HANZEMAG.NL
4 REDACTIONEEL ONAFHANKELIJK MAGAZINE VAN DE HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN 19e jaargang 13 november 2013
WOELEN IN HET VOSSEVELD
WAAR WOONT DE HANZE-STUDENT?
10
FIVE BEST VILLAGES IN GRONINGEN
6
TEDX GRONINGEN
DORPSKLANKEN 16
2 int
28 oktober. De zwaarste storm sinds 1976 veroorzaakte in het hele land fikse schade. Het treinverkeer ten noorden van Zwolle lag ’s middags volledig stil. In de stad lagen veel omgewaaide bomen waaronder één bij het Wiebengacomplex. Rond 13.00 uur bereikte de storm in Groningen zijn hoogtepunt, met windstoten rond kracht twaalf. Ook in de Hanzegebouwen op Zernike hield de wind stevig huis. Ventilatorkappen waaiden van de daken, er was veel lekkage en dakgoten raakten verstopt met takken en bladeren.
Foto: Luuk Steemers
6
Illustratie: Lisa-Marie van Barneveld
DE HANZESTUDENT KOMT VAN OM DE HOEK Boudewijn Otten
De Hanzehogeschool staat in Groningen, Assen en Leeuwarden. Handig, want zeven van de acht studenten wonen daar in de buurt, net als hun ouders. En dat zal zo blijven, voorspelt Fokko Lukkien. Sommige dingen veranderen nauwelijks. Kijk naar de herkomst van de Nederlandse studenten van de Hanzehogeschool. Fokko Lukkien van de stafdienst Financieel-Economische Zaken houdt al jaren bij op welk adres studenten wonen als ze zich voor het eerst aanmelden bij de Hanzehogeschool. Dat adres is in het leeuwendeel van de gevallen het adres van hun ouders. ‘Een betere manier om erachter te komen waar studenten vandaan komen is er gewoonweg niet, of je zou het ze allemaal
moeten vragen. Maar daar kleven weer andere bezwaren aan, zoals een enorme tijdsinvestering.’ Lukkien werkt met de gegevens van de studentenadministratie. De herkomst van de 7186 nieuwe studenten van 2013 (de zogeheten instroom) heeft hij nog niet geanalyseerd, maar die zal niet veel afwijken van die van 2012, zo weet Lukkien uit ervaring. De helft van de studenten die zich in oktober 2012 voor het eerst aanmeldden, komt uit de gebieden die het Regionale Platform Arbeidsmarkt (RPA) aanduidt als Centraal Groningen (waaronder ook Assen valt!) en Zuid- & Midden-Drenthe. Bijna tien procent van de studenten komt uit Noord- en Oost-Groningen en bijna één op de vijf Hanzestudenten (achttien procent) is een Fries. Grof gesteld: driekwart van de Nederlandse Hanzestudenten komt uit één van de drie noordelijke provincies en slechts één op de acht Hanzestudenten komt níet uit Noordoost-Nederland. Uit Lukkiens cijfers uit voorbije jaren blijkt dat die verhoudingen door de tijd heen nauwelijks veranderen. Who cares?, kun je denken, maar Lukkiens werk is niet voor de kat z’n staart. Als de studenten van de Hanzehogeschool ook in de toekomst vooral uit het noordoosten blijven komen, is de toekomstige instroom afhankelijk van de demo-
grafische ontwikkelingen. Wanneer het aantal jongeren in Noordoost-Nederland afneemt, zal dat automatisch leiden tot een daling van het aantal studenten. En dat staat inderdaad te gebeuren, zo blijkt uit de prognoses van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Met die PBL-prognoses in het voorhoofd, weet Lukkien ook wanneer. ‘De huidige instroom is dik 7000. De komende jaren zal hij stijgen tot ongeveer 7400. Maar na 2020 zet de daling in, omdat het aantal inwoners in de leeftijdscategorie tussen zeventien en 26 jaar in het noordoosten vanaf dat jaar daalt.’ Lukkien denkt dat de Hanzehogeschool vanaf 2020 rekening moet houden met een instroom van om en nabij de 7000, maar hij houdt een slag om de arm. ‘De politiek kan maatregelen nemen die studeren aantrekkelijker blijken te maken, of juist onaantrekkelijker. De Hanze kan besluiten om studentenstops voor bepaalde opleidingen op te heffen, waardoor het aantal studenten stijgt. Dat zijn allemaal onzekere factoren. Nog afgezien van het feit dat de onzekerheidsmarge van prognoses altijd groter worden naarmate je verder in de toekomst kijkt.’ Wel zou het Lukkien verbazen als de Hanzehogeschool een groter aandeel studenten uit de rest van het land zou trekken. ‘De cijfers liegen niet. De Hanzehogeschool is eigenlijk nooit anders geweest dan een regionale hogeschool. En daar is niets mis mee.’
NIET UIT NOORDOOST NEDERLAND CENTRAAL GRONINGEN EN ASSEN e.o. OVERIJSSEL EN NOORD-GELDERLAND NOORD- EN OOST-GRONINGEN FRYSLÂN
7
BIJ DE LES
APEN EN GELDWOLVEN De dominoreeks is nu compleet omgevallen. De Rabobank was het enige grote steentje dat nog overeind stond. De laatste bank die de overheid niet om hulp vroeg. Dat was ook niet nodig. Want nu komt de aap uit de mouw. Ik zou namelijk ook geen studiefinanciering vragen van DUO als ik mijn geld verdiende door de boel te besodemieteren. Ik heb altijd gezegd dat bankiers niet te vertrouwen zijn. Een roedel geldwolven. Je werkt namelijk niet bij de bank vanwege je maatschappelijke betrokkenheid of omdat je anderen wilt helpen. Bankiers zijn mensen met euro-tekens in hun ogen met maar één doel: het maken van zoveel mogelijk winst. Voor hen is een bonus een standaardonderdeel van het maandsalaris. Inmiddels ben ik een beetje anders gaan denken. Ik zal niet meer álle bankiers van Nederland over één kam scheren. Ik denk dat het overgrote deel mensen zijn met normen en waarden en fatsoen. Maar net als in andere sectoren heb je de rotte appels. De lui die hoogstwaarschijnlijk niet bekend zijn met het gezegde ‘een ezel stoot zich in het gemeen niet tweemaal aan de zelfde steen.’ Je zou namelijk denken dat bankiers na de economische crisis van een paar jaar terug hun lesje hebben geleerd. Het was immers hun schuld dat er een grootschalige crisis ontstond. Sindsdien hebben ze zich koest gehouden. Maar niet voor lang. Nu het een beetje beter gaat besluit dertig malloten van de Rabobank dat ze weer risico’s kunnen nemen. Ach, zolang hun portemonnee gespekt is, maakt het hun niet uit. Als het financiële welzijn van hun klanten hun maar een beetje had geïnteresseerd, had de gemiddelde kijker van het acht-uur-journaal niet geweten wat Liborrente betekent. Is het een idee om de banken bij de overheid onder te brengen? Dan ben je van de geldwolven af. Ik heb zo’n donkergrijs vermoeden dat die types niet willen werken voor een ambtenarenloon. HABON ABDULAHI
8
EEN STRIJKING MET DE ACHTERHAND Boudewijn Otten
Hoe vroeg en fris ook, in het Wiebengacomplex gaan de billetjes bloot als Bas en Sissi leren hoe ze hun pips en pinkmuizen moeten gebruiken. ‘Een beetje pijn is prima, maar ga niet te ver.’
Twee docenten, twee studenten en twee proefpersonen. Economisch is het waarschijnlijk niet, maar wel lekker overzichtelijk. Hoewel, de zwangere Roos en haar aanstaande vervangster Geranda, de docenten van dienst, smijten op maandagochtend 4 november met Latijnse termen. Crista, scapula, trapezius, latissimus, erector spinae en nog veel meer. Gelukkig weten Bas en Sissi, de twee studenten die acte de présence geven, precies wat de docenten bedoelen. Ze zijn twee van de 55 studenten Fysiotherapie die dit jaar voor HanzeFit zullen werken. Hun wacht de schone taak personeel van de Hanzehogeschool op gezette tijden te trakteren op een massage. TEGENVALLER OP HET WIEBENGA Het idee van HanzeFit was simpel: er zijn vast veel medewerkers die zich de stress uit het lijf willen laten kneden, en er zijn vast genoeg Fysiotherapiestudenten die willen oefenen met echte mensen. Het resultaat mag er zijn: vorig studiejaar gaven de studenten zo’n 1800 massages. ‘Alleen hier op het Wiebengacomplex viel het een beetje tegen’, stelt Roos Dieleman. ‘Qua docenten dan, die laten zich niet masseren door hun eigen studenten.’ Voor de leek is massage misschien de core-business van de fysiotherapeut, maar Geranda Slager weet beter. ‘We moeten patiënten prikkelen om zelf met hun problemen aan de slag te gaan. Als je alleen maar masseert, worden ze afhankelijk. Dat is niet de bedoeling, integendeel.’ ONPRETTIG VOOR DE PATIËNT Ellen en Christa, de twee proefpersonen, liggen al snel op hun buik de massagetafels, het bovenlichaam ontbloot tot halverwege de bips. Geranda wrijft haar handen warm en doet het intermitterend drukken voor, waarmee een rugmassage meestal begint. Ze drukt de achterhand (daar waar de hand in de pols overgaat) opwaarts over de rug,
ze voert de druk op de onderrugspieren zachtjes op en stopt na een centimeter of tien. Vanaf dat punt zet ze weer aan en strijkt ze weer tien centimeter verder. ‘Niet over de wervelkolom, jongens. Alleen over de spieren. En hé, let op je eigen houding, de kracht moet uit je benen komen. Niet uit je armen of handen, dat hou je geen drie uur achter elkaar vol.’ Al snel halen Bas en Sissi het ook uit hun tenen. ‘Houd tussen de effleurages in altijd een hand op het lichaam van de cliënt. Als je zomaar loslaat, voelt dat onprettig voor de cliënt.’ DUIMMUIS EN PINKMUIS De studenten die voor HanzeFit aan de slag gaan, werken met een rode-vlaggenlijst. Voorafgaand aan de massage stellen ze de cliënt allerlei vragen. ‘Heb je een rood vlaggetje, dan heb je niet met een cliënt te maken, maar met een patiënt. Dan moet je overleggen met je docent. Tijdens mijn zwangerschapsverlof is dat dus Geranda.’ ‘Moet je de cliënt in zo’n geval dan wegsturen?’, wil Sissi weten. Roos: ‘Dat ligt aan de problemen. Vaak is een lichte effleurage wel mogelijk.’ Een effleurage is een strijking met de achterhand, de duimmuis of de pinkmuis. Bij een petrisage bewerkt de fysiotherapeut de spieren heftiger. ‘Een beetje gemeen doen’, noemt Geranda dat. Ze demonstreert een pip-massage waarbij de masseur de uiteinden van de eerste vingerkootjes (de pips) gebruikt. OUDE, DIKKE MENSEN? ‘Eerst beweeg je een paar keer met de spierrichting mee en vervolgens kun je er dwars overheen duwen. Houd contact met de cliënt. Een beetje pijn is prima, maar ga niet te ver.’ Er zijn zo van die plekjes: in de nek, onder de schedelrand, op de bovenbekkenrand (de crista). Geranda laat zien hoe je dat met de vingers doet en hoe met de pips. Moeilijk is het niet, vinden Sissie en Bas, wel zwaar. ‘Wij hebben alleen ervaring met jonge slanke proefpersonen’, zegt Bas, ‘hoe masseer je oude dikke mensen eigenlijk?’ Roos: ‘Je zult het allemaal tegenkomen. Oude mensen kunnen wat gevoeliger zijn. Bij mensen die aan de zware kant zijn, zul je meer moeite moeten doen om bij de spieren te komen. Het is een kwestie van vaak doen.’ Geranda: ‘Je moet de massage juist gebruiken. Je kunt cliënten erop wijzen dat hun overgewicht tot spierklachten kan leiden. Dat doe je wel subtiel. “U moet minstens vijf kilo afvallen voordat ik u behoorlijk kan masseren”, kun je natuurlijk niet maken. En dat werkt ook niet.’
Foto: Annie Smetanenko
10 Foto's: Pepijn van den Broeke
WOELEN IN HET VOSSEVELD Boudewijn Otten
Als de boer de passie preekt, gaat het over z’n boerderij. Er zijn zo weinig vriendelijke gezegden over boeren dat je bent gedwongen om er zelf één te verzinnen. Toch is boer een populair beroep. Een oproep leverde razendsnel 32 boerenzonen en –dochters op die graag over het vak willen praten. Rob was er als de kippen bij.
Marinus Blauw heeft de omgevallen berk al in mootjes gehakt, ze liggen keurig opgetast op het erf. Behalve de gesneuvelde berk heeft de heftige storm van oktober 2013 geen schade aan Jagtrust toegebracht. De boerderij draagt dezelfde naam als de hoeve die ooit stond op het domein van heer Hugo, de naamgever van Heerhugowaard, de contreien waar de grootvader van Marinus Blauw, ook een Marinus, bloemen kweekte. Tot twee jaar geleden teelde de huidige Marinus Blauw ook lelies op de zeventig hectare rondom de boerderij op het Vosseveld in Veendam. Rob Blauw, Marinus’ zoon, herinnert zich de bollenleesinstallatie. ‘Die sorteerde de bollen automatisch naar grootte, een ouderwets handig apparaat’, zegt de 25-jarige derdejaars Elektrotechniek aan de Hanzehogeschool. Blauw junior zal geen boer worden. ‘Zoiets gaat vanzelf, m’n broer Peter is ervoor in de wieg gelegd.’ Maar Rob steekt zo af en toe wel een handje bij. ‘Nu is het net weer rustig, de aardappelen liggen op de bult en de suikerbieten moeten nog even wachten.’ In de schuur schuift Rob een immense schuifdeur weg. In de frisse ruimte achter de deur (de temperatuur is constant vier graden) staan tweehoog de manshoge kratten met de arvana’s van buurman Bontjer. ‘Pootaardappelen voor volgend jaar’, verklaart Rob de geringe grootte van de piepers. Arvana’s worden geteeld voor het zetmeel. ‘Eten kun je ze niet. Bij het koken vallen ze heel snel uit elkaar, handig voor de fabriek, maar een ramp in de keuken.’ In de keurige schuur staat een blauwe Landini, een machtige tractor van het type lange halen gauw thuis. De achterwielen met diep profiel meten twee meter. Het gevaarte kent weinig geheimen voor Rob die er al op z’n negende mee over het land reed. Het gewoel in de aarde van het Vosseveld levert af en toe historisch materiaal op. ‘In de oorlog stonden hier bunkers waar vanuit de Duitsers het
luchtruim in de gaten hielden. Dus soms duikt er een helm op, of, zoals een paar weken geleden, een paar gasflessen. M’n vader heeft een kennis die bij tijd en wijle met een metaaldetector in de weer is.’ Maar de mooiste delvingen zijn de seresta’s die in vijf bulten onder groene stof liggen. ‘Mooi spul, het laat geen water door, maar het ademt wel. Dat zwarte landbouwplastic van vroeger was ook goed, maar je liep wel de kans dat de aardappelen begonnen te broeien.’ Seresta’s zijn net als arvana’s niet om te eten. Ze groeien wel goed op deze voormalige veengronden. ‘Problemen hebben we niet vaak. In Zeeland was het een paar weken geleden zo nat dat ze het wel kunnen vergeten. De hele oogst kapot en je kunt niets doen. Dat is vreselijk. Nee, dan denk ik echt niet: de één z’n dood is de ander z’n brood.’ Jagtrust is een doorsnee akkerbouwbedrijf, maar de Blauws doen het zo netjes mogelijk. Rob wijst naar de landerijen achter de boerderij waarop zongele bloemen de donkere herfstdag opfleuren. ‘Het lijkt koolzaad, maar het is mosterd en bladrammenas. Daar zitten veel voedingsstoffen in. Dat spul gebruiken we dus voor groenbemesting.’ Robs opa Piet boert ook nog, hij woont schuin tegenover. Piet Blauw (oud-Kamerlid voor de VVD) heeft een kas achter het huis. ‘Blauwe druifjes’, grinnikt Rob, ‘opa en ik hebben ook nog wat andere dingen geprobeerd, maar het wil nog niet echt.’ Rob schuift beide achterdeuren van de deel open. Links staat een Daihatsu, die nog kleiner oogt dan hij al is door de aanwezigheid van de rode Valtra, een hypermoderne Zweedse tractor met airco. ‘Niet misselijk, ik geloof dat-ie tachtigduizend euro kostte. Wie boeren wil, moet investeren.’ Een paar minuten later wandelt hij terug naar Jagtrust. ‘Koffie, en met een beetje geluk appeltaart. M’n moeder is vandaag vijftig geworden.’ 11
EEN DAME VAN DERTIEN HOEF JE NIKS TE VERTELLEN
Haar oma was een boerin, haar moeder is een boerin, en straks wordt Marian ook een boerin. Een moderne boerin, dat wel. Roodbont is de levende have op de Julianahoeve, 220 stuks groot. ‘Dit is de koppel en daar komt geen ander beest bij.’ De wolken hangen laag, aan de einder kleurt de opgaande zon een streepje hemel oranje-blauw. Het is fris in Zeijerveld, de aarde dampt. Achter de Julianahoeve loopt de koppel van Willem Beuker de stal uit. De meeste beesten sjokken naar de weide, maar er zijn een paar dames die zich uitleven in bokkensprongen. ‘Dat heb je met onstuimig weer, daar reageren ze op’, zegt dochter Marian, derdejaars Vastgoed & Makelaardij aan de Hanzehogeschool. ‘Maar het is niks vergeleken bij het voorjaar, dan zit er pas echt leven in. In de lente is het gras ook smakelijker dan in de herfst. Ze zijn best kieskeurig.’ De veeschaar van de Beukers telt 220 stuks, het kunnen er een paar meer zijn. Vroeger, toen opa Beuker in het Gelderse Borculo boerde, had hij er nog geen veertig. Maar dat was dan ook een gemengd bedrijf, op de Julianahoeve staan louter melkkoeien. ‘Roodbonte Holstein-Friesians met hier en daar een blaarkop’, legt Marian uit als ze de stal met jongvee doorkruist. De Partij voor de Dieren zou haar hart hier kunnen ophalen: dit is een dierenparadijs. Zwaluwen vliegen naar binnen en buiten, overal kroelen lapjes- en andere katten in het rond. Twee van de ongeveer twintig kalfjes 12
lopen naar de drinkautomaat. Kalfje één slobbert de melk gulzig naar binnen, kalfje twee vangt bot. ‘Zie je haar halsband? Daarin zit een responder die aangeeft hoeveel ze mag drinken. Precies genoeg, niet te weinig en vooral niet te veel.’ De vaarzen en melkkoeien hebben net zo’n halsband met voedergegevens. ‘Het gaat helemaal automatisch. De porties zijn exact op hun fysiek afgesteld.’ Het is maar één manier waarop de familie Beuker de gevaren op afstand houdt. ‘Wij kopen geen dieren van andere bedrijven. Dit is de koppel en daar komt geen ander beest bij. De beesten gaan ook nooit naar de markt, de koopman komt hier. En de bevruchting gaat kunstmatig, maar dat is overal zo.’ Marian wil het bedrijf later overnemen. ‘Maar niet zoals m’n vader, dag en nacht. Ik denk eerder aan een bedrijf met personeel. Ik zou ook iemand tegen het lijf kunnen lopen die wil gaan boeren, maar dat heb je niet helemaal in de hand. We zien wel, we hebben nog tijd. M’n opa is 83 en die is hier nog regelmatig te vinden, lekker op de trekker.’ Eddy is gearriveerd, de klauwverzorger. Hij heeft koe 120 in de verzorgingsbox gedirigeerd. Met een
slijptol slijpt hij de klauwen vlak, dikke splinters vliegen in het rond. De ruimte tussen de nagels werkt hij bij met een kapmes. Hij wijst naar een verkleurd stuk op de klauwzool van de rechterachterpoot: ‘Daar zit de ontsteking.’ Koeienpedicure Eddy spuit lijm op het onontstoken klauwdeel en plakt daar een blok op. Daarna snijdt hij de ontsteking kundig weg. Een beetje bloed welt op. Eddy windt een groene zwachtel om de wond. Elegant stapt de koe even later de stal in. Geen pijn meer, straalt ze uit. Misschien dat ze straks even naar buiten gaat, de wei in, of even buurten bij Nonja. In juni won Nonja de prijs voor de in totaal honderd duizend liter melk die ze in haar leven gaf. Ze is de trots van de boerderij. ‘We hebben er nog één die op weg is naar de honderd duizend’, zegt Marian, ‘zulke koeien doen we niet weg. Daar hecht je je aan. Nonja is dertien nu.’ Eigengereid is de oude dame ook, hoe Marian ook speurt, Nonja laat zich niet zien. ‘Een koe van dertien hoef je niks te vertellen’, zegt Marian, ‘die doet wat ze wil.’
WIN 1000 EURO MET 1000 WOORDEN OVER JE DORP! Chris Wind
‘De bedoeling is dat studenten naar dorpjes gaan’, zegt Lisanne Blitterswijk, studente Communicatie en stagiaire bij Kenniscentrum NoorderRuimte, de organisator van de wedstrijd. ‘De mensen aanspreken, contact zoeken en hun verhalen aanhoren. We zoeken naar positieve verhalen, al mag je natuurlijk best kritisch zijn. Maar we zoeken niet naar verhalen over de problemen: krimp en gebrek aan voorzieningen. We willen juist de mooie kanten van het dorpsleven benadrukken.’
Foto: Luuk Steemers
Student@Dorp is een verhalenwedstrijd voor Groningse studenten. Schrijf een kort verhaal over jouw liefde voor een klein Gronings dorp en win duizend euro. De winnende verhalen worden gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden en HanzeMag.
De verhalenwedstrijd werd bedacht door Communicatie-docent Joost Eskes en is de afsluiter van het project Sterke Verhalen van Groninger Dorpen. Doel van dit project is om de kwaliteiten van Groninger dorpen te beschrijven. In verschillende dorpen in Groningen, waaronder Hongerige Wolf, Boerakker en ’t Zand, zijn verhalen van bewoners opgetekend door stagiairs van NoorderRuimte. Die verhalen worden per dorp gebundeld en als pdf naar de bewoners gestuurd. Lisanne is bezig met het afronden van een verhalenboekje over Schouwerzijl. ‘De verhalen zijn heel erg breed, de onderwerpen variëren van de strenge winter van 1979 tot bespiegelingen over het toerisme en de toekomst van het dorp.’ Projectleider Jannie Rozema ziet een bredere trend als het gaat om het vertellen van verhalen. ‘Vaak gaat het niet zozeer om de grote historische verhalen, maar meer om kleine zaken die een dorp bezig houden. Een omgevallen boom tijdens een storm bijvoorbeeld, of de dreigende sluiting van een basisschool. In een dorp is vaak nog veel binding en gemeenschapszin. De straat heeft daar de functie van een ontmoetingsplek waar mensen verhalen met elkaar delen en nieuws uitwisselen.’ De achterliggende gedachte van de verhalenwedstrijd is volgens Rozema het tonen van trots. ‘Bewoners zijn vaak erg trots op hun dorp en hun gemeenschap. Dat willen we graag terugzien in de verhalen. Dat is ook de reden dat de Vereniging Groninger Dorpen en het Dagblad van het Noorden zich verbinden aan deze wedstrijd.’
Naast een positieve strekking is het ook de bedoeling dat de verhalen waar gebeurd zijn. ‘We zijn niet op zoek naar pure fictie, al is het natuurlijk wel toegestaan om je fantasie en dichterlijke vrijheid te gebruiken. Maar het gaat ons om ware gebeurtenissen en echte dorpen.’ ‘De laatste jaren zijn verhalen over dorpen in Groningen vaak negatief van aard. Het gaat over krimp, aardbevingen, leegstand, afbrokkelende voorzieningen… Zelfs als er wordt gesproken over de veerkracht van dorpen klinkt het alsof de bewoners moeten herstellen van problemen. Ik heb het liever over daadkracht en weerbaarheid. In dorpen vind je zaken die je in de stad veel minder of helemaal niet hebt. Betrokkenheid, samenwerking, rust. Dat soort mooie kwaliteiten mogen best wat meer aandacht krijgen.’
VERHALENWEDSTRIJD Student@Dorp Doe mee en win 1000 euro en een publicatie in het Dagblad van het Noorden! 'Jouw liefde voor een klein Gronings Dorp in 1000 woorden' Meedoen? Zie www.noorderruimte.nl Lever je verhaal in vóór 17 januari 2014! Stuur je verhaal op naar:
[email protected] Student@Dorp is een verhalenwedstrijd voor studenten tussen de 18 en 25 jaar in Groningen 13
ADVERTENTIES
14
Foto: Luuk Steemers
DORPELINGEN Rina Tienstra
Richard Hornstra (25) doet de Topopleiding PABO en woont bij zijn ouders. Twee keer per week kart hij tussen Sint Nicolaasga en Groningen heen en weer. ‘Sint Nicolaasga is een actief en levendig dorp met ongeveer 3300 inwoners. We wonen aan de rand van het dorp, met een weids uitzicht over de landerijen. Er is een rijk sporten verenigingsleven. Ook voor jongeren. Onze jongerenverenigingen organiseren vaak mooie feesten. Jeugdsociëteit de Wissel zit in een oud stationspand. Je kunt er een drankje doen en dansen. Maar als we studeren, gaan we in Leeuwarden, Heerenveen of Groningen stappen.’
Richard Hornstra woont in Sint Nicolaasga, een dorp in het zuiden van Friesland. ‘Ik ben niet gelovig, maar als ik de toren van de roomskatholieke kerk van Sint Nyk zie opdoemen, voelt dat als thuiskomen.’
ONS KENT ONS ‘Behalve de import ken ik bijna iedereen in Sint Nyk. Als ik naar de kroeg ga, is er altijd wel iemand die ik ken. Natuurlijk is het: ons kent ons, maar dat heb je in stadswijken toch ook? Het is niet altijd horen, zien en zwijgen hier, al wordt natuurlijk niet alles meteen aan iedereen doorverteld. Maar een vuurtje gaat snel rond en als een nieuwtje eenmaal op straat ligt, weet iedereen het. Sociale controle is er ook. Een tijdje geleden werd er veel ingebroken in het dorp. Een groepje vrijwilligers begon een burgerwacht en rijdt rond om te checken of alles in orde is.’ ALLEGORISCHE PRAALWAGENS Mooi aan zijn dorp is de betrokkenheid, vindt Richard. ‘We helpen elkaar. Iedereen kent wel
weer iemand die iets kan. De eerste donderdag in september hebben we een groot driedaags dorpsfeest, de Sint Nykster Merke, met de grootste allegorische optocht van Nederland. Elf grote praalwagens trekken dan door het dorp. De inwoners bedenken zelf de thema’s. Dan is het handig dat je bijvoorbeeld mensen van bouwbedrijven, tekenaars, monteurs of schilders kent.’ Die betrokkenheid geldt ook voor de omgang met mensen. ‘We doen veel aan vrijwilligerswerk. Voor bejaarden bijvoorbeeld. Maar ook voor de verstandelijk gehandicapten die in de instelling Maeykehiem aan de rand van ons dorp wonen. In de stad lopen ze daar meestal met een grote boog omheen. Er is meer afstand. Dat merkte ik toen ik Sociaal Pedagogische Hulpverlening studeerde. Bij ons maakt iedereen een praatje met hen, de bewoners worden aangesproken.’ HOTSPOTS ‘Sint Nicolaasga is geen watersportdorp, maar het ligt wel vlak bij het Tjeukemeer. Ik raad iedereen aan een keer naar de Sneekweek te gaan, het mooiste zeilfeest van Nederland. Het skûtsjesilen trekt altijd veel publiek. En de Vegelinbossen aan de rand van mijn dorp zijn prachtig. Daar speelde ik als kind. Lekker hutten bouwen, mountainbiken en de hond uitlaten. Zoals het nu lijkt, zou ik best in Sint Nyk willen blijven wonen. Onderwijzer worden op een dorpsschool in de buurt lijkt me wel wat.’ 15
BRILJANTE EN BELASTE BREINEN BIJ TEDx Luuk Steemers
Geld verdienen met je geparkeerde auto. Even je personal satellite laten checken of je huis stormschade heeft opgelopen. De coming out van een narcist. Veel stof tot nadenken op de tweede TEDxGroningen. ‘Zeker een half miljard mensen lijden aan post-traumatische stress. Oorlogsslachtoffers, slachtoffers van crimineel geweld, maar ook mensen die op school gepest zijn of een ongeluk hebben meegemaakt.’ Schokkende cijfers openbaart ontwikkelingseconoom Rolf Carrière tijdens de eerste van vier presentatieblokken van TEDxGroningen op 31 oktober in de Stadsschouwburg.
Illustratie: Dorienke Wekema 16
ROLLENDE OGEN ‘Traumapatiënten worden ernstig gehinderd in hun geluk, creativiteit en relaties met anderen. Bovendien worden mensen die slachtoffer waren van geweld of misbruik later vaak zelf plegers. Bedenk eens hoe veel beter de wereld zou worden als je die mensen zou kunnen helpen.’ Maar dat is ondoenlijk vanwege de hoge aantallen en de kosten van de therapie, dacht Carrière, totdat hij in een boekwinkel als door een onzichtbare kracht naar een boek over de EMDR-therapie (Eye Movement Desensitization and Reprocessing, red.) werd getrokken. Hij begon te lezen en een dag later zocht hij al contact met de auteur. EMDR is een traumatherapie waarbij patiënten worden gestimuleerd langdurig van links naar rechts met de ogen te rollen. In uren of dagen kun je volgens Carrière zo mensen met posttraumatisch stresssyndroom volledig genezen. ‘Zelfs paramedici kunnen de therapie uitvoeren. Dat bespaart dure en schaarse psychiaters en psychologen.’ Jammer genoeg blijft het raadselachtig hoe en waarom de therapie werkt, maar Carrière heeft wel de nieuwsgierigheid gewekt van veel van de driehonderd bezoekers. En dat is wellicht het maximaal haalbare in de TED-speeches die niet langer dan een kwartier minuten mogen duren.
ROBOTVISSEN Carrière trapt in ieder geval niet in de val waar Sietze van Netten ’s middags in loopt. Die steekt een veel te technisch verhaal af over het vermogen van vissen om zich in het donker te oriënteren doordat ze beweging en stroming in de ruimte om zich heen voelen. Gelukkig beschrijft de RUG-docent ook enkele interessante toepassingsmogelijkheden als we dat oriëntatievermogen kunnen simuleren: robotvissen die lekken onder water opsporen, en vaatwasmachines die veel efficiënter kunnen werken. BRANDSTOFCEL IN PARKEERGARAGE Ad van Wijk, een ernstig uitziende ondernemer in duurzame energie, schetst een mooi toekomstperspectief met brandstofcellen. ‘Je voegt waterstof en zuurstof toe en de cel maakt zuiver water. Geen schadelijke uitstoot dus, plus een heleboel energie. Het is veel efficiënter dan elektriciteit uit olie of gas winnen’, vertelt de natuurkundige. Eén van de meest voor de hand liggende toepassingen van brandstofcellen is in auto’s. ‘Maar omdat een auto 95 procent van de tijd stilstaat, profiteer je maar weinig van de brandstofcel.’ Van Wijk heeft daar een plannetje voor bedacht. Je parkeert je auto in een speciale parkeergarage die stroom van de brandstofcellen aan het net levert. Een parkeergarage met duizend auto’s wekt voldoende stroom op voor de hele stad Groningen. ‘Betaald krijgen voor parkeren, wat dacht je daarvan?’, lacht Van Wijk. Helaas is die brandstofcel er nog niet, geeft Van Wijk toe, ‘Maar als we de infrastructuur hebben, kunnen we meteen profiteren van de mogelijkheden.’ PERSOONLIJKE KUNSTMAAN Nogal futuristisch, maar wel fascinerend, is het verhaal van de blonde, hooggehakte Fatima Dyczynski die in Delft Ruimtevaartechniek studeert. Ze heeft een ongeveer zeventig centimeter groot model van een nanosatelliet meegenomen. Dyczynski denkt dat iedereen binnenkort zo’n persoonlijke kunstmaan rondjes om de aarde kan laten draaien. Via de smartphone kun je de satelliet dan allerlei opdrachten geven. Even checken of je fiets niet gestolen is, kijken waar je vrienden uithangen of de berg die je wilt beklimmen alvast verkennen. Ze laat een foto van zichzelf zien met de Chinese ruimtevaarder Leroy Chiao die ze in Peking ontmoette en die enthousiast was over haar idee. ‘Dit komt beslist op mijn verlanglijstje’, zegt Hanzedocent Mark Kierans, de Master of Ceremony. ‘But what will the NSA think?’ TED is een afkorting van Technology, Entertainment and Design. Het gaat dus niet alleen om techniek en wetenschap. Eén van de leukste presentaties is van singer-songwriter CT Heida die het publiek meerstemmig leert zingen. Ook de optredens van acrobaat-jongleur Marco Bonisimo en van de Groninger stadsdichter Joost Oomen die onder begeleiding van gitaren en een danseres zijn poëzie voordraagt, geven de belaste breinen van de bezoekers even rust.
NARCISME EN VERHUIZEN Psycholoog Martin Appelo is de enige van de vijfentwintig sprekers die zijn presentatie in het Nederlands houdt. Luchthartig verhaalt hij over zijn narcisme. Toen zijn vriendin een kind kreeg, moest hij daar af en toe een dag op passen. Dat kon hij niet opbrengen. Hij besteedde het luiers verschonen daarom stiekem uit aan iemand anders. Maar in de tijd tussen dat zijn vriendin vertrok en de oppas kwam, zat Appelo toch een uurtje met de baby opgescheept en dan huilde het ondankbare wicht óók nog. ‘Ineens besefte ik dat het niet aan het kind lag dat ik kwaad was, maar aan mezelf. Dat was voor het eerst dat ik niet een ander de schuld gaf van een onwenselijke situatie.’ De psycholoog laat een foto van zichzelf zien als klein jochie met een feesthoedje, dat zich totaal niet amuseert. ‘Ik hoorde er niet bij. Mijn ouders wilden het land opbouwen. Daar was geen plaats voor emotie. Ik voelde me nooit serieus genomen. Je trekt je daardoor op jezelf terug en dat kan leiden tot narcisme. De enige persoon die je vertrouwt. Ik hield het alleen met mezelf lang uit. Relaties duurden kort. Een narcist wordt heel goed in verhuizen.’
‘I WILL MAKE YOU FEEL
UNCOMFORTABLE TODAY ’ Appelo werd een workaholic die voortdurend wilde laten zien hoe goed hij was. ‘De mensen wijzen je af, maar door te presteren heb je tijdelijk de illusie dat je toch wordt geaccepteerd.’ Doordat hij te veel van zichzelf eiste, belandde Appelo in het ziekenhuis. ‘Toen besefte ik dat zelfs mijn lichaam het niet met me uithield. Ik besloot uit de cirkel te treden van je in jezelf terugtrekken, jezelf opblazen en gebrek aan verbinding met anderen.’ Sindsdien gaat het beter. ‘Mijn beloning krijg ik van de mensen om me heen die het de moeite waard vinden het met mij vol te houden.’ VERY IMPORTANT PIGS Tussen de blokken met presentaties hebben de bezoekers steeds één uur pauze. ‘Leg de mensen die je ontmoet niet uit wat je doet, maar waarom’, drukt TED-organisator Melissa Oudshoorn-Fuller, net als Mark Kierans docent op de Hanze, de attendees op het hart. Die zetten hun tanden in cupcakes met het TED-logo, luisteren naar schrijvers die voordragen uit hun boeken en proeven exquise koffie- en theesoorten. Studenten van de Groningen Talent Groep, het netwerk voor jonge getalenteerde Groningers, hebben een piramide gebouwd van plastic literflessen met gekleurde doppen. ‘Iedereen mag daarin een wens voor Groningen doen en hoe je bij het verwezenlijken daarvan kunt helpen’, legt Groningen Talent Ruth Koops van ’t Jagt uit. TEDx doet in de intermezzo’s zijn best een duurzaam imago uit te stralen. In de regio gemaakte boterhammen worden uitgereikt in uit van oude shirts gemaakte pakketten. Appelklokhuizen en ander afval zijn bestemd voor twee Very Important Pigs op het pleintje naast de Stadsschouw-
burg. Het programmaboekje van gerecycled papier kun je om je nek hangen als naambordje. Ook krijgt iedereen een rood herbruikbaar waterflesje uitgereikt. GOED DOEN TEGEN HET KWAAD Wellicht de indrukwekkendste presentatie komt van Mukesh Kapila, Professor in Humanitaire Zaken en oud-VN gezant, die terreur tegen minderheden onderzoekt. ‘You look too comfortable’ begroet hij een dame op de voorste rij. Hij kijkt onheilspellend de zaal in. ‘I will make you feel uncomfortable today.’ Kapila vertelt hoe Aisha, een jonge vrouw uit Zuid-Soedan, met gevaar voor eigen leven naar zijn VN kantoor in Khartoem reisde om hem te vertellen hoe vrouwen en meisjes systematisch worden verkracht en soms vermoord door militairen uit Noord-Soedan. ‘Like a production line’, zegt Kapila. ‘Ik bewonderde de moed van Aisha.’ Daarom kaartte hij de zaak aan en stelde ook de ineffectiviteit van de VN aan de kaak, wat hem zijn baan kostte. In 1994 liep Kapila door de straten van een Afrikaanse stad. Stukken mensenvlees kleefden aan zijn schoenen. Hij zag een baby die zich aan de borst van zijn dode moeder vastklampte. ‘Hoe worden gewone mensen moordenaars?’, vraagt Kapila zich af. ‘Blijkbaar is het kwaad onlosmakelijk verbonden met de mensheid. Maar veel gruwelijkheden kunnen ook gebeuren doordat gewone mensen niets doen om het kwade te voorkomen. Je moet tegen het kwaad in actie komen en het verschil maken.’ Kapila’s grootvader vertelde hem over de Zwitserse Rode Kruis-official die hem het leven redde. De trein waarin hij reisde werd belaagd door Hindoe-milities die de moslimpassagiers naar het leven stonden. Maar de Zwitser stond voor de trein en weigerde resoluut opzij te stappen. ‘Eenlingen kunnen het verschil maken. Wat kies je?’, vraagt Kapila aan het publiek. ‘Moed of lafheid? Het goede doen is niet altijd makkelijk, maar je moet het proberen.’ LABELS PLAKKEN Ondanks het marathonprogramma vallen er zelfs in het laatste presentatieblok maar weinig open plekken in de zaal. Wel wordt het onmiskenbaar zwaarder om de gespuide ideeën te op te nemen. De allerlaatste spreker, Ronnie Abergel, heeft het dus moeilijk. Toch weet hij een onuitwisbare indruk te maken met zijn Human Library die overal ter wereld de verhalen verzamelt van mensen die gestigmatiseerd worden omdat ze anders zijn. Iedereen kan die verhalen lezen en op die manier meer begrip krijgen voor mensen die anders zijn, zoals homoseksuelen of gesluierde moslimas’s. ‘Eén van de populairste verhalen is van een vriendin van mij die stripper is’, lacht Abergel. ‘Labels plakken op mensen is nodig om te kunnen functioneren in deze wereld’, vindt de Deen. ‘Maar je moet ook checken of de labels kloppen. Je hoeft niet iedereen aardig te vinden, zolang je maar begrijpt waarom iemand anders is. Why shouldn’t diversity make us wiser instead of dividing us? 17
Foto: Luuk Steemers
‘Met een stel vrienden was ik bij een vriend van me uit Beilen die naar Drijber is verhuisd, We zaten in zijn keet, een schuurtje aan zijn huis. Er waren wel vijfentwintig mensen. Zijn buurmeisje Milou was er ook. Ze leek me direct al een heel leuk meisje. We hebben over van alles en nog wat gepraat, maar ik ben niet zo’n jongen die er direct iets van wil maken, er gebeurde dus verder niets. ‘Een tijdje later voegde ze me toe op Facebook. We chatten veel, zij studeerde nog in Leeuwarden. Ik stelde voor dat ze een keertje met me mee kon rijden naar Groningen, dan kon ze daar op de trein naar Leeuwarden stappen. We vonden dat ritje allebei zo leuk, dat we een etentje hebben gepland. Bij eetcafé De Buurman in Groningen hadden we onze eerste date. Daarna gingen we naar Beilen om met mijn vrienden naar het café te gaan. Toen we de trein uitkwamen, hebben we op de parkeerplaats bij het station voor het eerst gezoend. Omdat we op Facebook al wat hadden geflirt en het al vaag over verkering hadden gehad, schreef ik in het café op een bierviltje: zullen we het maar gewoon doen en het op 12-12-12 laten ingaan? Zij zette haar handtekening er onder. ‘Milou is heel lief, vrolijk, sociaal en spontaan. Mijn moeder dacht eerst dat ze misschien wat té spontaan was voor mij, ik ben zelf ook nogal praterig. Maar we passen heel goed bij elkaar, Milou was gewoon een beetje zenuwachtig voor de eerste ontmoeting met m’n ouders. Het klikt heel goed, ze is helemaal opgenomen in onze familie. Milou is ook heel zorgzaam. Toen ik laatst een bal in mijn buik kreeg met voetballen en naar het ziekenhuis in Assen moest om er naar te laten kijken, stuurde ik haar een berichtje. Ze kwam er meteen aan. We zien elkaar drie van de vijf dagen door de week en ieder weekend. En we gaan samen naar de keet in Drijber.’ 18
ITEM Rina Tienstra
Richard en Milou leerden elkaar kennen in een keet in het Drentse Drijber. Flirten op Facebook deed de rest en op 12-12-12 werden ze een stel.
RICHARD GRAVELAND 20 Derdejaars Bouwkunde MILOU OTTINK 19 Eerstejaars Maatschappelijk Werk & Dienstverlening
‘Richard is lief en zorgzaam, en hij ziet er goed uit. Het hele plaatje is gewoon mooi. Hij is er altijd voor mij, ook in moeilijke tijden. ‘Op een feestje in de keet van m’n buurjongen knoopte hij een gesprekje met me aan. Ik zocht er niks achter en was ook nergens op uit. Ik voegde Richard later wel toe op mijn Facebook. En zo begon het. We hebben de eerste keer wel drie uur met elkaar gepraat. Er was zo’n goeie klik tussen ons dat ik even dacht: er is iets mis met die jongen, hij is gewoon té aardig. En als hij echt zo leuk is, gaat ie vast niet achter mij aan, of het is een player… Maar nee hoor, niets is minder waar. Hij heeft een auto en vroeg of ik met hem mee wilde rijden naar Groningen. Dat was zo gezellig dat we een eetafspraak maakten. Daarna was het aan. Als ik hem niet toegevoegd had op Facebook was iemand anders me misschien voor geweest… ‘In vergelijking met een jaar geleden heb ik nu een heel ander leven. We zien elkaar vaak. Als ik werk bij het distributiecentrum van de Jumbo in Beilen, ga ik altijd even bij hem thuis langs. Ik heb zijn zolderkamer een beetje opgeknapt, dat was een beetje een saai hok. We hebben samen wat dingen gekocht en nu is het er een stuk gezelliger. Richard en ik gaan samen uit, naar de bios of bowlen met vrienden. Ik sta langs de lijn als hij voetbalt. Ik heb ook veel leuke mensen ontmoet door hem. ‘In Drijber is niet zo heel veel te beleven, behalve dan de schuurfeesten in de zomer. En in de keet natuurlijk, daar komen we nog steeds. Over een paar weken gaat mijn familie naar Zuid-Afrika om mijn broer op te zoeken die daar stage loopt. Richard en ik gaan dan twee weken samenwonen op onze boerderij. ‘Iedere maand op de twaalfde stuur ik hem een leuk kaartje en na een paar hints van mij kreeg ik toen we tien maanden verkering hadden zelfs een geurtje van hem, haha. We hebben het voor de grap wel eens over Little Richies & Milous maar het is nog niet echt concreet, we zijn nog jong.’
Foto: Luuk Steemers
DORPELINGEN Rina Tienstra
Als achtjarig meisje verhuisde eerstejaars Sociaal Pedagogische Hulpverlening Karlijn van der Ree (20) naar Stedum. Haar vader kreeg een baan in de buurt en ze woont er nog steeds. ‘De mooiste plek hier is Peertil, een bruggetje in het land waar vroeger de paarden van de trekschuiten over heen liepen om te keren. Aan beide kanten van de brug heb je prachtige ruime vergezichten, ik heb er foto’s van in mijn telefoon staan. Je ziet er veel herten, hazen en roofvogels. Ik fiets er bijna elke dag overheen.’
Karlijn woont met haar ouders, haar zus en twee broers pal naast de gereformeerde kerk in Stedum, ‘Ik heb geen OVkaart, mijn regenpak zit standaard in mijn tas.’
TEGENWIND IN THESINGE Karlijn fietst veel, iedere schooldag twintig kilometer heen en twintig kilometer terug. ‘In weer en wind, ik heb mijn regenpak standaard in mijn tas.’ Ze vindt het niet erg om zo’n eind te fietsen. ‘Alleen in de weilanden rondom Thesinge heb ik vaak behoorlijk veel tegenwind. Maakt me niet uit, de trein en bus zijn altijd smoordruk en ik heb trouwens ook geen OV-kaart meer. Voordat ik hier ging studeren heb ik nog een half jaar in Rotterdam SPH gedaan. Het beviel me daar totaal niet, de drukte en de mentaliteit stonden me niet aan. Als ik op kamers ga, wil ik wel in een dorp in de buurt van Groningen wonen. Lekker rustig en een stuk goedkoper.’ SCHROBBEN IN MIDDELSTUM ‘Stedum is een klein gezellig dorp met ongeveer 1100 inwoners. Die ken ik allemaal. In ieder geval van gezicht. We wonen pal naast de gereformeerde
kerk, als je honderd meter verder loopt, sta je buiten het dorp. In een dorp zijn de mensen gemoedelijker, iedereen kent elkaar, iedereen helpt elkaar. Soms komt er iemand van de andere kant van het dorp spontaan bij ons binnenvallen om te vragen of ik eventjes op kan passen. Ik pas ook op de kinderen van de dominee. En ik heb een bijbaan in de buurt. Op zaterdag werk ik bij banketfabriek Aviateur in Middelstum. We schrobben en boenen dan de hele fabriek schoon.’ OP DE SOLEX NAAR STAD Er wordt veel georganiseerd in en om Karlijns dorp. ‘Met Sinterklaas hebben we altijd een intocht. Alle kinderen van de basisschool worden in de gymzaal voorgelezen uit Het Grote Boek. Mijn broer speelt dit jaar voor Zwarte Piet. Iedere vijf jaar is er een kunstroute in Stedum. Bezoekers het werk bekijken in de huizen van de kunstenaars. Op Koningsdag is er altijd een groot dorpsfeest. Zelf ga ik dan altijd naar Loppersum, naar de grootste markt van de provincie. ’s Morgens om half vijf beginnen de mensen al met het inrichten van hun kramen en om zes uur ben ik van de partij.’ Karlijn is geen uitgaanstype. ‘Ik ben één keer in Flits geweest, de discotheek in Loppersum waar iedereen naar toe gaat. Ik sleutel liever aan mijn oldtimermotor of aan de solex die ik aan het opknappen ben. Volgend voorjaar kom ik op de brommer naar de stad.’
19
HOREN & ZIEN WORLD WAR Z
SEVEN AGES OF STARLIGHT
Van sommige boeken weet je al bij voorbaat dat een verfilming gedoemd is te mislukken. Dat Brad Pitt het een goed idee vond om de filmrechten van de cult-favoriet van Max Brooks te verfilmen, is al uiterst merkwaardig. Het boek, dat verhaalt over een mysterieus virus dat vrijwel de gehele wereldbevolking in bloeddorstige zombies verandert, is opgezet als een journalistiek verslag, inclusief verschillende interviews met ooggetuigen. Niet bepaald geschikt voor een recht-toe-recht-aan Hollywoodfilm dus. Dat Pitt bijna 200 miljoen euro dollar van de filmstudio kreeg om de film te maken, is dan ook nog verbazingwekkender. Zoals te verwachten viel, werd de verfilming een productioneel drama. Het budget werd ruim overschreden, de eindscène werd volledig opnieuw gedraaid, en de kritieken op de uiteindelijke versie waren vernietigend. Toch is de film niet zo slecht als je op basis van die verhalen zou mogen verwachten. Met het boek heeft het niet zo veel meer te maken, maar al met al is het best een vermakelijke film. Vooral de massascènes waarin zombies steden bijna letterlijk overspoelen, zijn indrukwekkend. De film kan bij lange na niet tippen aan het boek, maar wie een avondje onbekommerd zombieavontuur wil zien, zal zich prima vermaken.
Elke avond als de zon onder gaat en de hemel wolkeloos is, kun je getuige zijn van een waanzinnig drama, waaraan biljoenen sterren deelnemen. En als de zon weer opkomt zie je een ster in de bloei van haar leven. Alle sterren hebben een eigen verhaal. Van de oeroude rode reuzen tot spectaculaire explosieve supernova, mysterieuze zwarte gaten, neutronensterren en witte dwergen. De tweedelige BBC-serie Seven Ages of Starlight neemt je mee op een magistrale reis door het heelal. De documentaire laat zien hoe nauw we verbonden zijn met het universum. Wij zijn letterlijk ontstaan uit sterrenstof, tot leven gekomen uit de energie van onze dichtstbijzijnde ster: de zon. Bevlogen wetenschappers vertellen hoe ze het heelal in kaart hebben gebracht en alle sterren hebben geclassificeerd. Daardoor hebben ze patronen ontdekt die informatie geven over de geboorte en de dood van sterren. Over vijf miljoen jaar zal de zon veranderen in een red giant die ons eigen zonnestelsel opslokt. De zon die de aarde nu beschermt tegen schadelijke straling uit andere zonnestelsels, zal zich dan tegen zijn eigen planeten keren. Deze serie is zo de moeite waard, dat ik hem zeer zeker nog een keer ga zien. Vier hartjes….
Nu de overmacht van GTA V een beetje achter ons ligt, is het fijn om terug te gaan naar de basis. Het klassieke schaakspel geldt als één van de oudste spelvormen ter wereld. Battle vs Chess probeert met eigen toevoegingen een nieuwe weg in te slaan. Een bombastische soundtrack en gepantserde figuren moeten door karaktervolle animatie de klassieke schaakstukken doen vergeten. De campaign is een aaneenschakeling van kleine missies die stiekem verkapte schaakproblemen zijn en bij vlagen best pittig. In de Battlegrounds modus moet elke zet worden bevochten door een minigame. Moeilijk zijn die niet en het maakt het spel vooral langdradig. Je vraagt je af waarom er gesleuteld moet worden aan een spelconcept dat al honderden jaren perfect in balans is. Online multiplayer is een dor landschap en de game als geheel voelt aan als een downloadable title. Ondanks de poging tot vernieuwing is Battle vs Chess op z'n best in de klassieke modus, met een andere speler naast je op de bank. Eigenlijk kun je net zo goed een goedkoop schaakbord kopen en daar je eigen toevoegingen bij bedenken. Zoals het uittrekken van een kledingstuk bij elk geslagen stuk. Veel socialer.
CW
LV
JMX
♥♥♥
♥♥♥♥
♥♥ ADVERTENTIES
20
BATTLE VS CHESS
ONTDEK JONGE HARTEN Loes Vader
zullen opstaan in een tijd lang na de verstoten Medea en de verdronken Ophelia? Het is tijd voor nieuwe iconen. Stephanie Louwrier neemt het voortouw. Ze speelt een ode aan de vrouw die de regie van de Nieuwe Wereld in handen neemt. Ze gaat als een wervelwind over het toneel. Onoverwinnelijk. Vrijdag 22 t/m woensdag 27 november 22 nov. 20.00 uur 23 t/m 24 nov. 19.00 uur 25 t/m 17 nov. 19.30 uur Theater De Machinefabriek € 11 (t/m 29 jaar) / € 15
Jonge Harten is een negendaags theaterfestival dat in zo’n beetje alle theaters in Groningen plaatsvindt. Een festival om te ontdekken. Met veel jonge makers, beeldend en fysiek theater, performance, dans, muziek en een bruisend festivalhart. Voor jonge mensen die iets meer willen. En durven. Tijdens deze zestiende editie zijn er meer dan 25 voorstellingen te zien. Daarnaast heeft Jonge Harten dit jaar haar eigen Pop Up Café, een eigen radio-uitzending, een festivalrestaurant waar bezoekers met korting kunnen eten, en een uitgebreid muziekprogramma. Jonge Harten Uitgelicht WHO RUN THE WORLD: FEMINISTISCHE ONE WOMAN SHOW MET GESCHOREN OKSELS Stephanie Louwrier & Daria Bukvic De wereld verandert. Vrouwen worden steeds machtiger in de samenleving. Welke boegbeelden
HET ZWARTE WOUD FOREVER: EEN LOCATIEVOORSTELLING OVER HET EINDE VAN DE WERELD Suzanne Grotenhuis Wat als tijdens Jonge Harten de wereld vergaat? Vergeet noodpakketten, corned beef en watervaste lucifers, maar kom naar theatermaakster Suzanne Grotenhuis. Zij zorgt ervoor dat het een knusse boel wordt. Gewapend met sneeuwlaarzen, muts en sjaal bouwt ze een hartverwarmend apocalyptisch kerstfeest waarin we afscheid kunnen nemen van een wereld waar het vangnet van de liefde toch al stuk was gegaan zodat er enkel nog eenzaamheid heerste. En als het einde der tijden het laat afweten? Vergis je niet: elke dag stort er wel ergens een wereld in. Maandag 25 en dinsdag 26 november 21.00 uur € 11 (t/m 29 jaar) / € 15 Der Aa-kerk DEMARRAGE: INDRUKWEKKEND DECOR VAN LEVENSGROTE SCHOMMELPAARDEN Charlotte Caeckaert Een oude fabriekshal met vijftig levensgrote ijzeren schommelpaarden. Dit is het indrukwekkende decor van de locatievoorstelling Demarrage van de Vlaamse theatermaakster Charlotte Caeckaert. We
treffen Jeanne vlak voor de volgende strijd. Hoe is ze op dit punt terecht gekomen? Waarom is ze hier? Wie vecht er aan haar zijde? Jeanne ontdekt in het publiek haar nieuwe lading strijders. Ze geeft zich bloot aan de twijfelaars. Bewegend op levensgrote schommelpaarden gaan we mee met Jeanne. Met stijgend vertrouwen wordt de beweging ingezet. Langzaam groeit het besef dat we onmisbaar zijn. Groot en machtig zijn we. Hier worden strijders geboren. Vastklampend aan de manen van het paard, kijken we links en rechts, voor en achter. Strijdt iedereen mee, gaan we samen? Vrijdag 22 nov. 20.00 uur Zaterdag 23 & zondag 24 november 16.00 & 19.30 uur Suikerfabriek € 11 (t/m 29 jaar) / € 15 HET JONGE HARTEN STUDENTENARRANGEMENT Samen met je vrienden, huisgenoten of jaarclub naar Jonge Harten? Maak dan gebruikt van het studentenarrangement. Een leuke avond uit met een drankje in het Jonge Harten Pop Up Café en een introductie op en begeleiding naar de gekozen voorstelling. Dit voor maar € 12,50 per persoon. Het arrangement: Vanaf 6 personen (maximaal 12). Keuze uit 5 voorstellingen. Ontvangst met bubbels in het Jonge Harten Pop Up Café (Oosterstraat 13). Na afloop van de voorstelling een drankje en een goodie bag in het café. Kijk voor de deelnemende voorstellingen op www.jongeharten.nl/studentenarrangement. Jonge Harten Theaterfestival 22 t/m 30 november 2013 Groningen Meer info & tickets: www.jongeharten.nl.
21
Foto: Luuk Steemers
DORPELINGEN Rina Tienstra
Schalsum is een klein dorp onder de rook van Franeker. Niels Arriu (23) is er geboren en getogen. ‘Mijn moeder komt uit Sint Nicolaasga en kreeg als verpleegkundige een baan in Franeker. Mijn vader heeft een cateringbedrijf en komt van Sardinië. Zijn ouders hadden er vroeger een boerderij.’
Niels Arriu woont in Schalsum en komt uit een boerenfamilie. ‘Op mijn twaalfde liep ik al mee op de boerderij van mijn buurman. Nu boer ik als bijbaan.’
RACEBAAN ‘Schalsum is best een apart dorp. Als jongeren hadden we een clubhuis. Daar gebeurde natuurlijk van alles. Toen ik twaalf was trok ik veel op met de oudere jongens uit het dorp. In de weekenden was het vaak herrie, dan werd ons dorp een racebaan, er werd veel gecrost. Oud en jong gingen nooit zo goed samen’, grijnst de tweedejaars Commerciële Economie. Niels woont nu in Groningen, maar om het weekend reist hij af naar Friesland om te werken. ‘Ik boer bij m’n buurman. Die heeft een boerderij met 125 melkkoeien en zijn vader heeft een akkerbouwbedrijf, hij verbouwt suikerbieten en aardappels. Onze koeien eten misschien wel onze eigen bietenpulp. ‘s Zomers help ik met rooien en oogsten.’ Vanaf zijn twaalfde struinde Niels al door de stallen. ‘Mijn baas, Sietse Jan Sijtsma, is een jaar of vijftien ouder dan ik. Hij heeft me het vak geleerd. Ik wilde ook graag boer worden en een eigen bedrijf beginnen. Het diploma van de agrarische mbo-opleiding heb ik al op zak.
DORPSRODDELS ‘Voor mijn stages ging ik naar Frankrijk, en naar Noorwegen waar een tante van mij een bedrijf heeft. Dat was leerzaam, maar om nou op m’n 21-ste al een eigen bedrijf te starten… daar kwam ik toch van terug. Het is heel veel investeren, het risico is hoog en ik ben nog jong. Er is nog meer dan het boerenleven. Dus eerst maar een studentenleven en een baan in het commerciële wezen.’ Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Om het weekend is Niels boer, hij vervangt dan zijn buurman en diens bedrijfsleider op de boerderijen. ‘Ik slaap bij mijn ouders, sta om half zeven op en om zeven uur ben ik in de stal. We hebben 125 koeien, die zomers naar buiten gaan. Twee jaar geleden hadden we 85 koeien, die molken we ze zelf. Nu hebben we een melkrobot. Ik check op de computer of alles goed loopt en schuif het voer aan. Vervolgens controleer ik de kalveren. De eerste twee weken na de geboorte geef je ze zelf melk. Dan maak ik de ligbedden van de koeien vrij van mest en melk en reinig de filters van de robot. Om een uur of negen zit ik dan aan de koffie met de baas en zijn gezin om de laatste roddels uit het dorp te horen.’ Het andere weekend leidt Niels een heel ander leven. ‘Het gaat goed met de studie. Ik ben lid van Dizkartes en afgelopen jaar zat ik in de KEI-commissie van de KEI-week. Ik kan niet stilzitten, twee keer in de week rugby ik ook nog.’ 23
LOCO Luuk Steemers
JOGCHUM ROODA (21), TWEEDEJAARS BEDRIJFSKUNDIGE INFORMATICA IS TROMBONIST BIJ CONCORDIA IN MIDDELSTUM ‘Concordia zit in de landelijke top. We hebben al een paar keer meegedaan aan het Nederlands kampioenschap. Als eerste trombonist speel ik de hoge, moeilijke partijen. Met de tweede trombonist en de bastrombonist zorg ik voor mooie harmonieën. Muziek is mijn uitlaatklep. Als ik alleen met informatica bezig zou zijn, zou ik gek worden. Ik heb mijn vriendin op Concordia ontmoet, ze speelt saxofoon. Dat fanfare iets is voor oude mensen, klopt totaal niet. We spelen een grote variatie aan stijlen en de gemiddelde leeftijd ligt rond de dertig.’ 23
26
LIEVE LOES
[email protected]
Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je docent en kun je je niet meer op je studie concentreren? Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem.
REDACTIE-ADRES Zernikeplein 7
Lieve Loes,
Lieve Loes,
T0.01 / T0.02, Groningen
Toen ik laatst voor de lol de filmrol van mijn vriendje op zijn telefoon bekeek toen hij lag te slapen, zag ik daar allemaal foto’s op staan van wildvreemde vrouwen. Ik schrok me kapot, maar ik durfde er niets van te zeggen omdat hij dan denkt dat ik hem controleer en boos wordt. Maar het zit me niet lekker. Wat zou jij doen? Anna
Sinds een jaar heb ik een relatie met een hele leuke meid. Wat begon als een scharrel, is uitgegroeid tot bijna samenwonen. We koken samen, slapen samen, studeren samen, maar we gaan er samen heel weinig op uit. We gaan niet samen naar feestjes, borrels, winkelen… Ze wil me ook nog steeds niet voorstellen aan haar ouders. Haar vrienden ken ik ook nog helemaal niet. Ze wil mijn vrienden en ouders ook nog niet ontmoeten. Vind je dat nou niet raar? Christophe
POSTADRES
Lieve Anna,
Beste Christophe,
Het blijft altijd tricky om in iemands telefoon te kijken. Ik vind persoonlijk dat dat echt niet kan, maar de filmrol van je vriendje... Twijfelachtig. Veel erger zou het zijn als je zijn mail, zijn appjes, of zijn browser-geschiedenis controleert. Volgens mij kun je hier zonder problemen mee voor de draad komen. Vraag hem dus maar gewoon naar die wildvreemde vrouwen. Als je het niet doet, blijf je zijn filmrol waarschijnlijk checken en blijf je er over piekeren. Misschien is er een plausibele verklaring voor de foto’s. Zo staat mijn iPhone vol met vreemde foto’s door vriendinnen waarmee ik in een whatsapp-groep zit. Gooi het er dus maar snel uit voor die filmrol een eigen leven in jouw hoofd begint te leiden. Als hij boos wordt, is er waarschijnlijk wel wat loos…
Ja, dat vind ik behoorlijk raar. Als je na vier maanden niet aan zijn vrienden bent voorgesteld, heb je geen relatie, zingt Chris Rock in No sex in the champagne room. Het klinkt wat overdreven, maar er zit wel een kern van waarheid in. Je vriendin heeft misschien bindingsangst en wil haar vrijgezellen-imago in stand houden. Bindingsangst kun je eigenlijk beter hechtingsangst noemen. Mensen die daar last van hebben willen zich wel vaak binden, maar niet echt hechten. Een vriendinnetje met bindingsangst is niet gemakkelijk. Ze zal altijd een beetje op een afstand blijven. Hoe meer druk je uitoefent om haar vrienden of haar ouders te ontmoeten, hoe minder zin zij heeft om je voor te stellen. Ze zal het als claimend ervaren. En dat is waar mensen met bindingsangst allergisch voor zijn. Met een geliefde met bindingsangst kun je moeilijk toekomstplannen maken en moet je wat dat betreft heel geduldig zijn.
Postbus 30030 9700 RM Groningen telefoon: 050 5955588 fax: 050 5955590 e-mail:
[email protected] REDACTIE Chris Wind - hoofdredacteur 050 5955585
[email protected] Boudewijn Otten - (eind)redacteur 050 5955582
[email protected] Luuk Steemers - redacteur 050 5955581
[email protected] Rina Tienstra - redacteur 050 5955581
[email protected] Loes Vader - redacteur 050 5955588
[email protected] FOTOGRAFIE Pepijn van den Broeke www.pepijnfoto.nl Annie Smetanenko Redactie HanzeMag VORMGEVING Jean-Maxim van Dijk www.jmxcorp.net ILLUSTRATIE COVER Luisa Redenbacher PRODUCTIE Redactie HanzeMag & Grafische Industrie De Marne B.V. Oplage: 7.000 ADVERTENTIES Bureau Nassau 020 6230905
[email protected] ABONNEMENTEN 60 euro per jaar 050 5955588
[email protected] 27
VILLAGE GIRLS Rina Tienstra
KRISTINA GUHLEMANN (19) SECOND YEAR INTERNATIONAL COMMUNICATION LIVED IN SEGELHORST, GERMANY ‘Segelhorst is a small town, near Hannover and Hameln. Everybody knows Hameln because of the fairytale of The Pied Piper, of course. We moved to Segelhorst when I was six years old and my parents built a house there. They wanted to live in the country, and our village lies in a beautiful valley, hills as far as you can see. It is a really cute place, with around five hundred inhabitants. There are no shops at all, not even a bakery. Our region is called Weserbergland, because of the river Weser that flows through the valleys. The current is too strong to swim, but you can row a boat. I used to do that in my high school. The primary school I went to is unfortunately closed now even though there are still lots of families with children in Segelhorst. In such a small village it is easy to make friends because basically everybody knows each other and people say hello when they meet. ‘It seems like the people and especially the elderly, who live in the old part of the village, know everything about each other. There is al lot of gossip about who is ill, who is on holiday, and so on. Our village was founded in 600 AD. Consequently, Segelhorst has lots of old houses, farms and a beautiful old church. You see lots of horses on the fields, there are two big stables where every year horse riding contests and other activities are held. For thirteen years I have been doing western horseback riding and whenever I spend a weekend home, which is once in every two or three weeks, I try to go for a ride. ‘Groningen might be a big city in comparison to Segelhorst, but it is really cute and cosy. Since I am living in Helpman, nature is nearby. Even though I will probably not go back to Segelhorst after my studies, I will always prefer to live in the countryside. But I also want to have the possibility to go to a city nearby.’ 4int
Photos: Luuk Steemers ZANE EMĪLIJA ZĀĢERE (22) FOURTH-YEAR INTERNATIONAL BUSINESS & MANAGEMENT LIVED IN LEJASGRANTIŅI, LATVIA ‘Looking back, I had a very cool time in Lejasgrantiņi. Especially in wintertime it is a really great place to be. There is always plenty of snow and the temperature is twenty or thirty degrees below zero. You can cross the Daugava over the ice to go to the village at the other side of the river. ‘Daugava is the main river in Latvia, it flows across the whole country. You can see it from our house, a rather big, two floor house with a great garden surrounding it. In summertime we can walk to the river for a swim, or to waterski or wakeboard. ‘Our house was one of the first houses that were built after they started selling the land around 2008. My father, my sister and I moved from Riga to Lejasgrantiņi after my parents divorced. Now there are thirty-five houses next to the river. Most people live there permanently or use them as holiday houses.
‘The region is touristy but not the village. Lejasgrantiņi is a very relaxing place to be. It is surrounded by green land, and forest all around. The air is very fresh. The closest supermarket is in Ķegums, fifteen minutes by car. There is a bus stop next to Lejasgrantiņi but you definitely need motorized transport. ‘I was sixteen when we moved there from the capital - Riga. I still went to school in Riga. I only spent more time travelling, it is an hour by train. I also spent way more time at home and made a lot of friends of my own age there. There are three families we have regular contacts with. People in the country are friendlier and warmer than city dwellers, I discovered. I like that. ‘My father is still living in Lejasgrantiņi but I don’t want to live there any more. Now that I am still young, I prefer to live in bigger cities. I went to Madrid and Gran Canaria for projects and studies last year. When I graduate I would love to work in a Spanish-speaking country outside Europe. ‘Maybe I would like to live in a village like Lejasgrantiņi after I retire. Come to think of it: I would like to have it as a second house for holidays, living in an apartment elsewhere in the city.’
LEGAL ALIEN
my mum said: we should go to a student city, girls. We chose Groningen and we got our own house here. You can imagine that we were very glad with the extra privacy we gained. ‘At Werkman College, my high school, I adapted myself rather easily. I spoke Dutch already, I learned the Dutch language in one year in Emmeloord. So I speak four languages now. At home we speak Somali, and I speak English and Swahili.’
Rina Tienstra
‘Dutch people are very open and outspoken. There are no taboos. I had to get used to that a little bit in the beginning. African people are not so open, and there are some subjects that we don’t want to discuss at all. What confused me the most was that lots of people have no religion here. In my idea you where either a Muslim or a Christian. I feel accepted in the Netherlands, and I don’t have problems wearing my hijab. I had a part time job at C1000 behind the pay desk for a while, but now I quit to concentrate on my studies. ‘I always knew I wanted to do an international study where I could meet people from all over the world and from different cultures. I first wanted to study International Law, but I had to move to The Hague for that. I preferred to stay in Groningen. I made a lot of friends there already.’
ILHAN MOHAMED (19) FIRST YEAR INTERNATIONAL BUSINESS SCHOOL SOMALIA SIXTEEN TIMES THE SIZE OF THE NETHERLANDS
‘I was born in Mogadishu, Somalia. When I was five years old, my mother, sister and I moved to Nairobi in Kenya. When I was fourteen we arrived in the Netherlands. For one year we lived in a refugee center in Emmeloord. My first impression of the Netherlands was how very green it was. I was surprised about the huge amounts of water and country side. Emmeloord is a tiny village in the polder. The people there were really friendly to us. But when we were talking about a place to live,
Foto: Annie Smetanenko
‘I like the accountancy part of the International Business School most. I dream about going to America for a project in my third year, but it could be in Europe too. Until now I only went to Paris and Rome on school trips. After I graduate, I would love to work abroad and combine my job with helping children. If the situation in Somalia gets better, I would love to go back and use what I learn here to improve the country.’
NOTHING TOPS GRONINGEN VILLAGES Luuk Steemers
There is a lot to discover north of the city of Groningen. Lecturer Peter Velthuis recommends five authentic villages and some interesting routes to connect them. Get your bike ready and venture into the great unknown.
Er gaat niets boven Groningen is a well known slogan to promote the province of Groningen. This slogan refers to the geographic location of Groningen as the northernmost province, but it also means that Groningen is simply the best province in the Netherlands. Both are true. ‘Groningen is a province with charming, delightful villages, wide views, beautiful clouded skies, and lots of history, especially the area north of the city of Groningen’, says Facility Management teacher Peter Velthuis, who is also a well-known organizer of long distance treks in the province of Groningen. Roughly the thinly populated area to the north of Groningen is called Hoogeland (high land) which obviously is not due to the stupendous mountain peaks but because Hoogeland is slightly higher than the surrounding regions. For centuries the sea invaded the area at high tides and left meters of clay deposit behind. Early settlers used the clay to create mounds to provide safe grounds when the tides came in. An artificial dwelling hill like this is called terp in Friesland and wierde in Groningen. Hence many names of Groningen villages end in -werd, -quert or –ard: Selwerd, Feerwerd, Garnwerd, Usquert, Rasquert, Aduard. ‘The area is great to explore because every four or five kilometers there is a nice village. From some locations it is possible to see the church towers of as many as ten villages. And all these villages have their own particular charms.’ Velthuis strongly advises students to get their bikes and check out the area. Two routes will not take more than three hours each. These routes connect Velthuis’s top-5 villages: Garnwerd, Ezinge, 2int
Winsum, Zuidwolde and Onderdendam. ROUTE 1: GRONINGEN – GARNWERD – EZINGE – GRONINGEN One of the nicest villages in the immediate north of the city is GARNWERD, located at Rietdiep which used to be an old natural river flowing from Wadden Sea to the city of Groningen. In the Middle Ages it was an important natural waterway mainly used for trade. Nowadays it is a beautiful meandering stream where you may have a great time canoeing, sailing or motorboating. In the old days Garnwerd was an important transit port from Lauwersoog at Wadden Sea to the city of Groningen. Many boats stop at Garnwerd at the famous Café Hammingh. The old authentic public house is a must-see that even King Willem-Alexander and Queen Máxima have paid a visit to. Garnwerd also boasts the narrowest street of the country, Brouwerstraat, and an old working windmill, De Meeuw (The Seagull). Café Hamming is at the top of the wierde, offering a wonderful view of the surrounding countryside. To get to Garnwerd, you follow the Van Starkenborgh canal, north of Zernike campus, to the west and cross it at the Dorkwerd Bridge. There you follow the road at the other side of the canal for about one kilometer and then you turn left, following directions to the village of OOSTUM, with a charming little church at the top of the wierde. Oostum offers a great sightseeing point. From here you continue north until you get to Garnwerd. If you have seen enough of Garnwerd you have two alternative routes to return to the city. The easiest is by crossing the bridge opposite Café
Hamming over Reitdiep and turn right into a marvelous bicycle lane through the meadows in the Reitdiep valley that will take you back to Groningen. Don’t take this route if you are afraid of cows. You will pass tracks that farmers use to graze their cattle. So sometimes you might find your way back to the city blocked by 600 kilos of beef. If you have a bit more time and energy, you can go further west to the villages of FEERWERD (with its windmill Joeswerd where they sell their own home-ground flour) and EZINGE. In Ezinge you should visit the old church at the top of the wierde from which you have a wonderful view of the surrounding landscape and Reitdiep. If you go down the main street, Torenstraat, you will come across a small bridge with an old café, De Brug (The Bridge). On fair weather days you can sit in its garden. From the café it is only two hundred meters to the Museum Wierdenland, which is dedicated to the history of the wierden and the finds of Groningen archeologist professor Albert Egges Van Giffen. From the museum you can turn left towards Van Starkenborgh canal again. On your way you will come across the medieval church of FRANSUM, in the middle of nowhere, which is usually open to visitors. Not far from Fransum you can also visit a church built by farmer Harkema. From a distance it looks like an ordinary church, but when you get closer you see that it is a miniature building. When you reach the canal you turn left and follow it back to Dorkwerd Bridge, where you can get to the south bank again. The city is just a kilometer away.
Photos: Luuk Steemers ROUTE 2: ZUIDWOLDE-ONDERDENDAMWINSUM-(GARNWERD)-GRONINGEN Route 2 will take you to WINSUM, the capital of this region. To get to Winsum cross Bedumerbrug and follow the directions to the village of Zuidwolde. There is a bicycle track on both sides of Boterdiep that will take you to this village. In the centre of ZUIDWOLDE, near the church, is a bridge across the Boterdiep canal. Next to the bridge is an authentic pub called Moeke Vaatstra (Old Mom Vaatstra). Moeke Vaatstra has a garden at its east side. If the weather is nice do grab the opportunity to sit there and enjoy the sun over a glass of beer before you continue further north. Zuidwolde has a nice old church with a recently renovated carillon. There is also a small store where you can buy regional products. Your next destination is the village of ONDERDENDAM which is also situated on Boterdiep, so all you have to do is follow this canal for about nine kilometers. A slight detour, but with nicer views and less traffic, is by following Wolddijk, a curvy old country road heading north. In Onderdendam make straight for windmill Hunsingo. It has been converted into a pub and restaurant. It boasts two hotel rooms on the upper floor. The village of ONDERDENDAM used to be an important regional centre. It used to have a prison and a court house of its own. The village used to be famous for its trekvaart (towing barge canal) where trekschuiten, towing barges, were towed by scheepsjoagers (barge towers). In the little port is a statue of a woman towing a boat. The text
in Groningen dialect reads wel zien vraauw laif het/ holdt heur voor ogen/ zeeschipper/ en dee heur ien lien (who loves his wife/ keeps an eye on her/ sailor/ and keeps her on the leash). Onderdendam even has a wilderness, at least that is what the villagers call the wooded areas near the village. Since there are so few woods north of Groningen, the exaggeration is understandable. From the tiny port of Onderderdam it is easy to take the Winsumertrekpad, which will take you right to the village centre of WINSUM. This is where town meets countryside. Winsum is a fairly large village. In its characteristic town square you can go out, have a drink or eat a good meal. Winsum is the very hub of a wide network of bigger canals like Winsumerdiep, Reitdiep, Boterdiep and small courses and waterways, which are often called maren: Stedumermaar, Koksmaar, Stilwerdermaar. On a sunny day you should hire a canoe in Winsum and paddle away. If you follow Winsumerdiep that winds its way through the village centre, you can reach Reitdiep and, if you have the time and stamina, you can go all the way to Lauwersmeer and the Wadden Sea. When you have enough of Winsum, you can take the main road to Groningen city which is about twelve kilometers. But if you have the time you could take the country road to GARNWERD, just south of Winsum by turning right off the main road. From there you might even decide to undertake route 1 as well before you return to the metropolitan hustle and bustle. 3int
HANZEMAG.COM
4 INDEPENDENT MAGAZINE OF HANZE UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES 16 November 2013