Rapportage Vermogensbeheer
Stichting Pensioenfonds Productschappen
2012|december
Inhoudsopgave Management samenvatting
2
1
Kerncijfers 1.1 Dekkingsgraad 1.2 Rendement 1.3 Vermogensmutaties 1.4 Wegingen portefeuille
4 4 6 7 8
2
Risicoparagraaf 2.1 Balansrisico 2.2 Renterisico 2.3 Valutarisico
Bijlage 1: Verklarende woordenlijst
9 9 10 12 13
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
1
Management samenvatting Voor u ligt de vermogensbeheer maandrapportage van Pensioenfonds Productschappen. Deze rapportage heeft betrekking op de maand december 2012.
Ontwikkeling van de financiële positie De lange rente laat sinds oktober een dalende trend zien. Zowel de UFR als de feitelijke rente daalden licht in december. Het rendement van de matchingportefeuille was relatief beter dan dat van de verplichtingen, omdat de feitelijke rente meer daalde dan de UFR. De zakelijke waarden lieten per saldo een positief beeld zien. De dekkingsgraad is echter lager dan in november omdat nieuwe overlevingstafels zijn toegepast voor de bepaling van de waarde van de pensioenverplichtingen. Daarnaast is in december ook een indexatie doorgevoerd. Deze maatregelen hadden een bijkomend negatief effect op de dekkingsgraad van 1,8%-punt. Zie ook paragraaf 1.1. Kerncijfers
31 dec 2012
30 nov 2012
Mutatie
Beleggingen (incl. Balansposten)
501.9
495.3
6.6
Pensioenvoorzieningen (obv DNB rente)
432.1
421.5
10.6
Dekkingsgraad (DNB rente)
116.2%
117.5%
-1.3% punt
IRR (DNB rente)
2.38%
2.41%
-0.03%-punt
IRR (feitelijke rente)
2.13%
2.20%
-0.07%-punt
Risico Het balansrisico is in december ongewijzigd gebleven; de matchingportefeuille presteerde iets beter, wat een daling van het balansrisico tot gevolg heeft; het doorvoeren van de indexatie en het langlevenrisico heeft weer een negatief effect gehad op het balansrisico. Dit komt doordat de renteafdekking is gedaald door bovengenoemde doorvoering van langlevenrisico en indexatie. Zie ook paragraaf 2.1 en 2.2. Risico (o.b.v. actuele rente)
31 dec 2012
Mutatie vorige maand
Norm
Balansrisico
9.0%
0.0%-punt
6% - 10%
Rente afdekking
61.6%
-1.8%-punt
60% – 70%
Conform beleid
Voor de bepaling van het balansrisico en de renteafdekking wordt de feitelijke rente gebruikt zoals ook de kaders die zijn aangegeven in het beleggingsplan. Deze kengetallen kunnen echter ook bepaald worden aan de hand van de UFR. Omdat de waarde van de verplichtingen op basis van de UFR lager uitkomt is de renteafdekking hoger en het balansrisico lager. In onderstaande tabel staan de kengetallen weergegeven op basis van de UFR. Risico (o.b.v. UFR)
31 dec 2012
Balansrisico
7.9%
Rente afdekking
71.9%
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
2
Rendement Door de gedaalde rente presteerde de matchingportefeuille 2.09% . De returnportefeuille rendeerde per saldo ook positief, met uitzondering van de alternatieve beleggingen (wat deels veroorzaakt werd door een zwakkere dollar). Voor heel 2012 hadden alleen de grondstoffen en de portefeuille microfinancieren een negatief rendement. Alle overige beleggingen hebben in 2012 een positief rendement behaald. Hoogrentende waarden noteerden het hoogste rendement met 16.44%. De matchingportefeuille liet een rendement van 11.04% optekenen. Het totaalrendement over 2012 is uitgekomen op 10.94% (2011: 8.06%). Zie ook paragraaf 1.2.
Rendement
december 2012
2012 (ytd)
Pensioenverplichtingen*
0.80%
8.55%
Beleggingen
1.58%
10.94%
*) de waarde en het rendement van de pensioenverplichtingen zijn bepaald op basis van de DNB rente.
Portefeuille In december zijn de beleggingsvoorstellen uit het beleggingsplan al deels uitgevoerd. Langlopende obligaties en de renteafdekking zijn deels afgebouwd voor een totaalbedrag van € 10.6 mln. Hiervan is € 6.0 mln toegevoegd aan de liquide middelen, en € 4.3 mln is geïnvesteerd in Amerikaanse hoogrentende obligaties. Met de investering in Europees high yield zal worden gewacht tot de transitie naar de nieuwe benchmark is geïmplementeerd; dit om extra kosten te vermijden. Tot slot is € 1.2 mln onttrokken aan het door MN beheerde vermogen ten behoeve van pensioenuitkeringen.
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
3
1 Kerncijfers 1.1
Dekkingsgraad
Balanspositie met Nominale pensioenverplichtingen op basis van DNB rentecurve*: Bedragen in mln EUR
Beleggingen
Overige balansposten
Pensioenverplichtingen
Surplus
Nominale Dekkingsgraad
Vereiste Dekkingsgraad
Ultimo 2011
463.0
-2.2
397.3
63.5
116.0%
111.2%
Ultimo nov 2012
496.9
-1.6
421.5
73.8
117.5%
110.7%
Ultimo dec 2012
503.6
-1.7
432.1
69.8
116.2%
110.6%
*De dekkingsgraad is vanaf 30 september 2012 gebaseerd op de nieuw gepubliceerde DNB rentecurve op UFRbasis.
Balanspositie met Nominale pensioenverplichtingen op basis van actuele rentecurve: Bedragen in mln EUR
Beleggingen
Overige balansposten
Pensioenverplichtingen
Surplus
Nominale Dekkingsgraad
Vereiste Dekkingsgraad
Ultimo 2010
441.3
-6.5
348.6
86.2
124.7%
111.7%
Ultimo 2011
463.0
-2.2
409.3
51.5
112.6%
111.2%
Ultimo nov 2012
496.9
-1.6
435.5
59.8
113.7%
110.7%
Ultimo dec 2012
503.6
-1.7
450.0
51.9
111.5%
110.6%
De dekkingsgraad is vastgesteld op basis van de meest recente informatie van de pensioenverplichtingen, zoals aangeleverd door PBO-dienstverlening. Hierbij is vanaf december 2012 rekening gehouden met de aangepaste prognosetafel 2012 inzake de levensverwachting. In de volgende figuur wordt de ontwikkeling van de nominale dekkingsgraad nader beschouwd. 140% 135% 130% 125% 120% 2.7%*
115% 110% 105% 100% 95%
Feitelijke DGR Negatief scenario Positief scenario Minimaal vereiste dekkingsgraad Dekkingsgraad op niet-gemiddelde RTS
* Effect van overgang naar Dekkingsgraad op UFR basis
90%
Figuur 1.1: feitelijke ontwikkeling en jaarprognose dekkingsgraad
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
4
Op basis van risicoberekeningen kan een interval berekend worden waarbinnen zich de nominale dekkingsgraad het komende jaar naar verwachting bevindt. De spreiding tussen de maximum en de minimum dekkingsgraad wordt kleiner naarmate het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille dichter bij de verplichtingen ligt. De risicoberekening is gebaseerd op een 95% betrouwbaarheidsinterval; dat wil zeggen dat aan de bandbreedte een statistische kans is toegekend van 2.5% dat de feitelijke ontwikkeling slechter is dan de onderkant van de bandbreedte (en een kans van 2.5% dat de feitelijke ontwikkeling beter is dan de bovenkant van de bandbreedte). Ter indicatie wordt hieronder de ontwikkeling van de reële dekkingsgraad weergegeven. Een reële dekkingsgraad van 100% betekent dat het aanwezige vermogen voldoende is ter dekking van de nominale pensioenverplichtingen inclusief de verwachte inflatie. Balanspositie met Reële pensioenverplichtingen op basis van DNB rentecurve*: Bedragen in mln EUR
Beleggingen
Overige balansposten
Reële Pensioenverplichtingen o.b.v. 100% inflatie
Aanwezig surplus
Reële Dekkingsgraad
Ultimo 2011
463.0
-2.2
581.9
-121.1
79.2%
Ultimo nov 2012
496.9
-1.6
615.6
-120.3
80.5%
Ultimo dec 2012
503.6
-1.7
637.1
-135.2
78.8%
*De dekkingsgraad is vanaf 30 september 2012 gebaseerd op de nieuw gepubliceerde DNB rentecurve op UFRbasis.
Balanspositie met Reële pensioenverplichtingen op basis van actuele rentecurve: Beleggingen
Overige balansposten
Reële Pensioenverplichtingen o.b.v. 100% inflatie
Aanwezig surplus
Reële Dekkingsgraad
Ultimo 2010
441.3
-6.5
506.9
-72.2
85.8%
Ultimo 2011
463.0
-2.2
631.0
-170.2
73.0%
Ultimo nov 2012
496.9
-1.6
646.2
-150.9
76.6%
Ultimo dec 2012
503.6
-1.7
675.8
-173.9
74.3%
Bedragen in mln EUR
De reële pensioenverplichtingen zijn vastgesteld uitgaande van een scenario waarin alle thans opgebouwde rechten naar de toekomst jaarlijks worden verhoogd met de huidige inflatieverwachting. De gehanteerde inflatieverwachting is gelijk aan de Europese prijsinflatie – ‘Harmonised Index of Consumer Prices excluding Tobacco’, welke door de markt is ingeprijsd in de waarde van de inflatieswaps.
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
5
1.2
Rendement
Onderstaande tabel toont het maandrendement en year-to-date rendement van de portefeuille (PF), evenals het benchmarkrendement (BM) en het verschil tussen beiden, de out- of underperformance (OP). Verder is in onderstaande tabel de toegevoegde waarde in miljoenen euro’s opgenomen (TW). Ter vergelijking is ook het rendement van de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen. Het rendement op de voorziening pensioenverplichtingen bestaat uit de bijschrijving van rente (oprenting) en het effect van de renteverandering op de voorziening pensioenverplichtingen. december 2012 Rendement
PF
jaar 2012
BM
OP
TW
PF
BM
OP
TW
10.98%
-0.04%
-0.1
Voorziening pensioenverplichtingen DNB RTS
0.80%
8.55%
Actuele RTS
1.47%
9.53%
Totaal Rendement portefeuille
1.58%
1.55%
0.03%
0.2
10.94%
Kosten
-0.1
-1.3
Selectiebijdrage
0.2
1.0
Wegingsbijdrage
0.1
0.2
Matching Portefeuille
2.09%
2.05%
0.04%
0.1
11.04%
10.94%
0.10%
0.3
Vastrentende Waarden
1.80%
1.83%
-0.02%
-0.1
9.33%
9.51%
-0.18%
-0.4
2.26%
2.26%
0.00%
0.0
8.39%
8.39%
0.00%
0.0
-
-
-
0.0
3.88%
3.88%
0.00%
0.0
Langlopende Staatsobligaties Inflatie Obligaties
0.61%
0.63%
-0.02%
0.0
11.42%
12.00%
-0.57%
-0.3
Matching Overlay
Investment Grade Bedrijfsobligaties
1.91%
1.91%
0.00%
0.0
10.29%
10.29%
0.00%
0.0
Liquide Middelen
-0.32%
0.00%
-0.32%
0.0
3.77%
0.18%
3.58%
0.1
Return Portefeuille
1.01%
0.88%
0.12%
0.3
11.79%
11.21%
0.57%
1.1
Hoogrentende Waarden
0.99%
0.69%
0.30%
0.3
16.44%
15.83%
0.62%
0.5
1.15%
1.04%
0.11%
0.0
14.37%
14.80%
-0.42%
-0.1
Hoogrentende Bedrijfsobligaties Bank Loans
0.81%
0.78%
0.03%
0.0
14.04%
8.60%
5.44%
0.5
Europa
1.78%
2.05%
-0.27%
0.0
17.51%
24.53%
-7.01%
-0.6
Verenigde Staten
1.05%
0.77%
0.27%
0.1
12.94%
13.37%
-0.43%
-0.1
0.82%
0.24%
0.58%
0.2
18.88%
16.94%
1.94%
0.6
0.82%
0.24%
0.58%
0.2
17.48%
15.52%
1.96%
0.6
Hoogrentende Staatsobligaties Opkomende Markten Ontwikkelde Landen
-
-
-
0.0
-2.30%
-2.30%
0.00%
0.0
1.86%
1.87%
0.00%
0.0
13.65%
13.11%
0.54%
0.4
Noord Amerika
0.44%
0.44%
0.00%
0.0
15.00%
14.88%
0.12%
0.0
Europa
1.45%
1.38%
0.07%
0.0
16.18%
15.76%
0.43%
0.0
Verre Oosten
5.91%
5.91%
-0.01%
0.0
19.58%
19.52%
0.06%
0.0
Opkomende Landen
3.38%
3.47%
-0.09%
0.0
17.85%
16.41%
1.44%
0.4
Private Equity
0.12%
0.12%
0.00%
0.0
4.92%
4.92%
0.00%
0.0
Aandelen
Onroerend Goed
0.24%
0.24%
0.00%
0.0
3.27%
3.48%
-0.21%
0.0
-0.79%
-0.66%
-0.13%
0.0
1.03%
0.23%
0.81%
0.2
Grondstoffen
-1.18%
-1.16%
-0.02%
0.0
-1.72%
-1.62%
-0.10%
0.0
Hedge Funds
-0.58%
-0.40%
-0.18%
0.0
3.39%
1.07%
2.31%
0.4
Special Products
-0.33%
-0.33%
0.00%
0.0
-12.58%
-12.58%
0.00%
0.0
-
-
-
0.0
-
-
-
-0.1
Alternatieve Investeringen
Valuta Afdekking
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
6
1.3
Vermogensmutaties
Onderstaande tabel geeft de rendementsmutaties (RM) en de ‘stortingen en onttrekkingen’ (S&O) in de afgelopen maand en vanaf begin van het jaar weer. De ‘stortingen en onttrekkingen’ op het niveau van beleggingscategorieën betreffen feitelijk de netto aan- en verkopen binnen de verschillende beleggingscategorieën. De stortingen en onttrekkingen op totaal portefeuille niveau betreffen het saldo van de in- en uitstroom van gelden van/naar de pensioenadministrateur. december 2012 Vermogen in mln EUR
Primo maand
RM
jaar 2012 S&O
Ultimo maand
Primo jaar
RM
S&O
Ultimo maand
Voorziening pensioenverplichtingen DNB RTS
421.5
3.4
7.3
432.1
397.3
33.9
0.9
432.1
Actuele RTS
435.5
6.4
8.1
450.0
409.3
38.8
2.0
450.0
Totale Portefeuille
496.9
7.9
-1.2
503.6
463.0
50.2
-9.5
503.6
Matching Portefeuille
281.3
5.7
-4.6
282.5
286.8
28.8
-33.1
282.5
Vastrentende Waarden
271.2
4.7
-7.2
268.7
258.8
23.1
-13.2
268.7
197.9
4.3
-7.2
195.0
177.4
15.6
2.1
195.0
Langlopende Staatsobligaties Inflatie Obligaties
0.0
0.0
0.0
0.0
17.7
0.6
-18.3
0.0
73.3
0.4
0.0
73.7
63.7
7.0
3.0
73.7
Matching Overlay
13.0
1.0
-3.4
10.7
8.6
5.3
-3.2
10.7
Liquide Middelen
-2.9
0.0
6.0
3.1
19.4
0.4
-16.7
3.1
215.6
2.2
3.4
221.1
176.2
21.4
23.6
221.1
88.9
0.9
4.3
94.0
65.4
11.7
16.9
94.0
46.9
0.5
4.3
51.7
37.9
5.5
8.3
51.7
Bank Loans
11.1
0.1
0.0
11.2
9.8
1.4
0.0
11.2
Europa
10.6
0.2
0.0
10.8
9.3
1.5
0.0
10.8
Verenigde Staten
25.2
0.3
4.3
29.7
18.9
2.6
8.3
29.7
41.9
0.4
0.0
42.3
27.5
6.2
8.7
42.3
41.9
0.4
0.0
42.3
25.2
5.6
11.4
42.3
Investment Grade Bedrijfsobligaties
Return Portefeuille Hoogrentende Waarden Hoogrentende Bedrijfsobligaties
Hoogrentende Staatsobligaties Opkomende Markten Ontwikkelde Landen
0.0
0.0
0.0
0.0
2.3
0.5
-2.8
0.0
77.0
1.4
0.1
78.6
61.7
8.9
7.9
78.6
Noord Amerika
15.5
0.1
0.0
15.6
13.9
2.1
-0.3
15.6
Europa
13.7
0.2
0.0
13.9
11.6
1.9
0.4
13.9
5.3
0.3
0.0
5.6
4.6
0.9
0.1
5.6
Opkomende Landen
24.9
0.7
0.0
25.6
14.8
3.2
7.5
25.6
Private Equity
17.6
0.1
0.1
17.8
16.8
0.8
0.3
17.8
Aandelen
Verre Oosten
Onroerend Goed
21.9
0.1
-0.1
21.8
23.2
0.7
-2.1
21.8
Alternatieve Investeringen
27.8
-0.2
-0.9
26.8
25.8
0.2
0.8
26.8
Grondstoffen
10.9
-0.1
-0.9
9.8
10.1
-0.2
-0.1
9.8
Hedge Funds
16.3
0.0
0.0
16.2
15.2
0.4
0.6
16.2
0.7
-0.1
0.0
0.7
0.5
-0.1
0.2
0.7
0.0
0.0
0.0
-0.1
0.0
-0.1
0.0
-0.1
Special Products Valuta Afdekking
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
7
1.4
Wegingen portefeuille
In het Beleggingsplan 2012 zijn de afspraken vastgelegd met betrekking tot de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën, de ‘actuele norm’. Onderstaande tabel zet deze actuele norm af tegen de feitelijke verdeling over de beleggingscategorieën. Categorie
Actuele norm
Feitelijke weging
Matching Portefeuille
57.3%
56.1%
Vastrentende Waarden
52.7%
53.4%
Langlopende Staatsobligaties
38.8%
38.7%
Investment Grade Bedrijfsobligaties
13.9%
14.6%
Matching Overlay
2.1%
2.1%
Liquide Middelen
2.5%
0.6%
Return Portefeuille
42.7%
43.9%
Hoogrentende Waarden
17.5%
18.7%
Hoogrentende Bedrijfsobligaties
9.9%
10.3%
Bank Loans
2.2%
2.2%
Europa
2.1%
2.1%
Verenigde Staten Hoogrentende Staatsobligaties Opkomende Markten
5.6%
5.9%
7.6%
8.4%
7.6%
8.4%
15.3%
15.6%
Noord Amerika
3.1%
3.1%
Europa
2.7%
2.8%
Verre Oosten
1.1%
1.1%
Opkomende Landen
5.0%
5.1%
Private Equity
3.5%
3.5%
Aandelen
Onroerend Goed
4.4%
4.3%
Alternatieve Investeringen
5.5%
5.3%
Grondstoffen
2.0%
2.0%
Hedge Funds
3.4%
3.2%
Special Products
0.1%
0.1%
Totale Portefeuille
100.0%
100.0%
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
8
2 Risicoparagraaf 2.1
Balansrisico
Een maatstaf voor de mate waarin het gevoerde beleid aansluit op het gewenste risicorendementprofiel van het fonds is het balansrisico. Dit is een maatstaf die de verwachte beweeglijkheid van de waarde van de beleggingen ten opzichte van de waarde van de (nominale) voorziening pensioenverplichtingen meet. Balansrisico
Feitelijk
Beleggingsplan 2012
Bandbreedte
9.0%
6.0% - 10.0%
n.v.t.
Ultimo maand 12%
Zone doelstelling Returnportefeuille
10%
9.1%
8%
2.3%
9.3%
9.4%
2.0%
1.8%
7.3%
7.5%
9.0%
9.0%
1.6%
1.6%
7.4%
7.4%
8.5% 1.7%
Totale portefeuille Matchingportefeuille
9.0%
8.9%
8.9%
9.0%
9.0%
9.0%
9.0%
1.6%
1.6%
1.6%
1.6%
1.5%
1.5%
1.5%
7.4%
7.3%
7.3%
7.5%
7.5%
7.5%
7.5%
6% 9.3% 4% 6.7%
6.9%
2%
0%
Figuur 2.1: ontwikkeling maatstaf balansrisico In de figuur is weergegeven welke bijdrage aan het balansrisico voortkomt uit de Return Portefeuille en de Matching Portefeuille. Het risico dat voortkomt uit de Matching Portefeuille is het gevolg van de “mismatch” tussen de beleggingen in deze portefeuille en de ontwikkeling van de waarde van de verplichtingen, welke gevoelig is voor veranderingen in de swaprente. De mismatch ontstaat voornamelijk door verschillen in waardeontwikkeling tussen staatsobligaties en de swaprentecurve en de ontwikkeling van de creditspreads op bedrijfsobligaties ten opzichte van de swaprentecurve. Het balansrisico dat voortkomt uit de Return Portefeuille betreft het risico op de zakelijke waarden beleggingen in relatie tot de beweeglijkheid van de pensioenverplichtingen door renteveranderingen.
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
9
Figuur 2.2: decompositie balansrisico In figuur 2.2 is een risicodecompositie weergegeven. Hierin wordt de bijdrage van de individuele beleggingscategorieën aan het balansrisico getoond. Een groot deel van het risico wordt gevormd door de aandelen portefeuille. Binnen de matching portefeuile dragen de staatsobligaties, de liquiditeiten en de onderhandse leningen bij aan het risico.
2.2
Renterisico
Het renterisico is het risico dat veranderingen in de marktrente leiden tot veranderingen in de waarde van de vastrentende portefeuille en van de pensioenverplichtingen. In onderstaande tabel is de feitelijke rente-afdekking afgezet tegen de nominale renteafdekking volgens de norm van het Beleggingsplan. Voor de berekening van de feitelijke renteafdekking is uitgegaan van de beleggingen die onderdeel uitmaken van de Matching Portefeuille exclusief liquiditeiten. NB: eventuele allocaties rondom maandeinde zijn hierin opgenomen. Rente-afdekking Nominaal in % van de pensioenverplichtingen
Feitelijk
Beleggingsplan 2012
Bandbreedte
61.6%
65.0%
60%-70%
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
10
4.5% 4.0% 3.5% 3.0% 2.5% 2.0% 1.5% 30 november 2012 30 nov DNB rentecurve op UFR basis
1.0%
31 december 2012 0.5%
31 dec DNB rentecurve op UFR basis
0.0% 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50 Looptijd >
Figuur 2.3: ontwikkeling rentetermijnstructuur In onderstaande figuur is de gemiddelde nominale rentevoet (IRR) van het fonds weergegeven waartegen de pensioenverplichtingen worden verdisconteerd. Als de gemiddelde rentevoet daalt, stijgt de waarde van de pensioenverplichtingen en omgekeerd. In de figuur is tevens de gemiddelde rentevoet van het fonds weergegeven op basis van de door DNB gepubliceerde gemiddelde swaprentetermijnstructuur over drie maanden. 4.0%
3.5% 3.45%
3.0%
2.5%
2.41%
2.0%
2.20%
2.38%
2.13%
1.5%
1.0%
0.5% IRR
IRR (gemiddelde RTS/UFR)
0.0% Dec 2010
Dec 2011
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec 2012
Figuur 2.4: ontwikkeling gemiddelde interne nominale rentevoet van de pensioenverplichtingen (IRR)
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
11
2.3
Valutarisico
Valutarisico is het risico dat de waarde van beleggingen verandert als gevolg van veranderingen in valutakoersen. De kolom ‘Totale positie in valuta’ in de tabel geeft aan welk percentage van de totale portefeuille is belegd in de desbetreffende valuta. In de kolom ‘Beoogde afdekking conform beleid’ staat welk percentage afgedekt moet worden volgens het Beleggingsplan. Dit hoeft niet per se de totale positie te zijn. Afgesproken kan bijvoorbeeld zijn om het valutarisico van bepaalde (illiquide) beleggingen niet af te dekken. De feitelijke omvang van de valuta-afdekking staat in de kolom ‘Omvang afdekking’. De laatste twee kolommen geven het verschil aan tussen de twee laatstgenoemde percentages en de bandbreedte waarbinnen dit verschil moet liggen. Totale positie in valuta
Beoogde Afdekking conform beleid
Omvang afdekking
Afwijking
Bandbreedte (+/-)
22.2%
11.4%
11.6%
-0.2%
1.0%
Britse pond (GBP)
0.9%
1.0%
0.9%
0.0%
0.2%
Japanse yen (JPY)
0.6%
0.6%
0.5%
0.1%
0.1%
Overig
8.3%
0.0%
0.0%
0.0%
0.0%
Valuta Amerikaanse dollar (USD)
Vanaf 1 januari 2012 is het beleid om 50% van de USD beleggingen af te dekken. Deze keuze is gedreven vanuit risicomanagement oogpunt. In tijden van crisis toont de Amerikaanse dollar haar “currency of the World”‐status. Bij een sterke verzwakking van de euro kan er een grote liquiditeitsbehoefte ontstaan, die in een eurocrisis potentieel samenvalt met verliezen op andere beleggingen. De overige valuta zijn met name opgebouwd uit Europese beleggingen (met name Zwitserse frank) en uit Opkomende landen van zowel aandelen als obligaties. Bij deze valuta moet dan met name gedacht worden aan: Braziliaanse reaal, Zuid‐Afrikaanse rand, Koreaanse won, Chinese renminbi en Mexicaanse peso. In totaal zijn circa 30 vreemde valuta vertegenwoordigd in de portefeuille.
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
12
Bijlage 1: Verklarende woordenlijst
Actuele norm
De Actuele norm betreft de waardeontwikkeling van de benchmark vanaf het laatste rebalancing moment.
Benchmark (BM)
De Benchmark is een objectieve maatstaf waartegen de behaalde rendementen van de beleggingsportefeuille worden afgemeten.
Dekkingsgraad
Een (globale) indicator voor de financiële positie van een pensioenfonds. Hierbij wordt de contante waarde van de activa gedeeld door de contante waarde van de verplichtingen.
Matching Overlay
Onderdeel van de matching portefeuille, bestaande uit rente- en/of inflatie-swaps met als doel om de rente afdekking van de matching portefeuille op het beoogde niveau te brengen.
Matching Portefeuille
De matching portefeuille heeft als doelstelling om het rendement van de verplichtingen van het fonds zo goed mogelijk na te bootsen. De matching portefeuille bestaat in de regel hoofdzakelijk uit (staats)obligaties, liquiditeiten en renteswaps.
Minimaal vereiste dekkingsgraad
Door de Nederlandse Bank voorgeschreven minimum dekkingsgraad waaraan een pensioenfonds moet voldoen (doorgaans rond 105%). Bij de berekening wordt rekening gehouden met de specifieke situatie van het fonds.
Nominale rente
Bij het vaststellen van de nominale rente wordt gebruik gemaakt van de actuele marktrente op het moment van rapportage.
Nominale pensioenverplichtingen
De nominale pensioenverplichtingen worden berekend op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijncurve.
Outperformance (OP)
Is het resultaat van de portefeuille beter dan de benchmark, dan is er sprake van outperformance. Is deze slechter dan is er sprake van underperformance.
Portefeuillerendement (PF)
Rendement welke binnen de feitelijke portefeuille is behaald, uitgedrukt in procenten.
Reële rente
Om de reële rente te bepalen wordt rekening gehouden met de invloed van inflatie. De reële rente is bij benadering de actuele marktrente waarop een inflatieverwachting in mindering is gebracht.
Reële pensioenverplichtingen
In dit geval worden de verplichtingen contant gemaakt tegen de reële rente. Bij de waardering van de verplichtingen wordt dan rekening gehouden met een inflatieverwachting.
Rendementsmutatie (RM)
De waardeontwikkeling uitgedrukt in een absoluut bedrag (meestal euro’s).
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
13
Rente-swap
Een rente-swap is een contract waarbij twee partijen afspreken over een bepaalde notional de rente uit te wisselen, waarbij bijvoorbeeld een partij de korte rente betaalt in ruil voor een lange rente. De andere partij ontvangt de korte rente en betaalt de lange rente.
Return portefeuille
De returnportefeuille heeft als doelstelling om overrendement te behalen boven op de doelstelling van de matching portefeuille. Dit overrendement kan bijvoorbeeld dienen voor het herstel van de vermogenspositie en om toeslagen te kunnen toekennen.
Toegevoegde waarde (TW)
Dit is het overrendement uitgedrukt in een absoluut bedrag (meestal euro’s).
Tracking error ten opzichte van de verplichtingen (Balansrisico)
Begrip waarmee een indicatie wordt gegeven van de mate van afwijking tussen het rendement van een beleggingsportefeuille en de waardeontwikkeling van de verplichtingen.
Year-to-date (YTD)
Portefeuille/benchmarkrendement op jaarbasis met de daarbij behorende performance.
Vereiste dekkingsgraad
De vereiste dekkingsgraad is zodanig vastgesteld dat, met betrekking tot de pensioenverplichtingen uit hoofde van de pensioenovereenkomst, de kans op een tekort aan middelen in relatie tot de pensioenverplichtingen gedurende een jaar kleiner is dan 2.5 procent. Hierdoor kan met zekerheid van 97.5 procent worden voorkomen dat het pensioenfonds binnen een periode van een jaar over minder middelen beschikt dan de pensioenverplichtingen groot zijn.
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
14
Disclaimer
De inhoud van deze pagina’s is gebaseerd op informatie zoals die ons bekend was. Mn Services N.V. heeft deze uitgave met de grootste zorgvuldigheid samengesteld, echter is zij niet verantwoordelijk voor eventuele onjuistheden of omissies in deze uitgave en vrijwaart zij zich van iedere schade die daaruit mocht ontstaan. De informatie in deze uitgave kan niet worden beschouwd als advies van welke aard dan ook. Eventuele acties die worden ondernomen op basis van informatie zoals verstrekt in deze uitgave zijn de verantwoordelijkheid van degene die de actie onderneemt.
Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
15
MN Postbus 30025 2500 GA Den Haag Prinses Beatrixlaan 15 2595 AK Den Haag t +31 (0)70 316 01 60 f +31 (0)70 316 04 75 www.mn.nl Rapportage Stichting Pensioenfonds Productschappen 2012|december
16