HANZEMAG.NL
8 REDACTIONEEL ONAFHANKELIJK MAGAZINE VAN DE HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN 19e jaargang 12 maart 2014
EAE-GEBOUW WORDT ECHT NEUSJE Boudewijn Otten
Broekbakema en Pvanb architecten
Het gebouw van de Energy Academy Europe wordt state-of-the-art. Helemaal energieneutraal, vanaf het leggen van de eerste steen tot aan het moment waarop de sloper zucht nadat hij z’n klus heeft geklaard. 2
48 kilowattuur (kWh) per jaar per vierkante meter bruto vloeroppervlak. Een bouwer weet meteen dat dat niet veel is voor een school- annex kantoorgebouw. Een normaal energieverbruik bedraagt tachtig kWh. ‘Maar dat kun je eigenlijk niet zeggen. Energieverbruik verschilt enorm, dat hangt heel erg van de omstandigheden af ’, zegt projectleider Vastgoed Peter Vaas, die namens de Hanzehogeschool aanschoof bij de overleggen over de totstandkoming van de Energy Academy Europe aan de Zernikelaan in Groningen. ‘Het moest vanzelfsprekend een gebouw worden dat enorm zuinig met energie omspringt.’ En dat is gelukt. Het elf duizend vierkante meter inhoudende gebouw (net iets kleiner dan de Marie KamphuisBorg) dat op het grasveld naast de Bernoulliborg komt te staan wordt volledig energieneutraal. Van de eerste spade die in de grond gaat tot en met de sloop. Volgens de Building Research Establishment Environmental Assessment Method krijgt het Definitief Ontwerp van de architectencombi BroekBakema en PvanB de waardering Outstanding. Een tien met een griffel en een dikke zoen van de juffrouw. ‘Bij alles is aan het milieu gedacht, vanaf de grondbuisventilatie tot en met de zonneschoorsteen.’ Een grondbuisventilator brengt lucht in een omloop die tot een paar meter onder het maaiveld reikt. Omdat de grond in de winter warmer is dan de buitenlucht, warmt de circulerende lucht op. Een zonneschoorsteen verzamelt opstijgende lucht, de warmte dus, op het hoogste punt van het gebouw. Daar doet het dienst als energiebron voor de koeling. ‘Het algemene principe is simpel’,
zegt Vaas, ‘je moet zoveel mogelijk energie ín het gebouw houden. Niks mag weglekken.’ Om dat voor elkaar te krijgen is een mate van vernuft nodig die grenst aan wat anno 2014 binnen de technische mogelijkheden valt. Echt neusje zijn de zonnepanelen. Enerzijds zijn de panelen zo op het dak aangebracht dat het daglicht tot diep in het gebouw kan binnendringen, anderzijds vangen ze ieder piezeltje zonlicht. ‘Ze liggen allemaal net even anders, zodat het dak het eerste en het laatste straaltje daglicht gebruikt.’ Het gebouw van de Energy Academy Europe moet de thuisbasis worden van al het Groningse energie-onderwijs en –onderzoek. De trotse eigenaar is de Rijksuniversiteit, de Hanze huurt standaard drieduizend vierkante meter. ‘De grap is dat ik tot op de dag van vandaag niet weet hoe de bewonerspopulatie van de Hanze eruit komt te zien. Dat hangt natuurlijk af van de ontwikkeling van het onderwijs en onderzoek. De RUG is verder, hun onderzoekers weten vrij goed welke laboratoria ze willen hebben.’ De Hanzehogeschool heeft al een andere omgeving waar energie-onderzoek plaatsvindt, het Energie Transitie Centrum EnTranCe, zo’n zeshonderd meter verderop aan de Zernikelaan. ‘Die voorzieningen gaan waarschijnlijk in de toekomst ook op de schop. Maar omdat de contacten met het EAE innig zullen zijn, creëren we een verbinding. Energiezuinig, natuurlijk. Het wordt een segway-pad, maar je kunt ook de fiets pakken. Of de benenwagen.’ Voor een impressie van de binnenkant, zie pag. 4-5.
LAADPALEN ELEKTRISCHE AUTO'S: BOOMING BUSINESS
8
ENERGY CHALLENGE: SLIMMER OMGAAN MET ENERGIE
11
WHAT TO DO WHEN YOU LOSE YOUR WALLET
D.E.A.L. MAAKT TECHNIEK SEXY
ENERGIE 13
2 int
Beeld: Broekbakema en PvanB architecten
BINNENSTEBUITEN BUITENSTEBINNEN ‘Wie buten binnen, binnen buten en wie binnen binnen, binnen binnen’, sprak de chauffeur en sloot pardoes de deuren van de bus. De architecten van BroekBakema en PvanB hadden deze snaaksheid niet in hun hoofd toen ze zich aan de tekentafel zetten voor het gebouw dat zal verrijzen aan de Zernikelaan in Groningen. Alle energie blijft binnen, maar toch ervaren de toekomstige bewoners en bezoekers van de Energy Academy Europe binnen al het moois dat buiten te beleven is. Zie ook pag. 2 voor het artikel over het EAE-gebouw.
BIJ DE LES
WIFI IS PLEITE
Als mijn huisgenoot een appje begint met ‘Asalamu alaykum, lieve zusters’ weet ik hoe laat het is. Slecht nieuws is onderweg. En ja hoor, ik heb gelijk. De WiFi weigert dienst. Nu heb ik het geluk dat ik op dinsdag tot laat college heb, dus ik denk: ‘Dat ding doet het wel weer als ik thuis ben.’ Niet dus. 's Middags doet ie het nog steeds niet. Gelukkig hebben we vanavond huisvergadering. Binnen de muren van ons huis heb ik het gevoel dat ik in een ware democratie leef. Klagen doe ik niet. In ons huis, vier Nederlandse moslimmeiden, gaat het een stuk beter aan toe dan in de Tweede Kamer. Maar goed. Het probleem is er nog steeds. Ik verveel me kapot. Het is inmiddels al elf uur ’s avonds en nog steeds geeft WiFi geen teken van leven. Normaal kijk ik op dinsdagavond naar m’n series op m’n tablet. Dit kan vandaag niet. Nu ga ik niet dood. Ik overleef het heus wel, maar ik realiseer me dat ik niet kan leven in WiFi-loze wereld. Ik ben niet verslaafd, maar ik heb het gewoon nodig. Ik vraag me af hoe ik dingen moet doen zonder internet. Twee zomers terug was ik in Somalië. Zelfs daar hebben ze internet. Het ligt er daar ook wel eens uit als het erg geregend heeft. Dit komt omdat het internet van Somalië via het buurland Djibouti gaat (vraag mij niet waarom). Ik heb wel eens een halve dag bij de laptop gezeten om op de WiFi te wachten. Ik weet het. Het is debiel, maar wat moet je anders? Ik verveelde mij rot. En om acht uur ’s ochtends is er weinig te doen in het altijd bruisende Hargeysa. Het is dinsdagavond, elf uur. De WiFi ligt eruit! Ineens dringt het tot me door dat ik nog een biebboek heb liggen. Er is dus wél iets te doen. Op momenten als deze ben ik heel blij dat de bibliotheek mijn abonnementen jaarlijks automatisch verlengd. Heerlijk, het is weer eens tijd voor een goede detective.
HABON ABDULAHI www.habon91.wordpress.com
6
ZING NOOIT IN EEN BEJAARDENHUIS Boudewijn Otten
De Rijdende Rechter kan wel ophouden als de bouwkundigen van de toekomst nog beter rekenen aan hun ontwerpen. Geluidsoverlast is te voorkomen, predikt Bouwkundedocent Henk Fokkens. ‘En jullie moeten dat doen!’.
In sommige bioscopen bewegen de stoelen. Niemand merkt dat, maar iedereen hoort het. Of niet, het is maar hoe je het bekijkt. ‘Wat is geluid?’, vraagt Henk Fokkens zijn gehoor in de Van DoorenVeste. Een eitje voor de bijna honderd eerstejaars Bouwkunde die studentenvroeg (negen uur) zijn neergestreken in het Auditorium. Golven!, klinkt het vanaf alle rijen. Zo, iedereen is bij de les. ‘Hoe snel gaat geluid door lucht?’ Dat is andere koek. De zaal zwijgt. ‘340 meter per seconde, dames en heren!’ Fokkens is een docent van het type vol gas weetjes en wistjedatjes. ‘Waar gaat geluid sneller doorheen, door lucht of door staal? Wie zei daar “Even snel”?’ Het is Ben. ‘Ben, jongen, waarom zeg je dat nou?’ ‘Je moet toch wat zeggen’, probeert Ben. ‘Staal geleidt veel beter. Tien keer zo snel, mensen, of eigenlijk nog iets meer. Vierduizend meter per seconde. Onthoud de vuistregel: hoe massiever, hoe sneller.’ Fokkens heft een boekwerk in de hoogte. ‘Het tabellenboekje. De bijbel van de bouwfysica. Dit boek wordt je beste vriend.’ In het Tabellenboek staan onder meer de alfawaarden. De alfa-waarde is het cijfer dat de mate van absorptie van een materiaal aangeeft. Voor bouwkundigen zijn de alfawaarden van bouwmateriaal essentieel, ze bepalen de akoestiek in ruimtes. In sommige ruimtes hoor je alles. ‘Ik
speel het liefst gitaar in de badkamer, daar hoor je iedere toon die je aanslaat.’ In een verpleeghuis kunnen muzikanten minder goed uit de voeten. ‘Zing nooit in een bejaardenhuis, dat klinkt voor geen meter.’ Bij oma is het stil. Tapijt, smyrnakleedjes op tafel, stoffen stoelen, ze absorberen het geluid enorm. ‘Daarom moet je als je naar een concert gaat je jas in de garderobe hangen. Wel zo gezellig, trouwens.’ Geluid heeft een enorme invloed op mensen. ‘Tachtig procent van de burenruzies gaat over geluid. Maar je kunt er wat aan doen. En jullie móeten er wat aan doen. Door de juiste materialen te gebruiken en door goed te rekenen.’ Het Bouwbesluit stelt strenge normen voor akoestiek, die per ruimte verschillen. In het tabellenboek staan de nagalmtijden bijvoorbeeld keurig op een rijtje. ‘In een kantoor moet een slechtnieuwsgesprek goed overkomen, in een klaslokaal moet je de leraar op de achterste rij goed kunnen verstaan, in een kerk moet de dominee langzamer praten om zich verstaanbaar te maken. Wie weet waarom… Niemand? Het orgel! Kerkorgels hebben een grote ruimte nodig om goed te klinken. Met dat effect houden dominees dus rekening, ze hebben echt geen spraakgebrek.’ Alles aan geluid is te meten, de normen zijn streng en het niet naleven van voorschriften kan de bouwer duur te staan komen. ‘Aan jullie om die ellende te voorkomen. Dat kan door goed aan de modellen te rekenen. Vervolgens moet je wel dúrven. Jullie moeten zelfs tegen een aannemer durven zeggen dat ie z’n werk over moet doen.’ Ervaringsdeskundige Fokkens deinst daar inmiddels niet meer voor terug. ‘Je moet zeer alert zijn op contactgeluid. Ik zet altijd een bouwlamp op muurtjes die tussen woningen zijn aangebracht. Dan zie ik de zwakke plekken in het metselwerk. Soms kan een voeger die nog bijwerken, maar soms moet het gewoon over. Daarmee kun je veel leed voorkomen.’ Bioscopen die hun stoelen laten bewegen om het geluid z’n weg zo goed mogelijk te laten volgen zijn al om van te smullen, maar het summum van de akoestische bouwfysica treft Fokkens aan in concertzalen. Daar komen alle foefjes in volle glorie tot uiting. ‘Al die hoekjes en rondingen, al die verschillende materialen, alles piekfijn uitgedacht en -gerekend. Maar het leukste zijn de plafonds. Let maar op, ze bewegen. De trompet vraagt een andere akoestiek dan de viool. Dat wordt dus allemaal ingeregeld. Dat is een vak, jongens en meisjes. Een prachtig vak.’
Foto: Luuk Steemers
Illustratie: Yoni Bakker 8
SCHONE MOBILITEIT
‘HET IS EEN BEETJE EEN KIP-EN-EI-VERHAAL’ Rina Tienstra
In de werk-leerruimte van EnTranCe leggen Edwin Bos (23) en René Klootsema (24) op 24 februari de laatste hand aan hun onderzoeksrapport over het uitrollen van laadpalen voor elektrische auto’s in de gemeente Groningen. De studenten Human Technology hebben een afrondend gesprek over hun onderzoeksopdracht met Rolf Velthuijs, de coördinator van de minor Energie & ICT. Daarna presenteren ze hun bevindingen aan de opdrachtgever.
Laadpalen voor elektrische auto’s zijn booming business. Edwin en René deden er onderzoek naar voor de gemeente Groningen.
Edwin: ‘In maart vorig jaar stonden er vijftig oplaadpunten voor elektrische auto’s gepland op parkeerplaatsen, P&R-plaatsen en transferia en bij bedrijven in de gemeente Groningen.’ René: ‘Onze onderzoeksvraag was: hoe kunnen semi-openbare laadpalen op private terreinen optimaal gefaciliteerd worden door de gemeente Groningen?’ Edwin: ‘Elektrisch rijden is upcoming. Het aantal bedrijven dat elektrische auto’s aanschaft, groeit. Maar die accu’s moeten natuurlijk wél ergens opgeladen worden. Het is een beetje een kip-enei-verhaal.’ René: ‘Het plaatsen van nieuwe laadpalen hangt af van de infrastructuur en de capaciteit op het elektriciteitsnet. De leidingen liggen er al of ze moeten worden aangelegd. Veel bedrijven willen in de toekomst best elektrische auto’s gebruiken, ook kleine ondernemers. Maar het is de vraag of ze zelf zo’n laadpaal willen en kunnen aanschaffen. Het is een investering. Als er een eentje bij een bedrijf in de buurt komt te staan, kunnen ze daar ook gezamenlijk gebruik van maken, in de vorm van een community.’ Edwin: ‘Grote bedrijven, zoals de Ikea, Saturn en McDonald’s, kunnen ze heel gemakkelijk plaatsen, de infrastructuur ligt er al. Martiniplaza heeft er ook al jaren zes. En er komen er meer. Een laadpunt in de buurt heeft toegevoegde waarde voor ondernemers. Ze gebruiken het zelf en bieden het hun klanten aan als extra service. Dat is goed voor hun imago.’ René: ‘Ondernemers moeten kosten en baten afwegen. Het aanleggen van zo’n laadpunt kost nu ongeveer drie duizend euro, maar de prijzen fluctueren met de dag. Een kwestie van vraag
en aanbod. De prijs heeft ook te maken met het laadvermogen en de snelheid bij het laden. Als je hem alleen zelf gebruikt, heb je minder laadvermogen nodig.’ Edwin: ‘De gemeente wil samenwerken met de bedrijven en geeft subsidie op de plaatsing. Vijfhonderd euro voor een particulier of een onderneming die er alleen zelf gebruik van maakt, en 2500 euro als je hem deelt met andere ondernemers. Het opladen levert de ondernemer geld op als hij er anderen van gebruik laat maken.’ René: ‘Uit ons onderzoek bleek dat veel ondernemers niet van de subsidies op de hoogte waren. We hebben een enquête gehouden en steekproefsgewijs interviews gedaan bij twintig ondernemingen, zowel grote als kleine, van tandarts tot tuincentrum. We vroegen ze of ze een elektrische auto zouden willen gebruiken, of ze een laadpaal zouden willen en of ze die zouden willen delen met collega-ondernemers.’ Edwin: ‘31 procent zag er de waarde van in, 69 procent nog niet. Die 69 procent wil de gemeente natuurlijk in de toekomst bereiken.’ René: ‘Er zijn wel e-mails en folders verstuurd over de subsidiemogelijkheden voor ondernemingen, maar die bleken vaak niet bij de juiste persoon binnen te zijn gekomen.’ Edwin: ‘We adviseren de gemeente ook hoe ze aan effectieve informatievoorziening kan doen, we hebben daarvoor een adviesrapport geschreven. Een persoonlijke benadering blijkt meer respons op te leveren, is onze ervaring.’ René en Edwin gaan door met onderzoeken in schone energie en mobiliteit. René: ‘Met drie andere studenten zal ik een derdejaarsstage doen voor een andere gemeente. We inventariseren de mogelijkheden om laadpunten aan te leggen bij lantarenpalen en de gebruiksvriendelijkheid voor de gebruikers.’ Edwin: ‘De Stichting Energy Expo, een platform dat partijen samenbrengt die zich bezighouden met duurzame mobiliteit, wil een nieuwe ruimte bouwen voor de doorlopende expositie Een blik in de toekomst van duurzame mobiliteit. Thema is een tijdslijn van verleden, heden en toekomst. Ik zal daarvoor concepten voor de vorm en inhoud aanleveren.’ 9
EEN REIS IN DUURZAME ENERGIE Loes Vader
Toine Bartelet (24) studeerde Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na zijn Bachelor worstelde hij met de vraag: wat wil ik nou eigenlijk met mijn studie? Hij besloot de wereld in te gaan om inspiratie op te doen. Het werd een reis in duurzame energie.
Foto: Luuk Steemers 10
‘De wereld in en mijn hoofd leegmaken. Een half jaar van bezinning. Dat was mijn plan toen ik na mijn Bachelor Bedrijfskunde de motivatie niet kon vinden om verder te studeren.’ Het liep anders toen Toine werd gevraagd voor het bestuur van het studentenplatform SAMEEN (Samen Eigen Energie). Zijn belangstelling voor duurzame energie was aangewakkerd. Via SAMEEN kreeg Toine een bijbaan bij een lokale energiecoöperatie in Utrecht die energie aan klanten wilde leveren. Een coöperatie die te vergelijken is met Grunneger Power, waarbij de leden het voor het zeggen hebben, en niet de aandeelhouders. ‘Mensen zijn hun geloof in grote ondernemingen en de overheid verloren, ze willen niet meer dat hun geld naar Zweden of Duitsland gaat, of naar kernenergie. Lokale initiatieven doen het daarentegen prima. Samen met je vrienden en je buren energie inkopen en opwekken. Alternatieve energie uit zon, wind en biogas. Bij coöperaties gaan hele andere businessmodellen werken. Initiatieven vanuit het ideaal zijn sowieso een betere motivatie dan puur economische. Dat is dan weer het positieve van de economische crisis. We worden gedwongen om op een andere manier over dingen na te denken. Waarom doen we dingen op een bepaalde manier en hoe kan het anders?’
INHAALSLAG BASISWISKUNDE De combinatie van duurzame energie en bedrijfskunde vond hij bij de Hanzehogeschool, waar lector Energietransitie Wim van Gemert hem wees op twee Europese masters Renewable Energy. De technische master is in september 2012 gestart en de master met technische én economische raakvlakken moet in 2015 beginnen. ‘Als student ben ik bij het opzetten van deze Europese master betrokken. Ik doe nu een soort pilot waarin ik gedeeltelijk vakkennis opdoe in het bedrijfsleven en gedeeltelijk mijn eigen studie vormgeef. Dat komt er in de praktijk op neer dat ik drie dagen in de week als trainee werk bij gashandelonderneming Gasterra en twee dagen een individueel leertraject met veel technische vakken volg aan de Hanze. Ik mis nogal wat technische kennis doordat ik op het Gooisch Lyceum in Bussum de economische route volgde. Ik was toen nog niet echt gemotiveerd voor technische vakken. Ik krijg nu bijvoorbeeld les in lineaire algebra, een inhaalslag basiswiskunde. En ik heb net een college thermodynamica gehad. Vrij pittig allemaal, maar het is wel wat ik nodig heb. Iemand die een puur technische studie heeft gedaan zal zich voor deze master moeten bijspijkeren in economie. IDEALISTEN ZOEKEN OPLOSSINGEN ‘Het vormgeven van mijn eigen studie is voor mij heel logisch. In mijn werk bij Gasterra vind ik vanzelf de hiaten in mijn kennis. Ik draai het onderwijs een beetje om. Van aanbod-gericht naar vraag-gericht. Volgens mij is deze weg ook de toekomst van het onderwijs. Ik voel me heel erg uitgedaagd en gestimuleerd om door te gaan.’ In april gaat Toine een cursus volgen aan de Universiteit in Aalborg in Denemarken. ‘Ik wil een project uit de buurt meenemen. Ik denk aan een model om één van de Waddeneilanden energieneutraal te maken.’ Het is één van de grootste uitdagingen van de nabije toekomst: de overgang naar een duurzame samenleving en het gebruik van schone energiebronnen. Dat vraagt om innovatieve studenten zoals Toine, idealisten die zoeken naar nieuwe oplossingen. Studenten die nieuwe technieken, businessmodellen en energieconcepten ontwikkelen én winstgevend maken. Als Toine volgens plan doorstudeert begint hij in 2015 als één van de eerste studenten aan de Europese Master Renewable Energy. In 2017 zou hij klaar kunnen zijn. ‘Dit is nog maar het begin, de ontwikkeling van alternatieve energie, zon, wind, brandstofcellen en biogas, is volop in beweging. Als je precies in je hoofd hebt wat je wilt, mis je hele mooie dingen.’
‘SCHOLEN KUNNEN FLINK ENERGIE BESPAREN DOOR GEDRAG’ Rina Tienstra
‘Slimmer energieverbruik? Het gedrag is de sleutel.’ Werktuigbouwkundestudent Yordi Bosman is één van de technische breinen van de Energy Challenge, een energiebespaarwedstrijd voor scholen.
Foto: Luuk Steemers
Yordi Bosman (20) heeft een bijzondere bijbaan. Hij is projectmedewerker bij de Energy Challenge, een wedstrijd voor scholieren uit Groningen, Friesland, Drenthe en Noord-Holland met als doel slimmer met energie om te gaan. ‘Het is een educatief project dat forse besparingen oplevert. Door de Energy Challenge komen kinderen op jonge leeftijd op een speelse manier in aanraking met energieverbruik en de mogelijkheden om dat te beperken.’ De projectleiding werft de scholen voor de Energy Challenge. ‘Als ze zich hebben aangemeld, komt het Challenge Team Techniek in beeld. Ik dus. Met een student Bouwkunde en vier mbo-studenten gaan wij langs op de school en maken een technische opname, een energiescan. We bekijken wat voor verwarmings- en verlichtingsinstallaties er zijn en hoeveel en welke lampen ze gebruiken. We lopen met de leerlingen met een warmtecamera door de school om de temperatuur en het energieverlies te meten. We letten ook op stand-by-dingen. Daarna plaatsen we kastjes in
het gebouw om het energieverbruik in de gaten te houden.’ De schoolleiding en de leraren doen mee aan de Challenge. ‘Het gaat vaak om hele simpele dingen. Als particulier letten we wel steeds beter op ons energieverbruik, omdat we dat in onze portemonnee voelen. In werksituaties weten mensen soms niet eens hoe ze met een gebouw om moeten gaan. In plaats van de thermostaatknop omlaag te zetten als het warm is in de klas, doet de leraar bijvoorbeeld een raam open. De energie vliegt dan regelrecht het raam uit. Op sommige middelbare scholen laten ze de frisdrankenautomaat in de zomervakantie vrolijk aanstaan. Ik durf gerust te zeggen dat de gemiddelde school tien tot vijftien procent op gas en elektriciteit kan besparen. Zónder grote investeringen of renovaties. Om van de besparingen op langere termijn maar niet te spreken. ‘We maken een rapport voor de schoolleiding en elke school levert acht leerlingen aan, de Energizers. Die verzinnen campagnes om de docenten en
leerlingen bewust te maken van energieverbruik en de energiekennis op school te vergroten. Een jury van mensen uit het bedrijfsleven bepaalt na vijf maanden welke school de beste ideeën aanleverde. Op een school in Groningen loopt nu bijvoorbeeld iedere dag een groep leerlingen rond die het licht uitdoet. Het resultaat daarvan zagen ze op onze monitoringskastjes. Op die real-timegrafiek daalde het verbruik spectaculair toen ze de lichten uitdeden. Een aha-erlebnis.’ Zijn werktuigbouwkundige kennis komt Yordi goed van pas. ‘Ik doe het technisch voorwerk en analyseer de stand van zaken in de nul-situatie. Daarna schrijf ik de adviezen. Dat is dus maatwerk, ik schets een lange- en kortetermijnterugverdientijd.’ Ook Yordi zelf heeft een lange-termijnvisie. ‘Je kunt gerust zeggen dat de energie-business booming is. Ik ga zeker de energie in. Zo kan ik bijdragen aan het oplossen van klimaatproblematiek en het milieubewustzijn vergroten.’ 11
VAN THE AGE OF I NAAR THE AGE OF WE Rina Tienstra
SAAMEEN kijkt verder dan de stekker. Michelle Everett is voorzitter van de groeiende coöperatieve vereniging. ‘Met de simpelste dingen kun je de wereld verbeteren.’ Het ‘woonwagenkampje’ van Energy Transition Centre EnTranCe, zoals lector Wim van Gemert van het Kenniscentrum Energie, het complex gekscherend aanduidt, ligt aan de rand van de Zernikecampus. ‘Als je studenten zoekt die met Duurzame Energie bezig zijn, moet je daar wezen.’ Het EnTranCe-terrein lijkt er wat verlaten bij te liggen op woensdag 4 februari. Maar dat is schijn, want in de witte barakken bruist het volgens Michelle Everett van energie. ‘Er staan zonnepanelen, windturbines en er worden continu apparaten getest.’ EnTranCE is de thuisbasis van het studenteninitiatief SAMEEN (SAMen Eigen ENergie) waarvan de student Technische Bedrijfskunde de voorzittershamer hanteert. ‘Ons bestuur probeert studenten een bijdrage te laten leveren aan de energie-oplossingen van de toekomst. Wij zorgen voor bijbanen en stages.’ Hoe kwam je erbij om je op de energie te storten? ‘Energie is essentieel voor de ontwikkeling van de mensheid. Het thema energie kwam naar voren in één van de blokken van mijn opleiding. Toen ik hoorde dat er deelnemers werden gezocht voor een pilot van de minor Energy & Society bij Technische Bedrijfskunde, twijfelde ik geen moment. Het technische aspect van de minor had ik verwacht. Maar het bleek dat juist de politieke, economische en sociale elementen van de energiewereld naar voren kwamen. Facetten waar mensen niet snel aan denken bij energie. De energiewereld is een multidisciplinaire, kennisintensieve branche, en complex. Kortom, een wereld waarin veel werk te verzetten is. Specialisten en generalisten werken er steeds meer in samen. Die multidisciplinaire aanpak passen we ook toe bij SAMEEN.’ 12
Foto: Luuk Steemers
Hoe doet SAMEEN dat? ‘SAMEEN is een platform van studenten en bedrijven die samen aan energietransitie werken door de overgang naar duurzame energie te stimuleren. We kijken verder dan de stekker. Als student van SAMEEN help je organisaties bij het verwezenlijken van hun duurzame ambities. We doen onderzoek en geven ondersteuning.’ Best een duurzame ambitie… ‘Van the Age of I gaan we naar de Age of We. Mensen willen zélf beslissen waar hun energie vandaan komt. We streven naar coöperaties waarin consumenten, prosumenten (klanten die gelijktijdig producenten zijn, red.) en producenten samen beslissen over de gang van zaken. Met kleine dingen kun je al energie besparen. Het gaat vooral om gedrag en inzicht. Als je een energiemonitoringskastje gebruikt, zie je de pieken van je energieverbruik bijvoorbeeld direct. Dan ga je je afvragen of sommige energievretende apparaten wel echt nodig zijn. Meten is weten.’ Wat doen de studenten van SAMEEN? ‘Ze werken aan opdrachten van bedrijven. Het varieert van een haalbaarheidsonderzoek naar
zonnepanelen op transferia tot een onderzoek naar het koelen van datacentra met op gas gestookte warmtepompen. De studenten hebben heel verschillende achtergronden. Sommigen technische kennis, maar er lopen ook studenten rond die een economische of een juridische opleiding volgen, of toegepaste psychologie. Onze stages en bijbanen hebben een toegevoegde waarde voor alle partijen. Interessanter dan achter de kassa in de supermarkt zitten, toch? ’ Hoe kom je aan studenten? ‘Via ons netwerk, maar er zijn ook studenten die reageren via onze website en Facebook en twitter. We hebben inmiddels zo’n zestig leden en duizend contacten. Een lidmaatschap kost studenten 25 euro per jaar. Particulieren betalen vijftig euro. We hebben regelmatig vacatures op het gebied van marketing, sales, recht, financiën en toegepaste psychologie. Je kunt je CV insturen en vervolgens praten we met de beste kandidaten. De studenten bouwen zo tijdens de studie al aan een professioneel netwerk en doen werkervaring op. Eigen initiatief en de inbreng van ideeën waarderen we ook, je kunt op deze manier ook je eigen werk creëren.’
D.E.A.L. MAAKT TECHNIEK SEXY Loes Vader
Filmmaker Fedde Hoekstra studeerde in 1994 af aan Academie Minerva. De in Leeuwarden geboren en getogen kunstenaar zette zijn eerste stappen niet achter, maar vóór de camera.
‘Ik was een kindsterretje’, grinnikt Fedde. ‘Door een project van de VARA kregen zo’n twintig jongeren uit heel Nederland les in acteren voor de camera. Daar ken ik Tygo Gernandt van. De dramaserie die uit het project moest voortkomen kwam helaas nooit van de grond, maar van het één kwam het ander. Ik speelde in Spijkerhoek, een populaire serie eind jaren ’80.’ Fedde stond al jong voor de camera. Later werkte hij vooral achter de schermen. In D.E.A.L. staat hij achter én vóór de camera. D.E.A.L. is de pilot van een serie die de harten van jongeren sneller moet laten kloppen voor bètastudies. De film speelt zich af in de fraaie Eemsdelta. De film werd tijdens het afgelopen Internationaal Filmfestival Rotterdam in Groningen vertoond en scoorde daar hoge ogen in de publieksenquête. Bij de première in Delfzijl kreeg de film een staande ovatie.
Jongeren interesseren voor bètastudies, het klinkt als trekken aan een dood paard. ‘Er zijn nogal wat misconcepties. Dat er in techniek geen droog brood te verdienen valt en dat het allemaal zwaar en smerig werk is. Techniek is in ontwikkeling en heeft de toekomst, zeker in de energiesector. Bovendien kun je met techniek daadwerkelijk iets betekenen voor de maatschappij. Techniek koppel ik daarom aan zelfvertrouwen en eigenwaarde. Niet voor niets is zelfvertrouwen het thema van de film.’ BIOLOGISCHE PORSCHE Hoofdpersoon in D.E.A.L. is de zestienjarige techneut Tjalling. Voor het ontbijt maakt hij met zijn drone een vlucht over de Eemsdelta. Dan gaat hij met lood in de schoenen naar zijn stage bij de immer bekvechtende windmolenmonteurs Oscar en Riekus. Wanneer Tjalling vanuit de gondel van een windmolen een drugsbende ontmaskert die illegaal stroom tapt, ontpopt hij zich tot de grote held. ‘Tot je ellebogen in het smeervet, met dat ouderwetse beeld werf je geen jongeren. Wel met een technicus die rijdt in een biologische Porsche (elektrische sportwagen Fisker Karma, red.) en een jongen die HD-films maakt met zijn smartphone. Als je meisjes wilt triggeren voor techniek, zul je met ideële componenten moeten komen. Een betere wereld door schone energie bijvoorbeeld.’ Via de camera op Tjallings drone zie je schitterende beelden van Noordoost-Groningen. Van de zeekant, de industrie, de windmolens en een boer op de trekker. ‘Deze regio zit in het verdomhoekje. Je zou bijna zou vergeten hoe mooi Groningen is. Mijn debuutfilm De boule de boule, ook met Tygo in de hoofdrol, speelt zich af op een camping in Noordpolderzijl. In de winter: de donkere romantiek van desolate dooie akkers. Op filmfes-
tivals in Italië waren de mensen lyrisch over het vlakke Groninger land. Zoals wij Toscane exotisch vinden, kijken zij hun ogen uit bij de weidsheid van het platte land.’ THE ONLY WAY UP Fedde heeft rond de vijftigduizend euro nodig om de zevendelige serie te maken. Dat klinkt niet heel veel voor een serie. ‘Ik kan vrij goedkoop produceren. Ik heb het scenario zelf geschreven. Ik produceer, regisseer en ik monteer. Ik speel zelf ook nog een rol. Doordat ik zelf de touwtjes in handen heb, druk ik de kosten. Het liefst ga ik met een klein redactieteam aan de slag om prachtige verhalen te verzinnen. Verhalen over schone energie. De boerderij van Tjallings ouders die van traditionele akkerbouw overgaat op algenteelt, vergisting en windenergie. Energietechniek is the only way up. De enige tak van sport waar nog muziek in zit.’ Fedde Hoekstra (Leeuwarden, 1970) is werkzaam in de Nederlandse filmwereld. Vanaf 1987 is hij actief als regisseur, acteur, producent, scenarioschrijver, editor, opnameleider en cameraman. Hij regisseerde de dramaseries, Dankert & Dankert (2007) en Bit (2009) en de film Snuf de hond in oorlogstijd (2008). Voor Bit leverde hij bijdragen aan het scenario. In 2010 maakte hij de low budget-film De boule de boule, die op meer dan 25 internationale filmfestivals te zien was en op het MCM Filmfest 2011 prijzen won voor regie en de montage. Naast D.E.A.L bracht hij in 2013 de korte familiefilm 2 Look 4 a view uit.
13
‘HET CENTRUM IS VOOR HET CDA DE CAMPUS’ Loes Vader
Je staat nummer zes, maak je een kans op een plaats in de gemeenteraad? ‘Eerlijk gezegd alleen bij voorkeursstemmen. Het CDA heeft nu twee zetels. We zitten landelijk gezien weer in de lift en ik denk dat drie of vier zetels reëel zijn. Landelijk zijn de mensen klaar met de PvdA en de VVD. Ook al regeert de PvdA hier sinds de Tweede Wereldoorlog onafgebroken, dat zou nu wel eens voorbij kunnen zijn.’
David Westerink (21) staat nummer zes op de kieslijst van het CDA in Groningen. De tweedejaars Sociaal Juridische Dienstverlening is voor een bruisende stad. ‘Piekuren moeten blijven en dance-feesten ook.’
Foto: Luuk Steemers 14
Waarom het CDA? Niet echt een studentenpartij of een partij waar veel jongeren zich thuis bij voelen. ‘Ik ben geboren en getogen Stadjer en de toekomst van de stad ligt mij na aan het hart. Via lokale politiek kun je invloed uitoefenen op je eigen leefomgeving. Daarnaast gaan er steeds meer landelijke verantwoordelijkheden en taken naar de gemeenten. Niet alleen omvangrijke, zoals jeugdzorg en de uitvoering van de AWBZ, de gemeente kan vanaf medio 2014 ook huisjesmelkers aanpakken. Die kunnen bij slecht functioneren een boete krijgen of de gemeente kan het beheer overnemen. Al ben ik van huis uit protestants, het christelijke geloof is niet mijn drijfveer om voor het CDA te kiezen. Ik voel me er thuis omdat ik vind dat de mens pas tot zijn recht komt in relatie tot de ander. De christelijke normen en waarden, zoals heb je naaste lief zoals jezelf, zijn voor iedereen mooi. Ook voor atheïsten en moslims. Bij de VVD gaat het me te veel over marktwerking en de linkse partijen nemen de burger te veel aan het handje. Het CDA kiest daarin een middenweg.’ Over welke onderwerpen maak jij je druk? ‘De piekuren dreigen te verdwijnen in de stad. ChristenUnie, SP, GroenLinks en de Stadspartij zijn tegen de goedkope borreluurtjes. Het CDA vindt dat iedereen hierin zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Groningen is een studentenstad! ‘Het CDA is tegen een studentencampus. Het centrum is voor ons de campus. De leefbaarheid van de binnenstad gaat naar de knoppen als er geen studenten meer wonen. Wij willen het centrum zo bruisend mogelijk houden. Dus ook geen vijftien-procentnorm in de binnenstad. Student & Stad wil die norm in de schilwijken loslaten, dat vind ik niet redelijk omdat daar de gezinnen met kinderen wonen en de leefbaarheid in de wijk moet worden gewaarborgd. De gemeente moet wel steeds blijven zoeken naar alternatieve studentenlocaties.’
25 gemeenten, waaronder Groningen, hebben plannen ingediend voor legalisering van de wietteelt. Wat vind jij? ‘Daar stel je een vervelende vraag, want persoonlijk ben ik het daarmee eens. Het haalt wiet uit het criminele circuit. Je kunt de kwaliteit in de gaten houden en je kunt er als overheid nog eens geld aan verdienen door belasting te heffen. Ook veiligheid is een aspect. Er komen nogal eens brandjes voor door de lampen en het illegaal aftappen van stroom. Het standpunt van het CDA is echter anders en als ik in de raad kom, zal ik me daar aan houden.’ Een ander item is het aantal dance- en trancefeesten. Vindt het CDA dat dat er minder moeten worden? ‘Nu worden veel feesten in het Stadspark gehouden en is de druk daardoor in die buurt wat aan de hoge kant. Er zijn voldoende alternatieve locaties zoals Kardinge, de Euroborg, het Ebbingekwartier… Dus niet mínder dancefeesten, maar beter verspreide. Ik vind dat we de overlast voor de buurt serieus moeten nemen.’ Wat vindt het CDA van het idee om alle nieuwe woningen energieneutraal te maken? ‘Voorlopig niet haalbaar. Al vind ik wel dat er geïnvesteerd moet worden in duurzame energie en dat de aanschaf van zonnepanelen zou moeten worden gestimuleerd. Maar het is ieders vrije keuze.’ En de aardbevingsproblematiek? ‘Het CDA heeft B&W vragen gesteld over de aardbevingsrisico’s in de stad. In wijken zoals Lewenborg en Beijum is dit een serieus risico. Nieuwe huizen zouden daar in de toekomst wellicht aardbevingsbestendig gebouwd moeten worden.’ Het Forum? ‘Van het Forum kunnen we niet meer af. Daar moeten we ons bij neerleggen. Er is genoeg geld aan uitgegeven, dat wel. Het moet nu maar eens iets gaan opleveren. Het Forum moet niet alleen voor cultuurbobo’s worden.’ TNS Nipo voorspelt een dramatische opkomst van 42 procent. Heb jij nog een wervende boodschap? ‘Stem op 19 maart op een Hanzestudent!’
‘STUDENT IS GEEN TWEEDERANGS BURGER’ Luuk Steemers
Wat voor ervaring breng je mee? ‘Ik ben een jaar voorzitter geweest van de studievereniging Villa ’96. Ik zit nog steeds in de Raad van Toezicht. Toen ik voorzitter was, merkte ik dat ik het leuk vond om samen met de Hanze Studentenbelangen Vereniging en de Stichting Studenten Activiteiten allerlei evenementen neer te zetten. Je moet dan heel goed elkaars belangen afwegen en die afweging in actie omzetten. Als gemeenteraadslid doe je dat eigenlijk ook. Zo ben ik eigenlijk op het idee gekomen om me kandidaat te stellen.’
Arjen Banach (24), vierdejaars Vastgoed & Makelaardij, is de nummer vijf op de kieslijst van Student en Stad. Student en Stad heeft één zetel in de gemeenteraad, jij staat op nummer vijf. Dan kom je er waarschijnlijk niet in. ‘Oh, jawel hoor! Student en Stad knipt de termijnen van de raadsleden op in blokjes van één of twee jaar. Als we op één zetel blijven staan, kom ik niet in de raad, maar als we twee zetels krijgen ben ik na twee jaar aan de beurt. Als we drie zetels winnen, zit ik volgend jaar al in de raad. Dat gaat lukken, denk ik. We zetten dit jaar voor het eerst zwaar in op social media om in contact te komen met studenten. Bijna één op de drie Groningers is student. Dan kan het toch haast niet anders dan dat we meer stemmen krijgen?’ Tegen de tijd dat jij in de raad zit, ben je geen student meer. ‘In juli hoop ik af te studeren. Maar je hoeft niet per se student te zijn om voor studenten op te komen. Voor mij is politiek niet direct mijn roeping, maar ik vind het wel geweldig om lokaal zaken te kunnen aanpakken, je eigen woonomgeving te beïnvloeden. Op lokaal niveau kun je veel verschil maken. Student en Stad heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat de koopzondagen er kwamen. Hartstikke handig voor studenten. Nu moeten we ervoor waken dat dat niet wordt teruggedraaid. Met name het CDA zou dat wel willen.’
Maar waarom bij een lokale partij? ‘Nou, eerlijk gezegd, in eerste instantie omdat ik daar allerlei contacten heb. Bij Student en Stad staan ze open voor jong talent. Andere partijen willen toch vaak meer politieke en bestuurlijke ervaring. Maar ik ben het vooral ook heel erg eens met de visie van Student en Stad.’ Leg uit. ‘Ik vind dat veel partijen in de gemeenteraad studenten niet serieus nemen. De jeugd heeft de toekomst, maar ondertussen vertrekt het gros van de afgestudeerden naar de Randstad, een brain drain. Er moet een beter vestigingsklimaat komen voor bedrijven in de stad. Jonge ondernemers moeten goede ondersteuning krijgen.’
gedaan waaruit bleek dat meer dan tachtig procent van alle overlast in de stad niets met studenten te maken heeft. Toch wordt overlast vaak gezien als een typisch studenten-issue. ‘De vijftienprocentnorm is een ander voorbeeld. In de binnenstad mogen nu niet meer dan vijftien procent van de woningen studentenhuizen zijn. Probeer zo’n regel eens in te voeren voor welke andere bevolkingsgroep dan ook. Je wordt meteen van discriminatie beschuldigd. Maar bij studenten kan dat blijkbaar. Zo’n voorstel wordt nog aangenomen ook! Die norm gaat averechts uitpakken, denk ik. Sommige partijen willen dat de Schildersbuurt, een wijk waar traditioneel veel studenten wonen, ook onder de vijftienprocentnorm valt. Dat betekent dat daar veel studenten weg moeten. Die moeten dan uit een buurt die helemaal is ingesteld op studenten. Naar Paddepoel of Vinkhuizen, bijvoorbeeld, waar ze totaal niet aan studenten gewend zijn. Heel vreemd!’ Wat vind je nog meer belangrijk? ‘De afgelopen jaren wordt het aantal evenementen in de binnenstad, zoals dance parties, steeds verder beperkt. Dat vind ik jammer. Die evenementen zijn goed voor de stad. Cultuur is belangrijk. Daarvoor maak ik me sterk.’
Jij bent zelf ondernemer. ‘Een vaste baan is lastig te combineren met het raadswerk. Daarom ga ik na mijn studie niet direct op zoek naar een baan. Ik ga wel door met mijn twee bedrijven. Met Toekomstdromen geef ik workshops en seminars voor studenten over hoe je erachter komt waar je echt gelukkig van wordt. Opleidingen besteden daar te weinig aandacht aan. Zelf kwam ik er door veel boeken te lezen achter dat ik het prachtig vond om workshops te geven. Mijn andere bedrijf, Spelletjesfabriek, heb ik samen met een vriend. We organiseren spelletjesdagen voor groepen. We brengen binnenkort een nieuw bordspel op de markt.’ Waarom is Student en Stad nodig? ‘Sommige partijen zien studenten als tweederangs burgers. De belangen van studenten staan door onder druk. Nu wil de Stadpartij studenten zoveel mogelijk uit de binnenstad verbannen naar een campus op het Suikerunieterrein. Alsof studenten de schuld zijn van alle rotzooi. Er is een onderzoek 15
IN DE ZEVENDE HEMEL Gijs Hardeman
Klimmen naar de hoogste toppen van Kirgizië, op eigen kracht omhoog in de Alpen, op expeditie in de Kaukasus en freeriden in de Marokkaanse poedersneeuw. In de bergen is hij helemaal in de wolken. Boris Textor is één van de acht Nederlanders die het tot Bergführer schopten. 16
Hij is de jongste van de acht Nederlanders die een officiële internationaal erkende berggidsbadge mogen dragen. Op z’n 26-ste rondde Boris Textor de allerhoogste opleiding in de bergsport af: der Staatlich geprüfte Lehrgang zur Ausbildung von Berg- und Schiführern und –führerinnen. Om tot deze leergang te worden toegelaten is moeilijker dan de opleiding zelf, beweert Boris. In 2011 was hij één van de 160 Applikanten voor een opleidingsplaats, slechts 25 wisten er één te bemachtigen. Boris, in 2007 afgestudeerd aan het Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool, behoort nu tot de kleine elite van het Nederlandse gidsengilde. ‘Toen ik met de opleiding begon waren er nog maar vier. Mijn droom is uitgekomen. Bergsport is een fantastische combinatie van fysieke arbeid en intens genieten. De natuur is de mooiste werkplek! Als kind was ik al nooit binnen te vinden.’ SNEEUW- EN LAWINEKUNDE Boris is gecertificeerd voor alles wat je in de bergen kunt uitspoken. ‘Zowel in de zomer als in de winter. En over de hele wereld. Van de Amerikaanse Rocky Mountains tot de Himalaya in Nepal. Maar voorlopig zijn het vooral de Europese Alpen waar ik omhoog en omlaag ga.’ Tirol is tegenwoordig Boris’ achtertuin, hij woont in Innsbruck. Ondanks dat de sneeuwcondities in Oostenrijk deze winter grillig zijn, heeft hij het druk. ‘Veel groepen en privéklanten. Ik hoop dat ik deze winter nog heel veel mooie lange freeri-
de-afdalingen kan maken, het liefst in combinatie met wat klimmen. Ski mountaineering is het mooiste wat er is, maar daarvoor is maar een heel kleine markt. Toerskiën is ook te gek en het wordt gelukkig steeds populairder. Maar ik ga nu vooral met mensen op pad die beter willen worden in offpiste skiën, mensen die wat willen leren en gewoon veilig op pad willen gaan. ‘Een gewone skiër ziet geen gevaren, die heeft niet in de gaten wanneer een helling op het punt staat om te gaan. Wij wel, omdat we de opbouw van het sneeuwdek dagelijks volgen en veel weten over sneeuw- en lawinekunde.’ EEN HEEL GAAF, HEEL KORT LEVEN Als basisschooljochie stapte Boris voor het eerst een klimhal binnen. Sinds juli 2013 is hij zelfstandig ondernemer, continu op pad met deelnemers over gletsjers en ander schitterend, maar gevaarlijk alpine terrein. Hij is relaxt, maar enorm streng. ‘Je neemt soms beslissingen die mensen niet leuk vinden. Op een gletsjer zitten overal spleten en lawinegevaar is er altijd en overal. Natuurlijk willen we overal wel naar beneden. Maar als het gevaarlijk kan zijn, heb ik geen keuze en cancel ik de tocht. Dat is soms lastig te verkroppen voor de gasten, omdat ze je hebben betaald om gave dingen te doen. Maar mijn leraar op de opleiding zei altijd: een berggids kan een heel gaaf en kort leven hebben of een heel lang en misschien iets minder spannend leven.’ De toppen van de wereld liggen aan de voeten
van de jongste berggids van Nederland. ‘Ik wil op expeditie naar zevenduizenders. Niet té hoge, maar wel heel technische routes. De moeilijkheidsgraad is mijn uitdaging, niet de hoogte.’ DE DOOD IN CHAMONIX Bergen zijn wreed. Boris’ beste klimvriend kwam vorig jaar om in Chamonix. ‘Ik was net terug uit Kirgizië toen ik het hoorde. Verschrikkelijk nieuws, het ongeluk was twee weken daarvoor gebeurd, de crematie was de dag na m’n aankomst. Heel heftig en droevig. Hij was aan het soleren geweest, klimmen zonder touw. Hij moet uitgegleden zijn, of hij heeft een losse steen gepakt.’ Het drama weerhoudt Boris er niet van om door te gaan met klimmen. Ook het soleren zal hij niet laten. ‘Ik ken de keerzijde. Ik ben voorzichtiger geworden, zeker sinds het ongeluk. Als ik soleer, neem ik routes die ver onder m’n niveau liggen. Er zit een heel klein risico aan, maar juist dat gevoel van risico zorgt voor grote focus. En het geeft een gevoel van ultieme vrijheid, je klimt in een soort van trance. When the mountains are calling, you must go.’ Boris Textor, de enige Nederlandse gids in de Oostelijke Alpen, is in te huren voor sportklimmen, alpinisme, freeriden, toerskiën of combinaties hiervan. Als het maar in de bergen is. Meer info: www.boristextor.nl en op www.facebook.com/boris.textor 17
Foto: Luuk Steemers
‘It is all about her eyes. I can drown in them. I simply love everything about Karolina. She can read between the lines and she always gets what she wants. The first time I saw her, was in our hometown Vinnytsia. We did an English language course when we were at high school. Strangely enough we studied at the same high school, but we never saw each other there, until the final exams. I really loved her at first sight but we did not date in Ukraine. I was studying hard, it was a challenge for me to learn English. I was focused on gathering good marks and asking questions all the time. I suppose Karina did not like that so much, she was not like that at all. We had different interests those days. ‘By coincidence we both went to Groningen to study at Hanze University and came to live in the same student house. Karolina’s room is three floors beneath mine. We met each other again and started dating in spring 2013. I asked her to walk with me to the grocery shop to do some shopping and afterwards we walked on and on and on. In the park and in the city, talking all the time. We were getting to know each other better and found many common interests. ‘King’s Day 2013 is the official date of the start of our relationship. I totally screwed up our first romantic dinner, by the way. Everything was perfect, there were candles everywhere and I spent a lot of time cooking the perfect spaghetti carbonara for her. Since there was some left, I wanted to put the rest into the fridge for the next day. I don’t know how it happened, but I turned the casserole upside down and everything was on the floor. I am not such a good chief as Karolina… ‘We spend a lot of time together, simply because that is nice. Everybody expects us to be together. We hang out in the same circles. In the international communities here as well as with our friends from Ukraine in the Netherlands. ’ 18
ITEM Rina Tienstra
Andrii and Karolina first met at an English language course in Vinnytsia, but they started dating in Groningen. King’s Day 2013 became their most romantic day of the year.
ANDRII RANTSEV 18 Second year International Business School KAROLINA MYGULKO 19 Second Year International Business School
‘What are you doing at my school?, I asked Andrii when I saw him at high school. I had met him at an English Language course before, and I thought he was really cute. But I was not looking or a relationship at that time. Besides he was trying hard to be top of the class, and I did not care about my marks a lot. I think you call it zesjescultuur in Dutch... I have to admit, Andrii changed my attitude at that point. Nevertheless, I taught him to chill out a little bit more and take some more free time. It is a good balance, I suppose. ‘Since we are studying at the same school, we are helping each other whenever we can. I help him out with our Dutch course. I was born in Eindhoven, we got back to Ukraine when I was three, but I can still remember some words. Andrii helps me with my reports and he changed my unhealthy way of living. I had to study eight hours per day and was living on pizzas, milkas and red bulls. Honey, let’s go to the go to the gym together, he said to me. So he learned me to play squash. Sometimes I even beat him now, but I am not sure he is playing seriously then. I certainly lost some kilos because of that. ‘I think the moment I really fell in love with him was when he offered me to borrow his camera, when I wanted to visit a friend in The Hague. ‘King’s Day 2013 was a really romantic day for both of us. We were in the city with lots of other people, but we only had eyes for each other. ‘I can rely on Andrii, he will always support me. Especially now that we are worried about the bad things happening in our country where people are fighting for their freedom we are glad to be together. Sometimes it is really hard to study, because we are checking the news and watching our telephones all the time. We try to keep in contact with our families, some of our relatives are living in Kiev. It is not easy, you can imagine that. Andrii and I will stay in the Netherlands for our third-year’s placements. Our families also want us to do so.’
DE WERKWEEK VAN HSV-FRACTIEVOORZITTER ROGIER KOOPMANS Luuk Steemers
Rogier Koopmans (24), tweedejaars Bedrijfseconomie, is fractievoorzitter van de Hanze Studentenbelangen Vereniging, de grootste studentenfractie van de hogeschoolmedezeggenschapsraad HMR. Zijn agenda is mudjevol.
DINSDAG 11 FEBRUARI 10.30-13.00 uur. College. Daarna nog even tijd om wat te studeren. 13.00-15.00 uur. Vandaag en morgen houden we Contactdag bij de trappen in het Atrium. De fractieleden praten met studenten, verkopen FC-Groningen-kaartjes met korting en zoeken sollicitanten. Vandaag laten we studenten een enquête op iPads invullen over digitalisering. Van de vierhonderd geënquêteerden willen 395 hun opdrachten het liefst digitaal inleveren. Nu geven ze gemiddeld zo’n twintig euro per jaar uit aan het printen en kopiëren. 15.00-20.00 uur. Studeren, naar huis en snel een hapje eten.
MAANDAG 10 FEBRUARI 9.00-13.00 uur. Iedere week vergaderen de achttien leden van de HMR, meestal door tot een uur of één. Soms loopt het wel eens uit. Aan het begin van het jaar maken de raadsleden hun college-uren bekend bij de roostermaker en die probeert daar rekening mee te houden. We beginnen om negen uur met een aantal stukken die door de commissies zijn voorbereid. Om half elf schuift het College van Bestuur aan. Er zijn vandaag veel toeschouwers, vooral studenten die zich kandidaat willen stellen bij de volgende MR-verkiezingen. De raad stemt uiteindelijk in met de numerus fixus voor Voeding & Diëtetiek, omdat er te veel diëtisten op de arbeidsmarkt dreigen te komen. De HSV was tegen omdat de fixus studenten juist het idee kan geven dat er wel werk is als je eenmaal door de selectie bent. Bovendien beperkt het je keuzevrijheid enorm. Als je één numerus- fixusstudie kiest, mag je tweede keuze geen andere numerus fixus-opleiding zijn. De HSV stemt wel voor een pilot voor digitalisering van toetsen bij de het Instituut voor Communicatie, Media & IT. We zijn sowieso voor een papierloze hogeschool. Naar school moeten om iets in een postvakje te doen is uit de tijd. 13.00-14.00 uur. College. 18.00-20.30 uur. Fractievergadering van de HSV. Dit jaar hebben we voor het eerst een steunfractie van niet-bestuurlijk-actieve studenten die een frisse blik op allerlei zaken inbrengen. Dat helpt onze vijf fractieleden bij het vormen van een opinie.
medewerker digitalisering over een workshop die we docenten willen aanbieden. We willen laten zien hoe studenten omgaan met sociale media, en zo meer. 16.30-18.30 uur. College. 20.00 uur. Eindelijk even iets wat niet direct met school te maken heeft. Een avond bij het onafhankelijk herendispuut Memento Vivere van mensen die een bestuursjaar hebben gedaan. DONDERDAG 13 FEBRUARI 8.30-10.30 uur. College. 11.00-18.30 uur. Gesprekken met twintig sollicitanten voor de nieuwe fractie. Uiteindelijk willen we er acht overhouden. Bijna alle leden van onze steunfractie zijn kandidaat geworden. 20.00 uur. Studievereniging Maslow van Maatschappelijk Werk & Dienstverlening kookt voor ons. Bij hun constitutionele borrel leenden wij hun onze pedelstok uit. Voorwaarde was dat ze er goed op moesten passen. Maar de staf stond om onverklaarbare redenen ineens buiten… Vandaar deze tegenprestatie. Hartstikke gezellig, dat wel. VRIJDAG 14 FEBRUARI
Foto: Luuk Steemers
20.00 -23.00 uur. Een vergadering van de fractie en het bestuur van HSV. We hebben het over de samenwerking en over de organisatie van een lezing door Kevin Dean over persoonlijk leiderschap. WOENSDAG 12 FEBRUARI 11.00-13.00 uur. We houden een nulmeting over de bekendheid van de HMR en HSV. Aan het einde van het jaar doen we dat opnieuw om te kijken of onze activiteiten leiden tot grotere bekendheid. 13.00-15.00 uur. Contactdag, net als gisteren. 15.30-16.30 uur. We hebben een gesprek met een
Even lekker uitslapen en rustig lunchen. 12.00 uur. Op ons HSV-kantoor agenda’s gemaakt en een presentatie voorbereid voor de algemene ledenvergadering. 13.00-14.00 uur. De HSV zit in de studentenwerkgroep Zernike die regelmatig overlegt over verkeer en faciliteiten op Zernike. We praten met Projectmanager Vastgoed Els Bijlholt over wethouder Joost van Keulen die met het OV-Bureau en busbedrijf Qbuzz komt kijken naar de omstandigheden hier. Misschien kan er naast de fontein op het Zernikeplein nog een gezellige plek komen? 15.00-18.00 uur. De laatste sollicitaties van kandidaat-fractieleden. ZATERDAG 15 FEBRUARI Iedere zaterdag werk ik bij de Gemeente Leeuwarden. ZONDAG 16 FEBRUARI Alvast wat stukken lezen voor de HMR-vergadering. Het was een behoorlijk drukke week van wel zestig uur. Ik vrees dat dit raadsjaar me uiteindelijk een jaar extra studietijd zal kosten. Maar dat heb ik er wel voor over. Dat extra jaar kan ik bij sollicitaties heel goed uitleggen. 19
HOREN & ZIEN GAME OF THRONES
OVERGAVE
Eén van de best bekeken series van dit moment begint binnenkort alweer aan haar vierde seizoen. Voor iedereen die een beetje achterloopt is er nu de box van het derde seizoen. Het koninkrijk Westeros lijkt uit z’n voegen te barsten door de oorlog om de troon. Een fantastisch decor met draken en politieke intriges waarin wordt gestreden met koud staal en geslepen tongen. Er is een speciale laag van de hel gereserveerd voor mensen die spoilers spuwen. Laten we het er daarom maar op houden dat fans van de serie inmiddels wel weten wat ze kunnen verwachten. Er wordt vaak gegrapt over de niets ontziende wijze waarop auteur George R. R. Martin omgaat met onze geliefde personages. Seizoen 3 trapt het geheel in een hogere versnelling. Niemand is veilig. De schrik zit er goed in en dat hoort zo. Een geweldige serie. Maar, hoe goed de serie ook is, lees alsjeblieft de boeken. Af en toe word het mes in het verhaal gezet. Begrijpelijk, want het moet allemaal wel in een televisie-format passen. Toch blijven daardoor veel interessante dingen liggen, en dat is erg jammer. Daarom, als fan, net geen vijf hartjes.
Come closer, feel what you've been dyin’ for Don’t be afraid babe, touch it and explode Understand, understand that I love you Oh, but more than that I want you
JMX
LV
CW
♥♥♥♥
♥♥♥
♥ / ♥♥♥♥
De zinnenprikkelende lyrics van Prince zijn de eerste woorden in Overgave. Een bundel waarvoor vijftien vrouwen een erotisch verhaal en een gedicht schreven. De verhalen zijn zeer divers, erotisch, grappig, spannend en hier en daar schaamteloos. Sommige verhalen zijn subtiel, andere expliciet. Sommige auteurs hebben ervaring met het genre, voor anderen is het de eerste keer. De schrijfsters, die zich hebben verzameld onder pseudoniem Elle van Bohemen, doneren de opbrengsten van de bundel aan Viva la Donna. Viva la Donna is een organisatie die vrouwen met kanker willen laten stralen. Erotische verhalen passen in deze doelstelling: vrouwen met kanker in de watten leggen. Als Overgave net zo’n hit wordt als de Vijftig Tinten-reeks van E.L. James kunnen straks duizenden vrouwen zich laten vertroetelen door Viva la Donna.
ADVERTENTIES
20
BAD GRANDPA Jackass: you either love it or hate it. Ik kan me nog goed een feestje herinneren waarbij de film Jackass 3D werd opgezet. Nog nooit zo’n abrupte scheiding in twee groepen gezien. De ene helft bulderde anderhalf uur van het lachen, de andere helft begaf zich binnen vijf minuten vol afschuw naar de keuken. Weg was het gemeenschappelijke feestgevoel. Om beide groepen van dienst te zijn dus maar een dubbele recensie. Voor de haters: dit is wederom een wanproduct. Alleen maar poep- en plasgrappen. Zet 12 Years A Slave maar op. Voor de liefhebbers: niet alle pranks zijn raak en het uitgangspunt, Johnny Knoxville die zich verkleedt als een opa en rare streken uithaalt, is te beperkt. Maar de grappen die wel werken, zijn vaak magistraal. Zo laat opa zijn kleinzoon (de geweldige tienjarige acteur Jackson Nicholl), verkleed als prinsesje meedoen aan een beauty pageant. Halverwege zijn act gooit de jongen zijn jurk uit en begint een ranzige stripact waarbij opa Knoxville dollars naar hem gooit. De geschokte blikken van de moeders in het publiek zijn priceless. Klinkt dat totaal niet grappig? Dan had je moeten stoppen met lezen na de eerste recensie.
TENTOONSTELLING: STUDENT EN STAD Student en Stad is een Groningse politieke partij. Maar het is ook de titel van een toch een beetje tegenvallende tentoonstelling in het Groninger Museum. Het is bijna onmogelijk, maar mocht het je ontgaan zijn: de universiteit bestaat vierhonderd jaar (1614-2014). Drie tentoonstellingen zetten het jubileum luister bij. Twee tentoonstellingen (over wetenschap en kunst) volgen later dit jaar in de Der A-kerk en het Universiteitsmuseum. Maar Student en Stad is te zien in het Groninger Museum. Bij de opening op 28 februari voorspelt directeur Andreas Blühm een feest der herkenning. De vierhonderdjarige relatie tussen de studenten en de stad vat Blühm samen als ‘leren, feesten en overlast’. Het eerste aspect, leren, het doen van een studie, hetgeen wat iemand een student maakt, komt niet of nauwelijks naar voren in de tentoonstelling. Curator Egge Knol koos voor de nadruk op het frivolere deel van het studentenleven. De
ontgroeningen, een gemaskerd bal, het verenigingsleven en z’n rituelen, en studentensport. De ontgroeningen, zo vertelt Knol, liepen dusdanig uit de hand dat er een vereniging in het leven werd geroepen. Het lijkt nu misschien een paradox, maar dat was studentenvereniging Vindicat atque Polit, dat dus niet voor niets Handhaaft en Beschaaft betekent. In de tentoonstelling is de student een kwajongen. Tot 1871 waren het ook enkel jongens. In dat jaar begon Aletta Jacobs aan haar studie aan de universiteit in Groningen. Dit bracht nogal wat reuring teweeg. Studentenvereniging Vindicat besloot dat vrouwen niet toelaatbaar waren, waarop de dames hun eigen vereniging oprichtten, Magna Pete (Latijn voor Streeft naar het Grote). In 400 jaar is veel veranderd. Curator Knol praat hierover met overweldigend enthousiasme. Zo waren er de hoedjes waaraan je kon zien wie welke studie deed. In een ver verleden kon de student ervoor kiezen of hij, als hij te heftig uit de band
was gesprongen, zou worden berecht door de politie of door de rector magnificus. Dit laatste leidde dan weer tot creatieve oplossingen. Het enthousiasme van Knol is terug te zien in de tentoonstelling. Die is gevuld met authentieke objecten met ieder hun eigen verhaal. Gretig trekken de bezoekers van vitrine naar vitrine. Wat is nu nog hetzelfde? Wat is er veranderd? Kunst, cultuur, sport, het verenigingsleven worden grondig en beeldend behandeld. De donkere bladzijdes in de Groninger student-en-stad-geschiedenis worden over- of vluchtig omgeslagen. Een bezoeker merkt op: ‘Hè? Maar één vitrine voor de oorlog?’ Een ander aspect, de politiek, wordt wel aangestipt. Een imposante zuil beplakt met posters die een prachtig beeld van de tijd geven. Maar het is bovenal een tentoonstelling over de student die anderen onder de tafel drinkt, niet over de student die met de vuist op tafel slaat. De tentoonstelling Student en Stad in het Groninger Museum is tot en met 31 augustus te bezichtigen.
ADVERTENTIE
Foto: Sacha de Boer ADVERTENTIE
21
EPI-CENTRUM UIT DE STARTBLOKKEN Luuk Steemers
EPI-Centrum wordt het epicentrum van onderzoek naar en onderwijs in aardschokken en aardbevingsbestendig bouwen. Dat kwamen het Alfacollege, de Rijkuniversiteit en de Hanzehogeschool overeen. ‘De Groningse aardbevingsproblematiek leeft enorm. De helft van de afstudeervoorstellen van dit jaar gaat erover. Veel studenten zijn afkomstig uit het gebied, dagelijks zien ze de gevolgen. Bovendien lopen ze stage bij bedrijven of overheden die vragen over deze problematiek hebben.’ Hogeschooldocent Jelle Pama van de Academie voor Architectuur, Bouwkunde & Civiele Techniek (ABC) is één van de drijvende krachten achter de oprichting van het kenniscentrum EPI-Centrum Noord-Nederland dat zich richt op de aardbevingsproblematiek in Noordoost-Groningen. ‘De hoofdletters EPI staan voor Educatieplatform Innovatie’, legt Pama uit. ‘Het afgelopen half jaar raakte alles in een stroomversnelling: politici die poolshoogte nemen, demonstraties van
Jelle Pama voor een wandschildering van Bouwkundestudente Melissa Rolink. De schildering was blikvanger in de aardbevingsinforuimte op de Open Dag van 8 maart. Foto: Luuk Steemers
22
belangenverenigingen als Schokkend Groningen, het verminderen van de aardgaswinning rondom Loppersum.’ EARTHQUAKE ENGINEERING Een jaar geleden was er in Delft een minisymposium voor wetenschappers en technici over aardbevingen. Slechts vijf van de tachtig deelnemers kwamen uit het Noorden. ‘Dat verbaasde me. Toen ik hoorde dat er een cursus over Earthquake Engineering moest komen, pleitte ik meteen voor Groningen.’ Dat evenement, waaraan hoogleraren uit Delft en Londen deelnamen, vond in november 2013 plaats. ‘Dat willen we in de regio met EPI-Centrum: kennis en werk bieden. Waterschappen, provincies, bedrijven en particulieren hebben veel vragen. Over het aardbevingsbestendig maken van gebouwen, maar ook over schadetaxaties, het gedrag van dijken en het ondergronds leidingnet.’ Daarnaast is er de onrust. ‘Mensen voelen zich niet meer veilig in hun eigen huis, dat ze ook al niet meer kunnen verkopen.’ SLUIMERENDE GEBREKEN Het Kenniscentrum is nog in oprichting, maar Pama is al uit de startblokken geschoten met een platform voor aannemers. ‘Daarin zitten vertegenwoordigers van de NAM, lokale aannemersbedrijven, Bouwend Nederland en Libau, een onafhankelijke adviesorganisatie voor ruimtelijke kwaliteit.’ Aannemers krijgen vaak met emoties te maken. ‘Huiseigenaren die klagen over net gerepareerde scheuren die na een nieuwe aardschok weer
tevoorschijn komen. Hoe ga je daarmee om?’ Ook taxatiesverschillen zullen de aandacht van EPI-Centrum krijgen. ‘Waar de schade in de ene woning op vijftigduizend euro wordt geschat, ontvangt de eigenaar van een soortgelijk huis soms maar tienduizend. Dat betekent niet per se dat één van die taxaties niet klopt. Soms kan een aardbeving sluimerende gebreken verergeren zodat de situatie ineens gevaarlijk wordt. De inzichtelijkheid van de taxaties laat echter vaak te wensen over. Dat leidt tot onrust. Daarom biedt het Kenniscentrum, samen met NAM en ingenieursbureau Arcadis, de taxateurs een bijscholingscursus.’ DIEPE ONDERGROND & BEVING Het kenniscentrum wordt een kennisloket voor iedereen en een platform dat kennis verzamelt. En vanzelfsprekend wordt er toegepast onderzoek gedaan. ‘Natuurlijk hebben we contact met belangenorganisaties voor bewoners, zoals de Groninger Bodem Beweging. Ze zijn al een keer aangeschoven bij het aannemersplatform. We overleggen ook met de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Daar kun je simpelweg niet omheen, alleen al omdat alle taxateurs direct met de NAM te maken hebben. Maar voorop staat: we zijn een onafhankelijk platform.’ EPI-Centrum i.o. zet momenteel de minor Diepe Ondergrond & Aardbevingen op voor studenten van technische opleidingen, HBO-Rechten en sociale opleidingen. De minor start in september. ‘Wellicht kunnen mensen uit bedrijven gedeeltes van het programma volgen. We kijken daarom in welke kennis bedrijven, waterschappen, provincies en gemeenten interesse hebben. Met opleidingen als HBO-Rechten, Vastgoed & Makelaardij en Sociaal Juridische Dienstverlening willen we in de toekomst modules opzetten.’ De docenten die Diepe Ondergrond & Aardbevingen zullen draaien, komen voor driekwart van buiten. ‘Rien Herben, hoogleraar GEO-Energy aan de Rijksuniversiteit Groningen, neemt een deel van het programma voor zijn rekening. En we hebben al een aardbevingsexpert van ingenieursbureau Arcadis. Je hebt heel specifieke kennis nodig. Een aardbeving in Groningen heeft een heel ander karakter dan een beving door breuken in de aardkorst. Natuurlijke aardschokken duren tien à twintig seconden, de Groningse bevingen zijn na een seconde of twee voorbij.’ Ook de bodemstructuur heeft een belangrijke invloed. ‘Dat zijn dingen waarvan we nog lang niet alles weten. Volgens experts kampt Noordoost-Groningen de komende dertig jaar nog met aardbevingen. Kennisontwikkeling en onderwijs zijn een absolute noodzaak.’
WONEN IN HUIZEN VAN LUCHT Boudewijn Otten
In aardbevingenland daalt de waarde van woningen nog sneller dan de bodem. Lector Martin Stijnenbosch snapt heel goed dat de Groningers in opstand komen, maar het is hem een raadsel waarom de jeugd van tegenwoordig zwijgt.
‘Ik dacht dat het Picasso was, een schilder in ieder geval, die met een bankbiljet wapperde. “Dit briefje is honderd peseta waard”, zei hij en zette er z’n handtekening op. “Ziezo, nu is het tienduizend dollar.” Duidelijker kan ik het niet uitleggen: prijs en waarde zijn verschillende grootheden.’ Onlangs spuugde Martin Stijnenbosch Henk Kamp op z’n vestje. Voor het bepalen van de schadevergoeding aan Groningers die de waarde van hun woning de afgelopen jaren nog harder zagen dalen dan de grond onder hun voeten, laat de minister van Economische Zaken een onderzoek
doen waarin prijzen de hoofdrol spelen. ‘Een grote fout’, meent de lector Vastgoed aan de Hanzehogeschool. ‘De prijs die voor een onroerend goed is betaald, zegt niets over de waarde. Wie koopt er nou een huis dat schade zal oplopen? De waarde van onroerend goed in het aardbevingsgebied is dus aan een duikvlucht bezig. Verschillende onderzoeken bevestigen dat.’ Die waardedaling wordt versterkt doordat heel Nederland inmiddels weet dat er iets loos is in Noordoost-Groningen. ‘De vraag naar onroerend goed taant dus enorm, maar de prijs kan niet omlaag omdat de eigenaren dan in de penarie komen. Als Kamp vervolgens pas compensatie betaalt indien de príjzen gedaald zijn, is dat voordelig voor de staat, maar ik kan me voorstellen dat de Groningers zeggen: mooi niet! Gelijk hebben ze.’ GOKKEN MET LUCHT EN STENEN De 63-jarige Stijnenbosch houdt zich al heel z’n werkzame leven bezig met vastgoed. ‘Dit is de fascinerendste periode. Niet die jaren dat je slapend rijk kon worden. Nee, de komende tijd wordt het spannend: we zijn heel langzaam op weg naar een fase waarin we eindelijk weer eens normaal gaan doen. Daar kijk ik echt naar uit. ‘Voor een tweedehands fiets betaal je nooit méér dan voor een nieuwe. Waarom voor een tweedehands huis dan wel? De afgelopen dertig jaar werden we rijker doordat we erop gokten dat vastgoed steeds meer waard werd. En, inderdaad, de prijzen stegen. Maar die prijsstijging was nergens op gebaseerd. Ja, op een idee, op lucht. En lucht
kost niets, maar het levert ook niets op.’ De weg naar normaal doen is lang in de vastgoedwereld. Toen Stijnenbosch in 1975 zijn huis in het Overijsselse Enter kocht, waren er maar twee soorten hypotheken. ‘Ik nam een annuïteitenhypotheek. Ik wist: over dertig jaar heb ik wél een huis en géén schulden. Dát is normaal. Toen ik in 1999 een hypotheek wilde afsluiten voor een keukenaanbouw, zei de bank dat ze nooit meer annuïteitenhypotheken verstrekten. Dat was níet normaal. Ik snapte wel dat de bank en ik lekker konden verdienen aan aflossingsvrije hypotheken, maar daar wilde ik niet aan meewerken. De stenen zijn echt, de financiële transacties eromheen niet.’ EEN DOLDRAAIEND SYSTEEM Stijnenbosch maakte carrière in de wetenschap. Zijn vakgebied, de economische geografie, bestudeert hoe economische activiteiten zich over een land uitspreiden. ‘In 2002 zagen we dat de prijzen van kantoren erg uit de pas begonnen te lopen. Het aanbod steeg enorm, maar de vraag bleef zo’n beetje gelijk. Dan zou je denken dat de prijzen zouden dalen, maar nee, die bleven stijgen. Rara, hoe kan dat? Het systeem begon dol te draaien.’ Nu, zes jaar na het begin van de crisis, beginnen de prijzen zoetjesaan te zakken. ‘Dat moet ook langzaam gaan’, weet Stijnenbosch, ‘anders gaan de banken failliet. Banken hebben namelijk veel minder geld dan het bedrag dat ze volgens de boeken bezitten. Alles is geleend of uitgeleend. Als tien procent van de Nederlanders vandaag hun geld van de bank haalt, gaan morgen alle banken op de fles. En dan stopt alle economische activiteit. De zeepbel mag niet knappen, je moet de lucht eruit drukken. Heel voorzichtig.’ OP NAAR HET MALIEVELD! Wie, zoals Stijnenbosch, weet waarover hij praat, kan zich misschien beter inleven in de mensen die dachten dat de bomen tot in de hemel zouden blijven groeien. Maar nee. ‘Ik word eigenlijk steeds radicaler. Mijn vader spaarde geld om een huis te kopen. Ikzelf leende er geld voor, en loste keurig af. De generatie na mij stak zich in de schulden, omdat de banken hen dat aanpraatten. Je kon de rente immers aftrekken van de belasting. Je was een dief van je eigen portemonnee als je het niet deed. Het gevolg is dat de huidige generatie niet eens meer een huis kán kopen. Dat is toch een grote schande? Onbegrijpelijk dat jongeren niet in opstand komen. Wij gingen al massaal naar het Malieveld toen staatssecretaris De Brauw het collegegeld verhoogde tot duizend gulden.’
Foto: Luuk Steemers
Misschien snappen ze het gewoon niet. ‘Denk aan die tweedehands fiets. Het is allemaal heel eenvoudig, maar het zit een beetje gecompliceerd in elkaar.’ 23
LOCO Luuk Steemers
KEVIN DAVIDSON (18), FIRST-YEAR IBS STUDENT, PLAYS THE BAGPIPES ‘My parents moved from Glasgow to the Malaysian capital of Kuala Lumpur when I was a baby. The bagpipe is my strategy to keep something Scottish. I usually wear the Davidson clan tartan kilt that used to be my father’s. Last year I gigged at a pool party in a Scottish morphsuit. It was so hot that I took the top off. Look... a shirtless piper!, a girl shouted. I have used that nickname ever since. Weird things do happen! Another girl ripped the buttons off my shirt. She was so nice as to sew them on again.’ 23
26
LIEVE LOES
[email protected]
Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je docent en kun je je niet meer op je studie concentreren? Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem. REDACTIE-ADRES
Lieve Loes,
Lieve Loes,
Ik ben dol op gamen en daar gaat een hoop tijd in zitten. Ik geef het eerlijk toe, ik haal wel eens een nachtje door. Mijn vrienden maken zich daar zorgen over, ik kom ook weleens niet opdagen op een feestje als ik midden in een spel zit. Soms kan ik echt niet opgeven. Mijn beste vriend zegt dat ik me zo isoleer en wel verslaafd lijk. Ik ervaar dat niet zo, het gaat ook niet ten koste van mijn studie. Wat denk jij?
Tot mijn stomme verbazing heeft mijn ex me op Tinder geliked. We matchten natuurlijk wel, maar we zijn met vette herrie uit elkaar gegaan en we hebben geen contact meer gehad na die tijd. Hij stuurt me nu steeds berichtjes, waar ik tot nu toe niet op heb gereageerd. Ik heb nog wel steeds een groot zwak voor hem. Wat zou jij doen?
Roderick
Gea
e-mail:
[email protected]
Hoi Roderick,
Lieve Gea,
REDACTIE
Als je studie er niet onder lijdt, zou ik me er niet echt druk over maken. Volgens mij wordt er de laatste tijd een beetje te veel ophef gemaakt over game-verslaving. Er zijn miljoenen gamers die geen junkie-verschijnselen hebben. Er is een groep die gevoeliger is voor verslaving en dat zijn mensen met autistische stoornissen zoals asperger. Sommigen nemen hun toevlucht tot blowen, anderen gaan gamen. En dan vooral spellen waarbij ze in de huid van een avatar kunnen kruipen. Door alle negatieve publiciteit zou je de positieve effecten haast vergeten. Gamers kunnen beter multitasken, spreken al op de basisschool Engels, schijnen alerter in het verkeer te zijn, hebben een beter ruimtelijk inzicht, een beter geheugen en kunnen zich beter concentreren. Het schijnt zelfs zo te zijn dat als ouderen tien uur gamen, de positieve effecten vijf maanden later nog te meten zijn. Dus Roderick, houd de uren die je gamet een beetje in de peiling, maak geen gewoonte van nachtjes doorhalen en speel af en toe een spelletje schaak of monopoly met je vrienden.
Ik Tinder zelf niet, maar ik weet wel dat je zelf iemand moet liken wil je een match hebben en kunnen chatten. Dus schuif de schuld niet helemaal in de schoenen van je ex-vriendje. Dat het voor sommigen moeilijk is om met hun ex-geliefde te breken, is een ander geval. Ik zal je een kansloos voorbeeld van exverslaving geven. L probeert al jaren tevergeefs met haar ex te breken. Ze blijft tegen beter weten in doorploeteren in de hoop dat haar knipperlichtrelatie ooit ideaal zal worden. Dat ze niet gelukkig met deze man wordt, weet ze zelf ook wel. Toch lukt het haar niet om definitief een einde te maken aan deze ellende. Volgens mij kunnen exen verslavender zijn dan games. Dus Gea, als je verstandig bent, blokkeer hem op Tinder en negeer hem. Geen contact is de enige oplossing. Tinder is toch ook bedoeld om nieuwe mensen te ontmoeten? Het schijnt dat drie op de tien mensen de app al hebben gedownload, dus vlees genoeg om te keuren. Laat die oude koe maar lekker in de sloot liggen.
Zernikeplein 7 T0.01 / T0.02, Groningen POSTADRES Postbus 30030 9700 RM Groningen telefoon: 050 5955588 fax: 050 5955590
Chris Wind - hoofdredacteur 050 5955585
[email protected] Boudewijn Otten - (eind)redacteur 050 5955582
[email protected] Luuk Steemers - redacteur 050 5955581
[email protected] Rina Tienstra - redacteur 050 5955581
[email protected] Loes Vader - redacteur 050 5955588
[email protected] FOTOGRAFIE Pepijn van den Broeke Annie Smetanenko Luuk Steemers VORMGEVING & ART DIRECTION Jean-Maxim van Dijk www.jmxcorp.net ILLUSTRATIE COVER Wilco Ronda PRODUCTIE Redactie HanzeMag & Grafische Industrie De Marne B.V. Oplage: 7.000 ADVERTENTIES Bureau Nassau 020 6230905
[email protected] ABONNEMENTEN 60 euro per jaar 050 5955588
[email protected] 27
TRANSFORM YOUR CAR INTO A POWER PLANT Chris Wind
Admit it, most of the time, your car is useless. It’s parked in front of your house or office, waiting for those two rides a day. But what if that parked car can be used to provide your house with energy? Juliana Montoya Cardona is researching the possibilities to transform your car into a little power plant. It’s a beautiful idea, imagining a world that uses only solar and wind energy. But our power grid needs to maintain a steady and balanced flow of power. Sudden surges can cause blackouts. That makes the stop-and-go nature of energy from the wind and sun a constant source of worry. That is why power storage is considered the holy grail by many energy experts. Juliana Montoya Cardona from Colombia recently started working as a research analist for the Energy Research Centre of Hanze UAS. She is one of the many researchers around the world that is looking for this holy grail. ‘I am working on a project that is part of EDGaR, The Energy Delta Gas Research, a Dutch research consortium of ten enterprises and research institutes, that coordinates the realization of research into gas and sustainability. Hanze UAS is one of the participants. Our EDGaR team aims at providing smart gas solutions. Additionally, Hanze wants to use part of the outcomes to study the possibility of making Groningen energy-independent in 2035.’ TANK IS THE BATTERY ‘To become energy-independent, you need to focus on renewable energy, such as sun, wind, water, etcetera. These natural phenomena are present in each country, but not always reliable. That’s why 4int
Photo: Luuk Steemers we have to find ways to affordably store renewable energy so it can be available when it is needed, not only when the wind blows or the sun shines. I am researching one possibility that involves cars for power storage. During the times when you need most electricity, which is in the evening and morning, the sun is not there. What makes cars so suitable is the fact that they are usually unused when you are at home and in need of electricity. By the time you take your car to work, your house will not need much, if any, electricity.’ But since it will take many years before the majority of the people will drive around in electric cars, Juliana is also researching the possibilities of using natural gas-powered cars for power storage. ‘It is a possibility, although it requires a bit more work. Any car has a reservoir of energy, which can be used when required. In this case, the tank is the battery. A device in your house will connect the car with your electricity network. The gas is compressed and then converted into electricity. It’s the same principle as with the electric cars.’ Juliana came to Europe to do the European Master in Renewable Energy (EUREC), which brought her to France, Germany, Belgium and eventually the Netherlands. ‘When I was finishing my specialization in Germany, I had to look for an internship. I really wanted to work for
DNV GL, an energy consultancy firm with an office in Groningen, so I contacted Hanze UAS, one of the partner universities of EUREC. They helped me get the internship, so when I was about to graduate, I contacted professor Martien Visser to ask him if he possibly had a job for me. He invited me for an interview and right before my graduation ceremony, he told me the great news that I got the job!’ ONLY FOUR GIRLS In the Netherlands, it is still very hard to find girls that want to study technology. According to Juliana that is not very different in Colombia. ‘My class in Medellin had eighteen boys and only four girls. But I never thought that was a problem, I actually liked it. I found it easier to work with boys, they are often more practical and straight-forward.’ So what got her so interested in technology then? Was she surrounded by cars and machines during her childhood? ‘No! Rather the opposite, I grew up on the country side of Colombia, I was surrounded by chickens and cows! I think what attracted me to technology was the fact that I was not an extremely social person in school. My mother is a nurse and I saw how heavy working with people could be. I decided I preferred to work with machines…’
LEGAL ALIEN
How was your first day at Hanze? ‘We had a Welcoming Day for international students. It was interesting. The teachers were very young, I noticed. Hanze provided us with a lunch. In the evening we had dinner at a Chinese restaurant called Ni Hao.’
Habon Abduhali
What do you think of the lecturers? ‘They’re nice. The teachers are closer to the students than back home. In Spain the teachers are like gods. If you have a question or if you need help, they don’t help you like they do here. One of the teachers even gave me her phone number. I could call if I needed help.’
ELISA MARRACO ANDA (20)
What do you think of the Dutch culture? ‘Your time tables are different. The classes here are from eight till five. There is hardly any time to have lunch. I have noticed that everything is planned in the morning. ‘It seems that you don’t use cents here. If something costs € 11,02 you pay € 11,-. And if it’s € 12,97 you pay € 13,-. I like that.’
INTERNATIONAL LAW SPAIN 15 TIMES THE SIZE OF THE NETHERLANDS
You say you like cycling. Do you have a bike? ‘It was the first thing I got when I came here. It’s not a new bike. I think it’s fourth-hand by now, but it works. There are bikes in my home town. My father taught me how to ride a bike when I was four or five.’
Why did you choose Hanze? ‘I came here four years ago and I liked it immediately. People cycle every day. I also wanted to improve my English. But Hanze was not my first choice. I had applied for other schools too. In Spain it’s like a tombola. But all’s well that ends well.’ How was your first day in the Netherlands? ‘I was confused. I carried a lot of bags. And I needed a taxi. I couldn’t find one. I found myself wondering why people should want to come here at all. But when I arrived at the hotel I was happy. The sun was shining.’
What are your plans after Hanze? ‘Because of the crisis it’s hard for young people to find a job. I will probably work at the summer camp where I have worked before. Still, I will search for work that is law-related.’
Photo: Foto: Annie Smetanenko
What’s you motto? ‘Alla donde fueres, haz lo que vieres. Be like the people who you are with.’
WHAT TO DO WHEN YOU LOSE YOUR WALLET Jiawen Zhang
International student Jiawen Zhang traditionally celebrates Christmas with his family in Sweden. This year, he was almost unable to stay true to this tradition. His wallet, with all his bank cards, ID and passport, was stolen, just three days before departure. It inspired him to give some advice on what to do if this should happen to you.
immediately without waiting for someone who might return your belongings, then take the report from the city hall to the police again. The police will give you a third report to obtain a new ID at the Dutch Immigration Service IND. Www.verlorenofgevonden.nl (meaning: lost or found) is a website to register the lost wallet and other documents. Check the site on a daily basis to see whether you are lucky enough to get at least something back. The visiting address is Kreupelstraat 1 in Groningen. You can apply for a new passport with the embassy of your home country. Make a phone call to ensure you have all documents needed. If you are from a non-EU country, a return visa might be needed for travel. You need to make an appointment with the IND to apply for a return visa. The return visa is valid for three months. Compensation for your lost items could be possible if you are insured. Contact your insurance company for further details and documents needed. It is always a good choice to file a report with the police. The report will be a helpful document.
You can never imagine how helpless I felt with only sixty euro cash. But of course, this can happen to anyone, so I will tell you what you should do when you lose your wallet. The very first thing, obviously, is to report the case to the police. After describing the issue and leaving your contact details, the police will give you a report, which is extremely essential. You can go to your Dutch bank immediately to apply for a new card by showing the police report. The new card will arrive in three working days. Contact your credit card company to block the card and apply for a new one if the bank is not in the Netherlands. The next place to go to is the city hall. You will get another report from them for applying for a new ID later. If you decide to apply for a new ID
2int
After interviewing some other international students, I noticed that lots of them had suffered loss or theft of belongings. However, not all of them knew how to protect themselves or deal with the issue. Student officer Matthijs Beukema of the Groningen police has some useful advice for international students.: ‘All valuable items like wallets, passports and credit cards should be placed in zipped pockets or fastened bags while you are walking in the street. Never leave your bags and backpacks unattended in public places. In order to prevent burglary, doors should always be kept double-locked, even in daytime. And remember to keep valuable items in locked drawers or closets.’ Any international students who experienced a theft as I did should also try to provide valuable information to the police, improving the chances of the case being solved.
THE ALGEA EGG OF COLUMBUS Luuk Steemers
Bulgarian student Anton Atanasov (22) won the Anner Award for an algae detector he and three classmates of Applied Sensor Applications designed. This year they will market their Water Quality Probe.
out experts to check. The sooner you detect the algae the easier it is to remove them with much less damage to the environment.’ Was the project successful? ‘Definitely. Yaroslav Shuper is an excellent programmer, Tim Stoppelberg is a wizard at electrical engineering and Ale-Watze Wiegersma is excellent at biology and chemistry. I focused on the mathematics needed to make the machine. ‘First we checked the literature about detecting algae and we investigated what companies had already done. Then we had a look at what sensors are on the market. Sensors that are tailor-made for a specific purpose are very expensive. We looked for mass-produced sensors that could be adapted to our needs. We also found a cheap way to connect the device to computer servers by means of existing infra-structure such as mobile phone networks. We did lots of experiments to test whether everything
held together. In the end we went to a test lab at Wageningen University and compared the measurements of our cheap device to those of the expensive probes. The accuracy was just five to seven percent worse. Pretty good.’ So companies were lining up to buy the idea. ‘We did not do much for publicity. We tried to publish an article, but that was rejected because it was not well written. After all, that’s a good thing maybe. Now we can apply for a patent and actually earn money with the idea. After we graduate we want to start up a small company. ‘The thousand Euros I won with the Anner Award will be used to build a new prototype. The old one is very bulky. More than a meter long. QWP 2.0 will be the size of a cola can. The first new prototypes will cost 1,500 or 3,000 Euros, but if we can produce the application in bulk the price will drop significantly.’
The prize-winning device is not quite new. ‘Two years ago three classmates and I got an assignment from Grontmij, a prominent engineering consultancy. The Water Quality Probe is the result of that. We worked on it for six months, twelve hours a day. I participated in the Anner Award a year and a half ago with another idea. This year I wanted to compete again and remembered our algae device. Why not give it a shot?’ What exactly was the Grontmij assignment? ‘The objective was to investigate how to make a cheap device that could detect the presence of blue-green algae in lakes. We had to work within a budget of 350 euros. Blue-green algae are an ever-growing problem in summer. They destroy the ecological system. When they die they secrete a toxin that affects the nervous system, the skin and the liver. Two or three years ago several dogs died after eating these algae. In the UK alone combatting the problem cost three billion Euros a year. The devices that are presently used to detect blue-green algae cost about 30,000 Euros each. Therefore water boards cannot afford to buy them: a device is often shared between three or four boards. The device has to be taken out to a lake. Each test takes thirty minutes or more and then the device has to be taken to another location. Very time-consuming, obviously. Our idea was to make a much cheaper application, perhaps not quite as accurate, but one that can be installed permanently at lots of different locations in different lakes. The devices constantly monitor the presence of algae and send data to a website. An early-warning system. As soon as the devices indicate that the algae start to grow, you can send
Left to right: Anton, Yanoslav, Tim and Ale-Watze Photo: Luuk Steemers 3int
HANZEMAG.COM
8 INDEPENDENT MAGAZINE OF HANZE UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES 12 March 2014