Reglement voor prepensioen van
Stichting Pensioenfonds EQUENS
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
Inhoudsopgave
Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Bijlage I Bijlage II Bijlage III
Definities .....................................................................................................1 Deelnemerschap ...........................................................................................2 Pensioenaanspraken ......................................................................................3 Pensioengrondslag.........................................................................................3 Pensioenjaren...............................................................................................4 Hoogte van het prepensioen............................................................................4 Vervroeging c.q. uitstel van de pensioendatum en deeltijdpensionering ..................5 Aanpassing van pensioenaanspraken wegens vervroegde of uitgestelde ingang........5 Scheiding.....................................................................................................6 Wijze van financiering ....................................................................................6 Kortingsbepaling ...........................................................................................7 Melding premieachterstand en dekkingstekort ....................................................7 Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid .....................................8 Toeslagenregeling .........................................................................................8 Uitbetaling van het prepensioen.......................................................................9 Informatieverstrekking...................................................................................9 Beëindiging van het deelnemerschap .............................................................. 10 Waardeoverdracht ....................................................................................... 10 Afkoop van pensioen.................................................................................... 11 Verzekeringen ............................................................................................ 12 In mindering te brengen uitkeringen............................................................... 12 Onvoorziene gevallen................................................................................... 12 Fiscale maximering...................................................................................... 12 Overgangsbepalingen................................................................................... 13 Inwerkingtreding......................................................................................... 13 ................................................................................................................ 14 ................................................................................................................ 15 ................................................................................................................ 16
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
Artikel 1
Definities
1. In dit reglement wordt verstaan onder: Fonds
:
"Stichting Pensioenfonds Equens”
Statuten
:
de statuten van het fonds
Bestuur
:
het bestuur van het fonds;
Werkgever
:
Equens SE.
Aangesloten onderneming
:
een vennootschap of een rechtspersoon die met instemming van het bestuur is aangesloten bij het fonds en met het fonds een uitvoeringsovereenkomst is aangegaan
Uitvoeringsovereenkomst
:
de overeenkomst tussen de werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming met het fonds over de uitvoering van de pensioenovereenkomst.
Pensioen Overeenkomst
:
hetgeen tussen de werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming en de werknemer is overeengekomen betreffende pensioen.
Werknemer
:
degene die in dienst is van de werkgever of een aangesloten onderneming waarmee het fonds een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten en is geboren op of ná 1 juli 1938 en vóór 1 januari 1964;
Parttimer
:
werknemer die met de werkgever een werktijd is overeengekomen die minder is dan de normale bij die functie behorende werktijd.
Deelnemer
:
degene die volgens de bepalingen van dit pensioenreglement deelnemer is.
Gewezen deelnemer
:
degene voor wie het deelnemerschap is geëindigd en die aanspraken op pensioen heeft krachtens dit pensioenreglement;
Pensioengerechtigde
:
Persoon voor wie op grond van deze pensioenregeling het pensioen is ingegaan.
Gepensioneerde
:
Degene voor wie op grond van dit pensioenreglement het standaard prepensioen is ingegaan;
De standaard prepensioendatum
:
de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 62e verjaardag bereikt;
De einddatum
:
de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de gepensioneerde (gewezen) deelnemer de 65e verjaardag bereikt;
Samenlevingsverband:
:
de gemeenschappelijk huishouding van de ongehuwde deelnemer en de ongehuwde partner die reeds een half jaar onafgebroken wordt gevoerd, zonder dat er sprake is van een geregistreerd partnerschap; deze gemeenschappelijke huidshouding moet blijken uit een bij notariële akte vastgelegd contract. Voor de toepassing van het pensioenreglement wordt de gemeenschappelijke huishouding geacht te zijn aangevangen op de datum van verlijden van de notariële akte en wordt deze geacht te zijn geëindigd: a. door opzegging van het contract bij notariële akte; b. door overlijden van de deelnemer of de partner; c. door huwelijk van de deelnemer en/of de partner; d. door feitelijke beëindiging van de gemeenschappelijke huishouding zonder dat opzegging in sub a heeft plaatsgevonden.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
1
Partner
:
Scheiding
echtgenoot, geregistreerde partner of een partner met wie de (gewezen) deelnemer een gezamenlijke huishouding voert. a. b. c.
beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of ontbinding van het huwelijk door scheiding van tafel en bed; beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden of vermissing; beëindiging van het samenlevingsverband anders dan door overlijden of huwelijk met de partner met wie de deelnemer een samenlevingsverband heeft.
Verzekeraar
:
een of meer door het bestuur, onder goedkeuring van de werkgever aangewezen levensverzekeringsmaatschappij(en) welke voldoet (voldoen) aan de vereisten zoals vermeld in de Pensioenwet
CAO
:
de CAO zoals die bij de werkgever geldt;
Basisregeling
:
de pensioenregeling van het fonds waarin het ouderdomspensioen ingaande op 65-jarige leeftijd en het nabestaanden- en wezenpensioen zijn bepaald (PR 1999).
Werknemerspremie
:
Het deel van de premie dat voor rekening komt van de werknemer.
Werkgeverspremie
:
Het deel van de premie dat voor rekening komt van de werkgever en de aangesloten onderneming.
Pijsindex
:
Het peil van de prijzen op 1 oktober van een jaar ten opzichte van 1 oktober van het jaar daarvoor. Deze index wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgesteld en gepubliceerd als “Consumentenprijsindex voor alle huishoudens”. Afronding vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig.
Loonindex
:
De procentuele stijging van de CAO-salarisschalen op 1 oktober van een jaar ten opzichte van 1 oktober van het jaar daarvoor. Afronding vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig.
WAO
:
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
WIA
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De WIA bestaat uit 2 delen te weten: a. de Regeling Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en b. de Regeling Werkhervatting gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA).
2. In dit reglement wordt voor de vrouwelijke deelnemer voor de woorden "deelnemer", "werknemer", "hij" en "zijn" gelezen de woorden "deelneemster", "werkneemster", "zij" en "haar".
Artikel 2
Deelnemerschap
1. a. deelnemer aan deze regeling wordt in het fonds opgenomen de werknemer die: in dienst was van de werkgever respectievelijk aangesloten onderneming op 31 december 2000 met een arbeidsovereenkomst; én deelnemer is in de basisregeling met uitzondering van degene die op 31 december 2000 arbeidsongeschikt was c.q. een uitkering ontving uit hoofde van een regeling voor vervroegde uittreding. Een gedeeltelijke arbeidsongeschikte deelnemer wordt uitsluitend voor het arbeidsgeschikte deel opgenomen; én de deelnemer die op 1-1-2006 in dienst is en geboren is vóór 1-1-1950 De deelname vangt aan op 1 januari 2001. Vanaf 1 januari 2001 treden geen nieuwe deelnemers toe.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
2
b.
2. Het a. b. c.
Met inachtneming van het bepaalde onder het tweede gedachtestreepje van sub a wordt als deelnemer tevens opgenomen de werknemer die op 31 december 2000 in dienst was van de werkgever met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, indien en zodra de arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De deelname vangt in dit geval aan op de eerste dag van de maand waarin deze omzetting plaatsvindt. deelnemerschap eindigt: bij overlijden van de deelnemer; op de standaard prepensioendatum; bij beëindiging van het dienstverband tussen de deelnemer en de werkgever respectievelijk aangesloten onderneming anders dan wegens vrijwillig uittreden als bedoeld in de CAO (VUT).
Artikel 3
Pensioenaanspraken
Het deelnemerschap geeft met inachtneming van de bepalingen van dit pensioenreglement aanspraak op prepensioen ten behoeve van de deelnemer. Dit is een tijdelijk ouderdomspensioen dat wordt uitgekeerd vanaf de standaard prepensioendatum tot de einddatum dan wel tot het einde van de maand waarin de gepensioneerde eerder komt te overlijden. In geval van verlaging van de pensioengrondslag van een deelnemer worden de op grond van deze prepensioenregeling opgebouwde pensioenaanspraken niet gewijzigd. In het geval van verlaging van de pensioengrondslag blijven de opgebouwde pensioenaanspraken behouden en worden deze pensioenaanspraken vastgesteld overeenkomstig artikel 17
Artikel 4
Pensioengrondslag
1. Voor elke deelnemer wordt voor de toepassing van het bepaalde in dit reglement een pensioengrondslag vastgesteld. De pensioengrondslag is gelijk aan het vaste jaarsalaris verhoogd met de vakantietoeslag en de 13e maand en, indien van toepassing, het variabel inkomen. Het a. b. c. d.
variabel inkomen bestaat uit: de in het vorige jaar verdiende beoordelingstoeslag; de in het vorige jaar uitbetaalde ploegentoeslag; de in het vorige jaar uitbetaalde bonus; het inkomen dat in het vorige jaar is uitbetaald op grond van de langere arbeidsduur boven het gemiddelde van 36 uur per week als genoemd in de CAO.
2. Voor een deelnemer voor wie ingevolge het bepaalde in artikel 13 recht op vrijstelling van premiebetaling bestaat wordt het maandsalaris gesteld op het laatst vastgestelde bedrag voor het moment waarop recht op premievrijstelling bestaat. Ingeval recht op gedeeltelijke premievrijstelling bestaat geldt het in dit lid bepaalde voor dat deel van de pensioengrondslag waarvoor de premievrijstelling is verleend. De pensioengrondslag wordt aangepast conform de loonindex. 3. Voor een deelnemer die een uitkering ontvangt uit hoofde van een regeling voor vrijwillig vervroegde uittreding (VUT-regeling) wordt de pensioengrondslag gesteld op het laatst geldende bedrag voor toetreding tot de VUT-regeling. De pensioengrondslag wordt aangepast conform de loonindex. 4. Bij samenloop van (gedeeltelijke) premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid of VUT met een actief dienstverband, wordt de pensioengrondslag gesteld op het gewogen gemiddelde van de conform de leden 2 of 3 vastgestelde bedragen en de conform lid 1 van dit artikel, met inachtneming van artikel 5 lid 4, vastgestelde bedragen. De weging vindt plaats naar rato van de parttimepercentages. De gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer wordt geacht werkzaam te zijn in een dienstverband met een parttimepercentage gelijk aan 100 verminderd met het volgens artikel 11 vastgestelde percentage premievrijstelling.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
3
Artikel 5
Pensioenjaren
1. De pensioenjaren zijn met inachtneming van het bepaalde in lid 4 de jaren vanaf de eerste dag van de maand waarin de deelname is aangevangen tot uiterlijk de standaard prepensioendatum. 2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 23 en lid 4 van dit artikel tellen eveneens mee de jaren vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer in dienst is getreden bij de werkgever tot aan de eerste dag van de maand waarin de deelname is aangevangen. 3. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 23 en lid 4 van dit artikel tellen eveneens mee de fictieve dienstjaren gelegen tussen de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer de 25-jarige leeftijd heeft bereikt en de in lid 2 bedoelde periode. 4. Voor deelnemers met een parttime dienstverband gelden de volgende aanvullende bepalingen: a. voor de bepaling van pensioengrondslag, en het pensioenpercentage wordt het maandsalaris gesteld op het maandsalaris dat voor de deelnemer bij werktijd volgens de CAO basis arbeidsduur zou gelden; b. voor de periode dat de deelnemer minder dan de CAO basis arbeidsduur heeft gewerkt worden de pensioenjaren voor een evenredig deel geteld. Hierbij wordt voor de toekomst uitgegaan van het laatstgeldende parttimepercentage. Onder parttimepercentage wordt in dit verband verstaan: de verhouding tussen het aantal overeengekomen uren werktijd per week en de CAO basis arbeidsduur. Het parttimepercentage wordt bij wijzigingen vastgesteld op de eerste van de maand volgend op de datum van wijziging van het parttimepercentage. 5. Het voor de pensioenberekening in aanmerking te nemen aantal pensioenjaren wordt na toepassing van het bepaalde in lid 4, afgerond op jaren en volle maanden. Hierbij worden gedeelten van maanden van minder dan 15 dagen verwaarloosd en gedeelten van maanden van 15 dagen en meer als een volle maand gerekend. Een maand wordt gesteld op 30 dagen.
Artikel 6
Hoogte van het prepensioen
1. Het prepensioen is gelijk aan 2,0271% x het aantal pensioenjaren x de pensioengrondslag. 2. a.
b.
c. d.
Indien op grond van het gestelde in artikel 9, lid 1 een of meerdere ex-partner(s) recht heeft (hebben) op een deel van het prepensioen op het leven van de (gewezen) deelnemer dan zal het jaarlijks prepensioen, zoals hiervoor berekend volgens lid 1, worden verminderd met het aan de ex-partner(s) toekomende deel (inclusief de toeslagen volgens artikel 14). Indien op grond van het gestelde in artikel 9, lid 1 een of meerdere ex-partner(s) recht heeft (hebben) op een deel van het prepensioen op het leven van de (gewezen) deelnemer dan zal het jaarlijks prepensioen, zoals hiervoor berekend volgens lid 1, worden verminderd met het aan de ex-partner(s) toekomende deel (inclusief de toeslagen volgens artikel 14). Na overlijden van de ex-partner wordt diens aanspraak op prepensioen weer toegevoegd aan het prepensioen van de betrokken (gewezen) deelnemer. Indien op grond van het gestelde in artikel 9, lid 3 de ex-partner recht heeft op een pensioenaanspraak op het eigen leven, zal het jaarlijks prepensioen blijvend worden verminderd met het aan de ex-partner toekomende deel alsof de omzetting niet heeft plaats gevonden.
3. Het prepensioen, met inbegrip van VUT en (vervroegd) ouderdomspensioen, bedraagt nimmer meer dan 85% van het pensioengrondslag zoals omschreven in artikel 4. In afwijking hierop bedraagt het prepensioen, met inbegrip VUT en (vervroegd) ouderdomspensioen, niet meer dan 100% van het pensioengrondslag zoals omschreven in artikel 4, indien de standaard prepensioendatum op grond van artikel 7 is uitgesteld. Reglement prepensioen 27 augustus 2012
4
Artikel 7
Vervroeging c.q. uitstel van de pensioendatum en deeltijdpensionering
1. Met wederzijdse instemming van de werkgever en de deelnemer kan het prepensioen op een eerdere datum dan de standaard prepensioendatum (de vervroegde pensioendatum) dan wel op een latere datum (uitgestelde pensioendatum) geheel of gedeeltelijk ingaan. Gedeeltelijke ingang wordt deeltijdpensionering genoemd. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 2, lid 2 sub b eindigt de deelneming dan op de vervroegde respectievelijk uitgestelde pensioendatum voor zover het eerder ingegane of uitgestelde pensioen ingaat. 2. Het vervroegen van de standaard prepensioendatum vóór het bereiken van de 60-jarige leeftijd is alleen mogelijk indien en voor zover de dienstbetrekking is respectievelijk wordt beëindigd en de (gewezen) deelnemer de intentie heeft om zijn arbeidzame leven te beëindigen. De (gewezen) deelnemer dient in dit verband op verzoek van het fonds te verklaren dat hij zijn arbeidzame leven beëindigt en dat hij niet van plan is die arbeid te hervatten. 3. Een verzoek om geheel of gedeeltelijke vervroeging wordt door het fonds ingewilligd indien de deelnemer het voornemen tot vervroeging minimaal drie maanden voor de vervroegde pensioendatum bij het fonds heeft ingediend vergezeld van de schriftelijke toestemming van de werkgever. 4. De gekozen geheel of gedeeltelijk (vervroegde) pensioendatum kan niet eerder zijn dan de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de 57e verjaardag van de deelnemer valt. In dit geval zal het uit te keren pensioen worden verlaagd op collectieve actuarieel gelijkwaardige basis, zoals aangegeven op bijlage II. 5. Een verzoek om geheel of gedeeltelijk uitstel wordt door het fonds ingewilligd, indien de deelnemer het voornemen tot uitstel minimaal drie maanden voor de standaard prepensioendatum bij het fonds heeft ingediend, vergezeld van de schriftelijke toestemming van de werkgever. In dit geval zal het uit te keren pensioen worden verhoogd op collectieve actuarieel gelijkwaardige basis zoals aangegeven op bijlage II. In de uitstelperiode vindt geen voortzetting van de pensioenopbouw plaats. 6. Het uitstellen van de standaard prepensioendatum is alleen mogelijk indien en voor zover de (gewezen) deelnemer in dienstbetrekking werkzaam blijft. 7. De (gedeeltelijke) uitgestelde pensioendatum kan niet later zijn dan de einddatum. Verder is de mate waarin pensioendatum (gedeeltelijk) kan worden uitgesteld afhankelijk van de fiscale begrenzingen. 8. De (gedeeltelijke) vervroegde c.q. uitgestelde pensioendatum dient samen te vallen met de eerste dag van een kalendermaand.
Artikel 8
Aanpassing van pensioenaanspraken wegens vervroegde of uitgestelde ingang
1. Indien de pensioendatum niet gelijk is aan de standaard prepensioendatum wordt het prepensioen herrekend. 2. Indien het prepensioen als gevolg van de herrekening zoals genoemd in het vorige lid meer bedraagt dan 100% van de laatst vastgestelde pensioengrondslag wordt, voorzover dit binnen de fiscale begrenzingen is toegestaan, het meerdere geconverteerd in een levenslang ouderdomspensioen. 3. Indien de deelnemer een partner heeft, kan hij verzoeken het in het vorige lid bedoelde surplus te laten converteren in een combinatie van ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. De verhouding ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen dient hierbij 100:70 te zijn.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
5
4. Het levenslange ouderdomspensioen wordt uitgekeerd vanaf de einddatum tot en met de maand waarin de gewezen deelnemer c.q. gepensioneerde komt te overlijden. Het nabestaandenpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag van overlijden van de gewezen deelnemer c.q. gepensioneerde en wordt uitbetaald tot het einde van de maand waarin de nabestaande overlijdt. Deze pensioenen worden toegevoegd aan het pensioen uit de basisregeling.
Artikel 9 1. a.
b.
Scheiding
Met inachtneming van het gestelde in de laatste twee alinea’s van dit lid ontvangt na een scheiding als bedoeld in artikel 1, onder scheiding sub 1 en sub 2, de ex-partner van een (gewezen) deelnemer een premievrije aanspraak op een deel van het prepensioen. De hoogte hiervan wordt bepaald overeenkomstig het gestelde in de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding en de in deze Wet genoemde rekenregels. Het prepensioen wordt niet verevend als op de scheidingsdatum de premievrije aanspraak op prepensioen EUR 438,44 per jaar of minder bedraagt. In dat geval vindt artikel 19 toepassing. Het in dit lid genoemde bedrag geldt voor het jaar 2009 en wordt jaarlijks aangepast overeenkomstig de in de Pensioenwet genoemde ministeriële regeling. De melding van de scheiding dient te geschieden overeenkomstig de in de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding omschreven procedure. Indien sprake is van scheiding van tafel en bed wordt in dit verband onder scheidingsdatum verstaan de datum waarop de beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Indien sprake is van echtscheiding wordt in dit verband onder scheidingsdatum verstaan de datum waarop de beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Na een scheiding als bedoeld in artikel 1 onder scheiding sub 3 is het op verzoek van een door beide partners ondertekende akte mogelijk het hiervoor in sub a gestelde van overeenkomstige toepassing te verklaren. Het fonds ontvangt van deze akte een afschrift.
2. Het bepaalde in lid 1, sub a vindt geen toepassing indien de (gewezen) deelnemer en zijn expartner bij huwelijkse voorwaarden resp. partnerschapsvoorwaarden of in een echtscheidingsconvenant anders overeenkomen. Deze overeenkomst is slechts geldig als het fonds van deze overeenkomst op de hoogte is gesteld op de wijze als omschreven in de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding. 3. a.
b.
c.
fonds is bereid de pensioenaanspraak voor de ex-partner als omschreven in lid 1 om te zetten in een pensioenaanspraak op het leven van de ex-partner indien dit overeenkomstig het gestelde in lid 1 of lid 3 is overeengekomen. Indien sprake is van een scheiding van tafel en bed kan de omzetting slechts plaatsvinden indien het huwelijk is ontbonden na scheiding van tafel en bed. De voorwaarden en berekeningswijze van de omzetting worden vastgesteld door de actuaris van het fonds; de ex-partner ontvangt van de omgezette pensioenaanspraak op het eigen leven een bewijsstuk van het fonds. De aanspraak op het prepensioen als omschreven in lid 1 komt te vervallen; het fonds is gerechtigd de kosten die samenhangen met de uitvoering van de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding in rekening te brengen bij de (gewezen) deelnemer en de ex-partner(s).
Artikel 10
Wijze van financiering
1. De financiering van deze prepensioenregeling en de overige pensioenregelingen geschiedt door de werkgever en de aangesloten onderneming zoals omschreven in de uitvoeringsovereenkomst op basis van het zogenaamde Collective Defined Contributionsysteem. De door de werkgever en de aangesloten onderneming aan het fonds te betalen bijdrage voor deze prepensioenregeling is gelijk aan de som van de werkgevers- en werknemerspremie. De jaarlijkse te betalen bijdrage voor deze prepensioenregeling over de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2012 is inbegrepen in de in artikel 16 lid 1 van de basisregeling genoemde totaal aan werkgevers- en werknemerspremie.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
6
2. De verwerving van de pensioenaanspraken vindt gedurende het deelnemerschap ten minste evenredig in tijd plaats. 3. De werknemerspremie voor de prepensioenregeling is inbegrepen in de in artikel 16 lid 3 van de basisregeling genoemde werknemerspremie. 4. De in enig jaar volgens het pensioenreglement toe te kennen pensioenaanspraken kunnen niet uitgaan boven die welke gefinancierd kunnen worden uit de in dat jaar voor inkoop beschikbare premie, vermeerderd met door het fonds, gehoord de actuaris, beschikbaar gestelde algemene middelen. Indien en voor zover de premie niet toereikend is voor de in enig kalenderjaar te verwerven pensioenaanspraken, worden die pensioenaanspraken van dat jaar navenant met eenzelfde percentage verlaagd. 5. In geval lid 4 leidt tot verlaging van de in enig jaar te verwerven pensioenaanspraken, informeert het fonds binnen een maand de deelnemers en de werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming schriftelijk over het besluit tot vermindering van de van dat jaar te verwerven pensioenaanspraken van de deelnemers. 6. De verlaging als bedoeld in lid 4 kan, indien de volgende jaren het vermogen van het fonds dat toelaat, bij bestuursbesluit geheel of ten dele ongedaan worden gemaakt. 7. De werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming kan de betaling van de werkgeverspremie verminderen of geheel staken, indien naar zijn oordeel het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt als gevolg van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Wordt van dit recht gebruik gemaakt, dan zullen de te verwerven pensioenaanspraken aan de gewijzigde omstandigheden worden aangepast en zal het pensioenreglement worden aangepast. 8. Indien de werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming tot het in lid 7 vermelde wenst over te gaan, stelt hij de deelnemers en het fonds hiervan onmiddellijk in kennis. De op grond van eerder gedane betalingen verworven aanspraken op pensioen zullen niet worden aangetast onverminderd het bepaalde in lid 7.
Artikel 11
Kortingsbepaling
1. Het bestuur kan in enig jaar besluiten de te verlenen en/of opgebouwde pensioenaanspraken en/of ingegane pensioenen te korten indien: a. De technische voorziening en het minimaal vereist eigen vermogen niet meer volledig worden gedekt door de waarde van de beleggingen, en b. Dit ook op korte termijn niet gerealiseerd kan worden zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad, en c. Alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet zoals uitgewerkt in het kortetermijnherstelplan, bedoeld in artikel 140 van de Pensioenwet. 2. Het fonds informeert de (gewezen) deelnemers, gewezen partners, pensioengerechtigden en de werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming over het besluit tot korting, als bedoeld in lid 1. 3. De korting bedoeld in lid 1 kan op zijn vroegst worden gerealiseerd, één maand nadat de (gewezen) deelnemers, gewezen partners, pensioengerechtigden, de werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming en DNB hierover zijn geïnformeerd. Het op hen van toepassing zijnde reglement wordt dienovereenkomstig aangepast. 4. In het geval als bedoeld in lid 1 kan, indien in de volgende jaren het vermogen van het fonds dat toelaat, het bestuur besluiten de bedoelde korting geheel of ten dele ongedaan te maken.
Artikel 12
Melding premieachterstand en dekkingstekort
Het fonds informeert elk kwartaal schriftelijk de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, alsmede de ondernemingsraad van de werkgever en aangesloten Reglement prepensioen 27 augustus 2012
7
onderneming voor zover deze er is, wanneer er sprake is van een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het fonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens de Pensioenwet geldende eisen inzake het minimaal vereist eigen vermogen (dekkingstekort).
Artikel 13
Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid
1. Indien en zolang de deelnemer aansluitend op of tijdens het dienstverband met de werkgever respectievelijk de aangesloten onderneming arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA respectievelijk WAO, wordt aan de werkgever en aan de deelnemer door het fonds gehele of gedeeltelijke vrijstelling van verdere premiebetaling verleend. 2. Vrijstelling van premiebetaling, in de pensioenregeling "premievrijstelling" genoemd, wordt niet eerder verleend dan met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarop de deelnemer een uitkering krachtens de WIA heeft ontvangen. 3. De premievrijstelling eindigt op één van de volgende tijdstippen: a. de standaard pensioendatum; b. de eerste van de maand waarin het recht op WIA-uitkeringen respectievelijk op WAOuitkering voor de (gewezen) deelnemer eindigt; c. de eerste van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt. 4. De mate waarin premievrijstelling wordt verleend is gerelateerd aan de mate van arbeidsongeschiktheid volgens onderstaande tabel. Arbeidsongeschiktheid volgens WIA 80% en meer 65% tot 80% 55% tot 65% 45% tot 55% 35% tot 45% Minder dan 35%
Percentage premievrijstelling 100 100 60 50 40 0
5. Gedurende de periode, dat premievrijstelling wordt verleend, wordt de opbouw van de pensioenaanspraken voortgezet op basis van het in lid 4 van toepassing zijnde percentage. 6. Voor de in artikel 2 lid 1 sub c bedoelde deelnemer is het premievrijstellingspercentage op grond van de WAO van toepassing, zoals dat gold op 31 december 2005. Wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid in de WAO na 31 december 2005 leidt tot aanpassing van de mate van premievrijstelling conform onderstaande tabel. Arbeidsongeschiktheid volgens WAO 80% en meer 65% tot 80% 55% tot 65% 45% tot 55% 35% tot 45% 25% tot 35% 15% tot 25% minder dan 15%
Percentage arbeidsongeschiktheidpensioen 100 100 60 50 40 30 20 0
Voor de toepassing van deze tabel is bepalend de mate van arbeidsongeschiktheid volgens de normen van de (AAW of de) WAO. Bij wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt het percentage van de premievrijstelling zonodig opnieuw bepaald.
Artikel 14
Toeslagenregeling
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
8
1. Op de ingegane pensioenen van de pensioengerechtigden en de opgebouwde pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers wordt jaarlijks een toeslag verleend van maximaal de prijsindex. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de opgebouwde pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. 2. Voor de verlening van de toeslag zoals omschreven in dit artikel hanteert het bestuur van het fonds de in de bijlage III genoemde toeslagentabel als leidraad. Indien het bestuur op enig moment beslist de toeslag niet of gedeeltelijk conform de genoemde toeslagentabel te verlenen, dan kan deze op een later tijdstip worden ingehaald. Het bestuur hanteert ten aanzien van deze inhaaltoeslag de volgende voorwaarden: a. toekenning van een inhaaltoeslag vindt uitsluitend plaats aan diegenen die op het moment van die toekenning deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde zijn. Een inhaaltoeslag wordt toegekend over de opgebouwde pensioenaanspraken respectievelijk ingegane pensioenen waarop de alsnog toegekende inhaaltoeslag in eerste aanleg niet is verleend, met inachtneming van de status van destijds voor wat betreft de toepassing van de loonindex respectievelijk de prijsindex; b. een inhaaltoeslag wordt alleen toegekend indien de beleggingsrendementen dit toelaten. Een inhaalindexatie is voorwaardelijk; er wordt geen reserve voor gevormd en er wordt geen premie voor betaald; c. een inhaaltoeslag vindt naar evenredigheid plaats voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden; d. een inhaaltoeslag wordt alleen toegekend indien de dekkingsgraad hoger is dan het in de toeslagtabel vermelde percentage waarboven volledige toeslagen worden verleend. Dit percentage is afhankelijk van het beleggingsbeleid van het fonds en het bestuur kan dit wijzigen. Toekenning van een inhaaltoeslag mag er niet toe leiden dat de dekkingsgraad dientengevolge onder bovenbedoeld percentage komt; e. de oudste, niet toegekende, toeslag wordt het eerst ingehaald. Na verloop van 10 jaar kan een niet toegekende toeslag niet meer worden ingehaald; f. toekenning van een inhaaltoeslag vindt alleen plaats indien de reglementaire toeslag in dat jaar volledig is verleend; g. toekenning van een inhaaltoeslag kan niet leiden tot een uitbetaling met terugwerkende kracht. 3. De dekkingsgraad zoals bedoeld in lid 3 wordt bepaald door het vermogen van het fonds te delen door de voorziening pensioenverplichtingen. Deze dekkingsgraad wordt per 1 december van enig jaar vastgesteld op basis van de dan beschikbare gegevens. Voor de bepaling van het vermogen worden tevens de kosten voor de toeslag van het volgende jaar in aanmerking genomen. 4. De volgende pensioenaanspraken van de ex-partner komen in eveneens aanmerking voor indexatie: a. het verevend pensioen b. de pensioenaanspraken op het leven van de ex-partner na omzetting bedoeld in artikel 9 lid 3, sub a. Op deze pensioenaanspraken wordt op dezelfde wijze een toeslag toegekend als op het levenslang ouderdomspensioen waarvan het deel uitmaakte. 5. Het bestuur kan het toeslagbeleid zoals omschreven in dit artikel voor de deelnemers, de gewezen deelnemers, de aanspraakgerechtigden en de pensioengerechtigden wijzigen.
Artikel 15
Uitbetaling van het prepensioen
1. De pensioenen op jaarbasis worden verdeeld in 12 gelijke termijnen. De betaling zal plaatsvinden aan het eind van iedere maand van het jaar. 2. Op de pensioenen worden in mindering gebracht de over deze bedragen verschuldigde wettelijke heffingen.
Artikel 16
Informatieverstrekking
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
9
1. De werkgever respectievelijk een aangesloten onderneming meldt de werknemer tijdig bij het fonds aan en verstrekt tijdig alle inlichtingen betreffende de in zijn dienst zijnde werknemers die voor de in dit pensioenreglement vervatte regeling van belang zijn. 2. Iedere (gewezen) deelnemer en pensioengerechtigde is in ieder geval verplicht aan het fonds ten spoedigste schriftelijk melding te doen van een wijziging in de persoonlijke leefsituatie waarvan tijdig de benodigde bewijsstukken worden overlegd. 3. Bij het niet voldoen van aan de verplichtingen genoemd in het vorige lid vervalt het recht op uitkering krachtens dit pensioenreglement, indien en voor zover het fonds door onvoldoende medewerking is benadeeld. Hierbij zullen eventueel reeds gedane onverschuldigde uitkeringen door het fonds worden teruggevorderd dan wel worden verrekend met toekomstige uitkeringen. 4. De deelnemer wordt jaarlijks geïnformeerd over de stand van zijn prepensioenaanspraken. Deze informatieverplichting moet in ieder geval voldoen aan de eisen die de Pensioenwet eraan stelt. Deze informatie bestaat in ieder geval uit een opgave van de verworven prepensioenaanspraken, een opgave van de te verwerven prepensioenaanspraken en informatie over de toeslagverlening. 5. Bij beëindiging van de deelname aan de prepensioenregeling, en daarna eens in de 5 jaar, ontvangt de gewezen deelnemer van het fonds ten minste de bij of krachtens de Pensioenwet omschreven verplichte informatie. 6. Het fonds verstrekt aan de pensioengerechtigde bij ingang van het pensioen en daarna jaarlijks ten minste de bij of krachtens de Pensioenwet omschreven verplichte informatie. 7. De (gewezen) deelnemers, ex-partners en de pensioengerechtigden kunnen op verzoek bij of krachtens de Pensioenwet omschreven informatie opvragen. 8. Het fonds verstrekt de in dit artikel genoemde informatie in duidelijke en begrijpelijke bewoording. Informatie over de toeslagverlening zal worden verstrekt conform de voorschriften die bij en krachtens de Pensioenwet daaraan worden gesteld. 9. Het fonds verstrekt in beginsel alle informatie schriftelijk, tenzij de (gewezen) deelnemer, pensioengerechtigde of ex-partner instemt met elektronische verstrekking
Artikel 17
Beëindiging van het deelnemerschap
1. Indien het deelnemerschap eindigt overeenkomstig het gestelde in artikel 2 lid 2 sub c wordt aan de deelnemer een tijdsevenredige aanspraak op prepensioen toegekend dat ingaat op hetzelfde tijdstip als waarop het oorspronkelijke pensioen zou ingaan. 2. De tijdsevenredige aanspraak op prepensioen is gelijk aan het verschil tussen enerzijds de pensioenaanspraken die de gewezen deelnemer zou hebben gehad als het deelnemerschap tot de standaard prepensioendatum ongewijzigd zou hebben voortgeduurd en anderzijds de pensioenaanspraken die zouden zijn verkregen als het deelnemerschap zou zijn aangevangen op het tijdstip waarop het feitelijke deelnemerschap wordt beëindigd en tot de standaard prepensioendatum zou hebben voortgeduurd. Bij de berekening wordt, voor wat betreft de gegevens die voor de vaststelling van de pensioenaanspraken van belang zijn, uitgegaan van de gegevens die van toepassing zijn op het moment waarop het deelnemerschap is beëindigd.
Artikel 18
Waardeoverdracht
1. Indien een deelnemer in dienst van de werkgever of aangesloten onderneming is getreden, accepteert het fonds de waarde van de pensioenaanspraken opgebouwd bij een vorige werkgever indien er hierbij sprake is van een individuele beëindiging van de dienstbetrekking. De voorwaarde hierbij is dat de pensioenuitvoerder van een vorige werkgever deze overdraagt op basis van de regels zoals omschreven in lid 3. De overdrachtswaarde zal worden omgezet in opgebouwde pensioenaanspraken volgens deze pensioenregeling.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
10
2. Indien sprake is van een individuele beëindiging van de deelname aan deze pensioenregeling zal het fonds op verzoek van de gewezen deelnemer de waarde van de opgebouwde aanspraken overdragen aan een pensioenuitvoerder van een nieuwe pensioenregeling, mits deze uitvoerder onder toezicht valt van de Nederlandsche Bank of bij ministeriële beschikking is aangewezen. Deze overdracht vindt plaats op basis van de regels zoals omschreven in lid 3. 3. Bij de berekening van de over te dragen waarde en de daarbij te volgen procedure zullen de regels worden gevolgd zoals die zijn neergelegd in de Pensioenwet alsmede de regels die hieromtrent bij of krachtens de Pensioenwet zijn vastgesteld. Indien een deelnemer opgave heeft gevraagd van zijn pensioenaanspraken en daarna een verzoek tot waardeoverdracht doet binnen 6 maanden na aanvang van de deelneming aan de pensioenregeling bij het fonds, dan wordt de datum van toetreding tot het fonds als berekeningsdatum aangehouden. Indien een deelnemer zijn verzoek tot waardeoverdracht 6 maanden of later na aanvang van de deelneming aan de pensioenregeling indient bij het fonds, dan wordt de eerste dag van de maand na de indiening van het verzoek tot waardeoverdracht als berekeningsdatum aangehouden. 4. Indien een gewezen deelnemer in vaste dienst treedt van één van de Europese Gemeenschappen, zal op zijn verzoek de waarde van de aanspraken op ouderdoms-, partneren wezenpensioen worden overgedragen aan de betrokken Gemeenschap. Deze overdracht vindt plaats op basis van de regels zoals omschreven in lid 3. 5. Het fonds zal niet een waarde accepteren, respectievelijk een waarde overdragen indien en voor zolang: a. de overdragende pensioenuitvoerder een pensioenfonds is en in een situatie verkeert waarbij de technische voorzieningen niet meer volledig door waarden worden gedekt (dekkingstekort), respectievelijk het fonds zelf in een situatie van dekkingstekort verkeert, of b. indien de overdragende pensioenuitvoerder een verzekeraar is waarop een noodregeling als bedoeld in artikel 156 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 van toepassing is, of een verzekeraar is die failliet is. 6. Indien de in lid 5 genoemde omstandigheden niet meer van toepassing zijn, dan herleven de in dit artikel omschreven rechten. Indien deze situatie zich voordoet dan zal het fonds alle betrokkenen informeren conform het bepaalde hieromtrent krachtens de Pensioenwet. 7. Het fonds is bereid om de omgezette pensioenaanspraak op het leven van een ex-partner zoals bedoeld in artikel 9 lid 3 op verzoek van de ex-partner over te dragen aan de pensioenuitvoerder van de pensioenregeling van de ex-partner, mits deze uitvoerder voldoet aan de eisen in de PW. Deze overdracht vindt plaats op basis van de regels zoals omschreven in lid 3. 8. Het fonds is bereid om de waarde van een pensioenaanspraak als omschreven in artikel 9 lid 3, maar die is opgebouwd bij een andere pensioenuitvoerder, te accepteren als pensioenaanspraak in de zin van de pensioenregeling. Deze overdracht vindt plaats op basis van de regels zoals omschreven in lid 3 van dit artikel.
Artikel 19
Afkoop van pensioen
1. De pensioenaanspraken ingevolge deze pensioenregeling kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet. 2. Het fonds zal op zijn vroegst twee jaar na beëindiging van het deelnemerschap de prepensioenaanspraken van een gewezen deelnemer afkopen indien de uitkering welke op basis van zijn premievrije aanspraak op prepensioen zal worden verstrekt op de standaard prepensioendatum minder dan EUR 438,44 (niveau 2012) zal zijn. Het fonds zal de gewezen deelnemer binnen 6 maanden na het verstrijken van de twee jaar informeren over de hoogte van de afkoopsom en deze tevens binnen deze periode uit betalen.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
11
3. Indien een gewezen deelnemer binnen twee jaar na beëindiging van het deelnemerschap een procedure tot waardeoverdracht heeft opgestart, dan zal het fonds geen gebruik maken van de afkoop zoals vermeld in het voorgaande lid 1. 4. Indien de beëindiging van het deelnemerschap minder dan twee jaar gelegen is voor de standaard prepensioendatum, dan is het bepaalde in lid 2 en lid 3 van overeenkomstige toepassing. 5. De afkoopvoet voor het in lid 1 respectievelijk lid 2 genoemde bedrag ineens wordt vastgesteld door het bestuur. Dit gebeurt op zodanige wijze dat sprake is van een collectieve actuariële gelijkwaardigheid en er geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen. De afkoopvoeten van het prepensioen bij verschillende leeftijden staan vermeld op bijlage I. 6. Indien een gerechtigde op een nog niet ingegaan prepensioen gebruik maakt van de uitstelmogelijkheid zoals genoemd in dit reglement, als gevolg waarvan de uitkering het in lid 1 genoemde bedrag overstijgt, dan zal het fonds de pensioenaanspraken niet kunnen afkopen.
Artikel 20
Verzekeringen
1. Ter uitvoering van de bepalingen van dit pensioenreglement kan het bestuur besluiten bij één of meer verzekeringsmaatschappijen verzekeringen af te sluiten. 2. De voorwaarden van verzekering zullen ten kantore van het fonds voor iedere belanghebbende ter inzage liggen. 3. Indien en voor zover het fonds de verplichtingen, welke het krachtens dit pensioenreglement op zich heeft genomen, heeft herverzekerd bij een verzekeraar, is het fonds noch tegenover de werkgever noch tegenover de (gewezen) deelnemers aansprakelijk tot meer dan voorzover het zelf uitkeringen van de verzekeraar ontvangt.
Artikel 21
In mindering te brengen uitkeringen
1. Uitkeringen uit bindend verklaarde pensioenregelingen van bedrijfstakpensioenfondsen of andere fondsen of instellingen, alsmede uitkeringen uit hoofde van de CAO en uitkeringen ten gevolge van sociale voorzieningen, waarvoor de deelnemer uit hoofde van zijn dienstverband met de werkgever verplicht verzekerd is of zal worden, worden voor zover wettelijk toelaatbaar op het prepensioen in mindering gebracht. 2. Indien de pensioenaanspraken krachtens dit reglement lager zijn dan de pensioenaanspraken die bereikbaar zijn bij een diensttijd van 37 jaar en een volledige werkweek dan zullen de in het vorige lid bedoelde inhoudingen plaats vinden naar de evenredigheid van het bereikbare prepensioen en de hiervoor vermelde pensioenaanspraken.
Artikel 22
Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin noch door de wet, ook waar deze bepalingen van regelend recht bevat, noch door statuten, noch door het pensioenreglement is voorzien, beslist het bestuur, zoveel mogelijk analoog aan het bepaalde in de statuten en het pensioenreglement. De beslissing van het bestuur behoeft de goedkeuring van de directie.
Artikel 23
Fiscale maximering
Bij het vaststellen van de hoogte van het uitgestelde, vervroegde (deeltijd)prepensioen worden de geldende fiscale maxima in acht genomen.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
12
Artikel 24
Overgangsbepalingen
1. Aan de deelnemers van wie de som van de pensioenjaren zoals bedoeld in artikel 5 leden 1 en 2 vóór toepassing van het bepaalde in artikel 5, lid 4 minder dan 10 jaren is, worden de pensioenjaren zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 slechts gedeeltelijk toegekend. De toe te kennen jaren worden bepaald door de bedoelde jaren te verminderen met 10% voor elk jaar of een gedeelte van een jaar dat de in de eerste zin van dit lid bedoelde som kleiner is dan 10 jaren. De uitkomst hiervan wordt afgerond in jaren en maanden. Een deel van een maand wordt hierbij voor een volle maand gerekend. 2. Aan deelnemers die in het jaar 2001 kiezen voor opname in de per 1 januari 2001 van kracht geworden nieuwe regeling van de werkgever (PR 2001) worden de pensioenjaren zoals bedoeld in artikel 5 leden 2 en 3 niet toegekend. Zij behouden slechts aanspraak op prepensioen over de doorgebrachte pensioenjaren vanaf 01-01-2001 tot het moment waarop de nieuwe regeling op hen van toepassing is.
Artikel 25
Inwerkingtreding
Deze pensioenregeling treedt in werking op 1 januari 2001 en is laatstelijk gewijzigd op 27 augustus 2012. De wijzigingen betreffen: aanpassing van artikel 1 lid 1 inzake de werkgever; aanpassing van de bedragen in artikel 9 lid 1 sub a en artikel 19 lid 2; aanpassing van artikel 4 lid 1 inzake variabel inkomen, per ingang van 1 januari 2012; aanpassing van artikel 7 lid 1 inzake vervroeging van levenslang ouderdomspensioen; aanpassing van artikel 10 lid 1 inzake financiering; aanpassing van artikel 14 lid 2 inzake (inhaal)toeslagen; aanpassing van artikel 16 lid 8 inzake informatie over toeslagverlening.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
13
Prepensioen Bijlage I Tabel afkoopbedragen Afkoopbedragen per EUR 100 prepensioen, conform het bepaalde in artikel 19 van het pensioenreglement. Leeftijd Afkoopwaarde gering prepensioen 25 65 26 67 27 70 28 72 29 75 30 78 31 81 32 85 33 88 34 91 35 95 36 99 37 103 38 107 39 111 40 115 41 120 42 125 43 130 44 135 45 140 46 146 47 152 48 158 49 164 50 171 51 178 52 185 53 192 54 200 55 209 56 218 57 227 58 236 59 247 60 257 61 269 62 281 63 191 64 98 65 0
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
14
Prepensioen Bijlage II Tabel vervroegen c.q. uitstel van pensioen Vervroeging van het prepensioen, conform het bepaalde in artikel 7 van het pensioenreglement. Leeftijd 57 58 59 60 61 62
prepensioen voor vervroeging 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
prepensioen na vervroeging 335 391 467 573 733 1.000
Uitstel van het prepensioen, conform het bepaalde in artikel 8 van het pensioenreglement. Leeftijd 63 64
prepensioen voor uitstel 1.000 1.000
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
prepensioen na uitstel 1.535 3.140
15
Prepensioen Bijlage III Toeslagentabel Dekkingsgraad > 125% 110% - 125% < 110%
Mate van toeslagen Volledige toeslagen. Gehele, gedeeltelijke of geen toeslagen voor zover daardoor de dekkingsgraad niet onder de 115% zakt. Geen toeslagen.
Reglement prepensioen 27 augustus 2012
16