HANZEMAG.NL
10 REDACTIONEEL ONAFHANKELIJK MAGAZINE VAN DE HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN 19e jaargang 14 mei 2014
Hanze University Foundation Photo Contest 2014 Win a golden ticket to a bright future!
TOPIC
“Share your talent, move the world”
WHAT TO SUBMIT
Applicants are required to submit a photo supplemented by a short explanation. The photo should be in good quality: minimum 1 MB. The explanations can be in Dutch or English and should be no longer than 250 words. Applicants may wish to focus on any aspects of contribution to developing countries, such as: • What was your contribution? • What could be your contribution? • What does “contributing” to developing countries mean to you? The entries will be scored according to the following criteria: • Concise and clear presentation of your choice • Creativity • Relevance to developing countries • Relevance to social involvement of individuals, companies or organizations.
ELIGIBILITY
All students currently enrolled at the Hanze University of Applied Sciences.
CLOSING DATE
The deadline for students to submit their photo is 12:00 noon on Friday 24th of May.
ENTRIES TO BE SUBMITTED VIA EMAIL TO:
[email protected]
JUDGES
The jury consists of a board member of the Hanze University of Applied Sciences, a board member and the director of the Hanze University Foundation, an alumnus of the School of Communication, Media and IT, and one of the organizers of the Inspiration Breakfast 2014.
AWARD / PRIZE
Three winners will be selected. Each winner will get a golden ticket to the Inspiration Breakfast organized by the Hanze University Foundation, where a small group of talented students get the opportunity to meet and interact with the representatives of top companies and organizations from the north of the Netherlands. The winners of the contest will be honoured during the breakfast. In addition, their winning entries will be published in the June edition of HanzeMag.
2
STUDENTEN OVER HUN FAVORIETE DOCENT
ENQUETE: DE PERFECTE DOCENT
14
DE BESTE DOCENT IS EEN BEETJE EEN RARE
8
DE DO'S EN DON'S VAN CROWDFUNDING
DE PERFECTE DOCENT 18
26
Op televisie keken 3,2 miljoen mensen naar The Passion, het lijdensverhaal van Christus als tv-musical. Op de Vismarkt in Groningen volgden twintigduizend toeschouwers het spektakel in levenden lijve. Een hoogtepunt was de aankomst van het verlichte kruis dat vanaf voetbalstadion de Euroborg in processie door de stad trok. Onder het viaduct bij het Winschoterdiep hield het kruis zo’n twintig minuten halt. De meeste volgers moesten van de EO/RKK-regie in de stromende regen het moment afwachten waarop het zijn tocht naar de Vismarkt voortzette. Foto: Luuk Steemers
BIJ DE LES
ODE AAN DE DOCENT
Docenten hebben geen makkelijke positie in deze maatschappij. Over het algemeen wordt er op feestjes negatief over hen gedaan. Of ze hebben iets gedaan wat leerlingen of studenten niet aanstaat, of ze hadden juist iets moeten doen. Wat ook niet helpt is hun niet echt denderende imago. Het maakt nogal uit of je zegt dat je docent bent of advocaat. Terwijl je dat best tegelijk kunt zijn. Eigenlijk is het jammer. Tot nu toe heb ik docenten op mijn opleiding gehad waar ik best een paar uur langer college van had willen hebben. Niet altijd om de zelfde reden. Voor sommigen omdat ik respecteer wat ze buiten de onderwijswereld hebben bereikt. Voor anderen omdat ze in de klas inspireren en je aan het denken zetten over je vooroordelen. En weer anderen omdat ze een luisterend oor hebben en interesse tonen voor de student achter het studentnummer. Weer anderen omdat ze van een verschrikkelijk vak als fiscaalrecht toch iets leuks kunnen maken. Of omdat je simpelweg elk jaar les van ze hebt gehad en je precies weet wat je aan ze hebt en je daardoor niet voor verrassingen komt te staan bij het tentamen. Docenten zijn er in alle soorten en maten. Van allrounder tot specialist. Van stille kracht tot praatkanon. Van sociaal bedreven tot lui zonder empathisch vermogen. Van early adopter tot digibeet. Sinds groep drie tot op heden heb ik ze allemaal voorbij zien komen. En ik zou het niet anders willen. Elke docent brengt iets mee wat je bijblijft. Misschien niet altijd zijn naam, faam of persoonlijkheid, maar iets anders. Iets dat bijdraagt aan je persoonlijke ontwikkeling. Ik ben dankbaar voor de mensen van wie ik les heb gekregen. Ook voor de minder bekwame docenten. Om in de woorden van Galileo Galilei te spreken: ‘I never met a man so ignorant that I couldn’t learn something from him.’
HABON ABDULAHI www.habon91.wordpress.com
6
‘IK HOOR EEN MINIMAL MUSIC VIBE’ Luuk Steemers
Bedenk een alter ego, een fictieve zanger of band. Creëer daar een geloofwaardig concept omheen. Eerstejaars van de opleiding CMS kregen die opdracht en presenteerden de resultaten aan producer en DJ Monte La Rue.
‘Voor artiesten is een alter ego bedenken, en een heel concept daaromheen, vaak een katalysator: ze krijgen daardoor andere ideeën, ze kunnen zich verder ontwikkelen. Denk maar aan Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band, waardoor The Beatles definitief met hun imago van boy band afrekenden.’ De van oorsprong Vlaamse producer, DJ en componist Jan van de Berg, aka Monte La Rue, is uit Amsterdam naar het Singelhuis gekomen om de presentaties van drie eerstejaars Composition, Music & Studio Productions (CMS) te boordelen. Dat doet hij samen met docent Daniël Testas.
KLASSIEKE BIG SOUND ROCK Hugo presenteert zijn concept Noble Lies, een band die een cd heeft uitgebracht met verschillende songs waarin een wereldreiziger centraal staat. ‘De nummers hebben etnische invloeden waardoor rock en wereldmuziek samensmelten.’ Op de hoes van het fictieve album staat de wereldreiziger op de rand van een enorme kroon. Hugo laat een Youtube-filmpje zien van de Britse rockband Muse met stevige gitaarriffs. ‘Klassieke big sound rock’, zegt Testas. ‘Maar ik hoor geen etnische invloeden’, constateert Monte La Rue streng. ‘Ik zie nog niemand voor me, je presenteert een album, maar ik zie de band niet. Zit er een Indiase sitarspeler in of een didgeridoo-speler uit Australië, of zijn het jongens uit een getto die nooit reizen? Diep dat uit.’ Daniël Testas vraagt zich af waarom de band Noble Lies heet. ‘Noble Lies zijn leugens die de elite gebruikt om de vrede te bewaren, of om paniek te bezweren’, legt de
eerstejaars uit. Monte La Rue schudt zijn hoofd. ‘Dat kroontje, noble, dat snap ik nog, maar die lies zie ik nog nergens terug. Zorg voor credibility en logica.’
CASEY EN DE CHINESE KAPSTER
Eerstejaars Troy heeft een uitgebreide biografie bedacht van Casey Rawlin, een Chinese Amerikaan die blues-rock mixt met Aziatische pentatonische melodieën. Troy vertelt hoe Caseys vader als bouwbakker in Louisiana gitaar leerde spelen en een redelijk succesvolle bluesband, The Fairweather Bunch, oprichtte. Toen hij een kapster ontmoette, besloot hij met haar naar haar geboortestreek in China te emigreren. Zoon Casey groeide daar op met traditionele Chinese muziek én met de bluesplaten die zijn vader uit de VS had meegenomen. Toen Casey later in het Westen kwam, vond hij de moderne muziek futuristisch en mechanisch. Hij wilde het Westen zijn oorspronkelijke muziek teruggeven, met Chinese invloeden.’ Daniël Testas is benieuwd naar de muziek van Casey Rawlin. ‘Die is er nog niet’, bekent Troy. Monte La Rue is daar niet tevreden mee. ‘Die bio is net een filmscript, prachtig, maar daar begint het pas. Je creëert nu verwachtingen die je nog niet kunt inlossen. En vraag je ook af of dit project binnen je mogelijkheden ligt.’
DUISTERE LITTLE MAMMALS
Rik laat een zelf ontworpen album-hoesje van The Brave Little Mammals zien. Een tekening in gezellige pasteltinten van een vos en een eekhoorn met enorme ogen. ‘Puts a smile on your face’, complimenteert Monte La Rue. ‘Je bent handig in het zelf ontwerpen.’ Rik laat een zelf gecomponeerd mp3'tje horen: een speelse, geinige melodie, met veel percussie, belletjes en dramatisch klinkende violen. ‘Ik hoor een minimal music vibe’, vindt Testas. ‘Ik weet dat je vaak nogal duistere muziek componeert. Dit concept kan een kapstok zijn voor wat lichtere muziek, maar je zou ook weer andere personages kunnen creëren om de duistere kant óók te kunnen gebruiken.’ Monte La Rue is ook al enthousiast. ‘Door beelden te tonen van de Mammals kun je de mensen voorbereiden op de muziek. Als die sfeer klopt, win je! Mooi afgebakend, dit concept. Je weet binnen welke bandbreedte je moet werken. Dat is niet beperkend, maar geeft juist enorm veel vrijheid!’
Foto: Pepijn van den Broeke
8
Illustratie: Lisa-Marie van Barneveld
DE PERFECTE DOCENT WERKT OP DE HANZE Boudewijn Otten e.a.
Ze ziet er leuk uit, ze is niet te serieus, ze kan uit de voeten met moderne media en ze heeft nog veel meer sterke punten. Ze is de ideale docent, die ook best een hij mag zijn, een hunk zelfs. Dat blijkt allemaal uit het volstrekt onwetenschappelijke maar veelzeggende onderzoek van HanzeMag.
Mark Oenema. Richard Doornbos. Linda Grine. Dhr. Feldbrugge. Petra van Heugten. Dick Visser. Ids Kooistra. Thomas Mook (met negen hartjes!). Mrs. Murphy. Er zijn studenten die op de vraag naar de Perfecte Docent meteen iemand voor zich zien. Niek Jonker kan de vlag laten wapperen, taart laten aanrukken en z’n champagne koud zetten. Maar liefst vijf studenten vinden in de 26-jarige docent Communicatiesystemen alles wat ze wensen van de man of vrouw voor de klas. HanzeMag deed eindelijk het onderzoek dat het blad al veel eerder had moeten doen. De Hanzehogeschool, de naam wijst al enigszins in die richting, doet aan onderwijs en iedereen die dat heeft genoten weet het, onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de centrale figuur in het proces: de meester, de juf, de onderwijzer, de leraar, de docent. Maar… kun je die kwaliteit meten? Niet met een duimstok of op een goudschaaltje, maar je kunt er wel naar vragen. Wellicht dat er dan een begin van antwoord opdoemt. Om niet in het dodelijke drijfzand van onderwijskundige beschouwingen of in de zompige mist van gemeenplaatsen verzeild te raken, legden we een vragenlijst voor aan die andere centrale figuur in het onderwijsproces, de student. De opdracht die de studenten kregen, was simpel: neem de ideale docent in gedachten en beantwoord de vragen.
NIET TE SERIEUS, ASJEBLIEF
Die vragen vloeiden niet voort uit één of ander theoretisch kader, we hadden ze gewoon uit onze duim gezogen. De steekproef namen we op z’n janboerenfluitjes. Met andere woorden: wetenschappelijk gezien was het een prul van een onderzoek. Maar toch. De reacties van de 453 studenten bieden aanknopingspunten om iets over de Perfecte Docent te zeggen. De vrolijkste slotsom is dat de Perfecte Docent kennelijk gewoon op de Hanze werkt. De tien docenten aan het begin van dit stukje zijn beslist niet de enigen die met naam en toenaam werden genoemd. 9
ZO ZIET HIJ ER UIT
strak in het pak casual smart super trendy onbelangrijk
ZIJN GESLACHT IS
mannelijk vrouwelijk onbelangrijk
ZIJN KARAKTER IS
vrolijk serieus wisselend onbelangrijk
ZELF GENOOT HIJ ONDERWIJS
op het hoogste niveau (doctor, PhD) aan de universiteit (doctorandus, master) op hbo of lager niveau vast, maar het onderwijstype is onbelangrijk
MODERNE (ICT-) MIDDELEN
gebruikt hij niet, hij is old school mixt hij met traditionele middelen bepalen zijn hele les, hij is up-to-date
ALS JE EEN PRIVÉPROBLEEM HEBT
kun je hem altijd bellen kun je hem altijd mailen verwijst hij naar een goed adres draagt hij concrete oplossingen aan
TIJDENS ZIJN LESSEN
is het een vrolijke boel is goed opletten pure noodzaak zet hij je flink aan het werk leer je meer dan uit een boek
OP EEN FEEST VOOR STUDENTEN
is hij van harte welkom zie je hem alleen als het iets met de studie te maken heeft is hij er wel, maar valt hij niet op is hij gezellig aanwezig
DE TENTAMENS DIE HIJ GEEFT
zijn pittig maar nooit ondoenlijk zijn precies zoals hij ze voorspiegelde zijn niet moeilijk zijn eigenlijk niet eens nodig
10
HIJ IS OP ZIJN BEST
tijdens hoorcolleges in werkcolleges in het persoonlijk contact als hij opdracht begeleidt
ZIJN LEEFTIJD
is onbelangrijk ligt tussen 25 en 40 is hoger dan 40
WAAR STEEK JE HET MEEST VAN OP
hij weet ontzettend veel van zijn vak hij vertelt anekdotes die je bijblijven hij geeft goede feedback hij heeft veel aandacht voor me
TIJDENS ZIJN LOOPBAAN
is hij altijd docent geweest heeft hij eerst ervaring opgedaan in het werk waarover hij lesgeeft is hij altijd actief gebleven naast het onderwijs
Docenten hoeven er niet bijzonder uit te zien (slechts één op de tien studenten stelt dat wél op prijs), en de studenten stellen ook geen zware eisen aan zijn karakter, al is een goed humeur voor bijna de helft onontbeerlijk. Serieus hoeft hij zeker niet te zijn (slechts vijf procent van de studenten hecht daar veel waarde aan).
EEN TOFFE PEER, GEEN MUURBLOEM
Een ideale docent heeft, zo stelt het leeuwendeel van de ondervraagden, zelf hoger onderwijs gevolgd. Maar daarbuiten lopen de meningen flink uiteen. Vijftien procent ziet graag een doctor voor de klas, maar twee keer zoveel studenten kan het geen bal schelen welk diploma de Perfecte Docent op zak heeft. Een docent is 24 uur per dag docent, altijd aanspreekbaar en bereikbaar. Zelfs over privéproblemen kun je hem contacten. Het liefst per mail, dat dan weer wel. Ook op feestjes is de Perfecte Docent welkom, en hij hoeft niet voor muurbloem te spelen: van één op de drie studenten mag hij ‘gezellig aanwezig’ zijn. De Perfecte Docent staat bijna op gelijke voet met de studenten. Hij is, zoals een student Informatica het treffend omschrijft: ‘iemand die je een toffe peer zou kunnen noemen’. Opmerkelijk is het oordeel over de docent die altijd docent is geweest. Die zien de studenten niet graag: bijna alle studenten waarderen het zeer als de docent eerst ervaring heeft opgedaan in een andere functie (twee derde) of zijn docentschap combineert met andere baan (een derde).
ALLESKUNNER ÉN ALLESWETER
Maar wat een docent pas echt tot een Perfecte Docent maakt, is natuurlijk wat hij in het klaslokaal uitspookt. Hij leert je méér dan wat er uit een boek te halen valt, dat is één. Hij combineert verschillende onderwijsvormen (waarbij hij zich veelvuldig bedient van de zegeningen van de informatie- en communicatietechnologie). Maar hij is ook goed in het geven van hoorcolleges en het begeleiden van projectgroepen. Anders gezegd: de Perfecte Docent is een alleskunner. En ook een allesweter: hij moet heel goed op de hoogte zijn van z’n vak (42 procent) en die kennis etaleren door anekdotes die de studenten bijblijven (36 procent). Eén misverstand kan sowieso de prullenbak in: een docent die de studenten makkelijke tentamens voorlegt, is zelden populair (slechts vier procent is erg blij met zo’n docent). Maar studenten stellen het wél op prijs als de docent vooraf duidelijk aangeeft wat de studenten kunnen verwachten als de docent hun kennis toetst.
steekproef zaten, waardoor een zekere hormonale vertekening van de reacties niet valt uit te sluiten. Of, zoals een tweedejaarsstudente van de Pedagogische Academie het verwoordt: ‘De perfecte docent is een hunk, leuk, spontaan, slim & goed in contact.’
HORMONALE VERTEKENING
Voor de rest kan het de studenten allemaal weinig schelen. Jong of oud? Iets liever jong, maar eigenlijk maalt de student er niet om. Man of vrouw? Hé, dat is opmerkelijk. Natuurlijk maakt het voor vier op de vijf studenten geen fluit uit, maar degenen die sekse wél belangrijk vinden, geven drie keer zo vaak de voorkeur aan… een man. Hoe komt dat? Misschien doordat er meer meisjes (zestig procent) dan jongens (veertig procent) in de 11
WAAROM WORD JE DOCENT? Rina Tienstra & Luuk Steemers
De Hanzehogeschool heeft vier lerarenopleidingen. Wat drijft de studenten om voor de klas te willen staan in een tijd waarin het docentschap lijkt in te boeten aan populariteit, de carrièremogelijkheden beperkt zijn en de verdiensten karig? ROSA HAYE (20) DERDEJAARS PEDAGOGISCHE ACADEMIE ‘Ik weet nog niet eens precies wat ik straks ga verdienen als onderwijzeres. Geld vind ik niet zo belangrijk. Als klein meisje vroeg ik al aan mijn moeder: kun je ook mama en juf tegelijk zijn? ‘Mijn moeder geeft Nederlands in het voortgezet onderwijs. Ik was altijd al bezig om mijn broertje
ELINE MUUSERS (17) EERSTEJAARS ACADEMIE LICHAMELIJKE OPVOEDING ‘Ik sta eigenlijk nog niet echt stil bij een baan als gymleraar. Ik loop stage in het voortgezet onderwijs en geef nu les in de eerste en tweede klas. Zelf ben ik nog maar net van de middelbare school af,
FRANK VAN DER VEEN (22) TWEEDEJAARS PEDAGOGISCHE ACADEMIE ‘Ik wilde van jongs af aan al het onderwijs in, maar ik koos toch voor Commerciële Economie. Daar ben ik best goed in en ik verwachtte dat ik er meer mee kon verdienen dan als onderwijzer. Maar helaas, ik voelde me totaal niet op mijn plek 12
en zusje allerlei dingen te leren. M’n buurmeisje kende alle letters en cijfers al uit haar hoofd voordat ze naar groep drie ging. Het onderwijzen zat er dus al vroeg in… De studie bevalt me goed en de praktijk ook. Een baan vinden wordt misschien lastig in het Noorden, maar ik heb al een aanbod voor een invalbaan gekregen. Misschien dat ik de master Special Education ga volgen. Het omgaan met leerlingen met gedragsproblemen vond ik tijdens m’n stage al een uitdaging. Maar eerst maar eens een paar jaar voor de klas.’
maar met orde houden heb ik geen problemen. Je moet gewoon even streng zijn in het begin. Daarna kun je dat wel weer wat loslaten. Op de middelbare school sportte ik al veel en graag. Dus koos ik voor Sport & Maatschappij, een extra vak dat je kon volgen. Daar leerde ik veel over de theorie en praktijk van bijzondere sporten, zoals schermen, boksen en badminton. Docent wilde ik eigenlijk altijd al worden, mijn ouders komen beiden uit het onderwijs.’
en ben overgestapt. Op het introductiekamp van de PA, toen ik een opdracht deed op een basisschool, wist ik het zeker: dit is het helemaal voor mij. Nu zit ik zelf in de organisatie van dat kamp. Iedere keer als ik stage loop, merk ik weer dat ik me als een vis in het water voel. De middengroepen vind ik het leukst. Ze zijn dan nog een beetje kneedbaar. Het gaat me natuurlijk vooral om de omgang met de kinderen. En je kunt iets wat jij weet aan anderen leren.’
SASKIA KRUIJER (21) EERSTEJAARS ACADEMIE LICHAMELIJKE OPVOEDING ‘Het docentschap is gewoon mijn passie. Dat ontdekte ik al bij mijn mbo-studie Sport & Beweging. Ik ben dol op sport. Lesgeven op basisscholen vind ik het leukste wat er is. De studie is pittig en fysiek best zwaar, elke keer als het nieuwe blok begint,
MEREL WENTINK (20) VOOROPLEIDING DOCENT MUZIEK ‘Ik wist al heel lang dat ik voor de klas wilde. Misschien heeft het ermee te maken dat allebei mijn ouders leraar zijn. Leraar is een heel veelzijdig en dynamisch beroep. Het is prachtig om kinderen verder te helpen en een uitdaging om manieren te vinden om een klas geboeid te houden.
ANTON HUIZENGA (24) EERSTEJAARS DOCENT MUZIEK
‘In eerste instantie wilde ik Saxofoon studeren, maar aan de Rock Academie in Tilburg werd ik afgewezen. Docent worden was een van de opties die me daarna aantrekkelijk leken. Na een stage-
ESTHER HIJMANS (22) DERDEJAARS DOCENT BEELDENDE KUNST & VORMGEVING ‘Mijn ouders zitten allebei in het onderwijs. Sinds mijn vijftiende weet ik dat ik zelf ook docent wil worden. Als leraar kun je echt iets betekenen voor mensen. Je kunt ze iets bieden waar ze later in hun leven echt iets aan hebben. Ik vind lesgeven in
JEFFREY LINKER (29) DERDEJAARS DOCENT BEELDENDE KUNST & VORMGEVING ‘Ik heb in het verleden veel cursussen gevolgd bij kunstenaars. Het leek me heel daarom schitterend om voor de klas te staan. Lesgeven aan volwassenen vind ik leuk, maar de onbevangenheid van kinderen is ook geweldig. Het idee dat je er
heb ik behoorlijk last van spierpijn. Theorie en praktijk gaan samen, je noteert achteraf wat de bedoeling van een oefening is. Het is een mooi vak. Je bent echt bezig met lichamelijke opvoeding. Vooral in groep vier tot acht wordt dat steeds leuker. Je leert ze iets motorisch aan, maar ze zijn ook nieuwsgierig naar het wat, hoe en waarom van de oefeningen. Als ik de lay-back met ze oefen bij basketbal en uitleg hoe ze die het beste kunnen uitvoeren, gaan ze meer scoren.’
Ik heb ook een tijdje aan de Pedagogische Academie gestudeerd, maar ik wil ook iets met muziek. Het gaat me niet om het geld. Dat ik iets doe waar ik me goed bij voel is mijn salaris. Wat ik wel een probleem vind is dat docenten zoveel tijd kwijt zijn aan zaken buiten het lesgeven, vergaderen, rapporteren en zo. Het liefst zou ik op een Vrije School terecht komen. Daar staat het lesgeven echt voorop.’
periode op een basisschool in Rolde weet ik zeker dat ik de goede keuze heb gemaakt. De reacties van die kids op allerlei opdrachten, daar genoot ik van. Of je nu vraagt om als zeemeeuw door het lokaal te vliegen op de muziek om te dirigeren, ze gaan vaak helemaal los. Ik treed ook regelmatig op in het duo I.K.E.A (Inderdaad Koen en Anton, red.). Ik wil het lesgeven combineren met optreden. De toekomst zal leren welke van de twee het belangrijkste wordt.’
de bovenbouw van het middelbaar onderwijs het mooist. Daar kunnen de leerlingen al echt bewuste keuzes maken. Ik vind het niet alleen belangrijk dat leerlingen zelf aan de slag gaan met kunst, maar ook dat ze leren kijken. Daarom hou ik ook erg van theorielessen. Vertellen over schilders en discussiëren over kunst. Ik wil het lesgeven met zelf kunst maken blijven combineren. Een goede kunstdocent moet zelf kunstenaar of vormgever zijn om mensen mee te nemen in de beleving.’
voor de leerlingen echt toe doet, dat je iets kunt toevoegen aan hun leven, is erg motiverend. Kunst is wel wat lastiger te doceren dan andere vakken. Bij wiskunde is een oplossing goed of fout. Bij kunst ligt dat veel genuanceerder en dat maakt het moeilijker. Het belang van kunst is voor veel mensen ook minder vanzelfsprekend. Het is een uitdaging om niet in de fout te vervallen dat je lessen alleen maar leuk, grappig of gezellig zijn. Ik wil écht wat overbrengen.’ 13
STUDENTEN OVER HUN FAVORIETE DOCENT Rina Tienstra & Luuk Steemers
XIARELLA LEWIS (33) VIERDEJAARS ALO WIM VAN DER MARK(52) ALO- DOCENT ‘Wim inspireert me enorm voor m’n vak. Hij heeft een eigenzinnige manier om dingen te bekijken. En dat past goed bij mij. Zijn opvattingen over de manieren waarop we leren zijn wat anders dan die van de meeste docenten hier. Hij geeft je veel ruimte om te experimenteren en stelt zich kwetsbaar op. Hij gaat uit van het principe dat je je als student, en als mens natuurlijk ook, moet focussen op je kwaliteiten en je talenten. Die moet je ontwikkelen. Aan je beperkingen moet je niet al te veel tijd besteden: accepteer ze en laat ze zijn wat ze zijn. Hiermee stelde hij me erg gerust. Ik zal nooit een punctueel type worden. ‘Ik ken Wim al jaren. Toen ik net studeerde kreeg ik les in vechtspelen van hem, maar de laatste jaren werken we intensief samen. Ik zat in het BOS-sportteam, een groep studenten die lesgaven in sport en spel in de gemeente Tynaarlo. We werkten op verschillende scholen en organiseerden sportinlopen en sportdagen voor de jeugd in de buurt. De studenten krijgen opdrachten, verzinnen ideeën en toetsen die op school op haalbaarheid. Wim begeleidde ons. 14
‘Een regelrechte eye-opener en een opluchting waren, dat je volgens Wim lang niet altijd volgens een stramien les hoeft te geven. Het bewegingsonderwijs is nogal opdrachtgestuurd. Zo van: dit is de leeftijd van een kind of een groep, dus daar past die en die opdracht bij en dit is de structuur die daarbij hoort, punt. Als docent beperk je kinderen daardoor. Er zijn zoveel andere, vaak vrijere methodes, om kinderen in beweging te krijgen, dat leerde ik allemaal van Wim. Als je bijvoorbeeld les geeft in een gymzaal, doe je dat meestal in vier vakken. Je blaast op je fluitje als de groep moet wisselen. Ik gaf zo’n les eens in acht vakken. De kinderen mochten zélf bepalen wannéér en óf ze een andere activiteit gingen doen. Niets hoefde en alles mocht. Dan zie je zo iets moois gebeuren… Natuurlijk waren er regels en afspraken en je groep moet die manier van werken wel aankunnen. Op de school voor speciaal onderwijs in Amsterdam waar ik nu les geef, zou dat een chaos worden. De mogelijkheden van de kinderen zijn mijn uitgangspunt. Precies zoals Wim het zou willen hebben.’
RENÉ VAN DER WERF (22) DERDEJAARS AUTONOME BEELDENDE KUNST RUUD VENEKAMP (56) DOCENT TEKENEN EN SCHILDEREN, ACADEMIE MINERVA ‘Ruud is niet alleen docent, maar is zelf ook een zeer goede kunstenaar. Daar kun je heel veel van leren. Bij Ruud kun je altijd terecht met vragen. Toch heb ik nog het meeste van hem geleerd toen hij in mijn eerste jaar mijn tutor was. ‘Over het algemeen kreeg ik in het eerste jaar van docenten goede beoordelingen, maar uitgerekend van Ruud kreeg ik een onvoldoende omdat ik naar zijn mening minder deed dan ik kan. Als vervangende opdracht moest ik een relativiteitsmachine maken. Dat mislukte, maar juist dat falen triggerde mij om op een andere manier met kunst bezig te zijn. ‘Ruud is iemand die je zelf een mening laat vormen. Ik heb met Ruud interessante discussies gehad over een aantal digitale schilderijen. Is dat nu nog een schilderij? De informatie bestaat immers niet uit verf, maar uit gegenereerde bitcodes. Dat onderzoek beïnvloedt mijn werk nog steeds enorm. Ook al doe ik nu juist het tegenovergestelde. ‘Ik ben nu, twee jaar later, weer begonnen met de relativiteitsmachine onder de werktitel Project/ or some case of relativity. De project/or is een videoprojector die wordt aangedreven door een fiets. Ook dat idee begon in een gesprek met Ruud, over Einstein die zich afvroeg hoe het zou zijn om op een lichtbundel te fietsen. De gekleurde ladder op de foto wordt het opstapje om op de fiets te stappen. Die is letterlijk en figuurlijk uit één van mijn schilderijen gekomen. Ik moet nog een aantal technische problemen overwinnen, ik loop steeds tegen mislukkingen aan. Maar dat mislukken is juist onderdeel van het project. Ik kan wel van alles in mijn hoofd hebben, maar in dit geval bepaalt het experiment wat echt is. De machine heeft nu nog een paar onvolkomenheden, maar hij werkt wel. Het is een scheppingsproces dat bestaat uit een dialoog met de werkelijkheid. ‘Wat maakt Ruud een goeie leraar en tutor? Ik vond hem goed als begeleider van mijn eigen onderzoek. Hij heeft veel kennis over het vak, en het zijn ook de persoonlijke dialogen, en die met de klas die, zeker in mijn geval, zijn uitgebloeid tot de beginpunten van mijn eigen kunst.’ 15
ALKE HÖPKEN FIRST-YEAR STUDENT OF INTERNATIONAL BUSINESS & MANAGEMENT KOOS FIDDER LECTURER AND ACADEMIC ADVISOR AT IBS ‘When I told a couple of classmates that Koos Fidder was my favourite teacher, they said they’d have chosen him too. Koos is not an ordinary teacher, and very much unlike the teachers I had in Germany who kept much more at a distance. Koos is like a father, always sympathetic and always trying to help. ‘Koos is academic advisor in my class. When students come across problems that interfere with their studies, they can ask Koos for advice. You can immediately tell that Koos is very serious about that. It is really important for him that we find ways to solve the problems. He told us once that when he was a lecturer at the university of Groningen, a student committed suicide. She had problems that she hadn’t told anyone about. I think that’s why Koos always encourages us not to keep our problems to ourselves. ‘Koos always talks about his private life, his holidays on Crete, for instance, his career at the Hanze, his observations about how people of other cultures behave, or his own student life. That way we get to know him better. And because we do, it is much easier for us to tell him private things about ourselves. ‘His classes are never boring because he always comes up with stories and anecdotes from his personal experience. At the same time he always makes funny remarks, small jokes, quick reactions to a particular situation in the classroom. ‘Maybe the thing I like best is his patience. I know teachers who become irritated when you do not immediately understand what they are trying to explain. Koos never shows any irritation. He just explains it again until everybody in the class is happy. That never takes a long time. His explanation are usually so clear and interesting that everybody quickly understands what he means.’ ‘Koos has been my academic advisor since I started my studies here in February. I certainly hope that I will continue to see him in the forthcoming years as academic advisor or as lecturer.’ 16
MARLEEN VAN DER LAAN EERSTEJAARS BIOLOGIE EN MEDISCH LABORATORIUMONDERZOEK GERT HOFSTEDE DOCENT/ONDERZOEKER BIOANALYSEMETHODES EN CHEMIE ‘Als Gert ons uitleg geeft over Hydrofobic Interaction Chromatography, een analysemethode die je in het laboratorium toepast, vraagt hij direct: “Waar denk je die methode allemaal voor te kunnen gebruiken?” Pas nadat hij antwoorden van ons krijgt, bijvoorbeeld dat je er eiwitten mee kunt scheiden, komt hij zelf met voorbeelden. Hij motiveert ons om zelf heel goed na te denken. Je doet automatisch actief mee in zijn lessen. En als je dat goed doet, kun je de tentamens ook halen. Hij vertelt alles uitgebreid in de lessen en maakt er powerpoint-presentaties bij. Maar vergis je niet. Het is geen makkie. We moeten er heel hard voor werken. ‘Ik ken Gert vanaf de eerste schooldag, hij is mijn studieloopbaanbegeleider. In het tweede kwartaal kreeg ik voor het eerst les van hem. Chemie. Gert is heel open in zijn lessen. Je kunt alles gewoon aan hem vragen. En als je het op de ene manier nog niet goed begrijpt, dan vertelt hij het nog een keer op een andere manier. Zijn lessen zijn relaxt. Maar als hij ergens klaar mee is, dan is het ook klaar. Hij stelt duidelijke doelen. Als die behaald zijn en het in het schema past is er tijd voor gezelligheid en humor. We horen ook wel leuke verhalen over zijn privéleven. Over zijn vrouw en kinderen en over de cavia’s. Gert weet ook wie jij bent. En spontaan is hij ook. Als wij bijvoorbeeld roepen: “Zullen we zo even gaan picknicken”, dan zegt hij: “Mag ik ook mee?” ‘Geïnspireerd voor het vak heeft hij me eigenlijk niet speciaal. Ik wist al dat ik deze opleiding wilde volgen en toen ik de informatie op internet las en de recensies was het duidelijk. Ik heb goed gekozen. Gerts specialiteit is biogas, dat is zijn vakgebied als onderzoeker. Maar daar ben ik niet zo in geïnteresseerd. Ik wil de medische kant op. ‘Gert is superslim. Snijd een onderwerp aan en hij weet er iets vanaf. Hij kan er beeldend over vertellen. En als hij iets niet weet, zegt hij dat gewoon eerlijk, zoekt het op en komt er op terug. Wat leuk is aan Gert is dat hij ook feedback van ons vraagt. Hij zegt vaak dat hij zelf ook nog aan het leren is: hij wil altijd weten wat we van zijn lessen vinden.’ 17
18
Illustratie: Roos Vink
DE DO'S EN DONT'S VAN CROWDFUNDING Loes Vader
De sokkel van het Amerikaanse Vrijheidsbeeld werd rond 1880 al bekostigd door crowdfunding. Maar nu is deze wijze van financiering pas echt booming. Eelco Bakker, dé crowdfundingman op de Hanze, over wat je wel en niet moet doen.
Door internet en sociale media neemt crowdfunding een hoge vlucht. In 2011 ging er in Nederland twee miljoen in om, in 2012 al zo’n zestien miljoen. Dat verdubbelde nog eens in 2013 en Eelco verwacht dat die trend zich voortzet. ‘Dit jaar haalt crowdfunding misschien al zeventig miljoen euro binnen.’ Onvrede over de financiële markten en de wijze waarop banken met geld omgaan, zijn voor investeerders vaak de motieven om zelf te willen bepalen in welke producten of bedrijven ze hun geld steken. ‘Mensen willen geen onpersoonlijk aandelenpakket meer. Ze steken hun geld liever in projecten die ze sympathiek vinden. Of ze besteden hun geld aan de voorfinanciering van een product dat ze graag willen hebben: ik koop er vast één en over een paar maanden heb ik ’m in huis.’ Daarnaast zijn er investeerders die het puur om het rendement doen. ‘Hoe je het ook wendt of keert, crowdfunding brengt meer risico met zich mee dan je centen op de bank parkeren. En ook hier geldt: hoe hoger het risico hoe hoger het rendement.’
CROWDABOUTNOW
Aan zijn steigerhouten tafel in Cube050, de broedplaats voor jonge ondernemers, schenkt Eelco Bakker een dubbele espresso terwijl hij een innovatief kladblok demonstreert dat hij kocht via een Amerikaans crowdfunding-platform. Zelf is hij ook partner van zo’n platform, CrowdAboutNow. ‘Dit whiteboard-kladblok kwam in november voorbij in de nieuwsbrief van Kickstarter. Heel handig, je kunt er je aantekeningen weer meer uitwissen.’ Eelco investeerde dertig dollar in het product en drie maanden later lag het op z’n bureau. Op de cover prijken de acht duizend namen van mensen die het product ondersteunden: ze kochten het vóórdat het op de markt was.
ONVREDE OVER BANKEN
Financiering via crowdfunding is hot. ‘Stel dat een ondernemer met een project aan de slag wil, maar onvoldoende startkapitaal heeft. Het is crisis. Als de bank niet wil investeren, wie dan wel? Oké, je hebt subsidies, fondsen en microkredieten. Maar ook crowdfunding: een systeem waarin een grote groep mensen een project of een bedrijf financiert.’
De Nederlandse markt loopt. Er zijn inmiddels meer dan twintig platforms, waaronder CrowdAboutNow. ‘In eerste instantie screenen we de plannen. Eén op de vijf projecten is geschikt. De rest van de plannenmakers sturen we met huiswerk naar huis en die zien we meestal niet terug. Ze vallen door de mand omdat hun plan niet deugt, de cijfers niet kloppen of omdat de ondernemer niet overtuigend overkomt.’ In principe komt ieder goed uitgewerkt plan in aanmerking. ‘Als het plan klopt, gaat het project online. Het geld dat binnenkomt komt op een aparte rekening te staan, die wordt beheerd door het platform. Zolang het geld niet voor de volle honderd procent binnen is, loopt de investeerder geen enkel risico. En als het benodigde bedrag niet wordt gehaald, krijgen de investeerders hun geld terug.’ Hoe populair ook, het eerste Nederlandse crowdfunding-faillissement is een feit. Stefan Vreugdenburg haalde in twee weken 125 duizend euro op voor een nieuw Indisch restaurant in Den Haag. ‘Het was zelfs één van de eerste crowdfunding-successen. In eerste instantie bood Vreugdenburg een rente van zeven procent. Na ruim een week had hij zestien duizend euro in het laatje. Dat ging hem niet snel genoeg en hij verhoogde de rente tot tien procent. Daar kwamen hardcore speculanten op af. Vervolgens had hij binnen de kortste keren ál het geld bij elkaar. Maar het restaurant ging binnen een jaar op de fles: Vreugdenburg kon de hoge rentes niet terugbetalen aan zijn investeerders. Ik schat in dat dit soort ervaringen de komende jaren zullen uitmonden in strengere regels en procedures.’
TOETJESPARADIJS TOET
Aan succesverhalen uit Groningen heeft Eelco geen gebrek. Toet is een biologisch toetjes- en taartenparadijs aan het Gedempte Zuiderdiep. De winkel, bakkerij annex toetjescafé op de hoek van de Folkingestraat opende in september 2013 de deuren. ‘Vóór die tijd stond Toet op de Vismarkt. De ideale plek om marktonderzoek te doen en een klantenkring op te bouwen. De investeerders in Toet waren dan ook ware Toet-ambassadeurs.’ Eelco is één van hen. ‘Ik ga er zeer regelmatig de deur uit met een doos gebakjes.’ De Olijfboom, een Griekse traiteur in de Steentilstraat, ging op een vergelijkbare manier te werk. De financiering voor deze take-away, eetwinkel en traiteur was binnen twee dagen rond. ‘Het succes van crowdfunding begint altijd met een gedreven en gepassioneerde ondernemer. Iemand die zijn netwerk mobiliseert. Dertig à veertig procent van het bedrag dat je voor je plan nodig hebt moet in principe uit je inner circle komen: vaders, moeders, tantes, ooms, zussen, broers, vrienden… bekenden dus. Vervolgens mobiliseer je je zakelijke netwerk: leveranciers, potentiële klanten, samenwerkingspartners, winkeliers uit dezelfde straat… Wees creatief in het zoeken en schroom niet om deze mensen te benaderen. Vallei Vis, een duurzame viskwekerij, bezocht lokale restaurants. Die restaurants legden het plan vervolgens voor aan hun klanten. Dat werkt! Het ontbrekende deel, de andere helft van het bedrag, komt dan van onbekenden, van de crowd.’
INVESTEERDERS ZIJN AMBASSADEURS
Bedrijven die door crowdfunding tot stand zijn gekomen, bieden hun investeerders vaak meer dan een vergoeding. ‘De Olijfboom gaf haar investeerders bijvoorbeeld een fles olijfolie als ze voor honderd euro investeerden. Bij 250 euro krijg je een cadeaubon, enzovoorts. Bij Bar Oldenhof in Amsterdam kregen topinvesteerders een barkruk met hun naam erop. Maar er zijn ook bedrijven die een smoothie of een broodje naar hun financiers noemen.’ Een absolute must voor succes is volgens Eelco een goede persoonlijke presentatie op het platform. ‘Laat jezelf zien. Jij bent het gezicht van de campagne. Crowdfunding is geen anonieme aangelegenheid. Investeerders willen zíen met wie ze in zee gaan. Zorg dus voor goede foto’s en filmpjes.’ Crowdfunding stopt ook niet als de financiering rond is. ‘Denk niet: de poet is binnen en de groeten. Je nazorg is essentieel: betrek je financiers bij de uitvoering van je project. Organiseer een openingsfeestje, zorg voor extra aanbiedingen, kortingscodes. Als ondernemer heb je die mensen altijd wel weer een keer nodig. En het is natuurlijk ook gewoon sympathiek. ’
19
Foto:Luuk LuukSteemers Steemers Foto:
‘Toen Sari penningmeester werd in het bestuur van onze studievereniging Facides Dione zag ik haar voor het eerst. Ze nam het stokje over van mijn broertje. In de KEI-week gingen we met de vereniging op stap en raakten aan de praat. Wel een leuk meisje, dacht ik. Ik ging erachter aan. Die week hebben we een paar keer gezoend. In het begin was het gewoon een beetje gescharrel. Het punt was dat we ons allebei eigenlijk nog helemaal niet wilden binden. Ik stond bekend als de eeuwige vrijgezel, maar ik ging voor de bijl. ‘Ik moest er best veel voor doen om haar te veroveren, Sari stuurde me iedere keer weer weg. Maar de aanhouder wint… We sliepen steeds vaker samen en we dachten allebei na een tijdje: waar wij mee bezig zijn, dat lijkt toch wel erg veel op een echte relatie. Op het oud-en-nieuwfeest van 2014 hebben we er een titel aan gegeven. Ik heb haar toen gevraagd. Niet serieus op de knieën, maar op een grappige en lacherige manier. Ze zei ja. ‘Sari is lief, zelfstandig en vrolijk. We zien elkaar vaak, ook al hebben we het allebei druk met de studie en ons bestuurswerk. Zeker nu: ik sta nummer zes op de kieslijst van de Hanze Studentenbelangen Vereniging en ben iedere dag bezig met campagne voeren. Je kunt nog op me stemmen! ‘Sari en ik houden allebei van feestvieren, gezelligheid en ouwehoeren. We whatsappen elkaar vaak gekke afbeeldingen. We zijn gewoon allebei een beetje gek. Ook in andere opzichten lijken we op elkaar. We lachen om dezelfde grappen en hebben schijt aan dezelfde dingen. ‘We doen niet alles samen. We hebben ook een eigen leven. Ik ben wedstijdzeiler in Friesland en bij Mayday. Ik kom uit een zeilersfamilie uit Goingarijp. Mijn moeder zeilde, terwijl ze zwanger van mij was, nog vrolijk rond over het IJsselmeer. Sari kan niet mee met wedstrijden, passagiers passen niet op de wedstrijdboten. Maar ze komt vaak langs in Friesland.’ 20
ITEM Rina Tienstra
In de KEI-week liepen Joost en Sari elkaar tegen het lijf. Op een oud-en-nieuwfeest kreeg hun scharrelrelatie een officiële titel. ‘Voor de liefde bezwijk je.’
JOOST HANSELAAR 24 Tweedejaars Facility Management
SARI VERHEY 21 Tweedejaars International Facility Management
‘Ik kan me niet meer precies herinneren wanneer ik eindelijk toegaf dat ik verliefd was. Het viel me op dat ik steeds vaker tegen mijn vriendinnen zei: Joost zei dit, of Joost deed dat. Of: kijk eens wat hij me nu weer stuurt. Voor de liefde bezwijk je dus... ‘Joost zegt altijd dat we elkaar tijdens de KEI-week leerden kennen, maar dat klopt niet. We hadden elkaar al eens gesproken op een verenigingsborrel. Dat kan hij zich gewoon niet herinneren. Oorzaak bier, denk ik… Hij was de broer van de penningmeester en ik had niet direct zoiets van: ooh, Joost! ‘In de KEI hingen we met de vereniging rond op de Grote Markt. Ik merkte wel dat hij moves aan het maken was, maar ik zag er nog niets in. ‘We zoenden voor het eerst in de Twister en zagen elkaar steeds vaker. Ik dacht: wat moet ik hiermee? Ik zit in mijn bestuursjaar en hier heb ik helemaal geen tijd voor. In de weken daarna bracht hij me vaak naar huis en dan stuurde ik hem steeds weg. Ik hield mezelf lang voor de gek. ‘Dit is mijn eerste serieuze relatie. Joost is een spontane, lieve jongen. Hij kan goed luisteren en is positief ingesteld. Hij maakt zware dingen wat luchtiger en ik kan heel hard om hem lachen. Het is wel serieus, maar niet té serieus. Wel slapen we iedere avond bij elkaar.’ ‘We zijn nou niet bepaald een burgerlijk stelletje dat hand in hand naast elkaar op de bank zit. Ik ga nog steeds naar Almere om met mijn vriendinnen te stappen. We laten elkaar vrij in de dingen die we willen doen, daarin heb ik in Joost een hele goeie. Hij vraagt me vaak mee, af en toe ben ik aanhang bij zijn zeilwedstrijden. We zijn allebei niet claimerig en we hebben het allebei druk. Joost gaat vaak mee naar mijn verenigingsborrels en -uitjes en ik naar de zijne. Maar samen aan de bar zie je ons maar zelden zitten. We gaan onze eigen gang. Laatst zei iemand op een feestje tegen mij: “Ik wist dat jullie een stel zijn, maar jullie zijn totaal niet klef en bef.” Zo is het, we houden niet van klef.’
‘VEEL MENSEN VINDEN DE E.U. EEN VER-VAN-HUN-BEDSHOW’ Martine Zeijlstra
De gemeenteraadsverkiezingen zijn net achter de rug en de stembussen voor de Europese verkiezingen staan alweer klaar. Maar steeds minder mensen gaan ernaar toe. Heel jammer, vindt David Westerink (21), tweedejaars student Sociaal Juridische Dienstverlening.
Maar weinig studenten zijn politiek betrokken of actief voor een politieke partij, maar voor David Westerink is het volkomen logisch. Tijdens een reis door Australië kwam hij tot de ontdekking dat hij graag politiek actief wilde zijn. ‘Op mijn reis kwam ik heel veel verschillende soorten mensen tegen met heel andere denkbeelden dan ik. Ik sprak met iemand die de rol van de natuur veel groter wilde maken. De mens moest bijvoorbeeld meer terugtreden en de natuur haar gang laten gaan. Heel bijzonder.’ Ook sprak David een communist uit Zuid-Amerika. ‘Daar heb ik lange discussies mee gevoerd omdat ik van mening was dat het communisme allang achterhaald was.’ Terug in Nederland sloot hij zich aan bij het CDA en zette hij zich in voor het CDJA. ‘Ik vind dat de wereld steeds verder individualiseert en materialistischer wordt. Het CDA kiest meer voor de samenleving, samen dingen doen. Die visie op het leven deel ik. Ik vind dat je als jongere niet langs de zijlijn moet staan als je dingen wilt veranderen. Ik studeer SJD omdat ik later mensen wil helpen
Foto: Luuk Steemers
en ben politiek actief omdat ik denk dat de politiek mensen verder helpt. In de politiek worden besluiten genomen. Met het CDJA probeer ik jeugdwerkloosheid te voorkomen en het sociaal leenstelsel tegen te gaan.’ Westerink begrijpt de lauwe verwachtingen voor de opkomst bij de Europese verkiezingen. ‘Voor veel mensen is de Europese Unie een ver-van-hunbedshow. Dat begrijp ik heel goed. De politici van de Europese Unie moeten veel beter uitleggen
wat ze doen, want kiezers snappen het nu niet goed. Ze moeten hun werk dichter bij de mensen brengen. Dat kan via sociale media, via internet. Maakt niet uit hoe ze het doen, als ze het maar doen. Heel veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat de fietsenstalling op de Centraal Station is gebouwd met geld van de EU. Soms is het dus heel eenvoudig om het werk van de EU zichtbaar te maken. Maar dan moet je niet vergeten om dat te vertellen.’ 21
HOREN & ZIEN SOOF
HOUSE OF CARDS SEIZOEN 1
ALL IS LOST
Soof is een gezellige luchtige romcom over het leven van Sophie. Lies Visschedijk, Roelien uit Gooische vrouwen, maakt van Soof een geloofwaardige Nederlandse Bridget Jones. Soof is de chaotische moeder van drie leuke kinderen en vrouw van de overwerkte Kasper (Fedja van Huet), die iets belangrijks op de Amsterdamse Zuidas doet en weinig tijd voor z’n gezin heeft. Soof kookt de sterren van de hemel, maar haar cateringbedrijfje komt niet echt van de grond. Haar leven raakt in een stroomversnelling als Kasper een sabbatical neemt en zich op het huishouden stort, ‘hoe moeilijk kan dat zijn’, en Soof op een feestje de glad charmante choreograaf Jim (Dan Karaty) tegen het goddelijke lijf loopt. Jim valt als een blok voor Soof en haar kookkunsten. Voor ze het weet vult ze niet alleen de magen op grachtengordelfeestjes, maar ook de foodiecolumns in de Telegraaf. Terwijl Soof haar uiterste best doet er niet als een groentetaart bij te lopen, verruilt Kasper zijn pak voor een slonzige joggingbroek en slobbertrui… Soof is een leuke pretentieloze film met een prima cast. De BN-dichtheid is hoog, doch relativerend en niet storend. Drie hartjes voor de film plus één extra voor Lies Visschedijk.
Frank Underwood overstijgt alle definities van ‘meedogenloos’, schrapt het uit het woordenboek, en schrijft z’n eigen naam ervoor in de plaats. House of Cards is een serie vol intrige en vuil spel in het politieke hart van de Verenigde Staten. Underwood is House Majority Whip voor de Democraten. Zijn taak in het Amerikaanse Congress is er voor te zorgen dat iedere afgevaardigde in het gareel blijft. In werkelijkheid heeft hij geen enkele andere behoefte dan pure macht, en veegt het bloed van zijn handen af aan de Amerikaanse vlag. Zijn bedenkelijke partner-in-crime is de jonge journalist Zoë Barnes. Ze hebben elkaar nodig om hun eigen agenda erdoor te drukken en het wordt steeds minder duidelijk wie nou precies wie gebruikt. Achter Underwood staat zijn vrouw Claire, die met haar inktzwarte ziel een perfecte twee-eenheid vormt met haar echtgenoot. De serie wordt gedragen door het fantastische spel van Kevin Spacey en Robin Wright. Spacey keert zich vaak rechtstreeks naar de kijker, om in zijn eindeloos charismatische southern drawl zijn overwegingen uiteen te zetten. ‘As we used to say in Gaff ney… five stars.’
Vertalers en ondertitelaars hadden weinig werk aan de film All is Lost uit 2013. Fuck is zo’n beetje het enige gesproken woord. Na een botsing met een drijvende scheepscontainer, midden op de Indische Oceaan, kampt een anonieme solozeiler (Robert Redford) met defecte elektronica en een lek in de romp van zijn zeiljacht. Er steekt er een enorme storm op, de mast knapt af, en de lekke boot wordt speelbal van de woeste wateren. Uiteindelijk rest Redford niets anders dan z’n reddingsbootje. Maar het noodlot blijft toeslaan. Hemeltergend zijn de oceaanstomers die de schipbreukeling op enkele meters passeren zonder hem op te merken. De ruim anderhalf uur durende film verveelt geen seconde. Het filmwerk is indrukwekkend, met als hoogtepunt het bijna abstracte spel van vormen en kleuren als de opblaasboot van onderaf wordt gefilmd met op de voorgrond waaierende scholen vissen en op prooi beluste haaien. All is Lost is een minimalistisch meesterwerkje van regisseur J.C. Chandor, met een geweldige Redford (inmiddels 78 jaar!). Alleen het wat onwerkelijke einde staat haaks op het rauwe realisme van de rest van de film.
LV ♥♥♥
JMX ♥♥♥♥♥
LS ♥♥♥♥
ADVERTENTIES
22
ADVERTENTIES
23
24
Illustratie: Pirmin Rengers
DE BESTE DOCENT IS EEN BEETJE EEN RARE Boudewijn Otten
Vrijwel iedereen heeft in z’n hart een warm plekje voor die ene leraar of lerares die… ja, wat eigenlijk? Wat maakte die docent zo speciaal? Van wetenschapper tot cabaretier: iedereen geeft min of meer hetzelfde antwoord.
Een goede docent heeft passie voor z’n vak, hij verruimt en ontregelt het denken, hij heeft intensief contact met z’n studenten, hij creëert een vruchtbaar leerklimaat en een duidelijke leerstructuur, hij opereert consistent en hij leert voortdurend bij. Dat zijn de vijf kenmerken waardoor een goede docent opvalt. Dat blijkt niet alleen uit Excellente Docenten Inspireren dat onderzoekers van de Radboud Universiteit in 2011 publiceerden. Die kenmerken komen naar voren in vrijwel alle betogen over de vraag wat nou een goede docent is. En die betogen zijn verrassend eensluidend. Trouw, het dagblad dat bekend staat om z’n grote aandacht voor onderwijs, interviewde in 2005 vier kenners en tien bekende Nederlanders over de eigenschappen van de goede docent. De beste docenten, zo stellen de mensen die aan de tand werden gevoeld, hebben lol in de klas, lol in het vak en lol in het werk. Goede docenten zijn vaak ‘een beetje raar’. Dat lijkt verdacht veel op die ontregelaar uit Excellente Docenten Inspireren. Goede docenten zijn een beetje anders dan anders. Niet voor niets verscheen het Trouw-artikel onder de kop Een goede docent is een beetje gek. Het maakt niet eens zoveel uit op welke manier. Ex-burgemeester Job Cohen waardeert achteraf de strenge aanpak van zijn leraren op de middelbare school en actrice Viktorija Koblenko zal de lessen van haar mysterieuze juf in de Oekraïne niet snel vergeten.
EEN KENNISCADEAUTJE
Het overdragen van kennis gaat niet alleen om de kennis, zo weten onderwijs- en andere deskundigen, maar ook om de overdracht. Die kennis moeten docenten natuurlijk wél hebben (anders kun je wel ophouden), maar de verpakking is cruciaal. Vlot geformuleerd: goede docenten maken van kennis een cadeautje. De Universiteit van Nederland heeft dat goed begrepen. Iedere dag verschijnt op de website van
deze online universiteit een kort flitsend college van een Nederlandse hoogleraar of een dito universitair docent. De opnamen van deze flitscolleges vinden plaats in de Amsterdamse nachtclub AIR. De opbouw van een UvN-betoog volgt min of meer een vast stramien waarop de man of vrouw op het podium grondig wordt voorbereid. Opmerkelijk is dat het niet alleen de bekende namen zijn die voor de UvN-camera verschijnen. Hoofdredacteur Frauke van Goethem: ‘Eigenlijk werkt het op het aloude principe van mond-totmond. We krijgen gewoon tips. Vooral van studenten, maar af en toe kloppen hoogleraren zelf aan.’ Van Goethem krijgt al die tips onder ogen.
KEIHARDE-GRAPPENMAKER
‘Sommige studenten zijn vreselijk enthousiast. Er zijn studenten die van studie veranderen, puur en alleen om bij die ene hoogleraar te studeren. Ik krijg ook mail van studenten die schrijven dat ze het onderwijs in willen omdat de man of vrouw die ze op onze website willen zien schitteren, in alles uitstraalt dat lesgeven een geweldig vak is.’ Een goede docent, zo heeft Van Goethem inmiddels ondervonden, is iemand die qua inhoud en presentatie weet te inspireren. ‘Iemand die je kijk op de wereld verandert. Dát is een goede docent.’ Voor ervarings- en andere deskundigen is de wijze waarop docenten hun kennis overbrengen dus heel belangrijk. Dat vraagt van docenten een zeker acteertalent: een goede docent moet soepel kunnen inspelen op z’n studenten. Dat aanpassingsvermogen is volgens de geïnterviewden in Trouw zelfs zijn belangrijkste eigenschap. ‘Een goede docent weet voor iedere student een eigen leerroute uit te zetten’, stelt ex-volleybalprof Bas van der Goor. Cabaretier Theo Maassen: ‘Een goede docent gaat uit van de eigenheid van de student.’ Kijk eens aan, de Goede Docent, zelfs het hart van een keiharde-grappenmaker wordt een beetje warm als hij eraan denkt. 25
26
Illustratie: Donny van der Velden
HOE DIGI MAG HET HBO ZIJN? Boudewijn Otten
Nieuw is het allang niet meer, ICT in het onderwijs. Maar nieuwer kan het wél, zo blijkt op de studiemiddag Blended Learning. Hanzedocenten lopen massaal warm voor digionderwijs. Hoog tijd, vindt de student anno 2014.
drukke gelaptop, getwitter, gewhatsapp en wat voor gedigivirtueel gedoe dan ook. Blended Learning? Wat is dat? Als iemand het weet, is het wel Wilfred Rubens. Stafdirecteur Onderwijs & Onderzoek Rob Verhofstad kondigt de keynote speaker van vandaag aan als de ‘vleesgeworden blended learning’. Rubens houdt zich al bijna twintig jaar bezig met het verschijnsel ICT & Leren (momenteel verdient hij z’n brood als projectleider en e-learning-adviseur op het Welten Instituut van de Open Universiteit). Om duidelijk te maken wat blended learning is, toont Rubens een foto van een paar mooie… blenders. ‘Blended learning vindt plaats als de docent face-to-face lesgeven mixt met methoden waarin hij ICT-middelen toepast.’
DE TOETSEN OP DE SMARTPHONE
Donderdag 10 april. Het auditorium van de Van DoorenVeste zit om één uur ’s middags helemaal vol. De organisatoren van de studiemiddag Blended Learning hebben zelfs tientallen mensen moeten teleurstellen. Marian van Os, lid van het College van Bestuur van de Hanzehogeschool, is blij verrast. Zo blij dat het haar bij haar inleidende praatje verleidt tot een gebbetje. ‘Blended Learning is niet alleen voor jong en hip, maar ook voor, hoe zeg ik dit nou netjes… ook voor mensen van mijn leeftijd.’
GEDIGIVIRTUEEL GEDOE
Zo vreemd is die stampvolle zaal niet, want de studiemiddag gaat over onderwijs. Daar zijn docenten natuurlijk wel voor te porren. En voor het gebruik van de zegeningen van informatie- en communicatietechnologie (ICT) loopt het onderwijsvolk ook al warm. De zaal zit vol real and heavy users. Mensen voor wie het gebruik van ICT allang geen sciencefiction meer is, maar een stevig in hun gewone leven verankerde manier van doen. Van de toch nog besmuikte blik op de smartphone tot en met de aan onbeleefdheid grenzende nonchalance waarmee sommige aanwezigen van hun stoel opstaan om met hun iPad foto’s te maken van de sheets die de spreker op het witte doek beamt, het is hier allemaal doodgewoon. Net als al dat
Dat kan op allerlei manieren en, het moet gezegd, het is hartstikke leuk en vaak ook nog eens doodeenvoudig. Toetsen in elkaar steken gaat bijvoorbeeld in een poep en een scheet, zo toont Wilko Peper aan. De docent op het Instituut voor Communicatie & IT is een voorstander van het zogeheten formatief toetsen: tijdens een leerperiode toetsen studenten de hoeveelheid kennis die ze hebben opgedaan. ‘Ontdekken hoe ver ze zijn gevorderd, motiveert studenten om zich in te zetten op de punten waarin ze nog tekortschieten.’ Pepers toetsen kunnen studenten ook op hun smartphone maken. Een flitscollege opnemen en verspreiden vergt ietwat meer inspanning, maar het kan wel (en zeker sinds de Hanze daar opnamevoorzieningen voor heeft ingericht). Jan Schuurmans van de Academie voor Verpleegkunde zweert erbij. ‘In mijn flitscolleges behandel ik de theorie. De camera dwingt je om je verhaal snel en duidelijk over te brengen. De studenten bekijken die filmpjes wanneer ze maar willen en ik borduur er in de les op voort. In de klas kunnen we meteen aan het werk.’ Schuurmans wordt zelf ook wijzer van z’n flitscolleges en niet alleen bij de opname. ‘Als ik iets uitleg in de klas, hoor ik wel eens: “Meneer, als dit een filmpje was, had ik u nú teruggespoeld.” Dat is hartstikke leuk én gratis feedback.’ Schuurmans en Peper zijn twee van de tien docenten van de Hanzehogeschool die op 10 april een workshop geven. Voor de ogen van hun collega’s berijden ze hun stokpaardjes. Van de met het virtuele klaslokaal weglopende Loes Damhof tot facebookadept Wim Oostindiër. Overal in de Van DoorenVeste lopen docenten te broeden: hoe kunnen we de aangereikte ideeën zelf toepassen?
Rogier Koopmans en Gerjan van der Laan hebben na hun twee workshops een goed beeld van de waterscheiding tussen docenten die wel en docenten die geen affiniteit hebben met de doorsnee, en dus van digi doordesemde, student anno 2014. De twee studenten, beiden lid van de in de medezeggenschapsraad vertegenwoordigde Hanze Studentenbelangen Vereniging, boden de docenten een inkijkje in de wijze waarop studenten samenwerken. En ja, dat is dus volkomen digitaal. Gerjan: ‘Ik ken geen student die geen smartphone of laptop heeft.’
MAIL IS ALWEER VERLEDEN TIJD
De kern van de workshop van Gerjan en Rogier bestaat uit een ogenopener: de werkstukken die studenten inleveren, kunnen tot stand zijn gekomen zónder dat ze elkaar hebben gezien. Google Docs heet het wondermiddel dat ze daarvoor aanwenden: vanachter hun computer werken studenten aan één en hetzelfde document. Als het een student uitkomt, plaatst hij zijn bijdrage. De anderen reageren, vullen aan, plaatsen een ander stuk tekst en hup, na verloop van tijd ontstaat één werkstuk. Veel woorden maken de studenten er tussentijds niet aan vuil. Alle communicatie kan via Docs, whatsapp en mail gaan. Mail? Nee, dat lijkt ook alweer verleden tijd, ouderwets en uit de mode.
EEN REISJE NAAR BERLIJN
Rogier: ‘Docenten kunnen niet om de nieuwe communicatievormen heen. De meesten kunnen er ook goed mee uit de voeten, maar er zaten er ook nog een paar die een drempel over moeten. Die huiver is nergens voor nodig, er is altijd wel een student die ze kan helpen.’ De digitalisering nam de afgelopen jaren een hoge vlucht, maar het kan nog hoger en dat zal ook gebeuren. O&O-directeur Rob Verhofstad kondigt de start van een Blended Learning Community aan, een digitaal platform voor Hanzedocenten. Marian van Os biedt één van de aanwezigen op de studiemiddag Blended Learning, degene die voor september met de beste ICT-onderwijstoepassing op de proppen komt, een reisje aan naar de Online Educa in Berlijn. Op deze conferentie komt al wat nieuw is in de wereld van ICT en Leren aan bod. De vleesgeworden blended learning Wilfred Rubens is daar natuurlijk ook. ‘Ieder jaar komen alle Nederlandse deelnemers een avond bij elkaar om samen te eten. Ik ben benieuwd wie van u ik daar zal zien aanschuiven.’ 27
28
LOCO Luuk Steemers
ULI MATHIES IS LECTURER AT IBS AND SKYDIVER
Foto: Ben Wojtas
‘Due to my fear of heights and flying, we always went to the nearby island of Borkum for our vacation. Two years ago a skydive club came to the island to offer tandem jumps. I had to go. It felt unreal. I knew I was not going to jump, but still I was there, the money for the jump in my pocket. I panicked during the first attempt, but the second one was great. Afterwards I felt I had to go on to prevent the fear from coming back. Now I jump almost every week at Hoogeveen, for fun but also for the spiritual exercise.’ http://skydivehoogeveen.nl. 23
30
LIEVE LOES
[email protected]
Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je docent en kun je je niet meer op je studie concentreren? Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem.
Lieve Loes, Ik heb me voor deze zomer opgegeven als docentvrijwilliger in Cambodja. In een weeshuis ga ik de kinderen een maand Engelse les geven. Mijn vriendin vond het een prima idee, maar kon niet met me mee omdat ze al een bijbaan heeft als animator op een camping. Maar nu het dichterbij komt, begint ze ineens tegen te sputteren. Via via heeft ze verhalen gehoord dat het er niet veilig is en ze is bezorgd dat me iets overkomt. Ze ligt er zelfs van wakker. Wat vind jij, moet ik het maar afzeggen? Victor Beste Victor, Jouw vriendin is overbezorgd. Als je nou op jihad naar Syrië zou gaan of ontvoerde meisjes wilde redden in Nigeria, dat zijn andere verhalen. Maar Cambodja is al vijftien jaar veilig. Daarvoor was het gevaarlijk vanwege de dertig jaar durende burgeroorlog. Toch zou ik nooit in een weeshuis in Cambodja gaan werken vanwege het gesjoemel met kinderen. Toeristen worden naar weeshuizen gelokt en betalen grof geld voor de kinderen. Het schijnt ook dat zeventig procent van de wezen nog minstens één levende ouder heeft. De kinderen worden bij hun ouders weggelokt met beloftes over scholing en opvoeding, maar uitbuiting en prostitutie zijn de keiharde realiteit. Als de kinderen niet meewerken worden ze gestraft. In maart zond de KRO een documentaire uit over weeshuistoerisme. Als je die gezien hebt, wil je echt niet meer. Mijn reisadvies luidt dan ook: wil je naar Zuidoost-Azië, ga backpacken en sla Combodja niet over. Het land is nog niet ontdekt door het massatoerisme en
dus nog redelijk ongerept en goedkoop. Maar laat je vooral niet verleiden door de weeshuisindustrie.
REDACTIE-ADRES Zernikeplein 7 T0.01 / T0.02, Groningen
Lieve Loes, Ik woon sinds kort samen met mijn superlieve vriendin, maar we hebben een klein probleem. Zij is namelijk superallergisch voor huisstofmijt en ik ben ‘allergisch’ voor schoonmaken. Zij heeft geen zin om altijd alles maar schoon te moeten maken, ik heb geen zin om iedere dag te moeten poetsen. Daarnaast heb ik flink moeten betalen voor allerlei anti-allergiehoezen en een superdeluxe zakloze stofzuiger, dus geld voor een schoonmaakhulp is er ook niet meer. Wat moet ik doen? Groetjes, S. Loddervos Lieve Loddervos, Een klassiek relatieprobleem: het wie-maakt-watschoon-syndroom. Maar, ik heb goed nieuws voor je: je vriendin is niet allergisch voor huisstof, maar voor huisstofmijt. Huisstofmijt is een minuscuul creepje uit de familie van de spinachtigen. Huisstofmijten zijn onschadelijk behalve als je er allergisch voor bent. De beestjes gedijen het best op vochtige plaatsen met een temperatuur van rond de 25 graden. Doordat ze zich voeden met huidschilfers zijn matrassen, dekbedden en kussens ideale plekken. In een gemiddeld matras leven wel een miljoen huisstofmijten. Dus met jouw anti-allergie-hoezen en je superdeluxe zakloze stofzuiger zit je helemaal goed. Als je eens in de week je beddengoed op 60 graden wast, en de verwarming niet te hoog zet, snottert je vriendin niet meer.
POSTADRES Postbus 30030 9700 RM Groningen telefoon: 050 5955588 e-mail:
[email protected] REDACTIE Chris Wind - hoofdredacteur 050 5955585
[email protected] Boudewijn Otten - (eind)redacteur 050 5955582
[email protected] Luuk Steemers - redacteur 050 5955581
[email protected] Rina Tienstra - redacteur 050 5952570
[email protected] Loes Vader - redacteur 050 5957184
[email protected] FOTOGRAFIE Pepijn van den Broeke Annie Smetanenko Luuk Steemers VORMGEVING & ART DIRECTION Jean-Maxim van Dijk
[email protected] www.jmxcorp.net ILLUSTRATIE COVER Pirmin Rengers PRODUCTIE Redactie HanzeMag & Grafische Industrie De Marne B.V. Oplage: 7.000 ADVERTENTIES Bureau Nassau 020 6230905
[email protected] ABONNEMENTEN 60 euro per jaar 050 5955588
[email protected] 31
SMALL-SCALE GLOBALIZATION IN A VIRTUAL CLASSROOM Chris Wind
Loes Damhof teaches 21st Century Skills at the School of Communication, Media & IT. In 2012 she developed The Global Village, an interdisciplinary honours course in which students from the Netherlands and the U.S.A. tried to figure out what it means to be part of the Global Community in a virtual class room. Photo: Frank de Kleine ‘At the start of the course I asked the students which kind of person they considered a global citizen. “Someone who travels a lot”, was the first answer. “Why someone who travels a lot?”, I asked. “Someone who does not travel to save the climate can also be considered a global citizen, right?” I wanted them to realize that it was mostly about connectivity: how much we are all connected with each other in the global village. ‘I set up the course with Dr. Janine DeWitt, my American partner-in-crime, of Marymount University, a university in Arlington, Virginia. We gave classes simultaneously. Our classes could see each other through a screen. Half of the class was “really” there, the other half was virtually present. ‘In the Netherlands it is a new concept, but in America it already exists for a while. It’s an initiative of the State University of New York. They thought it would be a great idea to bring different parts of the world together in a cloud-classroom. Interested universities around the world could apply for a grant. Our Lectorate Excellence in Education & Society developed the idea for Hanze UAS, in cooperation with Marymount.
A FREE INTERNATIONAL EXPERIENCE
‘The difference with other participating universities is that our classes cooperated in a much more interactive way. The other teams mostly connected existing courses. For instance, a class 4int
of Russian students would create something, and a class of American students would provide feedback. They worked together, but they didn’t create a team culture. We really did everything together, even the assessments. We wanted to create the experience of a real classroom. Next to that, we made the students heavily reflect on their cooperation. ‘We started the course specifically for students who do not have the opportunity to go abroad during their studies. This way we could offer them an international experience after all. Half a year of internship on a tropical island like Aruba doesn’t necessarily have to be more valuable than this course.’
A VERY STRANGE EXPERIENCE
‘What they learned was also how they learned it, and how they learned it was also what they learned. Sounds very cryptic, I know, but it means that the most important teachable moments did not come from books or our lectures, but were included in the learning process. For instance, we gave students room to fail. When the cooperation did not work out as planned, we later used this as a teachable moment. ‘It is not easy to teach two classes at the same time, especially when one of them is virtual. You do not “feel” the other group, it’s a very strange experience. That’s why we did not give many
regular lectures. We tried to create as much discussion and debate as possible, that worked much better.
HORRIBLY WRONG
‘Especially in the beginning, students had the idea that the cloud was a kind of culture-free zone. That cultural differences would somehow magically disappear in a virtual environment. That the cloud was some kind of place where prejudices did not exist. Of course that wasn’t the case. On the contrary, if you work from your own comfort zone, you are not physically confronted with the reaction of the students on the other side of the world. ‘The reactions among teams differed immensely. Some teams would chat every Sunday night, intercontinental friendships even started among members of teams. But there were also teams in which the communication went horribly wrong, in which characters and cultures really clashed. “Always have faith in each other’s good intentions” was our mantra when things did not go as planned. ‘Globalization is mostly how interdependent and interconnected we all are. Not reacting to an email could have immediate consequences for a team and therefore for the class. We were all so connected to each other that when one person failed to do something, it would have consequences on multiple levels. That is small-scale globalization.’
LEGAL ALIEN Antonio Hernández
LAURA PAGANO (21) INTERNATIONAL COMUNICATION ITALY, 7.5 TIMES THE SIZE OF THE NETHERLANDS
‘I’m from Genoa, a very cultural and historic city located in the northwest of Italy. Although there are not so many parties there, I like it a lot because it is at the sea so you can find beautiful cliffs, beaches, really nice villages on the coast and, at the same time, you have the possibility to do mountain excursions.
Photo: Annie Smetanenko
‘Here, in Groningen, I live in Korno, the international student house in Kornoeljestraat. I prefer living here to living in a flat because I mingle with a lot of people from different countries that I wouldn’t meet otherwise. To me, it is awesome living with people from Asia, for example. I’m lucky to meet them and try their typical dishes. Here you live like a big family with so many people. However, some days you don’t want to see anybody because you had a bad day, but that can be difficult because you share a lot of common space. ‘I’ve been travelling a bit around The Netherlands, I went to Poland also and I’m going to Berlin because I participate in the Hitchhike Battle of ESN-Groningen. I would say that one of the best experiences until now has been King’s Day. On this day, I met up with my friends at my student house and we dressed up in orange. We walked around all the stages and parades in the city and we danced and drank a lot until one o’clock at night. It was like twelve hours non-stop partying and the night before, King’s Night, the same. I enjoyed it a lot. ‘There is a similar celebration in Genoa. It is called The White Night. During this night all the shops are open and there are a lot of stages all over the city. Every place is crowded and everybody is drinking and having fun. The only difference is that in Italy the party starts later and ends later, like at six o’clock in the morning more or less. ‘I don’t know if I am going to finish my degree at Hanze because I have applied for International Relations at the University of Groningen. But in any case, I don’t want to come back to Italy when I finish my studies, I would like to travel around, especially to a place with a very different culture and language. The east of Europe, Russia, or India could be cool destinations.’
STUDENT INQUIRY: THE PERFECT TEACHER WORKS AT HANZE Boudewijn Otten & Chris Wind
Mark Oenema. Richard Doornbos. Linda Grine. Dhr. Feldbrugge. Petra van Heugten. Dick Visser. Ids Kooistra. Thomas Mook (with nine hearts!). Mrs. Murphy. There are students who, when confronted with the question what the perfect teacher is, immediately envision a specific teacher. Niek Jonker can order a cake and some champagne, because no less than five students think that the 26-year-old Communication Systems teacher is all they ever wished for in front of their class. HanzeMag finally did the inquiry that it should have done a long time ago. Hanze University of Applied Sciences is, after all, an educational institution, and anyone who has ever been in school, knows that education wholly depends on the quality of the man or woman in front of the class: the teacher, the lecturer, the educator, the professor. But can you measure that quality? Well, maybe not with a ruler, but you could at least ask students what they expect from their lecturer. So we gave students a simple task: imagine the Perfect Teacher and answer our fourteen questions.
NOT TOO SERIOUS, PLEASE
She looks good, but is not too serious, she has a good grasp of digital media and she has several more strengths. She is the ideal teacher, although she can also be a he, or even a hunk. Those are just some of the many conclusions from a very unscientific, but nonetheless revealing, survey by HanzeMag. 2int
The reactions of the 453 students we asked to fill out the survey, gave us a starting point to provide some general statements about The Perfect Teacher. The most joyful conclusion, at least for Hanze, is that the perfect teacher is actually already teaching at Hanze. The ten teachers we mentioned at the beginning of this article are certainly not the only ones whose names were written down. Teachers do not have to look special (only one in ten does appreciate a teacher who looks either very trendy or wears a suit), and students do not have stringent requirements when it comes to their character, although they must be cheerful. It is definitely not a requirement that teachers are serious (only five percent of the students considered that important).
A COOL DUDE, NOT A WALLFLOWER
The ideal lecturer has, according to the majority of the students surveyed, at least graduated from a university. Fifteen percent is even more demanding, and wants to have a doctor or PhD in front of the class. Twice as many students (thirty percent) could not care less at which institution, if any, the Perfect Teacher graduated. Being a teacher is a 24/7 job, one always has to
be available. Even when a student has private problems, he can contact the Perfect Teacher. Preferably by email, though. Perfect Teachers are also welcome at parties, and do not have to be wallflowers: one in three students likes it when they are ‘the life of the party’. Perfect Teachers are on an equal footing with their students. They are, as an Information Technology student pointed out: ‘someone you might call a cool dude’. Remarkable is the result of the question about the teacher’s work history. Almost all students appreciate it when lecturers have previous experience in a job related to the field. They are teaching in (67 percent) or combine their teaching activities with another job (thirty percent).
A WISE JACK-OF-ALL-TRADES
But what really makes The Perfect Teacher, is of course what he or she does in the classroom. They have to teach you more than you’d learn from a book, that’s for sure. They blend modern ICT technology with more traditional teaching methods. They are great at giving lectures and coaching students with their assignments. In short: Perfect Teachers are Jack-of-all-trades. And also some sort of walking encyclopaedias: they have to know an awful lot about the subject they teach (42 percent) and show their knowledge by coming up with anecdotes that stick in the student’s minds (36 percent). And, surprise, surprise: a lecturer that creates easy exams is NOT popular (only four percent is happy with such a type)! Students do appreciate a teacher who makes exams that are just what they were made to expect.
HORMONAL DISTORTION
About other characteristics students do not seem to care too much. Young or old? A slight preference for a younger teacher over an older one, but 72 percent do not care at all about the teacher’s age. Man or woman? Well, that’s slightly remarkable. Of course four out of five students do not bother, but the ones that dó have a gender preference, three times as many choose for… a man. How come? Well, it might have something to do with the fact that more girls (sixty percent) than boys filled out the survey. Maybe this caused a slight hormonal distortion. Or, as a second-year student of the School of Education pointed out: ‘The perfect teacher is a hunk, fun, spontaneous, smart & social.’
THIS IS WHAT YOUR IDEAL TEACHER LOOKS LIKE a smart dresser in tailor-made costume casual smart super trendy irrelevant
HIS/HER CHARACTER IS
IF YOU HAVE PERSONAL PROBLEMS
you can always call him/her you can always send him/her an email he/she will refer you to someone who can help you he/she will come up with concrete solutions
cheerful serious sometimes serious, sometimes cheerful irrelevant
AT A STUDENT PARTY
MODERN ICT TECHNOLOGY
is not his/her cup of tea, he is old school he/she blends with traditional technology and teaching methods is at the core of his/her classes, he/she is totally up-to-date
HIS/HER CLASSES
are a regular party are so difficult that it is important not to miss anything involve lots of work teach you more than you'd learn from a book
HIS/HER EXAMS
are difficult, but not impossible to pass are just what you were made to expect are not difficult are not really necessary, you would have learned the same without them
he/she would be very welcome, but he does not show up you only see him/her at study-related events he/she will show up, but keeps a low profile he/she is the life of the party
HE/SHE SHINES
at lectures at seminars through his/her empathy when he/she coaches students with their assignments
WHAT DO YOU LEARN MOST FROM?
He/she knows an awful lot about the subject he/she teaches the anecdotes he/she sticks in your mind he/she gives good feedback the attention he/she gives you
HIS/HER AGE
is irrelevant is between 25 and 40 is over 40
HIS/HER GENDER IS
male female irrelevant
DURING HIS/HER WORKING LIFE
HIS/HER PREVIOUS EDUCATION WAS at the highest level (PhD) at a research university (master) at a university of applied sciences, or not even that fine probably, but the level is irrelevant to me
he/she has always been a teacher he/she gained experience in the work he/she teaches about he/she always had a career in addition to teaching
3int
HANZEMAG.COM
10 INDEPENDENT MAGAZINE OF HANZE UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES 14 May 2014