0 • Stichting Pensioenfonds • •• Equens
Jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Equens
*0 • •
Stichting Pensioenfonds Equens
Inhouds opgave Profiel van het pensioenfonds
3
Organisatie
3
Karakteristieken van het pensioenfonds
5
Kerncijfers
6
Verslag van het bestuur
8
Bestuursverslag Samenvatting van het actuarieel rapport en de toereikendheidstoets Financiële paragraaf Beleggingen paragraaf Risicoparagraaf Organisatie
8 22 23 24 28
Visitatiecommissie
30
Samenvattend rapport van de visitatiecommissie Reactie van het bestuur op het rapport van de visitatiecommissie
30 34
Verantwoordingsorgaan
35
Verslag verantwoordingsorgaan Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan
35 37
Jaarrekening 2014
38
Balans per 31 december Rekening van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting algemeen Toelichting op de balans Risicobeheer Toelichting op de rekening van baten en lasten
39 40 41 42 52 67 73
Overige gegevens
82
Statutaire regeling voor bestemming van het saldo van baten en lasten Bestemming van het saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Actuariële analyse
82 82 82 83 85 87
Lijst met afkortingen
89
2
I0• Stichting Pensioenfonds • Equens •.
Profiel van het pensioenfonds De Stichting Pensioenfonds Equens, statutair gevestigd te Utrecht, is opgericht op 1januari1971. De laatste statutenwijziging dateert van 27april2014. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 411.987.00. Het pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij de Pensioenfederatie. Het pensioenfonds heeft tot doel uitvoering te geven aan de pensioenregelingen van Equens.
Organisatie Bestuur De samenstelling van het bestuur is als volgt: (samenstelling per 31 december 2014, met vermelding van het jaar van aftreden)
Naam
Functie
Vertegenwoordiging
Lid sinds
Einde zitti ngsd uur
B.J. Haasdijk G. Bamberg
Voorzitter Vicevoorzitter Lid
Werkgever Werkgever
2002 2001
2015 2016
Werkgever
2014
2018
Deelnemers/Gepensioneerden Deelnemers/Gepensioneerden
2012 2010
2015 2016
Deelnemers/Gepensioneerden
2008
2018
G. Scheepers P.J.S. de Jong F. Steenwinkel S.E.M. Verhoef
Lid Penningmeester Lid
Het bestuur heeft de dagelijkse uitvoering van bepaalde werkzaamheden uitbesteed aan uitvoeringsorganisaties. Het gaat hierbij om het vermogensbeheer, de beleggingsadministratie, de pensioenadministratie, de financiële administratie en de actuariële advisering. Het bestuur blijft, conform de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het pensioenfonds, overeenkomstig de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN).
3
0 Stichting Pensioenfonds • Equens •. Uitvoeringsorganisaties Pensioenadministratie: Actuariële advisering: Vermogensbeheer: Integrale risicorapportage Personeelsadministratie: Certificerend actuaris: Accountant: Custodian en beleggingsadministratie:
Blue Sky Group Blue Sky Group Schroders en First lnvestments First Pensions Equens HRM Towers Watson Netherlands BV. KPMG Accountants N.V. Kas Bank
Met de uitvoeringsorganisatie Blue Sky Group is een contract afgesloten voor de pensioenuitvoering. De werkzaamheden zijn nader gespecificeerd in een service level agreement (SLA). De werkzaamheden betreffen de pensioenadministratie en de financiële administratie. Het bestuur voert periodiek overleg met de uitvoerder over de kwaliteit van de uitvoering. De uitvoeringsorganisatie verstrekt bovendien een interne beheersingsrapportage ISAE 3402 type 2 dat door het bestuur jaarlijks wordt geanalyseerd en met de uitvoerder wordt besproken. De vermogensbeheerders zijn Schroders en First lnvestments. Het bestuur heeft, onder meer in de vorm van een service level agreement en het instellen van een beleggingsadviescommissie, maatregelen getroffen om toezicht te kunnen uitoefenen op de activiteiten van de vermogensbeheerders. Hierbij is met name het monitoren van het beleggen binnen de mandaten van het bestuur van belang. Bovendien wordt hierbij aandacht gegeven aan de aard, juiste interpretatie en uitvoering van beleggingen in lijn met de uitkomsten van de ALM-studie zoals die door het bestuur periodiek wordt gemaakt en/of herijkt. De vermogensbeheerders verstrekken interne beheersingsrapportages (ISAE 3402 type 2) die door het bestuur jaarlijks worden geanalyseerd en met de vermogensbeheerders en de custodian worden besproken. Correspondentieadres:
Postbus 123; 1180 AC Amstelveen Telefoon: 020-426 63 50
Website van het pensioenfonds: E-mail:
www.pensioenfondsequens.nl PensioenserviceEquensBlueSkyGroup.nl
Dagelijks bestuur De algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid voor het pensioenfonds berust bij de voorzitter dan wel de vicevoorzitter en een ander lid van het bestuur (of ambtelijk secretaris) tezamen of, bij hun ontstentenis, bij twee leden van het bestuur tezamen (of een bestuurslid en ambtelijk secretaris). Het bestuur kan derden machtigen tot het verrichten van handelingen betreffende de lopende zaken op het gebied van de administratie, de pensioenvoorziening en het beheer van de beleggingen, alles voor zover het betreft de normale en tot de dagelijkse gang van zaken te rekenen werkzaamheden. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het pensioenfonds, overeenkomstig de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN).
4
ê0 • Stichting Pensioenfonds • •. Equens
Karakteristieken van het pensioenfonds Verantwoordingsorgaan (VO) Het bestuur heeft op 27 juni 2007 het verantwoordingsorgaan geformeerd. De samenstelling van het verantwoordingsorgaan (per 31 december 2014) is als volgt: • de heer E. Laane (namens de werkgever), voorzitter; • de heer P. Karsten (namens de deelnemers); • de heer W. Duivis (namens de pensioengerechtigden). Visitatiecommissie (VC) Het bestuur heeft op 21 april 2008 de visitatiecommissie geformeerd. De samenstelling van de visitatiecommissie (per 31 december 2014) is als volgt: • de heer D. Wenting (voorzitter): • de heer E. Capitain; • mevrouw H. de Lange. Pensioenbureau (PB) De bezetting van het pensioenbureau (per 31 december 2014) is als volgt: • de heer G.J.M. Waaijer (ambtelijk secretaris). Beleggingsadviescommissie (BAC) De samenstelling van de beleggingsadviescommissie (per 31 december 2014) is als volgt: • mevrouw S.E.M. Verhoef (voorzitter); • de heer B.J. Haasdijk; • de heer P.J.S. de Jong; • de heer D. Veldman (Towers Watson); adviseur. Reglementscommissie (RC) De samenstelling van de reglementscommissie (per 31 december 2014) is als volgt: • de heer G.J.M. Waaijer (voorzitter); • de heer F. Steenwinkel; • mevrouw J. Wijckmans (Blue Sky Group); • de heer P.M. Beijdorff (Equens). Communicatiecommissie (CC) De samenstelling van de communicatiecommissie (per 31 december 2014) is: • de heer B.J. Haasdijk (voorzitter); • de heer P.M. Beijdorif (Equens); • de heer G.J.M. Waaijer (Equens); • mevrouw Y. Sprado; adviseur. Compliance Officer (CO) De heer E. Klijn is sinds juni 2012 de compliance officer van het pensioenfonds.
5
I0• Stichting Pensioenfonds
• •
..
Equens
Kerncijfers (bedragen in EUR 1.000) 2014
2013
2012
2011
2010
Aantallen Actieve deelnemers Premievrije deelnemers (slapers) Pensioengerechtigden
761 1.495 599
793 1.505 556
799 1.502 506
889 1.435 453
980 1.406 392
Totaal
2.855
2.854
2.807
2.777
2.778
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00 0,00
0,74 0,18
11.586 11.373 8.463 609
11.087 12.906 8.739 595
11.317 13.101 8.994 719
12.161 12.293 8.843 732
12.241 13.538 11 .030 799
449
448
3822
545
582
7.602 1.066 54 81
7.576 942 59 97
7.473 896 53 111
6.917 842 55 131
6.423 766 61 104
8.803
8.674
8.533
7.945
7.354
9.888 50.456 183.318 353.812 16.696 128.162
8.458 31.271 201.634 200.995 17.085 32.034
8.385 11.738 283.101
3.877 12.851 278.911
10.823 84.654 237.117
109.720 61,959
85.443 32.092
18.308 -7.441
—
—
—
Toeslagverlening Actieven in % %1 Inactieven in
Premies, kosten en uitkeringen Feitelijke premie Kostendekkende premie Gedempte kostendekkende premie Pensioenuitvoeringskosten Pensioenuitvoeringskosten per deelnemer in euro’s Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Andere uitkeringen
—
—
—
—
Totaal
3 Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentendewaarden Geldmarktbeleggingen Overige beleggingen Derivaten, per saldo
2
Inactieven zijn pensioengerechtigden en premievrije deelnemers (slapers). Vergelijkende cijfer is aangepast. Conform jaarrekening 2014, cijfers 2010 t/m 2012 zijn niet aangepast.
6
“0 Stichting Pensioenfonds • •. Equens
Vermogenspositie Pensioenvermogen Pensioenverplichtingen Aanwezig eigen vermogen Vereist eigen vermogen Minimaal vereist eigen vermogen Aanwezige dekkingsgraad in % Vereiste dekkingsgraad in % Minimum vereiste dekkingsgraad in % Belegg ings performance Beleggingsrendement in % Benchmarkrendement in % Vermogensbeheerkosten in
%4
2014
2013
2012
2011
2010
615.135 506.466 108.669 58.881 21.354
460644 411.348 49.296 42.774 17.571
478.800 423.554 55.246 33.720 18.085
414.054 383.734 30.320 27.496 16.482
350.698 325.086 25.612 40.222 13.436
121,4 111,6 104,2
112,0 110,4% 104,3
113,0 108,0 104,3
107,9 107,2 104,3
107,9 112,4 104,1
34,5 33,9 0,54
-3,8 -4,9 0,55
15,4 11,5 0,46
17,8 22,3 n.a.
11,5 16,8 n.a.
Vermogensbeheerkosten 2010 en 2011 zijn niet beschikbaar.
7
4IO •
Stichting Pensioenfonds
•. Equens
Verslag van het bestuur Bestu u rsverslag Algemeen Ook 2014 was een jaar waarin het bestuur stevig aan de slag moest om controle te blijven houden over de financiële positie van het pensioenfonds en compliant te blijven met de nieuwe pensioen rege Is. Ondanks de slechte economische situatie is het bestuur erin geslaagd om de dekkingsgraad op peil te houden. Dit door de inzet van de matching- en returnportefeuille en een adequate afdekking van het renterisico. De dekkingsgraad in het economisch kader daalde licht (1,5%) naar 107,5% ultimo 2014, terwijl de dekkingsgraad in het toezichtkader steeg (9%) naar 121% ultimo 2014. Hierdoor bleef het pensioenfonds buiten de gevarenzone (geen herstelplan) en hoefde er niet gekort te worden. Helaas was een goed beleggingsresultaat onvoldoende om de lage rente te compenseren en moest het bestuur vaststellen dat er -voor het vijfde jaar op rij- geen indexatie mogelijk is. Het jaar 2014 was een gedenkwaardig jaar in verband met enkele bijzondere gebeurtenissen. De overgang van de pensioenadministratie naar Blue Sky Group, de invoering van de nieuwe pensioenregeling (PR2014) en implementatie van de wet versterking bestuur pensioenfondsen. Met de keuze voor -het behouden van- het paritaire bestuursmodel bleef de governance vrijwel ongewijzigd, maar moesten wel de nodige aanpassingen in de fondsstukken worden doorgevoerd. De belangrijkste wijziging in de nieuwe pensioenregeling betrof de verhoging per 1 januari 2014 van de pensioenleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar. Hiermee werd aangesloten bij de verhoging van de AOW-leeftijd. Tegelijkertijd zijn de opgebouwde pensioenaanspraken omgezet naar 67 jaar. Deze aanpassingen konden op een efficiënte wijze worden meegenomen bij de implementatie van de pensioenregeling in de systemen van de nieuwe pensioenadministrateur. Met de keuze voor Blue Sky Group is een solide en betrouwbare pensioenuitvoering voor de komende tijd geborgd. Voorts heeft het bestuur veel tijd en energie gestoken in de voorbereiding van de invoering per 1 januari 2015 van het nieuw Financieel Toetsingskader en het gewijzigd Witteveenkader. De gevolgen daarvan zullen zijn een lagere pensioenopbouw en een lagere totale pensioenpremie. Via een concreet actieplan zal in 2015 de nadere uitwerking hiervan ter hand worden genomen. Tot slot is een belangrijk aandachtspunt de toekomst van het pensioenfonds. Het bestuur beziet de mogelijkheden om met andere pensioenfondsen samen te gaan in een algemeen pensioenfonds. Het bestuur bedankt iedereen die zich in 2014 heeft ingezet voor het pensioenfonds en de totstandkoming van dit jaarverslag. Bestu u rssamenstelling In 2014 waren de heer G. Möller (namens de werkgever) en mevrouw M. Verhoef (namens de deelnemers) aftredend. De heer G. Möller heeft in verband met zijn vertrek bij Equens in maart 2014 ontslag genomen als bestuurslid van het pensioenfonds. Equens heeft de heer G. Scheepers
8
*0 Stichting Pensioenfonds • •. Equens voorgedragen als nieuw bestuurslid (namens de werkgever). Na de toets bij DNB met goed gevolg te hebben doorstaan is de heer G. Scheepers op 25 augustus 2014 benoemd tot bestuurslid. Mevrouw M. Verhoef heeft zich beschikbaar gesteld voor een nieuwe zittingstermijn. Zij is door het bestuur voorgedragen voor een nieuwe termijn, mede vanwege haar lidmaatschap van de BAC. Na verkregen goedkeuring van DNB is zij op 25 augustus 2014 (her)benoemd als bestuurslid. Pensioenbureau De bezetting van het pensioenbureau is ten opzichte van het vorige jaar ongewijzigd gebleven. De heer G. Waaijer trad op als (ambtelijk) secretaris van het pensioenfonds en mevrouw B. Giltay-van Geffen verleende administratieve ondersteuning. Die ondersteuning komt per 1 januari 2015 te vervallen. Beiden hebben een arbeidsovereenkomst met Equens en de kosten van hun werkzaamheden ten behoeve van het pensioenfonds worden door Equens aan het pensioenfonds doorbelast. Aan het pensioenbureau zijn de gebruikelijke uitvoerende taken toebedeeld ter ondersteuning van het bestuur. Bestuursvergaderingen In 2014 zijn er 11 bestuursvergaderingen gehouden. Over de belangrijke zaken die in de bestuursvergaderingen aan de orde zijn geweest wordt in dit jaarverslag gerapporteerd. Verantwoordingsorgaan (VO) De heer W. Duivis was in 2014 aftredend en heeft zich opnieuw beschikbaar gesteld als VO-lid (namens de pensioengerechtigden). De Vereniging Equens Pensioentrekkenden (VEP) heeft de heer W. Duivis opnieuw kandidaat gesteld als VO-lid. Hij was de enige kandidaat. Het bestuur heeft de heer W. Duivis bij bestuursbesluit van 29 september 2014 (her)benoemd als VO-lid. In 2014 is twee keer overleg geweest tussen het verantwoordingsorgaan en -een delegatie vanhet bestuur. In het voorjaarsoverleg is gesproken over de vastgestelde beleidspunten, de aanpassingen in het VO-reglement en de voortgang van het jaarwerk. In het najaarsoverleg zijn het nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK), de ALM-studie, een eventuele participatie in een op te richten APF en de pensioenpremie 2015 besproken. Ook is stilgestaan bij de nieuwe taken van het verantwoordingsorgaan (onder andere meer adviesrechten) en zijn er afspraken gemaakt om tot een betere en intensievere samenwerking te komen. De aanpassingen met betrekking tot het verantwoordingsorgaan zijn in het VO-reglement opgenomen. Zoals vastgelegd in het VO-reglement heeft het bestuur het verantwoordingsorgaan (gevraagd en ongevraagd) alle informatie gegeven die zij voor de uitoefening van haar taken nodig heeft. Ook heeft zij het verantwoordingsorgaan -op aanbeveling van DNB, zonder daartoe gehouden te zijn- in de gelegenheid gesteld een advies uit te brengen over de pensioenpremie 2015. Het bestuur waardeert de constructieve opstelling van het verantwoordingsorgaan. Het verslag van het verantwoordingsorgaan en de reactie van het bestuur daarop zijn in dit jaarverslag opgenomen. Visitatiecommissie (VC) Op verzoek van het bestuur heeft de visitatiecommissie een complete visitatie uitgevoerd. De visitatie had betrekking op de jaren 2013 en 2014. Gekeken is naar het bestuursbeleid, de algemene gang van zaken, adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging.
9
“0 Stichting Pensioenfonds • • Equens .. Specifieke aandachtspunten waren de pensioenregeling (CDC-regime), de transitie naar de nieuwe pensioenadministrateur en de toekomst van het pensioenfonds (mogelijk opgaan in een algemeen pensioenfonds). De visitatiecommissie heeft bij haar toezicht de VITP-Toezichtcode gehanteerd. Op basis van de door het pensioenfonds verstrekte informatie en overleg met de stakeholders (bestuur, verantwoordingsorgaan, accountant en actuaris) heeft de visitatiecommissie een concept rapport opgesteld. Na bespreking van dat concept met het bestuur is het eindrapport opgeleverd. Een samenvatting daarvan en de reactie van het bestuur daarop zijn in dit jaarverslag opgenomen. In het verslagjaar is de samenstelling van de visitatiecommissie gewijzigd. De heer S. Zeverijn -in 2013 toegetreden tot de visitatiecommissie- is teruggetreden om een mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen in verband met een andere functie die het pensioenfonds raakt. Op bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan heeft het bestuur op 27 oktober 2014 mevrouw H. de Lange benoemd als nieuw lid van de visitatiecommissie. Deelnemersvergadering In de statutaire uitwerking van -de voortzetting van- het paritaire bestuursmodel is ervoor gekozen om de deelnemersvergadering als orgaan binnen de stichting in 2014 op te heffen. Op 24 maart 2014 was de laatste formele deelnemersvergadering. Het bestuur heeft toen een toelichting gegeven bij de wijziging van de statuten en de pensioenreglementen van het fonds. Ook is toen kort wat gezegd over het nFTK, de situatie bij het pensioenfonds en de toekomstperspectieven. Teneinde het contact met de achterban (deelnemers en gepensioneerden) te behouden zal de traditie van een jaarlijkse bijeenkomst worden voortgezet. Daarnaast is contact gelegd met —een delegatie van- Young Equens om pensioen meer onder de aandacht van de medewerkers (jonger dan 35 jaar) te brengen. Begin 2015 is er een gezamenlijke pensioenworkshop gehouden. Toezicht DNB De Nederlandsche Bank stelt elk jaar enkele thema’s vast waarop zij zich als toezichthouder speciaal gaat richten. Voor 2014 waren dat onder meer de houdbaarheid van het bedrijfsmodel, de wet versterking bestuur pensioenfondsen, beheersing renterisico en belangenverstrengeling. Het fonds is een middelgroot pensioenfonds en kwalificeert volgens de DNB-regels als een zogenaamd T2-fonds. In die hoedanigheid heeft het pensioenfonds ook in 2014 weer meegedaan aan een aantal onderzoeken van DNB die verband houden met de genoemde toezicht thema’s 2014. De invoering van de wet versterking bestuur pensioenfondsen is voor DNB aanleiding geweest om een onderzoek in te stellen naar de belangenverstrengeling bij pensioenfondsen. Het fonds heeft in dit verband een self assessment uitgevoerd door het invullen van een vragenlijst. Dit assessment moet inzicht geven in de mate waarin risico’s van belangenverstrengeling worden beheerst. Op basis van de uitkomst van het onderzoek zal het pensioenfonds een nadere risico-analyse uitvoeren. Vanwege de verdere professionalisering heeft DNB een themaonderzoek intern toezicht ingesteld. Dit betreft een onderzoek naar de effectiviteit van de visitatie, meer in het bijzonder naar de bestuurshouding en de kwaliteit van het visitatieproces en de visitatierapporten. Dit is een vervolg op een soortgelijk onderzoek van 2012. Het bestuur heeft hiervoor enkele visitatierapporten opgeleverd en een vragenlijst effectmeting intern toezicht ingevuld. Het bestuur is nog in
10
I0 • • •
Stichting Pensioenfonds Equens ..
afwachting van de resultaten van dit onderzoek, maar verwacht gezien de professionele aanpak van de visitaties in de afgelopen jaren een positieve terugkoppeling van DNB. In de tweede helft van 2014 is door DNB onderzoek gedaan naar evenwichtige premievaststelling 2015. Ook daaraan heeft het pensioenfonds op verzoek van DNB meegedaan. Het pensioenfonds is in afwachting van de uitkomst van dit onderzoek, maar verwacht ook hier een positieve terugkoppeling van DNB. DNB heeft in het verslagjaar een (betrouwbaarheid- en geschiktheid)toetsing uitgevoerd op 2 voorgedragen bestuursleden te weten de heer G. Scheepers en mevrouw M. Verhoef. In beide gevallen heeft DNB ingestemd met de voorgenomen benoeming tot bestuurslid. In het verslagjaar was de heer J. Crommelin de DNB-toezichthouder bij het pensioenfonds. In verband met een herverdeling van relaties binnen de afdeling toezicht van DNB heeft het pensioenfonds per 1januari 2015 een nieuwe toezichthouder toegewezen gekregen in de persoon van de heer D. Krijnen. Melding conform Pensioenwet (PW) Krachtens artikel 96 van de Pensioenwet dient in het jaarverslag melding gemaakt te worden van boetes, dwangsommen en aanwijzingen van de toezichthouder. In dit verband kan het bestuur melden dat bovengenoemde zaken in 2014 bij het pensioenfonds niet aan de orde zijn geweest. Pensioenadministratie (BSG) Per 1 januari 2014 is Blue Sky Group de nieuwe pensioenadministrateur van het pensioenfonds. Het implementatieproces is voorspoedig verlopen en volgens planning medio 2014 afgerond. Met Blue Sky Group is een uitgebreide set van SLA-afspraken overeengekomen. Die geven het normenkader aan waaraan de pensioenadministrateur in zijn dienstverlening dient te voldoen. Via kwartaalrapportages wordt het pensioenfonds inzicht gegeven in hoeverre Blue Sky Group zich in de praktijk houdt aan de afgesproken service levels. Uit de SLA-rapportage van het vierde kwartaal blijkt dat Blue Sky Group op de meeste onderdelen aan de SLA-normen voldoet. Waar dat niet het geval is, is een toelichting gegeven en aangegeven hoe dat op korte termijn in orde wordt gemaakt. Het pensioenfonds heeft over 2014 van Blue Sky Group een rapport ISAE 3402 -type 2 ontvangen. Daarin staat vermeld hoe de beheersomgeving en beheersorganisatie eruit zien en hoe de interne processen worden beheerst. Het rapport bevat een in control statement” van het management van Blue Sky Group en een “assurance rapport” van de accountant, PricewaterhouseCoopers (PwC). De onafhankelijke accountant oordeelt daarin dat -in alle van materieel belang zijnde opzichten- de interne beheersmaatregelen op afdoende wijze zijn opgezet en effectief werkten. Het management van Blue Sky Group verklaart in het rapport dat de systemen van interne beheersing adequaat zijn en in de verslagperiode effectief hebben gewerkt. Hieruit kan het pensioenfonds afleiden dat de met Blue Sky Group gemaakte afspraken met een redelijke mate van zekerheid worden nagekomen. Regeling geschillen en klachten Per 1 januari 2014 hanteert het pensioenfonds een nieuwe regeling geschillen en klachten. Afhandeling van geschillen en klachten geschiedt in eerste instantie door de pensioenadministrateur. Indien de zaak niet wordt opgelost, kan betrokkene het bestuur verzoeken
11
0 Stichting P e n S oe n fo n d s Equens
om een uitspraak te doen. Mocht betrokkene zich daar niet bij willen neerleggen dan kan de zaak ter toetsing aan de Ombudsman Pensioenen worden voorgelegd. Het bestuur volgt het advies van de Ombudsman Pensioenen in beginsel op, tenzij zij van oordeel is dat zwaarwegende argumenten zich hiertegen verzetten. In 2014 zijn er 2 zaken aan de Ombudsman Pensioenen voorgelegd. In beide gevallen heeft de Ombudsman Pensioenen geoordeeld dat het pensioenfonds de zaak zorgvuldig heeft behandeld en dat er geen aanleiding was het bestuur te verzoeken om het genomen besluit te herzien. De regeling geschillen en klachten is -onder de downloads- te vinden op de website van het pensioenfonds. Geschiktheidsplan De Pensioenfederatie heeft in 2014 een nieuwe handreiking geschikt pensioenfondsbestuur uitgebracht om te voldoen aan de gewijzigde wet- en regelgeving. In verband daarmee is het deskundigheidsplan van het pensioenfonds aangepast en omgedoopt in het geschiktheidsplan. De doorgevoerde wijzigingen houden verband met de nieuwe eisen en termen op het gebied van een geschikt pensioenfondsbestuur. Tegelijkertijd zijn allerlei zaken bijgewerkt naar de situatie in 2014. De globale opzet en indeling van het plan zijn daarbij ongewijzigd gebleven. Met de aanpassingen is het plan in overeenstemming gebracht met de nieuwe regels. En voor zover vereist is het plan toegespitst op de specifieke situatie bij het pensioenfonds. Dat betreft dan met name de vaststelling van de bestuursprofielen, de deskundigheidsmatrix en de competenties. Deze nieuwe fondsstukken zijn gebruikt bij de aanmelding van de (nieuwe) bestuursleden bij DNB. In de nieuwe opzet zal de jaarlijkse deskundigheidstoets worden vervangen door een periodiek assessment in groepen. Die groepsindeling wordt gemaakt op basis van de deskundigheidsmatrix. Dit assessment was gepland in 2014, maar is door omstandigheden een jaar uitgesteld. Het assessment zal worden uitgevoerd onder regie van de Stichting Pensioenopleidingen (SPO). Wet versterking bestuur pensioenfondsen Het pensioenfonds heeft in 2014 tijdig de nieuwe wet versterking bestuur pensioenfondsen geïmplementeerd. Het pensioenfonds heeft daarbij gekozen voor het —handhaven van het- paritair bestuursmodel. In de nadere uitwerking zijn besluiten genomen over de bestuurssamenstelling, de verkiezing van bestuursleden, de taken van het verantwoordingsorgaan en het intern toezicht. Belangrijke wijzigingen zijn de opheffing van de deelnemersvergadering, het opstellen van een nieuwe verkiezingsprocedure (in een verkiezingsreglement) en het instellen van een vergadering van deelnemers en pensioengerechtigden (met een taak inzake opheffing en liquidatie van het pensioenfonds). De betreffende fondsstukken, waaronder de statuten, zijn hierop aangepast. Code Pensioenfondsen Op 1 januari 2014 is de Code Pensioenfondsen in werking getreden. Deze Code is wettelijk verankerd en de daarin opgenomen normen zijn een aanvulling op wet- en regelgeving. Ten aanzien van de naleving van de Code geldt het pas toe of leg uit-beginsel. De normen van de Code zijn leidend, maar afwijking daarvan is mogelijk als daar een goede reden voor is. De Code bevat in totaal 83 normen verdeeld over algemene thema’s en inrichting en organisatie.
12
*0 Stichting Pensioenfonds • •. Equens
Het bestuur streeft ernaar de Code Pensioenfondsen zo goed mogelijk na te leven. Kijkend naar de feitelijke situatie bij het pensioenfonds wordt aan verreweg de meeste normen voldaan. Waar dat niet (volledig) het geval is, wordt dat hieronder per norm kort toegelicht. Enkele normen zijn niet van toepassing omdat de betreffende situatie zich bij het pensioenfonds niet voordoet. Het betreft de normen inzake het belanghebbendenorgaan en de Raad van Toezicht. Norm 3: Het bestuur stelt een missie, visie en strategie op. Het bestuur heeft een missie die is vastgelegd in de statuten van het pensioenfonds. Een uitgewerkte visie en strategie ontbreekt nog. Wel bekijkt het bestuur vanwege de ontwikkelingen bij het pensioenfonds de mogelijkheid om samen te werken met andere pensioenfondsen in een APF (algemeen pensioenfonds). Norm 21: Het bestuur rapporteert in het jaaîver.slag over de evaluatie van het functioneren van het bestuur. In het geschiktheidsplan is bepaald dat eens in de 3 jaar het functioneren van het bestuur wordt geëvalueerd. In 2014 is dat niet gebeurd, zodat daarover geen rapportage is. Norm 25: Het bestuur zorgt voor een adequaat communicatiebeleid. De communicatiecommissie werkt momenteel aan het opstellen van een geactualiseerd communicatiebeleidspian dat voldoet aan de eisen van de nieuwe Wet Pensioencommunicatie. Norm 26: Het bestuur meet hoe effectief de ingezette communicatiemiddelen zijn. Hieraan wordt deels voldaan door het periodiek meten van bezoekersaantallen van de website en de pensioenplanner. Het bestuur streeft een meer volledige effectiviteitsmeting na hetgeen onderdeel zal zijn van het nieuwe communicatiebeleidsplan van het pensioenfonds. Norm 45: Een lid van de visitatiecommissie wordt benoemd door het bestuur na bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan. Volgens de bestaande procedure is het nieuwe lid van de visitatiecommissie voorgesteld door PF-Support. Het verantwoordingsorgaan heeft vooraf de gelegenheid gehad zich over de kandidaat uit te spreken. Eerst na verkregen akkoord van het verantwoordingsorgaan heeft het bestuur de betreffende kandidaat benoemd. Norm 60: Een bestuurslid kan maximaal twee keer worden herbenoemd. Het bestuur meent dat het mogelijk moet zijn om in bepaalde gevallen een bestuurslid vaker te herbenoemen. In verband hiermee is deze norm ook niet in de statuten opgenomen. Norm 66: Het bestuur stelt een diversiteitsbeleid op, beoordeelt jaarlijks in hoeverre de gestelde doelen zijn behaald en evalueert het diversiteitsbeleid driejaarlljks. Een diversiteitsbeleid ontbreekt nog. In de praktijk wordt diversiteit meegenomen bij het opstellen van profielschetsen. Norm 67: In het bestuur en het VO zitten ten minste één man en één vrouw. In het bestuur zitten 5 mannen en 1 vrouw. In het VO zitten echter 3 mannen (en geen vrouw). Het bestuur kan deze norm niet afdwingen, maar bij nieuwe verkiezingen worden met name vrouwen opgeroepen zich kandidaat te stellen. Norm 68: In het bestuur zitten ten minste één lid boven en één lid onder de veertig jaar. Zowel in het bestuur als in het VO zitten alleen leden boven de 40 jaar. Het bestuur kan deze norm niet
13
1h” Stichting Pensioenfonds • • Equens .. ,
afdwingen, maar bij nieuwe verkiezingen worden met name personen onder de veertig jaar opgeroepen zich kandidaat te stellen. Norm 77: Het bestuur voert een beheerst en duurzaam beloningsbeleid. Het pensioenfonds heeft geen medewerkers in dienst, vandaar dat een beloningsbeleid ontbreekt. Voor de inzet van de bestuursleden is een —marktconforme- onkostenvergoeding van toepassing. Gedragscode en compliance Als uitvloeisel van de Code Pensioenfondsen is de Gedragscode van het pensioenfonds aangepast. Zoals neergelegd in de Code Pensioenfondsen heeft het bestuur een incidentenregeling (voor incidenten) en een klokkenluidersregeling (voor misstanden) ingevoerd. Beide regelingen zijn naar een voorbeeld van de Pensioenfederatie opgesteld en als bijlage bij de Gedragscode gevoegd, In het kader van de klokkenluidersregeling is de heer E. Klijn als vertrouwenspersoon aangewezen. Hij is tevens de compliance officer van het pensioenfonds en zijn taakomschrijving is hierop aangepast. In verband met recente ontwikkelingen, waaronder de invoering van de Code Pensioenfondsen heeft de Pensioenfederatie de Modelgedragscode aangepast. Het bestuur zal in 2015 —samen met de compliance officer- bezien in hoeverre de Gedragscode van het pensioenfonds aanpassing behoeft. De compliance officer heeft conform afspraak met het bestuur ook over 2014 verslag uitgebracht aan de voorzitter van het pensioenfonds. De compliance officer beoordeelt daarin de inrichting en werking van compliance als voldoende. Er zijn bij hem geen incidenten gemeld. De nevenfuncties van de verbonden personen en familieleden (tot de tweede graad) geven geen aanleiding tot nader onderzoek. Er zijn geen relatiegeschenken ontvangen die niet passen in de normering van het pensioenfonds. De verbonden personen hebben de jaarlijkse verklaring inzake naleving van de gedragscode van het pensioenfonds getekend en hebben zich gedragen conform de gedragscode. Ook de compliance regels van derden geven geen aanleiding tot nader onderzoek. Risicomanagement Volgens afgesproken beleid is ook in 2014 met ondersteuning van de afdeling Internal Audit van Equens een “risk control self assessment (light version)” uitgevoerd. Daaraan heeft het voltallige bestuur deelgenomen. Op basis van de resultaten van het vorige assessment werd op gestructureerde wijze een hernieuwde beoordeling van alle voor het pensioenfonds relevante integriteitrisico’s, risico’s gemaakt, waaronder uitbestedingsrisico’s, juridische risico’s, deskundigheidrisico’s en marktrisico’s, “gedrag en cultuur” en “bedrijfsmodel en strategie”. De risk control self assessment heeft geresulteerd in bijstelling van enkele risico’s en het toevoegen van een beperkt aantal beheersmaatregelen. Het overzicht risicomanagement (met bijbehorende beheersmaatregelen) is een integraal onderdeel van de ABTN. In de praktijk is slechts op bescheiden schaal (bij een enkel belangrijk besluit) een risicoparagraaf opgenomen. De verantwoordelijkheid voor het risicomanagement ligt bij de heer G. Bamberg (vice-voorzitter).
14
I0 Stichting P e n s ce n to n d s • Equens Pens ioenregel ing Per 1 januari 2014 is de pensioenregeling aangepast. De belangrijkste wijziging in de nieuwe pensioenregeling (PR2014) is dat de pensioenleeftijd per 1 januari 2014 is verhoogd van 65 jaar naar 67 jaar. Tevens zijn de opgebouwde pensioenaanspraken op een actuarieel neutrale wijze omgezet naar de nieuwe pensioenleeftijd van 67 jaar, met de mogelijkheid van vervroeging. Hiermee is voldaan aan de eisen die DNB aan een dergelijke omzetting van aanspraken stelt. Verder is in de nieuwe pensioenregeling de mogelijkheid tot het inkopen van een zogenaamd AOW-overbruggingspensioen toegevoegd. Ook zijn enkele tekstuele wijzigingen doorgevoerd. In 2015 komen er als gevolg van het nieuwe Witteveenkader aanpassingen ten aanzien van de maximale pensioenopbouw (1,875%) en aftopping van het pensioen (tot inkomen van € 100.000).
Toeslagregeling (indexatie) Er is geen recht op toekomstige toeslagen. De toeslag van de pensioenen is voorwaardelijk. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Het pensioenfonds probeert de pensioenen jaarlijks aan te passen aan de procentuele loonstijging van de Equens-CAO, respectievelijk de CBS prijsindex. De toeslag in een jaar wordt vastgesteld door het bestuur. Het bestuur hanteert bij de toeslagverlening als leidraad een toeslagentabel. Bij een dekkingsgraad hoger dan 125% wordt er een volledige toeslag verleend. Bij een dekkingsgraad tussen 110% en 125% wordt er geheel, gedeeltelijk of geen toeslag verleend voor zover daardoor de dekkingsgraad niet onder de 110% zakt. Bij een dekkingsgraad lager dan 110% wordt er geen toeslag verleend. Hierbij hanteert het bestuur de dekkingsgraad op basis van de actuele marktrente. Krachtens het reglement is voor de toeslagverlening bepalend de dekkingsgraad (op basis van de swap-curve) op de peildatum van 30 november 2014. Deze was toen 107,7%. Aangezien deze dekkingsgraad lager is dan 110%, heeft het bestuur moeten besluiten om per 1januari2015 (voor de vijfde keer op rij) geen indexatie te verlenen. De toepasselijke loonindex was overigens 0% (voor de lonen bij Equens geldt de nullijn) en de toepasselijke prijsindex 1,05%. De vermogenspositie van het pensioenfonds was echter zodanig dat het pensioenfonds ook niet tot korting van de pensioenopbouw behoefde over te gaan. Voor de toeslagverlening 2015 heeft het bestuur zich nog gebaseerd op het oude financieel toetsingskader. Maar de toeslagverlening 2016 zal gebaseerd zijn op het nieuw Financieel Kader (nFTK). Met het oog daarop zal het bestuur zich buigen over een nieuwe toeslagregeling. Met de werkgever zal dan overleg worden gevoerd over de invulling van het indexatiebeleid.
Waardeoverdrachten Omdat de dekkingsgraad in 2014 steeds boven de 100% is gebleven, kon de uitvoering van de waardeoverdrachten (zowel inkomend als uitgaand) in beginsel gewoon door blijven gaan. Maar wel op de wettelijk voorgeschreven voorwaarde dat de wederpartij een dekkingsgraad van boven de 100% heeft. In 2014 zijn 6 inkomende en 7 uitgaande waardeoverdrachten afgehandeld.
15
I0 Stichting Pensioenfonds • Equens •. Nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK) Per 1 januari 2015 geldt een nieuw Financieel Toetsingskader. Gedurende het verslagjaar heeft het bestuur zich al op onderdelen voorbereid op de overgang van het oude naar het nieuwe kader. Zo zijn er ten aanzien van de premievaststelling 2015 en de toeslagverlening 2015 al besluiten genomen (in beide gevallen is ervoor gekozen nog het oude toetsingskader te hanteren). Ook is al een keuze gemaakt inzake de berekeningswijze van de beleidsdekkingsgraad (per maand) en methode voor demping van de kostendekkende premie (10-jaars gemiddelde rente). Voor de resterende zaken is een plan van aanpak (en actieplan) opgesteld dat onder de regie van de adviserend actuaris zal worden uitgevoerd. Een belangrijk onderwerp is het uitvoeren van een zogenaamde haalbaarheidstoets die inzicht moet geven in de samenhang tussen de financiële opzet van het pensioenfonds. Deze toets zal in het tweede en derde kwartaal 2015 worden uitgevoerd. Vermogensbeheer Het beleggingsbeleid is in grote lijnen ongewijzigd gebleven. Zo is de opdeling van de beleggingsportefeuille in een matching deel en een return deel ook in 2014 gehandhaafd. Het vastgestelde beleggingsplan 2014 is gebaseerd op de uitkomst van een door Towers Watson uitgevoerde risicobudgetteringsstudie en de brieven van de toezichthouder (DNB) inzake renteafdekking, uitbesteding vermogensbeheer en innovatieve beleggingen. In het beleggingsplan 2014 zijnde uitgangspunten van 2013 gehandhaafd. Het overall risicoprofiel blijft op het niveau van 2013 (ad een ex-ante Tracking Error van 6% ten opzichte van de Technische Voorziening). De aanbevelingen van DNB zijn in hoofdlijnen meegenomen in het nieuwe beleggingsplan. Toegevoegd zijn (de verplichtingen onder) de EMIR en (de beleggingsadministratie van) Kas Bank. Ook zijn de economische veronderstellingen in het beleggingsplan toegevoegd en zijn de strategische mix en het verwacht rendement van de returnportefeuille erin opgenomen. Vanwege advies de van op is returnportefeuille in rendement de achterblijvend het naar 18%. van 13,75% risk) verhoogd at de VAR (value beleggingsadviescommissie Onderdeel van het beleggingsplan is de vaststelling van de rentehedge en de monitoring daarvan. Vanwege de financiële ontwikkelingen is medio 2014 op grond van het dekkingsgraadafhankelijke renteafdekking beleid de rentehedge verhoogd naar 100% van de technische voorziening. Meer informatie over de beleggingen is opgenomen in de beleggingenparagraaf. De beleggingsadviescommissie (BAC) is in het verslagjaar 11 keer bij elkaar geweest. Mevrouw M. Verhoef was dit jaar aftredend als lid van de beleggingsadviescommissie. Na toetsing en goedkeuring door DNB is zij herbenoemd als BAC-lid (voor een termijn van 4 jaar). Kosten van het pensioenfonds Het bestuur hecht eraan om transparant te zijn over de kosten van het pensioenfonds. Waar mogelijk zijn in dit jaarverslag de kosten inzichtelijk gemaakt conform de aanbevelingen die de Pensioenfederatie hieromtrent heeft uitgebracht. Concreet betekent dit dat een overzicht wordt
gegeven van:
16
ê0 • Stichting Pensioenfonds • •. Equens 1) 2) 3)
de kosten van pensioenbeheer (in euro per deelnemer); de kosten van het vermogensbeheer (in percentage van het gemiddeld belegd vermogen); de transactiekosten separaat (eveneens in percentage van het gemiddeld belegd vermogen). De gerapporteerde transactiekosten bevatten zowel de spreadkosten als de brokerage fees.
Ook ten aanzien van de nadere onderverdeling van de diverse kostenposten zijn de richtlijnen van de Pensioenfederatie gevolgd. Ten opzichte van 2013 zijn er enkele posten toegevoegd omdat het nieuwe kosten betrof en zijn er posten verder uitgesplitst. Voor de deelnemerskosten van pensioenbeheer is evenals vorig jaar uitgegaan van het totaal van actieve deelnemers en gepensioneerden. Hieronder kunt u een gedetailleerd overzicht van de pensioenkosten aantreffen. kostentabellen zijn ook de vergelijkende cijfers van 2013 opgenomen.
In de
17
“0 Stichting Pensioenfonds • • Equens
Pensioen beheerkosten Specificatie
Kosten 2014
Kosten 2013
Kosten deelnemer en gepensioneerde (administratiekosten)
400
241
Werkzaamheden Administrateur Mailingen /Pensioenwijzer
Kosten bestuur en financieel beheer Jaaîverslag
382
226
18
15
552
611
Certificering
63
41
Accountant
74
56
Overige
0
DNB
30
50
AFM
2
6
Salariskosten
137
105
Bestuursbegeleiding
164
281
11
7
Bestuur
Contributie OPF Website
5
-
Selectie administrateur
34
-
Advisering t.a. v. APF
35
Juridische advisering (advies BTW/overige)
17
9
Overige
18
17
Overige Pensioenbeheerkosten Totaal Doorbelasting
pensioenbeheerkosten
2
1
954
854
-345
-259
609
594
447
441
betrekking
hebbende op vermogensbeheerkosten
Totaal Pensioenbeheerkosten per deelnemer
-
(€)
18
0 Stichting Pensioenfonds Equens
Vermogens be hee rkosten Specificatie
Kosten 2014
Bestuurskosten Beheerkosten
Kosten 2013
432
259
1.514
1.144
Kosten van fiduciair beheer
-
Kosten van portefeulliebeheer
1.514
1.144
Prestatieafhankelijke vergoedingen
540
279
Kosten bewaarloon
250
257
30
35
-82
350
103
86
-
-
Kosten beleggingsadministratie Belastingen
*
Overige kosten Exploitatiekosten Niet gespecificeerde Vermogensbeheerkosten Vermogensbeheerkosten totaal Vermogensbeheerkosten Gemiddeld belegd vermogen
126
-
2.786
2.535
0,54%
0,55%
Transactiekosten Specificatie
Kosten 2014
Kosten aan- en verkoop beleggingstitels
1.063
Opgegeven kosten aan- en verkoop beleggingstitels
Kosten 2013 539 1.063
522
Geschatte kosten aan- en verkoop beleggingstitels
Acquisitiekosten In- en uitstapvergoedingen bij beleggingsfondsen Transactiekosten totaal Transactiekosten Gemiddeld belegd vermogen
17
-
-
-
1.063
539
0,21%
0,12%
*
In 2013 is een voorziening getroffen ter hoogte van € 350.000 voor de mogelijke betaling van BTW over de beleggingen over de periode 2011 tlm 2013. In 2014 is deze voorziening deels
19
I0 Stichting • Pensioenfonds • • Equens vrijgevallen, wat een negatieve kostenpost tot gevolg heeft (baten). Beide bedragen zijn onder de post Belastingen verwerkt. Vergelijking 2014 versus 2013: De Pensioenbeheerkosten zijn in 2014 gestegen van € 441 per deelnemer naar € 447 per deelnemer. Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de kosten voor de administratie. Deze kosten zijn toegenomen door de overdracht van de administratie van Pensioen Services Zwolle naar Blue Sky Group. De administratiekosten bedroegen in 2014 bij Blue Sky Group € 348.480 en daarnaast werden in 2014 nog kosten gemaakt bij Pensioen Services Zwolle ter hoogte van € 33.803 voor de overdracht van de administratie. In 2014 zijn nog twee additionele uitsplitsingen onder de pensioenbeheerkosten toegevoegd: de kosten gemaakt bij de advisering over het Algemeen Pensioen Fonds en de kosten gemaakt voor juridische advisering, waar met name ook de advisering m.b.t. de BTW voor de Returnportefeuille deel van uitmaakt. De Transactiekosten zijn in 2014 gestegen van 12 basispunten naar 21 basispunten van het gemiddeld belegd vermogen. Deze stijging werd grotendeels veroorzaakt door een toename van de transactiekosten bij Schroders in 2014. De transactiekosten zijn toegenomen bij Schroders door de toegenomen transactievolumes. Daarnaast was er ook nog een (minder forse) stijging van de transactiekosten bij First lnvestments in 2014. Om de kosten in goed perspectief te plaatsen neemt het pensioenfonds deel aan de BI Benchmarking (Institutioneel Benchmarking Instituut). Dat levert vanwege de meer gedetailleerde opzet met hantering van peergroepen een betere benchmark dan de eerder gebruikte LCP benchmark. Uit het IBI benchmark rapport over de kosten in 2013 blijkt dat de pensioenbeheerkosten van de IBI peergroep EUR 478 bedroegen tegenover EUR 441 van het pensioenfonds. De vermogensbeheerkosten van de IBI peergroep bedroegen in 2013 51 bps tegenover 55 bps van het pensioenfonds. Het pensioenfonds scoorde maximaal op het punt van inzichtelijkheid van het rapporteren van de pensioenkosten. Het pensioenfonds is al enige tijd in gesprek met de Belastingdienst over de btw-aangiften van de afgelopen jaren waartegen bezwaar is aangetekend. Inzet van dat overleg is de vraag of en in welke mate het pensioenfonds btw verschuldigd is over de kosten die betrekking hebben op het vermogensbeheer. Met ondersteuning van KPMG Meijburg is met de Belastingdienst hierover een akkoord bereikt. De diensten van de vermogensbeheerder zijn deels vrijgesteld van btw voor het deel van de kosten die zien op de fondsbeleggingen. Dit resulteert in een btw-teruggaaf van circa EUR 125.000.
Communicatie In 2014 heeft de communicatiecommissie zich vooral weer gericht op de uitvoering van de pensioencommunicatie, zoals de pensioenbrief, UPO en Pensioenwijzer. Begin 2014 heeft het pensioenfonds de deelnemers en gepensioneerden per brief geïnformeerd over de financiële situatie van het pensioenfonds en toeslagverlening per 1 januari 2014, alsmede over de nieuwe pensioenregeling (PR2014). Als gevolg van de transitie naar de nieuwe pensioenadministrateur zijn de UPO’s in 2014 wat later (in het derde kwartaal) naar de deelnemers verstuurd. In 2014 zijn drie uitgaven van de Pensioenwijzer verschenen. In 2014 is de communicatiecommissie 6 keer in vergadering bijeen geweest waarin communicatie aangelegenheden van uiteenlopende aard zijn behandeld.
20
Stichting Pensioenfonds • • Equens .. Met het wegvallen van ondersteuning vanuit Equens op het gebied van de communicatie is besloten om bepaalde communicatiewerkzaamheden uit te besteden. Daarvoor zijn twee partijen gevraagd een offerte uit te brengen, te weten Blue Sky Group en Yvette Sprado Communicatie. Laatstgenoemde partij heeft het bestuur uitgekozen om in 2015 het pensioenfonds te ondersteunen. Yvette Sprado zal de redactie van de Pensioenwijzer en de website van het pensioenfonds verzorgen. Ook zal zij een start maken met het opstellen van een communicatieplan. Mede met het oog op de komst van de nieuwe Wet Pensioencommunicatie is het zaak dat zon plan er op korte termijn komt. Uitvoeringsovereenkomst Het pensioenfonds voert de pensioenregelingen van Equens uit op basis van een uitvoeringsovereenkomst die een looptijd heeft tot en met 31 december 2017. In die overeenkomst is bepaald dat een nadere aanpassing van het wettelijke fiscale kader kan leiden tot een aanpassing van de premie. Echter onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de deugdelijke financiële opzet onaangetast blijft. Vanwege een dergelijke aanpassing (het zogenaamde Witteveenkader 2015) zijn partijen overeengekomen per 1januari 2015 de pensioenpremie te verlagen van 22,5% naar 21% van de salarissom. Op basis van een voorafgaand uitgevoerde ALM-studie is vastgesteld dat die premie de resterende 3 jaren van de uitvoeringsovereenkomst kostendekkend is met de door het bestuur gehanteerde maatstaf (te weten een gedempte kostendekkende premie op grond van een 10-jaars gemiddelde rente). Omdat het een krappe financiering betreft bestaat de kans dat de pensioen opbouw (van 1,875%) wordt gekort. Deze aanpassing is opgenomen in een apart addendum dat een integraal onderdeel zal zijn van de uitvoeringsovereenkomst. Daarin is tevens -op advies van de actuaris- opgenomen dat de opzegtermijn van 6 maanden wordt verlengd naar 12 maanden. Ook is de franchise aangepast. Toekomst van het pensioenfonds Al langere tijd is het bestuur op zoek naar mogelijkheden om de toekomst van het pensioenfonds veilig te stellen, hoewel het fonds geen kwetsbaar pensioenfonds is in de optiek van DNB. De redenen daarvoor zijn vooral bestuurlijke continuïteit en het kostenniveau dat naar beneden moet. Door de reorganisatie bij Equens is de beschikbaarheid voor bestuursfuncties sterk afgenomen. Ook worden steeds hogere eisen aan bestuurders gesteld waardoor het lastig is om vacatures in het bestuur op te vullen. Bovendien vindt DNB dat fondsen voldoende omvang moeten hebben. Momenteel is een wetsvoorstel in behandeling dat een zogenaamd algemeen pensioenfonds (APF) mogelijk maakt. Binnen zo’n APF kunnen -in 1 kring of meerdere kringen- verschillende regelingen worden uitgevoerd, met een overkoepelend bestuur. Daarmee valt winst te boeken op het gebied van governance (minder bestuurders) en van kosten (gezamenlijke inkoop). Het bestuur voert met enkele andere pensioenfondsen (in de financiële sector) verkennende besprekingen om vast te stellen of de oprichting van een APF op afzienbare termijn mogelijk is. Equens steunt dit initiatief, maar wil daarbij wel zeggenschap houden over de inhoud van de pensioenregeling.
21
I0• • •.
Stichting Pensioenfonds Equens
Samenvatting van het actuarieel rapport en de toereikendheidstoets Solvabiliteitstoets (o.b.v. DNB-richtlijnen; bedragen in EUR 1.000) De toets op toereikendheid geeft aan of de middelen van het pensioenfonds voldoende zijn om de Technische Voorzieningen en een aantal risico’s te dekken. Hierbij gaat het om reglementair verkregen aanspraken over het verleden. De toets is uitgevoerd op basis van de (FTK) wetgeving die in 2014 van toepassing was. Per 31 december 2014 gelden de volgende uitkomsten: Dekkingspositie en dekkingsgraad Aanwezig vermogen Technische voorzieningen (TV) Eigen ermogen Vereist eigen rmogen (VEV) Saldo Aanwezige dekkingsgraad in % Vereiste dekkingsgraad in %
615.135 -1- 506.466 108.669 -1- 58.881 49.788 121,5 111,6
Geconcludeerd kan worden dat de benodigde middelen ter dekking van de verplichtingen en de minimaal vereiste buffer per 31 december 2014 aanwezig zijn. Er is geen sprake van een reservetekort. Technische analyse In 2014 is een positief resultaat van EUR 59.373 behaald. Om inzicht te verkrijgen in de totstand koming van dit resultaat is onderstaand het resultaat naar verschillende onderdelen verdeeld, door de posten van de staat van baten en lasten te confronteren met posten van de ontwikkeling van de TV. Dit leidt tot het volgende overzicht: Onderdelen Wijziging van de marktrente (rentetermijnstructuur) Resultaat op Beleggingsopbrengsten (excl. wijziging marktrente) Resultaat op Pensioenopbouw (premie) Resultaat op Overdracht van pensioenaanspraken Resultaat op Pensioenuitvoeringskosten Resultaat op Pensioenuitkeringen Resultaat op Technische grondslagen Resultaat op Toeslagverlening Resultaat op Andere mutaties Totaal resultaat
Resultaat 2O1 -195.422 152.602 581 59 201 -186 1.684 12 258 -159.373
22
I0• • •
Stichting Pensioenfonds
•• Equens Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het pensioenfonds en ontwikkelingen gedurende het jaar (bedragen in EUR 1 .000). Pensioen vermogen
Technische Voorzieningen
Dekkingsgraad
Stand pen januari2014 Toename of afname
EUR 463.811 154.151
EUR 411.348 95.118
112,0
Stand per 31 december 2014
617.962
506.466
121,5
De belangrijkste factoren die van invloed zijn op de dekkingsgraad zijn: • De nominale marktrente is gedaald. Dit heeft geleid tot een toename van de technische voorziening van EUR 95.422. • Op de beleggingen is een positief resultaat behaald van EUR 154.151. • Het positieve effect van de gedaalde marktrente op de waarde van de portefeuille langlopende obligaties en interest rate swaps is groter dan het effect op de pensioenverplichtingen op basis van de door DNB gehanteerde rekenrente. Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd:
Premieresultaat Beleggingsresultaat Overig resultaat
2014 EUR 581
2013 EUR -1- 1.068
2012 EUR -1- 1.358
2011 EUR 1.286
2010 EUR 2.381
57.180
-1-21.277
56.051
56.770
26.602
1.612
16.395
-1- 29.767
-1- 53.348
-t- 39.719
59.373
-1- 5.950
24.926
4.708
-1- 10.736
Ultimo 2013 bedroeg de voor het pensioenfonds relevante gemiddelde marktrente circa 2,0% (2013: 2,80%). De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 2014 Dekkingsgraad ultimo
121,5%
2013 112,0%
2012 113,0%
2010
2011 107,9%
107,9%
De vereiste dekkingsgraad zoals die voortvloeit uit de solvabiliteitsvoorschriften volgens de Pensioenwet bedraagt 111,6% (2013: 110,4%).
23
• Stichting Pensioenfonds • • Equens
Beleggingen paragraaf Beleggingsklimaat in 2014 Het jaar 2014 stond in het teken van dalende rente, deflatiedreiging, monetaire verruiming en regionale conflicten. Tegelijk waren er tekenen van economische herstel. De rentestijging die in 2013 inzette sloeg begin 2014 om in een rentedaling. Voor alle looptijden is de rente gedaald maar het sterkst was de daling te zien bij de lange looptijden, voor pensioenfondsen het meest relevant vanwege het lange karakter van de verplichtingen. De 15jaars rente liet de grootste daling liet zien. Deze bereikte een niveau van 1,2%, een daling van 1,5% ten opzichte van eind 2013. De door DBN gehanteerde rente op basis van de Ultimate Forward Rate daalde ook maar minder dan de marktrente. De reële rente is gedaald en ligt voor de meeste looptijden op een niveau onder 0. lnflatieverwachtingen zijn gedaald met een negatieve verwachte inflatie voor de korte termijn (1-jaars inflatie). Net als in 2013 had het ruime monetaire beleid van de centrale banken wereldwijd een aanjagende werking op de financiële markten. In Europa kondigde de ECB begin van het jaar een pakket maatregelen aan om de zwakke economie aan te jagen en het risico van deflatie te verkleinen. De ECB verlaagde de beleidsrente een aantal keer tot een niveau van 15 basispunten en de depositorente werd voor het eerst negatief. De reële economie herstelde licht maar liet een wisselend beeld zien voor verschillende regio’s. Bovendien was het herstel geringer dan door economen gedacht. Bij de tegenvallende cijfers voor de eurozone worden de spanningen rond Oekraïne en in het Midden-Oosten genoemd en het probleem van de tegenvallende vraag. Ondanks de tegenvallende groei zijn de aandelenkoersen zijn over het algemeen gestegen. De MSCI Worldindex steeg in 2014 met 17%. Obligatiekoersen zijn onder invloed van de dalende rente eveneens gestegen.
24
0 Stichting Pensioenfonds • • Equens
Rendement 2014
2013
2012 PorteBenchfeuille mark 15,10% 6,50% 17,00% 15,60%
Portefeuille
Benchmark
19,0% 16,7%
Benchmark 19,4% 16,1%
6,30% 16,90%
4,00% 16,80%
Vastrentende waarden
9,3%
6,3%
-120%
-2,40%
8,50%
4,30%
Hedgefunds
4,0%
02%
0,40%
0,20%
3,30%
0,60%
-18,5%
-18,0%
-20,50%
-18,30%
-3,40%
0,90%
Totaal rendement mandaatbelegging en
10,4%
79%
2,40%
0,60%
9,30%
6,80%
Totaalrendement (inclusief overlay m.u.v. currency overlay)
35,6%
-4,50%
15,20%
Totaalrendement (inclusief currency overlay)
34,5%
-3,80%
15,40%
Rendement op producten aangehouden voor rente-afdekking TV
29,2%
Portefeuille Vastgoed Aandelen
Commodities
19,2%
-5,50%
-2,60%
10,90%
34,5%
33,9%
-3,80%
-4,9%
15,40%
Portefeuille 16,10% -2,50%
Bench mark 11,70% -0,20%
24,80%
28,20%
-860%
-0,60%
17,80%
22,30%
790%
Overig Totaal
2011
11,5%
Als de portefeuille wordt uitgesplitst naar de asset categorieën conform de DNB kwartaalstaten, kan de relatieve performance per categorie nader worden toegelicht. Vastgoed In deze categorie zijn posities opgenomen in een infrastructuur fonds. Dit fonds presteerde net als voorgaande twee jaren beter dan de benchmark die is samengesteld uit drie infrastructuurfondsen (International Public Partnerships Ltd., HICL International Company Limited, 31 lnfrastructure PLC). Aandelen De exposure naar aandelen werd deels genomen door te participeren in een wereldwijde aandelenstrategie van Schroders lnvestment Management en deels passief middels
25
0 Stichting Pensioenfonds • • Equens .. aandelenfutures en ETFs. Ondanks het grotendeels passieve karakter van de investeringen hebben aandelen het iets beter gedaan dan de benchmark. Vastrentende waarden In deze categorie zijn opgenomen High Yield Debt (wereldwijde High Yield Debt strategie van Schroders lnvestment Management), Emerging Market Debt (ETFs) en Overheidsobligaties (futures). Elk instrument heeft een eigen benchmark. De asset categorie vastrentende waarde heeft ten opzichte van de benchmark een beter resultaat gehaald. Hedgefunds De volledige exposure naar Absolute Return werd genomen door te participeren in een GTAA fonds van Schroders lnvestment Management. Dit fonds heeft het beter gedaan dan Euribor, wat de benchmark voor dit fonds is. Commodities De volledige exposure naar commodities wordt genomen door middel van een ETFs. De twee ETFs in portefeuille, All Commodities en Energy, hebben een iets lagere performance laten zien dan de benchmark. Totaal rendement mandaatbeleggingen De rendementsportefeuille (“mandaatbeleggingen” in de DNB rapportage) wordt in bovenstaande tabel vergeleken met de benchmarks op totaalniveau en laat een positief relatief resultaat zien. In de rendementsportefeuille vindt actieve tactische asset allocatie plaats. Het fonds beoordeelt de effectiviteit van de tactische asset allocatie door het behaalde rendement te vergelijken met het rendement dat behaald zou zijn op de feitelijke portefeuille per vorig jaareinde (‘statische portefeuille). Daarmee kan beoordeeld worden of de tactische portefeuilleaanpassingen ook daadwerkelijk bijgedragen hebben aan het rendement. Over 2014 is dat niet het geval. De statische portefeuille zou 2,45% meer resultaat gehaald hebben. De rendementsportefeuille als geheel heeft dus minder goed gepresteerd dan de statische portefeuille, de allocatiebeslissingen van de beheerder hebben geen waarde toegevoegd. Totaalrendement (inclusief en exclusief currency overlay) Het rendement van de totale portefeuille komt voor 2014 op 35,6% zonder currency overlay en 34,5% met currency overlay. Het totaalrendement van 34,5% is op te delen in het rendement op de matchingportefeuille (65%) en de rendementsportefeuille (10,4%). Binnen de matchingportefeuille was de dalende rente de belangrijkste verklaring van het positieve rendement. Doel van de matchingportefeuille is het neutraliseren van de invloed van de rente op beide zijden van de balans van het fonds, een negatief rendement gaat in principe gelijk op met het dalen van de verplichtingen van het fonds. In augustus 2014 daalde de rente tot 2,5%, het niveau waarop het bestuur vooraf bepaald had terug te keren naar een afdekkingsniveau van 100%. Daarop heeft het fonds de renteafdekking van 80% naar 100% gebracht. Binnen de rendementsportefeuille hebben de asset categorieën aandelen en vastrentende waarden in absolute termen het meest bijgedragen aan het resultaat.
26
0 Stichting Pen s ce n f0 n d s Equens .. Rendement op producten aangehouden voor renteafdekking De matchingportefeuille heeft door de rentedaling een positief rendement opgeleverd. De benchmark zoals opgenomen in de tabel is een verplichtingenbenchmark: 100% van de verplichtingen verdisconteerd tegen de DNB Ultimate Forward Rate. Het verschil tussen de werkelijk marktrente en de DNB UFR rente is de verklaring voor het verschil tussen resultaat en benchmark. De beperking van de renteafdekking tot 80% gedurende een deel van 2014 heeft het positieve resultaat van de matchingportefeuille onder invloed van de dalende rente enigszins beperkt. Aanvang 2015 samenstelling.
kent
de
modelportefeuille
van
de
rendementsportefeuille
onderstaande
Modelportefeuille 2015 Groei
51
Aandelen
37
High Yield obligaties
1
Obligaties opkomende markten
3
Grondstoffen
3
Absolute return
3
Infrastructuur Defensief
49
Overheidsobligaties
48
Cash
1
Verantwoord beleggen Een van de criteria bij selectie van vermogensbeheerders is dat de beheerder bij de samenstelling van de beleggingsportefeuille rekening houdt met elementen die betrekking hebben op maatschappelijk verantwoord beleggen. Beide beheerders voldoen aan dit criterium en werken op basis van Principles for Responsible lnvestment van de Verenigde Naties (UNPRI). Schroders heeft een team van vijf ESG specialisten (Environmental, Social en Governance) dat zich onder meer bezig houdt met stemrecht, engagement en implementatie van ESG factoren in het beleggingsproces. Bij engagement worden bedrijven gewezen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheden, bij proxy voting wordt door middel van stemgedrag tijdens aandeelhoudersvergaderingen gestreefd naar het bewerkstelligen van veranderingen. First lnvestments werkt samen met specialisten met als doel verantwoord beleggen in de selectie van obligaties te integreren.
27
I0 •
Stichting Pensioenfonds
•. Equens Risicoparagraaf organisatie In dit deel van het bestuursverslag geven we een overzicht van de belangrijkste risico’s die het fonds loopt. Een uitgebreide bespreking is opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. In de subparagrafen wordt ingegaan op de situatie gedurende 2014. Opzet van vermogensbeheer Het vermogensbeheer is opgezet op basis van matching & return. Tegenover 100% van de nominale verplichtingen staan vastrentende beleggingen en renteswaps waardoor het renterisico vrijwel volledig is afgedekt, de zogenaamde matchingportefeuille. De renteafdekking is in augustus teruggebracht van 80% naar het strategische niveau van 100%. Het andere deel van de beleggingsportefeuille wordt aangemerkt als returnportefeuille. Binnen die portefeuille moet een zodanig rendement worden gerealiseerd dat de verplichtingen (korte rente samenhangend met de swaps) en zoveel mogelijk de ndexaties kunnen worden gefinancierd. Beleggi ngs risico De beleggingen van het fonds zijn gespreid over diverse vermogensklassen namelijk obligaties, aandelen, vastgoed/infrastructuur, grondstoffen en hedge funds. Per beleggingscategorie wordt door Schroder een keuze gemaakt uit fondsen (Schroders fondsen of fondsen van derden), ETF’s of derivaten. Voor de berekening van de vermogensbuffer, die het fonds aanhoudt ter dekking van de koersschommelingen op de beleggingen, worden criteria gehanteerd die zijn voorgeschreven door DNB. Valutarisico Het strategisch beleid van het fonds is om het valutarisico van de beleggingen buiten het eurogebied in beginsel af te dekken. In de matchingportefeuille zijn alle beleggingen in euro genom ineerd. In de returnportefeuille zijn de posities ofwel in euro, of worden de valutarisico’s afgedekt. De vermogensbeheerder heeft binnen het mandaat en toegekende risicobudget beperkte ruimte om valutarisico in te zetten als bron van rendement. Nominaal Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De verplichtingen hebben van nature een Ianglopend karakter, langer dan de vastrentende waarden, waardoor een renteverandering een groter effect heeft op de verplichtingen dan op de obligaties. Het fonds heeft ervoor gekozen om het renterisico strategisch voor 100% dicht te zetten. De matchingportefeuille is zo opgezet dat de rentegevoeligheid van de verplichtingen nagenoeg hetzelfde is als de rentegevoeligheid van de obligatie- en swapportefeuille. In de returnportefeuille wordt een renterisico gelopen over de vastrentende waarden, die overigens minder gevoelig zijn voor rentewijzigingen doordat de looptijden doorgaans kort zijn.
28
10 Stichting Pensioenfonds • • Equens .. Infiatierisico Op dit moment stuurt het fonds volledig op de nominale aanspraken en is er geen afdekking van het inflatierisico. Tegenpartijrisico Tegenpartijrisico is het risico dat tegenpartijen, met name bij derivatentransacties kunnen omvallen en dat marktwaarde van de contracten niet meer kan worden geïnd. Het fonds heeft derivaten in zowel de matching als in de rendementsportefeuille. Het tegenpartijrisico wordt zoveel mogelijk beperkt door collateral management, door de manager van de matchingportefeuille op dagelijkse basis gevoerd. Voorts is het risico gespreid over meerdere tegenpartijen en zijn er voorwaarden geformuleerd in de mandaten met de beheerders over de kwaliteit van de mogelijke tegenpartijen.
29
“0 •
Stichting Pensioenfonds
•. Equens
Visitatiecomm issie Samenvattend rapport visitatiecommissie Stichting pensioenfonds Equens (hierna SPE) heeft onderstaande visitatiecommissie verzocht een visitatie uit te voeren in het jaar 2015. De samenstelling van de visitatiecommissie is ten opzichte van de vorige commissie in 2013 op één plaats gewijzigd: mevrouw van den Berg is opgevolgd door mevrouw De Lange. Zij is benoemd door het bestuur, nadat zij is voorgesteld door PFsupport als vervanger van mevrouw van den Berg en nadat het verantwoordingsorgaan een bindende voordracht heeft gegeven voor de benoeming van de gehele visitatiecommissie. De Wet versterking bestuur pensioenfondsen (WVBP) geeft aan dat de visitatiecommissie toezicht houdt op het beleid en de algemene gang van zaken, adequate risicobeheersing en op evenwichtige belangenafweging. De Code Pensioenfondsen voegt daaraan toe: de visitatiecommissie draagt bij aan het effectief en slagvaardig functioneren van het pensioenfonds en aan een beheerste en integere bedrijfsvoering. Daarnaast hanteert de visitatiecommissie het normenkader zoals geformuleerd in de VITP-Toezichtcode. Naast de hierboven vermelde zaken betrekt de visitatiecommissie daarbij de volgende onderwerpen in haar toezicht: het functioneren van de governance, het functioneren van het bestuur, transparante en begrijpelijke communicatie, de naleving van de Code Pensioenfondsen en cultuur en gedrag. De meer generieke onderwerpen als cultuur en gedrag en integere bedrijfsvoering lopen als rode draad door het onderzoek. Uiteraard doet de verdeling van aandachtsgebieden niet af aan de collectieve verantwoordelijkheid van de visitatiecommissie voor het gehele rapport. Het bestuur van het fonds is na raadpleging van het verantwoordingsorgaan en na overleg met de visitatiecommissie tot de volgende opdrachtbeschrijving gekomen: -
-
-
-
-
-
-
-
Evaluatie en follow up vorige visitatie (201 3); Toekomst van het fonds: mogelijkheden en te volgen traject: Pensioenregeling: CDC-regime Risicomanagement financieel en niet-financieel: de inrichting, controle en toezicht: Beleggingsbeleid: risico’s versus ambitieniveau en premiestelling; Uitbestedingsbeleid: transitie naar BSG: procedure en uitvoering; Governance van bestuur, uitvoeringsorganisatie, VO: procedure en invoering WVBP Communicatiebeleid en uitvoering.
30
I0 Stichting • Pensioenfonds • Equens •. Het volgende visitatietraject is doorlopen: Analyse van de documenten; Gesprek met het verantwoordingsorgaan; Interview met het bestuur van het pensioenfonds; Telefonisch overleg met de adviserend actuaris; Telefonisch overleg met de accountant; Onderling overleg visitatiecommissie over voorlopige bevindingen; Bespreking conceptrapport met (een afvaardiging van) het bestuur; Oplevering definitief rapporten samenvatting voor het jaarverslag 2014; Verantwoording en bespreking van het rapport met het verantwoordingsorgaan. -
-
-
-
-
-
-
-
-
In het rapport is per thema een normenkader met toelichting geformuleerd op basis waarvan de visitatiecommissie tot haar bevindingen en aanbevelingen is gekomen. Dit normenkader is voortgekomen uit de Pensioenwet, de Code Pensioenfondsen en de VITP-Toezichtcode. Voor dit normen kader verwijzen we naar het volledige rapport. De visitatie heeft betrekking op de jaren 2013 en 2014. Naar de mening van zowel visitatiecommissie als het bestuur van het fonds zijn in deze visitatie alle van tevoren aangewezen thema’s besproken. Mocht achteraf blijken dat er door nieuwe informatie en/of documentatie, die niet bekend was bij de visitatiecommissie, andere conclusies getrokken hadden moeten worden, dan draagt de visitatiecommissie daar geen verantwoordelijkheid voor. De visitatiecommissie draagt de verantwoordelijkheid voor de visitatie conform het bepaalde in de Pensioenwet, onverlet de eigen bestuurlijke en toezichthoudende verantwoordelijkheden van het bestuur, het verantwoordingsorgaan, de controlerend accountant, de certificerend actuaris en de toezichthouders. De visitatiecommissie zal aan het eind van deze visitatie een zelfevaluatie doen. Onderwerpen zijn dan de aanpak en uitvoering, de onderlinge afstemming en inbreng, de rapportage, de kritische houding, de toegevoegde waarde en de communicatie met het bestuur. De conclusies hiervan zullen met het bestuur worden gedeeld. Hieronder vindt u per onderwerp de belangrijkste waarnemingen en aanbevelingen. Evaluatie en follow-up bevindingen visitatie 2013 Het bestuur heeft het rapport van de visitatiecommissie uitvoerig besproken in het bestuur. N.a.v. de aanbevelingen is er een actielijst opgesteld. Bijna alle aanbevelingen zijn opgevolgd en de overige (twee) aanbevelingen zijn met voldoende argumentatie niet opgevolgd. Toekomst van het fonds De visitatiecommissie neemt waar dat het bestuur veel energie steekt in de toekomst van het fonds en daar zorgvuldig mee omgaat. De visitatiecommissie beveelt aan om lopende zaken op te pakken en een back-up scenario te ontwikkelen als de ingeslagen weg naar een APF niet mocht slagen.
31
0 Stichting Pen s ce n fo n d s Equens
Pensioenbeleid en financiering Het CDC-karakter van de regeling vraagt om goede communicatie mede met het oog op de krappe premiestelling met als gevolg mogelijke verlaging van de pensioenopbouw. De visitatiecommissie beveelt aan om eigen communicatie-uitingen op te stellen, naar aanleiding van de nieuwe (verlengde) overeenkomst van de CDC-regeling en daarbij helder aangevend wat de risico’s voor de deelnemer zijn. Risicomanagemerit financieel en niet-financieel: de inrichting, controle en toezicht Het integraal risicomanagement is thans op volwassenheidniveau 3, het niveau waarbij de belangrijkste processen en maatregelen zijn gestandaardiseerd en geformaliseerd. Niveau 4 (= geïmplementeerd, periodiek geëvalueerd) is het streven van het fonds. In 2015 zal de interne audit afdeling een analyse maken van het volwassenheidsniveau van het risicomanagement van SPE. Beleggingsbeleid: beleid, uitvoering en monitoring Het bestuur heeft goede aandacht voor de beleggingsrisico’s. Er vindt een gedegen monitoring plaats. In de resultatenrekening in de rapportage wordt onder meer duidelijk zichtbaar gemaakt in hoeverre het resultaat op de returnportefeuille de financiering van de renteswaps mogelijk maakt. De rapportages zijn zeer inzichtelijk. De visitatiecommissie beveelt aan de mogelijkheden van een eventueel gewenst dynamisch strategisch renteafdekkingsbeleid te onderzoeken, mede met het oog op de mogelijkheden die het nFTK hiertoe (naar verwachting) biedt. Een ex-ante formulering van zo’n beleid is nodig indien een pensioenfonds er in de toekomst gebruik van zou willen maken. Uitbestedingsbeleid: beleid, uitvoering, monitoring De partijen waaraan uitbesteed is, worden met regelmaat gemonitord. Er is intensief contact, en rapportages zijn op tijd en de controle hierop is diepgaand. De SLA’s die zijn afgesproken zijn van hoge kwaliteit. Dit betekent wel dat de uitvoeringskosten per deelnemer boven het gemiddelde liggen. Het bestuur is zich hier van bewust maar verkiest kwaliteit boven kwantiteit. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan om een duidelijke doelstelling te formuleren voor wat betreft het beoogde kostenniveau (uitvoeringskosten per deelnemer) versus de kwaliteit die het wil leveren. Governance van het fonds en de samenwerking tussen de verschillende organen, evenwichtige belangenafweging De Wet versterking bestuur pensioenfondsen is in het bestuur behandeld. Dit heeft niet geleid tot een ander bestuursmodel: SPE blijft het paritaire model hanteren. De Code Pensioenfondsen is bestudeerd en er zal naar worden geacteerd. De visitatiecommissie beveelt aan dat de vertrouwenspersoon van SPE goed te vinden is op de website van het pensioenfonds. De visitatiecommissie beveelt aan om de beleidsagenda van het bestuur tijdig beschikbaar te stellen aan het VO zodat zij hun eigen speerpunten kunnen afstemmen met deze beleidsagenda. De visitatiecommissie beveelt aan om het collectief inzicht op het gebied van het beleggingsbeleid van de leden van het VO naar een hoger niveau te brengen en daarbij vooral te richten op de strategische doelstellingen van het beleggingsbeleid.
32
Stichting Pensioenfonds • Equens •• De visitatiecommissie beveelt aan om de invulling van de missie, visie en strategie van Stichting Pensioenfonds Equens, conform de Pensioenwet en de Code Pensioenfondsen op te pakken en het VO daarbij te betrekken. De visitatiecommissie beveelt aan om aandacht te geven aan de Code Pensioenfondsen in het jaarverslag. Communicatiebeleid en -uitvoering SPE voldoet aan de wettelijke communicatievereisten. Er is echter geen communicatiebeleidspian. Het CDC-karakter van de regeling krijgt aandacht in de startbrief en overige brieven maar niet in andere communicatie-uitingen zoals op de website of recente nieuwsbrieven. De visitatiecommissie adviseert een communicatiebeleidsplan op te stellen en een plan op te stellen voor de implementatie van de Wet Pensioencommunicatie. De visitatiecommissie beveelt aan meer aandacht te geven aan de risico’s voor de deelnemer door het CDC-karakter van de pensioenregeling. Vooral op de website kan hier meer aandacht aan worden gegeven. Tevens beveelt de visitatiecommissie aan de website te actualiseren. De visitatiecommissie dankt het bestuur, het pensioenbureau en het verantwoordingsorgaan van het pensioenfonds voor de positieve en open medewerking. De visitatiecommissie, D. Wenting AAG RBA (voorzitter) Drs. ER. Capitain Mr. H. de Lange cpe Utrecht, 16 februari 2015
33
0 Stichting P e n s io e n to n d s Equens
Reactie van het bestuur op het rapport van de visitatiecommissie Algemeen Het bestuur heeft met instemming kennis genomen van het rapport van de visitatie commissie. Voorafgaand aan de definitieve vaststelling van het rapport heeft de visitatiecommissie het concept met het bestuur besproken tijdens een levendige en constructieve bijeenkomst. Hieronder volgt de reactie van het bestuur op een aantal van de aanbevelingen. De overige aanbevelingen zijn of worden overgenomen. Toekomst van het fonds Het bestuur zal in de loop van dit jaar stappen formuleren om een fall back plan te hebben indien de realisatie van het APF vertraagd wordt of in het geheel niet door zou gaan. Pensioenbeleid en financiering De uitvoeringsovereenkomst is niet verlengd, maar tussentijds aangepast aan gewijzigde bepalingen van het Witteveenkader. In overleg met de werkgever zal gecommuniceerd worden met de actieve populatie waarbij het bestuur zich bewust is en blijft van de eigen verantwoordelijkheid daarin. Beleggingsbeleid In het beleggingsbeleid voor het jaar 2015 is voorzien dat wordt overgegaan op een dynamisch strategisch rente afdekkingsbeleid. Uitbestedirigsbeleid Elders in dit verslag is opgenomen hoe de kosten van het fonds naar voren zijn gekomen uit een benchmarkonderzoek. Onverlet latend dat kosten ontwikkeling voortdurend gevolgd moet worden lijkt het fonds op de goede weg. In het kader van een verdere intensivering van het overleg met het verantwoordingsorgaan wordt aandacht gegeven aan de aanbevelingen. Communicatiebeleid Het communicatie beleidsplan is in ontwikkeling; daarin zal tevens aandacht worden besteed aan de risico’s voor de pensioenopbouw als gevolg van de CDC regeling. Het bestuur spreekt haar erkentelijkheid uit voor de samenwerking met de visitatiecommissie alsmede voor het duidelijke onafhankelijk rapport van de visitatiecommissie.
34
0 • •
Stichting Pensioenfonds Equens
Verantwoordingsorgaan Verslag verantwoordingsorgaan Het VO hecht er aan zijn waardering uit te spreken voor de professionele inzet van het bestuur in het verslagjaar. Een aantal belangrijke onderwerpen heeft in 2014 aandacht van het bestuur gevraagd.
Het handelen van het bestuur in 2014 Sky gemigreerd naar de Blue is succesvol pensioenadministratie • De operatie van dergelijke een Gegeven het afbreukrisico en de complexiteit Group. complimenteert het VO het bestuur met het behaalde resultaat. • Verheugend is dat het rendement van de beleggingen in 2014 met 34,5% beter was dan de benchmark van 33,9%, dat wil zeggen gunstiger dan, gegeven het strategisch beleid, op grond van marktomstandigheden kon worden verwacht. Desondanks is de dekkingsgraad op basis van de marktrente (SWAP-curve) licht gedaald. • Het bestuur rapporteert dit jaar wederom gedetailleerd over de diverse kosten. De daarmee geboden transparantie is prijzenswaardig! • De totale kosten van pensioenuitvoering en vermogensbeheer inclusief transactiekosten zijn gestegen van EUR 3,67 miljoen naar EUR 4,46 miljoen. Dit is een substantieel bedrag en de manier waarop deze kosten genormeerd worden is niet geheel duidelijk. Het VO betwijfelt of het opgenomen bedrag voor toekomstige uitvoeringskosten in de technische voorziening voldoende is. Het kostenniveau blijft al met al een punt van zorg. Onnodige kosten gaan direct ten koste van uitvoering van de indexatie ambitie. Het gevoerde beleid in 2014 • Naar aanleiding van versoberde fiscale regelgeving (Witteveenkader) hebben sociale partners per CAO opnieuw een lagere pensioenopbouw afgesproken en tevens een lagere pensioenpremie. Het bestuur heeft de premieverlaging geaccepteerd door een wijziging van de uitvoeringsovereenkomst. De nieuwe premie is te laag (bij markt rendement verwachtingen) ten opzichte van het nagestreefde indexatieresultaat. • Bij de invoering van het nieuw Financieel Toezicht Kader (nFTK) heeft het bestuur gekozen voor een premienorm (gedempt nominaal) die versluiert dat de nieuwe pensioenpremie te laag is om de nieuwe pensioenopbouw ook te indexeren en die opbouwkorting maximaal uitstelt. Het VO vindt deze keuze niet in overeenstemming met de indexatieambitie (Dl) en niet helder naar sociale partners en deelnemers/gepensioneerden. Beleidskeuzes voor de toekomst • Het pensioenfonds stuurt geheel op nominale aanspraken. Zowel vanuit de pensioentoezegging en het pensioenreglement als vanuit het belang van de deelnemers zou het bestuur op reële aanspraken moeten sturen, waarbij het (nominale) toezichtkader natuurlijk een belangrijke randvoorwaarde vormt.
35
• • •
•
•
•
Stichting Pensioenfonds Equens
Voor zover toeslagverlening (indexatie) redelijkerwijs niet haalbaar is, zou het bestuur hier zeer indringend over moeten communiceren, met name aan actieve (jonge) deelnemers die eventueel aanvullende pensioenmaatregelen kunnen nemen’. Het VO kijkt met belangstelling uit naar de aangepaste toeslagregeling onder het nFTK en de uitkomst van de nieuwe haalbaarheidstoets. Het VO constateert met instemming dat het bestuur in 2014 veel aandacht heeft besteed aan communicatie en in 2015 een communicatieplan gaat opstellen. Als belangrijk kernelement verwacht het VO indringende communicatie over de indexatieverwachtingen! Het VerantwoordingsOrgaan kan zich goed vinden in het streven van het bestuur Pensioenfonds SPE met een drietal in meerdere aspecten vergelijkbare pensioenfondsen een proces in te gaan met als einddoel de vorming van een Algemeen Pensioenfonds. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn o het eerlijk” invaren van de opgebouwde aanspraken en in dit verband het voorkomen van verwatering o het honoreren van bestaande aanspraken binnen een eventueel nieuw te bouwen gemeenschappelijke ring o het vormgeven in de nieuwe governance van een balans tussen de onderscheiden belangen van werkgevers, deelnemers en gepensioneerden en van een balans tussen professionaliteit, betrokkenheid en kosten van bestuur en toezicht- en/of uitvoeringsorganen. In het proces van de vorming van een APF zijn belangrijke onderwerpen: o het helder en tijdig communiceren aan de deelnemers en de gepensioneerden o het voorkomen van spanning tussen aandacht en zorg voor de operationele taken enerzijds en het APF vormingsproces anderzijds
Het VO waardeert de verbeterde informatievoorziening en het constructief overleg vanuit het bestuur, en is ervan overtuigd dat deze bijdragen aan een beter functioneren van het pensioenfonds.
Utrecht, 29 mei 2015
Het VerantwoordingsOrgaan W. Duivis P. Karsten E. Laane
36
0• Stichting Pensioenfonds
• •
..
Equens
Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan Algemeen Het bestuur heeft met genoegen kennis genomen van het verslag van het Verantwoordingsorgaan over 2014. Het is verheugend vast te stellen dat het VO in grote lijn instemt met het gevoerde en te voeren beleid, zij het met kanttekeningen op twee punten. Kostenniveau Het bestuur is met het VO van mening dat de hoogte van het kostenniveau voortdurend de aandacht van het bestuur moet hebben. De hoogte van de voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten krijgt de gewenste aandacht; zeker ook in verband met het streven naar de opzet van een APF. Tegenwoordig wordt veel inzicht verschaft over de kosten van de beleggingen; het bestuur merkt daarbij wei op dat het verband tussen beleggingskosten enerzijds en behaald netto rendement daarbij wel aan aandacht inboet, terwijl optimalisatie van het netto rendement juist de focus moet hebben.
lnciexatie Het VO spreekt diverse malen over de (te geringe) hoogte van de premie in relatie tot het realiseren van de indexatie ambitie. De hoogte van de premie dient, gegeven de overeenkomst met de sponsor, ter financiering van de nieuw op te bouwen aanspraken. Indexatie wordt betaald’ vanuit het extra rendement dat op de beleggingen wordt behaald en is dus niet op enigerlei wijze in de premie verdisconteerd. Het bestuur betreurt met het VO dat die resultaten de afgelopen jaren onvoldoende waren om indexatie mogelijk te maken. Wel mag worden geconstateerd dat het beleid wel zodanig prudent was dat korting van opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen werd voorkomen. Het bestuur spreekt graag zijn waardering uit voor het constructieve overleg dat ook weer het afgelopen jaar met het VO gevoerd is en ziet uit naar voortzetting daarvan.
37
I0 . •
Stichting Pensioenfonds .. Equens
Jaarrekening 2014
38
0 •
Stichting Pensioenfonds
•. Equens Balans per 31 december (na resultaatbestemmng) (bedragen in duizenden euro’s) 2014
2013
Activa Beleggingen voor risico pensioenfonds • Vastgoed (1)
9.888
8.458
50.456
31.271
183.318
201.634
353.812
200.995
• Aandelen (2) • Vastrentende waarden (3) • Geldmarktbeleggingen (4) • Overige beleggingen (5) • Derivaten (6)
16.696
17.085
144.298
46.856
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds
758.468
506.299
218 191 8.135
215 4.381 7.122
767.012
518.017
Stichtingskapitaal en reserves (10) • Overige reserves
108.669
49.296
Technische voorziening voor risico pensioenfonds (11)
506.466
411.348
Derivaten (6) Schulden en overlopende passiva (12)
16.136 135.741
14.822 42.551
Totaal passiva
767.012
518.017
Herverzekeringsdeel technische voorziening (7) Vorderingen en overlopende activa (8) Liquide middelen (9) Totaal activa
Passiva
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op pagina 52 tot en met 63.
39
*0 . .
Stichting P e fl S 10e n fo n d s ..
Equens
Rekening van baten en lasten (bedragen in duizenden euro’s)
2014
2013
11.586 -1.669
11.087 -51
-10.266
-11.229
Baten en lasten pensioenactiviteiten Premies (13) Waardeoverdrachten, per saldo (14) Mutatie technische voorziening voor risico pensioenfonds • Pensioenopbouw (15) • Toeslagen (16) -1.505
• Wijziging actuariële grondslagen (21) • Overige mutaties technische voorziening (22)
-1.549 -95.442 8.947 1.728 -196 1.660
Totaal m utatie technische voorziening voor risico pensioenfonds Pensioenuitkeringen (23) Herverzekeringen (24) Pensioenuitvoeringskosten (25)
-84.852 -8.803 -165 -609
391 -8.674 458 -595
Totaal baten en lasten pensioenactiviteiten
-94.778
14.431
Directe beleggingsopbrengsten (26) Indirecte beleggingsopbrengsten (26) Kosten van vermogensbeheer (26)
11.954 144.509 -2.312
13.363 -31.978 -1.766
Totaal baten en lasten beleggingsactiviteiten
154.151
-20.381
59.373
-5.950
• Rentetoevoeging (17) • Wijziging rekenrente (18) • Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten (19) • Pensioenrechten waardeoverdrachten, per saldo (20)
15.552 8.980 17 391
Baten en lasten beleggingsactviteften
Resultaat
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op pagina 73 tot en met 80.
40
0 Stichting Pensioenfonds Equens
Kasstroomoverzicht (bedragen in duizenden euros)
2014
2013
11.447 143 623 -8.714 -1 .747 -224 -669
11.095 367 155 -8.948 -400 -257 -678
859
1.334
180.781 11.650 15.244 -149.838 -54.951 -2.732
203.354 14.675 9.725 -222.714 -2.438 -1.682
154
920
1.013
2.254
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen waardeoverdrachten Ontvangen uitkeringen en winstdeling herverzekering Betaalde pensioenuitkeringen Betaalde waardeoverdrachten Betaalde premies herverzekering Betaalde pensioenuitvoeringskosten
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Verkopen en afwikkeling derivaten, per saldo Aankopen beleggingen Mutatie geldmarktbeleggingen (inclusief cash collateral) Betaalde kosten van vermogensbeheer
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutatie liquide middelen
41
ê0 Stichting Pensioenfonds • •. Equens
Toelichting algemeen Activiiten Het doel van het pensioenfonds is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan pensioengerechtigden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden. Het pensioenfonds verstrekt tevens uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het pensioenfonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van Equens SE en de aangesloten onderneming.
Pensioen regeling Nieuwe pensioenregeling Met ingang van 1januari 2014 is pensioenreglement 2014 (PR 2014) van kracht. In PR 2014 worden onderscheiden een levenslang ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer, een levenslang partnerpensioen ten behoeve van de partner en een tijdelijk wezenpensioen ten behoeve van het kind jonger dan 18 jaar. Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is een toegezegd-pensioenregeling op basis van geïndexeerd middelloon. Het ouderdomspensioen gaat standaard in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 67 jaar wordt. De deelnemers kunnen binnen bepaalde grenzen kiezen wanneer zij met pensioen gaan, en wel op zijn vroegst op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 57 jaar wordt, maar niet later dan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 70 jaar wordt. Verder kan de hoogte van het pensioen worden gevarieerd, waarbij de laagste uitkering niet minder dan 75% van de hoogste uitkering bedraagt. Op pensioendatum kan het opgebouwde partnerpensioen geheel of gedeeltelijk worden geruild voor extra ouderdomspensioen of omgekeerd kan het ouderdomspensioen gedeeltelijk worden geruild voor extra partnerpensioen. Indien de ingangsdatum van het pensioen ligt vôôr de AOW-gerechtigde leeftijd, heeft de deelnemer de mogelijkheid om een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen om te zetten in een AOW overbruggingspensioen. De opbouw van ouderdomspensioen bedraagt per jaar van deelneming 2,15% van de pensioengrondslag in het betreffende jaar. De pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend inkomen verminderd met de franchise. Het pensioengevend inkomen bestaat uit het vaste jaarsalaris (inclusief vakantietoeslag en dertiende maand) in het betreffende jaar en het variabel inkomen in het voorafgaande jaar. Het variabel inkomen bestaat uit beoordelingstoeslag, ploegentoeslag, bonus en salaris in verband met arbeidsduur boven cao (36-urige werkweek). Indien en zolang de deelnemer tijdens of aansluitend op het dienstverband met de werkgever of de aangesloten onderneming arbeidsongeschikt is, wordt de pensioenopbouw geheel of gedeeltelijk premievrij voortgezet. De voortzetting van de pensioenopbouw eindigt zodra en voor zover de deelnemer niet langer arbeidsongeschikt is, doch uiterlijk op de pensioenrichtdatum. De mate waarin premievrijstelling wordt verleend is gerelateerd aan de mate van arbeidsongeschiktheid.
42
*0 Stichting • Pensioenfonds • Equens • Pensioenregeling PR 2014 vervangt pensioenregelingen PR 1999, FR 2001 en PR 2006. De per 1 janauri 2014 onder de oude regelingen opgebouwde pensioenrechten zijn actuarieel neutraal geconverteerd naar pensioenrechten met de pensioenleeftijd van 67 jaar. Uitzondering hierop vormt een gering aantal deelnemers en pensioengerechtigden met prepensioen die in 2014 nog pensioen opbouwen op grond van PR 1999. Partnerpensioen De nagelaten partner van een (gewezen) deelnemer of pensioengerechtigde ontvangt partnerpensioen. Het jaarlijks partnerpensioen bedraagt 70% van het jaarlijks ouderdomspensioen. In geval van overlijden van de deelnemer tijdens het actieve deelnemerschap wordt voor de vaststelling van de hoogte van het partnerpensioen uitgegaan van het ouderdomspensioen dat de deelnemer had kunnen bereiken op de pensioenrichtdatum, uitgaande van de pensioengrondslag op het moment van overlijden. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer of pensioengerechtigde is overleden. Bij ingang van het ouderdomspensioen bestaat de keuze van omzetting van (een deel van) het recht op partnerpensioen of ouderdomspensioen in een verhoging van het ouderdomspensioen respectievelijk partnerpensioen. Wezenpensioen Het jaarlijks wezenpensioen, uit te keren bij overlijden van de deelnemer, bedraagt 14% van het jaarlijks ouderdomspensioen. Het ouderdomspensioen wordt vastgesteld in de veronderstelling dat de deelnemer tot de pensioenrichtdatum zou hebben deelgenomen, uitgaande van de pensioengrondslag op het moment van overlijden. Het wezenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer is overleden en wordt uitgekeerd tot en met de maand waarin het kind 18 jaar wordt of bij het volgen van een opleiding waarvoor recht op studiefinanciering bestaat tot en met de maand waarin het kind 27 jaar wordt. VPL Naast de hiervoor beschreven pensioenregeling (ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen) voert het pensioenfonds een zogenoemde VPL-regeling uit, zoals overeengekomen tussen sociale partners. VPL staat voor de per 1januari 2006 van kracht en introductie geworden VUT/prepensioen fiscale behandeling Wet aanpassing levenslooopregeling. De VPL-regeling van het pensioenfonds is een overgangsregeling voor actieve deelnemers die op 1januari 2006 waren opgenomen in pensioen regeling PR 2006 en die op 31 december 2005 reeds deelnemer waren in pensioenregeling PR 2001. In het kader van de overgangsregeling is de actuariële waarde van de pensioenrechten op 62 jaar per 31 december 2005 bepaald onder pensioenregeling FR 2006. Indien de berekende actuariële waarde lager was dan de actuariële waarde onder de vorige pensioen regeling FR 2001, had de deelnemer recht op de overgangsregeling. Het verschil in actuariële waarde is omgezet in (voorwaardelijke) extra pensioenrechten. De extra pensioenrechten worden vanaf 1 januari 2006 tot de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt evenredig ingekocht. Deze periode is echter gemaximeerd op 15 jaar gerekend vanaf 1januari 2006.
43
ê0 • • •
Stichting Pensioenfonds Equens
Toeslagen en kortingen Op de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers wordt jaarlijks per 1januari een toeslag verleend van maximaal de loonindex. Op de premievrije pensioenrechten van de gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen van de pensioengerechtigden wordt jaarlijks per 1 januari een toeslag verleend van maximaal de prijsindex. Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre de opgebouwde pensioenrechten en pensioenen worden verhoogd. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt gefinancierd uit het beleggingsrendement. De ambitie van het pensioenfonds is om bij een nominale dekkingsgraad hoger dan 125% de toeslagen volledig toe te kennen. Bij een nominale dekkingsgraad lager dan 110% worden geen toeslagen toegekend. Bij een dekkingsgraad tussen deze grenzen worden de toeslagen gedeeltelijk toegekend, onder de voorwaarde dat de dekkingsgraad daardoor niet onder 110% zakt. Niet toegekende toeslagen kunnen later, maar niet later dan na verloop van 10 jaar, worden ingehaald. Voorwaarde is dat de nominale dekkingsgraad boven 125% ligt en door de toegekende inhaaltoeslag de dekkingsgraad niet onder 125% komt. Het bestuur kan in enig jaar besluiten de opgebouwde pensioenrechten en/of pensioenen te korten indien a) het pensioenfonds niet meer beschikt over het minimaal vereist eigen vermogen en b) dit op korte termijn niet kan worden gerealiseerd zonder de belangen van de actieve deelnemers, de gewezen deelnemers, de pensioengerechtigden of de werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming onevenredig te schaden en c) alle andere beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zoals uitgewerkt in een kortetermijnherstelplan, zoals bedoeld in artikel 140 van de Pensioenwet, zijn ingezet.
Financiering en premie De financiering van de pensioenregeling is overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomst met de werkgever en de aangesloten onderneming gebaseerd op het zogenaamde Collective Defined Contribution systeem (CDC). De totale jaarlijkse premie, bestaande uit een werkgeverspremie en een werknemerspremie, is voor de periode van 1januari2014 tot en met 31 december2017 vastgesteld op 22,5% van het pensioengevend inkomen van de gezamenlijke deelnemers.
Herverzekering Het pensioenfonds heeft een herverzekeringsovereenkomst afgesloten ter dekking van het risico van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het overlijdensrisico. Het arbeidsongeschiktheidsrisico is verzekerd op basis van een rente ter grootte van de jaarpremie. Het overlijdensrisico is verzekerd op basis van een risicokapitaal, dat de verzekeraar uitkeert bij overlijden van een deelnemer.
44
4ø • •.
Stichting Pensioenfonds Equens
Grondslagen voor de financiële verslaggeving Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW), met gebruikmaking van vrijstelling inzake de vorming van een reserve herwaardering volgens artikel 146 van Pensioenwet, en in overeenstemming met de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen (RJ 610).
zijn de de het
De bedragen in de jaarrekening luiden in euro’s. Presentatiewijzigingen In de presentatie in de balans en de rekening van van baten en lasten is ten opzichte van het vorige verslagjaar een aantal wijzigingen aangebracht. De vergelijkende cijfers van 2013 zijn aangepast aan de veranderde presentatie. Schattingen en veronderstellingen Bij het opstellen van de jaarrekening is het maken van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. De schattingen en veronderstellingen hebben invloed op de toepassing van grondslagen en de waardering van activa en verplichtingen. De schattingen en daaraan ten grondslag liggende veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. Vooral de waardering van de technische voorziening en (in mindere mate) de waardering van de beleggingen zijn gebaseerd op schattingen en veronderstellingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Ten behoeve van de oordeelsvorming en het maken van schattingen wordt gebruik gemaakt van externe deskundigen. De aard van oordelen en schattingen en de onderliggende veronderstellingen is, voor zover noodzakelijk geacht voor het vereiste inzicht in het vermogen, vermeld in de toelichting bij de jaarrekening. Herzieningen van schattingen worden verwerkt in de periode waarin de schatting wordt herzien. Een herziening van een schatting heeft dikwijls ook gevolgen voor waardering en resultaatbepaling in toekomstige perioden. Verwerking De belangrijkste activa en verplichtingen van het pensioenfonds zijn respectievelijk de beleggingen en de technische voorziening. De beleggingen bestaan volledig uit financiële activa en derivaten. Deze worden in de balans opgenomen respectievelijk van de balans verwijderd op transactiedatum (datum van koop of verkoop). Dit is het moment waarop de toekomstige economische voordelen en de risico’s verbonden aan het financiële instrument worden overgedragen. Pensioenverplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment van toekenning of overdracht van de pensioenrechten. Zij worden van de balans verwijderd op het moment van uitkering of overdracht van de pensioenrechten.
45
0 %
• •
Stichting Pensioenfonds Equens ..
Saldering Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd en als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Presentatie beleggingen en beleggingsopbrengsten De beleggingen bestaan voor een deel uit participaties in beleggingsfondsen. De participaties worden in de balans gerubriceerd naar de aard van de onderliggende beleggingen van de beleggingsfondsen. Waardeveranderingen van participaties in beleggingsfondsen worden in de rekening van baten en lasten opgenomen onder indirecte beleggingsopbrengsten. Zij bestaan uit de directe en indirecte opbrengsten van de onderliggende beleggingen en de kosten van vermogensbeheer die ten laste van het beleggingsfonds komen. Door beleggingsfondsen uitgekeerde dividenden worden gepresenteerd onder directe beleggingsopbrengsten. Waardering beleggingen Beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. De marktwaarde is het bedrag waarvoor een actief of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. De marktwaarde is gebaseerd op actuele marktprijzen tenzij anders vermeld. Participaties in (niet-beursgenoteerde) beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de berekende intrinsieke waarde op balansdatum of de meest recent beschikbare intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde wordt vastgesteld op basis van de marktwaarde van de onderliggende activa en verplichtingen. Waardeveranderingen beleggingen ongerealiseerde en gerealiseerde tussen gemaakt onderscheid geen Er wordt deringen, inclusief waardeveran Alle derivaten. waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als opbrengst beleggingen direct in de rekening van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de intrinsieke waarde van de participaties in niet beursgenoteerde beleggingsfondsen. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. Valutakoersverschillen bij de omrekening van activa en verplichtingen worden in de rekening van baten en lasten opgenomen onder de post waarop de activa en verplichtingen betrekking hebben.
46
‘bio
• • •.
Stichting Pensioentonds Equens
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Vastgoed De marktwaarde van aandelen in beursgenoteerde vastgoedfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Niet-beursgenoteerde aandelen in vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde, gebaseerd op de marktwaarde van het onderliggende vastgoed. De marktwaarde van het onderliggende vastgoed is de geschatte waarde bij onderhandse verkoop in verhuurde staat. De onderliggende vastgoedobjecten worden periodiek getaxeerd door onafhankelijke taxateurs. Aandelen De marktwaarde van aandelen in beursgenoteerde aandelenfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Niet-beursgenoteerde participaties in aandelenfondsen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde, gebaseerd op de marktwaarde van de onderliggende aandelen. De marktwaarde van onderliggende aandelen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Indien de onderliggende aandelen niet-beursgenoteerd zijn of indien de koersvorming van aandelen niet representatief is, wordt de marktwaarde getaxeerd. De taxatie is gebaseerd op recente marktinformatie. Vastrentende waarden De marktwaarde van beursgenoteerde vastrentende waarden is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum, verhoogd met de lopende rente. De marktwaarde van aandelen in beursgenoteerde obligatiefondsen is eveneens gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Niet-beursgenoteerde participaties in obligatiefondsen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde, gebaseerd op de marktwaarde van de onderliggende obligaties. De marktwaarde van onderliggende beursgenoteerde obligaties is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum, verhoogd met de lopende rente. Indien de onderliggende obligaties niet-beursgenoteerd zijn of indien de koersvorming daarvan niet representatief is, wordt de marktwaarde getaxeerd op basis van recente marktinformatie. De marktwaarde van andere directe vastrentende beleggingen wordt bepaald door te ontvangen rente en aflossingen contant te maken op basis van actuele marktrente, rekening houdend met het risicoprofiel en de looptijd van de belegging. Geldmarktbeleggingen De marktwaarde van beursgenoteerd schatkistpapier is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum, verhoogd met de lopende rente. Niet-beursgenoteerde participaties in geldmarkifondsen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde, gebaseerd op de marktwaarde van de onderliggende beleggingen. De marktwaarde van onderliggende beursgenoteerde beleggingen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum, verhoogd met de lopende rente. Indien de onderliggende beleggingen niet-beursgenoteerd zijn, wordt de marktwaarde bepaald door te ontvangen rente en aflossingen contant te maken op basis van de actuele marktrente, rekening houdend met het risicoprofiel en de looptijd van de belegging. De marktwaarde van niet-beursgenoteerde directe geldmarktbeleggingen wordt eveneens bepaald door te ontvangen rente en terugbetaling contant te maken op basis van de actuele marktrente. Hier is het verschil tussen marktwaarde en verkrijgingsprijs in het algemeen gering.
47
• • •
Stichting Pensioenfonds Equens ..
Overige beleggingen De marktwaarde van de hieronder opgenomen beursgenoteerde commodityfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. De marktwaarde van onderliggende beursgenoteerde beleggingen van de hieronder opgenomen niet-beursgenoteerde hedgefondsen is eveneens gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. De marktwaarde van onderliggende niet beursgenoteerde activa en onderliggende verplichtingen wordt getaxeerd. De taxatie is gebaseerd op recente marktinformatie. Derivaten Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten, waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende primaire financiële instrumenten. Derivaten bevatten rechten en verplichtingen waardoor één of meer van de financiële risico’s waaraan de onderliggende primaire financiële instrumenten onderhevig zijn tussen partijen worden overgedragen. Derivaten leiden bij het aangaan van de transactie niet of tot een relatief gering vermogensbeslag. Basisvormen van derivaten zijn swaps, forwards, futures en opties. Het onderliggende primaire financiële instrument kan onder meer een valutaproduct, een aandelenproduct of een renteproduct zijn. Het pensioenfonds maakt gebruik van de volgende derivaten: valutatermijncontracten, interest rate swaps, aandelenfutures en obligatiefutures. Een valutatermijncontract is een contract waarbij de verplichting wordt aangegaan om een bepaalde valuta te verkopen en een andere valuta te kopen op een vooraf vastgestelde datum en tegen een vooraf vastgestelde (termijn)koers. Een interest rate swap is een contract waarbij wordt overeengekomen om gedurende een vooraf vastgestelde periode rentestromen in dezelfde valuta te ruilen. Bij de meeste renteswaps wordt een variabele rente geruild tegen een vaste rente. De variabele rente is gebaseerd op de geldmarktrente, waarbij als referentie Euribor of Eonia wordt gehanteerd. De vaste rente is meestal gebaseerd op de marktrente van staatsobligaties. Een aandelenfuture is een op een beurs verhandelbaar termijncontract met verplichte levering van aandelen op een vooraf vastgestelde datum en tegen een vooraf vastgestelde prijs. Naast futures met als onderliggende waarde een specifiek aandeel bestaan ook aandelenindexfutures. Dit zijn futures met als onderliggende waarde een bepaalde aandelenindex. Het verschil tussen het niveau van de aandelenindex dat is vastgelegd in het futurecontract en het werkelijke niveau van de index wordt afgerekend (cash settlement). Een obligatiefuture is een op een beurs verhandelbaar termijncontract met verplichte levering van fictieve staatsobligaties op een vooraf vastgestelde datum en tegen een vooraf vastgestelde prijs. Veel voorkomende obligatiefutures in de Europese handel zijn Bundfutures. De onderliggende waarde van een Bundfuture is een fictieve Duitse staatsobligatie met een looptijd van 10 jaar. Het verschil tussen de prijs van de obligatie die is vastgelegd in het futurecontract en de werkelijke prijs wordt afgerekend (cash settlement). Derivaten worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor beursgenoteerde contracten is dit de beursprijs per balansdatum. Voor niet-beursgenoteerde contracten is de waardering gebaseerd op
48
*0 • • •
Stichting Pensioenfonds Equens
recente marktinformatie (zoals valutakoersen, rentecurves en indexen), als input voor de gehanteerde gangbare waarderingsmodellen. Herverzekeringsdeel voorziening pensioenverplichtingen Herverzekeringscontracten worden opgenomen voor de actuarieel bepaalde contante waarde van de verzekerde uitkeringen, volgens de grondslagen van het pensioenfonds, onder aftrek van een eventuele waardevermindering, indien deze naar verwachting duurzaam is. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. De geamortiseerde kostprijs komt in het algemeen overeen met de nominale waarde.
Liquide middelen Liquide middelen worden opgenomen voor de nominale waarde. Technische voorziening voor risico pensioenfonds De technische voorziening wordt actuarieel berekend en wordt vastgesteld op basis van nominaal verworven pensioenrechten, voor zover zij onvoorwaardelijk zijn. Dit betekent dat voorwaardelijke toekomstige toeslagen niet in de voorziening zijn begrepen, maar de balansdatum toegezegde toeslagen wel in de voorziening wordt opgenomen. pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de door DNB vastgestelde gepubliceerde rentetermijnstructuur per balansdatum.
de de op De en
De voorziening met betrekking tot ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen is de contante waarde van de beste inschatting van de toekomstige uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de tot balansdatum opgebouwde onvoorwaardelijke pensioenrechten. Daarin is begrepen de toekomstige premievrije pensioenopbouw van arbeidsongeschikte deelnemers. Voor zieke deelnemers wordt een uitloopvoorziening opgenomen. Tot 1 januari 2006 kende het pensioenfonds een WAO-hiaatpensioenregeling. De voorziening met betrekking tot het WAO-hiaatpensioen heeft volledig betrekking op ingegane pensioenen. De voorziening is de contante waarde van de verwachte uitgaande kasstromen die voortvloeien uit deze pensioenen. De belangrijkste actuariële grondslagen en veronderstellingen zijn: • rekenrente volgens actuele rentetermijnstructuur DN B (ongewijzigd): • levensverwachting volgens prognosetafels AG 2014 (2013: prognosetafels AG 2012-2062) met correctiefactoren volgens een actuele postcodetabel van Aon Hewitt; • gehuwdheidsfrequentie actieve en gewezen deelnemers op basis van een leeftijdsafhankelijke tabel en gehuwdheidsfrequentie pensioengerechtigden volgens het bepaald partnersysteem (ongewijzigd): • verschil leeftijd man en vrouw drie jaar (ongewijzigd); • administratie- en excassokosten 2,8% van de technische voorziening (ongewijzigd).
49
“0 • • •
Stichting Pensioenfonds Equens
Uit de door DNB vastgestelde en gepubliceerde rentetermijnstructuur ultimo 2014 kan voor het pensioenfonds een gemiddelde rekenrente van 2,0% worden afgeleid (2013: 2,8%). pensioenverplichtingen gehanteerde van de voorziening berekening De voor de rentetermijnstructuur DNB betreft voor looptijden tot en met 20 jaar de driemaandsgemiddelde marktrente op de interbancaire swapmarkt. Voor looptijden langer dan 20 jaar wordt de driemaandsgemiddelde swapcurve aangepast door de onderliggende éénjaarsforwardrente te extrapoleren naar een vast renteniveau, de zogenoemde ultimate forward rate (UFR) van 4,2%. In de door DNB gevolgde methodiek beweegt de rente vanaf 21 jaar geleidelijk in de richting van de UFR, doordat de driemaandsgemiddelde forwardrente wordt gemiddeld met de UFR. Het gewicht van de UFR neemt vanaf 21 jaar tot en met 60 jaar toe met de looptijd. De gehanteerde forwardrentes vanaf 60 jaar zijn constant en gelijk aan de UFR. Schulden Schulden worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, die in het algemeen overeenkomt met de nominale waarde.
Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen De grondslagen voor resultaatbepaling vloeien voor het merendeel voort uit de voor de
beleggingen en de technische voorziening voor risico pensioenfonds gehanteerde waarderingsgrondslagen. Voor een aantal posten worden de grondslagen voor resultaatbepaling hierna (nader) uiteengezet. Premies Premies worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarin de daarmee samenhangende pensioenrechten worden opgebouwd. Premiekortingen en extra premies worden verwerkt in de periode waarin aan de daarvoor overeengekomen voorwaarden wordt voldaan. Waardeoverdrachten Waardeoverdrachten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen op het moment van overdracht van de pensioenverplichtingen. Mutatie technische voorziening voor risico pensioenfonds Pensioenopbouw De pensioenopbouw met betrekking tot ouderdomspensioen en partnerpensioen wordt toegerekend aan de periode waarin de opbouw van de pensioenrechten plaatsvindt. De toekomstige premievrije pensioenopbouw van arbeidsongeschikte deelnemers wordt ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarin de arbeidsongeschiktheid ontstaat. Toeslagen De toevoeging aan de technische voorziening uit hoofde van toeslagverlening wordt in de rekening van baten en lasten opgenomen in de periode waarin het bestuursbesluit wordt genomen.
50
0 Stichting Pensioenfonds
• •
..
Equens
Rentetoevoeging technische voorziening De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de door DNB vastgestelde en gepubliceerde rentetermijnstructuur per balansdatum. Aan de technische voorziening wordt rente toegevoegd op basis van de éénjaarsrente volgens deze rentetermijnstructuur primo verslagperiode. De rentetoevoeging wordt berekend over het gemiddelde van de stand van de voorziening primo periode en de stand van de voorziening ultimo periode, de laatste exclusief het effect van de toeslagverlening en het effect van wijzigingen in de actuariële grondslagen. Wijziging rekenrente Het effect van de verandering van de rekenrente op de technische voorziening wordt ultimo verslagperiode in de rekening van baten en lasten opgenomen. Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten De vrijval van de technische voorziening wordt ten gunste van de rekening van baten en lasten gebracht in de periode waarin de lasten bij de berekening van de voorziening waren voorzien. Pensioenrechten waardeoverdrachten De met waardeoverdrachten samenhangende toevoeging en onttrekking aan de technische voorziening worden in de rekening van baten en lasten opgenomen op het moment van overdracht van de pensioenverplichtingen. Wijziging actuariele grondslagen Het effect van wijzigingen in de actuariële grondslagen op de technische voorziening wordt ultimo verslagperiode in de rekening van baten en lasten opgenomen. Pensioenuitkeringen Pensioenuitkeringen worden in de rekening van baten en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Herverzekeri ngen Herverzekeringspremies en herverzekeringsuitkeringen worden in de rekening van baten en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Winstaandelen worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarin zij bekend worden. Kosten Kosten worden ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarop zij betrekking hebben.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten. Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. Onder liquide middelen worden verstaan banktegoeden die niet het karakter hebben van beleggingen.
51
ê0 Stichting Pensioenfonds
•
• .. Equens Toelichting op de balans (bedragen in duizenden euro’s)
Activa 1
Vastgoed
Totaal
2014
2013
9.888
8.458
Het pensioenfonds heeft belegd in aandelen in een niet-beursgenoteerd beleggingsfonds, dat indirect voornamelijk belegt in infrastructuur. De samenstelling van de onderliggende portefeuille naar regio is als volgt: 2014
2013
Verenigd Koninkrijk Overig Europa Canada Australië
8.458 207 1.223
5.244 1.860 423 931
Totaal
1.223
8.458
2014
2013
Beursgenoteerde aandelenfondsen Niet-beursgenoteerde aandelenfondsen
38.728 11.728
21,621 9.650
Totaal
50.456
31.271
2
-
Aandelen
De onderliggende portefeuille van de aandelenbeleggingsfondsen bestaat volledig uit beursgenoteerde aandelen.
52
“0 Stichting Pensioenfonds • • Equens .. De onderliggende aandelenportefeuille kan als volgt worden gespecificeerd per sector: 2014
2013
9.145 8.944 3.972 2.500 5.214 4.448 5.244 2,169 6.228 1 .393 1.199
5.994 4.906 3.123 1.444 3.402 2.955 3.634 1.560 3.474 779
50.456
31.271
2014
2013
Europa Verenigde Staten en Canada Pacific inclusief Japan Overig
3.808 35.539 1 .637 9.472
3.406 22.512 2.730 2.623
Totaal
50.456
31.271
2014
2013
Beursgenoteerde obligaties Beursgenoteerde obligatiefondsen Niet-beursgenoteerde obligatiefondsen
171.210 8.085 4.023
161.969 12.580 27.085
Totaal
183.318
201.634
Financiële instellingen Informatietechnologie Energie Telecommunicatie Consument cyclisch Consument defensief Industrie Basismaterialen Gezondheidszorg Nutsbedrijven Overig Totaal
-
De samenstelling van de onderliggende portefeuille naar regio is als volgt:
3
Vastrentende waarden
Alle obligaties (inclusief de onderliggende obligaties van de obligatiebeleggingsfondsen) hebben een vaste rente.
53
•0 Stichting P e n S oe n to n d s Equens
De resterende looptijd gebaseerd op de contractuele aflossingsdata is als volgt:
Korter dan 5 jaar Vanaf5jaartotl0jaar Vanaf 10 jaar tot 20 jaar Vanaf 20 jaar tot 30 jaar Vanaf 30 jaar tot 40 jaar Langer dan 40 jaar Totaal
2014
2013
10.767 76.064 55.503 40.984
29.419 91.138 40.237 40.840
-
-
-
183.318
201.634
De kredietwaardigheid van de totale portefeuille kan als volgt worden weergegeven: 2014
2013
AAA-rating AA-rating A-rating BBB-rating Lagere rating dan BBB Geen rating
132.870 38.811 730 3.323 2.568 5.016
130.497 32.874 1.585 6.909 26.452 3.317
Totaal
183.318
201.634
2014
2013
Europa Verenigde Staten en Canada Pacific exclusief Japan Opkomende markten
153.630 2.392 19.211 8.085
137.542 18.832 22.796 22.464
Totaal
183.318
201.634
De samenstelling van de totale portefeuille naar regio is als volgt:
54
I0• Stichting Pensioenfonds • Equens •.
De volgende obligaties maken meer dan 5% uit van de totale portefeuille vastrentende waarden:
2014
2013
41.162 27.420 10.083
25.631 13.020
32.765 16.193 8.943 11.163 12.738 14.138 5.533
2014
2013
Kortlopend schatkistpapier Geldmarktfondsen Banktegoeden in rekening-courant
97.623 243.950 12.239
58.985 84.063 57.947
Totaal
353.812
200.995
Staatsobligaties Duitsland Staatsobligaties Nederland Staatsobligaties Luxemburg Staatsobligaties Finland Staatsobligaties Oostenrijk Obligaties Europese Unie Obligaties Europees Financieel Stabiliteitsfonds 4
-
-
Geldmarktbeleggingen
Onder geldmarktenfondsen en banktegoeden in rekening-courant is het als zekerheid voor derivaten met een positieve marktwaarde ontvangen collateral verminderd met het als zekerheid voor derivaten met een negatieve marktwaarde betaalde collateral van per saldo EUR 134.219 duizend (2013: EUR 36.943 duizend) opgenomen. De toename ten opzichte van vorig jaar wordt veroorzaakt door de gestegen (positieve) waarde van de interest rate swaps als gevolg van de daling van de marktrente. Van de banktegoeden in rekening-courant heeft een bedrag van EUR 1.185 duizend (2013: EUR 4.016 duizend) betrekking op saldi op margin accounts die worden aangehouden in verband met derivatenposities. De saldi op deze bankrekeningen staan niet ter vrije beschikking van het pensioenfonds. De volgende tegenpartijen geldmarktbeleggingen:
Duitsland (schatkistpapier) Nederland (schatkistpapier) BNP Paribas Kas Bank
maken
meer
dan
5%
uit
van
de
totale
portefeuille
2014
2013
42.814 54.809 1.505 9.546
58.985 -
40.711 12.875
55
ê0 Stichting • Pensioenfonds • •• Equens
5
Overige beleggingen
Commodityfondsen Hedgefondsen Totaal
2014
2013
8.345 8.351
9.054 8.031
16.696
17.085
Commodityfondsen zijn beleggingsfondsen die door middel van derivaten posities in een bepaald mandje grondstoffen (zoals olie of metalen) innemen. Hedgefondsen zijn beleggingsfondsen waarbij gebruik wordt gemaakt van een breed scala financiële instrumenten en beleggingsstrategieën met het doel om onder verschillende marktomstandigheden een (positief) rendement te behalen. 6
Derivaten
Derivaten met een positieve marktwaarde zijn als een actiefpost in de balans opgenomen en derivaten met een negatieve marktwaarde zijn onder de verplichtingen opgenomen. Activa
Passiva
Totaal
Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten
1.608 2.025 140.665
-1.698 -408 -14.030
-90 1.617 126.635
Totaal
144.298
-16.136
128.162
Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten
1.762 1.806 43.288
-194 -14.628
1.568 1.806 28.660
Totaal
46.856
-14.628
32.034
2014
2013
-
56
I0 Stichting Pensioenfonds • Equens •.
Het volgende overzicht geeft inzicht in de portefeuille derivaten per balansdatum:
Contractomvang
2014 Marktwaarde
Contractomvang
2013 Marktwaarde
32.298 77.310
58 1.510
Valutatermijncontracten Gekocht Verkocht
57.008 74.498
-90
Aandelenfutures Gekocht
50.520
1.617
41.900
1.806
Interest rate swaps Gekocht Verkocht
351.500 81.200
136.402 -13.161
231.500 81.200
36.330 -6.103
Obi igatiefutures Gekocht Verkocht
127.830 56.500
4.263 -869
163.610
-1.567
-
-
-
Valutatermijncontracten zijn in dit overzicht aangeduid als gekocht indien de positie in vreemde valuta’s long is en de positie in euro’s short is. Valutatermijncontracten zijn aangeduid als verkocht indien de positie in euro’s long is en de positie in vreemde valuta’s short is. Als gekocht aangeduide interest rate swaps zijn zogenoemde receiver swaps, waarbij een vaste rente wordt ontvangen en een variabele rente wordt betaald. Als verkocht aangeduide interest rate swaps zijn zogenoemde payer swaps, waarbij een vaste rente wordt betaald en een variabele rente wordt ontvangen. De valutatermijncontracten zijn voornamelijk afgesloten met het doel om het valutarisico af te dekken. Door middel van de interest rate swaps wordt het rentemismatchrisico afgedekt. De aandelenfutures betreffen aandelenindexfutures. De obligatiefutures betreffen futures op fictieve staatsobligaties. Door middel van de futures wordt op efficiënte wijze een long positie of een short positie in de onderliggende waarden ingenomen. Deze derivatencontracten zijn afgesloten in het kader van de rendementsdoelstelling. De waardeveranderingen van de futures worden dagelijks afgerekend, zodat de waarde per balansdatum ongeveer nihil bedraagt. De valutatermijncontracten en interest rate swaps zijn niet-beursgenoteerde contracten. De aandelenfutures en obligatiefutures zijn beursgenoteerde contracten. De valutatermijncontracten en futures hebben een looptijd korter dan een jaar.
57
I0 • • •
Stichting Pensioenfonds Equens
De portefeuille interest rate swaps is als volgt samengesteld naar looptijden:
Looptijd tot maart 2030 Looptijd tot januari 2035 Looptijd tot november 2037 Looptijd tot juli2038 Looptijdtotseptember2o39 Looptijd tot augustus 2044 Looptijd tot januari 2050 Looptijd tot september 2050 Looptijd tot februari 2051 Looptijd tot juli 2054 Looptijd tot augustus 2054 Looptijd tot maart 2057 Looptijd tot januari 2060 Looptijd tot april 2064 Looptijd tot augustus 2064 Looptijd tot oktober 2064 Totaal receiverswaps Looptijd Looptijd Looptijd Looptijd Looptijd
tot tot tot tot tot
februari 2015 maart 2020 november 2038 april 2041 december 2043
Totaal payerswaps
Contractomvang
2013 Marktwaarde
6.105 14.717 3.226 15.731 23.411 6.018 6.056 16.520 3.273 4.310 3.795 3.269 22.999 3.059 2.990 923
15.000 29.000 16.500 20.500 41.000
2.796 6.598 -1.172 8.802 10.176
-
-
9.000 56.000 5.000
2.407 -2.573 1.229
-
-
351.500
Contractomvang
2014 Marktwaarde
15.000 29.000 16.500 20.500 41.000 45.000 9.000 56.000 5.000 18.500 24.000 10.000 29.500 8.000 16.000 8.500
-
-
10.000 29.500
-517 8.584
-
-
-
-
-
-
136.402
39.500
8.067
35.000 25.000 6.000 5.200 10.000
-776 -4.353 -1.692 -3.207 -3.133
35.000 25.000 6.000 5.200 10.000
-1.504 -3.232 27 -1.418 24
81.200
-13.161
81.200
-6.103
58
• Stichting Pensioenfonds • Equens •.
De totale portefeuille interest rate swaps kan als volgt worden geanalyseerd naar looptijden: Receiver swaps ContractMarktomvang waarde
Payer swaps ContractMarktomvang waarde
Netto positie ContractMarktomvang waarde
2014 Korter dan 5 jaar Vanaf 5 jaar tot 10 jaar Vanaf 10 jaar tot 20 jaar Vanaf20jaartot30jaar Vanaf 30 jaartot40 jaar Langer dan 40 jaar
Totaal
-
-
-
-
15.000 152.000 112.500 72.000
6.105 63.102 33.954 33.241
351.500
136.402 136.402
35.000 25.000
-777 -4.353
-
-
21.200 -
-8.031 -
-
-35.000 -25.000 15.000 130.800 112.500 72.000
-777 -4.353 6.105 55.071 33.954 33.241
21.200
-8.031
270.300
35.000 25.000
-1.504 -3.232
-
-
21.200
-1.367
-
-
-
-
-35.000 -25.000 15.000 85.800 70.000 39.500
-1.504 -3.232 2.796 23.036 1.063 8.068
150.300
30.227
123.241
2013 Korter dan 5 jaar Vanaf5jaartot 10 jaar Vanaf 10 jaar tot 20 jaar Vanaf20jaartot 30 jaar Vanaf 30 jaartot40 jaar Langer dan 40 jaar
15.000 107.000 70.000 39.500
2.796 24.403 1.063 8.068
Totaal
231.500
36.330
-
-
-
21.200
-1.367
De volgende tegenpartijen maken meer dan 5% uit van de totale (positieve) marktwaarde:
Goldman Sachs Barclays Bank Royal Bank of Scotland UBS
2014
2013
16.064 26.116 57.610 23.450
4.420 13.350 22.942 -
Voor derivatencontracten met een positieve marktwaarde is zekerheid verkregen in de vorm van cash collateral tot een bedrag van totaal EUR 134.219 duizend (2013: EUR 40.712 duizend). Voor derivatencontracten met een negatieve marktwaarde was ultimo 2013 cash collateral gestort tot een bedrag van EUR 3.769 duizend.
59
I0 Stichting Pensioenfonds
• • •
7
Equens
Herverzekeringsdeel technische voorziening 2014
2013
Garantiecontracten
218
215
Totaal
218
215
2014
2013
Balanswaarde begin van het jaar Rentetoevoeging Wijziging rekenrente Uitkeringen herverzekering Wijziging actuariële grondslagen Overige mutaties
215 1 21 -25 -2 8
256 1 -4 -34
Balanswaarde eind van het jaar
218
-4
De mutaties kunnen als volgt worden weergegeven:
-
-4
De garantiecontracten betreffen twee aflopende herverzekeringscontracten met betrekking tot De nominale partnerpensioen. en ouderdomspensioen uitkeringen (ingegane) pensioenverplichtingen zijn herverzekerd, zodat de indexering van de pensioenen voor rekening van het pensioenfonds is. Het beleggingsrisico en de verzekeringstechnische risico’s zijn volledig overgedragen. Het herverzekeringsdeel technische voorziening heeft voor het grootste deel een langlopend karakter. 8
Vorderingen en overlopende activa 2014
2013
Werkgever Herverzekeraar
169
30 558
Totaal vorderingen pensioenen
169
-
588
Vorderingen uit hoofde van gestort collateral Overige vorderingen en overlopende activa
22
3.769 24
Totaal vorderingen beleggingen
22
3.793
191
4.381
Totaal
-
60
$0 Stichting P e n s io e n to n d s Equens
De vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. 9
Liquide middelen
Liquide middelen worden onderscheiden van banktegoeden die het karakter hebben van beleggingen of direct beschikbaar zijn om te worden belegd. Deze posten zijn begrepen in vastrentende waarden. 2014
2013
Banktegoeden in rekening-courant
8.135
7.122
Totaal
8.135
7.122
De liquide middelen zijn vrij opeisbaar.
Passiva 10 Stichtingskapitaal en reserves Overige reserves 2014
2013
Stand begin van het jaar Resultaat
49.296 59.373
55.246 -5.950
Stand eind van het jaar
108.669
49.296
De vermogenspositie wordt toegelicht in de risicoparagraaf op pagina 67 tot en met 72. 11 Technische voorziening voor risico pensioenfonds
Aantal
2014 Bedrag
Aantal
2013 Bedrag
Actieve en arbeidsongeschikte deelnemers Gewezen deelnemers Ingegane pensioenen
761 1.495 599
170.330 173.463 148.881
793 1.505 556
134.540 142.387 123.251
Totaal pensioenuitkeringen Administratiekosten en excassokosten
2.855
492.674 13.792
2.854
400.178 11 .170
Totaal
2.855
506.466
2.854
411.348
61
I0 • •
Stichting Pensioenfonds Equens ..
De waarde van de technische voorziening naar resterende looptijd is als volgt: 2014
2013
Korter dan 1 jaar Vanaf 1 jaar tot 5 jaar Vanaf5jaar tot 10 jaar Vanaf 10 jaar tot 20 jaar Vanaf 20 jaar tot 30 jaar Vanaf 30 jaar tot 40 jaar Langer dan 40 jaar
9.074 37.973 58.631 152.672 140.077 76.430 31.609
9.069 40.249 58.626 129.124 102.007 52.191 20.082
Totaal
506.466
411.348
2014
2013
Stand begin van het jaar Pensioenopbouw actieve deelnemers Opslag voor pensioenuitvoeringskosten Inkomende individuele waardeoverdrachten Uitgaande individuele waardeoverdrachten Rentetoevoeging Wijziging rekenrente Toeslagen Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging actuariële grondslagen Actuariële resultaten Overige mutaties
411.348 10.006 260 81 -1.809 1.549 95.442
423.554 10.929 300 185 -202 1.505 -15.552
-
-
-8.704 -243 196 -1.648 -12
-8.736 -244
Stand eind van het jaar
-10.411
-391
De mutaties in de voorziening zijn als volgt:
-
-350 -41
Uit de door DNB vastgestelde en gepubliceerde rentetermijnstructuur ultimo 2014 kan voor het pensioenfonds een gemiddelde rekenrente van 2,0% worden afgeleid. Ultimo 2013 was de afgeleide rekenrente 2,8%. De pensioenrechten van de actieve deelnemers, de premievrije pensioenrechten van de gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen van de pensioengerechtigden zijn per 1januari2015 en per 1januari 2014 niet verhoogd.
62
ê0 • •
Stichting Pensioenfonds Equens
12
Schulden en overlopende passiva 2014
2013
Herverzekeraar Waardeoverdrachten Pensioenuitkeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden en overlopende passiva
9 65 91 200 167
202 227
Totaal schulden en overlopende passiva pensioenen
532
429
Schulden uit hoofde van ontvangen collateral Overige schulden en overlopende passiva
134.219 990
40.712 1.410
Totaal schulden en overlopende passiva beleggingen
135.209
42.122
Totaal
135.741
42.551
De schulden hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
Overige informatie Beleggingen De totale beleggingsportefeuille bedraagt EUR 607.145 duizend (2013: EUR 453.148 duizend) en is als volgt samengesteld:
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Geldmarktbeleggingen Overige beleggingen Derivaten activa Derivaten passiva Vorderingen Schulden Totaal
2014
2013
9.888 50.456 183.318 353.812 16.696 144.298 -16.136 22 -135.209
8.458 31.271 201.634 200.995 17.085 46.856 -14.822 3.793 -42.122
607.145
453.148
63
0• • •.
Stichting Pensioenfonds Equens
Marktwaarde beleggingen De marktwaarde wordt vastgesteld op basis van directe marktnoteringen, wordt afgeleid van directe marktnoteringen of wordt benaderd door middel van waarderingsmodelien en -technieken. Van directe marktnotering is sprake indien beleggingen worden verhandeld op één of meer actieve openbare markten. Indien de waardering van beleggingen wordt afgeleid van directe marktnoteringen, worden de beleggingen gewaardeerd op basis van een model, waarbij alle inputvariabelen zijn gebaseerd op marktnoteringen. In geval van over-the-counter derivaten betreffen deze variabelen onder meer interbancaire rentecurves, swaprentes en valutakoersen. Hiertoe worden ook gerekend participaties in niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen die beleggen in beursgenoteerde aandelen of obligaties. Indien de marktwaarde van beleggingen wordt vastgesteld door middel van waarderingsmodeilen en waarderingstechnieken, worden de inputvariabelen geschat door externe deskundigen in verband met het ontbreken van openbare marktgegevens.
Directe markt-notering
Afgeleide marktnotering
Waarderingsmodellen en -technieken
Totaal
2014 Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Geldmarktbeleggingen Overige beleggingen Derivaten activa Derivaten passiva
9.888 38.728 179.295 109.862 8.345 2.025 -408
11.728 4.023 243.950 8.351 142.273 -15.728
Totaal
347.735
394.597
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Geldmarktbeleggingen Overige beleggingen Derivaten activa Derivaten passiva
8.458 21.621 174.549 116.932 9.054 1.806 -2.263
9.650 27.085 84.063 8.031 45.050 -12.559
Totaal
330.157
161.320
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9.888 50.456 183.318 353.812 16.696 144.298 -16.136 742.332
2013 -
-
-
-
-
-
-
-
-
8.458 31.271 201.634 200.995 17.085 46.856 -14.822 491.477
64
*0 StIchtIng Pensioenfonds • •. Equens
Mutaties beleggingen De mutaties in de portefeuilles vastgoed, aandelen, vastrentende waarden en overige beleggingen zijn als volgt: Vastgoed
Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
Totaal
8.458
31.271
201.634
17.085
258.448
207 1.223
39.315 -27.980 7.850
94.373 -138.640 26.570 -619
15.943 -14.161 -2.171
149.838 -180.781 33.472 -619
1.223
50.456
183.318
16.696
260.358
8.385
11.738
211.089
21.087
252.299
191 -118
27.200 -10.843 3.176
181.854 -177.581 -12.696 -1.032
13.469 -14.930 -2.541
222.714 -203.354 -12.179 -1.032
-118
31.271
201.634
2014 Balanswaarde begin van het jaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Verandering lopende rente Balanswaarde eind van het jaar
-
2013 Balanswaarde begin van het jaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen Verandering lopende rente Balanswaarde eind van het jaar
-
17.085
258.448
Geldmarktbeleggingen en derivaten zijn niet in dit overzicht opgenomen. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Langlopende contracten Het pensioenfonds heeft een herverzekeringsovereenkomst afgesloten ter dekking van het risico van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het overlijdensrisico voor de periode tot en met 31 december 2017. De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt ongeveer EUR 700 duizend (2013: ongeveer EUR 200 duizend). Het pensioenfonds heeft een overeenkomst betreffende pensioenuitvoering afgesloten voor onbepaalde tijd met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. De totale verplichting voor de minimaal resterende looptijd bedraagt EUR 180 duizend (2013: EUR 229 duizend).
65
• •
Stichting Pensioenfonds Equens
Achterstand toeslagverlening De door actieve deelnemers opgelopen achterstand ten opzichte van de loonindex heeft betrekking op de volgende jaren: Jaar 1januari2014 1januari2013 1januari2012 1januari 2011 1januari 2010 1 januari 2009
Loonindex
Toegekend
Verschil
1,75% 1,75% 1,90% 125% 2,97% 3,25%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,74% 0,00%
1,75% 1,75% 1,90% 125% 2,23% 3,25%
De door gewezen deelnemers en pensioengerechtigden opgelopen achterstand ten opzichte van de prijsindex heeft betrekking op de volgende jaren: Jaar 1januari2015 1januari2014 1januari 2013 1januari 2012 1januari 2011 1januari 2010 1 januari 2009
Prijsindex
Toegekend
Verschil
1,10% 1,56% 2,91% 2,61% 1,57% 0,70% 2,80%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,18% 0,00%
1,10% 1,56% 2,91% 2,61% 1,57% 0,52% 2,80%
Jaarlijks neemt het bestuur een besluit over de toeslagverlening, inclusief de inhaal van de ontstane indexeringsachterstand. Overige voorwaardelijke verplichtingen De hiervoor genoemde overeenkomst betreffende pensioenuitvoering is ingegaan per 1januari 2014. In de overeenkomst is bepaald dat, indien de overeenkomst binnen vijf jaar op initiatief van de opdrachtgever wordt beëindigd, onder bepaalde voorwaarden een additionele vergoeding ter grootte van maximaal EUR 219 duizend in rekening wordt gebracht. De verschuldigde vergoeding wordt vastgesteld naar rato van het niet voltooide deel van de bedoelde periode van vijf jaar.
66
0 Stichting P e n S i 0e n to n d s
Equens Risicobeheer In het bestuursverslag worden de belangrijke risico’s die het pensioenfonds loopt besproken en wordt ingegaan op het beleid dat wordt gevoerd om deze risico’s te beheersen. In deze paragraaf van de jaarrekening worden voornamelijk de financiële risico’s beschreven en gekwantificeerd. Het belangrijkste risico van het pensioenfonds is het solvabiliteitsrisico. Dit is het risico dat het fonds op lange termijn de pensioenverplichtingen niet kan nakomen. De solvabiliteit wordt gemeten aan de hand van het verschil tussen het aanwezig eigen vermogen en het vereist eigen vermogen. Daarnaast wordt de dekkingsgraad als solvabiliteitsratio gehanteerd. Door middel van een ALM studie kan inzicht worden verkregen in de toekomstige ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico. In een ALM-studie wordt integraal gekeken naar het financieringsbeleid, het toeslagenbeleid en het strategische beleggingsbeleid. Het vereist eigen vermogen wordt in beginsel berekend op basis van een scenarioanalyse zoals gebruikt in de standaardmethode voor de solvabiliteitstoets van DNB. Dit scenario geeft een schatting van het neerwaartse risico bij een horizon van één jaar met een betrouwbaarheidsniveau van 97,5%. Dit betekent dat het vereist eigen vermogen zodanig wordt berekend dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen een termijn van één jaar de waarde van de nettoactiva lager is dan de waarde van de pensioenverplichtingen. Het vermogensoverschot bedraagt EUR 49.788 duizend (2013: EUR 6.522 duizend):
Vereist eigen vermogen Aanwezig eigen vermogen Surplus
2014
2013
58.881 108.669
42.774 49.296
49.788
6.522
Het weergegeven vereist eigen vermogen is de hoogste van het vereist eigen vermogen berekend op basis van de feitelijke beleggingsportefeuille en het vereist eigen vermogen op basis van de strategische beleggingsportefeuille. Het vereist eigen vermogen ultimo verslagjaar van EUR 58.881 duizend is bepaald op basis van de feitelijke beleggingsportefeuille. Het vereist eigen vermogen ultimo 2013 van EUR 42.774 duizend is gebaseerd op de strategische belegg ingsportefeu i 11e. De nominale dekkingsgraad is de verhouding tussen de nettoactiva en de technische voorziening voor risico pensioenfonds. De nominale dekkingsgraad bedraagt ultimo 2014 121,5% (2013: 112,0%). De met het vereist eigen vermogen overeenkomende nominale dekkingsgraad bedraagt 111,6% (2013: 110,4%). Het minimaal vereist eigen vermogen komt overeen met een dekkingsgraad van 104,2% (2013: 104,3%) en bedraagt EUR 21.275 duizend (2013: EUR 17.571 duizend).
67
0 • • •
Stichting Pensioenfonds Equens ..
De ontwikkeling van de nominale dekkingsgraad in kan als volgt worden geanalyseerd:
Dekkingsgraad begin van het jaar Premies Pensioenuitkeringen Resultaat beleggingen en verplichtingen Wijziging rekenrente technische voorziening Toeslagverlening pensioenrechten Wijziging actuariële grondslagen Overig Kruiseffecten Dekkingsgraad eind van het jaar
2014
2013
112,0% -0,1% 0,3% 36,9% -21,1% 0,0% 0,0% 0,0% -6,5%
113,0% -0,6% 0,0% -4,7% 4,3% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
121,50%
112,00%
De dekkingsgraad is in 2014 sterk verbeterd. De daling van de marktrente heeft per saldo een positief effect op de dekkingsgraad gehad. Het effect van de gedaalde marktrente op de voor de discontering van de pensioenverplichtingen gehanteerde rekenrente (rentetermijnstructuur DN B) wordt gedempt door de driemaandsmiddeling en de UFR-methodiek. Het voor de dekkingsgraad positieve effect van de gedaalde marktrente op de waarde van de portefeuille langlopende obligaties en interest rate swaps is groter dan het voor de dekkingsgraad negatieve effect van de lagere rekenrente op de waardering van de pensioenverplichtingen. Per 1januari 2015 is het nieuwe Besluit financieel toetsingkader (nFTK) van kracht. Dit heeft gevolgen voor de waardering van de technische voorziening en daarmee voor het aanwezig eigen vermogen. Verder heeft het nFTK gevolgen voor de dekkingsgraad en het vereist eigen vermogen. In de rentetermijnstructuur DNB is niet langer sprake van driemaandsmiddeling van de marktrente. De methodiek van de UFR is (vooralsnog) ongewijzigd. De verandering resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met 5,9 procentpunten tot 115,6%. Verder wordt met de invoering van het nFTK de zogenoemde beleidsdekkingsgraad geïntroduceerd, gedefinieerd als de gemiddelde nominale dekkingsgraad van de laatste 12 maanden. De beleidsdekkingsgraad per 1januari 2015 bedraagt 116,6%. Daarnaast zijn de regels ter bepaling van het vereist eigen vermogen in de standaardmethode voor de solvabiliteitstoets van DNB verzwaard. Het vereist eigen vermogen per 1januari 2015 op basis van het nFTK komt overeen met een dekkingsgraad van 113,1%. Het solvabiliteitsrisico wordt hierna toegelicht aan de hand van de in de solvabiliteitstoets van DNB onderkende risico’s. Met uitzondering van het operationele risico, worden deze risico’s aangemerkt als financiële risico’s.
68
Stichting • Pensioenfonds • Equens •. Rentemismatchrisico Rentemismatchrisico is het verschil in rentegevoeligheid tussen de beleggingen en de technische voorziening. Door afdekking van dit risico is de vermogenspositie van het pensioenfonds minder gevoelig voor de ontwikkeling van de marktrente. Het rentemismatchrisico wordt voor een deel beperkt door belegging in obligaties met een relatief lange rentevastperiode. Het rentemismatchrisico wordt verder afgedekt door middel van interest rate swaps. De effectiviteit van de afdekking door middel van omvang en samenstelling van de obligatieportefeuille en interest rate swaps tezamen bedraagt ultimo 2014 ongeveer 129% (2013: ongeveer 91%). Hierbij moet worden opgemerkt dat toepassing van de UFR-methodiek voor de discontering van de technische voorziening een positief effect heeft op dit percentage. Bij hantering van de marktrente voor zowel de obligaties, de interest rate swaps als de technische voorziening bedraagt de effectiviteit van de afdekking ultimo 2014 ongeveer 97% (2013: ongeveer 85%). De rentegevoeligheid kan worden gemeten aan de hand van de modified duration. Dit is de met de contante waarde van rente en aflossing gewogen gemiddelde looptijd in jaren. De duration mismatch is het verschil tussen de duration van de pensioenverplichtingen en de naar omvang (ten opzichte van de pensioenverplichtingen) gewogen duration van de vastrentende waarden. De modified duration van de portefeuille vastrentende waarden, de rentederivaten en de technische voorziening en de duration mismatch zijn als volgt:
Vastrentende waarden Rentederivaten Vastrentende waarden inclusief rentederivaten Technische voorziening
2014
2013
7,2 23,4 21,9 20,2
7,8 23,2 13,3 18,3
Een daling van de nominale marktrente met 1,0 procentpunt resulteert in een stijging van de nominale dekkingsgraad met afgerond 4 procentpunten (2013: daling afgerond 2 procentpunten). Een stijging van de nominale marktrente met 1,0 procentpunt resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met afgerond 3 procentpunten (2013: stijging afgerond 3 procentpunten). Ultimo verslagjaar is de effectiviteit van de renteafdekking groter dan 100%, terwijl deze ultimo 2013 kleiner dan 100% was. Hiervoor is ervan uitgegaan dat de marktrente voor alle looptijden in gelijke mate stijgt of daalt. Er kan echter sprake zijn van verschillen in de rentebeweging voor verschillende looptijden. De lange rente kan bijvoorbeeld sterker stijgen of dalen dan de korte rente. Veranderingen in de rentecurve worden niet gemeten aan de hand van de modified duration, maar hebben wel invloed op de rentemismatch. Vastgoedrisico en aandelenrisico Vastgoedrisico is het risico dat de waarde van vastgoed en vastgoedaandelen verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Informatie over de spreiding van de portefeuille naar sector en regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost vastgoed. De portefeuille vastgoed maakt ongeveer 2% (2013: ongeveer 2%) uit van de totale beleggingen. Een
69
0 • •
Stichting Pensioenfonds Equens ..
waardedaling van deze beleggingen met 25% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met afgerond 1 procentpunt (2013: afgerond 1 procentpunt). Een waardestijging met 25% daarentegen resulteert in een verbetering van de nominale dekkingsgraad met afgerond 1 procentpunt (2013: afgerond 1 procentpunt). Aandelenrisico is het risico dat de waarde van aandelen verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Informatie over de spreiding van de portefeuille naar sector en regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost aandelen. De aandelenportefeuille (inclusief het onder overige beleggingen opgenomen hedgefonds) maakt ongeveer 8% (2013: ongeveer 8%) uit van de totale beleggingsportefeuille. Een waardedaling met 25% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met afgerond 3 procentpunten (2013: afgerond 3 procentpunten). Een waardestijging met 25% daarentegen resulteert in een verbetering van de nominale dekkingsgraad met afgerond 3 procentpunten (2013: afgerond 3 procentpunten). Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van beleggingen verandert als gevolg van veranderingen in valutakoersen. De valutapositie (uitgedrukt in euro’s) kan als volgt worden geanalyseerd: Totaal beleggingen
Valutaderivaten
Netto positie
Amerikaanse dollar Japanse yen Britse pond Overige valuta’s
36.000 2.326 11.772 19.956
5.803 -2.055 -10.593 -10.645
41.803 271 1.179 9.311
Totaal
70.054
-17.490
52.564
Amerikaanse dollar Japanse yen Britse pond Overige valuta’s
39.360 1.123 10.121 23.005
-40.521 -10.356 7.468 -1.603
-1.161 -9.233 17.589 21.402
Totaal
73.609
-45.012
28.597
2014
2013
Het valutarisico op beleggingen in Amerikaanse dollars, Canadese dollars, Australische dollars, Japanse yens en Britse ponden wordt in beginsel afgedekt tegen de euro door middel van valutatermijncontracten. Posities in andere valuta’s van ontwikkelde landen en valuta’s van opkomende landen worden niet afgedekt.
70
%
• •
Stichting Pensioenfonds Equens
Commodityrisico Commodityrisico is het risico dat de waarde van commoditybeleggingen verandert als gevolg van veranderingen in de marktprijzen van desbetreffende (onderliggende) grondstoffen. Deze onder overige beleggingen opgenomen commodityfondsen maken ongeveer 1% (2013: ongeveer 2%) uit van de beleggingen. Een waardedaling van het totale onderliggende mandje commodities met 25% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met afgerond 1 procentpunt (2013: afgerond 1 procentpunt). Een waardestijging van het onderliggende mandje commodities met 25% resulteert in een verbetering van de nominale dekkingsgraad met afgerond 1 procentpunt (2013: afgerond 1 procentpunt). Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen aan het pensioenfonds of de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds participeert niet nakomen. Informatie over de kredietwaardigheid van de portefeuille op basis van credit ratings en over de spreiding van de portefeuille naar sector en regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost vastrentende waarden. Ongeveer 72% (2013: ongeveer 65%) van de totale portefeuille vastrentende waarden heeft de hoogste rating AAA. Voor derivatenposities met een positieve marktwaarde is zekerheid verkregen in de vorm van cash collateral. Verzekeringstechnisch risico Het belangrijkste verzekeringstechnisch risico is het langlevenrisico. Dit is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld bij de vaststelling van de premie en de berekening van de technische voorziening. Door toepassing van de AG-prognosetafels 2014 met correcties voor ervaringssterfte wordt rekening gehouden met een toekomstige verbetering van de levensverwachting. Het risico van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en het overlijdensrisico zijn herverzekerd. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat onvoldoende liquide middelen beschikbaar zijn om op korte termijn aan de verplichtingen (voornamelijk de pensioenuitkeringen) te kunnen voldoen. Dit risico is onder normale omstandigheden nagenoeg afwezig, omdat de pensioenuitkeringen nog langdurig kunnen worden voldaan uit de ontvangen premies en directe beleggingsopbrengsten en bovendien nagenoeg de gehele beleggingsportefeuille bestaat uit liquide vermogenstitels. Dit neemt niet weg dat ingenomen derivatenposities kunnen leiden tot de contractuele verplichting tot bijstorting. Het liquiditeitsrisico wordt overeenkomstig het standaardmodel van DNB op nihil gesteld. Concentratierisico of van beleggingen een goede spreiding optreden als Concentratierisico kan pensioenverplichtingen ontbreekt. In het standaardmodel van DNB voor de bepaling van het vereist eigen vermogen is het concentratierisico gelijkgesteld aan nihil. Het pensioenfonds voldoet aan deze veronderstelling van een voldoende gediversifieerde beleggingsportefeuille en een voldoende evenwichtige demografische opbouw van de populatie. In de toelichting op de balanspost vastrentende waarden zijn de posten die meer dan 5% uitmaken van de totale portefeuille vermeld. Staatsleningen van Duitsland, Nederland en drie andere EMU-landen, leningen van de Europese Unie en leningen van het Europees Financieel Stabiliteitsfonds maken gezamenlijk ongeveer 64% (2013: ongeveer 50%) uit van de totale portefeuille vastrentende waarden. Van de
71
I0 • • •
Stichting Pensioenfonds Equens ..
totale geldmarktbeleggingen heeft ongeveer 28% (2013: ongeveer 29%) betrekking op de Duitse staat en de Nederlandse staat en ongeveer 3% (2013: ongeveer 27%) op een tweetal bankinstellingen. De actiefpost derivaten heeft voor ongeveer 85% (2013: ongeveer 87%) betrekking op vier (2013; drie) tegenpartijen. Voor de derivatenposities zijn voldoende zekerheden verkregen. Het concentratierisico wordt overeenkomstig het standaardmodel van DNB op nihil gesteld. Operationeel risico Het operationeel risico is het risico dat optreedt bij de uitvoering van de pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten, als gevolg van niet afdoende of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Dit risico wordt beperkt door de ISAE 3402-rapportages die het pensioenfonds van de diverse uitvoerders ontvangt. Het operationeel risico wordt overeenkomstig het standaardmodel van DNB op nihil gesteld. Actief risico Actief risico is het risico dat het rendement van een beleggingsportefeuille afwijkt van de voor deze beleggingsportefeuille gehanteerde benchmark. Op basis van een ALM-studie wordt een strategische beleggingsmix bepaald. Ter beoordeling van de relatieve beleggingsresultaten wordt voor de afzonderlijke beleggingscategorieën binnen de totale beleggingsportefeuille een benchmark bepaald, die worden geaggregeerd op porteteuilleniveau. Door middel van zowel actief beheer van de onderscheiden afzonderlijke beleggingsportefeuilles per assetcategorie (selectie van individuele vermogenstitels) als actief beheer van de totale portefeuille (afwijking van de strategische mix) wordt actief risico aangegaan. De benchmarkportefeuille dient dus als referentiekader voor de beoordeling van de relatieve beleggingsresultaten. Naast de in de solvabiliteitstoets van DNB onderkende risico’s wordt nog het toeslagrisico onderscheiden. Toeslagrisico De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. Het bestuur van het pensioenfonds stelt jaarlijks de toeslagen in relatie tot de loon- en prijsontwikkeling vast met inachtneming van de financiële positie van het pensioenfonds. Toeslagrisico is het risico dat de ambitie niet wordt gerealiseerd als gevolg van tegenvallend rendement op de beleggingen, tegenvallende loon- en prijsinflatie, daling van de marktrente en demografische ontwikkelingen. Sponsorrisico Sponsorrisico is het risico dat de sponsor stopt met de betaling van premies of een te laag bedrag doneert. Dit risico is onderkend in de RCSA. De beheersmaatregelen die het pensioenfonds heeft getroffen zijn het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst met de sponsor, het uitoefenen van toezicht op het correct uitvoeren daarvan door een verantwoordelijk bestuurslid, het jaarlijks toetsen van de financiële positie van Equens en het korten van de opbouw in geval van een lager ontvangen bedrag. Het discontinuiteitsrisico wordt nog met de directie van Equens besproken.
72
I0• •
Stichting Pensioenfonds
• .. Equens
Toelichting op de rekening van baten en lasten (bedragen in duizenden euro’s)
Baten en lasten pensioenactiviteiten 13 Premies 2014
2013
Werkgeversdeel Werknemersdeel FVP
10.525 814 247
10.286 774 27
Totaal
11.586
11.087
De totale jaarpremie (werkgeversdeel en werknemersdeel) bedraagt 22,5% (2013: 22,5%) van het pensioengevend inkomen van de gezamenlijke deelnemers. De premie is gebaseerd op het CDC systeem. Hierin is begrepen de premie die benodigd is voor de inkoop van extra pensioenrechten uit hoofde van de VPL-regeling van EUR 234 duizend (2013: EUR 248 duizend). Pensioenwet
bedraagt
2014
2013
Pensioenopbouw (inclusief excassokosten) Toeslagverlening Risicopremie arbeidsongeschiktheid en overlijden Opslag voor pensioenuitvoeringskosten (exclusief excassokosten) Solvabiliteitsopslag
9.239
10.749
732 366 1.036
636 610 911
Totaal
2.134
2157
De kostendekkende premie overeenkomstig artikel 130 EUR 11.373 duizend (2013: EUR 12.906 duizend).
van
de
De kostendekkende premie is als volgt samengesteld:
De kostendekkende premie wordt berekend op basis van de rentetermijnstructuur DNB ultimo vorig verslagjaar. De afgeleide gemiddelde marktrente voor de kostendekkende premie bedraagt 2,8% (2013: 2,5%). De feitelijke premie wordt jaarlijks getoetst aan een gedempte kostendekkende premie. Voor de bepaling van deze gedempte kostendekkende premie wordt een rekenrente van 4,3% (2013: 4,3%) gehanteerd.
73
I0 Stichting • Pensioenfonds • • Equens De gedempte kostendekkende premie bedraagt EUR 8463 duizend (2013: EUR 8.739 duizend) en is als volgt samengesteld:
Pensioenopbouw (inclusief excassokosten) Toeslagverlening Risicopremie arbeidsongeschiktheid en overlijden Opslag voor pensioenuitvoeringskosten (exclusief excassokosten) Solvabiliteitsopslag Totaal
2014
2013
6.652
6.951
-
-
682 366 763
576 610 602
1811
1788
De feitelijke premie is EUR 3.123 duizend (2013: EUR 2.348 duizend) hoger dan de gedempte kostendekkende premie. 14 Waardeoverdrachten Hieronder is opgenomen het saldo van inkomende bedragen uit hoofde van overgenomen overgedragen van hoofde uit bedragen uitgaande en pensioenverplichtingen pensioenverplichtingen. 2014
2013
In komende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten
78 -1.747
360 -411
Saldo
-1.669
-51
15 Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en partnerpensioen. De pensioenopbouw wordt berekend op basis van de rentetermijnstructuur DNB primo verslagjaar. 2014
2013
Pensioenopbouw actieve deelnemers Toekomstige pensioenuitvoeringskosten
10.006 260
10.929 300
Totaal
10.266
11.229
74
0 Stichting Pensioenfonds • Equens ••
16 Toeslagen Onder toeslagen is opgenomen de toegekende toeslagverlening op de pensioenrechten van de actieve deelnemers, de premievrije pensioenrechten van de gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen. 2014 Actieve deelnemers Gewezen deelnemers en pensioengerechtigden Totaal
2013
-
-
-
-
-
-
De pensioenrechten van de actieve deelnemers, de premievrije pensioenrechten van de gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen van de pensioengerechtigden zijn per 1januari 2015 en per 1januari 2014 niet verhoogd. 17 Rentetoevoeging technische voorziening De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur DNB per balansdatum. Aan de voorziening pensioenverplichtingen wordt rente toegevoegd op basis van de éénjaarsrente volgens deze rentetermijnstructuur primo verslagperiode.
Totaal
2014
2013
1.549
1.505
De in het verslagjaar aan de technische voorziening toegevoegde rente is gebaseerd op de éénjaarsrente van 0,4% (2013: 0,4%). 18 Wijziging rekenrente De waarde van de pensioenverplichtingen verandert onder invloed van veranderingen in de rekenrente.
Totaal
2014
2013
-95.442
15.552
De afgeleide rekenrente (driemaandsgemiddelde marktrente en ultimate forward rate) is in 2014 gedaald van 2,8% tot 2,0% en in 2013 gestegen van 2,5% tot 2,8%.
75
I0• Stichting Pensioenfonds
• •
..
Equens
19 Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De hieronder opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen en kosten van de verslagperiode. 2014
2013
Onttrekking pensioenuitkeringen Onttrekking pensioenuitvoeringskosten
8.704 243
8.736 244
Totaal
8.947
8.980
20 Pensioenrechten waardeoverdrachten Hieronder zijn opgenomen de toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van pensioenrechten met betrekking tot inkomende waardeoverdrachten en de onttrekking aan de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van pensioenrechten met betrekking tot uitgaande waardeoverdrachten. 2014
2013
Pensioenrechten inkomende waardeoverdrachten Pensioenrechten uitgaande waardeoverdrachten
-81 1 .809
-185 202
Saldo
1.728
17
21 Wijzigingen actuariële grondslagen De actuariële grondslagen zijn de uitgangspunten en veronderstellingen waarop de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is gebaseerd. Onder wijziging actuariële grondslagen is het effect van aanpassing van de bestandsgrondslagen, economische grondslagen en kostengrondslagen op de voorziening opgenomen. 2014 Overgang op prognosetafels AG 2014 Wijziging correctiefactoren
-196
Totaal
-196
2013 -
-
-
76
I0 • •
Stichting Pensioenfonds Equens
Ultimo 2014 is overgegaan op nieuwe generatietafels van het Actuarieel Genootschap. Hierop worden correcties toegepast in verband met hogere overlevingskansen van de populatie van het pensioenfonds ten opzichte van de overlevingskansen van de totale bevolking. De gehanteerde correctiefactoren zijn niet gewijzigd. 22 Overige mutaties technische voorziening Onder overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen zijn opgenomen: actuariële resultaten en mutaties in de pensioenverplichtingen die niet onder een ander hoofd zijn opgenomen. 2014
2013
Actuariële resultaten Overige mutaties
1 .648 12
350 41
Totaal
1.660
391
2014
2013
Kortlevenrisico Langlevenrisico
611 172
328 48
Sterfte, per saldo Arbeidsongeschiktheid Overig
783 575 290
376 62 -88
1648
350
2014
2013
Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Invaliditeitspensioen (WAO-hiaat)
7.602 1 .066 54 71
7.576 942 59 73
Totaal periodieke pensioenuitkeringen Totaal afkopen pensioenen
8.793 10
8.650 24
Totaal
8.803
8.674
De actuariële resultaten zijn als volgt samengesteld:
Totaal 23 Pensioenuitkeringen
77
ê,O • •
Stichting Pensioenfonds Equens
24 Herverzekeringen 2014
2013
Premies herverzekering Uitkeringen herverzekering Winstdeling herverzekering Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
-233 37 28 3
-211 131 579 -41
Totaal
-165
458
25 Pensioenuitvoeringskosten Dit betreft de kosten met betrekking tot de uitvoering van de pensioenregeling. De kosten van vermogensbeheer zijn hierin niet begrepen. De kosten van bestuur en financieel beheer worden toegerekend aan pensioenuitvoering en vermogensbeheer.
Kosten pensioenuitvoering Bestuurskosten Advies- en controlekosten Overige kosten Totaal v6ôr toerekening aan vermogen sbeheer Toegerekend aan vermogensbeheer Totaal
2014
2013
400 312 189 53
241 393 140 80
954 -345
854 -259
609
595
78
ê0• • •
Stichting Pensioenfonds Equens
Baten en lasten beleggingsactiviteiten 26 Beleggingsopbrengsten De beleggingsopbrengsten kunnen als volgt worden weergegeven: Dfrect
Indirect
Vastgoed Aandelen Vastrentendewaarden Geldmarktbeleggingen Overige beleggingen Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten Niet toegerekende kosten vermogensbeheer
432 607 4.864 128
1.223 7.850 26.570 587 -2.171 -4.688 1.511 113.627
Totaal
5.923
144.509
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Geldmarktbeleggingen Overige beleggingen Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten Niet toegerekende kosten vermogensbeheer
391 1.605 4.986 1.136
-118 3.176 -12.696 116 -2.541 3.435 6.267 -29.617
Totaal
5.245
Kosten
Totaal
2014
-
-
-
5.923
-1.174
1.655 8.457 30.296 715 -2.171 -4.688 1.511 119.550 -1 .174
-1.174
154.151
-
-
-1.138 -
-
-
-
-
2013
-
-
-
5.245
-31.978
-901
273 4.781 -8.575 1.252 -2.541 3.435 6.267 -24.372 -901
-901
-20.381
-
-
-865 -
-
-
-
-
De directe beleggingsopbrengsten betreffen rente en door beleggingsfondsen uitgekeerd dividend. De indirecte beleggingsopbrengsten betreffen waardeveranderingen inclusief valutakoersverschillen. De hiervoor weergegeven kosten van vermogensbeheer betreffen de rechtstreeks in rekening gebrachte kosten. De kosten die ten laste van beleggingsfondsen komen zijn hierin niet begrepen, maar zijn onderdeel van de waardeveranderingen. De ten laste van de beleggingsfondsen komende kosten kunnen worden onderscheiden in kosten van vermogensbeheer (vergoeding beheer beleggingen, bewaarloon en overige kosten) en transactiekosten. In de waardeveranderingen van derivaten zijn eveneens transactiekosten begrepen.
79
• Stichting Pensioenfonds • •. Equens
De direct in rekening gebrachte kosten van vermogensbeheer die niet zijn toegerekend aan de beleggingscategorieën, kunnen ais volgt worden gespecificeerd:
Totaal kosten van vermogensbeheer Toegerekende kosten bestuur en financieel beheer Totaal
2014
2013
829 345
642 259
1174
901
De niet rechtstreeks in rekening gebrachte kosten, die onderdeel zijn van de waardeveranderingen van de beleggingen, bedragen totaal EUR 474 duizend (2013: EUR 769 duizend). Dit betreffen de onderliggende kosten van vermogensbeheer van beieggingsfondsen. Deze kosten kunnen slechts door middel van schattingen worden vastgesteld. De totale kosten vermogensbeheer (exclusief transactiekosten) bedragen EUR 2.786 duizend (2013: EUR 2.535 duizend): 2014
2013
• toegerekend aan beleggingscategorieën
1.138
865
• niet toegerekend aan beleggingscategorieën
1.174
901
Totaal direct in rekening gebrachte kosten Onderliggende kosten beleggingsfondsen
2.312 474
1766 769
Totaal
2.786
2535
Direct in rekening gebrachte kosten:
De transactiekosten, die onderdeel zijn van de waardeveranderingen van de beleggingen, bedragen totaal EUR 1.063 duizend (2013: EUR 539 duizend). Deze kosten kunnen eveneens slechts door middel van schattingen worden vastgesteld.
Overige informatie Verbonden partijen De werkgever, de aangesloten onderneming en de bestuursleden worden aangemerkt als verbonden partijen. Met de werkgever en de aangesloten onderneming is een uitvoeringsovereenkomst inzake de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling gesloten.
80
*0 Stichting Pensioenfonds • • Equens .. Het pensioenfonds heeft geen leningen verstrekt aan bestuursleden en heeft ook anderszins geen vorderingen op bestuursleden. Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar de paragraaf Bezoldiging bestuurders hierna. Medewerkers Het pensioenfonds heeft geen personeel in dienst. Bezoldiging bestuurders De bestuurders van het pensioenfonds ontvangen geen bezoldiging. Bestuurders die in dienst zijn bij cle werkgever ontvangen evenmin een vacatievergoeding. Bestuurders die niet in dienst zijn bij de werkgever ontvangen een vaste maandelijkse vergoeding en een reiskostenvergoeding. Honorarium accountant De aan het verslagjaar toegerekende accountantshonoraria zoals bedoeld in artikel 382a Titel 9, Boek 2 BW bedragen totaal EUR 38 duizend (2013: EUR 42 duizend) en hebben volledig betrekking op de controle van de jaarrekening en de jaarstaten DNB. Belastingen Het pensioenfonds is op grond van de aard van de activiteiten vrijgesteld van belastingheffing voor de vennootschapsbelasting. Toezichthouder Er is geen sprake van door DNB genomen corrigerende maatregelen ingevolge artikel 96 van de Pensioenwet.
Amsterdam, 22 juni 2015 Aldus opgesteld door het bestuur,
de Jong
81
0• • •
Stichting Pensioenfonds Equens ..
Overige gegevens Statutaire regeling voor bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN. Het saldo moet uiteraard wel worden aangewend in overeenstemming met het doel van het fonds. Het voorstel voor de bestemming van het saldo van baten en lasten over 2014 is opgenomen onder de staat van baten en lasten.
Bestemming van het saldo van baten en lasten Het bestuur heeft besloten het saldo van baten en lasten over 2014 ten gunste te brengen van de algemene reserve.
Gebeurtenissen na balansdatum Per 1januari 2015 is het nieuwe Besluit financieel toetsingkader (nFTK) van kracht. Dit heeft gevolgen voor de waardering van de technische voorziening en daarmee voor het aanwezig eigen vermogen. Verder heeft het nFTK gevolgen voor de dekkingsgraad en het vereist eigen vermogen. In de rentetermijnstructuur DNB is niet langer sprake van driemaandsmiddeling van de marktrente. De methodiek van de UFR is (vooralsnog) ongewijzigd. De verandering resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met 5,9 procentpunten tot 115,6%. Verder wordt met de invoering van het nFTK de zogenoemde beleidsdekkingsgraad geïntroduceerd, gedefinieerd als de nominale dekkingsgraad van de laatste 12 maanden. De beleidsdekkingsgraad per 1januari 2015 bedraagt 116,6%. Daarnaast zijn de regels ter bepaling van het vereist eigen vermogen in de standaardmethode voor de solvabiliteitstoets van DNB verzwaard. Het vereist eigen vermogen per 1januari 2015 op basis van het nFTK komt overeen met een dekkingsgraad van 113,1%.
82
4ø •
Stichting Pensioenfonds
• Equens Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Equens te Utrecht is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2014. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: •
heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en
•
heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten, Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. Mijn oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat op balansdatum van toepassing was. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
83
• • •.
Stichting Pensioenfonds Equens
Oordeel De technische
voorzieningen
zijn,
overeenkomstig
de
beschreven
berekeningsregels
en
uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum tenminste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Equens is naar mijn mening voldoende. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen beperkt zijn. Het oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat tot en met 31 december 2014 van kracht was. Wij hebben geen informatie ontvangen betreffende de beleidsdekkingsgraad of vereist eigen vermogen zoals dat zal gelden onder nieuw Financieel Toetsingskader. Naar wij hebben begrepen is ook op basis van de vermogenspositie per 1januari 2015 volgens het nieuw Financieel Toetsingskader geen sprake van een vermogenstekort.
Amstelveen, 22 juni 2015
Drs. W. Hoekert AAG Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
84
I0 • •
Stichting Pensioenfonds
• Equens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Bestuur van Stichting Pensioenfonds Equens
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting Pensioenfonds Equens te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de rekening van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
85
“0 • Stichting Pensioenfonds • •. Equens
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Equens per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen lngevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en t BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amstelveen, 22 juni 2015 KPMG Accountants N.V.
F.M. van den Wildenberg RA
Error! Unknown document property name. Error! Unknown document property name.
Error! Unknown document property name. Error! Unknown document property name.
86
“0 •
•
Stichting Pensioenfonds
Equens
Actuariële analyse (bedragen in € x 1.000)
Jaar 1. Beleggingsopbrengsten Beleggingsresultaat direct Beleggingsresultaat indirect Kosten vermogensbeheer Rentetoevoeging technische voorzieningen Wijziging marktrente (RenteTermijnStructuur) Resultaat op Beleggingsopbrengsten 2. Pensioenopbouw (premie) Benodigd voor jaarinkoop. backservice Benodigd voor risicopremies arbeidsongeschiktheid Benodigd voor risicopremies overlijden Ontvangen premie (excIVPL) Betaalde premie risicoherverzekering In premie opgenomen kosten Resultaat op Pensioenopbouw (premie) 3. Wijziging uit hoofde van overdracht van pensioenaanspraken Inkomende waardeoverdrachten Benodigd voor de technische voorzieningen Ontvangen Uitgaande waardeoverdrachten Vrijval uit de technische voorzieningen Overgedragen Resultaat op overdracht van pensioenaanspraken 4. Uitvoeringskosten Vrijval voor kosten uit technische voorzieningen Toevoeging aan technische voorzieningen i.v.m. kostenvoorziening In premie begrepen bedrag directe kosten In premie begrepen bedrag toekomstige kosten Gemaakte uitvoeringskosten Resultaat op Pensioen uitvoeringskosten 5. Onttrekking voor pensioertuitkeringen Vrijgevallen uit de voorzieningen (exclusief excassokosten) Uitbetaalde pensioenen Resultaat op Pensioenuitkeringen
2014
2013
2014 11.744 143.580 -1.173 -1.549 -95.422 57.180
2013 10.477 -29.414 -835 -1 .505 15.552 -5.725
2014 -8.979 -431 -301 11.352 -233 -827 581
2013 -10.449 -421 -215 10.839 -212 -854 -1.312
2014
2013
-81 78
-185 360
1.809 -1.747 59
202 -411 -34
2014 243 -260 567 260 -609 201
2013 244 -300 554 300 -854 -56
2014 8.680 -8.766 -86
2013 8.736 -8.674 62
87
“0 Stichting • Pensioenfonds • •• Equens
(bedragen in € x 1.000)
6. Technische grondslagen Arbeidsongeschiktheid Resultaatdeling uhv risicoherverzekeraar of garantiecontract Ontvangen uitkering uhv risicoherverzekering of garantiecontract Benodigd wegens waargenomen nieuwe arbeidsongeschiktheid Veronderstelde arbeidsongeschiktheid (vrijval uit voorziening) Resultaat op Arbeidsongeschiktheid Sterfte (langlevenrisico) Werkelijke vrijval wegens feitelijk overlijden Risicopremie langlevenrisico Resultaat op Sterfte (langlevenrisico) Sterfte (kortlevenrisico) Risicopremie kortlevenrisico Werkelijke vrijval wegens feitelijk overlijden Benodigd door overlijden Resultaat op Sterfte (kortievenrisico) Sterfte (uhv risicoherverzekering of garantiecontract) Resultaatdeling uhv risicoherverzekeraar of garantiecontract Ontvangen uitkering uhv risicoherverzekering of garantiecontract Resultaat uhv risicoherverzekering of garantiecontract
2014
2013
0 0 144 431 575
0 28 62 421 511
2.140 -1 .966 174
1.690 -1 .642 48
1.335 585 -1.309 611
1.173 289 -1.134 328
28 0 28
21 103 124
296
-88
Resultaat op Technische grondslagen
1.684
923
7. Toeslagverlening Beschikbaar voor toeslagverlening uit premie Toeslagverlening Resultaat op Toeslagverlening
2014 0 12 12
2013 0 0 0
8. Andere mutaties Betaald aan herverzekering Benodigd door overgang naar nieuwe grondslagen Benodigd voor opvoer/m utatie voorziening uitvoeringskosten Ontvangen premie voor inhaalpensioen (VPL) Benodigd voor inkoop aanspraken voor inhaalpensioen (VPL) Overige mutaties en baten en lasten Resultaat op Andere mutaties
2014
2013
Resultaat op overige technische grondslagen
Resultaat
-197 234 -295 0 -258
248 -265 209 192
59.373
-5.950
88
• •.
Stichting Pensioenfonds Equens
Lijst met afkortingen ABTN: AFM: ALM: APF BW: BAC: CAO: CBS: CDC: DNB: ECB: ETF: FTK: EVP: HRM: ISAE MSCI OPF: PW: RCSA RTS: SLA SPE: SPO: STAR: TV: UFR: UPO: VC: VaR: VEP: VEV: VO: VPV: WAO: WO: Wvbp:
Actuariële en Bedrijfstechnische Nota Autoriteit Financiële Markten Asset Liability Management Algemeen Pensioenfonds Burgerlijk Wetboek Beleggingsadviescommissie Collectieve Arbeidsovereenkomst Centraal Bureau voor de Statistiek Collective Defined Contribution De Nederlandsche Bank Europese Centrale Bank Exchange Traded Fund Financieel Toetsingskader Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering Human Resource Management International Standards for Assurance Engagements Morgan Stanley Capital International Stichting Ondernemingspensioenfondsen Pensioenwet Risk Control Self Assesment Rentetermijnstructuur Service Level Agreement Stichting Pensioenfonds Equens Stichting Pensioenopleidingen Stichting van de arbeid Technische Voorziening Ultimate Forward Rate Uniform Pensioenoverzicht Visitatiecommissie Value at Risk Vereniging Pensioentrekkenden Equens Vereist Eigen Vermogen Verantwoordingsorgaan Voorziening Pensioenverplichting Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Waardeoverdracht Wet versterking bestuur pensioenfondsen
89