Betreft
Raadsvoorstel inzake realisatie Plan van Aanpak, ‘Dienstverlening Centraal’ via programma ‘Dienstverlening Centraal’ en het hiervoor opgestelde communicatieplan Stein Digitaal.
Vergaderdatum
14 oktober 2010.
Gemeenteblad
2008 /
Agendapunt
Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De volgende documenten voor kennisgeving aan te nemen: het Plan van Aanpak ‘Dienstverlening Centraal’, het Informatiebeleidsplan 2010-2015, het Communicatieplan Stein Digitaal en de Opzet programmaorganisatie ‘Dienstverlening Centraal’ als basis voor de doorontwikkeling van de dienstverlening, informatievoorziening, bedrijfsvoering en elektronische gemeente in Stein. 2. Er kennis van te nemen, dat de financiële vertaling van de bovenstaande plannen in de 2e Berap 2010 en de begroting 2011 aan de raad zal worden voorgelegd.
Inleiding In 2010 is ter afsluiting van het EGEM-I1 traject een Plan van Aanpak opgeleverd en is er vervolgens een informatiebeleidsplan opgesteld. Vervolgens zal ter realisatie hiervan het programma ‘Dienstverlening Centraal’ ingericht dienen te worden. Aanleiding In het coalitieakkoord 2010-2014 ‘Verbinden en versterken’ wordt op verschillende plaatsen melding gemaakt van ambities die de ontwikkeling naar een e-gemeente ondersteunen. Het meest expliciet in navolgende passage: “Verbeteren dienstverlening en E-overheid De Steinse dienstverlening is nog niet aan de maat. Het in 2005 ingevoerde dienstverleningsconcept werkt op onderdelen nog niet voldoende. We willen onze burgers een hoger serviceniveau bieden. Het vraagt commitment van Bestuur, Management en Organisatie om dit te verbeteren. In de komende periode van vier jaar zal op de ingeslagen weg met betrekking tot de dienstverlening in het algemeen en het invoeren van het dienstverleningsconcept verder worden gegaan. Klantgerichtheid en efficiënt en zakelijk werken zijn hierbij sleutelwoorden. Dat geldt voor de hele organisatie. De ontwikkeling van de bedrijfsvoering is daar ook op geënt. Ook spelen wij actief in op de landelijke ontwikkelingen om tot Klantencontactcentra (KCC’s) te komen. Het toepassen van ICT is een goed en niet meer weg te denken middel om de dienstverlening en efficiency van 1
Het programma EGEM is opgericht door de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het geven van een onomkeerbare impuls bij het realiseren van de elektronische overheid, en om gemeenten te helpen hun dienstverlening te verbeteren met behulp van ICT.
de overheid en ook van Stein te verbeteren. Tijdens de onderhandelingen om te komen tot een nieuwe coalitie hebben diverse partijen kennis kunnen nemen van het Plan van Aanpak ontwikkeling bedrijfsvoering gemeente Stein, geheten "Dienstverlening Centraal". Het nieuwe college zal op basis van het Plan van Aanpak voorstellen aan de gemeenteraad doen om tot een gefaseerde implementatie van de E‐dienstverlening te komen. Daarbij kijken we kritisch naar noodzaak, wettelijk kader, beperkte externe inhuur expertise en het zoeken naar regionale samenwerkingsverbanden. Hierdoor willen we initiële en structurele kosten tot een minimum beperken. De coalitiepartijen zijn van mening dat de uitwerking van de E-overheid op termijn per saldo geld moet opleveren. Dienstverleningsconcept Binnen de gemeente Stein wordt al jaren gewerkt aan het verbeteren van de publieke dienstverlening. In de nota ‘Elektronische dienstverlening in de gemeente Stein’ van augustus 2008 is, voortbordurend op het eerder vastgestelde Dienstverleningsconcept, een plan van aanpak voor de periode 2008-2009 gemaakt. Geconcludeerd werd dat, na de kanteling van de organisatie en de ingebruikname van het nieuwe gemeentehuis, de optimalisering van de gemeentelijke dienstverlening de hoogste prioriteit van het college had. Deze lijn is ook te lezen in het rapport ‘Bouwen aan Resultaten 2010’ van januari 2007. In het PvA-DC zijn de volgende activiteiten benoemd betreffende het dienstverleningsconcept: • Maak van dienstverlening een speerpunt in het in 2010 op te stellen collegeprogramma / coalitieakkoord. • Zorg voor organisatiebrede communicatie over de visie van Stein op dienstverlening. • Zorg voor heldere visie dienstverlening en laat deze bestuurlijk bekrachtigen. Plan van Aanpak ontwikkelen bedrijfsvoering gemeente Stein (Dienstverlening Centraal) Eind 2009 heeft de gemeente Stein in het kader van het EGEM-i traject een actueel plan van aanpak gemaakt, dat concreet aangeeft hoe de gemeente Stein haar eigen doelstellingen op het gebied van de publieke dienstverlening gaat realiseren en hoe zij daarbij gaat voldoen aan de landelijke eisen die hieraan gesteld worden. Dit plan van aanpak beschrijft op welke wijze dit stapsgewijs wordt ontwikkeld en hoe de individuele projecten en activiteiten worden uitgevoerd in termen van middelen, tijd en besturing. Het is een dynamisch plan dat jaarlijks zal worden aangepast onder invloed van externe en interne ontwikkelingen. Op grond van dit plan kan de bedrijfsvoering zich verder ontwikkelen en wordt Stein als dienstverlenende gemeente verder op de kaart gezet. De gemeente Stein heeft ervoor gekozen om dit plan van aanpak langs de lijn van de INK2 aandachtsgebieden op te bouwen, en mede gelet op de ontwikkelingen in het kader van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING)3. Per aandachtsgebied is de actuele situatie van de gemeente in beeld gebracht en zo nodig voorzien van kanttekeningen. Vervolgens zijn op basis van zeven strategische doelen 2
Het INK is een onafhankelijke stichting, in 1991 opgericht op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken onder de naam Instituut Nederlandse Kwaliteit. Sinds 2000 is de formele naam INK. Het INK ondersteunt organisaties, profit of nonprofit, op weg naar excellente prestaties. Het INK helpt organisaties in topconditie te komen of te blijven. 3 Tijdens de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op 10 juni 2009 is besloten tot de oprichting van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING). KING zal vanaf 1 januari 2010 een deel van de werkzaamheden van EGEM i-teams overnemen. Het gaat om het project architectuur, organisatieontwikkeling en de aansluiting vanuit de gemeenten op de basisvoorzieningen.
2
actiepunten benoemd om verdere ontwikkeling en verbetering van de gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering in Stein mogelijk te maken. Alle 39 hieruit voortkomende actiepunten zijn opgenomen in de activiteitenplanning, die onderdeel is van het plan van aanpak. Informatiebeleidsplan Om invulling te geven aan het verbeteren van de publieke dienstverlening (doel 3 uit het PvA-DC), en het realiseren van een flexibele, betrouwbare en kostenbewuste informatievoorziening (doel 4 uit het PvA-DC) is het nieuwe informatiebeleidsplan 2010-2015 gerealiseerd. Dit informatiebeleidsplan is tot stand gekomen in samenwerking met medewerkers van gemeente Stein, en is daarmee het verlengstuk van het PvA-DC en vormt het plan voor de gefaseerde implementatie van het Plan van Aanpak, ‘Dienstverlening Centraal’, en dus de elektronische overheid bij gemeente Stein. Hiermee gaat gemeente Stein actief aan de slag met de noodzakelijke verbetering van de dienstverlening, bedrijfsvoering en informatievoorziening. Daarbij hebben we kritisch naar noodzaak, wettelijk kader, beperkte externe inhuur expertise gekeken en zoeken we daar waar mogelijk naar regionale samenwerking. Hierdoor willen we initiële en structurele kosten tot een minimum beperken. Het op orde hebben van je eigen informatiehuishouding is een absolute noodzaak voor toekomstige samenwerking met andere gemeenten op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering. Argumenten Voor de organisatie betekent dit Een andere manier van werken Andere manier van werken De introductie van de elektronische overheid (van verkokering naar de burger centraal) en digitaal werken bij de gemeente Stein heeft ingrijpende gevolgen voor de wijze waarop medewerkers hun werkzaamheden uitvoeren. Dit geldt voor zowel de aansturing van mensen als voor de samenwerking, binnen en tussen afdelingen. De interne bedrijfsvoering wordt op een hoger niveau gebracht, waarbij een betere externe dienstverlening wordt gecombineerd met een toegenomen efficiëntie. Met name de wijze waarop de medewerkers en het management van de gemeente met alle veranderingen weten om te gaan, zal bepalend zijn voor de mate waarin de organisatie succesvol doelen realiseert. Om die reden is het belangrijk een integrale benadering te hanteren waarin naast techniek de bedrijfsvoeringaspecten management en organisatie, processen, mensen en cultuur qua ontwikkeling naadloos op elkaar aansluiten. Het programma Dienstverlening Centraal raakt de gehele organisatie en vraagt een grote inspanning van directie, management en medewerkers van de organisatie. Om de continuïteit van zowel de bedrijfsvoering als het programma te kunnen waarborgen (verbouwen met de winkel open), vraagt de uitvoering van dit programma een sterke top-down sturing, waarbij het toekennen van projectverantwoordelijkheden aan medewerkers in overleg dient plaats te vinden met de betreffende leidinggevenden en in overeenstemming met de jaarplanningen. De werkdruk zal moeten worden gereguleerd door het stellen van heldere prioriteiten en het maken van keuzes. Waar nodig kan interne capaciteit worden aangevuld met
3
externe capaciteit. De eindverantwoordelijkheid voor een project dient echter in alle gevallen intern te blijven belegd. Vanwege het afdelingsoverstijgende karakter van veel projecten, zullen veel projectgroepen multidisciplinair van samenstelling zijn. Het initiëren van afdelingsoverstijgende samenwerking zal door het management moeten worden gestimuleerd en bewaakt. Fasering in realisatie De uit te voeren projecten zijn verdeeld in 2 fases die de gemeente Stein achtereenvolgens wil bereiken. Fase 1 is een stabiele tussenfase, waarbij alle projecten en activiteiten uit het programma bijdragen aan het creëren van een stabiele basis om door te groeien naar een moderne informatievoorziening, die het mogelijk maakt de gemeentebreed geformuleerde ambities op het gebied van klantgerichtheid, efficiënt en zakelijk werken te realiseren. Fase 2 betreft de functionele doorontwikkeling en zal gericht zijn om de verschuiving van taakgericht naar procesgericht werken te ondersteunen. Per fase kunnen de doelstellingen en activiteiten voor de volgende fase waar nodig worden bijgesteld. Voor meer details verwijs ik naar hoofdstuk 4.4 van het Informatiebeleidsplan en de activiteitenplanning van het Plan van Aanpak. Realisatieplanning Fase 1 Basis op orde Fase 2 Functionele doorontwikkeling
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Programmasturing De ontwikkeling van de dienstverlening en de elektronische overheid bij de gemeente Stein wordt gezien als een programma met een complex van projecten en activiteiten die een sterke aansturing nodig heeft. Voor de duur van het programma wordt een tijdelijke organisatie opgezet, waarin alle rollen zijn vertegenwoordigd die nodig zijn voor een samenhangend en beheerst verloop van de vernieuwing van de dienstverlening en de invoering van de elektronische overheid. Alle projecten die benoemd zijn in het Plan van Aanpak ‘Dienstverlening Centraal’ en het Informatiebeleidsplan maken onderdeel uit van het in te richten programma ‘Dienstverlening Centraal’. Programmamanager; Het programma wordt getrokken door een vaste programmamanager. Deze is verantwoordelijk voor het behalen van de programmadoelstellingen. Hiervoor dient 0,5 Fte capaciteit beschikbaar te zijn. Programmabureau; Het programmabureau ondersteunt de programmamanager en stimuleert, begeleidt en faciliteert de organisatie bij het realiseren van het programma en de daaraan gekoppelde projecten. Het programmabureau heeft de volgende samenstelling: • Communicatieadviseur (0,1 Fte) • Financieel consulent (0,1 Fte) • Procesmodelleur (ondersteuning beschrijving processen) (0,2 Fte) • Secretariële ondersteuning (0,1 Fte)
4
Projectleiding; De verantwoordelijkheid voor een project dat valt onder het programma wordt belegd in de lijn bij die afdeling die het grootste belang heeft bij de realisatie van het project en om het draagvlak zo groot mogelijk te maken. De afdelingsmanager wordt verzocht een projectleider (opdrachtnemer) te benoemen en conform het stuurmodel op te treden, zie verder het programmaplan. De benodigde capaciteit voor de bezetting van het programmabureau en de inzet van de programmamanager is op basis van benchmarking en ervaringscijfers van andere gemeenten. Slotzin; Het voorstel is uitgewerkt op basis van gangbare ambities van gemeenten van vergelijkbare grootte als die verwoord zijn in realisatieplannen vanaf 2007. Overleg/besproken met andere afdelingen Het Plan van Aanpak ‘Dienstverlening Centraal’ en Informatiebeleidsplan is in samenwerking met het MO en medewerkers van gemeente Stein tot stand gekomen in de periode van februari t/m mei 2010. Vervolgens is het Plan van Aanpak ‘Dienstverlening Centraal’ in maart 2010 besproken met het MO en het toenmalige College van B&W. Op 19 mei 2010 is het MO via een presentatie geïnformeerd over de impact van Informatiebeleidsplan qua projecten, kosten, beheerorganisatie en een andere manier van werken. Op 3 juni 2010 is de OR via een presentatie geïnformeerd over de impact van het Plan van Aanpak ‘Dienstverlening Centraal’ en het Informatiebeleidsplan qua projecten, kosten en een andere manier van werken. Op 8 juni is het MO en het College van B&W via een presentatie geïnformeerd over de impact van het Plan van Aanpak ‘Dienstverlening Centraal’ en het Informatiebeleidsplan qua projecten, kosten en een andere manier van werken. Er is regulier overleg tussen de beleidsmedewerker I&A en de portefeuillehouder dienstverlening. Het concept informatiebeleidsplan is via intranet ter beschikking gesteld aan de interne organisatie.
5
Consequenties Financiën: In het onderstaande overzicht zijn de financiële effecten van het in te richten programma ‘Dienstverlening Centraal’ op de 2e berap 2010, begroting 2011-2015 in beeld gebracht. De hieronder genoemde kosten zijn indicatief met een mogelijke afwijking van 10%. Programma Dienstverlening Centraal
2010
2011
2012
2013
2014
2015
A Kapitaallasten
8.148
79.027
132.400
190.941
200.753
168.295
192.828
414.931
365.432
310.166
240.901
250.278
‐3.300
-41.000
-56.480
-70.300
-71.160
-68.600
-6.000
-7.000
-7.000
-8.400
-8.400
-50.000
-100.000
-150.000
B Exploitatielasten C Kapitaallasten vervallen investeringen D Vervallen exploitatielasten bestaand beleid E Besparing op de bedrijfsvoering F Collegenota plan van aanpak maart 2010 G Communicatieplan exploitatielasten H Communicatieplan kapitaallasten Totaal
88.000*
176.000
176.000
2.500
2.500
2.500
150
2.175
2.100
2.025
1.950
627.633
614.952
375.832
265.394
288.326
0 191.573
* kosten zijn gedekt via KP 600200117. Onder regel A zijn de kapitaallasten opgenomen voor 2010-2015 van de initiële investeringen en vervangingsinvesteringen ter hoogte van € 779.564,00 die in deze periode worden gedaan met betrekking tot de ICT-kosten en implementatiekosten, zie ook de projectbeschrijvingen. Onder regel B zijn de exploitatielasten opgenomen voor 2010-2015 ter hoogte van € 1.774.536,00 ten behoeve van inhuur, opleiding, onderhoud en vervangingskosten. Onder regel C zijn de kapitaalslasten opgesomd van de reeds in de bestaande begroting van 2010 opgenomen en voor projecten gelabelde budgetten. Via de begroting van 2011 respectievelijk Berap 2 2010 zal worden voorgesteld deze in te trekken. Hierin zijn reeds verdisconteerd de kosten die gemoeid zijn met het aangaan van verplichtingen, die voortkomen uit een aantal wettelijke e-overheidsvoorzieningen en basisregistraties conform het Nationaal Uitvoeringsplan (NUP). Dit ter voorkoming van sancties. Onder regel D zijn de vervallen exploitatielasten van bestaand beleid opgenomen voor 20112015 ter hoogte van € 36.800,00. Het betreft de onderhoudskosten van vervallen applicaties. Onder regel E zijn de bedragen opgesomd die we vanaf 2013 via een efficiëntere bedrijfsvoering denken te besparen door de invoering van de E-Overheid. Over de wijze waarop dit wordt ingevuld zal te zijner tijd nader worden gerapporteerd via de voortgangsrapportage van het programma DC.
6
Onder regel F zijn eenmalige kosten opgenomen voor 2011 en 2012 ter hoogte van € 352.000,- ten behoeve van externe ondersteuning en tijdelijke vervanging van medewerkers. Onder regel G zijn de exploitatielasten opgenomen voor 2010-2013 ter hoogte van € 7.500,00 ten behoeve van het communicatieplan. Onder regel H zijn de kapitaallasten opgenomen voor 2010-2015 ter hoogte van € 8.400,00 ten behoeve van investeringen met betrekking tot het communicatieplan. In Berap II 2010 en begroting 2011 zal aan de raad worden voorgesteld om de kosten onder F te dekken vanuit de algemene reserve. De totale kosten voor de programmaperiode 20102015 zijn € 2.363.710,-. Als we de onder F genoemde kosten ter hoogte van € 352.000,aftrekken komen we uit op een totaal bedrag van € 2.011.710,- voor de programmaperiode 2010-2015. Verdeeld over de programmaperiode van 2010-2015 zijn de kosten gemiddeld € 335.285,- per jaar. Uitgangspunten bij de financiële uitwerking zijn; - BBV richtlijn (begrotingsrichtlijn provincies en gemeenten), - Rente 4,00%, - Index op investeringen 0%, - Index op onderhoudskosten 2,50% (Deze index komt overeen met de gemiddelde stijging van onderhoudskosten de afgelopen jaren), - ICT-kosten en implementatiekosten Afschrijving in 4 jaar, vervanging vindt plaats in 5de jaar, - Opleidingskosten direct op exploitatie, - Kosten derden, zonder ICT-investeringen direct op exploitatie, - Onderhoudskosten direct op exploitatie, - Kosten zijn geraamd met een marge van 10%. De hier genoemde dekking komt overeen met het betreffende collegebesluit van maart 2010. Hierbij is het volgende kader aangegeven: - € 352.000,00 eenmalig uit de algemene reserve, - Maximaal € 350.000,00 per jaar opnemen in de begroting. Juridisch: N.v.t. Personeel: De introductie van de elektronische overheid en digitaal werken bij de gemeente Stein heeft ingrijpende gevolgen voor de wijze waarop medewerkers hun werkzaamheden uitvoeren. Dit geldt voor zowel de aansturing van mensen als voor de samenwerking, binnen en tussen afdelingen. De interne bedrijfsvoering wordt op een hoger niveau gebracht, waarbij een betere externe dienstverlening wordt gecombineerd met een toegenomen efficiëntie. Om de elektronische overheid en digitaal werken te realiseren dient een groot aantal activiteiten plaats te vinden. Niet alleen op het gebied van techniek, maar ook op het gebied van werkprocessen, management, organisatie en cultuur. Deze aspectgebieden dienen gezamenlijk en in balans te worden ontwikkeld. Met name de wijze waarop de medewerkers en het management van de gemeente met alle veranderingen weten om te gaan, zal bepalend zijn voor de mate waarin de organisatie succesvol doelen realiseert. Het uiteindelijke resultaat van de technische implementatie hangt dus nauw samen met de wijze waarop de mentale
7
implementatie plaatsvindt. Om die reden is het belangrijk een integrale benadering te hanteren waarin naast techniek de bedrijfsvoeringaspecten management en organisatie, processen, mensen en cultuur qua ontwikkeling naadloos op elkaar aansluiten. Voor het behalen van de doelstellingen van dit programma is betrokkenheid van medewerkers cruciaal. Daarom dient op alle niveaus en terreinen en vooral vanuit directie en MO continue te worden gewerkt aan het creëren van bewustwording en draagvlak. De benodigde capaciteit voor de uitvoering van de projecten en de vervanging is verkregen op basis van benchmarking en ervaringscijfers van vergelijkbare gemeenten die hier al mee bezig zijn. De capaciteitsplanning die ten grondslag ligt aan de begroting 2011-2014 houdt nog geen rekening met de benodigde capaciteit van alle projecten die conform het projectenboek worden uitgevoerd, en dient nog nader te worden uitgewerkt. Het Plan van Aanpak, ‘Dienstverlening Centraal’ is een plan dat de kern van de bedrijfsvoering raakt. In die zin is dit Plan adviesplichtig op grond van artikel 25 van de WOR (Wet op ondernemingsraden). Voortgangsrapportage De te benoemen programmamanager zal de beheersaspecten van het programma (tijd, geld, capaciteit, kwaliteit, informatie en communicatie) bewaken, en legt voortgangsbeslissingen voor aan de directie. Het College, de directie en het managementteam zullen conform het toe te passen sturingsmodel (zie memo opzet programmaorganisatie DC) invulling geven aan de voortgangsrapportage van het programma via de gebruikelijke P&C cyclus. Communicatie: De raadscommissie wordt op 7 oktober 2010 middels een presentatie geïnformeerd. Middels het bijgevoegde communicatieplan Stein Digitaal wordt bij de realisatie van het programma ‘Dienstverlening Centraal’ invulling gegeven aan de communicatie. Risicobeheersing: Randvoorwaarden zijn de condities waaraan moet worden voldaan om tot de beoogde resultaten van programma ‘Dienstverlening Centraal te kunnen komen. In de onderstaande tabel staan deze randvoorwaarden benoemd. Risico Behoud van snelheid
Adequaat programmaen projectmanagement Beheerorganisatie
Commitment
Omschrijving Er zijn allerlei afhankelijkheden binnen het programma ‘Dienstverlening Centraal’, waardoor de snelheid van het ene onderdeel, de snelheid van het andere kan beïnvloeden. De gewenste aanpak kenmerkt zich door goede afstemming maar wel doorgaan. Het programma ‘Dienstverlening Centraal’ is, met de onderliggende activiteiten en projecten, het instrument waarmee de realisatie naar de E-gemeente wordt aangestuurd. De gewenste informatiearchitectuur stelt eisen aan de wijze waarop het beheer van de informatievoorziening georganiseerd moet worden. Derhalve dient de professionalisering van de beheerorganisatie snel opgepakt te worden, om zorg te dragen voor een goede inbedding van de projectresultaten in de dienstverlening en bedrijfsvoering. Het is belangrijk dat leidinggevenden en medewerkers doordrongen zijn van het belang en de inhoud van het programma, de rol van de
8
Voldoende beschikbare interne capaciteit en kennis
Lopende projecten
verschillende projecten daarbinnen en hun eigen rol. Het programma ‘Dienstverlening Centraal’ beslaat een groot aantal activiteiten en projecten. Voor alle projecten zal de nodige capaciteit in uren worden gevraagd van medewerkers, en deze dient te worden opgenomen in de outputplanning. Deze capaciteitsvraag zal moeten concurreren met andere taken en reguliere werkzaamheden. Om personele ruimte te krijgen om uitvoering te geven aan dit programma, dient rekening gehouden te worden met de inhuur van extra capaciteit voor afdelingen. Daarvoor is ook budget in de vorm van vervangingscapaciteit beschikbaar. Van de medewerkers wordt bepaalde kennis gevraagd om de projecten te kunnen voltooien. Zonder de benodigde kennis in de organisatie, wordt het risico gelopen dat projecten niet aan de kwaliteitseisen voldoen of vertragen. De lopende projecten moeten ook aan het programma ‘Dienstverlening Centraal’ worden toegevoegd. Dit om de samenhang van projecten zoals BAG, Wabo, etc. met andere projecten te borgen en om te kunnen sturen op kwaliteit en middelen.
Indicatoren: Het programma ‘Dienstverlening Centraal’ laat in samenhang zien wat de organisatie de komende jaren wil bereiken en hoe zij dit willen bereiken. Het laat de meest strategische doelen zien en zorgt voor een beheersbare uitvoering van de activiteiten. De meerwaarde van dit plan van aanpak zit hem verder in het meetbaar maken van zowel doelen als activiteiten, respectievelijk resultaten en indicatoren. Als uitgangspunt hanteren we de beheercirkel van Deming oftewel de plan-do-check-act cyclus. Voor meer details verwijs ik naar het plan van aanpak dienstverlening centraal.
Tenslotte 1. Een belangrijk deel van de aanbevelingen uit het definitieve rapport van dhr. S. Prinsen dat is opgesteld naar aanleiding van het vertrouwensconflict tussen OR-WORbestuurder/college die te maken hebben met de bedrijfsvoering worden gerealiseerd via het programma ‘Dienstverlening Centraal’. 2. Een paar jaar geleden hebben we door de kanteling van de organisatie de basis gelegd door beleid en de uitvoering ervan te scheiden. Hierop gaan we nu ‘voortborduren’, door de realisatie van het programma ‘Dienstverlening Centraal’ (voorheen EGEM-i). 3. Wat betreft mogelijke (regionale)samenwerking zal dit per project worden bekeken. Het uitgangspunt moet zijn dat dit synergievoordelen oplevert. Relevante beschikbare achtergrondinformatie A. Plan van Aanpak ‘Dienstverlening Centraal’, versie 3.1. B. Activiteitenplanning 2010-2011, versie 8. C. Informatiebeleidsplan 2010-2015, projectenboek en bijlagen, versie 0.5. D. Communicatieplan Stein Digitaal, versie 0.1. E. Opzet programmaorganisatie ‘Dienstverlening Centraal’, 1.0. F. Collegenota.
9
Burgemeester en Wethouders, de Secretaris,
de Burgemeester,
Dict.
10