Raadsvergadering d.d. : 15 april 2008 Agendapunt: 23 Portefeuillehouder:
dhr. N. Bakker
Onderwerp:
Uitgangspunten GVVP
Leens, 01 april 2008 Aan de raad. ____________________________________________________________ Voorstel:
De uitgangspunten genoemd in de bijlage vast te stellen voor het verder uitwerken van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) en hierbij expliciet de uitgangspunten aan te houden: o
o o o o
binnen de bebouwde kom, op de doorgaande wegen, een maximum rijsnelheid van 50 km per uur aan te houden waar het kan en 30 km per uur waar dit moet. In de wijken een maximum rijsnelheid aan te houden van 30 km per uur; buiten de bebouwde kom een maximum rijsnelheid van 80 km per uur aan te houden waar het kan en 60 km per uur waar het moet; geen landbouwverkeer toe te staan op de N361; in principe geen wegen af te sluiten voor landbouwverkeer; busvervoer toe te staan door de dorpen.
____________________________________________________________ Toelichting: Het verkeersveiligheidsbeleid in Nederland heeft lange tijd ´eigen´plannen gekend: het Nationaal Plan, en later de Meerjaren Plannen Verkeersveiligheid. Met de invoering van de Planwet Verkeer en Vervoer in 1998 is de veiligheid van het wegverkeer ondergebracht in een Nationaal Verkeers- en Vervoerplan (NVVP). Dit bestrijkt alle vormen van verkeer en vervoer en beleidsdoelen op het gebied van bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Tevens bepaalt deze wet dat de lagere overheden voor hun gebied eigen (provinciale, regionale en gemeentelijke) verkeers- en
vervoerplannen vaststellen waarbij de essentiële onderdelen van het nationale plan in acht worden genomen. Het huidige NVVP heeft als titel 'Nota Mobiliteit' meegekregen en is in 2006 vastgesteld (hoofdlijnen verkeers- & vervoerbeleid voor de komende 15 jaar) . De Nota Mobiliteit is een uitwerking van de Nota Ruimte die onder andere ook verkeer en vervoer behandelt, maar dan vooral de consequenties voor de ruimtelijke ordening. Verkeersveiligheid is geen onderwerp van de Nota Ruimte, maar wel van de Nota Mobiliteit. De algemene filosofie achter het plan is: “Decentraal wat kan, centraal wat moet”. Hiermee worden de verantwoordelijkheden tussen centrale en decentrale overheden duidelijker afgebakend. Tevens wil de centrale overheid private partijen intensiever betrekken bij de ontwikkeling van gebieden en infrastructurele verbindingen. De visie Duurzaam Veilig is een belangrijk uitgangspunt. De lagere overheden stellen provinciale/regionale en gemeentelijke verkeers- en vervoersplannen (GVVP) op. Deze kunnen maatregelen bevatten voor: - inrichting van de eigen wegen; - gedragsbeïnvloeding via voorlichting, educatie en politietoezicht. De Marne is een plattelandsgemeente. De provinciale wegen de N361 (Lauwersoog –Groningen), de N388 (Menneweer-Leek) en de N398 vormen de hoofdontsluiting op het landelijk wegennet. Het gebied wordt met name gebruikt voor landbouw en recreatie. De inwoners zijn sterk afhankelijk van het vervoer. De groei van de mobiliteit is de afgelopen jaren dan ook sterk toegenomen. Omdat het verkeers- en vervoersbeleid in diverse beleidsnota’s, notities en aanbevelingen staat verwoord is het noodzakelijk om een integraal verkeers- en vervoersplan op te stellen. Als eerste zijn nu de uitgangspunten verwoord. Na vaststelling van de uitgangspunten waarbij desgewenst uitgangspunten aan kunenn worden toegevoegd of beperkt kunnen op basis van nadere analyse doelstellingen worden geformuleerd. Na toetsing door bevolking en belanghebbenden kunnen vervolgens deelplannen en uitvoeringsplannen worden opgesteld. De deelplannen kunnen worden begroot en op basis van kosteneffectiviteit worden geprioriteerd. Op basis van de beschikbare middelen kunnen de uitvoeringsplannen worden gefaseerd. Zo kan aan inwoners en belanghebbenden worden aangegeven welke maatregel wanneer wordt gerealiseerd.
Nadrukkelijk dient te worden gekeken naar de verwachtingen voor de toekomst. Want De Marne is een ambitieuze gemeente waarbij een duurzaam veilige mobiliteit vastgelegd in een Gemeentelijk Verkeers en Vervoersplan voor de leefbaarheid noodzakelijk is. In de bijlage zijn de uitgangspunten geformuleerd. ____________________________________________________________ Het college van Burgemeester en Wethouders Van de gemeente De Marne,
De waarnemend secretaris,
de brugemeester,
Mevr. A. Imminga
mevr. Drs. J.A.J. Stam.
Uitgangspunten GVVP De Marne Integraal verkeers- en vervoersplan De gemeente ligt in het noordwesten van de provincie Groningen en ingesloten tussen de Waddenzee, lauwersmeergebied en het Reitdiep. In de Gemeente De Marne wonen ongeveer 11.000 mensen in 21 dorpen. De Marne is een plattelandsgemeente. De provinciale wegen de N361 (Lauwersoog –Groningen), de N388 (Menneweer-Leek) en de N398 vormen de hoofdontsluiting op het landelijk wegennet. Het gebied wordt met name gebruikt voor landbouw en recreatie. De inwoners zijn sterk afhankelijk van het vervoer. De groei van de mobiliteit is de afgelopen jaren dan ook sterk toegenomen. Omdat het verkeers- en vervoersbeleid in diverse beleidsnota’s, notities en aanbevelingen staat verwoord is het noodzakelijk om een integraal verkeers- en vervoersplan op te stellen. Als eerste zijn nu de uitgangspunten verwoord. Na vaststelling van de uitgangspunten door de raad kunnen op basis van nadere analyse doelstellingen worden geformuleerd. Na toetsing door bevolking en belanghebbenden kunnen vervolgens deelplannen en uitvoeringsplannen worden opgesteld. De deelplannen kunnen worden begroot en op basis van kosteneffectiviteit worden geprioriteerd. Op basis van de beschikbare middelen kunnen de uitvoeringsplannen worden gefaseerd. Zo kan aan inwoners en belanghebbenden worden aangegeven welke maatregel wanneer wordt gerealiseerd. Nadrukkelijk dient te worden gekeken naar de verwachtingen voor de toekomst. Want De Marne is een ambitieuze gemeente waarbij een duurzaam veilige mobiliteit voor de leefbaarheid noodzakelijk is.
Korte probleemschets Door het ontbreken van gemeentelijk vastgesteld verkeers- en vervoersbeleid op macro- en microniveau en de daarmee te verbinden maatregelen is de effectiviteit van het duurzaam veilige wegennet in onze gemeente achtergeraakt bij de ontwikkelingen op het gebied van de mobiliteit. Voor de ontsluiting op het landelijk wegennet moet gebruik worden gemaakt van de provinciale wegen. In de spits hebben de provinciale wegen een te laag afwikkelingsniveau waardoor een deel van het verkeer wegen gaat zoeken die hier niet voor zijn bedoeld. Dit wordt nog versterkt door het gebruik van navigatieapparatuur. Daarnaast is de reistijd naar het landelijke wegennet vrij lang. Welke route ook wordt gekozen het duurt ongeveer 35 minuten voordat men op de rijkswegen naar de bestemming kan rijden. Het verkeersgedrag wat hierdoor ontstaat zorgt in lichte mate voor objectieve maar vooral voor subjectieve en potentiële verkeersonveiligheid. Veel verkeersongevallen hebben te maken met onveilige snelheden. En onveilige snelheden kunnen het gevolg zijn van een limiet die gezien de weg- en verkeersomstandigheden niet veilig is of van een limiet die niet geloofwaardig is voor automobilisten, waardoor zij zich er niet aan houden. Het is opvallend dat ondanks een zeer geringe verkeersintensiteit op de gemeentelijke wegen veel subjectieve/potentiële onveiligheid wordt ervaren door inwoners van onze gemeente. De objectieve verkeersonveiligheid en dan met name de letselongevallen vinden plaats langs de N361 en de daaraan verbonden dorpen. Van het verkeer is 11 tot 17 procent vrachtverkeer/landbouwverkeer. Door de ontmoetingen tussen vrachtwagens, landbouwvoertuigen en personenvoertuigen op onze wegen ontstaat veel schade aan de de kant van de weg/bermen. De objectieve, subjectieve en potentiële verkeersonveiligheid neemt hierdoor toe. Daarnaast neemt de technische levensduur van de wegen af door de toegenomen as-/wieldruk en wordt door bewoners hinder ondervonden door trillingen. Door de toegenomen mobiliteit is de parkeerdruk door het ontbreken van voldoende parkeerplaatsen in de woonstraten sterk toegenomen en het komt steeds vaker voor dat vrachtwagens ’s avonds dan wel het gehele weekend in de woonbuurt staan geparkeerd. Tijdens piekmomenten is er een te kleine parkeercapaciteit rond recreatieve voorzieningen zoals het lauwersmeergebied en het theemuseum. Parkeerzonering ontbreekt waardoor er onvoldoende prikkels zijn om gebruikt te maken van de bestaande parkeervoorzieningen. Men parkeert in de straat. Hierdoor ontstaat overlast van omwonenden. De grote kernen worden door een openbaarvervoer lijn (OV) ontsloten. In de rest van de gemeente komen steeds meer OV-lijnen te vervallen. De hiervoor in de plaats gekomen dienstregeling van lijntaxi’s kent in op sommige momenten een te kleine capaciteit. Hierdoor moeten inwoners soms minimaal een half uur maar vaak langer wachten voordat de volgende lijntaxi of bus komt. Veel OV lijnen lopen door oude kernen. Hierdoor ontstaat veel subjectieve /potentiële onveiligheid en hinder voor bewoners. Landbouw verkeer kiest ondanks een verbod steeds vaker voor het gebruik van de N361 omdat door de toenemende voertuigbreedte en beperkte ruimte in de dorpen het steeds moeilijker en gevaarlijker wordt de dorpen te passeren. Het utilitair fietspadennet ligt vooral langs de N388 en N361. Daarnaast is er een uitgebreid recreatief fietspadennet. Knelpunten in het fietspadennet zijn de oversteekbaarheid van de N361 en het ontbreken van een aantal belangrijke schakels in de utilitaire fietsroutes.
Visie Het centraal stellen binnen het GVVP van het stimuleren van duurzame mobiliteit.
Uitgangspunten Mobiliteit gemeentelijk vervoersmanagement, uitgewerkt in plannen voor: o grote kernen; o ontsluiting overige kernen naar de grote kernen; Ruimtelijke ordening plantoetsing op mobiliteit voor ruimtelijke plannen; toepassing van integrale ontwerpaanpak bij alle herstructurering- en nieuwbouwlocaties; verkeersveiligheidsparagraaf in ruimtelijke plannen en toetsing (audit) in die plannen; financiering van infrastructurele maatregelen zoveel mogelijk binnen de grondexploitatie van het plan (de gebruiker betaalt). Bereikbaarheid Voetganger hoofdroutes binnen de bebouwde kom naar scholen en andere openbare voorzieningen dienen te voldoen aan de aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom en voorzien te zijn van een trottoir; binnen 30 km zones is een trottoir niet noodzakelijk; routering in buitengebied op basis van de ANWB normering; beleid opstellen voor eenduidige verwijzing non-profit en profit-sector. Fiets
opstellen van een fietspadenplan; stimuleren van het gebruik van de fiets, zowel utilitair als recreatief waarbij meer aandacht dient te gaan naar de ketenmobiliteit, een goede aansluiting tussen de fiets en andere vervoerswijzen is essentieel; oude jaag- en trekpaden opwaarderen tot recreatieve fietsroutes (w.o. Ulrum-Leens); hoofdfietsroutes naar scholen in de regio dienen te zijn voorzien van een fietspad; binnen woonkernen en 30 en 60 km zones geen utilitaire fietspaden realiseren; bij de prioritering van de aanleg van fietspaden is veiligheid het zwaarstwegend criterium; routering in buitengebied op basis van de ANWB normering.
Auto
medewerking verlenen aan een volwaardige gebiedsontsluitingsweg type II van Lauwersoog naar Groningen die langs de dorpen is gesitueerd; de N361 is de belangrijkste wegverbinding voor onze gemeente; inzetten op de wegomlegging om Mensingeweer; stimuleren gebruik gebiedsontsluitingswegen door het treffen van fysieke maatregelen op sluipwegen; routering op basis van de ANWB normering; beleid opstellen voor eenduidige verwijzing non-profit en profit-sector.
Openbaar vervoer (OV) een goed net van lokaal en regionaal openbaar vervoer is noodzakelijk; Voor de belangrijkste OV lijnen binnen de bebouwde kom een maximum rijsnelheid van 50 km/uur aanhouden indien dit kan; Voor de belangrijkste OV lijnen buiten de bebouwde kom een maximum rijsnelheid van 80 km/uur aanhouden indien dit kan; ontwikkeling visie buslijnennet met dienstregeling voor het verbeteren van de ontsluiting van het gebied van De Marne en het aansluiten op overige vervoerswijzen. Het net moet kunnen concurreren met de auto (een alternatief voor de auto wordt steeds noodzakelijker gelet op het gemiddelde inkomen binnen onze gemeente en de stijging olieprijs); onderzoek/stimulering van openbaar vervoer voor bepaalde doelgroepen; het realiseren van de flexbus als aanvullend openbaar vervoer door de dorpen, aansluitend op de hoofdverbinding naar Groningen; keerlussen langs de N361 aan de zijde van de grote dorpen met abri’s met voldoende parkeerplaatsen , taxi haltes en fietsparkeervoorzieningen; ontlasten van de hinder die van bussen wordt ondervonden door creatieve oplossingen zoals bijvoorbeeld door het aanleggen van keerlussen en busbaan van N361 tot Aagtsweg (kern Wehe den Hoorn ontlasten en Eenrum sneller te ontsluiten); Goederenvervoer het optimaliseren van transportmogelijkheid van en naar de gebiedsontsluitingswegen; deelnemen aan de pilot Agrologistiek; het afstemmen van het gebruik van de wegen in relatie tot de aslast/wieldruk/voertuiglengte van het goederenvervoer en de funderingssterkte van de wegen; het instellen van noodzakelijke aslast/breedte en lengte-beperkingen in relatie tot de technische levensduur van de wegen en het vastgestelde wegenhouderhoudprogramma (door het frequenter gebruik van de weg door zware voertuigen neemt de onderhoudsfrequentie en kosten toe); bij ontheffingen de leges afstemmen op de noodzakelijke meerkosten voor het aanpassen en onderhoud van de wegen.
Parkeren realisatie van voldoende parkeervoorzieningen bij veerdiensten en recreatieve voorzieningen; het instellen van een parkeerzone in de grote kernen indien uit monitoring blijkt dat er ondanks voldoende parkeerplaatsen in de nabijheid van de kern ongewenst parkeergedrag ontstaat; Opstellen van een parkeerplan tijdens piekmomenten bij recreatiegebieden bedrijven dienen zelf te zorgen voor voldoende parkeervoorzieningen voor het personeel en voor haar gasten. Indien hiervoor de ruimte ontbreekt dienen zij een bijdrage te leveren aan de realisatie van parkeervoorzieningen. Bij nieuwbouw dit in de verkoopvoorwaarden meenemen; tuinparkeerplaatsen alleen toestaan met positief welstandsadvies; parkeren van vrachtwagens in de dorpen van 06.00 uur tot 18.00 uur en in het weekend niet toestaan door het instellen van een parkeerzonering; vaststellen van parkeernormen van gemeente De Marne en koppeling aan de bouwverordening. Bijvoorbeeld: - bij verkoop van nieuwbouwkavels aangeven dat er tenminste twee parkeerplaatsen op het eigen erf dienen te worden gerealiseerd; - voldoende parkeerplaatsen aanleggen in bestaande woonstraten uitgaande van de 1.5 pp per woning en 0.5 pp per woning met oprit; organisatoren van evenementen dienen zelf te zorgen voor voldoende parkeerplaatsen bij evenementen en dit in een verkeersplan naast andere verkeersmaatregelen aan te geven; instellen van een wegsleepregeling; het aanscherpen van de APV in verband met voorkomen van langdurig parkeren van vrachtwagens, campers en aanhangwagens; het stimuleren en verwijzen van campers naar kampeerterreinen en het aanscherpen van de APV in verband met het voorkomen van het parkeren van campers binnen de kern; verwijzing grote parkeerlocaties volgens ANWB normering; instellen van een mobiliteits-/parkeerfonds met als doel voldoende middelen te hebben voor een stelselmatige aanpak van de problematiek. Vaarwegen recreatieve en natuurlijke functie versterken; beperkingen in de doorvaarthoogte en breedte bij reconstructies indien financieel mogelijk opheffen; doorvaarthoogte bruggen wel afstemmen op recreatie en de cultuurhistorische functie van de maren; brugopeningstijden afstemmen op spits en boottijden lauwersoog; bruggen onderdeel uit laten maken van en cultuurhistorische route; bruggen gebruiken als toegangspoort van de gemeente De Marne voor het verwelkomen van inwoners en recreanten.
Leefbaarheid Verkeersveiligheid een duurzame veilig wegennet. Het resultaat is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheden om toekomstige generaties in hun behoeften te laten voorzien; het verkeerssysteem is per definitie onveilig. Dit relatief recente inzicht is geïnspireerd op ontwikkelingen in andere sectoren, zoals de luchtvaart en de procesindustrie; uitgaan van de principes van duurzaam veilig die alle zijn gefundeerd op wetenschappelijke theorieën uit de psychologie, biomechanica en verkeerskunde : Duurzaam Veilig-principe
Beschrijving
Functionaliteit van wegen
Monofunctionaliteit van wegen: 'stroomweg', 'gebiedsontsluitingsweg' of 'erftoegangsweg' in een hiërarchisch opgebouwd wegennet Homogeniteit van massa's en/of snelheden en richting Gelijkwaardigheid in snelheid, richting en massa bij matige en hoge snelheden Vergevingsgezindheid van de omgeving en van weggebruikers Letselbeperking onderling door een vergevingsgezinde omgeving en anticipatie van weggebruikers op gedrag van anderen Herkenbaarheid van de vormgeving van de weg enOmgeving voorspelbaarheid en gedrag van van andere weggebruikers wegverloop en van gedrag van weggebruikers die de verwachtingen van weggebruikers ondersteunen via consistentie en continuïteit van het wegontwerp Statusonderkenning door de verkeersdeelnemer Vermogen om taakbekwaamheid te kunnen inschatten
het op basis van een diepteanalyse naar de verkeersongevallen opstellen van geloofwaardige snelheidslimieten door het aanpassen van de snelheidslimiet en/of de weg en de omgeving en/of de handhavinginspanning en begeleidende voorlichting. Hierbij betrekken het onderscheid tussen economische, ontsluitende en recreatieve routes; (ernstige) ongevallen voorkomen en daar waar dat niet kan de kans op ernstig letsel nagenoeg uit te sluiten. aanpak verkeersongevallenlocaties; binnen de bebouwde kom 50 km/h waar het kan en 30 km/h waar het moet; buiten de bebouwde kom 80 km/h waar het kan en 60 km/h waar het moet; educatie geven aan de verkeersdeelnemer zodat deze goed voorbereid is op de verkeerstaak; opstellen van een meerjarenplan voor de korte , middellange en lange termijn waarin de maatregelen zijn verwoord en de kosten geraamd. afweging van risico’s van landbouwverkeer op N361 en/of door de kernen een veilige inrichting van de schoolomgeving en routes; prioritering van aanpak verkeersonveiligheid op basis van risico’s en kosteneffectiviteit. Toetsing kosteneffectiviteit door middel van audit door raadscommissie; regionale afspraken over de inzet van verkeerseducatie; opstellen van een verkeereducatiejaarwerkplan; ondersteunen van de locale afdeling Veilig Verkeer; faciliteren van educatieprogramma’s op scholen; bij uitgifte nieuw rijbewijs bestuurders uitnodigen en stimuleren voor een rijvaardigheidstraining (bijvoorbeeld een korting geven op de training); afspraken maken door opnemen inzet voor handhaving in jaarwerkplannen van de politie in het district Zuid-Horn gericht op gedragssturing.
Milieu stimuleren fiets en openbaar vervoer; toepassing van stiller asfalt en straatverbanden;
geluidsarme uitvoering van verkeersremmende maatregelen; toepassing van integrale en op duurzaamheid gerichte ontwerpmethoden (verkeer en stedenbouw); monitoren van de luchtkwaliteit.
Openbare ruimte toepassing wegprofielen op basis van de CROW richtlijnen uitgave 164, wegenontwerp, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen; eenduidige bebording en belijning op basis van de CROW richtlijnen. Minimaal noodzakelijke bebording en belijning plaatsen. Hiervoor de benodigde plannen opstellen toepassing richtlijnen, normen en aanbevelingen conform de Algemene standaard Verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom (ASVV); inrichting kernen op basis van de Shared Space methodiek; preventie van overlast door parkeren; de openbare ruimte planmatig op een goed onderhoudsniveau brengen door het opstellen van beheerplannen met uitvoeringsprogramma en deze voldoende financieel faciliteren; controle en handhaving op basis van de APV. Communicatie bij zaken die de directe leefomgeving betreffen onze inwoners sterker dan voorheen betrekken. Initiatieven van burgers over de inrichting van hun buurt moeten positief worden benaderd; informatiecampagne op thematische basis ten behoeve van verkeersveilig gedrag; in samenwerking met provincie, buurtgemeenten en politie informatiecampagne afstemmen op voorlichting, waarschuwings- en handhavingsacties; opstellen en uitvoering communicatieplannen per uitvoeringsproject. Organisatie het uitbreiden van de verkeerscommissie naar een mobiliteitsteam De Marne; bieden van voldoende opleidingsmogelijkheden en budget om bestaande en nieuwe kennis optimaal te implementeren in het GVVP in verband met de doelmatigheid en effectiviteit. Monitoring en evaluatie uitvoering van een op concrete doelstellingen gericht monitoringsprogramma; herijken van GVVP per 4 jaar op basis van monitoring en evaluatie.