remonstrants maandblad jaargang 25 nr. 4 april 2014
Water Levenbrengend en bedreigend
Pa s e4n 201
thema van de xxxxx redac tie
Water
L evenbrengend & bedreigend
Met plezier presenteren wij u het Paasnummer van AdRem! Er worden van oudsher twee oerelementen met Pasen geassocieerd: vuur (in de paasnacht wordt immers de nieuwe Paaskaars aangestoken als hét teken van de verrijzenis) en water. De redactie heeft ervoor gekozen zich deze keer op het water te concentreren. Wilt u precies weten hoe dat ook al weer zat met Pasen, de oervloed, de sprekende symboliek van het dreigende water in de Bijbel, dood en leven, dopen, leest u dan het artikel van predikante Alke Liebich. Maar het leek ons interessant ook de betekenis van water in andere religies te bekijken. Betty Broug schrijft over de belangrijkste waterbron in de islam: die welke Hagar en Ismaël het leven redde. Jaarlijks bezoeken miljoenen moslims de bron tijdens de hadj. Carolien Sieverink vroeg de bekende Joodse publiciste Bloeme Evers-Emden naar de betekenis van het rituele bad (de mikwe) in de Joodse traditie en in een hedendaagse sjoel. Joan van Esveld ging naar de film. Zij bekeek voor ons All is lost met Robert Redford alone at sea. Michel Peters sprak met een andere zeevaarder:
predikant Fred Omvlee, die in het dagelijks leven marinepredikant is. Tjaard Barnard diept een aantal waterverhalen op uit de remonstrantse geschiedenis. Wist u dat de Rotterdamse ‘remonstrantse kathedraal’ tijdelijk voorzien is geweest van een ondergronds zwembad? Terwijl ze die kerk nu juist daar hadden neergezet om aan het water te ontkomen. Dan zijn er nog onze vaste columns en andere rubrieken. Christiane Berkvens heeft het niet over water, maar wel over Rotterdam, waar gelukkig nog meer te beleven is. In het Gezicht deze keer de remonstrantse predikante Carine Philipse, die een bijzonder boek schreef over haar mystieke ervaringen. Elders in het blad een bespreking van dit boek door Johan Goud.
•
Bert Dicou Hoofdredacteur Het volgende nummer van AdRem verschijnt op 9 mei 2014
in dit nummer onder meer: 3 Korte berichten
13 Boekbespreking
4 Beraadsdag 2014
14 Herboren worden in het Mikwe
5 Miniatuur
17 Filmbespreking
6 Water & vuur
18 Column
9 Water in de Remonstrantse geschiedenis
19 ’t Rentmeestertje
10 Hagar, Ismaiel en de bron Zemzem
19 Rituele zin & onzin 4
12 Hemelpiloot op zee
20 Het gezicht van...
colofon Redactie: Bert Dicou (hoofdredacteur), Joan van Esveld, Martijn Junte, Vanessa van Koppen-Enters, Michel Peters (eindredacteur) en Carolien Sieverink. Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030 2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties): info@remonstranten. org, of via bovenstaand redactieadres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 32,50 euro per jaar voor nietremonstranten. Advertentiewerving: Michel Peters, 06 27 62 55 88,
[email protected], tarieven op aanvraag verkrijgbaar. Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
korte bericht en Makke schapen
Tentoonstelling Lochem/Zutphen
‘Jan-Willem Nieuwenhuijsen, landelijk werkzaam bij de Remonstrantse Broederschap van 1978 – 1989, schreef een ingezonden brief aan Trouw ( 5 maart 2014) met de titel: ‘Geen makke schapen van Mient Jan Faber’. Hij reageert daarmee op Faber die een week daarvoor in dezelfde krant had gezegd dat de anti-kernwapendemonstraties van de jaren ’80 ‘allemaal romantiek en flauwekul’ waren. U kunt het stuk lezen op onze website www.remonstranten.org.
Personen De Leidse predikant Laura van Asselt gaat haar aanstelling in Leiden weer uitbreiden naar 80%. Per 1 maart 2014 is daarmee de interim aanstelling van I. Len Tang komen te vervallen.
Gemeentebegeleider of vertrouwenspersoon, is dat iets voor u? De Stichting tegen Seksueel Misbruik in Pastorale Relaties ( SMPR) wil graag het aantal vertrouwenspersonen en gemeentebegeleiders vergroten en o.a. voor hen een training gaan opzetten. Iets voor u? Alle protestantse kerkgenootschappen in Nederland kunnen een beroep doen op de SMPR als dit nodig mocht zijn. Ploni Robbers en Lenny van den Brink van de SMPR hebben met iedereen een kennismakingsgesprek, waarin in wederzijds overleg wordt bepaald of het werk u past. Daarna is er de training. Het kan zijn dat er na de training nog mensen afvallen. De trainers begeleiden iedereen naar de definitieve keuze van wel of niet meedoen. Gemeentebegeleiders ontvangen een uurtarief. Per begeleiding gaat het om ongeveer € 50,- per uur, soms meer, soms minder. Vertrouwenspersonen zijn vrijwilligers met een vrijwilligerscontract op basis waarvan zij verzekerd zijn en een jaarlijkse vergoeding van € 1.500,- of de reële kosten ontvangen. Als u dit nieuwsgierig maakt of als u denkt ‘dit is iets voor mij’, dan kunt u zich aanmelden bij: Mevr. Gloria-Jeanne de Meijer – lid van de SMPR namens de Remonstranten. Telefoon: 020 – 6737617 of e-mail:
[email protected]
In de Veertigdagentijd en met Pasen vindt een tentoonstelling plaats over psalm 22 in de remonstrantse kerk van Lochem/Zutphen, Emmastraat 10 in Lochem, van beeldend kunstenares en gemeentelid Ingeborg ten Hoopen. Het is een tentoonstelling rond het Passieverhaal bestaande uit tien onderdelen: twee schilderijen, een kleed, vijf objecten, een bronzen sculptuur en een gedicht. Met Pasen is de kerk open van 11.00-17.00 uur.
Nacht van de Theologie voor het eerst publieksevenement Op zaterdag 21 juni 2014 wordt voor de vierde keer de Nacht van de Theologie georganiseerd in de Rode Hoed in Amsterdam. Tom Mikkers is weer coördinator van het geheel. Voor het eerst zijn op dit evenement ook niet-theologen van harte welkom. Het motto van deze editie 2014 is ‘Ieder voor zich en God voor ons allen?’. Een avondvullend programma met onder anderen Mirjam Sterk, Ronald van Raak, Christa Anbeek, Tinkebell, Bert Keizer. Dit keer geen galadiner, maar een avondvullend programma met vurige debatten, intieme interviews, provocerende preken en swingende muziek. De theologie draaft dit keer door! Toegangsprijs: 25 euro (15 euro voor studenten). Zie ook: www.nachtvandetheologie.nl
De Vakantieacademie op Kreta Een inspirerende cursus met Frits de Lange Hoe ga je om met grote veranderingen in je leven? Iedereen maakt indringende keerpunten mee. Theoloog en ethicus Frits de Lange reikt je eeuwenoude technieken aan voor het schrijven van een nieuw hoofdstuk voor je levensloop. Maak het mee op het prachtige Kreta van 10 t/m 16 augustus 2014. www.vakantieacademie.com | 070 3061837 Advertentie Adrem def.indd 1
04-03-14 11:26
beraadsdag 2014
Het was een zonovergoten dag op 8 maart 2014, toen zo’n 200 remonstranten bij elkaar kwamen voor onze Beraadsdag 2014 in de Bergkerk in Amersfoort. U treft hierbij een sfeerimpressie aan van deze zeer geanimeerde bijeenkomst.
1
Tom Mikkers heet alle aanwezigen welkom.
2 Alke Liebich verzorgt de liturgische opening. Zij symboliseert het geloof met drie in elkaar passende houten doosjes: de binnenste ons persoonlijke geloof, de buitenste de leer van de kerk(en).
2
5
3
4
6
7
3 Kees van der Kooi, hoogleraar systematisch theologie aan de VU, houdt de hoofdinleiding over de vraag hoe dogmatiek mensen kan helpen om hun religieuze ervaringen te duiden. 4 Christa Anbeek is coreferent bij het verhaal van Van der Kooi. Hier beantwoorden zij beiden vragen vanuit de zaal. 5 Mensen ontmoeten is deel van de pret, zeker als de zon zo lekker schijnt. 6 De jonge remonstranten van Arminius waren weer prominent aanwezig op deze dag. Hier lezen enkelen van hen teksten voor uit de Goddeeltjes, zeven boekjes over de grondbegrippen van de christelijke traditie, die door de RB in september 2014 worden uitgegeven. 7 Nieuw: Kees Posthumus en de deelnemers aan zijn theaterworkshops verzorgen een ontroerende afsluiting van de dag. 4 adrem remonstrants maandblad
miniatuur
Aardig onderweg Het motto van het openbaar vervoer in Rotterdam luidt: aardig onderweg. Wat u nu gaat lezen is een ode aan het personeel van de Rotterdams Elektrische Trammaatschappij (RET). Dat gebeurt niet elke dag, zei de redacteur van het bedrijfskrantje, meestal krijgen we alleen maar klachten. Maar nu niet! Zondagmorgen. Tijd om naar de kerk te gaan. Ik moet eerst naar de plaatselijke Leonidaswinkel om tien bonbondoosjes aan te schaffen voor de musici die vanmiddag gaan optreden. Met tram 23 ben je zo op het station. Bonbons kopen en gauw met tram 7 naar het Museumpark. Een goed begin van een vrolijke dag. In de kerk aangekomen mis ik de tas met daarin, jawel, de preek. Ik heb nog drie kwartier.
E r is hier een d o minee die haar preek k w ij t is ! Waar zou ik het gelaten heb? Dat moet haast in de winkel zijn. Zorgzaam zegt de koster dat ik ruim de tijd heb om naar het station op en neer te gaan. Dat doe ik. Geen tas. Met tram 7 terug naar de kerk, voor de tweede keer vandaag. Langzaam maar zeker word ik toch nerveus. Maar het valt nog mee. Zou ik de tas in de tram hebben laten liggen? Ik vraag het de conducteur die de bestuurder aanspreekt. Die roept de collega’s van tram 23 op. Heeft er iemand een donkere werktas gevonden? Er is hier een dominee die haar preek kwijt is! Nee – nee – nee, klinkt het (met hier en daar wat gelach). De conducteur, die lid van een evangelische kerk uit Delfshaven blijkt te zijn, spreekt me ernstig toe: maar mevrouw, het is toch veel levendiger om uit het hoofd te preken? Dat doen onze dominees wel! Grapjas! Hij heeft nog gelijk ook. Ik stap bijna uit als er plotseling het
verlossende woord in de bestuurderscabine klinkt: we hebben die tas hier, meldt een vriendelijke stem. Weet u wat, zegt mijn conducteur, rijd met ons mee tot aan de kruising. We zullen daar stoppen (er is geen halte maar we passen wel op). Dan hoeft u slechts 200 meters te lopen tot aan de halte van tram 23 en daar wacht uw tas op u. Ik ren er naartoe. Bij aankomst zie ik tram 23 in de verte verdwijnen. Gemist! De paniek wordt groter, ik heb nog een kwartier voor aanvang van de dienst en van hieruit is de kerk niet zo snel te bereiken. Moedeloos pak ik mijn telefoon om een taxi te bellen. Op dat moment, komt een tram 23 van de andere kant, luid klingelend. De conducteur zet zijn buitenmegafoon aan. De tram spreekt, de hele straat kan het horen: mevrouw, hier komt uw tas! Hij stapt uit en reikt me de tas aan. Tegelijkertijd komt een dame aanrennen. Gemeenteleden die toevallig te laat zijn voor de kerk hebben mij zien staan, vonden dat verdacht (wat doet ze daar op deze tijd?) en hebben hun auto verderop geparkeerd. Ze brengen me uiteindelijk naar de kerk. Precies op tijd begint de dienst. Hoewel ik het oude votum niet meer gebruik, zou ik nu toch wel willen zeggen: Onze hulp is in de naam van … de RET. Want die is aardig onderweg!
•
Christiane Berkvens-Stevelinck Predikant in remonstrantse gemeente Rotterdam jaargang 25 nr. 4 april 2014 5
Water
Pasen 2014
& vuur
Jaren geleden stond ik in de hete zon met mijn voeten midden in een doopvont. Het koude water moest ik erbij denken: er was geen water, en de zon stond hoog aan de hemel. Ik stond in de Johannesbasiliek in Efeze, Turkije. Het doopvont daar is in de grond verzonken en heeft de vorm van een kruis. Je kon via de twee armen, langs enkele tredes omlaag en aan de overkant weer omhoog. In de beweging staan Een doopvont als dit is er in vele kerken uit de eerste eeuwen. Veelal stond er een doophuis naast de kerk, een baptisterium. Daar werden de nieuwe christenen gedoopt in de paasnacht. Het doopritueel was een lijfelijk gebeuren met een betekenisvolle regie en symbolische handelingen. Om het doopvont heen stond een zuilengang, daarachter was de voorbereidingsruimte. Daar konden de dopelingen, de photizomenoi – zij die verlicht zouden worden – zich uitkleden en reinigen. Waarschijnlijk geen overbodige luxe na een periode van voorbereiding en vasten waarbij men zich vermoedelijk niet heeft gewassen. De oude kleren werden terzijde gelegd en een nieuw wit gewaad aangedaan, als teken van het afleggen van de oude mens en het bekleed worden met de Geest. Men liep in processie naar het midden toe. Het midden werd gemarkeerd door 12 of 24 zuilen: verbeelding van de eeuwigheid. Als nieuw mens betreden de dopelingen een nieuwe werkelijkheid. Boven het doopvont was een opening in het dak zodat het licht 6 adrem remonstrants maandblad
van de hemel op het gebeuren viel. De dopeling daalde drie treden af – de drie van de drie-eenheid – en betrad het mozaïek met vissen en het christusmonogram op de grond van het bassin. Deze oude rituelen vind ik steeds weer indrukwekkend. De zorgvuldigheid en aandacht voor elke stap die je neemt, bewerken rust en concentratie. Alle kleine gebaren worden groot en vol betekenis, en alles wat afleidt wordt klein en betekenisloos. Zelfs alleen maar door erover te lezen, word ik meegenomen met dit ritueel. Als deelnemer word je er deel van. Je beweegt in de beweging van het verhaal. Dat maakt indruk en raakt mij, en het maakt me ook jaloers. Dit wil ik ook, en hoe kan dit nu? Hoe krijgen oude teksten en symbolen betekenis? Doordat je in de beweging gaat staan, doordat je mee afdaalt in de rivier, of in de buik van de vis.
Stromend water In Oss zou de protestantse Paaskerk, mijn vroegere gemeente, worden verbouwd. Toen de
foto: Doopvont Johannesbasiliek, Efeze
thema Levenbrengend en b edreigend water
Sinds onheuglijke tijden staat de hoop geschreven dat ooit grote woorden als ‘verzoening - leed geleden - mensenrecht - schoon water - vrede’ tot een nieuwe wereld worden eindelijk de echte. In naam van hen die vóór ons waren en omwille van wie na ons komen blijf die grote woorden dromen laat de hoop niet varen. Huub Oosterhuis architect voorstelde er een waterpartij in aan te leggen was ik gelijk voor. Gelukkig kreeg ik de kerkenraad mee. In de kerk is toen een soort riviertje aangelegd: er is stromend water gekomen midden in de kerk, met een heel stil pompje aan één kant, en een diep doopvont aan de andere kant. De kerkganger die een plaats zoekt, staat bij binnenkomst voor de waterpartij en kijkt uit over de kerkzaal. Voordat hij plaats neemt moet hij eerst langs het stroompje. Zij komt niet anders dan met natte voeten – overdrachtelijk - op haar plaats aan. Overdrachtelijk, want de stroom loopt alleen maar denkbeeldig door. De rivier begint buiten de kerkzaal, in de binnentuin achter de glazen wand. Een vuurkorf staat aan het begin van de muur die uitmondt in de stroom. De vuurkorf wacht op het jaarlijkse paasvuur. De bijbel begint met water, dat weet een kind. Tenminste, ik ontdekte het door goed naar de plaatjes in een kinderbijbel te kijken. Het allereerste plaatje was namelijk water. Daarna pas is er iets, zijn wij er, is er leven en ervaring, wil en doel. We zijn als het ware uit het water getrokken, net als Mozes uit de rivier door toedoen van enkele eigenzinnige vrouwen. Net als het zooitje slaven, dat vluchtte uit Egypte en amper droge voeten kon houden. Door het water ging ook Jozua in zijn rituele intocht in het goede land, en Jona ging kopje onder op de vlucht voor zichzelf en in de handen van de Ene. Het water van de doop in de paasnacht heeft die dubbelheid: levenbrengend en bedreigend. Door het water gaan is het sterven met het oude. Er weer uit tevoorschijn komen is opnieuw levend worden, nieuw mens worden, nieuw land betreden. De rivier is een sterk symbool in vele culturen. Het meest
bekend is de mythische rivier de Styx als grens van deze wereld en de onderwereld, met de veerman Charon en de betaling met een munt. In de traditie van de gospelmuziek speelt het oversteken van de rivier en het bereiken van het beloofde land een grote rol. En dat niet alleen als bijbels motief. De rivier was een levensechte grens. Dat was de Ohio; aan de noordzijde daarvan was de vrijheid. Michael, row the boat ashore, zongen zij. En I looked over Jordan and what did I see? De verhalen van Mozes en Jozua vertolkten daardoor heel direct de nood en het verlangen van de mensen. In onze wereld vandaag zijn er veel wateren die grensgebied zijn naar een beter leven: de oversteek van Indonesië naar Australië, de gammele bootjes in de Middellandse Zee onderweg naar Lampedusa. Kort geleden las ik het boek Wat is de wat van Dave Eggers. Daarin steekt de Soedanese jongen Valentino Achat Deng de Nijl over, op de vlucht weg van het geweld en op zoek naar veiligheid. Een beklemmende tocht met de oversteek over de rivier – tot tweemaal toe, tussen geweerschoten en krokodillen door – als een dramatisch hoogtepunt.
Pasen: Symbolen laten spreken De paasnacht vieren betekent: symbolen laten spreken. Meer en sprekender dan in welke dienst dan ook. De symbolen van het vuur en het water, van het donker en het licht, van het onderweg zijn, steeds weer, tussen donker en licht. Het symbool brengt werkelijkheden bij elkaar. De viering is zeker geen naspelen van de bijbel of de oude kerk. Symbool en ritueel verbindt leven en ervaring met het oude verhaal, zij zijn gegeven en gemaakt. Zij zijn gegeven: schepping en bevrijding maken wij niet zelf. Zij zijn gemaakt: het symbool wordt door lezers en hoorders begrepen en met leven gevuld. Zo ziet de viering van de paaswake er bij mij ongeveer uit: Aan het begin van de dienst verzamelen we bij de vuurkorf. Het vuur brandt en knettert. Iedereen heeft een klein kaarsje in de hand. De kerk is leeg en donker. Alleen de organist zit op zijn plaats en heeft het orgellampje aan. Jongeren, kinderen en ouderen lopen tastend in het donker, horen het vuur, voelen de warmte. De avond begint met een korte tekst. Bijvoorbeeld: v. Deze nacht wordt gewaakt, overal op de aarde. Overal is het nacht, en overal komt het licht. Mensen herinneren zich de naam: Jezus, Jehoshua, God redt. a. Kom hierheen, storm van Gods adem, waai de dood uit ons bestaan. Blaas ons tot nieuw leven. v. Deze nacht waken wij bij de mens met de naam: God redt, Jezus; Hij is gevangen in de dood. Deze nacht breekt de macht van de dood. Na deze nacht horen wij: de macht van de dood is gebroken. a. Kom hierheen, storm van Gods adem, waai de dood uit ons bestaan. Blaas ons tot nieuw leven.
jaargang 25 nr. 4 april 2014 7
De nieuwe paaskaars wordt aan het vuur aangestoken. Iemand zet een lied in, bijvoorbeeld het lied uit Taizé: ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.’ Dan steken de kerkgangers een voor een de eigen kaars aan bij de vlam van de nieuwe paaskaars en lopen zingend de lege kerk in. De kerk vult zich met mensen, met zang, met licht en warmte.
Twaalf lezingen De klassieke twaalf lezingen in de paasnacht waren ooit uitgekozen om een hele nacht te vullen. Alle lezingen hebben te maken met dreiging en redding. Ik maak er iedere keer een keuze uit. Een preek past niet goed bij de symboliek van teksten en beelden. De bijbellezing wordt enkel aangevuld met zoveel uitleg als nodig is om de brug te slaan tussen het symbool en de actuele werkelijkheid. Steeds kiezen we een lezing en daarbij een herkenbare ervaring. Dat kan een verhaal zijn of een gedicht. In een jaar van verbondenheid met Mozambique gebruikten we verhalen van vrienden daar. Ook een tekst van uittocht, bevrijding en nieuw leven hoort daarbij. Bijvoorbeeld uit Exodus 14, of Ezechiël 37. Naast de intocht van het licht, is de doop en doopgedachtenis een tweede hoogtepunt. In de brief aan de Romeinen (Rom 6: 11-14) roept Paulus op om zelf het leven te vernieuwen. Ook hij gebruikt de symboliek van leven en dood daarbij. ‘Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God.‘ Wij lopen dan naar de waterstroom in de kerk. Staande in de kring, noemt iedereen zijn eigen naam of doopnaam hardop. Soms is er een (volwassenen) doop; dat is natuurlijk het mooiste. En wie dat wil, geeft en ontvangt met het water een teken in haar hand. Een
8 adrem remonstrants maandblad
moderne geloofsbelijdenis roept vervolgens op om onderweg te zijn.
Jongeren Er zijn altijd veel jongeren in de dienst. Ik vroeg hen eens waarom ze er waren: ‘De sfeer in de dienst is zo anders. Doordat je opstaat en loopt, licht aansteekt. Het is veel levendiger dan anders in de kerk.’ De symbolen spreken, ook zonder dat je de woorden allemaal even helder wilt of kunt begrijpen. Soms doen zij mee met de muziek of met een gedicht. Wij hebben ook een keer de levensparels als leidraad gebruikt; enkele jaren geleden waren de parels enorm populair. Van tevoren in een jongerengroep is er bij elke parel een lezing gekozen en een verhaal uit de actualiteit. De ring van parels hebben we verbeeld met een cirkel van gekleurde kaarsen. Tot op vandaag word ik hier blij van: de zwarte kaars, die van de parel van de dood, wilde niet branden. Hij ging steeds weer uit. Een mooie symboliek: de dood doet het niet. Soms wordt je een symbool gegeven … Na de dienst blijven de jongeren in kerk. Zij blijven op tot de paasmorgen. Door de hele nacht heen gebeurt er van alles: soms toneel, een film maken, schilderen, de kerk versieren. Altijd brood en worst bakken bij het paasvuur, een ochtendwandeling, en het paasontbijt klaarmaken voor iedereen. De meeste jongeren redden het niet om ook nog de ochtenddienst mee te maken. Als de ouders thuiskomen, liggen zij op een oor.
•
Alke Liebich Predikant in de Johanneskerk in Amersfoort, samenwerkingsgemeente van doopgezinden, remonstranten en VVP’ers
thema Levenbrengend en b edreigend water
Water
in de rem o ns t ran t se geschiedenis
Over water valt natuurlijk heel veel vrooms te schrijven. Als eenvoudig kerkhistoricus waag ik me daar hier niet aan. Die stukken vindt u elders in dit blad. Uw eindredacteur herinnerde zich dat eens de Rotterdamse kerk, zoals vele huizen tegenwoordig als we de kranten mogen geloven, onder water stond. Zou daar niet een vrolijk stukje inzitten? Kortom: een pagina over remonstranten en het water door de geschiedenis heen. Passchier de Fijne, het IJsvogelken (1588-1667)
IJs Allereerst moet ik dan denken aan de bijzonder kille tijden van het ontstaan van de Remonstrantse Broederschap. Het water toen was ijs. De remonstrantse theologie was veroordeeld door de Synode van Dordrecht (1618-1619). Predikanten waren uitgewezen naar de Zuidelijke Nederlanden en besloten hun werk in de Noordelijke Nederlanden voort te zetten. Het waren geloofshelden, die predikanten van toen. Wie gepakt werd, werd opgesloten op Loevestein en kon lang zitten. Onze voorgangers toen waren vindingrijk. Bekend is Passchier de Fijne, het IJsvogelken, die hagenpreken op het ijs hield. Als de schout en zijn rakkers verschenen, snelde hij weg op de ijzers en werd niet gepakt! Verboden doop Ook het gesmolten ijs, gewoon water dus, kon een mooi toneel vormen voor vroeg - remonstrantse heldendaden. Een prachtig, maar in wezen diep triest verhaal, vertelt hoe in 1620 door ds. Samuel Lansbergen een kind werd gedoopt, buiten de stad. Toen de schout kwam, werd het kind naar de andere kant van de sloot geworpen om zo in veiligheid gebracht te worden. Ondergelopen kerk Na de dood van prins Maurits in 1625 ontstond er ruimte voor de gevluchte remonstranten die nu onzichtbare schuilkerken mochten bouwen. Veel van die kerken werden met beperkte middelen gebouwd. Zo’n 250 jaar later bleken deze gebouwen ‘versleten’ te zijn en was er ook behoefte aan wat nieuws. Zoals er in Rotterdam een nieuwe kerk zou ontstaan, was het ook in andere plaatsen (onder meer Delft, Den Haag en Haarlem). Vele voormalige hervormden treden toe tot ons kerkgenootschap (het zou tussen 1850 en 1900 meer dan 4x zo groot worden). Ook in Rotterdam voelt men de behoefte aan iets nieuws. Die behoefte wordt gesterkt doordat de oude kerk aan de Vissersdijk regelmatig overstroomt door de hoge waterstand van de rivier. Joke de Bijll Nachenius beschrijft in haar bijdrage aan Arminianen aan de Maasstad hoe de kerk regelmatig onderloopt. De eerste berichten dateren uit 1665, maar daarna zou het regelmatig voorkomen. Losse banken, stoelen en het doophek gaan drijven en beschadigen daarbij de kolommen. Elke keer weer wordt
er schade aangericht die weer hersteld moet worden. Zorgen zijn er over de zettingen van het gebouw. Vanaf 1872, met de aanleg van de Nieuwe Waterweg wordt de invloed van de getijden groter en ook de gevaren. Er worden plannen gemaakt voor nieuwbouw van de kerk op dezelfde plaats, totdat bij een overstroming rond kerst 1894 het water in de kerk op 1,18 meter staat en daarbuiten op 2,21 meter. Dan komt men tot daden.
Nieuwbouw Nu worden snel plannen gemaakt. Na een handige ruil met de gemeente, kan er een nieuwe kerk worden gebouwd aan de rand van de bebouwing, op de Westersingel. Opvallend is hoe nu kosten noch moeite worden gespaard om een ware, remonstrantse kathedraal te bouwen. Er valt niet aan de gedachte te ontkomen dat de aanzienlijke remonstranten in Rotterdam gewoon ook eens wilden laten zien waartoe ze in staat waren. Het hoge water was een mooie aanleiding iets neer te zetten.
Alweer het water Honderd jaar later heeft het water nog steeds zijn invloed op deze kerk. In 1927 wordt het straatniveau rond de kerk verlaagd. Hiermee wordt ook de grondwaterstand verlaagd, waardoor de paalkoppen van de fundering ten dele droog komen te staan. Allerlei andere externe oorzaken (bombardement, verkeersdrukte, bouwactiviteiten rond het kerkgebouw) hebben een en ander geen goed gedaan. In de afgelopen paar jaar was de aanleg van de parkeergarage aan het Museumpark (halverwege tussen de kerk en het Sophiakinderziekenhuis) ook geen succes. Tijdelijk ontstond er een soort ondergronds zwembad, wat voor de waterhuishouding rond de paalkoppen ook niet fijn was. Maar inmiddels is alles geregeld. De parkeergarage functioneert goed. De Stichting Arminius, die het gebouw exploiteert, heeft het hele gebouw, inclusief de fundering, gerestaureerd en remonstranten hoeven zich geen zorgen te maken over het water in hun kerk, zodat ze zich weer kunnen richten op de diepere, spirituele betekenis!
•
Tjaard Barnard Rector van het Remonstrants Seminarium en predikant in Rotterdam jaargang 25 nr. 4 april 2014 9
thema Levenbrengend en b edreigend water
Pelgrims bij de bron Zemzem ( foto: commons.wikimedia: Mardetanha, Iran)
Hagar, Ismaiel
en de bron Zemzem
De volgende morgen vroeg nam Abraham brood en een zak water, legde dat op Hagars schouder, gaf haar ook het kind mee en stuurde haar weg. Ze trok de woestijn van Berseba in en doolde daar rond. (…) Toen opende God haar de ogen en zag ze een waterput. Ze liep ernaartoe, vulde de waterzak en gaf de jongen te drinken. Genesis 21: 14 - 19 Ieder jaar weer en al vele eeuwen lang gedenken moslims het lot van Hagar (Ha-djar, in het Arabisch) en haar zoon Ismaiel. Hoe Hagar achtergelaten wordt in de woestijn en wanhopig heen en weer rent op zoek naar water, hoe Ismaiel met zijn kleine handen graaft in het zand, met zijn voeten stampt, en zo de bron Zemzem doet opspringen. Nog steeds lopen ieder jaar honderdduizenden zoals zij, mannen en vrouwen in hun witte rituele kledij, zeven maal heen en weer tussen de heuvels al-Safa en al-Marwa even buiten het complex met de Ka‘ba en de grote moskee in Mekka: het vormt een belangrijk onderdeel van de hadj, de bedevaart naar Mekka die iedere moslim als 10 adrem remonstrants maandblad
het even kan eens in zijn of haar leven maakt. Het is niet het enige verplichte ritueel: pelgrims maken ook zeven maal de omgang rond de Ka’ba, raken – als het mogelijk is – de zwarte steen aan, verblijven een nacht en een dag op de berg Arafat, waar de profeet Mohammed zijn afscheidspreek hield en gooien steentjes op de berg Mina. Maar alleen het ritueel bij al-Safa en al-Marwa heeft deze oudtestamentische achtergrond uit Genesis 21. De gelovigen ‘rennen’ de afstand tussen de beide heuvels, maar anders dan bij Hagar raken hun voeten niet het hete en stoffige zand. Hagars route is al vele jaren een koele, klimaatgeregelde tunnel geworden, tweedelig, één voor heen en één voor terug, bij elkaar zo’n twee kilometer.
Zemzem De bron Zemzem, ongeveer twintig meter van de Ka‘ba, bevindt zich al sinds vele jaren onder de grond; lange rijen kranen bovengronds maken het water van de bron toegankelijk voor de vele, vele hadjis. Hier verfrist men zich met het heilige water en vult men de
Wij hebben van water elk levend ding gemaakt Soera 21:30 zamzamiyya-t, kleine flesjes en kruikjes, om mee naar huis te nemen. Het water heeft een licht zilte smaak. Drinken uit de bron Zemzem is geen verplicht onderdeel van de bedevaart, maar een verblijf in Mekka is voor moslims ondenkbaar zonder zich veelvuldig te laven aan de bron van Hagar en Ismaiel. ‘Het is het beste van alle water op aarde,’ zei de profeet Mohammed bij de bron, ‘voedsel voor de hongerigen, medicijn voor de zieken.’ ‘Uitbundige overvloed van water,’ betekent het woord zemzem . Water in overvloed in een schrale, droge woestijn… geen wonder dat het door de eeuwen heen een aansprekend symbool is gebleven. Nu, in onze 21e eeuw is het heilige water van Zemzem bijna een handelsmerk geworden. Middenstanders over de hele wereld hebben hun winkels Zemzem genoemd, Zemzemflesjes, Zemzemblikjes zijn in vele landen voorhanden.
Levend water De bron zelf komt in de Koran niet voor, maar ‘water’, ma-, in het Arabisch, heeft een prominente plaats in de Koran, het wordt van de vier elementen het meest genoemd. In poëtische beelden wordt het water als een teken van Gods goedheid geschetst. Hij is het die de winden vooruit zendt als verkondigers van Zijn barmhartigheid daarna wanneer zij zwarte wolken hebben opgeheven drijven Wij die naar een dode streek en daaruit doen Wij dan water nederdalen waarmede Wij allerlei vruchten uitbrengen. Soera 7: 57(55) Water, als ‘levend water,’ als water dat leven geeft, dat doet groeien, doet ontstaan of weer tot leven brengt is in die betekenis nauw verbonden met de almacht van God. En tot Zijn tekenen behoort dat gij de aarde troosteloos ziet liggen doch wanneer Wij op haar water doen nederdalen schudt zij zich en zwelt op. Hij die haar doet leven is het die de doden doet leven Hij is over alle dingen machtig. Soera 41: 39
denken rol in de wereld van de islam, zowel voor soennieten als sjiieten. Er is een rijke literatuur ontstaan rond Hagar, Ismaiel en de bron. Hagar die in sommige verhalen geldt als de dochter van de koning van de Maghreb, wiens vader door de farao werd gedood, wordt met name geëerd als de moeder bij uitstek, zij redde haar kind. En, het verhaal gaat dat op de tiende dag van Muharram, de eerste maand van het islamitische jaar, de bron Zemzem opwelt en zich mengt met alle bronnen in de wereld: uit elke fontein spuit op die dag het heilige water...
Joodse en christelijke overlevering Maar, heel verrassend en onverwacht! Hagar en de gebeurtenissen rond de bron komen in de Koran niet voor! Mohammed en zijn volgelingen kenden het verhaal van Hagar, de slavin van Sara, de vrouw van Ibrahiem uit de joodse en christelijke overlevering en hebben het tot hun eigen geschiedenis gemaakt. Ismaiel daarentegen wordt wel genoemd en vele malen. Hij wordt beschouwd als een boodschapper van God en staat als profeet in de lijn van profeten die begint met o.a. Adam, Ibrahiem, Mozes en eindigt met de profeet Mohammed. Hij is het die als jonge man samen met zijn vader Ibrahiem, als deze zijn vrouw en zoon in Mekka bezoekt, de Ka‘ba opbouwt: …En terwijl Ibrahiem de grondslagen van het Huis optrok met Ismaiel… (soera 2:127(121). Maar het radeloze rennen van Hagar, het opspringen van het water in de bron Zemzem, de basis voor dit belangrijke symbool tijdens de bedevaart, het staat nergens. Of toch? In Soera Ibrahiem (14: 37(40) lezen we: En toen Ibrahiem zeide: (…) Onze Heer, ik heb nakomelingen van mij doen wonen in een vallei zonder veldgewas, bij Uw gewijde Huis. Zien we hier Hagar en Ismaiel gaan, op weg naar het water? En inderdaad, dat zijn ze, zo bevestigen moslimgeleerden in hun tafsı-r (exegese).
•
Betty Broug - van der Haven Islamoloog uit Waddinxveen ...Uit elke fontein spuit op die dag het heilige water... (Ben Youssef Medresa, Marrarakesh, foto: Marco Bairwir)
Moslims herkennen in dit laatste vers de belofte van het leven in het hiernamaals. Als het bij God, bij Allah, mogelijk is dat de aarde door Zijn toedoen tot leven komt, dan moet Hij toch ook de doden weer tot leven kunnen wekken op de dag van de Opstanding, de yaum al-qiyamat. Hagar en Ismael stonden letterlijk met hun voeten op de bron, die echter volgens de moslimtraditie na enige tijd weer verdween om pas weer herontdekt te worden door de grootvader van de profeet Mohammed, Abd alMutallib. Sindsdien wordt deze door moslims beschouwd als de oorsprong en bestaansgrond van de heilige stad Mekka, waar Mohammed werd geboren en waar hij zijn eerste openbaringen ontving. Het verhaal rond de bron Zemzem speelt dan ook al eeuwenlang een niet weg te jaargang 25 nr. 4 april 2014 11
thema Levenbrengend en b edreigend water
Hemelpiloot
op zee
Fred Omvlee is internetpredikant van www.mijnkerk.nl en marinepredikant. Over die laatste functie spreek ik hem op zijn werkkamer in het Marine Etablissement in Amsterdam, gelegen achter het Scheepvaartmuseum op Kattenburg. Eens in de drie jaar maakt hij een reis van vier maanden op een marineschip, de laatste keer ging de tocht naar de Cariben. Dan ziet hij meer water dan u en ik in ons hele leven bij elkaar zullen zien. Wat doet dat met hem en met de marinemensen aan boord? Is God met hen in die onmetelijke ruimte?
Smeerolie Fred: ‘Tijdens zo’n grote reis ben ik gewoon onderdeel van de bemanning. Je leeft dicht op elkaar, – matrozen zitten zelfs met zijn negenen op een hut. Je eet samen, sport samen, je moet het met elkaar rooien en ontsnappen kan nauwelijks. Dat geeft een enorm gevoel van kameraadschap. In het begin moet ik het vertrouwen van de bemanning winnen, krediet opbouwen. Ze begroeten me met ‘dag hemelpiloot’, maken grove grappen en alle clichés over kerk en geloof komen over tafel. Ik ben helemaal niet aan het zenden, maar zie het als mijn taak om ontvankelijk te zijn. Langzaamaan wordt mijn aanwezigheid dan een soort ‘sociale smeerolie’. Ik heb gesprekken aan het ontbijt, bij de koffie op dek, in de rookruimte of in de groepen waarin ik meewerk. Na twee weken op zee, liggen we vaak twee dagen in een haven. Dan wordt er goed gegeten en flink gestapt, daar doe ik gewoon aan mee. Soms ga ik een toeristische plek bekijken en nodig mensen uit om mee te gaan. In die dagen aan de wal komen veel gesprekken los.’ Luisteren ‘Het merendeel van de mensen aan boord is jonger dan 30 jaar, het overgrote deel is tussen de 18 en 25 jaar. Zij zijn vaak laag opgeleid, komen nogal eens uit lagere milieus en gebroken gezinnen, en verkeren soms 12 adrem remonstrants maandblad
aan de rand van de criminaliteit. Die achtergrond nemen ze mee aan boord, achter de stoere façade van marinemensen heerst veelal chaos. Het leven op zee is voor hen nogal eens een laatste redmiddel, het biedt structuur in hun leven, ze verdienen een goed salaris, ze beleven bovendien kameraadschap en avontuur. Voor die marinemensen vervul ik een vertrouwensfunctie, soms een vaderrol, waarin mijn senioriteit natuurlijk mee speelt. Leidinggevenden kunnen mij juist zonder gevolgen aanspreken over hun onzekerheden in relatie tot hun superieuren en hun ondergeschikten. De onderwerpen die in de gesprekken aan de orde komen zijn eigenlijk gelijk aan die in een gewone gemeente: eenzaamheid, zorgen om thuis, persoonlijk problemen als ziekte PTSS, relatieproblemen, geldzorgen, echtscheiding en gewone ongelukken. Geen religieuze zaken, maar gewoon levensvragen. De marine heeft alle soorten hulpverlening zelf in huis. Soms hebben mensen al contact met een psycholoog en/of een maatschappelijk werker. Als ik niet op zee ben, ga ik in het hele land op huisbezoek bij deze mensen. Dat heeft toegevoegde waarde merk ik. Het is heel laagdrempelig – zeg maar nuldelijns – , ik ben er alleen om hun verhaal aan te horen, ik maak geen verslagen. De zee heeft voor veel opvarenden eigenlijk niet zo’n bijzondere betekenis. Sterker nog, ze
Mijn favoriete zegen in Afghanistan, op zee en in Nederland is: Voor de weg wens ik je toe, dat de weg je tegemoet komt, dat de wind steeds in je rug is dat de zon je gezicht verwarmt dat zachte buien je velden beregenen en dat God, tot ons weerzien, jou en mij bewaart in de palm van zijn hand. zien de zee nauwelijks. Je moet speciaal naar het dek of de brugvleugel gaan om daglicht en zee te zien. Binnenin het schip komt nauwelijks daglicht, alleen enkele officieren hebben een patrijspoort. Ik niet. Sommigen kwamen bleek terug na vier maanden in de Cariben te zijn geweest. Voor mijzelf is zo’n periode op zee wel heel rustgevend. De deining, de donkere nachten waarin de melkweg boven je zichtbaar is, het vaste dagritme: ik ervaar het als een soort kloosterleven aan boord.’
God ‘De jonge mensen op het schip hebben meestal geen kerkelijke achtergrond, maar zij hebben geen probleem met God en het geloof. Ik moet dus niet aan komen met kerkelijke dogma’s en het avondmaal is ook al veel te ingewikkeld uit te leggen. Ik sluit direct aan bij het leven van de bemanning. We bidden dus rechttoe rechtaan, maar
voluit religieus voor oma in de hemel, voor rust en troost op dit moment. De kerkdienst is belangrijk aan boord, het is het anker van de week omdat iedere dag hetzelfde is en verveling altijd dreigt. Mensen zeggen daarover ‘het is alsof we even niet aan boord zijn’ en ‘ik kan niet verder weg zijn van de dagelijkse sores aan boord dan in de kerkdienst’. We delen daar elkaars leven en het is een gekaderd moment om aandacht te schenken aan thuis. Liturgisch is de dienst heel vrij. We zingen geen psalmen en gezangen, maar ik laat altijd popmuziek met spirituele tekst horen. Er is altijd een bijbellezing en een dankgebed, de preek gaat in dialoogvorm. Het is meer een gesprek rond een vraag, bijvoorbeeld: ‘wat zoek jij, wat heb je gevonden’? Eigenlijk zijn de kaarsjes die we aansteken en de zegenbede voor onderweg het belangrijkste element. Een keer heb ik een onderofficier gedoopt die toen haar eigen geloofsbelijdenis heeft voorgelezen. Ik ben steeds vrijzinniger geworden door deze baan. Het interne kerkelijke geneuzel, de ballast van het verleden is hier op zee helemaal geen issue. Bovendien heb ik tussen deze mensen geleerd om meer onbevangen te bidden. Ik ben eerlijker over mijn eigen geloof, over wat ik wel en niet kan bevatten, en geef aan dat het voor mij in dit leven ook aanmodderen is soms. Maar ik kom graag uit voor mijn inspiratie dat wij nooit uit Gods hand vallen en dat wij als mensen in ons diepste wezen die liefde van God weerspiegelen. Sara Kroos ‘bedacht’ een kerkdienst voor ongelovigen. Niks nieuws onder de zon hoor, ik doe dat op zee al jaren met muziek, gedachten, stilte en gebed.’
•
Michel Peters
boek bespreking Op dinsdagavond 8 april wordt in de remonstrantse kerk in Den Haag een avond aan dit boek gewijd. Sprekers: de theologen Johan Goud en Peter Nissen. Op 7 januari 2003 noteerde Carine Philipse dit lied: JIJ, die mij uit mijzelf hebt weggeroepen, om JOU te zijn, om JOU te zijn, om JOU te zijn, die ik ten diepste ben, die ik ten diepste ben, die ik ten diepste ben, Jij zingt in mij Jouw naam, Jij zingt in mij Jouw naam… Het is één van de eerste teksten in dit dagboek dat 333 bladzijden telt. Ik vond het een overrompelende ervaring om deze collectie van liederen, gebeden, beschrijvingen en overpeinzingen te lezen. Carine Philipse (1950) is vriend van de Haagse gemeente, was werkzaam als remonstrants predikant in Hoorn en als ziekenhuispredikant. In 2002 belandde ze door een combinatie van ziekte, scheiding, verkeerde medicatie in een crisisachtige situatie. Intuïties
en inzichten die haar al lange tijd vervulden leidden op 1 januari 2003, terwijl ze aan de keukentafel een dienst voor Epifanie voorbereidde, tot een mystieke doorbraakervaring. ‘Plotseling werd ik overvallen door een ervaring van eenheid met God die mij volstrekt overweldigde. Vreugde, vrede, tranen. Naarmate die ervaring voortduurde, was ik er zelf steeds minder. Alleen God was er nog.’ Het overrompelende van de teksten die in dit boek verzameld zijn kan wellicht irritatie wekken. Wat staat een lezer anders te doen dan zich te laten aanraken en zich over te geven? Misschien is dat zo. Maar uniek is dat niet. Deze authentieke, zonder retoriek geschreven teksten hebben dat gemeen met gedichten van Ouwens, met aantekeningen van Hammarskjöld of Etty Hillesum, met teksten van mystici uit vervlogen tijden die tot nu toe diepe indruk maken. Het is zinvoller jezelf de vraag te stellen: Wat doet het mij en waarom?
•
Johan Goud Jij zingt in mij Jouw naam. Mystiek dagboek (bloemlezing), Leeuwarden: Discovery Books, 2013, 335 pp. Deze korte bespreking verscheen eerder in Op de Hoogte, het maandblad van de remonstranten in Den Haag, januari 2014. jaargang 25 nr. 4 april 2014 13
thema Levenbrengend en b edreigend water Het Jodendom kent uitgebreide regelgeving rondom reinheid en onreinheid. Vooral de ‘Taharat HaMishpacha’, de regels rondom de reinheid van het huwelijksleven, zijn belangrijk. En die hebben alles te maken met rituele baden nemen in het mikwe. De bekende orthodox-Joodse feministe mevrouw Evers-Emden was bereid om de regels uit te leggen.
Herboren worden
in het Mikwe Regels ‘In de Torah wordt op verschillende plaatsen ge- sproken over onderdompeling als iemand onrein is geworden. Het betreft een cultische onreinheid, in verband met de tempeldienst. De regels zijn voornamelijk bedoeld voor de priesters, de Kohanim. Omdat de tempel niet meer bestaat zijn de bepalingen niet meer toe te passen. Wat nog wel geldt is de ‘onreinheid’ van de menstruerende vrouw. Volgens de Joodse huwelijkswetten betekent de menstruatie het verloren gaan van potentieel leven. Het eitje is niet bevrucht en wordt door de baarmoeder afgestoten. Vanaf het begin van de bloeding tot het einde daarvan plus nog zeven schone dagen is samenleving verboden. Pas na een bezoek aan het mikwe is het weer toegestaan. De onderdompeling wordt gezien als een vorm van herboren worden, in de uitleg van de regel wordt de schepping van de wereld genoemd waarin water een belangrijke rol speelt. In een plaats waar Joden zich vestigen heeft de bouw van een mikwe voorrang. Als er geen geld is voor én een sjoel, én een Torahrol, én een mikwe, dan gaat het mikwe altijd voor. Er wordt veel nadruk gelegd op de reinheid van het huwelijksleven. Men veronderstelt dat het huwelijk nieuw blijft via de heiliging van de samenleving en de regelmatige afwisseling van wel en geen samenleving.’
Mikwe ‘Het mikwe moet gevuld worden met levend water, dat is regenwater, maar het mag aangelengd worden met leidingwater. De wetten rondom de bouw en de watertoevoer zijn erg ingewikkeld. Het is een ruim bassin met treetjes om af te dalen, dus je hoeft er niet zo in te springen. Een modern mikwe is schoon, het water is warm en het wordt voor elke vrouw verschoond. Aan het einde van de zevende schone dag reinigt de vrouw zich zeer grondig: ze verwijdert pleisters, nagellak, make-up, knipt haar nagels, maakt navel en oren schoon en wast haar haar. Van te voren heeft ze met de mikwevrouw een afspraak voor het bezoek aan het mikwe gemaakt. De mikwevrouw is de beheerster van het mikwe en is een gehuwde dame, zij onderhoudt de Joodse wetten en staat bekend om haar deugdelijke levenswandel. Zij houdt er toezicht op dat je je goed onderdompelt, en dat alles van 14 adrem remonstrants maandblad
te voren schoon is. Je houdt je armen een beetje wijd, met de vingers gespreid, zodat het water overal ongehinderd kan komen. Na de onderdompeling zeg je de bijbehorende lofzegging. De onderdompeling gebeurt altijd in de nacht, dat is als de zon onder is, maar het hoeft nog niet helemaal donker te zijn. Dit geldt ook als het op een vrijdag is. Dan is het wel wat moeilijker omdat je dan lopend naar het mikwe moet en niet iedereen woont daar in de buurt.
I k ben nie t f lau w o m mijn gel o o f ui t t e dragen , maar o m n o u t e vert ellen dat je nieu w e spullen in de vuile S l ot erplas gaat hangen … Als een vrouw bevallen is, is ze onrein. De telling van dagen is rondom bevallingen nogal ingewikkeld. Als een vrouw een zoontje heeft gekregen is ze 7 dagen onrein, bij een meisje 14 dagen. Daarna moet ze wachten tot de bloeding voorbij is. Dan moet ze bij een jongen een periode van 33 dagen in acht nemen, en na de geboorte van een meisje 66 dagen. Maar waarom het verschil tussen jongens en meisjes? Mijn zoon de rabbijn vindt het ook moeilijk te begrijpen. Ook een bruid moet voor haar trouwen het mikwe in, meestal een dag of wat van te voren. Zit een bruid in haar onreine periode op haar bruiloft, dan mag ze geen samenleving hebben totdat ze in het mikwe is geweest. Naar het mikwe gaan voor het huwelijk is heel belangrijk. Het is jaren geleden, maar een goede kennis van mij brak haar been vlak voor het trouwen. Ze kon natuurlijk niet in het mikwe met dat gips. Toen hebben ze het trouwen moeten uitstellen, zo belangrijk is het.’
Calvinisme ‘De grote sjoel op het Jacob Obrechtplein heeft twee kleedkamers voor het mikwe. We leven in een
Middeleeuwse Mikwe in de Duitse plaats Speyer, voor het eerst vermeld in het jaar 1128.
calvinistisch land. De ene vrouw mag niet zien dat er ook een andere vrouw is, want dan weet ze dat ze ‘het’ doen vanavond, en dat mag niemand weten. Dat is echt iets Nederlands. Ik was in Israël toen mijn beide dochters daar trouwden en ik ging mee naar het mikwe. Enig, er was een grote wachtzaal en daar zaten alle vrouwen rond een tafel met thee en snoeperijtjes te wachten op hun beurt. Toen mijn zoon trouwde was ik door mijn schoondochter ook uitgenodigd bij het mikwe. De schoonfamilie kwam binnen met allemaal lekkers en stalde dat mooi uit. Na het bad werd er met haar gedanst en gegeten en gedronken, ook werden er mooie toespraken gehouden. Het was een echt vrouwenfeest, dat gebeurt hier in Nederland helemaal niet.’
Touwelen ‘Al het eetgerei, behalve wat van hout is, en wat niet in Israël gemaakt is, moet voor ingebruikname gereinigd worden, dat heet touwelen. Dat gebeurt in een ander soort mikwe, het is veel kleiner. Eetgerei is door mensen gemaakt en die kunnen er wel eens onreine dingen in hebben laten vallen tijdens het productieproces. Meestal vraag ik mijn zoon om het te doen. Ik had een keer wat nieuwe dingen gekocht en ook wat gekregen op een verjaardag. Maar ik had het nog niet in gebruik genomen, want ik moest het nog touwelen. En dus nam ik op een mooie zondag mijn boodschappenkar en laadde die vol spullen in en ging op weg naar de Sloterplas, vlakbij mijn huis. Want naast het mikwe mag je ook ander water gebruiken, als het voldoet aan bepaalde eisen. En de Sloterplas is ooit aangewezen door de opperrabbijn als goed water. Een van mijn buren vroeg: ‘Buurvrouw, waar ga je naar toe?’ Ik zeg: ‘Ik ga even wandelen.’ Ik ben niet flauw
om mijn geloof uit te dragen, maar om nou te vertellen dat je nieuwe spullen in de vuile Sloterplas gaat hangen… Ik had een grote plastic tas genomen en daar gaten in geknipt, zodat ik het geheel in een keer in het water kon dompelen. Nadat ik mijn plicht had gedaan, deed ik mijn handel weer in het karretje en wandelde terug. Zegt mijn buurman: ‘Buurvrouw, er loopt water uit de kar!’ Ik zei toen: ‘Dat zal zeker een lekke fles zijn!’ En toen ben ik snel naar binnengegaan voordat hij in de kar kon kijken. Uiteraard heb ik daarna alles krachtig afgewassen.’
Toepassing ‘Met het volgen van de regels volg je Gods gebod op, dat is heel belangrijk. En in een goed huwelijk verlang je weer naar de hereniging. Ik kan me best voorstellen dat in een slecht huwelijk vrouwen dit uitstellen. Een oneigenlijk maar wel effectief gebruik van de regels is het verhaal van een groep Canadese vriendinnen. Eén van hen zat vast in een slecht huwelijk, en wilde graag scheiden. Maar in het orthodoxe Jodendom kun je alleen scheiden als de man zijn vrouw een scheidsbrief geeft, en de echtgenoot in kwestie weigerde dat pertinent. Op dit gebied is de achterstelling van vrouwen in het Jodendom aanzienlijk. De vriendinnen van deze vrouw leefden erg mee, en verzonnen een plan. Ze weigerden nog langer naar het mikwe te gaan totdat hun vriendin haar scheidsbrief had. Hun echtgenoten raakten zo betrokken in de scheidingszaak en het zal je niet verwonderen dat de vrouw toen heel snel gescheiden was.’
•
Carolien Sieverink Studentenassistent aan het Seminarium, redactie AdRem jaargang 25 nr. 4 april 2014 15
advertentie
TE HUUR SENIOREN APPARTEMENTEN MET EEN VRIJZINNIG RELIGIEUZE UITSTRALING WAAR IEDEREEN WELKOM IS! De Timanshof te Bennekom De Roosebrink te Wageningen De Aleidahof te Bennekom
De Timanshof
In de complexen heerst een tolerante, vrijzinnig religieuze sfeer, iedereen is er welkom. Alle drie de gebouwen zijn op loopafstand gelegen van het stads- respectievelijk dorpscentrum. De gebouwen liggen tevens gunstig ten opzichte van het openbaar vervoer. Voorzieningen De appartementen zijn aangesloten op een alarmsysteem. Hierdoor kan er 24 uur per dag in geval van nood snel eerste hulp geboden worden. Tevens beschikken de gebouwen over twee liften, een wasserette, fietsenstalling, logeerkamers, recreatieruimte, hobbykamer en een bibliotheek/ vergaderruimte. De bewoners worden vertegenwoordigd door enthousiaste bewonerscommissies.
De Roosebrink
Huurprijs De huurprijs varieert van 441,– euro tot 747,– euro. De servicekosten variëren van 72,– euro tot 193,– euro. Bent u geïnteresseerd en 50 jaar of ouder? Maak geheel vrijblijvend een afspraak met Mw. L. Kik of Mw. C. Besselink voor meer informatie en/of een bezichtiging. Seniorenhuisvesting ‘Zuid-Veluwe’ Hof van Sint Pieter 27, 6721 TN Bennekom Telefoon: 0318 – 43 11 34 Internet: www.vrssh-zuidveluwe.nl Email:
[email protected]
16 adrem remonstrants maandblad
film bespreking
Klotsend water een verre einder en ui t z ich t l o o sheid
‘All is lost’, de titel van de film waarin Robert Redford de zwijgende hoofdrol vervuld, zegt genoeg. Het is allemaal verloren. Het klinkt fatalistisch, waardoor je aan het begin van de film de afloop eigenlijk al kunt invullen. Maar dat is nou net het aardige van de film: je kunt het einde zelf invullen. De film stuurt niet en staat daardoor voor meerdere interpretaties open. Maar dat hij schipbreuk lijdt, staat vast.
In het begin hoor je Redford spijt betuigen en hij eindigt met de woorden ‘alles is verloren’. Het is gissen tot wie hij zich in zijn brief richt. Hij heeft een trouwring om, dus je bent geneigd te denken dat hij aan zijn familie schrijft. Maar eigenlijk doet het er ook niet zoveel toe. Het briefje stopt hij later in een fles en gooit die overboord. Meer tekst hoefde Redford niet te leren. Hij zegt nauwelijks nog een woord, maar verbeeldt daardoor nog meer zijn eenzaamheid en zijn strijd als schipbreukeling. De enige geluiden die hij maakt zijn onderdrukt grommen of kreunen en nog een keer een hartgrondige verwensing. De stilte maakt het geluid van klotsend water, wind of storm des te sterker. In het begin van de film zie en hoor je dat het zeilschip ergens tegenaan schuurt. Wat het is, is niet direct te zien, maar het klinkt angstaanjagend. Het is vreemd om een zeilschip ergens tegen aan te zien en te horen kraken op de eindeloze plas water die de oceaan is. Het blijkt om een verloren container van een vrachtschip te gaan, gevuld met kinderschoenen. Als de onfortuinlijke zeiler wakker wordt, drijven de kinderschoenen al in de kajuit. Met kunst en vliegwerk weet hij het gat in de romp te dichten. Aan deze eerste plaag heeft hij het hoofd kunnen bieden, maar er volgen er – natuurlijk – meer. Een mens in al zijn eenzaamheid tegen de elementen. Wie zal het winnen? Hoe loopt het af?
Bij het napraten over deze film bleek dat er meerdere interpretaties mogelijk zijn: heel knap gedaan als je bedenkt dat je ruim anderhalf uur gekeken hebt naar één zwijgend mens op een zeilschip dat aan het vergaan is op de eindeloze oceaan. Ook mooi om te ervaren is hoeveel verschillende geluiden water kan hebben: van stromend, kabbelend, klotsend, kletsend als het stortregent tot siepelend en golvend. De film is opgenomen in het gigantische zwembad dat indertijd gebouwd is om de ondergang van de Titanic te verfilmen. Hoofdrolspeler is de al eerder genoemde 76-jarige Robert Redford; regisseur en schrijver is J.C. Chandor.
•
Joan van Esveld Redactielid AdRem jaargang 25 nr. 4 april 2014 17
column
Boordje? Het kwam ter sprake tijdens het convent van remonstrants predikanten in januari jongstleden. Christiane Berkvens en Greteke de Vries deden verslag van hun bezoek aan de Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Korea. Er werden foto’s getoond van mensen in kerkelijke kleding: soms formeel en somber (orthodoxe kerken uit Oost Europa), en andere keren buitengewoon exotisch. Na alle ontmoetingen in Korea kregen onze predikanten waardering voor kerkelijke kleding: het maakt duidelijk dat je open staat voor een geloofsgesprek, en het zorgt ervoor dat je als kerk present bent.
Christiane Berkvens bestelde meteen een overhemd met wit boordje bij een winkel in Londen. Ik deed dat ook rond dezelfde tijd. Op uitnodiging van AdRem wil ik de aanleidingen tot deze stap graag met u delen, evenals mijn (eenmalige) ervaring met het dragen van een boordje. Wellicht kan het ons helpen bij het bepalen van onze houding naar kerkelijke kleding toe (of de discussies daaromtrent definitief de kop indrukken).
Eerste aanleiding – deelnemen aan overleggen met collega’s uit de Church of England Om 8.00 uur begon het maandelijkse overleg met mijn Anglicaanse collega’s in the Saint Paul’s Cathedral. We begonnen met een eucharistieviering, gevolgd door een full english breakfast. Ik kwam aanlopen, in een donker pak. De meeste reacties gingen ongeveer als volgt: ‘So, you work for the Dutch Church? It is good to have you here. Are you still studying? Oh, are you the minister? But, is it your job?’ Kleren maken de geestelijke, vooral in de Church of England. De bisschop draagt een paars overhemd, high church draagt zwart, en evangelicalen dragen licht blauw (Christiane Berkvens trok zich hier niks van aan en bestelde een blauw overhemd). Stagiaires dragen een donker pak.
Tweede aanleiding – The Dutch way Binnen één maand moest ik onze oude Volvo vier keer naar de garage brengen. Ik kwam telkens terug met een half gerepareerde auto en een dure factuur. Ten einde raad stelde mijn vrouw voor: ‘schaf anders een boordje aan, en draag het de eerstvolgende keer dat je naar de garage gaat. Wie weet maakt het verschil’. Ik was overtuigd, en bestelde een (zwart) overhemd met boordje. 18 adrem remonstrants maandblad
Eerste ervaring – le flirt Français Aangespoord door AdRem besloot ik op een dag de stoute schoenen aan te trekken en met het overhemd op stap te gaan. Ik sprak die middag mijn collega van de Franse kerk in Londen. Wij dronken een biertje in Covent Garden. De aandacht van mijn collega ging meer uit naar het vrouwelijk schoon naast ons dan naar ons gesprek over kerk zijn in Londen. ‘Ach, als ik jouw overhemd aanhad, dan zou ik al lang bij deze vrouw aan tafel zitten. Beetje onschuldig erbij kijken, en het werk is gedaan.’ Tweede ervaring – Engelse reacties Tijdens een vervolgafspraak sprak ik Rosalind Janssen, Engels kerkenraadslid van de Nederlandse Kerk. Wij liepen langs zwervers, ‘father! Help me!’, waarna we met hen in gesprek raakten. En ik werd – inderdaad – verschillende keren aangesproken: door een Jehova’s getuige, door onze buren in het café, en in de trein terug naar huis door aangeschoten bankiers over hun moeizame relatie met de kerk, en over het geloofsgesprek dat zij met hun kinderen proberen te voeren. Tot mijn opluchting geen negatieve opmerkingen.
K leren maken de gees t elijke , v o o ral in de C hurch o f E ngland Een voorzichtige evaluatie Ook al waren de reacties voluit positief (en het Franse perspectief uitnodigend), ik voelde mij niet op mijn gemak met een boordje. Je draagt een schijn van heiligheid uit, die een afstand schept. Je bent een klasse apart. Ik ben er waarschijnlijk te calvinistisch voor. Al blijft de vraag staan: hoe kunnen wij – als predikanten – daadwerkelijk present en aanspreekbaar zijn in de brede samenleving?
•
Joost Röselaers Predikant van de Nederlandse Kerk in Londen
’t Rentmeest ertje
SCHOON DRINKWATER nieken om zoet water uit zeewater ‘te halen’... ook al met duurzame methodes door gebruik te maken van zonne-energie en restwarmte. Het omzetten van zout water in uiteindelijk drinkwater kan daarmee enorm bijdragen aan het door de Verenigde Naties erkende mensenrecht: het hebben van schoon drinkwater.
Sinds 1993 is 22 maart tot WERELDWATERDAG uitgeroepen. De aarde bestaat voor ruim 70% uit water, maar drinkwater is schaars. Drinkwater is niet vanzelfsprekend. In ontwikkelingslanden loopt men vele kilometers voor water - laat staan dat het drinkbaar is...Veelal kinderen leggen dagelijks de route af en gaan dus niet of nauwelijks naar school. Met de jaarlijkse sponsorloop in Nederland dragen kinderen tijdens 6 kilometer WANDELEN VOOR WATER 6 liter op hun rug. Er is een overvloed aan water en het wordt alleen nog maar meer door de klimaatverandering. Het vele water is echter zout en dus niet drinkbaar – nog niet: maar de wetenschap staat niet stil – inmiddels bestaan er vele tech-
’t Rentmeestertje komt uit de koker van de taakgroep Duurzame Ontwikkeling. Zie ook de website over het diakonale werk van de remonstranten, www.remonstrantengeven.nl Contactpersoon: Casper Ebeling Koning, tel. 06 54 95 1911,
[email protected]
& onzin 4
Rituele zin
Beginnen
‘De Heer met u’, zei Augustinus (4e eeuw). ‘En ook met u’, antwoordde de gemeente. Dan werd de bijbel geopend en was de tweeledige dienst van horen en antwoorden begonnen. Horen naar overgeleverde woorden en daarop antwoorden door biddend en zingend gaven, brood en wijn, met elkaar te delen. Latere generaties vonden dat te kort door de bocht en bouwden eindeloos rituele voorhoven (intocht, intredepsalm, bemoediging onze hulp, drempel- of toenaderingsgebed, schuldbelijdenis met genadeverkondiging, de wet, kyrie-gloria, handdruk, groet en gebed van de zondag of gebed om de Geest). Soms overbodig en dubbelop, soms juweeltjes die het praktiseren waard zijn. Maar niet allemaal tegelijk. Dan krijgt de dienst een waterhoofd en raakt uit balans. Na een kwartier ben je dan nog niet aan de eerste lezing toe. In vrijwel alle gemeenten, remonstrants of niet, zijn na die eerste lezing de verschillen in orde van dienst verwaarloosbaar. Alle locale creativiteit stort zich op het begin. Bij ons niet zo uitbundig. Maar net als in andere kerken komen ook bij ons hinderlijke doublures voor. Destijds bepleitte Hoenderdaal om in een congregationalistische gemeente niemand anders dan die gemeente zelf de dienst te laten beginnen met een gemeenschappelijk lied. Dat zet de toon. Liever daaraan vooraf geen verwelkoming (‘goede morgen, gemeente, fijn dat u ondanks sneeuw en ijs toch met zovelen gekomen bent etc’). Zo’n verdubbeling neemt de op het lied volgende bemoediging en groet, die misschien wel iets minder formeel dan gebruikelijk zou kunnen,
niet serieus. Als het gaat om het zetten van de toon, laat dan op dit moment vooral alle mededelingen achterwege. Hier storen ze. Op andere momenten, zoals bij de gaven en bij de uitzending, zijn ze functioneel. Het aansteken van de paaskaars is ook zo’n rituele ‘oddity’.
•
Henk van Waveren Lees verder in ‘Rituele zin en onzin 4’ op: henkvanwaveren.wordpress.com. Zin of onzin? Ik hoor het graag:
[email protected]
jaargang 25 nr. 4 april 2014 19
het gezicht van...
Carine Philipse Carine Philipse kwam onlangs in de schijnwerpers door een interview in Trouw naar aanleiding van haar onlangs gepubliceerde Mystiek Dagboek. Ook in dit nummer van AdRem treft u daar een recensie van aan. Hier vertelt zij over haar remonstrantse roots en haar mystieke ervaringen.
Nest Ik kom uit een remonstrants gezin en heb altijd zeer de vrijheid van denken en geloven gewaardeerd bij de Remonstranten. Wat een voorrecht op te groeien zonder dogma’s en zonder het idee dat de levensovertuiging van thuis de enige ware was! Dat alles heeft mij de ruimte gegeven mijn eigen weg te zoeken. Wat ik miste in ons gezin was dat er niet gebeden werd. Ik verlangde daar als kind al naar. Toen ik twaalf was, speelde ik de engel Gabriël in het kerstspel op school. Ik moest het kerstverhaal vertellen en tot slot de mensen zegenen. Dat maakte diepe indruk op me. Toen heb ik me gerealiseerd dat ik dominee zou worden. God en mensen met elkaar verbinden, Gods liefde meedelen aan de mensen, dat zag ik toen al als mijn roeping. Dat is altijd zo gebleven. Ik ging theologie studeren en las het eerste boek van Elisabeth Kübler-Ross, Lessen voor levenden, over haar gesprekken met stervenden. En ik wist: ik word ziekenhuispredikant. Dat werk heb ik met overgave gedaan, ongeveer 35 jaar.
Eenheid met God Toen ik studeerde heb ik zelf een weg van gebed gezocht, met veel stilte. Bij mijn vriend in Den Haag ontdekte ik in een kast een kaartenbakje met titels van boeken over de woestijnvaders, de weg van het gebed, het Jezusgebed enz. Ik was dolgelukkig en ben die boeken gaan lezen. Vanaf het moment dat ik begon te bidden had ik altijd de ervaring van eenheid met God. Heel vreugdevol. Ik dacht dat iedereen dat wel zou hebben. Er was eigenlijk ook niemand met wie ik daarover kon praten. Veel later hoorde ik van een collega: ‘Welnee, dat soort ervaringen zijn helemaal niet ‘gewoon’. In 2002 bleek mijn huwelijk mis te zijn. Dat was een grote schok
20 adrem remonstrants maandblad
voor me. Ik had het gevoel dat alles, wat ik bij elkaar had proberen te houden, was ingestort. In die leegte is mij een grote mystieke doorbraakervaring overkomen. Op 1 januari 2003 zat ik aan de keukentafel mijn kerkdienst voor te bereiden over de doop in de Jordaan. Plotseling werd ik overvallen door een hevige ervaring van eenheid met God. Dat heeft een paar uur geduurd. Vreugde, dankbaarheid, tranen. Ik zat daar met mijn pen in mijn hand en heb alles opgeschreven, terwijl het gebeurde. Ik had zó sterk het gevoel: dit is mijn bestemming, hier is mijn leven voor bedoeld. Toen heb ik me volledig aan God overgegeven. Steeds intenser beleefde ik: niet ik leef, maar Hij in mij. Het weten en ervaren één te zijn met God is sindsdien alleen maar toegenomen. Ook in mijn werk voelde ik zo duidelijk hoe de liefde van God in mij en de liefde van God in de ander elkaar ontmoetten. Er stond niets meer tussen.
Dagboek Alles wat er gebeurde, het mystieke proces dat zich ontwikkelde, heb ik opgeschreven in mijn dagboek. Er kwamen liederen in mij op, die zong ik in op een bandje. Anderen hebben mij overgehaald mijn dagboek te publiceren. In juli 2013 kwam het uit, binnenkort verschijnt al de vierde druk. Het wordt in brede kring gelezen, van buitenkerkelijk en heel vrijzinnig tot orthodox, en mijn uitgever wil het in een aantal talen laten vertalen. Dat alles heeft me wel overdonderd, ik had het totaal niet verwacht. Toen dit mystieke proces doorbrak heb ik direct het gevoel gehad: het is niet van mij, het is bedoeld om door te geven aan anderen, als teken van Gods liefde. Want het gaat niet om mij, maar om Gods liefde voor iedereen, voor elk mens. Dat is de boodschap van dit boek: God heeft ons lief, precies zoals wij zijn.
•