Raadsvergadering
3 juli 2003
Agendapunt
8
Aan de Raad
Made, 13 mei 2003
Onderwerp Voorstel
Financiële gevolgen
Verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Overeenkomstig de adviezen van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) de Raad voorstellen om tot toekenning van een planschadevergoeding ad. € 5.000,-- plus de wettelijke rente vanaf 25 april 2002 te besluiten. De financiële gevolgen ten laste brengen van grootbroekrekening 4.810.00.00. bestemmingsplannen onder categorie 443.000 overige vermogensoverdrachten.
Toelichting
Bijgaand de van belang zijnde stukken die betrekking hebben op het planschadeverzoek van de heer en mevrouw Van der Made, wonende Markstraat 11 in Terheijden. Zij vinden dat de waarde van hun woning is gedaald met € 20.000,-- door: 1. de komst van ouderenwoningen met inbegrip van aanleunwoningen; 2. de sloop van het monumentale pand Markstraat 9 / 9a; 3. de realisering van het ontmoetingscentrum "De Cour" waarin gelegenheid wordt gegeven tot het houden van grote feesten (500 tot 900 personen) die overlast met zich brengen; 4. de verslechtering van het woon- en leefklimaat ter plaatse waarin begrepen verminderde privacy, uitzicht en in de nacht overlast van permanent brandend licht alsmede overlast bestaande uit geluid- en verkeershinder, nachtrustverstoring, bevuiling van portiek en gevel etc.. Het is weinig zinvol om gelet op de vele planologische mutaties in dit voorstel daarover een uitvoerige uiteenzetting te geven. De schadebeoordelingscommissie komt als deskundige tot de conclusie dat slechts het ingevolge artikel 19 WRO op 20 december 1994 genomen besluit verzoekers hebben gebracht in een beperkte nadeliger positie. Dit besluit was voor verzoekers niet te voorzien en met het onherroepelijk worden ervan op 1 februari 1995 werd het mogelijk om 19 aanleunwoningen te realiseren, te bouwen en daarmee werd mede de strijdigheid met de bestemmingsplannen Antoniushof en Centrum Terheijden opgeheven. Gezien de uitvoerige en gedetailleerde inhoud van de door SOAZ uitgebrachte adviezen kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de nadelige specifieke gevolgen van de planologische verandering(en) de heer en mevrouw Van der Made schade hebben berokkend en dat zij dus in een nadeliger positie zijn gebracht.
Voor een willekeurige gegadigde derde is de waarde van hun onroerende zaak gedaald van € 167.000,-- naar € 162.000,--. Het verschil van € 5.000,-- mag in aanmerking genomen de doelstelling van artikel 49 WRO niet ten laste blijven van verzoekers en behoort volledig door de gemeente te worden vergoed. Hierbij is ook vanzelfsprekend dat de wettelijke rente vanaf 25 april 2002 (datum binnenkomst verzoek) wordt uitbetaald.
Advies commissie: Met het voorstel instemmen en ter besluitvorming aan de Raad voorleggen.
Burgemeester en wethouders van Drimmelen, Secretaris,
Burgemeester,
mr. C.M.G.H. Wortel
J. Elzinga
Bijlagen: Ter inzage:
Raadsbesluit met bezwaarschriftenprocedure Verzoek om planschade van 22 april 2002 Advies SAOZ van januari 2003 Reactie van verzoekers op SAOZ-advies van 18 februari 2003 Nader advies van SAOZ van 14 april 2003 Ambtelijke coördinatie afdeling: Bestuurs- en Management Ondersteuning behandeld door: W. Koole portefeuillehouder F.J.M. Stoffels
2
De raad van de gemeente Drimmelen; gelezen het verzoek d.d. 22 april 2002 van de heer C.J.A.M. van der Made en mevrouw M.E.P. van der Made – Thijs, wonende Markstraat 11 te Terheijden om een vergoeding van € 20.000,-- voor waardevermindering van hun woning als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; gelezen het onder opdrachtnummer 22.0697 door de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te Rotterdam uitgebracht advies van januari 2003, de door verzoekers bij brief van 18 februari 2003 op het advies ingediende reactie (zienswijze) alsmede het door SAOZ bij brief van 14 april 2003 uitgebracht nader advies op genoemde reactie van verzoekers; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 mei 2003 gelezen het advies van de raadscommissie Grondgebiedzaken van 17 juni 2003 overwegende, dat schade die een belanghebbende lijdt of kan lijden het gevolg moet zijn van een verandering van één of meer planologische regimes en er tevens moet zijn een causaal verband tussen de oude planologische mogelijkheden en het nieuwe planologische regime; dat verzoekers door planologische mutaties in de directe omgeving van hun onroerende zaak aan de Markstraat 11 te Terheijden zijn komen te verkeren in een planologisch nadeliger situatie; dat er gegronde redenen zijn om tot toekenning van een planschadevergoeding over te gaan; overwegende voorts, dat het hiervoor genoemde advies van januari 2003 van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken uitvoerig gemotiveerd aangeeft om aan verzoekers een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van € 5.000,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 april 2002 tot de dag der uitbetaling en dat SAOZ bij nader advies van 14 april 2003 mededeelt dat zij aangaande de door verzoekers als reactie ingediende zienswijze geen aanleiding ziet om overwegingen en/of conclusies uit haar advies van januari 2003 te wijzigen; dat is gebleken dat uit het onderzoek van de externe schadebeoordelingscommissie de juiste conclusies zijn getrokken en deze commissie als adviseur en deskundige haar onderzoek op een uiterst zorgvuldige wijze heeft voorbereid en uitgevoerd; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 mei 2003; gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
Besluit: met overneming van de overwegingen, zoals verwoord in het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. .. juni 2003, het advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken gedateerd januari 2003 en het nader advies van 14 april 2003, aan verzoekers tezamen een planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening toe te kennen van € 5.000,-- en dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 april 2002 tot de dag van de uitbetaling. Aldus besloten en vastgesteld in de openbare vergadering van 3 juli 2003.
De raad voornoemd,
Griffier,
Voorzitter
mr. M.J.N. Schetters-Schuurbiers
J. Elzinga
4
BIJLAGE
Bezwaarschriftenprocedure 1. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop het is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaar moet worden gericht aan de Raad van de gemeente Drimmelen, Postbus 19, 4920 AA Made. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. naam en adres van de indiener; b. de dagtekening; c. omschrijving van het besluit met vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; d. een opgave van de reden(-en) waarom men zich niet met het besluit kan verenigen. 2. Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Breda, sector bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de verzoeker; b. de dagtekening; c. vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum of kenmerk van het besluit; d. de gronden van het verzoek (motivering). Naar aanleiding van het verzoek kan de bevoegde voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de rechtbank wijst u na indiening van het verzoekschrift op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht u binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.
5