PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL ,
Reg.nr. p ^ ] 2ö\2_ (
Z,
Luttenbergstraat 2 Postbus 10078
30 MRT 2012
Routing
8000 GB Zwolle
ZH\
Telefoon 038 499 88 99
a.d.
Fax 038 425 48 88 overljssel.nl
[email protected]
Bijl.:
;sel Provinciale Staten van Overijssel
RABO Zwolle 39 73 41 121 Inlichtingen bij dhr. C J . Timmer telefoon 038 499 87 77 CJ .Ti m mer@overijssel. n I
Vragen CDA-statenfractie over Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
Datum
30.03.2012 Kenmerk
2012/0096833 Pagina
1
Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie f 1 anders, en wel: Bijlagen Geen. De statencommissie besprak op woensdag 28 maart het statenvoorstel Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie (PS/2012/107). De CDA-fractie stelde voorafgaand aan de behandeling schriftelijk vragen. Met u is afgesproken dat wij de beantwoording op deze vragen snel en tegelijkertijd aan alle statenleden zouden toesturen. 1.
107 min. wordt ingezet maar het is niet duidelijk wat het op gaat leveren, de monitor (pag. 14) moet nog ontwikkeld worden. Antwoord: Het aantal banen is op voorhand ongewis en resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Het realiseren van banen is geen op zich zelf staande ondernemersdoelstelling, maar het gevolg van het vermogen om toegevoegde waarde te realiseren en te vermarkten. Van kennis naar kunde naar kassa naar arbeidsplaatsen. Bovendien is innovatie een proces waarvan de uitkomst van te voren niet vast staat en waarbij het risico van mislukking in hoge mate aanwezig is. Dit maakt het inschatten van resultaten in termen van werkgelegenheid op voorhand erg lastig. Ervaringen met voorgaande programma's geven de volgende resultaten:
Twente Innovatieroute (2007-heden) € 37 miljoen investering van de provincie leidde (i.c.m. de investering van ondernemers en andere overheden) in Twente tot een programma van € 244 miljoen aan investeringen in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten, diensten en processen, waarvan € 107 miljoen privaat en € 48 miljoen private vervolginvesteringen. Goed voor 3155 banen. Via de projecten uit de Innovatieroute zijn 1223 MKB-bedrijven ondersteund.
Kennispark Twente 2007-2011: Het aantal arbeidsplaatsen bij de bedrijven in het fysieke Kennispark gebied in Enschede (en dat is dus niet alles, er zijn ook bedrijven die wat breder in Twente landen) is de afgelopen vijf jaar toegenomen met 1300 banen. Per jaar zijn er zo'n 40-50 nieuwe bedrijven die starten in het Twentse ecosysteem. Tot vandaag zijn 750 nieuwe bedrijven gevormd uit UT en ca. 560 uit Saxion. De gemiddelde omvang bedraagt gemiddeld 10 arbeidsplaatsen bij al die bedrijven.
Datum verzending
™»1RT2u12 o u. i ii
provincie
verijssel
Vragen CDA-statenfractie over Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
Kennispark levert jaarlijks circa 10% van de snelst groeiende techbedrijven in de Benelux volgens de Deloitte Fast 50. Investeringen nemen jaarlijks toe. Kennispark heeft in 2011 zicht op € 25 miljoen venture capital in haar ecosysteem. Het werkelijke getal ligt hoger. GO programma (2007-heden): Vanuit het GO programma (prioriteit 1 inrtovatie) is in Overijssel met een provinciale bijdrage van € 9,5 miljoen een programma gerealiseerd met een omvang van € 146 miljoen (publiek € 85 miljoen en privaat € 61 miljoen) en daarnaast nog eens € 30 miljoen aan private vervolginvesteringen. Hiermee zijn 1896 arbeidsplaatsen gerealiseerd en 619 MKB-ers en 334 starters ondersteund. Noot: De resultaten van Kennispark en de Twentse Innovatieroute/ IPT zijn mede met middelen uit het GO programma gerealiseerd. Hierdoor is er sprake van enige dubbeling. 2.
Weinig via subsidie, veel via leningmodel -> hoe wordt dit in de praktijk
uitgewerkt?
Antwoord: Dat wordt nu met de Innovatieloketten en de strategy board uitgewerkt. Het model wordt aan de staten voorgelegd, conform artikel 158 uit de Provinciewet. 3.
Er wordt gekozen voor weinig subsidie en veel leningen. In welke verhouding zit dat? En welk deel wordt dan verwacht dat er terug komt? Antwoord: voor dit model is gekozen omdat leningen en risicokapitaal naar de mening van de ondernemers (sommigen zeggen we worden lui van subsidies, of we zoeken kapitaal en de overheid bood alleen subsidies) en onze mening het ondernemerschap beter stimuleren en meer garantie bieden voor resultaat (het daadwerkelijk vermarkten van innovaties).
Datum
30.03.2012 Kenmerk
2012/0096833
De middelen zijn bedoeld voor die zaken die niet privaat gefinancierd kunnen worden en dus een hoog risico hebben. Ervaring leert dat 60% è 70% terug komt. Middelen die terug komen kunnen weer in nieuwe businessplannen/ voorstellen worden geïnvesteerd.
Pagina
2
Naast middelen voor leningen en risicokapitaal blijft er ruim € 20 miljoen beschikbaar voor subsidies. Deze middelen zijn vooral bedoeld voor het versterken van het innovatie ecosysteem, zoals aanloop investeringen in de opzet van open innovatiecentra, het opzetten en exploiteren van een innovatiecluster gedurende de eerste jaren en het gericht versterken van de kennispositie bij UT, Hogescholen en ROC's, daar waar het bedrijfsleven ook zelf investeert. In sommige gevallen zal gekozen worden voor een combinatie van financiële instrumenten. 4.
Het geheel vraagt wel een veel meer detaillistische uitwerking in deelprogramma's -> komen er nog deelprogramma's en hoe komen deze er uit te zien? Wat is de rol van de Staten daarbij. Is het mogelijk de plannen op te knippen in concretere plannen, waarbij de invulling dan voorgelegd kan worden aan de Staten? Antwoord: Bij de uitvoering van het REB zijn de bedrijven verantwoordelijk voor de strategievorming en de kennisinstellingen voor de onderzoeksprogrammering. Het werken vanuit deze vraaggerichte benadering brengt met zich mee dat op enig moment niet alles is vast te leggen in concrete acties voor de komende 4 jaren (rolling agenda). De nu voorliggende nota geeft de kaders weer voor het REB voor de periode 2012-2015. Deze kaders worden dit jaar, in samenwerking met het bedrijfsleven, kennisinstellingen en medeoverheden, verder uitgewerkt in uitvoeringsprogramma's of actieplannen. Deze uitvoeringsprogramma's/ actieplannen zullen aan u worden voorgelegd.
provincie
i/pfj jeep
Vragen CDA-statenfractie over Irivesteringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
Het gaat daarbij in ieder geval om de volgende uitvoeringsprogramma's of actieplannen: Ter besluitvorming: o
Actieplan Kantoren;
o
Breedband in Overijssel;
o
Innovatiedriehoek Twente;
o
Uitkomsten Verkenning vestigings- en ondernemingsklimaat. Afhankelijk van deze uitkomsten kan u een voorstel worden voorgelegd;
o
Tussenevaluatie REB in 2014.
,,
Wensen en bedenkingen (artikel 158): o
Voorstel criteria aan de hand waarmee het Investment Comittee beslissingen kan nemen over inzet middelen Innovatiefonds.
Ter kennisname: o
Human Capital Agenda;
o
Uitvoeringsprogramma Landbouw;
30.03.2012
o
Uitvoeringsprogramma Toerisme;
Kenmerk
o
Logistieke Draaischijf Twente en Logistieke Visie Zwolle;
o
Voorstel opzet monitoringssysteem;
o
Jaarlijks krijgt u via de begroting de mogelijkheid te sturen op ambitie, doelen en resultaten.
Datum
2012/0096833 Pagina
3
5.
Kan in de deelprogramma's het abstractieniveau
terug gebracht worden?
Antwoord: Ja, de uitwerking zal plaatsvinden in de vorm van actieplannen en uitvoeringsprogramma's. 6.
Hoe ziet de fasering van de realisatie van de plannen er voor de komende jaren uit. Antwoord: De fasering zal, voor zo ver mogelijk, opgenomen worden in de actieplannen en uitvoeringsprogramma's. Verwacht mag worden dat de investeringen in de loop van het programma toenemen. De fasering van investeringen voor 'innovatie' is op voorhand niet te geven. Het bestedingsritme is afhankelijk van de door bedrijven en kennisinstellingen ontwikkelde investeringsvoorstellen. Wij zijn overigens niet bang dat er middelen overblijven, maar wij willen wel investeren in goede initiatieven met een duidelijk marktperspectief. Dit vergt enige voorbereiding, zowel waar het gaat om de governance structuur en het instrumentarium, als ook het ontwikkelen van goede business cases door het bedrijfsleven en de kennisinstellingen en het uitwerken van de human capital agenda door het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen. Het werken met jaarschijven brengt met zich mee dat in het eerste jaar het verwachte bestedingsregime mogelijk niet wordt gehaald. Wij verwachten dit in de opvolgende jaren in te lopen. Er zitten nu al veel goede voorstellen in de pijplijn. Een aantal projecten vraagt op korte termijn duidelijkheid over de provinciale bijdrage. Vandaar het belang van besluitvorming door PS op 11 april as. Met het ministerie van EL&I onderzoeken wij de mogelijkheid om op korte termijn een extra storting te doen in het basisfonds van PPM Oost NV.
provincie
Vragen CDA-statenfractie over Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
7.
Indien zich een andere kansrijke topsector aandient, is hier dan ruimte mogelijk binnen dit in vesteringsbesluit? Antwoord: Wij sluiten niets uit en hebben ook oog voor goede investeringsvoorstellen uit andere topsectoren die de economische structuur van Overijssel versterken. Wij richten onze inzet (o.a. via Oost NV, Kennispoort,Zwolle en Kennispark Twente) echter op het aanjagen van initiatieven binnen de in het uitvoeringskader genoemde sectoren (specifiek bedrijvenbeleid). Voor andere sectoren voeren wij een generiek beleid, zoals het verbeteren van de bereikbaarheid en het versterken van het vestigingsklimaat. Ook de aandeelhoudersinstructie van PPM Oost NV (medio 2012 zal een besluit worden genomen over actualisering, de nieuwe aandeelshoudersinstructie wordt in juni aan u voorgelegd) sluit investeringen in bijvoorbeeld de sectoren logistiek en creatief industrie niet uit. Maar ook hier geldt dat de focus zal liggen op 5 Oost Nederlandse topsectoren (Energie, Hightech, LifeSciences/ Health, Chemie/Kunststoffen en Agrofood).
8.
Hoe kunnen we de bureaucratie binnen de verschillende regelingen
terugbrengen?
Antwoord: We willen juist van allerlei subsidieregelingen af. Daar waar we nog werken met subsidieregelingen geldt het nieuwe rijksbrede subsidiekader. Dit kader voorziet in een aanzienlijke vermindering van de administratieve lastendruk voor bedrijven. In het bijzonder waar het gaat om relatief kleine subsidies (tot € 25.000), waarbij een subsidie wordt verleend en vastgesteld en er geen verantwoordingsplicht meer is (mits er misstanden worden vermoed) voor de ontvanger van de subsidie. Een belangrijke voorwaarde voor het werken met leningen en risicokapitaal is dat er een goed plan ligt met een duidelijk verdienmodel en marktperspectief. Ondernemers zullen daarin moeten investeren. Dat houdt ook in dat zij zaken in detail op papier moeten uitwerken. Dit is een andere vorm van bureaucratie dan in de bestaande regelingen. Ook zullen de ondernemers moeten meewerken aan de monitoring. De belasting hiervan wordt zo laag mogelijk gehouden. Het bedrijfsleven ondersteunt onze inzet op het verminderen van de bestuurlijke drukte en bureaucratie.
Datum
30.03.2012 Kenmerk
2012/0096833 Pagina
4
9.
Hoe kunnen we sturen op efficiënte inzet van middelen? Antwoord: Door goed uitgewerkte businessplannen c.q. investeringsvoorstellen te vragen met een duidelijk verdienmodel en marktperspectief en deze voorstellen te laten beoordelen door onafhankelijke deskundigen. Wij zetten in op het beperken van de administratieve lastendruk voor ondernemers en de kosten die gemaakt worden voor de uitvoering van het innovatiefonds en subsidieregelingen. Dit willen wij o.a. bereiken door te sturen op een efficiëntere samenwerking tussen de intermediaire organisaties achter de innovatieloketten en samenwerking tussen de innovatieloketten, waardoor ondernemers optimaal ondersteund kunnen worden bij de uitwerking van hun investeringsvoorstellen en de realisatie daarvan. Hierdoor zal de kwaliteit van de investeringsvoorstellen worden verbeterd en de kans op honorering worden vergroot.
10. Levert de gepresenteerde aanpak niet veel specialistisch (door adviseurs uit te voeren) werk op? --> 'please do it stupid simple'. Antwoord: Wij vragen van de ondernemers goede voorstellen. Voor het verkrijgen van financiering is dit de normale gang van zaken, ook voor projecten met een hoog risico waar private partijen niet (alleen) in willen investeren. Het maken van een businessplan hoort tot de ondernemersvaardigheden. Ondersteuning wordt primair geboden via het Innovatieloket. 11. Hoeveel komt uiteindelijk bij de onderneming terecht? Wat zijn de directe kosten die hiervoor moeten worden gemaakt door diverse ondersteunende partijen? Antwoord: Bij de uitwerking van het fonds is het uitgangspunt dat de beheerskosten laag worden gehouden. Ervaringen met PPM Oost en Europese fondsen leert dat de kosten rond de 2% tot 4 % liggen.
provincie
V priiccpl
Vragen CDA-statenfractie over Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
12. Hoeveel nieuwe banen levert dit economisch beleidsplan op en hoe wordt dit gemonitord? Antwoord: Het aantal banen is ongewis en resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Zie eerdere beantwoording. De monitoring wordt ingericht zoals dit nu ook voor IPT is ingericht. U heeft hierover recent informatie ontvangen. Onderdeel van deze monitoring is het actief volgen van projecten om zo tijdig bij.te kunnen bijsturen, in het bijzonder wanneer middelen in tranches worden verleend o.b.v. te realiseren milestones. 13. Het geheel straalt een wat te paternalistische benadering uit -> 'wij weten wat goed voor u is', ondanks de uitstekende voorbereiding m.b.v. het ronde tafel model. Antwoord: Dat is absoluut niet onze bedoeling. Wij hebben bij de opstelling van het Uitvoeringskader de vraag vanuit het bedrijfsleven en de kennisinstellingen centraal gesteld. Het bedrijfsleven en de kennisinstellingen blijven aan zet en zijn verantwoordelijk voor de strategievorming en de onderzoeksprogrammering. 14. De gekozen opzet t.a.v. de governance/sturing op het programma is complex -> waarom Is voor deze vorm gekozen?, wat is de stand van zaken m.b.t. de strategie board (pag. 8)? Antwoord: We willen de bestuurlijke drukte terug dringen en de beoordeling van Datum 30.03.2012 Kenmerk
2012/0096833 Pa9ina 5
p r o j e c t e n / businesscases professionaliseren en d a a r m e e de kans op succes en resultaat v e r g r o t e n . Er zijn t e veel bestuurlijke overleggen, vooral in T w e n t e . We m e r k t e n dat de huidige manier van aansturen niet meer passend is v o o r de fase waarin het Twentse innovatie ecosysteem zich bevindt. Het bedrijfsleven en de kennisinstellingen dienen in onze optiek leidend t e zijn bij de s t r a t e g i e v o r m i n g en o n d e r z o e k s p r o g r a m m e r i n g . Dit
betekent ook dat de overheid een stapje terug moet doen. Om deze reden stellen wij een governance structuur voor waarbij het bedrijfsleven in de lead is, met een vanuit de Triple helix samengestelde Strategieboard met een onafhankelijke voorzitter vanuit het bedrijfsleven. De samenstelling van de strategie board is inmiddels bekend. De eerste vergadering wordt nog dit voorjaar gehouden. 15. Het geheel straalt een maakbaarheid van zaken uit die volgens ons niet in deze mate waar te maken is. Tot in welke mate wordt er uitgegaan van de maakbare economie? Antwoord: In het geheel niet. Wij zijn als provinciale overheid niet in staat om alleen een beweging of een ontwikkeling op gang te brengen. Wat wij wel kunnen doen is initiatieven die er zijn aanjagen, versterken en versnellen, een extra zetje geven in de door het bedrijfsleven gekozen richting. 16. Op welke manier is er verbinding gezocht met de gemeenten binnen de provincie, delen zij de keuzes van de provincie, leveren zij een extra inzet op de thema's die de provincie centraal stelt? Antwoord: Met de steden in Twente is in het kader van de Innovatiesprong Twente afgestemd. Gezamenlijk is gekozen voor High Tech Systemen en Materialen. Ook in de regio Zwolle is er afstemming geweest, met een heldere keuze voor Kunststoffen. Met de Stedendriehoek heeft eveneens afstemming plaatsgevonden (in afstemming met de provincie Gelderland). Hier lijken vooral kansen te liggen voor de maakindustrie en de creatieve industrie (prioriteit Gelderland). In alle regio's spelen de topsector Health en Energie. De Regio Twente zal financieel ook investeren in HTSM en op de Human Capital agenda. Van de gemeenten wordt verder verwacht dat zij zich vooral concentreren op hun taken, in het bijzonder vergunningverlening, lokale bereikbaarheid en de kaartenbak met werkzoekenden. Bovendien hebben de gemeenten, net als de provincie, een belangrijke rol als launching customer. Er is discussie over de sector logistiek (regio Zwolle en Regio Twente). Deze hebben we niet direct als topsector benoemt. De sector wordt via verschillende infrastructurele investeringen indirect (generiek) ondersteund. Er ligt vanuit de sector geen Concreet verzoek om ondersteuning bij ons voor. Op dit moment wordt, onder regie van de Regio Twente (logistieke draaischijf) en de gemeente Zwolle (logistieke visie), onderzocht hoe de logistieke sector in deze regio's verder kan worden versterkt. Onze inzet bepalen we op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken.
provincie
?
^ J
V e r
j j
S S e
|
Vragen CDA-statenfractie over Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
17. Hoe sluit dit regionaal economisch beleid aan bij de ontwikkelingen in gemeentes als gevolg van de Wet Werken Naar Vermogen? Antwoord: In de commissie hebben wij toegezegd u hierover in een aparte brief te informeren. 18. Teveel inzet op topsectoren en innovatie,\e
weinig op bijdragen Vanuit het MKB.
Antwoord: het is een misverstand dat de topsectoren alleen worden gevormd door de grote bedrijven. Sterker de topsectoren worden vooral gedragen door het MKB. Het innovatieve MKB in de topsectoren profiteert hiervan wel degelijk. Ons Topsectorenbeleid is MKB-beleid met een aantal sterke industriële trekkers. De deelname van het MKB blijkt uit de resultaten van eerdere programma's, zoals de Twentse Innovatieroute. Bij de uitvoering van het REB willen wij ook voor het kleinbedrijf en het kleinere middenbedrijf (tot 50 werknemers) de drempel zo Jaag mogelijk houden. Bijvoorbeeld door het ter beschikking stellen van Innovatievouchers (tot 10.000 euro) die gebruikt kunnen worden in de open innovatiecentra in Overijssel. 19. Welke rol heeft het MKB in de sturing van het programma?
Datum
30.03.2012 Kenmerk
2012/0096833 Pagina
6
Antwoord: Het MKB of de MKB-er bestaat niet. MKB-bedrijven worden in de inhoudelijke programma's betrokken. Bijvoorbeeld Marlies van Wijhe (van Wijhe Verf) als bestuurslid van Polymer Science Park of Jaap Beemink (B&M Business Development) in de Strategy Board in Twente. 20. Waar is de belangrijke rol van het MKB in de regionale economie terug te vinden? Antwoord: De Overijssels economie is een MKB-economie. 99% van de ondernemers in Overijssel is afkomstig uit het MKB. Alle stukken tekst in het beleid hebben voornamelijk betrekking op het MKB. Het aantal niet MKB-ers in de topsectoren is erg beperkt. U moet dan denken aan DSM, Ten Cate, Boeing, Wavin, Akzo, Stork. Deze industriële leiders zijn van groot belang omdat zij een centrale positie (marktleider) innemen in de totale waardeketen en veelal over R&D capaciteit en middelen beschikken die het MKB ontberen. Wij hebben daarom ook nadrukkelijk aandacht voor de trekkracht van deze partijen. 21. Problematiek financiering MKB door banken -» welke positie kunnen wij daarin innemen? Antwoord: Door het fonds wordt het makkelijker voor bedrijven om innovatie te financieren. Het is voor de provincie niet mogelijk breder te financieren. Hiervoor zijn de middelen te beperkt. Door de middelen van de provincie wordt een hefboom bereikt. Doordat de provincie genoegen neemt met een revolverend rendement en in geval van risicokapitaal, een deel van het risico op zich neemt, wordt het voor andere partijen aantrekkelijker om ook te investeren, zij dragen dan niet langer het gehele risico. 22. Inmiddels discussie opgestart met KvK over de crisis (aanwezig of er aan komend) in de retail met directe gevolgen als leegstand in stadscentra en dorpskernen. Welke rol hebben wij als provincie en hoe vullen we dit in binnen het regionaal economisch beleid? Antwoord: De detailhandel is veelal lokaal verzorgend van aard en is primair een gemeentelijke verantwoordelijkheid. M.b.t. een mogelijke provinciale rol op het gebied van detailhand wachten wij eerst de analyse en het advies van SER Overijssel en de verkenning van het Trendbureau af. 23. Welk deel van de 107 miljoen komt bij het MKB terecht? Antwoord: Dat is lastig in te schatten. Het gaat in ieder geval om een aanzienlijk deel.
provincie
V
x s
a
A K I I C C Ö I IC« 1 i I aaFissl t i I
Vragen CDA-statenfractie over Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
24. Wat blijft er van het IPT over? Antwoord: Dat is aan het bedrijfsleven en de kennisinstellingen. Zij hebben er voor gekozen bij elkaar te blijven komen om de businesscases te monitoren en waar mogelijk vlot te trekken. De ambtelijke ondersteuning van het IPT gaat op in Kennispark en richt zich, als 1 van de 3 business units binnen Kennispark, vooral op het bestaande bedrijfsleven. Juist door het IPT en Kennispark onder één vlag te brengen neemt de slagkracht en positionering naar het bedrijfsleven toe, juist ook waar het betreft de verbinding tussen het bestaande bedrijfsleven en de spin-offs van de UT en Saxion. 25. Hoe zit het met de in het verleden toegezegde financiële inzet tot een bedrag van € 400 min.? Antwoord: Er is geen toezegging van € 400 miljoen. De verwachting is uitgesproken dat dit de totale projectomvang zou worden. De bedrijven en kennisinstellingen hebben nog steeds de intentie fors te investeren. Mee investeren door de overheid is gewenst. Ook de regio Twente zal middelen beschikbaar blijven stellen. 26. Wat vinden de Twentse gemeente en de Regio Twente van de in het voorstel ingezette ontwikkelingen? Datum
30.03.2012 Kenmerk
2012/0096833 Pagina
7
Antwoord: de aanpak is met de steden en de Regio afgestemd. Zij staan achter deze aanpak. 27. Het lijkt op het wegspoelen van 'het kindje met het badwater'. Waarom niet eerst een degelijke evaluatie en een daarop gebaseerd vervolg? Antwoord: De Innovatiesprong is een gedegen proces geweest. De goede zaken blijven behouden. We spoelen dus niets weg. We stroomlijnen en schonen op. De Twentse Innovatieroute is geëvalueerd. Dit heeft geleid tot een inhoudelijke focus op hightech systemen en materialen. Zie hiervoor ook de u eerder toegezonden stukken over de Innovatiesprong. 28. Geen aandacht in het investeringsbesluit voor de belangrijke rol van de logistieke sector in Overijssel. Voorbeeld Jan Peter Muller TLN Oost Nederland -> MBO opleiding in de logistiek. Antwoord: Er is discussie over de sector logistiek. Deze hebben we niet direct als topsector benoemt. Op het gebied van logistiek zetten wij in op het scheppen van generieke randvoorwaarden: het verbeteren van de bereikbaarheid over de weg en het water en goede vestigingsmogelijkheden (o.a. via deelnemingen XL Businesspark en Zuiderzeehaven) voor logistieke bedrijven. Ook specifiek beleid, bijvoorbeeld rond Hightech systemen en materialen, biedt mogelijkheden om de logistieke sector te versterken. Als voorbeelden kunnen worden genoemd: de ontwikkeling van energie zuinige banden en de ontwikkeling van de kunststof Kipper. Er ligt vanuit de sector geen concreet verzoek om ondersteuning bij ons voor. Op dit moment wordt, onder regie van de Regio Twente (logistieke draaischijf) en de gemeente Zwolle (logistieke visie), onderzocht hoe de logistieke sector in deze regio's verder kan worden versterkt. Onze inzet bepalen we op basis van de uitkomsten van deze onderzoeken. 29. Vervolg
starterleningen.
Antwoord: dit behoort niet tot het domein van het regionaal economisch beleid, De startersleningen hebben geen direct effect op de bouwsector. 30. 1% lening duurzaamheid/innovatie
-> model ook inzetten voor renovatielening
particulier?
Antwoord: De provincie biedt op dit moment samen met een aantal gemeenten deze mogelijkheid aan particuliere woningeigenaren een laagrentende lening af te sluiten voor energiebesparende maatregelen. Het is de bedoeling dit met meer gemeenten samen te gaan doen.
provincie
venisse
Vragen CDA-statenfractie over Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
31. Wat is de stand van zaken m.b.t. Duurzaam Energie Fonds Antwoord: Voor het beheer van het Energiefonds Overijssel wordt een Europese aanbesteding gevolgd. Het aanbestedingstraject loopt. Wij verwachten van de zomer een fondsbeheerder geselecteerd te hebben. Ook is gestart met het wervingstraject voor de Raad van Commissarissen, de werving van de adviescommissie (investeringscommissie) volgt binnenkort. 32. Slaagkans verduurzaming sociale woningbouw? Antwoord: Binnen het Energiefonds Overijssel is een leenruimte van 100 miljoen euro beschikbaar voor Woningbouwcorporaties. Het idee is dat deze leenruimte een versnelling oplevert op het eigen ambitieniveau van corporaties. De leenruimte wordt beschikbaar gesteld na ondertekening van het convenant tussen corporaties en de provincie. Op dit moment zijn we als college in gesprek met de corporaties over dit convenant. Wij verwachten dat voor de zomer te kunnen afronden. 33. Slaagkans
Datum 30.03.2012 Kenmerk 2012/0096833 Pagina 8
Biomassa
netwerk
projecten?
Antwoord: Biomassaproiecten hebben het moeilijk, door de stijgende prijzen van cos u b s t r a t e n , door verandering van de subsidieregels en onduidelijkheid over de infrastructuur v o o r biogas. I n Salland zijn w e m e t alle p a r t i j e n aan het kijken w a t er nodig is o m productie v a n biogas en de aanleg v a n een fysiek biogasnetwerk t e realiseren. Over de slaagkans valt nu niets zeggen, m a a r w e zullen ons v e r g a a n d inspannen. BeOn is de netwerkorganisatie v a n bio-energiebedrijven. Door bedrijven uit BeOn worden projecten voorbereid v o o r bio-energie, die ik een goede kans van slagen geef. Met n a m e v o o r de pyrolysefabriek in Hengelo, w a a r w e als provincie 3 miljoen aan hebben uitgeleend, v e r w a c h t ik dat later dit j a a r de laatste hobbels g e n o m e n w o r d e n , en de bouw kan s t a r t e n .
34. Geen enkele aandacht voor Europa en grensregio. Antwoord: Europa staat verwoord in het beleid. De samenwerking in de grensregio is onderdeel van het Interreg-programma. 35. Met de rug naar ons achterland (15 min. inwoners in NRW). Antwoord: In het kader van de nieuwe Europese programma's zal aan een inhoudelijke agenda met NRW worden gewerkt. Dit zal samen met Gelderland en wellicht ook NoordBrabant gebeuren. Op dit moment voeren we in het kader van Interreg al een aantal programma's/ projecten uit met ondernemers uit Overijssel en Duitse regio's. 36. Komt analyse? Antwoord: Onder andere met de WTC-organisatie wordt bekeken op welke wijze het Overijssels bedrijfsleven beter kan aansluiten op de gunstige economische ontwikkelingen in Duitsland. Dit beperkt zich niet tot alleen NRW. 37. Welke relatie ligt er tussen de topsectóren en het onderwijs? Antwoord: Deze wordt uitgewerkt in een Human Capital agenda. Deze heeft betrekking op MBO (3 en 4), HBO en UT. Deze agenda wordt door de onderwijsinstellingen in samenwerking met de ondernemers opgesteld. Wij streven naar tenminste 1 center of excellence (HBO) en 2 centra voor innovatief vakmanschap (MBO) rond onze topsectóren. 38. Voor MBO te weinig verbinding met de ingebracht centrale thema's industrie, duurzame energie, agro-food, bouw.
toerisme,
Antwoord: De verbinding tussen de sectoren en het MBO loopt via de op te stellen Human Capital agenda. Werkgevers hebben tijdens de rondetafelgesprekken aangegeven dat MBO-ers net zo belangrijk zijn als HBO-ers en ook hier tekorten gaan ontstaan. Bovendien gaven zij aan dat iedereen met zonder diploma op MBO 3-4 niveau weinig kansen heeft op de toekomstige arbeidsmarkt. Het MBO neemt daarom een prominente plaats in binnen de op te stellen human capital agenda.
provincie
verijssel
Vragen CDA-statenfractie over Investeringsbesluit Kerntaak Regionale Economie
39. MBO 3-4 Bouwopleidingen -> Duurzaam opleiden in de bouw, bijvoorbeeld MBO opleiding zonne-energie, aardwarmte, biomassa. Aandacht voor 'werken over de grens'; kennismaken met de Duitse aannemerij. Antwoord: ROC's ontwikkelen centra voor innovatief vakmanschap. Bij een aantal zijn wij betrokken, zeker in relatie tot ons topsectorenbeleid. Denk bijvoorbeeld Deltion, die betrokken is bij Polymer Science Park. Het initiatief daartoe moet van de ondernemers en kennisinstellingen zelf komen. Wij zien het niet als onze taak zelf het initiatief te nemen. Wij ondersteunen de stichting Pioneering. Pioneering richt zich naast innovatie in de bouw op het versterken van de gehele onderwijskolom voor de bouw. 40. Model BOVO (bottum up samenwerking lokale ondernemers, samenwerking met lokale VMBO, samenwerking met lokale overheid i.h.k.v. Wet Werken Naar Vermogen, lokale ondernemersverenigingen, opleidingsinspanning dicht bij de leerling, koppeling werkenleren, ROC van Twente) Antwoord: Hier zijn we bij betrokken. Leidt tot bijeenkomst eind september 2012. Statenleden kunnen hierbij aanwezig zijn. Dit is een gezamenlijke actie van de werkgeversorganisaties en de provincie ten behoeve van gemeenten. 41. Wat wordt bedoeld met het 'werkschoot model' Datum 30.03.2012 Kenmerk
2012/0096833 Pagina
9
Antwoord: Model waarbij jongeren al gedurende het opleidingstraject worden geplaatst bij een ondernemer. Denk daarbij aan lassers in opleiding bij Stork in Hengelo. 42. Hoe zit het met de gepresenteerde 'aanpak laaggeletterdheid heeft de provincie daarbij?
in bedrijven'? Welke positie
Antwoord: Hier zijn we actief betrokken, vooral als ambassadeur. Op 23 mei 2012 is er een bijeenkomst in het provinciehuis. Hiervoor wordt PS ook uitgenodigd. 43. Technische MBO Opleidingen geclusterd (timmeren, metselen, infra, schilders, stukadoor, technisch service medewerker) biedt grote voordelen. Dat geldt ook voor opleidingen in zorg en logistiek. Antwoord: Ook wij zien hiervan de meerwaarde, maar wij gaan daar we niet over. Ook hiervoor zal het initiatief van de onderwijsinstellingen moeten komen. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter,
provincie
verijssel