Stichting Pensioenfonds Equens
Jaarrekening 2012
Stichting Pensioenfonds Equens
Inhoudsopgave Profiel van het fonds
3
Organisatie
3
Karakteristieken van het fonds
5
Kengetallen
7
Verslag van het bestuur
9
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Algemeen Bestuurssamenstelling Pensioenbureau Bestuursvergaderingen Verantwoordingsorgaan (VO) Visitatiecommissie (VC) Deelnemersvergadering Reglementswijziging Toezicht DNB en AFM Melding conform Pensioenwet (PW) Pensioenadministratie (A&O) Deskundigheidsplan Gedragscode en Compliance Risicomanagement Uitvoeringsovereenkomst Toeslagregeling (indexatie) Waardeoverdrachten Vermogensbeheer Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) Kosten van het fonds Herstelplan fonds Communicatie Samenvatting van het actuarieel rapport en de toereikendheidstoets Financiële paragraaf Beleggingen paragraaf Risico paragraaf
9 10 10 10 10 11 11 11 12 12 12 13 14 14 15 15 16 16 17 17 21 21 22 23 24 28
Visitatiecommissie
30
• •
30 33
Samenvattend oordeel visitatiecommissie Pensioenfonds Equens Reactie van het bestuur op de rapportage van de visitatiecommissie
Verantwoordingsorgaan
34
• •
34 36
Verslag van het verantwoordingsorgaan Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan
1
Stichting Pensioenfonds Equens
Jaarrekening 2012
38
• • • • •
38 39 40 40 41
Balans per 31 december Staat van baten en lasten Bestemming saldo van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting behorende tot de jaarrekening
Overige gegevens
87
• • • • • • •
87 87 87 87 88 90 92
Statutaire regeling voor bestemming van het saldo van baten en lasten Bestemming van het saldo van baten en lasten Uitvoeringsovereenkomst Ontwikkelingen na balansdatum Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Actuariële analyse
Lijst met afkortingen
94
2
Stichting Pensioenfonds Equens
Profiel van het fonds De Stichting Pensioenfonds Equens, statutair gevestigd te Utrecht, is opgericht op 1 januari 1971. De laatste statutenwijziging dateert van 18 december 2007. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 411.987.00. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds. Het fonds is aangesloten bij de koepelorganisatie Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF). OPF is een van de drie koepels die samen de Pensioenfederatie vormen. Het fonds heeft tot doel uitvoering te geven aan de pensioenregelingen, zoals die gelden voor Equens SE als aangesloten onderneming.
Organisatie Bestuur De samenstelling van het bestuur is als volgt: (samenstelling per 31 december 2012, met vermelding van het jaar van aftreden) Naam
Functie
Vertegenwoordiging
Lid sinds
Einde zittings duur
B.J. Haasdijk G. Bamberg
Voorzitter Vicevoorzitter Lid
Werkgever Werkgever
2002 2001
2015 2013
Werkgever
2008
2014
Lid Penningmeester Lid
Deelnemers/Gepensioneerden Deelnemers/Gepensioneerden
2012 2010
2015 2013
Deelnemers/Gepensioneerden
2008
2014
G. Möller P.J.S. de Jong F. Steenwinkel S.E.M. Verhoef
Het bestuur van het fonds heeft de dagelijkse uitvoering van bepaalde werkzaamheden uitbesteed aan uitvoeringsorganisaties. Deze werkzaamheden betreffen het vermogensbeheer, de deelnemersadministratie, financiële administratie, uitkeringsadministratie en bestuursondersteuning. Uitgangspunt is dat het bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het fonds, in overeenstemming met de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN).
3
Stichting Pensioenfonds Equens
Uitvoeringsorganisaties Administratieve en financiële administratie: Bestuursbegeleiding en advisering: Vermogensbeheer: Personeelsadministratie: Precertificering: Certificerend actuaris: Accountant: Custodian:
A&O Pensioen Services N.V. Aon Hewitt Schroders en First Investments Equens HRM Aon Hewitt Towers Watson Netherlands B.V. KPMG Accountants N.V. Kas Bank
Met de uitvoeringsorganisatie A&O Pensioen Services N.V. is een contract afgesloten. De werkzaamheden zijn nader gespecificeerd in een service level agreement. De werkzaamheden betreffen pensioenadministratie en financiële administratie. Het bestuur voert periodiek overleg met de uitvoerder over de kwaliteit van de uitvoering. De uitvoeringsorganisatie verstrekt bovendien een interne beheersingsrapportage ISAE 3402 type 2 dat door het bestuur jaarlijks wordt geanalyseerd en met de uitvoerder wordt besproken. De vermogensbeheerders zijn Schroders en First Investments. Het bestuur heeft, onder meer in de vorm van een service level agreement en het instellen van een beleggingsadviescommissie, maatregelen getroffen om toezicht te kunnen uitoefenen op de activiteiten van de vermogensbeheerders. Hierbij is met name het monitoren van het beleggen binnen de mandaten van het bestuur van belang. Bovendien wordt hierbij aandacht gegeven aan de aard, juiste interpretatie en uitvoering van beleggingen in lijn met de uitkomsten van de ALM-studie zoals die door het bestuur periodiek wordt gemaakt en/of herijkt. De vermogensbeheerders verstrekken interne beheersingsrapportages (ISAE 3402 type 2) die door het bestuur jaarlijks worden geanalyseerd en met de vermogensbeheerders worden besproken. Correspondentieadres:
Postbus 30505 3503 AH Utrecht Telefoon: 030-283 5398 Fax: 030-283 6313
Website van het fonds: E-mail:
www.pensioenfondsequens.nl
[email protected]
Dagelijks bestuur De algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid voor het fonds berust bij de voorzitter dan wel de vicevoorzitter en een ander lid van het bestuur (of de ambtelijk secretaris) tezamen of, bij hun ontstentenis, bij twee leden van het bestuur tezamen (of een bestuurslid en de ambtelijk secretaris). Het bestuur kan derden machtigen tot het verrichten van handelingen betreffende de lopende zaken op het gebied van de administratie, de pensioenvoorziening en het beheer van de beleggingen, alles voor zover het betreft de normale en tot de
4
Stichting Pensioenfonds Equens
dagelijkse gang van zaken te rekenen werkzaamheden. Het bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het fonds, overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN).
Karakteristieken van het fonds Verantwoordingsorgaan (VO) Het bestuur heeft op 27 juni 2007 het verantwoordingsorgaan geformeerd. De samenstelling van het verantwoordingsorgaan (per 31 december 2012) is als volgt: • de heer E. Laane (namens de werkgever), voorzitter; • de heer P. Karsten (namens de deelnemers); • de heer W. Duivis (namens de pensioengerechtigden). Het verantwoordingsorgaan is bevoegd jaarlijks een oordeel te geven over: • het handelen van het bestuur in algemene zin; • het door het bestuur gevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar; • beleidskeuzes die op de toekomst betrekking hebben; • de naleving van de Principles Pension Fund Governance. Visitatiecommissie (VC) Het bestuur heeft op 21 april 2008 de visitatiecommissie geformeerd. De samenstelling van de visitatiecommissie (per 31 december 2012) is als volgt: • de heer D. Wenting (voorzitter); • mevrouw J. van den Berg; • de heer E. Capitain. De visitatiecommissie heeft tenminste de volgende taken: • het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en de "checks and balances" binnen het fonds; • het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; • het beoordelen van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn. Pensioenbureau Het bestuur heeft een pensioenbureau ingericht ter ondersteuning van het bestuur en voor de afwikkeling van de dagelijkse gang van zaken binnen het fonds. De bezetting van het pensioenbureau (per 31 december 2012) is als volgt: • de heer G.J.M. Waaijer (ambtelijk secretaris); • mevrouw B.M. Giltay-van Geffen (secretaresse). Beleggingsadviescommissie Het bestuur heeft een beleggingsadviescommissie ingesteld met als mandaat het monitoren van de vermogensbeheerders, het adviseren over en laten uitvoeren van het vastgestelde beleggingsbeleid ten opzichte van de strategische benchmark. De beleggingsadviescommissie heeft uitsluitend een adviserende taak naar het bestuur.
5
Stichting Pensioenfonds Equens
De samenstelling van de beleggingsadviescommissie (per 31 december 2012) is als volgt: • mevrouw S.E.M. Verhoef (voorzitter); • de heer B.J. Haasdijk; • vacature; • de heer D. Veldman (Towers Watson) adviseur. Reglementscommissie Het bestuur heeft een reglementscommissie ingesteld met het doel alle wijzigingen in statuten en reglementen, beleidsstukken en andere voorgeschreven documenten voor te bereiden en ter besluitvorming aan het bestuur voor te leggen. De samenstelling van de reglementscommissie (per 31 december 2012) is als volgt: • de heer G.J.M. Waaijer (voorzitter); • de heer F. Steenwinkel; • de heer M. de Gelder (Aon Hewitt); • de heer P.M. Beijdorff (Equens). Communicatiecommissie De samenstelling van de communicatiecommissie (per 31 december 2012) is: • de heer B.J. Haasdijk (voorzitter); • de heer P.M. Beijdorff (Equens); • de heer M. Woutersen (Equens); • de heer G.J.M. Waaijer (Equens). Compliance Officer De heer E. Klijn is sinds juni 2012 de compliance officer van het fonds.
6
Stichting Pensioenfonds Equens
Kengetallen (bedragen in EUR 1.000) 2012
2011
2010
2009
2008
Aantallen − Actieve deelnemers − Premievrije rechten (‘slapers’) − Pensioentrekkenden
799 1.502 506
889 1.435 453
980 1.406 392
1.054 1.347 349
1.015 1.331 311
−
2.807
2.777
2.778
2.750
2.657
0,00
0,00
0,74
0,00
2,50
0,00
0,00
0,18
0,00
1,60
11.317 13.101 8.994 719
12.161 12.293 8.843 732
12.241 13.538 11.030 799
11.765 11.281 6.311 684
11.112 7.626 6.115 825
521
545
582
488
622
7.473 896 53 111 8.533
6.917 842 55 131 7.945
6.423 766 61 104 7.354
6.245 753 60 27 7.085
5.824 700 50 293 6.867
Beleggingsportefeuille Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten4 Overige beleggingen
8.385 11.738 283.101 61.959 109.720
3.877 12.851 278.911 32.092 85.443
10.823 84.654 237.117 -7.441 18.308
9.797 96.151 175.294 21.886
10.355 69.749 149.625 47.801
Vermogenssituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen5 Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen Pensioenverplichtingen6 Aanwezige dekkingsgraad in %7
478.800 18.085 33.720 423.554 113,0
414.054 16.482 27.496 383.734 107,9
350.698 13.436 40.222 325.086 107,9
315.669 11.452 66.763 279.321 113,0
278.384 13.759 34.715 275.179 101,2
Totaal
Toeslagverlening Actieven per 1 januari boekjaar in % Inactieven per 1 januari boekjaar in %1 Premiebaten en pensioenuitkeringen Feitelijke premie2 Kostendekkende premie Gedempte kostendekkende premie Pensioenuitvoeringskosten Pensioenuitvoeringskosten per deelnemer in euro’s3 Pensioenuitkeringen − Ouderdomspensioen − Partnerpensioen − Wezenpensioen − Andere uitkeringen − Totaal
1
Inactieven zijn pensioentrekkenden en premievrije (slapers). Feitelijke premie is inclusief FVP. Voor 2012 bedraagt deze EUR 114 en is onder overige baten gerubriceerd. 3 Bedragen zijn t.o.v. vorig jaarverslag aangepast conform richtlijn Pensioenfederatie. 4 Dit betreft zowel positieve als negatieve derivaten. 5 Pensioenvermogen wordt gebruikt om de dekkingsgraad te bepalen. 6 De totale pensioenverplichtingen bestaat uit de voorziening risico fonds, de voorziening WAO en de voorziening risico herverzekeraar. In de jaarrekening komen al deze getallen separaat voor. 7 De dekkingsgraad is ontleend aan het actuarieel rapport. Hierbij is rekening gehouden met de Ultimate Forward Rate (UFR). Deze UFR is alleen toegepast voor het jaar 2012. 2
7
Stichting Pensioenfonds Equens
Vereiste dekkingsgraad in % Minimum vereiste dekkingsgraad in % Beleggingsperformance Beleggingsrendement in % Benchmarkrendement in % Vermogensbeheerkosten in %8
8
2012
2011
2010
2009
2008
108,0 104,3
107,2 104,3
112,4 104,1
123,9 104,1
117,6 0
15,4 11,5 0,46
17,8 22,3 n.a.
11,5 16,8 n.a.
18,5 15,2 n.a.
-20,2 -14,6 n.a.
Vermogensbeheerkosten over eerdere jaren zijn niet beschikbaar
8
Stichting Pensioenfonds Equens
Verslag van het bestuur Algemeen Het jaar 2012 werd gedomineerd door instabiliteit op de Europese markt. Mede als gevolg van de renteontwikkeling zijn veel pensioenfondsen in de problemen gekomen waardoor zij korting op het pensioen hebben moeten aankondigen. Gelukkig ziet de financiële situatie van het fonds er relatief gunstig uit. Per saldo kwam voor het fonds de dekkingsgraad per ultimo 2012 uit op 107,7% (gebaseerd op de swap-curve). Evenals vorig jaar is mede door het gevoerde hedging beleid (afdekking van het renterisico) deze dekkingsgraad, met wat tussentijdse schommelingen, op een gelijk niveau gebleven. In september 2012 heeft DNB een meer theoretische dekkingsgraad op basis van de Ultimate Forward Rate (UFR) ingevoerd. Dat is een rekenmethode die ervan uitgaat dat de langetermijnrente op de heel lange termijn toe beweegt naar een afgesproken niveau. Voor de gehele eurozone is de UFR vastgesteld op 4,2%. Ultimo 2012 was de dekkingsgraad van het fonds volgens deze nieuwe rekenmethode 113,0%. Gezien de resultaten van het fonds blijkend uit het niveau van de dekkingsgraad is, anders dan bij veel andere pensioenfondsen geen korting aan de orde. Wel heeft het bestuur vanwege het niveau van de dekkingsgraad wederom moeten besluiten om per 1 januari 2013 geen indexatie op de opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenen te verlenen. Daarbij is het bestuur uitgegaan van de dekkingsgraad op basis van de swap-curve (actuele marktrente). Mede vanwege de opvatting van DNB dat voor een juiste risico inschatting gebruik moeten worden gemaakt van de actuele marktrente. De dekkingsgraad op basis van de actuele marktrente was op de peildatum (november 2012) 108,5%, en dat is lager dan de in de toeslagentabel vastgestelde indexatie ondergrens van 110%. Het jaar 2012 stond voorts weer in het teken van het nieuwe pensioenakkoord. wachten is op definitieve besluitvorming hierover. Vooruitlopend daarop heeft bestuur het initiatief genomen om samen met de sociale partners hierover gedachten te wisselen. Zodra de contouren vaststaan, zullen sociale partners via onderhandelingen uitwerken. Het fonds zal daarbij aangesloten blijven.
Het het van dat
Voor het fonds stond tevens een verlenging van de uitvoeringsovereenkomst met Equens op de agenda, omdat die eind 2012 zou aflopen. Partijen hebben onlangs een akkoord bereikt over een nieuwe vijfjarige uitvoeringsovereenkomst. In grote lijnen is de uitvoeringsovereenkomst ongewijzigd gebleven, inclusief de premie die 22,5% van het pensioengevend inkomen blijft. Om te voldoen aan een deugdelijke financiële opzet is de pensioen richtleeftijd vanaf 1 januari 2014 op 67 jaar gesteld. Equens en de vakbonden hebben daarover een (CAO) principe akkoord bereikt. Voor 2012 heeft het bestuur acht beleidspunten vastgesteld. Te weten: het pensioenakkoord, de uitvoeringsovereenkomst, continuïteit van het fonds, financieel crisisplan, beleggingsplan, kostenoverzicht, communicatieplan en de administratieovereenkomst. Daarop wordt in dit verslag nader ingegaan.
9
Stichting Pensioenfonds Equens
Het bestuur bedankt iedereen die zich in 2012 heeft ingezet voor het fonds en de totstandkoming van deze jaarrekening.
Bestuurssamenstelling In 2012 waren de heer B. Haasdijk (namens de werkgever) en de heer J. Bakker (namens de deelnemers) aftredend. De heer B. Haasdijk heeft zich beschikbaar gesteld voor een nieuwe zittingstermijn. De heer J. Bakker heeft Equens verlaten. De heer B. Haasdijk is door de werkgever voorgedragen voor een nieuwe termijn. De heer P. de Jong, die zich namens de deelnemers kandidaat heeft gesteld, is gekozen als bestuurslid namens de deelnemers. Hij was de enige kandidaat. Beiden zijn op 27 augustus 2012 door het bestuur (her)benoemd als bestuurslid.
Pensioenbureau De bezetting van het pensioenbureau is ten opzichte van het vorige jaar ongewijzigd gebleven. De heer G. Waaijer trad op als (ambtelijk) secretaris van het fonds en mevrouw B. Giltay-van Geffen verleende administratieve ondersteuning. In 2012 is verder gewerkt aan de inrichting van het pensioenbureau. Enerzijds aan verdere stroomlijning van de interne processen en anderzijds aan een betere samenwerking met de externe partijen, in het bijzonder de pensioenadministrateur. Beiden zijn in dienst van Equens en voor hun werkzaamheden ten behoeve van het fonds vindt doorbelasting aan het fonds plaats. Aan het pensioenbureau zijn de gebruikelijke uitvoerende taken toebedeeld ter ondersteuning van het bestuur.
Bestuursvergaderingen In 2012 zijn er 8 bestuursvergaderingen gehouden. Belangrijke onderwerpen die in de bestuursvergaderingen aan de orde zijn geweest staan in dit verslag vermeld.
Verantwoordingsorgaan (VO) De heer P. de Jong was in 2012 aftredend en heeft zich niet opnieuw beschikbaar gesteld als VO-lid (namens de deelnemers). Na slechts kort lid te zijn geweest van het VO, heeft hij ervoor gekozen om in het bestuur plaats te nemen. De heer P. Karsten, die zich namens de deelnemers kandidaat heeft gesteld voor de vacature in het VO, is gekozen als VO-lid. Hij was de enige kandidaat. Vervolgens heeft het bestuur de heer P. Karsten met ingang van 27 augustus 2012 benoemd als lid van het verantwoordingsorgaan namens de deelnemers. In 2012 is twee keer overleg geweest tussen het verantwoordingsorgaan en -een delegatie van- het bestuur. In het voorjaarsoverleg is gesproken over het beleggingsbeleid, premiebeleid, indexatiebeleid, de kosten en compliance. Ook is zoals gebruikelijk tussen partijen de planning van het jaarwerk besproken. In het najaarsoverleg is de financiële situatie van het fonds besproken en is nader ingegaan op het rente afdekkingsbeleid. Voorts is gesproken over de communicatie en is teruggeblikt op de aanbevelingen van het verantwoordingsorgaan. Zoals gebruikelijk heeft het bestuur het verantwoordingsorgaan (gevraagd en ongevraagd) alle informatie gegeven die zij voor de uitoefening van haar functie nodig heeft. Het bestuur waardeert de constructieve en actieve opstelling van het verantwoordingsorgaan. Het verslag van het verantwoordingsorgaan en de reactie van het bestuur daarop zijn verderop in deze jaarrekening opgenomen.
10
Stichting Pensioenfonds Equens
Visitatiecommissie (VC) Het bestuur heeft ervoor gekozen om de visitatiecommissie ook over 2012 een complete visitatie uit te laten voeren. De visitatie werd voor de vijfde keer uitgevoerd, met ondersteuning van de heer E. Klijn van PF Support. De samenstelling van de visitatiecommissie is ongewijzigd gebleven. De aanpak van de visitatie is grotendeels gelijk aan die in de voorgaande jaren. Het beleggingsbeleid van het fonds is deze keer gekozen als speerpunt waar intensiever naar is gekeken. In verband daarmee is naast overleg met het bestuur een apart gesprek gevoerd met de beleggingsadviescommissie. Ook heeft de visitatiecommissie gesproken met de actuaris en het verantwoordingsorgaan. Op basis van door het fonds verstrekte informatie en een overleg met –een delegatie van- het bestuur is door de visitatiecommissie een concept rapport opgesteld. Dat concept rapport is vervolgens aan het bestuur voorgelegd waarna het eindrapport is opgeleverd. Ook is er een samenvattend oordeel voor de jaarrekening gemaakt. De bevindingen van de visitatiecommissie en de reactie van het bestuur daarop zijn verderop in deze jaarrekening opgenomen. Het fonds heeft in 2012 deelgenomen aan een door de Nederlandsche Bank (DNB) opgezet themaonderzoek intern toezicht. Daartoe heeft het fonds eerdere visitatierapporten opgeleverd en een vragenlijst over intern toezicht ingevuld. Hiermee heeft de toezichthouder een beeld gekregen van de wijze waarop het bestuur omgaat met het visitatieproces en de bevindingen van de visitatiecommissie. Onlangs heeft DNB laten weten dat het fonds niet is geselecteerd voor de tweede fase van het onderzoek. Het bestuur concludeert hieruit dat het intern toezicht bij het fonds kennelijk goed wordt uitgevoerd.
Deelnemersvergadering In 2012 is er één deelnemersvergadering geweest, te weten de reguliere jaarlijkse deelnemersvergadering. De deelnemersvergadering werd bijgewoond door circa 20 deelnemers/gepensioneerden. Daarin heeft het bestuur een toelichting gegeven op de ontwikkelingen op pensioengebied in 2011 en op de jaarrekening 2011. Het was dit jaar een interactieve vergadering waarin veel vragen uit de zaal kwamen die door het bestuur werden beantwoord. De vragen gingen over zaken als: de dekkingsgraad, UFR, indexatie, kostendekkende premie en de positie van jongeren. Verder heeft de voorzitter de vooruitzichten op pensioengebied besproken. Aan de orde kwamen het CDC-contract met Equens en het nieuwe pensioenakkoord.
Reglementswijziging Medio 2012 zijn er enkele aanpassingen in de pensioenreglementen doorgevoerd. Op verzoek van Equens is het reglement aangepast in verband met de nieuwe CAOregeling over de (cumulatieve variabele) pensioengevende salariselementen. De CAO-partijen hebben afgesproken dat in het vorige jaar uitbetaalde (cumulatieve variabele) pensioengevende salariselementen per 1 januari pensioengevend zijn. Naar aanleiding van een beleidslijn van het Ministerie van Financiën is de tekst aangepast voor de situatie dat een werknemer het pensioen vervroegd in laat gaan. Tevens is de recent uitgewerkte regeling over de inhaalindexatie opgenomen. Verder zijn nog enkele tekstuele aanpassingen aangebracht en zijn de zogenaamde
11
Stichting Pensioenfonds Equens
systeemvariabelen bijgewerkt naar de peildatum van 1 januari pensioenreglementen zijn te vinden op de website van het fonds.
2012.
De
Toezicht DNB en AFM In 2012 heeft het fonds een nieuwe toezichthouder van DNB gekregen in de persoon van mevrouw A. de Hoogt. In de nieuwe organisatiestructuur van DNB fungeert zij als contactpersoon voor het fonds. Het toezicht vanuit DNB zal afhankelijk van het thema door andere personen bij DNB worden uitgevoerd. In 2012 waren hoofdthema’s van onderzoek door DNB voor de pensioenfondsen de uitbesteding van diensten en de geschiktheid van de bestuurders. Met betrekking tot de bestuurlijke effectiviteit heeft DNB een eindnota opgeleverd. De daarin genoemde aspecten van leiderschap, besluitvorming en communicatie zijn door het bestuur gebruikt bij de zelfevaluatie die begin 2013 is gehouden. Ten aanzien van de uitbesteding van het vermogensbeheer heeft DNB een aantal belangrijke aspecten aangegeven (zoals de begrenzing van het mandaat en de juridische vormgeving van de vermogensbeheercontracten) die het bestuur zal gebruiken bij het toetsen van de implementatie van het vermogensbeheer. Voorts heeft DNB medio 2012 de resultaten gepubliceerd van het onderzoek naar innovatieve beleggingen. Het bestuur wacht het self assessment af dat DNB hierover op korte termijn aan de pensioenfondsen gaat voorleggen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is in 2012 een nader onderzoek gestart naar de correcte aansluiting van pensioenuitvoerders op het Pensioenregister. Het fonds is geselecteerd om -verplicht- aan dit onderzoek deel te nemen. Voor de eerste fase van dit onderzoek heeft het fonds een vragenlijst ingevuld. Op basis van de verstrekte informatie heeft de AFM laten weten dat er geen aanleiding bestaat om het fonds in de tweede fase van dit onderzoek te betrekken. Hieruit concludeert het bestuur dat de aansluiting van het fonds op het Pensioenregister goed geregeld is. Voorts heeft de AFM eind 2012 een sector breed onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de financiële crisisplannen bij pensioenfondsen. Naar aanleiding van de uitkomsten van dat onderzoek heeft het bestuur nog eens kritisch gekeken naar het eigen financieel crisisplan dat begin 2012 werd opgesteld. Dat heeft ertoe geleid dat het financieel crisisplan van het fonds op enkele punten is aangepast.
Melding conform Pensioenwet (PW) Volgens artikel 96 PW dient in het jaarverslag melding gemaakt te worden van boetes, dwangsommen en aanwijzingen van de toezichthouder. In dit verband kan het bestuur melden dat deze in 2012 niet aan de orde zijn geweest.
Pensioenadministratie (A&O) A&O Pensioen Services is voor het verslagjaar ISAE 3402 Type 2 gecertificeerd door KPMG. De ISAE 3402 Type 2 verklaring geeft een grondig en objectief oordeel over de langdurige en effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen. KPMG heeft hieromtrent een positief oordeel zonder beperking afgegeven. Wel zijn er enkele uitzonderingen op het functioneren van de beheersmaatregelen geconstateerd, maar die hebben het eindoordeel niet beïnvloed. Het fonds zal erop toezien dat A&O acties onderneemt om die uitzonderingen te elimineren.
12
Stichting Pensioenfonds Equens
DNB heeft bij een aantal andere pensioenfondsen onderzoek gedaan naar de uitbesteding van de pensioenadministratie. Daaruit is gebleken dat de pensioenadministratie bij de betrokken pensioenfondsen voor verbetering vatbaar is. Naar aanleiding daarvan heeft DNB enkele aanbevelingen gedaan. A&O is hierover geïnformeerd en zij bezien hoe zij de dienstverlening kunnen verbeteren. Ter bewaking van de kwaliteit houdt A&O ook op eigen initiatief intern onderzoek. Uit een recent onderzoek is gebleken dat er verschillen waren in de deelnemersadministratie en de uitkeringsadministratie. A&O heeft het bestuur hierover gerapporteerd en gemeld dat de betreffende verschillen zijn opgelost. Volgens afspraak brengt A&O ieder kwartaal een rapportage uit. Op basis van de rapportage van het vierde kwartaal 2012 stelt het bestuur met tevredenheid vast dat de verwerking van (achterstallige) mutaties voortvarend is opgepakt. Als pensioenadministrateur is A&O tegenover het fonds tevens verantwoordelijk voor een goede aansluiting op het Pensioenregister. Door hun inzet is een tijdige invoering van plateau 2 van het Pensioenregister gerealiseerd. Hiervoor heeft het fonds van de stichting Pensioenregister een officiële verklaring ontvangen. De huidige uitvoeringsovereenkomst met A&O loopt eind 2013 af. In verband hiermee heeft het bestuur een tender opgestart met het oog op de uitbesteding van de pensioenadministratie met ingang van 1 januari 2014. Vanwege de beleidsregels van DNB laat het bestuur zich door een externe partij ondersteunen bij het selectieproces. In de eerste helft van 2013 zal hierover een besluit vallen.
Deskundigheidsplan Begin 2012 is het deskundigheidsplan aangepast met inachtneming van de wettelijke voorschriften en de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. De opzet van het plan is in grote lijnen ongewijzigd gebleven. Belangrijke inhoudelijke aanpassing betreft de toevoeging van competenties naast de reeds gebruikelijke deskundigheidseisen. In de visie van de toezichthouder gaat het niet alleen meer om kennis, maar ook om vaardigheden; het gaat om een algehele geschiktheid om de functie van bestuurder in het pensioenfonds goed uit te kunnen oefenen. Om de continuïteit van het bestuur te waarborgen heeft het bestuur het aspirant bestuurslidmaatschap ingevoerd. Via een open inschrijving heeft het bestuur eind 2012 de heer G. Scheepers als aspirant bestuurslid aangesteld. Hij loopt met de bestuursleden mee om ervaring op te doen (maar heeft geen stemrecht). Verder zijn enkele bijlagen aan het plan toegevoegd, zoals de accountabilitymatrix, de functiebeschrijvingen, een overzicht competenties en een zelfevaluatierapport. Ook in 2012 is er een evaluatie geweest, aan de hand van een vragenlijst van Aon. De bestuurszelfevaluatie heeft betrekking op communicatie, medezeggenschap, bestuursfunctioneren, verantwoording, uitbesteding en klachtenregeling. Deze zelfevaluatie heeft geleid tot enkele kleine aanpassingen in het overzicht. Ook is het (driejaarlijkse) self assessment voorbereid waarbij onder begeleiding van een extern deskundige het functioneren van het bestuur wordt geëvalueerd. Hoofdthema’s waren deze keer leiderschap, besluitvorming en communicatie. Het self assessment met het gehele bestuur heeft begin 2013 plaatsgevonden.
13
Stichting Pensioenfonds Equens
Voor het onderdeel deskundigheid hebben alle bestuursleden wederom de jaarlijkse deskundigheidstoets afgelegd, met als resultaat dat het bestuur als geheel voldoet aan het vereiste deskundigheidsniveau. De toets had wederom betrekking op alle relevante onderdelen te weten: het besturen van een organisatie, relevante wet- en regelgeving, pensioenregelingen/soorten, financieel technische/actuariële organisatie/interne controle, uitbesteding van werkzaamheden en communicatie. De functiebeschrijvingen zijn met ondersteuning van een deskundige van Equens bijgewerkt (onder meer door toevoeging van de relevante competenties). De functiebeschrijvingen zijn erg belangrijk geworden omdat ze door DNB verplicht zijn gesteld in het kader van de goedkeuringsprocedure van nieuwe bestuursleden. In het kader van de permanente educatie hebben bestuursleden in 2012 cursussen en workshops bijgewoond over actuele onderwerpen op pensioengebied. Voor elke bestuurder worden de gevolgde cursussen in een apart register bijgehouden.
Gedragscode en Compliance Op advies van KPMG heeft het bestuur in 2011 de ambtelijk secretaris aangesteld als compliance officer voor het fonds. Voorheen was die functie belegd bij de manager Internal Audit van Equens. In haar rapport over 2011 heeft de visitatiecommissie echter de aanbeveling gedaan om een onafhankelijk persoon hiervoor aan te stellen. Naar haar oordeel is de secretaris qualitate qua aan het fonds verbonden en daarmee niet onafhankelijk. Het bestuur heeft deze aanbeveling overgenomen en de heer E. Klijn als compliance officer aangesteld. Het fonds hanteert een gedragscode die voorschriften bevat ter voorkoming van belangenconflicten en misbruik en oneigenlijk gebruik van bij het fonds aanwezige informatie en zaken. Verbonden personen moeten jaarlijks een verklaring tekenen dat zij de gedragscode in het afgelopen jaar hebben nageleefd. Voor het eerst hebben de verbonden personen op verzoek van de compliance officer ook een opgave gedaan van hun nevenfuncties en ontvangen relatiegeschenken. De compliance officer heeft conform afspraak over 2012 verslag uitgebracht aan de voorzitter van het fonds. De compliance officer beoordeelt de inrichting en werking van compliance als voldoende. Er zijn bij hem geen incidenten gemeld. De nevenfuncties van de verbonden personen geven geen aanleiding tot nader onderzoek. Er zijn geen relatiegeschenken ontvangen die niet passen in de normering van het fonds. De verbonden personen hebben de naleving van de gedragscode getekend en hebben zich gedragen conform de gedragscode. Ook de compliance regels van derden geven geen aanleiding tot nader onderzoek.
Risicomanagement Volgens afgesproken beleid is ook in 2012 met ondersteuning van de afdeling Internal Audit van Equens weer een "risk control self assessment" uitgevoerd. Daaraan heeft het voltallige bestuur deelgenomen. Op basis van de resultaten van het vorige assessment werd op gestructureerde wijze een hernieuwde beoordeling van alle voor het fonds relevante risico's gemaakt. Daarbij moet o.a. gedacht worden aan: uitbestedingsrisico's, juridische risico's, integriteitrisico's, deskundigheidrisico's en marktrisico's. Dat heeft geresulteerd in bijstelling van
14
Stichting Pensioenfonds Equens
enkele risico's en het toevoegen van een beperkt aantal maatregelen. Het overzicht risicomanagement (met maatregelen) is als bijlage opgenomen in de ABTN. De jaarlijkse self assessments zullen worden gecontinueerd. Maar anders dan de voorgaande keren zal in 2013 een risk sessie “vanaf scratch” worden uitgevoerd, met behulp van een speciale tool en op basis van FOCUS (methodiek van DNB).
Uitvoeringsovereenkomst Omdat de uitvoeringsovereenkomst 31 december 2012 afliep, hebben partijen onderhandeld over een nieuwe uitvoeringsovereenkomst per 1 januari 2013. Belangrijk onderwerp daarbij was evenals het vorige jaar het premieniveau voor de komende periode. Uit een eerder door Towers Watson uitgevoerde ALM-studie bleek dat voor een verantwoorde uitvoering van de huidige pensioenregelingen voor de komende periode een zuiver kostendekkende premie van (minimaal) 25% van het pensioengevend inkomen van de deelnemers van het fonds nodig is. In de onderhandelingen met de vakbonden heeft Equens ingezet op handhaving van de pensioenpremie op 22,5% van het pensioengevend inkomen van de deelnemers. De pensioenleeftijd zou dan in 2013 op 65 jaar worden gehouden en volgens de voorgenomen wetgeving naar 67 jaar worden verhoogd. Dit zou volgens berekeningen in 2013 tot een klein verlies en in 2014 tot een kleine winst op de premie leiden als de rente op het huidige lage peil blijft. Het bestuur heeft hiermee kunnen instemmen onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de pensioenleeftijd per 1 januari 2014 naar 67 jaar gaat. Nadat Equens en de vakbonden daarover een principe akkoord hadden bereikt, was daarmee de nieuwe overeenkomst een feit. De nieuwe uitvoeringsovereenkomst loopt tot en met 31 december 2017. Daarin is opgenomen dat aanpassing van het wettelijke fiscale kader mogelijk aanleiding kan zijn voor een tussentijdse premie aanpassing. Echter nimmer zonder akkoord van het fonds waarbij een deugdelijke financiële opzet steeds als voorwaarde geldt. Het bestuur zal gedurende de looptijd van de uitvoeringsovereenkomst aan het eind van elk jaar een premietoets uitvoeren. Indien de premie niet meer kostendekkend is, zal dat in principe leiden tot het korten van de pensioenopbouw. In het verslagjaar is PaySquare weer aangesloten bij het fonds. PaySquare was eerder al aangesloten bij het fonds, maar de uitvoeringsovereenkomst werd beëindigd vanwege het feit dat PaySquare geen medewerkers meer in dienst had. In 2012 heeft PaySquare weer enkele medewerkers in dienst genomen. De uitvoeringsovereenkomst tussen het fonds en PaySquare is inhoudelijk (qua voorwaarden en tijdsduur) gelijk aan die tussen het fonds en Equens.
Toeslagregeling (indexatie) Er is geen recht op toekomstige toeslagen. De toeslag van de pensioenen is voorwaardelijk. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Het fonds ambieert de pensioenen jaarlijks aan te passen aan de procentuele loonstijging van de Equens-CAO, respectievelijk de CBS prijsindex. De toeslag in een jaar wordt vastgesteld door het bestuur van het fonds.
15
Stichting Pensioenfonds Equens
Het bestuur hanteert ten aanzien van de toeslagverlening als leidraad een toeslagentabel die is vastgelegd in de reglementen. Daarmee is voor iedereen duidelijk waarop de besluitvorming van het bestuur is gebaseerd, onverlet latend dat het bestuur een afwijkend besluit kan nemen indien daartoe argumenten zijn. Bij een dekkingsgraad hoger dan 125% wordt er een volledige toeslag verleend. Bij een dekkingsgraad tussen 110% en 125% wordt er geheel, gedeeltelijk of geen toeslag verleend voor zover daardoor de dekkingsgraad niet onder de 110% zakt. Bij een dekkingsgraad lager dan 110% wordt er geen toeslag verleend. Bij een dekkingsgraad eind 2011 van 107,9% is per 1 januari 2012 geen toeslag verleend op de opgebouwde pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen. In september 2012 heeft DNB een meer theoretische dekkingsgraad op basis van de Ultimate Forward Rate (UFR) ingevoerd. Dat is een rekenmethode die ervan uitgaat dat de langetermijnrente op de heel lange termijn toe beweegt naar een afgesproken niveau. Voor de gehele eurozone is de UFR vastgesteld op 4,2%. Ultimo 2012 was de dekkingsgraad van het fonds volgens deze nieuwe rekenmethode 113,0%. Maar zoals hiervoor vermeld, baseert het bestuur zich op de actuele marktrente. Omdat de dekkingsgraad van het fonds op basis van de actuele marktrente eind 2012 107,7% was, is er ook per 1 januari 2013 niet geïndexeerd. De resultaten van het fonds zijn echter zodanig dat in tegenstelling tot veel andere pensioenfondsen over 2012 geen kortingen nodig zijn.
Waardeoverdrachten Omdat de dekkingsgraad in 2012 steeds boven de 100% is gebleven kon de uitvoering van de waardeoverdrachten (zowel inkomend als uitgaand) in beginsel gewoon door blijven gaan. Maar wel steeds op de wettelijk voorgeschreven voorwaarde dat de wederpartij een dekkingsgraad van boven de 100% had.
Vermogensbeheer De beleggingsportefeuille is opgedeeld in een matching deel en een return deel. Doelstelling van de matching portefeuille is het realiseren van de total return van de verplichtingen van het fonds. Doelstelling van de return portefeuille is het genereren van additioneel rendement voor (o.a.) de verlening van toeslagen. Deze aanpak geeft een helder inzicht in de financiële doelstellingen van het fonds. De matching portefeuille wordt beheerd door First Investments, terwijl Schroders als manager van de returnportefeuille optreedt. Door middel van periodieke rapportages van deze vermogensbeheerders en een maandelijks dashboard van First Pensions houdt het bestuur grip op de ontwikkeling van de portefeuilles. De beleggingsadviescommissie is in het verslagjaar acht keer bij elkaar geweest. De beleggingsadviescommissie heeft geacteerd op basis van het beleggingsplan 2012. Vanwege de ontwikkelingen op de financiële markten was 2012 een enerverend jaar op beleggingsgebied. De beleggingsadviescommissie heeft de ontwikkelingen intensief gevolgd en belangrijke voorstellen gedaan aan het bestuur. Meer informatie over de beleggingen is opgenomen in de beleggingenparagraaf.
16
Stichting Pensioenfonds Equens
Om de adviserende rol meer tot uitdrukking te brengen is besloten om de beleggingscommissie om te dopen in de beleggingsadviescommissie (BAC). De samenstelling van de BAC is in het verslagjaar op 2 punten gewijzigd. De heer H. Hoos is in goed onderling overleg als adviseur uit zijn taak ontheven. Sindsdien werkt de BAC met één externe adviseur (de heer D. Veldman). Vanwege het vertrek van de heer J. Bakker bij Equens (tevens voormalig BAC voorzitter) is er sinds medio 2012 een vacature in de BAC ontstaan. Het is de bedoeling dat de heer P. de Jong -na een aanvullende opleiding- in 2013 toetreedt tot de BAC. Mevrouw M. Verhoef is de nieuwe voorzitter van de BAC.
Actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) Na eerdere aanpassingen is de ABTN eind 2011/begin 2012 verder in lijn gebracht met de laatste ontwikkelingen. Belangrijke wijziging betreft het hoofdstuk over de uitvoering van het beleggingsbeleid van het fonds. Dat hoofdstuk is aangepast aan het nieuwe beleggingsplan en aan de invoering van de return portefeuille. Ook zijn de overige hoofdstukken bijgewerkt en zijn de systeemvariabelen aangepast naar het niveau van 2011. In maart 2012 heeft het bestuur de nieuwe ABTN vastgesteld. In de loop van 2012 is als nieuw onderdeel een financieel crisisplan aan de ABTN toegevoegd. Dit crisisplan is opgesteld op basis van een beleidsregel van DNB. Het crisisplan geeft een beschrijving van de maatregelen die het bestuur op korte termijn kan inzetten indien de dekkingsgraad zich bevindt op of zeer snel beweegt richting kritische waarden waardoor het realiseren van de doelstellingen van het fonds in gevaar komen. Belangrijk uitgangspunt hierbij is een evenwichtige belangenbehartiging van de verschillende groepen belanghebbenden. In het crisisplan is ook de communicatie naar de belanghebbenden beschreven.
Kosten van het fonds De AFM heeft in 2011 een rapport uitgebracht over de kosten van pensioenfondsen onder de titel: "Kosten pensioenfondsen verdienen aandacht". De Pensioenfederatie onderschrijft dat de kosten die pensioenfondsen betalen voor de pensioenadministratie en het vermogensbeheer zichtbaar moeten worden. Met het uitbrengen van de "aanbevelingen uitvoeringskosten" heeft zij daaraan invulling gegeven. Deze aanbevelingen houden kort gezegd in om: de kosten van pensioenbeheer te rapporteren in euro per deelnemer; de kosten van het vermogensbeheer te rapporteren in percentage van het gemiddeld belegd vermogen; de transactiekosten separaat te rapporteren in percentage van het gemiddeld belegd vermogen. Het bestuur heeft deze aanbevelingen van de Pensioenfederatie overgenomen. In het vorige jaarverslag zijn conform de aanbevelingen van de Pensioenfederatie de kosten van pensioenbeheer opgenomen (in euro per deelnemer). In dit jaarverslag zijn nu ook de kosten van het vermogensbeheer vermeld (in percentage van het gemiddeld belegd vermogen) en separaat de transactiekosten (in percentage van het gemiddeld belegd vermogen). Ook ten aanzien van de nadere onderverdeling van de diverse kostenposten zijn de richtlijnen van de Pensioenfederatie gevolgd. Voor de deelnemerskosten van pensioenbeheer is daarom (in tegenstelling tot de vorige keer) uitgegaan van het totaal van actieve deelnemers en gepensioneerden.
17
Stichting Pensioenfonds Equens
De kosten van het fonds zijn door First Pensions in lijn met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie onderverdeeld. Hieronder presenteren wij drie kostenoverzichten. In het eerste overzicht worden de Pensioenbeheerkosten belicht, waarna in het tweede overzicht op de Vermogensbeheerkosten wordt ingegaan. Het derde overzicht toont de Transactiekosten van het pensioenfonds. Binnen deze drie categorieën is een verdere onderverdeling gemaakt naar de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Ook heeft First Pensions zelf enkele posten verder gespecificeerd. Dit is gedaan omdat de specificatie relevant leek óf omdat de omvang van de post te substantieel was om niet uitgesplitst te worden.
Pensioenbeheerkosten 2012 Specificatie
Kosten
Kosten deelnemer en gepensioneerden(administratiekosten)
451
Werkzaamheden A&O
217
Kosten van fiduciair beheer
13 221
Overige Kosten bestuur en financieel beheer Jaarverslag
278
Certificering
66
Accountant
46
Overige
1
Werkzaamheden
0
DNB
37
AFM
5
Bestuur
Salariskosten
52
Bestuursbegeleiding
42
Contributie OPF
6
Website
11
Overige
12
Overige
3
Pensioenbeheerkosten Totaal
732
Terugboekingen/stelposten
-13
Pensioenbeheerkosten incl. terugboekingen/stelposten
719
Doorbelasting pensioenbeheerkosten betrekking hebbende op vermogensbeheerkosten
-221
Totaal
498
18
Stichting Pensioenfonds Equens
Vermogensbeheerkosten 2012 Specificatie
Kosten
Bestuurskosten
221
Beheerskosten
1.160
Kosten van fiduciair beheer
832
Kosten van portefeuillebeheer
328
Prestatieafhankelijke vergoedingen
378
Kosten bewaarloon
3
Belastingen
12
Overige kosten
94
Exploitatiekosten
0
Niet gespecificeerde Vermogensbeheerkosten Vermogensbeheerkosten Totaal
164 2.032
Vermogensbeheerkosten % gemiddeld belegd vermogen
0,46%
Transactiekosten 2012 Specificatie
Kosten
Kosten aan- en verkoop beleggingstitels
1.153
Opgegeven kosten aan- en verkoop beleggingstitels
1.129
Door FiP geschatte kosten aan- verkoop beleggingstitels
24
Acquisitiekosten
0
In- en uitstapvergoedingen bij beleggingsfondsen
0
Transactiekosten Totaal
1.153
Transactiekosten % gemiddeld belegd vermogen
0,26%
Het is niet mogelijk om in bovenstaande kostentabellen de vergelijkende cijfers 2011 op te nemen. Bij het fonds zijn de kosten van pensioenbeheer per deelnemer (d.w.z. actieve deelnemer en gepensioneerde) gemiddeld € 521. Om dit in perspectief te plaatsen kan gekeken worden naar de resultaten uit een onderzoeksrapport over pensioenkosten uitgebracht door Lane Clark & Peacock (LCP). Daaruit blijkt dat de gemiddelde kosten van pensioenbeheer voor qua omvang met het fonds vergelijkbare pensioenfondsen (in 2011) circa € 450 bedragen.
19
Stichting Pensioenfonds Equens
De kosten van het vermogensbeheer zijn bij het fonds 0,46% van het gemiddeld belegd vermogen en de transactiekosten 0,26% van het gemiddeld belegd vermogen. Uit genoemd onderzoek van LCP blijkt dat deze kosten in de praktijk nogal verschillen en sterk afhankelijk zijn van de omvang van het pensioenfonds en de wijze van beleggen. De kosten van het vermogensbeheer variëren tussen 0,08% en 1,00% en komen gemiddeld uit op circa 0,38% van het gemiddeld belegd vermogen. De transactiekosten variëren tussen 0,01% en 0,42% en komen gemiddeld uit op circa 0,12% van het gemiddeld belegd vermogen. Als wij de resultaten uit het onderzoeksrapport van LCP als benchmark nemen, kan worden vastgesteld dat de pensioenkosten bij het fonds bovengemiddeld zijn. Het bestuur zal bezien in hoeverre de pensioenkosten kunnen worden teruggebracht.
20
Stichting Pensioenfonds Equens
Herstelplan fonds Op 31 maart 2009 heeft het fonds een korte termijn en een lange termijn herstelplan bij DNB ingediend. Op basis van een uitgevoerde continuïteitsanalyse heeft het bestuur vastgesteld dat het fonds zelf voldoende herstelkracht bezit om binnen 5 jaar op de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,3% te komen. Uitgaande van een renteverwachting die na 5 jaar gelijk blijft, beschikt het fonds op lange termijn eveneens over voldoende herstelkracht om binnen 15 jaar uit te komen op het vereiste vermogen van 117,8%. Maandelijks wordt de dekkingsgraad berekend waarbij ook de verwachte dekkingsgraad volgens het herstelpad in het herstelplan wordt vermeld. Het verloop van de dekkingsgraad laat zien dat in geheel 2012 de dekkingsgraad onder het herstelpad lag (begin 2012: 107,9% versus 114,8% en ultimo 2012: 113,0% versus 116,9%). Extra maatregelen zijn momenteel echter niet nodig. In de dekkingsgraad ultimo 2012 is de Ultimate Forward Rate (UFR) toegepast. Conform voorschrift van DNB heeft het bestuur het herstelplan geëvalueerd en daarover via een vragenlijst gerapporteerd aan de toezichthouder. Daarin is vermeld dat er geen aanvullende maatregelen zijn getroffen en dat vanwege de financiële situatie geen aankondiging van een voorgenomen korting nodig is. Per 1 april 2013 is het fonds, conform de richtlijnen van de Nederlandsche Bank, uit het lange termijn herstelplan.
Communicatie Ook in het verslagjaar is communicatie door de AFM als een belangrijk speerpunt neergezet. Gezien de steeds hogere eisen die aan de pensioensector worden gesteld, heeft het fonds ook in 2012 hier weer volop in geïnvesteerd. De communicatiecommissie heeft met name veel tijd en geld gestoken in de ontwikkeling van een nieuwe website van het fonds. In december 2012 werd de oude website uit de lucht gehaald en was de nieuwe website een feit. De opzet van de website is geheel veranderd en ingericht naar de verschillende doelgroepen. Tevens is de inhoud van de website aangepast door kortere teksten in een beter leesbare stijl op te nemen. Ook zijn links naar andere sites opgenomen. Uit de bezoekersaantallen blijkt dat de website aanslaat en in een behoefte voorziet. Tegelijkertijd is het “gezicht” van het fonds aangepast door de introductie van een nieuw logo. Dit logo wordt in alle communicatie-uitingen van het fonds gebruikt. Begin 2012 heeft het fonds de deelnemers en gepensioneerden per brief geïnformeerd over de financiële situatie en toeslagverlening per 1 januari 2012. Medio 2012 zijn door het fonds de UPO's aan de deelnemers verstuurd. Hiermee heeft het fonds voldaan aan de wettelijke informatieverstrekking terzake. De communicatiecommissie is doorgegaan met het uitgeven van de Pensioenwijzer, het nieuwe magazine van het fonds waarmee in 2011 is gestart. In 2012 zijn drie uitgaven van de Pensioenwijzer verschenen. De derde uitgave stond grotendeels in het teken van de nieuwe website van het fonds.
21
Stichting Pensioenfonds Equens
In 2012 is de communicatiecommissie 4 keer in vergadering bijeen geweest. Daarin zijn communicatie aangelegenheden van uiteenlopende aard behandeld. De focus lag vooral op de uitvoering (website van het fonds en de Pensioenwijzer). In 2012 was er 1 mutatie in de communicatiecommissie: De heer P. Beijdorff heeft mevrouw E. Heldoorn opgevolgd als vertegenwoordiger namens de werkgever.
Samenvatting van het actuarieel rapport en de toereikendheidstoets Toereikendheidstoets (o.b.v. DNB-richtlijnen; bedragen in EUR 1.000) De toets op toereikendheid geeft aan of de middelen van het fonds voldoende zijn om de Voorziening Pensioen Verplichtingen (VPV) en een aantal risico’s te dekken. Hierbij gaat het om reglementair verkregen aanspraken over het verleden. Per 31 december 2012 gelden de volgende uitkomsten: Dekkingspositie en dekkingsgraad Aanwezig vermogen Voorziening pensioen verplichtingen (VPV) Eigen vermogen Vereist eigen vermogen (VEV) Saldo Aanwezige dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad
-/-/-
478.800 423.554 55.246 33.720 21.526 113,0 108,0
Geconcludeerd kan worden dat de benodigde middelen ter dekking van de verplichtingen en de minimaal vereiste buffer per 31 december 2012 aanwezig zijn. Er is geen sprake meer van een reservetekort. Technische analyse In 2012 is een positief resultaat van EUR 24.926 behaald. Om inzicht te verkrijgen in de totstandkoming van dit resultaat is onderstaand het resultaat naar verschillende onderdelen verdeeld, door de posten van de staat van baten en lasten te confronteren met posten van de ontwikkeling van de VPV. Dit leidt tot het volgende overzicht: Onderdelen
Resultaat 2012 -/24.774 56.051 -/1.358 -/46 0 -/77 2.246 0 -/7.116
Wijziging van de rentetermijnstructuur Beleggingsopbrengsten Premies Waardeoverdrachten Kosten Uitkeringen Kanssystemen Voorwaardelijke toeslagverlening Overige mutaties technische voorzieningen Totaal resultaat
24.926
22
Stichting Pensioenfonds Equens
Financiële paragraaf Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar (bedragen in EUR 1.000). Pensioen vermogen Stand per 1 januari 2012 Toename of afname Stand per 31 december 2012
Technische voorzieningen
Dekkings graad
EUR
EUR
414.054 64.746
383.734 39.820
107,9
%
478.800
423.554
113,0
De belangrijkste factoren die van invloed zijn op de dekkingsgraad zijn: • De nominale marktrente is verder gedaald. Dit heeft mede een toename van de technische voorziening tot gevolg van EUR 24.774. • Mede dankzij de afdekking van het renterisico is er op beleggingen een resultaat behaald van EUR 56.051. Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd:
Premieresultaat Beleggingsresultaat Overig resultaat
2012
2011
2010
2009
2008
EUR 1.358
EUR 1.286
EUR 2.381
EUR 2.444
EUR 4.921
56.051
56.770
26.602
42.190
-/- 104.648
-/- 32.483
-/- 53.348
-/- 39.719
-/- 11.491
-/- 4.388
24.926
4.708
-/- 10.736
33.143
-/- 104.115
In 2012 heeft het Actuarieel Genootschap de Prognosetafel 2012-2062 gepubliceerd. Tevens zijn nieuwe fondsspecifieke correctiefactoren geïntroduceerd. Deze correctiefactoren zijn vastgesteld op basis van een postcode-onderzoek van Aon Hewitt. Het resultaat in verband met wijziging van de actuariële grondslagen over 2012 bedraagt EUR -/- 6.818. Hiervan wordt EUR -/- 2.701 veroorzaakt door de overgang naar de nieuwe fondsspecifieke correctiefactoren en EUR -/- 4.117 wordt veroorzaakt door de overgang naar de Prognosetafel 2012-2062.
23
Stichting Pensioenfonds Equens
Ultimo 2012 bedroeg de voor het fonds relevante gemiddelde marktrente circa 2,50% (2011: 2,76%). De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad ultimo
2012
2011
2010
2009
2008
113,0%
107,9%
107,9%
113,0%
101,2%
De vereiste dekkingsgraad zoals die voortvloeit uit de solvabiliteitsvoorschriften volgens de Pensioenwet bedraagt 108,0% (2011: 107,2%).
Beleggingen paragraaf Beleggingsklimaat in 2012 2012 is opnieuw een onrustig jaar geweest voor de financiële markten. Het vertrouwen in de euro bleef onder druk door de onrust in de zuidelijke Europese landen, met name Griekenland, Spanje en Italië. Het Spaanse overheidstekort bleek veel hoger dan verwacht en de verliezen bij de Spaanse banken op vastgoedleningen liepen snel op. Er was angst voor een exit van Griekenland uit de eurozone en in de aanloop naar de Italiaanse verkiezingen was het de vraag of het in Italië ingezette restrictieve beleid kon worden voortgezet. Doemscenario’s zoals het uiteenvallen van de eurozone zijn gedurende het jaar geleidelijk verstomd door het opzetten van steunprogramma’s door de ECB en daarmee is tijd gewonnen om te komen tot duurzamer oplossingen voor de onevenwichtigheden binnen de zone. In de Verenigde Staten was de naderende ‘fiscal cliff’ een drijvende onzekerheid in de markt. Aandelenmarkten wereldwijd lieten over 2012 een lichte stijging zien. Renteswaps zijn over 2012 over alle looptijden gedaald, vooral door het ruime monetaire beleid van de ECB. De rentecurve is steiler geworden wat waarschijnlijk te maken heeft met het invoeren van een aangepaste verdisconteringsvoet voor Europese verzekeraars en pensioenfondsen (UFR).
24
Stichting Pensioenfonds Equens
Rendement 2012 portefeuille
2011
2010
benchmark
portefeuille
benchmark
portefeuille
benchmark
Vastgoed
15,1%
6,5%
16,1%
11,7%
11,2%
12,0%
Aandelen
17,0%
15,6%
-2,5%
-0,2%
15,1%
13,9%
Vastrentende waarden
8,5%
4,3%
24,8%
28,2%
5,3%
16,7%
Hedgefunds
3,3%
0,6%
-3,4%
0,9%
9,3%
6,8%
-8,6%
-0,6%
0,7%
0,5%
17,8%
22,3%
11,5%
16,8%
Commodities Totaal rendement mandaatbeleggingen Totaalrendement (inclusief overlay m.u.v. currencyoverlay) Totaalrendement (inclusief currency overlay) Rendement op producten aangehouden voor renteafdekking TV Overig Totaal
15,2% 15,4% 10,9%
7,9%
15,4% 11,5%
Als de portefeuille wordt uitgesplitst naar de asset categorieën conform de DNB kwartaalstaten, kan de relatieve performance per categorie nader worden toegelicht. DNB heeft de categorieën waarop pensioenfondsen moeten rapporteren aangepast, wat de vergelijking met eerdere jaren bemoeilijkt. Vastgoed In deze categorie zijn posities opgenomen in een infrastructuur fonds. Dit fonds presteerde beter dan de benchmark die is samengesteld uit drie infrastructuurfondsen (International Public Partnerships Ltd., HICL International Company Limited, 3I Infrastructure PLC). Aandelen De exposure naar aandelen werd deels genomen door te participeren in een wereldwijde aandelenstrategie van Schroders Investment Management en deels middels aandelenfutures. Met uitzondering van de Europese aandelen (EURO STOXX 50 Index future) hebben de aandelenposities het beter gedaan dan de respectievelijke benchmarks. Vastrentende waarden In deze categorie zijn opgenomen High Yield Debt (wereldwijde High Yield Debt strategie van Schroders Investment Management), Emerging Market Debt (iShare van JP Morgan), Overheidsobligaties (deels genomen door beursgenoteerde rentederivaten en deels door te beleggen in overheidsobligaties), Investment Grade Corporate Debt (wereldwijde Investment Grade Corporate Debt strategie van Schroders Investment Management). Uitgezonderd CBT US 10 Year Note Future
25
Stichting Pensioenfonds Equens
hebben de vastrentende producten het beter gedaan dan de benchmark. Als benchmark voor de CBT US 10 Year is Euribor gebruikt. Hedgefunds De volledige exposure naar Absolute Return werd genomen door te participeren in een GTAA fonds van Schroders Investment Management. Dit fonds heeft het beter gedaan dan Euribor, wat de benchmark voor dit fonds is. Commodities De volledige exposure naar commodities wordt genomen door te participeren in passieve instrumenten. De twee ETFs in portefeuille, Physical Gold en Energy, hebben beiden een lagere performance laten zien dan de benchmark. Totaal rendement mandaatbeleggingen In de rendementsportefeuille (“mandaatbeleggingen” in de DNB rapportage) vindt actieve tactische asset allocatie plaats. De benchmark voor deze tactische allocatie is een statische modelportefeuille. Daarmee kan beoordeeld worden of de tactische portefeuilleaanpassingen ook daadwerkelijk bijgedragen hebben aan het rendement. In 2012 heeft de rendementsportefeuille als geheel beter gepresteerd dan de benchmark en hebben de allocatiebeslissingen van de beheerder waarde toegevoegd. Totaalrendement (inclusief en exclusief currency overlay) Het rendement van de totale portefeuille komt voor 2012 op 15,2% zonder currency overlay en 15,4% met overlay. Het totaalrendement van 15,4% is op te delen in het rendement op de matchingportefeuille (18,4%) en de rendementsportefeuille (9,3%). Binnen de matchingportefeuille was de dalende rente de belangrijkste verklaring van het rendement. Binnen de rendementsportefeuille hebben de asset categorieën aandelen, high yield debt, en vastrentende waarden in absolute termen het meest bijgedragen aan het resultaat. Rendement op producten aangehouden voor renteafdekking De matchingportefeuille heeft meer rendement opgeleverd dan de benchmark die bestaat uit de verplichtingen van het fonds gewaardeerd tegen de UFR. Het overrendement is deels te verklaren uit het niveau van de UFR die per einde 2012 boven de swapcurve UFR lag. Voor een ander deel is het overrendement te verklaren door het inlopen van de risicospreads op de meeste obligaties in portefeuille. Ontwikkeling portefeuille en vooruitzicht 2013 In het eerste kwartaal 2012 is de inflatieafdekking beëindigd door het sluiten van swapposities. In 2011 had het bestuur besloten dat de risicocategorie inflatie onvoldoende bijdrage had aan het rendement in relatie tot het risicobeslag en is besloten ook de resterende afdekking op te geven. Door het beëindigen van de inflatieafdekking kon het separaat mandaat dat bij First Investments voor dat doel werd aangehouden worden gesloten en is de volledige renteafdekkingspositie in een mandaat gebracht.
26
Stichting Pensioenfonds Equens
Eind 2012 heeft het bestuur met het oog op de historisch lage rente besloten tot reductie van de nominale renteafdekking tot 80%. Dit is een tactische beslissing waarbij de strategische renteafdekking op 100% blijft. De reductie wordt in het eerste kwartaal van 2013 uitgevoerd. Door de reductie komt er vermogen vrij dat deels wordt toegekend aan de rendementsportefeuille, deels wordt aangewend om de balansverlenging in de matchingportefeuille te reduceren. Het bestuur heeft op voorstel van de beleggingsadviescommissie de inflatieswap positie geheel afgebouwd en de renteafdekking in maart 2013 verlaagd van 100% naar 80%. Voor 2013 kent de modelportefeuille van de rendementsportefeuille de volgende samenstelling: Modelportefeuille 2013 Groei
53
Aandelen
21
High Yield obligaties
11
Obligaties opkomende markten
5
Grondstoffen
7
Absolute return
4
Infrastructuur
5
Defensief
47
Overheidsobligaties
35
Bedrijfsobligaties
11
Cash
1
Verantwoord beleggen Een van de criteria bij selectie van vermogensbeheerders is dat de beheerder bij de samenstelling van de beleggingsportefeuille rekening houdt met elementen die betrekking hebben op maatschappelijk verantwoord beleggen. Beide beheerders voldoen aan dit criterium en werken op basis van Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties (UNPRI). Schroders heeft een team van vijf ESG specialisten (Environmental, Social en Governance) dat zich onder meer bezig houdt met stemrecht, engagement en implementatie van ESG factoren in het beleggingsproces. Bij engagement worden bedrijven gewezen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheden, bij proxy voting wordt door middel van stemgedrag tijdens aandeelhoudersvergaderingen gestreefd naar het bewerkstelligen van veranderingen. First Investments werkt samen met specialisten om te onderzoeken hoe verantwoord beleggen in de selectie van obligaties kan worden geïntegreerd.
27
Stichting Pensioenfonds Equens
Risico paragraaf In dit deel van het bestuursverslag geven we een overzicht van de belangrijkste risico's die het fonds loopt. Een uitgebreide bespreking is opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. In de subparagrafen wordt ingegaan op de situatie gedurende 2012. Opzet van vermogensbeheer Het vermogensbeheer is opgezet op basis van matching & return. Tegenover 100% van de nominale verplichtingen staan vastrentende beleggingen en renteswaps waardoor het renterisico vrijwel volledig is afgedekt, de zogenaamde matchingportefeuille. De rest van de beleggingsportefeuille wordt aangemerkt als returnportefeuille. Binnen die portefeuille moet een zodanig rendement worden gerealiseerd dat de verplichtingen inzake de betalingen van de korte rente samenhangend met de swaps en zoveel mogelijk de indexaties kunnen worden gefinancierd. Beleggingsrisico De beleggingen van het fonds zijn gespreid over diverse vermogensklassen namelijk obligaties, aandelen, vastgoed/infrastructuur, grondstoffen en hedge funds. Per beleggingscategorie wordt door Schroder een keuze gemaakt uit fondsen (Schroders fondsen of fondsen van derden), ETF’s of derivaten. Voor de berekening van de vermogensbuffer, die het fonds aanhoudt ter dekking van de koersschommelingen op de beleggingen, worden criteria gehanteerd die zijn voorgeschreven door DNB. Valutarisico Het strategisch beleid van het fonds is om het valutarisico van de beleggingen buiten het eurogebied in beginsel af te dekken. In de matchingportefeuille zijn alle beleggingen in euro gedenomineerd. In de returnportefeuille zijn de posities ofwel in euro, of worden de valutarisico’s afgedekt. De vermogensbeheerder heeft binnen het mandaat en toegekende risicobudget beperkte ruimte om valutarisico in te zetten als bron om rendement te genereren. Nominaal Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De verplichtingen hebben van nature een langlopend karakter, langer dan de vastrentende waarden, waardoor een renteverandering een groter effect heeft op de verplichtingen dan op de obligaties. Het fonds heeft ervoor gekozen om het renterisico strategisch voor 100% dicht te zetten. De matchingportefeuille is zo opgezet dat de rentegevoeligheid van de verplichtingen nagenoeg hetzelfde is als de rentegevoeligheid van de obligatie- en swapportefeuille. In de returnportefeuille wordt wel een renterisico gelopen over de beperkt aanwezige vastrentende waarden, die overigens minder gevoelig zijn voor rentewijzigingen (High Yield en Emerging Market Debt).
28
Stichting Pensioenfonds Equens
Inflatierisico Op dit moment stuurt het fonds volledig op de nominale aanspraken en is er geen afdekking van het inflatierisico. Tegenpartijrisico Tegenpartijrisico is het risico dat tegenpartijen, met name bij derivatentransacties kunnen omvallen en dat marktwaarde van de contracten niet meer kan worden geint. Het fonds heeft derivaten in zowel de matching als in de rendementsportefeuille. Het tegenpartijrisico wordt zoveel mogelijk beperkt door collateral management, door de manager van de matchingportefeuille op dagelijkse basis gevoerd. Voorts is het risico gespreid over meerdere tegenpartijen en zijn er voorwaarden geformuleerd in de mandaten met de beheerders over de kwaliteit van de mogelijke tegenpartijen.
29
Stichting Pensioenfonds Equens
Visitatiecommissie Samenvattend oordeel visitatiecommissie Pensioenfonds Equens Algemene verantwoording Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Equens heeft aan de visitatiecommissie de opdracht tot visitatie verleend, overeenkomstig het bepaalde in de Pensioenwet en de Principes voor goed Pensioenfondsenbestuur. Het doel van de visitatie is het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks en balances binnen het pensioenfonds, het beoordelen van de wijze waarop het pensioenfonds wordt aangestuurd en het beoordelen van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de korte en langere termijn. Na consultatie van het bestuur en de uitvoeringsorganisatie zijn door de visitatiecommissie als thema’s geformuleerd: evaluatie visitatie 2012, governance van bestuur en verantwoordingsorgaan, uitbesteding, pensioenovereenkomst, risicomanagement en beleggingsbeleid. De waarnemingsperiode van de visitatie is op basis van de documenten en verslagen van het jaar 2012. Naar de mening van zowel de visitatiecommissie als het bestuur zijn in deze visitatie alle relevante onderwerpen behandeld. Mocht achteraf blijken dat er door nieuwe informatie en/of documentatie andere conclusies getrokken hadden moeten worden, draagt de visitatiecommissie daar geen verantwoordelijkheid voor. De visitatiecommissie draagt de verantwoordelijkheid voor de visitatie conform het bepaalde in de Pensioenwet, onverlet de eigen bestuurlijke en toezichthoudende verantwoordelijkheden van het bestuur, het verantwoordingsorgaan, de wettelijke externe deskundigen en de externe toezichthouders. De visitatiecommissie merkt op dat de samenwerking met het bestuur van het pensioenfonds open en transparant is geweest. Hieronder volgt een samenvatting van het rapport d.d. 4 april 2013. Algemeen oordeel Op basis van de uitgevoerde visitatie is de visitatiecommissie van oordeel dat de beleids- en bestuursprocedures en de checks en balances voldoende zijn ontwikkeld en dat het fonds adequaat wordt aangestuurd. Daarnaast is de visitatiecommissie van oordeel dat het bestuur verantwoord omgaat met de risico’s zowel op de korte als langere termijn. De dekkingsgraad van het fonds is dusdanig hersteld dat de financiële positie van het fonds boven de grens van het vereist eigen vermogen ligt, waardoor geen sprake meer is van een herstelperiode.
30
Stichting Pensioenfonds Equens
De visitatiecommissie constateert dat er binnen het bestuur een hoge mate van deskundigheid en bestuurlijke verantwoordelijkheid aanwezig is en dat er een professionele werksfeer heerst. Tevens is er een gezond bewustzijn aanwezig van de kwetsbaarheid van het fonds en de risico’s die het loopt. Discussies hierover staan met regelmaat op de agenda. Hieronder volgen de belangrijkste opmerkingen per thema: Governance van bestuur en verantwoordingsorgaan De frequentie van de bestuursvergaderingen is verhoogd tot twaalf maal per jaar met als oogpunt de borging van de kwaliteit van besluitvorming. Er wordt door de voorzitter bewust gestuurd op kwaliteit van oordeelsvorming en besluitvorming. De visitatiecommissie constateert dat het verantwoordingsorgaan steeds meer zijn plek vindt. Er wordt goed gecommuniceerd met de achterban, en er worden kritische vragen aan het bestuur gesteld. De visitatiecommissie beveelt aan om samen met het verantwoordingsorgaan een heldere agenda af te spreken zodat er geen misverstanden ontstaan met betrekking tot het wederzijds verwachtingspatroon. Uitbesteding Er zal in 2013 een nieuwe uitvoerder van de pensioenadministratie worden geselecteerd. Dit zal moeten leiden tot een goed werkende organisatie waarin alle administratieve omissies die geconstateerd zijn opgelost worden. In 2013 zal de beleggingsadministratie uitbesteed gaan worden. Pensioenovereenkomst De sociale partners hebben een nieuwe overeenkomst gesloten voor de komende 5 jaar. Dit heeft geleid tot een nieuwe CDC-regeling waarbij in het eerste jaar (2013) een premie wordt geaccepteerd die, binnen de wettelijke kaders, in feite te laag is voor de regeling bij een pensioenleeftijd van 65 jaar. In de komende jaren wordt de pensioenleeftijd in één keer opgetrokken naar 67 jaar, waardoor de premie in die jaren ruim kostendekkend zal zijn. De aldus verkregen marge in de premie zal aangewend worden voor verder herstel en eventueel op termijn voor (inhaal)indexatie. Risicomanagement Het risicomanagementsysteem wordt jaarlijks gemonitord en integraal en systematisch herijkt. Zowel de niet-financiële als de financiële risico’s worden gemonitord, waarbij deze nog niet in één systeem zijn geïntegreerd. De visitatiecommissie beveelt aan om een tweede bestuurslid verantwoordelijk te maken voor het risicomanagement.
31
Stichting Pensioenfonds Equens
Beleggingsbeleid De rendementen op de beleggingen hebben geleid tot een stijging van de dekkingsgraad waardoor het beschikbaar risicobudget hoger is dan voorzien. Het bestuur heeft de visie dat de rente zal stijgen. Op grond hiervan zal de rentehedge op tactische gronden worden afgebouwd van 100 naar 80% en wordt zodoende gebruik gemaakt van de extra ruimte in het beschikbare risicobudget. Met deze op de rentevisie van het bestuur gebaseerde tactische keuzes wordt de oorspronkelijke verhouding tussen de matching- en returnportefeuille enigszins aangetast. Het strategisch niveau van de rentehedge blijft overigens 100%. De visitatiecommissie kan zich vinden in deze aanpak en de daarbij gevolgde procedure.
De visitatiecommissie, 4 april 2013 D. Wenting AAG RBA (voorzitter) A.M. van den Berg Drs. E. Capitain
32
Stichting Pensioenfonds Equens
Reactie van het bestuur op de rapportage van de visitatiecommissie Algemeen Het bestuur heeft kennis genomen van het rapport van de visitatiecommissie en is blij met het positieve oordeel dat daarin wordt uitgesproken. Het bestuur stelt met tevredenheid vast dat de visitatiecommissie van mening is dat de beleids- en bestuursprocedures en de checks en balances voldoende zijn ontwikkeld en dat het bestuur verantwoord omgaat met de risico’s op de korte en lange termijn. Het bestuur neemt 9 van de 11 aanbevelingen van de visitatiecommissie over. Het niet overnemen van een tweetal aanbevelingen wordt hieronder nader toegelicht. Governance van bestuur en verantwoordingsorgaan Het bestuur hecht aan een goed overleg met het verantwoordingsorgaan en vindt het een goede suggestie om gezamenlijk een heldere agenda af te spreken. Het bestuur heeft met het verantwoordingsorgaan reeds overleg gevoerd over een agenda voor 2013. Dat heeft een lijst van 7 beleidspunten opgeleverd die in 2013 centraal zullen staan en waaraan het bestuur (verder) gaat werken. Uitbesteding Het bestuur vindt het erg belangrijk en zal er op toezien dat de nieuwe administrateur met een schone administratie kan starten. Er zullen harde afspraken worden gemaakt om een goede transitie van de administratie te waarborgen. Risicomanagement Het bestuur is met de visitatiecommissie van oordeel dat risicomanagement een grote rol moet spelen bij het functioneren van het fonds. Daarom neemt het bestuur het voorstel van de visitatiecommissie over om bij de besluitvorming over belangrijke zaken ook een risicoparagraaf op te nemen. Voor dit doel zal een risicomatrix worden ontwikkeld waarin de mogelijke risico’s worden vermeld. Evenals vorig jaar acht het bestuur het ook nu niet nodig om, zoals de visitatiecommissie aanbeveelt, een tweede bestuurslid bij het risicomanagement te betrekken. Eén bestuurslid als portefeuillehouder risicomanagement acht zij voldoende, mede gelet op de invoering van de bovenvermelde risicoparagraaf. Beleggingsbeleid Zoals aanbevolen door de visitatiecommissie zal het bestuur de ontwikkeling van de financiële markten monitoren en heeft zij triggers vastgesteld om de tactische positie van de rente afdekking zo nodig aan te passen aan de gewijzigde situatie. De herhaalde aanbeveling van de visitatiecommissie om bestuursleden, niet zitting hebbend in de beleggingsadviescommissie (BAC), roulerend aanwezig te laten zijn bij de BAC-vergaderingen neemt het bestuur niet over. Het is in de praktijk lastig te regelen en ook niet nodig vanwege het adviserende karakter van de BAC. Het bestuur waardeert de professionele werkwijze van de visitatiecommissie en de constructieve opstelling bij de uitvoering van de visitatie van het fonds.
33
Stichting Pensioenfonds Equens
Verantwoordingsorgaan Verslag van het verantwoordingsorgaan Het handelen van het bestuur in 2012 • Het VO heeft waardering voor de wijze waarop het bestuur zich betrokken, professioneel en verantwoordelijk toont in het besturen en beheren van het pensioenfonds. • Het bestuur besteedt aandacht aan de continuïteit en professionaliteit van het bestuur. • (De intern actuaris van) het bestuur presenteert sinds 2011 het resultaat op kosten niet meer zodanig transparant dat een direct overzicht ontstaat. De feitelijk gerealiseerde kosten worden op de pensioenpremie in mindering gebracht waarmee per definitie kostenresultaat 0 getoond wordt. Het VO vindt het zuiverder de directe kosten te vergelijken met het bedrag dat hiervoor is opgenomen in de premie. Overigens heeft het VO begrip voor het hogere kostenniveau in het licht van de turbulente ontwikkelingen in pensioenland. • Gelet op de blijvend hoge uitvoeringskosten is het VO er niet van overtuigd dat de voorziening voor toekomstige kosten (de z.g. excasso voorziening) voldoende is. • Het bestuur bereidt een overgang voor van de pensioenadministratie naar een andere uitvoeringsorganisatie. Het VO adviseert het bestuur de risico’s voor de juiste berekening van de pensioenaanspraken goed te beheersen. Het gevoerde beleid in 2012 • Het VerantwoordingsOrgaan heeft in zijn verslag over 2011 aanbevolen de samenhang tussen de actieplannen van de verschillende beleidsgebieden aan te geven en doelstellingen aan de actieplannen te koppelen. Het bestuur heeft daarop een overzicht gegeven van de belangrijkste beleidsdoelstellingen / aandachtsgebieden. De samenhang van de verschillende beleidsdoelstellingen blijkt nog niet uit het document. • In 2012 is een nieuwe premieovereenkomst afgesloten tussen Equens SE en de vakorganisaties over een nieuwe premieregeling voor de komende 5 jaar. Deze premie is ook bij de verhoogde pensioenleeftijd (67) niet kostendekkend tegen de marktrente. • Het VO constateert dat de extern actuaris, gezien het negatieve resultaat op de premie 2012 het bestuur adviseert kritisch te blijven monitoren of de ter beschikking gestelde bruto premie voldoende is om in de komende jaren het vereist vermogen in stand te houden. • Door te rekenen met rentestijging op lange termijn (de z.g. UFR methode) heeft het bestuur de nieuwe premie net kunnen accepteren. Er is geen ruimte om een minder gunstige renteontwikkeling op te vangen. In aansluiting op de afgesloten premieovereenkomst tussen Equens SE en de vakorganisaties heeft het bestuur SPE een uitgebreide uitvoeringsovereenkomst gesloten met Equens SE. • Het bestuur heeft besloten per 1.1.2013 de pensioenen wederom niet te indexeren. De UFR dekkingsgraad kan volgens het bestuur niet worden
34
Stichting Pensioenfonds Equens
•
• • • •
toegepast in de vastgestelde “indexatiestaffel” omdat de UFR methode te veel uitgaat van toekomstige rentestijgingen. Het VO vindt dat het bestuur de overwegingen om niet te indexeren veel helderder had kunnen en moeten communiceren naar de gepensioneerden en deelnemers. Vooral ook omdat het koopkrachtverlies (=de indexatieachterstand) inmiddels ruim 10% bedraagt. Een voor de hand liggende manier om het indexatiebeleid helderder te maken is een nieuwe indexatiestaffel opstellen, gebaseerd op de UFR methode. Het beleggingsbeleid is gebaseerd op goed gefundeerde uitgangspunten. Het bestuur heeft in 2012 de monitoring van de beleggingsresultaten aangescherpt. In het jaar 2012 is een gunstig beleggingsresultaat bereikt, zowel absoluut als ten opzichte van de benchmark. Ook een positieve afwijking van de benchmark is een aanwijzing dat er mogelijk meer risico dan beoogd zit in de beleggingsportefeuille. Het bestuur monitort het risico van de return portefeuille met de rapportage terzake van de vermogensbeheerder. Het VO adviseert het bestuur te onderzoeken hoe tegen aanvaardbare kosten een onafhankelijke check kan worden geïmplementeerd.
Beleidskeuzes voor de toekomst • De wet- en regelgeving met betrekking tot pensioenen en pensioenfondsen is sterk in ontwikkeling. Het bestuur zal op korte termijn diverse beleidskeuzes moeten maken. Het VO verwacht, dat het bestuur bij de te maken keuzes op een proactieve wijze de betrokken belanghebbenden betrekt en informeert. Met het oog op de benodigde voorbereidingstijd om nieuw beleid ook uit te voeren is het van belang om tijdig te acteren. • Het VO is tevreden over de stappen die het Bestuur in 2012 heeft genomen op het gebied van communicatie, zoals de verbetering van de website ook naar doelgroep zoals opgenomen ‘ik werk bij Equens’(met tevens ‘nieuw in dienst’, ‘bijna met pensioen’), ‘ik ontvang pensioen’, ‘ik heb bij Equens gewerkt’. Ook het artikel in het Sociaal Jaarverslag 2012 spreekt het VO aan. Hierin is al concreet de uitnodiging opgenomen om mee te denken over het beleid met ook de consultatie over risicoacceptatie. Om dit structureel op te pakken, beveelt het VO aan om het communicatieplan te actualiseren en om in dit plan zowel aandacht te besteden aan algemene informatie die voor ieder van belang is als aan specifieke doelgroep gerichte informatie. • Het VO vraagt het bestuur blijvend actiever te communiceren over belangrijke actuele onderwerpen. Voorbeelden: de aandacht voor de governance o.a. n.a.v. het Pensioenakkoord en de op handen zijnde nieuwe wetgeving. Dit voor de verschillende typen deelnemers. Daarnaast beveelt het VO het bestuur aan om ook aan de gepensioneerden jaarlijks een overzicht te sturen betreffende hun actuele uitkeringsaanspraken. Utrecht, 24 juni 2013 Het VerantwoordingsOrgaan E. Laane, W. Duivis P. Karsten
35
Stichting Pensioenfonds Equens
Reactie van het bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan Algemeen Het bestuur heeft kennis genomen van het verslag van het verantwoordingsorgaan en is blij met de waardering die daarin wordt uitgesproken over de betrokkenheid en verantwoordelijkheid die het bestuur toont bij het besturen van het fonds. Uit het periodieke overleg en het verslag blijkt dat het verantwoordingsorgaan zich goed in de pensioenmaterie heeft verdiept en zijn taak serieus neemt. Het bestuur vindt het een goede zaak dat het verantwoordingsorgaan in het verslag nadrukkelijk en kritisch ingaat op zaken als het kostenniveau, premiebeleid en de communicatie van het fonds. Wel meent het bestuur dat de reactie van het verantwoordingsorgaan op sommige onderdelen enige nuance behoeft. Het handelen van het bestuur in 2012 Er zijn twee manieren om de werkelijke kosten te verantwoorden; via het resultaat op de premie of via het resultaat op de kosten. Dit zijn communicerende vaten. In het jaarverslag is er evenals vorig jaar voor gekozen de kosten in mindering te brengen op de pensioenpremie. Het bestuur zal bezien of het wenselijk is om de kosten in de toekomst te verantwoorden via het resultaat op de kosten zoals door het verantwoordingsorgaan wordt voorgestaan. Het bestuur is zich ervan bewust dat de kosten van het fonds, hoewel goed verklaarbaar, bovengemiddeld zijn. Bezien zal worden of de pensioenkosten kunnen worden teruggebracht. Het gevoerde beleid in 2012 Het bestuur heeft beleid vastgesteld op het gebied van beleggingen, premie en indexatie dat is neergelegd in de ABTN die jaarlijks wordt bijgewerkt. Op advies van het verantwoordingsorgaan wordt gewerkt met een jaarlijks actieplan waarin beleidspunten staan vermeld die dat in het verslagjaar zullen worden opgepakt. Het opstellen van de samenhang van de verschillende beleidsdoelstellingen vindt het bestuur geen doel op zich. Dat is ook een lastige opgave gezien de dynamische ontwikkelingen in pensioenland. Het bestuur richt zich op het volgen van de ontwikkelingen op pensioengebied en implementatie van relevante zaken. Vanzelfsprekend zal het beleid steeds op de ontwikkelingen worden getoetst. De Pensioenwet biedt pensioenfondsen de mogelijkheid om de premie te dempen. Het fonds maakt hiervan gebruik. Dit betekent dat de feitelijke premie jaarlijks getoetst wordt aan de gedempte kostendekkende premie, die wordt vastgesteld op basis van een gedempte disconteringsvoet van 4,3%. Zoals uit het jaarverslag blijkt is onder de huidige pensioenregeling de feitelijke premie aanmerkelijk hoger dan de gedempte kostendekkende premie. Desalniettemin vindt het bestuur het belangrijk om de hoogte van de kostendekkende premie op de rentetermijnstructuur niet uit het oog te verliezen. Dit neemt niet weg dat de premie in enig jaar lager dan de kostendekkende premie kan zijn. De laatste jaren is de marktrente tot een historisch laag niveau gedaald, waardoor de kostendekkende premie fors is toegenomen. Zoals het verantwoordingsorgaan terecht constateert, monitort het bestuur het risico van de return portefeuille met de rapportage van de vermogensbeheerder.
36
Stichting Pensioenfonds Equens
Het bestuur merkt in dit verband op dat de vermogensbeheerder het risico vaststelt met in de markt gangbare tools en methodieken en ruim onder het door het fonds bepaalde maximale risico blijft. Ook wordt het handelen van de vermogensbeheerder periodiek geëvalueerd om zo voldoende controle te houden. Het bestuur betwijfelt of een onafhankelijke check van het risico opportuun is, maar zal op advies van het verantwoordingsorgaan nagaan wat de praktische mogelijkheden zijn om een dergelijke check op zinvolle wijze uit te laten voeren. Het bestuur betreurt het als de communicatie over het besluit om niet te indexeren niet helder zou zijn geweest voor betrokkenen. Het bestuur doet zijn best om belangrijke besluiten begrijpelijk en in duidelijke taal uit te leggen. In elk geval heeft het bestuur betrokkenen uitgebreid geïnformeerd over het indexatiebesluit. Het bestuur zal bezien of via een aanpassing van de indexatietabel aan het bezwaar van het verantwoordingsorgaan tegemoet kan worden gekomen. Beleidskeuzes voor de toekomst Vanwege de ontwikkelingen op pensioengebied (pensioenakkoord, keuze tussen nominaal en reëel kader e.d.) zullen beleidskeuzes moeten worden gemaakt. Met het oog daarop zit het fonds samen met de werkgever in een werkgroep die kijkt naar de verschillende scenario’s voor de nabije toekomst. Het fonds is daar volop bij betrokken, al liggen bepaalde beslissingen bij de sociale partners. Belangrijk aandachtspunt is het beleggingsbeleid van het fonds. Door het laten uitvoeren van een risicobereidheidsonderzoek wil het bestuur de belanghebbenden daar nadrukkelijk bij betrekken. Dat onderzoek zal in de tweede helft van 2013 worden uitgevoerd. Daaruit zal blijken hoe het staat met de risicobereidheid. Op de actielijst van 2013 staat het actualiseren van het communicatieplan, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende doelgroepen. Daarbij zal worden aangesloten bij de nieuwste voorstellen van de pensioenkoepel. Het bestuur zal blijvend aandacht besteden aan actuele onderwerpen via onder meer publicaties in de Pensioenwijzer en via berichten op de website van het fonds. Het bestuur zal kijken naar de mogelijkheden om in de uitbestede pensioenadministratie de jaarlijkse informatieverstrekking aan gepensioneerden te verbeteren. Het bestuur waardeert de opstelling en werkwijze van het verantwoordingsorgaan en ziet uit naar voortzetting van de samenwerking met het verantwoordingsorgaan.
37
Stichting Pensioenfonds Equens
Jaarrekening 2012 Balans per 31 december (bedragen in EUR 1.000) Toelichting
2012 EUR
2011 EUR
8.385 11.738 283.101 71.282 109.720
3.877 12.851 278.911 52.531 85.443
5
484.226
433.613
6 7 8
256 27 4.868
255 1.089 260
489.377
435.217
9 10
55.246 423.298
30.320 383.479
11 5 12
256 9.323 1.254
255 20.439 724
489.377
435.217
113,0
107,9
Activa Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige Beleggingen voor risico fonds Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Vorderingen en overlopende activa Overige activa
Passiva Stichtingskapitaal en reserves Technische voorzieningen risico fonds Technische voorzieningen risico herverzekeraar Derivaten Overige schulden en overlopende passiva
Nominale dekkingsgraad (in %)
38
Stichting Pensioenfonds Equens
Staat van baten en lasten (bedragen in EUR 1.000) Toelichting
2012 EUR
2011 EUR
16 17 18 19
11.203 -270 62.051 193
11.990 -120 61.027 231
73.177
73.128
30 31
8.533 719 0
7.945 732 0
20 21 22 23 24 25 26 27
11.600 0 6.000 -8.455 77 24.774 6.818 -1.871
9.856 0 4.249 -7.942 53 54.974 0 -1.345
28
-1
9
29 32
-224 281
-331 220
Saldo van lasten
48.251
68.420
Saldo van baten en lasten
73.177
73.128
Baten Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Inkomende waardeoverdrachten Beleggingsresultaten risico fonds Overige baten Saldo van baten Lasten Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Wijziging voorziening pensioenverplichtingen voor rekening pensioenfonds: • Pensioenopbouw • Toeslagverlening • Rentetoevoeging • Onttrekking voor uitkeringen • Onttrekking voor pensioenkosten • Wijzigingen marktrente • Wijziging actuariële uitgangspunten • Overige wijzigingen in de voorziening pensioenverplichtingen Wijziging herverzekeringsdeel technische voorziening Uitgaande waardeoverdrachten Overige lasten
39
Stichting Pensioenfonds Equens
Bestemming saldo van baten en lasten 2012 EUR
2011 EUR
24.926
4.708
24.926
4.708
2012 EUR
2011 EUR
11.389 114 79 1.451 -287 -620 -8.778 -567 1
12.251 174 52 257 -235 -1.250 -8.171 -711 -4
2.782
2.363
2.344 13.746 -639 -13.625
129 0 -764 -9.000
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
1.826
-9.635
Mutatie liquide middelen
4.608
-7.272
Saldo liquide middelen begin boekjaar Saldo liquide middelen einde boekjaar
260 4.868
7.532 260
Mutatie boekjaar
4.608
-7.272
Mutatie Algemene reserve
Kasstroomoverzicht (bedragen in EUR 1.000)
Kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten Bijdragen van werkgever en werknemers FVP bijdrage Van herverzekeraar ontvangen uitkeringen Ontvangsten wegens overgenomen verplichtingen Betaalde premies herverzekering Uitgaven wegens overgedragen verplichtingen Betaalde pensioenuitkeringen Betaalde pensioenuitvoerings- en administratiekosten Overige mutaties Totaal kasstroom uit pensioenuitvoeringsactiviteiten Kasstromen uit beleggingsactiviteiten Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Verkopen en aflossingen van beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer Aankoop en verstrekkingen van beleggingen
Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en die uit beleggingsactiviteiten. Bovenstaand overzicht betreft de kasstroom voor risico van het fonds exclusief de beleggingsrekening.
40
Stichting Pensioenfonds Equens
Toelichting behorende tot de jaarrekening 1. Inleiding Het doel van het fonds, statutair gevestigd te Utrecht is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan pensioengerechtigden en nabestaanden terzake van ouderdom en overlijden. Tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregelingen van Equens. 2. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 24 juni 2013 de jaarrekening opgemaakt. 3. Algemene grondslagen Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Vergelijkende cijfers 2011 zijn niet aangepast, tenzij expliciet is vermeld. (a)
Opname van een actief of een verplichting
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. (b)
Verantwoording van baten en lasten
Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post ‘nog af te wikkelen transacties’. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.
41
Stichting Pensioenfonds Equens
(c) Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien er sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. (d) Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. (e) Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (f) Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoersverschillen zijn verwerkt in de staat van baten en lasten.
42
Stichting Pensioenfonds Equens
4. Specifieke grondslagen (a) Beleggingen (a.1) Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet worden beleggingen gewaardeerd op actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. (a.2) Vastgoed Beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet-beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde welke is bepaald door taxateurs door middel van marktconforme waarderingsmodellen. Onroerend goed in ontwikkeling wordt gewaardeerd op basis van gedane uitgaven, inclusief bouwrente, waarbij wordt getoetst of die uitgaven tot waardewijzigingen leiden. Na oplevering worden (her)ontwikkelde objecten naar actuele waarde geherwaardeerd. Objecten in het boekjaar verkocht maar met levering in het volgende boekjaar zijn niet als verkoop in het boekjaar verantwoord. (a.3) Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. (a.4) Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Indien vastrentende waarden niet beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico; oninbaarheid) en de looptijd. Indien geen betrouwbare schatting van de actuele waarde van de vastrentende waarden is te maken worden de vastrentende waarden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs. (a.5) Derivaten Derivaten worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnoteringen of, als die niet beschikbaar zijn, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme waarderingsmodellen.
43
Stichting Pensioenfonds Equens
(a.6) Overige beleggingen Grondstoffen worden gewaardeerd op basis van marktnoteringen of, als die niet beschikbaar zijn, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme waarderingsmodellen. (b) Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk, is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. Vorderingen en overlopende activa worden onderscheiden van vorderingen in verband met beleggingstransacties. Vorderingen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. (c) Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas-, banktegoeden en deposito’s die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel met een looptijd korter dan twaalf maanden. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. (d) Securities lending Het fonds voert geen securities lending uit eigen naam. Door de fondsen waarin het pensioenfonds belegt wordt wel aan securities lending gedaan. (e) Herverzekeringen Uitgaande herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening voor pensioenverplichtingen. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als kapitaalcontracten worden gewaardeerd voor de waarde van het verzekerde risico op basis van de grondslagen van het contract. Bij de waardering van de vorderingen wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar (afslag voor kredietrisico). Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringscontracten worden verantwoord op het moment van toekenning door de herverzekeraar. De waardering en presentatie van beleggingsdepots gekoppeld aan kapitaalcontracten is in overeenstemming met de grondslagen voor beleggingen. (f) Algemene reserve Naast de voorzieningen die de pensioenverplichtingen dekken, wordt een algemene reserve aangehouden. De algemene reserve is de aanwezige reserve, welke bedoeld is om zoveel mogelijk de risico’s met betrekking tot de waardedaling van de effectenportefeuilles op te vangen.
44
Stichting Pensioenfonds Equens
(g) Technische voorzieningen De voorziening pensioenverplichtingen (VPV) wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op de balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toeslagen) toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur (RTS), met toepassing van de Ultimate Forward Rate (UFR), zoals gepubliceerd door de Nederlandsche Bank (DNB) wordt gebruikt. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten (ook voor toeslagen na balansdatum voor zover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met de premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van contante waarde van de premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De VPV is gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: • Marktrente: gebaseerd op de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB. De modified duration van de verplichtingen van het fonds is gelijk aan 19,0; • Overlevingstafels: per 31 december 2012 is de voorziening pensioenverplichtingen omgerekend aan de hand van de AG-prognosetafels 20122062; Per 31 december 2011 is de voorziening pensioenverplichtingen omgerekend aan de hand van AG-prognosetafels 2010-2060; • Voor de ervaringssterfte op de overlevingskansen worden per 31 december 2011 correcties toegepast volgens de tabel Towers Watson Ervaringssterfte 2010; Per 31 december 2012 worden deze vastgesteld op basis van een postcodetabel van Aon Hewitt; • Wezenpensioen: voor de dekking van wezenpensioen zijn de technische voorzieningen voor niet ingegane ouderdomspensioen verhoogd met 0,6%; • Partnerpensioen: voor het partnerpensioen is aangenomen dat de partner drie jaar jonger is dan de verzekerde man en drie jaar ouder dan de verzekerde vrouw; • Gehuwdheidsfrequentie: tot de pensioendatum wordt gerekend met een 100% kans op de aanwezigheid van een partner; na de pensioendatum wordt gerekend op basis van de werkelijke situatie van de pensioentrekkende;
45
Stichting Pensioenfonds Equens
•
Kosten: per 31 december 2012 bevat evenals per 31 december 2011 de voorziening pensioenverplichtingen een opslag voor kosten van 2,8% (31 december 2011: 2,8%) uitgaande van de afspraak van doorbetaling van de uitvoeringskosten gedurende een periode van maximaal één jaar na opzegging van de uitvoeringsovereenkomst.
(h) Voorzieningen invaliditeitsrisico Tot 1 januari 2006 kende het fonds een WAO-hiaatpensioen. Ter dekking van toegekend pensioen uit hoofde van het WAO-hiaatpensioen is een voorziening getroffen voor deelnemers die op 1 januari 2006 arbeidsongeschikt waren in de zin van de WAO. De voorziening is gelijk aan de contante waarde van de toegekende pensioenen. Hiervoor gelden dezelfde actuariële grondslagen die gehanteerd worden voor de vaststelling van de VPV. Jaarlijks wordt interest bijgeschreven op basis van het gemiddelde rentepercentage op interbancaire deposito’s met een looptijd van 24 maanden. (i) Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten). (j) Premiebijdragen In de staat van baten en lasten verantwoorde premies hebben betrekking op premies waarvan de aanspraken zijn bijgeschreven en in de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen tot uitdrukking zijn gebracht. (k) Beleggingsresultaten risico pensioenfonds (k.1) Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. (k.2) Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. (l) Kosten vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden zowel de externe als de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. (m) Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen e.d.
46
Stichting Pensioenfonds Equens
(n) Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. De pensioenuitkeringen zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. (o) Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten betrekking hebben.
zijn
toegerekend
aan
de
periode
waarop
ze
(p) Overige baten en lasten Overige baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. (q) Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgezet volgens de directe methode en geeft inzicht in de herkomst van de liquide middelen die gedurende het verslagjaar beschikbaar zijn gekomen. De kasstromen worden gesplitst naar pensioenen beleggingsactiviteiten. Als liquide middelen worden aangemerkt de aanwezige kasmiddelen.
47
Stichting Pensioenfonds Equens
5. Beleggingen voor risico fonds
Vastgoed Aandelen
Stand per 31 december 2011 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties Herwaardering Stand per 31 december 2012
EUR 3.877
EUR 12.851
Vastren- Derivaten Overige tende waarden EUR EUR EUR 307.428 44.024 56.926
3.556 0 0 952
0 -2.667 0 1.554
195.834 -184.802 -58.382 23.023
8.385
11.738
283.101
71.282 109.720
484.226
-9.323
Totaal
474.903
Vastgoed Aandelen
Stand per 31 december 2011
EUR 425.106
0 68.711 268.101 0 -78.708 -266.177 -989 59.615 244 28.247 3.176 56.952
Schuldpositie derivaten*
Stand per 31 december 2010 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Overige mutaties Herwaardering
Totaal
Vastren- Derivaten Overige tende waarden EUR EUR EUR 237.117 5.246 18.308
EUR 10.823
EUR 84.654
3.368 -10.913 0 599
21.177 -93.122 0 142
218.257 -149.019 -28.517 1.073
0 0 0 47.285
3.877
12.851
278.911
52.531
Totaal
EUR 356.148
67.206 310.008 -25.528 -278.582 28.581 64 -3.124 45.975 85.443
433.613
Schuldpositie derivaten*
-20.439
Totaal
413.174
*De inflatieswaps per 31 december 2012 bestaan uit een negatieve waarde van EUR 0 (2011: EUR 10.073) en de valutaderivaten per 31 december 2012 met een negatieve waarde van EUR 183 (2011: EUR 1.859). De rentederivaten bedragen per 31 december 2012 EUR 9.091 (2011: EUR 8.504) negatief. De aandelenderivaten bedragen per 31 december 2012 EUR 49 negatief (2011: EUR 3). Deze negatieve derivaten zijn conform richtlijn RJ610 gerubriceerd onder de passiva zijde van de balans.
Door wijzigingen in de rapportages van de Nederlandsche Bank (DNB) valt het Euro Liquidity Fund onder de categorie overige beleggingen (voorheen vastrentende waarden). Hierdoor zijn de vergelijkende cijfers van 2011 aanpast.
48
Stichting Pensioenfonds Equens
Actuele waarde Schattingen en oordelen Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het fonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en –schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het korte termijn karakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde. Op basis van deze verscheidenheid en gradaties in waarderingsmethoden dienen de beleggingen te worden ingedeeld naar drie verschillende waarderingsniveaus: Niveau 1: Niveau 2:
Niveau 3:
De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van identieke beleggingen van in een actieve markt. Actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van waarderingsmodellen waarin gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata. De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin geen gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata.
2012
Directe marktnoteringen
EUR Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten*
Waarderings- Waarderingsmodellen modellen gebaseerd op gebaseerd op waarneemniet bare waarneemmarktdata bare marktdata EUR EUR 0 0
8.385 11.738 283.101
Overige beleggingen
0 109.720
Totaal
412.944
0 61.959
49
0 0 0
0
0 0
61.959
0
Totaal
EUR 8.385 11.738 283.101 61.959 109.720 474.903
Stichting Pensioenfonds Equens
2011
Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten* Overige beleggingen Totaal
Directe marktnoteringen
Waarderingsmodellen gebaseerd op waarneembare marktdata
EUR
EUR
3.877
0 0
12.851 278.911
0 32.092
0 85.443 381.082
Waarderingsmodellen gebaseerd op niet waarneembare marktdata EUR
Totaal
0
3.877 12.851
0 0
0
0 0
32.092
0
EUR
278.911 32.092 85.443 413.174
* De inflatieswaps per 31 december 2012 met een negatieve waarde van EUR 0 (2011: EUR 10.073) en de valutaderivaten per 31 december 2012 met een negatieve waarde van EUR 183 (2011: EUR 1.859). De rentederivaten bedragen per 31 december 2012 EUR 9.091 (2011: EUR 8.504) negatief. De aandelenderivaten bedragen per 31 december 2012 EUR 49 negatief (2011: EUR 3). Deze negatieve derivaten zijn conform richtlijn RJ610 gerubriceerd onder de passiva zijde van de balans, en zijn gepresenteerd in bovenstaande tabel.
Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld. Ten opzichte van 2011 is het aandeel in niveau 2-waarderingen aanzienlijk toegenomen. Deze toename wordt behalve door waardeontwikkeling veroorzaakt door een toename in 2012 van beleggingen van niveau 1 naar niveau 2. Het betreft hier beleggingen waar in 2012 geen actieve handel in plaatsvond. Het bestuur heeft de actuele waarde van deze beleggingen geschat met behulp van waarneembare marktdata.
50
Stichting Pensioenfonds Equens
Vastgoedbeleggingen
Indirect vastgoed (participaties in beleggingsfondsen)
2012 EUR
2011 EUR
8.385
3.877
8.385
3.877
Het fonds belegt in het International Public Partnership Ltd. Dit fonds belegt in infrastructurele projecten. Aandelen De samenstelling van de aandelen is als volgt:
Aandelen beleggingsfondsen in mature markets Aandelen beleggingsfondsen in emerging markets
2012 EUR
2011 EUR
11.480 258
12.851 0
11.738
12.851
De aandelen zijn voor 98% belegd in mature markets (2011: 100%) en voor 2% in emerging markets (2011: 0%). De samenstelling van de aandelen is als volgt: 2012 2011 BeursNiet beursBeurs- Niet beursgenoteerd genoteerd genoteerd genoteerd EUR EUR EUR EUR Indirecte aandelenbeleggingen (via beleggingsfondsen)
11.738
0
12.851
0
11.738
0
12.851
0
Vastrentende waarden De samenstelling van de vastrentende waarden is als volgt:
Obligaties Credit funds
51
2012 EUR
2011 EUR
233.935 49.166
189.094 89.817
283.101
278.911
Stichting Pensioenfonds Equens
De samenstelling van de vastrentende waarden is als volgt: 2012 2011 Beurs- Niet beursBeurs- Niet beursgenoteerd genoteerd genoteerd genoteerd EUR EUR EUR EUR Directe vastrentende waarde beleggingen Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Segregated cash Indirecte vastrentende waarde beleggingen Credit funds 9 Overige
157.603 63.305 13.027 000
0 0 0
136.818 52.187 0 00
0 0 0 0
39.235 9.931
0 0
81.580 8.326
0 0
283.101
0
278.911
0
Derivaten Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid maakt het fonds gebruik van financiële derivaten voor zover dit passend is. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen (limieten) te bevinden. Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om marktrisico’s af te dekken. Eén van de belangrijkste risico’s voortvloeiend uit het gebruik van derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. De belangrijkste partijen hierbij zijn RBS, Barclays, Goldman Sachs en UBS. Ook worden contracten zo veel mogelijk afgesloten op basis van standaardvoorwaarden (bijvoorbeeld conform de ISDA), zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door verkregen onderpanden en zekerheden.
9
Betreft voornamelijk indirecte beleggingen in beursgenoteerde stukken.
52
Stichting Pensioenfonds Equens
Onderstaande tabellen geven een samenvatting van de derivatenposities ultimo verslagjaar: 2012 Type contract
Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten
2011 Type contract
Valutaderivaten Aandelenderivaten Rentederivaten Inflatiederivaten
Expiratiedatum
14-02-2013 07-03-2013 16-10-2040
Expiratiedatum
02-02-2012 08-03-2012 31-08-2053 11-05-2031
Contractomvang EUR
Saldo waarde EUR
Positieve waarde EUR
Negatieve waarde EUR
47.812 26.165 268.100
269 272 61.418
452 321 70.509
-183 -49 -9.091
342.077
61.959
71.282
-9.323
Contractomvang EUR
Saldo waarde EUR
Positieve waarde EUR
Negatieve waarde EUR
41.337 15.913 171.500 112.000
-1.859 160 43.864 -10.073
0 163 52.368 0
-1.859 -3 -8.504 -10.073
340.750
32.092
52.531
-20.439
* De inflatieswaps per 31 december 2012 bestaan uit een negatieve waarde van EUR 0 (2011 EUR 10.073) en de valutaderivaten per 31 december 2012 met een negatieve waarde van EUR 183 (2011 EUR 1.859). De rentederivaten bedragen per 31 december 2012 EUR 9.091 (2011: EUR 8.504) negatief. De aandelenderivaten bedragen per 31 december 2012 EUR 49 negatief (2011: EUR 3). Deze negatieve derivaten zijn conform richtlijn RJ610 gerubriceerd onder de passiva zijde van de balans.
Bij rentederivaten gaat het om beleggingen in de futures van de Amerikaanse 10jaarsrente, de Duitse 30-jaarsrente, de Duitse 10-jaarsrente, de Duitse 5jaarsrente en de Britse 10-jaarsrente. Door middel van deze rentefutures worden op passieve wijze rentegevoelige beleggingen gecreëerd. Bij aandelenderivaten gaat het om beleggingen in de futures van de S&P 500, de EURO STOXX 50, de FTSE 100 en de RUSSELL 2000. Op deze wijze wordt op een passieve wijze belegd in Amerikaanse, Britse en Europese aandelen. De matchingportefeuille bevat obligatie futures en renteswaps die ingezet worden om het renterisico van het fonds naar de nominale verplichtingen te beperken. Bij het aangaan van futurescontracten behoeft geen geld betaald te worden. Teneinde te voorkomen dat het fonds leverage creëert bij haar aandelen- en rentebeleggingen door middel van futures worden liquide middelen aangehouden ter grootte van de nominale waarde van de aangegane contracten. Deze liquide middelen worden verantwoord onder overige beleggingen. Het fonds heeft geen onderpand in de vorm van staatsobligaties ontvangen. Het fonds heeft verschillende maatregelen getroffen om de posities in verstrekte en ontvangen zekerheden te beheersen en monitoren. Zo stelt het fonds limieten aan tegenpartijen op totaalniveau en worden extra zekerheden bij het uitlenen van effecten (securities lending) gevraagd. Bij een wijziging van de marktrente
53
Stichting Pensioenfonds Equens
verandert de waarde van de afgesloten derivaten. Hierdoor kan het recht of de verplichting ontstaan om aanvullend onderpand te ontvangen of te moeten storten. Onderstaand overzicht geeft aan wat de geschatte gevolgen zijn voor de omvang van ontvangen en verstrekte zekerheden bij een wijziging van de marktrente. Onderpand Onderpand bij 1% 31 dec 2012 rentedaling EUR EUR Onderpand ontvangen in liquiditeiten Onderpand betaald in liquiditeiten
131.853 -1.636
Onderpand bij 1% rentestijging EUR
60.193 -1.636
60.193 -54.921
Securities lending Het fonds voert geen securities lending uit eigen naam.
Overige beleggingen De samenstelling van de overige beleggingen is als volgt:
Hedge funds Grondstoffen Cash bestemd voor beleggingen
2012 EUR
2011 EUR
8.003 13.084 88.633
7.744 14.032 63.667
109.720
85.443
2012 EUR
2011 EUR
256
255
256
255
2012 EUR
2011 EUR
0 27 0
7 7 1.075
27
1.089
6. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
Uitgestelde herverzekerde uitkeringen
7. Vorderingen en overlopende activa
Vordering op sponsor Lopende interest Overlopende activa
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
54
Stichting Pensioenfonds Equens
8. Overige activa
Liquide middelen
2012 EUR
2011 EUR
4.868
260
4.868
260
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn.
9. Stichtingskapitaal en reserves Algemene reserve EUR Stand per 1 januari 2011 Uit bestemming saldo van baten en lasten
25.612 4.708
Stand per 31 december 2011
30.320
Uit bestemming saldo van baten en lasten
24.926
Stand per 31 december 2012
55.246
Voor het bepalen van het vereist eigen vermogen (de solvabiliteitstoets) maakt het fonds gebruik van het standaardmodel met een opslag voor de actieve portefeuille. Het bestuur acht het gebruik van het standaardmodel passend voor de risico’s van het fonds. De uitkomsten van de solvabiliteitstoets zijn opgenomen onder de toelichting Risicobeheer. Solvabiliteit/dekkingsgraad
Aanwezig eigen vermogen Minimaal vereist eigen vermogen Vereist eigen vermogen
2012 EUR
2011 EUR
55.246 18.085 33.720
30.320 16.482 27.496
Solvabiliteitseisen Ultimo 2012 bedraagt het eigen vermogen EUR 55.246 (2011 EUR: 30.320). Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt EUR 18.085 (2011 EUR: 16.482) en het vereist eigen vermogen (exclusief minimaal vereist eigen vermogen) EUR 15.635 (2011: EUR 11.014). Hierdoor is sprake van een reserveoverschot en een dekkingsoverschot.
55
Stichting Pensioenfonds Equens
Herstelplan Door het bestuur van het fonds is in december 2008 melding gedaan aan de toezichthouder DNB. Dientengevolge is een korte termijn- en lange termijn herstelplan opgesteld. In de vergadering van 23 maart 2009 heeft het bestuur de inhoud vastgelegd. Het herstelplan is vervolgens ingediend bij DNB. De DNB heeft ingestemd met het herstelplan. Belangrijkste uitgangspunten van het herstelplan Het fonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die de Minister heeft geboden om binnen 5 jaar (in plaats van 3 jaar, dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het herstelplan heeft het bestuur zich laten ondersteunen door externe adviseurs en is het voorgenomen beleggingsbeleid afgestemd met de beleggingsadviescommissie. Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstel pad, waardoor de financiële positie van het fonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. Herstelkracht op korte termijn Sinds eind 2010 verkeert het fonds niet meer in dekkingstekort. Eind 2012 heeft het fonds ook een reserveoverschot. Herstelkracht op lange termijn Het pensioenfonds is in 2012 uit reservetekort gekomen, en het lange termijn herstelplan is per eind maart 2013 beëindigd.
56
Stichting Pensioenfonds Equens
10.
Technische voorzieningen risico fonds
Voorziening voor de pensioenverplichtingen Voorziening invaliditeitsrisico
2012 EUR
2011 EUR
421.501 1.797
381.933 1.546
423.298
383.479
Het mutatieoverzicht voorziening voor de pensioenverplichtingen is als volgt: 2012 EUR
2011 EUR
Pensioenopbouw (Overige) toeslagen Rentetoevoeging Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen Onttrekkingen voor pensioenuitvoeringskosten Wijzigen marktrente Wijzigingen actuariële uitgangspunten Saldo van de inkomende en uitgaande waardeoverdrachten Overige wijzigingen
383.479 11.600 0 6.000 -8.455 77 24.774 6.818 876 -1.871
324.822 9.871 0 4.259 -8.026 53 54.994 0 -1.185 -1.309
Stand per 31 december
423.298
383.479
Ultimo boekjaar is de gemiddeld gewogen discontovoet 2,5% (2011: 2,76%). Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de verschillende posten uit de staat van baten en lasten.
57
Stichting Pensioenfonds Equens
De voorziening voor de pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: 2012 EUR
2011 EUR
Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
144.212 149.354 117.275
167.416 122.578 93.485
Netto pensioenverplichtingen Voorziening toekomstige uitvoeringskosten (excassokosten)10 Voorziening voor zieken (toekomstige arbeidsongeschikten)11
410.841 11.504 953
383.479 0 0
Totaal voorziening voor de pensioenregeling
423.298
383.479
De voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van financieringsachterstand. Per balansdatum zijn er geen uit de pensioenregeling voortvloeiende aanspraken of rechten van deelnemers niet in de berekening van de pensioenverplichtingen meegenomen. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. De pensioenregeling kan als volgt worden gekenmerkt: 1. De PR1999 is gedeeltelijk een eindloonregeling (pensioengrondslag A) en gedeeltelijk een middelloonregeling (pensioengrondslag B). Pensioengrondslag B heeft betrekking op de beoordelingstoeslag vorig jaar, ploegentoeslag, bonus en inkomen met betrekking tot uren boven 36. De PR1999 heeft een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar. Het opbouwpercentage per jaar over pensioengrondslag A ligt tussen de 1,75% en 2% (afhankelijk van de hoogte van het pensioengevend inkomen). Het opbouwpercentage over pensioengrondslag B bedraagt 1,75% per jaar. Het ouderdomspensioen wordt verminderd met 0,2% per pensioenjaar van de jaarlijkse gehuwden AOW. De prepensioenregeling is een eindloonregeling. De prepensioenrichtleeftijd is 62 jaar en de einddatum is 65 jaar. Het opbouwpercentage bedraagt 2,0271%. 2. De PR2001 is een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 62 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,5% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag tot een maximum salaris. Over de excedentgrondslag en het variabele loon geldt in principe een opbouwpercentage van 1,875%. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld en bedraagt voor 2012 EUR 19.125 (2011 EUR 18.768). Het nabestaandenpensioen bedraagt 75% van het ouderdomspensioen. 3. De PR2006 is een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,15% van de in dat jaar geldende 10
In 2011 werd de voorziening toekomstige uitvoeringskosten verdeeld over de voorziening voor actieven, slapers en gepensioneerden. 11 De voorziening voor zieken werd in 2011 opgenomen onder de voorziening actieven.
58
Stichting Pensioenfonds Equens
pensioengrondslag. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld en bedraagt voor 2012 EUR 13.062 (2011 EUR 12.898). Het nabestaandenpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen. De PR1999 en de PR2001 zijn gesloten regelingen, er komen geen nieuwe deelnemers meer bij. Deelname aan de PR2006 geldt vanaf datum in dienst. Jaarlijks beslist het bestuur van het fonds over de mate waarin over de verworven aanspraken en de ingegane pensioenen de regelingen PR1999, PR2001 en PR2006 een toeslag wordt verleend. Deze toeslag is voorwaardelijk. Voor de deelnemers is deze maximaal de loonindex, voor niet deelnemers maximaal de prijsindex. Bij alle regelingen is sprake van een CDC-regeling. Indien de financiële positie van het fonds volgens wettelijke normen onvoldoende is, kan het bestuur besluiten indien dit noodzakelijk is, de op te bouwen en/of opgebouwde pensioenaanspraken evenredig te verlagen. Als de financiële positie daarna verbetert, kunnen de verlagingen worden hersteld. De aangesloten onderneming betaalt een bijdrage van 22,5% van het pensioengevend inkomen van de deelnemers. Overeenkomstig artikel 9 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling zich als een uitkeringsovereenkomst. Toeslagverlening De toeslagverlening van pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het fonds. Er bestaat een ambitie om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De toeslagverlening in een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van de financiële situatie van het fonds. De toeslagverlening bedraagt maximaal de stijging van de consumentenprijsindex (CPI), zoals vastgesteld door het CBS. Voor ingegane pensioenen en de premievrije aanspraken op pensioenen van de deelnemers, waarvan de deelname na 1 januari 1992 maar voor 1 juli 1996 is geëindigd, worden de aanspraken aangepast met de procentuele ontwikkeling van de salarisschalen van de werkgever. Deze bedroeg voor 2012 0% (2011: 0%). De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. Er is geen recht op toekomstige toeslagverlening. Het is niet zeker of en in hoeverre de toeslag in de toekomst wordt verleend. Het fonds heeft geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagverlening. Een eventuele achterstand in de toeslagverlening kan worden ingehaald, mits de positie van het fonds dit toelaat. Er is geen recht op toekomstige toeslagen. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd. Het fonds heeft geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagen. Toeslagen zijn afhankelijk van de middelen van het fonds en daarvoor zijn beleggingsresultaten een belangrijk element (afhankelijk van de ABTN). Het bestuur heeft in de vergadering van december 2012 besloten over toeslagverlening op de pensioenaanspraken per 1 januari 2013. Bij de bepaling van de voorziening voor pensioenverplichtingen is met dit besluit rekening gehouden.
59
Stichting Pensioenfonds Equens
Inhaaltoeslagen Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaaltoeslagen worden toegekend. Inhaaltoeslagen zijn toeslagen die worden toegezegd, voor zover in het verleden niet voor 100% is geïndexeerd. Om inhaaltoeslagen te kunnen toekennen, is een hoge dekkingsgraad vereist. Inhaaltoeslagen zijn daarom op korte termijn niet te verwachten. Het bestuur van het fonds geeft in haar jaarrekening elk jaar een specificatie van het verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende toeslagen. Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. Het bestuur heeft in de vergadering van december 2012 besloten over toeslagverlening op de pensioenaanspraken per 1 januari 2013. Bij de bepaling van de voorziening voor pensioenverplichtingen is met dit besluit rekening gehouden. De pensioenrechten en pensioenaanspraken zijn dit jaar met 0% (2011: 0%) geïndexeerd. Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorzieningen betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de verwachte pensioenuitkeringen in de verslagperiode. Toekomstige pensioenuitkeringen (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de verwachte uitvoeringskosten in de verslagperiode. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door de toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. De ontwikkeling van de marktrente vanaf 2011 tot en met 2012 is als volgt:
60
Stichting Pensioenfonds Equens
Wijziging actuariële uitgangspunten Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, lang leven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen, zowel voor de gehele bevolking als voor de populatie van het fonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. De publicatie in 2012 door het Actuarieel Genootschap van nieuwe informatie over de overlevingskansen van de Nederlandse bevolking gaf het bestuur aanleiding voor verdere actualisering van de door het bestuur gebruikte schattingen bij het berekenen van de technische voorzieningen. Overige wijzigingen Toepassing van de nieuwe prognosetafels en fondsspecifieke ervaringssterfte leidde in 2012 tot een verzwaring van de technische voorzieningen met EUR 6.818. Hiervan wordt EUR 2.701 veroorzaakt door de overgang naar de nieuwe fondsspecifieke correctiefactoren en EUR 4.117 wordt veroorzaakt door de overgang naar de prognosetafel 2012-2062. Eind 2012 heeft het bestuur voor het vaststellen van de schattingen in de technische voorzieningen kennisgenomen van, onder meer, nieuwe informatie over overlevingskansen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze informatie gaf het bestuur aanleiding voor aanpassing van zijn schattingsuitgangspunten in de voorziening eind 2012.
61
Stichting Pensioenfonds Equens
Resultaat op kanssystemen: Sterfte Arbeidsongeschiktheid Mutaties Vrijval risicopremie Overige technische grondslagen
11.
2012 EUR
2011 EUR
-1.638 -531 0 0 298
-1.512 4 8 0 155
-1.871
-1.345
2012 EUR
2011 EUR
256
255
256
255
Technische voorzieningen risico herverzekeraar
Voorziening voor de pensioenverplichting
Het mutatieoverzicht voor de voorziening voor de pensioenverplichtingen is als volgt: 2012 EUR
2011 EUR
Stand per 1 januari Wijzigen marktrente Overige wijzigingen
255 0 1
264 27 -36
Stand per 31 december
256
255
2012 EUR
2011 EUR
141 57 199 591 266
86 72 189 116 261
1.254
724
12.
Overige schulden en overlopende passiva
Schulden aan de sponsor Schulden aan de herverzekeraar Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
62
Stichting Pensioenfonds Equens
13.
Risicobeheer
Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Het solvabiliteitsrisico is daarmee het belangrijkste risico voor het fonds. In 2010 heeft het bestuur een uitgebreide risicoanalyse uitgevoerd. De uitkomsten hiervan vormen mede de basis voor het beleid van het fonds en toelichting hierna. Dit beleid is verantwoord in de ABTN van het fonds. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van de risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: • Beleggingsbeleid; • Premiebeleid; • Herverzekeringsbeleid; • Toeslagbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van de continuïteitsanalyse en de Asset Liability Management-studie (ALM-studie) die in 2011 zijn uitgevoerd. Ook het crisisplan dat door het fonds in 2012 is opgesteld is verwerkt in onderstaande toelichting op de risico’s, het risicobeleid en de ingezetene beheersmaatregelen/afdekkingsinstrumenten. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid door de vermogensbeheerders moet plaatsvinden. Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in mandaatovereenkomsten met de vermogensbeheerders. De mandaten zijn gericht op actief/passief vermogensbeheer. Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslagverlening op opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Om het solvabiliteitsrisico te beheersen dient het fonds buffers in het vermogen aan te houden. De omvang van deze buffers (buffers plus de pensioenverplichtingen heten samen het vereist eigen vermogen) wordt vastgesteld met de door DNB voorgeschreven solvabiliteitstoets (S-toets). Deze toets bevat een kwantificering van de bestuursvisie op de fondsspecifieke restrisico’s (na afdekking).
63
Stichting Pensioenfonds Equens
De berekening van het vereist eigen vermogen en het hieruit voortvloeiende surplus/tekort aan het einde van het boekjaar is als volgt: 2012 EUR
2011 EUR
5.277 23.062 4.940 6.555 6.915 14.028 0 0 0 -29.259
13.166 14.697 2.729 5.978 9.446 13.428 0 0 0 -29.518
31.518
29.926
423.554
383.734
Vereist pensioenvermogen Aanwezig pensioenvermogen (totaal activa -/- schulden)
31.518 55.246
29.926 30.320
Totaal maximum toetswaarde solvabiliteit (conform DNB wortelformule)
23.728
394
Toetswaarde solvabiliteit: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico S7 Liquiditeitenrisico S8 Concentratierisico S9 Operationeel risico Diversificatie-effect
Vereist eigen vermogen (vereiste buffers) Voorziening pensioenverplichtingen volgens jaarrekening inclusief herverzekering
De buffers zijn berekend op basis van de standaardmethode waarbij voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de feitelijke beleggingsmix in de evenwichtssituatie. In de berekening van het kredietrisico zijn ook de vastrentende waarden van de Eurolanden meegenomen. Verschillen in de vereiste buffers op 31 december 2012 ten opzichte van 31 december 2011 kunnen als volgt worden toegelicht: In 2012 is de stijging van het VEV met name het gevolg van een toename van het risico zakelijke waarden. Opslag op toetswaarde solvabiliteit en vereist eigen vermogen vanwege actief beheer Binnen de kaders van een vooraf vastgesteld VaR-budget stelt het pensioenfonds jaarlijks een normportefeuille vast met voornamelijk passieve instrumenten. In het kader van dynamisch allocatiebeleid bestaat er in het mandaat tevens ruimte om door het jaar heen de allocatie actief bij te sturen. De mate van actief allocatiebeleid is evenwel ingekaderd middels het VaR-budget, aangevuld met normen en bandbreedtes per te onderscheiden beleggingscategorie van de beleggingsmix (hieronder valt ook de mogelijkheid om maximaal 20% vreemde valuta-exposure te nemen). Per begin 2012 heeft het pensioenfonds, binnen het gestelde risicobudget en in overleg met Schroders, het mandaat herijkt (voor 2012 vastgesteld op 13,75% op basis van een 1-jaars VaR 97,5%). Dit nieuwe mandaat
64
Stichting Pensioenfonds Equens
kan gezien worden als de optimale portefeuille voor 2012 binnen het gestelde risicobudget tegen de achtergrond van de voorziene marktontwikkelingen. De VaR van deze nieuwe portefeuille bedraagt per ultimo 2012 8,84%, ruim onder de norm van 13,75%. Het is op voorhand lastig te bepalen welke portefeuillesamenstelling zou leiden tot het bereiken van de norm van 13,75%, feit is evenwel dat Schroders ruimte heeft om met haar beleid naar deze grens toe te migreren. Uit oogpunt van prudentie achten wij het van belang om hiermee, bij het bepalen van het VEV, rekening te houden. Een pragmatische aanpak hierbij is om een extra opslag te hanteren bovenop het risicobeslag van de nieuwe normportefeuille van het Schroders mandaat. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Op totaal pensioenfondsniveau is het renterisico voor 100% afgedekt op een passieve manier. Dit betekent concreet dat de uitkomst van het standaardmodel feitelijk het risicobeslag aantoont voor en de rendementsportefeuille en voor verzekeringstechnische risico’s. Er is besloten om het risicobeslag dat volgt uit de normrendementsportefeuille 2012, bepaald op basis van het standaardmodel, op te schalen met een factor 13,75/8,84 = 1,55. Bij de berekening van de buffers past het fonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de strategische assetmix in de evenwichtssituatie. De stijging van de vereiste buffers wordt deels teniet gedaan door het diversificatieeffect omdat niet alle risico’s op hetzelfde moment zullen plaatsvinden. Het diversificatie-effect is toegenomen door met name de toename van het kredietrisico. Marktrisico (S1-S4) Het marktrisico omvat het renterisico, het prijs(koers)risico en het valutarisico. De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. First Investments monitort het marktrisico op dagbasis aan de hand van de richtlijnen en restricties zoals deze zijn opgenomen in de mandaatbrief van Pensioenfonds Equens aan First Investments. De overall marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Renterisico (S1) Het renterisico is het risico dat de waarde van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ontwikkelingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Het beleid van het fonds is erop gericht om het renterisico voor 100% af te dekken. Het fonds realiseert afdekking van renterisico door meer langlopende (staats)obligaties te kopen in plaats van aandelen. Daarnaast maakt het fonds gebruik van renteswaps. Bij een renteswap wordt een vaste lange rente geruild tegen een variabele korte rente. Het fonds ontvangt in dit geval een lange rente, vergelijkbaar met de kasstroom van een langlopende obligatie en betaalt daarvoor een variabele korte rente (bijvoorbeeld EURIBOR). Het fonds betaalt hiervoor een swappremie. Bij het afsluiten van een swap wordt de
65
Stichting Pensioenfonds Equens
“duration-mismatch” verkleind, maar ontstaan nieuwe risico’s zoals tegenpartij-, liquiditeits- en juridische risico’s. Deze risico’s worden door het fonds acceptabel geacht. Het fonds heeft interne beheersingsmaatregelen geïmplementeerd die een continue monitoring op deze risico’s waarborgen. De renteafdekking is ondergebracht bij First Liability Matching / First Investments. De duration en het effect van de renteafdekking kunnen als volgt worden samengevat: Balanswaarde EUR
2012 Duration
2011 Duration
283.101 61.418 344.519 423.298
8,2 18,8 26,4 19,0
6,4 25,7 21,8 19,2
Vastrentende waarden (voor derivaten) Rentederivaten Vastrentende waarden (na derivaten) (Nominale) pensioenverplichtingen
In onderstaande tabel wordt de looptijdverdeling van de vastrentende waarden (exclusief derivaten) ultimo 2012 weergegeven.
Resterende Resterende Resterende Resterende
looptijd looptijd looptijd looptijd
< 5 jaar 5 < > 10 jaar 10 < > 20 jaar > 20 jaar
EUR
2012 %
EUR
2011 %
73.651 83.151 77.971 48.328
26,0 29,4 27,5 17,1
77.229 99.829 43.979 57.874
27,7 35,8 15,8 20,7
283.101
100
278.911
100
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de duration van de vastrentende waarden circa 8 jaar bedraagt, zonder het effect van rentederivaten. Het fonds is rentederivaten aangegaan, waarmee de duration met 18 jaar wordt verlengd. De totale duration van de vastrentende waarden komt hiermee op 26 (2011: 22). De duration van de nominale pensioenverplichtingen bedraagt dus 19 jaar, wat de rentegevoeligheid veroorzaakt. Overigens kan de duration van de vastrentende waarden niet een-opeen worden vergeleken met de duration van de verplichtingen, omdat ook rekening gehouden moet worden met de absolute omvang van de beleggingen en de pensioenverplichtingen. Echter doordat het absolute bedrag van de nominale pensioenverplichtingen hoger is dan het bedrag van de vastrentende waarden beleggingen, betekent dit effectief dat het renterisico van het fonds conform het beleid niet voor de volledige 100% is afgedekt.
66
Stichting Pensioenfonds Equens
Het onderstaande overzicht toont hoe de waarde van het pensioenvermogen (uitgesplitst naar verschillende balansposten), pensioenverplichtingen en de hoogte van de dekkingsgraad bij een stijging/daling van de marktrente met één procent. 2012
Stand bij 1% rentedaling
Stand ultimo boekjaar
Stand bij 1% rentestijging
EUR
EUR
EUR
523.017 305.033 132.245 7.998 579.527 523.017 110,8%
423.298 283.101 60.585 833 478.800 423.298 113,0%
351.219 264.213 7.300 -5.524 400.240 351.219 114,0%
Pensioenverplichtingen (nominaal) Vastrentende waarden (exclusief derivaten) Renteswaps Obligatie futures Pensioenvermogen Pensioenverplichtingen Dekkingsgraad
Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Het fonds zet rentederivaten (renteswaps) in om de duration van de beleggingsportefeuille in lijn te brengen met de duration van de pensioenverplichtingen. Het doel hiervan is het afdekken van het renterisico tussen de beleggingsportefeuille en pensioenverplichtingen. Het fonds gebruikt derivaten hoofdzakelijk om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken. Een van de belangrijkste risico’s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Het fonds zet zoals besproken renteswaps in. Dit betreffen met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom.
67
Stichting Pensioenfonds Equens
De derivatenposities vanuit de matchingportefeuille waren als volgt: Type contract
Expiratiedatum
Interest rate swaps
07-02-2054
Bond futures
07-03-2013
Type contract
Onderliggend
Fixed coupon 2,2% 4,9% Duitse 30-, 10- en 5jaarsrente
Expiratiedatum
Interest rate swaps
28-02-2066
Bond futures
08-03-2012
Onderliggend
Fixed coupon 1,4% 4,9% Duitse 30-, 10- en 5jaarsrente
EUR
2012 Actuele waarde activa EUR
196.300
60.585
22.500
833
218.800
61.418
Nominale waarde
EUR
2011 Actuele waarde activa EUR
131.800
41.838
9.500
2.026
141.300
43.864
Nominale waarde
Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Het prijsrisico wordt gemitigeerd door diversificatie die onder meer is vastgelegd in de strategische beleggingsmix van het fonds. In aanvulling hierop maakt het fonds voor afdekking van het prijsrisico gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in het saldo van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat.
68
Stichting Pensioenfonds Equens
De segmentatie van vastgoed naar regio:
Eurogebied Overig Europa
EUR
2012 %
EUR
2011 %
1.593 6.792
19,0 81,0
969 2.908
25,0 75,0
8.385
100
3.877
100
De aandelenbelegging betreft participaties in een fonds beleggingsbeleid vorm wordt gegeven door kwantitatieve modellen.
waarvan
het
De segmentatie van aandelen naar regio:
Eurogebied Overig Europa Verenigde Staten Japan Overige
EUR
2012 %
EUR
2011 %
1.925 1.409 6.444 1.045 915
16,4 12,0 54,9 8,9 7,8
1.966 1.478 7.338 1.131 938
15,3 11,5 57,1 8,8 7,3
11.738
100
12.851
100
EUR
2012 %
EUR
2011 %
2.418 5.822 3.498
20,6 49,6 29,8
2.262 6.695 3.894
17,6 52,1 30,3
11.738
100
12.851
100
De segmentatie van aandelen naar sector:
Financiële instellingen (waaronder banken en verzekeraars) Nijverheid en industrie Overige dienstverlening
Valutarisico De belangrijkste valuta buiten het eurogebied is de Amerikaanse dollar. Het strategische beleid van het fonds is om het valutarisico van de beleggingen buiten het eurogebied in beginsel af te dekken. Dit geldt voor de belangrijkste valuta zoals de US dollar, het Britse pond en de Japanse yen. Niet voor alle categorieën zijn euro-hedged fondsen beschikbaar. De overige valuta (rest van Azië en valuta van opkomende regio’s) worden in de beleggingsfondsen niet afgedekt. In onderstaande tabel wordt meer inzicht gegeven in het valutarisico en worden de beleggingen per valuta weergegeven. In de tabel “Netto positie na” is het effect van de afdektransacties ten opzichte van de eerste kolom duidelijk zichtbaar.
69
Stichting Pensioenfonds Equens
Netto positie (voor) EUR
Valuta- derivaten EUR
2012 Netto positie (na) EUR
411.881 8.452 21 54.546 3
47.812 -8.357 -33 -39.431 9
459.693 95 -12 15.115 12
474.903
0
474.903
Netto positie (voor) EUR
Valuta- derivaten EUR
2011 Netto positie (na) EUR
359.086 4.151 25 49.909 3
-43.196 4.976 1.300 34.875 2.045
402.282 -825 -1.275 15.034 -2.042
413.174
0
413.174
EUR GBP JPY USD Overige
EUR GBP JPY USD Overige
Nominaal renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. De verplichtingen hebben een langlopend karakter, langer dan de vastrentende waarden waardoor een renteverandering een groter effect heeft op de verplichtingen. Het beleid van het fonds is gericht op het minimaliseren van de “rente-mismatch”. Het fonds hanteert het principe van matching & return waarbij de matchingportefeuille gericht is op minimalisatie van het nominaal renterisico. Dit wordt bereikt door de vastrentende waarden portefeuille (aangevuld met derivaten) zoveel mogelijk de verplichtingen te laten repliceren. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren en is daarmee een maatstaf voor de rentegevoeligheid van vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen. De rentegevoeligheid van de verplichtingen kan vergeleken worden met de rentegevoeligheid van de vastrentende waarden (inclusief derivaten) door middel van de “money duration”. Dit is de duration van elke categorie vermenigvuldigd met de marktwaarde van de categorie. De hedge percentages geven weer hoeveel van de rentegevoeligheid van de verplichtingen afgedekt wordt door de vastrentende waarden en derivaten.
70
Stichting Pensioenfonds Equens
2012 Balans
Vastrentende waarden (voor derivaten) Vastrentende waarden (na derivaten) Pensioenverplichtingen
Duration
Money
waarde
duration
EUR
EUR
283.101
8,2
2.314.407
344.518
26,4
9.112.501
423.298
19,0
8.042.662
Balans
Duration
Money
Hedge percentage
112%
2011 waarde EUR Vastrentende waarden (voor derivaten) Vastrentende waarden (na derivaten) Pensioenverplichtingen
duration EUR
278.911
6,4
1.961.332
312.703
21,8
7.446.773
383.479
19,2
7.383.590
Hedge percentage
101%
Inflatierisico Begin 2012 heeft het bestuur besloten om de aanwezige inflatieswaps in de returnportefeuille in zijn geheel te verkopen. Op dit moment stuurt het fonds volledig op de nominale aanspraken en is er geen afdekking van het inflatierisico.
71
Stichting Pensioenfonds Equens
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee de vermogensbeheerders van het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing van het kredietrisico vindt onder meer plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaal niveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds en het vragen van extra zekerheden zoals onderpand. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door de vermogensbeheerder waar mogelijk belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Met betrekking tot nietbeursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door het fonds enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA-overeenkomsten zijn afgesloten zodat posities van het fonds adequaat worden afgedekt door onderpand (collateral). In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende beleggingen naar sector weergegeven:
Overheidsinstellingen Andere instellingen
2012 EUR
2011 EUR
162.560 120.541
151.060 127.851
283.101
278.911
De verdeling van de vastrentende beleggingen naar regio is als volgt:
Mature markets Emerging markets
72
2012 EUR
2011 EUR
276.248 6.853
256.552 22.359
283.101
278.911
Stichting Pensioenfonds Equens
De kredietwaardigheid van debiteuren binnen de vastrentende portefeuille wordt gemeten door rating agencies. In onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende beleggingen over de verschillende rating classes (rating agent: S&P) weergegeven per ultimo 2012 en 2011:
AAA AA A BBB
EUR
2012 %
EUR
2011 %
229.277 12.731 4.694 12.060 20.376 3.963
81,0 4,5 1,7 4,3 7,2 1,3
207.762 9.691 14.525 12.153 23.838 10.942
74,5 3,5 5,2 4,4 8,5 3,9
283.101
100
278.911
100
Een andere benadering van het kredietrisico is het kijken naar het concentratierisico. Het kredietrisico op een bepaalde tegenpartij wordt significant indien de exposure op deze partij een groot deel van het balanstotaal uitmaakt. Bij een goede spreiding zal weinig concentratie van kredietrisico optreden. Het landenrisico was als volgt verdeeld (% van de totale waarde van de beleggingen). Overheidsobligaties:
Supranationaal Duitsland Nederland Finland Oostenrijk Opkomende landen Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Totaal overheidsobligaties
Supranationaal Duitsland Finland Nederland Frankrijk Opkomende landen Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Totaal overheidsobligaties
73
EUR
2012 %
54.977 42.504 27.694 17.355 13.286 6.208 331 205
11,6 9,0 5,8 3,7 2,8 1,3 0,1 0,0
162.560
34,3
EUR
2011 %
48.336 44.046 19.718 18.555 9.222 8.326 2.660 197
11,7 10,7 4,8 4,5 2,2 2,0 0,6 0,0
151.060
36,5
Stichting Pensioenfonds Equens
Supranationaal Supranationaal betekent een instantie die voor verschillende naties een overkoepelend orgaan c.q. bevoegdheid vormt. De hier bedoelde supranationaals zijn de Europese Investeringsbank, de Europese Unie en het EFSF. Bij de overige beleggingen is ultimo 2012 geen sprake van beleggingen in een individuele tegenpartij groter dan 1%. Verzekeringstechnische risico’s (S6) De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid en het toeslagrisico. Alle uit de pensioenregelingen voortvloeiende verplichtingen worden in eigen beheer gehouden. Voor het overlijdensrisico (kortlevenrisico) en het arbeidsongeschiktheidsrisico met betrekking tot de (gehele of gedeeltelijke) premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is een herverzekeringsovereenkomst gesloten. Als herverzekeraar treedt op de Algemene Levensherverzekering Maatschappij NV (Swiss Re) te Amstelveen. De herverzekeringsovereenkomst is ingegaan op 1 januari 2010 en is beëindigd op 31 december 2012. Vanaf 1 januari 2013 heeft het Fonds herverzekeringsovereenkomsten afgesloten met Elips Life AG en de overeenkomsten hebben als einddatum 31 december 2014 (behoudens stilzwijgende verlenging voor telkens een periode van drie jaar). De herverzekering omvat enerzijds de uitkering van een risicokapitaal bij overlijden van een deelnemer boven het fonds gekozen eigen behoud, ter grootte van de contante waarde van de reglementaire aanspraken op nabestaandenpensioen, verminderd met de voor de betrokken deelnemer gevormde voorziening pensioenverplichtingen. Het eigen behoud bedraagt EUR 300 per deelnemer. Het obligo bedraagt EUR 2.500 per deelnemer per jaar. De winstdeling is 1-jarig en in pool-verband. Anderzijds is het risico herverzekerd bij langdurig arbeidsongeschiktheid. Herverzekerd is de uitkering van een rente ter grootte van de jaarpremie eigen beheer. Op deze verzekering is een eigen behoud van EUR 7,5 en een premievrijstelling van EUR 100 per deelnemer per jaar van toepassing. Het fonds heeft uit het verleden nog een aantal kleine pensioenverzekeringen verzekerd bij Nationale Nederlanden en Centraal Beheer Achmea. Bij Nationale Nederlanden zijn het polissen met aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen. Deze aanspraken zijn opgenomen in de reglementaire aanspraken. Bij Centraal Beheer Achmea betreft het een aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Het toeslagrisico omvat het risico dat de ambitie van het bestuur om toeslagen op pensioen toe te kennen in relatie tot de algemene loon- en prijsontwikkeling niet kan worden gerealiseerd. Het bestuur van het fonds heeft de ambitie om op de pensioenen een toeslag te verlenen. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is
74
Stichting Pensioenfonds Equens
afhankelijk van de ontwikkelingen in rente, rendement, loon- en prijsinflatie en demografie. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de toeslagen voorwaardelijk zijn. Het fonds hanteert inflation linked swaps om toekomstige toeslagen meer zeker te stellen. De nominale rente wordt verminderd met een bepaald (vast) percentage dat de streeftoeslag op lange termijn weergeeft. Ook kan gebruik worden gemaakt van de verwachte loon- of prijsinflatie. Liquiditeitsrisico (S7) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Aan het begin van elk jaar wordt een liquiditeitsprognose gemaakt om inzicht te krijgen in de benodigde liquide middelen in de loop van het jaar. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt hiermee rekening gehouden. Er wordt op deze wijze zorg gedragen voor voldoende liquide middelen in de loop van het jaar. Concentratierisico (S8) Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering (marktrisico) of de financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie in de beleggingsportefeuille in producten, regio’s of landen, economische sectoren of tegenpartijen. Naast concentraties in de beleggingsportefeuille kan ook sprake zijn van concentraties in de verplichtingen en de uitvoering. Om concentratierisico’s in de beleggingsportefeuille te beheersen, maakt het bestuur gebruik van diversificatie en limieten voor beleggen in landen, regio’s, sectoren en tegenpartijen. Deze uitgangspunten zijn door het fonds vastgesteld op basis van de ALM-studie. De uitgangspunten zijn vastgelegd in de contractuele afspraken met de vermogensbeheerders en het bestuur monitort op kwartaalbasis de naleving hiervan. De spreiding in de beleggingsportefeuille is weergegeven in de tabel die is opgenomen bij de toelichting op het kredietrisico. Ultimo 2012 zijn in de beleggingsportefeuille de volgende posten met een omvang groter dan 2% van het balanstotaal aanwezig: 2012 EUR Supranationale obligaties Duitse staatsobligaties Nederlandse staatsobligaties Finse staatsobligaties Oostenrijkse staatsobligaties Goud
54.977 42.504 27.694 17.355 13.286 10.670
75
Stichting Pensioenfonds Equens
De belangrijkste vorm van concentratierisico in de verplichtingen van het fonds is de demografische opbouw van de deelnemers. Gegeven de aard is dit risico niet te beïnvloeden. Ultimo 2012 is de verhouding tussen mannen en vrouwen in het fonds 14:11 (2011: 14:11). De gemiddelde leeftijd bedraagt 51,2 jaar (2011: 50,3 jaar), waarbij sprake is van een gelijkmatige leeftijdsspreiding. Op grond hiervan heeft het bestuur geconcludeerd dat er geen sprake is van concentratie in de activa of verplichtingen en dat er daarom geen buffer voor concentratierisico wordt aangehouden. Operationeel risico (S9) Het operationeel risico is het risico vanwege de onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. De pensioenuitvoering is uitbesteed aan pensioenuitvoerder A&O Pensioen Services N.V. Met A&O Pensioen Services zijn een administratieovereenkomst en een service level agreement (SLA) gesloten. Het bestuur beoordeelt jaarlijks de kwaliteit van de uitvoering van de vermogensbeheerders en A&O Pensioen Services door middel van performancerapportages (alleen vermogensbeheerders), SLA-rapportages en onafhankelijk getoetste interne beheersingsrapportages (ISAE 3402-rapportages). Aangezien hiermee sprake is van adequate beheersing van de operationele risico’s worden door het fonds geen buffers aangehouden in de solvabiliteitstoets. Systeemrisico Het systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen is dit risico voor het fonds niet beheersbaar. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt tevens gebruikgemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. Het fonds gebruikt derivaten in de matchingportefeuille hoofdzakelijk om het renteen inflatierisico af te dekken en in de returnportefeuille om op een passieve wijze te beleggen in rentegevoelige beleggingen en aandelen.
76
Stichting Pensioenfonds Equens
14.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Langlopende contractuele verplichtingen Het fonds heeft een administratieovereenkomst met A&O Pensioen Services. Deze overeenkomst loopt tot en met 31 december 2013. Achterstand toeslagverlening Per 1 januari 2012 is als gevolg van het niet verlenen van toeslagen per 1 januari 2009, 2010 en 2011 een achterstand in de toeslagverlening van actieve en nietactieve deelnemers. Het verlenen van toeslagen is een voorwaardelijke verplichting. Hierna een overzicht van de indexatie ten behoeve van vaststelling indexatie achterstand. Dat speelt vanaf 2009. Tot en met 2008 werd er geïndexeerd. Zoals bekend geldt voor de actieven een indexatie op basis van de loonindex en voor de gepensioneerden/slapers op basis van de prijsindex. Voor de achterstand moet dus de indexatie van de actieven vergeleken worden met de loonindex en van de gepensioneerden/slapers met de prijsindex. Jaar
2013 2012 2011 2010 2009
15.
Indexatie actieven
Loonindex
0,00% 0,00% 0,00% 0,74% 0,00%
1,75% 1,90% 1,25% 2,97% 3,25%
Indexatie pensioentrekken den / slapers 0,00% 0,00% 0,00% 0,18% 0,00%
Prijsindex
2,91% 2,61% 1,57% 0,70% 2,80%
Verbonden partijen
Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen het fonds en de sponsor, en hun bestuurders. Transacties met bestuurders De bestuurders ontvangen geen beloning van het fonds. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders. De bestuurders nemen deel aan de pensioenregeling van het fonds op basis van voorwaarden van het pensioenreglement. Overige transacties met verbonden partijen Inzake de overeenkomst tussen fonds en Equens met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling wordt verwezen naar de overige gegevens.
77
Stichting Pensioenfonds Equens
16.
Premiebijdragen van werkgever en werknemers
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
2012 EUR
2011 EUR
11.203
11.990
11.203
11.990
De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt 22,5% van het pensioengevend inkomen. De totale bijdrage van werkgever en werknemers bedraagt 22,5% (2011: 22,5%) van de loonsom. De kostendekkende, gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt:
Kostendekkende premie Feitelijke premie12 Gedempte premie
2012 EUR
2011 EUR
13.101 11.317 8.994
12.293 12.161 8.843
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate in de staat van baten en lasten verantwoord. De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt: 2012 EUR
2011 EUR
Actuarieel benodigd voor nieuwe aanspraken, risicopremies voor risico fonds en onvoorwaardelijke toeslagen Solvabiliteitsopslag Voorwaardelijke toeslag Premie risico herverzekering Kosten
11.170 858 0 430 643
9.856 1.314 0 462 661
Kostendekkende premie
13.101
12.293
De gedempte premie is lager dan de kostendekkende premie zonder demping van de disconteringsvoet. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de (gehele) rentetermijnstructuur op 31 december 2012 lager is dan de gehanteerde gedempte disconteringsvoet van 4,3%. De minimaal te ontvangen premie kan naast de kostendekkende of de gedempte premie de volgende elementen bevatten: - Inhaal premies; 12
Feitelijke premie is inclusief FVP. Voor 2012 bedraagt deze EUR 114 en is onder overige baten gerubriceerd.
78
Stichting Pensioenfonds Equens
- Extra stortingen in verband met een herstelplan; - Premie voor VUT of VPL-, inkoopregeling; - Premiekorting. Bij het fonds komen deze premie-elementen niet voor. Hierdoor is de benodigde premie gelijk aan de gedempte premie. De samenstelling van de gedempte premie is als volgt: 2012 EUR
2011 EUR
Actuarieel benodigd voor nieuwe aanspraken, risicopremies voor risico fonds en onvoorwaardelijke toeslagen Solvabiliteitsopslag Voorwaardelijke toeslag Premie risico herverzekering Kosten
7.444 582 0 430 538
6.871 933 0 462 577
Gedempte kostendekkende premie
8.994
8.843
Voor de werknemersbijdrage geldt dat deze zuiver wordt aangewend voor de inkoop van extra pensioenaanspraken; zodoende zijn de kostendekkende en de feitelijke premie aan elkaar gelijk. De gedempte premie is lager dan de kostendekkende premie zonder demping van de disconteringsvoet. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de (gehele) rentermijnstructuur op 31 december 2012 lager is dan de gemiddelde gehanteerde gedempte disconteringsvoet. 17.
Inkomende waardeoverdracht
Inkomende waardeoverdracht Toevoeging aan de voorziening voor de pensioenverplichting Saldo inkomende waardeoverdrachten
2012 EUR
2011 EUR
1.383 -1.653
245 -365
-270
-120
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan een pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren. Als gevolg van onderdekking bij pensioenfondsen is de onderlinge afrekening van waardeoverdrachten tot stilstand gekomen. Zodra de financiële positie van het pensioenfonds dit toelaat, zullen de onderlinge waardeoverdrachten weer worden hervat. Uiteraard zal dan ook de dekkingsgraad van de tegenpartij voldoende moeten zijn. Per 31 december 2012 wordt de omvang van de nog te ontvangen inkomende waardeoverdrachten geschat op EUR 1.620 en de omvang van de nog te betalen uitgaande waardeoverdrachten op EUR 1.004 De invloed hiervan op de dekkingsgraad van het fonds is gering.
79
Stichting Pensioenfonds Equens
18.
Beleggingsresultaten voor risico fonds
2012
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
2011
Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Directe Indirecte beleggings- beleggingsopbrengsten opbrengsten EUR EUR
Kosten van vermogensbeheer EUR
Totaal
EUR
0 1.205 4.191 6.159 -43
952 1.554 23.023 24.070 2.645
0 0 0 0 -1.705
952 2.759 27.214 30.229 897
11.512
52.244
-1.705
62.051
Directe Indirecte beleggings- beleggingsopbrengsten opbrengsten EUR EUR
Kosten van vermogensbeheer EUR
Totaal
EUR
0 0 5.422 3.717 162
364 1.675 12.471 42.756 -4.279
0 0 0 0 -1.261
364 1.675 17.893 46.473 -5.378
9.301
52.987
-1.261
61.027
De kosten van vermogensbeheer omvatten de kosten die door de custodian en vermogensbeheerder(s) direct bij het fonds in rekening zijn gebracht. Transactiekosten zijn onderdeel van de aan- en verkooptransacties van beleggingen. Deze zijn onderdeel van de indirecte beleggingsopbrengsten en bedragen over 2012 EUR 1.153.
80
Stichting Pensioenfonds Equens
19.
Overige baten
FVP bijdragen Uitkeringen herverzekering Winstdeling herverzekering
2012 EUR
2011 EUR
114 27 52
172 35 24
193
231
Het fonds heeft het premievrijstellings- en het overlijdensrisico herverzekerd bij Swiss-re. Vanaf 1 januari 2013 Elips Life AG. Daarnaast zijn een aantal polissen met ouderdoms- en partnerpensioen herverzekerd bij Nationale Nederlanden en Achmea. 20.
Pensioenopbouw
Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichting van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling. 21.
(Overige) toeslagen
Het fonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de loonontwikkelingen volgens de CAO. De toeslagen hebben een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op toeslag bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst toeslagen kunnen plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de toeslagen kan in principe worden ingehaald. Het fonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze toeslag heeft een voorwaardelijk karakter. 22.
Rente toevoeging voorziening pensioenverplichtingen
De voorziening pensioenverplichtingen is opgerent met 1,544% (2011: 1,296%) zijnde de rentetermijnstructuur van 31 december 2012. 23.
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor uitkeringen
Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de uitkeringen van de verslagperiode. 24.
Onttrekking uit voorziening pensioenverplichtingen voor pensioenkosten
Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode.
81
Stichting Pensioenfonds Equens
25.
Wijzigingen marktrente
Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. 26.
Wijzigingen overige actuariële uitgangspunten
Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichting. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van de veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking dan voor de populatie van het fonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. 27.
Overige wijzigingen in de voorziening
Sterfte Arbeidsongeschiktheid Mutaties
28.
2012 EUR
2011 EUR
-1.638 -531 298
-1.512 -3 170
-1.871
-1.345
Wijziging herverzekeringsdeel technische voorziening 2012 EUR
2011 EUR
-1
9
-1
9
2012 EUR
2011 EUR
Uitgaande waardeoverdracht Onttrekking aan de voorziening voor de pensioenverplichting
553 -777
1.217 -1.548
Saldo uitgaande waardeoverdrachten
-224
-331
Mutaties
29.
Uitgaande waardeoverdracht
82
Stichting Pensioenfonds Equens
Dit betreft de betaling van een fonds of pensioenverzekeraar aan de nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. 30.
Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen (partnerpensioen) Wezenpensioen Invaliditeitspensioen Andere uitkeringen (afkopen, WAO-hiaat)
2012 EUR
2011 EUR
7.473 896 53 76 35
6.917 842 55 88 43
8.533
7.945
De toeslagverlening van de uitkeringen per 1 januari 2012 zoals vastgesteld door het bestuur bedraagt 0,00% (2011: 0,00%). De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan EUR 438,44 (2011: EUR 427,29) per jaar (de afkoopgrens) overeenkomstig artikel 66 van de Pensioenwet. 31.
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
Bestuurskosten Administratiekostenvergoeding Accountant kosten Certificerend actuaris Adviserend actuaris Contributies en bijdragen Governance Overige
83
2012 EUR
2011 EUR
150 216 43 61 135 25 86 3
93 230 44 57 230 23 54 1
719
732
Stichting Pensioenfonds Equens
Honoraria accountant De honoraria van de externe accountant zijn als volgt: 2012
Onderzoek van de jaarrekening en verslagstaten Overige controle-opdrachten Fiscale adviesdiensten Andere niet-controlediensten
Jaarwerkcontrole EUR
Overige controleopdrachten EUR
Totaal
37 6 0 0
0 0 0 0
37 6 0 0
43
0
43
Jaarwerkcontrole EUR
Overige controleopdrachten EUR
Totaal
44 0 0 0
0 0 0 0
44 0 0 0
44
0
44
EUR
2011
Onderzoek van de jaarrekening en verslagstaten Overige controle-opdrachten Fiscale adviesdiensten Andere niet-controlediensten
32.
EUR
Overige lasten
Premie herverzekering voor risico fonds Dotatie aan de overige technische voorzieningen Buitengewone lasten
2012 EUR
2011 EUR
279 0 2
233 -14 1
281
220
Het fonds heeft het premievrijstellings- en het overlijdensrisico herverzekerd bij Swiss-re. Vanaf 1 januari 2013 zijn deze herverzekerd bij Elips Life AG. De herverzekeringsovereenkomsten expireren op 31 december 2014, behoudens stilzwijgende verlenging voor telkens een periode van 3 jaar.
84
Stichting Pensioenfonds Equens
33.
Aantal personeelsleden
Bij het fonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst zijn van de werkgever. De hieraan verbonden kosten bedragen circa EUR 150 (2011: EUR 93) en zijn voor rekening van het fonds. Bestuursleden die niet in dienst bij de werkgever zijn, ontvangen geen vacatievergoeding. 34.
Belastingen
De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
85
Stichting Pensioenfonds Equens
Aldus opgesteld door het bestuur,
B.J. Haasdijk Voorzitter
F. Steenwinkel Penningmeester
Utrecht, 24 juni 2013
86
Stichting Pensioenfonds Equens
Overige gegevens Statutaire regeling voor bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN. Het saldo moet uiteraard wel worden aangewend in overeenstemming met het doel van het fonds. Het voorstel voor de bestemming van het saldo van baten en lasten over 2012 is opgenomen onder de staat van baten en lasten.
Bestemming van het saldo van baten en lasten Het bestuur heeft besloten het saldo van baten en lasten over 2012 ten gunste te brengen van de algemene reserve.
Uitvoeringsovereenkomst In de uitvoeringsovereenkomst is vastgelegd dat aangesloten ondernemingen jaarlijks een bijdrage verschuldigd zijn, die gelijk is 22,5% van het pensioengevend inkomen van de deelnemers. De uitvoeringsovereenkomst is in werking getreden op 1 januari 2007 en eindigt op 31 december 2012. De overeenkomst loopt in principe na deze datum automatisch door voor een periode van vijf jaar tenzij een van de partijen deze opzegt met in achtneming van een opzegtermijn van 6 maanden. Omdat de uitvoeringsovereenkomst 31 december 2012 afliep, hebben partijen onderhandeld over een nieuwe uitvoeringsovereenkomst per 1 januari 2013. Er is een nieuwe overeenkomst gesloten. Deze nieuwe uitvoeringsovereenkomst loopt tot en met 31 december 2017. Daarin is opgenomen dat aanpassing van het wettelijke fiscale kader mogelijk aanleiding kan zijn voor een tussentijdse premie aanpassing. Echter nimmer zonder akkoord van het fonds waarbij een deugdelijke financiële opzet steeds als voorwaarde geldt. Het bestuur zal gedurende de looptijd van de uitvoeringsovereenkomst aan het eind van elk jaar een premietoets uitvoeren. Indien de premie niet meer kostendekkend is, zal dat in principe leiden tot het korten van de pensioenopbouw.
Ontwikkelingen na balansdatum Er hebben zich geen voor de jaarrekening relevante gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
Utrecht, 24 juni 2013 Het bestuur
87
Stichting Pensioenfonds Equens
Actuariële verklaring
Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Equens te Utrecht is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het verslagjaar 2012. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn ‘Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen’ heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: • heb ik onder meer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en • heb ik mij een pensioenfonds.
oordeel
gevormd
over
de
vermogenspositie
van
het
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
88
Stichting Pensioenfonds Equens
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Ten aanzien van artikel 137 hebben wij – vanwege de uitkomst van de consistentietoets en de communicatie rondom toeslagverlening – enkele noodzakelijke verbeteringen gesignaleerd die in 2013 gerealiseerd dienen te worden. Deze punten zijn reeds onder de aandacht van het bestuur. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Equens is naar mijn mening voldoende. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen beperkt zijn.
Nieuwegein, 24 juni 2013 Drs. J. Wijckmans AAG Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
89
Stichting Pensioenfonds Equens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds Equens Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2012 van Stichting Pensioenfonds Equens te Utrecht gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
90
Stichting Pensioenfonds Equens
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Equens per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van het bestuur , voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Utrecht, 24 juni 2013 KPMG Accountants N.V.
W. Teeuwissen RA
91
Stichting Pensioenfonds Equens
Actuariële analyse Financiële stromen
EUR Wijziging rentetermijnstructuur Saldo beleggingsopbrengsten Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten vermogensbeheer Benodigde interest
Saldo waardeoverdrachten Overdrachtssom inkomende WO Mutatie TV inkomende WO Overdrachtssom uitgaande WO Mutatie TV uitgaande WO
Saldo kosten In de premie begrepen directe kosten Vrijval kosten uit TV Kosten verslagjaar
Saldo uitkeringen Mutatie TV Ontvangen uitkering herverzekering Feitelijke uitkeringen Afkopen
-6.000
11.512 52.244 -1.705 -6.000
-6.000
0
-11.600
1.383 0 -553
-11.600
-876
796 0 -719
-77 0
77
-77
8.455
62 15 0
1.638 531 0
77
2.169
Saldo toeslagverlening Mutatie TV
0
92
0
-1.358
1.383 -1.653 -553 777 0
-46 796 -77 -719
0
8.455 0 0
-8.532 Saldo kanssystemen Sterfte Arbeidsongeschiktheid Mutatie
56.051 -11.600 10.242
-1.653 0 777
830
-8.504 -28 0
EUR -24.774
10.242 10.242
2012
-24.774
11.512 52.244 -1.705
62.051 Saldo premies Actuarieel benodigde premie Feitelijke premie
Mutatie Mutatie VPV voor VPV risico risico van fonds deelnemers EUR EUR
0
8.455 0 -8.504 -28 0
-77 1.700 546 0
0
2.246 0
Stichting Pensioenfonds Equens
Saldo overige mutaties Technische voorziening Overige mutaties
-7.116 0
Saldo andere oorzaken Overige baten Overige lasten
Totale saldo van baten en lasten
-7.116
-7.116 0
1 -1
-7.116 1 -1
0
0
0
0
64.745
-39.819
0
24.926
93
Stichting Pensioenfonds Equens
Lijst met afkortingen ABTN: AFM: ALM: BW: CAO: CBS: CDC: CSA: DNB: ECB: EFSF: ETF: FTK: FVP: HRM: ISDA: OPF: OTC: PW: SPE: TV: UFR: UPO: VC: VEP: VEV: VO: VPV: WAO: WO:
Actuariële en Bedrijfstechnische Nota Autoriteit Financiële Markten Asset Liability Management Burgerlijk Wetboek Collectieve Arbeidsovereenkomst Centraal Bureau voor de Statistiek Collective Defined Contribution Credit Support Annex De Nederlandsche Bank Europese Centrale Bank Europese Financiële Stabiliteits Faciliteit Exchange Traded Fund Financieel Toetsingskader Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering Human Resource Management International Swaps and Derivatives Association Stichting Ondernemingspensioenfondsen Over The Counter Pensioenwet Stichting Pensioenfonds Equens Technische Voorziening Ultimate Forward Rate Uniform Pensioenoverzicht Visitatiecommissie Vereniging Pensioentrekkenden Equens Vereist Eigen Vermogen Verantwoordingsorgaan Voorziening Pensioenverplichting Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Waardeoverdracht
94