Provinciale omgevingsanalyse
Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie 30 | 09 | 2014
Provinciale omgevingsanalyse Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie 30 september 2014
Inleiding.................................................................................................................................................. 5 1. Feiten en cijfers over de provincie Antwerpen .................................................................................. 7 1.1. 70 steden of gemeenten ............................................................................................................ 7 1.2. Stad en platteland ...................................................................................................................... 7 1.3. De Antwerpse bevolking .......................................................................................................... 12 1.3.1. Leeftijdsverdeling ............................................................................................................. 12 1.3.2. Herkomst .......................................................................................................................... 14 1.3.3. Huishoudensgrootte / aantal huishoudens ...................................................................... 16 2. Armoede in de provincie Antwerpen. ............................................................................................. 19 2.1. Financiële armoede .................................................................................................................. 19 2.2. Kinderarmoede ........................................................................................................................ 20 2.2.1. Kinderarmoede ................................................................................................................. 20 2.2.2. Armoede bij jongeren ....................................................................................................... 23 2.2.3. Samenvattend .................................................................................................................. 25 2.3. Armoede bij ouderen ............................................................................................................... 27 3. Thematische Cijfers over armoede in de provincie Antwerpen ...................................................... 29 3.1. Wonen ...................................................................................................................................... 29 3.1.1. Sociale huisvesting in de provincie Antwerpen ................................................................ 31 3.1.2. Private eigendom ............................................................................................................. 35 3.1.3. De Private huurmarkt ....................................................................................................... 36 3.1.4. Woonkwaliteit .................................................................................................................. 36 3.1.5. Woonwagenbewoners ..................................................................................................... 37 3.2. Energie ..................................................................................................................................... 40 3.3. Maatschappelijke dienstverlening ........................................................................................... 40 3.3.1. Brede dienstverlening ...................................................................................................... 41 3.3.2. Sociale bijstandsuitkeringen ............................................................................................. 43 3.4. Gezondheid .............................................................................................................................. 46 3.5. Onderwijs ................................................................................................................................. 51 3.6. Arbeid ....................................................................................................................................... 56 3.6.1. Werkloosheid ................................................................................................................... 56 3.6.2. Tewerkstellingsmaatregelen ............................................................................................ 58 4. Aandachtsgebieden ......................................................................................................................... 60 4.1. Armoede op het platteland ...................................................................................................... 60 4.2. Aandachtswijken ...................................................................................................................... 62
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
3|78
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
4|78
VOORWOORD
Voor jou ligt de provinciale omgevingsanalyse. die moet ons inspireren voor de opmaak van het meerjarenplan. We willen met deze cijferreeksen, vaak gepresenteerd als kaarten, een blik werpen op (kansarmoede in) onze provincie. Deze kwantitatieve omgevingsanalyse is een lijvig document geworden. Logisch, armoede en sociale uitsluiting kunnen we immers op tal van manieren benaderen. In een eerste stuk geven we enkele algemene kencijfers over de provincie weer. Daarna zoomen we in op diverse armoede-indicatoren en specifieke armoedegroepen. In een derde deel houden we diverse grondrechten tegen het licht om tenslotte te kijken naar aandachtgebieden: plattelandsgebieden en stedelijk achtergestelde buurten. We eindigen bewust niet met een conclusie in de stijl van ‘deze gemeente is het meest problematisch want …’, of ‘we moeten inzetten op dit thema, want …’. We laten de cijfers voor zich spreken en nodigen eenieder uit om zijn/haar analyse te maken door cijfers te combineren. De som van ieders creativiteit moet kunnen leiden tot goede thematische en territoriale keuzes voor de komende periode. Ik Wil Rudy Marynissen en Guido Bottu (beiden werknemer van de provincie Antwerpen) uitdrukkelijk danken voor hun medewerking. Zij leverden het merendeel van het bronmateriaal en hun kritische reflectie duwde de kwaliteit omhoog. Ik hoop dat je veel inspiratie haalt uit dit document en dat die terug te zien zal zijn in een sterk meerjarenplan.
Ben Van Havere
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
5|78
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
6|78
1. FEITEN EN CIJFERS OVER DE PROVINCIE ANTWERPEN 1.1. 70 STEDEN OF GEMEENTEN De 1.802.719 inwoners in de provincie Antwerpen (2014, provincie Antwerpen) leven verspreid over 70 steden en gemeentes. Antwerpen is met 510.610 inwoners veruit de grootste stad. De stad Antwerpen behoort tot het werkingsgebied van Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad. De andere 69 gemeenten behoren tot Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie (1.292.109 inwoners). Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie is momenteel actief in Mechelen, Turnhout, Geel, Lier en Boom, samen goed voor 215.524 inwoners. Wanneer we de gemeenten Niel en Rumst (behoren ook tot het werkingsgebied van het project in Boom) en Heist-op-den-berg, Dessel, Retie en Hoogstraten (daar lopen experimenten vanuit het project ‘energie en woonkwaliteit’) meetellen, dan werken we in gemeenten met samen 322.861 inwoners (=18 % van de provincie, 25 % van ons werkingsgebied). (zie Figuur 1 inwonersaantal v/d Antwerpse steden en gemeenten per 1/1/2011). De projecten ‘armoede en energie’ en ‘water en armoede’ hebben een Vlaamse opdracht en worden bijgevolg niet toegewezen aan een gemeente. (zie ook bijlage 1)
Figuur 1: Inwonersaantal v/d Antwerpse steden en gemeenten per 1/1/2014 bron: Provant
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
7|78
1.2. STAD EN PLATTELAND Het verschil in densiteit vormt wezenlijk verschil tussen stad en platteland. De bevolkingsdichtheid is zeer variabel in de provincie Antwerpen. Mortsel, Borsbeek Antwerpen,, Edegem, Boom, Hemiksem en Niel zijn de dichtst bevolkte gemeenten uit de provincie (in die volgorde). Ravels, Merksplas, Hoogstraten, Wuustwezel, Retie, Arendonk, Rijkevorsel, Kasterlee, Herselt, Lille, Meerhout, Vorselaar, Malle en Balen hebben allen een bevolkingsdichtheid van beneden de 300 inwoners per km. De densiteit zoals hier brekend houdt geen rekening met de verschillen binnen een stad / gemeente. Zo zal een stad die het resultaat is van een fusie met meerdere dorpen (bv. Geel) een kleinere densiteit hebben dan een stad die die fusie niet onderging (bv Turnhout). Figuur 2: Bevolkingsdichtheid Antwerpse Steden en Gemeenten per 1/1/2014 Bron: Provant
De bevolkingsdichtheid is het hoofdcriterium voor het afbakenen van het platteland. Meestal wordt hiervoor het internationale OECD-criterium van 150 inwoners per km² gebruikt. Volgens dit criterium is er echter amper platteland in Vlaanderen. In de provincie Antwerpen beperkt het platteland zich volgens deze definitie tot de gemeente Ravels (Lenders e.a. 2006, volgens eigen 2 berekeningen (2014) komen ze met 154 inwoners per km net boven die grens). Lenders e.a. pleiten in datzelfde onderzoek voor het optrekken van de grenzen tot 600 inwoners per km² voor Vlaanderen en 300 per km² voor Wallonië. Dit zou betekenen dat de provincie Antwerpen voor meer dan de helft plattelandsgemeenten telt.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
8|78
Leader omschrijft 32 gemeentes als ‘gemeentes met platteland’ 1
LEADER , een Europees subsidieprogramma voor plattelandsontwikkeling bakende voor de periode 2015-2020 drie zones af (zie kaart hieronder) met in totaal 32 gemeenten. Voor de afbakening werd rekening gehouden met een bebouwingspercentage van max 15% en een bevolkingsdichtheid van max 300 inwoners/km². Figuur 3: Plattelandsgebied in de provincie Antwerpen volgens Leader Bron: Rurant
Bijna in het hele noordoosten van de provincie (met uitzondering van de stad Turnhout) is platteland terug te vinden.
1
LEADER staat voor Liasion Entre Action de Développement de l’ Economie
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
9|78
(Centrum)-steden Drie van de dertien Vlaamse centrumsteden liggen in de provincie Antwerpen: Turnhout, Mechelen en Antwerpen. Daarnaast mogen Geel, Mortsel, Lier, Herentals en Hoogstraten zich stad noemen. Figuur 4: Steden in de provincie Antwerpen
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
10|78
De mate van stedelijkheid en de verbanden tussen de regio en de stad worden weergegeven in onderstaand kaartje. Als basis voor deze indeling hanteerden Sarah Luyten, Etienne Van Hecke gegevens uit de sociaal economische enquête van 2001. De provincie Antwerpen heeft kent drie 2 stedelijke gebieden met telkens een aanpalende forensenwoonzone . Figuur 5: De Belgische stadsgewesten (2001) Bron: Sociaaleconomische enquête 2001
2
De forensenwoonzone is de zone die aansluit bij het stadsgewest door een sterke ontwikkeling van de autochtone pendel. Deze zone is voor een belangrijk deel van de werkgelegenheid op het stadsgewest aangewezen.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
11|78
1.3. DE ANTWERPSE BEVOLKING 1.3.1. Leeftijdsverdeling 22,33 % van de bevolking in de provincie Antwerpen is jonger dan 20 jaar. In heel Vlaanderen is dit met 21,95% net iets minder. Het aandeel jongeren is met 24,61 % het grootst in Lint. Naast Lint heeft enkel Boom nog een aandeel boven de 24%. Opvallend is dat we meer jongeren vinden in de noordelijke gemeenten en in de Rupelstreek, Willebroek en Mechelen. In de Zuiderkempen en Lier en omgeving is het aandeel jongeren lager dan gemiddeld. Beerse kent met 3,13 % het laagste aandeel 80-plussers, terwijl dit aandeel in Edegem met 7,11 % ruim het dubbele is. Bijna alle gemeenten met een hoger dan gemiddeld aandeel ouderen zijn terug te vinden in de arrondissementen Antwerpen en Mechelen. Edegem heeft met 29,74% 65-plussers ook het grootse aandeel ouderen in de gemeente wonen. Om een zicht te hebben op de toekomstige veroudering kunnen we kijken naar de 60-plussers. De steden Antwerpen en Mechelen die wel een hoog aandeel 80-plussers kennen, tellen minder dan gemiddeld 60-plussers. De Kempische steden Turnhout en vooral Oud Turnhout komen met een meer dan gemiddeld aandeel 60-plussers in beeld. Figuur 6: Aandeel 0 tot 19 - jarigen in de provincie Antwerpen per 1/1/2011 Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 22,89
Essen 23,73
Baarle-Hertog 23,75
Wuustwezel 23,93
Kalmthout 23,57
Ravels 22,77
Merksplas 23,42 Rijkevorsel 23,81
Mediaan provincie Antwerpen: 21,88 Vlaanderen: 21,95
Stabroek 22,3
19,57 - 20,00
Brasschaat 20,84
Antwerpen 23,37
20,07 - 21,00
21,89 - 21,95 22,04 - 23,00 23,11 - 24,00 24,06 - 24,61
Bornem 21,74
Sint-Amands 22,89
Schoten 21,84
Zoersel 21,89
Schilde 21,33
Lille 22,1
Zandhoven 20,86 Ranst 22,24
Mechelen 23,8
Arendonk 23,84
Mol 20,68
Kasterlee 21,88
Dessel 22,04
Vorselaar 21,46
Grobbendonk 21,75 Nijlen 21,36
Herentals 19,57
Olen 21,74
Geel 20,6
Herenthout 20,24 Lier 20,97
Sint-Katelijne-Waver 22,68
Willebroek 23,7
Turnhout 20,45 Oud-Turnhout 21,35 Vosselaar 22,25
Retie 22,62
Wommelgem 21,86 Borsbeek 20,47 Mortsel Boechout 22,4 23,2 Edegem Hemiksem 20,07 Hove 23,79 23,36 Aartselaar Schelle 19,89 Kontich Lint 23,6 23,11 24,61 Niel 23,95 Boom Rumst Duffel 21,71 24,06 22,38 Puurs 22,49
Beerse 23,92
Malle 23,16
Wijnegem 20,69
Zwijndrecht 20,59
21,04 - 21,88
Brecht 23,11
Kapellen 21,3
Berlaar 21,04
Putte 20,43
Balen 21,18 Meerhout 19,64
Heist-op-den-Berg 20,54 Hulshout 21,14
Westerlo 21,21 Laakdal 20,17
Herselt 19,94
Bonheiden 21,51
0-19 jarigen: in procent van de inwoners (1 jan 2011)
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
12|78
Figuur 7: Aandeel 80-plussers in de provincie Antwerpen per 1/1/2011 Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 3,43
Essen 3,99
Baarle-Hertog 3,39
Wuustwezel 3,36
Kalmthout 4,9
Ravels 3,93
Merksplas 3,41 Rijkevorsel 3,74
Mediaan provincie Antwerpen: 4,74 Vlaanderen: 5,16
Stabroek 3,26
3,13 - 3,50
Brasschaat 5,68
4,76 - 5,16 5,21 - 5,50 5,55 - 6,00 6,26 - 7,11
Bornem 4,84
Sint-Amands 5,7
Zoersel 4,3
Schilde 5,78
Ranst 4,58
Mechelen 5,37
Kasterlee 3,88
Dessel 4,03
Vorselaar 3,96
Grobbendonk 3,77 Nijlen 4,69
Herentals 5,11
Geel 4,59
Olen 3,5
Herenthout 4,6 Lier 5,89
Sint-Katelijne-Waver 5,62
Willebroek 5,37
Mol 4,81
Lille 3,76
Zandhoven 5,02
Wommelgem 5,66 Borsbeek 4,78 Mortsel Boechout 6,79 5,21 Edegem Hemiksem 7,11 Hove 5,15 6,26 Aartselaar Schelle 4,76 Kontich Lint 4,48 3,67 4,7 Niel 5,69 Duffel Boom Rumst 5,21 5,41 5,55 Puurs 5,11
Arendonk 4,08
Vosselaar 3,38 Retie 3,49
Wijnegem 6,96
Zwijndrecht 5,56
4,03 - 4,74
Turnhout Oud-Turnhout 4,72 3,81
Beerse 3,13
Malle 4,69
Schoten 5,64
Antwerpen 5,62
3,52 - 4,00
Brecht 3,52
Kapellen 5,93
Berlaar 5,39
Meerhout 4,46 Westerlo 4,12
Heist-op-den-Berg 5
Laakdal 4,59
Hulshout 4,31
Putte 5,3
Balen 4,22
Herselt 5,48
Bonheiden 6,8
80+ jarigen: in procent van de inwoners (1 jan 2011)
Figuur 8: Aandeel 60-plussers in de provincie Antwerpen per 1/1/2012 Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 21,91
Essen 22,42
Baarle-Hertog 23,65
Wuustwezel 20,1
Kalmthout 24,76
Ravels 22,96
Merksplas 19,58 Rijkevorsel 21,97
Mediaan provincie Antwerpen: 24,18 Stabroek 21,43
Brasschaat 27,39
Antwerpen 22,13
19,58 - 21,43
23,27 - 24,18 24,19 - 24,97 25,00 - 25,69 26,10 - 29,94
Bornem 25,29
Sint-Amands 25,09
Schoten 26,24
Zoersel 26,1
Schilde 29,7
Lille 21,27
Zandhoven 25 Ranst 24
Mechelen 22,23
Arendonk 21,64
Mol 24,44
Kasterlee 22,74
Dessel 23,55
Vorselaar 22,32
Grobbendonk 24,16 Nijlen 24,97
Herentals 24,35
Olen 21,85
Geel 23,65
Herenthout 24,76 Lier 25,67
Sint-Katelijne-Waver 24,76
Willebroek 23,36
Turnhout 24,55 Oud-Turnhout 26,33 Vosselaar 22,99
Retie 22,48
Wommelgem 25,02 Borsbeek 24,93 Mortsel Boechout 25,38 24,05 Edegem Hemiksem 29,94 Hove 22,81 27,11 Aartselaar Schelle 29,08 Kontich Lint 23,94 24,22 19,99 Niel 22,32 Boom Rumst Duffel 24,39 24,61 23,38 Puurs 24,08
Beerse 21,03
Malle 23,27
Wijnegem 26,45
Zwijndrecht 25,06
21,64 - 23,00
Brecht 21,7
Kapellen 27,45
Berlaar 24,93
Putte 25,69
Balen 23,65 Meerhout 24,44
Heist-op-den-Berg 25,26 Hulshout 22,26
Westerlo 23,6 Laakdal 24,19
Herselt 25,2
Bonheiden 28,47
>=60 jarigen, in procent van alle inwoners (1 jan 2012)
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
13|78
1.3.2. Herkomst De provincie Antwerpen telt 22,05 % inwoners van vreemde herkomst. 21,6% van deze inwoners komt uit Nederland. Zij wonen veelal in de meest noordelijke grensgemeenten. Ze worden door mensen niet als vreemdeling gezien. Daarom zullen we in de verdere bespreking deze inwoners als Belgen beschouwen. Antwerpen is met 38,52 % inwoners van vreemde herkomst (1/1/2012) koploper, gevolgd door Mechelen (25,75 %), Boom (23,57 %) en Willebroek (20,20 %). wat betreft het aandeel Turnhout, Borsbeek, Mortsel, Lier, Edegem, Hemiksem, Zwijndrecht, Mol en Niel zijn (in deze volgorde) de andere gemeenten met meer dan 10 % inwoners van vreemde herkomst. Figuur 9: inwoners met een vreemde herkomst in % van de bevolking Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 36,48
Essen 32,18
Baarle-Hertog 65,66
Wuustwezel 15,76
Kalmthout 19,46
Ravels 40,6
Merksplas 14,68 Rijkevorsel 11,38
Mediaan provincie Antwerpen: 10,57 Stabroek 10,96
Brasschaat 15,98
Antwerpen 42,64
4,92 - 6,00
8,36 - 10,57 10,60 - 15,00 15,02 - 25,00 25,89 - 65,66
Bornem 7,49
Sint-Amands 10,71
Schoten 14,26
Zoersel 8,89
Schilde 15,36
Lille 6,42
Zandhoven 6,67 Ranst 8,36
Mechelen 27,46
Arendonk 24,32
Mol 15,82
Kasterlee 7,67
Dessel 10,1
Vorselaar 4,96
Grobbendonk 7,47 Nijlen 4,92
Herentals 9,96
Olen 7,14
Geel 10,32
Herenthout 6,08 Lier 14,2
Sint-Katelijne-Waver 8,82
Willebroek 21,58
Turnhout Oud-Turnhout 22,9 18,57 Vosselaar 10,78
Retie 12,77
Wommelgem 11,71 Borsbeek 17,13 Mortsel Boechout 15,38 8,74 Edegem Hemiksem 15,02 Hove 12,86 7,97 Aartselaar Schelle 10,55 Kontich Lint 9 8,89 10,06 Niel 12,13 Boom Rumst Duffel 8,57 9,47 25,89 Puurs 6,66
Beerse 10,6
Malle 9,4
Wijnegem 11,52
Zwijndrecht 13,52
6,08 - 8,00
Brecht 11,46
Kapellen 17,66
Berlaar 6,36
Putte 5,53
Balen 9,3 Meerhout 6,28
Heist-op-den-Berg 5,25 Hulshout 5,49
Westerlo 6,61 Laakdal 6,35
Herselt 5
Bonheiden 7,48
Inwoners met vreemde herkomst, in % van inwoners (1 jan 2012)
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
14|78
Figuur 10: inwoners met een vreemde herkomst (exclusief Nederlanders) in % van de bevolking Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 7,09
Essen 5,57
Baarle-Hertog 5,56
Wuustwezel 5,08
Kalmthout 5,54
Ravels 4,02
Merksplas 5,64 Rijkevorsel 4,42
Mediaan provincie Antwerpen: 6,01 Stabroek 6,31
Brasschaat 8,71
Antwerpen 38,52
3,22 - 4,00
Brecht 5,21
Kapellen 8,81
5,08 - 6,01 6,04 - 10,00 10,08 - 15,00 15,57 - 38,52
Bornem 6,04
Sint-Amands 9,27
Zoersel 4,92
Schilde 6,85
Lille 3,37
Wijnegem 8,44
Wommelgem 9,5 Borsbeek 14,61 Mortsel Boechout 13 6,15 Edegem Hemiksem 12,1 Hove 11,28 5,98 Aartselaar Schelle 8,61 Kontich Lint 7,16 7,47 7,92 Niel 10,08 Boom Rumst Duffel 7,05 7,41 23,57 Puurs 5,4
Zandhoven 4,05 Ranst 6,32
Mechelen 25,72
Arendonk 8,78
Mol 10,85
Kasterlee 4,09
Dessel 5,4
Vorselaar 3,22
Grobbendonk 4,89 Nijlen 3,58
Herentals 7,95
Olen 5,33
Geel 8,03
Herenthout 4,6 Lier 12,25
Sint-Katelijne-Waver 7,3
Willebroek 20,2
Turnhout 15,57 Oud-Turnhout 4,11 Vosselaar 4,12
Retie 4,56
Schoten 9,43
Zwijndrecht 11,04
4,02 - 5,00
Beerse 4,64
Malle 4,98
Berlaar 5,15
Meerhout 4,05
Heist-op-den-Berg 4,16
Putte 4,65
Balen 4,67
Hulshout 4,41
Westerlo 4,99 Laakdal 4,61
Herselt 3,69
Bonheiden 5,43
Inwoners met vreemde herkomst, excl. Nederland, in % van inwoners (1 jan 2012)
De grootste groep van mensen van vreemde herkomst zijn de mensen uit het noorden en het westen van de EU (15,63 %), gevolgd door de andere landen van Azië (14,32 %), niet-EU Oost Europeanen (12,87 %), personen uit de Maghreb (12,7 %) en Oost-Europese EU-burgers(12,01%). Gemiddeld 1,39 % van de inwoners uit de provincie is afkomstig van de Maghreblanden. Dit percentage is echter zeer variabel. Mechelen (12,49% van de inwoners), Antwerpen (11,89 %) en Boom (10,80 %) kennen het hoogste aandeel inwoners van Maghrebafkomst. In Mechelen en Boom maken inwoners met Maghrebachtergrond respectievelijk 49 % en 46 % van de bevolking van vreemde afkomst uit. In de gemeenten rond Antwerpen en Mechelen en in beide steden zelf zijn inwoners afkomstig uit Maghreblanden de grootste groep van vreemde afkomst, evenals in de steden Turnhout en Geel. Mensen van Turkse herkomst maken slechts 9 % van het aantal inwoners met vreemde herkomst uit. 24.780 van de 28.950 inwoners van Turkse herkomst zijn echter terug te vinden in 5 gemeentes: Antwerpen (19.452 = 10 % van het aantal mensen met vreemde herkomst), Mechelen (1,897 – 8,9 % ), Willebroek (1.288 – 25,7 %), Lier (1.204 – 28,6) en Mol (939 – 24,8 %). Mensen met een migratieachtergrond zijn beduidend jonger dan autochtonen. Onderstaand kaartje geeft de verhouding van het aandeel jongeren (0-19 jaar) van vreemde herkomst (met uitzondering van Nederlanders) aan t.o.v. de totale bevolking. Opvallend zijn de hoge percentages in Antwerpen (59,21 %), Mechelen (43,32 %) en Boom (40,8 %), gevolgd door Willebroek (34,84 %), Turnhout (28,25 %), Borsbeek (26,24 %), Mortsel (22,54 %), Lier (22,15 %), Edegem (22,15 %) en Zwijndrecht
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
15|78
(20,91 %). In Mechelen (22,66 %), Antwerpen (21,18 %), en Boom (20,21 %) is telkens meer dan 20 % van Marokkaanse herkomst. Figuur 11: aandeel 0-19 jarigen met vreemde herkomst (excl. Nederlanders), in % van de 0-19-jarigen (1/1/2012) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 9,82
Essen 8,79
Baarle-Hertog 9,59
Wuustwezel 7,53
Kalmthout 9,69
Ravels 6,44
Merksplas 5,41 Rijkevorsel 6,92
Mediaan provincie Antwerpen: 10,29 Stabroek 10,34
Brasschaat 15,84
Antwerpen 59,21
5,11 - 7,00
9,14 - 10,29 10,34 - 15,00 15,35 - 20,00 20,91 - 59,21
Bornem 11,34
Sint-Amands 16,56
Schoten 17,13
Zoersel 9,14
Schilde 12,82
Lille 5,87
Zandhoven 7,81 Ranst 10,93
Mechelen 43,32
Arendonk 15,35
Mol 18,89
Kasterlee 7,81
Dessel 9,66
Vorselaar 5,11
Grobbendonk 9,24 Nijlen 6,43
Herentals 14,36
Olen 9,17
Geel 14,53
Herenthout 7,55 Lier 22,15
Sint-Katelijne-Waver 12,66
Willebroek 34,84
Turnhout 28,25 Oud-Turnhout 7,25 Vosselaar 7,93
Retie 7,43
Wommelgem 17,4 Borsbeek 26,24 Mortsel Boechout 22,54 10,25 Edegem Hemiksem 22,15 Hove 19,5 10,17 Aartselaar Schelle 16,02 Kontich Lint 12,94 13,11 12,07 Niel 18,4 Duffel Boom Rumst 12,51 13,84 40,8 Puurs 10,94
Beerse 7,02
Malle 8,54
Wijnegem 14,9
Zwijndrecht 20,91
7,02 - 9,00
Brecht 8,51
Kapellen 16,14
Berlaar 9,67
Meerhout 7,92
Heist-op-den-Berg 8
Putte 9,16
Balen 8,77
Hulshout 8,42
Westerlo 8,75 Laakdal 9,17
Herselt 6,62
Bonheiden 11,31
0-19 jarigen met vreemde herkomst, excl. Nederland, in % van 0-19 jarigen (1 jan 2012)
1.3.3. Huishoudensgrootte / aantal huishoudens de gemiddelde gezinsgrootte is het kleinst in de steden Antwerpen, Turnhout, Borsbeek, Lier, Mortsel, Edegem, Herentals en Zwijndrecht. Daar vinden we ook het grootste aandeel eenoudergezinnen. De gemiddeld grootste huishoudens vinden we in het noorden van de provincie.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
16|78
Figuur 12: gemiddeld aantal personen per privaat huishoudens (1/14/*2012) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 2,52
Essen 2,52
Ravels 2,51
Baarle-Hertog 2,49
Wuustwezel 2,57
Kalmthout 2,53
Merksplas 2,64 Rijkevorsel 2,56
Mediaan provincie Antwerpen: 2,43 Stabroek 2,4
2,13
Brasschaat 2,36
2,41 - 2,43 2,44 - 2,50 2,51 - 2,55 2,56 - 2,64
Bornem 2,4
Sint-Amands 2,54
Zoersel 2,53
Schilde 2,47
Wommelgem 2,43 Borsbeek 2,23 Mortsel Boechout 2,28 2,49 Edegem Hemiksem 2,29 Hove 2,38 2,58 Aartselaar Schelle 2,4 Kontich Lint 2,44 2,6 2,47 Niel 2,37 Duffel Boom Rumst 2,38 2,45 2,34 Puurs 2,45
Lille 2,51
Mechelen 2,34
Mol 2,35
Kasterlee 2,52
Dessel 2,46
Vorselaar 2,42
Zandhoven 2,5 Ranst 2,5
Grobbendonk 2,46 Nijlen 2,44
Herentals 2,29
Geel 2,34
Olen 2,43
Herenthout 2,4 Lier 2,26
Sint-Katelijne-Waver 2,52
Willebroek 2,42
Arendonk 2,47
Vosselaar 2,55 Retie 2,51
Wijnegem 2,35
Zwijndrecht 2,32
2,32 - 2,40
Turnhout 2,21 Oud-Turnhout 2,52
Beerse 2,56
Malle 2,49
Schoten 2,37
Antwerpen 2,13
2,21 - 2,30
Brecht 2,53
Kapellen 2,4
Berlaar 2,44
Balen 2,41 Meerhout 2,41
Westerlo 2,43
Heist-op-den-Berg 2,37
Laakdal 2,39
Hulshout 2,36
Putte 2,4
Herselt 2,41
Bonheiden 2,5
Gemiddeld aantal personen per privaat huishouden (1 jan 2012)
Figuur 13: alleenstaande mannen en vrouwen ,alleenstaande vaders en moeders in % v/d particuliere huishoudens (1/1/2012) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 22,8
Essen 24,07
Baarle-Hertog 30,34
Wuustwezel 22,89
Kalmthout 23,68
Ravels 21,86
Merksplas 20,04 Rijkevorsel 22,28
Mediaan provincie Antwerpen: 24,57 Stabroek 25,12
Brasschaat 29,6
Antwerpen 47,96
19,27 - 21,00
23,10 - 24,57 24,75 - 27,00 28,11 - 35,00 35,83 - 47,96
Bornem 25,09
Sint-Amands 23,1
Schoten 29,49
Zoersel 20,49
Schilde 24,77
Lille 21,86
Zandhoven 21,68 Ranst 23,55
Mechelen 37,93
Arendonk 22,26
Mol 26,98
Kasterlee 22,43
Dessel 21,85
Vorselaar 25,29
Grobbendonk 24,36 Nijlen 23,54
Herentals 30,13
Olen 22,91
Geel 28,11
Herenthout 25,84 Lier 33,42
Sint-Katelijne-Waver 24,57
Willebroek 30,3
Turnhout 36,9 Oud-Turnhout 19,27 Vosselaar 21,01
Retie 21,28
Wommelgem 26,2 Borsbeek 35,83 Mortsel Boechout 37,72 24,34 Edegem Hemiksem 32,79 Hove 30,19 23,56 Aartselaar Schelle 31,07 Kontich Lint 25,77 25,31 21,15 Niel 30,06 Boom Rumst Duffel 29,07 36,78 24,17 Puurs 24,32
Beerse 21,44
Malle 24,05
Wijnegem 29,18
Zwijndrecht 30,53
21,01 - 23,00
Brecht 21,34
Kapellen 26,53
Berlaar 23,82
Putte 24,75
Balen 23,61 Meerhout 21,81
Heist-op-den-Berg 26,73 Hulshout 24,77
Westerlo 24,57 Laakdal 24,14
Herselt 25,72
Bonheiden 23,67
Alleenstaande mannen en vrouwen, alleenstaande vaders en moeders, in procent van de particuliere huishoudens (1 jan 2012)
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
17|78
De evolutie van het aantal huishoudens geeft een indicatie van de te verwachten druk op de woonmarkt. De groei is zowel het gevolg van de gezinsverdunning als van migratie. De verwachte procentuele groei is het kleinst in het grootstedelijk gebied. In absoute cijfers wordt er een toename met 83.000 huishoudens verwacht voor de provincie Antwerpen (2007-2022). Figuur 14: evolutie van het aantal huishoudens (2007-2022) per gemeente volgens de open bevolkingsprognose.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
18|78
2. ARMOEDE IN DE PROVINCIE ANTWERPEN 2.1. FINANCIËLE ARMOEDE Het aantal mensen dat moet rondkomen met een laag inkomen kan afgeleid worden van het aantal personen dat recht heeft op een voorkeurregeling ziekteverzekering. Het aandeel mensen dat met een laag inkomen moet zien rond te komen is het grootst in de steden Antwerpen (22,4 %) en Mechelen (17,6 %), maar ook Boom (16,3 %), Turnhout (15 %), Lier (13,6 %) en Heist-op-den-Berg (13,5 %) scoren boven het Vlaams gemiddelde. Figuur 15: verhoogde tegemoetkoming ziekteverzekering in % van het aantal inwoners (2013) Bron: Sociaal Kompas
Wanneer we kijken naar wie beroep doet op een gegarandeerd minimuminkomen krijgen we een veranderd beeld. Antwerpen (2,89 %) , Mechelen (2,33 %), en Turnhout (2,12 %) blijven hoog scoren. Sint-Katelijne-Waver (2,64 %), Geel (2,41 %), Duffel (2,3 %), Heist-op-den-Berg (2.3 %) en Malle (2,14%). Boom verdwijnt uit beeld.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
19|78
Figuur 16: Gemiddeld aantal leefloners + inkomensvervangende tegemoetkoming PMEH + gewaarborgd inkomen bejaarden + inkomensgarantie ouderen, in procent van inwoners (2009...2011) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 1,4
Essen 1,42
Baarle-Hertog 1,13
Wuustwezel 1,47
Kalmthout 1,17
Ravels 1,05
Merksplas 1,63 Rijkevorsel 1,19
Mediaan provincie Antwerpen: 1,35 Vlaanderen: 1,98
Stabroek 0,92
Brecht 1,37
Kapellen 0,99 Brasschaat 1,38
Beerse 1,05
Malle 2,14
Turnhout 2,12 Oud-Turnhout 0,92 Vosselaar 0,98
Arendonk 1,12
Mol 1,31
0,76 - 1,00 1,04 - 1,20
Antwerpen 2,89
1,22 - 1,35
2,12 - 2,20 2,30 - 2,50 2,64 - 2,89
Bornem 1,44
Puurs 1,51
Zoersel 1,75
Schilde 1,09
Wommelgem 1,26 Borsbeek 1,62 Mortsel Boechout 1,92 1,68 Edegem Hemiksem 1,23 Hove 1,51 0,93 Aartselaar Schelle 1 Kontich Lint 1,16 0,76 1,22 Niel 1,18 Duffel Boom Rumst 2,3 1,24 1,67
1,62 - 1,98
Sint-Amands 1,62
Schoten 1,17
Lille 1,63
Wijnegem 1,32
Zwijndrecht 1,39
1,37 - 1,52
Retie 1,09
Zandhoven 0,91 Ranst 1
Mechelen 2,33
Dessel 0,99
Vorselaar 1,48
Grobbendonk 1,19 Nijlen 1,27
Herentals 1,65
Olen 1,2
Geel 2,41
Herenthout 1,04 Lier 1,89
Sint-Katelijne-Waver 2,64
Willebroek 1,84
Kasterlee 1,18
Berlaar 1,69
Putte 1,98
Balen 1,16 Meerhout 1,49
Heist-op-den-Berg 1,92 Hulshout 1,32
Westerlo 1,19 Laakdal 1,38
Herselt 1,52
Bonheiden 1,47
Gemiddeld aantal leefloners + inkomensvervangende tegemoetkoming PMEH + gewaarborgd inkomen bejaarden + inkomensgarantie ouderen, in procent van inwoners (2009...2011)
2.2. KINDERARMOEDE 2.2.1. Kinderarmoede Om kinderarmoede in beeld te brengen kunnen we drie indicatoren hanteren: geboorten in kansarme gezinnen, het aandeel 0 tot 19-jarigen dat in aanmerking komt (als titularis of ten laste) voor de voorkeurregeling met de ziekteverzekering en het aantal kinderen dat opgroeit in een eenoudergezin. Een eerste – veel gebruikte – is die van het aantal geboorten in kansarme gezinnen. Deze gegevens zijn afkomstig van de regioteams van Kind en Gezin. Wanneer een gezin aan drie of meer van deze zes criteria beantwoordt wordt het als kansarm beschouwd. De criteria zijn: • het maandinkomen van het gezin, • de arbeidssituatie van de ouders, • de opleiding van de ouders, • de huisvesting, • de ontwikkeling van de kinderen en • de gezondheid.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
20|78
Hoewel we de cijfers moeten relativeren door het kleine aantal geboorten waarover uitspraak gedaan wordt, zien we toch dat Antwerpen (22,27 %), Mechelen (14,2 %) en Arendonk (14,76 %) er bovenuit steken, gevolgd door Turnhout met 9,89 %. Figuur 17: Geboorten in kansarme gezinnen, in procent van de geboorten (2009...2011) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 1,19
Essen 1,65
Baarle-Hertog 2,41
Wuustwezel 2,32
Kalmthout 1,45
Ravels 3,21
Merksplas 2,17 Rijkevorsel 2,54
Mediaan provincie Antwerpen: 2,85 Vlaanderen: 7,53
Stabroek 3,52
Brecht 2,19
Kapellen 6,1 Brasschaat 3,2
Beerse 2,65
Malle 3,37
Turnhout 9,89 Oud-Turnhout 2,01 Vosselaar 1,99
Arendonk 14,76
Mol 2,94
0,75 - 1,45 1,58 - 2,00
Antwerpen 22,27
2,01 - 2,85
4,12 - 6,10 7,48 - 8,50 9,89 - 10,00 14,20 - 22,27
Bornem 1
Sint-Amands 1,17
Schoten 8,37
Wommelgem 3,9 Borsbeek 7,57 Mortsel Boechout 4,67 2,33 Edegem Hemiksem 2,55 Hove 3,1 1,01 Aartselaar Schelle 0,75 Kontich Lint 1,01 4,75 3,33 Niel 2,93 Duffel Rumst Boom 2,35 4,14 8,35 Puurs 1,58
Zoersel 1,42
Schilde 2,67
Lille 3,53
Wijnegem 4,12
Zwijndrecht 5,55
2,86 - 4,00
Retie 2,47
Zandhoven 1,58 Ranst 8,06
Mechelen 14,2
Grobbendonk 2,44 Nijlen 2,39
Dessel 2,84
Herentals 7,48
Olen 3,72
Geel 2,78
Herenthout 1,7 Lier 3,86
Sint-Katelijne-Waver 1,97
Willebroek 5,19
Kasterlee 3,25
Vorselaar 3,65
Berlaar 2,13
Putte 1,69
Balen 3,22 Meerhout 3,18
Heist-op-den-Berg 3,22 Hulshout 2,36
Westerlo 1,88 Laakdal 4,43
Herselt 2,86
Bonheiden 1,39
Geboorten in kansarme gezinnen, in procent van de geboorten (2002…2011)
Het aandeel 0 tot 19-jarigen dat in aanmerking komt (als titularis of ten laste) voor de voorkeurregeling met de ziekteverzekering, biedt een betrouwbaarder beeld. Antwerpen blijft met (29,5 %) koploper, gevolgd door Mechelen (22,48 %), Boom (16,85 %) en Turnhout (15,09 %). Arendonk (zie kinderen in kansarmen gezinnen) scoort hier met 5,69 % laag.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
21|78
Figuur 18: 0-19 jarigen titularis of ten laste voorkeurregeling ziekteverzekering, in % van 0-19 jarigen (2012) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 4,81
Essen 5,81
Baarle-Hertog 4,64
Wuustwezel 6,73
Kalmthout 6,25
Ravels 5,7
Merksplas 4,7 Rijkevorsel 6,04
Mediaan provincie Antwerpen: 6,14 Vlaanderen: 10,78
Stabroek 6,3
Brecht 5,19
Kapellen 5,5 Brasschaat 6,76
Beerse 6,64
Malle 6,05
Turnhout 15,09 Oud-Turnhout 3,83 Vosselaar 4,78
Arendonk 5,69
Mol 8,95
3,34 - 4,00 4,29 - 5,00
Antwerpen 29,5
5,09 - 6,14
7,61 - 10,78 11,22 - 13,00 15,09 - 17,00 22,48 - 29,50
Bornem 6,04
Sint-Amands 7,27
Schoten 6,95
Wommelgem 5,18 Borsbeek 12,6 Mortsel Boechout 11,22 5,18 Edegem Hemiksem 6,83 Hove 9,32 3,34 Aartselaar Schelle 5,37 Kontich Lint 6,28 4,53 5,91 Niel 9,62 Duffel Rumst Boom 7,63 5,24 16,85 Puurs 6,11
Zoersel 4,58
Schilde 3,96
Lille 5,44
Wijnegem 6,39
Zwijndrecht 10,45
6,16 - 7,50
Retie 5,09
Zandhoven 4,56 Ranst 4,6
Mechelen 22,48
Dessel 5,9
Vorselaar 7,61
Grobbendonk 5,29 Nijlen 4,93
Herentals 8,51
Olen 6,16
Geel 8,86
Herenthout 7,77 Lier 11,79
Sint-Katelijne-Waver 5,48
Willebroek 12,58
Kasterlee 5,87
Berlaar 6,11
Putte 5,29
Balen 7,21 Meerhout 8,4
Heist-op-den-Berg 7,18 Hulshout 6,91
Westerlo 6,16 Laakdal 7,68
Herselt 7,43
Bonheiden 4,29
0-19 jarigen titularis of ten laste voorkeurregeling ziekteverzekering, in % van 0-19 jarigen (2012)
Vooral Antwerpen (250), Mechelen (196) en Boom (183) en Willebroek (143) scoren hoog, gevolgd door Turnhout, Zwijndrecht, Hemiksem en Niel. Een derde invalshoek kan het aandeel kinderen dat opgroeit in een eenoudergezin zijn. Dit aandeel varieert van 13,01 voor Antwerpen, Mortsel (11,29), Brasschaat (10,42), Zwijndrecht (10,26) Borsbeek (10,57), Lier (10,52) tot 3,74 voor Oud –Turnhout.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
22|78
Figuur 19: 0-5 jarigen wonend in een eenoudergezin, in procent van 0-5 jarigen (1 jan 2012) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 5,99
Essen 6,24
Baarle-Hertog 5,94
Wuustwezel 6,6
Kalmthout 5,44
Ravels 5,76
Merksplas 5,05 Rijkevorsel 4,07
Mediaan provincie Antwerpen: 7,49 Stabroek 8,29
Brasschaat 10,42
Antwerpen 13,01
3,74 - 5,00
7,52 - 9,00 9,16 - 10,00 10,26 - 13,01
Bornem 8,08
Sint-Amands 6,96
Puurs 7,57
Schoten 8,52
Zoersel 7,46
Schilde 8,68
Lille 4,61
Zandhoven 6,02 Ranst 6,01
Mechelen 9,25
Arendonk 8,22
Mol 7,87
Kasterlee 6,56
Dessel 4,35
Vorselaar 7,34
Grobbendonk 8,47 Nijlen 6,86
Herentals 8,33
Olen 7,96
Geel 7,71
Herenthout 8,81 Lier 10,52
Sint-Katelijne-Waver 6,94
Willebroek 8,55
Turnhout 9,97 Oud-Turnhout 3,74 Vosselaar 5,04
Retie 5,78
Wommelgem 8,96 Borsbeek 10,57 Mortsel Boechout 11,29 7,32 Edegem Hemiksem 7,84 Hove 9,71 5,82 Aartselaar Schelle 8,35 Kontich Lint 7,59 7,52 5,47 Niel 9,95 Duffel Boom Rumst 6,46 7,76 8,62
6,01 - 7,49
Beerse 6,5
Malle 8,01
Wijnegem 9,16
Zwijndrecht 10,26
5,04 - 6,00
Brecht 6,14
Kapellen 7,98
Berlaar 4,62
Putte 6,48
Balen 6,71 Meerhout 8,55
Heist-op-den-Berg 7,31 Hulshout 8,29
Westerlo 5,81 Laakdal 6,29
Herselt 6,59
Bonheiden 5,12
0-5 jarigen wonend in een eenoudergezin, in procent van 0-5 jarigen (2012)
2.2.2. Armoede bij jongeren Om armoede bij jongeren in beeld te brengen hanteren we ook twee indicatoren: De onderwijs kansarmoede indicator brengt kansarmoede bij leerlingen in kaart. Het cijfer is de som van 4 elementen waar elke leerling 0 (neen) of 1 (ja) op scoort. De onderwijs kans-armoede indicator is de som van de vier aparte indicatoren per leerling, of het gemiddelde van alle leerlingen in een gemeente of regio. De vier criteria zijn: • het opleidingsniveau van de moeder is hoogstens lager secundair onderwijs, • tweede gezinstaal verschilt van de onderwijstaal, • de leerling woont in een buurt met zeer hoog percentage 15-jarigen met 2 jaar schoolse
vertraging, • de leerling komt in aanmerking voor een schooltoelage.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
23|78
Figuur 20: Leerlingen gewoon secundair onderwijs: onderwijs kansarmoede-indicator (2010-2011) Bron : Sociaal Kompas
Hoogstraten 0,52
Essen 0,57
Baarle-Hertog 0,78
Wuustwezel 0,53
Kalmthout 0,47
Ravels 0,52
Merksplas 0,42 Rijkevorsel 0,74
Mediaan provincie Antwerpen: 0,52 Vlaanderen: 0,82
Stabroek 0,69
Brecht 0,48
Kapellen 0,56 Brasschaat 0,51
Beerse 0,48
Malle 0,58
Turnhout 1,15 Oud-Turnhout 0,44
Arendonk 0,54
Vosselaar 0,44
Mol 0,73
0,27 - 0,39 0,42 - 0,45
Antwerpen 2,04
0,46 - 0,52
0,61 - 0,78 0,86 - 0,97 1,11 - 1,45 1,60 - 2,04
Bornem 0,39
Sint-Amands 0,76
Schoten 0,71
Wommelgem 0,5 Borsbeek 0,86 Mortsel Boechout 0,57 0,39 Edegem Hemiksem 0,66 Hove 0,97 0,28 Aartselaar Schelle 0,49 Kontich Lint 0,6 0,37 0,42 Niel 0,95 Duffel Rumst Boom 0,43 0,56 1,45 Puurs 0,42
Zoersel 0,33
Schilde 0,43
Lille 0,47
Wijnegem 0,62
Zwijndrecht 1,24
0,53 - 0,60
Retie 0,49
Zandhoven 0,37 Ranst 0,37
Mechelen 1,6
Grobbendonk 0,37 Nijlen 0,49
Dessel 0,55
Herentals 0,75
Olen 0,61
Geel 0,68
Herenthout 0,52 Lier 0,87
Sint-Katelijne-Waver 0,46
Willebroek 1,11
Kasterlee 0,38
Vorselaar 0,52
Berlaar 0,45
Meerhout 0,6
Heist-op-den-Berg 0,52
Putte 0,49
Balen 0,51
Hulshout 0,44
Westerlo 0,46 Laakdal 0,56
Herselt 0,51
Bonheiden 0,27
Leerlingen gewoon secundair onderwijs: onderwijs kansarmoede-indicator (2010-2011)
Een ander beeld op kansarmoede bij jongeren kan gegeven worden door het bekijken van het aandeel leefloontrekkende jongeren (18-25 jaar). Dat levert volgend beeld op: een hoge score op beide indicatoren voor Antwerpen (2,04 OKI en 2,09 % jongeren met een leefloon), Mechelen (1,6 en 2,15 %), Boom (1,45 en 1,41 %), Turnhout (1,15 en 1,87 %) en Willebroek (1,11 en 2,67 %). Zwijndrecht scoort enkel hoog op de OKI (1,24 en 1,3 %). Geel (0,68 en 2,44 %) en Lier (0,87 en 1,66 %) op het aandeel jonge leefloontrekkers. De verschillen tussen de twee zijn vooral te wijten aan een lager dan gemiddelde (voor de provincie Antwerpen) score voor de buurtgebonden indicator bij de OKI.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
24|78
Figuur 21: Gemiddeld aantal 18-24 jarige leefloontrekkers, in % van gemiddeld aantal 18-24 jarigen (2009-2011) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 0,72
Essen 1,06
Baarle-Hertog 0,07
Wuustwezel 0,9
Kalmthout 1
Ravels 0,35
Merksplas 0,18 Rijkevorsel 0,4
Mediaan provincie Antwerpen: 0,60 Vlaanderen: 1,32
Stabroek 0,61
Brecht 0,4
Kapellen 0,49 Brasschaat 0,56
Beerse 0,31
Malle 0,49
Turnhout 1,87 Oud-Turnhout 0,2
Arendonk 0,62
Vosselaar 0,43
Mol 0,91
0,07 - 0,27 0,31 - 0,49
Antwerpen 2,09
0,51 - 0,60
0,90 - 1,16 1,29 - 1,52 1,61 - 1,87 2,09 - 2,67
Bornem 0,53
Sint-Amands 0,52
Schoten 0,65
Wommelgem 0,48 Borsbeek 1,45 Mortsel Boechout 1,61 0,66 Edegem Hemiksem 0,84 Hove 1,5 0,55 Aartselaar Schelle 0,76 Kontich Lint 0,68 0,51 0,96 Niel 1,16 Duffel Rumst Boom 0,62 0,16 1,41 Puurs 0,58
Zoersel 0,36
Schilde 0,1
Lille 0,59
Wijnegem 0,38
Zwijndrecht 1,3
0,61 - 0,84
Retie 0,48
Zandhoven 0,2 Ranst 0,39
Mechelen 2,15
Grobbendonk 0,33 Nijlen 0,41
Dessel 0,61
Herentals 0,77
Olen 1,52
Geel 2,44
Herenthout 0,24 Lier 1,66
Sint-Katelijne-Waver 0,68
Willebroek 2,67
Kasterlee 0,73
Vorselaar 0,64
Berlaar 0,78
Putte 0,52
Balen 0,52 Meerhout 1,29
Heist-op-den-Berg 0,6 Hulshout 0,27
Westerlo 0,58 Laakdal 0,36
Herselt 0,95
Bonheiden 0,46
Gemiddeld aantal 18-24 jarige leefloontrekkers,in % van gemiddeld aantal 18-24 jarigen (2009-2011)
2.2.3. Samenvattend In het rapport van de provincie Antwerpen combineren Bottu en Maynissen vier indicatoren tot één synthese. Het percentage 0-19 jarigen dat leeft in een gezin met een inkomen onder de grens voor een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering telt voor 50 % van de waarde. De ander 50% is het gewogen gemiddelde van: de ‘onderwijs kansen-indicator’, de index voor ‘jongvolwassen werkzoekenden met lage scholing’, en van de index voor ‘geboortes in kansarme gezinnen’. Antwerpen (259), Mechelen (192), Boom (167) en Turnhout (139) zijn ‘koplopers’ in de provincie wat betreft kinderarmoede. Willebroek (128), Borsbeek (113), Zwijndrecht (106), Lier (104), Hemiksem (103) en Niel (102) zijn de overige gemeenten die hoger scoren dan Vlaanderen. De meeste donkerrode gebieden zijn gelegen in een (regionale) stad. Kinderarmoede is dus hoofdzakelijk een stedelijk fenomeen. Negen Antwerpse steden / gemeenten scoren meer dan gemiddeld op de gegroepeerde indicator.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
25|78
Figuur 22: syntheseindicator kinderen in armoede (Antwerpen) Bron: Bottu en Maynissen
Synthese kinderen en armoede
Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog Kalmthout
index 100 voor Vlaanderen
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Na de bovengrens van elke klasse is vermeld hoeveel procent van de VLAAMSE gemeenten lager scoren.
Brecht
Kapellen
Arendonk
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Vosselaar
Malle
Mol
< 50 (p30) 50 ... < 60 (p50) 60 ... < 70 (p67) 76 ... < 78 (p75) 78 ... < 100 (p85) 100 ... < 133 (p95) > 133
Retie Schoten
Antwerpen
Lille Kasterlee
Zwijndrecht
Zandhoven
Wommelgem Ranst
Borsbeek
Grobbendonk
Mortsel
Herentals
Boechout Edegem
Boom
Balen
Herenthout Meerhout
Lier Westerlo
Berlaar Duffel
Rumst
Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout
Willebroek
Puurs
Geel
Olen
Nijlen
Niel Bornem
Dessel
Vorselaar
Hove Hemiksem Aartselaar Kontich Lint Schelle
Antwerpen 259 Mechelen 192 Boom 167 Turnhout 139
Zoersel
Schilde Wijnegem
Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte
Herselt
Mechelen Bonheiden
Figuur 23: synthese-indicator kinderen in armoede (Vlaanderen) Bron: Bottu en Maynissen
Synthese kinderen en armoede (Vlaamse gemeenten)
! !
!
!
! !
!
!
!
!
!
! !
! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
! !
!
!
!
! !
!
! !
!
!
!
! !
!
!
! !
!
!
!
!
! ! !
!
!
!
! !
!
! ! !
!
!
!
! !
!
! !
!
!
! !
! ! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
! ! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
! !
!
! ! !
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
! !
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
! !
! ! ! !
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
! ! ! !
! !
!
!
!
!
! ! !
!
! !
!
!
!
!
!
! !
!
! !
! ! !
!
! !
!
!
!
! !
!
!
! ! !
!
!
!
!
! !
! !
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
! ! !
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
! !
!
!
!
! !
! !
!
! !
! !
! ! !
!
!
index (Vlaanderen = 100) Na elke klasse is vermeld hoeveel procent van de Vlaamse gemeenten hoger scoren
< 50 (p30)
60 ... < 70 (p67)
78 ... < 100 (p85)
50 ... < 60 (p50)
70 ... < 78 (p75)
100 ... < 133 (p95)
> 167: Antwerpen 259, Ronse 219, Mechelen 192, Genk 184, Oostende 175, Gent 174, Boom 167
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
> 133
Provinciegrens !
!
ondersteunend centrum
!
regionale stad
26|78
2.3. ARMOEDE BIJ OUDEREN Ook hier hanteren we twee indicatoren: Het aandeel plus 60-jarigen dat in aanmerking komt voor de voorkeurregeling met de ziekteverzekering en het gemiddeld aandeel van de plus 65-jarigen met gewaarborgd inkomen bejaarden of inkomensgarantie ouderen. Beiden geven een zeer uiteenlopend beeld: Wat betreft het aandeel plus 60-jarigen dat in aanmerking komt voor de voorkeurregeling met de ziekteverzekering is er een hoge score voor de gemeenten Herenthout (36,5 %), Berlaar (35,5 %), Vorselaar (35 %), Hulshout (33,7 %), Nijlen (33,6 %), Heist-op-den-Berg (33,9 %, ), Putte (33,5 %), Sint-Amands (31,9 %), Lille (31,7 %), Sint-Katelijne-Waver (30,5 %) Rijkevorsel (29,9), Herselt (29,7 %), Meerhout (29,5), Balen (27,9), Hoogstraten (27,6), Merksplas (28,7), Geel (28,6), Herentals (27,7) Retie (27,2) en Grobbendonk (26,8)(hoger dan het Vlaams gemiddelde). Figuur 24: verhoogde tegemoetkoming ziekteverzekering 60 jaar of ouder, in % van de 60-plussers (1/1/2013) Bron: Provant
Voor deze indicator zin het niet de steden die hoog oplichten, wel zien we een concentratie rond Heist-op-den Bergh en (minder uitgesproken) in de Kempen. Guido Bottu en Rudy Marynissen verklaren vier elementen die het verschil verklaren: • vroegere of latere salariëring (geringere pensioenrechten van zelfstandigen), • loonverschillen tussen tewerkstellingssectoren, • hoger of lager aandeel dat tewerkgesteld was in de overheidssector, • vroegere of latere verspreiding van het tweeverdienersmodel.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
27|78
Putte (6,6 %) telt het hoogste aandeel plus 65-jarigen met gewaarborgd inkomen bejaarden of inkomensgarantie ouderen, gevolgd door Sint-Katelijne-Waver (6,56 %), Antwerpen (6,46 %), Heistop-den-Berg (6,42 %) en Malle (6,32 %). Hier zien we een mix tussen stedelijke en regionale verklaringen. Figuur 25: Gemiddeld aantal +65 jarigen met gewaarborgd inkomen bejaarden of inkomensgarantie ouderen Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 4,46
Essen 2,63
Baarle-Hertog 2,93
Wuustwezel 4,13
Kalmthout 2,19
Ravels 3,11
Merksplas 2,85 Rijkevorsel 3,62
Mediaan provincie Antwerpen: 3,31 Vlaanderen: 4,86
Stabroek 1,98
1,82 - 2,00
Brasschaat 2,76
Antwerpen 6,46
2,19 - 2,75
3,37 - 4,00 4,03 - 4,86 5,18 - 6,00 6,32 - 6,60
Bornem 3,9
Sint-Amands 5,18
Schoten 2,2
Zoersel 2,39
Schilde 2,39
Lille 4,78
Zandhoven 2,53 Ranst 1,97
Mechelen 5,71
Arendonk 3,38
Mol 2,68
Kasterlee 3,58
Dessel 2,2
Vorselaar 4,53
Grobbendonk 3,86 Nijlen 2,91
Herentals 4,78
Olen 2,75
Geel 4,13
Herenthout 3,23 Lier 4,6
Sint-Katelijne-Waver 6,56
Willebroek 3,73
Turnhout 4,26 Oud-Turnhout 1,9 Vosselaar 1,85
Retie 2,45
Wommelgem 3,54 Borsbeek 3,46 Mortsel Boechout 2,81 4,4 Edegem Hemiksem 2,22 Hove 2,96 1,82 Aartselaar Schelle 1,85 Kontich Lint 2,51 1,88 2,7 Niel 3,15 Duffel Boom Rumst 5,51 3,67 3,94 Puurs 3,79
Beerse 2,87
Malle 6,32
Wijnegem 3,25
Zwijndrecht 2,67
2,76 - 3,31
Brecht 3,71
Kapellen 1,83
Berlaar 5,52
Putte 6,6
Balen 3,26 Meerhout 2,95
Heist-op-den-Berg 6,42
Westerlo 3,37
Hulshout 3,44
Laakdal 3,64
Herselt 4,2
Bonheiden 4,03
Gemiddeld aantal >=65 jarigen met gewaarborgd inkomen bejaarden of inkomensgarantie ouderen, in % van gemiddeld aantal >=65 jarigen (2010...2012)
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
28|78
3. THEMATISCHE CIJFERS OVER ARMOEDE IN DE PROVINCIE ANTWERPEN Naast cijfergegevens over (armoede in) de provincie benoemen we zes ‘grondrechten’ waarop Samenlevingsopbouw zou kunnen inzetten: wonen, energie, maatschappelijke dienstverlening, gezondheid, onderwijs en arbeid.
3.1. WONEN De woonmarkt kan grosso modo verdeeld worden in drie segmenten: private eigendom, sociale huur en private huur (we maken hier abstractie van minder aanwezige vormen van wonen zoals wooncoöperaties, noopdopvang, huisjesmelkerij … en van vormen van collectief wonen (RVT e.a.)). De woningmarkt ziet er in Europa overal anders uit (zie figuur 26). Vlaanderen is een regio met zeer veel eigenaars. In 2009 was 75,6 % van de Vlamingen eigenaar van de woning die ze bewoonden, waarvan 34,5% zonder afbetaling. Dit percentage is de laatste decennia steeds toegenomen. Ditzelfde geldt voor de provincie Antwerpen, waar het aandeel steeg van 59,6% in 1981 tot 74 % in 2005. Het aandeel sociale huurders bleef min of meer stabiel (7,9 %) voor Vlaanderen. De private huurmarkt is goed voor de resterende 14,8 %. Figuur 26: Verdeling van de totale bevolking naar bewonerstitel (in %), Belgische gewesten en EU 27-landen (2009) Bron: Vlaamse overheid
Drie kaartjes die de situatie in Vlaanderen illustreren geven een duidelijk beeld van de ongelijke verhoudingen tussen de drie ‘woonmarkten’.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
29|78
Figuur 27: Percentage woningen bewoond door de eigenaar Bron: Kenniscentrum Vlaamse Steden
Figuur 28: Percentage woningen gehuurd van particulieren of vennootschappen Bron: kenniscentrum Vlaamse Steden
Figuur 29: Percentage woningen gehuurd van SHM's of andere openbare instellingen Bron: Kenniscentrum Vlaamse Steden
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
30|78
3.1.1. Sociale huisvesting in de provincie Antwerpen Het aandeel sociale woningen in de provincie Antwerpen is de laatste jaren licht gedaald. (zie figuur 30). Figuur 30: Het aandeel sociale woningen in de provincie Antwerpen Bron: VMSW
5,80% 5,75% 5,70% 5,65% 5,60% 5,55% 5,50% 1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11
Het aandeel sociale woningen (SHM en SVK samen) is zeer variabel. In Ranst, Schilde, Aartselaar, Wijnegem, Wommelgem, Kapellen, Borsbeek en Zoersel woont minder dan 1 % van de huishoudens in een sociale huurwoning. Duffel (10,36 %), Boom (10,86 %), Schelle (13,33 %) en Willebroek (15,18 %) staan aan de top van de provincie wat betreft het aandeel sociale woningen. Figuur 31: Aandeel sociale huisvesting in % van de huishoudens Bron: VMSW – Sociaal Kompas
Dit aandeel is niet stabiel. Sommige gemeenten bouwden de laatste jaren bij, andere gemeenten verkleinden hun sociaal patrimonium ( zie ook bijlage 3):
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
31|78
Figuur 32: evolutie van het aantal sociale huurwoningen (2007 – 2013) Bron: VMSW
Het aantal sociale woningen is ver van toereikend. Drie cijfers illustreren dit: a. Het Grond- en Pandendecreet Het decreet Grond- en Pandenbeleid (27 maart 2009) legt elke gemeente een bindend sociaal objectief op dat betrekking heeft op de realisatie van bijkomende sociale huur- en koopwoningen en sociale kavels. Het bindend sociaal objectief is een gemeentelijke omschrijving van het sociaal woonaanbod dat ten minste moet worden verwezenlijkt tegen 31 december 2020. In dit objectief houdt men rekening met het bestaande aanbod en een realistisch groeipad. Negen procent wordt aanzien als een goede norm waarboven geen uitbreiding meer nodig is.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
32|78
Figuur 33: Aantal bijkomend te realiseren sociaal huuraanbod tegen 2020 igv het decreet grond- en pandenbeleid van 27/03/2009 Bron: VMSW
Turnhout (294), Herentals (270) en Brasschaat (255) hebben de grootste achterstand in te halen en moeten de meeste sociale woningen bijbouwen. Antwerpen, Schelle, Boom, Willebroek, Mechelen en Duffel bereikten hun sociaal objectief
b. Het aandeel sociale woningen in verhouding tot recht heeft op de voorkeurregeling in de ziekteverzekering. Deze berekening houdt meer rekening met de huidige samenstelling van de bevolking in de gemeente. Schelle, Willebroek en Lint hebben meer sociale woningen dan rechthebbenden. In Ranst (166,71 keer), Schilde (29,11), Wijnegem (23,37), Aartselaar (22,10), Wommelgem (16,68), Borsbeek (16,38) en Kapellen (11,89 keer) moet het aantal sociale woningen meer dan vertienvoudigd worden om alle rechthebbenden op de voorkeurregeling te bedienen.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
33|78
Figuur 34: het aandeel sociale woningen in verhouding tot het aandeel rechthebbenden op de voorkeurregeling in de ziekteverzekering. Bron: VMSW, Provant
c. De wachtlijsten Meer dan 30.000 inwoners uit de provincie Antwerpen staan ingeschreven op de wachtlijst van de sociale huisvesting. Net als in de rest van Blegië is dit aantal stijgend (zie ook bijlage 4). Figuur 35: Evolutie van het aantal mensen op de wachtlijsten Bron VMSW
150,00 100,00
Antwerpen
50,00
België
0,00 1
2
3
4
5
6
7
8
Het aantal en aandeel (t.o.v. het aantal huishoudens) wachtenden is zeer ongelijk verdeeld over de gemeenten van de provincie. Antwerpen telt zowel het grootste aantal wachtenden (15.829) als het grootste aandeel (6,76 % van de huishoudens wacht op een sociale woning). Turnhout en Mechelen volgen met respectievelijk 2.110 (6,61%) en 1232 personen op de wachtlijst (6,03 %). Opvallend is het lage aandeel wachtenden in de gemeenten met weinig tot geen sociale woningen. In Ranst (0,49 %), Schilde (0,56 %) en in Kapellen (0,87 %) is telkens minder dan 1 % van de huishoudens ingeschreven. Het gebrek aan aanbod zit hier ongetwijfeld voor iets tussen. (bijlage 5)
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
34|78
Figuur 36: Aandeel ingeschreven op de wachtlijst van de sociale huisvesting t.o.v. het aantal huishoudens (2011) Bron: VMSW, Sociaal Kompas
3.1.2. Private eigendom Een woning in eigendom is de ambitie van veel Vlamingen. Voor 76 % van de Vlamingen (2009) is dit ook het geval. Voor de overige blijft dit vaak een na te streven droom. De hoge (stijgende) kostprijs is de belangrijkste hinderpaal. De kostprijs van woningen is de laatste jaren enorm toegenomen. Dit geldt voor alle types woningen. Figuur 37: Kostprijs van woningen in de provincie Antwerpen Bron: aps Vlaanderen.
250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0
appartementen, flats en studio's
1990 1993 1996 1999 2002 2005 2008 2011
algemeen
De kostprijs van een woning verschilt sterk van gemeente tot gemeente (zie figuur 38). Met een gemiddelde kwartielprijs van 160.000 Euro is de provincie Antwerpen merkelijk duurder dan het Vlaamse gemiddelde van 146.000 Euro. Niel, Hemiksem, Wuustwezel, Boom, Mol, Balen, Herselt, Turnhout en Bornem kennen prijzen onder het Vlaamse gemiddelde. In Aartselaar, Kontich, Mortsel, Brasschaat, Edegem, Boechout, Hove, Zoersel en Schilde betaal je meer dan 200.000 Euro als eerste kwartielprijs.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
35|78
Figuur 38: eerste kwartielprijs van woningen (= de kostprijs van duurste woning uit het eerste kwartiel ) (2011) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 192000
Essen 166500
Kalmthout 185000
Baarle-Hertog 165000
Wuustwezel 135000
Ravels 180000
Merksplas 180000 Rijkevorsel 188000
Mediaan provincie Antwerpen: 165.750 € Vlaanderen: 146.000 €
Stabroek 191500
Brecht 190000
Kapellen 178750 Brasschaat 210000
Turnhout 145000 Oud-Turnhout Beerse 175000 170000 Vosselaar 175000
Malle 185000
Arendonk 176000
Mol 138250
125.000 - 130.000 135.000 - 140.000
Antwerpen 157500
142.538 - 146.000
Wommelgem 180000 Ranst Borsbeek 175000 188500 Mortsel Boechout 200000 212500 Edegem Hemiksem 212000 Hove 127000 213000 Aartselaar Schelle 200000 Lier Kontich Lint 155000 152000 200000 160000 Niel 125000 Boom Rumst Duffel 137000 159000 160000
157.500 - 165.750 166.500 - 180.000 185.000 - 200.000 210.000 - 240.000
Bornem 146000
Sint-Amands 167500
Schilde 240000
Puurs 170000
Zoersel 213000
Lille 188000
Wijnegem 180000
Zwijndrecht 155000
150.000 - 155.000
Schoten 180000
Retie 160000
Sint-Katelijne-Waver 158000
Willebroek 150000 Mechelen 150000
Zandhoven 192000
Grobbendonk 175000 Nijlen 177500
Berlaar 155000
Putte 160000
Kasterlee 188000
Dessel 150000
Vorselaar 153000
Herentals 150000
Olen 162000
Geel 160000
Herenthout 165000
Balen 140000 Meerhout 152500
Heist-op-den-Berg 155000 Hulshout 150000
Westerlo 160000 Laakdal 150000
Herselt 142538
Bonheiden 165000
Verkochte gewone woonhuizen: eerste kwartielprijs (2011)
3.1.3. De Private huurmarkt De derde ‘markt’ is de private huurmarkt. Hierover zijn bijzonder weinig cijfergegevens bekend en al zeker niet tot op het niveau van de gemeenten. Vlaams onderzoek toont aan dat de private huurmarkt een sterk krimpende deelmarkt is. Het krimpende aanbod, gecombineerd met een grote vraag naar huurwoningen, zorgt ervoor dat kandidaat-huurders steeds moeilijker een geschikte woning vinden. Die zoektocht is vooral moeilijk voor kandidaat-huurders met een zwak sociaaleconomisch profiel. De betaalbaarheid is één aspect (zowel de huurprijs als de huurwaarborg). ‘Risicoselectie en uitsluiting’ spelen ook een rol. Huiseigenaren zijn vaak niet bereid zijn om woningen aan allochtonen of leefloongerechtigden te verhuren (Vlaamse Woonraad, 2011).
3.1.4. Woonkwaliteit Ook over woningkwaliteit zijn weinig recente cijfers beschikbaar. Volgens recent Vlaams onderzoek kan 71% van de eigendomswoningen als ‘goed’ worden beschouwd, tegenover 46% van de private huurwoningen en 56% van de sociale huurwoningen (Vlaamse Woonraad, 2011). Een interessante indicator die al een beeld kan geven over de woonkwaliteit is de leeftijd van de woning. De meest recente cijfers dateren echter van de Sociaaleconomische enquête van 2001. Ondertussen is er veel gebeurd op de woningmarkt waardoor de cijfers met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
36|78
Figuur 39: aandeel woningen van voor 1960 in het totale woningbestand (2001) Bron Sociaaleconomische enquête
3.1.5. Woonwagenbewoners Woonwagenbewoners vormen een relatief kleine maar zeer specifieke doelgroep. Voor een concrete omschrijving van de groep grijpen we terug naar het Integratiedecreet van 22 april 2009. Het gaat om ‘personen die legaal in België verblijven en die wonen of woonden in een woonwagen als vermeld in artikel 2, 33°, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, of waarvan de ouders dat deden, met uitzondering van bewoners van campings of gebieden met weekendverblijven’. Woonwagenbewoners hebben enkele gemeenschappelijke kenmerken zoals de rol van de woonwagen in de identiteit van woonwagenbewoners, de rol van de familie en de groep … Ze leven veelal aan de rand van de samenleving. Toch is de groep intern erg gedifferentieerd. Naast de etnisch-culturele diversiteit als Voyageurs, Manoesjen en Roms, zijn er grote socio-economische verschillen. Het Vlaamse integratiebeleid richt zich naar Roms, Manoesjen en Voyageurs die traditioneel wonen of woonden in een woonwagen en geconfronteerd worden met een zekere mate van achterstand. Kenmerkend is de lage werkzaamheidsgraad, een grote afhankelijkheid van vervangingsuitkeringen, de lage scholing (in een beperkte steekproef had 44% geen diploma, 33% een diploma lager onderwijs, 10% een diploma lager secundair onderwijs, 12% een diploma hoger secundair onderwijs en 1% een diploma hoger onderwijs) ... Schattingen (exacte cijfers zijn hier moeilijk te geven) geven aan dat in Vlaanderen in 2011, 967 gezinnen in een woonwagen woonden. 234 daarvan woonden in de provincie Antwerpen. De meesten wonen residentieel. Daarnaast trekken jaarlijks nog (naar schatting) een duizendtal woonwagenbewoners rond in Vlaanderen. De terreinen voorzien voor woonwagenbewoners worden in drie groepen onderverdeeld: residentiële terreinen, doortrekkersterreinen en pleisterplaatsen.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
37|78
a. Residentiële terreinen Residentiële terreinen zijn die terreinen waar woonwagenbewoners overwinteren of permanent verblijven. De officiële residentiële woonwagenterreinen zijn meestal een gemeentelijk initiatief. Daarnaast zijn er nog private –veelal kleinschalige – terreinen. Soms gaat het over niet meer dan enkele woonwagens aan de kant van de weg. Ons werkingsgebied telt negen gemeentelijke residentiële woonwagenterreinen verspreid over acht gemeenten. Herentals heeft twee woonwagenterreinen op haar grondgebied. In Mechelen is er nog een privé-woonwagenterrein met acht standplaatsen, uitgebaat door Bond Zonder Naam. In totaal tellen we 131 gemeentelijke en acht privé-standplaatsen voor woonwagens in het gehele werkingsgebied. Onderstaande tabel geeft inzicht in het aantal standplaatsen en het aantal woonwagengezinnen in de betrokken gemeenten. Tabel 1: Gemeenten met een woonwagenterrein, aantal standplaatsen en aantal gezinnen (2011) Bron: Prisma Aantal standplaatsen Antwerpen Grobbendonk Heist-op-den-Berg Herentals Mechelen Mortsel Oud-Turnhout Puurs Sint-Katelijne-Waver
38 10 10 20 + 17 (twee terreinen) 20 + 8 (twee terreinen) 26 8 8 12
aantal woonwagengezinnen ? 14 10 37 30 34 8 13 15
Totaal
173
161 + Antwerpen
Er zijn in de provincie in totaal 173 staanplaatsen voor 234 woonwagengezinnen (schatting zie boven). Dit betekent dat 60 gezinnen niet op een gemeentelijk residentieel woonwagenterrein terechtkunnen. Heel wat gezinnen zijn op zoek naar een standplaats, elk gemeentelijk residentieel woonwagenterrein heeft een wachtlijst met daarop verschillende aanvragen. Een aantal Voyageursgezinnen die in huizen wonen wil terugkeren naar een woonwagen. Privé-initiatief biedt een antwoord op het tekort aan gemeentelijke terreinen. Prisma telde (in 2011) 20 privéterreinen in de provincie Antwerpen zonder de stad, verspreid over 14 gemeenten. Een 40tal gezinnen bewoonde deze privéterreinen. Vaak waren de bewoners er niet in regel, of was het terrein of de woonconstructie niet vergund. De houding van de gemeenten op dit terrein en de overtredingen was zeer divers: van zoeken naar oplossingen en gedogen tot een sanctionerende houding. We vinden privéterreinen terug in Berlaar, Heist-op-den-Berg, Herselt, Mechelen, Puurs, Sint-Katelijne-Waver, Vorselaar , Willebroek, en Wommelgem. We hebben geen zicht op de aanwezigheid van privéterreinen in de stad Antwerpen.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
38|78
b. Doortrekkersterreinen Er is één doortrekkersterrein in de stad Antwerpen. Doortrekkers worden als ‘bovenlokaal’ beschouwd, het zijn immers geen inwoners van een bepaalde gemeente. Om die reden volgt de provincie het aantal terreinen en de spreiding op. Er is nood aan minstens één bijkomend terrein in de provincie. De huidige provinciale deputatie is van oordeel dat de provincie hiervoor best initiatief neemt en is bereid het beheer in eigen handen te nemen. In de beleidsbrief zegt de provincie het als volgt: ‘zolang er geen extra doortrekkersterreinen zijn, organiseren we in samenwerking met de gouverneur jaarlijks één sensibilisatieactie. Hiermee willen we gemeentebesturen wijzen op hun plicht om rondtrekkende personen op te vangen op pleisterplaatsen’. Gemeenten zijn geen vragende partij om een doortrekkersterrein op hun grondgebied te installeren.
c. Pleisterplaatsen Een pleisterplaats is niet ingericht voor permanent gebruik. Er moet wel toegang tot water en sanitair aanwezig zijn, zij het niet verplicht als vaste voorziening. Zo volstaat bijvoorbeeld een waterkraan in de buurt, of kunnen werftoiletten als sanitair dienen. Zolang er geen extra doortrekkersterreinen zijn zal de provisie jaarlijks 1 actie organiseren om gemeentebesturen te wijzen op hun plicht rondtrekkenden op te vangen op pleisterplaatsen.(uit beleidsnota)
Onderstaand kaartje geeft zich op de spreiding van de terreinen in de provincie Antwerpen. Figuur 40: woonwagenterreinen in de provincie Antwerpen (2011) Bron: Prisma vzw
Prisma signaleerde in haar memorandum de nood aan initiatieven die werken aan de precaire leefsituatie van deze doelgroep en pleit voor de inzet van een opbouwwerker. Die kan in eerste instantie aan wonen werken, en later aan de bredere thematiek van sociale uitsluiting.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
39|78
3.2. ENERGIE Energiearmoede is een thema dat Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie al lang behartigt. We doen dit voornamelijk op Vlaams niveau via Vlaamse beleidsbeïnvloeding. Recent stelde de VREG cijfers over het aantal budgetmeters elektriciteit per gemeente ter beschikking. Op 1/1/2013 waren er in de provincie Antwerpen 766.037 huishoudelijke elektriciteit afnemers aangesloten op het distributienet. Bij 13.044,00 of 1,14 % is er een ingeschakelde budgetmeters actief. In Antwerpen (2,81), Boom (2,77), Willebroek (2,71), Turnhout (2,45), Hemiksem (2,05), Mechelen (2,05) en Niel (2,01) hebben meer dan 2 % van de huishoudelijke elektriciteit afnemers een budgetmeter. In Vosselaar, Zoersel, Hove en Merksplas heeft minder dan 0.5 % van de huishoudelijke elektriciteit afnemers een actieve budgetmeter. Figuur 41: Totale aantal geplaatste ingeschakelde (actieve) budgetmeters op 1/1/2013 / Aantal huishoudelijke elektriciteit afnemers aangesloten op het distributienet op 31/12/2013 Bron: Vlaanderen – afdeling planning en statistiek
3.3. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING De term ‘maatschappelijke dienstverlening’ kunnen we op verschillende manieren interpreteren: • In een enge betekenis vallen we terug op het gebruik in artikel 1 van de organieke wet
betreffende de OCMW’s van 1976. Hierin omschrijft de wetgever het recht op maatschappelijke dienstverlening als volgt: ‘Maatschappelijke dienstverlening heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid’. Het OCMW is verplicht dit recht te garanderen. Hiertoe zullen ze twee prestaties bieden:
het bieden van tewerkstelling of een leefloon
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
40|78
materiële hulp, immateriële (bv. juridisch advies, budgetbegeleiding, etc.) hulp
• Maatschappelijke dienstverlening kan ook breed benaderd worden als ‘de basisdienstverlening
die de samenleving voorziet / moet voorzien voor haar burgers’. Dan komen verschillende domeinen zoals onderwijs, arbeid, welzijn, gezondheid, wonen … in het vizier. • Nog andere auteurs pleiten voor een tussenvorm en verwijzen naar de hulp- en dienstverlening
van welzijnsvoorzieningen. In deze omgevingsanalyse kiezen we voor de brede definitie door diverse vormen van ‘basisdienstverlening’ in beeld te brengen. Dienstverlening die past onder een grondrecht brengen we daar onder. Hier bespreken we de themaoverstijgende vormen van dienstverlening.
3.3.1. Brede dienstverlening Basiswerkingen In de provincie Antwerpen (zonder Antwerpen stad) zijn er 9 erkende verenigingen waar armen het woord nemen: telkens één in Turnhout, Geel, Mol, Heist-op-den-Berg, Herentals, Schriek, Lier en Puurs. In Mechelen zijn er twee verenigingen. Er zijn ook 27 welzijnsschakels verspreid over de provincie (zonder Antwerpen stad). Op een totaal van 69 gemeentes betekent dat dat iets meer dan 1 op 3 gemeentes een welzijnsschakel hebben. De specifieke locaties van deze welzijnsschakels kan men vinden in bijlage 6.
Algemeen welzijnswerk Er is een dienst Maatschappelijk Werk bij de verschillende ziekenfondsen in Mechelen, Lier en Turnhout. In de provincie zijn 3 CAW’s actief, georganiseerd per zorgregio: CAW Antwerpen, CAW Kempen en CAW Boom-Mechelen-Lier. Op onderstaande kaart is het werkingsgebied van de drie CAW’s aangeduid. CAW Boom-Mechelen-Lier organiseert onthaalpunten in Boom, Mechelen, Lier, Willebroek en Heistop-den-Berg. De eigenlijke werking zit geconcentreerd in Mechelen. Dat betekent voor heel wat mensen een moeilijk te overbruggen afstand. CAW De Kempen heeft onthaalpunten in Herentals, Geel, Mol en Turnhout. De eigenlijke werking situeert zich in Turnhout. Ook CAW Antwerpen bedient gemeenten die in ons werkingsgebied liggen met onthaalpunten in Brasschaat, Kalmthout, Mortsel en Schoten. De werking concentreert zich voornamelijk in Antwerpen stad.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
41|78
Figuur 42: werkingsgebied en onthaalpunten van de 11 CAW’s Bron: http://www.caw.be/organisatie
Sociale kruideniers Sociale kruideniers vinden we in Essen, Brasschaat, Lier en Mechelen.
Kringloopwinkels Kringloopwinkels zijn er in wel 28 gemeenten. Een lijst vind je in bijlage 7.
Samenvatting Als we al deze voorzieningen samen op een kaart plaatsen, blijkt daaruit dat bepaalde regio’s erg weinig tot geen aanbod hebben: • de Rupelstreek • Bornem, Sint-Amands, Puurs • Berlaar, Nijlen, Grobbendonk, Herenthout, Vorselaar • Lille, Vosselaar, Kasterlee, Retie, Arendonk, Ravels, Oud-Turnhout • Hulshout, Herselt, Laakdal, Meerhout
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
42|78
Figuur 43: Voorzieningen in de provincie Antwerpen Diverse bronnen
Hoogstraten
Essen
Ravels Baarle-Hertog
Wuustwezel
Kalmthout
Merksplas Rijkevorsel Turnhout
Arendonk
Brecht
Kapellen
Stabroek
OudTurnhout
Beerse
Brasschaat
Malle
Vosselaar
Retie Schoten
Antwerpen
Zoersel
Schilde
Lille Kasterlee
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Zandhoven
Wommelgem
Mol
Vorselaar
Ranst
Hemiksem
Grobbendonk
Borsbeek Boechout Mortsel Edegem Hove
Herentals Nijlen
Niel Bornem
Boom
Geel Balen
Herenthout
Aartselaar Schelle
Olen
Meerhout
Lint Kontich Rumst
Berlaar Duffel
Heist-op-den-Berg
Lier
Westerlo Laakdal
Puurs
Hulshout
Sint-Katelijne-Waver Sint-Amands Willebroek
Mechelen
Putte
Herselt
Bonheiden
3.3.2. Sociale bijstandsuitkeringen Sinds oktober 2002 is het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI) van kracht, in de vorm van een uitkering (het leefloon) of tewerkstelling (activering). De regeling 'leefloon' vormt samen met het 'vervangingsinkomen voor personen met een handicap' en de 'inkomensgarantie voor ouderen' de waarborg van een basisinkomen . "Door de wet van 26 mei 2002 werd op 1 oktober 2002 het Recht op Maatschappelijke Integratie ingevoerd ter vervanging van het bestaansminimum. Elk OCMW heeft de opdracht dit recht te waarborgen voor wie over onvoldoende bestaansmiddelen beschikt en de voorwaarden vervult. Hiervoor beschikt het OCMW over drie belangrijke instrumenten: tewerkstelling, een leefloon en een geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie, al dan niet gecombineerd. In alle gevallen beschikt de betrokkene over een inkomen. Wanneer een tewerkstelling niet of nog niet mogelijk is, heeft hij recht op een financiële tussenkomst, leefloon genaamd." Focussen we zuiver op het aandeel leefloontrekkers bij de actieve bevolking, dan zien we Antwerpen (1,55 %), Mechelen (1,187 %), Willebroek (1,08 %) en Turnhout (0,97 %) rood kleuren, op de voet gevolgd door Mortsel (0,86 %), Geel (0,83 %), Borsbeek (0,78 %), Lier (0,72 %) en Essen (0,7 %).
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
43|78
Figuur 44: Gemiddeld aantal leefloners per maand, in procent van 18-64 jarigen (2009...2011) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 0,42
Essen 0,7
Baarle-Hertog 0,19
Wuustwezel 0,51
Kalmthout 0,44
Ravels 0,16
Merksplas 0,18 Rijkevorsel 0,18
Mediaan provincie Antwerpen: 0,27 Vlaanderen: 0,64
Stabroek 0,19
Brecht 0,21
Kapellen 0,21 Brasschaat 0,42
Beerse 0,15
Malle 0,29
Turnhout Oud-Turnhout 0,97 0,11
Arendonk 0,19
Vosselaar 0,18
Mol 0,38
0,10 - 0,15 0,16 - 0,20
Antwerpen 1,55
0,21 - 0,27
0,42 - 0,64 0,70 - 0,86 0,97 - 1,18 1,55
Bornem 0,27
Sint-Amands 0,18
Schoten 0,32
Wommelgem 0,35 Borsbeek 0,78 Mortsel Boechout 0,86 0,37 Edegem Hemiksem 0,48 Hove 0,57 0,27 Aartselaar Schelle 0,38 Kontich Lint 0,24 0,16 0,53 Niel 0,39 Duffel Boom Rumst 0,35 0,1 0,63 Puurs 0,23
Zoersel 0,21
Schilde 0,13
Lille 0,28
Wijnegem 0,16
Zwijndrecht 0,61
0,28 - 0,40
Retie 0,18
Zandhoven 0,14 Ranst 0,22
Mechelen 1,18
Grobbendonk 0,2 Nijlen 0,18
Dessel 0,18
Herentals 0,38
Olen 0,51
Geel 0,83
Herenthout 0,13 Lier 0,72
Sint-Katelijne-Waver 0,34
Willebroek 1,08
Kasterlee 0,25
Vorselaar 0,36
Berlaar 0,33
Heist-op-den-Berg 0,23
Putte 0,22
Balen 0,18 Meerhout 0,4
Hulshout 0,23
Westerlo 0,23 Laakdal 0,13
Herselt 0,43
Bonheiden 0,19
Gemiddeld aantal leefloners per maand, in procent van 18-64 jarigen (2009...2011)
De inkomensvervangende tegemoetkoming De inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) wordt toegekend aan de persoon met een handicap van wie is vastgesteld dat zijn/haar lichamelijke of psychische toestand het verdienvermogen heeft verminderd tot een derde of minder van wat een gezonde persoon door het uitoefenen van een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen. Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt er rekening gehouden met de inkomsten van de persoon met een handicap, alsook van de persoon met wie hij/zij een huishouden vormt."
De inkomensgarantie voor ouderen De regeling 'inkomensgarantie voor ouderen' (eerder 'gewaarborgd inkomen bejaarden') vormt samen met de 'inkomensvervangende tegemoetkoming voor personen met een handicap' en het 'leefloon' (eerder 'bestaansminimum') de waarborg van een basisinkomen. Om verworven rechten niet aan te tasten blijft de reglementering 'gewaarborgd inkomen bejaarden' uitdovend bestaan naast de nieuwe regeling 'Inkomensgarantie voor Ouderen'. Tussen 2010 en 2011 daalde het aantal RMI-ontvangers in Vlaanderen met 6%. In alle provincies daalde dit aantal. Een groot deel van de RMI-ontvangers bevindt zich in de grootsteden. Het aantal RMI-ontvangers per 1000 inwoners was in 2011 het hoogst in de steden Gent (18,2%), Antwerpen (10,4%) en Oostende (10,2%).
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
44|78
Tabel 2: Aantal RMI-ontvangers in verhouding tot het totaal aantal RMI-ontvangers in de provincie en per 1.000 inwoners, Vlaams Gewest (absolute cijfers en percentages)
Aantal RMI-ontvangers
Percentage t.o.v. het totaal aantal RMI-ontvangers in de provincie
Aantal RMI-ontvangers per 1.000 inwoners
2010
2011
2010
2011
2010
2011
Vlaams Gewest
29.483
27.622
nvt
nvt
4,7
4,4
Provincie Antwerpen:
9.625
9.028
100,0
100,0
5,5
5,1
Antwerpen
5.606
5.146
58,2
57,0
11,6
10,4
Mechelen
662
628
6,9
7,0
8,2
7,7
Turnhout
276
255
2,9
2,8
6,8
6,2
Willebroek
185
158
1,9
1,8
7,7
6,4
Uit onderstaande kaart mag blijken dat het aantal ontvangers van een basisinkomen procentueel het hoogst is in de Antwerpen, Sint-Katelijne-Waver en Geel, op de voet gevolgd door Mechelen. Maar ook Duffel, Heist-op-den-Berg, Turnhout, Malle en Merksplas scoren hoog.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
45|78
Figuur 45: Gemiddeld aantal leefloners + inkomensvervangende tegemoetkoming PMEH + gewaarborgd inkomen bejaarden + inkomensgarantie ouderen, in procent van inwoners (2009...2011) (herhaling van figuur 16) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 1,4
Essen 1,42
Baarle-Hertog 1,13
Wuustwezel 1,47
Kalmthout 1,17
Ravels 1,05
Merksplas 1,63 Rijkevorsel 1,19
Mediaan provincie Antwerpen: 1,35 Vlaanderen: 1,98
Stabroek 0,92
Brecht 1,37
Kapellen 0,99 Brasschaat 1,38
Beerse 1,05
Malle 2,14
Turnhout 2,12 Oud-Turnhout 0,92 Vosselaar 0,98
Arendonk 1,12
Mol 1,31
0,76 - 1,00 1,04 - 1,20
Antwerpen 2,89
1,22 - 1,35
Schoten 1,17
1,62 - 1,98 2,12 - 2,20 2,30 - 2,50 2,64 - 2,89
Bornem 1,44
Sint-Amands 1,62
Wommelgem 1,26 Borsbeek 1,62 Mortsel Boechout 1,92 1,68 Edegem Hemiksem 1,23 Hove 1,51 0,93 Aartselaar Schelle 1 Kontich Lint 1,16 0,76 1,22 Niel 1,18 Duffel Boom Rumst 2,3 1,24 1,67 Puurs 1,51
Zoersel 1,75
Schilde 1,09
Lille 1,63
Wijnegem 1,32
Zwijndrecht 1,39
1,37 - 1,52
Retie 1,09
Zandhoven 0,91 Ranst 1
Mechelen 2,33
Grobbendonk 1,19 Nijlen 1,27
Dessel 0,99
Herentals 1,65
Olen 1,2
Geel 2,41
Herenthout 1,04 Lier 1,89
Sint-Katelijne-Waver 2,64
Willebroek 1,84
Kasterlee 1,18
Vorselaar 1,48
Berlaar 1,69
Meerhout 1,49
Heist-op-den-Berg 1,92
Putte 1,98
Balen 1,16
Hulshout 1,32
Westerlo 1,19 Laakdal 1,38
Herselt 1,52
Bonheiden 1,47
Gemiddeld aantal leefloners + inkomensvervangende tegemoetkoming PMEH + gewaarborgd inkomen bejaarden + inkomensgarantie ouderen, in procent van inwoners (2009...2011)
3.4. GEZONDHEID Onderzoek toont aan dat de socio-economische klasse waartoe mensen behoren bepalend is voor hun gezondheid. Mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie hebben een kortere gezonde levensverwachting. Enkele cijfers tonen dit aan: • Een laaggeschoolde sterft gemiddeld 7,5 jaar vroeger dan een hooggeschoolde. • Wie enkel lager onderwijs volgde, leeft 11 jaar minder in goede gezondheid, en wie geen
onderwijs genoot leeft 18 jaar minder in goede gezondheid. • In 2004 stelden 10,1 procent van de huishoudens gezondheidszorg systematisch uit wegens
financiële redenen. In 2008 betrof het 13,6 procent van de huishoudens. • Voor alleenstaanden met kinderen stijgt dit percentage tot 29,2 procent, voor koppels met
kinderen daalt dit 11,2 procent.
De derdebetalersregeling De derdebetalersregeling en het OMNIO-statuut proberen een antwoord te bieden op de financiële drempels van gezondheidszorg. De derdebetalersregeling houdt in dat de patiënt enkel het remgeld voor de consultatie betaalt, terwijl de arts de voorziene tegemoetkoming van de sociale zekerheid rechtstreeks int bij het ziekenfonds. De derdebetalersregeling is echter verre van veralgemeend. Geconventioneerde huisartsen moeten in principe – op vraag van de patiënt – de derdebetalersregeling toepassen indien de patiënt een verhoogde tegemoetkoming heeft. Maar:
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
46|78
niet alle huisartsen zijn geconventioneerd, niet elke rechthebbende heeft het OMNIO-statuut, niet elk arts is hier toe bereid ... Cijfers over het gebruik ervan ontbreken.
Wijkgezondheidscentra In de strijd tegen armoede en gezondheidskloof pleit Samenlevingsopbouw voor de oprichting van Wijkgezondheidscentra (WGC) en de invoering van het systeem van forfaitaire geneeskunde. Per ingeschreven patiënt ontvangt het WGC een forfaitair bedrag van het RIZIV. Het forfait is gebaseerd op een aantal kenmerken van de patiënt die de zorgnood bepalen: leeftijd, geslacht, sociale status, aanwezigheid van handicap, aanwezigheid van belangrijke chronische ziekten, aanwezigheid van medische condities die veel zorg vragen … De ingeschreven patiënt hoeft in een aantal WGC’s helemaal niets te betalen of betaalt slechts een symbolisch bedrag per jaar en hij kan daarvoor een beroep doen op het totaalpakket van zorg. In de provincie Antwerpen zijn in drie steden wijkgezondheidscentra actief: WGC Wel en Wee in Mechelen, WGC De Regent, WGC Zuidrand en WGC ’t Spoor in Antwerpen en WGC De Zilveren Knoop in Lier (een initiatief van Samenlevingsopbouw Antwerpen Provincie). Daarnaast werken ook Geneeskunde voor het Volk (Hoboken en Deurne (De Bres)) en Medisch Huis Colin vzw met het forfaitair systeem. Figuur 46: WGC en andere forfaitaire eerstelijnsgezondheidszorg in de provincie Antwerpen
Hoogstraten
Essen
Ravels
Baarle-Hertog
Wuustwezel
Kalmthout
Merksplas Rijkevorsel Turnhout
Arendonk
Brecht
Kapellen Stabroek
Brasschaat
Beerse
Malle
OudTurnhout
Vosselaar
Retie Schoten
Antwerpen
Zoersel
Schilde
Lille Kasterlee
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Zandhoven
Wommelgem
Mol
Vorselaar
Ranst Borsbeek Boechout Mortsel Edegem Hove
Hemiksem
Grobbendonk
Balen
Lint Kontich
Niel
Geel
Olen
Herenthout
Aartselaar Schelle Rumst Boom
Bornem
Herentals
Nijlen
Meerhout
Berlaar Duffel
Heist-op-den-Berg
Lier
Westerlo Laakdal
Puurs Hulshout
Sint-Katelijne-Waver Sint-Amands Willebroek
Mechelen
Putte
Herselt
Bonheiden
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
47|78
Huisartsentekort: De huisarts is een fundamentele schakel in de eerstelijnsgezondheidszorg. Ongeveer de helft van de gemeenten in de provincie Antwerpen wordt geconfronteerd met een huisartsentekort. Figuur 47: Antwerpse gemeenten met een huisartsentekort (2014) Bron: Riziv
In de Atlas van Achtergestelde Buurten in Brussel en Vlaanderen gebruiken de onderzoekers een ‘gestandaardiseerde gezondheidsindex’. Die vertrekt van de vraag ‘Hoe is uw algemene gezondheidstoestand?’ zoals gesteld in de sociaaleconomische enquête van 2001. Deze gegevens corrigeren ze door het effect van verschillen in de leeftijd- en geslacht weg te werken. Zo krijg je een beeld van de gezondheidstoestand (van 2001) in een bepaald gebied.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
48|78
Gezondheidsindex Figuur 48: Gestandaardiseerde gezondheidsindex Vlaanderen en Brussel Bron: Atlas van Achtergestelde Buurten in Vlaanderen en Brussel
Figuur 49: Gestandaardiseerde gezondheidsindex Antwerpen Bron: Atlas van Achtergestelde Buurten in Vlaanderen en Brussel
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
49|78
Gezondheidsvoorzieningen De gezondheidsvoorzieningen zijn niet gelijk gespreid over de provincie / Vlaanderen. De grotere steden zijn beter voorzien. Onderstaande kaartjes geven een spreiding van het aantal ziekenhuizen / ziekenhuisbedden en van de voorzieningen in de Geestelijke Gezondheidszorg. Figuur 50: Spreiding van het aantal ziekenhuizen en de mate waarin het aantal erkende bedden overeenkomt met de theoretisch programmatie over 38 zorgregio's van het Vlaams Gewest (11/2010) Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid
Figuur 51: Spreiding van het aanbod voor residentiële en ambulante geestelijke gezondheidszorg in de provincie Antwerpen per zorgregio, op basis van erkenningen op 1/1/2011 en naar aantal inwoners per gemeente op 1/1/2010 Bron: www.zorg-en-gezondheid.be
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
50|78
Dringende Medische hulp Een laatste gezondheidsindicator die we weergeven is de dringende medische hulp aan mensen zonder wettig verblijf. We verhouden dit tot het aantal inwoners per gemeente. (zie ook bijlage 8) De grote schommelingen hebben diverse oorzaken: • Het aantal mensen zonder wettig verblijf in de gemeente • Hun zorgbehoefte • De strategie die de het OCMW hanteert om al dan niet soepel op te gaan met de
‘behoeftigheid’ van de persoon en van het ‘dringende’ karakter van de hulp.
Figuur 52: Gemiddeld aandeel mensen zonder wettig verblijf voor wie de POD terugbetaling verleende voor hun dringende medische hulp per gemeente t.o.v. het inwonersaantal (2008- 2012) Bron: POD Maatschappelijke integratie, Provant
3.5. ONDERWIJS De indicator voor kansarmoede van het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming steunt op de som van vier percentages betreffende de in de gemeente wonende ‘leerlingen’: • diploma van moeder is maximaal lager secundair, • de gezinstaal is niet Nederlands , • er is een schooltoelage (eventueel geschorst),
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
51|78
• woont in een buurt met veel leerlingen met minimum 2 jaar schoolse vertraging.
3
De synthese geeft geen percentage van het aantal inwoners of kinderen. Men kan dus niet zeggen dat een bepaald kenmerk bijvoorbeeld in gemeente A relatief twee maal meer voorkomt dan in gemeente B. De indicator wordt afzonderlijk berekend voor kleuter- en lager onderwijs enerzijds en voor secundair onderwijs anderzijds. Hier zien we het gemiddelde van die twee indicatoren. Dit wordt uitgedrukt in verhouding tot de waarde voor Vlaanderen (= index 100). De indicator is zeer hoog voor Antwerpen (250) en verder voor Mechelen (196) en Boom (183). • Hoger dan Vlaanderen scoren nog: in de eerste plaats Willebroek (143) en verder in dalende
orde Turnhout, Zwijndrecht, Hemiksem en Niel. • Tot de 1 op 4 hoogst scorende gemeenten in Vlaanderen behoren nog: Lier, Baarle-Hertog,
Borsbeek, Mol, Herentals en Schoten. Figuur 53: OKI indicator voor de provincie Antwerpen (2010 – 2011) Bron: Sociaal kompas
Onderwijs Kansarmoede Indicator index voor som van percentages voor 4 kenmerken (2010-2011) gemiddelde kleuter-lager & secundair onderwijs Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog Kalmthout
index 100 voor Vlaanderen
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Naast de bovengrens van elke klasse is vermeld hoeveel procent van de VLAAMSE gemeenten hoger scoort
Brecht
Kapellen
Arendonk
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Vosselaar
Malle
Mol
30 ... < 50 (p31) 50 ... < 58 (p50) 58 ... < 69 (p67) 69 ... < 80 (p75) 80 ... < 100 (p84) 100 ... < 133 (p93) > 133
Retie Schoten
Antwerpen
Schilde
Lille Kasterlee
Zwijndrecht
Zandhoven
Wommelgem Ranst
Borsbeek
Grobbendonk
Mortsel
Herentals
Boechout
Rumst
Balen
Meerhout
Lier Westerlo
Berlaar Boom
Geel
Herenthout
Niel
Puurs
Olen
Nijlen
Hove Hemiksem Aartselaar Kontich Lint Schelle
Bornem
Dessel
Vorselaar
Edegem
Antwerpen 250 Mechelen 196 Boom 183 Willebroek 143
Zoersel
Wijnegem
Duffel Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout
Willebroek
Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte
Herselt
Mechelen Bonheiden
Gelijkaardige gemeenten duiken op, wanneer we de cijfers m.b.t. leerlingen in het lager onderwijs of buitengewoon lager onderwijs met schoolse vertraging in kaart brengen.
3
Zie Ministerie Onderwijs en Vorming, Leerlingenkenmerken naar gemeente woonplaats schooljaar 2010-2011 (website: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken/ ) De buurten betreffen de ‘statistische sectoren’ bepaald door ADSEI (Algemene Directie Sociale en Economische Informatie). Gemiddelde tellen de Vlaamse gemeenten 30 sectoren. Een sector heeft gemiddeld 692 inwoners. De buurten worden gerangschikt op basis van het percentage leerlingen met 2 jaar schoolse vertraging. De leerlingen met vertraging worden opgeteld tot men komt aan 1 op 4 van die leerlingen in Vlaanderen. Het percentage schoolse vertraging dat men dan bereikt vormt de grens voor buurten met veel vertraging.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
52|78
Opnieuw scoren Mechelen (29.39%) en Antwerpen (34.09%) zeer hoog. Ook Boom (23.35%), Niel (24.15%) , Hemiksem (23.20%), Lier (23.50%), Borsbeek (23.13%) en Zwijndrecht (26.20%) hebben veel leerlingen wiens loopbaan al in de lagere school vertraagd is. Willebroek (20.02%), Wommelgem (21.05%), Stabroek (20.90%) en Turnhout (22.11%) doen het niet veel beter. Figuur 54: leerlingen buitengewoon onderwijs of lager onderwijs met schoolse vertraging (2004-2006) Bron: Provant
In het secundair onderwijs kan het aantal leerlingen in het deeltijds beroeps onderwijs een indicator bieden van zwakke schoolloopbanen. Het gaat dan in de eerste plaats opnieuw om Mechelen (3.32%), Boom (3.24%) en Antwerpen (5.62%). Vervolgens Schelle (2.02%), Hemiksem (2.38%), Stabroek (2.20%), Heist-op-den-Berg (2.14%), Meerhout, Arendonk (2.68%) en Turnhout (2.21%).
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
53|78
Figuur 55: Leerlingen deeltijds beroeps secundair onderwijs: percentage (2004-2005) Bron: Provant
Een ander beeld van de jongeren met zwakke schoolloopbaan wordt gegeven door de werkzoekende jongvolwassenen (18-24 jaar) zonder diploma secundair onderwijs in procent van de leeftijdsgroep. In 2012 was in Vlaanderen 8,0 % van de 18-24 jarigen werkzoekend. Hiervan had de helft (48 %) geen diploma van secundair onderwijs. Gecombineerd geeft dit 3,8 % werkzoekenden met lage scholing. Volgende kaart geeft voor de Antwerpse gemeenten een indeling in klassen (met als basis index 100 voor Vlaanderen). • De indicator ligt minstens de helft hoger dan voor Vlaanderen voor de regionale steden
Antwerpen, Mechelen en Turnhout en voor enkele gemeenten aan de Rupel, namelijk: Boom, Hemiksem, Niel en Willebroek. • Tot de 1 op 5 Vlaamse gemeenten die hoger scoren dan Vlaanderen behoren in dalende orde
nog: Borsbeek, Zwijndrecht, Lier, Hulshout, Herentals, Mortsel, Olen en Merksplas. • Opvallend is ook dat zeer weinig gemeenten lager scoren dan de helft van de waarde voor
Vlaanderen (in donkerder blauw op kaart, 3 op 70 gemeenten in de provincie, tegenover bijna een kwart van de Vlaamse gemeenten).
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
54|78
Figuur 56: Werkzoekende jongvolwassenen met lage scholing Bron: Provant
Werkzoekend jongvolwassen met lage scholing
Essen Hoogstraten Ravels Baarle-Hertog
index 100 voor Vlaanderen (3,8 %)
Kalmthout
Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel
Stabroek
Na de bovengrens van elke klasse is vermeld hoeveel procent van de VLAAMSE gemeenten lager scoren
Brecht
Kapellen
Arendonk
Turnhout Oud-Turnhout
Beerse
Brasschaat
Vosselaar
Malle
Mol
< 50 (p23) 50 ... < 69 (p50) 69 ... < 84 (p67) 84 ... < 90 (p75) 90 ... < 100 (p80) 100 ... < 133 (p92) > 133
Retie Schoten
Antwerpen
Schilde
Lille Kasterlee Vorselaar
Zandhoven
Wommelgem Ranst
Borsbeek
Grobbendonk
Mortsel
Herentals
Boechout
Rumst
Balen
Meerhout
Lier Westerlo
Berlaar Boom
Geel
Herenthout
Niel
Puurs
Olen
Nijlen
Hove Hemiksem Aartselaar Kontich Lint Schelle
Bornem
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Edegem
Antwerpen 220 Boom 210 Hemiksem 178 Niel 165 Willebroek 162 Mechelen 151 Turnhout 151 Borsbeek 140
Zoersel
Duffel Heist-op-den-Berg
Laakdal
Hulshout
Willebroek
Sint-Katelijne-Waver
Sint-Amands
Putte
Herselt
Mechelen Bonheiden
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
55|78
3.6. ARBEID Arbeid is een belangrijke hefboom voor maatschappelijke integratie en armoedebestrijding. Betaald werk verrichten is echter niet voor iedereen evident. Allerlei drempels staan tussen de werkzoekenden en de arbeidsmarkt. In dit stuk over arbeid zoemen we eerst in op de werkloosheid (en de spreiding in de provincie) en nadien om twee maatregelen om de tewerkstellingsgraad te bevorderen.
3.6.1. Werkloosheid Het aandeel niet werkende werkzoekende n is ongelijk verdeeld. Vooral in de verstedelijkte gebieden vinden we een hogere werkloosheidsgraad.
Figuur 57: percentage niet werkende werkzoekenden bij de 18-64 jarigen (juni 2012) Bron: sociaal Kompas
Hoogstraten 4,47
Essen 4,1
Baarle-Hertog 4,37
Wuustwezel 3,5
Kalmthout 3,28
Ravels 3,84
Merksplas 4,43 Rijkevorsel 3,92
Mediaan provincie Antwerpen: 4,03 Vlaanderen: 4,82
Stabroek 4,21
Brecht 3,69
Kapellen 4,01 Brasschaat 3,83
Beerse 4,06
Malle 3,52
Turnhout 7,68 Oud-Turnhout 3,76
Arendonk 4,28
Vosselaar 3,75
Mol 4,85
3,01 - 3,50 3,52 - 3,75
Antwerpen 10,18
3,76 - 4,03
4,35 - 4,82 4,85 - 6,00 6,40 - 8,00 10,18
Bornem 3,9
Sint-Amands 3,5
Schoten 4,93
Wommelgem 4,04 Borsbeek 5,72 Mortsel Boechout 5,05 3,54 Edegem Hemiksem 3,97 Hove 4,76 3,41 Aartselaar Schelle 3,64 Kontich Lint 3,22 3,04 3,42 Niel 5,13 Duffel Boom Rumst 3,65 3,58 7,38 Puurs 3,14
Zoersel 3,17
Schilde 3,56
Lille 4,01
Wijnegem 4,36
Zwijndrecht 4,86
4,04 - 4,30
Retie 3,74
Zandhoven 3,34 Ranst 3,01
Mechelen 6,4
Grobbendonk 4,22 Nijlen 3,74
Dessel 3,88
Herentals 5,08
Olen 4,4
Geel 4,61
Herenthout 4,18 Lier 5,39
Sint-Katelijne-Waver 3,29
Willebroek 5,99
Kasterlee 3,6
Vorselaar 4,37
Berlaar 4,02
Putte 3,32
Balen 4,63 Meerhout 4,24
Heist-op-den-Berg 4,35 Hulshout 5,66
Westerlo 4,73 Laakdal 4,17
Herselt 4,94
Bonheiden 3,22
Niet werkende werkzoekenden, in procent van 18-64 jarigen (juni 2012)
Wanneer we de groep beperken tot diegenen die langer dan één jaar werkloos zijn, komen naast de steden ook een aantal andere gemeenten in het vizier.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
56|78
Figuur 58: percentage niet werkende werkzoekenden die meer dan één jaar werkloos is (juni 2012) Bron: sociaal Kompas
Hoogstraten 2,32
Essen 2,64
Ravels 2,3
Baarle-Hertog 2,98
Wuustwezel 2,08
Kalmthout 2,11
Merksplas 2,74 Rijkevorsel 2,18
Mediaan provincie Antwerpen: 2,41 Vlaanderen: 2,82
Stabroek 2,81
Brecht 2,48
Kapellen 2,59 Brasschaat 2,39
Beerse 2,45
Malle 1,84
Arendonk 2,65
Turnhout 4,67 Oud-Turnhout 2,29 Vosselaar 2,21
Mol 3
1,63 - 1,80 1,83 - 2,20
Schoten 3,12
Antwerpen 6,86
2,21 - 2,41
2,64 - 2,82 2,85 - 4,00 4,08 - 5,00 6,86
Bornem 1,96
Sint-Amands 1,87
Wommelgem 2,1 Borsbeek 3,31 Mortsel Boechout 2,89 2,15 Edegem Hemiksem 2,37 Hove 2,5 2,29 Aartselaar Schelle 1,91 Kontich Lint 1,79 1,75 1,91 Niel 2,87 Duffel Boom Rumst 2,3 1,83 4,08 Puurs 1,68
Zoersel 1,9
Schilde 2,13
Lille 2,3
Wijnegem 2,28
Zwijndrecht 2,73
2,43 - 2,60
Retie 2,5
Zandhoven 2,11 Ranst 1,63
Mechelen 3,65
Grobbendonk 2,74
Herentals 3,26
Nijlen 2,38
Dessel 2,3
Geel 2,55
Olen 2,7
Balen 2,73
Herenthout 2,85 Lier 3,31
Berlaar 2,28
Sint-Katelijne-Waver 1,75
Willebroek 3,51
Kasterlee 2,26
Vorselaar 3,27
Meerhout 2,47 Westerlo 3,09
Heist-op-den-Berg 2,43
Laakdal 2,47
Hulshout 3,48
Putte 1,92
Herselt 3,09
Bonheiden 1,74
Niet werkende werkzoekenden duur >1 jaar, in procent van beroepsbevolking (werkloosheidsgraad) (juni 2012)
Wanneer we bovenstaande cijfers combineren met de beschikbare jobs wordt de mismatch op de arbeidsmarkt overduidelijk. De regio’ smet de grootste werkloosheid (de grote steden) zijn ook de plaatsen met de meest positieve werkbalans (het aantal jobs in verhouding tot de beroepsbevolking) . Figuur 59: Werkbalans: werkgelegenheid in procent van de beroepsbevolking (2010) Bron: Sociaal Kompas
Hoogstraten 102,94
Essen 61,37
Baarle-Hertog 57
Wuustwezel 51,86
Kalmthout 71,99
Ravels 60,59
Merksplas 85,22 Rijkevorsel 71,7
Mediaan provincie Antwerpen: 73,16 Vlaanderen: 94,73
Stabroek 38,71
34,47 - 45,00
Brasschaat 84,28
Antwerpen 147,75
50,93 - 60,00
73,26 - 94,73 94,80 - 120,00 120,85 - 150,00 153,63 - 167,80
Bornem 98,63
Sint-Amands 41,61
Zoersel 60,78
Schilde 80,77
Lille 52,78
Zandhoven 72,81 Ranst 64,53
Mechelen 138,61
Arendonk 81,87
Mol 88,51
Kasterlee 60,22
Dessel 92,62
Vorselaar 44,31
Grobbendonk 85,87 Nijlen 44,29
Herentals 143,43
Olen 112,98
Geel 121,53
Herenthout 53,85 Lier 124,44
Sint-Katelijne-Waver 80,34
Willebroek 78,86
Turnhout 160,46 Oud-Turnhout 58,03 Vosselaar 34,47
Retie 37,43
Schoten 82,66
Wommelgem 135,09 Borsbeek 44,35 Mortsel Boechout 94,8 70,92 Edegem Hemiksem 95,67 Hove 42,36 60,86 Aartselaar Schelle 154,75 Kontich Lint 81,91 136,14 40,1 Niel 42,93 Boom Rumst Duffel 88,05 93,49 67,73 Puurs 123,94
Beerse 120,85
Malle 119,35
Wijnegem 167,8
Zwijndrecht 153,63
60,22 - 73,16
Brecht 60,61
Kapellen 73,05
Berlaar 58,69
Putte 50,93
Balen 52,61 Meerhout 50,96
Heist-op-den-Berg 74,79 Hulshout 52,31
Westerlo 99,08 Laakdal 69,41
Herselt 44,44
Bonheiden 73,26
Werkbalans: werkgelegenheid in procent van de beroepsbevolking (2010)
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
57|78
3.6.2. Tewerkstellingsmaatregelen Sociale en beschutte werkplaatsen Zowel lokaal als Vlaams worden zijn er initiatieven om langdurig werklozen activeren naar de arbeidsmarkt. Vlaanderen kent een sterke uitbouw van beschutte en sociale werkplaatsen en lokale diensteneconomie. De voorzieningen zin echter niet gelijk verspreid. Onderstaande figuur geeft de spreiding weer: Figuur 60: Ruimtelijke spreiding beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en lokale diensteconomie Bron: Een monitor voor de sociale inschakelingseconomie in Vlaanderen
Hoogstraten
Essen
Ravels
Baarle-Hertog
Wuustwezel
Kalmthout
Merksplas Rijkevorsel Turnhout
Arendonk
Brecht
Kapellen Stabroek
Brasschaat
Beerse
Malle
OudTurnhout
Vosselaar
Retie Schoten
Antwerpen
Zoersel
Schilde
Lille Kasterlee
Dessel
Wijnegem
Zwijndrecht
Zandhoven
Wommelgem
Mol
Vorselaar
Ranst Borsbeek Boechout Mortsel Edegem Hove
Hemiksem
Grobbendonk
Balen
Lint Kontich
Niel
Geel
Olen
Herenthout
Aartselaar Schelle Rumst Boom
Bornem
Herentals
Nijlen
Meerhout
Berlaar Duffel
Heist-op-den-Berg
Lier
Westerlo Laakdal
Puurs Hulshout
Sint-Katelijne-Waver Sint-Amands Willebroek
Mechelen
Putte
Herselt
Bonheiden
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
58|78
Artikel 60 § 7 ‘Tewerkstelling overeenkomstig artikel 60 §7 is een vorm van maatschappelijke dienstverlening waarbij het OCMW een baan bezorgt aan iemand die uit de arbeidsmarkt is gestapt of gevallen, met als doel deze terug in te schakelen in het stelsel van de sociale zekerheid en in het arbeidsproces. ‘ (POD Maatschappelijke integratie). Onderstaand kaartje geeft het gemiddeld aantal tewerkgestelden volgens artikel 60 §7. De grote verschillen hebben meerdere oorzaken: • Het aantal beschikbare werkkrachten (aantal – waarbij het bevolkingsaantal een rol speelt – en
aard) • Het aantal beschikbare werkplaatsen • De politieke keuze van het lokale OCMW om hier meer of minder arbeidstijd in te investeren.
Voorzichtigheid is dus geboden bij de interpretatie van de cijfers. Figuur 61: Gemiddeld aantal werknemers tewerkgesteld volgens het statuut ‘Artikel 60’ (2008-2013) Bron: POD Maatschappelijke Integratie
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
59|78
4. AANDACHTSGEBIEDEN 4.1. ARMOEDE OP HET PLATTELAND In de atlas van achtergestelde buurten wijden de onderzoekers een hoofdstuk aan plattelandsarmoede. Ze hanteren een dubbele benadering. In een eerste ‘principale component’ tonen ze de algemene (stedelijk-achtige) sociaaleconomische achterstelling. Het gaat hier over indicatoren m.b.t. onderwijs, economie, bevolking, huishoudensstructuur, woningen en uitrusting. Niet verwonderlijk komen hier het stedelijk gebeid, en in plattelandsgemeenten vooral de kleinstedelijke gebieden, in beeld. De achterstelling hier is echter niet alarmerend in vergelijking met de scores die dezelfde maat in de grote steden oplevert. Figuur 62: Eerste principale component (2001) Bron: KUL
Een tweede ‘principale component’ groepeert variabelen die meer specifiek te maken hebben met plattelandsarmoede, met name het aandeel landbouwers, ouderen, slechte woningen, slechte bereikbaarheid en onvoldoende faciliteiten. Die vertoont een heel ander spreiding.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
60|78
Figuur 63: Tweede principale component (2001) Bron KUL
Om de sociale problematiek op het platteland te beschrijven hanteren we beide principale componenten. Dit is nodig om enerzijds het doorsijpelen van stedelijke achterstelling op het platteland in beeld te brengen en anderzijds de specifiek kenmerken van plattelandsarmoede te benoemen. Pierre Marissal, Xavier May en Dayana Mesa Lombillov ontwikkelden een alternatieve manier om armoede te meten en zo de verhouding tussen armoede op het platteland en in stedelijke gebieden te becijferen. Ze vielen hiervoor terug op een korf van vragen uit de EU Silc enquête van 2009. Ze stelden een gewogen index samen, die ze toepasten op vier ruimtelijke typologieën. Het hoogste percentage armen woont in ‘dichtbebouwde stedelijke gebieden’, vervolgens in het ‘platteland’ (samengevoegd met afgelegen platteland), dan in stedelijke gebieden en tenslotte in de ‘tussenliggende gebieden’ (samengevoegd met platteland met dure huisvesting). Onderstaand schema geeft de zes typologieën weer. Hieruit kan afgeleid worden waar armoede het sterkst aanwezig is.
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
61|78
Figuur 64: Rurale typologie (2001) Bron: KUL
4.2. AANDACHTSWIJKEN De intussen bekende atlas van achtergestelde buurten werd in 2008 geactualiseerd op basis van gegevens van de socio-economische enquête van 2001. De onderzoekers hanteerden dezelfde zeven indicatoren (eenpersoonshuishoudens, arbeiders, woningen zonder basiscomfort, Turken en Marokkanen, huishoudens met telefoon, inkomen per inwoner en werkzoekenden) als in 1991. De drempelwaarden werden geactualiseerd en op basis daarvan maakten de onderzoekers een nieuw kaartje met ‘aandachtswijken’. Tabel 3: Oude en nieuwe gemiddelden en drempelwaarden Bron: KUL
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
62|78
Figuur 65: Achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel Bron: KUL
Binnen de provincie Antwerpen komt vooral de stad Antwerpen het sterkst naar voor. Meer dan 150.000 Antwerpenaars (stad) wonen in een buurt waar vier of meer indicatoren overschreden zijn. Datzelfde geldt voor ongeveer 10.000 Mechelaars en nog 10.000 inwoners uit Willebroek en Herentals. Door een combinatie van de vier hoofdindicatoren (percentage eenpersoonshuishoudens, arbeiders, woningen zonder klein comfort en Turken en Marokkanen) te bekijken, krijgt men zicht op de regionale spreiding van de betrokken problematiek. Figuur 66: Combinatie van achterstellingindicatoren Bron: KUL
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
63|78
BIJLAGE 1: AANTAL INWONERS VOOR DE STEDEN EN GEMEENTEN IN DE PROVINCIE ANTWERPEN (1/1/2011). WERKINGSGEBIED SAMENLEVINGSOPBOUW ANTWERPEN PROVINCIE Antwerpen
493.517
Wuustwezel
19.371
Wommelgem
12.373
Mechelen
81.927
Zwijndrecht
18.656
Olen
11.784
Turnhout
41.266
Ranst
18.424
Rijkevorsel
11.271
Heist-op-den-Berg
40.236
Kasterlee
18.138
Grobbendonk
11.051
Geel
37.483
Stabroek
17.961
Berlaar
10.891
Brasschaat
37.189
Kalmthout
17.952
Retie
10.806
Mol
34.446
Essen
17.919
Vosselaar
10.475
Lier
34.123
Beerse
17.035
Hemiksem
10.318
Schoten
33.600
Boom
16.989
Borsbeek
10.207
Brecht
27.801
Duffel
16.770
Hulshout
9.968
Herentals
27.124
Puurs
16.600
Meerhout
9.803
Kapellen
26.437
Putte
16.557
Niel
9.387
Mortsel
24.804
Lille
16.391
Dessel
9.177
Willebroek
24.527
Laakdal
15.430
Wijnegem
9.039
Westerlo
24.200
Rumst
14.756
Herenthout
8.724
Nijlen
21.824
Bonheiden
14.656
Merksplas
8.557
Zoersel
21.415
Malle
14.616
Lint
8.522
Balen
21.305
Ravels
14.442
Hove
8.190
Edegem
21.103
Herselt
14.386
Sint-Amands
8.144
Bornem
20.727
Aartselaar
14.311
Schelle
8.080
Kontich
20.584
Oud-Turnhout
12.915
Vorselaar
7.559
Sint-Katelijne-Waver
20.341
Arendonk
12.855
Baarle-hertog
2.594
Hoogstraten
20.054
Boechout
12.728
Schilde
19.429
Zandhoven
12.533
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
64|78
BIJLAGE 2: AANTAL SOCIALE WONINGEN IN VERHOUDING TOT HET AANTAL HUISHOUDENS. Aantal huurwoningen SHM
Aantal huurwoningen SVK
Aantal sociale huurwoningen (eigen berekeningen
Aantal huishoudens (Sociaal kompas)
Aandeel Sociale woningen (eigen berekeningen)
Ranst
0
Schilde
13
4
4
7303
0,05%
4
17
7805
0,22%
Aartselaar Wijnegem
12
7
19
5849
0,32%
8
7
15
3759
0,40%
Wommelgem
18
7
25
5000
0,50%
Kapellen
40
22
62
10906
0,57%
Borsbeek
25
5
30
4561
0,66%
Zoersel
50
28
78
8308
0,94%
Kalmthout
70
11
81
7083
1,14%
Oud-Turnhout
61
2
63
5048
1,25%
Bonheiden
92
4
96
5784
1,66%
Schoten
216
25
241
14108
1,71%
Boechout
86
12
98
4980
1,97%
Brasschaat
286
38
324
15644
2,07%
Balen
186
13
199
8853
2,25%
Hove
68
4
72
3150
2,29%
Retie
102
0
102
4328
2,36%
Kontich
184
16
200
8368
2,39%
Vosselaar
98
2
100
4159
2,40%
Berlaar
87
20
107
4445
2,41%
Stabroek
171
17
188
7467
2,52%
Mortsel
257
19
276
10906
2,53%
Brecht
263
18
281
10922
2,57%
Nijlen
211
21
232
8976
2,58%
Lille
169
6
175
6467
2,71%
Grobbendonk
118
9
127
4467
2,84%
Sint-Katelijne-Waver
214
10
224
7877
2,84%
Putte
177
23
200
6932
2,89%
Malle
158
11
169
5780
2,92%
Essen
160
53
213
7116
2,99%
Meerhout
119
4
123
4076
3,02%
Hoogstraten
253
0
253
7973
3,17%
Dessel
117
3
120
3739
3,21%
Herselt
217
0
217
5918
3,67%
Edegem
334
12
346
9181
3,77%
Vorselaar
126
0
126
3112
4,05%
Merksplas
129
4
133
3123
4,26%
Zandhoven
3
9
12
280
4,29%
Arendonk
233
4
237
5356
4,42%
Geel
668
41
709
15803
4,49%
Rumst
267
4
271
5994
4,52%
Ravels
262
1
263
5763
4,56%
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
65|78
Aantal huurwoningen SHM
Aantal huurwoningen SVK
Aantal sociale huurwoningen (eigen berekeningen
Aantal huishoudens (Sociaal kompas)
Aandeel Sociale woningen (eigen berekeningen)
Kasterlee
325
3
328
7174
4,57%
Mol
681
21
702
14654
4,79%
Hemiksem
213
7
220
4426
4,97%
Rijkevorsel
220
1
221
4429
4,99%
Westerlo
504
8
512
9972
5,13%
Beerse
339
8
347
6659
5,21%
Niel
230
9
239
3959
6,04%
Wuustwezel
432
32
464
7580
6,12%
Lier
870
56
926
15049
6,15%
Hulshout
266
0
266
4255
6,25%
Lint
220
5
225
3295
6,83%
Puurs
457
20
477
6784
7,03%
Heist-op-den-Berg
1.170
49
1219
16958
7,19%
Herentals
864
16
880
11866
7,42%
Laakdal
471
7
478
6438
7,42%
Turnhout
1.311
98
1409
18632
7,56%
Bornem
691
4
695
8613
8,07%
2.837
59
2896
34969
8,28%
Olen
408
0
408
4897
8,33%
Zwijndrecht
661
0
661
7923
8,34%
Herenthout
296
6
302
3619
8,34%
Mechelen
Sint-Amands Antwerpen
283
8
291
3138
9,27%
22.564
431
22995
234101
9,82%
Baarle-Hertog
103
0
103
1048
9,83%
Duffel
705
16
721
6960
10,36%
Boom
785
6
791
7283
10,86%
Schelle Willebroek
439
0
439
3294
13,33%
1.527
14
1541
10154
15,18%
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
66|78
BIJLAGE 3: AANTAL EN AANGROEI SOCIALE WONINGEN Aantal sociale huurwoningen 2007 (Bron VMSW)
Aantal sociale huurwoningen 2013 (Bron VMSW)
Evolutie 2007-2013 (Eigen berekening)
Aartselaar
3
12
9
Antwerpen
22.258
22.476
218
Arendonk
204
239
35
Baarle-Hertog
99
104
5
Balen
97
213
116
Beerse
319
351
32
Berlaar
84
107
23
Boechout
78
86
8
Bonheiden
78
92
14
Boom
848
713
-135
Bornem
679
693
14
Borsbeek
20
28
8
Brasschaat
246
285
39
Brecht
253
261
8
Dessel
118
123
5
Duffel
677
704
27
Edegem
312
336
24
Essen
154
160
6
Geel
667
692
25
Grobbendonk
64
118
54
1.127
1.239
112
Hemiksem
182
222
40
Herentals
812
892
80
Herenthout
301
295
-6
Herselt
212
231
19
Hoogstraten
253
276
23
Hove
66
68
2
Hulshout
243
264
21
Kalmthout
29
70
41
Kapellen
35
40
5
Kasterlee
310
359
49
Kontich
134
182
48
Laakdal
424
469
45
Lier
821
870
49
Lille
171
169
-2
Lint
182
227
45
Heist-op-den-Berg
Malle
136
158
22
3.170
2.849
-321
Meerhout
88
119
31
Merksplas
136
131
-5
Mol
587
703
116
Mortsel
234
260
26
Niel
222
230
8
Nijlen
145
211
66
Mechelen
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
67|78
Aantal sociale huurwoningen 2007 (Bron VMSW)
Aantal sociale huurwoningen 2013 (Bron VMSW)
Evolutie 2007-2013 (Eigen berekening)
Olen
372
421
49
Oud-Turnhout
62
100
38
Putte
160
177
17
Puurs
471
452
-19
Ravels
245
263
18
Retie
103
117
14
Rijkevorsel
201
220
19
Rumst
268
262
-6
Schelle
437
432
-5
Schilde
2
13
11
Schoten
211
252
41
Sint-Amands
284
279
-5
Sint-Katelijne-Waver
217
215
-2
Stabroek
147
171
24
Turnhout
1.244
1.348
104
Vorselaar
100
133
33
Vosselaar
85
117
32
Westerlo
469
504
35
Wijnegem
9
8
-1
Willebroek
1.548
1.523
-25
Wommelgem
7
19
12
Wuustwezel
412
431
19
Zandhoven
3
3
Zoersel
36
54
18
Zwijndrecht
581
700
119
44.952
46.541
1.589
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
68|78
BIJLAGE 4: HET AANDEEL SOCIALE WONINGEN, VERGELEKEN MET HET AAN DEEL BEWONERS DAT IN AANMERKING KOMT VOOR VERHOOGDE TEGEMOETKOMING IN DE ZIEKTEVERZEKERING. aandeel sociale woningen
aandeel verhoogde tegemoetkoming
% SW/% VT
Benodigde groei om iedereen te bedienen
Schelle
0,1333
8,33
1,587302
0,63
Willebroek
0,1518
12,87
1,176471
0,85
Lint
0,0683
6,46
1,052632
0,95
Baarle-Hertog
0,0983
9,88
1
1
Olen
0,0833
9,25
0,900901
1,11
Zwijndrecht
0,0834
9,64
0,862069
1,16
Duffel
0,1036
12,16
0,854701
1,17
Bornem
0,0807
10,06
0,8
1,25
Sint-Amands
0,0927
12,52
0,740741
1,35
Boom
0,1086
15,53
0,699301
1,43
Laakdal
0,0742
11,36
0,653595
1,53
Wuustwezel
0,0612
9,39
0,653595
1,53
Puurs
0,0703
10,8
0,649351
1,54
Herentals
0,0742
12,2
0,609756
1,64
Herenthout
0,0834
13,74
0,606061
1,65
Niel
0,0604
10,71
0,564972
1,77
Rumst
0,0452
8,05
0,561798
1,78
Beerse
0,0521
9,39
0,555556
1,8
Heist-op-den-Berg
0,0719
13,43
0,534759
1,87
Turnhout
0,0756
14,64
0,515464
1,94
Hemiksem
0,0497
9,84
0,505051
1,98
Westerlo
0,0513
10,14
0,505051
1,98
Hulshout
0,0625
12,81
0,487805
2,05
Ravels
0,0456
9,54
0,478469
2,09
Arendonk
0,0442
9,29
0,47619
2,1
Edegem
0,0377
7,91
0,47619
2,1
Rijkevorsel
0,0499
10,5
0,47619
2,1
Kasterlee
0,0457
9,74
0,469484
2,13
Mechelen
0,0828
17,61
0,469484
2,13
Lier
0,0615
13,35
0,460829
2,17
Antwerpen
0,0982
21,92
0,44843
2,23
Zandhoven
0,0429
9,67
0,444444
2,25
Mol
0,0479
11,3
0,423729
2,36
Merksplas
0,0426
10,16
0,420168
2,38
Hove
0,0229
5,62
0,406504
2,46
Stabroek
0,0252
6,77
0,371747
2,69
Geel
0,0449
12,79
0,350877
2,85
Essen
0,0299
8,89
0,3367
2,97
Hoogstraten
0,0317
9,41
0,3367
2,97
Vosselaar
0,024
7,53
0,318471
3,14
Vorselaar
0,0405
13,01
0,311526
3,21
Dessel
0,0321
10,32
0,310559
3,22
Kontich
0,0239
7,84
0,304878
3,28
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
69|78
aandeel sociale woningen
aandeel verhoogde tegemoetkoming
% SW/% VT
Benodigde groei om iedereen te bedienen
Herselt
0,0367
12,24
0,299401
3,34
Brecht
0,0257
8,75
0,293255
3,41
Malle
0,0292
10,29
0,284091
3,52
Grobbendonk
0,0284
10,34
0,274725
3,64
Brasschaat
0,0207
8,2
0,252525
3,96
Lille
0,0271
10,74
0,252525
3,96
Meerhout
0,0302
12
0,251889
3,97
Retie
0,0236
9,6
0,2457
4,07
Sint-Katelijne-Waver
0,0284
11,63
0,244499
4,09
Putte
0,0289
12,33
0,234192
4,27
Boechout
0,0197
8,65
0,22779
4,39
Mortsel
0,0253
11,12
0,227273
4,4
Nijlen
0,0258
12,47
0,207039
4,83
Schoten
0,0171
8,34
0,204918
4,88
Balen
0,0225
11,1
0,20284
4,93
Bonheiden
0,0166
8,95
0,185529
5,39
Berlaar
0,0241
13,01
0,185185
5,4
Oud-Turnhout
0,0125
7,63
0,163666
6,11
Kalmthout
0,0114
8,28
0,137741
7,26
Zoersel
0,0094
9,01
0,104275
9,59
Kapellen
0,0057
6,78
0,084104
11,89
Borsbeek
0,0066
10,81
0,06105
16,38
Wommelgem
0,005
8,34
0,059952
16,68
Aartselaar
0,0032
7,07
0,045249
22,1
Wijnegem
0,004
9,35
0,04279
23,37
Schilde
0,0022
6,4
0,034352
29,11
Ranst
0,0005
8,34
0,005998
166,71
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
70|78
BIJLAGE 5: WACHTLIJSTEN T.O.V. HET AANTAL HUISHOUDENS EN HET AANDEEL SOCIALE WONINGEN. Aantal op wachtlijst 2011
aandeel sociale woningen (2012)
Aantal huishoudens
(VMSW)
(Lokale statistieken)
(Sociaal kompas)
Aandeel huishoudens op de wachtlijst (Eigen berekening)
Ranst
36
0,0005
7303
0,49%
Schilde
44
0,0022
7805
0,56%
Kapellen
95
0,0057
10906
0,87%
Aartselaar
75
0,0032
5849
1,28%
Bonheiden
78
0,0166
5784
1,35%
Hove
44
0,0229
3150
1,40%
Dessel
54
0,0321
3739
1,44%
Oud-Turnhout
73
0,0125
5048
1,45%
Zandhoven
74
0,0429
4972
1,49%
Nijlen
134
0,0258
8976
1,49%
Stabroek
112
0,0252
7467
1,50%
Zoersel
128
0,0094
8308
1,54%
Schoten
221
0,0171
14108
1,57%
Kalmthout
112
0,0114
7083
1,58%
Wommelgem
80
0,005
5000
1,60%
Malle
98
0,0292
5780
1,70%
Grobbendonk
77
0,0284
4467
1,72%
Brecht
190
0,0257
10922
1,74%
Hulshout
75
0,0625
4255
1,76%
Boechout
88
0,0197
4980
1,77%
Rumst
106
0,0452
5994
1,77%
Wijnegem
68
0,004
3759
1,81%
Lille
120
0,0271
6467
1,86%
Ravels
107
0,0456
5763
1,86%
Herselt
113
0,0367
5918
1,91%
Retie
83
0,0236
4328
1,92%
Sint-Katelijne-Waver
162
0,0284
7877
2,06%
Balen
185
0,0225
8853
2,09%
Kasterlee
151
0,0457
7174
2,10%
Rijkevorsel
96
0,0499
4429
2,17%
Westerlo
217
0,0513
9972
2,18%
Edegem
200
0,0377
9181
2,18%
Arendonk
117
0,0442
5356
2,18%
Vosselaar
92
0,024
4159
2,21%
Vorselaar
69
0,0405
3112
2,22%
Essen
159
0,0299
7116
2,23%
Herenthout
81
0,0834
3619
2,24%
Wuustwezel
179
0,0612
7580
2,36%
Lint
78
0,0683
3295
2,37%
Mol
352
0,0479
14654
2,40%
Putte
170
0,0289
6932
2,45%
Kontich
209
0,0239
8368
2,50%
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
71|78
Aantal op wachtlijst 2011
aandeel sociale woningen (2012)
Aantal huishoudens
(VMSW)
(Lokale statistieken)
(Sociaal kompas)
Aandeel huishoudens op de wachtlijst (Eigen berekening)
Beerse
169
0,0521
6659
2,54%
Laakdal
165
0,0742
6438
2,56%
Puurs
178
0,0703
6784
2,62%
Niel
104
0,0604
3959
2,63%
Berlaar
118
0,0241
4445
2,65%
Merksplas
84
0,0426
3123
2,69%
Mortsel
296
0,0253
10906
2,71%
Meerhout
111
0,0302
4076
2,72%
Heist-op-den-Berg
486
0,0719
16958
2,87%
Borsbeek
131
0,0066
4561
2,87%
Sint-Amands
91
0,0927
3138
2,90%
Hoogstraten
233
0,0317
7973
2,92%
Olen
153
0,0833
4897
3,12%
Schelle
103
0,1333
3294
3,13%
Bornem
292
0,0807
8613
3,39%
Brasschaat
563
0,0207
15644
3,60%
Baarle-Hertog
41
0,0983
1048
3,91%
Lier
611
0,0615
15049
4,06%
Geel
642
0,0449
15803
4,06%
Boom
297
0,1086
7283
4,08%
Herentals
487
0,0742
11866
4,10%
Willebroek
421
0,1518
10154
4,15%
Hemiksem
188
0,0497
4426
4,25%
Zwijndrecht
350
0,0834
7923
4,42%
Duffel
324
0,1036
6960
4,66%
2.110
0,0828
34969
6,03%
Turnhout
1.232
0,0756
18632
6,61%
Antwerpen
15.829
0,0982
234101
6,76%
Mechelen
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
72|78
BIJLAGE 6: GEMEENTEN MET WELZIJNSSCHAKELS IN DE PROVINCIE ANTWERPEN • Balen
• Kapellen
• Ranst
• Beerse
• Kontich
• Rijkevorsel
• Borsbeek
• Lint
• Stabroek
• Brecht
• Malle
• Westerlo
• Essen
• Merksplas
• Wijnegem
• Geel
• Mol
• Wuustwezel
• Herentals
• Mortsel
• Zandhoven
• Kalmthout
• Olen
• Zoersel
BIJLAGE 7: GEMEENTEN MET KRINGLOOPWINKELS IN DE PROVINCIE ANTWERPEN • Balen
• Kasterlee
• Retie
• Bornem
• Kontich
• Rumst
• Brecht
• Laakdal
• Schelle
• Duffel
• Lier
• Schoten
• Geel
• Malle
• Turnhout
• Heist-op-den-Berg
• Mechelen
• Willebroek
• Herentals
• Mol
• Wuustwezel
• Herselt
• Mortsel
• Zandhoven
• Hoogstraten
• Niel
• Kapellen
• Puurs
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
73|78
BIJLAGE 8: AANTAL PERSONEN DIE DRINGEND MEDISCHE HULP KREGEN dringende medische hulp
2009
2010
2011
2012
2013
Antwerpen Mechelen Turnhout Herentals Mortsel Rumst Geel Lier Edegem Willebroek Brasschaat Mol Boom Zwijndrecht Schoten Wuustwezel Zoersel Brecht Retie Schelle Kontich Balen Duffel Hoogstraten Kalmthout Puurs Rijkevorsel Nijlen Ravels Sint-Katelijne-Waver Borsbeek Boechout Putte Ranst Bornem Hulshout Laakdal Heist-op-den-Berg Malle Arendonk Herenthout Baarle-Hertog Meerhout Olen Wijnegem Beerse Kapellen Berlaar Bonheiden Dessel Vosselaar
3073 247 129 115 34 6 23 15 16 28 8 7 14 10 6 14 4 6 1 7 6 5 4 0 4 4 1 3 3 3 5 2 5 0 1 1 5 0 3 2 4 0 0 0 3 4 1 0 4 0 3
2708 213 123 96 31 9 32 22 15 11 9 16 22 13 11 15 5 9 4 7 6 4 4 1 6 7 7 5 4 5 6 2 5 0 1 1 4 2 1 2 6 4 1 0 5 3 1 1 0 2 3
1886 158 87 67 24 18 23 20 23 13 17 9 9 11 5 2 16 5 4 5 4 9 3 6 6 2 2 2 0 0 3 6 1 4 5 3 1 1 2 3 0 1 3 3 1 1 2 1 0 0 0
1055 154 54 26 25 50 15 27 15 11 16 13 12 13 13 7 7 1 3 2 5 3 4 7 2 1 5 5 2 2 2 3 2 10 2 5 1 2 4 2 0 1 4 4 0 0 3 3 2 1 0
810 167 41 36 25 46 17 25 13 19 23 23 9 15 24 10 6 8 16
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
5 3 7 7 2 6 5 4 8 7 0 2 2 0 4 2 1 6 1 1 0 3 1 2 0 0 1 2 1 4 1
gemiddelde (2009 -2013 ) 1906,4 187,8 86,8 68 27,8 25,8 22 21,8 16,4 16,4 14,6 13,6 13,2 12,4 11,8 9,6 7,6 5,8 5,6 5,25 5,2 4,8 4,4 4,2 4 4 4 3,8 3,4 3,4 3,2 3 3 2,8 2,6 2,4 2,4 2,2 2,2 2 2 1,8 1,8 1,8 1,8 1,6 1,6 1,4 1,4 1,4 1,4
74|78
dringende medische hulp Essen Kasterlee Grobbendonk Hemiksem Hove Aartselaar Lint Sint-Amands Zandhoven Merksplas Lille Niel Stabroek
2009
2010
2011
2012
2013
1 3 0 0 1 1 0 1 1 0 0 0 0
0 1 1 0 1 1 0 0 2 1 0 0 1
0 1 0 2 0 0 0 1 0 1 0 1 0
3 1 3 1 0 0 1 0 0 0 1 0 0
2 0 0 1 2 1 2 1 0 0 0 0 0
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
gemiddelde (2009 -2013 ) 1,2 1,2 0,8 0,8 0,8 0,6 0,6 0,6 0,6 0,4 0,2 0,2 0,2
75|78
LIJST MET FIGUREN Figuur 1: Inwonersaantal v/d Antwerpse steden en gemeenten per 1/1/2011 bron: sociaal kompas ........................................ 7 Figuur 2: Bevolkingsdichtheid Antwerpse Steden en Gemeenten per 1/1/2014 Bron: Provant .................................................. 8 Figuur 3: Plattelandsgebied in de provincie Antwerpen volgens Leader Bron: Rurant ................................................................ 9 Figuur 4: Steden in de provincie Antwerpen Bron: .................................................................................................................... 10 Figuur 5: De Belgische stadsgewesten (2001) Bron: Sociaaleconomische enquête 2001 .......................................................... 11 Figuur 6: Aandeel 0 tot19 - jarigen in de provincie Antwerpen per 1/1/2011 Bron: Sociaal Kompas ........................................ 12 Figuur 7: Aandeel 80-plussers in de provincie Antwerpen per 1/1/2011 Bron: Sociaal Kompas ............................................... 13 Figuur 8: Aandeel 60-plussers in de provincie Antwerpen per 1/1/2012 Bron: Sociaal Kompas ............................................... 13 Figuur 9: inwoners met een vreemde herkomst in % van de bevolking Bron: Sociaal Kompas ................................................. 14 Figuur 10: inwoners met een vreemde herkomst (exclusief Nederlanders) in % van de bevolking Bron: Sociaal Kompas ........ 15 Figuur 11: aandeel 0-19 jarigen met vreemde herkomst (excl. Nederlanders), in % van de 0-19-jarigen (1/1/2012) Bron: Sociaal Kompas......................................................................................................................................................... 16 Figuur 12: gemiddeld aantal personen per privaat huishoudens (1/14/*2012) Bron: Sociaal Kompas..................................... 17 Figuur 13: alleenstaande mannen en vrouwen ,alleenstaande vaders en moeders in % v/d particuliere huishoudens (1/1/2012) Bron: Sociaal Kompas ............................................................................................................................. 17 Figuur 14: evolutie van het aantal huishoudens (2007-2022) per gemeente volgens de open bevolkingsprognose. ............... 18 Figuur 15: verhoogde tegemoetkoming ziekteverzekering in % van het aantal inwoners (2013) Bron: Sociaal Kompas........... 19 Figuur 16: Gemiddeld aantal leefloners + inkomensvervangende tegemoetkoming PMEH + gewaarborgd inkomen bejaarden + inkomensgarantie ouderen, in procent van inwoners (2009...2011) Bron: Sociaal Kompas ................................. 20 Figuur 17: Geboorten in kansarme gezinnen, in procent van de geboorten (2009...2011) Bron: Sociaal Kompas .................... 21 Figuur 18: 0-19 jarigen titularis of ten laste voorkeurregeling ziekteverzekering, in % van 0-19 jarigen (2012) Bron: Sociaal Kompas..................................................................................................................................................................... 22 Figuur 19: 0-5 jarigen wonend in een eenoudergezin, in procent van 0-5 jarigen (1 jan 2012) Bron: Sociaal Kompas ............. 23 Figuur 20: Leerlingen gewoon secundair onderwijs: onderwijs kansarmoede-indicator (2010-2011) Bron : Sociaal Kompas... 24 Figuur 21: Gemiddeld aantal 18-24 jarige leefloontrekkers, in % van gemiddeld aantal 18-24 jarigen (2009-2011) Bron: Sociaal Kompas..................................................................................................................................................................... 25 Figuur 22: syntheseindicator kinderen in armoede (Antwerpen) Bron: Bottu en Maynissen .................................................... 26 Figuur 23: synthese-indicator kinderen in armoede (Vlaanderen) Bron: Bottu en Maynissen .................................................. 26 Figuur 24: verhoogde tegemoetkoming ziekteverzekering 60 jaar of ouder, in % van de 60-plussers (1/1/2013) Bron: Provant ................................................................................................................................................................................. 27 Figuur 25: Gemiddeld aantal +65 jarigen met gewaarborgd inkomen bejaarden of inkomensgarantie ouderen Bron: Sociaal Kompas..................................................................................................................................................................... 28 Figuur 26: Verdeling van de totale bevolking naar bewonerstitel (in %), Belgische gewesten en EU 27-landen (2009) Bron: Vlaamse overheid ..................................................................................................................................................... 29 Figuur 27: Percentage woningen bewoond door de eigenaar Bron: Kenniscentrum Vlaamse Steden ...................................... 30 Figuur 28: Percentage woningen gehuurd van particulieren of vennootschappen Bron: kenniscentrum Vlaamse Steden ..... 30 Figuur 29: Percentage woningen gehuurd van SHM's of andere openbare instellingen Bron: Kenniscentrum Vlaamse Steden30 Figuur 30: Het aandeel sociale woningen in de provincie Antwerpen Bron: VMSW .................................................................. 31 Figuur 31: Aandeel sociale huisvesting in % van de huishoudens Bron: VMSW – Sociaal Kompas ............................................ 31 Figuur 32: evolutie van het aantal sociale huurwoningen (2007 – 2013) Bron: VMSW ............................................................ 32 Figuur 33: Aantal bijkomend te realiseren sociaal huuraanbod tegen 2020 igv het decreet grond- en pandenbeleid van 27/03/2009 Bron: VMSW ......................................................................................................................................... 33 Figuur 34: het aandeel sociale woningen in verhouding tot het aandeel rechthebbenden op de voorkeurregeling in de ziekteverzekering. Bron: VMSW, Provant ................................................................................................................. 34 Figuur 35: Evolutie van het aantal mensen op de wachtlijsten Bron VMSW ............................................................................ 34 Figuur 36: Aandeel ingeschreven op de wachtlijst van de sociale huisvesting t.o.v. het aantal huishoudens (2011) Bron: VMSW, Sociaal Kompas ............................................................................................................................................ 35 Figuur 37: Kostprijs van woningen in de provincie Antwerpen Bron: aps Vlaanderen. ............................................................. 35 Figuur 38: eerste kwartielprijs van woningen (= de kostprijs van duurste woning uit het eerste kwartiel ) (2011) Bron: Sociaal Kompas..................................................................................................................................................................... 36 Figuur 39: aandeel woningen van voor 1960 in het totale woningbestand (2001) Bron Sociaaleconomische enquête ............ 37 Figuur 40: woonwagenterreinen in de provincie Antwerpen (2011) Bron: Prisma vzw ............................................................. 39 Figuur 41: Totale aantal geplaatste ingeschakelde (actieve) budgetmeters op 1/1/2013 / Aantal huishoudelijke elektriciteit afnemers aangesloten op het distributienet op 31/12/2013 Bron: Vlaanderen – afdeling planning en statistiek ... 40 Figuur 42: werkingsgebied en onthaalpunten van de 11 CAW’s Bron: http://www.caw.be/organisatie .................................. 42 Figuur 43: Voorzieningen in de provincie Antwerpen Diverse bronnen .................................................................................... 43 Figuur 44: Gemiddeld aantal leefloners per maand, in procent van 18-64 jarigen (2009...2011) Bron: Sociaal Kompas ........... 44 Figuur 45: Gemiddeld aantal leefloners + inkomensvervangende tegemoetkoming PMEH + gewaarborgd inkomen bejaarden + inkomensgarantie ouderen, in procent van inwoners (2009...2011) (herhaling van figuur 16) Bron: Sociaal Kompas..................................................................................................................................................................... 46 Figuur 46: WGC en ander forfaitaire eerstelijnsgezondheidszorg in de provincie Antwerpen .................................................. 47 Figuur 47: Antwerpse gemeenten met een huisartsentekort (2014) Bron: Riziv ....................................................................... 48
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
76|78
Figuur 48: Gestandaardiseerde gezondheidsindex Vlaanderen en Brussel Bron: Atlas van Achtergestelde Buurten in Vlaanderen en Brussel .............................................................................................................................................. 49 Figuur 49: Gestandaardiseerde gezondheidsindex Antwerpen Bron: Atlas van Achtergestelde Buurten in Vlaanderen en Brussel ...................................................................................................................................................................... 49 Figuur 50: Spreiding van het aantal ziekenhuizen en de mate waarin het aantal erkende bedden overeenkomt met de theoretisch programmatie over 38 zorgregio's van het Vlaams Gewest (11/2010) Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid .............................................................................................................................................................. 50 Figuur 51: Spreiding van het aanbod voor residentiële en ambulante geestelijke gezondheidszorg in de provincie Antwerpen per zorgregio, op basis van erkenningen op 1/1/2011 en naar aantal inwoners per gemeente op 1/1/2010 Bron: www.zorg-en-gezondheid.be ................................................................................................................................... 50 Figuur 52: Gemiddeld aandeel mensen die dringende medische hulp verkregen per gemeente t.o.v. het inwonersaantal (2009- 2013) Bron: POD Maatschappelijke integratie, Provant ................................................................................ 51 Figuur 53: OKI indicator voor de provincie Antwerpen (2010 – 2011) Bron: Sociaal kompas .................................................... 52 Figuur 54: leerlingen buitengewoon onderwijs of lager onderwijs met schoolse vertraging (2004-2006) Bron: Provant ......... 53 Figuur 55: Leerlingen deeltijds beroeps secundair onderwijs: percentage (2004-2005) Bron: Provant..................................... 54 Figuur 56: Werkzoekende jongvolwassenen met lage scholing Bron: Provant .......................................................................... 55 Figuur 57: percentage niet werkende werkzoekenden bij de 18-64 jarigen (juni 2012) Bron: sociaal Kompas ......................... 56 Figuur 58: percentage niet werkende werkzoekenden die meer dan één jaar werkloos is (juni 2012) Bron: sociaal Kompas .. 57 Figuur 59: Werkbalans: werkgelegenheid in procent van de beroepsbevolking (2010) Bron: Sociaal Kompas ......................... 57 Figuur 60: Ruimtelijke spreiding beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en lokale diensteconomie Bron: Een monitor voor de sociale inschakelingseconomie in Vlaanderen............................................................................................. 58 Figuur 61: Gemiddeld aantal werknemers tewerkgesteld volgens het statuut ‘Artikel 60’ (2008-2013) Bron: POD Maatschappelijke Integratie ..................................................................................................................................... 59 Figuur 62: Eerste principale component (2001) Bron: KUL ........................................................................................................ 60 Figuur 63: Tweede principale component (2001) Bron KUL....................................................................................................... 61 Figuur 64: Rurale typologie (2001) Bron: KUL ............................................................................................................................ 62 Figuur 65: Achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel Bron: KUL ................................................................................... 63 Figuur 66: Combinatie van achterstellingindicatoren Bron: KUL ............................................................................................... 63
LIJST MET TABELLEN Tabel 1: Gemeenten met een woonwagenterrein, aantal standplaatsen en aantal gezinnen (2011) Bron: Prisma ................. 38 Tabel 2: Aantal RMI-ontvangers in verhouding tot het totaal aantal RMI-ontvangers in de provincie en per 1.000 inwoners, Vlaams Gewest (absolute cijfers en percentages) .................................................................................................... 45 Tabel 3: Oude en nieuwe gemiddelden en drempelwaarden Bron: KUL ................................................................................... 62
LIJST MET BIJLAGEN Bijlage 1: aantal inwoners voor de steden en gemeenten in de provincie antwerpen (1/1/2011). Werkingsgebied samenlevingsopbouw antwerpen provincie ............................................................................................................. 64 Bijlage 2: aantal sociale woningen in verhouding tot het aantal huishoudens. ......................................................................... 65 Bijlage 3:aantal en aangroei sociale woningen .......................................................................................................................... 67 Bijlage 4: het aandeel sociale woningen, vergeleken met het aan deel bewoners dat in aanmerking komt voor verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. ............................................................................................................... 69 Bijlage 5: wachtlijsten t.o.v. Het aantal huishoudens en het aandeel sociale woningen. .......................................................... 71 Bijlage 6: welzijnsschakels in de provincie antwerpen ............................................................................................................... 73 Bijlage 7: kringloopwinkels in de provincie antwerpen .............................................................................................................. 73 Bijlage 8: aantal personen die dringend medische hulp kregen................................................................................................. 74
BRONNEN » Lenders, S., Lauwers, L., Vervloet, D. en Kerselaer, E, 2006 , Afbakening van het Vlaamse platteland, een statistische analyse. » Bottu G., Marynissen R., 2014, Lage , inkomens en leeftijd, lokale verschillen » PRISMA vzw, Planning Woonwagenwerk, 2013, 27 blz. » Vlaamse overheid, agentschap voor binnenlands bestuur, Strategisch plan woonwagenbewoners (2012 – 2015), » https://riziv.be/care/nl/doctors/specific-information/impulseo/impulseo8.asp » Luyten, S. en Van Hecke, E., de Belgische stadsgewesten 2001, Instituut voor Sociale en Economische Geografie, K.U.Leuven » Studiedienst van de Vlaamse Regering, De sociale staat van Vlaanderen, 2011
Provinciale omgevingsanalyse | 30 september 2014
77|78