Kopland verkondigt in zijn werk dat beide vluchtwegen onbegaanbaar zijn. De mens moet klaar komen met zijn eigen leven en met zijn eigen angsten. Inzoomen Vier andere inleidingen zal ik voor de volledigheid summier noemen. Alle inleidingen zijn terug te lezen in de symposiumbundel die in februari 2012 verschijnt. Dichteres en NRC-redacteur Marjoleine de Vos onderzocht de thema’s herinnering, heimwee en terugkeer in het werk van Kopland. ‘Geen schrede waarop ik terug kan keren’, schrijft hij zelf. Geluksmomenten bestaan al-
leen in het heden en verdwijnen daarna voorgoed, ze zijn onvindbaar op ansichtkaarten, in ruïnes, op schilderijen en foto’s – ‘portretten zijn als doden’. Schrijver en essayist Arnon Grunberg refereerde aan het essay van psychiater Van den Hoofdakker, die daarin schrijft dat de mens geen ‘speelgoedauto’ is die even snel gefixed kan worden. Een psychiater is specialist in het beïnvloeden van gedrag totdat het als normaal wordt beschouwd door de maatschappij, een soort domescticering die overal in de samenleving plaats vindt. Vrijheid voor Grunberg is dan ook het weerstaan van de poging tot gedragsverandering, zelfs als iemand zegt dat hij het voor jouw bestwil doet. ‘Het kan ons ieder moment te binnen schieten dat we chaos zijn. Dat proberen we te vermijden’, zegt Grunberg. ‘De mens is wél speelgoed. Die gedachte is alleen uit te houden als we het leven als spel zien. Ik kan alleen zeggen: ‘maak met niet kapot, anderen willen ook met me spelen.’ Stefaan Evenepoel, hoofddocent Nederlands uit Gent, gaf een college close reading van twee gedichten uit de bundel Tot het ons loslaat uit 1997. Ben Peperkamp, hoogleraar Moderne Letterkunde aan de VU, sprak ten slotte over de manier waarop de wetenschap in het werk van Rutger Kopland naar voren komt.
Niets dan het gedicht En de oude dichter aanhoorde alle wijsheid over zijn werk. Aan het eind van de dag schuifelde hij naar het katheder, bezag met verwondering en dankbaarheid de grote groep belangstellenden en las met breekbare stem enkele van zijn gedichten voor. Weergaloos! Wij daalden weer op de aarde neer.
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de remonstranten Johan Goud (red.), Het leven volgens Rutger Kopland: Onze vluchtige plek van de waarheid. Uitgeverij Klement, Kampen, 2011. ISBN 978-90-8687-087-5. Prijs 19.95
’t Rentmeestertje BOMEN In het boekje ‘de man die bomen plantte’ kan men lezen over een herder in de Provence die altijd een zak eikels bij zich had en overal en altijd eikels in de grond stopte om het landschap te verrijken: ‘He planted hope and grew happiness.’ Als het over het behoud van onze aarde gaat, is weinig zo zinvol en efficiënt als het planten van bomen. We staan er niet dagelijks bij stil, maar bomen: • beschermen de bodem tegen erosie • produceren zuurstof en absorberen koolstof • reguleren de waterhuishouding in het wortelgebied • geven – naast hout – tal van producten, zoals voedsel en medicijnen.
Er bestaat een gezegde dat stelt: een mens moet tijdens zijn of haar leven minstens één boom planten. Maar we kunnen dus óók eikels planten en aldus bijdragen aan wat bomen en bossen nodig hebben: aandacht, onderhoud en bescherming; én kap, want zonder oogst verliest het bos z’n economische waarde. De herder zou meer dan honderdduizend eikels geplant hebben: een paar minder is ook goed, áls we maar iets doen. ’t Rentmeestertje komt uit de koker van de taakgroep Duurzame Ontwikkeling. Voor een nadere uitwerking en toelichting zie de website www.remonstranten.org, onder de buttonbalk ‘Remonstranten geven online’, rechts op de homepage. Contactpersoon: Casper Ebeling Koning, tel. 06 54 95 1911,
[email protected]
Wees adrem, lees AdRem! Geef AdRem als kerstcadeau! 30,- per jaar. remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 13 april 2011
Passie en compassie Pasen 2011
remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 15 juni 2011
remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 12 maart 2011
Tolerantie Ruimte geven of grenzen stellen? Gender Over mannelijkheid, vrouwelijkheid en alles daartussenin!
remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 17 september 2011
Uw rijk kome Jaarprogramma 2011 – 2012
AdRem verschijnt maandelijks. Neem een abonnement voor 30 euro per jaar.
[email protected] / 030 23 16 970 / www.remonstranten.org
remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 18 oktober 2011
Kunst op zondag
voor een vrij en verdraagzaam christendom
jaargang 22 nr. 20 december 2011 17
thema grenzen verleggen
W at w É l en n i et t e d o en me t K ers t De nadelen van kerst? Het land is op slot. Musea en concertzalen zijn gesloten. Verplicht gezellig rond de open haard cadeaus uitpakken? En daarna opgedirkt aan tafel? Natuurlijk kun je de benen nemen. Zorgen dat je met kerst aan het wintersporten bent of twee dagen onder je auto gaan liggen klussen. Als u niet kiest voor vluchtgedrag, maar de confrontatie met het kerstfeest aangaat, neem onderstaande do’s en don’ts (met een knipoog) ter harte.
Beslist doen:
Wat je zelf wilt Probeer de kerstdagen zo in te richten dat ze ook elementen bevatten die je zelf echt wilt. Laat kerstmis niet alleen een feest zijn van anderen die voor jou iets bedenken wat je ook nog leuk moet vinden. Probeer om tenminste een tijdsbesteding naadloos aan te laten sluiten op wat jij passend vindt bij kerst. En wordt het dit jaar toch weer een groot compromis. Laat het dan een keuze zijn en geen automatisme.
Beweeg Een hele dag op elkaars lip gaat vervelen. Trek erop uit voor een flinke wandeling of fietstocht. Dan verteert al dat eten ook beter. En wie weet wie je onderweg tegen komt.
Versier je huis en jezelf Houd voor ogen dat kerst vooral een feest is. Zodra Sinter klaas verdwenen is, kun je de dozen met ballen en slingers van zolder halen. Goud, rood en glimmend. Versier uitbundig. Knipperende herten en zingende engelen – laat de hele buurt ervan meegenieten. En vergeet vooral jezelf niet van bling-bling te voorzien. Maar bedenk ook: het is geen Nieuwjaarsreceptie. (tip: vind je feestkleding te koud? Gelijk heb je – hou je pyjamadag.)
Merry Christmas!
The Muppet Christma
s Carol
Beslist laten:
Klakkeloos kerstkaarten sturen Natuurlijk wens je iedereen prettige dagen. En alles mag: e-mail, kaarten, een kerstpakket of een kerststukje. Maar soms bestaat het enige contact tussen mensen uit het verzenden van de wederzijdse kerstkaart. Is dat het contact dat je wilt? Bel die paar mensen liever op. Dan is er echt contact.
Dramatisch doen Maak je relatie niet uit tijdens de kerstdagen. De vervelen de herinnering zal je elke kerst opnieuw achtervolgen. Hetzelfde geldt voor het opzeggen van je baan, en andere onfortuinlijke wendingen in je bestaan waar je zelf bij bent.
Voor de tv hangen Dat doe je de rest van het jaar. Met kerst kun je muziek maken, een spel doen, samen koken, samen de kerst puzzels oplossen. Of doe iets spiritueels: lees bijvoorbeeld een kerstverhaal. Als je niet zonder kan, kijk dan gericht naar iets dat inspireert: The Muppet Christmas Carol of de klassieke film over Ebenezer Scrooge van Charles Dickens, een kerstconcert, het kerstcircus. En heb je het gevoel dat je zelfs dan toch teveel mist zonder tv. Via www.uitzendinggemist.nl kun je programma’s terug zien. Nà kerst.
Cadeaus geven omdat het kerstmis is Heel veel kerstcadeaus (vazen, parfums, cd’s) verdwijnen in januari naar rommelmarkten. Je kunt dat voorkomen door geen cadeaus te geven. Er gaat niets boven jouw oprechte aandacht, heus.
Naar de kerk Juist op eerste kerstdag blijven mensen die regelmatig naar de kerk gaan soms thuis voor de kinderen die dan op bezoek komen. Jammer, want je mist een goed verhaal en de kern, en hele aanleiding, van het feest. Neem ze dus gewoon mee naar de kerk, die kinderen en kleinkinderen. Geestelijk voedsel – daar ging het toch eigenlijk om?
Uitrusten Luieren, bijkomen. Het is niet voor niets vakantie! 18 adrem remonstrants maandblad
Hooggespannen verwachtingen Verwacht dit jaar niet te veel van kerst. Dan zul je zien dat het alleen maar mee kan vallen en het misschien wel de mooiste kerst van je leven wordt. Sigrid Coenradie Remonstrants predikant in Oosterbeek Tom Mikkers Algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap
Meer informatie op www.grafikal.nl en www.letterlijkuniek.nl
korte berichten
Zij kalligrafeert oorkonden e.d., maar maakt ook expressief werk met bijbelteksten als uitgangspunt. De afbeelding op de voorkant is van letterkunstenaar Gerda Drop uit Alphen a/d Rijn.
Uw rijk kome De remonstranten richten
zich in 2012 op het jaarthe ma ‘Uw rijk kome’. In septem ‘Alleen de hond leeft in het ber 2011 verscheen hier en nu’ geschreven door Koen Holtzapffel. Dit essay heid op de komst van het gaat over onze gerichtKoninkrijk Gods en de trend in onze tijd om in het hier komen er nog twee boeke en nu te leven. In 2012 n uit. In februari 2012 versch ijnt het boek ‘Heilig. Gewoo en Sigrid Coenradie, met n nu’ van Bert Dicou fotocollages van Rob Becke r. In dit boek portretten bekende mensen die dat van beken de en minder ‘Rijk Gods’ wat dichterbij brengen. In het voorjaar boek ‘Het vrije woord. Religie van 2012 komt vervolgens en politiek in domineeslan het d’ uit door Joost Rösela Een gesprek met theolo ers en Fernand van Dijk. gen en opiniemakers over religie en politiek in onze tijd.
Vrouwen t ussen geloven, geld & groen De stichting Oecumenische Vrouwensynode (OVS) organiseert op 24 en 25 maart 2012 voor de zesde keer een vrouwensynode in Nederland. De OVS staat voor een vergadering van vrouwen die vanuit een feministische visie zich buigen over zaken in kerk en samenleving. Deze bijeenkomst biedt een platform voor onderlinge ontmoeting, krachtenbundeling en bezinning voor groepen en individuele deelnemers. Het programma is te vinden op de www.vrouwensynode.nl De Vrouwen synode wordt gehouden op zaterdag 24 en zondag 25 maart 2012 in het WestCord hotel in Delft, tussen polderland, natuurgebied en snelweg: een locatie die het spanningsveld symboliseert tussen geloven, geld en groen. Opgave: www.vrouwensynode.nl Voor vragen:
[email protected]
Liever Bonhoef f er dan Hendrikse Vrijzinnigen vinden de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer een grotere inspiratiebron dan de atheïstische dominee Klaas Hendrikse. Ook de Duitse theoloog Albert Schweitzer scoort hoger dan de predikant uit Zierikzee. Dat is een voorlopige conclusie van het IKON-onderzoek naar geloofsopvattingen in vrijzinnige kerken. De IKON vroeg in hoeverre een aantal theologen een inspiratiebron vormen voor iemands geloof. Hendrikse, bekend van zijn boeken Geloven in een God die niet bestaat en God bestaat niet en Jezus is zijn zoon, krijgt een cijfer van 3,7 op een schaal van 1 tot 10. Bonhoeffer (19061945) en Schweitzer (1875-1965) scoren hoger, maar komen ook niet voorbij de helft: beide kregen een 5. De IKON wil met het onderzoek bekijken hoe in de vrijzinnige kerken tegen verschillende geloofsopvattingen wordt aangekeken. Hoe kijken vrijzinnigen bijvoorbeeld naar God? Leven de traditionele opvattingen over God nog, of zijn het vooral spirituele en vrijzinnige opvattingen. En hoe zit het met interreligieuze opvattingen? De IKON roept leden van de vrijzinnige kerken op mee te doen aan deze enquête, want hoe meer mensen meedoen, hoe betrouwbaarder de resultaten worden. De vragenlijst van het onderzoek is te vinden op http:// www.ikon.nl/onderzoek. Een papieren versie van de enquête is aan te vragen via Erik Jan Tillema (
[email protected] of 06-51060539).
Beraadsdag Kom ook naar de Remo nstrantse Beraadsdag, die op 10 maart 2012 in Amste in de Nieuwe Liefde. Specia rdam plaatsvindt le gast is dichter-theoloog Huub Oosterhuis. Meer informatie over public aties en activiteiten in 2012 op www.remonstranten.org
REM_kerstkaart 2011_A5 liggend.indd 1
16-11-11 14:15
De Commissie tot de Zaken
van de Remonstrantse
Broederschap wenst u
een gezegend Kerstfee st en alle voorspoed in 20 12
!
voor een vrij en verdra
REM_kerstkaart 2011_A5
agzaam christendom
liggend.indd 2 16-11-11 14:15
E en stem in de wind In mei stierf Sari van Hennik-Mosselman. Zij laat een rijk oeuvre aan poëzie na. Deze werd in verschillende bundels gepubliceerd en sierde een enkele keer de titelpagina van AdRem, Voor Eigen Kring en Kerkblad Remonstranten Rotterdam. We hebben deze poëzie, in samenwerking met Sari’s dochter, in een bundel bijeengebracht. Met oog voor detail, in observaties en ervaringen weet Sari haar poëzie een hogere glans te geven. Dat maakt deze bundel zo bijzonder. Een voorproefje:
meer van Galilea vanachter de heuvels aan het stille meer verschijnt langzaam de zon staande aan het meer voel ik – in de stilte Gods adem langs mij gaan De bundel Een stem in de wind verschijnt eind november dit jaar. Het boekje is op zondag voor en na de dienst te koop bij de boekentafel in de Remonstrantse Gemeente Rotterdam. Of bestel via
[email protected]. Prijs: 10 euro via de boekentafel; 12 euro incl. verzendkosten. Meldt u bij uw bestelling uw naam, adres en het aantal bestelde dichtbundels. Het bedrag kunt u overmaken op rekening 504017136 t.n.v. J.G. de Bijll Nachenius-Sterkenburg onder vermelding van Een stem in de wind. We verzenden uw bestelling na ontvangst van betaling. Een stem in de wind, ISBN 978-90-9026379-3. Joke de Bijll Nachenius-Sterkenburg
jaargang 22 nr. 20 december 2011 19
het gezicht van...
Theologie ‘Ik ben opgegroeid in Venlo in een hervormd gezin, maar mijn ouders gingen niet meer naar de kerk. De keuze van scholen was beperkt in het Zuiden, ik heb op een Vrije en een katholieke school gezeten. Theologie ben ik daarna gaan studeren uit interesse, niet zozeer om dominee te worden. In die opleiding kwam mijn belangstelling voor talen, geschiedenis en psychologie samen. In Utrecht heb ik eerst de algemene opleiding Theologie gedaan en daarna een master Geestelijke Verzorging. Mijn stage in het AMC vond ik heel zwaar. Wilde ik wel predikant worden? En ik kwam erachter dat ik dat vak zeker niet binnen de PKN wilde uitoefenen. Er volgde een tijd van ‘kerkshoppen’ en een opleiding tot eerstegraads docent Levensbeschouwing aan de lerarenopleiding.
Laat mij n o g maar even r o ndhuppelen ! Remonstranten ‘Toevallig kwam ik in Utrecht bij
Carolien Sieverink Is ze het jongste lid van de Remonstrantse Broederschap? Wie zal het zeggen, het zou zo maar kunnen. Carolien Sieverink is 25 lentes jong, lid van de gemeente Utrecht en van jongerengemeente Arminius en student aan het remonstrants Seminarium. ‘Even niet te serieus graag, laat mij nog maar even rondhuppelen’. 20 adrem remonstrants maandblad
een doopdienst van Heine Siebrand terecht, daar brak het licht door. Ik volgde een gespreksgroep bij hem, heb daarna opgezegd bij de PKN en ben lid geworden bij de remonstranten in Utrecht. Mij trof de oprechtheid van de mensen die ik ontmoette. Er is geen keurslijf, we hoeven niet hetzelfde te geloven en je wordt niet weggelachen als je iets anders gelooft, heerlijk! Ik werd student op het Seminarium, een opleiding die ik er nu voor de helft op heb zitten. De vakken godsdienstpedagogie en pastorale psychologie liggen me goed, maar met dogmatiek en systematische theologie heb ik weinig. Mijn eindscriptie gaat dan ook over de godsdienstige ontwikkeling van kinderen volgens Johanna Klink. Preken vind ik ook leuk, tot nu toe alleen nog voor medestudenten. Op 18 december hebben we met vier studenten een preekbeurt van de hoogleraar overgenomen in Delft. Spannend, om dan voor het eerst voor te gaan in een kerkdienst. Over een jaar ben ik klaar. Na 7 jaar studie is het wel voor even genoeg. Ik heb behoefte aan luchtigheid, humor, niet altijd serieus en bewust bezig zijn. Ik ben nog niet toe aan domineeschap, laat mij eerst maar een tijdje stewardess worden of zo!’
Muziek ‘Ik speel al vanaf mijn zesde viool, ik wilde doen wat mijn zus ook deed. Maar die snerpende hoogste snaar vond ik vreselijk. Op mijn twaalfde mocht ik eindelijk overstappen naar altviool. Die heeft een prachtige warme klank. Bach is een grote inspiratiebron, vaak heb ik de Mattheus Passion uitgevoerd. Ik speelde op de middelbare school al in het Utrechts Studenten Koor - en Orkest (USKO). Dat doe ik nog steeds. Daarnaast speel ik af en toe in een orkest in Venlo, in Bachcantate-diensten en in twee strijkkwartetten.’
•
Michel Peters coördinator communicatie bij de remonstranten