www.overijssel.nl
Provinciale Staten van Overijssel
Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425
Uw kenmerk
Uw brief
Ons kenmerk 2006/0066159
Bijlagen
Doorkiesnummer 06 20 54 91 43
Inlichtingen bij de heer W. Mulder
Datum 19 december 2006
Onderwerp
Jaarplan Vergunningverlening en Handhaving 2007.
Bijlage: Jaarplan Vergunningverlening en Handhaving 2007 met bijlage "risicomatrix". Dit document is te raadplegen via het Stateninformatiesysteem, SIS kenmerk PS/2006/1012.
Binnen de provincie Overijssel is in 2003 het Project "Stroomlijning Vergunningverlening en handhaving"(hierna te noemen Project "Stroomlijning") als een van de bestuurlijke speerpuntprojecten opgestart. Doelstellingen van het project zijn: • professionalisering van de Vergunningverlening en handhaving, onder meer ter verhoging van de effectiviteit; 9 Stroomlijning van de keten Vergunningverlening, preventief toezicht en handhaving; 9 Stroomlijning tussen de uitvoering van de verschillende, inhoudelijke taken; • creeren van een kader op basis waarvan keuzes kunnen worden gemaakt over de inzet van schaarse middelen. Om de gestelde doelen te bereiken zijn er in het kader van het Project "Stroomlijning" diverse deelprojecten gestart. Een van deze deelprojecten heeft geleid tot het opstellen van het document "Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007" (verder Jaarplan 2007), dat u hierbij (digitaal) ter kennisname wordt aangeboden.
Bij correspondentie graag ons kenmerk vermelden.
RABO Zwolle 3973.41.121
Per 24 juni 2006 heeft de provincie nieuwe telefoonnummers en e-mail adressen. Het nieuwe algemene nummer is 038 499 88 99, het e-mail adres postbus@overiisseLnl.
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
Risico-georienteerd werken.
Vorig jaar hebben wij met u (commissie Verkeer, Milieu en Water, werkbezoek d.d. 19 oktober 2005) gesproken over het "risicogeorienteerd werken". Deze risicogeorienteerde werkwijze is uitgewerkt vanuit de volgende gedachten: schaarse middelen (tijd en geld), inzet hiervan dient zo efficient en effectief mogelijk plaats te vinden. Prioritaire onderwerpen (veiligheid en de kwaliteit van de fysieke omgeving) kunnen zo de meeste aandacht krijgen; • de wens van meer transparantie naar Provinciale Staten en de inwoners van Overijssel; • het landelijke Project "Professionalisering van de handhaving" en het Besluit "Kwaliteitseisen handhaving milieubeheer" op basis waarvan meetbare en wettelijk verankerde kwaliteitscriteria zijn geformuleerd, waaraan alle handhavingorganisaties moeten voldoen. Op basis van een risicomatrix zijn prioriteiten gesteld. De formule "kans * negatief effect"bepaalt het risico en biedt de benodigde informatie om prioriteiten te kunnen stellen. Om deze informatie voor het gehele taakveld, dat betrekking heeft op de Vergunningverlening en handhaving van milieuwetgeving1., op een integrate wijze af te wegen, is eveneens afgesproken dat voor dit taakveld specifiek een integraal Jaarplan wordt opgesteld. Jaarplan Vergunningverlening en Handhaving 2007. De in de programma- en productbegroting 2007 genoemde doelstellingen en producten vormen de basis voor het Jaarplan 2007. In het Jaarplan 2007 zijn de genoemde doelstellingen en producten verder geoperationaliseerd en in samenhang beschouwd. Hierbij is gebruikgemaakt van de kengetallen die voor het taakveld "Vergunningverlening en handhaving" zijn ontwikkeld. De werkvoorraad is bepaald op basis van ervaringsgegevens en/of bekende werkvoorraad. Vervolgens zijn op basis van de eerdergenoemde risicomatrix, de beschikbare uren verdeeld. Hoog geprioriteerde (risicovolle) activiteiten zijn hierbij leidend geweest. Met inachtneming van de bestuurlijke prioriteiten heeft een verantwoorde allocatie plaatsgevonden van de beschikbare mensuren over de verschillende activiteiten. In artikel 2 van het Besluit "Kwaliteitseisen handhaving milieubeheer" is onder meer bepaald dat op openbare wijze inzicht wordt verschaft in de methodiek waarop de beschikbare middelen worden ingezet ter uitvoering van de diverse taken op het gebied van handhaving. Daarom is bij het Jaarplan 2007 een "Risicomatrix" gevoegd op basis waarvan per activiteit, afhankelijk van de prioriteitstelling., de toegekende uren kunnen worden afgeleid. Uit deze tabel blijkt overigens dat er sprake is van een (beperkt) tekort aan beschikbare uren. Dit (tijdelijke) tekort wordt veroorzaakt doordat een benodigde ICT-verbeterimpuls binnen dit taakveld nog niet tot uitvoering is gebracht. Met de laatste begrotingswijziging in 2006 is aan u voorgesteld om hiervoor, voor de periode 2007 en 2008, jaarlijks een bedrag van € 172.812,- beschikbaar te stellen. Voor 2007 kan hiermee het tekort worden gecompenseerd. De weergegeven risico's en de bijbehorende, minimale uren betreffen een moment opname. In 2007 kunnen zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, waardoor activiteiten met bijbehorende risico's en toegekende uren aangepast moeten worden.
Het betreft hier de uitvoering van de volgende wet- en regelgeving: Wet milieubeheer, Wet bodembescherming, Ontgrondingenwet, Grondwaterwet, Wet hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, Boswet, Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet, Natuurschoonwet en de Verordening voor de fysieke leefomgeving.
Leeswijzer Jaarplan Vergunningverlening en Handhaving 2007. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op risicogeorienteerd werken, de nalevingsstrategie en wat de provincie onder Vergunningverlening en handhaving verstaan en welke aanpak hierbij wordt hanteert. Vervolgens staat In hoofdstuk 3 staat de klant centraal. Aangegeven wordt welke activiteiten de provincie uitvoert op het gebied van communicatie en informatie, het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening, het meldpunt Overijssel en wat de ontwikkelingen rondom de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) voor de klant betekent. Vervolgens wordt verder ingezoomd op de doelstellingen in 2007 voor Vergunningverlening en handhaving, voor de verschillende taakvelden. Dit gebeurt aan de hand van de gezichtspunten: "Aandacht voor het milieu" (hoofdstuk 4), "Aandacht voor Water en bodem" (hoofdstuk 5) en "Aandacht voor natuur" (hoofdstuk 6). In deze hoofdstukken is per wet aangeven wat de hoofd- en subdoelstelling is. Deze doelstellingen zijn rechtstreeks overgenomen uit de programma- en productbegroting 2007. Vervolgens is aangegeven op welke wijze deze doelstellingen voor Vergunningverlening en handhaving in 2007 worden geoperationaliseerd. Het Jaarplan wordt afgesloten met het hoofdstuk waarin nader wordt ingegaan op de samenwerking met andere overheden1 (hoofdstuk 8). Speerpunten 2007. De belangrijkste externe speerpunten in het Jaarplan 2007 betreffen het implementeren van een communicatie- en nalevingstrategie en de ontwikkelingen op het gebied van E-dienstverlening. Binnen de Vergunningverlening en handhaving zal namelijk nadrukkelijker dan voorheen worden gewerkt met "communicatie-instrumenten". In het bijzonder de preventieve werking, die uit kan gaan van het aankondigen van bijvoorbeeld een handhavingsweek, vergroot de efficientie en effectiviteit van de handhaving. Daarnaast wordt er in lijn met landelijke en interprovinciale afspraken gewerkt aan een toename van de E-dienstverlening. In dit kader behoort de ontwikkeling van een digitaal loket "Vergunningverlening en handhaving" tot de mogelijkheden. Via een dergelijk loket moet het mogelijk worden om digitaal bijvoorbeeld vergunningen aan te vragen of milieu-informatie in te zien conform de Wet openbaarheid van bestuur. "Deregulering en ontbureaucratisering" en Masterplan "De weg naar de andere provincie". De genoemde ontwikkelingen hebben een raakvlak met het Project "Deregulering en Ontbureaucratisering" en het Masterplan "De weg naar de andere provincie". Efficiencywinst in het Jaarplan 2007 wordt bijvoorbeeld in veel gevallen gezocht in het standaardiseren en het dereguleren (vereenvoudigen van proces en inhoud). Dit wordt veelal gecombineerd met "ICT-instrumenten". Steeds meer wordt ICT en in het bijzonder het 'Internet' gebruikt om de communicatie met (interne en externe) klanten te verbeteren en te 'stroomlijnen'. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geinformeerd. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter.
secretans.
Project Stroomlijning Vergunningverlening en handhaving
Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
19 december 2006
Colofon
Datum
19-12-2006 Oplage 150 Auteur dhr. W. Mulder mw. M.B. Scholtens (KplusV) Project/ kenmerk
'Stroomlijning Vergunningverlening en handhaving' Inlichtingen bij
Dit document is een uitvloeisel van het project Stroomlijning Vergunningverlening en handhaving. Het is een gezamenlijke uitgave van de eenheden Bestuurlijke Aangelegenheden (BA), Economie, Milieu en Toerisme (EMT), Landbouw, Natuur en Landschap (LNL) en Water en Bodem (WB). Voor inlichtingen kan contact opgenomen worden met: dhr. PJ. van Zanten of dhr. W. Mulder projectleiding Stroomlijning Vergunningverlening en handhaving e-mail:
[email protected]
telefoon:
038499 7576
Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 8899 www.prv-overijssel.nl
[email protected]
2
Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
Voorwoord
Voor u ligt het integrate Jaarplan voor de Vergunningverlening en handhaving van de milieuwetgeving van de provincie Overijssel. Dit Jaarplan past in de professionalisering van dit taakveld zoals dit is uitgesproken in het Onderhandelingsakkoord 'Ruimte voor actie voor de collegeperiode 2003-2007'. Gelet op de prioriteiten uit het Onderhandelingsakkoord (veiligheid, volksgezondheid en een kwalitatief goede woon- en werkomgeving) alsmede een hoge mate van effectiviteit en efficiency kiezen wij voor het uitvoeren van de milieuwetgeving op een risicogeorienteerde wijze. Dit betekent dat activiteiten die risicovol en/of bestuurlijk of maatschappelijk belangrijk zijn, prioriteit krijgen in de uitvoering van Vergunningverlening en handhaving. Dit Jaarplan geeft onderbouwd aan op welke activiteiten, in de Vergunningverlening en handhaving, het dagelijks bestuur van de provincie in 2007 de nadruk legt. De prioritering bepaalt uiteindelijk de inzet van de beschikbare mensuren. Het plan geeft helder aan welke keuzes zijn gemaakt en welke resultaten verwacht kunnen worden. Het Jaarplan 2007 is daarom te beschouwen als de integrate concretisering van de programma- en productbegroting op activiteitenniveau. Daarnaast voldoet het plan voor het onderdeel 'handhaving' aan de eisen zoals die hieraan worden gesteld in het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer. Naast de bovengenoemde 'bedrijfsmatige1 aspecten spelen er in 2007 diverse ontwikkelingen waarop wij in de Vergunningverlening en handhaving actief zullen inspelen. Hierbij gaat het ondermeer om de bevordering van de naleving van wet en regelgeving. Afgestemd op de behoefte van de doelgroep wordt bijvoorbeeld actiever gebruik gemaakt van het instrument communicatie. Daarnaast is er sprake van een verdere uitbouw van de digitate dienstverlening via Internet. Als laatste spelen de ontwikkelingen in het kader van de nieuwe 'Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning1 een belangrijke rol. Gedeputeerde Staten van Overijssel
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding en doel Context van het Jaarplan Vergunningverlening toezicht en handhaving binnen de provincie Overijssel Leeswijzer
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Vergunningverlening toezicht en handhaving als onderdeel van naleving Prioritering / risicogeorienteerd werken Nalevingsstrategie Vergunningverlening Toezicht en handhaving Inhoudelijke en procesmatige kwaliteit
8 8 9 11 11 13
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
De klant centraal Communicatie en informatievoorziening Meldpunt Overijssel Verbeteren kwaliteit van de dienstverlening Ontwikkelingen random WABO Omgeving centraal
14 14 16 16 16 17
4 4.1 4.2
Aandacht voor bedrijven en milieu Vergunningverlening Handhaving
18 18 19
5 5.1 5.2 5.3
Aandacht voor water en bodem Grand- en oppervlaktewater Bodemsanering Ontgrondingen
20 20 22 24
6
Aandacht voor natuur
26
6.1
Boswet
26
6.2 6.3 6.4 6.5
Flora- en faunawet Natuurschoonwet Natuurbeschermingswet Provinciate compensatiebeginsel
27 27 28 29
7 7.1 7.2
Samenwerking met andere overheden Samenwerking Milieuhandhaving Overijssel WABO en Samenwerking met de overheden.
30 30 30
4
Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
5 5 5 6 7
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding en het doel van het Jaarplan "Vergunningverlening en Handhaving 2007' (verder: Jaarplan). Daarnaast wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de context van het Jaarplan en is een leeswijzer opgenomen.
1.1
Aanleiding en doel Gedeputeerde Staten hebben van de wetgever vele taken toebedeeld gekregen op het terrein van de uitvoering van de milieuwetgeving (zie paragraaf 1.4). Binnen het College van Gedupeerde Staten zijn de verantwoordelijkheden voor deze taken gesplitst; zo zijn er verschillende portefeuillehouders verantwoordelijk voor Vergunningverlening en er is een aparte portefeuillehouder verantwoordelijk voor handhaving. Ambtelijk zijn de taken verdeeld over meerdere organisatie-onderdelen, waardoor ze ook deel uit maken van de verantwoordingscyclus van die organisatie-onderdelen. Om een integrate afweging te kunnen maken is een kader gecreeerd op basis waarvan keuzes gemaakt kunnen worden over de inzet van schaarse middelen (tijd en geld) Dit Jaarplan schetst het kader en maakt duidelijk welke doelen zijn gesteld, alsmede de keuzes die zijn gemaakt op het gebied van Vergunningverlening en handhaving. Het plan vormt de verbindende schakel in de beslislijn GS-ambtelijke organisatie en in de afstemmingslijn tussen de betrokken organisatie-onderdelen. Het stellen van de juiste prioriteiten aan de hand van onder meer een risicogeorienteerde aanpak, het maken van expliciete keuzes, het formuleren van doelstellingen en het bereiken van resultaten is de lijn waarlangs gewerkt zal worden. Als vertrekpunt daarvoor dienen de Perspectiefnota en de Prog ram ma beg rating 2007, waarna via de prod uctbeg rating en voorliggend Jaarplan de gestelde doelen verder worden geoperationaliseerd. Het Jaarplan dient tevens als instrument voor de interne en externe communicatie over het beleid, de programmering en uitvoering van de provincie op het gebied van Vergunningverlening en handhaving. De verantwoording over de bereikte resultaten uit het Jaarplan vindt plaats in het jaarlijks op te stellen provincie Jaarverslag (Jaarrekening) en tussentijds via de bestuursrapportage.
1.2
Context van het Jaarplan Het Jaarplan is een product van het project "Stroomlijning Vergunningverlening en handhaving". Dit project heeft als belangrijkste doel de Vergunningverlening- en handhavingstaken optimaal op elkaar af te stemmen. Het project Stroomlijning maakt deel uit van de "speerpuntprojecten1 uit het Onderhandelingsakkoord "Ruimte voor actie' en is bestuurlijk verankerd door de benoeming van een "procesgedeputeerde". Verder is in 2006 een nalevingsstrategie opgesteld. De essentie van een nalevingsstrategie is dat wordt uitgegaan van het nalevingsgedrag van de nalevingsplichtigen. De nalevingsstrategie dient als paraplu voor alle mogelijke instrumenten die ertoe bijdragen dat het naleefgedrag wordt bevorderd en waarbij gedragsbemvloeding het primaat heeft. Het jaar 2007 staat in het teken van de daadwerkelijke implementatie en het op doen van ervaring.
1.3
Vergunningverlening toezicht en handhaving binnen de provincie Overijssel Vergunningverlening en handhaving maakt onderdeel uit van de beleidscyclus van de provincie. Dat wil zeggen dat de provincie eerst formuleert wat zij wil bereiken op het gebied van Vergunningverlening en handhaving (visie) en dit vervolgens vertaalt in concrete doelstellingen. De basis hiertoe is opgenomen in het Onderhandelingsakkoord van het college van Gedeputeerde Staten 'Ruimte voor actie1. Jaarlijks worden vervolgens aanvullende en uitvoerende bestuurlijke prioriteiten kenbaar gemaakt in een perspectiefnota, prog ram ma beg rating en prod uctbeg rating. Met de mogelijkheid om tussentijds bij te sturen wordt aan het eind van het jaar de jaarrekening opgesteld. In de jaarrekening wordt in een prog ram ma- en productdeel weergegeven wat de resultaten in het voorgaande jaar zijn geweest.
Figuur 1: beleidscyclus provincie Overijssel De Vergunningverlening- en handhavingstaken van de provincie Overijssel vloeien voort uit onderstaande wet- en regelgeving: Wet milieubeheer; Provinciate milieuverordening- afvalstoffen. Provinciate milieuverordening- grondwaterbeschermingsgebieden; Wet bodembescherming; Ontgrondingenwet; Grondwaterwet; Wet hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden. Boswet; Natuurbeschermingswet; Flora- en Faunawet; Natuurschoonwet. Daarnaast zijn er nog diverse uitvoeringsbesluiten op basis waarvan de provincie Vergunningverlening- en handhavingstaken heeft. Naast de taken op basis van eerdergenoemde wet- en regelgeving voert de provincie ook Vergunningverlening- en handhavingstaken uit op basis van andere wet- en regelgeving (bijvoorbeeld ruimtelijke ordening en provinciate wegen en vaarwegen). Deze taken maken geen onderdeel uit van het voorliggende plan.
6
Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
1.4
Leeswijzer De uitvoering van de provinciate taken Vergunningverlening en handhaving wordt vanuit verschillende invalshoeken bekeken. • In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op risicogeorienteerd werken, de nalevingsstrategie en wat de provincie onder Vergunningverlening en handhaving verstaan en welke aanpak hierbij wordt hanteert. • In hoofdstuk 3 staat de klant centraal. Aangegeven wordt welke activiteiten de provincie uitvoert op het gebied van communicatie en informatie, het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening, het meldpunt Overijssel en wat de ontwikkelingen random de WABO voor de klant betekent. • Vervolgens wordt verder ingezoomd op de doelstellingen in 2007 voor Vergunningverlening en handhaving voor de verschillende taakvelden. Dit gebeurt aan de hand van de gezichtspunten: 'Aandacht voor het milieu1 (hoofdstuk 4), 'Aandacht voor Water en bodem1 (hoofdstuk 5) en 'Aandacht voor natuur' (hoofdstuk 6). In deze hoofdstukken is per wet aangeven wat de hoofden subdoelstelling is. Deze doelstellingen zijn rechtstreeks overgenomen uit de programma- en productbegroting 2007. Vervolgens is aangegeven op welke wijze deze doelstellingen voor Vergunningverlening en handhaving in 2007 worden geoperationaliseerd. • Het Jaarplan wordt afgesloten met het hoofdstuk waarin nader wordt ingegaan op de Samenwerking met andere overheden'(hoofdstuk 8).
2
Vergunningverlening toezicht en handhaving als onderdeel van naleving
2.1
Prioritering / risicogeorienteerd werken De provincie werkt volgens een integrate en risicogeorienteerde aanpak. Deze werkwijze is vastgelegd in het Schakeldocument "Overijsselse kijk op Vergunningverlening en handhaving". Voor het vaststellen van de risico's is gebruik gemaakt van een risicomatrix, die is ontwikkeld door het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en aangepast op de situatie in Overijssel. In 2007 vindt een herziening van de risicomatrix plaats waarbij de mate van naleving naast de risico's meewegen. Bij een risicogeorienteerde aanpak spelen negatief effect en de kans dat een negatief effect optreedt een belangrijke rol. Risico = negatief effect X kans Aan het element"negatief effect', uit genoemde formule, zijn indicatoren verbonden, te weten: 1. schade aan fysieke veiligheid; 2. schade aan volksgezondheid; 3. schade aan milieu; 4. schade aan natuur; 5. financieel, economised, juridische schade; 6. bestuurlijke schade. De definities van deze indicatoren staan in bijlage 1. Elke van de genoemde indicatoren kent 4 gedefinieerde categorieen (in toenemende mate van ernst) en kan daarmee per indicator een score krijgen van 1 tot en met 4. Om de indicatoren (fysieke schade, schade aan volksgezondheid, enz.) voor het element "negatief effect' te beoordelen wordt uitgegaan van het volgende principe: als de provincie geen vergunning verleend of als preventieve en repressieve handhaving niet of nauwelijks plaats vindt, wat gaat er dan in een 'worst case scenario' mis. Hierbij dient binnen die gedefinieerde taak uit de risicomatrix te worden uitgegaan van een gemiddelde situatie, locatie dan wel inrichting. Met andere worden: wat kan per taakveld in een gemiddelde situatie maximaal misgaan als de provincie haar vergunningverlenings- of handhavingstaak niet (goed) uitvoert. Bij het element 'kans' gaat het om de kans dat een overtrading wordt begaan of de kans dat een inrichtinghouder maatregelen niet neemt. Meer specifiek: voor Vergunningverlening gaat het om de kans dat de inrichtinghouder al dan niet voorzieningen treft als voor deze inrichting of activiteit (nog) geen vergunning is verleend. Voor handhaving gaat het om het spontaan naleven van de vergunning, dus zonder dat er druk via preventieve en repressieve handhaving plaatsvindt. Voor de waardering van de kans wordt een categorisering toegepast waarbij het vertrekpunt is dat het element 'kans' in het overgrote deel van de gevallen gelijkluidend is, dat wil zeggen: het krijgt de waardering van 2 punten. Alleen als met een onderbouwing in uitzonderingsgevallen sprake is van een kleinere dan wel grotere kans wijkt ook de score af in respectievelijk 1 en 3 punten. Opgemerkt wordt nog dat hierbij voor handhaving uitgegaan wordt van een situatie waarbij men (in grate lijnen) beschikt over een adequate vergunning/ melding dan wel (rechtstreeks) uit de wet voortvloeiende normen/verplichtingen. Daarmee wordt aangesloten bij de maatschappelijke norm. De definities van de categorieen voor het element kans zijn eveneens opgenomen in bijlage 1.
8
Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
Het effect heeft bij zowel de Vergunningverlening als de handhaving dus betrekking op wat zou kunnen qebeuren en in welke ernst en omvang dit zou kunnen gebeuren. Bij kans gaat het om een inschatting of het daadwerkelilk zal qebeuren en in welke mate het zal gebeuren als de provincie aan het effect geen aandacht besteedt in de vergunning of de uitvoering van de handhaving. Het "risicogeorienteerd' werken biedt een afwegingskader voor een verantwoorde en zonodig eenheidsoverstijgende allocatie van de beschikbare schaarse mensuren op basis van bestuurlijke prioriteiten. Hoog geprioriteerde (risicovolle) activiteiten zijn leidend, zodat er sprake is van een verantwoorde allocatie van de beschikbare mensuren. Hoog geprioriteerde activiteiten worden op basis van een "maatwerkaanpak', met bijbehorende verhoogde 'uren bested ing', uitgevoerd. Activiteiten die lager zijn geprioriteerd lenen zich eerder voor een "standaardaanpak', met bijbehorende verlaagde "uren bested ing'. Hierbij dient de kanttekening te worden geplaatst dat de mate van standaardisatie afhangt van de van toepassingzijnde wet- en regelgeving. Bij het Jaarplan is aparte bijlage opgenomen met daarin een overzicht van de activiteiten die de provincie uitvoert op het gebied van Vergunningverlening en handhaving en de bijbehorende risico's. In deze bijlage is ook een overzicht opgenomen van de benodigde en beschikbare personele capaciteit. Voor een overzicht van de bijbehorende financiele en personele middelen wordt verwezen naar de Programma- en Productbegrating 2007 van de provincie Overijssel. Als het gaat om het uitoefenen van 'toezicht' komt deze systematiek tot uiting in het aantal essenties dat gecontroleerd kan worden en het uur dat beschikbaar is om de toezichtessenties te controleren. Op basis van ervaringen van andere jaren heeft de provincie een kwaliteitsslag gemaakt. Dit heeft ertoe geleid dat er niet meer wordt gewerkt met een bezoekfrequentie maar dat het toezicht plaats aan de hand van toezichtessenties (milieuaspecten waarop gecontroleerd gaat worden). Deze toezichtessenties zijn opgenomen in de toezichtplannen die voor iedere branche / activiteit zijn opgesteld. Bij de handhaving van de Wet milieubeheer is voor een bedrijf met een klein risico bijvoorbeeld minder dan 20 uur beschikbaar voor uitvoeren van controles, voor een bedrijf met een gemiddeld is tussen de 20 en 30 uur beschikbaar en voor een bedrijf met een groot risico is meer dan 30 uur beschikbaar. Bij de handhaving van de activiteiten op het gebied van water en bodem zal ook gewerkt worden met het toezicht op essenties echter hierin dient nog een ontwikkelingsslag plaats te vinden. Behalve bovenstaande verandering is er op basis van de ervaringen van andere jaren en de positieve beoordeling van de VROM-inspectie geen aanleiding geweest om de vergunningverlenings- en handhavingstaken op een andere wijze uit te gaan voeren.
2.2
Nalevingsstrategie De provincie heeft in 2006 een 'Nalevingstrategie1 opgesteld. Deze 'Nalevingstrategie' dient provinciebreed als paraplu voor alle mogelijke instrumenten die ertoe bijdragen dat het naleefgedrag wordt bevorderd en waarbij gedragsbemvloeding het primaat heeft. De nalevingsstrategie is bedoeld als nieuwe stijl van werken voor de hele provincie, passend in bewegingen als deregulering, ontbureaucratisering en cultuurverandering. De strategie geeft aan: • met welke nalevingsplichtigen (burgers, bedrijven en instellingen) de provincie te maken heeft, • wat de provincie van deze doelgroepen verwacht, ® wat de provincie kan doen om naleving te bevorderen, » hoe de provincie de komende jaren werkt aan het verbeteren van de naleving. De nalevingstrategie omvat een scala van instrumenten binnen de aandachtsvelden: beleid, communicatie, preventie en handhaving.
pijlers van de naleefstrategie Beleid is het proces waarin doeleinden en middelen worden bepaald en regels worden uitgevaardigd. Het maakt voor de naleving nogal verschil of het beleid al dan niet een breed draagvlak geniet. In het eerste geval mag een goede naleving worden verwacht, met incidentele uitzonderingen. In het tweede geval schiet de naleving over een brede lijn tekort en zal een aanzienlijke handhavingsinspanning nodig zijn om een acceptabel niveau te bereiken. Daarom is beleid cruciaal voor de naleving en omdat beleid cruciaal is, is ook het voeden van het beleid met praktijkervaringen cruciaal. Communicatie is in twee opzichten van belang. Ten eerste vanwege de voorlichtende rol: het verbreiden van beleid en van regelgeving. Alleen regels die bekend zijn kunnen worden nageleefd. Ten tweede vanwege de afschrikwekkende rol die communicatie kan vervullen: het bewust communiceren omtrent pakkans en sanctiekans teneinde potentiele overtreders tot naleving te bewegen. Preventie is naar verhouding goedkoper dan handhaven ("voorkomen is beter dan genezen"). Door preventieve maatregelen wordt het naleven vergemakkelijkt (advies, hulp, bonus) of het overtreden bemoeilijkt (extra technische of financiele drempels). Belangrijke vormen van preventie zijn zelfregulering en Vergunningverlening. Door middel van een vergunning wordt iemand 'toegelaten' tot het verrichten van bepaalde activiteiten, maar dan wel gereguleerd en onder voorwaarden. Voor vergunningverleners betekent deze manier van benaderen dat het bevorderen van een goede naleving centraal komt te staan. Handhaving is het sluitstuk van de instrumenten. Handhaving behelst het toezicht op naleving en het afdwingen van naleving. Handhaving is verhoudingsgewijs duur en zet de relatie tussen bestuur en burger nogal onder druk: het gaat uit van de "verticale" relatie gezag-onderdaan, terwijl naleving veel meer vertrekt vanuit een gelijkwaardige relatie. De nalevingsstrategie laat de bestaande instrumenten onverlet. De nalevingsstrategie is niet meer en niet minder dan een ordening van in te zetten instrumenten en maatregelen richting een nalevingspiichtige of een groep nalevingsplichtigen. Het geheel aan instrumenten vormt als het ware het palet waaruit in en specifieke situatie een of meer instrumenten kunnen worden gekozen. Het
10 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
ene instrument is niet beter of slechter dan het andere, maar kan wel in een specifieke situatie effectiever of efficienter zijn. De nalevingsstrategie is opgesteld door een deelprojectgroep met deelnemers van diverse intern betrokken afdelingen (WK, WB, EMT, LNL en BAOB). Daarnaast is gebruik gemaakt van een klankbordgroep van extern betrokkenen bestaande uit handhavingspartners, met wie de provincie de handhavingsstrategie is overeengekomen.
2.3
Vergunningverlening Definitie Onder het begrip Vergunningverlening verstaat de provincie Overijssel de verzameling van alle handelingen die zij verricht om milieuregels en -doelstellingen vast te leggen in adequate vergunningen1. Het gaat hierbij niet alleen om vergunningen voor bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer maar ook om bijvoorbeeld het behandelen van aanvragen voor ontheffingen van de provinciate verordening voor de fysieke leefomgeving bij het verrichten van activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden, het opstellen van beschikkingen in het kader van de Wet bodembescherming, het verlenen van vergunningen op basis van de Ontgrondingenwet of het verlenen van ontheffingen van de herplantplicht (Boswet). De provincie heeft als bestuursorgaan de verplichting om een aanvraag voor een vergunning in behandeling te nemen en te onderzoeken of eventueel, door het stellen van voorwaarden of beperkingen, een vergunning kan worden verleend. Doelstelling Vergunningverlening De provincie stelt zich ten doel op adequate wijze vergunningen te verlenen en wil hierin pro-actief zijn. Niet het afdwingen van maatregelen dient in het vergunningverleningsproces centraal te staan, maar het door de vergunninghouder, of -aanvrager nemen van zijn verantwoordelijkheid voor het bereiken van een duurzame samenleving. Dit met het doel de vergunninghouder of -aanvrager ertoe te bewegen zijn milieuprestatie te verbeteren en de mate van spontane naleving te vergroten. Zij zijn diegenen die de aanzet tot ontkoppeling van economische groei en milieuverontreiniging daadwerkelijk vorm kunnen geven. De provincie blijft de vergunninghouders wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid voor een goede naleving van milieuwet- en regelgeving. Hiervoor bespreekt bijvoorbeeld de provincie met de vergunninghouder de toezichtessenties waaraan een specifieke branche dient te voldoen.
2.4
Toezicht en handhaving Definitie Onder handhaving in brede zin verstaat de provincie activiteiten die wat betreft de aard uiteenvallen in de volgende onderdelen: » •
Preventieve handhaving: activiteiten ter bevordering van normconform gedrag zonder dat er vermoedens vooraf bestaan van een overtrading of een milieuhygienisch on verantwoorde situatie, zoals toezicht en voorlichting. Repressieve Handhaving: alle activiteiten die worden uitgevoerd naar aanleiding van handelingen in strijd met de milieuwet- en regelgeving of vergunningvoorschriften, zoals uitvoeren van hercontroles, uitvoering bestuursdwang etc.
De provincie heeft in beginsel de plicht tot handhaving. Illegale situaties kunnen slechts worden gedoogd na een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen. Daarvoor is dus een expliciete motivering vereist.
1
Daar waar in dit document sprake is van vergunningen worden begrippen als "toestemming", "ontheffing", e.d. daar mede onder begrepen.
Doelstelling en handhavingskader De visie van de provincie op het gebied van handhaving is transparante, gestructureerde en consequente aanpak om van norm-conform gedrag te bewerkstelligen. Toezicht en handhaving van milieuregelgeving is een onmisbaar instrument bij de realisatie van de milieudoelstellingen. Bij toezicht en handhaving betreft het de naleving van de Wet milieubeheer in het algemeen en de provinciate milieuvergunningen en de provinciate verordening fysieke leefomgeving in het bijzonder. In de handhaving treedt de provincie bestuursrechtelijk en of strafrechtelijk op tegen wettelijke en provinciate overtredingen conform de provinciaal vastgestelde "Handhavingsstrategie voor gecombineerde handhaving in de provincie Overijssel". Deze handhavingsstrategie is gebaseerd op de bestuursovereenkomst "Samenwerking milieuhandhaving Overijssel" die is aangegaan door de milieuhandhavingspartners, zoals gemeenten, waterschappen, politie en openbaar ministerie. De handhavingsstrategie beschrijft de wijze van de gezamenlijke bestuurs- en strafrechtelijke handhaving in geval van overtredingen. Daarin wordt verwezen naar het landelijke beleidskader inzake gedogen, waarin is opgenomen dat gedogen slechts in uitzonderingsgevallen aanvaardbaar is. De handhavingsstrategie geeft daarnaast aan hoe de provincie samenwerkt met haar handhavingspartners. De provincie Overijssel heeft verder, in Samenwerking met het Openbaar Ministerie, een "Handhavingsarrangement Openbaar Ministerie en provincie Overijssel" opgesteld. Dit arrangement is bestuurlijk bekrachtigd. Het arrangement is gericht op de handhaving van milieurecht en bevat afspraken tussen het OM en de provincie Overijssel. Het bevat concrete afspraken over capaciteit, aantallen, snelheid en modaliteit van afdoening. Daarnaast bevat het arrangement ook procedurele afspraken over onder meer de identificatie van kernbepalingen en de intake van strafzaken. De handhavingstaken In het kader van de nalevingsstrategie is de streefsituatie dat toezicht en handhaving bijdraagt aan een goede naleving van wet- en regelgeving. De activiteiten in het kader van toezicht en handhaving bestaan uit het meten van de naleving door middel van toezicht, uit het gericht controleren op overtredingen, uit het detecteren van overtredingen, uit het ongedaan maken van overtredingen en uit het sanctioneren. Met name het sanctioneren is omgeven door vele juridische waarborgen en procedures. Samenhangend met deze activiteiten zullen doelstellingen worden geformuleerd op de mate van naleving. Bij naleving in brede zin gaat het allereerst om de effectiviteit: leidt de inspanning tot het gewenste resultaat. Afhankelijk van de wijze waarop het resultaat is geformuleerd gaat het dan om de opgelegde straf, om het ongedaan maken van overtredingen en om de preventieve werking, zowel op individueel niveau (voorkomen van recidive) als op generiek niveau. Belangrijke aspecten van effectiviteit zijn de controlekans, de pakkans en de sanctiekans. De daartoe in te zetten instrumenten zijn de werkmethoden, de vakkennis en de benodigde vaardigheden. Daarnaast speelt de doelmatigheid van toezicht en handhaving een rol: gebeurt handhaving op een wijze die weinig lasten (bij de nalevingsplichtige) en kosten (bij de provincie) veroorzaakt. Belangrijke aspecten van doelmatigheid zijn selectiviteit en Samenwerking. Specifiek voor toezicht wordt gewerkt op basis van 'toezichtplannen'. In een toezichtplan wordt de link gelegd tussen de (milieu)risico's van bepaalde te controleren doelgroepen (bedrijven, aannemers enz.) en de wijze en thema's waarop de controles worden ingericht. In het toezichtsplan zijn ook de toezichtessenties vastgelegd. Dit zijn de milieu-aspecten waarop voor die specifieke branche of activiteit toezicht wordt gehouden. Het betreft die milieu-aspecten die tot de meest belangrijke milieu-effecten die kunnen leidden. Het toezichtplan is voor het toezicht, maar ook voor Vergunningverlening een hulpmiddel om gestructureerd te werken en de maatregelen af te stemmen op de aard van het bedrijf of de branche. Daarom kan het toezichtplan ook worden gebruikt voor Vergunningverlening en andere preventieve of communicatieve maatregelen. Uitvoering regietaak kwaliteit milieuhandhaving Al een reeks van jaren werken de handhavingsorganisaties (rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) aan de verbetering van de naleving van de milieuregelgeving. In dit kader zijn in 2002 afspraken tussen de ministeries van VROM, V&W en de koepels VNG, UvW en IPO gemaakt over het project "Professionalisering van de milieuhandhaving". Dat heeft geresulteerd in een stelsel van gezamenlijk ontwikkelde kwaliteitscriteria. Deze criteria zijn vastgelegd in het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer.
12 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
Gedeputeerde Staten en de Minister van VROM hebben, op basis van de Wet milieubeheer, de opdracht om ervoor te zorgen dat de uitvoering volgens de kwaliteitscriteria plaatsvindt. Om vast te stellen of de handhavingsorganisaties aan de kwaliteitseisen voldoen, zal de provincie in 2007 in ieder geval het volgende doen: • het beoordelen van de handhavingsprogramma's en jaarverslagen; • het uitvoeren van diepte-onderzoeken bij gemeenten en waterschappen; • het voeren van overleg met de VROM-inspectie. Wanneer blijkt dat een handhavingsorganisatie niet voldoet aan de kwaliteitscriteria, wordt de 'beleidsregel kwaliteit milieuhandhaving' toegepast. De beleidsregel beschrijft hoe de provincie de aanwijzingsbevoegdheid toepast. Daarbij gelden de volgende stappen: 1. het oordeel vaststellen dat niet aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, 2. het voeren van overleg met de handhavingsorganisatie en 3. bij onvoldoende resultaat, het geven van een aanwijzing.
2.5
Inhoudelijke en procesmatige kwaliteit De provincie Overijssel wil haar vergunningverlenings- en handhavingstaken op een adequate wijze uitvoeren. Het begrip 'adequaat1 heeft betrekking op zowel de Vergunningverlening en de handhaving zelf (inhoudelijke kwaliteit) als op de wijze (procesmatige kwaliteit) waarop deze taken worden uitgevoerd.
Inhoudelijke kwaliteit Bij de inhoudelijke kwaliteit is het van belang of de Vergunningverlening en handhaving voldoet aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, beleid en jurisprudentie (de beschikking is 'juridisch correct en volledig'). Daarnaast gaat het om meer algemene termen zoals de handhaafbaarheid van vergunningen en de leesbaarheid/begrijpelijkheid van formele documenten (zoals beschikkingen, rapportages en brieven). Tenslotte wordt de inhoudelijke kwaliteit van het toezicht gegarandeerd op basis van een aantal rand voorwaarden zoals opleidingsniveau en voldoende hulpmiddelen. De verschillende toezichthouders dienen afhankelijk van hun specifieke kerntaak/taakveld een bepaald toegesneden opleidingsniveau te hebben. Daarnaast dient er sprake te zijn van voldoende hulpmiddelen (meetapparatuur e.d.) en voorbereiding- en uitvoeringstijd. In het kwaliteitszorgsysteem zijn hiertoe specifieke procedures opgenomen.
Procesmatige kwaliteit De procesmatige kwaliteit is gerelateerd aan procesnormen. Hierbij gaat het ondermeer om het voldoen aan wettelijke termijnen2, doorlooptijden en klanttevredenheid of andere vereisten zoals het 'aanschrijven' van belanghebbenden of wettelijke adviseurs (bijv. op basis van de Algemene wet bestuursrecht). Niet-wettelijke, procedurele aspecten spelen een rol als er sprake is van klantgevoelige diensten. Telefonische bereikbaarheid of de responstermijn in geval van correspondentie is hierbij van belang ('servicenormen')3. Voor de uitvoering van het gehele taakveld Vergunningverlening en handhaving is er sprake van een ISO-gecertificeerd (NEN-EN-ISO 9001:2000) werkproces. Bij het werken volgens ISOgecertificeerde werkprocessen wordt uitgegaan van de gangbare, wettelijke behandeltermijnen. Daarnaast faciliteert een gecertificeerd werkproces een eenduidige en consistente manier van werken. In enkele door PS vastgestelde moties komt de procesmatige kwaliteit van met name "klantgevoelige" werkzaamheden nadrukkelijk aan bod. Er is een aanpak ontwikkeld hoe GS in 2006, concernbreed, meer expliciet wil gaan sturen en monitoren op het behalen van wettelijke termijnen. Hiervoor zijn prestatie-indicatoren ontwikkeld. Verder is vanaf 1 juli 2006 'leanproductie' ingevoerd bij Vergunningverlening Wet milieubeheer.
2 3
Dit element is gerelateerd aan de PS-motie 'Overijssel op tijd' van 22 juni 2005. Dit element is gerelateerd aan de PS-motie cTijd voor kwaliteit' van 22 juni 2005.
De klant centraal
Het huidige overheidsdenken, zo ook van de provincie Overijssel, gaat uit van de gedachte: 'de "klant" staat centraal'. In de Perspectiefnota 2007 en de Prog ram ma beg rating 2007 staat daarom dat beter op de behoefte van de klant moet worden ingespeeld. Burgers en bedrijfsleven verwachten een hoge kwaliteit van (elektronische) dienstverlening, betrouwbaar toezicht en handhaving. Het perspectief'De klant centraal' wordt hierna uitgewerkt in de taakgebieden 'communicatie en informatievoorziening', 'meldpunt Overijssel', verbeteren kwaliteit van de dienstverlening1, 'ontwikkelingen random de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht1 en 'de omgeving centraal'.
3.1
Communicatie en informatievoorziening Communicatiestrategie en communicatieplan Wij richten onze inzet op transparante en heldere communicatie. Zo is recent een Communicatiestrategie en communicatieplan vastgesteld ter bevordering van de naleving van provinciate regelgeving. Een nevendoel van het communicatieplan is draagvlak creeren in de samenleving voor beleid en regels die een gezonde en veilige leefomgeving beogen. Communicatie beperkt zich daarbij niet tot de handhaving; door communicatie in het zetten aan het begin van de keten (al bij het vooroverleg) zal het rendement grater worden omdat de regels en de naleving dan eerder als vanzelfsprekend zullen worden beschouwd. Communicatie kan zich richten op 1. overdracht van kennis: kennisoverdracht is met name zinvol als verwacht mag worden dat de overtreder wel bereid is zich aan de regels te houden, maar dat nu (nog) niet doet omdat hij/zij niet weet aan welke regels of voorschriften hij/zij zich te houden heeft of de procedure daarvoor niet kent; 2.
stimuleren van de gewenste houding: stimuleren/motiveren is aan de orde als de overtreder wel op de hoogte is van regels, procedures en voorschriften maar daarvan het belang of nut niet voldoende inziet. Communicatie richt zich dan op verduidelijking van de noodzaak en het belang van de regels (bescherming milieu, veiligheid) en over de wijze waarop die gehandhaafd worden.;
3. gedragsverandering: het uiteindelijke doel van vrijwel alle communicatie is gedragsverandering. Helaas leiden de juiste kennis en een positieve houding nog niet altijd tot het gewenste (naleef)gedrag. Er kunnen andere, zwaarder wegende redenen of belangen zijn die maken dat iemand zich toch niet aan de regels houdt. Dan helpt communicatie alleen vaak niet meer en zijn aanvullende middelen nodig, zoals sancties. Het communicatieplan gaat uit van 4 doelgroepen, namelijk: a. nalevers; b. overtreders met gebrek aan kennis; c. overtreders met gebrek aan motivatie; d. bewuste overtreders. In de nalevingsstrategie (zie paragraaf 2.2) is hieraan nog een vijfde doelgroep toegevoegd te weten de 'omgeving1. Elke doelgroep heeft zijn specifieke benadering. De boodschap die wij als bevoegd gezag willen uitdragen is verschillend en daarmee ook de in te zetten communicatiemiddelen. Per doelgroep wordt een aparte communicatielijn gehanteerd waarbij diverse communicatie-instrumenten kunnen worden ingezet zoals:
14 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
• • • •
face to face media: directe communicatie tussen een nalevingsplichtige een provinciaal ambtenaar of bestuurder correspondentie: alle schriftelijke contacten tussen een nalevingsplichtige een provinciaal ambtenaar of bestuurder gedrukte media: allerlei vormen van folders en brochures elektronische media: zoals regionale TV en een website
Concrete acties op het gebied van communicatie in 2007 zijn onder andere: • het doorlichten van standaardbrieven om na te gaan in hoeverre deze voldoende informatie verschaffen aan bedrijven; « het tussen de oren krijgen van het belang van communicatie bij toezichthouders; • Voor de meest voorkomende milieuthema's wordt een informatieblad vervaardigd, waarin de relevante voorschriften worden uitgelegd en verklaard. Het informatieblad wordt onder meer overhandigd bij een milieucontrole; • meedraaien in Seph project om gezamenlijk met de handhavingspartners een catalogus te maken; • het organiseren van een communicatiebijeenkomst waarbij communicatiedeskundigen nadenken over communicatie op het gebied van naleving; • het toevoegen van een nalevinggedachte aan toezichtplannen; « het uitdragen van de resultaten van 'Lean Production' door middel van het opstellen van een artikel; • Het opstellen van een persbericht en het organiseren van een voorlichtingsavond in het kader van de vergunningaanvraag van het bedrijf Twence; • bekend maken van het toetsingskader door het organiseren van bijeenkomsten om knelpunten bij bedrijven in beeld te krijgen en het plaatsen van het toetsingskader op internet; • het organiseren van werkbezoeken door de Gedeputeerde bij een aantal bedrijven.
ICT-ontwi kkel i ngen De provincie heeft het voornemen om een nieuw informatiesysteem in te voeren dat het mogelijk maakt om de digitate dienstverlening verder te verbeteren. Aanvragers kunnen dan online een vergunningaanvraag in dienen. De administratieve lasten worden daarbij fors verminderd, onder meer door koppelingen met basisregistraties van andere overheden zodat gegevens nog maar een keer aan de overheid hoeven te worden verstrekt. Op basis van de digitate aanvraag rait uit het systeem een basisvergunning die zonodig alleen nog voor de specifieke situatie aanpassing behoeft. Dat geeft aanvragers direct een goede indruk van de (on)mogelijkheden. Bovendien is de verwachting dat de behandelingstermijn hierdoor verder kan worden teruggebracht. Burgers en bedrijven kunnen in het nieuwe digitate loket daarnaast allerlei milieu-informatie vinden zoals statistische gegevens over de toestand van het milieu in Overijssel, een overzicht van de verleende vergunningen en specifieke informatie over een inrichting bij hun in de buurt. In Overijssel is een Checklist op Maat ontwikkeld, waarmee je als bedrijf snel kunt bepalen welke milieuregelgeving van toepassing is. Dit project is een initiatief in het kader van de Samenwerking van de provincie Overijssel met het bedrijfsleven (milieucommissie Kamers van Koophandel). De volgende partijen hebben hieraan meegewerkt: Regio IJssel-Vecht, Samenwerking milieuhandhaving Overijssel (SEPH), Kamers van Koophandel Overijssel, VNO/NCW Midden, Milieunetwerk Overijssel en BMD Oost. De Checklist op Maat is van toepassing op veel bedrijven die onder een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vallen. Het betreft de volgende categorieen bedrijven: bouw- en hout bedrijven, detailhandel- en ambachtsbedrijven, horeca-, sport-, en recreatie-inrichtingen, inrichtingen voor motorvoertuigenbedrijven, opslag- en transportedrijven, tandartsenpraktijken, textielreinigingsbedrijven, woon- en verblijfsgebouwen en tankstations. Aan de hand van deze checklist en diverse hulpkaarten kunnen ondernemers op een eenvoudige en duidelijke manier hun bedrijf doorlopen om te zien of er aan de gestelde milieuvoorschriften wordt voldaan. De controlerende milieuhandhaver gebruikt dezelfde checklist en dat schept alleen maar duidelijkheid en uniformiteit in de handhaving.
3.2
Meldpunt Overijssel Het Meldpunt Overijssel is het loket waar burgers en bedrijven overlast kunnen melden. Het Meldpunt kan daarnaast gebeld worden voor milieu-informatie en het melden van onveilige situaties. Bedrijven die een milieuvergunning hebben van de Provincie Overijssel zijn verplicht ongewone voorvallen te melden bij het Meldpunt Overijssel. Het Meldpunt heeft daardoor een belangrijke rol bij net verkrijgen van inzicht in welke bedrijven veel milieuklachten veroorzaken en aan welke milieuthema's dit is gerelateerd. Op basis van deze klachten kunnen gerichte handhavingacties plaatsvinden. Het Meldpunt Overijssel heette voorheen Milieupunt Overijssel (voor 1 juli 2006), de naam is gewijzigd omdat de functie is verbreed. Het Meldpunt is nu het meldpunt voor drie eenheden binnen de provincie: eenheid Economie, Milieu en Toerisme (EMT), eenheid Water en Bodem (WB) en eenheid Wegen en Kanalen (WK). Voor de eenheid WB neemt het Meldpunt al meer dan 2 jaar meldingen ongewone voorvallen wet Bodembescherming in ontvangst, zoals lekkage van olie in de berm door verkeersongevallen. Het indienen van klachten, vragen en meldingen kan telefonisch, per fax, schriftelijk en digitaal (er is een digitaal formulier voor milieuklachten, milieu-informatie en ongewone voorvallen). Alleen telefonisch is het Meldpunt 24 uur per dag 7 dagen per week bereikbaar. Digitate en schriftelijke meldingen worden tijdens kantoortijd afgehandeld. Het Meldpunt Overijssel zorgt ervoor dat klachten, vragen of meldingen zo snel mogelijk bij de juiste instantie zijn, dat kan de provincie zijn, maar ook de gemeente, de politic of het waterschap. Er is nu een nummer voor alle meldingen op het gebied van milieu (geluid, stank, water en bodem) en verkeersveiligheid binnen de provincie Overijssel. Het meldpunt is telefonisch te bereiken 24 uur per dag 7 dagen per week, tel. (038) 425 24 23. Voor meer informatie zie www.overilssel.nl/milieu/meldpunt overilssel.
3.3
Verbeteren kwaliteit van de dienstverlening De provincie Overijssel zet in 2007 een aantal belangrijke stappen om de kwaliteit van de dienstverlening verder te verbeteren en de efficiency te vergroten. Uitgangspunt is het kwaliteitshandvest dat eind 2006 samen met burgers, bedrijfsleven en medeoverheden is opgesteld. In het handvest zijn afspraken opgenomen over dienstverlening, bijvoorbeeld over beslistermijnen, e-dienstverlening en telefonische bereikbaarheid. Als de normen worden overschreden dan is de provincie daarop aanspreekbaar, bij overschrijding van de beslistermijn zelfs in de vorm van een dwangsom. Op het gebied van milieuvergunningen is in 2006 het project Herijking uitvoeringsbeleid uitgevoerd. De relevante wet- en regelgeving voor Vergunningverlening is gebundeld en gedereguleerd. Na vaststelling door GS wordt het, onder andere via internet, ter beschikking gesteld aan het bedrijfsleven en haar adviseurs. Doelstelling van deze activiteit is het versnellen van procedures en het terugdringen van administratieve lasten. Op 4 oktober 2006 zijn de voorlopige resultaten van het project Herijking uitvoeringsbeleid onderwerp van bespreking geweest tijdens een workshop met het bedrijfsleven. De resultaten hiervan zullen meegenomen worden bij de afronding van het project.
3.4
Ontwikkelingen rondom WABO Met het in werking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (ook wel Wabo genoemd) per 1 januari 2008 maken verschillende vergunningen (maar ook ontheffingen en andere toestemmingsvereisten) voor wonen, ruimte en milieu plaats voor een integrate omgevingsvergunning . Met de invoering van deze Omgevingsvergunning moet de dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. In plaats van verschillende vergunningen, procedures en loketten is er sprake van een integrate vergunning, een loket, een bevoegd gezag en een
16 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
handhavende instantie. De afgelopen periode heeft de provincie Overijssel een succesvolle pilot (Koninklijke Ten Cate te Nijverdal) afgesloten waarbij praktijkervaring is opgedaan met het gedachtegoed van de nieuwe Wabo. De pilot is een in een serie pilots die in heel Nederland zijn uitgevoerd en waarin steeds andere aspecten centraal staan. De resultaten worden verwerkt in een handreiking die voortdurend in ontwikkeling is. In de handreiking zijn er handvatten voor het klanten aan-vraagprofiel, vergunningmanagement, handhavingsmanagement, front- en backoffice, ICT en de omgevingsvergunning, en het veranderproces. In 2007 zal de WABO binnen de provincie worden geTmptementeerd. Dit betekent dat in overleg met de gemeenten en waterschappen moet worden bekeken of dienstverleningsovereenkomsten worden aangegaan en de interne organisatie wordt voorbereid op de een-loketfunctie (inclusief slimme ICTtoepassingen) en projectgericht werken.
3.5
Omgeving centraal Provinciaal omgevingsplan In 2008/2009 zijn het streekplan, het milieubeleidsplan en het waterhuishoudingplan aan vervanging toe. Thema's als duurzaamheid, water als inspiratie, ruimtelijke kwaliteit, plattelandsvitalisering, ontwikkelingsplanologie en uitvoeringsgerichtheid vragen om nieuw beleid. Het beleid moet ook worden herzien omdat wetgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water wijzigt. En ook veranderingen in het beleid van hogere overheden hebben gevolgen voor onze plannen. De herziening van de plannen zal naar verwachting gaan plaats vinden in de vorm van een Provinciaal Omgevingsplan (POP). In het POP wordt tevens het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan gemtegreerd. GS hebben begin 2006 opdracht gegeven een startnotitie te schrijven voor de voorbereiding van een POP. Centraal staat de vraag waarom een dergelijk plan moet worden gemaakt en wat daarmee kan worden bereikt. In de startnotitie wordt stilgestaan bij de ervaringen met de huidige plannen, de veranderingen in het wettelijk kader en de betekenis die een Provinciaal Omgevingsplan in verband daarmee zal hebben. Verder wordt er een voorstel gedaan over belangrijke vraagstukken en thema's waarop de herziening zich zal richten en het proces. Naar verwachting nemen Provinciate Staten eind 2006 een besluit over het POP aan de hand van de startnotitie. Risicokaart De provincie Overijssel beschikt net zoals de andere provincies in Nederland over een risicokaart. De risicokaart is een plattegrond met informatie over locaties van mogelijke risico's. Op de kaart staan meerdere soorten risico's, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grate branden of verstoring van de open bare orde. De Risicokaart Overijssel is sinds 31 maart 2005 voor iedereen beschikbaar op internet. De kaart kan direct worden benaderd via risicokaart.overijssel.nl of via de sites van gemeenten, regio's en de landelijke portal www.risicokaart.nl. Er is ook een risicokaart voor professionele gebruikers in ontwikkeling voor o.a. gemeenten, hulpverleningsdiensten en andere overheidsorganisaties. Het doel van de risicokaart is het inzichtelijk maken van de risico's in de woon- en leefomgeving. Daarnaast biedt de risicokaart informatie voor beleids- en besluitvormingsprocessen. De risicokaart is een grate verzameling (databank) van informatie die via een geografische ondergrond op internet getoond wordt. Alle verzamelde informatie komt beschikbaar voor overheidsorganisaties. Een deel daarvan wordt getoond aan de burger, dit betreft altijd openbare informatie. IPO project "Gezondheid en milieu" IPO heeft voor het thema 'Gezondheid en Milieu1 een projecten geformuleerd: 'Inventarisatie en prioritering milieugerelateerde gezondheidsproblemen1. Het doel is om inzicht te krijgen in de samenhang tussen milieuproblemen en de effecten daarvan op de gezondheid, inzicht in de beinvloedingsmogelijkheden die de provincies hebben, en om te komen tot een nadere prioriteitstelling op basis van het beoordelingskader Gezondheid en Milieu van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De provincie Overijssel is in het kader van dit project bezig met een inventarisatie van de gezondheidsgevolgen door milieubelasting. Dit zal waarschijnlijk resulteren in een uitbreiding van de risicokaart met de aspecten geur, geluid, externe veiligheid en luchtkwaliteit.
4
Aandacht voor bedrijven en milieu
De provincie heeft een vergunningverlenende en handhavende taak in het kader van de Wet milieubeheer. De provincie is bevoegde gezag voor ongeveer 325 bedrijven. Deze bedrijven zijn onderverdeeld in 15 branches. Op grand van de Wet milieubeheer worden meerdere activiteiten ondernomen. In het oog springende activiteiten zijn de milieuvergunningverlening en de uitvoering van Algemene maatregelen van bestuur op basis van de Wet milieubeheer, zoals het Besluit risico's zware ongevallen, Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, het Vuurwerkbesluit4, Nederlandse Emissie Autoriteit-audits, het Registerbesluit5 en de digitate provinciate risicokaart. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het beoordelen van kennisgevingen, bedrijfsmilieuplannen, milieueffectrapportages en energierapportages. Hierna wordt aangeven wat de doelstellingen zijn op het gebied van Vergunningverlening en handhaving Wet milieubeheer.
4.1
Vergunningverlening Door een branchegerichte aanpak is er beter zicht op ontwikkelingen binnen branches en kan hier tijdig op ingespeeld worden. Zo kennen bedrijven in de afvalsector een hogere dynamiek vanwege de tijdelijkheid van vergunningen en markteconomische ontwikkelingen in die branche. De inspanningen van het team Vergunningverlening milieubeheer zijn gericht op het behandelen van de aanvragen om een milieuvergunning, de afhandeling van meldingen en ontheffingsverzoeken en het doorvoeren van ambtshalve wijzigingen in de vergunningen. Daarnaast behoort het tot de taak van het team om veiligheids- en energierapporten op basis van de Wet milieubeheer te beoordelen. Doelstellinqen De hoofddoelstelling is: "Adequate Vergunningverlening voor bedrijven en evenementen waar de provincie verantwoordelijk voor is." Onder adequate Vergunningverlening verstaat de provincie actuele vergunningen (dat wil zeggen vergunningen waarin actuele normstelling is verwerkt) en een tijdige Vergunningverlening (vergunning verleend binnen de wettelijke termijn). Subdoelstellingen en operationalisering doelstelling voor Vergunningverlening: • In 2007 beschikt 80% van alle bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is over een actuele milieuvergunning. • In 2007 beschikt 100% van alle risicobedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is over een actuele milieuvergunning op het gebied van veiligheid. • In 2007 is 100% van het aantal beschikkingen op het gebied van het vuurwerkbesluit binnen de wettelijke termijn afgegeven. In 2007 is 70% van het aantal beschikkingen op het gebied van de Wet milieubeheer binnen de wettelijke termijn afgegeven. Om vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen af te handelen, worden de processen verbeterd. Hiertoe is per 1 juli 2006 een vernieuwing doorgevoerd (lean production) in het proces van Vergunningverlening. Daarnaast wordt in 2007 gewerkt volgens een modulaire opbouw van vergunningen, met een eenvoudiger raamwerk voor de inhoudelijke toets en nieuwe standaarden.
4
Onder andere de afgifte (jaarlijks terugkerend) van ontbrandingstoestemmingen en de behandeling van verzoeken om toepassing- en opslagvergunningen. 5 Het vullen en onderhouden van het risicoregister.
18 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
4.2
Handhaving Bij de uitvoering van het toezicht wordt risico gerelateerd gewerkt. Dit komt tot uiting in het aantal te besteden uren per branche waardoor branches met een hoog risico intensiever gecontroleerd worden dan de branches met een gemiddeld risico, die op hun buurt weer meer 'controletijd' krijgen dan de branches met klein of zeer klein risico. Daarnaast komt dit tot uiting door het risicogerelateerde toezicht binnen de inrichtingen. Een toezichtcontrole zal zich primair richten op van te voren gedefinieerde risicogebieden (toezichtessenties) binnen de branche of de inrichting. Actuele ontwikkelingen kunnen een belangrijke rol spelen in herijking van de prioritering. In de handhaving treedt de provincie bestuursrechtelijk en of strafrechtelijk op tegen overtredingen conform de provinciaal vastgestelde handhavingsstrategie. Doelstellinqen De hoofddoelstelling is: "Consequent en stringent toezicht en handhaving om normconform gedrag te bewerkstelligen." Subdoelstellingen en operationalisering doelstelling voor handhaving: • In 2007 wordt iedere toezichtsessentie zoals aangewezen in de toezichtplannen gecontroleerd. • In 2007 worden, bij een geconstateerde overtrading, alle beslissingen genomen conform de provinciate handhavingsstrategie. • In 2007 is 80% van de handhavingswaarschuwingen binnen 3 weken na de datum van het controlebezoek uitgegaan • In 2007 is 80% van de handhavingsbeschikkingen binnen 4 weken na ontvangst van de zienswijze (dan wel na afloop van de termijn van de zienswijze) uitgegaan.
Aandacht voor water en bodem
Het Onderhandelingsakkoord spreekt over "leefkwaliteit als kernwaarde'. Een gezonde en veilige leefomgeving is een basisvoorwaarde voor de leefkwaliteit. Dit raakt ons als provincie op een aantal dossiers (water, bodem en natuur). Wij dragen bij aan een gezonde leefomgeving door te stimuleren en te reguleren. Zo stimuleren we onder andere om de bodem schoner te krijgen door het saneren of beheersen van aanwezige bodemverontreiniging uit het verleden. Wij richten ons op verbetering van de kwaliteit van de grand en het oppervlaktewater en het weer geschikt maken voor gebruik van verontreinigde terreinen. Daarnaast willen wij de kwaliteit van het grondwater beschermen. In dit hoofdstuk wordt aangeven wat de doelstellingen zijn voor Vergunningverlening en handhaving op het gebied van grand- en oppervlaktewater, bodem en ontgrondingen.
5.1
Grond- en oppervlaktewater Grondwaterbescherming Ontheffinqverleninq De provincie is belast met het behandelen van aanvragen voor ontheffingen van de Verordening voor de fysieke leefomgeving (VFLO). Het gaat hier om ontheffingen voor grootschalige activiteiten binnen grondwaterbeschermingsgebieden. Ontheffingen worden beoordeeld op de gevolgen voor de kwaliteit van het grondwater. Voorschriften worden gesteld ter voorkoming van verontreiniging van het grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning voor menselijke consumptie. Preventieve handhavinq De provincie is belast met de preventieve handhaving van de ontheffingvoorschriften. Dit draagt bij aan het voorkomen van verontreiniging van het grondwater bestemd voor de drinkwatervoorziening. Doelstellinqen De hoofddoelstelling is:"Een duurzaam watersysteem." Subdoelstellingen zijn: « Een grondwaterkwaliteit voor menselijke consumptie die voldoet aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water. • Het voorkomen van grondwaterverontreiniging door het opleggen van preventieve beschermingsmaatregelen bij de uitvoering van risicovolle activiteiten. Operationalisering doelstelling voor ontheffingverlening: • In 2007 worden 8 ontheffingen verstrekt op grand van de VFLO; • In 2007 is 100% van het aantal beschikkingen afgegeven binnen de wettelijke termijn. Operationalisering doelstelling handhaving: « In 2007 vinden 24 controles plaats met betrekking tot verleende ontheffingen. « In 2007 vinden 20 controles plaats met betrekking tot meldingen. « In 2007 vinden 30 controles plaats met betrekking tot illegaliteiten.
20 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
Grondwaterwet De provincie is zowel beleidsmatig als uitvoerend verantwoordelijk voor het grondwaterbeheer, dat twee delen omvat: het kwantitatieve beheer van de grondwatervoorraad en de kwalitatieve bescherming van de grondwatervoorraad voor menselijke consumptie. De provincie is op grand van de Grondwaterwet belast met het kwantitatieve beheer van het grondwater. Deze taak wordt voor een deel uitgevoerd door de waterschappen. De provincie let daarbij op het voorkomen en/of beperken van negatieve gevolgen van grondwaterwinningen. Vanaf 1-1-2007 zijn de waterschappen in Overijssel (via delegatie) verantwoordelijk voor een groot deel van de Vergunningverlening en handhaving van het kwantitatieve grondwaterbeheer. De provincie blijft verantwoordelijk voor beleid en regelgeving en voor de Vergunningverlening en handhaving voor grondwateronttrekkingen die gericht zijn op drinkwaterproductie, energieopslag en grotere industriele onttrekkingen (>500.000 m3/jr). Wij willen dat zuinig met grondwater wordt omgesprongen, dat wil zeggen dat minimale schade wordt toegebracht aan de omgeving en dat het gebruik beperkt blijft tot hoogwaardige benutting. Doelstellinqen De hoofddoelstelling is:"Een duurzaam watersysteem." De subdoelstelling is: Onttrekking van grondwater beperken tot hoogwaardige benutting. Operationalisering doelstelling voor Vergunningverlening: • In de periode 2005-20078 worden alle drinkwaterwinvergunningen geactualiseerd aan de hand van een nader vast te stellen programma. • In 2007 vindt besluitvorming plaats over MER Mander, MER Wierden en MER Engelse Werk. • In 2007 wordt de overdracht van delen van het grondwaterbeheer aan de waterschappen afgerond en adviseert en ondersteunt de provincie de waterschappen in hun rol als bevoegd gezag. • In 2007 worden 20 adviezen gegeven en geeft de provincie voorlichting aan (potentiele) grandwateronttrekkers over hun waterwinning. Dit resulteert in 10 besluiten op vergunningsaanvragen. • In 2007 beantwoordt de provincie 20 vragen aan de hand van het openbare grandwaterregister; • De provincie int heffingen in het kader van de Grondwaterwet. Dit resulteert in het registreren van de onttrokken hoeveelheden grondwater; het innen van de grondwaterheffing. • De provincie verzorgt het onderhoud en het gegevensbeheer van het Gondwaterregister. • De provincie verzorgt het onderhoud en het gegevensbeheer van het Grondwaterstandmeetnet. • In 2007 stelt de provincie 3 adviezen op met betrekking tot schade als gevolg van waterwinningen. » In 2007 is 100% van het aantal beschikkingen afgegeven binnen de wettelijke termijn. Operationalisering doelstelling voor handhaving: • Het opstellen van 10 bezoekrapporten naar aanleiding van de controle van grondwaterwinningen. • In 2007 worden, bij een geconstateerde overtreding, alle beslissingen genomen conform de provinciate handhavingsstrategie. • In 2007 is 80% van de handhavingswaarschuwingen binnen 3 weken na de datum van het controlebezoek uitgegaan • In 2007 is 80% van de handhavingsbeschikkingen binnen 4 weken na ontvangst van de zienswijze (dan wel na afloop van de termijn van de zienswijze) uitgegaan. Wet Hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden De provincie is verantwoordelijk voor en bevoegd toe te zien op een veilig en hygienisch gebruik van plaatsen waar regelmatig gezwommen wordt ingevolge de Wet hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz). Dit betreft zowel het zwemmen in zwembaden (circulatiebaden) alsook het zwemmen in oppervlaktewater (meren en kolken/plassen). Gebruikers van in de Overijssel gelegen badinrichtingen en zwemgelegenheden verwachten in toenemende mate, naast geborgde kwaliteitsaspecten (veiligheid en hygiene), hoogwaardige en kwalitatieve zwemvoorzieningen. Dit vraagt behalve een actieve opstelling van de provincie op het gebied van ontheffingverlening en handhaving ook een actieve behandeling van klachten en
meldingen. De provincie wil ook een actieve bijdrage leveren waar het gaat om (innovatieve) ontwikkelingen op dit gebied. Ontheffinqverleninq In de Whvbz en het daarbij behorende besluit (Bhvbz) en regelingen zijn de regels opgenomen waaraan badinrichtingen en zwemgelegenheden moeten voldoen. De Whvbz geeft de provincie de bevoegdheid ontheffingen te verlenen op in de Whvbz vastgelegde voorschriften en daaruit voortvloeiende regelingen. Uitgangspunt is het naleven van de gestelde regels. De provincie heeft een (wettelijke) toetsende taak bij onder meer nieuwbouw en renovaties van badinrichtingen. Handhavinq In de Whvbz en het daarbij behorende besluit (Bhvbz) en regelingen zijn de regels opgenomen waaraan badinrichtingen en zwemgelegenheden moeten voldoen. De Whvbz geeft de provincie de bevoegdheid tot het bestuursrechtelijk handhaven van deze wet- en regelgeving. Doelstellinqen De hoofddoelstelling is: "Het bevorderen van veilig en hygienisch zwemmen in badinrichtingen en zwemgelegenheden als bedoeld in de Whvbz". Operationalisering doelstelling voor Vergunningverlening: « Ontheffingen kunnen worden verleend om lacunes, waarin de huidige wetgeving nog niet heeft voorzien, op te vangen. Dit dient op een zodanige wijze te worden ingevuld dat er sprake is van een legate en handhaafbare situatie. « Acceptatie van nieuwbouw- en renovatieplannen van badinrichtingen is slechts mogelijk indien er geen ontheffing van enig voorschrift verleend moet worden. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal ontheffing worden verleend. • De provincie ziet toe op veiligheid en hygiene van het zwemwater ingevolge de Whvbz. • In 2007 worden circa 10 aanvragen om ontheffingen behandeld. • In 2007 geeft de provincie 15 adviezen over nieuwe en revisie van installaties • In 2007 geeft de provincie 160 adviezen over handhavingsbesluiten • In 2007 is 100% van het aantal beschikkingen afgegeven binnen de wettelijke termijn. Operationalisering doelstelling voor handhaving: • Overtredingen worden zo snel als noodzakelijk beeindigd. Alle badinrichtingen dienen hiertoe minimaal eenmaal per jaar te worden bezocht. • In 2007 dient 60% van de zwembaden bij de eerste inspectie te voldoen aan de wettelijke eisen. • In 2007 geeft de provincie 15 adviezen over de revisie van installaties. « In 2007 worden, bij een geconstateerde overtreding, alle beslissingen genomen conform de provinciate handhavingsstrategie. • In 2007 is 80% van de handhavingswaarschuwingen binnen 3 weken na de datum van het controlebezoek uitgegaan « In 2007 is 80% van de handhavingsbeschikkingen binnen 4 weken na ontvangst van de zienswijze (dan wel na afloop van de termijn van de zienswijze) uitgegaan.
5.2
Bodemsanering Verqunningverleninq De provincie en enkele grate gemeenten zijn in het kader van de Wet bodembescherming aangewezen als de instances die de bodemverontreiniging aan moeten pakken. Zij voeren zelf bodemonderzoeken en bodemsaneringen uit en beoordelen nader onderzoeken, plannen en saneringen die door anderen (bedrijven, particulieren en gemeenten) worden uitgevoerd. De provincie werkt bijvoorbeeld aan de sanering van het Olasfa terrein in Olst. Nu meerdere instanties bevoegd gezag zijn in het kader van de Wet bodembescherming en ook kleinere gemeenten in het kader van ISV zelf bodemsaneringen uitvoeren, heeft de provincie een belangrijke rol in het afstemmen van beleid en uitvoering. In het bodembeleidsplan kunt u nalezen hoe provincie en gemeenten invulling geven aan het bodemsaneringsbeleid en welke rol zij daarbij hebben.
22 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
Handhavinq De provincie is in het kader van de Wet bodembescherming belast met een systematische en adequate (preventieve) handhaving met betrekking tot de naleving van voorschriften, gesteld in een beschikking op een saneringsplan en het saneren zonder beschikking. Preventieve handhaving draagt bij aan het beperken van de risico's voor de volksgezondheid, ecologie en verspreiding van verontreiniging door het grondwater. Hierbij gaat het vooral om het toezicht op water- en bodemsaneringen door derden (bedrijven, particulieren, gemeenten en waterschappen), toezicht op saneringen die door de provincie zelf worden uitgevoerd en het toezicht op de grondstromen. Met betrekking tot de saneringen waarvoor de provincie zelf opdracht verstrekt is in ieder geval gekozen voor een nadrukkelijke "functiescheiding" van de verschillende taken. Tevens is de provincie belast met het toezicht en optreden in geval van 'ongewone voorvallen' die bodem en grondwater bedreigen. Daarnaast vindt in het kader van de preventieve handhaving coordinerende werkzaamheden plaatst, waaronder zijn te verstaan, het overleg met andere bij de handhaving betrokken disciplines, in het bijzonder de milieudiensten van de politie Dsselland en Twente. Doelstellinqen De hoofddoelstelling Is:"Het verminderen van milieubelasting en risico's voor volksgezondheid door wegnemen (water) bodem verontreiniging." Subdoelstellingen zijn: • Beheersen en saneren van alle bekende ernstige (water)bodemverontreinigingen voor 2030. • Het wegnemen van asbestverontreinigingen in de wegen en op woonlocaties voor een veilige en gezonde leefomgeving. • Het beperken van het milieu-nadeel dat optreedt als gevolg van ongewone voorvallen in de zin van de Wet bodembescherming. Operationalisering doelstelling voor Vergunningverlening: • De beschikkingen op nader onderzoek, saneringsplan, evaluaties en nazorgplannen worden verleend binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen. • Ontheffingen op grand van artikel 63i Wet bodembescherming worden verleend binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen. • Procedures rand standaardsaneringen zijn via een meldingstelsel vereenvoudigd en versneld (BUS). De meldingen worden binnen de daarvoor geldende wettelijke termijn getoetst aan de BUS. Hiervoor worden geen beschikkingen afgegeven. « In 2007 is 100% van het aantal beschikkingen afgegeven binnen de wettelijke termijn. Operationalisering doelstelling handhaving: • ledere saneringslocatie wordt minimaal 3 keer per saneringsgeval bezocht. Het bezoek zal plaatsvinden bij de start van de sanering en op enig moment tijdens de sanering. Als laatste moment zal een controle worden uitgevoerd als de einddiepte is bereikt en de saneringsput wordt aangevuld. • Alle illegale situaties waarvan kennis wordt genomen zullen worden gemspecteerd. « Handhaving van de uitvoering van de sanering vindt plaats conform het saneringsplan en de daarop genomen beschikking met de bijbehorende voorwaarden. Bij BUS-saneringen vindt handhaving plaatst op grand van de betreffende AMvB (Besluit uniforme saneringen) en de op basis hiervan opstelde uitvoeringsregelingen. • Alle ongewone voorvallen in het kader van de Wet bodembescherming die worden gemeld zullen worden gehandhaafd. • De provincie geeft uitvoering aan de handhavingsstrategie zoals deze in een overeenkomst is vastgelegd tussen de handhavingspartners. • Communicatieve mogelijkheden zullen worden ingezet tijdens en waar nodig voorafgaand aan de uitvoering van de saneringen. « In 2007 worden, bij een geconstateerde overtrading, alle beslissingen genomen conform de provinciate handhavingsstrategie. • In 2007 is 80% van de handhavingswaarschuwingen binnen 3 weken na de datum van het controlebezoek uitgegaan • In 2007 is 80% van de handhavingsbeschikkingen binnen 4 weken na ontvangst van de zienswijze (dan wel na afloop van de termijn van de zienswijze) uitgegaan.
5.3
Ontgrondingen Verqunninqverleninq De provincie is bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen op grand van de ontgrondingenwet. Het provinciate ontgrondingenbeleid is in 2005 door Provinciate Staten vastgelegd in het Beleidskader bouwgrondstoffen Overijssel. Dit beleidskader gaat uit van de volgende hoofdindeling: • multifunctionele ontgrondingen: gericht op zowel de functie oppervlaktedelfstoffenwinning als op een of meer gelijkwaardige andere functies als wonen, recreatie, waterhuishouding e.d. Deze functies bepalen samen de locatie, de inrichting en het beheer. • functionele ontgrondingen: gericht op bodemverlaging ten behoeve van een specifiek werk (bijv. een recreatieplas) of een werkzaamheid (bijvoorbeeld een cultuurtechnische verbetering ten behoeve van de landbouw. De Vergunningverlening is gebaseerd op een wettelijk voorgeschreven afweging van alle bij de uitvoering van de voorgenomen ontgronding betrokken belangen. Dit zijn er in de praktijk vele: algemene belangen als bouwgrondstoffenvoorziening, ruimtelijke ordening, natuur en landschap, veiligheid, milieu, waterhuishouding, archeologie, aardkundige waarden, maar ook bijzondere (particuliere) belangen van de aanvrager, omwonenden en andere direct belanghebbenden. Handhavinq De provincie is belast met een systematische en adequate, preventieve handhaving met betrekking tot de naleving van vergunningsvoorschriften en het ontgronden zonder vergunning. Dit om calamiteiten en onveilige situaties met gevaar op persoonlijk letsel op centrale zandwinlocaties te voorkomen en schade aan natuur, landschap, cultureel erfgoed en belangen van derden zoveel mogelijk te beperken. Doelstellinqen De hoofddoelstelling is: "het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit en versterken van de sociaal economische ontwikkeling". Het ontgrondingenbeleid is gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van aantasting van natuur en landschap en op bevordering van zuinig ruimtegebruik. De subdoelstelling is: Voorzien in de behoefte aan oppervlaktedelfstoffen. Operationalisering doelstelling voor Vergunningverlening: • In 2007 worden naar verwachting ontgrondingsvergunningen verleend of vindt vooroverleg plaats voor de volgende projecten (multifunctionele ontgrondingen): uitbreiding van de zandwinningen De Dooze (gemeente Hardenberg), Hooidijk (gemeente Staphorst), Collendoorn (gemeente Hardenberg), Westerhaar (verdieping, gemeente Twenterand) en de nieuwe locaties. De Domelaar II (gemeente Hof van Twente), Oosterweilanden (gemeente Twenterand) en Winzone Polder Mastenbroek (gemeente Zwartewaterland). • In 2007 worden naar verwachting circa 30 aanvragen voor functionele ontgrondingen behandeld. » De ontgrondingsbeschikkingen worden verleend binnen de daarvoor gelden wettelijke termijnen. • Alle aanvragen worden getoetst aan het door Provinciate Staten vastgestelde beleidskader Bouwstoffen ^Overwinnen in Overijssel'. Alleen (multi)functionele ontgrondingen kunnen worden vergund. • Ontgrondingen met als doelstelling het winnen van oppervlaktedelfstoffen dienen plaats te vinden binnen winzones op de streekplankaart (bundelingsprincipe) en moeten een multifunctioneel karakter hebben. Functionele ontgrondingen worden op het aspect functionaliteit getoetst. • In 2007 is 100% van het aantal beschikkingen afgegeven binnen de wettelijke termijn. Operationalisering doelstelling voor handhaving: • De provincie treedt op bij alle illegale ontgrondingactiviteiten. • De vergunde ontgrondingen worden 3 maal per jaar gecontroleerd. In 2007 zullen daarom 180 vergunningcontroles plaatsvinden. » In 2007 vinden circa 40 acties plaats ter bestuurlijke aanpak en strafrechtelijke opsporing van ontgrondingen zonder vergunning. • In 2007 vindt een onderzoek plaats naar de wijze waarop vorm kan worden gegeven aan zelfregulering of zelfhandhaving door de vergunninghouders voor de "diepe' ontgrondingen.
24 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
In 2007 worden, bij een geconstateerde overtrading, alle beslissingen genomen conform de provinciate handhavingsstrategie. In 2007 is 80% van de handhavingswaarschuwingen binnen 3 weken na de datum van het controlebezoek uitgegaan In 2007 is 80% van de handhavingsbeschikkingen binnen 4 weken na ontvangst van de zienswijze (dan wel na afloop van de termijn van de zienswijze) uitgegaan.
Aandacht voor natuur
De provincie heeft een belangrijke taak in het beschermen van en werken aan herstel van populaties van beschermde soorten. Herstel beogen wij te bereiken met actief soortenbeleid. Onze doelstellingen zijn gericht op het stoppen van de achteruitgang van de soortendiversiteit in 2010. In het kader hiervan heeft de provincie een taak met betrekking tot de volgende wetten: Boswet, Flora- en Faunawet, Natuurbeschermingswet en de Natuurschoonwet. Daarnaast is zij ook verantwoordelijk voor de controle op de naleving van deze wetten en van de provinciate natuurcompensatieregeling. De provincie heeft als hoofddoelstelling: "het behoud en herstel van de kenmerkende natuurwaarden van Overijssel". De subdoelstelling is: "Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de ecologische hoofdstructuur (regulier)".
6.1
Boswet Verqunninqverleninq In het kader van de Boswet beoordeelt de provincie de melding van een veiling. Daarnaast adviseert zij het ministerie met betrekking tot het verlenen van ontheffingen van onder andere de herplantplicht en het verlenen van toestemming voor compensatie van de herplantplicht elders. De minister blijft hiervoor echter het bevoegde gezag. Handhavinq Overtreders van de meldingsplicht en de herplantplicht begaan een delict op grand van de Wet economische delicten. De controle op de naleving van beide verplichtingen wordt uitgevoerd door de provincie. Doelstellinqen Doel van de wet is de instandhouding van de oppervlakte bosareaal in de provincie. Operationalisering doelstelling voor Vergunningverlening: • De provincie beoordeelt alle ingediende kapmeldingen en brengt daarover advies uit aan de minister. Evenals in 2006 wordt het aantal in 2007 geraamd op 200. « De minister wordt geadviseerd over 30 gevallen van ontheffing en compensatie. « In 2007 is 100% van het aantal beschikkingen afgegeven binnen de wettelijke termijn. Operationalisering doelstelling voor handhaving: « De verplichting tot herplanten moet uiterlijk binnen 3 jaar zijn uitgevoerd. Als gevolg van een in 2006 doorgevoerde reorganisatie wordt deze uitvoering zodanig gecontroleerd, dat de desbetreffend percelen in die 3 jaren 1 maal worden bezocht, in de loop van het derde jaar. Het aantal controlebezoeken is daarmee verminderd van ruim 2.000 naar ca. 800 per jaar. • Op alle klachten wordt actie ondernomen (ca 50 per jaar) • Er wordt niet meer gericht gecontroleerd op illegale vellingen. Dit gebeurt alleen voor zover dat kan samenlopen met de andere genoemde activiteiten, of als er een melding wordt ontvangen (ca 30 per jaar).
26 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
6.2
Flora- en faunawet Ontheffinqverleninq De provincie heeft een aantal bevoegdheden op grand van de Flora- en Faunawet. Op basis van ondermeer het onderdeel beheer en schadebestrijding bepaalt de provincie of ingrepen in de wettelijke beschermingsmaatregelen noodzakelijk zijn. De provincie kan hiertoe vrijstelling, ontheffing of een aanwijzing verlenen voor de door het Rijk aangewezen soorten. Voor een planmatig en duurzaam beheer van (hoofdzakelijk) een aantal beschermde inheemse diersoorten is een 'faunabeheereenheid' opgericht. Deze 'faunabeheereenheid' heeft ten behoeve van een planmatig en duurzaam beheer van diersoorten een faunabeheerplan opgesteld. Dit faunabeheerplan is vervolgens door GS vastgesteld. Naast wetgeving dient overig provinciaal beleid als input voor het faunabeheerplan. Handhavinq De provincie moet toezien op de naleving van haar besluiten op basis van de Flora- en Faunawet. Op dit moment wordt als gevolg van een prioriteitsstelling binnen het totale werkpakket van beleid, uitvoering en handhaving van de Flora- en Faunawet minimaal invulling gegeven aan een gestructureerde inzet op toezicht en handhaving van deze wettelijke taak. De handhaving van deze wet leent zich met name voor een strafrechtelijke aanpak. Hierop zien de AID en het Openbaar Ministerie toe. Doelstellinqen Doel van de wet is de duurzame instandhouding van bedreigde soorten; en ook het voorkomen of vergoeden van schade als gevolg daarvan. De provincie geeft binnen het kader van de Flora- en Faunawet uitvoering aan het onderdeel beheer en schadebestrijding. Operationalisering doelstelling voor ontheffingverlening: • De provincie maakt prestatieafspraken met de Faunabeheereenheid voor het jaar 2008 en ziet toe op de uitvoering van de prestatieafspraak voor 2007. « De provincie verleent 10 (grate) ontheffingen ten behoeve van de faunabeheereenheid • De provincie verleent 5 ontheffingen aan andere organisaties of individuele grondgebruikers die aan de juridische kwaliteitsnormen voldoen » De provincie besteedt veel aandacht aan een goede (preventieve) voorlichting en advisering. • In 2007 is 100% van het aantal ontheffingen afgegeven binnen de wettelijke termijn. Operationalisering doelstellingen voor handhaving: Voor een deel wordt deze wet gehandhaafd door de AID. Voor een ander deel (controle op de verleende ontheffingen) is dit de taak van de provincie. De provincie handhaaft deze niet actief: alleen bij klachten wordt gehandeld. De ervaring leert, dat er geen klachten worden ontvangen. Hiervoor is dus ook geen capaciteit ingeruimd.
6.3
Natuurschoonwet Het gaat hier om een wet die fiscale voorzieningen biedt voor de erfopvolging van eigenaren van aaneengesloten gronden (vaak ongedeelde boedels), met het doel deze duurzaam in stand te houden. Daarmee wordt tevens een belangrijk natuurlijk en landschappelijk doel gediend. Landgoederen zijn uitgegroeid tot speerpunten voor het natuur- en landschapsbeleid. In 2007 is een wijziging van de natuurschoonwet voorzien. De huidige eis dat er 30% bos aanwezig moet zijn zal worden verruimd, zodat ook natuur in een andere vorm geaccepteerd kan worden. Anderzijds zullen de formele eisen worden aangescherpt, zodat gezamenlijke rangschikking alleen nog in bijzondere mogelijk zijn.(deze worden nog in een uitvoeringsbesluit opgenomen). Adviserinq Het instrument om voor fiscale tegemoetkoming in aanmerking te komen is de Yangschikking'. In het kader van de Decentralisatie-impuls brengt de provincie advies uit over de rangschikking van
landgoederen en over het afgeven van een beschikking Van geen bezwaar' en/of over gehele of gedeeltelijke 'onttrekking' van een landgoed. In dit specifieke geval is er feitelijk geen sprake van Vergunningverlening'. De provincie geeft namelijk alleen advies over de rangschikking van landgoederen. Preventieve handhavinq De provincie ziet toe op een juiste uitvoering van de Natuurschoonwet, in overeenstemming met het rangschikkingsbesluit. De provincie heeft geen formele, handhavende taken op grand van de Natuurschoonwet. Door periodieke controles door de Belastingdienst wordt op de uitvoering en naleving toegezien. Doelstellinqen Het doel van de wet is het voorkomen van versnippering en het bevorderen van samenhang in landschappelijke eenheden Clandgoederen"). Operationalisering doelstellingen voor advisering: * De provincie streeft ernaar om in 2007 35 nieuwe Natuurschoonwet landgoederen te rangschikkingen. (Zowel in 2005 als in 2006 waren het er rand de 50). • De provincie brengt in 2007 50 adviezen uit aan Dienst Regelingen over aangevraagde veranderingen in de situatie. « In 2007 is 100% van het aantal adviezen afgegeven binnen de wettelijke termijn. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd in nauwe Samenwerking met de belastingdienst. Operationalisering doelstelling voor handhaving: De provincie heeft geen handhavende taken op het gebied van de Natuurschoonwet.
6.4
Natuurbeschermingswet Verqunninqverleninq Het wettelijke kader voor de bescherming van Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten is de Natuurbeschermingswet 1998, waarin nu ook de Vogel- en Habitatrichtlijnen van de Europese Unie zijn doorvertaald. Schade aan de natuurwaarden van deze gebieden moet worden voorkomen. Daarom bepaalt de Natuurbeschermingswet dat projecten en andere handelingen die de negatieve effecten op deze gebieden kunnen hebben niet mogen plaatsvinden zonder vergunning. Het bevoegd gezag is in de meeste gevallen Gedeputeerde Staten van de provincie waarin een gebied (grotendeels) ligt. Daarnaast bepaalt de wet dat plannen van gemeenten en waterschappen die negatieve effecten kunnen hebben op de Natura 2000-gebieden goedkeuring behoeven van Gedeputeerde Staten. Preventieve handhavinq De provincie ziet toe op de naleving van de Natuurbeschermingswet. Concreet betekent dit dat vergunningen worden gecontroleerd en daarnaast wordt gekeken of projecten en andere handelingen in en rond de gebieden vergunningplichtig zijn en over de vereiste vergunningen beschikken. Bovendien vervult de provincie een actieve rol in het voorlichten over de natuurbeschermingswet en de gevolgen daarvan voor de verschillende belanghebbenden. Omdat het een relatief nieuwe wet betreft is er nog veelvuldig sprake van onwetendheid. Doelsteilinqen Doelstelling van de wet is het duurzaam in stand houden van samenhangende leefgebieden ten behoeve van de daar voorkomende kenmerkende soorten. Operationalisering doelstelling voor Vergunningverlening: « De provincie toetst 150 aanmeldingen. • De provincie neemt daadwerkelijk 75 besluiten (te verlenen vergunningen of besluiten dat een vergunning niet nodig is). » In 2007 is 100% van het aantal beschikkingen afgegeven binnen de wettelijke termijn. • In 2007 toets de provincie 15 plannen van gemeenten of waterschappen of deze negatieve effecten kunnen hebben op de Natura 2000-gebieden.
28 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
Opgemerkt wordt dat de inschatting van het aantal te behandelen vergunningen over 2006 (120) voor dat jaar veel te hoog was. Daarnaast was niet voorzien dat de (voor)overlegmomenten zo veelvuldig en intensief zouden zijn. Operationalisering doelstelling voor handhaving: • In 2007 worden circa 150 controles uitgevoerd. Bij deze controles geldt het volgende: - de eerste prioriteit ligt bij het behandelen van meldingen en andere signalen (100) van mogelijke overtredingen; - elk Natura 2000-gebied en beschermd natuurmonument (31) wordt minimaal 1 keer bezocht; - bij een deel van de vergunningaanvragen (100) wordt de situatie ter plaatse bezien; - de verleende vergunningen (75) worden gecontroleerd; - waar nodig wordt bij het maken van een quick-scan per gebied (24) de situatie ter plaatse in ogenschouw genomen.
6.5
Provinciate compensatiebeginsel Het gaat om een regeling ter uitvoering van het beleid op rijksniveau (ministerie LNV en VROM). In 2006 hebben zowel de VROM-inspectie als de Algemene rekenkamer een onderzoek ingesteld naar de uitvoering van deze wet in 4 provincies, waaronder Overijssel. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn heel kort samengevat: • De toetsing van aangemelde compensatieplichtige handelingen gebeurt zorgvuldig; • Het planologisch verankeren van compensatieverplichtingen laat te wensen over; » De controle op de naleving is zeer gebrekkig. Doelstellinqen Doel van de regeling is het compenseren van aan natuur- en landschapswaarde toegebrachte schade. Operationaliseren doelstelling voor de toetsing: Niet van toepassing. Dit is geen Vergunningverlening Operationaliseren doelstelling voor de handhaving: Niet van toepassing. De provincie stelt zich op het standpunt dat het aanmelden van compensatieplichtige besluiten een verantwoordelijkheid is van de gemeente zelf. Ook het (toezien op) uitvoeren van de compensatie is primair de verantwoordelijkheid van de gemeente. Verder valt de handhavende taak binnen het domein van het ruimtelijke toezicht door de VROM-inspectie.
7
Samenwerking met andere overheden
7.1
Samenwerking Milieuhandhaving Overijssel
Binnen de provincie Overijssel werken alle handhavingpartners actief samen (Samenwerking Milieuhandhaving Overijssel). Deze Samenwerking wordt gefaciliteerd door het Servicepunt milieuhandhaving (SepH). Recent is er een nieuwe bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst door alle handhavingpartners vastgesteld, waarin de financiering en taak van het SepH is geregeld. Het samenwerkingsprogramma 2007 bevat een negental projecten waarbij met name ketenhandhaving, en dus de Samenwerking tussen partners, een belangrijke rol spelen. De volgende projecten maken onderdeel uit van het programma: "digitaal handhaven', "Tool-kit', "campings', "grondstromen', "integrate handhaving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht', "Landbouwbesluit en mestbassins', "preventieve handhavingcommunicatie', "afval verbranden' en "handhavingestafette'. Met name in het project "integrate handhaving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht' wordt door alle partners geparticipeerd. Naast de bovengenoemde projecten faciliteert het SepH op verzoek van de partners in de organisatie van cursussen en trainingen. Verder vervult het SepH de schakel tussen het Landelijke Overleg Milieuhandhaving (LOM) en de bestuurlijke partners. De afgelopen jaren is er geparticipeerd in diverse LOM-projecten. Medio 2007 zal waarschijnlijk het LOM-project "Bodemsanering' gereed zijn voor uitvoering. Afhankelijk van het tijdstip en de beschikbare capaciteit zal in 2007 worden deelgenomen in dit LOM-project. Meer informatie met betrekking tot deze handhavingsamenwerking, alsook het jaarprogramma 2007, kunt u vinden op www.Hminfo.nl/smo.
7.2
WABO en Samenwerking met de overheden. Voor de WABO heeft in Overijssel een succesvolle pilot gelopen. In de pilot werkten Koninklijke Ten Cate te Nijverdal, het Waterschap Regge en Dinkel samen met de provincie Overijssel, de gemeente Hellendoorn en het ministerie van VROM. Binnen de pilot zijn twee elementen van het vergunningverleningsproces onderzocht, namelijk een overheidsloket en Samenwerking binnen en tussen overheidsinstanties. Vroegtijdige Samenwerking is van cruciaal belang. De uitkomsten van de pilot zijn voor de provincie input voor de wijze waarop met de overheden wordt samengewerkt. In 2007 worden de invoeringsaspecten in de provincie geimplementeerd, zodat de overheden per 1 januari 2008 klaar staan om de omgevingsvergunning te kunnen verlenen. Met de gemeenten en waterschappen zal vroegtijdig overleg worden gevoerd over het afsluiten van dienstverleningsovereenkomsten ten behoeve van de invoering.
30 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
BIJLAGE 1. Definities in het kader van de risicomatrix
Definities'negatieve effecten' Schade aan fysieke veiliaheid: gevaar op ongevallen met letsel, al dan niet dodelijk; Voorbeelden van ongevallen met schade aan de fysieke veiligheid zijn ongevallen, bijvoorbeeld met gevaarlijke stoffen, waardoor burgers buiten de inrichting letsel oplopen (externe veiligheid). Maar ook een door gebrek aan onderhoud ondeugdelijke duikplank in een zwembad leidt mogelijk tot een ongeval met (dodelijk) letsel. Voor de score bij fysieke veiligheid gaat het alleen om de veiligheid van burgers waarvoor de provincie op grand van de wetgeving een verantwoordelijkheid heeft. Arbeidsveiligheid is geen onderwerp voor de provincie. Toelichtinq: Voorbeelden van ongevallen met schade aan de fysieke veiligheid zijn ongevallen, bijvoorbeeld met gevaarlijke stoffen of ontploffingen binnen een inrichting, waardoor burgers buiten de inrichting letsel oplopen (externe veiligheid). Maar ook een ondeugdelijke duikplank, gladde vloeren of het ontbreken van de juiste diepteaanduiding in een zwembad of zwemplas leidt mogelijk tot een ongeval met (dodelijk) letsel. Dit betekent dus dat het veiligheidsaspect geldt voor buiten de inrichting als het gaat om inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer, terwijl voor bijvoorbeeld zwembaden en zandwinlocaties dit (ook) geldt voor binnen de locaties of inrichting. Tevens is te denken aan bodemsaneringen en ontgrondingen in/of nabij woonwijken: (afgravingen tot grotere diepten (tot onder de grondwaterspiegel) met steile en instabiele wanden, waarin personen ernstig letsel kunnen oplopen of kunnen verdrinken of de aanwezigheid van grand- en spuitzanddepots (drijfzand)). Opgemerkt wordt dat het gaat om gevolgen (letsel dan wel overlijden) die binnen circa 24 uur na de gebeurtenis optreden. Let op: dit laatste gaat niet op voor de Whvbz, bodemsaneringen enz., geldt alleen voor bijvoorbeeld een calamiteit binnen een Wm-inrichting met een effect buiten de inrichting. Voor de score bij fysieke veiligheid gaat het alleen om de veiligheid van burgers binnen of buiten een inrichting waarvoor de provincie op grand van de wetgeving een verantwoordelijkheid heeft. Arbeidsveiligheid is geen onderwerp voor de provincie. Schade aan de volksoezondheid: de volksgezondheid loopt gevaar; Hierbij kan worden gedacht aan de uitstoot van stoffen die op kortere of langere termijn directe schade aan de gezondheid opleveren, bijvoorbeeld emissie van kwik, maar ook aan het optreden van een legionellabesmetting door onvoldoende preventieve maatregelen door en beheerder. Toelichtinq: Het gaat hierbij om niet acute schade (zie fysieke veiligheid) aan de menselijke gezondheid. Hierbij kan worden gedacht aan de uitstoot van stoffen die op kortere of langere termijn (directe/aantoonbare) schade aan de gezondheid opleveren, bijvoorbeeld emissie van kwik of lasrookdampen - en bij bodemsaneringen - aan bijvoorbeeld vluchtige koolwaterstoffen, asbestdeeltjes en fijn stof in de lucht en de bodem (grand- en drinkwater). Van belang bij saneringen is de saneringsurgentiesystematiek ten aanzien van humane risico's. Maar ook een onvoldoende waterkwaliteit (jaartoets) of legionellabesmetting door te weinig preventieve maatregelen door een beheerder. Aandachtspunt is hier het schaalniveau. Sommige effecten uiten zich op mondiale schaal en zijn op locale schaal niet meer eenduidig toe te rekenen aan de activiteit ter plaatse. Met andere woorden: het gaat om gevolgen die lokaal optreden die vervolgens afhankelijk van de mate van voorkomen een waarde krijgen toegekend. Schade aan het milieu: lucht, water, bodem lopen schade op; Hier wordt de schade aan het milieu zelf bedoeld, zonder dar de gevolgen voor mens of natuur aan te koppelen. Zo kan van CFK's worden vastgesteld dat ze de kwaliteit van de lucht bemvloeden en de ozonlaag aantasten (schade aan het milieu). Dat dit vervolgens leidt tot een verhoogde kans op huidkanker (volksgezondheid) wordt hier niet meegewogen, evenmin als het veranderen van de natuur door het optreden van het broeikaseffect (natuur). Toelichtinq: Hier wordt het "grijze milieu' bedoeld. Het gaat hierbij ondermeer om de volgende aspecten: Luchtverontreiniging: denk aan gevolgen voor de ozonlaag of broeikaseffect. Maar ook (fijn)stofproblematiek en geuroverlast horen hier thuis. Bodemverontreiniging: door lekkage of morsen bij opslag en/of handelingen met bodembedreigende (vloei)stoffen (chemicalien). Maar ook opslag van vaste (afval)stoffen, lekkende riolering en
32 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
afwaterend regen- of percolaatwater kan tot bodemverontreiniging en grondwaterverontreiniging leiden. hinder door geluidbelasting en trillingen buiten de inrichting (akoestische vervuiling). Omwonenden van bedrijven kunnen hier erg veel (hinder van ondervinden) last hebben. Hier wordt dus de schade aan het milieu zelf bedoeld, zonder daar de gevolgen voor mens of natuur en landschap aan te koppelen. Zo kan van CFK's worden vastgesteld dat ze de kwaliteit van de lucht bemvloeden en de ozonlaag aantasten (schade aan het milieu). Niet meegewogen zijn bijvoorbeeld het veranderen van de natuur door het optreden van het broeikaseffect (natuur) hetgeen wordt veroorzaakt door het broeikaseffect. Denk hier aan saneringen die op basis van een verspreidingsrisico (bijv. in geval van vluchtige stoffen) als urgent zouden moeten worden "beschikt'. Schade aan de natuur: de natuur (flora, fauna, habitat, etc) wordt aangetast; Door het kappen van een stuk bos wordt de natuur direct aangetast, door het veranderen van plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld grondwaterverlaging) leidt de natuur direct verlies en kunnen bepaalde soorten mogelijk niet meer gedijen of migreren. Maar ook het bijdragen aan optreden van het broeikaseffect betekent indirect schade aan de natuur. Toelichtinq: De natuur (flora, fauna, habitat, etc) op maaiveldniveau wordt aangetast. Maar ook de aantasting van aardkundige, cultuurhistorische en archeologische waarden (onder maaiveld niveau) krijgt hierin een plaats. Door het kappen van een stuk bos, het verwijderen van houtwallen of het afgraven van een es of grafheuvel worden de natuur en het landschap direct aangetast. Maar ook door het veranderen van plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld grondwaterverlaging of bodemverontreiniging) leidt de natuur (lokaal) direct verlies en kunnen bepaalde soorten mogelijk niet meer gedijen of zullen migreren. De mate van (on)omkeerbaarheid en omvang zijn van belang. Eveneens het bijdragen aan het optreden van het broeikaseffect betekent indirect schade aan de natuur maar is op lokaal niveau nagenoeg niet kwantificeerbaar. Financieel, economische en iuridische schade: er is een gevaar voor een financiele, economische of juridische schade voor de provincie; Het gaat hier om financiele schade of economische schade van diverse soort. Er kan onderscheid worden gemaakt in schade van door de provincie gemaakte kosten, denk aan handhavingskosten die niet verhaald kunnen worden, saneringskosten en dergelijke. Er kan ook sprake zijn van meer indirecte schade, bijvoorbeeld om claims die door een aanvrager om vergunning, een vergunninghouder of een derde worden ingediend bij de provincie omdat schade wordt geleden die voortkomt uit het handelen of het nalaten van handelen door de provincie. Denk hierbij aan een claim wegens het niet tijdig verlenen van een vergunning, waardoor de vergunningaanvrager financieel verlies leidt. De wettelijke geregelde financiele vergoedingen worden niet tot de financiele schade gerekend. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een vergoeding voor wildschade indien de provincie uit overwegingen op het gebied van natuurbehoud geen vergunning verleent voor het afschieten van het wild dat de schade veroorzaakt. Met juridische schade wordt hier bedoeld dat het handelen of het nalaten van handelen toekomstig optreden van de provincie moeilijker maakt, bijvoorbeeld precedentwerking. Toelichtinq: Het gaat hier om financiele schade of economische schade van diverse soort. Enerzijds van de door de provincie te maken kosten; denk aan handhavingkosten die niet verhaald kunnen worden, niet verhaalbare saneringskosten (of second opinion), onderzoek naar kwaliteit van grand en dergelijke. Maar ook het nalaten van handhaving kan tot zodanige verergering van bijvoorbeeld een verontreinigingsituatie leiden, dat de kosten niet meer door de veroorzaker kunnen worden gedragen (faillissement) en de provincie voor de kosten moet opdraaien. Anderzijds kan er ook sprake zijn van meer indirecte schade, bijvoorbeeld van claims die door een aanvrager om vergunning, een vergunninghouder of derden worden ingediend bij de provincie. En wel omdat schade wordt geleden die voortkomt uit het handelen of het nalaten van handelen door de provincie, zoals een claim wegens het niet tijdig verlenen van een vergunning (financieel verlies voor de aanvrager), maar ook letselschade (zie effecten "fysieke veiligheid' en "volksgezondheid'). De wettelijke geregelde financiele vergoedingen worden niet tot de financiele schade gerekend. Denk bijvoorbeeld aan een vergoeding voor wildschade indien de provincie uit overwegingen op het gebied van natuurbehoud geen vergunning verleent voor het afschieten van het wild dat de schade veroorzaakt.
Met juridische schade wordt hier bedoeld dat het handelen of het nalaten van handelen toekomstig optreden van de provincie moeilijker maakt, bijvoorbeeld precedentwerking. Bestuurliike schade: het bestuurlijk belang, het imago van het bestuur van de provincie en/of de provincie als geloofwaardige overheid lopen gevaar. Dit effect heeft te maken met het bestuurlijk belang bij de uitvoering van de taak. Het bestuur heeft in het collegeprogramma een aantal thema's aangemerkt als prioriteit. De mate van uitvoering hiervan heeft zijn weerslag op het imago van het bestuur: doen ze wat ze zeggen. Ook de mate van uitvoering van onderwerpen die (op provinciate schaal) maatschappelijk belangrijk worden gevonden heeft invloed op het imago van de provincie. Tenslotte is er nog een element van de geloofwaardigheid van de overheid: in welke mate voert de provincie de taken uit die haar bij wet zijn opgedragen. Toelichtinq: Het imago van het bestuur en/of de provincie als geloofwaardige overheid lopen gevaar. Dit effect heeft te maken met het bestuurlijk belang bij de uitvoering van de taak. Het bestuur heeft in het collegeprogramma een aantal thema's aangemerkt als prioriteit. De mate van uitvoering hiervan heeft zijn weerslag op het imago van het bestuur: doen ze wat ze zeggen. Ook de mate van uitvoering van onderwerpen die (op provinciate schaal) maatschappelijk belangrijk worden gevonden heeft invloed op het imago van de provincie. Daarnaast is er nog een element van de geloofwaardigheid van de overheid: in welke mate voert de provincie de taken uit die haar bij wet zijn opgedragen. Ten slotte zullen ongevallen (fysiek letsel) en aantasting van de volksgezondheid, die een direct gevolg zijn van het nalaten van handelen (handhaven) door het bevoegde gezag, leiden tot veel publicatie en imagoverlies.
34 Jaarplan Vergunningverlening en handhaving 2007
Categorisering van de parameters 'negatief effect' Score
Fysieke veiligheid
Volksgezondheid
Milieu
Natuur
1: zeer klein
pijn of letsel bij een individu
aantasting van de gezondheid bij een individu
enige verstoring van het aanzien
2: klein
pijn of letsel bij meer individuen
3: duidelijk aanwezig
zwaar letsel bij een enkeling of gering letsel bij velen een of enkele doden of ernstig letsel bij velen
aantasting van de gezondheid bij meer individuen groot gevaar voor de volksgezondheid en / of enige ziektegevallen een of enkele sterfgevallen en of meerdere ziektegevallen
enige aantasting van het milieu, herstelbaar omvangrijke aantasting milieu, herstelbaar enige aantasting milieu, niet herstelbaar omvangrijke aantasting milieu niet herstelbaar.
4: zeer groot
Financieel economisch juridisch schade €1000 €10.000
Bestuur
aanzienlijke verstoring van het aanzien aantasting leefomgeving van enige duur
schade €10.000 €100.000
gemiddeld bestuurlijk belang / aantasting imago
schade €100.000 €1.000.000
aantasting van de leefomgeving voor langere duur of vernietiging
schade > €1.000.000
groot bestuurlijk belang / aantasting imago, bestuurlijke prioriteit. Enige publiciteit zeer groot bestuurlijk belang / aantasting imago, bestuurlijke topprioriteit en groot maatschappelijk belang. Veel publiciteit.
klein bestuurlijk belang/ aantasting imago
Definitie en Categorisering van het element 6kans' Handhaving: 1 = Er zijn bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant kleiner is dan in een "gemiddelde' situatie. Motiveren waarom sprake is van een afwijking ten opzichte van een gemiddelde situatie! 2 = Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant afwijkt van een gemiddelde situatie. In deze categorie zal het overgrote merendeel van de taken vallen. 3 = Er zijn bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat de kans op overtreding(en) significant grater is dan in een "gemiddelde' situatie. Motiveren waarom sprake is van een afwijking ten opzichte van een gemiddelde situatie!
Vergunningverlening: 1 = Er zijn bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat alle relevante voorzieningen spontaan worden getroffen. Opgemerkt wordt dat deze situatie zich slechts in (hooguit) een zeer beperkt aantal gevallen zal voordoen. Motiveren waarom verwacht wordt dat deze situatie zich voor zal doen. 2 = Naar verwachting worden enkele voorzieningen spontaan getroffen. Er zijn geen uitzonderlijke omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat of alle relevante voorzieningen worden getroffen (zie punt 1) of geen enkele relevante voorziening wordt getroffen (zie punt 3). Naar verwachting zullen in veruit de meeste gevallen (om welke reden dan ook) enkele voorzieningen spontaan getroffen worden. In deze categorie zal het overgrote merendeel van de taken vallen, 3 = Er zijn bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de inschatting wordt gemaakt dat geen enkele relevante voorzieningen spontaan worden getroffen. Opgemerkt wordt dat deze situatie zich slechts in (hooguit) een zeer beperkt aantal gevallen zal voordoen. Motiveren waarom verwacht wordt dat deze situatie zich voor zal doen.
Bijlage v/h Jaarplan Vergunningverlening en Handhaving 2007'
Overzicht van activiteiten, risico's en uren Algemeen
In de, in deze bijlage opgenomen, tabellen is per Vergunningverlening- dan wel handhavingactiviteit het volgende aangegeven: 9 Wat is het (ingeschatte) negatieve effect: zeer klein (1), klein (2), duidelijk aanwezig (3), zeer groot (4); • Wat is kans is op niet naleving c.q. op het niet volgens eigener beweging nemen van maatregelen: kleinere kans = 1 t/m grotere kans = 3; • Wat is het te verwachten risico: zeer klein, klein, gemiddeld, groot, zeer groot; • Wat is het totaal aantal inrichtingen c.q. activiteiten (Vergunningverlening en handhaving); • Wat is het kengetal: aantal uur dat nodig is Vergunningverlening of handhaving per activiteit; • Wat is het aantal te controleren toezichtessenties per branche of activiteit; • Wat zijn de uren die nodig zijn voor de Vergunningverlening dan wel handhaving in 2007, per specifieke activiteit.; • Wat zijn de beschikbare uren voor de Vergunningverlening dan wel handhaving in 2007, per specifieke activiteit. Directe urenbesteding
Bij de bepaling van de verwachte werkvoorraad wordt in eerste instantie uitgegaan van de beschikbare kengetallen zoals deze zijn opgenomen in het eindrapport "Kengetallen Vergunningverlening en handhaving provincie Overijssel' van K+V, d.d. 5 december 2003. In deze rapportage is per activiteit de urenbesteding bepaald. De verwachte werkvoorraad per activiteit (milieuvergunningprocedures, controlebezoeken, ontgrondingvergunningprocedures enz,) vermenigvuldigt met de kengetallen voor die activiteit bepaalt de benodigde urenbesteding. Voor het toezicht is gewerkt met toezichtessenties. Het aantal benodigde uren is bepaald aan de hand van het aantal te controleren essenties en kengetal dat nodig is om de essentie te controleren. Flexibiliteit
De weergegeven risico's en bijbehorende uren voor 2007 betreffen een moment opname. Tijdens het kalenderjaar kunnen zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, waardoor activiteiten met bijbehorende risico's en urenbesteding aangepast kunnen worden.
Risicomatrix Vergunningverlening Verqunninqverieninq Wet milieubeheer
3
3
3
4 2
2 2
1 3 2
2 2 2
1
2
4 1 3 3 3 3
2 1
3
3
1
3
2
1 1
Vuurwerk evenementen (ontbrandingstoestemmingen) Stortplaats open Puinbreker Slibverwerking Rubber en kunststof Rangeerterrein RWZI Transformatorstation Opslag groenafval Zandwinning/ontgronding Motorcrossterreinen Olie-opslag
2
Schade aan natuur
Schade aan milieu
[
|
1 0,5 Zeer groot 7,7 i Groot 9 Groot 7 ! Gemiddeld 3 Klein 4 Klein 5,6 Gemiddeld 4,6 Klein 4,6 Klein
3
3,5 3,8
3
4 3
3
3 2 3
3 1
4 1
4 2
3,5 1,5
2 2
2 2 2
2 3 3
2 4 2
2 2,8 2,3
2 2 2
2
3
3
2,3
2
2 1
2
3
2,5
2
2
1,6
2 3
5 5
Gemiddeld gemiddeld
2 2
1
1
2 3
2 2
1,6 1,8
2 3
2
3 2 3
2,3
3
3,2 5,4 6,9
Klein Gemiddeld Gemiddeld
2 2
3 3
2
|
2 1
3
2 3
2,2 2,3
2 2
3 2
3 3
| i
1 1
2 1
3 1
2,3 1,6
2
1
2
2
4 2 3 3
2 2 2 2 2
2
3
4 2 3 3 3
4 2 2
4
2,2 3
2 3
3 3
2,3 2,6
2 2
2
3
2,5
2
I
3
2
2
4
2,5
2
3
|
3
|
4
3
4
|
4
3,5
2
2 2 3 4
| | | |
1 3 3 4
2 2 2
2
|
2
|
3 2
1 [
2 2
1,8 2,5 2,6
2 2 2
|
2 3 4 3
I
2
|
4
| |
2 1
| |
1 2
4 2 1 1
2 2 1
1 2
| |
2 1
j |
2 3
4 2 1 1 1
3,5 2,5
1 1
| | !
I
3
2 2 1
1
|
2
|
3
1 1 1
1,5 U 1,7
2 2 2 2 2 2
2 3 2
|
|
2
| | |
2
|
|
2
|
2 2 2
| |
3
|
1 1
TOTAAL Opmerking: volgens een andere berekening van EMT-V bedraagt de werkvooraad 13412 uur
1,2 1,3
2
2 2 2 2
4,4 4,6 4,6 3,2 4,4 9 4,6 5,2 5 5
7 3,6 5 5,4 7 5 1,2 2,6 3 3,4 3,4
!
| | | |
Klein Klein Klein Klein Klein Groot Klein Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Klein Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Zeer klein Klein Klein Klein klein
1 1 1 1
400
400
400 400
400
200
200
60 3
50 200
3000 600
2 5
150 150
300 750
5
150
750
1 4
150 100
150 100
4
200
800
2
100
200
4
100
400
3
150
150
2 3
100 200
200 600
5 1
100 200
500 200
2 50
200 20
400 1000
1
200
200
2 1
200
400
200
200
4
100
400
3 1
100 150
1 1
150 100
300 150 150 100
400
13400
Beschikbare directe uren in 2007
4
o .2 .52 Of
Benodigde hoeveelheid directe uren 2007
3
o
I 4t
Kengetal
3
4
s
aantal te verienen vergunningen 2007
4
4
i
Risico in woorden
4
4 3
w
Gemiddeld effect
4
Bestuurlijke schade
Schade aan fysieke veiligheid
Gevaarlijk afval Chemie Aluminiumsmelterij Afvalverbranding Compressorstation (Gasunie) Autodemontage Energie Industrie (incl. biomassa) Grindwasser Constructiebedrijf, Metaalbedrijf.Metaalverwerker Afvalrecycling-verwerking Accu-inzameling/schroot, Schrootbewerking, Schredder Afval in de landbouw Bouw- en sloopafval grondbank, bagger- en gronddepot (opslag) Asfaltcentrale Gemeentewerf Mestverwerker Groencompostering Beton en mortal Vuurwerk opslag Scheepswerf Voedingsmiddelen (zuivel) Textiel
Financieel economisch, juridische schade
Schade aan volksgezondheid
Negatieve effecten Branches binnen de Wet milieubeheer (Vergunningverlening)
c CL
3
-
$ Q) Q)
ro
a
_v
&)
0 CD CD 3
CD
> x
E. i" §.
CO
^
*"""
3 hO
ro
3
3
^5
a
ro Schade aan
CO
Q.
—X
•^
ro
—*•
-
(Q
3
51 C/)
3 3
a
volksgezondheid
3
(Q CD
CD 3 0. CD
—*• Schade aan fysieke
CD
veiligheid (D
ro
3'
CO
CO
CO
ro
ro
Schade aan milieu
0 O
O)
1=
___
ro ro
INJ
->
(D (Q Q)
CD CD
CD
g
a
3: Schade aan natuur
CQ -
CD CD 3*
CD
o
ro
ro
Q)
CO
4^
CO
*. Financieel economisch, juridische schade
Q. N 0
CO
*
5T
*
-^
CO
•^ Bestuurlijke schade
Q)
3
P* (0 CD C Q.
zr
5"
Q. CD CD
(Q
1 Q.
ro b)
ro
-* ro
CO
CO
CO
ro
00
pi Ol
CJ) "CD Risico (= effect * kans)
Q
O Risico in woorden
3
3 Q.
ro
ro
CO
Ol
ro "co Gemiddeld effect
$ «T CO
CO Q)
T|
r"
Kans
i 3 CQ
0)
Ol
3" GL C
a 1 <
£—i
O B o
O
3 7s Q. Q. CD CD 3
92
o:
)
Q)
ccT S
01
CO
Ol 0
0
CJ1 0
o
3 QL
o>
0
Q o o
CD
Q. Q"
a Aantal te verlenen vergunningen 2007 Kengetal
Benodigde hoeveelheid diecte uren 2007 Beschikbare directe uren in 2007
o o o o
2 -k 00
Is)
*
O
O> O 0 0
0 4^
Overige taken:
w "Q
0 Q) fi)
Overige taken bi afval
Verzoek hogere grenswaardep] Advisering geluidsasp RO-plannen Vergunningverlening Luchtvaartwet voor kN regionale vliegvelden BRZO, 3 procedures Beoordeling EBP's, M voorgangrapportages Veiligheidstaken (registratiebesluit, risic TOTAAL
[i]: Vaststellen hogere in 2006. CO CD_
Q 5. <
MER (beoordelingen en procedure) Specials: Sita, Desmepol Scania, Wavin Sepcial: Twence, 1 vergu Ontbrandingstoestemmin | Subtotaal TOTAAL benodigd
1
I I
(Q g o
Taken op het gebied van Vergunningverlening water en bodem
beschikken ernst & spoedeisendheid / beoordelen saneringsplannen (kengetallen zijn vastgesteld voor beschikking op NO en SP gezamenlijk) evalueren afgeronde saneringen nazorgplannen Ontgrondingenwet aanvragen dieptewinningen aanvragen functionele ontgrondingen, bestaande uit: - nieuwe locatie korte procedure - nieuwe locatie afd. 3.4 AWB - wijziging vergunning KP - wijziging NP - beroepszaak - informatieverzoeken Grondwaterwet actualisatie vergunningen Vitens drinkwaterwinningen industriele winningen > 500.000 m3/jaar onttrekkingen koudewarmteopslag Whvbz ontheffingen zwembaden (A en B) Zwemplassen (C en D) TOTAAL OPMERKING: Het aantal uur benodigd werkplan.
3
1
3
4
3
4
3
3 3
4
3
2
! I j
2 2 2
! I | |
2
3 4 4
| ! |
4
"w § £ £
O "D Pi
1 O)
1
2
5
gemiddeld
8
45
360
3,3 3,3
2
6,7 6,7
gemiddeld gemiddeld
5
24
120
2
3,3
2
6,7
gemiddeld
3
2,5
4 4 4
|
Beschikare directe uren in 2007
"5> ,2 ! £ <5 !
8
1
I
C C
•— o
5_i _ O
Benodigde uren in 2007
il II
Grondwaterbescherming aanvragen ontheffingen Wet bodembescherming beschikken ernst&spoedeisend beoordelen saneringsplannen
"3T II 03 i
"-".a* i
Totaal aantal activiteiten 2007
0) ! 2 !
Bestuurlijke schade
economisch, juridische schade
Schade aan natuur
Schade aan milieu
Schade aan fysieke veiligheid
Schade aan volksgezondheid
Negatieve effecten Onderverdeling Vergunningverlening
360
2360
4 4
3
A
4
3
1
1
I
I
!
{
I
3 3
2 2
4
4
4
4
1 1
4
3
3
3
2
2
|
I !
I I
I
I I 1
1
1
|
4 3
1
1
1
I
3
4 4
2
2
I
3
6,7 6,7
gemiddeld gemiddeld
5,4 5
gemiddeld | gemiddeld
I
1 1
I I
1 1
I
I I
I
I
I I
1
3
2,7 1,7
|
1 1
3
2
I
I
I
3,3 3,3
! I 4
4
2,5
2
4
3
2,2
2
1,8
3
3 3
I
| |
4 4
2
5 4,4
gemiddeld klein
3
5,4
gemiddeld
2,7
2
2,7
3
5,3 8
gemiddeld groot
30 35
45 20
1350 700 190
12 6
variabel
370
370
30
div. 40 75 12 65 28 3
1568
1568
15 8 5 2 1 50
600
600
600
60
600 60
130 28 150
130 28 150
500
500
3
170
510
510
1
91
91
91
9
91
819
819
variabel
40 225
225
10 20
40
8411 8411 voor meldingen, advisering en informatieverstrekking is niet opgenomen in de matrix. Deze uren worden apart gerapporteerd in het
Taken op het gebied van Vergunningverlening landbouw en natuur Negatieve effecten Onderverdeling Vergunningverlening
s c c
1
3
.1 *E c
CO
c
If
•o
1
O
1
1 JC
S
*, .g o
-0 "5W CD ? S
§CO
CO "° 0) CD
0
CO •D
V.
•o
c
K»
c
I
3 3
o ]35 £
w
0
£
S c
CD "O .SP
Q
3
2 CO
s
"co ^
Boswet (diverse besluiten)[i] beoordeling kapmeldingen
1
1
1
4
2
1,7
2
3,4
klein
200
0,75
150
ontheffing herplantplicht compensatie
1
1
1 if 1
2
4
2
2
2
2
4
klein
30
4
120
200
Flora en Faunawet ontheffingenfii]
2
2
2
4
3
3
2,2
3
8
groot
15
13
195
200
Nbwet vergunningen
1
1
2
4
3
4
2,5
2
5
gemiddeld
75
12,5
938
950
0 0 CO >
If CO >
CO
J= o
U CO
CO
to m
i
if
M
c
J
1
Natuurschoonwetfjii] rangschikkingen
1
1
1
3
2
3
1,8
2
3,7
klein
35
12
420
verklaring van geen bezwaar
1
1
1
4
1
2
1,7
2
3,3
klein
50
4,5
225
TOTAAL [i] Het Ministerie van LNV is momenteel nog bevoegd gezag met betrekking tot de uitvoering van de Boswet. De opgave betreft dan ook de werkzaamheden die noodzakelijk zijn om adviezen op te stellen voor LASER. Bezwaar en beroep zaken lopen momenteel via het Ministerie van LNV. Wij adviseren het ministerie echter wel bij bezwaar en beroepschriften, daarnaast nemen wij deel aan de noodzakelijke hoorzittingen. [ii] Bij Flora en Faunawet ontheffingen is de kans op 3 gesteld omdat hier zeer grote belangentegenstellingen in het geding zijn. [iii] Het Ministerie van LNV en het Ministerie van financier zijn momenteel bevoegd gezag met betrekking tot de uitvoering van de Natuurschoonwet. De opgave van werkzaamheden betreft dan ook de uren die noodzakelijk zijn om adviezen (in overleg met het ministerie van financien) met Het betreft derhalve geen werkzaamheden in het kader van Vergunningverlening maar een advies omtrent o.a. de rangschikking van landgoederen het ministerie echter wel bij bezwaar en beroepschriften. De belastingdienst is ook de handhavende instantie voor deze wet.
2048
o o CM
650
2000
_x
CO
_x
_^
ro
ro
_x
_J,
ro
CO
ro
CO
4a-
ro
ro
ro
CO
4*.
ro
ro
CO
CO
ro
CO
CO
ro
CO
I? ES
1
I I I I 82
CL 0 ffiT
n
ZI
Q.
f
5:0. 3T (n
_»,
X
ro
N3
ro
->
CO
^
_^
^
ro
4*
_*
-*
-^
ro
-*
CO
_x
ro
ro
j^
j^
ro
45*
-*
-*>
-*
hO
ro
CO
_».
_*
_*
Ol
-*4
~N|
ro -g
CO
CD
or ro
—X
CO
->
ro
-*
^
CO
ro
-*
_x
ro
ro
_^
_^
CO
.j,
CO
_„
ro
_k
CO
ro
CO
CO
ro ^ ro
M
4*
ro ro
M
CO
ro
CO
CO
4*
CO
Schade aan volksgezondheid
7 „ eg
y
Schade aan fysieke veiligheid CO
(D
CO
^
-^
CO
*
*
•^
ro
C? 3
ro
--
ro
ro
ro
CO
4*
CO
ro
CO
_x
ro
_v
ro
CO
ro
Ol
00
Ol
O)
ro
-s|
ro
CO 00
ro ro
^
-
*
^ CO
ro
ro
J^
4*.
ro rmancieei
CO
ro
ro
ro ro
*
_x
CO
CO
_A
ro
_x
_x
00
00
ro
-v|
00
-N|
•vl
CO
CO Ol
•>4
N>
ro
ro
CO
ro
CO
CO
ro
ro
ro
ro
ro
CO
ro
CO
ro
ro
CO
ro
CO
CO 4*
CO
Ol
00
CO
CO
_».
CO
01
ro
0) 0)
oo
CO
Ol
CJ)
•xl O)
CO
* * * b>
CO 4^
CO CJ)
Ol 4^
ro
ro
ro
Ol 4*
4*
o>
*
C7)
7s 11 ZJ
ZJ"
O Q 7s 0 3 0 0
ZJ"
8
CO
ro
-*
CO
4*.
CO
ro
o
0
Q 0
0 ZJ"
ro
I ^
_i CO
_x
ro
ro
ro
O 7s
Q
ii0
Q.
3 o'
QL 0 Q.
0 Q.
o
zs"
(Q TJ
Q. Q. 0 Q.
_».
7s
0
B"
0
o
0
ZJ'
ro
ro ro o
ro
ro
ro
ro
-k
_x
_x
O
B 0 Q. 0 Q.
CL
-A
* Risico
(= effect *
rf
3 o"
Q. 0 Q.
3 Q-
Q. 0 Q.
£
0" 3*
0 Q. 0 CL
Risico in woorden
ro ro
ro
CJ)
Ol
cn
O
Ol
O
-vl
4*
CO
ro
ro
ro
ro
0
CO
0
ro
_^
ro
Aantal inrichtingen ro
aantal te controleren essenties in 2007 _^ ro
0
CO O)
4*. 0
ro
N) 0
8
ro
CO
_^
CO
ro
O)
ro
§ ro
§
ro
CO
0
00
CO
ro
ro 2
-A
O)
1
ro
oo
ro
_X
0
ro
°
_x
CO
ro
CO
ro
en oo
ro ro
^ O)
CO
CO
ro
CD
ro ro
9
5"
kans)
7s 0 zj"
0
(Q
4*.
ro
M
0
oo
1 o
0
00
0
ro
ro o
OO
M
* 0
oo
^ O)
2
fHK
(D
o
3 C
73
Kans -Nl
I
CD
economisch, iuridische schade
Gemiddeld effect ro
•n
o
r+ <"
O
CO
Bestuurlijke schade ro
S< 0)
J
Schade aan natuur ^
2! < •
CQ ^
Schade aan milieu ro
3" O
10
1 .1 3 0 CD
CO
ro
Handhaving We
_x
1 Afval recycling
g '
1 Afval verb rand ing
o 0 -•
1 Afval verwerking
Q
Q. a. 0 £
1 Aluminiumsmelterij
C
0)
ZJ
0 ZJ (Q
1 Asfaltcentrale
O" 0
Q)
0 T
1 Autodemontage
0
1 Bouwmaterialen
1 Bouw- en sloopafva
1 Chemie
1 Compressorstation (
Constructiebedrijf, metaalconstructie, metaalverwerker
Energie Industrie (in
Gemeentewerf
Gevaarlijk afval
Grindwasser
Groencompostering
Grondbank
1 Mestverwerker
1 Metaalconstructie
Motorcrossterreinen
Metaalverwerker
Q
O.
DO Q)
aantal uren nodig per inrichting benodigde directe uren in 2007 Beschikbare directe uren in 2007
Olie-opslag
2
2
3
2
3
2
2,3
2
4,6
klein
2
1
12
Opslag groenafval
1
1
2
2
1
1
1,3
2
2,6
Klein
1
2
16
16
Puinbreker
3
1
2
1
3
2
2
2
4
Klein
3
2
16
48
Rangeerterrein
4
4
3
2
4
3
3,3
2
6,6
Gemiddeld
16
16
3
3
3
2
2
2
2,5
2
5
Gemiddeld
1 0
0
Rubber en kunststof
1
20
0
RWZI
3
1
3
2
2
3
2,3
2
4,6
klein
6
1
16
96
Scheepswerf
2
1
2
2
1,8
2
3,6
Klein
17
1
16
272
1
2
3
2 /I
2
Schroot(bewerking), shredder en accu-inzameling
2
2
1,8
3
5,4
Gemiddeld
15
2
20
300
Slibverwerking
2
3
3
2
3
o
2,5
3
7,5
Groot
4
3
32
128
Stortplaats gesloten
1
1
3
2
3
3
2,2
2
4,4
Klein
8
1
12
96
Stortplaats open
2
2
4
2
4
4
3
3
9
Groot
2
2
32
64
Textiel
3
3
3
2
3
3
2,8
2
5,6
Gemiddeld
1
1
20
20
Transformatorstation
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Zeer klein
1
0
12
12
Veehouderij
3
1
3
2
2
2
2,2
2
4,4
klein
1
1
12
12
Voedingsmiddelen (zuivel)
3
3
2
2
4
4
3
2
6
Gemiddeld
8
2
24
192
Vuurwerk evenementen (ontbrandingstoestemmingen Vuurwerk opslag
2
3
1
2
3
4
2,5
2
5
Gemiddeld
80
1
12
960
3
4
2
2
4
4
3,2
2
6,4
Gemiddeld
12
2
20
240
Zandwinning/ontgronding
1
2
2
2
1
1
1,5
2
3
Klein
18
1
12
216
TOTAAL TOTAAL (incl risico- en TOPX bedrijven)
372
24
6624 8360
7760
Handhaving risico- en TOP-X bedrijven Risico- en TOP-X bedrijven handhaving Top X Carbo - Almelo Top X Dekker - Balkbrug Top X Elementis Specialities Delden Top X Gromes Plender -Usselmuiden Top X Sita -Almelo, Enschede
Beschikbare uren handhaving 2007 100
80 100
50 150
Top X Ten Gate - Nijverdal
150
Top X Twence - Hengelo Top X Wavin - Hardenberg
500 250
AKZO GRT
100
Vredestein
40
150
Vliegveld Twente
16
Nefit industrial
50 1736
TOTAAL
Q. 0
B CDCO fi) ZJ CD
I i
(0
5*
CQ CO O
I
1
CO
1 5" CO
o zr CD
(Q
i.
§
i
•n
H
Onderverdeling handhav
CQ 0 ZJ
o o ZJ
| ontheffingen meldingen illegaliteiten
ZJ
zj'
ongewone voorvallen integraal milieutoezicht illegaliteiten Ontgrondingenwet
5"
toetsen handhaafbaarheid saneringsplannen 1 beoordelen evaluatierappo
I
illegaliteiten winningen landelijk gebied winningen stedelijk gebied Grondwaterwet 1 drinkwaterwinningen industri^le winningen onttrekkingen koudewarmteopslag | Whvbz zwembaden (A en B) zwemplassen (C en D) zwem- en badkwaliteit
TOTAAL
* De uren in het kader van VROM
Q. 0"
5
O "U 3"
a
(Q 0
or 5"
Q,
i
0) 3
(Q
IT
O" O
Schade aan volksgezondheid
0
sro CO
CO
zr
-»• ro
* *
«x
4*
-»
CO
4*
CA)
->
CO
CO
-"
CA)
-»•
-X
Schade aan milieu
—H
ZJ Q) ZJ
-^
-X
-*
CO
CO
4*
^ ro
ro
ro ro ro
N)
ro ro
ro
N>
ro
CO
CO
CO
CO
ro
4*
-* -»
-»•
4*
ro
4*
4*
CO
CO
CA)
•s
*
*
Q)
0 Q. Q. 0 O —»
4^.
4*
ro
4*>
CO
4*
4s.
_»
4*
4*
4*
CO
4*
4*
CO
4*
CO
CO "Z.
l5
E*
(D
cS <
Schade aan natuur 0
I-
Schade aan fysieke veiligheid
ZJ CQ N ZJ
Q, fi)
economisch, juridische schade
i
O Q,
o O HT 3
CO
Bestuurlijke schade
zr 21 3
ro ro ro
^ ro ro
"xl
-s|
00
CO
co ro
-s|
ro ro
CO CO
CO CO
ro
Ol
ro _* -»•
CO CO
CO CO
CO CO
ro ro ro en Ol Ol
-L
ro
CO
ro ro
CO
N3
ro ro
ro ro ro
Gemiddeld effect
S
0 13. 0 < Q) ZJ
CA)
ro
CA)
73
Kans oo oo
Ol CO
Ol 4*
4*.
ro
4i.
Ol
CO CO
CD
05
CD
-s|
o> O) —i
CD
CD
-x|
•xl
0) •xl
Ol
Ol
(g
5"
01
Q. CD
Risico (= effect*kans) 5" (O
CQ
CQ CQ 0 0
CQ
B o o
Q.
7T 0
7T 0
7T
CO 0
i!
0
a
.j.
ro 4* oo
4* O
-X
ro ro
CO
CO
ro
ro ro
-sj
•xl
-si
O)
a
Q 0 Q.
a CO
00
^ 4* ii o
OO
0
CO 0
CQ 0
£
o" O 0 Q.
s: CL
CO CO 0
5;
Q. Q. 0
Q.
ro
^
0
Q,,,
0 Q. 4* Ol
cn
Q 0 Q.
CQ CO 0
0 Q.
_^ N) j^ 0 0 Ol
4* 01
0
CO CO CO 0 0 0
o'
o"
o'
0 CL
0
0 Q.
Q. 4^ Ol
CO
a a Q,
Q, 0 CL
0 CL
CO N) O O
N) 4*.
CA)
CA)
-»•
Risico in woorden Totaal aantal activiteiten 2007
Aantal essenties ^
Ol \3
i <£>
O)
Ol CO Ol
00
* * CO 0) O) *
1
.A
0
Ol CD Ol
CO O) O)
-x| Ol 4-
-x|
CTl
4*. -si
N) 4*. 0
-x|
00
4*
1
CO
o
_k 00
ro
4^ ro
ro
4^ ro
IV)
-s|
_^ ro
01
-x|
N)
-si
88
Ol
00
Aantal uur nodig per activiteit
8
*
•xl
CO
_k CO
•xl
8
N)
N)
8
CO
CO
o
01
CO
§
K)
8 CJ1
4*.
4s-
8 Ol
OO O
4^
2i
Benodigde directe uren in 2007
cn O
Beschikbare directe uren in 2007
|
| Q.
0
Q"
f
zj <
CD
0
g
|
fi> 2
^
NJ
Schade aan volksgezondheid
&>
3
Q,
0 53
fi)
_^
^^
1. 3 0: Q
Schade aan fysieke veiligheid Schade aan milieu
-^ CD
0 —-
hO
ro
2. 4*
4^
0* ®
5"
(Q
z CQ
oT "••1 Q.
O"
o
c
Q. -1
Schade aan natuur
1 1I |
CD
*+
ZJ g
^
Q. ®
ZJ
°-
CO
CO
CO
ro bi
K>
bi
N)
ro
Ol
Ol
CO 0
CQ 0
3
3
Q. 0 S
0,
Ol O
CD CO O
•xl
>
°»
bi
ro
K
Benodigde directe uren 2007
ro
Beschikbare directe uren 2007
Bestuurlijke schade
* S ST ^ CQ
§
Gemiddeld effect
t ct
Q S O
Financieel economisch, uridische schade
4*
Q. g CQ ZJ
S
rn
"S S?
Q. |
S | O CD
Risico (= effect*kans)
i g 0" < CQ CD_ 0
CD
CD
O
3
5T Si 3 c
* 31 1 N
Q.
3
Q. fl>
CD CD
CD ^
cr CD"
CQ
g. g
N
^
CD
3T
N
1
my
(Q
m
0
o" rj_
O T3
a
Q.
= 3J-
3 -1 o
I — CQ 3" Q) 3
CQ C/)
7 &
HI —i —i (Q
1
o
^3
N i" | 7T
CL
" 0 Q.
ZJ
CL p CQ c ~ 0 W
ZJ ^
0
CO
S s- | 0
I "O
1 28 — ZJ 0 'S-
If
•3 N. S" o
[Boswet
§ (Q
[handhax
D O * ?V 0 Q.
CQ
Risico in woorden
Q.
Potaal aantal activiteiten kengetal
ro 0
ro
Ol
s
Ol
CO
8
Ol
Ol
o
C -1